Catalogus Maklu Uitgevers 2012

Onrechtmatige daad en andere
niet-contractuele verbintenissen
Praktijkreeks IPR, deel 16
J.A. Pontier
978-90-466-0270-6 | 268 p. gebrocheerd | € 53,60
In dit boek wordt aandacht besteed aan het Nederlandse
IPR met betrekking tot onrechtmatige
daden en andere niet-contractuele verbintenissen.
Aan de orde komt de vraag naar de internationale
bevoegdheid van de Nederlandse rechter
om kennis te nemen van geschillen inzake onrechtmatige
daad en andere niet-contractuele verbintenissen,
en om (in kort geding) voorlopige en bewarende
maatregelen te treffen, alsmede de vraag naar het op deze
kwesties toepasselijke recht. Niet alleen wordt aandacht besteed
aan de algemene aspecten van de onrechtmatige
daad, maar ook wordt ingegaan op bijzondere onrechtmatige
daden, zoals de aanvaring, de ongeoorloofde mededinging,
het persdelict, de (grensoverschrijdende)
milieuverontreiniging en de octrooi- en merkinbreuken,
alsmede de andere niet-contractuele verbintenissen, zoals
de ongerechtvaardigde verrijking, de zaakwaarneming en
de pre-contractuele aansprakelijkheid. Bijzondere onrechtmatige
daden die onderwerp zijn van andere delen van de
Praktijkreeks IPR, zoals het verkeersongeval en de productaansprakelijkheid,
komen alleen terloops aan de orde. De
regelgeving op deze terreinen van het internationaal privaatrecht
heeft de afgelopen jaren belangrijke wijzigingen
ondergaan. Deze wijzigingen betreffen de omzetting van
het EEG-Bevoegdheids- en Executieverdrag in een verordening
(EG), de EEX-Verordening of Brussel I-Verordening,
de inwerkingtreding van het herziene Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering, met name afdeling 1 inzake de
rechtsmacht van de Nederlandse rechter en de totstandkoming
van een verordening op het terrein van het conflictenrecht,
de Rome II-Verordening, die betrekking heeft op
de vraag naar het toepasselijke recht op de onrechtmatige
daad en de andere niet-contractuele verbintenissen.
Productaansprakelijkheid
Praktijkreeks IPR, deel 18
H. Duintjer Tebbens, M. Zilinsky
978-90-466-0262-1 | 2009 | 172 p. gebrocheerd | € 45,00
Deze uitgave geeft een uitgebreide behandeling
van de internationaal-privaatrechtelijke aspecten
van productaansprakelijkheid. Na een beknopte
verhandeling over de begrippen ‘product’ en ‘productaansprakelijkheid’
en over de Richtlijn
85/374/EEG worden de juridische aspecten van
productaansprakelijkheid aan de hand van de drie hoofdvragen
van het IPR besproken. Bij de behandeling van de rechtsmacht
komen de EEX-Verordening, het EVEX-Verdrag
(Verdrag van Lugano) en de regeling van de rechtsmacht uit
het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan de orde. Bij
de bespreking van het toepasselijke recht staat het Haags
Produktaansprakelijkheidsverdrag 1973 centraal. Dit verdrag
wordt uitgebreid geanalyseerd. In het kort wordt ook op de
regeling inzake productaansprakelijkheid uit de Rome II-Verordening
ingegaan alsmede op de onderwerpen die door het
BESTEL NU!
33 Tel: 03 231 29 00 – 99 Fax: 03 233 26 59 – info@maklu.be
12. NEDERLANDS RECHT
Haags verdrag niet worden bestreken, zoals directe actie, cessie
en subrogatie. Het boek wordt afgesloten met een hoofdstuk
over de erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke
beslissingen op basis van de EEX-Verordening, het EVEX-
Verdrag en het commune IPR.
Koop
Praktijkreeks IPR, deel 12
R.I.V.F. Bertrams
978-90-466-0253-9 | 2009 | 108 p. gebrocheerd | € 45,00
Dit boek gaat over het recht dat van toepassing is op
de internationale koop. Vergeleken met andere typen
van overeenkomst is er bij de koop van roerende
zaken de bijzonderheid dat deze materie in de eerste
plaats wordt beheerst door uniform materiëel recht,
het Weens Koopvedrag (WKV). Het IPR speelt daarbij
een indirecte rol. Bij andere typen van koop en voor niet in
het WKV geregelde onderwerpen blijft het IPR zijn volledige
rol behouden. Dat IPR is te vinden in het EEG-Overeenkomstenverdrag
(EVO) en vanaf 17 december 2009 in de Rome-l
Verordening, die de opvolger van het EVO is. Centraal in dit
boek staat de koop van roerende zaken en daarmee de toepasselijkheid
van het WKV. Daarbij wordt ook een beknopt overzicht
van de materiële regels van het WKV gegeven. De behandeling
van het EVO/Rome-l vormt de basis voor het IPR met betrekking
tot andere typen van koop en varianten daarvan die daarna
worden besproken, zoals koop van onroerende zaken, huurkoop,
koop van vorderingen (cessie) en aandelen, de alleenverkoopovereenkomst
en franchising. Voorts wordt aandacht
besteed aan algemene voorwaarden, de consumentenkoop,
goederenrechtelijke kwesties en de rechten van de niet-betaalde
verkoper. Wat betreft de internationale bevoegdheid ligt de nadruk
op de EEX-Verordening betreffende bevoegdheid en executie
van EU vonnissen, met bijzondere aandacht voor het in
de praktijk zo belangrijke art. 5 lid 1 EEX-Vo.
Rechtspersonen
4de, herziene uitgave
Praktijkreeks IPR, deel 9
P. Vlas
978-90-466-0307-9 | 2009 | 253 p. gebrocheerd | € 60,00
In dit boek wordt aandacht besteed aan het Nederlandse
IPR ten aanzien van rechtspersonen (met
inbegrip van personenassociaties). Centraal staat
de vraag of de Nederlandse rechter internationaal
bevoegd is om van geschillen met betrekking tot
buitenlandse rechtspersonen kennis te nemen en
welk recht op deze kwesties van toepassing is. Sedert het verschijnen
van de derde uitgave van dit boek hebben zich tal
van ontwikkelingen op het gebied van de behandeling van
rechtspersonen in het internationaal privaatrecht voorgedaan.
Met name de invloed van Europese recht doet zich steeds sterker
gevoelen. In deze vierde, herziene uitgave is naast nieuwe
wetgeving ook recente rechtspraak en literatuur op het gebied
van het IPR-rechtspersonenrecht verwerkt. Het onderhavige
boek tracht door een geïntegreerde behandeling van procesrechtelijke
en materieelrechtelijke vragen van IPR op het terrein
van rechtspersonen een gids voor de praktijk te zijn.
Maklu
65