28.09.2013 Views

Download (.pdf) - Leefmilieu Brussel

Download (.pdf) - Leefmilieu Brussel

Download (.pdf) - Leefmilieu Brussel

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Collectieve huisvesting<br />

> voor beheerders<br />

ADVIESGIDS<br />

Praktische fiches voor het duurzaam<br />

en energievriendelijk bouwen<br />

Mei 2006<br />

Informatie :<br />

www.leefmilieubrussel.be<br />

> ondernemingen > energie<br />

facilitator collectieve huisvesting:<br />

facilitator.huisvest.collectief@ibgebim.be<br />

0800 85 775


Waarschuwing<br />

Gebruiksaanwijzing voor dit document<br />

<strong>Leefmilieu</strong> <strong>Brussel</strong>-BIM wil de opdrachtgevers, studiebureaus en architecten in de sector van<br />

de collectieve huisvesting twee referentie-instrumenten ter beschikking stellen voor een<br />

"duurzaam energieontwerp" van een nieuwbouw of een renovatie:<br />

deze gids, die de prestatie-eisen verduidelijkt tussen een opdrachtgever en zijn<br />

uitvoerders,<br />

een tweede gids, bestemd voor de ontwerper, met de technische criteria die hij<br />

moet toepassen om deze prestaties te bereiken.<br />

Elke opdrachtgever blijft vrij om te beslissen, met het advies van het studiebureau en/of de<br />

installateur, om de interessantste aanbevelingen die het best zijn afgestemd op zijn project al<br />

dan niet te integreren.<br />

Deze lijst van aanbevelingen is niet volledig en houdt geenszins in dat de geldende normen<br />

en reglementaire voorschriften niet moeten worden nageleefd.<br />

Met het doel energiebesparingen te promoten, zijn kopieën van uittreksels van deze tekst of<br />

kopieën van de volledige tekst gewenst. Commerciële activiteiten met betrekking tot het<br />

gebruik van de informatie die ze bevatten, blijven echter uitgesloten.<br />

Elke gebruiker van dit document moet blijk geven van waakzaamheid en<br />

aanpassingsvermogen bij het opstellen van de definitieve clausules die hem binden aan zijn<br />

uitvoerder. Het BIM of de opsteller van dit document kunnen niet aansprakelijk worden<br />

gesteld bij verkeerd of onaangepast gebruik van de clausules van dit document. De<br />

gebruiker staat in voor de uiteindelijke controle.<br />

Initiatief Realisatie<br />

<strong>Leefmilieu</strong> <strong>Brussel</strong>-BIM Architecture et Climat – UCL<br />

Place du Levant, 1<br />

Contact<br />

Gulledelle 100 Tel: 010/47.21.42<br />

1200 <strong>Brussel</strong> Fax: 010/47.21.50<br />

E-mail: climat@arch.ucl.ac.be<br />

Website: www-climat.arch.ucl.ac.be<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 1


Gebruiksaanwijzing<br />

De gids voor de opdrachtgever is zodanig opgesteld dat hij voor elke fase van een bouwproject<br />

(voorontwerp, project, uitvoering) zowel de door de opdrachtgever te stellen eisen beschrijft als de<br />

concrete te nemen maatregelen.<br />

Deze gids heeft de vorm van een reeks fiches die een geheel van eisen of concrete maatregelen<br />

beschrijven.<br />

Indien nodig kan de opdrachtgever voor alle aanvullende technische informatie de inhoud van de<br />

"gids voor de ontwerper" raadplegen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bepaalde voorschriften in deze gids kunnen onderling tegenstrijdig zijn. De gids is immers opgesteld<br />

volgens verschillende criteria, die elk tot een aantal voorschriften hebben geleid.<br />

De ontwerper en de opdrachtgever moeten een hiërarchie opstellen voor de verschillende criteria die<br />

men in het project in aanmerking moet nemen en de voorschriften die eruit voortvloeien.<br />

CONTEXT<br />

<strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest<br />

Deze gids past in de stedelijke context van het <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest.<br />

Deze stedelijke context wordt gedefinieerd door:<br />

• Een hoge concentratie van woningen in "blokken":<br />

Het terrein van de woningblokken is dicht bebouwd: geplaveide binnenplaatsen, ateliers,<br />

overdekte garages… De percelen worden gekenmerkt door hun geringe breedte (meestal 5<br />

tot 6 m) en kleine grondoppervlakte.<br />

• Een grote concentratie "grijze" ruimten van minerale aard: pleintjes, straten, voetpaden…<br />

• Een geringe concentratie "groene" ruimten: parken, tuinen, speelpleinen…<br />

Nieuwbouw en renovatie<br />

Deze gids geldt voor het ontwerp van nieuwe gebouwen of de renovatie van bestaande gebouwen en<br />

installaties.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 2


0. UITDAGINGEN .......................................................................................................................................................... 6<br />

0.1. ENERGIEVERBRUIK .................................................................................................................................................. 6<br />

0.2. OVERVERHITTING .................................................................................................................................................... 6<br />

0.3. VERBRUIK VAN DRINKWATER........................................................................................................................... 7<br />

0.4. BODEMGEBRUIK ...................................................................................................................................................... 8<br />

0.5. KEUZE VAN DE MATERIALEN...................................................................................................................................... 9<br />

0.6. BEHEER VAN BOUWAFVAL ........................................................................................................................................ 9<br />

0.7. BEHEER VAN HUISHOUDELIJK AFVAL........................................................................................................................ 11<br />

1. ROL VAN DE OPDRACHTGEVER............................................................................................................. 12<br />

2. VOORONTWERP.............................................................................................................................................. 14<br />

2.1. ONTWERP VAN EEN GEBOUW MET BETREKKING TOT DE SITE ..................................................................................... 14<br />

2.1.1. De site respecteren bij de inplanting van het gebouw en zijn omgeving .................................................. 14<br />

2.1.2. De oriëntatie van het gebouw kiezen........................................................................................................ 15<br />

2.1.3. Het volume van het gebouw optimaliseren............................................................................................... 17<br />

2.1.4. Indeling van de woningen ......................................................................................................................... 19<br />

2.2. DE SCHIL EN DE STRUCTUUR VAN HET GEBOUW ONTWERPEN.................................................................................... 20<br />

2.2.1. Rationele en zuinige bouwprocédés kiezen ............................................................................................. 20<br />

2.2.2. Warmteverliezen beperken....................................................................................................................... 21<br />

2.2.3. De configuratie van de vensters kiezen.................................................................................................... 23<br />

2.2.4. Een daktype kiezen .................................................................................................................................. 24<br />

2.3. DE MATERIALEN KIEZEN ......................................................................................................................................... 26<br />

2.3.1. Snel de hoofdmaterialen kiezen ............................................................................................................... 26<br />

2.3.2. De samenstelling van de buitenmuren en de binnenwanden kiezen........................................................ 28<br />

2.3.3. De isolatie kiezen...................................................................................................................................... 30<br />

2.3.4. Het buitenschrijnwerk kiezen .................................................................................................................... 31<br />

2.3.5. De vloerbedekkingen kiezen..................................................................................................................... 33<br />

2.3.6. De wandbedekkingen kiezen.................................................................................................................... 35<br />

2.4. DE TECHNISCHE SYSTEMEN KIEZEN: VERWARMING, VENTILATIE, WATERLEIDING EN SANITAIR WARM WATER................. 37<br />

2.4.1. De energiestroom van het verwarmingssysteem kiezen .......................................................................... 37<br />

2.4.2. Het systeem voor de aanvoer van verse lucht kiezen .............................................................................. 38<br />

2.4.3. Het waterleidingnet ontwerpen ................................................................................................................. 39<br />

2.4.4. De energievector voor de bereiding van sanitair warm water kiezen ....................................................... 41<br />

2.5. LOKALEN INRICHTEN VOOR DE SORTERING VAN HUISHOUDELIJK AFVAL...................................................................... 42<br />

3. PROJECT............................................................................................................................................................. 44<br />

3.1. HET VERBRUIK VAN DRINKWATER BEPERKEN ........................................................................................................... 44<br />

3.2. HET VERWARMINGSSYSTEEM GOED ONTWERPEN..................................................................................................... 46<br />

3.2.1. De ketel kiezen ......................................................................................................................................... 46<br />

3.2.2. De warmwaterverdeling ontwerpen .......................................................................................................... 48<br />

3.2.3. De regeling kiezen .................................................................................................................................... 50<br />

3.3. HET SYSTEEM VOOR AANVOER VAN VERSE LUCHT ONTWERPEN ................................................................................ 52<br />

3.3.1. De hoeveelheid verse lucht die het gebouw binnenkomt bepalen............................................................ 52<br />

3.3.2. De verwarming van verse lucht in een mechanisch systeem beperken ................................................... 53<br />

3.3.3. Het distributienet van een mechanisch ventilatiesysteem ontwerpen ...................................................... 54<br />

3.4. HET SYSTEEM VOOR DE BEREIDING VAN SANITAIR WARM WATER GOED ONTWERPEN .................................................. 56<br />

3.4.1. De behoeften bepalen en beperken ......................................................................................................... 56<br />

3.4.2. Het productiesysteem voor sanitair warm water ontwerpen ..................................................................... 57<br />

3.4.3. Performante, veilige toestellen kiezen ...................................................................................................... 59<br />

3.4.4. Het distributienet voor warm water ontwerpen ......................................................................................... 60<br />

3.5. HET VERLICHTINGSSYSTEEM VOOR DE GEMEENSCHAPPELIJKE DELEN GOED ONTWERPEN .......................................... 61<br />

3.5.1. Efficiënte verlichtingssystemen kiezen ..................................................................................................... 61<br />

3.5.2. De werkingsduur beperken....................................................................................................................... 62<br />

4. BOUWPLAATS.................................................................................................................................................. 63<br />

4.1. BEHEER VAN HET BOUWAFVAL................................................................................................................................63<br />

5. BIJLAGE: LABELS "MILIEUKWALITEIT" ............................................................................................. 65<br />

5.1. ALGEMENE LABELS EN METHODEN VOOR "MILIEUKWALITEIT"..................................................................................... 65<br />

5.2. ALGEMENE LABELS VOOR BOUWPRODUCTEN........................................................................................................... 65<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 3


Logements collectifs<br />

> pour les gestionnaires<br />

ÉCONOMIES D’ÉNERGIE<br />

RAPPORT COMPLET<br />

Comment économiser 30% sans dépenser<br />

plus d’argent en construisant ou<br />

en rénovant des logements<br />

Version janvier 2006<br />

Plus d’infos :<br />

www.bruxellesenvironnement.be<br />

> entreprises > energie<br />

facilitateur logement collectif:<br />

facilitateur.logement.collectif@ibgebim.be<br />

0800 85 775


Logements collectifs<br />

> pour les gestionnaires<br />

ÉCONOMIES D’ÉNERGIE<br />

SYNTHÈSE<br />

Comment économiser 30% sans dépenser<br />

plus d’argent en construisant ou<br />

en rénovant des logements<br />

Version janvier 2006<br />

Plus d’infos :<br />

www.bruxellesenvironnement.be<br />

> entreprises > energie<br />

facilitateur logement collectif:<br />

facilitateur.logement.collectif@ibgebim.be<br />

0800 85 775


Logements collectifs<br />

> pour les gestionnaires<br />

ÉCONOMIES D’ÉNERGIE<br />

ANNEXES<br />

Comment économiser 30% sans dépenser<br />

plus d’argent en construisant ou<br />

en rénovant des logements<br />

Version janvier 2006<br />

Plus d’infos :<br />

www.bruxellesenvironnement.be<br />

> entreprises > energie<br />

facilitateur logement collectif:<br />

facilitateur.logement.collectif@ibgebim.be<br />

0800 85 775


Logements collectifs<br />

> pour les gestionnaires<br />

PRIMES ÉNERGIE 2006<br />

Mode d’emploi des primes<br />

pour les logements collectifs<br />

Version mai 2006<br />

Plus d’infos :<br />

www.bruxellesenvironnement.be<br />

> entreprises > energie<br />

facilitateur logement collectif:<br />

facilitateur.logement.collectif@ibgebim.be<br />

0800 85 775


Logements collectifs<br />

> pour les gestionnaires<br />

GUIDE CONSEIL<br />

Fiches pratiques pour la conception<br />

énergétique et durable<br />

Version mai 2006<br />

Plus d’infos :<br />

www.bruxellesenvironnement.be<br />

> entreprises > energie<br />

facilitateur logement collectif:<br />

facilitateur.logement.collectif@ibgebim.be<br />

0800 85 775


Logements collectifs<br />

> pour les concepteurs<br />

GUIDE CONSEIL<br />

Critères techniques pour une mise<br />

en oeuvre énergétique et durable<br />

Version mai 2006<br />

Plus d’infos :<br />

www.bruxellesenvironnement.be<br />

> entreprises > energie<br />

facilitateur logement collectif:<br />

facilitateur.logement.collectif@ibgebim.be<br />

0800 85 775


Logements collectifs<br />

> pour les concepteurs<br />

GUIDE CONSEIL<br />

ANNEXES<br />

Version mai 2006<br />

Plus d’infos :<br />

www.bruxellesenvironnement.be<br />

> entreprises > energie<br />

facilitateur logement collectif:<br />

facilitateur.logement.collectif@ibgebim.be<br />

0800 85 775


Logements collectifs<br />

> pour les gestionnaires<br />

VADE-MECUM URE<br />

Introduction à la mise en place<br />

d’une politique de consommation d’énergie<br />

dans le secteur du logement<br />

Version juin 2006<br />

Plus d’infos :<br />

www.bruxellesenvironnement.be<br />

> entreprises > energie<br />

facilitateur logement collectif:<br />

facilitateur.logement.collectif@ibgebim.be<br />

0800 85 775


5.3. SPECIFIEKE LABELS ............................................................................................................................................... 65<br />

5.3.1. Hout .......................................................................................................................................................... 65<br />

5.3.2. Vloerbedekkingen van textiel.................................................................................................................... 65<br />

5.3.3. Verf en vernis............................................................................................................................................ 65<br />

5.3.4. Houtbehandeling....................................................................................................................................... 65<br />

6. BIJLAGE : BELANGRIJKSTE REFERENTIES ..................................................................................... 66<br />

6.1. BOEKEN................................................................................................................................................................ 66<br />

6.2. NORMEN, PUBLICATIES ET ARTIKELS ....................................................................................................................... 66<br />

6.3. INTERNET SITES..................................................................................................................................................... 66<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 4


Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 5


0. UITDAGINGEN<br />

0.1. Energieverbruik<br />

Het energieverbruik van de woningen in het <strong>Brussel</strong>s Gewest is in 10 jaar tijd met<br />

20% gestegen. De "energiekosten" zijn in 1 jaar tijd in prijs verdubbeld en de kans is<br />

klein dat zij in de volgende jaren zullen dalen.<br />

Bovendien is het globale CO2-gehalte in 100 jaar tijd met 30% gestegen en neemt de<br />

gemiddelde buitentemperatuur sterk toe. Indien er geen maatregelen worden<br />

genomen, zal de buitentemperatuur binnen 100 jaar met gemiddeld 4°C gestegen<br />

zijn. Men kan zich gemakkelijk de schade voorstellen dat dit zou veroorzaken, als<br />

men weet dat de ijstijd die 20.000 jaar geleden de aarde in zijn greep hield<br />

gekenmerkt werd door een temperatuur van slechts 4°C lager dan de huidige<br />

temperatuur.<br />

Als u de energie-efficiëntie van uw gebouwen aanpakt, kunt u mee deze<br />

mogelijke catastrofe voorkomen!<br />

Op het ogenblik van de bouw of de renovatie is de verbetering van de energieefficiëntie<br />

het gemakkelijkst en het goedkoopst. Bovendien is de eventuele<br />

"meerkost" van de verbetering van de energie-efficiëntie van een gebouw meestal<br />

gering in verhouding met de kosten van de nieuwbouw of renovatie van een gebouw.<br />

Daarnaast loopt men door de energie-efficiëntie te verbeteren vooruit op de nabije<br />

toekomst, aangezien alle gebouwen over enkele jaren onder de impuls van de<br />

Europese Unie onderworpen zullen zijn aan reglementaire verplichtingen met<br />

betrekking tot de energieprestaties.<br />

0.2. Oververhitting<br />

De betere isolatie die nodig is om het verwarmingsverbruik te beperken, maakt de<br />

gebouwen veel gevoeliger voor oververhitting dan vroeger: de overdag opgeslagen<br />

warmte kan steeds moeilijker door de muren ontsnappen.<br />

Daarom moet men strategieën toepassen om het ontstaan van te hoge<br />

temperaturen in de zomer te voorkomen.<br />

Deze strategieën zijn:<br />

- zonweringen,<br />

- thermische inertie van de ruwbouw in de woonruimten,<br />

- natuurlijke ventilatie tijdens de nacht,<br />

- …<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 6


0.3. VERBRUIK VAN DRINKWATER<br />

"De Aarde is als een perpetuum mobile, met energie bevoorraad door de zon, dat<br />

waterdamp naar de atmosfeer brengt en weer doet vallen in de vorm van neerslag.<br />

Deze cyclus maakt een ecosysteem mogelijk dat zich zowel op land als in de zeeën<br />

heeft ontwikkeld.<br />

Het gebruik van water door de mens om aan zijn behoeften te voldoen en zijn afval te<br />

verwijderen, veroorzaakt een ernstige verstoring van dit natuurlijke schema en wijzigt<br />

zowel de afvloeiing als de hoeveelheid water en dus het geheel van de ecosystemen op<br />

het land en in de zeeën."<br />

Bron: "L’EAU", Ghislain de Marsily<br />

Zoet water is noodzakelijk voor het overleven van alle ecosystemen. Dit kostbaar<br />

goed is niet onuitputtelijk. In de afgelopen vijftig jaar is de op aarde beschikbare<br />

hoeveelheid zoet water per inwoner en per jaar met de helft verminderd. Men gaat<br />

ervan uit dat de Belgische waterhuishouding met ongeveer 2500 m³ beschikbaar zoet<br />

water per inwoner en per jaar aan het kritieke grenst.<br />

Bovendien stelt men vast dat de kwaliteit van het opgevangen water steeds minder<br />

goed wordt en dat de behandeling die nodig is om het drinkbaar te maken<br />

voortdurend omslachtiger en duurder wordt.<br />

Paradoxaal genoeg wordt drinkwater voornamelijk gebruikt voor toepassingen<br />

waarvoor het niet onmisbaar is:<br />

Bron: WTCB<br />

In het licht van deze vaststelling is er nood aan alternatieven om de<br />

zoetwaterbronnen te beschermen:<br />

- drinkwater besparen,<br />

- een andere van nature beschikbare bron van zoet water aanspreken.<br />

Drinkwater besparen betekent op een rationele, verantwoorde manier omgaan met<br />

water:<br />

- verspilling voorkomen<br />

- lekken beperken<br />

- eenvoudige, goedkope systemen invoeren die het dagelijkse verbruik beperken<br />

Een andere van nature beschikbare bron van zoet water aanspreken, betekent<br />

systemen invoeren voor de opvang en de opslag van regenwater, dat kan worden<br />

gebruikt voor toiletten, wasmachines…<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 7


0.4. Bodemgebruik<br />

De steeds grotere verstedelijking, de dichtere bebouwing, de toename van de<br />

ondoordringbare oppervlakte en de vermindering van het aantal groene ruimten<br />

leiden tot de wijziging en zelfs de vernietiging van het evenwicht tussen minerale<br />

ruimten, grijze ruimten en groene ruimten:<br />

- de toename van de ondoordringbare oppervlakte veroorzaakt een sterke stijging<br />

van het waterdebiet dat via rioleringen afvloeit, zodat de bestaande netten snel<br />

verzadigd worden, het volume te behandelen water stijgt en dus ook de kosten<br />

voor riolering en waterzuiveringen toenemen,<br />

- de afname van de groene ruimten zorgt ervoor dat de grondwaterlagen minder<br />

goed worden gevoed,<br />

- de toenemende verstedelijking en de industrialisering en grootschalige landbouw<br />

die zij met zich meebrengt, veroorzaken een groeiende besmetting van de<br />

grondwaterlagen met polluenten.<br />

Natuurlijke kringloop van het water<br />

Wijziging van de natuurlijke kringloop van het water door de mens<br />

Dit evenwicht tussen "minerale ruimte, grijze ruimte en groene ruimte" is onontbeerlijk<br />

voor de goede werking van de watercyclus in de stad. De recente natuurrampen<br />

bewijzen dat dit evenwicht dringend moet worden hersteld.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 8


0.5. Keuze van de materialen<br />

De keuze van een bouwtechniek, een component, een materiaal of een ander<br />

bouwproduct vertrekt meestal van criteria zoals:<br />

- de functionaliteit<br />

- de technische prestaties<br />

- de architecturale esthetiek<br />

- de economische kost<br />

- de duurzaamheid en het onderhoud<br />

Deze keuze is echter nooit neutraal vanuit milieuoogpunt.<br />

Elk bouwmateriaal of -product kan tijdens zijn fabricage, zijn toepassing, zijn<br />

levensduur in het gebouw of zijn sloop hinder opleveren voor het milieu of voor de<br />

gezondheid van levende wezens.<br />

Dit betreft onder meer:<br />

- de aantasting van het landschap en van de ecosystemen<br />

- de uitputting van natuurlijke bronnen<br />

- hinder door of uitstoot van polluenten tijdens het transport van<br />

grondstoffen<br />

- hinder door of uitstoot van polluenten tijdens de fabricage (lucht en water)<br />

- hinder door of uitstoot van polluenten tijdens het gebruik (VOS,<br />

solventen…)<br />

- probleemafval, niet-recycleerbaar afval…<br />

De verantwoorde keuze van een bouwmateriaal of -product betekent in termen van<br />

"duurzaam" bouwen ook rekening houden met zijn milieubalans voor zijn volledige<br />

levensduur.<br />

De milieubalans van een materiaal bestaat in een complexe analyse die rekening<br />

houdt met de volledige levenscyclus van het materiaal en van een groot aantal<br />

criteria, zoals:<br />

- een zuinig gebruik van grondstoffen<br />

- het energieverbruik (productie en transport)<br />

- de uitstoot van polluenten (fabricage en transport)<br />

- de risico's voor de gezondheid en het milieu<br />

- de bestemming op het einde van de levensduur<br />

0.6. Beheer van bouwafval<br />

Hoewel men het er over het algemeen over eens is dat de bronnen van grondstoffen<br />

uitgeput geraken (olie, gas, maar ook de meer specifieke bouwmaterialen zoals zand<br />

en grint), blijft de bouwsector zowel een belangrijke verbruiker van energie en<br />

grondstoffen als een grote afvalproducent.<br />

Het afval van bouwwerven in het <strong>Brussel</strong>s Gewest vertegenwoordigt 834.000 ton per<br />

jaar. Dit is de helft van de totale afvalproductie van het gewest en bijna het dubbele<br />

van het huishoudelijke afval (469 660 ton).<br />

Door de bevolkingsgroei en vooral door de sterke toename van sloop- en<br />

renovatiewerven in het domein van de bouw in het <strong>Brussel</strong>s Gewest, na de<br />

bouwwoede van de jaren '60 en '70, verwacht men dat de hoeveelheid afval tegen<br />

2010 sterk zal toenemen.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 9


Bovendien zijn de traditionele verwerkingssystemen, namelijk storten en verbranden,<br />

steeds duurder en strenger gereglementeerd en gecontroleerd, zodat hun toepassing<br />

in de toekomst steeds beperkter zal worden.<br />

Voorbeeld: vanaf januari 2006 mag in het Waalse gewest alleen nog "ultiem", nietvaloriseerbaar<br />

bouwafval worden gestort.<br />

In deze context blijven slechts twee alternatieven over, die nauw met elkaar verbonden<br />

zijn:<br />

- zo weinig mogelijk of zelfs helemaal geen bouwafval produceren<br />

- het bouwafval meer en aan de bron sorteren<br />

Een minimum aan afval produceren, impliceert een grote aandacht voor de preventie<br />

tijdens de uitwerking van het project, zowel op het vlak van het concept zelf van het<br />

project als op dat van de keuze van de bouwwijze en de materialen.<br />

Het bouwafval meer en aan de bron sorteren maakt het mogelijk om:<br />

- te besparen op de kosten van de verwerking en verwijdering van het afval:<br />

wanneer het afval gemengd is, betaalt men voor de verwijdering en verwerking<br />

de prijs van de verwerking van het schadelijkste afval in de container.<br />

Voorbeeld: de prijs voor een container met betonafval (klasse III) gemengd met<br />

houtafval komt in de praktijk overeen met de prijs voor een container met houtafval<br />

(klasse II).<br />

- het afval gemakkelijker opnieuw te gebruiken of te recycleren, en dus ook op<br />

grondstoffen te besparen.<br />

- de kosten van de afvalverwerking te beperken: recycleren is goedkoper dan<br />

storten of verbranden<br />

Voorbeeld: het storten van een ton betonafval kost +/- 25€. Het vermalen van een ton<br />

betonafval kost +/- 10€.<br />

(Bron :Gids voor het beheer van bouw- en sloopafval, BIM, 2000)<br />

- een groter gedeelte van het geproduceerde afval te recycleren: de recyclage<br />

van een gemengd product is veel moeilijker of zelfs onmogelijk.<br />

Bij een renovatieproject betekent dit dat de afbouw een onafwendbare fase wordt,<br />

aangezien ze een duidelijke scheiding van het bouwafval mogelijk maakt.<br />

Afbouw heeft bovendien een ander voordeel in termen van duurzame ontwikkeling:<br />

omdat vooral de verwijdering van afwerkingsmaterialen en -elementen een erg<br />

arbeidsintensief proces met veel taken van laag technisch niveau is, kan de afbouw<br />

een groot aantal banen creëren.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 10


0.7. Beheer van huishoudelijk afval<br />

Het <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest heeft in 2002 gemiddeld 225 kg niet-gesorteerd<br />

afval per inwoner ingezameld.<br />

Als we bovendien rekening houden met het selectieve afval (blauwe zakken, papier,<br />

glascontainers, tuinafval) en het grote afval, krijgen we gemiddeld 360 kg per<br />

inwoner. Dit komt overeen met in totaal 1 kg afval per dag en per inwoner.<br />

De volgende tabel toont dat de hoeveelheid afval blijft stijgen, ondanks de invoering<br />

van de selectieve inzameling van huishoudelijk afval.<br />

1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002<br />

Restafval (ophaling + container) 420.072 423.535 415.808 423.261 416.783 421.519 416.789 409.112 397.457 395.133 389.133 385.053<br />

Verpakking<br />

3.153 5.974 6.831 12.144 12.196 11.491 11.306<br />

Papier<br />

– Karton 7.795 15.573 22.826 33.107 35.943 37.244 37.518<br />

Glasbak<br />

5.259 6.906 8.904 11.819 8.310 7.360 7.573 7.805 9.726 9.100 9.457 9.933<br />

Tuinafval<br />

(gezinnen) 72 150 170 203 203 206 294 6.085<br />

Tuinafval<br />

(andere) 105 2.237<br />

Groot<br />

vuil + sluikstort 12.323 10.223 12.823 15.442 16.114 15.389 16.909 19.377 22.658 27.000 29.260 16.421<br />

Elektrisch<br />

en elektronisch afval 174 529 948<br />

Batterijen<br />

87 91 148 177 158<br />

Contract: Papier-karton 6.322 7.596 8.584 10.142 10.572 11.175 11.059<br />

Contract: Glas 713 1.127 1.694 2.330 3.121 3.696 4.212<br />

Totaal<br />

437.654 440.664 437.535 450.522 441.309 455.166 462.988 466.241 474.936 479.900 477.690 469.659<br />

Bron: IBGE-BIM<br />

Bovendien zijn de traditionele verwerkingssystemen, namelijk storten en verbranden,<br />

steeds duurder en strenger gereglementeerd en gecontroleerd, zodat hun toepassing<br />

steeds beperkter zal worden.<br />

Voorbeeld: Volgens richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26/04/99 moet het storten<br />

van afval in 2016 met 35% verminderd zijn tegenover 1995 voor biologisch<br />

afbreekbaar huishoudelijk afval.<br />

In deze context blijven slechts twee alternatieven over, die nauw met elkaar<br />

verbonden zijn:<br />

- zo weinig mogelijk huishoudelijk afval produceren<br />

- huishoudelijk afval meer en aan de bron sorteren<br />

Meer en aan de bron sorteren, betekent op de schaal van de collectieve huisvesting<br />

dat men uitrusting en middelen verstrekt die:<br />

- elke inwoner aanmoedigen om zijn afval te sorteren;<br />

- het individueel sorteren vergemakkelijken binnen een appartementsgebouw<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 11


1. ROL VAN DE OPDRACHTGEVER<br />

Aandachtspunten<br />

► De "ecologische" en "energetische" eisen in de ontwerpfase definiëren.<br />

► Toezien op de toepassing van deze eisen in de bouwfase.<br />

Waarom?<br />

Als initiatiefnemer, verantwoordelijke en geldschieter van het<br />

project, moet de opdrachtgever de andere betrokkenen<br />

aansporen om woongebouwen "duurzaam" te ontwerpen. Hij<br />

moet hun de technische en financiële middelen verschaffen om<br />

de gebouwen met de meest geschikte technieken en procédés<br />

op te trekken.<br />

In feite is dit een zaak van burgerzin vanwege een (natuurlijke<br />

of rechts-) persoon die zich bewust is van de ecologische<br />

uitdagingen van de bouw of renovatie van een gebouw.<br />

Concreet?<br />

Rol van de opdrachtgever ten opzichte van de<br />

ontwerper van het project…<br />

Tijdens de lancering van het project moet de<br />

opdrachtgever de ontwerper zeer duidelijk op de<br />

hoogte brengen van zijn doelstellingen en eisen in<br />

termen van<br />

► materialen: eisen in verband met de duurzame<br />

ontwikkeling in de keuze van materialen en<br />

bouwprocédés.<br />

Wanneer het voorontwerp aanvaard is, moet hij<br />

van de ontwerper een snel voorstel eisen voor de<br />

materialen die zullen worden aangewend en een<br />

raming van de kosten, zodat hij de materialen in<br />

de projectfase kan kiezen en integreren.<br />

► bouwafval: eisen voor<br />

o de preventie van bouwafval in de<br />

ontwerpfase van het project;<br />

o het beheer van bouwafval en sloopafval bij<br />

renovatie;<br />

o het beheer van bouwafval bij nieuwbouw<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 12


► waterbeheer: doelstellingen voor<br />

o het opvangen van regenwater,<br />

o de beperking van het drinkwaterverbruik,<br />

o een beperkte ondoordringbaarheid van de<br />

gronden,<br />

o de behandeling en lozing van afvalwater<br />

► energie-efficiëntie: prestatie-eisen voor de schil<br />

en de installaties van het gebouw<br />

De opdrachtgever moet bereid zijn de eventuele<br />

meerprijs op zich te nemen (een energiezuiniger<br />

en duurzamer gebouw is niet systematisch<br />

duurder dan een standaard gebouw).<br />

Rol van de opdrachtgever ten opzichte van het<br />

bouwbedrijf…<br />

Tijdens de lancering van het project moet de<br />

opdrachtgever het bouwbedrijf zeer duidelijk op de<br />

hoogte brengen van zijn doelstellingen en eisen in<br />

termen van:<br />

► materialen: eisen in verband met de duurzame<br />

ontwikkeling in de keuze van materialen en<br />

bouwprocédés.<br />

De opdrachtgever moet eisen dat het bouwbedrijf<br />

alle documenten en informatie levert over de<br />

materialen die voor de nieuwbouw of renovatie<br />

worden toegepast en aangewend.<br />

► bouwafval:<br />

De opdrachtgever moet in zijn gunningsdossier<br />

en in de selectieprocedure van de bouwbedrijven<br />

het beheer van het bouwafval voorschrijven.<br />

De opdrachtgever moet het beheer van het afval<br />

op de bouwplaats aandachtig opvolgen en<br />

controleren. Hij moet eisen dat het bouwbedrijf<br />

alle documenten levert over de verwijdering, het<br />

transport en de behandeling van bouwafval<br />

tijdens de renovatie of de nieuwbouw.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 13


2. VOORONTWERP<br />

2.1. Ontwerp van een gebouw met betrekking tot de site<br />

2.1.1. De site respecteren bij de inplanting van het gebouw en zijn omgeving<br />

Aandachtspunten<br />

Respecteer:<br />

► de morfologie van het terrein,<br />

► de waterkringloop: grondwater, doorlaatbaarheid van de bodem, afvloeiing van<br />

regenwater.<br />

Waarom?<br />

De inplanting van het gebouw op een terrein heeft gevolgen<br />

voor het aanzicht van het terrein en voor de plaatselijke<br />

waterkringloop.<br />

De snellere afvloeiing van grondwater als gevolg van<br />

obstakels, de bedekking van het terrein en de keuze van de<br />

bedekkingen kan de infiltratie van het water in de bodem<br />

beperken. Dit vermindert de voeding van de grondwaterlagen<br />

en veroorzaakt een zwaardere belasting van de riolering.<br />

De invoering van bouwelementen in een grondwaterlaag<br />

vermindert haar volume, kan haar chemische samenstelling<br />

verstoren of haar vervuilen.<br />

Concreet?<br />

► Het reliëf van het terrein zo weinig mogelijk<br />

wijzigen.<br />

► Niet op een terrein met een ondiepe<br />

grondwaterlaag bouwen.<br />

► Het grondwater onder het gebouw beschermen<br />

door middel van een goede afdichting.<br />

► Het gebouw haaks op de hoogtelijnen van het<br />

terrein inplanten en niet parallel ermee.<br />

► Bij de aanleg van de omgeving de<br />

ondoorlaatbare oppervlakte beperken en de<br />

aanleg van groene ruimten aanmoedigen, vooral<br />

op de binnenplaatsen van gebouwen en in het<br />

midden van woningblokken.<br />

► De doorlaatbaarheid van de grijze ruimten<br />

(voetpaden, wegen, parkeerterreinen)<br />

bevorderen.<br />

► Diverse plaatselijke plantsoorten aanplanten,<br />

aangepast aan de bezonning en aan de droge of<br />

vochtige zones van het perceel.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 14


2.1.2. De oriëntatie van het gebouw kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

De oriëntatie van het gebouw aanpassen aan de context en de indeling van de woningen,<br />

om<br />

► in de winter zonnewarmte op te vangen,<br />

► zonwering in de zomer te vergemakkelijken.<br />

Inbreng van zonnewarmte bij heldere<br />

hemel in België, door een verticale<br />

dubbele beglazing met een oriëntatie:<br />

- op het zuiden<br />

- op het oosten/westen<br />

- op het zuidoosten/zuidwesten<br />

en door een horizontale dubbele<br />

beglazing.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 15


Waarom?<br />

Afhankelijk van de oriëntatie is<br />

de inbreng van zonnewarmte<br />

door een verticale dubbele<br />

beglazing groter of kleiner en<br />

verschilt haar intensiteit<br />

volgens het seizoen.<br />

De figuur hiernaast toont dat:<br />

- een venster op het oosten<br />

zeer weinig zon krijgt in de<br />

winter, iets meer in het<br />

tussenseizoen en het<br />

maximum in de zomer.<br />

- een venster op het zuiden<br />

globaal meer zon krijgt dan<br />

een venster op het oosten,<br />

maar met een andere<br />

verdeling: het maximum in<br />

het tussenseizoen, iets<br />

minder in de winter en nog<br />

minder in de zomer.<br />

Diverse simulaties tonen aan<br />

dat, voor een identieke<br />

glasoppervlakte, een Noord-<br />

Zuid georiënteerd gebouw<br />

(woonkamer op het zuiden) 2,5<br />

tot 5% minder verbruikt dan<br />

een Oost-West georiënteerd<br />

gebouw. Bovendien kunnen de<br />

bezonning en de oververhitting<br />

op het zuiden gemakkelijker<br />

worden beheerd (bijvoorbeeld<br />

door elk balkon schaduw te<br />

geven).<br />

Concreet?<br />

► De voor- en nadelen<br />

van de mogelijke<br />

oriëntaties van het<br />

gebouw evalueren<br />

volgens:<br />

- het gebruik van de<br />

lokalen,<br />

- de natuurlijke<br />

schaduw van<br />

andere gebouwen<br />

of van de<br />

omgevende<br />

vegetatie,<br />

- de mogelijkheid om<br />

zonnepanelen te<br />

plaatsen voor de<br />

voorverwarming<br />

van sanitair warm<br />

water,<br />

- de omvang van de<br />

glasoppervlakte en<br />

het type van zonwering voor elk van de<br />

gevels.<br />

► Voor een gebouw met twee hoofdgevels en een<br />

vrije inplanting, de voorkeur geven aan een<br />

zuid/noord-oriëntatie boven een oost/westoriëntatie.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 16


2.1.3. Het volume van het gebouw optimaliseren<br />

Aandachtspunten<br />

Door de keuze van het volume<br />

► het warmteverlies beperken,<br />

► de ondoorlaatbaarheid van de bodem beperken,<br />

► een natuurlijke verlichting van de lokalen bevorderen.<br />

Twee uitersten van compactheid:<br />

een kubus en een rechthoek.<br />

Waarom?<br />

o Een compact gebouw, dat de kubusvorm benadert, heeft<br />

weinig warmteverlies. De geveloppervlakte waarlangs<br />

warmte verloren gaat is beperkt ten opzichte van het<br />

volume van de lokalen. De centrale zones staan in contact<br />

met andere lokalen met dezelfde temperatuur en lijden<br />

minder warmteverlies dan de perifere lokalen. Anderzijds<br />

zijn deze zones moeilijk te verlichten en natuurlijk te<br />

ventileren. Dit gebouw neemt weinig oppervlakte in beslag<br />

en laat potentieel veel doordringbare oppervlakte vrij,<br />

zodat regenwater en afvloeiend water in de grond kunnen<br />

dringen.<br />

o Een weinig compact gebouw (langwerpig, vierkant met<br />

binnenplaats, veel uitsteeksels…) heeft een grotere<br />

geveloppervlakte tegenover het volume van de lokalen en<br />

zal dus meer warmteverlies lijden en een hoger<br />

stookverbruik hebben.<br />

Anderzijds maakt de grotere geveloppervlakte een<br />

natuurlijke verlichting en een relatief eenvoudige<br />

organisatie van de natuurlijke ventilatie mogelijk. Dit<br />

gebouw neemt veel oppervlakte van het terrein in beslag<br />

en beperkt de hoeveelheid regenwater en afvloeiend water<br />

die in de grond kan dringen.<br />

Afhankelijk van het geval zal het juiste compromis dichter bij<br />

een van beide oplossingen liggen.<br />

Concreet?<br />

► Afhankelijk van de programmering van het<br />

gebouw en de context van zijn inplanting (vorm<br />

en grootte van het terrein, bebouwde<br />

omgeving of landschap…) het optimale<br />

compromis vinden tussen:<br />

- een grote compactheid, om het<br />

warmteverlies en de ondoorlaatbaarheid<br />

van het perceel te beperken,<br />

- een geringe compactheid, om van een<br />

natuurlijke verlichting te profiteren en de<br />

koeling met een natuurlijke ventilatie te<br />

vergemakkelijken.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 17


► In de mate van het mogelijke alle kamers van<br />

de woningen van een natuurlijke verlichting<br />

laten genieten.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 18


2.1.4. Indeling van de woningen<br />

Aandachtspunten<br />

De indeling van de woningen bestuderen volgens de site, de omgeving en de technische<br />

beperkingen.<br />

Mogelijkheden voor de<br />

nachtelijke ventilatie van een<br />

woning<br />

Waarom?<br />

Om de middelen te optimaliseren, moet men bij het ontwerp van de<br />

woningen en het geheel van de gemeenschappelijke lokalen rekening<br />

houden met:<br />

- de natuurlijke verlichtingsmogelijkheden,<br />

- de mogelijkheid om in de winter zonnewarmte op te vangen,<br />

- de risico's van oververhitting in de zomer,<br />

- de geluidshinder in het appartement, tegenover buiten en de<br />

andere delen van het gebouw (naburige appartementen,<br />

gemeenschappelijke lokalen, technische lokalen),<br />

- de vereisten op het vlak van de technische distributie (water, lucht,<br />

elektriciteit).<br />

Een doorzonappartement, bijvoorbeeld, maakt in de zomer een betere<br />

koeling mogelijk dankzij de natuurlijke ventilatie tussen de gevels.<br />

Concreet?<br />

► De slaapkamers op het oosten oriënteren om te<br />

genieten van de natuurlijke verlichting in de<br />

ochtend en om oververhitting te voorkomen. Als<br />

een kamer op het westen moet worden<br />

georiënteerd, kiest men best de kamer van de<br />

ouders, om oververhitting te voorkomen in de<br />

kamers die misschien overdag worden gebruikt.<br />

► De sanitaire lokalen en de keukens rond een<br />

zelfde technische koker verzamelen om de<br />

vloeistofdistributie te rationaliseren.<br />

► Om akoestische redenen:<br />

o lokalen met dezelfde functie boven elkaar<br />

plaatsen,<br />

o vaste kasten, doorgangsruimten of sanitaire<br />

lokalen tussen de dag- en nachtlokalen<br />

plaatsen,<br />

o de slaapkamers verwijderen van de liftkokers.<br />

► De woningen volgens het schema hiernaast<br />

indelen, om de ventilatie en de nachtelijke<br />

afkoeling te bevorderen.<br />

► Voor woningen met een enkele verdieping de<br />

voorkeur geven aan een doorzonindeling.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 19


2.2. De schil en de structuur van het gebouw ontwerpen<br />

2.2.1. Rationele en zuinige bouwprocédés kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

Bouwprocédés kiezen om:<br />

► het gebruik van grondstoffen en de productie van bouwafval te beperken,<br />

► latere verbouwingen te vergemakkelijken,<br />

► op het levenseinde van het gebouw de demontage en recyclage te bevorderen.<br />

Waarom?<br />

Het gebruik van commerciële afmetingen en standaard afmetingen in<br />

een bouwprocédé maakt de vermindering van de productie van afval<br />

op de bouwplaats en in de werkplaats mogelijk. Deze oplossing<br />

vereenvoudigt ook de toepassing (geen zaagwerk, opmetingen…) en<br />

vermindert daardoor de duur van de werken en hun hinder (lawaai,<br />

stof).<br />

Verbindingen met mechanische bevestiging (tand-groef verbindingen,<br />

spijkers of schroeven) maken mogelijk de verschillende onderdelen<br />

van een bouw van elkaar te scheiden en vergemakkelijken dus de<br />

sortering en valorisatie op de bouwplaats. Ze voorkomen het gebruik<br />

van gelijmde materialen, die vaak stoffen afgeven die de gezondheid<br />

schaden.<br />

Deze twee maatregelen vergemakkelijken bovendien verbouwingen<br />

van het gebouw, zodat constructies een langere levensduur hebben en<br />

kunnen worden aangepast aan de evoluerende behoeften van de<br />

bewoners, aan nieuwe reglementeringen enz.<br />

Tenslotte kunnen elementen die uit een enkel type van materiaal<br />

bestaan veel gemakkelijker worden gerecycleerd dan gemengde<br />

elementen (zoals staal/beton).<br />

Concreet?<br />

► Een moduleerbaar bouwsysteem kiezen en een<br />

dragende structuur die gestandaardiseerde<br />

afmetingen volgt.<br />

► Geprefabriceerde materialen en materialen met<br />

gestandaardiseerde afmetingen gebruiken.<br />

► “Gemengde opbouw” van moeilijk scheidbare<br />

materialen vermijden.<br />

► De voorkeur geven aan mechanische<br />

verbindingen boven gelijmde verbindingen.<br />

Voorbeeld:<br />

Een gelijmde planken vloer is veel moeilijker<br />

te verwijderen dan een gespijkerde vloer.<br />

► Bij de keuze van de bouwprocédés en<br />

-producten rekening houden met een direct<br />

hergebruik, hergebruik na renovatie of<br />

recyclage.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 20


2.2.2. Warmteverliezen beperken<br />

Aandachtspunten<br />

► Zoveel mogelijk isoleren<br />

► De wanden goed (lucht)dicht maken<br />

49%<br />

Jaarlijks verbruik van een gezin (kWh/jaar)<br />

Verplaatsin<br />

gen<br />

54%<br />

Elektriciteit<br />

5%<br />

Sanitair<br />

warm<br />

water<br />

Jaarlijks verbruik van een gezin (kWh/jaar)<br />

Elektriciteit<br />

5%<br />

Besparing<br />

Verw arm.<br />

40%<br />

Sanitair W<br />

Water<br />

11%<br />

Verw arm.<br />

34%<br />

Verbruik van een huishouden in<br />

een woning K55 (boven)<br />

en in een woning K35<br />

(onder)<br />

Waarom?<br />

Door over te gaan van een isolatiepeil K55 naar een K45 peil<br />

vermindert het warmteverlies door transmissie van het gebouw met<br />

ongeveer 20%. Het theoretische globale verwarmingsverbruik<br />

(afhankelijk van de inbreng van gratis warmte, de kwaliteit van de<br />

verwarmingsinstallatie, het verlies door ventilatie), zal met iets meer<br />

dan 10% dalen.<br />

Belang van het verlies door infiltratie?<br />

De warmteverliezen door koudebruggen kunnen in extreme gevallen<br />

tot 9% van het totale verlies van het gebouw vertegenwoordigen.<br />

Daarnaast leveren koudebruggen een gevaar op condensatie op.<br />

Concreet?<br />

► Voor een hoog isolatieniveau zorgen door in de<br />

dichte wanden (wanden, daken, vloeren enz.)<br />

een maximale isolatiedikte na te streven.<br />

De ontwerpers een thermisch isolatieniveau voor<br />

het volledige gebouw voorschrijven (berekend<br />

volgens norm NBN B62-301) van maximum K45<br />

en ideaal K35.<br />

► De ontwerpers een maximale<br />

warmtetransmissiecoëfficiënt voorschrijven van<br />

o 0,4 W/m².K voor de gevels,<br />

o 0,3 W/m².K voor de daken en vloeren die in<br />

contact met buiten staan.<br />

► Streven naar wanden met een<br />

warmtetransmissiecoëfficiënt van<br />

o 0,3 W/m².K voor de gevels (equivalent van<br />

10 tot 12 cm minerale wol),<br />

o 0,15 W/m².K voor de daken (equivalent van<br />

30 cm minerale wol),<br />

► De wanden tussen het gebouw en aangrenzende<br />

gebouwen die misschien niet worden verwarmd<br />

isoleren (andere gebruiksuren, wijziging van de<br />

bestemming, leegstand, sloop…).<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 21


► Bij een renovatie van de buitenmuren, ze aan de<br />

buitenzijde isoleren om een<br />

warmteverliescoëfficiënt te verkrijgen van<br />

maximum 0,6 W/m²K, en ideaal 0,4 W/m²K.<br />

► Beglazing met lage emissiviteit kiezen.<br />

► De ontwerpers de tijd en de middelen geven om<br />

de technische details te bestuderen van de<br />

gevelaansluitingen (hoeken, aansluitingen van<br />

gevels met vloeren en daken, met balkons,<br />

vensteraanslagen, kozijnen, tabletten…), om de<br />

continuïteit van de isolatie en de luchtdichtheid<br />

te verzekeren.<br />

► De meest gebruikte ingangen van het gebouw<br />

voorzien van een sas.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 22


2.2.3. De configuratie van de vensters kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

De oppervlakte van de vensters volgens de oriëntatie van de gevels bepalen om<br />

► in de winter gratis zonnewarmte op te vangen,<br />

► oververhitting in de zomer te beperken,<br />

► voor een goede natuurlijke verlichting te zorgen.<br />

Waarom?<br />

Met een zuidelijke oriëntatie en met een "hoog rendement" glas neemt<br />

de behoefte aan warmte af naarmate de oppervlakte van het glas<br />

toeneemt: de bijkomende inbreng van zonnewarmte compenseert<br />

ruimschoots het verlies door transmissie.<br />

Een voorbeeld: in een typisch appartement neemt de behoefte aan<br />

verwarming met 4% af als de verhouding "glasoppervlakte op het<br />

zuiden/oppervlakte van het lokaal" van 12% toeneemt naar 18%.<br />

Bovendien kan men op een zuidelijke gevel een efficiënte zonwering<br />

aanbrengen met behulp van een afdak of een balkon, om<br />

oververhitting in de zomer te voorkomen. Dit doet geen afbreuk aan de<br />

gratis winst in de winter.<br />

Voor de andere liggingen leidt een te grote glasoppervlakte tot een<br />

overdreven stijging van het warmteverlies tegenover de inbreng van<br />

zonnewarmte. Toch is een minimale oppervlakte van 10% van de<br />

vloeroppervlakte van het lokaal nodig om voor een goede natuurlijke<br />

verlichting te zorgen.<br />

Naast hun oppervlakte beïnvloedt ook de configuratie van de vensters<br />

het niveau van de beschikbare natuurlijke verlichting. Hoge vensters<br />

bevorderen de natuurlijke verlichting (men mag ervan uitgaan dat een<br />

kamer een goede natuurlijke verlichting krijgt tot een diepte van 2 tot<br />

2,5 maal de vensterhoogte) terwijl beglaasde venstersteunen slechts<br />

minimaal bijdragen tot de verlichting van het lokaal.<br />

Concreet?<br />

► Bij een zuidelijke gevel voor grote<br />

vensteroppervlakten kiezen. Als de<br />

vensteroppervlakte echter groter is dan 18% van<br />

de vloeroppervlakte, efficiënte zonwering<br />

voorzien om het comfort in de zomer te<br />

verzekeren.<br />

► Voor de andere gevels een vensteroppervlakte<br />

voorzien van 10 tot 18% van de<br />

vloeroppervlakte van het lokaal.<br />

► Vensterdorpels in de mate van het mogelijke<br />

vermijden.<br />

► Beglaasde venstersteunen vermijden.<br />

► De nachtlokalen die aan bezonning blootgesteld<br />

zijn (noordoostelijke tot noordwestelijke<br />

oriëntatie) voorzien van een structurele externe<br />

zonwering (op het zuiden) of een mobiele<br />

zonwering (op het zuiden of voor de andere<br />

oriëntaties).<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 23


2.2.4. Een daktype kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

Een daktype kiezen volgens<br />

► de milieubalans van zijn materialen,<br />

► het potentieel voor de opvang van water<br />

► de mogelijkheid om het dak te beplanten<br />

Dak met extensieve beplanting<br />

Dak met weinig complexe intensieve<br />

beplanting<br />

Dak met complexe intensieve<br />

beplanting<br />

Waarom?<br />

Het dak kan andere functies vervullen dan alleen de<br />

bescherming van het gebouw: regenwater opvangen, een al<br />

dan niet toegankelijke groene ruimte vormen.<br />

De hoeveelheid regenwater die een dak kan opvangen, hangt<br />

af van de oppervlakte van het dak en van de aard van zijn<br />

bedekking. Niet alle soorten daken hebben hetzelfde<br />

rendement:<br />

Type van dak Opvangpercentage<br />

Schuin dak met bedekking van<br />

platen of pannen<br />

75 tot 95%<br />

Plat dak met bedekking van<br />

kunststof of bitumen<br />

80%<br />

Plat dak met bedekking van<br />

extensieve vegetatie<br />

50 tot 70%<br />

Plat dak met grintbedekking 60%<br />

Plat dak met weinig complexe<br />

intensieve vegetatie<br />

Plat dak met complexe<br />

intensieve vegetatie<br />

30 tot 40%<br />

10 tot 20%<br />

Een groendak heeft verschillende voordelen:<br />

- het werkt als een stormbekken, zodat het rioleringsnet bij<br />

zware regenval wordt ontlast dankzij een voorlopige opslag<br />

en een uitgestelde, verminderde en geleidelijke afvloeiing.<br />

Dit vermindert de frequentie van overstromingen in de<br />

risicodelen van het net.<br />

- het heeft een regelende invloed op het buitenklimaat,<br />

verbetert de luchtkwaliteit en ontwikkelt een dierlijke en<br />

plantaardige biotoop op het niveau van het gebouw zelf.<br />

- het geeft een lichte verbetering van de thermische isolatie<br />

van het dak (van 4% tot 16%, afhankelijk van het type van<br />

groendak) en van de akoestische isolatie.<br />

- het vormt eventueel een bijkomende recreatie-oppervlakte.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 24


Concreet?<br />

► Als een recuperatie van regenwater voorzien is,<br />

rekening houden met het aan het daktype<br />

gekoppelde rendement bij de keuze van het<br />

profiel (plat of schuin) en de bekleding.<br />

► Metalen dakbedekkingen vermijden (over het<br />

algemeen vereist de productie van metaal meer<br />

energie dan de productie van andere<br />

bedekkingsmaterialen).<br />

► Als de inplanting van een groene ruimte rond het<br />

gebouw onmogelijk is, de mogelijkheid en het nut<br />

bestuderen van een beplanting van het dak met<br />

extensieve of weinig complexe intensieve<br />

vegetatie.<br />

► Als men voor een dak met weinig complexe<br />

intensieve vegetatie kiest, een toegang tot het<br />

dak voorzien om de bewoners een<br />

recreatieruimte aan te bieden, zonder de<br />

minimale veiligheidsvereisten uit het oog te<br />

verliezen.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 25


2.3. De materialen kiezen<br />

2.3.1. Snel de hoofdmaterialen kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

► In de fase van het voorontwerp snel de materialen voor de ruwbouw en de grote<br />

oppervlakten van de binneninrichting kiezen.<br />

► De materialen kiezen volgens hun milieubalans.<br />

Waarom?<br />

Men moet een snelle beoordeling maken van de milieu-impact<br />

van de materialen die in grote hoeveelheden in het gebouw<br />

worden gebruikt, om een beperking van deze impact te<br />

verzoenen met de architecturale esthetiek. Hoe verder het<br />

project vordert, hoe moeilijker het wordt om de architecturale<br />

benadering die voor een gedeelte uit de materialen voorkomt<br />

te wijzigen.<br />

De milieubalans van een materiaal of een product omvat zijn<br />

volledige levensduur:<br />

- de hoeveelheid grondstof die voor de fabricage wordt<br />

gebruikt;<br />

- het energieverbruik en de uitstoot van polluenten tijdens<br />

de fabricage: winning van de grondstof, verwerking van de<br />

producten, verpakking…;<br />

- het energieverbruik en de uitstoot van polluenten voor het<br />

vervoer van de fabricageplaats naar de bouwplaats;<br />

- de risico's voor de gezondheid en het milieu;<br />

- de bestemming op het einde van de levensduur.<br />

Concreet?<br />

Materialen kiezen<br />

► die gemaakt zijn van hernieuwbare of in<br />

voldoende hoeveelheden beschikbare<br />

natuurlijke grondstoffen.<br />

Voorbeeld:<br />

- het materiaal "natuursteen" is in Europa in<br />

voldoende hoeveelheden aanwezig;<br />

- bedekkingen met Europese houtsoorten<br />

zijn gemaakt van hernieuwbare natuurlijke<br />

materialen.<br />

► die voor hun transformatie weinig energie<br />

vereisen.<br />

Voorbeeld:<br />

Structureel hout vereist een energieverbruik van<br />

+/- 1GJ/ton, gewapend beton +/- 2GJ/ton en<br />

staal tussen 32 en 100GJ/ton.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 26


► van lokale en/of Europese herkomst.<br />

Voorbeeld<br />

Kies een bedekking van Belgisch arduin in<br />

plaats van een bedekking van Chinees arduin.<br />

► die geen stoffen vrijgeven die schadelijk zijn<br />

voor de mens en het milieu, zoals stof,<br />

solventen, zware metalen…<br />

► die in de tijd hun kenmerken en prestaties<br />

behouden.<br />

► met een hoog gehalte recycleerbaar materiaal.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 27


2.3.2. De samenstelling van de buitenmuren en de binnenwanden kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

► Een of meer bedekkingen kiezen die bestand zijn tegen externe agressie en aangepast<br />

zijn aan de oriëntatie van de gevels.<br />

► "Zware" binnenwanden kiezen.<br />

Waarom?<br />

De buitenzijde van buitenwanden is blootgesteld aan externe agressie<br />

en dreigt te worden aangetast. Men moet dus een sterk materiaal<br />

kiezen, aangepast aan zijn omgeving en meer bepaald aan weer en<br />

wind.<br />

Voor lokalen die overdag worden gebruikt (woonkamer, kinderkamers)<br />

kunnen de binnenwanden<br />

- in de winter zonnewarmte opslaan,<br />

- in de zomer oververhitting voorkomen<br />

als ze gemaakt zijn van zware materialen en direct in contact staan<br />

met de omgevingslucht.<br />

Ze nemen de overdag geproduceerde warmte op en beperken<br />

daardoor de temperatuurpiek. De opgeslagen warmte wordt 's nachts<br />

geleidelijk aan afgestaan.<br />

In lokalen die alleen 's nachts worden gebruikt, zoals een slaapkamer<br />

voor volwassenen, moet de inertie laag zijn, om de overdag<br />

opgeslagen warmte te beperken en de kamer snel te laten afkoelen<br />

door ventilatie met koele buitenlucht.<br />

Concreet?<br />

► De bedekking als volgt kiezen:<br />

Gebruikstype 1 e keuze 2 e keuze Te mijden<br />

Sterk aan<br />

weersinvloeden<br />

blootgestelde<br />

buitenwand<br />

Weinig<br />

blootgestelde<br />

buitenwand<br />

Beschermde<br />

buitenwand<br />

Baksteen<br />

Natuursteen<br />

of<br />

kunststeen<br />

Baksteen<br />

Steen<br />

Bepleistering<br />

Houten<br />

beschot<br />

Metalen<br />

beschot<br />

Bepleistering<br />

Houten<br />

beschot<br />

Metalen<br />

beschot<br />

/ /<br />

Metalen<br />

beschot<br />

Houten<br />

beschot<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 28<br />

/


► Zware materialen kiezen voor de binnenwanden<br />

van lokalen die overdag worden gebruikt.<br />

Bijvoorbeeld voor de binnenwanden:<br />

o Massieve of geperforeerde betonblokken van<br />

minimum 10 cm of minimum 7,5 cm met<br />

bepleistering;<br />

o Massieve of geperforeerde baksteen van 10,5<br />

cm of meer.<br />

Guide-conseil pour la construction énergétique et durable de logements collectifs 29


2.3.3. De isolatie kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

Geen polyurethaanschuim en geëxtrudeerd polystyreen gebruiken.<br />

Waarom?<br />

Polyurethaan en geëxtrudeerd polystyreen zijn isolatiemiddelen<br />

waarvan de fabricage nauw gebonden is aan de chloor- en<br />

petroleumchemie. De gebruikte grondstoffen zijn niet hernieuwbaar.<br />

Deze twee isolatiemiddelen bevatten stoffen<br />

- die de ozonlaag afbreken (met name HCFK's)<br />

- die bij brand dodelijke gifgassen afgeven.<br />

Concreet?<br />

Voor de verschillende wanden de volgende<br />

materialen kiezen<br />

Gebruikstype 1 e keuze 2 e keuze Te mijden<br />

Vloerplaat<br />

Buitenwand -<br />

dubbele muur<br />

Schuin dak<br />

Plat dak<br />

Schuimglas<br />

Rotswol<br />

Glaswol<br />

Hennepwol<br />

Cellulosevlokken<br />

Rotswol<br />

Hennepwol<br />

Rotswol<br />

Glaswol<br />

Rotswol<br />

Glaswol<br />

Cellulosevlokken<br />

Glaswol<br />

Schuimglas<br />

Polyurethaan<br />

Geëxtrudeerd<br />

polystyreen<br />

Geëxpandeerd<br />

polystyreen<br />

Opmerking:<br />

De zogenaamde "natuurlijke" isolatiemiddelen, zoals stro, dierlijke wol,<br />

worden in deze gids bij gebrek aan voldoende objectieve technische<br />

informatie niet besproken.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 30


2.3.4. Het buitenschrijnwerk kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

► Goed isolerende en luchtdichte vensterramen kiezen<br />

► Het type van raam volgens zijn milieubalans kiezen<br />

► Een beglazing kiezen die isolatie, transmissie van de zonnestraling en transmissie van<br />

het licht met elkaar verzoent.<br />

Waarom?<br />

Om het warmteverlies van de volledige gebouwschil te beperken (zie<br />

punt 2.2.2), mag zo weinig mogelijk warmte via de vensters verloren<br />

gaan.<br />

De milieubalans van PVC-ramen is negatief:<br />

- bij brand geven ze schadelijke polluenten af,<br />

- het energieverbruik voor de productie is relatief hoog,<br />

- de gebruikte grondstoffen zijn voor het merendeel niet<br />

hernieuwbaar,<br />

- bij de fabricage en de opruiming komen veel polluenten vrij.<br />

Gemengde ramen (zoals hout en aluminium) zijn niet recycleerbaar,<br />

omdat het hout erg moeilijk van het metaal te scheiden is (in elkaar<br />

grijpende verbindingen en lijm).<br />

Tenslotte kost van aluminiumresten gemaakt aluminium 11 keer<br />

minder energie dan nieuw aluminium. Het materiaal heeft een zeer<br />

lange levensduur en vereist geen onderhoud.<br />

Het hout is, zowel op het niveau van zijn milieubalans als op vlak van<br />

thermische prestaties, een interessant materiaal voor ramen, voor<br />

zover er gekozen wordt voor de juiste houtsoort (eik, lariks, Douglas<br />

den) en „FSC“ of „PEFC“ gelabeld is<br />

Voor duurzame ontwikkeling ligt het probleem van hout in de bouw bij<br />

de behandeling, gezien tal van beschermingsproducten zijn uiterst<br />

schadelijk voor het milieu en de gezondheid van de mens.<br />

Houtsoorten zoals diegene hierboven aangehaald, vereisen slechts<br />

een lichte oppervlaktebehandeling (lazuur, verf of vernis) die echter<br />

regelmatig vernieuwd moet worden.<br />

Concreet?<br />

► Luchtdichte ramen en beglazing kiezen, met een<br />

warmtetransmissiecoëfficiënt van maximum 2,0<br />

W/m²K, en bij voorkeur 1,7 W/m²K.<br />

Bijvoorbeeld:<br />

- een raam van aluminium met thermische<br />

onderbreking dat 20% van de oppervlakte van<br />

het venster beslaat, met glas met lage<br />

emissiviteit (U = 1,1 W/m²K)<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 31


- een houten raam dat 30% van de oppervlakte<br />

beslaat en glas met lage emissiviteit (U = 1,1<br />

W/m²K)<br />

► De oppervlakte van het raam tegenover de<br />

oppervlakte van het venster zoveel mogelijk<br />

beperken.<br />

► De voorkeur geven aan ramen van hout of<br />

secundair aluminium.<br />

► Geen PVC-ramen gebruiken (een alternatief,<br />

weliswaar moeilijk recycleerbaar, is het gebruik<br />

van gemengde ramen van hout en metaal).<br />

► Zorgen dat de ramen een voldoende<br />

geluidsisolatie leveren voor de omgeving.<br />

► Glas met de volgende kenmerken kiezen:<br />

- warmtetransmissiecoëfficiënt U < 1,3 W/m²K,<br />

- zonnefactor g > 0,6 (hoeveelheid zonneenergie<br />

dat de beglazing doorlaat)<br />

- lichttransmissie > 0,70. (hoeveelheid licht dat<br />

de beglazing doorlaat)<br />

► Zorgen dat de opengaande delen een intensieve<br />

eenzijdige ventilatie bevorderen.<br />

► Voor houten ramen:<br />

- hout met minstens het label "FSC"(Forest<br />

Stewardship Council), zeker voor tropisch,<br />

Canadees of Siberisch hout<br />

- bij voorkeur hout met het label "PEFC"(Pan<br />

European Forest Certification).<br />

- hout met een natuurlijke weerstand, zoals<br />

eikenhout, kastanjehout, larikshout of<br />

Douglas-spar<br />

De houtbehandelingsproducten zorgvuldig kiezen<br />

en de voorkeur geven aan vernis of lakverf met<br />

natuurlijke harsen.<br />

Guide-conseil pour la construction énergétique et durable de logements collectifs 32


2.3.5. De vloerbedekkingen kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

► Isolerende vloerbedekkingen vermijden.<br />

► Rekening houden met de milieubalans<br />

► Lijm met een laag solventgehalte kiezen (tussen 0 en 5%)<br />

► Geen polyurethaanvernis en vernis met zure verharders gebruiken<br />

Waarom?<br />

Hoewel vloerbedekkingen als hout en vasttapijt heel wat voordelen<br />

hebben, verhinderen ze de warmte-opslag in de massa van de<br />

vloerplaat.<br />

Vloerbedekkingen van PVC zijn om de volgende redenen te mijden:<br />

- bij brand geven ze schadelijke polluenten af,<br />

- het energieverbruik voor de productie is relatief hoog,<br />

- de gebruikte grondstoffen zijn voor het merendeel niet<br />

hernieuwbaar,<br />

- bij de fabricage en de opruiming komen veel polluenten vrij.<br />

Veel vloerbedekkingen worden bevestigd met lijm (soepele<br />

vloerbedekkingen, textiel, hout…). Afhankelijk van de samenstelling en<br />

het solventgehalte kan lijm schadelijker zijn voor het milieu en voor de<br />

gezondheid van de mens dan de vloerbedekking zelf. Solventen<br />

maken deel uit van de vluchtige organische verbindingen die veel<br />

ziekten of allergieën veroorzaken.<br />

Voor de beschermende behandeling van vloeren zijn<br />

polyurethaanvernis en vernis met zure verharders om te volgende<br />

redenen te mijden:<br />

- zeer hoog solventgehalte<br />

- vrijkomen van schadelijke stoffen tijdens de toepassing<br />

Concreet?<br />

► Voor soepele vloerbedekkingen:<br />

- kurk<br />

- linoleum<br />

- rubber<br />

► Voor vloerbedekkingen van textiel: een product<br />

met het label "GuT"of "Greenline";<br />

► Voor houten vloerbedekkingen: een product met<br />

het label "FSC" (Forest Stewardship Council),<br />

zeker voor tropisch, Canadees of Siberisch<br />

hout; geef de voorkeur aan het label "PEFC"<br />

(Pan European Forest Certification);<br />

► Voor natuurlijke stenen vloerbedekkingen:<br />

natuursteen uit Europa;<br />

► Voor vloerbedekkingen van kunststeen: zuiver<br />

minerale kunststeen (steenresten en mineraal<br />

bindmiddel);<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 33


De volgende vloerbedekkingen komen in<br />

aanmerking:<br />

Type van<br />

kamer<br />

Inkomhal Tegels<br />

1 e keuze 2 e keuze Te<br />

mijden<br />

Steen<br />

Kunststeen<br />

Woonkamer Steen<br />

Keuken<br />

Badkamers<br />

Kunststeen<br />

Tegels<br />

Hout<br />

Slaapkamers Hout<br />

Linoleum<br />

Hout<br />

Linoleum<br />

Kurk<br />

Tegels Rubber<br />

Tegels Rubber<br />

Linoleum<br />

Vasttapijt<br />

Kurk<br />

Vasttapijt<br />

Vinyl<br />

Linoleum<br />

Vinyl<br />

Linoleum<br />

Hout<br />

Vinyl<br />

Tegels<br />

Vinyl<br />

► Bedekkingen die pigmenten op basis van zware<br />

metalen bevatten vermijden (meestal aanwezig<br />

in verf met felle kleuren).<br />

Guide-conseil pour la construction énergétique et durable de logements collectifs 34


2.3.6. De wandbedekkingen kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

► Verf of houtbehandelingsproduct met het Europese ecolabel of het label “NF<br />

environnement” kiezen<br />

► Felle kleuren vermijden<br />

Waarom?<br />

Verf en houtbehandelingsproducten zijn samengesteld uit<br />

bindmiddelen, solventen en verschillende andere materialen die<br />

gevaarlijk kunnen zijn voor het milieu en de gezondheid van de<br />

bewoners.<br />

Het Europese ecolabel garandeert voor verf:<br />

- een beperkt solventgehalte<br />

- het ontbreken van bepaalde metalen zoals lood, cadmium,<br />

hexavalent chroom, kwik,…<br />

- het ontbreken van biocide werkstoffen<br />

Het label “NF environnement” certificeert dat het product:<br />

- aan ecologische criteria voldoet: lage emissie van solventen, laag<br />

VOS-gehalte,…<br />

- aan technische criteria voldoet: dekvermogen, rendement,<br />

droogtijd,…<br />

Verf met pigmenten op basis van zware metalen en loodmenie is te<br />

mijden. Pigmenten op basis van zware metalen zijn meestal aanwezig<br />

in verf met felle kleuren.<br />

Concreet?<br />

► Voor de houtbehandeling (binnenwerk) komen de<br />

volgende producten in aanmerking:<br />

Behandeling 1 e keuze 2 e keuze Te mijden<br />

Lazuurverf of<br />

vernisverf<br />

Vernis<br />

Verf<br />

Boenwas<br />

Olie<br />

Lazuurverf<br />

met<br />

natuurlijke<br />

harsen<br />

Vernis met<br />

natuurlijke<br />

harsen<br />

Lakverf met<br />

natuurlijke<br />

harsen<br />

Natuurlijke<br />

was zonder<br />

solvent<br />

Lijnolievernis<br />

Lazuurverf met<br />

synthetische<br />

harsen<br />

Schellakvernis Acrylvernis<br />

Olieverf Acryllak<br />

/ /<br />

Impregnatie<br />

met olie en<br />

natuurlijke<br />

harsen<br />

Harde olie met<br />

natuurlijke<br />

harsen<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 35<br />

/<br />

/


► Voor een muurverf, kiezen voor:<br />

- dispersieverf op waterbasis met natuurlijke harsen<br />

- kalkverf<br />

- verf met silicaten en organosilicaten<br />

► Voor een verf, kiezen voor:<br />

- gemakkelijk vernieuwbare verf<br />

- verf die geen milieugevaarlijke<br />

renovatiebehandeling vereist<br />

Opmerking:<br />

Bij gebrek aan voldoende objectieve technische informatie, wordt<br />

behangpapier niet in de gids opgenomen.<br />

Noteer wel dat alle muurbekledingen op basis van PVC of vinyl te<br />

vermijden zijn.<br />

Faience-tegels worden in dit hoofdstuk niet beschreven, aangezien<br />

hun kenmerken gelijkaardig zijn aan tegels (zie hoofdstuk 2.3.5).<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 36


2.4. De technische systemen kiezen: verwarming, ventilatie,<br />

waterleiding en sanitair warm water<br />

2.4.1. De energiestroom van het verwarmingssysteem kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

► De mogelijkheid van warmtekrachtkoppeling als alternatief voor de klassieke keuzen<br />

onderzoeken<br />

► Het voordeel van de verschillende energiestromen evalueren<br />

Waarom?<br />

De verschillende energiebronnen die men kan gebruiken om<br />

een verwarmingsinstallatie te doen werken hebben niet<br />

dezelfde milieu-impact:<br />

o Gas is momenteel de brandstof met de kleinste lokale<br />

impact op het milieu.<br />

o Het rendement van elektrische verwarmingssystemen is dat<br />

van de elektriciteitscentrales. Bij de huidige centrales is dit<br />

ongeveer slechts 40%. Bovendien is elektrische warmte<br />

momenteel tweemaal duurder dan gas- of stookoliewarmte.<br />

o Warmtekrachtkoppeling (WKK) maakt de lokale productie<br />

van elektriciteit mogelijk met recuperatie van de warmte (uit<br />

de verbrandingsgassen van de generator, het koelwater en<br />

de smeerolie) mogelijk. Deze warmte kan worden gebruikt<br />

voor de productie van sanitair warm water of voor andere<br />

verwarming. Het totale rendement is dus beter dan dat van<br />

een gescheiden productie.<br />

Raadpleeg voor persoonlijk advies de facilitator<br />

warmtekrachtkoppeling van het <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk<br />

Gewest: facilitator.wkk@ibgebim.be, 0800 85 775.<br />

Concreet?<br />

► Warmtekrachtkoppeling (elektriciteit + warmte) in<br />

overweging nemen en een haalbaarheidsstudie<br />

aanvragen als het woongebouw groter is dan<br />

1000 m².<br />

► De voorkeur geven aan aardgas (met een<br />

condensatieketel)<br />

► Het gebruik van elektriciteit als<br />

verwarmingsenergie door het Joule-effect<br />

(directe of accumulatieverwarming) beperken tot<br />

een in de tijd begrensde bijverwarming met een<br />

onbeduidend verbruik.<br />

Elektriciteit enkel gebruiken voor een<br />

warmtepomp die haar warmte uit de bodem haalt.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 37


2.4.2. Het systeem voor de aanvoer van verse lucht kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

► Een systeem kiezen dat een efficiënte verwijdering van polluenten (vocht) verzekert.<br />

Mogelijke ventilatiesystemen in een<br />

woongebouw<br />

Systeem A<br />

Systeem C<br />

Systeem D<br />

Waarom?<br />

In de praktijk stelt de toepasselijke norm voor woningen 3<br />

systemen voor (een vierde, systeem B, wordt zeer zelden<br />

gebruikt):<br />

Systeem A: natuurlijke ventilatie.<br />

De lucht komt het gebouw direct binnen wordt<br />

op natuurlijke wijze door een schoorsteeneffect<br />

aangezogen.<br />

Systeem C: mechanische extractie.<br />

De lucht komt het gebouw direct binnen en<br />

wordt mechanisch verwijderd met behulp van<br />

een ventilator.<br />

Systeem D: mechanische ventilatie.<br />

De lucht wordt vaak verwarmd en gefilterd voor<br />

ze de lokalen binnenkomt. Ze wordt<br />

mechanisch aangeblazen en afgezogen.<br />

Elk systeem heeft voor- en nadelen:<br />

► Natuurlijke ventilatie:<br />

Een natuurlijk systeem bespaart op de kosten van de<br />

installatie van luchtgroepen en verdeelkanalen.<br />

Anderzijds zijn de kosten van de investering in<br />

gevelroosters niet te verwaarlozen. Hun prijs varieert<br />

sterk en hangt af van hun aanzicht, hun akoestische<br />

kwaliteiten, hun mogelijkheden voor manuele of<br />

automatische regeling van het luchtdebiet enzovoort.<br />

Het luchtdebiet dat uit het gebouw wordt afgevoerd hangt<br />

af van de weersomstandigheden en men is nooit zeker<br />

dat de ventilatie de woning volledig zal bestrijken.<br />

► Mechanische ventilatie:<br />

Mechanische afzuiging (systeem C) garandeert de<br />

efficiënte afvoer van vocht uit de sanitaire lokalen en de<br />

keuken. Ze maakt bovendien een regeling van het<br />

luchtdebiet volgens de behoeften mogelijk.<br />

Systeem D geeft een volledige beheersing van de<br />

hoeveelheid aangevoerde verse lucht en de hoeveelheid<br />

afgevoerde vervuilde lucht. Het maakt de terugwinning<br />

van warmte uit de afgevoerde lucht mogelijk. Dit levert<br />

een besparing op het verbruik van de luchtverwarming op<br />

die tot 85% kan bedragen.<br />

Concreet?<br />

De woningen ventileren met een systeem C of een<br />

systeem D met warmterecuperatie.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 38


2.4.3. Het waterleidingnet ontwerpen<br />

Aandachtspunten<br />

► Het gebouw uitrusten met een systeem voor de opvang van regenwater.<br />

Waarom?<br />

Gezien de vermindering van de beschikbare hoeveelheid zoet<br />

water, is het onverstandig om drinkwater voor alle dagelijkse<br />

huishoudelijke toepassingen te gebruiken: de spoeling van het<br />

toilet, de was, de schoonmaak, de hygiëne. Het gebruik van<br />

regenwater voor de voeding van toiletten en wasmachines is<br />

een natuurlijk alternatief.<br />

Opmerking: het WTCB raadt de bevoorrading van gootstenen,<br />

wastafels, badkuipen en douches met onbehandeld regenwater<br />

af. Er bestaat immers een sanitair risico (inslikken, contact met<br />

de huid…).<br />

De voeding van de toiletten met regenwater levert een<br />

gemiddelde besparing op van 30 liter water/dag/persoon (11<br />

m³/jaar/persoon of 33 €/jaar/persoon).<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 39


De voeding van de wasmachines met regenwater levert een<br />

gemiddelde besparing op van 24 liter water/dag/persoon (9<br />

m³/jaar/persoon of 27 €/jaar/persoon, aangevuld met de<br />

besparing op wasmiddelen).<br />

De terugverdientijd van een installatie voor de opvang van<br />

regenwater varieert van 6 tot 14 jaar.<br />

Zie http://www.biwd.be voor de drinkwatertarieven (3,06€/m³<br />

vanaf een verbruik van meer dan 60m³).<br />

Concreet?<br />

► Het gebouw uitrusten met een systeem voor de<br />

opvang van regenwater<br />

► De spoelbakken van het gebouw met regenwater<br />

voeden<br />

► Ook de wasmachines en de aftappunten voor het<br />

onderhoud van de interne en externe<br />

gemeenschappelijke ruimten in de mate van het<br />

mogelijke met regenwater voeden.<br />

► De regenput dimensioneren om aan minstens<br />

80% van de dagelijkse behoefte aan water voor<br />

de spoeling van de WC’s te voldoen.<br />

► Een regenput van gewapend beton kiezen. Als<br />

dat niet kan, een regenput van kunststof kiezen<br />

waarvan de bodem met grint en de wanden met<br />

kalksteen bedekt zijn.<br />

► De bewoners informeren over de zachtheid van<br />

regenwater, dat een veel lager verbruik van<br />

detergent en wasmiddelen mogelijk maakt.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 40


2.4.4. De energievector voor de bereiding van sanitair warm water kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

► De installatie van zonnepanelen in overweging nemen.<br />

Waarom?<br />

De verschillende energiebronnen die men kan gebruiken<br />

om sanitair warm water te bereiden hebben niet dezelfde<br />

milieu-impact:<br />

o Zonne-energie, gecombineerd met een bijverwarming<br />

(men kan niet doorlopend op de zon rekenen) is de<br />

meest ecologische energiebron.<br />

Afhankelijk van de toepassing kan de prijs van een<br />

kWh zonne-energie vergelijkbaar zijn met die van<br />

brandstof tegen de huidige prijzen. Maar hij is vooral<br />

stabiel en tijdens de volledige levensduur van de<br />

installatie (minimum 25 jaar) gegarandeerd, wat niet<br />

geldt voor de prijzen van fossiele brandstoffen.<br />

o Gas is momenteel de brandstof met de kleinste lokale<br />

impact op het milieu en maakt een gemakkelijke<br />

decentralisering van de productie en dus de<br />

afschaffing van de recirculatiekring mogelijk.<br />

o Het rendement van elektrische systemen voor sanitair<br />

warm water is dat van de elektriciteitscentrales. Bij de<br />

huidige centrales is dit slechts ongeveer 40%.<br />

Bovendien is elektrische warmte momenteel<br />

tweemaal duurder dan gas- of stookoliewarmte.<br />

Concreet?<br />

Het nut van de installatie van zonnepanelen<br />

bestuderen. Raadpleeg voor informatie, advies of<br />

financiële steun de facilitator “Hernieuwbare<br />

energie, grote systemen”:<br />

facilitator.grote.hernieuwbaar@ibgebim.be<br />

0800 85 775<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 41


2.5. Lokalen inrichten voor de sortering van huishoudelijk afval<br />

Aandachtspunten<br />

► Een individuele sorteerruimte voor elke woning voorzien<br />

► Een gemeenschappelijke opslagruimte voorzien<br />

Waarom?<br />

Ondanks de invoering van een selectieve ophaling van huisvuil,<br />

blijft de hoeveelheid geproduceerd afval voortdurend toenemen.<br />

Het <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest heeft in 2002 gemiddeld<br />

225 kg niet-gesorteerd afval per inwoner ingezameld en 360 kg<br />

per inwoner in totaal (som van het selectieve afval en het grote<br />

huisvuil). Dit komt neer op 1 kg afval per dag en per inwoner.<br />

Opdat de huishoudens hun afval efficiënt zouden sorteren,<br />

moeten zij:<br />

- over voldoende sorteer- en opslagruimte beschikken,<br />

- goed geïnformeerd zijn,<br />

- gesensibiliseerd worden.<br />

Concreet?<br />

► Voor elke woning een individuele sorteerruimte<br />

voorzien, bij voorkeur in de keuken, die<br />

voldoende groot is voor de opslag van minstens<br />

de 3 verplichte vuilniszakken van het <strong>Brussel</strong>s<br />

Gewest:<br />

o de blauwe zak voor plastic en blik,<br />

o de gele zak voor papier<br />

o en de witte zak voor niet-gesorteerd<br />

huishoudelijk afval.<br />

► Goed geventileerde en verluchte<br />

gemeenschappelijke opslagruimten voorzien,<br />

aangepast aan de behoeften van het gebouw<br />

(aantal woningen, aantal bewoners, frequentie<br />

van de ophaling…).<br />

► Deze lokalen op een normale route van de<br />

bewoners inplanten, ideaal op de<br />

benedenverdieping, dichtbij de inkomhallen.<br />

► Deze lokalen inrichten voor een gemakkelijk<br />

onderhoud (betegeling, aftappunt voor water,<br />

vloersifon…).<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 42


► Een directe, expliciete informatie nastreven (niet<br />

uitsluitend posters of bordjes):<br />

o Via de conciërge, de eigenaar of een andere<br />

persoon die dicht bij de bewoners staat<br />

o Door middel van een signaletiek op alle<br />

uitrustingen<br />

o Door middel van een sorteergids die aan elk<br />

huishouden wordt uitgedeeld.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 43


3. PROJECT<br />

3.1. Het verbruik van drinkwater beperken<br />

Aandachtspunten<br />

► Het waterleidingnet ontwerpen en de aftappunten kiezen om het verbruik van<br />

drinkwater te beperken.<br />

Bron: WTCB<br />

Waarom?<br />

In de afgelopen vijftig jaar is de op aarde beschikbare<br />

hoeveelheid zoet water per inwoner en per jaar met de helft<br />

verminderd. Bovendien stelt men vast dat de kwaliteit van het<br />

opgevangen water steeds minder goed wordt en dat de<br />

behandeling die nodig is om het drinkbaar te maken<br />

voortdurend omslachtiger en duurder wordt.<br />

Drinkwater wordt echter voornamelijk gebruikt voor<br />

toepassingen waarvoor het niet onmisbaar is: de was,<br />

schoonmaak, toiletten.<br />

Bovendien vormen waterlekken een grote bron van verspilling.<br />

Het is dus de bedoeling het verbruik van drinkwater met 70% te<br />

verminderen. Dit zou het mogelijk maken:<br />

- het dagelijkse verbruik van elke bewoner van 120 liter naar<br />

gemiddeld 36 liter te verlagen,<br />

- of het jaarlijkse verbruik van 44 m³/jaar/bewoner te verlagen<br />

naar 13 m³/jaar/bewoner.<br />

Dit doel kan worden bereikt als:<br />

- lekken snel worden opgespoord,<br />

Een goede kennis van het waterleidingnet is essentieel<br />

voor het beheer, het onderhoud en de bewaking. Het<br />

maakt een snelle identificatie mogelijk van de plaatsen<br />

waar bij een lek moet worden ingegrepen.<br />

- de gebruikers geresponsabiliseerd worden,<br />

De aanwezigheid van een aftelmeter in elke<br />

huureenheid maakt de beheersing van het verbruik van<br />

elke eenheid mogelijk door de bewoner een gevoel van<br />

verantwoordelijkheid te geven; lekken in de<br />

verdeelleiding van elke entiteit kunnen bovendien snel<br />

worden opgespoord.<br />

- het debiet van de aftappunten beperkt is (zonder het<br />

comfort in het gedrang te brengen),<br />

Sanitaire toestellen zijn ontworpen om op een druk van<br />

1 tot 3 bar te werken. Een hogere druk leidt tot een<br />

vermeerdering van het debiet zonder het comfort van<br />

de gebruiker te verbeteren.<br />

De toestellen kunnen bij een zelfde gebruik een<br />

verschillend verbruik opleveren.<br />

- voor bepaalde toepassingen regenwater wordt gebruikt.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 44


Een tweeknopsmengkraan heeft twee<br />

knoppen, een voor warm en een voor<br />

koud water.<br />

Voor een rationeel gebruik zonder<br />

verspilling vereist een eengreepsmengkraan<br />

een goede kennis van haar<br />

werking en een mate van discipline. De<br />

mengkraan is immers een kraan met<br />

een enkele hendel waarmee men<br />

tegelijkertijd:<br />

- warm en koud water kan<br />

mengen (zijwaartse<br />

beweging van de hendel)<br />

- het debiet van het water kan<br />

regelen (verticale beweging<br />

van de hendel)<br />

Concreet?<br />

► Van het bouwbedrijf een “as built” plan van het<br />

waterleidingsnet en het afvoernet eisen. Dit plan<br />

moet de hoofdmeter identificeren, de inplanting<br />

van de kolommen voor de aanvoer en afvoer van<br />

water, de inspectieputten, de verschillende<br />

aftakkingen, de inplanting van elke kraan,…<br />

► Het net uitrusten met evenveel aftelmeters als er<br />

woningen in het gebouw zijn.<br />

► Een drukbegrenzer voorzien op het toevoernet,<br />

om de druk tot ongeveer 3 bar te beperken.<br />

► Alle WC’s uitrusten met een spoelbak met<br />

dubbele bediening.<br />

► In kleine woningen liever een douche dan een<br />

badkuip plaatsen. In grotere woningen met twee<br />

badkamers, slechts één badkuip plaatsen.<br />

► De douches uitrusten met spaardouchekoppen (5<br />

tot 10 l/min).<br />

► In de keukens dubbele gootstenen voorzien, om<br />

het afspoelen onder de kraan te voorkomen.<br />

► Regenwater gebruiken voor de voeding van de<br />

WC’s, wasmachines (zie punt 2.4.3) en<br />

tappunten voor het sproeien en onderhoud.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 45


3.2. Het verwarmingssysteem goed ontwerpen<br />

3.2.1. De ketel kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

► De voorkeur geven aan een collectieve stookinstallatie.<br />

► Als aardgas beschikbaar is, een condensatieketel kiezen.<br />

► De kring aanpassen aan deze technologie.<br />

Waarom?<br />

Collectieve of individuele verwarming?<br />

Een gecentraliseerde verwarming is vooral voordelig op<br />

het vlak van:<br />

- de centralisatie van het beheer en het onderhoud,<br />

- de mogelijkheid om een juist gedimensioneerde<br />

installatie te kiezen (de op de markt beschikbare<br />

individuele ketels zijn veel te krachtig voor de<br />

behoeften van een appartement),<br />

- de keuze van de efficiëntste technologie.<br />

Condensatieketel<br />

De technologie met condensatie van de rookgassen<br />

maakt in een goed bestudeerde installatie de recuperatie<br />

mogelijk van een groot gedeelte van de warmte die<br />

normaal door de schoorsteen zou ontsnappen. Men kan<br />

een onmiddellijk rendement bereiken van ongeveer<br />

108%, vergeleken met het rendement van een<br />

traditionele ketel met “hoog rendement” van ongeveer<br />

92 %.<br />

In de praktijk maken gasketels met condensatie een<br />

gemiddelde daling van het verbruik mogelijk van 6 tot 9%<br />

in vergelijking met de beste traditionele gas- en<br />

stookolieketels.<br />

Opgelet: opdat een condensatieketel het verwachte hoge<br />

rendement werkelijk zou leveren, moet de hydraulische<br />

kring zo worden ontworpen dat het water van de<br />

radiatoren op een zo laag mogelijke temperatuur naar de<br />

ketel terugkeert.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 46


Concreet?<br />

► Zowel bij collectieve als bij individuele<br />

verwarming investeren in een condensatieketel,<br />

die een optimaal rendement oplevert.<br />

Opmerking: de lichte meerprijs van een<br />

condensatieketel tegenover ander ketels wordt<br />

vaak door premies gecompenseerd.<br />

► De ontwerpers de nodige tijd en middelen geven<br />

om de hydraulische kring te bestuderen die de<br />

condensatie in de ketel zal maximaliseren.<br />

► De ontwerper moet ook aandacht besteden aan<br />

de keuze van de individuele condensatieketel<br />

(rendementsattest, interne hydraulica, regeling<br />

die de condensatie bevordert).<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 47


3.2.2. De warmwaterverdeling ontwerpen<br />

Aandachtspunten<br />

► De warmteverliezen in het net beperken.<br />

► Het voor de circulatie van het water vereiste verbruik beperken.<br />

► De distributie opsplitsen volgens de bezetting<br />

Waarom?<br />

Verlies in de leidingen<br />

Een leiding die verwarmingswater door een onverwarmde<br />

ruimte vervoert (stookruimte, geventileerde koker, goot)<br />

leidt tot grote verliezen.<br />

Grootteorde:<br />

1 m stalen buis van 1 duim diameter, niet geïsoleerd, die<br />

warm water van 70°C vervoert door een omgeving van<br />

20°C, heeft een verlies dat overeenkomt met het verbruik<br />

van een gloeilamp van 60 W. Zou men deze lamp in de<br />

stookruimte doorlopend laten branden?<br />

Circulatiepompen<br />

Het vermogen van de circulatiepompen wordt vaak<br />

bepaald op basis van een schatting van het drukverlies.<br />

Voor de veiligheid kiest men een circulatiepomp van een<br />

zwaarder model. Resultaat: in de meeste installaties is<br />

het debiet in het net groter dan nodig. Dit leidt tot een<br />

daling van het rendement van de circulatiepomp en een<br />

meerverbruik van elektriciteit gedurende het volledig jaar<br />

(volgens een Zwitserse studie meer dan 10 keer meer).<br />

Toerentalgeregelde circulatiepompen maken het mogelijk<br />

het reële debiet in elke kring aan te passen aan het<br />

noodzakelijke debiet en voorkomen dus dit probleem van<br />

overdimensionering.<br />

Distributie per appartement<br />

Elke bewoner de mogelijkheid geven om zijn verwarming<br />

zelf te regelen is duidelijk een positieve boodschap voor<br />

energiebeheer.<br />

Concreet?<br />

► Een centrale positie voor de stookinstallatie<br />

kiezen, om de lengte van de leidingen van de<br />

verdeelkring voor warm water te beperken en<br />

daardoor het verbruik van de circulatiepompen te<br />

verminderen.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 48


► De ruime dimensionering van de leidingen<br />

financieren die nodig is om het verbruik van de<br />

circulatiepompen te beperken.<br />

► Het isolatiebudget voor de leidingen, met<br />

inbegrip van bochten en kranen, niet beperken.<br />

Isolatie is altijd zeer rendabel. Ze wordt in 1 jaar<br />

terugverdiend door de energiebesparing.<br />

Grootteorde: de te plannen dikte van de isolatie<br />

komt overeen met de diameter van de leiding.<br />

► Toerentalgeregelde circulatiepompen kiezen.<br />

Ze maken het mogelijk het reële debiet in de<br />

kring aan te passen aan het noodzakelijke debiet<br />

en elimineren dus het<br />

overdimensioneringsprobleem.<br />

Hun meerprijs wordt snel terugverdiend door de<br />

vermindering van het elektriciteitsverbruik, als ze<br />

bij de indienstneming correct worden afgesteld.<br />

De circulatiepomp met veranderlijke snelheid is<br />

ook aanbevolen voor individuele<br />

condensatieketels, aangezien ze de<br />

onvermijdelijke overdimensionering van de in de<br />

ketels ingebouwde circulatiepompen tegengaat.<br />

Ze bevordert bovendien de condensatie door<br />

doorlopend een lagere temperatuur mogelijk te<br />

maken van het water dat de ketel voedt.<br />

► Als het gebouw lokalen omvat die niet bestemd<br />

zijn voor bewoning en die niet permanent worden<br />

gebruikt (winkel, gemeenschappelijke zaal enz.),<br />

een afzonderlijke verdeelkring met een eigen<br />

regeling voorzien.<br />

De mogelijkheid overwegen dat elk appartement<br />

gevoed wordt door een eigen recirculatiekring,<br />

voorzien van een regelkraan met<br />

kamerthermostaat (let echter op dat de<br />

hydraulica de condensatie in de collectieve ketel<br />

niet verstoort).<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 49


3.2.3. De regeling kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

► De voorkeur geven aan eenvoudig te gebruiken systemen.<br />

► Nachtverlaging van de verwarming voorzien.<br />

► De condensatie in de ketel bevorderen.<br />

► De gratis warmtewinsten benutten.<br />

Waarom?<br />

Eenvoudige systemen<br />

Veel geavanceerde (centrale of individuele)<br />

regelsystemen leiden tot meerverbruik omdat de<br />

beheerder van het gebouw of de bewoner van de woning<br />

ze niet correct gebruikt. De gebruiksvriendelijkheid van<br />

de weergave en de afstelling zijn dus uiterst belangrijk<br />

voor de keuze van de regelapparatuur.<br />

Onderbreking<br />

Een nachtverlaging of intermittentie van de verwarming<br />

levert een energiebesparing op van 5 tot 10%, afhankelijk<br />

van de inertie en het isolatieniveau van het gebouw.<br />

Condensatieketel<br />

De prestaties van een (individuele of collectieve)<br />

condensatieketel hangen af van zijn watertemperatuur:<br />

hoe kouder het water, hoe beter de rookgassen<br />

condenseren en hoe meer warmte wordt gerecupereerd.<br />

Men moet er dus voor zorgen dat de regeling de<br />

watertemperatuur van de ketel zo nauwkeurig mogelijk<br />

aanpast aan de behoeften.<br />

Thermostaatkranen<br />

Een appartement ontvangt per jaar gemiddeld 3500 kWh<br />

gratis warmte (zon, huishoudelijke toestellen…). Dit komt<br />

overeen met 350 m³ gas. Alleen thermostaatkranen op de<br />

radiatoren kunnen hiermee rekening houden door het<br />

waterdebiet in de radiatoren automatisch te beheren.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 50


Illustratie: Bénédicte Beeckmans<br />

Concreet?<br />

► Een regeling met een eenvoudige afstelling<br />

kiezen.<br />

► Een begrijpelijke gebruiksaanwijzing voor de<br />

regeling eisen.<br />

Eisen dat de beheerder van het gebouw wordt<br />

opgeleid in het gebruik van de regeling van de<br />

collectieve stookinstallatie.<br />

► Een regeling met klok kiezen.<br />

Bij een gecentraliseerde verwarming een<br />

nachtelijke onderbreking programmeren.<br />

► Bij een collectieve stookinstallatie de<br />

temperatuur van het water in de leidingen en in<br />

de ketel afstellen volgens de buitentemperatuur.<br />

Bij individuele verwarming, de condensatieketel<br />

bedienen met een modulerende<br />

kamerthermostaat.<br />

► De radiatoren uitrusten met thermostaatkranen<br />

en de gebruikers informeren over hun nut en<br />

werking.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 51


3.3. Het systeem voor aanvoer van verse lucht ontwerpen<br />

De verwarming van de hygiënische verse lucht vertegenwoordigt bijna de helft van<br />

het verwarmingsverbruik van een geïsoleerd gebouw. Om deze post te verminderen,<br />

moet men bij het ontwerp van het ventilatiesysteem een bijzondere aandacht wijden:<br />

> aan de hoeveelheid verse lucht die het gebouw binnenkomt,<br />

> aan de beperking van de energie voor de verwarming van de verse lucht,<br />

> aan de verdeling, als een mechanische ventilatie wordt gebruikt.<br />

3.3.1. De hoeveelheid verse lucht die het gebouw binnenkomt bepalen<br />

Aandachtspunten<br />

De aanvoer van verse lucht beperken<br />

► door een rationele dimensionering van de installatie,<br />

► door een efficiënt beheer van het luchtdebiet.<br />

Voorbeeld van een zelfregelend<br />

rooster<br />

De soepele klep (in de cirkel) verkleint<br />

de doorsnede van de opening<br />

automatisch wanneer de winddruk<br />

toeneemt.<br />

Hygroregelbare afzuigmond: de<br />

opening wordt aangepast door een<br />

vlechtwerk dat volgens de<br />

vochtigheidsgraad uitzet of inkrimpt<br />

Waarom?<br />

Het verbruik voor de ventilatie is recht evenredig met<br />

het luchtdebiet, zowel op het vlak van het<br />

brandstofverbruik (voorverwarming van de lucht) als op<br />

dat van het elektriciteitsverbruik (ventilatoren voor het<br />

vervoer van de lucht).<br />

Men moet dit debiet dus beperken tot het minimum dat<br />

nodig is om het comfort van de bewoners te verzekeren.<br />

Concreet?<br />

► De door norm NBN D50-001 voorgestelde<br />

ventilatiedebieten niet met meer dan 20%<br />

overschrijden.<br />

► In het geval van een systeem C,<br />

luchttoevoerroosters kiezen:<br />

o met een zelfregeling die hun opening aanpast<br />

aan de winddruk<br />

o of met “hygroregeling”, die de opening<br />

automatisch aanpast aan de<br />

vochtigheidsgraad van de lucht.<br />

► In het geval van een systeem C kunnen de<br />

afzuigopeningen eveneens een systeem voor de<br />

opening volgens de vochtigheidsgraad omvatten.<br />

De snelheid van de ventilator wordt dan geregeld<br />

volgens de druk in het net.<br />

Vergeleken met een systeem C zonder regeling,<br />

maakt een systeem C met hygroregeling een<br />

energiebesparing van ongeveer 30 % mogelijk.<br />

De meerprijs wordt in 3 tot 6 jaar terugverdiend.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 52


3.3.2. De verwarming van verse lucht in een mechanisch systeem beperken<br />

Aandachtspunten<br />

► De warmte uit de afgezogen lucht terugwinnen.<br />

► De lucht natuurlijk laten voorverwarmen door de bodem.<br />

Platenwarmtewisselaar<br />

Waarom?<br />

Het brandstofverbruik voor de ventilatie is recht<br />

evenredig met het temperatuurverschil tussen de verse<br />

lucht en de uit het gebouw afgevoerde vervuilde lucht.<br />

Om dit verbruik te verlagen, kan men proberen de<br />

temperatuur van de verse lucht te verhogen.<br />

De verse lucht wordt meestal direct buiten het gebouw<br />

opgenomen. Men kan ze echter vaak voorverwarmen<br />

door warmte die in of rond het gebouw verloren gaat<br />

terug te winnen.<br />

Concreet?<br />

► Systemen D uitrusten met een<br />

warmterecuperator met een minimaal rendement<br />

van 85%. In dit geval zal de werking permanent<br />

zijn (zie boven).<br />

Vergeleken met een systeem C zonder regeling,<br />

levert een systeem D met warmterecuperator een<br />

besparing van meer dan 60% op het verbruik<br />

voor de ventilatie op, rekening houdend met de<br />

verwarming van de lucht en het<br />

elektriciteitsverbruik van de ventilatoren.<br />

► De mogelijkheid bestuderen om de verse lucht<br />

door een aardwarmtewisselaar te laten lopen.<br />

Deze techniek levert een besparing op van 20 tot<br />

25% op de verwarming van de verse lucht. Ze<br />

maakt ook een natuurlijke koeling van de lucht in<br />

de zomer mogelijk. Men moet een bijzondere<br />

aandacht wijden aan de mogelijkheid om de<br />

leidingen te onderhouden.<br />

► Aanblaasmonden kiezen die lucht op gematigde<br />

temperatuur (16°C) kunnen afgeven zonder<br />

ongemak te veroorzaken. Dit maakt het gebruik<br />

van een luchtgroep voor de naverwarming van de<br />

lucht als aanvulling op de recuperator overbodig.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 53


3.3.3. Het distributienet van een mechanisch ventilatiesysteem ontwerpen<br />

Aandachtspunten<br />

► Efficiënte ventilatoren financieren<br />

► Het systeem zo ontwerpen dat drukverliezen in het net beperkt worden<br />

► Toezien op de afdichting van toevoerkanalen<br />

Waarom?<br />

In een mechanisch ventilatiesysteem hangt het<br />

elektriciteitsverbruik van de ventilatoren af van hun<br />

rendement en van het drukverlies in het net.<br />

Dit drukverlies is een daling van de luchtdruk in het<br />

distributienet. Het wordt veroorzaakt door de wrijving van<br />

de lucht tegen de wanden van de kanalen, door<br />

veranderingen van richting en door diverse obstakels.<br />

Om in een kronkelende leiding hetzelfde debiet aan te<br />

blazen als in een rechte leiding, moet de ventilator<br />

harder werken en verbruikt hij dus meer energie.<br />

Een goed afgedicht net garandeert dat de door de<br />

ventilator verplaatste lucht haar bestemming bereikt (in<br />

sommige slecht ontworpen nieuwe netten moet men het<br />

blaasdebiet van de ventilator soms verdubbelen om in de<br />

lokalen een goed debiet te krijgen…).<br />

Concreet?<br />

► Ervoor zorgen dat het door de ventilator<br />

opgenomen elektrisch vermogen niet groter is<br />

dan 0,21 W/m³/u<br />

► Efficiënte ventilatoren financieren. Het<br />

rendement moet minstens 60% zijn voor laag<br />

debiet en tot 80% gaan voor hogere debieten.<br />

► De voorkeur geven aan ventilatoren met<br />

gelijkstroommotor.<br />

► Een kort net voorzien, met weinig bochten en<br />

afwijkingen.<br />

► Ronde leidingen kiezen, met afdichtingen aan de<br />

verbindingen.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 54


Voorbeeld: “lange” aansluitingen<br />

beperken wervelingen en dus<br />

drukverlies.<br />

► De luchtkanalen ruim dimensioneren.<br />

Voor een gelijk vervoerd debiet, daalt het<br />

vermogen en het verbruik van de ventilator met<br />

een factor 32 als de diameter van het luchtkanaal<br />

verdubbelt!<br />

► Toebehoren met een gering drukverlies kiezen<br />

en financieren: filters, bochten, verbindingen<br />

tussen ventilatoren en kanalen, inlaatroosters,<br />

geluiddempers enz.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 55


3.4. Het systeem voor de bereiding van sanitair warm water goed<br />

ontwerpen<br />

Om het systeem voor de productie van sanitair warm water goed te ontwerpen, moet<br />

men in de eerste stappen van de uitwerking van het project aandacht wijden aan:<br />

> de beperking van de behoeften aan warm water,<br />

> het ontwerp van het productiesysteem<br />

> het ontwerp van het verdeelsysteem<br />

> de keuze van de toestellen<br />

3.4.1. De behoeften bepalen en beperken<br />

Aandachtspunten<br />

►<br />

Verdeelapparaten kiezen die de hoeveelheid gebruikt water beperken<br />

Eengreepsmenkranen blijven vaak<br />

onnodig op de stand “lauw” staan. Ze<br />

zijn te mijden: geef de voorkeur aan<br />

tweeknopsmengkranen.<br />

Waarom?<br />

De belangrijkste energiebesparing op sanitair warm water<br />

wordt gerealiseerd<br />

door de beperking van de hoeveelheid<br />

verbruikt<br />

water.<br />

Een bad kost bijvoorbeeld ongeveer 0,50 € (100 liter<br />

warm water en 5 kWh energie) en een douche<br />

ongeveer<br />

0,20<br />

€ (40 liter water en 2 kWh energie).<br />

Concreet?<br />

► Voor alle sanitaire toestellen de mogelijkheid<br />

bestuderen om het waterdebiet, de aftaptijd en<br />

het temperatuurniveau te beperken:<br />

straalbrekers, spaardouchekoppen, drukknoppen<br />

met automatische stop, kranen<br />

met elektronisch<br />

oog, ergonomische knoppen.<br />

► Eengreepsmengkranen op wastafels en<br />

gootstenen vermijden. Ergonomische kranen<br />

kiezen (emmers vullen…). In de keuken dubbele<br />

gootstenen plaatsen om<br />

kraan te voorkomen.<br />

afwassen onder de<br />

►<br />

Als de ligging van het gebouw een hoge druk op<br />

het net veroorzaakt, aan het vertrek van de<br />

installatie een drukbegrenzer plaatsen om<br />

het<br />

debiet op alle aftappunten te verlagen.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 56


3.4.2. Het productiesysteem voor sanitair warm water ontwerpen<br />

Aandachtspunten<br />

► Een systeem kiezen dat aangepast is aan de situatie<br />

► De watertemperatuur beheersen om de ontwikkeling van legionella te voorkomen<br />

► De prestaties van condensatieketels niet aantasten<br />

Gecombineerde productie van<br />

verwarming en sanitair warm water<br />

Waarom?<br />

Gecentraliseerde of gedecentraliseerde<br />

installatie?<br />

Een gedecentraliseerde warmwaterproductie (wandketel,<br />

al dan niet gecombineerd met verwarming) voorkomt het<br />

permanente verlies van de recirculatiekring, het verlies in<br />

de opslag en het permanent op temperatuur houden van<br />

een ketel.<br />

Het comfort is echter vaak minder<br />

(temperatuurschommeling in doorstroomverwarmers) en<br />

de gedecentraliseerde productie maakt geen<br />

voorverwarming van het water met zonne-energie<br />

mogelijk.<br />

Een gecentraliseerde verwarming kan dus<br />

gerechtvaardigd worden om de investeringen te<br />

rationaliseren, het beheer en onderhoud te centraliseren<br />

of zonne-energie te kunnen gebruiken.<br />

Legionella bestrijden?<br />

Een tertiaire installatie is gevoelig voor de ontwikkeling<br />

van deze bacterie, die zich sterk vermenigvuldigd op een<br />

temperatuur tussen 30 en 40°C. Dit wordt vaak opgelost<br />

door de temperatuur van de warmwaterproductie op 60°C<br />

te houden.<br />

Productie van sanitair warm water en<br />

condensatieketels<br />

De strijd tegen de ontwikkeling van legionella leidt nu dus<br />

tot een productie en distributie van sanitair warm water<br />

op hoge temperatuur (60°C). Dit veroorzaakt op zich<br />

geen meerverbruik, maar vereist een betere isolatie van<br />

de uitrusting en gaat in tegen de huidige technologische<br />

evolutie naar een productie van warmte op lage<br />

temperatuur, meer bepaald door middel van<br />

condensatieketels.<br />

Concreet?<br />

► Het opslagvat en/of de recirculatiekring<br />

dimensioneren en configureren voor water van<br />

60°C.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 57


Een temperatuur van minder dan 55°C leidt tot<br />

een gevaar op legionella, een te hoge<br />

temperatuur leidt tot energieverlies.<br />

Deze permanente “hoge temperatuur” van het<br />

water veronderstelt een goede isolatie van het<br />

vat en van de leidingen, en de keuze van<br />

gepaste materialen voor de leidingen.<br />

► Als de bereiding van sanitair warm water door<br />

een individuele condensatieketel wordt verzorgd,<br />

een ketel met een overgedimensioneerde<br />

warmtewisselaar voor sanitair warm water<br />

kiezen, om voor de productie van sanitair warm<br />

water een ketel met lage temperatuur te kunnen<br />

gebruiken.<br />

In het geval van een collectieve stookinstallatie,<br />

een condensatieketel met twee teruglopen<br />

kiezen, zodat men het sanitaire vat op de warme<br />

terugloop van de ketel kan aansluiten en de<br />

radiatoren op de condensor.<br />

Deze twee eisen maken de condensatie in de<br />

ketel mogelijk, ook bij de productie van sanitair<br />

warm water. Dit geeft het beste rendement.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 58


3.4.3. Performante, veilige toestellen kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

► Opletten bij de keuze van individuele gasverwarmers<br />

► Opslagvaten goed isoleren<br />

Waarom?<br />

Individuele gasverwarmer<br />

Een individuele gasverwarmer kan het voordeligste<br />

systeem zijn, omdat hij geen opslag vereist. Toch kan<br />

een verkeerde keuze nadelige gevolgen hebben:<br />

- een groot energieverlies (een waakvlam verbruikt 200<br />

tot 300 m³ gas per jaar)<br />

- veiligheidsrisico’s voor de bewoners (gebrekkige<br />

ventilatie in de woning, productie van CO)<br />

- of een gebrek aan comfort (schommeling van de<br />

watertemperatuur volgens het debiet).<br />

Opslagvat<br />

Een opslagvat van 1000 liter verliest het equivalent van<br />

175 m³ gas (of liter stookolie) als het geïsoleerd is met 5<br />

cm minerale wol. Met 10 cm minerale wol bedraagt het<br />

verlies 90 m³ gas (of liter stookolie). Dit betekent een<br />

prijsverschil van ongeveer 40 €/jaar, voldoende om de<br />

isolatie in 3 jaar terug te verdienen.<br />

Concreet?<br />

► Productietoestellen met permanente waakvlam<br />

verbieden.<br />

► Gesloten systemen plaatsen, met<br />

gemeenschappelijke of individuele afvoer.<br />

► Systemen met vermogensmodulering volgens het<br />

aftapdebiet plaatsen.<br />

► Opslagvaten met een isolatie equivalent aan<br />

10 cm minerale wol kiezen.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 59


3.4.4. Het distributienet voor warm water ontwerpen<br />

Aandachtspunten<br />

► De verdeelkringen isoleren<br />

► Het verbruik van de recirculatiekringen beperken<br />

Waarom?<br />

1 m niet-geïsoleerde leiding van 1 duim diameter verliest<br />

het warmte-equivalent van het verbruik van een<br />

gloeilamp van 60 W.<br />

Het verlies van een sanitaire kring is des te groter,<br />

aangezien hij 8760 uur per jaar in werking is.<br />

Om dezelfde reden moet men de overdimensionering van<br />

de recirculatiekring vermijden.<br />

Concreet?<br />

► Alle lokalen die met warm water moeten worden<br />

bediend samenbrengen, om de lengte van de<br />

verdeelkring te beperken.<br />

► De verdeelkring, de kranen en flenzen in heel het<br />

gebouw isoleren.<br />

► De recirculatiekring net voldoende<br />

dimensioneren om het waterverlies te<br />

compenseren.<br />

Het principe van de recirculatiekringen is<br />

hetzelfde als de methode die vroeger werd<br />

gebruikt om de bevriezing van leidingen in de<br />

winter te voorkomen: een kraan een klein beetje<br />

laten openstaan! Het recirculatiedebiet<br />

compenseert het warmteverlies van de kring<br />

maar mag geen toestel met water voeden.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 60


3.5. Het verlichtingssysteem voor de gemeenschappelijke delen goed<br />

ontwerpen<br />

In het ontwerp van het verlichtingssysteem kan men dankzij<br />

> de efficiëntie van de verlichtingssystemen<br />

> de werkingsduur van de installatie<br />

het toekomstige verbruik beperken.<br />

3.5.1. Efficiënte verlichtingssystemen kiezen<br />

Aandachtspunten<br />

► Performante lampen en verlichtingstoestellen kiezen.<br />

Elektronisch voorschakelapparaat<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Klassieke<br />

elektrmagnetische<br />

ballast<br />

Zuinige Elektronische ballast<br />

elektromahetissche<br />

ballast<br />

Verbruik van een lamp van 58 W volgens<br />

het type voorschakelapparaat<br />

Waarom?<br />

Een gloeilamp of een halogeenlamp produceert 4 tot 8<br />

keer minder licht dan een fluorescentielamp met<br />

hetzelfde elektrische vermogen.<br />

Het geïnstalleerde elektrische vermogen (en dus het<br />

verbruik) kan met slechte verlichtingstoestellen het<br />

dubbele zijn van dat met verlichtingstoestellen met hoog<br />

rendement en fluorescentielampen.<br />

Concreet?<br />

► Geen halogeenlampen of gloeilampen gebruiken.<br />

► Verlichtingstoestellen met elektronische<br />

voorschakelapparaten gebruiken.<br />

Het meerverbruik van een conventioneel<br />

voorschakelapparaat is 20%<br />

.<br />

Illustratie: Bénédicte Beeckmans<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 61


3.5.2. De werkingsduur beperken<br />

Aandachtspunten<br />

► In het ontwerp van het elektrisch net een uitschakeling van de verlichtingsinstallatie<br />

voorzien<br />

► Een efficiënt beheer invoeren.<br />

Waarom?<br />

Men kan grote besparingen realiseren door de<br />

werkingsduur en de intensiteit van de verlichting aan te<br />

passen aan het reële gebruik en de effectieve<br />

verlichtingsbehoeften.<br />

Het verlichtingssysteem moet het dus mogelijk maken<br />

om:<br />

• de kunstmatige verlichting uit te schakelen wanneer<br />

de natuurlijke verlichting volstaat,<br />

• de verlichting van een ongebruikte zone uit te<br />

schakelen.<br />

Concreet?<br />

► De ontwerpers de tijd en de middelen geven<br />

om het elektriciteitsnet van het gebouw te<br />

bestuderen, om een efficiënt beheer van de<br />

installaties in te voeren: men moet bepaalde<br />

zones van het gebouw kunnen uitschakelen.<br />

► Een eigen bediening van de verlichting voorzien<br />

voor elke onafhankelijke doorgangszone, of<br />

zorgen dat elke zone een eigen natuurlijke<br />

verlichting krijgt.<br />

► De uitschakeling van de verlichtingstoestellen in<br />

de doorgangen met behulp van een<br />

tijdschakelaar bedienen.<br />

Om veiligheidsredenen kan voor de piekuren een<br />

permanente verlichting worden aangestuurd.<br />

Het gebruik van elektronische<br />

voorschakelapparaten voorkomt dat het grotere<br />

aantal inschakelingen de levensduur van de<br />

lampen verkort.<br />

► De buitenverlichting bedienen met een<br />

schemercel en een klok.<br />

► De verlichting van de liften koppelen aan het<br />

verkeer, …<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 62


4. BOUWPLAATS<br />

4.1. Beheer van het bouwafval<br />

Aandachtspunten<br />

► De actoren de middelen geven om het bouwafval te beheren.<br />

► Het afvalbeheer opnemen in de gunningsdocumenten.<br />

► Het goede verloop van het afvalbeheer tijdens de bouw controleren.<br />

Waarom?<br />

Om het bouwafval tot het minimum te beperken, moet men<br />

twee aanvullende maatregelen nemen:<br />

- zo weinig mogelijk of zelfs helemaal geen bouwafval<br />

produceren (deze preventie komt aan bod bij de uitwerking<br />

van het project, zie punten 2.2 en 2.3),<br />

- en bouwafval meer en aan de bron sorteren.<br />

Dankzij deze tweede maatregel kan men:<br />

- besparen op de kosten van de verwerking en verwijdering<br />

van het afval: wanneer het afval gemengd is, betaalt men<br />

voor de verwijdering en verwerking de prijs van de<br />

verwerking van het schadelijkste afval in de container.<br />

- het afval gemakkelijker opnieuw gebruiken of recycleren, en<br />

dus ook op grondstoffen besparen.<br />

- een groter gedeelte van het geproduceerde afval<br />

recycleren: de recyclage van een gemengd product is veel<br />

moeilijker of zelfs onmogelijk.<br />

- de kosten van de afvalverwerking beperken: recycleren is<br />

goedkoper dan storten of verbranden.<br />

Voor een renovatieproject betekent dit dat de afbouw een<br />

onmisbare fase wordt, aangezien ze een duidelijke scheiding<br />

van het bouwafval mogelijk maakt.<br />

De afbouw heeft bovendien een ander voordeel in termen van<br />

duurzame ontwikkeling: omdat vooral de verwijdering van<br />

afwerkingsmaterialen en -elementen een erg arbeidsintensief<br />

proces met veel taken van laag technisch niveau is, maakt de<br />

afbouw de schepping van een groot aantal banen mogelijk.<br />

Concreet?<br />

Waarschuwing : Vooraleer acties te nemen die<br />

voorgesteld worden in deze gids moet<br />

de regelgeving inzake afvalstoffen nageleefd worden<br />

en meer bepaald de regelgeving met betrekking tot<br />

het gevaarlijk afval en bodemverontreiniging.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 63


Referenties:<br />

- Gids voor beheer van bouw- en sloopafval, BIM,<br />

2000<br />

- Gids MARCO<br />

- Gids ADEME « Déconstruire les bâtiments »,<br />

2003<br />

► Tijdens de lancering van de operatie zeer<br />

duidelijke doelstellingen formuleren in termen<br />

van<br />

o Beheer van bouwafval en sloopafval bij<br />

renovatie<br />

o Beheer van bouwafval bij nieuwbouw.<br />

► Een minimaal sorteerniveau voorzien voor de<br />

gescheiden verzameling van:<br />

• recupereerbare en/of herbruikbare materialen<br />

• gevaarlijk afval<br />

• recycleerbaar afval<br />

• inert afval<br />

• plastiekafval<br />

• metaalafval<br />

• niet-valoriseerbaar afval<br />

► De ontwerpers de middelen geven om het<br />

afvalbeheer in de bouwoperatie te<br />

programmeren.<br />

► Het beheer van het afval op de bouwplaats<br />

opnemen in het gunningsdossier en in het proces<br />

voor de selectie van de bouwbedrijven.<br />

► De ontwerpers en aannemers de middelen geven<br />

om het afval op de bouwplaats te beheren.<br />

► Zorgen dat het personeel op de bouwplaats<br />

opgeleid is in:<br />

- de selectieve afbouw van het te renoveren<br />

gebouw,<br />

- de scheiding en sortering van het bouwafval.<br />

► Het goede verloop van het afvalbeheer tijdens de<br />

bouw verzekeren: erop toezien dat de specifieke<br />

documenten en facturen met betrekking tot het<br />

transport en de behandeling van het afval door<br />

de aannemer worden opgevolgd, gecontroleerd<br />

en bewaard en dat ze na de werken worden<br />

afgeleverd.<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 64


5. BIJLAGE: LABELS "MILIEUKWALITEIT"<br />

5.1. Algemene labels en methoden voor "milieukwaliteit"<br />

- Frans label en methode "HQE"- http://www.assohqe.org<br />

- Zwitsers label en methode "MINERGIE"- http://www.minergie.ch<br />

- Engels certificaat en methode "BREEAM"- http://www.bre.co.uk<br />

- Amerikaans certificaat en methode "LEED"- http://www.usgbe.org<br />

5.2. Algemene labels voor bouwproducten<br />

- Europees ecologisch label - http://europa.eu.int/ecolabel<br />

- Duits label "Blaue Engel"- http://www.blauer-engel.de<br />

- Frans label "NF environnement"- http://www.marque-nf.com<br />

- Norm NIBE<br />

5.3. Specifieke labels<br />

5.3.1. Hout<br />

- label "FSC"- http://www.fscoax.org<br />

- label "PEFC"- http://www.pefc.org<br />

5.3.2. Vloerbedekkingen van textiel<br />

- label "GuT"- http://www.gut-ev.de<br />

- label "Greenline"<br />

5.3.3. Verf en vernis<br />

- Europees ecolabel - http://europa.eu.int/ecolabel<br />

- Frans label "NF environnement"- http://www.marque-nf.com<br />

5.3.4. Houtbehandeling<br />

- label "LIGNUM"- http://www.lignum.ch<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 65


6. BIJLAGE : BELANGRIJKSTE REFERENTIES<br />

6.1. Boeken<br />

Le Guide de l’Habitat Sain, Suzanne et Pierre DEOUX, éditions MEDIECO, 2002<br />

L’architecture écologique, Dominique GAUZIN-MULLER, éditions Le Moniteur,<br />

2001<br />

L’Ecologie dans le bâtiment, Guide ADEME<br />

Qualité environnementale des bâtiments, Guide comparatif pour le choix des<br />

matériaux de construction, Jutta SCHWARZ, Verlag Paul Haupt, 1998<br />

L’habitat écologique. Quels matériaux choisir ?, Friedrich KUR, éditions Terre<br />

Vivante, 2003<br />

Savoir construire ECO-logique/-nomique, Guide pour le Maître d’ouvrage, H.R<br />

PREISIG, W.DUBACH, U.KASSER et K.VIRIDEN, Werd Verlag uitgevers<br />

The Green Construction Handbook, A manual for Clients and Construction<br />

Professionals, JT Design Build Publication, Ove Arup & Partners, 1994<br />

La Terre est notre maison. Construire, rénover et habiter en respectant l’homme,<br />

F.JADOUL, éditions Luc PIRE, 2002<br />

6.2. Normen, publicaties et artikels<br />

Norm NIBE, Milieuclassificatie Bouwmaterialen, Michel HAAS, Nederlands<br />

Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie te Naarden<br />

Waterwegwijzer voor Architecten, publicatie VMM, 2000<br />

Vers une gestion écolgique de l’eau dans la maison, Christian HEYDEN, april 2001<br />

Vivons l’eau – Guide pratique pour une utilisation rationnelle de l’eau, publicatie<br />

van de WWF, Bruxelles, 2002<br />

Guide des déchets de chantiers de bâtiments,publication de l’ADEME, Paris, 2000<br />

Guide de gestion des déchets de construction et démolition, publicatie van het BIM,<br />

Brusse, 2000<br />

Guide des déchets MARCO, publicatie van MARCO-construction, uitgegeven door<br />

de WTCB.<br />

6.3. Internet sites<br />

http://www.ademe.fr<br />

http://www.cstb.fr<br />

http://www.wtcb.be<br />

http://www.recyhouse.be<br />

http://www.vibe.be<br />

http://www.vmm.be<br />

http://ecoconso.be<br />

http://recyclages.com<br />

Gids voor een duurzaam energieontwerp van collectieve huisvesting 66

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!