pdf 9Mb - Viso Roeselare

Recept voor een geslaagde VIS
6
Ingrediënten
- 23 enthousiaste leerlingen
uit 5 en 6 Organisatiehulp
- 4 leerkrachten
- een huis in de Ardennen
- een auto + aanhangwagen
vol bagage
- 1m 3 voedsel en drank
Bereidingswijze
- zet de leerlingen met de leerkrachten
op de trein en laat ze
uitstappen in Houyet.
- na een wandeling van 3 uur
kan de VIS eindelijk echt beginnen…
VIS is de afkorting voor Vijfdaagse
InleefStage. Door een
week naar een bivakhuis in de
Ardennen te trekken, werden de
3 grote domeinen uit Organisatiehulp
goed ingeoefend: Koken,
Logistiek en Onderhoud.
Wanneer je 5 dagen met 27 mensen
samenleeft, leer je veel meer
dan wat je in een klaslokaal kunt
meekrijgen tijdens de lessen. De
theorie aan de praktijk toetsen
is één van de voordelen van een
inleefstage, maar daarnaast was
vooral het leren samenleven dat
veel aandacht kreeg.
De leerlingen kregen de opdracht
om elke dag een kort verslag te
schrijven. Vijf zaken moesten er
besproken worden: Wat heb ik
gedaan? Wat heb ik geleerd? Wat
was tof en/of wat minder tof? Hoe
voelde ik me? Geef een samenvattende
titel aan de dag. Aan
de hand van wat zij opschreven,
krijg je een beeld van wat we
allemaal deden.
CONTACT DECEMBER 2011
Maandag 24 oktober
De ontdekkingsdag: omdat we veel hebben
moeten zoeken. De juiste (?) trein,
de weg doorheen het bos naar onze
verblijfplaats, de veilige vluchtwegen in
het gebouw. Alleen toen we ontdekten
in welke kamer de jongens moesten slapen,
was het minder tof, want die was
nog niet vernieuwd.
Ik voelde me vandaag goed omdat ik
die week wel zie zitten, omdat ik met
een goed gevoel vertrok en omdat ik
blij ben dat ik meekon.
Wat heb ik gedaan? Veel onnozel
gedaan, mijn bed opgemaakt en na de
lange wandeling een warme douche
genomen.
Wat heb ik geleerd? Dat witte kleren niet
goed samengaan met spaghettisaus.
Wat was minder tof? Vuile schoenen en
blijven haperen aan een doornstruik.
Wat was tof? Baseball spelen en in het
donker sluipen tijdens het n-8spel.
Dinsdag 25 oktober
De bloem-make-up dag: omdat ik tijdens
het spel ‘één tegen allen’ met
mijn mond snoepjes uit een kom bloem
moest halen.
Wat heb ik gedaan? Schuren en vernissen
(wat ik de hele dag zou willen
doen).
Wat heb ik geleerd? Dat opkroppen niets
oplost, maar erover praten wel.
En dat het leuk is om nieuwe mensen te
leren kennen, zo leerde ik al de namen
van de leerlingen van de andere klas.
Wat was minder tof? Het gesnurk van
een kamergenoot en ervaren dat sommigen
een ochtendhumeur hebben.
Wat was tof? Het
wakker worden
met een ‘kieken’
naast uw bed
(nietwaar mevrouw
Vervaecke?)
Wat heb ik geleerd?
Zelfvertrouwen te
hebben door voor
een groep te staan
en te slagen in mijn
eigen opdracht van
één tegen allen.