Sleutelproject N271

Sleutelproject N271 ‘etalage’ van de regio
‘Bouwstenen’
&
Programma Verbindingen en Netwerken
‘De Maaswijdte’
Bergen, Gennep, Mook en Middelaar
Gebiedsontwikkeling Maasduinen
keuren, kiezen en excelleren

www.strategischeregiovisie.nl

Sleutelproject N271 ‘etalage’ van de regio
‘Bouwstenen’
&
Programma Verbindingen en Netwerken
‘De Maaswijdte’
Bergen, Gennep, Mook en Middelaar
Gebiedsontwikkeling Maasduinen
keuren, kiezen en excelleren
vastgesteld door de Stuurgroep Visie op 24 november 2010

Inhoudsopgave
A Sleutelproject N271 ‘etalage’ van de regio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
2 De N271 als ‘etalage’ van de regio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
3 Ontwerpkaders en maatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
B Programma Verbindingen en Netwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
2 Huidige situatie en knelpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
3 Programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
C Verantwoording: achtergrond en proces . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Bijlagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Ontwerpschets N271 en Programma Verbindingen en Netwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78

A
Sleutelproject N271 ‘etalage’ van de regio

8
1. Inleiding

Uit de Strategische Regiovisie Bergen,
Gennep, Mook en Middelaar:
“Bergen, Gennep en Mook en Middelaar
kijken gezamenlijk naar de toekomst.
Door samen een Strategische Regiovisie
te ontwikkelen nemen de gemeenten de
regie in eigen hand. Zo kunnen bestaande
plannen en ambities aan een gezamenlijke
focus worden gekoppeld. Deze
gezamenlijke focus is noodzakelijk om
een dreigende achterstand op andere
regio’s voor te zijn.
In de Strategische Regiovisie is gekozen
voor een kwaliteitssprong die nodig is
om de leefbaarheid in de regio te behouden.
Maar de regiovisie gaat verder
dan het behouden van bepaalde waarden.
Door het maken van keuzes en het
samenwerken in projecten wordt de leefbaarheid
vergroot, ‘quality of life’ wordt
een sleutelbegrip in de regio. Hiermee
heeft de regio een sterkere positie aan
de onderhandelingstafel bij andere overheden
en bij private partijen.
Met de vaststelling van de visie heeft de
regio gekozen voor een onderscheidend
profiel dat aansluit bij het karakter van
het gebied. De ligging in de luwte tussen
Maas en Duitse grens, een bijzonder
landschap rond de Maas en de Niers en
de unieke natuur van het Nationaal Park
Maasduinen maken het tot een gebied
van rust en ruimte. Kleinschalig, puur
en authentiek – deze kenmerken wil de
regio koesteren. Gastvrijheid en respect
voor toeristen, recreanten en zorgbehoeftige
mensen zijn reeds aanwezige
kwaliteiten die de regio verder wil
uitbouwen. Duurzaamheid is een nieuw
aspect dat aandacht verdient om als excellente
regio te kunnen uitblinken.”
9
Inleiding 1. Inleiding

het netwerk van verbindingen in Noord-Limburg: een ladderstructuur als basis om in de toekomst te kunnen excelleren als een
aantrekkelijke regio.
10

Strategische keuzes
Vanuit het onderscheidende profiel zijn de strategische
keuzes gericht op het benutten en versterken
van de regionale economie en de leefbaarheid.
De primaire programma’s zijn:
1. investeren in exclusieve woonprogramma’s
2. ontwikkelen van een bijzonder toeristisch
recreatief product
3. investeren in een duurzame landbouw
4. ontwikkelen van bijzondere zorgcomplexen en
zorgconcepten.
Om daadwerkelijk tot een excellente regio te
kunnen uitgroeien moeten deze programma’s
in onderlinge samenhang worden uitgevoerd.
Voorwaardenscheppend zijn de programma’s veiligheid
(water), ruimtelijke kwaliteit en verbindingen
en netwerken.
Ambitie Verbindingen en Netwerken
Om zich tot een excellente regio te kunnen
ontwikkelen is alzijdige ontsluiting nodig. In alle
windrichtingen en voor de auto, het openbaar
vervoer, fietsers en wandelaars. De noord-zuid
- en de oost-westverbindingen moeten als een
ladder met sporten de regio toegankelijk maken
voor de inwoners van de stedelijke regio’s en
ervoor zorgen dat de regio zelf een beroep kan
blijven doen op de voorzieningen (middelbaar
en hoger onderwijs, zorg en werkgelegenheid)
aan de andere zijde van de Maas en in Duitsland.
Dat is nodig om jongeren en jong volwassenen
zo lang mogelijk aan de regio te kunnen binden.
Een alzijdige ontsluiting geldt voor het autoverkeer,
de busverbindingen en de fietsverbindingen,
bestemd voor het dagelijkse woon-, werk-, en
onderwijsverkeer.
Toeristisch is de uitbreiding van het fiets-, wandelen
vaarnetwerk nodig. Men moet door het gebied
kunnen dwalen. Van oost naar west en van noord
naar zuid in de vorm van lussen, en visa versa.
Om deze ambitie verder te onderbouwen hebben
wij het huidige stelsel van fiets, wandel en auto
infrastructuur onderzocht en beoordeeld.
Deze studie is ook nodig om het sleutelproject
‘N271 als etalage’ nader uit te kunnen werken.
Opgave en probleemstelling
N271
Voor de N271 staat de kwaliteitsslag centraal.
Momenteel heeft de weg nog het functionele karakter
van een hoofdverbindingsweg. De huidige
situatie is bekeken en knelpunten zijn gesignaleerd.
Vervolgens zijn de opgaven geformuleerd
voor nadere uitwerking en zijn voor een aantal
opgaven concrete maatregelen geformuleerd. De
omgeving, zowel de dorpen als de verschillende
aangrenzende landschappen, wordt vanaf de weg
nauwelijks beleefd. In de Regiovisie is nadrukkelijk
gesteld dat de weg de potentie heeft om als
het ‘uithangbord’ te fungeren van alles wat de
regio te bieden heeft. Niet alleen als drager van
verkeer en vervoer, maar juist in de combinatie
hiervan met ondersteunende voorzieningen, het
zichtbaar maken van de huidige cultuur en de
cultuurhistorie van de streek langs deze weg en
van de landschappelijke kwaliteiten. Deze route
kan zo faciliterend zijn aan de uitbouw van het
recreatief en toeristisch potentieel van de regio en
tegelijkertijd een waarborg zijn voor de bereikbaarheid
van het gebied.
11
Inleiding 1. Inleiding

12 de regio Maasduinen

Netwerk van verbindingen
De regio Maasduinen kan zich alleen ontwikkelen
op het gebied van wonen, zorg, toerisme en recreatie
en duurzame landbouw als het verbindingennetwerk
goed op orde is. Dit is een primaire
voorwaarde voor de verdere planvorming. Vanuit
dit perspectief is het huidige netwerk onder de
loep genomen. De Strategische Regiovisie is een
lange termijnvisie. Daarom is niet alleen gekeken
naar het huidige netwerk en haar knelpunten,
maar ook naar het netwerk dat de regio op
termijn moet gaan ondersteunen in het benutten
van haar kwaliteiten. De voorgestelde maatregelen
kunnen niet allemaal in een korte periode
worden gerealiseerd. Sommige maatregelen zijn
zeer ingrijpend en kunnen alleen met langdurige
inzet en een daarop gerichte strategie tot uitvoering
worden gebracht. Andere maatregelen
kunnen met relatief weinig inspanning worden
gerealiseerd. In de Regionale Agenda is onder de
Financiële Ontwikkelingsstrategie aangegeven
welke maatregelen in de eerste fase gerealiseerd
kunnen worden en welk in de latere fasen. In
de eerste fase kunnen de maatregelen voor de
volgende fasen nader uitgewerkt worden tot
uitvoeringsgerichte maatregelen. De vraag over
het netwerk is tweeledig. Enerzijds moet worden
aangegeven met welke infrastructurele maatregelen
het verkeer verleid en gefaciliteerd kan worden
om het gebied verder in te gaan. Het gaat om
ontbrekende schakels en adequate verbindingen
vooral in de oost-westrichting: verbindingen met
het Brabantse en Duitse achterland. Anderzijds is
de vraag waar en hoe een kwaliteitsslag (functionaliteit
en inrichting) gemaakt kan worden. Beide
vragen zijn van belang, zowel ten behoeve van
de leefbaarheid van de regio Maasduinen als voor
de uitbouw van het recreatieve potentieel aan
weerszijden van de Maas.
Opgaven
Vanuit de doelen en probleemstelling die in de
Regiovisie zijn verwoord zijn de opgaven verkend:
1. Sleutelproject N271
Welke maatregelen zijn nodig om de N271 als
‘etalage’ of ‘visitekaartje’ van de regio Maasduinen
tot wasdom te laten komen.
2. Programma verbindingen en netwerken
Onderzoeken welke knelpunten er in het infrastructurele
en vervoerskundige netwerk zijn,
afgezet tegen de in de Strategische Regiovisie
geformuleerde doelen voor de gebiedsontwikkeling
Maasduinen.
13
Inleiding 1. Inleiding

14
2. De N271 als
‘etalage’ van de regio

Met het sleutelproject N271 als etalage
willen wij een gebiedsontwikkeling op
gang brengen waar de weg, de pleisterplaatsen
en de kernen aan de route
onderdeel van uit maken. Met het Sleutelproject
N271 wordt een deel van het
programma Verbindingen en Netwerken
uitgewerkt, daar waar het de herinrichting
van de weg betreft. Maar de
gebiedsontwikkeling gaat verder. In dit
plan worden de ontwerpkaders en concrete
maatregelen beschreven, die ertoe
leiden dat de regio haar visitekaartje
afgeeft vanaf de N271. De voorstellen
leggen de basis voor een uitvoeringsgericht
ontwerp. De voorstellen zijn indicatief
vertaald naar het investeringsniveau
als input voor het totale kostenbeeld van
de Strategische Regiovisie. Deze treft u
aan in de Regionale Agenda.
De provincie als provinciaal wegbeheerder
speelt in het Sleutelproject N271 als
etalage een belangrijke rol, vooral waar
het betreft de herinrichting van de N271.
Wij willen daarom samen met de provincie
komen tot een integraal uitwerkings-
en uitvoeringsplan komen.
15
2. Inleiding De N271 als ‘etalage’
van de regio

N271 als “etalage van de regio”
16

Visie en concept
N271: de bedelketting van de regio
De huidige N271 is een gedeelte van de
oude rijksweg Nijmegen-Maastricht en aangelegd
onder Napoleon. De weg behoorde lang tot het
hoofdwegennet. Deze functie veranderde in de
jaren negentig toen aan de westelijke zijde van
de Maas de A73 werd aangelegd en de oost-westverbinding
A77 werd gerealiseerd. De oorspronkelijke
functie is nog duidelijk af te lezen aan de
weg. Er zijn veel horecavoorzieningen langs de
weg, van chique hotels, eethuizen, ontmoetings-
en rustplekken zoals de truckerstop Arizona en de
relaxhuizen. Ook de Rondweg van Gennep met
haar vier rijstroken is een overblijfsel uit die tijd
met veel verkeer. De kernen liggen veelal met hun
rug naar de weg, en daar waar de weg door de
kern heen loopt is duidelijk te zien dat het niet
prettig wonen was.
Het is een schilderachtige route die van noord
naar zuid door de regio loopt. De N271 maakt
de verschillende landschappen van onze regio
beleefbaar en bereikbaar: het Maasdal, het
Niersdal, het Nationaal park De Maasduinen, het
recreatiegebied Maaspark Well, de Mookerplas en
de Mookerheide en St. Jansberg. De N271 is ook
de route waar de kernen van de regio en toeristische
trekpleisters zich aan presenteren. Vanaf
deze route toont de regio zich aan haar bezoekers
en bewoners. Het verkeer tussen de kernen is
op deze weg geconcentreerd. De regio kan hier
haar kracht tonen. We vatten de N271 op als een
bedelketting waaraan mooie bedels hangen die
het verhaal van de streek vertellen. Dit is mogelijk
wanneer de verschillende plekken langs de N271
zichtbaar en herkenbaar zijn en er aantrekkelijk
uitzien. Dan laat de regio haar visitekaartje zien.
De N271 is echter jarenlang vooral vanuit een
infrastructurele functie bekeken. Om een kwaliteitsslag
te bereiken zetten wij nu in op een ander
perspectief. Het gaat ons om de kwaliteit van de
weg zelf, maar ook om de ruimtelijke omgeving.
Het is een integrale ruimtelijke opgave, waarbij
de volgende ontwerpopgaven aan de orde
zijn: de inrichting van de N271 (snelheidsregime,
wegprofiel, verknoping van de auto-infrastructuur
met fiets- en wandelroutes in oost-westrichting),
de landschappelijke inpassing, de ruimtelijke
kwaliteit van de bebouwde omgeving: verbeteren
van slecht ingerichte locaties, zoals sommige
bedrijventerreinen, de locaties waar toeristisch-recreatieve
steunpunten kunnen worden gemaakt,
de pleisterplaatsen, de entrees van de kernen
en de ontwikkeling van vooral de hoofdkernen
Mook, Gennep en Nieuw Bergen.
Als opgaven voor de N271 zien wij:
- De herinrichting: van functionele verbinding
naar gebiedsontsluitingsweg met aandacht voor
de verknopingen met de (recreatieve) oostwestverbindingen
en de logische aansluiting
van bestemmingen in de regio op de N271
- De landschappelijke inpassing: gericht op een
optimale beleving (doorkijkjes, vergezichten)
van diverse landschappen aan weerszijden van
de N271
- De ontwikkeling van de hoofdkernen Bergen,
Gennep en Mook, waarbij de optimalisatie van
de ‘etalagefunctie’ van de N271 uitgangspunt is
- Het inrichten van pleisterplaatsen aan de N271
- Inpassing bedrijventerreinen aan de N271
17
2. Inleiding De N271 als ‘etalage’
van de regio

18
3. Ontwerpkaders
en maatregelen

Herinrichting van de N271
Naar twee rijstroken
De wens is om van de N271 een gebiedsontsluitende
weg te maken die de
bestemmingen aan de weg onderling
functioneel verbindt in combinatie met
veilige aansluitingen van de bestemmingen
en veilige oversteekpunten voor
verkeer van kruisende verbindingen.
Voor de afwikkeling van het autover-
keer wordt daartoe het gehele tracé
uitgevoerd in twee maal één rijstrook.
De snelheid wordt onder het 80 km/u
regime gebracht en ter hoogte van de
aan de N271 gelegen dorpskernen en
belangrijke recreatieve bestemmingen
zoals Plasmolen, Maaspark Well en het
bezoekerscentrum Masduinen onder een
50 km/u regime.
19
3. Inleiding Ontwerpkaders en
maatregelen

iconen in de regio
groene zij- en middenbermen waar ruimte is
20
overgang 80 km/u naar 50 km/u in kernen
fietspaden en LED verlichting bestrating N271 in dorpskernen
veilige en groen ingerichte oversteekpunten op 80km/u deel van de N271

Snelheidsbeperkende maatregelen bij
kernen
Ter hoogte van de kernen en bij kruisende wegen
zijn verkeersbeperkende maatregelen nodig om
het 50 km/u regime te ondersteunen. Bij deze
maatregelen wordt voorzien in veilige oversteekmogelijkheden
voor het langzaam verkeer. Daar
waar de N271 dwars door een dorp gaat (Mook)
of het centrum van een dorp direct aan de N271
ligt (Bergen) wordt het oost-westverkeer gelijkwaardig
aan het noord-zuidverkeer afgewikkeld
en krijgt het langzaam verkeer in oost-westrichting
zoveel mogelijk voorrang. De huidige en te
verwachten verkeersintensiteiten zijn van dien
aard dat dit verantwoorde ingrepen zijn, die geen
ongewenste verkeerscongestie tot gevolg hebben.
De verkeerskundige uitwerking van de maatregelen
(middenbermen, rotondes etc.) moet nog
plaatsvinden.
Openbaar vervoer
De N271 is ook een centrale verbinding voor het
openbaar vervoer, voor fietsverkeer en voor zwaar
verkeer (landbouwverkeer en zand- en grindwagens).
Er zijn veel bushaltes langs de weg, die we
willen handhaven en die op veel plekken de basis
voor een pleisterplaats (zie verderop) kan zijn.
Aanleg van een vrije busbaan, zoals in de Regiovisie
is gesuggereerd blijkt niet noodzakelijk te zijn.
De vervoerscapaciteit van de N271 is ruim voldoende
groot om de bus over de weg te kunnen
laten rijden, ook na afwaardering over het gehele
trace tot twee maal één rijstrook.
Fietsverkeer
De N271 is bijna helemaal voorzien van een vrijliggend
fietspad, alleen ter hoogte van Gennep
ontbreekt een belangrijke schakel. Deze schakel
is vooral van belang in het kader van het verbindende
netwerk, waarbij snel en zonder obstakels
de route langs Gennep kan worden afgelegd, zie
het programma Verbindingen en Netwerken onder
noord-zuidverbindingen. Er bestaan plannen
om het fiets en landbouwverkeer te combineren.
Wij kiezen in verband met de fietsveiligheid voor
het realiseren van een vrijliggend fietspad en voor
het afwikkelen van het landbouwverkeer op de
hoofdrijbaan met op een enkele plaats een passeerstrook.
Voor het overig deel van de N271 willen we het
comfort van het fietspad verbeteren door verbreding
(waar mogelijk, zonder bestaande bomen
te hoeven kappen) en door het aanbrengen van
verlichting langs de fietspaden. Randvoorwaarde
daarbij is wel dat de verlichting alleen in de avonduren
brandt en dat de verlichting een rustige
kleur heeft, zoals ledverlichting en/of dynamisch
is, dat wil zeggen alleen brandt als er iemand
langs rijdt. Zo is het mogelijk om in comfort te
voorzien zonder onacceptabele lichtvervuiling.
Passeerstroken landbouwverkeer
Via de N271 wordt ook het landbouwverkeer
afgewikkeld. Voor de verkeersveiligheid en het
comfort van het autoverkeer is het van belang dat
er voldoende passeerstroken aanwezig zijn. Bij
de uitwerking van de herinrichting moet bekeken
worden op welke tracédelen passeerstroken
noodzakelijk zijn.
21
3. Inleiding Ontwerpkaders en
maatregelen

22
Maaspark Well en het Reindersmeer

Aansluitingen op de N271
Daar waar aansluitingen op de N271 vanuit bestemmingen
in de regio niet logisch zijn gelegen
of ontbreken worden deze verplaatst of aangelegd.
Voor twee locaties is dit aan de orde.
Het Heijderbos
CenterParcs het Heijderbos is een belangrijke
recreatieve bestemming met vrij veel verkeer. Momenteel
is het een kruip door sluip door route via
het bedrijventerrein de Grens en over bestaande
recreatieve routes. Vrachtverkeer, recreatief langzaam
verkeer en bestemmingsverkeer voor het
Heijderbos maken gezamenlijk gebruik van deze
route. Dit leidt tot onveilige situaties. Bovendien
is de binnenkomst van de recreant niet gastvrij,
wat wij wel willen zijn, te noemen. Wij willen
het verkeer ontvlechten en een nieuwe, directe
aantakking maken voor het bestemmingsverkeer
Heijderbos ten noorden van de afrit van de A77.
Ter hoogte van de aansluiting van de Grens op de
N271 willen wij het vrachtverkeer en fietsverkeer
scheiden door middel van de aanleg van een vrijliggend
fietspad.
Maaspark Well en het bezoekerscentrum Nationaal
park De Maasduinen
De ontwikkeling van het Maaspark Well is voor de
regio een geweldige stimulans voor de recreatie,
ook het nieuwe bezoekerscentrum Maasduinen
draagt belangrijk bij aan ons toeristisch-recreatieve
profiel. Wij willen daarom voor deze twee
nieuwe ontwikkelingen een herkenbare entree
vanaf de N271 realiseren. Wij denken daarbij aan
een volledige kruising op de N271, die beide gebieden
ter weerszijden van de weg ontsluiten. Ter
hoogte van deze kruising wordt een middenberm
aangelegd waarmee de snelheid van het verkeer
wordt verminderd en de zichtbaarheid en oversteekbaarheid
worden vergroot.
23
3. Inleiding Ontwerpkaders en
maatregelen

24
landschappelijke inpassing

Maasdal Maasduinen ontginningslandschap
Landschappelijke inpassing N271
Huidige situatie
De N271 is een belangrijke vervoersas voor het
interlokale en het regionale verkeer. In de afgelopen
decennia is de relatie tussen de weg en zijn
omgeving (het landschap en de dorpen) steeds
verder onder druk komen te staan. Het traject van
de N271 rondom Gennep is hier een goed voorbeeld
van. De groenstructuur van de weg vertoont
‘gaten’, daarnaast lijkt de functie van het groen
vooral gelegen te zijn in het afschermen van de
weg en is er de relatie met het omringende landschap
niet altijd aanwezig.
Toekomst
Aanhelen bomenstructuur:
De N271 wordt opgevat als een lijnvormig
element, dat het landschap doorsnijdt. De weg
is vormgegeven vanuit zijn eigen logica en aan
weerszijden beplant met bomenrijen zodat een
krachtige lineaire ruimte ontstaat.
Panoramaviews creëren:
De N271 loopt langs en door een diversiteit aan
landschapstypen. Op de overgang van het Maasdal
naar de hoger gelegen landschappen van de stuwwal
bij Mook en de Maasduinen in het midden en
zuidelijker deel. Daar tussen in wordt bij Gennep
het Niersdal doorsneden.
De specifieke schoonheid van de omgeving dient
zoveel mogelijk zichtbaar te worden gemaakt
vanaf de weg. Dit betekent dat de weg nu ook
wordt opgevat als een filmisch lint, de scenic drive
die al rijdend verschillende beelden genereert. De
weg ligt op een dijklichaam dat op veel plaatsten
ook dient als waterkering. Die hogere ligging
biedt mooie uitkijken die de route zeer aantrekkelijk
maken. In de loop van de jaren is een aantal
landschappen en een dwarsdoorsnede van de regio
panorama’s verdwenen, die willen wij graag
herstellen. Bovendien willen wij een aantal nieuwe
panorama’s toevoegen. Op ruimtelijke strategische
plekken wordt daarom de onderbegroeiing
verwijderd waardoor panoramaviews gecreëerd
worden die het attractieve karakter van deze weg
aanmerkelijk vergroten.
Dat gebeurt op ruimtelijk strategische plekken
zoals bij de kruising van het Niersdal. Momenteel
ontneemt een dichte bossage hier het zicht vanaf
de N271 op het dal en op de Martinustoren van
Gennep. Een andere plek is de locatie Plasmolen.
Hier kan het zicht op de Mookerplas weer hersteld
worden door onderbegroeiing weg te halen. Ook
willen we graag een panorama realiseren op het
Leukermeer en het te bouwen bezoekerscentrum
Maasduinen aan het Reijndersmeer. De overige te
realiseren panorama’s bieden een doorkijk naar
het Maasdal of direct zicht op de Maas.
Gedifferentieerde verkeersnelheid:
De N271 fungeert nu ook als de ruggengraat van
dit gebied. In deze optiek krijgen de oost-westverbindingen
(de Maasduinen en het Maasdal) een
gelijkwaardige relatie met de noord-zuidverbinding
(Nijmegen-Venlo). In het nieuwe wegbeeld
wordt een gedifferentieerde verkeersnelheid voor
gemotoriseerd verkeer gehanteerd. Er wordt onderscheid
gemaakt in een 50- en 80 km/u regime.
Ter hoogte van de kruisingen wordt het wegbeeld
aangepast. Door middel van de toepassing van
middenbermen wordt de snelheid getemperd
en wordt de automobilist attent gemaakt op de
kruising. De middenbermen zorgen bovendien
voor een veilige oversteek voor de voetganger en
de fietser.
25
3. Ontwerpkaders en
maatregelen

Herkenbaar karakter:
Om de herkenbaarheid van de weg (van Nijmegen
tot Venlo) te vergroten dient in de uitwerking
aandacht te worden besteed aan de materialisering
van de weg en van de oversteekplekken.
In principe wordt uitgegaan van het handhaven
van de asfaltverharding. De middengeleider is
verbijzonderd met een op gelijk niveau gelegen
splitlaag, die het beeld van de rijbanen karakteriseert
tussen de kernen. Ter hoogte van de kernen
verandert het snelheidsregime naar
50 km\u en ter plekke wordt de middengeleider
een verhoogde rammelstrook van basaltsteentjes.
Langs de fietspaden stellen we voor een uniforme
led-verlichting toe te passen. Een belangrijke
maatregel om de herkenbaarheid van de weg te
vergroten is om alle inrichtingselementen in het
platte vlak van gras te maken (de middenbermen,
zijbermen, rotondes en ovondes) en om de
bomenbeplanting langs de weg in kernen waar
de N271 doorheen gaat te continueren en waar
mogelijk te verdichten.
Versterken van het dorpse karakter van de kernen
ter hoogte van de N271
• bevorderen van dubbelgebruik van de verharding
(fietsstroken op de weg in plaats van een
vrijliggend fietspad) waardoor de ruimte voor
bomen wordt vergroot
• toepassing van gebakken klinkers met uitzondering
van de rijloper
Versterken van de landschapstypen grenzend aan
de N271:
• aandikken van bossages bij de Stuwwal en de
Maasduinen en verwijderen van onderbegroeiing
ter hoogte van het Niersdal
• maatregelen te nemen aan de N271 toegespitst
op de verschillende landschapstypen die doorkruist
worden
Maatregelen te nemen aan de N271 toegespitst
op de verschillende landschapstypen
die doorkruist worden
Dorpskernenlandschap Mook
Huidige situatie
De N271 fungeert ter hoogte van Mook als onderdeel
van het dorpsweefsel. In de huidige situatie
leidt dit tot een discontinue profiel van de weg.
Het wegbeeld is onrustig door tal van ingrepen
die met name gericht zijn op het temperen van de
verkeerssnelheid, de aanwezigheid van parkeerplaatsen
en het veelal ontbreken van een continue
bomenstructuur.
Toekomstbeeld
Een duidelijk en rustig verkeerskundig beeld
voor alle verkeersdeelnemers, passend binnen
duurzaam veilig. Meer dubbel gebruik van de
openbare ruimte waardoor de ruimte voor bomen
toeneemt. Zoveel als mogelijk wordt de bomenstructuur
van ‘buiten het dorp’ gecontinueerd
en ter hoogte van het centrum verdicht. Voor
de rijweg wordt eveneens het gebruik van asfalt
gecontinueerd. Voor de overige toe te passen
verhardingen zoals bijvoorbeeld trottoirs worden
hoogwaardige materialen (bijvoorbeeld gebakken
klinker) toegepast waardoor de allure van de
dorpen (aan de Maas) weer zichtbaar wordt.
Stuwwallandschap Plasmolen
Huidige situatie
Ter hoogte van Plasmolen scheert de N271 vlak
langs de Stuwwal. De randen (aan de maaszijde)
maken een rommelige indruk door de aanwezigheid
van tal van functies zoals de brede parkeerbermen
van het restaurant De Chinese Muur,
entrees van recreatieterreinen en aanwezige
plassen.
27
3. Ontwerpkaders en
maatregelen

28
St.Jansberg en Mookerheide,
onderdeel van de stuwwal
het ontginningslandschap
de Niers en het Niersdal
het Maasdal
het Nationaal Park De Maasduinen

Toekomstbeeld
Het creëren van een samenhangend wegbeeld
waarbij de enorme (over) maat aan ‘parkeerbermen’
naast de stuwwal belangrijke kansen bieden
om bij een herprofilering de zichtbaarheid van de
ernaast gelegen stuwwal voor deze plek te vergroten.
De bebossing aan de stuwwalzijde wordt
verder aangedikt. Aan de Maaszijde wordt de ‘gaten’
in de aanwezige bomenrij aangevuld zodat
er weer een heldere boomstructuur ontstaat. Op
strategische plekken wordt onderbegroeiing langs
de weg verwijderd waardoor ook de aanwezige
(zandwinnings)plassen beter in beeld komen.
Ontginningslandschap
Huidige situatie
De lange lijnen van het ontginningslandschap ter
hoogte van Gennep zijn terug te vinden in het
rechtlijnige wegtracé.
Dit beeld wordt ondersteund door de aan weerszijden
van het tracé aanwezige bomenrijen. Doordat
de bomenstructuur echter ‘gaten’ vertoont is
het beeld niet altijd even homogeen. Dit is met
name het geval bij woningen en bedrijven die aan
de weg liggen.
Toekomstbeeld
De rechtlijnigheid van het wegtracé wordt versterkt
door het aanhelen van de bomenstructuur.
Onderbegroeiing wordt zoveel mogelijk verwijderd
zodat het zicht op het open landschap
optimaal kan worden beleefd.
Niersdallandschap
Huidige situatie
Het Nierdal staat niet op het netvlies van de
automobilist. Rijdend op de N271 is het Niersdal
zorgvuldig afgeplant met forse bossages. De N271
transformeert zich in een autoweg incl. de bijbehorende
voorzieningen zoals vangrails, middenbermen
en een geluidswal.
Toekomstbeeld
Het profiel van de N271 wordt getransformeerd
van twee maal twee, naar twee maal één rijstrook.
Het standaardprofiel zoals verderop
aanwezig is geldt als uitgangspunt. De benodigde
ruimte voor de infrastructuur wordt minder, waardoor
volop de mogelijkheid is om de omgevingskwaliteiten
weer zichtbaar te maken. Ter hoogte
van het Niersdal worden de bossages verwijderd
waardoor niet alleen de Niers weer zichtbaar
wordt maar ook de kerktoren van Gennep weer
in beeld komt. De weg wordt aan weerszijden
voorzien van laanbomen in gras waardoor het
rechtlijnige karakter van de weg wordt hersteld
terwijl onder de kronen van de bomen door het
zicht op de omgeving blijft.
Maasduinenlandschap/Maasdallandschap
Huidige situatie
Het grootste deel van het wegtracé ‘scheert’ langs
of passeert zijdelings de Maasduinen en het Maasdallandschap.
De morfologie van de ondergrond
is van belangrijke invloed op het wegbeeld. Afwisselend
is sprake van uitstulping/inwigging van de
Maasduinen en het Maasdal. In tegenstelling tot
het dorpskernenlandschap keren de dorpen in de
Maasduinen zich af van de N271. Veelal liggen de
dorpen verscholen achter dichte bossages.
Toekomstbeeld
De dorpen presenteren zich nadrukkelijker aan de
passant. Door hun uitnodigend karakter fungeren
de dorpen als entrees van het Nationaal
park De Maasduinen. De bomenstructuur wordt
aangeheeld. En ter plaatse waar de Maasduinen
over de weg (richting het Maasdal) zich voortzet
worden de bosssages verder aangedikt waardoor
de afwisseling (open-dicht) wordt versterkt. Aan
de Maasdalzijde wordt de onderbegroeiing voor
een deel weg gehaald. Dit geldt zeker voor die situaties
waarin de Maas volop in beeld komt. Door
deze ingrepen ontstaat een een wegtracé met een
pittoresk karakter dat aansluit bij het beeld van
een ‘excellente’ regio.
29
3. Ontwerpkaders en
maatregelen

30
Mook “aan de Maas”
inrichtingsschets Mook “aan de Maas” (Concire)

Maasdal met zicht op de spoorbrug Mook-Cuijk
Mook “aan de Maas”
Ontwikkeling hoofdkernen aan de N271
De kernen langs de N271 hebben zich in de loop
van de jaren ontwikkeld met de rug naar de weg
gekeerd. Met het benadrukken van de bedels aan
de ketting en het aanpassen van de weg op dit
beeld ontstaan kansen om het gezicht aan deze
kant te versterken. Van belang is dat de dorpen
uitnodigen tot bezoek. Om het toerisme en recreatie
te ondersteunen en te groeien naar een excellente
regio zullen de dorpen kwaliteit moeten
tonen, vanaf de N271 en in de centra zelf. Daar
waar ontwikkelingen in gang gezet zijn willen wij
deze omslag in korte tijd bereiken. Onze prioriteit
ligt bij de hoofdkernen. Wij zetten daarom in op
Mook, Gennep en Nieuw-Bergen.
Mook “aan de Maas”
Bij Mook gaat de N271 door de dorpskern heen.
Mook is de enige kern aan de N271 die aan de
Maas ligt. Daarmee bezit Mook voor de regio een
bijzondere kwaliteit. In de thans ontwikkelde
private plannen krijgt de etalagefunctie hier
invulling doordat het centrum van Mook zich aan
de weg presenteert: met het gemeentehuis aan
de westzijde en de centrumstraat met voorzieningen
aan de oostzijde, zoals wordt voorgesteld
in het centrumplan voor Mook. Hierin wordt ook
voorgesteld om een pleisterplaats aan de Maas
te maken, met een uitspanning aan het water.
Wij vinden het juist voor de etalagefunctie van
de N271 belangrijk dat ook het zicht op de Maas
wordt hersteld en dat de beoogde pleisterplaats
een relatie krijgt met de N271, en met de overige
onderdelen van het centrumgebied van Mook.
Het doorzicht naar de Maas is te realiseren door
verwijdering van een bestaand vervallen gebouw.
31
3. Ontwerpkaders en
maatregelen

pleisterplaats: meubilair, zuilen, etc.
Gennep “vitale vesting”
32

panoramaview Gennep “vitale vesting”
Gennep “vitale vesting”
Gennep is de oudste nederzetting in onze regio.
Een oude vesting die cultuurhistorisch en toeristisch
zeer waardevol is voor onze regio. De N271
gaat om Gennep heen. Het is een bypass van de
oude Rijksweg die door de dorpskern loopt en is
aangelegd om Gennep van het doorgaande verkeer
te ontlasten. De weg is zodanig hoog aangelegd
en van geluidschermen voorzien dat Gennep
visueel wordt afgesneden van het Maasdal. De
zichtbaarheid kan daarom slechts beperkt hersteld
worden. Een van de mogelijkheden is het aanleggen
van een verbinding die een historische route
vanaf de Maas, ter hoogte van het veerhuis, met
het centrum van Gennep, in ere te herstelt. Gennep
wordt zo weer verbonden met het Maasdal.
Deze verbinding wordt zichtbaar vanaf de N271
door een nieuwe langzaam verkeersbrug over
deze weg. Op deze wijze wordt enerzijds de cultuurhistorie
van Gennep verder tot leven gewekt
en wordt een waardevolle schakel aan het toeristisch
netwerk van de regio toegevoegd. Door
deze route te verbinden met het Genneperhuis
of in de toekomst een mogelijke passantenhaven,
worden recreanten en toeristen, wandelaars en
fietser verleid de ‘vitale vesting’ aan te doen. Ter
plekke van het nieuwe fietsviaduct over de N271
wordt een nieuwe pleisterplaats ingericht. We
stellen voor de bestaande picknickplek met een
informatievoorziening over de ‘vitale vesting’.
Deze plek biedt een panorama op de Maas en in
noordelijke richting op het Genneperhuis.
De herkenbaarheid van Gennep willen wij ook
vergroten door het realiseren van een panoramaview
op het Niersdal met de Martinustoren als
ijkpunt (zie onder het panorama)
33
3. Ontwerpkaders en
maatregelen

pleisterplaats
34
centrumplan Mosaïque

ingrediënten pleisterplaats
Bergen “modern centrumdorp”
De hoofdkern Nieuw-Bergen is nauw verbonden
met het bijzondere natuurgebied Nationaal park
De Maasduinen. Een startpunt of verblijf, voor
de toerist in ieder geval een belangrijke plek om
boodschappen te doen. Gezonde hoofdkernen
heeft de regio nodig om haar voorzieningen op
peil te houden. Daarom wordt ingezet op de herstructurering
van het centrum van Nieuw-Bergen.
In het inmiddels vastgestelde centrumplan Mosaïque
is de N271 ingericht als onderdeel van de
dorpskern. Door middel van een ovonde wordt de
snelheid hier naar 50 km gebracht. Het gemeentehuis
van Bergen, icoon voor de ‘moderniteit’ van
het dorp staat hier prominent aan de N271. De
ovonde zelf en de omgeving hebben een groene
inrichting maar het zichtbare bouwblok aan de
achterzijde van het winkelcentrum detoneert en
toont niet de gewenste gastvrijheid. Het centrumplan
Mosaïque voorziet nog niet in een oplossing.
Een nauwe afstemming met het Sleutelproject
N271 is gewenst om daadwerkelijk een integraal
informatiekiosk/bushalte/ijsverkoop
picnicplek
bushalte
fietsparkeren/verkoop streekeigen
landbouwproducten
autoparkeren
onderdeel van het sleutelproject te kunnen zijn.
Hiervoor is ook nodig dat in Nieuw-Bergen een
pleisterplaats wordt ingericht, waar toeristen die
een fietstocht maken op adem kunnen komen en
van toeristische informatie worden voorzien.
Pleisterplaatsen aan de N271
Hieronder worden plekken langs de N271 verstaan
waar mensen samenkomen: van bushalte
tot hotel. Elke pleisterplaats biedt een basisprogramma.
Een parkeervoorziening voor auto’s en
fietsers, een picknickplek, een bushalte en een
kiosk. De kiosk kan op verschillende manieren
worden ingevuld, zoals een informatiekiosk van
een natuurgebied, informatie over de historie van
de N271 of een nabijgelegen kern, over het openbaar
vervoer en fietsverhuur, ijsverkoop, verkoop
van lokale landbouwproducten, etc. De vormgeving
van dit basisprogramma moet verder worden
uitgewerkt. Belangrijk is dat de vormgeving
bijdraagt aan de identiteit van de regio en aan de
herkenbaarheid van de N271 als etalage.
35
3. Ontwerpkaders en
maatregelen

eferenties zuil ter markering pleisterplaats
36
pleisterplaatsen

Zicht vanaf de brug over het kanaal tussen het Reindersmeer en het Leukermeer. Het zicht openzetten op het nieuwe bezoekerscentrum
van de Maasduinen, met fiets- en wandelpaden hier naartoe en een uitzichtbalkon op de brug.
Ter illustratie van de ontwikkelingspotenties van
locaties langs de N271, schetsen wij vijf pleisterplaatsen
die te realiseren zijn vanuit verschillende
gebruiksinvalshoeken. Voor elke pleisterplaats aan
de N271 geldt dat er een veilige oversteekplaats
aangelegd moet worden. Ook geldt voor alle
pleisterplaatsen dat ze met een herkenbaar element
langs de N271 vanaf deze weg geduid worden.
De stenen zuil bij de Hamert is zo’n element
wat past bij het imago van de regio (eenvoudig,
puur, aantrekkelijk) en is een goede thematische
basis voor de overige elementen.
Recreatieve fietsverbinding: de Grens, Bergen
Een pleisterplaats kan een plek zijn aan de N271
waar een recreatieve fietsverbinding de weg
kruist. Zoals bijvoorbeeld nabij het bedrijventerrein
de Grens, waar de fietsroute vanaf het
Heijderbos onder de A77 door de N271 oversteekt
richting het Maasdal. Zo’n pleisterplaats beschikt
over een basisprogramma met een kiosk met
informatie over de landelijke fietspaden (LF3
Maasroute). Deze fietsroute is onderdeel van een
doorgaande fietsroute langs de Maas en vanuit
deze pleisterplaats is hotel-restaurant Mazenburg
te bereiken via een nieuw trekpontje.
Horeca: Plasmolen en Truckstop Arizona
Een recreatieve trekpleister met restaurants en
cafés is ook aanleiding voor een pleisterplaats.
Plasmolen is hier een goed voorbeeld van, waarbij
de combinatie van deze recreatieve en horeca
voorzieningen met een goede fietsvoorziening,
een groen ingepaste parkeervoorziening en een
informatiekiosk over de activiteiten en uitspanningen
in het gebied een meerwaarde zijn voor
deze plek.
Ook kan een enkele horecagelegenheid aanleiding
zijn tot het maken van een pleisterplaats. Zoals
de pleisterplaats bij Truckstop Arizona. Naast
dit café-restaurant is er ruimte tot het maken van
het basisprogramma van een pleisterplaats met
bijvoorbeeld een informatiekiosk over de nabije
omgeving, picnicplekken, een bushalte met fietsparkeren,
een autoparkeerplaats en een groen
ingepast parkeerterrein voor de truckers van het
café. Vanaf deze pleisterplaats aan de N271 is er
een direct verbinding naar de kern van Aijen aan
de Maas. En van hieruit kan in de toekomst met
een fietspont overgestoken worden naar het Brabantse
dorp Maashees.
37
3. Ontwerpkaders en
maatregelen

38
positionering busstation Gennep
inrichtingsschets pleisterplaats busstation Gennep

eelden bij paviljoen en busgbouwtje
oude stationsgebouw Gennep (1872 - 1948)
Natuurgebieden: Mookerheide-Maasduinen
en Maaspark Well
De entree van een natuurgebied direct gelegen
aan de N271 vormt ook aanleiding tot het maken
van een pleisterplaats. Zoals de entree van de
Mookerheide, die momenteel verborgen ligt
langs de N271 zonder een verbijzondering die de
aandacht op dit natuurgebied vestigd. Dit zou
dan een kleine pleisterplaats kunnen zijn met een
aantal parkeerplaatsen, fietsparkeren, een informatiekiosk,
een kleine picnicplek en een stenen
zuil ter markering van dit natuurgebied. Ook is
van belang dat vanaf deze pleisterplaats de N271
veilig over te steken is naar het natuurgebied.
Wellerlooi
Een oversteekplek over de Maas is ook aanleiding
tot het maken van een pleisterplaats langs de
N271. Voorbeeld hiervan is pleisterplaats Wellerlooi,
van waaruit het voet-fietsveer naar Blitterswijck
kan worden genomen. Voor bezoekers vanuit
Brabant die de regio Maasduinen bezoeken
vormt een pleisterplaats een goed startpunt voor
de ontdekking van de regio. Naast de bushalte
een informatiekiosk met informatie over bezienswaardigheden
en de mogelijkheid tot het huren
van een fiets. Verder vormt een picnicplek een
rustpunt in het bezoek van de regio.
Busstation Gennep:
Het busstation van Gennep biedt kansen om
overstapfacilliteiten te koppelen aan een pleisterplaats.
Het busstation ligt op de plek van het oude
treinstation van Gennep. Het busstation heeft
momenteel weinig kwalitatieve uitstraling: een
armoedig leegstaand busgebouw en een rommelig
ingerichte omgeving. Vervanging van het
busgebouw door een beter geplaatst en vormgegeven
gebouwtje legt de basis voor de pleisterplaats
met fietsverhuur en infomatievoorziening.
Het garagebedrijf dient verplaatst te worden en
de openbare ruimte opnieuw ingericht. Op de
plek van het oude treinstation kan een paviljoen
komen dat als wachthokje kan dienen.
Aan de overzijde in het plantsoen kunnen er naast
de oude locomotief en de speelplaats, een picnicplek,
een parkeerkoffer en fietsparkeren worden
ingepast.
39
3. Inleiding Ontwerpkaders en
maatregelen

40
Ovenberg, Milsbeek
de Flammert, Nieuw Bergen

uithangborden bedrijventerreinen
de Flammert, Nieuw Bergen
Inpassing bedrijventerreinen aan de
N271
Voor de ruimtelijke uitstraling van de N271 zullen
bestaande bedrijfsgebouwen enigszins aan het
zicht onttrokken moeten worden. Gelukkig is de
bedrijvigheid in onze regio vooral geconcentreerd
op de bedrijventerreinen. Het groen inpassen van
bedrijfsterreinen gelegen langs de N271 is vooral
aan de orde bij: Ovenberg en Drie Kronen (Milsbeek),
De Grens (Gennep), Steenfabriek Heukelom
(Heukelom) en De Flammert (Nieuw-Bergen).
Ovenberg
De Ovenberg ligt op een cruciale locatie: tussen
Milsbeek en een leegstaande steenfabriek aan
de Maas. Een goede inpassing van dit terrein
vergroot de kansen voor de ontwikkeling van de
steenfabriek in de toeristisch-recreatieve sfeer. Bij
Milsbeek staat een molen langs de N271. De kans
dat deze gerestaureerd wordt, wordt ook vergroot
wanneer de omgeving er goed uit ziet.
Bij het goed inpassen van het bedrijventerrein de
Ovenberg bij Milsbeek gaat het om de volgende
ingrepen. Aanplanten van groen aan de randen
van het bedrijventerrein om de bedrijven uit het
zicht te onttrekken vanaf de N271. Op de locatie
zelf draagt een groene inpassing van de wegen
richting de steenfabriek bij aan de kwaliteitsverbetering
van de omgeving.
Naast het inpassen van het bedrijventerrein,
gaat het ook om een kwaliteitsverbetering van
Milsbeek. De molen die langs de N271 ligt zou
gerestaureerd moeten worden, vormt de directe
aanleiding voor een pleiserplaats, naast het feit
dat van hieruit de route ligt naar de voormalige
steenfabriek. De pleisterplaats heeft ook hier
een basisprogramma zoals bij de andere pleisterplaatsen.
De steenfabriek, waar een aantal oude
gebouwen gehandhaafd moeten worden waaronder
de beeldbepalende schoorsteen, kan een
toeristische trekpleister worden met onder andere
een evenemententerrein.
De Flammert
De Flammert bij Nieuw-Bergen ligt pal naast de
N271 en is al voor een groot deel groen ingepast
en niet zichtbaar vanaf de N271. De entree van
het bedrijventerrein dient wel een betere inpassing
te krijgen. Het toevoegen van groen in de
vorm van een bosplantsoen, een nieuw bedrijf
met uitstraling langs de N271 bij de entree van
de Flammert en een bijzonder reclamezuil die
qua beeldkwaliteit past bij de stenen zuilen ter
markering van de pleisterplaatsen in de regio
Maasduinen.
41
3. Ontwerpkaders en
maatregelen

B
Programma Verbindingen en Netwerken

44
1. Inleiding

Uit de Strategische Regiovisie Bergen,
Gennep, Mook en Middelaar:
“Bergen, Gennep en Mook en Middelaar
kijken gezamenlijk naar de toekomst.
Door samen een Strategische Regiovisie
te ontwikkelen nemen de gemeenten de
regie in eigen hand. Zo kunnen bestaande
plannen en ambities aan een gezamenlijke
focus worden gekoppeld. Deze
gezamenlijke focus is noodzakelijk om
een dreigende achterstand op andere
regio’s voor te zijn.
In de Strategische Regiovisie is gekozen
voor een kwaliteitssprong die nodig is
om de leefbaarheid in de regio te behouden.
Maar de regiovisie gaat verder
dan het behouden van bepaalde waarden.
Door het maken van keuzes en het
samenwerken in projecten wordt de leefbaarheid
vergroot, ‘quality of life’ wordt
een sleutelbegrip in de regio. Hiermee
heeft de regio een sterkere positie aan
de onderhandelingstafel bij andere overheden
en bij private partijen.
Met de vaststelling van de visie heeft de
regio gekozen voor een onderscheidend
profiel dat aansluit bij het karakter van
het gebied. De ligging in de luwte tussen
Maas en Duitse grens en een bijzonder
landschap rond de Maas en de Niers en
de unieke natuur van het Nationaal Park
Maasduinen maken het tot een gebied
van rust en ruimte. Kleinschalig, puur
en authentiek – deze kenmerken wil de
regio koesteren. Gastvrijheid en respect
voor toeristen, recreanten en zorgbehoeftige
mensen zijn reeds aanwezige
kwaliteiten die de regio verder wil
uitbouwen. Duurzaamheid is een nieuw
aspect dat aandacht verdient om als excellente
regio te kunnen uitblinken.”
45
Inleiding 1. Inleiding

46
Het netwerk van verbindingen in Noord-Limburg: een ladderstructuur als basis om in de toekomst te kunnen
excelleren als een aantrekkelijke regio.

Strategische keuzes
Vanuit het onderscheidende profiel zijn de strategische
keuzes gericht op het benutten en versterken
van de regionale economie en de leefbaarheid.
De primaire programma’s zijn:
1. investeren in exclusieve woonprogramma’s
2. ontwikkelen van een bijzonder toeristisch recreatief
product
3. investeren in een duurzame landbouw
4. ontwikkelen van bijzondere zorgcomplexen en
zorgconcepten.
Om daadwerkelijk tot een excellente regio te
kunnen uitgroeien moeten deze programma’s
in onderlinge samenhang worden uitgevoerd.
Voorwaardenscheppend zijn de programma’s veiligheid
(water), ruimtelijke kwaliteit en verbindingen
en netwerken.
Ambitie Verbindingen en Netwerken
Om zich tot een excellente regio te kunnen
ontwikkelen is alzijdige ontsluiting nodig. In alle
windrichtingen en voor de auto, het openbaar
vervoer, fietsers en wandelaars. De noord-zuid
- en de oost-west verbindingen moeten als een
ladder met sporten de regio toegankelijk maken
voor de inwoners van de stedelijke regio’s en
ervoor zorgen dat de regio zelf een beroep kan
blijven doen op de voorzieningen (middelbaar
en hoger onderwijs, zorg en werkgelegenheid)
aan de andere zijde van de Maas en in Duitsland.
Dat is nodig om jongeren en jong volwassenen
zo lang mogelijk aan de regio te kunnen binden.
Een alzijdige ontsluiting geldt voor het autoverkeer,
de busverbindingen en de fietsverbindingen,
bestemd voor het dagelijkse woon-, werk-, en
onderwijsverkeer.
Toeristisch is de uitbreiding van het fiets-, wandel-
en vaarnetwerk nodig. Men moet door het gebied
kunnen dwalen. Van oost naar west en van noord
naar zuid in de vorm van lussen, en visa versa.
Om deze ambitie verder te onderbouwen hebben
wij het huidige stelsel van fiets, wandel en auto
infrastructuur onderzocht en beoordeeld.
Deze studie is ook nodig om het sleutelproject
‘N271 als etalage’ nader uit te kunnen werken.
Opgave en probleemstelling
Netwerk van verbindingen
De regio Maasduinen kan zich alleen ontwikkelen
op het gebied van wonen, zorg, toerisme en recreatie
en duurzame landbouw als het verbindingennetwerk
goed op orde is. Dit is een primaire
voorwaarde voor de verdere planvorming. Vanuit
dit perspectief is het huidige netwerk onder de
loep genomen. De Strategische Regiovisie is een
lange termijnvisie. Daarom is niet alleen gekeken
naar het huidige netwerk en haar knelpunten,
maar ook naar het netwerk dat de regio op
termijn moet gaan ondersteunen in het benutten
van haar kwaliteiten. De voorgestelde maatregelen
kunnen niet allemaal in een korte periode
worden gerealiseerd. Sommige maatregelen zijn
zeer ingrijpend en kunnen alleen met langdurige
inzet en een daarop gerichte strategie tot uitvoering
worden gebracht. Andere maatregelen
kunnen met relatief weinig inspanning worden
gerealiseerd. In de Regionale Agenda is onder de
Financiële Ontwikkelingsstrategie aangegeven
welke maatregelen in de eerste fase gerealiseerd
kunnen worden en welk in de latere fasen. In
de eerste fase kunnen de maatregelen voor de
volgende fasen nader uitgewerkt worden tot
uitvoeringsgerichte maatregelen. De vraag over
het netwerk is tweeledig. Enerzijds moet worden
aangegeven met welke infrastructurele maatregelen
het verkeer verleid en gefaciliteerd kan worden
om het gebied verder in te gaan. Het gaat om
ontbrekende schakels en adequate verbindingen
vooral in de oost-westrichting: verbindingen met
het Brabantse en Duitse achterland. Anderzijds is
de vraag waar en hoe een kwaliteitsslag (functionaliteit
en inrichting) gemaakt kan worden. Beide
vragen zijn van belang, zowel ten behoeve van
de leefbaarheid van de regio Maasduinen als voor
de uitbouw van het recreatieve potentieel aan
weerszijden van de Maas.
47
Inleiding 1. Inleiding

N271
Voor de N271 staat de kwaliteitsslag centraal.
Momenteel heeft de weg nog het functionele karakter
van een hoofdverbindingsweg. De huidige
situatie is bekeken en knelpunten zijn gesignaleerd.
Vervolgens zijn de opgaven geformuleerd
voor nadere uitwerking en zijn voor een aantal
opgaven concrete maatregelen geformuleerd. De
omgeving, zowel de dorpen als de verschillende
aangrenzende landschappen, wordt vanaf de weg
nauwelijks beleefd. In de Regiovisie is nadrukkelijk
gesteld dat de weg de potentie heeft om als
het ‘uithangbord’ te fungeren van alles wat de
regio te bieden heeft. Niet alleen als drager van
verkeer en vervoer, maar juist in de combinatie
hiervan met ondersteunende voorzieningen, het
zichtbaar maken van de huidige cultuur en de
cultuurhistorie van de streek langs deze weg en
van de landschappelijke kwaliteiten. Deze route
kan zo faciliterend zijn aan de uitbouw van het
recreatief en toeristisch potentieel van de regio en
tegelijkertijd een waarborg zijn voor de bereikbaarheid
van het gebied.
Opgaven
Vanuit de doelen en probleemstelling die in de
Regiovisie zijn verwoord zijn de opgaven verkend:
1. Programma verbindingen en netwerken
Onderzoeken welke knelpunten er in het infrastructurele
en vervoerskundige netwerk zijn,
afgezet tegen de in de Strategische Regiovisie
geformuleerde doelen voor de gebiedsontwikkeling
Maasduinen.
2. Sleutelproject N271
Welke maatregelen zijn nodig om de N271 als
‘etalage’ of ‘visitekaartje’ van de regio Maasduinen
tot wasdom te laten komen.
49
1. Inleiding

50
2. Huidige situatie,
knelpunten en opgaven
vrachtverkeer op de Wezerweg

Onze analyse is opgebouwd vanuit de
diverse verkeersmodaliteiten.
Autoverkeer
Ontsluiting van de regio
De auto-ontsluiting van de regio heeft
een ladderstructuur. Samen met de A73
vormt de N271 de poten van de autoverkeerladder.
De bruggen over de Maas en
de in het verlengde gelegen wegen, die
de A73 en N271 verbinden vormen de
sporten.
De A73 in noord-zuidrichting en de verbindingen
ter hoogte van Malden, Gennep
en Bergen zorgen dat de regio fysiek
goed op het nationale autonetwerk is
aangesloten. Het verkeer in de regio,
ten oosten van de Maas wordt afgewikkeld
via de N271. Voorheen was deze
“Rijksweg”, ook wel Napoleontische weg
genoemd, de belangrijkste route tussen
Gelderland (Nijmegen) en Midden- en
Zuid-Limburg (Venlo, Roermond, Maastricht).
Met de komst van de A73 (1986-
1996) is de functie van de Rijksweg gewijzigd.
De weg heeft nu het functionele
karakter van een hoofdverbindingsweg
die de verschillende dorpen met elkaar
verbindt en ontsluit richting Nijmegen,
Venlo en het hoofdwegennet.
Naast de genoemde noord-zuidverbinding
wordt het gebied ontsloten door
een aantal oost-westverbindingen. Met
name de A77 vervult een belangrijke rol
in de ontsluiting van het gebied vanuit
Duitse zijde. Deze weg is tevens van belang
voor de ontsluiting van vliegveld
Weeze dat een belangrijk deel van het
bedieningsgebied op Nederlandse bodem
heeft. Binnen de regio vervult ook
de Wezerweg in Bergen hierin een rol.
51
2. Inleiding Huidige situatie,
knelpunten en opgaven

verschillende ‘gezichten’ van de N271
52
ontwikkelingsmodel Regio Maasduinen
profiel van de regio Maasduinen

De N271
Voor de kwaliteitsslag van de N271 is het van
belang na te gaan welk profiel noodzakelijk is om
tegemoet te komen aan de huidige en toekomstige
vervoerswaarde. De N271 wordt gebruikt
voor lokaal en interlokaal verkeer, voor auto’s
en vrachtauto’s en voor landbouwverkeer. Het
blijkt dat de huidige verkeersbelasting op de
N271 en de geprognosticeerde zodanig is dat
deze afgewikkeld kan worden op een 2x1 of 1x2
strooksverbinding. De intensiteiten komen alleen
ten noorden van Mook, bij de aansluiting van de
N271 op de A73, boven de 22.000 per etmaal . De
hoogste waarde op de overige delen ligt nabij de
aansluiting met de A77 rond 16.000 motorvoertuigen
per etmaal, dit betekent dat een vormgeving
2x1 of 1x2 geen probleem is.
De N271 verbindt de kernen in de regio. Hij loopt
langs de kernen, bij Mook, Milsbeek en Nieuw-
Bergen door de kern heen. Vooral bij Mook en
Molenhoek is er sprake van een extra belasting
van de leefbaarheid omdat veel verkeer van de
A73 naar Groesbeek en van Groesbeek naar de
A73 via deze kernen rijdt. Ook het verkeer vanuit
Groesbeek naar station Mook-Molenhoek gaat
via de kern van Molenhoek. Een noordelijke route
via Mook-Molenhoek (variant 5A) in combinatie
met de revitalisering van het bedrijventerrein
Korendal, moet hier in de toekomst een oplossing
bieden.
Voor de bereikbaarheid van alle bestemmingen in
het gebied blijft de N271 de aangewezen route.
Nu is de weg grotendeels een 80 km/h-weg en
deels (ter hoogte van Gennep) een 100 km weg.
Onderdeel van het provinciale uitvoeringsprogramma
is downgrading naar 80 km ter hoogte
van Gennep. Het huidige verkeersregime op de
N271 ondersteunt het karakter van de hoofdverbindingsweg,
een snelle verbinding tussen
Nijmegen en Venlo. De A73 vervult deze functie al
voor de regio. Dit beidt de mogelijkheid de N271
te downgraden tot een gebiedsontsluitingsweg.
Dit sluit goed aan bij de ambitie van de regiovisie
waarin is aangegeven dat deze weg een verbindende
functie krijgt tussen de kernen en overige
bestemmingen aan de weg en dat de weg goed
oversteekbaar wordt ter hoogte van bestemmingspunten
aan de weg en van kruisende oostwestverbindingen
voor het langzaam verkeer.
Ook moet het mogelijk worden om meerdere
aansluitingen op de N271 te maken om nabij gelegen
bestemmingen goed bereikbaar te maken.
Met een nieuwe inrichting gestoeld op deze uitgangspunten
worden de basiscondities voor een
leefbare regio en voor toerisme en recreatie in de
regio structureel verbeterd. De provincie heeft de
wens om de weg (op delen) te herinrichten. Een
integraal (her)inrichtingsplan is echter niet opge-
steld, wat met het oog op het Sleutelproject N271
als etalage wel noodzakelijk gaat worden. Wel is
in 2003 een schetsboek opgesteld. Het programma
Verbindingen en Netwerken legt de basis voor
een uitvoerbaar, integraal plan.
Naast de verbindende functie voor de woonkernen
is de N271 ook drager van het toeristisch
netwerk (bereikbaarheidsperspectief). Grote(re)
recreatieve bestemmingen, zoals bijvoorbeeld
recreatiepark Het Heijderbos en het in ontwikkeling
zijnde bezoekerscentrum Nationaal park De
Maasduinen vragen om een directere aantakking
aan deze drager.
Landbouwverkeer en vrachtverkeer
Twee typen verkeer zijn belastend voor de
leefbaarheid in de regio en bedreigend voor de
toeristisch-recreatieve kwaliteit: het landbouwverkeer
en de zand- en grindwagens.
Het landbouwverkeer is noodzakelijk om de
economische pijler landbouw in stand te houden.
Het gaat om lokaal verkeer. Het materieel wordt
steeds volumineuzer en de rijsnelheid neemt toe.
Het verhoudt zich daardoor slecht tot het fietsverkeer.
Afhankelijk van de bedrijfsvoering (akkerbouw,
veeteelt,glastuinbouw) is het verkeer in
meer of mindere mate seizoensgebonden.
Het vrachtverkeer van de zand- en grindwinning
heeft verschillende verschijningsvormen: lokaal
van de Lob van Gennep via de N271 naar Heijen,
interlokaal via de N271 naar de haven van Wanssum
en naar Venlo en vaak ook nog internationaal:
vanuit Duitsland door de Maasduinen via de
N271 naar Venlo en Wanssum en via de A77 naar
Heijen.
Vooral bij de Lob van Gennep vormt dit verkeer
een probleem voor de kernen Milsbeek en bij
Bergen doet de belasting van de Wezerweg afbreuk
aan de kwaliteit van het Nationaal park De
Maasduinen.
De verwachting is dat dit verkeer nog langjarig zal
bestaan omdat er nog steeds concessies verleend
worden voor winning, niet alleen in de regio,
maar ook in het aangrenzende Duitse gebied.
Voor zowel het landbouwverkeer als het zand- en
grindverkeer is het gewenst deze te concentreren
op secundaire wegen die hiervoor zijn ingericht
en waar de overlast zo gering mogelijk is. Voor
het internationale verkeer gaat de voorkeur uit
naar het voorkomen van het gebruik van de wegen
door het Nationaal park De Maasduinen.
Het andere vrachtverkeer kent, met uitzondering
van de route door de kern van Mook, momenteel
geen bijzondere knelpunten. Wel zal bij de (her)
ontwikkeling van het ROC Heijen de aansluiting
op de N271 speciale aandacht moeten krijgen.
53
2. Huidige situatie,
knelpunten en opgaven

54
openbaar vervoer in de regio

Recreatief autoverkeersnetwerk
Naast dit hoofdnetwerk, dat zich met name
richt op de bereikbaarheid van de (toeristische)
bestemmingen, is het ook gewenst om de recreatieve
autoverbindingen in de regio te verbeteren.
In het kader van de ambitie van de regio om
toerisme en zorg met elkaar te verbinden is het
faciliteren van recreatief autoverkeer gewenst. Er
zijn momenteel in het Maasdal, in het Niersdal en
het gebied ten oosten van de Maasduinen verbindingen
die voor dit doel geschikt zijn. Het ontbreken
van parkeerfaciliteiten op uitzichtpunten,
bij concentraties van recreatie- en horecavoorzieningen
en het ontbreken van een toegespitste
bewegwijzering zijn knelpunten.
Openbaar vervoer
Vliegveld Weeze
Het vliegveld trekt dagelijks vele reizigers. De
stadsregio Arnhem – Nijmegen zet momenteel in
op openbaar vervoer tussen Nijmegen en Weeze,
het gaat hierbij om spoor en bus.
De regio Maasduinen kan hiervan ook profiteren
door mensen die op doorreis zijn te trekken met
de recreatie- en zorgvoorzieningen die in het gebied
aanwezig zijn. Bijvoorbeeld door het inzetten
van shuttles vanuit hotels e.d. naar het vliegveld
toe en v.v. Toeristen kunnen dan gemakkelijk
een nacht overblijven in deze regio. Voor specifieke
zorg-vakantiearragementen kan de mogelijkheid
om per vliegtuig naar de regio te komen ook
aantrekkelijk zijn, mits het voor- en natransport
goed geregeld is. Vanuit het perspectief van de
Regiovisie worden de potenties van het vliegveld
nog onvoldoende benut. Het huidige netwerk van
autoverbindingen biedt voldoende capaciteit en
comfort voor het natransport vanaf het vliegveld
via de A77 en de N271.
De Wezerweg wordt nu nog in beperkte mate als
ontsluitingsweg naar het vliegveld gebruikt. Maar
de regio moet alert blijven op mogelijke knelpunten,
omdat de capaciteit van de Wezerweg beperkt
is. Nadere maatregelen om het verkeer over
de hoofdwegen te leiden kunnen dan nodig zijn.
Trein
De zogenaamde Maaslijn, de spoorverbinding
tussen Nijmegen en Venlo zorgt primair voor een
goede aansluiting op het nationale openbaar
vervoernet. Deze lijn is sinds een aantal jaren erg
succesvol en bereikt momenteel de capaciteit van
haar mogelijkheden. Spoorverdubbeling is gewenst
om tot een verdere groei te kunnen komen.
Met de komst van het station Molenhoek/Mook
heeft de regio sinds kort een rechtstreekse aansluiting
op het nationale spoor gekregen. Dit station
ontwikkelt zich tot een belangrijk knooppunt
in combinatie met recreatie. Veel wandelroutes
starten al vanaf dit station.
Voor- en natransport vanaf de ten westen van de
Maas gelegen stations (Cuijck, Boxmeer, Vierlingsbeek,
Venray) wordt met busvervoer geregeld via
de sporten van de verbindingenladder.
Ter hoogte van de stations van Cuijck en Vierlingsbeek
ontbreekt een rechtstreekse verbinding via
een brug over de Maas. Het busverkeer rijdt via de
bruggen respectievelijk ter hoogte van Gennep en
via Venray.
Bus
De N271 is niet alleen een autoverbinding, maar
ook de hoofdroute voor het regionale busverkeer
tussen de stedelijke gebieden Nijmegen en Venlo.
Langs de N271 zijn veel bushaltes. Omdat deze
buslijn de kernen veelal niet aandoet zijn bij de
haltes relatief veel fietsenstallingen als ‘park and
ride’ voorziening te vinden. In Gennep is een busstation
voor de overstaprelaties voor de kernen
in de regio die niet aan de N271 liggen. Die zijn
met het openbaar vervoer per bel- of buurtbus
bereikbaar. Voor- en natransport van station
Molenhoek-Mook in noord-zuidrichting gaat via
de busroute over de N271.
Aanvullend op het busvervoer voorziet een
aantal veerponten in (openbaar) vervoer in oostwestrichting.
De veerdiensten vormen een cruciale
schakel in de oost-westverbindingen voor het
fietsverkeer tussen de regio en de voorzieningen
in de Brabantse kernen en de treinstations in deze
kernen.
Busstation Gennep
Het busstation in Gennep kan een belangrijk
knooppunt worden in een combinatie van het
openbaar vervoer en toerisme. Het ‘Duitse lijntje’
(zie verderop) komt erlangs. Het busstation zou
een mooie overstap kunnen zijn voor fietstochten
via het Duitse lijntje in de regio zelf en Brabant en
Duitsland.
55
2. Inleiding Huidige situatie,
knelpunten en opgaven

56
fietsnetwerk ontbrekende schakels in noord-zuid en oost-west richting

Langzaam verkeer
Toerisme en recreatie zijn belangrijke dragers
voor de economie. Een uitstekend langzaam
verkeersnetwerk is nodig om deze sector te ondersteunen
en toe te groeien naar een excellente
regio. Een netwerk met een hierop afgestemde
maaswijdte.
De ‘ladderstructuur’ zoals beschreven voor het
autoverkeer is ook aanwezig voor het fietsverkeer.
Deze ladder is wat fijnmaziger dan die van de
auto, maar de maaswijdte van de sporten is vanuit
het fietsverkeer veelal toch erg groot.
In de avonduren, na 21:00 uur wanneer de ponten
niet meer varen, is deze zelfs onacceptabel groot.
Voor de leefbaarheid van de regio is het van groot
belang dat ook op andere tijden de Maas met
brommer en fiets oversteekbaar is. Immers voor
veel voorzieningen op fietsafstand is de regio
op locaties ten westen van de Maas gericht (o.a.
onderwijs, ziekenhuis, stations).
Voor recreatief verkeer is het gewenst ‘lussen’ te
kunnen maken (klein/middelgroot/groot) om een
rondje te kunnen fietsen. Vanuit de regio Maasduinen
dient zowel in oostelijke richting (Duitsland)
als westelijke richting (Brabant) de maaswijdte
van dit ‘lussen’ netwerk op orde te zijn, om
het recreatief potentieel maximaal te benutten.
In de Regio zelf is een fijnmazig netwerk van
wegen, paden die (recreatief) fietsen in basis
aantrekkelijk maken, in principe aanwezig.
Knelpunt vormt de brug Oeffelt-Gennep met het
zeer smalle fietspad en op enkele plaatsen zijn er
ontbrekende schakels. Wat bijvoorbeeld opvalt, is
dat een doorgaande noord-zuidverbinding langs
de Maas ontbreekt, een route die voor het toeristisch
profiel van grote waarde is. En langs de N271
ontbreekt het doorgaande fietspad ter hoogte
van Gennep. Verder valt op dat de grens met
Duitsland voor een aantal oost-westverbindingen
ook de grens is van wegen met gemarkeerde
fietsstroken/vrijliggende fietspaden naar wegen
zonder deze voorzieningen.
Voorzieningen voor het recreatieve fiets- en
wandelverkeer zijn flink in ontwikkeling: de
regio Maasduinen maakt deel uit van het landelijke
fietsknopensysteem, de landelijke lange
afstandsroutes, het provinciale netwerk en ook
het Pieterpad, als bekendste lange afstandswandeling,
doorkruist de Maasduinen. Verder is het
Maasduinen Nierspad is in ontwikkeling. Dit pad
komt te lopen van station Molenhoek-Mook naar
Venlo door het Nationaal park De Maasduinen en
terug via Duitsland en wordt gekoppeld aan de
verschillende bushaltes.
Om het toerisme en de recreatie maximaal te
faciliteren vanuit verkeer- en vervoersperspectief
moet het verknopen van de recreatieve verbindingen
met de ontsluitende structuren veel aandacht
krijgen (P& Walk, P&Fiets, enzovoort).
57
2. Inleiding Huidige situatie,
knelpunten en opgaven

Opgaven
1. Versterken netwerk langzaam verkeersverbindingen
Het langzaam verkeersnetwerk behoeft verbetering.
In noord-zuidrichting ontbreken schakels in
de doorgaande route langs de N271 en is comfortverbetering
nodig voor fietsverkeer over de N271.
Verder ontbreekt er een doorgaande recreatieve
fietsroute langs de Maas. De oost-westverbindingen
voor langzaam verkeer zijn onvoldoende.
Over de Maas zijn er onvoldoende vaste oeververbindingen
(uit oogpunt van leefbaarheid) en de
oversteken liggen te ver uit elkaar (uit oogpunt
van recreatie en leefbaarheid). Comfortverbetering
van het fietsnetwerk is gewenst ter hoogte
van de N271 (veilige oversteekplaatsen). En het
doortrekken van fietsstroken en vrijliggende
fietspaden is ook gewenst voor de oost-westverbinding
tussen de regio en het Duitse achterland.
De maaswijdte verkleinen van het fietsnetwerk
in overige delen van de regio en het verknopen
van het langzaam verkeersnetwerk met andere
verkeers- en vervoersmodaliteiten is voor de
toeristisch-recreatieve kwaliteit van de regio van
groot belang.
2. Versterken van de toeristisch-recreatieve autobereikbaarheid
De N271 is een uitstekende functionele ontsluitingsweg
in noord-zuidrichting. Deze weg wordt
vanuit het perspectief van de Regiovisie gezien als
een verbinding tussen de verschillende kernen van
de regio en als een ruimtelijke identiteitsdrager
van de regio, de ‘etalage’ van Maasduinen. De
huidige inrichting van de weg en de inrichting van
de eraan gelegen kernen voldoen nog lang niet
overal aan dit perspectief. Verder is de regio weliswaar
goed aangesloten op het (inter)nationale
verkeerswegennet, maar dient de bewegwijzering
naar de regio verbeterd te worden.
3. Uitbouwen kwaliteit openbaar vervoer
Het openbaar vervoer is van goede kwaliteit. De
regio lijkt goed aangesloten op het (inter)nationale
spoornetwerk, maar de kwaliteit van het
voor- en natransport en de afhankelijkheid van
veerponten, beperken deze kwaliteit. Alert blijven
op kwaliteit voor- en natransport, deze op peil
houden en waar nodig verbeteren.
Het busvervoer via de N271 verbindt de bestemmingen
in de regio onderling, en met de steden
en dorpen buiten de regio. Alert blijven op het
instandhouden en verbeteren van het regionale
busvervoer is voor de toekomst van een leefbare
en attractieve regio vanuit toeristisch-recreatief
perspectief van groot belang.
Vliegveld Weeze is een troef voor de regio in het
kader van toerisme. De benodigde autoverkeersinfrastructuur
ten behoeve van de verbinding in
de regio is op orde via de aansluiting op de A77
naar de N271.
4. Versterken recreatief autonetwerk
De ambitie van de regiovisie om het zorgtoerisme
te versterken vraagt dat het netwerk van verbindingen
ook de mogelijkheid biedt om met de
auto te kunnen genieten van het landschap en om
de recreatieve trekpleisters met de auto te kunnen
bereiken.
5. Versterken recreatief vaarnetwerk
Uitbreiding van het vaarnetwerk is gewenst,
vanwege de mogelijkheid om ‘rondjes’ te kunnen
maken binnen en in de nabijheid van de regio,
ten behoeve van de dagrecreatie.
6. Ontvlechten landbouwverkeer en vrachtverkeer
zand- en grindwinning
Het landbouwverkeer en vrachtverkeer van de
zand- en grindwinning vormen een concrete
bedreiging voor de leefbaarheid, het toerisme en
het Nationaal park De Maasduinen: ze veroorzaken
onveiligheid en overlast.
59
2. Inleiding Huidige situatie,
knelpunten en opgaven

60
3. Programma
referentiebeeld van fietsbrug naast verkeersbrug Oeffelt-Gennep met uitzichtplekken over de Maas

Inleiding
In het vorige hoofdstuk is de huidige
situatie met betrekking tot het
netwerk van verbindingen in kaart
gebracht. Geconcludeerd is dat een
kwaliteitsslag nodig is om de ambities
van de Regiovisie met betrekking tot het
toeristisch recreatief profiel, het wonen
en de leefbaarheid in de regio te kunnen
realiseren. De belangrijkste opgaven die
een nadere uitwerking krijgen komen
in het programma Verbindingen en
Netwerken aan de orde.
61
Inleiding 3. Programma

62
entrees vanuit het (inter)nationale wegennet naar de regio

De noties vanuit de inventarisatie van de huidige
situatie en de knelpunten leiden tot voorstellen
voor uitwerking binnen de programmalijn Verbindingen
en Netwerken. Het betreft de volgende
opgaven:
• Versterken netwerk langzaam verkeersverbindingen
• Versterken van de toeristisch-recreatieve autobereikbaarheid
• Uitbouwen kwaliteit openbaar vervoer
• Versterken recreatief autonetwerk
• Versterken recreatief vaarnetwerk
• Ontvlechten landbouwverkeer en vrachtverkeer
zand- en grindwinning met langzaam verkeer,
dorpskernen en ontlasting van Nationaal park
De Maasduinen.
Het netwerk voor de regio kan in een schema van
een ladderstructuur weergegeven worden: met
verschillende poten in noord-zuidrichting en sporten
in oost-westrichting. Deze structuur is regiooverstijgend
in verband met de bereikbaarheid
van nabij gelegen aantrekkelijke landschappen
en voorzieningen in Brabant, zoals het Maasheggenlandschap
en het Reichswald in Duitsland. Via
deze structuur kunnen allerlei lussen gemaakt
worden waardoor het landschap op allerlei
manieren beleefbaar is. Op de kruispunten is er
een mogelijkheid voor uitwisseling van informatie
en ontmoeting en op een aantal punten voor
de overstap op andere verkeers-en vervoersmodaliteiten.
Deze mogelijkheden moeten zoveel
mogelijk uitgebuit worden in het kader van de
toeristisch-recreatieve ambitie van de regio.
Vanuit toeristisch-recreatief oogpunt is een flinke
slag te maken door recreatieve fiets- wandel- en
vaarverbindingen verbindingen met elkaar te
verknopen. Op kruispunten kunnen ontmoetingspunten
gemaakt worden. Wanneer deze
gecombineerd worden met bushaltes, parkeerterreintjes,
fietsenstallingen, fietsverhuurpunten,
botenverhuur, informatieborden, een kiosk etc
ontstaan pleisterplaatsen, waarmee een stevige
impuls gegeven wordt aan het toeristisch recreatief
potentieel van de regio. Aanlandingplaatsen
van de veerponten, de N271 en de grensovergangen
met Duitsland komen hier het eerste voor in
aanmerking.
Hierna volgen de verschillende opgaven voor de
regio en gekozen maatregelen.
63
Inleiding 3. Programma

64
netwerk

Oost-west verbindingen
De geografische ligging van de regio maakt dat,
met name de oost-westverbindingen aandacht
behoeven. De barrièrewerking van de Maas en
van de N271 voor het langzaamverkeer, respectievelijk
vanwege de maaswijdte van de verbindingen
en de veiligheid van de oversteken, is groot.
Ook blijkt van de landsgrens met Duitsland een
zekere barrièrewerking uit te gaan: fietsstroken
en vrijliggende fietspaden van het Duitse en
Nederlandse toeristisch netwerk houden hier soms
bij de grens op.
In oost-westrichting is de ambitie om de barrièrewerking
van de Maas te verminderen. Het
langzaam verkeer en vooral het fietsverkeer is
gebaat bij het verkleinen van de maaswijdte van
het netwerk. De Maas en de beperkte overbruggingsmogelijkheden
vormen daar een belemmering
in. Door te streven naar een vergroting van
het aantal Maasovergangen worden de mogelijkheden
voor zowel de doorgaande fietser als de
dagjesfietser vergroot. Er kunnen dan grotere en
kleinere toertochtjes per fiets worden afgelegd.
Ten behoeve van de instandhouding van de leefbaarheid
van de regio op de langere termijn zijn
zowel comfortverbetering van bestaande verbindingen
als de aanleg van aanvullende maasverbindingen
gewenst. Dit betekent dat de voorzieningen
en de stations in de kernen ten westen
van de Maas makkelijker bereikbaar zijn, zowel
overdag als ‘s avonds. Dat betekent een aanvulling
op het bestaande systeem van de veerponten
als verbinding over de Maas. Voor de recreatie
en de leefbaarheid van de regio zijn de ponten
onmisbare schakels in het verbindingennetwerk.
Uitbreiding van de vaartijden en vergroting van
het aantal oversteekpunten is gewenst. Het biedt
mogelijkheden voor een fijnmaziger recreatief
netwerk rondom de Maas en het ondersteunt het
netwerk van de vaste oeververbindingen voor het
woon-werk/voorzieningenverkeer. Bij de maatregelen
is rekening gehouden met het landbouwverkeer
dat niet kan uitwijken naar de hoofdverkeersontsluiting
van de regio.
Maasverbindingen
Mook
Verbinding Cuyk-Mook met fietsbrug aan/onder/
naast de bestaande spoorbrug. Daarmee wordt
een relatie gelegd tussen de fietsverbindingen
in de Regio met Brabantse recreatiegebied bij
Linden.
Gennep
Verbreden van de verkeersbrug Oeffelt-Gennep.
Fietsers hebben te weinig ruimte op deze brug,
die een cruciale schakel is voor het fietsverkeer
tussen Gennep en de scholen, ziekenhuis, station
en andere voorzieningen aan de overzijde van
de Maas. Deze verkeersbrug is een gemeentelijk
monument. De pijlers om een verbreding op te
maken zijn aanwezig. Hierop rustte voorheen de
spoorbrug van het ‘Duitse Lijntje’ (een voormalige
spoorlijn van de Noord-Brabantsch-Duitsche
Spoorweg-Maatschappij (NBDS) die het Duitse
Wesel met Boxtel verbond). Het tracé is nog voor
een groot deel intact. In het kader van versterking
van het recreatieve netwerk bestaat de ambitie
om van deze lijn een ‘internationale’ recreatieve
(fiets)route te maken. Zo draagt de verbetering
van de oeververbinding ook bij aan de versterking
van de toeristische kwaliteit van de regio.
Een extra veerverbinding bij Gennep vanaf het
veerhuis in Brabant naar Gennep voetveer Gennep
Veerhuis, veerstoep ter hoogte van de historische
route naar centrum Gennep is interessant vanuit
het oogpunt van de intensivering van recreatief
verkeer tussen Brabant en Noord Limburg.
Een andere mogelijkheid voor het toevoegen van
een oost-westverbinding is de A77. Met een langzaam
verkeersbrug langs de A77 kan hetzelfde
achterland als bij de verkeersbrug Oeffelt-Gennep
worden bediend. Bovendien kan aan het landbouwverkeer
een uitwijkmogelijkheid worden
geboden bij werkzaamheden aan de historische
brug. Of ingezet moet worden op de A77 hangt
af van de afweging of op deze plek of op een
plek verderop gelegen, in het bijzonder bij Afferden,
de verbinding moet worden gelegd. Ook
de haalbaarheid moet in deze afweging worden
betrokken.
65
Inleiding 3. Programma

uitbouwen kwaliteit openbaar vevrvoer (pleisterplaats, zie N271 als etalage van de regio)
66

Bergen/Afferden/Aijen/Well
Een nieuwe langzaam verkeersbrug ter hoogte
van Afferden. Dit is een belangrijke oversteekplek
voor de schooljeugd richting Boxmeer. Vervanging
van de huidige veerpont door een vaste
oeververbinding maakt een oversteek buiten de
vaartijden van de pont mogelijk. Dit is vanuit het
leefbaarheidsperspectief van de regio van belang.
Voor het landbouwverkeer dat geen gebruik kan
maken van de A77/A73 is deze oversteekplek ook
van cruciaal belang. Daarom wordt ingezet op
een langzaam verkeersbrug en niet uitsluitend
op een fietsbrug. Extra veerverbindingen worden
voorgesteld bij Aijen (voet-fietsveer) en tussen
Maaspark Well en Maashees. De veerverbinding
bij Bergen blijft gehandhaafd.
Hiermee verkleinen we de maaswijdte van de verbindingen
over de Maas. Voor de realisatie van de
oeververbindingen zullen Rijkswaterstaat en de
ondernemingen die de veersdiensten uitvoeren bij
de planvoorbereiding betrokken moeten worden.
Oversteekplaatsen N271
De barrièrewerking van de N271 is groot voor het
kruisende langzaam verkeer. De rijsnelheid is 80
km/h en er zijn geen veilige oversteekplaatsen ter
hoogte van kruisende verbindingen. De oversteekbaarheid
van de N271 willen we verbeteren door
de aanleg van middenbermen ter hoogte van
de oversteekplaatsen, vergroting van het aantal
mogelijkheden om de weg te kruisen en verlaging
van de rijsnelheid naar 50 km/h ter plekke van
de kernen en grotere recreatieve trekpleisters.
Ter versterking van de recreatieve waarde van de
oversteekplaatsen worden ze ingericht als een
pleisterplaats voor de toeristen: een bank om uit
te rusten en een bewegwijzering met toeristische
informatie als basisuitrusting. Deze voorzieningen
kunnen ook onderdeel uitmaken van grotere
pleisterplaatsen (zie bij sleutelproject N271 als
etalage).
Versterken recreatieve verbindingen met
Duitsland
De barrièrewerking van de langzaam verkeersverbindingen
op de grens met Duitsland bestaat
er vooral uit dat wegen en paden niet doorlopen
of dat de vrijliggende fietspaden of fietsstroken
bij de grens ophouden. Wij bevelen aan om bij
de uitwerking van de programmalijn Verbindingen
en Netwerken in euregionaal verband het
recreatieve netwerk aan de oostzijde van de regio
nader onder de loep te nemen en uit te breiden
aan Duitse zijde. Op de grensovergangen, een
cultuurhistorisch fenomeen, kunnen pleisterplaatsen
ingericht worden waar over de geschiedenis
van de streek verhaald wordt. Een grensoverschrijdend
netwerk in combinatie met aantrekkelijke
pleisterplaatsen versterkt de toeristisch recreatieve
kwaliteit voor zowel de regio in Duitsland
als Nederland.
Noord-zuidverbindingen
Ook in noord-zuidrichting behoeft de kwaliteit
verbetering. Vanuit toeristisch perspectief is ook
een noord-zuidverbinding aan de oostzijde van
de regio interessant: hier kan de toerist door het
grootschalig agrarisch landschap rijden met zicht
op het Nationaal park De Maasduinen en op
zijn tocht de landbouwbedrijven bezoeken die
de toerist iets te bieden hebben (verkoop landbouwproducten,
informatieverstrekking over de
bedrijfsvoering, zoals bij de biologisch dynamische
bedrijven in de regio).
Langs de Maas ontbreekt over flinke delen een
fietspad. De Maas biedt een kernkwaliteit aan
de regio, die zo snel mogelijk verzilverd moet
worden! Deze route zal dan onderdeel uit kunnen
maken van de LF3 Maasroute (Landelijke Fietsroute)
Langs de N271 ligt voor het overgrote deel een
doorgaand fietspad. Dit wordt onderbroken ter
hoogte van Gennep. Hier is het voormalige tracé
van de rijksweg die dwars door Heijen en Gennep
gaat, vervangen door een nieuw tracé buiten de
kernen om, als schakel in de doorgaande noordzuidverbinding.
Hier is geen fietspad aangelegd.
Deze schakel is vooral van belang in het kader van
het verbindende netwerk, waarbij snel en zonder
obstakels de route langs Gennep kan worden afgelegd.
Het bestaande tracé door de kernen blijft
een interessante recreatieve fietsverbinding en als
zodanig intact.
In het kader van de lopende planvorming om
de rondweg te downgraden, kan de aanleg van
een vrijliggend fietspad ter continuering van het
fietstraject langs de N271 ingebracht worden.
67
Inleiding 3. Programma

68
toeristisch-recreatief netwerk (auto+fiets)
fietspaden langs de N271
Genneperhuis
Loswal Gennep
fietsroute langs de Maas (Landelijke
Fietsroute 3, Maasroute)
Loswal Aijen
toeristisch-recreatieve agriroute
(auto+fiets)

Versterken van de toeristisch-recreatieve
autobereikbaarheid
Toeristisch-recreatief gezien kan de autobereikbaarheid
nog verbeterd worden. Het verbeteren
van de autobereikbaarheid is geen kwantitatieve
opgave in de zin dat er heel veel nieuwe wegen
bij moeten maar veeleer een kwalitatieve opgave.
Het aantal en de capaciteit van de bestaande wegen
is voldoende om een goede bereikbaarheid
te kunnen waarborgen (behoudens de voorstellen
ter verbetering van de situatie van het zwaar
verkeer).
De volgende maatregelen zijn bedoeld om de
kwaliteit van het netwerk te verhogen en nog
beter te benutten:
• benoemen van het gebied Maasduinen op
kaartmateriaal (onbekend maakt onbemind)
• bereikbaarheid van toeristisch recreatieve bestemmingen
vanaf de N271 verbeteren, zodat
zij een gastvrij onthaal krijgen en de toeristen
niet als spoorzoekers naar hun bestemming
hoeven te zoeken. Dit geldt voor twee belangrijke
toeristische trekpleisters in de regio: het
recreatiewoningenpark Het Heijderbos en het
recreatiepark Maaspark Well in combinatie
met het bezoekerscentrum Maasduinen, wat
gebouwd gaat worden bij het sluiscomplex aan
het Reindersmeer.
• de N271 inrichten als etalage van de regio.
Recreatief autonetwerk verbeteren
De ambitie van de regiovisie om het zorgtoerisme
te versterken vraagt dat het netwerk van verbindingen
ook de mogelijkheid biedt om met de
auto te kunnen genieten van het landschap en om
de recreatieve trekpleisters met de auto te kunnen
bereiken.
Met het oog de zorg en vergrijzing, een toenemend
gebruik van campers en de ambitie om
toerisme en zorg te combineren is een autoroute
gericht op bereikbaarheid en beleefbaarheid van
de bijzondere natuur- en recreatiegebieden van
belang. Ook in dit netwerk kunnen lussen
gemaakt worden, vanaf de loswallen langs de
Maas in het Maasdal tot aan het ontginningslandschap
aan de oostzijde van het Nationaal park
De Maasduinen.
Het is dus gewenst om naast een hoofdnetwerk
dat vooral bestemd is om de essentiële bereikbaarheid
van de regio te waarborgen, ook het
recreatieve autonetwerk in de regio verbeterd
moet worden. Snelheid is daarbij niet het leidende
ontwerpprincipe.
De volgende maatregelen maken daar onderdeel
van uit:
• de Maasdalroutes, (oost-west)
• de loswallen bij bijvoorbeeld Gennep en Aijen
die parkeergelegenheid bieden en tevens uitzichtpunten
vanuit de auto zijn.
• een agriroute aan de oostzijde van het Nationaal
park De Maasduinen. Deze route kan gecombineerd
worden met nevenactiviteiten van
de aanpalende agrarische bedrijven (bedrijfsbezoek,
verkoop streekproducten).
• ontbrekende schakels faciliteren in bovengenoemde
routes
• parkeergelegenheid bij cultuurhistorische elementen
(Genneperhuis)
De N271 inrichten als etalage van de regio
De N271 is de belangrijkste ontsluitingsweg van
de regio. Hier maken bezoekers kennis met de
regio: de kernen die erlangs liggen, cultuurhistorische
monumenten zoals het Genneperhuis,
de unieke landschappen het Maasdal, de Maasduinen,
de stuwwal met de Mokerheide en de St
Jansberg. De regio geeft haar visitekaartje af met
een aantrekkelijk ingerichte weg. Daartoe stellen
we een downgrading van de N271 voor en de
aanleg van pleisterplaatsen aan de N271.
De snelheid wordt verlaagd ter hoogte van de
kernen en belangrijke pleisterplaatsen van 80km/h
tot 50 km/h. Er worden veilige oversteekplaatsen
aangelegd (door middel van groene middenbermen),
in combinatie met pleisterplaatsen ter
hoogte van kruisende oost-westverbindingen, de
landschappen waar de weg langs en doorheen
gaat worden beter beleefbaar gemaakt vanaf
de weg door onderbegroeiing weg te halen van
het groen langs de weg. De transformatie van de
N271 wordt in het Sleutelproject N271 als etalage
uitgewerkt.
69
Inleiding 3. Programma

ecreatief vaarnetwerk
70
bypass Mokerplas-Maas
oude Niersarm
waterlopen langs de Maasduinen
Groote Molenbeek

Uitbouwen kwaliteit openbaar vervoer
Busverbinding lijn 83 over de N271
Het gebruik van de bus voor recreatieve doelen
is momenteel nog beperkt. Door het combineren
van maatregelen op haltes en andere knopen kan
de vervoerswaarde van lijn 83 versterkt worden.
Hierbij wordt gedacht aan fietsverhuur bij haltes,
start toeristische wandel- en fietsroutes bij de
bushaltes en een informatievoorziening. Het comfort
van de bestaande parkeervoorzieningen voor
fietsers dient verhoogd te worden.
Shuttlebussen vliegveld Weeze
De mogelijkheden moeten onderzocht worden
om bestaande en/of nieuwe shuttlebussen beter
te benutten in de doelen van de regio. De ondernemers
in de regio moeten bewust gemaakt
worden van de kansen.
Versterken recreatief vaarnetwerk
Uitbreiding van het vaarnetwerk is gewenst,
vanwege de mogelijkheid om ‘rondjes’ te kunnen
maken binnen en in de nabijheid van de regio,
ten behoeve van de dagrecreatie.
Met de Mookerplas en het Leukermeer beschikt
de regio over twee grote watersportgebieden.
Om de watertoerist meer te binden aan de regio
willen we inspelen op de wens rondjes te kunnen
varen. Dat geldt voor de pleziervaart die met de
Maas verbonden is en voor de extensievere vorm
van kano of fluisterbootjes. Bij het uitbouwen van
de potenties van de recreatieve kwaliteiten van
het Niersdal en de Niers is het mogelijk maken van
varen op de Niers en de Niersarmen van belang.
Het maken van vaarrondjes in het Maasdal en in
het ontginningslandschap met koppelingen bij de
zandwinningsplassen completeren het recreatieve
vaarnetwerk. De twee trekpleisters met betrekking
tot de actieve waterrecreatie zijn Plasmolen
en Maaspark Well. De andere vaarroutes sluiten
aan op het profiel van de regio Maasduinen: puur,
groen, kleinschalig, gastvrij en duurzaam.
71
Inleiding 3. Programma

ontlasten Nationaal park De Maasduinen
72

Ontvlechten landbouwverkeer en
vrachtverkeer zand- en grindwinning
Een bedreiging voor de leefbaarheid en de veiligheid
vormt het landbouwverkeer en het vrachtverkeer
ten behoeve van de zand- en grindwinning
in de regio en in Duitsland. Met het uitgeven
van nieuwe concessies is het aan te bevelen om
goede afspraken te maken over de te rijden
routes, met name ook in euregionaal verband, en
fysiek moeten deze routes op een aantal plekken
aangepast of aangelegd worden.
Ontlasten Milsbeek
Het landbouwverkeer en het vrachtverkeer van de
zand- en grindwinning dat rijdt over secundaire
lokale wegen en door kernen veroorzaakt overlast
en onveiligheid. Landbouwverkeer afwikkelen in
combinatie met fietsverkeer, zoals voorgesteld
in het huidig ontwerp voor de herinrichting van
de N271 ter hoogte van Gennep, is niet wenselijk
omdat de veiligheid van de fietsers hiermee in het
geding is. Wij willen deze twee verkeersgebruikers
(landbouwverkeer en zand- en grindwagens)
zoveel mogelijk samen afwikkelen over geschikte
wegen. In Noord-zuidrichting is de N271 geschikt.
Bij het aan te passen profiel zal rekening gehouden
moeten worden met de aanleg van passeerstroken
voor het landbouwverkeer. Ter hoogte
van de Lob van Gennep en ter hoogte van Wellsmeer
en Tuindorp willen we de haalbaarheid van
maatregelen die leiden tot concentratie van het
landbouwverkeer en de zand- en grindwagens op
daartoe ingerichte wegen, onderzoeken, waarbij
zoveel mogelijk om de bebouwde kommen heen
gegaan wordt en de recreatieve fietsverbindingen
zoveel mogelijk daarvan losliggen. Het gaat om
twee nieuwe routes. Een nieuwe verbinding in de
Lob van Gennep, ter ontlasting van de kern van
Otterssum en die van Milsbeek. Dit brengen we in
bij het MER onderzoek.
Ontlasten Nationaal park De Maasduinen
De tweede verbinding hangt samen met het
zoveel mogelijk ontlasten van het Nationaal park
De Maasduinen van storend vrachtverkeer. Dit
vrachtverkeer wordt nu nog afgewikkeld langs
de Wezerweg en sinds kort ook de Walbeckerweg.
De inzet is om het zand en grindverkeer van
Duitsland te weren door eisen te stellen bij het
verlenen van nieuwe concessies.
Wanneer dit verkeer uit de Maasduinen is geweerd
ontstaan mogelijkheden om aan de Wezerweg
een overgangszone Maasduinen-Wellsmeer
te maken met landgoed wonen. Daarvoor is het
wel gewenst dat het oostelijke deel van de Wezerweg
verder ontlast wordt. Dat is mogelijk door
een alternatieve verbinding voor de Veenweg te
realiseren, dwars door Wellsmeer. Verharding van
de huidige onverharde paden en aanleg van een
kort nieuw tracé maken het mogelijk om zowel
Tuindorp, via de Tuinstraat en de bedrijven in het
Wellsmeer op de Wezerweg aan te sluiten, zonder
het oostelijke deel te belasten.
73
Inleiding 3. Programma

C
Verantwoording: achtergrond en proces

76
Eind februari 2010 hebben de Stuurgroep Visie en
de Stuurgroep Herindeling de Strategische Regiovisie
‘Gebiedsontwikkeling Maasduinen’ vastgesteld.
Inmiddels hebben ook de gemeenteraden
van Mook en Middelaar, Gennep en Bergen zich
akkoord verklaard met de inhoud van de visie.
Om een onderscheidende, uitblinkende regio te
zijn moeten alle zeilen bijgezet worden. Niet alles
kan en zal tegelijk uitgewerkt en uitgevoerd kunnen
worden. Om toch snel resultaten te kunnen
laten zien wordt de uitvoering van twee sleutelprojecten
ter hand genomen. Voor zowel de N271
als het programma Verbindingen en Netwerken is
de afgelopen maanden gewerkt aan een verdere
verdieping om de gewenste, noodzakelijke kwaliteitsslag
te kunnen bereiken.
In de voorbije maanden is voor deze projecten de
eerste stap in de uitwerkingstrajecten doorlopen.
Hiervoor zijn vier ateliers gehouden in april, mei,
juni en september 2010. De ateliers kende een
brede samenstelling. Aan de ateliers hebben deelgenomen;
het team van Riek Bakker, een extern
verkeerskundig adviseur, medewerkers van de
gemeenten, de regionale mobilitietscoördinator
(RMO) Venlo-Venray Peter van Wylick, medewerker
van de provincie op het gebied van ruimte en
verkeer en vervoer, deskundigen uit het maatschappelijk
veld en potentiële initiatiefnemers.
In het eerste atelier is gesproken over de verkeer-
en vervoersstructuur van de regio. De knelpunten
zijn geïnventariseerd en ideeën voor oplossingen
zijn aangedragen. In het tweede atelier is gefocust
op het sleutelproject N271. In het atelier
is besproken welke elementen onderdeel uit
moeten maken van een programma van eisen
voor de herinrichting van deze weg en zijn directe
omgeving om er een aantrekkelijke ‘etalage’ van
de regio Maasduinen van te kunnen maken. In het
derde atelier zijn de resultaten en het concept van
de N271 als etalage toegelicht en zijn de verbetervoorstellen
scherper gesteld en gecompleteerd.
In het laatste atelier is aandacht besteed aan
lopende projecten en de kansen en bedreigingen
om hierop aan te haken bij de sleutelprojecten.
Parallel aan de ateliers heeft een gebiedsverkenning
plaatsgevonden bestaande uit gesprekken
met belanghebbenden en een gebiedsschouw. In
een aantal gesprekken met gemeenten, provinciale
overheid, landbouw- en natuurorganisaties,
enzovoort zijn de locaties en aandachtspunten uit
de werkateliers besproken. Deze aandachtspunten
zijn in de gebiedsschouwen ter plaatse bekeken.

Bijlagen
77
Inleiding

Ontwerpschets N271 en Programma Verbindingen en Netwerken
78

79
BIjlagen

Colofon
Het Programma Verbindingen en Netwerken en het Sleutelproject N271 ‘etalage’ van de regio is in
opdracht van de gemeenten Bergen, Gennep en Mook en Middelaar ontwikkeld door:
bureau voor
STEDEBOUW
Karen van Vliet, Arnon Jordan en Martin van Engelen (BGSV, Bureau voor Stedebouw, Rotterdam)
Nicole Korsten (Bureau Goudappel Coffeng, Eindhoven), in samenwerking met
Riek Bakker (Riek Bakker Advies),
Hansje van Douwen (Van Douwen Advies, Den Haag)
Met bijdragen vanuit het atelier Programma Verbindingen en Netwerken en Sleutelproject N271 als
etalage van de regio. Deelnemers:
Andy Knipping (Gennep), dhr. Mandigers (Natuurmonumenten), Martin Peeters (gemeente Gennep),
Theo Pouwels (Mook en Middelaar), dhr. Rekema (Bergen), Marcel Robroek (gemeente Bergen), Ron
Roukens (Prov. Limburg), Edmond Staal (Limburgs Landschap), John Siebers (LLTB afd. Maasduinen),
Peter Tornink (gemeente Gennep), Rob de Valk (Mook en Middelaar), Peter van Wylick (RMO Venray-
Venlo)
Lay-out:
Marjolein Kloet (BGSV)
Met dank aan de Provincie Limburg die met financiële ondersteuning de ontwikkeling van de
Regionale Agenda heeft mogelijk gemaakt.
Foto’s:
Gemeente Bergen, Mook en Middelaar, Gennep, team Riek Bakker
Schetsen en referentiebeelden zijn bedoeld ter inspiratie, ter illustratie en voor discussie in de
vervolgfase. Deze beelden geven geen exacte weergave van de toekomstige situatie.
Beeld cover: kaart Strategische Regiovisie februari 2010
Alles uit deze rapportage mag worden overgenomen mits de bron wordt vermeld. Aan de inhoud
van deze rapportage kunnen geen rechten worden ontleend. Eventuele rechthebbenden op gebruikt
beeldmateriaal dienen contact op te nemen met de Gemeente Gennep.
www.strategischeregiovisie.nl
vastgesteld door de Stuurgroep Visie op 24 november 2010