29.09.2013 Views

uitspraak

uitspraak

uitspraak

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

zaaknummer: AWB 11/27913 blad 6<br />

18. Hetgeen eiser inhoudelijk heeft aangevoerd ter weerlegging van de door verweerder<br />

tegengeworpen onjuistheden en gebreken in zijn verklaringen over het gestelde gebied van<br />

herkomst heeft. verweerder ontoereikend kunnen achten om de gerezen twijfel over de<br />

gestelde herkomst weg te nemen. Ook het gestelde omtrent eisers ontwikkelings- of<br />

opleidingsniveau heeft verweerder in dit verband niet afdoende hoeven te achten.<br />

Verweerder heeft daarbij in aanmerking mogen nemen dat eiser de gestelde herkomst ook<br />

niet met documenten heeft onderbouwd.<br />

19. Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) heeft<br />

overwogen in de <strong>uitspraak</strong> van 22 maart 2012 (LJN: BW1428) vloeit uit vaste jurisprudentie<br />

van de Afdeling (<strong>uitspraak</strong> van 16 april 2010, LJN: BM2266) het volgende voort.<br />

Indien bij verweerder twijfel is gerezen over de door een vreemdeling gestelde herkomst en<br />

als gevolg daarvan over diens gestelde identiteit en nationaliteit, kan verweerder, door een<br />

taalanalyse te laten verrichten, de desbetreffende vreemdeling tegemoetkomen in de op hem<br />

ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 rustende last het door hem gestelde<br />

aannemelijk te maken. In beginsel mag er volgens de Afdeling van worden uitgegaan dat een<br />

vanwege verweerder door het inzetten van het BLT verrichte taaianalyse tot stand is<br />

gekqmen onder gedeelde verantwoordelijkheid van een terzake deskundige linguist, die bij<br />

voormeld bureau in dienst is en van wie de kwaliteit is gewaarborgd, en een extern<br />

ingeschakelde taalanalist die op zorgvuldige wijze is geselecteerd en onder voortdurende<br />

kwaliteitscontrole staat. Niettemin dient verweerder, indien en voor zover hij tot het laten<br />

verrichten van een taalanalyse overgaat en deze aan zijn besluitvorming ten grondslag legt,<br />

zich er ingevolge artikel 3;2 van de Awb van te vergewissen dat de taalanalyse - naar wijze<br />

van totstandkoming - zorgvuldig en - naar inhoud - inzichtelijk en concludent is. Indien de<br />

taalanalyse zorgvuldig, inzichtelijk en concludent is, kan de desbetreffende vreemdeling,<br />

gegeven de ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 op hem rustende last, de bij de<br />

minister gerezen en door de taalanalyse niet weggenomen twijfel slechts door het laten<br />

verrichten van een contra-expertise alsnog trachten weg te nemen. Daartoe kan hij de<br />

opname van het ten behoeve van de taalanalyse gevoerde gesprek door een deskundige laten<br />

beoordelen. Indien de desbetreffende vreemdeling geen contra-expertise laat verrichten, zal<br />

de gerezen twijfel reeds daarom niet worden weggenomen. Indien de uitkomst van de contraexpertise<br />

de door de desbetreffende vreemdeling gestelde herkomst niet bevestigt, wordt -<br />

gelet op artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000, de gerezen twijfel in elk geval niet<br />

weggenomen.<br />

20. Eisers betoog dat er vraagtekens zijn over de deskundige, aangeduid als SOM 10, die<br />

de door verweerder gehanteerde taalanalyse heeft uitgevoerd, is onvoldoende<br />

geconcretiseerd om louter op die grond te concluderen dat de kwaliteit van verweerders<br />

taalanalyse onvoldoende is gewaarborgd. In de reactie op de zienswijze en de contraindicatie<br />

van het Bureau Land en Taal van 27 juni 2011 heeft verweerder aanvullende<br />

gegevens verstrekt betreffende de achtergrond en deskundigheid van taalanalist SOM 10.<br />

Daarbij is aangegeven dat de betreffende taalanalist bij het uitvoeren van crosschecks en<br />

dubbelchecks immer betrouwbaar is gebleken.<br />

Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat de Afdeling in de <strong>uitspraak</strong> van 8 oktober 2012<br />

(zaaknr. 201200019/1/V1, www.raadvanstate.nl) onder verwijzing naar verschillende andere<br />

uitspraken van de Afdeling concludeert dat er geen aanleiding is voor het oordeel dat<br />

verweerder zich onvoldoende van de deskundigheid van SOM 10 zou hebben vergewist. In<br />

het licht van hetgeen eiser op dit punt heeft aangevoerd ziet de rechtbank geen grond daar in<br />

het onderhavige beroep anders over te oordelen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!