24.09.2013 Views

Bijlage 12 - Gemeente Oss

Bijlage 12 - Gemeente Oss

Bijlage 12 - Gemeente Oss

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Bestemmingsplan<br />

Twee Kernen - 20<strong>12</strong><br />

<strong>Bijlage</strong> <strong>12</strong> - Ruimtelijke onderbouwing Brouwerspad 20<br />

Vastgesteld


Ruimtelijke onderbouwing<br />

‘Brouwerspad 20, Lith’<br />

April 20<strong>12</strong><br />

Planomar, planologisch adviesbureau Obrechtstraat 3G 5344 AT <strong>Oss</strong> www.planomar.nl


Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 2


<strong>Gemeente</strong> <strong>Oss</strong><br />

Ruimtelijke Onderbouwing<br />

‘Brouwerspad 20, Lith’<br />

Gegevens opdrachtgever<br />

Naam : Fam. Ceelen<br />

Adres : Molenstraat 50<br />

Postcode : 5397 EL<br />

Plaats : Lith<br />

Telefoon : 04<strong>12</strong>-481442<br />

Gegevens adviesbureau<br />

Naam : Planomar<br />

Contactpersoon : Dhr. M.G.M. van Schadewijk<br />

Adres : Obrechtstraat 3-G<br />

Postcode : 5344 AT<br />

Plaats : <strong>Oss</strong><br />

Telefoon : 04<strong>12</strong>-648499 / 06-20553411<br />

e-mail : mvschadewijk@planomar.nl<br />

internet : www.planomar.nl<br />

Naam document Ruimtelijke Onderbouwing<br />

Brouwerspad 20, Lith<br />

Versie 1 September 2011<br />

Versie 2<br />

December 2011<br />

Versie 3 April 20<strong>12</strong><br />

Paraaf M.H.H. van Gessel<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 3


Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 4


INHOUDSOPGAVE<br />

INHOUDSOPGAVE………………………………………………………………………5<br />

1. INLEIDING…………………………………………………………………………….7<br />

1.1 Aanleiding……………………………………………………………………………<br />

1.2 Leeswijzer……………………………………………………………………………<br />

2. GEBIEDS- EN PROJECTPROFIEL………………………………………………...9<br />

2.1 Gebiedsprofiel……………………………………………………………………… .<br />

2.2 Projectprofiel…………………………………………………………………………<br />

2.2.1 Huidige situatie……………..……………………………………………..<br />

2.2.2 Beoogde situatie……………..……………………………………………<br />

3. PLANOLOGISCH BELEIDSKADER……………………………………………..15<br />

3.1 Provinciaal……………………………………………………………………………<br />

3.2 <strong>Gemeente</strong>lijk…………………………………………………………………………<br />

4. OMGEVINGSASPECTEN…………………………………………………………21<br />

4.1 Algemeen……………………………………………………………………………..<br />

4.2 Archeologie…………………………………………………………………………..<br />

4.3 Bodem………………………………………………………………………………..<br />

4.4 Flora en fauna……………………………………………………………………….<br />

4.5 Water…………………………………………………………………………………<br />

4.6 Geluid………………………………………………………………………………...<br />

4.7 Luchtkwaliteit………………………………………………………………………...<br />

4.8 Geur…………………………………………………………………………………..<br />

4.9 Kabels en leidingen………………………………………………………………….<br />

4.10 Externe veiligheid………………………………………………………………….<br />

4.11 Planschaderisico…………………………………………………………………..<br />

5. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID…………………………………………31<br />

6. PROCEDURE……………………………………………………………………….33<br />

7. MOTIVATIE EN CONCLUSIE…………………………………………………….35<br />

BIJLAGEN…………………………………………………………………………………37<br />

I. archeologisch onderzoek<br />

II. verkennend bodemonderzoek<br />

III. ecologisch onderzoek<br />

IV. watertoets<br />

V. geluidsonderzoek (wegverkeer)<br />

VI. geluidsonderzoek (industrielawaai)<br />

VII. advies brandweer<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 5


Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 6


Figuur 2: Omgevingskaart<br />

1. INLEIDING<br />

1.1 Aanleiding<br />

Dhr. K.M. van der Velden is eigenaar van het perceel kadastraal bekend<br />

gemeente Lith, sectie A, nr. 3863 aan Brouwerspad 20 te Lith (hierna betiteld<br />

als ‘projectlocatie’). Momenteel staat er op dit perceel één oude woning met<br />

enkele kleine schuurtjes/paardenstallen. Het overige deel van de projectlocatie<br />

betreft grasland en is in gebruik als paardenweide. Onderhavig plan richt zich<br />

op het realiseren van twee woningen op het perceel Brouwerspad 20.<br />

Figuur 1. de projectlocatie: in<br />

kadastraal verband<br />

Onderhavige projectlocatie is opgenomen in het thans vigerende<br />

bestemmingsplan ‘Kom Lith’. Genoemd bestemmingsplan is door de<br />

gemeenteraad op 16 mei 1991 vastgesteld. In het vigerende bestemmingsplan<br />

is voor onderhavige projectlocatie de bestemming ‘Dorpskom’ opgenomen.<br />

Onderhavig projectplan past niet in het vigerende bestemmingsplan.<br />

Burgemeester en wethouders hebben via de brief d.d. 25 mei 2011 aangegeven<br />

medewerking te willen verlenen aan het plan van opdrachtgever voor het<br />

bouwen van twee woningen op het perceel Brouwerspad 20 te Lith. Het<br />

toevoegen van de woningen moet een bijdrage leveren aan de ruimtelijke<br />

kwaliteit en moet de stedenbouwkundige structuur versterken.<br />

De gemeente heeft daarbij aangegeven dat het initiatief meegenomen kan<br />

worden in het bestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”. Hiervoor dient door<br />

middel van een nadere ruimtelijke onderbouwing de haalbaarheid van het plan<br />

te worden aangetoond.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 7


1.2 Leeswijzer<br />

In paragraaf 2 van deze ruimtelijke onderbouwing treft u het gebieds- en<br />

projectprofiel aan. In deze paragraaf wordt onder andere de huidige en<br />

beoogde situatie toegelicht. Vervolgens is in paragraaf 3 het relevante<br />

ruimtelijke beleid beschreven. De omgevingsaspecten komen aan bod in<br />

paragraaf 4. Paragraaf 5, 6 en 7 bevatten respectievelijk de economische<br />

uitvoerbaarheid, de te doorlopen procedure en een motivatie en conclusie.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 8


Figuur 3. Ligging<br />

projectlocatie in groter<br />

verband<br />

2. GEBIEDS- EN PROJECTPROFIEL<br />

2.1 Gebiedsprofiel<br />

De projectlocatie is gelegen in de kern Lith aan Brouwerspad 20 en ligt<br />

ingesloten door het Brouwerspad en de Heuvelwijkstraat in Lith (zie figuur). Het<br />

Brouwerspad maakt deel uit van de historische padenstructuur in Lith en is als<br />

zeer waardevol bestempeld. Onderhavige locatie is gelegen op een<br />

langgerekte, kunstmatige hoogte. In de lengterichting ligt aan het Brouwerspad<br />

een rij boerderijen. In de Karolingsche tijd begon men met het opwerpen van<br />

kunstmatige hoogten tegen hoge waterstanden. Ook na de dijkaanleg ging men<br />

door met het ophogen ervan. Tot in de 18 e eeuw werden de terpen opgehoogd.<br />

Over het hoogste punt van de langgerekte heuvel loopt het Brouwerspad, een<br />

vluchtpad, waarover men in geval van nood naar de dijk kon vluchten. Vandaar<br />

dat het woongedeelte van boerderijen naar dit pad gericht was. Het<br />

bedrijfsgedeelte was met een grote poort naar de achterweg (in dit geval de<br />

Heuvelwijkstraat) gericht, waarover de hooioogst gemakkelijk binnengebracht<br />

kon worden. Aan de overzijde van het Brouwerspad liggen zogenaamde<br />

‘overtuintjes’ en natuur. Het landelijk karakter is zo goed bewaard gebleven en<br />

geeft de situatie van eeuwen geleden weer.<br />

De projectlocatie ligt in het gebied ten westen van het bedrijventerrein<br />

Wargaren en ten oosten van het centrum van Lith. In het gebied tussen het<br />

centrum en het bedrijventerrein is de bebouwingsdichtheid lager dan in de<br />

bovengenoemde gebieden. In dit ‘tussengebied’ bevinden zich enkele<br />

bebouwingslinten, onder andere de Heuvelwijkstraat en de Zomerstraat. De<br />

afgelopen jaren zijn deze bebouwingslinten intensief verdicht met nieuwe<br />

bebouwing, met name nieuwe woningen. Met veel groen tussen de bebouwing<br />

heeft het gebied nog altijd een relatief open karakter.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 9


Figuur 6. Luchtfoto<br />

projectlocatie met opstallen<br />

Figuur 4. Projectlocatie op kadasterkaart<br />

In (minuutplan) de directe uit 1811-1832 omgeving van de projectlocatie liggen diverse grote<br />

bouwblokken/woningen, waarvan een aantal voormalige agrarische gebouwen.<br />

Figuur 5. Projectlocatie op kadasterkaart van 19<strong>12</strong><br />

Daarnaast ligt de projectlocatie nabij de Mr. Van Coothstraat. De Mr. Van<br />

Coothstraat is een regionale wegverbinding (N625) en vormt dé ontsluiting van<br />

Lith met de regio. Deze verkeersader grenst aan een groot deel van het dorp en<br />

loopt ook door het centrum van Lith. Hiermee bepaald deze weg grotendeels de<br />

ontwikkelingsstructuur van Lith. Bovendien vormt deze straat de afscheiding<br />

tussen het dorp (ten noorden van deze straat) en het buitengebied van Lith. Ten<br />

zuiden van de Mr. van Coothstraat bevindt zich een (zeer) open en uitgestrekt<br />

agrarisch polderlandschap.<br />

2.2 Projectprofiel<br />

2.2.1 Huidige situatie<br />

Het perceel kadastraal bekend gemeente Lith, sectie A, nr. 3863, is gelegen in<br />

het westen van de kern Lith en is in eigendom van Dhr. K.M. van der Velden.<br />

Het totale perceel kent een oppervlakte van circa 3211 m2, waarvan circa 1.700<br />

m2 bestemd is bestemd is voor de twee nieuw te ontwikkelen woningen.<br />

20<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 10


Bestaande woning<br />

Brouwerspad noordelijk<br />

Bestaande woning<br />

Brouwerspad 20<br />

Brouwerspad 20<br />

richting<br />

Gastank<br />

Brouwerspad 20<br />

Momenteel staat er op de projectlocatie één oude woning met een aantal kleine<br />

schuurtjes en stalletjes (zie figuur 6). De diverse schuurtjes en stalletjes op het<br />

noordelijk deel geven een rommelig aanzicht vanaf de Mr. Van Coothstraat. Het<br />

overige deel van het perceel bestaat uit grasland en wordt gebruikt als<br />

paardenweide. Ontsluiting van het perceel vindt plaats via de Heuvelwijkstraat,<br />

maar ook via het Brouwerspad is het perceel te bereiken.<br />

Onderstaande foto-impressie geeft een goed beeld weer van de huidige situatie<br />

op de projectlocatie en haar omgeving.<br />

Figuur 7a t/m 7j. Foto-impressie projectlocatie en omgeving<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 11<br />

het tankstation<br />

Schuren en stalletjes<br />

Brouwerspad<br />

landelijk gebed Lith<br />

Brouwerspad 20 met links<br />

Schuren gezien vanaf<br />

Schuren en stalletjes Zicht vanaf Brouwerspad op


2.2.2 Beoogde situatie<br />

Cliënten willen ter plaatse 2 woningen realiseren, waarbij de bestaande woning<br />

(Brouwerspad 20) behouden blijft. De nu aanwezige schuurtjes en stalletjes op<br />

het noordelijk deel van het perceel (2 schuren en 1 stal) zullen hiervoor worden<br />

gesloopt. Het betreft hier circa 232,5 m² te slopen bebouwing.<br />

Om de historische structuur te herstellen zullen beide woningen georiënteerd<br />

worden op het Brouwerspad, waarbij de nieuwe zuidelijke woning georiënteerd<br />

is op het nieuwe verlengde Brouwerspad. De goothoogte van beide woningen is<br />

maximaal 4 meter en de nokhoogte 8 meter. Daarnaast zullen de woningen<br />

voorzien in een bijgebouw (garage) aan de Heuvelwijkstraat, vanwaar het<br />

perceel per auto bereikbaar is. Het resterende perceel wordt ingericht als<br />

groene ruimte, zodat er vanuit Brouwerspad openheid ontstaat richting het<br />

polderlandschap.<br />

Naast het toevoegen van twee nieuwe woningen zijn cliënten bereid om het<br />

Brouwerspad aan te laten sluiten op de Heuvelwijkstraat. Hiermee wordt het<br />

historische verloop van het pad in ere hersteld. Dit in combinatie met de<br />

randvoorwaarden voor beplanting rondom het nieuwe Brouwerspad levert een<br />

kwalitatieve verbetering op van de ruimtelijk situatie ter plaatse. De aan-<br />

/beplantingsvoorwaarden zijn in figuur 8 tekstueel weergegeven.<br />

Het toevoegen van twee woningen die aansluiten bij de karakteristiek van het<br />

Brouwerspad, waarbij de schuurtjes en stalletjes worden gesloopt, levert een<br />

bijdrage aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en versterking van de<br />

stedenbouwkundige structuur.<br />

Figuur 8. Inrichtingsschets beoogde situatie<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> <strong>12</strong>


De nieuwe woningen zullen op een afstand van minimaal 25 meter vanaf de<br />

gastank en 45 meter vanaf het LPG-vulpunt worden gerealiseerd (zie figuur 8).<br />

De inrichtingsschets zoals weergegeven in figuur 8 betreft nadrukkelijk geen<br />

finaal eindbeeld, maar geeft een goede impressie van de beoogde situatie.<br />

Hoewel de woningen met hun voordeur naar het Brouwerspad worden<br />

georiënteerd, willen cliënten de adressering van de twee woningen aan de<br />

Heuvelwijkstraat. Dit in verband met de bereikbaarheid en vindbaarheid van de<br />

woningen bij eventuele calamiteiten.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 13


Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 14


Figuur 9. Kaartlaag<br />

‘Stedelijke ontwikkeling’,<br />

Verordening ruimte Noord-<br />

Brabant 2011<br />

3. PLANOLOGISCH BELEIDSKADER<br />

3.1 Provinciaal<br />

Verordening ruimte Noord-Brabant 2011<br />

Provinciale Staten hebben op 17 december 2010 de Verordening ruimte Noord-<br />

Brabant 2011 vastgesteld. Deze verordening is in twee fasen tot stand<br />

gekomen:<br />

- De Verordening ruimte fase 1, die op 23 april 2010 werd<br />

vastgesteld, betrof het omzetten in regels van het toen geldende<br />

provinciaal beleid;<br />

- De Verordening ruimte fase 2, waarvan het ontwerp op 1 en 22 juni<br />

2010 werd vastgesteld, betrof het omzetten in regels van nieuw<br />

beleid dat is opgenomen in de Structuurvisie ruimtelijke ordening en<br />

gedeeltelijk ook een herziening van de Verordening ruimte fase 1.<br />

De Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 is op 1 maart 2011 in werking<br />

getreden.<br />

In de Verordening ruimte staan regels waarmee een gemeente rekening moet<br />

houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. Door deze regels weten<br />

de gemeenten al in een vroeg stadium waar ze aan toe zijn. Per onderwerp zijn<br />

in de verordening gebieden tot op perceelniveau begrensd op een kaart.<br />

Hierdoor is duidelijk voor welke gebieden de regels gelden.<br />

Kaartlaag ´Stedelijke ontwikkeling´<br />

Op de kaartlaag stedelijke ontwikkeling is de projectlocatie gelegen in bestaand<br />

stedelijk gebied; kernen landelijk gebied.<br />

Bestemmingsplannen die voorzien in een stedelijke ontwikkeling zijn uitsluitend<br />

gelegen in bestaand stedelijk gebied. Onderhavige projectlocatie is gelegen in<br />

het bestaand stedelijk gebied en voldoet daarmee aan de provinciale regeling.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 15


Figuur 10. Uitsnede plankaart<br />

(verbeelding)<br />

bestemmingsplan ‘Kom Lith’<br />

De kaartlagen ‘Ontwikkeling intensieve veehouderij’, ‘Overige agrarische<br />

ontwikkeling en windturbines’, ‘Water’, ‘Natuur en landschap’ en ‘Cultuurhistorie’<br />

zijn in het geheel niet van toepassing op de projectlocatie. Met betrekking tot<br />

deze aspecten voorziet het provinciaal beleid geen belemmeringen voor<br />

onderhavig plan.<br />

3.2 <strong>Gemeente</strong>lijk<br />

Bestemmingsplan Kom Lith<br />

De projectlocatie is opgenomen in het bestemmingsplan ‘Kom Lith’ (vastgesteld<br />

16 mei 1991) en kent daarin de bestemming ‘Dorpskom’ met aanduiding<br />

‘agrarisch doeleinden’ (zie figuur 10). Reeds is geen sprake meer van enige<br />

vorm van agrarische activiteiten.<br />

De regels behorende bij de vigerende bestemming bieden niet de ruimte om<br />

onderhavig plan te realiseren, derhalve dient het bestemmingsplan te worden<br />

gewijzigd.<br />

Gelet op het vorenstaande kan geconcludeerd worden dat onderhavig<br />

projectplan niet past binnen het vigerende bestemmingsplan. Inmiddels heeft de<br />

gemeente besloten om onderhavige locatie op te nemen in het nieuwe<br />

bestemmingsplan voor de kommen Lith en Lithoijen, bestemmingsplan “Twee<br />

Kernen – 20<strong>12</strong>”.Voorliggende ruimtelijke onderbouwing zal als bijlage<br />

toegevoegd worden aan het bestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”.<br />

Strategische visie gemeente Lith<br />

In de strategische visie van de (voormalige) gemeente Lith is aangegeven<br />

welke kwaliteiten behouden en/of versterkt zouden moeten worden. Om dat te<br />

bereiken moeten plannen op ruimtelijk, economisch en sociaal maatschappelijk<br />

vlak op elkaar afgestemd worden. De strategische visie vormt hiervoor de basis.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 16


In de Strategische visie 2007 staat voor Lith o.a. de volgende hoofdlijn:<br />

- ‘incidentele verdichting’: is mogelijk aan de noord- en zuidrand van de<br />

kern Lith, waarbij aandacht dient uit gaan naar behoud van de<br />

karakteristieke doorzichten.<br />

Ook bevat de Strategische visie ambities en hoofddoelstellingen op het gebied<br />

van wonen. Hieronder de voor onderhavig project relevante ambities.<br />

- ‘Faciliteren van zelfbouw’. Eén en ander conform het gedachtegoed<br />

‘Bouwen In Eigen Beheer’, initiatief bij de inwoners en<br />

belangstellenden.’<br />

- ‘zuinig ruimtegebruik’: Op basis van dit uitgangspunt nieuwe woningen<br />

concentreren in en aansluitend aan de kernen met behoud ‘lucht’ in de<br />

kernen en aandacht voor cultuurhistorie en andere waarden.’<br />

De ontwikkeling aan Brouwerspad 20 te Lith sluit prima aan op bovengenoemde<br />

uitgangspunten en ambities. Het gaat hier om een incidentele verdichting,<br />

waarbij de beoogde bebouwing zal aansluiten bij de cultuurhistorisch waarden<br />

van het Brouwerspad. Daarnaast zal met de beoogde ontwikkeling het<br />

historisch verloop van het Brouwerspad in ere worden hersteld, wat betekent<br />

dat het Brouwerspad een aansluiting krijgt met de Heuvelwijkstraat.<br />

In de strategische visie wordt verder vermeld dat er nu in voormalige gemeente<br />

Lith sprake is van een tekort aan woningen en dat er tot 2016 minimaal<br />

behoefte is aan 440 nieuwe woningen.<br />

Met de bouw van de beoogde woning heeft de ontwikkeling een aandeel in het<br />

vervullen van de woningbouwbehoefte binnen de voormalige gemeente Lith.<br />

Woonvisie Lith<br />

In de Woonvisie 2006 van de voormalige gemeente Lith is het doel voor de<br />

woningbouwopgave aangegeven. Kern hiervan is te kunnen zorgen voor een<br />

gezonde, leefbare gemeente waarin in ieder geval ruimte geboden kan worden<br />

aan de mensen die in de kernen geboren en getogen zijn, of een economische<br />

dan wel sociale binding hebben. Doel is niet expliciet om hard te groeien, maar<br />

wel om een gezonde, vitale gemeente te blijven. Woningbouw kan daarbij een<br />

impuls geven aan de leefbaarheid, bijvoorbeeld op het gebied van behoud van<br />

de voorzieningen en versterking van het verenigingsleven. In de woonvisie<br />

wordt geconstateerd dat in de voorgaande jaren minder woningen gebouwd zijn<br />

dan nodig waren voor de eigen behoefte. Dit heeft geleid tot<br />

vertrekoverschotten. De opgave voor de woningbouw vergt daarom extra<br />

inspanning<br />

Toegesneden woningbouwprogramma<br />

Naast de omvang van de nieuwbouw is ook aandacht nodig voor de kwaliteit<br />

van de woningen. Momenteel kampt de woningmarkt met belangrijke<br />

stagnaties. Starters komen in de knel en doorstroming vanuit de huur- naar de<br />

koopsector is moeilijk. Strategisch bouwen met mogelijkheden voor starters en<br />

doorstroming is dus van belang. Deels kan herstructurering van de<br />

woningvoorraad hierin een bijdrage leveren.<br />

Een andere zeer belangrijke aandachtsgroep zijn de ouderen. Het is belangrijk<br />

dat mensen, die dat willen, zo lang mogelijk in hun eigen dorp blijven wonen.<br />

Bijzonder voor de dorpskernen is dat circa 80% van de huishoudens een<br />

koopwoning heeft. In de Woonvisie 2006 is aangegeven dat de gemeente de<br />

mensen zoveel mogelijk wil faciliteren om hun woning aan te passen opdat ze<br />

er langer kunnen blijven wonen, dan wel in de woning mantelzorg verleend kan<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 17


worden.<br />

Van belang voor de verdeling van het woningbouwprogramma over de<br />

verschillende kernen van Lith is:<br />

- De woningbouwbehoefte in de betreffende kern (mede in relatie tot<br />

eventuele achterstanden);<br />

- De leefbaarheid en ondersteuning van voorzieningen;<br />

- De ruimtelijke mogelijkheid om daadwerkelijk woningen in of<br />

aansluitend aan de betreffende kern te kunnen realiseren, die passen<br />

zijn bij de kenmerken en kwaliteiten vanuit cultuurhistorie, water en<br />

landschap.<br />

De opgave voor wonen<br />

In de Woonvisie 2006 gemeente Lith gold de provinciale prognose 2005 als<br />

uitgangspunt. Voor het huidige woningbouwprogramma is de meest recente<br />

prognose van de provincie Noord-Brabant van november 2008 de leidraad.<br />

Voor het gebied van de voormalige gemeente Lith is hierdoor nog een eigen<br />

prognose voorhanden. Gezien de ligging in het landelijke gebied geldt het<br />

provinciale uitgangspunt dat de woningbouwbehoefte is afgeleid van de<br />

natuurlijke bevolkingsontwikkeling van de kernen van Lith (het zogenaamde<br />

migratie = nul principe). De prognose is in de volgende tabel weergegeven.<br />

Uit de tabel blijkt dat de daadwerkelijke ontwikkeling tot 1-1-2011 achter blijft bij<br />

de prognoses. Bij de bevolking is er zelfs sprake van een terugloop ten opzichte<br />

van 2005. Dit wordt mede veroorzaakt door de achterblijvende en pieksgewijze<br />

realisering van woningen in de verschillende kernen van Lith.<br />

Door de relatief jonge bevolkingsopbouw wordt er in de eerste perioden nog<br />

een toename van de bevolking (geboorte-overschot) verwacht. Na 2030 treedt<br />

een stabilisatie op, gevolgd door een lichte krimp. Parallel hieraan is er ook op<br />

korte termijn nog een grote jaarlijkse opgave voor de woningbouw. Deze ligt<br />

zelfs hoger dan de bevolkingstoename. Dit wordt veroorzaakt door de<br />

vergrijzing en de verwachte toename van het aandeel kleine huishoudens: de<br />

gemiddelde woningbezetting daalt in de kernen van Lith in verhouding flink,<br />

maar blijft nog ruim boven het gemiddelde in de stedelijke gebied van <strong>Oss</strong>.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 18


Voor de periode 2011 tot en met 2020 bedraagt de opgave voor de<br />

woningbouw voor de gehele voormalige gemeente Lith circa 44 woningen 1 .<br />

Belangrijk voor de opvang van de natuurlijke woningbehoefte is een<br />

gelijkmatige dosering c.q. realisatie van de woningbouwtoevoeging. Gezien de<br />

verwachte demografische ontwikkelingen van ontgroening en vergrijzing van de<br />

bevolking, en daardoor ook een toename van het aantal kleinere huishoudens,<br />

zijn starters en ouderen belangrijke aandachtsgroepen. Aandacht dient er te zijn<br />

voor het goedkope segment en dan vooral de sociale huur. Aanvulling van<br />

woningen specifiek gericht op ouderen/kleine huishoudens is nodig. Ook dient<br />

er aandacht te zijn voor de mogelijke vraag naar huurwoningen door de<br />

middeninkomens.<br />

Binnen de voormalige gemeente Lith is Lith de grootste woonkern, met<br />

ongeveer 46% van de totale woningvoorraad. Door de aanwezigheid van een<br />

redelijk compleet aanbod van voorzieningen van winkels, onderwijs en sport<br />

fungeert Lith ook als hoofdkern in de voormalige gemeente. Vanuit het aspect<br />

leefbaarheid ligt hierdoor een extra nadruk op benutting van de mogelijkheden<br />

voor woningbouw in Lith. Ook in de Woonvisie 2006 gemeente Lith en de<br />

nadere uitwerking in de “ontwikkelingsvisie Lith, onderbouwing<br />

woningbouwlocaties (voormalige) gemeente Lith; structuurvisie Tussengebied,<br />

2007” wordt ervan uitgegaan dat het merendeel van de woningbouw in of<br />

aansluitend aan de kern Lith gerealiseerd dient te worden.<br />

Een doorvertaling van de opgave vanuit de provinciale prognose 2008 voor de<br />

kernen Lith en Lithoijen is in onderstaande tabel weergegeven. Teven is de<br />

bekende plancapaciteit in deze kernen voor nieuwe woningen in de tabel<br />

opgenomen:<br />

Raming woningbouw-<br />

opgave kern Lith Aantal woningen<br />

**: Wozoco: Woonzorgcomplex Lith, betreft beschermd wonen voor ouderen<br />

** Lithoijen noord: nog nader bepaald moet worden of deze capaciteit ook na 2020 doorloopt.<br />

1 Uitgaande van een beginvoorraad per 1-1-2011 van 2.481 woningen<br />

Plancapaciteit woningen<br />

kern Lith periode 2010-2020 Aantal woningen<br />

Kerkstraat 11<br />

Centrumplan Lith 16<br />

2011 t/m 2015 111 Lith Oost <strong>12</strong>8<br />

2016 t/m 2020 93 WoZoCo ** 44<br />

Totaal periode<br />

2011 t/m 2020<br />

Raming woningbouw-<br />

214<br />

opgave kern Lithoijen Aantal woningen<br />

2011 t/m 2015 31<br />

2016 t/m 2020 26<br />

Totaal periode<br />

2011 t/m 2020 57<br />

Totaal periode<br />

2011 t/m 2020 199<br />

Plancapaciteit woningen<br />

kern Lith periode 2010-2020 Aantal woningen<br />

Totaal periode<br />

2011 t/m 2020 0<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 19


De verwachting is dat er in het kader van de herziening van<br />

bestemmingsplannen nog her en der verzoeken voor woningen worden<br />

ingediend. Deze verzoeken zullen, gezien de reeds beschikbare hoeveelheid<br />

capaciteit, kritisch bekeken moeten worden op hun meerwaarde en<br />

toegevoegde waarde. Veelal betreft het uitgestelde verzoeken en initiatieven,<br />

passend bij de ruimtelijke kwaliteit en schaal van kernen. Dergelijke verzoeken<br />

zullen als capaciteit worden opgenomen.<br />

Padenplan 1999<br />

In de gemeente Lith bevinden zich diverse dorpspaden met een historische<br />

achtergrond. Vooral van belang zijn de zogenaamde woonpaden in de kernen<br />

Lith en Lithoijen. Dit zijn, veelal Middeleeuwse, historische padenstructuren, die<br />

van bijzonder belang zijn voor de ruimtelijke karakteristiek van de kernen. Het<br />

gemeentebestuur streeft naar de verbetering van deze structuren en het<br />

behoud van de historische karakteristiek. Daartoe is een rapport opgesteld, het<br />

Padenplan, dat op 16 december 1999 door de gemeenteraad is vastgesteld.<br />

Het Padenplan constateert, dat er sprake is van diverse bedreigingen van de<br />

paden en de ruimtelijke kwaliteit van hun omgeving. Daarom worden er<br />

concrete maatregelen voorgesteld ten aanzien van de beeldkwaliteit van de<br />

paden en de omgeving, uitbreiding van de padenstructuur en versterking van de<br />

recreatieve waarde. In het padenplan wordt voorgesteld een viersporenbeleid<br />

met betrekking tot de padenstructuur te volgen:<br />

A. het veiligstellen van eigendommen en openbaarheid,<br />

B. het verbeteren van de structuur,<br />

C. het verfraaien van de omgeving en<br />

D. voorlichting en sturing van het recreatief gebruik.<br />

Onderhavig plan voorziet in het verbeteren van de structuur, aangezien cliënten<br />

bereid zijn om het Brouwerspad aan te laten sluiten op de Heuvelwijkstraat.<br />

Daarnaast zal de omgeving van het Brouwerspad een kwaliteitswinst<br />

ondergaan. Door sloop van de verrommelde stalletjes en schuurtjes en<br />

daarvoor in de plaats twee karakteristieke woningen te realiseren, welke<br />

georiënteerd zullen zijn op het Brouwerspad ontstaat er een ruimtelijke<br />

kwaliteitswinst en een versterking van de (historische) stedenbouwkundige<br />

structuur.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 20


4. OMGEVINGSASPECTEN<br />

4.1 Algemeen<br />

De ontwikkeling op het perceel Brouwerspad 20 is relatief kleinschalig, maar<br />

voor iedere ruimtelijke ingreep is het noodzakelijk om in beeld te brengen op<br />

welke wijze in het plan rekening wordt gehouden met de volgende<br />

omgevingsaspecten:<br />

- archeologie;<br />

- bodem;<br />

- flora en fauna;<br />

- water;<br />

- geluid;<br />

- luchtkwaliteit;<br />

- geur;<br />

- kabels en leidingen;<br />

- externe veiligheid;<br />

- planschade-risico-analyse.<br />

4.2 Archeologie<br />

Door onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie,<br />

Architectuur- en Cultuurhistorie (BAAC) is in augustus 2011 een archeologisch<br />

inventariserend veldonderzoek (karterende fase) uitgevoerd. Uit het onderzoek,<br />

welke al bijlage (bijlage I) is toegevoegd, zijn de volgende conclusies en<br />

aanbevelingen naar voren gekomen:<br />

Conclusies<br />

Zijn binnen het plangebied bekende archeologische waarden aanwezig?<br />

Zo ja, zijn er gegevens bekend over de omvang, ligging, aard en datering<br />

hiervan?<br />

Volgens ARCHIS11 zijn geen waarnemingen gedaan in het plangebied<br />

Wat is de specifieke archeologische verwachting voor het gebied?<br />

Volgens de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart heeft het gebied<br />

een hoge archeologische verwachting omdat het binnen de bebouwde kom van<br />

Lith ligt.<br />

Hoe is de bodemopbouw en is deze nog intact?<br />

De bodem bestaat uit een 50 cm dikke A-horizont, gevolgd door een 50 tot 55<br />

cm dikke AC-horizont welke verstoord is en waar (sub)recent baksteen in<br />

voorkomt.<br />

In boring 2 en 3 ligt onder de AC-horizont nog een verstoorde C-horizont. Onder<br />

deze laag, of in boring 1 en 4 direct onder de AC-horizont, ligt het onveranderde<br />

moedermateriaal wat bestaat uit sterk tot uiterst siltig, zeer fijn, donkergrijsbruin<br />

tot geelgrijs zand.<br />

Zijn in het plangebied archeologische resten aanwezig? Zo ja, wat is de<br />

aard en datering van de ze resten en wat is de verspreiding hiervan?<br />

Tijdens het veldwerk zijn bij controle van het opgeboorde materiaal enkel<br />

archeologische indicatoren aangetroffen in de verstoorde lagen. In de<br />

onverstoorde lagen zijn geen indicatoren aangetroffen.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 21


In hoeverre worden archeologische resten bedreigd en is<br />

vervolgonderzoek nodig om de door het bureauonderzoek en karterend<br />

booronderzoek in beeld gebrachte gebieden met een bepaalde<br />

archeologische verwachting nader te onderzoeken? zo ja, in welke vorm?<br />

Wegens de (sub)recente verstoring van de bodem en de afwezigheid van<br />

archeologische indicatoren is vervolgonderzoek niet nodig.<br />

Aanbevelingen<br />

Wegens de (sub)recente verstoring van de bodem en de afwezigheid van<br />

archeologische indicatoren is vervolgonderzoek niet nodig. De hoge<br />

verwachting die het plangebied op de gemeentelijke verwachtingskaart was<br />

toegekend kan bijgesteld worden naar een lage verwachting.<br />

Bovenstaand advies dient beoordeeld te worden door de bevoegde overheid<br />

(gemeente <strong>Oss</strong>) en leidt tot een selectiebesluit. Dit betekent niet dat reeds<br />

gestart kan worden met bodemverstorende activiteiten of de daarop<br />

voorbereidende activiteiten.<br />

Hoewel getracht is een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van<br />

de gebruikte onderzoeksmethoden, kan de aanwezigheid van archeologische<br />

sporen of resten nooit volledig worden uitgesloten. BAAC bv wil er daarom op<br />

wijzen dat men bij bodemverstorende activiteiten alert dient te zijn op de<br />

aanwezigheid van archeologische waarden (zoals vondstmateriaal en<br />

grondsporen). Bij het aantreffen van deze waarden dient men hiervan melding<br />

te maken bij de Minister (in de praktijk de RCE) conform artikel 53 van de<br />

Monumentenwet 1988.<br />

4.3 Bodem<br />

Door onderzoeksbureau Milon BV is in augustus 2011 een verkennend<br />

bodemonderzoek uitgevoerd. Het volledige rapport is als bijlage II opgenomen<br />

en kent de volgende resultaten en conclusies:<br />

Vooronderzoek<br />

De onderzoekslocatie betreft een perceel met drie schuurtjes met daar omheen<br />

weide. Een van de schuren is in gebruik als ponystal. De anderen worden<br />

gebruikt voor onder andere de opslag van hooi. Verder is het terrein onverhard.<br />

Op basis van het vooronderzoek wordt ter plaatse van de onderzoekslocatie<br />

geen bodemverontreiniging verwacht. Daarom is conform NEN 5740 de<br />

hypothese 'onverdachte locatie' opgesteld. De totale oppervlakte van de<br />

onderzoekslocatie bedraagt circa 1.711 m^.<br />

Grond<br />

Tijdens de veldwerkzaamheden zijn, behoudens bijmengingen van puin en<br />

plaatselijk kolengruis, in de boven- en ondergrond geen bijzonderheden<br />

waargenomen die duiden op een mogelijke verontreiniging. Er is geen<br />

asbestverdacht materiaal aangetroffen. Analytisch zijn in de bovengrond licht<br />

verhoogde concentraties zink en plaatselijk cadmium, kobalt en lood<br />

aangetroffen. In de ondergrond zijn licht verhoogde concentraties nikkel en zink<br />

aangetroffen. De overige onderzochte parameters zijn in geen van de<br />

mengmonsters in verhoogde concentraties aangetroffen.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 22


Grondwater<br />

Tijdens de veldwerkzaamheden zijn in de bodem geen bijzonderheden<br />

waargenomen die duiden op een mogelijke verontreiniging van het grondwater.<br />

Analytisch zijn in het grondwater licht verhoogde concentraties barium en nikkel<br />

aangetroffen. De overige onderzochte parameters zijn niet in verhoogde<br />

concentraties aangetroffen.<br />

Conclusie en aanbevelingen<br />

Het onderzoek heeft geleid tot een goed beeld van de bodemkwaliteit ter<br />

plaatse van de onderzoekslocatie. In de bodem is een lichte verontreiniging van<br />

zware metalen aangetroffen. Wat betreft de milieuhygiënische bodemkwaliteit<br />

bestaat er ons inziens geen belemmering voor het huidige en toekomstige<br />

gebruik van de locatie.<br />

Vervolgonderzoek naar de licht verhoogde concentraties wordt niet zinvol<br />

geacht. De kwaliteit van de grond kan bij afvoer beperkingen opleveren ten<br />

aanzien van hergebruik, omdat dan veelal andere normen gelden. Voor het<br />

elders toepassen van de grond gelden de regels zoals die zijn vastgelegd in het<br />

Besluit bodemkwaliteit.<br />

4.4 Flora en fauna<br />

Door Buro Maerlant is in augustus 2011 een ecologische quickscan in het kader<br />

van de Flora- en faunawet uitgevoerd. De complete ecologische quickscan is te<br />

vinden in bijlage III en kent de volgende conclusies en aanbevelingen:<br />

Conclusies<br />

Vleermuizen<br />

Aanwezige schuren op het toekomstige bouwblok zijn ongeschikt voor<br />

vleermuizen. Als foerageergebied hebben randen van het plangebied<br />

vermoedelijk enige betekenis. De plannen en ingrepen hebben op vleermuizen<br />

op voorhand géén effect.<br />

Het woonhuis is beoordeeld als toegankelijk en geschikt en wordt mogelijk<br />

gebruikt als verblijfplaats door vleermuizen. Het gaat vermoedelijk om soorten<br />

zoals laatvlieger en gewone dwergvleermuis. De woning kan functie hebben als<br />

kraamverblijf, zomerverblijf en eventueel winterverblijf / paarverblijf. De huidige<br />

ingrepen hebben geen invloed op deze potentieel aanwezige functies. Indien<br />

men voornemens is het woonhuis te slopen is een nader onderzoek naar<br />

vleermuizen noodzakelijk.<br />

Vogels en overige soortgroepen<br />

In het plangebied worden algemene vogels verwacht. In de te slopen opstallen<br />

en aan randen kunnen algemene vogels broeden. Voor overige strikter<br />

beschermde soortgroepen is het plangebied en in het bijzonder het bouwblok<br />

waar de ontwikkelingen plaats vinden geen leefgebied.<br />

Aanbevelingen<br />

Vleermuizen<br />

Effecten van de huidige plannen op eventueel aanwezige vleermuizen zijn<br />

uitgesloten.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 23


Indien men voornemens is het huidige woonhuis te slopen is het noodzakelijk<br />

nader onderzoek uit te voeren naar vleermuizen met een batdetector conform<br />

het protocol van de Gegevensautoriteit Natuur. Conform de huidge interpretatie<br />

van het protocol dient het onderzoek naar gebouwbewonende soorten minimaal<br />

te bestaan uit twee veldbezoeken in de periode half mei-half juli en half<br />

augustus - half september.<br />

Vogels en overige soortgroepen<br />

Het is nooit uitgesloten, dat algemene niet jaarrond beschermde vogels<br />

broeden in de te slopen schuren en in beplantingen aan de rand van het<br />

plangebied. Daarom wordt aanbevolen sloop en het bouwrijp maken van het<br />

plangebied buiten het broedseizoen uit te voeren. Dit is voor de meeste soorten<br />

de periode maart tot augustus. Het verstoren van broedende vogels is conform<br />

de Flora- en faunawet niet toegestaan.<br />

Voor alle soortgroepen geldt de zorgplicht, waarbij wordt verwacht, dat men<br />

voorzichtig omgaat met planten en dieren in het algemeen.<br />

4.5 Water<br />

Door Milon BV is in augustus 2011 een watertoets uitgevoerd. De volledige<br />

tekst behorende bij de watertoets is te vinden in bijlage IV en bevat de volgende<br />

geohydrologische verantwoording.<br />

Het huishoudelijke afvalwater dat vrijkomt bij de toekomstige situatie wordt<br />

afgevoerd naar het gemeentelijke vuilwaterstelsel. Het afstromend hemelwater<br />

wordt hier echter niet op aangesloten. Dit is een voorwaarde van de gemeente<br />

<strong>Oss</strong>.<br />

Voor de vertraagde afvoer wordt uitgegaan van een oplossingsrichting waarbij<br />

hemelwater wordt geïnfiltreerd en/of geborgen in de bodem. De infiltratie- of<br />

bergingsvoorziening wordt zo ingericht dat deze aan de bergingseis van een<br />

T=10+10%-situatie voldoet: in dit geval het bergen van 17,6 m³ water.<br />

De maximale aanlegdiepte van de infiltratie- of bergingsvoorziening wordt<br />

bepaald door de GHG van 0,6 m-mv. Op basis hiervan is het mogelijk<br />

hemelwater te bergen in de bodem. Gezien de bodemsamenstelling bepaald in<br />

het veld en uit de bodemkaart wordt ter plaatse van de bovengrond (max. 1,0<br />

m-mv) uitgegaan van een doorlatendheid met k-waarde


aanbevolen van 22 m³ (bij een T=100+10% situatie) voor de twee te realiseren<br />

woonkavels.<br />

Verder worden de volgende aspecten in acht genomen:<br />

het afstromende hemelwater wordt zoveel mogelijk oppervlakkig<br />

(bovengronds) naar de infiltratie- of bergingsvoorziening afgevoerd;<br />

vervuiling van afstromend hemelwater wordt zoveel mogelijk voorkomen door<br />

het gebruik van niet-uitloogbare bouwmaterialen (uitloogbare<br />

bouwmaterialen: koper, lood, zink, bitumen);<br />

aangezien het hemelwater niet in contact komt met wegen of drukbezochte<br />

parkeerterreinen is geen noemenswaardige vervuiling te verwachten en kan<br />

het water zonder aanvullende maatregelen geïnfiltreerd en geborgen<br />

worden;<br />

ook op basis van de milieukundige bodemkwaliteit worden geen<br />

belemmeringen verwacht voor de infiltratie van hemelwater;<br />

wateroverlast ter plaatse van de toekomstige bebouwing wordt mede<br />

voorkomen door een drempelhoogte van enkele decimeters boven<br />

maaiveld. Hemelwater zal zo in geen geval de panden instromen;<br />

aanbevolen wordt toekomstige bewoners en/of gebruikers van de locatie in te<br />

lichten over de wijze waarop omgegaan wordt met hemelwater, waardoor<br />

onnodige vervuiling kan worden tegengegaan.<br />

Door de aanleg van infiltratie- en bergingsvoorziening op het terrein wordt<br />

tegemoet gekomen aan de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas en<br />

wordt hydrologisch neutraal ontwikkeld.<br />

4.6 Geluid<br />

Wegverkeer<br />

Door Schoonderbeek en Partners Advies BV is in augustus 2011 een<br />

akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai uitgevoerd. Het onderzoeksrapport is<br />

als bijlage toegevoegd en heeft geleidt tot de volgende resultaten.<br />

Uit de resultaten blijkt dat de geluidbelasting per weg ruim lager is dan de<br />

voorkeurswaarde van 48 dB uit de Wet geluidhinder. Deze Wet vormt dan ook<br />

geen belemmering voor de realisatie van het bouwplan.<br />

Bouwbesluit en cumulatie geluid<br />

Om te voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit (artikel 3.1), moet een<br />

voldoende karakteristieke geluidwering van de gevels worden bereikt. Daarmee<br />

moet bij het ontwerp van de woningen rekening worden gehouden.<br />

Bij de bepaling van een vereiste waarde van de geluidwering mag de aftrek,<br />

conform artikel 110g van de Wet geluidhinder, niet in rekening worden<br />

gebracht en moet worden uitgegaan van de totale gecumuleerde<br />

geluidbelastingen vanwege alle relevante wegen. De gecumuleerde<br />

geluidbelasting, zonder aftrek art. 110g Wgh, bedraagt maximaal 50 dB. Dit<br />

betekent dat de karakteristieke geluidwering van de verblijfsgebieden minimaal<br />

20 dB moet bedragen (50 dB – 33 dB = lager dan de ondergrens). Normaliter<br />

wordt met moderne standaard bouwmaterialen (dubbele beglazing, geïsoleerd<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 25


dak, normale ventilatie voorzieningen) voldaan aan de minimale geluidwering<br />

van de gevels.<br />

Industrielawaai (tankstation)<br />

Door Schoonderbeek en Partners Advies BV is in augustus 2011 een<br />

akoestisch onderzoek industrielawaai (tankstation) uitgevoerd. Het<br />

onderzoeksrapport is als bijlage toegevoegd en kent de volgende conclusie(s):<br />

De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en de maximale geluidniveaus op<br />

de nieuwe woningen zijn ruim lager dan de geluidvoorschriften zoals deze<br />

gelden voor het tankstation. De realisatie van de twee nieuwe woningen zal<br />

geen belemmering vormen voor de activiteiten bij het tankstation. Op basis<br />

hiervan wordt gesteld dat het niet aannemelijk is dat de bewoners van de<br />

nieuwe woningen hinder zullen ondervinden van het tankstation.<br />

Ook de geluidniveaus veroorzaakt door het verkeer op de openbare weg van en<br />

naar het tankstation (de indirecte hinder) zijn ruim lager dan de geluideisen die<br />

hiervoor gelden. Ook hiervan wordt gesteld dat het niet aannemelijk is dat de<br />

bewoners van de nieuwe woningen hinder zullen ondervinden.<br />

Daarnaast is er rekening gehouden met de uitbreiding van het bestaande<br />

tankstation met tankshop ten behoeve van een rijwielherstelwerkplaats. Deze<br />

uitbreiding is dermate kleinschalig (lokaal) dat het aantal extra<br />

verkeersbewegingen dat de rijwielherstelwerkplaats met zich meebrengt<br />

verwaarloosbaar is en de aard van de activiteiten geen grote<br />

geluidsproducerende activiteiten betreffen. Op basis van de VNG-brochure valt<br />

een rijwielherstelwerkplaats onder milieucategorie 1 met een geluidsafstand van<br />

10 meter. De uitbreiding heeft dus geen invloed op de woningen.<br />

4.7 Luchtkwaliteit<br />

De wet van 11 oktober 2007 tot wijziging van de Wet milieubeheer<br />

(luchtkwaliteitseisen) is op 15 november 2007 in werking getreden. Het plan<br />

moet voldoen aan de eisen die daarin neergelegd zijn. In de op het ‘Besluit niet<br />

in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’ gebaseerde ‘Regeling niet<br />

in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’ zijn categorieën van<br />

gevallen genoemd die in elk geval als ‘niet in betekenende mate’ (nibm) worden<br />

aangemerkt. Voor deze categorieën staat namelijk vast dat zij ‘niet in<br />

betekenende mate’ bijdragen, en hoeft er geen onderzoek verricht te worden.<br />

Onderhavig initiatief maakt de bouw van 2 nieuwe woningen mogelijk en de<br />

binnen het projectgebied aanwezige schuurtjes en stalletjes wordt gesaneerd.<br />

Het aantal toe te voegen woningen ligt ver beneden de genoemde drempel (500<br />

woningen op één ontsluitingsweg). Derhalve hoeft er geen onderzoek naar<br />

luchtkwaliteit plaats te vinden.<br />

4.8 Geur<br />

De Wet geurhinder en veehouderij vormt vanaf 1 januari 2007 het<br />

toetsingskader voor de milieuvergunning, als het gaat om geurhinder vanwege<br />

dierenverblijven van veehouderijen. De Wet geurhinder en veehouderij geeft<br />

normen voor de geurbelasting die een veehouderij mag veroorzaken op een<br />

geurgevoelig object, bijvoorbeeld een woning. De geurbelasting wordt berekend<br />

en getoetst met het verspreidingsmodel V-stacks vergunning. Dit geldt alleen<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 26


voor dieren waarvoor geuremissiefactoren zijn opgenomen in de Regeling<br />

geurhinder en veehouderij. Voor dieren zonder geuremissiefactor gelden<br />

minimaal aan te houden afstanden. De Regeling geurhinder en veehouderij is<br />

gepubliceerd op 18 december 2006.<br />

Door RMB is in november 2011 een geactualiseerde geurberekening gemaakt.<br />

Door het RMB is in november 2011 een geurberekening voor Lith uitgevoerd.<br />

Op grond van recente berekeningen waarbij gebruik is gemaakt van actuele<br />

vergunningenbestanden van de omliggende veehouderijen ligt het plan in een<br />

omgeving met een afweegbaar woon- en leefklimaat. Ingevolge de<br />

geurverordening van 2008 heerst in een dergelijke omgeving een<br />

achtergrondconcentratie van 6 tot 10 Ou/m3.<br />

Volgens de kaart met achtergrondwaarden heerst ter plaatse van de planlocatie<br />

een achtergrondconcentratie van ca. 7,3 Ou/m3. Omdat het plan vrijwel direct<br />

aan de rand van de bebouwde kom ligt in een omgeving met een beperkte<br />

bebouwingsconcentratie aan burgerwoningen vermengd met lichte industriele<br />

bedrijvigheid, acht de gemeente het ter plaatse heersende woon- en leefklimaat<br />

toelaatbaar.<br />

4.9 Kabels en leidingen<br />

Voorafgaand aan de graafwerkzaamheden dient door middel van een Klicmelding<br />

inzichtelijk gemaakt te worden of er kabels en leidingen aanwezig zijn<br />

die een belemmering vormen.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 27


4.10 Externe veiligheid<br />

Bij het mogelijk maken van nieuwe gevoelige functies is het aspect externe<br />

veiligheid van groot belang. Bij ruimtelijke plannen heeft dit betrekking op:<br />

- vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of via leidingen; -<br />

- bedrijven in de directe omgeving waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen<br />

hebben voor de externe veiligheid.<br />

Voor onderhavige ontwikkeling speelt het naastgelegen tankstation (de Haan)<br />

aan Brouwerspad 22 een grote rol op het gebied van externe veiligheid.<br />

Hierover is dan ook intensief overleg gevoerd met de gemeente <strong>Oss</strong> en de<br />

brandweer.<br />

Plaatsgebonden risico (tankstation)<br />

Voor wat betreft het tankstation moeten de volgende afstanden worden<br />

aangehouden ten opzichte van kwetsbare objecten (in dit geval de twee nieuwe<br />

woningen):<br />

- afstand vanaf ingeterpt opslagreservoir LPG: 25 meter<br />

- afstand vanaf LPG-vulpunt: 45 meter<br />

Deze afstanden zijn gebaseerd op een inrichting met een maximale LPGdoorzet<br />

van 500 m³ per jaar (waar tankstation De Haan aan voldoet). De<br />

afstand van 45 meter vanaf het LPG-vulpunt is de afstand tot nieuwe woningen,<br />

voor bestaande woningen in de omgeving mag uitgegaan worden van een<br />

afstand van 25 meter. Als er een contour van 45 meter vanaf het LPG-vulpunt<br />

richting de nieuw geprojecteerde woningen wordt aangehouden, komt deze<br />

contour net tot aan de hoek van het Brouwerspad, de nieuwe woningen liggen<br />

daarbuiten. Op basis van bovenstaande informatie (afkomstig van de<br />

gemeente) kan geconcludeerd worden dat het plaatsgebonden risico geen<br />

belemmering vormt voor onderhavig plan.<br />

Groepsgebonden risico (tankstation)<br />

Het groepsrisico is de cumulatieve kans per jaar dat een aantal personen<br />

overlijdt als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied<br />

van een inrichting en/of risicovol object en er zich een ongewoon voorval binnen<br />

die inrichting voordoet waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 28


Het groepsgebonden risico is een toetsingswaarde waarin de kans op groepen<br />

slachtoffers is verwerkt. Het is gekoppeld aan personendichtheid binnen het<br />

invloedsgebied van een ongeval met gevaarlijke stoffen.<br />

Advies brandweer<br />

Middel de brief d.d. 27 oktober 2011 heeft de brandweer een advies uitgebracht<br />

met betrekking tot externe veiligheid. De regionale brandweer adviseert in het<br />

kader van het groepsrisico over de mogelijkheden van zelfredzaamheid en<br />

bestrijdbaarheid. Hiervoor zijn de vluchtmogelijkheden, bereikbaarheid,<br />

opkomsttijd van de brandweer en de bluswatervoorziening van belang.<br />

Uit de beoordeling van het plangebied blijkt dat:<br />

- de mogelijkheden voor zelfredzaamheid goed zijn;<br />

- het plangebied kan 2-zijdig bereikt en ontvlucht worden;<br />

- de brandweer in circa 6 minuten het plangebied kan bereiken, hiermee<br />

wordt voldaan aan de eisen Besluit Veiligheidsregio`s;<br />

- de bluswatervoorziening afgestemd is op de risico`s in het plangebied<br />

conclusie brandweer: er zijn geen belemmeringen om de gewenste<br />

ontwikkeling toe te staan.<br />

Vervoer gevaarlijke stoffen wegen en vaarwegen<br />

De projectlocatie is op basis van de signaleringskaart externe veiligheid van de<br />

gemeente <strong>Oss</strong> gelegen in het invloedsgebied van vaarwegen (Maas) en wegen<br />

(Mr. Van Coothstraat).<br />

De kern Lith is niet gelegen aan doorgaande wegen, waarover gevaarlijke<br />

stoffen vervoerd wordt. Dit betekent dat het enige vervoer van gevaarlijke<br />

stoffen wat er moet zijn, bestemd is voor het tankstation de Haan en het<br />

Maaspark de Lithse Ham (propaantank). Dit betreft bestemmingsverkeer welke<br />

incidenteel over de wegen van de kern Lith rijden.<br />

Omdat het incidenteel transport is zijn, veroorzaken deze transporten geen<br />

risico’s voor de omgeving. Daarmee wordt vanuit dit transport geen<br />

beperkingen opgelegd aan het bestemmingsplan<br />

Lith is gelegen aan de Maas. Op basis van de rapportage voor het basisnet<br />

water, welke in 20<strong>12</strong> opgenomen wordt in het besluit transport externe<br />

veiligheid bestaat het voornemen voor een veiligheidszone van 25 meter,<br />

waarbinnen geen kwetsbare bestemmingen gerealiseerd mogen worden. De<br />

bebouwing van Lith ligt op circa 25 meter van het water en de beoogde<br />

bebouwing aan Brouwerspad 20 ligt op circa 200 meter van het water. Daarmee<br />

legt ook de Maas geen beperking op aan onderhavig plan.<br />

4.11 Planschade-risico<br />

Ten aanzien van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling is het mogelijk dat<br />

belanghebbenden worden geschaad. In die situaties kunnen deze<br />

rechtspersonen een planschade indienen bij gemeente <strong>Oss</strong>. <strong>Gemeente</strong> heeft<br />

een overeenkomst gesloten met de initiatiefnemer op basis waarvan eventueel<br />

ingediende en toe te kennen planschadeclaims op de initiatiefnemer<br />

afgewenteld kunnen worden.<br />

Om vooraf in te schatten of er daadwerkelijk planschadeclaims te verwachten<br />

zijn, is het mogelijk om voorafgaand aan de noodzakelijke planprocedure een<br />

analyse uit te voeren. Daarbij wordt tevens bepaald op basis van welke<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 29


argumenten de claims ook gehonoreerd zouden moeten worden en om welke<br />

claim-bedragen het daarbij zou kunnen gaan.<br />

Cliënten verwachten géén bezwaren en/of planschadeclaims vanuit de<br />

omgeving. Zij achten het derhalve onnodig om in dat kader een<br />

planschaderisico-analyse uit te voeren.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 30


5. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID<br />

De ontwikkeling aan Brouwerspad 20 heeft geen financiële gevolgen voor de<br />

gemeente <strong>Oss</strong>. Eventuele kosten die ontstaan als gevolg van de bouw van de<br />

twee woningen, zijn voor rekening van de initiatiefnemer.<br />

Via het ondertekenen van een anterieure overeenkomst kunnen eventuele<br />

planschadeclaims en exploitatiekosten op de initiatiefnemer worden<br />

afgewenteld.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 31


Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 32


6. PROCEDURE<br />

Burgemeester en wethouders hebben via de brief d.d. 25 mei 2011 aangegeven<br />

in principe medewerking te verlenen aan het plan van opdrachtgever voor het<br />

realiseren van twee woningen op het perceel aan Brouwerspad 20 te Lith.<br />

Alvorens hieraan daadwerkelijk medewerking verleend kan worden dient de<br />

ruimtelijke aanvaardbaarheid van het plan aangetoond te worden. Voorliggende<br />

ruimtelijke onderbouwing is daarvoor opgesteld.<br />

Op dit moment worden de bestemmingsplannen van de kommen Lith en<br />

Lithoijen herzien tot één bestemmingsplan, genaamd “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”.<br />

De projectlocatie behoort tot het bestemmingsplan “Kom Lith” en zal daardoor<br />

meegenomen worden in het nieuwe bestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”.<br />

Voor het bestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>” dient de wettelijk<br />

voorgeschreven uniforme openbare voorbereidingsprocedure te worden gevolg.<br />

Dit betekent ondermeer dat het bestemmingsplan openstaat voor bezwaar en<br />

beroep. Aangezien het voorontwerpbestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”<br />

inmiddels al ter inzage heeft gelegen, zal onderhavig plan meegenomen<br />

worden in het ontwerpbestemmingsplan.<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 33


Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 34


7. MOTIVATIE EN CONCLUSIE<br />

Onderhavig plan heeft betrekking op het perceel kadastraal bekend gemeente<br />

Lith, sectie A, nummer 3863, plaatselijk bekend als Brouwerspad 20 te Lith. Het<br />

perceel kent een totale oppervlakte van circa 3.211 m². Cliënten willen ter<br />

plaatse 2 woningen realiseren, waarbij de bestaande woning (Brouwerspad 20)<br />

behouden blijft. De nu aanwezige schuurtjes en stalletjes op het noordelijk deel<br />

van het perceel zullen hiervoor worden gesloopt.<br />

Om de historische structuur te herstellen zullen beide woningen georiënteerd<br />

worden op het Brouwerspad. Daarnaast zullen de woningen voorzien in een<br />

bijgebouw (garage) aan de Heuvelwijkstraat, vanwaar het perceel per auto<br />

bereikbaar is. Het resterende perceel wordt ingericht als groene ruimte, zodat er<br />

vanuit Brouwerspad openheid ontstaat richting het polderlandschap.<br />

Naast het toevoegen van twee nieuwe woningen zijn cliënten bereid om het<br />

Brouwerspad aan te laten sluiten op de Heuvelwijkstraat. Hiermee wordt het<br />

historische verloop van het pad in ere hersteld. Het toevoegen van twee<br />

woningen die aansluiten bij de karakteristiek van het Brouwerspad, waarbij de<br />

schuurtjes en stalletjes worden gesloopt, levert een bijdrage aan de verbetering<br />

van de ruimtelijke kwaliteit en versterking van de stedenbouwkundige structuur.<br />

Aangezien het geldende bestemmingsplan niet de mogelijkheid biedt om<br />

onderhavig plan te realiseren, dient er een herziening van het bestemmingsplan<br />

plaats te vinden. Momenteel is de gemeente <strong>Oss</strong> bezig met het herzien van de<br />

bestemmingsplannen “Kom Lith” en “Kom Lithoijen” in één nieuw<br />

bestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”. Onderhavig plan zal door middel van<br />

voorliggende ruimtelijke onderbouwing worden opgenomen in het nieuwe<br />

bestemmingsplan “Twee Kernen – 20<strong>12</strong>”.<br />

De beleidsanalyse wijst uit dat het beoogde plan passend is binnen het<br />

ruimtelijk beleid van de gemeente <strong>Oss</strong> (voormalige gemeente Lith) en de<br />

provincie Noord-Brabant. Ook zijn de omgevingsaspecten met betrekking tot<br />

onderhavig plan nader beschouwd. Het daaruit voortvloeiende beeld levert<br />

géén belemmeringen op voor het bouwplan.<br />

Bovenstaande houdt in dat er géén belemmeringen aanwezig zijn en dat op<br />

basis daarvan medewerking kan worden verleend aan onderhavig bouwplan.<br />

<strong>Oss</strong>, april 20<strong>12</strong><br />

Planomar<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 35


Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 36


BIJLAGEN<br />

I. archeologisch onderzoek<br />

II. verkennend bodemonderzoek<br />

III. ecologisch onderzoek<br />

IV. watertoets<br />

V. geluidsonderzoek (wegverkeer)<br />

VI. geluidsonderzoek (industrielawaai)<br />

VII. advies brandweer<br />

Ruimtelijke Onderbouwing ´Brouwerspad 20, Lith’, versie april 20<strong>12</strong> 37


<strong>Gemeente</strong> Lith<br />

Plangebied Brouwerspad 20 te Lith<br />

Inventariserend veldonderzoek (karterende fase)<br />

BAAC Rapport V-11.025 8 augustus 2011<br />

Auteur:<br />

K.H.J. Pepers Msc.<br />

Status:<br />

concept


Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 2


Colofon<br />

ISSN<br />

Auteur(s):<br />

1873-9350<br />

K.H.J. Pepers Msc.<br />

Veldmedewerkers K.H.J. Pepers Msc.<br />

Cartografie<br />

K.H.J. Pepers Msc.<br />

Redactie<br />

Drs. R.G. van Mousch<br />

Copyright MILON bv te Schijndel / BAAC bv te Deventer<br />

Eindcontrole<br />

Autorisatie<br />

(senior archeoloog)<br />

Drs. R.G. van Mousch<br />

3 Lith, Brouwerspad 20<br />

25-08-2011<br />

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of<br />

op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van MILON bv te Schijndel en/of BAAC bv<br />

te Deventer.<br />

BAAC bv<br />

Onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en<br />

Cultuurhistorie<br />

Graaf van Solmsweg 103<br />

5222 BS ‘s-Hertogenbosch<br />

Tel.: (073) 61 36 219<br />

Fax: (073) 61 49 877<br />

E-mail: denbosch@baac.nl<br />

Postbus 2015<br />

7420 AA Deventer<br />

Tel.: (0570) 67 00 55<br />

Fax: (0570) 61 84 30<br />

E-mail: deventer@baac.nl


Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 4


Administratieve gegevens<br />

Onderzoekgegevens<br />

Type onderzoek Inventariserend veldonderzoek (karterende fase)<br />

Datum opdracht 10 augustus 2011<br />

Datum veldwerk: 17 augustus 2011<br />

Datum rapportage 22 augustus 2011<br />

Uitvoerder BAAC bv, vestiging Deventer<br />

Postbus 2015<br />

7420 AA Deventer<br />

0570-670055<br />

Projectleider K.H.J. Pepers Msc.<br />

BAAC-rapport V-11.0258<br />

Opdrachtgever MILON bv<br />

T.van deCamp MSc<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

073-5477253<br />

Bevoegde overheid <strong>Gemeente</strong> <strong>Oss</strong><br />

Beheer documentatie Archief BAAC bv<br />

Beheer vondstmateriaal Provinciaal Depot Bodemvondsten Noord-<br />

Brabant<br />

Waterstraat 20<br />

5211 JD 's-Hertogenbosch<br />

tel. 06-18303225<br />

Locatiegegevens<br />

Provincie Noord-Brabant<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Oss</strong><br />

Plaats Lith<br />

Toponiem Brouwerspad 20<br />

Kaartblad 45B<br />

Oppervlakte 1700 m 2<br />

RD-coördinaten 157926 / 424401<br />

157963 / 424436<br />

157986 / 424406<br />

157945 / 424377<br />

Gegevens Archis Onderzoeksmeldingsnummer 48107<br />

Onderzoeksnummer 37529<br />

AMK-terrein N.v.t.<br />

Waarnemingnummer(s) N.v.t<br />

Vondstmeldingsnummer(s) N.v.t<br />

Periode(s) Neolithicum –<br />

nieuwe tijd<br />

5 Lith, Brouwerspad 20


Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 6


Inhoud<br />

Administratieve gegevens 5<br />

Samenvatting 9<br />

1 Inleiding 11<br />

1.1 Onderzoekskader 11<br />

1.2 Ligging van het gebied <strong>12</strong><br />

2 Vooronderzoek 13<br />

2.1 Archeologische verwachting 13<br />

3 Inventariserend Veldonderzoek 15<br />

3.1 Werkwijze 15<br />

3.2 Veldwaarnemingen 15<br />

3.3 Karterend booronderzoek 16<br />

3.3.1 Lithologie en bodemopbouw 16<br />

3.3.2 Bodemverstoringen 17<br />

3.3.3 Archeologische indicatoren 17<br />

3.4 Archeologische interpretatie 17<br />

4 Conclusie en aanbevelingen 19<br />

4.1 Conclusie 19<br />

4.2 Aanbevelingen 20<br />

5 Geraadpleegde bronnen 21<br />

<strong>Bijlage</strong>n<br />

<strong>Bijlage</strong> 1 overzicht van geologische en archeologische tijdvakken<br />

<strong>Bijlage</strong> 2 boorpuntenkaart<br />

<strong>Bijlage</strong> 3 boorbeschrijvingen<br />

7 Lith, Brouwerspad 20


Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 8


Samenvatting<br />

In opdracht van MILON bv heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een<br />

archeologisch inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen<br />

(karterende fase) uitgevoerd in het plangebied Brouwerspad 20 te Lith.<br />

De gemeentelijke verwachtingskaart van de gemeente <strong>Oss</strong> is gemaakt door ADC<br />

Heritage. 1 Het plangebied ligt op deze verwachtingskaart in een gebied met een<br />

hoge archeologische verwachting, omdat het binnen de historische dorpskern<br />

valt. De doelstelling hier is behoud in de huidige staat van eventuele resten. Bij<br />

projecten groter dan 35 m 2 mag de bodem niet dieper dan 30 cm –mv verstoord<br />

worden. Is dit wel het geval, moet archeologisch onderzoek uitgevoerd worden.<br />

Het booronderzoek toont aan dat de bodem in het plangebied tot minimaal 100<br />

en maximaal 185 cm beneden maaiveld (sub)recent is verstoord. Dit betekent dat<br />

eventueel aanwezige archeologische resten niet meer in situ aanwezig zijn. De<br />

verstoring loopt door tot in de C-horizont.<br />

Tijdens het veldwerk zijn enkele houtskoolspikkels aangetroffen in de verstoorde<br />

lagen van de bodem. In de onverstoorde lagen zijn geen archeologische<br />

indicatoren aangetroffen.<br />

Op basis van deze resultaten kan voor het gehele plangebied de hoge<br />

archeologische verwachting van de gemeentelijke archeologische<br />

verwachtingskaart worden bijgesteld naar een lage archeologische verwachting<br />

op het aantreffen van een archeologische resten uit alle perioden.<br />

1 ADC, 2011.<br />

9 Lith, Brouwerspad 20


Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 10


1 Inleiding<br />

1.1 Onderzoekskader<br />

In opdracht van MILON bv heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een<br />

archeologisch inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen<br />

(karterende fase) uitgevoerd in het plangebied Brouwerspad 20 te Lith.<br />

Aanleiding voor het onderzoek is het plan een nieuwe woning te realiseren. De<br />

minimale bodemverstoring bij de realisatie van de nieuwbouw is te verwachten<br />

tot in de C-horizont van de bodem, waarbij een gerede kans bestaat dat<br />

eventueel aanwezige archeologische waarden verstoord of vernietigd worden.<br />

In de gemeente <strong>Oss</strong> wordt een bureauonderzoek niet noodzakelijk geacht,<br />

aangezien al een gemeentelijke archeologische verwachtingskaart bestaat. De<br />

uitvoering van het karterende booronderzoek is gebaseerd op de hoge<br />

verwachting voor het plangebied op de gemeentelijke verwachtingskaart. 2<br />

In dit rapport zijn de resultaten van het karterende booronderzoek beschreven.<br />

Op basis van deze resultaten worden aanbevelingen gedaan voor eventueel<br />

vervolgonderzoek.<br />

Door middel van het inventariserend karterend booronderzoek wordt informatie<br />

vergaard over de intactheid van de bodemopbouw en eventueel aanwezige<br />

archeologische resten en/of vindplaatsen in het plangebied. Het inventariserend<br />

veldonderzoek heeft als doel het toetsen c.q. bijstellen van het<br />

verwachtingsmodel zoals dat is opgesteld tijdens het bureauonderzoek. Op basis<br />

van de resultaten van het booronderzoek wordt een selectieadvies opgesteld voor<br />

(delen van) het plangebied over het mogelijk vervolgtraject.<br />

Tijdens het onderzoek dienen de volgende onderzoeksvragen te worden<br />

beantwoord:<br />

▪ Zijn binnen het plangebied bekende archeologische waarden aanwezig? Zo<br />

ja, zijn er gegevens bekend over de omvang, ligging, aard en datering<br />

hiervan?<br />

▪ Wat is volgens de gemeentelijk archeologische verwachtingskaart de<br />

specifieke archeologische verwachting voor het gebied?<br />

▪ Hoe is de bodemopbouw en is deze nog intact?<br />

▪ Zijn in het plangebied archeologische resten aanwezig? Zo ja, wat is de aard<br />

en datering van de ze resten en wat is de verspreiding hiervan?<br />

▪ In hoeverre worden archeologische resten bedreigd en is vervolgonderzoek<br />

nodig om de door het bureauonderzoek en karterend booronderzoek in<br />

beeld gebrachte gebieden met een bepaalde archeologische verwachting<br />

nader te onderzoeken? zo ja, in welke vorm?<br />

2 ADC 2011.<br />

11 Lith, Brouwerspad 20


Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse<br />

Archeologie, versie 3.2 3 .<br />

1.2 Ligging van het gebied<br />

Het plangebied ligt binnen de bebouwde kom van Lith. Het plangebied wordt<br />

omgrensd door het Brouwerspad in het noordwesten, de Heuvelwijkstraat in het<br />

zuidoosten, en in het noordoosten en zuidwesten door perceelsgrenzen. De<br />

oppervlakte bedraagt circa 1700 m 2 . In figuur 1.1 is de ligging van het<br />

plangebied weergegeven.<br />

Figuur 1.1 Ligging van het plangebied. 4<br />

3<br />

SIKB 2010.<br />

4<br />

ANWB 2004.<br />

Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) <strong>12</strong>


2 Vooronderzoek<br />

2.1 Archeologische verwachting<br />

De gemeentelijke verwachtingskaart van de gemeente <strong>Oss</strong> is gemaakt door ADC<br />

Heritage. 5 Voor een uitgebreide beschrijving van het vooronderzoek wordt<br />

verwezen naar het rapport bij de gemeentelijke verwachtingskaart.<br />

In figuur 1 is een uitsnede van de gemeentelijke verwachtingskaart weergegeven,<br />

met hierop de globale ligging van het plangebied aangegeven met een rood<br />

kader. Het plangebied ligt in de paarse eenheid, welke staat voor een hoge<br />

archeologische verwachting, omdat het binnen de historische dorpskern valt. De<br />

doelstelling hier is behoud in de huidige staat van eventuele resten. Bij projecten<br />

groter dan 35 m 2 mag de bodem niet dieper dan 30 cm –mv verstoord worden. Is<br />

dit wel het geval, moet archeologisch onderzoek uitgevoerd worden.<br />

Het plangebied ligt in het verlengde van de oranje-rode kleur op de<br />

gemeentelijke verwachtingkaart. Deze kleur staat voor gebieden met een hoge<br />

archeologische waarde, omdat ze op meandergordels, rivierduinen,<br />

crevassecomplexen, dekzandruggen of esdekken liggen. Waarschijnlijk ligt het<br />

plangebied ook op een van deze eenheden.<br />

Figuur 2.1 Uitsnede van de gemeentelijke verwachtingkaart van de gemeente <strong>Oss</strong>. 6<br />

5<br />

ADC, 2011.<br />

6<br />

ADC, 2011.<br />

13 Lith, Brouwerspad 20


Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 14


3 Inventariserend Veldonderzoek<br />

3.1 Werkwijze<br />

Bij het inventariserend veldonderzoek (karterende fase) is het plangebied<br />

gekarteerd op archeologische indicatoren en onderzocht op de<br />

geomorfologische, geologische en bodemkundige karakteristieken. Ook geeft het<br />

booronderzoek informatie over het intact zijn van de bodem en daarmee<br />

informatie over de gaafheid van een eventuele archeologische vindplaats.<br />

Vanwege de hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten is<br />

een karterend booronderzoek uitgevoerd. 7 Hierbij wordt er van uitgegaan dat<br />

eventuele archeologische vindplaatsen zich kenmerken door een strooiing van<br />

vuursteen en aardewerk, of een archeologische laag. De boringen zijn uitgevoerd<br />

met een edelmanboor met een doorsnede van <strong>12</strong> cm. In het plangebied zijn zo 4<br />

boringen geplaatst. De boringen zijn uitgevoerd tot 25 cm in de onverstoorde Chorizont,<br />

in dit geval 225 cm beneden maaiveld.<br />

De locaties van de boringen zijn ingemeten met GPS, waarbij de afwijking circa 2<br />

meter bedraagt. De hoogteligging ten opzichte van NAP is uit het Actueel<br />

Hoogtebestand Nederland gehaald. 8<br />

De gesteldheid van de opgeboorde grond is zowel bodemkundig 9 als lithologisch<br />

(NEN 5104 10 ) beschreven. De grondmonsters zijn verbrokkeld en versneden en<br />

met het oog geïnspecteerd op archeologische indicatoren. Archeologische<br />

indicatoren kunnen aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van een<br />

archeologische vindplaats ter plaatse of in de nabijheid van de betreffende<br />

boring(en). Deze indicatoren bestaan bijvoorbeeld uit aardewerk, verbrande<br />

huttenleem, vuursteen, metaal, houtskool en al dan niet verbrand bot.<br />

Het veldonderzoek heeft plaatsgevonden op 17 augustus 2011. In navolgende<br />

paragrafen worden de resultaten van het veldonderzoek beschreven. Het<br />

hoofdstuk wordt afgesloten met een archeologische interpretatie. De locaties van<br />

de boringen staan weergegeven op de boorpuntenkaart (bijlage 2). De<br />

boorbeschrijvingen bevinden zich in bijlage 3.<br />

3.2 Veldwaarnemingen<br />

Door de aanwezige bebouwing en begroeiing waren aan het maaiveld geen<br />

aanwijzingen zichtbaar die zouden kunnen duiden op de aanwezigheid van<br />

7<br />

SIKB 2010.<br />

8<br />

AHN 2011.<br />

9<br />

De Bakker en Schelling 1989.<br />

10 NEN 1989.<br />

15 Lith, Brouwerspad 20


archeologische resten in de bodem. Het reliëf in het plangebied was vlak. Richting<br />

het noordoosten is wel reliëf aanwezig: het maaiveld loopt hier op tot op de dijk.<br />

Figuur 3.2 Zicht op het plangebied vanaf het zuidoosten in noordelijke richting (links) en<br />

westelijke richting (rechts).<br />

3.3 Karterend booronderzoek<br />

3.3.1 Lithologie en bodemopbouw<br />

De A-horizont in het plangebied is in alle boringen 50 cm dik en bestaat uit matig<br />

siltig, matig humeus, matig grof, zwartgrijs zand. Deze laag is archeologisch<br />

gezien niet relevant, aangezien deze regelmatig verstoord wordt door o.a.<br />

ploegwerkzaamheden. In deze laag zijn verschillende fragmenten bouwpuin<br />

aangetroffen, welke allemaal (sub)recent in de bodem gekomen zijn. Er zijn in<br />

deze laag geen archeologische indicatoren aangetroffen.<br />

Onder de A-horizont ligt in alle boringen een AC horizont van 50 tot 55 cm dikte<br />

welke bestaat uit sterk tot uiterst siltig, zwak humeus, matig grof tot matig fijn,<br />

(licht)bruingrijs zand. Deze laag is een menglaag van de bovenliggende Ahorizont<br />

en de onderliggende C-horizont. Deze menglaag is (sub) recentelijk<br />

verstoord, wat te zien is aan onder andere het vlekkerige karakter van de bodem.<br />

Daarnaast bevat deze laag ook fragmenten baksteen en in boring 1 en 4 ook<br />

plastic, wat eveneens wijst op een recente verstoring. In deze laag zijn enkele<br />

spikkels houtskool aangetroffen, wat archeologisch gezien een indicator zou<br />

kunnen zijn voor bewoning. De AC-horizont is echter een verstoorde laag,<br />

waardoor eventuele archeologische vondsten zich niet meer in situ zouden<br />

bevinden.<br />

De C-horizont, het onveranderde moedermateriaal, bestaat in het plangebied uit<br />

sterk tot uiterst siltig, donkergrijsbruin tot geelgrijs, zeer fijn zand. Dit materiaal<br />

wijst in combinatie met de landschappelijke ligging van het plangebied op de<br />

ligging op een oeverwal. In boring 2 en 3 is de verstoring tot in de C-horizont<br />

doorgegaan, wat te zien is aan het vlekkerige karakter van de bodem. In deze<br />

verstoorde C-horizont is nog wel een enkele spikkel houtskool aangetroffen in<br />

beide boringen, maar in combinatie met (sub)recent puin. Dit wijst erop dat de<br />

bodem nog redelijk recent verstoord is, waardoor eventuele archeologische<br />

vondsten niet in situ zijn.<br />

Onder de verstoorde C-horizont (boring 2 en 3) of direct onder de AC-horizont<br />

(boring 1 en 4) is de onverstoorde C-horizont aangetroffen. De onverstoorde Chorizont<br />

komt voor vanaf 105 en 100 cm beneden maaiveld bij boring 1 en 4<br />

respectievelijk. Boring 2 en 3 zijn dieper verstoord, de onverstoorde C-horizont<br />

komt hier pas voor vanaf 150 en 185 cm beneden maaiveld. De dieper verstoorde<br />

boringen zijn midden op het perceel tussen de schuur en het woonhuis geplaatst.<br />

Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 16


Boring 1 en 4 liggen in de noordelijke en zuidelijke hoek van het perceel, waar de<br />

verstoring minder diep is geweest.<br />

In de onverstoorde laag zijn in alle boringen ijzervlekken en in boring 3 en 4 ook<br />

mangaanvlekken aangetroffen. Deze vlekken wijzen op een fluctuerende<br />

grondwaterstand op deze diepte.<br />

3.3.2 Bodemverstoringen<br />

In boring 1 en 4 is de bodem verstoord tot respectievelijk 105 en 100 cm beneden<br />

maaiveld. De bodem in boring 2 en 3 is dieper verstoord, hier komt de<br />

onverstoorde C-horizont pas op 150 en 185 cm beneden maaiveld, respectievelijk.<br />

De dieper verstoorde boringen zijn midden op het perceel tussen de schuur en<br />

het woonhuis geplaatst. Boring 1 en 4 liggen in de noordelijke en zuidelijke hoek<br />

van het perceel, waar de verstoring minder diep is geweest. Deze verstoring heeft<br />

(sub)recentelijk plaatsgevonden. Hierdoor zijn eventueel archeologische resten<br />

niet meer in situ aanwezig.<br />

3.3.3 Archeologische indicatoren<br />

Bij controle van het opgeboorde materiaal zijn enkel in de verstoorde lagen<br />

archeologische indicatoren in de vorm van spikkels houtskool en (sub-)recent puin<br />

aangetroffen. In de onverstoorde lagen zijn geen indicatoren aangetroffen.<br />

3.4 Archeologische interpretatie<br />

Het booronderzoek toont aan dat de bodem in het plangebied tot minimaal 100<br />

en maximaal 185 cm beneden maaiveld (sub)recent is verstoord. Dit betekent dat<br />

eventueel aanwezige archeologische resten niet meer in situ aanwezig zijn. De<br />

verstoring loopt door tot in de C-horizont.<br />

Tijdens het veldwerk zijn enkele houtskoolspikkels aangetroffen in de verstoorde<br />

lagen van de bodem. In de onverstoorde lagen zijn geen archeologische<br />

indicatoren aangetroffen.<br />

Op basis van deze resultaten kan voor het gehele plangebied de hoge<br />

archeologische verwachting van de gemeentelijke archeologische<br />

verwachtingskaart worden bijgesteld naar een lage archeologische verwachting<br />

op het aantreffen van een archeologische resten uit alle perioden.<br />

17 Lith, Brouwerspad 20


Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 18


4 Conclusie en aanbevelingen<br />

4.1 Conclusie<br />

Hieronder volgt de beantwoording van de onderzoeksvragen zoals gesteld in het<br />

Plan van Aanpak:<br />

Zijn binnen het plangebied bekende archeologische waarden aanwezig? Zo ja,<br />

zijn er gegevens bekend over de omvang, ligging, aard en datering hiervan?<br />

Volgens ARCHIS 11 zijn geen waarnemingen gedaan in het plangebied<br />

Wat is de specifieke archeologische verwachting voor het gebied?<br />

Volgens de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart heeft het gebied een<br />

hoge archeologische verwachting omdat het binnen de bebouwde kom van Lith<br />

ligt.<br />

Hoe is de bodemopbouw en is deze nog intact?<br />

De bodem bestaat uit een 50 cm dikke A-horizont, gevolgd door een 50 tot 55 cm<br />

dikke AC-horizont welke verstoord is en waar (sub)recent baksteen in voorkomt.<br />

In boring 2 en 3 ligt onder de AC-horizont nog een verstoorde C-horizont. Onder<br />

deze laag, of in boring 1 en 4 direct onder de AC-horizont, ligt het onveranderde<br />

moedermateriaal wat bestaat uit sterk tot uiterst siltig, zeer fijn, donkergrijsbruin<br />

tot geelgrijs zand.<br />

Zijn in het plangebied archeologische resten aanwezig? Zo ja, wat is de aard en<br />

datering van de ze resten en wat is de verspreiding hiervan?<br />

Tijdens het veldwerk zijn bij controle van het opgeboorde materiaal enkel<br />

archeologische indicatoren aangetroffen in de verstoorde lagen. In de<br />

onverstoorde lagen zijn geen indicatoren aangetroffen.<br />

In hoeverre worden archeologische resten bedreigd en is vervolgonderzoek nodig<br />

om de door het bureauonderzoek en karterend booronderzoek in beeld<br />

gebrachte gebieden met een bepaalde archeologische verwachting nader te<br />

onderzoeken? zo ja, in welke vorm?<br />

Wegens de (sub)recente verstoring van de bodem en de afwezigheid van<br />

archeologische indicatoren is vervolgonderzoek niet nodig.<br />

11 RCE, 2011.<br />

19 Lith, Brouwerspad 20


4.2 Aanbevelingen<br />

Wegens de (sub)recente verstoring van de bodem en de afwezigheid van<br />

archeologische indicatoren is vervolgonderzoek niet nodig. De hoge verwachting<br />

die het plangebied op de gemeentelijke verwachtingskaart was toegekend kan<br />

bijgesteld worden naar een lage verwachting.<br />

Bovenstaand advies dient beoordeeld te worden door de bevoegde overheid<br />

(gemeente <strong>Oss</strong>) en leidt tot een selectiebesluit. Dit betekent niet dat reeds gestart<br />

kan worden met bodemverstorende activiteiten of de daarop voorbereidende<br />

activiteiten.<br />

Hoewel getracht is een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de<br />

gebruikte onderzoeksmethoden, kan de aanwezigheid van archeologische sporen<br />

of resten nooit volledig worden uitgesloten. BAAC bv wil er daarom op wijzen<br />

dat men bij bodemverstorende activiteiten alert dient te zijn op de aanwezigheid<br />

van archeologische waarden (zoals vondstmateriaal en grondsporen). Bij het<br />

aantreffen van deze waarden dient men hiervan melding te maken bij de<br />

Minister (in de praktijk de RCE) conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988.<br />

Inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 20


5 Geraadpleegde bronnen<br />

ADC, 2011. In concept. www.archeologie.nl<br />

Bakker, H. de & J. Schelling, 1989. Systeem van bodemclassificatie voor Nederland,<br />

Staring Centrum, Wageningen.<br />

Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB), 2010. Leidraad<br />

inventariserend veldonderzoek, versie 3.2. Deel karterend booronderzoek. SIKB,<br />

Gouda<br />

Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB), 2010.<br />

Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.2. SIKB, Gouda.<br />

Geraadpleegde kaarten<br />

ANWB, 2004. Topografische atlas Gelderland (1:25.000), ANWB, Den Haag<br />

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2011. Archeologische Monumentenkaart<br />

(AMK) en Centraal Archeologisch Archief (CAA), geraadpleegd via Archis.<br />

Geraadpleegde websites<br />

AHN, 2011. Actueel Hoogtebestand Nederland. Verkregen via www.ahn.nl.<br />

21 Lith, Brouwerspad 20


<strong>Bijlage</strong> 1<br />

Overzicht van geologische en archeologische tijdvakken


Overzicht geologische en archeologische tijdvakken<br />

Ouderdom<br />

in jaren<br />

11.755<br />

<strong>12</strong>.745<br />

13.675<br />

14.025<br />

15.700<br />

29.000<br />

50.000<br />

75.000<br />

115.000<br />

130.000<br />

370.000<br />

410.000<br />

475.000<br />

850.000<br />

2.600.000<br />

Chronostratigrafie MIS Lithostratigrafie<br />

Holoceen 1<br />

Laat-<br />

Weichselien<br />

(Laat-<br />

Glaciaal)<br />

Midden-<br />

Weichselien<br />

(Pleniglaciaal)<br />

Vroeg-<br />

Weichselien<br />

(Vroeg-<br />

Glaciaal)<br />

Eemien<br />

(warme periode)<br />

Late Dryas<br />

(koud)<br />

Allerød<br />

(warm)<br />

Vroege Dryas<br />

(koud)<br />

Bølling<br />

(warm)<br />

Laat-<br />

Pleniglaciaal<br />

Midden-<br />

Pleniglaciaal<br />

Vroeg-<br />

Pleniglaciaal<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5a<br />

5b<br />

5c<br />

5d<br />

5e<br />

Saalien (ijstijd) 6<br />

Holsteinien<br />

(warme periode)<br />

Elsterien (ijstijd)<br />

Cromerien<br />

(warme periode)<br />

Pre-Cromerien<br />

Formaties: Naaldwijk<br />

(marien), Nieuwkoop<br />

(veen), Echteld (fluviatiel)<br />

Formatie<br />

van<br />

Kreftenheye<br />

Formatie<br />

van<br />

Urk<br />

Formatie<br />

van<br />

Sterksel<br />

Eem<br />

Formatie<br />

Formatie<br />

van Drente<br />

Formatie<br />

van Peelo<br />

Formatie<br />

van<br />

Boxtel<br />

Formatie<br />

van<br />

Beegden


Cal. jaren<br />

v/n Chr.<br />

1500<br />

450<br />

<strong>12</strong><br />

0<br />

800<br />

2000<br />

4900<br />

5300<br />

8800<br />

35.000<br />

300.000<br />

1950<br />

815<br />

3755<br />

7020<br />

8240<br />

11.755<br />

<strong>12</strong>.745<br />

13.675<br />

14.025<br />

15.700<br />

75.000<br />

115.000<br />

130.000<br />

14 C jaren Chronostratigrafie<br />

0<br />

2650<br />

5000<br />

8000<br />

9000<br />

10.150<br />

10.800<br />

11.800<br />

<strong>12</strong>.000<br />

13.000<br />

Laat-<br />

Weichselien<br />

(Laat-<br />

Glaciaal)<br />

Midden-<br />

Weichselien<br />

(Pleniglaciaal)<br />

Vroeg-<br />

Weichselien<br />

(Vroeg-<br />

Glaciaal)<br />

Subatlanticum<br />

koeler<br />

vochtiger<br />

Pollen<br />

zones<br />

Vb2<br />

Vb1<br />

Va<br />

IVb<br />

Subboreaal<br />

koeler<br />

droger IVa<br />

Atlanticum<br />

warm<br />

vochtig<br />

Boreaal<br />

warmer<br />

Preboreaal<br />

warmer<br />

Eemien<br />

(warme periode)<br />

Saalien (ijstijd)<br />

III<br />

II<br />

Late Dryas LW III<br />

I<br />

Vegetatie<br />

Loofbos<br />

eik en hazelaar<br />

overheersen<br />

haagbeuk<br />

veel cultuurplanten<br />

rogge, boekweit,<br />

korenbloem<br />

Loofbos<br />

eik en hazelaar<br />

overheersen<br />

beuk>1% invloed<br />

landbouw<br />

(granen)<br />

Loofbos<br />

eik, els en hazelaar<br />

overheersen<br />

in zuiden speelt<br />

linde een grote rol<br />

den overheerst<br />

hazelaar, eik, iep,<br />

linde, es<br />

eerst berk en later<br />

den overheersend<br />

parklandschap<br />

Allerød LW II<br />

dennen- en<br />

berkenbossen<br />

Vroege Dryas<br />

open<br />

parklandschap<br />

LWI open vegetatie met<br />

Bølling<br />

kruiden en<br />

berkenbomen<br />

perioden met een<br />

poolwoestijn en<br />

perioden met een<br />

toendra<br />

perioden met bos<br />

en perioden met<br />

een subarctisch<br />

open landschap<br />

loofbos<br />

Archeologische<br />

perioden<br />

Nieuwe tijd<br />

Middeleeuwen<br />

Romeinse tijd<br />

IJzertijd<br />

Bronstijd<br />

Neolithicum<br />

Mesolithicum<br />

Laat-Paleolithicum<br />

Midden-Paleolithicum<br />

Vroeg-Paleolithicum<br />

Chronostratigrafie voor Noordwest-Europa volgens Zagwijn (1974), Vandenberghe (1985) en De Mulder et al.<br />

(2003). Lithostratigrafie<br />

volgens De Mulder et al. (2003). Mariene isotoop stadium (MIS) volgens Bassinot et al. (1994). Atmosferische data volgens Stuiver et al.<br />

(1998).<br />

Zuurstofisotoop calibratie (OxCal) versie 3.9 Bronk Ramsey (2003), toegepast op het Laat-Weichselien en het Holoceen.<br />

Archeologische periode-indeling en ouderdom volgens de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB).<br />

Vegetatie bewerkt volgens Berendsen (2000). Pollenzones volgens P. Vos & P. Kiden (2005).


<strong>Bijlage</strong> 2<br />

Boorpuntenkaart


424400<br />

Lith, Brouwerspad 20<br />

boorpuntenkaart<br />

plangebied<br />

boorpunten<br />

4<br />

2<br />

1<br />

3<br />

© BAAC bv<br />

0 20 m<br />

424400


<strong>Bijlage</strong> 3<br />

Boorbeschrijvingen


oring: 1<strong>12</strong>58-1<br />

beschrijver: KP, datum: 17-8-2011, X: 157.962, Y: 424.423, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 45B, hoogte: 5,70, precisie hoogte: 1<br />

dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-<strong>12</strong> cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland,<br />

vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: <strong>Oss</strong>, plaatsnaam: Lith, opdrachtgever: Milon bv, uitvoerder: BAAC bv<br />

0 cm -Mv / 5,70 m +NAP<br />

Algemeen: aard ondergrens: abrupt (


oring: 1<strong>12</strong>58-3<br />

beschrijver: KP, datum: 17-8-2011, X: 157.977, Y: 424.404, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 45B, hoogte: 5,70, precisie hoogte: 1<br />

dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-<strong>12</strong> cm, doel boring: archeologie - kartering, landgebruik: grasland,<br />

vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Noord-Brabant, gemeente: <strong>Oss</strong>, plaatsnaam: Lith, opdrachtgever: Milon bv, uitvoerder: BAAC bv<br />

0 cm -Mv / 5,70 m +NAP<br />

Algemeen: aard ondergrens: abrupt (


Buro Maerlant<br />

L a n d s c h a p , E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g<br />

BM-RAPPORT 2011<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet<br />

J. van Suijlekom, 1 september 2011


Impressie van het<br />

plangebied.<br />

Foto: Buro Maerlant<br />

25-08-2011<br />

Inhoud<br />

1 Inleiding 3<br />

1.1 Algemeen 3<br />

1.2 Methode / doel 3<br />

1.3 Beschrijving van het plangebied en de toekomstige ingrepen 3<br />

2 Wet- en regelgeving 4<br />

2.1 Flora- en faunawet 4<br />

2.2 Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) 5<br />

2.3 Ecologische Hoofdstructuur / Natura 2000 6<br />

3 Bronnenonderzoek 7<br />

3.1 Natuurloket 7<br />

3.3 Verspreidingsatlassen 7<br />

4 Resultaten van het veldonderzoek 8<br />

4.1 Algemeen 8<br />

4.2 Beschermde soorten: resultaten en verwachting 8<br />

5 Conclusies en aanbevelingen 10<br />

Conclusies 10<br />

Aanbevelingen 10<br />

Literatuur <strong>12</strong><br />

<strong>Bijlage</strong> 1 13<br />

<strong>Bijlage</strong> 2 18<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 2<br />

Blz


1 Inleiding<br />

1.1 Algemeen<br />

In opdracht van Milon BV heeft Buro Maerlant een ecologische quickscan uitgevoerd op de<br />

locatie Lith Brouwerspad 20 in de gemeente <strong>Oss</strong>. Het veldonderzoek werd uitgevoerd op 25<br />

augustus 2011. Aanleiding van het onderzoek is de voorgenomen wijziging van het bestem-<br />

mingsplan voor de bouw van twee woningen.<br />

1.2 Methode / doel<br />

De ecologische quickscan bestaat uit een veldonderzoek en een bureauonderzoek. Tijdens het<br />

veldonderzoek werd het plangebied zelf en de directe omgeving onderzocht op de aanwezig-<br />

heid van diersporen zoals uitwerpselen, krap- en graafsporen, en is de vegetatie bekeken.<br />

Tevens werden waarnemingen van aanwezige diersoorten gedaan. Op basis van expert-<br />

judgement werd een inschatting gemaakt van het mogelijke voorkomen van beschermde<br />

soorten. Dit werd afgewogen tegen de toekomstige ontwikkelingen. Doel van het onderzoek<br />

is een goed onderbouwde inschatting te geven, zodat kan worden gehandeld conform de<br />

Flora- en faunawet.<br />

1.3 Beschrijving van het plangebied en de toekomstige ingrepen<br />

Het plangebied Brouwerspad 20 ligt in het westelijke deel van Lith in de gemeente <strong>Oss</strong> en<br />

omvat een woonboerderij met schuren en een paardenwei (figuur 1). Men is voornemens het<br />

perceel op te splitsen en in het oostelijke deel twee woningen te bouwen. Voor dit doel wordt<br />

een drietal kleine schuren gesloopt. De huidige woning blijft behouden. Recente ingrepen zijn<br />

beperkt tot de noordoostelijke helft van het perceel.<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 3<br />

Figuur 1<br />

Globale begrenzing<br />

van<br />

het plangebied<br />

(rood) op een<br />

luchtfoto van<br />

Google Earth.


2 Wet- en regelgeving<br />

2.1 Flora- en faunawet<br />

De Flora- en faunawet heeft betrekking op de bescherming van in het wild voorkomende<br />

plant- en diersoorten. Deze bescherming heeft als doel het voortbestaan van soorten (géén<br />

individuen) te waarborgen. Het veroorzaken van schade aan planten en dieren is in principe<br />

verboden, tenzij men hier uitdrukkelijke toestemming voor heeft (nee, tenzij principe). De ver-<br />

bodsbepalingen gelden voor circa 500 plant- en diersoorten.<br />

Verbodsbepalingen<br />

De volgende verbodsbepalingen (tabel 1) in de Flora - en faunawet zijn voor dit onderzoek<br />

relevant:<br />

Artikel Verbodsbepaling<br />

8 Het verbod om planten behorende tot een beschermde inheemse<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken,<br />

te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei wijze<br />

van hun groeiplaats te verwijderen.<br />

9 Het verbod om dieren te doden, te verwonden, te vangen, te<br />

bemachtigen of met het oog daarop op te sporen.<br />

10 Het verbod om dieren opzettelijk te verontrusten.<br />

11 Het verbod om nesten, holen, of andere voortplantings- of vaste<br />

rust- of verblijfplaatsen van dieren, te beschadigen, te vernielen, uit<br />

te halen, weg te nemen of te verstoren.<br />

<strong>12</strong> Het verbod om eieren van dieren, behorende tot een beschermde<br />

inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te<br />

beschadigen of te vernielen.<br />

13 Het verbod planten, producten van planten of dieren dan wel<br />

Zorgplicht<br />

eieren, nesten of producten van dieren, behorende tot beschermde<br />

inheems of uitheemse dier- of plantensoorten te vervoeren, ten<br />

vervoer aan te bieden of af te leveren.<br />

In artikel 2 van de Flora- en faunawet wordt verwacht, dat iedereen voldoende zorg in acht<br />

neemt voor alle (dus ook niet beschermde) planten en dieren en de leefomgeving. Het kan<br />

worden gezien als een fatsoenseis.<br />

2.2 Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB)<br />

Tabel 1<br />

Beknopte weergaveverbodsbepalingen<br />

uit<br />

artikel 8 t/m 13<br />

uit de Flora- en<br />

Faunawet<br />

In 2005 heeft de minister van LNV door middel van een AMvB de regels vereenvoudigd door<br />

wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet. Bij ruimtelijke ontwikkelingen, bestendig<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 4


Tabel 2<br />

Beschermingsregimes<br />

1 t/m 3<br />

AMvB artikel 75<br />

van de Flora- en<br />

faunawet<br />

behoud of beheer geldt in een aantal gevallen een vrijstelling op de verbodsbepalingen. De<br />

zorgplicht blijft echter van kracht. Er zijn drie categorieën of tabellen van beschermde soorten<br />

opgesteld (zie tabel 2 en bijlage 1):<br />

Categorie Omschrijving<br />

1 In deze categorie zijn algemeen voorkomende beschermde soorten opgenomen. Bij<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

ruimtelijke ontwikkeling, bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik,<br />

geldt voor deze soorten geldt op voorhand een vrijstelling van artikel 8 t/m <strong>12</strong>. Dit<br />

is zonder verdere eisen (lichte toets). Voor andere activiteiten dient een ontheffing te<br />

worden aangevraagd.<br />

2 Hier onder vallen minder algemene, niet bedreigde soorten. Indien men werkt volgens<br />

een goedgekeurde gedragscode is geen ontheffing nodig. In de andere gevallen is<br />

een ontheffing nodig. Voor het verkrijgen van een ontheffing dient men aan te tonen,<br />

dat er geen inbreuk wordt gedaan op de gunstige instandhouding van de soort.<br />

3 Tabel 3-soorten zijn strikt beschermd. Dit zijn soorten uit bijlage IV van de Habi-<br />

tatrichtlijn en bedreigde soorten die bij Algemene Maatregel van Bestuur zijn<br />

aangewezen. Alle vogelsoorten vallen hier ook onder. Voor broedende vogels wordt<br />

in principe nooit ontheffing verleend, omdat werkzaamheden buiten het broedseizoen<br />

kunnen worden uitgevoerd.<br />

Voor ruimtelijke ontwikkeling is een ontheffing nodig. Deze wordt alleen verkregen als<br />

wordt aangetoond, dat geen alternatieven voor handen zijn en wezenlijk negatieve<br />

effecten kunnen worden uitgesloten. Van de initiatiefnemer wordt gevraagd schade<br />

zoveel mogelijk te beperken(mitigatie) en dienen veelal alternatieven te worden<br />

geboden(compensatie). Door een effectbeoordeling via een uitgebreide toets en een<br />

compensatieplan kan onder voorwaarden een ontheffing worden verkregen.<br />

Indien sprake is van bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik dient men<br />

te werken met een goedgekeurde gedragscode. Indien men deze niet zelf op heeft<br />

gesteld, is het mogelijk gebruik te maken van reeds bestaande gedragscodes. Als<br />

geen gedragscode voor handen is dient een ontheffing te worden aangevraagd.<br />

Voor overige activiteiten is altijd een ontheffing nodig, waarbij bovengenoemde criteria<br />

gelden.<br />

Indien alleen tabel-1 soorten worden aangetroffen volstaat voor ruimtelijke ontwikkeling een<br />

quickscan (lichte toets). Wanneer tabel 2 of 3- soorten worden aangetroffen of worden ver-<br />

wacht kan afhankelijk van toekomstige ingrepen en de soort aanvullende toetsing nodig zijn<br />

(uitgebreide toets). Doorgaans is daarvoor intensiever onderzoek nodig in het geschikte jaar-<br />

getijde.<br />

Per augustus 2009 is de beoordeling Flora- en faunawet bij ruimtelijke ingrepen door de<br />

Dienst Regelingen gewijzigd, waardoor bij aantoonbaar voldoende mitigatie en compensatie<br />

voor strikt beschermde soorten niet altijd meer een ontheffing hoeft te worden aangevraagd.<br />

Ontheffingen voor Habitatrichtlijnsoorten worden vrijwel niet meer verleend. Nesten van vo-<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 5


Tabel 3<br />

Beschermingscategorieën<br />

nesten, waarvan<br />

de verbodsbepalingen<br />

van artikel 11 van de<br />

Flora- en faunawet<br />

jaarrond (1 t/m 4) of<br />

tijdens het broedseizoen<br />

(categorie 5)<br />

gelden<br />

gels zijn doorgaans alleen beschermd tijdens het broedseizoen. Van een beperkt aantal vogel-<br />

soorten zijn nesten ook buiten het broedseizoen en dus jaarrond beschermd (zie tabel 3).<br />

Categorie Omschrijving<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Jaarrond beschermde nesten<br />

1 Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedsei-<br />

zoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld: steenuil).<br />

2 Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden<br />

die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk zijn van bebouwing of biotoop. De<br />

fysiekke voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief<br />

beschikbaar (voorbeeld: roek, gierzwaluw en huismus).<br />

3 Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde<br />

plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De<br />

(fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief<br />

beschikbaar (voorbeeld: ooievaar, kerkuil en slechtvalk).<br />

4 Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of<br />

nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: boomvalk, buizerd en<br />

ransuil).<br />

Niet jaarond beschermde nesten<br />

Let op: onderbouwing en eventueel nader onderzoek echter gewenst<br />

5 Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar<br />

daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over<br />

voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan,<br />

zich elders te vestigen (voorbeeld: boerenzwaluw, ekster, groene specht en<br />

spreeuw.<br />

Van alle categorieën vogels in hierboven genoemde tabel is het belangrijk aan- of afwezigheid<br />

van nesten / territoria aan te tonen. Via een omgevingscheck en eventueel nader onderzoek<br />

is dit mogelijk.<br />

2.3 Ecologische Hoofdstructuur / Natura 2000<br />

Het plangebied ligt niet in of in de directe nabijheid van de Ecologische Hoofdstructuur of een<br />

Natura 2000 - gebied.<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 6


Figuur 2<br />

Het opgevraagde<br />

kilometerhok uit<br />

het natuurloket /<br />

NDFF.<br />

Bron: Natuurloket<br />

30-08-2011.<br />

3 Bronnenonderzoek<br />

3.1 Natuurloket<br />

Voor het onderzoek is een beknopte rapportage van het Natuurloket (www.natuurloket.nl) van<br />

kilometerhok 157-424 opgevraagd (fig. 2). Recent is de database van de Nationale Databank<br />

Flora en Fauna (NDFF) ook via het Natuurloket te raadplegen en in dit overzicht verwerkt. Het<br />

plangebied ligt in dit kilometerhok. Door de ligging binnen de bebouwde kom zijn de gegevens<br />

beperkt representatief.<br />

Kilometerhok 157-424 is in de periode 2000-2011 op vogels slecht / goed onderzocht, op de<br />

overige soortgroepen matig of niet volledig onderzocht. Er zijn buiten vogels enkele strikter<br />

beschermde soorten (tabel 2 / 3 Flora- en faunawet) waargenomen. Het betreft een tweetal<br />

zoogdieren, een amfibie (tevens Habitatrichtlijnsoort) en één vissensoort. Van de 79 waar-<br />

genomen vogels staan er 22 op de Rode-Lijst. Met name struwelen, water en oevers in de<br />

nabijheid van het plangebied zullen naar verwachting een redelijke diversiteit aan vogels her-<br />

bergen. Binnen het plangebied zelf kunnen vogels van de Rode-Lijst voorkomen die veelal<br />

gebonden zijn aan (agrarische) bebouwing zoals uilen (steenuil bijvoorbeeld), boerenzwaluw<br />

of huismus. De waargenomen zoogdieren betreffen gezien de regionale verspreiding van<br />

Habitatrichtlijnsoorten vrij zeker vleermuizen. Water ontbreekt in het plangebied. De overige<br />

strikter beschermde soortgroepen worden niet ín het plangebied verwacht.<br />

3.2 verspreidingsatlassen<br />

Op basis van het veldonderzoek bleek het goed mogelijk een verwachting uit te spreken over<br />

het al dan niet voorkomen van beschermde soorten. Dit had te maken met de aard en de<br />

ligging van het plangebied. In dit gedeelte wordt daarom verder afgezien van een bespreking<br />

van verspreidingsgegevens uit (digitale)atlassen.<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 7


4 Resultaten van het veldonderzoek<br />

Bij de beschrijving van de resultaten wordt het accent gelegd op de te slopen schuurtjes en<br />

het toekomstige nieuwe bouwblok. Eventuele sloop van de woning in de toekomst wordt vol-<br />

ledigheidshalve in het advies meegenomen.<br />

4.1 Algemeen<br />

Het veldonderzoek werd uitgevoerd op 25 augustus 2011 door J. van Suijlekom. Het plange-<br />

bied bestond uit een woonboerderij met opstallen en weiden met pony’s. Het toekomstige<br />

bouwblok bestond uit weiden met een drietal schuren.<br />

Ecotopen<br />

Het plangebied bestaat uit de ecotopen:<br />

- Woonboerderij met kleine tuin en enkele fruitbomen;<br />

- Lage schuren opgetrokken uit baksteen en / of hout. Grotendeels sterk vervallen.<br />

- Weiden, begraasd door pony’s.<br />

4.2 Beschermde soorten: resultaten en verwachting<br />

Planten<br />

Er werden geen door de Flora- en faunawet beschermde plantensoorten aangetroffen. Dit zijn<br />

kritische soorten waarvoor geschikte habitat ontbrak.<br />

Zoogdieren algemeen<br />

Het plangebied ligt buiten het verspreidingsgebied van strikter beschermde soorten zoals<br />

veldspitsmuis, grote bosmuis en eikelmuis. De Noordse woelmuis komt in een aantal (rest)<br />

populaties voor in zéér natte kruidenrijke vegetaties in de Biesbosch en Zuid-Hollandse eilan-<br />

den. Waterspitmuis is gebonden aan schone niet te voedselrijke wateren met ruig begroeide<br />

oevers. Waarnemingen in de directe omgeving van het plangebied zijn niet bekend. Op ba-<br />

sis van de aanwezige ecotopen en / of de geografische ligging van het plangebied kan het<br />

voorkomen van strikter beschermde grondgebonden zoogdieren in het plangebied worden<br />

uitgesloten.<br />

Das en eventueel steenmarter komen in de regio incidenteel voor, echter ontbraken sporen.<br />

De bebouwing was voor steenmarter in principe interessant. Deze soort rukt steeds verder op<br />

vanuit het oosten, echter is deze in de omgeving vooralsnog niet aangetroffen. Das foerageert<br />

in voedselrijke weiden en akkers. Binnen de bebouwde kom wordt de das niet verwacht.<br />

Vleermuizen<br />

De te slopen schuren waren enkelwandig en gedeeltelijk vervallen. Alle daken vertoonden<br />

diverse gaten, waardoor de wind en de regen vrij spel had. Tevens ontbraken voor vleermui-<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 8


zen geschikte plekken om weg te kruipen. De schuren zijn beoordeeld als ongeschikt voor<br />

vleermuizen. Tijdens de inspectie werden ook geen sporen van vleermuizen aangetroffen.<br />

Het woonhuis (dak) is beoordeeld als toegankelijk en geschikt voor vleermuizen. Het is niet<br />

uitgesloten dat het woonhuis wordt gebruikt als verblijfplaats door soorten zoals gewone dw-<br />

ergvleermuis en laatvlieger. Alle vleermuizen (Habitatrichtlijnsoorten) zijn opgenomen in tabel<br />

3 van de flora- en faunawet en derhalve strikt beschermd. Het woonhuis en de tuin wordt niet<br />

betrokken bij de recente ingrepen. Effecten op eventueel aanwezige vleermuizen zijn redelijk-<br />

erwijs uit te sluiten. Indien men de woning wenst te slopen is onderzoek naar het daadwerke-<br />

lijke voorkomen van vleermuizen noodzakelijk.<br />

Als foerageergebied heeft het plangebied (randen) enige betekenis, echter is het oppervlak<br />

te gering om essentieel foerageergebied te zijn. Effecten op foeragerende vleermuizen zijn op<br />

voorhand uitgesloten.<br />

Vogels<br />

In het plangebied werden tijdens het onderzoek géén vogels waargenomen. In deze om-<br />

geving worden algemene soorten verwacht zoals merel, roodborst en vink. Huismus, een<br />

soort waarvan nesten jaarrond beschermd zijn, werd niet in het plangebied waargenomen. In<br />

het plangebied werden géén sporen aangetroffen van roofvogels of uilen, eveneens soorten<br />

waarvan nesten jaarrond beschermd zijn. Sporen zoals braakballen, meststrepen of nesten<br />

ontbraken. Uilen en met name aan dergelijke bebouwing gebonden soorten als steenuil en<br />

kerkuil komen niet in het plangebied voor.<br />

Amfibieën en vissen<br />

In het plangebied ontbrak open water. Voor amfibieën (landhabitat) heeft het plangebied ni-<br />

ets te bieden. De aanwezigheid van strikter beschermde soorten amfibieën en vissen kan<br />

worden uitgesloten.<br />

Overige soortgroepen<br />

Voor de overige door de Flora- en faunawet strikter beschermde soortgroepen ontbrak binnen<br />

het plangebied geschikt leefgebied.<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 9


5 Conclusies en aanbevelingen<br />

Conclusies<br />

Vleermuizen<br />

Aanwezige schuren op het toekomstige bouwblok zijn ongeschikt voor vleermuizen. Als foera-<br />

geergebied hebben randen van het plangebied vermoedelijk enige betekenis. De plannen en<br />

ingrepen hebben op vleermuizen op voorhand géén effect.<br />

Het woonhuis is beoordeeld als toegankelijk en geschikt en wordt mogelijk gebruikt als verblijf-<br />

plaats door vleermuizen. Het gaat vermoedelijk om soorten zoals laatvlieger en gewone dwerg-<br />

vleermuis. De woning kan functie hebben als kraamverblijf, zomerverblijf en eventueel win-<br />

terverblijf / paarverblijf. De huidige ingrepen hebben geen invloed op deze potentieel aan-<br />

wezige functies. Indien men voornemens is het woonhuis te slopen is een nader onderzoek<br />

naar vleermuizen noodzakelijk.<br />

Vogels en overige soortgroepen<br />

In het plangebied worden algemen vogels verwacht. In de te slopen opstallen en aan randen<br />

kunnen algemene vogels broeden. Voor overige strikter beschermde soortgroepen is het<br />

plangebied en in het bijzonder het bouwblok waar de ontwikkelingen plaats vinden geen<br />

leefgebied.<br />

Aanbevelingen<br />

Vleermuizen<br />

Effecten van de huidige plannen op eventueel aanwezige vleermuizen zijn uitgesloten.<br />

Indien men voornemens is het huidige woonhuis te slopen is het noodzakelijk nader onder-<br />

zoek uit te voeren naar vleermuizen met een batdetector conform het protocol van de Ge-<br />

gevensautoriteit Natuur. Conform de huidge interpretatie van het protocol dient het onderzoek<br />

naar gebouwbewonende soorten minimaal te bestaan uit twee veldbezoeken in de periode<br />

half mei-half juli en half augustus - half september.<br />

Vogels en overige soortgroepen<br />

Het is nooit uitgesloten, dat algemene niet jaarrond beschermde vogels broeden in de te slo-<br />

pen schuren en in beplantingen aan de rand van het plangebied. Daarom wordt aanbevolen<br />

sloop en het bouwrijp maken van het plangebied buiten het broedseizoen uit te voeren. Dit is<br />

voor de meeste soorten de periode maart tot augustus. Het verstoren van broedende vogels<br />

is conform de Flora- en faunawet niet toegestaan.<br />

Voor alle soortgroepen geldt de zorgplicht, waarbij wordt verwacht, dat men voorzichtig om-<br />

gaat met planten en dieren in het algemeen.<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 10


Literatuur<br />

Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk, en J.B.M. Thissen, 1992.<br />

Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV Uitgeverij, Utrecht.<br />

Diepenbeek, A. van, 1999.<br />

Veldgids Diersporen (tweede druk, 2003). KNNV Uitgeverij, Utrecht.<br />

Meijden, R. van der, 2005. Heukel’s flora van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen.<br />

Internet<br />

»<br />

»<br />

»<br />

»<br />

»<br />

»<br />

»<br />

»<br />

»<br />

Google Earth<br />

www.minlnv.nl<br />

www.natuurloket.nl<br />

www.nederlandsesoorten.nl<br />

www.ravon.nl<br />

http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/googlemapszoek.aspx<br />

www.telmee.nl<br />

www.waarneming.nl<br />

www.vzz.nl<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 11


Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet <strong>12</strong>


<strong>Bijlage</strong> 1<br />

Tabellen soorten Flora- en faunawet<br />

In onderstaande tabellen staan alle beschermde soorten van de Flora- en faunawet (Ffwet). De<br />

tabellen zijn aan de ene kant aan de orde bij ontheffingverlening voor artikel 75 en aan de andere<br />

kant bij vrijstellingen in het kader van het Besluit houdende wijziging van een aantal algemene<br />

maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en<br />

enkele andere wijzigingen (AMvB artikel 75).<br />

Vogelsoorten zijn in deze tabellen niet apart opgenomen, omdat het een erg lange lijst is. Alle<br />

vogelsoorten in Nederland zijn beschermd (behalve exoten). In de toelichting bij de tabellen staat<br />

aangegeven welk regime toepasselijk is voor vogelsoorten.<br />

Toelichting tabel 1<br />

-Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of<br />

ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 1 voor artikel 8 t/m <strong>12</strong> van de Ffwet. Aan deze<br />

vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Voor deze activiteiten hoeft geen ontheffing aangevraagd worden.<br />

-Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 1 een ontheffing nodig. Een<br />

ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium ‘doet geen afbreuk aan gunstige staat van<br />

instandhouding van de soort’ (zgn. lichte toets).<br />

Tabel 1: Algemene soorten<br />

R = soort van Rode lijst 2004<br />

Zoogdieren<br />

aardmuis Microtus agrestis<br />

bosmuis Apodemus sylvaticus<br />

dwergmuis Micromys minutus<br />

bunzing Mustela putorius<br />

dwergspitsmuis Sorex minutus<br />

egel Erinaceus europeus<br />

gewone bosspitsmuis Sorex araneus<br />

haas Lepus europeus<br />

hermelijn Mustela erminea<br />

huisspitsmuis Crocidura russula<br />

konijn Oryctolagus cuniculus<br />

mol Talpa europea<br />

ondergrondse woelmuis Pitymys subterraneus<br />

ree Capreolus capreolus<br />

rosse woelmuis Clethrionomys glareolus<br />

tweekleurige bosspitsmuis Sorex coronatus<br />

veldmuis Microtus arvalis<br />

vos Vulpes vulpes<br />

wezel Mustela nivalis<br />

woelrat Arvicola terrestris<br />

Reptielen en amfibieën<br />

bruine kikker Rana temporaria<br />

gewone pad Bufo bufo<br />

middelste groene kikker Rana esculenta<br />

kleine watersalamander Triturus vulgaris<br />

meerkikker Rana ridibunda<br />

Mieren<br />

behaarde rode bosmier Formica rufa<br />

kale rode bosmier Formica polyctena<br />

stronkmier Formica truncorum<br />

zwartrugbosmier Formica pratensis<br />

Slakken<br />

wijngaardslak Helix pomatia<br />

Vaatplanten<br />

aardaker Lathyrus tuberosus<br />

akkerklokje Campanula rapunculoides<br />

brede wespenorchis Epipactis helleborine<br />

breed klokje Campanula latifolia<br />

dotterbloem* Caltha palustris<br />

gewone vogelmelk Ornithogalum umbellatum<br />

grasklokje Campanula rotundifolia<br />

grote kaardenbol Dipsacus fullonum<br />

kleine maagdenpalm Vinca minor<br />

knikkende vogelmelk Ornithogalum nutans<br />

koningsvaren Osmunda regalis<br />

slanke sleutelbloem Primula elatior<br />

zwanebloem Butomus umbellatus<br />

*m.u.v. spindotterbloem R<br />

16-06-05 1<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 13


Toelichting tabel 2<br />

-Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of<br />

ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 2 voor artikel 8 t/m <strong>12</strong> van de Ffwet, mits<br />

activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Hetzelfde geldt<br />

voor alle vogelsoorten. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor<br />

goedkeuring.<br />

--Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 2 een ontheffing nodig. Een<br />

ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium ‘doet geen afbreuk aan gunstige staat van<br />

instandhouding van de soort’. Dit is niet van toepassing op alle vogelsoorten (zie toelichting tabel 3)<br />

Tabel 2: overige soorten<br />

R = soort van Rode lijst 2004<br />

Zoogdieren<br />

Damhert R Dama dama<br />

Edelhert Cervus elaphus<br />

Eekhoorn Sciurus vulgaris<br />

Grijze zeehond R Halichoerus grypus<br />

Grote bosmuis R Apodemus flavicollis<br />

Steenmarter Martes foina<br />

Wild zwijn Sus scrofa<br />

Reptielen en amfibieën<br />

Alpenwatersalamander Triturus alpestris<br />

Levendbarende hagedis Lacerta vivipara<br />

Dagvlinders<br />

Moerasparelmoervlinder R Euphydryas aurinia<br />

Vals heideblauwtje R Lycaeides idas<br />

Vissen<br />

Bermpje Noemacheilus barbatulus<br />

Kleine modderkruiper Cobitis taenia<br />

Meerval Silurus glanis<br />

Rivierdonderpad Cottus gobio<br />

Vaatplanten<br />

Aangebrande orchis R Orchis ustulata<br />

Aapjesorchis R Orchis simia<br />

Beenbreek R Narthecium ossifragum<br />

Bergklokje Campanula rhomboidalis<br />

Bergnachtorchis R Platanthera chlorantha<br />

Bijenorchis Ophrys apifera<br />

Blaasvaren R Cystopteris fragilis<br />

Blauwe zeedistel Eryngium maritimum<br />

Bleek bosvogeltje R Cephalantera damasonium<br />

Bokkenorchis R Himantoglossum hircinum<br />

Brede orchis R Dactylorhiza majalis majalis<br />

Bruinrode wespenorchis R Epipactis atrorubens<br />

Daslook Allium ursinum<br />

Dennenorchis R Goodyera repens<br />

Duitse gentiaan R Gentianella germanica<br />

Franjegentiaan R Gentianella ciliata<br />

Geelgroene wespenorchis R Epipactis muelleri<br />

Gele helmbloem Pseudofumaria lutea<br />

Gevlekte orchis R Dactylorhiza maculata<br />

Groene nachtorchis R Coeloglossum viride<br />

Groensteel R Asplenium viride<br />

Grote keverorchis R Listera ovata<br />

Grote muggenorchis R Gymnadenia conopsea<br />

Gulden sleutelbloem R Primula veris<br />

Harlekijn R Orchis morio<br />

Herfstschroeforchis R Spiranthes spiralis<br />

Hondskruid R Anacamptis pyramidalis<br />

Honingorchis R Herminium monorchis<br />

Jeneverbes R Juniperus communis<br />

Klein glaskruid Parietaria judaica<br />

kleine keverorchis R Listera cordata<br />

kleine zonnedauw R Drosera intermedia<br />

klokjesgentiaan R Gentiana pneumonanthe<br />

kluwenklokje R Campanula glomerata<br />

koraalwortel R Corallorhiza trifida<br />

kruisbladgentiaan R Gentiana cruciata<br />

lange ereprijs Veronica longifola<br />

lange zonnedauw R Drosera anglica<br />

mannetjesorchis R Orchis mascula<br />

maretak Viscum album<br />

moeraswespenorchis R Epipactis palustris<br />

16-06-05 2<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 14


Tabel 2: overige soorten<br />

muurbloem R Erysimum cheiri<br />

parnassia R Parnassia palustris<br />

pijlscheefkelk R Arabis hirsuto sagittata<br />

poppenorchis R Aceras anthropophorum<br />

prachtklokje Campanula persicifolia<br />

purperorchis R Orchis purpurea<br />

rapunzelklokje R Campanula rapunculus<br />

rechte driehoeksvaren R Gymnocarpium robertianum<br />

rietorchis Dactylorhiza majalis<br />

praetermissa<br />

ronde zonnedauw R Drosera rotundifolia<br />

rood bosvogeltje R Cephalanthera rubra<br />

ruig klokje Campanula trachelium<br />

schubvaren R Ceterach officinarum<br />

slanke gentiaan R Gentianella amarella<br />

soldaatje R Orchis militaris<br />

spaanse ruiter R Cirsium dissectum<br />

steenanjer R Dianthus deltoides<br />

steenbreekvaren Asplenium trichomanes<br />

stengelloze sleutelbloem R Primula vulgaris<br />

stengelomvattend havikskruid R Hieracium amplexicaule<br />

stijf hardgras R Catapodium rigidum<br />

tongvaren Asplenium scolopendrium<br />

valkruid R Arnica montana<br />

veenmosorchis R Hammarbya paludosa<br />

veldgentiaan R Gentianella campestris<br />

veldsalie R Salvia pratensis<br />

vleeskleurige orchis R Dactylorhiza incarnata<br />

vliegenorchis R Ophrys insectifera<br />

vogelnestje R Neottia nidus-avis<br />

voorjaarsadonis Adonis vernalis<br />

wantsenorchis R Orchis coriophora<br />

waterdrieblad R Menyanthes trifoliata<br />

weideklokje R Campanula patula<br />

welriekende nachtorchis R Platanthera bifolia<br />

wilde gagel R Myrica gale<br />

wilde herfsttijloos Colchicum autumnale<br />

wilde kievitsbloem R Fritillaria meleagris<br />

wilde marjolein Origanum vulgare<br />

wit bosvogeltje R Cephalanthera longifolia<br />

witte muggenorchis R Pseudorchis albida<br />

zinkviooltje R Viola lutea calaminaria<br />

zomerklokje R Leucojum aestivum<br />

zwartsteel Asplenium adiantum-nigrum<br />

Kevers<br />

vliegend hert Lucanus cervus<br />

Kreeftachtigen<br />

rivierkreeft Astacus astacus<br />

16-06-05 3<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 15


Toelichting tabel 3<br />

-Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik, geldt<br />

een vrijstelling voor de soorten in tabel 3 voor artikel 8 t/m <strong>12</strong> van de Ffwet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis<br />

van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Deze vrijstelling is enigszins beperkt; voor activiteiten die<br />

zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik geldt geen<br />

vrijstelling voor artikel 10 van de Ffwet. Ook niet op basis van een gedragscode. Een gedragscode moet door een sector of<br />

ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring.<br />

-Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkeling, geldt voor soorten in tabel 3 geen<br />

vrijstelling. Ook niet op basis van een gedragscode. Hiervoor is een ontheffing nodig.<br />

-Voor activiteiten in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik en<br />

voor activiteiten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling is het niet mogelijk voor artikel 10 voor de soorten in tabel 3 een<br />

ontheffing te krijgen.<br />

-Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 3 een ontheffing nodig.<br />

-Een ontheffingaanvraag voor de soorten van tabel 3 wordt getoetst aan drie criteria: 1) er is sprake van een in of bij de<br />

wet genoemd belang 1 , 2) er is geen alternatief, 3) doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort.<br />

Deze drie criteria vormen de zgn. uitgebreide toets. De drie criteria staan naast elkaar en niet na elkaar (aan alle drie moet<br />

voldaan zijn).<br />

-De uitgebreide toets voor ontheffingverlening geldt ook voor alle vogelsoorten.<br />

Tabel 3: soorten bijlage IV HR/bijlage 1 AMvB<br />

R = soort van Rode lijst 2004<br />

<strong>Bijlage</strong> 1 AMvB<br />

Zoogdieren<br />

das Meles meles<br />

boommarter R Martes martes<br />

eikelmuis R Eliomys quercinus<br />

gewone zeehond R Phoca vitulina<br />

veldspitsmuis R Crocidura leucodon<br />

waterspitsmuis R Neomys fodiens<br />

Reptielen en amfibieën<br />

adder R Vipera berus<br />

hazelworm R Anguis fragilis<br />

ringslang R Natrix natrix<br />

vinpootsalamander R Triturus helveticus<br />

vuursalamander R Salamandra salamandra<br />

Vissen<br />

beekprik R Lampetra planeri<br />

bittervoorn R Rhodeus cericeus<br />

elrits R Phoxinus phoxinus<br />

gestippelde alver R Alburnoides bipunctatus<br />

grote modderkruiper R Misgurnus fossilis<br />

rivierprik Lampetra fluviatilis<br />

Dagvlinders<br />

bruin dikkopje R Erynnis tages<br />

dwergblauwtje R Cupido minimus<br />

dwergdikkopje R Thymelicus acteon<br />

groot geaderd witje R Aporia crataegi<br />

grote ijsvogelvlinder R Limenitis populi<br />

heideblauwtje R Plebejus argus<br />

iepepage R Strymonidia w-album<br />

kalkgraslanddikkopje R Spialia sertorius<br />

keizersmantel R Argynnis paphia<br />

klaverblauwtje R Cyaniris semiargus<br />

purperstreepparelmoervlinder R Brenthis ino<br />

rode vuurvlinder R Palaeochrysophanus<br />

hippothoe<br />

rouwmantel R Nymphalis antiopa<br />

tweekleurig hooibeestje R Coenonympha arcania<br />

veenbesparelmoervlinder R Bolaria aquilonais<br />

veenhooibeestje R Coenonympha tullia<br />

1 -onderzoek en onderwijs<br />

-repopulatie en herintroductie<br />

-bescherming van flora en fauna<br />

-veiligheid van het luchtverkeer<br />

-volksgezondheid of openbare veiligheid<br />

-dwingende redenen van openbaar belang<br />

-het voorkomen van ernstige schade aan vormen van eigendom<br />

-belangrijke overlast veroorzaakt door dieren<br />

-uitvoering van werkzaamheden in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw<br />

-bestendig gebruik<br />

-uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling<br />

16-06-05 4<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 16


Tabel 3: soorten bijlage IV HR/bijlage 1 AMvB<br />

veldparelmoervlinder R Melitaea cinxia<br />

woudparelmoervlinder R Melitaea diamina<br />

zilvervlek R Clossiana euphrosyne<br />

Vaatplanten<br />

groot zeegras R Zostera marina<br />

<strong>Bijlage</strong> IV HR<br />

Zoogdieren<br />

baardvleermuis Myotis mystacinus<br />

bechstein’s vleermuis R Myotis bechsteinii<br />

bever R Castor fiber<br />

bosvleermuis Nyctalus leisleri<br />

brandt’s vleermuis R Myotis brandtii<br />

bruinvis R Phocoena phocoena<br />

euraziatische lynx Lynx lynx<br />

franjestaart R Myotis nattereri<br />

gewone dolfijn Delphinus delphis<br />

gewone dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus<br />

gewone grootoorvleermuis Plecotus auritus<br />

grijze grootoorvleermuis R Plecotus austriacus<br />

grote hoefijzerneus Rhinolophus ferrumequinum<br />

hamster R Cricetus cricetus<br />

hazelmuis R Muscardinus avellanarius<br />

ingekorven vleermuis R Myotis emarginatus<br />

kleine dwergvleermuis Pipistrellus pygmaeus<br />

kleine hoefijzerneus R Rhinolophus hipposideros<br />

laatvlieger Eptesicus serotinus<br />

meervleermuis Myotis dasycneme<br />

mopsvleermuis Barbastella barbastellus<br />

nathusius’ dwergvleermuis Pipistrellus nathusii<br />

noordse woelmuis R Microtus oeconomus<br />

otter R Lutra lutra<br />

rosse vleermuis Nyctalus noctula<br />

tuimelaar R Tursiops truncatus<br />

tweekleurige vleermuis Vespertilio murinus<br />

vale vleermuis R Myotis myotis<br />

watervleermuis Myotis daubentonii<br />

wilde kat Felis silvestris<br />

witflankdolfijn Lagenorhynchus acutus<br />

witsnuitdolfijn Lagenorhynchus albirostris<br />

Reptielen en amfibieën<br />

boomkikker R Hyla arborea<br />

geelbuikvuurpad R Bombina variegata<br />

gladde slang R Coronella austriacus<br />

heikikker R Rana arvalis<br />

kamsalamander R Triturus cristatus<br />

knoflookpad R Pelobates fuscus<br />

muurhagedis R Podarcis muralis<br />

poelkikker R Rana lessonae<br />

rugstreeppad Bufo calamita<br />

vroedmeesterpad R Alytes obstetricans<br />

zandhagedis R Lacerta agilis<br />

Dagvlinders<br />

donker pimpernelblauwtje R Maculinea nausithous<br />

grote vuurvlinder R Lycaena dispar<br />

pimpernelblauwtje R Maculinea teleius<br />

tijmblauwtje R Maculinea arion<br />

zilverstreephooibeestje R Coenonympha hero<br />

Libellen<br />

bronslibel Oxygastra curtisii<br />

gaffellibel R Ophiogomphus cecilia<br />

gevlekte witsnuitlibel R Leucorrhinia pectoralis<br />

groene glazenmaker R Aeshna viridis<br />

noordse winterjuffer R Sympecma paedisca<br />

oostelijke witsnuitlibel R Leucorrhinia albifrons<br />

rivierrombout R Stylurus flavipes<br />

sierlijke witsnuitlibel R Leucorrhinia caudalis<br />

Vissen<br />

houting Conegonus oxyrrhynchus<br />

steur R Acipenser sturio<br />

Tabel 3: soorten bijlage IV HR/bijlage 1 AMvB<br />

Vaatplanten<br />

drijvende waterweegbree R Luronium natans<br />

groenknolorchis R Liparis loeselii<br />

kruipend moerasscherm R Apium repens<br />

zomerschroeforchis R Spiranthes aestivalis<br />

Kevers<br />

brede geelrandwaterroofkever Dytiscus latissimus<br />

gestreepte waterroofkever Graphoderus bilineatus<br />

heldenbok Cerambyx cerdo<br />

juchtleerkever Osmoderma eremita<br />

Tweekleppigen<br />

bataafse stroommossel R Unio crassus<br />

16-06-05 16-06-05<br />

5<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 17


<strong>Bijlage</strong> 2<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 18


B u r o M a e r l a n t D o r p s s t r a a t 1 7 4 2 7 1 A A D u s s e n<br />

T 0 8 5 8 7 7 8 6 8 5<br />

E i n f o @ B u r o M a e r l a n t . n l I w w w . B u r o M a e r l a n t . n l<br />

K v K 1 8 0 9 1 2 0 6<br />

Lith Brouwerspad 20<br />

Eologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet 19


De heer en mevrouw Ceelen<br />

Molenstraat 50<br />

5397 EL LITH<br />

Schijndel, 15 december 2011<br />

Betreft: watertoets aan het Brouwerspad 20 te Lith<br />

Projectnummer: 20111694A<br />

<strong>Bijlage</strong>n:<br />

1. topografische kaart;<br />

2. situatietekening/ -schets;<br />

3. AHN hoogtekaart;<br />

4. bodemkaart;<br />

5. boorstaten;<br />

6. grondwaterkaarten;<br />

7. kwel- en infiltratiekaart;<br />

8. afvoercoëfficiëntenkaart;<br />

9. HNO-tool.<br />

Geachte heer en mevrouw Ceelen,<br />

Hierbij ontvangt u de watertoets van bovengenoemde locatie.<br />

Inleiding<br />

In opdracht van de heer en mevrouw Ceelen is een watertoets verricht ten behoeve van de<br />

bouw van twee woningen met bijgebouwen aan het Brouwerspad 20 te Lith. In verband met<br />

de ruimtelijke plannen en besluiten dient een watertoets te worden uitgevoerd.<br />

In deze watertoets worden mogelijke adviezen gegeven voor de toekomstige waterhuishouding<br />

van het plangebied. Deze adviezen zijn gebaseerd op:<br />

1. Het huidige beleid van het voerende Waterschap Aa en Maas;<br />

2. Gemaakte afspraken tussen gemeente en waterschap;<br />

3. Geohydrologisch bureauonderzoek.<br />

Locatiegegevens<br />

De onderzoekslocatie is gelegen in het westen van de kern Lith en ten zuiden van de rivier<br />

de Maas. Het betreft een perceel gelegen aan het Brouwerspad 20. Op de huidige locatie<br />

zijn drie schuren aanwezig. In een van de schuren is een ponystal aanwezig. De andere<br />

schuren worden gebruikt voor de opslag van hooi en dergelijke. Naast de schuren is het<br />

perceel in gebruik als weide, zie figuur 1. Kadastraal is het perceel bekend bij de gemeente<br />

Lith als sectie A, nummer 3863. De regionale ligging van de onderzoekslocatie is weergegeven<br />

op de topografische kaart in bijlage 1.<br />

Pagina 1 van 9


Figuur 1: overzichtsfoto onderzoekslocatie.<br />

De oppervlakte van de onderzoekslocatie is circa 1711 m 2 . Het terrein wordt aan de noordzijde<br />

begrensd door het Brouwerspad, aan de zuidzijde door de Heuvelwijkstraat en in overige<br />

richtingen door percelen met weilanden en woningen met tuin. Ongeveer 40 meter ten<br />

westen van de onderzoekslocatie is een tankstation gelegen. In figuur 2 is de onderzoekslocatie<br />

op een luchtfoto weergegeven. In bijlage 2 is een situatietekening met de huidige en<br />

toekomstige weergegeven.<br />

Pagina 2 van 9


Figuur 2: ligging onderzoekslocatie.<br />

Bodemopbouw en (Geo)hydrologie<br />

Het terrein van de locatie heeft een hoogteligging van circa 7 m+NAP (AHN hoogtekaart,<br />

bijlage 3). Volgens de Wateratlas van de provincie Noord-Brabant behoort de bodem van de<br />

onderzoekslocatie tot „bebouwing‟. In de omgeving zijn rivierkleigronden aanwezig (voedselrijk<br />

en vochtig tot nat), zie bijlage 4.<br />

In augustus 2011 is op de locatie een bodemonderzoek uitgevoerd 1 . De bovengrond bestaat<br />

overwegend uit matig humeus, uiterst siltig, matig fijn zand. De ondergrond bestaat tot 3<br />

m-mv overwegend uit zwak tot sterk zandige klei. Voor meer informatie betreffende de bodemopbouw<br />

en de zintuiglijke waarnemingen wordt verwezen naar de boorbeschrijvingen in<br />

bijlage 5. Analytisch zijn in het grondwater maximaal licht verhoogde concentraties zware<br />

metalen aangetroffen.<br />

1 Verkennend bodemonderzoek Brouwerspad 20 te Lith. MILON bv, kenmerk: 20111693, d.d. augustus 2011.<br />

Pagina 3 van 9


De gegevens van de bodemsamenstelling en de hydrologie zijn verkregen uit de TNOgrondwaterkaart<br />

(centrale slenk). De bodemopbouw is als volgt:<br />

Deklaag (0 - 4 meter beneden maaiveld)<br />

Vanaf maaiveld tot circa 4 m-mv is er een deklaag aanwezig van klei (Nuenen groep, Holoceen).<br />

Eerste watervoerende pakket (4 tot 69 meter beneden maaiveld)<br />

Onder deze deklaag tot circa 69 m-mv bevindt zich het eerste watervoerende pakket dat<br />

voornamelijk uit matig grof tot uiterst grof zand bestaat (formatie van Kreftenheye, Sterksel).<br />

Grondwater<br />

Tijdens de veldwerkzaamheden op 18 augustus 2011 en de grondwaterbemonstering op 25<br />

augustus 2011 zijn de grondwaterstanden bepaald. In onderstaande tabel is de grondwaterstand<br />

van de peilbuis opgenomen.<br />

Tabel 1: grondwaterstanden.<br />

locatie peilbuis grondwaterstand (m–mv)<br />

18-08-2011 25-08-2011<br />

Brouwerspad 20 1 3,80 4,27<br />

De stromingsrichting van het freatische grondwater is regionaal noordwestelijk gericht. Naar<br />

opgave van de provincie Noord-Brabant ligt het onderzoeksgebied niet in een grondwaterbeschermingsgebied.<br />

Op de onderzoekslocatie wordt voor zover bekend geen grondwater<br />

onttrokken. De aanwezigheid van ongeregistreerde onttrekkingen in de directe omgeving is<br />

niet bekend en wordt derhalve niet uitgesloten.<br />

Gemiddelde grondwaterstand<br />

In de digitale Wateratlas van provincie Noord-Brabant is de gemiddelde grondwaterstand<br />

aangegeven door middel van zogenaamde grondwatertrappen. De locatie bevindt zich in<br />

een gebied waar de grondwatertrappen niet toegekend zijn. Nabij het projectgebied zijn de<br />

contouren van grondwatertrap VI en VII (conform indeling provincie Noord-Brabant) aanwezig.<br />

Hierbij hoort een gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) van 0,6 tot 1 m-mv, een<br />

gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) van 1,4 tot 1,6 m-mv en een gemiddelde voorjaar<br />

grondwaterstand (GVG) van 0,8 tot 1,2 m-mv. Op de locatie wordt een GHG aangehouden<br />

van 0,6 m-mv. In bijlage 6 zijn fragmenten van grondwaterkaarten opgenomen.<br />

Kwel en infiltratie<br />

In de digitale Wateratlas is tevens te herleiden dat de locatie zich in een infiltratiegebied<br />

bevindt. Vlak naast het projectgebied ligt een kwelgebied waar sterke kwel heerst. Doordat<br />

in kwelgebieden een constante aanvoer van grondwater is, kennen deze gebieden weinig<br />

bergingsmogelijkheden in de bodem en zijn ze gevoelig voor (grond)wateroverlast. Iets om<br />

rekening mee te houden bij functieveranderingen van gebieden. Het komt namelijk geregeld<br />

voor dat na bouwactiviteiten wateroverlast ontstaat omdat niet bekend was dat er sprake is<br />

van kwel. Kwelgebieden zijn bovendien een bron van schoon water voor de oppervlaktewateren<br />

en hebben vaak een afwijkende samenstelling ten opzichte van het lokale<br />

(grond)water, bijvoorbeeld kalkrijk, ijzerrijk of brak en meestal is het schoner. Dit komt<br />

omdat kwelwater vaak van ver komt en onderweg minerale bestanddelen uitwisselt met de<br />

bodem waar het doorheen stroomt. Dankzij deze samenstelling komen er tal van zeldzame<br />

plantensoorten voor. Omdat kwelgebieden van oudsher moeilijk droog te leggen zijn, zijn<br />

Pagina 4 van 9


dit nog vaak natuurgebieden. Hiervan is in dit geval geen sprake. In bijlage 7 is een fragment<br />

van de kwel- of infiltratiekaart opgenomen.<br />

Afvoercoëfficient<br />

Uit de afvoercoëfficiëntenkaart van Waterschap Aa en Maas en De Dommel is te herleiden<br />

dat voor onderhavige locatie een afvoercoëfficiënt van 1,33 l/s/ha geldt. Dit is de maximale<br />

hoeveelheid water die vanuit het gebied tot afstroming mag komen naar het externe watersysteem.<br />

In bijlage 8 is een fragment van de afvoercoëfficiëntenkaart opgenomen.<br />

Oppervlaktewater in de omgeving<br />

Uit de Wateratlas van de provincie Noord-Brabant komt naar voren dat ten zuidwesten, zuiden<br />

en zuidoosten van het projectgebied leggerwatergangen aanwezig zijn welke bekend<br />

zijn bij Waterschap Aa en Maas. Ook loopt de rivier de Maas ten noorden van het projectgebied.<br />

In figuur 3 is de globale ligging van de watergangen in de omgeving van het projectgebied<br />

weergegeven.<br />

Figuur 3: globale ligging watergangen.<br />

Waterstromen huidige situatie<br />

Ter plaatse van de onderzoekslocatie komt momenteel geen (huishoudelijk) afvalwater vrij<br />

en er is geen hemelwaterafvoersysteem aanwezig. In de huidige situatie is er in het plangebied<br />

sprake van drie schuurtjes. Het overige terrein is in gebruik als weiland. In onderstaande<br />

tabel zijn de oppervlakten weergegeven. Het hemelwater dat op de schuurtjes valt<br />

wordt geïnfiltreerd in het weiland. Gezien de infiltratiecapaciteit van de bodem en de<br />

grondwaterstanden zal bij een bui van gemiddelde duur en intensiteit het hemelwater op<br />

het maaiveld gedeeltelijk infiltreren in de bodem. Er is voor zover bekend geen sprake van<br />

wateroverlast op de locatie.<br />

Pagina 5 van 9


Voornemens<br />

Op de onderzoekslocatie zal woningbouw plaatsvinden. In onderstaand overzicht is weergegeven<br />

hoe de verhardingssituatie er in de huidige en toekomstige situatie uitziet. Dit op<br />

basis van de aan ons verstrekte gegeven. In bijlage 2 zijn de huidige en toekomstige situatie<br />

ingetekend.<br />

Huidige m 2 (circa) Toekomstig m 2 (circa)<br />

Te slopen schuren 232 -<br />

Woning 1 - 100<br />

Woning 2 - 100<br />

Schuur woning 1<br />

Schuur woning 2<br />

- 100<br />

- 100<br />

Verharding woning 1 - 100<br />

Verharding woning 2 - 100<br />

totaal verhard 232 600<br />

totaal terrein 1.711 1.711<br />

De ontwikkelingen op de onderzoekslocatie hebben, zoals blijkt uit de tabel, tot gevolg dat<br />

het verharde oppervlakte toeneemt met circa 368 m 2 .<br />

Uitgangspunten watertoets<br />

De watertoets heeft als doel om water als ordenend principe een rol te laten spelen bij<br />

ruimtelijke plannen en besluiten, door alle relevante waterhuishoudkundige aspecten vroegtijdig<br />

te betrekken bij de planvorming. De watertoets is vanaf november 2003 wettelijk verankerd.<br />

De leidraad van de watertoets is het doorlopen van de drietrapsstrategie voor de<br />

omgang met water: vasthouden, bergen, afvoeren. Ook waterkwaliteit, waterschaarste,<br />

verdroging en het tegengaan van verzilting kunnen relevante onderwerpen zijn waarmee<br />

rekening gehouden dient te worden.<br />

Waterschap De Dommel en Waterschap Aa en Maas hebben in de notitie „Ontwikkelen met<br />

duurzaam wateroogmerk‟ (11 juli 2006) de uitgangspunten gegeven voor Hydrologisch Neutraal<br />

Ontwikkelen. Om dit te implementeren in het watertoetsproces en de verschillende<br />

aspecten toetsbaar te maken is het “Toetsinstrumentarium Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen”<br />

ontwikkeld. Doel van het toetsinstrumentarium is het bepalen van ondermeer de benodigde<br />

hemelwaterinfiltratie en -berging ten behoeve van het hydrologisch neutraal ontwikkelen<br />

van een (nieuw) projectgebied. Concreet betekent dit dat er binnen de grenzen van<br />

het plangebied voor gezorgd moet worden dat:<br />

de hemelwaterafvoer niet toeneemt (geen toename van de afvoercoëfficiënt);<br />

de waterstanden in het open water niet toenemen;<br />

de grondwateraanvulling gelijk blijft (voor een gemiddeld nat jaar);<br />

de waterstanden in de infiltratievoorziening en de open waterberging voldoen aan de eisen<br />

voor de gemiddelde situatie en de T=10+10%-situatie en aan het advies voor de<br />

T=100+10%-situatie.<br />

Geohydrologische verantwoording<br />

Het toetsinstrumentarium is voor deze locatie toegepast op basis van de hiervoor beschreven<br />

verhardingssituatie, een GHG van 0,6 m-mv en een afvoercoëfficiënt van 1,33 l/s/ha.<br />

Pagina 6 van 9


Het resultaat hiervan is opgenomen in bijlage 9. De toekomstige locatie heeft een verhard<br />

oppervlakte van circa 600 m².<br />

De belangrijkste inrichtingvoorwaarden voor onderhavige locatie zijn daarmee de volgende:<br />

de bergingseis voor een T=10-situatie bedraagt 16 m 3 water (HNO-tool bijlage 9);<br />

de bergingseis voor een T=10+10%-situatie bedraagt 17,6 m 3 water;<br />

de bergingseis voor een T=100-situatie bedraagt 20 m 3 water (HNO-tool bijlage 9);<br />

de bergingseis voor een T=100+10%-situatie bedraagt 22 m 3 water;<br />

de afvoercoëfficiënt van 5,27 m 3 /uur (T=10+10%) (HNO-tool bijlage 9) mag niet overschreden<br />

worden.<br />

Het huishoudelijke afvalwater dat vrijkomt bij de toekomstige situatie wordt afgevoerd naar<br />

het gemeentelijke vuilwaterstelsel. Het afstromend hemelwater wordt hier echter niet op<br />

aangesloten. Dit is een voorwaarde van de gemeente <strong>Oss</strong>.<br />

Voor de vertraagde afvoer wordt uitgegaan van een oplossingsrichting waarbij hemelwater<br />

wordt geïnfiltreerd en/of geborgen in de bodem. De infiltratie- of bergingsvoorziening wordt<br />

zo ingericht dat deze aan de bergingseis van een T=10+10%-situatie voldoet: in dit geval<br />

het bergen van 17,6 m 3 water.<br />

Aangezien de infiltratiesnelheid van de bodem (k-waarde) geschat is, wordt aangeraden om<br />

een geohydrologisch onderzoek uit te laten voeren. Dit zodat de berging- en infiltratievoorziening<br />

beter gedimensioneerd kan worden.<br />

De maximale aanlegdiepte van de infiltratie- of bergingsvoorziening wordt bepaald door de<br />

GHG van 0,6 m-mv. Op basis hiervan is het mogelijk hemelwater te bergen in de bodem.<br />

Gezien de bodemsamenstelling bepaald in het veld en uit de bodemkaart wordt ter plaatse<br />

van de bovengrond (max. 1,0 m-mv) uitgegaan van een doorlatendheid met k-waarde van<br />


Ondergrondse infiltratie<br />

Bij ondergrondse infiltratie wordt het water via de regenwaterriolering verzameld en naar de<br />

infiltratievoorziening gebracht.<br />

infiltratie krat<br />

Deze voorziening bestaat uit prefab onderdelen. Via de wanden infiltreert het water in de<br />

bodem.<br />

infiltratie riolering<br />

Vanuit de verzamelleiding kan het water direct infiltreren in de bodem.<br />

grindpalen<br />

Indien het grondwater heel laag staat kan men het water infiltreren via grindpalen, hierbij<br />

wordt het water via de grindpaal over grote diepte geïnfiltreerd. Deze voorziening<br />

heeft dan ook een zeer grote capaciteit.<br />

infiltratie put<br />

Bij deze kleinschalige voorziening wordt het regenwater in tanks van enkele kubieke meters<br />

inhoud verzamelt en via poreuze wanden geïnfiltreerd in de bodem.<br />

Aangezien de stedenbouwkundige invulling van het plangebied slechts globaal bepaald is, is<br />

in dit stadium niet bekend of er voldoende ruimte is om een bovengrondse voorziening te<br />

realiseren. Echter is gezien de grondwaterstand en bodemopbouw ter plaatse een ondergrondse<br />

voorziening niet gewenst. Dit omdat dit hoge kosten met zich mee brengt. Daarom<br />

wordt een zakvijver aanbevolen. Hierin wordt het hemelwater opgevangen. Er wordt een<br />

berging aanbevolen van 22 m 3 (bij een T=100+10% situatie) voor de twee te realiseren<br />

woonkavels.<br />

Verder worden de volgende aspecten in acht genomen:<br />

het afstromende hemelwater wordt zoveel mogelijk oppervlakkig (bovengronds) naar de<br />

infiltratie- of bergingsvoorziening afgevoerd;<br />

vervuiling van afstromend hemelwater wordt zoveel mogelijk voorkomen door het gebruik<br />

van niet-uitloogbare bouwmaterialen (uitloogbare bouwmaterialen: koper, lood,<br />

zink, bitumen);<br />

aangezien het hemelwater niet in contact komt met wegen of drukbezochte parkeerterreinen<br />

is geen noemenswaardige vervuiling te verwachten en kan het water zonder aanvullende<br />

maatregelen geïnfiltreerd en geborgen worden;<br />

ook op basis van de milieukundige bodemkwaliteit worden geen belemmeringen verwacht<br />

voor de infiltratie van hemelwater;<br />

wateroverlast ter plaatse van de toekomstige bebouwing wordt mede voorkomen door<br />

een drempelhoogte van enkele decimeters boven maaiveld. Hemelwater zal zo in geen<br />

geval de panden instromen;<br />

aanbevolen wordt toekomstige bewoners en/of gebruikers van de locatie in te lichten<br />

over de wijze waarop omgegaan wordt met hemelwater, waardoor onnodige vervuiling<br />

kan worden tegengaan.<br />

Door de aanleg van de infiltratie- en bergingsvoorziening op het terrein wordt tegemoet<br />

gekomen aan de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas en de gemeente <strong>Oss</strong> en wordt<br />

hydrologisch neutraal ontwikkeld. Regelmatig vindt er overleg plaats met waterschap Aa en<br />

Maas om te verifiëren of de in deze watertoets gehanteerde uitgangspunten nog gelden. De<br />

gemeente <strong>Oss</strong> hanteert voor watertoetsen dezelfde uitgangspunten als het verantwoordelijke<br />

Waterschap Aa en Maas. Deze watertoets is in september 2011 voorgelegd aan de gemeente<br />

en getoetst. Opmerkingen zijn in december 2011 verwerkt.<br />

Pagina 8 van 9


Slotbepalingen<br />

Ten behoeve van de aanleg van een berging- of infiltratievoorziening bevelen wij een onderzoek<br />

naar exacte k-waarden aan. Hiervoor kunnen wij een grondwater- en infiltratieonderzoek<br />

uitvoeren. Zo kan de totale benodigde berging in het projectgebied nauwkeurig bepaald<br />

worden. Het is verstandig om dit te doen wanneer de definitieve plannen op de locatie<br />

bekend zijn. Tevens kunnen wij op basis van deze actuele gegevens eventueel een aan te<br />

leggen infiltratiesystemen dimensioneren en een globaal kostenoverzicht van de aanleg<br />

aanleveren.<br />

Het onderzoek is onafhankelijk uitgevoerd. MILON bv is geen eigenaar van de onderzoekslocatie<br />

en financieel niet gelieerd aan de opdrachtgever.<br />

Mocht u nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met ondergetekende. Wij vertrouwen<br />

erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.<br />

Met vriendelijke groet,<br />

MILON bv<br />

ing. Jan van Nuenen<br />

Projectleider<br />

MILON bv is gecertificeerd conform ISO 9001 en VCA** en erkend door het ministerie van VROM voor:<br />

BRL SIKB 1000 “Monsterneming voor partijkeuringen”, VKB-protocol 1001, 1002 en 1003;<br />

BRL SIKB 2000 “Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek”, VKB-protocol 2001, 2002, 2003 en 2018;<br />

BRL SIKB 6000 “Milieukundige begeleiding van (water)bodemsaneringen, ingrepen in de waterbodem<br />

en nazorg” en VKB-protocol 6001 (processturing en verificatie).<br />

Pagina 9 van 9


<strong>Bijlage</strong>n


<strong>Bijlage</strong> 1


Topografische overzichtskaart<br />

met ligging onderzoekslocatie<br />

Deze kaart is noordgericht<br />

Ligging onderzoekslocatie


<strong>Bijlage</strong> 2


<strong>Bijlage</strong> 3


AHN hoogtekaart


<strong>Bijlage</strong> 4


Bodemkaart


<strong>Bijlage</strong> 5


<strong>Bijlage</strong> 6


Gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG)


Gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG)


Gemiddelde voorjaar grondwaterstand (GVG)


Grondwatertrappen


<strong>Bijlage</strong> 7


Huidige kwel en infiltratie


<strong>Bijlage</strong> 8


Afvoercoëfficiëntenkaart


<strong>Bijlage</strong> 9


U<br />

(O<br />

L.<br />

a<br />

O<br />

3<br />

(D<br />

<<br />

3<br />

(O<br />

><br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Verkennend bodemonderzoek<br />

aan het Brouwerspad 20 te Lith<br />

De heer en mevrouw Ceelen<br />

Molenstraat 50<br />

5397 EL<br />

MILON bv<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail info@milon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

I


MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail info(@milon.nl<br />

Internet www.miion.nl<br />

Titel: verkennend bodemonderzoek aan het Brouwerspad 20 te Lith<br />

Status:<br />

Datum:<br />

Opdrachtgever:<br />

Contactpersoon:<br />

Telefoonnummer:<br />

E-mail:<br />

Projectnummer:<br />

Auteur:<br />

Projectleider:<br />

Telefoonnummer:<br />

Faxnummer:<br />

E-mail:<br />

Website:<br />

definitief<br />

31 augustus 2011<br />

De heer en mevrouw Ceelen<br />

Molenstraat 50<br />

5397 EL<br />

De heer en mevrouw Ceelen<br />

06-17 43 22 91<br />

20111693<br />

Handtekening Projectleider:<br />

ing. Anne van Oorschot<br />

ing. Jan van Nuenen<br />

073-5477253<br />

073-5493955<br />

info@milon.nl/jan@milon.nl<br />

www.milon.nl<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, in enige<br />

vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder<br />

voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en/of MILON bv.<br />

Op al onze leveringen en diensten zijn onze algemene voorwaarden, gedeponeerd ter griffie van de Rechtbank<br />

's-Hertogenbosch d.d. 3 juni 2010, en de RVOI-2001 van toepassing. De tekst en inhoud van deze voorwaarden<br />

zijn te raadplegen via www.milon.nl of worden op verzoek gratis toegezonden.<br />

!!t« Eerland<br />

CSRTIFICATION<br />

ISO 9001<br />

SSfiS Eerland<br />

S S B B CERTIFICATION<br />

VCA*<br />

iltfl Eerland<br />

CERTIFICATION<br />

VKB p. 2001<br />

VKB p. 2002<br />

VKB p. 2003<br />

VKB p. 2018<br />

VKB p. 6001<br />

BRL SIKB 2000<br />

BRL SIKB 6000<br />

Ütff Eerland<br />

CERTIFICATION<br />

VKB p. 1001<br />

VKB p. 1002<br />

VKB p. 1003<br />

MILON bv is gecertificeerd conform ISO 9001 en VCA** en erkend door het ministerie van VROI^I voor:<br />

• BRL SIKB 1000 "Monsterneming voor partijkeuringen", VKB-protocol 1001, 1002 en 1003;<br />

• BRL SIKB 2000 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek", VKB-protocol 2001, 2002, 2003 en 2018;<br />

• BRL SIKB 6000 "Milieukundige begeleiding van (water)bodemsaneringen, ingrepen in de waterbodem<br />

en nazorg" en VKB-protocol 6001 (processturing en verificatie).


Inhoudsopgave<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

0. Samenvatting 3<br />

1. Inleiding..... .....4<br />

1.1. Opdrachtverlening 4<br />

1.2. Aanleiding 4<br />

1.3. Doei 4<br />

1.4. Betrouwbaarheid 4<br />

2. Vooronderzoelc.... 5<br />

2.1. Algemeen 5<br />

2.2. Locatiegegevens en gebruik 5<br />

2.3. Historische gegevens , 6<br />

2.4. Toekomstig gebruik 7<br />

2.5. Eerder uitgevoerde bodemonderzoeken 7<br />

2.5. Bodemopbouw en geohydrologie 7<br />

2.7. Conclusie en hypothese. 8<br />

3. Onderzoeicsstrategie 9<br />

3.1. Algemeen 9<br />

3.2. Monsternamestrategie 9<br />

3.3. Analysestrategie 9<br />

4. Uitvoering bodemonderzoek ...10<br />

4.1. Veldwerkzaamheden 10<br />

4.2. Zintuiglijke waarnemingen 10<br />

4.3. Monstersamenstelling 11<br />

5. Interpretatie en toetsing... <strong>12</strong><br />

5.1. Wijze van beoordeling en toetsing <strong>12</strong><br />

5.2. Toetsing van de analyseresultaten 13<br />

6. Besprelcing resultaten 14<br />

6.1. Grond 14<br />

6.2. Grondwater 14<br />

6.3. Hypothese 14<br />

7. Conclusies en aanbevelingen 15<br />

7.1. Conclusies 15<br />

7.2. Aanbevelingen 15<br />

<strong>Bijlage</strong>n<br />

1. Topografische overzichtskaart met ligging onderzoekslocatie<br />

2. Situatietekening met boorpunten<br />

3. Boorbeschrijvingen<br />

4. Toetsing van de analyseresultaten<br />

5. Analysecertificaten laboratorium<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail info@milon.nl<br />

Internet www.milon.nl


O. Samenvatting<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24<br />

5482 T6 Schijndel<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail info@milon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

Door MILON bv te Schijndel is in opdracht van de heer en mevrouw Ceelen in augustus<br />

2011 een verl


1. Inleiding<br />

1.1. Opdrachtverlening<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

,,,_,, Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndei<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail infc@milon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

Op 10 augustus 2011 heeft MILON bv te Schijndei schriftelijk opdracht gekregen van de<br />

heer en mevrouw Ceelen voor het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek. De onderzoekslocatie<br />

is gelegen aan het Brouwerspad 20 te Lith. Het onderzoek dient uitgevoerd<br />

te worden met als leidraad het onderzoeksprotocol NEN 5740.<br />

1.2. Aanleiding<br />

De aanleiding voor het uitvoeren van het verkennend bodemonderzoek wordt gevormd door<br />

de voorgenomen bouw van twee woningen aan het Brouwerspad 20 te Lith.<br />

1.3. Doel<br />

Het doel van het verkennend bodemonderzoek is het verkrijgen van inzicht in de algehele<br />

milieuhygiënische kwaliteit van de grond en het grondwater.<br />

1.4. Betrouwbaarheid<br />

De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd onder de BRL SIKB 2000 "Veldwerk bij milieuhygiënisch<br />

bodemonderzoek", versie 3.2a, d.d. 13 maart 2007. MILON bv is gecertificeerd volgens<br />

dit procescertificaat.<br />

Het onderzoek is onafhankelijk uitgevoerd. MILON bv is geen eigenaar van de onderzoekslocatie<br />

en financieel niet gelieerd aan de opdrachtgever.<br />

Het onderzoek is met de grootst mogelijke nauwkeurigheid en conform de daarvoor opgestelde<br />

normen en richtlijnen uitgevoerd. Hierbij wordt opgemerkt dat een bodemonderzoek<br />

slechts bestaat uit een steekproef waarbij een relatief gering aantal boringen en analyses<br />

worden uitgevoerd. Daarom kan niet geheel uitgesloten worden dat er op de locatie een<br />

verontreiniging aanwezig is die bij dit onderzoek niet is aangetroffen. MILON bv acht zich<br />

niet aansprakelijk voor eventueel hieruit voortvloeiende (financiële) schade.<br />

Pagina 4 van 15


2. Vooronderzoek<br />

2.1. Algemeen<br />

/m MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Sctiijndel<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail info(S)milon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

Voor de uitvoering van het vooronderzoek is gebruik gennaakt van de NEN 5725 (strategie<br />

voor liet uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek). Ten behoeve<br />

van het vooronderzoek is archiefmateriaal bij de gemeente <strong>Oss</strong> opgevraagd. In de hierna<br />

volgende paragrafen worden de resultaten hiervan besproken.<br />

2.2. Locatiegegevens en gebruik<br />

Onderzoekslocatie<br />

De onderzoekslocatie bevindt zich aan het Brouwerspad 20, in het westen van het dorp Lith<br />

en ten zuiden van de rivier de l^^aas. Op de locatie zijn drie schuren aanwezig. In een van de<br />

schuren is een ponystal aanwezig en de andere schuren worden gebruikt voor de opslag van<br />

hooi. Naast de schuren is het perceel in gebruik als weide, zie figuur 1. De oppervlakte bedraagt<br />

circa 1.771 m^. Kadastraal is het perceel bekend als gemeente Lith, sectie A, nummer<br />

3863.<br />

Figuur 1: overzichtsfoto onderzoelfslocatie.<br />

Pagina 5 van 15


MI MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Sciiijndei<br />

Telefoon 073 ­ 547 72 53<br />

E­mail info@milon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

Overig terrein en omgeving<br />

Het terrein wordt aan de noordzijde begrensd door liet Brouwerspad, aan de zuidzijde door<br />

de Heuvelwijkstraat en in overige richtingen door percelen met woningen met tuin en weilanden.<br />

Ten westen van de onderzoekslocatie is een tankstation aanwezig. De N625 loopt<br />

ten zuiden van de locatie. In figuur 2 is de onderzoekslocatie op een luchtfoto weergegeven.<br />

De regionale ligging van de onderzoekslocatie is weergegeven op de topografische kaart in<br />

bijlage 1.<br />

Figuur 2: ligging onderzoelfslocatie.<br />

2.3. Historische gegevens<br />

Geraadpleegde bronnen<br />

■ <strong>Gemeente</strong>lijke informatie inzake bodemonderzoeken of verdachte locaties;<br />

■ Historische topografische kaart uit historische atlas;<br />

■ Actuele luchtfoto's;<br />

■ Kaart met provinciale grondwaterbeschermingsgebieden;<br />

■ Opdrachtgever/eigenaar;<br />

Pagina 6 van 15


■ Bodemkaart;<br />

■ Kadastrale gegevens;<br />

■ Archeologische waardenkaart;<br />

■ Conventionele explosieven (MORA's).<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

,;,,, Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Telefoon 073 ­ 547 72 53<br />

E­mail info@milon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

Bij de gemeente <strong>Oss</strong> is geen bodeminformatie aanwezig omtrent de onderzoekslocatie.<br />

Volgens de Grote Historische topografische Atlas van Noord­Brabant was de onderzoekslocatie<br />

omstreeks 1900 in gebruik als weide. In de directe omgeving was naast graslanden<br />

ook enige bebouwing aanwezig, waarschijnlijk boerderijen.<br />

Andere topografische atlassen laten zien dat het gebruik tot op heden niet noemenswaardig<br />

gewijzigd is. Wanneer de huidige bebouwing is gerealiseerd is niet bekend. Voor zover bekend<br />

zijn op de locatie geen brandstoftanks of andere verdachte activiteiten aanwezig geweest.<br />

2.4. Toekomstig gebruik<br />

De huidige bebouwing op de locatie wordt gesloopt ten behoeve van de herontwikkelingen<br />

op de locatie. Op de locatie worden twee woningen gerealiseerd. Over het toekomstige gebruik<br />

is verder niets bekend.<br />

2.5. Eerder uitgevoerde bodemonderzoeken<br />

Naar opgave van de gemeente <strong>Oss</strong> is op onderhavige locatie niet eerder bodemonderzoek<br />

uitgevoerd. In 1995 is op Brouwerspad 22 (ongeveer 40 meter ten westen van de onderzoekslocatie)<br />

een bodemonderzoek uitgevoerd. Ter plaatse van deze locatie is de bovengrond<br />

puinhoudend. Verder zijn op deze locatie geen verontreinigingen aangetroffen.<br />

2.6. Bodemopbouw en geohydrologie<br />

Het onderzoeksterrein heeft een hoogteligging van circa 7 m+NAP (AHN hoogtekaart). De<br />

gegevens van de bodemsamenstelling en de hydrologische gegevens zijn verkregen uit de<br />

TNO­grondwaterkaart. De bodemopbouw is in grote lijnen als volgt:<br />

Deklaag (0-4 meter beneden maaiveld)<br />

Vanaf maaiveld tot circa 4 m­mv is er een deklaag aanwezig van klei (Nuenen groep, Holoceen).<br />

Eerste watervoerend pakket (4 tot 69 meter beneden maaiveld)<br />

Onder deze deklaag tot circa 69 m­mv bevindt zich het eerste watervoerende pakket dat<br />

voornamelijk uit matig grof tot uiterst grof zand bestaat (formatie van Kreftenheye, Sterksel).<br />

Grondwater<br />

De stromingsrichting van het freatische grondwater is regionaal noordwestelijk gericht. Naar<br />

opgave van de provincie Noord­Brabant ligt het onderzoeksgebied niet in een grondwaterbeschermingsgebied.<br />

Op de onderzoekslocatie wordt voor zover bekend geen grondwater<br />

onttrokken. Het aanwezig zijn van ongeregistreerde onttrekkingen in de directe omgeving is<br />

niet bekend en wordt derhalve niet uitgesloten.<br />

Pagina 7 van 15<br />

I<br />

I


2.7. Conclusie en hypothese<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail info(a)milon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

Op basis van het vooronderzoek hebben op de onderzoekslocatie voor zover bekend geen<br />

bodembedreigende activiteiten plaatsgevonden. Er wordt dan ook geen bodemverontreiniging<br />

verwacht. Daarom kan conform NEN 5740 uitgegaan worden van een zogenaamde onverdachte<br />

locatie.<br />

Aldus is de volgende hypothese opgesteld:<br />

'onverdachte locatie'.<br />

(Bij vele bodemonderzoeken in de provincie Noord-Brabant is vastgesteld dat licht tot en<br />

met ernstig verhoogde concentraties van enkele zware metalen in het grondwater niet uitzonderlijk<br />

zijn.)<br />

Pagina 8 van 15


3. Onderzoeksstrategie<br />

3.1. Algemeen<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Telefoon 073 ­ 547 72 53<br />

E­mail info(gmilon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

Op basis van het vooronderzoek wordt het verkennend bodemonderzoek uitgevoerd met als<br />

leidraad het onderzoeksprotocol NEN 5740, onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie<br />

(ONV). Afhankelijk van de oppervlakte zijn de volgende aspecten aangegeven:<br />

■ het monsternemingspatroon;<br />

■ de diepte van de boringen en de te bemonsteren lagen;<br />

■ het aantal boringen en de te nemen grond­ en grondwatermonsters;<br />

■ het aantal te analyseren monsters en het gebruik van mengmonsters;<br />

■ de te analyseren stoffen.<br />

De oppervlakte van de onderzoekslocatie bedraagt circa 1.711 m^.<br />

3.2. Monsternamestrategie<br />

Op basis van de hierboven weergegeven oppervlakte dienen de volgende werkzaamheden<br />

verricht te worden:<br />

■ het plaatsen van 7 handboringen tot een diepte van 0,5 m­mv;<br />

■ het plaatsen van 2 handboringen tot een diepte van 2,0 m­mv (afhankelijk van de<br />

grondwaterstand, maar minimaal 1,0 m­mv en maximaal 2,0 m­mv);<br />

■ het plaatsen van 1 peilbuis waarvan de onderkant van de filterstelling tot een diepte van<br />

circa 1,5 m­grondwaterstand wordt geplaatst.<br />

De overige werkzaamheden bestaan uit de volgende activiteiten:<br />

■ het zintuiglijk beoordelen, beschrijven en bemonsteren van de grond per bodemlaag of<br />

per 0,5 meter of zintuiglijk gelijkwaardige laag;<br />

■ het afpompen van de peilbuis (bij plaatsing en voorafgaand aan de monstername);<br />

■ het bepalen van de grondwaterstand, zuurgraad en geleiding van het grondwater;<br />

■ het filtreren van het grondwater door een filter van 0,45 pm, ten behoeve van de analyse<br />

van zware metalen;<br />

■ het bemonsteren van het grondwater (1 week na plaatsing van de peilbuis).<br />

3.3. Analysestrategie<br />

Van de genomen grondmonsters wordt 1 mengmonster samengesteld van de bovengrond<br />

en 1 mengmonster van de ondergrond. De grondmengmonsters worden geanalyseerd op<br />

een standaardpakket voor grond (bestaande uit barium, cadmium, kobalt, koper, kwik,<br />

lood, molybdeen, nikkel, zink, PAK, PCB, minerale olie, lutum en organische stof).<br />

Het grondwater wordt geanalyseerd op een standaardpakket voor grondwater (bestaande<br />

uit barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink, minerale olie,<br />

vluchtige aromatische en vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen).<br />

De monsters worden ter analyse aangeboden aan Eurofins Analytico B.V. te Barneveld.<br />

Eurofins Analytico is door de Raad voor Accreditatie (RvA) geaccrediteerd ISO/IEC 17025 en<br />

erkend door het Ministerie van VROM voor de 'Analyse milieuhygiënisch bodemonderzoek'<br />

(AS3000) en voor de 'Analyse van bouwstoffen' (AP04).<br />

Pagina 9 van 15


4. Uitvoering bodemonderzoek<br />

4.1. Veldwerkzaamheden<br />

MiLON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Scinijndel<br />

Telefoon 073 ­ 547 72 53<br />

E­mail info(5)milon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

Op 18 augustus 2011 zijn de veldwerkzaamheden uitgevoerd door Joost Cox, kwaliboerkend<br />

monsternemer en medewerker van MILON bv. Tijdens het veldwerk is eerst een inspectie<br />

van het terrein uitgevoerd. Hierbij zijn geen bijzonderheden opgemerkt die op een<br />

mogelijke bodemverontreiniging duiden. Vervolgens zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd:<br />

■ het plaatsen van 7 handboringen tot een diepte van 0,5 m­mv;<br />

■ het plaatsen van 2 handboringen tot een diepte van 2,0 m­mv;<br />

■ het plaatsen van 1 peilbuis waarvan de onderkant van de filterstelling op een diepte 5,3<br />

m­mv is geplaatst;<br />

■ het zintuiglijk beoordelen, beschrijven en het bemonsteren van de grond per 0,5 meter<br />

of gelijkwaardige laag;<br />

■ het afpompen van de peilbuis na plaatsing.<br />

Op donderdag 25 augustus 2011 heeft de bemonstering van het grondwater plaatsgevonden,<br />

uitgevoerd door Thomas van Engelen, kwalibo­erkend monsternemer en medewerker<br />

van MILON bv. Hierbij zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd:<br />

■ het bepalen van de grondwaterstand;<br />

■ het afpompen van de peilbuis, waarbij gelijktijdig de zuurgraad en geleiding van het<br />

grondwater zijn gemeten;<br />

■ het bemonsteren van het grondwater.<br />

Op dinsdag 30 augustus 2011 is, na overleg met de opdrachtgever, een extra boring geplaatst<br />

door Joost Cox om te voldoen aan het aantal boringen conform de NEN 5740. Zintuiglijk<br />

is in deze boring niets opmerkelijks waargenomen. Vandaar dat deze boring niet<br />

aanvullend ter analyse is aangeboden.<br />

De grond­ en grondwatermonsters zijn ter analyse aangeboden aan Eurofins Analytico B.V.<br />

te Barneveld. Ten behoeve van de analyse van zware metalen is het grondwater tijdens de<br />

grondwaterbemonstering gefiltreerd middels een 0,45 pm filter.<br />

4.2. Zintuiglijke waarnemingen<br />

De bovengrond bestaat overwegend uit matig humeus, zwak tot uiterst siltig, matig fijn<br />

zand. Plaatselijk (boring 9 en 10) bestaat de bovengrond uit matig zandige klei. In de bovengrond<br />

worden bijmeningen van puin aangetroffen. Ter plaatse van boring 1, 2, 4, 6, 7<br />

en 11 zijn brokken klei in de bovengrond aangetroffen.<br />

De ondergrond bestaat overwegend uit klei, plaatselijk matig tot sterk zandig. Vanaf 2,5 mmv<br />

bestaat de bodem uit matig fijn tot matig grof zand. Tot 1 m­mv worden resten puin<br />

aangetroffen. In boring 1 komt in de laag 3,80 tot 5,30 m­mv een matige bijmenging van<br />

veen voor. In boring 2 is kolengruis aangetroffen in de bodemlaag van 1 tot 1,5 m­mv.<br />

Behoudens de puinresten plaatselijk in de boven­ en ondergrond, zijn zintuiglijk geen bijzonderheden<br />

waargenomen die duiden op een mogelijke verontreiniging van de bodem. Er<br />

is geen asbestverdacht materiaal aangetroffen.<br />

De situatietekening met boorpunten is weergegeven in bijlage 2.<br />

Pagina 10 van 15<br />

I


MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail info(g)milon.nl<br />

Internet www.nnilon.nl<br />

Voor meer informatie betreffende de bodemopbouw en de zintuigiijl


5. Interpretatie en toetsing<br />

5.1. Wijze van beoordeling en toetsing<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

,.,,..;• Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Telefoon 073 ­ 547 72 53<br />

E­mail infogmilon.n!<br />

Internet www.milon.nl<br />

De beoordeling en interpretatie van de analyseresultaten van de grond en het grondwater<br />

geschiedt op basis van respectievelijk het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit en de Circulaire<br />

bodemsanering 2009. In deze beleidstukken wordt onderscheid gemaakt in verschillende<br />

toetsingsniveaus:<br />

■ het toetsingsniveau waarbij sprake is van een duurzame en goede bodemkwaliteit waarbij<br />

geen noemenswaardige risico's bestaan voor het ecosysteem en er geen sprake is van<br />

belasting door lokale verontreinigingsbronnen. Getalsmatig wordt dit voor grond ingevuld<br />

door de achtera rondwaarde (A), voor grondwater door de streefwaarde (S);<br />

■ het toetsingsniveau dat aangeeft waarboven ernstige vermindering of dreigende vermindering<br />

optreedt van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, dier en<br />

plant. Getalsmatig wordt dit voor zowel grond als grondwater ingevuld door de interventiewaarde<br />

(I).<br />

Op basis van deze twee toetsingsniveaus is een derde niveau afgeleid:<br />

■ het toetsingsniveau dat aangeeft of nader onderzoek wenselijk dan wel noodzakelijk is.<br />

Getalsmatig wordt dit voor zowel grond als grondwater ingevuld door de tussenwaarde<br />

(T). Voor grond wordt deze waarde gevormd door de helft van de som van de achtergrond­<br />

en interventiewaarde. Voor grondwater wordt deze waarde gevormd door de helft<br />

van de som van de streef­ en interventiewaarde.<br />

In tabel 2 is weergeven wat deze toetsingsniveaus voor de grond en het grondwater betekenen<br />

en hoe deze worden weergeven in de toetsingstabellen.<br />

Tabel 2: Toetsingsniveaus en weergave in tabellen<br />

concentratieniVeau<br />

S­waarde en<br />

T­waarde en<br />

I­waarde<br />

betekenis<br />

Niet verontrelniad fschoon').<br />

Het concentratieniveau van alle parameters is lager<br />

dan of gelijk aan de achtergrond­ of streefwaarde.<br />

Licht verontrelniad.<br />

Het concentratieniveau van één of meer parameters is<br />

hoger dan de achtergrond­ of streefwaarde en lager<br />

dan of gelijk aan de tussenwaarde.<br />

MatlQ verontrelniad.<br />

Het concentratieniveau van één of meer parameters Is<br />

hoger dan de tussenwaarde maar lager dan of gelijk<br />

aan de interventiewaarde.<br />

Ernstia verontrelniad.<br />

Het concentratieniveau van één of meer parameters is<br />

hoger dan de interventiewaarde.<br />

weergave ih<br />

tabellen<br />

­<br />

>A of >S<br />

De achtergrond­, tussen­ en interventiewaarde voor de grond zijn gerelateerd aan het lutum­<br />

en/of organischestofgehalte van de bodem.<br />

Momenteel wordt er onderzoek verricht naar de (natuurlijke) verschijningsvorm van barium<br />

in de Nederlandse bodem. Totdat de normstelling hierop aangepast is, worden er voor barium<br />

in de grond geen toetsingsnormen gehanteerd. In situaties waarbij duidelijk is dat het<br />

om een antropogene bodemverontreiniging gaat, worden deze echter wel gehanteerd.<br />

Pagina <strong>12</strong> van 15<br />

>T<br />

>I


5.2. Toetsing van de analyseresultaten<br />

/m MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail info(S)fTiilon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

De toetsing van de analyseresultaten voor de (boven- en onder)grond en het grondwater is<br />

weergegeven in bijlage 4. Een samenvatting van de toetsing is weergegeven in tabel 3 en 4.<br />

In deze tabellen zijn uitsluitend de verhoogde parameters weergegeven. De analysecertificaten<br />

zijn opgenomen in bijlage 5.<br />

Tabel 3: Toetsing van de analyseresultaten (grond)<br />

monstercode<br />

mml<br />

mm2<br />

mm3<br />

ml<br />

g^n^^^^^^^^^K<br />

2.1 + 4.1 + 5.1 + 6.1<br />

1.1 + 7.1 + 8.1<br />

1.2 + 2.2 + 3.2 + 2.3 + 3.3<br />

3.1<br />

traject<br />

(m-mv)<br />

0-0,5<br />

0-0,5<br />

0,5-1,5<br />

0-0,5<br />

toetsing van de analyseresultaten<br />

verhoogde parameters<br />

cadmium<br />

kobalt<br />

zink<br />

zink<br />

nikkei<br />

zink<br />

kobalt<br />

lood<br />

zink<br />

>A: de concentratie is hoger dan de actitergrondwaarde en lager dan of gelijk aan de tussenwaarde;<br />

toetsing<br />

In mengmonster mml zijn licht verhoogde concentraties cadmium, kobalt en zink aangetroffen.<br />

In mengmonster mm2 is een licht verhoogde concentratie zink aangetroffen. In<br />

mengmonster mm3 is nikkel en zink in licht verhoogde concentraties aangetroffen. In monster<br />

1 zijn kobalt, lood en zink in licht verhoogde concentraties aangetroffen. De overige<br />

onderzochte parameters zijn in geen van de mengmonsters in verhoogde concentraties<br />

aangetroffen.<br />

Tabel 4: Toetsing van de analyseresultaten (grondwater)<br />

peilbuis<br />

1<br />

filtertraject<br />

(m-mv)<br />

4,30 - 5,30<br />

toetsing van de analyseresultaten<br />

verhoogde parameters<br />

barium<br />

nikkel<br />

>S: de concentratie is hoger dan de streefwaarde en lager dan of gelijk aan de tussenwaarde;<br />

>A<br />

>A<br />

>A<br />

>A<br />

>A<br />

>A<br />

>A<br />

>A<br />

>A<br />

toetsing<br />

In het grondwater van peilbuis 1 zijn licht verhoogde concentraties barium en nikkel aangetroffen.<br />

De overige onderzochte parameters zijn niet in verhoogde concentraties aangetroffen.<br />

Pagina 13 van 15<br />

>S<br />

>s<br />

I


6. Bespreking resultaten<br />

6.1. Grond<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail info(a)milon.rl<br />

Internet www.milon.nl<br />

Tijdens de veldwerkzaamheden zijn in de boven- en ondergrond bijmengingen van puin en<br />

plaatselijk kolengruis aangetroffen. Er is geen asbestverdacht materiaal aangetroffen. Analytisch<br />

zijn in de bovengrond licht verhoogde concentraties zink, en plaatselijk cadmium,<br />

kobalt en lood aangetroffen. In de ondergrond is een licht verhoogde concentratie nikkel<br />

aangetroffen. De overige onderzochte parameters zijn in geen van de mengmonsters in<br />

verhoogde concentraties aangetroffen.<br />

Cadmium, kobalt, lood, nikkel en zink<br />

Voor de licht verhoogde concentraties cadmium, kobalt, lood, en zink in de bovengrond is<br />

geen eenduidige verklaring te geven. In de mengmonsters mml, mm2 en mm3 zijn puinresten<br />

en puinsporen waargenomen. Het monster van boring 3.1 (ml) is apart geanalyseerd<br />

, omdat ter plaatse van deze boring meer puin aanwezig is dan ter plaatse van de<br />

overige boringen. De concentratieniveaus zijn in dezelfde orde van grootte.<br />

In puinhoudende grond worden regelmatig licht verhoogde concentraties zware metalen<br />

aangetroffen.<br />

6.2. Grondwater<br />

Tijdens de veldwerkzaamheden zijn geen bijzonderheden waargenomen die duiden op een<br />

bodemverontreiniging. Analytisch zijn in het grondwater licht verhoogde concentraties barium<br />

en nikkel aangetroffen. De overige onderzochte parameters zijn niet in verhoogde concentraties<br />

aangetroffen.<br />

Barium en nikkel<br />

Barium en nikkel zijn zware metalen die als spoorelementen van nature in het grondwater<br />

voorkomen. Voor de lichte verhogingen ten opzichte van de streefwaarde is geen eenduidige<br />

verklaring voorhanden. Omdat barium in de grond niet verhoogd zijn gemeten en geen<br />

locatiespecifieke bron kan worden aangewezen, wordt het waarschijnlijk geacht dat het hier<br />

verhoogde achtergrondconcentraties betreft. Bij vele bodemonderzoeken op onverdachte<br />

locaties zijn namelijk eveneens van nature verhoogde zwaremetalenconcentraties aangetroffen<br />

(met name barium en zink).<br />

6.3. Hypothese<br />

Door de licht verhoogde concentraties van enkele parameters in de grond en het grondwater<br />

dient de opgestelde hypothese ^onverdachte /OCat/e'verworpen te worden.<br />

Pagina 14 van 15


7. Conclusies en aanbevelingen<br />

7.1. Conclusies<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail info(5)milon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

Grond<br />

Tijdens de veldwerkzaamheden zijn in de boven- en ondergrond bijmeningen van puin en<br />

plaatselijk kolengruis waargenomen. Er is geen asbestverdacht materiaal aangetroffen. Analytisch<br />

zijn in de bovengrond licht verhoogde concentraties zink, en plaatselijk cadmium,<br />

kobalt en lood aangetroffen. In de ondergrond zijn licht verhoogde concentraties nikkel en<br />

zink aangetroffen. De overige onderzochte parameters zijn in geen van de mengmonsters in<br />

verhoogde concentraties aangetroffen.<br />

Grondwater<br />

Tijdens de veldwerkzaamheden zijn in de bodem geen bijzonderheden waargenomen die<br />

duiden op een mogelijke verontreiniging van het grondwater. Analytisch zijn in het grondwater<br />

licht verhoogde concentraties barium en nikkel aangetroffen. De overige onderzochte<br />

parameters zijn niet in verhoogde concentraties aangetroffen.<br />

Conclusie<br />

Het onderzoek heeft geleid tot een goed beeld van de bodemkwaliteit van de onderzoekslocatie.<br />

In de bodem is een lichte verontreiniging van zware metalen aangetroffen. Wat betreft<br />

de milieuhygiënische bodemkwaliteit bestaat er ons inziens geen belemmering voor het<br />

huidige en toekomstige gebruik van de locatie.<br />

7.2. Aanbevelingen<br />

Vervolgonderzoek naar de licht verhoogde concentraties wordt niet zinvol geacht.<br />

De kwaliteit van de grond kan bij afvoer beperkingen opleveren ten aanzien van hergebruik,<br />

omdat dan veelal andere normen gelden. Voor het elders toepassen van de grond gelden de<br />

regels zoals die zijn vastgelegd in het Besluit bodemkwaliteit.<br />

Pagina 15 van 15


BIJLAGEN


Virrclirli-cl .' 3^^ "-4 .<br />

- •■••"-; 'f ' '5-8 /,■ ^<br />

Pi t97<br />

„iwaard<br />

Heh^e/rifksche i---. . v^ - ^g ^H<br />

iïL * -i—'-.Vv'.'i


N<br />

schaal 1:500<br />

Betreffende Verkennend bodemonderzoek<br />

Locatie Brouwerspad 20<br />

Plaats LJth<br />

Figuur<br />

Ligging onderzoekslocatie met boorplan<br />

LEGENDA<br />

1"~"<br />

\y/A<br />

t 1<br />

1 1<br />

1 1<br />

e<br />

@<br />

a<br />

•<br />

O<br />

©<br />

©<br />

onderzoekslocatie (1.711 m2)<br />

perceelsgrens<br />

bestaande bebouwing<br />

toekomstige bebouwing<br />

te verwijderen bebouwing<br />

vast punt<br />

peilbuis<br />

boring tot 0,5 m-mv<br />

boring tot 2,0 m-mv<br />

onverhard (paardenwei)<br />

betonverharding<br />

strooisel<br />

Bestand P:\PROJECTEN\Uth\Brouwer5pad 20\Verkennend 20111693\Dossier\AutoCAD\Brouwerspad 20<br />

<strong>Bijlage</strong> 2<br />

Project 20111693<br />

Getekend Tv E<br />

Versie<br />

Datum<br />

Gewijzigd<br />

30-08-2011<br />

Formaat<br />

Schaal<br />

A4<br />

1:500<br />

25 meter<br />

MILON<br />

experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24, S482TG Schijndel<br />

Telefoon 073-5477253<br />

E-mail info@milon.nl<br />

Internet www.milon.nl


BIJLAGE 3


Legenda (conform NEN 5104)<br />

grind<br />

o o o o o o­^ Grind, slitig<br />

D C o o o o<br />

o fi o o o d<br />

) o o o o o o. Grind, zwak zandiq<br />

> o o o o o o •<br />

b"o"o"o"o"o" ■ • Grind, matig zandig<br />

fo o o o o o ■"<br />

o b ob o d' • ■ Grind, sterk zandig<br />

3 o o o o o ."'<br />

D o o o o o ..<br />

o o o o o (■ ■<br />

­■ r, A n o r<br />

zand<br />

veen<br />

i<br />

Grind, uiterst zandig<br />

Zand, kleiïg<br />

Zand, zwak slitig<br />

Zand, nnatig siltig<br />

^ Zand, sterk siltig<br />

Zand, uiterst siltig<br />

i<br />

Veen, mineraalarm<br />

:/ Veen, zwak kieng<br />

^ Veen, sterk kleiïg<br />

y/.<br />

Veen, zwak zandig<br />

Veen, sterk zandig<br />

kiel<br />

leem<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Kiel, zwak siltig<br />

Kiel, matig siltig<br />

^ Klei, sterk siltig<br />

\] Kiel, uiterst siltig<br />

Klei, zwak zandig<br />

Kiel, matig zandig<br />

//A:. Kiel, sterk zandig<br />

Leem, zwak zandig<br />

Leem, sterk zandig<br />

overige toevoegingen<br />

­ zwak humeus<br />

matig humeus<br />

sterk humeus<br />

^ zwak grindig<br />

matig grindig<br />

sterk grindig<br />

geur<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Telefoon 073 ­ 547 72 53<br />

E­mail info@milon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

O geen geur<br />

®­ zwakke geur<br />

■®­ matige geur<br />

♦ sterke geur<br />

♦ uiterste geur<br />

olie<br />

■D geen olie­water reactie<br />

B zwakke olie­water reactie<br />

S matige olie­water reactie<br />

­!!■ sterke olie­water reactie<br />

­■■ uiterste olie­water reactie<br />

monsters<br />

geroerd monster<br />

ongeroerd monster<br />

overig<br />

A bijzonder bestanddeel<br />

"^ grondwaterstand<br />

peilbuis<br />

m<br />

slib<br />

blinde buis<br />

casing<br />

hoogste grondwaterstand<br />

gemiddelde grondwaterstand<br />

laagste grondwaterstand<br />

\ bentoniet afdichting


Projectnaam:<br />

Plaats:<br />

Projectcode:<br />

Projectleider:<br />

Veldwerkcoördinator:<br />

Pagina:<br />

Boring 01<br />

Datum: 18-08-2011<br />

-200-<br />

-250-<br />

Brouwerspad 20<br />

Lith<br />

20111693<br />

Jan van Nuenen<br />

Joost Cox<br />

1 van 3<br />

/m MILON<br />

weiland<br />

Zand, matig fijn, matig<br />

humeus, uiterst siitig, resten<br />

puin, brokken klei, donker<br />

grijsbruln, Edetmanboor<br />

Ktei, sterk zandig, zwak<br />

humeus, sporen puin,<br />

Edelmanboor<br />

Klei, zwak zandig, neutraat<br />

grijsbruin, Edelmanboor<br />

Klei, neutraal grijsbruin,<br />

Edelmanboor<br />

Klei, neutraat grijsbruin,<br />

Edeimanboor<br />

Kiel, matig zandig, neutraal<br />

oranjebruin, Edelmanboor<br />

Zand, matig fijn, neutraat<br />

oranjebeige, Edelmanboor<br />

Zand, matig fijn, licht<br />

grijsbeige, Edelmanboor<br />

Zand, matig grof, licht<br />

grijsbeige, Edeimanboor<br />

Zand, matig grof, matig<br />

veenhoudend, neutraal<br />

grijsbruin, Edelmanboor<br />

Boring 02<br />

Datum: 18-08-2011<br />

-150<br />

-200<br />

experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Schijndel<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail info@milon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

weiland<br />

Zand, matig fijn, matig<br />

humeus, uiterst siitig, zwak<br />

puinhoudend, brokken klei,<br />

donker grijsbruin, Edetmanboor<br />

Klei, zwak zandig, sporen puin,<br />

Edelmanboor<br />

Klei, sporen puin, zwak<br />

kolengruishoudend, donker<br />

grijsbruin, Edelmanboor<br />

Klei, neutraal grijsbeige,<br />

Edelmanboor


Projectnaam:<br />

Plaats:<br />

Projectcode:<br />

Projectleider:<br />

Veldwerkcoördinator:<br />

Pagina:<br />

Boring 03<br />

Datum: 18-08-2011<br />

Boring 05<br />

Datum: 18-08-2011<br />

Boring 07<br />

Datum: 18-08-2011<br />

I<br />

Boring 09<br />

Datum: 18-08-2011<br />

Brouwerspad 20<br />

Lith<br />

20111693<br />

Jan van Nuenen<br />

Joost Cox<br />

2 van 3<br />

weiland<br />

Zand, matig fijn, matig<br />

humeus, sterk siltig, matig<br />

puinhoudend, donker<br />

grijsbruin, Edelmanboor<br />

Klei, matig zandig, matig<br />

humeus, resten puin, donker<br />

grijsbruin, Edetmanboor<br />

Klei, sporen puin, neutraal<br />

grijsbruin, Edelmanboor<br />

Klei, neutraal grijsbruin,<br />

Edelmanboor<br />

weiland<br />

Zand, matig fijn, zwak<br />

humeus, zwak siltig, resten<br />

puin, neutraalgrijs,<br />

Edelmanboor<br />

weiland<br />

Zand, matig fijn, matig<br />

humeus, uiterst siltig, zwak<br />

puinhoudend, brokken ktei,<br />

donker grijsbruin, Edelmanboor<br />

strooisel<br />

Klei, matig zandig, resten<br />

puin, neutraal grijsbruin,<br />

Edelmanboor<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Boring 04<br />

Datunn: 18-08-2011<br />

Boring 06<br />

Datum: 18-08-2011<br />

ü<br />

Boring 08<br />

Datum: 18-08-2011<br />

Boring 10<br />

Datum: 18-08-2011<br />

Huygensweg 24<br />

5482 T6 Schijndel<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail info@milon.nl<br />

Internet www.milon.nl<br />

A<br />

0<br />

^8<br />

-50<br />

weiland<br />

Zand, matig fijn, matig<br />

humeus, uiterst siltig, resten<br />

puin, brokken ktei, donker<br />

grijsbruin, Edelmanboor<br />

weiland<br />

Zand, matig fijn, matig<br />

humeus, uiterst siltig, resten<br />

puin, brokken klei, donker<br />

grijsbruin, Edelmanboor<br />

beton<br />

Bestaand gat in beton<br />

Zand, matig fijn , resten puin,<br />

licht grijsbeige, Edelmanboor<br />

weiland<br />

Klei, matig zandig, matig<br />

humeus, matig puinhoudend,<br />

donker grijsbruin, Edelmanboor


Projectnaam:<br />

Plaats:<br />

Projectcode:<br />

Projectleider:<br />

Veldwerkcoördinator:<br />

Pagina:<br />

Boring 11<br />

Datunn: 30-08-2011<br />

il<br />

^<br />

Brouwerspad 20<br />

Lith<br />

20111693<br />

Jan van Nuenen<br />

Joost Cox<br />

3 van 3<br />

weiland<br />

Zand, matig fijn, matig<br />

humeus, uiterst siltig, sporen<br />

puin, brokken klei, donker<br />

grijsfaruin, Edefmanboor<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG Scllijndel<br />

Telefoon 073 - 547 72 53<br />

E-mail info(a)milon.nl<br />

Internet www.milon.nl


BIJLAGE 4


Projectnummer<br />

Projectnaam<br />

Datum monstemame<br />

r>^onsternemer<br />

Certificaatnummer<br />

Analyse<br />

Bodemtypecorrectie<br />

Organische stof<br />

Korrelgroctte < 2 |jm (Lutum)<br />

Voorbehandeling<br />

Cryogeen malen AS3000<br />

Bodemkundtge analyses<br />

Droge stof<br />

Organische stof<br />

Gloeirest<br />

Korrelgrcotte < 2 |jm (Lutum)<br />

Metalen<br />

Barium (Ba)<br />

Cadmium (Cd)<br />

Kobalt (Co)<br />

Koper(Cu)<br />

Kwik (Hg)<br />

Molybdeen (f^o)<br />

Nikkel (Ni)<br />

Lood (Pb)<br />

Zink (2n)<br />

Minerale olie<br />

Minerale olie (C10-C<strong>12</strong>)<br />

Minerale olie (C<strong>12</strong>-C16)<br />

Minerale olie (C16-C21)<br />

Minerale olie (C21-C30)<br />

Minerale olie (C30-C35)<br />

Minerale olie (C35-C40)<br />

Minerale olie totaal (C10-C40)<br />

Polychloorbifenylen, PCB<br />

PCB 28<br />

PCB 52<br />

PCB 101<br />

PCB 118<br />

PCB 138<br />

PCB 153<br />

PCB 180<br />

PCB (som 7) (factor 0,7)<br />

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />

Naftaleen<br />

Fenanthreen<br />

Anthraceen<br />

Fluorantheen<br />

Benzo(a)anthraceen<br />

Chryseen<br />

Benzo(k)fluorantheen<br />

Benzo(a)pyreen<br />

Benzo(ghi)peryleen<br />

Indeno(<strong>12</strong>3-cd)pyreen<br />

PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />

Legenda<br />

Niet aangetoond<br />

Aangenomen waarde, niet geanalyseerd<br />

Achtergrondwaarde<br />

> Tussenwaarde<br />

> Interventiewaarde<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

20111693<br />

Brouwerspad 20<br />

18-08-2011<br />

Joost Cox<br />

2011138452<br />

Eenheid<br />

% (m/m)<br />

%(m/m)ds<br />

% (m/m) ds<br />

% (m/m) ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

**<br />

mml<br />

3,4<br />

9,3<br />

Uitgevoerd<br />

88,3<br />

3,4<br />

96<br />

9,3<br />

77<br />

0,49 *<br />

8 *<br />

22 -<br />

0,077 -<br />


Projectnummer<br />

Projectnaam<br />

Datum monstername<br />

Monsternemer<br />

Certificaatnummer<br />

Analyse<br />

Bodemtypecorrectïe<br />

Organisctie stof<br />

Korrelgrootte < 2 |jm (Lutum)<br />

Voorbehandeling<br />

Cryogeen malen AS3000<br />

Bodemkundige analyses<br />

Droge stof<br />

Organische stof<br />

Gloeirest<br />

Korrelgrootte < 2 pm (Lutum)<br />

Metalen<br />

Barium (Ba)<br />

Cadmium (Cd)<br />

Kobalt (Co)<br />

Koper(Cu)<br />

Kwik (Hg)<br />

Molybdeen (Mo)<br />

Nikl Tussenwaarde<br />

> Interventiewaarde<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

20111693<br />

Brouwerspad 20<br />

18-08-2011<br />

Joost Cox<br />

2011138452<br />

Eenheid<br />

% (m/m)<br />

%(m/m)ds<br />

%(m/m)ds<br />

% (m/m) ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

**<br />

***<br />

mm2<br />

1,6<br />

7,7<br />

Uitgevoerd<br />

89,8<br />

1,6<br />

97,9<br />

7,7<br />

53<br />

0,27 -<br />

4,4 -<br />

17 -<br />

0,084 -<br />


Projectnummer<br />

Projectnaam<br />

Datum monstername<br />

Monsternemer<br />

Certificaatnummer<br />

Analyse<br />

Bodemtypecorrectie<br />

Organische stof<br />

Korrelgrootte < 2 pm (Lutum)<br />

Voorbehandeling<br />

Cryogeen malen AS3000<br />

Bodemkundige analyses<br />

Droge stof<br />

Organische stof<br />

Gloei rest<br />

Korrelgrootte < 2 |jm (Lutum)<br />

Metalen<br />

Barium (Ba)<br />

Cadmium (Cd)<br />

Kobalt (Co)<br />

Koper(Cu)<br />

Kwik (Hg)<br />

IMolybdeen (Mo)<br />

Nikkel (Ni)<br />

Lood (Pb)<br />

Zink (Zn)<br />

Minerale olie<br />

Minerale olie (C10-C<strong>12</strong>)<br />

Minerale olie (C<strong>12</strong>-C16)<br />

Minerale olie (C16-C21)<br />

Minerale olie (C21-C30)<br />

Minerale olie (C30-C35)<br />

Minerale olie (C35-C40)<br />

Minerale olie totaal (C10-C40)<br />

Polychloorbifenylen, PCB<br />

PCB 28<br />

PCB 52<br />

PCB 101<br />

PCB 118<br />

PCB 138<br />

PCB 153<br />

PCB 180<br />

PCB (som 7) (factor 0,7)<br />

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />

Naftaleen<br />

Fenanthreen<br />

Anthraceen<br />

Fluorantheen<br />

Benzo(a)anthraceen<br />

Chryseen<br />

Benzo(k)fluorantheen<br />

Benzo(a)pyreen<br />

Benzo(ghi)peryleen<br />

Indeno(<strong>12</strong>3-cd)pyreen<br />

PAK VROM (10) (factor 0,7)<br />

Legenda<br />

Niet aangetoond<br />

Aangenomen waarde, niet geanalyseerd<br />

Achtergrondwaarde<br />

> Tussenwaarde<br />

> Interventiewaarde<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

20111693<br />

Brouwerspad 20<br />

18-08-2011<br />

Joost Cox<br />

2011138452<br />

Eenheid<br />

% (m/m)<br />

% (m/m) ds<br />

% (m/m) ds<br />

%(m/m)ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

***<br />

mm3<br />

1,6<br />

9,8<br />

Uitgevoerd<br />

85,2<br />

1,6<br />

97,7<br />

9,8<br />

94<br />

0,29 -<br />

7,7 -<br />

16 -<br />


Projectnummer<br />

Projectnaam<br />

Datum monstemame<br />

Monsternemer<br />

Certificaatnummer<br />

Analyse<br />

Bodemtypecorrectie<br />

Organische stof<br />

Korrelgrootte < 2 pm (Lutum)<br />

Voorbehandeling<br />

Cryogeen malen AS3000<br />

Bodemkundige analyses<br />

Droge stof<br />

Organische stof<br />

Gloeirest<br />

Korrelgrootte < 2 |jm (Lutum)<br />

Metalen<br />

Barium (Ba)<br />

Cadmium (Cd)<br />

Kobalt (Co)<br />

Koper(Cu)<br />

Kwik (Hg)<br />

Molybdeen (Mo)<br />

Nikkel (Ni)<br />

Lood (Pb)<br />

Zink (Zn)<br />

Minerale olie<br />

Minerale olie (C10-C<strong>12</strong>)<br />

Minerale olie (C<strong>12</strong>-C16)<br />

Minerale olie (C16-C21)<br />

Minerale olie (C21-C30)<br />

Minerale olie (C30-C35)<br />

Minerale olie (C35-C40)<br />

Minerale olie totaal (C10-C40)<br />

Polychloorbifenylen, PCB<br />

PCB 28<br />

PCB 52<br />

PCB 101<br />

PCB 118<br />

PCB 138<br />

PCB 153<br />

PCB 180<br />

PCB (som 7) (factor 0,7)<br />

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK<br />

Naftaleen<br />

Fenanthreen<br />

Anthraceen<br />

Fluorantheen<br />

Benzo(a)anthraceen<br />

Chryseen<br />

Benzo(k)fluorantheen<br />

Benzo(a)pyreen<br />

Benzo(ghi)peryleen<br />

Indeno(<strong>12</strong>3-cd)pyreen<br />

PAKVROM (10) (factor 0,7)<br />

Legenda<br />

Niet aangetoond<br />

Aangenomen waarde, niet geanalyseerd<br />

Achtergrondwaarde<br />

> Tussenwaarde<br />

> Interventiewaarde<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

20111693<br />

Brouwerspad 20<br />

18-08-2011<br />

Joost Cox<br />

2011138452<br />

Eenheid<br />

% (m/m)<br />

%(m/m)ds<br />

% (m/m) ds<br />

% (m/m) ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

ml<br />

2,2<br />

9<br />

Uitgevoerd<br />

86,2<br />

2,2<br />

97,2<br />

9<br />

72<br />

0,23 -<br />

11 *<br />

16 -<br />

0,09 -<br />


Projectnummer<br />

Projectnaam<br />

Datum monstername<br />

Monsternemer<br />

Certificaatnummer<br />

Analyse<br />

Metalen<br />

Barium (Ba)<br />

Cadmium (Cd)<br />

Kobalt (Co)<br />

Koper (Cu)<br />

Kwik (Hg)<br />

Molybdeen (Mo)<br />

Nikl Tussenwaarde<br />

> Interventiewaarde<br />

MILON experts in bodem, ruimte en milieu<br />

201H693<br />

Brouwerspad 20<br />

25-08-2011<br />

Thomas van Engelen<br />

2011142974<br />

Eenheid<br />

pg/L<br />

ijg/i<br />

ijg/i<br />

ug/i<br />

ug/i<br />

yg/i<br />

ug/i<br />

ug/i<br />

Mg/l<br />

(jg/ipg/i<br />

pg/i<br />

ug/i<br />

pg/i<br />

ug/i<br />

pg/i<br />

pg/i<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

Mg/L<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

MQ/I<br />

Mg/l<br />

pg/i<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

MQ/I<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

Mg/L<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

pg/i<br />

Mg/l<br />

Mg/l<br />

pg/i<br />

Mg/l<br />

-<br />

*<br />

**<br />

***<br />

Peilbuis 1<br />

54 *<br />


BIJLAGE 5


*•^ !•? eurofins<br />

MILON bv<br />

T.a.v. Michel Gauw<br />

Huygensweg 24-<br />

5482 TG SCHIJNDEL<br />

Analysecertificaat<br />

Datum: 24-08-2011<br />

— £l,Xl.£l,lytplCO^<br />

Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.<br />

Certificaat nummer<br />

Uw projectnummer<br />

Uw projectnaam<br />

Uw ordernummer<br />

Monster(s) ontvangen<br />

20111384S2<br />

20111693<br />

Brouwerspad 20<br />

18-08-2011<br />

'-' ~ '■ f.v'., ''■(:'-/-'}■<br />

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.<br />

fionvullende informatie behorend bij dit analysecertificaat kunt U vinden in het overzicht "Specificaties<br />

Analysemethoden". Extra exemplaren zijn verkrijgbaar bij de afdeling Verkoop en Rdvies.<br />

De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na<br />

datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd.<br />

Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van<br />

de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van<br />

monsters verwijzen wij naar de prijslijst.<br />

Bewaren tot:<br />

Datum: Naam: Handtekening:<br />

Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U noar aanleiding van dit<br />

analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Rdvies.<br />

Met vriendelijke groet,<br />

Eurofins flnalytico B.V.<br />

Eurofins Anolytico B.V.<br />

Gildeweg 44-46<br />

3771 NB Barneveld<br />

P.O. Box 459<br />

3770 DL Barneveld NL<br />

Tel. +31 (0)34 242 é3 00<br />

Fox +31 (0)34 242 63 99<br />

E-mail info@eurofins.nl<br />

site www.eurofins.cotn<br />

RBN nMRO 54 85 74 456<br />

VflT/BTW No.<br />

NL 8043.14.863.BOl<br />

KvK No. 09088623<br />

Ing. fi. Veldhuizen<br />

Technical Manager<br />

Eurofins Rnalytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />

(OVBM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />

het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)en door de<br />

overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).


^.•i eurofins — a,xi.a,lyt;ico^<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

Nr.<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

Analysecertificaat<br />

Uw projectnummer<br />

Uw projectnaam<br />

Uw ordernummer<br />

Datum monstername<br />

Monsternemer<br />

Monstermatrix<br />

Analyse<br />

Voorbehondeling<br />

Cryogeen malen flSSOOO<br />

Bodemkundige analyses<br />

Droge stof<br />

Organische stof<br />

Gloeirest<br />

Korrelgrootte < 2 pm (Lutum)<br />

Metalen<br />

Borium (Ba)<br />

Cadmium (Cd)<br />

Kobalt (Co)<br />

Koper (Cu)<br />

Kwik (Hg)<br />

Molybdeen (Mo)<br />

Nikkel (Ni)<br />

Lood (Pb)<br />

Zink (Zn)<br />

Minerale olie<br />

Minerale olie (C10-C<strong>12</strong>)<br />

Minerale olie (C<strong>12</strong>-C16)<br />

Minerale olie (C16-C21)<br />

Minerale olie (C21-C30)<br />

Minerale olie (C30-C3B)<br />

Minerale olie (C35-C40)<br />

Minerale olie totaal (ClO-■C40)<br />

Polychloorblfenylen, PCB<br />

PCB 28<br />

PCB 52<br />

PCB 101<br />

PCB 118<br />

PCB 138<br />

PCB 153<br />

PCB 180<br />

PCB (som 7) (factor 0,7)<br />

Monsteromschrijving<br />

mml<br />

mm2<br />

mm3<br />

ml<br />

Eurofins Rnalytico B.V.<br />

Gildeweg 44-46<br />

3771 NB Barneveld<br />

P.O. Box 4S9<br />

3770 RL Borneveld NL<br />

Tel. +31 (0)34 242 é3 00<br />

Fax +31 (0)34 242 é3 99<br />

E-moil info@eurofins.nl<br />

Site www.eurofins.com<br />

20111693<br />

Brouwersp ad 20<br />

18-08- ■2011<br />

Joost Cox<br />

Grond; Grond, flS3000<br />

Eenheid<br />

% (m/m)<br />

% (m/m) ds<br />

% (m/m) ds<br />

% (m/m) ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

mg/kg ds<br />

RBN RMRO 54 S5 74 4Si<br />

VRT/BTW No.<br />

NL 8043.14.S83.e01<br />

KvK No. 09088623<br />

1<br />

Uitgevoerd<br />

88.3<br />

3.4<br />

96.0<br />

9.3<br />

77<br />

0.49<br />

8.0<br />

22<br />

0.077<br />


4J? eurofins — a.xxa.lyüco'^<br />

Analysecertificaat<br />

Uw projectnummer<br />

Uw projectnaam<br />

Uw ordernuitimer<br />

Datum monstername<br />

Monsternemer<br />

Monstermatrix<br />

Hnalyse<br />

20111693<br />

Brouwerspad 20<br />

18-08-2011<br />

Joost Cox<br />

Grond; Grond, fISSOOO<br />

Eenheid<br />

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, POK<br />

S Naftaleen<br />

mg/kg ds<br />

S Fenanthreen<br />

mg/kg ds<br />

S flnthraceen<br />

mg/kg ds<br />

S Fluorantheen<br />

mg/kg ds<br />

S Benzo(a)anthraceen<br />

mg/kg ds<br />

S Chryseen<br />

mg/kg ds<br />

S Benzo(k)fluorantheen<br />

mg/kg ds<br />

S Benzo(a)pyreen<br />

mg/kg ds<br />

S Ben2o(ghi)peryleen<br />

mg/kg ds<br />

S Indeno(<strong>12</strong>3-cd)pyreen<br />

mg/kg ds<br />

S PfiKVROM (10) (factor 0,7)<br />

mg/kg ds<br />

Nr. Monsteromschrijving<br />

1 mml<br />

2 mm2<br />

3 mm3<br />

4 ml<br />

Eurofins flnalytico B.V.<br />

Gildeweg 44-4é<br />

3771 NB Borneveld<br />

P.O. Box 459<br />

3770 BL Borneveld NL<br />

Tel. +31 (0)34 242 61 00<br />

Fox +31 (0)34 242 63 99<br />

E-moil info@eurofins.nl<br />

Site www.eurofins.com<br />

*Aehee^<br />

RBN RMRO 54 S5 74 456<br />

VBT/BTW No.<br />

NL 8043.14.883.BOi<br />

KvK No. 09086623<br />


45? eurofins<br />

aixÊilytico"^<br />

<strong>Bijlage</strong> (fl) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2011138452<br />

flnalytico- n Boornr<br />

6311780<br />

6311780<br />

6311780<br />

6311780<br />

6311781<br />

6311781<br />

6311781<br />

6311782<br />

6311782<br />

6311782<br />

6311782<br />

6311782<br />

6311783<br />

Eurofins Analytico B.V.<br />

Gildeweg 44-46<br />

3771 NB Borneveld<br />

P.O. Box 4S9<br />

3770 nl Borneveld NL<br />

06<br />

02<br />

05<br />

04<br />

01<br />

08<br />

07<br />

01<br />

02<br />

03<br />

02<br />

03<br />

03<br />

Omschrijving<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

2<br />

2<br />

2<br />

3<br />

3<br />

1<br />

Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />

Fox +31 (0)34 242 63 99<br />

E-maJI lnfo@euroflns.nl<br />

Site www.eurofins.com<br />

RBN nMRO S4 S5 74 4Sé<br />

VflT/BTW No.<br />

Nt 8043.14.883.601<br />

KvK No. 09088623<br />

Van<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

8<br />

0<br />

50<br />

50<br />

50<br />

100<br />

100<br />

Tot<br />

50<br />

50<br />

50<br />

50<br />

50<br />

50<br />

50<br />

100<br />

100<br />

100<br />

150<br />

150<br />

Barcode<br />

0505997209<br />

05059972<strong>12</strong><br />

0505997217<br />

0505997216<br />

0505997218<br />

0505997200<br />

0505997202<br />

0505997210<br />

0505997219<br />

0505997198<br />

0505997222<br />

0505997215<br />

Monsteromschrijvlng<br />

mml<br />

mm2<br />

mm3<br />

50 0505997154 ml<br />

Eurofins flnolytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />

(OVAM en Dep. INE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />

het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)en door de<br />

overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).<br />

Pagina 1/1


4*^ eurofins |<br />

I — £ixi.a,ly^lco'<br />

<strong>Bijlage</strong> (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2011138452<br />

Opmerking 1)<br />

De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG<br />

Eurofins Anolytico B.V.<br />

Gildeweg ii-t6 Tel. +31 (0)34 242 é3 00 ABN RMRO 54 85 74 45ii Eurofins flnalytico B.V. is erkend door het Vloomse Sewest<br />

3771 NB Borneveld Fox +31 (0)34 242 63 99 VHT/BTW No. (OVAM en Dep. INE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />

P.O. Box 459 E-mailinfo@eurofins.nl NI 8043.14.883.BOl het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)en door de<br />

3770 01 Borneveld NL Sitewww.eurofins.com KvK No. 0908Sé23 overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).<br />

Pagina 1/1


4^ eurofins<br />

a,xi. £i.ly ^ i c o'^<br />

<strong>Bijlage</strong> (C) met methodeverwijzingen behorende bij onalysecertificoot 2011138452<br />

Rnalyse<br />

Cryogeen malen 053000<br />

Droge Stof<br />

Organische stof<br />

Korrelgrootte < 2 pm (Lutum)<br />

ICP-MS Barium<br />

Metalen fiS3010 (Cd)<br />

Metalen flS3010 (Co)<br />

Metalen flSSOlO (Cu)<br />

Metalen flS3010 (Hg)<br />

Metalen flS3010 (Mo)<br />

Metalen fiS3010 (Ni)<br />

Metalen fiSSOlO (Pb)<br />

Metalen fiSSOlO (Zn)<br />

Minerale Olie (GC)<br />

Pojycliloorbifenylen (PCB)<br />

PflK (VROM)<br />

PflK som fiS3000/flP04<br />

Methode<br />

W0106<br />

W0104<br />

W0109<br />

W0173<br />

W0423<br />

W0423<br />

W0423<br />

W0423<br />

W0423<br />

W0423<br />

W0423<br />

W0423<br />

W0423<br />

W0202<br />

W0271<br />

W0271<br />

W0271<br />

Techniek<br />

Voorbehandeling<br />

Gravimetrie<br />

Gravimetrie<br />

Sedimentatie<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

GC-FID<br />

GC-MS<br />

GC-MS<br />

GC-MS<br />

Pagina 1/1<br />

Referentiemethode<br />

Cf. fiS3000<br />

Cf. pb 3010-2 en Gw. NEN-ISO 11465<br />

Cf. NEN 5754<br />

Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753<br />

Cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />

Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />

Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />

Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />

Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />

Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />

Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />

Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />

Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2<br />

Cf. pb 3010-7 en cf. NEN 6978<br />

Cf. pb 3010-8 en gw. NEN 6980<br />

Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287<br />

Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287<br />

Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid stoon<br />

vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.<br />

Eurofins flnalytico B.V.<br />

Gildeweg 44-46<br />

3771 NB Barneveld<br />

P.O. Box 459<br />

3770 ni Barneveld NL<br />

Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />

Fax +31 (0)34 242 6Z 99<br />

E-mail info@eurofins.nl<br />

site www.eurofins.com<br />

RBN RMRO 54 SS 74 456<br />

VflT/BTW No.<br />

NL 8043.14.883.BOl<br />

KvK No. 09088623<br />

Eurofins flnolytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />

(OVOM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />

het Woolse Gewest (DGRNE-OWD)en door de<br />

overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).


.•^ %•? eurofins<br />

MILON bv<br />

T.a.v. Jan van Nuenen<br />

Huygensweg 24<br />

5482 TG SCHIJNDEL<br />

Analysecertificaat<br />

Datum: 29-08-2011<br />

— a-ixalytico^<br />

Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.<br />

Certificaatnummer<br />

Uw projectnummer<br />

Uw projectnaam<br />

Uw ordernummer<br />

Monster(s) ontvangen<br />

2011142974<br />

20111693<br />

Brouwerspad 20<br />

2é-08-2011<br />

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.<br />

Hanvullende informatie behorend bij dit analysecertificaat kunt U vinden in het overzicht "Specificaties<br />

flnalysetnethoden". Extra exemplaren zijn verkrijgbaar bij de afdeling Verkoop en Advies.<br />

De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na<br />

datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd.<br />

Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van<br />

de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van<br />

monsters verwijzen wij naar de prijslijst.<br />

Bewaren tot:<br />

Datum: Naam: Handtekening:<br />

Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht ü naar aanleiding van dit<br />

analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en fidvies.<br />

Met vriendelijke groet,<br />

Eurofins finalytico B.V.<br />

Eurofins flnolytico B.V.<br />

Güdeweg 44-46<br />

3771 NB Barneveld<br />

P.O. Box 459<br />

3770 AL Barneveld NL<br />

Tel. +31 (0)34 242 é3 00<br />

Fax +31 (0)34 242 63 99<br />

E-mail info@eurofins.nl<br />

Site www.eurofins.com<br />

ABN SMRO 54 8B 74 456<br />

VST/BTW No.<br />

NL 8043.14.883.BOl<br />

KvK No. 09088623<br />

Ing. ft. Veldhuizen<br />

Technical Manager<br />

Eurofins finalytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />

(OVBM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />

het Waalse Gewest (DGRNE-OWO)en door de<br />

overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).


\*^ 5 eurofins — aixa-lytico*<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

s<br />

Analysecertificaat<br />

Uw projectnutnmer<br />

Uw projectnaam<br />

Uw ordernutnmer<br />

Datum monstername<br />

Monsternemer<br />

Monstermotrix<br />

Analyse<br />

Metalen<br />

Barium (Ba)<br />

Cadmium (Cd)<br />

Kobalt (Co)<br />

Koper (Cu)<br />

Kwik (Hg)<br />

Molybdeen (Mo)<br />

Nikkel (Ni)<br />

Lood (Pb)<br />

Zink (Zn)<br />

20111693<br />

Brouwerspad 20<br />

25-08-2011<br />

Thomas van Engelen<br />

Water; Water, flS3000<br />

Vluchtige Hromatische Koolwaterstoffen<br />

Benzeen<br />

Tolueen<br />

Ethylbenzeen<br />

o-Xyleen<br />

m, p-Xyleen<br />

Xylenen (som) factor 0,7<br />

BTEX (som)<br />

Naftaleen<br />

Styreen<br />

Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen<br />

Dichloormethaan<br />

Trichloormethaan<br />

Tetrachloormethaan<br />

Trichlooretheen<br />

Tetrochlooretheen<br />

1,1-Dichloorethaan<br />

1,2-Dichloorethaan<br />

1,1,1-Trichloorethaan<br />

1,1,2-Trichloorethaan<br />

cis 1, 2-Dichlooretheen<br />

trans 1,2-Dichlooretheen<br />

CKW(som)<br />

1,1-Dichlooretheen<br />

Nr. Monsteromschrijving<br />

1 Peilbuis 1<br />

Eurofins flnalytico B.V.<br />

Gildeweg 4-1-46<br />

3771 NB Barneveld<br />

P.O. Box 459<br />

3770 SL Barneveld NL<br />

Tel. +31 (0)34 242 é3 00<br />

Fax +31 (0)34 242 63 99<br />

E-mail info@eurofins.nl<br />

Site www.eurofins.coni<br />

Eenheid<br />

(jg/l<br />

Mg/L<br />

pg/l<br />

tjg/L<br />

Mg/l<br />

Mg/L<br />

va/l<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

Mg/L<br />

PBN RMRO S4 85 74 456<br />

VUT/BTW No.<br />

NL 8043.14.883.BOl<br />

KvK No. 09088623<br />

B4<br />


# eurofins<br />

Analysecertificaat<br />

Uw projectnummer<br />

Uw projectnaam<br />

Uw ordernummer<br />

Datum monstername<br />

Monsternemer<br />

Monstermotrix<br />

Analyse<br />

analytico"^<br />

20111693<br />

Brouwerspad 20<br />

25-08-2011<br />

1, 2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7<br />

Vinylchloride<br />

1,1-Dicliloorpropaan<br />

1,2-Dichloorpropaan<br />

1,3-Dichloorpropaan<br />

Dichloorpropanen som factor 0.7<br />

Tribroommethaan<br />

Minerale olie<br />

Minerale olie (C10-C<strong>12</strong>)<br />

Minerale olie (C<strong>12</strong>-C16)<br />

Minerale olie


#eurofins i<br />

<strong>Bijlage</strong> (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2011142974<br />

nnolytico-n Boornr Omschrijving Van Tot Barcode Honsteromschrijving<br />

6326351 1 0 0 0691171563 Peilbuis 1<br />

6326351 2 0 0 070051037S<br />

Eurofins flnalytico B.V.<br />

Gildeweg 44-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 ABN SMRO 54 85 74 456 Eurofins flnalytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />

3771 NB Barneveld Fox+31 (0)34 242 63 99 VST/BTW No. (OVfiM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />

P.O. Box 459 E-iiiailinfo@eurofins.nl NL 8043,14.883.501 het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)en door de<br />

3770 AL Barneveld NL sitewww.eurofins.com KvK No. 09088623 overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).<br />

Pagina 1/1


4!^ eurofins<br />

— a-ïiLÊil-ytico®<br />

„ï ■ ■ 5.<br />

<strong>Bijlage</strong> (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2011142974<br />

Opmerking 1)<br />

De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG<br />

Eurofins flnolytico B.V.<br />

Gildeweg 44­46<br />

3771 NB Barneveld<br />

P.O. Box 4S9<br />

3770 BI Borneveld NL<br />

Tel. +31 (0)34 242 63 00<br />

Fax +31 (0)34 242 63 ?9<br />

E­maii info@eurofins.nl<br />

Site www.eurofins.com<br />

BBN flMRO 54 85 74 456<br />

VBT/BTW No.<br />

NL 6043.14.683.301<br />

KvK No. 09088623<br />

Eurofins flnolytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />

(OVSM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />

het Waalse Gewest (DGRNE­OWD)en door de<br />

overheden van Fronicrijlc en Luxemburg (MEV).<br />

Pagina 1/1


v^ ft eurofins<br />

— analytico^<br />

<strong>Bijlage</strong> (C) met methodeverwijzingen behorende bij anolysecertificaat 2011142974<br />

Analyse<br />

ICP-MS Barium<br />

ICP-MS Cadmium<br />

ICP-MS Kobalt (Co)<br />

ICP-MS Koper<br />

ICP-MS Kwik<br />

ICP-MS Molybdeen (Mo)<br />

ICP-MS Nikkel<br />

ICP-MS Lood<br />

ICP-MS Zink<br />

Xylenen som fiSSOOO<br />

Aromaten (BTEXN)<br />

Styreen<br />

VOCL (11)<br />

CKW : 1,1-Dichlooretheen<br />

DiClEtheen som flS3000<br />

CKW : Vinylchloride<br />

1,1-dichloorpropaan<br />

1,2-Dichloorpropaan<br />

1,3-dichloorpropaan<br />

DiChlprop. som flS300<br />

tribroommethoan<br />

Minerale olie (GC)<br />

Methode<br />

W0421<br />

W0421<br />

W0421<br />

W0421<br />

W0421<br />

W0421<br />

W0421<br />

W0421<br />

W0421<br />

W0254<br />

W0254<br />

W0254<br />

W0254<br />

W02S4<br />

W0254<br />

W02B4<br />

W0254<br />

W0254<br />

W0254<br />

W0254<br />

W0254<br />

W0215<br />

Techniek<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

ICP-MS<br />

HS-GC-MS<br />

HS-GC-MS<br />

HS-GC-MS<br />

HS-GC-MS<br />

HS-GC-MS<br />

HS-GC-MS<br />

HS-GC-MS<br />

HS-GC-MS<br />

HS-GC-MS<br />

HS-GC-MS<br />

HS-GC-MS<br />

HS-GC-MS<br />

LVI-6C-FID<br />

Pagina 1/1<br />

Refcpe ntiem ethode<br />

Cf. pb 3110 3 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />

Cf. pb 3110 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />

Cf. pb 3110 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />

Cf. pb 3110- en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />

Cf. pb 3110 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />

Cf. pb 3110 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />

Cf. pb 3110- en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />

Cf. pb 3110 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />

Cf. pb 3110 en cf. NE N-EN-ISO 1 7294-2<br />

Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 1S680<br />

Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />

Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />

Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />

Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />

Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />

Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />

Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 1S680<br />

Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />

Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />

Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />

Cf. pb 3130 1/2 en gw. NEN EN ISO 15680<br />

Cf. pb 3110- 5<br />

Nadere informatie over de toegeposte onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan<br />

vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.<br />

Eurofins flnolytico B.V.<br />

Gildeweg 44-46<br />

3771 NB Barneveld<br />

P.O. Box 4B9<br />

3770 nL Barneveld NL<br />

Tel. +31 (0)34 242 é3 00<br />

Fox +31 (0)34 242 63 99<br />

E-mail info@eUfofins.nl<br />

Site www.eurofins.com<br />

SBN HMRO 54 85 74 456<br />

VflT/BTWNo.<br />

NL 8043.14.9S3.B01<br />

KvK No. 09088623<br />

Eurofins flnolytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest<br />

(OVBM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM),<br />

het Waalse Gewest (DGRNE-OWD)en door de<br />

overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!