24.09.2013 Views

de invloed van de etniciteit van jonge verdachten op ... - Nova

de invloed van de etniciteit van jonge verdachten op ... - Nova

de invloed van de etniciteit van jonge verdachten op ... - Nova

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Don Weenink<br />

<strong>de</strong> Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> etnIcIteIt <strong>van</strong><br />

<strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> BeslIssIngen<br />

<strong>van</strong> het <strong>op</strong>enBaar mInIsterIe 1<br />

In <strong>de</strong> vs bestaat er een traditie <strong>van</strong> sociologisch on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> ongelijke<br />

behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n in het justitieel systeem. Het zwaartepunt<br />

ligt daarbij <strong>op</strong> analyses <strong>van</strong> beslissingen door <strong>de</strong> rechterlijke macht.<br />

Uit het gros <strong>van</strong> <strong>de</strong> studies blijkt dat etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n zwaar<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n<br />

bestraft. Het on<strong>de</strong>rzoek <strong>op</strong> dit terrein is echter nog maar sporadisch toegekomen<br />

aan <strong>de</strong> vraag waarom dit zo is. Daarnaast is <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> het Openbaar<br />

Ministerie nog on<strong>de</strong>rbelicht gebleven. Dit artikel laat zien dat in Ne<strong>de</strong>rland<br />

sprake is <strong>van</strong> een ongelijke behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n door het<br />

Openbaar Ministerie. Bovendien wordt een poging on<strong>de</strong>rnomen <strong>de</strong>ze ongelijke<br />

behan<strong>de</strong>ling te verklaren met behulp <strong>van</strong> organisatiesociologische literatuur<br />

over besluitvorming door functionarissen en <strong>de</strong> sociaal psychologische causale<br />

attributie theorie.<br />

Inleiding<br />

Zoals in vele Westerse lan<strong>de</strong>n is ook in Ne<strong>de</strong>rland sprake <strong>van</strong> een oververtegenwoordiging<br />

<strong>van</strong> etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n in het justitiële systeem (Wacquant<br />

2005). Was in 2002 nog geen één procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> etnische meer<strong>de</strong>rheid<br />

verdacht <strong>van</strong> een <strong>de</strong>lict, on<strong>de</strong>r le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste generatie ‘niet-westerse<br />

allochtonen’ was dit bijna drie procent. De oververtegenwoordiging is nog<br />

groter on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> jeugd: <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> generatie etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n was<br />

vier procent verdacht <strong>van</strong> een strafbaar feit (Blom et al. 2005). Ook aan het<br />

eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> strafrechtsketen is sprake <strong>van</strong> een sterke oververtegenwoordiging.<br />

In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1991-2003 bestond zelfs <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid, twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> ge<strong>de</strong>tineer<strong>de</strong>n in justitiële jeugdinrichtingen uit <strong>jonge</strong>ren <strong>van</strong> wie één of<br />

bei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs waren geboren in een niet-westers land, terwijl het aan<strong>de</strong>el <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze <strong>jonge</strong>ren in <strong>de</strong> leeftijdscategorie 12 tot 18 jaar in Ne<strong>de</strong>rland een vijf<strong>de</strong><br />

is (wodc 2005). In <strong>de</strong> vs is het probleem <strong>van</strong> <strong>de</strong> etnische ongelijkheid in<br />

het (jeugd)strafrecht sinds <strong>de</strong> jaren tachtig on<strong>de</strong>rwerp <strong>van</strong> veel sociologisch<br />

on<strong>de</strong>rzoek (zie het overzicht <strong>van</strong> Engen et al. 2002). Ook in Ne<strong>de</strong>rland ver-<br />

Sociologie, jaargang 3 — 2007 | 3 pp. 291-322


292 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

schenen studies over dit vraagstuk (Junger 1988; Komen en Van Schooten<br />

2006; Van <strong>de</strong>r Werff en Van <strong>de</strong>r Zee-Nefkens 1978).<br />

Het grootste <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek naar etnische ongelijkheid in het justitieel<br />

systeem richt zich <strong>op</strong> vonnissen door rechters. Aan voorafgaan<strong>de</strong> beslissingsfasen<br />

is min<strong>de</strong>r aandacht besteed (zie echter Davis et al. 1989; Demuth<br />

en Steffensmeier 2004; Leiber en Stairs 1999). Ten onrechte, omdat het gros<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> justitiële beslissingen wordt genomen door politie en het Openbaar<br />

Ministerie (Huls et al. 2001). 2 Bovendien is <strong>de</strong> etnische ongelijkheid die aan<br />

het eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> strafrechtsketen <strong>op</strong>treedt mogelijk een <strong>op</strong>telsom <strong>van</strong> selectiviteit<br />

in eer<strong>de</strong>re beslissingsfasen (Bovenkerk 2003: 49). In dit artikel staan<br />

beslissingen <strong>van</strong> officieren <strong>van</strong> justitie over jeugdzaken centraal. Het Openbaar<br />

Ministerie vervult een spilfunctie in het justitieel proces. Het is immers<br />

<strong>de</strong> officier <strong>van</strong> justitie die besluit tot strafrechterlijke vervolging, bovendien<br />

doet het Openbaar Ministerie een groot aan<strong>de</strong>el zaken zelf af. Dit artikel is<br />

geschreven in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het nwo-on<strong>de</strong>rzoeksprogramma Ethnicity and<br />

Juvenile Justice. Voor dit on<strong>de</strong>rzoek is een databestand geconstrueerd <strong>op</strong> basis<br />

<strong>van</strong> justitiële dossiers <strong>van</strong> jeugdzaken. Hieruit kwam reeds <strong>de</strong> publicatie <strong>van</strong><br />

Komen en Van Schooten (2006) over etnische ongelijke beslissingen <strong>van</strong><br />

kin<strong>de</strong>rrechters voort. Het voorliggen<strong>de</strong> artikel is gebaseerd <strong>op</strong> een <strong>de</strong>el <strong>van</strong><br />

ditzelf<strong>de</strong> bestand.<br />

De centrale vraag is hier of, en zo ja <strong>op</strong> welke wijze, <strong>etniciteit</strong> een rol<br />

speelt in <strong>de</strong> beslissingen <strong>van</strong> officieren <strong>van</strong> justitie. Twee beslissingen wor<strong>de</strong>n<br />

geanalyseerd. Ten eerste <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong> <strong>de</strong> (hulp)officier <strong>van</strong> justitie om<br />

een <strong>jonge</strong>re in verzekering te stellen, ofwel het vasthou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re<br />

in een politiecel ten behoeve <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek door <strong>de</strong> politie. Ten twee<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> keuze <strong>van</strong> het Openbaar Ministerie om <strong>de</strong> jeugdige verdachte enerzijds<br />

te dagvaar<strong>de</strong>n, of an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> zaak af te doen met een transactie. Dagvaarding<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte wil zeggen dat het Openbaar Ministerie <strong>de</strong> zaak aanbrengt<br />

voor <strong>de</strong> terechtzitting bij <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter. Dit betekent niet alleen<br />

dat <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re een aantekening krijgt in het justitieel documentatieregister<br />

(als <strong>de</strong> verdachte ou<strong>de</strong>r is dan 16 jaar wordt dit het strafblad genoemd), maar<br />

ook dat het Openbaar Ministerie zwaar<strong>de</strong>r tilt aan <strong>de</strong> zaak. 3 Een transactie<br />

is een schikking tussen <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re en het Openbaar Ministerie, waarbij <strong>de</strong><br />

verdachte als voorwaar<strong>de</strong> ter voorkoming <strong>van</strong> strafvervolging een werkstraf,<br />

leerstraf, geldboete, scha<strong>de</strong>vergoeding en/of begeleiding door een hulpverlenen<strong>de</strong><br />

instantie moet on<strong>de</strong>rgaan.<br />

L<strong>op</strong>en <strong>jonge</strong>ren uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n een grotere kans om in verzekering<br />

te wor<strong>de</strong>n gesteld en om te wor<strong>de</strong>n gedagvaard? En als dat zo is, hoe kan<br />

<strong>de</strong>ze ongelijke uitkomst dan verklaard wor<strong>de</strong>n? Plegen <strong>de</strong>ze <strong>jonge</strong>ren vaker<br />

en/of zwaar<strong>de</strong>re <strong>de</strong>licten? Hebben zij vaker een voorgeschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> politie-<br />

en/of justitiecontacten? Wor<strong>de</strong>n hen vaker kenmerken toegeschreven die in<br />

<strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> <strong>de</strong> officier <strong>van</strong> justitie <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> recidive verhogen zoals weigeren<br />

mee te werken, agressiviteit of een gebrek aan toezicht door hun ou<strong>de</strong>rs?


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 293<br />

Deze vragen zijn te scharen on<strong>de</strong>r het organisatiesociologisch probleem<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> discretionaire ruimte: in hoeverre en on<strong>de</strong>r welke omstandighe<strong>de</strong>n<br />

leidt <strong>de</strong> vrijheid <strong>van</strong> beslissers tot een ongelijke behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> gelijke gevallen?<br />

Justitiële beslissers moeten bij het nemen <strong>van</strong> besluiten door tijdsdruk en<br />

gebrek aan volledige informatie noodgedwongen afgaan <strong>op</strong> simplificeren<strong>de</strong><br />

mentale schema’s waarmee zij <strong>verdachten</strong> in<strong>de</strong>len. Deze schema’s functioneren<br />

binnen <strong>de</strong> organisatie als erken<strong>de</strong> beslissingsgron<strong>de</strong>n (Albonetti 1991:<br />

250; Caroll en Payne 1976; Gilboy 1992). In navolging <strong>van</strong> Bridges en Steen<br />

(1998) nemen we aan dat het door sociaal-psychologen beschreven mechanisme<br />

<strong>van</strong> causale attributie ten grondslag ligt aan <strong>de</strong>ze mentale schema’s.<br />

Causale attributie is het toeschrijven <strong>van</strong> oorzaken aan het crimineel gedrag<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re (bijvoorbeeld gebrek aan structuur in het dagelijks leven) die, in<br />

<strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> <strong>de</strong> attribueren<strong>de</strong> justitiële beslisser, tevens gel<strong>de</strong>n als voorspellers<br />

<strong>van</strong> toekomstig crimineel gedrag. In dit stuk gaan we na welke rol <strong>de</strong>ze attributies<br />

spelen in mogelijk etnische ongelijke uitkomsten <strong>van</strong> beslissingen <strong>van</strong> het<br />

Openbaar Ministerie. Alvorens we <strong>de</strong>ze vragen theoretisch en empirisch aan<br />

<strong>de</strong> or<strong>de</strong> stellen, volgt eerst een toelichting <strong>op</strong> <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> het Openbaar Ministerie<br />

in jeugdzaken in <strong>de</strong> fase <strong>van</strong> <strong>de</strong> inverzekeringstelling tot dagvaarding.<br />

De jeugdstrafrechtelijke praktijk <strong>van</strong> inverzekeringstelling en<br />

dagvaarding<br />

Het Ne<strong>de</strong>rlandse strafrecht bevat een aantal regels dat specifiek <strong>van</strong> toepassing<br />

is <strong>op</strong> jeugdige <strong>de</strong>linquenten, in <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 12 tot 18 jaar (het Jeugdstrafrecht).<br />

Resocialisatie en her<strong>op</strong>voeding zijn prominente doelen in het jeugdstrafrecht,<br />

naast <strong>de</strong> doelein<strong>de</strong>n die gel<strong>de</strong>n in het strafrecht voor volwassenen:<br />

vergelding, preventie, normmarkering en maatschappelijke or<strong>de</strong> (Junger-Tas<br />

2004: 331; Van <strong>de</strong>r Lin<strong>de</strong>n et al. 2005: 121). Daarnaast bie<strong>de</strong>n <strong>de</strong> strafrechts-<br />

regels voor jeugdigen een afwijkend pakket sanctiemogelijkhe<strong>de</strong>n, waaron<strong>de</strong>r<br />

allerlei soorten werkstraffen en leerstraffen (Van <strong>de</strong>r Lin<strong>de</strong>n et al. 2005:<br />

103). Omdat het i<strong>de</strong>e dat <strong>jonge</strong>ren in een bepaal<strong>de</strong> richting gevormd (her<strong>op</strong>gevoed)<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n een belangrijke rol speelt in het jeugdstrafrecht, zijn<br />

<strong>de</strong> sociale omstandighe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> persoonlijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte belangrijke<br />

punten <strong>van</strong> overweging voor politie, justitiële jeugdhulpverleners, officieren<br />

<strong>van</strong> justitie en kin<strong>de</strong>rrechters. Op grond hier<strong>van</strong> schatten zij <strong>de</strong> kans<br />

<strong>op</strong> toekomstig <strong>de</strong>linquent gedrag in. Deze inschatting bepaalt in belangrijke<br />

mate <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> zwaarte <strong>van</strong> <strong>de</strong> sanctie.<br />

Een <strong>jonge</strong>re die wordt aangehou<strong>de</strong>n en verhoord <strong>op</strong> het politiebureau moet<br />

binnen zes uur naar huis wor<strong>de</strong>n gezon<strong>de</strong>n, of, als <strong>de</strong> verdachte ’s nachts<br />

wordt aangehou<strong>de</strong>n en hij of zij <strong>de</strong> nacht in <strong>de</strong> politiecel doorbrengt, binnen<br />

15 uur. De hulpofficier <strong>van</strong> justitie (een politieambtenaar aan wie taken <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

officier <strong>van</strong> justitie zijn ge<strong>de</strong>legeerd) mag besluiten om <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re langer vast


294 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

te hou<strong>de</strong>n in een cel <strong>op</strong> het politiebureau als dit nodig wordt geacht voor het<br />

on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> politie. Aan <strong>de</strong>ze zogeheten inverzekeringstelling zijn twee<br />

voorwaar<strong>de</strong>n verbon<strong>de</strong>n. Ten eerste mag <strong>de</strong> inverzekeringstelling maximaal<br />

drie dagen duren. Ten twee<strong>de</strong> mag het bevel tot inverzekeringstelling alleen<br />

wor<strong>de</strong>n gegeven als <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re wordt verdacht <strong>van</strong> misdrijven waar<strong>op</strong> een<br />

ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> vier of meer jaar staat (zoals diefstal, heling, valsheid in<br />

geschrifte, doodslag, verkrachting) of een aantal an<strong>de</strong>re in <strong>de</strong> wet gespecificeer<strong>de</strong><br />

misdrijven zoals verduistering, <strong>op</strong>lichting, drugs<strong>de</strong>licten en het on<strong>de</strong>r<br />

<strong>invloed</strong> en door schuld veroorzaken <strong>van</strong> een do<strong>de</strong>lijk verkeersongeval (Van<br />

<strong>de</strong>r Lin<strong>de</strong>n et al. 2005). Als het Openbaar Ministerie <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re langer vast<br />

wil hou<strong>de</strong>n (voorl<strong>op</strong>ige hechtenis), moet dit wor<strong>de</strong>n voorgelegd aan <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter.<br />

4<br />

De belangrijkste beslissing die <strong>de</strong> officier <strong>van</strong> justitie moet nemen in<br />

jeugdzaken is of <strong>de</strong> zaak voorgeleid zal wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter of kan<br />

wor<strong>de</strong>n afgedaan door het Openbaar Ministerie zelf. In het laatste geval kan<br />

<strong>de</strong> officier besluiten tot sepot (<strong>de</strong> zaak laten vallen) of tot het aanbie<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

een transactie in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een werkstraf, leerstraf, geldboete, het herstellen<br />

<strong>van</strong> scha<strong>de</strong>, of een combinatie <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze sancties. Als <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re dit aanbod<br />

aanvaardt, ziet het Openbaar Ministerie af <strong>van</strong> ver<strong>de</strong>re strafrechterlijke<br />

vervolging. Het grootste <strong>de</strong>el (zestig procent) <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze transacties bestond in<br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2003 uit werkstraffen (cbs 2005). De officier <strong>van</strong> justitie kan<br />

werk- of leerstraffen voorstellen <strong>van</strong> maximaal veertig uur en het maximale<br />

bedrag aan geldboetes bedraagt 3.350 euro. Als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> transactie<br />

kan het Openbaar Ministerie ook eisen dat <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re zich richt naar <strong>de</strong> aanwijzingen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> jeugdreclassering geduren<strong>de</strong> een half jaar om zijn of haar<br />

leven meer structuur te geven (Bac en Mijnarends 2000; Van <strong>de</strong>r Lin<strong>de</strong>n et<br />

al. 2005).<br />

Als het <strong>de</strong>lict in <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> <strong>de</strong> officier <strong>van</strong> justitie om een zwaar<strong>de</strong>re straf<br />

vraagt, krijgt <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re geen transactie aangebo<strong>de</strong>n maar ont<strong>van</strong>gt <strong>de</strong>ze een<br />

dagvaarding om voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter te verschijnen. De beslissingen <strong>van</strong><br />

het Openbaar Ministerie zijn gebaseerd <strong>op</strong> dossiers. Deze bestaan uit het<br />

proces verbaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> politie en <strong>de</strong> rapportages <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoekers <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad<br />

voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming (raadson<strong>de</strong>rzoekers). Een belangrijke taak <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming is het informeren <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>rrechters en<br />

officieren <strong>van</strong> justitie over <strong>de</strong> persoonlijkheid en <strong>de</strong> levensomstandighe<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> jeugdige verdachte. De informatie wordt verkregen door een sociaal<br />

on<strong>de</strong>rzoek, dat resulteert in een rapportage <strong>van</strong> enkele pagina’s. Deze rapportages<br />

bevatten gegevens over het gezin <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte (waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

burgerlijke staat, <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> en/of geboorteplaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs en soms<br />

het beroep <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs), <strong>de</strong> situatie thuis, <strong>op</strong> school en/of <strong>op</strong> het werk,<br />

<strong>de</strong> tijdsbesteding en <strong>de</strong> sociale contacten <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re. De on<strong>de</strong>rzoekers<br />

beschrijven hoe <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re <strong>op</strong> zijn of haar da<strong>de</strong>n terugkijkt, of hij of zij <strong>de</strong>nkt<br />

dat straf terecht is en of hij of zij spijt heeft en zich schuldig voelt. De gege-


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 295<br />

vens zijn meestal gebaseerd <strong>op</strong> een gesprek met <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re en <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs.<br />

Vaak wordt ook gesproken met an<strong>de</strong>ren zoals docenten, voog<strong>de</strong>n of justitiële<br />

jeugdhulpverleners die in het verle<strong>de</strong>n contact had<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re. De<br />

meeste rapportages besluiten met een inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> recidive en<br />

een strafadvies. Hoewel het wettelijk voorgeschreven is dat <strong>de</strong> officier <strong>van</strong> justitie<br />

<strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming consulteert <strong>op</strong> het moment dat een<br />

kind wordt vervolgd, komt het toch geregeld voor dat het Openbaar Ministerie<br />

niet kan beschikken over rapportages <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad. In die gevallen baseert <strong>de</strong><br />

officier <strong>van</strong> justitie zich <strong>op</strong> informatie over <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re in het proces verbaal<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> politie. Het besluitvormingsproces <strong>van</strong> <strong>de</strong> officieren <strong>van</strong> justitie zullen<br />

we hieron<strong>de</strong>r plaatsen binnen 1) <strong>de</strong> organisatiesociologische theorievorming<br />

over <strong>de</strong> wijze waar<strong>op</strong> functionarissen beslissingen nemen en 2) <strong>de</strong> sociaalpsychologische<br />

notie <strong>van</strong> causale attributie.<br />

Verklaringen voor etnisch ongelijke uitkomsten <strong>van</strong> justitiële<br />

beslissingen<br />

De Amerikaanse on<strong>de</strong>rzoekers Bridges en Steen (1998: 554) stel<strong>de</strong>n bijna tien<br />

jaar gele<strong>de</strong>n teleurgesteld vast dat er, ondanks een ruime hoeveelheid sociologische<br />

studies die wijzen <strong>op</strong> etnische ongelijkheid in het justitieel systeem,<br />

nog weinig inzicht is in hoe <strong>de</strong> beeldvorming over <strong>verdachten</strong> <strong>de</strong> beslissingen<br />

<strong>van</strong> justitiële werkers beïnvloedt. Waters (1988) conclu<strong>de</strong>ert <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> kwalitatieve<br />

analyse <strong>van</strong> dossiers <strong>van</strong> Britse justitiële maatschappelijk werkers<br />

dat slechts in vijf <strong>van</strong> <strong>de</strong> 65 on<strong>de</strong>rzochte rapportages expliciet melding werd<br />

gemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> etnische achtergrond <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte. In die gevallen werd<br />

<strong>etniciteit</strong> gek<strong>op</strong>peld aan het stereotypische i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> een algemeen voorkomend<br />

gebrek aan schuldgevoel on<strong>de</strong>r le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> etnische min<strong>de</strong>r-<br />

he<strong>de</strong>n (Waters 1988: 89-90). Ook Zatz (1987) meent <strong>op</strong> grond <strong>van</strong> cijfermatig<br />

on<strong>de</strong>rzoek dat justitiële beslissers meestal geen expliciete relatie tussen <strong>etniciteit</strong><br />

en strafmaat leggen. Het verband tussen <strong>etniciteit</strong> en bestraffing is dus<br />

waarschijnlijk indirect.<br />

Organisatiesociologisch on<strong>de</strong>rzoek biedt hier houvast. Vertrekpunt is het<br />

i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> boun<strong>de</strong>d rationality. Beslissers moeten omgaan met <strong>de</strong> onzekerheid<br />

dat zij geen volledig rationele beslissingen kunnen nemen. Tijdgebrek en<br />

onvolledige informatie maken het onmogelijk om alle mogelijke consequenties<br />

<strong>van</strong> alle beslissingsalternatieven goed in te schatten (Hawkins 2002;<br />

March en Simon 1958). Hoe hoger <strong>de</strong> werkdruk en hoe min<strong>de</strong>r volledig <strong>de</strong><br />

beschikbare informatie, hoe groter <strong>de</strong> neiging <strong>van</strong> beslissers om terug te vallen<br />

<strong>op</strong> automatische beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> gevallen <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> simplificeren<strong>de</strong><br />

mentale schema’s waarmee cliënten, patiënten of <strong>verdachten</strong> wor<strong>de</strong>n geclassificeerd<br />

(Albonetti 1991: 250; Caroll en Payne 1976; Gilboy 1992). Dergelijke<br />

schema’s, ook wel perceptual shorthands of patterned responses genoemd


296 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

(Hawkins 2002), zijn on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> collectief geconstrueer<strong>de</strong> aanpassingsstrategieën<br />

(c<strong>op</strong>ing strategies) die binnen <strong>de</strong> organisatie een bewezen geldigheid<br />

hebben (Lipsky 1980). De beslisser die zich bij het nemen <strong>van</strong> besluiten<br />

beroept <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze simplificeren<strong>de</strong> categorieën claimt daarmee een eerlijke<br />

en juiste beslissing te hebben genomen (Emerson en Paley 2001; Hawkins<br />

1992; Mascini 2004). Daarnaast kan het voorkomen dat justitiële beslissers<br />

het gevoel hebben dat ze zich moeten verantwoor<strong>de</strong>n wanneer hun interpretatie<br />

afwijkt <strong>van</strong> <strong>de</strong> richtlijnen <strong>van</strong> het gangbare mentale schema over <strong>verdachten</strong><br />

uit een etnische min<strong>de</strong>rheid. Door af te wijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikelijke<br />

classificaties, zet een beslisser zijn of haar reputatie <strong>op</strong> het spel (Lipsky 1980;<br />

Mascini 2002),<br />

De vraag is hoe <strong>de</strong>rgelijke mentale schema’s etnische ongelijkheid in justitiële<br />

besluiten kunnen verklaren. Bridges en Steen (1998) verwijzen naar <strong>de</strong><br />

door sociaal psychologen (Hei<strong>de</strong>r 1958; Hewstone 1989) ontwikkel<strong>de</strong> causale<br />

attributie theorie. Deze theorie beschrijft hoe mensen oorzaken toekennen<br />

aan het gedrag dat zij bij an<strong>de</strong>ren waarnemen. Volgens <strong>de</strong> causale attributie<br />

theorie on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n mensen interne en externe oorzaken <strong>van</strong> gedrag. Een<br />

voorbeeld <strong>van</strong> interne causale attributie is het toeschrijven <strong>van</strong> gewelddadig<br />

gedrag aan persoonlijkheidskenmerken <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte, bijvoorbeeld een<br />

beperkt vermogen tot impulsbeheersing. Een voorbeeld <strong>van</strong> externe causale<br />

attributie is het toeschrijven <strong>van</strong> hetzelf<strong>de</strong> gewelddadig gedrag aan agressieve<br />

<strong>op</strong>voedingsmetho<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte. 5 De causale attributies<br />

die mensen aan het gedrag <strong>van</strong> an<strong>de</strong>ren toekennen, hebben niet slechts<br />

betrekking <strong>op</strong> <strong>de</strong> oorzaken <strong>van</strong> het gedrag in het verle<strong>de</strong>n, maar dienen ook<br />

om het toekomstig gedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r te voorspellen. De in <strong>de</strong> organisatiesociologie<br />

ont<strong>de</strong>kte simplificeren<strong>de</strong> mentale schema’s bie<strong>de</strong>n aldus collectief<br />

geconstrueer<strong>de</strong> en in <strong>de</strong> organisatie als legitiem erken<strong>de</strong> causale attributies.<br />

Op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze attributies verklaren justitiële beslissers het <strong>de</strong>linquente<br />

gedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re en voorspellen zij <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> recidive. Afhankelijk<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> zwaarte die justitiële beslissers aan interne dan wel externe oorzaken<br />

<strong>van</strong> het <strong>de</strong>linquent gedrag toekennen, kan hun visie <strong>op</strong> het risico en <strong>de</strong> ernst<br />

<strong>van</strong> toekomstig <strong>de</strong>linquent gedrag en het rehabiliterend vermogen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>jonge</strong>re verschillen. Deze inschattingsverschillen kunnen vervolgens lei<strong>de</strong>n<br />

tot verschillen<strong>de</strong> vormen <strong>van</strong> bestraffing (Hawkins 1981: 280). Denk bijvoorbeeld<br />

aan het volgen <strong>van</strong> een leerproject in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> een transactie in het<br />

geval dat <strong>de</strong> oorzaak <strong>van</strong> het <strong>de</strong>linquent gedrag aan een ge<strong>de</strong>eltelijke falen<strong>de</strong><br />

<strong>op</strong>voeding <strong>van</strong> een ver<strong>de</strong>r stabiele en betrokken ou<strong>de</strong>r wordt toegeschreven.<br />

Of <strong>de</strong>nk aan een dagvaarding om via <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter vrijheidsbeneming met<br />

langdurige therapie te eisen als <strong>de</strong> oorzaak <strong>van</strong> het crimineel gedrag wordt<br />

gezocht in het agressieve karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte.<br />

Bridges en Steen (1998) pasten <strong>de</strong> causale attributietheorie toe <strong>op</strong> <strong>de</strong> strafadvisering<br />

door <strong>jonge</strong>renwerkers ten behoeve <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>rrechters. Zij von<strong>de</strong>n<br />

dat zwarte Amerikanen zwaar<strong>de</strong>re straffen geadviseerd kregen dan blanken,


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 297<br />

rekening hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> ernst <strong>van</strong> <strong>de</strong> gepleeg<strong>de</strong> feiten. Het verschil in strafadvisering<br />

tussen zwarte en blanke <strong>verdachten</strong> kon wor<strong>de</strong>n verklaard uit <strong>de</strong><br />

afwijken<strong>de</strong> attributies die wer<strong>de</strong>n toegekend aan bei<strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong>en. Oorzaken<br />

<strong>van</strong> het <strong>de</strong>linquent gedrag die als intern wor<strong>de</strong>n gezien, zoals agressiviteit en<br />

gebrek aan respect voor gezag in het algemeen en voor justitiële autoriteiten<br />

in het bijzon<strong>de</strong>r, wer<strong>de</strong>n vaker aan zwarte <strong>verdachten</strong> toegekend. Overigens<br />

betoog<strong>de</strong> Cicourel (1968) eer<strong>de</strong>r al dat interactieproblemen tussen zwarte<br />

<strong>de</strong>linquente <strong>jonge</strong>ren en justitiële werkers door <strong>de</strong> laatsten wor<strong>de</strong>n geïnterpreteerd<br />

als een teken <strong>van</strong> een gebrek aan respect of gezag voor autoriteiten.<br />

Dergelijke negatieve interne attributies leid<strong>de</strong>n tot zwaar<strong>de</strong>re strafadvisering<br />

dan negatieve externe attributies (bijvoorbeeld werkloosheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r), die<br />

vaker aan blanke <strong>verdachten</strong> wer<strong>de</strong>n toegeschreven. In het eerste geval wordt<br />

bovendien <strong>de</strong> schuld bij <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re zelf gelegd, terwijl in het laatste geval <strong>de</strong><br />

verdachte eer<strong>de</strong>r als slachtoffer <strong>van</strong> <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n wordt gezien. Het<br />

toekennen <strong>van</strong> interne negatieve dan wel externe negatieve attributies gaat<br />

hier dus samen met morele oor<strong>de</strong>len.<br />

Op basis <strong>van</strong> 241 rechtbankdossiers bereken<strong>de</strong>n Komen en Van Schooten<br />

(2006) dat etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n, na correctie voor <strong>de</strong> zwaarte <strong>van</strong> <strong>de</strong> strafzaak,<br />

gemid<strong>de</strong>ld een langere <strong>de</strong>tentiestraf <strong>op</strong>gelegd krijgen door kin<strong>de</strong>rrechters.<br />

Komen en Van Schooten verklaren dit verschil uit het feit dat gedrags<strong>de</strong>skundigen<br />

(forensisch psychologen en psychiaters die aan kin<strong>de</strong>rrechters<br />

rapporteren) en on<strong>de</strong>rzoekers <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming vaker<br />

negatieve persoonlijkheidskenmerken toeschrijven aan <strong>de</strong>ze <strong>verdachten</strong>. In<br />

<strong>de</strong> dossiers over etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n wordt vaker melding gemaakt <strong>van</strong> een<br />

gebrekkige gewetensontwikkeling, gebrek aan ‘echte’ spijt en egocentrisme.<br />

Daarnaast verklaren zij het verschil in strafmaat uit interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n<br />

tussen jeugdige <strong>verdachten</strong> uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n en gedrags<strong>de</strong>skundigen.<br />

Komen en Van Schooten von<strong>de</strong>n geen effect <strong>van</strong> negatief externe attributies.<br />

Voordat we analyseren in hoeverre attributies een rol spelen in <strong>de</strong><br />

beslissingen <strong>van</strong> officieren <strong>van</strong> justitie, zullen we eerst nagaan in welke mate<br />

er sprake is <strong>van</strong> een etnische ongelijke uitkomst <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze beslissingen. De<br />

gegevens die in dit artikel wor<strong>de</strong>n geanalyseerd, zijn gebaseerd <strong>op</strong> een steekproef<br />

<strong>van</strong> dossiers <strong>van</strong> jeugdzaken uit twee arrondissementen. Hieron<strong>de</strong>r<br />

volgt een uitleg over <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> dossiers en <strong>de</strong> wijze waar<strong>op</strong> <strong>de</strong> streekproef<br />

is getrokken.<br />

Dossieron<strong>de</strong>rzoek in twee arrondissementen<br />

Dit artikel berust <strong>op</strong> een analyse <strong>van</strong> 409 justitiële dossiers. De dossiers<br />

bevatten het proces verbaal <strong>op</strong>gemaakt door <strong>de</strong> politie, informatie over het<br />

<strong>de</strong>lict, eer<strong>de</strong>r <strong>de</strong>linquent gedrag en eer<strong>de</strong>re contacten met politie en/of justitie.<br />

Daarnaast zijn in <strong>de</strong> dossiers gegevens <strong>op</strong>genomen zoals leeftijd, geslacht


298 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

en woonplaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte. Ook bevatten <strong>de</strong> dossiers informatie over het<br />

verlo<strong>op</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> besluitvorming geduren<strong>de</strong> het justitieel proces. In 70% <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> dossiers was bovendien een rapportage <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming<br />

bijgevoegd. In <strong>de</strong> dossiers waarin <strong>de</strong>ze rapportages ontbraken,<br />

bood het door <strong>de</strong> politie <strong>op</strong>gemaakte proces verbaal informatie over <strong>de</strong><br />

sociale achtergrond en <strong>de</strong> persoonlijke kenmerken <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re. 6 Lever<strong>de</strong><br />

ook het proces verbaal te weinig informatie, dan werd het dossier verwij<strong>de</strong>rd<br />

uit <strong>de</strong> steekproef. Mogelijk hangt <strong>de</strong> matige vulling <strong>van</strong> een dossier samen<br />

met <strong>de</strong> relatieve lichtheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> strafbare feiten, of met (het ontbreken <strong>van</strong>)<br />

eer<strong>de</strong>re contacten met justitie. Deze vertekening wordt in <strong>de</strong> analyses hieron<strong>de</strong>r<br />

on<strong>de</strong>r<strong>van</strong>gen door <strong>de</strong> ernst <strong>van</strong> het <strong>de</strong>lict en eer<strong>de</strong>re contacten met politie<br />

en justitie <strong>op</strong> te nemen in <strong>de</strong> analyses.<br />

De dossiers vormen een intervalsgewijs getrokken steekproef <strong>van</strong> in 2002<br />

en 2003 afgesloten jeugdzaken uit <strong>de</strong> archieven <strong>van</strong> het Openbaar Ministerie<br />

in twee arrondissementen. De gegevens zijn verzameld in een arrondissement<br />

waarin het aan<strong>de</strong>el <strong>jonge</strong>ren uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>verdachten</strong> vormt en in een arrondissement waarin zij <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rheid<br />

vormen. De gedachte hierachter is dat ongelijke justitiële behan<strong>de</strong>ling mogelijk<br />

samenhangt met <strong>de</strong> mate waarin het Openbaar Ministerie te maken krijgt<br />

met <strong>verdachten</strong> uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n. De richting <strong>van</strong> dit verband is <strong>op</strong><br />

voorhand echter niet aan te geven. Enerzijds lijkt het plausibel dat in arrondissementen<br />

waar min<strong>de</strong>r ervaring is met multiculturaliteit, het Openbaar<br />

Ministerie eer<strong>de</strong>r teruggrijpt <strong>op</strong> stereotypische categoriseringen <strong>van</strong> <strong>verdachten</strong>:<br />

onbekend maakt onbemind (vergelijk Leiber en Stairs 1999). An<strong>de</strong>rzijds<br />

kan juist veelvuldig contact met etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n ertoe lei<strong>de</strong>n dat er binnen<br />

<strong>de</strong> organisatie een min of meer coherent beeld ontstaat <strong>van</strong> <strong>verdachten</strong><br />

uit een bepaal<strong>de</strong> etnische min<strong>de</strong>rheid. Dergelijke beel<strong>de</strong>n kunnen uitgroeien<br />

tot simplificeren<strong>de</strong> mentale schema’s waar justitiële werkers hun beslissingen<br />

<strong>op</strong> af gaan stemmen. De analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> het aan<strong>de</strong>el etnische<br />

min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> in een arrondissement is hier dus<br />

explorerend <strong>van</strong> aard.<br />

Het eerste arrondissement in dit on<strong>de</strong>rzoek behan<strong>de</strong>lt voornamelijk<br />

zaken <strong>van</strong> feiten die in een ste<strong>de</strong>lijke agglomeratie zijn gepleegd. Hier is <strong>de</strong><br />

verdachte in 83% <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaken afkomstig uit een etnische min<strong>de</strong>rheid. In<br />

het twee<strong>de</strong> arrondissement is dit 29%. Dit laatste arrondissement beslaat<br />

een groten<strong>de</strong>els rurale regio in Ne<strong>de</strong>rland, waarin zich enkele kleinere ste<strong>de</strong>n<br />

(min<strong>de</strong>r dan hon<strong>de</strong>rdduizend inwoners) bevin<strong>de</strong>n.<br />

Etnische ongelijke beslissingen <strong>van</strong> het Openbaar Ministerie?<br />

We zullen nu <strong>de</strong> vraag beantwoor<strong>de</strong>n in hoeverre etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

ongelijk behan<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n door het Openbaar Ministerie. Speelt etnische


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 299<br />

afkomst een rol in <strong>de</strong> beslissing om <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re 1) naar huis te zen<strong>de</strong>n dan<br />

wel vast te hou<strong>de</strong>n <strong>op</strong> het politiebureau en 2) een alternatieve sanctie aan<br />

te bie<strong>de</strong>n of <strong>de</strong>ze voor te gelei<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter? 7 In tabel 1 zijn <strong>de</strong><br />

resultaten <strong>van</strong> een logistische regressie analyse weergegeven. In <strong>de</strong>ze analyse<br />

is alleen rekening gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> arrondissementen en<br />

<strong>de</strong> juridische zwaarte <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak. De zwaarte <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak bestaat uit kenmerken<br />

die <strong>de</strong> ernst <strong>van</strong> het <strong>de</strong>lict aangeven en kenmerken die het justitieel<br />

verle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re meten. Deze indicatoren zijn ontleend aan <strong>de</strong> door<br />

Cozijn en an<strong>de</strong>ren (2000) ontwikkel<strong>de</strong> ‘ernst score’. De ernst <strong>van</strong> het <strong>de</strong>lict<br />

is vervat in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vijf kenmerken: <strong>de</strong> maximale bestraffing <strong>van</strong> het<br />

<strong>de</strong>lict volgens het Ne<strong>de</strong>rlandse strafrecht, het aantal feiten waarvoor <strong>de</strong> verdachte<br />

wordt vervolgd, <strong>de</strong> materiële scha<strong>de</strong> die gepaard ging met het <strong>de</strong>lict,<br />

<strong>de</strong> mogelijke verwondingen of angst die het slachtoffer heeft <strong>op</strong>gel<strong>op</strong>en en<br />

tenslotte <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> het geweld dat door <strong>de</strong> verdachte is uitgeoefend. 8, 9 Het<br />

justitieel verle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte bestaat uit twee kenmerken. Het eerste<br />

kenmerk is het totale aantal <strong>de</strong>linquente feiten dat vóór <strong>de</strong> in het dossier<br />

voorliggen<strong>de</strong> zaak al was geregistreerd over <strong>de</strong> verdachte. Als <strong>de</strong> score <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong>ze indicator nul is, is <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re dus een first-offen<strong>de</strong>r. Het twee<strong>de</strong> kenmerk<br />

omvat <strong>de</strong> zwaarte <strong>van</strong> voorgaan<strong>de</strong> bestraffingen, bijvoorbeeld een boete of<br />

<strong>de</strong>tentie.<br />

Samen geven <strong>de</strong>ze kenmerken een juridisch rele<strong>van</strong>t beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> zwaarte<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak. Rekening hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>ze kenmerken is noodzakelijk om <strong>de</strong><br />

vraag te beantwoor<strong>de</strong>n of gelijke gevallen ongelijk behan<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n. Dit<br />

betekent echter niet dat we met <strong>de</strong>ze kenmerken daadwerkelijke verschillen<br />

in criminaliteit tussen etnische groepen kunnen vaststellen. Deze kenmerken<br />

vormen <strong>de</strong> neerslag <strong>van</strong> eer<strong>de</strong>re beslissingsfasen in het justitieel proces,<br />

waarin mogelijk <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> etnische ongelijkheid verdisconteerd is. Zo is het<br />

<strong>de</strong>nkbaar dat etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n vaker voor zwaar<strong>de</strong>re <strong>de</strong>licten en min<strong>de</strong>r<br />

vaak voor lichte <strong>de</strong>licten in contact komen met <strong>de</strong> politie, als gevolg <strong>van</strong><br />

<strong>op</strong>sporingsbeslissingen. Daarnaast kan <strong>de</strong> ernst <strong>van</strong> eenzelf<strong>de</strong> soort <strong>de</strong>lict<br />

verschillend wor<strong>de</strong>n geïnterpreteerd, al naar gelang <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte.<br />

Desalniettemin leidt het invoeren <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze kenmerken in <strong>de</strong> analyse<br />

ertoe dat (gepercipieer<strong>de</strong>) verschillen in <strong>de</strong> ernst <strong>van</strong> <strong>de</strong> criminaliteit tussen<br />

<strong>de</strong> etnische meer<strong>de</strong>rheid en etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> etnische ongelijke<br />

uitkomsten <strong>van</strong> eer<strong>de</strong>re beslissingsfasen wor<strong>de</strong>n uitgeschakeld.<br />

De <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>ren is ontleend aan <strong>de</strong> dossiers, waarin <strong>de</strong> geboorte-<br />

plaats en/of <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs vermeld staat. In tabel A in <strong>de</strong> bijlage<br />

zijn <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> scores <strong>op</strong> <strong>de</strong> kenmerken naar <strong>etniciteit</strong> weergegeven. De<br />

getallen in tabel 1 hieron<strong>de</strong>r geven <strong>de</strong> kans weer of een <strong>jonge</strong>re wordt vastgehou<strong>de</strong>n<br />

in een politiecel in plaats <strong>van</strong> naar huis te wor<strong>de</strong>n gezon<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

kans <strong>op</strong> voorgeleiding aan <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter in plaats <strong>van</strong> het aanbod <strong>van</strong> een<br />

transactie door het Openbaar Ministerie. Getallen groter dan één geven aan<br />

dat een kenmerk <strong>de</strong>ze kans vergroot, getallen kleiner dan één geven aan dat


300 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

Tabel 1 De kans om vastgehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n in een politiecel en <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> dagvaarding voor jeugdige <strong>verdachten</strong> uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

(logistische regressie, relatieve kansen)<br />

Kans <strong>op</strong> politiecel Kans <strong>op</strong> dagvaarding<br />

Mo<strong>de</strong>l 1 Mo<strong>de</strong>l 2 Mo<strong>de</strong>l 3 Mo<strong>de</strong>l 4 Mo<strong>de</strong>l 1 Mo<strong>de</strong>l 2 Mo<strong>de</strong>l 3 Mo<strong>de</strong>l 4<br />

Etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n 2,64 * 1,66 1,31 1,86 2,30 ** 2,31 ** 3,50 ** 2,29 **<br />

Maximale straf 1,11 1,09 1,09 - 1,14 * 1,12 * 1,12~ 1,11~<br />

Voorliggen<strong>de</strong> feiten 2,24 ** 2,36 ** 2,35 ** 2,32 ** 2,20 ** 2,13 ** 2,14 ** 2,21 **<br />

Scha<strong>de</strong> 0,85 0,85 0,86 - 0,81 * 0,81 * 0,80 * 0,82 *<br />

Geweld 1,00 1,03 1,03 - 0,91 0,89 0,89 -<br />

Verwonding 1,39 1,33 1,33 1,43 * 1,99 ** 2,09 ** 2,09 ** 1,66 **<br />

Eer<strong>de</strong>re feiten 1,22 * 1,19~ 1,19~ 1,15~ 1,21 * 1,17~ 1,17~ 1,23 **<br />

Eer<strong>de</strong>re straffen 0,91 0,93 0,93 - 1,13 1,11 1,12 -<br />

Ste<strong>de</strong>lijk arrondissement 2,39~ 1,93 2,48 * 2,11 * 3,15 * 2,19 *<br />

Geen raadson<strong>de</strong>rzoek - 0,18 ** 0,18 ** 0,18 **<br />

1,52 - 0,46 -<br />

Etn. min<strong>de</strong>rh. x ste<strong>de</strong>lijk<br />

arrondissement<br />

χ 2 55,90 ** 59,49 59,70 ** 57,27 ** 129,06 ** 163,08 ** 164,71 ** 161,11 **<br />

N 330 330 330 330 409 409 409 409<br />

~ p


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 301<br />

een kenmerk <strong>de</strong>ze kans verkleint. De titels <strong>van</strong> <strong>de</strong> kolommen verwijzen naar<br />

vergelijkingen (mo<strong>de</strong>llen) die apart <strong>van</strong> elkaar zijn uitgevoerd. In mo<strong>de</strong>l één<br />

zijn alleen <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte en <strong>de</strong> kenmerken die <strong>de</strong> juridische<br />

zwaarte <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak aangeven <strong>op</strong>genomen. In mo<strong>de</strong>l twee komen daar het<br />

arrondissement en het al dan niet ontbreken <strong>van</strong> een rapportage door <strong>de</strong> Raad<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming bij (dit kenmerk is niet rele<strong>van</strong>t voor <strong>de</strong> analyse<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> het gedwongen verblijf in een politiecel omdat <strong>de</strong> rapportages<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming meestal nog geen rol spelen in die<br />

beslissing).<br />

Om na te gaan of het voor etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n uitmaakt in welk arrondissement<br />

zij wor<strong>de</strong>n verdacht, is in mo<strong>de</strong>l drie een interactieterm <strong>op</strong>genomen<br />

waarin lid zijn <strong>van</strong> een etnische min<strong>de</strong>rheid wordt gek<strong>op</strong>peld aan het<br />

verschil in arrondissement. Mo<strong>de</strong>l vier toont vervolgens <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

analyse waarin <strong>de</strong> niet-significante kenmerken zijn weggelaten. Deze spaarzame<br />

mo<strong>de</strong>llen zijn beter omdat ze met min<strong>de</strong>r kenmerken (vrijheidsgra<strong>de</strong>n)<br />

een vergelijkbare verklaren<strong>de</strong> kracht bie<strong>de</strong>n.<br />

We beschouwen eerst <strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> beslissing om een <strong>jonge</strong>re vast te<br />

hou<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> politiecel dan wel naar huis te zen<strong>de</strong>n. Dossiers <strong>van</strong> <strong>verdachten</strong><br />

die langer dan drie dagen in voorarrest hebben gezeten zijn uit <strong>de</strong> analyse<br />

verwij<strong>de</strong>rd, omdat het besluit daartoe door <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter moet wor<strong>de</strong>n<br />

genomen en dus buiten <strong>de</strong> beslissingbevoegdheid <strong>van</strong> het Openbaar Ministerie<br />

valt. In mo<strong>de</strong>l één, waarin rekening is gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> ernst <strong>van</strong> het feit<br />

waarvoor <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re wordt vervolgd en met mogelijk eer<strong>de</strong>re contacten met<br />

of bestraffingen door justitie en/of <strong>de</strong> politie, blijkt dat etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

een 2,64 maal zo grote kans l<strong>op</strong>en om te wor<strong>de</strong>n vastgehou<strong>de</strong>n in een politiecel.<br />

Ook is te zien dat elk feit meer in het dossier leidt tot een verhoging <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> kans om in verzekering te wor<strong>de</strong>n gesteld met 2,24. Ook het aantal eer<strong>de</strong>re<br />

feiten heeft een significant effect. In mo<strong>de</strong>l twee is on<strong>de</strong>rscheid gemaakt naar<br />

het ste<strong>de</strong>lijke en het meer rurale arrondissement. Het blijkt dat <strong>jonge</strong>ren die<br />

in het ste<strong>de</strong>lijke arrondissement wor<strong>de</strong>n vervolgd een bijna twee en een half<br />

maal zo grote kans l<strong>op</strong>en om enige tijd in een politiecel door te moeten brengen.<br />

Door rekening te hou<strong>de</strong>n met dit verschil tussen <strong>de</strong> arrondissementen<br />

blijkt <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> <strong>etniciteit</strong> uitgespeeld; het effect is gereduceerd en bovendien<br />

niet meer significant. In mo<strong>de</strong>l drie is een interactieterm tussen het<br />

arrondissement en <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte <strong>op</strong>genomen. Dit levert geen<br />

significant effect <strong>op</strong>. Dit wil zeggen dat in het ste<strong>de</strong>lijke, noch in het rurale<br />

arrondissement <strong>etniciteit</strong> <strong>invloed</strong> heeft <strong>op</strong> <strong>de</strong> beslissing om <strong>de</strong> verdachte <strong>op</strong><br />

het politiebureau vast te hou<strong>de</strong>n. 10 In het uitgedun<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>l vier zijn <strong>de</strong> niet<br />

significante termen verwij<strong>de</strong>rd. 11 Het aantal strafbare feiten, <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> verwonding<br />

<strong>van</strong> het slachtoffer, het aantal eer<strong>de</strong>re feiten waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re ooit<br />

is verdacht maar bovenal vervolging in het ste<strong>de</strong>lijke arrondissement, zijn<br />

significante voorspellers <strong>van</strong> <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> inverzekeringstelling.


302 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

Conclu<strong>de</strong>rend kunnen we stellen dat etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n een grotere<br />

kans (<strong>de</strong> relatieve kans <strong>van</strong> 2,64 in mo<strong>de</strong>l één) l<strong>op</strong>en om in verzekering te<br />

wor<strong>de</strong>n gesteld omdat het Openbaar Ministerie in het ste<strong>de</strong>lijke arrondissement<br />

– waar <strong>verdachten</strong> uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n sterk oververtegenwoordigd<br />

zijn – significant vaker besluit tot het vasthou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>verdachten</strong> in <strong>de</strong><br />

politiecel. De vraag waarom in dit arrondissement <strong>verdachten</strong> frequenter in<br />

verzekering wor<strong>de</strong>n gesteld, kan <strong>op</strong> grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> beschikbare gegevens niet<br />

wor<strong>de</strong>n beantwoord.<br />

We concentreren ons ver<strong>de</strong>r <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag of etnische ongelijkheid <strong>op</strong>treedt<br />

in <strong>de</strong> beslissing om <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re te dagvaar<strong>de</strong>n of een transactie aan te bie<strong>de</strong>n.<br />

Rekening hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> zwaarte <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak blijkt dat etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

een 2,3 maal grotere kans l<strong>op</strong>en om te wor<strong>de</strong>n gedagvaard dan etnische<br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs. Overigens is <strong>de</strong>ze kans 2,47 wanneer hiermee geen rekening<br />

wordt gehou<strong>de</strong>n. Jongeren uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> zwaar<strong>de</strong>re<br />

<strong>de</strong>licten verdacht – <strong>de</strong> maximale bestraffing die hoort bij <strong>de</strong> door hen<br />

gepleeg<strong>de</strong> feiten is significant hoger – en zij zijn in het verle<strong>de</strong>n vaker met<br />

politie en/of justitie in contact gekomen (zie tabel A in <strong>de</strong> bijlage). Opmerkelijk<br />

is, dat <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> dagvaarding afneemt naarmate <strong>de</strong> materiële scha<strong>de</strong><br />

groter is (relatieve kans <strong>van</strong> 0,81). Het is mogelijk dat wanneer <strong>de</strong> verdachte<br />

scha<strong>de</strong> heeft veroorzaakt, het Openbaar Ministerie eer<strong>de</strong>r geneigd is <strong>de</strong> zaak<br />

af te doen met een transactie waarbij scha<strong>de</strong>vergoeding on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

schikking is. Achter het gegeven dat scha<strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r leidt tot een transactie gaat<br />

een klein <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> etnisch ongelijke uitkomst schuil: <strong>jonge</strong>ren met een<br />

etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse achtergrond wor<strong>de</strong>n vaker verdacht <strong>van</strong> <strong>de</strong>licten waarbij<br />

het slachtoffer materiële scha<strong>de</strong> heeft gele<strong>de</strong>n en het door hen toegebrachte<br />

scha<strong>de</strong>bedrag is ook hoger, waardoor hen vaker een transactie wordt aangebo<strong>de</strong>n<br />

in plaats <strong>van</strong> te wor<strong>de</strong>n voorgeleid (zie we<strong>de</strong>rom tabel A in <strong>de</strong> bijlage).<br />

In mo<strong>de</strong>l twee wordt rekening gehou<strong>de</strong>n met het on<strong>de</strong>rscheid naar arrondissementen<br />

en het al dan niet aanwezig zijn <strong>van</strong> een on<strong>de</strong>rzoeksrapportage<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming. De invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze variabelen<br />

veran<strong>de</strong>rt vrijwel niets in <strong>de</strong> kansverhouding <strong>op</strong> dagvaarding tussen etnische<br />

min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> etnische meer<strong>de</strong>rheid. Te zien is dat het Openbaar Ministerie<br />

in het ste<strong>de</strong>lijke arrondissement vaker besluit tot dagvaarding (relatieve<br />

kans <strong>van</strong> 2,11). Het ontbreken <strong>van</strong> een rapportage door <strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming<br />

in het dossier verlaagt <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> dagvaarding aanzienlijk,<br />

<strong>de</strong>ze wordt namelijk vijf en een half maal kleiner (1/0,18=5,5). De verklaring<br />

hiervoor is waarschijnlijk dat het Openbaar Ministerie <strong>de</strong> afwezigheid <strong>van</strong><br />

een raadson<strong>de</strong>rzoek in het dossier ziet als een aanwijzing voor <strong>de</strong> relatieve<br />

lichtheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak. 12 In mo<strong>de</strong>l drie is we<strong>de</strong>rom een interactieterm toegevoegd<br />

om na te gaan of <strong>de</strong> <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>etniciteit</strong> verschilt per arrondissement.<br />

Dit blijkt niet het geval; het effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> interactieterm is niet significant.<br />

Op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> analyses is <strong>de</strong> conclusie gerechtvaardigd, dat slechts een<br />

klein <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> oververtegenwoordiging <strong>van</strong> etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> aan


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 303<br />

<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter voorgelei<strong>de</strong> zaken terug te voeren is <strong>op</strong> <strong>de</strong> juridische zwaarte<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak. 13 De verschillen tussen <strong>de</strong> arrondissementen en het ontbreken<br />

<strong>van</strong> een on<strong>de</strong>rzoeksrapportage <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming bie<strong>de</strong>n<br />

evenmin een verklaring voor <strong>de</strong> ongelijkheid. Kortom: het Openbaar<br />

Ministerie bestraft etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n zwaar<strong>de</strong>r.<br />

De etnische ongelijke uitkomsten <strong>van</strong> beslissingen <strong>van</strong> het Openbaar<br />

Ministerie zou<strong>de</strong>n veroorzaakt kunnen wor<strong>de</strong>n door het vaker toekennen<br />

<strong>van</strong> attributies aan etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n die in <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> officieren <strong>van</strong><br />

justitie <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> recidive verhogen. Alvorens te analyseren in hoeverre attributies<br />

een rol spelen in <strong>de</strong> etnisch ongelijke uitkomst die we <strong>op</strong> het spoor zijn<br />

gekomen, volgt hieron<strong>de</strong>r eerst een beschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> interne en externe<br />

attributies die wer<strong>de</strong>n aangetroffen in <strong>de</strong> dossiers <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong>.<br />

Interne attributies: moeilijkhe<strong>de</strong>n in interacties en risicovolle<br />

persoonlijkhe<strong>de</strong>n<br />

Volgens <strong>de</strong> analyses <strong>van</strong> Cicourel, Bridges en Steen en Komen en Van Schooten<br />

dragen moeilijkhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> interacties tussen <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re en justitiële<br />

werkers bij aan een zwaar<strong>de</strong>re bestraffing. Interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n vatten<br />

we hier <strong>op</strong> als een interne attributie. Volgens Cicourel, Bridges en Steen be-<br />

schouwen justitiële beslissers interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n als een uiting <strong>van</strong> respectloosheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re voor <strong>de</strong> justitiële autoriteiten, en daarmee als<br />

voorspeller <strong>van</strong> toekomstig <strong>de</strong>linquent gedrag. In één vijf<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte<br />

dossiers wordt melding gemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke moeilijkhe<strong>de</strong>n. De be-<br />

schrijvingen hebben gemeen dat <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>ren (en soms <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs) <strong>de</strong> pogingen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> politie of <strong>de</strong> raadson<strong>de</strong>rzoeker om informatie in te winnen dwarsbomen.<br />

Interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n kunnen <strong>de</strong> vorm aannemen <strong>van</strong> beperkte<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>elzaamheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte: ‘voor mij zat een stille, zwijgzame <strong>jonge</strong>n’<br />

of: ‘betrokkene zegt niet veel’. ‘Draaien’ wordt ook gesignaleerd als storend<br />

element in <strong>de</strong> interactie: ‘betrokkene trekt “mist” <strong>op</strong>: komt verward over,<br />

insinueert iets en gaat er dan niet meer <strong>op</strong> in’. Interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

ook veroorzaakt door <strong>op</strong>enlijk verzet <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte jegens <strong>de</strong> raads-<br />

on<strong>de</strong>rzoeker of <strong>de</strong> politie: ‘<strong>op</strong>standige houding bij doorvragen <strong>op</strong> on<strong>de</strong>rwerpen<br />

waar hij geen zin in heeft’. Ten slotte wor<strong>de</strong>n moeilijkhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> interactie<br />

gesignaleerd als blijkt dat <strong>de</strong> verdachte <strong>de</strong> contacten met justitie of politie<br />

niet serieus lijkt te nemen of een onverschillige houding aanneemt: ‘<strong>de</strong> ernst<br />

<strong>van</strong> het gebeur<strong>de</strong> ontgaat E.’ of: ‘het haast voortdurend lachen <strong>van</strong> B. tij<strong>de</strong>ns<br />

het gesprek valt <strong>op</strong>’.<br />

Naast <strong>de</strong>ze moeilijkhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> interactie is een interne attributie ‘risico-<br />

volle persoonlijkheidskenmerken’ geco<strong>de</strong>erd. Deze zijn risicovol, omdat zij<br />

in <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> <strong>de</strong> officier <strong>van</strong> justitie mogelijk toekomstig <strong>de</strong>linquent gedrag<br />

bevor<strong>de</strong>ren. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze noemer is een uiteenl<strong>op</strong>en<strong>de</strong> reeks kenmerken geco-


304 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

<strong>de</strong>erd: ‘heeft agressie niet on<strong>de</strong>r controle’, ‘gebrek aan invoelend vermogen’,<br />

‘gebrek aan gewetensontwikkeling’, ‘kan goed liegen’, ‘probeert mensen naar<br />

zijn hand te zetten’, ‘biedt geen weerstand aan verkeer<strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>n’, ‘is beïnvloedbaar’,<br />

‘behoefte aan spanning’, ‘heeft onvoldoen<strong>de</strong> zicht <strong>op</strong> gevolgen <strong>van</strong><br />

gedrag voor an<strong>de</strong>ren’, ‘legt schuld steeds buiten zichzelf’, ‘accepteert geen<br />

autoriteit’. In 28% <strong>van</strong> <strong>de</strong> dossiers wor<strong>de</strong>n risicovolle persoonlijkheidskenmerken<br />

gesignaleerd.<br />

Externe attributies: integratieproblemen<br />

Bij <strong>de</strong> externe attributies die aan <strong>verdachten</strong> wor<strong>de</strong>n toegekend gaat het vaak<br />

om kenmerken die crimineel gedrag verklaren uit een gebrek aan binding<br />

tussen <strong>de</strong> samenleving en (het ou<strong>de</strong>rlijk milieu <strong>van</strong>) <strong>de</strong> verdachte. Met an<strong>de</strong>re<br />

woor<strong>de</strong>n: integratieproblemen, waar natuurlijk niet alleen etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

maar ook etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse achterstandsgroepen mee te kampen<br />

hebben. Een gebrek aan binding met <strong>de</strong> samenleving is volgens Hirschi’s<br />

(1969) uitwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> bindingstheorie een belangrijke voorspeller voor<br />

crimineel gedrag. 14 Deze theorie veron<strong>de</strong>rstelt dat zwakke maatschappelijke<br />

bindingen mensen <strong>de</strong> ruimte geven om allerlei vormen <strong>van</strong> on<strong>de</strong>ug<strong>de</strong>lijk<br />

en/of <strong>de</strong>linquent gedrag te vertonen. On<strong>de</strong>rzoek laat in<strong>de</strong>rdaad steeds zien<br />

dat <strong>de</strong>linquentie samenhangt met gebrekkige controle binnen het gezin en<br />

het ontbreken <strong>van</strong> een gestructureer<strong>de</strong> tijdsbesteding in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> school<br />

of werk (Weerman 2001). De vraag is hier of officieren <strong>van</strong> justitie een vorm<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bindingstheorie hanteren als zij bij het nemen <strong>van</strong> beslissingen afgaan<br />

<strong>op</strong> externe attributies waarin <strong>de</strong> oorzaak voor crimineel gedrag wordt gelegd<br />

bij een gebrek aan integratie.<br />

Er is on<strong>de</strong>rscheid gemaakt naar vier <strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke causale attributies:<br />

werkloosheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte (in 8% <strong>van</strong> <strong>de</strong> dossiers genoemd),<br />

een gebrek aan ‘zinvolle tijdsbesteding’ of ‘dagelijkse structuur’ in het leven<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte (10%) en ou<strong>de</strong>rs die onvoldoen<strong>de</strong> ‘controle’ en/of ‘sturing’<br />

bie<strong>de</strong>n (14%). Terwijl <strong>de</strong>ze drie externe attributies niet louter voor hoeven te<br />

komen on<strong>de</strong>r etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n is het vier<strong>de</strong> kenmerk, <strong>de</strong> directe ob-<br />

servatie <strong>van</strong> integratieproblemen <strong>op</strong> het culturele vlak, vrijwel alleen <strong>van</strong> toepassing<br />

<strong>op</strong> <strong>verdachten</strong> uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n. 15 Deze attributie wordt in<br />

zeven procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> dossiers gerapporteerd. Door on<strong>de</strong>rscheid te maken<br />

naar <strong>de</strong>ze vier attributies kan preciezer wor<strong>de</strong>n nagegaan in hoeverre maatschappelijke<br />

achterstan<strong>de</strong>n hun sporen nalaten in het justitiële systeem. De<br />

drie eerstgenoem<strong>de</strong> attributies staan, indien <strong>van</strong> toepassing, meestal vrij<br />

letterlijk in <strong>de</strong>ze vorm in <strong>de</strong> rapportages beschreven. De co<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> een<br />

gebrek aan culturele integratie verg<strong>de</strong> echter meer interpretatie. Ter toelichting<br />

volgt daarom een beschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijze waar<strong>op</strong> <strong>de</strong>ze attributie wordt<br />

gerapporteerd.


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 305<br />

Bij een gebrek aan culturele integratie gaat het ten eerste om een door<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming of door <strong>de</strong> politie<br />

gesignaleer<strong>de</strong> spanning tussen <strong>de</strong> <strong>op</strong>voedingsstijl <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs en dominante<br />

waar<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse samenleving, of om <strong>de</strong> botsing tussen (religieuze)<br />

voorschriften of <strong>op</strong>voedingstradities waar thuis aan wordt gehecht en<br />

<strong>de</strong> vrijere (seksuele) moraal waarmee <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re buitenshuis wordt geconfronteerd.<br />

Een aantal voorbeel<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> dossiers: ‘F han<strong>de</strong>l<strong>de</strong> in <strong>op</strong>dracht<br />

<strong>van</strong> ou<strong>de</strong>re broer. F is <strong>op</strong>gegroeid in een cultuur dat je bevelen <strong>van</strong> je ou<strong>de</strong>re<br />

broer uitvoert’; ‘T. moet volgens <strong>de</strong> Marokkaanse cultuur <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> man in<br />

het huishou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> geschei<strong>de</strong>n zus <strong>op</strong> zich nemen maar kan <strong>de</strong>ze verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

niet aan gezien zijn leeftijd’; ‘<strong>de</strong> <strong>jonge</strong>n zit in een conflict tussen<br />

<strong>de</strong> Marokkaanse en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse cultuur, maar hij herkent dat conflict<br />

niet en zegt dat hij er goed mee om weet te gaan’. Ook <strong>op</strong>merkingen over<br />

een gebrek aan kennis over <strong>de</strong> regels die gel<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse samenleving,<br />

en/of over <strong>verdachten</strong> of ou<strong>de</strong>rs die weinig aansluiting hebben met<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse cultuur, geïsoleerd leven en/of die geen Ne<strong>de</strong>rlands spreken<br />

zijn geschaard on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> attributie ‘gebrek aan culturele integratie’. We<strong>de</strong>rom<br />

een paar voorbeel<strong>de</strong>n: ‘volgens <strong>de</strong> gezinsvoogd weet S. niet welke regels er in<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse maatschappij gel<strong>de</strong>n’; ‘va<strong>de</strong>r is het hele jaar door <strong>op</strong> vakantie<br />

in Marokko (…) moe<strong>de</strong>r moet gemotiveerd wor<strong>de</strong>n om betrokken te raken bij<br />

het gebeuren buitenshuis zoals school en hulpverlening volgens <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

normen, dit laatste me<strong>de</strong> gezien het feit dat moe<strong>de</strong>r geïsoleerd leeft<br />

(...) ze is erg eenzaam en spreekt slecht Ne<strong>de</strong>rlands’.<br />

De rol <strong>van</strong> attributies in <strong>de</strong> ongelijke behan<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> etnische<br />

min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

In dit on<strong>de</strong>rzoek is niet nagegaan <strong>op</strong> welke wijze causale attributies precies<br />

wor<strong>de</strong>n geduid door justitiële beslissers. Wel kunnen we analyseren welke<br />

<strong>invloed</strong> het noemen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze attributies heeft <strong>op</strong> <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke beslissing<br />

<strong>van</strong> het Openbaar Ministerie om een <strong>jonge</strong>re al dan niet te dagvaar<strong>de</strong>n en of<br />

dit verschilt voor etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n dan wel <strong>de</strong> etnische meer<strong>de</strong>rheid.<br />

Mocht blijken dat bepaal<strong>de</strong> attributies in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> kans vergroten dat <strong>de</strong><br />

<strong>jonge</strong>re <strong>op</strong> <strong>de</strong> terechtzitting moeten verschijnen, dan nemen we aan dat <strong>de</strong>ze<br />

in<strong>de</strong>rdaad on<strong>de</strong>r officieren <strong>van</strong> justitie wor<strong>de</strong>n herkend als oorzaken <strong>van</strong><br />

het huidig en voorspellers <strong>van</strong> toekomstig <strong>de</strong>linquent gedrag. We hervatten<br />

<strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> beslissing om <strong>de</strong> verdachte al dan niet te dagvaar<strong>de</strong>n in<br />

tabel 1 en vullen het mo<strong>de</strong>l aan met over <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>ren gerapporteer<strong>de</strong> attributies.<br />

Daarnaast zijn <strong>de</strong> leeftijd ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong> het <strong>de</strong>lict en het geslacht <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

verdachte toegevoegd, kenmerken die eveneens <strong>van</strong> <strong>invloed</strong> kunnen zijn <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> beslissingen <strong>van</strong> het Openbaar Ministerie (zie Demuth en Steffensmeier<br />

2004; Mustard 2001). Omdat <strong>de</strong> rapportages <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>r-


306 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

bescherming meestal geen rol spelen in <strong>de</strong> beslissing om een <strong>jonge</strong>re naar<br />

huis te zen<strong>de</strong>n dan wel langer vast te hou<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> politiecel, is een analyse<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> attributies voor <strong>de</strong>ze beslissing niet rele<strong>van</strong>t.<br />

Tabel 2 De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> attributies <strong>op</strong> <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> een dagvaarding voor jeugdige <strong>verdachten</strong> uit<br />

etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n (logistische regressie, relatieve kansen)<br />

Mo<strong>de</strong>l 1 Mo<strong>de</strong>l 2 Mo<strong>de</strong>l 3 Mo<strong>de</strong>l 4 Mo<strong>de</strong>l 5<br />

Etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n 2,39 ** 2,09 * 2,32 ** 1,60 1,63<br />

Maximale straf 1,16 * 1,17 * 1,16 * 1,17 * 1,17 *<br />

Aantal voorliggen<strong>de</strong> feiten 2,36 ** 2,42 ** 2,37 ** 2,54 ** 2,49 **<br />

Scha<strong>de</strong> 0,81 * 0,78 * 0,81 * 0,75 ** 0,76 **<br />

Verwonding 1,72 ** 1,73 ** 1,73 ** 1,77 ** 1,77 **<br />

Eer<strong>de</strong>re feiten 1,23 * 1,20 * 1,23 ** 1,21 * 1,22 *<br />

Ste<strong>de</strong>lijk arrondissement 2,43 * 2,14 * 2,32 * 2,18 * 2,32 *<br />

Geen on<strong>de</strong>rzoeksrapportage 0,15 ** 0,20 ** 0,16 ** 0,19 ** 0,18 **<br />

Leeftijd ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>lict 1,49 ** 1,50 ** 1,49 ** 1,52 ** 1,51 **<br />

Verdachte is meisje 1,97 * 1,86~ 1,98 * 2,08 * 1,98 *<br />

Va<strong>de</strong>r werkloos 1,33 2,60 -<br />

Geen ou<strong>de</strong>rlijke controle 1,36 0,80 -<br />

Geen dagbesteding 5,97 ** 7,77 ** 6,10 **<br />

Gebrek aan culturele integratie 5,54 * 4,61 * 4,80 *<br />

Interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n 1,33 0,38 0,34~<br />

Persoonlijkheidskenmerken 0,90 0,85 -<br />

Etn. min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n x va<strong>de</strong>r<br />

werkloos<br />

Etn. min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n x geen<br />

ou<strong>de</strong>rlijke controle<br />

Etn. min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n x geen<br />

dagbesteding<br />

Etn. min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n x interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n<br />

Etn. min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n x persoonlijkheidskenmerken<br />

0,33 -<br />

2,48 -<br />

0,61 -<br />

5,45 * 5,78 *<br />

0,99 -<br />

χ 2 180,5 ** 202,9 ** 181,3 ** 210,2 ** 207,5 **<br />

N 408 408 408 408 408<br />

~ p


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 307<br />

met bijna <strong>de</strong> helft toeneemt. Opmerkelijk is dat meisjes een bijna tweemaal<br />

zo grote kans hebben om <strong>op</strong> <strong>de</strong> terechtzitting te moeten verschijnen dan <strong>jonge</strong>ns.<br />

Leiber en Mack (2003) <strong>de</strong><strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> gen<strong>de</strong>r en<br />

<strong>etniciteit</strong> in verschillen<strong>de</strong> beslissingsfasen in het jeugdstrafrecht in <strong>de</strong> vs. Zij<br />

von<strong>de</strong>n dat justitiële beslissers <strong>de</strong> neiging hebben om overtredingen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

normen over stereotypisch vrouwelijk gedrag door meisjes te corrigeren door<br />

hen strengere straffen <strong>op</strong> te leggen. Bovendien wor<strong>de</strong>n meisjes, naarmate<br />

ze dieper in <strong>de</strong> strafrechtsketen terechtkomen, nog meer als probleemgevallen<br />

beschouwd dan <strong>jonge</strong>ns. Zoals een door Leiber en Mack (2003: 59-60)<br />

geïnterview<strong>de</strong> justitiële beslisser (court official) het verwoord<strong>de</strong>: ‘when we get a<br />

girl real <strong>de</strong>ep into the system she’s just really out of control’. Wellicht hanteren ook<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse officieren <strong>van</strong> justitie gen<strong>de</strong>rspecifieke <strong>op</strong>vattingen over <strong>de</strong>viant<br />

gedrag en is hun tolerantie tegenover wandda<strong>de</strong>n die door meisjes wor<strong>de</strong>n<br />

gepleegd lager.<br />

Vervolgens zijn in mo<strong>de</strong>l twee kenmerken toegevoegd die <strong>de</strong> mate <strong>van</strong><br />

sociale binding <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte met <strong>de</strong> samenleving aangeven. De lichte<br />

daling <strong>van</strong> het effect <strong>van</strong> <strong>etniciteit</strong> (<strong>van</strong> 2,39 in mo<strong>de</strong>l één naar 2,09 in mo<strong>de</strong>l<br />

twee) betekent dat achter <strong>de</strong>ze attributies een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> verklaring <strong>van</strong> ongelijkheid<br />

schuilt. Als in het dossier een gebrek aan zinvolle of gestructureer<strong>de</strong><br />

dagbesteding wordt genoemd, leidt dit tot een bijna zes maal zo grote kans<br />

om gedagvaard te wor<strong>de</strong>n. Signaleert <strong>de</strong> raadson<strong>de</strong>rzoeker of <strong>de</strong> politie een<br />

culturele afstand tussen het ou<strong>de</strong>rlijk milieu en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse samenleving,<br />

dan verhoogt dit <strong>de</strong> kans om voorgeleid te wor<strong>de</strong>n eveneens aanzienlijk<br />

(relatieve kans <strong>van</strong> 5,54). De melding <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>rs die falen wat betreft <strong>de</strong><br />

sturing <strong>van</strong> en controle <strong>op</strong> het doen en laten <strong>van</strong> hun verdachte kind, noch<br />

het noemen <strong>van</strong> werkloosheid <strong>van</strong> va<strong>de</strong>r heeft een significante <strong>invloed</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

beslissing <strong>van</strong> het Openbaar Ministerie.<br />

In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> stap (mo<strong>de</strong>l drie) wordt nagegaan in hoeverre nu recidiveverhogen<strong>de</strong><br />

kenmerken <strong>van</strong> <strong>de</strong> persoonlijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte en inter-<br />

actiemoeilijkhe<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> verdachte en <strong>de</strong> raadson<strong>de</strong>rzoeker en/of <strong>de</strong><br />

politie <strong>invloed</strong> hebben <strong>op</strong> <strong>de</strong> beslissingen <strong>van</strong> officieren <strong>van</strong> justitie. Bei<strong>de</strong><br />

attributies sorteren geen effect en hebben bovendien geen <strong>invloed</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> kans<br />

dat etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n voorgeleid aan <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter (<strong>de</strong>ze<br />

kans is namelijk 2,39 in mo<strong>de</strong>l één en 2,32 in mo<strong>de</strong>l drie).<br />

Wat we nog niet weten is of <strong>de</strong>ze attributies mogelijk zwaar<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n<br />

gewogen voor etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n dan voor etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>verdachten</strong>.<br />

Lei<strong>de</strong>n werkloosheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r of moeilijkhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> interactie bijvoorbeeld<br />

tot een grotere kans <strong>op</strong> dagvaarding als <strong>de</strong> verdachte uit een etnische<br />

min<strong>de</strong>rheid afkomstig is? Op <strong>de</strong>ze vraag geven mo<strong>de</strong>l vier en vijf antwoord.<br />

Het verschil tussen bei<strong>de</strong> is dat in het laatstgenoem<strong>de</strong> mo<strong>de</strong>l <strong>de</strong> niet significante<br />

kenmerken zijn verwij<strong>de</strong>rd (uitgezon<strong>de</strong>rd <strong>de</strong> niet significante hoofdtermen).<br />

Op statistische gron<strong>de</strong>n heeft mo<strong>de</strong>l vijf <strong>de</strong> voorkeur. 16 In dit mo<strong>de</strong>l<br />

is een significante interactieterm <strong>op</strong>genomen tussen <strong>de</strong> attributie interactie-


308 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

moeilijkhe<strong>de</strong>n en of <strong>de</strong> verdachte <strong>de</strong>el uitmaakt <strong>van</strong> een etnische min<strong>de</strong>rheid.<br />

Eer<strong>de</strong>r bleek dat <strong>op</strong>merkingen over problemen in <strong>de</strong> communicatie tussen<br />

<strong>de</strong> verdachte en <strong>de</strong> raadson<strong>de</strong>rzoekers en/of <strong>de</strong> politie geen significant effect<br />

lieten zien <strong>op</strong> <strong>de</strong> kans om voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter te wor<strong>de</strong>n voorgeleid. Nu<br />

blijkt echter dat <strong>de</strong>rgelijke interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n wel <strong>de</strong>gelijk <strong>van</strong> <strong>invloed</strong><br />

zijn, maar alleen in het geval dat <strong>de</strong> verdachte uit een etnische min<strong>de</strong>rheid<br />

afkomstig is: <strong>de</strong> kans om te wor<strong>de</strong>n voorgeleid wordt dan 5,78 maal groter.<br />

Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: moeilijkhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> interactie wor<strong>de</strong>n le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> etnische<br />

min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n zwaar<strong>de</strong>r aangerekend. Toevoeging <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze interactieterm<br />

leidt ertoe dat het effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte als zodanig<br />

niet meer significant is.<br />

Uit studies naar rechtsongelijkheid in <strong>de</strong> vs blijkt dat verschillen in justitiële<br />

behan<strong>de</strong>ling <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

(Demuth en Steffensmeier 2004; Everett en Wojtkiewicz 2002). Daarom<br />

is een analyse uitgevoerd waarbij etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n zijn uitgesplitst in<br />

Marokkanen (75), Surinamers (64) en een groep overige <strong>etniciteit</strong>en (57) die<br />

voornamelijk bestaat uit kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> asielzoekers uit Afrika, voormalig Joegoslavië,<br />

<strong>de</strong> voormalige Sovjet-Unie, Oost-Eur<strong>op</strong>a, Irak en overige lan<strong>de</strong>n.<br />

Omdat het aantal Antillianen (18) en Turken (18) aan <strong>de</strong> lage kant is, zijn <strong>de</strong>ze<br />

uit <strong>de</strong> analyse gehou<strong>de</strong>n (dit gaf problemen met <strong>de</strong> interactietermen).<br />

Tabel 3 laat zien dat er aanzienlijke verschillen bestaan tussen <strong>de</strong> etnische<br />

categorieën. Rekening hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> juridische zwaarte <strong>van</strong> <strong>de</strong> zaak<br />

blijken Surinaamse <strong>verdachten</strong> niet significant vaker <strong>op</strong> <strong>de</strong> terechtzitting te<br />

verschijnen dan etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>verdachten</strong>. Marokkaanse <strong>verdachten</strong><br />

hebben daarentegen een bijna tweemaal zo grote kans (relatieve kans <strong>van</strong><br />

1,92) om voor kin<strong>de</strong>rrechter te moeten verschijnen en voor <strong>jonge</strong>ren uit <strong>de</strong><br />

categorie overige etnische achtergron<strong>de</strong>n blijkt <strong>de</strong>ze kans zelfs bijna vier maal<br />

zo groot. In mo<strong>de</strong>l twee is het verschil tussen etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse en Marokkaanse<br />

<strong>jonge</strong>ren niet meer significant en het effect is, net als dat <strong>van</strong> het behoren<br />

tot <strong>de</strong> Surinaamse <strong>etniciteit</strong>, omgedraaid (kleiner dan één gewor<strong>de</strong>n).<br />

We<strong>de</strong>rom is het vooral <strong>de</strong> interactie tussen <strong>de</strong> etnische achtergrond <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

verdachte en <strong>de</strong> moeilijkhe<strong>de</strong>n die raadson<strong>de</strong>rzoekers en politie signaleren<br />

in hun ontmoetingen met <strong>de</strong>ze <strong>jonge</strong>ren die lei<strong>de</strong>n tot een verhoging <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

kans om voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter te verschijnen. Interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n met<br />

Marokkaanse <strong>verdachten</strong> verhogen <strong>de</strong>ze kans meer dan acht maal (p=0,057),<br />

interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n met Surinaamse <strong>verdachten</strong> verhogen <strong>de</strong>ze kans<br />

meer dan elf maal en interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n met le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> overige <strong>etniciteit</strong>en<br />

verhogen <strong>de</strong> kans bijna tien maal (p=0,056). Tabel 3 laat ook zien dat<br />

<strong>de</strong> ongelijke behan<strong>de</strong>ling die <strong>verdachten</strong> uit <strong>de</strong>ze laatstgenoem<strong>de</strong> etnische<br />

categorie ten beurt valt, niet volledig is terug te voeren <strong>op</strong> <strong>de</strong> gerapporteer<strong>de</strong><br />

attributies. Verdachten uit <strong>de</strong> categorie overige <strong>etniciteit</strong>en hebben in mo<strong>de</strong>l<br />

twee nog steeds een driemaal zo grote kans om voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter te moeten<br />

verschijnen dan etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>verdachten</strong>.


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 309<br />

Tabel 3 De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> attributies <strong>op</strong> <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> dagvaarding voor jeugdige <strong>verdachten</strong><br />

<strong>van</strong> verschilen<strong>de</strong> etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n (logistische regressie, relatieve<br />

kansen)<br />

Mo<strong>de</strong>l 1 Mo<strong>de</strong>l 2<br />

Marokkanen 1,92 * 0,68<br />

Surinamers 1,39 0,51<br />

Overige <strong>etniciteit</strong>en 3,93 ** 3,00 *<br />

Maximale straf 1,14 * 1,15 *<br />

Aantal voorliggen<strong>de</strong> feiten 2,35 ** 2,63 **<br />

Scha<strong>de</strong> 0,79 * 0,77 *<br />

Verwonding 1,56 ** 1,70 **<br />

Eer<strong>de</strong>re feiten 1,34 ** 1,29 **<br />

Ste<strong>de</strong>lijk arrondissement 3,58 **<br />

Geen on<strong>de</strong>rzoeksrapportage 0,16 **<br />

Leeftijd ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>lict 1,52 **<br />

Verdachte is meisje 1,96~<br />

Geen dagbesteding 6,02 **<br />

Gebrek aan culturele integratie 9,23 *<br />

Interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n 0,31~<br />

Marokkanen x interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n 8,27~<br />

Surinamers x interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n 11,23 *<br />

Overige <strong>etniciteit</strong>en x<br />

Interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n<br />

9,89~<br />

χ 2 120,41 ** 203,83 **<br />

N 376 374<br />

~ p


310 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

Lastige ontmoetingen met <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong>: een gebrek aan respect?<br />

Cicourel (1968) en Bridges en Steen (1998) stellen dat justitiële beslissers<br />

interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n volgens collectief geconstrueer<strong>de</strong> mentale schema’s<br />

vertalen in een gebrek aan respect voor <strong>de</strong> justitiële autoriteiten. Hun observaties<br />

passen goed in <strong>de</strong> logica <strong>van</strong> <strong>de</strong> causale attributie theorie. Want, zo<br />

luidt <strong>de</strong> gedachtegang, als <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> zich al niet meewerkend <strong>op</strong>stellen<br />

in directe contacten met politie, als zij het werk <strong>van</strong> justitiële jeugdhulpverleners<br />

niet serieus nemen of lastig maken, dan zullen ze zich <strong>op</strong> straat al<br />

helemaal niets gelegen laten liggen aan <strong>de</strong> autoriteiten. Het patterned response<br />

of <strong>de</strong> perceptual shorthand is <strong>de</strong> gevolgtrekking dat een gebrek aan respect<br />

een vergroot risico <strong>op</strong> recidive ten gevolge heeft. Zo krijgt <strong>de</strong> melding <strong>van</strong><br />

interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> justitiële organisatie <strong>de</strong> status <strong>van</strong> erkend<br />

alarmsignaal. Deze status biedt <strong>de</strong> officier <strong>van</strong> justitie tegelijkertijd <strong>de</strong> zekerheid<br />

om te reageren met een bestraffing die binnen <strong>de</strong> organisatie geldig en<br />

passend wordt geacht.<br />

Er schuilt echter een probleem in <strong>de</strong>ze re<strong>de</strong>nering. Lak hebben aan justitiele<br />

autoriteiten zou voor etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> etnische meer<strong>de</strong>rheid<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> kans <strong>op</strong> recidive met zich mee moeten brengen,<br />

want <strong>de</strong> theorie spitst zich toe <strong>op</strong> attributies (intern of extern) en niet <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

categorieën mensen aan wie attributies wor<strong>de</strong>n toegekend. In <strong>de</strong> praktijk <strong>van</strong><br />

het justitiële beslissingsproces blijkt echter dat aan een en <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> attributie<br />

een ongelijke oorzakelijke kracht wordt toegekend, afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> categorie<br />

mensen aan wie <strong>de</strong> attributie wordt toegeschreven.<br />

Mogelijk biedt kwalitatieve analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> rapportages een antwoord <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

vraag of <strong>de</strong> interactieproblemen die justitiële werkers ervaren met <strong>verdachten</strong><br />

uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n eer<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n geïnterpreteerd als een gebrek aan<br />

respect dan <strong>de</strong> interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n waarmee zij wor<strong>de</strong>n geconfronteerd<br />

in <strong>de</strong> ontmoetingen met <strong>verdachten</strong> <strong>van</strong> etnische Ne<strong>de</strong>rlandse herkomst.<br />

Zoals eer<strong>de</strong>r aangegeven hebben het politieverhoor en het raadson<strong>de</strong>rzoek<br />

als doel het verkrijgen <strong>van</strong> informatie over <strong>de</strong> persoonlijke omstandighe<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re en hoe <strong>de</strong>ze aankijkt tegen het <strong>de</strong>lict. Justitiële werkers zijn<br />

hiervoor afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte. Uit <strong>de</strong> dossiers<br />

blijkt <strong>de</strong> hin<strong>de</strong>rmacht <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>verdachten</strong> die voortvloeit uit <strong>de</strong>ze afhankelijkheidsrelatie:<br />

zij zijn in staat het doel <strong>van</strong> <strong>de</strong> interactie te dwarsbomen en <strong>de</strong><br />

justitiële werkers last te bezorgen. De oorzaak voor <strong>de</strong>ze mislukte performances<br />

wordt door <strong>de</strong> laatsten gevon<strong>de</strong>n in het gedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>ren. In totaal<br />

wor<strong>de</strong>n in 89 dossiers interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gemerkt, in 23 <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

dossiers was <strong>de</strong> verdachte <strong>van</strong> etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse afkomst. Omdat in een<br />

aantal dossiers meer<strong>de</strong>re oorzaken wor<strong>de</strong>n genoemd voor het problematische<br />

verlo<strong>op</strong> <strong>van</strong> het gesprek, is het totaal aantal genoem<strong>de</strong> interactieproblemen<br />

iets hoger, 97. De belangrijkste oorzaken die in <strong>de</strong> rapportages wor<strong>de</strong>n<br />

aangedragen zijn: zwijgen of geringe me<strong>de</strong><strong>de</strong>elzaamheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 311<br />

(in 18 dossiers genoemd); onverschillige houding <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte (17 keer<br />

genoemd); ‘draaien’ of ‘verdraaien’ door <strong>de</strong> verdachte (23 keer genoemd) en<br />

het expliciet weigeren mee te werken (17 keer genoemd). Ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n nog<br />

genoemd: agressief gedrag, spraakgebrek, (hoogl<strong>op</strong>en<strong>de</strong>) conflicten tussen<br />

<strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re en <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs tij<strong>de</strong>ns het gesprek, beperkte verstan<strong>de</strong>lijke vermogens,<br />

kin<strong>de</strong>rlijk gedrag, <strong>de</strong> gemoedstoestand <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re, zoals nervositeit<br />

of <strong>de</strong>pressie, of gebrekkige kennis <strong>van</strong> het Ne<strong>de</strong>rlands (vier maal genoemd).<br />

Voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijze waar<strong>op</strong> zwijgzaamheid wordt beschreven zijn:<br />

‘gaf korte antwoor<strong>de</strong>n, was niet spraakzaam, het was moeilijk om een indruk<br />

te krijgen hoe L. over het <strong>de</strong>lict <strong>de</strong>nkt’ (Marokkaanse <strong>jonge</strong>n); ‘tij<strong>de</strong>ns het<br />

gesprek is er vrijwel geen oogcontact, gesprek niet te voeren, houdt hand voor<br />

mond, zegt amper meer dan ja of nee’ (Marokkaanse <strong>jonge</strong>n); ‘Tij<strong>de</strong>ns het<br />

gesprek ziet en hoort <strong>de</strong> raadson<strong>de</strong>rzoeker een stille <strong>jonge</strong>n die niet makkelijk<br />

praat. De antwoor<strong>de</strong>n moeten uit N. getrokken wor<strong>de</strong>n’ (Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>jonge</strong>n);<br />

‘M. praat niet makkelijk, beperkt zich tot woor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> één lettergreep’<br />

(Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>jonge</strong>n); ‘E. geeft aan dat hij een binnenvetter is. Dit houdt voor<br />

hem in dat hij weinig over zichzelf vertelt, ook niet aan zijn gezinsvoogd’<br />

(Antilliaanse <strong>jonge</strong>n). De aard <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekstfragmenten waarin <strong>de</strong> beperkte<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>elzaamheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>ren aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> wordt gesteld, verschilt niet<br />

naar <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte. Hoewel <strong>de</strong> lage aantallen zich niet lenen<br />

voor robuuste cijfermatige analyses, lijkt het er <strong>op</strong> dat zwijgen als bron <strong>van</strong><br />

een verstoor<strong>de</strong> interactie in gelijke mate wordt beschreven in dossiers over<br />

etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> etnische meer<strong>de</strong>rheid. 17<br />

De pogingen om informatie te vergaren wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> justitiële<br />

werkers ook verstoord als <strong>jonge</strong>ren blijk geven <strong>van</strong> een ‘ongemotiveer<strong>de</strong>’ of<br />

‘onverschillige houding’. De meest gerapporteer<strong>de</strong> vorm hier<strong>van</strong> is het niet<br />

nakomen <strong>van</strong> afspraken door <strong>de</strong> verdachte, bijvoorbeeld het wegblijven <strong>van</strong><br />

een gesprek met een me<strong>de</strong>werker <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming.<br />

‘Ou<strong>de</strong>rs en kind kwamen niet <strong>op</strong>dagen’ (over een Surinaamse <strong>jonge</strong>n) staat<br />

er dan te lezen, of: ‘verdachte verscheen niet <strong>op</strong> afspraken; verbrak <strong>de</strong> verbinding<br />

als hij werd gebeld’ (Marokkaanse <strong>jonge</strong>n); ‘Er valt geen afspraak te<br />

maken met verdachte, <strong>jonge</strong>n luistert nauwelijks’ (overige <strong>etniciteit</strong>en). Een<br />

an<strong>de</strong>re vorm <strong>van</strong> onverschilligheid wordt gerapporteerd wanneer <strong>de</strong> justitiële<br />

werkers aangeven dat <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re het gesprek niet serieus neemt. Dit<br />

kan <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n wanneer <strong>de</strong> verdachte het gesprek ongeïnteresseerd on<strong>de</strong>rgaat:<br />

‘Hij komt tij<strong>de</strong>ns het gesprek ongeïnteresseerd over’ (Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>jonge</strong>n) of:<br />

‘C. komt iets onverschillig over’ (Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>jonge</strong>n) of: ‘<strong>jonge</strong>n is moeilijk<br />

aanspreekbaar, hij lijkt het allemaal niet serieus te nemen’ (Marokkaanse <strong>jonge</strong>n).<br />

In <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> categorie vallen ook meldingen over <strong>verdachten</strong> die lachen<br />

tij<strong>de</strong>ns het gesprek: ‘T. zit geduren<strong>de</strong> het hele gesprek te grinniken, hij kan<br />

niet aangeven waarom dat is. T. begint <strong>de</strong> raadson<strong>de</strong>rzoeker snel met je en jou<br />

aan te spreken en moet daarin gecorrigeerd wor<strong>de</strong>n’ (Marokkaanse <strong>jonge</strong>n).<br />

Over een Ne<strong>de</strong>rlands meisje wordt beschreven dat zij het gesprek verstoort


312 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

door te giechelen met haar zusje: ‘Bij het on<strong>de</strong>rzoek giechelt M. met zusje.<br />

Zij geven <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeker <strong>de</strong> indruk niet te luisteren en reageren niet. Zusje<br />

wordt daar<strong>op</strong> uit kamer gezet, hetgeen tot niet uitgesproken verontwaardiging<br />

<strong>van</strong> M. leidt’. Over een <strong>jonge</strong> Turkse <strong>jonge</strong>n: ‘E. praat alsof <strong>de</strong> ernst <strong>van</strong><br />

het gebeur<strong>de</strong> hem ontgaat of dat hij er maling aan heeft. Hij lijkt bijna vrolijk.<br />

Het is <strong>de</strong>rhalve moeilijk na te gaan wat er in hem om gaat. Hij is nog heel jong<br />

en niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk <strong>van</strong> het politiecontact’.<br />

In totaal is onverschilligheid als storend element 17 keer gerapporteerd. Er<br />

tekenen zich, on<strong>de</strong>r voorbehoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> lage aantallen, ook in <strong>de</strong>ze categorie<br />

interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n geen patronen af naar <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte. 18<br />

De door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming en politiebeambten<br />

<strong>op</strong>gemerkte zwijgzaamheid en onverschilligheid kunnen door<br />

hen wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gevat als vormen <strong>van</strong> heimelijk verzet: <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>ren gedragen<br />

zich storend en bemoeilijken <strong>de</strong> overdracht <strong>van</strong> informatie die <strong>de</strong> justitiële<br />

werkers nodig hebben. Er is weliswaar obstructie, maar <strong>de</strong> verhoudingen<br />

wor<strong>de</strong>n niet in twijfel getrokken en er is geen sprake <strong>van</strong> <strong>op</strong>enlijk verzet of<br />

<strong>op</strong>standig gedrag. Dit laatste gebeurt wel als <strong>jonge</strong>ren in <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> <strong>de</strong> justitiële<br />

werkers me<strong>de</strong>werking weigeren en uiting geven aan hun twijfels over<br />

het nut en <strong>de</strong> rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> <strong>de</strong> contacten met <strong>de</strong> politie en/of <strong>de</strong> raadson<strong>de</strong>rzoekers.<br />

Voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> rapportages waarin <strong>verdachten</strong> wor<strong>de</strong>n beschreven<br />

die zich verzetten tegen het raadson<strong>de</strong>rzoek, tegen <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling die hen<br />

door <strong>de</strong> politie is aangedaan of tegen <strong>de</strong> maatregelen die tegen hen zijn uitgesproken:<br />

‘J. vindt het belachelijk dat zij <strong>op</strong> gesprek moet komen bij <strong>de</strong> Raad’<br />

(Ne<strong>de</strong>rlands meisje); ‘R. voelt zich niet schuldig en vindt dat hij te hard wordt<br />

aangepakt en dat het <strong>de</strong>lict niets voorstelt’ (Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>jonge</strong>n), ‘Ze komt<br />

bozig over en het vindt het allemaal maar onzin. Ze is vooral erg boos dat ze<br />

niet met haar vriendin (gelief<strong>de</strong>) mag omgaan’ (Ne<strong>de</strong>rlands meisje); ‘T meent<br />

dat hij ten onrechte in verzekering is gesteld en kan daardoor niet rustig een<br />

gesprek voeren; hij stelt zich niet coöperatief <strong>op</strong>’ (Marokkaanse <strong>jonge</strong>n).<br />

Soms menen <strong>de</strong> raadson<strong>de</strong>rzoekers dat ou<strong>de</strong>rs en verdachte gezamenlijk<br />

<strong>op</strong>trekken in het verzet: ‘S. weigert gesprek met <strong>de</strong> Raad voor <strong>de</strong> Kin<strong>de</strong>rbescherming<br />

omdat hij vindt dat hij al genoeg gestraft is, ook moe<strong>de</strong>r vindt dat<br />

S. al genoeg gestraft is (S. zat 1 nacht in <strong>de</strong> politiecel) en dat hij <strong>de</strong>rhalve niet<br />

ook nog een gesprek met <strong>de</strong> Raad hoeft te hebben’ (Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>jonge</strong>n). In<br />

het geval <strong>van</strong> een Surinaamse <strong>jonge</strong>n verbood <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r een gesprek met <strong>de</strong><br />

raadson<strong>de</strong>rzoeker: ‘J. vertelt dat hij helemaal geen zin heeft om een gesprek<br />

aan te gaan met on<strong>de</strong>rgeteken<strong>de</strong>, J. moest eerst aan zijn va<strong>de</strong>r vragen of hij<br />

mocht praten en va<strong>de</strong>r verbood dit’. Verzet vindt ook plaats wanneer <strong>jonge</strong>ren<br />

weigeren <strong>op</strong>enheid <strong>van</strong> zaken te geven of het gesprek willen beëindigen:<br />

‘Hij toont een <strong>op</strong>standige houding bij doorvragen <strong>op</strong> on<strong>de</strong>rwerpen waar hij<br />

geen zin in heeft’ (Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>jonge</strong>n); ‘T stel<strong>de</strong> zich matig meewerkend<br />

<strong>op</strong>; hij wil<strong>de</strong> het gesprek meer<strong>de</strong>re keren beëindigen’ (Marokkaanse <strong>jonge</strong>n);<br />

‘Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gesprekken toont hij zich lichtgeraakt wat uitein<strong>de</strong>lijk manifes-


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 313<br />

teert in boosheid. Hierdoor verlo<strong>op</strong>t het gesprek moeizaam. R. ervaart grote<br />

lij<strong>de</strong>nsdruk en lo<strong>op</strong>t weg uit het gesprek’ (Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>jonge</strong>n).<br />

Het lijkt er<strong>op</strong> dat <strong>op</strong>enlijk verzet vaker wordt gerapporteerd over etnisch<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>verdachten</strong>. In tien <strong>van</strong> <strong>de</strong> 23 dossiers waarin melding wordt<br />

gemaakt <strong>van</strong> interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n met Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>verdachten</strong>, wordt het<br />

expliciet weigeren <strong>van</strong> me<strong>de</strong>werking of <strong>op</strong>standig gedrag door <strong>de</strong> verdachte<br />

gerapporteerd. Dergelijke vormen <strong>van</strong> verzet wor<strong>de</strong>n daarentegen in slechts<br />

zeven <strong>van</strong> <strong>de</strong> 74 dossiers gemeld waarin sprake is <strong>van</strong> interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n<br />

met <strong>verdachten</strong> uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n. Dit verschil is significant. 19<br />

Als tegenhanger <strong>van</strong> het <strong>op</strong>enlijk verzet kan <strong>de</strong> beschrijving ‘draaien’ wor<strong>de</strong>n<br />

gepresenteerd. Hierbij wordt <strong>de</strong> communicatie bemoeilijkt omdat <strong>de</strong> justitiële<br />

werker het gevoel heeft geen grip te hebben <strong>op</strong> <strong>de</strong> verdachte. Dit komt<br />

bijvoorbeeld tot uiting als wordt <strong>op</strong>gemerkt dat <strong>de</strong> verdachte <strong>de</strong> zaken mooier<br />

lijkt voor te stellen dan ze eigenlijk zijn: ‘Tij<strong>de</strong>ns het gesprek komt het <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

raadson<strong>de</strong>rzoeker over dat C. af en toe sociaal wenselijke antwoor<strong>de</strong>n geeft.<br />

Daarnaast vertelt hij tegenstrijdige verhalen’ (<strong>jonge</strong>n, overige <strong>etniciteit</strong>en); ‘<strong>jonge</strong>n<br />

is beleefd, lijkt omstandighe<strong>de</strong>n beter voor te stellen dan ze zijn’ (Turkse<br />

<strong>jonge</strong>n). On<strong>de</strong>r ‘draaien’ vallen ook <strong>op</strong>merkingen over <strong>de</strong> ondui<strong>de</strong>lijke, tegenstrijdige<br />

of onvolledige verhalen die <strong>verdachten</strong> vertellen: ‘Hij krabbelt steeds<br />

terug bij doorvragen (Marokkaanse <strong>jonge</strong>n); ‘een <strong>jonge</strong>n die zich regelmatig<br />

ver<strong>de</strong>digend <strong>op</strong>stelt; hij zit behoorlijk te draaien over <strong>de</strong> <strong>de</strong>licten; hij geeft geen<br />

dui<strong>de</strong>lijkheid en overtuigt niet’ (Marokkaanse <strong>jonge</strong>n); ‘Tij<strong>de</strong>ns het gesprek<br />

weet N. een (spreekwoor<strong>de</strong>lijke) mist <strong>op</strong> te trekken. Zij doet een uitspraak of<br />

insinueert iets om er vervolgens niet <strong>op</strong> in te gaan. Zij geeft tegenstrijdige signalen<br />

af; haar non-verbale communicatie on<strong>de</strong>rsteunt niet hetgeen zij vertelt’<br />

(Ne<strong>de</strong>rlands meisje); ‘P. begint zijn antwoord meestal met een ontkenning of<br />

bevestiging (...) doordat er weinig of geen oogcontact is en P. voortdurend naar<br />

grond staart kan niet dui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n gemaakt dat er meer <strong>van</strong> hem gevraagd<br />

wordt; P. laat niet achterste <strong>van</strong> tong zien’ (Surinaamse <strong>jonge</strong>n). Tenslotte kan<br />

het ‘draaien’ <strong>de</strong> vorm krijgen <strong>van</strong> ‘toneelspelen’ door <strong>de</strong> verdachte, als <strong>de</strong>ze<br />

niet zijn of haar ‘ware gezicht laat zien’ of tegenstrijdige rollen lijkt te spelen:<br />

‘<strong>jonge</strong>n met twee gezichten, enerzijds vrien<strong>de</strong>lijk, an<strong>de</strong>rzijds egocentrisch en<br />

onbetrouwbaar’ (<strong>jonge</strong>n, overige <strong>etniciteit</strong>en); ‘Tij<strong>de</strong>ns het gesprek zit M. veel<br />

aan zijn haar en maakt hij goed oogcontact. Aan <strong>de</strong> ene kant geeft M. goed antwoord,<br />

aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant kan M. niet alle gebeurtenissen vertellen omdat hij<br />

het niet meer weet. De manier waar<strong>op</strong> M. over <strong>de</strong> <strong>de</strong>licten vertelt komt ongeloofwaardig<br />

over <strong>op</strong> <strong>de</strong> raadson<strong>de</strong>rzoeker’ (Antilliaanse <strong>jonge</strong>n); ‘P. wekt met<br />

haar verwar<strong>de</strong>, betraan<strong>de</strong> gezicht me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n <strong>op</strong>. Zij blijkt een goe<strong>de</strong> actrice<br />

in haar verhaal over <strong>de</strong> controle en on<strong>de</strong>rdrukking door va<strong>de</strong>r, die haar zogenaam<strong>de</strong><br />

stiefmoe<strong>de</strong>r (=echte moe<strong>de</strong>r) zou dwingen tot verduistering; P. verbloemt<br />

verduistering met V.’ (meisje, overige <strong>etniciteit</strong>en). De problemen die<br />

voor <strong>de</strong> justitiële werkers ontstaan wanneer <strong>de</strong> verdachte in hun ogen zit te<br />

‘draaien’ lijken vaker voor te komen in het contact met <strong>verdachten</strong> uit etnische


314 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n: in 20 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 74 dossiers waarin <strong>de</strong> verdachte afkomstig is uit<br />

een etnische min<strong>de</strong>rheid versus in twee <strong>van</strong> <strong>de</strong> 23 dossiers <strong>van</strong> <strong>verdachten</strong> uit<br />

<strong>de</strong> etnische meer<strong>de</strong>rheid, een (ternauwernood) significant verschil. 20<br />

Uit <strong>de</strong>ze beschrijven<strong>de</strong> kwalitatieve analyse komt een verschil naar voren tussen<br />

<strong>de</strong> interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n die aan <strong>jonge</strong>ren uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

respectievelijk <strong>de</strong> etnische meer<strong>de</strong>rheid wor<strong>de</strong>n toegeschreven. Een typisch<br />

interactieprobleem zoals dat wordt gerapporteerd over ontmoetingen met<br />

etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n is het ‘draaien’. In <strong>de</strong>ze situatie heeft <strong>de</strong> justitieel werker<br />

geen grip <strong>op</strong> <strong>de</strong> verdachte. Daardoor wordt <strong>de</strong> geldigheid <strong>van</strong> het gerapporteer<strong>de</strong><br />

onzeker. Een typisch interactieprobleem zoals dat wordt <strong>op</strong>gemerkt<br />

over gesprekken met etnische Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs is <strong>op</strong>standig gedrag. Hierbij weigert<br />

<strong>de</strong>ze zijn of haar me<strong>de</strong>werking expliciet en trekt ook nog eens het nut en<br />

<strong>de</strong> rele<strong>van</strong>tie <strong>van</strong> het gesprek <strong>op</strong>enlijk in twijfel.<br />

Hierboven is aangegeven, dat interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n mogelijk als een<br />

gebrek aan respect voor justitiële autoriteiten kunnen wor<strong>de</strong>n geïnterpreteerd<br />

door het Openbaar Ministerie. Dit gebrek aan respect zou vervolgens<br />

als belangrijke indicatie voor toekomstig <strong>de</strong>linquent gedrag gel<strong>de</strong>n en dus vragen<br />

om gepaste bestraffing ter waarschuwing. Omdat interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n<br />

vaker <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n wanneer <strong>de</strong> verdachte afkomstig is uit een etnische min<strong>de</strong>rheid,<br />

zou dit een verklaring voor etnische ongelijkheid kunnen zijn. Op grond<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> beschrijvingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>de</strong> interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n moet <strong>de</strong>ze<br />

gedachtegang echter verworpen wor<strong>de</strong>n. De twee soorten interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n<br />

die het meest lijken te getuigen <strong>van</strong> respectloosheid zijn onverschilligheid<br />

en <strong>op</strong>enlijk verzet. Voor <strong>de</strong> eerste soort von<strong>de</strong>n we geen verschillen naar<br />

<strong>etniciteit</strong> en <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> soort werd juist vaker genoemd over etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

<strong>verdachten</strong>. In plaats <strong>van</strong> een gebrek aan respect moet <strong>de</strong> oorzaak <strong>van</strong><br />

etnische ongelijkheid meer in <strong>de</strong> richting wor<strong>de</strong>n gezocht <strong>van</strong> <strong>de</strong> onzekerheid<br />

die gepaard gaat met <strong>de</strong> confrontatie met het ‘draaien’ <strong>van</strong> <strong>jonge</strong>ren uit etnische<br />

min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n waar justitiële werkers geen grip <strong>op</strong> krijgen.<br />

Conclusies en discussie<br />

Etnische ongelijkheid treedt <strong>op</strong> bij zowel <strong>de</strong> beslissing een <strong>jonge</strong>re vast te<br />

hou<strong>de</strong>n in een politiecel als <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re aan <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter voor te gelei<strong>de</strong>n.<br />

In het eerste geval wordt <strong>de</strong> ongelijkheid veroorzaakt door verschillen tussen<br />

arrondissementen: in het ste<strong>de</strong>lijke arrondissement, waar <strong>verdachten</strong> uit<br />

etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid zijn, wor<strong>de</strong>n <strong>jonge</strong>ren, ongeacht<br />

hun etnische afkomst, vaker vastgehou<strong>de</strong>n. In het twee<strong>de</strong> geval heeft <strong>de</strong> etnische<br />

ongelijkheid een dui<strong>de</strong>lijk aanwijsbare bron in <strong>de</strong> betekenis die wordt<br />

toegekend aan <strong>de</strong> interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n die <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n tussen <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong><br />

uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n en justitiële werkers. Deze vorm <strong>van</strong> ongelijke


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 315<br />

behan<strong>de</strong>ling is te beschouwen als structurele discriminatie (Pincus 1994):<br />

het beleid, <strong>de</strong> procedures of <strong>de</strong> beleidspraktijken die als onbedoeld gevolg<br />

hebben dat bepaal<strong>de</strong> sociale categorieën wor<strong>de</strong>n bena<strong>de</strong>eld. In dit geval leidt<br />

<strong>de</strong> procedure dat beslissingen wor<strong>de</strong>n genomen <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> gesprekken met<br />

jeugdige verdachte tot bena<strong>de</strong>ling. Dat Komen en Van Schooten (2006) tot <strong>de</strong><br />

overeenkomstige conclusie komen dat interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n ten grondslag<br />

liggen aan ongelijke justitiële behan<strong>de</strong>ling terwijl zij zich richten <strong>op</strong> beslissingen<br />

<strong>van</strong> kin<strong>de</strong>rrechters en gebruik maken <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re dan <strong>de</strong> hier gebruikte<br />

analysetechnieken, is een indicatie voor <strong>de</strong> robuustheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bevinding.<br />

Op voorhand waren twee verschillen<strong>de</strong> verwachtingen geformuleerd over<br />

<strong>de</strong> <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> het het aan<strong>de</strong>el <strong>verdachten</strong> uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n in een<br />

arrondissement en het <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> etnische ongelijkheid. Enerzijds <strong>de</strong> verwachting<br />

dat het Openbaar Ministerie eer<strong>de</strong>r terugvalt <strong>op</strong> stereotypische categoriseringen<br />

<strong>van</strong> <strong>verdachten</strong> in arrondissementen waar min<strong>de</strong>r ervaring is<br />

met multiculturaliteit. An<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> verwachting dat in arrondissementen<br />

waar etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n oververtegenwoordigd zijn meer vastomlijn<strong>de</strong><br />

beel<strong>de</strong>n bestaan over <strong>de</strong>ze <strong>verdachten</strong>, waar justitiële beslissers min of meer<br />

automatisch <strong>op</strong> terugvallen. Dit on<strong>de</strong>rzoek geeft geen <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstellingen<br />

gelijk: <strong>de</strong> <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte <strong>op</strong> <strong>de</strong> besluiten <strong>van</strong><br />

het Openbaar Ministerie verschilt niet per arrondissement.<br />

Er kleven <strong>op</strong> het punt <strong>van</strong> <strong>de</strong> vergelijking <strong>van</strong> <strong>de</strong> arrondissementen twee<br />

tekortkomingen aan dit on<strong>de</strong>rzoek. Ten eerste kan niet met zekerheid gesteld<br />

wor<strong>de</strong>n dat met bei<strong>de</strong> arrondissementen een lan<strong>de</strong>lijk representatief beeld is<br />

gegeven. Ten twee<strong>de</strong> is <strong>de</strong> variabele arrondissement nog te weinig theoretisch<br />

ingebed in dit on<strong>de</strong>rzoek. In vervolgon<strong>de</strong>rzoek zou expliciet rekening moeten<br />

wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met contexteffecten die lei<strong>de</strong>n tot bestraffingsverschillen<br />

tussen arrondissementen. Denk hierbij aan mogelijke verschillen in werkdruk<br />

tussen arrondissementen, of <strong>de</strong> mogelijkheid dat officieren <strong>van</strong> justitie anticiperen<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> mildheid dan wel strengheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechtbank in een bepaald<br />

arrondissement (vergelijk Leiber en Stairs 1999; Mascini 2002: 306).<br />

Eén <strong>van</strong> <strong>de</strong> vragen die dit on<strong>de</strong>rzoek <strong>op</strong>roept, is waarom <strong>de</strong> door justitiele<br />

werkers gerapporteer<strong>de</strong> vormen <strong>van</strong> <strong>op</strong>enlijk verzet <strong>van</strong> etnische Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

<strong>verdachten</strong> niet, maar het signalement ‘draaien’ <strong>van</strong> <strong>verdachten</strong> uit<br />

etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n wél leidt tot een verhoog<strong>de</strong> kans om gedagvaard te<br />

wor<strong>de</strong>n. Laten we eerst proberen te verklaren waarom <strong>op</strong>enlijk verzet vaker<br />

wordt gerapporteerd over etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>verdachten</strong>. Vervolgens gaan<br />

we na waarom <strong>de</strong> beschrijving <strong>van</strong> het draaien <strong>van</strong> etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

zwaar<strong>de</strong>r wordt bestraft.<br />

Volgens Sherman (1993) is het verzet <strong>van</strong> sommige da<strong>de</strong>rs tegen justitiële<br />

maatregelen en autoriteiten een uiting <strong>van</strong> niet aanvaar<strong>de</strong> schaamtegevoelens.<br />

Deze schaamte is het gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatschappelijke afkeuring over<br />

<strong>de</strong> begane wandda<strong>de</strong>n. Waar veel da<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>ze schaamtegevoelens aanvaar<strong>de</strong>n<br />

en on<strong>de</strong>rgaan, reageren an<strong>de</strong>ren met een trotse en boze afwijzing <strong>van</strong>


316 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

justitiële werkers. Vaak is <strong>de</strong> woe<strong>de</strong> meer omvattend en gericht <strong>op</strong> <strong>de</strong> samen-<br />

leving als geheel die <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r dwarszit met autoriteiten, regels en dominante<br />

waar<strong>de</strong>n (Sherman 1993: 466). Sherman noemt <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n<br />

waaron<strong>de</strong>r dit soort verzet <strong>op</strong> kan tre<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r vindt dat <strong>de</strong> voorgenomen<br />

sanctie of justitiële behan<strong>de</strong>ling 1) oneerlijk en 2) stigmatiserend is (<strong>de</strong><br />

da<strong>de</strong>r vindt dat hij of zij als persoon wordt afgewezen) en 3) <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r heeft<br />

weinig binding met <strong>de</strong> justitiële werkers en/of <strong>de</strong> samenleving die het justitiële<br />

apparaat vertegenwoordigt. Mogelijk treedt verzet vaker <strong>op</strong> on<strong>de</strong>r <strong>verdachten</strong><br />

<strong>van</strong> etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse herkomst omdat zij zich vaker oneerlijk<br />

behan<strong>de</strong>ld of gestigmatiseerd voelen. Maar met betrekking tot <strong>de</strong> laatste voorwaar<strong>de</strong><br />

blijkt uit dit on<strong>de</strong>rzoek juist dat <strong>de</strong> categorie die <strong>de</strong> meeste bindingen<br />

met <strong>de</strong> samenleving heeft (zie tabel A), bedui<strong>de</strong>nd vaker tot verzet overgaat.<br />

Sherman neemt impliciet aan dat <strong>de</strong> schaamtegevoelens die voortkomen uit<br />

maatschappelijke afkeuring voor elke da<strong>de</strong>r gelijk zijn, hiermee veron<strong>de</strong>rstelt<br />

hij dat elke da<strong>de</strong>r een bepaald gevoel <strong>van</strong> binding heeft met <strong>de</strong> samenleving.<br />

Maar wie zich niet gebon<strong>de</strong>n voelt, of bij voorbaat afgewezen, laat <strong>de</strong> afkeuring<br />

koud en ontwikkelt geen schaamte. Wie zich wel gebon<strong>de</strong>n voelt, maar<br />

onzeker is over die binding door zijn of haar on<strong>de</strong>rgeschikte of marginale<br />

positie in <strong>de</strong> maatschappij (bijvoorbeeld door te falen <strong>op</strong> een schooltype dat<br />

het ‘afvoerputje <strong>van</strong> <strong>de</strong> samenleving’ wordt genoemd), wordt woe<strong>de</strong>nd bij<br />

afkeuring. De verklaring voor het verzet on<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>verdachten</strong> zou<br />

dus gezocht kunnen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> onzekerheid over hun precaire binding<br />

met <strong>de</strong> samenleving.<br />

Maar waarom lei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n die <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> ontmoetingen<br />

met <strong>verdachten</strong> uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n nu tot een zwaar<strong>de</strong>re<br />

bestraffing? Een mogelijke verklaring die past binnen het spoor <strong>van</strong> causale<br />

attributie is als volgt. Mogelijk vatten justitiële beslissers <strong>de</strong> beschrijving <strong>van</strong><br />

‘gedraai’ <strong>op</strong> als een poging om het zicht <strong>op</strong> <strong>de</strong> oorzaak <strong>van</strong> crimineel ge-<br />

drag te verhullen. Deze interpretatie zou ook kunnen wor<strong>de</strong>n toegepast <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> beschrijvingen <strong>van</strong> het ‘zwijgen’. Het verschil is echter dat ‘draaien’ door<br />

justitiële werkers eer<strong>de</strong>r zal wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gevat als een actieve, doelbewuste afleidingsmanoeuvre.<br />

On<strong>de</strong>r justitiële werkers kan aldus het beeld ontstaan dat<br />

etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> rangen sluiten om het zicht <strong>op</strong> ‘hun’ criminaliteit te<br />

ontnemen. Black (1983) heeft er<strong>op</strong> gewezen dat vele vormen <strong>van</strong> criminaliteit<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n gezien als een mid<strong>de</strong>l om <strong>de</strong> sociale or<strong>de</strong> binnen een groep<br />

te handhaven en om <strong>de</strong> (in <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> <strong>de</strong> pleger) verstoor<strong>de</strong> verhoudingen te<br />

herstellen. Dit raakt aan <strong>de</strong> grootste vrees <strong>van</strong> justitiële beslissers: eigenrichting.<br />

Vanuit die bezorgdheid wordt het ‘draaien’ <strong>van</strong> <strong>verdachten</strong> uit etnische<br />

min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n mogelijk <strong>op</strong>gevat als een weigering om inzicht te geven in <strong>de</strong><br />

door <strong>de</strong> verdachte ervaren noodzaak om letterlijk ‘recht te doen’ aan misstan<strong>de</strong>n.<br />

Het spreekt voor zich dat wanneer justitiële beslissers eigenrichting<br />

als oorzaak voor crimineel gedrag zien, zij hieraan direct een hoog risico <strong>op</strong><br />

recidive verbin<strong>de</strong>n.


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 317<br />

Een alternatieve verklaring die niet terugvalt <strong>op</strong> <strong>de</strong> causale attributie theorie<br />

kan gezocht wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> culturele afstand tussen <strong>de</strong> verdachte<br />

en <strong>de</strong> justitiële werker. Hierbij gaat het niet om xenofobie of etnocentrisme<br />

maar om <strong>de</strong> onzekerheid over hoe het gedrag <strong>van</strong> vreem<strong>de</strong>lingen en <strong>de</strong> door<br />

hen aangebo<strong>de</strong>n informatie moet wor<strong>de</strong>n ingeschat, die tot een zwaar<strong>de</strong>re<br />

bestraffing leidt. Deze onzekerheid komt vooral naar voren in <strong>de</strong> beschrijving<br />

dat <strong>de</strong> verdachte zit te ‘draaien’. In zulke situaties wor<strong>de</strong>n justitiële werkers<br />

geconfronteerd met <strong>de</strong> culturele afstand tussen henzelf en <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re, <strong>de</strong><br />

ongrijpbare vreem<strong>de</strong>ling. Zo beschouwd kan <strong>de</strong> ongelijke kans <strong>op</strong> dagvaarding<br />

wor<strong>de</strong>n uitgelegd als een poging <strong>van</strong> het Openbaar Ministerie om het<br />

‘zekere voor het onzekere’ te nemen en <strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijk beslissing maar aan<br />

<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter te laten.<br />

Uit <strong>de</strong> cijfermatige analyses kan <strong>de</strong> stelling wor<strong>de</strong>n afgeleid, dat naarmate<br />

<strong>de</strong> (gepercipieer<strong>de</strong>) culturele afstand tussen etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n en justitiële<br />

werkers groter is, dit tot een zwaar<strong>de</strong>re bestraffing leidt. Ten eerste het<br />

resultaat dat het noemen <strong>van</strong> gebrekkige culturele integratie in <strong>de</strong> dossiers<br />

leidt tot een bijna vijfmaal verhoog<strong>de</strong> kans <strong>op</strong> dagvaarding. Ten twee<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

bevinding dat over Surinaamse <strong>verdachten</strong>, als meest geïntegreer<strong>de</strong> of als<br />

minst ‘vreem<strong>de</strong>’ etnische min<strong>de</strong>rheid, niet an<strong>de</strong>rs wordt besloten dan over<br />

etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>verdachten</strong>, ook al wor<strong>de</strong>n over hen vaker interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n<br />

gerapporteerd (namelijk 27 versus 13%). 21<br />

De rol <strong>van</strong> culturele onzekerheid in beslissingen verdient na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek,<br />

ook in an<strong>de</strong>re sectoren dan het justitiële systeem. In hoeverre speelt<br />

culturele afstand en <strong>de</strong> daarmee gepaard gaan<strong>de</strong> onzekerhe<strong>de</strong>n een rol in<br />

etnisch ongelijke uitkomsten <strong>van</strong> beslissingen in bijvoorbeeld <strong>de</strong> medische<br />

sector of in het on<strong>de</strong>rwijs? In welke mate en on<strong>de</strong>r welke omstandighe<strong>de</strong>n<br />

wordt <strong>de</strong>ze culturele onzekerheid afgeschoven naar beslissers ver<strong>de</strong>r<strong>op</strong> in<br />

<strong>de</strong> keten? En heeft dit vervolgens altijd een bena<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> etnische min<strong>de</strong>r-<br />

he<strong>de</strong>n ten <strong>op</strong>zichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid tot gevolg?<br />

Noten<br />

1 De auteur schreef dit artikel <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het nwoon<strong>de</strong>rzoeksprogramma<br />

‘Ethnicity and Juvenile Justice’, geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> september<br />

2004 tot en met september 2005. Dit programma is ontwikkeld en wordt uitgevoerd door<br />

dr. Mieke Komen. Begeleiding is in han<strong>de</strong>n <strong>van</strong> prof. dr. Frank Bovenkerk. Bei<strong>de</strong>n zijn respectievelijk<br />

als senior on<strong>de</strong>rzoeker en hoogleraar criminologie verbon<strong>de</strong>n aan het Willem<br />

Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Universiteit Utrecht. De auteur<br />

dankt Frank Bovenkerk en Ali <strong>de</strong> Regt voor hun waar<strong>de</strong>volle commentaar <strong>op</strong> eer<strong>de</strong>re versies<br />

<strong>van</strong> dit stuk.<br />

2 In 1999 werd 35% <strong>van</strong> alle jeugdzaken door het Openbaar Ministerie afgedaan,<br />

20% werd afgedaan door een kin<strong>de</strong>rrechter en <strong>de</strong> rest werd door <strong>de</strong> politie afgedaan, bijvoorbeeld<br />

via <strong>de</strong> halt-regeling.


318 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

3 Formeel hebben <strong>jonge</strong>ren on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 16 jaar geen strafblad, maar <strong>op</strong> het moment<br />

dat zij in contact komen met justitie, wor<strong>de</strong>n hun gegevens <strong>op</strong>genomen in het justitieel<br />

documentatieregister. Dit register is echter niet <strong>op</strong>enbaar.<br />

4 Formeel kan <strong>de</strong> officier <strong>van</strong> justitie ook besluiten <strong>de</strong> in verzekeringsstelling met<br />

maximaal drie dagen verlengen. On<strong>de</strong>r <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> rechtspraak <strong>van</strong> het Eur<strong>op</strong>ese Hof voor<br />

<strong>de</strong> Rechten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Mens moet <strong>de</strong> verdachte echter binnen drie dagen en 15 uur na <strong>de</strong> aanhouding<br />

wor<strong>de</strong>n voorgeleid aan <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter. Daarom vor<strong>de</strong>rt het Openbaar Ministerie<br />

vaker voorl<strong>op</strong>ige hechtenis bij <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter in plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> in verzekeringsteling te<br />

verlengen.<br />

5 In <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze theorie kan tevens on<strong>de</strong>rscheid gemaakt wor<strong>de</strong>n naar<br />

positieve en negatieve attributies. Positieve attributies zijn dan kenmerken die <strong>de</strong> kans<br />

<strong>op</strong> toekomstig <strong>de</strong>linquent gedrag vermin<strong>de</strong>ren. Ook <strong>de</strong>ze zijn weer te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n in<br />

externe (‘betrokken ou<strong>de</strong>rs die <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re structuur bie<strong>de</strong>n’ ) en interne attributies (‘tonen<br />

<strong>van</strong> echte spijt en bereid om straf te on<strong>de</strong>rgaan’). Negatieve attributies verhogen <strong>de</strong> kans <strong>op</strong><br />

recidive. In <strong>de</strong> hier getoon<strong>de</strong> analyses zijn alleen negatieve attributies <strong>op</strong>genomen omdat<br />

positieve attributies geen rol bleken te spelen in <strong>de</strong>ze fase <strong>van</strong> het justitiële beslissingsproces.<br />

Overigens von<strong>de</strong>n Komen en Van Schooten wel een strafvermin<strong>de</strong>rend effect <strong>van</strong> positief<br />

externe attributies. Omdat <strong>de</strong>ze kenmerken vaker aan etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>jonge</strong>ren<br />

wer<strong>de</strong>n toegeschreven, lei<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze attributies in hun analyses tot etnische ongelijkheid.<br />

6 In 46% <strong>van</strong> <strong>de</strong> dossiers waarin geen on<strong>de</strong>rzoeksrapportage <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Kin<strong>de</strong>rbescherming was <strong>op</strong>genomen was geen enkele <strong>van</strong> <strong>de</strong> geanalyseer<strong>de</strong> attributies aangetroffen.<br />

Dit was 54% <strong>van</strong> <strong>de</strong> dossiers waarin wel een raadson<strong>de</strong>rzoek was <strong>op</strong>genomen.<br />

7 In <strong>de</strong> steekproef zijn alle geseponeer<strong>de</strong> zaken verwij<strong>de</strong>rd. Seponering kwam slechts<br />

zel<strong>de</strong>n voor.<br />

8 In <strong>de</strong> door Cozijn et al. geconstrueer<strong>de</strong> ‘ernst-score’ zijn <strong>de</strong> ernst <strong>van</strong> het <strong>de</strong>lict en<br />

eer<strong>de</strong>re contacten met politie en/of justitie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re in één schaal samengenomen.<br />

Echter, <strong>op</strong> grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> studie <strong>van</strong> Engen, Steen en Bridges (2002) bleek dat door specifiek<br />

rekening te hou<strong>de</strong>n met het justitieel verle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re het effect <strong>van</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

strafmaat daal<strong>de</strong>. Zij conclu<strong>de</strong>ren dan ook dat <strong>de</strong> strengere bestraffing <strong>van</strong> etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

het gevolg kan zijn <strong>van</strong> hun meer frequente contact met het justitieel systeem.<br />

Om die re<strong>de</strong>n is hier on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen juridische kenmerken die ernst <strong>van</strong> het<br />

<strong>de</strong>lict meten en kenmerken die aangeven in welke mate <strong>de</strong> verdachte eer<strong>de</strong>r met politie<br />

en/of justitie in aanraking is gekomen. De maximale bestraffing <strong>van</strong> het <strong>de</strong>lict volgens het<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse strafrecht is als volgt berekend. Voor elke feit waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re verdacht<br />

werd, is <strong>de</strong> maximale ge<strong>van</strong>genisstraf berekend en <strong>de</strong>ze is later herco<strong>de</strong>erd in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

tien categorieën: 1= 1 tot 3 maan<strong>de</strong>n; 2= 4 tot 6 maan<strong>de</strong>n; 3= 7-12 maan<strong>de</strong>n; 4= 1 tot 2 jaar;<br />

5= 2 tot 3 jaar; 6= 3 tot 4 jaar; 7= 4 tot 6 jaar; 8= 6 tot 8 jaar; 9= 8 tot 9 jaar en 10= meer dan<br />

9 jaar ge<strong>van</strong>genisstraf. Het twee<strong>de</strong> element is het aantal feiten waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re verdacht<br />

wordt in voorliggen<strong>de</strong> zaak. Materiële scha<strong>de</strong> die gepaard ging met het <strong>de</strong>lict is het <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

element. De scha<strong>de</strong>categorieën zijn: 0= geen scha<strong>de</strong> of onbekend; 1= 50 euro of min<strong>de</strong>r;<br />

2= 50 tot 250 euro; 3= 250 tot 500 euro; 4= 500 tot 2.500 euro en 5= meer dan 2.500 euro.<br />

Het vier<strong>de</strong> element geeft een indicatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> ernst <strong>van</strong> het <strong>de</strong>lict met betrekking tot <strong>de</strong><br />

mogelijke verwondingen die het slachtoffer heeft <strong>op</strong>gel<strong>op</strong>en: 0= geen verwondingen of<br />

onbekend; 1= angst; 2= pijn, lichte verwonding; 3= medische behan<strong>de</strong>ling; 4= <strong>op</strong>name<br />

in ziekenhuis; 5= overlij<strong>de</strong>n. De mate <strong>van</strong> geweld is het vijf<strong>de</strong> element. Dit is als volgt<br />

geco<strong>de</strong>erd 0= geen geweld; 1= dreigen<strong>de</strong> taal; 2= dreigen met hand en/of voet; 3= dreigen<br />

met een mes/slagwapen; 4= dreigen met een vuurwapen; 5= geweld met hand en/of<br />

voet; 6= geweld met slagwapen (stok of knuppel e.d.) waarmee het slachtoffer geslagen<br />

is; 7= geweld met een mes of an<strong>de</strong>r puntig voorwerp waarmee het slachtoffer gestoken is;<br />

8= geweld met een vuurwapen.


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 319<br />

Het justitieel verle<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> verdachte bestaat uit twee elementen. Dit is ten eerste<br />

het totale aantal <strong>de</strong>linquente feiten dat in het verle<strong>de</strong>n is geregistreerd over <strong>de</strong> verdachte.<br />

Als <strong>de</strong> score <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze indicator nul is, is <strong>de</strong> <strong>jonge</strong>re een first-offen<strong>de</strong>r. Het twee<strong>de</strong> element<br />

omvat <strong>de</strong> zwaarte <strong>van</strong> voorgaan<strong>de</strong> bestraffingen. De zwaarst geregistreer<strong>de</strong> bestraffing<br />

was in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> categorieën geco<strong>de</strong>erd: 0= geen voorgaan<strong>de</strong> bestraffingen of contacten<br />

met <strong>de</strong> politie gemeld; 1= sepot (inclusief vormen <strong>van</strong> ‘diversie’, dat zijn lichte transacties,<br />

zoals halt, die door <strong>de</strong> politie wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n); 2= alternatieve transacties,<br />

aangebo<strong>de</strong>n door het Openbaar Ministerie; 3= een boete, <strong>op</strong>gelegd door <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter;<br />

4= een taakstraf of voorwaar<strong>de</strong>lijke jeugd<strong>de</strong>tentie <strong>op</strong>gelegd door <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter en 5=<br />

jeugd<strong>de</strong>tentie.<br />

9 Hoewel <strong>de</strong>ze kenmerken samenhangen, was er geen sprake <strong>van</strong> multicollineariteitsproblemen<br />

in <strong>de</strong> analyses. De vif-scores <strong>van</strong> alle variabelen lagen (meestal ruim) on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> twee, hetgeen als een veilige marge geldt. Een uitzon<strong>de</strong>ring hier<strong>op</strong> vormen <strong>de</strong> mate <strong>van</strong><br />

geweld en <strong>de</strong> verwondingen die gepaard gingen met het <strong>de</strong>lict. Voor <strong>de</strong>ze kenmerken lag<br />

<strong>de</strong> vif-score boven <strong>de</strong> vier, dit lever<strong>de</strong> echter geen problemen <strong>op</strong> in <strong>de</strong> analyses.<br />

10 In het ste<strong>de</strong>lijke arrondissement is 23% <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>verdachten</strong> uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

en 12% <strong>van</strong> <strong>de</strong> etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>verdachten</strong> in verzekering gesteld (χ 2 =2,36, df=1,<br />

n.s.), in het rurale arrondissement is dit respectievelijk 11 en 14% (χ 2 =0,25, df=1, n.s.).<br />

11 Het verschil in verklaringskracht tussen mo<strong>de</strong>l drie en vier is niet significant: verschil<br />

χ 2 =2,43, df=5, n.s.<br />

12 In <strong>de</strong> dossiers <strong>van</strong> etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n ontbreekt significant vaker een <strong>de</strong>rgelijke<br />

rapportage (zie tabel A in <strong>de</strong> bijlage). Dit betekent dat <strong>de</strong> tot nu toe gevon<strong>de</strong>n etnische<br />

ongelijkheid is on<strong>de</strong>rschat. Als we rekening hou<strong>de</strong>n met het vaker ontbreken <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoeksrapportages<br />

in <strong>de</strong> dossiers <strong>van</strong> etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n neemt <strong>de</strong> relatieve kans dat <strong>de</strong>ze<br />

<strong>verdachten</strong> wor<strong>de</strong>n gedagvaard toe tot 3,32 (niet in tabel 1 te zien). Toch is in mo<strong>de</strong>l twee<br />

te zien dat <strong>de</strong> relatieve kans voor <strong>de</strong>ze <strong>verdachten</strong> om gedagvaard te wor<strong>de</strong>n niet groter is<br />

gewor<strong>de</strong>n ten <strong>op</strong>zichte <strong>van</strong> mo<strong>de</strong>l één. Hoe kan dit? In het ste<strong>de</strong>lijke arrondissement waar<br />

etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n zoals we weten zijn oververtegenwoordigd, komt het weliswaar veel<br />

vaker voor dat een raadson<strong>de</strong>rzoek ontbreekt in <strong>de</strong> dossiers (in 43% <strong>van</strong> <strong>de</strong> dossiers in het<br />

ste<strong>de</strong>lijke versus 10% <strong>van</strong> <strong>de</strong> dossiers in het meer rurale arrondissement), maar <strong>verdachten</strong><br />

wor<strong>de</strong>n er gemid<strong>de</strong>ld ook vaker gedagvaard. Bei<strong>de</strong> effecten heffen elkaar <strong>op</strong>.<br />

13 Het verschil in verklaringskracht tussen mo<strong>de</strong>l drie en vier is ook hier niet significant:<br />

verschil χ 2 =3,6, df=3, n.s.<br />

14 Zie voor een toepassing <strong>van</strong> Hirschi’s i<strong>de</strong>eën <strong>op</strong> criminaliteitscijfers on<strong>de</strong>r etnische<br />

min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n: Junger (1990).<br />

15 Ook bij een etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse verdachte werd een gebrek aan culturele integratie<br />

geconstateerd. In dit dossier wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n<strong>de</strong>licten <strong>van</strong> <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r in verband gebracht<br />

met <strong>de</strong> botsing tussen zijn streng protestantse <strong>op</strong>voeding en <strong>de</strong> vrijere seksuele moraal in<br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse samenleving.<br />

16 De grotere afname <strong>van</strong> <strong>de</strong> -2loglikelihood in mo<strong>de</strong>l 4 verschilt niet significant <strong>van</strong><br />

die <strong>van</strong> mo<strong>de</strong>l 5: χ 2 =2.6, df=7, n.s.<br />

17 Zwijgzaamheid werd genoemd in 14 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 74 en in vier <strong>van</strong> <strong>de</strong> 23 genoem<strong>de</strong> oorzaken<br />

<strong>van</strong> interactieproblemen in dossiers <strong>van</strong> respectievelijk etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n en<br />

<strong>verdachten</strong> uit <strong>de</strong> etnische meer<strong>de</strong>rheid. Dit verschil in verhoudingen is niet significant:.<br />

χ 2 =0,03, df=1, n.s.<br />

18 Onverschilligheid werd <strong>op</strong>gemerkt over drie etnisch Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>verdachten</strong> en<br />

zeven <strong>verdachten</strong> uit etnische min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n: χ 2 =0,42, df=1, n.s.<br />

19 χ 2 =14,1, df=1, p


320 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

Literatuur<br />

Albonetti, C.A. (1991) An Integration of Theories to Explain Judicial Discretion. Social Problems<br />

38 247-266.<br />

Bac, J.R. en E.M. Mijnarends (2000) De Jeugdige Delinquent en het Recht. Den Haag: Elsevier<br />

bedrijfsinformatie bv.<br />

Black, D. (1983) Crime as Social Control. American Sociological Review 48 34-45.<br />

Blom, M., J. Oudhof, R.V. Bijl en B.F.M. Bakker (2005) Verdacht <strong>van</strong> criminaliteit. Allochtonen<br />

en autochtonen na<strong>de</strong>r bekeken. Den Haag: wodc/cbs.<br />

Bovenkerk, F. (2003) Over <strong>de</strong> oorzaken <strong>van</strong> allochtone misdaad. In: F. Bovenkerk, M.<br />

Komen en Y. Yesilgöz (red.) Multiculturaliteit in <strong>de</strong> strafrechtspleging. Den Haag: Boom<br />

Juridische uitgevers.<br />

Bridges, G.S. en S. Steen (1998) Racial Disparities in Official Assessments of Juvenile<br />

Offen<strong>de</strong>rs: Attributional Stereotypes as Mediating Mechanisms. American Sociological<br />

Review 63 554-570.<br />

Caroll, J. S. en J.W. Payne (1976) The psychology of the parole <strong>de</strong>cision process: A joint<br />

application of attribution theory and information processing psychology. In: J. S. Caroll,<br />

J. W. Payne (red.) Cognition and Social Behavior. Hillsdale, nj: Erlbaum, 109-123. cbs.<br />

(2005) Bevolking naar herkomstgroepering en generatie, 1 januari. Voorburg/Heerlen: Centraal<br />

Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek, www.statline.nl.<br />

Cicourel, A. V. (1968) The Social Organization of Juvenile Justice. London: Heinemann.<br />

Cozijn, C., P. Van <strong>de</strong>r Laan, A. Essers en F. Hei<strong>de</strong> (2000) De Ernstscore. Tijdschrift voor<br />

Criminologie 42 41-54.<br />

Dagevos, J. en M. Gesthuizen (2005) Niet-westerse allochtonen met een stabiele arbeidsmarkt-<br />

positie: aantallen en ontwikkelingen. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau.<br />

Davis, G., J Boucherat en D. Watson (1989) Pre-court <strong>de</strong>cision-making in juvenile justice.<br />

British Journal of Criminology 29 219-235.<br />

Demuth, S. en D. Steffensmeier (2004) The impact of gen<strong>de</strong>r and race-ethnicity in the<br />

pretrial release process. Social Problems 51 222-242.<br />

Emerson, R.M. en B. Paley (2001) Organizational horizons and complaint-filing. In: K.<br />

Hawkins (red.) The uses of discretion.. Oxford: Clarendon Press.<br />

Engen, R.L., S. Steen en G.S.Bridges (2002) Racial Disparities in the Punishment of Youth:<br />

a Theoretical and Empirical Assessment of the Literature. Social Problems 49 194-220.<br />

Everett, R.S. en R.A. Wojtkiewicz (2002) Difference, disparity, and race/ethnic bias in fe<strong>de</strong>ral<br />

sentencing. Journal of Quantitative Criminology 18 189-211.<br />

Gilboy, J.A. (1992) Deciding who gets in: <strong>de</strong>cision making by immigration inspectors. Law<br />

& Society Review 25 571-599.<br />

Hawkins, D.F. (1981) Causal attribution and punishment for crime. Deviant Behavior 2 207-<br />

230.<br />

Hawkins, K. (1992) “Fatcats” and the prosecution in a regulatory agency: a footnote on the<br />

social construction of risk. In: F. J. Short en L. Clarke (red.) Organizations, uncertainties<br />

and risk. Boul<strong>de</strong>r etc.: Westview Press.<br />

Hawkins, K. (2002) The use of legal discretion: perspectives from law and social science. In:<br />

K. Hawkins (red.) The Uses of Discretion. Oxford: Clarendon Press.<br />

Hei<strong>de</strong>r, F. (1958) The Psychology of Interpersonal Relations. New York: Wiley.<br />

Hewstone, M. (1989) Causal Attribution. From Cognitive Processes to Collective Beliefs. Oxford:<br />

Basil Blackwell Ltd.


De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>etniciteit</strong> <strong>van</strong> <strong>jonge</strong> <strong>verdachten</strong> <strong>op</strong> beslissingen <strong>van</strong> het om | 321<br />

Huls, F.W.M., M.M. Schreu<strong>de</strong>rs, M.H. Ter Horst-Van Breukelen en F.P. <strong>van</strong> Tul<strong>de</strong>r (2001)<br />

Criminaliteit en Rechtshandhaving 2000. Den Haag: Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek.<br />

Junger-Tas, J. (2004) Youth Justice in the Netherlands (vol. 31) Chicago: University of Chicago.<br />

Junger, M. (1988) Racial Discrimination in Criminal Justice in the Netherlands. Sociology<br />

and Social Research 72 211-216.<br />

Junger, M. (1990) Delinquency and ethnicity. An investigation on social factors relating to <strong>de</strong>linquency<br />

among Moroccan, Turkish, Surinamese and Dutch boys. Deventer/Boston: Kluwer<br />

law publishers.<br />

Komen, M. en E. <strong>van</strong> Schooten (2006) Allochtone <strong>jonge</strong>ren gemid<strong>de</strong>ld langer vast. Ne<strong>de</strong>rlands<br />

Juristen Blad 1352-1355.<br />

Leiber, M.J. en K.Y. Mack (2003) The Individual and Joint Effects of Race, Gen<strong>de</strong>r, and Family<br />

Status on Juvenile Justice Decision-Making. Journal of Research in Crime and Delinquency<br />

40 37-70.<br />

Leiber, M.J. en J.M. Stairs (1999) Race, Context and the Use of Intake Diverson. Journal of<br />

Research in Crime and Delinquency 36 56-86.<br />

Van <strong>de</strong>r Lin<strong>de</strong>n, A.P., F.G.A. ten Siethoff en A.E.I.J. Zeijlstra-Rijpstra (2005) Jeugd en Recht.<br />

Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.<br />

Lipsky, M. (1980) Street-level Bureaucracy. Dilemmas of the Individual in Public Services. New<br />

York: Russell Sage Foundation.<br />

March, J. en H. Simon (1958) Organizations. New York: Wiley.<br />

Mascini, P. (2002) Regionale verschillen in uitvoering <strong>van</strong> asielbeleid. Sociologische Gids 49<br />

292-312.<br />

P. Mascini en N. Doornbos (2004) De wisselvalligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> twijfel. Onbekend terrein.<br />

Grenzen <strong>van</strong> het vreem<strong>de</strong>lingenbeleid. Amsterdams Sociologisch Tijdschrift.<br />

Mustard, D.B. (2001) Racial, ethnic and gen<strong>de</strong>r disparities in sentencing: evi<strong>de</strong>nce from the<br />

us fe<strong>de</strong>ral courts. Journal of Law and Economics 19 285-314.<br />

Pincus, F.L. (1994) From Individual to Structural Discrimination. In: F.L. Pincus en H.J.<br />

Ehrlich (red.) Race and Ethnic Conflict: Contending Views on Prejudice, Discrimination and<br />

Ethnoviolence, Boul<strong>de</strong>r: Westview.<br />

Sherman, L.W. (1993) Defiance, Deterrence and Irrele<strong>van</strong>ce: A Theory of the Criminal Sanction.<br />

Journal of Research in Crime and Delinquence 30 445-473.<br />

Wacquant, L. (2005) “Enemies of the Wholesome Part of the Nation”. Postcolonial migrants<br />

in the prisons of Eur<strong>op</strong>e. Sociologie 2005 31-51.<br />

Waters, R. (1988) Race and the Criminal Justice Process. British Journal of Criminology 28<br />

82-94.<br />

Weerman, F. (2001) Controlebena<strong>de</strong>ringen. In: E. Lissenberg, S. <strong>van</strong> Ruller en R. <strong>van</strong> Swaa-<br />

ningens (red.) Tegen <strong>de</strong> regels iv. Een inleiding in <strong>de</strong> criminologie, . Nijmegen: Ars Aequi<br />

Libri.<br />

Werff, C. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r en A.A. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Zee-Nefkens (1978) Strafrechterlijke vervolging en bestraffing<br />

<strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs en Buitenlan<strong>de</strong>rs. On<strong>de</strong>rzoek en Beleid, nr. 2. Den Haag: Staatsuitgeverij.<br />

wodc 2005. Sanctiecapaciteit 2007. Den Haag: wodc, www.wodc.nl.<br />

Zatz, M. (1987) The Changing Forms of Racial/Ethnic Biases in Sentencing. Journal of<br />

Research in Crime and Delinquency 24 69-92.


322 | Sociologie 3 [2007] 3<br />

Bijlage<br />

Tabel A Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> scores <strong>van</strong> jeugdige <strong>verdachten</strong> naar <strong>etniciteit</strong> (N=409)<br />

Min-max Etnische<br />

meer<strong>de</strong>rheid<br />

Etnische<br />

min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n<br />

t- of χ 2 waar<strong>de</strong><br />

Dagvaarding 0-1 64 (35,6%) 132 (57,6%) # 19,70 **<br />

Inverzekeringstelling a) 0-1 18 (10,9%) 35 (21,2%) 6,5 *<br />

Etniciteit 0-1 180 (44%) 229 (56%) -<br />

Maximale straf 0-10 6,37 (2,41) 7,27 (2,24) -3,88 **<br />

Aantal voorliggen<strong>de</strong> feiten 1-21 1,75 (1,45) 1,95 (2,34) -1,07<br />

Scha<strong>de</strong> 0-5 1,27 (1,59) 0,94 (1,35) 2,28 *<br />

Geweld 0-7 1,63 (2,33) 1,58 (2,27) 0,23<br />

Verwonding 0-3 0,77 (1,10) 0,72 (0,96) 0,49<br />

Eer<strong>de</strong>re feiten 0-20 0,66 (1,27) 1,24 (2,44) -3,10 **<br />

Eer<strong>de</strong>re veroor<strong>de</strong>lingen 0-5 0,87 (1,21) 1,31 (1,77) -3,0 **<br />

Leeftijd ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>lict 12-18 16,01 (1,31) 16,02 (1,31) -0,10<br />

Verdachte is meisje 0-1 35 (19,4%) 40 (17,5%) 0,26<br />

Arrondissement is ste<strong>de</strong>lijk 0-1 52 (28,9%) 190 (83,0%)3# 122,01 **<br />

Geen voorlichtingsrapport 0-1 36 (20,0%) 83 (36,2%) 12,89 **<br />

Va<strong>de</strong>r werkloos 0-1 6 (3,3%) 25 (10,9%) 8,27 **<br />

Gebrek aan culturele integratie 0-1 1 (0,6%) 29 (12,7%) 21,74 **<br />

Geen ou<strong>de</strong>rlijke controle 0-1 16 (8,9%) 43 (18,8%) 7,98 **<br />

Geen dagbesteding 0-1 17 (9,4%) 25 (10,9%) 0,24<br />

Interactiemoeilijkhe<strong>de</strong>n 0-1 23 (12,8%) 66 (28,8%) 15,24 **<br />

Persoonlijkheidskenmerken 0-1 58 (32,2%) 56 (24,5%) 3,03~<br />

~ p

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!