rugstreeppad (Bufo calamita) - Lacerta

--=Omtrek home range.
----a Gevolgde routo.
J. =Punt van blnnongaan/
1 verlaton home rango.
10
Figuur 3. Home range van een van de gevolgde padden.
LACERTA 47(4) 119
DISCUSS IE
Hoewel de operatiewond en de aanwezigheid
van de zender in de buikholte
van de padden bet natuurlijke gedrag
mogelijk beinvloed hebben, werderi
tijdens bet onderzoek ook veel nietbezenderde
rugstreeppadden gezien,
voornamelijk op de tijdstippen dat de
bezenderde dieren ook actief waren.
Het blijkt dat SOJo van de per etmaal
optredende activiteit overdag plaatsvindt.
Dit is een opvallend verschil
met de gewone pad; van deze soort
worden overdag zelden of nooit actieve
dieren aangetroffen (BEEBEE, 1979;
HEMMER & KADEL, 1970b). Opvallend
is dat deze dagactiviteit beperkt blijft
tot de middag (12.00 tot 18.00 uur).
Mogelijk zet de hogere temperatuur
in de middag de dieren aan tot activiteit.
Deze activiteit gaat niet of nauwelijks
gepaard met verplaatsing. Een
mogelijke verklaring voor dit laatste
punt zou kunnen zijn dat de predatiekans
die overdag toch al groot is, door
bewegen nog verder vergroot zou worden
(TINBERGEN, 1971). Waarnemingen
van andere auteurs (TAPPE, 1974;
HEMMER & KADEL, 1971) betreffende
zich overdag verplaatsende rugstreeppadden
zouden op verstoorde dieren
kunnen berusten.
Het voortplantingsseizoen van de rugstreeppad
strekt zich in Nederland uit
van half april tot in juli (SPARREBOOM,
1981). Binnen deze periode kunnen de
dieren meermalen aan de reproductie
deelnemen (BERGMANS & ZUIDERWIJK,
1980). Ook wij vonden dat een dier
tweemaal aan de voorplanting deelnam,
gescheiden door een actieve periode
op bet land.
De rugstreeppad is plaatsgetrouw en
kan zich goed orienteren, dat blijkt ondermeer
uit bet feit dat sommige holen
meermalen per dag gebruikt worden,
zelfs na 'uitstapjes' van meer dan 80
meter. Verder was de onvrijwillig uit
haar hoi gehaalde en verplaatste rugstreeppad
tot twee keer toe in staat over
een afstand van 50 meter de exacte locatie
van haar oorspronkelijke onderkomen
terug te vinden. De reden voor
dit gedrag zou kunnen zijn dat de dieren
op deze wijze altijd verzekerd zijn
van een geschikte plaats om de inactieve
periode door te brengen.
TELEMETRIC INVESTIGATIONS ON
BUFO CALAMITA
In order to investigate the activities of the natterjack
toad a miniature, temperature sensitive
transmitter was in planted in the abdominal cavity
of seven animals. A piece of land on the estate De
Hamert was provided with a co-ordinate system.
1n this way it was possible to monitor the activity
of the animals. The mean speed of the toads was
17 meters/hour and the maximum speed 194
meters/hour. The home range varied from 250
tot 1800 mz and the toads able to refind their holes
after being placed 50 meters away from them.
One male participated twice in reproductive activity,
with an interspace of one month.