29.09.2013 Views

Waterstad 's-Hertogenbosch

Waterstad 's-Hertogenbosch

Waterstad 's-Hertogenbosch

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Waterstad</strong> ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong><br />

op weg naar een klimaatbestendig, robuust<br />

en mooi watersysteem in de Groene Delta<br />

31 maart 2009


Opdrachtgever:<br />

gemeente <strong>'s</strong>-<strong>Hertogenbosch</strong><br />

Postbus 12345<br />

5200 GZ <strong>'s</strong>-<strong>Hertogenbosch</strong><br />

i.s.m.<br />

Waterschap Aa en Maas<br />

Waterschap De Dommel<br />

Brabant Water<br />

Opgesteld door:<br />

Nelen & Schuurmans BV<br />

Postbus 1219<br />

3500 BE Utrecht<br />

www.nelen-schuurmans.nl<br />

KVK, UTRECHT 30152280<br />

Project:<br />

<strong>'s</strong>-<strong>Hertogenbosch</strong> op weg naar een klimaatbestendig, robuust<br />

watersysteem<br />

Projectgegevens:<br />

Dossier : J0132<br />

Datum : 31 maart 2009<br />

Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,<br />

fotokopie, microfilm op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de hierboven<br />

vermelde opdrachtgever, noch mag het zonder dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander<br />

werk dan waarvoor het is vervaardigd.


31 maart 2009<br />

Voorwoord<br />

Water is van groot belang voor de Stad ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>. Door de ligging aan de Maas en<br />

de beken wordt water intensief in de stad beleefd. Toenemende verstedelijking van zowel<br />

in- als uitbreidingen vergroot de druk op de openbare ruimte en het verhard oppervlak. Een<br />

robuust en klimaatbestendig watersysteem heeft juist behoefte aan meer bergingscapaciteit<br />

en daarmee voldoende ruimte. Dit vraagt om een strategie waarbij we ruimtelijke<br />

ontwikkelingen en de voorwaarden voor een goed functionerend watersysteem kritisch en<br />

integraal tegen elkaar afwegen. Uiteraard kijken we hierbij naast veiligheid ook naar<br />

waterkwaliteit in het belang van een prettige en gezonde leefomgeving.<br />

Voor een optimale invulling van deze strategie hebben de waterpartners, namens<br />

ondergetekenden, de intentie om het waterplan als koepelplan voor alle waterzaken te<br />

positioneren. Het dient daarbij als uitgangspunt om in de komende jaren de gezamenlijke<br />

wateragenda verder vorm te geven. Hierdoor borgen we de samenhang van het<br />

waterbeleid en de verschillende landelijke en stedelijke waterprojecten.<br />

Voor een optimale afstemming tussen water en stedelijke ontwikkelingen hanteren we een<br />

gebiedsgerichte aanpak vanuit een nog gezamenlijk op te stellen waterstructuurplan.<br />

Maatregelen die nog nadere uitwerking behoeven werken we in het planproces verder uit.<br />

Het uitvoeringsprogramma stellen we jaarlijks bij, waarbij we de voortgang van de<br />

projecten evalueren en de eventuele nieuwe financiële consequenties programmeren.<br />

Gemeente ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> Waterschap Aa en Maas<br />

Wethouder Dagelijks bestuur<br />

J. Eugster- van Bergeijk F.P.A.M. van de Ven – van Lee<br />

Waterschap de Dommel Brabant Water<br />

Dagelijks bestuur Directeur<br />

M.J.C.M. Arts B. Hoogwout<br />

i


31 maart 2009<br />

Inhoudsopgave<br />

Voorwoord i<br />

1 Inleiding 1<br />

1.1 Waarom een waterplan? 1<br />

1.2 Aanscherping van de koers 1<br />

1.3 Uitdagingen 2<br />

1.3.1 Klimaatverandering: van mitigatie naar adaptatie 2<br />

1.3.2 ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> groeit door 3<br />

1.3.3 Inhaken op nieuwe wetgeving 4<br />

1.3.4 Ondergrondse drukte en functies 5<br />

1.3.5 Energieneutrale stad 6<br />

1.3.6 Een veilige stad 6<br />

1.3.7 Een gezond en robuust watersysteem 7<br />

1.4 Doel van het waterplan 7<br />

1.4.1 Doelstelling 7<br />

1.4.2 Relatie met andere plannen 8<br />

1.4.3 Totstandkoming 8<br />

1.5 Leeswijzer 8<br />

2 Visie op de robuuste waterstad ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> 10<br />

2.1 Visie op het water 10<br />

2.1.1 Schone en robuuste Maas, beken en weteringen 10<br />

2.1.2 Schoon en robuust wijkwater gaat hand<br />

in hand met stedelijke opgave 11<br />

2.1.3 Maatregelen op basis van risicobenadering 12<br />

2.1.4 Benutten van kansen in het watersysteem<br />

voor de energieneutrale stad 14<br />

2.1.5 Natuurherstel door goed waterbeheer 14<br />

2.1.6 Grondwater: Beschermen van de grondwaterkwaliteit 14<br />

2.1.7 Beleving van water 15<br />

2.2 Visie op de aanpak 15<br />

3 Water rondom de stad 17<br />

3.1 Gebiedsbeschrijving 17<br />

3.2 Stad aan de Maas 18<br />

3.2.1 Huidige situatie 18<br />

3.2.2 Speerpunten 19<br />

3.3 Stad aan de beken en weteringen 20<br />

3.3.1 Huidige situatie 20<br />

3.3.2 Speerpunten 23<br />

3.4 Grondwater en Koudewarmteopslag 26<br />

3.4.1 Huidige situatie 26<br />

3.4.2 Speerpunten 29<br />

3.5 Energieneutrale stad 30<br />

ii


31 maart 2009<br />

3.5.1 Huidige situatie 30<br />

3.5.2 Speerpunten 31<br />

4 Water in de stad 32<br />

4.1 Gebiedsbeschrijving 32<br />

4.1.1 Ruimtelijke ordening: water, natuur en stedenbouw 32<br />

4.1.2 Kwaliteit oppervlaktewater 32<br />

4.1.3 Regenwater, afvalwater en overtollig grondwater 33<br />

4.1.4 Recreatie, Beleving & Toerisme 35<br />

4.2 Speerpunten 36<br />

4.2.1 Speerpunt 1 Per deelgebied visie op het watersysteem 36<br />

4.2.2 Speerpunt 2 Gebruik beleidsruimte nieuwe wetgeving en geef<br />

helderheid in taken partijen (NBW) 38<br />

4.2.3 Speerpunt 3 Klimaatadaptieve stadsontwikkeling 39<br />

4.2.4 Speerpunt 10 Werken aan Water in West (de schop in de grond) 40<br />

5 Samenwerking 41<br />

5.1 Betrokken organisaties 41<br />

5.2 Organisatie 42<br />

5.3 Beheer & onderhoud 43<br />

5.4 Beter inzicht door gebruik van ICT 44<br />

5.5 Communicatie met de burger en klachtenafhandeling 45<br />

6 Programma 47<br />

6.1 Afspraken 47<br />

6.2 De 10 speerpunten van het waterplan 48<br />

6.2.1 Speerpunt 1: Per deelgebied een visie op het watersysteem<br />

(waterstructuurplan) 48<br />

6.2.2 Speerpunt 2: Gebruik beleidsruimte nieuwe wetgeving en geef<br />

helderheid in taken partijen (NBW) 50<br />

6.2.3 Speerpunt 3: Klimaatsadaptieve stadsontwikkeling 51<br />

6.2.4 Speerpunt 4: Water maakt ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> mooi 51<br />

6.2.5 Speerpunt 5: Visie op de ondergrond 52<br />

6.2.6 Speerpunt 6: Actieve participatie in regionale ontwikkelingen 53<br />

6.2.7 Speerpunt 7: Benutten van kansen in het watersysteem voor de<br />

energieneutrale stad 55<br />

6.2.8 Speerpunt 8: Uitvoeren van maatregelen uit het<br />

Stroomgebiedbeheerplan 55<br />

6.2.9 Speerpunt 9: Uitvoeren overige maatregelen uit de waterprogramma’s<br />

van het gebiedsproces 55<br />

6.2.10 Speerpunt 10: Werken aan water in West (de schop in de grond) 56<br />

6.3 Uitvoeringsprogramma 56<br />

I Stedelijk water per wijk 60<br />

Algemeen 61<br />

West en Engelen 62<br />

Huidige situatie 62<br />

Knelpunten 63<br />

Mogelijke maatregelen en oplossingsrichtingen 66<br />

iii


31 maart 2009<br />

Maaspoort en Noord 67<br />

Huidige situatie 67<br />

Knelpunten 68<br />

Oplossingsrichtingen 70<br />

Binnenstad 71<br />

Huidige situatie 71<br />

Knelpunten 72<br />

Oplossingsrichtingen<br />

Zuid 73<br />

72<br />

Huidige situatie 73<br />

Knelpunten 74<br />

Oplossingsrichtingen 75<br />

Rosmalen 77<br />

Huidige situatie 77<br />

Knelpunten 78<br />

Oplossingsrichtingen 79<br />

II Afkortingenlijst 81<br />

iv


31 maart 2009<br />

1 Inleiding<br />

1.1 Waarom een waterplan?<br />

Water als lust<br />

‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> is een stad om trots op te zijn. Niet in de laatste plaats vanwege het<br />

water. Mooi water maakt de stad aantrekkelijk. De stad ligt in een prachtige groene delta,<br />

waar de Brabantse beken Aa en Dommel, tezamen met de Zuid-Willemsvaart, via de Dieze<br />

en het Henriëttekanaal in de rivier de Maas stromen. De stad heeft dan ook een rijke<br />

historie wat betreft de omgang met het water, dat soms wordt ervaren als een ‘last’, maar<br />

bovenal ook als een ‘lust’ voor de Bosschenaren en zijn bezoekers.<br />

Meerdere partijen<br />

Bij het beheer en de inrichting van dat water zijn veel partijen betrokken. Diverse<br />

afdelingen van gemeente ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong>, waterschap Aa en Maas, waterschap De<br />

Dommel en waterleidingsmaatschappij Brabant Water, voeren de verschillende taken uit die<br />

nodig zijn voor het realiseren en behouden van een goede waterhuishouding.<br />

Eén geheel<br />

Binnen het waterhuishoudkundig systeem kunnen we een onderscheid maken tussen het<br />

grondwater, het oppervlaktewater, het hemelwaterstelsel, het ontwateringsstelsel en de<br />

riolering. Voor operationele plannen kan een dergelijke indeling handig zijn. Voor alle<br />

betrokken partijen is het echter duidelijk dat we het watersysteem als één geheel moeten<br />

benaderen, als een onderdeel van de omgeving.<br />

Samenwerken een eerste vereiste<br />

Voor een goed en kosteneffectief waterbeheer – dat is afgestemd op de ruimtelijke<br />

ontwikkelingen – is samenwerking tussen alle waterpartners een eerste vereiste. De wijze<br />

waarop partijen daar de komende jaren invulling aan willen geven is beschreven in dit<br />

tweede Waterplan ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong>. De koers die in 2001 is ingezet in het eerste<br />

Waterplan is nog steeds actueel en geldt als vertrekpunt. Met de opgedane kennis en<br />

inzichten van de afgelopen jaren kunnen we de gemeenschappelijke strategie aanscherpen<br />

en de omgang met water in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> verder verbeteren.<br />

1.2 Aanscherping van de koers<br />

Eerste Waterplan een succes<br />

In 2001 hebben de waterpartners het gemeenschappelijke beleid vastgelegd in het eerste<br />

Waterplan ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>. Dit eerste Waterplan mag een succes worden genoemd;<br />

‘Water’ staat hoog op de agenda bij alle betrokkenen en we werken intensief samen aan<br />

diverse projecten uit het maatregelenprogramma.<br />

Evaluatie<br />

In de zomer van 2007 is de voortgang van het eerste Waterplan geëvalueerd. Hieruit<br />

kwamen de volgende conclusies naar voren:<br />

- water wordt integraal in plannen meegenomen;<br />

- zowel intern, tussen de diverse betrokken afdelingen van de gemeente en<br />

waterbeheerders, als extern, tussen betrokken organisaties, is sprake van intensieve<br />

samenwerking;<br />

- de kennis van het functioneren van het regionale en het stedelijke watersysteem is de<br />

afgelopen jaren verbeterd;<br />

1


31 maart 2009<br />

- het watersysteem is getoetst aan de werknormen voor wateroverlast. Hieruit kwam<br />

naar voren dat het stedelijk watersysteem kwantitatief op orde is, rekening houdend<br />

met de effecten van klimaatverandering. Wel zijn knelpunten geconstateerd voor de<br />

waterkwaliteit;<br />

- de watersysteemanalyse heeft voor West/Engelen geresulteerd in een inrichtingsvisie<br />

en enkele uitvoeringsplannen voor de verbetering van de waterkwaliteit. Voor de<br />

andere gebieden is ook een analyse nodig om concrete inrichtingsvisies op te stellen.<br />

Belangrijke ontwikkelingen<br />

Zoals gezegd is de koers die in het eerste waterplan is uitgezet nog steeds actueel. Ook nu<br />

is het hoofddoel van het plan het bereiken van een veilig en duurzaam watersysteem in en<br />

om ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong>, waarbij zo goed mogelijk aan de wensen van alle belanghebbenden<br />

tegemoet wordt gekomen.<br />

Door de opgedane inzichten en vanwege recente ontwikkelingen, is het wenselijk om de<br />

strategie te actualiseren en aan te scherpen. Belangrijke ontwikkelingen zijn:<br />

1. klimaatadaptatie;<br />

2. de stedelijke opgave;<br />

3. intensiever gebruik van bodem en grondwater;<br />

4. nieuwe wet- en regelgeving.<br />

Vanwege deze ontwikkelingen (die we in navolgende paragrafen verder uitwerken) hebben<br />

de partijen die betrokken zijn bij het beheer en de inrichting van het water in de gemeente<br />

’s-<strong>Hertogenbosch</strong> besloten dit tweede Waterplan op te stellen.<br />

1.3 Uitdagingen<br />

De (nieuwe) uitdagingen waar de gemeente voor staat komen voort uit veranderende<br />

omstandigheden (klimaatverandering, stedelijke ontwikkelingen) en veranderingen in<br />

wetgeving op het gebied van water en RO. Ontwikkelingen waar de gemeente iets mee<br />

moet. De plannen voor nieuwbouw en herontwikkeling in de stad zijn zaken waar de<br />

gemeente iets mee wil en die effect hebben op de belasting van het watersysteem. In de<br />

volgende paragrafen zijn deze uitdagingen nader uitgewerkt.<br />

1.3.1 Klimaatverandering: van mitigatie naar adaptatie<br />

We kunnen niet meer om de verwachte klimaatveranderingen heen: meer regen in de<br />

winter, heviger buien in de zomer, maar ook grotere droogte. De klimaatveranderingen<br />

hebben direct effect op het waterbeheer. Zo krijgen we te maken met een vergroting van<br />

de wateroverlast bij hevige regenval en daling van grondwaterstanden.<br />

Figuur 1.1 hevige regenval zorgt voor wateroverlast<br />

2


31 maart 2009<br />

Maar klimaatverandering heeft ook effect op het leefklimaat in de stad. In steden kan het<br />

flink warmer worden dan in het omringende buitengebied. Het zogenaamde ‘hitte-eiland<br />

effect’ kan oplopen van enkele tot wel 5 of meer graden Celsius. Deze opwarming komt<br />

bovenop de 1 tot 3 graden warmere zomers die in Brabant in 2050 te verwachten zijn ten<br />

gevolge van klimaatverandering. Gedurende warme zomerdagen en in het bijzonder tijdens<br />

hittegolven kan dit leiden tot ernstige negatieve effecten. O.a. ‘hittedoden’,<br />

gezondheidsklachten, een onaangenaam klimaat op straat en in gebouwen en een<br />

toename van het energiegebruik ten gevolge van de extra benodigde koeling. Ook kan<br />

schade aan natuur en oppervlaktewater (blauwalgen) optreden. Hoe gaan we de stad<br />

voorbereiden op de klimaatveranderingen, zodat er geen onoverkomelijke waterproblemen<br />

ontstaan?<br />

Van mitigatie naar adaptatie<br />

Voorkomen<br />

De afgelopen jaren heeft de nadruk vooral gelegen op het formuleren van mitigerende<br />

maatregelen (waarmee problemen kunnen worden voorkomen). Voorbeelden zijn het<br />

realiseren van voldoende sterke kades en dijken, het vergroten van gemalen en het creëren<br />

van voldoende berging.<br />

Verminderen van de kwetsbaarheid<br />

Nu is de tijd gekomen om, conform het nationale beleid, de strategie voor een<br />

klimaatbestendige stad uit te breiden van mitigatie naar adaptatie (aanpassing aan<br />

verwachte klimaatverandering). De basisgedachte hierbij is dat wateroverlast (of last van<br />

droogte) niet overal te voorkomen, maar wel te verminderen is. We moeten daarom onze<br />

watersystemen en leefomgeving zodanig inrichten dat we de risico’s van wateroverlast<br />

(kans én effect ) ook in de toekomst tot een aanvaardbaar niveau beperken. Die<br />

maatregelen moeten we vanuit een gemeenschappelijke strategie ontwikkelen voor ruimte,<br />

waterinrichting en klimaatadaptatie. Voorbeelden van adaptieve maatregelen zijn het<br />

geschikt maken van nieuwe huizen om overlast door hevige regenval te voorkomen, het<br />

integraal ophogen en het aanleggen van meer groen om overtollig regenwater te bergen<br />

en vertraagd af te voeren.<br />

1.3.2 ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> groeit door<br />

Vanwege de stedelijke opgave voor ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> (verdichten, inbreidingen) zal de<br />

druk op de ruimte en het verharde oppervlak toenemen, terwijl het watersysteem juist<br />

behoefte heeft aan meer bergingscapaciteit om water (tijdelijk) langer vast te houden.<br />

Landelijk gezien is er in de stedelijke omgeving een ‘recreatie-tekort’. Voor ´s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong> geldt dit echter niet. De verwachting is, ook voor ´s-<strong>Hertogenbosch</strong>, dat<br />

meer en warmere dagen in de zomer door de klimaatverandering een toename van het<br />

gebruik van zwemwater tot gevolg zal hebben. In de verschillende zandwinplassen in de<br />

stad wordt nu al gerecreëerd. Een toename in de recreatiedruk kan ongewenste effecten<br />

hebben op natuur en ecologie. Toch vinden gemeente en waterschap het belangrijk om<br />

recreatie te stimuleren. Om de toename van de recreatiedruk aan te kunnen, dienen we de<br />

plassen optimaal in te richten voor hun belangrijkste gebruik.<br />

3


31 maart 2009<br />

Om deze dilemma’s op goede wijze op te lossen is samenwerking tussen de waterpartners<br />

essentieel (compacte stadmodel; dichte bebouwing). Watervragen dienen daarbij niet<br />

alleen te worden opgelost door het creëren van ruimte, maar ook door gebruik te maken<br />

van creatieve, innovatieve oplossingen op lokale schaal.<br />

Figuur 1.2 Een voorbeeld van mooi water in de nieuwe Vinex locatie Haverleij<br />

In ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zien we mooi water als een belangrijke kwaliteit van de<br />

(leef)omgeving, waarvoor in elke ruimtelijke ontwikkeling expliciet aandacht is.<br />

Water en groen zijn de 'leuke' elementen in het ontwerp en de inrichting die in het<br />

algemeen door de betrokken gebruikers en bewoners van een wijk of gebied hoog<br />

gewaardeerd worden. Hierbij is het van belang dat de inrichting is afgestemd op het<br />

voorkomen van wateroverlast (kwantitatief en kwalitatief), zodat het watersysteem positief<br />

en daardoor als mooi wordt beleefd.<br />

1.3.3 Inhaken op nieuwe wetgeving<br />

Naast bovengenoemde ontwikkelingen is een aanleiding voor dit tweede Waterplan dat in<br />

de afgelopen en komende periode de wet- en regelgeving op het gebied van water<br />

aanzienlijk is en wordt gewijzigd. Deze wijzigingen hebben invloed op de taken en<br />

verantwoordelijkheden van betrokken overheden, private partijen en particulieren. Dit geldt<br />

ook voor de planinstrumenten, vergunningen en financiering op het gebied van water en<br />

RO.<br />

Zo zijn de gemeente en waterschappen momenteel druk bezig met de implementatie van<br />

de maatregelen voor de KRW.<br />

4


31 maart 2009<br />

Wijzigingen wet- en regelgeving<br />

Verantwoordelijkheid particulieren<br />

Op 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken in werking getreden, waarmee de<br />

verantwoordelijkheden voor water in de stad zijn veranderd. Particulieren hebben<br />

nadrukkelijk een eigen verantwoordelijkheid gekregen voor het overtollige regenwater en<br />

grondwater op hun perceel. De gemeente blijft verantwoordelijk voor doelmatige<br />

inzameling en afvoer van afvalwater en overtollig regen- en grondwater. Hoe de gemeente<br />

vindt dat doelmatig kan worden omgegaan met hemelwater en grondwater kan per wijk<br />

verschillen. De gemeente heeft veel beleidsruimte om te bepalen hoe zij met de<br />

verantwoordelijkheid van particulieren omgaat: variërend van communicatie tot het<br />

opleggen van maximale hoeveelheden regen- en grondwater die mogen worden afgevoerd<br />

naar het gemeentelijk rioolstelsel.<br />

Integreren<br />

Eind 2009 wordt de nieuwe integrale Waterwet van kracht en zullen acht wetten die<br />

betrekking hebben op het waterbeheer worden geïntegreerd. Ook zullen de huidige zes<br />

vergunningenstelsels worden vervangen door één watervergunning. Met de nieuwe wet<br />

worden taken en verantwoordelijkheden gestroomlijnd, verdwijnt overlap en zal de<br />

regeldruk worden verlaagd.<br />

Actieve gemeente<br />

Ook de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening, die sinds 1 juli 2008 in werking is, heeft<br />

belangrijke gevolgen voor de ruimtelijke inrichting waarvan water een onlosmakelijk<br />

onderdeel vormt. Er wordt een actievere rol gevraagd van de gemeente dan onder de oude<br />

WRO. Met een integrale structuurvisie als onderlegger voert de gemeente de regie. De<br />

watertoets vormt nog steeds een onderdeel van de nieuwe WRO, waarbij de formele<br />

toetsing op de acceptatie van het waterschapsadvies door de provincie is komen te<br />

vervallen. Het starten van een vroegtijdig overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder<br />

is hierdoor nog essentiëler geworden.<br />

1.3.4 Ondergrondse drukte en functies<br />

Een andere ontwikkeling is dat het steeds drukker wordt in de ondergrond. Ondergronds<br />

worden kelders en waterreservoirs gebouwd. Er liggen kabels en leidingen, er vinden<br />

grondwaterwinningen plaats.<br />

De ondergrond wordt verder gebruikt voor o.a. bronneringen, koude- en warmteopslag<br />

(KWO), warmtenetten, ondergrondse afvalopslag en diepte-infiltratie van overtollig<br />

regenwater.<br />

Naast deze geplande activiteiten is ook sprake van aanwezige bodemverontreinigingen die<br />

in het verleden veroorzaakt zijn, en van aanwezige waardevolle archeologische schatten. Al<br />

deze gebruiken claimen een bepaald deel van de ondergrond. Soms werken ze elkaar<br />

tegen, soms passen ze goed bij elkaar.<br />

Kortom, nu het drukker wordt in de ondergrond is het nodig om een integrale visie op<br />

boven- en ondergrond op te stellen waarin we de verschillende bodemfuncties goed op<br />

elkaar afstemmen. In de Ruimtelijk Structuur Visie (RSV) van de gemeente geven we<br />

hiervoor handvatten.<br />

5


31 maart 2009<br />

Figuur 1.3 Bodemfuncties<br />

1.3.5 Energieneutrale stad<br />

De gemeente heeft zich ten doel gesteld om in 2050 als stad klimaatneutraal te zijn. Dat<br />

betekent dat alle energie die in de stad wordt verbruikt, binnen de stad duurzaam wordt<br />

opgewekt. Om dit te bereiken zullen we fors op energie moeten besparen en alle mogelijke<br />

duurzame energiebronnen moeten benutten.<br />

Ook zonder deze doelstelling zal de energievoorziening de komende decennia veranderen.<br />

Fossiele brandstoffen worden schaarser en duurder. De energievoorziening wordt<br />

duurzaam en zal afkomstig zijn uit veel verschillende alternatieve bronnen (zon, wind,<br />

water, bodem). In plaats van dat alleen gebruik wordt gemaakt van gas en elektriciteit<br />

zullen andere energievormen, zoals warmte, als drager in belangrijkheid toenemen. Daarom<br />

zoeken we ook in de (afval)waterketen naar een duurzame benutting van energie.<br />

1.3.6 Een veilige stad<br />

De huidige kans op overstroming c.q. doorbraak van de dijken van de Maas is maximaal<br />

eens in de 1250 jaar. Hoewel de bescherming volgens de huidige normen op orde is, zullen<br />

maatregelen nodig zijn om het systeem op orde te houden.<br />

Recent bracht de Deltacommissie haar advies aan de regering uit. Zij dringt aan op<br />

verdergaande maatregelen dan tot nu toe, om ons voor te bereiden op een hogere<br />

zeespiegel en een grotere rivierafvoer.<br />

Aankomende jaren komen nieuwe normen op basis van overstromingskansen. De<br />

consequenties van de door de Deltacommisie voorgestelde verhoging van<br />

veiligheidsnormen met een factor 10 worden tevens in beeld gebracht.<br />

Behalve het beschermen van de stad, kunnen we maatregelen nemen om de gevolgen van<br />

de overstroming te beperken. Denk daarbij aan integrale ophoging bij nieuwe<br />

ontwikkelingen.<br />

Een veilige stad betekent ook dat de stad voorbereid moet zijn op eventuele gevolgen. Dit<br />

kan bijvoorbeeld door een goed rampenbeheerplan en een adequate<br />

informatievoorziening.<br />

6


31 maart 2009<br />

Figuur 1.4 overstromingskansen van dijken<br />

1.3.7 Een gezond en robuust watersysteem<br />

Er ligt een stevige uitdaging voor de komende jaren om het watersysteem schoner,<br />

gezonder en klimaatbestendiger te maken. In het kader van de gebiedsprocessen voor de<br />

Kaderrichtlijn Water zijn afspraken gemaakt met provincie, waterschappen en<br />

buurgemeenten over de te behalen doelen en benodigde maatregelen. De kwaliteit van de<br />

beken en waterlopen zullen dan ook aanzienlijk verbeteren. Dit heeft een gunstig effect op<br />

de kwaliteit van het wijkwater. Niet alleen de natuur, ook de inwoners van ’s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong> profiteren hiervan (minder water, minder stank, etc.).<br />

’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is onvoldoende beschermd tegen overstromingen vanuit de beken. Bij<br />

het samenvallen van de afvoerpieken van de Maas en de beken Aa en Dommel kan er<br />

grote wateroverlast in en nabij de stad ontstaan. Om deze overlast te beperken is het<br />

inrichten van een waterbergingsgebied of het treffen van verschillende technische<br />

maatregelen noodzakelijk. Na het doorlopen van de MER-procedure kunnen we starten<br />

met de uitvoering van de gekozen maatregelen.<br />

Een goede samenwerking<br />

De gemeente en het waterschap staan gezamenlijk voor de taak om te bepalen welke<br />

maatregelen effectief en efficiënt zijn om te komen tot een robuust en gezond<br />

watersysteem. Hierbij moeten zij enerzijds de afweging maken welke maatregelen<br />

doelmatig zijn. Dit heeft vooral betrekking op het watersysteem zelf: welke ingrepen<br />

worden wel en niet getroffen in de openbare ruimte. Anderzijds moeten de gemeente en<br />

het waterschap zich uitspreken over wat zij redelijkerwijs van de verschillende bij het water<br />

betrokken partijen mogen verwachten. Deze vraag heeft betrekking op de aanpak van de<br />

watervraagstukken.<br />

Voortzetting van de nauwe samenwerking tussen gemeente, waterschap en de<br />

waterpartners is nodig om af te wegen welke maatregelen effectief en efficiënt zijn.<br />

1.4 Doel van het waterplan<br />

1.4.1 Doelstelling<br />

Het Waterplan’s-<strong>Hertogenbosch</strong> heeft tot doel om het gemeenschappelijk beleid vast te<br />

leggen van de gemeente en de waterschappen ten aanzien van water. Tevens geven<br />

gemeente en waterschap in dit koepelplan in 10 speerpunten aan wat zij gaan doen.<br />

Het gaat daarbij om de gewenste inrichting en het beheer van oppervlaktewater en<br />

grondwater, als ook om de afvoer van hemelwater en afvalwater. Dit gemeenschappelijke<br />

7


31 maart 2009<br />

beleid moet leiden tot een klimaatbestendig, robuust en mooi watersysteem in de Groene<br />

Delta. Het waterplan is een strategisch beleidsplan met een programmadeel dat start in<br />

2009. Het plan is bedoeld voor:<br />

bestuurders van de gemeente, de waterschappen en Brabant Water;<br />

de medewerkers van de gemeente en waterschappen die direct of indirect met de<br />

inrichting van het water in en rond de stad betrokken zijn;<br />

alle Bosschenaren die geïnteresseerd zijn in water.<br />

1.4.2 Relatie met andere plannen<br />

Het Waterplan kan worden beschouwd als ‘koepelplan’ dat richting geeft aan de<br />

activiteiten van de gemeente en de waterschappen op het gebied van water en RO.<br />

Specifieke aspecten werken we uit in de daarvoor bestemde plannen, zoals de actualisatie<br />

van de ruimtelijke structuurvisie (RVS), de Groene Delta en het verbrede Gemeentelijk<br />

Rioleringsplan (vGRP).<br />

1.4.3 Totstandkoming<br />

Dit Waterplan is tot stand gekomen door de inzet en betrokkenheid van vele medewerkers<br />

van de waterpartners. In dit verband is het credo Aqua excavat lapidem non vi, sed saepe<br />

cadendo op zijn plaats (vrij vertaald: vele en volhardende handen maken licht werk). In het<br />

bijzonder noemen we hier de projectgroepleden van de waterpartners, aangezien het<br />

ondoenlijk is alle betrokkenen in dit verband te vermelden.<br />

Voor de gemeente de <strong>'s</strong>-<strong>Hertogenbosch</strong>: Xandor Eblé, Elma Ouwendijk (Pura Consult) en<br />

Francis van Zandbrink;<br />

Voor Waterschap Aa en Maas: Manon Wille en Tim Smit<br />

Voor Waterschap de Dommel: Edwin Verhees<br />

Voor Waterbedrijf Brabant: Frank Verwijmeren<br />

Vanaf medio 2007 zijn diverse werkbijeenkomsten gehouden, tijdens welke de diverse<br />

thema’s van dit waterplan zijn besproken. Nelen & Schuurmans heeft de projectgroep<br />

ondersteund vanaf november 2008, bij het bundelen en redigeren van de diverse notities<br />

die in de voorgaande jaren zijn opgesteld. Deze zijn verder uitgewerkt tot visie,<br />

speerpunten en uitvoeringsprogramma in het voorliggende Waterplan.<br />

1.5 Leeswijzer<br />

Het waterplan is als volgt opgebouwd:<br />

Hoofdstuk 2 beschrijft de visie op het water in en om ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>. De nieuwe<br />

aandachtspunten voor dit waterplan (klimaatadaptatie, inspelen op ruimtelijke<br />

ontwikkelingen en de nieuwe wetgeving) worden uitgediept.<br />

Hoofdstuk 3 schetst de positie van de waterstad ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> en haar omgeving. Dit<br />

hoofdstuk gaat in op thema’s en projecten, die gerelateerd zijn aan de Maas, de Oost-<br />

Brabantse beken en het regionale (grond)watersysteem.<br />

Uiteraard zijn de gemeente en de waterschappen niet de enige partijen die in dit verband<br />

het beleid bepalen. Maar hun visie op het water in en om ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> willen de<br />

lokale beheerders met dit waterplan graag uitdragen.<br />

Voor het water in de stad ligt dit anders. Hier zijn de gemeente en het waterschap primair<br />

verantwoordelijke partijen. Zij bepalen samen het beleid. In hoofdstuk 4 zijn de ambities<br />

voor het water in de stad uitgewerkt in doelstellingen en vertaald in concrete maatregelen.<br />

8


31 maart 2009<br />

Hoofdstuk 5 gaat in op de gemeenschappelijke aanpak, Hierbij gaat het om samenwerking<br />

tussen alle betrokken waterpartners, gemeentelijke afdelingen onderling en burgers en<br />

private partijen. Ook lichten we de aanpak ten aanzien van communicatie, informatisering<br />

en het beheer en onderhoud nader toe.<br />

Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van het uitvoeringsprogramma voor de komende jaren.<br />

9


31 maart 2009<br />

2 Visie op de robuuste waterstad ’s-<strong>Hertogenbosch</strong><br />

Actualisatie en uitbreiding van de visie op water<br />

Water vormt een markant onderdeel van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>: de ligging aan de Maas en de<br />

beken die door de stad stromen vormen een belangrijk onderdeel van de leef- en<br />

werkomgeving. De gemeente wil al dat water in de stad robuust maken en nog beter<br />

beleefbaar. In het eerste waterplan zijn al goede stappen gezet. Nieuwe ontwikkelingen<br />

maken actualisatie en uitbreiding van de visie op het water in de stad nodig. De (nieuwe)<br />

uitdagingen zijn in hoofdstuk 1.3 opgesomd.<br />

De visie in dit hoofdstuk kan de komende decennia richting geven aan de omgang met<br />

water in en om de stad, ruimtelijke ontwikkelingen, de investeringen in de riolering en<br />

oppervlaktewater.<br />

2.1 Visie op het water<br />

Deel van het geheel<br />

De gemeente wil de komende jaren gebruiken om het watersysteem en de inrichting van<br />

de stad robuust te maken, zodat problemen in de toekomst worden voorkomen. Binnen de<br />

eigen gemeentegrenzen kan de gemeente op dit gebied veel bereiken. De gemeente vormt<br />

echter ook een onlosmakelijk onderdeel van het regionale watersysteem. Het regionale<br />

water dat van belang is voor ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> zijn de Maas en de beken en weteringen die<br />

door de stad stromen. De gemeente participeert in verschillende platforms om de<br />

waterbelangen van de gemeente en de regio te behartigen (zie hoofdstuk 3).<br />

2.1.1 Schone en robuuste Maas, beken en weteringen<br />

Overstroming van de Maas<br />

In relatie tot de Maas is de veiligheid van de stad van belang. Levensbedreigende situaties<br />

door overstroming van de Maas mogen niet voorkomen. De waterpartners ondersteunen<br />

de drie strategische hoofddoelen van het rijk:<br />

1. het voorkómen van een overstroming;<br />

2. het beperken van de gevolgen van overstromingen;<br />

3. het adequaat informeren van de belanghebbenden.<br />

Binnen de regio is bij het rijk aangedrongen op een acceptabele veiligheidsnorm voor de<br />

dijkring waarin ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is gelegen. We stelden voor om een combinatie van<br />

dijkverzwaring en compartimentering langs de Hertogswetering toe te passen. Het<br />

standpunt van de regio blijft vooralsnog overeind, in afwachting van de resultaten van het<br />

onderzoek naar nieuwe normen op basis van overstromingskansen. Bij dit onderzoek<br />

betrekken we het advies van de Deltacommissie (verhoging veiligheidsnorm).<br />

Samenvallen Maas en beken<br />

Bij het samenvallen van de pieken op de Maas en de beken is de stad onvoldoende<br />

beschermd tegen wateroverlast. Onderzoek (MER) naar mogelijke maatregelen geven twee<br />

verschillende alternatieven. Het waterbergingsalternatief, dat vanwege de ligging van<br />

bestaande natuurgebieden en de koppeling met natuurdoelen ook wel aangeduid wordt als<br />

“De groene rivier”. En het technische alternatief, dat een Peilscheiding tussen de beken Aa<br />

en Dommel betreft. Het MER ligt tot half april ter inzage (HoWaBo,<br />

Hoogwaterbescherming ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>). Bestuurlijk is reeds een besluit genomen ’s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong> te beschermen tegen overstromingen met een kans groter dan 1:150. Na<br />

de keuze voor de voorkeursvariant zullen we dan ook spoedig moeten starten met de<br />

10


31 maart 2009<br />

uitvoering (ruimtelijke inpassing en aanleg) om de burgers van de stad deze bescherming te<br />

kunnen bieden.<br />

Beken en weteringen<br />

Beken en weteringen die buiten hun oevers treden kunnen in ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> wel<br />

overlast, maar geen levensbedreigende situaties opleveren. Ook kunnen overstromingen<br />

leiden tot problemen voor de volksgezondheid. Hiervoor moeten de risico’s in de stad<br />

beperkt blijven.<br />

De gemeente ziet graag de oorspronkelijk kabbelende beken terug in de stad ’s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong>. Een brongerichte aanpak is hierbij het creëren van extra waterberging.<br />

Daarom wil de gemeente in regionaal verband mee blijven zoeken naar de meest effectieve<br />

oplossingen om waterberging te realiseren. Die kunnen deels ook binnen de<br />

gemeentegrenzen worden gevonden.<br />

Stroomgebiedbeheerplan<br />

Samen met provincie, waterschappen en buurgemeenten zijn de afgelopen jaren, als<br />

uitwerking van de Kaderrichtlijn Water, doelen en maatregelen geformuleerd voor<br />

zogenaamde waterlichamen, die in het stroomgebiedbeheerplan Maas worden<br />

opgenomen. Eind dit jaar moeten de partijen een definitief besluit nemen over de<br />

maatregelen. De kwaliteit van de Maas, de beken en waterlopen zullen dan ook aanzienlijk<br />

worden verbeterd. Maatregelen die worden genomen zijn ecologische verbindingszones,<br />

vispassages en afkoppelprojecten.<br />

Ook voor de waterkwaliteit in het stedelijk gebied zijn de beken en weteringen belangrijk.<br />

In droge perioden zijn het, naast kwel, de enige bronnen van water voor de stad. Een<br />

schone beek leidt dus tot schoon stadswater.<br />

2.1.2 Schoon en robuust wijkwater gaat hand in hand met stedelijke opgave<br />

Druk op de ruimte<br />

In de toekomst zal het als gevolg van klimaatveranderingen niet alleen vaker regenen, maar<br />

ook heviger. We zullen het regenwater moeten opvangen. Dit vraagt ruimte. Daarnaast<br />

kent ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> de verstedelijkingsopgave, in termen van nieuw te realiseren<br />

woningen, bedrijven, scholen, winkels en andere voorzieningen zoals wegen. Vaak gaat het<br />

daarbij om inbreiden en herstructureren, waarbij hoogstedelijk en op compacte wijze wordt<br />

gebouwd. Deze opgave én de wateropgave maakt dat de druk op de ruimte toeneemt. Om<br />

dit op te vangen zijn creatieve oplossingen nodig. Vaak zijn functiecombinaties met water<br />

mogelijk die de ruimtelijke kwaliteit versterken en ontwerpers uitdagen tot vernieuwde<br />

ontwerpen. Maar ook kan uit de ruimtelijke afweging blijken dat we in een bepaald gebied<br />

minder water kunnen bergen (denk aan de binnenstad en Avenue A2) en in een ander<br />

gebied meer.<br />

11


31 maart 2009<br />

Figuur 2.1 functiecombinaties met water<br />

Van mitigatie naar adaptatie<br />

De strategie voor een klimaatbestendige robuuste stad zal worden omgebogen van<br />

mitigatie naar een betere omgang met en adaptatie aan verwachte klimaatveranderingen<br />

om de kwetsbaarheid te verminderen. Anticiperen op de groei is van belang. De kansen<br />

voor waterberging op particulier terrein worden benut: Water op het dak; de tuin als spons.<br />

In de te herstructureren gebieden bouwen we kwetsbare riolerings- en watersystemen om<br />

tot een klimaatrobuust systeem.<br />

Kwaliteit van de plassen<br />

De verwachte klimaatsverandering heeft ook effect op de waterkwaliteit en waterbeleving<br />

in de stad. Door grotere perioden van droogte kan er watertekort ontstaan en door<br />

opwarming van het water is er meer kans op overlast van overmatige alg- en kroosgroei.<br />

Gemeente en waterschap zetten zich in zodat de kwaliteit van de plassen bij de formele<br />

zandstranden (blijven) voldoen aan de meest recente strenge zwemwaternormen. In de<br />

overige toegankelijke plassen moet het mogelijk zijn om op eigen verantwoordelijkheid te<br />

zwemmen. In deze plassen komt geen blauwalg voor of we waarschuwen hiervoor tijdig.<br />

Het is gewenst om te bepalen welke (delen van de) plassen en oevers welke functie krijgen.<br />

Daarbij gaat het om diverse vormen van recreatie (vissen, varen, beleven) en natuur.<br />

Schoon wijkwater<br />

Om het wijkwater schoon en robuust te maken zal middels een integrale gebiedsgerichte<br />

aanpak voor de vijf gebieden binnen de stad een inrichtingsvisie worden opgesteld (zie ook<br />

2.2). Dit betekent dat voor de verschillende gebieden een verschillende aanpak kan volgen,<br />

ondanks het feit dat zij dezelfde uitgangpunten hebben.<br />

2.1.3 Maatregelen op basis van risicobenadering<br />

Mitigerende maatregelen<br />

De maatregelen die gemeente en waterschap tot nu toe hebben genomen om het<br />

watersysteem te verbeteren, waren mitigerende maatregelen. Deze maatregelen zijn<br />

gebaseerd op knelpunten die naar voren zijn gekomen uit de toetsing aan normen.<br />

Adaptieve maatregelen<br />

Om de stap te maken naar een robuust watersysteem, wil de gemeente ook adaptieve<br />

maatregelen gaan treffen. Met behulp van de zogenaamde risicobenadering wordt een<br />

goede afweging gemaakt. Het risico is de resultante van de kans dat iets ongewensts<br />

12


31 maart 2009<br />

optreedt en het effect daarvan. Deze benadering wil de gemeente toepassen voor droogte,<br />

wateroverlast en slechte waterkwaliteit. Het effect op de omgeving kan verschillend van<br />

aard zijn. Te denken valt aan economische schade, maatschappelijke onrust en<br />

volksgezondheidsproblemen.<br />

Gezamenlijke verantwoordelijkheid<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> ziet het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid om het<br />

risico op wateroverlast en het gewenste beschermingsniveau voor de stad te bepalen. Met<br />

het gewenste beschermingsniveau kan de uitbreiding van mitigatiebeleid naar<br />

adaptatiebeleid worden onderbouwd. Dit sluit aan bij het Nationaal Bestuursakkoord Water<br />

(NBW) actueel, waar de risicobenadering centraal staat. Tot nu toe zijn vooral<br />

probleemgestuurde analyses uitgevoerd, waarbij getoetst is of aan de normen is voldaan.<br />

De intentie is om nu visiegestuurd te werk te gaan.<br />

Afspraken maken<br />

Hiervoor is het van belang dat gemeente en waterschap samen vaststellen wat wordt<br />

verstaan onder wateroverlast. Niet elke extreme waterstandstijging of vorm van water op<br />

een maaiveld leidt tot onacceptabele hinder of economische schade. Ook moeten we<br />

afspraken maken over de manier waarop we het functioneren van het watersysteem<br />

analyseren. Ofwel, hoe brengen we de kans op wateroverlast in kaart? Het risico van<br />

wateroverlast wordt bepaald door de combinatie van de kans van optreden van<br />

wateroverlast (de x-as) en de mogelijke gevolgen (de y-as). Wat een acceptabel risico is en<br />

welke maatregelen kosteneffectief zijn, hangt af van de lokale situatie en de ambities van<br />

beide besturen.<br />

Gewenst beschermingsniveau<br />

Het watersysteem in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is getoetst aan de werknorm, zoals vastgelegd in<br />

het (NBW). Voor stedelijk gebied is de werknorm voor maaiveldinundatie gelijk aan 1/100.<br />

Deze toetsing, waarbij rekening gehouden is met klimaateffecten, leidde voor ‘s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong> niet tot maatregelen.<br />

Echter, genoemde norm inclusief klimaateffect, is ‘slechts’ één punt op de x-as van het<br />

‘risicomodel’ (kans x gevolg). Hiermee is dus nog niets gezegd over het gewenste<br />

beschermingsniveau tegen wateroverlast, ofwel het risico dat door gemeente en<br />

waterschap acceptabel wordt geacht voor de lokale situatie.<br />

ruimtelijke<br />

ontwikkelingen<br />

grote<br />

gevolgen<br />

beperkte<br />

gevolgen<br />

gemeente: ruimtelijke inrichting<br />

> gevolgen wateroverlast<br />

laag<br />

risico<br />

soms<br />

wateroverlast<br />

veranderingen<br />

in het klimaat<br />

hoog<br />

risico<br />

acceptabel acceptabel risico risico waterschap: inrichting watersysteem<br />

werknorm<br />

vaak<br />

wateroverlast<br />

> kansverdeling wateroverlast<br />

Bepaling van een acceptabel risico van wateroverlast is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van<br />

gemeente en waterschap<br />

13


31 maart 2009<br />

Afwegen maatregelen<br />

Om een risico te verkleinen zijn er twee mogelijkheden: de kans verkleinen door<br />

aanpassingen aan het watersysteem of het effect op de omgeving verminderen door<br />

ruimtelijke aanpassingen. De gemeente en de waterbeheerders zullen gezamenlijk en per<br />

situatie moeten afwegen welke maatregelen nodig zijn.<br />

2.1.4 Benutten van kansen in het watersysteem voor de energieneutrale stad<br />

We kunnen het watersysteem op verschillende manieren inzetten om een energieneutrale<br />

stad te realiseren in 2045. Het grondwater kan gebruikt worden voor koude-warmte opslag<br />

(KWO) in de bodem. Binnen de afvalwaterketen kan aan verschillende oplossingen voor<br />

energiebesparing worden gedacht, zoals het gebruik van rioolwater voor warmtewinning,<br />

energiezuinige gemalen en het implementeren van een energiebesparende bedrijfsvoering<br />

van de nieuw te bouwen RWZI.<br />

Daarnaast kunnen vegetatie of sedumdaken eveneens bijdragen aan de ambitie<br />

energieneutraal te zijn vanwege de isolerende werking.<br />

2.1.5 Natuurherstel door goed waterbeheer<br />

Samenhangend netwerk van natuur en groen<br />

Het groen in en rond ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> is van wezenlijk belang. Het Bossche Broek, de<br />

Heinis en de Diezemonding dringen door tot diep in de stad. Het is een bijzondere kwaliteit<br />

van de stad, waar ze trots op is. In ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> streven we een natuurlijk<br />

watersysteem na. De natuurgebieden in en rond ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zijn voldoende groot en<br />

goed beheerbaar vanuit het oogpunt van natuur, water en recreatief medegebruik. Er<br />

worden goede ecologische verbindingen gerealiseerd tussen de natuur- en groengebieden<br />

onderling. Gekoppeld aan de omlegging van de Zuid-Willemsvaart benutten we kansen,<br />

zoals de aanleg van de Rosmalense Aa. Deze ambitie voor een robuust en samenhangend<br />

netwerk van natuur en groen werken we binnen de Groene Delta uit. De ambitie sluit aan<br />

bij het huidige provinciale beleid ten aanzien van de ecologische verbindingszones (EVZ).<br />

Verdroging tegengaan<br />

De waterpartners willen de verdroging van de zogenaamde ‘Natte Natuurparels’ oplossen.<br />

Veel van de typische natuur rond de stad is afhankelijk van kwel, hoge grondwaterstanden<br />

en/of incidentele inundatie. Voor de Kaderrichtlijn Water zijn De Gement, de Moerputten,<br />

Het Bossche Broek, Sompen en Zooislagen aangewezen als ‘Natte Natuurparel’. Voor deze<br />

‘Natte Natuurparels’ lossen we de verdroging met prioriteit op (voor 2015). Voor de<br />

overige natuurgebieden streven we naar een situatie met voldoende water.<br />

2.1.6 Grondwater: Beschermen van de grondwaterkwaliteit<br />

Kwaliteit grondwater voldoende<br />

Gemeente en waterschap vinden het belangrijk dat de kwaliteit van het grondwater<br />

voldoende is. Grondwater beschermen we omdat het de bron is voor ons drinkwater,<br />

omdat we er bier en voedingsmiddelen van maken, omdat er unieke natuurgebieden van<br />

afhankelijk zijn waarvan we kunnen genieten en omdat we er energie in kunnen opslaan<br />

zodat we minder fossiele energie hoeven te gebruiken. Ook de Europese Kaderrichtlijn<br />

Water (KRW) vraagt van ons om het grondwater te beschermen.<br />

Historische verontreinigingen<br />

In de deklaag en het eerste watervoerend pakket zijn (bodem- en grondwater-)<br />

verontreinigingen aanwezig. Deze zijn veroorzaakt door activiteiten uit het verleden en<br />

14


31 maart 2009<br />

noemen we de historische verontreinigingen. Hoe deze moeten worden gesaneerd staat in<br />

de Wet Bodembescherming (WBB) beschreven. Uiteindelijk moeten alle verontreinigingen<br />

in 2030 beheersbaar zijn. Een deel van deze verontreinigingen moeten we eerder<br />

aanpakken omdat het verontreinigingen met actuele risico’s voor mens en/of milieu betreft.<br />

Het streven is dat voor alle verontreinigde locaties in 2015 bekend is of er sprake is van<br />

risico’s voor verspreiding van verontreiniging naar en in het grondwater.<br />

Visie op de ondergrond<br />

Maar de ondergrond wordt voor meer doeleinden gebruikt, die consequenties kunnen<br />

hebben op het watersysteem. Denk maar aan ondergronds bouwen, koude-warmte opslag,<br />

bronneringen, warmtenetten en diepte-infiltratie van overtollig grondwater. Om te zorgen<br />

voor een zo optimaal mogelijk gebruik van de beschikbare ondergrondse ruimte en het<br />

beschermen van de grondwaterkwaliteit zal een visie op de ondergrond worden<br />

ontwikkeld.<br />

Hoogwaardige toepassingen<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> vindt het belangrijk dat het tweede watervoerend pakket<br />

(het diepe grondwater) beschikbaar blijft voor hoogwaardige toepassingen<br />

(drinkwaterwinning en onttrekking voor menselijke consumptie). Het beleid van de<br />

gemeente is daarom KWO’s in het tweede watervoerend pakket niet toe te staan.<br />

2.1.7 Beleving van water<br />

De aantrekkingskracht van water<br />

Water speelt in de beleving van jong en oud een belangrijke rol. Water beweegt, water<br />

leeft en heeft een grote aantrekkingskracht. Water geeft iets extra<strong>'s</strong> aan het landschap en<br />

geeft ruimte. Op mooie dagen worden de dijken intensief als fiets- en wandelroute<br />

gebruikt. Vele mensen genieten van de recreatieve mogelijkheden van de beken en<br />

weteringen. In dit kader organiseren ‘Vrienden van Den Bosch’ Diezetochten. Deze tochten<br />

genieten landelijke bekendheid en trekken jaarlijks honderdduizenden bezoekers, ook van<br />

buiten Den Bosch.<br />

Positieve beleving<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil zich daarom samen met het waterschap sterk maken<br />

voor het behoud van een aantrekkelijke leefomgeving. Een positieve beleving van water<br />

wordt gestimuleerd, een negatieve beleving van water accepteren we niet. Het<br />

uitgangspunt is hierbij dat een eerlijke afweging van de belangen in de leefomgeving wordt<br />

gemaakt, waaronder het belang van water dat bevaarbaar, schoon en aantrekkelijk is.<br />

2.2 Visie op de aanpak<br />

Samenwerking<br />

Om effectief met de nieuwe uitdagingen aan de slag te gaan, passen we onze huidige<br />

aanpak aan. De waterpartners werken de visie gezamenlijk uit tot een gebiedsgerichte<br />

integrale aanpak. We werken zoveel mogelijk wijkgericht. Daarbij zetten we stevig in op<br />

een effectieve samenwerking tussen de waterpartners en tussen de gemeentelijke<br />

afdelingen onderling. Ook de samenwerking met burgers, bedrijven en<br />

projectontwikkelaars intensiveren we door communicatie en educatie te versterken.<br />

Beheer en onderhoud<br />

Het beheer en onderhoud van de wateren en de waterbodem is in de toekomst afgestemd<br />

op de functies (afvoerfunctie, recreatieve functie, natuurfunctie etc.) van het water. Het<br />

15


31 maart 2009<br />

inzicht in het watersysteem vergroten we in de toekomst verder door beschikbare<br />

meetgegevens centraal te ontsluiten en aanvullende metingen te verrichten.<br />

In hoofdstuk 5 wordt deze aanpak nader toegelicht.<br />

16


31 maart 2009<br />

3 Water rondom de stad<br />

3.1 Gebiedsbeschrijving<br />

Onder invloed van het regionale hoofdwatersysteem<br />

Door de ligging aan de rivier de Maas en de beken Dommel en Aa is ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> erg<br />

afhankelijk van het regionale watersysteem. De beken Dommel en Aa en de weteringen<br />

vormen samen het ‘regionale hoofdwatersysteem’. Naast dit regionale hoofdwatersysteem<br />

is er (meer ingezoomd) het wijkwater.<br />

Of het nu gaat om de thema’s veiligheid, wateroverlast of schoon water, een belangrijk<br />

deel van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> staat onder directe of indirecte invloed van het regionale<br />

hoofdwatersysteem. Het hoofdwatersysteem zelf maakt geen onderdeel uit van dit<br />

waterplan, maar het vormt wel een belangrijke randvoorwaarde.<br />

Figuur 3.1 Het regionale oppervlakte water systeem (gemaal Creveceour ontbreekt op deze kaart)<br />

Stromen<br />

In de stad ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> komen de beken Dommel en Aa en de rivier de Maas samen.<br />

Daarnaast vindt wateraanvoer plaats via de weteringen. In het zuiden komen eerst de<br />

beken de Aa en de Dommel en de Zuid-Willemsvaart samen in de stad. Vanaf de<br />

samenkomst van beide beken gaat het water normaliter via de Dieze en spuisluis<br />

Crèvecoeur naar de Maas.<br />

17


31 maart 2009<br />

Bescherming<br />

Bij extreem hoge Maaspeilen is de spuisluis en stuw bij Crèvecoeur gesloten zodat de stad<br />

beschermd is tegen het water van de Maas. Tevens is er de mogelijkheid om het water van<br />

de Dommel en de Aa via het Drongelenskanaal ter hoogte van Waalwijk op de Maas af te<br />

voeren. Via de Stadsdommel kan het water van Aa naar Dommel stromen en vice versa.<br />

De grotendeels gemengde rioleringsgebieden rondom deze waterlopen lozen hun<br />

overtollige water rechtstreeks op dit systeem. Zij staan dus onder invloed van het waterpeil<br />

in het regionale systeem. Bij extreem hoog water stijgt het waterpeil van 2,20 m+NAP tot<br />

soms wel 4,90 m+NAP. Hierdoor is lozing vanuit de riolering niet meer mogelijk. Op enkele<br />

plaatsen wordt bij deze extremen terugstroming (het riool in) voorkomen.<br />

Natuur en recreatie<br />

Daarnaast is het regionale watersysteem ook belangrijk voor natuur en recreatie. Veel<br />

natuurgebieden zijn gelokaliseerd rond de beken. Een goede waterkwaliteit van de beken is<br />

daarom van groot belang. Tevens vormen de beken belangrijke ecologische<br />

verbindingszones. Mede door de aanwezige natuur vormt het regionale watersysteem een<br />

belangrijke rol in de recreatie. Veel natuurgebieden worden gebruikt voor recreatieve<br />

doeleinden zoals fietsen en wandelen.<br />

Water in stedelijk gebied<br />

In het stedelijk gebied onderscheiden we het wijkwater en de zandwinplassen. In de bijlage<br />

gaan we hier nader op in.<br />

Diverse zandwinplassen zijn in de stad geïntegreerd. Zij vormen tegenwoordig belangrijke<br />

groen- en/of recreatievoorzieningen. Twee van deze plassen, de Oosterplas en het<br />

Engelermeer, zijn officiële strandbaden.<br />

Riolering<br />

In de wijken hebben oppervlaktewater, riolering en grondwater grote invloed op elkaar.<br />

Een groot deel van de riolering in de gemeente bestaat uit een gemengd rioolstelsel. De<br />

rest bestaat uit (verbeterd) gescheiden stelsels. Het ingezamelde afvalwater wordt<br />

afgevoerd naar de RWZI’s Treurenburg, Oijen en Vinkel.<br />

3.2 Stad aan de Maas<br />

3.2.1 Huidige situatie<br />

Minimaal overstromingsgevaar<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> en waterschap Aa en Maas vinden het belangrijk dat het<br />

overstromingsgevaar van de Maas nu en in de toekomst zeer minimaal is. Het Rijk stelt<br />

hiervoor de norm vast (wet op de waterkering). Deze norm houdt in dat de dijken van de<br />

Maas zo sterk moeten zijn dat een overstroming c.q. doorbraak gemiddeld maar eens per<br />

1250 jaar voorkomt. Gezien het belang van een veilige stad vindt de gemeente dat zij<br />

hierover mee moet discussiëren en moet participeren in projecten om te waarborgen dat ’s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong> ook in de toekomst beschermd is tegen veiligheid.<br />

Veiligheid waarborgen<br />

De gemeente heeft de afgelopen jaren dan ook actief deelgenomen aan de zogenaamde<br />

Maaswerken, aan de Integrale Verkenning Maas 2 en de Rampenbeheerstrategie Maas.<br />

Hierin is voor de periode tot 2015 (Maaswerken) en na 2015 (Integrale Verkenning Maas<br />

2) gekeken welke maatregelen nodig zijn om de veiligheid te waarborgen.<br />

18


31 maart 2009<br />

In die voorstellen ging het voor ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> om uiterwaardverlaging en een<br />

hoogwatergeul. In het ontwerp-Nationaal Waterplan is bepaald dat de reservering voor een<br />

noodoverloopgebied (Beerse overlaat) komt te vervallen. Het kabinet zal op zoek gaan naar<br />

effectievere (combinaties van) maatregelen. Daarbij houdt zij rekening met de ontwikkeling<br />

en oplossingsrichtingen uit het advies dat de Deltacommissie in 2008 aan de regering<br />

uitbracht. De Deltacommissie dringt daarin aan op verdergaande maatregelen dan tot nu<br />

toe om ons voor te bereiden op een hogere zeespiegel en een grotere rivierafvoer. De<br />

komende jaren wordt het advies over de maatregelen die nodig zijn om de veiligheid te<br />

waarborgen dus gemaakt. Daarin worden ook de voorstellen uit de Integrale Verkenning<br />

Maas 2 nader uitgewerkt.<br />

3.2.2 Speerpunten<br />

Deelname aan projecten<br />

De gemeente wil actief blijven deelnemen aan projecten ter verbetering van de veiligheid<br />

(maatregel 6.1 uit het uitvoeringsprogramma). Het gaat o.a. om:<br />

- de Maaswerken (gereed 2017). Bovenstrooms van de stad worden bij de Maas kaden<br />

aangelegd en wordt het stroombed van de Maas verdiept. Dit wordt o.a. gedaan om<br />

benedenstrooms overstromingen te voorkomen;<br />

- het uitvoeren van de strategische verkenning van IVM-2 (na 2015, trekker<br />

Rijkswaterstaat). De mogelijkheden en effecten van uiterwaardverlaging en de aanleg<br />

van een hoogwatergeul worden onderzocht. Dit moet leiden tot een koepelplan voor<br />

de uitvoering van nieuwe rivierverruimende maatregelen. De uitwerking vindt plaats<br />

binnen het Deltaplan;<br />

- opvolging advies van de Deltacommissie (3 september 2008, taak Ministerie van<br />

Verkeer & Waterstaat, uitvoerder Rijkswaterstaat). De Deltacommissie dringt aan op<br />

verdergaande maatregelen dan toe nu toe. Dit om Nederland voor te bereiden op een<br />

hogere zeespiegel en een grotere rivierafvoer als gevolg van klimaatverandering dan tot<br />

nu toe voor de genomen beschermingsmaatregelen was aangenomen. De gemeente<br />

vindt het belangrijk dat de consequenties van dit advies voor ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> z.s.m.<br />

worden onderzocht;<br />

- studie veiligheid Nederland in kaart (VNK) (begin 2009 gereed, trekker Rijkswaterstaat).<br />

Deze studie brengt overstromingsrisico’s in beeld. Dit dient als basis voor de<br />

ontwikkeling van nieuwe veiligheidsnormen in het kader van WaterVeiligheid 21ste eeuw. Naar aanleiding van de ROR (Europese Richtlijn OverstromingsRisico’s, voorheen<br />

Europese Richtlijn Hoogwater) vormt de VNK de basis voor het opstellen van<br />

overstromingsrisicokaarten.<br />

- Het waterschap heeft het Beheerplan van de waterkeringen 2008-2013 uitgebracht<br />

waarin haar wettelijke taak om de dijken, ook wel waterkeringen genoemd en gelegen<br />

in een dijkring, te onderhouden en beheren (Wet op de Waterkeringen). ‘s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong> ligt in dijkring 36. De mate van bescherming die deze dijkring moet<br />

bieden is tot 2009 in heroverweging in de studie “Veiligheid Nederland in Kaart”. De<br />

gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zet zich in om het belang van de stad voldoende te<br />

vertegenwoordigen door acceptabele veiligheidsnormen, een combinatie van<br />

dijkverzwaring en compartimentering langs de Hertogswetering (indien nodig) en door<br />

rekening te houden met regionale wensen.<br />

Calamiteitenplan<br />

Tenslotte hebben de gemeente en de waterschappen de ambitie om een gezamenlijk,<br />

afgestemd en geoefend calamiteiten- en evacuatieplan op te stellen (maatregel 6.5 uit het<br />

19


31 maart 2009<br />

uitvoeringsprogramma). Indien er toch een overstroming plaatsvindt, het zogenaamde<br />

‘restrisico’, kunnen de gevolgen voor ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> groot zijn.<br />

Dijkring 36 wordt op de gevolgen bestudeerd. Het calamiteitenzorgsysteem van het<br />

waterschap Aa en Maas wordt met het gemeentelijk rampenplan afgestemd. Het<br />

afgestemde plan wordt vanaf 2009 om de drie jaar getest door een gezamenlijke<br />

overstromingsoefening in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>.<br />

3.3 Stad aan de beken en weteringen<br />

3.3.1 Huidige situatie<br />

Unieke uitstraling<br />

De stad ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> kent een unieke uitstraling doordat de beken Dommel, Aa en<br />

Dieze dwars door de stad stromen. Er zijn in de stad dan ook volop kansen voor beleving<br />

van het water en recreatiemogelijkheden in de natuurgebieden die veelal langs de beken<br />

liggen.<br />

Wateroverlast<br />

De huidige inrichting van het watersysteem leidt tot periodiek hoge beekafvoeren. Deze<br />

piekafvoeren kunnen (tijdelijk) wateroverlast veroorzaken. In regionaal verband heeft de<br />

gemeente deelgenomen aan toetsing van de beken aan het gewenste beschermingsniveau,<br />

het zoeken naar retentiegebieden en het Howabo (Hoogwateraanpak ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>).<br />

Het Bossche Broek is ingericht als waterbergingsgebied.<br />

Waterkwaliteit & ecologie<br />

De waterkwaliteit in de beken wordt in droge perioden vooral bepaald door effluent van<br />

rioolwaterzuiveringen stroomopwaarts. Dit water stroomt de stad binnen en bepaalt<br />

daarmee in droge perioden voor een belangrijk deel de waterkwaliteit in de stad. Vandaar<br />

dat de gemeente ook vanuit het oogpunt van waterkwaliteit op regionaal niveau wil<br />

meedenken over mogelijkheden en maatregelen. Dit gebeurt samen met provincie,<br />

waterschappen en buurgemeenten in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water<br />

(KRW). Er zijn voorstellen gedaan over de kwaliteit van de Maas, de beken (Aa, Dommel,<br />

Dieze) en waterlopen (Luisbroekse Wetering, Hoefgraaf, Hertogswetering, Nieuwe Vliet)<br />

om daarin de ecologie en waterkwaliteit te verbeteren. De voorgestelde maatregelen voor<br />

het oppervlaktewater zijn in het uitvoeringsprogramma (hoofdstuk 6) opgenomen.<br />

Figuur 3.2 Streefbeeld voor de EVZ Stadsdommel<br />

20


31 maart 2009<br />

Ecologische verbindingszones in de toekomst<br />

Daarnaast is in het gebiedsproces voor de KRW in Brabant Oost afgesproken dat de<br />

volgende ecologische verbindingszones (EVZ’s) in 2015 zijn aangelegd:<br />

- Stadsdommel – Dieze;<br />

- Luisbroekse Wetering;<br />

- Hoefgraaf;<br />

- Rosmalense Aa;<br />

- Henrietta kanaal.<br />

Figuur 3.3 aanleg EVZ stadsdommel<br />

'De Groene Delta'<br />

Binnen het Project Groene Delta (trekker gemeente ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong>) worden de EVZ’s<br />

aangelegd. Het doel van 'De Groene Delta' is echter breder: het realiseren van een<br />

robuuste en samenhangende groenblauwe structuur in en rond de stad ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong>.<br />

Het concept rust op de vijf pijlers natuur, water, landschap en cultuurhistorie, recreatie en<br />

landbouw en op het overkoepelende thema `de relatie stad en land´. Ook wil 'De Groene<br />

Delta' verdroging van zogenaamde ‘Natte Natuurparels’ tegengaan. 'De Groene Delta' is<br />

een ambitieus plan. Het wordt gerealiseerd door een structurele samenwerking tussen<br />

overheden, natuur- en landbouworganisaties en andere maatschappelijke organisaties. 'De<br />

Groene Delta' geeft uitvoering aan het vastgestelde beleid vanuit Reconstructie Landelijk<br />

Gebied en GIOS (Groen In en Om de Stad). In het programma zijn heldere afspraken<br />

gemaakt over de uitvoeringsorganisatie. Diverse partijen zijn benoemd als trekker van<br />

afzonderlijke projecten. De projecten die nu bekend zijn, staan in 3.4.2 genoemd. De<br />

gemeente ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> vervult de regierol, bewaakt de voortgang en draagt zorg voor<br />

de integraliteit. Om het project soepel te laten verlopen, zorgt zij tevens voor een passend<br />

programmamanagement.<br />

21


31 maart 2009<br />

KRW doelen voor de beken<br />

Diezemonding: In de toekomst neemt de Diezemonding een markante positie in tussen de<br />

Maaspoort en Haverleij. Voor bewoners van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> vormt het een bijzonder<br />

natuurgebied op loop- en fietsafstand. De Dommel is in potentie een belangrijke ecologische<br />

verbinding tussen de bovenstroomse beken en de monding van de Maas. De waterkwaliteit<br />

is verbeterd en de verstuwing is verminderd. Bij Crevecoeur wordt een visstrap aangelegd.<br />

De stadswallen met grachten en het Bossche Broek worden toegankelijk en beleefbaar als<br />

stedelijk wandel- en recreatiegebied en als ecologisch waardevol leefgebied.<br />

StadsAa: Ook de StadsAa is toegankelijk en beleefbaar. De StadsAa is als stedelijk wandel- en<br />

recreatiegebied en ecologisch waardevol leefgebied ingericht. Gezien de stedelijke<br />

ontwikkelingen zal de StadsAa een steeds belangrijkere rol gaan vervullen als functie wonenaan-het-water.<br />

Als zodanig zal de waterkwaliteit en belevingswaarde van de StadsAa<br />

hiervoor voldoende zijn.<br />

Rosmalense Aa en Zuid Willemsvaart: De Rosmalense Aa wordt aangelegd en gekoppeld aan<br />

de omlegging van de Zuid-Willemsvaart.<br />

Figuur 3.4 Projecten binnen “De Groene Delta” (bron: gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>)<br />

Beroepsvaart & Recreatievaart<br />

Rijkswaterstaat gaat de Zuid-Willemsvaart verleggen naar een tracé ten oosten van de stad<br />

om de bereikbaarheid van Zuid-Oost Brabant voor de grotere schepen (klasse IV) van de<br />

binnenvaart te verbeteren. De binnenscheepvaart heeft zo geen last meer van vertragingen<br />

door de bruggen en sluizen in de stad. Tevens verbetert de bereikbaarheid en de<br />

leefbaarheid voor alle mensen in de stad doordat de beroepsvaart uit het centrum<br />

verdwijnt. Ook voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein De Brand is de omlegging<br />

van de Zuid-Willemsvaart belangrijk.<br />

22


31 maart 2009<br />

De voorbereidende werkzaamheden, zoals bodemonderzoek, het rooien van bomen, het<br />

verleggen van kabels en leidingen en het bouwrijp maken van terrein, beginnen in 2009.<br />

De daadwerkelijke aanleg van het nieuwe stuk kanaal start in 2010 (RWS, 2008). De<br />

opening van het nieuwe kanaal is gepland in 2014 (VROM, 2008).<br />

Tot 2014 blijft de huidige Zuid-Willemsvaart in gebruik voor de binnenvaart. Het is<br />

belangrijk dat het nautisch beheer van de huidige Zuid-Willemsvaart tot 2014 zorgvuldig<br />

wordt uitgevoerd zodat de huidige Zuid-Willemsvaart voldoende diep is. Rijkswaterstaat is<br />

hiervoor verantwoordelijk.<br />

3.3.2 Speerpunten<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil in samenwerking met de waterpartners in de regio<br />

actief meedenken en -werken om mogelijkheden voor schonere en natuurlijkere beken te<br />

benutten, en pieken in de afvoer zoveel mogelijk te voorkomen. Hieronder volgt een<br />

omschrijving hoe de speerpunten ten aanzien van mooi en beleefbaar water, participatie in<br />

regionale ontwikkelingen en het uitvoeren van maatregelen uit Stroomgebiedbeheerplan en<br />

gebiedsproces worden ingevuld.<br />

Water maakt ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> mooi<br />

Belangrijke ader voor de recreatievaart<br />

Het huidige tracé van de Zuid-Willemsvaart krijgt na 2014 een andere bestemming. Voor<br />

de recreatievaart kan de Zuid-Willemsvaart echter een belangrijke ader blijven. De<br />

gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> stelt een inrichtingsvisie op (maatregel 4.1 uit het<br />

uitvoeringsprogramma) om te bepalen wat er met het huidige stuk kanaal in de binnenstad<br />

gebeurt (inrichting, kunstwerken, beheer & onderhoud). De gemeente betrekt de burgers<br />

hierbij nauw.<br />

Figuur 3.5 Zuid-Willemsvaart<br />

Akkoord herzien<br />

Omdat de huidige vaart na 2014 niet langer in eigendom van Rijkswaterstaat is, wordt het<br />

WATAK akkoord herzien. In dit akkoord zijn de aan en af te voeren hoeveelheid water in<br />

de Zuid-Willemsvaart door Rijkswaterstaat vastgelegd vanuit hun verantwoordelijkheid ten<br />

aanzien van de waterkwantiteit. Voor de verschillende ruimtelijke ontwikkelingen (lozen<br />

van hemelwater) die langs de Zuid-Willemsvaart spelen is het voor de gemeente van<br />

belang dit akkoord te herzien. Ook voor het waterschap Aa en Maas biedt een herziening<br />

van het WATAK akkoord kansen voor een efficiënter waterbeheer. Daarnaast biedt de<br />

aanleg van het nieuwe tracé van de Zuid-Willemsvaart en de Rosmalense Aa in de groene<br />

geledingszone kansen ter verbetering van het stadswatersysteem van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> (zie<br />

hoofdstuk 4);<br />

23


31 maart 2009<br />

Aangezien het nog vijf jaar duurt voordat de Zuid-Willemsvaart is omgelegd onderzoeken<br />

we wat de tijdelijke mogelijkheden zijn voor de Zuid-Willemsvaart ten aanzien van extra<br />

wateraanvoer bij afkoppelen in het kader van geplande ruimtelijke ontwikkelingen<br />

(maatregel 4.2 uit het uitvoeringsprogramma);<br />

Inrichtingsvisie Stads Aa<br />

Ook voor de Stads Aa gaat de gemeente, samen met het waterschap, een inrichtingsvisie<br />

opstellen (maatregel 4.3 uit het uitvoeringsprogramma). Hierin moet duidelijk worden wat<br />

de doelen van de gemeente en waterpartners zijn voor de Stads Aa. De inrichtingsvisie<br />

wordt een integraal plan, met aandacht voor waterkwantiteit, waterkwaliteit, beheer en<br />

onderhoud, beleving en recreatie;<br />

Rosmalense Aa<br />

Het doel van de Rosmalense Aa is om een goed functionerende ecologische<br />

verbindingszone te realiseren tussen Aa en Maas. De huidige Aa zal worden afgetakt en<br />

met een sifon onder de nieuwe Zuid-Willemsvaart overgaan in de Rosmalense Aa. Hierbij<br />

richten we de Rosmalense Aa in als licht slingerende beek met vrije afwatering, stabiele<br />

afvoer en voldoende stroming (maatregel 4.4 uit het uitvoeringsprogramma)).<br />

Figuur 3.6 Rosmalense Aa<br />

Actieve participatie in regionale ontwikkelingen<br />

Regionale projecten<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> participeert in regionale projecten als Klimaatbestendig<br />

Brabantstad en Klimaatadaptatie Groene Woud. Het eerste project behelst een gezamenlijk<br />

plan van de B5-steden en de provincie voor het klimaatbeleid in Brabant en in de steden in<br />

het bijzonder. Het project omvat zowel energie- als waterprojecten. Wij zoeken naar<br />

gezamenlijke initiatieven, zoals adaptief bouwen, toepassing van innovatieve waterberging<br />

en het verkoelend effect van water. Het project Groene Woud is erop gericht water vast te<br />

houden in het intrekgebied, dus buiten de beekdalen (maatregel 6.1 uit het<br />

uitvoeringsprogramma);<br />

Extra bescherming noodzakelijk<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> blijft actief participeren in het project HOWABO<br />

(Hoogwaterbescherming ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>) (maatregel 6.2 uit het uitvoeringsprogramma).<br />

Uit de lopende studie HOWABO is gebleken dat extra bescherming noodzakelijk is als<br />

gevolg van het samenvallen van hoogwaterpieken van de rivier de Maas en de beken Aa<br />

en Dommel. Om het gewenste beschermingsniveau voor de stad te realiseren is een MER<br />

uitgevoerd. De voorkeursvariant is een zogenaamde Groene Rivier. De gemeente ’s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong> past de Groene Rivier ruimtelijk in. Bij hoog water in de beken de Aa en de<br />

Dommel leiden we het water tijdelijk naar twee gebieden, zodat een ‘groene rivier’<br />

ontstaat. Deze waterbergingsgebieden (De Gement en Moerputten) combineren we met<br />

24


31 maart 2009<br />

de realisatie van een robuuste ecologische verbinding Beerze tussen Het Groene Woud en<br />

de Loonse en Drunense Duinen naar de Maas. De aanleg en ruimtelijke inpassing van de<br />

Groene Rivier zal ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> beschermen tegen overstromingen met een kans groter<br />

dan 1:150;<br />

Dynamisch beekdal<br />

Het project Dynamisch beekdal (maatregel 6.3 uit het uitvoeringsprogramma) heeft als doel<br />

het water in het Aa-dal tussen Heeswijk-Dinther en ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> meer ruimte te<br />

geven. Hierdoor worden overstromingsproblemen richting ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> verminderd.<br />

Bovendien komen langs de beek ecologische verbindingszones. Begin 2008 is de Aa in<br />

Middelrode aangesloten op een oude meander. De uitvoering van maatregelen loopt tot<br />

omstreeks 2010;<br />

Water voor doorspoelen<br />

Momenteel onderzoeken de waterpartners en Rijkswaterstaat welke kansen er zijn om<br />

kanaalwater uit de nieuwe Zuid-Willemsvaart te onttrekken voor het doorspoelen van<br />

Empel, Maaspoort en Noord i.p.v. het voedselrijke water uit de Hertogswetering. Een<br />

gemaal bij de toekomstige sluis ter hoogte van Empel kunnen we mogelijk inrichten voor de<br />

aanvoer van kanaalwater of Maaswater richting Empel. Tevens kijken we welke<br />

maatregelen nodig zijn om de waterverdeling in de wijken Maaspoort en Noord te<br />

verbeteren (maatregel 6,4 en 8.6 uit het uitvoeringsprogramma). Deze voorstellen nemen<br />

we mee in het op te stellen waterstructuurplan (zie 4.2.1).<br />

Uitvoeren van maatregelen uit het Stroomgebiedbeheerplan (KRW)<br />

In het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn in gebiedsprocessen<br />

afspraken gemaakt over de kwaliteit van de Maas, de beken (Aa, Dommel, Dieze) en<br />

waterlopen (Luisbroekse Wetering, Hoefgraaf, Hertogswetering, Nieuwe Vliet) om daarin<br />

ecologie en waterkwaliteit te verbeteren. Het betreffen maatregelen als de aanleg van<br />

ecologische verbindingszones en de vispassage bij Creveceour, die binnen de Groene Delta<br />

zullen worden uitgevoerd (maatregelen 8.1 t/m 8.5 uit het uitvoeringsprogramma). Voor<br />

een aantal maatregelen (vispassage, inrichtingsmaatregelen landschapspark Diezemonding<br />

en Kampenlandschap Coudewater) is subsidie verleend aan gemeente en waterschap,<br />

onder de voorwaarde dat alle maatregelen uit deze subsidiepot (synergie) voor 2015 zijn<br />

uitgevoerd. Ook een aantal maatregelen voor de wijk West behoren tot dit<br />

synergieprogramma. De maatregelen voor de wijk West zijn terug te vinden in paragraaf<br />

4.2. Het onderzoek naar de optimalisatie van het stedelijk watersysteem in Noord, ook een<br />

KRW-maatregel, wordt bij het punt hierboven genoemd (actieve participatie regionale<br />

ontwikkelingen).<br />

In 2009 zullen het waterschap Aa en Maas en de gemeente een contract opstellen om de<br />

financiering van de KRW synergiegelden vast te leggen.<br />

Uitvoeren van de overige maatregelen uit de waterprogramma’s van het gebiedsproces<br />

Het waterschap gaat de natte natuurparel Moerputten aanpakken en de natuurwaarden<br />

versterken (maatregel 9.1 uit het uitvoeringsprogramma).Tijdens de GGOR studie natuur<br />

en GGOR studie landbouw (maatregel 9.2 uit het uitvoeringsprogramma) gaat het<br />

waterschap het gewenste grondwaterregime in het buitengebied bepalen. Tevens gaat het<br />

waterschap nieuwe peilbesluiten voor de Koningsvliet en Hertogswetering opstellen<br />

(maatregel 9.3 uit het uitvoeringsprogramma).<br />

25


31 maart 2009<br />

3.4 Grondwater en Koudewarmteopslag<br />

3.4.1 Huidige situatie<br />

Grondwater<br />

Bodemopbouw<br />

In de ondergrond van Noord-Brabant zijn zandlagen van tientallen meters dikte aanwezig die zoet<br />

grondwater van goede kwaliteit bevatten. Samen met enkele gebieden in Midden- en Oost-Nederland<br />

zijn er in Europa en zelfs op wereldschaal weinig gebieden met dergelijke grote hoeveelheden<br />

grondwater in de ondergrond van goede kwaliteit. Brabant Water bereidt het drinkwater voor ’s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong> voor 100% uit dit grondwater.<br />

Grondwater bevindt zich in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> in drie lagen die gescheiden zijn door twee lagen die<br />

nauwelijks water doorlaten. Van de bovenste naar de onderste laag betreft dit globaal:<br />

Tot max 20 meter diep is het freatische grondwater (ondiep). Historische (en toekomstig mogelijke)<br />

bodemverontreinigende activiteiten vervuilen deze laag. Verhard oppervlak voorkomt infiltratie van<br />

regenwater. De leemlaag op 20 meter diepte beperkt (vervuild) water om naar dieper grondwater te<br />

stromen;<br />

Van 20-80 meter is het eerste watervoerende pakket (dieper grondwater). Hier kan water sneller<br />

stromen (10 à 20 meter per jaar), daarom heet het ‘watervoerend’. Industriële<br />

grondwateronttrekkers gebruiken het grondwater. In deze laag worden meer en meer Koude<br />

Warmte Opslag (KWO) installaties gebouwd. In deze duurzame energiesystemen wordt energie in<br />

de vorm van warmte (of koude) tijdelijk opgeslagen in het diepe grondwater. De energie wordt<br />

opgeslagen voor het afkoelen van huizen bovengronds in de zomer, en onttrokken voor het<br />

opwarmen van huizen in de winter. De kleilaag op 80 meter diepte (65 meter dik) sluit dit pakket af;<br />

Van 145-195 meter: het tweede watervoerende pakket (diepste grondwater). Dit grondwater wordt<br />

met name gebruikt voor de bereiding van drinkwater.<br />

In ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is de stroming van het grondwater, globaal gezien, noordwestelijk gericht. Het<br />

ondiepe grondwater kan door lokale omstandigheden een andere stromingsrichting hebben.<br />

26


31 maart 2009<br />

Risicopreventie en verbetering grondwaterkwaliteit<br />

Drinkwaterbedrijf Brabant Water (winning Nuland) en de industrie winnen grondwater uit<br />

het tweede watervoerende pakket voor menselijke consumptie (totale onttrekking circa 15<br />

miljoen m3 per jaar). De provincie stelt in het ontwerp-provinciaal waterplan over de<br />

industriële onttrekkingen, dat voor industriële winningen voor menselijke consumptie geen<br />

sprake is van een “groot maatschappelijk belang”, maar van een bijzonder economisch<br />

belang. De aanwezigheid van voldoende water van bijzondere kwaliteit, vormde vaak een<br />

belangrijke vestigingsfactor. De provincie onderzoekt of, en zo ja, welke maatregelen<br />

aanvullend op het generieke basisbeschermingsniveau nodig zijn voor risicopreventie en<br />

voor verbetering van de grondwaterkwaliteit bij industriële winningen voor menselijke<br />

consumptie. Dit gebeurt op basis van informatie over de kwaliteit van het onttrokken<br />

grondwater, risico-evaluaties, maatschappelijke aanvaardbaarheid en kosteneffectiviteit.<br />

Gemeenten en bedrijven worden betrokken bij dit onderzoek.<br />

Voor bovengrondse activiteiten geldt dat rekening gehouden moet worden met de<br />

grondwaterbeschermingszone van Nuland die deels binnen de grenzen van de gemeente<br />

ligt (figuur 3.2). In de natte natuurparels en de attentiezone (500 meterstrook langs natte<br />

natuurparels) gelden beperkingen in de vorm van een aanlegvergunningenstelsel voor<br />

activiteiten die de grondwaterstand negatief kunnen beïnvloeden.<br />

Figuur 3.7 Grondwaterbeschermingszone van Nuland.<br />

27


31 maart 2009<br />

Kwel<br />

Op enkele locaties binnen de gemeentegrenzen komt grondwater als kwel aan de<br />

oppervlakte bij natuurgebieden. In deze natte natuurparels komt het grondwater vanuit de<br />

diepe ondergrond naar de oppervlakte. Vegetatie in kwelgebieden stelt veelal specifieke<br />

eisen aan de samenstelling van het grondwater en is erg gevoelig voor veranderingen<br />

daarin.<br />

Beoordelen van grondwatertoestand<br />

De KRW-maatregelen moeten uiterlijk in 2015 zijn uitgevoerd voor grondwater in het<br />

Maasstroomgebied, de grondwaterbeschermingsgebieden en Natura 2000 gebieden.<br />

Grondwater voor productie van voedingsmiddelen valt net als drinkwater onder de KRWvereisten.<br />

De KRW en daarop gebaseerde Nederlandse normen bepalen wat een goede<br />

chemische en ecologische grondwatertoestand is en wat niet. Het RIVM werkt momenteel<br />

aan een protocol voor de chemische beoordeling van grondwater. Voorts bepalen de<br />

interventiewaarden uit de Wet bodembescherming of grondwater van goede kwaliteit is. In<br />

grondwaterbeschermingsgebieden geldt een ‘bijzonder’ beschermingsniveau. De<br />

Provinciale Milieuverordening perkt in deze gebieden milieugevaarlijke activiteiten in.<br />

Functies grondwater en ondergrond nemen toe<br />

Grondwater (en de ondergrond) gebruiken we voor diverse functies. Soms gaan die samen,<br />

soms werken ze elkaar tegen. Het gebruik van het grondwater (en de ondergrond) neemt<br />

alleen maar toe. De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil meer inzicht in de ondergrond om<br />

richting te kunnen bepalen.<br />

Koudewarmteopslag<br />

Bij Koude Warmte Opslag (KWO) wordt energie naar en van het grondwater geleid voor<br />

gebruik van deze energie in gebouwen. In de zomer wordt de warmte van gebouwen<br />

opgeslagen in het grondwater, waardoor afkoeling van het gebouw plaatsvindt. In de<br />

winter wordt deze warmte teruggehaald, waardoor opwarming van het gebouw<br />

plaatsvindt. Er zijn globaal twee systemen: open en gesloten systemen. Bij het gebruik van<br />

diep grondwater voor KWO is een risico aanwezig op eventuele verontreiniging.<br />

KWO dient daarom op duurzame wijze toegepast te worden door te zorgen voor<br />

evenwicht in energie- en waterhoeveelheden, maximale terugwinning van het<br />

geïnfiltreerde water, afdichting van doorboorde lagen en deskundig beheer.<br />

Momenteel is voor open systemen een vergunning nodig voor het onttrekken van<br />

grondwater in het kader van de Grondwaterwet. De provincie is bevoegd gezag. De<br />

provincie verbiedt onttrekkingen voor KWO dieper dan 80 meter in verband met de<br />

strategische drinkwatervoorraad in het watervoerende pakket. Daarnaast zijn onttrekkingen<br />

in grondwaterbeschermingsgebieden en boringsvrije zones verboden. Initiatiefnemers voor<br />

open KWO systemen dienen rekening te houden met bodemverontreinigingen indien de<br />

locatie en de verspreiding daarvan bekend is. De KWO dient zodanig te worden ingericht<br />

dat geen extra verspreiding optreedt. We verlangen van de initiatiefnemer geen onderzoek<br />

als er geen gerede vermoedens voor verontreiniging bestaan. Dit zal de initiatiefnemer in<br />

samenspraak met de gemeente, als bevoegd gezag waterbodembescherming, moeten<br />

vaststellen. Indien later toch verontreiniging wordt aangetroffen, zal de beheerder van de<br />

bodemverontreiniging bij het opstellen van het beheerplan rekening moeten houden met<br />

de aanwezige KWO’s.<br />

Voor gesloten systemen geldt momenteel geen regelgeving. Wel is het boren, en dus ook<br />

aanleggen van deze systemen, verboden in grondwaterbeschermingsgebieden en<br />

boringsvrije zones.<br />

28


31 maart 2009<br />

Door het ontbreken van regelgeving zijn er risico<strong>'s</strong> voor de bodemkwaliteit vanwege de<br />

toepassing van bodemvreemde stoffen in de leidingen en doordat grote systemen veel<br />

boringen bevatten waardoor de kans op verspreiding van bestaande verontreinigingen<br />

relatief groot is. Het is van belang dat aan gesloten systemen vergelijkbare eisen worden<br />

gesteld als aan open systemen.<br />

3.4.2 Speerpunten<br />

Meer inzicht in de ondergrond<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> vindt het belangrijk dat het tweede watervoerende pakket<br />

beschikbaar blijft voor hoogwaardige toepassingen (drinkwaterwinning en onttrekking voor<br />

menselijke consumptie). Het gebruik van het grondwater (en de ondergrond) neemt<br />

immers alleen maar toe. De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil meer inzicht in de ondergrond<br />

om richting te kunnen bepalen. Zij zal daarom een meetnet diep grondwater ontwikkelen<br />

(maatregel 5.1 uit het uitvoeringsprogramma) om voldoende inzicht in het functioneren<br />

van het diepe grondwater te krijgen.<br />

Visie gebruik ondergrond<br />

Door de toename van gebruik van de ondergrond is het nodig om aan de ondergrond<br />

functies toe te kennen. Dit geldt zowel voor het diepe als het ondiepe grondwater.<br />

Hiervoor zullen wij een visie ontwikkelen (zie maatregel 5.2 uit het uitvoeringsprogramma).<br />

Deze zal effect hebben op het bovengronds bestemmen. Aandachtpunten voor het diepe<br />

grondwater zijn drinkwateronttrekkingen, industriële onttrekkingen voor menselijke<br />

consumptie, KWO, diepte-infiltratie mede in relatie tot bestaande bodemverontreinigingen.<br />

Voor het ondiepe grondwater zijn de aandachtspunten de verontreiniging in relatie tot<br />

afkoppelen, warmtenetten en ondergronds bouwen.<br />

Masterplannen KWO´s<br />

De gemeente vindt het belangrijk om de plaats en capaciteit van de bronnen voor KWO op<br />

elkaar af te stemmen. Daartoe stelt de gemeente masterplannen KWO’s op (maatregel 5.3<br />

uit het uitvoeringsprogramma). De masterplannen zullen een onderdeel zijn van een<br />

stadbrede visie op de energie-infrastructuur. In deze visie zal de gemeente een aantal<br />

gebieden aanwijzen voor de ontwikkeling van grootschalige warmtenetten. De<br />

masterplannen gebruikt de provincie bij de toets op vergunningverlening voor het gebruik<br />

van het diepe grondwater voor KWO.<br />

Onderzoeksprojecten bescherming grondwaterkwaliteit<br />

Daarnaast neemt de gemeente deel aan de door de provincie gestarte onderzoeksprojecten<br />

naar mogelijke bescherming van de grondwaterkwaliteit voor industriële onttrekkingen<br />

voor menselijke consumptie (maatregel 5.4 uit het uitvoeringsprogramma), waarvoor zij<br />

per locatie maatwerk voorziet.<br />

De gemeente verantwoordelijk<br />

Met de veranderde wetgeving is de gemeente verantwoordelijk voor het ondiepe<br />

grondwater. De gemeente wil invulling geven aan deze verantwoordelijkheid door de<br />

risico’s op grondwateroverlast in te schatten en een grondwatermeetnet in te richten om<br />

inzicht te krijgen in de grondwaterstanden (maatregel 5.5 t/m 5.7 uit het<br />

uitvoeringsprogramma). De resultaten van deze onderzoeken betrekken wij bij het<br />

opstellen van de visie op de ondergrond.<br />

29


31 maart 2009<br />

3.5 Energieneutrale stad<br />

3.5.1 Huidige situatie<br />

Klimaatneutraal in 2050<br />

De gemeente heeft het doel gesteld om in 2050 als stad klimaatneutraal te zijn. Dat<br />

betekent dat alle energie die de stad verbruikt, binnen de stad duurzaam wordt opgewekt.<br />

Om dit te bereiken zal fors op energie moeten worden bespaard. Daarnaast moeten we alle<br />

mogelijke duurzame energiebronnen benutten. Het watersysteem kan hierin verschillende<br />

rollen vervullen.<br />

Koudewarmetopslag (KWO), zie 3.4.1<br />

KWO in de bodem wordt al op een aantal plaatsen in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> toegepast. O.a. in<br />

het Paleiskwartier, in het stadskantoor, Hinthamerpoort, winkelcentrum de Arena en<br />

kleinschalig in De Groote Wielen. Er zijn plannen in ontwikkeling om in buurt De Lanen in<br />

De Groote Wielen grootschalig voor ruim 1000 woningen KWO toe te passen.<br />

Rioolwater als warmtebron<br />

Rioolwater is een mogelijke bron van warmte. De gemiddelde temperatuur van rioolwater<br />

ligt tussen de 10° en 20° C. Warmteterugwinning uit het rioolstelsel is mogelijk door<br />

toepassing van warmtepompen. Hiervoor zijn nog geen concrete plannen. In het kader van<br />

het klimaatplan zullen we onderzoeken waar de toepassing van warmteterugwinning uit<br />

rioolwater kansrijk is.<br />

Oppervlaktewater en waterberging<br />

Ook aan oppervlaktewater kan warmte of koude worden onttrokken. Een vorm van<br />

waterberging die gunstig is voor het energiebeleid, is het toepassen van vegetatie- of<br />

sedumdaken. Vegetatiedaken zijn in staat tussen de 40 en 80% van al het regenwater te<br />

bufferen en/of vertraagd af te voeren naar het riool. Planten gebruiken of verdampen de<br />

rest van het water. Door de toepassing van de vegetatiedaken warmen daken niet verder<br />

op dan 80°C en koelen de daken in de winter minder snel af. Dit bespaart energie in zowel<br />

zomer als winter en verbetert ook het binnenklimaat.<br />

Figuur 3.8 vegetatiedak<br />

Toekomstige ontwikkelingen<br />

Mogelijk is de energie in de toekomst zo duur dat ook het benutten van waterkracht in de<br />

rivieren rendabel wordt. De prijs van energie is de afgelopen 10 jaar verdubbeld en de<br />

verwachting is dat deze de komende tien jaar opnieuw zal verdubbelen. Het gevolg is dat<br />

energiebronnen die nu nog niet rendabel zijn, dat in de toekomst wel zullen worden.<br />

Gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zal in samenwerking met de waterpartners de ontwikkelingen<br />

volgen en zonodig hiervoor beleid ontwikkelen.<br />

30


31 maart 2009<br />

Ook kan energiebeperking binnen de keten (zoals pompen en gemalen) in de toekomst<br />

mogelijk interessant zijn. Hiervoor is inzicht nodig in het functioneren van de<br />

afvalwaterketen (zie paragraaf 4.2.1). Het waterschap heeft een prijs gewonnen om een<br />

pilot energie uit afvalwater, “de energiefabriek”, uit te voeren. Het is mogelijk deze pilot in<br />

’s-<strong>Hertogenbosch</strong> uit te voeren.<br />

Figuur 3.9 waterkrachtbenutting<br />

3.5.2 Speerpunten<br />

De gemeente ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil kansen in het watersysteem voor een energieneutrale<br />

stad, zoals in paragraaf 3.5.1 zijn benoemd, benutten en actief meedenken en –werken aan<br />

innovatieve pilots. (maatregel 7.1 uit het uitvoeringsprogramma).<br />

Een van deze innovatieve pilots is reeds door het waterschap Aa en Maas gestart<br />

(maatregel 7.2 uit het uitvoeringsprogramma). In deze pilot onderzoekt zij of innovatieve<br />

energiewinning in de RWZI’s mogelijk is.<br />

Tevens stelt de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> het reeds genoemde masterplan KWO op in<br />

relatie tot de stadsbrede visie op de energie-infrastructuur, maatregel 5.3 zie paragraaf<br />

3.4.2.<br />

31


31 maart 2009<br />

4 Water in de stad<br />

4.1 Gebiedsbeschrijving<br />

4.1.1 Ruimtelijke ordening: water, natuur en stedenbouw<br />

Een rijke stad<br />

Water, natuur en stedenbouw zijn in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> onlosmakelijk met elkaar verbonden<br />

en versterken elkaar. Een stad waarin deze aspecten zowel in overvloed als balans aanwezig<br />

zijn, is een rijke stad. Water is een belangrijke kwaliteit van woonbuurten, bedrijventerrein<br />

en het buitengebied.<br />

Figuur 4.1 oude binnenstad<br />

Creativiteit en innovatieve oplossingen<br />

Vanwege toekomstige ontwikkelingen zijn creatieve/innovatieve oplossingen nodig om<br />

water en natuur een plek in de stad te geven.<br />

Bij het ontwerpen van nieuwbouwwijken en inbreidingsgebieden zetten gemeente en<br />

waterschap zich in om water in een vroeg stadium mee te nemen (watertoets). De<br />

gemeente vindt het belangrijk om bij het ingenieurswerk, de landschapsarchitectuur,<br />

stedenbouw en architectuur, inrichting, en in de samenwerking van al deze disciplines met<br />

die waarden rekening te houden die de leefomgeving aantrekkelijker maken. Daarbij<br />

bekijken we waar we deze waarden mogelijk kunnen vergroten (mooie voorbeelden zijn<br />

GZG, Carolus en Paleiskwartier waarbij integraal waterbeheer het uitgangspunt vormt).<br />

4.1.2 Kwaliteit oppervlaktewater<br />

Geen overmatige wateroverlast<br />

De watersysteemanalyse heeft laten zien dat het stedelijk watersysteem wat betreft<br />

wateroverlast voldoet aan de normen. Dit betekent dat er geen locaties zijn die overmatig<br />

te kampen hebben met wateroverlast als gevolg van een tekort aan oppervlaktewater.<br />

32


31 maart 2009<br />

Kwaliteit watersysteem laat nog te wensen over<br />

In 2006 t/m 2008 was het watersysteem van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> een aantal malen negatief<br />

in het nieuws met problemen rond de waterkwaliteit en ecologie. Zo zijn er persberichten<br />

uitgegaan over vissterfte, botulisme, de aanwezigheid van purper-zwavelbacteriën en<br />

drijflagen met cyanobacteriën ofwel blauwalg. Dit zijn, met de klachtenregistratie van de<br />

gemeente en het waterschap, belangrijke aanwijzingen dat het watersysteem kwalitatief<br />

nog niet naar wens functioneert.<br />

Figuur 4.2 problemen met blauwalg<br />

Normoverschrijdingen<br />

Normoverschrijdingen in de (stads)wateren van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> worden vooral gevonden<br />

voor stikstof, fosfaat, koper, nikkel, zink en zuurstof. Nutriënten zijn het grootste<br />

aandachtspunt omdat de KRW daar strengere eisen in stelt. Ook de zuurstofhuishouding<br />

speelt een belangrijke rol. Uit een onderzoek van het waterschap Aa en Maas blijkt dat<br />

hormonen en medicijnen via de lozing van afvalwater door bijv. ziekenhuizen en<br />

seniorenhuizen in het oppervlaktewater terechtkomen.<br />

Kwaliteit hoofdwater - wijkwateren<br />

Het regionale hoofdwatersysteem van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is aanzienlijk slechter van kwaliteit<br />

dan de wijkwateren. Momenteel hebben de wijkwateren dan ook een positief effect op de<br />

waterkwaliteit van het hoofdwatersysteem. De hoofdwateren hebben echter een betere<br />

zuurstofhuishouding dan de wijkwateren.<br />

Ecologische toestand<br />

De ecologische toestand van de wateren in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> verschilt sterk per wijk.<br />

Knelpunten hebben te maken met de oeverinrichting en het steile onderwatertalud, de<br />

aanwezigheid van drijflagen en de afwezigheid van waterplanten of kritische soorten. De<br />

hoge nutriëntenwaarden zorgen ervoor dat we veelal hetzelfde beeld aan plantensoorten te<br />

zien krijgen.<br />

Kwaliteit van de plassen<br />

De (zandwin)plassen in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zijn voldoende van kwaliteit en enkele geïsoleerd<br />

gelegen plassen gaan zelfs richting de beoordeling goed. De zwemwaterplas De Zuiderplas<br />

heeft te kampen met blauwalg.<br />

4.1.3 Regenwater, afvalwater en overtollig grondwater<br />

Doelmatige investeringen<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zet zich in voor doelmatige investeringen in de<br />

afvalwaterketen. Dat wil zeggen dat de maatregelen efficiënt, functioneel en praktisch zijn.<br />

33


31 maart 2009<br />

Daarnaast zijn maatregelen duurzaam. De gemeente past maatwerk toe, waarbij<br />

resultaatgerichtheid voorop staat.<br />

Fasering rioleringsmaatregelen<br />

Voor alle rioleringsmaatregelen voeren we een bewuste fasering uit. Maatregelen die sterk<br />

bijdragen aan het oplossen van acute knelpunten en de relatief goedkope maatregelen die<br />

een groot effect hebben voeren we als eerste uit. Door het tegelijk uitvoeren van<br />

maatregelen met geplande vervangingsmaatregelen besparen we op kosten.<br />

Vervuild hemelwater<br />

De gemeente zal de eisen die aan het beheer van de openbare ruimte worden gesteld<br />

indien nodig vastleggen om de vuilvracht van hemelwater te voorkomen (chemie,<br />

bouwmaterialen etc.). Intensief gebruikte verharde oppervlakken, waarvan we redelijkerwijs<br />

mogen verwachten dat hemelwater vervuild raakt (parkeergebieden, marktterreinen) zullen<br />

we niet, beperkt of met een zuiveringsvoorziening afkoppelen. Daarnaast volgt de<br />

gemeente het DOB (duurzame onkruid bestrijding) bij het bestrijden van onkruid op<br />

openbaar terrein.<br />

Figuur 4.3 gezuiverd rioolwater<br />

Hemelwater en de riolering<br />

Nieuwe gebieden lozen in principe geen hemelwater op de riolering. Mocht onderbouwd<br />

aangegeven worden dat dit toch noodzakelijk is, dan moet de kostendekking in eerste<br />

instantie binnen het nieuwbouwproject worden gezocht. Voor bestaande gebieden geldt in<br />

principe ook dat hemelwater niet in de riolering thuis hoort. In bestaande gebieden is het<br />

echter vaak lastig om af te koppelen en kunnen afkoppelmaatregelen buitensporig hoge<br />

kosten met zich meebrengen. In dat geval wordt niet afgekoppeld.<br />

Onderstaande figuur geeft een eerste indruk waar kansen voor afkoppelen liggen.<br />

De concrete uitwerking van de doelen tot maatregelen heeft in het kader van het Verbreed<br />

Gemeentelijk Rioleringsplan plaatsgevonden.<br />

34


31 maart 2009<br />

Figuur 4.4 Eerste indruk van locaties waar kansen voor afkoppelen van hemelwater voor de hand<br />

liggen (bron: gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>, kaart: Royal Haskoning).<br />

4.1.4 Recreatie, Beleving & Toerisme<br />

Waterrecreanten zijn gebruikers van het watersysteem. Zij varen, zwemmen, sporten,<br />

vissen, wandelen, fietsen en kijken (rond) op, in en rondom het water. De waterpartners,<br />

maken dit dagelijks mogelijk samen met diverse andere partijen. Dit zijn de sport- en<br />

recreatieverenigingen zoals de roeivereniging, horeca- en recreatie-exploitanten zoals<br />

restaurants langs het water of bootverhuurders, bewoners, de individuele recreanten die op<br />

elkaar letten, alsook ouders van kinderen die op hun kinderen letten. Recreanten mogen op<br />

bepaalde zaken van het watersysteem kunnen rekenen, maar kennen ook een eigen<br />

verantwoordelijkheid.<br />

Figuur 4.5 recreatie en toerisme<br />

35


31 maart 2009<br />

4.2 Speerpunten<br />

4.2.1 Speerpunt 1 Per deelgebied visie op het watersysteem<br />

Om dit speerpunt te bereiken is een verdergaand inzicht nodig in het functioneren van het<br />

watersysteem. Vervolgens wordt een waterstructuurplan opgesteld waarin een integrale<br />

gebiedsgerichte aanpak beschreven is.<br />

Inzicht in het functioneren van het watersysteem.<br />

Knelpunten en oplossingen<br />

In de afgelopen jaren hebben de gemeente en het waterschap gezamenlijk een<br />

watersysteemanalyse uitgevoerd en is het systeem getoetst aan de normen. Tijdens<br />

verschillende workshops hebben gemeente en waterschap pragmatisch gekeken welke<br />

knelpunten er zijn, hoe deze tegen te gaan en hoe kansen benut kunnen worden. Om een<br />

eerste aanzet te maken tot een concreet uitvoeringsprogramma zijn in de bijlage per cluster<br />

de knelpunten uit de workshops gekoppeld aan mogelijke oplossingsrichtingen.<br />

Mitigerend en adaptief<br />

Om echter de stap te maken naar een robuust watersysteem, wil de gemeente niet alleen<br />

mitigerende maatregelen treffen die knelpunten oplossen. De gemeente wil ook adaptieve<br />

maatregelen gaan treffen, vanuit een risicobenadering voor zowel droogte, wateroverlast<br />

als waterkwaliteit (zie hoofdstuk 2.1.). Om deze risicobenadering uit te voeren is gedegen<br />

inzicht nodig naar het functioneren van het watersysteem. Daarom werken we de<br />

watersysteemanalyses nader uit zodat ook een risicobeoordeling (= kans x gevolg) mogelijk<br />

wordt (maatregel 1.1 uit het uitvoeringsprogramma).<br />

Rioleringsstelsel: meten in de buis<br />

In het kader van de rioleringszorg richten we het meetplan “meten in de buis” op<br />

(maatregel 1.3 uit het uitvoeringsprogramma). Doel van dit meetplan is om het<br />

functioneren van het rioleringsstelsel te begrijpen. Echter, de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is<br />

van mening dat het meetplan niet alleen nodig is om inzicht in het rioleringstelsel te krijgen,<br />

maar ook om het effect van de riolering en overige activiteiten in de stad op het<br />

oppervlaktewater en grondwater inzichtelijk te maken. Vaak wordt ten onrechte<br />

aangenomen dat meten een kostbare aangelegenheid is. In veel rioolstelsels verzamelen we<br />

reeds informatie voor het operationeel beheer van de gemalen. De gemalen bevatten vaak<br />

gegevens zoals draaiuren en soms ook waterstanden die we kunnen gebruiken om kennis<br />

over het systeem te vergroten (vullingsgraad, afvoeren). Deze belangrijke informatiebron<br />

wordt bij het opzetten van een meetnet vaak vergeten of onvoldoende benut.<br />

Waterkwaliteitsmetingen oppervlaktewater<br />

Als het gaat om het beperken van de vuiluitstoot uit de riolering is het uiteindelijke doel om<br />

de oppervlaktewaterkwaliteit te verbeteren. De praktijk leert echter dat veel overstorten die<br />

op basis van theorie een groot knelpunt voor het ontvangende water vormen, in de praktijk<br />

geen problemen opleveren. Het meetplan “meten in de buis” kan –nadat het kwantitatief<br />

functioneren in beeld is gebracht- worden uitgebreid met en gekoppeld worden aan<br />

waterkwaliteitsmetingen in het oppervlaktewater. Samenwerking met het waterschap is<br />

hierbij van belang. Het waterschap is immers verantwoordelijk voor de<br />

waterkwaliteit(smetingen). Alle verontreinigingsbronnen die problemen in het<br />

oppervlaktewater veroorzaken brengen we in beeld. De resultaten van de<br />

watersysteemanalyse nemen we mee.<br />

36


31 maart 2009<br />

Figuur 4.6 bemonstering waterkwaliteit<br />

Ambities<br />

Waar mogelijk streven we een hogere kwaliteit van het wijkwater na (bijvoorbeeld door de<br />

aanleg van natuurvriendelijke oevers). Op wijk- en watergangniveau maken we de ambities<br />

inzichtelijk.<br />

Om een beeld te krijgen van de ontwikkelingen in de gemiddelde waterkwaliteit en<br />

ecologie zetten we de huidige monitoring van de waterkwaliteit (Ebeostad) voort. Jaarlijks<br />

bekijken we de resultaten en evalueren we het monitoringplan. Zonodig passen we dit plan<br />

aan. In 2014 stellen we een voortgangsrapportage op. Deze voortgangsrapportage zal ook<br />

een overzicht van het doelbereik van ‘schoon oppervlaktewater’ moeten bevatten, dat<br />

gekoppeld is aan de streefbeelden die per wijk en watergang worden opgesteld in het<br />

hieronder genoemde waterstructuurplan.<br />

Opstellen waterstructuurplan: een integrale gebiedsgerichte aanpak<br />

Ambities per wijk en per watergang<br />

Voor het bestaande gebied wil de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> samen met het waterschap<br />

in een waterstructuurplan streefbeelden en ambities per wijk en per watergang opstellen<br />

(maatregel 1.2 uit het uitvoeringsprogramma). De ambities omschrijven hoe om te gaan<br />

met wateroverlast, de kwaliteit van het water, de belevings- en recreatieve waarde van het<br />

water en beheer & onderhoud. In het waterstructuurplan besteden we aandacht aan de<br />

relatie tussen ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> en het ommeland. Gezien de ontwikkeling van ‘s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong> tot compacte stad is de verwachting dat deze relatie in toekomst steeds<br />

belangrijker zal worden. De bijzondere positie van het Centrumgebied en Avenue A2 zullen<br />

we hierin meenemen. Uitgangspunt is dat de beschikbare ruimte in het watersysteem<br />

zoveel mogelijk wordt benut, met een robuust watersysteem als leidend principe.<br />

Optimale inrichting<br />

Omdat naar verwachting de druk op het recreatief medegebruik van water zal toenemen<br />

nemen we recreatie expliciet in het waterstructuurplan mee. In samenwerking met de<br />

Ruimtelijke Structuur Visie (RSV) definiëren we het optimale niveau van de belevings-,<br />

cultuurhistorische- en sociale waarde. Op die manier kunnen we het wijkwater en de<br />

plassen optimaal inrichten voor hun belangrijkste functie.<br />

Concreet uitvoeringsprogramma<br />

Het waterstructuurplan zal een concreet uitvoeringprogramma bevatten. De uitvoering van<br />

deze maatregelen zal starten met de clusters West, Engelen en Maaspoort (tot 2015). Voor<br />

de clusters Binnenstad en Zuid wachten we met de uitvoering van de werkzaamheden tot<br />

37


31 maart 2009<br />

na de omlegging van de Zuid-Willemsvaart (na 2015). Mogelijk kunnen we zo werk met<br />

werk combineren.<br />

Verschuiving beheertaken<br />

Tevens is er in het kader van de overname stedelijk water een verschuiving van<br />

beheertaken mogelijk. De nieuwe verdeling zal met het waterschap moeten worden<br />

afgestemd (maatregel 1.5 uit het uitvoeringsprogramma). Ook de kosten en<br />

kostenverdeling zullen we opnieuw moeten bezien (ook in relatie tot het baggeren).<br />

4.2.2 Speerpunt 2 Gebruik beleidsruimte nieuwe wetgeving en geef helderheid in taken partijen<br />

(NBW)<br />

Voor dit speerpunt is het nodig om beleid ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor<br />

hemel- en grondwater te ontwikkelen, een brede watertoets in te zetten en een<br />

watercontract op te stellen.<br />

Ontwikkelen beleid regenwater en grondwater<br />

Wie is waarvoor verantwoordelijk<br />

In de Wet Gemeentelijke Watertaken is het takenpakket van de gemeente op het gebied<br />

van afvalwater, regenwater en grondwater ‘verbreed’. Tegelijkertijd ligt er een eigen<br />

verantwoordelijkheid bij de perceelseigenaar voor regenwater en grondwater. De gemeente<br />

gaat hier de komende jaren nadere invulling aan geven door scherp vast te leggen wie<br />

waarvoor verantwoordelijk is. Daarbij zijn doelmatigheid en redelijkheid de uitgangspunten<br />

(maatregel 2.1 uit het uitvoeringsprogramma). Per wijk bepalen we wat van de burger<br />

verwacht mag worden.<br />

Omgang met water<br />

De gemeente heeft veel beleidsruimte om te bepalen hoe met de verantwoordelijkheid van<br />

particulieren wordt omgegaan. Dit varieert van communicatie tot het opleggen van<br />

maximale hoeveelheden regen- en grondwater die zij mogen afvoeren naar het<br />

gemeentelijk rioolstelsel. Via communicatie stimuleren we particulieren en het bedrijfsleven<br />

tot een ‘andere’ omgang met water op eigen terrein. Een hemelwaterverordening op<br />

termijn sluiten we niet uit. Daarnaast willen de partijen afspraken maken over een<br />

doelmatige verdeling van de beheertaken van het watersysteem binnen het stedelijk<br />

gebied.<br />

Waterkwaliteitseisen hemelwater<br />

We nemen aan dat hemelwater schoon genoeg is om zonder voorzieningen te lozen op het<br />

oppervlaktewater. Het waterschap heeft als waterkwaliteitsbeheerder de taak om de<br />

waterkwaliteitseisen van het te ontvangen hemelwater aan te geven, zodat we eventuele<br />

zuiveringstrappen hierop kunnen dimensioneren. Het vertalen van deze kwaliteitseisen naar<br />

maatwerkvoorschriften hoe in specifieke gevallen met regenwater om te gaan, zullen we<br />

nog moeten uitwerken.<br />

Wateroverlast door grondwater<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil actief aan de nieuwe zorgplicht voor het grondwater<br />

invulling geven door het opstarten van een onderzoek om de risico’s op wateroverlast door<br />

grondwater in beeld te brengen (maatregel 5.5 uit het uitvoeringsprogramma). In het<br />

onderzoek zal de gemeente gericht de grondwaterstanden meten en de ruimte voor<br />

grondwaterstijging bepalen. De monitoring in combinatie met de klachtenregistratie zal<br />

leiden tot inzicht in de omvang en aard van mogelijke problemen. Het oplossen van<br />

problemen op perceelsniveau valt in principe onder verantwoordelijkheid van de particulier<br />

(mits dit redelijk en doelmatig is).<br />

38


31 maart 2009<br />

Brede watertoets<br />

De watertoets zetten we vroegtijdig en breed in zodat we kansen optimaal kunnen<br />

benutten (maatregel 2.2 uit het uitvoeringsprogramma). Hierin nemen we niet alleen<br />

waterkwantiteit (bergingsopgave) mee, maar komen alle waterhuishoudkundige thema’s<br />

zoals schoon water, afvalwater, regenwater, overtollig grondwater en beheer aan bod.<br />

Watercontract<br />

De gemeente en de waterschappen hebben de intentie om bij kleine inbreidingen of<br />

nieuwbouwprojecten een watercontract in te zetten. (maatregel 2.3 uit het<br />

uitvoeringsprogramma). Het watercontract is een boekhoudkundig systeem waarin we de<br />

hoeveelheid waterberging registreren. Het primaire doel is om ervoor te zorgen dat de<br />

wateroverlast niet toeneemt bij extra verharding. Wanneer extra oppervlaktewater nodig is<br />

om wateroverlast te voorkomen realiseren we dit. Echter, niet in alle gevallen is de aanleg<br />

van extra water noodzakelijk of de enige manier om wateroverlast te voorkomen. Ook<br />

andere oplossingen mogen we niet uitsluiten, waarbij we afwenteling op andere gebieden<br />

moeten voorkomen.<br />

4.2.3 Speerpunt 3 Klimaatadaptieve stadsontwikkeling<br />

Voor dit speerpunt is het van belang om in nieuw stedelijk gebied adaptief te bouwen. Ook<br />

moeten we de richtlijnen per wijk opstellen en duidelijk naar particulieren en<br />

projectontwikkelaars communiceren.<br />

Adaptief bouwen<br />

Duurzaam watersysteem in nieuw stedelijk gebied<br />

In nieuw stedelijk gebied richten we het watersysteem meteen op een duurzame,<br />

klimaatrobuuste wijze in. Niet alleen het inrichten van water, ook een andere wijze van<br />

bouwen kan een oplossing zijn (adaptief bouwen). Denk aan het ophogen van<br />

(nieuwbouw)gebieden, de directe afvoer naar de beken en/of het infiltreren van<br />

regenwater. De kansen voor waterberging op particulier terrein worden benut. Denk hierbij<br />

aan sedumdaken, beperking verharding tuinen, dakgoten, bassins en/of regentonnen<br />

(water op het dak, de tuin als spons). Om innovatief groen, zoals gras- of sedumdaken te<br />

stimuleren, zitten gemeente en waterschap gezamenlijk in een provinciale werkgroep. In<br />

het openbaar gebied kunnen we waterpleinen of doorlatende verhardingen inzetten.<br />

Figuur 4.7 bergbezinkbassin<br />

Grondige analyse<br />

De waterpartners realiseren zich dat voor elke inbreiding of nieuwbouw, een grondige<br />

analyse en maatwerk nodig zijn.<br />

39


31 maart 2009<br />

Kansen<br />

De te herstructureren gebieden bieden kansen om bestaande kwetsbare riolerings- en<br />

watersystemen om te bouwen tot een klimaatrobuust systeem.<br />

Opstellen richtlijnen per wijk<br />

inspiratieboek<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> vindt het belangrijk dat richting particulieren en<br />

projectontwikkelaars duidelijk wordt aangegeven hoe het beste met water omgegaan kan<br />

worden. Omdat dit per wijk verschillend is, is het belangrijk dat de richtlijnen per wijk<br />

worden opgesteld. Om ontwerpers en burgers te stimuleren om creatief en adaptief met<br />

water om te gaan, zullen gemeente en waterschap een inspiratieboek opstellen (maatregel<br />

3.1 uit het uitvoeringsprogramma).<br />

4.2.4 Speerpunt 10 Werken aan Water in West (de schop in de grond)<br />

Om dit speerpunt te bereiken worden mogelijke maatregelen geconcretiseerd en overige<br />

‘no regret’ maatregelen uitgevoerd.<br />

Oplossen gesignaleerde knelpunten<br />

Mogelijke maatregelen<br />

Voor het cluster West en Engelen zijn de oplossingsrichtingen uit de watersysteemanalyses<br />

al concreter in beeld en vertaald naar mogelijke maatregelen. Deze zijn vastgelegd in een<br />

inrichtings- en beheersvisie. Ten aanzien van de waterkwaliteit is een aantal knelpunten<br />

gesignaleerd. De visie resulteerde in een zestal maatregelen die de gesignaleerde<br />

knelpunten oplossen.<br />

Overige maatregelen<br />

Deze zogenaamde ‘no regret’ maatregelen voeren we in de komende planperiode uit. Met<br />

de vergroting van de bergingscapaciteit is reeds een aanvang gemaakt (maatregel 10.2 uit<br />

het uitvoeringsprogramma). De overige (kwaliteits)maatregelen bestaan uit o.a. het maken<br />

van een nieuwe inlaat voor West, het ontkoppelen van de hooggelegen zandrug in de<br />

dorpskern Engelen, baggeren in de dorpskern Engelen en het afkoppelen van stedelijke<br />

verhardingen in West (maatregelen 10.1, 10.3 t/m 10.6). Een deel van deze maatregelen<br />

valt onder de maatregelen uit het Stroomgebiedbeheerplan, waarvoor KRWsynergiesubsidie<br />

is verkregen.<br />

40


31 maart 2009<br />

5 Samenwerking<br />

5.1 Betrokken organisaties<br />

Bij het uitvoeren van het waterbeheer in en rondom de stad ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zijn<br />

verschillende organisaties betrokken:<br />

Gemeente<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is primair verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening en<br />

het milieubeleid. Daarnaast heeft de gemeente de zorg voor het grondwater en voor<br />

inzameling en transport van het afvalwater en het overtollige hemelwater. Vanuit de Wet<br />

Bodembescherming is de gemeente het bevoegd gezag voor de kwaliteit van het ondiepe<br />

grondwater.<br />

Waterschappen<br />

De waterschappen Aa en Maas en de Dommel zijn beheerder van het<br />

oppervlaktewatersysteem, waar keringen (kwantiteit) en rioolzuiveringsinstallaties<br />

(kwaliteit) onderdeel van uitmaken. Het grootste deel van de gemeente ligt in het<br />

beheersgebied van waterschap Aa en Maas. Gemeente en waterschap ontmoeten elkaar<br />

voor het stedelijke watersysteem op velerlei terreinen. Hierbij valt te denken aan de<br />

(her)inrichting van gebieden, het opstellen van bestemmingsplannen, de uitvoering van een<br />

MER, het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en stadswateren, de aanpak van<br />

(grond)wateroverlast, de aanleg van nieuwe voorzieningen, etc..<br />

Provincie<br />

De provincie is grondwaterbeheerder van het diepe grondwater. Als grondwaterbeheerder<br />

kan de provincie taken aan de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> delegeren.<br />

Brabant Water<br />

Brabant Water wint, zuivert, transporteert en levert drinkwater aan de bewoners van ’s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong>. Brabant Water onttrekt al zijn drinkwater uit het grondwater. Voor Brabant<br />

Water is het daarom belangrijk dat er voldoende grondwater van voldoende kwaliteit<br />

aanwezig is.<br />

Rijkswaterstaat<br />

Rijkswaterstaat is de primair verantwoordelijke voor bescherming tegen hoogwater vanuit<br />

de Maas en voor schoon Maaswater. Tevens behoort de zorg voor een vlot en veilig<br />

verkeer over water (beroepsvaart, recreatievaart) tot de kerntaken van Rijkswaterstaat als<br />

vaarwegbeheerder.<br />

Particulieren<br />

Ten slotte zijn ook de particulieren en onttrekkers van grondwater en gebruikers van KWOopslag<br />

betrokken bij een goed waterbeheer. Wat betreft de particulieren gaat het niet<br />

alleen om de belangen die zij hebben bij een goed waterbeheer. Zij zijn ook<br />

verantwoordelijk voor de afvoer van regen-, afval- en grondwater op het eigen perceel.<br />

41


31 maart 2009<br />

5.2 Organisatie<br />

Externe samenwerking<br />

De waterpartners hebben samenwerking hoog op de agenda staan omdat dit<br />

kennisuitwisseling stimuleert. Vanuit een integrale afweging realiseren we hierdoor een<br />

optimale waterhuishouding tegen maatschappelijk verantwoorde kosten. Een waterrijke en<br />

dynamische stad als ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> hecht daarom veel waarde aan een structurele en<br />

inspirerende samenwerking.<br />

Sinds 2001 heeft de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>, zowel in de watersysteemanalyse voor de<br />

stadswateren als in het gebiedsproces Brabant, een effectieve samenwerking opgebouwd<br />

met de buurgemeenten, het waterschap Aa en Maas en waterschap de Dommel. Deze<br />

samenwerking zetten we verder voort. Daarbij verbreden we het overleg vanuit het<br />

gebiedsproces op het gebied van duurzaamheid door alle thema’s te agenderen. Daarnaast<br />

wordt de samenwerking tussen de waterpartners ingevuld doordat:<br />

- een geïntegreerd calamiteitenplan van gemeente en waterschap is opgesteld;<br />

- de belangen van <strong>'s</strong>-<strong>Hertogenbosch</strong> voldoende vertegenwoordigd zijn in de uitwerking<br />

van de Deltacommissie (bescherming tegen overstroming door de Maas);<br />

- de belangen van <strong>'s</strong>-<strong>Hertogenbosch</strong> voldoende vertegenwoordigd zijn in het regionale<br />

beleidsteam van de veiligheidsregio’s (om gevolgen van overstromingen sterk te<br />

beperken);<br />

- de Waterpartners nauw samen werken met onder meer projectontwikkelaars,<br />

woningbouwcorporaties, bouwers, banken en burgers.<br />

Interne samenwerking<br />

Naast een slagvaardige externe samenwerking is het belangrijk dat we de huidige<br />

ingeslagen weg blijven volgen wat betreft interne samenwerking en communicatie tussen<br />

de afdelingen van de gemeente. Gebleken is dat het veel oplevert wanneer alle thema’s<br />

“tegelijk” aan tafel komen, en we integrale en afgewogen keuzes maken. Dit maakt een<br />

optimale afstemming tussen bijvoorbeeld de afdelingen ontwerp/inrichting (ROS/ORV) en<br />

beheer en onderhoud (BOR) mogelijk, waardoor eenvoudig te onderhouden watergangen<br />

kunnen worden ontworpen. Ook is gebleken dat pragmatisme en creativiteit beter worden<br />

gecombineerd als het ingenieursbedrijf (IB) vroegtijdig met de ontwerpers/inrichters<br />

samenwerken.<br />

Het zal duidelijk zijn dat een solide samenwerking tussen alle betrokken afdelingen (ROS,<br />

IB, BOR, ORV, Milieu) cruciaal is voor de ontwikkeling en continuïteit van een<br />

weloverwogen waterhuishoudkundig systeem.<br />

Enerzijds wordt dit ingevuld doordat deze afdelingen bij de uitvoering van het waterplan<br />

actief zullen participeren bij de actualisatie van de ruimtelijke structuurvisie. Dit maakt het<br />

mogelijk om water in een vroegtijdig stadium als creatief en sturend element richting te<br />

laten geven aan ruimtelijke plannen. Dit komt zowel het watersysteem als het plan ten<br />

goede.<br />

Anderzijds is deze samenwerking verankerd door de intensieve afstemming tussen de<br />

afdelingen IB en Milieu voor een gedegen koppeling tussen het verbreed gemeentelijk<br />

rioleringsplan en het waterplan.<br />

42


31 maart 2009<br />

Uitvoeringsorganisatie (zie paragraaf 6.3)<br />

De huidige uitvoeringsorganisatie wordt voortgezet. Deze bestaat uit:<br />

- een stuurgroep die circa eens per half jaar bijeenkomt om de voortgang te<br />

bespreken, indien nodig het uitvoeringsplan bij te sturen en jaarlijks het<br />

uitvoeringsplan te actualiseren. In de stuurgroep nemen deel de wethouders water<br />

(voorzitter) en ruimtelijke ordening, bestuursleden van waterschap Aa en Maas en<br />

de Dommel en de directeur van Brabant Water;<br />

- de coördinatiegroep bestaande uit vertegenwoordigers van de betrokken<br />

afdelingen van gemeente, waterschappen en waterleidingbedrijf. De<br />

Programmaleider water van de gemeente (zie hieronder) zit deze groep voor. De<br />

coördinatiegroep komt circa eens in de twee maanden bijeen voor onderlinge<br />

afstemming van projecten. Tevens rapporteert zij aan de stuurgroep;<br />

- de programmaleider water, die de interne coördinatie van alle water- en<br />

watergerelateerde projecten binnen de gemeente coördineert. Deze is niet<br />

inhoudelijk verantwoordelijk voor alle projecten. Tevens is de programmaleider het<br />

aanspreekpunt voor de externe waterpartners;<br />

- de diverse projecten uit het uitvoeringsprogramma hebben een eigen<br />

projectorganisatie en projectleider, en dus ook een eigen planning en structuur<br />

voor de bewaking van tijd, kosten en kwaliteit.<br />

Aan deze uitvoeringsorganisatie wordt een managementoverleg tussen afdelingshoofden<br />

van de gemeente en waterschap Aa en Maas toegevoegd. Hierdoor kunnen<br />

ontwikkelingen en kansen vanuit een breder perspectief in de interne organisatie van de<br />

waterpartners worden meegenomen. De managementgroep ziet tevens toe op de<br />

voortgang van projecten en pakt geconstateerde knelpunten op. De managementgroep<br />

komt circa halfjaarlijks bijeen.<br />

Waterschap Aa en Maas heeft inmiddels één programmamanager aangesteld, die alle<br />

projecten in en rondom ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> centraal coördineert. Tussen de<br />

programmamanager en de programmaleider zal regelmatig afstemming plaats vinden.<br />

5.3 Beheer & onderhoud<br />

Behoefte aan eenduidige afspraken<br />

Op dit moment gelden er verschillende afspraken met gemeenten over beheer- en<br />

onderhoudstaken en –verantwoordelijkheden voor het oppervlaktewater. Deze zijn<br />

historisch gegroeid en niet te verklaren op basis van verschillen per gemeente. Vanuit het<br />

waterschap is daarom behoefte aan afspraken op basis van eenduidige uitgangspunten<br />

voor alle gemeenten. Hiertoe wordt de waterschapslegger geactualiseerd in 2009, waarna<br />

vanaf 2010 de gemeenten en het waterschap de beheer- en onderhoudstaken zullen<br />

verdelen.<br />

Regulier onderhoud<br />

Tot 2010 voert de gemeente het reguliere onderhoud uit aan alle zogenaamde legger<br />

watergangen (grote watergangen). Het gaat om het baggeren van de watergangen en om<br />

het onderhoud aan de oevers en belangrijke kunstwerken. De gemeente voert dit<br />

onderhoud in principe in opdracht van het waterschap uit, aangezien het waterschap voor<br />

deze wateren onderhoudsplichtig is. Voor de overige wateren is de gemeente<br />

onderhoudsplichtig.<br />

43


31 maart 2009<br />

Figuur 5.1 baggeren Maaspoort<br />

Het regulier onderhoud vindt op een natuurvriendelijke en ecologisch verantwoorde manier<br />

plaats. In de planperiode stemmen de gemeente en provincie de beheertaken voor<br />

grondwater beter af. Dit geldt ook ten aanzien van de afstemming tussen gemeente en<br />

waterschap voor het beheer van wijkwater en plassen.<br />

5.4 Beter inzicht door gebruik van ICT<br />

Informatisering<br />

Informatisering wordt voor de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> steeds belangrijker. Om<br />

zinvolle afwegingen te kunnen maken van maatregelen (kosten- en baten analyses) is het<br />

belangrijk dat het bekend is hoe het watersysteem nu en in de toekomst zal werken. De<br />

zogenaamde basisgegevens (ligging van de watergangen, de stromingsrichting van het<br />

water, de status van de oevers, het type riolering etc.) moeten bekend zijn. Daarnaast<br />

zullen meetgegevens het inzicht in het watersysteem verder vergroten.<br />

Basisgegevens centraal opslaan<br />

De basisgegevens worden centraal opgeslagen zodat alle belanghebbenden van gemeente<br />

en waterschap deze kunnen gebruiken. Zo voorkomen we dat gegevens dubbel worden<br />

verzameld of dat kennis wel bij de ene afdeling beschikbaar is, maar niet bij de andere<br />

afdeling. Voor een centrale opslag van de basisgegevens kunnen we aansluiten bij de<br />

plannen van het waterschap om de gegevens over de legger watergangen te actualiseren.<br />

De gemeente kan deze gegevens aanvullen met “overig water” of andere kenmerken. De<br />

basisgegevens voorzien we van metadata. Hierbij sluiten we aan op het format van de<br />

Europese Richtlijn.<br />

Meetgegevens centraal opslaan<br />

Ook meetgegevens beheren we en slaan we zoveel mogelijk centraal op. Dit heeft als<br />

voordeel dat we meetgegevens in samenhang kunnen bekijken waardoor het integraal<br />

analyseren en presenteren van gegevens een stuk eenvoudiger wordt. Hierdoor is het<br />

mogelijk om modeluitkomsten van watersystemen (riolering en oppervlaktewater) te<br />

valideren en daarmee theorie en praktijk beter op elkaar aan te laten sluiten. Dit vergroot<br />

het inzicht in de werking van het watersysteem, waardoor de effectiviteit van maatregelen<br />

ter verbetering ervan aanzienlijk wordt vergroot.<br />

Naast een geschikt en flexibel informatiesysteem, is van belang dat we voor de analyse van<br />

de meetgegevens en modelvalidatie voldoende tijd reserveren.<br />

44


31 maart 2009<br />

5.5 Communicatie met de burger en klachtenafhandeling<br />

Bestaande kanalen optimaal benutten<br />

Communicatie is een belangrijk instrument om het water onder de aandacht te brengen bij<br />

verschillende doelgroepen. Daarvoor kunnen we een aantal middelen inzetten zoals de<br />

internetsites van de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>, de waterschappen en BrabantWater.<br />

Deze organisaties beschikken daarnaast over andere communicatiemiddelen waarin we het<br />

thema “water” (periodiek) melden zoals brochures, nieuwsbrieven en pagina’s in<br />

weekbladen. Het is belangrijk om de bestaande kanalen optimaal te benutten.<br />

Inspelen op de beleving<br />

Het belangrijkste strategische uitgangspunt is om over de projecten te gaan communiceren.<br />

We willen de verschillende doelgroepen laten “beleven” wat de resultaten zijn van de<br />

uitgevoerde projecten. Mensen willen “horen en zien” wat er in de directe omgeving<br />

gebeurt en wat de eventuele meerwaarde voor hen is. Dat kan het beste door de focus op<br />

het resultaat te leggen. Dat doen we door te informeren (vergroten van kennis), de<br />

betrokkenheid te vergroten (belang van projecten benadrukken) en eventueel gewenst<br />

gedrag te bevorderen (actieve houding stimuleren).<br />

De bewuste burger<br />

Het realiseren en in stand houden van een duurzaam watersysteem kan niet alleen door de<br />

waterpartners worden ingevuld. Participatie en met name het bewustzijn van burgers in de<br />

omgang met water is hierbij van groot belang. Zeker in afgekoppelde gebieden is het<br />

essentieel dat de burger zich realiseert dat lozingen op verhard oppervlak (autowassen,<br />

onkruidbestrijding, etc.) direct in het milieu zoals het oppervlakte- of grondwater terecht<br />

komen.<br />

De Wet gemeentelijke watertaken beschrijft ook de verantwoordelijkheid van particulieren<br />

bij de afvoer van overtollig hemel- en grondwater. Wat we ‘redelijkerwijs’ van de particulier<br />

en de projectontwikkelaar mogen verwachten gaat de gemeente verwoorden in nieuw<br />

beleid. De uitwerking hiervan vindt in het VGRP plaats.<br />

De acceptatie voor eventuele wateroverlast is tevens groter, wanneer de burger goed<br />

geïnformeerd is over de risico<strong>'s</strong> op wateroverlast en de inspanning die de waterpartners<br />

leveren om wateroverlast tot een minimum te beperken.<br />

Klachten van bewoners worden systematisch bijgehouden, bijvoorbeeld in een waterloket.<br />

Klachten handelen we tijdig en correct af.<br />

Communicatieplannen<br />

Het voorstel is om per project, indien nodig, vooraf een communicatieplan op te stellen (zie<br />

uitvoeringsprogramma paragraaf 6.3). Dat zijn geen uitgebreide plannen, maar korte<br />

notities waarin helder staat omschreven wat de doelstellingen, doelgroepen, boodschappen<br />

en communicatiemiddelen zijn. Betrokken partijen stellen deze notities op. Ook de<br />

uitvoering is de verantwoordelijkheid van de betrokken partijen. Daar waar nodig besteden<br />

we uitvoerende werkzaamheden uit.<br />

In deze notities geven we ook aan welke middelen we inzetten om naar een breder publiek<br />

te communiceren. Sommige projecten zijn namelijk bij uitstek geschikt om als voorbeeld te<br />

dienen voor andere projecten. Bovendien kunnen de betrokken partijen laten zien wat hun<br />

rol, inzet en betrokkenheid is. Verder is de dosering van communicatie belangrijk. Dat<br />

betekent dat we met regelmaat over “water” communiceren.<br />

Daar waar mogelijk haken we aan bij andere initiatieven. Zeker waar er directe raakvlakken<br />

zijn. Denk bijvoorbeeld aan de Tijdreiziger, de Groene Delta en de landelijke campagne<br />

45


31 maart 2009<br />

Goed Rioolgebruik in het najaar van 2009. Daar liggen kansen om elkaars<br />

communicatiekracht te benutten.<br />

46


31 maart 2009<br />

6 Programma<br />

In de vorige hoofdstukken zijn de afzonderlijke programmaonderdelen nader toegelicht. In<br />

dit hoofdstuk is het totale uitvoeringsprogramma opgenomen. Paragraaf 6.1 gaat in op de<br />

gemaakte afspraken bij de uitvoering van het programma. In paragraaf 6.2 geven we een<br />

toelichting op het totale programma door de 10 speerpunten. Het totale overzicht is<br />

weggezet in de tabellen in paragraaf 6.3.<br />

6.1 Afspraken<br />

Het waterplan betreft een koepelplan. Het is een plan dat als uitgangspunt dient om in de<br />

komende jaren de gezamenlijke wateragenda vorm te geven.<br />

Kosten<br />

De diverse partijen (waterschappen, waterleidingsbedrijf of gemeente) trekken zelf de in<br />

het uitvoeringsprogramma genoemde projecten. Deze zijn vaak door meerdere partijen<br />

gefinancierd. In het uitvoeringsprogramma zijn de kosten opgenomen van de verschillende<br />

projecten. Deze betreffen alleen onderzoeks- en uitvoeringskosten. De kosten zijn<br />

indicaties. Veel zal afhangen van de uiteindelijke uitwerkingen (plannen, ontwerpen en<br />

ambities). In die zin zijn de aangegeven ramingen ook nog geen toezeggingen van<br />

betrokken partijen. Jaarlijks zullen we aan de hand van een evaluatie van de voortgang<br />

opnieuw afspraken maken over beschikbare middelen en capaciteit.<br />

Samenwerking<br />

Samenwerking tussen de waterpartners is belangrijk. De bestaande stuurgroep, met<br />

bestuurders van de waterpartners, zetten we dan ook voort. Aanvullend zal op<br />

managementniveau overleg plaatsvinden tussen de gemeente en waterschap Aa en Maas.<br />

Naast de externe samenwerking is uiteraard een efficiënte interne samenwerking op het<br />

gebied van water noodzakelijk. De programmaleider water bij de gemeente en de<br />

programmamanager bij waterschap Aa en Maas spelen hierbij een cruciale rol. Door deze<br />

organisatieopzet kunnen ontwikkelingen en kansen vanuit het bredere perspectief van de<br />

verschillende waterpartners worden meegenomen.<br />

Nieuwe afspraken<br />

Op dit moment gelden er verschillende afspraken met gemeenten over beheer- en<br />

onderhoudstaken en verantwoordelijkheden voor het oppervlaktewater. Daarom zullen we<br />

hierover in 2010 nieuwe afspraken maken.<br />

Centraal opslaan basis- en meetgegevens<br />

Informatisering wordt steeds belangrijker. De basis- en meetgegevens worden centraal<br />

opgeslagen zodat alle belanghebbenden van gemeente en waterschap deze basisgegevens<br />

kunnen gebruiken.<br />

Externe communicatie<br />

Na bekendmaking van de gezamenlijke vaststelling door de waterpartners, zal de externe<br />

communicatie van het waterplan projectmatig gericht zijn. Deze wordt daarmee gekoppeld<br />

aan het uitvoeringsprogramma van het waterplan. Op deze manier kunnen we doelgericht<br />

per project bepalen welke partner wat, hoe en naar welke doelgroep communiceert. Voor<br />

de communicatie is 50.000 euro per jaar benodigd.<br />

47


31 maart 2009<br />

6.2 De 10 speerpunten van het waterplan<br />

Het uitvoeringsprogramma is aan de hand van de volgende 10 speerpunten samengesteld:<br />

6.2.1 Speerpunt 1: Per deelgebied een visie op het watersysteem (waterstructuurplan)<br />

Inzicht in het functioneren van het watersysteem.<br />

Knelpunten opsporen en oplossen<br />

In de afgelopen jaren hebben de gemeente en het waterschap gezamenlijk een<br />

watersysteemanalyse uitgevoerd en is het systeem getoetst aan de normen. Tijdens<br />

verschillende workshops hebben gemeente en waterschap pragmatisch gekeken welke<br />

knelpunten er zijn, hoe deze tegen te gaan en hoe kansen benut kunnen worden. Om een<br />

eerste aanzet te maken tot een concreet uitvoeringsprogramma zijn in de bijlage per cluster<br />

de knelpunten uit de workshops gekoppeld aan mogelijke oplossingsrichtingen.<br />

Watersysteemanalyses voor risicobeoordeling<br />

Om echter de stap te maken naar een robuust watersysteem, wil de gemeente niet alleen<br />

mitigerende maatregelen treffen die knelpunten oplossen. De gemeente wil ook adaptieve<br />

maatregelen gaan treffen, vanuit een risicobenadering voor zowel droogte en wateroverlast<br />

als voor waterkwaliteit (zie hoofdstuk 2.1). Om deze risicobenadering uit te voeren is<br />

gedegen inzicht nodig in het functioneren van het watersysteem. Daarom worden de<br />

watersysteemanalyses nader uitgewerkt zodat ook een risicobeoordeling (= kans x gevolg)<br />

mogelijk wordt (maatregel 1.1 uit het uitvoeringsprogramma).<br />

Inzicht in het functioneren van het rioleringsstelsel<br />

In het kader van de rioleringszorg richten we het meetplan “meten in de buis” op<br />

(maatregel 1.3 uit het uitvoeringsprogramma). Doel van dit meetplan is om het<br />

functioneren van het rioleringsstelsel te begrijpen. Echter, de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is<br />

van mening dat het meetplan niet alleen nodig is om inzicht in het rioleringsstelsel te<br />

krijgen, maar ook om het effect van de riolering en overige activiteiten in de stad op het<br />

oppervlaktewater en grondwater inzichtelijk te maken. Vaak wordt ten onrechte<br />

aangenomen dat meten een kostbare aangelegenheid is. In veel rioolstelsels verzamelen we<br />

reeds informatie voor het operationeel beheer van de gemalen. De gemalen bevatten vaak<br />

gegevens, zoals draaiuren en soms ook waterstanden, die we kunnen gebruiken om kennis<br />

over het systeem te vergroten (vullingsgraad, afvoeren). Deze belangrijke informatiebron<br />

wordt bij het opzetten van een meetnet vaak vergeten of onvoldoende benut.<br />

Verontreinigingsbronnen van het oppervlaktewater opsporen<br />

Als het gaat om het beperken van de vuiluitstoot uit de riolering is het uiteindelijke doel het<br />

verbeteren van de oppervlaktewaterkwaliteit. De praktijk leert echter dat veel overstorten<br />

die in theorie een groot knelpunt voor het ontvangende water vormen, in de praktijk geen<br />

problemen opleveren. Nadat het kwantitatief functioneren in beeld is gebracht kunnen we<br />

het meetplan “meten in de buis” uitbreiden met en koppelen aan waterkwaliteitsmetingen<br />

in het oppervlaktewater. Samenwerking met het waterschap is hierbij van belang omdat<br />

het waterschap verantwoordelijk is voor de waterkwaliteit(smetingen). Alle<br />

verontreinigingsbronnen die problemen in het oppervlaktewater veroorzaken brengen we<br />

in beeld. De resultaten van de watersysteemanalyse nemen we mee. Waar mogelijk streven<br />

we een hogere kwaliteit van het wijkwater na (bijvoorbeeld door de aanleg van<br />

natuurvriendelijke oevers). Op wijk- en watergangniveau maken we de ambities inzichtelijk.<br />

48


31 maart 2009<br />

Om een beeld te krijgen van de ontwikkelingen in de gemiddelde waterkwaliteit en<br />

ecologie zetten we de huidige monitoring van de waterkwaliteit (Ebeostad) voort. Jaarlijks<br />

bekijken we de resultaten en evalueren we het monitoringsplan dat we zonodig aanpassen.<br />

Voortgangsrapportage<br />

In 2014 stellen we een voortgangsrapportage op. Deze voortgangsrapportage zal ook een<br />

overzicht van het doelbereik van ‘schoon oppervlaktewater’ moeten bevatten. Dit<br />

doelbereik is gekoppeld aan de streefbeelden die per wijk en watergang worden opgesteld<br />

in het hieronder genoemde waterstructuurplan.<br />

Opstellen waterstructuurplan: een integrale gebiedsgerichte aanpak<br />

Streefbeelden en ambities<br />

Voor het bestaande gebied wil de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> samen met het waterschap<br />

in een waterstructuurplan streefbeelden en ambities per wijk en per watergang opstellen<br />

(maatregel 1.2 uit het uitvoeringsprogramma). De ambities beschrijven hoe om te gaan met<br />

wateroverlast, de kwaliteit van het water en de belevings- en recreatieve waarde van het<br />

water, beheer en onderhoud.<br />

De relatie tussen ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> en het ommeland<br />

In het waterstructuurplan wordt aandacht besteed aan de relatie tussen ’s-<strong>Hertogenbosch</strong><br />

en het ommeland. Gezien de ontwikkeling van ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> tot compacte stad is de<br />

verwachting dat deze relatie in de toekomst steeds belangrijker zal worden. De bijzondere<br />

positie van het Centrumgebied en Avenue A2 zullen we hierin meenemen. Uitgangspunt is<br />

dat we de beschikbare ruimte in het watersysteem zoveel mogelijk benutten, met een<br />

robuust watersysteem als leidend principe.<br />

Recreatie<br />

Omdat naar verwachting de druk op het recreatief medegebruik van water zal toenemen,<br />

nemen we recreatie expliciet in het waterstructuurplan mee. In samenwerking met de<br />

Ruimtelijke Structuur Visie (RSV) definiëren we het optimale niveau van de belevings-,<br />

cultuurhistorische- en sociale waarde. Op die manier kunnen we het wijkwater en de<br />

plassen optimaal inrichten voor hun belangrijkste functie.<br />

Uitvoeringsprogramma<br />

Het waterstructuurplan zal een concreet uitvoeringprogramma bevatten. De uitvoering van<br />

deze maatregelen zal starten met de clusters West en Engelen en Maaspoort (tot 2015).<br />

Voor de clusters Binnenstad en Zuid wachten we met de uitvoering van de werkzaamheden<br />

tot na de omlegging van de Zuid-Willemsvaart (na 2015). Mogelijk kunnen we zo werk<br />

met werk combineren.<br />

Verschuiving beheertaken<br />

Tevens is er in het kader van overname stedelijk water een verschuiving van beheertaken<br />

mogelijk. De nieuwe verdeling zullen we met het waterschap moeten afstemmen<br />

(maatregel 1.5 uit het uitvoeringsprogramma). Ook de kosten en kostenverdeling zullen we<br />

opnieuw moeten bezien (ook in relatie tot het baggeren).<br />

49


31 maart 2009<br />

6.2.2 Speerpunt 2: Gebruik beleidsruimte nieuwe wetgeving en geef helderheid in taken partijen<br />

(NBW)<br />

Ontwikkelen beleid regenwater en grondwater<br />

Wie is waarvoor verantwoordelijk<br />

In de Wet Gemeentelijke Watertaken is het takenpakket van de gemeente op het gebied<br />

van afvalwater, regenwater en grondwater ‘verbreed’. Tegelijkertijd ligt er een eigen<br />

verantwoordelijkheid bij de perceelseigenaar voor regenwater en grondwater. De gemeente<br />

gaat hier de komende jaren nadere invulling aan geven door scherp vast te leggen wie<br />

waarvoor verantwoordelijk is, waarbij doelmatigheid en redelijkheid uitgangspunten zijn<br />

(maatregel 2.1 uit het uitvoeringsprogramma). Per wijk wordt bepaald wat van de burger<br />

verwacht mag worden. De gemeente heeft veel beleidsruimte om te bepalen hoe met de<br />

verantwoordelijkheid van particulieren wordt omgegaan, variërend van communicatie tot<br />

het opleggen van maximale hoeveelheden regen- en grondwater die mogen worden<br />

afgevoerd naar het gemeentelijke rioolstelsel. Via communicatie stimuleren we particulieren<br />

en bedrijfsleven tot een ‘andere’ omgang met water op eigen terrein. Een<br />

hemelwaterverordening op termijn sluiten we niet uit. Daarnaast willen de partijen<br />

afspraken maken over een doelmatige verdeling van de beheertaken van het watersysteem<br />

binnen het stedelijk gebied.<br />

Omgaan met regenwater<br />

We nemen aan dat hemelwater schoon genoeg is om zonder voorzieningen te lozen op het<br />

oppervlaktewater. Het waterschap heeft als waterkwaliteitsbeheerder de taak om de<br />

waterkwaliteitseisen van het te ontvangen hemelwater aan te geven, zodat eventuele<br />

zuiveringstrappen hierop gedimensioneerd kunnen worden. Het vertalen van deze<br />

kwaliteitseisen naar maatwerkvoorschriften hoe in specifieke gevallen met regenwater om<br />

te gaan, zullen we nog moeten uitwerken.<br />

Risico´s op wateroverlast door grondwater<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil actief aan de nieuwe zorgplicht voor het grondwater<br />

invulling geven door het opstarten van een onderzoek om de risico’s op wateroverlast door<br />

grondwater in beeld te brengen (maatregel 5.5 uit het uitvoeringsprogramma). In het<br />

onderzoek zal de gemeente gericht de grondwaterstanden meten en de ruimte voor<br />

grondwaterstijging bepalen. De monitoring in combinatie met de klachtenregistratie zal<br />

leiden tot inzicht in de omvang en aard van mogelijke problemen. Het oplossen van<br />

problemen op perceelsniveau valt in principe onder verantwoordelijkheid van de particulier<br />

(mits dit redelijk en doelmatig is).<br />

Brede watertoets<br />

De watertoets zetten we vroegtijdig en breed in zodat we kansen optimaal kunnen<br />

benutten (maatregel 2.2 uit het uitvoeringsprogramma). Hierbij nemen we naast<br />

waterkwantiteit (bergingsopgave) alle waterhuishoudkundige thema’s mee (o.a. schoon<br />

water, afvalwater, regenwater, overtollig grondwater en beheer).<br />

Watercontract<br />

De gemeente en de waterschappen hebben de intentie om bij kleine inbreidingen of<br />

nieuwbouwprojecten een watercontract in te zetten (maatregel 2.3 uit het<br />

uitvoeringsprogramma). Het watercontract is een boekhoudkundig systeem waarin de<br />

hoeveelheid waterberging geregistreerd wordt. Het primaire doel is om ervoor te zorgen<br />

dat de wateroverlast niet toeneemt bij extra verharding. Wanneer extra oppervlaktewater<br />

50


31 maart 2009<br />

nodig is om wateroverlast te voorkomen, wordt dit gerealiseerd. Echter, niet in alle gevallen<br />

is de aanleg van extra water noodzakelijk of de enige manier om wateroverlast te<br />

voorkomen. Ook andere oplossingen mogen niet worden uitgesloten, waarbij afwenteling<br />

op andere gebieden moet worden voorkomen.<br />

6.2.3 Speerpunt 3: Klimaatsadaptieve stadsontwikkeling<br />

Inrichten van water en adaptief bouwen in nieuw stedelijk gebied<br />

In nieuw stedelijk gebied richten we het watersysteem meteen op een duurzame<br />

klimaatrobuuste wijze in. Niet alleen het inrichten van water, ook een andere wijze van<br />

bouwen kan een oplossing zijn (adaptief bouwen). Hierbij denken we aan het ophogen van<br />

(nieuwbouw)gebieden, een directe afvoer naar de beken en het infiltreren van regenwater.<br />

De kansen voor waterberging op particulier terrein worden benut. Hierbij kan men denken<br />

aan sedumdaken, beperking verharding tuinen, dakgoten, bassins en/of regentonnen<br />

(water op het dak, de tuin als spons). Gemeente en waterschap zitten gezamenlijk in een<br />

provinciale werkgroep om innovatief groen, zoals gras- of sedumdaken te stimuleren. In<br />

het openbaar gebied kunnen we waterpleinen of doorlatende verhardingen inzetten. De<br />

waterpartners realiseren zich dat voor elke inbreiding of nieuwbouw een grondige analyse<br />

en maatwerk nodig is.<br />

De te herstructureren gebieden bieden kansen om bestaande kwetsbare riolerings- en<br />

watersystemen om te bouwen tot een klimaatrobuust systeem.<br />

Opstellen inspiratieboek<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> vindt het belangrijk dat duidelijk richting particulieren en<br />

projectontwikkelaars wordt aangegeven hoe ze het beste met water kunnen omgaan.<br />

Omdat dit per wijk verschillend is, is het belangrijk dat we de richtlijnen per wijk opstellen.<br />

Om ontwerpers en burgers te stimuleren creatief en adaptief met water om te gaan, zullen<br />

gemeente en waterschap een inspiratieboek opstellen (maatregel 3.1 uit het<br />

uitvoeringsprogramma).<br />

6.2.4 Speerpunt 4: Water maakt ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> mooi<br />

Inrichtingsvisie<br />

Inrichtingsvisie Zuid- Willemsvaart<br />

Het huidige tracé van de Zuid-Willemsvaart krijgt na 2014 een andere bestemming. Voor<br />

de recreatievaart kan de Zuid-Willemsvaart echter een belangrijke ader blijven. De<br />

gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> stelt een inrichtingsvisie op (maatregel 4.1, uit het<br />

uitvoeringsprogramma) om te bepalen wat er met het huidige stuk kanaal in de binnenstad<br />

gebeurt (inrichting, kunstwerken, beheer & onderhoud). Bij de invulling betrekt de<br />

gemeente haar burgers nauw.<br />

Herziening van het WATAK akkoord<br />

Omdat de huidige vaart na 2014 niet langer het eigendom van Rijkswaterstaat is, wordt<br />

het WATAK akkoord herzien. In dit akkoord zijn de aan en af te voeren hoeveelheid water<br />

in de Zuid-Willemsvaart door Rijkswaterstaat vastgelegd vanuit hun verantwoordelijkheid<br />

ten aanzien van de waterkwantiteit. Door de verschillende ruimtelijke ontwikkelingen<br />

(lozen van hemelwater) die langs de Zuid-Willemsvaart spelen, is het voor de gemeente<br />

van belang dit akkoord te herzien. Ook voor het waterschap Aa en Maas biedt een<br />

herziening van het WATAK akkoord kansen voor een efficiënter waterbeheer. Daarnaast<br />

biedt de aanleg van het nieuwe tracé van de Zuid-Willemsvaart en de Rosmalense Aa in de<br />

groene geledingszone kansen ter verbetering van het stadswatersysteem van ’s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong> (zie hoofdstuk 4).<br />

51


31 maart 2009<br />

Tijdelijke mogelijkheden extra wateraanvoer<br />

Aangezien het nog 5 jaar duurt voordat de Zuid-Willemsvaart is omgelegd, onderzoeken<br />

we wat de tijdelijke mogelijkheden zijn voor de Zuid-Willemsvaart ten aanzien van extra<br />

wateraanvoer bij afkoppelen in het kader van geplande ruimtelijke ontwikkelingen<br />

(maatregel 4.2 uit het uitvoeringsprogramma).<br />

Inrichtingsvisie Stads Aa<br />

Ook voor de Stads Aa gaat de gemeente, samen met het waterschap, een inrichtingsvisie<br />

opstellen (maatregel 4.3 uit het uitvoeringsprogramma). Hierin moet duidelijk worden wat<br />

de doelen van de gemeente en waterpartners zijn voor de Stads Aa. De inrichtingsvisie<br />

wordt een integraal plan, met aandacht voor waterkwantiteit, waterkwaliteit, beheer en<br />

onderhoud, beleving en recreatie.<br />

Rosmalense Aa als verbindingszone<br />

Het doel van de Rosmalense Aa is om een goed functionerende ecologische<br />

verbindingszone te realiseren tussen Aa en Maas. De huidige Aa zal worden afgetakt en<br />

met een sifon onder de nieuwe Zuid-Willemsvaart overgaan in de Rosmalense Aa. Hierbij<br />

zullen we de Rosmalense Aa inrichten als licht slingerende beek met vrije afwatering,<br />

stabiele afvoer en voldoende stroming (maatregel 4.4 uit het uitvoeringsprogramma)).<br />

6.2.5 Speerpunt 5: Visie op de ondergrond<br />

De ondergrond in kaart<br />

Meer inzicht in de ondergrond<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> vindt het belangrijk dat het tweede watervoerende pakket<br />

beschikbaar blijft voor hoogwaardige toepassingen (drinkwaterwinning en onttrekking voor<br />

menselijke consumptie). Het gebruik van het grondwater (en de ondergrond) neemt<br />

immers alleen maar toe. De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil meer inzicht in de ondergrond<br />

om richting te kunnen bepalen. Zij zal daarom een meetnet diep grondwater ontwikkelen<br />

(maatregel 5.1 uit het uitvoeringsprogramma) om voldoende inzicht in het functioneren<br />

van het diepe grondwater te krijgen.<br />

Functies ondergrond<br />

Door de toename van het gebruik van de ondergrond is het nodig om aan de ondergrond<br />

functies toe te kennen. Dit geldt zowel voor het diepe als het ondiepe grondwater. We<br />

zullen hiervoor een visie ontwikkelen (zie maatregel 5.2 uit het uitvoeringsprogramma).<br />

Deze zal effect hebben op het bovengronds bestemmen. Aandachtpunten voor het diepe<br />

grondwater zijn drinkwateronttrekkingen, industriële onttrekkingen voor menselijke<br />

consumptie, KWO en diepte-infiltratie mede in relatie tot bestaande bodemverontreiniging.<br />

Aandachtspunten voor het ondiepe grondwater zijn de verontreiniging in relatie tot<br />

afkoppelen, warmtenetten en ondergronds bouwen.<br />

Masterplannen KWO´s<br />

De gemeente vindt het belangrijk om de plaats en capaciteit van de bronnen voor KWO op<br />

elkaar af te stemmen. Daartoe stelt de gemeente masterplannen KWO’s op (maatregel 5.3<br />

uit het uitvoeringsprogramma). Deze masterplannen zullen onderdeel zijn van een<br />

stadsbrede visie op de energie-infrastructuur. In deze visie wijzen we een aantal gebieden<br />

aan voor de ontwikkeling van grootschalige warmtenetten. De provincie gebruikt de<br />

masterplannen bij de toets op vergunningverlening voor het gebruik van het diepe<br />

grondwater voor KWO.<br />

Bescherming grondwaterkwaliteit<br />

52


31 maart 2009<br />

Daarnaast neemt de gemeente deel aan de door de provincie gestarte onderzoeksprojecten<br />

naar mogelijke bescherming van de grondwaterkwaliteit voor industriële onttrekkingen<br />

voor menselijke consumptie (maatregel 5.4 uit het uitvoeringsprogramma). De gemeente<br />

voorziet hiervoor per locatie maatwerk.<br />

Gemeente verantwoordelijk voor het ondiepe grondwater<br />

Met de veranderde wetgeving is de gemeente verantwoordelijk voor het ondiepe<br />

grondwater. De gemeente wil invulling geven aan deze verantwoordelijkheid door de<br />

risico’s op grondwateroverlast in te schatten en een grondwatermeetnet in te richten om<br />

inzicht te krijgen in de grondwaterstanden (maatregel 5.5 t/m 5.7 uit het<br />

uitvoeringsprogramma). De resultaten van deze onderzoeken betrekken we bij het<br />

opstellen van de visie op de ondergrond.<br />

Zorgplicht grondwater<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil actief aan de nieuwe zorgplicht voor het grondwater<br />

invulling geven door het opstarten van een onderzoek om de risico’s op wateroverlast door<br />

grondwater in beeld te brengen (maatregel 5.5 uit het uitvoeringsprogramma). In het<br />

onderzoek zal de gemeente gericht de grondwaterstanden meten en de ruimte voor<br />

grondwaterstijging bepalen. De monitoring in combinatie met de klachtenregistratie zal<br />

leiden tot inzicht in de omvang en aard van mogelijke problemen. Het oplossen van<br />

problemen op perceelsniveau valt in principe onder verantwoordelijkheid van de particulier<br />

(mits dit redelijk en doelmatig is).<br />

6.2.6 Speerpunt 6: Actieve participatie in regionale ontwikkelingen<br />

Een veilig ´s-<strong>Hertogenbosch</strong><br />

Deelname in projecten<br />

De gemeente wil actief blijven deelnemen aan projecten ter verbetering van de veiligheid<br />

(maatregel 6.1 uit het uitvoeringsprogramma). Het gaat o.a. om:<br />

- de “Maaswerken” (gereed 2017). Bovenstrooms van de stad worden kaden aan de<br />

Maas aangelegd en wordt het stroombed van de Maas verdiept. Dit wordt o.a. gedaan<br />

om benedenstrooms overstromingen te voorkomen;<br />

- het uitvoeren van de strategische verkenning van IVM-2 (na 2015, trekker<br />

Rijkswaterstaat). De mogelijkheden en effecten van uiterwaardverlaging en de aanleg<br />

van een hoogwatergeul worden onderzocht. Dit zal moeten leiden tot een koepelplan<br />

voor de uitvoering van nieuwe rivierverruimende maatregelen. De uitwerking vindt<br />

plaats binnen het Deltaplan;<br />

- opvolging van het advies van de Deltacommissie (3 september 2008, taak Ministerie<br />

van Verkeer & Waterstaat, uitvoerder Rijkswaterstaat). De Deltacommissie dringt aan<br />

op verdergaande maatregelen, om Nederland voor te bereiden op een hogere<br />

zeespiegel en grotere rivierafvoer als gevolg van klimaatverandering dan tot nu toe voor<br />

de genomen beschermingsmaatregelen was aangenomen. De gemeente vindt het<br />

belangrijk dat de consequenties van dit advies voor ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> z.s.m. worden<br />

onderzocht;<br />

- studie veiligheid Nederland in kaart (VNK). (begin 2009 gereed, trekker<br />

Rijkswaterstaat). Als basis voor de ontwikkeling van nieuwe veiligheidsnormen in het<br />

kader van WaterVeiligheid 21 ste eeuw worden de overstromingsrisico´s in beeld<br />

gebracht. Naar aanleiding van de ROR (Europese Richtlijn OverstromingsRisico’s,<br />

voorheen Europese Richtlijn Hoogwater) vormt de VNK de basis voor het opstellen van<br />

overstromingsrisico-kaarten;<br />

53


31 maart 2009<br />

- Het waterschap heeft het Beheerplan van de waterkeringen 2008-2013 uitgebracht<br />

waarin ze haar wettelijke taak beschrijft om de dijken, ook wel waterkeringen genoemd<br />

en gelegen in een dijkring, te onderhouden en beheren (Wet op de Waterkeringen). ‘s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong> ligt in dijkring 36. De mate van bescherming die deze dijkring moet<br />

bieden is tot 2009 in heroverweging in de studie “Veiligheid Nederland in Kaart”. De<br />

gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zet zich in om het belang van de stad voldoende te<br />

vertegenwoordigen door acceptabele veiligheidsnormen, een combinatie van<br />

dijkverzwaring en compartimentering langs de Hertogswetering (indien nodig) en door<br />

rekening te houden met regionale wensen.<br />

Actief meedenken<br />

Daarnaast wil de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> in samenwerking met de waterpartners in de<br />

regio actief meedenken en –werken om mogelijkheden voor schonere en natuurlijkere<br />

beken te benutten en pieken in de afvoer zoveel mogelijk te voorkomen.<br />

Zo participeert de gemeente in regionale projecten als Klimaatbestendig Brabantstad en<br />

Klimaatadaptatie Groene Woud. Het eerste project behelst een gezamenlijk plan van de B5steden<br />

en de provincie voor het klimaatbeleid in Brabant en in de steden in het bijzonder.<br />

Het project omvat zowel energie- als waterprojecten. Gezocht wordt naar gezamenlijke<br />

initiatieven, zoals adaptief bouwen, toepassing van innovatieve waterberging en het<br />

verkoelend effect van water. Het project Groene Woud is erop gericht water vast te<br />

houden in het intrekgebied, dus buiten de beekdalen (maatregel 6.1 uit het<br />

uitvoeringsprogramma).<br />

Groene rivier<br />

De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> blijft actief participeren in het project HOWABO<br />

(Hoogwaterbescherming ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>) (maatregel 6.2 uit het uitvoeringsprogramma).<br />

Uit de lopende studie HOWABO is gebleken dat extra bescherming noodzakelijk is als<br />

gevolg van het samenvallen van hoogwaterpieken van de rivier de Maas en de beken de<br />

Aa en de Dommel. Om het gewenste beschermingsniveau voor de stad te realiseren is een<br />

MER uitgevoerd. De voorkeursvariant is een zogenaamde Groene Rivier. De gemeente ’s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong> past de Groene Rivier ruimtelijk in. Bij hoog water in de beken de Aa en de<br />

Dommel, wordt het water tijdelijk naar twee gebieden geleid, zodat een ‘groene rivier’<br />

ontstaat. Deze waterbergingsgebieden (De Gement en Moerputten) worden gecombineerd<br />

met de realisatie van de Beerze; een robuuste ecologische verbinding tussen Het Groene<br />

Woud en de Loonse en Drunense Duinen naar de Maas. De aanleg en ruimtelijke inpassing<br />

van de Groene Rivier zal ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> beschermen tegen overstromingen met een<br />

kans groter dan 1:150.<br />

Dynamisch beekdal<br />

Het project Dynamisch beekdal (maatregel 6.3 uit het uitvoeringsprogramma) heeft als doel<br />

het water in het Aa-dal tussen Heeswijk-Dinther en ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> meer ruimte te<br />

geven. Hierdoor worden overstromingsproblemen richting ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> verminderd.<br />

Bovendien komen langs de beek ecologische verbindingszones.<br />

Begin 2008 is de Aa in Middelrode aangesloten op een oude meander. De uitvoering van<br />

maatregelen loopt tot omstreeks 2010.<br />

Voorstellen waterstructuurplan<br />

Momenteel onderzoeken de waterpartners en Rijkswaterstaat welke kansen er zijn om<br />

kanaalwater uit de nieuwe Zuid-Willemsvaart te onttrekken voor het doorspoelen van<br />

Empel, Maaspoort en Noord i.p.v. het voedselrijke water uit de Hertogswetering. Een<br />

gemaal bij de toekomstige sluis ter hoogte van Empel kan mogelijk worden ingericht voor<br />

54


31 maart 2009<br />

de aanvoer van kanaalwater of Maaswater richting Empel. Tevens kijken we welke<br />

maatregelen nodig zijn om de waterverdeling in de wijken Maaspoort en Noord te<br />

verbeteren (maatregel 6,4 en 8.6 uit het uitvoeringsprogramma). Deze voorstellen nemen<br />

we mee in het op te stellen waterstructuurplan (zie speerpunt 1 en paragraaf 4.2.1).<br />

Calamiteiten- en evacuatieplan<br />

Tenslotte hebben de gemeente en de waterschappen de ambitie om een gezamenlijk,<br />

afgestemd en geoefend calamiteiten- en evacuatieplan op te stellen (maatregel 6.5 uit het<br />

uitvoeringsprogramma). Indien er toch een overstroming plaatsvindt, het zogenaamde<br />

‘restrisico’, kunnen de gevolgen voor ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> groot zijn. Dijkring 36 wordt op<br />

gevolgen bestudeerd. Het calamiteitenzorgsysteem van het waterschap Aa en Maas wordt<br />

met het gemeentelijk rampenplan afgestemd. Het afgestemde plan wordt vanaf 2009 om<br />

de drie jaar getest door een gezamenlijke overstromingsoefening in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>.<br />

6.2.7 Speerpunt 7: Benutten van kansen in het watersysteem voor de energieneutrale stad<br />

Innovatieve pilots<br />

De gemeente ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil kansen in het watersysteem voor een energieneutrale<br />

stad, zoals in paragraaf 3.5.1 zijn benoemd, benutten en actief meedenken en –werken aan<br />

innovatieve pilots. (maatregel 7.1 uit het uitvoeringsprogramma).<br />

Een van deze innovatieve pilots is reeds door waterschap Aa en Maas gestart (maatregel<br />

7.2 uit het uitvoeringsprogramma). In deze pilot wordt nader onderzocht of innovatieve<br />

energiewinning in de RWZI’s mogelijk is.<br />

6.2.8 Speerpunt 8: Uitvoeren van maatregelen uit het Stroomgebiedbeheerplan<br />

Verbeteren ecologie en waterkwaliteit<br />

In het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn in gebiedsprocessen<br />

afspraken gemaakt over de kwaliteit van de Maas, de beken (Aa, Dommel, Dieze) en<br />

waterlopen (Luisbroekse Wetering, Hoefgraaf, Hertogswetering, Nieuwe Vliet) om daarin<br />

ecologie en waterkwaliteit te verbeteren. Het betreft maatregelen als de aanleg van<br />

ecologische verbindingszones en de vispassage bij Creveceour, die binnen de Groene Delta<br />

zullen worden uitgevoerd (maatregelen 8.1 t/m 8.5 uit het uitvoeringsprogramma). Voor<br />

een aantal maatregelen (vispassage, inrichtingsmaatregelen landschapspark Diezemonding<br />

en Kampenlandschap Coudewater) is subsidie verleend aan gemeente en waterschap,<br />

onder de voorwaarde dat alle maatregelen uit deze subsidiepot (synergie) voor 2015 zijn<br />

uitgevoerd. Ook een aantal maatregelen voor de wijk West behoren tot dit<br />

synergieprogramma. De maatregelen voor de wijk West zijn terug te vinden onder<br />

speerpunt 10. Het onderzoek naar de optimalisatie van het stedelijk watersysteem in<br />

Noord, ook een KRW-maatregel, is terug te vinden bij speerpunt 6 en wordt meegenomen<br />

in het op te stellen waterstructuurplan (zie speerpunt 1).<br />

6.2.9 Speerpunt 9: Uitvoeren overige maatregelen uit de waterprogramma’s van het<br />

gebiedsproces<br />

Activiteiten waterschap<br />

Het waterschap gaat de natte natuurparel Moerputten aanpakken en de natuurwaarden<br />

versterken (maatregel 9.1 uit het uitvoeringsprogramma).<br />

Tijdens de GGOR studie natuur en GGOR studie landbouw (maatregel 9.2 uit het<br />

uitvoeringsprogramma) gaat het waterschap het gewenste grondwaterregime in het<br />

buitengebied bepalen.<br />

55


31 maart 2009<br />

Het waterschap gaat nieuwe peilbesluiten Koningsvliet en Hertogswetering opstellen<br />

(maatregel 9.3 uit het uitvoeringsprogramma).<br />

6.2.10 Speerpunt 10: Werken aan water in West (de schop in de grond)<br />

Analyse vertaald naar maatregelen<br />

Voor het cluster West en Engelen zijn de oplossingsrichtingen uit de watersysteemanalyse<br />

al concreter in beeld gebracht en vertaald naar mogelijke maatregelen. Deze zijn vastgelegd<br />

in een inrichtings- en beheersvisie. Ten aanzien van de waterkwaliteit is een aantal<br />

knelpunten gesignaleerd. De visie resulteerde in een zestal maatregelen die de<br />

gesignaleerde knelpunten oplossen.<br />

Deze zogenaamde ‘no regret’ maatregelen worden in de komende planperiode uitgevoerd.<br />

Met de vergroting van de bergingscapaciteit is reeds een aanvang gemaakt (maatregel 10.2<br />

uit het uitvoeringsprogramma). De overige (kwaliteits)maatregelen bestaan o.a. uit het<br />

maken van een nieuwe inlaat voor West, het ontkoppelen van de hooggelegen zandrug in<br />

de dorpskern Engelen, baggeren in de dorpskern Engelen en het afkoppelen van stedelijke<br />

verhardingen in West (maatregelen 10.1, 10.3 t/m 10.6). Een deel van deze maatregelen<br />

valt onder de maatregelen uit het Stroomgebiedbeheerplan, waarvoor KRWsynergiesubsidie<br />

is verkregen (zie speerpunt 8).<br />

6.3 Uitvoeringsprogramma<br />

Het totale uitvoeringsprogramma is samengevat in de navolgende tabel. Hierin zijn per<br />

speerpunt de kosten en de kostenverdeling tussen gemeente en waterschap opgenomen.<br />

De financiering van enkele maatregelen uit het uitvoeringsprogramma zal waterschap Aa<br />

en Maas integraal afwegen in de voorjaarsnota van juni. Het gaat om maatregelen voor het<br />

stedelijk watersysteem, de KRW synergiegelden en communicatie (speerpunten 1, 3 en 10).<br />

Enkele maatregelen behoeven een nadere uitwerking. Dit zal in het planproces verder<br />

worden uitgewerkt. Het uitvoeringsprogramma wordt daarom jaarlijks bijgesteld, waarbij<br />

de voortgang van projecten en de financiële consequenties worden geëvalueerd.<br />

Speerpunt Maatregel Trekker Betrokken afdeling<br />

gemeente<br />

1. Visie op het watersysteem<br />

Uitvoerings<br />

jaren<br />

Totale kosten Verdeling<br />

euro<strong>'s</strong>/ex BTW gemeente/waterschap<br />

1.1 Studie functioneren watersysteem Gemeente IB, GRP 2009-2010 250.000 50%/50%<br />

1.2 Opstellen waterstructuurplan Gemeente MIL Water 2010-2011 150.000 50%/50%<br />

1.3 Opstellen en uitvoeren meetplan spoor 3, uit<br />

OAS Oijen<br />

1.4 Informatisering: opslag en verwerking<br />

basisgegevens (afval- en hemelwater)<br />

1.5 Uitvoeren beheertaken. Baggeren (rekening<br />

houdend met doorlooptijd van 15 jaar)<br />

Gemeente IB, GRP 2014-2015 325.000 50%/50%<br />

Gemeente IB, GRP 2009-2010 100.000 100%/0%<br />

2010-2015 20.000/jr<br />

Waterschap<br />

Aa en Maas<br />

2. Gebruik beleidsruimte nieuwe wetgeving en geef helderheid in taken partijen (NBW)<br />

2.1 Ontwikkelen beleid regenwater en<br />

grondwater (beleidsruimte nieuwe<br />

wetgeving)<br />

BOR 2009-2015 900.000,-/jr 37%/63%<br />

Gemeente MIL Water 2010-2011 Personele inzet 50%/50%<br />

2.2 Brede watertoets Gemeente MIL Water 2009-2015 Personele inzet 50%/50%<br />

56


Speerpunt Maatregel Trekker Betrokken afdeling<br />

gemeente<br />

31 maart 2009<br />

Uitvoerings<br />

jaren<br />

Totale kosten Verdeling<br />

euro<strong>'s</strong>/ex BTW gemeente/waterschap<br />

2.3 Waterbank/contract Gemeente MIL Water 2009 Personele inzet 50%/50%<br />

3. Klimaatsadaptieve stadsontwikkeling<br />

3.1 Opstellen inspiratieboek Gemeente MIL Water 2009-2010 50.000 50%/50%<br />

4. Water maakt ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> mooi<br />

4.1 Opstellen inrichtingsvisie huidig ZWvrt,<br />

inclusief WATAK<br />

4.2 Onderzoek tijdelijke mogelijkheden ZWvrt<br />

vooruitlopend op omlegging.<br />

Gemeente SBO 2009-2010 Personele inzet 50%/50%<br />

Gemeente MIL/IB/BOR 2009-2010 Personele inzet 50%/50%<br />

4.3 Opstellen inrichtingsvisie Stads Aa Gemeente ORV/ROS 2011-2012 Personele inzet 50%/50%<br />

4.4 Inrichting Rosmalense Aa/omlegging Gemeente ORV 2009-2015 11.000.000 conform convenant<br />

ZWV<br />

5. Visie op de ondergrond<br />

5.1 Ontwikkelen meetnet kwant diep<br />

grondwater<br />

Gemeente MIL Bodem 2009-2010 200.000 100%/0% +<br />

pers.inzet<br />

Brabant water<br />

5.2 Visie op ondergrond Gemeente MIL Bodem 2009-2010 25.000 100%/0% +<br />

pers.inzet<br />

Brabant water<br />

5.3 Opstellen masterplannen (indien nodig) Gemeente MIL Bodem 2009 pm<br />

5.4 Participatie in provinciale projecten ter<br />

bescherming grondwaterkwaliteit<br />

5.5 Onderzoek risico’s gw overlast (enquete,<br />

grondwatergegevens)<br />

Provincie MIL Bodem 2009-2015 Personele inzet<br />

Gemeente IB/BRP* 2010 145.000<br />

nvt<br />

100%/0%<br />

5.6 Inrichten ondiep grondwatermeetnet Gemeente IB, GRP* 2011 150.000 100%/0%<br />

5.7 Grondwaterstudie (meten) Gemeente IB/GRP* 2012-2015 50.000/jr 100%/0%<br />

6. Actieve participatie in regionale ontwikkelingen<br />

6.1 Participatie en evt onderzoek Deltacommissie<br />

(Maas) Participatie en evt onderzoek Klimaat<br />

adaptief Brabant en andere regionale<br />

processen/projecten<br />

Provincie/Ri<br />

jk<br />

MIL Water/Energie 2009-2015 20.000/jr 100%/0%<br />

6.2 Uitvoering HoWaBo Waterschap ORV 2009-2011 23.000.000 0%/100%<br />

6.3 Dynamisch Beekdal Waterschap ORV 2009-2015 12.700.000 0%/100%<br />

6.4 Maatregelen Noord/Maaspoort agv<br />

omlegging ZW-Vrt<br />

Gemeente MIL Water 2009-2015 pm<br />

6.5 Update calamiteiten- en evacuatieplan Gemeente BOR 2010 Personele inzet<br />

7. Benutten van kansen watersysteem voor de energieneutrale stad<br />

7.1 Innovatiebudget energie Gemeente MIL Energie 2009-2015 15.000 /jr 65%/35%,<br />

personele inzet<br />

Brabant water/De<br />

Dommel<br />

7.2 Aanpak RWZI (mogelijk met energiewinning) Waterschap MIL Energie/ Water 2010-2011 pm<br />

57


Speerpunt Maatregel Trekker Betrokken afdeling<br />

gemeente<br />

8 Uitvoeren van maatregelen uit het Stroomgebiedbeheerplan<br />

31 maart 2009<br />

Uitvoerings<br />

jaren<br />

Totale kosten Verdeling<br />

euro<strong>'s</strong>/ex BTW gemeente/waterschap<br />

8.1 Aanleg EVZ Dieze, vlgs 1 e SGBP Waterschap ORV 2009-2010 175.000 25%/25% + 50%<br />

provincie<br />

8.2 Aanleg EVZ Henriettekanaal, vlgs 1 e SGBP Waterschap ORV 2011-2015 60.000 pm, met subsidie<br />

provincie<br />

Beheer en onderhoud<br />

8.3 Aanleg EVZ Luisbroeksche<br />

Wetering/Hedikhuizensche Maas, vlgs 1e SGBP<br />

Beheer en onderhoud<br />

8.4 Aanleg EVZ Nieuwe<br />

Vliet/Hoefgraaf/Hertogswetering, vlgs 1e SGBP<br />

Beheer en onderhoud<br />

8.5 Programma Waterlichaam Dieze vlgs SGBP<br />

waaronder: vispassage Creveceour,<br />

Landschapspark Diezemonding,<br />

Inrichtingsvisie wijkwater West en<br />

Kampenlandschap Coudewater<br />

8.6 Onderzoek optimalisatie stedelijk<br />

watersysteem Noord volgens 1 e SGBP<br />

Waterschap ORV 2009 SGBP 2010-<br />

2015 gereed<br />

Waterschap ORV 2009 SGBP 2010-<br />

2015 gereed<br />

Gemeente ORV/IB/ Milieu<br />

Water<br />

9 Uitvoeren overige maatregelen uit de waterprogramma’s van het gebiedsproces<br />

2009-2015 5.745.000,<br />

waarvan 3,4<br />

miljoen onder<br />

speerpunt 10<br />

Gemeente IB GRP* 2010 kosten zitten<br />

onder speerpunt<br />

1.1.<br />

29%/28% met 17%<br />

bijdrage provincie, 18<br />

% subsidie en 8%<br />

derden<br />

50%/50%<br />

9.1 Natte natuurparel Moerputten; planvoming Waterschap ORV/MIL Water 2009-2015 265.000 0%/100%<br />

9.2 GGOR natuur (Moerputten/Vlijmens<br />

Ven/Gement/Bossche Broek)<br />

Waterschap ORV/MIL Water 2009 Personele inzet 20%/80%<br />

9.3 GGOR landbouw Waterschap ORV/MIL Water 2010 Personele inzet 20%/80%<br />

9.4<br />

Opstellen peilbesluiten Koningsvliet en<br />

Hertogswetering<br />

10. Werken aan water in West (de schop in de grond)<br />

Waterschap ORV/MIL Water 2011 Personele inzet 20%/80%<br />

10.1 Realiseren nieuwe inlaat Waterschap 2010-2011 400.000 0%/100%<br />

10.2 Vergroten bergingscapaciteit West Gemeente IB 2009 2.000.000 reeds in uitvoering<br />

met subsidie Senter<br />

Novem<br />

10.3 Onderhoud duiker vaker Gemeente BOR, GRP* 2009-2015 100.000 100%/0%<br />

10.4 Ontkoppelen zandrug Engelen Waterschap IB 2012-2015 1.250.000 30%/70%<br />

10.5 Waar mogelijk afkoppelen West Gemeente IB 2012-2015 2.500.000 Afkoppelsubsidie Aa<br />

en Maas 2 euro/m2<br />

58


Speerpunt Maatregel Trekker Betrokken afdeling<br />

gemeente<br />

10.6<br />

31 maart 2009<br />

Uitvoerings<br />

jaren<br />

Totale kosten Verdeling<br />

euro<strong>'s</strong>/ex BTW gemeente/waterschap<br />

Integraal programma beheer en onderhoud Gemeente BOR 2009-2010 25.000 100%/0%<br />

Samenwerking en organisatie<br />

A Stuurgroep waterpartners Gemeente MIL Water 2009-2015 Personele inzet 50%/50%<br />

B Overleg management ws-gem Gemeente MIL Water 2009-2015 Personele inzet 50%/50%<br />

C Voortzetting programmacoördinator Gemeente MIL Water 2009-2015 Personele inzet 50%/50%<br />

D Communicatie Gemeente MIL Water 2009-2015 50.000/jr 50%/50%<br />

59


31 maart 2009<br />

I Stedelijk water per wijk<br />

Tijdens de watersysteemanalyses is onderscheid gemaakt in vijf clusters van wijken<br />

(Figuur.1): West en Engelen, Binnenstad, Maaspoort en Noord, Zuid en Rosmalen.<br />

Figuur.1: Indeling van de afwaterende eenheden in clusters van wijken<br />

Voor de clusters is in de afgelopen jaren een watersysteemanalyse uitgevoerd en is het<br />

systeem getoetst aan de normen. Tijdens verschillende workshops hebben gemeente en<br />

waterschap gezamenlijk en pragmatisch gekeken hoe knelpunten tegen te gaan en kansen<br />

te benutten. Hieruit zijn mogelijke oplossingsrichtingen naar voren gekomen. De resultaten<br />

van deze workshops zijn hierna allereerst algemeen en vervolgens per cluster weergegeven.<br />

60


31 maart 2009<br />

Algemeen<br />

De watersysteemanalyse heeft laten zien dat het stedelijk watersysteem wat betreft<br />

wateroverlast voldoet aan de normen, dit betekent dat er geen locaties zijn die overmatig<br />

te kampen hebben met wateroverlast als gevolg van tekort aan oppervlaktewater.<br />

In 2006 t/m 2008 viel op dat het watersysteem van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> een aantal maal<br />

negatief in het nieuws is geweest met problemen in de waterkwaliteit en ecologie. Zo zijn<br />

er persberichten uitgegaan over vissterfte, botulisme, de aanwezigheid van purperzwavelbacteriën<br />

en drijflagen met cyanobacteriën ofwel blauwalg. Dit zijn, met de<br />

klachtenregistratie van de gemeente en het waterschap, belangrijke aanwijzingen dat het<br />

watersysteem kwalitatief nog niet naar wens functioneert.<br />

Normoverschrijdingen in de (stads)wateren van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> worden vooral gevonden<br />

voor stikstof, fosfaat, koper, nikkel, zink en zuurstof. Nutriënten zijn het grootste<br />

aandachtspunt - omdat de KRW daar strengere eisen in stelt - en de zuurstofhuishouding.<br />

Uit een onderzoek van het waterschap Aa en Maas blijkt dat hormonen en medicijnen via<br />

de lozing van afvalwater door bijv. ziekenhuizen en seniorenhuizen, in het<br />

oppervlaktewater terechtkomen.<br />

Het regionale hoofdwatersysteem van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is aanzienlijk slechter van kwaliteit<br />

dan de wijkwateren. Momenteel hebben de wijkwateren dan ook een positief effect op de<br />

waterkwaliteit van het hoofdwatersysteem. De hoofdwateren hebben echter een betere<br />

zuurstofhuishouding dan de wijkwateren.<br />

De ecologische toestand van de wateren in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> verschilt sterk per wijk.<br />

Knelpunten hebben te maken met de oeverinrichting en het steile onderwatertalud,<br />

aanwezigheid van drijflagen en de afwezigheid van waterplanten of kritische soorten. De<br />

hoge nutriëntenwaarden zorgen ervoor dat we veelal hetzelfde beeld te zien aan<br />

plantensoorten.<br />

De (zandwin)plassen in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zijn voldoende van kwaliteit en enkele geïsoleerd<br />

gelegen plassen gaan zelfs richting de beoordeling goed. De zwemwaterplas De Zuiderplas<br />

heeft te kampen met blauwalg.<br />

61


31 maart 2009<br />

West en Engelen<br />

Het cluster West en Engelen bestaat uit de volgende wijken:<br />

- West;<br />

- Wolfsdonken Laag;<br />

- Wolfsdonken Hoog;<br />

- Haverleij;<br />

- Wuivenhaard;<br />

- Engelen;<br />

- De Vutter.<br />

Huidige situatie<br />

Watersysteem<br />

Op dit moment hebben de stadsdelen ten westen van de Dieze en het Henriëttekanaal<br />

twee strikt gescheiden watersystemen. Wijksysteem West ligt ten zuiden van de A59 en<br />

beslaat het Paleiskwartier, Boschveld, Willemspoort, Deuteren, de Schutskamp en de<br />

Kruiskamp. Wijksysteem Engelen ligt ten noorden van de A59 en omvat de Vutter, Kom<br />

Engelen en de Haverleij. Beide systemen vormen een aaneenschakeling van deelsystemen.<br />

Deze aaneenschakeling is historisch gegroeid en is in hoofdzaak gericht op peilbeheersing.<br />

De op zich ingenieuze, maar niet optimale deelsystemen zijn slechts deels afgestemd op de<br />

gebiedseigen kenmerken.<br />

Figuur 2 Watersysteem van cluster West en Engelen<br />

62


31 maart 2009<br />

In wijksysteem Engelen wordt vanuit de Dieze water via gemaal Engelen ingelaten in het<br />

systeem van De Vutter. Hiermee wordt het watersysteem van zowel De Vutter als Engelen<br />

op peil gehouden. Via De Vutter wordt het water via een duiker naar Engelen aangevoerd.<br />

De afwatering van De Vutter en Engelen is complex. De Vutter watert via een beweegbare<br />

stuw 117 MRB af naar het deelsysteem Wuyvenhaerd. Daarnaast watert het systeem van<br />

de Vutter via een vaste stuw af op het systeem van Haverleij. Engelen watert via een stuw<br />

en sifon af op het systeem van Wuyvenhaerd.<br />

Wuyvenhaerd watert via drie stuwen af op het omliggende watersysteem. Ook Haverleij<br />

watert via een stuw af op het omliggende watersysteem.<br />

In de dorpskern van Engelen ligt een hogere zandrug, waar het watersysteem doorheen<br />

stroomt. Deze infiltratiezone maakt dat het systeem als het ware 'lek' is. Dit is illustratief<br />

voor de beperkte afstemming van het watersysteem met de natuurlijke situatie. Verder<br />

wordt ook dit wijksysteem via een inlaatgemaal gevoed met Diezewater. Hoewel<br />

doorstroming hier wèl onder vrij verval plaats vindt, lijkt de aanvoersloot te klein om de<br />

dorpskern van voldoende water te voorzien.<br />

Het watersysteem van West en Wolfsdonken hoog en laag bestaat uit een netwerk van<br />

relatief brede watergangen en singels. Het watersysteem is onderhevig aan wegzijging en<br />

dient op de meeste plaatsen op peil te worden gehouden. Zowel de in- als uitlaat van water<br />

geschiedt via het gemaal Boschveld. De Dieze zorgt voor de aanvoer en ontvangt het<br />

overtollig water vanuit West. De deelsystemen Wolfsdonken Hoog en Laag wateren direct<br />

af op West. Het watersysteem van Wolfsdonken Hoog wordt op peil gehouden met een<br />

opvoergemaal aan de Oude Vlijmensche weg, de afwatering vindt plaats via een zeer<br />

lange, gedeeltelijk verstopte duiker (situatie 2006) onder de Oud-Vlijmensche weg door, op<br />

Wolfsdonken Laag. Wolfsdonken Laag watert via twee stuwen (kruising<br />

Rijzertlaan/Gouverneur v.d. Bogaerdesingel en nabij afrit ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>-West) af op het<br />

watersysteem van afwateringseenheid West.<br />

Wijksysteem West houdt geen rekening met de natuurlijke afwateringsrichting van<br />

zuidoost naar noordwest. In plaats daarvan wordt het water hier continu rondgepompt met<br />

behulp van een opvoergemaal. Hierdoor is er nauwelijks sprake van waterverversing.<br />

Watertekorten worden aangevuld met voedselrijk water uit de Dieze. Bij wateroverschotten<br />

fungeert het inlaatpunt als uitlaatpunt.<br />

Knelpunten<br />

Aan de hand van zes thema<strong>'s</strong> zijn in onder staande kaart en tabel de belangrijkste<br />

kenmerken en knelpunten weergegeven. De letters in de kaart corresponderen met de<br />

codes in de tabel.<br />

63


31 maart 2009<br />

Figuur 3 Knelpunten en kenmerken in West en Engelen<br />

64


31 maart 2009<br />

Tabel 1 Knelpunten, kenmerken en bijbehorende mogelijke maatregelen in West en Engelen<br />

Code Categorie Knelpunt Kenmerk Maatregel<br />

A Oppervlaktewater Beide watersystemen zijn maar deels gebaseerd<br />

op de natuurlijke afwateringssituatie.<br />

B Waterkwaliteit Wijksysteem West heeft een (gecombineerd)<br />

in- en uitlaatpunt; dit leidt tot een slechte<br />

doorstroming waardoor de ecologische en<br />

belevingswaarde laag is<br />

C Oppervlaktewater Het oppervlaktewaterstelsel in West heeft<br />

(te) sterke peilstijgingen bij extreme neerslag<br />

(zie ook G).<br />

D Oppervlaktewater De duiker ter hoogte van de Weidonklaan is<br />

een hydraulisch knelpunt en zorgt voor<br />

onderhoudsprobiemen.<br />

E Waterkwaliteit Wijksysteem Engelen kent aanvoertekorten<br />

en een onvoldoende waterverdeling,<br />

waardoor de ecologische en belevingswaarde<br />

laag is<br />

F Rioolstelsel De riolering bestaat grotendeels uit een<br />

gemengd stelsel met bijbehorende<br />

vuiluitworp (betreft alleen West, niet<br />

Engelen).<br />

G Rioolstelsel Sterke peilstijgingen in West verhinderen een<br />

vrije uitstroom bij hevige regenval (zie C).<br />

Realiseren nieuwe inlaat ter hoogte van de wijk<br />

Boschveld.<br />

Vergroten van de bergingscapaciteit van het<br />

stedelijke watersysteem in West.<br />

Vaker onderhoud om het hydraulisch knelpunt<br />

van de duiker te beperken. Na vergroting van<br />

de bergingscapacteit Boschveld wordt getoetst<br />

of duiker nog steeds knelpunt vormt.<br />

Ontkoppelen van de hooggelegen zandrug in<br />

de dorpskern van Engelen, incl.baggeren in de<br />

dorpskern van Engelen en het opstellen van<br />

een baggerprogramma.<br />

Waar mogelijk afkoppelen van stedelijke<br />

verharderingen in stadsdeel West.<br />

Vergroten van de bergingscapaciteit van het<br />

stedelijke watersysteem in West.<br />

H Rioolstelsel Het rioolstelsel in West is zwaar belast. Studie naar risico<strong>'s</strong> wateroverlast agv zwaar<br />

belast rioolstelstel en mogelijke maatregelen.<br />

J Waterkwaliteit Het inlaatwater uit de Dieze is voedselrijk,<br />

waardoor niet voldaan wordt aan de<br />

basiskwaliteit.<br />

K Waterkwaliteit Delen van het oppervlaktewater zijn<br />

permanent bedekt met drijflagen; (in<br />

Engelen), waardoor vissterfte en<br />

stankoverlast optreedt.<br />

L Waterkwaliteit In West is vissterfte een terugkerend<br />

probleem.<br />

M Waterkwaliteit De kwaliteit van de waterbodem in Kom<br />

Engelen is vermoedelijk slecht.<br />

N Inrichting, beheer<br />

en onderhoud<br />

Ontwerp en beheer zijn onvoldoende op<br />

elkaar afgestemd, er ontstaan op termijn<br />

onderhoudsproblemen in Westerpark en<br />

Haverleij doordat waterlopen onvoldoende<br />

bereikbaar zijn voor kranen.<br />

O Inrichting, beheer<br />

Wijksysteem Engelen heeft een achterstand in<br />

en onderhoud<br />

het baggeronderhoud.<br />

P Inrichting, beheer<br />

Ecologisch oeverbeheer is weinig specifiek en<br />

en onderhoud<br />

ongevarieerd.<br />

Q Waterbeleving West kenmerkt zich door sobere en strakke<br />

waterlopen (tijdsbeeld van de wijk);<br />

R Waterbeleving In delen van West en Engelen zijn<br />

watergangen slecht zichtbaar door<br />

oeverbegroeiing;<br />

S Waterbeleving Haverleij en Westerpark kenmerken zich door<br />

hun moderne vormgeving.<br />

T Ruimte voor water Wijksysteem West voldoet voor de bestaande<br />

situatie. Stedelijke verdichting vraagt om<br />

meer oppervlaktewater, dit is een knelpunt is<br />

stedelijke (her)ontwikkelinggebieden.<br />

U Ruimte voor water De bergingscapaciteit van het<br />

wijkwatersysteem Engelen is op orde<br />

(klimaatbestendig).<br />

Realiseren nieuwe inlaat ter hoogte van de wijk<br />

Boschveld, waardoor meer doorstroming<br />

mogelijk is.<br />

Verbeteren van de doorstroming door o.a.<br />

ontkoppelen van de hooggelegen zandrug in<br />

de dorpskern van Engelen.<br />

Een nieuwe inlaat ter hoogte van de wijk<br />

Boschveld, waar mogelijk afkoppelen van<br />

stedelijke verhardingen in stadsdeel West.<br />

Ontkoppelen van de hooggelegen zandrug in<br />

de dorpskern van Engelen, in combinatie met<br />

baggeren van de dorpskern van Engelen en het<br />

opstellen van een baggerprogramma.<br />

Opstellen van een integraal programma voor<br />

het beheer en onderhoud van de totale<br />

openbare ruimte, inclusief het stedelijk water.<br />

In West regenwater uit stedelijke (her)-<br />

ontwikkelingsgebieden vasthouden.<br />

65


31 maart 2009<br />

Mogelijke maatregelen en oplossingsrichtingen<br />

Tijdens de workshops zijn voor alle clusters mogelijke oplossingsrichtingen in kaart<br />

gebracht. Voor het cluster West en Engelen zijn deze oplossingsrichtingen al concreter in<br />

beeld en vertaald naar mogelijke maatregelen. De maatregelen die een knelpunt oplossen,<br />

zijn in Tabel 2 opgenomen. De tabel geeft een overzicht van deze maatregelen, inclusief<br />

trekkers en partners.<br />

Tabel 2 Overzicht van de mogelijke maatregelen in Cluster West en Engelen<br />

Code nr Maatregel Trekker Afdeling Partners Uitwerking<br />

in plan<br />

Cluster West & Engelen<br />

WE_ 1 Realiseren nieuwe inlaat ter hoogte van de wijk Boschveld. ws gem (IB)<br />

WE_ 2 Vergroten van de bergingscapaciteit van het stedelijke watersysteem in West. gem IB/MIL<br />

WE_ 3 Vaker onderhoud om het hydraulisch knelpunt van de duiker te beperken. Na vergroting van de<br />

bergingscapacteit Boschveld wordt getoetst of duiker nog steeds knelpunt vormt.<br />

gem IB<br />

WE_ 4 Ontkoppelen van de hooggelegen zandrug in de dorpskern van Engelen, incl.baggeren in de<br />

dorpskern van Engelen en het opstellen van een baggerprogramma.<br />

gem BOR<br />

WE_ 5 Waar mogelijk afkoppelen van stedelijke verharderingen in stadsdeel West. gem IB<br />

WE_ 6 Studie naar risico<strong>'s</strong> wateroverlast agv zwaar belast rioolstelstel en mogelijke maatregelen. gem IB<br />

WE_ 7 Opstellen van een integraal programma voor het beheer en onderhoud van de totale openbare<br />

ruimte, inclusief het stedelijk water.<br />

gem BOR<br />

WW_ 8 Uitvoering KRW maatregelen wijkwater West gem MIL/IB ws SGBP<br />

Naast de maatregelen uit de tabel zijn er tijdens de workshop voor West en Engelen enkele<br />

oplossingsrichtingen genoemd, die gelet op de ontwikkelingen in het gebied, mogelijk<br />

interessant zijn. Tijdens de vervolgstudies worden deze oplossingsrichtingen op effectiviteit<br />

en haalbaarheid onderzocht:<br />

- Verhogen van de gebruiks- en belevingswaarde van het oppervlaktewater (realisatie 1e<br />

helft 2008);<br />

- In West regenwater uit stedelijke (her)- ontwikkelingsgebieden vasthouden, zodat zo<br />

weinig mogelijk Diezewater van mindere kwaliteit hoeft te worden ingelaten;<br />

- Benutten van de bergingscapaciteit van watersysteem Engelen-Haverleij door<br />

watersysteem West hier via een onderdoorgang onder de A59 aan te koppelen;<br />

- Aantakken van de Bossche Sloot op het stedelijk watersysteem;<br />

- Monitoren van het rioolstelsel in West (meten in de buis), o.a. om de<br />

storingsgevoeligheid van de riolering inzichtelijk te maken;<br />

- Rioolverzwaring Kooikersweg (uitvoering gepland 2009).<br />

66


31 maart 2009<br />

Maaspoort en Noord<br />

Het cluster Maaspoort en Noord bestaat uit de volgende wijken:<br />

- Maaspoort;<br />

- Noord;<br />

- IJzeren Vrouw;<br />

- Empel Noord;<br />

- Empel Zuid.<br />

Huidige situatie<br />

Watersysteem<br />

Vanuit het buitengebied wordt water via het gemaal Empel Oost ingelaten in het systeem<br />

van Empel-Noord. Een groot deel van dit water wordt door een tweede gemaal<br />

(Meerwijkweg), gelegen tussen Empel-Noord en Maaspoort, verpompt naar het systeem<br />

van Maaspoort. Daarnaast wordt een deel van het inlaatwater en overtollig regenwater via<br />

een stuw afgevoerd naar Empel-Zuid. Empel-Zuid watert via stuwen af op zowel het<br />

systeem van Noord als de Groote Wetering/Nieuwe Vliet.<br />

Figuur 4 Watersysteem van Maaspoort en Noord<br />

Het watersysteem van Maaspoort ontvangt een zo goed als constante aanvoer van water<br />

vanuit Empel-Noord. Hiermee wordt het watersysteem op peil gehouden en wordt de<br />

67


31 maart 2009<br />

sterke wegzijging ruimschoots gecompenseerd. Afwatering vindt plaats via een<br />

beweegbare stuw (stuw Maaspoort) op het systeem van Noord.<br />

Deelwatersysteem ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>-Noord ontvangt water vanuit Maaspoort, IJzeren<br />

Vrouw en Empel. Hiermee wordt het systeem op peil gehouden. De afwatering vindt via<br />

een beweegbare stuw plaats op de Groote Wetering/Nieuwe Vliet ten noordwesten van de<br />

Rosmalense Plas.<br />

De IJzeren Vrouw is een niet-geïsoleerde plas waar omliggende verhard oppervlak direct op<br />

afwatert. Ook een relatief klein deel van het verharde oppervlak van de wijken Bartjes en<br />

de Vliert voeren af naar de IJzeren Vrouw. Via een stuw vindt afwatering plaats op het<br />

systeem van Noord.<br />

In Empel, Maaspoort en Noord is het watersysteem van lieverlee verknoopt en<br />

'gekunsteld'. Het houdt geen rekening met de natuurlijke eigenschappen van de<br />

verschillende deelgebieden, noch met de natuurlijke afwateringsrichting van oost naar<br />

west.<br />

Knelpunten<br />

Aan de hand van zes thema<strong>'s</strong> zijn in onder staande kaart en tabel de belangrijkste<br />

kenmerken en knelpunten weergegeven. De letters in de kaart corresponderen met de<br />

codes in de tabel.<br />

Figuur 5 Knelpunten en kenmerken in Maaspoort en Noord<br />

68


31 maart 2009<br />

Tabel 3 Knelpunten, kenmerken en mogelijke oplossingsrichtingen in Maaspoort en Noord<br />

Code Categorie Knelpunt Kenmerk Oplossingsrichting<br />

A Oppervlaktewater De afwatering is tegennatuurlijk, van oudsher<br />

watert het gebied af van oost naar west op de<br />

Dieze;<br />

B Oppervlaktewater Er is onvoldoende toevoer en doorstroming van<br />

het oppervlaktewater;<br />

C Oppervlaktewater Het ontwerp van de watergangen is niet<br />

afgestemd op gebiedskenmerken van kwel en<br />

infiltratie;<br />

D Oppervlaktewater De wielen en plassen vormen geen onderdeel<br />

van het wijkwatersysteem.<br />

E Rioolstelsel Het stelsel is voor driekwart gemengd. Een<br />

kwart is verbeterd gescheiden;<br />

F Rioolstelsel De rioolstelsels zijn relatief jong en verkeren in<br />

een goede staat;<br />

G Rioolstelsel Veel regenwater wordt afgevoerd naar de<br />

rioolwaterzuivering;<br />

H Rioolstelsel Het ingewikkelde rioolstelsel bestaat uit<br />

meerdere aan elkaar verknoopte deelsystemen;<br />

I Waterkwaliteit Het inlaatwater uit de Hertogswetering is<br />

zeer voedselrijk, waardoor niet voldaan wordt<br />

aan de basiskwaliteit<br />

J Waterkwaliteit De kwaliteit van waterbodem in Maaspoort<br />

en De Herven is plaatselijk slecht.<br />

Onderzoek optimalisatie stedelijk watersysteem<br />

Noord<br />

K Waterkwaliteit Drijflagen leiden tot verstikking<br />

Baggeren van de stedelijke watergangen,<br />

gecombineerd met verminderen van de<br />

vuiluitworp uit de riolering op het<br />

oppervlaktewater<br />

Onderzoek optimalisatie stedelijk watersysteem<br />

Noord<br />

L Waterkwaliteit Het overstorten van de riolering leidt<br />

periodiek tot vissterfte.<br />

M Inrichting, beheer<br />

en onderhoud<br />

N Inrichting, beheer<br />

en onderhoud<br />

In Noord en Maaspoort is sprake van<br />

achterstallig baggeronderhoud;<br />

In Noord bemoeilijken particuliere<br />

oeverinrichtingen het reguliere onderhoud;<br />

O Inrichting, beheer In Noord komt veel drijfvuil in de<br />

en onderhoud watergangen voor;<br />

P Inrichting, beheer<br />

De huidige inrichting van het wijkwatersysteem<br />

en onderhoud<br />

biedt onvoldoende ruimte voor de<br />

ontwik¬keling en instandhouding van<br />

stadsnatuur.<br />

Q Waterbeleving Het wijkwatersysteem is plaatselijk niet of<br />

nauwelijks zichtbaar;<br />

R Waterbeleving Een in passing van stadsnatuur langs de oevers<br />

van het wijkwatersysteem ontbreekt;<br />

S Waterbeleving Saaie watergangen contrasteren sterk met de<br />

vele cultuurhistorische 'waterparels'.<br />

T Ruimte voor water De bergingscapaciteit van het stedelijke<br />

watersysteem is op orde;<br />

U Ruimte voor water Niet overal is er ruimte voor een<br />

natuurvriendelijke inrichting van de oevers.<br />

Baggeren van de stedelijke watergangen,<br />

gecombineerd met verminderen van de<br />

vuiluitworp iot de riolering op het<br />

oppervlaktewater<br />

Baggeren van de stedelijke watergangen<br />

Ontwikkelen van een integrale visie op beheer<br />

en onderhoud van de openbare ruimte<br />

Onderzoek optimalisatie stedelijk watersysteem<br />

Noord<br />

69


31 maart 2009<br />

Oplossingsrichtingen<br />

Tijdens de workshops zijn voor het cluster Maaspoort en Noord mogelijke<br />

oplossingsrichtingen in kaart gebracht. De tabel geeft een overzicht van de mogelijke<br />

oplossingsrichtingen die nodig zijn om de knelpunten op te lossen, die tijdens de workshop<br />

zijn benoemd. (zie 5.3.2).<br />

Tabel 4 Overzicht van mogelijke oplossingsrichtingen in Maaspoort en Noord, die nodig zijn om de<br />

knelpunten op te lossen, die tijdens de workshop zijn benoemd.<br />

Cluster Maaspoort en Noord (UITVOERING NA 2015!)<br />

MN_ 1 Onderzoek optimalisatie stedelijk watersysteem Noord<br />

MN_ 2 Baggeren van de stedelijke watergangen, gecombineerd met verminderen van de vuiluitworp uit de<br />

riolering op het oppervlaktewater<br />

MN_ 3 Ontwikkelen van een integrale visie op beheer en onderhoud van de openbare ruimte<br />

In de tabel zijn enkele studies opgenomen. Tijdens deze studies wordt rekening gehouden<br />

met de geplande omlegging van de Zuid-Willemsvaart (voor zover relevant). Naast de<br />

mogelijke oplossingsrichtingen uit de tabel zijn er tijdens de workshop voor Maaspoort en<br />

Noord enkele oplossingsrichtingen genoemd, die gelet op de ontwikkelingen in het gebied,<br />

mogelijk interessant zijn. Tijdens de vervolgstudies worden deze oplossingsrichtingen op<br />

effectiviteit en haalbaarheid onderzocht:<br />

- Momenteel onderzoeken de waterpartners en Rijkswaterstaat welke kansen er zijn om<br />

kanaalwater uit de nieuwe Zuid-Willemsvaart te ontrekken voor het doorspoelen van<br />

Empel, Maaspoort en Noord i.p.v. het voedselrijke water uit de Hertogswetering;<br />

- Een gemaal bij de toekomstige sluis ter hoogte van Empel kan mogelijk worden<br />

ingericht voor de aanvoer van kanaalwater of Maaswater richting Empel. Tevens wordt<br />

gekeken welke maatregelen nodig zijn om de waterverdeling in de wijken Maaspoort<br />

en Noord te verbeteren;<br />

- Het schutwater dat door Rijkswaterstaat bij de sluizen ter hoogte van Empel wordt<br />

geloosd kan hierbij mogelijk dienen als aanvoer voor de watersystemen Empel,<br />

Maaspoort en Noord;<br />

- Het herinrichten van de kanaalzone maakt het afkoppelen van verhard oppervlak in het<br />

westen van Rosmalen met een afvoer via de Rosmalense Aa mogelijk. De waterkwaliteit<br />

van de Rosmalense Aa mag hierbij niet verslechteren (conform doelen KRW);<br />

- Optimaliseren van de waterdoorstroming door het herstel van de oorspronkelijke<br />

afwateringsrichting;<br />

- De herinrichting van het intern watersysteem van Noord met meerdere peilvakken en<br />

verstelbare stuwen en een extra onderdoorgang onder de A59 ten zuiden van de<br />

Noorderplas draagt hoogstwaarschijnlijk bij aan een betere doorstroming. Mogelijk is<br />

een extra doorvoergemaal gewenst. Door de extra onderdoorgang onder de A59 wordt<br />

ook de waterbeheersing in Maaspoort verbeterd;<br />

- Opsplitsing van het watersysteem in twee systemen, Empel-Maaspoort en Noord.<br />

Vergroten van de inlaatcapaciteit Empel (Meerwijkweg);<br />

- Optimaliseren van de waterhuishouding ter hoogte van het Sportiom;<br />

- Ontwikkelen van een visie op gebruiks- en belevingswaarden van watersysteem Noord;<br />

- Ontwikkelen van een visie op het herstel van de lokale stedelijke kwelnatuur voor<br />

Maaspoort en Noord;<br />

- Ontwikkelen van een integrale visie op beheer en onderhoud van de openbare ruimte;<br />

- Formuleren van een gezamenlijk beleid ten aanzien van oeverinrichting, waarbij ook de<br />

particulier wordt betrokken;<br />

- Meten in de buis, aanpassen van de pompregimes in de verbeterde gescheiden stelsels.<br />

70


31 maart 2009<br />

Binnenstad<br />

Cluster binnenstad bestaat uit het zogenaamde “Muntelsysteem”:<br />

- Aa;<br />

- Binnenstad;<br />

- Paleiskwartier;<br />

- Dommel;<br />

Huidige situatie<br />

Een groot deel van het cluster binnenstad wordt direct beïnvloed door het systeem van de<br />

Maas en de beken Aa, Dommel en Dieze. Een beschrijving van dit systeem is te lezen in<br />

paragraaf 3.1.<br />

De binnenstad, waar afwatering plaatsvindt via de Binnendieze, kent een peilscheiding bij<br />

normale omstandigheden. Het waterpeil van een groot deel van de binnenstad wordt op<br />

2,75 m+ NAP gehouden. Vanuit de Singelgracht wordt dagelijks water ingelaten om de<br />

Binnendieze door te spoelen.<br />

Figuur 6 Watersysteem van de Binnenstad<br />

71


31 maart 2009<br />

Knelpunten<br />

Voor dit cluster zijn de kansen en knelpunten nog niet in beeld.<br />

Oplossingsrichtingen<br />

Omdat de kansen en knelpunten voor het cluster Binnenstad nog niet in beeld zijn, is een<br />

watersysteemanalyse nodig om deze kansen en knelpunten te inventariseren. Omdat de<br />

waterkwaliteit in de Binnenstad sterk afhankelijk is van de kwaliteit van de Dommel, Aa en<br />

Maas, gaat het waterschap hier een aparte analyse naar uitvoeren. In de tabel zijn deze<br />

twee mogelijke maatregelen opgenomen.<br />

Tabel 5 Overzicht van mogelijke maatregelen in Binnenstad<br />

Cluster Binnenstad (UITVOERING NA 2015; ivm ZW vaart))<br />

BS_ 1 Watersysteemanalyse knelpunten, kenmerken en maatregelen<br />

BS_ 2 Knelpunten analyse waterkwaliteit Binnenstad<br />

72


31 maart 2009<br />

Zuid<br />

Cluster Zuid bestaat uit de volgende wijken:<br />

- Zuid 1;<br />

- Zuid 2;<br />

- Oosterplas;<br />

- De Brand;<br />

- Hintham West;<br />

- Hintham Oost.<br />

Huidige situatie<br />

Zuid 2 (nabij Provinciehuis) watert via een gemaal ter hoogte van de Pieter<br />

Langendijksingel nabij de Zuid-Willemsvaart af op Zuid 1. Zuid 2 heeft een hoog<br />

percentage open water vanwege de waterpartijen rondom het Provinciehuis. De Zuiderplas<br />

kan in extreme situaties via een schuif als extra berging bij het watersysteem van Zuid 2<br />

worden betrokken. De van oost naar west afvoerende watergang in Zuid 1 voert het<br />

overtollige kwel- en hemelwater af naar het gemaal Pettelaarseweg, waar het wordt<br />

uitgeslagen op de Singelgracht.<br />

Figuur 7 Het watersysteem van Zuid<br />

De parallelsloten van de snelweg A2 zorgen voor de afvoer van het hemelwater van de<br />

snelweg. De sloten staan niet in verbinding met de rest van het watersysteem in de wijken<br />

Zuid 1 en Zuid 2.<br />

73


31 maart 2009<br />

Zowel de wijken Hintham-West als Hintham-Oost wateren via een eigen gemaaltje af op<br />

rivier de Aa.<br />

Ook de Oosterplas watert via een eigen gemaaltje af op rivier de Aa. De Oosterplas zelf is<br />

geen onderdeel van het systeem, het betreft hier een geïsoleerde zandwinplas die onder<br />

invloed staat van het grondwater regime.<br />

De begrenzing van de wijk De Brand is in werkelijkheid variabel. Onder normale<br />

omstandigheden watert alleen het gebied binnen de begrenzing (industrieterrein De Brand)<br />

af via gemaal De Brand op de Aa. Onder natte omstandigheden watert ook een deel van<br />

het noordelijk gelegen landelijk gebied af naar gemaal De Brand, om zo het gemaal bij<br />

Stenen Kamer te ontlasten.<br />

Knelpunten<br />

Figuur 8 Knelpunten en kenmerken in Zuid<br />

Aan de hand van zes thema<strong>'s</strong> zijn in onder staande kaart en tabel de belangrijkste<br />

kenmerken en knelpunten van de huidige situatie weergegeven. De letters in de kaart<br />

corresponderen met de codes in de tabel.<br />

74


31 maart 2009<br />

Tabel 6 Knelpunten, kenmerken en mogelijke oplossingsrichting in Zuid<br />

Code Knelpunt Kenmerk Oplossingsrichting<br />

A Aanleg van ondergrondse parkeergarage<br />

aan de Hekellaan vragen om aanpassingen<br />

aan het watersysteem. De consequenties<br />

voor en de risico<strong>'s</strong> van het watersysteem<br />

zijn niet volledig in beeld.<br />

B Aanleg nieuwbouwlocatie Meerendonk<br />

vraagt om aanpassingen aan het<br />

watersysteem. De consequenties voor en de<br />

risico<strong>'s</strong> van het watersysteem zijn niet in<br />

beeld.<br />

C Ontbreken van watervisie voor<br />

watersysteem Zuid<br />

D Weinig waterberging in hoge peilvak<br />

(+2.6m)<br />

Oplossingsrichtingen<br />

Aanvullende studie naar effect van<br />

ondergrondse parkeergarage op<br />

watersysteem.<br />

Studie naar mogelijkheden om het<br />

watersysteem te integreren en te verbeteren<br />

Opstellen watervisie<br />

Studie naar mogelijkheden benutten van<br />

waterberging in lage peilvak<br />

Tijdens de workshops zijn voor het cluster Zuid mogelijke oplossingsrichtingen in kaart<br />

gebracht. De tabel geeft een overzicht van de mogelijke oplossingsrichtingen die nodig zijn<br />

om de knelpunten op te lossen, die tijdens de workshop zijn benoemd. (zie 5.5.2).<br />

Tabel 7 Overzicht van mogelijke oplossingsrichtingen in Zuid, die nodig zijn om de knelpunten op te<br />

lossen, die tijdens de workshop zijn benoemd.<br />

Cluster Zuid (UITVOERING NA 2015; ivm ZW vaart))<br />

ZD_ 1 Aanvullende studie naar effect van ondergrondse parkeergarage op watersysteem.<br />

ZD_ 2 Studie naar mogelijkheden om het watersysteem te integreren en te verbeteren (incl waterkwaliteit)<br />

ZD_ 3 Opstellen watervisie<br />

ZD_ 4 Studie naar mogelijkheden benutten van waterberging in lage peilvak<br />

Naast de mogelijke oplossingsrichtingen uit de tabel zijn er tijdens de workshop voor Zuid<br />

enkele oplossingsrichtingen genoemd, die gelet op de ontwikkelingen in het gebied,<br />

mogelijk interessant zijn. Tijdens de vervolgstudies worden deze oplossingsrichtingen op<br />

effectiviteit en haalbaarheid onderzocht:<br />

Effect van ondergrondse parkeerkelder/nieuwbouw Meerendonk<br />

- Het watersysteem Zuid kan wellicht robuuster worden gemaakt door het omdraaien<br />

van de stromingsrichting. Er zijn twee mogelijke tracés;<br />

- Tracé 1: langs de Brabantlaan (langs het Oce terrein). Aankoop van gronden is dan<br />

noodzakelijk.<br />

- Tracé 2: via de Pettelaarplas en langs de zuidzijde van het Provinciehuis richting<br />

Meerendonk.<br />

- De aanzuigkom van het gemaal Pettelaar zou bij het omdraaien van de<br />

stromingsrichting verplaatst moeten worden;<br />

- In dien het gemaal Pettelaar in verband met de aanleg van de parkeergarage verplaatst<br />

wordt dient men rekening te houden met bodemsanering;<br />

- Bij het benutten van water uit de Singelgracht voor doorspoeling van het watersysteem<br />

in Zuid dient rekening te worden gehouden met de slechtere waterkwaliteit in de<br />

Singelgracht dan in Zuid. Door de inlaat kan mogelijk waternavel in het systeem<br />

terechtkomen, dit is zeer onwenselijk.<br />

75


31 maart 2009<br />

Benodigde waterberging<br />

- In de vijver bij het gemeentehuis kan mogelijk ingezet worden voor waterberging. In de<br />

huidige situatie loopt er echter al bij geringe peilstijging water in de kelder van het<br />

Provinciehuis.<br />

Alternatieven aflaatwerk Poeldoenk (nabij ‘De brand’)<br />

Vanuit het WATAK heeft het waterschap als kwantiteitsbeheerder de verplichting om 21<br />

m3/s van de Zuid-Willemsvaart af te halen en via een andere watergang naar de Maas af<br />

te voeren. Het aflaatwerk Poeldonk is in de jaren ‘30 aangelegd om dit water van de Zuid-<br />

Willemsvaart weer terug te leiden naar de rivier de Aa. De capaciteit van dit aflaatwerk met<br />

afleidingskanaal is echter niet langer toereikend.<br />

De omlegging van de Zuid-Willemsvaart biedt kansen om op korte termijn een oplossing te<br />

vinden voor deze capaciteitseis. In overleg met Rijkswaterstaat kijken waterschap en<br />

gemeente momenteel naar mogelijke oplossingsrichtingen, waarbij ruimtelijke<br />

ontwikkelingen integraal worden meegenomen. Hierbij wordt gekeken naar een nieuw<br />

aflaatwerk in het nieuwe tracé van het kanaal ter hoogte van de kruising met de Aa. Ook<br />

uitbreiding van gemaal Poeldonk op de huidige locatie of de oude Zuid-Willemsvaart via<br />

sluis 0 als alternatieve route worden hierbij meegenomen.<br />

76


31 maart 2009<br />

Rosmalen<br />

Het cluster Rosmalen omvat de volgende districten:<br />

- Rosmalen;<br />

- De Groote Wielen;<br />

- Overlaat Hoog;<br />

- Overlaat Laag;<br />

- Kruisstraat;<br />

- Maliskamp;<br />

- Bedrijventerrein Rosmalen Zuid;<br />

- Coudewater.<br />

Huidige situatie<br />

Het wijkwatersysteem van Rosmalen heeft weinig oppervlaktewater. Het merendeel van<br />

het regenwater infiltreert in de zandige bodem. Het overtollige regenwater wordt<br />

afgevoerd in noordelijke richting via een stuw op het watersysteem van de Hoefgraaf. De<br />

afvoerende watergang is gelegen ten westen van De Groote Wielen. Overlaat Hoog watert<br />

via stuwen af op Overlaat Laag die uiteindelijk via een stuw afwatert op de Groote Wielen.<br />

De toenemende verstedelijking, gecombineerd met een beperkte infiltratiecapaciteit van de<br />

bodem én een toename van hevige regenval door de verandering van het klimaat, zijn<br />

oorzaak van een steeds grotere belasting van het bestaande rioolstelsel.<br />

Figuur 9 Watersysteem van Rosmalen<br />

77


31 maart 2009<br />

Bedrijventerrein Rosmalen Zuid is een deelsysteem welke via een duiker onder de Rijksweg<br />

A59 door, afwatert op de Groote Wetering bij Coudewater.<br />

Coudewater heeft geen water dat deel uit maakt van het stedelijke watersysteem en staat<br />

rechtstreeks onder invloed van het waterpeil in de Groote Wetering (regionaal<br />

watersysteem). Maliskamp is hoog gelegen en heeft geen open water. Merendeel van het<br />

water infiltreert in de bodem. De afwatering via de riolering wordt rechtstreeks beïnvloed<br />

door het waterpeil in de Kleine Wetering die weer afwatert op de Groote Wetering. De<br />

bossen van Maliskamp en Coudewater verdrogen door de drainerende werking van de<br />

Grote Wetering.<br />

Kruisstraat watert via de riolering en via watergangen af naar het Sprokkelbos. Het gebied<br />

rond Sprokkelbosch verdroogt vermoedelijk door de drinkwaterwinning bij Nuland.<br />

Het watersysteem van De Groote Wielen is nog niet geheel aangelegd. Naar verwachting<br />

functioneert het watersysteem in 2014 volledig. Voor een gedetailleerde beschrijving van<br />

de werking van het watersysteem wordt verwezen naar het rapport “De watermachine,<br />

basis waterlopenplan De Groote Wielen” (Arcadis, december 2000). Het watersysteem is in<br />

principe zelfvoorzienend en watert alleen onder extreme omstandigheden via een<br />

noodgemaal af op de Hoefgraaf.<br />

Knelpunten<br />

Aan de hand van zes thema<strong>'s</strong> zijn in onder staande kaart en tabel de belangrijkste<br />

kenmerken en knelpunten van de huidige situatie weergegeven. De letters in de kaart<br />

corresponderen met de codes in de tabel.<br />

Figuur 10 Knelpunten en kenmerken in Rosmalen<br />

78


31 maart 2009<br />

Tabel 8 Knelpunten, kenmerken en mogelijke oplossingsrichting in Rosmalen<br />

Code Categorie Knelpunt Kenmerk Oplossingsrichting<br />

A Oppervlaktewater Er is nauwelijks oppervlaktewater aanwezig<br />

B Oppervlaktewater Het buitengebied is verdroogt, omvang van<br />

het knelpunt is onbekend<br />

C Oppervlaktewater Watergangen vallen geregeld droog<br />

D Oppervlaktewater De bodem heeft een beperkte<br />

infiltratiecapactiteit<br />

E Rioolstelsel Het rioolstelsel is overwegend gemengd<br />

Grondwaterstudie naar omvang en oorzaak<br />

knelpunt<br />

F Rioolstelsel Het stelsel bestaat uit meerdere met elkaar<br />

verknoopte deelsystemen en is daarom<br />

ingewikkeld<br />

G Rioolstelsel Het bergingscapaciteit van de riolering is<br />

Kosten-baten analyse maatregelen voorkomen<br />

gering, op sommige plaatsen is water op<br />

water-op-straat.Evt. Knelpunten bij de RWZI<br />

straat een regelmatig voorkomend<br />

verschijnsel<br />

zie: OAS traject<br />

H Rioolstelsel De bergingscapaciteit van de riolering is<br />

Kosten-baten analyse maatregelen voorkomen<br />

gering, op sommige plaatsen is water op<br />

water-op-straat.Evt. Knelpunten bij de RWZI<br />

straat een regelmatig voorkomend<br />

verschijnsel<br />

zie: OAS traject<br />

I Rioolstelsel Het rioolsysteem is zwaar belast Kosten-baten analyse maatregelen voorkomen<br />

water-op-straat.Evt. Knelpunten bij de RWZI<br />

zie: OAS traject<br />

J Waterkwaliteit Drijflagen en blauwalg leiden tot verstikking; Wordt meegenomen in waterstructuurplan<br />

K Waterkwaliteit Vuiluitworp uit het rioolstelsel leidt periodiek<br />

tot verontreining van de aangrenzende<br />

watersystemen, overstort komt uit op<br />

droogvallende sloot<br />

L Inrichting, beheer<br />

en onderhoud<br />

M Inrichting, beheer<br />

en onderhoud<br />

Vuiluitworp in de veelal droge berging lagns<br />

de rand van Spreenburg vraagt om<br />

aangepast beheer<br />

Het ontwerp van de watergangen is niet<br />

afgestemd op de natuurlijke ondergrond<br />

N Waterbeleving Doordat oppervlaktewater in veel gevallen<br />

ontbreekt of droogvalt, is water niet<br />

O Ruimte voor water<br />

beeldbepalend<br />

De bergingscapactieit van het wijkwatersyteem<br />

is op orde (klimaatbestendig)<br />

P Ruimte voor water In de dorspkernen is geen of slechts zeer<br />

beperkt ruimte beschikbaar voor het maken<br />

van extra oppervlaktewater<br />

Oplossingsrichtingen<br />

Huidig beleid is schoonmaken nav klachten<br />

door vuilemissie rioolstelsel. In het GRP en in<br />

het waterstructuurplan worden andere<br />

mogelijkheden onderzocht (bv watergang<br />

uitdiepen, meer berging in het rioolstelsel,<br />

sturing in de riolering)<br />

Huidig beleid is schoonmaken nav klachten<br />

door vuilemissie rioolstelsel. In het GRP en in<br />

het waterstructuurplan worden andere<br />

mogelijkheden onderzocht (bv watergang<br />

uitdiepen, meer berging in het rioolstelsel,<br />

sturing in de riolering)<br />

Wordt meegenomen in waterstructuurplan<br />

Studie naar kosten-baten van het realiseren van<br />

extra oppervlakte water, hiervoor is inzicht in<br />

de werking van het watersysteem nodig.<br />

Tijdens de workshops zijn voor het cluster Rosmalen mogelijke oplossingsrichtingen in kaart<br />

gebracht. De tabel geeft een overzicht van de mogelijke oplossingsrichtingen die nodig zijn<br />

om de knelpunten op te lossen, die tijdens de workshop zijn benoemd. (zie 5.6.2).<br />

Tabel 9 Overzicht van mogelijke oplossingsrichtingen in Rosmalen, die nodig zijn om de knelpunten<br />

op te lossen, die tijdens de workshop zijn benoemd.<br />

Cluster Rosmalen<br />

RS_ 1 Grondwaterstudie naar omvang en oorzaak knelpunt<br />

RS_ 2 Kosten-baten analyse maatregelen voorkomen water-op-straat. Evt. knelpunten RWZI: zie OAS<br />

RS_ 3 Huidig beleid is schoonmaken nav klachten door vuilemissie rioolstelsel. In het GRP en in het<br />

waterstructuurplan worden andere mogelijkheden onderzocht (bv watergang uitdiepen, meer<br />

berging in het rioolstelsel, sturing in de riolering)<br />

RS_ 4 Studie naar kosten-baten van het realiseren van extra oppervlakte water, hiervoor is inzicht in de<br />

werking van het watersysteem nodig.<br />

79


31 maart 2009<br />

Naast de mogelijke oplossingen uit de tabel zijn er tijdens de workshop voor Rosmalen<br />

enkele oplossingsrichtingen genoemd, die gelet op de ontwikkelingen in het gebied,<br />

mogelijk interessant zijn. Tijdens de vervolgstudies worden deze oplossingsrichtingen op<br />

effectiviteit en haalbaarheid onderzocht:<br />

- Het herinrichten van de kanaalzone van de nieuwe Zuid-Willemsvaart maakt het<br />

afkoppelen van verhard oppervlak in het westen van Rosmalen met een afvoer via de<br />

Rosmalense Aa mogelijk. De waterkwaliteit van de Rosmalense Aa mag hierbij niet<br />

verslechteren (conform doelen KRW);<br />

- Bestemmen en inrichten van zogenoemde droge waterbergingen in de openbare ruimte<br />

en wegprofielen binnen de dorpskernen;<br />

- Onderzoeken van de toepassingsmogelijkheden van diepte-infiltratie als alternatief voor<br />

(tijdelijke) berging van stortbuien in Rosmalen;<br />

- Bestemmen en inrichten van groene bergingsvoorzieningen direct aan de randen van de<br />

dorpskernen;<br />

- Hintham loskoppelen van rioleringsgebied Ooijen en aantakken op rioleringsgebied ’s-<br />

<strong>Hertogenbosch</strong>;<br />

- Onderzoeken van de mogelijkheden en effecten van het loskoppelen van de riolering<br />

van Maliskamp en deze aantakken op rioleringsgebied Vinkel;<br />

- Afkoppelen van de randen van de kernen;<br />

- Meten in de buis inzetten ten behoeve van een optimaal gebruik van de<br />

bergingscapaciteit.<br />

80


31 maart 2009<br />

II Afkortingenlijst<br />

HOWABO Hoog Water Aanpak Den Bosch<br />

KRW (Europese) Kader Richtlijn Water<br />

KWO Koude Warmte Opslag<br />

MER Milieu Effect Rapportage<br />

ROR (Europese) Richtlijn Overstromingsrsico’s<br />

RSV Ruimtelijke Structuur Visie<br />

VGRP Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan<br />

WBB Wet Bodem Bescherming<br />

WRO Wet Ruimtelijke Ordening<br />

IVM Integrale Verkenning Maas<br />

81

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!