NRS Mineraal - CRV
NRS Mineraal - CRV
NRS Mineraal - CRV
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
Met ingang van 2006 is in Nederland een nieuwe mestwetgeving ingevoerd die is<br />
afgestemd op de Europese normen. Het gebruik van stikstof (N) en fosfaat (P2O5)<br />
moet verminderen en er komt meer vrijheid in het bijhouden van de administratie.<br />
Veehouders moeten nu hun gebruiksnormen kunnen tonen en de gemiddeld<br />
aanwezige aantallen dieren. Voor diegenen die onder de norm zitten wordt<br />
het gemakkelijker, voor alle anderen wordt de administratie meer uitgebreid. Er<br />
moet een voorraadadministratie worden bijgehouden van ruwvoer, dierlijke<br />
mest en kunstmest. Het gemiddelde ureumgetal van de tankmelk gaat een<br />
belangrijke rol spelen in de berekening van de stikstofproductie op het melkveebedrijf.<br />
Veehouders die minimaal 70 procent van het land benutten als grasland,<br />
bestemd voor het vee, kunnen in aanmerking komen voor derogatie. Zij<br />
mogen in plaats van de standaardnorm van 170 kilogram stikstof per hectare<br />
250 kilogram stikstof per hectare als gebruiksnorm hanteren. Wel moet er dan<br />
een sluitend bemestingsplan getoond kunnen worden. Onderdeel van het bemestingsplan<br />
is het gebruik van de onderzoeksresultaten van de sterlabs voor gronden<br />
gewasonderzoek. De gehele administratie hoeft niet meer te worden opgestuurd,<br />
maar bij controle moet alles voldoen aan de gestelde eisen van de overheid.<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong> ondersteunt de veehouders op de eenvoudigste manier in<br />
deze complexe wettelijke verplichtingen en de overzichten worden volledig door<br />
de overheid geaccepteerd.<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong> kent een aantal formulieren<br />
waarop de gegevens worden vermeld:<br />
– Registratie en resultaat;<br />
– Berekeningen;<br />
– Veesaldokaart;<br />
– Veeregister.<br />
De deelnemers aan de derogatiemodule<br />
ontvangen daarnaast:<br />
• Derogatie – Bedrijfssysteem aan- en<br />
afvoer dierlijke mest;<br />
• Derogatie – Bodemonderzoek en<br />
bemestingsbehoefte;<br />
• Derogatie – Landbouwkundig optimale<br />
dierlijke mestgift N en P2O5 per ha;<br />
• Derogatie – Voorgenomen mestgift<br />
overeenkomstig binnen gebruiksnorm;<br />
• Derogatie – Overzicht of de optimale<br />
bemesting past binnen de gebruiksnorm.<br />
Samenwerking<br />
Alles wat automatisch of via koppelingen<br />
kan worden bijgehouden, is in <strong>NRS</strong><br />
<strong>Mineraal</strong> verwerkt, zoals de melkproductie,<br />
het gemiddelde ureumgetal, het bij-<br />
Managementproducten - <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
houden van de grondoppervlakte en de<br />
resultaten van de grondbemonstering.<br />
Hiervoor is een samenwerking tussen<br />
verschillende instanties nodig.<br />
Deelnemers aan <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong> machtigen<br />
<strong>NRS</strong> om de gegevens op te vragen bij<br />
de zuivel (melk, ureum), bij Dienst<br />
Regelingen (grondoppervlakte) en bij de<br />
sterlabs (grondonderzoek).<br />
Met deze gebundelde informatie krijgen<br />
de deelnemers overzichten waarop een<br />
groot deel van de noodzakelijke informatie<br />
staat die nodig is bij een eventuele<br />
AID-controle.<br />
De jaarlijkse voorraadadministratie van<br />
ruw-, meng- en krachtvoer en dierlijke<br />
mest en kunstmest is bijvoorbeeld niet<br />
meegenomen omdat dit niet automatisch<br />
kan.<br />
Beslissen van kalf tot koe<br />
145
146<br />
Managementproducten - <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
Registratie en resultaat<br />
1Deelnamegegevens<br />
Het product <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong> wordt<br />
gemaakt op basis van het BRS-nummer.<br />
Het BRS-nummer is het LNV-relatienummer<br />
waaronder de deelnemer is geregistreerd<br />
bij Dienst Regelingen. Onder een<br />
BRS-nummer kunnen meerdere UBN’s<br />
vallen van een en dezelfde deelnemer.<br />
Het product is op BRS-niveau omdat de<br />
gebruiksnormen ook op BRS-niveau moeten<br />
worden uitgerekend.<br />
Vermeld worden het BRS, het UBN en de<br />
NAW-gegevens van de deelnemer naar<br />
wie de papieren versie toegestuurd<br />
wordt.<br />
De periode betreft altijd de periode van<br />
één jaar voorafgaand aan de verwerkingsdag.<br />
In het aparte blok ‘Uitgangspunten’ staat<br />
het BRS-nummer met de bijbehorende<br />
UBN(’s). Verder wordt hier vermeld of er<br />
wordt deelgenomen aan de derogatie en<br />
of de melkkoeien geweid worden.<br />
Peildatum: dit betreft de laatste datum<br />
dat er wijzigingen zijn doorgegeven voor<br />
wat betreft grondgebruik, dit kan zowel<br />
via Dienst Regelingen als via de deelnemer<br />
hebben plaatsgevonden.<br />
2Grond en gewas<br />
Hier wordt per toegekende grondsoort<br />
het aantal hectaren blijvend grasland én<br />
bouwland vermeld zoals deze bij Dienst<br />
Regelingen staat geregistreerd in de meitelling.<br />
Voor bouwland wordt het aantal<br />
hectaren van de zes belangrijkste gewassoorten<br />
weergegeven en in het op één na<br />
laatste blokje worden deze hectaren<br />
samengevat en wordt tevens het percentage<br />
bouwland vermeld.<br />
Veehouders die derogatie hebben aangevraagd,<br />
mogen maximaal 30 procent<br />
bouwland hebben. Het laatste blok geeft<br />
de eventuele hectaren weer die buiten de<br />
mestwetgeving vallen (met name natuurterrein).<br />
Zijn de gegevens van Dienst<br />
Regelingen inmiddels verouderd, dan<br />
Beslissen van kalf tot koe<br />
kan de veehouder via<br />
www.crdelta.nl/mijnbedrijf de actuele<br />
grond- en gewasinformatie opgeven om<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong> actueel te houden. De juiste<br />
gegevens moeten via meitelling aan de<br />
Dienst Regelingen worden gemeld.<br />
3Gemiddeld aantal dieren<br />
In dit overzicht wordt een rollend jaargemiddelde<br />
van dieraantallen gepresenteerd<br />
over de periode van één jaar<br />
voorafgaand aan de verwerkingsdatum.<br />
Het gemiddelde dieraantal in de laatste<br />
kolom wordt berekend door per diercategorie<br />
van elk aanwezig dier het aantal<br />
dagen aanwezig op te tellen en dit getal<br />
te delen door 365.<br />
Alle dieren behorende bij het BRS-nummer<br />
worden per diercategorie weergegeven.<br />
Er zijn elf diercategorieën; alleen de<br />
aanwezige diercategorieën worden afgedrukt.<br />
De dieraantallen worden altijd op<br />
gehele getallen afgerond en de gegevens<br />
komen overeen met de informatie op de<br />
Veesaldokaarten en het Veeregister.<br />
4Melkproductie en gemiddeld<br />
ureumgetal<br />
Vanuit de zuivelindustrie worden de<br />
gegevens van elke tankleverantie en het<br />
Ureumgetal te beïnvloeden via de voeding<br />
gebruiksquotum doorgegeven. De gemiddelde<br />
productie per koe wordt berekend<br />
door de geleverde kilogrammen melk te<br />
delen door het gemiddelde aanwezige<br />
koeien. Het gemiddelde ureumgetal<br />
wordt berekend uit de ureumgetallen<br />
van de tankleveranties uit het voorgaande<br />
jaar. De gemiddelde melkproductie<br />
en het ureumgetal worden gebruikt om<br />
de stikstofproductie op het bedrijf vast te<br />
stellen. Hiervoor wordt het gemiddelde<br />
aantal aanwezige melkkoeien vermenigvuldigd<br />
met de excretienorm die hoort<br />
bij de vastgestelde productiecijfers en het<br />
ureumgetal.<br />
De overheid gaat uit van een gemiddeld<br />
ureumgetal van 26. Deelnemers die lager<br />
uitkomen, mogen meer kuubs mest<br />
afvoeren van hun bedrijf. De berekende<br />
N-excretie wordt aangegeven in het laatste<br />
blok.<br />
5Belangrijke kengetallen<br />
In dit blok worden de kilogrammen stikstof<br />
(N) en fosfaat (P2O5) van het bedrijf<br />
en per hectare weergegeven. De gebruikte<br />
methodiek voor de berekeningen<br />
wordt op het overzicht ‘Berekeningen’<br />
toegelicht.
Registratie & Resultaat<br />
1<br />
4<br />
3<br />
2<br />
5<br />
Managementproducten - <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
Beslissen van kalf tot koe<br />
147
148<br />
Managementproducten - <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
Berekeningen<br />
1Berekening plaatsingsruimte<br />
dierlijke mest<br />
Voor zowel stikstof als fosfaat bestaat er<br />
een zogenaamde plaatsingsruimte op<br />
het bedrijf. Deze wordt voor stikstof<br />
bepaald op basis van het aantal hectaren<br />
dat het bedrijf in gebruik heeft en of het<br />
bedrijf wel of geen gebruikmaakt van<br />
derogatie. Derogatie houdt in dat per<br />
hectare meer kilogrammen stikstof<br />
gebruikt mogen worden dan de standaard<br />
van 170 kg. Een van de voorwaarden<br />
hierbij is dat het bedrijf minimaal<br />
70 procent van het areaal blijvend grasland<br />
moet hebben.<br />
De plaatsingsruimte voor stikstof wordt<br />
berekend door het aantal hectaren te vermenigvuldigen<br />
met 250 of 170 kg stikstof<br />
per hectare (afhankelijk van<br />
derogatie).<br />
2Berekening voorspelde mestproductie<br />
rundvee<br />
Door de gemiddelde dieraantallen uit<br />
het rollend jaargemiddelde te vermenigvuldigen<br />
met de stikstof- en fosfaatexcretienormen<br />
die gelden voor die<br />
diercategorie wordt de mineralenproductie<br />
in kilogrammen stikstof en fosfaat<br />
van het bedrijf verkregen.<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong> gaat er in de berekening<br />
vanuit dat uitsluitend dunne mest wordt<br />
geproduceerd en hanteert de daarbijbehorende<br />
excretienormen. Uitzondering<br />
hierop is de categorie jongvee jonger dan<br />
één jaar. Hierbij wordt ervan uitgegaan<br />
dat deze tot twee maanden op stro wordt<br />
gehouden (vaste mest) en daarna op roosters<br />
(dunne mest).<br />
3Berekening ruimte dierlijke mest<br />
De berekende stikstof- en fosfaatproductie<br />
van de dieren (zie toelichting onder 2)<br />
wordt in kilogrammen voor het bedrijf<br />
weergegeven en tevens omgerekend per<br />
hectare.<br />
De plaatsingsruimte voor stikstof is<br />
Beslissen van kalf tot koe<br />
afhankelijk van het aantal hectaren grasland<br />
en bouwland en het wel of niet<br />
gebruikmaken van derogatie (zie toelichting<br />
onder 1).<br />
De plaatsingsruimte voor fosfaat wordt<br />
verkregen door de hectaren te vermenigvuldigen<br />
met de gebruiksnormen per<br />
hectare (2006: 110 kg/ha voor grasland en<br />
85 kg/ha voor bouwland).<br />
Bij afvoer wordt bij die veehouders die<br />
meer mineralen op hun bedrijf produceren<br />
dan geplaatst mogen worden volgens<br />
de gebruiksnorm, aangegeven hoeveel<br />
kilogrammen er afgevoerd moeten worden.<br />
Deelnemers die onder de norm zitten,<br />
hebben mogelijkheden voor aanvoer van<br />
dierlijke mest. Dit wordt aangegeven<br />
onder: ruimte aanvoer/overige dierlijke<br />
mest.<br />
Gebruiksnormen<br />
Per hectare gelden er gebruiksnormen<br />
voor het totale aantal kilogrammen stikstof<br />
en fosfaat dat aangewend mag worden.<br />
Voor de bepaling van de totale gebruiksnorm<br />
van stikstof zijn drie parameters<br />
van belang:<br />
– het aantal hectaren;<br />
– de grondsoort;<br />
– het soort gewas.<br />
Als voorbeeld nemen we de kilogrammen<br />
stikstof per hectare voor zandgrond<br />
en löss voor het jaar 2006: grasland<br />
alleen weiden: 300 kg; grasland alleen<br />
maaien: 355 kg; voor maïsteelt geldt een<br />
norm van 155 kg.<br />
De gebruiksnorm voor fosfaat is niet<br />
afhankelijk van de grondsoort en/of het<br />
gewas dat geteeld is. Het is uitsluitend<br />
afhankelijk van het aantal hectaren grasland<br />
en bouwland en identiek aan de<br />
normen voor plaatsingsruimte voor dierlijke<br />
mest.<br />
Voor de jaren 2006 en 2007 geldt nog een<br />
uitzondering van de fosfaatgebruiksnorm<br />
op bouwland. In deze jaren is de<br />
gebruiksnorm respectievelijk 10 en 5 kg<br />
per hectare hoger dan de plaatsingsruimte<br />
voor dierlijke mest.<br />
Werkingscoëfficiënt<br />
Omdat niet alle mineralen uit dierlijke<br />
mest efficiënt worden benut, worden de<br />
kilogrammen stikstof en fosfaat niet volledig<br />
in mindering gebracht op de<br />
gebruiksnorm. De berekende kilogrammen<br />
worden eerst vermenigvuldigd met<br />
een werkingscoëfficiënt. De werkingscoëfficiënten<br />
van mest geproduceerd op<br />
het eigen bedrijf zijn voor een bedrijf<br />
met beweiding 35 procent en bij alleen<br />
maaien 60 procent.<br />
4Berekening ruimte voor aanvoer<br />
kunstmest<br />
Dit is een belangrijk blok waarin de totale<br />
gebruiksnormen per bedrijf en per<br />
hectare voor gras- en bouwland worden<br />
weergegeven.<br />
Op de totale kilogrammen stikstof en fosfaat<br />
die volgens de gebruiksnormen<br />
gebruikt mogen worden, worden de<br />
beschikbare kilogrammen uit dierlijke<br />
mest (tot maximaal de plaatsingsruimte)<br />
in mindering gebracht.<br />
Voordat de kilogrammen stikstof en fosfaat<br />
uit dierlijke mest in mindering worden<br />
gebracht, wordt eerst de<br />
werkingscoëfficiënt toegepast (zie werkingscoëfficiënt).<br />
Het resultaat geeft de ruimte aan voor<br />
stikstof of fosfaat uit kunstmest.<br />
5Berekening mestopslagcapaciteit<br />
(1 september–1 maart)<br />
De wettelijk benodigde mestopslag voor<br />
het bedrijf wordt berekend door het<br />
gemiddelde aantal aanwezige dieren per<br />
diercategorie te vermenigvuldigen met<br />
de forfaitaire mestproductie per dier. De<br />
totaaltelling geeft de benodigde kubieke<br />
meters aan.
Berekeningen<br />
5<br />
2<br />
1<br />
4<br />
3<br />
Managementproducten - <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
Beslissen van kalf tot koe<br />
149
150<br />
Managementproducten - <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
Veesaldokaart<br />
De Veesaldokaart geeft het gemiddelde<br />
aantal dieren weer per diercategorie,<br />
gebaseerd op de tellingen per dag. Voor<br />
de dierdagen totaal wordt het gemiddelde<br />
aantal aanwezige dieren vermenigvuldigd<br />
met het aantal dagen waarop de<br />
periode betrekking heeft.<br />
In het tweede blok worden de wijzigingen<br />
weergegeven. Met behulp van de vermelde<br />
wijzigingsdatum kan in<br />
Veeregister precies achterhaald worden<br />
welke dieren het betreft en de reden van<br />
mutatie. Bijvoorbeeld het aantal<br />
erbij/eraf in verband met: verkoop, aankoop,<br />
geboorte, sterfte, inscharing en<br />
terugscharing.<br />
In de laatste kolommen staan het aantal<br />
dieren voor en na de wijziging en de<br />
gevolgen voor het totale aantal dierdagen.<br />
Veeregister<br />
In het Veeregister worden alle I&R-meldingen,<br />
dierovergangen, in-, uit-, en<br />
terugscharingen overzichtelijk weergegeven.<br />
In de balk wordt duidelijk aangegeven<br />
welke wijzigingen en diergegevens<br />
het betreft.<br />
Veesaldokaart geeft de gemiddelde aantallen<br />
weer en alle I&R-meldingen zijn te zien<br />
in Veeregister<br />
Beslissen van kalf tot koe<br />
Veesaldokaart<br />
Formulier Veeregister
26| Derogatie<br />
Derogatie houdt in dat per hectare 250<br />
kg stikstof uit dierlijke mest mag worden<br />
gebruikt in plaats van de standaard<br />
170 kg. Om deel te mogen nemen aan<br />
derogatie moet een veehouder aan verschillende<br />
eisen voldoen. Zo moet het<br />
bedrijf minimaal 70 procent blijvend<br />
grasland hebben en moet een bemestingsplan<br />
worden opgesteld.<br />
Het door de overheid verplicht gestelde<br />
bemestingsplan bestaat uit twee delen<br />
en omvat 12 punten:<br />
– Het eerste deel omvat de berekening<br />
van de (landbouwkundig) economisch<br />
meest gunstige bemesting. De werking<br />
van mest wordt hierbij berekend volgens<br />
de landbouwkundige werkingscoëfficiënten.<br />
– Het tweede deel omvat de berekening<br />
van voorgenomen bemesting. De mestgiften<br />
moeten worden berekend volgens<br />
de wettelijke regels (dus ook de<br />
formele werkingscoëfficiënten).<br />
Deze twee delen moeten met elkaar<br />
‘geconfronteerd’ worden. Om deze confrontatie<br />
uit te voeren moeten eerst de<br />
12 punten uit het bemestingsplan worden<br />
ingevuld.<br />
De derogatiemodule van <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
bevat alle mogelijkheden om voor graasdierhouders<br />
op een zo gemakkelijk<br />
mogelijke manier een zo compleet mogelijk<br />
bemestingsplan op te stellen. Via de<br />
CR Delta-site www.crdelta.nl of adviseurs<br />
kunnen benodigde aanvullingen op<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong> Registratie en resultaat en<br />
‘Berekeningen’ worden ingebracht om zo<br />
te voldoen aan alle punten van het<br />
bemestingsplan. <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong> voert vervolgens<br />
de ‘confrontatie’ uit.<br />
Van gegevens tot confrontatie<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong> bevat een overzicht van<br />
het gedurende de laatste vijf jaar uitgevoerde<br />
grondonderzoek. Getoond worden<br />
de aanwezige geldige grondonderzoeksgegevens<br />
met een waardering<br />
van het stikstofleverend vermogen (NLV)<br />
en de fosfaattoestand. Op basis hiervan<br />
wordt een landbouwkundig optimaal<br />
bemestingsadvies opgesteld. Het advies is<br />
opgedeeld in een advies voor enerzijds<br />
dierlijke mest en anderzijds stikstof en<br />
fosfaat uit kunstmest. Hiermee wordt<br />
voldaan aan punt 9 van het bemestingsplan.<br />
De verdeling van de mestgiften is een<br />
voorstel, de gebruiker kan de mestgift<br />
vervolgens aanpassen aan eigen ondernemerschap<br />
tot een voorgenomen bemesting.<br />
De voorgenomen dierlijke<br />
Managementproducten - <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
mestgiften, de totalen stikstof en fosfaat,<br />
worden (met de oppervlakte) van de percelen<br />
vervolgens doorgerekend met de<br />
wettelijke normen. Hiermee wordt aan<br />
de punten 10 en 11 van het bemestingsplan<br />
voldaan.<br />
De laatste stap, punt 12, is de ‘confrontatie’,<br />
ofwel: voldoet uw bemestingsplan<br />
aan de diverse normen? Mocht dit niet<br />
het geval zijn, dan hebt u via de voorgenomen<br />
bemesting de gelegenheid andere<br />
keuzen te maken waardoor het<br />
bemestingsplan wel aan de eisen voldoet.<br />
Beslissen van kalf tot koe<br />
151
152<br />
Managementproducten - <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
Bemestingsplan<br />
De door LNV omschreven 12 punten<br />
waaraan het bemestingsplan moet<br />
voldoen en het antwoord van<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong> met de derogatiemodule<br />
worden hierna beschreven.<br />
1 Het gemiddelde aantal dieren per<br />
diersoort in het kalenderjaar.<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong>: het gemiddeld aantal dieren<br />
per diersoort wordt automatisch<br />
berekend als een rollend jaargemiddelde,<br />
waarbij de overige graasdieren zelf toegevoegd<br />
kunnen worden (zie pag. 147).<br />
2 Het huisvestingssysteem.<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong>: alle berekeningen zijn<br />
standaard gebaseerd op drijfmest.<br />
Levert het huisvestingssysteem een<br />
ander soort mest op, dan kan dat vastgelegd<br />
worden. In de berekeningen<br />
wordt hiermee rekening gehouden.<br />
3 Het volume van de mestopslagcapaciteit<br />
(m3) onderscheiden naar<br />
opslag voor vaste mest en drijfmest.<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong>: berekent automatisch de<br />
benodigde mestopslagcapaciteit op basis<br />
van het rollend jaargemiddelde van wat<br />
betreft dieraantallen. De werkelijke<br />
mestopslagcapaciteit van het bedrijf op<br />
basis van stalcapaciteit of milieuvergunning<br />
kan worden vastgelegd.<br />
4 Een berekening van de stikstof- en<br />
fosfaatproductie op basis van het<br />
gemiddelde aantal dieren.<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong>: de stikstof- en fosfaatproductie<br />
wordt automatisch berekend<br />
voor alle graasdieren (runderen), waarbij<br />
de onder punt 1 toegevoegde overige<br />
graasdieren ook worden meegenomen<br />
(zie pagina 149).<br />
5 De afvoer van dierlijke mest in<br />
kg N en P205, gedifferentieerd in drijfmest<br />
en vaste mest.<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong>: op basis van de productie<br />
dierlijke mest en het grondgebruik van<br />
Beslissen van kalf tot koe<br />
het bedrijf wordt berekend of het<br />
bedrijf dierlijke mest moet afvoeren.<br />
Deelnemers kunnen zelf de werkelijke<br />
hoeveelheden afgevoerde mest vastleggen.<br />
6 De aanvoer van dierlijke mest in<br />
kg N en P205, gedifferentieerd in drijfmest<br />
en vaste mest.<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong>: indien het grondgebruik<br />
van het bedrijf meer ruimte biedt dan<br />
de eigen dierlijkemestproductie wordt<br />
dit op <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong> gemeld als ruimte<br />
voor aanvoer overige dierlijke mest. De<br />
werkelijke hoeveelheid aangevoerde<br />
mest kan zelf worden vastgelegd.<br />
7 Een schema met daarin weergegeven<br />
hoeveel gemeten hectaren van<br />
welke gewassen op welke percelen<br />
Derogatieoverzicht 2), 3), 5) en 6)<br />
2<br />
3<br />
5<br />
6<br />
worden verbouwd, gekoppeld aan een<br />
kaart van de percelen (gewaspercelen,<br />
gemeten maat).<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong>: de veehouder moet zelf<br />
een schets maken of z’n BRP-kaart<br />
(bedrijfsregistratiepercelenkaart) kopiëren.<br />
Een overzicht van grondgegevens<br />
inclusief kaart is ook digitaal beschikbaar<br />
via www.hetlnvloket.nl.<br />
8 Een overzicht van de in de afgelopen<br />
jaren uitgevoerde bodemanalyses<br />
en de in het lopende jaar uit te voeren<br />
bodemanalyses.<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong>: de door de deelnemende<br />
grondlaboratoria uitgevoerde grondmonsters<br />
van de laatste vijf jaar worden<br />
op het derogatieoverzicht<br />
‘Bodemonderzoek en bemestingsbehoefte’<br />
vermeld. Monsters van de laatste vier
jaar zijn nog geldig, oudere monsters<br />
moeten opnieuw genomen worden. Het<br />
overzicht kan digitaal worden aangevuld<br />
met ontbrekende grondmonsters,<br />
bijvoorbeeld van aangekocht land of<br />
grondmonsters die in opdracht van een<br />
andere veehouder zijn uitgevoerd.<br />
Derogatieoverzicht 8)<br />
Derogatieoverzicht 9)<br />
9<br />
8<br />
9 De bemestingsbehoefte (in kg N en<br />
P205) van de gewassen per perceel.<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong>: de landbouwkundig optimale<br />
bemestingsbehoefte wordt weergegeven<br />
op het derogatieoverzicht<br />
‘Landbouwkundig optimale mestgift’.<br />
Ook kan een koppeling gelegd worden<br />
Managementproducten - <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
tussen percelen en bodemonderzoeken<br />
om zo ook de hectaren mee te nemen in<br />
het overzicht. Deze koppeling is met<br />
name van belang om ook te kunnen voldoen<br />
aan punt 11 en 12 van het bemestingsplan.<br />
Beslissen van kalf tot koe<br />
153
154<br />
Managementproducten - <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
10 De voorgenomen dierlijke mestgift<br />
per perceel (kg N en P205 per hectare).<br />
Naast een berekening van de totale<br />
stikstof moet ook een berekening van<br />
de werkzame stikstof worden gemaakt.<br />
Deze mestgift mag op perceelsniveau<br />
afwijken van de gebruiksnorm, maar<br />
moet op bedrijfsniveau uiteraard wel<br />
binnen de gebruiksnormen passen!<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong>: soort en hoeveelheid<br />
meststof kunnen worden ingebracht en<br />
de voorgenomen gift N en P uit dierlijke<br />
meststoffen wordt automatisch uitgerekend.<br />
Internet<br />
De overzichten van <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
zijn elk gewenst moment op te vragen.<br />
Door de samenwerking met<br />
de Zuivel, Dienst Regelingen,<br />
Grondlaboratoria en <strong>NRS</strong> wordt veel<br />
informatie gecombineerd en overzichtelijk<br />
aangeleverd. <strong>NRS</strong><br />
<strong>Mineraal</strong> is interactief. Dit wil zeggen<br />
dat de deelnemers aan derogatie<br />
zelf ook gegevens kunnen<br />
inbrengen of corrigeren. Hierdoor is<br />
het mogelijk om op een zo gemakkelijk<br />
mogelijke manier een zo compleet<br />
mogelijk bemestingsplan op te<br />
stellen. Diverse mogelijkheden zijn<br />
onder het hoofdstuk ‘Derogatie’<br />
aangegeven.<br />
Wat kan er zoal ingebracht worden<br />
via internet:<br />
– gegevens over andere graasdieren<br />
(schapen, geiten);<br />
– capaciteit van de mestopslag, de<br />
af- en aanvoer van mest inclusief<br />
de gehalten;<br />
– de bodemonderzoeken kunnen<br />
gekoppeld worden aan de perceelsgegevens;<br />
– de werkelijke mestgiften.<br />
Beslissen van kalf tot koe<br />
11 De voorgenomen gift van overige<br />
meststoffen per perceel (kg N en P205<br />
per hectare). Onder overige meststoffen<br />
vallen kunstmest, compost, zuiveringsslib<br />
en overige organische meststoffen.<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong>: soort en hoeveelheid meststof<br />
kunnen worden ingebracht en de<br />
voorgenomen gift N en P uit overige<br />
meststoffen wordt automatisch uitgerekend.<br />
12 Een berekening of de voorgenomen<br />
totale bemesting past binnen de<br />
wettelijke gebruiksnormen, dus binnen<br />
de stikstofgebruiksnorm van alle meststoffen,<br />
de stikstofgebruiksnorm dierlijke<br />
mest, de fosfaatgebruiksnorm van<br />
alle meststoffen en de fosfaatgebruiksnorm<br />
dierlijke mest (alleen voor bouwland<br />
voor de jaren 2006 en 2007).<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong>: automatisch wordt berekend<br />
of de voorgenomen bemesting past<br />
binnen de wettelijke gebruiksnormen.<br />
Toelichting derogatieoverzichten<br />
<strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong> krijgt veel informatie binnen<br />
door de koppelingen met Dienst<br />
Regelingen, de Zuivel en de geaccrediteerde<br />
laboratoria. Daarnaast kan via<br />
internet specifieke informatie ingebracht<br />
worden door de deelnemers of<br />
hun adviseurs. In de toelichting staan<br />
verschillende zaken die via internet<br />
ingebracht kunnen worden. Het programma<br />
berekent, na nieuwe informatie,<br />
automatisch de resultaten voor de<br />
verschillende onderdelen. Wanneer de<br />
grondgegevens van Dienst Regelingen<br />
niet meer actueel zijn, kan via de invoer<br />
grondgebruik per perceel, de beteelde<br />
oppervlakte en het soort gewas ingevuld<br />
worden. Hierna kunnen deelnemers<br />
zelf de oppervlakte-, grond- en gewasgegevens<br />
koppelen met de grondmonsternamegegevens<br />
van de grondlaboratoria.<br />
10/11 Voorgenomen mestgift per ha<br />
binnen de gebruiksnormen<br />
Deelnemers kunnen op basis van het<br />
overzicht ‘Landbouwkundig optimale<br />
mestgift N en P2O5 per ha’ (pag. 153,<br />
9) de werkelijk te geven hoeveelheid<br />
dierlijke mest gift vaststellen. Bij afwijking<br />
hiervan kunnen de werkelijk gegeven<br />
mestgiften later in het systeem<br />
ingebracht worden. Het programma<br />
berekent hiermee de totale hoeveelheden<br />
stikstof en fosfaat uit dierlijke mest<br />
per hectare met behulp van de mestcodetabel<br />
(werkelijke gift dierlijke mest x<br />
forfaitaire mineralengehalten van de<br />
soort mest).<br />
Hierna wordt de totale stikstof en fosfaatgift<br />
uit dierlijke mest per perceel<br />
berekend door het te vermenigvuldigen<br />
met het aantal hectaren.<br />
Deze waarden worden per kolom (kg Ntotaal<br />
uit DM/perceel en kg P2O5-totaal<br />
uit DM/perceel) opgeteld en automatisch<br />
ingevuld bij G en K op het overzicht<br />
(10en 12).<br />
12Gebruiksnorm dierlijke mest<br />
Op dit overzichtsformulier wordt onder<br />
gebruiksnorm dierlijke mest het verschil<br />
berekend tussen de plaatsingsruimte<br />
dierlijke mest en de voorgenomen<br />
dierlijke mestgift. Bij een positief<br />
verschil past de bemesting binnen de<br />
gebruiksnormen. Bij een negatief verschil<br />
brengt u te veel mest op het land.<br />
Via internet kunt u door verschillende<br />
mestgiften per hectare in te brengen<br />
uittesten of u met de bemesting binnen<br />
de gebruiksnormen blijft.<br />
12Totale gebruiksnorm<br />
Hier wordt de totale gebruiksnorm voor<br />
uw bedrijf verminderd met de berekende<br />
hoeveelheid werkzame stikstof en fosfaat<br />
uit de dierlijke mest (werkzame<br />
bemestingsgift DM) om zo te bepalen<br />
hoeveel ruimte er nog is voor kunstmest.<br />
De toegestane totale kunstmestgift<br />
is nu te verdelen over de percelen<br />
waarbij het N-restadvies van het overzicht<br />
(pag. 153, 9) erg handig is.<br />
Na het verdelen van de kunstmest over
Derogatieoverzicht 10) en 11)<br />
de percelen worden de voorgenomen<br />
giften opgeteld op overzicht 11 boven<br />
H en L. In het overzicht wordt het verschil<br />
berekend tussen de totale gebruiksnorm<br />
en de voorgenomen dierlijke<br />
mestgift en kunstmest. Bij een positief<br />
verschil past de bemesting binnen de<br />
gebruiksnormen. Bij een negatief verschil<br />
brengt u te veel mest op het land.<br />
Afvoer dierlijke mest<br />
De voorspelde afvoer dierlijke mest<br />
wordt berekend op basis van het verschil<br />
tussen de geproduceerde hoeveelheid<br />
en de hoeveelheid die op het land<br />
wordt gebracht.<br />
Voorraadsveranderingen dierlijke mest<br />
De beginvoorraad kan worden doorgegeven<br />
en wordt afgedrukt op 2en<br />
3(pag. 152).<br />
De mestproductie van rundvee en overige<br />
graasdieren is te vinden in de tabel:<br />
‘Berekening voorspelde mestproductie<br />
rundvee’ (pag. 149).<br />
De bemestingsgift DM vindt u bij<br />
‘Gebruiksnorm dierlijke mest’ 12<br />
bij G en K. De af- en aanvoer van dierlijke<br />
mest kan via internet worden doorgegeven<br />
en wordt afgedrukt op<br />
overzicht 5 en 6 (pag. 152).<br />
Derogatieoverzicht 12)<br />
12<br />
12<br />
Managementproducten - <strong>NRS</strong> <strong>Mineraal</strong><br />
10 11 10 11 10<br />
11<br />
Beslissen van kalf tot koe<br />
155