27.09.2013 Views

PDF downloaden - Woodteq.nl

PDF downloaden - Woodteq.nl

PDF downloaden - Woodteq.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

s e p t e m b e r 2 0 1 0<br />

34<br />

h e t h o u t b l a d<br />

Het weefsel is op te vatten als verwijzing naar de creativiteit van eens.<br />

s t i l s ta a n b i j r i j d e n<br />

lo u w m a n m u s e u m d e n h a ag


Wat in 1934 begon met de aankoop van een toen al klassieke Dodge (1914) om publiek naar de showroom<br />

van Louwman & Parqui in Den Haag te trekken, is in 2010 uitgelopen op het Louwman Museum,<br />

wederom in Den Haag, waar circa 225 prachtwagens de hele historie van de automobiel over drie etages<br />

werkelijk glorieus weergeven.<br />

foto: www.joh<strong>nl</strong>ewismarshall.com<br />

s e p t e m b e r 2 0 1 0<br />

35<br />

h e t h o u t b l a d


tekening: michael graves & associates new york/van den pauwert architecten eindhoven<br />

Aan de voorzijde heeft het museum een symmetrische U-vorm, wat ruimte laat aan een plein naar de<br />

hoofdingang, geaccentueerd door een torentje bovenop.<br />

Ook uit de naam blijkt dat de auto vroeger een echte<br />

persoo<strong>nl</strong>ijkheid was: de Duesenberg SJ Lagrande<br />

Plattegrond eerste verdieping.<br />

Dual-Cowl Phaeton 193.<br />

foto’s: louwman museum den haag<br />

Montage van de ‘netkous’.<br />

Bovenaanzicht spantvoet.<br />

tekening: bsh bouwadvies emmen


foto: jeroen kooyman abcoude<br />

Grondleggers van het bedrijf (1923) waren P.W. (Piet)<br />

Louwman en A. Parqui. Eerst was de onderneming<br />

importeur van motorfietsen en Ford, daarna al snel van<br />

Dodge en Chrysler, na de Tweede Wereldoorlog tevens<br />

van Alfa Romeo. In 1969 nam zoon Evert Louwman de<br />

zaak over. Hij bouwde het assortiment uit met Toyota,<br />

Lexus en Suzuki. In datzelfde jaar werd de flink aange-<br />

groeide collectie oude auto’s tentoongesteld in Leid-<br />

schendam, waarheen het bedrijf verhuisde. In 1981 volgde<br />

een nieuwe verhuizing naar Raamsdonkveer: de grote<br />

doorbraak van Toyota vergde meer bedrijfsruimte. De<br />

museale auto’s gingen mee. Er werd een extra hal voor<br />

aangebouwd, vervolgens nog één…<br />

Merktrouw ‘Het was Evert Louwman toen al duidelijk<br />

dat een andere oplossing nodig was,’ zo vertelt facilitair<br />

manager Jeroen Kooyman. ‘De verzameling groeide te<br />

snel. In het nieuwe Louwman Museum zijn daarvan nu<br />

225 auto’s ondergebracht.’ Wel is de Haagse locatie<br />

anderhalf keer zo groot, maar de grotere oppervlakte<br />

(10.000 m 2 ) is gebruikt om de pronkjuwelen ruimer<br />

tentoon te stellen. ‘In Raamsdonkveer is een deel achter-<br />

gebleven, voornamelijk Toyota-, Dodge-, Chrysler- en<br />

Suzuki-modellen. Daar komen klanten vooral voor<br />

Toyota. Ze zijn erg merktrouw en kunnen nog eens de<br />

voorlopers bekijken die ze hebben gereden.’ De keuze<br />

voor Den Haag komt voort uit de wens centraler in<br />

Nederland te zitten. Verder vond men langzamerhand dat<br />

zoveel rijpracht meer aandacht verdiende. Gerekend<br />

wordt op 50.000 bezoekers per jaar.<br />

Administratieve rompslomp Zo’n 8,5 jaar geleden<br />

kregen de plannen vorm. Toch duurde het nog een kleine<br />

zes jaar voor de eerste paal in december 2007 de grond<br />

inging. Als A-locatie werd een kavel op landgoed Reigers-<br />

bergen verworven, in het Haagse Bos. Een daar aanwe-<br />

zige oude boomkwekerij met vervallen kassen werd<br />

daartoe afgebroken. Bedoeling was van dit gebied weer<br />

één geheel te maken. De droom riep veel administratieve<br />

rompslomp op en genereerde protesten van milieuadep-<br />

ten, omdat bijvoorbeeld bomen moesten worden gekapt.<br />

Het pleit werd uiteindelijk beslecht, en samen met<br />

Lodewijk Baljon landschapsarchitecten is de natuurlijke<br />

verbinding rondom weer tot stand gebracht met luister-<br />

rijke hagen, gebloemde grasvelden en natuurvriendelijke<br />

oevers. Kostbaar was het terugplaatsen van honderd<br />

volwassen bomen.<br />

Geen cent subsidie Maar ook voor de architectuur<br />

golden eisen. De locatie aan de rand van Den Haag bij de<br />

N44 is delicaat. Behalve in de bosrijke omgeving moest<br />

het gebouw in een lint van buitenplaatsen passen. Buur-<br />

vrouw is koningin Beatrix op paleis Huis ten Bosch.<br />

Het resultaat roept echter zowel bewondering als af-<br />

schuw op. Via kennissen in de vastgoedwereld kwam<br />

Louwman in contact met de Amerikaanse architect<br />

Michael Graves, van wiens werk hij gecharmeerd is. Van<br />

diens hand zijn in Nederland kantoor Mahler 4 in Amster-<br />

dam, kasteel Holterveste in Eindhoven en het ministerie<br />

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in Den Haag met<br />

z’n twee vlijmscherpe maar volkomen loze puntdaken van<br />

35 m hoog.<br />

Retroclassicisme Graves is vertegenwoordiger van<br />

het postmoderne retroclassicisme: een mengelmoes van<br />

historische en hedendaagse elementen, waarin rechte,<br />

ronde en puntige vormen, alsmede kolompartijen en<br />

kathedrale boogramen ratjetoe spelen. Al naar de locatie<br />

en/of het land maakt hij daarbij gebruik van typische<br />

vormelementen, zoals bij Nederland zadeldaken en<br />

oranjerode baksteen. Kooyman: ‘Hij is geïnspireerd door<br />

de Amsterdamse School. Zijn stijl past goed bij de collec-<br />

tie van oude automobielen. Daarnaast vereiste de omge-<br />

ving een corresponderend statig gebouw.’ Graves zag de<br />

collectie in Nederland en was zo enthousiast, dat hij de<br />

opdracht op zich wilde nemen. ‘De zeventig al gepas-<br />

seerd, doet hij alleen nog dingen die hij leuk vindt. Hij<br />

maakte de ruwe schets, zijn partner Gary Lapera tekende<br />

alles uit.’ Nederlands coarchitect was Van den Pauwert<br />

Architecten te Eindhoven.<br />

Strikt symmetrisch Twee beleeuwde pilaren accen-<br />

tueren de entree. Je loopt schuin door de parktuin op het<br />

drielaagse gebouw aan, door Graves opgevat als een soort<br />

koetshuis. Het is onderkelderd voor 166 parkeerplaatsen.<br />

Aan deze voorzijde heeft het een strikt symmetrische U-<br />

vorm, wat ruimte laat aan een plein dat leidt naar de<br />

hoofdingang exact in het midden, nog extra aangegeven<br />

door een torentje bovenop. De lange zijden van de<br />

omarmende U bestaan uit twee rechthoekige volumes en<br />

twee smalle gebouwdelen met messcherpe Graves-<br />

puntdaken. De aankleding bestaat uit heftig oranjerode<br />

baksteen in een licht metselverband, grijze dakleien en<br />

natuurstenen elementen als plint en als kaders om hoofd-<br />

ingang en kozijnen. Aan de pleinzijde steken erkers uit de<br />

puntdaken, rustend op roodronde kolommen tussen de<br />

boogvensters op de begane grond. In dit U-deel, uitge-<br />

voerd in staal, zijn de kantoor- en facilitaire ruimtes<br />

ondergebracht, zoals vergaderzalen waaronder een<br />

herenkamer, auditorium/theater, kaartverkoop, museum-<br />

winkel en opslag.<br />

Immense ruimte Als afscheiding naar het museum ligt<br />

in de dwarsrichting over de volle breedte de Great Hall<br />

(90 x 15 m). Aan weerszijden valt door gebouwhoge<br />

boogramen het licht naar binnen. Het wordt majestueus<br />

s e p t e m b e r 2 0 1 0<br />

37<br />

h e t h o u t b l a d


s e p t e m b e r 2 0 1 0<br />

38<br />

h e t h o u t b l a d<br />

Over 90 m spoedt de houtconstructie zich 9,30 m breed voort in een symmetrie van gebogen repeterende ruitelementen.<br />

Locatie: Leidsestraatweg 57, Den Haag (louwmanmuseum.<strong>nl</strong>) Opdrachtgever: Evert Louwman Ontwerp: Michael Graves & Associates<br />

New York/Princeton (michaelgraves.com); Michael Graves, Gary Lapera Nederlands projectarchitect: Van den Pauwert Architecten Eindhoven<br />

(pauwert.<strong>nl</strong>); Jan Verdonschot, René Vink, Gijs Kersten Landschapsarchitect: Lodewijk Baljon landschapsarchitecten Amsterdam (baljon.<strong>nl</strong>)<br />

Hoofdaannemer: WBC Aannemingsbedrijf Winterswijk (wbc.<strong>nl</strong>) Betonconstructie: Westo Prefab Betonsystemen Coevorden (beleefbeton.<strong>nl</strong>)<br />

Hoofdconstructeur: Broersma Ingenieursbureau voor Beton- en Staalconstructies Den Haag (burobroersma.<strong>nl</strong>) Houtconstructeur: BSH Bouw-<br />

advies Emmen (bshbouwadvies.<strong>nl</strong>) Houtleverancier: GLC houtconstructies Duiven (glchoutconstructies.<strong>nl</strong>) Bouwperiode: December 2007 -<br />

juli 2010 (opening: 2 juli 2010) Bouwkosten: ± € 30 miljoen<br />

Steeds een verdieping afdalend kijk je vanaf<br />

een middenvide neer op kostelijke Spykers,<br />

waarboven een Spyker-dubbeldekker hangt.<br />

foto’s: louwman museum den haag<br />

Collectie Le Mans-raceauto’s.<br />

foto: www.joh<strong>nl</strong>ewismarshall.com


ekroond door een tongewelf in geweven gelamineerd<br />

vuren, overtogen met vuren dakbeschot. De doorgangen<br />

terug naar de entree en naar het restaurant in het wagen-<br />

walhalla zijn omkaderd door omtimmeringen in blokpa-<br />

troon van essengefineerd triplex. Al het hout is oranjeach-<br />

tig op kleur gebracht. In deze immense ruimte staan auto’s<br />

als voorproefje uitgestald. Linksachter ga je met een<br />

groepslift naar de tweede verdieping waar de meande-<br />

rende tocht langs de autokaravaan begint. Dit rechthoe-<br />

kige museumdeel is opgetrokken in (prefab) beton. De<br />

drie buitengevels hebben dezelfde materialisatie als het<br />

U-deel: oranjerode baksteen, natuurstenen plint en<br />

kozijnafzettingen, rechthoekige, boog- en ronde kozij-<br />

nen. Middenachter legt een tweelaags achthoekig<br />

paviljoen de verbinding naar een bome<strong>nl</strong>aan. Het dak<br />

ervan heeft een stervormige constructie van lichtgroen<br />

geschilderd gelamineerd vuren. Door het vele glas aan de<br />

achtergevel en een colonnade bovenop heb je steeds<br />

verrassend uitzicht op het bos- en weidelandschap.<br />

250 jaar Louwmans hartstocht voor auto’s blijkt uit de<br />

liefde en zorgvuldigheid waarmee niet alleen de verza-<br />

meling is opgebouwd, maar ook hoe de expositie is<br />

ingericht. De historisch-thematische tentoonstelling<br />

overspant een kleine 250 jaar en begint met een Portu-<br />

gese koets uit 1775. In de ontwikkeling van de auto is<br />

prachtig te zien hoe de eerste modellen nog aardig<br />

koetssierlijk zijn. Allengs krijgen ze steeds meer een eigen<br />

identiteit en karakter: brommende koetsen worden<br />

zoevende statussymbolen. De integratie van onderdelen<br />

als de motor, de zitplaatsen en de reserveband langszij<br />

leidt tot steeds compactere vormen, wat helaas ook<br />

afbreuk doet aan de ambachtelijke en daardoor verbluf-<br />

fend mooie vormgevingen. Prefabricage en stroomlijn<br />

hebben de auto’s van nu tot onpersoo<strong>nl</strong>ijke, onderling<br />

uitwisselbare verplaatsvoorwerpen gemaakt.<br />

Elvis en James Bond Zo wandel je van de ene verba-<br />

zing naar de andere verrassing: van de eerste experimen-<br />

ten en een oude werkplaats met gereedschap via oldti-<br />

mers, strand- en amfibievoertuigen, elektrische en<br />

hybride probeersels naar reeksen sport-, race- en mo-<br />

derne auto’s, gelardeerd met motorfietsen, de eerste<br />

fietsen en klassiekers als de op één na oudste wagen ter<br />

wereld - een De Dion Bouton & Trépardoux (1887) -, de<br />

Cadillac Fleetwood van Elvis, de Aston Martin DB5 van<br />

James Bond (Goldfinger, Thunderball) en een flitsende<br />

Ferrari van prins Bernhard. Vele merken rijden al vanaf<br />

het begin mee, andere doemen met een glimlach weer op<br />

in de herinnering: Peugeot, Fiat, Benz, Cadillac, Ford,<br />

BMW, Dodge, Rolls-Royce, Spyker, Bugatti, Chrysler,<br />

Maserati, Daimler, Jaguar, Messerschmitt… Eén zaal is<br />

ingericht met automobiele kunst: schilderijen, affiches,<br />

beelden en gebruiksvoorwerpen. Bij de overgang van de<br />

ene naar de andere vleugel kijk je, steeds een verdieping<br />

lager, vanaf een middenvide neer op kostelijke Spykers,<br />

waarboven een Spyker-dubbeldekker hangt.<br />

Netkous De triomftocht eindigt bij een sfeervol<br />

marktplein met oude winkelpuien, waaronder die van de<br />

eerste zaak van Louwman & Parqui te Den Haag, en het<br />

restaurant. Hier is ook de doorgang naar de Great Hall en<br />

de uitgang.<br />

Het houten tongewelf in de Great Hall is zonder twijfel<br />

‘ d i t w a s a l l e e n m o g e l i j k m e t<br />

c n c - m a c h i n e s ’<br />

het mooiste deel van het gebouw. Er zijn drie varianten<br />

overwogen: gerijde boogspanten, een cassetteplafond en<br />

- ingewikkeld en duur maar gekozen - de ‘netkous’, zo<br />

vertellen Kooyman en Evert Laarman, directeur van GLC<br />

houtconstructies dat de engineering, productie en mon-<br />

tage verzorgde. De hal moest namelijk een opvallende<br />

uitstraling krijgen. Het weefsel is zeker ook op te vatten<br />

als verwijzing naar de creativiteit van eens. Over 90 m<br />

spoedt de houtconstructie zich 9,30 m breed voort in een<br />

volstrekte symmetrie van gebogen repeterende ruitele-<br />

menten. Verbindingen zijn niet te zien. In het midden zit<br />

een daklicht, waarop het torentje staat dat we buiten al<br />

waarnamen. Al naar het standpunt toont de constructie<br />

zich in sterk torderende vormen, zodat de beleving steeds<br />

anders is. BSH Bouwadvies berekende de kapconstructie<br />

als 3D-model en leverde de 3D-productietekeningen.<br />

Onvervangbaar Laarman: ‘Dit was alleen mogelijk<br />

met cnc-machines. Onderaan beginnen de spanten onder<br />

een hoek van 45°, torderen dan naar boven en eindigen<br />

ten slotte haaks.’ In de ene diagonale looprichting bestaat<br />

de constructie uit twee spantbenen die elkaar bovenin<br />

ontmoeten, in de andere contradiagonaal uit acht kortere<br />

delen als tussenstukken. Onderaan zijn ze 140 x 640 mm,<br />

verlopend naar 140 x 520 mm bovenaan. Het enorme<br />

stelsel is met 560 ingelaten verbindingen aan elkaar gezet.<br />

‘Het zijn allemaal houten pen- en gatverbindingen. Alleen<br />

bovenin zijn ze van staal, omdat de drukkrachten daar te<br />

groot zijn.’ De stabiliteit wordt gehaald uit het 3 cm dikke<br />

vuren dakbeschot. In de constructie zijn sprinklers in<br />

dezelfde oranjeachtige kleur als het hout opgenomen.<br />

Kooyman: ‘Dat was een absolute eis. De autocollectie is<br />

onvervangbaar, bij brand heb je aan miljoenen schadever-<br />

goeding dus niets.’ •<br />

■ ■<br />

h a n s d e g r o o t<br />

s e p t e m b e r 2 0 1 0<br />

39<br />

h e t h o u t b l a d

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!