In <strong>het</strong> eerste <strong>school</strong>jaar leek <strong>de</strong> <strong>school</strong> nog op een gewone mid<strong>de</strong>lbare <strong>school</strong>. Jack Sann her<strong>in</strong>nert zich: ‘Alles was normaal, behalve <strong>het</strong> i<strong>de</strong>e dat je <strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong> ge<strong>van</strong>gen zat. Je maakte er maar <strong>het</strong> beste <strong>van</strong>, maar we zagen <strong>het</strong> echte gevaar nog niet; dat begon net na <strong>het</strong> e<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> eerste <strong>school</strong>jaar.’ Vanaf <strong>het</strong> beg<strong>in</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> twee<strong>de</strong> <strong>school</strong>jaar, <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer <strong>van</strong> 1942, begonnen <strong>de</strong> <strong>de</strong>portaties <strong>van</strong> jo<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> Poolse en Duitse concentratiekampen. On<strong>de</strong>rduiken was <strong>de</strong> enige mogelijkheid om hieraan te ontsnappen. Maar lang niet ie<strong>de</strong>reen had die mogelijkheid. Jacques Presser, leraar geschie<strong>de</strong>nis, her<strong>in</strong>nert zich een diploma-uitreik<strong>in</strong>g op 10 juli 1942: ‘Na <strong>de</strong> uitreik<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> diploma’s verkreeg een meisje uit <strong>de</strong> hoogste klasse verlof <strong>de</strong> dames en heren leraren om raad te vragen. Zij en haar zusje, ook op die <strong>school</strong>, had<strong>de</strong>n een oproep ont<strong>van</strong>gen, een paar dagen later naar Duitsland te gaan. Welnu; Wat moesten ze doen? Daar stond dat meisje, zeventien jaar, met haar diploma vol achten en negens, helemaal alleen, maar rechtop voor <strong>de</strong> groene tafel waarachter haar leraren zaten. Een enkele onzer reageer<strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijk: ‘Niet gaan!’ Een an<strong>de</strong>r stem<strong>de</strong> er mee <strong>in</strong>, nog een, nog een. De an<strong>de</strong>ren zwegen, weer iemand boog <strong>het</strong> hoofd. Niemand kon ze werkelijk helpen, en zo g<strong>in</strong>gen ze <strong>de</strong> dood <strong>in</strong>.’ Wie wel g<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rduiken kon daar beter niets over aan an<strong>de</strong>ren vertellen. Op <strong>school</strong> had dit tot gevolg dat er elke week, en later elke dag m<strong>in</strong><strong>de</strong>r k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas zaten. In 1943 waren er nog we<strong>in</strong>ig k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren over. In sommige klassen zaten nog maar enkele leerl<strong>in</strong>gen. Toch g<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> lessen nog zoveel mogelijk door. Jacques Presser heeft daar later over geschreven: ‘Een ontzettend diepgaan<strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>g op <strong>school</strong> was dat er steeds k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren verdwenen. Je kwam praktisch elke dag op <strong>school</strong>. En dan was er <strong>in</strong> die ene klas een gat, dan <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>re klas. Ik had een klas die begon met achtentw<strong>in</strong>tig k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Toen ik <strong>in</strong> mei 1943 zelf on<strong>de</strong>rdook, waren er nog vier <strong>van</strong> over. In <strong>het</strong> lokaal kroop dat stelletje steeds dichter bij elkaar.’ Aantal leerl<strong>in</strong>gen op <strong>de</strong> joodse scholen nam af. Een voorbeeld volgt hieron<strong>de</strong>r: Het <strong>Joodse</strong> Lyceum was geen religieuze joodse schol, maar een openbare. In totaal hebben geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> oorlogsjaren 489 k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren voor langere of kortere tijd les gehad. 45 procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen kwam om, 40 procent overleef<strong>de</strong> en <strong>van</strong> 15 procent is <strong>het</strong> lot onbekend. Wanneer <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen niet meer op <strong>school</strong> kwamen was niet bekend omdat <strong>het</strong> per k<strong>in</strong>d verschillen<strong>de</strong>. Want niet alle families wer<strong>de</strong>n tegelijkertijd weggevoerd. Nog een voorbeeld <strong>van</strong> een joodse <strong>school</strong>: Op <strong>de</strong> <strong>Joodse</strong> Ambachts<strong>school</strong> waren nog slechts 5 leerl<strong>in</strong>gen. Directeur was dr. J. Kropveld. Behalve <strong>de</strong> directeur waren er nog 6 leerkrachten. Het aantal <strong>school</strong>lokalen bedroeg 6. De Nijverheids<strong>school</strong> voor Meisjes (Mauritsstraat 68) had 4 leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> 1ste klas en 11 leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> 2<strong>de</strong> klas. Les werd gegeven door mejuffrouw E. J. M. Vies. Al <strong>de</strong>ze scholen zijn gelei<strong>de</strong>lijk uitgestorven. Wanneer dat was is niet dui<strong>de</strong>lijk om dat <strong>de</strong> cijfers niet bekend zijn. Het aantal leerkrachten en <strong>het</strong> aantal leerl<strong>in</strong>gen slonken. Zij wer<strong>de</strong>n weggevoerd of doken on<strong>de</strong>r. <strong>Er</strong> werd ook druk gespijbeld, me<strong>de</strong> omdat <strong>het</strong> vaak een onbegonnen werk was voor <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren om <strong>de</strong> scholen te bezoeken, terwijl zij <strong>van</strong> hun fietsen waren beroofd en <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> tram hun was verbo<strong>de</strong>n.
Foto’s <strong>van</strong> <strong>de</strong> Molenwaterweg <strong>in</strong> 1943