Blauwgraslandherstel Vrieselhof - Royal Haskoning

Situering en doelstellingen
Herstel Herstel blauwgrasland blauwgrasland Vrieselhof
Vrieselhof
Reeds in 1904 voerde Henri Van den Broeck vegetatie-onderzoek uit in het Vrieselhof nabij
Oelegem. Tot halverwege de twintigste eeuw kwamen bijzondere soorten van blauwgraslanden
hier nog algemeen voor, zoals Spaanse ruiter, Blonde zegge, Geel schorpioenmos,
Vlozegge, ... Ooit was het blauwgrasland meerdere hectaren groot. Nu resteert bijna per
toeval nog een goede halve hectare onbemest grasland, waar inmiddels de opvallende kensoorten
van blauwgrasland verdwenen zijn. Niettemin kan dit perceeltje als het best bewaarde
blauwgraslandrelict worden beschouwd binnen de provincie Antwerpen (B. Van
Ballaer 1998). Detailonderzoek wijst uit dat het perceel een heterogene samenstelling heeft,
met diverse plantengemeenschappen naargelang de microtopografie (ook Verbond van
Zwarte zegge, Verbond der heischrale graslanden, Dotterbloemverbond).
De studie had als doel om een inrichtingsplan op te stellen tot herstel van de omliggende
graslanden, die gedurende een zekere periode landbouwgebruik met bemesting hebben
ondergaan. In samenwerking met het Onderzoekcentrum B-ware zijn verschillende vraagstellingen
benaderd:
wat zijn de actuele hydrologische en biogeochemische knelpunten?
hoe is de vegetatie in het gebied geëvolueerd tot op heden?
hoe kunnen de soortenrijke beekdalgraslanden terug hersteld worden (met nadruk
op Dotterbloemverbond en Blauwgrasland)?
Contactpersoon: Contactpersoon: Floris Floris Vanderhaeghe
Vanderhaeghe
Hanswijkdries 80, 2800 Mechelen, Tel. ++32 (0) 15 40 56 56, Fax ++32 (0) 15 40 56 57, f.vanderhaeghe@haskoning.be
Systeemanalyse Systeemanalyse en en advies advies inrichting
inrichting
Agentschap voor Natuur
en Bos
(Dhr. M. De Block)
2008-2009
67.000 EUR
817684

Systeemanalyse
Alle bestaande gegevens van het gebied zijn geïntegreerd en
geupdate door terreinonderzoek naar vegetatie, chemie van
grond– en oppervlaktewater, bodemchemie en geohydrologie.
Op basis van deze analyse zijn kansen en knelpunten gesignaleerd
voor de verschillende graslandpercelen. Bv. is op basis
van Olsen-P-profielen in combinatie met hydrologische vereisten
aangegeven tot welke diepte afgegraven (en eventueel
heraangevuld) moet worden, of is aangegeven hoe het drainagesysteem
moet worden aangepast (opstuwen, omleggen, ...).
Inrichting
Na aftoetsing met de resultaten van een externe stationaire
grondwatermodellering op basis van de voorstellen, zijn de
maatregelen verder gedetailleerd (ook praktisch, bv. werfwegen)
en in een stappenplan gegoten. Tevens zijn adviezen
gegeven voor de bestekken naar aannemers.