de invloed van de etniciteit van jonge verdachten op ... - Nova
de invloed van de etniciteit van jonge verdachten op ... - Nova
de invloed van de etniciteit van jonge verdachten op ... - Nova
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
316 | Sociologie 3 [2007] 3<br />
justitiële werkers. Vaak is <strong>de</strong> woe<strong>de</strong> meer omvattend en gericht <strong>op</strong> <strong>de</strong> samen-<br />
leving als geheel die <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r dwarszit met autoriteiten, regels en dominante<br />
waar<strong>de</strong>n (Sherman 1993: 466). Sherman noemt <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n<br />
waaron<strong>de</strong>r dit soort verzet <strong>op</strong> kan tre<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r vindt dat <strong>de</strong> voorgenomen<br />
sanctie of justitiële behan<strong>de</strong>ling 1) oneerlijk en 2) stigmatiserend is (<strong>de</strong><br />
da<strong>de</strong>r vindt dat hij of zij als persoon wordt afgewezen) en 3) <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r heeft<br />
weinig binding met <strong>de</strong> justitiële werkers en/of <strong>de</strong> samenleving die het justitiële<br />
apparaat vertegenwoordigt. Mogelijk treedt verzet vaker <strong>op</strong> on<strong>de</strong>r <strong>verdachten</strong><br />
<strong>van</strong> etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse herkomst omdat zij zich vaker oneerlijk<br />
behan<strong>de</strong>ld of gestigmatiseerd voelen. Maar met betrekking tot <strong>de</strong> laatste voorwaar<strong>de</strong><br />
blijkt uit dit on<strong>de</strong>rzoek juist dat <strong>de</strong> categorie die <strong>de</strong> meeste bindingen<br />
met <strong>de</strong> samenleving heeft (zie tabel A), bedui<strong>de</strong>nd vaker tot verzet overgaat.<br />
Sherman neemt impliciet aan dat <strong>de</strong> schaamtegevoelens die voortkomen uit<br />
maatschappelijke afkeuring voor elke da<strong>de</strong>r gelijk zijn, hiermee veron<strong>de</strong>rstelt<br />
hij dat elke da<strong>de</strong>r een bepaald gevoel <strong>van</strong> binding heeft met <strong>de</strong> samenleving.<br />
Maar wie zich niet gebon<strong>de</strong>n voelt, of bij voorbaat afgewezen, laat <strong>de</strong> afkeuring<br />
koud en ontwikkelt geen schaamte. Wie zich wel gebon<strong>de</strong>n voelt, maar<br />
onzeker is over die binding door zijn of haar on<strong>de</strong>rgeschikte of marginale<br />
positie in <strong>de</strong> maatschappij (bijvoorbeeld door te falen <strong>op</strong> een schooltype dat<br />
het ‘afvoerputje <strong>van</strong> <strong>de</strong> samenleving’ wordt genoemd), wordt woe<strong>de</strong>nd bij<br />
afkeuring. De verklaring voor het verzet on<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>verdachten</strong> zou<br />
dus gezocht kunnen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> onzekerheid over hun precaire binding<br />
met <strong>de</strong> samenleving.<br />
Maar waarom lei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n die <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> ontmoetingen<br />
met <strong>verdachten</strong> uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n nu tot een zwaar<strong>de</strong>re<br />
bestraffing? Een mogelijke verklaring die past binnen het spoor <strong>van</strong> causale<br />
attributie is als volgt. Mogelijk vatten justitiële beslissers <strong>de</strong> beschrijving <strong>van</strong><br />
‘gedraai’ <strong>op</strong> als een poging om het zicht <strong>op</strong> <strong>de</strong> oorzaak <strong>van</strong> crimineel ge-<br />
drag te verhullen. Deze interpretatie zou ook kunnen wor<strong>de</strong>n toegepast <strong>op</strong><br />
<strong>de</strong> beschrijvingen <strong>van</strong> het ‘zwijgen’. Het verschil is echter dat ‘draaien’ door<br />
justitiële werkers eer<strong>de</strong>r zal wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gevat als een actieve, doelbewuste afleidingsmanoeuvre.<br />
On<strong>de</strong>r justitiële werkers kan aldus het beeld ontstaan dat<br />
etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> rangen sluiten om het zicht <strong>op</strong> ‘hun’ criminaliteit te<br />
ontnemen. Black (1983) heeft er<strong>op</strong> gewezen dat vele vormen <strong>van</strong> criminaliteit<br />
kunnen wor<strong>de</strong>n gezien als een mid<strong>de</strong>l om <strong>de</strong> sociale or<strong>de</strong> binnen een groep<br />
te handhaven en om <strong>de</strong> (in <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> <strong>de</strong> pleger) verstoor<strong>de</strong> verhoudingen te<br />
herstellen. Dit raakt aan <strong>de</strong> grootste vrees <strong>van</strong> justitiële beslissers: eigenrichting.<br />
Vanuit die bezorgdheid wordt het ‘draaien’ <strong>van</strong> <strong>verdachten</strong> uit etnische<br />
min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n mogelijk <strong>op</strong>gevat als een weigering om inzicht te geven in <strong>de</strong><br />
door <strong>de</strong> verdachte ervaren noodzaak om letterlijk ‘recht te doen’ aan misstan<strong>de</strong>n.<br />
Het spreekt voor zich dat wanneer justitiële beslissers eigenrichting<br />
als oorzaak voor crimineel gedrag zien, zij hieraan direct een hoog risico <strong>op</strong><br />
recidive verbin<strong>de</strong>n.