De Koning komt terug

In de Bijbel staat ook dat er oorlogen zullen komen en andere nare dingen. Niet echt leuk . . .
is dat nu aan de gang? Veel mensen denken van wel!
Toch komt Jezus heel onverwacht terug:
Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het
niet verwacht. (Mattheüs 24:44)
Maar je kunt er wel op voorbereid zijn:
Want u weet zelf maar al te goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht.
(1 Thessalonisenzen 5:2)
Maar u, broeders en zusters, u leeft niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u zou
kunnen overvallen als een dief. (1 Thessalonisenzen 5:4)
Hoe kunnen we voorbereid zijn? Komen we straks op terug.
Jezus terugkomst wordt ook wel de Dag des Oordeels genoemd?
De grote dag van de HEER is nabij, hij is nabij en komt zeer snel. Hoor! De dag van de
HEER ! Zelfs de dappersten schreeuwen het uit!
Die dag zal een dag zijn van razernij, een dag van angst en benauwdheid, een dag van
rampspoed en onheil, een dag van duisternis en donkerheid, een dag van dreigende, donkere
wolken. (Sefanja 1:14-15)
Klinkt niet echt fijn . . . . het is niet voor iedereen een leuke dag!
Koningen, machthebbers, legeraanvoerders, rijken, aanzienlijken, slaven en vrije mensen,
iedereen trachtte zich te verbergen in grotten en tussen de rotsen in de bergen. Ze riepen de
bergen en de rotsen toe: ‘Val op ons neer! Verberg ons voor het oog van hem die op de troon
zit en voor de toorn van het lam! Want nu is de grote dag van hun toorn aangebroken, en wie
kan die doorstaan?’ (Openbaring 6:15-17)
Ze durven Jezus niet onder ogen te komen uit angst voor de straf.
Maar op die dag zal iedereen voor de troon van Jezus moeten verschijnen, of ze nou willen of
niet.
Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar
scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; de schapen zal hij rechts van
zich plaatsen, de bokken links. (Mattheüs 25:32)
Iedereen moet voor de troon van Jezus verschijnen; de vrienden van Jezus zullen blij zijn:
Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader
gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld
voor jullie bestemd is. Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie
gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt, en jullie
kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij
toe.”
Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien
en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? Wanneer hebben wij u als
vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? Wanneer hebben wij gezien
3