26.09.2013 Views

1.Inleiding Bij het verdergaande kolonisatie proces van Suriname ...

1.Inleiding Bij het verdergaande kolonisatie proces van Suriname ...

1.Inleiding Bij het verdergaande kolonisatie proces van Suriname ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>1.Inleiding</strong><br />

<strong>Bij</strong> <strong>het</strong> <strong>verdergaande</strong> <strong>kolonisatie</strong> <strong>proces</strong> <strong>van</strong> <strong>Suriname</strong> lag anno<br />

1894 een aanvraag <strong>van</strong> 34 plantages om in totaal 955 volwassen<br />

berekende immigranten. Dat waren 9 suiker- en 25 cacao- en<br />

koffieplantages. Het Koloniaal Bestuur bood in maart 1893 de<br />

gelegenheid aan om immigranten uit Java te laten overkomen. In<br />

<strong>het</strong> Koloniaal verslag <strong>van</strong> 1893 werd al verslag gedaan dat er<br />

475 volwassen immigranten uit Java waren aangevraagd. Dit<br />

getal was in 1894 al overtroffen. Immers bleek dat er 637<br />

volwassen immigranten aangevraagd waren, waar<strong>van</strong> 295 bestemd<br />

waren voor 4 suiker- en 342 voor 22 cacao- en koffieplantages.<br />

Van deze aantallen hadden de agenten de Nederlandse Handel-<br />

Maatschappij(NHM)er 250 aangevraagd, namelijk 75 voor de<br />

plantage Mariënburg en voor de plantage Zoelen 175.<br />

Foto 1: Een sluis daterend uit de koloniale tijd nabij<br />

plantage Mariënburg<br />

Copyright: E.R. Pawirodikromo, 2002<br />

Op 29 april 1894 verliet de ss Voorwaarts onder <strong>het</strong> gezag <strong>van</strong><br />

kapitein C.Koning de haven <strong>van</strong> Tanjong Pryok met aan boord 614 1<br />

Javaanse contractarbeiders uit Nederlands Oost-Indië en 48<br />

bemanningsleden. Het vertrek <strong>van</strong> de ss Voorwaarts was <strong>het</strong><br />

gevolg <strong>van</strong>, in vergelijking met de eerste 94 Javaanse<br />

contactanten die in 1890 in <strong>Suriname</strong> aankwamen, een op grote<br />

schaal door de koloniale overheid georganiseerde verscheping<br />

ten behoeve <strong>van</strong> de in arbeiders noodverkerende Surinaamse<br />

plantages. Gedurende de reis was er veel mis gegaan. Zo waren<br />

er tijdens de overtocht in totaal 32 mensen aan bezweken, 25<br />

mannen en 6 vrouwen en 1 meisje (zuigeling). <strong>Bij</strong> aankomst <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> schip ter reede Paramaribo op 16 juni 1894 bleek echter<br />

dat aanboord waren 579 hoofden, waar<strong>van</strong> 400 mannen en 155<br />

vrouwen <strong>van</strong> 15 jaren en ouder; 2 meisjes <strong>van</strong> 10 tot 15 jaren,<br />

12 kinderen <strong>van</strong> 2 tot 10 jaren en 10 kinderen onder de 2<br />

1 Uit de scheepsverslag kwam in totaal 604 contractanten aanboord.<br />

1


jaren. Vlak na aankomst stierven er nog eens 32 contractanten<br />

en werden er 113 (andere bronnen vermelden andere aantallen<br />

waar<strong>van</strong> de laagste 85 2 en de hoogste 280 3 contractanten in <strong>het</strong><br />

ziekenhuis opgenomen. In <strong>het</strong> rapport <strong>van</strong> Rosemarijn Hoefte 4 was<br />

er sprake <strong>van</strong> 250 ziekte gevallen. Op grond <strong>van</strong> deze<br />

catastrofale cijfers gelaste de Nederlandse regering een<br />

onderzoek. In <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> justitiële onderzoek moest de<br />

gezagvoerder C. Koning op 10 juli 1894 <strong>het</strong> commando over ss<br />

Voorwaarts in opdracht <strong>van</strong> de Directie <strong>van</strong> de<br />

Stoomvaartmaatschappij Nederland te Paramaribo aan zijn 1 e<br />

officier E.J.Carst overdragen. In <strong>het</strong> Koloniaal Verslag 1895<br />

(bijlage C:21) werd gerapporteerd dat de arts en de kapitein<br />

gestraft werden op straffe <strong>van</strong> <strong>het</strong> inhouden <strong>van</strong> hun beloning,<br />

respectievelijk f 1,50 en f 5 voor iedere levend aangekomen<br />

migrant.<br />

In ons onderzoek naar de eerste 94 Javaanse contractarbeiders,<br />

werd afgevraagd waarom de Nederlandse planters niet eerder <strong>het</strong><br />

idee hadden opgevat om Javaanse contractarbeiders te<br />

transporteren om <strong>het</strong> arbeiders tekort in <strong>Suriname</strong> op te<br />

heffen. Nieuwe bronnen tonen inmiddels aan dat zulke ideeën<br />

wel aan de orde waren.“Plannen voor de transmigratie <strong>van</strong><br />

Ja<strong>van</strong>en naar <strong>Suriname</strong> bestonden al sinds <strong>het</strong> begin <strong>van</strong> de<br />

negentiende eeuw. De eerste, nooit verwezenlijkte, ideeën<br />

behelsden <strong>het</strong> opzetten <strong>van</strong> een strafkolonie in <strong>Suriname</strong> voor<br />

Javaanse criminelen - analoog aan <strong>het</strong> Duivelse eiland in Frans<br />

Guyana – en de verbouw <strong>van</strong> rijst door Javaanse kolonisten<br />

langs de oevers <strong>van</strong> de Marouwijne rivier. Vervolgens trachtte<br />

de Nederlandse Handels Maatschappij (NHM) in 1873 en 1883<br />

arbeiders uit Java en Madoera te contracteren voor haar<br />

plantage Mariënburg. Deze pogingen stuiten echter op de<br />

tegenstand <strong>van</strong> de Nederlandse regering. Bovendien verbood <strong>het</strong><br />

bestuur in Nederlandse-Indië de werving <strong>van</strong> arbeiders voor<br />

tewerkstelling buiten Nederlands-Indië. Alleen in<br />

uitzonderlijke gevallen kon de Gouverneur-generaal dispensatie<br />

verlenen 5 .”<br />

In deze publicatie wordt verslag gedaan <strong>van</strong> een onderzoek naar<br />

de groep Javaanse contractarbeiders die op 29 april 1894 met<br />

de ss Voorwaarts onder miserabele omstandigheden naar <strong>Suriname</strong><br />

waren verscheept. Dit is een vervolgonderzoek op de Javaanse<br />

contractmigratie naar <strong>Suriname</strong>. Het doel <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek is<br />

onder meer om een systematisch inzicht te verkrijgen over de<br />

Javaanse contractanten. Dit betekent <strong>het</strong> verder ontsluiten en<br />

<strong>het</strong> analyseren <strong>van</strong> de Historische Javaanse database, om de<br />

uitkomsten daar<strong>van</strong> overzichtelijk te presenteren.<br />

2 Ja<strong>van</strong>en in <strong>Suriname</strong>, Paul Ophey<br />

3 Het Koloniaal verslag <strong>van</strong> 1894, bijlage C<br />

44 De betovering verbroken, Rosemarijn Hoefte<br />

5 De betovering verbroken, Rosemarijn Hoefte<br />

2


Deze rapportage is algemeen beschrijvend <strong>van</strong> karakter. Hij is<br />

gebaseerd op een analyse <strong>van</strong> <strong>het</strong> beschikbare materiaal uit de<br />

Javaanse historische database. De opbouw <strong>van</strong> de rapportage is<br />

als volgt: Na de inleiding worden doel en probleemstelling aan<br />

de orde gesteld. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de reis, de<br />

laatste woonplaats voor <strong>het</strong> vertrek, <strong>het</strong> aantal zieken bij<br />

aankomst en daarna de toedeling aan de verschillende<br />

plantages. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de leeftijd, <strong>het</strong><br />

geslacht en de gezinssamenstelling <strong>van</strong> de contractanten. In<br />

hoofdstuk 6 wordt aandacht geschonken aan <strong>het</strong> aantal<br />

contractanten dat is komen te overlijden tijdens de overtocht,<br />

of tijdens de eerste jaren <strong>van</strong> <strong>het</strong> verblijf in <strong>Suriname</strong>. In<br />

hoofdstuk 7 wordt gekeken naar <strong>het</strong> aantal en de duur <strong>van</strong> de<br />

contracten. In hoofdstuk 8 wordt uitgebreid ingegaan op <strong>het</strong><br />

werken, wonen en leven. In hoofdstuk 9 wordt gekeken naar de<br />

terugkeer naar Oost-Indië, waar sommige contractanten er voor<br />

kozen. Hoofdstuk 10 gaat in op <strong>het</strong> permanent blijven wonen in<br />

<strong>Suriname</strong>. In hoofdstuk 11 wordt ingegaan op <strong>het</strong> totaal<br />

ont<strong>van</strong>gen loon <strong>van</strong> de (kinderen buitenbeschouwing gelaten)<br />

contractanten tijdens de eerste vijfjarige contractperiode.<br />

Hoofdstuk 12 geeft een beeld <strong>van</strong> de demografische<br />

ontwikkeling. Ter afsluiting wordt in hoofdstuk 13 een<br />

samenvatting gegeven.<br />

Voor de totstandkoming <strong>van</strong> dit onderzoekverslag spreekt de<br />

auteur zijn dank uit aan mw. Esmeralda Mangoenkarso, mw. mr.<br />

Marja Schouten en de heren drs. Jan Kras en dr. Sjoerd Schenau<br />

voor hun inhoudelijke- en als hun redactionele adviezen. Ook<br />

aan drs. Rick <strong>van</strong> Velden <strong>van</strong> <strong>het</strong> Nationaalarchief ben ik zeer<br />

veel dank verschuldigd voor zijn behulpzaamheid bij <strong>het</strong><br />

opsporen <strong>van</strong> belangrijk onderzoeksmateriaal. Ook zorgde hij<br />

voor de verspreiding <strong>van</strong> dit onderzoek via <strong>het</strong> internet <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> Nationaalarhief. Verder dank aan de heer Earl<br />

Pawirodikromo voor <strong>het</strong> verzorgen <strong>van</strong> de foto’s.<br />

2. Doel en probleemstelling<br />

In <strong>het</strong> eerste deelonderzoek over de eerste groep <strong>van</strong> 94<br />

Javaanse contractarbeiders is de algemene doelstelling en de<br />

centrale probleemstelling <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek toegelicht (zie<br />

“De eerste 94 Ja<strong>van</strong>en op plantage Mariënburg in <strong>Suriname</strong>”). De<br />

daarin vermelde algemene doelstelling en de centrale<br />

probleemstelling vormen de as <strong>van</strong> de vervolg onderzoeken naar<br />

de migratie <strong>van</strong> Javaanse contractarbeiders naar <strong>Suriname</strong>, die<br />

tussen 1890 tot 1939 plaatsvond. In dit onderzoek wordt er<br />

kort nogmaals ingegaan.<br />

Het primaire doel is <strong>het</strong> verkrijgen <strong>van</strong> een meer systematisch<br />

inzicht in de verschepingen <strong>van</strong> en de demografische<br />

3


ontwikkeling <strong>van</strong> de Javaanse contractarbeiders die <strong>van</strong>af 1890<br />

tot 1939 in <strong>Suriname</strong> aankwamen. De centrale probleemstelling<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> algehele onderzoek luidt als volgt:<br />

Hoe heeft de populatie Javaanse contractarbeiders per<br />

verscheping tussen 1890 – 1939 eruit gezien en hoe is <strong>het</strong><br />

hen <strong>het</strong> werken, wonen en leven in <strong>Suriname</strong> vergaan?<br />

Een secundaire doel dat met <strong>het</strong> eerste onderzoek en de vervolg<br />

onderzoeken wordt beoogd, is ten eerste <strong>het</strong> verschaffen <strong>van</strong><br />

een historische inzicht over de situatie waarin de ouders of<br />

voorouders <strong>van</strong> de huidige Surinaamse Ja<strong>van</strong>en verkeerden bij de<br />

aankomst. Ten tweede wordt ingegaan op <strong>het</strong> verdere verloop <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> wonen, <strong>het</strong> werken en leven in hun arbeidscontracttijd en<br />

de (korte) tijd daarna in <strong>het</strong> koloniale <strong>Suriname</strong>.<br />

Op basis <strong>van</strong> de in <strong>het</strong> eerste onderzoek geformuleerde algemene<br />

doelstelling en de centrale probleemstelling kan <strong>het</strong> vervolg<br />

onderzoek naar de verschepingen <strong>van</strong> de Javaanse<br />

contractarbeiders worden gecontinueerd. Dit vervolgonderzoek<br />

gaat over specifiek de groep Javaanse contractarbeiders die in<br />

1894 met de ss Voorwaarts naar <strong>Suriname</strong> werd vervoerd. Voor<br />

deze groep Javaanse contract arbeiders luidt de<br />

probleemstelling:<br />

Hoe heeft de populatie <strong>van</strong> de 614 Javaanse contractarbeiders<br />

die in 1894 in <strong>Suriname</strong> aankwamen eruit gezien en hoe is hen<br />

daarna <strong>het</strong> werken, wonen en leven in <strong>Suriname</strong> vergaan?<br />

De bovenstaande probleemstelling leidt tot de formulering <strong>van</strong><br />

de volgende onderzoeksvragen:<br />

- Hoe is de demografische samenstelling <strong>van</strong> deze groep<br />

mensen geweest. Hierbij wordt bedoeld: o.a. de leeftijd<br />

bij aankomst, <strong>het</strong> geslacht en de gezinssituatie;<br />

- Op welke plantage werden deze contractarbeiders<br />

tewerkgesteld en waar werden ze gehuisvest?;<br />

- Waar kwamen deze contractarbeiders <strong>van</strong>daan<br />

(geboorteplaats)?;<br />

- Hoe waren de omstandigheden, in <strong>het</strong> bijzonder de<br />

gezondheidssituatie, bij aankomst?;<br />

- Hoeveel contractarbeiders zijn er tijdens de vijfjarige<br />

contract periode overleden en waaraan?;<br />

- Hoeveel <strong>van</strong> de contractarbeiders zijn er na hun contract<br />

naar Indië terug gegaan?;<br />

- Hoeveel <strong>van</strong> de contractarbeiders verlengden hun<br />

contracten en op welke plantage werden ze toen te werk<br />

gesteld?;<br />

- Zijn de contractanten na vijfjarig arbeidscontract<br />

welgesteld teruggekeerd?<br />

4


- Hoeveel contractanten waren “gedeserteerd” en wat voor<br />

sancties werden opgelegd?<br />

- Hoeveel contractarbeiders hebben uiteindelijk de premie<br />

geïncasseerd waardoor ze zich in principe voor altijd in<br />

<strong>Suriname</strong> moesten vestigen?;<br />

- Hoeveel contractanten hebben een stukje land gekregen?;<br />

- Hoeveel heeft <strong>het</strong> de plantage-eigenaren naar schatting<br />

gekost aan loon in de eerste vijf contractjaren?; en<br />

- Hoe ontwikkelde de Javaanse gemeenschap zich bij<br />

benadering demografisch in de diaspora?<br />

3. Onderzoeksopzet<br />

3.1 Bronnen <strong>van</strong> onderzoek<br />

In <strong>het</strong> onderzoek is gebruik gemaakt <strong>van</strong> verschillende elkaar<br />

aanvullende gegevens.<br />

Om een antwoord op bovenstaande kwantitatieve vragen te geven<br />

is de Historische Javaanse Database als uitgangspunt genomen.<br />

Deze is ontsloten, bestudeerd en geanalyseerd. De Javaanse<br />

database is tot stand gekomen op initiatief <strong>van</strong> Het Algemeen<br />

Rijksarchief, Amrit Consultancy en <strong>het</strong> Instituut voor<br />

Maatschappij Wetenschappelijk Onderzoek (IMWO) <strong>van</strong> de<br />

Universiteit <strong>van</strong> <strong>Suriname</strong>. De database is in 2000 voltooid,<br />

bij gelegenheid <strong>van</strong> de 110-jarige herdenking <strong>van</strong> de aankomst<br />

<strong>van</strong> de eerste boot met Javaanse contractarbeiders. Het<br />

Algemeen Rijksarchief in Den Haag heeft <strong>het</strong> op zich genomen de<br />

database via <strong>het</strong> internet op de site “Arbeid op Contract”<br />

wereldwijd beschikbaar te stellen. Vanaf <strong>het</strong> moment <strong>van</strong><br />

beschikbaarheid is de database voor een ieder die onderzoek<br />

wil doen naar de Javaanse migratie naar <strong>Suriname</strong> toegankelijk.<br />

De Javaanse database bevat persoons- en gezinsgegevens <strong>van</strong> de<br />

uit Indië naar <strong>Suriname</strong> verscheepte contractarbeiders voor de<br />

periode 1890-1939.<br />

Deze meer kwantitatieve informatie wordt aangevuld met de<br />

kennis uit literatuur en of kennis uit <strong>het</strong> eerdere onderzoek,<br />

uit interviews of tv interviews.<br />

Ander rele<strong>van</strong>te bronmateriaal zijn de scheepsverslagen, de<br />

Koloniale verslagen, verslagen <strong>van</strong> de Nederlandse Handel<br />

Maatschappij (NHM) en de Surinaamse Almanak.<br />

<strong>Bij</strong> <strong>het</strong> eerste onderzoek is als insteek gekozen de datum <strong>van</strong><br />

aankomst <strong>van</strong> een schip waarmee de Javaanse contractarbeiders<br />

naar <strong>Suriname</strong> waren verscheept. Dit betekent dat de<br />

aankomstdatum als <strong>het</strong> onderzoekskader wordt beschouwd. Op deze<br />

wijze vindt er een chronologische beschrijving plaats <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

algehele migratie <strong>van</strong> Javaanse contractarbeiders naar<br />

<strong>Suriname</strong>.<br />

5


3.2 Plausibiliteit <strong>van</strong> de gegevens en aanpak<br />

Hoewel voor kwantitatieve informatie met name wordt<br />

teruggevallen op officiële bronnen, kunnen fouten toch niet<br />

volledig worden uitgesloten. <strong>Bij</strong> <strong>het</strong> verwerken <strong>van</strong> de gegevens<br />

kunnen er fouten zijn meegenomen. Daarnaast spelen<br />

waarschijnlijk consistentie problemen een belangrijke rol,<br />

omdat de data niet altijd door dezelfde persoon werden<br />

ingevoerd. Het is ook niet bekend of er na controles op de<br />

invoer hebben plaatsgevonden, bijvoorbeeld, <strong>het</strong><br />

steekproefsgewijs controleren <strong>van</strong> de ingevoerde data. De<br />

uitkomsten <strong>van</strong> de in dit rapport opgenomen tabellen<br />

representeren niet zonder meer de inhoud <strong>van</strong> de Javaanse<br />

Historische Database. De tabellen zijn <strong>het</strong> resultaat <strong>van</strong> een<br />

gecorrigeerde database. De correctie is <strong>het</strong> resultaat <strong>van</strong><br />

verrichte plausibiliteitscontroles op een aantal variabelen<br />

<strong>van</strong> de Database. Van de variabele “geslacht” wordt hierbij een<br />

voorbeeld gegeven: aan deze variabele kunnen drie mogelijke<br />

uitkomsten worden toegekend o.a. man, vrouw of onbekend<br />

(blanco). Het komt voor dat een man als vrouw of omgekeerd<br />

wordt omschreven. Daarnaast kan de variabele blanco ingevuld<br />

zijn terwijl <strong>het</strong> geslacht <strong>van</strong> de migrant toch te herleiden is<br />

via combinaties <strong>van</strong> variabelen. Door bijvoorbeeld te kijken<br />

naar de combinatie <strong>van</strong> de variabelen; naam, geslacht en<br />

gezinssituatie en naar opmerkingen kan een foutief toegekende<br />

waarde op de variabele geslacht worden opgespoord en<br />

gecorrigeerd. Hier wordt verondersteld dat tenminste een <strong>van</strong><br />

de waarden juist is. De variabelen, behalve de variabele<br />

geslacht, die voor zulks soort plausibiliteit in aanmerking<br />

komen zijn: datum terugkeer (jaar, dag en datum), datum<br />

overlijden, grondsituatie en plantage naam.<br />

Niet alleen invoerproblemen zorgden voor eventuele fouten in<br />

<strong>het</strong> datamateriaal. Ook <strong>het</strong> moment <strong>van</strong> aanleggen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

dossier door de koloniale dossiervormer kan tot fouten hebben<br />

geleid. Daarnaast werden de dossiers, naar wordt aangenomen,<br />

bijgehouden door verschillende dossiervormers, <strong>het</strong>geen ook<br />

voor inconsistentie kon hebben gezorgd. <strong>Bij</strong>voorbeeld de<br />

variabele “<strong>het</strong> jaar <strong>van</strong> overlijden” <strong>van</strong> een contractant kan<br />

door de dossiervormer op verschillende velden zijn ingevuld in<br />

plaats <strong>van</strong> <strong>het</strong> voorgeschreven veld. Door kolom opmerkingen te<br />

raadplegen worden deze inconsistente variabelen tot <strong>het</strong><br />

minimum beperkt.<br />

Een ander probleem is <strong>het</strong> feit dat de personen die belast<br />

waren met de data invoer de feiten mogelijk kunnen hebben<br />

geïnterpreteerd of niet hebben ingevoerd om zo snel als<br />

mogelijk met <strong>het</strong> werk klaar te zijn. Dit is mogelijk vooral<br />

6


ij lange teksten (kwalitatieve informatie) bij taakinvoer per<br />

formulier.<br />

Daarnaast wordt <strong>het</strong> ook gestimileerd doordat naar vernomen<br />

wordt de data invoerders stukloon ontvingen. Door al deze<br />

correcties kunnen in dit onderzoek de uitkomsten <strong>van</strong> de<br />

aantallen overledenen, teruggekeerden of toegekende gronden<br />

<strong>van</strong> contractanten afwijken <strong>van</strong> de inhoud <strong>van</strong> de<br />

oorspronkelijke de database.<br />

De projectgroep Historische Database <strong>Suriname</strong> (HDS) heeft in<br />

een aantal gevallen niet alle dossiers kunnen achterhalen. In<br />

deze gevallen ontbreken er voor een bepaalde verschepingsjaar<br />

een aantal cases. Dit komt omdat <strong>het</strong> dossier kwijt is geraakt<br />

of dat <strong>het</strong> dossier wel aanwezig is maar dat is in zeer slechte<br />

staat verkeerde waardoor de informatie niet te lezen is.<br />

4. De reis<br />

4.1 Nederland naar Indië<br />

Al voor 6 februari lag <strong>het</strong> ss Voorwaarts in Amsterdam<br />

aangemeerd. Aan <strong>het</strong> schip werden gedurende de aanlegtijd<br />

schilders- en onderhouds-werkzaamheden verricht. Ook werden<br />

voorbereidingen getroffen voor de reis naar Oost-Indië. Het<br />

hoofddoel voor de reis was om Javaanse contractarbeiders in te<br />

schepen en ze naar <strong>Suriname</strong> te transporteren.<br />

Vertrek op 14 februari 1894<br />

7


De bemanningsleden gingen op 14 februari rond halfzeven<br />

aanboord. Het ss Voorwaarts verliet om 14.15 u onder <strong>het</strong> gezag<br />

<strong>van</strong> kapitein C.Koning met 48 bemanningsleden aan boord de<br />

haven <strong>van</strong> IJmuiden. De bemanning <strong>van</strong> <strong>het</strong> ss Voorwaarts bestond<br />

behalve uit de kapitein C.Koning verder uit 19 man<br />

dekpersoneel, 23 man machinepersoneel en verder uit 6 man<br />

civiel personeel. De namen <strong>van</strong> <strong>het</strong> personeel worden in de<br />

onderstaande lijst gepresenteerd.<br />

Namenlijst <strong>van</strong> ss Voorwaarts<br />

8


De reis <strong>van</strong> Amsterdam naar Oost-Indië verliep, behoudens <strong>het</strong><br />

feit dat <strong>het</strong> ss Voorwaarts in de Middellandse zee in een<br />

hevige storm terechtkwam, heel rustig. Het schip bereikte na<br />

44 etmalen met enige oponthoud Batavia (<strong>het</strong> huidige Jakarta)<br />

en meerde op maandag 26 maart 1894 aan in de haven <strong>van</strong> Padang.<br />

Aankomst in Padang<br />

In Oost-Indië loste <strong>het</strong> ss Voorwaarts de <strong>van</strong>uit Nederland<br />

meegebrachte lading in verschillende havens maar ook werd daar<br />

lading bestemd voor Nederland ingescheept, zoals tin, kapok,<br />

balata en peper. In sommige havens, sloegen ze proviand in<br />

(o.a. rijst), steenkool en water voor de voorgenomen reis naar<br />

<strong>Suriname</strong>. Het lossen en <strong>het</strong> inschepen <strong>van</strong> de lading werd<br />

verzorgd door ingehuurde plaatselijke arbeiders. In de<br />

scheepsverslagen worden ze aangeduid met de term “koelies”. Er<br />

werd continu doorgewerkt en zo vond <strong>het</strong> lossen en laden <strong>van</strong><br />

vracht dag en nacht plaats.<br />

Vanuit de haven <strong>van</strong> Padang koerste <strong>het</strong> ss Voorwaarts op 28<br />

maart 1894 richting Tandjong Pryok dat op 31 maart 1894 werd<br />

bereikt. Verder werden de havenplaatsen Cheribon, Semarang,<br />

Tegal, Soerabaia, de rede Soerabaia en de rede Grisfee<br />

(waarschijnlijk thans Grisik genaamd) aangedaan. In bepaalde<br />

havens vond, waarschijnlijk doordat er te weinig diepgang was,<br />

<strong>het</strong> lossen <strong>van</strong> de lading plaats met behulp <strong>van</strong> prauwen.<br />

In de negentiende eeuw waren de regels aan boord <strong>van</strong> een schip<br />

streng, ongeacht de rang en stand of <strong>het</strong> aanzien <strong>van</strong> de<br />

persoon. Dit blijkt uit <strong>het</strong> feit dat de 1 e officier op 15 april<br />

1894 in de haven <strong>van</strong> Semarang wegens verregaand insubordinair<br />

gedrag gestraft werd. Hij kreeg voor zijn gedrag één dag<br />

hutarrest opgelegd.<br />

Speciaal voor de reis naar <strong>Suriname</strong>, werden er ook 3 Javaanse<br />

kokjes in dienst genomen.<br />

9


Aanboord brengen <strong>van</strong> 3 kokjes<br />

Disciplinaire maatregel personeelslid<br />

Het aan boord brengen <strong>van</strong> de Javaanse contractanten vond in 4<br />

fasen plaats. Dat gebeurde in 2 havenplaatsen, namelijk in de<br />

haven<br />

<strong>van</strong> Semarang en Tandjong Pryok.<br />

Inschepen <strong>van</strong> 339 contractanten op 19 april 1894 te Semarang<br />

10


Inschepen <strong>van</strong> 193 contractanten op 24 april 1894 te Tandjong<br />

Pryok<br />

Inschepen <strong>van</strong> 44 contractanten op 27 april 1894 te Tandjong<br />

Pryok<br />

Inschepen <strong>van</strong> 28 contractanten op 27 april 1894 te Tandjong<br />

Pryok<br />

4.2 Indië naar <strong>Suriname</strong><br />

Na de nodige voorbereidingen verliet op zondag 29 april 1894<br />

om 6.05 uur namiddag <strong>het</strong> ss Voorwaarts de havenplaats Tandjong<br />

Pryok met aan boord in totaal 614 Javaanse contractarbeiders<br />

(mannen, vrouwen, kinderen en zuigelingen) naar <strong>Suriname</strong>. De<br />

weersgesteldheid is gedurende de reis zeer afwisselend<br />

geweest. Er waren dagen bij met zeer ongunstige<br />

weersomstandigheden, zo erg dat <strong>het</strong> schip zwaar stampte en<br />

slingerde. In de Indische Oceaan kwam <strong>het</strong> schip op 15 mei 1894<br />

zelfs in een storm terecht. De luchtgesteldheid was gedurende<br />

de reis over <strong>het</strong> algemeen koel. De route die <strong>het</strong> ss Voorwaarts<br />

aflegde, verliep via de Straat <strong>van</strong> Soenda (29 april), Indische<br />

Oceaan (<strong>van</strong>af 30 april), Zuid-Altlantische Oceaan (<strong>van</strong>af 26<br />

mei) en Noord Atlantische Oceaan (<strong>van</strong>af 4 juni).<br />

11


Vertrek 29 april uit Tandjong Pryok<br />

Het stampvolle schip voer om (Zuid)Afrika heen en bereikte op<br />

vrijdag 25 mei te 7.25 uur a.m. de haven <strong>van</strong> Cape-Town<br />

(Kaapstad). Velen onder de contractarbeiders en ook <strong>het</strong><br />

personeel werden tijdens de overtocht ziek en sommigen <strong>van</strong> hen<br />

stierven aan de gevolgen daar<strong>van</strong>. Gedurende de reis <strong>van</strong> Indië<br />

tot aan de haven Cape-Town vonden er 2 geboorten (een jongen<br />

en een meisje) en 5 sterfgevallen (3 mannen en 2 vrouwen),<br />

plaats. Het meisje was dood geboren. Na de bevoorrading <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> schip verliet <strong>het</strong> ss Voorwaarts de volgende dag Cape-Town<br />

richting <strong>Suriname</strong>. Gedurende de reis <strong>van</strong> Cape-Town naar<br />

Paramaribo waren er nog meer sterfgevallen. Op de route tussen<br />

Cape-Town en Paramaribo stierven er in totaal 28 personen,<br />

waar<strong>van</strong> 22 mannelijke en 4 vrouwelijke contract arbeiders en 2<br />

personeelsleden, een ketelmaker en een kwartiermeester. De<br />

ketelmaker bleek al bij <strong>het</strong> vertrek uit Indië op 29 april ziek<br />

te zijn, en gedurende de reis was hij niet meer hersteld. Hij<br />

overleed op dinsdag 12 juni 1894 om 6.20u op 37-jarige<br />

leeftijd op de Noord Atlantische oceaan. Om 5 uur namiddag op<br />

13 juni 1894 ankerde de Voorwaarts op de Noord Atlantische<br />

oceaan om <strong>het</strong> lijk <strong>van</strong> de ketelmaker naar zeemansgebruik<br />

overboord te zetten. Het leek erop dat er op <strong>het</strong> schip een<br />

epidemie was uitgebroken.<br />

12


Zeemansgraf voor de ketelmaker<br />

De ketelmaker liet een vrouw achter. De gezagvoerder en de<br />

scheepsarts hebben een akte <strong>van</strong> overlijden opgesteld. In <strong>het</strong><br />

onderstaande plaatje wordt dit in beeld gebracht.<br />

13


Akte <strong>van</strong> overlijden<br />

Het andere personeelslid “de kwartiermeester” werd op 12 mei<br />

ziek en is tot aan zijn overlijden op zaterdag 12 juni 1894<br />

niet meer hersteld. Het schip bevond zich in de <strong>Suriname</strong>rivier<br />

toen hij overleed. Hij werd 36 jaar oud. Samen met 3<br />

Javaanse contractanten werd hij in Paramaribo begraven.<br />

Op zondag 17 juni 1894 kwam <strong>het</strong> ss Voorwaarts in Paramaribo<br />

aan. Het onderstaande stukje scheepsverslag <strong>van</strong> zondag 17 juni<br />

14


illustreert de gebeurtenis <strong>van</strong> die dag aan boord <strong>van</strong> de Ss<br />

Voorwaarts bij de aankomst in Paramaribo.<br />

Ss Voorwaarts voer Paramaribo binnen<br />

De volgende dag op 18 juni 1894, werden wederom 2 Javaanse<br />

contractanten naar <strong>het</strong> hospitaal gezonden. Een commissie<br />

inspecteerde de contractarbeiders aan boord. Waarschijnlijk<br />

vormde deze inspectie een standaard wettelijke procedure zoals<br />

was geregeld bij aankomst <strong>van</strong> contractanten en was <strong>het</strong> geen<br />

gevolg <strong>van</strong> <strong>het</strong> feit dat er contractanten en of bemanningsleden<br />

tijdens de reis waren overleden en of ziek waren geweest.<br />

Op 19 juni 1894 in de namiddag mochten de contractarbeiders<br />

aan wal. Volgens de scheepsjournalen werden echter in totaal<br />

604 contractanten aan boord toegelaten terwijl men bij<br />

officiële verslagen <strong>van</strong> die tijd en een aantal<br />

wetenschappelijke onderzoeken op een aantal <strong>van</strong> 614<br />

contractanten uitkwam. Het verschil kan waarschijnlijk<br />

verklaard worden uit de omstandigheid dat tijdens <strong>het</strong><br />

inschepen <strong>van</strong> de contractanten de zuigelingen die bij een <strong>van</strong><br />

de ouders in een slendang waren gebonden over <strong>het</strong> hoofd werden<br />

gezien. Een slapend kind in een slendang kon tijdens <strong>het</strong><br />

inschepen in de drukte spoedig aangezien worden als een soort<br />

persoonlijke bezitting <strong>van</strong> een contractant.<br />

15


Tabel 1 geeft zicht op <strong>het</strong> aantal ingescheepte en aangekomen<br />

contractanten.<br />

Tabel 1: Aangekomen contractanten<br />

Item Aanboord in<br />

Java<br />

geboren gestorven Niet te<br />

traceren<br />

traceren<br />

Aangekomen**)<br />

Volwassen mannen 591 25 400<br />

Volwassen vrouwen *) 6 155<br />

Kinderen 10-15 jaar 2<br />

Kinderen 2-10 jaar 10 1 12<br />

Zuigelingen < 2 jaar 3 2 1 10<br />

Totaal 604 2 33 6 579<br />

*) mannen en vrouwen niet in alle gevallen duidelijk apart vermeld<br />

**) Koloniaalverslag 1894<br />

De vele slachtoffers die tijdens dit transport waren gevallen<br />

waren mogelijk de reden waarom de gezagvoerder C. Koning voor<br />

een onderzoek in <strong>Suriname</strong> moest achterblijven. Schip en tuig<br />

werden, zoals <strong>het</strong> heette, overgedragen aan de 1 e officier.<br />

Overdracht bevoegdheden ss Voorwaarts<br />

16


Tabel 2: Overledenen tijdens de reis<br />

Naam geslacht leeftijd<br />

in jaren<br />

Laatste Datum<br />

woonplaats overlijden<br />

Kariokromo m 30 Karang Anjar 3-5-1894<br />

Ginem v - Klaten 4-5-1894<br />

Anima v - Batam 16-5-1894<br />

Dochter v<br />

Soerodikromo<br />

v 0 Op zee geboren 20-5-1894<br />

Senen m - Delangoe 21-5-1894<br />

Srojong m - Jantan 22-5-1894<br />

Kertosentono m 26 Prambanan 26-5-1894<br />

Amat m 28 Dapuk 28-5-1894<br />

Omgosemito m 30 Srowot 29-5-1894<br />

Wongsotaroeno m 35 Klaten 30-5-1894<br />

Moerhadi m 38 Tjanjoen 30-5-1894<br />

Djojopawiro m 20 Poerwodadi 31-5-1894<br />

Kertomedjo m 30 Sragen 31-5-1894<br />

Sadikromo m - Prambanan 1-6-1894<br />

Wongsotaroeno m 25 Klaten 1-6-1894<br />

Soeriodikromo m 40 Klaten 3-6-1894<br />

Kind <strong>van</strong> Sortikromo - - Dood geboren 4-6-1894<br />

Sonosemito m 25 Karang Pender 4-6-1894<br />

Ronosemito m - Harkin 5-6-1894<br />

Kaimah v 30 Djanjaar 6-6-1894<br />

Ponimito m - Kampongsalam 6-6-1894<br />

Soerosemito m 30 Kaliodo 7-6-1894<br />

Arsiman m 20 Prambanan 8-6-1894<br />

Wongsopawiro m 25 Sragen 8-6-1894<br />

Saman m 22 Karang Anjar 9-6-1894<br />

Dochter <strong>van</strong> Satie m 0 - 10-6-1894<br />

Sakiman m 18 Karang Pandang 10-6-1894<br />

Troenopawiro m 20 Klatten 10-6-1894<br />

Ardang m 22 Kampong Djawa 11-6-1894<br />

Johannes <strong>van</strong> Gijn m 37 Nederland 12-6-1894<br />

Samina v 20 Delangoe 14-6-1894<br />

Magoensentono v 25 Klaten 14-6-1894<br />

Rapik m 32 Tjadanan 15-6-1894<br />

Sopaworo v 23 Klatten 16-6-1894<br />

Barendrecht m 36 Nederland 16-6-1894<br />

4.3 Woonplaats voor vertrek<br />

De woonplaats <strong>van</strong> de contractanten voor <strong>het</strong> vertrek is zeer<br />

uiteenlopend. In totaal werden er ruim 160 plaatsen genoemd.<br />

Dat zou kunnen betekenen dat de werving in een om<strong>van</strong>grijk<br />

gebied heeft plaats gehad (w.o Djawa (52), Klatten (49),<br />

Bandung (42), Tjandoer (32), Prambanan (25), Djapat (18),<br />

Delangoe (17)). Evenals bij de werving <strong>van</strong> de eerste groep<br />

17


contractanten is een aantal <strong>van</strong> deze groep waarschijnlijk ook<br />

slachtoffers geweest <strong>van</strong> ronselaars. Echter ook andere redenen<br />

zijn niet uit te sluiten, zoals o.a. op de vlucht zijn voor<br />

justitie, verboden liefde of sociale repercussies. Maar deze<br />

bovengenoemde plaatsen kunnen gewoon in werkelijkheid<br />

plaatsnamen zijn.<br />

Foto 2: Koperen bel om <strong>het</strong> begin en <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> een werkdag<br />

aan te geven (plantage Mariënburg}<br />

Copyright: E.R. Pawirodikromo, 2002<br />

18


Midden Java<br />

Oost Java<br />

West Java<br />

Copyright: Globetrotter Travel Map<br />

Copyright: Globetrotter Travel Map<br />

Copyright: Globetrotter Travel Map<br />

19


4.5 Aankomst in <strong>Suriname</strong><br />

<strong>Bij</strong> de aankomst <strong>van</strong> een schip met Javaanse contractarbeiders<br />

begeeft zich de Agent-Generaal met een daartoe door <strong>het</strong><br />

bestuur aangewezen geneesheer aan boord <strong>van</strong> <strong>het</strong> schip voor <strong>het</strong><br />

instellen <strong>van</strong> een [wettelijk] onderzoek. De inspectie gebeurde<br />

veelal vluchtig, waarbij de ziek bevonden contract-arbeiders<br />

naar <strong>het</strong> ziekenhuis werden getransporteerd. Het schip werd zo<br />

gauw mogelijk ontscheept en de Javaanse contractarbeiders<br />

werden meteen na aankomst in <strong>Suriname</strong> ondergebracht in <strong>het</strong><br />

aankomstdepot in Paramaribo. De term die contract arbeiders<br />

hieraan gaven was “ning depot”. Het aankomst-depot in<br />

Paramaribo was een ruim terrein <strong>van</strong> <strong>het</strong> Bouwdepartement. Het<br />

depot lag aan de <strong>Suriname</strong> rivier, de Sommelsdijksekreek en<br />

grensde verder aan een weg, waarschijnlijk de<br />

Sommelsdijcksestraat. Het aankomst-depot bestond uit een<br />

vijftal houten loodsen en andere bijgebouwen zoals keukens en<br />

latrines. Tot uiterlijk 48 uren na aankomst werden maaltijden<br />

aan de pas aangekomen contractarbeiders op kosten <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

Immigratiefonds verstrekt.<br />

Contractarbeiders aan wal<br />

4.6 Ziek bij aankomst<br />

Na een zeereis <strong>van</strong> ongeveer 52 dagen, kwamen 113 6 <strong>van</strong> de 614<br />

opvarende contractanten ziek in <strong>Suriname</strong> aan, 104 mannen en 29<br />

vrouw. Gezien de klachten werden alle zieke contractanten in<br />

<strong>het</strong> ’s-Landshospitaal en <strong>het</strong> Militaire-Hospitaal (ter<br />

observatie) opgenomen. Het verblijf aan boord <strong>van</strong> <strong>het</strong> schip<br />

leidde tot grote gevolgen voor de gezondheid <strong>van</strong> de<br />

contractanten omdat bleek dat ze bedorven voedsel te eten<br />

hadden gekregen. Daarnaast was er op <strong>het</strong> schip een tekort aan<br />

drinkwater. Dit laatste werd veroorzaakt doordat <strong>het</strong> aanwezige<br />

distilleerapparaat niet in gebruik was genomen. Waarom <strong>het</strong><br />

distilleerapparaat niet operationeel was, is niet te<br />

achterhalen. Naar alle waarschijnlijkheid was dit <strong>het</strong> gevolg<br />

<strong>van</strong> een menselijk fout (vergeten zijn <strong>het</strong> in bedrijf te<br />

6 Rosemarijn Hoefte, 1990; De betovering verbroken had over 250 contractanten en Paul Ophey<br />

over 85<br />

20


nemen). Volgens Van Vleuten 7 was <strong>het</strong> feit dat vele <strong>van</strong> de<br />

contractanten veel te lang voor <strong>het</strong> vertrek (9,5 maand) onder<br />

erbarmelijke omstandigheden in <strong>het</strong> depot vastzaten mede een<br />

oorzaak <strong>van</strong> dit probleem. Maar <strong>het</strong> zou ook best mogelijk<br />

kunnen zijn dat <strong>het</strong> schip te klein was voor <strong>het</strong> vervoeren <strong>van</strong><br />

zulke grote aantallen. Daardoor konden zich aan boord<br />

onhygienische omstandigheden voordoen met <strong>het</strong> gevolg dat er<br />

een epidemie aanboord uitbrak. In <strong>het</strong> rapport <strong>van</strong> Vleuten was<br />

er sprake <strong>van</strong> 250 zieken bij aankomst, terwijl in Mutyama (<strong>het</strong><br />

Surinaamse tijdschrift voor cultuur en geschiedenis) Paul<br />

Ophey sprak over 85 ziekte-gevallen. Het koloniaal verslag<br />

meldde nog een hoger aantal. In totaal zou er sprake zijn <strong>van</strong><br />

280 ziekte-gevallen (95 bij aankomst en 185 uit <strong>het</strong> depot). De<br />

database die aan ons onderzoek ten grondslag ligt,<br />

registreerde slechts 113 die in <strong>het</strong> ziekenhuis waren<br />

opgenomen. Dit verschil in aantallen kan waarschijnlijk<br />

veroorzaakt worden door de termen “ter observatie nemen” of<br />

“ter verpleging opnemen”. De 32 contractanten die kort na de<br />

aankomst overleden werden niet in de database geregistreerd.<br />

Verder bleek dat er contractarbeiders in <strong>het</strong> depot in <strong>Suriname</strong><br />

en bij de aankomst op de plantages waren overleden. Dit duidt<br />

erop aan dat de medische controle bij de aankomst niet<br />

adequaat was voor zulke grote aantallen ziekte-gevallen. De<br />

verblijfhutten werden daags na ontscheping schoongemaakt. Op<br />

deze wijze kunnen feiten die belangrijk waren voor <strong>het</strong><br />

onderzoek gewist worden. Maar aan de andere kant wordt ook<br />

hiermede voorkomen dat een epidemische ziekte zich verder<br />

uitbreidt. Wat <strong>het</strong> feitelijk motief was zullen we wellicht<br />

nooit weten.<br />

4.7 De eerste dagen op plantages in schulden<br />

De contractarbeiders kregen op de dag <strong>van</strong> aankomst op de<br />

plantage vrij. Soms kregen ze de volgende dag ook verlof om de<br />

verkregen woning in te richten of om voorbereidingen te<br />

treffen voor <strong>het</strong> werk de dag erna. Over <strong>het</strong> algemeen mag<br />

aangenomen worden dat de contractanten niet over de nodige<br />

financiële middelen beschikten om zelfs maar de meest urgente<br />

zaken aan te schaffen zoals bijvoorbeeld <strong>het</strong> werkgereedschap<br />

dat de contractanten zelf diende te betalen! De directie <strong>van</strong><br />

de plantages leverden dan in zo’n geval op afbetaling de<br />

benodigdheden. Een aangekomen contractarbeider maakte voor de<br />

aanschaf <strong>van</strong> een hangslot, werktuig en kook- en eetgerei een<br />

schuld <strong>van</strong> f5,-. Op een loon <strong>van</strong> 60 cent per dag voor mannen<br />

en 40 cent voor vrouwen betekende dit waarschijnlijk al een<br />

7 Rosemarijn Hoefte, 1990; De betovering verbroken.<br />

21


zware last. Voor een man betekende de lening bijna 9 dagen en<br />

voor vrouwen 13 dagen werk.<br />

Foto 3: Ruïne <strong>van</strong> de suikerfabriek op plantage Mariënburg<br />

Copyright: E.R. Pawirodikromo, 2002<br />

22


4.8 Toedeling naar geslacht<br />

De toedeling <strong>van</strong> de contractarbeiders aan een plantage vond<br />

plaats na een medische goedkeuring. De plantage-eigenaren<br />

waren verplicht de toebedeelde contracten binnen 2 dagen naar<br />

de plantage over te brengen. <strong>Bij</strong> de toewijzing werd zoveel<br />

mogelijk aan de wensen <strong>van</strong> de contractarbeiders voldaan. De<br />

Agent-Generaal zag erop toe dat een echtpaar alsook hun<br />

kinderen onder de 15 jaar niet <strong>van</strong> elkaar werden gescheiden.<br />

De Agent-Generaal legde na afloop de toedeling in een verslag<br />

vast in <strong>het</strong> zogenaamde “<strong>proces</strong>-verbaal” en rapporteerde aan de<br />

Gouverneur.<br />

Foto 4: Directie woning op plantage Mariënburg<br />

Copyright: E.R. Pawirodikromo, 2002<br />

Foto 5: Arbeiderswoning op plantage Zoelen<br />

(meer bekend als Solo)<br />

Copyright: E.R. Pawirodikromo, 2002<br />

23


Foto 6: Ruïne treinstel<br />

Copyright: E.R. Pawirodikromo, 2002<br />

Foto 7: Suikeropslagloods met resten <strong>van</strong> de spoorlijn op<br />

Plantage Belwaarde<br />

Copyright: E.R. Pawirodikromo, 2002<br />

Foto 8: Directie woning op plantage Mariënburg<br />

Copyright: E.R. Pawirodikromo, 2002<br />

24


Tabel 3 geeft inzicht in de toedeling <strong>van</strong> de contractanten per<br />

plantage. De contractanten waren over 27 plantages verdeeld.<br />

Plantage Zoelen (105) en Mariënburg (44) kregen de meeste<br />

contractanten toegewezen. Voor de beide plantages betekent dit<br />

dat zij ongeveer 60% <strong>van</strong> de aangevraagde contractanten<br />

toegewezen<br />

kregen.<br />

Tabel 3: Toedeling <strong>van</strong> contractanten per plantage<br />

Plantages mannen vrouwen totaal sex<br />

ratio<br />

aantal % aantal % aantal % per 1000<br />

1 Berlijn (Ben.Cottica) 20 5,1 7 4,3 27 4,9 2857<br />

2 Boxel (Bov.Para) 12 3,1 4 2,5 16 2,9 3000<br />

3 Clevia 10 2,5 5 3,1 15 2,7 2000<br />

4 Constantia 10 2,5 2 1,2 12 2,2 5000<br />

5 Dordrecht 8 2,0 3 1,8 11 2,0 2667<br />

6 Geyersvlijt (Ben. <strong>Suriname</strong>) 8 2,0 2 1,2 10 1,8 4000<br />

7 Johannesburg (Ben Commewijne) 3 0,8 3 1,8 6 1,1 1000<br />

8 La Liberte 14 3,6 6 3,7 20 3,6 2333<br />

9 Leliendaal & Ellen 6 1,5 2 1,2 8 1,4 3000<br />

10 Leonsberg 2 0,5 2 0,4<br />

11 Lust & Rust (Ben. <strong>Suriname</strong>) 6 1,5 2 1,2 8 1,4 3000<br />

12 Ma Retraite (Ben. <strong>Suriname</strong>) 4 1,0 4 0,7<br />

13 Margarethas-gift 7 1,8 3 1,8 10 1,8 2333<br />

14 Marienbosch 9 2,3 3 1,8 12 2,2 3000<br />

15 Marienburg 44 11,2 19 11,7 63 11,3 2316<br />

16 Mon Tresor ( Ben. Commewijne) 10 2,5 4 2,5 14 2,5 2500<br />

17 Nieuw Grond (Ben.Commewijne) 8 2,0 3 1,8 11 2,0 2667<br />

18 Petersburg (Bov. <strong>Suriname</strong>) 11 2,8 2 1,2 13 2,3 5500<br />

19 Rust en Werk 23 5,9 12 7,4 35 6,3 1917<br />

20 Sorgvliet (Ben Commewijne) 14 3,6 4 2,5 18 3,2 3500<br />

21 Spieringshoek 7 1,8 3 1,8 10 1,8 2333<br />

22 Vertrouwen, Ben. Commewijne 9 2,3 3 1,8 12 2,2 3000<br />

23 Voorburg 23 5,9 12 7,4 35 6,3 1917<br />

24 Vriendbeleid en Ouderzorg 6 1,5 3 1,8 9 1,6 2000<br />

25 Waterloo, Nursery en Hazard 1 0,3 1 0,2<br />

26 Wederzorg (Ben. Commewijne) 11 2,8 4 2,5 15 2,7 2750<br />

27 Zoelen ( Ben.Commewijne) 105 26,7 50 30,7 155 27,9 2100<br />

99 onbekend 2 0,5 2 1,2 4 0,7 1000<br />

Totaal 393 100 163 100 556 100 2411<br />

5. Leeftijd, geslacht en gezinssamenstelling<br />

5.1 Geslacht, leeftijd<br />

Van de 614 8 uit Oost-Indië met <strong>het</strong> Ss Voorwaarts aangevoerde<br />

Javaanse contractanten overleefden er 556 de overtocht. Het<br />

waren 393 (71%) mannen en 163 (29%) vrouwen. Het aandeel <strong>van</strong><br />

1<br />

Het aantal contractanten wordt gelijk gehouden met de aantallen uit <strong>het</strong> koloniaal verslag<br />

1894 , Ismael en Hoefte.<br />

25


de vrouwen is te laag. Dit was ook gebeurd bij 1 e transport.<br />

Volgens de regels moesten er 40 vrouwen op de 100 mannen<br />

worden gerekruteerd. Vier kinderen waren er op zee geboren,<br />

waar<strong>van</strong> er drie (twee levenloos) waren overleden. De sexratio,<br />

dat is <strong>het</strong> aantal mannen op <strong>het</strong> aantal vrouwen,<br />

bedraagt ruim twee mannen op één vrouw. Derhalve, als men<br />

tabel 4 in ogenschouw neemt, mag geconcludeerd worden dat er<br />

bij de deze groep arbeidsmigranten over de gehele linie naar<br />

leeftijd bezien, sprake was <strong>van</strong> een mannenoverschot. Ook hier<br />

geldt dat de plantage-eigenaren er bewust meer mannen dan<br />

vrouwen aanvoerden, <strong>het</strong>geen dat niet verwonderlijk was, want<br />

zij hadden meer behoefte aan mannelijke arbeiders voor de<br />

plantage arbeid. <strong>Bij</strong> de hogere leeftijdsgroepen was, zoals<br />

eerder reeds gezegd, <strong>het</strong> aantal mannen per vrouw nog groter.<br />

<strong>Bij</strong> de leeftijdsgroep 25-29 jaar, bedroeg dit aantal 5 mannen<br />

op een vrouw. <strong>Bij</strong> de leeftijdsgroep 30-34 jaar was de sexratio<br />

<strong>het</strong> hoogst, namelijk 6,6 op 1. Daarna zakte deze<br />

verhoudingsgetallen en bij nog de wat hogere leeftijden kwam<br />

<strong>het</strong> getal op een gelijke niveau uit.<br />

De vrouwen waren gemiddeld jonger dan de mannen. De gemiddelde<br />

leeftijd bij de mannen was 24,6 jaar en 22,5 bij vrouwen.<br />

Tabel 4 geeft een beeld <strong>van</strong> de verdeling naar geslacht en<br />

leeftijd <strong>van</strong> de contractanten. Vergeleken met de eerste 94<br />

Javaanse contractanten waren de mannen relatief ouder (25,3<br />

jaar) en de vrouwen jonger (22,2 jaar).<br />

Elke contractant werd bij aankomst ook nauwkeurig beschreven<br />

aan de hand <strong>van</strong> markante herkenningstekens die op <strong>het</strong> hele<br />

lichaam te zien waren. Deze beschrijvingen <strong>van</strong> persoonlijke<br />

aard staan ook over <strong>het</strong> algemeen ver af <strong>van</strong> de medische<br />

omstandigheden <strong>van</strong> die persoon. Het doel <strong>van</strong> deze nauwkeurige<br />

observatie <strong>van</strong> de contractanten is voor de schrijver ook niet<br />

duidelijk geworden. Mogelijkerwijs was deze nauwkeurige<br />

observatie er voor bedoeld om een soort vingerafdruk <strong>van</strong> een<br />

contractant te bezitten. Dit kan eventueel nodig zijn als de<br />

contractanten tijdens <strong>het</strong> contractperiode ongeoorloofd<br />

verzuimden. Het ongeoorloofd verzuimen werd met een militaire<br />

term “deserteren” aangeduid. Zo kon waarschijnlijk een<br />

opgepakte contractant-deserteur aan de hand <strong>van</strong> de beschreven<br />

littekens sneller worden opgepakt. De beschrijving <strong>van</strong> de<br />

herkenningstekens is soms zodanig nauwkeurig “mensonterend”<br />

dat tekens die op geslachtdelen staan ook opgeschreven werden.<br />

<strong>Bij</strong>na 77% <strong>van</strong> de vrouwen vertoont geen herkenningstekens op<br />

<strong>het</strong> lichaam. <strong>Bij</strong> mannen bedroeg dat percentage ongeveer 43%.<br />

29% <strong>van</strong> de mannen hadden een litteken op <strong>het</strong> lichaam. <strong>Bij</strong><br />

vrouwen bedroeg dit percentage ongeveer 4%. Meer dan 10% <strong>van</strong><br />

de mannen en bijna 8% <strong>van</strong> de vrouwen had een moedervlek. Iets<br />

meer dan 6% <strong>van</strong> de mannen en ongeveer 5% <strong>van</strong> de vrouwen ziet<br />

er pokdalig uit. Ook kwam <strong>het</strong> bij mannelijke en vrouwelijke<br />

contractanten voor dat ze gehandicapt waren aan hun ogen<br />

26


“bidjil”, of wratten “andeng andeng” hadden op <strong>het</strong> lichaam.<br />

Contractanten met tatoeages kwamen ook voor.<br />

Tabel 4: Javaanse contractarbeiders naar geslacht een leeftijd<br />

Leeftijd Mannen % Vrouwen % Totaal % sex ratio<br />

per 1000<br />

0 - 4 jaar 3 0,8 6 3,7 9 1,6 500<br />

5 - 9 jaar 5 1,3 3 1,8 8 1,4 1667<br />

10 - 14 jaar 0 4 2,5 4 0,7 0<br />

15 - 19 jaar 41 10,4 21 12,9 62 11,2 1952<br />

20 - 24 jaar 139 35,4 75 46 214 38,5 1853<br />

25 - 29 jaar 111 28,2 23 14,1 134 24,1 4826<br />

30 - 34 jaar 66 16,8 10 6,1 76 13,7 6600<br />

35 - 39 jaar 14 3,6 11 6,7 25 4,5 1273<br />

40 - 44 jaar 6 1,5 3 1,8 9 1,6 2000<br />

45 jaar en ouder 3 0,8 3 1,8 6 1,1 1000<br />

onbekend 5 1,3 4 2,5 9 1,6 1250<br />

Totaal 393 100 163 100 556 100 2411<br />

5.2 Samenstelling <strong>van</strong> huishoudens (gezinnen/echtparen)<br />

<strong>Bij</strong>na een kwart <strong>van</strong> de 556 mannen en vrouwen hadden bij<br />

aankomst een relationele status. Naar sexe bezien waren er<br />

slechts 17% <strong>van</strong> de 393 mannen gehuwd of vormden een<br />

samenlevingsverband. <strong>Bij</strong> de vrouwen was <strong>het</strong> percentage wat<br />

hoger, namelijk 41%. Het lage aantal gehuwden komt ook door<br />

dat de wervers geen gehuwden met kinderen werven omdat de kans<br />

zeer groot is dat een <strong>van</strong> hen wordt afgekeurd. De lasten <strong>van</strong><br />

een afgekeurde contractant komt namelijk ten laste <strong>van</strong> de<br />

werver. Ook was voor gehuwden <strong>het</strong> animo zeer gering om voor<br />

<strong>Suriname</strong> te kiezen, omdat zowel man de als de vrouw een<br />

contract moeten sluiten 9 . Vooral voor gehuwde echtparen met<br />

kinderen is <strong>het</strong> begrijpelijk als men in <strong>het</strong> achterhoofd de<br />

vraag stelt wie voor de kinderen zou zorgen.<br />

De gemiddelde leeftijd bij de gehuwde mannen is 26,1 jaar en<br />

21,5 bij vrouwen. Tabel 5 geeft een inzicht in de<br />

huishoudsamenstelling <strong>van</strong> de aangevoerde contractanten. <strong>Bij</strong><br />

deze groep contractanten waren er een aantal families bij met<br />

eenouder gezinnen (vader of moeder aan <strong>het</strong> hoofd <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

gezin).<br />

9 De betovering verbroken, Rosemarijn Hoefte<br />

27


Tabel 5: Javaanse contractarbeiders naar huwelijkse status<br />

huwelijkse status Totaal<br />

geslacht ongehuwd gehuwd % aantal<br />

% aantal % aantal<br />

mannen 83,2 327 16,8 66 100,0 393<br />

vrouwen 59,5 97 40,5 66 100,0 163<br />

Totaal 76,3 424 23,7 132 100,0 556<br />

Tabel 6 geeft een inzicht in de leeftijdsverdeling <strong>van</strong> de<br />

gehuwde contractanten. De gehuwde vrouwen waren ook jonger dan<br />

mannen. De gemiddelde leeftijd bij de mannen was 26,1 jaar en<br />

21,5 bij vrouwen.<br />

Tabel 6: Gehuwde contractanten naar leeftijd en geslacht<br />

Leeftijd bij aankomst mannen vrouwen Totaal<br />

% aantal % aantal % aantal<br />

15 - 19 jaar 4,5 3 9,1 6 6,8 9<br />

20 - 24 jaar 40,9 27 43,9 29 42,4 56<br />

25 - 29 jaar 31,8 21 24,2 16 28,0 37<br />

30 - 34 jaar 12,1 8 7,6 5 9,8 13<br />

35 - 39 jaar 7,6 5 10,6 7 9,1 12<br />

40 - 44 jaar 3,0 2 1,5 1 2,3 3<br />

45 jaar en ouder 3,0 2 1,5 2<br />

Totaal 100,0 66 100,0 66 100,0 132<br />

6. Overleden contractarbeiders<br />

Van de 614 10 Javaanse contractanten die op 29 april 1894 uit<br />

Indonesië vertrokken waren er uiteindelijk 582 11 levend maar<br />

sommigen ernstig ziek in <strong>Suriname</strong> aangekomen. Dat betekent dat<br />

32 contractanten tijdens de zeereis overleden waren. Binnen<br />

een week na aankomst stierven er nog eens 33 contractanten aan<br />

de gevolgen <strong>van</strong> de zeereis. Hierdoor kwam <strong>het</strong> totale aantal<br />

sterftegevallen op 64 uit, dat betekent een sterftecijfer of<br />

verliescijfer <strong>van</strong> 11%. De slechte hygiënische situatie aan<br />

boord en <strong>het</strong> te tjokvolle schip waren, naar mag worden<br />

aangenomen, de oorzaak <strong>van</strong> dit hoge sterftecijfer. De<br />

Nederlandse regering gelastte een onderzoek naar deze<br />

gebeurtenis. Daarbij kwam aan <strong>het</strong> licht dat deze Javaanse<br />

contractanten al voor <strong>het</strong> vertrek ongeveer 9,5 maand onder de<br />

meest ongezonde omstandigheden in depots hadden vastgezeten.<br />

Mede door die situatie gingen velen waarschijnlijk verzwakt<br />

aan boord <strong>van</strong> de ss Voorwaarts. Dat verergerde zich echter aan<br />

10 Het aantal contractanten wordt gelijk gehouden met Koloniaal verslag 1894, Ismael en Hoefte<br />

11 De betovering verbroken, Rosemarijn Hoefte<br />

28


oord, doordat ze naar eveneens bleken uit <strong>het</strong> verslag <strong>van</strong><br />

Vleuten, ook bedorven voedsel kregen te eten. Ook <strong>het</strong> feit dat<br />

er aan boord er een tekort aan drinkwater was ontstaan<br />

bevorderde de situatie niet. Het tekort aan drinkwater werd<br />

veroorzaakt doordat <strong>het</strong> in <strong>het</strong> schip aanwezige<br />

distilleerapparaat niet in gebruik werd genomen. De<br />

scheepsarts bleek onvoldoende zorg te kunnen bieden omdat er<br />

aanboord <strong>van</strong> <strong>het</strong> schip een te kort aan medicijnen was, en<br />

bleek daarnaast dat hij onvoldoende was opgeleid voor als<br />

scheepsarts. Ook Verder bleek dat hij de Javaanse taal niet<br />

beheerste.<br />

Eenmaal in <strong>Suriname</strong> aangekomen bleek gedurende <strong>het</strong> verloop <strong>van</strong><br />

1894 nog 8 mensen zijn gestorven. Hoewel slechts 2 <strong>van</strong> bij<br />

aankomst ziek waren geregistreerd, is zeker niet uit te<br />

sluiten dat een groter aantal <strong>van</strong> hen in <strong>het</strong> depot in<br />

Nederlands Oost-Indië of tijdens de reis een bepaalde ziekte<br />

op had gelopen. Deze 8 mensen zijn uiteindelijk gestorven, aan<br />

de gevolgen <strong>van</strong> beri beri, pericard, uitputting en aan bliksem<br />

inslag. Twee contractanten zijn in <strong>het</strong> depot in <strong>Suriname</strong> aan<br />

de gevolgen <strong>van</strong> de zeereis voor de toedeling aan de plantages<br />

gestorven. Binnen de eerste vijfjarige contractperiode<br />

stierven 38 (7%) <strong>van</strong> de 556 contractanten. De 30 anderen die<br />

in de eerste vijfjarige contractperiode stierven waren er 18<br />

mensen die overleden waren aan de gevolgen <strong>van</strong> dysenterie,<br />

abcipus, arkassis, debilita, diabetes, cycentri, longziekte,<br />

malaria, pneumonia, tuberculoze en uitputting. Ongeval en<br />

suïcide zijn de andere doodsoorzaken zoals o.a. kneuzing,<br />

ophanging, spoorwegongeval, door een vallende boom en<br />

verdrinking. Negen <strong>van</strong> deze 30 contractanten waren ziek bij<br />

aankomst.<br />

Binnen de daarop volgende contract periode stierven er nog 36<br />

contractanten, waar<strong>van</strong> er 8 ziek waren bij de aankomst in<br />

<strong>Suriname</strong>. De doodsoorzaken <strong>van</strong> de 13 contractanten met een<br />

bekende doodsoorzaak zijn zeer uiteenlopend, te weten: beri<br />

beri, beroerte, bloedvergiftiging, kraambed, leverziekte,<br />

malaria, nhepriti, syphillis. <strong>Bij</strong> één was, moord of doodslag<br />

de doodsoorzaak.<br />

Eenzijdige voeding kan leiden tot verzwakking <strong>van</strong> de<br />

gezondheidstoestand met als gevolg extra bevattelijkheid voor<br />

ziekten. Met als gevolg dat de contractant niet kan werken wat<br />

weer tot minder loon leidde en weer tot strenger dieet. Ook de<br />

hoogte <strong>van</strong> de lonen stammen af uit de tijd <strong>van</strong> de<br />

modelcontracten <strong>van</strong> de Brits-Indiërs, terwijl de Surinaamse<br />

prijzen <strong>van</strong> de kosten levensonderhoud over <strong>het</strong> algemeen, zijn<br />

gestegen. Daarnaast verschilt de voedingsgwoonten <strong>van</strong> de<br />

Javaan met die <strong>van</strong> de Brits-Indiërs. Voor de Javaan was de<br />

ont<strong>van</strong>gen lonen niet toereikend om zijn dagelijks bord rijst<br />

en wat hij vroeger gewend was te kunnen verschaffen. Over de<br />

29


eenzijdige voeding <strong>van</strong> de Ja<strong>van</strong>en heeft Van Vleuten bij <strong>het</strong><br />

onderzoek naar de toestand <strong>van</strong> Javaanse contractarbeiders in<br />

<strong>Suriname</strong> er gerapporteerd. Hij schreef …<br />

Waarschijnlijk was de druk heel groot op de contractant om<br />

snel geld te vergaren om zo vermogend mogelijk naar Nederlands<br />

Oost Indië terug te kunnen keren. Maar te weinig geld om<br />

gezond voedsel te kunnen kopen was mogelijk ook een reden. <strong>Bij</strong><br />

een aantal overleden contractanten <strong>van</strong> de ss Voorwaarts werd<br />

als doodsoorzaak op <strong>het</strong> overlijdensattest vermeldt “overleden<br />

door uitputting”.<br />

De plantage arbeid is zeer zwaar en ook de<br />

arbeidsomstandigheden waren zeer slecht, voor deze <strong>van</strong><br />

oorsprong kleine landbouwers, maar aan de ziekte beelden te<br />

zien kan niet geconcludeerd worden dat ze overleden zijn aan<br />

de gevolgen <strong>van</strong> de zware plantagearbeid.<br />

Tabel 7: Overleden contractanten binnen 10 jaar<br />

na een geslacht totaal<br />

verblijf mannen vrouwen aantal rij % kol%<br />

<strong>van</strong> aantal rij % kol% aantal rij % kol%<br />

=


Minder dan een derde (30%) <strong>van</strong> de contractanten verlengden hun<br />

contract met nog vijf jaar. Ongeveer 7 % verlengden na afloop<br />

<strong>van</strong> de eerste verlenging <strong>het</strong> contract wederom met vijf jaren<br />

bij. 56 contactanten tekenden tussen 3 tot 5 keer bij. Slechts<br />

31 (5,6%) contractanten hebben hun contract met 6 of meer keer<br />

verlengd. Tabel 8 geeft inzicht in de gesloten<br />

vervolgcontracten.<br />

Tabel 8: gesloten hercontracten<br />

Hercontracten geslacht totaal<br />

mannen vrouwen aantal %<br />

aantal % aantal %<br />

0 keer 134 34,1 131 80,4 265 47,7<br />

1 keer 145 36,9 22 13,5 167 30,0<br />

2 keer 32 8,1 5 3,1 37 6,7<br />

3-5 keer 52 13,2 4 2,5 56 10,1<br />

6 en meer 30 7,6 1 0,6 31 5,6<br />

Totaal 393 100,0 163 100,0 556 100,0<br />

Het overgrote deel <strong>van</strong> de contractanten sloot de hercontracten<br />

met plantage Mariënburg en Zoelen en Voorburg. De rest <strong>van</strong> de<br />

contractanten werkte voor verschillende plantages, te weten:<br />

Pietersbug, Kronenburg, Guadeloupe, Ouderzorg, Jagtlust,<br />

Dordrecht, Peperpot, Schoonoord, Waterloo, Nursey Hazard,<br />

Worsteling, Barbara, Caledonia, Gelderland, Johanna Catherina,<br />

Lielendaal, Nieuw Clarenbeek, Lust en Rust, Zorg en Hoop, Mon<br />

Tresor, Spieringshoek, Vredenbug, Katwijk, Rust en Werk,<br />

Johanesburg, Nieuw Grond, Dankbaarheid, Meerzorg, Killenstein,<br />

Morgenstond, Mon Souci, Uitkijkt, Susanna’sdaal, Maasstroom,<br />

Vertrouwen, Mariënbosch, Leonsberg, Brouwerslust, Petersburg,<br />

Nijd en Spijt, Maretraite, Boxel, Mon Plaisir, Frederiksdorp,<br />

Berlijn, Fredericsgift, Margarethasgift .<br />

Tabel 9 geeft een geeft antwoord op de vraag hoeveel<br />

contractanten per plantage (opnieuw) contractanten werden<br />

afgesloten. Let wel her-contracten behoeven niet te zijn<br />

afgesloten met de plantage-eigenaren waar de her-contractanten<br />

voor de eerste keer waren ingedeeld.<br />

31


Tabel 9: Contractanten naar aantal contracten per plantage<br />

Plantage aantal hercontracten totaal<br />

0 keer 1 keer 2 keer 3-5 keer 6 en meer aantal<br />

1 Berlijn (Ben.Cottica) 10 11 2 2 2 27<br />

2 Boxel (Bov.Para) 4 6 1 4 1 16<br />

3 Clevia 8 2 2 3 15<br />

4 Constantia 4 4 2 1 1 12<br />

5 Dordrecht 3 5 2 1 11<br />

6 Geyersvlijt (Ben. <strong>Suriname</strong>) 4 3 1 2 10<br />

7 Johannesburg (Ben Commewijne) 4 1 1 6<br />

8 La Liberte 7 2 3 6 2 20<br />

9 Leliendaal & Ellen 3 1 3 1 8<br />

10 Leonsberg 2 2<br />

11 Lust & Rust (Ben. <strong>Suriname</strong>) 5 2 1 8<br />

12 Ma Retraite (Ben. <strong>Suriname</strong>) 2 2 4<br />

13 Margarethas-gift 4 3 2 1 10<br />

14 Marienbosch 3 5 2 1 1 12<br />

15 Marienburg 39 13 2 3 6 63<br />

16 Mon Tresor ( Ben. Commewijne) 8 5 1 14<br />

17 Nieuw Grond (Ben.Commewijne) 6 2 2 1 11<br />

18 Petersburg (Bov. <strong>Suriname</strong>) 5 4 2 2 13<br />

19 Rust en Werk 20 11 1 3 35<br />

20 Sorgvliet (Ben Commewijne) 5 9 2 2 18<br />

21 Spieringshoek 6 4 10<br />

22 Vertrouwen, Ben. Commewijne 5 4 3 12<br />

23 Voorburg 14 12 4 4 1 35<br />

24 Vriendbeleid en Ouderzorg 4 4 1 9<br />

25 Waterloo, Nursery en Hazard 1 1<br />

26 Wederzorg (Ben. Commewijne) 6 5 2 2 15<br />

27 Zoelen ( Ben.Commewijne) 82 47 10 13 3 155<br />

Onbekend 3 1 4<br />

Totaal 265 167 37 56 31 556<br />

In tabel 10 wordt een overzicht gegeven <strong>van</strong> <strong>het</strong> totaal aantal<br />

contract jaren. Gemiddeld hebben de ? contract-immigranten ?<br />

jaar voor de plantage eigenaren arbeid verricht. De gemiddelde<br />

contractduur bij de mannen was 11,6 jaar en bij de vrouwen 8<br />

jaar.<br />

32


Tabel 10: Contractanten naar aantal contract jaren<br />

aantal geslacht totaal<br />

contract jaren mannen vrouwen aantal %<br />

aantal % aantal %<br />

geen herc 135 34,4 130 79,8 265,0 48<br />

5 jaar 152 38,7 27 16,6 179,0 32<br />

10 jaar 48 12,2 3 1,8 51,0 9<br />

11 - 15 jaar 28 7,1 2 1,2 30,0 5<br />

16 - 20 jaar 12 3,1 1 0,6 13,0 2<br />

21 - 29 jaar 18 4,6 18,0 3<br />

Totaal 393 100,0 163 100,0 556,0 100<br />

Tabel 11 geeft een overzicht <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal gesloten<br />

contractjaren. Let wel: opnieuw geldt dat contracten niet<br />

behoeven te zijn gesloten met de plantage waar de<br />

contractanten voor de eerste keer waren ingedeeld.<br />

Tabel 11: Contractanten naar aantal contractjaren en plantage<br />

Plantage contractjaren totaal<br />

geen herc 5 jaar 10 jaar 11-15 jaar 16-20 jaar 21-29 jaar aantal<br />

1 Berlijn (Ben.Cottica) 10 12 3 2 27<br />

2 Boxel (Bov.Para) 4 8 2 1 1 16<br />

3 Clevia 8 2 1 2 1 1 15<br />

4 Constantia 4 4 3 1 12<br />

5 Dordrecht 3 7 1 11<br />

6 Geyersvlijt (Ben. <strong>Suriname</strong>) 4 3 1 1 1 10<br />

7 Johannesburg (Ben Commewijne) 4 1 1 6<br />

8 La Liberte 7 3 5 4 1 20<br />

9 Leliendaal & Ellen 3 1 2 1 1 8<br />

10 Leonsberg 2 2<br />

11 Lust & Rust (Ben. <strong>Suriname</strong>) 5 2 1 8<br />

12 Ma Retraite (Ben. <strong>Suriname</strong>) 2 2 4<br />

13 Margarethas-gift 4 3 1 1 1 10<br />

14 Marienbosch 3 6 1 1 1 12<br />

15 Marienburg 39 14 3 1 4 2 63<br />

16 Mon Tresor ( Ben. Commewijne) 8 5 1 14<br />

17 Nieuw Grond (Ben.Commewijne) 6 2 3 11<br />

18 Petersburg (Bov. <strong>Suriname</strong>) 5 4 2 2 13<br />

19 Rust en Werk 20 11 1 2 1 35<br />

20 Sorgvliet (Ben Commewijne) 5 9 1 1 2 18<br />

21 Spieringshoek 6 4 10<br />

22 Vertrouwen, Ben. Commewijne 4 5 3 12<br />

23 Voorburg 15 14 4 1 1 35<br />

24 Vriendbeleid en Ouderzorg 4 4 1 9<br />

25 Waterloo, Nursery en Hazard 1 1<br />

26 Wederzorg (Ben. Commewijne) 6 5 2 2 15<br />

27 Zoelen ( Ben.Commewijne) 82 47 14 7 2 3 155<br />

Onbekend 3 1 4<br />

Totaal 265 179 51 30 13 18 556<br />

33


8. Het wonen, werken en leven in <strong>Suriname</strong><br />

8.0 Op verschillende Plantage te werk gezet<br />

De met de ss Voorwaarts uit Oost-Indië getransporteerde en<br />

gecontracteerde Ja<strong>van</strong>en werden in <strong>Suriname</strong> verspreid over 27<br />

plantages in verschillende districten. Deze plantages<br />

verbouwden suiker, cacao, koffie of een gemengde aanplant.<br />

Foto 9: Sinaasappelboom<br />

8.1 Het wonen<br />

Copyright: E.R.Pawirodikromo, 2003<br />

De arbeidscontractanten werden op de plantages gehuisvest in<br />

houten arbeiders woningen (barakken). Deze barakken zijn nog<br />

te vinden op Mariënburg, Zoelen en op Belwaarde. De<br />

huisvesting werd door de plantages gratis beschikbaar gesteld.<br />

Er waren op de plantages twee typen woningen, de zogenaamde<br />

blokwoningen en kampwoningen. Het wat oudere type woningen<br />

stamde uit de slaventijd. De wat oudere arbeiderswoningen<br />

bleken wat ruimer te zijn dan de nieuwe woningen. In sommige<br />

plantages werden de contractanten in vrijstaande kampwoningen<br />

gehuisvest. Dit zijn de in de volksmond zogenaamde “pina<br />

hutten”. Van de pinaboom gebruikte men de pinabladeren voor de<br />

dakdekking en voor windveer “alon alon of iringan”. De<br />

boomstam diende na verwerkt te zijn tot “plupuh of plasara”<br />

voor de wand afwerking “gedek” of de gordingen. Voor de<br />

slaapkamer werd <strong>van</strong> de plupuh ook een bed “amben perturon of<br />

34


pangonan turuh” gemaakt. In de woonkamer maakte men een<br />

zitplaats “de amben” <strong>van</strong> plupuh. Naast de pinaboom werd bamboe<br />

en bamban “mischien wat <strong>van</strong> Vleuten palisaden noemt” gebruikt.<br />

De bamban werd na verwerking tot “kepang” gebruikt voor de<br />

verfijnde binnenhuisafwerking. Door de verwerkte bamban op een<br />

bepaalde manier te vlechten “di nam” (voorbeeld omgekeerd<br />

vlechten) ontstonden regelmatig repeterende wiskundige<br />

patronen die contrasteren in kleur schakeringen. De Javaanse<br />

contractanten gaven de voorkeur aan deze kampwoningen 12 .<br />

De kampwoningen genoten onder de contractanten de voorkeur<br />

boven de blokwoningen omdat die koeler waren en meer privacy<br />

boden. Bovendien was rondom een dergelijke kampwoning meer<br />

grond beschikbaar voor een groente tuin of <strong>het</strong> beoefenen <strong>van</strong><br />

veeteelt.<br />

Foto 10: Bamboe<br />

12 De betovering verbroken, Rosemarijn Hoefte<br />

Copyright: E.R.Pawirodikromo, 2003<br />

35


Foto 11:Een kamp met pinabladeren<br />

Copyright: E.R.Pawirodikromo, 2003<br />

Foto 12: Een Pinaboom<br />

Copyright: E.R.Pawirodikromo, 2003<br />

36


8.2 Het werken<br />

8.2.1 Op een riet plantage<br />

Op <strong>het</strong> suikerrietveld bestonden de werkzaamheden <strong>van</strong> de mannen<br />

uit <strong>het</strong> kappen <strong>van</strong> rietstengel, <strong>het</strong> in een bangal (een twee Yvormige<br />

<strong>van</strong> een houtentak of boompje aan elkaar gekruist<br />

hulpmiddel die vol beladen met rietstengels op de nek wordt<br />

gedragen) versjouwen <strong>van</strong> suikerrietstengels naar de<br />

vrachttrein en <strong>het</strong> laden <strong>van</strong> <strong>het</strong> suikerriet in de treinwagons.<br />

Anderen waren werkzaam in de fabriek. Wie de bangal als<br />

versjouwmiddel <strong>van</strong> rietstengel heeft bedacht is niet bekend.<br />

Een contractant met rietstengels volgeladen een bangal<br />

Bron: Riwayat, mei 1987<br />

De vrouwen en kinderen hadden als taak <strong>het</strong> beladen <strong>van</strong> de<br />

treinenwagons. Het beladen <strong>van</strong> de treinwagons geschiedde als<br />

volgt: Een vrouw of kind staat op de treinwagon en de anderen<br />

reiken de suikerrietstengel aan en vervolgens wordt de<br />

suikerrietstengel dwars in de treinwagons opgestapeld. Later,<br />

toen de vrouwen en kinderen niet meer op <strong>het</strong> veld gingen<br />

werken bedachten ze een soort loopbrug naar de wagons. De<br />

contractarbeiders werkten zes dagen in de week. Zaterdag is<br />

een belangrijke dag voor mannen, vrouwen en kinderen, want <strong>het</strong><br />

is betaaldag en dat vindt plaats op <strong>het</strong> plein <strong>van</strong> <strong>het</strong> kantoor<br />

<strong>van</strong> de suikeronderneming.<br />

37


8.2.2 Op een koffieplantage<br />

Op de koffie plantages bestonden de werkzaamheden <strong>van</strong> de<br />

contractanten uit <strong>het</strong> maaien <strong>van</strong> de bedden waar de koffiebomen<br />

staan, <strong>het</strong> schoonhouden (vrij <strong>van</strong> wied) <strong>van</strong> de<br />

afwateringkanalen, <strong>het</strong> oogsten <strong>van</strong> koffiebonen, <strong>het</strong> met een<br />

boot via de afwateringskanalen transporteren <strong>van</strong> onverwerkte<br />

koffie bonen, in de fabriek <strong>het</strong> afpellen <strong>van</strong> de schil <strong>van</strong> de<br />

bonen, en <strong>het</strong> drogen <strong>van</strong> de bonen. <strong>Bij</strong> <strong>het</strong> oogsten <strong>van</strong> de<br />

koffiebonen gebruikten ze gembolan en een zelf <strong>van</strong> bamboehout<br />

gemaakte ladder. De ladder werd tegen de koffieboom geplaatst<br />

en de geplukte koffiebonen werden in de gembolan gestopt tot<br />

de gembolan volloopt. De koffiebonen werden in een jutezak of<br />

een katoenen zak overgeheveld. Een volle jutezak <strong>van</strong> plusminus<br />

100 kg inhoud werd door de Javaanse contractanten “sah<br />

bondo=wat een bundel betekent” genoemd.<br />

8.2.3 Op een cacaoplantage<br />

Op de cacao plantages bestonden de werkzaamheden <strong>van</strong> de<br />

contractanten uit <strong>het</strong> maaien <strong>van</strong> de bedden waar de cacaobomen<br />

staan, <strong>het</strong> schoonhouden (vrij <strong>van</strong> wied) <strong>van</strong> de<br />

afwateringkanalen, <strong>het</strong> oogsten <strong>van</strong> cacaovruchten, uit de<br />

cacaovruchten cacaobonen afhalen door eerst de cacaovrucht in<br />

twee helften te delen, en <strong>het</strong> drogen <strong>van</strong> de bonen.<br />

8.3 Het leven<br />

De ervaringen <strong>van</strong> <strong>het</strong> verblijf in <strong>Suriname</strong> waren voor iedere<br />

contractant anders dan ze in eerste instantie hadden gedacht,<br />

namelijk “veel geld vergaren”. Voor velen is de stap om naar<br />

<strong>Suriname</strong> te gaan waarschijnlijk een desillusie geworden. De<br />

Javaanse gemeenschap in de diaspora ontwikkelden een andere<br />

levenshouding in vergelijking met <strong>het</strong> thuisland. Door <strong>het</strong> feit<br />

dat er een overschot aan mannen was hielden de vrouwen er<br />

waarschijnlijk verschillende mannen op na. Velen raakten<br />

gokverslaafd, waardoor menigeen langer dan noodzakelijk in<br />

<strong>Suriname</strong> bleven of uiteindelijk ook noodgedwongen voor altijd<br />

zijn gebleven. Een aantal <strong>van</strong> hen aanvaarde na <strong>het</strong> contract<br />

grond <strong>van</strong> de overheid en oefende <strong>het</strong> beroep <strong>van</strong> zelfstandige<br />

landbouwer uit.<br />

Uit de overlijdensoorzaken <strong>van</strong> sommigen blijkt dat de<br />

levensomstandigheden slecht gesteld waren, want een aantal <strong>van</strong><br />

hen stierven aan de gevolgen <strong>van</strong> ondervoeding. Eenzijdige<br />

voeding kan hier<strong>van</strong> de oorzaak zijn geweest, maar mogelijk lag<br />

<strong>het</strong> ook aan de slechte arbeidsomstandigden.<br />

Opvallend is dat er in de groep <strong>van</strong> minder dan 600<br />

contractanten enkele suïcide gevallen plaatsvonden. Kwam dit<br />

doordat deze mensen spijt <strong>van</strong> hun avontuur kregen of speelden<br />

38


heimwee naar achtergelaten families een grote rol ? Of dat ze<br />

<strong>het</strong> idee hebben opgevat dat ze waarschijnlijk hun<br />

achtergelaten familie nooit meer zouden terugzien? Ook moord<br />

en doodslag kwamen voor. Volgens Van Vleuten (Rosemarijn<br />

Hoefte, 1990: 8) wordt voor moord of doodslag in de regel<br />

jaloezie<br />

als oorzaak aangewezen.<br />

8.3.1 Kinderen afstaan<br />

In <strong>Suriname</strong> was onder de overige bevolkingsgroepen <strong>het</strong> beeld<br />

ontstaan dat de Ja<strong>van</strong>en gemakkelijk hun kinderen afstonden.<br />

Het is niet duidelijk of <strong>het</strong> <strong>van</strong> afstaan <strong>van</strong> kinderen toen ook<br />

in Oost-Indië gangbaar was. Het afstaan <strong>van</strong> kinderen kan veel<br />

oorzaken hebben gehad. Ten eerste dat de contractanten zelf<br />

geen kinderen hebben of kunnen krijgen. De achtergrond<br />

gedachte <strong>van</strong> de adoptieve contractant is <strong>het</strong> feit dat er voor<br />

hen een verzorgende is op <strong>het</strong> moment dat ze bejaard of hulp<br />

behoevend worden. Ten tweede <strong>het</strong> verlangen om een meisje of<br />

een jongen in gezinnen waar alleen de kinderen jongens of<br />

meisjes bestaan. In die gevallen werd <strong>het</strong> geadopteerde meisje<br />

of jongen gezien als <strong>het</strong> complementeren <strong>van</strong> dat gezin.<br />

De nuance <strong>van</strong> de in de koloniale tijd gehanteerde term adoptie<br />

of afstaan ligt waarschijnlijk in <strong>het</strong> feit dat bij adoptie in<br />

de regel een alimentatie <strong>van</strong> overheidswege aan de verzorgende<br />

ouders werd verleend. Daarbij verleent de AG ook toestemming.<br />

De term afstaan heeft betrekking op vrijwilligheid <strong>van</strong> de<br />

afgevende en op <strong>het</strong> feit dat de alimentatie niet aan de orde<br />

kwam.<br />

Zeven kinderen werden om verschillende redenen door hun ouders<br />

of verzorgers ter adoptie gegeven of afgestaan.<br />

39


Kader 1: Afstaan <strong>van</strong> kinderen<br />

CCode Reden afstaan of verzorging<br />

W26 adoptie Aliakmat adopteerde Fortina Aminem geboren op 28 augustus 1924<br />

in verband met <strong>het</strong> overlijden <strong>van</strong> haar moeder Bok Djojodikromo<br />

dit met voorkennis <strong>van</strong> de AG. Aliakmat ont<strong>van</strong>gt geen<br />

alimentatie.<br />

W48 adoptie Bok Saikem heeft met toestemming <strong>van</strong> de AG belast met de<br />

verzorging <strong>van</strong> <strong>het</strong> weeskind Wakio (W554). Eerst was hij door<br />

Djowikromo W46 ter verzorging gegeven. Djowikromo ziet per 5<br />

juli 1899 af <strong>van</strong> de verdere verzorging <strong>van</strong> Wakio. Wakios moeder<br />

overleed aan de gevolgen <strong>van</strong> de reis<br />

W50 adoptie Waarschijnlijk wegens de ziekte <strong>van</strong> Oentong zoon <strong>van</strong> Bok<br />

Wongsodikromo (LL247) wordt hij afgestaan aan Karta W50.<br />

Oentong lijdt waarschijnlijk aan lepra, want hij is opgenomen<br />

op Chattillon.<br />

W59 afstaan Wagiman geboren op 14 mei 1899 zoon <strong>van</strong> Bok Senen is aan de<br />

natuurlijke vader de heer Todikromo W69 ter verzorging<br />

afgestaan. Bok Senen is op 5 oktober 1900 aan de gevolgen <strong>van</strong><br />

Nhepritis Chronxa overleden.<br />

W280 afstaan Staat haar derde kind Rokani geboren op 12 augustus 1899 af aan<br />

de tolk M.H.Nahar<br />

W339 adoptie De heer Djiman (w339) heeft Saimin is met toestemming <strong>van</strong> de<br />

natuurlijke vader in verband <strong>van</strong> <strong>het</strong> overlijden <strong>van</strong> zijn moeder<br />

KK546 geadopteerd. Djiman adopteerde Saimin met de voorwaarde<br />

dat hij afziet <strong>van</strong> alimentatie<br />

W521 afstaan Wegens haar vertrek naar Indonesië op 21 mei 1906 met de Prins<br />

Maurits heeft zij haar dochter genaamd Jacqelinge geboren op 14<br />

augustus 1895 afgestaan aan BA Samuels. Volgens mededeling <strong>van</strong><br />

Bok Wongsosemito is BA Samuels de natuurlijk vader <strong>van</strong> haar<br />

dochter. Jacqeline heeft <strong>het</strong> geslachtnaam Samuel aangenomen.<br />

8.3.2 Deserteren<br />

Drie mannen en één vrouw hebben tijdens <strong>het</strong> contract of<br />

verlengde contractperiode onwettig verzuimd “gedeserteerd”.<br />

Twee daar<strong>van</strong> werden gesanctioneerd.<br />

Kader 2: Deserteren<br />

Ccode sexe Reden<br />

W14 man Gedeserteerd voor meer dan 3 maanden 31 december 1900<br />

W224 man Gedeserteerd in december 1898<br />

W290 man Gedeserteerd 5 december 1915<br />

W460 vrouw Geserteerd en contract met 102 dagen verlengd <strong>van</strong>af 13 april<br />

1926<br />

8.3.3 Boniface<br />

In totaal zijn 24 contractanten ( 19 mannen en 5 vrouwen) naar<br />

de inrichting Bonifase gestuurd. Vijf contractanten zijn<br />

afkomstig uit de plantage Zoelen, twee uit Marienburg, drie<br />

uit Dordrecht en drie uit Peterburg. Vijf <strong>van</strong> de 24 kwamen in<br />

aanraking met justitie, twee mannen en drie vrouwen. Vijf<br />

mannelijke contractanten die waren opgenomen zijn naar Oost-<br />

Indië teruggekeerd.<br />

40


Kader 3: Bonifase<br />

Ccode sexe Leeftijd<br />

bij<br />

Reden en wanneer<br />

W22 man<br />

opname<br />

24 Krankzinnig verklaard op 1 september 1899<br />

W41 man 60 Op 18 oktober 1934 opgenomen, en op eigen verzoek op 5<br />

november ontslagen<br />

W66 man 65 Op 12 juli 1935 opgenomen en is per 29 april 1937<br />

ontstagen wegens <strong>het</strong> weglopen. Op<br />

W168 man 58 Vertrek naar Indonesië en heeft zicht voor <strong>het</strong> vertrek op<br />

Landsgrond ingeschreven.<br />

W197 vrouw 62 Opgenomen op Landsgrond op 11 januari 1924 en ontslagen op<br />

25 januari 1924. Op 30 januari 1936 wederom opgenomen in<br />

slandsgrond Bonifaces en op 30 april <strong>van</strong> dat jaar<br />

ontslagen.<br />

W214 man 61 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 12<br />

december 1925.<br />

W222 man 73 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 29 april<br />

1937.<br />

W225 man 62 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 4 april<br />

1940.<br />

W291 vrouw Onbekend Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface.<br />

W306 man 56 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 6 april<br />

1927.<br />

W329 man 60 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 1<br />

februari 1924.<br />

W381 man 63 Voor vertrek naar Indonesië in 1937 opgenomen in <strong>het</strong><br />

gesticht Landsgrond Boniface.<br />

W397 man 55 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 29 april<br />

1926.<br />

W430 vrouw 61 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 30<br />

augustus 1935.<br />

W431 man 71 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 19 mei<br />

1933. Naar Indonesië teruggekeerd.<br />

W432 vrouw 73 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 17 mei<br />

1947.<br />

W468 man 63 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 16 mei<br />

1935.<br />

W493 vrouw 58 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 1 juni<br />

1933.<br />

W501 man 58 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 21 juli<br />

1932.<br />

W511 man 29 Overleden in <strong>het</strong> krankzinnig gesticht op 24 maart 1899<br />

W513 man 60 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 11<br />

januari 1924.<br />

W517 man 69 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface op 11<br />

februari 1943.<br />

W529 man 59 Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Bonifaces op 7<br />

november 1935.<br />

W542 man onbekend Opgenomen in <strong>het</strong> gesticht Landsgrond Boniface. Overleden<br />

1927<br />

8.3.4 Justitiële Veroordelingen<br />

11 mannen en 2 vrouwen zijn in de loop <strong>van</strong> de tijd wegens<br />

verschillende vergrijpen veroordeeld. De meeste justitiële<br />

vergrijpen betreffen <strong>het</strong> plegen <strong>van</strong> diefstal. Daarnaast kwam<br />

desertie, oplichting en verkrachting voor.<br />

41


Kader 4: Veroordelingen<br />

Ccode feit Reden veroordeling<br />

W51 mishandeling <strong>Bij</strong> vonnis <strong>van</strong> H <strong>van</strong> J op 23 december 1896 terzake <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

moedwillig toebrengen <strong>van</strong> kwestsures veroordeeld tot een<br />

ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> 1 jaar met gedwongen te werkstelling en een<br />

geldboete <strong>van</strong> f8 of een dag ge<strong>van</strong>genis straf in de korte <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> geding f19,15.<br />

W84 diefstal <strong>Bij</strong> vonnis <strong>van</strong> <strong>het</strong> H <strong>van</strong> J op 20 mei 1896 veroordeeld ter zake<br />

<strong>van</strong> diefstal tot ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> 8 maanden met gedwongen<br />

tewerk stelling en in de kosten f 23,40<br />

W279 verkrachting <strong>Bij</strong> vonnis <strong>van</strong> <strong>het</strong> H <strong>van</strong> J op 16 februari 1898 ter zake <strong>van</strong><br />

aanranding der eerbaarheid volvoerd met geweld, veroordeelt tot<br />

een jaar ge<strong>van</strong>genisstraf met gedwongen te werksetting en in de<br />

kosten a f66,85 invorderbaar bij lijdwang.<br />

W290 desertie Contract verlengd wegens straf en desertie met 102 dagen in<br />

gaande 13 april 1926.<br />

W291 onbekend <strong>Bij</strong> vonnis <strong>van</strong> <strong>het</strong> H <strong>van</strong> J op 8 februari 1919 en veroordeeld<br />

tot een boete <strong>van</strong> f5<br />

W320 onbekend <strong>Bij</strong> vonnis <strong>van</strong> <strong>het</strong> H <strong>van</strong> J op 7 augustus 1901 en veroordeeld<br />

tot 1 jaar ge<strong>van</strong>genisstraf met bepaling buiten de ge<strong>van</strong>genis<br />

aan openbare werken te worden te werk gesteld.<br />

W323 onbekend <strong>Bij</strong> vonnis <strong>van</strong> <strong>het</strong> H <strong>van</strong> J op 7 augustus 1901 veroordeeld tot 1<br />

jaar ge<strong>van</strong>genisstraf met bepaling buiten de ge<strong>van</strong>genis aan<br />

openbare werken te worden te werk gesteld en in de kosten<br />

desnoods in vorderbare lijfsdwang.<br />

W404 Diefstal Terzake <strong>van</strong> diefstal veroordeeld bij vonnis <strong>van</strong> H en j op 11<br />

november 1896 tot een ge<strong>van</strong>genisstraf <strong>van</strong> 1 jaar en in de<br />

kosten <strong>van</strong> geding f 55,50 subsidu I dag ge<strong>van</strong>genisstraf.<br />

W415 (Poging tot)<br />

diefstal<br />

a)<strong>Bij</strong> vonnis <strong>van</strong> H en j op 2 juni 1897 terzake <strong>van</strong> poging tot<br />

diefstal gepleegd me buiten braak in een bewoond veroordeeld<br />

tot 6 maanden ge<strong>van</strong>genisstraf met bepaling bij buiten de<br />

ge<strong>van</strong>genis te worden te werk gesteld en in de kosten <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

geding f 31,90 desnoods invorderbaar bij lijfdwang.<br />

b) Wegens diefstal met buitenbraak veroordeeld bij vonnis <strong>van</strong><br />

29 september 1903 met 2 jaren ge<strong>van</strong>genisstraf met gedwongen<br />

tewerkstelling.<br />

c) Op 21 mei 1910 veroordeeld bij vonnis <strong>van</strong> J en J tot een<br />

ge<strong>van</strong>genis straf <strong>van</strong> 9 maanden wegens diefstal.<br />

W423 diefstal<br />

e) Wegens diefstal veroordeeld bij vonnis <strong>van</strong> H en J op 10 juni<br />

1910 gepleegd in een bewoond huis tot 1 jaar gedwongen te<br />

werkstelling.<br />

<strong>Bij</strong> vonnis <strong>van</strong> H en J op 16 november 1895 veroordeelt terzake<br />

<strong>van</strong> diefstal tot 2,5 jaren ge<strong>van</strong>genisstraf met gedwongen te<br />

werkstelling in de kosten <strong>van</strong> <strong>het</strong> geding ad f 12,45.<br />

W464 oplichting <strong>Bij</strong> vonnis <strong>van</strong> H en J op17 juli 1915 veroordeeld tot 1 maand<br />

wegens oplichting.<br />

W493 contractbreuk <strong>Bij</strong> vonnis <strong>van</strong> OOG op 12 augustus 1920 veroordeeld tot 2<br />

maanden hechtenis wegens <strong>het</strong> willen verlaten <strong>van</strong> de dienst.<br />

W513 diefstal Veroordeeld tot 2 jaar ge<strong>van</strong>genisstraf met bepaling bij buiten<br />

ge<strong>van</strong>genis aan openbare werken te worden tewerkgesteld terzake<br />

<strong>van</strong> diefstal met in klemming in een bewoond huis<br />

8.3.5 Gemengde huwelijken (“assimilatie <strong>proces</strong>”)<br />

Van overheidszijde werd verlangd dat de Javaanse contractanten<br />

assimileerden. Onder de Voorwaarts contractanten komen een<br />

aantal gemengde “huwelijken” voor (in concubine leven wat nu<br />

samenwonen betekent), maar dan alleen bij de vrouwelijke<br />

contractanten. <strong>Bij</strong> deze gemengde huwelijken namen de<br />

vrouwelijke Javaanse contractanten Chinese, Hindoestaanse of<br />

42


creoolse mannen. De keuze <strong>van</strong> de mannen heeft waarschijnlijk<br />

met raciale voorkeuren te maken. Ook de opzichters die in<br />

dienst zijn <strong>van</strong> <strong>het</strong> koloniale gouvernement onderhielden<br />

relaties met Javaanse vrouwelijke contractanten. Er waren te<br />

weinig vrouwen gecontracteerd met als gevolg dat <strong>het</strong> voor de<br />

Javaanse mannen contractanten nog moeilijker werd om een<br />

partner te vinden. De Javaanse mannen kregen hierdoor voor wat<br />

betreft <strong>het</strong> aangaan <strong>van</strong> een relatiesfeer enige concurrentie<br />

<strong>van</strong> mannen <strong>van</strong> andere bevolkingsgroepen.<br />

Kader 5: Case studie: Bok Wongsosemito<br />

Bok Wongsosemito met contract nummer W521 kwam met de Voorwaarts in 1894 op 20 jarige leeftijd<br />

in <strong>Suriname</strong> aan. Zij werd op de plantage Boxel ingedeeld en tewerk gesteld. Op de plantage<br />

Boxel waren S.A. Samuels en B.A. Samuels waarschijnlijk in dienst <strong>van</strong> <strong>het</strong> koloniale<br />

gouvernement als beheerders aangesteld. Bok Wongsosemito blijkt 3 kinderen te hebben: twee<br />

meisjes en een jongen. Een <strong>van</strong> de meisjes werd afgestaan aan B.A. Samuels die volgens Bok<br />

Wongsosemito de natuurlijk vaders is <strong>van</strong> dat meisje. Volgens de overlevering is zij bij haar<br />

vertrek in de kolonie achtergebleven. Op 21 mei 1906 is Bok Wongsosemito naar Indonesië<br />

vertrokken, waarschijnlijk met medeneming <strong>van</strong> de overige twee kinderen.<br />

43


Kader 6: Case studie: Tje Mail, waarschijnlijk de eerste<br />

Javaan met een Koninklijke onderscheiding<br />

Tje Mail is op 8 jarige leeftijd samen met vader Martodongso, moeder Kaspie en zus Sarma <strong>van</strong> 2<br />

jaar oud in 1894 in <strong>Suriname</strong> aangekomen. Zijn vader, moeder en zus waren bij aankomst aan de<br />

gevolgen <strong>van</strong> de zeereis opgenomen in <strong>het</strong> LH ziekenhuis. De vader was eerder hersteld (28-6-94)<br />

dan zijn moeder en zus. Zij waren pas veel later, namelijk 7-3-1896????. Het gezin werd<br />

ingedeeld op de plantage Zoelen. Toen hij 16 jaar oud was overleed zijn vader op 24-05-1902<br />

aan de gevolgen <strong>van</strong> beri beri. Drie jaren na <strong>het</strong> overlijden <strong>van</strong> zijn vader vertrok zijn moeder<br />

en zijn zus op 19-7-1905 met de Prins Willem IV naar Indonesië. Toen zijn moeder en zus op 19<br />

juli 1905 naar Oost-Indië vertrokken moest hij <strong>van</strong> de autoriteiten in dienstbelang in <strong>Suriname</strong><br />

achterblijven. Hij was toen 19 jaar oud. De Agent Generaal C. <strong>van</strong> Drimmelen liet Tje in<br />

dienstbelang toen niet toe dat hij met zijn moeder en zus naar Oost-Indië terug te keren. Wel<br />

deed de Agent Generaal hem de toezegging dat hij te allen tijde naar Oost-Indië mocht<br />

terugkeren indien hij die wens kenbaar zou maken. Tje koos in 1919 de geslachtnaam Mail en de<br />

voornaam Tje.<br />

44


Bron: De West, dinsdag 1 juli 1947<br />

Tje Mail trad in 1906 als tolk in oveheidsdienst. In 1916 erkende hij <strong>het</strong> kind Jessie geboren<br />

op 28/4/1913 dochter <strong>van</strong> Bok Soemidjah. Bok Soemidjah is een contractant II131 die in 1906 met<br />

de Madura & Pr. Der Nederlanden in <strong>Suriname</strong> aankwam. In Nickerie huwde hij in 16-12-1920 op 34<br />

jarige leeftijd met de twee jaar jongere Bok Siti II53. Bok Siti kwam eveneens met de Mudura &<br />

en de Pr der Nederlanden in 1906 aan als contractant. Beide echtlieden hebben veel later, pas<br />

in 1941, de terugkeerpremie in opgehaald. Toen hij de terugkeer premie incasseerde was hij<br />

ongeveer 65 jaar oud. Op dit moment heeft hij misschien zijn beslissing genomen om definitief<br />

in <strong>Suriname</strong> te blijven.<br />

45


Er kunnen verschillende redenen zijn dat hij in <strong>Suriname</strong> is gebleven. Hij had samen met zijn<br />

vrouw een aantal kinderen geadopteerd. Weinig middelen om naar Indonesië terug gegaan. In Indo<br />

een nieuw leven beginnen. Tje mail is zijn moeder en zus nooit nagereisd.<br />

In 1947 zei hij na ruim 40 jaar dienst <strong>het</strong> gouvernement voorgoed vaarwel. In 1928 kreeg Tje<br />

Mail de Orde <strong>van</strong> Oranje Nassau (De west 1-7-1947).<br />

9. Terugkeer<br />

Na aankomst <strong>van</strong> een schip uit <strong>Suriname</strong> in Oost-Indië met ex-<br />

Javaanse contractarbeiders, werd een onderzoek ingesteld door<br />

een daarvoor aangestelde commissie. Dit onderzoek behelsde de<br />

toestand <strong>van</strong> <strong>het</strong> schip: de inrichting, de uitrusting, de<br />

levensmiddelen, <strong>het</strong> drinkwater en over tijdens de zeereis<br />

verstrekte benodigdheden. Verder was vastgesteld dat er zo<br />

spoedig mogelijk na de ontscheping een medisch moest volgen.<br />

Zo’n medisch onderzoek ging over behandeling tijdens de<br />

zeereis, maar ook over de behandeling in <strong>Suriname</strong>. Uit een<br />

verslag <strong>van</strong> zo’n onderzoek over de twee eerste<br />

retourtransporten <strong>van</strong> de in 1890 en in 1884 aangevoerde<br />

Javaanse contractarbeiders die in 1897 en 1900 repatrieerden,<br />

bleek dat zij klaagden over te lage lonen bij taak werk door<br />

46


de zwaarte <strong>van</strong> de taak. Ook de verhouding <strong>van</strong> de dure kosten<br />

<strong>van</strong> levensonderhoud ten opzichte <strong>van</strong> de verdiende lonen en <strong>het</strong><br />

vorderen <strong>van</strong> de bijdrage <strong>van</strong> de uitrusting bij de terugreis<br />

bleek ook een heet hangijzer te zijn. Verjaagd worden indien<br />

zij te kennen gaven als vrije arbeiders in dienst <strong>van</strong> de NHM<br />

wilden werken, en de te lange wachttijd op scheepsgelegenheid<br />

voor de terugkeer. Hierdoor voelden ze noodgedwongen om een<br />

hernieuwd contract te tekenen. Ook klaagden ze over de<br />

hardhandige behandeling. Als er een schip beschikbaar was om<br />

te kunnen terugkeren, zaten de contractanten al lang wederom<br />

“ge<strong>van</strong>gen” in een tweede contract. Het contract viel onder <strong>het</strong><br />

Poenale regime, waardoor zij <strong>het</strong> contract niet voortijdig<br />

konden beëindigen, om te voortkomen dat zij contractbreuk<br />

plegen. Op contractbreuk stond een zware straf. Dus waren ze<br />

noodgedwongen in <strong>Suriname</strong> te blijven 13 .<br />

Tabel 12 geeft een overzicht <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal contractanten naar<br />

geslacht dat na verloop <strong>van</strong> tijd naar <strong>het</strong> vaderland terug<br />

gingen. Uit de tabel blijkt dat er in totaal 232 (41,1%)<strong>van</strong><br />

565 mensen weer naar Indonesië zijn vertrokken. Van <strong>het</strong> totaal<br />

aantal contractanten zijn er na verloop <strong>van</strong> tijd relatief<br />

gezien veel meer vrouwen (46%) dan mannen (34,4%)<br />

geremigreerd. Van de 324 contractanten die in <strong>Suriname</strong><br />

vestigden was 236 man en 88 vrouw.<br />

Tabel 12:Teruggekeerde contractanten<br />

geslacht terugkeer totaal<br />

niet terug terug aantal kolom% rij %<br />

aantal kolom% rij % aantal kolom% rij %<br />

mannen 236 72,8 60,1 157 67,7 39,9 393 70,7 100,0<br />

vrouwen 88 27,2 54,0 75 32,3 46,0 163 29,3 100,0<br />

Totaal 324 100,0 58,3 232 100,0 41,7 556 100,0 100,0<br />

Tabel 13 geeft een overzicht <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal verblijfjaren in<br />

<strong>Suriname</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal teruggekeerden. Het is duidelijk dat<br />

de terugkeer <strong>van</strong> de contractarbeiders die met de ss Voorwaarts<br />

naar <strong>Suriname</strong> gingen pas ongeveer twee jaren na <strong>het</strong> afloop <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> contract plaatsvond. Want als ze aansluitend op einde –<br />

datum <strong>van</strong> <strong>het</strong> begin contract zouden ze per ..1899 naar<br />

Indonesië terugkeren. Het schip vertrok pas in .. Hier rijst<br />

de vraag of de plantage-eigenaren dit bewust hebben<br />

gemanipuleerd, zodat velen <strong>van</strong> hen zouden besluiten om voor<br />

langere tijd te blijven opdat zij voor de plantages<br />

beschikbaar zijn. Het verblijf in <strong>Suriname</strong> zou voor velen<br />

onder hen, door toedoen <strong>van</strong> welke oorzaken dan ook geen<br />

vijfjaren zijn, maar veel langer. Naarmate de contractanten de<br />

13 De betovering verbroken, Rosemarijn Hoefte<br />

47


contracten steeds verlengden, is de kans op terugkeer ook<br />

kleiner geworden. Maar ondanks alles was de roep om naar <strong>het</strong><br />

vaderland terug te keren heel groot geweest. Dit blijkt uit<br />

een aantal vertrekenden waarbij de contractanten premie voor<br />

definitief verblijf in <strong>Suriname</strong> al hadden opgestreken. Vrouwen<br />

verbleven over <strong>het</strong> algemeen korter in <strong>Suriname</strong> dan mannen. Het<br />

gemiddelde verblijf <strong>van</strong> de repatrianten bedroeg 13,8 jaar; bij<br />

mannen<br />

15,5 en 10 jaar bij vrouwen.<br />

Tabel 13: Teruggekeerde contractanten naar <strong>het</strong> aantal<br />

verblijfjaren in <strong>Suriname</strong><br />

Aantal jaren verblijf mannen vrouwen Totaal<br />

aantal % aantal % aantal %<br />

6 16 10,2 18 24,0 34 14,7<br />

9 16 10,2 6 8,0 22 9,5<br />

10 17 10,8 11 14,7 28 12,1<br />

11 25 15,9 14 18,7 39 16,8<br />

12 25 15,9 14 18,7 39 16,8<br />

13 8 5,1 1 1,3 9 3,9<br />

14 14 8,9 2 2,7 16 6,9<br />

15 6 3,8 2 2,7 8 3,4<br />

16 6 3,8 1 1,3 7 3,0<br />

18 11 7,0 4 5,3 15 6,5<br />

20 4 2,5 1 1,3 5 2,2<br />

21 2 1,3 2 0,9<br />

29 1 0,6 1 0,4<br />

34 1 0,6 1 0,4<br />

36 1 1,3 1 0,4<br />

37 1 0,6 1 0,4<br />

43 2 1,3 2 0,9<br />

45 2 1,3 2 0,9<br />

Totaal 157 100,0 75 100,0 232 100,0<br />

48


10. Permanent wonen in <strong>Suriname</strong><br />

10.1 Terugkeerpremie in ont<strong>van</strong>gst<br />

Na een contract <strong>van</strong> vijf jaren konden contractarbeiders<br />

rechten doen gelden op een gratis overtocht naar Oost-Indië.<br />

Sommigen <strong>van</strong> hen konden <strong>van</strong> dit recht geen gebruik maken omdat<br />

ze binnen <strong>het</strong> contracttermijn waren overleden. Weer anderen<br />

verlengden hun contracten en of verzilverden de<br />

terugkeerpremie. De terugkeerpremie bedraagt f 100,-. Wilden<br />

contractanten nadat de premie was geïncasseerd alsnog naar<br />

Oost-indië terugkeren dan moesten ze een retourpassage <strong>van</strong> ad<br />

f 150,- zelf bekostigen. Van de 556 contractanten hadden er in<br />

totaal 169 (121 mannen en 48 vrouwen), in de loop der tijd de<br />

premie in ont<strong>van</strong>gen met de mogelijke gevolgen dat zij nooit<br />

meer naar Oost-Indië konden terugkeren. Van de 169<br />

premieont<strong>van</strong>gers, waren er zeven die vooralsnog naar Oost-<br />

Indië terugkeerden. Deze zeven contractanten die hun premie<br />

hadden ont<strong>van</strong>gen keerden gemiddeld na bijna 25 jaar verblijf<br />

in <strong>Suriname</strong> terug. Dat betekent dus dat de zeven<br />

gerepatrieerde premieont<strong>van</strong>gers nog f 50,- extra moesten<br />

betalen. Het opteren <strong>van</strong> de terugkeer premie betekende echter<br />

niet alleen dat contractanten zich zo graag in <strong>Suriname</strong> wilden<br />

vestigen. Verhalen <strong>van</strong> contractanten leerden dat zij <strong>het</strong> geld<br />

nodig hadden of gebruikten voor <strong>het</strong> kunnen terug betalen <strong>van</strong><br />

schulden, <strong>het</strong> bekostigen <strong>van</strong> hun huwelijk of die <strong>van</strong> de<br />

kinderen, <strong>het</strong> bekostigen <strong>van</strong> de besnijdenis <strong>van</strong> hun kinderen<br />

en als laatste voor consumptief gebruik. Er waren ook<br />

contractanten bij die de premie inden om hun “djadjies” of per<br />

toeval in <strong>Suriname</strong> gevonden familieleden financieël bij te<br />

springen omdat die familieleden <strong>het</strong> moeilijk hadden.<br />

De premies werden, evenals bij de eerste contractanten, veel<br />

later na afloop <strong>van</strong> <strong>het</strong> eerste contract opgenomen of<br />

uitgekeerd. De enige plausibele verklaring die voor dit<br />

uitstelgedrag gegeven kan worden is waarschijnlijk de<br />

gekoesterde hoop om eens weer naar Oost_Indië terug te keren,<br />

want de Ja<strong>van</strong>en zien <strong>het</strong> opstrijken <strong>van</strong> de premie als<br />

“ngedonke djankar”. Dat wil zeggen <strong>het</strong> neer(los)laten <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

anker welke zij met <strong>het</strong> moederland verbonden waren. Aan de<br />

andere kant betekent dat <strong>het</strong> niet opstrijken <strong>van</strong> de premie<br />

voor de contractanten gezien moet worden als een soort<br />

terugkeerverzekering. De gemiddelde wachttijd om de premie te<br />

incaseren is voor de 169 premie ont<strong>van</strong>gers ongeveer 21,6 jaar<br />

jaar (mannen 21,3 jaar en vrouwen 22,3 jaar). Duidelijk dat de<br />

vrouwen <strong>het</strong> ophalen <strong>van</strong> de premiegelden wat langer uitstelden<br />

dan mannen. De reden waarom vrouwen wat voorzichter zijn dan<br />

mannen is niet meer te achterhalen.<br />

In tabel 14 wordt inzicht gegeven <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal contractanten<br />

die de rechten op de premie hadden verzilverd. Van 169<br />

49


contractanten die de premie geïnd hadden met de bedoeling zich<br />

in <strong>Suriname</strong> permanent te vestigen, kregen er 77 (45,6%)grond.<br />

Aan de andere kant was er geen aansluiting op een retourschip<br />

die hen naar Indonesië terugvoerden. Dit was ook een <strong>van</strong> de<br />

oorzaken geweest waarom de contractanten noodgedwongen de<br />

premie opstreken. Daarnaast hadden sommigen de terugreis<br />

uitgesteld omdat ze nog niet genoeg geld bijeen hadden<br />

gespaard om als rijk persoon terug te keren. Ook verspeelden<br />

anderen <strong>het</strong> recht op terugkeer omdat ze waarschijnlijk<br />

schulden maakten en een voorschot op de premie incasseerden.<br />

Tabel 14: Premie naar jaar <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gst en geslacht<br />

Jaar ont<strong>van</strong>gst mannen vrouwen Totaal<br />

1904 8 8<br />

1905 8 8<br />

1906 4 1 5<br />

1907 3 3<br />

1908 7 7<br />

1909 3 1 4<br />

1910 4 2 6<br />

1911 3 1 4<br />

1912 5 6 11<br />

1913 5 6 11<br />

1914 3 4 7<br />

1915 4 3 7<br />

1917 1 1<br />

1918 6 6<br />

1919 10 8 18<br />

1920 10 8 18<br />

1921 12 1 13<br />

1922 5 1 6<br />

1923 2 1 3<br />

1924 4 1 5<br />

1925 9 9<br />

1927 1 1<br />

1933 1 1<br />

1941 1 1<br />

onbekend 4 2 6<br />

Totaal 121 48 169<br />

<strong>Bij</strong> ongeveer 162 contractanten is er sprake <strong>van</strong> <strong>het</strong> niet<br />

uitkeren <strong>van</strong> de premiegelden omdat deze eerder zijn overleden<br />

of om onbekende redenen de premiegelden niet konden opvragen.<br />

Gekwantificeerd komt <strong>het</strong> op neer dat de plantage eigenaren om<br />

en bij 16.200 gulden hebben bespaard aan niet uitbetaalde<br />

premiegelden.<br />

50


10.2 Grond gekregen<br />

In tabel 15 wordt inzicht gegeven <strong>van</strong> contractant die grond<br />

hadden gekregen. Als bijvoorbeeld alle contractanten die na<br />

een contract <strong>van</strong> vijf jaren hadden besloten om in <strong>Suriname</strong> te<br />

blijven, had de koloniale overheid evenveel als <strong>het</strong> aantal<br />

aangekomen contractanten grond beschikbaar moeten stellen. Van<br />

de in totaal 556 contractanten hebben er uiteindelijk slechts<br />

85 (15,3%) mensen. Het waren er 60 (70,6%) mannen en 25<br />

(29,4%) vrouwen grond gekregen. Naar verhouding blijkt<br />

relatief evenveel mannen als vrouwen <strong>het</strong> recht op grond<br />

opeisten. Van de 85 grond ont<strong>van</strong>genden hadden er 77 (91%) de<br />

terugkeerpremie opgestreken. Ze kregen grond op verschillende<br />

plaatsen, namelijk: Kasabaholokreek, Altonaweg, Van Hattemweg,<br />

Tawajariweg, Hindoeweg,jakkiekreek, Johan en Margateha,<br />

Kronenburg, Pad <strong>van</strong> wanica, De Craneweg, Javaweg,<br />

Lelydorperweg, Meerzorg, Plantage Geertruidenberg, Bengalenweg<br />

en in de <strong>van</strong> Drimmelenpolder. In de <strong>van</strong> Drimmelenpolder kregen<br />

de Ja<strong>van</strong>en kleinere percelen toegekend dan de Hindostanen. De<br />

Hindostanen kregen een perceel ter groote <strong>van</strong> 2,6 ha, terwijl<br />

de Ja<strong>van</strong>en zich tevreden moesten stellen met slechts 1 ha.<br />

Ook blijkt weer dat degenen die grond kregen in de buurt <strong>van</strong><br />

elkaar verblijven.<br />

Van de 169 premie ont<strong>van</strong>gers hadden er 92 geen land gekregen<br />

of aangenomen. Het blijkt dat velen die geen grond aannamen<br />

vaker op dezelfde plantages hun contracten verlengden. Op deze<br />

plantages waren voor hen huisvesting, werk, vrienden of<br />

djadjies. Kortom <strong>het</strong> leven om in <strong>het</strong> zelfde plantage te<br />

blijven werken gaf voor deze mensen misschien wat meer<br />

zekerheden en waarschijnlijk deed <strong>het</strong> hen denken aan de<br />

situatie in <strong>het</strong> thuisland.<br />

Tabel 15: Aantal contractanten met grond<br />

grond mannen vrouwen totaal<br />

geen grond 333 138 471<br />

wel grond 60 25 85<br />

Totaal 393 163 556<br />

51


11. Uitbetaalde lonen<br />

11.1 Totaal ont<strong>van</strong>gen loon<br />

Contractueel was vastgelegd dat een werkweek 6 werkdagen<br />

telde. Het dagloon voor mannen bedroeg 60 cent per dag en<br />

voor vrouwen en kinderen tussen 10 en 16 jaar 40 cent per dag.<br />

Deze dagloonregelingen stammen af uit <strong>het</strong> modelcontract voor<br />

Brits-Indiërs. Met diensverstande is, behalve dat <strong>het</strong> <strong>van</strong> lang<br />

geleden dateren, er hier geen rekening mee gehouden met de<br />

levenswijze en de behoeften <strong>van</strong> de Javaanse contractanten. Op<br />

grond <strong>van</strong> deze gegevens hebben de plantage-eigenaren globaal<br />

genomen, zonder rekening te houden op uitval door overlijden,<br />

in de eerste vijf contractjaren maximaal ruim 456 duizend<br />

gulden aan loon uitbetaald. Hierbij wordt er<strong>van</strong> uitgegaan dat<br />

in een jaar 312 werkdagen zitten.<br />

Tabel 16: Totaal uitbetaalde loonsom in de eerste<br />

vijfcontractjaren (eigen schatting)<br />

Leeftijd bij aankomst mannen vrouwen Totaal<br />

10 - 14 jaar , 2496 2496<br />

15 - 19 jaar 38376 13104 51480<br />

20 - 24 jaar 130104 46800 176904<br />

25 - 29 jaar 103896 14352 118248<br />

30 - 34 jaar 61776 6240 68016<br />

35 - 39 jaar 13104 6864 19968<br />

40 - 44 jaar 5616 1872 7488<br />

45 jaar en ouder 2808 1872 4680<br />

onbekend 4680 2496 7176<br />

Totaal 360360 96096 456456<br />

11.2 Totaal ont<strong>van</strong>gen verlengingspremie<br />

Om de contractanten langer voor de plantages te kunnen<br />

behouden werden zogenaamde stimuleringsmaatregelen genomen.<br />

Zo’n stimuleringsmaatregel was de uitbetaling <strong>van</strong> een premie<br />

voor elk contractjaar dat een contractant bijtekende na afloop<br />

<strong>van</strong> de vijfjarige contractperiode. Contractueel was vastgelegd<br />

dat elk contractant die na <strong>het</strong> vijfjarige contract verlengden<br />

voor elk verlengde jaar 20 gulden premie zou krijgen. Nota<br />

bene <strong>het</strong> aangaan <strong>van</strong> een contract-verlenging hoefde niet perse<br />

<strong>het</strong> gevolg te zijn <strong>van</strong> deze stimuleringsmaatregel, want <strong>het</strong><br />

kon ook zijn dat een contractant <strong>het</strong> contract verlengde omdat<br />

er nog te weinig geld was verdiend om “welgesteld” naar <strong>het</strong><br />

vaderland terug te kunnen keren. In totaal vroegen 291<br />

contractanten contractverlening aan. <strong>Bij</strong> de berekening <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

totaal premieloon wordt uitgegaan <strong>van</strong> een jaarlijkse premie<br />

<strong>van</strong> 20 gulden, en worden de gesloten contracten die korter dan<br />

52


een jaar duren naar rato meegerekend. Op grond <strong>van</strong> deze<br />

veronderstelling hebben de plantage-eigenaren globaal genomen,<br />

zonder opnieuw rekening te houden met uitval door overlijden<br />

<strong>van</strong> contractanten tijdens de verlengingsperiode, in totaal<br />

bijna 45 duizend gulden aan premieloon uitbetaald.<br />

Tabel 17: Totaal uitbetaalde verlengdepremieloon door<br />

verlengen <strong>van</strong> contracten (eigen schatting)<br />

Leeftijd bij aankomst mannen vrouwen Totaal<br />

15 - 19 jaar 6050 800 6850<br />

20 - 24 jaar 17126 1880 19006<br />

25 - 29 jaar 11660 500 12160<br />

30 - 34 jaar 4720 220 4940<br />

35 - 39 jaar 1010 140 1150<br />

40 - 44 jaar 250 , 250<br />

45 jaar en ouder 250 , 250<br />

Totaal 41066 3540 44606<br />

11.3 Niet rijk teruggekeerd<br />

De aspirant-contractanten werd bij <strong>het</strong> ronselen voorgehouden<br />

dat ze na vijf jaren contractarbeid welgesteld naar <strong>het</strong><br />

vaderland zouden terugkeren. In de vijf jaren <strong>van</strong> verrichte<br />

contractarbeid, hadden de 34 repatrianten ongeveer in totaal<br />

26.000 gulden aan loon ont<strong>van</strong>gen. Deze mensen hadden na vijf<br />

jaar arbeid geen contractverlenging getekend. Volgens afspraak<br />

zouden ze aansluitend daarop verscheept worden naar Indonesië,<br />

ware <strong>het</strong> niet dat <strong>het</strong> schip, evenals bij de eerste Javaanse<br />

contractanten, dat hen naar Oost-Indië moesten terugbrengen<br />

pas ongeveer twee jaren (1900) later in <strong>Suriname</strong> arriveerde.<br />

Om in leven te blijven hebben ze naar alle waarschijnlijkheid<br />

de gespaarde middelen gebruikt voor de kosten <strong>van</strong><br />

levensonderhoud. De kosten <strong>van</strong> levensonderhoud was ook in die<br />

tijd heel hoog geweest. Van Vleuten concludeerde dat de<br />

klachten <strong>van</strong> de naar Java teruggekeerde ex-contractaten over<br />

de hoge kosten <strong>van</strong> levensonderhoud gegrond was 14 . Het is<br />

duidelijk dat deze ex-contractarbeiders die met de ss<br />

Voorwaarts naar <strong>Suriname</strong> vertrokken ook niet rijk naar <strong>het</strong><br />

vaderland terug gingen. Tabel 14 geeft een overzicht in de<br />

maximale verdiensten tijdens <strong>het</strong> vijfjaarlijkse contract <strong>van</strong><br />

de 34 teruggekeerde contractanten (eigen schatting).<br />

14 De betovering verbroken, Rozemarijn Hoefte<br />

53


Tabel 18: Geeft inzicht in de maximale verdiensten <strong>van</strong> de<br />

contractanten die terug zijn gegaan (eigen schatting) .<br />

mannen vrouwen Totaal<br />

10 - 14 jaar , 1872 1872<br />

15 - 19 jaar , 1248 1248<br />

20 - 24 jaar 7488 3744 11232<br />

25 - 29 jaar 4680 1248 5928<br />

30 - 34 jaar 1872 624 2496<br />

35 - 39 jaar 936 624 1560<br />

40 - 44 jaar 936 , 936<br />

onbekend , 624 624<br />

Totaal 15912 9984 25896<br />

12. Demografische ontwikkeling 1894-1897(een reconstructie)<br />

Al een aantal jaren voor de komst <strong>van</strong> de ss Voorwaarts in 1894<br />

waren er Javaanse contractanten in <strong>Suriname</strong> aangekomen. Deze<br />

eerste groep was 94 personen groot. Het aantal groeide in<br />

om<strong>van</strong>g positief maar zeer traag. In 1893 was er zelf sprake<br />

geweest <strong>van</strong> stagnerende groei <strong>van</strong> de Javaanse bevolking. Dit<br />

kwam omdat er meer sterftegevallen waren dan geboorten. Met de<br />

komst <strong>van</strong> ss Voorwaarts kwam de Javaanse bevolking aan <strong>het</strong><br />

einde <strong>van</strong> 1894 op een aantal <strong>van</strong> 654 mannen, vrouwen en<br />

kinderen. Over sekse verdeeld waren er 456 mannen en 198<br />

vrouwen. Het tekort aan vrouwen blijkt ook na de komst <strong>van</strong> de<br />

ss Voorwaarts contractanten nog groter geworden. De populatie<br />

<strong>van</strong> de Javaanse de bevolking groeide <strong>van</strong>af 1894 <strong>van</strong> jaar op<br />

jaar door. De omstandigheden tijdens de reis <strong>van</strong> de ss<br />

Voorwaarts zorgden waarschijnlijk bij mannen evenals bij<br />

vrouwen in 1894 en 1895 voor een hoog aantal sterfte. Maar <strong>het</strong><br />

kunnen ook de omstandigheden op de plantages zijn geweest die<br />

deze hoge sterfte onder de Ja<strong>van</strong>en veroorzaakten. De geboorten<br />

cijfer, was mede door <strong>het</strong> tekort aan vrouwen ook vrij laag te<br />

noemen. Maar <strong>het</strong> feit dat ook vrouwen onder <strong>het</strong> contract staan<br />

kan ook een reden zijn geweest dat de vrouwen besloten hebben<br />

om geen kinderen te krijgen. Van Vleuten gaf in zijn rapport<br />

aan de vrije seksuele omgang (promiscue) <strong>van</strong> vrouwen als reden<br />

dat <strong>het</strong> lage geboortecijfer <strong>van</strong> de Javaanse contractanten. Een<br />

belangrijker oorzaak dan wat <strong>van</strong> Vleuten noemde is misschien<br />

<strong>het</strong> tekort aan vrouwen. Vanaf 1894 lijkt de geboorten cijfer<br />

eerst te stijgen. De stijging houdt aan tot 1895 om daarna<br />

weer te dalen.<br />

De remigratie <strong>van</strong> de eerste groep Ja<strong>van</strong>en in 1886 had een<br />

negatieve invloed op de groei <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal Ja<strong>van</strong>en maar door<br />

54


de geboorten was <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> 1897 <strong>het</strong> aantal Ja<strong>van</strong>en in<br />

<strong>Suriname</strong> toch nog groter dan in 1894: 676 mensen. De verdeling<br />

naar man en vrouw was 468 om 208.<br />

Grafiek 1: Ontwikkeling Javaanse bevolking 1890-1898<br />

(eigenschatting)<br />

x 1<br />

800<br />

700<br />

600<br />

500<br />

400<br />

300<br />

200<br />

100<br />

0<br />

1890 1891 1892 1893 1894 1895 1896 1897 1898<br />

Jaar<br />

Totaal Mannen Vrouw en<br />

Grafiek 2: Aantal mannen op 100 vrouwen,1890-1898<br />

Ratio<br />

250<br />

200<br />

150<br />

100<br />

50<br />

0<br />

1890 1891 1892 1893 1894 1895 1896 1897 1898<br />

Jaar<br />

55


Grafiek 3: Aantal geboorten, 1890-1897<br />

x 1<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

1890 1891 1892 1893 1894 1895 1896 1897<br />

Jaar<br />

Totaal Mannen Vrouw en<br />

Grafiek 4: Geboorten per 1000 vrouwen<br />

Aantal per 1000<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

1890 1891 1892 1893 1894 1895 1896 1897<br />

Jaar<br />

Totaal Mannen Vrouw en<br />

56


Aantal x 1<br />

Aantal per 1000<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

Grafiek 5: Sterfte 1890-1897<br />

1890 1891 1892 1893 1894 1895 1896 1897<br />

Jaar<br />

Totaal Mannen Vrouwen<br />

Grafiek 6: Sterfte per 1000<br />

1890 1891 1892 1893 1894 1895 1896 1897<br />

Jaar<br />

Totaal Mannen Vrouwen<br />

57


13. Samenvatting<br />

Het ss Voorwaarts verliet op zondag 29 april 1894 om 6.05u in<br />

de namiddag met 614 Javaanse contractanten (mannen, vrouwen,<br />

kinderen en zuigelingen) aan boord de haven <strong>van</strong> Tandjong Pryok<br />

voor de reis naar <strong>Suriname</strong>. De inscheping <strong>van</strong> de 614 Javaanse<br />

contractanten vond in verschillende havens plaats. <strong>Bij</strong> <strong>het</strong><br />

aanboord brengen <strong>van</strong> de contractanten heeft men zuigelingen<br />

waarschijnlijk niet mee geteld. Dit blijkt bij de<br />

reconstructie via <strong>het</strong> aantal aangekomen contractanten (Tabel<br />

1).<br />

In tegenstelling tot de eerste groep <strong>van</strong> 94 Javaanse<br />

contractanten was de komst <strong>van</strong> deze groep door de Koloniale<br />

overheid georganiseerd. Door de slechte hygiënische<br />

omstandigheden in <strong>het</strong> depot voor <strong>het</strong> vertrek, aanboord <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

schip, <strong>het</strong> te volle schip en doordat zij bedorven voedsel<br />

kregen te consumeren overleden er onderweg naar <strong>Suriname</strong> 32<br />

(25 mannen en 7 vrouwen) contractanten en twee bemanningsleden<br />

(een ketelmaker en een kwartiermeester). Ook was er sprake <strong>van</strong><br />

een tekort aan medicijnen aanboord. Het is ook theoretisch ook<br />

mogelijk dat een ziektevirus zich via de ketelmaker op <strong>het</strong><br />

schip heeft verspreid en zo epidemische vormen heeft<br />

aangenomen. De ketelmaker was <strong>van</strong>af <strong>het</strong> vertrek uit de haven<br />

<strong>van</strong> Tandjong Pryok ziek. Tot aan <strong>het</strong> moment <strong>van</strong> zijn<br />

overlijden is hij niet meer hersteld. Het consumeren <strong>van</strong><br />

bedorven voedsel en de tekorten aan drinkwater, hebben de<br />

epidemie slechts verergerd. Want <strong>het</strong> is ook zeer<br />

waarschijnlijk dat de bemanningsleden ander voedsel kregen dan<br />

de Javaanse contractanten.<br />

Kort na aankomst stierven nog eens 32 contractanten aan de<br />

gevolgen <strong>van</strong> deze reis. Daarnaast waren bij aankomst ten<br />

gevolge <strong>van</strong> ziekte 113 contractanten doorgezonden naar <strong>het</strong> ’s-<br />

Lands-hospitaal. Volgens andere bronnen waren deze aantalen<br />

nog hoger. Er werden aantallen genoemd dat varieert tussen de<br />

85 en 280 zieken.<br />

De overheid gelaste een justitieel onderzoek naar deze<br />

gebeurtenis. De Nederlandse stoomboot Maatschappij beval de<br />

kapitein om <strong>het</strong> schip aan de 1 e officier over te dragen. Hij<br />

moest in <strong>Suriname</strong> achter blijven dit waarschijnlijk in<br />

afwachting <strong>van</strong> de loop <strong>van</strong> <strong>het</strong> justitiële onderzoek. De<br />

kapitein en de scheepsarts werden niet vervolgd voor een<br />

misdrijf, daar <strong>het</strong> bewijs niet was geleverd dat zij hieraan<br />

schuldig waren. Wel werden de kapitein en de scheepsarts een<br />

boete opgelegd op straffe <strong>van</strong> <strong>het</strong> inhouden <strong>van</strong> hun beloning<br />

<strong>van</strong> respectievelijk f5,- en f1,50 voor iedere niet-levend<br />

aangekomen contractant. De arts en de kapitein krijgen in<br />

totaal ieder respectievelijk f868,50 en f 2895,- boete.<br />

58


De overgebleven contractanten (393 mannen en 163 vrouwen)<br />

werden toebedeeld aan 27 plantages. Van de 27 toebedeelde<br />

plantages kregen de suikerplantages Mariënburg en Zoelen de<br />

meeste contractanten toegewezen. Het komt op neer op een<br />

toewijzingspercentage <strong>van</strong> ongeveer 60%.<br />

Een groep <strong>van</strong> 132 contractanten (samen 66 gehuwde paren)<br />

vormden samen een huishouden. Het is waarschijnlijk dat in een<br />

aantal gevallen <strong>het</strong> paar door de plantage-eigenaar werd<br />

gearrangeerd. Want bij de aankomst waren ze niet geregistreerd<br />

als echtpaar.<br />

De meerderheid <strong>van</strong> de contractanten was afkomstig uit de<br />

plaats Djawa (52), Klatten (49), Bandung (42), Tjandoer (32),<br />

Prambanan (25), Djapat (18) en Delangoe (17). Er zijn<br />

aanwijzingen dat een aantal <strong>van</strong> deze mensen niet vrijwillig<br />

naar <strong>Suriname</strong> zijn gegaan, met name door de aanwezigheid <strong>van</strong><br />

minderjarigen. Ook gezien <strong>het</strong> grote aantal gecontracteerde “17<br />

jarigen” is <strong>het</strong> maar de vraag of <strong>het</strong> vertrek uit Oost-Indië op<br />

vrijwillige basis is gebeurd, want ze waren te jong om te<br />

begrijpen wat ze deden. De gemiddelde leeftijd <strong>van</strong> de mannen<br />

en vrouwen was respectievelijk 24,6 en 22,5 jaar.<br />

Evenals bij de eerste aanvoer <strong>van</strong> contractanten was er bij<br />

deze tweede aanvoer een vrouwentekort. Op <strong>het</strong> totaal bedroeg<br />

de verhouding 1 vrouw op 2 mannen. <strong>Bij</strong> de huwbare leeftijden<br />

verschuift deze verhouding nog sterker in de richting <strong>van</strong> de<br />

mannen. Het vrouwentekort in de huwbare leeftijdsgroepen heeft<br />

bij deze groep migranten waarschijnlijk ook tot relationele of<br />

andere sociale problemen geleid. Opvallend is dat er bij deze<br />

eerste migranten weinig kinderen zijn geboren (gemiddeld één<br />

kind op een gehuwde paar)aangezien in deze tijd<br />

geboorteregulatie nog nauwelijks werd toegepast. Dit lage<br />

geboortecijfer is niet te wijten aan de leeftijd <strong>van</strong> de<br />

populatie contractanten. Immers de contracten waren vrij jong.<br />

De lage geboorte cijfer komt hoogwaarschijnlijk door te weinig<br />

vrouwen op de aantal mannen.<br />

In totaal zijn 232 contractanten op verschillende tijdstippen<br />

naar <strong>het</strong> vaderland teruggekeerd. Na afloop <strong>van</strong> <strong>het</strong> eerste<br />

vijfjarige contract hebben 34 contractanten <strong>het</strong> contract niet<br />

verlengd en zijn naar Indië teruggekeerd. De eerste groep<br />

arbeiders heeft bij de terugreis een vertraging <strong>van</strong> bijna 2<br />

jaren ondervonden. De gespaarde middelen <strong>van</strong> deze 34<br />

contractanten is in afwachting <strong>van</strong> een schip dat ze naar Indië<br />

zou vervoeren aangewend voor de kosten <strong>van</strong> levensonderhoud.<br />

Dit betekent dat zij waarschijnlijk even arm zijn teruggegaan<br />

als zij waren vertrokken. Misschien hebben deze Javaanse<br />

contractanten ook verzuimd om in <strong>het</strong> contract vast te laten<br />

leggen dat ze na de contract-periode ook een vergoeding zouden<br />

krijgen voor de kosten <strong>van</strong> levensonderhoud die zij tijdens de<br />

59


vertraging hebben gemaakt. Aan de andere kant kan <strong>het</strong> een<br />

soort ontmoedigingsbeleid zijn geweest <strong>van</strong> de plantageeigenaren<br />

om geen schepen naar <strong>Suriname</strong> te laten overkomen,<br />

zodat de contractarbeiders langer in <strong>Suriname</strong> konden blijven<br />

en zo langer beschikbaar waren voor plantage-arbeid. Op deze<br />

manier hoefde de aanvoer <strong>van</strong> Javaanse contractarbeiders uit<br />

Indië met minder regelmaat te gebeuren. NB niet elk schip dat<br />

binnenvaart <strong>van</strong>nuit Nederland vertrekt ook weer terug naar<br />

Nederland of Indië.<br />

In de eerste tien jaren zijn 74 contractanten aan<br />

uiteenlopende ziekten overleden, 38 stierven in de eerste<br />

contract periode en 36 in de tweede termijn. Een aantal is<br />

overleden aan ziekte-soorten die in die tijd voorkwamen en<br />

thans in <strong>Suriname</strong> zijn uitgeroeid, zoals beri beri en<br />

achilostomias. Ook stierven een aantal contractanten aan de<br />

gevolgen <strong>van</strong> ondervoeding.<br />

Om uiteenlopende redenen kwam adoptie bij deze groep<br />

immigranten voor. Zeven kinderen <strong>van</strong> de Voorwaarts<br />

schepelingen werden met kennis <strong>van</strong> de koloniale gezagvoerders<br />

ter adoptie afgestaan.<br />

Meteen na afloop <strong>van</strong> <strong>het</strong> vijfjarige contract hebben 265<br />

contractanten <strong>het</strong> contract niet verlengd. De rest, 291 in<br />

aantal, tekenden nog voor meerdere contracten bij. De<br />

gemiddelde contractduur bedroeg voor mannen bijna 12 jaar en<br />

8 jaar voor vrouwen. De contractduur <strong>van</strong> vrouwen verschilt<br />

significant met die <strong>van</strong> de mannen.<br />

In de loop der tijd hebben er 169 contractanten geopteerd voor<br />

<strong>het</strong> ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> de terugkeerpremie, <strong>het</strong>geen betekent dat zij<br />

te kennen hebben gegeven te opteren voor een permanent<br />

verblijf in <strong>Suriname</strong>. Wel blijkt dat de premie pas lang na<br />

afloop <strong>van</strong> <strong>het</strong> eerste contract wordt opgenomen. Slechts 85 <strong>van</strong><br />

de 556 contractanten hebben er uiteindelijk grond gekregen.<br />

Opmerkelijk is dat de verkregen grond in een beperkte straal<br />

<strong>van</strong> elkaar is gelegen (Lelydorp en omgeving).<br />

60


Literatuur<br />

1. P.P. Mangoenkarso, De komst <strong>van</strong> de Ja<strong>van</strong>en in <strong>Suriname</strong> en<br />

de achtergronden;<br />

2. Paul Ophey, 1989, Ja<strong>van</strong>en in <strong>Suriname</strong>, Cultureel<br />

maandmagazine over Indonesië;<br />

3. R. <strong>van</strong> Waesberge, 1976, <strong>Suriname</strong>, een stukje derde wereld<br />

(derde oplage);<br />

4. Rosemarijn Hoefte, 1990, De betovering verbroken, Foris<br />

publications, ISBN 90 6765 458 2;<br />

5. Klaas Breunissen, 2001, Ik heb <strong>Suriname</strong> altijd liefgehad, ,<br />

KITLV Uitgevrij, Leiden;<br />

6. Onze vaderlandse geschiedenis, 1987, K. Jansma, M. Schroor;<br />

7. Donald. J. Bogue, Principles of Demography, Jhon Wiley<br />

& Sons, 1969, SBN 47108620 7;<br />

8. Mortimer Spiegelman, 1969, Introduction to Demography,<br />

revised edition, Cambridge, Massachuttest, Harvard University<br />

press.<br />

9. George W. Barclay, Techniques of population analyses, Jhon<br />

Wiley & Sons, Seventh Pinting, november 1966<br />

Beeldmateriaal:<br />

1. <strong>Suriname</strong> anno 1920<br />

61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!