Voorstel - Gemeente Papendrecht

RAADSVOORSTEL
Datum en nummer
14 september 2010, nummer
058/2010
Programmaveld
Ruimte
Raadsvergadering
28 oktober 2010
Wettelijke basis
Artikel 149 Gemeentewet en artikel 35 Wet op de lijkbezorging
Portefeuillehouder
C. Koppenol
Voorstel tot
Vaststelling Beheersverordening begraafplaats 2010, incl. toelichting.
Agendapunt
06
Gevraagde beslissing
De Beheersverordening begraafplaats 2010 vast te stellen en de Beheersverordening begraafplaats 2002 in te
trekken.
Financiële consequenties
n.v.t.
Aan de raad.
Aanleiding
Op 28 februari 2002 heeft de gemeenteraad de Beheersverordening begraafplaats 2002 vastgesteld.
De Wet op de lijkbezorging is op 12 juni 2009 gewijzigd, deze wijzigingen werden van kracht op 1 januari 2010.
Deze wijzigingen hebben gevolgen voor de huidige beheersverordening uit 2002.
De wijziging van de wet gaf de VNG de gelegenheid ook om haar model-verordening aan te passen.
Uitwerking /onderbouwing
Wet op de lijkbezorging
Op 12 juni 2009 is de Wet op de lijkbezorging gewijzigd. De wijzigingen werden van kracht op 1 januari
2010. Deze wijzigingen hebben gevolgen voor de bestaande gemeentelijke beheersverordening.
De wijzigingen die aanpassing van de verordening noodzakelijk maken betreffende de volgende wetsartikelen:
- artikel 16: begraving of verbranding geschiedt niet eerder dan 36 uren na het overlijden en uiterlijk op de
zesde dag na het overlijden.
In de oude wettekst werd als laatste mogelijke dag de vijfde dag na het overlijden genoemd.
- artikel 23, tweede lid: Begraving geschiedt in een algemeen graf, waarbij de houder van de begraafplaats
bepaalt wie daarin wordt begraven, dan wel in een particulier graf, zijnde een graf waarop een uitsluitend
recht is gevestigd, waarbij de rechthebbende bepaalt wie daarin wordt begraven.
De term “algemeen graf” kwam in de oude wettekst niet voor, maar werd wel gebruikt in de verordening.
Daarentegen sprak de verordening van een “eigen graf” wanneer het een graf betrof waarop een uitsluitend
recht was gevestigd. In de nieuwe verordening wordt de terminologie van de gewijzigde wet gevolgd.
- artikel 27a. In dit nieuwe wetsartikel wordt bepaald dat de houder van de begraafplaats ten minste zes
maanden en ten hoogste twaalf maanden voor het verstrijken van de termijn van uitgifte van een algemeen
graf schriftelijk mededeling daarvan doet aan de gebruiker bij het graf.
1

- artikel 28. Het eerste lid van dit artikel is gewijzigd in die zin, dat de minimumtermijn voor verlenging van het
uitsluitend recht op een graf van twintig jaar is teruggebracht tot tien jaar. Dit kan gevolgen hebben voor het
artikel in de verordening dat gaat over “termijnen particuliere graven”. Papendrecht heeft en had een
verlengingstermijn van tien jaar.
- artikel 32a. In dit nieuwe artikel wordt bepaald dat gedurende de periode dat een graf niet geruimd mag
worden het artikel 20, eerste lid, aanhef en onder e en f, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek niet van
toepassing is op hetgeen op het graf is geplaatst. Dit artikel van het BW betreft de natrekking. In 2002 heeft
de Hoge Raad uitspraak gedaan dat graftekens (van graven met uitsluitend recht) door natrekking in
eigendom toebehoren aan de eigenaar van de grond. De consequentie van deze uitspraak was dat de
begraafplaats als eigenaar van grafmomumenten aansprakelijk was voor de schade die het grafmomument
aan een ander grafmomument of aan een ander object, mens of dier aanbrengt (risicoaansprakelijkheid). Het
nieuwe wetsartikel legt de eigendom en daarmee ook de risicoaansprakelijkheid van de graftekens bij de
rechthebbende of gebruiker van het graf.
Vermindering administratieve lasten
Veel zaken in de nieuwe verordening zijn geregeld door middel van een meldingsplicht. Een melding genereert
weinig administratieve lasten. Slechts in twee gevallen dient in de verordening een vergunning te worden
aangevraagd: het aanbrengen van een grafkelder en voor het hebben van een grafbedekking.
De vergunningsplicht voor het hebben van een grafbedekking is in de verordening gehandhaafd. Controle
achteraf met als uiterste consequentie correctie, is juist bij grafbedekkingen ongewenst. Het ontwerpen, de
aanschaf en de plaatsing van een grafmomument gaat doorgaans met emoties gepaard. Wanneer achteraf blijkt
dat het momument niet aan de eisen voldoet is het ondoenlijk om nabestaanden alsnog te vragen het
gedenkteken aan te passen of te verwijderen.
Resultaat
Het resultaat van de (concept) Beheersverordening begraafplaats 2010 vindt u in de transponeringstabel.
Transponeringstabel Beheersverordening
Beheersverordening 2010 Beheersverordening
2002
Toelichting
Artikel 1 Artikel 1 Enkele nieuwe begrippen zijn toegevoegd.
Artikel 2 Nieuw, conform advies VNG-model.
Artikel 3 Artikel 3 Geen wijziging.
Artikel 4 Artikel 4 Enkele kleine aanpassen, conform advies VNGmodel
Artikel 5 Artikel 5 Wijziging van 5 naar 6 dagen, plus opname tekst
artikel 16 van de wet.
Artikel 6 Artikel 10 Lid 2 (oud) is komen te vervallen, conform advies
VNG-model.
Artikel 7 Artikel 6 Lid 2 (oud) is komen te vervallen, conform advies
VNG-model.
Artikel 8 Artikel 7 Tekstuele aanpassing, conform advies VNG-model.
Artikel 9 Artikel 8 Geen wijziging.
Artikel 10 Artikel 11 Aangepast conform advies VNG-model, meeste
bepalingen opgenomen in nieuwe artikelen of
uitvoeringsvoorschriften.
Artikel 11 In de oude verordening was die opgenomen in de
begripsomschrijving.
Artikel 12 Artikel 13 Geen wijziging.
Artikel 13 Artikel 11, lid 4 Geen wijziging.
Artikel 14 Artikel 14 Aangepast conform advies VNG-model, meeste
bepalingen opgenomen in nieuwe artikelen of
uitvoeringsvoorschriften.
Artikel 14a Tekst direct overgenomen van artikel 27a van de
wet.
Artikel 15 Artikel 11, lid 5 Geen wijziging.
Artikel 16 Artikel 15 Tekstuele aanpassing, conform advies VNG-model.
Artikel 17 Artikel 16 + 17+ 18 + 23 Nieuw artikel is uitgebreider dan de oude artikelen
en advies VNG-model.
Artikel 18 Artikel 19 + 20 Aangepast conform advies VNG-model, meeste
bepaling opgenomen in nieuwe artikelen of
uitvoeringvoorschriften.
Artikel 19 In de oude verordening was dit niet opgenomen.
Aansluiting bij advies VNG-model.
Artikel 20 In de oude verordening was dit niet opgenomen.
Aansluiting bij advies VNG-model.
2

Artikel 21 Artikel 21, lid 1 Tekstuele aanpassing, conform advies VNG-model.
Artikel 22 In de oude verordening was dit niet opgenomen.
Artikel 23 In de oude verordening was dit niet opgenomen.
Artikel 23a Tekst overeenkomstig artikel 28 lid vier t/m 7 van
de wet.
Artikel 24 Artikel 24 Tekstuele aanpassing, conform advies VNG-model.
Artikel 25 Artikel 11, lid 3 Tekstuele aanpassing, conform advies VNG-model.
Artikel 26 Artikel 27 Geen wijziging, alleen artikel nummer.
Artikel 27 Artikel 28 Geen wijziging, alleen artikel nummer.
Artikel 28 Artikel 29 Geen wijziging, alleen artikel nummer.
Artikel 29 Artikel 30 Geen wijziging, alleen artikel nummer.
Artikel 2 Vervallen, conform advies VNG-model.
Artikel 12 Vervallen, conform advies VNG-model.
Artikel 22 Vervallen, conform advies VNG-model.
Artikel 25 Vervallen.
Artikel 26 Vervallen.
Alternatieven/risico’s
Het niet vaststellen van de nieuwe verordening houdt in dat de toekomstige uitgifte van graven niet conform de
wet plaatsvinden.
Communicatieve aspecten / inspraak
De verordening treedt in werking een dag na bekendmaking. Ondergelijktige intrekking van de
Beheersverordening begraafplaats 2002.
Juridische aspecten
Op grond van artikel 149 Gemeentewet is de gemeenteraad bevoegd tot het vaststellen van gemeentelijke
verordeningen. De beheersverordening is een mede-uitvloeisel van artikel 35 Wet op de lijkbezorging.
Dit artikel regelt dat bij gemeentelijke verordening bepaalt wordt wat de redelijke tijden zijn voor het begraven op
de begraafplaats.
Tegen de verordening is geen bezwaar en beroep mogelijk.
Voor het advies van de vakcommissie wordt verwezen naar de betreffende besluitenlijst.
Alle relevante stukken zijn voor u ter inzage gelegd.
Burgemeester en wethouders van Papendrecht,
de secretaris,
R.G. Beek
de burgemeester,
C.J.M. de Bruin
3