rugstreeppad (Bufo calamita) - Lacerta

LACERTA 47(4) 120
\, i --. '3-;:-------""'
............... \
----route1
·-··-• route 2
ld\aal 1' 500
---rouleJ 0 5 10m
·-·-•Omtrclc home! range
Figuur 4. Routes gevolgd door een rugstreeppad tijdens de verplaatsingsexperimenten.
Voor uitleg zie tekst.
LITERATUUR
BEEBEE, T.J.C., 1979. A review of scientific
information pertaining to the Natterjack toad
Bufo ca/amita throughout its geological range.
Biological Conservation 16 (2): 107-134.
BEEBEE, T., S. BOLWELL, J. BUCKLEY, K.
CORBETT, J. GRIFFIN, M. PRESTON & J.
WEBSTER, 1982. Observation and conservation
of a relict population of the Natterjack toad Bufo
calamita in southern England UK over the period
1972-1981. Amphibia Reptilia 3 (1): 33-52.
BERGH, L.M.J. van de & A.H.B. STUM­
PEL, 1975. Gegevens over verspreiding en oecologie
van de rugstreeppad Bufo ca/amita in bet
Q!£MI
verspreidingsgebied van de grote rivieren. DeLevende
Natuur 81 : 173-178.
BERGMANS, W. & A. ZUIDERWIJK, 1980.
Amfibieen en reptielen in Nederland. Wetenschappelijke
mededelingen K.N.N.V. Nr. 139.
BONT, R.J., J.J. de GELDER & J.H.J. van
OLDERS, 1984. Gewichtsverloop en lichaamstemperatuur
van de gladde slang Coronella austriaca)
in bet voorjaar. Lacerta 42 (7): 124-129.
BOSCH H., & J. STARMANS, 1983. Thermotelemetrisch
onderzoek naar Bufo bufo. Doctoraal
verslag nr. 230. Zoologisch Laboratorium,
Afd. Dieroecologie, Kath. Univ. Nijmegen.