Bevindingen - De Nationale ombudsman
Bevindingen - De Nationale ombudsman
Bevindingen - De Nationale ombudsman
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
12 mei 2006<br />
B ev i n d i n g en<br />
(Behorend bij rapport 2006/230, 27 juni 2006)<br />
Onderzoek uit eigen beweging (artikel 9:26 van de Algemene wet bestuursrecht) naar de<br />
uitvoering van de zogenoemde 100%controles op de luchthaven Schiphol en naar de<br />
behandeling van personen die als resultaat van zo’n controle als verdachte van<br />
drugssmokkel worden aangehouden.<br />
Verantwoordelijke bestuursorganen:<br />
1. de minister van Financiën;<br />
2. de minister van <strong>De</strong>fensie;<br />
3. de minister van Justitie.
2006.00003<br />
INHOUDSOPGAVE<br />
I. Inleiding................................................................................................................3<br />
II. Achtergrondinformatie ..........................................................................................7<br />
III. Formeel kader 100%controles………………………………………………………...11<br />
IV. <strong>De</strong> controle door de douane................................................................................14<br />
V. Aanhouding door de douane en overdracht verdachten aan de KMar..................34<br />
VI. Opsporing door de KMar.....................................................................................39<br />
VII. Behandeling betrokkenen in het <strong>De</strong>tentiecentrum SchipholOost.........................49<br />
VIII. <strong>De</strong> “zwarte lijst drugskoeriers”.............................................................................59<br />
IX. Klachtbehandeling ..............................................................................................71<br />
X. <strong>De</strong> Commissie van Toezicht van het <strong>De</strong>tentiecentrum SchipholOost..................84<br />
XI. Algemene opmerkingen over de 100%controles ................................................86<br />
XII. Ervaringen reizigers die onderworpen zijn geweest aan een<br />
100%controle op Schiphol .................................................................................88<br />
Bijlagen.........................................................................................................................96<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
2
I. INLEIDING<br />
1. <strong>De</strong> 100%controles en de verantwoordelijke bestuursorganen<br />
In oktober 2003 bood de minister van Justitie de Tweede Kamer de vijfde Voortgangs<br />
rapportage drugssmokkel Schiphol aan 1 . In die rapportage gaf de minister aan dat hij een<br />
intensivering van de controle en handhavingsinspanningen beschouwde als een aangrij<br />
pingspunt voor een scherpe reductie van de drugssmokkel door de lucht. Ter uitwerking<br />
van deze voortgangsrapportage is op 10 december 2003 een Handhavingsarrangement<br />
gesloten tussen het Openbaar Ministerie te Haarlem, de Koninklijke Marechaussee<br />
Schiphol en de Douane West. In dat arrangement zijn de taken en verantwoordelijkheden<br />
van de verschillende bij de controles betrokken diensten beschreven en zijn afspraken<br />
vastgelegd over onder andere overdrachtsmomenten en over de sturing bij de controles.<br />
In december 2003 is begonnen met het uitvoeren van deze intensieve controles, de<br />
zogenoemde 100%controles, van binnenkomende vluchten uit bepaalde landen. Bij een<br />
100%controle worden alle passagiers en de bemanning, alle bagage alsmede de vracht<br />
en het vliegtuig zelf systematisch gecontroleerd op de aanwezigheid van drugs. <strong>De</strong><br />
feitelijke controles worden uitgevoerd door ambtenaren van de Douane. <strong>De</strong> Douane is<br />
onderdeel van het Ministerie van Financiën. In geval van aanhouding wegens verdenking<br />
van drugssmokkel wordt de betrokkene door de Douane overgedragen aan ambtenaren<br />
van de Koninklijke Marechaussee (KMar). <strong>De</strong> KMar is onderdeel van het Ministerie van<br />
<strong>De</strong>fensie. Een daarop volgend opsporingsonderzoek wordt uitgevoerd door de KMar,<br />
onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie. Na hun aanhouding worden de<br />
als verdachte aangemerkte personen overgebracht naar het <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol<br />
Oost. <strong>De</strong> verantwoordelijkheid voor de verzorging van deze verdachten in het detentie<br />
centrum berust bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). <strong>De</strong> DJI ressorteert evenals het<br />
Openbaar Ministerie onder het Ministerie van Justitie. Een en ander betekent dat drie<br />
ministeries (Financiën, <strong>De</strong>fensie en Justitie) nauw zijn betrokken bij de 100%controles<br />
en dat elk van die drie ministeries (eind)verantwoordelijk is voor een deel daarvan.<br />
2. Aanleiding voor onderzoek uit eigen beweging<br />
Sinds de invoering van de 100%controles heeft de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> van verschil<br />
lende kanten signalen ontvangen dat reizigers problemen hebben met de wijze waarop<br />
die controles worden uitgevoerd en de wijze waarop aangehoudenen worden behandeld.<br />
Verschillende advocaten en organisaties vroegen de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> om aandacht<br />
voor de 100%controles, en een aantal reizigers diende een klacht in naar aanleiding van<br />
hun persoonlijke ervaringen met een 100%controle. Een van deze klachten leidde tot<br />
een onderzoek dat in januari 2006 werd afgerond met een openbaar rapport 2 waarin de<br />
<strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> het op de betrokkene toegepaste controlemiddel van lijfsvisitatie<br />
met schouwen van de holten van het onderlichaam door de Douane afkeurde (zie verder<br />
paragraaf 3 van hoofdstuk II.), Daarnaast hebben enkele Tweede Kamerleden (van de<br />
1<br />
Brief van de minister van Justitie aan de Voorzitter van de Tweede Kamer d.d. 24 oktober 2003;<br />
Tweede Kamer, vergaderjaar 20032004, 28 192, nr. 23.<br />
2<br />
Openbaar rapport 2006/001 d.d. 4 januari 2006; zie www.nationale<strong>ombudsman</strong>.nl.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
3
SPfractie) bij herhaling kritische vragen gesteld aan de minister van Justitie over de<br />
behandeling en de bejegening van personen die bij 100%controles zijn aangehouden<br />
(zie verder paragraaf 4 van hoofdstuk II.). <strong>De</strong>ze signalen hebben de <strong>Nationale</strong><br />
<strong>ombudsman</strong> doen besluiten om met gebruikmaking van zijn bevoegdheid tot onderzoek<br />
uit eigen beweging (artikel 9:26 van de Algemene wet bestuursrecht) een onderzoek in te<br />
stellen naar de uitvoering van de 100%controles en naar de behandeling van reizigers<br />
die in dat kader als verdachte van drugssmokkel worden aangemerkt.<br />
3. Reikwijdte onderzoek<br />
Het onderzoek van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> gaat over het traject dat passagiers van de<br />
aan 100%controles onderworpen vluchten doorlopen vanaf het verlaten van het toestel<br />
tot aan het moment waarop een eventuele bewaring ingaat. Bewaring van aangehouden<br />
personen vindt plaats op bevel van een rechtercommissaris en is daarmee een proces<br />
stap die plaatsheeft op basis van een beoordeling door een rechter. Om die reden is het<br />
onderzoek van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> beperkt tot de fasen die voorafgaan aan een<br />
eventuele bewaring. Het onderzoek is niet gericht op de beleidskeuze om op bepaalde<br />
vluchten een 100%controle uit te voeren. Het onderzoek betreft de gedragingen ter<br />
uitvoering van dat beleid. Vragen omtrent doelmatigheid en effectiviteit van de 100%<br />
controles en van de ingezette controle en opsporingsmethoden als zodanig zijn niet in<br />
het onderzoek betrokken, evenmin als het opsporings en vervolgingsbeleid als zodanig<br />
van het Openbaar Ministerie.<br />
4. Doel onderzoek<br />
<strong>De</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> heeft zich met zijn onderzoek ten doel gesteld om op basis<br />
van een beschrijving van de wijze waarop de 100%controles worden uitgevoerd en van<br />
de wijze waarop wordt omgegaan met reizigers die worden aangehouden vanwege ver<br />
denking van drugssmokkel vast te stellen in hoeverre bij die controles en bij de behan<br />
deling van aangehoudenen recht wordt gedaan aan de vereisten van behoorlijkheid die<br />
gelden in het verkeer tussen overheid en burgers. In dat verband heeft hij zijn aandacht<br />
in het bijzonder gericht op eventuele aanpassingen en wijzigingen die de betrokken<br />
ministers sinds de invoering van de controles in december 2003 in het licht van die<br />
behoorlijkheidsvereisten hebben doorgevoerd. In zoverre sluit zijn onderzoek aan bij de<br />
mededeling van de minister van Justitie van 4 januari 2006 dat voortdurend wordt bezien<br />
of bij de uitvoering van de 100%controles nog verbetering kan worden gebracht (zie<br />
hierna, onder II.4).<br />
5. Aanpak onderzoek<br />
Op 4 januari 2006 heeft de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> de drie betrokken ministers schriftelijk<br />
geïnformeerd over zijn besluit om een onderzoek naar de 100%controles in te stellen.<br />
Bij brief van 25 januari 2006 is de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> zijn onderzoek daadwerkelijk<br />
begonnen door deze drie ministers een aantal vragen voor te leggen (zie bijlage 2.). Ter<br />
illustratie van de signalen die de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> heeft ontvangen, zijn aan de<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
4
ministers tevens de door mr. H. Gaasbeek, advocaat te Haarlem, opgetekende relazen<br />
toegestuurd van drie reizigers die in december 2004, juni 2005 respectievelijk september<br />
2005 op Schiphol onderworpen zijn geweest aan een 100%controle.<br />
In het kader van het onderzoek hebben de substituut<strong>ombudsman</strong> en drie onderzoekers<br />
van het Bureau <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> in februari en maart 2006 op Schiphol de 100%<br />
controle van enkele vluchten uit Paramaribo, Suriname, bijgewoond. Op 22 maart 2006<br />
brachten zij een bezoek aan het <strong>De</strong>tentie en uitzetcentrum SchipholOost.<br />
Op 17 februari 2006 werd een gesprek gevoerd met een man die op 4 juli 2005, na aan<br />
komst uit Suriname, in het kader van een 100%controle is aangehouden op verdenking<br />
van drugssmokkel.<br />
Onderzoekers van het Bureau <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> voerden in februari en maart 2006<br />
gesprekken met ambtenaren van de ministeries van Financiën, <strong>De</strong>fensie en Justitie.<br />
Tijdens die gesprekken kwamen de onderzoeksvragen van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
aan de orde. Daarnaast werden interviews gehouden met de klachtencoördinator van het<br />
Openbaar Ministerie, met een klachtencoördinator van de DouaneWest, met twee<br />
medewerkers van de DouaneWest die zijn betrokken bij de uitvoering van de 100%<br />
controles, met de leider van het zogenoemde Veegteam van de KMar en met een mede<br />
werker van dat team, met twee privacyfunctionarissen van de KMar, met twee klachten<br />
functionarissen van de KMar District Schiphol en de klachtcoördinator bij de Korpsstaf<br />
KMar, en met de voorzitter van de Commissie van Toezicht van het <strong>De</strong>tentiecentrum<br />
SchipholOost. Van bedoelde gesprekken en interviews werden verslagen opgesteld, die<br />
vervolgens zijn gefiatteerd door betrokkenen. Telefonisch werden aanvullende inlichtin<br />
gen ingewonnen bij een hoofd Doorlaatpost van de KMar District Schiphol. Verder waren<br />
er contacten met verschillende personen die als reiziger een 100%controle hebben<br />
meegemaakt en met hulpverleners, zoals advocaten, die de belangen van reizigers<br />
behartigen. Het resultaat van het onderzoek is op 12 mei 2006 als verslag van<br />
bevindingen voorgelegd aan de drie betrokken ministers. Hun gezamenlijke reactie<br />
daarop, gedateerd 13 juni 2006, gaf aanleiding het verslag op enkele punten aan te<br />
passen.<br />
6. Opzet rapportage<br />
In hoofdstuk II. wordt algemene achtergrondinformatie over de 100%controles gegeven.<br />
<strong>De</strong> eerste paragraaf van dat hoofdstuk bevat een aantal basisgegevens met betrekking<br />
tot de 100%controles alsmede een korte beschrijving van het vervolgingsbeleid van het<br />
Openbaar Ministerie. In paragraaf 2 van dat hoofdstuk wordt ook een aantal kerngege<br />
vens over uitgevoerde controles en de resultaten daarvan genoemd. Paragraaf 3 van<br />
hoofdstuk II. bevat een beschrijving van de aard van de signalen die de <strong>Nationale</strong><br />
<strong>ombudsman</strong> heeft ontvangen over problemen bij de uitvoering van de 100%controles, en<br />
in paragraaf 4 wordt aandacht besteed aan vragen die in 2005 vanuit de Tweede Kamer<br />
zijn gesteld over de 100%controles.<br />
In hoofdstuk III. geeft de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> een globale beschrijving van de formele<br />
bepalingen die een rol spelen bij de uitvoering van de 100%controles (hoofdstuk III.,<br />
paragraaf 1). In paragraaf 2 van dat hoofdstuk besteedt hij aandacht aan enkele rele<br />
vante rechterlijke uitspraken. Paragraaf 3 van hoofdstuk III. bevat een korte beschrijving<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
5
van het rapport van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> dat medeaanleiding heeft gevormd voor<br />
het starten van dit onderzoek.<br />
Hoofdstuk IV. gaat over de controle door de Douane, en hoofdstuk V. over de overdracht<br />
van personen die door de Douane zijn aangehouden aan de Koninklijke Marechaussee.<br />
In hoofdstuk VI. wordt het optreden van de Koninklijke Marechaussee in het kader van de<br />
100%controles beschreven, waarna in hoofdstuk VII. aandacht wordt besteed aan<br />
enkele aspecten van het verblijf van aangehoudenen in het detentiecentrum Schiphol.<br />
Hoofdstuk VIII. gaat over de zogenoemde zwarte lijst en hoofdstuk IX. over de<br />
behandeling van klachten die samenhangen met de 100%controles. Hoofdstuk X. bevat<br />
de informatie die de voorzitter van de Commissie van Toezicht van het <strong>De</strong>tentiecentrum<br />
SchipholOost heeft verstrekt en in hoofdstuk XI. wordt aandacht besteed aan een aantal<br />
algemene opmerkingen die vanuit de betrokken ministeries zijn gemaakt over de 100%<br />
controles. Hoofdstuk XII bevat een impressie van de signalen van enkele reizigers met<br />
betrekking tot de controles. 3<br />
In bijlage 1 staat het juridische kader beschreven en in bijlage 2 zijn de<br />
onderzoeksvragen opgenomen.<br />
3 <strong>De</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> heeft geen onderzoek gedaan naar de achterliggende klachten en hij geeft daar<br />
ook geen oordeel over.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
6
II. ACHTERGRONDINFORMATIE<br />
1. Enkele basisgegevens en het vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie<br />
In december 2003 is de Douane begonnen met het uitvoeren van de 100%controles. In<br />
eerste instantie ging het om alle vluchten afkomstig van Curaçao. In de maanden daarop<br />
zijn ook alle andere vluchten afkomstig van de Nederlandse Antillen en Aruba en de<br />
vluchten afkomstig van Suriname in het controleprogramma opgenomen. Vanaf april<br />
2004 worden ook de vluchten uit Venezuela onderworpen aan een 100%controle. Begin<br />
2006 bedroeg het aantal vluchten dat wekelijks aan een 100%controle werd<br />
onderworpen 37. Voor het uitvoeren van deze controles beschikt de Douane over<br />
ongeveer 225 formatieplaatsen. Bij de Koninklijke Marechaussee zijn medewerkers voor<br />
ongeveer 140 fte belast met activiteiten die aan de 100%controles zijn gerelateerd.<br />
Sinds de invoering van de 100%controles tot in april 2006 zijn ruim 8.300 personen<br />
aangehouden op verdenking van drugssmokkel. In ruim 2.100 van deze gevallen ging het<br />
om een aanhouding op grond van naar achteraf bleek onterechte verdenking van het<br />
slikken van bolletjes. <strong>De</strong> betrokken instanties (Douane, KMar, Openbaar Ministerie) dui<br />
den deze categorie aangehouden personen aan met de term “negatieve slikkers”. Sinds<br />
het begin van de 100%controles zijn ruim 5.500 personen opgenomen op de zwarte lijst<br />
drugskoeriers (zie verder hoofdstuk VIII.).<br />
<strong>De</strong> Koninklijke Marechaussee verstrekte in april 2006 enkele overzichten met basisge<br />
gevens. 4 Een van die overzichten bevat gegevens over het aantal gecontroleerde<br />
vluchten, het aantal gecontroleerde passagiers en het aantal “zaken” (drugsvondsten c.q.<br />
verdenkingen) dat die controles hebben opgeleverd:<br />
Totaal<br />
100%<br />
2004 2005 2006 periode<br />
Vluchten 1.641 1.821 467 3.971<br />
Passagiers Schiphol 452.127 512.519 141.982 1.114.387<br />
waarvan transit passagiers 130.957 156.342 43.542 331.458<br />
Zaken Passagiers 4.499 2.969 540 8.291<br />
Zaken Vracht 703 823 280 1.807<br />
Ook gaf de KMar een overzicht van de hoeveelheid cocaïne in kilogrammen die in het<br />
kader van de 100%controles in beslag is genomen. Omdat per inbeslagneming ofwel<br />
een netto ofwel een brutogewicht bekend is, dienen de genoemde netto en de bruto<br />
hoeveelheden bij elkaar opgeteld te worden. Dit overzicht luidt als volgt:<br />
2006.00003<br />
Totaal<br />
2003 2004 2005 2006<br />
100%<br />
periode<br />
Cocaïne 24,5 888,6 1.005,6 270,9 2.189,6<br />
Cocaïne bruto 313,3 3.785,5 1.387,3 210,4 5.696,5<br />
4 Emailbericht d.d. 18 april 2006; gegevens ontleend aan “Gezamenlijke weekrapportage Drugs op<br />
Schiphol”.<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
7
<strong>De</strong> hoeveelheid cocaïne die in het kader van de 100%controles in beslag is genomen,<br />
vormt ruim de helft van de totale hoeveelheid cocaïne (ruim 14.000 kg) die in de<br />
betreffende periode op Schiphol in beslag is genomen.<br />
Daarnaast verstrekte de KMar een overzicht van het aantal “zaken passagiers”. Dit<br />
overzicht luidt als volgt:<br />
Totaal<br />
Week 2004 2005 2006<br />
2006.00003<br />
100%<br />
periode<br />
Koeriers bruto A 4.499 2969 572 8.323<br />
Negatieve Slikkers B 1.016 867 238 2.176<br />
Koeriers netto AB 3.483 2102 334 6.147<br />
Heenzendingen 494 109 0 672<br />
Slikkers 2.400 1593 262 4.374<br />
Overige koeriers 589 400 72 1.101<br />
<strong>De</strong> KMar wees er op dat als gevolg van het door het Openbaar Ministerie gevoerde<br />
opsporingsbeleid in 2004 en in 2005 niet van iedere inbeslagname op Schiphol het<br />
exacte gewicht is vastgesteld. Een en ander hangt samen met de door het Openbaar<br />
Ministerie vastgestelde vervolgingsgrens. Het hanteren van een dergelijke grens was<br />
noodzakelijk in verband met een tekort aan cellen. Gedurende de eerste tijd na het begin<br />
van de 100%controles hanteerde het Openbaar Ministerie een grens van 3 kg (netto<br />
gewicht). Drugssmokkelaars die op Schiphol met minder 3 kg cocaïne werden betrapt,<br />
werden niet strafrechtelijk vervolgd. Wel werd de aangetroffen cocaïne in beslag geno<br />
men en werd de naam van betrokkene op de zwarte lijst geplaatst. Per 22 juli 2005 is de<br />
vervolgingsgrens verlaagd naar 1.5 kg cocaïne (nettogewicht). In verband met het wel in<br />
beslag nemen van aangetroffen cocaïne maar het niet vervolgen van een deel van de<br />
smokkelaars werd gesproken van een stofgerichte aanpak. Indien de hoeveelheid aange<br />
troffen cocaïne inclusief verpakkingsmateriaal onder de op dat moment geldende grens<br />
van 3 respectievelijk 1.5 kg lag, werd er geen nettogewicht bepaald. Per 1 januari 2006<br />
is de als tijdelijke noodmaatregel ingestelde “stofgerichte aanpak” verlaten. Vanaf die<br />
datum worden alle drugskoeriers die op Schiphol worden aangehouden in het bezit van<br />
verdovende middelen, conform de opnieuw ingevoerde dadergerichte aanpak door het<br />
Openbaar Ministerie vervolgd. 5 Omdat in april 2006, toen de KMar de hiervoor weerge<br />
geven basisgegevens verstrekte, van een aantal inbeslagnemingen nog geen nettoge<br />
wichten waren ontvangen van het Nederlands Forensisch Instituut, bevat ook het over<br />
zicht over 2006 zowel bruto als nettogewichten.<br />
<strong>De</strong> KMar gaf voorts aan dat bolletjesslikkers gemiddeld negentig bolletjes in hun lichaam<br />
vervoeren. Het grootste aantal dat ooit bij een persoon is aangetroffen, is 269 bolletjes. 6<br />
5 Brief van de minister van Justitie aan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> d.d. 6 april 2006.<br />
6 Emailbericht d.d. 18 april 2006.<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
8
2. Een beeld van de grieven<br />
<strong>De</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> heeft sinds de invoering van de 100%controles een aantal<br />
klachten ontvangen over de uitvoering daarvan. Voor een deel gaat het om individuele<br />
klachten, voor een deel ook om bundelingen van klachten die door advocaten en door<br />
organisaties aan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> zijn voorgelegd. <strong>De</strong>ze klachten betreffen een<br />
breed scala aan aspecten van de 100%controles. Samengevat gaat het voornamelijk om<br />
de volgende aspecten:<br />
tijdsduur;<br />
toepassing van lijfsvisitatie;<br />
onterechte verdenking van drugssmokkel;<br />
bejegening;<br />
dienstbetoon;<br />
informatieverstrekking;<br />
behandeling van aangehoudenen in het <strong>De</strong>tentiecentrum SchipholOost.<br />
Uit de ontvangen signalen blijkt dat bij een aantal betrokkenen het gevoel bestaat dat er<br />
sprake is van discriminatie.<br />
3. Kamervragen<br />
Twee leden van de SPfractie uit de Tweede Kamer stelden op 6 januari 2005 schriftelijk<br />
vragen aan de minister van Justitie over de behandeling en de bejegening van personen<br />
die in het kader van de 100%controles als verdacht van het slikken van bolletjes worden<br />
aangemerkt. 7 <strong>De</strong>ze vragen betroffen onder andere de behandeling van een reizigster die<br />
ten onrechte was aangehouden op Schiphol, het gebruik van de zogenoemde zwarte lijst,<br />
de tijd die is gemoeid met de controles en het bieden van compensatie aan personen die<br />
achteraf gezien ten onrechte zijn aangehouden.<br />
In zijn antwoorden van 14 februari 2005 8 deelde de minister van Justitie mee dat een<br />
gezamenlijke werkgroep onderzoek verrichtte naar de mogelijkheden om de wachttijden,<br />
voor verschillende stappen in het proces, terug te brengen. Voorts ging hij in op het<br />
gebruik van de zwarte lijst. Wat betreft het bieden van compensatie wees de minister op<br />
de mogelijkheid een verzoek tot schadevergoeding te doen op grond van de artikelen 89,<br />
591 en 591a van het Wetboek van Strafvordering en op de mogelijkheid de Staat<br />
aansprakelijk te stellen wegens het plegen van een onrechtmatige daad.<br />
<strong>De</strong>zelfde kamerleden stelden op 3 november 2005 opnieuw een aantal vragen over de<br />
100%controles. Onder meer vroegen zij aandacht voor de uitspraken van de rechtbank<br />
Haarlem over lijfsvisitatie (zie ook hierna, onder III.2.) en voor de procedure van klacht<br />
behandeling.<br />
<strong>De</strong> minister van Justitie antwoordde op 4 januari 2006 9 . In zijn antwoord gaf hij aan dat er<br />
drie momenten zijn waarop onderzoek aan of in het lichaam wettelijk is toegestaan,<br />
7 Tweede Kamer, vergaderjaar 20042005, Aanhangsel, 850.<br />
8 Tweede Kamer, vergaderjaar 20042005, Aanhangsel, 925.<br />
9 Tweede Kamer, vergaderjaar 20052006, Aanhangsel, 651.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
9
namelijk in de controlefase op grond van artikel 17 van de Douanewet, in de opsporings<br />
fase op grond van artikel 56, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, en bij<br />
binnenkomst of bij het verlaten van een penitentiaire inrichting op grond van artikel 29<br />
van de Penitentiaire beginselenwet. Naar aanleiding van de vragen over klachtbehan<br />
deling wees de minister erop dat medio 2005 was begonnen met een gecoördineerde<br />
behandeling van klachten (zie verder hoofdstuk IX.).<br />
In antwoord op de vraag of de minister van mening was dat de 100%controles met de<br />
nodige zorgvuldigheid, beleefdheid en het vereiste respect werden uitgevoerd, deelde de<br />
minister van Justitie het volgende mee:<br />
“…Ik realiseer mij dat de 100%controles een grote impact hebben op de passagiers.<br />
<strong>De</strong> controles zijn echter noodzakelijk om de smokkel van verdovende middelen door de<br />
lucht tussen Suriname, de Nederlandse Antillen, Aruba en Venezuela enerzijds en<br />
Nederland anderzijds te kunnen bestrijden.<br />
Ik ben van mening dat bij de uitvoering van de 100%controles de nodige zorgvuldig<br />
heid, beleefdheid en het vereiste respect wordt betracht, hetgeen onverlet laat dat voort<br />
durend wordt bezien of hierin nog verbetering kan worden gebracht…”<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
10
III. FORMEEL KADER 100%CONTROLES<br />
1. Enkele relevante verdragsrechtelijke en wettelijke bepalingen<br />
<strong>De</strong> Douane, die valt onder het Ministerie van Financiën, controleert goederenstromen om<br />
na te gaan of er (voldoende) belasting is betaald, maar ook om de samenleving en het<br />
milieu te beschermen. Alle taken van de Douane die niet zijn gericht op het heffen en<br />
innen van belastingen, komen voort uit wetgeving van andere ministeries. Voor de uitvoe<br />
ring daarvan worden onderlinge overeenkomsten gesloten. 10 Ambtenaren van de Douane<br />
zijn buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) en uit dien hoofde beschikken zij over<br />
algemene opsporingsbevoegdheden.<br />
Het Openbaar Ministerie is verantwoordelijk voor de opsporing en vervolging van<br />
strafbare feiten. Voor de opsporing van strafbare feiten wordt onder andere de Koninklijke<br />
Marechaussee (KMar) ingeschakeld. Voor zover de KMar strafrechtelijk onderzoek ver<br />
richt, gebeurt dat onder het gezag van het Openbaar Ministerie. In de Politiewet 1993 is<br />
de uitvoering van de politietaak op de luchthaven Schiphol uitdrukkelijk opgedragen aan<br />
de KMar.<br />
Een aantal wetten geeft de Nederlandse autoriteiten de bevoegdheid reizigers die<br />
Nederland binnenkomen te onderwerpen aan een controle en hen te onderzoeken aan<br />
hun bagage, hun kleding en hun lichaam. In de Douanewet zijn de bevoegdheden van de<br />
Douane geregeld ter controle op de naleving van wettelijke bepalingen. Zo is in artikel 17<br />
van de Douanewet bepaald dat personen die aanwezig zijn op luchthavens, zijn onder<br />
worpen aan lijfsvisitatie door de belastinginspecteur. In artikel 14 van het Communautaire<br />
douanewetboek is bepaald dat voor de toepassing van de douanewetgeving elke per<br />
soon verplicht is de Douaneautoriteiten alle nodige bescheiden en inlichtingen te ver<br />
strekken en in artikel 37 van het Communautaire douanewetboek is bepaald dat alle in<br />
het douanegebied van de Europese Gemeenschap binnengebrachte goederen vanaf het<br />
ogenblik waarop zij worden binnengebracht aan douanetoezicht zijn onderworpen en dat<br />
deze goederen overeenkomstig de geldende bepalingen door de douaneautoriteiten<br />
kunnen worden gecontroleerd.<br />
In het kader van opsporing kan de officier van justitie op grond van artikel 56, tweede lid,<br />
van het Wetboek van Strafvordering in bepaalde gevallen bepalen dat de verdachte in<br />
zijn lichaam wordt onderzocht. Artikel 9 van de Opiumwet geeft opsporingsambtenaren<br />
de bevoegdheid om personen die worden verdacht van een bij die wet als misdrijf<br />
strafbaar gesteld feit aan hun kleding te onderzoeken.<br />
Daarnaast zijn er verdragsrechtelijke en grondwettelijke bepalingen, bijvoorbeeld artikel 8<br />
van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de<br />
fundamentele vrijheden (EVRM) en artikel 11 van de Grondwet die grenzen stellen aan<br />
(de gebruikmaking van) dit soort controle en opsporingsbevoegdheden. Genoemde<br />
bepalingen zijn naast een aantal andere relevante wetsartikelen opgenomen in Bijlage 1.<br />
Wat betreft de gebruikmaking van controle en opsporingsbevoegdheden spelen voorts<br />
verschillende vereisten van behoorlijkheid zoals het evenredigheidsvereiste – een rol.<br />
Het zijn deze behoorlijkheidsvereisten waaraan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> toetst.<br />
10 Brochure Belastingdienst/Douane, juli 2004. Documentcode: DO 065/1Z*4FD.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
11
2. Jurisprudentie over lijfsvisitatie in het kader van de 100%controles<br />
In 2005 heeft de rechtbank Haarlem in enkele zaken waarin een betrokkene op grond<br />
van de artikelen 89 en 90 van het Wetboek van Strafvordering vanwege onterecht<br />
ondergane vrijheidsbeneming na aanhouding op Schiphol op verdenking van drugssmok<br />
kel om schadevergoeding had gevraagd, uitgesproken dat de behandeling die betrokke<br />
nen op Schiphol hadden ondergaan zeer vernederend was te achten. <strong>De</strong>ze behandeling<br />
bestond uit het moeten bukken ten einde de openingen van het onderlichaam uitwendig<br />
te laten bekijken. In verband daarmee kende de rechtbank betrokkenen een hogere dan<br />
de normaal toe te kennen vergoeding toe voor hun verblijf in het <strong>De</strong>tentiecentrum<br />
Schiphol. 11<br />
3. Rapport 2006/001 van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
Op 4 januari 2006 bracht de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> een rapport uit naar aanleiding van<br />
een klacht van een Surinaamse vrouw die in april 2005 bij aankomst op Schiphol in het<br />
kader van een 100%controle door de Douane was onderzocht aan haar lichaam. Daarbij<br />
moest zij haar ondergoed uittrekken, zij moest zich bukken en ze moest haar anus en<br />
vagina opensperren. Volgens de Douane was de controle gebaseerd op artikel 17 van de<br />
Douanewet en was die controle op een correcte wijze uitgevoerd.<br />
<strong>De</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> overwoog in zijn rapport dat eenieder ingevolge de Grondwet<br />
en het EVRM recht heeft op onaantastbaarheid van het lichaam, behalve wanneer daar<br />
aan in of op basis van de wet beperkingen zijn gesteld. In het Wetboek van Strafvor<br />
dering is bepaald dat het uitwendig schouwen van holten en openingen van het onder<br />
lichaam een onderzoek is in het lichaam. Zo’n onderzoek mag slechts onder strenge<br />
voorwaarden worden uitgevoerd: er moet sprake zijn van een verdachte van een straf<br />
baar feit, ten aanzien van wie ernstige bezwaren bestaan, er moet opdracht worden<br />
gegeven door de officier van justitie en het onderzoek moet worden uitgevoerd door een<br />
arts. <strong>De</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> achtte het niet consistent dat iemand die zich op een<br />
luchthaven bevindt in het kader van een douanecontrole, zonder dat daarvoor in de wet<br />
nadere waarborgen zijn gegeven en zonder dat er sprake is van een verdenking van een<br />
strafbaar feit, te maken kan krijgen met een onderzoek, waaraan in het kader van een<br />
opsporingsonderzoek ten aanzien van een verdachte juist strikte wettelijke beperkingen<br />
zijn gesteld. <strong>De</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> concludeerde dan ook dat de klacht, vanwege<br />
schending van het recht op onaantastbaarheid van het lichaam, gegrond was. Aan de –<br />
voor de Douane verantwoordelijke minister van Financiën deed hij de aanbeveling te<br />
bewerkstelligen dat de instructies inzake lijfsvisitatie op grond van de Douanewet zodanig<br />
worden gewijzigd dat onder lijfvisitatie niet wordt verstaan het schouwen van de holten en<br />
openingen van het onderlichaam.<br />
<strong>De</strong> staatssecretaris van Financiën liet bij brief van 30 januari 2006 aan de <strong>Nationale</strong><br />
<strong>ombudsman</strong> weten dat de aanbeveling was opgevolgd en dat hij de Douane op Schiphol<br />
op 5 januari 2006 had geïnstrueerd de bewuste lijfsvisitatie met onmiddellijke ingang te<br />
staken. <strong>De</strong> staatssecretaris voegde daar het volgende aan toe:<br />
11 Rechtbank Haarlem, 4 april 2005, 04/1144 en 10 augustus 2005, 05/33.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
12
“…Ik betreur het overigens dat u het onvoldoende acht dat in instructies waarborgen<br />
voor het schouwen voor de douane zijn neergelegd en dat u meent dat daarvoor wette<br />
lijke waarborgen nodig zijn. Ook ik vind dat wettelijke waarborgen wenselijk zijn, hoewel<br />
juridisch niet vaststaat dat deze noodzakelijk zijn. Momenteel ligt er een wetsvoorstel<br />
“Algemene Douanewet” bij de Raad van State, waarin voor de lijfsvisitatie wettelijke<br />
waarborgen zijn opgenomen. Het door u bedoelde schouwen zal dan ook tot het<br />
moment waarop dit wetsvoorstel van kracht wordt niet langer worden gedaan.<br />
Bij de overweging om de aanbeveling op te volgen heeft een grote rol gespeeld het<br />
gegeven dat deze vorm van lijfsvisitatie door de douane op Schiphol sinds mei 2005<br />
nog sporadisch werd toegepast, namelijk slechts eenmaal en in het bijzijn van een ver<br />
pleegkundige…”<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
13
IV. DE CONTROLE DOOR DE DOUANE<br />
1. Inleiding<br />
Een werkgroep van de Douane heeft een werkdocument opgesteld over de 100%<br />
controles. Onder het kopje “Bevoegdheden” staat het volgende: 12<br />
“…Ingevolge art. 37 van het Communautaire douanewetboek zijn alle aan boord van het<br />
vliegtuig binnengebrachte goederen aan douanetoezicht onderworpen en kunnen deze<br />
overeenkomstig de geldende bepalingen door de douaneautoriteiten worden gecontro<br />
leerd. Daarbij maakt de douane gebruik van de in hoofdstuk 2, paragraaf 3 van de<br />
Douanewet (artikelen 11 t/m 18) voorziene bevoegdheden ter controle op de naleving<br />
van wettelijke bepalingen.<br />
Bij de 100%controles is het onderzoek door de douane in de eerste plaats gericht op<br />
het vinden en het afnemen van de aanwezige cocaïne en secundair op de koerier (…).<br />
Het aantreffen en testen van drugs bij passagiers om deze vervolgens in beslag te<br />
nemen, staat dus voorop. In verband daarmee maakt de douane dan ook primair<br />
gebruik van haar controlebevoegdheden. Dat ingevolge de rechtspraak van het HvJEG<br />
(Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap; N.o.)met betrekking tot de invoer van<br />
verdovende middelen geen rechten verschuldigd zijn, neemt niet weg dat ook<br />
binnengebrachte cocaïne valt onder de goederen die ingevolge artikel 37 CDW<br />
(Communautaire Douanewet; N.o.) aan douanetoezicht zijn onderworpen. Dit brengt<br />
mee dat de bij artikel 12 Dw (Douanewet; N.o.) gegeven bevoegdheid tot het onder<br />
zoeken van goederen, aanwezig op luchthavens, geen uitzondering lijdt met betrekking<br />
tot cocaïne…”<br />
2. <strong>De</strong> controle van passagiers en van hun handbagage bij de gate<br />
Vluchten die vanuit de Nederlandse Antillen, Aruba, Suriname of Venezuela aankomen<br />
op de luchthaven Schiphol zijn opgenomen in het programma van de 100%controles. <strong>De</strong><br />
toestellen die aan zo’n controle worden onderworpen, komen aan bij de Epier of bij de<br />
Gpier. Op beide pieren zijn ruimten ingericht voor het uitvoeren van de controles van de<br />
passagiers en van hun handbagage. Daartoe behoren ook afzonderlijke ruimten op beide<br />
pieren voor de zogenaamde nadere controle door de Douane. <strong>De</strong> Koninklijke<br />
Marechaussee is niet werkzaam op de Epier. In geval van aanhouding van een reiziger<br />
wordt deze door de Douane overgebracht naar de Gpier en aldaar overgedragen aan de<br />
KMar.<br />
<strong>De</strong>ze 100%controle door de Douane bestaat uit een reeks van afzonderlijke onderdelen:<br />
a. inzet speurhond;<br />
12 Werkdocument van DouaneWest ter ondersteuning van de oplossing voor knelpunten in het<br />
controleproces (hierna: het werkdocument).<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
14
. selectieinterview (toetsing aan slikkerscriteria);<br />
c. kledingvisitatie (fouillering);<br />
d. handbagage door de Xray;<br />
e. visueel onderzoek handbagage;<br />
f. lijfsvisitatie (met ontkleding).<br />
Ad a. inzet speurhond: direct na het verlaten van het vliegtuig, aan het begin van of<br />
halverwege de slurf, staat een Douaneambtenaar met een aangelijnde hond. <strong>De</strong>ze hond<br />
is getraind in het ruiken van drugs die in handbagage, in de kleding of op het lichaam<br />
wordt meegevoerd. Drugs die ín het lichaam zijn verborgen, kunnen door de hond niet<br />
worden geroken. Alle reizigers die het vliegtuig verlaten, passeren de hond op korte<br />
afstand. Indien deze drugs ruikt, loopt hij met de betrokken reiziger mee of gaat hij, indien<br />
de reiziger stilstaat, naast deze reiziger zitten. Het is de bedoeling dat de hond niet blaft,<br />
gromt of bijt. Als uit het gedrag van de hond blijkt dat deze drugs ruikt, wordt de betref<br />
fende reiziger uit de rij passagiers gehaald en meegevoerd voor nadere controle. <strong>De</strong><br />
hond wordt beschouwd als hulpmiddel bij de uitoefening van controlebevoegdheden van<br />
de Douane.<br />
Ad b. selectieinterview en slikkerscriteria: direct na het verlaten van de slurf komen de<br />
reizigers in een ruimte waarin vier plekken zijn ingericht om de reizigers een kort inter<br />
view af te nemen. <strong>De</strong> namen van de betrokken interviewers van de Douane zijn voor de<br />
reizigers niet kenbaar. Bij deze gelegenheid wordt aan de reizigers een aantal vragen<br />
gesteld en wordt hun verzocht hun paspoort te tonen. Aan de hand van de zogenoemde<br />
“slikkerscriteria” bepaalt de Douane of betrokkene kan worden aangemerkt als potentiële<br />
slikker. <strong>De</strong>ze slikkerscriteria zijn opgesteld door het Openbaar Ministerie en worden<br />
volgens de betrokken ministeries steeds bijgesteld. Blijkens eerder genoemd<br />
werkdocument wordt de bevoegdheid van de Douane om reizigers inzage in het paspoort<br />
te vragen, gebaseerd op artikel 14 van het Communautaire douanewetboek.<br />
Sinds 1 januari 2006 is de inzage van een identiteitsbewijs expliciet geregeld in artikel<br />
10a van de Douanewet.<br />
Indien tijdens het interview blijkt dat iemand voldoet aan een aantal van de criteria wordt<br />
hij aangemerkt als een potentiële slikker en wordt hij aan een nadere controle onder<br />
worpen. Na het doorlopen van de overige controleprocessen bepaalt de Douane definitief<br />
of betrokkene als verdachte van drugssmokkel moet worden aangemerkt. <strong>De</strong>ze defini<br />
tieve beoordeling vindt sinds februari 2006 plaats door een speciaal team. In februari<br />
2006 is dit speciale team, het zogenoemde kwaliteitsteam, opgericht. Het team bestaat<br />
uit twaalf Douaneambtenaren die veel ervaring hebben met het interviewen van<br />
reizigers. In alle gevallen waarin een ambtenaar van de Douane bij het (eerste) selectie<br />
interview aan de hand van de slikkerscriteria meent dat er reden voor aanhouding is,<br />
wordt door zo’n ervaren ambtenaar een secondopinion gegeven. Bij dit vervolginterview<br />
wordt gebruik gemaakt van de gegevens uit het eerste interview en van de andere<br />
informatie die uit de controle is verkregen. Volgens de Douane is bij elke 100%controle<br />
een van de leden van het kwaliteitsteam aanwezig, en is het altijd een van de leden van<br />
dit team die namens de Douane besluit over aanhouding. Ook wanneer op basis van het<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
15
eerste interview wordt getwijfeld of betrokkene in aanmerking komt voor aanhouding,<br />
wordt de secondopinion van een lid van dit team gevraagd. 13<br />
Indien een reiziger als verdachte wordt aangemerkt, wordt hij door de Douane aange<br />
houden en wordt hij vervolgens door de Douane overgedragen aan de Koninklijke<br />
Marechaussee.<br />
Bij de selectie van (vermoedelijke) bolletjesslikkers spelen de speurhond, de kledingvisi<br />
tatie, het onderzoek van de handbagage en de lijfsvisitatie geen rol. Voor deze categorie<br />
drugssmokkelaars vormen de slikkerscriteria het relevante controlemiddel. In het kader<br />
van het onderzoek van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> heeft de minister van Justitie het lijstje<br />
met slikkerscriteria verstrekt. Het gaat om 21 concrete criteria waaraan de Douane in het<br />
kader van de 100%controle toetst. Indien een passagier aan vijf of meer van de criteria<br />
voldoet, wordt hij als vermoedelijke slikker aangemerkt. Bij de verstrekking van het lijstje<br />
met slikkerscriteria wees de minister erop dat hij het met het oog op de effectiviteit van de<br />
controles en opsporingsactiviteiten van groot belang acht dat de criteria niet in de open<br />
baarheid komen. In verband daarmee verzocht hij om vertrouwelijke behandeling van de<br />
criteria. <strong>De</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> heeft dit verzoek gehonoreerd. Tijdens de gesprekken<br />
die in het kader van het onderzoek zijn gevoerd, zijn de slikkerscriteria herhaaldelijk aan<br />
de orde gekomen. Een medewerker van het zogenoemde Veegteam van de Koninklijke<br />
Marechaussee wees erop dat men na een lange vliegreis al snel voldoet aan voldoende<br />
criteria voor aanhouding. 14<br />
Een klachtcoördinator en twee klachtbehandelaars van de KMar deelden in dit verband<br />
het volgende mee:<br />
“…Veel klachten gaan over de slikkerscriteria of over de toepassing daarvan. <strong>De</strong> criteria<br />
zelf zijn een zaak van het Openbaar Ministerie, de toepassing daarvan is een zaak van<br />
de Douane. Overigens zijn er altijd bedenkingen geweest ten aanzien van de slikkerscri<br />
teria.<br />
(…)<br />
Verder blijven de slikkerscriteria toch wat moeilijk in de praktijk. Een op de drie aanhou<br />
dingen blijkt niet tot strafvervolging wegens cocaïneinvoer te leiden. Hoewel er geen<br />
cijfers bekend zijn over hoe dit percentage bij andersoortige strafbare handelingen ligt,<br />
lijkt dit wel hoog. Je voldoet al snel aan drie of vier criteria. Het Openbaar Ministerie<br />
heeft de criteria bedacht en deze worden ook zonodig bijgesteld. Maar het blijft toch vrij<br />
subjectief.…” 15<br />
Tijdens de controles die door medewerkers van het Bureau <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> zijn<br />
bijgewoond, bleek dat zich al snel rijen wachtenden vormden voor een selectieinterview<br />
en dat een deel van de reizigers daardoor enige tijd in de slurf moest wachten.<br />
Een teamcoördinator van de Douane bevestigde dat reizigers vaak moeten wachten in de<br />
slurf, en dat het daar koud kan zijn. 16<br />
13 Informatie van de Douane tijdens bezoek aan Schiphol op 13 maart 2006.<br />
14 Interview d.d. 3 april 2006.<br />
15 Interview d.d. 31 maart 2006.<br />
16 Interview d.d. 23 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
16
Een lid van het zogenoemde kwaliteitsteam dat de tweede interviews afneemt, deelde in<br />
het kader van het onderzoek van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> het volgende mee over zijn<br />
werk: 17<br />
“…Ik ben sinds het begin al betrokken bij de 100%controle. In het begin deed ik vooral<br />
de eerste interviews, daarna ook de tweede. Het werk van het tweede interview houdt<br />
het volgende in. Eigenlijk stel ik dezelfde vragen nog een keer, ik ga er dieper op in en<br />
controleer of de reizigers hetzelfde antwoord geven. Uit de reacties kun je ook wel wat<br />
opmaken. Je werkt eigenlijk op basis van je gevoel en van je verstand. Er komt ook<br />
ervaring bij. Je leert door de jaren heen. Je krijgt de informatie van het eerste interview,<br />
zodat je weet wat de reiziger al gezegd heeft en waarom hij is doorgestuurd.<br />
Op grond waarvan ik iemand doorstuurde naar de verdiepte controle is niet zo gemak<br />
kelijk aan te geven. Het blijft interpreteren van antwoorden in combinatie met uiterlijke<br />
dingen en gevoel. Sinds kort ben ik benoemd tot kwaliteitsfunctionaris bij deze controle.<br />
Nu toets ik samen met andere kwaliteitsfunctionarissen alle tweede interviews tijdens de<br />
verdiepte controle. Op basis van die toets wordt door ons beslist of iemand wordt aan<br />
gehouden of wordt heengezonden. Ik maak het proces verbaal van aanhouding en doe<br />
ook de aanhouding.<br />
Voor dit specifieke werk van kwaliteitsfunctionaris heb ik een interviewtraining gehad.<br />
Iemand van het Schipholteam was bij de opleiding betrokken. Ik werk nu vijf jaar bij de<br />
Douane op Schiphol.<br />
Het werk van kwaliteitsfunctionaris is intensief dat maakt het wel zwaar. Je moet heel<br />
alert zijn. Gemiddeld per vlucht krijg je zeven mensen voor je. <strong>De</strong> tijd dat je met iemand<br />
bezig bent, varieert per persoon. Als je iemand gaat aanhouden, moet je proces<br />
verbaal opmaken, dan ben je langer bezig. Je moet hem ook overdragen aan de KMar.<br />
Een eerste interview is veel korter. Je moet snel een oordeel hebben. Je moet zo’n 400<br />
reizigers met drie of vier collega’s doen. Pas als je denkt dat er iets is, vraag je door. Bij<br />
de meeste weet je dat er niets aan de hand is.<br />
(…)<br />
Meestal staat een aantal collega’s tegelijk met mij de tweede interviews te doen. Het<br />
kan heel druk zijn. Als er twintig mensen de verdiepte controle ingaan, dan redt iemand<br />
dat niet alleen. Voorheen deed het Schipholteam de interviews, wij doen het om hen te<br />
ontlasten…”<br />
Ad c. kledingvisitatie: kledingvisitatie bestaat uit het aftasten van de kleding van de<br />
passagier, ten einde na te gaan of hij in of onder de kleding drugs heeft verborgen. <strong>De</strong><br />
kledingvisitatie wordt uitgevoerd door een Douaneambtenaar van hetzelfde geslacht als<br />
dat van de gecontroleerde persoon. Indien deze kledingvisitatie aanwijzingen oplevert dat<br />
betrokkene onder de kleding drugs bij zich draagt, wordt betrokkene overgebracht naar<br />
17 Interview d.d. 23 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
17
de ruimte voor verscherpte controle, en aldaar onderworpen aan een lijfsvisitatie met ont<br />
kleding. <strong>De</strong> bevoegdheid reizigers te onderwerpen aan kledingvisitatie wordt door de<br />
Douane gebaseerd op artikel 17 van de Douanewet waarin de bevoegdheid tot lijfsvisi<br />
tatie is vastgelegd:<br />
“Hieronder (lijfsvisitatie; N.o.) wordt verstaan de bevoegdheid een passagier aan de kle<br />
ding of aan het lichaam te onderzoeken”. 18<br />
Het fouilleren vindt plaats in het zicht van de reizigers die in afwachting zijn van een<br />
selectieinterview. <strong>De</strong> leider van het Veegteam van de KMar District Schiphol merkte<br />
daarover het volgende op: 19<br />
“Ik heb ook een paar keer gesproken met mensen van het Comité Stop Vernederingen<br />
Schiphol en die uitten onder meer hun ongenoegen over het feit dat de fouilleringen<br />
open en bloot plaatsvinden. Dat zou toch ook achter een gordijntje of zo kunnen gebeu<br />
ren.”<br />
Ad d. controle handbagage via Xray: nadat het selectieinterview is afgenomen en de<br />
reizigers zijn onderworpen aan een kledingvisitatie, wordt alle handbagage gecontroleerd<br />
met gebruikmaking van Xrayapparatuur.<br />
Ad e. visueel onderzoek handbagage: na controle van de bagage met gebruikmaking van<br />
een Xrayapparaat vindt nog een fysieke controle van de handbagage plaats. <strong>De</strong>ze con<br />
trole wordt toegepast op een deel van de reizigers. <strong>De</strong> selectie wordt deels gebaseerd op<br />
een verdacht beeld en deels op een onduidelijk beeld, en vindt deels ook willekeurig<br />
plaats. Douaneambtenaren vragen de reizigers die zijn geselecteerd voor deze vorm van<br />
controle hun handbagage te openen en onderzoeken vervolgens de inhoud daarvan.<br />
Indien één van de vijf hiervoor beschreven controlemiddelen een aanwijzing oplevert dat<br />
een reiziger drugs bij zich heeft, wordt hij overgebracht naar een aparte controleruimte<br />
voor een nadere controle. In het kader van nadere controle wordt door de Douane soms<br />
ook gebruik gemaakt van een aanvullende methode, namelijk die van lijfsvisitatie met<br />
ontkleding.<br />
Ad f. lijfsvisitatie met ontkleding: in een aantal gevallen wordt aan reizigers verzocht zich<br />
in het kader van de controle geheel te ontkleden. In het betreffende werkdocument van<br />
DouaneWest 20 wordt de lijfsvisitatie met ontkleding (m/o) als volgt beschreven:<br />
“Lijfsvisitatie m/o behelst het visueel onderzoeken (schouwen) van de ontklede passa<br />
gier, in staande houding, met het doel smokkelgoederen te vinden, welke deze onder de<br />
kleding verborgen op het lichaam draagt en welke door middel van enkel kledingvisitatie<br />
niet of niet afdoende kunnen worden ontdekt.”<br />
18<br />
Eerder bedoeld werkdocument; zie voetnoot 12.<br />
19<br />
Interview d.d. 3 april 2006.<br />
20<br />
Eerder bedoeld werkdocument; zie voetnoot 12.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
18
Ter toelichting op de wenselijkheid gebruik te kunnen maken van de mogelijkheid van<br />
lijfsvisitatie m/o naast kledingvisitatie staat in genoemd werkdocument het volgende:<br />
“<strong>De</strong> kledingvisitatie levert vaak slechts een aanwijzing op dat zich onder de kleding<br />
goederen bevinden. Er kunnen ook andere aanwijzingen zijn, dat de passagier cocaïne<br />
bij zich heeft (bijv. een reactie van de drugshond), waarbij een kledingvisitatie geen<br />
uitsluitsel biedt. Voorts moet bedacht worden dat sommige technieken van body<br />
packing (m.n. vloeistof) alleen door visuele waarneming vastgesteld kunnen worden.<br />
Voor dergelijke gevallen is het noodzakelijk om de passagier zich geheel te laten<br />
ontkleden.”<br />
Evenals de bevoegdheid een passagier aan de kleding te onderzoeken, baseert de<br />
Douane de bevoegdheid tot lijfsvisitatie met ontkleding op artikel 17 van de Douanewet.<br />
In het vierde lid van dit artikel is bepaald dat lijfsvisitatie geschiedt door personen van<br />
hetzelfde geslacht als dat van de persoon die aan lijfsvisitatie wordt onderworpen. In<br />
eerder genoemd werkdocument staat in dit verband nog het volgende:<br />
“Art. 17 Dw stelt geen andere voorwaarden voor de toepassing dan de bij kleding<br />
visitatie al genoemde gelijkheid in geslacht van douaneambtenaar en gecontroleerde. In<br />
het Handboek Douane wordt daarenboven voor lijfsvisitatie m/o toestemming van de<br />
teamleider verlangd.<br />
Lijfsvisitatie m/o is in zijn toepassing voor de betrokken passagier een ingrijpend<br />
controlemiddel. In verband daarmee geldt voor de toepassing als aanvullende voor<br />
waarde, dat de coördinator van het Schipholteam na toetsen van de aanwijzingen daar<br />
voor toestemming geeft. <strong>De</strong> toetsing geldt als secondopinion van een ervaren en niet<br />
direct bij de controle betrokken collega, die aan de hand van de bevonden gegevens<br />
opnieuw afweegt of lijfsvisitatie m/o geïndiceerd is.<br />
Verder gelden als uitvoeringsvoorwaarden, dat vooraf de passagier over het doel en de<br />
wijze van toepassing van de lijfsvisitatie ingelicht wordt en dat het onderzoek plaatsvindt<br />
in een afgescheiden ruimte. Tenslotte moeten bepaalde gegevens met betrekking tot de<br />
lijfsvisitatie m/o worden vastgelegd in het controleformulier.”<br />
In het werkdocument is voorts aangegeven dat bij lijfsvisitatie met ontkleding de volgende<br />
gegevens moeten worden vastgelegd op het controleformulier: de toestemming van de<br />
coördinator; datum, vluchtnummer, naam visiterende ambtenaar, naam gecontroleerde<br />
en het resultaat van de visitatie.<br />
Indien bij lijfsvisitatie met ontkleding blijkt dat betrokkene “bodypacker” is (dat wil zeggen,<br />
een passagier die drugs aan zijn lichaam meevoert), dan wordt hij eerst met de drugs<br />
aan zijn lichaam gefotografeerd. Daarna neemt de Douane de aangetroffen drugs in en<br />
weegt en test deze.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
19
Lijfsvisitatie met ontkleding vindt uitsluitend plaats in de gevallen waarin de Douane aan<br />
wijzingen heeft dat betrokkene drugs bij zich draagt. Indien een passagier voorafgaand<br />
aan de lijfsvisitatie met ontkleding meedeelt “slikker” of “duwer” 21 te zijn, dan wordt hij (na<br />
een tweede toetsing door een Douaneambtenaar) aangehouden zonder toepassing van<br />
het controlemiddel van lijfsvisitatie met ontkleding.<br />
Een passagier die aan de Douane meedeelt bodypacker te zijn, wordt wel onderworpen<br />
aan lijfsvisitatie met ontkleding.<br />
Lijfsvisitatie met ontkleding vindt altijd plaats in het kader van de zogenoemde nadere<br />
controle (ook aangeduid als verdiepte of verscherpte controle). <strong>De</strong>ze nadere controle<br />
wordt uitgevoerd in een afzonderlijke ruimte. Alle reizigers die worden onderworpen aan<br />
een nadere controle worden bij binnenkomst in de voor die controle bestemde ruimte<br />
eerst door de Douane geregistreerd. Naast eventuele lijfsvisitatie met ontkleding (in een<br />
apart hokje) kunnen de eerder toegepaste controlemiddelen – met uitzondering van de<br />
inschakeling van de hond – in het kader van de nadere controle opnieuw worden<br />
aangewend.<br />
Tot begin januari 2006 maakte de Douane in het kader van de 100%controles ook nog<br />
gebruik van de mogelijkheid van lijfsvisitatie met ontkleding met uitwendig schouwen van<br />
de natuurlijke openingen en holten van het lichaam. Daarbij werd de gecontroleerde<br />
opgedragen om zich na ontkleding voorover te buigen waarbij betrokkene doorgaans<br />
werd opgedragen om zelf de natuurlijke openingen van het onderlichaam (anus, vagina)<br />
zichtbaar te maken.<br />
In het werkdocument is aangegeven dat de werkgroep die het document heeft opgesteld<br />
een uitvoerige discussie heeft gevoerd over de toepassing van deze variant van<br />
lijfsvisitatie, en daarbij als uitgangspunt heeft gehanteerd dat toepassing daarvan niet in<br />
strijd is met wettelijke bepalingen. <strong>De</strong> discussie heeft geleid tot de volgende keuze:<br />
“…<strong>De</strong> modaliteit wordt alleen toegepast in de controlesfeer, indien zonder deze vorm<br />
van lijfsvisitatie m/o een bewijsprobleem zou ontstaan…”<br />
Ter toelichting staat in het werkdocument het volgende:<br />
“…<strong>De</strong> werkgroep heeft zich hierbij afgevraagd in welke specifieke gevallen de modaliteit<br />
om deze reden in de controlesfeer zou moeten plaatsvinden.<br />
Op dit moment zijn geen praktijkgegevens voorhanden, waaruit kan blijken om welke<br />
specifieke gevallen het daarbij zou kunnen gaan. Enerzijds worden geen cijfers bijge<br />
houden van controles zonder positieve bevindingen. Anderzijds zouden van de positieve<br />
bevindingen de dossiers op pvniveau doorgenomen moeten worden om conclusies te<br />
trekken. Het verdient daarom in ieder geval aanbeveling om in de toekomst zowel vanuit<br />
de gegevens van het OM terugkoppeling te verkrijgen over deze specifieke onderzoeks<br />
21 Onder “slikker” wordt verstaan een persoon die drugsbolletjes heeft ingeslikt en in zijn maag<br />
darmkanaal meevoert. Een “duwer” heeft drugs verborgen in een of meerdere natuurlijke<br />
openingen of holten van zijn lichaam.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
20
vorm, als om zelf specifieke gegevens vast te leggen, die inzicht kunnen geven in de<br />
resultaten van de gevallen, waarin de douane de modaliteit zelf heeft toegepast.<br />
<strong>De</strong> werkgroep is van mening dat het in het algemeen de voorkeur heeft om deze vorm<br />
van lijfsvisitatie m/o uit te voeren in het <strong>De</strong>tentiecentrum “Oude Meer”, na aanhouding<br />
van de verdachte en dus onder de bevoegdheid en omkleed met de waarborgen van<br />
art. 56 Sv.<br />
In de praktijk gaat het vrijwel altijd om passagiers, tegen wie reeds voldoende verden<br />
king bestaat voor aanhouding:<br />
in de voorafgaande controleprocessen is de aanwezigheid van cocaïne (of aanwij<br />
zingen daarvoor) geconstateerd;<br />
voorafgaand aan de lijfsvisitatie m/o heeft de betrokkene desgevraagd aangegeven<br />
dat hij geslikt of geduwd heeft;<br />
in sommige gevallen is bij de lijfsvisitatie m/o (zonder het uitwendig schouwen van<br />
de natuurlijke openingen en holten van het lichaam; N.o.) geconstateerd dat het om<br />
een duwer gaat.<br />
Indien er evenwel uit voorgaande controleprocessen onvoldoende grondslag resulteert<br />
voor aanhouding van de passagier, terwijl er toch gerede aanwijzingen zijn voor de aan<br />
wezigheid van cocaïne, dan acht de werkgroep het van belang dat de modaliteit in de<br />
sfeer van de douanecontrole toch kan worden toegepast.<br />
In zo’n specifiek geval dient na toetsing van bedoelde aanwijzingen uitdrukkelijk een op<br />
toepassing van de modaliteit gerichte toestemming gegeven te worden door de aanwe<br />
zige coördinator van het Schipholteam. Voor de invulling van hierbij te hanteren criteria<br />
kan gedacht worden aan een positieve, op de passagier gerichte reactie van de hond, in<br />
combinatie met bevindingen bij de lijfsvisitatie m/o, welke duiden op de aanwezigheid<br />
van cocaïne.<br />
(…)<br />
Voor wat betreft de uitvoering is extra aandacht voor instructie, training en begeleiding<br />
van de betrokken medewerkers gewenst.<br />
Tenslotte moeten voortaan gegevens gegenereerd worden voor analyse en effect<br />
meting, zodat inzicht en verantwoording over de toepassing verkregen kunnen worden.<br />
Standpunt 4: In beginsel wordt een passagier bij aanleiding voor de modaliteit aange<br />
houden en overgebracht naar <strong>De</strong>tentiecentrum “Oude Meer” om daar onder het regime<br />
van art. 56 Sv. deze vorm van lijfsvisitatie m/o te ondergaan. Alleen in uitzonderlijke<br />
gevallen wordt de modaliteit in de controlesfeer toegepast. In dat geval is daarvoor uit<br />
drukkelijk toestemming van de coördinator van het Schipholteam vereist.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
21
Standpunt 5: Van deze beide procesgangen worden expliciete gegevens vastgelegd<br />
m.b.t. toepassing en resultaten, zodat analyse en effectmeting mogelijk worden…”<br />
Met ingang van mei 2005 zijn de interne instructies voor de toepassing van lijfsvisitatie<br />
met ontkleding en schouwen in die zin aangescherpt dat dit controlemiddel alleen nog<br />
mag worden toegepast door een verpleegkundige. <strong>De</strong> staatssecretaris van Financiën<br />
stelde in dat verband het volgende:<br />
“…Het kiezen voor een verpleegkundige en niet voor een arts is ingegeven door het feit<br />
dat de ervaring leert dat het oproepen van een arts de nodige tijd kan vergen. Hiermee<br />
is gekozen voor een evenwicht tussen het tempo van het afronden van de controle en<br />
het betrachten van de nodige zorgvuldigheid…” 22<br />
Naar aanleiding van een aanbeveling van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> heeft de staats<br />
secretaris van Financiën de Douane op Schiphol op 5 januari 2006 geïnstrueerd deze<br />
vorm van lijfsvisitatie met onmiddellijke ingang te staken (zie hoofdstuk III, onder 3.).<br />
In het kader van het onderzoek verstrekte het Ministerie van Financiën de volgende infor<br />
matie over het aantal gevallen waarin in 2005 in het kader van de 100%controles lijfsvisi<br />
tatie (met ontkleding) is toegepast:<br />
“…Vanaf december 2004 vindt er vastlegging plaats van lijfsvisitatie, vanaf maart 2005<br />
wordt er per maand vastgelegd hoe vaak lijfsvisitatie plaatsvindt. Vanaf december 2004<br />
tot 1 januari 2006 heeft de douane 78 keer lijfsvisitatie toegepast, waarbij er 20 keer is<br />
geschouwd. Het aantal passagiers dat in die periode in het kader van de 100%controle<br />
is gecontroleerd is meer dan een half miljoen 23 …”<br />
3. Controle ruimbagage<br />
In het kader van de 100%controles wordt ook alle bagage die uit het ruim van het vlieg<br />
tuig komt, onderworpen aan een controle. Dit gebeurt in de bagagekelder van Schiphol.<br />
Zowel ruimbagage van passagiers die Amsterdam als bestemming hebben als ruimba<br />
gage met een transferbestemming wordt in de 100%controles betrokken.<br />
<strong>De</strong> controles vinden plaats met behulp van de scanapparatuur (Xray) en van een<br />
speurhond. Bij aanwijzingen voor de aanwezigheid van drugs (cocaïne) in bagage wordt<br />
deze onder verantwoordelijkheid van de hondengeleider in de bagagekelder geopend.<br />
Indien cocaïne wordt aangetroffen in de bagage van een reiziger met bestemming<br />
Amsterdam, wordt de betreffende bagage weer gesloten en vervolgens “onder toezicht”<br />
overgebracht naar de reclaimarea. <strong>De</strong> bagage wordt aldaar in aanwezigheid van de<br />
betrokken passagier aan een nader onderzoek onderworpen.<br />
Indien de Douane cocaïne aantreft in de bagage van een transitpassagier wordt de<br />
cocaïne in beslag genomen en overgedragen aan de coördinator in de onderzoeksruimte<br />
22 Brief van de staatssecretaris van Financiën d.d. 15 november 2005 in het kader van het onder<br />
zoek van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> dat heeft geleid tot rapport 2006/001 d.d. 4 januari 2006.<br />
23 Emailbericht van het Ministerie van Financiën d.d. 9 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
22
ij de Gpier. Eventueel wordt daarna nog een nader onderzoek ingesteld naar de in<br />
beslag genomen cocaïne. <strong>De</strong> transitpassagier wordt niet aangehouden. 24<br />
4. Controle in de reclaimruimte<br />
Nadat de passagiers hun ruimbagage van de lopende band hebben gehaald, wordt deze<br />
ruimbagage met gebruikmaking van de Xray nogmaals gecontroleerd. Een deel van de<br />
ruimbagage wordt daarnaast nog aan een fysieke controle onderworpen. Ook hier wordt<br />
de selectie deels gebaseerd op een verdacht beeld en deels op een onduidelijk beeld, en<br />
vindt die deels ook willekeurig plaats.<br />
Indien bij deze controle in de reclaimruimte drugs worden aangetroffen, wordt de<br />
betrokken reiziger met zijn bagage overgebracht naar de ruimte voor nadere controle op<br />
de Gpier.<br />
5. Informatieverstrekking aan passagiers<br />
Tot begin 2006 verstrekte de Douane aan reizigers van vluchten die aan een 100%<br />
controle waren onderworpen in de reclaimruimte op Schiphol, dus aan het einde van het<br />
controletraject, een “flyer” met de volgende inhoud:<br />
24 Mededeling van de Douane tijdens bezoek aan Schiphol op 13 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
23
“Geachte passagier,<br />
Als Douane vragen wij uw aandacht voor het volgende.<br />
Zoals u wellicht bekend is, worden sommige vluchten naar Schiphol ook gebruikt om<br />
verdovende middelen naar Nederland te smokkelen. Om dit tegen te gaan heeft de<br />
overheid verschillende maatregelen getroffen.<br />
Eén daarvan is een intensievere douanecontrole op deze risicovluchten. Met deze<br />
controles wil de Douane met name de smokkel van verdovende maatregelen tegengaan.<br />
Hiervoor vragen wij uw begrip.<br />
U heeft hier mogelijk persoonlijk hinder van ondervonden. Daar bieden wij u onze<br />
excuses voor aan.<br />
Algemene informatie kunt u opvragen bij de BelastingTelefoon Douane (…)<br />
Belastingdienst/Douane West<br />
(…)<br />
Voorzitter Managementteam…”<br />
Op de achterzijde van de flyer is dezelfde tekst in het Engels, Papiamento en Spaans<br />
weergegeven.<br />
In de loop van januari 2006 is de Douane gaan werken met informatiepanelen met<br />
teksten en pictogrammen. <strong>De</strong>ze panelen worden opgesteld in de ruimten (bij de Epier en<br />
bij de Gpier) die reizigers betreden bij het verlaten van de slurf, en in de ruimten voor de<br />
nadere controle.<br />
<strong>De</strong> Nederlandstalige tekst van de panelen bij de uitgang van de slurf luidt als volgt:<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
24
“ 100% controles van de Douane op Schiphol<br />
In verband met de uitvoering van het drugsbeleid van de Nederlandse regering houdt<br />
de Douane intensieve controles op zogenaamde risicovluchten: de 100% controles.<br />
• U bent reeds gecontroleerd met behulp van drugshonden (afbeelding van hond in<br />
slurf waar mensen voorbij lopen).<br />
Er vindt nog een aantal andere controles plaats:<br />
• Interview (afbeelding douaneambtenaar die reiziger interviewt)<br />
• Kledingvisitatie (afbeelding douaneambtenaar die reiziger visiteert aan kleding)<br />
• Controle van (hand)bagage (afbeelding handbagage door xray)<br />
<strong>De</strong> Douane is zich ervan bewust dat de controles als belastend kunnen worden ervaren<br />
en gaat daarom zo zorgvuldig en zo efficiënt mogelijk te werk. <strong>De</strong> Douane biedt<br />
excuses aan voor het ongemak.”<br />
<strong>De</strong> Nederlandstalige tekst van de panelen die bij de ingang van de ruimten voor de<br />
nadere controle worden opgesteld, luidt als volgt:<br />
“ 100% controles van de Douane op Schiphol<br />
U bent geselecteerd voor nadere controles in het kader van de 100% controles.<br />
U levert uw paspoort en reisbescheiden in waarna registratie plaatsvindt.<br />
U neemt plaats in de wachtruimte, waar u wordt opgeroepen.<br />
<strong>De</strong> controle vindt plaats in volgorde van binnenkomst.<br />
<strong>De</strong> nadere controle bestaat uit:<br />
Controle van (hand)bagage.<br />
Controle van kleding.<br />
Indien nodig, kan lijfsvisitatie plaatsvinden.”<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
25
<strong>De</strong> panelen die op een andere plaats in de ruimten voor nadere controle zijn opgesteld,<br />
bevatten de volgende tekst:<br />
“100% controles van de Douane op Schiphol<br />
U bevindt zich in de controleruimte voor de 100% controles.<br />
<strong>De</strong> nadere controle bestaat uit:<br />
Controle van (hand)bagage.<br />
Controle van kleding.<br />
Indien nodig, kan lijfsvisitatie plaatsvinden.<br />
Indien u wordt aangehouden, wordt u overgedragen aan de Koninklijke Marechaussee.<br />
Anders kunt u uw weg vervolgen naar de aankomsthal waar uw koffer wordt gecon<br />
troleerd.”<br />
Naast de panelen met teksten in het Nederlands, stelt de Douane panelen op met<br />
vertalingen in het Engels, Spaans en Papiamento. Volgens het Ministerie van Justitie en<br />
het Ministerie van <strong>De</strong>fensie betekent het op een eerder moment informeren van de rei<br />
zigers een verbetering. Daarbij werd erop gewezen dat de aankomsthal voorheen na de<br />
aankomst van een risicovlucht bezaaid lag met flyers. 25<br />
Reizigers van wie de bagage in de bagagekelder van Schiphol in het kader van een<br />
controle is geopend, worden door de Douane niet geïnformeerd over de opening van hun<br />
bagage. 26<br />
6. Tijdsduur 100%controle<br />
In verschillende verzoekschriften aan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> is aandacht gevraagd<br />
voor de lange tijdsduur van de 100%controles. In het kader van een onderzoek naar een<br />
klacht over die tijdsduur liet de voorzitter van het managementteam van de Belasting<br />
dienst/Douane West het volgende weten: 27<br />
“…<strong>De</strong> verantwoordelijk leidinggevende van de Unit FT passagiers heeft mij het<br />
volgende meegedeeld.<br />
25<br />
Gesprek met vertegenwoordigers van de Ministeries van Justitie en van <strong>De</strong>fensie op 16 maart<br />
2006.<br />
26<br />
Informatie van de Douane tijdens werkbezoek op 10 februari 2006.<br />
27<br />
Brief van de Belastingdienst/Douane West aan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> d.d. 24 november<br />
2005, kenmerk 567/5162.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
26
Op vluchtniveau streeft de douane er naar om de tijd die de 100% douanecontrole<br />
toevoegt aan het normale afhandelingsproces, te beperken tot 2 uur.<br />
Op vluchtniveau wordt de doorlooptijd van de subprocessen door de Douane vast<br />
gelegd. Behoudens bijzondere omstandigheden lukt het om op vluchtniveau binnen<br />
de gestelde norm van twee uur te blijven…”<br />
In het kader van het onderhavige onderzoek werd meegedeeld dat het streven van de<br />
Douane erop is gericht de doorlooptijd van het hele proces te beperken tot twee uur, en<br />
dat een passagier in principe maximaal twee uur kwijt is, gerekend vanaf het moment van<br />
het verlaten van het vliegtuig tot en met het afhalen van de ruimbagage in de reclaim<br />
area. Wat betreft de controle bij de gate, het zogenoemde gateproces, werd aangegeven<br />
dat daarvoor maximaal één uur staat. Dit betekent dat alle passagiers en hun<br />
handbagage binnen een uur na het verlaten van het toestel moeten zijn gecontroleerd.<br />
Daarbij werd opgemerkt dat moeilijk is aan te geven hoeveel extra tijd men door een<br />
100%controle gemiddeld kwijt is aangezien deze controle is ingepast in het logistieke<br />
afhandelingsproces en in de paspoortcontrole van de Koninklijke Marechaussee. 28<br />
Tijdens de controles die de onderzoekers van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> in februari en<br />
maart 2006 hebben bijgewoond, bleek telkens dat zich wachtrijen vormden voor de<br />
tafeltjes waaraan het eerste interview wordt afgenomen. Door de lengte van deze rijen<br />
was een deel van de passagiers gedwongen in de koude slurf te wachten.<br />
Ook de teamcoördinator van de Douane met wie werd gesproken, ging op dit aspect<br />
in: 29<br />
“…Voor reizigers is het heel vervelend dat ze door de controle moeten wachten. Eerst<br />
komen ze uit de slurf en krijgen een interview. Daar ontstaan dan al rijen. In het begin<br />
was er de afspraak met de vliegmaatschappijen dat reizigers die slecht ter been waren<br />
en ouders met kinderen als eerste uit het vliegtuig kwamen en dat daarna de mensen in<br />
groepen van vijftig naar buiten zouden komen. Het is moeilijk gebleken om dit te hand<br />
haven. Iedereen wil na de landing zo snel mogelijk het vliegtuig uit. Het blijft lastig. Nu<br />
moeten ze vaak wachten in de slurf. Daar kan het koud zijn, dat is niet ideaal...”<br />
7. Registratie controleresultaten<br />
In het eerder genoemde werkdocument is over de registratie van gegevens het volgende<br />
gesteld:<br />
“…Uitgangspunt is dat van controles waarbij geen (aanwijzingen voor de aanwezigheid<br />
van) drugs worden bevonden, geen gegevens worden vastgelegd. Daarop bestaan twee<br />
uitzonderingen:<br />
* <strong>De</strong> passagier gaat als mogelijk malafide passagier naar de ruimte voor nadere<br />
controle. Op dat moment wordt een formulier opgemaakt voor het adequaat administre<br />
28 Gesprek op het Ministerie van Financiën d.d. 27 februari 2006 en informatie tijdens bezoek aan<br />
Schiphol op 22 maart 2006.<br />
29 Interview met teamcoördinator Douane d.d. 23 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
27
en van documenten, procesgang etc. Na afloop van de controle zonder resultaat<br />
worden vastgelegd: datum, vluchtnummer, naam passagier en de aanduiding “negatief”.<br />
* Er wordt een lijfsvisitatie m/o toegepast. Voor de lijfsvisitatie m/o is het een<br />
toepassingsvoorwaarde dat daarvoor bepaalde gegevens vastgelegd worden…”<br />
In het werkdocument is ook voorgeschreven dat een registratie wordt bijgehouden van<br />
alle in de bagagekelder van Schiphol opengemaakte bagage. <strong>De</strong> hondengeleider is<br />
daarvoor verantwoordelijk. Per gecontroleerde vlucht worden de volgende gegevens<br />
geregistreerd, ook indien geen drugs worden aangetroffen: datum, vluchtnummer,<br />
tagnummer van de onderzochte koffer, bevindingen.<br />
In het werkdocument is voorts het volgende uitgangspunt geformuleerd:<br />
“…<strong>De</strong> namen van de controlerende ambtenaren worden niet per controle vastgelegd.<br />
Aan de hand van het dienstrooster kan zonodig achteraf worden vastgesteld welke<br />
ambtenaren bij een bepaalde vlucht een bepaald controleproces hebben uitgevoerd…”<br />
Op verzoek van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> verstrekte het Ministerie van Financiën de<br />
volgende nadere informatie over de gegevens die per gecontroleerde vlucht worden<br />
geregistreerd: 30<br />
“Gegevens van het controleproces per vlucht met betrekking tot het passagiersproces:<br />
<strong>De</strong> volgende gegevens worden vastgelegd:<br />
aantallen passagiers, het aantal daarvan dat transfereert, en het aantal no shows<br />
(gegevens van de luchtvaartmaatschappij);<br />
het aantal verdiepte controles, het aantal aanhoudingen, het aantal keren toepas<br />
singen lijfsvisitatie (dit wordt vastgelegd op een verzamellijst met onderliggende for<br />
mulieren per vlucht).<br />
Van alle personen die voor verdiepte controle zijn geselecteerd wordt vastgelegd:<br />
datum<br />
vluchtnummer<br />
naam<br />
geboortedatum.<br />
Dat staat op een controleformulier per persoon; deze formulieren worden per vlucht<br />
verzameld en voorzien van een verzamellijst.<br />
Van de lijfsvisitatie met ontkleding wordt op het controleformulier de toestemming van<br />
de “tweede” ambtenaar voor het mogen uitvoeren daarvan vastgelegd, de resultaten<br />
van de visitatie, datum en vluchtnummer en naam visiterende ambtenaar en naam<br />
gecontroleerde persoon.<br />
30 Emaibericht d.d. 21 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
28
Als er niets wordt bevonden komt de aanduiding N of Neg van negatief op het onder<br />
liggende formulier te staan. Dit formulier blijft bij de verzamellijst per vlucht.<br />
Als er wel wat wordt bevonden wordt dat aangetekend; mét de vermelding op basis van<br />
welk procesonderdeel; vervolgens wordt een procesverbaal opgemaakt. Het controle<br />
formulier wordt in dergelijke gevallen in het procesverbaaldossier gevoegd; op de<br />
vluchtverzamelstaat wordt een verwijzing naar het procesverbaal gemaakt.<br />
Controle van de koffers met de honden in de bagagekelder.<br />
Hondengeleiders moeten bij bevindingen een relaas opmaken.<br />
Daarnaast moeten zij van de koffers die open zijn gemaakt maar waarbij geen bevinding<br />
is gedaan wél een vastlegging doen, zodat traceerbaar is wat is gecontroleerd door het<br />
openmaken van de koffer (per vlucht wordt een overzicht gemaakt van de betreffende<br />
claimtagnummers).<br />
Overdracht door douane aan de Koninklijke marechaussee<br />
Ten behoeve van de strafrechtelijke afwikkeling:<br />
door de douane wordt proces verbaal van aanhouding en bevindingen opgemaakt;<br />
daarin wordt de overdracht gerelateerd;<br />
bij dit procesverbaal moet tevens (voor zover van toepassing) een kennisgeving van<br />
inbeslagname gevoegd worden;<br />
en een kopie van het bewijs van ontvangst.<br />
<strong>De</strong>ze drie documenten blijven fysiek bij de smokkelaars en/of de goederen (worden dus<br />
mee overgedragen) en beide organisaties houden een exemplaar achter van deze<br />
documenten.<br />
Doorlooptijden<br />
Doorlooptijden van het proces; dus géén extra tijd van de douane:<br />
doorlooptijd gateproces (eerste passagier stapt uit tot laatste passagiers gecon<br />
troleerd; richttijd 45 minuten);<br />
doorlooptijd reclaimproces (eerste koffer op de reclaimband tot laatste passagier<br />
gecontroleerd; richttijd 5 kwartier);<br />
doorlooptijd van het totaalproces; (eerste passagier stapt uit tot laatste passagier in<br />
reclaim gecontroleerd) met dus als richttijd binnen twee uur op Plaza.”<br />
8. Faciliteiten op de beide pieren<br />
8.1. Verschillende ambtenaren met wie in het kader van het onderzoek van de <strong>Nationale</strong><br />
<strong>ombudsman</strong> werd gesproken, maakten opmerkingen over de ruimten waarin de controles<br />
van de Douane plaatsvinden.<br />
8.2. Een teamcoördinator van de Douane bij de 100%controles deelde het volgende<br />
mee: 31<br />
31 Interview d.d. 23 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
29
“…<strong>De</strong> 100%controle wordt wel als een zware belasting ervaren. Je moet steeds alles<br />
weer opnieuw opbouwen en afbreken voor elke controle. Er is geen pier permanent<br />
ingericht voor de controles.<br />
<strong>De</strong> controle gebeurt op de G of de Epier. Het lastige van het werk is ook dat je vaak<br />
moet wachten voordat het vliegtuig komt. In de tussenliggende tijd kun je, terwijl er<br />
genoeg te doen valt elders, alleen maar afwachten. Dat kan frustrerend zijn.<br />
(…)<br />
Zo is kort geleden ook de controleruimte op de Epier behoorlijk verbeterd. Op de Gpier<br />
is dat nog niet het geval. Daar is op dit moment maar weinig ruimte beschikbaar voor<br />
het afhandelen, waardoor ook de privacymogelijkheden beperkter zijn dan op de E<br />
pier…”<br />
8.3. Een andere ambtenaar van de Douane, lid van het zogenoemde kwaliteitsteam bij de<br />
100%controles, merkte in dit verband het volgende op: 32<br />
“…Ook zou het een verbetering zijn als we een vaste pier hadden, die er helemaal op<br />
ingericht is. Op de Epier is de controleruimte pas verbouwd en voldoet aan alle eisen,<br />
maar de Gpier moet wat dat betreft nog onder handen worden genomen.<br />
Het is op de Gpier nu toch maar behelpen. Het ziet er niet zo goed uit. Vooral de<br />
wachtruimte beneden vind ik niet zo goed. Ook alle energie die gaat zitten in het<br />
opbouwen en weer afbreken van alles is zonde…”<br />
8.4. <strong>De</strong> leider van het Veegteam van de Koninklijke Marechaussee District Schiphol<br />
deelde ter zake het volgende mee: 33<br />
“…Een ander punt betreft de inrichting van de Gpier. Ik denk dat die veel beter moet<br />
worden ingericht. Het is er rommelig, je wordt er haast depressief van. Er zou een<br />
aparte ophoudruimte moeten komen waar mensen na hun aanhouding door de Douane<br />
en overdracht aan de KMar zouden moeten kunnen wachten op onze administratieve<br />
afhandeling en op vervoer naar SchipholOost. Een fatsoenlijke ruimte met meubilair en<br />
een vriendelijke uitstraling, en vooral ook voorzien van een slikkerstoilet. En een scan<br />
apparaat. Ik begrijp dat de leiding van de luchthaven hier ook een belangrijke stem in<br />
heeft, maar dit soort wensen moet wel worden besproken…”<br />
8.5. Een medewerker van het Veegteam stelde in dit verband het volgende: 34<br />
“…<strong>De</strong> ruimte waar de verdiepte controle en de overdracht van verdachten door de<br />
Douane plaatsvinden, is niet prettig. Er zou een vaste goed ingerichte ruimte beschik<br />
baar moeten zijn voor deze taken…”<br />
8.6. Op zowel de Epier als de Gpier zijn in de ruimte voor de nadere controle twee<br />
afsluitbare ruimten beschikbaar voor het uitvoeren van lijfsvisitaties met ontkleding.<br />
32 Interview d.d. 23 maart 2006.<br />
33 Interview d.d. 3 april 2006.<br />
34 Interview d.d. 3 april 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
30
Tijdens hun bezoek aan de Epier op 10 februari 2006 stelden de onderzoekers van het<br />
Bureau <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> vast dat de visitatieruimten aldaar vuil waren, dat zij<br />
slechts waren voorzien van een tafel en dat er geen kledinghaken aanwezig waren.<br />
Tijdens een bezoek aan de Gpier op 13 maart 2006 bleek dat de visitatieruimten aldaar<br />
zijn voorzien van deuren van een materiaal waardoor de silhouetten van in de ruimte<br />
aanwezige personen goed zichtbaar zijn door die deuren. <strong>De</strong>ze twee visitatieruimten zijn<br />
wel voorzien van kledinghaken, maar niet van een tafel.<br />
9. Aanvullende informatie van twee Douaneambtenaren<br />
<strong>De</strong> hiervoor al bedoelde ambtenaar van de Douane die als lid van het zogenoemde<br />
kwaliteitsteam betrokken is bij de uitvoering van de 100%controles en de ambtenaar van<br />
de Douane die als teamcoördinator aan die controles deelneemt, verstrekten in het kader<br />
van het onderzoek nog een aantal inlichtingen over verschillende aspecten van hun<br />
werk. 35<br />
Het lid van het kwaliteitsteam deelde onder meer het volgende mee:<br />
“…Het werk is steeds anders. <strong>De</strong> manier waarop mensen het spul vervoeren is steeds<br />
anders. <strong>De</strong> reizigers krijgen zelf ervaring, weten hoe een controle in zijn werk gaat. Je<br />
moet daarom heel alert blijven. In het begin was het veel makkelijker. <strong>De</strong> pakkans was<br />
groot en de mensen waren verrast door de controle. Nu weet iedereen dat je er staat.<br />
Mensen worden scherper en gehaaider. Er zijn nu minder slikkers en meer body<br />
packers. Mensen verstoppen het steeds op andere plekken. Dat steeds toch weer te<br />
ontdekken dat maakt het werk wel spannend.<br />
Terugkoppeling van de controles door de KMar met de bodyscan vonden voorheen<br />
plaats als je daar zelf om vroeg. Tegenwoordig wordt dat per dag op standaardlijsten<br />
teruggekoppeld. Ik wil zelf ook wel weten wat er met de aangehouden reizigers is<br />
gebeurd. Soms zit je er toch naast en dan probeer je te begrijpen waar het mis is<br />
gegaan. <strong>De</strong>ze informatie wordt in interne besprekingen meegenomen. Zoals bijvoor<br />
beeld in het overleg van de kwaliteitsfunctionarissen.<br />
Een verbetering in het proces zou wat mij betreft zijn dat we in plaats van het tweede<br />
interview een scan doen. Dan heb je meteen zekerheid en kun je mensen veel sneller<br />
doorsturen.<br />
Er is op werkniveau niet veel contact met de KMar. Alleen bij de overdracht. Op hoger<br />
niveau zal het er wel zijn. Wij zelf hebben onze eigen taken en weinig overlap met de<br />
KMar.<br />
Meestal werken mensen zonder problemen mee, ook aan het tweede interview. Heel af<br />
en toe gaat er iemand door het lint, maar dat zijn incidenten.<br />
35 Interviews d.d. 23 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
31
Als iemand problemen maakt, leg ik rustig uit waarom de controle plaats heeft en dat hij<br />
verplicht is mee te werken. Meestal is er dan geen probleem. Mensen willen zo snel<br />
mogelijk naar huis.<br />
Een enkele keer blijft iemand problemen maken bij het eerste interview, die gaat dan de<br />
verdiepte controle in. Vaak is er dan ook wel wat aan de hand…”<br />
<strong>De</strong> teamcoördinator merkte onder meer het volgende op:<br />
“…Voor de Douane was de invoering van de 100%controles best een grote belasting.<br />
<strong>De</strong>ze controle is prioriteit numero één. Alle andere werkzaamheden moeten er voor<br />
wijken.<br />
Het zware van het werk is ook dat je vaak de controles bij twee vliegtuigen vlak achter<br />
elkaar moet doen. Het kan dan gaan om tweemaal 400 passagiers.<br />
<strong>De</strong> kick is wel als je dan inderdaad mensen met cocaïne kunt aanhouden. Het belang<br />
van de controles is groot. Als je vandaag zou stoppen, kun je er zeker van zijn dat het<br />
morgen weer binnenstroomt.<br />
Toen men met de controles begon, werden er eerst vrijwilligers gevraagd. Zelf heb ik<br />
me toen niet aangemeld. Later is een hele groep aangewezen om mee te draaien. Aan<br />
vankelijk was ik terughoudend, ik houd me liever bezig met het bredere douanewerk. Ik<br />
werk nu vijf jaar bij de Douane op Schiphol. Bij de 100%controles ligt er een heel ander<br />
accent. Je hebt ook veel meer te maken met fouilleren en dat is voor reizigers belastend<br />
maar ook voor het personeel. Het is toch heel intiem dat fouilleren aan de kleding. Nu ik<br />
eenmaal meedraai, vind ik het wel goed zo. Je kunt op verschillende plekken in het con<br />
troleproces worden ingezet. Als coördinator zet ik mijn mensen zoveel mogelijk in op<br />
basis van hun competenties en voorkeur. Zelf heb ik bijvoorbeeld voorkeur om bij de<br />
bagageband te staan met de ruimbagage. Op die manier probeer ik de snelheid in het<br />
proces te bevorderen.<br />
<strong>De</strong> interviews worden niet door alle douaniers gedaan, daarvoor moet je bepaalde erva<br />
ring (minimaal een jaar) en aanleg hebben. Niet iedereen is er geschikt voor en niet<br />
iedereen wil het doen.<br />
<strong>De</strong> cocaïnevangst was in het begin enorm. Nu is dat minder.<br />
Als coördinator heb ik wel te maken met veel wisselingen binnen het personeel.<br />
Er komen veel jonge nieuwe mensen binnen. <strong>De</strong>ze moeten worden opgeleid. Ze gaan<br />
twaalf weken in opleiding, zes weken lopen ze mee met hun mentor en zes weken lopen<br />
ze mee met de 100%controle. Ook dit is wel een belasting. Mensen moeten steeds<br />
weer geschoold worden. Ze moeten leren hoe ze met de reizigers moeten omgaan, ze<br />
moeten zich leren in te leven hoe het is om na een lange vlucht op deze manier gecon<br />
troleerd te worden. Ook wordt aandacht besteed aan culturele achtergronden en de<br />
impact die een 100%controle kan hebben op een reiziger.<br />
Wat betreft nadere scholing heb ik geen wensen. Het meeste haal je uit de praktijk.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
32
Voor reizigers is het heel vervelend dat ze door de controle moeten wachten. Eerst<br />
komen ze uit de slurf en krijgen een interview.<br />
Daar ontstaan dan al rijen. (…) Toch verloopt de controle over het algemeen goed. Er<br />
zijn bijna geen mensen die hun medewerking weigeren.<br />
Op werkvloerniveau vindt er geen overleg plaats tussen Douane en de KMar over de<br />
100%controles. Op andere niveaus vindt wel overleg plaats.<br />
Wel wordt door de KMar dagelijks met standaardlijsten teruggekoppeld welke aange<br />
houden reizigers positief of negatief waren. Zelf houd ik ook bij in hoeverre degenen die<br />
ik doorstuur ook worden aangehouden en of er uiteindelijk iets bij ze gevonden wordt.<br />
Daar leer je toch weer van en die informatie is ook voor andere collega’s van belang.<br />
Als je iemand vindt passen in het slikkersprofiel dan stuur je hem door naar de verdiepte<br />
controle. We gaan werken met loopbriefjes. <strong>De</strong> informatie uit het eerste interview wordt<br />
daarop doorgegeven aan degene die het tweede interview doet. Dit kan ook mondeling<br />
gebeuren. <strong>De</strong> kwaliteitsmedewerker doet daarna altijd nog een toets op het tweede<br />
interview en doet verder de aanhouding. Hij stelt ook het proces verbaal van aanhou<br />
ding op en draagt over aan de KMar.<br />
Voor de controle houden we een briefing en meestal vindt na afloop van dienst een<br />
debriefing plaats. Dan worden bijzonderheden doorgenomen. Wat ging er mis. Waar<br />
moeten op gelet worden. Je moet steeds scherp blijven. Er zijn steeds nieuwe manieren<br />
van smokkelen. Ook voor de nieuwe mensen is het belangrijk steeds de gang van<br />
zaken te bespreken.<br />
Contact met de KMar is er tijdens de uitvoering van de 100%controles niet veel, behal<br />
ve bij de aanhouding. <strong>De</strong> Douane maakt het procesverbaal van aanhouding, de KMar<br />
neemt de reiziger over. Er is op operationeel niveau geen structureel overleg met de<br />
KMar over de uitvoering van de 100%controle. Niet op ons niveau, wel op hoger niveau<br />
<strong>De</strong> uitvoering van de 100%controles is vanaf het begin een lerend proces geweest,<br />
waarbij steeds onderdelen zijn bijgesteld en verbeterd. Eerst namen we bijvoorbeeld de<br />
mobiele telefoons in bij de verdiepte controle. Nu vragen we de reizigers hem uit te<br />
zetten. Voorheen bekeken we alleen de reisbescheiden. Nu bekijken we ook de pas<br />
poorten, dit mag sinds januari 2005 op grond van de Wet op de identificatieplicht.<br />
Er wordt nu ook via posters en zo meer informatie verstrekt. Dat voorkomt ook dat<br />
mensen gaan klagen. Als ze van te voren weten waarom het is en dat het even duurt,<br />
laten ze het meestal gelaten over zich heen komen…”<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
33
V. AANHOUDING DOOR DE DOUANE EN OVERDRACHT<br />
VERDACHTEN AAN DE KMAR<br />
1. Inleiding<br />
In het eerdergenoemde werkdocument van de Douane is in algemene zin het volgende<br />
opgemerkt over de scheidslijn tussen controle en opsporing:<br />
“…Uit de jurisprudentie van de H.R. (Hoge Raad; N.o.) kan worden afgeleid, dat bij<br />
samenloop van controle en opsporing geen verplichting bestaat om opsporing boven<br />
controle te laten prevaleren. Uit het oogpunt van subsidiariteit is het zinvol (zeker bij het<br />
massale en sterk gestructureerde proces van de 100%controles) om met toepassing<br />
van de controlebevoegdheden eerst zo volledig mogelijk de aanwezigheid van cocaïne<br />
vast te stellen. Bovendien strookt deze aanpak met het uitgangspunt van de stofgerichte<br />
benadering, waarbij de inbeslagneming van de totale hoeveelheid drugs die zich aan<br />
boord bevindt, voorop staat.<br />
In een opvolgend stadium wordt de eventuele verdenking ten aanzien van personen<br />
geïndividualiseerd en geobjectiveerd. Het onderzoek gaat dus pas over in de opspo<br />
ringssfeer, wanneer na afronding van een of meer van de onderdelen van het controle<br />
proces ten aanzien van een individuele passagier uit de vastgestelde feiten en omstan<br />
digheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.<br />
Daarbij moet erop worden gelet, dat als tijdens het onderzoek controle en opsporing<br />
samenvallen, de aan de verdachte toegekende waarborgen (met name het zwijgrecht)<br />
in acht genomen worden…”<br />
In het Handhavingsarrangement ter uitwerking van de Vijfde voortgangsrapportage staan<br />
de verantwoordelijkheden en de taken van de Douane, de KMar en het Openbaar<br />
Ministerie in het kader van de 100%controle exact omschreven. Ook worden hier de<br />
werkprocessen inclusief het moment van de overdracht van de arrestanten door de<br />
Douane aan de KMar na de aanhouding omschreven. .<br />
2. <strong>De</strong> feitelijke gang van zaken<br />
<strong>De</strong> aanhouding<br />
Indien de Douane een passagier van een toestel dat is onderworpen aan een 100%<br />
controle verdenkt van drugssmokkel, houdt de Douane deze passagier aan. <strong>De</strong> Douane<br />
baseert deze verdenking op de zogenoemde door het Openbaar Ministerie vastgestelde<br />
slikkerscriteria zoals hiervoor omschreven in hoofdstuk IV onder 2b of op de vondst van<br />
drugs in de bagage of aan het lichaam. Indien de Douane in de reclaimruimte cocaïne in<br />
de bagage aantreft, brengt de Douane de passagier en de bagage over naar de Gpier<br />
voor nader onderzoek.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
34
Aan de betrokkene wordt op het moment van aanhouding meegedeeld dat hij wordt ver<br />
dacht van de invoer van drugs. 36<br />
<strong>De</strong> overdracht<br />
<strong>De</strong> Douane maakt een procesverbaal van aanhouding op en draagt de betrokkene<br />
vervolgens, met zijn hand en ruimbagage, over aan de Koninklijke Marechaussee op de<br />
Gpier. <strong>De</strong> coördinator van het Veegteam van de Koninklijke Marechaussee District<br />
Schiphol deelde hierover het volgende mee. 37<br />
“…We hebben ook lange tijd problemen gehad met het aangeleverd krijgen van de<br />
ruimbagage van aangehouden personen. Wij nemen alleen nog maar aangehouden<br />
personen over met hun bagage en mét eventuele cocaïne, omdat we daar in het verle<br />
den veel problemen mee hadden. Dan hadden we de persoon op SchipholOost maar<br />
niet zijn bagage. Als we hem dan wilden heenzenden, duurde het vaak heel lang voor<br />
dat we de bagage eindelijk hadden. We hebben voet bij stuk gehouden, en nu gaat het<br />
veel sneller. <strong>De</strong> Douane kan binnen een kwartier de ruimbagage uit de kelder of uit de<br />
reclaimruimte halen. Op het moment dat verdiepte controle plaatsvindt, zou de bagage<br />
van de personen die voor de verdiepte controle in aanmerking komen al geoormerkt<br />
moeten worden om te voorkomen dat er oponthoud ontstaat wegens het ontbreken van<br />
bagage bij de verdachte…”<br />
Indien de aanhouding heeft plaatsgevonden op de Epier, brengt de Douane de betrokke<br />
ne eerst over naar de Gpier. Voor dit transport maakt de Douane gebruik van een busje.<br />
<strong>De</strong> KMar neemt de arrestant over van de Douane na controle van de processenverbaal,<br />
de in beslag genomen goederen en nadat de bagage compleet is bevonden. Indien de<br />
(hulp) officier van justitie (KMar) de gronden onvoldoende acht voor aanhouding wordt de<br />
reiziger onmiddellijk heengezonden.<br />
<strong>De</strong> KMar maakt na de overdracht foto’s van elke verdachte met zijn bagage. <strong>De</strong>ze foto’s<br />
worden gevoegd bij het administratieve dossier. <strong>De</strong>ze foto’s worden gemaakt ter identifi<br />
catie en om te voorkomen dat later niet meer te achterhalen is welke bagage bij welke<br />
persoon hoort.<br />
<strong>De</strong> tijd dat men wacht op het vervoer benut de KMar om de aangehouden persoon reeds<br />
in het Bedrijfsprocessensysteem (BPS) 38 te plaatsen . Ook vindt dan de administratieve<br />
voorbereiding voor de plaatsing op de zwarte lijst plaats. 39<br />
Met betrekking tot de inbeslagneming van goederen van aangehouden personen ver<br />
strekte de KMar de volgende informatie: 40<br />
36 Artikel 2 Opiumwet.<br />
37 Interview d.d. 3 april 2006.<br />
38 Het BPS vormt een registratie in de zin van de Wet politieregisters.<br />
39 Zie hierna, hoofdstuk VIII.<br />
40 Emailbericht d.d. 16 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
35
“…Inbeslagneming vindt plaats op grond van het gestelde in artikel 94a van het<br />
Wetboek van Strafvordering. Het Openbaar Ministerie beslist op grond van het Wetboek<br />
van Strafvordering over teruggave van in beslag genomen goederen. Behoudens (snel)<br />
bederfelijke goederen, worden de goederen ingeleverd bij de Beheerder In beslag geno<br />
men Goederen en Gelden (BIGG). <strong>De</strong>ze verzorgt conform het Wetboek van Strafvorde<br />
ring zo nodig de teruggave en de deponering c.q. vernietiging. Snel bederfelijke goede<br />
ren die in beslag genomen zijn worden op last van de OvJ vernietigd c.q. afgevoerd.”<br />
<strong>De</strong> overdracht na aanhouding aan de hulpofficier van justitie dient zo spoedig mogelijk<br />
plaats te vinden. 41 In het Handhavingsarrangement staat vermeld dat deze overdracht<br />
binnen een uur dient plaats te vinden. <strong>De</strong> leider van het Veegteam van de Koninklijke<br />
42 ∙<br />
Marechaussee District Schiphol deelde hierover het volgende mee:<br />
“…Een belangrijk knelpunt zit hem in de overdacht van verdachten door de Douane aan<br />
de KMar. <strong>De</strong> Douane houdt aan en maakt procesverbaal. Dat aanmaken van een<br />
procesverbaal gaat geautomatiseerd in een Excelbestand. Dat aanmaken van een<br />
procesverbaal duurt veel te lang. Wij nemen verdachten pas over als alles compleet is,<br />
en dat duurt zo anderhalf uur…”<br />
Faciliteiten op de GPier<br />
Tijdens het verblijf op de E of Gpier zijn, zoals hiervoor in hoofdstuk IV onder 8 al aan<br />
de orde kwam, geen bijzondere faciliteiten voor de opvang van arrestanten. Er is geen<br />
aparte ophoudruimte. <strong>De</strong> reizigers die voor de verdiepte controle zijn geselecteerd en<br />
degenen die zijn aangehouden en wachten op de overdracht aan de KMar bevinden zich<br />
in één ruimte. Uit de gesprekken met verschillende functionarissen van de Douane en de<br />
KMar is naar voren gekomen dat zij deze situatie verre van ideaal vinden. 43 Ook zijn er<br />
geen faciliteiten om arrestanten van voedsel en drinken te voorzien. <strong>De</strong> KMar verstrekt in<br />
deze fase alleen zonodig water en geen warme drank, dit ook in verband met de<br />
medische risico’s bij bolletjesslikkers. 44 <strong>De</strong> KMar gaf in het kader van het onderzoek<br />
hierover de volgende informatie: 45<br />
“…Op Schiphol, op de Epier en de Gpier zijn geen voorzieningen, alleen een nood<br />
toilet. Op SchipholOost zijn alle voorzieningen die bij normale verzorging noodzakelijk<br />
zijn. Op SchipholOost is de medische dienst beschikbaar en zonodig ook een GG en<br />
GD arts die snel ter plaatse kan zijn. Tevens zijn er zaken om een eventuele reanimatie<br />
uit te kunnen voeren (zgn ‘crashkar’). Verder is er medicatie aanwezig en kunnen er<br />
laxeermiddelen worden verstrekt indien men dat wenst of medisch noodzakelijk wordt<br />
geacht, bijv. bij slechte kwaliteit van de bollen.<br />
Bij gebruik van het chemische toilet kan er geen beoordeling worden gemaakt over de<br />
verpakkingskwaliteit van de bollen. Zolang dit niet het geval is kan derhalve ook geen<br />
41 Artikel 56 Wetboek van Strafvordering.<br />
42 Interview d.d. 16 maart 2006.<br />
43 Interviews d.d. douane 23 maart 2006 en 3 april 2006.<br />
44 Emailbericht d.d. 16 maart 2006.<br />
45 Emailbericht d.d. 16 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
36
eële inschatting worden gemaakt over de mate van levensbedreiging waarin de koerier<br />
verkeert.<br />
Pas na het spoelen van de bollen kan daarover een eerste indicatie plaatsvinden…”<br />
Na aanhouding stelt de KMar, indien de arrestant dit wenst, zijn familie of kennissen op<br />
de hoogte van de situatie. <strong>De</strong> arrestant mag niet zelf bellen in verband met het lopende<br />
onderzoek. <strong>De</strong> leider van het Veegteam van de Koninklijke Marechaussee District<br />
Schiphol deelde hierover het volgende mee: 46<br />
“…Van de mogelijkheid die aangehouden reizigers wordt geboden om afhalers te laten<br />
bellen om hen te infomeren over het oponthoud wordt weinig gebruik gemaakt. Ik heb<br />
de indruk dat men het niet prettig vindt dat familieleden via de KMar of de Douane<br />
geïnformeerd worden…”<br />
In het gesprek van 16 maart 2006 werd daar nog de volgende informatie aan toege<br />
voegd: 47<br />
“…Men mag/kan bellen met afhalers/familieleden tenzij het onderzoeksbelang zich<br />
daartegen verzet. Dit is doorgaans niet het geval bij de 100%controle. Daarnaast krijgt<br />
verdachte bezoek van de reclassering en een advocaat die hiervoor zorgt.<br />
Men mag tot de aanhouding bij de Douane bellen om afhalers in kennis te stellen van<br />
een verlate komst. Na de aanhouding worden de mobiele telefoons in beslag genomen<br />
en kan men eventuele afhalers in kennis stellen via een telefoon (eigen telefoon is dan<br />
als bewijsmateriaal in belang van het onderzoek in beslag genomen). Negatief aange<br />
houden verdachten worden in de gelegenheid gesteld alhier te bellen. Het staat de aan<br />
gehouden personen vrij om hun ambassade in kennis te laten stellen. Dit wordt tijdens<br />
het strafrechtelijk onderzoek door de KMar ook tijdens het verhoor gevraagd en normaal<br />
in het verhoor verwerkt…”<br />
Het transport naar het <strong>De</strong>tentiecentrum SchipholOost<br />
<strong>De</strong> KMar zorgt voor het transport van de arrestanten vanaf de Gpier naar het <strong>De</strong>tentie<br />
centrum SchipholOost. In het kader van het onderzoek van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
gaf de KMar de volgende informatie over het vervoer: 48<br />
“…Verdachten worden in ingerichte arrestantenbusjes vervoerd. Kinderen worden in<br />
speciaal vervoer vervoerd in verband met de veiligheid. Het vervoer vindt zo spoedig<br />
mogelijk plaats.<br />
<strong>De</strong> KMar heeft één arrestantenbus beschikbaar die zo effectief mogelijk wordt ingezet.<br />
Een ‘rondje’ Luchthaven naar SchipholOost duurt ca één à anderhalf uur (afhankelijk<br />
van het aantal verdachten, in en uitladen pax en bagage etc).<br />
46 Interview d.d. 3 april 2006.<br />
47 Verslag d.d. 16 maart 2006.<br />
48 Emailbericht d.d. 16 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
37
<strong>De</strong> wachttijd op SchipholCentrum wordt benut om de aangehouden personen reeds in<br />
het BPS en RBS 49 te plaatsen zodat als men op SchipholOost aankomt men daar<br />
meteen van start kan gaan (tijdbesparende factor).<br />
We wachten niet op een volle bus maar kijken wel of dat we een effectieve bezetting,<br />
bijvoorbeeld als er op korte termijn nog een of een paar verdachten aankomen en deze<br />
binnen 15 à 20 minuten ook vervoersklaar zijn dan wachten we daarop. Dit om te<br />
voorkomen dat die personen dan weer onnodig lang moeten wachten. Personen die zijn<br />
aangehouden met kinderen hebben absolute voorrang.<br />
Na controle van de processenverbaal, de inbeslaggenomen goederen en het afhan<br />
delen van de zwarte lijst zal men, indien het vervoer beschikbaar is, ca. binnen 30 à 45<br />
minuten worden vervoerd.”<br />
49 RBS: Recherchebasissysteem, evenals als het BPS een register in de zin van de Wet<br />
politieregisters.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
38
VI. OPSPORING DOOR DE KMAR<br />
1. Inleiding<br />
<strong>De</strong> KMar verricht het opsporingsonderzoek. <strong>De</strong> aanhouding vindt plaats op verdenking<br />
van overtreding van de Opiumwet. Wanneer cocaïne is gevonden in de bagage of is<br />
meegevoerd aan het lichaam (bodypackers) is de verdenking bevestigd. <strong>De</strong> arrestant<br />
wordt dan zo spoedig mogelijk voorgeleid aan een (hulp) officier van justitie en in verze<br />
kering gesteld wegens invoer van drugs. In geval van verdenking van het meevoeren van<br />
cocaïne in het lichaam (de slikkers en de duwers) moet onderzoek worden ingesteld om<br />
vast te stellen of er reden is voor verdere strafvervolging.<br />
Op grond van het Wetboek van Strafvordering heeft de KMar vanaf het moment van aan<br />
komst op de plek van verhoor zes uur de tijd voor onderzoek. Binnen dit tijdbestek<br />
worden de verdachten voorgeleid aan de (hulp) officier van justitie, die beslist of er grond<br />
is voor inverzekeringstelling.<br />
<strong>De</strong> KMar zet in het kader van de 100%controle ook het scanapparaat (röntgenfoto) in<br />
om vast te stellen of er sprake is van het slikken of duwen van bolletjes. Door middel van<br />
een scan kan op eenvoudige wijze worden vastgesteld of de verdachte bolletjes in het<br />
lichaam heeft. Indien dit wordt vastgesteld wordt de verdachte in verzekering gesteld.<br />
Een onderzoek met de scan vindt plaats op vrijwillige basis. Indien geen bolletjes worden<br />
aangetroffen is de verdenking niet bevestigd en dient de arrestant zo spoedig mogelijk in<br />
vrijheid te worden gesteld.<br />
Wanneer de arrestant geen scan wil laten maken, blijft hij verdacht en wordt hij ook in<br />
verzekering gesteld. <strong>De</strong> termijn voor inverzekeringstelling bedraagt drie dagen. 50 Volgens<br />
de KMar is deze termijn in het algemeen voldoende om drie maal te “produceren”. <strong>De</strong>ze<br />
termijn kan bij dringende noodzakelijkheid eenmaal voor ten hoogste drie dagen verlengd<br />
worden. 51 Het kan overigens wel tien dagen duren voordat een slikker alle bolletjes heeft<br />
uitgepoept. 52 Indien bij het produceren cocaïne wordt aangetroffen, is het strafbare feit<br />
bewezen en wordt de arrestant voorgeleid aan de rechtercommissaris, die beslist over<br />
de inbewaringstelling.<br />
<strong>De</strong> KMar is tot het moment van de inbewaringstelling verantwoordelijk voor het strafrech<br />
telijk onderzoek.<br />
2. Onderzoek<br />
Op de vraag van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> aan welke onderzoeken de aangehoudenen<br />
worden onderworpen voordat een eventuele bewaring begint, deelde de KMar 53 het vol<br />
gende mee: 54<br />
50 Artikel 58 Wetboek van Strafvordering.<br />
51 Artikel 58 Wetboek van Strafvordering.<br />
52 Mededeling Medische Dienst tijdens bezoek aan <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol op 13 maart 2006.<br />
53 <strong>De</strong> bij brief van 26 januari 2006 door de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> over dit onderwerp gestelde<br />
vragen zijn opgenomen in Bijlage 2, onder III J.<br />
54 Emailbericht d.d. 16 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
39
“…Zonodig voor transport wordt aangehoudene aan een veiligheidsfouillering aan de<br />
kleding bij c.q. overbrenging/ophouding onderworpen.<br />
Bij de toetsing aanhouding bij de voorgeleiding door de HOvJ, vindt een uitvraag plaats<br />
voor vrijwillige medewerking aan het maken van röntgenfoto’s (scan), verhoor door<br />
HOvJ bij inverzekeringstelling.<br />
Indien er ernstige bezwaren zijn, kan door de opsporingsambtenaar een onderzoek aan<br />
de kleding worden ingesteld (art 9 lid 2 Opiumwet).<br />
Op last van een (H)OvJ kan bij gerezen ernstige bezwaren een onderzoek aan kleding<br />
en of het lichaam worden bevolen of zonodig op last van de OvJ in het lichaam (art 56<br />
Sv).<br />
Na overdracht aan DJI doet DJI in samenwerking met de KMar een insluitingsfouillering<br />
om van twee naar één fouillering toe te werken (veiligheids en insluitingsfouillering).Dit<br />
heeft tevens tot doel om de discussie over de aanwezigheid van waardevolle eigendom<br />
men en geldmiddelen te vermijden…”<br />
Op 16 maart 2006 verstrekten vertegenwoordigers van het Ministerie van Justitie<br />
(Openbaar Ministerie en Dienst Justitiële Inrichtingen) en van het Ministerie van <strong>De</strong>fensie<br />
(Koninklijke Marechaussee) in aanvulling op de schriftelijke informatie van de KMar en<br />
van de plaatsvervangend directeur van het <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol aanvullende infor<br />
matie aan de onderzoekers van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong>. <strong>De</strong>ze informatie werd door de<br />
onderzoekers vastgelegd in een verslag. Met betrekking tot het onderzoek werd de<br />
volgende informatie verstrekt: 55<br />
“…Na de overdracht van een verdachte door de Douane aan de KMar vindt een<br />
kledingfouillering plaats. Vervolgens wordt een verdachte naar SchipholOost overge<br />
bracht alwaar hij aan de hulpofficier van justitie wordt voorgeleid. Daarna kan in het<br />
kader van de strafvordering opnieuw onderzoek aan en in het lichaam plaatsvinden.<br />
<strong>De</strong> DJI en KMar werken zoveel mogelijk samen om de stappen in het proces te<br />
beperken. DJI kan op grond van de Penitentiaire beginselenwet in het kader van de<br />
veiligheid binnen de inrichting onderzoek doen aan het lichaam, waarbij de lichaams<br />
holten worden geschouwd. Daarnaast is er, op grond van de PBW, de mogelijkheid tot<br />
onderzoek in het lichaam. Hiervoor dient altijd een arts ingeschakeld te worden. Binnen<br />
het DC SchipholOost is zo’n inwendig onderzoek echter nimmer voorgekomen.<br />
Een medisch onderzoek maakt wel deel uit van het onderzoek door de KMar. Dit<br />
medisch onderzoek is een beoordeling van de medische toestand van de verdachte en<br />
dient niet het strafvorderlijk onderzoek. Een scanonderzoek wordt uitgevoerd door een<br />
daartoe opgeleide verpleegkundige. Bij aangetroffen drugs in de lichaamsholten<br />
(duwers) krijgen verdachten gelegenheid om de drugs zelf te verwijderen in plaats van<br />
door een arts.<br />
Vanuit de PBW is er voor DJImedewerkers geen fysiek contact toegestaan tussen<br />
medewerker en verdachte bij het onderzoek aan het lichaam. Dit onderzoek wordt<br />
uitgevoerd door medewerkers van het hetzelfde geslacht.<br />
Voor de KMar geldt dat de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan fouillering e.d.<br />
dwingend is voorgeschreven…”<br />
55 Verslag van de bespreking d.d. 16 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
40
Op de vraag van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> in hoeverre is gewaarborgd dat deze<br />
onderzoeken voor betrokkenen op zo min mogelijk belastende wijze plaatsvinden,<br />
antwoordde de KMar: 56<br />
“…Er is een rechtsbasis voor de onderzoeken. Alleen indien er een grond aanwezig is<br />
worden de noodzakelijke onderzoeken uitgevoerd. <strong>De</strong> onderzoeken vinden plaats bij<br />
mannen door mannen en bij vrouwen door vrouwen en de onderzoeken in het lichaam<br />
worden alleen uitgevoerd door een (politie)arts.<br />
<strong>De</strong> veiligheids en insluitingsfouillering worden tegelijk uitgevoerd door DJI en de<br />
KMar...”<br />
In het hiervoor genoemde gesprek van 16 maart 2006 werd daar nog de volgende infor<br />
matie aan toegevoegd: 57<br />
“…Men tracht het aantal stappen in de procedure wel te beperken maar herhaling is<br />
noodzakelijk omdat zowel in de controle, na de aanhouding als na de insluiting dient te<br />
worden gefouilleerd. Om zaken zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, werken DJI en<br />
KMar samen...”<br />
Over lijfsvisitatie en de inzet van het scanapparaat in het kader van het onderzoek deelde<br />
de KMar het volgende mee: 58<br />
“…Verdachte kan op basis van vrijwilligheid na aanhouding meewerken aan een rönt<br />
genonderzoek. <strong>De</strong> bodyscan wordt derhalve gebruikt om de onschuld sneller te kunnen<br />
aantonen.<br />
Lijfsvisitatie is een controlemiddel en geen opsporingsmiddel en wordt niet door de<br />
KMar toegepast. <strong>De</strong> persoon die wordt verdacht van het inwendig vervoeren van verdo<br />
vende middelen wordt in de gelegenheid gesteld om vrijwillig door de scan te gaan.<br />
Indien nodig wordt dit met behulp van een tolk gedaan. <strong>De</strong> persoon moet hiervoor<br />
echter wel een verklaring tekenen en wordt eerst medisch onderzocht. <strong>De</strong> andere wijze<br />
waarop in het opsporingsonderzoek wordt vastgesteld of dat men wel en of niet geslikt<br />
of geduwd heeft zijn: v.w.b. het ‘slikken’ drie maal het produceren van een ‘voldoende<br />
en schone’ ontlasting met een tussentijdse periode van 8 uren en v.w.b. het ‘duwen’ een<br />
onderzoek in het lichaam (art 56 Sv op last van een OvJ). M.b.t. de zogenaamde<br />
bodypacker is een onderzoek aan de kleding en lichaam toereikend (art 56 Sv op last<br />
van een (H)OvJ)...”<br />
In genoemd gesprek van 16 maart 2006 werd over de lijfsvisitatie en het gebruik van het<br />
scanapparaat nog de volgende informatie verstrekt: 59<br />
56<br />
.Emailbericht d.d. 16 maart 2006.<br />
57<br />
Verslag van de bespreking d.d. 16 maart 2006.<br />
58<br />
Emailbericht d.d. 16 maart 2006.<br />
59<br />
Verslag van de bespreking d.d. 16 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
41
“…<strong>De</strong> bodyscan is een röntgenologisch onderzoek waarmee kan worden vastgesteld of<br />
iemand bolletjes heeft geslikt of geduwd. Het maken van een scan gebeurt altijd op<br />
vrijwillige basis. Betrokkene moet daar ook voor tekenen, toestemming wordt gerela<br />
teerd in het p.v. en de ondertekende verklaring wordt bij het strafdossier gevoegd. In het<br />
algemeen wil men wel een scan. Sommige slikkers weigeren, kennelijk in de hoop dat<br />
ze niet worden gesnapt. Een 100%controle betekent uiteraard niet dat ook 100% wordt<br />
gevonden. Een weigering kan ook cultureel bepaald zijn.<br />
<strong>De</strong> scan wordt beheerd door de DJI. <strong>De</strong> verpleegkundigen die de scan bedienen,<br />
hebben daar een bijzondere opleiding voor gevolgd. Bij aankomst van een risicovlucht<br />
zorgt DJI ervoor dat er deskundig personeel beschikbaar is voor het bedienen van de<br />
scan. Tot 23.00 uur kan gebruik worden gemaakt van het apparaat. Zoals al is aange<br />
geven, worden er maximaal drie foto’s gemaakt, elk van een ander deel van het af te<br />
zoeken gebied, en worden er verder geen opnamen gemaakt wanneer op de eerste foto<br />
bollen zijn te zien.<br />
Van het resultaat van de scan wordt p.v. opgemaakt, ook indien de conclusie is dat<br />
betrokkene niet heeft geslikt of geduwd.<br />
<strong>De</strong> scan staat in het DC SchipholOost. <strong>De</strong> cellen kunnen worden gebruikt als politiecel,<br />
maar ook als cel voor in verzekering gestelden of voor insluiting in het kader van<br />
bewaring op bevel van de rechtercommissaris.<br />
<strong>De</strong> hulpovj toetst de aanhouding. Daarna kan een nader onderzoek volgen naar drugs<br />
in het lichaam. Als men geen scan wil, betekent dit voor een verdachte van wie achteraf<br />
blijkt dat hij daadwerkelijk niet heeft geslikt, dat hij drie keer “schoon moet produceren”.<br />
Dit kan enkele dagen duren voordat dat gerealiseerd is. Om aan de bezwaren van de<br />
daarmee samenhangende lange tijd van hechtenis tegemoet te komen, is de scan inge<br />
voerd. Bij ernstige bezwaren tegen de verdachte kan op grond van het Wetboek van<br />
Strafvordering onderzoek aan of in het lichaam plaatsvinden.<br />
<strong>De</strong> scan is geen veiligheidscontrole. <strong>De</strong> scan is er speciaal voor bolletjesslikkers en<br />
duwers.<br />
Overigens wordt er binnenkort bij wijze van proef een mobiele scan geplaatst op de<br />
luchthaven Schiphol zelf. Als die proef slaagt, kan er veel winst worden geboekt. Aange<br />
houden personen die willen meewerken aan een scan behoeven dan immers niet meer<br />
naar SchipholOost overgebracht te worden.<br />
<strong>De</strong> wetgeving over straling is in dit verband relevant. <strong>De</strong> bodyscan ondergaat wettelijke<br />
testen die met een wettelijk verplichte periodiciteit uitgevoerd worden door een gecerti<br />
ficeerd bedrijf. Hieruit blijkt dat de bodyscan voldoet aan de wettelijk gestelde normen<br />
en veilig is voor diegene die gescand wordt. Op basis hiervan dient tevens geoordeeld<br />
te worden dat de DJI ruim voldoet aan het beperken van de stralingsbelasting voor te<br />
onderzoeken personen zoals vermeld in het Besluit stralingsbescherming. In antwoor<br />
den op kamervragen is daar specifiek op ingegaan.<br />
Zwangere vrouwen worden niet gescand en gaan ter bescherming het normale “produc<br />
tieproces” in…”<br />
Een medewerker van het Veegteam van de Koninklijke Marechaussee District Schiphol<br />
deelde over zijn ervaring met het gebruik van het scanapparaat nog het volgende mee: 60<br />
60 Interview d.d. 3 april 2006<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
42
“…Verder erger ik mij aan het feit dat verpleegkundigen die de scan bedienen niet altijd<br />
bevoegd zijn om de foto’s te beoordelen. <strong>De</strong> foto’s moeten dan eerst naar een radioloog<br />
worden doorgezonden. Dit leidt tot veel onnodige vertraging. Langdurige onzekerheid<br />
over de uitslag bepaalt de houding van betrokkene. Je moet ze de kans geven aan te<br />
tonen dat ze niet hebben geslikt. Als ze moeten wachten op de scanuitslag, moeten ze<br />
terug naar hun cel. Het zou beter zijn als daar een aparte wachtruimte zou komen.<br />
Ik herinner mij een voorbeeld tijdens afgelopen Oud en Nieuw. <strong>De</strong> verpleegkundige die<br />
de scan bediende, bleek niet bevoegd te zijn om de foto’s te beoordelen. Er was op dat<br />
moment geen specialist beschikbaar om de foto’s te beoordelen. Het gevolg was dat<br />
mensen onnodig lang moesten wachten op de uitslag van de scan. Er zou altijd een<br />
bevoegd arts ter plaatse moeten zijn om de foto’s te beoordelen…”<br />
3. Pilot<br />
Eind maart 2006 is gestart met een pilot, waarbij een mobiel scanapparaat geplaatst is<br />
op de Gpier. Indien de arrestant na aanhouding aangeeft akkoord te gaan met het<br />
maken van een scan, kan dit ter plaatse gebeuren. Ook hier beheert de DJI het apparaat<br />
en maakt de medische dienst de scan. Het voordeel daarvan is dat men sneller kan<br />
vaststellen of degene die is aangehouden daadwerkelijk een slikker of een duwer is.<br />
Indien de arrestant vrijwillig meewerkt aan een scan en schoon bevonden wordt hij<br />
onmiddellijk in vrijheid gesteld. Het transport naar het <strong>De</strong>tentiecentrum SchipholOost is<br />
dan niet meer nodig.<br />
<strong>De</strong> leider van het Veegteam van de Koninklijke Marechaussee District Schiphol merkte in<br />
dit verband op: 61<br />
“…Door het plaatsen van een mobiele scan kan veel tijd worden gewonnen die nu<br />
besteed moeten worden aan het transport van verdachten naar SchipholOost. Een<br />
ander aandachtspunt is de tijd die gemoeid is met het terugbrengen van reizigers die na<br />
de scan geen slikkers blijken te zijn. Afhankelijk van de beschikbaarheid van een auto<br />
kan de wachttijd tot een uur oplopen…”<br />
Ook een medewerker van de Douane, tevens lid van het kwaliteitsteam, liet op dit punt<br />
weten: 62<br />
“…Een verbetering in het proces zou wat mij betreft zijn dat we in plaats van het tweede<br />
interview een scan doen. Dan heb je meteen zekerheid en kun je mensen veel sneller<br />
doorsturen…”<br />
Tijdens het onderzoek is door het Openbaar Ministerie de mogelijkheid geopperd om<br />
voorafgaande aan de eventuele aanhouding reizigers, die worden verdacht van het<br />
smokkelen van drugs (slikken of duwen) in de gelegenheid te stellen medewerking te<br />
verlenen aan het maken van een scan. Er is op dat moment al een redelijk vermoeden<br />
61 Interview d.d. 3 april 2006.<br />
62 Interview d.d. 23 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
43
van schuld. <strong>De</strong> bestaande bevoegdheid tot aanhouding wordt in afwachting van het<br />
mogelijk ontlastende resultaat van de scan niet uitgeoefend. Indien uit de scan blijkt dat<br />
betrokkene geen bolletjes in het lichaam heeft, kan hij zijn weg vervolgen. Blijkt dat hij<br />
wel bolletjes in zijn lichaam heeft dan wordt hij aangehouden en overgebracht naar het<br />
<strong>De</strong>tentiecentrumSchiphol. Indien hij weigert zijn medewerking te verlenen zal hij<br />
eveneens worden aangehouden en overgebracht naar het detentiecentrum.<br />
4. Indien betrokkenen onschuldig blijken te zijn<br />
Indien het onderzoek van de KMar uitwijst dat de aangehouden persoon geen drugs<br />
heeft gesmokkeld of indien de KMar anderszins aanleiding ziet betrokkene niet verder te<br />
vervolgen, dient hij te worden heengezonden. 63<br />
Op de vraag welke informatie aan betrokkenen wordt verstrekt en of er een compensatie<br />
wordt aangeboden voor het ondergane leed antwoordde de KMar: 64<br />
“…Betrokkenen wordt medegedeeld dat de verdenking tegen hen verder niet meer<br />
aanwezig is en dat zij in vrijheid worden gesteld en derhalve niet op de zwarte lijst zullen<br />
worden geplaatst. Tevens biedt de KMar namens de KMar en het OM sinds 2 januari jl.<br />
middels een folder haar excuses aan voor het ongemak. In deze folder is tevens de<br />
verdere gang van zaken uitgelegd en de mogelijkheid tot het indienen van een klacht<br />
geboden, waarbij de adressen van de KMar en het OM staan vermeld. <strong>De</strong> KMar biedt<br />
haar excuses aan. Er wordt geen verdere financiële compensatie geboden…”<br />
<strong>De</strong> bedoelde folder draagt het opschrift “U bent aangehouden geweest bij de 100%<br />
controles op Schiphol” en is behalve in het Nederlands ook in het Engels, Frans, Spaans<br />
en Papiamento beschikbaar. <strong>De</strong> tekst van de folder luidt als volgt:<br />
63 Percentages aanhoudingen waarbij achteraf gezien geen drugs aanwezig bleken te zijn: 2004:<br />
22,58%; 2005: 29,98%; volgens opgave van de KMar.<br />
64 Emailbericht d.d. 16 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
44
DE 100%<br />
CONTROLES<br />
OP SCHIPHOL<br />
Naar aanleiding van de grote overlast<br />
van een aanhoudende stroom van<br />
drugskoeriers is besloten om op<br />
bestemmingen vanuit zogenaamde<br />
risicolanden 100% controles te houden.<br />
U bent tijdens een 100% controle<br />
door de douane op de luchthaven<br />
Schiphol aangehouden terzake ver<br />
moedelijke overtreding van de Opium<br />
wet en voor nader strafrechtelijk<br />
onderzoek overgedragen aan de<br />
Koninklijke Marechaussee.<br />
Naar aanleiding van het strafrechtelijk<br />
onderzoek door de Koninklijke Mare<br />
chaussee is de aanvankelijk gerezen<br />
verdenking NIET komen vast te staan<br />
en wordt u weer in vrijheid gesteld.<br />
U zult zo spoedig als mogelijk is worden<br />
teruggebracht naar de luchthaven.<br />
Als u voldoet aan de voor de inreis in<br />
Nederland geldende voorwaarden dan<br />
zult u worden afgezet in de reclaimhal<br />
van de luchthaven.<br />
Indien u nog niet heeft voldaan aan de<br />
voorwaarden van inreis in Nederland<br />
of u voldoet niet aan de voorwaarden<br />
voor inreis in Nederland, dan zult u<br />
worden gebracht naar een doorlaat<br />
post van de afdeling Grensbewaking<br />
van de Koninklijke Marechaussee<br />
voor een nadere controle<br />
2006.00003<br />
c.q. zal u de inreis in Nederland wor<br />
den geweigerd. Nb: Was uw inreis<br />
voorlopig geweigerd in afwachting van<br />
het nadere strafrechtelijke onderzoek<br />
en voldoet u verder wel aan de<br />
voorwaarden van inreis dan zal door<br />
de afdeling Grensbewaking de voorlo<br />
pige weigering worden geannuleerd.<br />
Indien u aan de inreis formaliteiten<br />
heeft voldaan of bent u rechtstreeks<br />
naar de reclaimhal van de luchthaven<br />
Schiphol gebracht dan kunt u daar uw<br />
bagage ophalen bij bagageband 19.<br />
Indien uw bagage zich niet meer op<br />
de bagageband bevindt dan kunt u<br />
zich in verbinding stellen: (1) met é én<br />
van de dienstdoende douaneamb<br />
tenaren die u zullen verwijzen naar de<br />
bewaarplaats van uw bagage of (2)<br />
naar de balie van uw luchtvaart<br />
maatschappij indien uw bagage niet is<br />
aangetroffen door de Douane.<br />
Andere zaken:<br />
Uw persoonsgegevens: deze zullen<br />
door de Douane en Koninklijke<br />
Marechaussee alleen worden ge<br />
bruikt ter verantwoording van uw<br />
aan en ophouding.<br />
Zwarte Lijst: Uw persoonsgegevens<br />
worden niet op de zogenaamde<br />
zwarte lijst vermeld. Indien u alsnog<br />
een inzageverzoek wenst te doen,<br />
kunt u dit schriftelijk indienen bij:<br />
Commandant Koninklijke Mare<br />
chaussee t.a.v. de privacyfunctiona<br />
ris, Koningin Beatrix Kazerne, Post<br />
bus 90615, 2509 LP <strong>De</strong>n Haag<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
45<br />
Foto's en vingerafdrukken: Indien<br />
van u al foto's en mogelijk een<br />
dactyloscopisch signalement<br />
(vingerafdrukken) zijn vervaardigd<br />
dan zullen deze gegevens worden<br />
vernietigd.<br />
Vergoeding van kosten: Indien u<br />
door de aanhouding aantoonbare<br />
kosten heeft moeten maken dan<br />
kunt u deze schriftelijk claimen. In<br />
uw brief geeft u aan welke onkosten<br />
u heeft moeten maken, voorzien van<br />
bewijsstukken van de gemaakte<br />
kosten te sturen naar: Parket<br />
Haarlem, Postbus 601, 2003 RP<br />
Haarlem.<br />
Indien u vragen en of klachten heeft<br />
over de gang van zaken of over uw<br />
behandeling dan kunt u deze<br />
zenden naar bovenstaande<br />
adressen. Indien uw klacht (ten<br />
dele) betrekking heeft op het<br />
optreden van de Douane, zullen<br />
medewerkers van de KMar of het<br />
Parket Haarlem uw klacht naar<br />
deze organisatie doorsturen.
Aan de betrokkenen wordt de keus gelaten zelf van het <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol te<br />
vertrekken dan wel te wachten op vervoer door de KMar naar SchipholPlaza. Vanwege<br />
de slechte bereikbaarheid van het detentiecentrum kiezen de meeste betrokkenen<br />
volgens de KMar voor vervoer door de KMar terug naar Schiphol.<br />
<strong>De</strong> leider van het Veegteam van de Koninklijke Marechaussee District Schiphol deelde in<br />
dit verband het volgende mee: 65<br />
“…Een probleem is dat wij geen geschikte ruimte hebben om mensen die kunnen wor<br />
den heengezonden te laten verblijven. Ze zo naar buiten laten gaan op SchipholOost is<br />
ook geen optie, maar je wilt ze ook niet door het proces laten lopen. Daarom sluiten wij<br />
ze weer op in een ophoudcel in de Fstraat, in afwachting van vervoer naar Schiphol<br />
Plaza. Het is een vervelende situatie, maar het is gewoon niet anders…”<br />
Betrokkenen krijgen dan ook de gelegenheid familie en vrienden op de hoogte te stellen<br />
van hun vrijlating. Indien zij niet in het bezit zijn van een mobiele telefoon of als deze nog<br />
niet terug hebben gekregen, kunnen zij gebruik maken van een telefoon van de KMar.<br />
Het kan volgens de KMar wel enige tijd duren voordat de betrokkene weer terug vervoerd<br />
wordt naar SchipholPlaza.<br />
Sinds begin maart 2006 werkt de KMar met zogenoemde charmeofficieren. Zij hebben<br />
de taak de “negatieve slikkers” excuus te maken en informatie te verstrekken. <strong>De</strong> leider<br />
van het Veegteam van de Koninklijke Marechaussee District Schiphol deelde in dit<br />
verband het volgende mee:<br />
“…<strong>De</strong> officier van dienst is aangewezen als zogenaamde charmeofficier. Ik ben een van<br />
die officieren. Het komt erop neer dat afhankelijk van de beschikbaarheid ik erbij word<br />
gehaald als er problemen zijn of dreigen te komen. <strong>De</strong> functie van de charmeofficier<br />
blijkt in de praktijk toch iets tegen te vallen, de mensen begrijpen niet wat de bedoeling<br />
is en zien ons meer als een van de andere opsporingsambtenaren. In de praktijk komt<br />
het niet over op de burger. Je bent meer een vraagbaak voor de collega’s dan de<br />
charmeofficier voor de “klanten”…”<br />
Voor personen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben, duurt het oponthoud wat<br />
langer. Op het moment dat zij worden aangehouden wordt hun tevens op grond van de<br />
Vreemdelingenwet 66 de toegang tot Nederland geweigerd wegens gevaar voor de open<br />
bare orde. Een Hoofd Doorlaatpost van de KMar verklaarde in antwoord op de door een<br />
medewerker van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> gestelde vragen het volgende: 67<br />
“1. Wat gebeurt er met een vreemdeling die op Schiphol wordt aangehouden in het<br />
kader van de 100%controle?<br />
<strong>De</strong>ze vreemdeling wordt aan de grens geweigerd op grond van de Vreemdelingenwet<br />
wegens gevaar openbare orde. <strong>De</strong> toelating wordt geweigerd. Het kan zijn dat het<br />
Veegteam van de KMar, sinds kort Rechercheteam geheten, met de vreemdeling<br />
65 Interview d.d. 3 april 2006.<br />
66 Artikel 3 Vreemdelingenwet 2000.<br />
67 Verslag van het telefoongesprek d.d. 19 april 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
46
terugkomt als blijkt dat hij niet het strafcircuit ingaat. Hij wordt dan in vrijheid gesteld en<br />
door het rechercheteam zo snel mogelijk vanaf SchipholOost naar de Doorlaatpost op<br />
Schiphol gebracht. <strong>De</strong>ze vreemdelingen hebben absolute voorrang. Dan vindt alsnog de<br />
toetsing voor toelating plaats, zoals dit bij alle vreemdelingen gebeurt. Gekeken wordt of<br />
het paspoort in orde is, of zij een visum hebben indien dit vereist is, of zij over voldoen<br />
de financiële middelen beschikken, of zij als ongewenst vreemdeling staan gesignaleerd<br />
en dergelijke. Wij noemen het een hertoetsing, maar eigenlijk is het een eerste volledige<br />
toetsing.<br />
2. Wordt dat in het SIS systeem geregistreerd?<br />
Nee, het SISsysteem is een informatiesysteem, hierin worden geen processen<br />
beschreven. <strong>De</strong>ze informatie slaan we op in het Vreemdelingenbasissysteem (VBS) dat<br />
gebruikt wordt door de KMar en de vreemdelingendiensten. Als iemand alsnog wordt<br />
toegelaten, wordt dit daarin ook vermeld. Alle stappen staan in dit systeem.<br />
3. Hoe lang duurt een dergelijke toetsing?<br />
Niet lang, vijf tot tien minuten als alles in orde is. <strong>De</strong> post is 24 uur per dag bemand. In<br />
de vroege en late dienst zijn er twee Hoofden Doorlaatpost aanwezig, die bevoegd zijn<br />
de toetsing te doen. ’s Nachts is er een Hoofd aanwezig, dat is voldoende. <strong>De</strong>ze<br />
mensen hebben voorrang, dus zijn meteen aan de beurt.<br />
Het wordt een ander verhaal als zij onder voorwaarde(n) kunnen worden toegelaten.<br />
Bijvoorbeeld als er nog een garantstelling moet komen. <strong>De</strong> garant wordt dan uitgeno<br />
digd om naar Schiphol te komen om de garantstelling in orde te maken. Dat kost tijd.<br />
<strong>De</strong> vreemdeling wordt dan verzocht in de Internationale Lounge op Schiphol af te<br />
wachten. In zulke gevallen duurt het even lang als bij de normale toelating van vreem<br />
delingen. Dit heeft verder niets te maken met de 100%controle. Het heen en weer<br />
reizen van SchipholOost naar de doorlaatpost kost natuurlijk wel wat tijd, maar dat<br />
geldt voor alle verdachten. Wij hebben in ieder geval geprobeerd zo snel mogelijk de<br />
toegang te realiseren vanaf het moment dat zij bij ons worden aangeleverd.<br />
4. Gaat het om veel vreemdelingen per dag?<br />
Ja, we hebben er elke dag wel een paar bij zitten. <strong>De</strong> meesten zijn Surinamer. Ik ken<br />
geen aantallen.<br />
5. In welke taal communiceert u met deze vreemdelingen?<br />
Gewoon in het Nederlands, de meeste zijn Surinamer. Het is in de praktijk geen pro<br />
bleem. We kunnen altijd ook een tolk inschakelen, maar de meeste mensen spreken<br />
voldoende Engels.”<br />
Over het aantal aanhoudingen van reizigers, die naar later bleek geen drugs in hun<br />
lichaam hadden vervoerd, merkte de leider van het Veegteam van de Koninklijke<br />
Marechaussee District Schiphol nog het volgende op: 68<br />
68 Interview d.d. 3 april 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
47
“…<strong>De</strong> hovj, een KMarambtenaar, checkt de rechtmatigheid van de aanhouding. Dit<br />
gebeurt nu op SchipholOost. Bij betere voorzieningen zou dit al direct op de Gpier<br />
kunnen. Elke week wordt er wel iemand direct heengezonden. <strong>De</strong> hovj toetst aan de<br />
slikkerscriteria, als iemand daar niet meer aan voldoet op het moment dat de hovj hem<br />
ziet, wordt hij heengezonden. Het kan best zijn dat zo iemand tijdens de controle wél<br />
aan die criteria voldeed.<br />
<strong>De</strong> Douane doet nogal panisch over aanhoudingen. Het aantal aanhoudingen neemt af,<br />
maar in verhouding loopt het aantal aanhoudingen van negatieve slikkers fors op. We<br />
zitten nu soms op 6070% negatieve slikkers. <strong>De</strong>ze aanhoudingen zijn niet onrecht<br />
matig, maar de verdenking houdt op.<br />
Zelf kom ik uit het Schipholteam, en uit ervaring weet ik dat het maanden duurt voordat<br />
je het vak beheerst en aan reizigers kunt zien of zij bolletjes hebben geslikt. <strong>De</strong> mensen<br />
die de 100%controles uitvoeren, komen binnen met een heel andere achtergrond, en er<br />
is ook onvoldoende tijd om hen goed op te leiden of ervaring te laten opdoen. Dit geldt<br />
overigens voor zowel de KMar als de Douane.<br />
Het is de keuze van de minister van Justitie om de 100%controles te laten uitvoeren<br />
door de Douane, en niet door bijvoorbeeld een gemengd team als het Schipholteam. Ik<br />
ben trouwens van mening dat je de controles veel slimmer kunt aanpakken, door meer<br />
te variëren en door minder voorspelbaar te zijn…”<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
48
VII. BEHANDELING BETROKKENEN IN HET DETENTIE<br />
CENTRUM SCHIPHOL<br />
1. Inleiding<br />
Na de overdracht door de Douane aan de KMar worden de arrestanten overgebracht<br />
naar het <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol, dat onderdeel uitmaakt van de Dienst Justitiële<br />
Inrichtingen (DJI). Zolang de arrestanten nog geplaatst zijn in een politiecel, is de<br />
Arrestanten en Passanten Wacht (APW) van de KMar verantwoordelijk voor het toezicht<br />
en de verzorging. Na insluiting in het detentiecentrum valt de arrestant voor het toezicht<br />
en de verzorging onder de verantwoordelijkheid van de DJI. <strong>De</strong> KMar zet het onderzoek<br />
in de strafprocedure in het detentiecentrum voort. <strong>De</strong> DJI heeft geen betrokkenheid bij dit<br />
onderzoek.<br />
2. Algemene informatie over het <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol<br />
<strong>De</strong> plaatsvervangend Locatiedirecteur van het <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol verstrekte de<br />
volgende algemene informatie over het <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol, voor zover het de<br />
verantwoordelijkheid van de DJI betrof: 69<br />
“…Het <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol (DC Schiphol) is een onderdeel van de Dienst<br />
Justitiële Inrichtingen (DJI) en is gehuisvest op het Justitiële Complex Schiphol te<br />
SchipholOost, waar meerdere ketenpartners gehuisvest zijn die onderdeel uitmaken<br />
van de aan de luchthaven gerelateerde justitiële keten. Op het complex zijn een<br />
Rechtbank, het Openbaar Ministerie (OM), de Koninklijke Marechaussee (KMAR), de<br />
Douane en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) aanwezig.<br />
Het Justitiële Complex Schiphol is weliswaar op luchthaventerrein gelegen, maar niet<br />
gehuisvest op de locatie waar de terminals zijn en reizigers hun 100%controle onder<br />
gaan. Reizigers worden pas overgebracht naar het Justitiële Complex Schiphol indien er<br />
daadwerkelijk een verdenking en/of bewijs is en men na een verhoor voor een inver<br />
zekeringstelling (IVS) in aanmerking komt.<br />
<strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol<br />
<strong>De</strong> Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft onder meer het beheer en de verzorging van<br />
gedetineerden en de daarbij behorende capaciteit ter verantwoording.<br />
DC Schiphol vormt, als onderdeel van DJI, derhalve geen actief onderdeel binnen het<br />
proces van de 100%controle. Het DC Schiphol heeft aldus geen betrokkenheid en deel<br />
verantwoording betreffende strafrechtelijke en opsporingsprocessen aangaande de<br />
100%controles.<br />
Als gevolg hiervan is er geen personeel van het DC Schiphol aanwezig bij de processen<br />
op de luchthaven…”<br />
69 Brief d.d. 24 februari 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
49
3. Verblijfsomstandigheden<br />
Met betrekking tot de verblijfsomstandigheden liet de plaatsvervangend directeur van het<br />
<strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol het volgende weten: 70<br />
“…Verdachten van drugssmokkel op het lichaam of in de bagage worden tijdens hun<br />
IVSperiode geplaatst in een politiecel, waar de Arrestanten en Passanten Wacht (APW)<br />
van de KMAR het toezicht op uitoefent. <strong>De</strong>ze politiecellen bevinden zich op het Justitiële<br />
Complex Schiphol te SchipholOost.<br />
Verdachten van het slikken van bolletjes worden, pas nadat zij formeel in verzekering<br />
gesteld zijn, uiteindelijk ingesloten op het <strong>De</strong>tentiecentrum. Welke zich ook bevindt op<br />
het Justitiële Complex Schiphol te SchipholOost.<br />
<strong>De</strong> verzorging en het toezicht op slikkers wordt uitgeoefend door het personeel van DJI.<br />
Pas vanaf dit moment begint de verantwoording van het DC Schiphol op de gebieden<br />
van toezicht en verzorging.<br />
Het proces op het slikkertoilet, dat eveneens plaats vindt op dezelfde afdeling, valt niet<br />
onder de verantwoording van DJI. Daar dit een opsporingstaak is blijft dit een verant<br />
woording voor de KMAR, die het slikkertoilet dan ook bemant.<br />
Het DC Schiphol heeft een uitgebreid scala aan voorzieningen op het gebied van ver<br />
zorging. Zo kent het slikkerregime vanwege de grote medische risico's het hoogste<br />
niveau van medisch toezicht binnen het gevangeniswezen. Zo is er 24 uur per dag een<br />
gespecialiseerde verpleegkundige met een intensive care en/of ambulancestatus aan<br />
wezig om direct in te kunnen grijpen zodra een bolletje knapt of gaat lekken, hetgeen de<br />
dood tot gevolg kan hebben.<br />
Vanwege het voorgaande ondergaat iedere persoon die binnenkomt dan ook een<br />
medische controle om de gezondheidsrisico’s en mate van medische begeleiding te<br />
bepalen. Aan het DC Schiphol zijn dientengevolge huisartsen, psychologen, tandartsen<br />
en psychiaters verbonden. Tevens is er twee dagen per week een pastor voor de gees<br />
telijke verzorging aanwezig, die in voorkomend geval collegae van andere overtuigingen<br />
inschakelt.<br />
<strong>De</strong> voorzieningen qua faciliteiten en activiteiten voldoen aan de Penitentiaire Beginselen<br />
Wet (PBW), met dien verstande dat er beperkingen zijn voor IVSgestelden en slikkers.<br />
<strong>De</strong> IVSgestelden, niet zijnde slikkers, vallen niet onder de PBW, daar zij nog arrestant<br />
zijn. Zij vallen onder de regeling politiecellen. Hiervoor is de APW van de KMAR verant<br />
woordelijk.<br />
Voor slikkers geldt dat, zolang zij nog bolletjes in het lichaam hebben, er beperkende<br />
maatregelen gelden. <strong>De</strong>ze omstandigheden zijn benodigd als gevolg van het feit dat de<br />
verdachten het bewijs (de bolletjes) nog in het lichaam hebben en er grote medische<br />
70 Brief d.d. 24 februari 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
50
isico's aan deze wijze van drugssmokkel kleven. Zodra er geen sprake meer is van<br />
bollen in het lichaam krijgen zij weer alle rechten en plichten conform de PBW.<br />
Het DC Schiphol is bestemd voor detentie van volwassenen. Meereizende minderja<br />
rigen komen dan ook niet onder verantwoording van DC Schiphol. Zij vallen onder ver<br />
antwoording van de KMAR.<br />
Zoals gezegd valt het DC Schiphol onder de PBW. Als gevolg hiervan is er een<br />
Commissie van Toezicht (CvT), die toezicht houdt op de bejegening en de wijze van de<br />
ten uitvoerlegging van de detentie conform de PBW.<br />
<strong>De</strong> CvT is een onafhankelijke commissie en bezoekt wekelijks de vleugels waar gedeti<br />
neerden zijn ingesloten en handelt klachten van gedetineerden af. <strong>De</strong> CvT heeft een<br />
maandelijks overleg met de directie van het DC Schiphol.<br />
Boven de CvT staat de Raad van Strafrechttoepassing en Jeugddetentie (RSJ). <strong>De</strong>ze<br />
onafhankelijke raad rapporteert aan de Minister van Justitie.<br />
Daarnaast oefent de Inspectie voor de Gezondheidszorg toezicht uit op de medische<br />
verzorging aan de gedetineerden. Tot op heden waren de rapporten gekwalificeerd met<br />
zeer goed.<br />
DJI is verantwoordelijk voor de voeding van de gedetineerden. Er is drie maal daags<br />
een maaltijd, bestaande uit een koude maaltijd als ontbijt, een warme maaltijd tijdens de<br />
lunch en een koude maaltijd in de avond. <strong>De</strong>ze maaltijden voldoen allen aan richtlijnen<br />
qua hoeveelheid, gewicht, kwaliteit en voedingswaarde.<br />
Slikkers krijgen extra voeding om te bevorderen dat bolletjes het lichaam zo snel moge<br />
lijk te verlaten. Dit om de termijn van medische risico’s te verkorten.<br />
Gedurende het verhoor en het proces voorafgaand aan de overdracht aan DJI is de<br />
KMAR verantwoordelijk voor het verstrekken van voeding. Zij betrekken deze voeding<br />
van DJI…”<br />
Met betrekking tot het verblijf van de arrestanten in het <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol merkte<br />
de KMar nog het volgende op: 71<br />
“…Er is een speciale kinderkamer en er zijn speciaal opgeleide rechercheurs. <strong>De</strong> kin<br />
deropvang wordt overgenomen door een particuliere organisatie die aangewezen is<br />
door de Raad van Kinderbescherming, indien de ouders moeten blijven.<br />
Er is een Commissie van Toezicht van DJI op SchipholOost die toeziet op de voorzie<br />
ningen en daarnaast worden de voorzieningen dagelijks bekeken door het kader en het<br />
afdelingsmanagement. Tevens worden, na gebleken noodzaak, procedures aangepast<br />
c.q. bijgesteld…”<br />
Op 16 maart 2006 verstrekten vertegenwoordigers van het Ministerie van Justitie<br />
(Openbaar Ministerie en Dienst Justitiële Inrichtingen) en van het Ministerie van <strong>De</strong>fensie<br />
(Koninklijke Marechaussee) in aanvulling op de schriftelijke informatie van de KMar en<br />
71 Emailbericht d.d. 16 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
51
van de plaatsvervangend directeur van het <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol met betrekking de<br />
verblijfsomstandigheden de volgende informatie aan de onderzoekers van de <strong>Nationale</strong><br />
<strong>ombudsman</strong>: 72<br />
“…Het DC Schiphol heeft een uitgebreid scala aan voorzieningen op het gebied van<br />
verzorging. Zo kent het slikkersregime vanwege de grote medische risico’s het hoogste<br />
niveau van medisch toezicht binnen het gevangeniswezen. Zo is er 24 uur per dag een<br />
gespecialiseerde verpleegkundige met een IC en/of ambulancestatus aanwezig om<br />
direct te kunnen ingrijpen zodra ene bolletje knapt of gaat lekken. Men is goed bekend<br />
met intoxicatieverschijnselen. Dit moet ook wel, want er zijn in 2005 in totaal 130 zieken<br />
huisopnames geweest. In die zin is dit wel een speciaal detentiecentrum; de medische<br />
voorzieningen zijn van een veel hoger niveau dan in een reguliere inrichting.<br />
Soms worden mensen wat langer vastgehouden in verband met hun gezondheid of<br />
veiligheid. Het kan gebeuren dat iemand toch nog bolletjes in zijn lichaam heeft en dat<br />
deze toch nog knappen. In beginsel zouden ze na drie keer ontlasting clean moeten<br />
zijn, maar ze zijn dat niet altijd. Dat kan een gevaar opleveren, hoe langer die bolletjes<br />
in het maagzuur e.d. drijven hoe groter de kans op knappen. Wat betreft de veiligheid<br />
hebben zich hier nare situaties voorgedaan. Er zijn drugskoeriers die vanaf Schiphol<br />
werden ontvoerd en na bedwelming opengesneden.<br />
Soms wordt er een tijd slecht verpakkingsmateriaal gebruikt en knappen of lekken er bij<br />
verschillende koeriers op een dag bolletjes, dit met alle gezondheidsgevaren van dien.<br />
Kinderen moeten binnen zes uren worden overgedragen aan Jeugdzorg. Er zijn geen<br />
gevallen bekend van drugssmokkel door kinderen onder de 12 jaar. Vanaf 12 jaar<br />
gebeurt het incidenteel wel. Er is een keer een jongen van 14 jaar aangehouden. <strong>De</strong>ze<br />
minderjarigen krijgen dezelfde behandeling na aanhouding, totdat ze schoon zijn. Dan<br />
kunnen ze worden overgedragen.<br />
Er wordt door DJI gewerkt conform de PBW. Door de aanwezige situatie van een hoog<br />
medisch risico zijn er wel beperkingen opgelegd aan de slikkers. Tevens staat de<br />
hygiëne hoog in het vaandel bij DJI. Om die reden krijgt iedere slikker die in verzekering<br />
wordt gesteld kleding van de inrichting.<br />
Voor personeel kan het werk op SchipholOost heel belastend zijn, daarom wordt er<br />
veel gerouleerd bij de KMar. Zo staat men bijvoorbeeld maximaal twee uur achtereen<br />
achter de spoelmachine, daarna gaat men weer een tijd de verhoren doen.<br />
<strong>De</strong> Commissie van Toezicht komt eenmaal per twee weken langs, en bezoekt de afde<br />
lingen, spreekt gedetineerden en personeel, en handelt klachten af. Er wordt zowel<br />
gelet op de omstandigheden van het personeel als van de gedetineerden. Er is overi<br />
gens niet maar één soort regime in de inrichting. <strong>De</strong> status van de aanwezige afdelin<br />
gen en cellen is verschillend. Daarnaast kan iedere cel worden aangemerkt als politiecel<br />
of cel voor bewaring, afhankelijk van het regime dat op betrokkene van toepassing is.<br />
<strong>De</strong> KMar verstrekt alleen water, geen warme dranken. Op de Gpier verstrekt de KMar<br />
betrokkenen helemaal niets. <strong>De</strong> KMar kan eten bestellen bij DJI als het onderzoek lang<br />
duurt en de aangehoudene er om vraagt. Dan komt er brood. Eigenlijk wordt er geen<br />
voedsel verstrekt tot na de scan e.d., dit om medische redenen.<br />
72 Verslag van het gesprek d.d. 16 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
52
DJI is verantwoordelijk voor de voeding van de gedetineerden. Er is drie maal per dag<br />
een maaltijd, bestaande uit een koude maaltijd als ontbijt, een warme maaltijd tijdens de<br />
lunch en een koude maaltijd in de avond. <strong>De</strong>ze maaltijden voldoen alle aan richtlijnen<br />
qua gewicht, kwaliteit en voedingswaarde. Slikkers krijgen extra voeding om te bevor<br />
deren dat bolletjes het lichaam zo snel mogelijk verlaten. Dit om de duur van medische<br />
risico’s te verkorten…”<br />
4. Contact met advocaat.<br />
Over het contact tussen gedetineerden en hun advocaat merkte de plaatsvervangend<br />
directeur van het <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol het volgende op: 73<br />
“…Indien een gedetineerde onder toezicht staat van DJI heeft een gedetineerde, indien<br />
er geen beperkingen door de OvJ of de rechtercommissaris zijn opgelegd, recht op een<br />
vrij contact met zijn of haar advocaat.<br />
Hiertoe is er de mogelijkheid tot bezoek van en voor een advocaat gedurende de kan<br />
tooruren (Overigens is er voor de piketadvocaat een ruimere mogelijkheid tot bezoek).<br />
Tevens is er voorzien in middelen voor telefonisch contact.<br />
<strong>De</strong> rechten en verplichtingen omtrent contact met rechtsbijstand zijn eveneens vastge<br />
legd in de PBW…”<br />
<strong>De</strong> KMar voegde daar nog de volgende informatie aan toe: 74<br />
“…Strafvordering regelt bijstand door een raadsman. Dit is ook hier het geval. <strong>De</strong><br />
Piketcentrale advocatuur wordt na inverzekeringstelling daarvan onverwijld in kennis<br />
gesteld.(art 59 Sv)…”<br />
5. Lijfsvisitatie en de bodyscan<br />
Met betrekking tot de toepassing van lijfsvisitatie en het gebruik van de bodyscan in het<br />
kader van het onderzoek liet de plaatsvervangend directeur het volgende weten: 75<br />
“…Het beheer van de bodyscan en de daaraan gekoppelde processen als onderhoud,<br />
logistiek en facilitair zijn een verantwoording van DJI.<br />
Daarnaast is het medische personeel dat de bodyscan bedient in dienst van DJI. Zij zijn<br />
opgeleid en bevoegd tot deze bediening.<br />
In het onderzoek van de Ombudsman dient voorkomen te worden dat het onderzoek<br />
aan het lichaam, waar DJI gerechtigd toe is, verward wordt met de controles door de<br />
Douane en de KMAR in het kader van de 100%controle.<br />
Het onderzoek van DJI is namelijk gericht op de orde, rust en veiligheid binnen de<br />
inrichting en niet op drugssmokkel in de kader van de opsporing. Met dit onderzoek<br />
73 Brief d.d. 24 februari 2006.<br />
74 Emailbericht d.d. 16 maart 2006.<br />
75 Brief d.d. 24 februari 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
53
wordt voorkomen dat een gedetineerde artikelen op het lichaam meesmokkelt, welke de<br />
orde, rust en veiligheid van het complex en de medegedetineerden kan verstoren.<br />
Hierbij moet gedacht worden aan messen, aanstekers, glasstukken, naalden, wiet, e.d.<br />
Conform artikel 27 en 29 van de PBW is DJI bevoegd tot dit onderzoek aan het lichaam<br />
en de kleding. Dit onderzoek vindt pas plaats nadat iemand een insluitingtitel heeft en<br />
overgedragen is aan DJI. Vanaf dat moment is de persoon een gedetineerde.<br />
<strong>De</strong> bodyscan is daarnaast gerealiseerd voor een heel andere doelstelling en is niet<br />
geschikt voor de doelstelling van het onderzoek van DJI, omdat:<br />
<strong>De</strong> bodyscan alleen is ingesteld en toegestaan voor bolletjesslikkers.<br />
Het ‘ondergaan’ van de bodyscan alleen op vrijwillige basis is.<br />
<strong>De</strong> bodyscan slechts een klein deel van het lichaam beslaat.<br />
Zachte stoffen zoals softdrugs e.d., zeker in kleine hoeveelheden, niet worden gede<br />
tecteerd.<br />
Kleine artikelen als glasscherven zijn nauwelijks te onderscheiden qua formaat en<br />
materiaal.<br />
<strong>De</strong> textuur en de verwerkte materialen in kleding een negatieve invloed op de kwaliteit<br />
van röntgenfoto’s hebben, waardoor men zich net als in ziekenhuizen alsnog dient te<br />
ontkleden.<br />
Harde onderdelen van het lichaam zoals botten en tanden laten geen röntgenstralen<br />
door, waardoor bijvoorbeeld scheermesjes om tanden en tussen vingers niet<br />
zichtbaar worden.<br />
Het meest duidelijke komt het verschil tussen het onderzoek aan het lichaam en de<br />
bodyscan uit het volgende naar voren.<br />
Het DJI onderzoek richt zich op het uitwendige van het lichaam en de bodyscan richt<br />
zich op het inwendige. <strong>De</strong> bodyscan is dan ook enkel en alleen voor het laatste ontwor<br />
pen en geschikt.<br />
<strong>De</strong> twee onderzoeken hebben kortom verschillende doelstellingen, overlappen elkaar<br />
niet en zijn afzonderlijk niet geschikt om de ander te laten vervallen.<br />
<strong>De</strong> bodyscan ondergaat wettelijke testen die met een wettelijke verplichte periodiciteit<br />
uitgevoerd worden door een gecertificeerd bedrijf. Hieruit blijkt dat de bodyscan voldoet<br />
aan de wettelijk gestelde normen en veilig is voor diegene die gescand wordt.<br />
Technisch inhoudelijk gezien komt uit de testen naar voren dat de gemiddelde effectieve<br />
dosis van de op het <strong>De</strong>tentiecomplex aanwezige bodyscan voor een persoon van een<br />
normaal postuur lager is dan 0,07 mSv. Het postuur van degene die de scan ondergaat<br />
is van invloed op de hoogte van de dosis, maar blijft immer onder de 0,1 mSv.<br />
<strong>De</strong> geldende richtlijn uit het ‘Besluit Stralingsbescherming’, betreffende de toegestane<br />
dosis per onderzoek, is 1,0 mSv. <strong>De</strong> dosis van de door ons gebruikte bodyscan is dus<br />
nog geen tiende van de toegestane dosis per onderzoek.<br />
Op basis van deze gegevens is er geoordeeld dat wij ruim voldoen aan het beperken<br />
van de stralingsbelasting voor te onderzoeken personen zoals vermeld in het ‘Besluit<br />
Stralingsbescherming’.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
54
<strong>De</strong> Penitentiaire Beginselen Wet is alleen van toepassing op gedetineerden. Het onder<br />
zoek aan het lichaam dat door DJI wordt uitgeoefend vindt dan ook pas plaats nadat<br />
een persoon een insluitingtitel heeft.<br />
<strong>De</strong> genoemde artikelen uit de Grondwet en het EVRM (artikel 11 van de Grondwet en<br />
de artikelen 3 en 8 van het EVRM; N.o.) zijn daarentegen van toepassing op de vrije<br />
burger.<br />
Fysieke controle door DJI wordt overigens immer door een personeelslid van hetzelfde<br />
geslacht gedaan. Gedurende het onderzoek aan het lichaam is er geen lichamelijk con<br />
tact tussen personeel en gedetineerde, hetgeen in het woord ‘schouwen’ is opgesloten.<br />
Onderzoek in het lichaam is enkel en alleen toegestaan op en volgens de in artikel 31<br />
van de PBW beschreven gronden. Op DC Schiphol heeft dit tot op heden nog niet<br />
plaatsgevonden.<br />
<strong>De</strong> bodyscan wordt niet toegepast voor een onderzoek op grond van art. 29 van de<br />
Penitentiaire Beginselen Wet. Het onderzoek aan het lichaam daarentegen wel.<br />
<strong>De</strong> uitspraak van de rechtbank Haarlem heeft betrekking op de visitatie van de Douane<br />
bij de 100%controle op de luchthaven en is niet van toepassing op het onderzoek aan<br />
het lichaam van DJI.<br />
Het door DJI uitgevoerde onderzoek aan het lichaam gebeurt op basis van art. 29 van<br />
de PBW en heeft geen relatie met de 100%controle...”<br />
In reactie op het verslag van bevindingen merkte de minister van Justitie, mede namens<br />
de minister van <strong>De</strong>fensie en de staatssecretaris van Financiën, over de laatste alinea<br />
van de brief van de plaatsvervangend directeur het volgende mee:<br />
“…<strong>De</strong> uitspraak van de rechtbank Haarlem heeft betrekking op het ontbreken van een<br />
verslag van bevindingen inzake een lijfsvisitatie door de Douane dan wel procesverbaal<br />
van bevindingen met betrekking tot een onderzoek aan/in het lichaam op last van de<br />
officier van justitie door de Koninklijke Marechaussee in het zittingsdossier. Daar de<br />
verdachte volhield deze handeling wel te hebben moeten ondergaan, heeft de rechter<br />
een hogere schadevergoeding toegekend…”<br />
6. Foto’s van verdachten<br />
<strong>De</strong> DJI verstrekte de volgende informatie over de foto’s die in het <strong>De</strong>tentiecentrum<br />
Schiphol worden gemaakt van alle arrestanten: 76<br />
“…Zodra iemand aan DJI is overgedragen, en dus een insluitingtitel heeft, is het DC<br />
Schiphol bevoegd tot het nemen van een foto. <strong>De</strong> gedetineerde is verplicht hieraan mee<br />
te werken.<br />
Dit gebeurt op grond van Art. 27 en 28 van de PBW.<br />
76 Brief d.d. 24 februari 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
55
<strong>De</strong> foto’s zijn bedoeld voor de identificatie en bejegening in het dagelijkse programma.<br />
Door de grote doorloop zijn er dagelijks veel nieuwe gezichten, welke voor het toezicht<br />
houdende personeel onbekend zijn.<br />
Tevens is het bedoeld om al dan niet opzettelijke persoonsverwisselingen te voorko<br />
men. Op het DC Schiphol wordt men in principe met twee personen op een cel onder<br />
gebracht. Ook bij verdere transporten naar andere locaties en/of rechtbank kunnen op<br />
deze wijze persoonsverwisselingen voorkomen worden.<br />
Daarnaast zijn er veel gedetineerden in het DC Schiphol die meerdere aliassen hebben<br />
of hun identiteit proberen te verhullen. Om hierin de juiste identiteit aan de juiste<br />
persoon te kunnen koppelen is het nemen van foto’s onontkoombaar.<br />
Ieder Huis van Bewaring (HvB) in Nederland maakt van iedere gedetineerde een<br />
dossier, waarvan een foto deel kan uitmaken. Dit dossier wordt na ontslag gearchiveerd<br />
conform de daarvoor geldende richtlijnen.<br />
Het dossier is enkel en alleen voor gebruik binnen DJI bestemd. Andere instanties<br />
hebben dan ook geen toegang tot het dossier...”<br />
7. Informatieverstrekking aan gedetineerden<br />
Op de vraag in hoeverre arrestanten worden geïnformeerd over de toepassing van<br />
dwangmiddelen liet de DJI het volgende weten: 77<br />
“…Op het moment dat DJI onderzoek aan het lichaam doet is de persoon geen reiziger<br />
meer, maar een gedetineerde. <strong>De</strong> persoon heeft immers een insluitingtitel.<br />
Aan de gedetineerde wordt vermeld wat de doelstelling is van het onderzoek en wat er<br />
tijdens het onderzoek gebeurt.<br />
Zodra iemand gedetineerd is, valt hij onder de PBW. <strong>De</strong> gedetineerde is verplicht om<br />
mee te werken aan een onderzoek aan het lichaam.<br />
Conform art. 35 van de PBW kan er geweld worden toegepast indien de orde, rust en<br />
veiligheid in gevaar is of indien de uitvoering van een beslissing van de directeur geen<br />
doorgang kan vinden. <strong>De</strong> beslissing om eenieder aan het lichaam te onderzoeken bij<br />
binnenkomst is een beslissing van de directeur.<br />
Het toepassen van geweld in het kader van onderzoek aan het lichaam gerelateerd aan<br />
de 100%controle is voor zover bekend nimmer voorgekomen.<br />
Tevens is er middels art. 23 en 24 van de PBW een mogelijkheid om een ordemaatregel<br />
op te leggen. Daar dit onderzoek bedoeld is om te bezien dat een gedetineerde geen<br />
artikelen smokkelt die een gevaar kunnen zijn voor medegedetineerde, personeel of de<br />
gedetineerde zelf, ligt de maatregel tot afzondering voor de hand.<br />
77 Brief d.d. 24 februari 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
56
Het komt overigens zelden voor dat gedetineerden weigeren mee te werken aan een<br />
onderzoek aan het lichaam. Weigeringen binnen de 100%controle populatie zijn<br />
überhaupt sporadisch…“<br />
In het eerder genoemde gesprek van 16 maart 2006 werd daar nog de volgende infor<br />
matie aan toegevoegd: 78<br />
“…Aangehoudenen worden op de normale wijze geïnformeerd over hun positie. Die is<br />
niet anders dan bij andere aanhoudingssituaties.<br />
Aangehoudenen die geen scan willen laten maken, dienen drie keer schoon te produ<br />
ceren, dat kan zo drie dagen duren.<br />
Voor DJI gaat het hierbij om een kwestie van interne orde, rust en veiligheid. Iemand die<br />
geen onderzoek aan het lichaam wil, kan in afzondering worden geplaatst. Zie verder de<br />
schriftelijke reactie van de KMar.<br />
Aangehouden personen bij wie geen drugs worden aangetroffen, krijgen mondeling<br />
uitleg en ontvangen een brief. Zij worden teruggebracht naar SchipholPlaza, of zij<br />
kunnen worden opgehaald van SchipholOost. Zij krijgen hun bagage dan direct mee.<br />
Als die nog op Schiphol staat, wordt men overgebracht naar de plaats waar men de<br />
bagage kan claimen c.q. in ontvangst kan nemen. <strong>De</strong> KMar aldaar wordt gebeld die de<br />
bagage, na controle door de Douane, teruggeeft aan betrokkene.<br />
Zoals hiervoor aangegeven, krijgen reizigers mondelinge uitleg en een folder waarin<br />
excuses worden aangeboden. Voor de meer bijzondere gevallen is er onlangs een<br />
zogenoemde charmeofficier ingesteld die een persoonlijk gesprek heeft met betrok<br />
kene. Op die manier kunnen klachten worden voorkomen. Daarnaast worden de mede<br />
werkers goed getraind in de omgang met aangehoudenen, dat is de grootste waarborg<br />
in het proces...”<br />
8. <strong>De</strong> bejegening<br />
Op de vraag in hoeverre is gewaarborgd dat verdachten op correcte wijze worden<br />
bejegend en in hoeverre hier aandacht voor is binnen de opleiding antwoordde de DJI: 79<br />
“…Bejegening is een onderdeel van de ‘core business’ van DJI. Gedetineerden zitten<br />
vaak langere tijd in hechtenis. Een goede bejegening draagt bij aan de orde, rust en<br />
veiligheid binnen de inrichting. Het personeel heeft hier dus zelf belang bij.<br />
Misstanden omtrent bejegening komen middels klachten aan de wekelijks aanwezige<br />
Commissie van Toezicht, de leiding, de geestelijk verzorger, de medische dienst en de<br />
advocatuur onmiddellijk naar voren.<br />
<strong>De</strong> bejegening is aldus gewaarborgd in de aanwezigheid van diverse organisaties,<br />
onafhankelijke en behartigende instanties en functionarissen.<br />
78 Verslag van het gesprek d.d. 16 maart 2006.<br />
79 Brief d.d. 24 februari 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
57
Daar bejegening een onderdeel is van de ‘core business’ van DJI wordt er gedurende<br />
de gehele opleiding en het functioneren aandacht aan besteed en de nadruk op gelegd.<br />
Hierbij is het niet van belang voor welke wet iemand gedetineerd is. Er is dus geen<br />
speciale bejegening voor gedetineerden die de opiumwet hebben overtreden…”<br />
<strong>De</strong> KMar beantwoordde deze vragen als volgt: 80<br />
“…<strong>De</strong> KMar heeft een officier van dienst die dagelijks meerdere malen op de werkvloer<br />
aanwezig is en de processen bewaakt. Tevens wordt met het personeel periodiek aan<br />
dacht besteed aan de behoorlijke bejegening van verdachten. Tevens zijn op meerdere<br />
plaatsen in het gehele proces kaderleden aanwezig die tot taak hebben daar ook<br />
toezicht op te houden.<br />
Correcte bejegening van een ieder die in aanraking komt met de KMar is uitgangspunt.<br />
Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt in de status van betrokkene, noch in de status<br />
van verdachte in de zin van de Opiumwet...”<br />
80 Emailbericht d.d. 16 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
58
VIII. DE “ ZWARTE LIJST DRUGSKOERIERS”<br />
1. Personen die bij de 100%controles worden betrapt op het smokkelen van drugs<br />
komen op de zogenoemde “zwarte lijst drugskoeriers”. Het werken met een zwarte lijst<br />
ligt in het verlengde van de 100%controles. <strong>De</strong> Koninklijke Marechaussee is verantwoor<br />
delijk voor het bijhouden van de zwarte lijst. In het kader van het onderzoek van de<br />
<strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> gaf de KMar, door tussenkomst van het Ministerie van Justitie, 81<br />
de volgende informatie over de zwarte lijst:<br />
“…<strong>De</strong> Koninklijke Marechaussee is met ingang van december 2003 begonnen met het<br />
verstrekken van daartoe aangewezen persoonsgegevens uit haar politieregisters aan<br />
een aantal luchtvaartmaatschappijen. Hiervoor is door de Minister van Justitie een<br />
machtiging ex art 18, vijfde lid, en artikel 30, eerste lid van de Wet Politieregisters<br />
afgegeven. <strong>De</strong>ze maatregel heeft tot doel het voorkomen en bestrijden van strafbare<br />
feiten, in het bijzonder de voorkoming van het binnen het grondgebied van Nederland<br />
brengen van verdovende middelen. Van personen die gebruik hebben gemaakt van de<br />
luchtvaartverbinding tussen Curaçao, Aruba, Bonaire, St. Maarten, Suriname,<br />
Venezuela en Nederland en bij wie in de Opiumwet aangewezen verdovende middelen<br />
zijn aangetroffen, worden de voornamen, achternaam, geboortedatum, geboorteplaats<br />
en het nummer van het identiteitsbewijs doorgegeven aan de luchtvaartmaatschappijen<br />
die op deze trajecten vliegen. Tussen het Ministerie van Justitie en de luchtvaartmaat<br />
schappijen is een convenant gesloten waarin overeengekomen is dat deze personen<br />
voor een periode van drie jaar niet meer zullen worden vervoerd…”<br />
Over de informatieverstrekking aan betrokkenen deelde de KMar het volgende mee:<br />
“…Reizigers die zijn aangehouden op verdenking van het in bezit hebben van verdo<br />
vende middelen krijgen van de Koninklijke Marechaussee een schriftelijke mededeling<br />
dat zij op de zwarte lijst worden geplaatst indien is gebleken dat zij verdovende<br />
middelen bij zich hebben. Er wordt hen medegedeeld dat hun gegevens dan worden<br />
verstrekt aan de luchtvaartmaatschappijen en dat zij in beginsel geweigerd zullen<br />
worden op de betreffende routes voor een periode van drie jaar. <strong>De</strong>ze schriftelijke<br />
mededeling aan de betrokkene bevat ook informatie over de mogelijkheden tegen de<br />
opname op de zwarte lijst te ageren. <strong>De</strong> betrokkene tekent voor de ontvangst van deze<br />
‘flyer’.<br />
(…)<br />
Doorgaans krijgt betrokkene nadat hij is aangehouden de flyer op de Gpier omdat men<br />
daar in afwachting is van vervoer en nog in het bezit is van alle documenten die nodig<br />
zijn voor de opname op de zwarte lijst. Indien dit later in het proces zou gebeuren zou<br />
dit zeer inefficiënt zijn en kan dit leiden tot onzuiverheden.<br />
(…)<br />
<strong>De</strong> betrokkene krijgt een ‘flyer’ in de taal die hij spreekt of machtig is en voorzover<br />
mogelijk wordt de flyer mondeling toelicht. Op de flyer staat uitgelegd wat de zwarte lijst<br />
81 Emailbericht d.d. 16 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
59
is, wat de gevolgen zijn en hoe betrokkene kan verzoeken om inzage/verbetering van<br />
de zwarte lijst of om een uitzondering te maken (bijvoorbeeld de eenmalige terugkeer<br />
garantie)…”<br />
In antwoord op de vraag van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> in hoeverre is gewaarborgd dat<br />
personen niet ten onrechte op de lijst worden geplaatst, deelde de KMar het volgende<br />
mee:<br />
“…Voordat iemand op de zwarte lijst wordt geplaatst, vindt een controle plaats van het<br />
bedrijfsprocessensysteem om er zeker van te zijn dat bij de persoon drugs zijn aange<br />
troffen. Indien dit niet het geval is, wordt diegene niet op de zwarte lijst geplaatst. Daar<br />
naast wordt de KMar, conform de circulaire afloopberichten, geïnformeerd door het OM<br />
over de afloop van de strafzaak van de verdachten…”<br />
<strong>De</strong> KMar voegde daar nog het volgende aan toe:<br />
“…Indien iemand op de zwarte lijst wordt geplaatst worden zijn gegevens, op grond van<br />
art. 99 Schengen uitvoeringsovereenkomst, ook opgenomen in het Schengen Informatie<br />
systeem. Opname in het SIS gebeurt na opname op de zwarte lijst en in alle gevallen…”<br />
2. <strong>De</strong> hiervoor bedoelde flyer (ook wel de zwartelijstbrief genoemd) die aan aangehouden<br />
verdachten kort na hun aanhouding door de KMar wordt overhandigd, is beschikbaar in<br />
het Nederlands, Engels, Frans, Spaans, Papiamento en Portugees. <strong>De</strong> tekst daarvan<br />
luidt als volgt:<br />
“Geachte heer/mevrouw<br />
Er zijn aanwijzingen dat u verdovende middelen heeft ingevoerd of daaraan mede<br />
plichtig bent.<br />
Middels deze brief wordt u medegedeeld dat uw persoonsgegevens bestaande uit uw<br />
voorna(a)m(en), uw achternaam, uw geboortedatum, uw geboorteplaats en uw woon<br />
plaats zullen worden opgenomen op een zogenaamde zwarte lijst.<br />
<strong>De</strong>ze zwarte lijst wordt met het oog op het voorkomen van recidive, verstrekt aan de<br />
luchtvaartmaatschappijen die het rechtstreeks vervoer tussen Nederland en Aruba, de<br />
Nederlandse Antillen, Suriname en Venezuela verzorgen.<br />
<strong>De</strong> zwarte lijst wordt aan deze luchtvaartmaatschappijen verstrekt teneinde hen in staat te<br />
stellen u het vervoer van Nederland naar de Nederlandse Antillen, Aruba, Suriname en<br />
Venezuela en omgekeerd te kunnen weigeren gedurende een periode van drie jaar.<br />
<strong>De</strong> zwarte lijst wordt tevens verstrekt aan door de Minister van Justitie aangewezen<br />
andere landen en geplaatst in het Schengen Informatie Systeem.<br />
Plaatsing in het Schengen Informatie Systeem houdt in dat u binnen het Schengen<br />
gebied gecontroleerd kunt worden als mogelijke drugskoerier. <strong>De</strong>ze maatregelen<br />
passen binnen het beleid van de overheid om de smokkel van verdovende middelen<br />
naar Nederland tegen te gaan.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
60
Indien u woonachtig bent op Aruba, de Nederlandse Antillen, Suriname of Venezuela<br />
zullen de betreffende luchtvaartmaatschappijen in beginsel slechts eenmalig een<br />
uitzondering kunnen maken op het vervoersverbod. Dit teneinde u in staat te stellen naar<br />
uw woonplaats terug te reizen.<br />
In bijzondere omstandigheden kunnen de betreffende luchtvaartmaatschappijen nog<br />
een uitzondering maken op het vervoersverbod. Van een dergelijke bijzondere omstan<br />
digheid kan bijvoorbeeld sprake zijn ingeval van ernstige ziekte of overlijden van een<br />
familielid in de eerste of tweede graad. Wel dient hierbij sprake te zijn van een zodanige<br />
situatie dat het voor u van belang is gebruik te kunnen maken van een rechtstreekse<br />
vlucht. Het verzoek een dergelijke uitzondering te maken zal door u zodanig onder<br />
bouwd moeten worden dat de luchtvaartmaatschappij een juiste inschatting kan maken<br />
van het dringende karakter. Mocht de luchtvaartmaatschappij besluiten een uitzondering<br />
te maken op het vervoersverbod dan zal zij de Koninklijke Marechaussee hierover<br />
inlichten.<br />
<strong>De</strong> gegevens op de door de Koninklijke Marechaussee te verstrekken zwarte lijst betref<br />
fen gegevens uit een politieregister in de zin van de Wet Politieregisters. Dit betekent<br />
dat u als belanghebbende een verzoek kunt doen om kennisneming en verbetering. Een<br />
dergelijk verzoek dient u te richten aan de bevelhebber van de Koninklijke<br />
Marechaussee (…).<br />
Mocht overigens na onderzoek blijken dat u geen verdovende middelen heeft ingevoerd<br />
of daaraan medeplichtig bent, dan zal de Koninklijke Marechaussee uw naam van de lijst<br />
afhalen alsmede uit het Schengen Informatie Systeem verwijderen.<br />
<strong>De</strong> Koninklijke Marechaussee”<br />
3. Aan personen die worden heengezonden, wordt sedert begin 2006 een folder gegeven<br />
waarin onder andere het volgende staat:<br />
“Zwarte Lijst: Uw persoonsgegevens worden niet op de zogenaamde zwarte lijst ver<br />
meld. Indien u alsnog een inzageverzoek wenst te doen, kunt u dit schriftelijk indienen<br />
bij:<br />
Commandant Koninklijke Marechaussee t.a.v. de privacyfunctionaris, Koningin Beatrix<br />
Kazerne (…) <strong>De</strong>n Haag.”<br />
4. <strong>De</strong> hoofdofficier van justitie te Haarlem informeerde de deken van de Orde van<br />
Advocaten bij brief van 2 november 2005 als volgt over de zwarte lijst:<br />
“…Graag vraag ik uw aandacht voor het volgende. Vorig jaar heb ik u proberen te informeren<br />
over procedures met betrekking tot de zogenaamde 'zwarte lijst'. <strong>De</strong>ze brief is, naar ik nu<br />
begrijp, nooit bij u aangekomen. Daarom stuur ik u nu opnieuw een brief met informatie over<br />
de betreffende lijst.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
61
In het kader van de drugsbestrijding wordt door de Koninklijke Marechaussee op Schiphol<br />
onder meer sinds 23 december 2003 een lijst bijgehouden van aangehouden koeriers op de<br />
luchthaven Schiphol met cocaïne in hun bezit. <strong>De</strong>ze lijst wordt periodiek aangeboden aan<br />
Nederlandse luchtvaartmaatschappijen en de SLM die op zogenaamde risicolanden<br />
(Nederlandse Antillen, Aruba, Suriname en Venezuela) vliegen. <strong>De</strong> Minister van Justitie<br />
heeft met de betreffende maatschappijen een convenant afgesloten waarbij de maatschap<br />
pijen afgesproken hebben de betreffende personen niet te vervoeren op de vluchten tussen<br />
de genoemde landen en de luchthaven Schiphol. Het doel van deze maatregel is onder<br />
meer te voorkomen dat aangehouden koeriers wederom drugs Nederland binnen kunnen<br />
smokkelen, teneinde het zo criminele organisaties moeilijker te maken koeriers te ronselen.<br />
Een koerier die met cocaïne wordt aangetroffen op de luchthaven Schiphol krijgt van de<br />
Koninklijke Marechaussee een flyer mee, waarin hem wordt uitgelegd dat hij op de lijst<br />
geplaatst zal worden en wat de gevolgen daarvan zijn. (…). Ook wordt hem meegedeeld dat<br />
hij bij de Koninklijke Marechaussee bezwaar kan maken tegen plaatsing op de lijst. Indien<br />
een persoon bezwaar wil maken of wil weten of hij op de lijst is geplaatst, kan hij daarvoor<br />
een schriftelijk verzoek indien bij de privacyfunctionaris van de Koninklijke Marechaussee.<br />
Het adres luidt:<br />
(…)<br />
Indien een koerier waarbij cocaïne is aangetroffen wordt vervolgd, is de uitkomst van deze<br />
vervolging van belang voor de registratie op de zwarte lijst. Ingeval van ontslag van rechts<br />
vervolging dan wel vrijspraak volgt verwijdering van de zwarte lijst. Indien een verdachte<br />
bezwaar heeft tegen de plaatsing op de lijst omdat hij van mening is dat niet voldoende<br />
bewezen zou zijn dat hij in het bezit was van cocaïne (het gaat hierbij speciaal om smokkel<br />
via de ruimbagage) en er sprake is van een zogenaamde 'heenzendmaatregel', neemt een<br />
Hulpofficier van Justitie van de Koninklijke Marechaussee contact op met de Officier van<br />
Justitie om hier uitsluitsel over te laten geven.<br />
<strong>De</strong> weigering koeriers te vervoeren die voorkomen op de zwarte lijst geldt voor een termijn<br />
van drie jaar; uitgangspunt hierbij is het moment van aanhouding. <strong>De</strong> luchtvaartmaat<br />
schappijen zullen slechts eenmalig een uitzondering maken gedurende deze termijn,<br />
namelijk voor het retourvervoer van koeriers waarbij op Schiphol cocaïne is aangetroffen.<br />
Voorwaarde voor het toepassen van deze uitzondering is dat deze koeriers hun vaste woon<br />
of verblijfplaats hebben op de Nederlandse Antillen, Aruba, Suriname of in Venezuela. <strong>De</strong>ze<br />
uitzondering heeft tot doel koeriers op de zwarte lijst eenmalig de mogelijkheid te bieden<br />
rechtstreeks terug te reizen naar hun woonplaats, zij het onder strikte voorwaarden en ter<br />
uiteindelijke beoordeling van de luchtvaartmaatschappijen. <strong>De</strong> vliegveiligheid en goede orde<br />
aan boord zijn hierbij richtinggevend.<br />
<strong>De</strong> luchtvaartmaatschappijen behouden tevens de mogelijkheid in geval van bijzondere<br />
omstandigheden een uitzondering te maken en een koerier voorkomend op de lijst binnen<br />
de driejaartermijn toch te vervoeren. Van een dergelijke bijzondere omstandigheid kan<br />
bijvoorbeeld sprake zijn ingeval van ziekte, overlijden van een familielid in de eerste of<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
62
tweede graad en dergelijke. Een uitzondering zal bovendien alleen worden gemaakt indien<br />
sprake is van een zodanige situatie dat het voor de desbetreffende persoon belangrijk is<br />
gebruik te kunnen maken van een rechtstreekse vlucht. Het verzoek een uitzondering te<br />
maken zal door de verzoeker zodanig onderbouwd moeten worden dat de luchtvaartmaat<br />
schappij een juiste inschatting kan maken van het dringende karakter.<br />
Ik verzoek u vriendelijk bovenstaande informatie over te doen brengen binnen uw orde...”<br />
5. In het kader van het onderzoek van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> werd over de zwarte lijst<br />
een gesprek gevoerd met twee privacyfunctionarissen van de Staf KMar. Zij deelden het<br />
volgende mee: 82<br />
“…Het doel van de zwarte lijst is het voorkomen van recidive van drugskoeriers op de<br />
vluchten die vallen onder de 100%controle. <strong>De</strong>ze afspraak over de zwarte lijst is<br />
gemaakt tussen het Ministerie van Justitie en diverse luchtvaartmaatschappijen. Afge<br />
sproken is dat de maatschappijen reizigers die betrapt worden met cocaïne op Schiphol<br />
de eerste drie jaar op hun vluchten weigeren. Het initiatief voor de lijst lag bij justitie. <strong>De</strong><br />
maatschappijen werkten er aan mee omdat zij vaak problemen ondervinden als gevolg<br />
van de aanwezigheid van drugskoeriers op een vlucht.<br />
Er zijn convenanten gesloten met o.a. de KLM, de SLM en Martin Air.<br />
<strong>De</strong>ze convenanten zijn voor alle partijen zo goed als gelijkluidend. <strong>De</strong> ingangsdata<br />
verschillen. <strong>De</strong> convenanten bestaan uit twee delen: een overeenkomst en het basisdo<br />
cument “zwarte lijst drugskoeriers”..<br />
<strong>De</strong> minister van Justitie heeft aan de KMar een machtiging verstrekt om gegevens uit<br />
het Bedrijfs Processen Systeem (BPS) via de zwarte lijst te verstrekken aan de lucht<br />
vaartmaatschappijen waarmee een convenant is gesloten. Welke gegevens er worden<br />
verstrekt, met welk doel en onder welke voorwaarden dit gebeurt, is vastgelegd in het<br />
convenant en het daarbij behorende basisdocument.<br />
Het BPS valt onder de Wet politieregisters. In deze wet is geregeld aan wie gegevens<br />
uit het register verstrekt kunnen worden. Op grond van deze wet zijn instanties en<br />
personen aangewezen aan wie gegevens uit het BPS verstrekt mogen worden. <strong>De</strong><br />
minister van Justitie heeft een bijzondere machtiging verleend aan de KMar om bepaal<br />
de gegevens aan de bedoelde luchtvaartmaatschappijen te verstrekken .<br />
Wekelijks wordt een geheel bijgewerkte lijst aan de maatschappijen verstrekt. In deze<br />
lijst zijn de nieuwe namen opgenomen, maar zijn ook namen geschrapt. Behalve de<br />
naam van betrokkene komen ook de geboortedatum, de geboorteplaats en het woon<br />
land op de zwarte lijst.<br />
Voordat de zwarte lijst werd ingesteld en voordat de convenanten werden gesloten,<br />
heeft de minister van Justitie advies gevraagd aan het College Bescherming Persoons<br />
gegevens (CBP). Het door dit college uitgebrachte advies is op de site van het CBP te<br />
vinden. <strong>De</strong> Wet bescherming persoonsgegevens is ook op de zwarte lijst van toepas<br />
sing. Een verzoek om kennisname van plaatsing op de zwarte lijst kan zowel aan de<br />
82 Interview d.d. 11 april 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
63
luchtvaartmaatschappij worden gericht als aan de KMar. Indien een verzoek om<br />
kennisname aan een luchtvaartmaatschappij wordt gericht, is de Wet bescherming<br />
persoonsgegevens van toepassing. Op een verzoek om kennisname wordt door de<br />
maatschappij schriftelijk gereageerd. Bij een verzoek om kennisname aan de KMar is de<br />
Wet politieregisters van toepassing. In deze wet is het recht op kennisneming en correc<br />
tie geregeld. Op grond van deze wet kunnen betrokkenen alleen mondeling worden<br />
geïnformeerd. Voor verzoeken om kennisname over de zwarte lijst is echter een uitzon<br />
dering gemaakt. Op dergelijke verzoeken mag ook schriftelijk gereageerd worden. <strong>De</strong>ze<br />
uitzondering heeft de instemming van het College Bescherming Persoonsgegevens.<br />
Na de aanhouding wordt aan betrokkene meegedeeld dat men op de zwarte lijst staat.<br />
Men krijgt dan van de KMar een flyer met informatie uitgereikt. Sinds ongeveer een jaar<br />
moet men tekenen voor ontvangst van deze flyer. Veel betrokkenen lezen de flyer niet<br />
goed of begrijpen hem niet. Achteraf wordt vaak gezegd dat men van niets wist. Feite<br />
lijke plaatsing op de zwarte lijst vindt pas plaats na de feitelijke constatering van drugs<br />
smokkel.<br />
Iedereen kan gewoon een vliegticket kopen. Pas op het moment van inchecken blijkt<br />
dan dat men niet mag vliegen. Bij de KLM wordt bij het inchecken van een passagier die<br />
op de zwarte lijst staat een duidelijke melding op het scherm gegeven. Hoe de andere<br />
maatschappijen dit geregeld hebben, is ons niet bekend.<br />
Mensen zijn vaak boos en teleurgesteld dat ze veel geld hebben uitgegeven voor een<br />
ticket en het niet kunnen gebruiken. <strong>De</strong> luchtvaartmaatschappij vergoedt de kosten niet.<br />
Het vliegtuig vertrekt immers met een lege stoel. Bovendien hadden mensen het kunnen<br />
weten dat ze op zwarte lijst staan.<br />
Meestal vragen mensen direct om schrapping van de lijst, zonder eerst een verzoek om<br />
kennisneming in te dienen. Zij krijgen van de KMar een brief met uitleg over de 100%<br />
controle en de mogelijkheid dat zij wegens drugssmokkel op de lijst zijn geplaatst, en zij<br />
krijgen een formulier meegestuurd om kennisneming uit het register te verzoeken. Ze<br />
moeten dan wel een kopie van hun paspoort meesturen met een handtekening erop.<br />
<strong>De</strong> meeste mensen doen vervolgens een dergelijk verzoek en blijken er dan op te<br />
staan. Dit wordt hen meegedeeld door de KMar. In 2005 hebben wij 28 van dit soort<br />
verzoeken, en dit jaar tot nu toe veertien. Vaak hoort de KMar niets meer nadat betrok<br />
kene is meegedeeld dat zijn naam op de zwarte lijst staat.<br />
Verzoeken om correctie en verwijdering worden uitsluitend door de KMar behandeld.<br />
Vrijwel nooit wordt een verzoek om verwijdering gehonoreerd. Het is eenmaal voorge<br />
komen dat iemand werd verwijderd omdat hij niet langer als medepleger werd gezien.<br />
<strong>De</strong> Awb is niet op de zwarte lijst van toepassing. Wanneer men het niet eens is met de<br />
weigering kan men bij de rechtbank een verzoek indienen om wijziging (via een<br />
verzoekschriftprocedure op grond van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).<br />
<strong>De</strong> rechtbank kan het CBP om advies vragen. Dit alles is geregeld in artikel 20 e.v. van<br />
de Wet politieregisters.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
64
Verzoeken om een uitzondering te maken op toepassing van de zwarte lijst worden<br />
behandeld door de luchtvaartmaatschappijen zelf. Indien zo’n verzoek wordt ingewilligd,<br />
koppelt de maatschappij dat terug naar de KMar. Een dergelijk verzoek kan worden<br />
gedaan als iemand bijvoorbeeld in Nederland is maar nog terug moet of in geval van<br />
spoed bij sterfgevallen. Er bestaat tevens een eenmalige terugkeergarantie voor perso<br />
nen die in het buitenland woonachtig zijn. Ook dit is in het convenant geregeld. Het<br />
verbod geldt alleen voor de rechtstreekse vluchten. Mensen hebben geen algemeen<br />
vliegverbod en kunnen via een tussenbestemming gewoon reizen.<br />
Als het O.M. een zaak seponeert wordt er een afloopbericht gestuurd naar de KMar op<br />
Schiphol. <strong>De</strong>ze geeft dit bericht door aan de beheerder van de zwarte lijst op Schiphol,<br />
dit is ook iemand van de KMar. <strong>De</strong>ze voert de wijzigingen in op de lijst.<br />
Indien de rechtbank iemand vrijspreekt of ontslaat van rechtsvervolging geeft het O.M.<br />
eveneens een afloopbericht door. Er wordt gewerkt met bepaalde codes net als in<br />
andere strafzaken.<br />
Code 01 is onterecht als verdachte aangehouden. Code 02 is voor niet wettig en over<br />
tuigend bewezen en dergelijke. Als iemand door de rechter wordt vrijgesproken, wordt<br />
ook de code 02 toegekend.<br />
Soms gaat er wat tijd overheen voordat het O.M. de wijziging doorgeeft. <strong>De</strong> betrokkene<br />
zelf wordt er niet over geïnformeerd dat het gevolg van sepot of van zo’n uitspraak van<br />
de strafrechter is dat zijn naam van de zwarte lijst wordt verwijderd. Dat zou voor ons<br />
ook lastig zijn omdat wij de adresgegevens van betrokkene niet hebben.<br />
Er zijn enkele maanden geleden afspraken gemaakt om het verwerken van afloop<br />
berichten van het O.M. beter te stroomlijnen.<br />
Overigens is er door het College van ProcureursGeneraal een aanwijzing opgesteld<br />
met betrekking tot afloopberichten. Daarin wordt uitgebreid aangegeven in welke geval<br />
len afloopberichten aan de beheerders van het politieregister gestuurd moeten worden.<br />
<strong>De</strong> KMar heeft een interne instructie opgesteld om het bijwerken van het register zoveel<br />
mogelijk te stroomlijnen.<br />
Iemand die vanuit de BPS op de zwarte lijst wordt gezet wordt ook in het Schengen<br />
Informatie Systeem (SIS) opgenomen. Dit systeem is ingevoerd bij het Verdrag van<br />
Schengen en de Schengen Uitvoeringsovereenkomst (zie artikel 93 en volgende van de<br />
SUO). Door middel van dit systeem informeren verdragspartijen elkaar onder meer over<br />
de aanwezigheid van mensen die mogelijk verdacht zijn. Het SIS wordt voor meerdere<br />
doeleinden gebruikt, de namen van ongewenste vreemdelingen staan bijvoorbeeld ook<br />
in het SIS.<br />
<strong>De</strong> KMar is tevreden over de wijze waarop de zwarte lijst functioneert. Alle partijen gaan<br />
er serieus mee om. In dat kader is er vooral contact met de KLM. Van de andere<br />
maatschappijen hoort de KMar niet veel.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
65
Het grootste probleem is dat de informatie kennelijk niet goed overkomt bij de betrok<br />
kenen. Hoe dat moet worden opgelost, is ons onduidelijk…” 83<br />
Door de bedoelde privacyfunctionarissen werd het volgende schema “werking maatregel<br />
recidive drugskoeriers” verstrekt:<br />
6. <strong>De</strong> tijdens het gesprek bedoelde (standaard)brief die de KMar verstuurt aan mensen<br />
die de KMar aanschrijven nadat zij bij het inchecken te horen hebben gekregen dat zij<br />
niet met de betreffende vlucht meekunnen omdat zij op de zwarte lijst staan, luidt als<br />
volgt:<br />
“…In uw brief geeft u aan dat u bij het inchecken voor een (…) vlucht naar Amsterdam<br />
geweigerd bent.<br />
Van personen die gebruik hebben gemaakt van bepaalde risicovluchten en bij wie in de<br />
Opiumwet aangewezen verdovende middelen zijn aangetroffen verstrekt de Koninklijke<br />
Marechaussee persoonsgegevens aan luchtvaartmaatschappijen die op deze trajecten<br />
vliegen. <strong>De</strong>ze risicovluchten zijn o.a. de rechtstreekse verbindingen tussen Curaçao,<br />
83 <strong>De</strong> minister van Justitie wees er in dat verband op dat door de verdachte een verklaring wordt ondertekend,<br />
waarin hij zich bekend verklaart met zijn plaatsing op de zwarte lijst voor de duur van drie jaar.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
66
Paramaribo, Venezuela, Aruba en Amsterdam Schiphol. <strong>De</strong> lijst van gegevens die op<br />
deze wijze wordt samengesteld wordt de ‘zwarte lijst drugskoeriers’ genoemd. <strong>De</strong><br />
Minister van Justitie heeft opdracht gegeven voor het instellen van de lijst. <strong>De</strong> Minister<br />
van Justitie is met de betrokken luchtvaartmaatschappijen overeengekomen dat perso<br />
nen op de zwarte lijst drie jaar geweigerd zullen worden op deze risicovluchten. <strong>De</strong>ze<br />
maatregel moet voorkomen dat er opnieuw verdovende middelen binnen het grondge<br />
bied van Nederland gebracht worden door recidiverende drugskoeriers.<br />
<strong>De</strong> voornoemde maatregel zou mogelijk een reden kunnen zijn waarom de KLM u op<br />
haar vlucht naar Amsterdam geweigerd heeft.<br />
In het geval de Koninklijke Marechaussee persoonsgegevens verstrekt in het kader van<br />
de zwarte lijst, gaat het om gegevens die opgeslagen zijn in het Bedrijfsprocessen<br />
systeem (BPS). <strong>De</strong> lijst bestaat uit een selectie van gegevens van drugskoeriers uit het<br />
BPS. Het BPS is een registratie in de zin van de Wet politieregisters (Wpolr). In het<br />
belang van een goede opsporing, bescherming van derden en bescherming van de<br />
persoonlijke levenssfeer van betrokkenen stelt de Wpolr strikte voorwaarden aan het<br />
verstrekken van gegevens uit politieregisters. Uw vraag dient te worden aangemerkt als<br />
een verzoek om kennisneming in de zin van de Wpolr.<br />
Indien u meer inlichtingen van de Koninklijke Marechaussee wilt verkrijgen over uw<br />
weigering op de vlucht naar Amsterdam dient u een ondertekende kopie van uw pas<br />
poort op te sturen naar bovenstaand adres zodat wij uw identiteit deugdelijk kunnen<br />
vaststellen…”<br />
7. In antwoord op de vraag wat voor een antwoord betrokkenen wordt gestuurd indien zij<br />
daadwerkelijk verzoeken om kennisneming in de zin van de Wet politieregisters, deelden<br />
bedoelde privacyfunctionarissen het volgende mee: 84<br />
“…Voor het antwoord op een verzoek om kennisgeving hanteren we geen standaard<br />
brief maar wordt steeds afhankelijk van het specifieke geval een reactie opgesteld.<br />
Zoals we al eerder bespraken mogen er in het kader van een verzoek om kennisneming<br />
in beginsel geen mededelingen in schriftelijke vorm gedaan worden maar wordt hiermee<br />
enigszins soepel omgegaan indien betrokkene woonachtig is in het buitenland. In vrijwel<br />
alle gevallen zijn de betrokkenen sowieso op de hoogte van het feit dat hun gegevens in<br />
de politieregisters voorkomen in verband met drugssmokkel en dat deze gegevens aan<br />
de LVM (luchtvaartmaatschappij; N.o.) verstrekt worden, omdat dit bij de aanhouding<br />
middels de flyer verteld wordt. We merken dat de verzoekers doorgaans geen interesse<br />
hebben in welke gegevens er nu in het register opgenomen zijn, feitelijk gaat het ze<br />
alleen om verwijdering van de lijst/opheffing van het vliegverbod.<br />
Hieronder staat een voorbeeld tekst waarin een betrokkene in kennis gesteld werd van<br />
de opname van zijn/haar persoonsgegevens op de zwarte lijst. <strong>De</strong> omschrijving van de<br />
gegevens blijft beperkt (we noemen wel de datum van de aanhouding ivm de drie jaar<br />
84 Emailbericht d.d. 19 april 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
67
termijn van het vliegverbod). Indien een persoon echt inhoudelijk meer wil weten van de<br />
opgenomen persoonsgegevens is dat mogelijk, men wordt in dat geval telefonisch<br />
nader ingelicht over de aard en de inhoud van de vastgelegde gegevens tevens kan<br />
men uitgenodigd worden om de gegevens te komen bekijken. <strong>De</strong> onderliggende stuk<br />
ken worden dan ter inzage getoond. Het is voor zover mij bekend een of twee keer<br />
voorgekomen dat iemand op verzoek is uitgenodigd om zijn/haar hele dossier (voor<br />
zover toelaatbaar binnen het kader van de Wpolr) te komen inzien. Men mag hierbij<br />
aantekeningen voor zichzelf maken, kopieën worden niet verstrekt.<br />
Voorbeeld:<br />
Bij controle van de Politieregisters is gebleken dat de Koninklijke Marechaussee op<br />
25 september 2004 op de luchthaven Schiphol heeft vastgesteld dat u in de Opiumwet<br />
aangewezen verdovende middelen in uw bezit had. <strong>De</strong> persoonsgegevens die naar<br />
aanleiding van dit incident geregistreerd werden zijn op rechtmatige gronden verkregen<br />
en opgenomen in de politieregisters van de Koninklijke Marechaussee. <strong>De</strong> gegevens<br />
zijn vervolgens op rechtmatige wijze, op basis van de in de vorige alinea genoemde<br />
machtiging van de Minister van Justitie, aan de luchtvaartmaatschappijen doorgegeven.<br />
U bent bij aanhouding schriftelijk op de hoogte gesteld van de opname op de zwarte<br />
lijst. Het gevolg is dat u door de luchtvaartmaatschappijen gedurende drie jaar gewei<br />
gerd mag worden op een aantal luchtvaartverbindingen waaronder die tussen Schiphol<br />
Amsterdam en Paramaribo, Suriname...”<br />
8. In het kader van het onderzoek van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> verstrekte de minister<br />
van Justitie, bij wijze van voorbeeld, een kopie van het convenant met de KLM ter uitvoe<br />
ring van de zwarte lijst. In het van het convenant deel uitmakende “Basisdocument<br />
Zwarte lijst drugskoeriers” staat het volgende:<br />
“…<strong>De</strong> opname op de zwarte lijst geldt uitsluitend voor personen bij wie cocaïne is<br />
aangetroffen dan wel personen die veroordeeld zijn voor het transport, invoer of bezit<br />
van cocaïne. Reisgenoten bij wie de cocaïne niet is aangetroffen worden niet op de lijst<br />
opgenomen, tenzij vast komt te staan dat deze betrokken zijn, bijvoorbeeld als mede<br />
plichtige, bij het transport, de invoer of het bezit van cocaïne. Voor de opname op de lijst<br />
geldt geen ondergrens ten aanzien van de hoeveelheid aangetroffen cocaïne.<br />
Indien de persoon waarbij cocaïne is aangetroffen wordt vervolgd is de uitkomst van<br />
deze vervolging van belang voor de registratie op de zwarte lijst. Ingeval van ontslag<br />
van rechtsvervolging dan wel vrijspraak volgt verwijdering van de zwarte lijst. Het<br />
openbaar ministerie zal omtrent de uitkomsten van de vervolging de Koninklijke<br />
Marechaussee zo spoedig mogelijk informeren opdat ook de luchtvaartmaatschappijen<br />
overeenkomstig kunnen worden geïnformeerd.<br />
(…)<br />
<strong>De</strong> overheid, in casu de Koninklijke Marechaussee, is verantwoordelijk voor de juistheid,<br />
tijdigheid, volledigheid en rechtmatigheid van de persoonsgegevens op de zwarte lijst.<br />
<strong>De</strong> zwarte lijst zal wekelijks in elektronische vorm worden aangeleverd aan de<br />
Nederlandse vestigingen van de betreffende luchtvaartmaatschappijen..”<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
68
In het basisdocument staat onder het kopje “Klachten ten aanzien van opname op de<br />
zwarte lijst door de Koninklijke Marechaussee” het volgende:<br />
“…Personen bij wie in de bagage cocaïne wordt aangetroffen wordt de mogelijkheid<br />
geboden binnen 48 uur te verzoeken om een heroverweging door een hulpofficier van<br />
de Koninklijke Marechaussee. Bij deze heroverweging wordt het openbaar ministerie<br />
betrokken. <strong>De</strong>ze regeling wordt uitsluitend in het leven geroepen voor die gevallen<br />
waarbij twijfel mogelijk is ten aanzien van de schuld van de betrokkene bij het vervoer<br />
van de cocaïne. Indien sprake is van een slikker, een bodypacker, een recidivist, combi<br />
feiten danwel bezit van meer dan drie kilo cocaïne is deze procedure niet van toepas<br />
sing. Achtergrond hiervan is dat in een dergelijk geval schuld aan het bezit van de<br />
cocaïne onomstotelijk is (slikker dan wel bodypacker) danwel het openbaar ministerie<br />
overgaat tot vervolging (recidivist, combifeiten, meer dan drie kilo). Is sprake van vervol<br />
ging dan blijft de persoon op de zwarte lijst staan tot het moment dat de rechter zich over<br />
het strafbaar feit heeft uitgesproken. Bij vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging volgt<br />
verwijdering van de lijst.<br />
Mocht op termijn worden overgegaan tot het vervolgen van alle personen bij wie op<br />
Schiphol cocaïne is aangetroffen dan zal deze klachtprocedure niet langer noodzakelijk<br />
zijn. Immers, twijfels ten aanzien van de schuld kunnen dan aan de rechter worden<br />
voorgelegd. Tot het moment dat de rechter zich over het strafbaar feit heeft uitgesproken<br />
blijft de desbetreffende persoon op de zwarte lijst staan. Bij vrijspraak of ontslag van<br />
rechtsvervolging volg verwijdering van de lijst.<br />
Naast bovengenoemde procedure kan de betrokkene beroep doen op de Wet politie<br />
registers. <strong>De</strong> door de Koninklijke Marechaussee opgestelde en beheerde zwarte lijst<br />
betreft immers een politieregister in de zin van de Wet politieregisters. Dit betekent dat<br />
de belanghebbende recht heeft op kennisneming en verbetering als bedoeld in de<br />
artikelen 20 tot met 25 van de Wet politieregisters. In concreto betekent dit dat een ieder<br />
op grond van artikel 20 Wpolr een verzoek tot inzage in politieregisters van de Koninklijke<br />
Marechaussee kan richten aan de beheerder van het politieregister, in casu de bevelheb<br />
ber van de Koninklijke Marechaussee. <strong>De</strong> beheerder deelt een ieder op diens verzoek<br />
binnen vier weken mede of en zo ja welke persoonsgegevens van deze persoon in een<br />
register zijn opgenomen<br />
Op grond van artikel 22 Wpolr kan de persoon aan wie op grond van artikel 20 Wpolr<br />
mededeling is gedaan, de bevelhebber schriftelijk verzoeken deze persoonsgegevens te<br />
verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen, indien de persoonsgegeven<br />
onjuist, voor het doel van het register onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel in<br />
strijd met een wettelijk voorschrift in een register voorkomen. <strong>De</strong> inzage en correctie<br />
verzoeken zullen op de Staf van de Koninklijke Marechaussee te <strong>De</strong>n Haag worden<br />
afgehandeld door de privacyfunctionaris.<br />
Artikel 20, eerste lid Wet politieregisters schrijft voor dat omtrent het geregistreerd zijn<br />
van een persoon in een politieregister geen mededelingen in schriftelijke vorm worden<br />
gedaan. Voor wat betreft de in dit document bedoelde zwarte lijst zal hier een uitzon<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
69
dering op worden gemaakt in verband met het feit dat een aanzienlijk deel van de<br />
geregistreerden als vaste woon of verblijfplaats Aruba, de Nederlandse Antillen,<br />
Suriname dan wel Venezuela heeft en derhalve niet in staat zal zijn in persoon aanwe<br />
zig te zijn bij de in de wet voorgeschreven mondelinge verstrekking van de informatie.<br />
<strong>De</strong> belanghebbende die woonachtig is op Aruba, de Nederlandse Antillen, in Suriname<br />
dan wel in Venezuela kunnen derhalve schriftelijk worden geïnformeerd omtrent het<br />
opgenomen zijn op de zwarte lijst en eventuele correctie. <strong>De</strong> verzoeken als bedoeld in<br />
artikel 20 en 22 Wet politieregisters zullen echter vergezeld moeten gaan van een kopie<br />
van het paspoort van de belanghebbende. Het College Bescherming Persoonsgegevens<br />
heeft ingestemd met deze afwijking van het bepaalde in artikel 20, eerste lid Wet<br />
politieregisters voor in het buitenland gevestigde belanghebbenden.<br />
In de schriftelijke mededeling die de Koninklijke Marechaussee aan de betrokkene<br />
uitreikt bij plaatsing op de zwarte lijst zal tevens aandacht worden besteed aan de<br />
procedure van artikel 20 e.v. Wet politieregisters…”<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
70
IX. KLACHTBEHANDELING<br />
1. Inleiding<br />
1.1. In het eerder genoemde Handhavingsarrangement (zie hoofdstuk I. Inleiding, onder<br />
1.) is ook aandacht besteed aan de behandeling van klachten die samenhangen met de<br />
100%controles. In het arrangement staat in dit verband het volgende:<br />
“…Klachten<br />
<strong>De</strong> klachten worden als volgt behandeld:<br />
klachten omtrent het gedrag van de ambtenaar: deze worden afgehandeld conform de<br />
reguliere klachtprocedure te behandelen door de betreffende dienst;<br />
bezwaren tegen toepassing van Douanewetgeving (controle, onderzoek goederen<br />
etc.) zullen door de Douane worden behandeld;<br />
bezwaren tegen justitiële interventie zoals inbeslagneming, heenzending, strafrechte<br />
lijk onderzoek, opsporing, vervolging etc. worden door het OM afgehandeld;<br />
bezwaren tegen uitwisselen van gegevens met de luchtvaartmaatschappijen worden<br />
afgehandeld zoals beschreven in de daaromtrent te ontwikkelen klachtprocedure.”<br />
1.2. In hun vragen van 3 november 2005 aan de minister van Justitie (zie hoofdstuk II,<br />
onder 4.) stelden de twee betrokken leden van de Tweede Kamer ook de procedure van<br />
de behandeling van klachten over de 100%controles aan de orde. Zij wezen erop dat<br />
personen die een 100%controle hebben ondergaan bij drie verschillende instanties<br />
(Douane, KMar en Openbaar Ministerie) moeten klagen over verschillende aspecten van<br />
de wijze waarop zij zijn behandeld, en zij vroegen zich af of het wenselijk is de klacht<br />
procedure te vereenvoudigen zodat men bij één instantie terecht kan in plaats van dat de<br />
klachten worden versnipperd over drie instanties.<br />
<strong>De</strong> minister van Justitie beantwoordde de betreffende vragen op 4 januari 2006 als<br />
volgt: 85<br />
“…5. Voor de bejegening tijdens de controle en opsporingsfase staat een klachtenpro<br />
cedure open bij de verschillende instanties, die aan de 100% controles meewerken.<br />
Medio 2005 is onder leiding van het Openbaar Ministerie te Schipholoost een coördi<br />
nerende klachtencommissie ingesteld, die de ontvangen klachten indeelt naar orga<br />
nisatie.<br />
(…)<br />
9. Bij de uitvoering van de 100%controles is een aantal organisaties betrokken, die<br />
ieder afzonderlijk verantwoordelijk zijn voor hun eigen aandeel. Uitgangspunt blijft<br />
derhalve dat ieder van de organisaties zelf de klachten afhandelt die op haar betrekking<br />
hebben.<br />
85 Tweede Kamer, vergaderjaar 20052006, Aanhangsel, 651.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
71
Teneinde het behandelen van klachten die betrekking hebben op meerdere organisaties<br />
te stroomlijnen, wordt echter de klachtafhandeling door de verschillende organisaties in<br />
een klachtencommissie onder voorzitterschap van het Openbaar Ministerie gecoör<br />
dineerd…”<br />
2. Klachtbehandeling door de Douane<br />
In de Nota instructie behandeling van klachten en verzoeken om schadevergoeding<br />
Douane West 86 is over de behandeling van klachten het volgende opgenomen:<br />
“...<strong>De</strong> Belastingdienst dient zorg te dragen voor een behoorlijke behandeling van de<br />
mondelinge en schriftelijke klachten. Indien de klacht ziet op een gedraging van een<br />
bepaalde ambtenaar dan wordt de betrokken ambtenaar in de gelegenheid gesteld om<br />
schriftelijk op de klacht te reageren. <strong>De</strong> klacht wordt behandeld door een persoon die<br />
niet bij de gedraging betrokken is geweest.<br />
Vanuit de afdeling klachtbehandeling wordt de betrokken ambtenaar om een ambts<br />
bericht gevraagd Omdat de klachtbehandelaar is gebonden aan de in de Algemeen wet<br />
bestuursrecht (Awb) vastgelegde termijn van zes weken moet de ambtenaar het ambts<br />
bericht binnen 7 werkdagen na ontvangst van het verzoek van ambtsbericht op de<br />
betreffende unit terugsturen. <strong>De</strong> termijn van behandeling van de klacht kan schriftelijk<br />
worden verdaagd met vier weken. <strong>De</strong> klager wordt door de afdeling klachtbehandeling<br />
schriftelijk op de hoogte gesteld.<br />
<strong>De</strong> ambtsberichten worden digitaal via de vakbazen en (eventueel) aangewezen<br />
contactpersonen van de units digitaal verstuurd van een naar de afdeling klachtbe<br />
handeling. <strong>De</strong> betrokken medewerker stuurt (spoedheidshalve) het ambtsbericht direct<br />
digitaal naar de afdeling klachtbehandeling. Een ondertekend ambtsbericht wordt per<br />
post aan de afdeling klachtbehandeling verstuurd.<br />
Middels de ontvangstbevestiging wordt de klager in de gelegenheid gesteld om gehoord<br />
te worden. Van het horen kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is<br />
dan wel de klager heeft aangegeven geen gebruik te willen maken van het recht<br />
gehoord te worden. Van het horen wordt door de behandelaar een verslag gemaakt dat<br />
aan de klager wordt gestuurd.”<br />
Voor de afhandeling van klachten over gedragingen van medewerkers van DouaneWest<br />
is een klachtencoördinator verantwoordelijk. In het kader van het onderzoek is gesproken<br />
met deze klachtencoördinator. Hij deelde over de behandeling van klachten naar<br />
aanleiding van de uitvoering van de 100%controles het volgende mee: 87<br />
86 Nota instructie behandeling van klachten en verzoeken om schadevergoeding (herziene versie)<br />
31 december 2005.<br />
87 Interview d.d. 23 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
72
“…In 2005 zijn in totaal 259 klachten ontvangen waarvan 78 klachten gerelateerd<br />
konden worden aan de 100%controle. <strong>De</strong>ze 78 klachten bevatten tevens schadeclaims<br />
als gevolg van de uitvoering van de 100%controles. <strong>De</strong> klachten het gevolg van de<br />
100%controles zijn ontvangen zijn als volgt te rubriceren:<br />
algemene klachten over de controle als zodanig;<br />
de wachttijden;<br />
de bejegening;<br />
toepassing bevoegdheden (bijvoorbeeld bij kledingvisitatie);<br />
schadeclaims;<br />
fiscale en niet fiscale taken van de Douane;<br />
cargo (het openmaken van vracht en postzendingen).<br />
Klachten bereiken de klachtencoördinator via:<br />
de ketenpartners ( KMar en het Openbaar Ministerie);<br />
rechtstreeks gericht aan de Douane;<br />
de luchthaven;<br />
klachtenformulier op de website van de Belastingdienst;<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong>.<br />
In het geval er sprake is van rechtstreeks telefonisch contact met de klachtencoör<br />
dinator wordt een samenvatting van de klacht naar de betrokken klager gezonden. <strong>De</strong>ze<br />
zendt de klacht vervolgens voor akkoord retour. <strong>De</strong> klacht wordt vervolgens conform de<br />
klachtenprocedure afgehandeld.<br />
Na ontvangst van een schriftelijk klacht wordt zo spoedig mogelijk een ontvangstbe<br />
vestiging gezonden. In de ontvangstbevestiging is aangegeven dat binnen zes weken<br />
een reactie op de klacht dient te worden gegeven. Tevens wordt erop gewezen dat de<br />
afhandeling van de klacht mogelijk vertraging kan oplopen tot tien weken. In de<br />
ontvangstbevestiging wordt tevens aangekondigd dat de klager in de gelegenheid kan<br />
worden gesteld om gehoord te worden. Daarnaast wordt de klager uitgenodigd om voor<br />
nadere vragen dan wel een persoonlijke toelichting contact op te nemen. Klagers dienen<br />
vervolgens zelf in te gaan op de uitnodiging om gehoord te worden. Indien in de klacht<br />
brief een telefoonnummer is opgenomen, wordt, indien mogelijk, direct telefonisch<br />
contact opgenomen met de klager om de klachtenprocedure toe te lichten.<br />
<strong>De</strong> termijn van afhandeling van klachten bedraagt maximaal tien weken. Dit heeft te<br />
maken met het feit dat regelmatig geklaagd wordt over zaken die vrij complex zijn, de<br />
betrokken klager in het buitenland woonachtig is of vanwege de aanpassingen/<br />
verbeteringen die gaandeweg in het uitvoeringsproces van de 100%controles zijn<br />
doorgevoerd. In de ontvangstbevestiging is hier al rekening mee gehouden en zodra dit<br />
zich dreigt voor te doen, wordt de klager hiervan op de hoogte gesteld.<br />
Het komt regelmatig voor dat een klacht een combinatie van onderdelen bevat.<br />
Indien er sprake is van een zogenaamde combiklacht, een klacht waarbij onderdelen<br />
betrekking hebben op een van de andere ketenpartners, zoals de KMar of het Openbaar<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
73
Ministerie, wordt de klachtbrief aangeboden aan de betrokken collegaklachtencoör<br />
dinatoren met een begeleidende brief. In de brief wordt aangegeven welke klachtonder<br />
delen door de Douane in behandeling zijn genomen. Sinds de invoering van een perio<br />
diek overleg tussen klachtencoördinatoren van de ketenpartners vindt er regelmatiger<br />
informeel contact plaats tussen de collega’s over de aanpak en afhandeling van een<br />
klacht. Door te bellen, te mailen en over de klacht te overleggen wordt ernaar gestreefd<br />
klachten zo adequaat mogelijk af te handelen. <strong>De</strong> verschillende manieren van afhan<br />
deling door de diverse ketenpartners leveren geen belemmeringen op. Naar aanleiding<br />
van het overleg bleek dat zowel de KMar als de Douane regelmatig klachten ontving<br />
over het nietinformeren van afhalers over het oponthoud als gevolg van de 100%<br />
controles. Zowel bij de KMar als de Douane zijn maatregelen genomen om de infor<br />
matie voor afhalers te verbeteren.<br />
Alle klachten worden geregistreerd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen algeme<br />
ne klachten die worden afgedaan met een standaardbrief en klachten die snel werden<br />
opgelost maar waarnaar toch een onderzoek is ingesteld overeenkomstig hoofdstuk 9<br />
van de Algemene wet bestuursrecht.<br />
<strong>De</strong> terugkoppeling van de uitkomst van een klachtenprocedure gebeurt naar de betref<br />
fende unit, in het geval van de 100%controles de unit fysiek toezicht passagiers en aan<br />
de Pmedewerkers. In voorkomende gevallen wordt een advies van mij meegezonden.<br />
Als de uitkomst van een klacht daartoe aanleiding geeft, stel ik een aanbeveling of<br />
advies op voor de betreffende leidinggevende. Een voorbeeld is mijn advies over het<br />
nietzichtbaar doorzoeken van ruimbagage in afwezigheid van de passagier…”<br />
3. Klachtbehandeling door de KMar<br />
3.1. Blijkens het Jaarverslag 2004 Klachten van de Koninklijke Marechaussee zijn in<br />
2004 in totaal 165 klachten over de KMar ingediend bij de KMar. Daarvan had het over<br />
grote deel, 130 klachten, betrekking op district Schiphol. Van die 130 hadden er blijkens<br />
dit jaarverslag elf specifiek betrekking op de 100%controles. Daarvan werden er twee<br />
ongegrond verklaard; de andere negen klachten werden via overleg of bemiddeling afge<br />
handeld.<br />
Dit jaarverslag bevat ook het Jaarverslag van de Klachtencommissie politietaken<br />
Koninklijke Marechaussee/Krijgsmacht over het jaar 2004. <strong>De</strong>ze klachtencommissie<br />
merkte in haar jaarverslag het volgende op:<br />
“…Een relatief groot aantal klachten betreft de verscherpte en 100% controle. <strong>De</strong> werk<br />
wijze bij deze controle is dat verdachten van het slikken van bolletjes door ambtenaren<br />
van de Douane worden aangehouden wanneer zij aan minimaal 6 van de 21 door de<br />
Minister van Justitie vastgestelde criteria voldoen, vervolgens worden zij overgedragen<br />
aan de Koninklijke Marechaussee waar de voorgeleiding bij de Hulpofficier van Justitie<br />
plaats vindt, die de aanhouding toetst, vervolgens worden zij overgedragen aan de<br />
Dienst Justitiële Inrichtingen op SchipholOost waar men moet wachten om gescand te<br />
worden dan wel totdat men “schoon geproduceerd” heeft.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
74
<strong>De</strong> commissie heeft geconstateerd dat sommige criteria subjectief van aard zijn, dat de<br />
rechtmatigheid van de aanhouding onvoldoende getoetst werd en dat een te groot<br />
percentage als niet terecht aangehouden moest worden aangemerkt.<br />
Overleg met het verantwoordelijk Openbaar Ministerie te Haarlem heeft intussen tot<br />
aanscherping van de criteria geleid, tot een scherpere toetsing van de aanhouding en<br />
het per dag beschikbaar zijn van een bodyscan.<br />
Klachten hebben meestal betrekking op de totale procedure waarbij verschillende dien<br />
sten in het geding zijn die elk verantwoordelijk zijn voor een deel van de keten van<br />
aanhouding tot invrijheidstelling.<br />
<strong>De</strong> commissie constateert dat het door klagers buitengewoon onbevredigend wordt<br />
gevonden dat zij voor de behandeling die zij op Schiphol hebben ondergaan bij<br />
(tenminste) vier verschillende instanties terecht kunnen komen…”<br />
3.2. <strong>De</strong> KMar is bij de behandeling van klachten gebonden aan de bepalingen uit<br />
hoofdstuk X (klachtbehandeling) van de Politiewet 1993. Daarin is vastgelegd dat de<br />
minister van <strong>De</strong>fensie regels als bedoeld in artikel 61 van de Politiewet 1993 88 vaststelt<br />
ten aanzien van klachten over een militair van de Koninklijke Marechaussee<br />
Artikel 61 van de Politiewet voorziet in de instelling van een commissie bestaande uit<br />
onafhankelijke leden die zijn belast met de behandeling van en advisering over klachten,<br />
de registratie van de mondeling en schriftelijk ingediende klachten en, indien van toepas<br />
sing, de daarop genomen beslissingen, alsmede de jaarlijkse publicatie van de<br />
geregistreerde klachten waarin wordt aangegeven in hoeverre bepaalde klachten wijzen<br />
op structurele tekortkomingen en waarin zo nodig aandacht wordt geschonken aan de<br />
middelen om deze tekortkomingen op te heffen. <strong>De</strong> termijn waarbinnen dit soort klachten<br />
moet worden afgehandeld, is vier weken langer dan de reguliere klachtafhandelings<br />
termijn van zes weken.<br />
3.3. In het kader van het onderzoek is gesproken met de klachtcoördinator bij de<br />
Korpsstaf Koninklijke Marechaussee (KMar) en twee coördinerend klachtbehandelaars bij<br />
het District KMar Schiphol. Over de behandeling van klachten over de uitvoering van de<br />
100%controle deelden zij het volgende mee: 89<br />
“…<strong>De</strong> KMar heeft in 2005 in totaal 36 klachten over de 100%controles behandeld, in<br />
2004 waren dat er twaalf. <strong>De</strong> klachten zijn langs verschillende wegen bij de KMar<br />
beland. Sommige zijn rechtstreeks bij de KMar ingediend, andere via bijvoorbeeld het<br />
openbaar ministerie of de Douane.<br />
Zodra een klachtbrief wordt ontvangen, wordt daarvan een analyse gemaakt. Als het om<br />
klachten gaat die bij het District Schiphol zijn binnengekomen, gaat de klacht met de<br />
analyse naar de klachtcoördinator bij de Korpsstaf. Hij checkt de analyse dan en zorgt<br />
voor verzending van een ontvangstbevestiging naar de indiener. Daarbij wordt een A4<br />
tje met informatie over de procedure meegestuurd. Vervolgens wordt het feitelijke<br />
klachtonderzoek opgestart in het district.<br />
88 Artikel 61 e.v. Politiewet 1993.<br />
89 Interview d.d. 31 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
75
Van klachten die rechtstreeks bij de Korpsstaf worden ingediend, wordt door de<br />
klachtcoördinator bij die staf een analyse gemaakt. Na verzending van een ontvangst<br />
bevestiging wordt de klachtbrief vervolgens, samen met de analyse, naar het district<br />
gestuurd.<br />
Vaak blijkt bij zo’n analyse dat de klacht (mede) andere partners in de keten betreft. In<br />
zo’n geval wordt een voorstel voor directe doorzending gedaan; sinds de gecoördi<br />
neerde aanpak van medio 2005 hebben wij daarover ook regelmatig contact met onze<br />
ketenpartners.<br />
<strong>De</strong> KMar heeft nog steeds te maken met achterstanden bij de klachtbehandeling. <strong>De</strong><br />
wettelijke termijn is voor ons dan ook meestal te kort. We informeren de klagers daar<br />
over door middel van een vertragingsbericht.<br />
Omdat relatief veel van onze klagers in het buitenland, Suriname of de Nederlandse<br />
Antillen, verblijven, is bemiddeling vaak lastig. Veel klachten worden ook via een<br />
gemachtigde ingediend, dat geeft vertraging. Het is vaak moeilijk om met de klager zelf<br />
in contact te treden om hun uitleg te geven. Het is voorgekomen dat in het geval de<br />
klacht via een advocaat was ingediend een bemiddeling werd geweigerd en er de<br />
voorkeur aan werd gegeven het officiële traject te volgen. Klachten over de 100%<br />
controles worden vaak door een advocaat ingediend.<br />
<strong>De</strong> klachten zijn vaak vaag. Men voelt zich als crimineel behandeld, men is het niet<br />
eens met het strafvorderlijk proces, de hele gang van zaken staat betrokkene tegen, et<br />
cetera. Bijna alle klachten zijn afkomstig van negatieve slikkers. Voor hen is het hele<br />
gebeuren ingrijpend, en het stuit op veel onbegrip. <strong>De</strong> mensen zijn boos. Wij moeten<br />
daarom in dat soort gevallen veel investeren in het geven van uitleg. In overleg met het<br />
Openbaar Ministerie is de folder opgesteld die negatieve slikkers ontvangen. Daarin<br />
wordt informatie gegeven over de zwarte lijst, over klachtmogelijkheden, en worden<br />
excuses aangeboden. Ook werkt de KMar sinds enige tijd met een charmeofficier die<br />
de mensen extra aandacht geeft als dat nodig is. Een punt is wel dat de klagers excu<br />
ses verlangen van de betrokken ambtenaar zelf. Voor de KMar is dat een probleem,<br />
want die ambtenaar doet gewoon zijn werk. Als organisatie wil je best excuses aanbie<br />
den als iemand onterecht als verdachte is aangemerkt, maar het persoonlijk aanbieden<br />
van excuses is wat anders.<br />
Naar aanleiding van de herhaalde klacht dat mensen niet de kans kregen bij aanhou<br />
ding eventuele afhalers te informeren, is begin 2006 besloten betrokkenen aan te bie<br />
den te bellen. <strong>De</strong> Douane belt dan zelf naar de afhalers. Er wordt relatief weinig gebruik<br />
gemaakt van dit aanbod, waarom weten we niet.<br />
Een andere herhaaldelijk voorkomende klacht betreft het gebruik van de zwarte lijst. Het<br />
zou kunnen zijn dat mensen in de hectiek van het gebeuren de folder niet goed lezen.<br />
Achteraf krijg je dan klachten.<br />
We kunnen veel winst boeken als het experiment met de mobiele scan slaagt. Eigenlijk<br />
is de scan een soort van geste naar de verdachte. Omdat men verdacht is, kunnen<br />
dwangmiddelen worden toegepast. <strong>De</strong> scan is een extra stap in de richting van<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
76
negatieve slikkers. Wij hebben er geen beeld van hoeveel mensen een scan weigeren,<br />
en de motieven daarvoor zijn ons ook niet geheel duidelijk.<br />
Veel klachten gaan over de slikkerscriteria of over de toepassing daarvan. <strong>De</strong> criteria<br />
zelf zijn een zaak van het openbaar ministerie, de toepassing daarvan is een zaak van<br />
de Douane. Overigens zijn er altijd bedenkingen geweest ten aanzien van de slikkers<br />
criteria.<br />
Als wordt geklaagd over de onrechtmatigheid van de aanhouding, is het overigens een<br />
zaak voor het Openbaar Ministerie.<br />
Indien wij erover twijfelen welke instantie de klacht moet afdoen, plegen we overleg.<br />
Belangrijkste is dát de zaak wordt opgepakt. Klachtonderdelen die tussen wal en schip<br />
dreigen te vallen, worden meestal wel door het Openbaar Ministerie opgepakt. Klachten<br />
die echt over het beleid als zodanig gaan, zijn voor de Directie Rechtshandhaving van<br />
het Ministerie van Justitie.<br />
Klachten over kleding die verdachten in het <strong>De</strong>tentiecentrum moeten aantrekken, horen<br />
thuis bij de DJI. <strong>De</strong> mensen worden in verzekering gesteld en krijgen dan die kleding.<br />
<strong>De</strong> DJI is gastheer van onze klanten, en de DJI gaat over de huisregels in het complex.<br />
Klachten kunnen heel gecompliceerd zijn, je moet precies weten wanneer wat is<br />
gebeurd. Het grootste probleem is dat er drie ministeries bij zijn betrokken. Op de werk<br />
vloer is de samenwerking ideaal, maar in de top is die een stuk minder. Een voorbeeld<br />
daarvan is de folder voor negatieve slikkers. Dat was een initiatief van het Openbaar<br />
Ministerie. <strong>De</strong> Belastingdienst/Douane wilde daar niet aan meewerken, de KMar en de<br />
DJI wél.<br />
<strong>De</strong> samenwerking sinds medio 2005 tussen de klachtencoördinatoren is een belangrijke<br />
verbetering. Het zou natuurlijk heel mooi zijn als je alle klachten in één procedure zou<br />
kunnen behandelen, maar dat zien we niet snel gebeuren. Je hebt immers te maken<br />
met verschillende overheden met verschillende taken. Het instellen van één portaal, een<br />
soort van coördinatiepunt onder supervisie van het Openbaar Ministerie, zou wel veel<br />
voordelen opleveren, zeker als de klager één afdoeningsbrief zou ontvangen. Maar de<br />
vraag is of dat valt te realiseren. Daarbij komt dat de klachtenregeling van de KMar is<br />
gebaseerd op de Politiewet, en dat de duur van de klachtprocedure bij de KMar een<br />
bottleneck vormt.<br />
Een oplossing zou kunnen zijn om de 100%controles door één organisatie te laten<br />
uitvoeren. <strong>De</strong> Douane en de Koninklijke Marechaussee hebben echter hun eigen speci<br />
fieke bevoegdheden die niet zomaar door andere organisaties kunnen worden overge<br />
nomen. Dit zijn punten voor de beleidsmakers in <strong>De</strong>n Haag. Je moet bij dit soort zaken<br />
van te voren goed deze consequenties overzien.<br />
<strong>De</strong> KMar werkt met een klachtencommissie. Die krijgt een kopie van elke klachtbrief. Bij<br />
formele klachtbehandeling wordt altijd de commissie ingeschakeld. <strong>De</strong> commissie<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
77
engt advies uit aan de Commandant van de KMar. Het horen van betrokkenen is<br />
belangrijk, vooral ook om hun de kans te geven het hart te luchten.<br />
Vaak blijkt ons tijdens een klachtonderzoek pas dat wij ten aanzien van bepaalde<br />
aspecten van een klacht niet bevoegd zijn. <strong>De</strong> meeste klachten zijn ook meervoudig.<br />
Veel klachten betreffen ook de bagage, en lang niet altijd is duidelijk in welke fase er<br />
schade aan de bagage is ontstaan. Schadevergoedingszaken zijn in beginsel een zaak<br />
voor het openbaar ministerie. Soms bieden wij ook wel schadevergoeding aan, als door<br />
toedoen van de KMar materiële schade is ontstaan.<br />
Klachten over de vermissing van goederen zijn ook heel lastig te onderzoeken. <strong>De</strong><br />
achtergrond van een claim is ook wel eens dubieus. Soms sturen wij een zaak door<br />
naar de Afdeling Claims van het Ministerie van <strong>De</strong>fensie, daar zitten de specialisten op<br />
dit terrein. Wij informeren betrokkene dan over zo’n verwijzing.<br />
Bij bejegeningsklachten is soms niet te achterhalen over wie de klacht precies gaat, of<br />
wat er precies is gezegd. In beide gevallen onthouden wij ons van een oordeel over de<br />
gegrondheid van de klacht.<br />
<strong>De</strong> twee klachtenfunctionarissen van de KMar op Schiphol doen klachten eventueel<br />
informeel af en horen eventueel de betrokken ambtenaren.<br />
Klachten over vervoer betreffen meestal de in de ogen van betrokkenen vernederende<br />
wijze van transport, in een arrestantenbusje. Negatieve slikkers worden door de KMar<br />
teruggebracht naar SchipholPlaza, dat is een vorm van service aan betrokkene. Verder<br />
vervoer lijkt ons te ver gaan, zo werkt dat ook in andere situaties niet. <strong>De</strong> charmeofficier<br />
wordt ingeschakeld om de ergste kou uit de lucht te halen.<br />
Veel reizigers die als verdachte zijn aangemerkt, hebben angst voor de volgende keer.<br />
Alleen als je daadwerkelijk drugs hebt vervoerd, kom je op de zwarte lijst. Wat in dit ver<br />
band precies de consequenties zijn van vrijspraak of van ontslag van rechtsvervolging is<br />
ons niet bekend.<br />
<strong>De</strong> coördinerende klachtencommissie wordt voorgezeten door een beleidsadviseur<br />
werkzaam bij het Openbaar Ministerie. Medio 2005 is met de gecoördineerde aanpak<br />
begonnen. Wij zijn tevreden over deze nieuwe aanpak. Voorheen was er wel overleg<br />
tussen KMar en Douane en Openbaar Ministerie en de Dienst Justitiële Inrichtingen,<br />
maar dat was informeel. Coördinatie was hard nodig. Er was een groep advocaten, die<br />
piketdienst deed op Schiphol, die steeds maar allerlei klachten allerlei kanten op<br />
stuurde.<br />
Op dit moment komen de klachtbehandelaren van de verschillende bestuursorganen<br />
eenmaal per vijf à zes weken bij elkaar. <strong>De</strong> frequentie hangt samen met het aantal te<br />
bespreken punten.<br />
Omdat de coördinator als beleidsadviseur bij het Openbaar Ministerie werkzaam is,<br />
heeft hij vaak kennis van allerlei beleidsmatige zaken en kan ook aansturen op<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
78
wijzigingen in het beleid. Een voorbeeld daarvan is het plaatsen van de mobiele scan op<br />
Schiphol zelf.<br />
Ook is er op verzoek van het Openbaar Ministerie een keer gesproken over hoe we<br />
omgaan met verzoeken om schadevergoeding.<br />
Het gaat overigens om een informeel overleg. Er worden geen notulen gemaakt.<br />
Besproken worden steeds de klachten die meerdere onderdelen bevatten, die over<br />
verschillende bestuursorganen gaan. In principe proberen wij als KMar op het moment<br />
van ontvangst van de klacht al de klachtonderdelen naar organisatie te splitsen. Je<br />
behandelt dan het onderdeel dat op jouw organisatie van toepassing is en de brief stuur<br />
je door naar het andere bestuursorgaan, dat de rest moet behandelen. Je laat de klager<br />
dit in een brief weten. Er zijn geen procedureafspraken gemaakt over de behandeling<br />
van deze meervoudige klachten. <strong>De</strong> anderen werken in principe ook wel zo.<br />
Soms kom je tijdens de behandeling van de klacht er pas achter dat toch een ander<br />
bestuursorgaan betrokken is. Dan stuur je de klacht alsnog door en je informeert de<br />
klager erover.<br />
Er vindt ook wel terugkoppeling plaats binnen het overleg over hoe de klachten zijn<br />
afgedaan. Hangt af van de aard van de klacht. Vaak is het van belang van elkaar te<br />
weten hoe je met de klacht bent omgegaan. Bijvoorbeeld over het informeren van de<br />
afhalers van degenen, die zijn aangehouden. Het is van belang te weten dat de Douane<br />
de verdachte aanbiedt om de afhalers te informeren. Als mensen dan in het algemeen<br />
klagen dat de familie niets gehoord heeft, kun je aangeven dat daar ergens in de<br />
procedure wel in is voorzien.<br />
Ook gebeurt het dat klachten aanleiding zijn voor het aanpassen van de procedure. Het<br />
plaatsen van de scan op de pier is daar een voorbeeld van. Negatieve slikkers klaagden<br />
over de lange duur van het oponthoud, omdat zij naar SchipholOost moesten voor de<br />
scan.<br />
Door de scan mogelijk te maken vlak na de aanhouding door de Douane en direct te<br />
doen na de overdracht aan de KMar bespaar je heel veel tijd.<br />
Een ander voorbeeld is dat de KMar foto’s maakt van passagiers met hun bagage om te<br />
voorkomen dat later in het proces onduidelijk is welke bagage bij welke passagier<br />
behoort. Negatieve slikkers klaagden erover dat er foto’s van hen bij de KMar in het sys<br />
teem bleven.<br />
Nu is de standaardprocedure dat deze foto’s van negatieve slikkers meteen worden<br />
verwijderd als de aangehoudene in vrijheid wordt gesteld.<br />
Ook bleek bij de behandeling van de klachten dat de KMar en de Douane de tijdstippen<br />
van de verschillende handelingen niet goed registreerden. Daardoor konden klachten<br />
niet goed onderzocht worden. Nu is dit verbeterd. Bijvoorbeeld het tijdstip van aanhou<br />
ding wordt nu goed geregistreerd.<br />
<strong>De</strong> Douane heeft vanouds toch een andere manier van werken en het belang van het<br />
precies registreren van het tijdstip van aanhouding in de rest van de procedure was voor<br />
hen minder duidelijk.<br />
Klachtbehandeling is ook terug te vinden in jaarverslagen. In 2004 is er iets over opge<br />
nomen. Het jaarverslag 2005 is bijna gereed.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
79
Uit het gecoördineerde overleg zijn de volgende verbeteringen in het proces van de<br />
100%controle voortgekomen:<br />
verbeterde informatievoorziening. <strong>De</strong> banieren direct bij de gate in plaats van de flyers<br />
aan het eind van de procedure;<br />
het plan voor een excuusbrief aan de negatieve slikkers was er al, maar de input voor<br />
de inhoud van de brief komt uit het overleg;<br />
het aanbieden om de afhalers te informeren door de Douane;<br />
het professioneel opstellen van het p.v. door de Douane. Was in het begin een hand<br />
geschreven vodje. Nu wordt het p.v. op de p.c. gemaakt, met de tijdstipvermelding er<br />
bij;<br />
nu is de afspraak dat de reiziger na zijn aanhouding tegelijk met zijn bagage door de<br />
douane aan de KMar wordt overgedragen. Voorheen gebeurde dat apart en waren er<br />
nogal wat klachten over zoekgeraakte bagage.<br />
Wij zijn blij met het experiment waarbij een scan op Schiphol zelf is geplaatst. Dit zal<br />
veel tijd besparen en daardoor minder belastend zijn voor de aangehouden reiziger.<br />
Een bijkomend probleem voor vreemdelingen is dat aangehouden vreemdelingen ook<br />
de toegang tot Nederland wordt geweigerd wegens gevaar openbare orde op grond van<br />
de Vreemdelingenwet. <strong>De</strong>ze weigering moet weer ongedaan worden gemaakt door het<br />
Hoofd Doorlaatpost van de KMar. Dit hoofd doet maar eenmaal per 24 uur de toetsing<br />
van de al geweigerde vreemdelingen. <strong>De</strong> vreemdeling moet in de internationale lounge<br />
wachten tot de geweigerde status er weer vanaf is gehaald. Dit kostte vaak heel veel<br />
tijd. <strong>De</strong>ze werkwijze wordt inmiddels niet meer toegepast. <strong>De</strong> huidige werkwijze die<br />
wordt toegepast, is dat de weigering van de negatieve slikker (vreemdeling) na invrij<br />
heidstelling moet worden herzien. Kort na de invrijheidstelling faxt het Veegteam de<br />
gegevens naar het Hoofd Doorlaatpost en wordt de negatieve slikker afgeleverd bij de<br />
grenspost AankomstWest 1. Dit vergt extra tijd en dat zou sneller kunnen wanneer je<br />
een andere werkwijze toepast. Als de vreemdeling snel een scan kan laten maken op<br />
Schiphol zelf, kan ook eerder zijn zaak weer aan het Hoofd Doorlaatpost worden<br />
voorgelegd. Dit scheelt veel tijd.<br />
Verder blijven de slikkerscriteria toch wat moeilijk in de praktijk. Een op de drie aanhou<br />
dingen blijkt niet tot strafvervolging wegens cocaïneinvoer te leiden. Hoewel er geen<br />
cijfers bekend zijn over hoe dit percentage bij andersoortige strafbare handelingen ligt,<br />
lijkt dit wel hoog. Je voldoet al snel aan drie of vier criteria. Het Openbaar Ministerie<br />
heeft de criteria bedacht en deze worden ook zonodig bijgesteld. Maar het blijft toch vrij<br />
subjectief...”<br />
4. Klachtbehandeling door het Openbaar Ministerie<br />
Over de afhandeling van de klachten die onder de verantwoordelijk vallen van het<br />
Openbaar Ministerie, zoals die met betrekking tot inbeslagneming, heenzending, straf<br />
rechtelijk onderzoek, opsporing en vervolging, is in het kader van het onderzoek<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
80
gesproken met de klachtencoördinator van het Openbaar Ministerie. <strong>De</strong>ze klachtencoör<br />
dinator deelde over de afhandeling van klachten het volgende mee: 90<br />
“…Medio 2005 zijn de organisaties die zijn betrokken bij de 100%controles, te weten de<br />
Douane, de Koninklijke Marechaussee, de Dienst Justitiële Inrichtingen en het<br />
Openbaar Ministerie, in overleg getreden over een meer gecoördineerde behandeling<br />
van klachten over die controles. <strong>De</strong> reden was een toename van het aantal klachten en<br />
het gegeven dat de klachten bijna nooit uitsluitend over bijvoorbeeld de KMar of over de<br />
Douane gaan. Meestal zijn het combiklachten, en de betrokkenen weten vaak zelf ook<br />
niet welk bestuursorgaan verantwoordelijk is voor welk deel van het hele proces. Elke<br />
instantie deed tot dusverre wel wat formeel nodig was, maar het risico bestond toch dat<br />
er punten bleven liggen. Daarom is er gekozen voor een soort van klachtencoördinatie.<br />
Eens in de zes tot zeven weken komen de klachtencoördinatoren van de verschillende<br />
instanties bijeen, en onder mijn voorzitterschap bespreken we dan de stand van zaken.<br />
Door elkaar te informeren over de lopende klachten en door elkaar kopieën van afdoe<br />
ningbrieven te sturen, kunnen we tijdwinst boeken. Tijdens deze vergaderingen, waar<br />
van geen officiële verslagen worden gemaakt, kunnen we goed zaken doen over de<br />
behandeling van ingediende klachten. Los van de reguliere overleggen sturen we elkaar<br />
tussentijds ook per mail informatie, of hebben we telefonisch contact. Voordeel is ook<br />
dat we elkaar kennen. Uitgangspunt is dat elke instantie verantwoordelijk blijft voor de<br />
afhandeling van de klachten op het eigen terrein. Het zou het mooist zijn om klachten<br />
door middel van één afdoeningsbrief af te handelen, maar daar hebben we niet voor<br />
gekozen omdat het probleem daarbij is dat de instantie die de meeste tijd nodig heeft<br />
het tempo van afhandeling bepaalt. Juridisch gezien is het ook lastig om de klachtaf<br />
handeling bij één van de betrokken bestuursorganen neer te leggen.<br />
Doordat we nu door de gecoördineerde aanpak meer zicht hebben op het geheel aan<br />
klachten, krijg je ook beter zicht op wat er gevoelig ligt. Daar kan je dan wat mee doen.<br />
Voorbeelden zijn de excuusbrief die we nu meegeven aan “negatieve slikkers” en de<br />
mogelijkheid die we personen die worden aangehouden bieden om telefonisch contact<br />
op te nemen met relaties. Overigens is het niet zo dat we periodiek een analyse opstel<br />
len van de ontvangen klachten. <strong>De</strong> patronen in de klachten zijn ons bekend, en daar<br />
acteren we op.<br />
<strong>De</strong> betrokken instanties maken soms afspraken over de wijze van afdoening van een<br />
bepaalde zaak, maar een echt format daarvoor hebben we niet. We hebben ook geen<br />
concrete afspraken gemaakt over de termijn waarbinnen we klachten eventueel doorstu<br />
ren naar een ander bestuursorgaan indien de klacht ook daarover gaat. We zien elkaar<br />
regelmatig en indien nodig informeren we elkaar tussentijds.<br />
<strong>De</strong> klachten die wij als Openbaar Ministerie krijgen, zijn altijd afkomstig van negatieve<br />
slikkers. Veel klachten over de DJI gaan door naar de Commissie van Toezicht, en die<br />
krijgen wij dus niet als klacht in behandeling.<br />
90 Interview d.d. 17 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
81
Sinds de klachtbehandeling gecoördineerd wordt aangepakt, is deze duidelijk verbeterd.<br />
Eenduidigheid in de klachtafhandeling is moeilijk te realiseren. Ieder bestuursorgaan<br />
heeft te maken met klachten over specifieke gedragingen. <strong>De</strong> DJI ontvangt klachten<br />
over de verblijfsomstandigheden in het detentiecentrum, klachten over Douane hebben<br />
veelal betrekking op de schade aan eigendommen dan wel het zoekraken van eigen<br />
dommen, de KMar en Openbaar Ministerie ontvangen weer andersoortige klachten<br />
bijvoorbeeld over plaatsing op de zwarte lijst en bejegening na aanhouding. <strong>De</strong> aanpak<br />
bij de afhandeling van klachten verschilt per bestuursorgaan. Zo kent de KMar een<br />
klachtencommissie, handelt de Douane klachten af via een onafhankelijke klachtencoör<br />
dinator, en kiezen de DJI en het openbaar ministerie regelmatig voor een informele<br />
benadering, door een gesprek aan te gaan of met klagers te bellen.<br />
In geval van een klacht van een “negatieve slikker” stel ik een invoelende brief op,<br />
waarin excuses worden gemaakt voor de impact die een en ander op betrokkene heeft<br />
gehad.<br />
Als in een klachtbrief (tevens) om schadevergoeding wordt gevraagd, kunnen wij daar<br />
over slechts advies uitbrengen. Het college van pg’s moet daarover beslissen. Het<br />
college heeft onlangs in een zaak een vergoeding toegekend omdat het in dat geval te<br />
lang had geduurd voordat iemand, een negatieve slikker, op vrije voeten werd gesteld.<br />
Als een klacht wordt ontvangen door het Openbaar Ministerie wordt een ontvangst<br />
bevestiging aan de klager gezonden. In de ontvangstbevestiging wordt niet gewezen op<br />
verschillende instanties die klacht kunnen afhandelen. Wellicht is het zinvol door middel<br />
van een quickscan direct na ontvangst van een klacht vast te stellen waarover de<br />
klacht gaat en welke instanties betrokken zijn.<br />
<strong>De</strong> resultaten van klachtbehandeling worden teruggekoppeld. Zo weet ik dat aangehou<br />
den personen binnen het detentiecentrum niet meer worden getutoyeerd, dit naar aan<br />
leiding van herhaalde klachten daarover.<br />
In november 2005 heeft de hoofdofficier van justitie aan de <strong>De</strong>ken van de Orde van<br />
Advocaten een brief gezonden over de procedure met betrekking tot de “zwarte lijst”.<br />
Er bestaat momenteel geen eenduidige wijze waarop klachten worden geregistreerd.<br />
Het Openbaar Ministerie werkt met het registratiesysteem “<strong>De</strong>cos”, de KMar en de<br />
Douane hebben beide weer een ander systeem. Het zou het mooist zijn als alle betrok<br />
ken instanties met hetzelfde klachtregistratiesysteem zouden werken…”<br />
5. Een klachtprocedure als voorbeeld<br />
Ter illustratie van de behandeling van een klacht over de 100%controles dienen de<br />
volgende gegevens over een individuele klachtprocedure.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
82
Op 4 juli 2005 werd de heer (...) ruim zes uur na aankomst op Schiphol – door de KMar afgezet op<br />
SchipholPlaza. Hij was in het kader van een 100%controle aangehouden en had, na aanhouding<br />
wegens verdenking van het slikken van cocaïnebolletjes, in het detentiecentrum een scan<br />
ondergaan. Uit de scan was gebleken dat hij geen bolletjes had geslikt.<br />
Op 3 augustus 2005 stuurde de heer (…. zowel het Ministerie van Financiën als het Ministerie van<br />
Justitie een brief waarin hij klaagde over de gang van zaken en waarin hij om schadevergoeding<br />
vroeg in verband met het zoekraken van waardevolle goederen en in verband met de ondergane<br />
behandeling.<br />
Het College van ProcureursGeneraal stuurde op 18 augustus 2005 een ontvangstbevestiging. Bij<br />
brief van 8 november 2005 deelde dit college vervolgens het volgende mee aan de heer (…):<br />
“… Van een medewerker van het arrondissementsparket te Haarlem heb ik heden vernomen dat in<br />
onderling overleg met het Openbaar Ministerie te Haarlem en de Douane te Hoofddorp is besloten<br />
dat uw verzoek zal worden afgehandeld door de Douane ressorterend onder het Ministerie van<br />
Financiën… “.<br />
Het Ministerie van Financiën stuurde op 5 augustus 2005 een ontvangstbevestiging met de<br />
mededeling dat brieven in beginsel binnen acht weken worden beantwoord. Op 9 november 2005<br />
berichtte de Belastingdienst/Douane West aan betrokkene dat het Ministerie van Financiën aan de<br />
Belastingdienst had verzocht de behandeling over te nemen voor zover betrokkene verzocht om<br />
schadevergoeding en klaagde over de handelwijze van Douanemedewerkers. In deze brief werd de<br />
klacht over de onrechtmatigheid van de uitgevoerde 100%controle ongegrond verklaard en werd<br />
over de klacht over de vernederende behandeling van betrokkene geen oordeel gegeven omdat de<br />
feiten niet konden worden vastgesteld. Voorts werd aangegeven dat de KMar was verzocht de<br />
behandeling van het verzoek om schadevergoeding over te nemen om te onderzoeken of de KMar<br />
verantwoordelijk was voor de door betrokkene gestelde ontvreemding van goederen, en dat de<br />
Dienst Justitiële Inrichtingen van het Ministerie van Justitie was verzocht de behandeling van de<br />
klacht over de toepassing van de bodyscan over te nemen.<br />
Op 19 december 2005 wees de KMar het verzoek van de heer (…). om schadevergoeding af. 91<br />
Wat betreft het op 9 november 2005 aan DJI doorgestuurde klachtonderdeel over de bodyscan<br />
deelde de plaatsvervangend directeur van het DC Schiphol mee dat hij die kwestie op 7 december<br />
2005 telefonisch met de klachtencoördinator van Financiën/Douane West had besproken omdat de<br />
zaak naar zijn mening niet op het terrein van DJI maar op het terrein van het Openbaar Ministerie<br />
lag. Met de klachtencoördinator van Financiën/Douane West was toen de afspraak gemaakt dat de<br />
zaak in het eerstvolgend reguliere overleg van klachtcoördinatoren zou worden besproken. <strong>De</strong><br />
plaatsvervangend directeur wist niet wat er verder met de zaak was gebeurd. 92<br />
Naar aanleiding van het oordeel van de Belastingdienst/Douane West over zijn klacht richtte<br />
betrokkene zich bij brief van 11 november 2005 tot de Commissie van de verzoekschriften van de<br />
Tweede Kamer. Van die zijde kreeg hij op 5 januari 2006 bericht dat zijn brief als verzoekschrift in<br />
behandeling was genomen.<br />
91 Mededeling d.d. 27 april 2006.<br />
92 Telefonische informatie d.d. 2 mei 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
83
X. DE COMMISSIE VAN TOEZICHT VAN HET DETENTIE<br />
CENTRUM SCHIPHOLOOST<br />
In het kader van het onderzoek werd een gesprek gevoerd met de voorzitter van de<br />
Commissie van Toezicht van het <strong>De</strong>tentiecentrum SchipholOost. Het verslag van dit<br />
gesprek luidt als volgt: 93<br />
“…Omdat het <strong>De</strong>tentiecentrum SchipholOost een inrichting is in de zin van de<br />
Penitentiaire beginselenwet (Pbw), is er een commissie van toezicht ingesteld. Ik was al<br />
lid van zo’n commissie voor een andere inrichting, en ben gevraagd voorzitter te worden<br />
van de commissie voor SchipholOost. <strong>De</strong> commissie bestaat momenteel uit acht<br />
personen, met verschillende achtergronden.<br />
Het werk van een commissie van toezicht bestaat uit twee hoofdbestanddelen: het<br />
houden van toezicht, waarbij je kijkt naar het reilen en zeilen in een inrichting, en de<br />
behandeling van beklagzaken.<br />
<strong>De</strong> commissie werkt met een maandcommissaris, een commissielid dat gedurende een<br />
maand elke week de inrichting bezoekt. Je moet wel zo frequent langsgaan omdat de<br />
termijn voor beklagrecht zeven dagen bedraagt. Het beklagrecht geldt alleen voor<br />
beslissingen van de directeur van een inrichting gericht tot een ingeslotene. Kwesties<br />
als de kwaliteit of de temperatuur binnen de inrichting vallen onder de toezichttaak van<br />
de commissie. Tijdens het wekelijks bezoek spreekt het betrokken commissielid met<br />
gedetineerden die een gesprek aanvragen, en daarnaast ook met personeel. Gesprek<br />
ken met personeelsleden kunnen veel signalen opleveren.<br />
SchipholOost is opgezet als een noodvoorziening met relatief weinig faciliteiten.<br />
Aanvankelijk vielen dit soort detentiecentra niet onder de Pbw maar onder de Noodwet<br />
drugskoeriers. Bijzonder aan SchipholOost is dat verschillende vleugels niet onder de<br />
Pbw vallen. Er is een vleugel met politiecellen, en die valt onder de Koninklijke<br />
Marechaussee. Klachten over de inrichting van de politiecel kunnen worden voorgelegd<br />
aan de Commissie van Toezicht voor de politiecellen. Daarnaast is er een vleugel waar<br />
vreemdelingen verblijven die in aanmerking komen voor uitzetting. Ook die vleugel valt<br />
niet onder de Pbw, hierop is de regelgeving voortvloeiende uit de vreemdelingen<br />
wetgeving van toepassing. Met name het ‘reglement regime grenslogies’.<br />
Naast het toezicht op algemene zaken in het detentiecentrum, zoals bijvoorbeeld de<br />
kwaliteit van het eten en de zorgen van de medische dienst, hebben wij als commissie<br />
eigenlijk vooral te maken met de in verzekering gestelde drugskoeriers waaronder de<br />
slikkers. In de noodwet was reeds voorzien dat zij in een tweepersoonscel kunnen<br />
worden geplaatst en vanwege de medische risico’s die zij lopen, hebben zij te maken<br />
met enkele forse beperkingen. Dat strengere regime geldt alleen de eerste dagen, totdat<br />
betrokkenen “schoon” zijn. <strong>De</strong> noodwet is in maart 2005 vervallen en vanaf dat moment<br />
fungeren de detentiecentra onder de Pbw.<br />
93 Interview d.d. 13 april 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
84
Over de permanente camerabewaking in de cellen, de kale inrichting van de cellen of de<br />
camera in de slikkerstoiletten krijgt de commissie eigenlijk nooit klachten. Ook over het<br />
feit dat verdachten samen in een cel moeten verblijven, wordt praktisch nooit geklaagd.<br />
Uit onderzoek is overigens gebleken dat mensen uit Zuidamerikaanse landen daar juist<br />
de voorkeur aan geven.<br />
Wij hebben maandelijks overleg met de directie van het detentiecentrum, en dan<br />
bespreken we de zaken die spelen. Naast de directie nemen bijvoorbeeld ook het hoofd<br />
van de medische dienst en het hoofd van de arrestantenwacht KMar deel aan dat over<br />
leg.<br />
Eigenlijk ontvangt de commissie nogal weinig grieven of klachten. <strong>De</strong> meeste gaan over<br />
het zoekraken van bagage en spullen. Vorig jaar heeft de commissie ruim twintig<br />
klachten ontvangen. Dit lage aantal hangt waarschijnlijk samen met het feit dat de<br />
mensen hier maar een paar weken zitten. Gemiddeld zitten ze hier ongeveer veertien<br />
dagen, daarna worden ze in het <strong>De</strong>tentiecentrum Zeist of het <strong>De</strong>tentiecentrum<br />
Roermond geplaatst. Beide zijn opgezet onder de noodwet, en hebben nu de status van<br />
huis van bewaring.<br />
In het algemeen kan je zeggen dat hoe langer mensen in een bepaalde inrichting<br />
verblijven, hoe meer voorzieningen er moeten zijn.<br />
<strong>De</strong> meeste klachten die worden ingediend, zijn afkomstig van onterecht aangehouden<br />
personen, maar die klachten komen niet bij onze commissie maar bij de KMar terecht.<br />
Een punt wat wij belangrijk vinden, is het opleidingsniveau van het personeel. Sociale<br />
vaardigheden zijn in de omgang met gedetineerden erg belangrijk. In het detentie<br />
centrum is 50% van het executieve personeel in dienst van Securicor, hun opleidings<br />
niveau is wel van een andere orde dan dat van DJImensen, echter men heeft al wel<br />
een beveiligingsopleiding.<br />
Overigens heeft onze commissie een goede relatie met de directie van het <strong>De</strong>tentie<br />
centrum SchipholOost. Daaraan zal mede ten grondslag liggen, dat een directeur van<br />
een inrichting de commissie ook niet graag tegen zich heeft...”<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
85
XI. ALGEMENE OPMERKINGEN OVER DE 100%<br />
CONTROLES<br />
1. Tijdens de gesprekken met vertegenwoordigers van de betrokken ministeries is aan de<br />
orde geweest welke vereisten van behoorlijkheid voor de 100%controles van bijzondere<br />
betekenis moeten worden geacht. <strong>De</strong> vertegenwoordigers van het Ministerie van Justitie<br />
en het Ministerie van <strong>De</strong>fensie deelden daarover het volgende mee: 94<br />
“…Het streven is om de 100%controle op zo efficiënt mogelijk wijze uit te voeren met<br />
een zo minimaal mogelijke impact voor de reizigers. <strong>De</strong> behoorlijkheidsvereisten van de<br />
<strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> spelen daarbij altijd een rol. Bij het uitvoeren van dit beleid wordt<br />
niet anders te werk gegaan dan bij ander beleid. In het strafrecht spelen de proportio<br />
naliteit en de subsidiariteit altijd een belangrijke rol. Ook voortvarendheid is steeds<br />
belangrijk en ook bij de uitvoering van de 100%controle. Juist ook op het individuele<br />
niveau spelen genoemde proportionaliteit en subsidiariteit voor het openbaar ministerie<br />
altijd een belangrijke rol. Ook de informatieverstrekking wordt van groot belang geacht.<br />
<strong>De</strong> hele uitvoering van de controle is levende materie. Dit vergt een flexibele opstelling<br />
van alle betrokken organisaties. Zonodig worden onderdelen van de uitvoering aange<br />
past. <strong>De</strong> gehele bejegening is voor de betrokken organisaties uiteraard zeer belangrijk.<br />
Er wordt getracht te voorkomen dat er klachten komen...”<br />
2. In het kader van het onderzoek van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> benadrukten vertegen<br />
woordigers van het Ministerie van Financiën dat de Douane bij de 100%controles geen<br />
andere bevoegdheden heeft dan gewoonlijk. 95<br />
3. <strong>De</strong> leider van het Veegteam van de KMar District Schiphol ging in algemene zin in op<br />
de gevolgen voor zijn medewerkers van het optreden van de Douane in de controle<br />
fase: 96<br />
“…<strong>De</strong> Douane is een heel andere organisatie dan de KMar, het is geen politie<br />
organisatie, en men werkt veel meer stofgericht. Je ziet problemen bij de opleiding en bij<br />
de dagelijkse werkzaamheden van de Douane. Ze werken ook niet met een vaste club,<br />
steeds zie je nieuw personeel, dat leidt tot herhaling van de problemen.<br />
Een punt dat mij in dit verband ook ergert, is een gebrek aan inlevingsvermogen aan de<br />
kant van de Douane in de situatie waarin de reizigers zich bevinden. Zij hebben vaak<br />
tien uur gevlogen en komen moe aan op Schiphol. Als ze dan worden geselecteerd voor<br />
de verdiepte controle moeten ze vaak lang wachten voordat ze aan de beurt zijn, en<br />
ondertussen zitten de Douaneambtenaren in dezelfde ruimte rustig koffie te drinken.<br />
Dat geeft een verkeerd beeld, en leidt tot boosheid bij die reizigers. Douaneambtenaren<br />
zijn vaak ook erg kortaf tegen de mensen, als wij ze dan overgedragen krijgen, zijn ze al<br />
erg geïrriteerd. Bij de Douane valt op het punt van bejegening van reizigers veel te<br />
94 Uit het verslag van de bijeenkomst op 16 maart 2006.<br />
95 Emailbericht d.d. 3 maart 2006.<br />
96 Interview d.d. 3 april 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
86
winnen. Als er mot is bij een bepaalde vlucht, komt die zeer regelmatig voort uit het<br />
voortraject. Wij horen de klachten van de mensen. Het zijn onze KMarmensen die veel<br />
energie moeten steken in deëscalatie. Zeker eens in de week hebben wij onze handen<br />
vol aan personen die als gevolg van de wijze waarop zij door de Douane zijn bejegend<br />
zwaar geïrriteerd zijn geraakt...”<br />
In hetzelfde interview ging het hoofd van het Veegteam in op de samenstelling van zijn<br />
team. Hij stelde in dat verband het volgende:<br />
“…Een probleem is dat het Veegteam weinig vast personeel heeft. <strong>De</strong> leden van het<br />
team komen overal vandaan en werken vaak op detacheringsbasis bij ons voor een<br />
periode van slechts vier maanden. Ik wil dat ze voor zes maanden worden gedeta<br />
cheerd, en vooral wil ik een fors aantal vaste mensen. Daarbij wil ik van boven naar<br />
beneden bouwen, ik heb in ieder geval een goed middenkader nodig met vaste mede<br />
werkers op essentiële functies. Het is heel plezierig ook met veel jonge mensen te<br />
werken, maar het gaat erom dat er een goede balans is. Doordat we nu met teveel<br />
jonge mensen werken, is die balans er niet. Er staat wel wat te veranderen. Sinds een<br />
week heet ons team officieel niet meer het Veegteam maar het Rechercheteam Drugs<br />
bestrijding. Vanaf eind april 2006 gaan we werken met een vaste kern. Het gaat om 107<br />
functies, er komen vacatures en de mensen kunnen erop solliciteren. Wat ik in dit werk<br />
vooral belangrijk vind, is dat we met ervaren mensen werken. Ik wil graag profes<br />
sionaliseren…”<br />
4. <strong>De</strong> medewerker van het Veegteam met wie werd gesproken, merkte het volgende<br />
op: 97<br />
“…Ik vind dat de begeleiding, zeker voor de jongere collega’s, hier niet geweldig is, die<br />
zou zeker beter kunnen. In de basisopleiding leer je wel over conflictbeheersing en<br />
oefen je via rollenspellen, maar er wordt niet specifiek aandacht besteed aan de<br />
omgang met bolletjesslikkers.<br />
<strong>De</strong> informatieverstrekking van bovenaf komt soms ook niet goed door, dat komt omdat<br />
het over veel schijven gaat…”<br />
5. Een medewerker van de Douane, teamcoördinator bij de 100%controles, merkte in<br />
algemene zin nog het volgende op: 98<br />
“…Het komt best wel voor dat reizigers zich door de 100%controle gediscrimineerd<br />
voelen. Daar ga ik inhoudelijk niet meer op in. Van de reizigers is 95% gekleurd, van de<br />
aangehoudenen ook. Hoezo dan discriminatie? Ik ga die discussie niet meer aan. Het is<br />
wel vervelend als mensen dat zeggen, maar ik merk ook dat je veel begrip krijgt als je<br />
rustig uitlegt waarom deze controles worden gedaan…”<br />
97 Interview d.d. 3 april 2006.<br />
98 Interview d.d. 23 maart 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
87
XII. SIGNALEN VAN REIZIGERS DIE ONDERWORPEN<br />
ZIJN GEWEEST AAN EEN 100%CONTROLE OP<br />
SCHIPHOL<br />
1. Inleiding<br />
<strong>De</strong> <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> heeft diverse klachten ontvangen van reizigers over de 100%<br />
controle. Daarnaast is gesproken met reizigers die geen klacht hebben ingediend maar<br />
wel na aankomst op Schiphol een 100%controle hebben ondergaan. In de klachtbrieven<br />
wordt bijna zonder uitzondering voorop gesteld dat men het eens is met de controle op<br />
de invoer van drugs vanuit risicogebieden. Men benadrukt dat de klachten betrekking<br />
hebben op de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de controle. Dit hoofdstuk<br />
geeft een impressie van het soort signalen dat de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> heeft ontvangen<br />
met betrekking tot de 100%controles. 99<br />
In een gesprek dat onderzoekers van de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> hebben gevoerd met<br />
leden van de Vereniging van Reizigers 100 werd over het oponthoud als gevolg van de<br />
controle meegedeeld dat de vluchten uit Suriname en de Nederlandse Antillen ongeveer<br />
gelijktijdig arriveren en dat de passagiers aankomen bij de meest afgelegen gate. Vol<br />
gens hen bedraagt de wachttijd vanwege het grote aantal passagiers (400 per vliegtuig)<br />
dat wordt gecontroleerd zeker vier uur. Verder werd aangegeven dat steekproefsgewijs<br />
mensen eruit worden gepikt om hun bagage te laten onderzoeken. Wat hen opviel is dat<br />
vooral mensen van Creoolse afkomst worden gezocht en extra gecontroleerd: “Hoe<br />
zwarter de reiziger hoe verdachter hij of zij is”. <strong>De</strong> leden van de Vereniging van Reizigers<br />
hebben verder aangegeven dat uit de slikkerscriteria blijkt dat er onvoldoende inzicht<br />
bestaat in de culturele achtergrond en de Surinaamse samenleving (bijvoorbeeld wat<br />
betreft het in het bezit hebben van een cash geldbedrag en veelvuldig familiebezoek).<br />
2. Controle door Douane<br />
In haar brief aan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> waarin zij onder meer klaagt over de wijze<br />
waarop zij is bejegend tijdens de uitvoering van de 100%controle door de Douane<br />
schrijft een vrouw: 101<br />
“…Na de landing de slurf uit, bij de eerste balie laat ik mijn paspoort zien en er werd mij<br />
gevraagd hoelang ik in Suriname ben geweest. “Twee weken” was mijn antwoord. “Was<br />
het vakantie?” “Nee mijn moeder is ziek en ligt in het ziekenhuis.” Waarop de man zei:<br />
“Gaat u met mijn collega mee”. Mijn paspoort en ticket overhandigde hij aan zijn collega<br />
99 <strong>De</strong> achterliggende klachten zijn door de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> niet onderzocht, en hij geeft ook geen oordeel<br />
over de gegrondheid van die klachten.<br />
100 Gesprek d.d. 17 januari 2006.<br />
101 Bijlage (brief d.d. 21 december 2004) bij verzoekschrift aan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> d.d. 1 juli<br />
2005, dossiernr. 2005.05439.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
88
waarna ik in de eerste ruimte plaats moest nemen naast alleen maar donkere mannen<br />
en vrouwen, geen enkele blanke” (...) Na enkele minuten werd ik bij mijn achternaam<br />
geroepen waarna mijn handbagage werd onderzocht en vragen als: hebt u de ticket zelf<br />
betaald? Waar woont u? Werkt u? Wat verdient u? Heeft u een huur of koopwoning?<br />
Hoeveel bedraagt de huur? Draagt u lenzen?” Op mijn opmerking: “Vraagt u niet<br />
teveel?” antwoordde de ambtenaar van de Douane: “Ik mag alles vragen dat is mijn<br />
werk”. Tot twee keer toe, maar met een andere zinsopbouw werd mij gevraagd wat de<br />
reden was van mijn korte verblijf in Suriname. Op mijn antwoord dat mijn moeder ziek is<br />
en in het ziekenhuis ligt, was de reactie: “Het zal wel, dat zeggen ze allemaal of dat er<br />
iemand overleden is…”<br />
Over het fouilleren tijdens de verdiepte controle schrijft zij:<br />
“…Hierna moest ik met twee vrouwelijke douanes mee een hok in om lichamelijk<br />
gefouilleerd te worden. In dat hok gebeurde het volgende. Een van de vrouwen zei: “Jas<br />
uit”. Die geef ik en de jas wordt onderzocht. “Benen spreiden en handen omhoog” was<br />
het volgende commando. Met vlakke handen werd ik van boven naar beneden gefouil<br />
leerd. “Schoenen uit” werd er gezegd. Dat deed ik en de schoenen werden één voor<br />
één onderzocht. Toen stroopte zij mijn broekspijpen weer omhoog en omlaag. Toen<br />
werd mijn haar doorzocht. Toen zeiden beide vrouwen: “Bedankt voor de medewerking”<br />
en ik zei: “graag gedaan.”<br />
Toen zeiden de dames: “Loop even mee”. Toen kwam ik weer bij dezelfde man die mij<br />
in de eerste ruimte al die vragen had gesteld.<br />
Hij zei: “Mevrouw (…) u bent aangehouden op verdenking van het overtreden van de<br />
opiumwet.” Ik schrok, ik stond perplex en aan de grond genageld, ik kon niets meer<br />
zeggen, ik dacht wat gebeurt hier met mij, ik heb niets misdaan en nu word ik hier voor<br />
een misdadiger uitgemaakt…”<br />
Over de tweede fouillering schrijft zij:<br />
“…Ik werd door een vrouwelijke douaneambtenaar geroepen met: “(…) (achternaam<br />
betrokkene; N.o.) kom mee” en wees naar het bekende hokje. Zei zij: “ik ga u fouilleren<br />
en kom op plaatsen wat u niet prettig zult vinden, maar jammer dan… (met een hele<br />
vieze blik)” en zo deed zij dat: jas uit, benen spreiden, handen omhoog, rug benen, kuit<br />
werden van boven tot onder gefouilleerd. Schoenen uit, goed bekeken. Dijbenen, tussen<br />
mijn benen met haar hand opzij gehouden maakte zij een opwaartse beweging en<br />
kwam tegen mijn vagina aan waar ik erg van schrok. Buik, rondom en op elke borst met<br />
haar handpalm…”<br />
Een reiziger met zijn metgezel werden onderworpen aan een verdiepte controle nadat<br />
een van hen op advies van de KMar te Curaçao een noodpaspoort had ontvangen. Hij<br />
schrijft over de informatievoorziening door de Douane: 102<br />
102 Verzoekschrift aan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> d.d. 9 januari 2006, dossiernr. 2006.00265.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
89
“…Alsof dit nog allemaal niet genoeg was, kregen we na afloop een excuusbriefje<br />
uitgereikt. <strong>De</strong> Douane verontschuldigt daarin voor het eventuele ongemak. Ik vind het<br />
beledigend dat deze behandeling wordt afgedaan als “ongemak”. Ik wil er nogmaals op<br />
wijzen dat er tegen ons geen gerede reden was tot verdenking en dat er vanzelfspre<br />
kend ook geen verboden middelen in ons bezit werden gevonden. <strong>De</strong> afhandeling van<br />
de paspoortcontrole door het douanepersoneel was daarnaast ook nog eens ronduit<br />
onbeschoft. Zo’n behandeling heb ik slechts één keer eerder meegemaakt. Bij binnen<br />
komst in de Verenigde Staten. Welkom in Nederland…”<br />
Een vrouw 103 die regelmatig naar Suriname reist voor familiebezoek geeft aan dat alhoe<br />
wel zij er begrip voor heeft dat intensief wordt gecontroleerd op drugssmokkelaars zij de<br />
vele controlemomenten achter elkaar wel vervelend vindt. Het steeds beantwoorden van<br />
zoals zij aangeeft “onzinvragen” over waar zij vandaan komt, wat ze doet en bij wie ze is<br />
geweest, levert irritatie op. Het fouilleren ervaart ze niet als echt vervelend: “Dat gaat<br />
tenminste snel”. Wat haar vooral hindert is het enorme oponthoud.<br />
In een brief over het oponthoud als gevolg van de 100%controle schrijft iemand: 104<br />
“...Ik kwam op 15 april 2006 om 8.30 uur op Schiphol aan vanuit de Antillen en kon pas<br />
om 10.30 uur mijn familie zien. Ik heb de hele toestand als 300%controle ervaren. (..).<br />
Ik woon al 16 jaar in Nederland en van beroep ben ik politieagent. Ik voelde mij op dat<br />
moment gediscrimineerd als je zag dat men alleen de mensen met een kleur eruit haal<br />
de. Ik zie het nut niet van deze controles.<br />
Bovendien begint het al op de luchthaven waar ook mensen van de marechaussee<br />
staan te controleren. Je bent bijna negen uur onderweg en als het vliegtuig is geland wil<br />
ik zo snel mogelijk naar huis en niet zoveel vernedering ondergaan door nog eens twee<br />
uur te moeten wachten in verband met controle na controle (..). Ik heb niks tegen<br />
controles maar vijf keer gecontroleerd worden vind ik onzin Ik vraag me af of men<br />
bevoegd is om te mogen fouilleren…“<br />
In zijn klachtbrief doet een reiziger verslag van zijn ervaringen toen hij op 29 november<br />
2005 met zijn echtgenote van Nigeriaanse afkomst een 100%controle onderging. Hij<br />
schrijft: 105<br />
“…Mijn vrouw had bij aankomst alleen haar persoonlijke schoudertas en een plastic<br />
tasje met wat aankopen van de Airport Hato bij zich. Nadat mijn vrouw door de detectie<br />
poort liep en haar twee tassen gescand waren, werd zij toch nog even apart genomen.<br />
Dit verbaasde mij. Ik dacht: is dit alleen omdat zij een donkere huidskleur heeft? Ik heb<br />
de persoon gevraagd waarom mijn vrouw er alleen werd uitgehaald. Ik kreeg een<br />
antwoord: “<strong>De</strong> scan geeft dit aan en we doen een 100%controle”. Ik vond dit belache<br />
lijk. Mijn vrouw had niets bij zich waarvan de scan iets zou moeten aangeven. Ik ben erg<br />
103 Telefoonnotitie d.d. 5 april 2006.<br />
104 Verzoekschrift aan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> d.d. 23 april 2006, dossiernr. 2006.05348.<br />
105 Verzoekschrift aan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> d.d. 3 maart 2006, dossiernr. 2006.02914.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
90
oos geworden en vertelde de aanwezigen dat dit niet meer ging om een 100%con<br />
trole, maar dat dit puur een selectieve controle was. Tevens stonden meerdere passa<br />
giers met verbijstering te kijken hoe selectief men te werk ging. Nadat wij onze bagage<br />
hadden geclaimd, herhaalde dit wederom. Nadat mijn vrouw haar schoudertasje en haar<br />
plastic tasje door de scan waren gegaan, werd ze wederom apart genomen. Ik had<br />
inmiddels alle bagage onder mij en daarmee werd niets gedaan (..). Mijn echtgenote is<br />
geboren in Nigeria en heeft door de jaren heen al aardig wat ervaringen achter de rug<br />
wat betreft anders behandeld worden in Nederland. Discriminatie is op een hele geme<br />
ne manier net een te groot woord voor de mensen in Nederland die de ervaring hebben<br />
anders te worden behandeld. Ik heb het nooit willen geloven tot ik het met mijn eigen<br />
ogen heb mogen ervaren. Ik als vader, echtgenoot en Nederlander heb er geen woor<br />
den voor…”<br />
In een gesprek met onderzoekers van het Bureau <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> gaf iemand een<br />
toelichting op de wijze waarop hij is bejegend door de Douane en de KMar bij de<br />
uitvoering van een 100%controle. 106 Van dit gesprek is een verslag opgemaakt. Daarin<br />
staat het volgende:<br />
“…(…) vertelt dat hij op 3 juli 2005 (aankomst 9.45 uur) voor het eerst een 100%<br />
controle heeft meegemaakt. Hij reist wel vaker naar Suriname. Eerder heeft hij wel een<br />
hondencontrole gehad, maar zo’n uitvoerige controle kwam voor hem als een ver<br />
rassing. Hij was daar ook niet over geïnformeerd op het reisbureau of bij vertrek op<br />
Zanderij. Na aankomst met het SLMtoestel kwam hij zonder problemen langs de<br />
hondencontrole. Daarna werd zijn paspoort gecontroleerd en werd hem van alles<br />
gevraagd door de Douane. Waarom hij was gegaan, hoelang, waarom zo lang et cetera.<br />
Hij vertelde dat hij naar Suriname was gegaan in verband met het al eerdere overlijden<br />
van zijn vader. Volgens Hindoestaanse traditie wordt na verloop van tijd weer een ere<br />
dienst gehouden en dat wordt na zoveel tijd weer herhaald. Hij had een ticket dat geldig<br />
was voor twee maanden. Hij zou vier weken gaan en is uiteindelijk langer gebleven. Hij<br />
zat toen in de Ziektewet.<br />
Na het interview werd hij door de douanier meegenomen naar een ruimte in de kelder<br />
voor verder onderzoek. Hij werd meegenomen omdat hij rode ogen had en er vermoeid<br />
uitzag. <strong>De</strong> douanier vertelde hem dat hij dacht dat hij bolletjes had geslikt. Het ging<br />
volgens hem niet om hetgeen hij geantwoord had op de vragen.<br />
Zijn handbagage werd hem afgenomen. In zijn handbagage had hij een bedrag van<br />
1900 aan euro’s in een broekzak gestopt. <strong>De</strong> broek had hij opgerold. Verder zat er een<br />
kostbare munt in een envelop in deze broekzak. Ook had hij medicijnen in zijn handba<br />
gage omdat hij maagpatiënt is. <strong>De</strong>ze handbagage werd gecontroleerd buiten zijn aan<br />
wezigheid.<br />
Hij moest vervolgens zijn paspoort, ticket en mobiel inleveren, die werden in een zak<br />
gedaan met zijn gegevens er op.<br />
106 Gesprek d.d. 17 februari 2006.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
91
Vervolgens moest hij zich ontkleden in een ruimte waar nog zo’n 15 reizigers (mannen<br />
en vrouwen) aanwezig waren. In deze ruimte waren aan de wanden open hokjes, voor<br />
zien van een tafeltje voor de spullen. Hij mocht zijn onderbroek aanhouden. Ook in zijn<br />
onderbroek werd door de twee mannelijke douaniers wel even gekeken. Er werd niets<br />
gevonden, ook niet in zijn handbagage. Toch zei een van de douaniers: ”We houden je<br />
aan op verdenking van drugssmokkel, want je hebt rode ogen”. Ze vertelden dat hij<br />
overgedragen zou worden aan de KMar. Hij voelde zich met name door deze controle in<br />
aanwezigheid van anderen bijzonder vernederd…”<br />
3. Behandeling door de KMar<br />
Ook over de wijze waarop degene met wie op 17 februari 2006 een gesprek werd<br />
gevoerd na zijn aanhouding door de KMar is behandeld, is door betrokkene een toelich<br />
ting gegeven. In het gespreksverslag staat daarover het volgende:<br />
“…Na de overdracht aan de KMar werden er door de KMar foto’s van hem gemaakt.<br />
Ook dit heeft hij als zeer vernederend ervaren omdat hij behandeld werd als een echte<br />
crimineel, terwijl hij nog nooit met politie of justitie in aanraking is geweest.<br />
Rond 11.00 uur werd hij door de KMar samen met vijf anderen in een busje gezet en na<br />
een kwartier kwamen ze in het detentiecentrum op SchipholOost.<br />
Een andere reiziger had nogal geprotesteerd tegen de controle, die was apart afgevoerd<br />
door de KMar.<br />
In het detentiecentrum werd hij na aankomst rond 12.30 uur onmiddellijk in een cel<br />
geplaatst, dit in afwachting van de scan. Hij tekende dat hij akkoord ging met de scan.<br />
Hij wilde zo snel mogelijk naar huis. Hij kreeg van de KMar geen water of voedsel en hij<br />
mocht niet bij zijn spullen. Hierdoor kon hij ook niet bij zijn maagtabletten, die hij op dat<br />
moment wel hard nodig had. Evenmin kon hij zijn familie op de hoogte stellen van zijn<br />
aanhouding. Zijn broer wachtte in de aankomsthal op hem.<br />
Een vrouwelijke medewerker van de KMar beloofde hem dat als hij clean was bevonden<br />
hij een sigaretje met hen mocht roken. Van de Douane had hij ook geen drinken of<br />
voedsel gekregen.<br />
Na de scan (rond 13.00 uur) moest hij opnieuw in de cel. Na een half uur kwam de<br />
vrouwelijke KMarfunctionaris hem vertellen dat hij clean was. Hij mocht toen uit de cel<br />
om even een sigaretje roken met de KMar buiten. Daarna mocht hij eindelijk (rond 15.45<br />
uur) met zijn eigen mobiel zijn broer bellen. Hij heeft toen op de voicemail van zijn broer<br />
ingesproken dat hij om 16.00 uur op PlazaSchiphol zou worden afgezet. Daarna moest<br />
hij weer de cel in. Hiertegen protesteerde hij omdat er geen enkele reden meer was om<br />
hem nog langer vast te houden. <strong>De</strong> KMar zei toen dat hij zo zou worden opgehaald en<br />
dat het wachten nu was op vervoer. Intussen had hij gezien dat er naast zijn cel een<br />
smalle ruimte was waar zijn ruimbagage was neergezet en zijn handbagage. Hij had<br />
gezien dat het cijferslot van zijn koffer was opengebroken. Toen hij daar iets over zei,<br />
reageerde er niemand.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
92
Rond 16.00 uur kwam het busje. Hij werd gehaald door twee KMarmedewerkers. Hij<br />
pakte zijn bagage en opende zijn koffer. Hij had de koffer zo ingedeeld dat in de ene<br />
helft de kleding zat (deels nieuwe nog niet gedragen kleding) en aan de andere kant<br />
etenswaren, waaronder vruchten. <strong>De</strong> koffer was opengebroken en de vruchten (papaya<br />
en zo) bleken opgesneden te zijn.<br />
Daarna was alles weer teruggedaan waardoor het een grote kledderzooi was geworden.<br />
Hij moest alles snel dichtdoen en meegaan naar het busje. Nergens had de Douane een<br />
briefje achtergelaten. Niemand zei iets. Niet de KMar mensen die hem begeleiden en<br />
ook niet de chauffeur van het busje. Hij werd op SchipholPlaza afgezet en hij moest<br />
maar zien hoe hij thuis zou komen…”<br />
Over de informatieverstrekking door de KMar aan familieleden van degenen die als<br />
verdachte zijn aangemerkt, schrijft iemand: 107<br />
“…Op 13 juli jl. zou mijn nicht voor vakantie naar Nederland komen. Zij is geboren in<br />
1958 en spreekt geen woord Nederlands. Het vliegtuig is geland om 9.32 uur en de<br />
eerste passagiers beginnen om circa 9.50 uur naar buiten te komen. Echter van mijn<br />
nicht was er geen spoor te bekennen. In de hoop dat zij straks naar buiten zou komen<br />
bleef ik maar wachten. Immers, zij is een eenvoudige huisvrouw, die nooit alcohol heeft<br />
gedronken, laat staan iets te maken zou hebben met drugs. Om circa 15.30 uur begon<br />
ik mij toch af te vragen waar zij gebleven was. Ik ben toen op aanwijzing van een doua<br />
nebeambte toch maar bij de Koninklijke Marechaussee gaan vragen. Tot mijn schrik<br />
hoorde ik van de dienstdoende wachtcommandant dat zij was aangehouden. Voor ver<br />
dere informatie verwees hij mij naar SchipholOost of Triport 2. Een telefoonnummer<br />
had hij niet. Na veel aandringen heeft hij toch een telefoonnummer gegeven. En toen<br />
begon echt het roemruchte “kastjemuur spel”: Triport 2 verwees mij naar SchipholOost<br />
die vervolgens weer doorverwees naar Parket Haarlem om vervolgens te eindigen bij de<br />
Koninklijke Marechaussee. (…) Het enige dat ik na veel gebel te horen kreeg was dat<br />
mijn nicht in verzekering was gesteld de wij de komende drie dagen geen contact met<br />
haar mochten hebben. Om circa 20.00 uur heeft de wachtcommandant ons geadviseerd<br />
om naar Triport 2 te gaan. Daar aangekomen bleek dat de arrestantencel sinds twee<br />
jaar op SchipholOost is. Op naar SchipholOost. Daar was alles dicht en restte niets<br />
anders dan naar huis te gaan…”<br />
Een vrouw die als verdachte is aangemerkt, schrijft over haar vervoer naar het <strong>De</strong>tentie<br />
centrum Schiphol: 108<br />
“…een autobusje in met hele kleine ijzeren hokjes. Je kunt je niet bewegen (…) ..Hij<br />
reed woest, stopte plotseling en ging weer hard over de drempels…”<br />
107 Verzoekschrift aan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> d.d. 12 januari 2005, dossiernr. 2005.00546.<br />
108 Verzoekschrift aan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> d.d. 30 juni 2005, dossiernr. 2005.05439.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
93
Over de behandeling na aankomst in het <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol schrijft zij:<br />
“…Daar aangekomen moesten de heren en ik weer in een koude ruimte met een koude<br />
ijzeren bank plaatsnemen.(….) Ik werd geroepen door een vrouwelijke ambtenaar om<br />
even mee te komen in een hokje. Daar bleek dat ik mijn kleding, alles tot aan mijn<br />
ondergoed moest uitdoen om een donkerblauwe overall aan te doen. Ik weigerde (…)<br />
en toen haalde zij de hulpofficier erbij. Nadat wij een poosje hadden gepraat, mocht ik<br />
wel mijn eigen onderbroek en schoenen aanhouden, mijn oorknopjes moest ik afstaan<br />
en al mijn kleding werd in een vuilniszak gepropt. Ik kreeg in plaats van een overall een<br />
trainingspak dat verkleurd en kapot was met gaten in de zakken. Mij werd een snee<br />
brood een kleine beker melk en yoghurt aangeboden. Ik kreeg niet de kans het te veror<br />
beren want ik moest naar de hulpofficier voor een gesprek. Ook daar werd mij gevraagd<br />
of ik geslikt had en of ik bereid was een bodyscan te laten maken. Natuurlijk wil ik dat, ik<br />
heb niets te verbergen. “Blijven mijn gegevens in een bestand als straks blijkt dat ik<br />
onschuldig ben” vraag ik. “Nee er staat dan negatieve uitslag. “Waar kan ik een klacht<br />
indienen tegen deze mensonterende behandeling? “ Hij zei: “Dat weet ik niet uit mijn<br />
hoofd”….”<br />
4. Klachtbehandeling door de KMar<br />
Een vrouw heeft via haar intermediair een klacht ingediend over de wijze waarop zij werd<br />
bejegend door de Douane, de KMar en in het <strong>De</strong>tentiecentrum Schiphol. Over de afhan<br />
deling van haar klacht schrijft haar intermediair: 109<br />
“…<strong>De</strong> behandeling van voornoemde klacht en de uiteindelijke uitslag is in zijn alge<br />
meenheid voor Mw. (…) onaanvaardbaar. Het is ook onaanvaardbaar dat de KMar en<br />
de Douane en de Dienst Justitiële Inrichtingen dientengevolge de klacht steeds maar<br />
uitsplitsen. Als je het in stukjes knipt wordt het weer een ander verhaal; en gaat de<br />
essentie verloren. Het gaat tenslotte om de samenhang van alle gebeurtenissen hoe<br />
mw. (…) door de diverse instanties behandeld is. Het geheel is juist vernederend en<br />
onrechtmatig. Noch in het klachtbehandelingsverslag van de KMar, noch in het klacht<br />
behandelingsverslag van de Douane wordt vermeld dat de visitaties vernederend zijn…”<br />
Een familielid van twee vrouwen en een man die voorafgaand aan de bodyscan moesten<br />
bukken teneinde hun lichaamsopeningen te tonen, diende een klacht in bij de KMar.<br />
Over de afhandeling van de klacht schreef hij 110 :<br />
“…Op 23 juli 2004 heb ik een klacht ingediend bij de Koninklijke Marechaussee te<br />
<strong>De</strong>n Haag. Op 23 augustus respectievelijk 10 september 2004 heeft de Koninklijke<br />
Marechaussee per brief de ontvangst van mijn klacht bevestigd en tevens meegedeeld<br />
109 Brief aan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> d.d. 1 juli 2005, dossiernr. 2005.05439.<br />
110 Verzoekschrift aan de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong> d.d. 12 januari 2005, dossiernr. 2005.00546<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
94
dat, afhankelijk van de bevindingen van de onafhankelijke klachtencommissie binnen<br />
10 à 14 weken op mijn klacht zal worden gereageerd. Pas in juni 2005 heeft de<br />
Koninklijke Marechaussee mijn klacht afgehandeld…”<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
95
BIJLAGEN<br />
BIJLAGE 1<br />
Juridisch kader<br />
1. Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de<br />
fundamentele vrijheden<br />
Artikel 8:<br />
“1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie en gezinsleven,<br />
zijn woning en zijn correspondentie.<br />
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit<br />
recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving<br />
noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het<br />
economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare<br />
feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming<br />
van de rechten en vrijheden van anderen.”<br />
2. Grondwet<br />
Artikel 11:<br />
“Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaan<br />
tastbaarheid van zijn lichaam.”<br />
3. Wetboek van Strafvordering<br />
Artikel 56:<br />
“1. <strong>De</strong> officier van justitie of de hulpofficier voor wie de verdachte wordt geleid of die zelf<br />
de verdachte heeft aangehouden, kan, bij het bestaan van ernstige bezwaren tegen<br />
deze, in het belang van het onderzoek bepalen dat deze aan zijn lichaam of kleding zal<br />
worden onderzocht.<br />
2. <strong>De</strong> officier van justitie kan bij het bestaan van ernstige bezwaren tegen de verdachte,<br />
in het belang van het onderzoek bepalen dat deze in zijn lichaam wordt onderzocht.<br />
Onder onderzoek in het lichaam wordt verstaan: het uitwendig schouwen van de ope<br />
ningen en holten van het onderlichaam, röntgenonderzoek, echografie en het inwendig<br />
manueel onderzoek van de openingen en holten van het lichaam. Het onderzoek in het<br />
lichaam wordt verricht door een arts. Het onderzoek wordt niet ten uitvoer gelegd indien<br />
zulks om bijzondere geneeskundige redenen onwenselijk is.<br />
3. <strong>De</strong> in het eerste en tweede lid bedoelde onderzoeken worden op een besloten plaats<br />
en voor zover mogelijk door personen van hetzelfde geslacht als de verdachte verricht.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
96
4. <strong>De</strong> overige opsporingsambtenaren zijn bevoegd den aangehoudene tegen wien<br />
ernstige bezwaren bestaan, aan zijne kleeding te onderzoeken.<br />
5. Tijdens het gerechtelijk vooronderzoek geldt bovendien de bepaling van artikel 195.”<br />
In het zogenoemde Rectumarrest van 8 november 1988 (nr. 83057, NJ 1989/667) over<br />
woog de Hoge Raad onder meer het volgende:<br />
“Anders dan het middel betoogt heeft het hof, wat er zij van zijn verwijzing naar wat van<br />
oudsher onder onderzoek is begrepen, terecht geoordeeld dat het in het eerste lid van<br />
art. 56 Sv en het vijfde lid van art. 9 Opiumwet bedoelde onderzoek aan het lichaam<br />
omvat een onderzoek van de natuurlijke openingen en holten van het lichaam.”<br />
Het tweede en derde lid van artikel 56 werden in 2002 ingevoegd. In de Memorie van<br />
Toelichting (kamerstukken 26 983, nr. 3) werd over de desbetreffende wetswijziging<br />
onder meer het volgende overwogen:<br />
7.4 Conclusies met betrekking tot de toepassing van de urinetest en de methoden van<br />
onderzoek aan en in het lichaam<br />
(…)<br />
In een aantal bijzondere wetten, zoals de Vreemdelingenwet, de Douanewet en de<br />
Ambtenarenwet wordt ook gesproken over lijfsvisitatie of onderzoek aan het lichaam. <strong>De</strong><br />
genoemde bevoegdheden worden daar in een andere context gebezigd. Tot op heden<br />
is binnen de context van deze wetten, anders dan bij de toepassing van strafvordering,<br />
niet gebleken van onduidelijkheden of problemen bij de toepassing of uitleg van de<br />
genoemde begrippen.”<br />
4. Douanewet<br />
Artikel 17<br />
“1. Aan lijfsvisitatie door de inspecteur zijn onderworpen, personen die aanwezig zijn in<br />
of op de in de artikelen 12 en 14 bedoelde entrepots, ruimten voor tijdelijke opslag,<br />
plaatsen, spoorwegemplacementen, havens, luchthavens, terreinen, gebouwen, erven<br />
en vervoermiddelen of deze locaties of vervoermiddelen juist hebben verlaten.<br />
2. <strong>De</strong> in het eerste lid bedoelde personen zijn op vordering van de inspecteur gehouden<br />
stil te staan en deze te volgen naar een door hem aangewezen plaats.<br />
3. Op vordering van de inspecteur zijn reizigers, die zich bevinden in een vervoermiddel<br />
dat juist het douanegebied van de Gemeenschap is binnengekomen of dat bestemd is<br />
om aanstonds te vertrekken om dat douanegebied te verlaten, gehouden hun plaats of<br />
vervoerbewijs te vertonen. <strong>De</strong>ze verplichting geldt eveneens voor reizigers die een der<br />
gelijk vervoermiddel juist hebben verlaten dan wel die op het punt staan daarin te<br />
worden opgenomen.<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
97
4. Lijfsvisitatie geschiedt door personen van hetzelfde geslacht als dat van de persoon<br />
die aan visitatie wordt onderworpen.”<br />
5. Communautaire Douanewet<br />
Artikel 14<br />
“Voor de toepassing van de douanewetgeving dient elke persoon die direct of indirect bij<br />
de desbetreffende transacties die in het kader van het goederenverkeer worden verricht,<br />
is betrokken, de douaneautoriteiten op hun verzoek en binnen de eventueel vastge<br />
stelde termijnen alle benodigde bescheiden en inlichtingen, ongeacht de dragers waar<br />
op die bescheiden zich bevinden, te verstrekken en deze autoriteiten alle benodigde<br />
bijstand te verlenen.”<br />
Artikel 37<br />
“1. <strong>De</strong> in het douanegebied van de Gemeenschap binnengebrachte goederen zijn vanaf<br />
het ogenblik waarop zij worden binnengebracht aan douanetoezicht onderworpen. Zij<br />
kunnen overeenkomstig de geldende bepalingen door de douaneautoriteiten worden<br />
gecontroleerd.<br />
2. <strong>De</strong>ze goederen blijven onder douanetoezicht zolang dit nodig is om de douanestatus<br />
ervan te bepalen en wanneer het nietcommunautaire goederen betreft en onvermin<br />
derd artikel 82, lid 1, tot het ogenblik waarop zij hetzij een andere douanestatus krijgen,<br />
hetzij een vrije zone of een entrepot worden binnengebracht, hetzij worden wederuit<br />
gevoerd of vernietigd overeenkomstig artikel 182.”<br />
6. Opiumwet<br />
Artikel 9<br />
“1. <strong>De</strong> opsporingsambtenaren hebben, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling<br />
van hun taak nodig is, toegang:<br />
a. tot de vervoermiddelen, met inbegrip van woongedeelten, waarvan hun bekend is, of<br />
waarvan redelijkerwijze door hen kan worden vermoed, dat daarmede ingevoerd of<br />
vervoerd worden of dat daarin, daarop of daaraan bewaard worden of aanwezig zijn<br />
middelen als bedoeld in lijst I of II;<br />
b. tot de plaatsen, waar een overtreding van deze wet gepleegd wordt of waar rede<br />
lijkerwijze vermoed kan worden, dat zodanige overtreding gepleegd wordt.<br />
2. Zij zijn bevoegd een persoon, verdacht van een bij deze wet als misdrijf strafbaar<br />
gesteld feit, bij het bestaan van ernstige bezwaren tegen deze, aan de kleding te onder<br />
zoeken.<br />
3. Zij zijn te allen tijde bevoegd tot inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen.<br />
Zij kunnen daartoe hun uitlevering vorderen.<br />
4. <strong>De</strong> officier van justitie of de hulpofficier van justitie voor wie de verdachte wordt geleid<br />
of die zelf de verdachte heeft aangehouden is bevoegd een persoon die zojuist binnen<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
98
het grondgebied van Nederland is binnengekomen of die op het punt staat dit grond<br />
gebied te verlaten, en die is aangehouden terzake van een bij deze wet als misdrijf<br />
strafbaar gesteld feit, een vordering te geven tot medewerking aan een urineonderzoek,<br />
gericht op het aantonen van de aanwezigheid in het lichaam van middelen als bedoeld<br />
in lijst I of II.”<br />
7. Penitentiaire beginselenwet<br />
Artikel 29<br />
“1. <strong>De</strong> directeur is bevoegd een gedetineerde bij binnenkomst of bij het verlaten van de<br />
inrichting, voorafgaand aan of na afloop van bezoek, dan wel indien dit anderszins<br />
noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de<br />
inrichting, aan zijn lichaam of aan zijn kleding te onderzoeken.<br />
2. Het onderzoek aan het lichaam van de gedetineerde omvat mede het uitwendig<br />
schouwen van de openingen en holten van het lichaam van de gedetineerde. Het onder<br />
zoek aan de kleding van de gedetineerde omvat mede het onderzoek van de voorwer<br />
pen die de gedetineerde bij zich draagt of met zich meevoert.<br />
3. Het onderzoek aan het lichaam van de gedetineerde wordt op een besloten plaats en,<br />
voor zover mogelijk, door personen van hetzelfde geslacht als de gedetineerde verricht.<br />
4. Indien bij een onderzoek aan het lichaam of de kleding voorwerpen worden aange<br />
troffen die niet in het bezit van de gedetineerde mogen zijn, en, voor zover het onder<br />
zoek betrekking heeft op de openingen of holten van het lichaam van de gedetineerde,<br />
deze voorwerpen zonder het gebruik van hulpmiddelen daaruit kunnen worden ver<br />
wijderd, is de directeur bevoegd deze in beslag te nemen.<br />
Hij draagt zorg dat deze voorwerpen, hetzij onder afgifte van een bewijs van ontvangst<br />
ten behoeve van de gedetineerde op diens kosten worden bewaard, hetzij met<br />
toestemming van de gedetineerde worden vernietigd, hetzij aan een opsporingsamb<br />
tenaar ter hand worden gesteld met het oog op de voorkoming of opsporing van<br />
strafbare feiten.”<br />
2006.00003<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong><br />
99
BIJLAGE 2<br />
Vragen zoals die op 25 januari 2006 zijn voorgelegd aan de ministers van<br />
Financiën, van <strong>De</strong>fensie en van Justitie<br />
I. Algemene vragen<br />
1. Uitgaande van de noodzaak van de 100%controle op Schiphol:<br />
welke behoorlijkheidsvereisten acht u van specifiek belang voor de bescherming<br />
van de positie van reizigers die aan een controle worden onderworpen;<br />
hoe en op welke wijze meent u dat recht is gedaan aan deze behoorlijkheids<br />
vereisten bij de invoering van de controle.<br />
2. Zijn er wijzigingen in de uitvoering van de 100%controle geweest na de aankon<br />
diging van dit onderzoek op 5 januari 2006? Hierbij gaat het om gewijzigde metho<br />
den, aanpassing interne instructies, briefings van personeel etc., en zo ja welke.<br />
3. Wat was de overweging om deze wijzigingen aan te brengen?.<br />
II. Vragen met betrekking tot controle<br />
A. Organisatie controles en samenwerking betrokken instanties<br />
1. Wat is het formele kader voor de zogenoemde 100%controles, zoals die sinds eind<br />
2003 op de luchthaven Schiphol worden uitgevoerd?<br />
2. Op welke wijze zijn de 100%controles georganiseerd en welke organisaties nemen<br />
deel aan deze controles?<br />
3. Wat zijn de rollen en de verantwoordelijkheden van de verschillende organisaties die<br />
bij deze controles zijn betrokken?<br />
4. Graag ontvang ik de tekst van het zogenoemde handhavingsarrangement, ter uitwer<br />
king van de vijfde voortgangsrapportage drugssmokkel Schiphol, tussen de Douane,<br />
de Koninklijke Marechaussee en het Openbaar Ministerie.<br />
B. Controlemiddelen<br />
1. Over welke controlemiddelen beschikt het team dat de controles uitvoert?<br />
2. Wat is de wettelijke grondslag voor het gebruik van deze controlemiddelen?<br />
3. Welke instructies gelden er voor het gebruik van de verschillende controlemiddelen?<br />
C. Toepassing controlemiddelen<br />
1. Hoeveel binnenkomende vluchten zijn in 2005 onderworpen aan een 100%con<br />
trole?<br />
2. Hoeveel passagiers zijn daarbij onderworpen aan zo’n controle? Worden deze con<br />
troles ook op minderjarigen toegepast?<br />
3. Waaruit hebben deze controles bestaan?<br />
2006.00003<br />
100<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong>
4. Welke rol spelen de zogenoemde slikkerscriteria bij de bepaling van de controle<br />
middelen waaraan een reiziger wordt onderworpen?<br />
5. Op welke wijze zijn de zogenaamde slikkercriteria tot stand gekomen? Hoe vindt de<br />
selectie plaats van reizigers die onderworpen aan een controle?<br />
6. In hoeveel gevallen is in 2005 in het kader van controle lijfsvisitatie toegepast?<br />
7. Uit welke handelingen bestaat een lijfsvisitatie?<br />
8. In welke gevallen wordt tot lijfsvisitatie overgegaan?<br />
9. Hoe wordt gereageerd indien iemand weigert mee te werken aan lijfsvisitatie?<br />
10. In hoeveel gevallen zijn in 2005 bij lijfsvisitatie drugs aangetroffen?<br />
11. In een eerste reactie op mijn rapport 2006/001 van 4 januari 2006 heeft het<br />
Ministerie van Financiën aangegeven dat er inmiddels een wetsvoorstel tot aanpas<br />
sing van de Douanewet voor advies bij de Raad van State ligt. Kunt u een nadere<br />
toelichting hierop geven?<br />
D. Oponthoud<br />
1. Wat is de gemiddelde extra tijd die reizigers kwijt zijn als zij aan een 100%controle<br />
worden onderworpen?<br />
2. Hoe worden reizigers op de hoogte gesteld van het eventuele oponthoud als gevolg<br />
van een controle?<br />
3. Op welke wijze kunnen reizigers eventuele afhalers informeren over oponthoud?<br />
4. Op welke wijze worden reizigers gecompenseerd voor het oponthoud als gevolg van<br />
de controles?<br />
5. Wat vindt u zelf een aanvaardbaar oponthoud voor een 100%controle?<br />
6. In hoeverre is gewaarborgd dat het oponthoud niet langer duurt dan door u als<br />
aanvaardbaar wordt aangemerkt?<br />
E. Informatieverstrekking<br />
1. Op welke wijze worden personen die worden onderworpen aan een 100%controle<br />
geïnformeerd over de achtergrond daarvan?<br />
2. Welke informatie wordt reizigers gegeven voorafgaand aan een eventuele visitatie?<br />
3. Wat wordt meegedeeld aan reizigers bij wie bij een lijfsvisitatie geen drugs worden<br />
aangetroffen?<br />
4. Wat wordt meegedeeld aan personen die tijdens de controle mondeling hun onge<br />
noegen uiten over de gang van zaken?<br />
F. Bejegening<br />
1. In hoeverre is gewaarborgd dat reizigers die worden onderworpen aan een 100%<br />
controle op correcte wijze worden bejegend?<br />
2. Hoe wordt personeel geïnstrueerd over de omgang met reizigers die geconfronteerd<br />
worden met een 100%controle?<br />
2006.00003<br />
101<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong>
G. Klachten<br />
1. Hoeveel klachten zijn er in 2005 ingediend door of namens personen die zijn onder<br />
worpen aan een 100%controle?<br />
2. Hoe verhoudt dit aantal zich tot het aantal in 2004 ingediende klachten over de 100%<br />
controles?<br />
3. Bij wie zijn deze klachten in eerste instantie ingediend?<br />
4. Door wie zijn deze klachten afgehandeld?<br />
5. Waarover gingen deze klachten?<br />
6. Kunt u een overzicht geven van de wijze van afdoening en van de conclusies naar<br />
aanleiding van die klachten?<br />
7. Hoe draagt u er zorg voor dat voor reizigers duidelijk is bij welke instantie zij kunnen<br />
klagen?<br />
III. Vragen over de gang van zaken na aanhouding<br />
H. Aanhouding<br />
1. Op basis van welke criteria volgt na een controle een aanhouding ter zake van<br />
vermoedelijke overtreding van de Opiumwet?<br />
2. Op welke wijze vindt aanhouding plaats?<br />
3. Welke organisaties zijn betrokken bij een aanhouding?<br />
4. Welke procedure wordt gevolgd nadat aanhouding heeft plaatsgevonden?<br />
5. Welke richtlijnen gelden ter zake van de behandeling van personen die zijn aange<br />
houden wegens verdenking van overtreding van de Opiumwet?<br />
6. Hoe groot is het percentage “onterechte” aanhoudingen in het kader van de 100%<br />
controles, en hoe verhoudt dit percentage zich tot aanhoudingen op andere terrei<br />
nen?<br />
I. Verblijfsomstandigheden<br />
1. Waar worden personen die na een 100%controle worden aangehouden, ingeslo<br />
ten?<br />
2. Hoe vindt het vervoer naar de desbetreffende locatie plaats?<br />
3. In hoeverre is gewaarborgd dat dit vervoer snel en comfortabel plaatsvindt?<br />
4. Welke voorzieningen zijn getroffen voor verdachten die worden ingesloten?<br />
5. Welke voorzieningen zijn voor minderjarigen getroffen?<br />
6. Op welke manier is gewaarborgd dat de voorzieningen toereikend zijn?<br />
7. Op welke wijze wordt aan betrokkenen de mogelijkheid geboden om contact op te<br />
nemen met afhalers en/of familieleden?<br />
8. Hoe is het aanbieden van eten en/of drinken georganiseerd?<br />
2006.00003<br />
102<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong>
J. Onderzoek<br />
1. Aan welke onderzoeken worden aangehoudenen onderworpen, voordat een eventu<br />
ele bewaring begint?<br />
2. In hoeverre is gewaarborgd dat deze onderzoeken op voor betrokkenen zo min<br />
mogelijk belastende wijze worden uitgevoerd?<br />
3. In hoeverre is gewaarborgd dat deze onderzoeken op zo efficiënt mogelijke wijze<br />
plaatsvinden?<br />
4. Hoe is de rechtsbijstand geregeld?<br />
K. Lijfsvisitatie en gebruik van de bodyscan<br />
1. Welk beleid wordt gevoerd ten aanzien van het gebruik van de bodyscan voor het<br />
opsporen van drugs?<br />
2. Wat is de overweging om lijfsvisitatie toe te passen in plaats van het gebruik van een<br />
bodyscan?<br />
3. In hoeverre kunnen verdachten opteren voor een scan in plaats van lijfsvisitatie?<br />
4. Op welke wijze is geïnventariseerd wat de eventuele schadelijke gevolgen kunnen<br />
zijn voor de gezondheid bij (veelvuldige) toepassing van de bodyscan?<br />
5. Hoe verhoudt het toepassen van lijfsvisitatie zich tot het bepaalde in artikel 11 van<br />
de Grondwet en tot de artikelen 3 en 8 van het Europees Verdrag tot bescherming<br />
van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), een en ander in<br />
het licht van de bedoelde uitspraken van de rechtbank Haarlem?<br />
6. In hoeverre wordt de bodyscan of visitatie ook toegepast voor het onderzoek bij aan<br />
gehouden personen bij binnenkomst in het detentiecentrum op SchipholOost (het<br />
onderzoek op grond van artikel 29 van de Penitentiaire beginselenwet)?<br />
7. Wat betekenen de uitspraken van de rechtbank Haarlem met betrekking tot de<br />
lijfsvisitatie voor de uitvoeringspraktijk van de 100%controle?<br />
8. Hoe verhoudt het bepaalde in artikel 9, tweede lid, van de Opiumwet (waarin de<br />
bevoegdheid van opsporingsambtenaren tot onderzoek aan de kleding van verdach<br />
ten is geregeld) zich tot het bepaalde in artikel 17 van de Douanewet en in artikel 56<br />
van het Wetboek van Strafvordering?<br />
L. Zwarte lijst en Schengeninformatiesysteem (SIS)<br />
1. Graag ontvang ik van u informatie over het gebruik van de zogenoemde zwarte lijst?<br />
2. Welke reizigers worden geïnformeerd over de zwarte lijst?<br />
3. Op welk moment vindt deze informatieverstrekking plaats?<br />
4. Waaruit bestaat deze informatieverstrekking?<br />
5. In hoeverre is gewaarborgd dat personen niet ten onrechte op de zwarte lijst worden<br />
geplaatst?<br />
6. In hoeverre en in welke gevallen wordt tevens informatie opgenomen in het<br />
Schengen informatiesysteem?<br />
7. Zo dit het geval is op welk moment gebeurt dit en in welke gevallen.?<br />
2006.00003<br />
103<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong>
M. Inbeslagneming goederen<br />
1. Welke procedure en welke richtlijnen/instructies gelden er voor het in beslag nemen<br />
van goederen van aangehouden personen?<br />
2. Op welke wijze is gewaarborgd dat betrokkenen in beslag genomen goederen, in de<br />
daarvoor in aanmerking komende gevallen, terugkrijgen?<br />
N. Foto’s van verdachten<br />
1. In welk geval wordt van een aangehouden persoon een foto gemaakt? Gebeurt dit<br />
ook bij de controle?<br />
2. Wat de wettelijke grondslag voor het maken van dit soort foto’s?<br />
3. Wat wordt met deze foto’s gedaan?<br />
4. Wat gebeurt er met foto’s van personen ten aanzien van wie al vóór een eventueel<br />
bevel tot bewaring blijkt dat zij onterecht zijn aangehouden?<br />
5. Wat gebeurt er met foto’s van personen ten aanzien van wel een bevel tot bewaring<br />
is gegeven maar die niet worden veroordeeld wegens overtreding van de Opiumwet?<br />
O. Informatieverstrekking<br />
1. Op welke wijze worden personen die worden aangehouden geïnformeerd over de<br />
achtergrond daarvan en over de dwangmiddelen die zij ondergaan?<br />
2. Welke informatie wordt reizigers gegeven voorafgaand aan een eventuele visitatie?<br />
3. In hoeverre wordt hun de keuze gelaten een bodyscan te ondergaan of om op<br />
andere wijze hun onschuld aan te tonen?<br />
4. Hoe wordt omgegaan met verdachten die weigeren mee te werken aan visitatie?<br />
5. Wat wordt meegedeeld aan verdachten bij wie geen drugs worden aangetroffen?<br />
6. In hoeverre wordt hun compensatie aangeboden voor het ondergane leed?<br />
P. Bejegening<br />
1. In hoeverre is gewaarborgd dat personen die als verdachte worden aangehouden op<br />
correcte wijze worden bejegend?<br />
2. Op welke wijze wordt in de instructies en in de opleiding van het personeel aandacht<br />
besteed aan correcte bejegening van personen die wegens verdenking van<br />
overtreding van de Opiumwet worden aangehouden?<br />
Q. Klachten<br />
1. Hoeveel klachten zijn er in 2005 ingediend door of namens verdachten die in het<br />
kader van een 100%controle zijn aangehouden?<br />
2. Hoe verhoudt dit aantal zich tot het aantal in 2004 ingediende klachten?<br />
3. Bij wie zijn deze klachten in eerste instantie ingediend?<br />
4. Door wie zijn deze klachten afgehandeld?<br />
5. Waarover gingen deze klachten?<br />
2006.00003<br />
104<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong>
6. Kunt u een overzicht geven van de wijze van afdoening en van de conclusies naar<br />
aanleiding van die klachten?<br />
7. Hoe heeft u bevorderd dat de klachtenprocedure voor betrokkenen helder is?<br />
8. Blijkens het antwoord van de minister van Justitie d.d. 2 januari 2006 op vragen van<br />
twee leden van de Tweede Kamer is er medio 2005 onder leiding van het openbaar<br />
ministerie te SchipholOost een coördinerende klachtencommissie ingesteld. Graag<br />
ontvang ik nadere informatie over de achtergrond, de organisatie, de werkwijze en<br />
de ervaringen van deze klachtencommissie.<br />
2006.00003<br />
105<br />
de <strong>Nationale</strong> <strong>ombudsman</strong>