24.09.2013 Views

inhoud/samenvatting - Kinderdienst

inhoud/samenvatting - Kinderdienst

inhoud/samenvatting - Kinderdienst

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE STEM VAN<br />

HET BOEK<br />

DRIEMAANDELIJKSBIBLIOGRAFISCH<br />

TIJDSCHRIFT VOOR THEOLOGIE EN<br />

CULTUUR<br />

Postbus 1006, 4200 CA Gorinchem<br />

23 e JAARGANG 2012, NO. 4


Jurjen Wiersma,<br />

Nelson Mandela<br />

ARTIKEL ARTIKEL<br />

In het verre oosten van Zuid-Afrika, in het district<br />

Kwazulu-Natal, liggen twee aan elkaar<br />

grenzende compounds, twee reusachtige leefgemeenschappen.<br />

In de ene ploetert de familie<br />

Sithole jaar in jaar uit om te overleven, verstoken<br />

van moderne gemakken, een wasmachine<br />

bijvoorbeeld. De Sitholes zijn veehouders; ze<br />

leven van de opbrengst van hun geiten, koeien<br />

en schapen. In de andere huist Jacob Zuma.<br />

Zuma is de machtigste man van Zuid-Afrika, de derde<br />

president na het einde van de apartheid en opvolger van<br />

Nelson Mandela en Thabo Mbeki. Zuma maakte ruim<br />

een halve eeuw geleden zijn school niet af maar sloot<br />

zich aan bij Umkhonto we Sizwe / Speer van het Land,<br />

de gewapende vleugel van het African National Congress<br />

(ANC). Hij zat tien jaar gevangen op Robbeneiland, waar<br />

ook Mandela en Walter Sisulu lange jaren vast zaten.<br />

Momenteel loopt er een gerechtelijk onderzoek naar<br />

Zuma’s bouwnijverheid. Hij zou ruim 25 miljoen dollar<br />

uit de staatskas hebben aangewend voor de verfraaiing<br />

van zijn landgoed, al beweren Zuma en zijn familie dat<br />

zij de kosten voor een zwembad en een sporthal en voor<br />

beveiliging zelf hebben betaald. Geruchten deden de<br />

ronde, een schandaal was geboren. Dat kwam slecht uit<br />

in 2012, het jaar waarin het ANC zijn 100-jarig bestaan<br />

vierde en trots hamerde op het aambeeld van ‘100 jaar<br />

onbaatzuchtige strijd’.<br />

Hoe dan ook, Nelson Mandela was wèl een onbaatzuchtig<br />

mens en vechter. Richard Stengel, eindredacteur van<br />

Time, neemt elke twijfel weg in zijn boek over Mandela.<br />

Deze man is, vindt hij, misschien de laatste held op<br />

onze planeet. Stengel heeft hem goed leren kennen toen<br />

hij hem hielp bij het schrijven van zijn autobiografie,<br />

De lange Weg naar Vrijheid / Long Walk to Freedom.<br />

Mandela is een complexe man, solide maar licht geraakt,<br />

in de lijn van Gandhi een krekel of spin ontziend<br />

maar ooit bevelhebber van de gewapende tak van het<br />

ANC, een man van het volk maar graag vertoevend in<br />

het gezelschap van uitblinkende mannen en vrouwen,<br />

warm tegenover vreemden maar kil tegenover vrienden.<br />

Mandela onderging de invloed van verschillende leermeesters<br />

maar de gevangenis bracht hem het meeste<br />

bij en vormde hem: ‘Ik ben er volwassen uitgekomen’.<br />

Zijn leven staat niet alleen model voor onze tijd, het is<br />

een model voor alle tijden, noteert Stengel. Iedereen<br />

kan er lessen uit trekken. Hij somt een vijftiental op, te<br />

Lezersservice<br />

Alle in de Stem van het boek<br />

besproken boeken zijn te<br />

bestellen via<br />

www.kerkboek.nl<br />

Stem van het boek 2<br />

beginnen met moed. Moed<br />

is het tegenovergestelde<br />

van angst, het is de manier<br />

waarop iemand zelf kiest om<br />

te zijn. Dat deed Mandela<br />

per definitie.<br />

Niet minder interessant is<br />

de levensles over basisprincipes.<br />

Deze moet je hebben,<br />

de rest is tactiek. Mandela<br />

zelf beperkte zich tot één<br />

enkel grondprincipe: ‘gelijke<br />

rechten voor iedereen, onafhankelijk<br />

van ras, klasse,<br />

of geslacht’ (86). Ja, de rest<br />

was tactiek. Dat wil zeggen dat hij openstond voor compromissen,<br />

veranderingen, aanpassing en verfijning van<br />

de strategie – open indertijd om het vurig begeerde doel<br />

te bereiken: afschaffing van de apartheid en realisatie<br />

van een niet-raciale democratie met een ‘one man, one<br />

vote’ beginsel. Dat wilde Mandela. Hij ontpopte zich als<br />

een idealistische pragmaticus die aan het einde van de<br />

dag zijn doel wilde hebben bereikt. Zonder bondgenoten<br />

zou het, wist hij, niet gaan. Daarom probeerde hij altijd<br />

uit te gaan van het goede in anderen – ook een van zijn<br />

levenslessen. Kijkt iemand verder dan kil eigenbelang,<br />

wordt dat van anderen ook verdisconteerd? Zulke vragen<br />

bleef hij stellen. Stengel haalt veel bijzonderheden uit<br />

Mandela’s levenslessen aan, niet te vergeten de opvallende<br />

daad waarmee hij zich etaleerde als een waar leider.<br />

Hij wist van ophouden, een ervaring die nieuw was<br />

in heel Afrika (160): ‘een president die vrijwillig afstand<br />

deed van zijn leiderschap’. Iemand als Robert Mugabe,<br />

sinds 1980 aan de macht in Zimbabwe, mist deze wijsheid.<br />

Mobotu (Zaïre / Congo) beschikte er evenmin over;<br />

hij kwam ten val en sleepte zijn land mee in de malaise.<br />

Besproken werken:<br />

Lydia Polgreen, ‘In rural South Africa, a home stands<br />

out’, International Herald Tribune 24 oktober 2012;<br />

Richard Stengel, MANDELA. Over leven, liefde & leiderschap.<br />

15 inspirerende lessen. Met een inleiding<br />

door Nelson Mandela. 7e dr. Kosmos 2011. 191p.<br />

€ 12,50<br />

3 2012/4


GESCHIEDENIS, MAATSCHAPPIJ, POLITIEK<br />

Caspar Hirschi,<br />

THE ORIGINS OF NATIONALISM. An Alternative History<br />

from Ancient Rome to Early Modern Germany.<br />

Cambridge UP 2012. xiv, 241p. pb ₤ 16.99, hb ₤ 60.00<br />

Caspar Hirschi, jaargang 1975, hoogleraar wetenschapsgeschiedenis<br />

te Zürich, schreef een heldere monografie<br />

op basis van een verbluffende belezenheid in de primaire<br />

laat-middeleeuwse en vroeg-moderne bronnen. Het is<br />

een vervolg op zijn Freiburgse proefschrift getiteld Wettkampf<br />

der Nationen (2005) over het laat-middeleeuwse<br />

intellectuele discours van ‘nationes’, dat eerst aan de<br />

Europese universiteiten en daarna, beslissend, bij het<br />

concilie van Konstanz (1414-1418) leidde tot rivaliserende<br />

‘nationale’ belangengroepen of lobbies. Tijdens een<br />

driejarig gastdocentschap in Cambridge verbreedde hij<br />

zijn aanzet tot het huidige<br />

boek, terwijl hij de omvang<br />

beperkte. Meer direkt zet<br />

dit boek de aanval in op de<br />

overheersende ‘modernistische’<br />

visie op de oorsprong<br />

van het nationalisme, die<br />

sinds 1983 bepaald wordt<br />

door drie namen: Ernest<br />

Gellner, Benedict Anderson<br />

en Eric Hobsbawm. Met alle<br />

verschillen hebben deze<br />

drie de opvatting gemeen<br />

(1) dat het nationalisme<br />

een exclusief modern<br />

verschijnsel is en (2) dat<br />

het slechts een imaginaire<br />

entiteit is. De titel van Hobsbawms boek, The Invention<br />

of Tradition (1983), geeft dit het meest karikaturaal<br />

aan: alsof, zegt Hirschi, het uitvinden van traditie niet<br />

een oeroud verschijnsel is en misschien wel het meest<br />

geldt van ‘traditionele’ gemeenschappen! Het verschijnsel<br />

‘natie’ als een gemeenschap die zich van andere<br />

‘naties’ onderscheidt werd volgens Hirschi gegenereerd<br />

uit de spanning die heerste tussen het anachronistische<br />

maar zeer levende ideologische concept van het Romeinse<br />

‘rijk’ en de fragmentarisering van Europa in vijf<br />

rivaliserende machten (het Rijk, het Pausdom, Frankrijk,<br />

Engeland en, later, Aragon). Het middeleeuwse concept<br />

van de translatio imperii, de ‘overgang van het rijk’ op<br />

andere dan het oorspronkelijke Romeinse imperium, ligt<br />

daaraan ten grondslag; vgl. de officiële naam van ‘het<br />

rijk’: das heilige römische Reich deutscher Nation. Een<br />

belangrijke rol in de verbreiding van het voor-moderne<br />

‘nationalisme’ speelden de renaissance-humanisten; een<br />

remmende en tegelijkertijd kanaliserende werking hadden<br />

de reformatoren. De verfijnde Latijnse retoriek van<br />

Cicero speelde een grote rol door de verheerlijking van<br />

het ‘patriottisme’. Het boek wordt aangekondigd als een<br />

steen in de vijver. De indrukwekkende eruditie van deze<br />

begaafde auteur maakt het in elk geval heel moeilijk, de<br />

noodzaak van serieuze studie van de laat-middeleeuwse<br />

en vroeg-moderne wortels van het nationalisme nog te<br />

ontkennen. (PJT)<br />

Stem van het boek 4<br />

GESCHIEDENIS, MAATSCHAPPIJ, POLITIEK<br />

Hans Vandecandelaere,<br />

IN BRUSSEL. Een reis door de wereld. EPO 2012. 515p.<br />

€ 27,00<br />

Vandecandelaere is historicus en Brusselkenner, beide<br />

trekken kwamen tot uiting in zijn promotie-onderzoek,<br />

dat ging over een Brusselse revolte in de middeleeuwen.<br />

In zijn boek over Brussel domineert<br />

welwillende verbazing.<br />

De stad is na Wereldoorlog<br />

II snel uitgegroeid<br />

tot een ongekende multiculturele<br />

samenleving. Eenderde<br />

van de bevolking, zo’n<br />

3 honderdduizend mensen,<br />

heeft een vreemde nationaliteit.<br />

Doet men daar moeilijk<br />

over? Er zijn strubbelingen<br />

en opstootjes, zeker, maar<br />

ook festiviteiten. Sinds 2000<br />

wordt bijvoorbeeld de multiculturele<br />

feitelijkheid als<br />

onderdeel van de Brusselse<br />

realiteit om de twee jaar gevierd in de Zinneke Parade.<br />

Brussel is een kosmopolis geworden en de auteur een<br />

kosmopoliet; hij kan er goed mee leven. Dat blijkt uit<br />

zijn boek over het multicultikarakter van de Europese<br />

hoofdstad. Het heeft tien delen, waarin de komst, het<br />

wel en het wee van de inwijkelingen worden beschreven.<br />

Achtereenvolgens vangt de lezer echo’s op uit de kring<br />

van Zuid-Europeanen, Magrebijnen, Turken en anderen<br />

met een achtergrond in het Midden-Oosten, van Aziaten,<br />

inwoners van de vroegere Sovjet-Unie, Oost-Europa en<br />

de Balkan, van hooggeschoolden uit Europa en Amerika<br />

en ten slotte van Zuid-Amerikanen. Vandecandelaere<br />

kent geen twijfel: ‘multiculturaliteit is onomkeerbaar’<br />

(461). Hij voegt aan zijn verslaggeving een uitleiding,<br />

de nodige noten en een bibliografie toe. Verhelderend<br />

boek, een aanrader. (JW)<br />

Joseph S. Nye, jr.,<br />

THE FUTURE OF POWER. Public Affairs. (Een Perseus<br />

boek) 2011. 300p. € 28,05<br />

Nye heeft zich zijn leven lang beziggehouden met<br />

machtsvragen en schreef er<br />

boeken over, zoals Soft Power<br />

(2004) en The Paradox<br />

of American Power (2002).<br />

Hij ziet Amerika liever goede<br />

machten op de been brengen<br />

dan een ‘evil empire’<br />

tegen zich in het harnas<br />

jagen. Van de zgn. Bush-doctrine<br />

(preventief toeslaan)<br />

wilde hij niet weten. Voor<br />

zijn inspanningen werd hij<br />

onder meer beloond met de<br />

Woodrow Wilson Award van<br />

de Universiteit van Princeton.<br />

In bovengenoemd boek pleit<br />

hij voor het uitoefenen van ‘smart power’, de combinatie<br />

van harde dwangmaatregelen en zachte krachten, zoals<br />

5 2012/4


GESCHIEDENIS, MAATSCHAPPIJ, POLITIEK<br />

overtuigen en verleiden / attraction. Hij maakt ideaaltypisch<br />

onderscheid tussen macht op globale schaal, militaire<br />

macht, economische macht en zachte macht / soft<br />

power. Ook staat hij stil bij verschuivingen in machtsverhoudingen.<br />

Deze hangen samen met de snelle groei van<br />

informatie- en communicatietechnologieën en resulteren<br />

in een nieuw fenomeen: cyberpower. Nye blijkt voorstander<br />

te zijn van policy, zeg: beleid, diplomatie en overleg.<br />

Hij ziet liever minder dan meer macht. Het is, vindt hij,<br />

als de calorieën in een dieet; meer is lang niet altijd<br />

beter. Fijntjes herinnert hij aan de bijbelse sage van de<br />

kleine David en de reus Goliath. Nye’s boek geeft te<br />

denken, minstens. (JW)<br />

Robert Skidelsky & Edward Skidelsky,<br />

HOW MUCH IS ENOUGH? The love of money, and the<br />

case for the good life. Allan Lane 2012. 242p. £ 20,00<br />

De auteurs zijn vader en zoon. De vader (emeritus<br />

econoom aan de Universiteit van Warwick) schreef onder<br />

meer een driedelige biografie<br />

over Keynes, de zoon (filosoof<br />

aan de Universiteit van<br />

Exeter) wijdde een studie aan<br />

Cassirer. Beiden verdienden<br />

hun sporen. In het boek dat<br />

zij samen schreven binden<br />

zij de strijd aan met de<br />

onverzadigbare begeerte en<br />

de psychologische gezindheid<br />

die moderne mensen,<br />

individueel en collectief,<br />

belet om ‘genoeg is genoeg’<br />

te zeggen. De schuld van het<br />

kapitalisme? In zekere zin.<br />

Kapitalisme is een tweesnijdend<br />

zwaard, vinden de auteurs. Aan de ene kant<br />

heeft het materiële bestaanscondities verbeterd, aan de<br />

andere kant heeft het onaangename menselijke eigenschappen<br />

wakker geroepen, zoals afgunst, hebzucht en<br />

gierigheid. Duidelijk is dat zij komaf willen maken met<br />

ongelimiteerde groei. De bomen groeien echt niet tot<br />

in de hemel. Dat leert zowel de natuur als de moraal.<br />

Goed en gelukkig leven is geen kwestie van permanent<br />

consumeren van materiële goederen, het is een kwestie<br />

van permanent produceren van immateriële goederen.<br />

Denk aan vrijheid, respect en vriendelijkheid. Hoe ook,<br />

afscheid van de ‘rat race’ raden de Skidelsky’s nadrukkelijk<br />

aan. (JW)<br />

Aline Sax,<br />

VOOR VLAANDEREN, VOLK EN FÜHRER. De motivatie<br />

en het wereldbeeld van Vlaamse collaborateurs<br />

tijdens de Tweede Wereldoorlog 1940-1945. Manteau<br />

2012. 422p. € 24,95<br />

Historica Aline Sax legt in haar studie de ziel van de<br />

Vlaamse collaborateur bloot en stelt de beeldvorming<br />

bij. België is (nog) ziek van de jaren ’40, het is een open<br />

zenuw. Zulke uitspraken laten zien dat Wereldoorlog II,<br />

speciaal de collaboratie en de repressie / de zuivering<br />

naderhand, nog geen gesloten boek is. De repressie<br />

(kaal geschoren vrouwen, mannen in kooien opgesloten,<br />

Stem van het boek 6<br />

GESCHIEDENIS, MAATSCHAPPIJ, POLITIEK<br />

vernielingen e.d.) kreeg<br />

het volle pond, terwijl de<br />

collaboratie zich redelijk<br />

wist te rehabiliteren in het<br />

collectieve geheugen en<br />

de historiografie, niet te<br />

verwarren met hagiografie.<br />

Over collaboratie werd tamelijk<br />

vergoelijkend geschreven<br />

en eenzijdig gerapporteerd.<br />

Aline Sax biedt een<br />

inleiding, noemt bronnen<br />

waaruit zij putte, geeft een<br />

schets van het algemene<br />

kader, verkent in het tweede<br />

deel motieven van collaborateurs,<br />

beschrijft in het derde deel ideologische beïnvloeding<br />

en wereldbeeld en reikt in het vierde een <strong>samenvatting</strong><br />

en conclusies aan. Zij kon onder andere vaststellen<br />

dat de modale collaborateur een jongeman onder de<br />

dertig uit de lagere sociale klassen was. Zij onderscheidt<br />

onder hen drie groepen. De eerste groep handelde uit<br />

ideologische motieven, samengevat met het woordpaar<br />

de Nieuwe Orde-gezindheid. Bij de tweede groep vielen<br />

persoonlijke motieven op naast ideologische. De derde<br />

groep werd louter door persoonlijke motieven geleid,<br />

zoals werkloosheid, geldgebrek, ruzie. Sax schreef een<br />

belangrijk boek dat, meldt Bruno (niet Bart!) De Wever<br />

van de Universiteit Gent, ‘tot de standaardliteratuur over<br />

de collaboratie in Vlaanderen zal gaan behoren’. (JW)<br />

Peter Beinart,<br />

THE CRISIS OF ZIONISM. Henri Holt and Company (een<br />

Times boek) 2012. 289p. € 26,00<br />

Beinart was redacteur bij The New Republic, werd docent<br />

journalistiek en politicologie aan de City University van<br />

New York en verzorgt een blog over Israel en de toekomst<br />

van de Joden op thedailybeast.com. Hij schreef<br />

genoemd boek vanwege zijn grootmoeder die een zionist<br />

van hem maakte. Zij was<br />

pessimistisch. ‘Je moet je<br />

niet te veel hechten’, zei zij<br />

eens tegen hem toen hij nog<br />

een jongetje was. ‘De Joden<br />

zijn net ratten. Wij verlaten<br />

een zinkend schip. Eens<br />

zullen we elkaar allemaal<br />

ontmoeten in Israel’. Beinart<br />

zelf is eerlijk. ‘Ik slaap<br />

beter in de wetenschap dat<br />

er een joodse staat is in de<br />

wereld’ (3). Niet onverschillig<br />

welke joodse staat. Hij<br />

denkt aan Fadel Jaber, een<br />

Palestijn van de West Bank,<br />

de Westelijke Jordaanoever. Deze vroeg de Israelische<br />

autoriteiten herhaaldelijk toestemming om een beetje<br />

water te tappen uit leidingen naar een nabij gelegen<br />

joodse nederzetting, waar het onder meer wordt benut<br />

voor zwembaden en besproeiing. Jaber werd ruw weggesleept<br />

door de politie tot ontzetting van zijn zoontje<br />

7 2012/4


GESCHIEDENIS, MAATSCHAPPIJ, POLITIEK<br />

Khaled, die maar ‘Baba, Baba’ bleef schreeuwen. Khaled<br />

is van dezelfde leeftijd als het zoontje van Beinart. Ook<br />

vanwege de kleine Khaled schreef hij het boek met de<br />

onrustbarende titel ‘de crisis van het zionisme’. Dit kan<br />

niet doorgaan, maar onder premier Benjamin Netanyahu<br />

zal het doorgaan, denkt hij. Hij is een ‘monist’, een man<br />

die, aldus de auteur, zweert bij een joodse meerderheid<br />

aan beide kanten van de Jordaan – een obstakel voor een<br />

tweepartijenstaat, een voor Israeliërs en een voor Palestijnen.<br />

Veel hangt af van de houding van het buitenland,<br />

van Amerika en de jongeren onder de joodse bevolking<br />

daar. De toekomst zal het leren. Beinarts criterium is<br />

duidelijk (179): niet ethnocratie (eigen volk eerst) maar<br />

democratie zal de reddingsboei voor Israel / Palestina<br />

worden. (JW)<br />

✄<br />

JA, dit blad wil ik welk elk kwartaal ontvangen!<br />

Voor € 12,50 per jaar<br />

ontvang ik graag dit blad in de bus:<br />

naam:………………………………................……………..<br />

adres:……………………………………………...................<br />

pc/plaats:…..…………………………………….................<br />

Stuur mij de digitale versie gratis toe naar e-mail:<br />

………………..........……..@..........................................<br />

ingevulde bon op sturen naar:<br />

De Stem vh Boek<br />

Postbus1006<br />

4200 CA Gorinchem<br />

of overtikken in een email naar: lvdherik@narratio.nl<br />

CULTUUR, KUNST, LITERATUUR<br />

Nop Maas,<br />

GERARD REVE. Kroniek van een schuldig leven 3.<br />

De late jaren 1975-2006. Van Oorschot 2012. 781p.<br />

€ 35,00<br />

Dit is het sluitstuk van Nop Maas’ driedelige biografie<br />

van het leven en werk van Gerard Reve; het gaat over de<br />

jaren 1975-2006. Weer is het een bouwen en breken,<br />

zaaien en oogsten, vallen en<br />

opstaan, kletsen en klagen.<br />

Neem het volgende over<br />

conflicten met uitgevers.<br />

Reve schrijft op 9 juni 1977<br />

aan Josine Meyer: Johan P.<br />

(Polak) is volgens mij een<br />

perverse intrigant, en Geert<br />

van O. (Oorschot) slechts<br />

gedeeltelijk goed bij zijn<br />

hoofd.<br />

Altijd is er vibratie en turbulentie<br />

te melden. Nop Maas<br />

doet dat met de nodige zorg<br />

en distantie. Interessant is<br />

de periode in het Belgische<br />

Machelen (1993-1999): ‘Langzamerhand begon België<br />

zijn nieuwe beroemde schrijver te ontdekken’ (624).<br />

Reve werd geïnterviewd en men schreef over hem. Veel<br />

kwam aan de orde, ook theologie, en wel in een interview<br />

met De Standaard. Reve: ‘Als je mij vraagt bestaat<br />

God, dan zeg ik: nee, Hij doet alleen maar alsof. De<br />

vraag is namelijk niet legitiem. God is een voorstelling<br />

van mensen, en daarom is hij werkelijkheid (...) Desgevraagd<br />

verklaarde Reve wel in de hel te geloven, maar ‘er<br />

is niemand in’. Humor was Reve niet vreemd. Nop Maas<br />

heeft het allemaal vlijtig uitgezocht en aan het papier<br />

toevertrouwd, een topprestatie. (JW)<br />

Heimo Schwilk,<br />

HERMANN HESSE. Das Leben des Glasperlenspielers.<br />

2e dr. Piper 2012. . 431p. € 12,99<br />

Filosoof en schrijver Heimo Schwilk (*1952, Stuttgart)<br />

schreef eerder een biografie over Ernst Jünger. Nu waagt<br />

hij zich aan Hermann Hesse, icoon van de jaren ‘60 (zie<br />

Stem van het Boek 2012, 3<br />

voor een andere biografie<br />

over Hesse, die van Gunnar<br />

Decker). Schwilk gebruikt<br />

16 hoofdstukken. Daarin<br />

beschrijft hij de lotgevallen<br />

uit Hesses afwisselende<br />

leven en scheppende arbeid,<br />

van het verblijf in het instituut<br />

van dominee Christoph<br />

Blumhardt in Bad Boll, een<br />

piëtist net als Hermanns<br />

ouders, tot raadpleging van<br />

psychiaters en vriendschappen<br />

met Thomas Mann, Bert<br />

Brecht en uitgever Peter<br />

Suhrkamp. Hesse vond het moeilijk relaties aan te gaan<br />

en te onderhouden, bijvoorbeeld met zijn eerste vrouw<br />

Mia, de moeder van hun zoon Heiner. In een brief uitte<br />

Stem van het boek 8 9 2012/4


CULTUUR, KUNST, LITERATUUR<br />

de vader zich nochtans klip en klaar: ‘Ich möchte Dir<br />

auch sagen, dass ich Dich lieb habe’ (270). Het liefst<br />

spiegelde hij zich aan zijn ouders, die erin slaagden<br />

door hun christelijke ethiek tegenstellingen en ruzies<br />

te overwinnen. Eerst en vooral is hij kunstenaar. Dat is<br />

zijn ideaal, en dat wil hij weten en uitdragen zoals het<br />

werd verteld in een chinese legende. Deze verhaalt van<br />

een kunstenaar die opgaat en verdwijnt in zijn werk.<br />

Dat wordt Hesses ideaal. ‘Diese Kongruenz von Leben<br />

und Kunst, das völlige Aufgehen der Person im Werk ist<br />

Hesses Ideal’ (270). Hesse wil zichzelf verliezen in, wil<br />

opgaan in, samenvallen met zijn scheppende werk. Zijn<br />

ideaal. Geen wonder dat hij een beetje mensenschuw<br />

werd. Hoe ouder hij wordt des te meer trekt hij zich<br />

terug in zijn privédomein, het Zwitserse dorpje Montagnola.<br />

Bezoek en Hesse-toerisme worden geweerd. Montagnola<br />

verleent hem op 1 juli 1962, zijn 85 e verjaardag,<br />

het ereburgerschap. Hermann Hesse sterft op 9 augustus<br />

1962. (JW)<br />

Jan Renkema,<br />

SCHRIJFWIJZER. 5e dr. Boom 2012. 590p. € 37,50<br />

Jan Renkema is hoogleraar tekstkwaliteit aan de Universiteit<br />

van Tilburg. Hij was taalkundig adviseur bij de<br />

Nederlandse Tweede Kamer en buitengewoon hoogleraar<br />

cultuurwetenschappen<br />

aan de Open Universiteit. Hij<br />

schreef de eerste taalwijzer<br />

ruim 30 jaar geleden ‘in<br />

jongvolwassen overmoed’ als<br />

taalkundig adviseur van de<br />

Tweede Kamer. Onlangs is<br />

de vijfde druk van de persen<br />

gerold. Het moet gezegd, het<br />

is een magnifiek werk, een<br />

must voor allen die iets, al is<br />

het maar iets, met het Nederlands<br />

(te maken) hebben. Het<br />

boek is in tien hoofdstukken<br />

ingedeeld: inleiding; tekstkwaliteit;<br />

<strong>inhoud</strong> en structuur;<br />

formulering; eenheid van stijl; taalkwesties, algemeen;<br />

taalkwesties per woordsoort; spelling; leestekens;<br />

overige kwesties. Een register van ruim 40 bladzijden is<br />

toegevoegd. De lezer wordt veel wijzer door dit boek te<br />

lezen, bijvoorbeeld over de puntkomma. Dit is een iets<br />

sterkere scheiding dan een komma en een iets zwakkere<br />

scheiding dan een punt (467). Tja, en wat is zuiver<br />

Nederlands? In het buitenland worden woorden uit het<br />

Nederlandse taalgebied overgenomen. Niet polder maar<br />

baas is het meest overgenomen, daarna volgen kraan<br />

en pen. Nederlanders op hun beurt namen (en nemen<br />

nog) veel woorden over uit het buitenland, bijvoorbeeld<br />

van de Russen bakbort of andere scheepstermen van het<br />

Engels zoals deck, skipper, furlough (verlof). Taal leeft,<br />

en dat is spannend. Wie kan het woord mannequin (manneke<br />

in het Vlaams – mannekijn, mannetje, poppetje,<br />

Manneke Pis!) of boulevard (bolwerk, borstwering) nog<br />

thuisbrengen? (JW)<br />

Stem van het boek 10<br />

JODENDOM<br />

Stéphane Saulnier,<br />

CALENDRICAL VARIATIONS IN SECOND TEMPLE<br />

JUDAISM. New Perspectives on the ‘Date of the Last<br />

Supper’ Debate. (Sup JSJ 159) Brill 2012. X, 280p.<br />

€ 121,–<br />

Vanaf 1954 publiceerde de classica Annie Jaubert, verbonden<br />

aan de Sorbonne, een serie studies over de kalender<br />

waarop het pseudepigrafische Boek der Jubileeën<br />

is gebaseerd en het probleem van de datum van Jezus’<br />

laatste avondmaal. Zij voegde deze samen tot het veelbesproken<br />

werk, La date de<br />

la Cène: calendrier biblique<br />

et liturgie chrétienne (1957).<br />

Tussen de drie synoptische<br />

evangeliën en het vierde<br />

evangelie is er een onoplosbare<br />

tegenspraak: volgens<br />

Mar 14:12 was Jezus’ laatste<br />

maal een Pesachmaal, maar<br />

volgens Joh 13:1 viel het<br />

voor Pesach. Jaubert ontdekte<br />

in Jubileeën een andere<br />

kalender dan de gebruikelijke<br />

joodse kalender, die uit<br />

maanmaanden bestaat plus<br />

af en toe een geïntercaleerde<br />

extra-maand. De Jubileeën-kalender telt 364 dagen ofwel<br />

exact 52 weken; in deze kalender valt een joods feest<br />

nooit op een sabbat. De eerste Qumran-ontdekkingen<br />

bewezen volgens Jaubert dat de woestijngemeenschap<br />

zich op de een of andere manier aan de Jubileeënkalender<br />

hield. Kerkvaderpassages bevestigden de datering<br />

van Jezus’ laatste avondmaal als een Pesachmaal volgens<br />

een of andere variant van de Jubileeënkalender. Jaubert<br />

noemde dit een ‘oude priesterkalender’ en vond deze<br />

ook terug in het Oude Testament. Onnodig te zeggen<br />

dat deze lucide theorie, behalve enthousiaste volgelingen,<br />

ook felle bestrijders vond. Het bestaan van de<br />

Jubileeënkalender in de praktijk in Qumran is inmiddels<br />

aanvaard; de toepassing op het Nieuwe Testament<br />

stuit nog op de traagdheid der traditie en een reeks<br />

onopgeloste problemen. Stéphane Saulnier schreef een<br />

glasheldere studie (PhD Un. of Kent 2007) over Jauberts<br />

theorie, de reacties erop, de belangrijkste bezwaren<br />

vanuit de bronnen, en de nog te onderzoeken problemen.<br />

Conclusie is dat de theoretische bezwaren tegen<br />

Jauberts theorie geen steek houden. De toepassing op<br />

het Nieuwe Testament moet echter nog verder onderbouwd<br />

worden. Helaas ontbreekt de rabbijnse literatuur<br />

als bron, en daarmee onder meer de talloze passages<br />

die de Farizees-rabbijnse praktijk van de algemeenjoodse<br />

maankalender weeerspiegelen. Niettemin is dit<br />

een onmisbaar overzicht voor wie zich met deze materie<br />

bezighoudt. (PJT)<br />

Ishay Rosen-Zvi,<br />

THE MISHNAIC SOTAH RITUAL. Temple, Gender and<br />

Midrash. viii, 293p. € 123,–<br />

Dit is de goed leesbare vertaling en bewerking van een<br />

studie die oorspronkelijk als dissertatie diende (Tel Aviv<br />

2004) en in 2008 in het Hebreeuws verscheen bij Mag-<br />

11 2012/4


JODENDOM<br />

nes. De Hebreeuwse titel is evocatiever: Ha-tekes sje-lo<br />

haja: mikdasj, midrasj oe-migdar ba-Massechet Sota,<br />

ofwel: ‘Het ritueel dat nooit bestond: tempel, midrasj<br />

en gender in Tractaat Sota.’ Onderwerp is ritueel dat<br />

beschreven staat in het Misjnatractaat Sota (‘De vrouw<br />

verdacht van overspel’). Een dergelijk ritueel wordt reeds<br />

in detail beschreven in de bijbel (Num 5:11-31) en heeft<br />

schijnbaar evenzeer van doen met de jaloezie van de<br />

man als met de verdenking van de vrouw. Het ritueel dat<br />

de Misjna beschrijft, wijkt<br />

echter op tal van punten<br />

af van de bijbel en is veel<br />

wreder: de vrouw wordt bij<br />

voorbaat als schuldig beschouwd<br />

en het lijkt eerder<br />

een strafritueel. Deze tekst<br />

is wat veronachtzaamd in<br />

Talmoed-studies maar heeft<br />

recentelijk wel de aandacht<br />

getrokken van feministische<br />

geleerden. Rosen-Zvi, hoofd<br />

van de sectie ‘Talmoed en<br />

Late Oudheid’ in het departement<br />

Hebrew Culture Studies<br />

in Tel Aviv, vat de zaak<br />

creatief en ambitieus aan met een combinatie van ‘traditionele’<br />

filologische tekststudie (deel 1, ‘Textual studies’)<br />

en op Foucault georiënteerde analyse van cultureel<br />

geconditioneerd discours (deel 2 ‘Contextualizations’).<br />

De conclusie is dat dit ritueel ‘nooit bestaan heeft’: het<br />

wordt voorgesteld als spelend in de tempel, terwijl allerlei<br />

details wijzen op de tijd na de verwoesting daarvan,<br />

en de methodes van bestraffing zijn strijdig met alles<br />

wat de rabbijnse literatuur verder zegt over de omgang<br />

met het vrouwelijk lichaam. Rosen-Zvi plaatst het geheel<br />

in het kader van vigerende strategieën ter beheersing<br />

van het vrouwelijk lichaam en de seksualiteit. Een nabeschouwing<br />

plaatst dit alles in het bredere verband van<br />

de retorisch-ideologische functie van de tempel in het<br />

rabbijnse denken na de verwoesting van de tempel in<br />

70. Belangrijk en actueel boek van een geleerde van wie<br />

wij nog veel kunnen verwachten. (PJT)<br />

Jörg Frey, Carsten Claussen und Nadine Kessler (red.),<br />

QUMRAN UND DIE ARCHÄOLOGIE. Texte und Kontexte.<br />

(WUNT 278) Mohr Siebeck 2011. xi, 561p. € 139,–<br />

Deze forse bundel, eindprodukt van een conferentie in<br />

2008, is opgedragen aan de herinnering van de Israëlische<br />

archeoloog Hanan Eshel, een beoogd mede-auteur<br />

die nog voor de conferentie overleed aan een ongeneeslijke<br />

ziekte. Zijn werk is toch niet afwezig: gezien<br />

het auteursregister behoort hij tot de veelgeciteerde<br />

autoriteiten. De vier afdelingen van de bundel worden<br />

gevuld door specialisten van de eerste orde. In het<br />

inleidingsdeel geven organisatoren Jörg Frey en Carsten<br />

Claussen een inleiding op het thema en op de locatie,<br />

terwijl Dieter Vieweger en Sabine Hüttig op theoretisch<br />

niveau spreken over de verhouding tussen graafwerk en<br />

tekstinterpretatie. Deel 2 heet ‘Archälogische Kontexte’;<br />

Jürgen Zangenberg stelt en beantwoordt nog eens de<br />

vraag naar de functie van Khirbet Qumran; Jan Gunne-<br />

Stem van het boek 12<br />

JODENDOM<br />

weg bespreekt het nut van moderne technische analysemethoden<br />

in de context van Qumran. Voorts belichten<br />

Joan Taylor en Shimon Gibson de geografische ligging<br />

van de site en Jonathan Ben-Dov de betekenis van de<br />

zonnewijzer die is gevonden in Qumran. Mladen Popovic<br />

bespreekt de archeologische gegevens betreffende de<br />

verwoesting van Qumran rond het jaar 70 en de vermeende<br />

Romeinse boekvernietiging; en Anne Lykker en<br />

Friedrich Schipper belichten de verhouding van Qumran<br />

met Jericho. Deel 3 bevat bijdragen van Daniel Stökl Ben<br />

Ezra over de bibliotheek(en) van Qumran en van Devorah<br />

Dimant over de woordenschat vande Qumranteksten.<br />

Deel 4 heet ‘Architektur und “Aussenwelt”’: Simone<br />

Paganini schrijft over Ezechiel en de Tempelrol; Johann<br />

Maier over de Tempelrol en de Herodiaanse tempel;<br />

Hugo Antonissen over het ‘nieuwe Jeruzalem’ volgens de<br />

Qumranteksten; Craig Evans over ophanging en kruisiging<br />

in het licht van Qumranteksten en andere Documenten;<br />

en Michael Tilly over ‘Tod und Trauer in der<br />

Tempelrolle’. Registers van bronnen, auteurs, zaken en<br />

personen completeren het geheel. Onmisbaar werk voor<br />

de vakbibliotheek. (PJT)<br />

Anders Runesson, Donald D. Binder &Birger Olsson,<br />

THE ANCIENT SYNAGOGUE FROM ITS ORIGINS TO 200<br />

C.E. A Source Book. Brill 2010. xii, 331p. hb € 151,–; pb<br />

€ 49,–<br />

Het onderzoek naar antieke synagoges, dat al een eeuwenlange<br />

geschiedenis heeft, heeft de laatste twee decaden<br />

sterke nieuwe impulsen gekregen. De reden daartoe<br />

ligt enerzijds in nieuwe archeologische ontdekkingen,<br />

anderzijds in het afbrokkelen<br />

– deels ten gevolge van<br />

nieuwe ontdekkingen – van<br />

gekoesterde (voor)oordelen<br />

over aard en oorsprong van<br />

de synagoge. De voorliggende<br />

studie is onderdeel<br />

van een langlopend project<br />

en is gemaakt door een team<br />

van experts in verschillende<br />

gebieden. Belangrijke vragen<br />

betreffen (a) bouwstijlen<br />

en de datering daarvan; (b)<br />

liturgische functies (Toralezing,<br />

gebed?, feesten?); (c)<br />

sociale aspecten (gemeenschapscentrum,<br />

rechtbank); (d) institutionele aspecten<br />

(gezag van de Farizeeën? ambten, hiërarchie); (e) de rol<br />

van vrouwen; en (f) de participatie van niet-joden. In<br />

het kader van een langjarig project hebben de auteurs<br />

uit alle beschikbare archeologische en literaire bronnen<br />

een uitputtende lijst van vroege synagogen opgesteld.<br />

Men treft in de lijst dus zowel synagoges die werkelijk<br />

zijn opgegraven als synagoges die alleen uit literaire<br />

documenten bekend zijn. Ze zijn als volgt gegroepeerd:<br />

geïdentificeerde locaties in het land van Israël; ongeïdentificeerde<br />

locaties; de Diaspora; algemene verwijzingen;<br />

en, verrassend, joodse ‘tempels’ buiten Jeruzalem (b.v.<br />

Leontopolis, Elephantine). Omdat het onderzoek hier zo<br />

in beweging is, kiezen de auteurs niet voor definiëring<br />

13 2012/4


JODENDOM<br />

en interpretatie maar leveren zij een buitengewoon nuttig<br />

werkinstrument dat de lezers in staat stelt zijn eigen<br />

studie van de materie te maken. (PJT)<br />

Martin Goodman & Philip Alexander (red.),<br />

RABBINIC TEXTS AND THE HISTORY OF LATE-ROMAN<br />

PALESTINE. (Proceedings of the British Academy 165)<br />

Oxford UP 2010. xvi, 419p. € 70.–<br />

Deze zorgvuldig geredigeerde bundel, vrucht van een<br />

conferentie van de British Academy in 2007, is van nu af<br />

aan een verplicht handboek voor ieder die zich verdiept<br />

in de historische studie van<br />

het vroege jodendom van de<br />

tweede tot de zevende eeuw.<br />

De redacteurs, beiden prominent<br />

in de judaica in het Verenigd<br />

Koninkrijk, spreken in<br />

de ‘Acknowledgements’ hun<br />

erkentelijkheid uit aan het<br />

initiatief van Fergus Millar, de<br />

gelauwerde emeritus Romeinse<br />

geschiedenis van Oxford.<br />

De conferentie, en daarmee<br />

de voorliggende bundel,<br />

vullen een merkwaardige<br />

lacune op het gebied van de<br />

geschiedschrijving van het Romeinse keizerrijk. Terwijl de<br />

specialisten, vooral uit Israël en de VS, heftige debatten<br />

voeren over de historisch nut van de rabbijnse literatuur,<br />

staan de historici met lege handen. Martin Goodman eindigt<br />

zijn inleiding met de stelling dat het boek zijn doel<br />

bereikt wanneer oudhistorici de rabbijnse literatuur meer<br />

als bron zullen gaan citeren, en met meer vertrouwen ten<br />

aanzien van de specifieke toepasselijkheid, dan totnutoe<br />

het geval is. In het inleidende deel geeft Philip Alexander<br />

een overzicht van het thema, terwijl Fergus Millar de Palestijnse<br />

context belicht. In drie hoofdstukken vervolgen<br />

Peter Schäfer en Chaim Milikowsky hun vinnige, principiële<br />

debat uit de jaren ’80 over de status quaestionis van de<br />

studie van de klassiek-rabbijnse teksten: hebben wij enkel<br />

te maken met manuscripten en fragmenten (Schäfer), of<br />

met identificeerbare werken (Milikowsky)? Deel II gaat<br />

over de teksten zelf, besproken door Amram Tropper<br />

(Misjna), Ronen Reichman (Tosefta), Günter Stemberger<br />

(Halachische Midrasjim), Sacha Stern (Jeroesjalmi), Richard<br />

Kalmin (Bavli), Aggadische Midrasjim (Alexander Samely),<br />

Pijoet of liturgische poëzie (Wout van Bekkum – Groningen),<br />

Targum (Robert Hayward), de belangrijke tiendeeeuwse<br />

Brief van Rav Sjerira Gaon (Robert Brody), en de<br />

Hechalot-literatuur (de expertise van Peter Schäfer). Het<br />

laatste deel bevat de belangrijke essays van Seth Schwartz<br />

(‘Rabbinic Culture’ and Roman Culture); Catherine Heszer<br />

(Material Culture and Daily Life); Moshe Lavee (Rabbinic<br />

Literature and the History of Judaism in Late Antiquity);<br />

William Horbury (Rabbinic Perceptions of Christianity and<br />

the History of Roman Palestine); Aharon Oppenheimer<br />

(Politics and Administration); en Hayim Lapin (Economy<br />

and Society). Martin Goodman besluit met een ‘Conclusion’.<br />

Elk hoofdstuk eindigt met suggesties voor verdere<br />

studie en een bibliografie. Een monument van samenwerking<br />

tussen eersteklas geleerden. (PJT)<br />

NIEUW TESTAMENT<br />

Jack Barentsen,<br />

EMERGING LEADERSHIP IN THE PAULINE MISSION. A<br />

Social Identity Perspective on Local Leadership Development<br />

in Corinth and Ephesus. With a foreword by<br />

Philip Esler. (Princeton Theological Monograph Series<br />

168) Pickwick Publications, Wipf and Stock 2011. xviii,<br />

178p. $ 44.00<br />

Dit onderzoek naar leiderschapsstructuren in Paulus’<br />

brieven diende in 2010 als proefschrift aan de ETF,<br />

waar de auteur assistent-professor Nieuwe Testament<br />

en Praktische Theologie is; promotor was Martin Webber,<br />

eveneens van de ETF. Na de inleiding die de opzet<br />

van het boek verklaart geeft hoofdstuk 2 een overzicht<br />

van het onderzoek naar leiderschapsstructuren in het<br />

vroegste christendom. Terecht wordt de hypothese van<br />

Holtzmann en Sohm gekritiseerd,<br />

volgens welke Paulus<br />

gemeenten stichtte met een<br />

charismatische leiderschapsstructuur,<br />

die in de tweede<br />

generatie, vertegenwoordigd<br />

door de deutero-paulijnse<br />

brieven, overging in een<br />

formele ambten-structuur.<br />

Hoofdstuk 3 presenteert<br />

het gekozen analysemodel,<br />

aangeduid als SIMOL,<br />

‘social identity models of<br />

leadership’, aan de hand<br />

van uitvoerige documentatie.<br />

Belangrijke inzichten<br />

betreffen het ontstaan en de erkenning van leiderschap<br />

door de voorbeeldfunctie van de persoon in kwestie, de<br />

structurering van het gezag, en de organisatie van de<br />

opvolging. Met dit instrumentarium wordt vervolgens<br />

het bronnenmateriaal, de paulijnse brieven, benaderd.<br />

Gekozen is voor een behandeling per brief, achtereenvolgens<br />

1 Korintiërs, 2 Korintiërs, Efesiërs, 1 Timoteüs<br />

en 2 Timoteüs. De auteur noemt de gebruikelijke argumenten<br />

om de laatste drie brieven als deutero-paulijns<br />

te beschouwen maar neemt niettemin aan dat Paulus ze<br />

geschreven heeft via een secretaris. Het hoofdstuk over<br />

1 Timoteüs bevat een excurs van 15 pp. dat met dezelfde<br />

conclusie eindigt. Juist vanwege de SIMOL verbaast<br />

het dat in het geval van Korinte de vraag naar de verhouding<br />

tot de plaatselijke synagoge en haar leiderschapsstructuur<br />

niet aan de orde komt: Hand. 18 meldt immers<br />

dat Paulus, met twee archisynagogoi, de Korintische<br />

kerk opzette in het huis naast de synagoge. De verhouding<br />

tot het jodendom wordt nergens gethematiseerd;<br />

Lezersservice<br />

Alle in de Stem van het boek<br />

besproken boeken zijn te<br />

bestellen via<br />

www.kerkboek.nl<br />

Stem van het boek 14 15 2012/4


jammer, want de Holtzmann-Sohm-hypothese kan juist<br />

vanuit een dergelijke vergelijking weerlegd worden. Het<br />

eindresultaat is een goed en soepel geschreven studie<br />

die, kennis nemend van de heersende wetenschappelijke<br />

discussies, harmoniserend binnen de traditionele parameters<br />

blijft. (PJT)<br />

Daniel B. Stevick,<br />

JESUS AND HIS OWN. A Commentary on John 13-17.<br />

Eerdmans 2011. xiv, 396p. $ 38.00 / ₤ 25.99<br />

Stevick, emeritus hoogleraar liturgie en homiletiek<br />

aan de Episcopal Divinity School in Cambridge Massachesetts<br />

(VS), offreert de rijpe oogst van zijn werk<br />

aan Jesus’ afscheidsrede in Johannes – een gedeelte<br />

waaruit vanouds gelezen wordt in de weken tussen<br />

Pasen en Pinksteren. Hoofdstuk 1 leidt de lezer in dit<br />

tekstgedeelte, de plaats in het vierde evangelie en in het<br />

bewustzijn van de Kerk, en in de noodzakelijke vragen<br />

van interpretatie en historische kritiek. Hoofdstuk 2<br />

bespreekt de laatste maaltijd en de voetwassing, die aan<br />

het begin staan. Hoofdstuk 3 analyseert de <strong>inhoud</strong> en<br />

opbouw van de afscheidsrede(n). Hoofdstuk 4, 5 en 6<br />

gaan over de eerste, tweede en derde rede; hoofdstuk 7<br />

over de Paracleet; en hoofdstuk 8 over het Hogepriesterlijk<br />

gebed (Joh. 17) – besloten met een ‘essay’ over het<br />

sleutelwoord ‘heerlijkheid / verheerlijken’. Een nawoord<br />

vat nog eens de betekenis van deze hoofdstukken in de<br />

leven van de Kerk samen. Mooi boek, nuttig voor predikanten<br />

en andere voorgangers. (PJT)<br />

✄<br />

NIEUW TESTAMENT<br />

JA, dit blad wil ik welk elk kwartaal ontvangen!<br />

Voor € 12,50 per jaar<br />

ontvang ik graag dit blad in de bus:<br />

naam:………………………………................……………..<br />

adres:……………………………………………...................<br />

pc/plaats:…..…………………………………….................<br />

Stuur mij de digitale versie gratis toe naar e-mail:<br />

………………..........……..@..........................................<br />

ingevulde bon op sturen naar:<br />

De Stem vh Boek<br />

Postbus1006<br />

4200 CA Gorinchem<br />

of overtikken in een email naar: lvdherik@narratio.nl<br />

Stem van het boek 16<br />

KERK EN GESCHIEDENIS<br />

Gerard van ’t Spijker,<br />

L’ÉGLISE CHRÉTIENNE AU RWANDA PRÉ ET POST-<br />

GÉNOCIDE. L’Harmattan 2011. 152p. € 15,– (te bestellen<br />

bij a.g.spijker@planet.nl)<br />

De auteur was in 1973-1982 en 1995-1999 predikant<br />

van de Église presbytérienne au Rwanda en sinds 2006<br />

is hij gasthoogleraar aan de Faculté de théologie protestante<br />

in Butaré en Yaoundé; van 1999-2004 was hij<br />

tevens verbonden aan het<br />

IIMO te Utrecht. Het boekje<br />

dat hij hier neerlegt is een<br />

hartekreet, en het past alleszins<br />

om het voor te stellen<br />

in het boekentijdschrift van<br />

de Brusselse zusterfaculteit,<br />

ook in het Nederlands. Een<br />

eerste editie kwam uit in<br />

2007 in Yaoundé; dit is een<br />

licht bewerkt heruitgave.<br />

Behalve een hartekreet is<br />

het ook een zorgvuldig en<br />

behoedzaam geformuleerde<br />

analyse van de recente geschiedenis<br />

van Rwanda en de<br />

Rwandese kerken voor en na<br />

de genocide van 1994, indringend nabij gebracht door<br />

persoonlijke herinneringen. Zo leest men van de mooiste<br />

herinnering die de schrijver bewaart: het 75-jarig jubileum<br />

van de protestantse kerk in Rwanda in 1982, toen<br />

hij zijn eerste verblijf afsloot. De dankdienst werd op de<br />

radio uitgezonden, de (later vermoorde) president Habyarimana<br />

sprak, en de protestanten, dankbaar bijeen,<br />

voelden zich blij en erkend als burgers van hun land.<br />

Anderzijds is er het hoofdstuk « Le mal, un énigme »,<br />

waar de auteur twee rivaliserende theorieën over de<br />

achtergronden van de genocide naast elkaar zet. Steeds<br />

noopt de delicate positie van buitenlands missiewerker<br />

tot prudentie in de stellingname. De ernst en de overtuigingskracht<br />

van de naar voren gebrachte argumenten is<br />

er des te sterker om. Het boekje besluit met het hoofdstuk<br />

« Les voies de la réconciliation ». Onontbeerlijk<br />

voor wie geeft om Rwanda en de Rwandezen – en om het<br />

onbereikbaar ideaal van waarheid in de geschiedschrijving.<br />

(PJT)<br />

17 2012/4


THEOLOGIE<br />

Kristien Justaert,<br />

TRANSCENDENTIE IN IMMANENTIE. Goddelijke hoogtes<br />

en laagtes met Heidegger, Deleuze en Derrida.<br />

Garant 244p. € 27,90<br />

Kristien Justaert is momenteel postdoctoraal onderzoeker<br />

aan de theologische faculteit van de KULeuven. Gods<br />

transcendentie, schrijft zij, wordt niet meer gedacht in<br />

bovennatuurlijke termen, in een andere en betere wereld<br />

hoog boven ons trieste tranendal. Justaert verkent<br />

met behulp van Heidegger, Deleuze en Derrida nieuwe<br />

wegen om het overstijgbare, ongrijpbare, theïstische<br />

karakter van God te verkennen. Zij vermoedt dat haar<br />

onderzoek haar op weg zet ‘naar een postmoderne<br />

bevrijdingstheologie’ of liever een feministische bevrijdingstheologie.<br />

Op die weg zal zij de in dit boek nog<br />

marginaal aangehaalde Dorothee Sölle meer aantreffen.<br />

Denk aan Sölles mooie concept ‘Transzendenz-in-<br />

Immanenz’ uit haar boek Gott Denken, Einführung in die<br />

Theologie, 225. (JW)<br />

Koen Boey,<br />

GEZICHTEN VAN DE MENS BIJ PAUL RICOEUR. Garant<br />

2011. 133p. € 15,00<br />

Paul Ricoeur was een Franse filosoof-theoloog die van<br />

vele markten thuis was. Bewust. Hij bekwaamde zich<br />

in de Duitse taal in München tot 1939 toen de oorlog<br />

uitbrak en hij terechtkwam in een krijgsgevangenkamp.<br />

Het stelde hem in staat teksten van Husserl in het Frans<br />

te vertalen. Het Engels kreeg hij onder de knie door<br />

verblijven in Canada en de Verenigde Staten. Vooral<br />

aan de Universiteit van Chicago werd hij gerespecteerd,<br />

een opsteker na zijn ontgoocheling in Nanterre waar hij<br />

niet opgewassen was tegen de felle eisen van hervormingsgezinde<br />

studenten, die zich lieten leiden door de<br />

slogan ‘imagination au pouvoir’ / verbeelding aan de<br />

macht. Juist daarom is het grappig dat Boey (emeritus<br />

hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen) mensbeelden<br />

die hij bij Ricoeur op het spoor kwam in genoemd boek<br />

heeft beschreven, en wel: het mensbeeld van de willende<br />

maar feilbare mens, het mensbeeld dat is getekend door<br />

het kwaad, het mensbeeld van de verhalende mens, van<br />

de mens die zich weet te herinneren, van de mens die<br />

politiek handelt en, ten slotte, van de ethische mens.<br />

Exhaustief, is het niet aldus Boey, maar het is voldoende.<br />

(JW)<br />

ETHIEK, FILOSOFIE<br />

Martha C. Nussbaum,<br />

NOT FOR PROFIT. Why democracy needs the humanities.<br />

Princeton UP 2010. 158p. € 18,00<br />

Het winstprincipe heeft zich ook genesteld in de academia<br />

en dat gaat ten koste van de geesteswetenschappen<br />

die mens, maatschappij en cultuur bestuderen, zeg: de<br />

alfavakken, ‘humanities and<br />

arts’. Nussbaum (Universiteit<br />

van Chicago) verzet zich<br />

tegen dit wetenschapsbeleid;<br />

het voert naar verschraling<br />

van het totale vakkenpakket.<br />

Zij wil dat onderwijs, in het<br />

bijzonder hoger en universitair<br />

onderwijs, bijdraagt<br />

aan algemene vorming van<br />

‘a more inclusive type of citizenship’<br />

(7). Noem het wereldburgerschap.<br />

Zij erkent<br />

dat economie, medicijnen,<br />

techniek e.d. van belang zijn<br />

voor de samenleving maar<br />

breekt een lans voor vakgebieden die worden beknot<br />

en/of bedreigd. De spirit van de mens- en cultuurwetenschappen<br />

(kritisch denken, empathie met menszijn,<br />

verbeeldingskracht, inzicht in de complexe wereld) kan<br />

niet worden gemist. Nussbaum signaliseert een wereldwijde<br />

vervlakking van vorming en onderwijs maar belicht<br />

vooral de ontwikkeling in India en de Verenigde Staten,<br />

de twee landen waarmee zij vertrouwd is. Wat zij beoogt<br />

is – dit zegt zij Rabindranath Tagore na – een compleet<br />

en geen commercieel mensbeeld. Voor Ambo / Anthos<br />

uitgevers bezorgden Anneke Brassinga en Rogier van<br />

Kappel in 2011 de Nederlandse vertaling. De titel luidt<br />

Niet voor de Winst. Waarom de democratie de geesteswetenschappen<br />

nodig heeft. (JW)<br />

Ingmar Persson en Julian Savulescu,<br />

UNFIT FOR THE FUTURE. The need for moral enhancement.<br />

Oxford UP 2012. 143p. € 33,00<br />

Mensverbetering of transhumanisme, human enhancement<br />

in het Engels, is mogelijk en gebeurt. De mens<br />

blijkt (vervol)maakbaar te zijn. Denk aan plastischchirurgische<br />

ingrepen of neem transplantaties, prognose en<br />

preventie van ziekte(n) etc. Dat zijn de feiten. Wat zijn<br />

de normen? Dat is de vraag die Ingmar Persson en Julian<br />

Savulescu opwerpen, de vraag naar moral enhancement,<br />

naar een ethiek die is opgewassen tegen problemen en<br />

eisen van de moderne tijd, meestal technologische.<br />

De auteurs vinden een ethisch aggorniamento dringend<br />

gewenst. Technologische evoluties gaan razendsnel. Ze<br />

zijn in de regel comfortabel, maar niet zonder gevaar.<br />

Ze kunnen zelfs de downfall, de teloorgang, van de<br />

mens inluiden. De auteurs vinden dat onze democratieën<br />

dringend behoefte hebben aan de participatie van<br />

burgers die ‘morally enhanced’ zijn en, daarom, ‘fit’<br />

voor de toekomst. Om deze ethische conditie te bereiken,<br />

willen zij een beroep doen op bètawetenschappen,<br />

zoals genetica en neurobiologie. Genetische ingrepen en<br />

farmaceutische hulpmiddelen lijken hun aanvaardbaar,<br />

nee, noodzakelijk te zijn. Kortom, ‘een pil voor doorn-<br />

Stem van het boek 18 19 2012/4


ETHIEK, FILOSOFIE<br />

roosje’ (psychiater R.H. van den Hoofdakker / dichter<br />

Rutger Kopland) is hun devies. Het is een controversiële<br />

stellingname, niet besteed aan iemand als Martha Nussbaum.<br />

(JW)<br />

Louis Ide,<br />

LOF DER GEZONDHEID. Van apologie tot utopie? Pelckmans<br />

2012. 144p. € 14,50<br />

Ide (hij is arts, bioloog, ziekenhuishygiënist en senator<br />

voor de N-VA) schreef met bovengenoemd boek een<br />

vervolg op zijn boek uit 2006. Dat had dezelfde titel<br />

maar een andere ondertitel:<br />

Diagnose van een terminaal<br />

gezondheidsbeleid. Hij ijkte<br />

het woordpaar taalgrens =<br />

zorggrens, dat inmiddels<br />

is ingeburgerd en ook door<br />

academici en politici wordt<br />

gebruikt. In zijn boek uit<br />

2006 schreef hij al dat in<br />

België, hoewel er één federaal<br />

beleid is, twee gezondheidsculturen<br />

bestaan. De<br />

federale overheid kan 25<br />

miljard euro uitgeven voor<br />

gezondheidszorg en voert<br />

één beleid, maar toch stellen we vast, aldus Ide, dat de<br />

‘taalgrens een zorggrens’ is en dat de huisarts Vlaams<br />

is en het ziekenhuis Franstalig. Dit is een fundamenteel<br />

gegeven in België, maar net als onderwijs en cultuur<br />

moet gezondheidszorg volgens hem persoonsgebonden<br />

zijn. Het beleid in deze berust op drie pijlers: preventie<br />

(voorkomen), cure (behandelen en care (verzorgen), die<br />

wel te onderscheiden zijn, maar niet gescheiden kunnen<br />

worden (88). Beleidsdomeinen, zoals cultuur, kunst, onderwijs,<br />

sport e.d., moeten aansluiten bij de leefwereld<br />

van de mensen. Dat moet ook gezegd van het domein<br />

van de gezondheidszorg. Vlaanderen, België, Europa,<br />

het maakt niet uit, steeds moet erop worden gelet dat<br />

gezondheidszorg wordt gedragen door de gemeenschap<br />

waarvoor zij dient. Of is dat een utopie? Ides boek is<br />

weliswaar geen eye-opener maar roept op tot een stevig<br />

debat. (JW)<br />

TIJDSCHRIFTEN<br />

BONHOEFFER RUNDBRIEF<br />

Mitteillungen der Internationalen Bonhoeffer Gesellschaft<br />

Sektion Bundesrepublik Deutschland<br />

Koetschaustrasse 14, D-40474 Düsseldorf<br />

2012-juli. In dit nummer schreef priester en Franciscaan<br />

Henk Janssen (studentenpastor en vanaf de oprichting<br />

lid van het Nederlandse Bonhoeffer Werkgezelschap)<br />

een uitgebreid stuk over Franciscus van Assisi en<br />

Dietrich Bonhoeffer. Hij noteert een aantal overeenkomsten,<br />

zoals het adagium ‘ora et labora’ (bidden en<br />

werken gingen bij hen hand in hand) of hun visie op<br />

het klooster. Daar waren zij niet afkerig van, in die zin<br />

dat zij de wereld als klooster opvatten. Iedereen hoorde<br />

erbij: ‘Kein Ausschluss, sondern eine barmherzige<br />

Umarmung’. Interessant in dit nummer is verder ‘Wer<br />

ist Jesus Christus für uns heute? Von Bonhoeffer zu<br />

Friedrich-Wilhelm Marquardt und weiter zu uns heute’.<br />

Aandacht wordt geschonken aan Harvey Cox aan wie de<br />

Humboldt-Universität in Berlijn in juli 2011 een eredoctoraat<br />

verleende. Cox trok 60 jaar geleden de aandacht<br />

met The Secular City, een boek waarin de invloed van<br />

Bonhoeffer ruimschoots merkbaar was (Zie Stem vh Boek<br />

2012, 3 voor de bespreking van Cox’ jongste boek, The<br />

Future of Faith).<br />

2012-november. Deze editie blikt terug op het 11 e Internationale<br />

Bonhoeffer Symposium dat eind juni begin juli<br />

2012 werd gehouden in het Zweedse Sigtuna, waar Bonhoeffer<br />

in 1942 met bisschop George Bell uit Chicester<br />

sprak over de oorlog en het (kerkelijk) verzet. Het thema<br />

van het symposium was ‘A spoke in the wheel. Reconsidering<br />

the political in the theology of Dietrich Bonhoeffer’.<br />

In Sigtuna werd het contekstuele karakter van zijn<br />

werk opnieuw beklemtoond, terwijl het begrip voor de<br />

aanwezigheid van politiek èn spiritualiteit bij hem werd<br />

verdiept. Sigtuna werd door de 150 deelnemers als zeer<br />

geslaagd ervaren.<br />

COLLATIONES<br />

Tijdschrift voor Theologie en Pastoraal<br />

Potterierei 72, B-8000 Brugge<br />

2012-3. Het septembernummer 2012 van Collationes<br />

heeft vier bijdragen over het thema ‘Sacramenten:<br />

anders bekeken’. Antony Dupont, ‘Augustinus’ denken<br />

over doopcatechese voor volwassenen en zijn theologisch<br />

pleidooi voor kinderdoopsel. Vruchtbare spanning<br />

tussen ontwikkelingspsychologie en genadetheologie’.<br />

Joris Geldhof, ‘Het vormsel tussen doopsel en communie.<br />

Van een minimalistische sacramententheorie naar<br />

een maximalistische liturgietheologie’. Thomas Knieps,<br />

‘Het huwelijk vandaag. Uitdagingen en kansen voor<br />

pastoraat, theologie en spiritualiteit vanuit katholiek<br />

perspectief’. Elisabeth Parmentier, ‘De inzegening van<br />

het huwelijk in de Kerken vandaag: een Luthers-Gereformeerde<br />

bijdrage tot de oecumene’. Kroniek recensies<br />

met uitvoerig aandacht voor het Jezus-boek, deel II, van<br />

Joseph Ratzinger-paus Benedictus XVI.<br />

Stem van het boek 20 21 2012/4


TIJDSCHRIFTEN<br />

DE EERSTE DAG<br />

Handreiking voor de jaarorde<br />

aangeboden door de Sectie Eredienst van de Raad<br />

van Kerken in Nederland<br />

Postbus 29, NL-2700AA Zoetermeer<br />

Winter 2013. Voor de tijd van Advent tot en met Epifanie<br />

worden opnieuw de verschillende leesroosters aangeboden<br />

(Gemeenschappelijk / Oecumenisch; Oud-Katholiek;<br />

Romeins; Luthers). De kleine profeten beheersen de<br />

Adventszondagen, Jesaja de Kerst- en Epifanietijd.<br />

Beide seizoenen wordt er Lucas gelezen, behalve Matt<br />

2 op Epifanie (Driekoningen!) en Joh 2 op Kanazondag.<br />

Behalve exegese- en preekschetsen worden er openingsgebeden<br />

en voorbeden geboden voor Advent.<br />

DE OPEN POORT<br />

Protestants tijdschrift voor het gesprek over geloof<br />

en samenleving<br />

Postbus 82, B-2140 Borgerhout-Kattenberg<br />

2012-oktober. Deze editie is gewijd aan diaconaat, een<br />

theologisch woord dat dienst van kerken aan mens en<br />

maatschappij betekent. Oorspronkelijk was het in protestantse<br />

kerken armenzorg maar de actieradius kon in<br />

de loop van de tijd aanzienlijk worden verruimd. Trinus<br />

Hoekstra (oud-student van de FPG in Brussel, projectmanager<br />

bij Kerk in Actie en mededirecteur van DISK, het<br />

landelijk bureau voor het arbeidspastoraat in Nederland)<br />

typeert diaconaat als de hartslag van de kerk. Hij preciseert:<br />

het is verlangen naar gerechtigheid, vrede, heelheid<br />

van de schepping (een typering die doet denken aan ‘just,<br />

participatory, and sustainable society’, een warm concept,<br />

ooit bedacht door de Wereldraad van Kerken in Genève).<br />

Dat verlangen is niet gering maar wordt omringd door<br />

andere geloofsdimensies, zoals vieren, leren, (be)hoeden<br />

en verkondigen. Verder in dit nummer van DOP Dick<br />

van Dijk, gemeenteadviseur van de PKN, ‘Brood, daar zit<br />

alles in’; Ina Koeman, werkgroep Missionaire Gemeente<br />

Opbouw van de VPKB, ‘Van stroom en onderstroom,<br />

kracht en bijten in het stof’, een reflectie bij de Vlaamse<br />

Diaconale Dag van 20 oktober 2012. Zij herinnert eraan<br />

dat gelovigen de ‘onderstroom’ soms genade of Heilige<br />

Geest noemen, of, met Dorothee Sölle, ‘de grote woede in<br />

de buik’. Ten slotte een gesprek met Sophie Vanonckelen,<br />

29 jaar en betrokken bij het project Ecokerk. Al met al<br />

een afwisselend en instructief nummer!<br />

ETHISCHE PERSPECTIEVEN<br />

Nieuwsbrief van het overlegcentrum voor ethiek<br />

KULeuven<br />

Deberiotstraat 26, B-3000 Leuven<br />

2012-september. Voorwoord: De Ziel was het thema<br />

van het derde Feest van de Filosofie dat dit voorjaar in<br />

Leuven werd gevierd. Dan hebben we het niet over het<br />

brein (vurig gepromoot door de filosofische reductionist<br />

Dick Swaab) maar inderdaad over de ziel. Peter Venmans,<br />

filosoof en hispanist, belicht het thema in zijn<br />

artikel met behulp van het Griekse woord psychè, sinds<br />

Thales en Heraclitus maar vooral sinds Socrates het<br />

algemene woord voor ziel, en het Griekse woord ‘thymos’,<br />

dat door Plato werd gebruikt als typering van één<br />

van de drie delen van de ziel. Globaal schematiserend<br />

TIJDSCHRIFTEN<br />

laat Venmans het verhaal van de ziel vanaf de 18 e eeuw<br />

teloorgaan. ‘De oude theorieën van het paradigma van<br />

de ziel – platoonse ideeënleer en aristotelisch hylemorfisme<br />

– zijn vervangen door wetenschap en pragmatiek.’<br />

Maar mensen zijn gecompliceerde wezens met gecompliceerde,<br />

thymotische, gevoelens: schaamte, trots,<br />

woede. Venmans: mensen zijn in de eerste plaats niet<br />

rationele behoeftewezens of nerveuze geluksautomaten,<br />

ze zijn eerder gecompliceerde wezens die willen worden<br />

gewaardeerd om wie we zijn. ‘Om onze ziel. Een ziel die<br />

niet uit twee maar minstens uit drie delen bestaat’.<br />

FILOSOFIE<br />

Tweemaandelijks tijdschrift voor algemeen toegankelijke<br />

wijsbegeerte en voor nieuws over filosofie en<br />

levensbeschouwing<br />

Damon, Postbus 2014, NL-6020 AA Budel, Nederland<br />

2012-september / oktober. In deze editie zijn de schijnwerpers<br />

gericht op Hannah Arendt. Marieke Borren laat<br />

in een uitvoerige beschouwing over Eichmann nog eens<br />

een aantal kerngedachten van Arendt de revue passeren.<br />

Eichmann, een ondergeschikte van nazibeul Reinhard<br />

Heydrich, werd Hitlers beruchtste ‘Schreibtischtäter’. Hij<br />

was de uitvoerder van het radicale kwaad (Auschwitz),<br />

een woordpaar dat volgens Arendt betrekking heeft<br />

op kwaad dat noch te bestraffen noch te vergeven is.<br />

Dat het banaal was, nam zij terug. Wat Eichmann deed<br />

was eerder te wijten aan zijn volstrekte gedachteloosheid,<br />

aan zijn gebrek aan oordeelsvermogen. Hij kon<br />

zich niet verplaatsen in het lot van de Joden die naar<br />

de vernietigingskampen werden afgevoerd. Zie Arendts<br />

boeken Responsibility and Judgement, Schocken 2003,<br />

en Eichmann in Jeruzalem, Atlas 1963. Andere artikelen<br />

in dit nummer zijn Hans Achterhuis, ‘Hannah Arendt:<br />

antisemitisme en de Joodse staat’. Remy Peeters, ‘Hannah<br />

Arendt. Gezag: onmisbaar complement van macht’.<br />

Dirk De Schutter, ‘Ontwrichting en Hannah Arendt’. Over<br />

de Sjoa kan men meer lezen in The New York Review<br />

of Books van 20 december 2012: ‘Hitler’s logical Holocaust’.<br />

Zeven boeken over de ‘Final Solution’, speciaal in<br />

Polen, worden besproken. De methode van massamoord<br />

werd door de nazi’s toegepast in een zone waar de Sovjets<br />

eerst onafhankelijke staten en de Duitsers vervolgens<br />

Sovjet-instituties verwoestten. Daarop verspreidde<br />

de Sjoa / de Holocaust zich snel. Zie voor Arendt ook<br />

Filosofie Magazine van december 2012. Het historisch<br />

profiel is aan haar gewijd.<br />

FILOSOFIE MAGAZINE<br />

Veen Magazines, Postbus 256, NL-1110 AG Diemen,<br />

Nederland<br />

2012-10. Dit nummer is een jubileumeditie naar aanleiding<br />

van 20 jaar Filosofie Magazine. De balans wordt<br />

opgemaakt van 20 jaar publieksfilosofie – kwalitatief of<br />

kwantitatief bedoeld? De redactie laat het in het midden.<br />

Filosofie is populair in Nederland. Martha Nussbaum:<br />

‘Wat publieksfilosofie betreft zijn jullie echt een rolmodel’.<br />

Hans Achterhuis: ‘Het gaat niet om mijn mening.<br />

Ik wil anderen helpen om de wereld te begrijpen’. René<br />

Gude, zojuist teruggetreden als directeur van de Internationale<br />

School voor Wijsbegeerte in Leusden: ‘Vroe-<br />

Stem van het boek 22 23 2012/4


TIJDSCHRIFTEN<br />

ger was religie een middel tot beschaving, nu moet de<br />

filosofie die rol overnemen’. Ad Verbrugge: ‘Sinds de<br />

dood van Pim Fortuyn is het filosofische wereldje weer<br />

politieker geworden’. Een sweeping statement. Is het politieke<br />

wereldje (Wilders, Roemer e.a.) weer filosofischer<br />

geworden? Han van Ruler ging op zoek naar Hollandse<br />

filosofie in de Nationale Bibliotheek van St.-Petersburg.<br />

Enkele jonge, aanstormende filosofische talenten komen<br />

aan het woord. Onder hen Ariska Bonnema (18 jaar),<br />

winnaar van de prestigieuze KNAW-onderwijsprijs.<br />

Streng gelovig opgevoed maar het licht gezien: ‘Filosofie<br />

was een bevrijding voor mij’.<br />

2012-11. In de reeks grote denkers worden de politieke<br />

lessen van Niccolò Machiavelli belicht, zoals de virtù,<br />

waarover Aristoteles en Cicero schreven. Het heeft niets<br />

te maken met filosofische en theologale deugden, maar<br />

staat voor doortastend handelen ten einde politieke<br />

eenheid te bewaren of macht te behouden. Om dat te<br />

bewerken moet men virtuoos optreden. Komt virtuoos<br />

niet van het Latijnse woord vir, man? Machiavelli kind<br />

van zijn tijd? Sympathieker is een andere les: vivere<br />

libero, leven in vrijheid, de tegenpool van vivere sicuro,<br />

leven in zekerheid. Machiavelli was voorstander van<br />

actieve, participerende burgers. Zij staan borg voor een<br />

vrije samenleving.<br />

2012-12. Wellicht met het oog op de donkere decembermaand<br />

en/of het lichtfeest van de Kerstdagen wierp<br />

de redactie de vraag op: ‘Hebben we God nodig?’ Ze<br />

vroeg Erik Borgman het antwoord te geven. Hij redeneert<br />

anders dan René Gude (FM van 2012-10) en zoekt het<br />

in het messianisme, een begrip uit het jodendom en het<br />

christendom, ‘waarbij de grondgedachte is dat het radicaal<br />

nieuwe elk moment in de wereld kan binnenbreken’.<br />

Sommige postmoderne filosofen, Derrida bijvoorbeeld’,<br />

staan open voor dit concept.<br />

FILOSOFIE & PRAKTIJK<br />

Praktische problemen in filosofisch perspectief<br />

Damon, Postbus 2014, NL-6020 AA BUDEL, Nederland<br />

2012-herfst. De inleiding onthult lezers dat zij een<br />

themanummer over Kunst & Kennis in handen hebben.<br />

Kunsten hebben het moeilijk door de crisis en bezuinigingen,<br />

maar het echte punt is dat in de kunsten al lang<br />

een legitimatiecrisis heerst. Welk maatschappelijk belang<br />

bijvoorbeeld dienen kunstenaars met hun kunsten?<br />

Interessante vragen komen aan bod. Hoe werkt kunst?<br />

Wat is kunst? Wat is waarnemen? Na de inleiding staat<br />

de lezer het volgende te wachten: Petran Kockelkoren,<br />

‘Kunst biedt kennis, maar wat voor soort?’ Barend van<br />

Heusden, ‘Een bewustzijn verbeeld, David Hockney’s<br />

A bigger picture’. Charles Wildevuur, ‘David Hockney’s<br />

wijze van kijken’. Ronald Hünneman, ‘Peek and Poke in<br />

Perspectief. De terugkeer van het bewegende lichaam in<br />

kunst, filosofie en cognitiewetenschap’. Sara van Epenhuysen,<br />

‘Minima Philosophica: taal en teken van een<br />

schilder’. Anke Coumans, ‘Vervreemding als politieke<br />

interventie’. Joost van Baak, ‘Kunst, cognitie en communicatie.<br />

Over de kunsttheorie van Jan Mukaṙovský’.<br />

Signalementen: redactiesecretaris Vink signaleert een<br />

zevental boeken. Ten slotte ruim baan voor de katern<br />

van de VFP, de Vereniging voor Filosofische Praktijk.<br />

TIJDSCHRIFTEN<br />

HISTORISCH NIEUWSBLAD<br />

Postbus 256, NL-1110 AG Diemen<br />

2012-oktober. De grootste Nederlander leek Pim Fortuyn<br />

te worden in 2004. Na hertelling van de stemmen bleek<br />

Willem van Oranje met kop en schouders uit te steken<br />

boven de andere gegadigden. Fortuyn duikelde naar<br />

de vierde plaats. Willem van Oranje wordt bewierookt<br />

in het thematische deel dat gaat over helden. Nog een<br />

drietal komt over het voetlicht: pater Damiaan, held en<br />

heilige in België, Konrad Adenauer, de aartsvader van<br />

Duitsland, en Ronald Reagan, charismatisch heraut van<br />

de tijdgeest. Maarten van Rossem heeft hem niet hoog<br />

al waardeert hij zijn inschikkelijkheid: ‘Hij was weliswaar<br />

een ideoloog, maar hij had zo’n wollig brein dat hij zichzelf<br />

alles kon wijsmaken, en dat maakte het mogelijk om<br />

met vrijwel iedereen prettig samen te werken’.<br />

2012-november. Aandachttrekkend in het novembernummer<br />

is het Europa-dossier. Otto von Bismarck had<br />

een groots plan. Hij wilde een vreedzaam en welvarend<br />

Europa scheppen. President Eisenhower, Amerika’s<br />

president van 1953 tot 1961, wilde Europa toerusten tot<br />

een federatie die zichzelf kon verdedigen tegen de Russen.<br />

Een artikel gaat over de Gouden Eeuw, een gulzig<br />

tijdperk. Nederlanders stonden in het buitenland bekend<br />

als drinkers. Laura Starink schrijft over haar tante<br />

Lotte. Na de bevrijding zaten in kamp Auschwitz 20 à<br />

30 duizend Sileziërs vast. Tante Lotte was een van hen.<br />

Met een hongerige maag moesten de geïnterneerden de<br />

fabriek van IG Farben voor de Russen helpen te demonteren.<br />

2012-december. Het polderen wordt in beeld gebracht,<br />

de heftige strijd tegen de waterwolf. Ondernemers<br />

met lef investeerden in de Gouden Eeuw (de 17 e eeuw)<br />

in grootschalige inpolderingen. Met de Beemster, de<br />

Purmer, de Schermer en de Wijde Wormer schiepen zij<br />

riante achtertuinen voor de snelgroeiende Hollandse<br />

steden. De kolossale werken werden prachtig vastgelegd<br />

in weelderige schilderijen en zijn fraai afgedrukt in deze<br />

editie van HN. Neem het schilderij van Paulus Potter: Vee<br />

per boot overgezet. De nieuwe polders waren heel geschikt<br />

voor veeteelt. Het dossier is heel uiteenlopend en<br />

gaat over Israel,: een lang verhaal over Herodes, de man<br />

van de kindermoord in Bethlehem. ‘Maar zijn aanklager<br />

Matteüs heeft geen bewijs.’ Daarnaast een stuk over<br />

Israels nachtmerrie ofwel ‘Israels Vietnam: In 1978 en<br />

nogmaals in 1982, viel Israel het door een burgeroorlog<br />

geteisterde Libanon binnen’.<br />

INTERPRETATIE<br />

Tijdschrift voor bijbelse theologie<br />

Postbus 29, NL-2700 AA Zoetermeer<br />

20/2, maart 2012. Leo Mock, Dag 3 van de schepping.<br />

Willien vanWieringen, Die pijnlijke derde dag… Het verbondsteken<br />

misbruikt in Genesis 34? Klaas A.D. Smelik,<br />

Driemaal is scheepsrecht: drievoud in de Hebreeuwse<br />

Bijbel. Peter-Ben Smit, Ten derden dage verrezen van de<br />

doden. Annette Merz, Existentiële duisternis of incident<br />

in het heelal: De zonsverduistering tijdens de kruisiging.<br />

Bas van den Berg, Het getal drie in lev-verhalen.<br />

Klaas Spronk, Bijbelse theologie: Het bijbel-theologische<br />

profiel van de PThU, Kampen. Lidwien van Buuren, Dins-<br />

Stem van het boek 24 25 2012/4


TIJDSCHRIFTEN<br />

dag of zondag? De dere dag in Johannes 2:1-11. Eddy<br />

van den Brink, Beeldkroniek: de Derde dag, viermaal in<br />

beeld. Jean bastiaans, Leesrooster: De hele wereld in een<br />

boek! De Handelingen van de Apostelen. Piet van Midden,<br />

Lijdensgeschiedenis bij Matteüs. En verder.<br />

20/3, mei 2012. Marieke den Braber, Een eindeloze zondag.<br />

Albert Ringer, Helios in de synagoge: Afbeeldingen<br />

van zon en zodiak in synagogen. Piet Schelling, Bijbels<br />

grondwoord: Licht dat ons aanstoot in de morgen.<br />

Hildo van Es, Land van licht. Henk Abma, Lilith. Gerben<br />

Zweers, Zeven werken van barmhartigheid: Augustinus<br />

aan het woord. Joep Dubbing, ‘Misschien’: Een eenvoudig<br />

bijwoord als theologische blikopener. Nico Riemersma,<br />

Leesrooster: De krachten gebundeld; Opbouw,<br />

motiefwoorden en theologie van het boek Ruth. Kees<br />

Posthumus, Kroniek: De zon gaat op en onder. Ciska<br />

Stark, Keuzes tussen tekst en toepassing. En verder.<br />

20/4, juli 2012. Aarnoud Jobsen, De gave van de profetie:<br />

over de roeping van Jeremia (1:4-9). Piet van Veldhuizen,<br />

Roepingensandwich: De roeping van Ananias in<br />

Handelingen 9:10-17. Riemer Roukema, Bijbels grondwoord:<br />

‘Roepen’ in het Nieuwe Testament. Klaas A.D.<br />

Smelik, De roeping van de profeet als een ‘type scene’.<br />

Sam Janse, Bidden en vechten in 1 en 2 Makkabeeën.<br />

Nico Riemersma, De fanatieke Paulus. Archibald L.H.M.<br />

van Wieringen, Bijbele theologie: Het bijbels-theologische<br />

profiel van de FKT. Piet van Midden, Een verrassende<br />

‘date’ met Abigaïl. Geert van Oyen, Leesrooster: Een<br />

minicursus ‘hermeneutiek van het bijbellezen’, Marcus<br />

6:30-9:50. Eddy van den Brink, Beeldkroniek: Vrouwen in<br />

de bijbel; uit de kerk en de kunst van de oudheid en de<br />

middeleeuwen. Willien van Wieringen, De Heilige Geest<br />

en de Geestelijke Oefeningen van Ignatius van Loyola.<br />

KERK EN THEOLOGIE<br />

Postbus 203, NL-3970 AE Driebergen<br />

63/2, april 2012. Liuwe H. Westra, Ten geleide. Ed<br />

Noort, Meditatie. Luco J. van den Brom, Heeft een ‘historisch<br />

Jezusbeeld’ theologisch enig nut? Heleen Maat, De<br />

geloofsgemeenschap centraal: verdiensten en vragen.<br />

Willem J. van Asselt, Relationaliteit als nieuw ‘centraal<br />

dogma’? Johan Buitendag, A conversational reflection on<br />

Luco van den Brom’s understanding of time and space.<br />

Alco Meesters, De Cappadociërs en hun trinitarische opvattingen<br />

van God. Kroniek, Kees van de Kooi en Liuwe<br />

Westra. Boekbesprekingen.<br />

63/3, juli 2012. Liuwe H. Westra, Ten geleide. Willemien<br />

Otten, Meditatie: De kerk als corpus mysticum.<br />

Bob Becking, Een tijd om te doden en een tijd om te<br />

genezen. Jart Voortman, Zionisme als geloof. Antonie<br />

Vos, Het dilemma van het monotheïstische dilemma.<br />

Klaas Zwanepol, Joop Boendermaker en Sonny Hof, De<br />

Nederlandse vertaling van de Augsburgse Confessie.<br />

Reinhard van Elderen, Continuïteit en discontinuïeit in<br />

de eschatologie. Jan Dirk Wassenaar, Ds. Roel Bijlsma<br />

en het Lemeler Convent. Kroniek, Luco van den Brom.<br />

Boekbesprekingen.<br />

Voortman gaat het niet om het zionisme als zodanig<br />

maar om het ‘christenzionisme’, ten onzent vertegenwoordigd<br />

door de ‘Christenen voor Israël’. Het wordt<br />

enerzijds gekenmerkt door een fundamentalistische<br />

TIJDSCHRIFTEN<br />

interpretatie van de bijbel (landbelofte, eschatologie) en<br />

anderzijds door een idealisering dan wel personalisering<br />

van de hedendaagse politiek van Israël, die daarmee boven<br />

kritiek verheven wordt. Een stem die gehoord moet<br />

worden.<br />

Van den Brom bespreekt een congres over ‘De toekomst<br />

van de theologie in een veranderende universiteit’ (Noorwegen<br />

2012). Enkele citaten: ‘Men bespeurt een sterke<br />

tendens om binnen de klassieke theologische faculteiten<br />

het curriculum meer vanuit de godsdienstwetenschappen<br />

op te zetten dan vanuit de vragen vanuit een confessioneel<br />

deelnemersperspectief. Tevens ziet men … dat<br />

onder de druk van de financiering universiteiten theologische<br />

faculteiten afslanken, of als departement in een<br />

grotere faculteit laten opgaan, of eenvoudigweg sluiten.<br />

… Men ziet de noodzaak … van een faculteit waarbinnen<br />

theologie en godsdienstwetenschap als wederkerig<br />

complementaire disciplines worden beschouwd.’<br />

LUTHER<br />

Zeitschrift der Luther-Gesellschaft<br />

Vandenhoeck & Ruprecht, Theaterstr. 13, D-37073<br />

Göttingen<br />

2012/2. Hellmut Zschoch, Zu diesem Heft. Luther – für<br />

heute neu entdeckt: Hartmut Hövelmann (Bearb.), “Mein<br />

Zeugnis und Bekenntnis”. Vor 475 Jahren übersandte<br />

Martin Luther Kurfürst Johann Friedrich die “Schmalkaldischen<br />

Artikel”. Aufsätze: Ossi Kettunen, Der Schlüssel zu<br />

Luthers reformatorischer Theologie. Michael Lapp, “Denn<br />

es ist geld ein ungewis, wanckelbar ding”. DieWirtschaftsethik<br />

Martin Luthers anhand seiner Schriften gegen<br />

denWucher. Bücherschau.<br />

NEDERLANS THEOLOGISCH TIJDSCHRIFT<br />

Boekencentrum, Goudstraat 50, NL-2718 RC Zoetermeer<br />

66/1, voorjaar 2012. Pieter Dronkers, Alleen een Lutheraan<br />

weet religie en politiek te scheiden. Over Deens<br />

exceptionalisme. Arnold Huijgen, Calvijns accomodatietheorie<br />

en de huidige theologie: Problemen en perspectieven.<br />

Paul Post, Terug naar Dura: Een herinterpretatie<br />

van het christelijk huis in Dura Europos. Eric Ottenheijm,<br />

The Consolation of Rabban Yohanan ben Zakkai. Pieter<br />

W. van der Horst, Isidorus van Sevilla over God: Etymologiae<br />

7.1 vertaald en toegelicht. Boeken.<br />

66/2, zomer 2012. Rick Benjamins, De rol van het vertrouwen<br />

in de theologie van Wilhelm Herrmann. Reijer<br />

J. de Vries, Een gemiste kans: Pleidooi voor onderzoek<br />

naar Calvijns pastoraat. Gerrit van der Kamp, De pneumatische<br />

christologie van David Coffley. Alle G. Hoekema,<br />

Genesis 1-11 vanuit Indonesisch perspectief: En<br />

nieuw commentaar van Gerrit Singgih. Pieter W. van der<br />

Horst, Voor de laatste maal: Het ossuarium van jakobus.<br />

Boeken.<br />

66/3, najaar 2012. Sam Janse, Actio en passio: De afwending<br />

van Gods toorn in 1 en 2 Makkabeeën. Maarten<br />

Kater, Een christologie als een symfonie: Het harmonisch<br />

geluid van Colin E. Gunton. Bob Becking, Semitisch sprekende<br />

slangen: Over de betekenis voor de wetenschap<br />

van het Oude Testament van een bijzondere vondst in<br />

de Piramideteksten. Hank Vroom, Karl Barth en het we-<br />

Stem van het boek 26 27 2012/4


TIJDSCHRIFTEN<br />

zen van de valse en van de ware religie. Boeken.<br />

66/4, winter 2012. Hanneke Schaap-Jonker, Ik geloof in<br />

mijzelf: Religie en spiritualiteit in een uitblinkcultuur.<br />

Evert van den Berg, Van elohiem tot JHWH: Het boek Job<br />

als zoektocht naar het monotheïsme. Jan Hage & Marcel<br />

Barnard, Muziek als missie: Over Willem Mudde en zijn<br />

betekenis voor de kerkmuziek. Reinoud Oosting, De rol<br />

van Ruben in Genesis 37: Analyse van een complexe<br />

bijbelse geschiedenis. Arend Smilde, C.S. Lewis en Hieronymus:<br />

De oorsprong van een gedurige verwijsfout.<br />

Boeken.<br />

TYNDALE BULLETIN<br />

Tyndale House, 36 Selwyn Gardens<br />

Cambridge, CB3 9BA, UK. lw298@cam.ac.uk<br />

63.2, 2012. Could God have Commanded the Slaugther<br />

of the Canaanites? Stephen N. Williams. But Ruth Clung<br />

to Her: Textual Constrants on Ambiguity in Ruth 1:14.<br />

And How Much Do You Owe…? Take Your Bill, Sit Down<br />

Quickly, and Write…’ (Luke 16:5-6), Luca Marulli. Grace<br />

Tasted Death for All: Thomas Aquinas on Hebrews 2:9,<br />

Lee Gatiss. Heaven Opened: Intertextuality and Meaning<br />

in John 1:52, David R. Kirk. Foreignising Bible Translation:<br />

Retaining Foreign Origins when Rendering Scripture,<br />

Andy Cheung. Sitting on two Asses?: Second Thoughts<br />

on Two-Animal Interpretation of Matthew 21:7. The Eschatological<br />

Interdependence of Jews and Gentiles in Galatians,<br />

John W. Taylor. Dissertation Summary: My Psalm<br />

Has Turned into Weeping: The Dialogical Intertextuality<br />

of Allusions to the Psalms in Job, Will Kynes.<br />

ZEITSCHRIFT FÜR EVANGELISCHE ETHIK<br />

Gütersloher Verlagshaus/Gütersloh 20011 55. Jahrgang<br />

Heft 4.<br />

Themenheft : Theologische Ethik und biblische Exegese.<br />

Dit nummer van het Tijdschrift voor Protestantse<br />

Ethiek draait om de vraagstelling wat de bijdrage van de<br />

bijbelse exegese/de bijbelse teksten aan de ethiek zou<br />

kunnen zijn. In hun bijdragen brengen de auteurs inzichten<br />

uit verschillende vakdisciplines bijeen.<br />

De oudtestamenticus Thomas Krüger probeert – inplaats<br />

van normatieve waarden uit bijbelse teksten te gaan<br />

catalogiseren – inzicht te geven hoe oudtestamentische<br />

teksten met de vraag rond normativiteit worstelen. De<br />

meerwaarde van het Oude Testament is volgens hem dat<br />

de teksten zelf reflexief zijn, dat zij zoals wij vandaag<br />

vragen of en hoe inzicht in goed en kwaad mogelijk<br />

is, of inzicht tot handelen leidt of hoe men met schuld<br />

zal omgaan. De teksten maken sensibel voor recht en<br />

onrecht, roepen op tot passie en genade.<br />

Een verwante gedachte formuleert de nieuwtestamenticus<br />

Matthias Konradt afsluitend in zijn bijdrage: Het<br />

gaat niet slechts erom om criteria voor de oplossing<br />

van ethische problemen te formuleren met behulp van<br />

nieuwtestamentische teksten maar eerder – voorafgaand<br />

– om überhaupt dankzij de bijbelse teksten ethische<br />

problemen te schetsen en te begrijpen. Zijn artikel<br />

schenkt aandacht aan het historische en contextuele<br />

kader van nieuwtestamentische teksten. We moeten de<br />

teksten gaan begrijpen als reactie op concrete vragen.<br />

De exegeet moet de interactie en de discursieve praktijk,<br />

TIJDSCHRIFTEN<br />

de Umwelt achter de nieuwtestamentische teksten gaan<br />

analyseren.<br />

De ethicus Johannes Fischer gaat een stap terug en<br />

vraagt wat we überhaupt gaan zoeken als we de Bijbel<br />

open doen met het oog op het formuleren van een<br />

ethiek (tussen haakjes: is dat mijn inziens een heel<br />

belangrijke hermeneutische vraag). Voorafgaand moet<br />

nog gezegd worden dat ethiek voor Fischer de opdracht<br />

heeft morele oordelen te bevestigen (beargumenteren).<br />

De bijbel dient vaak als een soort reservoir van waarden<br />

waaruit men conclusies trekt voor actuele vragen . Maar<br />

volgens de ethicus heeft dit model aan plausibiliteit verloren<br />

omdat wij ten gevolge van de historisch-kritische<br />

exegese het inzicht in de pluraliteit van stemmen in<br />

bijbelse teksten verspeeld hebben. Maar ook omdat er<br />

in bijbelse teksten een verschil is tussen morele oordelen<br />

en religieuze bevindingen. In de bijbelse literatuur<br />

vinden we (vaak) geen morele oordelen maar een<br />

visie in het narratief. Met bijbelse teksten kunnen we<br />

dus niet ethische stellingen staven of waarderen maar<br />

inzicht geven in problemen (“nicht begründen sondern<br />

verstehen”). Daarentegen houdt Ulrich Körtner vast aan<br />

de blijvende waarde van bijbelse teksten voor de ethiek:<br />

normatief is de schrift in die zin dat zij oproept tot geloof<br />

en tot handelen uit het geloof.<br />

Concluderend zou ik zegen: De klemtoon op de narratieve<br />

teksten ten behoeve van een ethiek valt op bij<br />

(bijna) alle auteurs – ook al wordt het in hun bijdragen<br />

vaak niet expliciet aan teksten gedemonstreerd. Om een<br />

eclectisch of puur-apologetisch schriftgebruik te voorkomen<br />

helpt het te vragen: Hoe lezen we bijbelse teksten<br />

en met welk doel? De verschillende auteurs stellen òf<br />

het reformatorisch schriftprinciep van de sufficientia<br />

scriptura in vraag òf in ieder geval tonen zij aan dat in<br />

de moderne tijd de kritiek op het gezag van bijbelse<br />

teksten gegroeid is. Tegelijkertijd is juist door deze houding<br />

ook het inzicht gegroeid – zoals Thomas Krüger het<br />

formuleert – dat de Bijbel geen leerboek is dat aangeeft<br />

wat we moeten doen of niet, maar dat bijbelse teksten<br />

onderwijzende literatuur zijn waarin we exemplarisch<br />

inzicht kunnen krijgen in het waarnemen van morele<br />

problemen en het kritisch reflecteren erop. Hier ligt een<br />

blijvende uitdaging zowel voor elke vakdiscipline als<br />

voor het gesprek tussen de verschillende theologische<br />

vakdisciplines. Het themanummer levert daarvoor een<br />

eerste bijdrage en interessante impulsen. (DEK)<br />

Stem van het boek 28 29 2012/4


NIEUWS UIT DE FACULTEIT<br />

Promotie drs. Jos Ossewaarde<br />

Dhr. Jos Ossewaarde is geen onbekende in de FPG. Hij<br />

gaf o.m. colleges kunstgeschiedenis en superviseerde<br />

de module-evaluatie in de Nederlandstalige afdeling.<br />

Ook was hij adviseur van de ‘commissie-toekomst’. Dr.<br />

Ossewaarde promoveerde op 12 december j.l. aan de<br />

Universiteit van Tilburg op een proefschrift getiteld:<br />

Beelden van hoop en verwachting; Een onderzoek naar<br />

de afbeeldingen en hun betekenis op Romeinse christelijke<br />

kindersarcofagen uit de 3e en 4e eeuw. Prof. Tomson,<br />

had als extern lid zitting in de promotiecommissie.<br />

Het proefschrift bevat een catalogus en een extensieve<br />

inventarisatie van antiek-Romeinse christelijke kindersarcofagen<br />

en van de afbeeldingen daarop. Wij feliciteren<br />

dr. Ossewaarde met deze mijlpaal in zijn loopbaan.<br />

Gastcollege prof. Daniel Marguerat<br />

Van 9 tot 11 februari 2013 verblijft prof. Daniel Marguerat<br />

van Lausanne in Brussel. Op uitnodiging van de VPKB<br />

spreekt hij op een ‘journée théologique’ op 9 februari<br />

die ook toegankelijk is voor onze studenten. Thema<br />

van deze Franstalige studiedag: “Du Jésus de l’histoire<br />

au Christ de la foi… ou du Christ de la foi au Jésus de<br />

l’histoire. Les chances pour le christianisme aujourd’hui<br />

de l’intérêt pour Jésus de Nazareth.” Prof. Marguerat vervolgt<br />

op maandag 11 februari met een gastcollege in de<br />

FPG over een nauw hiermee verbonden thema : “La quête<br />

du Jésus de l’histoire et la judaïcité de Jésus - Un bilan.”<br />

Het algehele programma is te vinden op de website.<br />

Toekomst Faculteit<br />

Intussen gaan de moenoeuvres om de toekomst van<br />

de FPG te verzekeren door. De Onderwijsraad heeft<br />

gekozen voor een meer evenwichtige verdeling van de<br />

vakken in de Franstalige opleidingsprogramma’s, die<br />

tevens meer overeenkomt met de programma’s elders<br />

en in onze Nederlandstalige afdeling. Het gaat m.n. om<br />

de herinvoering van de specifiek ‘theologische’ vakken<br />

in de Franstalige bachelor (die daaruit verwijderd waren<br />

vanwege de samenwerking met de ULB) en een meer<br />

globale vakkenverdeling in de master. Tegelijkertijd<br />

is gekozen voor een parallelle indeling in de Frans- en<br />

Nederlandstalige programma’s, wat een besparing kan<br />

opleveren op het personeelsvlak en een verruiming van<br />

aanbod voor de meertalige studenten. We gaan voorzichtig<br />

experimenteren met onderwijs in het Engels in<br />

de master. Naar buiten toe komen onze inspanningen<br />

om een stabiele samenwerking te bereiken met grote<br />

Belgische universitaire instellingen binnenkort in een<br />

serieuze fase. Ons plan is om de specifiek-protestantse<br />

onderdelen in eigen hand te houden, terwijl wij voor de<br />

andere onderdelen samenwerken met de grote instellingen.<br />

Een en ander zal de test moeten doorstaan in de<br />

vorm van de visitatie van de Nederlandstalige opleidingen,<br />

najaar 2013.<br />

www.narratio.nl<br />

Postbus 1006, 4200 CA Gorinchem<br />

tel 0183-628188 e-mail: lvdherik@narratio.nl<br />

Narratio heeft weer een mooie Veertigdagenkalender,<br />

ds. Joke van der Velden<br />

ISBN 978 90 5263 966 6 prijs per stuk € 3,50 vanaf 10<br />

ex. € 3.,25 vanaf 20 ex. € 3,00 vanaf 40 ex. € 2,50<br />

Voor wie dit leest …u telt mee! Maar telt u ook mee?<br />

In de aanloop naar en voorbereiding op Pasen speelt tellen<br />

een grote rol. Je kunt tot veertig en tot zeven tellen in deze<br />

kalender. En als je meetelt<br />

met anderen is het voordeel<br />

dat je elkaar kunt inspireren<br />

om nog meer mensen te overtuigen<br />

dat iedereen meetelt.<br />

Tellen, bidden, eten, kinderen<br />

voorlezen: de gebeden,<br />

spreuken, recepten en verhalen<br />

liggen zeven weken voor<br />

u klaar om aan te beginnen.<br />

Ik heb een zwak voor getallen<br />

en een voorliefde voor spelen<br />

met taal. Beide elementen<br />

vindt u terug in het thema van<br />

deze veertigdagenkalender<br />

“mee tellen”. Want behalve het letterlijk tellen, verwachtingsvol<br />

aftellen eigenlijk, wil deze kalender niemand uitsluiten.<br />

Inclusief taalgebruik en het gebruik van wereldwijde<br />

teksten horen daarbij.<br />

Bevlogen jaren<br />

Gerard Rinsma, ISBN 978 90 5263 841 6 € 17,50<br />

In 1977 schreef Gerard Rinsma zich met 59 anderen in<br />

voor de studie theologie aan de Vrije Universiteit. Vers<br />

van de middelbare school waren de meesten van hen<br />

direct doorgestoomd naar de universiteit in de meest<br />

woelige stad van Nederland. En ze hoopten in de theologie<br />

antwoorden te vinden, al of niet dominee te worden<br />

en inspiratie op te doen om de wereld te veranderen: te<br />

beginnen bij de gereformeerde kerken van toen. 35 jaar<br />

later ging de samensteller<br />

van de bundel, zelf dominee<br />

in het zuiden van het land,<br />

aan de hand van een oude<br />

adressenlijst op zoek naar<br />

zijn jaargenoten. Wat is er<br />

geworden van de studenten<br />

van toen? Wat waren hun<br />

dromen, hun drijfveren? Ook<br />

vroeg hij hen naar hun visie<br />

op de kerk. Het resultaat<br />

is een eerlijk en soms ook<br />

onthutsend portret van een<br />

bevlogen jaar.<br />

Stem van het boek 30 31 2012/4


DE STEM VAN HET BOEK<br />

three-monthly bibliographical magazine published<br />

by the Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid,<br />

Brussels<br />

revue bibliographique trimestrielle publiée par la<br />

Faculté Universitaire de Théologie Protestante de<br />

Bruxelles<br />

dreimonatliche bibliographische Zeitschrift herausgegeben<br />

von der Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid,<br />

Brüssel<br />

driemaandelijks bibliografisch tijdschrift over theologie<br />

en cultuur op algemeen en wetenschappelijk<br />

niveau<br />

Beoogt nieuwe boeken binnen korte tijd na verschijnen<br />

voor te stellen vanuit een brede belangstelling<br />

© publicatie van de Faculteit voor Protestantse<br />

Godgeleerdheid te Brussel, Bollandistenstr 40, B-1040<br />

Brussel, stem@protestafac.ac.be<br />

redactie: dr. M. Blok, dr. D.M. Erbele Küster, dr. J.J. de<br />

Lange, dr. D. Lambers-Petry, dr. G. Liagre, dr. A.M.<br />

Reijnen, drs. R. Van Moere, dr. P.J. Tomson (eindredactie),<br />

lic. theol. H.E. Vogelaar, dr. J. Wiersma. medewerkers:<br />

lic. C.H. Bultinck, dr. K.A.D. Smelik<br />

© foto op de achterzijde is van dr. P.J. Tomson<br />

uitgever:<br />

Narratio, verkoop@narratio.nl www.narratio.nl<br />

Postbus 1006, 4200 CA Gorinchem<br />

Stem van het boek 32<br />

theologische uitgeverij NARRATIO

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!