27.09.2013 Views

Argumenten voor en tegen ondertitelen en nasynchroniseren van ...

Argumenten voor en tegen ondertitelen en nasynchroniseren van ...

Argumenten voor en tegen ondertitelen en nasynchroniseren van ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tijdschrift <strong>voor</strong> Taalbeheersing – 23e jaargang, nr. 2, 83 – 105<br />

CEES KOOLSTRA, ALLERD<br />

PEETERS EN HERMAN SPINHOF<br />

<strong>Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>van</strong> televisieprogramma’s<br />

1. Inleiding<br />

In de Europese Unie bestaat e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk<br />

deel <strong>van</strong> het televisie-aanbod uit<br />

Sam<strong>en</strong>vatting<br />

programma’s die word<strong>en</strong> geïmporteerd<br />

Ondertiteling <strong>en</strong> nasynchronisatie zijn de twee<br />

uit het buit<strong>en</strong>land. Zo is in Nederland<br />

meest gebruikte method<strong>en</strong> om buit<strong>en</strong>landse<br />

ongeveer e<strong>en</strong> derde <strong>van</strong> de televisiepro-<br />

programma’s <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>landse markt<br />

gramma’s afkomstig uit het buit<strong>en</strong>land<br />

beschikbaar te mak<strong>en</strong>. Aan beide adaptatieme-<br />

(Luyk<strong>en</strong>, Herbst, Langham-Brown, Reid,<br />

thod<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>. In dit<br />

& Spinhof, 1991; Spinhof & Peeters,<br />

artikel word<strong>en</strong> de <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> geïnv<strong>en</strong>tari-<br />

1999). Bij het beschikbaar mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> buiseerd<br />

aan de hand <strong>van</strong> vier vrag<strong>en</strong>: Bij welke<br />

t<strong>en</strong>landse programma’s <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>-<br />

methode vindt de beste informatie-overdracht<br />

landse markt zijn in de EU twee adapta-<br />

plaats? Voor welke speciale groep<strong>en</strong> <strong>van</strong> kijkers<br />

tiemethod<strong>en</strong> favoriet: ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

is e<strong>en</strong> methode geschikt? Wat zijn de esthetische<br />

nasynchroniser<strong>en</strong> (Kilborn, 1993). Er zijn<br />

<strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> methode? Welke vaar-<br />

drie andere adaptatiemethod<strong>en</strong> die geredighed<strong>en</strong><br />

do<strong>en</strong> kijkers op dankzij het gebruik<br />

geld word<strong>en</strong> toegepast, maar die hebb<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide adaptatiemethod<strong>en</strong>? De<br />

e<strong>en</strong> beperkter toepassingsgebied: com-<br />

beantwoording <strong>van</strong> deze vrag<strong>en</strong> is zo veel<br />

m<strong>en</strong>taarvertaling (<strong>voor</strong> programma’s<br />

mogelijk gebaseerd op resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> empirisch<br />

waarin comm<strong>en</strong>taar buit<strong>en</strong> beeld wordt<br />

onderzoek naar ondertiteling <strong>en</strong> nasynchronisa-<br />

gegev<strong>en</strong>), voice-over (in nieuws- <strong>en</strong> actutie.<br />

De conclusie luidt dat sommige veelgehooraliteit<strong>en</strong>programma’s)<br />

<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>titels (in<br />

de <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> moeilijk aan te ton<strong>en</strong> zijn.<br />

docum<strong>en</strong>taires <strong>en</strong> educatieve program-<br />

Voor andere g<strong>en</strong>oemde <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> geldt<br />

ma’s waarin het acc<strong>en</strong>t op beeldinformatie<br />

dat het <strong>van</strong> de kijker, het type programma <strong>en</strong><br />

ligt). Als het gaat om het gebruik <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

de manier waarop wordt ondertiteld of nage-<br />

<strong>van</strong> de twee favoriete method<strong>en</strong> lijkt er<br />

e<strong>en</strong> waterscheiding te bestaan (Danan,<br />

1989; Luyk<strong>en</strong> et al., 1991). Typische<br />

‘nasynchronisatie-land<strong>en</strong>’ zijn Duitsland,<br />

synchroniseerd afhangt hoe zwaar ze weg<strong>en</strong>.<br />

Frankrijk, Italië, Oost<strong>en</strong>rijk <strong>en</strong> Spanje; typische ‘ondertitel-land<strong>en</strong>’ zijn België, D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong>,<br />

Finland, Griek<strong>en</strong>land, Ierland, Luxemburg, Nederland, Portugal <strong>en</strong> Zwed<strong>en</strong>. Groot-<br />

Brittanië is het <strong>en</strong>ige land dat niet in e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de twee kamp<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> ingedeeld. Het<br />

kleine aanbod <strong>van</strong> niet-Engelstalige films <strong>en</strong> programma’s wordt daar in bijna ev<strong>en</strong> grote<br />

mate <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitels of <strong>van</strong> nagesynchroniseerde geluidsband.<br />

83


Beide adaptatiemethod<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> prima bruikbaar. Niet alle<strong>en</strong> de vertalers, in dit geval<br />

ondertitelaars <strong>en</strong> nasynchroniseerders, maar ook de kijkers zijn gew<strong>en</strong>d aan de in hun land<br />

gehanteerde methode. Zowel in ondertitel- als in nasynchronisatieland<strong>en</strong> is m<strong>en</strong> er vast <strong>van</strong><br />

overtuigd dat de ‘eig<strong>en</strong>’ methode de beste is (Bruls & Kerkman, 1989; Kilborn, 1993; Luyk<strong>en</strong><br />

et al., 1991; Spinhof & Peeters, 1999). De keuze om na te synchroniser<strong>en</strong> wordt <strong>voor</strong>al<br />

verdedigd op grond <strong>van</strong> het gemakkelijk kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> programma’s omdat kijkers<br />

niet hoev<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong>. In het kamp <strong>van</strong> de ondertitelaars ergert m<strong>en</strong> zich aan de beperkte<br />

lipsynchroniciteit <strong>van</strong> nagesynchroniseerde programma’s, <strong>en</strong> wordt ondertiteling veelal verdedigd<br />

op basis <strong>van</strong> het argum<strong>en</strong>t dat de originele stemm<strong>en</strong> <strong>van</strong> acteurs intact blijv<strong>en</strong>. Naast<br />

deze veel gehoorde argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>voor</strong> of teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in<br />

discussies tuss<strong>en</strong> aanhangers <strong>van</strong> beide kamp<strong>en</strong> nog veel meer argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan de orde.<br />

Soms zijn argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gebaseerd op <strong>voor</strong>oordel<strong>en</strong>, soms word<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> overdrev<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> soms word<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> over het hoofd gezi<strong>en</strong>. In het huidige artikel zull<strong>en</strong> we alle<br />

veel <strong>en</strong> weinig gehoorde bewering<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rij zett<strong>en</strong>. Daarbij vorm<strong>en</strong> de literatuur (met<br />

name: Bruls & Kerkman, 1989; Ivarsson & Carroll, 1998; Luyk<strong>en</strong> et al., 1991) <strong>en</strong> uitkomst<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> rec<strong>en</strong>t opinieonderzoek (Spinhof & Peeters, 1999) de belangrijkste bronn<strong>en</strong>.<br />

Steeds zal word<strong>en</strong> nagegaan of <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bewering steun kan word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> in empirisch<br />

onderzoek.Waar mogelijk baser<strong>en</strong> we ons op onderzoek waarin beide adaptatiemethod<strong>en</strong><br />

zijn vergelek<strong>en</strong>. In veel gevall<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we echter gebruik moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> ‘indirect<br />

bewijs’ of <strong>van</strong> gezond verstand. Bij de bespreking <strong>van</strong> de <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> we<br />

e<strong>en</strong> indeling in vier thema’s:<br />

– Informatie-overdracht. Bij welke adaptatiemethode wordt de informatie het best begrep<strong>en</strong>?<br />

– Speciale groep<strong>en</strong>. Welke adaptatiemethode is het meest geschikt <strong>voor</strong> specifieke kijkersgroep<strong>en</strong><br />

zoals slechthor<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, beginn<strong>en</strong>de lezers, <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landse kijkers?<br />

– Esthetica. Bij welke adaptatiemethode wordt het programma het meest gewaardeerd<br />

door de kijker?<br />

– Leereffect<strong>en</strong>.Welke vaardighed<strong>en</strong> do<strong>en</strong> kijkers op dankzij het gebruik <strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide<br />

adaptatiemethod<strong>en</strong>?<br />

In de conclusie pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> totaaloverzicht <strong>van</strong> de g<strong>en</strong>oemde <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong>.<br />

Daarna mak<strong>en</strong> we de balans op <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> we aan hoe zwaar de verschill<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong><br />

weg<strong>en</strong>.<br />

2. Informatie-overdracht<br />

Ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchronisatie kunn<strong>en</strong> om verschill<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

de informatie-overdracht. Om te beginn<strong>en</strong> kan bij beide method<strong>en</strong> niet volstaan word<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> letterlijke vertaling. Bij ondertiteling wordt de informatie veelal ingedikt: niet alles<br />

wat gezegd wordt kan in de ondertitels word<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd. Ook bij nasynchronisatie<br />

geldt e<strong>en</strong> beperking: de tekst<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> aan de <strong>voor</strong>waarde voldo<strong>en</strong> dat het lijkt of de person<strong>en</strong><br />

in beeld ze uitsprek<strong>en</strong>.Verder wordt bij nasynchronisatie het originele geluid weggehaald,<br />

terwijl bij ondertitel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> het beeld wordt afgedekt.T<strong>en</strong>slotte verwerk<strong>en</strong><br />

kijkers de aangepaste informatie op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong>: bij nagesynchroniseerde programma’s<br />

luister<strong>en</strong> ze ernaar <strong>en</strong> bij ondertitelde programma’s lez<strong>en</strong> ze de tekst<strong>en</strong>.<br />

In totaal word<strong>en</strong> er twaalf argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd. De eerste drie hebb<strong>en</strong> betrekking op<br />

84<br />

CEES KOOLSTRA, ALLERD PEETERS EN HERMAN SPINHOF


<strong>Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>van</strong> televisieprogramma’s<br />

het feit dat bij beide method<strong>en</strong> de vertaling op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> wordt aangepast aan<br />

de beeldinformatie, de volg<strong>en</strong>de vier op het feit dat óf e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> het beeld óf het originele<br />

geluid wordt weggelat<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de laatste vijf op het feit dat de tekst<strong>en</strong> uiteindelijk word<strong>en</strong><br />

gelez<strong>en</strong> of beluisterd.<br />

Indikking. Om te bepal<strong>en</strong> hoe lang e<strong>en</strong> ondertitel in beeld blijft wordt de 6-second<strong>en</strong>regel<br />

toegepast: de langst mogelijke ondertitel, e<strong>en</strong> ondertitel <strong>van</strong> twee regels met in totaal 64<br />

tek<strong>en</strong>s (karakters <strong>en</strong> spaties), wordt gedur<strong>en</strong>de 6 second<strong>en</strong> in beeld vertoond (e.g., Giel<strong>en</strong><br />

& d’Ydewalle, 1989; Minchinton, 1987). Als de ondertitel minder tek<strong>en</strong>s bevat wordt de<br />

aanbiedingstijd ev<strong>en</strong>redig korter. E<strong>en</strong> ondertitel <strong>van</strong> bij<strong>voor</strong>beeld 32 tek<strong>en</strong>s staat slechts 3<br />

second<strong>en</strong> in beeld. De expositietijd is dus ongeveer ti<strong>en</strong> karakters, of twee woord<strong>en</strong>, per<br />

seconde. Bij e<strong>en</strong> normale spreeksnelheid kunn<strong>en</strong> iets meer woord<strong>en</strong> per seconde word<strong>en</strong><br />

uitgesprok<strong>en</strong>. De tekst zal derhalve in veel gevall<strong>en</strong> ingedikt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong><br />

Engelstalig programma wordt in de Nederlandse ondertitels gemiddeld ongeveer 30% <strong>van</strong><br />

de tekst weggelat<strong>en</strong> (H. Reid, p.c.). Ondertitelaars zull<strong>en</strong> bij het indikk<strong>en</strong> strev<strong>en</strong> naar het<br />

bondiger weergev<strong>en</strong> <strong>van</strong> de originele gesprok<strong>en</strong> tekst zonder dat daaruit ess<strong>en</strong>tiële informatie<br />

wordt weggelat<strong>en</strong>. Als dat niet lukt treedt informatieverlies op <strong>voor</strong> de kijker. In de<br />

meeste gevall<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> ondertitelaars echter wèl in staat zijn vertaling<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong><br />

die gelijkwaardig zijn aan de oorspronkelijke informatie <strong>en</strong> zal de indikking niet tot informatieverlies<br />

leid<strong>en</strong>.<br />

Bondigheid. Uit het <strong>voor</strong>afgaande blijkt dat de ingedikte informatie in ondertitels meestal<br />

gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>, maar dat informatieverlies niet<br />

altijd vermed<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>. Daar staat teg<strong>en</strong>over dat er incid<strong>en</strong>teel sprake is <strong>van</strong> informatiewinst:<br />

de opgestelde ondertitel kan de informatie bondiger <strong>en</strong> helderder weergev<strong>en</strong> dan<br />

de oorspronkelijke gesprok<strong>en</strong> tekst.<br />

Aanpassing aan de spreektijd. Bij nasynchronisatie is in het algeme<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> indikking nodig<br />

(Luyk<strong>en</strong> et al., 1991). Het spreektempo <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de tal<strong>en</strong> varieert niet zoveel als m<strong>en</strong><br />

op grond <strong>van</strong> subjectieve waarneming<strong>en</strong> zou d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> (Marsi, 1999) <strong>en</strong> hoewel de <strong>en</strong>e taal<br />

wat ‘breedsprakiger’ is dan de andere, zijn ook hier de verschill<strong>en</strong> niet groot. Minder vaak<br />

dan bij ondertiteling zal bij nasynchroniser<strong>en</strong> informatieverlies optred<strong>en</strong> bij het vertal<strong>en</strong>.Als<br />

het echter gaat om individuele zinn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook bij nasynchronisatie ruimteproblem<strong>en</strong><br />

ontstaan, bij<strong>voor</strong>beeld doordat er in e<strong>en</strong> bepaalde taal e<strong>en</strong> kernachtige uitdrukking bestaat<br />

die in e<strong>en</strong> andere taal omschrev<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andersoortig ruimteprobleem kan<br />

zich <strong>voor</strong>do<strong>en</strong> als zinn<strong>en</strong> juist moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgerekt, omdat de spreker in beeld anders<br />

langer over de zin zou do<strong>en</strong> dan de spreker die te hor<strong>en</strong> is. Beide typ<strong>en</strong> ruimteproblem<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> slechts incid<strong>en</strong>teel <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>, <strong>en</strong> als ze zich <strong>voor</strong>do<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> ze waarschijnlijk zeld<strong>en</strong><br />

informatieverlies <strong>voor</strong> de kijker tot gevolg hebb<strong>en</strong>.<br />

Redundantie. In speciale gevall<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ondertitels vertoond in dezelfde taal als de<br />

gesprok<strong>en</strong> tekst. Dit is bij<strong>voor</strong>beeld het geval bij ondertitels vertoond t<strong>en</strong> behoeve <strong>van</strong><br />

dov<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechthor<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Dit type ondertitels is veelal oproepbaar via teletekst.Voor bij<strong>voor</strong>beeld<br />

Nederlandse,Vlaamse <strong>en</strong> Britse publieke z<strong>en</strong>ders is dat Teletekstpagina 888. E<strong>en</strong><br />

z<strong>en</strong>der als TV5 geeft ook incid<strong>en</strong>teel ‘echte’ ondertitels in het Frans als extraatje naast het<br />

oorspronkelijke (Franse) geluid. Hor<strong>en</strong>de kijkers krijg<strong>en</strong> daardoor sterk overlapp<strong>en</strong>de infor-<br />

85


matie bestaande uit geluid <strong>en</strong> titels in dezelfde taal. Bij normale ondertiteling is dat niet het<br />

geval.Wanneer de kijkers totaal onbek<strong>en</strong>d zijn met de gesprok<strong>en</strong> vreemde taal zijn ze <strong>voor</strong><br />

het volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verbale informatie volledig afhankelijk <strong>van</strong> het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ondertitels.<br />

E<strong>en</strong> groot deel <strong>van</strong> de buit<strong>en</strong>landse programma’s is echter afkomstig uit Engelssprek<strong>en</strong>de<br />

land<strong>en</strong> of uit nabijgeleg<strong>en</strong> land<strong>en</strong> waar e<strong>en</strong> verwante taal wordt gesprok<strong>en</strong>. Dankzij taalverwantschap,<br />

schoolk<strong>en</strong>nis of ervaring zull<strong>en</strong> de meeste kijkers de oorspronkelijke taal <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> ondertiteld programma dan ook voldo<strong>en</strong>de beheers<strong>en</strong> om er zo nu <strong>en</strong> dan wat <strong>van</strong> op<br />

te pikk<strong>en</strong>. Aanwijzing<strong>en</strong> dat kijkers in ieder geval af <strong>en</strong> toe luister<strong>en</strong> naar de gesprok<strong>en</strong><br />

vreemde taal (<strong>en</strong> deze ook gedeeltelijk begrijp<strong>en</strong>) kom<strong>en</strong> uit de praktijk als kijkers e<strong>en</strong><br />

niet-vertaalde woordgrap in de oorspronkelijke taal opmerk<strong>en</strong> of in de gat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dat<br />

e<strong>en</strong> ondertitel e<strong>en</strong> slechte of juist goede vertaling <strong>van</strong> de gesprok<strong>en</strong> tekst geeft.<br />

Ook experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> tweede taak naast televisie kijk<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat er niet<br />

alle<strong>en</strong> wordt gekek<strong>en</strong> naar ondertitelde programma’s, maar tev<strong>en</strong>s wordt geluisterd naar de<br />

gesprok<strong>en</strong> vreemde taal. E<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> e<strong>en</strong> dergelijk experim<strong>en</strong>t is dat <strong>van</strong> Sohl<br />

(1989), waarin de reactietijd op flitslicht<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het televisie kijk<strong>en</strong> als maat werd g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> de gebruikte verwerkingscapaciteit. Daarbij werd verondersteld dat naarmate de<br />

reactie op het flitslicht trager was, meer capaciteit werd gebruikt bij het verwerk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

aangebod<strong>en</strong> informatie. Drie versies <strong>van</strong> e<strong>en</strong> programmafragm<strong>en</strong>t werd<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong>:<br />

(a) ondertitel <strong>en</strong> spraak aanwezig, (b) ge<strong>en</strong> ondertitel aanwezig, <strong>en</strong> (c) ge<strong>en</strong> ondertitel of<br />

spraak aanwezig. De traagste reactietijd<strong>en</strong> ded<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong> in de aanwezigheid <strong>van</strong> zowel<br />

ondertitel als spraak, hetge<strong>en</strong> erop wijst dat m<strong>en</strong> bij het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde programma’s<br />

ook aandacht besteedt aan de auditieve informatie. Dat kijkers ook slag<strong>en</strong> in het volg<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de redundante gesprok<strong>en</strong> informatie uit het geluidkanaal blijkt uit onderzoek<br />

waarin werd nagegaan of kijkers naar ondertitelde programma’s woord<strong>en</strong> uit de vreemde<br />

taal oppikk<strong>en</strong>. Zowel kinder<strong>en</strong> (d’Ydewalle &Van de Poel, 1999; Koolstra & Be<strong>en</strong>tjes, 1999)<br />

als volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> (d’Ydewalle & Pavakanun, 1995; d’Ydewalle & Pavakanun, 1997; Pavakanun<br />

& d’Ydewalle, 1992) blijk<strong>en</strong> in staat woord<strong>en</strong> uit de gesprok<strong>en</strong> vreemde taal te ler<strong>en</strong><br />

terwijl zij naar ondertitelde programma’s kijk<strong>en</strong>. Bij ondertitelde programma’s kunn<strong>en</strong> kijkers<br />

dus profiter<strong>en</strong> <strong>van</strong> de redundantie in ondertitels <strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> tekst. De term ‘redundantie’<br />

wordt vaak binn<strong>en</strong> één informatiesysteem gebruikt, wanneer bepaalde elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> dat systeem <strong>voor</strong>spelbaar zijn gegev<strong>en</strong> de beschikbaarheid <strong>van</strong> andere. Hier gaat het<br />

om redundantie in de zin <strong>van</strong> twee keer, via verschill<strong>en</strong>de modi aangebod<strong>en</strong> (d’Ydewalle<br />

& Giel<strong>en</strong>, 1992). Deze informatie wordt ook nog aangevuld met informatie uit de beeld<strong>en</strong>,<br />

zodat kijkers kunn<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over ‘multi-channel’ verwerkingsmogelijkhed<strong>en</strong> (Koolstra<br />

& Be<strong>en</strong>tjes, 1999).<br />

Manipulatie <strong>en</strong> c<strong>en</strong>suur. Doordat bij nasynchronisatie de oorspronkelijke gesprok<strong>en</strong> tekst<br />

geheel wordt ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong>, beschikt de kijker niet over redundante informatie. E<strong>en</strong> nadeel<br />

daar<strong>van</strong> is dat kijkers in nasynchronisatie-land<strong>en</strong> kwetsbaarder zijn <strong>voor</strong> manipulatie <strong>en</strong><br />

c<strong>en</strong>suur dan kijkers in ondertitel-land<strong>en</strong>.T<strong>en</strong>zij m<strong>en</strong> perfect kan liplez<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> vreemde<br />

taal, is er bij nagesynchroniseerde programma’s ge<strong>en</strong> mogelijkheid de vertaling te controler<strong>en</strong><br />

aan de hand <strong>van</strong> het originele geluid. Bij ondertiteling komt c<strong>en</strong>suur ook <strong>voor</strong>, maar<br />

dit zal oplett<strong>en</strong>de kijkers niet ontgaan. E<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> gec<strong>en</strong>sureerde ondertiteling was<br />

te vind<strong>en</strong> bij de uitz<strong>en</strong>ding in Nederland <strong>van</strong> de film Against all odds (T. Heckford): de zin<br />

‘She nearly cut my balls off’ werd ondertiteld als ‘Ze sneed hem er bijna af’ (Bruls & Kerkman,<br />

1988).<br />

86<br />

CEES KOOLSTRA, ALLERD PEETERS EN HERMAN SPINHOF


<strong>Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>van</strong> televisieprogramma’s<br />

Soepele aanpassing. De mogelijkheid om bij nasynchronisatie de oorspronkelijke tekst<strong>en</strong> op<br />

rigoureuze wijze aan te pass<strong>en</strong> heeft ook <strong>voor</strong>del<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> oorspronkelijke grap onvertaalbaar<br />

is kan e<strong>en</strong> ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong>de volledig nieuwe grap word<strong>en</strong> verzonn<strong>en</strong>. Er kan ook ongemerkt<br />

uitleg word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> als zak<strong>en</strong> die in het buit<strong>en</strong>land bek<strong>en</strong>d zijn, niet bek<strong>en</strong>d zijn<br />

bij de nieuwe doelgroep (Kilborn, 1993). Ook ondertitelaars kunn<strong>en</strong> de oorspronkelijke<br />

tekst<strong>en</strong> aanpass<strong>en</strong>, maar kunn<strong>en</strong> daarin minder ver gaan omdat kijkers de aanpassing<strong>en</strong><br />

gemakkelijker kunn<strong>en</strong> controler<strong>en</strong> met behulp <strong>van</strong> het origineel.<br />

Beperkt zicht. Ondertitels zoud<strong>en</strong> nadelig zijn <strong>voor</strong> de informatieverwerking omdat ze e<strong>en</strong><br />

gedeelte <strong>van</strong> het oorspronkelijke beeld bedekk<strong>en</strong> (Van Driel, 1983). In de praktijk blijkt<br />

echter dat kijkers ge<strong>en</strong> of weinig last hebb<strong>en</strong> <strong>van</strong> ‘beperkt zicht’.T<strong>en</strong> eerste kan word<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

dat de belangrijkste gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zich <strong>voor</strong>al afspel<strong>en</strong> in het midd<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />

beeld, terwijl de ondertitels onderin het beeld staan geprojecteerd. T<strong>en</strong> tweede staan de<br />

ondertitels niet constant in beeld, <strong>en</strong> is er, als ze wél in beeld staan, meestal nog zicht op<br />

het beeld ‘door de letters he<strong>en</strong>’. E<strong>en</strong> probleem ontstaat pas wanneer het oorspronkelijke<br />

programma ook al e<strong>en</strong> ‘ondertitel’ heeft, waarin bij<strong>voor</strong>beeld de naam <strong>en</strong> de functie <strong>van</strong> de<br />

spreker wordt vermeld. In dat bijzondere geval zijn de over elkaar geprojecteerde tekst<strong>en</strong><br />

moeilijk te lez<strong>en</strong>.<br />

Afleiding <strong>van</strong> het beeld. E<strong>en</strong> ander mogelijk nadeel <strong>van</strong> ondertitels is dat ze afleid<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />

beeld. Kijkers zull<strong>en</strong> hun aandacht afwissel<strong>en</strong>d moet<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> op het beeld <strong>en</strong> de ondertitels.<br />

Als de blik wordt gericht op de ondertitel gaat informatie vertoond in het beeld<br />

mogelijk verlor<strong>en</strong>. Dit verschijnsel is in onderzoek echter nauwelijks aangetoond. Er is eerder<br />

red<strong>en</strong> om aan te nem<strong>en</strong> dat het beurtelings richt<strong>en</strong> <strong>van</strong> aandacht op beeld <strong>en</strong> ondertitels<br />

automatisch <strong>en</strong> moeiteloos verloopt (e.g., d’Ydewalle, Praet,Verfaillie, & Van R<strong>en</strong>sberg<strong>en</strong>,<br />

1991). E<strong>en</strong> oogbewegingsexperim<strong>en</strong>t <strong>van</strong> Giel<strong>en</strong> (1988) laat zi<strong>en</strong> dat bij het kijk<strong>en</strong><br />

naar ondertitelde programma’s e<strong>en</strong> ‘kijkstrategie’ wordt gehanteerd waarbij de blik <strong>voor</strong>al<br />

wordt gericht op het gebied vlak bov<strong>en</strong> de ondertitels, waardoor m<strong>en</strong> makkelijk zowel de<br />

belangrijkste gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> op het scherm als de vertoonde ondertitels kan volg<strong>en</strong>.<br />

Meer bezighed<strong>en</strong>. Nagesynchroniseerde programma’s zijn gemakkelijk te volg<strong>en</strong> omdat kijkers<br />

‘slechts’ hoev<strong>en</strong> te luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> leesinspanning hoev<strong>en</strong> te lever<strong>en</strong>. Het luister<strong>en</strong>d<br />

volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> nagesynchroniseerde programma’s lijkt <strong>voor</strong>al makkelijk als m<strong>en</strong> televisie kijkt<br />

als tweede activiteit naast e<strong>en</strong> eerste activiteit, zoals het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> de krant. Uit Nederlands<br />

tijdbestedingsonderzoek (Intomart, 1996) blijkt dat deze manier <strong>van</strong> televisie ‘kijk<strong>en</strong>’ in<br />

ongeveer 29% <strong>van</strong> de tijd dat m<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de televisie zit <strong>voor</strong>komt. Als m<strong>en</strong> bij<strong>voor</strong>beeld<br />

bezig is met het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> de krant kunn<strong>en</strong> de ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> televisieprogramma<br />

‘met e<strong>en</strong> half oor’ word<strong>en</strong> gevolgd. Indi<strong>en</strong> de auditieve informatie daartoe aanleiding<br />

geeft, kan de primaire bezigheid word<strong>en</strong> opgeschort <strong>en</strong> kan volledige aandacht word<strong>en</strong><br />

geschonk<strong>en</strong> aan het beeld.Van e<strong>en</strong> beperkte aandacht <strong>voor</strong> de televisie kan overig<strong>en</strong>s ook<br />

sprake zijn als tv-kijk<strong>en</strong> als primaire activiteit wordt beoef<strong>en</strong>d terwijl daarnaast nog iets<br />

anders wordt gedaan. Hoe vaak kijkers iets naast het tv-kijk<strong>en</strong> do<strong>en</strong> is onbek<strong>en</strong>d, maar ook<br />

dan geldt dat op mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> niet kijkt, nagesynchroniseerde programma’s via het<br />

geluid kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevolgd. In theorie kunn<strong>en</strong> ook ondertitelde programma’s ‘met e<strong>en</strong><br />

half oor’ word<strong>en</strong> gevolgd. Dit lijkt echter veel moeilijker, omdat kijkers de vreemde taal<br />

meestal niet zo goed beheers<strong>en</strong> als hun moedertaal.<br />

87


Omgevingslawaai. Teg<strong>en</strong>over het <strong>voor</strong>deel <strong>van</strong> het volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> nagesynchroniseerde programma’s<br />

via het geluidkanaal staat het nadeel dat het televisiegeluid kan word<strong>en</strong> overstemd<br />

door andere geluid<strong>en</strong> in de ruimte waarin gekek<strong>en</strong> wordt, zoals geluid <strong>van</strong> gesprekk<strong>en</strong> die<br />

door huisg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevoerd. In e<strong>en</strong> dergelijke situatie is e<strong>en</strong> ondertiteld programma<br />

juist beter te volg<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> nagesynchroniseerd programma.<br />

M<strong>en</strong>tale inspanning. Omdat de kijker niet alle<strong>en</strong> bezig is met kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> luister<strong>en</strong> maar ook<br />

nog e<strong>en</strong>s met lez<strong>en</strong>, wordt soms aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde televisieprogramma’s<br />

meer inspanning vergt dan het kijk<strong>en</strong> naar nagesynchroniseerde programma’s.<br />

Volg<strong>en</strong>s Marleau (1982) kost het lez<strong>en</strong> zelfs zoveel moeite dat bioscoopgangers na het zi<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> ondertitelde film de zaal vaak in vermoeide toestand verlat<strong>en</strong>. In principe zoud<strong>en</strong><br />

kijkers de ondertitels kunn<strong>en</strong> neger<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich richt<strong>en</strong> op de dominante beweg<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong><br />

die mogelijk meer informatie gev<strong>en</strong> om het programma goed te kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> (e.g.,<br />

Hayes & Birnbaum, 1980; Pezdek & Stev<strong>en</strong>s, 1984). Oogbewegingsonderzoek heeft echter<br />

aangetoond dat het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitels juist e<strong>en</strong> automatisch uitgelokt gedrag is (e.g.,<br />

d’Ydewalle et al., 1991). Direct na het in beeld verschijn<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ondertitel richt de blik<br />

<strong>van</strong> de kijker zich <strong>van</strong>zelf op de vertoonde tekst (d’Ydewalle,Van R<strong>en</strong>sberg<strong>en</strong>, & Pollet,<br />

1987). De aandacht <strong>voor</strong> ondertitels is zelfs zo dwing<strong>en</strong>d dat kijkers hun aandacht ook richt<strong>en</strong><br />

op ondertitels die zijn gesteld in e<strong>en</strong> vreemde taal die m<strong>en</strong> niet beheerst (d’Ydewalle<br />

et al., 1991) <strong>en</strong> op ondertitels <strong>van</strong> programma’s waarbij zowel het geluid als de ondertitels<br />

in de eig<strong>en</strong> taal beschikbaar zijn (d’Ydewalle et al., 1987).<br />

Efficiënte verwerking. Uit het oogpunt <strong>van</strong> efficiëntie bij het verwerk<strong>en</strong> <strong>van</strong> informatie lijkt<br />

het slim om ondertitels te lez<strong>en</strong>, omdat lez<strong>en</strong> meestal sneller gaat dan luister<strong>en</strong> (d’Ydewalle<br />

et al., 1991). Ook hebb<strong>en</strong> kijkers de mogelijkheid ‘<strong>voor</strong>uit’ <strong>en</strong> ‘terug’ te lez<strong>en</strong> zolang de<br />

ondertitel in beeld is.<br />

Twee onderzoek<strong>en</strong> over ondertiteling gev<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong> dat ondertitels inderdaad<br />

efficiënt word<strong>en</strong> verwerkt. In e<strong>en</strong> onderzoek <strong>van</strong> Giel<strong>en</strong> (1988) werd de herk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong><br />

ondertitels direct na afloop <strong>van</strong> het e<strong>en</strong>malig kijk<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> ondertiteld programma gemet<strong>en</strong><br />

met behulp <strong>van</strong> meerkeuzevrag<strong>en</strong> met per gelez<strong>en</strong> ondertitel steeds drie (niet sterk<br />

afwijk<strong>en</strong>de) afleiders <strong>en</strong> de juiste ondertitel.Volwass<strong>en</strong> kijkers koz<strong>en</strong> in 97% <strong>van</strong> de gevall<strong>en</strong><br />

het juiste alternatief. In e<strong>en</strong> onderzoek <strong>van</strong> Koolstra,Van derVoort <strong>en</strong> d’Ydewalle (1999)<br />

waarin herk<strong>en</strong>ning op dezelfde wijze werd gemet<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong>, bleek dat ook zij redelijk<br />

wel in staat zijn gelez<strong>en</strong> ondertitels te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. De herk<strong>en</strong>ning bleek toe te nem<strong>en</strong> met<br />

leeftijd (<strong>en</strong> leesniveau): kinder<strong>en</strong> uit groep 4, 6 <strong>en</strong> 8 <strong>van</strong> de basisschool koz<strong>en</strong> in respectievelijk<br />

51, 71 <strong>en</strong> 83 proc<strong>en</strong>t <strong>van</strong> de gevall<strong>en</strong> de juiste ondertitel.<br />

Ondertitels word<strong>en</strong> dus efficiënt verwerkt, maar is die verwerking ev<strong>en</strong> efficiënt als bij<br />

nasynchronisatie? Afgezi<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> onderzoek bij kinder<strong>en</strong>, dat we later besprek<strong>en</strong>, is er<br />

maar één onderzoek bek<strong>en</strong>d waarin beide typ<strong>en</strong> programma’s qua informatie-overdracht<br />

expliciet zijn vergelek<strong>en</strong>. Mangnus, Hoek<strong>en</strong> <strong>en</strong>Van Driel (1994) ging<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t<br />

na of kijkers meer informatie onthoud<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> nagesynchroniseerd televisieprogramma<br />

dan <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ondertiteld programma. In beide condities moest<strong>en</strong> zowel vrag<strong>en</strong> over de tekst<br />

als vrag<strong>en</strong> over het beeld word<strong>en</strong> beantwoord.Anders dan verwacht blek<strong>en</strong> kijkers ev<strong>en</strong> veel<br />

<strong>van</strong> het ondertitelde als <strong>van</strong> het nagesynchroniseerde programma te onthoud<strong>en</strong>. De onderzoekers<br />

zocht<strong>en</strong> de verklaring in de efficiëntie <strong>van</strong> de verwerking <strong>van</strong> geschrev<strong>en</strong> informatie.<br />

Hierbij kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> gemaakt word<strong>en</strong>.T<strong>en</strong> eerste is niet zeker of de<br />

88<br />

CEES KOOLSTRA, ALLERD PEETERS EN HERMAN SPINHOF


<strong>Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>van</strong> televisieprogramma’s<br />

uitkomst – ge<strong>en</strong> verschil in de informatie-overdracht – uitsluit<strong>en</strong>d te verklar<strong>en</strong> is door de<br />

efficiëntie <strong>van</strong> de informatieverwerking. Bij de informatie-overdracht kunn<strong>en</strong> alle door ons<br />

g<strong>en</strong>oemde <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide method<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede ging het in<br />

het onderzoek niet om het begrijp<strong>en</strong>, maar om het onthoud<strong>en</strong> <strong>van</strong> informatie. Het is aannemelijk<br />

dat het onthoud<strong>en</strong> <strong>van</strong> informatie, waarbij het gaat om het reproducer<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

expliciet aangebod<strong>en</strong> informatie, makkelijker is dan het begrijp<strong>en</strong> <strong>van</strong> informatie.Als nagegaan<br />

wordt of kijkers verband<strong>en</strong> gelegd hebb<strong>en</strong> of conclusies getrokk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, komt misschi<strong>en</strong><br />

wel naar vor<strong>en</strong> dat de verwerkingscapaciteit tijd<strong>en</strong>s het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde programma’s<br />

zwaarder op de proef wordt gesteld.T<strong>en</strong> derde week de gebruikte methode <strong>van</strong><br />

nasynchroniser<strong>en</strong> af <strong>van</strong> de gangbare: er werd gebruik gemaakt <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ‘voice-over’ waarbij<br />

de comm<strong>en</strong>tator de ondertiteltekst<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ondertitelde versie <strong>voor</strong>las. Deze afstemming<br />

<strong>van</strong> het comm<strong>en</strong>taar op de ondertiteltekst maakt de vergelijking tuss<strong>en</strong> beide adaptatiemethod<strong>en</strong><br />

gemakkelijker, maar gaat t<strong>en</strong> koste <strong>van</strong> de ecologische validiteit: in het<br />

algeme<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taartekst<strong>en</strong> uitgebreider zijn dan tekst<strong>en</strong> in ondertitels.<br />

Sam<strong>en</strong>vatting. Ondertitelde televisieprogramma’s zijn door kijkers goed te volg<strong>en</strong>. De<br />

noodzakelijke indikking bij de omzetting <strong>van</strong> gesprok<strong>en</strong> tekst naar ondertitels leidt waarschijnlijk<br />

nauwelijks tot informatieverlies <strong>en</strong> ondertitels zull<strong>en</strong> kijkers niet stor<strong>en</strong> of afleid<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het beeld. Zelfs als het televisiegeluid wordt overstemd door lawaai in de kijkomgeving,<br />

kunn<strong>en</strong> ondertitelde programma’s nog word<strong>en</strong> gevolgd. Omdat lez<strong>en</strong> meestal<br />

sneller gaat dan luister<strong>en</strong> is de informatieverwerking bij ondertitelde programma’s tev<strong>en</strong>s<br />

efficiënt. Ook nagesynchroniseerde programma’s zijn <strong>voor</strong> kijkers goed te volg<strong>en</strong>. Het luister<strong>en</strong><br />

naar gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> vergt waarschijnlijk weinig m<strong>en</strong>tale inspanning, omdat kijkers<br />

niet tev<strong>en</strong>s bezig hoev<strong>en</strong> zijn met lez<strong>en</strong>.Vooral in situaties waarin televisie kijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> secundaire<br />

activiteit is, zijn nagesynchroniseerde programma’s gemakkelijk te volg<strong>en</strong>. Bij nasynchronisatie<br />

wordt het oorspronkelijke geluid geheel verwijderd. Hierdoor kan de tekst<br />

gemakkelijker op e<strong>en</strong> creatieve manier aangepast word<strong>en</strong> aan de nieuwe doelgroep, met als<br />

nadeel dat kijkers daardoor kwetsbaarder zijn <strong>voor</strong> manipulatie <strong>en</strong> c<strong>en</strong>suur.<br />

3. Speciale groep<strong>en</strong><br />

Tot nu toe kunn<strong>en</strong> we concluder<strong>en</strong> dat de hierbov<strong>en</strong> gesignaleerde theoretische problem<strong>en</strong><br />

die lijk<strong>en</strong> te bestaan bij het volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitelde of nagesynchroniseerde programma’s in<br />

de praktijk nogal meevall<strong>en</strong>. Maar <strong>voor</strong> <strong>en</strong>kele speciale groep<strong>en</strong> <strong>van</strong> kijkers bepaalt de keuze<br />

<strong>van</strong> adaptatiemethode wel degelijk of ze e<strong>en</strong> televisieprogramma makkelijk, moeilijk, of<br />

zelfs helemaal niet kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>. In totaal wordt aan vijf groep<strong>en</strong> aandacht besteed. De<br />

eerste vier groep<strong>en</strong> – beginn<strong>en</strong>de lezers, oudere kijkers, blind<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechtzi<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, dov<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

slechthor<strong>en</strong>d<strong>en</strong> – profiter<strong>en</strong> <strong>van</strong> het feit dat bij ondertiteling de tekst<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of<br />

juist <strong>van</strong> het feit dat ze bij nasynchroniser<strong>en</strong> te beluister<strong>en</strong> zijn. De laatste groep – buit<strong>en</strong>landers<br />

– profiteert <strong>van</strong> de handhaving <strong>van</strong> het originele geluid bij ondertiteling.<br />

Beginn<strong>en</strong>de lezers. Zoals hier<strong>voor</strong> al is geconcludeerd gaat het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitels bij de<br />

meeste kijkers probleemloos (e.g., d’Ydewalle et al., 1991). Leesproblem<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> zich echter<br />

wel <strong>voor</strong> te do<strong>en</strong> bij jonge beginn<strong>en</strong>de lezers. Uit e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijstonderzoek <strong>van</strong>Van Lil<br />

(1988) blijkt dat ongeveer 90% <strong>van</strong> de kinder<strong>en</strong> <strong>van</strong> groep 3 <strong>van</strong> de basisschool zegt dat<br />

89


ondertitels ‘vaak te vlug gaan’. Dit perc<strong>en</strong>tage neemt in de loop <strong>van</strong> de basisschoolperiode<br />

geleidelijk af tot 10% in groep 8. Als de snelheid waarmee ondertitels word<strong>en</strong> vertoond<br />

<strong>voor</strong> jonge beginn<strong>en</strong>de lezers te hoog is, ligt het <strong>voor</strong> de hand dat ze ook minder <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

ondertiteld programma zull<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>.<br />

In e<strong>en</strong> Zweeds onderzoek <strong>van</strong> Von Feilitz<strong>en</strong>, Filipson <strong>en</strong> Schyller (1979) werd gevond<strong>en</strong><br />

dat kinder<strong>en</strong> <strong>van</strong> 7 tot <strong>en</strong> met 11 jaar e<strong>en</strong> ondertiteld programma minder goed begrijp<strong>en</strong><br />

dan e<strong>en</strong> nagesynchroniseerde versie. Het kan echter niet word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong> dat de<br />

informatieverwerking bij het kijk<strong>en</strong> naar het ondertitelde televisieprogramma in dit weinig<br />

rec<strong>en</strong>te onderzoek relatief moeizaam verliep omdat e<strong>en</strong> verouderde ondertiteltechniek was<br />

gebruikt. Door technische verbetering<strong>en</strong>, zoals kleur<strong>en</strong>televisie, ondertitels met contrastletters,<br />

<strong>en</strong> scherper beeld, is de leesbaarheid <strong>van</strong> ondertitels inmiddels sterk verbeterd.<br />

In e<strong>en</strong> later uitgevoerd experim<strong>en</strong>t <strong>van</strong> Peeters, Scherp<strong>en</strong>zeel <strong>en</strong> Zantinge (1988) werd<br />

ook nagegaan of kinder<strong>en</strong> meer opstek<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> nagesynchroniseerd of <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ondertiteld<br />

televisieprogramma. Na het bekijk<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ondertitelde of nagesynchroniseerde versie<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> (oorspronkelijk) Engelse kinderfilm moest<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> vier typ<strong>en</strong> begripvrag<strong>en</strong><br />

beantwoord<strong>en</strong>. De vrag<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> betrekking op (1) beeld<strong>en</strong> die ess<strong>en</strong>tieel zijn <strong>voor</strong> het<br />

verhaal, (2) tekst die ess<strong>en</strong>tieel is <strong>voor</strong> het verhaal, (3) beelddetails, <strong>en</strong> (4) tekstdetails.Verschil<br />

in begrip werd <strong>voor</strong>al aangetroff<strong>en</strong> bij de detailvrag<strong>en</strong>: zowel de beeld- als tekstdetails<br />

kwam<strong>en</strong> in de nagesynchroniseerde versie beter over. Dit gold <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> de jongste kinder<strong>en</strong><br />

uit groep 4. Deze kinder<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> echter niet alle<strong>en</strong> de detailvrag<strong>en</strong>, maar ook de<br />

vrag<strong>en</strong> over <strong>voor</strong> het verhaal ess<strong>en</strong>tiële beeld<strong>en</strong> beter na het zi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de nagesynchroniseerde<br />

film. De problem<strong>en</strong> bij het begrijp<strong>en</strong> <strong>van</strong> het ondertitelde programma werd<strong>en</strong> als<br />

volgt verklaard: de beeldinformatie (inclusief de details) komt beter over bij nagesynchroniseerde<br />

programma’s omdat kijkers bij die programma’s alle tijd hebb<strong>en</strong> de beeld<strong>en</strong> in zich<br />

op te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> aandacht hoev<strong>en</strong> te bested<strong>en</strong> aan de afleid<strong>en</strong>de ondertitels. Bij het<br />

kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde programma’s word<strong>en</strong> de tekstdetails minder goed begrep<strong>en</strong> omdat<br />

de beginn<strong>en</strong>de lezers de kortstondig vertoonde ondertitels soms niet volledig kunn<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong>.<br />

In e<strong>en</strong> oogbewegingsonderzoek <strong>van</strong> Koolstra et al. (1999) werd nagegaan of jonge<br />

beginn<strong>en</strong>de lezers baat hebb<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>ging <strong>van</strong> de expositietijd <strong>van</strong> ondertitels. In<br />

dit onderzoek werd<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tieke programmafragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in drie versies ondertiteld: volg<strong>en</strong>s<br />

de gangbare 6-second<strong>en</strong>regel <strong>en</strong> met verl<strong>en</strong>gde expositietijd<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> 8- respectievelijk<br />

10-second<strong>en</strong>regel. Ongeacht de expositieduur <strong>van</strong> de ondertitels besteedd<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong><br />

uit groep 6 <strong>en</strong> 8 <strong>van</strong> de basisschool ongeveer ev<strong>en</strong> veel tijd aan het lez<strong>en</strong>. De jongste kinder<strong>en</strong><br />

uit groep 4 daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> besteedd<strong>en</strong> zeer weinig tijd aan het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ondertitels<br />

vertoond volg<strong>en</strong>s de gangbare 6-second<strong>en</strong>regel <strong>en</strong> juist meer tijd aan ondertitels gepres<strong>en</strong>teerd<br />

volg<strong>en</strong>s de verl<strong>en</strong>gde 10-second<strong>en</strong>regel. Uit deze resultat<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> afgeleid dat<br />

de gebruikelijke expositietijd zo kort is dat jonge kinder<strong>en</strong> dan nauwelijks e<strong>en</strong> poging do<strong>en</strong><br />

de ondertitels te lez<strong>en</strong>.<br />

Oudere kijkers. Naast jonge kijkers lijkt ook e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de oudere kijkers problem<strong>en</strong> te<br />

hebb<strong>en</strong> met het volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitels. In Nederland zijn er in de leeftijdcategorie <strong>van</strong> 15-<br />

49 jaar nog nauwelijks kijkers die zegg<strong>en</strong> moeite te hebb<strong>en</strong> met het volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitels<br />

(minder dan 5%), terwijl <strong>van</strong> de 50-plussers 11% aangeeft ondertitels moeilijk te kunn<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong> (Spinhof & Peeters, 1999). Of klacht<strong>en</strong> <strong>van</strong> oudere kijkers over het hoge tempo <strong>van</strong><br />

ondertitels zich manifester<strong>en</strong> in hun feitelijk kijkgedrag werd nagegaan in e<strong>en</strong> oogbewe-<br />

90<br />

CEES KOOLSTRA, ALLERD PEETERS EN HERMAN SPINHOF


<strong>Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>van</strong> televisieprogramma’s<br />

gingsregistratieonderzoek uitgevoerd door d’Ydewalle,Warlop <strong>en</strong> Van R<strong>en</strong>sberg<strong>en</strong> (1989).<br />

Hierin bleek dat oudere kijkers (<strong>van</strong> gemiddeld ongeveer 60 jaar) minder tijd bested<strong>en</strong> aan<br />

het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitels <strong>en</strong> eerder terugker<strong>en</strong> naar het beeld dan jongere kijkers.Volg<strong>en</strong>s<br />

de onderzoekers is dit resultaat als volgt te verklar<strong>en</strong>: kijk<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> ondertiteld programma<br />

vereist e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tdur<strong>en</strong>de integratie <strong>van</strong> informatie uit beeld <strong>en</strong> ondertitels, waarbij het<br />

lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitels meer verwerkingscapaciteit eist dan het kijk<strong>en</strong> naar het beeld.Als m<strong>en</strong><br />

er<strong>van</strong> uitgaat dat ouder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkte verwerkingscapaciteit hebb<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> zij beter in<br />

staat zijn de informatie te integrer<strong>en</strong> als zij naar het beeld kijk<strong>en</strong> dan wanneer zij naar de<br />

ondertitels kijk<strong>en</strong>. Ouder<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>de kijkstrategie die h<strong>en</strong> weinig tijd<br />

laat de ondertitels in zich op te nem<strong>en</strong> (d’Ydewalle et al., 1989). Of oudere kijkers ook<br />

meer moeite hebb<strong>en</strong> met het begrijp<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitelde programma’s is nooit onderzocht,<br />

maar dit ligt wel <strong>voor</strong> de hand omdat zij k<strong>en</strong>nelijk niet optimaal profiter<strong>en</strong> <strong>van</strong> de informatie<br />

verstrekt in de ondertitels.<br />

Blind<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechtzi<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Wanneer e<strong>en</strong> programma is nagesynchroniseerd is het ook toegankelijk<br />

<strong>voor</strong> blind<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechtzi<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Omdat de mate <strong>van</strong> slechtzi<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> de aard<br />

er<strong>van</strong> sterk varieert is het moeilijk aan te gev<strong>en</strong> hoeveel slechtzi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> moeite hebb<strong>en</strong> met<br />

het volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitelde televisieprogramma’s.Vast staat wel dat <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de<br />

bevolking de keuze <strong>van</strong> adaptatiemethode zo ‘nadelig’ is dat televisieprogramma’s helemaal<br />

niet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevolgd.<br />

Dov<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechthor<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong>over het <strong>voor</strong>deel <strong>van</strong> nagesynchroniseerde programma’s<br />

<strong>voor</strong> blind<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechtzi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> staat het <strong>voor</strong>deel <strong>van</strong> ondertitelde programma’s dat ze beter<br />

toegankelijk zijn <strong>voor</strong> dov<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechthor<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. In sommige nasynchronisatieland<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

dov<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechthor<strong>en</strong>d<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de uitgezond<strong>en</strong> programma’s toch volg<strong>en</strong> via<br />

ondertitels, omdat die beschikbaar word<strong>en</strong> gesteld via teletekst (Van Son, 2000). Ook hier<br />

geldt dat het moeilijk is te schatt<strong>en</strong> hoeveel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> door slechthor<strong>en</strong>dheid moeite hebb<strong>en</strong><br />

met het volg<strong>en</strong> <strong>van</strong> nagesynchroniseerde televisieprogramma’s.<br />

Buit<strong>en</strong>landers. Voor buit<strong>en</strong>landers zijn ondertitelde programma’s beter toegankelijk dan<br />

nagesynchroniseerde programma’s. De meeste buit<strong>en</strong>landse producties zijn afkomstig <strong>van</strong><br />

Engelstalige land<strong>en</strong>, <strong>en</strong> veel buit<strong>en</strong>landers hebb<strong>en</strong> Engels als eerste of tweede taal. Buit<strong>en</strong>landers<br />

die in ‘nasynchronisatieland<strong>en</strong>’ verblijv<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> daarom vaak naar programma’s <strong>van</strong><br />

‘ondertitelland<strong>en</strong>’. Het komt ook <strong>voor</strong> dat bij het uitz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> nagesynchroniseerde televisieprogramma’s<br />

naast het ingedubde geluid tev<strong>en</strong>s het originele geluid beschikbaar wordt<br />

gesteld via e<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide stereo-geluidkanal<strong>en</strong>. Dit gebeurt bij<strong>voor</strong>beeld veel in Duitsland<br />

bij het uitz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>van</strong> speelfilms. Bezitters <strong>van</strong> e<strong>en</strong> stereo-televisie hebb<strong>en</strong> dan de mogelijkheid<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide tal<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong> (‘taalkeuze’). E<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d nadeel <strong>van</strong> ondertitelde<br />

programma’s is dat deze vaak niet compleet, inclusief het oorspronkelijke geluid,<br />

mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgezond<strong>en</strong> via de satelliet.Wanneer bij<strong>voor</strong>beeld de Nederlandse televisie<br />

e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>lands programma aankoopt heeft m<strong>en</strong> het recht het ondertitelde programma<br />

<strong>voor</strong> het Nederlands taalgebied uit te z<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Omdat satellietuitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> veel<br />

groter gebied te ont<strong>van</strong>g<strong>en</strong> zijn, zoud<strong>en</strong> ondertitelde programma’s, waarbij de oorspronkelijke<br />

taal te hor<strong>en</strong> is, door heel veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die deze taal beheers<strong>en</strong> gewoon kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gevolgd. Om dat te <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> wordt het geluid <strong>van</strong> ondertitelde programma’s die per<br />

satelliet uitgezond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vaak gecodeerd.<br />

91


Sam<strong>en</strong>vatting. Beginn<strong>en</strong>de lezers (kinder<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> jaar of neg<strong>en</strong>) <strong>en</strong> veel oudere lezers<br />

hebb<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> met het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitels.Voor dov<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechthor<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zijn ondertitelde<br />

programma’s beter toegankelijk dan nagesynchroniseerde. Daar staat teg<strong>en</strong>over dat<br />

blind<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechtzi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> meer hebb<strong>en</strong> aan nagesynchroniseerde programma’s.Voor buit<strong>en</strong>landers<br />

zijn ondertitelde televisieprogramma’s veelal beter te volg<strong>en</strong> dan nagesynchroniseerde<br />

programma’s.<br />

4. Esthetica<br />

In het algeme<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in het eig<strong>en</strong> land geproduceerde televisieprogramma’s beter bekek<strong>en</strong><br />

dan vergelijkbare programma’s die in het buit<strong>en</strong>land zijn aangekocht. Mogelijk heeft<br />

dit te mak<strong>en</strong> met de precieze inhoud <strong>van</strong> de programma’s: binn<strong>en</strong>landse programma’s sluit<strong>en</strong><br />

beter aan bij de lokale situatie <strong>en</strong> cultuur dan elders geproduceerde programma’s. Het<br />

kan echter niet word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong> dat ondertitelde of nagesynchroniseerde minder aantrekkelijk<br />

word<strong>en</strong> door de adaptatie-op-zich. In deze paragraaf word<strong>en</strong> zev<strong>en</strong> esthetische<br />

bezwar<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide adaptatiemethod<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>. De eerste twee hebb<strong>en</strong> betrekking op<br />

het al dan niet behoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> <strong>van</strong> het originele geluid, de volg<strong>en</strong>de twee op het feit dat<br />

bij ondertiteling e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> het beeld wordt afgedekt <strong>en</strong> de laatste drie op het feit dat bij<br />

beide adaptatiemethod<strong>en</strong> de vertaling moet word<strong>en</strong> aangepast aan de beeldinformatie.<br />

Auth<strong>en</strong>ticiteit. E<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t vóór ondertitel<strong>en</strong> is dat e<strong>en</strong> ondertiteld programma ‘echter’<br />

is <strong>en</strong> meer lijkt op het origineel dan e<strong>en</strong> nagesynchroniseerd programma: acteurs, pres<strong>en</strong>tator<strong>en</strong><br />

e.d. behoud<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> stem (Luyk<strong>en</strong> et al., 1991). Nasynchronisatie wordt bekritiseerd<br />

omdat veelgevraagde stemacteurs in e<strong>en</strong> groot aantal uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de programma’s<br />

optred<strong>en</strong> <strong>en</strong> kijkers derhalve vaak dezelfde stemm<strong>en</strong> (behor<strong>en</strong>d bij verschill<strong>en</strong>de person<strong>en</strong>)<br />

te hor<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> (Gro<strong>en</strong>ewold, 1986). In dramaprogramma’s gaat door nasynchronisatie e<strong>en</strong><br />

wez<strong>en</strong>lijk onderdeel <strong>van</strong> de originele acteerprestaties verlor<strong>en</strong>. Ook bij non-fictie, zoals<br />

nieuwsprogramma’s, lijkt het <strong>van</strong> belang dat de echte stemm<strong>en</strong> te hor<strong>en</strong> zijn <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

die in het nieuws zijn. Wanneer e<strong>en</strong> oorspronkelijke stem wordt ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong> gaat e<strong>en</strong><br />

gedeelte <strong>van</strong> de paralinguïstische informatie (de niet-verbale compon<strong>en</strong>t) verlor<strong>en</strong>. De toon<br />

waarop e<strong>en</strong> geïnterviewde e<strong>en</strong> vraag beantwoordt of e<strong>en</strong> aarzeling op e<strong>en</strong> bepaald mom<strong>en</strong>t<br />

kan belangrijk zijn <strong>voor</strong> de interpretatie.<br />

Vertrouwdheid (door hor<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> taal). Nagesynchroniseerde programma’s kunn<strong>en</strong> door het<br />

gebruik <strong>van</strong> de eig<strong>en</strong> taal vertrouwder overkom<strong>en</strong> dan ondertitelde (Mailhac, 2000).Wellicht<br />

id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> kijkers zich gemakkelijker met acteurs die dezelfde taal ‘sprek<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong><br />

zij door het gebruik <strong>van</strong> hun eig<strong>en</strong> taal eerder het gevoel dat de getoonde gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

‘gewoon’ zijn <strong>en</strong> ook in hun eig<strong>en</strong> omgeving plaats zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>. In<br />

land<strong>en</strong> waarin televisiez<strong>en</strong>ders in e<strong>en</strong> minderheidstaal uitz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> biedt nasynchronisatie de<br />

mogelijkheid kijkers uitgebreid te lat<strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar de ‘mooie <strong>en</strong> rijke’ klank<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

eig<strong>en</strong> taal (zie ook Danan, 1989).<br />

Beeldverstoring. E<strong>en</strong> esthetisch bezwaar teg<strong>en</strong> ondertitels is dat ze het beeld ‘bezoedel<strong>en</strong>’.<br />

Sommige filmmakers is dat e<strong>en</strong> gruwel, zoals Bernardo Bertolucci <strong>van</strong> Nove C<strong>en</strong>to <strong>en</strong> de<br />

Franse filmregisseur Eric Rohmer. Het zijn <strong>voor</strong>al filmregisseurs die bezwaar mak<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

92<br />

CEES KOOLSTRA, ALLERD PEETERS EN HERMAN SPINHOF


<strong>Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>van</strong> televisieprogramma’s<br />

ondertiteling, omdat zij waarschijnlijk meer dan televisiemakers zull<strong>en</strong> strev<strong>en</strong> naar esthetisch<br />

aantrekkelijke beeld<strong>en</strong>. Ook technisch gezi<strong>en</strong> is het projecter<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitels op<br />

films ingrijp<strong>en</strong>der dan het ondertitel<strong>en</strong> <strong>van</strong> televisieprogramma’s. Bij films word<strong>en</strong> ondertitels<br />

op e<strong>en</strong> kopie <strong>van</strong> de originele moederband ‘ingebrand’ met behulp <strong>van</strong> chemische,<br />

optische of laser-techniek<strong>en</strong> (Ivarsson & Carroll, 1998), terwijl bij televisieprogramma’s de<br />

originele band intact blijft: met behulp <strong>van</strong> elektronische techniek<strong>en</strong> wordt de ondertiteling<br />

tijd<strong>en</strong>s de uitz<strong>en</strong>ding aan het beeld toegevoegd.<br />

Peeters & Van Merwijk (1994) ded<strong>en</strong> e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t naar de plaatsing <strong>van</strong> ondertitels<br />

bij breedbeeldprogramma’s die op e<strong>en</strong> klassiek televisietoestel bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De vraag<br />

was of het uitmaakt of de ondertitels in beeld staan of onder het beeld word<strong>en</strong> vertoond<br />

(in de zwarte balk onder het beeld). Aanleiding <strong>voor</strong> het onderzoek was de vraag of de<br />

invoering <strong>van</strong> PAL Plus – e<strong>en</strong> uitz<strong>en</strong>dnorm die breedbeeldtelevisie mogelijk maakt – nadelig<br />

is <strong>voor</strong> bezitters <strong>van</strong> e<strong>en</strong> klassiek 4:3-toestel (PAL-Plus-uitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong>, die het hele beeld<br />

<strong>van</strong> breedbeeldtoestell<strong>en</strong> vull<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> klassiek toestel aan de bov<strong>en</strong>- <strong>en</strong> onderkant<br />

e<strong>en</strong> zwarte balk, <strong>en</strong> om technische red<strong>en</strong><strong>en</strong> staat de ondertitel in het beeld <strong>en</strong> niet in de<br />

onderste zwarte balk). De 60 deelnemers aan het onderzoek kek<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> 4:3-toestel naar<br />

fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> drie televisiefilms: één film had e<strong>en</strong> 16:9-formaat met ondertitels in het<br />

actieve beeld, één film had e<strong>en</strong> 16:9-formaat met ondertitels in de zwarte balk onder de<br />

beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> één film was beeldvull<strong>en</strong>d gemaakt door links <strong>en</strong>/of rechts e<strong>en</strong> gedeelte <strong>van</strong> het<br />

beeld weg te lat<strong>en</strong> (panscanning). De aanbiedingswijze werd systematisch gevarieerd. De<br />

deelnemers aan het onderzoek werd<strong>en</strong> niet geatt<strong>en</strong>deerd op het beeldformaat of de ondertiteling:<br />

zij verkeerd<strong>en</strong> in de veronderstelling dat ze meeded<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> onderzoek over de<br />

beoordeling <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de films. Elke film werd op ongeveer dertig punt<strong>en</strong> beoordeeld.<br />

Sommige punt<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met de aantrekkelijkheid <strong>van</strong> het beeld (‘In hoeverre is<br />

de film ‘mooi om naar te kijk<strong>en</strong>’? Hoe beoordeelt u het camerawerk?’), sommige ging<strong>en</strong><br />

over andere aspect<strong>en</strong> (‘Wat vond u <strong>van</strong> de muziek?’) <strong>en</strong> weer andere war<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

aard (‘In hoeverre heeft u met plezier gekek<strong>en</strong>?’). Er kwam ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel significant effect <strong>van</strong><br />

de aanbiedingswijze naar vor<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> film waar de ondertitels buit<strong>en</strong> beeld staan wordt niet<br />

mooier gevond<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> film met ondertitels op de gebruikelijke plaats in beeld. Na<br />

afloop <strong>van</strong> het experim<strong>en</strong>t bleek zelfs dat ge<strong>en</strong> <strong>van</strong> de deelnemers had gemerkt dat de<br />

ondertitels op drie verschill<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> op het scherm war<strong>en</strong> versch<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> beeld <strong>en</strong> geluid. E<strong>en</strong> ander esthetisch argum<strong>en</strong>t teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong> is dat de<br />

artistieke e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> beeld <strong>en</strong> geluid verlor<strong>en</strong> gaat als de tekst via ondertitels bij de kijker<br />

komt. Ook als de leestaak niet tot e<strong>en</strong> slechter begrip <strong>van</strong> de boodschap leidt zou de artistieke<br />

waarde <strong>van</strong> het audiovisuele product aangetast kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Teuniss<strong>en</strong><br />

(NRC 24-4-1981, geciteerd door Bruls & Kerkman, 1988) leidt ondertiteling tot ‘gesplet<strong>en</strong><br />

aandacht’ bij de kijker, wat ‘ontkrachting’ <strong>van</strong> het audiovisuele medium tot gevolg heeft.<br />

Bij nasynchronisatie blijft de vertaling binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>van</strong> het medium, terwijl bij<br />

ondertiteling sprake is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> oneig<strong>en</strong>lijke toevoeging aan de beeld<strong>en</strong>. Deze toevoeging<br />

tast de continuïteit <strong>van</strong> de film aan <strong>en</strong> maakt deze tot e<strong>en</strong> soort beeldverhaal.<br />

Gewrong<strong>en</strong> vertaling<strong>en</strong> in verband met lipsynchroniciteit. Nagesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> min<br />

of meer pass<strong>en</strong> bij de mondbeweging<strong>en</strong> <strong>van</strong> de person<strong>en</strong> die sprek<strong>en</strong>d in beeld word<strong>en</strong><br />

opgevoerd: de vertaalde zin moet (1) beginn<strong>en</strong> wanneer de spreker zijn of haar mond op<strong>en</strong><br />

doet <strong>en</strong> eindig<strong>en</strong> wanneer deze uitgesprok<strong>en</strong> is, <strong>en</strong> (2) pass<strong>en</strong> bij de lipbeweging<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

93


spreker. De eerste eis betek<strong>en</strong>t dat ook bij nasynchronisatie de zinn<strong>en</strong> soms ingedikt word<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dat ze in andere gevall<strong>en</strong> juist opgerekt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De tweede eis betek<strong>en</strong>t dat<br />

de woordkeus <strong>en</strong> het ritme <strong>van</strong> de zin aangepast moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan de lipbeweging<strong>en</strong> die<br />

nodig war<strong>en</strong> om de vreemde taal te producer<strong>en</strong>. Je zou kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat er bij nasynchronisatie<br />

sprake is <strong>van</strong> ‘lipp<strong>en</strong>dwang’: om de tekst synchroon te krijg<strong>en</strong> word<strong>en</strong> soms<br />

concessies gedaan aan de kwaliteit <strong>van</strong> de vertaling. Overig<strong>en</strong>s geldt de eerste vorm <strong>van</strong><br />

synchroniciteit ook in zekere mate <strong>voor</strong> ondertitels, omdat id<strong>en</strong>tificatieproblem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

ontstaan wanneer e<strong>en</strong> ondertitel niet wordt vertoond op het mom<strong>en</strong>t dat de spreker lipbeweging<strong>en</strong><br />

maakt <strong>en</strong> omdat <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> breuk ontstaat tuss<strong>en</strong> de<br />

tekst <strong>van</strong> de ondertitels <strong>en</strong> de nonverbale communicatie (zoals mimiek <strong>en</strong> stemverheffing)<br />

of de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die te zi<strong>en</strong> zijn.Volg<strong>en</strong>s Luyk<strong>en</strong> et al. (1991) bestaan tuss<strong>en</strong> Europese<br />

nasynchronisatieland<strong>en</strong> grote verschill<strong>en</strong> in het belang dat gehecht wordt aan lipsynchroniciteit.<br />

In Duitsland bij<strong>voor</strong>beeld wordt synchroniciteit zo belangrijk gevond<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong><br />

volop gebruik maakt <strong>van</strong> overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>de le<strong>en</strong>woord<strong>en</strong>. In het Duits zegt de acteur die<br />

John Wayne inspreekt in onvervalst Duits: ‘Hai baby, ist alles ok?’ in plaats <strong>van</strong> ‘Hallo<br />

Schätzch<strong>en</strong>, wie geht es dir?’ In sommige andere land<strong>en</strong>, zoals Italië, wordt met dit lipp<strong>en</strong>dwang-probleem<br />

vrijer omgesprong<strong>en</strong>, omdat m<strong>en</strong> daar meer waarde hecht aan e<strong>en</strong><br />

getrouwe vertaling <strong>en</strong> goedlop<strong>en</strong>de zinn<strong>en</strong> (Luyk<strong>en</strong> et al., 1991).<br />

Gewrong<strong>en</strong> vertaling<strong>en</strong> in verband met indikking. Overig<strong>en</strong>s wordt m<strong>en</strong> ook bij ondertiteling<br />

soms gedwong<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> minder fraaie vertaling (e.g., Gottlieb, 2000). Hier<br />

heeft dat <strong>voor</strong>al te mak<strong>en</strong> met de noodzaak de tekst in te kort<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> Nederlands <strong>voor</strong>beeld<br />

is het gebruik <strong>van</strong> de onvoltooid verled<strong>en</strong> tijd waar voltooid verled<strong>en</strong> tijd gebruikelijker<br />

is:‘Ik deed dat’ in plaats <strong>van</strong> ‘Ik heb dat gedaan’.<br />

Onnatuurlijkheid door asynchroniciteit. Nagesynchroniseerde programma’s kunn<strong>en</strong> onnatuurlijk<br />

overkom<strong>en</strong> doordat de synchroniciteit tuss<strong>en</strong> mondbeweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid te w<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

overlaat. Dit is inderdaad e<strong>en</strong> probleem, omdat e<strong>en</strong> perfecte lipsynchronisatie nooit te<br />

bereik<strong>en</strong> is. Er is slechts één <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> e<strong>en</strong> onderzoek waarin de invloed <strong>van</strong> de adaptatiewijze<br />

op de waardering <strong>van</strong> e<strong>en</strong> televisieprogramma is onderzocht. Het ging om het<br />

eerder g<strong>en</strong>oemde onderzoek <strong>van</strong> Peeters et al. (1988). De onderzoekers vertoond<strong>en</strong> aan<br />

kinder<strong>en</strong> uit groep 6-8 <strong>van</strong> de basisschool e<strong>en</strong> ondertiteld of nagesynchroniseerd televisieprogramma.<br />

De ondertitelde versie bleek meer te word<strong>en</strong> gewaardeerd dan de nagesynchroniseerde<br />

versie. Hoewel de jongste kinder<strong>en</strong> (uit groep 6) de ondertitelde versie slechter<br />

begrep<strong>en</strong> dan de nagesynchroniseerde, hadd<strong>en</strong> ook zij meer waardering <strong>voor</strong> het programma<br />

als het ondertiteld was.Vermoedelijk speelt onnatuurlijkheid door asynchroniciteit e<strong>en</strong><br />

grote rol, hoewel de verklaring ook gezocht zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de eerder<br />

g<strong>en</strong>oemde nadel<strong>en</strong> <strong>van</strong> nasynchronisatie.<br />

Bij het ervar<strong>en</strong> <strong>van</strong> onnatuurlijkheid speelt gew<strong>en</strong>ning echter e<strong>en</strong> grote rol. Kijkers die<br />

gew<strong>en</strong>d zijn aan het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde programma’s zull<strong>en</strong> zich veel eerder stor<strong>en</strong> aan<br />

de onnatuurlijkheid <strong>van</strong> nagesynchroniseerde programma’s. Het probleem weegt minder<br />

zwaar <strong>voor</strong> kijkers in nasynchronisatieland<strong>en</strong>.Voor die kijkers kunn<strong>en</strong> de ingesprok<strong>en</strong> stemm<strong>en</strong><br />

zelfs ‘natuurlijk’ in de or<strong>en</strong> klink<strong>en</strong>, omdat ze word<strong>en</strong> toegesprok<strong>en</strong> in hun eig<strong>en</strong> taal.<br />

Kijkers die eraan gew<strong>en</strong>d zijn John Wayne Duits te hor<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> het vreemd vind<strong>en</strong><br />

als hij ope<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> vreemde taal spreekt. Er zijn ook <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> <strong>van</strong> acteurs die nasynchronisatie<br />

waarder<strong>en</strong>, omdat ze weinig tevred<strong>en</strong> zijn over hun eig<strong>en</strong> stemgeluid. Zo schijnt<br />

94<br />

CEES KOOLSTRA, ALLERD PEETERS EN HERMAN SPINHOF


<strong>Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>van</strong> televisieprogramma’s<br />

het dat Jerry Lewis buit<strong>en</strong>gewoon trots was op zijn in het Italiaans nagesynchroniseerde<br />

stem, omdat hij die mooier <strong>en</strong> beter vond dan zijn eig<strong>en</strong> stem.<br />

Sam<strong>en</strong>vatting. Nagesynchroniseerde programma’s hebb<strong>en</strong> als <strong>voor</strong>deel dat er ge<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong><br />

over de beeld<strong>en</strong> he<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geprojecteerd <strong>en</strong> dus de e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> beeld <strong>en</strong> geluid niet<br />

wordt verstoord. E<strong>en</strong> ander <strong>voor</strong>deel is dat het hor<strong>en</strong> <strong>van</strong> de eig<strong>en</strong> taal de kijker vertrouwd<br />

in de or<strong>en</strong> klinkt. Nadel<strong>en</strong> zijn dat de auth<strong>en</strong>tieke stemm<strong>en</strong> <strong>van</strong> de sprekers niet te hor<strong>en</strong><br />

zijn <strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> programma onnatuurlijk kan overkom<strong>en</strong> als de lipsynchroniciteit gebrekkig<br />

is. Bij ondertitelde programma’s zijn de auth<strong>en</strong>tieke stemm<strong>en</strong> wel te hor<strong>en</strong>, maar wordt het<br />

beeld ‘bezoedeld’.<br />

5. Leereffect<strong>en</strong><br />

Televisie kijk<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> opgevat als e<strong>en</strong> actief proces waarbij de kijker <strong>voor</strong>tdur<strong>en</strong>d<br />

bezig is met kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> luister<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in het geval <strong>van</strong> ondertitelde programma’s ook met<br />

lez<strong>en</strong>. Het effect kan zijn dat de kijker informatie opdoet die de programmamaker beoogt<br />

te verstrekk<strong>en</strong>.Televisie kijk<strong>en</strong> kan echter ook onbedoelde leereffect<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op kijkers:<br />

door bezig te zijn met kijk<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kijkers – zonder dat ze het zelf in<br />

de gat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> zonder dat ze er speciaal moeite <strong>voor</strong> do<strong>en</strong> – vaardighed<strong>en</strong> opdo<strong>en</strong> die<br />

grot<strong>en</strong>deels los staan <strong>van</strong> de inhoud <strong>van</strong> de programma’s. Hierbij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> we <strong>voor</strong>al aan het<br />

opdo<strong>en</strong> <strong>van</strong> vaardigheid in de eig<strong>en</strong> taal <strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> vreemde taal. Er word<strong>en</strong> vier argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oemd. De eerste twee hebb<strong>en</strong> betrekking op de wijze waarop kijkers de tekst<strong>en</strong><br />

verwerk<strong>en</strong> – lez<strong>en</strong> bij ondertiteling <strong>en</strong> luister<strong>en</strong> bij nasynchroniser<strong>en</strong> – <strong>en</strong> de laatste<br />

twee op het al dan niet aanwezig zijn <strong>van</strong> het originele geluid.<br />

Bevordering leesontwikkeling. Omdat het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde programma’s tev<strong>en</strong>s<br />

inhoudt dat de ondertitels word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>, do<strong>en</strong> kijkers leeservaring op.Als we uitgaan <strong>van</strong><br />

de gegev<strong>en</strong>s dat in Nederland gemiddeld ongeveer twee uur <strong>en</strong> drie kwartier per dag tv<br />

wordt gekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ongeveer 40% <strong>van</strong> de bekek<strong>en</strong> programma’s ondertiteld is (uit het<br />

buit<strong>en</strong>land afkomstige programma’s plus Nederlandse producties waarin buit<strong>en</strong>landse tal<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de schatting dat bij ondertitelde programma’s drie kwart <strong>van</strong> de tijd<br />

ondertitels in beeld staan, zijn Nederlandse kijkers vijf à zes uur per week bezig met lez<strong>en</strong><br />

via de televisie. Kijkers in ondertitelland<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> flink aantal ‘boek<strong>en</strong>’ per jaar via<br />

de televisie. De taal in ondertitels is echter meestal anders dan die in boek<strong>en</strong>: ondertitels<br />

bevatt<strong>en</strong> spreektaal in plaats <strong>van</strong> schrijftaal; bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is de spreektaal ingedikt <strong>en</strong>/of simpeler<br />

gemaakt. Toch geeft e<strong>en</strong> onderzoek <strong>van</strong> Koolstra, Van der Voort <strong>en</strong> Van der Kamp<br />

(1997) aan dat het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde televisieprogramma’s op d<strong>en</strong> duur leidt tot beter<br />

lez<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> longitudinale opzet werd bij ruim 1000 basisschoolkinder<strong>en</strong> de invloed gemet<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde programma’s op de ontwikkeling <strong>van</strong> twee typ<strong>en</strong> leesvaardigheid:<br />

begrijp<strong>en</strong>d <strong>en</strong> technisch lez<strong>en</strong>. Onder begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong> wordt verstaan het<br />

opdo<strong>en</strong> <strong>van</strong> informatie uit tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij technisch lez<strong>en</strong> gaat het om het vlot <strong>en</strong> foutloos<br />

kunn<strong>en</strong> decoder<strong>en</strong> <strong>van</strong> losse woord<strong>en</strong>. Op basis <strong>van</strong> de ‘lez<strong>en</strong>-<strong>van</strong>-het-scherm-hypothese’<br />

werd verwacht dat het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde programma’s gunstig is <strong>voor</strong> de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> het technisch lez<strong>en</strong>, omdat kinder<strong>en</strong> via het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitels oef<strong>en</strong><strong>en</strong> in het<br />

decoder<strong>en</strong> <strong>van</strong> woord<strong>en</strong>. Deze hypothese werd in het g<strong>en</strong>oemde onderzoek bevestigd: kin-<br />

95


der<strong>en</strong> die veel naar ondertitelde programma’s kijk<strong>en</strong>, vertoond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterkere progressie in<br />

het technisch lez<strong>en</strong> dan kinder<strong>en</strong> die relatief weinig naar ondertitelde programma’s kijk<strong>en</strong>.<br />

K<strong>en</strong>nelijk biedt het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitels volop oef<strong>en</strong>ing in het decoder<strong>en</strong> <strong>van</strong> losse woord<strong>en</strong>.<br />

Omdat de ondertitels ook weer snel uit het beeld verdwijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> ver<strong>van</strong>g<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

door nieuwe ondertitels zijn kinder<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>d bezig met deze leesoef<strong>en</strong>ing. Het lez<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> ondertitels bleek niet <strong>van</strong> invloed op de ontwikkeling <strong>van</strong> het begrijp<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong>. Begrijp<strong>en</strong>d<br />

lez<strong>en</strong> lijkt weinig gebaat bij het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitels, aangezi<strong>en</strong> het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitels,<br />

anders dan het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> tekst<strong>en</strong> in boek<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing biedt in het begrijp<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

uitgebreide, coher<strong>en</strong>te tekst<strong>en</strong> (Koolstra et al., 1997).<br />

Uitbreiding woord<strong>en</strong>schat in de eig<strong>en</strong> taal. Bij niet-ondertitelde televisieprogramma’s – <strong>en</strong><br />

dus ook bij nagesynchroniseerde televisieprogramma’s – zijn kijkers bezig met het gelijktijdig<br />

luister<strong>en</strong> naar gesprok<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> naar ondersteun<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong>. Bij deze<br />

bezigheid kom<strong>en</strong> zij in aanraking met tal <strong>van</strong> bek<strong>en</strong>de <strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>, zinsconstructies<br />

<strong>en</strong> uitdrukking<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong> taal. Het luister<strong>en</strong> naar deze uiting<strong>en</strong> zou ook de<br />

taalvaardigheid kunn<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong>.Veel onderzoek naar het ler<strong>en</strong> <strong>van</strong> taal via de televisie<br />

is niet gedaan, maar Rice <strong>en</strong> Woodsmall (1988) hebb<strong>en</strong> in ieder geval aangetoond dat televisie<br />

kijk<strong>en</strong> jonge kinder<strong>en</strong> kan help<strong>en</strong> bij het uitbreid<strong>en</strong> <strong>van</strong> de woord<strong>en</strong>schat. Bij het luister<strong>en</strong><br />

naar gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> op de televisie is sprake <strong>van</strong> ‘fast mapping’: op basis <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kele k<strong>en</strong>nismaking kan het kort, aan<strong>van</strong>kelijk gedeeltelijk begrijp<strong>en</strong> <strong>van</strong> de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> nieuw woord leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> herstructurering <strong>en</strong> vergroting <strong>van</strong> de woord<strong>en</strong>schat<br />

(Carey, 1978). In het onderzoek <strong>van</strong> Rice <strong>en</strong> Woodsmall (1988) blek<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> <strong>van</strong> 3 <strong>en</strong><br />

5 jaar de betek<strong>en</strong>is op te pikk<strong>en</strong> <strong>van</strong> respectievelijk 2 <strong>en</strong> 5 nieuwe woord<strong>en</strong> na het kijk<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> televisieprogramma <strong>van</strong> 15 minut<strong>en</strong>. Dit lijk<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> kleine aantall<strong>en</strong>, maar het<br />

aantal nieuw geleerde woord<strong>en</strong> loopt uiteraard <strong>en</strong>orm op als we er<strong>van</strong> uit mog<strong>en</strong> gaan dat<br />

ieder kwartiertje televisie kijk<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> veel effect heeft. Het luister<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> <strong>van</strong> de eig<strong>en</strong><br />

taal via de televisie lijkt in feite op het luister<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> <strong>van</strong> de eig<strong>en</strong> taal via de omgang met<br />

ander<strong>en</strong> in het dagelijks lev<strong>en</strong>, zeker omdat we mog<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong> dat de dialog<strong>en</strong> in televisieprogramma’s<br />

<strong>voor</strong> kinder<strong>en</strong> sterk vergelijkbaar zijn met de manier waarop moeders met<br />

hun kinder<strong>en</strong> prat<strong>en</strong> (Rice, 1984).<br />

Ler<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> vreemde taal. Omdat bij ondertitelde televisieprogramma’s e<strong>en</strong> vreemde taal<br />

te hor<strong>en</strong> is <strong>en</strong> de vertaling kan word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> in de ondertitels, bestaat de mogelijkheid<br />

dat kijkers iets <strong>van</strong> die vreemde taal oppikk<strong>en</strong>. Meer dan e<strong>en</strong> derde deel <strong>van</strong> de Nederlandse<br />

volwass<strong>en</strong> kijkers is er<strong>van</strong> overtuigd dat het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde programma’s inderdaad<br />

bevorderlijk is <strong>voor</strong> de buit<strong>en</strong>landse tal<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis (De Bock, 1977). E<strong>en</strong> kwart <strong>van</strong> de Nederlandse<br />

basisschoolkinder<strong>en</strong> gelooft zelfs dat ze meer Engels ler<strong>en</strong> <strong>van</strong> radio <strong>en</strong> televisie dan<br />

op school (Vinjé, 1994).<br />

De mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>van</strong> het ler<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> vreemde taal via het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde programma’s<br />

word<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> hoog getaxeerd, maar zijn ook aangetoond in onderzoek met<br />

zowel volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> als kinder<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> serie experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uitgevoerd in Leuv<strong>en</strong> (d’Ydewalle<br />

& Pavakanun, 1995; d’Ydewalle & Pavakanun, 1997; Pavakanun & d’Ydewalle, 1992)<br />

kreg<strong>en</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> ondertitelde tek<strong>en</strong>films <strong>van</strong> ongeveer e<strong>en</strong> kwartier te zi<strong>en</strong>. Er werd<br />

gebruik gemaakt <strong>van</strong> gewone ondertitels (ondertitels in de eig<strong>en</strong> taal <strong>en</strong> geluid in de<br />

vreemde taal) <strong>en</strong> <strong>van</strong> ‘omgekeerde’ ondertitels, waarbij het geluid in de eig<strong>en</strong> taal <strong>en</strong> de<br />

ondertitels in de vreemde taal war<strong>en</strong> gezet. Direct na het kijk<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> ondertiteld pro-<br />

96<br />

CEES KOOLSTRA, ALLERD PEETERS EN HERMAN SPINHOF


<strong>Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>van</strong> televisieprogramma’s<br />

gramma werd gemet<strong>en</strong> of proefperson<strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> gebruikte woord<strong>en</strong> in de vreemde<br />

taal hadd<strong>en</strong> geleerd. Zowel bij gewone als bij omgekeerde ondertitels bleek e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong><br />

de woord<strong>en</strong> in de vreemde taal te zijn geleerd. In de g<strong>en</strong>oemde experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd niet<br />

uitsluit<strong>en</strong>d gebruik gemaakt <strong>van</strong> de in de praktijk meest <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de vreemde taal,<br />

Engels; ook ondertitels (<strong>en</strong> geluid) in weinig aan het Nederlands verwante tal<strong>en</strong> als Hongaars<br />

<strong>en</strong> Chinees werd<strong>en</strong> in de experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> (d’Ydewalle & Pavakanun,<br />

1997). Er bleek zelfs <strong>van</strong> die niet-verwante tal<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> geleerd. E<strong>en</strong> vergelijking tuss<strong>en</strong><br />

meer <strong>en</strong> minder verwante tal<strong>en</strong> leidde tot de opvall<strong>en</strong>de conclusie dat er ge<strong>en</strong> systematisch<br />

verband bestond tuss<strong>en</strong> de mate <strong>van</strong> verwantschap met de eig<strong>en</strong> taal <strong>en</strong> de hoeveelheid<br />

geleerde woord<strong>en</strong> uit de vreemde taal.<br />

In twee andere onderzoek<strong>en</strong> werd nagegaan of ook kinder<strong>en</strong> via het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde<br />

programma’s woord<strong>en</strong> <strong>van</strong> de vreemde taal oppikk<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t <strong>van</strong> d’Ydewalle<br />

<strong>en</strong>Van de Poel (1999) werd kinder<strong>en</strong> <strong>van</strong> groep<strong>en</strong> 6, 7 <strong>en</strong> 8 <strong>van</strong> de basisschool e<strong>en</strong><br />

10 minut<strong>en</strong> dur<strong>en</strong>d fragm<strong>en</strong>t met ‘stilstaande beeld<strong>en</strong>’ vertoond. Ook in dit experim<strong>en</strong>t<br />

werd gebruik gemaakt <strong>van</strong> gewone <strong>en</strong> omgekeerde ondertitels <strong>en</strong> wel in het Frans <strong>en</strong><br />

De<strong>en</strong>s.Vergelek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> controlegroep <strong>van</strong> kinder<strong>en</strong> die hetzelfde fragm<strong>en</strong>t in e<strong>en</strong> versie<br />

met Nederlands geluid <strong>en</strong> Nederlandse ondertitels kreeg aangebod<strong>en</strong>, pikt<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong><br />

in de vreemde tal<strong>en</strong>-condities meer woord<strong>en</strong> op uit de vreemde taal. Bij dit experim<strong>en</strong>t<br />

werd gevond<strong>en</strong> dat meer werd geleerd <strong>van</strong> de verwante vreemde taal (De<strong>en</strong>s) dan <strong>van</strong> de<br />

minder verwante taal (Frans). In e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t <strong>van</strong> Koolstra <strong>en</strong> Be<strong>en</strong>tjes (1999) werd aan<br />

basisschoolkinder<strong>en</strong> uit groep<strong>en</strong> 6 <strong>en</strong> 8 e<strong>en</strong> natuurdocum<strong>en</strong>taire <strong>van</strong> 15 minut<strong>en</strong> vertoond.<br />

In dit onderzoek werd het ler<strong>en</strong> <strong>van</strong> woord<strong>en</strong> uit de vreemde taal vergelek<strong>en</strong> bij drie programma’s:<br />

e<strong>en</strong> ‘gewoon’ ondertiteld programma (geluid in Engels <strong>en</strong> ondertitels in het<br />

Nederlands), e<strong>en</strong> ‘BBC-versie’ (zonder ondertitels, maar met geluid in het Engels) <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

controle-programma (Nederlands gesprok<strong>en</strong>, zonder ondertitels). Hoewel de kinder<strong>en</strong> uit<br />

beide leeftijdgroep<strong>en</strong> het meest <strong>van</strong> de vreemde taal leerd<strong>en</strong> <strong>van</strong> het kijk<strong>en</strong> naar het ondertitelde<br />

programma, blek<strong>en</strong> ze zelfs in staat Engelse woord<strong>en</strong> op te pikk<strong>en</strong> bij het kijk<strong>en</strong> naar<br />

de niet-ondertitelde versie.<br />

In de g<strong>en</strong>oemde experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> dus woord<strong>en</strong> uit de vreemde taal geleerd na het<br />

kijk<strong>en</strong> <strong>van</strong> slechts kortdur<strong>en</strong>de, ondertitelde televisieprogramma’s. De verklaring die de<br />

onderzoekers gev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het gevond<strong>en</strong> leereffect luidt als volgt: kijkers luister<strong>en</strong> onwillekeurig<br />

naar de woord<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> in de vreemde taal; <strong>van</strong> het grootste deel <strong>van</strong> de woord<strong>en</strong><br />

is de vertaling te lez<strong>en</strong> in de ondertitel; <strong>en</strong> het ler<strong>en</strong> <strong>van</strong> de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> de woord<strong>en</strong><br />

verloopt soepel omdat de beeld<strong>en</strong> daarbij help<strong>en</strong>.<br />

Het lijkt aannemelijk dat het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde televisieprogramma’s ook gunstig<br />

is <strong>voor</strong> het ler<strong>en</strong> <strong>van</strong> de uitspraak <strong>van</strong> woord<strong>en</strong> in de vreemde taal, doordat kijkers veel tijd<br />

bezig zijn met het (al of niet onwillekeurig) luister<strong>en</strong> naar de gesprok<strong>en</strong> vreemde taal.<br />

Omdat in de ondertitelland<strong>en</strong> verreweg het grootste deel <strong>van</strong> de buit<strong>en</strong>landse programma’s<br />

e<strong>en</strong> Angelsaksische oorsprong heeft, zou de uitspraak <strong>van</strong> de Engelse taal hier<strong>van</strong> het meest<br />

profiter<strong>en</strong>. De invloed <strong>van</strong> het luister<strong>en</strong> naar Engels via de televisie op de uitspraak <strong>van</strong> de<br />

Engelse taal is <strong>voor</strong> zover bek<strong>en</strong>d nooit onderzocht. Naast het luister<strong>en</strong> naar Engelstalige<br />

vocale muziek op de radio <strong>en</strong> het spel<strong>en</strong> <strong>van</strong> computerspelletjes met hoorbare Engelstalige<br />

feedback, lijkt <strong>voor</strong>al het luister<strong>en</strong> naar Engels op de televisie oorzaak <strong>van</strong> het verschijnsel<br />

dat m<strong>en</strong> op schoolplein<strong>en</strong> <strong>van</strong> basisschol<strong>en</strong> nogal e<strong>en</strong>s perfect uitgesprok<strong>en</strong> Engelse term<strong>en</strong><br />

– soms zelfs in ‘slang’-versies – kan beluister<strong>en</strong>.<br />

97


Barbarism<strong>en</strong>. Het oppikk<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> vreemde taal via het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde programma’s<br />

kan behalve als <strong>voor</strong>deel ook als nadeel word<strong>en</strong> opgevat, omdat daardoor de eig<strong>en</strong><br />

taal – tot ong<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> <strong>van</strong> taalpurist<strong>en</strong> – barbarism<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere vreemde smett<strong>en</strong> op kan<br />

lop<strong>en</strong> (Bruls & Kerkman, 1989). Om dat gevaar teg<strong>en</strong> te gaan gev<strong>en</strong> lokale nationalistische<br />

omroep<strong>en</strong>, zoals de Baskische z<strong>en</strong>der in Spanje, veelal de <strong>voor</strong>keur aan nasynchronisatie.<br />

Sam<strong>en</strong>vatting. Zowel nagesynchroniseerde als ondertitelde programma’s kunn<strong>en</strong> help<strong>en</strong> bij<br />

de taalontwikkeling. Bij het kijk<strong>en</strong> naar nagesynchroniseerde programma’s (<strong>en</strong> originele<br />

programma’s in de eig<strong>en</strong> taal) is in ieder geval <strong>van</strong> kinder<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d dat het luister<strong>en</strong> naar<br />

gesprok<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>de context <strong>van</strong> beeld <strong>en</strong> geluid ertoe leidt dat zij<br />

de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> nieuwe woord<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong> taal kunn<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>. Ondertitelde televisieprogramma’s<br />

bied<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>de lezers de geleg<strong>en</strong>heid te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> in het decoder<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

losse woord<strong>en</strong> vertoond in de ondertitels, hetge<strong>en</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> het technisch lez<strong>en</strong><br />

(in de eig<strong>en</strong> taal) bevordert. Ondertitelde programma’s bied<strong>en</strong> zowel volwass<strong>en</strong> als jeugdige<br />

kijkers ook de geleg<strong>en</strong>heid de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> woord<strong>en</strong> uit de vreemde taal te ler<strong>en</strong>, omdat<br />

onwillekeurig wordt geluisterd naar (e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong>) de gesprok<strong>en</strong> vreemde taal, terwijl tegelijkertijd<br />

de betek<strong>en</strong>is <strong>van</strong> die woord<strong>en</strong> direct uit de ondertitels <strong>en</strong> indirect uit de ondersteun<strong>en</strong>de<br />

beeldinformatie kan word<strong>en</strong> opgepikt. Nadeel <strong>van</strong> ondertiteling is echter dat de<br />

eig<strong>en</strong> taal eerder besmet kan word<strong>en</strong> door de vreemde taal die te hor<strong>en</strong> is.<br />

6. Conclusies <strong>en</strong> discussie<br />

Voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rij. In tabel 1 staan alle hier<strong>voor</strong> g<strong>en</strong>oemde <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rij. Hoewel e<strong>en</strong> nadeel (-) of <strong>voor</strong>deel (+) steeds<br />

is gekoppeld aan één <strong>van</strong> beide adaptatiemethod<strong>en</strong>, kan e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>deel vermeld bij de <strong>en</strong>e<br />

methode in feite word<strong>en</strong> beschouwd als e<strong>en</strong> nadeel <strong>van</strong> de andere methode <strong>en</strong> andersom.<br />

Zo impliceert het <strong>voor</strong>deel <strong>van</strong> nagesynchroniseerde programma’s dat zij makkelijk zijn te<br />

volg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> beginn<strong>en</strong>de lezers e<strong>en</strong> nadeel <strong>van</strong> ondertiteling: ondertitelde programma’s zijn<br />

moeilijk te volg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> beginn<strong>en</strong>de lezers.<br />

Drie eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>van</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de basis <strong>van</strong> de<br />

g<strong>en</strong>oemde <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> (zie de laatste drie kolomm<strong>en</strong>). De eig<strong>en</strong>schap modaliteit heeft<br />

betrekking op het feit dat kijkers bij ondertitelde programma’s de tekst<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>, terwijl zij<br />

er bij nagesynchroniseerde programma’s naar luister<strong>en</strong>. Weglating heeft bij ondertitel<strong>en</strong><br />

betrekking op het afdekk<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> het beeld, terwijl bij nasynchroniser<strong>en</strong> het originele<br />

geluid wordt verwijderd. De derde eig<strong>en</strong>schap, inpassing, heeft betrekking op de<br />

meest k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de beperking <strong>van</strong> de wijze waarop de vertaling <strong>van</strong> de originele informatie<br />

moet word<strong>en</strong> aangepast om e<strong>en</strong> ‘organisch geheel’ te vorm<strong>en</strong> met de compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het oorspronkelijk werk die intact blijv<strong>en</strong> (Luyk<strong>en</strong> et al., 1991): indikking bij ondertiteling<br />

<strong>en</strong> ‘lipp<strong>en</strong>dwang’ bij nasynchronisatie.<br />

Bij de opsomming <strong>van</strong> de <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> aandacht besteed aan het verschil<br />

in kost<strong>en</strong> die gemoeid zijn met beide adaptatietechniek<strong>en</strong>. Het verschil is echter aanzi<strong>en</strong>lijk:<br />

ondertitel<strong>en</strong> is ongeveer 10 tot 15 keer zo goedkoop als nasynchroniser<strong>en</strong> (Luyk<strong>en</strong> et<br />

al., 1991). Ook vergt ondertitel<strong>en</strong> meestal minder tijd dan nasynchroniser<strong>en</strong>. Dit ‘tijd <strong>en</strong><br />

geld’-<strong>voor</strong>deel <strong>van</strong> ondertiteling is uiteraard <strong>voor</strong>al <strong>van</strong> belang <strong>voor</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Maar hoe<br />

zit het met de <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>? Kan er op grond <strong>van</strong> het overzicht<br />

98<br />

CEES KOOLSTRA, ALLERD PEETERS EN HERMAN SPINHOF


<strong>Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>van</strong> televisieprogramma’s<br />

Tabel 1. Overzicht <strong>van</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>voor</strong> of teg<strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong>.<br />

argum<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> of teg<strong>en</strong> gebaseerd op<br />

onder- nasynchro- modali- weg- intitel<strong>en</strong><br />

niser<strong>en</strong> teit lating passing<br />

Informatie-overdracht<br />

Onvolledig vertaald door noodzakelijke indikking – •<br />

Geeft informatie bondig weer + •<br />

Leidt tot onvolledige of opgerekte vertaling<strong>en</strong> – •<br />

Geeft redundantie <strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de informatie + •<br />

Maakt manipulatie <strong>en</strong> c<strong>en</strong>suur mogelijk – •<br />

Maakt soepele aanpassing mogelijk + •<br />

Beperkt het zicht op het oorspronkelijke beeld – •<br />

Leidt af <strong>van</strong> het beeld – •<br />

Naast andere tak<strong>en</strong> te volg<strong>en</strong> + •<br />

Te volg<strong>en</strong> bij omgevingslawaai + •<br />

Vergt veel m<strong>en</strong>tale inspanning – •<br />

Efficiënt te volg<strong>en</strong> door middel <strong>van</strong> lez<strong>en</strong> + •<br />

Speciale groep<strong>en</strong><br />

Gemakkelijk te volg<strong>en</strong> door beginn<strong>en</strong>de lezers + •<br />

Gemakkelijk te volg<strong>en</strong> door oudere kijkers + •<br />

Toegankelijk <strong>voor</strong> slechtzi<strong>en</strong>d<strong>en</strong>/blind<strong>en</strong> + •<br />

Toegankelijk <strong>voor</strong> slechthor<strong>en</strong>d<strong>en</strong>/dov<strong>en</strong> + •<br />

Toegankelijk <strong>voor</strong> buit<strong>en</strong>landers + •<br />

Esthetica<br />

Verhoogt auth<strong>en</strong>ticiteit + •<br />

Vertrouwd door hor<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> taal + •<br />

Geeft beeldverstoring – •<br />

Verstoort e<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> beeld <strong>en</strong> geluid – •<br />

Gebrekkig vertaald in verband met lipsynchroniciteit – •<br />

Gebrekkig vertaald in verband met indikking – •<br />

Onnatuurlijk door asynchroniciteit – •<br />

Leereffect<strong>en</strong><br />

Bevordert leesontwikkeling + •<br />

Vergroot woord<strong>en</strong>schat door luister<strong>en</strong> naar eig<strong>en</strong> taal + •<br />

Biedt mogelijkheid om vreemde tal<strong>en</strong> te ler<strong>en</strong> + •<br />

Voorkomt besmetting eig<strong>en</strong> taal + •<br />

e<strong>en</strong> winn<strong>en</strong>de adaptatiemethode <strong>voor</strong> de kijker word<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong>? In de tabel is te zi<strong>en</strong><br />

dat bij beide adaptatiemethod<strong>en</strong> ongeveer ev<strong>en</strong> veel <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> zijn g<strong>en</strong>oemd. Bij<br />

het kiez<strong>en</strong> <strong>van</strong> de beste adaptatiemethode is het de vraag welke <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> het<br />

zwaarst weg<strong>en</strong>. Bij de bespreking is reeds aan de orde gekom<strong>en</strong> dat sommige <strong>van</strong> de<br />

g<strong>en</strong>oemde <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> niet of nauwelijks aantoonbaar zijn als we lett<strong>en</strong> op het uitgevoerde<br />

onderzoek.Voor de rester<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> hangt het naar onze m<strong>en</strong>ing <strong>van</strong><br />

drie vrag<strong>en</strong> af naar welke kant de balans uitslaat: (1) Voor wie wordt ondertiteld of nagesynchroniseerd?<br />

(2) Hoe wordt ondertiteld of nagesynchroniseerd? (3) Wat wordt ondertiteld<br />

of nagesynchroniseerd?<br />

99


(1) Voor wie wordt ondertiteld of nagesynchroniseerd? Bij de bespreking <strong>van</strong> de <strong>voor</strong>- <strong>en</strong><br />

nadel<strong>en</strong> is reeds aan de orde geweest dat het <strong>voor</strong> speciale groep<strong>en</strong> <strong>van</strong> kijkers erg veel<br />

– zo niet alles – uitmaakt of televisieprogramma’s word<strong>en</strong> ondertiteld of nagesynchroniseerd.<br />

Zo betek<strong>en</strong>t het nadeel <strong>van</strong> nasynchronisatie <strong>voor</strong> dov<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechthor<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat televisieprogramma’s<br />

(zonder teletekst-ondertitels) niet of nauwelijks gevolgd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

(Van Son, 2000). Ondertitelde programma’s zijn daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> volledig ontoegankelijk <strong>voor</strong><br />

blind<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechtzi<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.Voor ‘doorsnee-kijkers’ is de mate waarin <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> zwaar<br />

weg<strong>en</strong> sterk afhankelijk <strong>van</strong> gew<strong>en</strong>ning. Uit opinieonderzoek blijkt dat kijkers e<strong>en</strong> sterke<br />

<strong>voor</strong>keur hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de adaptatiemethode waaraan ze het meest gew<strong>en</strong>d zijn (e.g., Kilborn,<br />

1993; Luyk<strong>en</strong> et al., 1991). In de EU vind<strong>en</strong> we bij de laatst bek<strong>en</strong>de vergelijkingscijfers<br />

het grootste contrast in <strong>voor</strong>keur tuss<strong>en</strong> Nederland <strong>en</strong> Duitsland: in beide land<strong>en</strong><br />

prefereert 80% of meer <strong>van</strong> de kijkers de methode die in eig<strong>en</strong> land gebruikelijk is (Luyk<strong>en</strong><br />

et al., 1991). Uit de meest rec<strong>en</strong>te Nederlandse cijfers <strong>van</strong> Spinhof <strong>en</strong> Peeters (1999)<br />

blijkt overig<strong>en</strong>s dat het perc<strong>en</strong>tage inmiddels naar 93 is gesteg<strong>en</strong>. Als kijkers gew<strong>en</strong>d zijn<br />

aan e<strong>en</strong> bepaalde adaptatiemethode lijk<strong>en</strong> ze zich nauwelijks te bekommer<strong>en</strong> om de nadel<strong>en</strong><br />

daar<strong>van</strong>. Ze lijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hekel te hebb<strong>en</strong> aan de rivaliser<strong>en</strong>de methode. Nederlanders zull<strong>en</strong><br />

zich bij het kijk<strong>en</strong> naar nagesynchroniseerde programma’s erger<strong>en</strong> aan allerlei gebrek<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de adaptatiemethode <strong>en</strong> Duitsers zull<strong>en</strong> bij het kijk<strong>en</strong> naar ondertitelde programma’s<br />

e<strong>en</strong> vergelijkbare aversie verton<strong>en</strong>. Met het effect <strong>van</strong> gew<strong>en</strong>ning moet ook rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong><br />

gehoud<strong>en</strong> bij het interpreter<strong>en</strong> <strong>van</strong> de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de studies waarin ondertitelde <strong>en</strong><br />

nagesynchroniseerde televisieprogramma’s expliciet met elkaar werd<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong>. Deze<br />

besprok<strong>en</strong> studies (Mangnus, Hoek<strong>en</strong>, &Van Driel, 1994; Peeters, Scherp<strong>en</strong>zeel, & Zantinge,<br />

1988;Von Feilitz<strong>en</strong>, Filipson, & Schyller, 1979) werd<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d uitgevoerd in ondertitelland<strong>en</strong>.<br />

Omdat het aannemelijk is dat programma’s aangebod<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de vertaalmethode<br />

‘beter op kijkers overkom<strong>en</strong>’ dan programma’s in e<strong>en</strong> niet-vertrouwde<br />

verpakking, gev<strong>en</strong> deze onderzoek<strong>en</strong> waarschijnlijk e<strong>en</strong> positief vertek<strong>en</strong>d beeld <strong>van</strong> ondertitelde<br />

televisieprogramma’s t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> nagesynchroniseerde programma’s.<br />

(2) Hoe wordt ondertiteld <strong>en</strong> nagesynchroniseerd? In het <strong>voor</strong>afgaande is ondertiteling vergelek<strong>en</strong><br />

met nasynchronisatie, alsof dat duidelijk omschrev<strong>en</strong> method<strong>en</strong> zijn. Hoewel beide<br />

method<strong>en</strong> zich houd<strong>en</strong> aan bepaalde conv<strong>en</strong>ties, bestaan er variaties in de manier waarop<br />

ondertiteld of nagesynchroniseerd wordt. De wijze waarop wordt ondertiteld of nagesynchroniseerd<br />

kan ook <strong>van</strong> invloed zijn op het belang <strong>van</strong> bepaalde <strong>voor</strong>- of nadel<strong>en</strong>.<br />

Met betrekking tot ondertitel<strong>en</strong> bestaan twee duidelijke conv<strong>en</strong>ties: de hoeveelheid<br />

ondertitels in beeld beperkt zich bijna altijd tot twee regels <strong>en</strong> bij de vertoningsduur wordt<br />

meestal de 6-second<strong>en</strong>regel gehanteerd. Het gebruikte lettertype <strong>en</strong> de achtergrond zijn<br />

echter niet overal gelijk. In Nederland <strong>en</strong> België bij<strong>voor</strong>beeld word<strong>en</strong> ondertitels bijna uitsluit<strong>en</strong>d<br />

afgebeeld met schaduwletters waarachter het beeld nog (gedeeltelijk) zichtbaar is,<br />

terwijl in sommige andere land<strong>en</strong> letters zonder schaduw staan op e<strong>en</strong> grijs of zwart vlak<br />

dat het onderste deel <strong>van</strong> het televisiebeeld <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> groot deel afdekt.Volg<strong>en</strong>s Ivarsson <strong>en</strong><br />

Carroll (1998) komt deze laatste aanpak de leesbaarheid t<strong>en</strong> goede, maar het nadeel is uiteraard<br />

dat het zicht op de beweg<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong> onderin het scherm wordt beperkt.<br />

Bij de manier waarop wordt ondertiteld zijn soms zelfs de conv<strong>en</strong>ties niet heilig. Bij<br />

programma’s <strong>voor</strong> jonge kinder<strong>en</strong> (die nog niet vlot lez<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> ondertitels nogal e<strong>en</strong>s<br />

langer vertoond dan ‘normaal’, dus bij<strong>voor</strong>beeld volg<strong>en</strong>s de 8- in plaats <strong>van</strong> de 6-second<strong>en</strong>regel.Als<br />

de vertoningsduur <strong>van</strong> de ondertitels langer is, weegt het nadeel <strong>van</strong> de moei-<br />

100<br />

CEES KOOLSTRA, ALLERD PEETERS EN HERMAN SPINHOF


<strong>Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>van</strong> televisieprogramma’s<br />

lijk te volg<strong>en</strong> ondertitels <strong>voor</strong> jonge beginn<strong>en</strong>de lezers minder zwaar, omdat zij bij de aangepaste<br />

vertoning meer tijd krijg<strong>en</strong> om de ondertitels te lez<strong>en</strong> (Koolstra et al., 1999). Daar<br />

staat teg<strong>en</strong>over dat nog meer ‘indikking’ nodig is dan bij ondertiteling in het normale<br />

tempo.<br />

Ook bij nasynchroniser<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> vaste wett<strong>en</strong> <strong>en</strong> is geringe variatie mogelijk. E<strong>en</strong> vaste<br />

regel is bij<strong>voor</strong>beeld dat de ingesprok<strong>en</strong> tekst synchroon loopt met de mondbeweging<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de spreker in beeld. Maar we wet<strong>en</strong> al dat er tuss<strong>en</strong> land<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> bestaan in de<br />

mate waarin m<strong>en</strong> naar ‘perfectie’ in synchroniciteit streeft. E<strong>en</strong> maximale synchroniciteit<br />

heeft als <strong>voor</strong>deel dat de illusie <strong>van</strong> de ‘spreker in beeld’ groot is, maar als beperking dat<br />

informatie verlor<strong>en</strong> kan gaan <strong>en</strong> de woordvolgorde onnatuurlijk is. Bij e<strong>en</strong> ‘lossere’ synchronisatie<br />

is de spreekillusie geringer, maar gaat er minder informatie verlor<strong>en</strong> gaat <strong>en</strong><br />

klink<strong>en</strong> de zinn<strong>en</strong> natuurlijker.<br />

(3) Wat wordt ondertiteld of nagesynchroniseerd? Het gewicht <strong>van</strong> de <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> kan<br />

ook afhankelijk zijn <strong>van</strong> het type programma. Bij e<strong>en</strong> educatief programma, waarin m<strong>en</strong><br />

zich t<strong>en</strong> doel stelt informatie zo duidelijk mogelijk op de kijker over te drag<strong>en</strong>, staan <strong>voor</strong><strong>en</strong><br />

nadel<strong>en</strong> die te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met informatie-overdracht <strong>voor</strong>op. Ev<strong>en</strong>tuele esthetische<br />

bezwar<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> dan op de koop toe g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Bij culturele programma’s speelt<br />

de esthetiek juist wel e<strong>en</strong> grote rol. Ook formele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> programma’s kunn<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

belang zijn bij de vraag in hoeverre <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> zwaar weg<strong>en</strong>. Zo geldt bij<strong>voor</strong>beeld<br />

dat films of programma’s waarin veel close-ups <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong> relatief veel last hebb<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

gebrekkige lipsynchroniciteit, omdat de (originele) mondbeweging<strong>en</strong> <strong>van</strong> nabij het duidelijkst<br />

zijn waar te nem<strong>en</strong> (Dries, 1995; Kilborn, 1993). In de praktijk vindt afstemming <strong>van</strong><br />

adaptatiemethode op het programmatype al in veel gevall<strong>en</strong> plaats. Zo word<strong>en</strong> cultfilms<br />

waarbij de originele dialog<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onlosmakelijk deel <strong>van</strong> de film vorm<strong>en</strong> veelal ondertiteld,<br />

zelfs in typische nasynchronisatie-land<strong>en</strong> zoals Duitsland. Popp<strong>en</strong>films (animaties) word<strong>en</strong><br />

daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> bijna altijd ‘nagesynchroniseerd’, omdat de gebrekkige synchroniciteit ook<br />

in de originele taal aanwezig is <strong>en</strong> deze juist k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d (<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> ook aantrekkelijk)<br />

is <strong>voor</strong> dit programmatype.<br />

Combinaties <strong>en</strong> alternatiev<strong>en</strong>. Incid<strong>en</strong>teel komt het <strong>voor</strong> dat beide adaptatiemethod<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

één programma word<strong>en</strong> toegepast. E<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> e<strong>en</strong> dergelijke combinatie was<br />

in Engeland te zi<strong>en</strong> bij de uitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ti<strong>en</strong>delige Duitse serie Heimat (1998) <strong>van</strong><br />

Edgar Reitz. Elk deel <strong>van</strong> deze serie werd ingeleid met e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting <strong>van</strong> het <strong>voor</strong>afgaande.<br />

De verteller Glasisch (gespeeld door Kurt Wagner), die zelf in de serie ook e<strong>en</strong> rol<br />

speelt, deed dat aan de hand <strong>van</strong> foto’s die op e<strong>en</strong> tafel ligg<strong>en</strong>. Off scre<strong>en</strong> vertelt hij dan het<br />

verhaal. In de Engelse versie werd deze proloog in het Engels ingesprok<strong>en</strong> door de acteur<br />

zelf, terwijl de serie verder ondertiteld was.<br />

Het <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> het gedeeltelijk insprek<strong>en</strong> <strong>van</strong> tekst<strong>en</strong> bij Heimat geeft aan dat er<br />

naast ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> nog andere method<strong>en</strong> zijn om vertaling<strong>en</strong> beschikbaar<br />

te mak<strong>en</strong>. In feite werd in de proloog <strong>van</strong> Heimat niet gebruik gemaakt <strong>van</strong> nasynchronisatie,<br />

maar <strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de in de inleiding g<strong>en</strong>oemde slechts binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkt toepassingsgebied<br />

bruikbare adaptatiemethod<strong>en</strong>: comm<strong>en</strong>taarvertaling. Deze methode zi<strong>en</strong> we<br />

ook veel toegepast bij docum<strong>en</strong>taires waarbij het comm<strong>en</strong>taar buit<strong>en</strong> beeld wordt gegev<strong>en</strong>.<br />

Dit comm<strong>en</strong>taar kan e<strong>en</strong>voudig <strong>en</strong> snel in vertaalde vorm ingesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, omdat m<strong>en</strong><br />

zich niet hoeft te bekommer<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> precieze synchronisatie. E<strong>en</strong> tweede g<strong>en</strong>oemde<br />

101


methode, de voice-over, kost ook weinig tijd <strong>en</strong> moeite. Daarbij is e<strong>en</strong> spreker wel in beeld,<br />

maar wordt het volume <strong>van</strong> het originele geluid kort nadat de spreker zijn of haar verhaal<br />

begonn<strong>en</strong> is teruggedraaid, waarna de vertaling over het originele geluid he<strong>en</strong> te hor<strong>en</strong> is.<br />

E<strong>en</strong> derde alternatief <strong>voor</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> is het gebruik <strong>van</strong> tuss<strong>en</strong>titels.<br />

Ook deze vorm wordt nogal e<strong>en</strong>s toegepast in docum<strong>en</strong>taires, maar daarnaast ook in educatieve<br />

programma’s.<br />

Ontwikkeling<strong>en</strong>. Omdat de twee meest gebruikte adaptatiemethod<strong>en</strong> distincte kwaliteit<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong>, zou het eig<strong>en</strong>lijk <strong>voor</strong> de hand ligg<strong>en</strong> dat er per programma e<strong>en</strong> bewuste keuze<br />

wordt gemaakt <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide method<strong>en</strong> waarbij rek<strong>en</strong>ing wordt gehoud<strong>en</strong> met de<br />

doelgroep. E<strong>en</strong> op gew<strong>en</strong>ning gebaseerde ‘keuze’, die resulteert in e<strong>en</strong> ‘waterscheiding’ tuss<strong>en</strong><br />

de Europese land<strong>en</strong>, lijkt niet nodig.Waarom zou m<strong>en</strong> in Nederland niet soms kiez<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> het nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>en</strong> in Italië <strong>voor</strong> het ondertitel<strong>en</strong> <strong>van</strong> programma’s? Misschi<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> de Europese land<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld nem<strong>en</strong> aan Engeland, dat als <strong>en</strong>ige land niet<br />

behoort tot e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de twee kamp<strong>en</strong>. Hier word<strong>en</strong> beide adaptatiemethod<strong>en</strong> ongeveer<br />

ev<strong>en</strong> vaak toegepast. Hoewel er nog wel e<strong>en</strong> publieke <strong>voor</strong>keur bestaat <strong>voor</strong> nasynchroniser<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>van</strong> 2 : 1 (Kilborn, 1993), lijkt het erop dat er e<strong>en</strong> ontwikkeling<br />

plaatsvindt naar e<strong>en</strong> situatie waarin beide method<strong>en</strong> volledig zijn geaccepteerd.<br />

Deze ontwikkeling kan word<strong>en</strong> afgelez<strong>en</strong> aan de uitkomst<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t uitgevoerd<br />

in 1987 door Channel 4. Bij dat experim<strong>en</strong>t werd de Franstalige dramaserie Chateauvallon<br />

tegelijkertijd in e<strong>en</strong> ondertitelde <strong>en</strong> e<strong>en</strong> nagesynchroniseerde versie uitgezond<strong>en</strong>.<br />

Hoewel de nagesynchroniseerde versie ongeveer twee keer zoveel kijkers trok als de ondertitelde,<br />

bleek dat <strong>voor</strong>al jongere (<strong>en</strong> hoog-opgeleide) kijkers eerder koz<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de ondertitelde<br />

versie (Kilborn, 1993). Dit experim<strong>en</strong>t geeft aan dat de <strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> adaptatiemethode<br />

niet onveranderlijk is. Hierbij moet word<strong>en</strong> opgemerkt dat uit dit experim<strong>en</strong>t<br />

<strong>en</strong> zeker ook uit opinie-onderzoek (zie <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> overzicht Luyk<strong>en</strong> et al., 1991) in feite<br />

blijkt dat jonger<strong>en</strong> (<strong>en</strong> zelfs jonge kinder<strong>en</strong> die nog bezig zijn met ler<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>) in zowel<br />

ondertitel- als nasynchronisatieland<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>keur hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong> ondertiteling, hetge<strong>en</strong><br />

wijst in de richting <strong>van</strong> e<strong>en</strong> grotere acceptatie <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> ondertiteling als adaptatiemethode<br />

in de toekomst. Nog e<strong>en</strong> indicatie <strong>van</strong> de tr<strong>en</strong>d naar e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong><br />

ondertiteling is te vind<strong>en</strong> bij het verton<strong>en</strong> <strong>van</strong> bioscoopfilms. Hoewel in Frankrijk nog<br />

steeds vrijwel alle buit<strong>en</strong>landse televisieprogramma’s word<strong>en</strong> nagesynchroniseerd, wordt<br />

inmiddels ongeveer de helft <strong>van</strong> de buit<strong>en</strong>landse bioscoopfilms ondertiteld (Ivarsson & Carroll,<br />

1998).<br />

Globalisering betek<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> televisie dat dezelfde populaire programma’s in steeds meer<br />

land<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> zijn. In de toekomst zal adaptatie dan ook waarschijnlijk steeds vaker word<strong>en</strong><br />

toegepast. E<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong> coproducties zal er ook toe leid<strong>en</strong> dat series of programma’s<br />

vaker word<strong>en</strong> aangepast aan de taal <strong>van</strong> de land<strong>en</strong> die bij de productie betrokk<strong>en</strong> zijn.<br />

De to<strong>en</strong>ame <strong>van</strong> adaptatie loopt in de pas met de ontwikkeling in technische mogelijkhed<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong> facultatieve adaptatiemethod<strong>en</strong>, al dan niet <strong>voor</strong> meer tal<strong>en</strong>. Naast<br />

de beschikbaarheid <strong>van</strong> taalkeuze bij stereo- <strong>en</strong> satellietuitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> wordt de kijker ook<br />

bij films op DVD de mogelijkheid gebod<strong>en</strong> uit meerdere tal<strong>en</strong> te kiez<strong>en</strong> (Rose, 2000). Er<br />

word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>woordig veel DVD’s geproduceerd waarbij m<strong>en</strong> kan kiez<strong>en</strong> uit ondertiteling<br />

<strong>en</strong> nasynchronisatie in de eig<strong>en</strong> taal. Uiteraard kost het direct-bij-productie beschikbaar<br />

mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> meerdere tal<strong>en</strong> <strong>en</strong> adaptatiemethod<strong>en</strong> veel tijd <strong>en</strong> geld, maar als het product<br />

e<strong>en</strong>maal gereed is kan het gemakkelijk internationaal word<strong>en</strong> verspreid. Ook met de komst<br />

102<br />

CEES KOOLSTRA, ALLERD PEETERS EN HERMAN SPINHOF


<strong>Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>van</strong> televisieprogramma’s<br />

<strong>van</strong> digitale televisie-uitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> ontstaan er volop mogelijkhed<strong>en</strong> meerdere tal<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of<br />

adaptatiemethod<strong>en</strong> met het digitale signaal mee te stur<strong>en</strong>. Wanneer kijkers gew<strong>en</strong>d rak<strong>en</strong><br />

aan beide adaptatiemethod<strong>en</strong> ligt het <strong>voor</strong> de hand dat hun <strong>voor</strong>keur zich zal gaan ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

Mede door zwaar weg<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>del<strong>en</strong> zoals de geringe kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijkheid<br />

<strong>van</strong> het ler<strong>en</strong> <strong>van</strong> vreemde tal<strong>en</strong> lijkt de tr<strong>en</strong>d te zijn ingezet in de richting <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> ondertiteling (Bruls & Kerkman, 1989; Ivarsson & Carroll, 1998). In ieder<br />

geval zull<strong>en</strong> kijkers in de Europese Unie – <strong>voor</strong>al die in nasynchronisatieland<strong>en</strong> – steeds<br />

meer geconfronteerd word<strong>en</strong> met de praktische <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> <strong>van</strong> beide adaptatiemethod<strong>en</strong>.<br />

Bibliografie<br />

Bock, H. de (1977). Ondertitel<strong>en</strong> of nasynchroniser<strong>en</strong>? Hilversum: KLO B77-090.<br />

Bruls, E., & Kerkman, E. (1988). Ondertiteling in beeld: E<strong>en</strong> communicatiewet<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong> –historisch onderzoek<br />

naar ondertiteling in film <strong>en</strong> televisie. Amsterdam: Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam.<br />

Bruls, E., & Kerkman, E. (1989). Beeld, spraak <strong>en</strong> schrift: Ondertiteling <strong>van</strong> films <strong>en</strong> televisieprogramma’s in<br />

Nederland. In K. Dibbets et al. (Eds.), Jaarboek mediageschied<strong>en</strong>is 1 (pp. 165-182). Amsterdam: Stichting<br />

Mediageschied<strong>en</strong>is.<br />

Carey, S. (1978).The child as word learner. In M. Halle, G. Miller, & J. Bresnan (Eds.), Linguistic theory and psychological<br />

reality (pp. 264-293). Cambridge, MA: MIT Press.<br />

Danan, M. (1989). Dubbing als e<strong>en</strong> uitdrukking <strong>van</strong> nationalisme. Communicatie, 19, 33-43.<br />

Driel, H. <strong>van</strong> (1983). Ondertitel<strong>en</strong> versus nasynchroniser<strong>en</strong>: E<strong>en</strong> literatuuronderzoek. Tilburg: Papers in Language and<br />

literature, 31,Tilburg University.<br />

Dries, J. (1995). Dubbing and subtitling: Guidelines for production and distribution. Düsseldorf: European Institute for<br />

the Media.<br />

Feilitz<strong>en</strong>, C. von , Filipson, L, & Schyller, I. (1979). Op<strong>en</strong> your eyes to childr<strong>en</strong>’s viewing. Stockholm: Sveriges<br />

Radios Förlag.<br />

Giel<strong>en</strong>, M. (1988). Perceptie <strong>en</strong> ondertitels: De paravofeale <strong>en</strong> perifere informatieverwerking <strong>van</strong> ondertitels. Leuv<strong>en</strong>: Universiteit<br />

<strong>van</strong> Leuv<strong>en</strong>.<br />

Giel<strong>en</strong>, M., & d’Ydewalle (1989). Hoe word<strong>en</strong> ondertitelde televisieprogramma’s bekek<strong>en</strong>? De Psycholoog, 425-<br />

431.<br />

Gottlieb, H. (2000, October). Dubbing in a subtitling country: From the frying pan into the fire? On orality and Anglicisms<br />

in scre<strong>en</strong> translation. Paper pres<strong>en</strong>ted at the 3rd International Confer<strong>en</strong>ce and Exhibition on Converging<br />

Markets and Multimedia, Berlin.<br />

Gro<strong>en</strong>ewold, S. (1986). Ondertiteling. Amsterdam: Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam, Instituut <strong>voor</strong> Algem<strong>en</strong>e Taalwet<strong>en</strong>schap.<br />

Hayes, D., & Birnbaum, D. (1980). Preschoolers’ ret<strong>en</strong>tion of televised ev<strong>en</strong>ts: Is a picture worth a thousand<br />

words? Developm<strong>en</strong>tal Psychology, 16, 410-416.<br />

Intomart (1996). Tijdsbesteding in Nederland: Extra analyses t<strong>en</strong> behoeve <strong>van</strong> NOS <strong>en</strong> STER. Hilversum: Intomart<br />

(rap72885).<br />

Ivarsson, J., & Carroll, M. (1998). Subtitling. Simrishamn, Zwed<strong>en</strong>:TransEdit HB.<br />

Kilborn, R. (1993). ‘Speak my language’: Curr<strong>en</strong>t attitudes to television subtitling and dubbing. Media, Culture<br />

and Society, 15, 641-660.<br />

Koolstra, C.M., & Be<strong>en</strong>tjes, J.W.J. (1999). Childr<strong>en</strong>’s vocabulary acquisition in a foreign language through watching<br />

subtitled TV programs at home. Educational Technology Research & Developm<strong>en</strong>t, 47, 51-60.<br />

103


Koolstra, C.M.,Voort,T.H.A. <strong>van</strong> der, & d’Ydewalle, G. (1999). L<strong>en</strong>gth<strong>en</strong>ing the pres<strong>en</strong>tation time of subtitles<br />

on television: Effects on childr<strong>en</strong>’s reading time and recognition. Communications, 24, 407-422.<br />

Koolstra, C.M.,Voort, T.H.A. <strong>van</strong> der, & Kamp, L.J.Th. <strong>van</strong> der (1997).Television’s impact on childr<strong>en</strong>’s<br />

reading compreh<strong>en</strong>sion and decoding skills:A three-year panel study. Reading Research Quarterly, 32, 128-<br />

152.<br />

Lil, J.E. <strong>van</strong> (1988). Beeld <strong>van</strong> e<strong>en</strong> kind. Hilversum: KLO R88-421.<br />

Luyk<strong>en</strong>, G., Herbst, T., Langham-Brown, J., Reid, H., & Spinhof, H. (1991). Overcoming language barriers<br />

in television: Dubbing and subtitling for the European audi<strong>en</strong>ce. Manchester: European Institute for the Media.<br />

Mailhac, J-P. (2000, October). Subtitling and dubbing, for better or for worse? The English video versions of Gazon<br />

Maudit. Paper pres<strong>en</strong>ted at the 3rd International Confer<strong>en</strong>ce and Exhibition on Converging Markets and<br />

Multimedia, Berlin.<br />

Mangnus, J., Hoek<strong>en</strong>, H., & Driel, H. <strong>van</strong> (1994). De schaar <strong>van</strong> Wember <strong>en</strong> ondertiteling; Experim<strong>en</strong>teel<br />

onderzoek naar de informatie-overdracht <strong>van</strong> ondertitelde <strong>en</strong> Nederlands gesprok<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>taires.<br />

Communicatie, 24, 1-11.<br />

Marleau, L. (1982). Les sous-titres...un mal nécessaire. Meta, 27, 271-285.<br />

Marsi, E. (1999).Taalmyth<strong>en</strong> (2):‘De <strong>en</strong>e taal wordt sneller gesprok<strong>en</strong> dan de andere’. Onze Taal, 68, 190-193.<br />

Minchinton, J. (1987). Fitting titles. Sight and Sound, 56, 279-282.<br />

Pavakanun, U., & d’Ydewalle, G. (1992).Watching foreign television programs and language learning. In F.L.<br />

Engel, D.G. Bouwhuis,T. Bösser & G. d’Ydewalle (Eds.), Cognitive modelling and interactive <strong>en</strong>vironm<strong>en</strong>ts in<br />

language learning (pp. 193-198). Berlijn: Springer Verlag.<br />

Peeters, A.L., & Merwijk, C. <strong>van</strong> (1995). Letterbox <strong>en</strong> ondertiteling in het actieve beeld: E<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t in verband<br />

met PAL Plus. Hilversum: KLO R95-049.<br />

Peeters, A.L., Scherp<strong>en</strong>zeel, A.C., & Zantinge, J.H. (1988). Ondertiteling of nasynchronisatie <strong>van</strong> kinderprogramma’s.<br />

Hilversum: KLO R88-425.<br />

Pezdek, K., & Stev<strong>en</strong>s, E. (1984). Childr<strong>en</strong>’s memory for auditory and visual information on television. Developm<strong>en</strong>tal<br />

Psychology, 20, 212-218.<br />

Rice, M.L. (1984).The words of childr<strong>en</strong>’s television. Journal of Broadcasting, 28, 445-461.<br />

Rice, M.L., & Woodsmall, L. (1988). Lessons from television: Childr<strong>en</strong>’s word learning wh<strong>en</strong> viewing. Child<br />

Developm<strong>en</strong>t, 59, 420-429.<br />

Rose, S. (2000, October). The subtitling craft in the DVD age. Paper pres<strong>en</strong>ted at the 3rd International Confer<strong>en</strong>ce<br />

and Exhibition on Converging Markets and Multimedia, Berlin.<br />

Sohl, G. (1989). Het verwerk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de vreemdtalige gesprok<strong>en</strong> tekst in e<strong>en</strong> ondertiteld TV-programma. Leuv<strong>en</strong>: Katholieke<br />

Universiteit Leuv<strong>en</strong>, Laboratorium <strong>voor</strong> Experim<strong>en</strong>tele Psychologie.<br />

Son, N. <strong>van</strong> (2000, October). Television for all – Unless you are deaf? Paper pres<strong>en</strong>ted at the 3rd International Confer<strong>en</strong>ce<br />

and Exhibition on Converging Markets and Multimedia, Berlin.<br />

Spinhof, H., & Peeters, A.L. (1999). Opinies over nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong>. Hilversum: KLO P99-160.<br />

d’Ydewalle, G., & Giel<strong>en</strong>, I. (1992). Att<strong>en</strong>tion allocation with overlapping sound, image, and text. In K. Rayner<br />

(Ed.), Eye movem<strong>en</strong>ts and visual cognition: Sc<strong>en</strong>e perception and reading (pp. 415-427). New York: Springer<br />

Verlag.<br />

d’Ydewalle, G., & Poel, M. <strong>van</strong> de (1999). Incid<strong>en</strong>tal foreign-language acquisition by childr<strong>en</strong> watching subtitled<br />

television programs. Journal of Psycholinguistic Research, 28, 227-244.<br />

d’Ydewalle, G., & Pavakanun, U. (1995).Acquisition of a second/foreign language by viewing a television program.<br />

In P.Winterhoff-Spurk (Ed.), Psychology of media in Europe:The state of the art, perspectives for the future<br />

(pp. 51-64). Oplad<strong>en</strong>, Duitsland:Westdeutscher Verlag.<br />

104<br />

CEES KOOLSTRA, ALLERD PEETERS EN HERMAN SPINHOF


<strong>Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>voor</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ondertitel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nasynchroniser<strong>en</strong> <strong>van</strong> televisieprogramma’s<br />

d’Ydewalle, G., & Pavakanun, U. (1997). Could <strong>en</strong>joying a movie lead to language acquisition? In P.Winterhoff-Spurk<br />

& T.H.A. <strong>van</strong> derVoort (Eds.), New horizons in media psychology (pp. 145-155). Oplad<strong>en</strong>, Duitsland:Westdeutscher<br />

Verlag.<br />

d’Ydewalle, G., Praet, C.,Verfaillie, K., & R<strong>en</strong>sberg<strong>en</strong>, J. <strong>van</strong> (1991).Watching subtitled television: Automatic<br />

reading behavior. Communication Research, 18, 650-666.<br />

d’Ydewalle, G., R<strong>en</strong>sberg<strong>en</strong>, J. <strong>van</strong>, & Pollet, J. (1987). Reading a message wh<strong>en</strong> the same message is available<br />

auditorily in another language: The case of subtitling. In J.K. O’Regan & A. Lévy-Scho<strong>en</strong> (Eds.),<br />

Eye movem<strong>en</strong>ts: From physiology to cognition (pp. 313-321). Amsterdam: North-Holland.<br />

d’Ydewalle, G.,Warlop, L., & R<strong>en</strong>sberg<strong>en</strong>, J. <strong>van</strong> (1989). Differ<strong>en</strong>ces betwe<strong>en</strong> young and older adults in the<br />

division of att<strong>en</strong>tion over differ<strong>en</strong>t sources of TV information. Medi<strong>en</strong>psychologie: Zeitschrift für Individualund<br />

Mass<strong>en</strong>kommunikation, 1, 42-57.<br />

Vinjé, M. (1994). Kinder<strong>en</strong> prat<strong>en</strong> Engels: Balans <strong>van</strong> het Engels aan het einde <strong>van</strong> de basisschool. JSW, 79(4),<br />

32-35.<br />

105

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!