B I D D A G voor gewas & arbeid Pieltsjerke 2 0 1 ... - PKN Gaastmeer
B I D D A G voor gewas & arbeid Pieltsjerke 2 0 1 ... - PKN Gaastmeer
B I D D A G voor gewas & arbeid Pieltsjerke 2 0 1 ... - PKN Gaastmeer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
B I D D A G<br />
<strong>voor</strong> <strong>gewas</strong> & <strong>arbeid</strong><br />
<strong>Pieltsjerke</strong> 2 0 1 2<br />
ds. Tieneke van Lindenhuizen, <strong>Gaastmeer</strong><br />
Welkomstwoord en het aansteken van de kaars (Iona Gloria lied 14)<br />
Licht in de nacht, dat duister verdrijft<br />
ontsteek het, wees het, Jij<br />
Intochtslied: Leafde, foar de tiden berne… TT 48, mel. gesang 459<br />
1. Leafde foar de tiden berne<br />
as jo Wurd fan ’t oanbegjin,<br />
leafde, wol ús hert bewenje<br />
as geheim en segening.<br />
3. Leafde is jo heechste namme,<br />
dy woen’ Jo te kennen jaan.<br />
Leafde freget ja en amen,<br />
hiel ús hert en al ús dwaan.<br />
5. Leafde lit har folút skinke<br />
as de alderbêste wyn.<br />
Leafde wol it feest betinke:<br />
Jo helj' ús as gasten yn.<br />
2. Leafde dy’t ta ús har kearde,<br />
fonk dêr’t libben oan ûntspringt,<br />
machtich wapen tsjin it kweade,<br />
lêste wurd dat frede bringt.<br />
4. Leafde wol harsels net sykje,<br />
mar bloeit op toch goede trou.<br />
Op it fûnemint fan leafde<br />
ha Josels ús libben boud<br />
6. Leafde boppe alle leafde,<br />
dy't har himelsblau oer elts<br />
hinne spriedt, wol ús genêze,<br />
Leafdeboarne, Leafde sels!<br />
Gebed <strong>voor</strong> de maaltijd en we zingen: Iona Gloria lied 7<br />
1
Lekker ite…<br />
Na de maaltijd lezen we Matteüs 20, 1-16<br />
1 Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er<br />
bij het ochtendgloren op uit trok om dagloners <strong>voor</strong> zijn wijngaard te<br />
zoeken. 2 Nadat hij met de <strong>arbeid</strong>ers een dagloon van een denarie<br />
overeengekomen was, stuurde hij<br />
hen naar zijn wijngaard. 3 Drie uur<br />
later trok hij er opnieuw op uit, en<br />
toen hij anderen werkloos op het<br />
marktplein zag staan, 4 zei hij ook<br />
tegen hen: “Gaan jullie ook maar<br />
naar de wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” 5 En ze gingen<br />
erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur<br />
later weer, en handelde als tevoren. 6 Toen hij tegen het elfde uur<br />
van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog<br />
steeds stond. Hij vroeg hun: “Waarom staan jullie hier de hele dag<br />
zonder werk?” 7 “Niemand wilde ons in dienst nemen,” antwoordden<br />
ze. Hij zei hun: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.” 8 Toen de<br />
avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn<br />
rentmeester: “Roep de <strong>arbeid</strong>ers bij je en betaal hun het loon uit.<br />
Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten.” 9 En zij die<br />
er vanaf het elfde uur waren, kwamen naar voren en kregen ieder<br />
een denarie. 10 En toen zij die als eersten waren gekomen naar voren<br />
stapten, dachten ze dat zij wel meer zouden krijgen. Maar ook zij<br />
kregen ieder die ene denarie. 11 Toen ze die in handen hadden,<br />
gingen ze bij de landheer hun beklag doen: 12 “Die laatsten hebben<br />
één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons behandelt, terwijl wij<br />
het onder de brandende zon de hele dag hebben volgehouden.” 13<br />
Hij gaf een van hen ten antwoord: “Beste man, ik behandel je toch<br />
niet onrechtvaardig? Je hebt toch ingestemd met het loon van één<br />
denarie? 14 Neem dan aan wat je toekomt en ga. Ik wil aan die<br />
laatsten nu eenmaal hetzelfde betalen als aan jou. 15 Of mag ik met<br />
mijn geld niet doen wat ik wil? Zet het kwaad bloed dat ik goed<br />
ben?” 16 Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de<br />
laatsten.’<br />
2
Zingen: psalm 67, 1 en 2<br />
1. Mei God ús oansjen yn genede<br />
en ús syn rike seine jaan.<br />
Mei foar ús folk yn geunst en frede<br />
syn antlit ljochtsje_oer al ús dwaan.<br />
Jou dat elk op ierde / wit hoe't Jo ús liede<br />
en jo wegen ken,<br />
lit der heid'nen eagen, / frij fan waan en leagen,<br />
ek jo heilljocht sjen.<br />
2. De folken sille,_o God, Jo priizje,<br />
ja, alle folken fier en hein;<br />
de naasjes sil Jo lof bewiizje<br />
en jubelsjonge_oant ierdryks ein.<br />
Alles sil Jo earje, / om't Jo wiis regearje,<br />
rjochtsje_oer elkenien.<br />
Jo bin 't dy't op ierde / alle folken liede,<br />
Jo en oars gjinien.<br />
Korte overdenking<br />
We zingen het mooiste lied… Tussentijds 82<br />
3
Toetje<br />
2. Wie kan in ons een brief van Christus lezen,<br />
als niet de Geest ons aan elkander rijgt,<br />
die ons als dode, levenloze letters<br />
beademt en tot nieuwe zin herschrijft ?<br />
3. Om woord <strong>voor</strong> woord zijn liefde te vertalen,<br />
dat blijft <strong>voor</strong> ons bestaan het doel, de zin.<br />
Om mensen zijn ontferming te herhalen<br />
zijn wij gezonden, deze wereld in.<br />
Dankgebeden<br />
Slotlied: Iona Gloria, Nu het avond is…<br />
Zegen:<br />
Heb de avond lief, het wijkende licht,<br />
de rust van je handen en van je geest.<br />
Heb het zwijgen lief en ontdek de geheimen<br />
waar geen woorden <strong>voor</strong> zijn.<br />
Wat de dag heeft gezaaid,<br />
het doen en het spreken,<br />
bedek dat met nacht en stilte<br />
en laat het rijpen.<br />
Eens zal het vrucht worden, op zijn tijd.<br />
Moge God ons, u en jou, zó zegenen.<br />
Allen: Amen<br />
4
P R E E K<br />
(Geinspireerd door Eugen Drewermann, Taal <strong>voor</strong> de ziel)<br />
Volgende week hebben wij onze gezin-school-kerk-week met als thema: Anders dan je<br />
denkt. En het verhaal dat we net lazen, doet volgende week ook mee. Het verhaal van de<br />
werkers in de wijngaard. Eén van de mooiste gelijkenissen uit Matteus. Passend bij<br />
vandaag, passend bij onze biddag. Maar eigenlijk passend bij iedere dag.<br />
Het is een spannend verhaal waarin veel gebeurt. Maar ik kan me ook <strong>voor</strong>stellen dat je ‘t<br />
een lastig verhaal vindt. Omdat je denkt of gelooft dat er iets niet klopt, dat het niet<br />
helemaal gaat zoals het hoort. Het is in ieder geval anders dan je denkt…<br />
Laat ik <strong>voor</strong>op stellen dat dit verhaal gaat over God. Want met de eigenaar van de<br />
wijngaard wordt God bedoeld. En als je dit verhaal goed begrijpt, dan weet je ook hoe God<br />
is, hoe God wil zijn. Wat God betekent. Maar dit verhaal gaat ook over jou, over hoe jij God<br />
begrijpt en wil begrijpen. En hoe jij in het leven wilt staan met jouw God. Ik zal jullie<br />
uitleggen waarom…<br />
Het gaat dus over een landheer die werkers <strong>voor</strong> zijn wijngaard nodig heeft. Mooier thema<br />
kun je je niet wensen op biddag. En heeft iemand onthouden hoe vaak die landheer naar de<br />
markt gaat om werkers te halen? Niet één keer, niet twee keer, maar 5 keer. Zoveel werk is<br />
er te doen. Bij het ochtendgloren, drie uur later, rond het middaguur, drie uur later weer en<br />
tegen het elfde uur, als het eigenlijk geen zin meer heeft. In onze ervaring zou je vijf uur<br />
kunnen zeggen, een uur <strong>voor</strong>dat de meeste mensen stoppen met werk.<br />
En wat gebeurt er? De rentmeester betaalt hun loon uit en begint met degenen die het<br />
laatst gekomen zijn: zij krijgen één denarie, het volle tarief <strong>voor</strong> een hele dag <strong>arbeid</strong>. Dan<br />
beginnen de mensen die het eerst waren gekomen al te rekenen natuurlijk. Als zij één uur<br />
gewerkt hebben en één denarie krijgen, moeten wij er dus twaalf krijgen. Maar de mensen<br />
die drie uur gewerkt hebben krijgen ook één denarie. En langzaam dringt het tot hun door<br />
dat ze allemaal over één kam geschoren worden. En ze worden boos. Het is ronduit<br />
onrechtvaardig wat deze landheer doet.<br />
Maar is dat ook echt zo? Gebeurt er iets onrechtvaardigs? Nee. Ze hebben toch precies<br />
gekregen wat ze hadden afgesproken? Lees vers 2, ze spreken een dagloon af van één<br />
denarie. De landheer houdt zich dus keurig aan de afspraak. En de mensen die later<br />
kwamen heeft hij helemaal niets beloofd: hij heeft alleen gezegd dat de betaling<br />
rechtvaardig zal zijn.<br />
Maar hoe zit het dan? Waarom denken wij dat dit onrechtvaardig is? Hebben wij soms<br />
geleerd om dit onrechtvaardig te vinden? We gaan nog even een stukje dieper…<br />
In de wet van Mozes, Deuteronomium 24, 14 en 15 wordt bepaald dat mensen die werken<br />
op dezelfde dag moeten worden uitbetaald. En dat was ook nodig want die dagloners<br />
hadden verder geen inkomsten. Met het geld dat ze ’s avonds verdienden gingen ze inkopen<br />
doen <strong>voor</strong> zichzelf en hun familie: wat broden, dadels, meloenen, noem het maar op. Iets<br />
5
om van te leven. Het moest en moet iedere dag opnieuw verdiend worden. Daarom staat in<br />
Matteus 6 ook ‘Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.’ Deze dagloners weten<br />
niet waar ze morgen van kunnen leven. En dat was in de dagen van Jezus heel gebruikelijk.<br />
Als je dat weet krijgt het verhaal een hele andere wending. Als die landheer het<br />
rechtvaardig had gedaan - in onze ogen dan - dan hadden alleen de mensen van het eerste<br />
uur genoeg verdiend om eten te kopen <strong>voor</strong> die dag. En hadden al die andere mannen te<br />
weinig geld gehad. Hadden ze hun gezinnen die dag niet kunnen onderhouden.<br />
God kijkt dus niet naar wat je gepresteerd hebt, maar kijkt naar wat je nodig hebt. God kijkt<br />
niet naar de geleverde <strong>arbeid</strong>sprestaties maar naar de behoefte van de mens. Je dagelijks<br />
brood. Sterker nog, ZO FANTASTISCH, keer op keer gaat hij naar de markt en als er ook de<br />
vijfde keer nog mensen staan die geen werk hebben gevonden, neemt hij ze mee en zorgt<br />
er<strong>voor</strong> dat ook zij genoeg krijgen om er diezelfde dag nog van te kunnen leven. Ze krijgen<br />
wat ze minimaal nodig hebben. En kun je daar tegen zijn? Ben je boos omdat God zo goed<br />
is?<br />
Ben je boos omdat God afstapt op de mensen die onderop liggen, achteraan staan? Nee, dit<br />
verhaal vertelt ons hoe God is, en dat jij, als je je afvraagt waar je in je leven op af moet<br />
stappen, dat je dan zeker ook op de laatsten af moet stappen.<br />
En die laatste zin, de eersten zullen de laatsten zijn, dat is echt een Jezus-opmerking. En dat<br />
is niet dreigend bedoeld ofzo. Dat past helemaal niet bij God en bij Jezus. In ons verhaal<br />
betekent het dat God juist ook <strong>voor</strong> de laatsten zorgt. Want zoveel heeft God te geven. Zo<br />
royaal is God. Trouwens, als je Matteus echt goed begrijpt, dan zijn wij allemaal die werkers<br />
van het laatste uur. Het volk Israel is het volk van God, zij waren eerst. En wij, wij zijn er later<br />
bij geroepen maar delen volop in de overvloed van God. Inderdaad, anders dan je denkt.<br />
Amen.<br />
6