23.09.2013 Views

bijenhouden les 1 - Imkersoostgelre

bijenhouden les 1 - Imkersoostgelre

bijenhouden les 1 - Imkersoostgelre

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Imkersvereniging Wehl e.o.<br />

Secretariaat: Zuivelweg 59 - 7003 CB – Doetinchem<br />

Rabobank Graafschap-Midden reknr. 15.72.85.553<br />

www.imkersverenigingwehl.nl<br />

Cursus Beginnend Imker<br />

Introductie<br />

Jan Koenderink<br />

2013


De geschiedenis van de honingbij<br />

De familie van de bijen (apidae) telt zo’n 12000 soorten<br />

De honingbij werd door Carolus Linnaeus (1707-1778) Apis Melifera genoemd,<br />

wat honingdrager betekent.


Ontstaan van de bij en evolutie van de bloemen<br />

200 miljoen jaar in Jura-tijdperk: Gymnospermen (naaktzadigen)<br />

coniferen, cycade en ginko’s, daar tussen varens, mossen en paardenstaarten.<br />

180 miljoen jaar geleden verscheen een soort waterlelie behorend tot Angiospermen<br />

(bedektzadige)<br />

145 tot 65 miljoen jaar geleden begonnen de bloemdrager echt tot volle bloei te<br />

komen.<br />

Bloemdragende planten domineren nu de aarde met zo’n 300.000 soorten tegen een<br />

1000 tal soorten Gymnospermen.<br />

Ginkgo biloba Cycas rumphii<br />

Fossiele pollen


Ontstaan van de bij en evolutie van de bloemen<br />

De opkomst van bloemdragers veranderd de insectenwereld.<br />

Door pollen van bloem tot bloem dragen konden de Angiospermen minder<br />

pollen produceren en zo energie sparen.<br />

De bij evolueerde ongeveer 140 miljoen jaar geleden uit een wespensoort.<br />

Na haar eerste evolutiefase van wespachtige naar honingbij, heeft het zich<br />

ontwikkeld van een afzonderlijk levend insect tot een sociaal levend insect.<br />

Het oudste bijenfossiel is een in barnsteen geconserveerd exemplaar van een<br />

uitgestorven soort “Melitosphex burmensis”<br />

100 miljoen jaar oud uit de mijn in<br />

Hukawng-vallei in het noorden van<br />

Myanmar.


Ontstaan van de bij en evolutie van de bloemen<br />

Honingbijen ontstonden in Afrika en migreerden naar Eurazië.<br />

Bijenkolonies werden op schepen gehouden op ontdekkingsreizen, soms<br />

maanden lange reizen op zee.<br />

Ze kwamen in de Nieuwe Werelden (Noord en Zuid Amerika, Australië en Nieuw<br />

– Zeeland).<br />

In 1621 werd de honingbij naar het Amerikaanse continent overgebracht en<br />

kwam de bijenteelt er in ijltempo tot ontwikkeling.<br />

Nadeel van de ontdekking van Amerika was de invoer van rietsuiker een nieuwe<br />

zoetigheid, waardoor de belangstelling voor het imkerbedrijf afnam.


Egyptenaren<br />

De bij was vroeger een heilig symbool van priester en koningen.<br />

In Egypte waren honing en was belangrijke geschenken.<br />

De bij was het hiëroglyfisch symbool om de koning van Neder- Egypte (delta gebied<br />

v/d Nijl) aan te duiden (3500 jaar v.C. ).<br />

De oudste bekende bijenwoningen: Egyptische tekeningen rond 2400 v.C. in kleibuizen.


Grieken<br />

3 de eeuw v.C. afbeeldingen met honingbij op munten van de stad Efeze.<br />

Bijen waren gezanten van de Goden.<br />

Honing werd beschouwd als bron van wijsheid, welbespraaktheid en dichtkunst.<br />

De oppergod Zeus, droeg als bijnaam “de bijenkoning”.<br />

De oude Grieken waren de eersten die de honingbij, de volk vorming en<br />

honingwinning bestudeerden.<br />

Aristote<strong>les</strong> (384 tot 322 v.C.) schreef historia animalum “het leven van de bijen”.<br />

bijengod Artemis oppergod Zeus Aristote<strong>les</strong>


De Germaanse en Slavische volkeren oogsten alleen honing die in<br />

wouden werden gevonden.<br />

Later bedreven ze bosbijenteelt door bijen volken te houden in<br />

holle bomen.


Romeinen<br />

De bij een mythisch dier en was een symbool van koninklijke macht.<br />

Afgebeeld op een amulet behoedde het de drager tegen ziekten, verwondingen en<br />

betovering.<br />

Romeinse beroepsimkers 200 jaar voor Christus, Cato, Colummella en Varro.<br />

Romeinse imkers waren erg bedreven in de studie van de honingbij, zij bouwden<br />

zelfs korven met zichtvensters om het gedrag van de bijen te kunnen observeren.<br />

Karel de Grote (768-814):<br />

Zorgde voor verspreiding van bijenvolken en strokorven.<br />

Elke boerderij moest bijenstal hebben, de waarde van de<br />

boerderij werd bepaald door aantal bijenkorven een boer bezat.<br />

Kloosters hielden bijen ook voor de was.<br />

Columella


Ambrosius ( 339-397)<br />

Beschermheilige van de imkers.<br />

In de oudheid werd een Ambrosiuskorf tussen de andere korven in de bijenstal<br />

geplaatst, hierdoor zouden de bijen beschermd worden tegen ongelukken en ziektes.<br />

De redevoeringen van Ambrosius zouden "zoet als honing" zijn geweest.<br />

Feestdag: 7 december.


In de 15 de eeuw beleefde de bijenteelt een zijn grote bloei en begonnen imkers zich<br />

te verenigen tot gilden (imkers genoten hoog aanzien).<br />

Honing was de meest gebruikte zoetstof en bijenwas was een verlichtingsmiddel.<br />

Lijfeigenen moesten honing aan leenheer geven als belasting in natura.<br />

Op het stelen van bijenvolken stonden strenge straffen.<br />

In de 16 de eeuw reisde men met bijenkorven van de koolzaadvelden in de<br />

leemstreken naar de heidegebieden van het Waasland en de Kempen. Bijenkorven<br />

waren hierbij een makkelijk transportmiddel.


Galileo Gallei (1564-1642)<br />

Onderzocht insecten met een microscoop in 1610 zag hij<br />

daarmee het facetoog van een insect.<br />

Marcello Malpighi (1628-1694)<br />

Italiaanse arts en grondlegger van de microscopische<br />

anatomie.


Jan Swammerdam (1637-1680)<br />

Bestudeerde insecten met de microscoop en ontdekte de<br />

metamorfose. Hij ontdekte dat werksterbijen en<br />

koninginnen uit bevruchte eitjes ontstonden.<br />

Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723)<br />

Ontdekte in 1667 de spermatozoïden van de dar.


Francois Huber (1750-1831)<br />

Ontdekte dat het waaieren van<br />

bijen voor de ventilatie was.<br />

Ontdekte de oorsprong van was<br />

vorming en nam leggende<br />

werksters waar.<br />

Johannes Dzierzon (1811-1906).<br />

Was mede verantwoordelijk voor ontstaan van de<br />

uitneembare ramen en aan de mondiale opmars van<br />

de Apis mellifera ligustica vanuit Italië naar andere<br />

delen van de wereld.<br />

Dzierzon is echter vooral beroemd geworden door zijn<br />

ontdekking dat darren resulteren uit niet bevruchte<br />

eicellen (parthenogenese van de dar).


Johannes Mehring (1815-1878)<br />

Vervaardigde in 1858 in Duitsland de eerste kunstraat.<br />

De uitvinding van het kunstraat als middenwand.<br />

Suiker als wintervoeding voor de bijen.<br />

Het bijenvolk als organische eenheid


L.L. Langstroth (1810-1895)<br />

Ontdekte in 1851 de “bijenruimte” hetgeen een<br />

definitieve doorbraak betekende in de kast imkerij.<br />

Prof. Dr. Karl Ritter von Frisch (1886-1982)<br />

Hij staat vooral bekend om zijn experimenten met<br />

bijen. Hij ontdekte dat bijen in verband met voedsel<br />

communiceren door middel van een bijendans.


Nederlandse imkers 100 jaar geleden:<br />

Imker met imkerskap en pijp toont in 1914 op de<br />

bijenmarkt in Veenendaal een rieten bijenkorf met een<br />

bijenvolk.<br />

Imkers bekijken een bijenkorf met<br />

inhoud op de bijenmarkt in<br />

Veenendaal (1917).


Het nut van bijenteelt<br />

Bestuiving: Bestuiving door bijen verricht is van grote economische waarde. Zo'n<br />

40.000 plantensoorten worden door bijen bevlogen.<br />

Honing: Heerlijk gezond natuurproduct.<br />

Bijenwas: Kaarsen, boenwas, natuurgeneeskunde (antiseptisch en<br />

ontstekingsremmend)<br />

Stuifmeel: “Geneeskrachtig”.<br />

Koninginnegelei: Gezond energierijk product.<br />

Bijengif: “Verlaging bloeddruk, vermindering van het cho<strong>les</strong>terol, antireumatisch”.<br />

Propolis: “Geneeskrachtig”natuurproduct.


Brieven aan en van den Ouwen Rot<br />

In de eerste plaats dan de vliegrichting voor je nieuwe stand. We kunnen wel zeggen, dat geen enkele richting als geheel ongeschikt verworpen moet<br />

worden, wel echter is de ene richting beter en de andere minder goed.<br />

De weerkant, dus West met de richtingen Noord-West en Zuid-West zullen we zoveel mogelijk moeten vermijden, omdat de regenvlagen in voor- en<br />

najaar uit die richtingen in geen geval bevorderlijk voor de bijen kunnen zijn. De Noord- en Oostkant moet ik je ook afraden. Ogenschijnlijk lijkt de<br />

redenering van je collega juist, want inderdaad zullen de bijen op de Noordkant minder vliegen, zodat een rustige winterzit verzekerd zou zijn.<br />

De praktijk leert echter, dat we bij op het Noorden en Oosten uitvliegende bijen meer roer aantreffen dan bij op het Zuiden geplaatste volken. De<br />

verklaring hiervoor is als volgt. Juist omdat de bijen van Zuidstanden in de winter gaan vliegen, zodra ze door de zonnewarmte naar buiten worden<br />

gelokt, krijgen deze bijen een of meermalen gedurende hun winterzit gelegenheid hun einddarm van de onverteerbare voedselresten te ontlasten,<br />

waardoor ze geen last van roer zullen krijgen.<br />

Bij Noord-standen echter gebeurt dit niet, hierdoor wordt de einddarm van de bijen tegen het einde van de winterrust dikwijls overvuld met het<br />

gevolg, dat roer onvermijdelijk is. Het is juist goed, dat de bijen gedurende de winter nog eens gelegenheid krijgen zich te ontlasten. Zeer duidelijk<br />

treedt dit soms aan de dag bij op het Zuiden liggende korfstanden ; we kunnen daar soms waarnemen, dat de laatste korf aan de Oostzijde en de<br />

korven, die toevalligerwijze achter een paal (steun van het dak) staan, last hebben van roer. Op de eerstgenoemde korf valt namelijk de schaduw van<br />

de eindwand en op de laatstgenoemde valt op de vlieggaten de schaduw van bedoelde paal. waardoor deze volken minder hebben gevlogen dan de<br />

andere.<br />

We houden dus nu nog over de Zuidzijde en de Zuid-Oostzijde. Tegen de Zuidzijde is nog als bezwaar aan te voeren, dat deze volken het in de zomer bij<br />

zonnig weer dikwijls te warm hebben, hetgeen we kunnen zien aan het sterke baardmaken.<br />

Bij op het Zuid-Oosten geplaatste volken hebben we hiervan minder last, omdat na de middag de zonnestralen in de lengterichting langs de voorzijde<br />

van de stal vallen, zodat de kasten dan in de schaduw staan, vooral als we een stal hebben die voorzien is van een luifel. Je ziet dus, de imker die je de<br />

Zuid-Oostzijde heeft aangeraden, had gelijk al wist hij dan niet waarom het zo moest zijn.<br />

Het verplaatsen van de bijenvolken kan het beste geschieden, wanneer ze in de winter langere tijd niet hebben gevlogen, bv. einde Januari, echter<br />

voordat de reinigingsvlucht heeft plaats gehad. Dit verplaatsen moet natuurlijk zo voorzichtig mogelijk, dus zonder schokken of stoten, gebeuren en wel<br />

het beste in de schemering, opdat eventueel buiten komende bijen niet gaan vliegen. De oude stand moet je geheel verwijderen, zodat het aanzien van<br />

de oude omgeving geheel veranderd is.<br />

Wat de vorm van je stal betreft, ik zou zeggen, die hangt grotendeels van je beurs af. De eenvoudigste manier om bijen te plaatsen is wel geheel vrij in<br />

de buitenlucht, en praktisch is hiertegen ook geen bezwaar, wanneer de kappen met zink bekleed zijn of wel bestaan uit asbestplaat, zodat in geen<br />

geval regenwater in het inwendige van de kast kan komen.<br />

Ook moet er nadrukkelijk op gelet worden, dat de kasten een keer vaker moeten worden geverfd dan wanneer ze in een stal staan.<br />

Kleine stalletjes, zoals jij er tot nu toe een hebt gehad, zijn ook weinig kostbaar. Ze hebben echter het bezwaar, dat men bij het behandelen van de<br />

bijen in meerdere of mindere mate hinder ondervindt van de achterwand. Dit bezwaar kan ondervangen worden, door de constructie met behulp van<br />

scharnieren zodanig te maken, dat de achterwand geheel of gedeeltelijk naar de achterzijde kan worden weggeklapt.<br />

Wanneer je financien het echter toelaten, zou ik je aanraden een stal met twee verdiepingen te maken. Je moet er dan vooral aan denken, dat je de<br />

inwendige hoogte minstens 1.90 Meter neemt. Ik heb al verscheidene imkers ontmoet, die nadat ze een nieuwe stal korte tijd in gebruik hadden,<br />

bemerkten, dat het zeer onhandig werkt in een stal, waar men steeds het hoofd gebogen moet houden. Ook de vrije ruimte achter de kasten moet niet<br />

te klein zijn, bv. 0.80 tot 1.- Meter. Je kunt dan zonodig eens een honing- of broedkamer neerzetten, zonder dat de gehele doorgang versperd wordt.<br />

Voor het dak en de luifel kun je het beste gegolfde eterniet platen nemen, deze zijn solide en eisen geen onderhoud.<br />

Met beste imkersgroeten,<br />

Willem van den Iemenhof (1937).


Standplaats van de volken


Standplaats van de volken<br />

• Rustig<br />

• Beschut<br />

• Voldoende afstand tot buren (en dieren)<br />

• Trillingen vermijden<br />

• Haag of schutting van 2 meter hoog<br />

• Gemeentelijke bepalingen<br />

• 30 meter van openbare weg<br />

• 30-50 cm hoogte<br />

• Water (bijenkroeg)<br />

• Dracht<br />

• Zuidoost ivm ochtendzon<br />

• Onder begroeiing<br />

• Aanvliegroute van 2-3 meter<br />

• Bijenstal / afdak / vrij in de ruimte


Het bijenjaar<br />

Januari Februari Maart<br />

April Mei Juni<br />

Juli Augustus September Okt / Nov / Dec


Omgang met bijen<br />

Vliegplank<br />

invliegen<br />

stertselen<br />

waaieren<br />

Openen kast... Niet te vaak<br />

Beschermende kleding<br />

Gereeedschap / beroker


De angel<br />

De bij gaat dood na een steek gegeven te hebben


De bijensteek<br />

Klasse Criteria<br />

Lokale zwelling (> 10 cm, > 24 uur). (Dit heet dan een 'ernstige lokale reactie'<br />

0<br />

maar is n i e t a l l e r g i s c h . )<br />

I Gegeneraliseerde galbulten, jeuk, malaise, angst<br />

Klasse I plus abrupt optredende zwelling van weefsels of twee of meer van de<br />

II volgende symptomen: misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, duizeligheid of<br />

druk op de borst<br />

Klasse I of II en ademnood, piepende ademhaling, vernauwing van de bovenste<br />

luchtwegen, of twee of meer van de volgende symptomen: slikproblemen,<br />

III<br />

niet goed kunnen spreken, heesheid, slapte, verwardheid, gevoel van naderend<br />

onheil<br />

Klasse I-III en twee of meer van de volgende symptomen: hypotensie,<br />

IV<br />

flauwvallen, bewusteloosheid, incontinentie, cyanose<br />

Voor de meeste mensen is een bijensteek<br />

niet gevaarlijk, alleen hinderlijk.<br />

Echter in incidentele gevallen kan een<br />

bijensteek een (ernstige) allergische reactie<br />

oproepen.


Hoe voorkom je bijensteken:<br />

• Werk niet onder ongunstige weersomstandigheden, (dreigend) onweer.<br />

• Draag geen parfum en drink geen alcohol als je in de bijen gaat werken.<br />

• Draag goed beschermende kleding, bijenkap, handschoenen, laarzen.<br />

• Werk op een rustige manier in de bijen en zorg ervoor dat je gereedschap onder<br />

handbereik ligt.<br />

• Laat een bijenkast niet te lang open.<br />

• Dek de bijen waar je niet in werkt af met een (natte) doek.<br />

• Sluit een bijenkast als het bijenvolk ongewoon defensief reageert.<br />

Als je gestoken wordt:<br />

• Verwijder de angel snel door met de nagel de<br />

angel uit de huid te schuiven.<br />

• Knijp niet in de angel, dan wordt de rest van het<br />

gif in de huid geduwt.<br />

• Zuig eventueel de steek uit, of gebruik een<br />

insecten zuigpen.<br />

• Let op een eventuele allergische reactie.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!