Examenreglement Havo-4 2012-2013 def - Melanchthon

3.8.2 Voor toetsen die tijdens reguliere lessen worden afgenomen kan de docent kiezen
uit de twee hieronder vermelde mogelijkheden:
3.8.2.1 De reguliere toets duurt 60/65 minuten, zodat de leerlingen met extra
tijd (20%) 75/80 minuten de tijd hebben
of
3.8.2.2 De reguliere toets wordt voor leerlingen met extra tijd voor 20% (van
de vragen / opdrachten) ingekort.
3.9. Toetsingswijze van een mondelinge toets (MT, VT/MT)
3.9.1. De mondelinge toets wordt afgenomen door een vakdocent; de mondelinge toets
wordt opgenomen op daartoe geëigende opnameapparatuur. Het cijfer wordt op
grond van een beoordelingsformulier aan de hand van beoordelingscriteria met
daarbij horende puntentelling vastgesteld door de vakdocent.
3.9.2. De mondelinge toets wordt afgenomen door een vakdocent en een bijzitter (een
vakdocent in hetzelfde vak). De bijzitter vult het beoordelingsformulier met
daarop de beoordelingscriteria met de daarbij horende puntentelling in; de
vakdocent en de bijzitter stellen gezamenlijk het cijfer vast.
De sectie bepaalt in overleg met de schooldirectie en op grond van organisatorische mogelijkheden
of zij mondelinge toetsen volgens 3.9.1. of 3.9.2. afnemen.
3.10. In de tweede fase worden bij de talen “mondelingen” (MT) afgenomen over de gelezen literatuur.
3.10.1.Deze literatuur staat als handelingsdelen in het PTA.
3.10.2.Deze handelingsdelen dienen afgerond te zijn eer een mondeling gedaan kan
worden.
3.10.3.Indien de leerling deze handelingsdelen niet heeft afgerond, kan het mondeling
niet worden afgenomen.
3.10.4.Het later afnemen van het mondeling zal als herkansing op de inhaal
/herkansingsdag plaatsvinden; het kost de leerling in deze situatie zijn / haar
herkansing van de periode.
3.11. Het cijfer van de ST, LT, MT, VT, VT/LT, VT/MT wordt binnen 10 werkdagen aan de leerling bekend
gemaakt. De cijfers worden binnen 15 werkdagen verwerkt in het cijferadministratiesysteem, zodat
deze digitaal zichtbaar wordt voor ouders en/of leerlingen. Deze regeling geldt niet voor de Kijk- en
Luistertoets die in het voorjaar van het examenjaar wordt afgenomen, aangezien de becijfering
landelijk geschiedt. Bij presentaties en mondelinge toetsen wordt het cijfer binnen 10 werkdagen
bekend gemaakt nadat de laatste leerling zijn presentatie of mondelinge toets heeft gedaan.
3.12. Wordt een toets niet gemaakt op het reguliere tijdstip, dan treden artikel D.8.1 en D.8.2 in werking.
3.13. Elke toets in de tweede fase is voorzien van een instructie met daarop: naam van het vak, naam,
van de docent, voor welke leerlaag de toets wordt afgenomen, duur van de toets en welke
hulpmiddelen zijn toegestaan. De leerling dient een toets te maken op het door de school
aangeleverde papier met een pen met zwarte of blauwe inkt. Tevens dient de leerling op zijn / haar
toetsen aan te geven hoeveel bladzijdes hij in totaal heeft en welk volgnummer de bladzijde heeft
(bijv. bij in totaal drie bladzijden 1 van 3; 2 van 3 ; 3 van 3). Op de tafel van de leerling bevinden zich
de hulpmiddelen die zijn toegestaan: deze hulpmiddelen worden op de voorzijde van de toets
omschreven. De leerling dient elk (digitaal) communicatiemiddel en/of (digitaal) audiomateriaal uit
te hebben staan; verder dienen al deze apparaten opgeborgen te zijn in zijn/haar tas. Het is
mogelijk dat op grond van D3.14, D3.15 of D3.16 wordt afgeweken van de hierboven genoemde
richtlijnen. Jassen en tassen dient de leerling op een daartoe door de docent gekozen plek in het
lokaal neer te leggen.
3.14. Leerlingen waarbij dyslexie is vastgesteld (een deskundigenrapport is op school voorhanden)
hebben bij het maken van een toetsing (ST, LT, VT) recht op de volgende compenserende
maatregelen:
6