24.09.2013 Views

Een boodschap van de Eeuwige God aan het ... - Foundation Aliyah

Een boodschap van de Eeuwige God aan het ... - Foundation Aliyah

Een boodschap van de Eeuwige God aan het ... - Foundation Aliyah

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

‘Profetisch Woord’ serie<br />

brochure 36<br />

<strong>Een</strong> <strong>boodschap</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong><br />

<strong>aan</strong> <strong>het</strong> Joodse volk<br />

H.J. VERWOERD<br />

Deze <strong>boodschap</strong> is in Israël <strong>aan</strong> diverse prominenten<br />

<strong>aan</strong>gereikt, augustus 1992.<br />

Herziene uitgave 2007<br />

EEN UITGAVE VAN FOUNDATION ALIYAH<br />

2


<strong>Een</strong> <strong>boodschap</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> <strong>aan</strong><br />

<strong>het</strong> Joodse volk<br />

“Ik ben <strong>de</strong> <strong>God</strong> uws va<strong>de</strong>rs, <strong>de</strong> <strong>God</strong> <strong>van</strong> Abraham, <strong>de</strong> <strong>God</strong> <strong>van</strong> Izak en <strong>de</strong> <strong>God</strong><br />

<strong>van</strong> Jakob!”<br />

Met <strong>de</strong>ze woor<strong>de</strong>n heeft <strong>God</strong> Zich bijzon<strong>de</strong>r <strong>aan</strong> Mozes geopenbaard, Exodus<br />

3:6. “Ik ben <strong>de</strong> HEERE. En Ik ben <strong>aan</strong> Abraham, Izak en Jakob verschenen, als<br />

<strong>God</strong> <strong>de</strong> Almachtige; doch met Mijn Naam HEERE ben Ik hun niet bekend<br />

geweest”, Exodus 6:1 en 2. De naam ‘HEERE’ is Zijn Verbondsnaam. Nu had<br />

<strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> wel met Abraham een Verbond gemaakt in <strong>de</strong> beloften, maar nu<br />

gaat Hij <strong>de</strong>ze beloften ook officieel bevestigen door hen tot een vrij volk te<br />

maken, om hen ook te brengen naar <strong>het</strong> land wat Hij <strong>aan</strong> Abraham reeds in <strong>de</strong><br />

beloften had gegeven. Hij gaat <strong>de</strong> Naam ‘HEERE’ waarmaken. Hij gaat Zijn<br />

Verbond met Abram waarmaken, Genesis 15:18: “Te dien dage maakte <strong>de</strong><br />

HEERE een Verbond met Abram, zeggen<strong>de</strong>: Aan uw zaad heb Ik dit land<br />

gegeven, <strong>van</strong> <strong>de</strong> rivier <strong>van</strong> Egypte af, tot <strong>aan</strong> die grote rivier, <strong>de</strong> rivier Frath.”<br />

Tussen <strong>de</strong> Nijl <strong>van</strong> Egypte en <strong>de</strong> Eufraat die ver ten oosten en ten noor<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

Israël stroomt, best<strong>aan</strong> er in feite geen bezette gebie<strong>de</strong>n voor Israël. Het zijn dan<br />

ook alleen <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Israël die <strong>de</strong> oorzaak zijn dat er binnen dit gebied nog<br />

an<strong>de</strong>re volken heersen, en dan wel heel bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> ongeloof.<br />

Het was en is nog steeds <strong>God</strong>s plan om <strong>van</strong>uit dit grote gebied <strong>van</strong> Israël alle<br />

volken <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r Zijn gezegen<strong>de</strong> heerschappij te brengen. Dit Rijk hebben<br />

<strong>de</strong> profeten <strong>van</strong> Israël dan ook steeds <strong>aan</strong>gekondigd. Zij spraken krachtens dit<br />

Verbond <strong>van</strong> <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> met Israël. Dit Verbond geldt nog! Ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

koning Salomo begon <strong>het</strong> iets op dit Rijk te lijken, 1 Koningen 8:65. Toen was er<br />

een groot feest <strong>van</strong> Hamath af (wat in Syrië ligt) tot <strong>aan</strong> <strong>de</strong> rivier <strong>van</strong> Egypte (<strong>de</strong><br />

Nijl). Salomo bouw<strong>de</strong> in Hamath schatste<strong>de</strong>n (<strong>het</strong> tegenwoordige Hama). Door<br />

<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Salomo is alles weer afgebrokkeld en tenslotte <strong>het</strong> rijk in tweeën<br />

gescheurd.<br />

3<br />

<strong>Een</strong> <strong>boodschap</strong> namens <strong>de</strong> ‘verloren’ stammen<br />

Als ik he<strong>de</strong>n <strong>het</strong> woord tot u richt, dan doe ik dat in opdracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> HEERE<br />

<strong>God</strong>, <strong>de</strong> <strong>God</strong> <strong>van</strong> Israël, en krachtens Zijn Verbond met u, maar ook met ons,<br />

want ook wij met onze kin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>len in datzelf<strong>de</strong> Verbond. Want <strong>de</strong> HEERE<br />

<strong>God</strong>, <strong>de</strong> <strong>God</strong> <strong>van</strong> Israël, heeft Zijn Verbond niet opgericht met enkele stammen<br />

<strong>van</strong> Israël, maar met alle twaalf. Het is dan ook bijzon<strong>de</strong>r namens <strong>de</strong> stammen<br />

<strong>van</strong> Israël die in <strong>de</strong> volken zijn verloren geg<strong>aan</strong>, dat ik u <strong>de</strong>ze <strong>boodschap</strong> moet<br />

brengen. U begrijpt toch wel dat ik dit niet zomaar zeg; dit heb ik ook niet door<br />

mijn verstand en stu<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis verkregen. Als <strong>de</strong> HEERE ons wat<br />

geeft door Zijn Heilige Geest, dan gaat dat in <strong>de</strong> weg <strong>van</strong> teleurstelling en<br />

verootmoediging; we wor<strong>de</strong>n teleurgesteld in mensen en alles waarop we ons<br />

vertrouwen zetten, en we wor<strong>de</strong>n verootmoedigd door en voor <strong>de</strong> HEERE. Dan<br />

kan Hij ons voor Zijn dienst gebruiken en <strong>aan</strong> ons geheimen openbaren.<br />

Mijn roeping <strong>van</strong> <strong>God</strong>swege<br />

Het was in 1943 dat <strong>de</strong> HEERE mij op 22-jarige leeftijd krachtdadig riep met<br />

<strong>de</strong>ze woor<strong>de</strong>n uit Jesaja 41:15: “Ziet, Ik heb u tot een scherpe nieuwe dorssle<strong>de</strong><br />

gesteld, die scherpe pinnen heeft.” Deze roeping was zo dui<strong>de</strong>lijk dat ik daar<strong>aan</strong><br />

nooit heb kunnen twijfelen. Er gingen vele jaren overheen dat ik niets <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

vervulling <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze roeping zag. Toch had ik iets wat an<strong>de</strong>ren niet had<strong>de</strong>n. Al<br />

<strong>van</strong>af mijn kin<strong>de</strong>rjaren had ik <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> tot <strong>God</strong> en Zijn dienst in mijn hart; <strong>de</strong>ze<br />

lief<strong>de</strong> heb ik ook won<strong>de</strong>rlijk ervaren in <strong>de</strong> leidingen <strong>God</strong>s in mijn leven, vooral<br />

in <strong>de</strong> oorlogsjaren 1940-1945. Maar <strong>het</strong> diepere <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze lief<strong>de</strong>, <strong>de</strong> vergeven<strong>de</strong><br />

lief<strong>de</strong>, leer<strong>de</strong> ik pas in 1949 verst<strong>aan</strong>. Toen <strong>de</strong> HEERE mij riep in 1943, verstond<br />

ik <strong>het</strong> profetisch Woord nog niet. Daar gingen mijn ogen pas in 1957 voor open.<br />

Tot mijn grote schaamte moet ik bekennen dat <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staat Israël<br />

<strong>van</strong> mij veel te weinig <strong>aan</strong>dacht had.<br />

Maar in 1962 heeft <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> mij door Zijn Geest en Woord zoveel <strong>van</strong><br />

Zijn plan ontsloten <strong>aan</strong>g<strong>aan</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong> wereldgeschie<strong>de</strong>nis en daarin bijzon<strong>de</strong>r Zijn<br />

volk Israël, dat mij, ook door ver<strong>de</strong>re leiding, <strong>het</strong> grote geheel dui<strong>de</strong>lijk werd. In<br />

<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>llijke weg die <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> daarvoor gebruikte, wist ik me toen niet<br />

alleen geroepen, maar ook gezon<strong>de</strong>n om een <strong>boodschap</strong> <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> profetisch<br />

Woord <strong>aan</strong> <strong>de</strong> Gemeente <strong>God</strong>s door te geven. Na <strong>de</strong> nodige studie en<br />

voorbereiding heeft <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> <strong>het</strong> zo geleid, dat er naast mijn gewone<br />

werk ook tijd vrij kwam om <strong>de</strong>ze <strong>boodschap</strong> op schrift te stellen.<br />

Langs <strong>de</strong>ze weg heb ik <strong>de</strong> Christelijke Gemeente in Ne<strong>de</strong>rland op <strong>het</strong> profetisch<br />

Woord gewezen, en <strong>van</strong> daaruit ook naar <strong>de</strong> toekomst; hoe belangrijk <strong>het</strong> is om<br />

4


daarop acht te geven. Maar helaas geeft men geen gehoor. De dui<strong>de</strong>lijkste<br />

uitspraken uit <strong>de</strong> Heilige Schrift vin<strong>de</strong>n daar geen geloof; men is geestelijk blind.<br />

Men acht dat <strong>de</strong> wereldgeschie<strong>de</strong>nis bijna ten ein<strong>de</strong> loopt, en verkondigt dit ook<br />

<strong>van</strong>af <strong>de</strong> kansels, en intussen leeft men zorgeloos voort alsof <strong>het</strong> zo nog eeuwen<br />

zal doorg<strong>aan</strong>. Het is zoals in <strong>de</strong> dagen <strong>van</strong> Noach. Als ik <strong>van</strong> <strong>God</strong>swege met <strong>de</strong><br />

hand op <strong>het</strong> profetisch Woord moet verkondigen dat er een geheel nieuwe tijd<br />

komt voor Israël en <strong>de</strong> volken, dan rijst er verzet. In plaats dat men blij is dat <strong>de</strong><br />

HEERE <strong>God</strong> op <strong>de</strong>ze wijze <strong>van</strong> Zich laat horen en Zijn beloften gaat vervullen,<br />

trekt men alles in twijfel; zoals eenmaal die hoofdman in Samaria <strong>de</strong>ed, ten tij<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> profeet Elisa, 2 Koningen 7.<br />

De profeten door <strong>God</strong> gestuurd<br />

Nu hoop ik dat u niet doet zoals die hoofdman heeft ged<strong>aan</strong> en zoals ook <strong>de</strong><br />

Christelijke Gemeente in Ne<strong>de</strong>rland heeft ged<strong>aan</strong>. Nu is dit op zichzelf geen<br />

vreem<strong>de</strong> zaak, want <strong>de</strong> <strong>God</strong>smannen die tot Israël wer<strong>de</strong>n gestuurd, waren zelfs<br />

hun leven niet zeker; dan <strong>de</strong>nken we <strong>aan</strong> Mozes, Exodus 17:4 en Elia, 1<br />

Koningen 19:2 en 3. Deze mannen - <strong>van</strong> <strong>God</strong> gestuurd - moesten hun roeping en<br />

zending door tekenen en won<strong>de</strong>ren bewijzen, maar dat is nu niet nodig, want ik<br />

heb u alleen maar <strong>God</strong>s Woord voor te hou<strong>de</strong>n, <strong>het</strong>geen u zelf ook gelooft. De<br />

Profeten uit <strong>de</strong> Schrift hebben allen min of meer over <strong>het</strong> komen<strong>de</strong> Koninkrijk<br />

<strong>God</strong>s over Israël en <strong>de</strong> volken geschreven en gesproken. Toen <strong>de</strong> HEERE<br />

Abraham riep en apart stel<strong>de</strong>, sprak Hij reeds tot hem over een groot volk dat uit<br />

hem zou voortkomen en tot een zegen zou zijn voor alle volken <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong>,<br />

Genesis 12:3. Later, in Genesis 20:7, lezen we dat <strong>de</strong> HEERE tot <strong>de</strong> koning <strong>van</strong><br />

Gerar zegt dat Abraham een profeet is; daar had hij wel mee te rekenen. Zo heeft<br />

<strong>de</strong> HEERE <strong>aan</strong> dit volk steeds Zijn profeten gegeven, om <strong>aan</strong> hen Zijn wil<br />

bekend te maken.<br />

De beloof<strong>de</strong> Priester-Koning<br />

Ook Mozes wordt een profeet genoemd, Deuteronomium 34:10. Toch was hij<br />

niet <strong>de</strong> Grote Profeet, want hij getuigt zelf dat <strong>God</strong> Die eens zou verwekken uit<br />

<strong>het</strong> mid<strong>de</strong>n <strong>van</strong> dit volk, Deuteronomium 18:18. Die profeet zal in <strong>de</strong> Naam <strong>de</strong>s<br />

HEEREN spreken, en dit ook door tekenen en won<strong>de</strong>ren bewijzen. Wie niet naar<br />

<strong>de</strong>ze Profeet zal luisteren, Die in <strong>de</strong> Naam <strong>de</strong>s HEEREN zal spreken, <strong>van</strong> die zal<br />

Hij rekenschap vragen, Deuteronomium 18:19. De latere profeten die gekomen<br />

zijn, zoals Jesaja, Jeremía, Ezechiël, Daniël en Zacharía, waren niet De Profeet,<br />

door Mozes <strong>aan</strong>gekondigd. Wel is <strong>het</strong> won<strong>de</strong>rlijk dat <strong>de</strong> profeet Zacharía ook<br />

over een bijzon<strong>de</strong>re Man spreekt, Zacharía 6:12 en 13:<br />

5<br />

“Alzo spreekt <strong>de</strong> HEERE <strong>de</strong>r heerscharen, zeggen<strong>de</strong>: Ziet, een Man, Wiens<br />

naam is SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en Hij zal <strong>de</strong>s HEEREN<br />

tempel bouwen. Ja, Hij zal <strong>de</strong> tempel <strong>de</strong>s HEEREN bouwen, en zal <strong>het</strong> sieraad<br />

dragen, en Hij zal zitten, en heersen op Zijn troon; en Hij zal Priester zijn op<br />

Zijn troon; en <strong>de</strong> raad <strong>de</strong>s vre<strong>de</strong>s zal tussen die Bei<strong>de</strong>n wezen.”<br />

Hier kondigt <strong>de</strong> profeet Zacharía een koning <strong>aan</strong> voor Israël Die tegelijk Priester<br />

zal zijn. Dit is wel een bijzon<strong>de</strong>re figuur, want tot nog toe was <strong>het</strong> lei<strong>de</strong>rschap en<br />

<strong>het</strong> priesterschap bij Israël altijd geschei<strong>de</strong>n geweest. <strong>Een</strong> koning kon wel tevens<br />

profeet wezen - we <strong>de</strong>nken dan <strong>aan</strong> David - maar een koning kon niet tegelijk<br />

priester zijn. Dit was wel zo on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>nen, maar <strong>de</strong> <strong>God</strong> <strong>van</strong> Israël liet dit<br />

niet toe. De koning Uzzía werd om zijn offeren door <strong>God</strong> gestraft.<br />

Wat <strong>de</strong> profeet Zacharía dan voor Israël <strong>aan</strong>kondigt, dat vin<strong>de</strong>n we ook reeds<br />

door David in Psalm 110 profetisch voorzegd. Hij spreekt daar ook dui<strong>de</strong>lijk<br />

over een Priester-Koning Die genodigd wordt om te zitten <strong>aan</strong> <strong>de</strong> rechterhand<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Enige <strong>God</strong>, <strong>de</strong> HEERE. Hij zit daar als een Verzoener voor <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n,<br />

doordat Hij met <strong>het</strong> bloed <strong>de</strong>r verzoening <strong>het</strong> hemelse Heiligdom binnengaat.<br />

Van <strong>de</strong>ze verzoening was <strong>de</strong> offerdienst eenmaal on<strong>de</strong>r Israël slechts <strong>het</strong><br />

schaduwbeeld, en niet <strong>de</strong> verzoening zelf. We lezen dit ook dui<strong>de</strong>lijk in Psalm<br />

40:7: “Gij hebt geen lust gehad <strong>aan</strong> slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij <strong>de</strong><br />

oren doorgeboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geëist.”<br />

Het is ook dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>het</strong> bloed <strong>van</strong> stieren en bokken <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n niet kan<br />

wegnemen. Maar dan dringt wel <strong>de</strong> vraag: hoe wor<strong>de</strong>n dan <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n<br />

weggenomen? We lezen in Zacharía 3:9: “Ik zal <strong>de</strong> ongerechtigheid <strong>van</strong> dit land<br />

op een dag wegnemen.” Het is <strong>van</strong>zelf heel dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> profeten allen<br />

spreken over een Koning die eenmaal over Israël zal regeren, en <strong>van</strong> daaruit ook<br />

over <strong>de</strong> hele aar<strong>de</strong>. Maar gelijk is <strong>het</strong> ook dui<strong>de</strong>lijk dat dit een Priester-Koning<br />

zal zijn. Deze Koning zal dus niet zomaar opst<strong>aan</strong> en g<strong>aan</strong> regeren, maar Hij zal<br />

Priester zijn op Zijn troon. Eerst moet <strong>de</strong> ongerechtigheid <strong>van</strong> dit land, <strong>van</strong> dit<br />

volk, wor<strong>de</strong>n weggenomen, ja, <strong>van</strong> alle volken <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong>; dan pas kan <strong>het</strong><br />

Vre<strong>de</strong>rijk komen.<br />

Volgens David in Psalm 110, zal <strong>de</strong>ze Koning een Priester zijn naar <strong>de</strong> or<strong>de</strong>ning<br />

<strong>van</strong> Melchizé<strong>de</strong>k, en niet naar <strong>de</strong> or<strong>de</strong>ning <strong>van</strong> Aäron. We moeten <strong>de</strong> Schrift<br />

volledig nemen. Als we spreken over <strong>het</strong> Koninkrijk <strong>God</strong>s, dan komen we niet<br />

om <strong>de</strong>ze Priester heen. Zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze Priester kan <strong>het</strong> Koninkrijk <strong>God</strong>s niet<br />

komen, want eerst moet <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n verzoend. An<strong>de</strong>rzijds is <strong>het</strong> ook dwaas<br />

6


om wel te spreken over <strong>de</strong>ze verzoening en daarbij niet <strong>de</strong> gehele schepping te<br />

betrekken.<br />

Het Lam <strong>God</strong>s volgens Jesaja 53<br />

Als we spreken over <strong>de</strong> verzoening en <strong>het</strong> wegnemen <strong>van</strong> <strong>de</strong> ongerechtigheid op<br />

één dag, dan brengt dit ons <strong>van</strong>zelf bij Jesaja 53. Daar wordt gesproken over <strong>het</strong><br />

Enige en grootste Offer wat ooit gebracht is. Als we <strong>de</strong>nken dat we door onze<br />

gemeen<strong>de</strong> gerechtighe<strong>de</strong>n - die toch altijd onvolkomen zijn - <strong>aan</strong> <strong>God</strong>s<br />

volmaakte Wet kunnen voldoen, dan zullen we dit Offer wat <strong>God</strong> ons schenkt,<br />

niet achten. Dan zien we daarin ged<strong>aan</strong>te noch heerlijkheid, vers 2. “Hij was<br />

veracht, en <strong>de</strong> onwaardigste on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> mensen, een Man <strong>van</strong> smarten, en<br />

verzocht in krankheid; men verborg <strong>het</strong> <strong>aan</strong>gezicht voor Hem; Hij was veracht,<br />

en wij hebben Hem niet geacht”, vers 3.<br />

Nu kunnen we wel zeggen dat hier gedoeld wordt op <strong>het</strong> lij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>het</strong> volk <strong>de</strong>r<br />

Jo<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eeuwen door, maar voor mij is <strong>het</strong> overdui<strong>de</strong>lijk dat <strong>het</strong> hier over één<br />

Persoon gaat. Dan kom ik met <strong>de</strong>ze Schriftplaats ook weer uit bij <strong>de</strong> Priester-<br />

Koning; <strong>de</strong> Enige Priester die verzoening kan teweegbrengen door Zichzelf als<br />

een Offer te geven. Al <strong>de</strong> offers on<strong>de</strong>r Israël gebracht en door <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong><br />

ingesteld, waren niet an<strong>de</strong>rs dan een schaduwbeeld <strong>van</strong> dit Ene Offer. Laten we<br />

toch <strong>de</strong> Schrift goed lezen, want <strong>het</strong> staat er overdui<strong>de</strong>lijk in. We lezen dan in <strong>het</strong><br />

volgen<strong>de</strong> vers <strong>van</strong> Jesaja 53: “Waarlijk, Hij heeft onze krankhe<strong>de</strong>n op Zich<br />

genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij<br />

geplaagd, <strong>van</strong> <strong>God</strong> geslagen en verdrukt was.”<br />

Het is dus geheel verkeerd om te <strong>de</strong>nken dat Hij een rechtvaardige straf <strong>van</strong> <strong>God</strong><br />

on<strong>de</strong>rging. Het is net zo verkeerd als dat we zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong>nken dat een lam, wat<br />

geofferd werd, niet meer waard was om te leven. Neen, zo mogen we niet<br />

<strong>de</strong>nken; <strong>het</strong> antwoord vin<strong>de</strong>n we weer in <strong>het</strong> volgen<strong>de</strong> vers <strong>van</strong> Jesaja 53:<br />

“Maar Hij is om onze overtreding verwond, om onze ongerechtighe<strong>de</strong>n is Hij<br />

verbrijzeld; <strong>de</strong> straf, die ons <strong>de</strong> vre<strong>de</strong> <strong>aan</strong>brengt, was op Hem, en door Zijn<br />

striemen is ons genezing gewor<strong>de</strong>n.”<br />

Dit Lam <strong>God</strong>s leed om onze zon<strong>de</strong>n. Zon<strong>de</strong>r dit Offer is verzoening met <strong>God</strong><br />

volledig uitgesloten. Alles wat <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> na <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>val <strong>aan</strong> <strong>de</strong> mens<br />

heeft gegeven, en later ook bijzon<strong>de</strong>r <strong>aan</strong> Israël, heeft Hij gegeven krachtens dit<br />

Ene Offer dat gebracht zou wor<strong>de</strong>n. We herhalen: alle offers die gebracht zijn,<br />

en dat naar <strong>de</strong> wet, had<strong>de</strong>n toch geen waar<strong>de</strong> in zichzelf, maar waren slechts een<br />

7<br />

schaduwbeeld <strong>van</strong> dit Ene Offer. Alle ongerechtigheid is op <strong>het</strong> hoofd <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

Priester-Koning terechtgekomen. We lezen dan ook in Jesaja 53:7:<br />

“[Als] <strong>de</strong>zelve geëist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij <strong>de</strong>ed Zijn mond<br />

niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom<br />

is voor <strong>het</strong> <strong>aan</strong>gezicht zijner scheer<strong>de</strong>rs, alzo <strong>de</strong>ed Hij Zijn mond niet open.”<br />

Moeten er nog meer bewijzen naar voren gebracht wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze Priester-<br />

Koning? Als <strong>de</strong> Heilige Geest onze ogen niet opent, zullen <strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijkste<br />

bewijzen bij ons geen geloof vin<strong>de</strong>n. Het zal u bekend zijn dat in <strong>de</strong> Christelijke<br />

Kerk er tot op zekere hoogte wel oog is voor dit Priesterschap. Maar wat <strong>het</strong><br />

Koningschap betreft, moeten we erkennen dat dit er maar wat bij hangt. Men<br />

weet geen raad met <strong>het</strong> profetisch Woord. Aan <strong>de</strong> ene kant is er een grote lief<strong>de</strong><br />

tot Israël, en wordt er ook veel voor ged<strong>aan</strong>, maar <strong>aan</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant breekt men<br />

dit alles weer af door <strong>het</strong> ongeloof <strong>aan</strong> <strong>het</strong> profetisch Woord. Hierin is men<br />

veelszins antichristelijk. Het werk <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>God</strong> Zelf gezalf<strong>de</strong> Priester, zoals<br />

wij dat uit <strong>het</strong> profetisch Woord hebben getekend, wordt alzo weer verkort en<br />

verduisterd in <strong>de</strong> verzoening die Hij teweeg brengt. Zo is <strong>het</strong> ook begrijpelijk dat<br />

u, Jo<strong>de</strong>n, als <strong>de</strong>el <strong>van</strong> Israël, niet tot <strong>het</strong> <strong>aan</strong>vaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze Priester kunt<br />

komen.<br />

De houding <strong>van</strong> <strong>het</strong> anti-Christendom<br />

Wat <strong>de</strong> eeuwen door met <strong>de</strong> Naam <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze Priester in <strong>het</strong> v<strong>aan</strong><strong>de</strong>l <strong>het</strong> Joodse<br />

volk is <strong>aan</strong>ged<strong>aan</strong>, heeft u niet tot jaloersheid verwekt, maar wel tot toorn. Zoals<br />

Mozes <strong>het</strong> ook al gezegd heeft in Deuteronomium 32:21: “Door een dwaas volk<br />

zal Ik hen tot toorn verwekken.” Dit dwaze volk is niet <strong>het</strong> Christendom, maar<br />

<strong>het</strong> anti-Christendom. Het is hoog tijd dat dit bedrog eens <strong>aan</strong> <strong>de</strong> kaak wordt<br />

gesteld, en dat <strong>de</strong> Priester, Die Zichzelf in onbegrijpelijke lief<strong>de</strong> voor Zijn volk<br />

heeft geofferd, <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze blaam wordt gezuiverd, als zou Hij <strong>de</strong> oorzaak zijn <strong>van</strong><br />

al <strong>het</strong> leed dat <strong>het</strong> Joodse volk door <strong>de</strong> eeuwen heen is <strong>aan</strong>ged<strong>aan</strong>. Neen, daar<strong>van</strong><br />

is niet Hij <strong>de</strong> oorzaak, en ook niet <strong>het</strong> Christendom, maar <strong>het</strong> anti-Christendom;<br />

daar heeft elk oprecht Christen een zware strijd tegen te strij<strong>de</strong>n.<br />

Het ombrengen <strong>van</strong> <strong>de</strong> miljoenen Jo<strong>de</strong>n die door dit anti-Christendom in <strong>de</strong><br />

Mid<strong>de</strong>leeuwen zijn omgebracht met <strong>de</strong> naam <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze Priester in <strong>het</strong> v<strong>aan</strong><strong>de</strong>l,<br />

hebben Hem een smaad <strong>aan</strong>ged<strong>aan</strong> die geheel in strijd is met Zijn opofferen<strong>de</strong><br />

lief<strong>de</strong> tot Zijn volk. In <strong>de</strong> tijd <strong>van</strong> <strong>de</strong> Reformatie (16e eeuw), toen bij veel<br />

Christenen <strong>de</strong> ogen open gingen voor dit anti-Christendom en zij gingen<br />

getuigen tegen dit duivels bedrog, zijn ook miljoenen Christenen door dit anti-<br />

Christendom omgebracht. Laten we dit on<strong>de</strong>rscheid goed in <strong>de</strong> gaten hou<strong>de</strong>n.<br />

8


Het is opmerkelijk dat veel Joodse mensen in Ne<strong>de</strong>rland een toevluchtsoord<br />

von<strong>de</strong>n toen <strong>de</strong>ze macht bij ons gebroken was. Het anti-Christendom dat <strong>de</strong><br />

naam <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze Priester ten onrechte in <strong>het</strong> v<strong>aan</strong><strong>de</strong>l draagt, heeft <strong>van</strong> dit<br />

Priesterschap een hei<strong>de</strong>ns ritueel gemaakt. Zijn Koningschap heeft men <strong>aan</strong><br />

Israël onttrokken en naar zich toegehaald. Hun macht is een bedrieglijk beeld<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> Koninkrijk <strong>God</strong>s.<br />

Wat <strong>het</strong> bovengenoem<strong>de</strong> Priesterschap betreft, mogen we zeggen dat in <strong>de</strong> tijd<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Reformatie veel Christenen <strong>van</strong> dat hei<strong>de</strong>ns ritueel zijn verlost, en <strong>de</strong><br />

verzoening door dit Priesterschap weer juist in beeld kregen. Echter, wat <strong>het</strong><br />

Koningschap <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze Priester betreft - zoals u dat ziet en verwacht naar <strong>het</strong><br />

profetisch Woord - daarvoor zijn <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze Christenen nog veelszins<br />

gesloten. Ook zij die veel <strong>aan</strong> Israël opofferen, verkeren in <strong>de</strong>zen nog in een<br />

grote verwarring. Ze zijn wat dat betreft nog met <strong>het</strong> anti-christelijke verweven.<br />

Dit komt bijzon<strong>de</strong>r uit in <strong>het</strong> volgen<strong>de</strong>: men gaat er nog algemeen <strong>van</strong>uit dat <strong>de</strong><br />

Sabbat, <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> dag <strong>de</strong>r week, voor <strong>de</strong> Christenen is verzet naar <strong>de</strong> zondag,<br />

<strong>de</strong> eerste dag <strong>de</strong>r week. Dit berust op verdraaiing <strong>van</strong> Schriftwoor<strong>de</strong>n en behoort<br />

dus bij <strong>het</strong> anti-Christendom. Het is duivels bedrog. Jezus heeft gezegd dat er<br />

geen jota noch tittel <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet zal wor<strong>de</strong>n veran<strong>de</strong>rd.<br />

<strong>God</strong>s straf over <strong>de</strong> zon<strong>de</strong><br />

Aan <strong>God</strong>s Woord en <strong>de</strong> Wet <strong>de</strong>r Tien Gebo<strong>de</strong>n behoeft nooit iets veran<strong>de</strong>rd te<br />

wor<strong>de</strong>n; kan ook niets veran<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>rs is <strong>het</strong> met <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

schaduwdienst. Die is vervuld toen <strong>het</strong> Ene Offer is gebracht. Gelijk scheur<strong>de</strong><br />

toen ook <strong>het</strong> voorhangsel in <strong>de</strong> Tempel <strong>van</strong> boven naar bene<strong>de</strong>n. Maar daar<br />

mogen we <strong>de</strong> Wet <strong>de</strong>r Tien Gebo<strong>de</strong>n niet on<strong>de</strong>r rekenen. Die is geschreven op<br />

stenen tafelen; dus ook <strong>het</strong> vier<strong>de</strong> Gebod. Ook <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r Profeten, door<br />

<strong>God</strong>s Geest ingegeven, zijn onveran<strong>de</strong>rlijk. Bij ongehoorzaamheid zal <strong>de</strong><br />

HEERE <strong>God</strong> zeker straffen. Hij heeft dit ook meermalen ged<strong>aan</strong>. We <strong>de</strong>nken dan<br />

allereerst <strong>aan</strong> <strong>de</strong> veertig jaren in <strong>de</strong> woestijn en <strong>de</strong> zeventig jaren in Babel. Maar<br />

dit alles doet <strong>aan</strong> <strong>God</strong>s beloften niets af. Hij vervult al Zijn beloften en zal dit<br />

ook nu doen. We lezen zeer opmerkelijk in Psalm 89:30-36 (waar <strong>het</strong> over David<br />

gaat):<br />

“En Ik zal zijn zaad in eeuwigheid zetten, en zijn troon als <strong>de</strong> dagen <strong>de</strong>r<br />

hemelen. Indien zijn kin<strong>de</strong>ren Mijn Wet verlaten, en in Mijn rechten niet<br />

wan<strong>de</strong>len; indien zij Mijn inzettingen ontheiligen, en Mijn gebo<strong>de</strong>n niet hou<strong>de</strong>n;<br />

zo zal Ik hun overtreding met <strong>de</strong> roe<strong>de</strong> bezoeken, en hun ongerechtigheid met<br />

plagen. Maar Mijn goe<strong>de</strong>rtierenheid zal Ik <strong>van</strong> hem niet wegnemen, en in Mijn<br />

9<br />

getrouwheid niet feilen. Ik zal Mijn Verbond niet ontheiligen, en <strong>het</strong>geen uit Mijn<br />

lippen geg<strong>aan</strong> is, zal Ik niet veran<strong>de</strong>ren. Ik heb eens gezworen bij Mijn<br />

heiligheid: Zo Ik <strong>aan</strong> David lieg!”<br />

Als <strong>de</strong> HEERE Zijn volk straft, is daar altijd re<strong>de</strong>n voor. Hij doet dit nooit<br />

zomaar. Als Hij <strong>de</strong> tien stammen laat wegvoeren en ver<strong>de</strong>r ook laat verstrooien<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> volken, dan is dit ook na vele waarschuwingen om hun afgo<strong>de</strong>ndienst;<br />

dit ligt bij <strong>de</strong> HEERE heel teer.<br />

Michaël staat op over Israël<br />

Als Hij in <strong>het</strong> jaar 70 <strong>het</strong> Joodse volk <strong>aan</strong> <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>n Titus overgeeft, Stad en<br />

Tempel laat verwoesten en zo <strong>het</strong> overige <strong>de</strong>el on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> volken verstrooit, dan<br />

ligt daar dui<strong>de</strong>lijk een zeer grote zon<strong>de</strong> <strong>aan</strong> ten grondslag. Na alles wat we uit <strong>de</strong><br />

Schrift hebben genoemd over <strong>de</strong>ze Priester-Koning, lijkt <strong>het</strong> mij niet nodig <strong>de</strong>ze<br />

zon<strong>de</strong> te noemen. Tegenover <strong>het</strong> zware lij<strong>de</strong>n dat uw volk <strong>de</strong>ze negentien<br />

eeuwen heeft on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n, staat toch weer ‘s HEEREN trouw dat uw volk niet<br />

is on<strong>de</strong>rgeg<strong>aan</strong> noch opgelost on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> volken. Ook hierin wordt <strong>het</strong><br />

bovengenoem<strong>de</strong> uit Psalm 89 weer bevestigd. Als ik zie op <strong>het</strong> zware lij<strong>de</strong>n wat<br />

on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n is in <strong>de</strong> jaren 1938-1945, en <strong>de</strong> daarop gevolg<strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Staat Israël, dan moet ik toch wel <strong>de</strong>nken <strong>aan</strong> <strong>het</strong>geen we lezen in Daniël 12:1:<br />

“En in die tijd zal Michaël opst<strong>aan</strong>, die grote vorst, die voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren uws<br />

volks staat, als <strong>het</strong> [zulk] een tijd <strong>de</strong>r benauwdheid zijn zal, als er niet geweest<br />

is, sinds dat er een volk geweest is, tot op dien tijd toe; en in die tijd zal uw volk<br />

verlost wor<strong>de</strong>n, al wie gevon<strong>de</strong>n wordt geschreven te zijn in <strong>het</strong> boek.”<br />

Voor zover ik kan zien, zijn hier twee zaken <strong>aan</strong> <strong>de</strong> or<strong>de</strong>:<br />

1. Michaël, <strong>de</strong> aartsengel, staat op na <strong>het</strong> grootste lij<strong>de</strong>n, en zo mag <strong>de</strong> Staat<br />

Israël herrijzen (1948).<br />

2. Het volk wordt verlost <strong>van</strong> alle vijan<strong>de</strong>n.<br />

Dit laatste moet nog plaatsvin<strong>de</strong>n. We lezen hierover in Zacharía 14. Daar staat<br />

in mijn Bijbel als opschrift boven: “Won<strong>de</strong>rbare redding en verhoging <strong>van</strong><br />

Jeruzalem.” Dit is <strong>de</strong> laatste crisis voor Israël. Het zal een crisis zijn met een<br />

won<strong>de</strong>rlijke afloop. De stad wordt wel ingenomen en geplun<strong>de</strong>rd, maar alles wat<br />

geroofd is, wordt ook in Jeruzalem weer uitge<strong>de</strong>eld. Nu is <strong>het</strong> zeer opmerkelijk<br />

wat we lezen in <strong>de</strong> Septuaginta, dat is <strong>de</strong> Griekse Overzetting <strong>van</strong> <strong>het</strong> Woord <strong>de</strong>s<br />

HEEREN. Daar staat niet in Zacharía 14:2 “<strong>de</strong> stad zal ingenomen wor<strong>de</strong>n”,<br />

maar daar lezen we: “De stad zal uitgedorst wor<strong>de</strong>n.” Dat is zeer opmerkelijk;<br />

<strong>het</strong> wil eigenlijk zoveel zeggen als: alles wat er niet in hoort, zal <strong>de</strong> HEERE eruit<br />

10


sl<strong>aan</strong>. Dit is een ernstig woord, wat ons wel tot na<strong>de</strong>nken moet brengen. We<br />

g<strong>aan</strong> nu weer naar <strong>het</strong> slot <strong>van</strong> Daniël 12:1. Daar lezen we: “En in die tijd zal uw<br />

volk verlost wor<strong>de</strong>n, al wie gevon<strong>de</strong>n wordt geschreven te zijn in <strong>het</strong> boek.”<br />

Als we nu eens zien naar Jeruzalem met alles wat in haar is wat toch niets met <strong>de</strong><br />

<strong>God</strong> <strong>van</strong> Israël heeft te maken, dan wordt hier <strong>de</strong> belofte gegeven dat Hij <strong>het</strong><br />

eruit zal sl<strong>aan</strong>. Maar ook on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> volk zelf zal <strong>de</strong> HEERE een zuivering<br />

hou<strong>de</strong>n. Hij zal <strong>van</strong> <strong>het</strong> volk verlossen <strong>de</strong>genen die gevon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

geschreven te zijn in <strong>het</strong> boek. Dit moet ons toch wel tot na<strong>de</strong>nken zetten. Wat<br />

wordt daarmee nu bedoeld? We lezen in Exodus 32:32 ook over dit boek. Als <strong>het</strong><br />

volk <strong>van</strong> Israël heeft gezondigd, dan zegt Mozes tegen <strong>de</strong> HEERE: “Nu dan,<br />

indien Gij hun zon<strong>de</strong>n vergeven zult! doch zo niet, zo <strong>de</strong>lg mij nu uit Uw boek,<br />

<strong>het</strong>welk Gij geschreven hebt.”<br />

Jozef als type <strong>van</strong> <strong>de</strong> Priester-Koning<br />

Het boek waarover hier wordt gesproken, is <strong>het</strong> boek <strong>de</strong>s levens. Daarin wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> werken geschreven <strong>van</strong> <strong>de</strong>genen die <strong>de</strong> HEERE op Zijn Woord geloven en<br />

vervolgens ook Zijn Wet uit lief<strong>de</strong> hou<strong>de</strong>n. Deze werken wor<strong>de</strong>n eenmaal door<br />

<strong>God</strong> beloond. Mozes wil <strong>de</strong>snoods <strong>de</strong>ze beloning verliezen om <strong>het</strong> volk te<br />

ontzien. Wij kunnen zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vergeving <strong>de</strong>r zon<strong>de</strong>n niet voor <strong>God</strong> best<strong>aan</strong>. De<br />

va<strong>de</strong>ren hebben door <strong>het</strong> geloof <strong>aan</strong> <strong>God</strong>s beloften hun offeran<strong>de</strong>n gebracht,<br />

zien<strong>de</strong> op <strong>de</strong> beloof<strong>de</strong> Priester-Koning. Zo alleen is er voor ons ook verwachting<br />

voor <strong>de</strong> toekomst. Hij Die <strong>de</strong> Priester is, zal ook <strong>de</strong> Koning zijn. Zover is <strong>het</strong> nog<br />

niet, maar ik mag, ja ik moet u <strong>van</strong> <strong>God</strong>swege verkondigen dat <strong>de</strong>ze Koning<br />

komt. Hij is <strong>het</strong> ook alleen Die u hier weer doet wonen en Zijn won<strong>de</strong>ren in uw<br />

mid<strong>de</strong>n doet. Terwijl ik dit schrijf, moet ik <strong>de</strong>nken <strong>aan</strong> <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> Jozef<br />

in Egypte; zijn broe<strong>de</strong>rs wer<strong>de</strong>n door hem gezegend voordat zij hem ken<strong>de</strong>n. Zo<br />

is <strong>het</strong> ook nu. We lezen in Genesis 42:8: “Jozef dan ken<strong>de</strong> zijn broe<strong>de</strong>rs; maar<br />

zij ken<strong>de</strong>n hem niet.”<br />

Het was voor hen geheel onbegrijpelijk hoe <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkoning <strong>van</strong> Egypte met hen<br />

han<strong>de</strong>l<strong>de</strong>. Aan <strong>de</strong> ene kant was hij streng, maar <strong>aan</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant kon<strong>de</strong>n zij<br />

zijn mildheid niet begrijpen. Dit was zowel met <strong>de</strong> eerste als met <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> reis<br />

naar Egypte. Het werd eigenlijk steeds won<strong>de</strong>rlijker en onbegrijpelijker, totdat<br />

Jozef zich niet meer bedwingen kon en zich wenen<strong>de</strong> <strong>aan</strong> zijn broe<strong>de</strong>rs bekend<br />

maakt, zeggen<strong>de</strong>: “Ik ben Jozef! leeft mijn va<strong>de</strong>r nog?” en: “Ik ben Jozef uw<br />

broe<strong>de</strong>r, die gij naar Egypte verkocht hebt.”<br />

Zo was Jozef een type <strong>van</strong> <strong>de</strong> Priester-Koning. Wat <strong>de</strong> broers <strong>van</strong> Jozef<br />

on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n, dat on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n <strong>de</strong> twaalf stammen <strong>van</strong> Israël in <strong>de</strong> verstrooiing<br />

11<br />

tot op <strong>de</strong> dag <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag. Bijzon<strong>de</strong>r is dat <strong>het</strong> geval met <strong>de</strong> stam <strong>van</strong> Juda, <strong>de</strong><br />

Jo<strong>de</strong>n. Daar<strong>van</strong> lezen we in Zacharía 12:7: “En <strong>de</strong> HEERE zal <strong>de</strong> tenten <strong>van</strong><br />

Juda ten voorste behou<strong>de</strong>n, opdat <strong>de</strong> heerlijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> huis <strong>van</strong> David, en <strong>de</strong><br />

heerlijkheid <strong>de</strong>r inwoners <strong>van</strong> Jeruzalem, zich niet verheffe tegen Juda.”<br />

De heerlijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> koningshuis <strong>van</strong> David wordt hersteld en ook <strong>de</strong><br />

heerlijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad Jeruzalem. Dat houdt ook <strong>het</strong> herstel <strong>van</strong> alle twaalf<br />

stammen <strong>van</strong> Israël in. Maar nu is <strong>het</strong> <strong>God</strong>s voorzienig bestel dat Hij begint met<br />

<strong>de</strong> stam <strong>van</strong> Juda (<strong>het</strong> Joodse volk). Waarom is dat? Stel, dat eerst <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

stammen verzameld en teruggebracht wer<strong>de</strong>n, dan zou<strong>de</strong>n ze zich kunnen<br />

verheffen tegen Juda en zeggen: jullie hebben <strong>de</strong> Priester-Koning om laten<br />

brengen, voor jullie is hier geen plaats meer. Nee, zo han<strong>de</strong>lt <strong>de</strong> HEERE niet.<br />

We lezen <strong>van</strong> Jozef dat hij Simeon liet bin<strong>de</strong>n; niet om hem te do<strong>de</strong>n, maar hij<br />

moest wel voelen wat hij ged<strong>aan</strong> had. Men <strong>de</strong>nkt algemeen dat hij <strong>de</strong> <strong>aan</strong>voer<strong>de</strong>r<br />

is geweest om Jozef naar Egypte te verkopen. Maar dan lezen we weer zo<br />

opmerkelijk <strong>van</strong> Jozef, dat hij tegen zijn broe<strong>de</strong>rs zegt: “Gijlie<strong>de</strong>n wel, gij hebt<br />

kwaad tegen mij gedacht; [doch] <strong>God</strong> heeft dat ten goe<strong>de</strong> gedacht; opdat Hij<br />

<strong>de</strong>ed, gelijk <strong>het</strong> te <strong>de</strong>ze dage is, om een groot volk in <strong>het</strong> leven te behou<strong>de</strong>n”,<br />

Genesis 50:20.<br />

“Te dien dage…”<br />

Zo is <strong>het</strong> ook met <strong>de</strong>ze Priester-Koning. Dit Lam moest geslacht wor<strong>de</strong>n,<br />

overeenkomstig Jesaja 53. Dit alles moest geschie<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> <strong>God</strong>. Zo<br />

alleen kon er verzoening <strong>van</strong> <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n komen. Maar dat wil niet zeggen dat<br />

<strong>de</strong>genen die daar een <strong>aan</strong><strong>de</strong>el in hebben, onschuldig zijn. Ze hebben, net als<br />

Simeon en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re broe<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> Jozef, wel moeten voelen wat ze ged<strong>aan</strong><br />

hebben. De geschie<strong>de</strong>nis is voldoen<strong>de</strong> bekend. Wat <strong>de</strong> volken <strong>het</strong> Joodse volk<br />

heeft <strong>aan</strong>ged<strong>aan</strong>, is verschrikkelijk geweest; ook <strong>het</strong>geen in <strong>de</strong>zen geschied is<br />

met <strong>de</strong> naam <strong>van</strong> <strong>de</strong> Priester-Koning in <strong>het</strong> v<strong>aan</strong><strong>de</strong>l. In werkelijkheid was en is<br />

dit nog steeds <strong>de</strong> grootste vijand in <strong>het</strong> Christendom en <strong>van</strong> Israël. Daarin wordt<br />

<strong>de</strong> lief<strong>de</strong> <strong>van</strong> Jozef tot zijn broe<strong>de</strong>rs gemist, en zo ook <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

Priester-Koning tot Zijn volk. Alles wat <strong>de</strong> hei<strong>de</strong>nen Israël hebben <strong>aan</strong>ged<strong>aan</strong>,<br />

ook <strong>het</strong> hei<strong>de</strong>nse Christendom - Rome, <strong>het</strong> Babel <strong>van</strong> onze tijd - zal <strong>de</strong> HEERE,<br />

<strong>de</strong> <strong>God</strong> <strong>van</strong> Israël, bezoeken. Hij zal dit alles ver<strong>de</strong>rven. We lezen dan ook in <strong>het</strong><br />

vervolg <strong>van</strong> Zacharía 12:9: “En <strong>het</strong> zal te dien dage geschie<strong>de</strong>n, dat Ik zal<br />

zoeken te ver<strong>de</strong>rven alle Hei<strong>de</strong>nen, die tegen Jeruzalem <strong>aan</strong>komen.”<br />

Hier stelt <strong>de</strong> profeet dus dat er een tijd zal komen dat <strong>de</strong> rollen zullen omkeren.<br />

We komen dit steeds tegen in dit hoofdstuk: “Te dien dage.” We zijn als <strong>het</strong><br />

12


ware al in <strong>de</strong>ze tijd; <strong>de</strong> rollen zijn al <strong>aan</strong> <strong>het</strong> omkeren. Als dit niet zo was, dan<br />

was ook <strong>de</strong> Staat Israël niet herrezen. “Te dien dage, spreekt <strong>de</strong> HEERE, zal Ik<br />

alle paar<strong>de</strong>n met schuwheid sl<strong>aan</strong>, en hun ruiters met zinneloosheid; maar over<br />

<strong>het</strong> huis <strong>van</strong> Juda zal Ik Mijn ogen openen, en alle paar<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r volken zal Ik met<br />

blindheid sl<strong>aan</strong>”, Zacharía 12:4.<br />

Al staat Israël geheel alleen en al zou<strong>de</strong>n alle machten <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> zich verenigen<br />

tegen Israël, dan nog is Israël sterker, omdat zij een <strong>God</strong> heeft. Vandaar ook is<br />

Israël <strong>het</strong> grootste probleem bij <strong>de</strong> volken. Dat lezen we in vers 3:<br />

“En <strong>het</strong> zal te dien dage geschie<strong>de</strong>n, dat Ik Jeruzalem stellen zal tot een lastige<br />

steen alle volken; allen, die zich daarmee bela<strong>de</strong>n, zullen gewis doorsne<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n; en al <strong>de</strong> volken <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> zullen zich tegen haar verzamelen.”<br />

Er zal bij <strong>de</strong> volken verharding en blindheid wezen, want zij moeten toch<br />

doorg<strong>aan</strong>. Ondanks <strong>de</strong> bewijzen <strong>van</strong> <strong>God</strong>s almacht jegens Israël, zullen zij toch<br />

menen Israël te kunnen vernietigen, net als eenmaal Farao in Egypte. Nu komt<br />

<strong>het</strong> er wel op <strong>aan</strong> dat Israël op zijn <strong>God</strong> vertrouwt, en leeft uit <strong>de</strong> beloften <strong>de</strong>s<br />

Heeren, <strong>de</strong> <strong>God</strong> <strong>van</strong> Israël. Zij mogen allerminst iets <strong>van</strong> <strong>het</strong> land dat <strong>de</strong> HEERE<br />

reeds <strong>aan</strong> Abraham had gegeven, afst<strong>aan</strong> in ruil voor vre<strong>de</strong>. Zij mogen ook met<br />

<strong>de</strong> bouw <strong>van</strong> huizen niet stoppen om <strong>de</strong> tegenstan<strong>de</strong>rs te bevredigen, want <strong>het</strong><br />

zal bij <strong>de</strong>ze eis niet blijven. Israël moet volledig leren leven uit <strong>het</strong> profetisch<br />

Woord; daarin alleen ligt Israëls toekomst. We hebben reeds gesproken over <strong>de</strong><br />

Priester-Koning. Deze is voor alle volken, maar allereerst voor Israël. In Hem<br />

ligt een geweldige toekomst besloten. Daarom ook vraagt Hij toegang tot ons<br />

hart en ons volksleven.<br />

<strong>Een</strong> geweldige <strong>boodschap</strong> voor Israël<br />

De HEERE <strong>God</strong> heeft Israël verkoren om door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> dat volk alle volken<br />

on<strong>de</strong>r Zijn heerschappij te brengen. Hij gaf <strong>de</strong>ze Priester-Koning tot verzoening<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n, an<strong>de</strong>rs was dit niet mogelijk. Door Hem zal Hij <strong>de</strong> ganse<br />

schepping herstellen; daar eindigen ook <strong>de</strong> Profeten mee. Tegenover <strong>de</strong><br />

verharding en verblinding <strong>de</strong>r volken, <strong>de</strong> vijan<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Israël, dient er dan wel bij<br />

Israël verootmoediging en bekering te wezen. Dat hebben we een ie<strong>de</strong>r<br />

persoonlijk ook nodig, maar Israël als volk wel heel bijzon<strong>de</strong>r. Gelukkig lezen<br />

we daar ook <strong>van</strong> in Zacharía 12. We lezen in vers 10: “Doch over <strong>het</strong> huis<br />

Davids, en over <strong>de</strong> inwoners <strong>van</strong> Jeruzalem, zal Ik uitstorten <strong>de</strong> Geest <strong>de</strong>r<br />

gena<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r gebe<strong>de</strong>n; en zij zullen Mij <strong>aan</strong>schouwen, Dien zij doorstoken<br />

hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als [met] <strong>de</strong> rouwklage over een<br />

enige zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt<br />

over een eerstgeborene.”<br />

13<br />

In <strong>de</strong>ze Schriftwoor<strong>de</strong>n zit een geweldige <strong>boodschap</strong>. Ten eerste: terwijl alle<br />

volken met blindheid wor<strong>de</strong>n geslagen, wor<strong>de</strong>n bij Israël <strong>de</strong> ogen geopend,<br />

mogen zij alles recht g<strong>aan</strong> zien. Dit is een grote zegen <strong>van</strong> <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong>. Dan<br />

wor<strong>de</strong>n we verlost <strong>van</strong> <strong>de</strong> enge gedachten <strong>van</strong> onszelf en g<strong>aan</strong> we iets verst<strong>aan</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ruimte die er in <strong>de</strong> Heilige Schrift is. We dachten <strong>het</strong> te weten, maar<br />

mogen opeens ont<strong>de</strong>kken dat alles veel ruimer en rijker is. Het is alsof er een<br />

nevel optrekt.<br />

Ten twee<strong>de</strong> brengt dit on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> volk een grote rouwklacht teweeg; een bitter<br />

geween. Dan zijn we niet meer <strong>het</strong> volk dat <strong>het</strong> allang wist, dat vasthoudt <strong>aan</strong><br />

jarenlange tradities, maar dan moeten we geleerd en on<strong>de</strong>rwezen wor<strong>de</strong>n. Dan<br />

leren we <strong>het</strong> ook dat wij met al onze wetsbetrachting niet <strong>aan</strong> <strong>God</strong>s eis kunnen<br />

voldoen. Daarom ook zagen onze va<strong>de</strong>ren <strong>van</strong>af <strong>het</strong> begin <strong>de</strong>r wereld, door <strong>het</strong><br />

geloof, op <strong>de</strong> Beloof<strong>de</strong> die komen zou. En zo hebben ook <strong>de</strong> gelovigen zich<br />

bijzon<strong>de</strong>r verheugd toen <strong>de</strong>ze beloof<strong>de</strong> Priester-Koning door <strong>de</strong> Geest werd<br />

<strong>aan</strong>gekondigd.<br />

En nu laat <strong>de</strong> Geest <strong>van</strong> <strong>God</strong> verkondigen dat <strong>de</strong> tijd is <strong>aan</strong>gebroken dat <strong>de</strong>ze<br />

Koning <strong>van</strong> Israël komt. De HEERE, <strong>de</strong> <strong>God</strong> <strong>van</strong> Israël, heeft mij tot u gezon<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong>ze <strong>boodschap</strong> <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> Heilige Schrift, waaron<strong>de</strong>r Jesaja 53 en an<strong>de</strong>re<br />

genoem<strong>de</strong> Schriftplaatsen. Maar bijzon<strong>de</strong>r mag ik dan wijzen op <strong>het</strong><br />

bovengenoem<strong>de</strong> Zacharía 12:10. Dan kan, dan mag ik niet zwijgen over Jezus,<br />

<strong>de</strong> Zoon <strong>van</strong> <strong>de</strong> maagd Maria uit <strong>het</strong> geslacht <strong>van</strong> David. De engel Gabriël zei tot<br />

haar: “Vrees niet Maria, want gij hebt gena<strong>de</strong> bij <strong>God</strong> gevon<strong>de</strong>n. En zie, gij zult<br />

bevrucht wor<strong>de</strong>n, en een Zoon baren, en zult Zijn naam <strong>het</strong>en JEZUS. Deze zal<br />

groot zijn, en <strong>de</strong> Zoon <strong>van</strong> <strong>de</strong> Allerhoogste genaamd wor<strong>de</strong>n; en <strong>God</strong>, <strong>de</strong><br />

HEERE, zal Hem <strong>de</strong> troon <strong>van</strong> Zijn va<strong>de</strong>r David geven. En Hij zal over <strong>het</strong> huis<br />

Jakobs Koning zijn in <strong>de</strong>r eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen ein<strong>de</strong> zijn”,<br />

Lukas 1:30-33.<br />

Nu weet ik dat <strong>de</strong>ze Schriften, die wij <strong>de</strong> Boeken <strong>van</strong> <strong>het</strong> Nieuwe Testament<br />

noemen, bij u geen <strong>God</strong><strong>de</strong>lijk gezag hebben. Maar <strong>het</strong> is toch wel opmerkelijk<br />

dat alles wat <strong>de</strong>ze JEZUS ged<strong>aan</strong>, gesproken en on<strong>de</strong>rg<strong>aan</strong> heeft, in <strong>de</strong> boeken<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet, <strong>de</strong> Profeten en <strong>de</strong> Psalmen is terug te vin<strong>de</strong>n. Wij noemen dit <strong>de</strong><br />

Boeken <strong>van</strong> <strong>het</strong> Ou<strong>de</strong> Testament. Deze twee Testamenten zijn één geheel. Het<br />

blijkt ook dui<strong>de</strong>lijk dat zij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> geest a<strong>de</strong>men.<br />

14


Jezus zoekt <strong>het</strong> goe<strong>de</strong> voor Jeruzalem<br />

Nu kom ik <strong>het</strong> in <strong>de</strong> Christelijke Gemeente herhaal<strong>de</strong>lijk tegen dat men <strong>de</strong>nkt dat<br />

met <strong>de</strong> komst <strong>van</strong> Jezus, <strong>de</strong> Gezalf<strong>de</strong>, alle beloften <strong>van</strong> <strong>de</strong> Profeten zijn vervuld.<br />

Dat is <strong>van</strong>zelf een grote dwaling, die zo diep verankerd is dat men er niet <strong>van</strong><br />

kan loskomen. Al veel jaren heb ik daar strijd tegen gevoerd, maar men kan dit<br />

i<strong>de</strong>e niet loslaten. Vandaar ook weet men eigenlijk met Israël geen raad. Men<br />

gaat er nog steeds <strong>van</strong>uit dat met <strong>de</strong> terugkomst <strong>van</strong> <strong>de</strong> Messias Jezus, <strong>de</strong> wereld<br />

geheel verbrandt en <strong>de</strong> tijd ophoudt. Eigenlijk is dit volkomen anti-christelijk;<br />

Jezus en Zijn discipelen hebben <strong>het</strong> tegen<strong>de</strong>el geleerd. Het is dan ook volkomen<br />

verkeerd om <strong>de</strong> Naam <strong>van</strong> Jezus te noemen los <strong>van</strong> <strong>het</strong> profetisch Woord. Zo is<br />

<strong>het</strong> ook verkeerd om een profetische verwachting te hebben los <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

Priester-Koning. Bij <strong>het</strong> eerste laten we een groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Schrift ongebruikt,<br />

en missen we <strong>de</strong> profetische verwachting. Als we daarentegen <strong>de</strong> Profeten<br />

geloven maar <strong>de</strong>ze Priester-Koning niet achten, komen we met onze verwachting<br />

bedrogen uit, tenzij we beleven wat we noem<strong>de</strong>n uit Zacharía 12:10.<br />

Eén ding moeten we goed vasthou<strong>de</strong>n: buiten <strong>de</strong>ze Priester-Koning is er geen<br />

verzoening met <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> mogelijk. Hij heeft Hem ter verzoening<br />

gegeven; daar kunnen onze offers niet <strong>aan</strong> tippen. David verstond dit reeds goed,<br />

en liet Hem profetisch spreken in Psalm 40:<br />

“Gij hebt geen lust gehad <strong>aan</strong> slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt Mij <strong>de</strong> oren<br />

doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geëist. Toen zei Ik: Zie Ik kom;<br />

in <strong>de</strong> rol <strong>de</strong>s boeks is <strong>van</strong> Mij geschreven. Ik heb lust, o Mijn <strong>God</strong>! om Uw<br />

welbehagen te doen; en Uw Wet is in <strong>het</strong> binnenste <strong>van</strong> Mij.”<br />

Als u mij vraagt: weet u nog iemand die <strong>het</strong> goe<strong>de</strong> voor Jeruzalem zoekt? Dan<br />

moet ik antwoor<strong>de</strong>n: ja! Dat is <strong>de</strong>ze Priester-Koning! Hij heeft Zichzelf gegeven<br />

tot in <strong>de</strong> dood voor onze zon<strong>de</strong>n! Hij was <strong>God</strong> en Mens in één Persoon! Door<br />

één mens kwam eenmaal <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> in <strong>de</strong> wereld en zijn we allen zondaren in aard<br />

en praktijk; schuldig bij <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong>. Door <strong>de</strong>ze Mens, <strong>de</strong> Priester-Koning,<br />

komt Zijn verzoening over alle mensen voor zover zij Hem <strong>aan</strong>nemen. Ja er is<br />

verzoening voor <strong>de</strong> gehele schepping; verlossing <strong>van</strong> <strong>de</strong> vloek <strong>de</strong>r zon<strong>de</strong>. Dit<br />

moeten we goed beseffen: buiten <strong>de</strong>ze Priester-Koning is er geen verzoening met<br />

<strong>de</strong> HEERE, noch verlossing <strong>van</strong> ons. Dit móet ik u zeggen.<br />

Reeds bij <strong>het</strong> begin heb ik gezegd, dat <strong>de</strong> HEERE mij in 1943 krachtig riep met<br />

<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n uit Jesaja 41:15: “Ziet, Ik heb u tot een scherpe nieuwe dorssle<strong>de</strong><br />

gesteld, die scherpe pinnen heeft.” Daarom moet ik steeds <strong>de</strong> zaken zwart-wit<br />

15<br />

stellen. Zo kom ik dan nu met <strong>de</strong>ze <strong>boodschap</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> tot u. Uit<br />

<strong>de</strong>ze laatste zin wil ik drie zaken on<strong>de</strong>rstrepen.<br />

Ten eerste: <strong>het</strong> is geen <strong>boodschap</strong> <strong>van</strong> mijzelf, maar <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>God</strong> <strong>van</strong> Israël, Die<br />

ons tot een volk gemaakt heeft en na alle verstrooiing ons weer gaat herenigen.<br />

Alles wat ik verhaald heb, kunt u in <strong>de</strong> Bijbel lezen. Deze <strong>boodschap</strong> heb ik niet<br />

uitgedacht, maar is mij opgelegd.<br />

Ten twee<strong>de</strong>: met <strong>de</strong>ze <strong>boodschap</strong> ben ik tot u gezon<strong>de</strong>n. Dat ik hier in Israël ben,<br />

daar is ook niets <strong>van</strong> mij bij. Het is weer <strong>de</strong> <strong>God</strong> <strong>van</strong> Israël, Die mij bereidwillig<br />

heeft gemaakt. Alle bezwaren die ik maakte, heeft Hij weggenomen.<br />

Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong>: dat <strong>de</strong>ze <strong>boodschap</strong> u nu gebracht wordt, heeft ook zijn betekenis.<br />

Het blijkt niet alleen <strong>God</strong>s raad en plan, maar ook <strong>God</strong>s tijd te zijn. Het “Te dien<br />

dage” uit Zacharía 12 is <strong>aan</strong>gebroken. Ook lezen we in Zacharía 14: “De stad<br />

Jeruzalem zal wor<strong>de</strong>n uitgedorst.” Zijn we dan koren of kaf? Het mag ons tot<br />

troost zijn dat <strong>de</strong> HEERE ons Zelf zegt: “Ik zal uitstorten <strong>de</strong> Geest <strong>de</strong>r gena<strong>de</strong><br />

en <strong>de</strong>r gebe<strong>de</strong>n”, en <strong>het</strong> gevolg zal zijn dat alle geslachten <strong>van</strong> Israël zullen<br />

rouwklagen.<br />

Buiten <strong>de</strong> Priester-Koning geen verzoening<br />

Het zijn steeds onze zon<strong>de</strong>n die een scheiding met <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> teweeg<br />

brengen. Het is ook <strong>de</strong> Geest <strong>de</strong>r gena<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r gebe<strong>de</strong>n die ons verootmoedigt<br />

en doet rouwklagen. Zo wor<strong>de</strong>n onze ogen weer geopend voor <strong>God</strong>s weg. We<br />

zien Hem Die we hebben doorstoken. Als we <strong>het</strong> geheel <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>boodschap</strong><br />

overzien, dan moeten we zeggen: <strong>het</strong> Verbond <strong>van</strong> <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> met Abram,<br />

Genesis 15, met Israël dus, staat nog lijnrecht overeind, ondanks alle zon<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

onze kant; maar <strong>het</strong> Verbond kan in <strong>de</strong>ze weg niet verwezenlijkt wor<strong>de</strong>n. Toch is<br />

<strong>het</strong> opmerkelijk dat <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> <strong>van</strong> Israël me<strong>de</strong> lijkt opgenomen te zijn in <strong>God</strong>s<br />

plan. De Amorieten moesten eerst <strong>de</strong> maat <strong>van</strong> <strong>de</strong> ongerechtigheid vol maken,<br />

dan pas mocht Israël <strong>het</strong> land in bezit nemen, Genesis 15:16. Als later <strong>de</strong><br />

Israëlieten Mozes afwijzen en hij veertig jaren in <strong>de</strong> woestijn moet verkeren, en<br />

daarna Israël door ongeloof <strong>het</strong> land Kanaän niet binnen wil en ook weer veertig<br />

jaren in <strong>de</strong> woestijn moet verkeren, dan maken <strong>de</strong> volken in Kanaän in die tijd <strong>de</strong><br />

maat <strong>de</strong>r ongerechtigheid vol.<br />

Zo is <strong>het</strong> ook met <strong>het</strong> afwijzen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze Priester-Koning door Israël en <strong>de</strong><br />

eeuwenlange omzwerving on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> volken <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong>. Dit heeft <strong>God</strong>s Raad<br />

vervuld en <strong>de</strong> tijd volgemaakt die <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> heeft bestemd tot volle<br />

ontplooiing <strong>van</strong> Zijn Verbond met Israël. Nu gaat <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> ook afrekenen<br />

met <strong>de</strong> volken <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong>, zoals Hij <strong>het</strong> eenmaal <strong>de</strong>ed met <strong>het</strong> Babel <strong>de</strong>r Oudheid.<br />

Het anti-christelijke Babel <strong>van</strong> onze tijd dat on<strong>de</strong>r <strong>het</strong> v<strong>aan</strong><strong>de</strong>l <strong>van</strong> ‘Christus’ <strong>het</strong><br />

16


volk <strong>de</strong>s HEEREN heeft vermoord, zal geheel te gron<strong>de</strong> g<strong>aan</strong>. De zon<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

Israël kunnen wel vertragend werken, maar nooit <strong>God</strong>s plan verij<strong>de</strong>len. Dit alles<br />

heeft Jezus <strong>de</strong> Messias ook bevestigd, maar helaas zijn <strong>de</strong>genen die Zijn Naam<br />

dragen, <strong>van</strong> dit Verbond afgeweken; <strong>de</strong> profetische verwachting is geheel<br />

verloren geg<strong>aan</strong>. Zo is <strong>het</strong> Christendom een anti-Christendom gewor<strong>de</strong>n. Men<br />

heeft alzo Jezus <strong>de</strong> Messias <strong>van</strong> Zijn volk losgemaakt, en Zijn Koninkrijk <strong>van</strong><br />

Israël gestolen. Hij, Die eenmaal <strong>de</strong> allergrootste en volmaaktste lief<strong>de</strong> tot Zijn<br />

volk heeft getoond, heeft men als een vijand en ver<strong>de</strong>lger <strong>van</strong> Zijn volk<br />

voorgesteld. Heb je <strong>het</strong> ooit zo zout gegeten! Hij, Die Zijn bloed gaf voor Zijn<br />

volk tot vergeving <strong>de</strong>r zon<strong>de</strong>n, en <strong>het</strong> ook uitriep: “Va<strong>de</strong>r, vergeef <strong>het</strong> hun; want<br />

zij weten niet wat ze doen”, Lukas 23:34, Deze heeft men geheel losgemaakt <strong>van</strong><br />

Zijn volk; ook geheel losgemaakt <strong>van</strong> <strong>het</strong> profetisch Woord. In plaats dat men<br />

ziet dat door <strong>de</strong>ze Verzoening <strong>het</strong> Verbond bevestigd is in Zijn bloed en dat in<br />

<strong>de</strong>ze weg alle beloften voor Israël en <strong>de</strong> volken zullen wor<strong>de</strong>n vervuld, is men<br />

g<strong>aan</strong> stellen dat in Jezus <strong>de</strong> Messias alles is vervuld; alsof <strong>God</strong> <strong>de</strong> HEERE ten<br />

opzichte <strong>van</strong> Israël veran<strong>de</strong>rd is. Neen, zo is <strong>het</strong> niet! Als Asaf in Psalm 77 maar<br />

enigszins in die richting <strong>de</strong>nkt, dan roept hij <strong>het</strong> uit: “Dit krenkt mij: Dat <strong>de</strong><br />

rechterhand <strong>de</strong>s Allerhoogsten veran<strong>de</strong>rt.”<br />

Als <strong>God</strong> zou veran<strong>de</strong>ren en Zijn Woor<strong>de</strong>n niet letterlijk genomen kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n, wat hebben we dan nog <strong>aan</strong> <strong>het</strong> Woord <strong>God</strong>s? Toen <strong>de</strong> Heilige Geest<br />

mijn ogen voor dit alles open<strong>de</strong> en ik dit door woord en geschrift ook ging<br />

bekendmaken, ben ik in <strong>het</strong> Christendom wel op <strong>het</strong> anti-christelijke gestoten.<br />

Nu kan ik ook enigszins begrijpen dat er bij u een afstand is tot dit Christendom;<br />

nu zeg ik dit nog met zachte woor<strong>de</strong>n. Het Christendom waar ik uit kom, of beter<br />

gezegd, waar ik uitgestoten ben, heeft geen gezicht op <strong>het</strong> profetisch Woord<br />

noch op <strong>het</strong> Koninkrijk <strong>God</strong>s. In <strong>de</strong> Reformatie <strong>de</strong>r 16e eeuw, al eer<strong>de</strong>r<br />

genoemd, zijn we nog niet <strong>van</strong> àl <strong>het</strong> anti-christelijke verlost. Maar nu blijkt dat<br />

men ook niet ver<strong>de</strong>r verlost wil wor<strong>de</strong>n. Men is eer<strong>de</strong>r genegen om weer met <strong>de</strong><br />

antichrist (Rome) om <strong>de</strong> tafel te g<strong>aan</strong> zitten dan dat men luistert naar een<br />

<strong>boodschap</strong> <strong>van</strong> <strong>God</strong>. Er is dui<strong>de</strong>lijk in dit alles een verblinding. Dat is heel erg,<br />

want daardoor zien we <strong>de</strong> rechte weg niet meer.<br />

Ondanks alle tegenstand werkt <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> Zijn Raad en plan uit. Hij houdt<br />

Zijn Verbond en zal dat ook waarmaken. Maar laten we dit goed vasthou<strong>de</strong>n:<br />

buiten <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> Priester-Koning is er voor Israël geen heil te verwachten.<br />

Hij is <strong>de</strong> Verbondsmid<strong>de</strong>laar. Buiten <strong>de</strong>ze Priester is er geen vergeving <strong>de</strong>r<br />

zon<strong>de</strong>n. Buiten <strong>de</strong>ze Koning is er geen toekomst voor ons en onze kin<strong>de</strong>ren. Het<br />

17<br />

is ook alleen op grond <strong>van</strong> Zijn werk wat Hij <strong>de</strong>ed als Priester en wat Hij nog<br />

doen zal als Koning, dat we als verloren stammen <strong>van</strong> Israël weer één wor<strong>de</strong>n.<br />

H.J. Verwoerd<br />

18<br />

<strong>de</strong> Priester-Koning<br />

tot verzoening en herstel <strong>van</strong> alle twaalf stammen <strong>van</strong> Israël<br />

Buiten <strong>de</strong>ze Priester<br />

is er geen verzoening <strong>van</strong> onze zon<strong>de</strong>n.<br />

Buiten <strong>de</strong>ze Koning<br />

is er geen toekomst voor onze kin<strong>de</strong>ren.<br />

Wie zal er nu zo dwaas zijn<br />

om <strong>de</strong>ze Priester niet te achten?<br />

Wie zal er nu zo dwaas zijn<br />

om <strong>de</strong>ze Koning niet te verwachten?<br />

Alleen door <strong>de</strong>ze Priester<br />

kunnen we vrijmoedig tot <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> g<strong>aan</strong>.<br />

Alleen door <strong>de</strong>ze Koning<br />

kan ons nageslacht blijven best<strong>aan</strong>.<br />

Dit leert ons <strong>het</strong> profetisch Woord


Het Jo<strong>de</strong>ndom en <strong>het</strong> anti-Jo<strong>de</strong>ndom<br />

Het Christendom en <strong>het</strong> anti-Christendom<br />

Deze laatste bladzij<strong>de</strong>n wil ik gebruiken om een groot misverstand uit <strong>de</strong> weg te<br />

ruimen. We hebben in ons on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> profetisch Woord gewezen op<br />

<strong>de</strong> Priester-Koning. Nu is <strong>de</strong> algemene mening on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Westerse volken dat <strong>het</strong><br />

Jo<strong>de</strong>ndom <strong>de</strong>ze Priester-Koning heeft verworpen, maar dat <strong>het</strong> Christendom in<br />

Hem gelooft. Maar als men zo <strong>de</strong>nkt en spreekt dan gaat men wel heel<br />

lichtvaardig te werk door zomaar alles on<strong>de</strong>r één noemer te brengen. Dit werkt<br />

misverstand in <strong>de</strong> hand en ook scheiding waar geen scheiding behoort te zijn.<br />

Niet <strong>het</strong> Jo<strong>de</strong>ndom heeft <strong>de</strong>ze Priester-Koning verworpen, maar <strong>het</strong> anti-<br />

Jo<strong>de</strong>ndom. Degenen <strong>van</strong> hen die leef<strong>de</strong>n uit <strong>het</strong> profetisch Woord hebben Hem<br />

verwacht en op <strong>de</strong> eerste <strong>aan</strong>kondiging ook begroet en <strong>aan</strong>gebe<strong>de</strong>n. Later, toen<br />

<strong>de</strong>ze Priester-Koning Zichzelf tot een Offer had gegeven, zijn er duizen<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> Jo<strong>de</strong>ndom in Hem g<strong>aan</strong> geloven, doordat <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> ook over hen Zijn<br />

Geest uitgoot. Als <strong>de</strong> apostel Petrus (ook een Jood) op <strong>de</strong> Pinksterdag <strong>aan</strong> <strong>het</strong><br />

volk verkondigt <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> Profetisch Woord dat Jezus <strong>de</strong> Messias is, en hen dan<br />

ook openlijk <strong>aan</strong>zegt: “Welke gij gekruisigd hebt”, dan komen ze tot bekering en<br />

g<strong>aan</strong> in Hem geloven.<br />

Als we spreken over <strong>het</strong> Jo<strong>de</strong>ndom, dan bedoelen we <strong>de</strong> oprechten on<strong>de</strong>r hen; zij<br />

die <strong>het</strong> hou<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> Wet, <strong>de</strong> Psalmen en <strong>de</strong> Profeten; die dus vasthou<strong>de</strong>n <strong>aan</strong> <strong>de</strong><br />

woor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong>. Dat wil dan nog niet zeggen dat we dan alles<br />

hel<strong>de</strong>r zien, want er kan ook een blindheid over ons liggen. Het kan zelfs zijn dat<br />

we dan nog in onze blindheid tegen <strong>God</strong> ing<strong>aan</strong>, Zijn Geest weerst<strong>aan</strong>. Voor<br />

<strong>de</strong>zulken bad Jezus <strong>aan</strong> <strong>het</strong> kruis: “Va<strong>de</strong>r, vergeef <strong>het</strong> hun; want ze weten niet,<br />

wat zij doen.” Zo kwamen er later duizen<strong>de</strong>n tot <strong>het</strong> geloof in Hem; ook een<br />

groot <strong>aan</strong>tal priesters. Zij wer<strong>de</strong>n later ‘Christenen’ genoemd, om hen te<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re Jo<strong>de</strong>n. Maar eigenlijk waren dit <strong>de</strong> echte Jo<strong>de</strong>n en<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren die niet in <strong>de</strong>ze Priester-Koning geloof<strong>de</strong>n, noemen we dan ook ‘anti-<br />

Jo<strong>de</strong>n’. Wat zijn anti-Jo<strong>de</strong>n? Dat zijn Jo<strong>de</strong>n die niet leven uit <strong>de</strong> Schriften<br />

allereerst, maar bij allerlei afleidingen daar<strong>van</strong>: “<strong>de</strong> inzettingen <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong>n.”<br />

Naast <strong>de</strong> Wet <strong>van</strong> <strong>God</strong>, maakte men eigen wetten. Met dit anti-Jo<strong>de</strong>ndom had<br />

Jezus eenmaal <strong>het</strong> grootste verschil. Hij, Die <strong>God</strong>s Wet volkomen naleef<strong>de</strong>,<br />

bekommer<strong>de</strong> Zich niet om <strong>de</strong>ze menselijke wetten die <strong>God</strong>s Gebo<strong>de</strong>n<br />

19<br />

krachteloos maakten. Zij die hun leven zoeken in allerlei menselijke wetten,<br />

g<strong>aan</strong> geheel <strong>aan</strong> <strong>de</strong> Verzoening <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze Priester-Koning voorbij.<br />

Zoals <strong>het</strong> is met dit anti-Jo<strong>de</strong>ndom, zo is <strong>het</strong> ook met <strong>het</strong> anti-Christendom. Het<br />

Christendom is door <strong>de</strong> eeuwen heen ontaard in een anti-Christendom. Naast <strong>de</strong><br />

Wetten die <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> ons in Zijn Schriften heeft gegeven, heeft men<br />

allerlei wetten en inzettingen gemaakt die <strong>het</strong> ware <strong>van</strong> <strong>God</strong>s Woord<br />

verduisteren en verdraaien. Het is ook dit anti-Christendom dat <strong>het</strong> Jo<strong>de</strong>ndom en<br />

<strong>het</strong> Christendom door <strong>de</strong> eeuwen heen heeft willen uitroeien. Er was geen<br />

mid<strong>de</strong>l te laag om tot dit doel te komen; nochtans is <strong>het</strong> hen niet gelukt.<br />

Gelukkig zijn in <strong>de</strong> 16e eeuw <strong>de</strong> ware Christenen groten<strong>de</strong>els uit dit anti-<br />

Christendom verlost. Men kreeg weer een recht gezicht op <strong>de</strong>ze Priester-Koning,<br />

althans, men zag <strong>de</strong> Verzoening alleen in Hem, en werd verlost <strong>van</strong> alle<br />

menselijke wetten dien<strong>aan</strong>g<strong>aan</strong><strong>de</strong>. Maar als <strong>het</strong> nu gaat over <strong>het</strong> Koningschap<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze Priester-Koning, dan moeten we zeggen: er heerst een grote blindheid.<br />

Het anti-christelijk <strong>de</strong>nken dat we nu in <strong>het</strong> Koninkrijk <strong>God</strong>s zijn, heeft in <strong>het</strong><br />

Christendom <strong>de</strong> overhand. Algemeen wordt <strong>het</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> kansels gepreekt dat<br />

Jezus ie<strong>de</strong>r ogenblik kan terugkomen en dat dan <strong>de</strong> wereld vergaat; dan is er<br />

geen tijd meer. Daarom wil men ook zo spoedig mogelijk <strong>het</strong> Jo<strong>de</strong>ndom tot <strong>het</strong><br />

Christendom bekeren, voordat <strong>het</strong> te laat is. Maar dit is een leer die volkomen<br />

anti-christelijk is. We hopen en bid<strong>de</strong>n dat nog velen <strong>van</strong> <strong>de</strong> oprechten on<strong>de</strong>r hen<br />

<strong>de</strong> ogen hiervoor mogen openg<strong>aan</strong>; dat zij <strong>het</strong> toekomen<strong>de</strong> Koninkrijk <strong>God</strong>s<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze Priester-Koning over Israël en <strong>de</strong> volken mogen zien, geloven en<br />

verwachten. Moge <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> <strong>de</strong>ze <strong>Een</strong>heid geven door Zijn Geest! Eén<br />

ding mogen we zeker weten: we hebben <strong>het</strong> Woord <strong>de</strong>s HEEREN <strong>aan</strong> onze kant.<br />

De glorie is voor <strong>de</strong>ze Priester-Koning!<br />

20


21<br />

An<strong>de</strong>re uitgaven<br />

22<br />

Boeken<br />

A Naar een nieuwe be<strong>de</strong>ling of <strong>God</strong>s Woord over <strong>de</strong> toekomst - H.J. Verwoerd.<br />

132 blz. geb. ........................................................................................................ € 7,50<br />

B Vliedt uit <strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>rland! - H.J. Verwoerd.<br />

Tekst-voor-tekst-verklaring <strong>van</strong> <strong>het</strong> boek Openbaring.<br />

600 blz. geb. ...................................................................................................... € 25,00<br />

Brochures<br />

Profetisch Woord Serie - H.J. Verwoerd (tenzij an<strong>de</strong>rs vermeld).<br />

<strong>Een</strong> schriftelijke weergave <strong>van</strong> veertig gehou<strong>de</strong>n lezingen.<br />

± 10 - 20 blz. geniet ............................................................................................. gratis<br />

1 Artikel 37 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Geloofsbelij<strong>de</strong>nis on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> loep <strong>van</strong> <strong>de</strong> Schrift.<br />

2 Israël - Gemeente: een <strong>Een</strong>heid.<br />

3 De twaalf stammen Israëls herenigd.<br />

4 De komst en <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rkomst <strong>van</strong> <strong>de</strong> Heilige Geest - J.C. <strong>de</strong> Jong.<br />

5 Geen reiniging vóór, dan reiniging dóór <strong>het</strong> vuur.<br />

6 Verwachten<strong>de</strong> en haasten<strong>de</strong>..... (2 Petrus 3:12).<br />

7 De Messias en Zijn vre<strong>de</strong>rijk.<br />

8 De wortels en <strong>de</strong> takken <strong>van</strong> <strong>de</strong> antichrist.<br />

9 Deze is <strong>de</strong> antichrist.<br />

10 De Sabbat is gemaakt om <strong>de</strong> mens.<br />

11 De kracht en <strong>de</strong> toekomst <strong>van</strong> onze Heere Jezus Christus.<br />

12 Ziet, <strong>de</strong> Brui<strong>de</strong>gom komt, gaat uit Hem tegemoet!<br />

13 De opstanding <strong>de</strong>r do<strong>de</strong>n in <strong>het</strong> Duizendjarig Rijk.<br />

14 Bijtijds ontvlie<strong>de</strong>n en geschreven ten leven te Jeruzalem.<br />

15 Ziet toe, dat u niemand verlei<strong>de</strong>.<br />

16 De Geest <strong>de</strong>r Waarheid is ook <strong>de</strong> Geest <strong>de</strong>r Toekomst (Johannes 16:13-14).<br />

17 Wat is <strong>de</strong> breuk <strong>van</strong> Sion, en wie zal er in <strong>de</strong> bres st<strong>aan</strong>?<br />

18 Wat wij geloven en belij<strong>de</strong>n <strong>aan</strong>g<strong>aan</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong> toekomst <strong>van</strong> onze Heere Jezus Christus.<br />

19 Kerkelijk Ne<strong>de</strong>rland sluit zich toe, evenals Jericho.<br />

20 De toekomst in <strong>het</strong> licht <strong>van</strong> <strong>het</strong> Verbond <strong>God</strong>s.<br />

21 Op, op, vliedt toch uit <strong>het</strong> Noor<strong>de</strong>rland, spreekt <strong>de</strong> HEERE!<br />

22 Ge<strong>de</strong>nkt <strong>aan</strong> <strong>de</strong> vrouw <strong>van</strong> Lot (Lukas 17:32).<br />

23 De nieuwe hemel en aar<strong>de</strong> naar Zijn belofte.


24 Wat <strong>de</strong> Heere Jezus gezegd heeft over <strong>de</strong> hel.<br />

25 Jeruzalem in verhouding tot Harmagéddon.<br />

26 Het Nieuwe Verbond met <strong>het</strong> Huis <strong>van</strong> Israël en <strong>het</strong> Huis <strong>van</strong> Juda.<br />

27 Babylons val / Achtergrond en doel <strong>van</strong> <strong>de</strong> reis naar Rome - H.J. Verwoerd / ds. J. <strong>de</strong>n<br />

Admirant.<br />

28 Het radicale en bijzon<strong>de</strong>re <strong>van</strong> Jezus’ <strong>boodschap</strong> voor onze tijd.<br />

29 Het Heilig Avondmaal in <strong>het</strong> licht <strong>van</strong> <strong>de</strong> toekomst.<br />

30 Het oor<strong>de</strong>el ontvlie<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> zegen beërven.<br />

31 De enige toekomst voor <strong>de</strong> jeugd.<br />

32 De hoer op <strong>het</strong> beest, totdat…<br />

33 Mag Jezus in Zijn Gemeente ook nog iets zeggen?<br />

34 Hoe en wanneer wordt <strong>de</strong> Gemeente weer één met Israël? / De zekerheid en <strong>het</strong> geheim<br />

<strong>van</strong> Israëls overwinning - H.J. Verwoerd / ds. J. <strong>de</strong>n Admirant<br />

35 Het Hogepriesterschap <strong>van</strong> Jezus op aar<strong>de</strong> ontkracht / Het Koningschap <strong>van</strong> Jezus op<br />

aar<strong>de</strong> geloochend - ds. J. <strong>de</strong>n Admirant / H.J. Verwoerd.<br />

36 <strong>Een</strong> <strong>boodschap</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Eeuwige</strong> <strong>God</strong> <strong>aan</strong> <strong>het</strong> Joodse volk.<br />

37 <strong>Een</strong> <strong>boodschap</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> HEERE <strong>God</strong> <strong>aan</strong> ons hier in <strong>het</strong> westen!<br />

38 De Sabbat: hèt teken voor <strong>de</strong> Dag <strong>de</strong>s Heeren.<br />

39 Waarom en hoe hou<strong>de</strong>n we <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> dag als Sabbat?<br />

40 Wie zal <strong>de</strong> HEERE brengen tot Zijn heilige berg?<br />

Bijbelbesprekingen - H.J. Verwoerd.<br />

Tekst-voor-tekst-verklaring <strong>van</strong> <strong>de</strong> apostolische brieven.<br />

- Hebreeën.<br />

8-<strong>de</strong>lig 324 blz. geniet ...................................................................................... € 8,00<br />

- Jakobus.<br />

3-<strong>de</strong>lig 104 blz. geniet ....................................................................................... € 3,00<br />

- Petrus.<br />

5-<strong>de</strong>lig 188 blz. geniet ....................................................................................... € 5,00<br />

- Johannes.<br />

5-<strong>de</strong>lig 170 blz. geniet ....................................................................................... € 5,00<br />

- Judas.<br />

40 blz. geniet .................................................................................................... € 1,00<br />

Diversen - H.J. Verwoerd (tenzij an<strong>de</strong>rs vermeld).<br />

± 20 - 60 blz. geniet ............................................................................................. gratis<br />

C Alarmkreet <strong>aan</strong> <strong>de</strong> Kerk <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Algemene oproep tot een nieuw belij<strong>de</strong>n inzake <strong>de</strong> toekomst.<br />

D Het Verbond <strong>God</strong>s.<br />

Verbondsbeschouwing in verband met <strong>de</strong> toekomst.<br />

E De straf over <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lozen.<br />

Deze leer naar oorsprong en ein<strong>de</strong> geheel uit <strong>de</strong> Schrift opgebouwd.<br />

23<br />

F Bloemlezing uit <strong>de</strong> geschriften <strong>van</strong> ds. H.O. Roscam Abbing.<br />

Ds. Roscam Abbing was <strong>van</strong> 1915-1939 Ned. Herv. predikant te Arnhem.<br />

Wat hij gezegd heeft in verband met <strong>de</strong> toekomst.<br />

G De leer <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘opname <strong>de</strong>r Gemeente’ in Bijbels licht.<br />

H De antichrist en <strong>de</strong> vele antichristen weerstreven <strong>het</strong> Rijk <strong>van</strong> Christus.<br />

J Enkele gedachten over <strong>het</strong> Verbond - J.C. <strong>de</strong> Jong.<br />

HP <strong>Een</strong> nabeschouwing over Hemelvaart en Pinksteren.<br />

K Kort verslag <strong>van</strong> mijn roeping.<br />

M De profetische <strong>boodschap</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> Romeinenbrief / De profetische stemmen in <strong>de</strong> Ned.<br />

Herv. (Geref.) Kerk na 1816 - ds. J. <strong>de</strong>n Admirant / H.J. Verwoerd.<br />

N Het noodzakelijke on<strong>de</strong>rscheid tussen mannen en vrouwen.<br />

O Jeruzalem: verle<strong>de</strong>n, he<strong>de</strong>n en toekomst - W.J. Verwoerd / H.J. Verwoerd.<br />

P Het weer verenigd wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Juda en Israël.<br />

Q <strong>God</strong>s Verbond met <strong>het</strong> Huis <strong>van</strong> Oranje.<br />

R Van Sabbat naar zondag - F. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Vel<strong>de</strong>n<br />

<strong>Foundation</strong> <strong>Aliyah</strong><br />

Postbus 2<br />

6100 AA Echt<br />

Telefoon: 06 - 13 70 2806<br />

Website: www.aliyah.nl<br />

E-mail: info@aliyah.nl<br />

Rekening: Postbank 79 48 217<br />

ABN-AMRO 45 76 45 342<br />

24

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!