Het noodzakelijke onderscheid tussen mannen ... - Foundation Aliyah

‘Profetisch Woord’ serie
brochure N
Waarom het
noodzakelijke onderscheid
tussen
mannen en vrouwen
H.J. VERWOERD
EEN UITGAVE VAN FOUNDATION ALIYAH
2

Inhoud
1 De zonde vermijden ........................................................................................... 6
2 Onderscheid in de kleding .................................................................................. 7
3 Het onderscheid bij de man ................................................................................ 9
4 Tot eer van God ............................................................................................... 11
5 Uitgavenlijst ..................................................................................................... 13
blz.
3
4

Waarom het noodzakelijke onderscheid
tussen mannen en vrouwen
“Het kleed eens mans zal niet zijn aan een vrouw, en een man zal geen
vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet, is den HEERE, uw God,
een gruwel.”
Deuteronomium 22:5
“En zij zullen hun hoofd niet glad afscheren, ook de lokken niet lang laten
wassen; behoorlijk zullen zij hun hoofden bescheren.”
Ezechiël 44:20
“Of leert u ook de natuur zelve niet, dat zo een man lang haar draagt, het hem
een oneer is? Maar zo een vrouw lang haar draagt, dat het haar een eer is;
omdat het lange haar voor een deksel haar is gegeven? Doch indien iemand
schijnt twistgierig te zijn, wij hebben zulke gewoonten niet, noch
de Gemeenten Gods.”
1 Korinthe 11:14-16
5
6
1. De zonde vermijden
Als Mozes voor zijn heengaan het volk opnieuw de Wet van God voorhoudt, dan
zijn daar ook veel noodzakelijke burgerlijke wetten bij, die zeker voor onze tijd
ook nog gelden. Alleen de schaduwachtige wetten zijn in Christus vervuld.
We hebben hierboven gezet: “Waarom het noodzakelijke onderscheid tussen
mannen en vrouwen.” Allereerst zij gezegd dat de schepping een groot wonder
is; zo ook de schepping van de mens. Deze schepping wordt nog apart vermeld.
Adam die eerst alleen was, voelde zich ook werkelijk alleen temidden van die
mooie schepping. Langs een heel wonderlijke weg heeft God hem een vrouw
gegeven; een Manninne. Dan lezen we in Genesis 2:24: “Daarom zal de man
zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot één
vlees zijn.” Het is een wonder Gods, dat uit deze eenheid de kinderen geboren
worden en zo het mensdom voortgaat van geslacht tot geslacht. Zo is het ook
geheel natuurlijk als een jongen zich aangetrokken voelt tot een bepaald meisje
en omgekeerd. Zo brengt God een ieders vrouw als met Zijn hand toe.
Hoewel na de val niets bij de mens meer zonder zonde is, is toch deze liefde
tussen een jongen en een meisje en het huwelijk daarna, op zichzelf onschuldig;
ook de gemeenschap in het huwelijk. Maar tegenover deze liefde en
gemeenschap, die op zich rein is, is er ook een zondige liefde en een zondige
gemeenschap met elkaar. Het eerste behoort bij Gods volmaakte schepping,
maar dit laatste is een product van de duivel, waarvan we allen door de zondeval
van onze verbondsouders, Adam en Eva, de zaden in ons hebben. U begrijpt dat
we hier doelen op de homofilie, de geslachtelijke genegenheid voor leden van
het eigen geslacht. Als het over een jongen of man gaat, spreken we over een
homofiel; een meisje of vrouw wordt lesbisch genoemd.
Deze zonde is in alle tijden al voorgekomen; we denken dan alleen maar aan
Sodom. Daarom wordt deze zonde ook wel ‘sodomie’ genoemd. Zoals de liefde
rondom het huwelijk iets schoons is van God, zo is de homofilie iets gruwelijks
van de duivel. Als we niet meer leven uit de volheid van God en de schoonheid
van de schepping door Hem gegeven, dan staan we open voor alles wat van de
duivel is. Daarom moeten we alles vermijden wat aanleiding kan geven tot deze
gruwelijke zonde. Vandaar lezen we in Deuteronomium 22:5: “Het kleed eens
mans zal niet zijn aan een vrouw, en een man zal geen vrouwenkleed
aantrekken; want al wie zulks doet is de HEERE, uw God, een gruwel.”

2. Onderscheid in de kleding
We hebben hierboven gezet: Waarom het noodzakelijke onderscheid tussen
mannen en vrouwen. Vanuit deze noodzaak heeft de HEERE God door middel
van Mozes dit gebod aan Israël gegeven. Nu zult u vragen: Wat is nu deze
noodzaak? Dit is een goede vraag, want als we deze noodzaak niet kennen, gaan
we allicht wat schipperen met dit gebod. Maar als zonde in dezen ook ons tot
zonde wordt, dan houden we ons vanzelf aan dit gebod.
Nu dan over de noodzaak van dit gebod. Er is duidelijk onderscheid tussen het
lichaam van een man en dat van een vrouw. Nu we ons vanwege de zondeval
moeten kleden, moet dit onderscheid ook in de kleding uitkomen. Als een jongen
een meisje liefkrijgt die ook echt als vrouw gekleed is, kan daar een goed
huwelijk op volgen. Maar stel dat zo’n meisje op een goede dag verschijnt in de
kleding waarin nu vele vrouwen rondlopen, dan moet zo’n jongen eerst wel wat
overwinnen om haar te blijven liefhebben. Vervolgens laat zij haar haren
afknippen, dan moet hij ook dit overwinnen om deze liefde te bestendigen. Als
we eenmaal zover zijn, gaat het zaad van de zonde der homofilie, wat we allen in
ons hebben, ontkiemen. In die weg kunnen we er toe komen om als jongen van
een andere jongen te houden en lief te krijgen.
U moet hier maar eens goed over nadenken; dan gaat u de gruwelijkheid van
deze zonde en de uitwerking ervan zien. Nadat dit al jaren lang onder ons de
vrije teugel is gegeven, zien we de homofilie van alle kanten doorbreken als een
niet meer te keren kwaad. Zoals Sodom zich in deze weg rijp maakte voor het
oordeel, zo maakt ook ons land zich daarvoor rijp. We lezen in het Bijbelse
Handboek van K.F. Keil bij deze tekst uit Deuteronomium 22: “Het door God
ingestelde onderscheid der geslachten, maakt de eigenlijke grond uit van dit
verbod. Waarbij men echter het oogmerk, om ontucht en tegennatuurlijke zonde
te voorkomen, als nevenreden niet behoeft buiten te sluiten. Daarop ziet het
bijvoegsel: Want al wie zulks doet is de HEERE, uw God, een gruwel.”
Deze regel van eerbaarheid is ook in onze Christelijke natie gehandhaafd. Zo
lees ik bijvoorbeeld in de politieverordening van de gemeente Zegveld (mijn
geboorteplaats), vastgesteld in de vergadering van 6 oktober 1938, onder art. 86:
“Het is verboden zich op een weg te vertonen, gekleed in de kleren van de kunne
waartoe men niet behoort.” Hierbij moeten we dan wel vermelden dat dit in een
latere politieverordening uit de jaren ’50 veranderd is; maar we weten dat Gods
7
Woord niet verandert. We weten allen hoe we hieromtrent van stap tot stap op de
terugweg zijn naar het gruwelijke heidendom. Ook onder de Christenen is dit
geen zonde meer.
Maar laten we goed beseffen, dat dit ook omgekeerd geldt: een man mag naar dit
gebod ook geen vrouwenkleding dragen. Want alles wat we hier over de vrouw
hebben geschreven en de noodzaak van dit gebod, dat geldt ook de man. We
hadden het zojuist over het gruwelijke heidendom, maar als ik een aanmerking
lees in de Bijbelverklaring van Dächsel bij deze tekst, dan moet ik zeggen: we
zijn al dieper gezonken, want zelfs de heidense culturen hielden aan dit alles nog
vast, omdat zij zich bewust waren dat het voortbestaan van volken daaraan
verbonden is. Wat de HEERE hier voorschrijft in zijn wet, werd dus bij de
heidense volken in ere gehouden. We lezen dan bij deze tekst: “Het is bekend uit
de geschiedenis, dat toen de Spanjaarden voor het eerst in Amerika landden, en
daar Indianen, die zich getooid hadden met vrouwenschorten, lieten ter dood
brengen, dit de goedkeuring der ruwe Indianen wegdroeg”. Tot zover Dächsel.
Laten we niet vergeten dat het woord ‘gruwelijk’ hier niet voor niets staat. Wat
dit alles betreft, zou ik u graag iets uit mijn eigen leven vertellen, hoe mij deze
zonde ook tot zonde is geworden. Er zijn sommigen die dit wel als zonde zien,
maar dan toch een uitzondering willen maken voor bijvoorbeeld de overall; die
zou volgens hen een meisje of vrouw wel mogen dragen bij het werk.
Het was in de veertiger jaren, toen ik nog thuis op de boerderij bij mijn vader
werkte, dat het een gewoonte werd dat de meisjes in een overall de koeien
gingen melken. Toen bij ons de buurmeisjes het ook gingen dragen, vond ik dit
eerst verschrikkelijk; na enige tijd zakte dit wat af. Toen ze op een middag weer
zo voorbij kwamen en ik ze ongehinderd kon groeten en bij mijzelf dacht: ik
wen er wel aan, kwam als een bliksemstraal het Woord Gods tot mij uit 2 Petrus
3:17: “Wacht u, dat gij niet door de verleiding der gruwelijke mensen mede
afgerukt wordt, en uitvalt van uw vastigheid.” Vanaf die tijd is deze zonde mij
ook tot zonde geworden.
8

3. Het onderscheid bij de man
Er staat over het onderscheid tussen een man en een vrouw nog meer in de
Bijbel. Dit onderscheid wat moet uitkomen in de kleding, moet ook uitkomen in
onze hele levenspositie, op elk terrein van het leven. Jezus zei tegen de
Schriftgeleerden en de Farizeeën: “Deze dingen moest men doen, en de andere
niet nalaten”, Matthéüs 23:23.
Allereerst wil ik mij tot de mannen richten, want het kan zijn dat u het met het
bovengenoemde over de kleding eens bent. Een vraag aan u: hoe staat u
tegenover het Schriftwoord in Ezechiël 44? Het gaat hier over een natuurlijk
onderscheid tussen een man en een vrouw. Als het gaat over een noodzakelijk
onderscheid, dan is dit onderscheid, bij de schepping gegeven, allereerst aan de
orde om gehandhaafd te worden. We lezen dan in vers 20: “En zij zullen hun
hoofd niet glad afscheren, ook de lokken niet lang laten wassen; behoorlijk
zullen zij hun hoofden bescheren.” Het gaat hier over de dienst in de nieuwe
tempel en de priesters die deze dienst zullen gaan vervullen. Nu moeten we niet
te vlug zeggen dat dit ons niet aangaat, want aan alles wat bij de schepping ons is
gegeven, zullen we ons moeten houden. Vervolgens zegt 1 Petrus 2:9 ons:
“Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig
volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die
u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.” Wij die deze
roeping hebben, moeten wel allereerst luisteren naar Gods gebod.
Laten we er dan eens op letten wat ons hier in Ezechiël 44:20 wordt gezegd. Het
gaat hier over het hoofdhaar, maar dan wel heel bijzonder over de baard. Het
haar der baard is een natuurlijk mannelijke eigenschap, in de schepping aan de
man meegegeven. In de Bijbelverklaring van Dächsel vindt men bij deze tekst
een aantekening van Coccejus, die aldus luidt: “Dit alles zal aantonen, hoe van
de gelovigen dezes tempels alle lichtvaardigheid en verwijfdheid moest geweerd
zijn. Ook in hun uiterlijk bestaan zouden zij een mannelijke welvoeglijkheid van
zich laten zien, en alles op het zorgvuldigst mijden, wat ook maar de schijn van
vrouwelijkheid kon hebben.”
De bedoeling van deze tekst is dat de mannen het haar van hun hoofd niet mogen
afscheren, juist op die plaatsen waar de vrouw geen haar heeft; want dit neemt
het noodzakelijke onderscheid tussen mannen en vrouwen weg. Het wegscheren
van de baard bij de mannen en daarbij gevoegd, het dragen van kleding naar de
9
vorm zoals mannen die dragen door de vrouw, is tezamen een complete zonde
tegen het gebod wat we lezen in Deuteronomium 22:5.
Nu lezen we hier ook in Ezechiël 44:20, dat wij als koninklijk priesterdom en
heilig volk, als mannen dus, geen lang haar mogen dragen. Het wordt hier
duidelijk gezegd: “De lokken niet lang laten wassen.” Het wordt in het slot dan
nog eens herhaald: “Behoorlijk zullen zij hun hoofden bescheren.” Vanuit de
Septua-Ginta (het Oude Testament in de Griekse taal) gezien, houdt dit in dat het
haar niet lang, maar ook niet kort mag zijn; het hoofd moet met haar bedekt
blijven. Zo kunnen we altijd weten of we met een man, dan wel met een vrouw
te maken hebben. Daarbij komt dan nog het verschil in de kleding, dat ook
verder het noodzakelijke verschil tussen mannen en vrouwen moet aangeven.
(Opmerking redactie: Nog enkele aanwijzingen met betrekking tot het dragen
van de baard:
Leviticus 19:27: “Gij zult de hoeken uws hoofds niet rond afscheren; ook zult gij
de hoeken van uw baard niet verderven.” Voor de priester werd dit nog extra
benadrukt in Leviticus 21:5. Ook Jezus droeg een baard, volgens de profetie in
Jesaja 50:6.)
10

4. Tot eer van God
We lezen in 1 Korinthe 11:14-16: “Of leert u ook de natuur zelf niet, dat zo een
man lang haar draagt, het hem een oneer is? Maar zo een vrouw lang haar
draagt, dat het haar een eer is; omdat het lange haar voor een deksel haar is
gegeven? Doch indien iemand schijnt twistgierig te zijn, wij hebben zulke
gewoonten niet, noch de Gemeenten Gods.” Het is duidelijk dat Paulus geheel
schrijft in de lijn van de eerder genoemde Schriftplaatsen. Een man die lang haar
draagt, gooit zijn eer weg, terwijl het lange haar voor een vrouw juist een eer is.
Een vrouw met kort haar is dan ook tot oneer; bij de man is dat net omgekeerd.
Het wordt onder ons hoog tijd, dat we in dezen de Schrift eens goed gaan lezen;
dat we eens niet meer letten op hetgeen de mode voorschrijft.
We lezen in 2 Samuël 10:4 dat Hanun bij de knechten van David de baard aan de
ene zijde wegschoor. Toen waren deze mannen zeer beschaamd, en durfden zij
zich niet meer te vertonen. Daarom bleven zij te Jericho totdat hun baard weer
volgroeid was. Omdat de zonde van het wegscheren van de baard nu algemeen
is, kennen wij deze schaamte niet meer. Maar zo is het ook met het korte haar
van de vrouw. Dit modeverschijnsel is nu zo algemeen, dat de oneer die men
zichzelf daardoor aandoet niet eens meer gevoeld wordt. Maar met de vrouwen
in mannenkleding is het niet anders. Onlangs spraken we een vrouw die hier ook
aan meegedaan had, maar die het nu ook tot zonde was geworden. Zij zei tot ons:
“Als ik nu een vrouw zie lopen in kleding naar de vorm van mannenkledij, dan
denk ik bij mijzelf: als je toch wist hoe lelijk het staat.” Dit is terecht gezegd: het
staat afschuwelijk; maar bovenal: het is in Gods ogen gruwelijk.
Laten wij als mannen nu eens eerst bij onszelf beginnen en onze baard niet meer
scheren, dan zullen we ook met onze vrouw en eventueel onze dochters kunnen
spreken om geen mannenkleding meer te dragen. Naar de woorden van Paulus is
hier onze eer in het geding, maar laten we goed bedenken: onze eer is ook Gods
eer. Paulus sluit af met de volgende woorden: “Doch indien iemand schijnt
twistgierig te zijn, wij hebben zulke gewoonten niet, noch de Gemeenten Gods.”
Wij hebben de gewoonte, zegt Paulus, om in alles Gods wil te doen en zo
behoort het ook te zijn in de Gemeenten Gods. Naar Degene die wij liefhebben,
zullen we ook naar willen luisteren als Hij een boodschap voor ons heeft. Laten
we ons voor de Koning bereiden!
H.J. Verwoerd
11
12

Andere uitgaven
Boeken
A Naar een nieuwe bedeling of Gods Woord over de toekomst - H.J. Verwoerd.
132 blz. geb. ....................................................................................................... € 7,50
B Vliedt uit het Noorderland! - H.J. Verwoerd.
Tekst-voor-tekst-verklaring van het boek Openbaring.
600 blz. geb. ..................................................................................................... € 25,00
Brochures
Profetisch Woord Serie - H.J. Verwoerd (tenzij anders vermeld).
Een schriftelijke weergave van veertig gehouden lezingen.
± 10 - 20 blz. geniet ............................................................................................. gratis
1 Artikel 37 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis onder de loep van de Schrift.
2 Israël - Gemeente: een Eenheid.
3 De twaalf stammen Israëls herenigd.
4 De komst en de wederkomst van de Heilige Geest - J.C. de Jong.
5 Geen reiniging vóór, dan reiniging dóór het vuur.
6 Verwachtende en haastende..... (2 Petrus 3:12).
7 De Messias en Zijn vrederijk.
8 De wortels en de takken van de antichrist.
9 Deze is de antichrist.
10 De Sabbat is gemaakt om de mens.
11 De kracht en de toekomst van onze Heere Jezus Christus.
12 Ziet, de Bruidegom komt, gaat uit Hem tegemoet!
13 De opstanding der doden in het Duizendjarig Rijk.
14 Bijtijds ontvlieden en geschreven ten leven te Jeruzalem.
15 Ziet toe, dat u niemand verleide.
16 De Geest der Waarheid is ook de Geest der Toekomst (Johannes 16:13-14).
17 Wat is de breuk van Sion, en wie zal er in de bres staan?
18 Wat wij geloven en belijden aangaande de toekomst van onze Heere Jezus Christus.
19 Kerkelijk Nederland sluit zich toe, evenals Jericho.
20 De toekomst in het licht van het Verbond Gods.
21 Op, op, vliedt toch uit het Noorderland, spreekt de HEERE!
22 Gedenkt aan de vrouw van Lot (Lukas 17:32).
13
23 De nieuwe hemel en aarde naar Zijn belofte.
24 Wat de Heere Jezus gezegd heeft over de hel.
25 Jeruzalem in verhouding tot Harmagéddon.
26 Het Nieuwe Verbond met het Huis van Israël en het Huis van Juda.
27 Babylons val / Achtergrond en doel van de reis naar Rome - H.J. Verwoerd / ds. J. den
Admirant.
28 Het radicale en bijzondere van Jezus’ boodschap voor onze tijd.
29 Het Heilig Avondmaal in het licht van de toekomst.
30 Het oordeel ontvlieden en de zegen beërven.
31 De enige toekomst voor de jeugd.
32 De hoer op het beest, totdat…
33 Mag Jezus in Zijn Gemeente ook nog iets zeggen?
34 Hoe en wanneer wordt de Gemeente weer één met Israël? / De zekerheid en het geheim
van Israëls overwinning - H.J. Verwoerd / ds. J. den Admirant
35 Het Hogepriesterschap van Jezus op aarde ontkracht / Het Koningschap van Jezus op
aarde geloochend - ds. J. den Admirant / H.J. Verwoerd.
36 Een boodschap van de Eeuwige God aan het Joodse volk.
37 Een boodschap van de HEERE God aan ons hier in het westen!
38 De Sabbat: hèt teken voor de Dag des Heeren.
39 Waarom en hoe houden we de zevende dag als Sabbat?
40 Wie zal de HEERE brengen tot Zijn heilige berg?
Bijbelbesprekingen - H.J. Verwoerd.
Tekst-voor-tekst-verklaring van de apostolische brieven.
- Hebreeën.
8-delig 324 blz. geniet ....................................................................................... € 8,00
- Jakobus.
3-delig 104 blz. geniet ........................................................................................ € 3,00
- Petrus.
5-delig 188 blz. geniet ........................................................................................ € 5,00
- Johannes.
5-delig 170 blz. geniet ........................................................................................ € 5,00
- Judas.
40 blz. geniet ..................................................................................................... € 1,00
Diversen - H.J. Verwoerd (tenzij anders vermeld).
± 20 - 60 blz. geniet ............................................................................................. gratis
C Alarmkreet aan de Kerk van Nederland.
Algemene oproep tot een nieuw belijden inzake de toekomst.
D Het Verbond Gods.
Verbondsbeschouwing in verband met de toekomst.
E De straf over de goddelozen.
Deze leer naar oorsprong en einde geheel uit de Schrift opgebouwd.
14

F Bloemlezing uit de geschriften van ds. H.O. Roscam Abbing.
Ds. Roscam Abbing was van 1915-1939 Ned. Herv. predikant te Arnhem.
Wat hij gezegd heeft in verband met de toekomst.
G De leer van de ‘opname der Gemeente’ in Bijbels licht.
H De antichrist en de vele antichristen weerstreven het Rijk van Christus.
J Enkele gedachten over het Verbond - J.C. de Jong.
HP Een nabeschouwing over Hemelvaart en Pinksteren.
K Kort verslag van mijn roeping.
M De profetische boodschap van de Romeinenbrief / De profetische stemmen in de Ned.
Herv. (Geref.) Kerk na 1816 - ds. J. den Admirant / H.J. Verwoerd.
N Het noodzakelijke onderscheid tussen mannen en vrouwen.
O Jeruzalem: verleden, heden en toekomst - W.J. Verwoerd / H.J. Verwoerd.
P Het weer verenigd worden van Juda en Israël.
Q Gods Verbond met het Huis van Oranje.
R Van Sabbat naar zondag - F. van der Velden
Foundation Aliyah
Postbus 2
6100 AA Echt
Telefoon: 06 - 13 70 2806
Website: www.aliyah.nl
E-mail: info@aliyah.nl
Rekening: ING 79 48 217
ABN-AMRO 45 76 45 342
15
16