Waterstad 's-Hertogenbosch
Waterstad 's-Hertogenbosch
Waterstad 's-Hertogenbosch
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Waterstad</strong> ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong><br />
op weg naar een klimaatbestendig, robuust<br />
en mooi watersysteem in de Groene Delta<br />
31 maart 2009
Opdrachtgever:<br />
gemeente <strong>'s</strong>-<strong>Hertogenbosch</strong><br />
Postbus 12345<br />
5200 GZ <strong>'s</strong>-<strong>Hertogenbosch</strong><br />
i.s.m.<br />
Waterschap Aa en Maas<br />
Waterschap De Dommel<br />
Brabant Water<br />
Opgesteld door:<br />
Nelen & Schuurmans BV<br />
Postbus 1219<br />
3500 BE Utrecht<br />
www.nelen-schuurmans.nl<br />
KVK, UTRECHT 30152280<br />
Project:<br />
<strong>'s</strong>-<strong>Hertogenbosch</strong> op weg naar een klimaatbestendig, robuust<br />
watersysteem<br />
Projectgegevens:<br />
Dossier : J0132<br />
Datum : 31 maart 2009<br />
Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,<br />
fotokopie, microfilm op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de hierboven<br />
vermelde opdrachtgever, noch mag het zonder dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander<br />
werk dan waarvoor het is vervaardigd.
31 maart 2009<br />
Voorwoord<br />
Water is van groot belang voor de Stad ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>. Door de ligging aan de Maas en<br />
de beken wordt water intensief in de stad beleefd. Toenemende verstedelijking van zowel<br />
in- als uitbreidingen vergroot de druk op de openbare ruimte en het verhard oppervlak. Een<br />
robuust en klimaatbestendig watersysteem heeft juist behoefte aan meer bergingscapaciteit<br />
en daarmee voldoende ruimte. Dit vraagt om een strategie waarbij we ruimtelijke<br />
ontwikkelingen en de voorwaarden voor een goed functionerend watersysteem kritisch en<br />
integraal tegen elkaar afwegen. Uiteraard kijken we hierbij naast veiligheid ook naar<br />
waterkwaliteit in het belang van een prettige en gezonde leefomgeving.<br />
Voor een optimale invulling van deze strategie hebben de waterpartners, namens<br />
ondergetekenden, de intentie om het waterplan als koepelplan voor alle waterzaken te<br />
positioneren. Het dient daarbij als uitgangspunt om in de komende jaren de gezamenlijke<br />
wateragenda verder vorm te geven. Hierdoor borgen we de samenhang van het<br />
waterbeleid en de verschillende landelijke en stedelijke waterprojecten.<br />
Voor een optimale afstemming tussen water en stedelijke ontwikkelingen hanteren we een<br />
gebiedsgerichte aanpak vanuit een nog gezamenlijk op te stellen waterstructuurplan.<br />
Maatregelen die nog nadere uitwerking behoeven werken we in het planproces verder uit.<br />
Het uitvoeringsprogramma stellen we jaarlijks bij, waarbij we de voortgang van de<br />
projecten evalueren en de eventuele nieuwe financiële consequenties programmeren.<br />
Gemeente ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> Waterschap Aa en Maas<br />
Wethouder Dagelijks bestuur<br />
J. Eugster- van Bergeijk F.P.A.M. van de Ven – van Lee<br />
Waterschap de Dommel Brabant Water<br />
Dagelijks bestuur Directeur<br />
M.J.C.M. Arts B. Hoogwout<br />
i
31 maart 2009<br />
Inhoudsopgave<br />
Voorwoord i<br />
1 Inleiding 1<br />
1.1 Waarom een waterplan? 1<br />
1.2 Aanscherping van de koers 1<br />
1.3 Uitdagingen 2<br />
1.3.1 Klimaatverandering: van mitigatie naar adaptatie 2<br />
1.3.2 ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> groeit door 3<br />
1.3.3 Inhaken op nieuwe wetgeving 4<br />
1.3.4 Ondergrondse drukte en functies 5<br />
1.3.5 Energieneutrale stad 6<br />
1.3.6 Een veilige stad 6<br />
1.3.7 Een gezond en robuust watersysteem 7<br />
1.4 Doel van het waterplan 7<br />
1.4.1 Doelstelling 7<br />
1.4.2 Relatie met andere plannen 8<br />
1.4.3 Totstandkoming 8<br />
1.5 Leeswijzer 8<br />
2 Visie op de robuuste waterstad ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> 10<br />
2.1 Visie op het water 10<br />
2.1.1 Schone en robuuste Maas, beken en weteringen 10<br />
2.1.2 Schoon en robuust wijkwater gaat hand<br />
in hand met stedelijke opgave 11<br />
2.1.3 Maatregelen op basis van risicobenadering 12<br />
2.1.4 Benutten van kansen in het watersysteem<br />
voor de energieneutrale stad 14<br />
2.1.5 Natuurherstel door goed waterbeheer 14<br />
2.1.6 Grondwater: Beschermen van de grondwaterkwaliteit 14<br />
2.1.7 Beleving van water 15<br />
2.2 Visie op de aanpak 15<br />
3 Water rondom de stad 17<br />
3.1 Gebiedsbeschrijving 17<br />
3.2 Stad aan de Maas 18<br />
3.2.1 Huidige situatie 18<br />
3.2.2 Speerpunten 19<br />
3.3 Stad aan de beken en weteringen 20<br />
3.3.1 Huidige situatie 20<br />
3.3.2 Speerpunten 23<br />
3.4 Grondwater en Koudewarmteopslag 26<br />
3.4.1 Huidige situatie 26<br />
3.4.2 Speerpunten 29<br />
3.5 Energieneutrale stad 30<br />
ii
31 maart 2009<br />
3.5.1 Huidige situatie 30<br />
3.5.2 Speerpunten 31<br />
4 Water in de stad 32<br />
4.1 Gebiedsbeschrijving 32<br />
4.1.1 Ruimtelijke ordening: water, natuur en stedenbouw 32<br />
4.1.2 Kwaliteit oppervlaktewater 32<br />
4.1.3 Regenwater, afvalwater en overtollig grondwater 33<br />
4.1.4 Recreatie, Beleving & Toerisme 35<br />
4.2 Speerpunten 36<br />
4.2.1 Speerpunt 1 Per deelgebied visie op het watersysteem 36<br />
4.2.2 Speerpunt 2 Gebruik beleidsruimte nieuwe wetgeving en geef<br />
helderheid in taken partijen (NBW) 38<br />
4.2.3 Speerpunt 3 Klimaatadaptieve stadsontwikkeling 39<br />
4.2.4 Speerpunt 10 Werken aan Water in West (de schop in de grond) 40<br />
5 Samenwerking 41<br />
5.1 Betrokken organisaties 41<br />
5.2 Organisatie 42<br />
5.3 Beheer & onderhoud 43<br />
5.4 Beter inzicht door gebruik van ICT 44<br />
5.5 Communicatie met de burger en klachtenafhandeling 45<br />
6 Programma 47<br />
6.1 Afspraken 47<br />
6.2 De 10 speerpunten van het waterplan 48<br />
6.2.1 Speerpunt 1: Per deelgebied een visie op het watersysteem<br />
(waterstructuurplan) 48<br />
6.2.2 Speerpunt 2: Gebruik beleidsruimte nieuwe wetgeving en geef<br />
helderheid in taken partijen (NBW) 50<br />
6.2.3 Speerpunt 3: Klimaatsadaptieve stadsontwikkeling 51<br />
6.2.4 Speerpunt 4: Water maakt ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> mooi 51<br />
6.2.5 Speerpunt 5: Visie op de ondergrond 52<br />
6.2.6 Speerpunt 6: Actieve participatie in regionale ontwikkelingen 53<br />
6.2.7 Speerpunt 7: Benutten van kansen in het watersysteem voor de<br />
energieneutrale stad 55<br />
6.2.8 Speerpunt 8: Uitvoeren van maatregelen uit het<br />
Stroomgebiedbeheerplan 55<br />
6.2.9 Speerpunt 9: Uitvoeren overige maatregelen uit de waterprogramma’s<br />
van het gebiedsproces 55<br />
6.2.10 Speerpunt 10: Werken aan water in West (de schop in de grond) 56<br />
6.3 Uitvoeringsprogramma 56<br />
I Stedelijk water per wijk 60<br />
Algemeen 61<br />
West en Engelen 62<br />
Huidige situatie 62<br />
Knelpunten 63<br />
Mogelijke maatregelen en oplossingsrichtingen 66<br />
iii
31 maart 2009<br />
Maaspoort en Noord 67<br />
Huidige situatie 67<br />
Knelpunten 68<br />
Oplossingsrichtingen 70<br />
Binnenstad 71<br />
Huidige situatie 71<br />
Knelpunten 72<br />
Oplossingsrichtingen<br />
Zuid 73<br />
72<br />
Huidige situatie 73<br />
Knelpunten 74<br />
Oplossingsrichtingen 75<br />
Rosmalen 77<br />
Huidige situatie 77<br />
Knelpunten 78<br />
Oplossingsrichtingen 79<br />
II Afkortingenlijst 81<br />
iv
31 maart 2009<br />
1 Inleiding<br />
1.1 Waarom een waterplan?<br />
Water als lust<br />
‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> is een stad om trots op te zijn. Niet in de laatste plaats vanwege het<br />
water. Mooi water maakt de stad aantrekkelijk. De stad ligt in een prachtige groene delta,<br />
waar de Brabantse beken Aa en Dommel, tezamen met de Zuid-Willemsvaart, via de Dieze<br />
en het Henriëttekanaal in de rivier de Maas stromen. De stad heeft dan ook een rijke<br />
historie wat betreft de omgang met het water, dat soms wordt ervaren als een ‘last’, maar<br />
bovenal ook als een ‘lust’ voor de Bosschenaren en zijn bezoekers.<br />
Meerdere partijen<br />
Bij het beheer en de inrichting van dat water zijn veel partijen betrokken. Diverse<br />
afdelingen van gemeente ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong>, waterschap Aa en Maas, waterschap De<br />
Dommel en waterleidingsmaatschappij Brabant Water, voeren de verschillende taken uit die<br />
nodig zijn voor het realiseren en behouden van een goede waterhuishouding.<br />
Eén geheel<br />
Binnen het waterhuishoudkundig systeem kunnen we een onderscheid maken tussen het<br />
grondwater, het oppervlaktewater, het hemelwaterstelsel, het ontwateringsstelsel en de<br />
riolering. Voor operationele plannen kan een dergelijke indeling handig zijn. Voor alle<br />
betrokken partijen is het echter duidelijk dat we het watersysteem als één geheel moeten<br />
benaderen, als een onderdeel van de omgeving.<br />
Samenwerken een eerste vereiste<br />
Voor een goed en kosteneffectief waterbeheer – dat is afgestemd op de ruimtelijke<br />
ontwikkelingen – is samenwerking tussen alle waterpartners een eerste vereiste. De wijze<br />
waarop partijen daar de komende jaren invulling aan willen geven is beschreven in dit<br />
tweede Waterplan ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong>. De koers die in 2001 is ingezet in het eerste<br />
Waterplan is nog steeds actueel en geldt als vertrekpunt. Met de opgedane kennis en<br />
inzichten van de afgelopen jaren kunnen we de gemeenschappelijke strategie aanscherpen<br />
en de omgang met water in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> verder verbeteren.<br />
1.2 Aanscherping van de koers<br />
Eerste Waterplan een succes<br />
In 2001 hebben de waterpartners het gemeenschappelijke beleid vastgelegd in het eerste<br />
Waterplan ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>. Dit eerste Waterplan mag een succes worden genoemd;<br />
‘Water’ staat hoog op de agenda bij alle betrokkenen en we werken intensief samen aan<br />
diverse projecten uit het maatregelenprogramma.<br />
Evaluatie<br />
In de zomer van 2007 is de voortgang van het eerste Waterplan geëvalueerd. Hieruit<br />
kwamen de volgende conclusies naar voren:<br />
- water wordt integraal in plannen meegenomen;<br />
- zowel intern, tussen de diverse betrokken afdelingen van de gemeente en<br />
waterbeheerders, als extern, tussen betrokken organisaties, is sprake van intensieve<br />
samenwerking;<br />
- de kennis van het functioneren van het regionale en het stedelijke watersysteem is de<br />
afgelopen jaren verbeterd;<br />
1
31 maart 2009<br />
- het watersysteem is getoetst aan de werknormen voor wateroverlast. Hieruit kwam<br />
naar voren dat het stedelijk watersysteem kwantitatief op orde is, rekening houdend<br />
met de effecten van klimaatverandering. Wel zijn knelpunten geconstateerd voor de<br />
waterkwaliteit;<br />
- de watersysteemanalyse heeft voor West/Engelen geresulteerd in een inrichtingsvisie<br />
en enkele uitvoeringsplannen voor de verbetering van de waterkwaliteit. Voor de<br />
andere gebieden is ook een analyse nodig om concrete inrichtingsvisies op te stellen.<br />
Belangrijke ontwikkelingen<br />
Zoals gezegd is de koers die in het eerste waterplan is uitgezet nog steeds actueel. Ook nu<br />
is het hoofddoel van het plan het bereiken van een veilig en duurzaam watersysteem in en<br />
om ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong>, waarbij zo goed mogelijk aan de wensen van alle belanghebbenden<br />
tegemoet wordt gekomen.<br />
Door de opgedane inzichten en vanwege recente ontwikkelingen, is het wenselijk om de<br />
strategie te actualiseren en aan te scherpen. Belangrijke ontwikkelingen zijn:<br />
1. klimaatadaptatie;<br />
2. de stedelijke opgave;<br />
3. intensiever gebruik van bodem en grondwater;<br />
4. nieuwe wet- en regelgeving.<br />
Vanwege deze ontwikkelingen (die we in navolgende paragrafen verder uitwerken) hebben<br />
de partijen die betrokken zijn bij het beheer en de inrichting van het water in de gemeente<br />
’s-<strong>Hertogenbosch</strong> besloten dit tweede Waterplan op te stellen.<br />
1.3 Uitdagingen<br />
De (nieuwe) uitdagingen waar de gemeente voor staat komen voort uit veranderende<br />
omstandigheden (klimaatverandering, stedelijke ontwikkelingen) en veranderingen in<br />
wetgeving op het gebied van water en RO. Ontwikkelingen waar de gemeente iets mee<br />
moet. De plannen voor nieuwbouw en herontwikkeling in de stad zijn zaken waar de<br />
gemeente iets mee wil en die effect hebben op de belasting van het watersysteem. In de<br />
volgende paragrafen zijn deze uitdagingen nader uitgewerkt.<br />
1.3.1 Klimaatverandering: van mitigatie naar adaptatie<br />
We kunnen niet meer om de verwachte klimaatveranderingen heen: meer regen in de<br />
winter, heviger buien in de zomer, maar ook grotere droogte. De klimaatveranderingen<br />
hebben direct effect op het waterbeheer. Zo krijgen we te maken met een vergroting van<br />
de wateroverlast bij hevige regenval en daling van grondwaterstanden.<br />
Figuur 1.1 hevige regenval zorgt voor wateroverlast<br />
2
31 maart 2009<br />
Maar klimaatverandering heeft ook effect op het leefklimaat in de stad. In steden kan het<br />
flink warmer worden dan in het omringende buitengebied. Het zogenaamde ‘hitte-eiland<br />
effect’ kan oplopen van enkele tot wel 5 of meer graden Celsius. Deze opwarming komt<br />
bovenop de 1 tot 3 graden warmere zomers die in Brabant in 2050 te verwachten zijn ten<br />
gevolge van klimaatverandering. Gedurende warme zomerdagen en in het bijzonder tijdens<br />
hittegolven kan dit leiden tot ernstige negatieve effecten. O.a. ‘hittedoden’,<br />
gezondheidsklachten, een onaangenaam klimaat op straat en in gebouwen en een<br />
toename van het energiegebruik ten gevolge van de extra benodigde koeling. Ook kan<br />
schade aan natuur en oppervlaktewater (blauwalgen) optreden. Hoe gaan we de stad<br />
voorbereiden op de klimaatveranderingen, zodat er geen onoverkomelijke waterproblemen<br />
ontstaan?<br />
Van mitigatie naar adaptatie<br />
Voorkomen<br />
De afgelopen jaren heeft de nadruk vooral gelegen op het formuleren van mitigerende<br />
maatregelen (waarmee problemen kunnen worden voorkomen). Voorbeelden zijn het<br />
realiseren van voldoende sterke kades en dijken, het vergroten van gemalen en het creëren<br />
van voldoende berging.<br />
Verminderen van de kwetsbaarheid<br />
Nu is de tijd gekomen om, conform het nationale beleid, de strategie voor een<br />
klimaatbestendige stad uit te breiden van mitigatie naar adaptatie (aanpassing aan<br />
verwachte klimaatverandering). De basisgedachte hierbij is dat wateroverlast (of last van<br />
droogte) niet overal te voorkomen, maar wel te verminderen is. We moeten daarom onze<br />
watersystemen en leefomgeving zodanig inrichten dat we de risico’s van wateroverlast<br />
(kans én effect ) ook in de toekomst tot een aanvaardbaar niveau beperken. Die<br />
maatregelen moeten we vanuit een gemeenschappelijke strategie ontwikkelen voor ruimte,<br />
waterinrichting en klimaatadaptatie. Voorbeelden van adaptieve maatregelen zijn het<br />
geschikt maken van nieuwe huizen om overlast door hevige regenval te voorkomen, het<br />
integraal ophogen en het aanleggen van meer groen om overtollig regenwater te bergen<br />
en vertraagd af te voeren.<br />
1.3.2 ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> groeit door<br />
Vanwege de stedelijke opgave voor ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> (verdichten, inbreidingen) zal de<br />
druk op de ruimte en het verharde oppervlak toenemen, terwijl het watersysteem juist<br />
behoefte heeft aan meer bergingscapaciteit om water (tijdelijk) langer vast te houden.<br />
Landelijk gezien is er in de stedelijke omgeving een ‘recreatie-tekort’. Voor ´s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong> geldt dit echter niet. De verwachting is, ook voor ´s-<strong>Hertogenbosch</strong>, dat<br />
meer en warmere dagen in de zomer door de klimaatverandering een toename van het<br />
gebruik van zwemwater tot gevolg zal hebben. In de verschillende zandwinplassen in de<br />
stad wordt nu al gerecreëerd. Een toename in de recreatiedruk kan ongewenste effecten<br />
hebben op natuur en ecologie. Toch vinden gemeente en waterschap het belangrijk om<br />
recreatie te stimuleren. Om de toename van de recreatiedruk aan te kunnen, dienen we de<br />
plassen optimaal in te richten voor hun belangrijkste gebruik.<br />
3
31 maart 2009<br />
Om deze dilemma’s op goede wijze op te lossen is samenwerking tussen de waterpartners<br />
essentieel (compacte stadmodel; dichte bebouwing). Watervragen dienen daarbij niet<br />
alleen te worden opgelost door het creëren van ruimte, maar ook door gebruik te maken<br />
van creatieve, innovatieve oplossingen op lokale schaal.<br />
Figuur 1.2 Een voorbeeld van mooi water in de nieuwe Vinex locatie Haverleij<br />
In ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zien we mooi water als een belangrijke kwaliteit van de<br />
(leef)omgeving, waarvoor in elke ruimtelijke ontwikkeling expliciet aandacht is.<br />
Water en groen zijn de 'leuke' elementen in het ontwerp en de inrichting die in het<br />
algemeen door de betrokken gebruikers en bewoners van een wijk of gebied hoog<br />
gewaardeerd worden. Hierbij is het van belang dat de inrichting is afgestemd op het<br />
voorkomen van wateroverlast (kwantitatief en kwalitatief), zodat het watersysteem positief<br />
en daardoor als mooi wordt beleefd.<br />
1.3.3 Inhaken op nieuwe wetgeving<br />
Naast bovengenoemde ontwikkelingen is een aanleiding voor dit tweede Waterplan dat in<br />
de afgelopen en komende periode de wet- en regelgeving op het gebied van water<br />
aanzienlijk is en wordt gewijzigd. Deze wijzigingen hebben invloed op de taken en<br />
verantwoordelijkheden van betrokken overheden, private partijen en particulieren. Dit geldt<br />
ook voor de planinstrumenten, vergunningen en financiering op het gebied van water en<br />
RO.<br />
Zo zijn de gemeente en waterschappen momenteel druk bezig met de implementatie van<br />
de maatregelen voor de KRW.<br />
4
31 maart 2009<br />
Wijzigingen wet- en regelgeving<br />
Verantwoordelijkheid particulieren<br />
Op 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken in werking getreden, waarmee de<br />
verantwoordelijkheden voor water in de stad zijn veranderd. Particulieren hebben<br />
nadrukkelijk een eigen verantwoordelijkheid gekregen voor het overtollige regenwater en<br />
grondwater op hun perceel. De gemeente blijft verantwoordelijk voor doelmatige<br />
inzameling en afvoer van afvalwater en overtollig regen- en grondwater. Hoe de gemeente<br />
vindt dat doelmatig kan worden omgegaan met hemelwater en grondwater kan per wijk<br />
verschillen. De gemeente heeft veel beleidsruimte om te bepalen hoe zij met de<br />
verantwoordelijkheid van particulieren omgaat: variërend van communicatie tot het<br />
opleggen van maximale hoeveelheden regen- en grondwater die mogen worden afgevoerd<br />
naar het gemeentelijk rioolstelsel.<br />
Integreren<br />
Eind 2009 wordt de nieuwe integrale Waterwet van kracht en zullen acht wetten die<br />
betrekking hebben op het waterbeheer worden geïntegreerd. Ook zullen de huidige zes<br />
vergunningenstelsels worden vervangen door één watervergunning. Met de nieuwe wet<br />
worden taken en verantwoordelijkheden gestroomlijnd, verdwijnt overlap en zal de<br />
regeldruk worden verlaagd.<br />
Actieve gemeente<br />
Ook de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening, die sinds 1 juli 2008 in werking is, heeft<br />
belangrijke gevolgen voor de ruimtelijke inrichting waarvan water een onlosmakelijk<br />
onderdeel vormt. Er wordt een actievere rol gevraagd van de gemeente dan onder de oude<br />
WRO. Met een integrale structuurvisie als onderlegger voert de gemeente de regie. De<br />
watertoets vormt nog steeds een onderdeel van de nieuwe WRO, waarbij de formele<br />
toetsing op de acceptatie van het waterschapsadvies door de provincie is komen te<br />
vervallen. Het starten van een vroegtijdig overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder<br />
is hierdoor nog essentiëler geworden.<br />
1.3.4 Ondergrondse drukte en functies<br />
Een andere ontwikkeling is dat het steeds drukker wordt in de ondergrond. Ondergronds<br />
worden kelders en waterreservoirs gebouwd. Er liggen kabels en leidingen, er vinden<br />
grondwaterwinningen plaats.<br />
De ondergrond wordt verder gebruikt voor o.a. bronneringen, koude- en warmteopslag<br />
(KWO), warmtenetten, ondergrondse afvalopslag en diepte-infiltratie van overtollig<br />
regenwater.<br />
Naast deze geplande activiteiten is ook sprake van aanwezige bodemverontreinigingen die<br />
in het verleden veroorzaakt zijn, en van aanwezige waardevolle archeologische schatten. Al<br />
deze gebruiken claimen een bepaald deel van de ondergrond. Soms werken ze elkaar<br />
tegen, soms passen ze goed bij elkaar.<br />
Kortom, nu het drukker wordt in de ondergrond is het nodig om een integrale visie op<br />
boven- en ondergrond op te stellen waarin we de verschillende bodemfuncties goed op<br />
elkaar afstemmen. In de Ruimtelijk Structuur Visie (RSV) van de gemeente geven we<br />
hiervoor handvatten.<br />
5
31 maart 2009<br />
Figuur 1.3 Bodemfuncties<br />
1.3.5 Energieneutrale stad<br />
De gemeente heeft zich ten doel gesteld om in 2050 als stad klimaatneutraal te zijn. Dat<br />
betekent dat alle energie die in de stad wordt verbruikt, binnen de stad duurzaam wordt<br />
opgewekt. Om dit te bereiken zullen we fors op energie moeten besparen en alle mogelijke<br />
duurzame energiebronnen moeten benutten.<br />
Ook zonder deze doelstelling zal de energievoorziening de komende decennia veranderen.<br />
Fossiele brandstoffen worden schaarser en duurder. De energievoorziening wordt<br />
duurzaam en zal afkomstig zijn uit veel verschillende alternatieve bronnen (zon, wind,<br />
water, bodem). In plaats van dat alleen gebruik wordt gemaakt van gas en elektriciteit<br />
zullen andere energievormen, zoals warmte, als drager in belangrijkheid toenemen. Daarom<br />
zoeken we ook in de (afval)waterketen naar een duurzame benutting van energie.<br />
1.3.6 Een veilige stad<br />
De huidige kans op overstroming c.q. doorbraak van de dijken van de Maas is maximaal<br />
eens in de 1250 jaar. Hoewel de bescherming volgens de huidige normen op orde is, zullen<br />
maatregelen nodig zijn om het systeem op orde te houden.<br />
Recent bracht de Deltacommissie haar advies aan de regering uit. Zij dringt aan op<br />
verdergaande maatregelen dan tot nu toe, om ons voor te bereiden op een hogere<br />
zeespiegel en een grotere rivierafvoer.<br />
Aankomende jaren komen nieuwe normen op basis van overstromingskansen. De<br />
consequenties van de door de Deltacommisie voorgestelde verhoging van<br />
veiligheidsnormen met een factor 10 worden tevens in beeld gebracht.<br />
Behalve het beschermen van de stad, kunnen we maatregelen nemen om de gevolgen van<br />
de overstroming te beperken. Denk daarbij aan integrale ophoging bij nieuwe<br />
ontwikkelingen.<br />
Een veilige stad betekent ook dat de stad voorbereid moet zijn op eventuele gevolgen. Dit<br />
kan bijvoorbeeld door een goed rampenbeheerplan en een adequate<br />
informatievoorziening.<br />
6
31 maart 2009<br />
Figuur 1.4 overstromingskansen van dijken<br />
1.3.7 Een gezond en robuust watersysteem<br />
Er ligt een stevige uitdaging voor de komende jaren om het watersysteem schoner,<br />
gezonder en klimaatbestendiger te maken. In het kader van de gebiedsprocessen voor de<br />
Kaderrichtlijn Water zijn afspraken gemaakt met provincie, waterschappen en<br />
buurgemeenten over de te behalen doelen en benodigde maatregelen. De kwaliteit van de<br />
beken en waterlopen zullen dan ook aanzienlijk verbeteren. Dit heeft een gunstig effect op<br />
de kwaliteit van het wijkwater. Niet alleen de natuur, ook de inwoners van ’s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong> profiteren hiervan (minder water, minder stank, etc.).<br />
’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is onvoldoende beschermd tegen overstromingen vanuit de beken. Bij<br />
het samenvallen van de afvoerpieken van de Maas en de beken Aa en Dommel kan er<br />
grote wateroverlast in en nabij de stad ontstaan. Om deze overlast te beperken is het<br />
inrichten van een waterbergingsgebied of het treffen van verschillende technische<br />
maatregelen noodzakelijk. Na het doorlopen van de MER-procedure kunnen we starten<br />
met de uitvoering van de gekozen maatregelen.<br />
Een goede samenwerking<br />
De gemeente en het waterschap staan gezamenlijk voor de taak om te bepalen welke<br />
maatregelen effectief en efficiënt zijn om te komen tot een robuust en gezond<br />
watersysteem. Hierbij moeten zij enerzijds de afweging maken welke maatregelen<br />
doelmatig zijn. Dit heeft vooral betrekking op het watersysteem zelf: welke ingrepen<br />
worden wel en niet getroffen in de openbare ruimte. Anderzijds moeten de gemeente en<br />
het waterschap zich uitspreken over wat zij redelijkerwijs van de verschillende bij het water<br />
betrokken partijen mogen verwachten. Deze vraag heeft betrekking op de aanpak van de<br />
watervraagstukken.<br />
Voortzetting van de nauwe samenwerking tussen gemeente, waterschap en de<br />
waterpartners is nodig om af te wegen welke maatregelen effectief en efficiënt zijn.<br />
1.4 Doel van het waterplan<br />
1.4.1 Doelstelling<br />
Het Waterplan’s-<strong>Hertogenbosch</strong> heeft tot doel om het gemeenschappelijk beleid vast te<br />
leggen van de gemeente en de waterschappen ten aanzien van water. Tevens geven<br />
gemeente en waterschap in dit koepelplan in 10 speerpunten aan wat zij gaan doen.<br />
Het gaat daarbij om de gewenste inrichting en het beheer van oppervlaktewater en<br />
grondwater, als ook om de afvoer van hemelwater en afvalwater. Dit gemeenschappelijke<br />
7
31 maart 2009<br />
beleid moet leiden tot een klimaatbestendig, robuust en mooi watersysteem in de Groene<br />
Delta. Het waterplan is een strategisch beleidsplan met een programmadeel dat start in<br />
2009. Het plan is bedoeld voor:<br />
bestuurders van de gemeente, de waterschappen en Brabant Water;<br />
de medewerkers van de gemeente en waterschappen die direct of indirect met de<br />
inrichting van het water in en rond de stad betrokken zijn;<br />
alle Bosschenaren die geïnteresseerd zijn in water.<br />
1.4.2 Relatie met andere plannen<br />
Het Waterplan kan worden beschouwd als ‘koepelplan’ dat richting geeft aan de<br />
activiteiten van de gemeente en de waterschappen op het gebied van water en RO.<br />
Specifieke aspecten werken we uit in de daarvoor bestemde plannen, zoals de actualisatie<br />
van de ruimtelijke structuurvisie (RVS), de Groene Delta en het verbrede Gemeentelijk<br />
Rioleringsplan (vGRP).<br />
1.4.3 Totstandkoming<br />
Dit Waterplan is tot stand gekomen door de inzet en betrokkenheid van vele medewerkers<br />
van de waterpartners. In dit verband is het credo Aqua excavat lapidem non vi, sed saepe<br />
cadendo op zijn plaats (vrij vertaald: vele en volhardende handen maken licht werk). In het<br />
bijzonder noemen we hier de projectgroepleden van de waterpartners, aangezien het<br />
ondoenlijk is alle betrokkenen in dit verband te vermelden.<br />
Voor de gemeente de <strong>'s</strong>-<strong>Hertogenbosch</strong>: Xandor Eblé, Elma Ouwendijk (Pura Consult) en<br />
Francis van Zandbrink;<br />
Voor Waterschap Aa en Maas: Manon Wille en Tim Smit<br />
Voor Waterschap de Dommel: Edwin Verhees<br />
Voor Waterbedrijf Brabant: Frank Verwijmeren<br />
Vanaf medio 2007 zijn diverse werkbijeenkomsten gehouden, tijdens welke de diverse<br />
thema’s van dit waterplan zijn besproken. Nelen & Schuurmans heeft de projectgroep<br />
ondersteund vanaf november 2008, bij het bundelen en redigeren van de diverse notities<br />
die in de voorgaande jaren zijn opgesteld. Deze zijn verder uitgewerkt tot visie,<br />
speerpunten en uitvoeringsprogramma in het voorliggende Waterplan.<br />
1.5 Leeswijzer<br />
Het waterplan is als volgt opgebouwd:<br />
Hoofdstuk 2 beschrijft de visie op het water in en om ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>. De nieuwe<br />
aandachtspunten voor dit waterplan (klimaatadaptatie, inspelen op ruimtelijke<br />
ontwikkelingen en de nieuwe wetgeving) worden uitgediept.<br />
Hoofdstuk 3 schetst de positie van de waterstad ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> en haar omgeving. Dit<br />
hoofdstuk gaat in op thema’s en projecten, die gerelateerd zijn aan de Maas, de Oost-<br />
Brabantse beken en het regionale (grond)watersysteem.<br />
Uiteraard zijn de gemeente en de waterschappen niet de enige partijen die in dit verband<br />
het beleid bepalen. Maar hun visie op het water in en om ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> willen de<br />
lokale beheerders met dit waterplan graag uitdragen.<br />
Voor het water in de stad ligt dit anders. Hier zijn de gemeente en het waterschap primair<br />
verantwoordelijke partijen. Zij bepalen samen het beleid. In hoofdstuk 4 zijn de ambities<br />
voor het water in de stad uitgewerkt in doelstellingen en vertaald in concrete maatregelen.<br />
8
31 maart 2009<br />
Hoofdstuk 5 gaat in op de gemeenschappelijke aanpak, Hierbij gaat het om samenwerking<br />
tussen alle betrokken waterpartners, gemeentelijke afdelingen onderling en burgers en<br />
private partijen. Ook lichten we de aanpak ten aanzien van communicatie, informatisering<br />
en het beheer en onderhoud nader toe.<br />
Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van het uitvoeringsprogramma voor de komende jaren.<br />
9
31 maart 2009<br />
2 Visie op de robuuste waterstad ’s-<strong>Hertogenbosch</strong><br />
Actualisatie en uitbreiding van de visie op water<br />
Water vormt een markant onderdeel van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>: de ligging aan de Maas en de<br />
beken die door de stad stromen vormen een belangrijk onderdeel van de leef- en<br />
werkomgeving. De gemeente wil al dat water in de stad robuust maken en nog beter<br />
beleefbaar. In het eerste waterplan zijn al goede stappen gezet. Nieuwe ontwikkelingen<br />
maken actualisatie en uitbreiding van de visie op het water in de stad nodig. De (nieuwe)<br />
uitdagingen zijn in hoofdstuk 1.3 opgesomd.<br />
De visie in dit hoofdstuk kan de komende decennia richting geven aan de omgang met<br />
water in en om de stad, ruimtelijke ontwikkelingen, de investeringen in de riolering en<br />
oppervlaktewater.<br />
2.1 Visie op het water<br />
Deel van het geheel<br />
De gemeente wil de komende jaren gebruiken om het watersysteem en de inrichting van<br />
de stad robuust te maken, zodat problemen in de toekomst worden voorkomen. Binnen de<br />
eigen gemeentegrenzen kan de gemeente op dit gebied veel bereiken. De gemeente vormt<br />
echter ook een onlosmakelijk onderdeel van het regionale watersysteem. Het regionale<br />
water dat van belang is voor ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> zijn de Maas en de beken en weteringen die<br />
door de stad stromen. De gemeente participeert in verschillende platforms om de<br />
waterbelangen van de gemeente en de regio te behartigen (zie hoofdstuk 3).<br />
2.1.1 Schone en robuuste Maas, beken en weteringen<br />
Overstroming van de Maas<br />
In relatie tot de Maas is de veiligheid van de stad van belang. Levensbedreigende situaties<br />
door overstroming van de Maas mogen niet voorkomen. De waterpartners ondersteunen<br />
de drie strategische hoofddoelen van het rijk:<br />
1. het voorkómen van een overstroming;<br />
2. het beperken van de gevolgen van overstromingen;<br />
3. het adequaat informeren van de belanghebbenden.<br />
Binnen de regio is bij het rijk aangedrongen op een acceptabele veiligheidsnorm voor de<br />
dijkring waarin ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is gelegen. We stelden voor om een combinatie van<br />
dijkverzwaring en compartimentering langs de Hertogswetering toe te passen. Het<br />
standpunt van de regio blijft vooralsnog overeind, in afwachting van de resultaten van het<br />
onderzoek naar nieuwe normen op basis van overstromingskansen. Bij dit onderzoek<br />
betrekken we het advies van de Deltacommissie (verhoging veiligheidsnorm).<br />
Samenvallen Maas en beken<br />
Bij het samenvallen van de pieken op de Maas en de beken is de stad onvoldoende<br />
beschermd tegen wateroverlast. Onderzoek (MER) naar mogelijke maatregelen geven twee<br />
verschillende alternatieven. Het waterbergingsalternatief, dat vanwege de ligging van<br />
bestaande natuurgebieden en de koppeling met natuurdoelen ook wel aangeduid wordt als<br />
“De groene rivier”. En het technische alternatief, dat een Peilscheiding tussen de beken Aa<br />
en Dommel betreft. Het MER ligt tot half april ter inzage (HoWaBo,<br />
Hoogwaterbescherming ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>). Bestuurlijk is reeds een besluit genomen ’s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong> te beschermen tegen overstromingen met een kans groter dan 1:150. Na<br />
de keuze voor de voorkeursvariant zullen we dan ook spoedig moeten starten met de<br />
10
31 maart 2009<br />
uitvoering (ruimtelijke inpassing en aanleg) om de burgers van de stad deze bescherming te<br />
kunnen bieden.<br />
Beken en weteringen<br />
Beken en weteringen die buiten hun oevers treden kunnen in ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> wel<br />
overlast, maar geen levensbedreigende situaties opleveren. Ook kunnen overstromingen<br />
leiden tot problemen voor de volksgezondheid. Hiervoor moeten de risico’s in de stad<br />
beperkt blijven.<br />
De gemeente ziet graag de oorspronkelijk kabbelende beken terug in de stad ’s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong>. Een brongerichte aanpak is hierbij het creëren van extra waterberging.<br />
Daarom wil de gemeente in regionaal verband mee blijven zoeken naar de meest effectieve<br />
oplossingen om waterberging te realiseren. Die kunnen deels ook binnen de<br />
gemeentegrenzen worden gevonden.<br />
Stroomgebiedbeheerplan<br />
Samen met provincie, waterschappen en buurgemeenten zijn de afgelopen jaren, als<br />
uitwerking van de Kaderrichtlijn Water, doelen en maatregelen geformuleerd voor<br />
zogenaamde waterlichamen, die in het stroomgebiedbeheerplan Maas worden<br />
opgenomen. Eind dit jaar moeten de partijen een definitief besluit nemen over de<br />
maatregelen. De kwaliteit van de Maas, de beken en waterlopen zullen dan ook aanzienlijk<br />
worden verbeterd. Maatregelen die worden genomen zijn ecologische verbindingszones,<br />
vispassages en afkoppelprojecten.<br />
Ook voor de waterkwaliteit in het stedelijk gebied zijn de beken en weteringen belangrijk.<br />
In droge perioden zijn het, naast kwel, de enige bronnen van water voor de stad. Een<br />
schone beek leidt dus tot schoon stadswater.<br />
2.1.2 Schoon en robuust wijkwater gaat hand in hand met stedelijke opgave<br />
Druk op de ruimte<br />
In de toekomst zal het als gevolg van klimaatveranderingen niet alleen vaker regenen, maar<br />
ook heviger. We zullen het regenwater moeten opvangen. Dit vraagt ruimte. Daarnaast<br />
kent ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> de verstedelijkingsopgave, in termen van nieuw te realiseren<br />
woningen, bedrijven, scholen, winkels en andere voorzieningen zoals wegen. Vaak gaat het<br />
daarbij om inbreiden en herstructureren, waarbij hoogstedelijk en op compacte wijze wordt<br />
gebouwd. Deze opgave én de wateropgave maakt dat de druk op de ruimte toeneemt. Om<br />
dit op te vangen zijn creatieve oplossingen nodig. Vaak zijn functiecombinaties met water<br />
mogelijk die de ruimtelijke kwaliteit versterken en ontwerpers uitdagen tot vernieuwde<br />
ontwerpen. Maar ook kan uit de ruimtelijke afweging blijken dat we in een bepaald gebied<br />
minder water kunnen bergen (denk aan de binnenstad en Avenue A2) en in een ander<br />
gebied meer.<br />
11
31 maart 2009<br />
Figuur 2.1 functiecombinaties met water<br />
Van mitigatie naar adaptatie<br />
De strategie voor een klimaatbestendige robuuste stad zal worden omgebogen van<br />
mitigatie naar een betere omgang met en adaptatie aan verwachte klimaatveranderingen<br />
om de kwetsbaarheid te verminderen. Anticiperen op de groei is van belang. De kansen<br />
voor waterberging op particulier terrein worden benut: Water op het dak; de tuin als spons.<br />
In de te herstructureren gebieden bouwen we kwetsbare riolerings- en watersystemen om<br />
tot een klimaatrobuust systeem.<br />
Kwaliteit van de plassen<br />
De verwachte klimaatsverandering heeft ook effect op de waterkwaliteit en waterbeleving<br />
in de stad. Door grotere perioden van droogte kan er watertekort ontstaan en door<br />
opwarming van het water is er meer kans op overlast van overmatige alg- en kroosgroei.<br />
Gemeente en waterschap zetten zich in zodat de kwaliteit van de plassen bij de formele<br />
zandstranden (blijven) voldoen aan de meest recente strenge zwemwaternormen. In de<br />
overige toegankelijke plassen moet het mogelijk zijn om op eigen verantwoordelijkheid te<br />
zwemmen. In deze plassen komt geen blauwalg voor of we waarschuwen hiervoor tijdig.<br />
Het is gewenst om te bepalen welke (delen van de) plassen en oevers welke functie krijgen.<br />
Daarbij gaat het om diverse vormen van recreatie (vissen, varen, beleven) en natuur.<br />
Schoon wijkwater<br />
Om het wijkwater schoon en robuust te maken zal middels een integrale gebiedsgerichte<br />
aanpak voor de vijf gebieden binnen de stad een inrichtingsvisie worden opgesteld (zie ook<br />
2.2). Dit betekent dat voor de verschillende gebieden een verschillende aanpak kan volgen,<br />
ondanks het feit dat zij dezelfde uitgangpunten hebben.<br />
2.1.3 Maatregelen op basis van risicobenadering<br />
Mitigerende maatregelen<br />
De maatregelen die gemeente en waterschap tot nu toe hebben genomen om het<br />
watersysteem te verbeteren, waren mitigerende maatregelen. Deze maatregelen zijn<br />
gebaseerd op knelpunten die naar voren zijn gekomen uit de toetsing aan normen.<br />
Adaptieve maatregelen<br />
Om de stap te maken naar een robuust watersysteem, wil de gemeente ook adaptieve<br />
maatregelen gaan treffen. Met behulp van de zogenaamde risicobenadering wordt een<br />
goede afweging gemaakt. Het risico is de resultante van de kans dat iets ongewensts<br />
12
31 maart 2009<br />
optreedt en het effect daarvan. Deze benadering wil de gemeente toepassen voor droogte,<br />
wateroverlast en slechte waterkwaliteit. Het effect op de omgeving kan verschillend van<br />
aard zijn. Te denken valt aan economische schade, maatschappelijke onrust en<br />
volksgezondheidsproblemen.<br />
Gezamenlijke verantwoordelijkheid<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> ziet het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid om het<br />
risico op wateroverlast en het gewenste beschermingsniveau voor de stad te bepalen. Met<br />
het gewenste beschermingsniveau kan de uitbreiding van mitigatiebeleid naar<br />
adaptatiebeleid worden onderbouwd. Dit sluit aan bij het Nationaal Bestuursakkoord Water<br />
(NBW) actueel, waar de risicobenadering centraal staat. Tot nu toe zijn vooral<br />
probleemgestuurde analyses uitgevoerd, waarbij getoetst is of aan de normen is voldaan.<br />
De intentie is om nu visiegestuurd te werk te gaan.<br />
Afspraken maken<br />
Hiervoor is het van belang dat gemeente en waterschap samen vaststellen wat wordt<br />
verstaan onder wateroverlast. Niet elke extreme waterstandstijging of vorm van water op<br />
een maaiveld leidt tot onacceptabele hinder of economische schade. Ook moeten we<br />
afspraken maken over de manier waarop we het functioneren van het watersysteem<br />
analyseren. Ofwel, hoe brengen we de kans op wateroverlast in kaart? Het risico van<br />
wateroverlast wordt bepaald door de combinatie van de kans van optreden van<br />
wateroverlast (de x-as) en de mogelijke gevolgen (de y-as). Wat een acceptabel risico is en<br />
welke maatregelen kosteneffectief zijn, hangt af van de lokale situatie en de ambities van<br />
beide besturen.<br />
Gewenst beschermingsniveau<br />
Het watersysteem in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is getoetst aan de werknorm, zoals vastgelegd in<br />
het (NBW). Voor stedelijk gebied is de werknorm voor maaiveldinundatie gelijk aan 1/100.<br />
Deze toetsing, waarbij rekening gehouden is met klimaateffecten, leidde voor ‘s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong> niet tot maatregelen.<br />
Echter, genoemde norm inclusief klimaateffect, is ‘slechts’ één punt op de x-as van het<br />
‘risicomodel’ (kans x gevolg). Hiermee is dus nog niets gezegd over het gewenste<br />
beschermingsniveau tegen wateroverlast, ofwel het risico dat door gemeente en<br />
waterschap acceptabel wordt geacht voor de lokale situatie.<br />
ruimtelijke<br />
ontwikkelingen<br />
grote<br />
gevolgen<br />
beperkte<br />
gevolgen<br />
gemeente: ruimtelijke inrichting<br />
> gevolgen wateroverlast<br />
laag<br />
risico<br />
soms<br />
wateroverlast<br />
veranderingen<br />
in het klimaat<br />
hoog<br />
risico<br />
acceptabel acceptabel risico risico waterschap: inrichting watersysteem<br />
werknorm<br />
vaak<br />
wateroverlast<br />
> kansverdeling wateroverlast<br />
Bepaling van een acceptabel risico van wateroverlast is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van<br />
gemeente en waterschap<br />
13
31 maart 2009<br />
Afwegen maatregelen<br />
Om een risico te verkleinen zijn er twee mogelijkheden: de kans verkleinen door<br />
aanpassingen aan het watersysteem of het effect op de omgeving verminderen door<br />
ruimtelijke aanpassingen. De gemeente en de waterbeheerders zullen gezamenlijk en per<br />
situatie moeten afwegen welke maatregelen nodig zijn.<br />
2.1.4 Benutten van kansen in het watersysteem voor de energieneutrale stad<br />
We kunnen het watersysteem op verschillende manieren inzetten om een energieneutrale<br />
stad te realiseren in 2045. Het grondwater kan gebruikt worden voor koude-warmte opslag<br />
(KWO) in de bodem. Binnen de afvalwaterketen kan aan verschillende oplossingen voor<br />
energiebesparing worden gedacht, zoals het gebruik van rioolwater voor warmtewinning,<br />
energiezuinige gemalen en het implementeren van een energiebesparende bedrijfsvoering<br />
van de nieuw te bouwen RWZI.<br />
Daarnaast kunnen vegetatie of sedumdaken eveneens bijdragen aan de ambitie<br />
energieneutraal te zijn vanwege de isolerende werking.<br />
2.1.5 Natuurherstel door goed waterbeheer<br />
Samenhangend netwerk van natuur en groen<br />
Het groen in en rond ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> is van wezenlijk belang. Het Bossche Broek, de<br />
Heinis en de Diezemonding dringen door tot diep in de stad. Het is een bijzondere kwaliteit<br />
van de stad, waar ze trots op is. In ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> streven we een natuurlijk<br />
watersysteem na. De natuurgebieden in en rond ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zijn voldoende groot en<br />
goed beheerbaar vanuit het oogpunt van natuur, water en recreatief medegebruik. Er<br />
worden goede ecologische verbindingen gerealiseerd tussen de natuur- en groengebieden<br />
onderling. Gekoppeld aan de omlegging van de Zuid-Willemsvaart benutten we kansen,<br />
zoals de aanleg van de Rosmalense Aa. Deze ambitie voor een robuust en samenhangend<br />
netwerk van natuur en groen werken we binnen de Groene Delta uit. De ambitie sluit aan<br />
bij het huidige provinciale beleid ten aanzien van de ecologische verbindingszones (EVZ).<br />
Verdroging tegengaan<br />
De waterpartners willen de verdroging van de zogenaamde ‘Natte Natuurparels’ oplossen.<br />
Veel van de typische natuur rond de stad is afhankelijk van kwel, hoge grondwaterstanden<br />
en/of incidentele inundatie. Voor de Kaderrichtlijn Water zijn De Gement, de Moerputten,<br />
Het Bossche Broek, Sompen en Zooislagen aangewezen als ‘Natte Natuurparel’. Voor deze<br />
‘Natte Natuurparels’ lossen we de verdroging met prioriteit op (voor 2015). Voor de<br />
overige natuurgebieden streven we naar een situatie met voldoende water.<br />
2.1.6 Grondwater: Beschermen van de grondwaterkwaliteit<br />
Kwaliteit grondwater voldoende<br />
Gemeente en waterschap vinden het belangrijk dat de kwaliteit van het grondwater<br />
voldoende is. Grondwater beschermen we omdat het de bron is voor ons drinkwater,<br />
omdat we er bier en voedingsmiddelen van maken, omdat er unieke natuurgebieden van<br />
afhankelijk zijn waarvan we kunnen genieten en omdat we er energie in kunnen opslaan<br />
zodat we minder fossiele energie hoeven te gebruiken. Ook de Europese Kaderrichtlijn<br />
Water (KRW) vraagt van ons om het grondwater te beschermen.<br />
Historische verontreinigingen<br />
In de deklaag en het eerste watervoerend pakket zijn (bodem- en grondwater-)<br />
verontreinigingen aanwezig. Deze zijn veroorzaakt door activiteiten uit het verleden en<br />
14
31 maart 2009<br />
noemen we de historische verontreinigingen. Hoe deze moeten worden gesaneerd staat in<br />
de Wet Bodembescherming (WBB) beschreven. Uiteindelijk moeten alle verontreinigingen<br />
in 2030 beheersbaar zijn. Een deel van deze verontreinigingen moeten we eerder<br />
aanpakken omdat het verontreinigingen met actuele risico’s voor mens en/of milieu betreft.<br />
Het streven is dat voor alle verontreinigde locaties in 2015 bekend is of er sprake is van<br />
risico’s voor verspreiding van verontreiniging naar en in het grondwater.<br />
Visie op de ondergrond<br />
Maar de ondergrond wordt voor meer doeleinden gebruikt, die consequenties kunnen<br />
hebben op het watersysteem. Denk maar aan ondergronds bouwen, koude-warmte opslag,<br />
bronneringen, warmtenetten en diepte-infiltratie van overtollig grondwater. Om te zorgen<br />
voor een zo optimaal mogelijk gebruik van de beschikbare ondergrondse ruimte en het<br />
beschermen van de grondwaterkwaliteit zal een visie op de ondergrond worden<br />
ontwikkeld.<br />
Hoogwaardige toepassingen<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> vindt het belangrijk dat het tweede watervoerend pakket<br />
(het diepe grondwater) beschikbaar blijft voor hoogwaardige toepassingen<br />
(drinkwaterwinning en onttrekking voor menselijke consumptie). Het beleid van de<br />
gemeente is daarom KWO’s in het tweede watervoerend pakket niet toe te staan.<br />
2.1.7 Beleving van water<br />
De aantrekkingskracht van water<br />
Water speelt in de beleving van jong en oud een belangrijke rol. Water beweegt, water<br />
leeft en heeft een grote aantrekkingskracht. Water geeft iets extra<strong>'s</strong> aan het landschap en<br />
geeft ruimte. Op mooie dagen worden de dijken intensief als fiets- en wandelroute<br />
gebruikt. Vele mensen genieten van de recreatieve mogelijkheden van de beken en<br />
weteringen. In dit kader organiseren ‘Vrienden van Den Bosch’ Diezetochten. Deze tochten<br />
genieten landelijke bekendheid en trekken jaarlijks honderdduizenden bezoekers, ook van<br />
buiten Den Bosch.<br />
Positieve beleving<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil zich daarom samen met het waterschap sterk maken<br />
voor het behoud van een aantrekkelijke leefomgeving. Een positieve beleving van water<br />
wordt gestimuleerd, een negatieve beleving van water accepteren we niet. Het<br />
uitgangspunt is hierbij dat een eerlijke afweging van de belangen in de leefomgeving wordt<br />
gemaakt, waaronder het belang van water dat bevaarbaar, schoon en aantrekkelijk is.<br />
2.2 Visie op de aanpak<br />
Samenwerking<br />
Om effectief met de nieuwe uitdagingen aan de slag te gaan, passen we onze huidige<br />
aanpak aan. De waterpartners werken de visie gezamenlijk uit tot een gebiedsgerichte<br />
integrale aanpak. We werken zoveel mogelijk wijkgericht. Daarbij zetten we stevig in op<br />
een effectieve samenwerking tussen de waterpartners en tussen de gemeentelijke<br />
afdelingen onderling. Ook de samenwerking met burgers, bedrijven en<br />
projectontwikkelaars intensiveren we door communicatie en educatie te versterken.<br />
Beheer en onderhoud<br />
Het beheer en onderhoud van de wateren en de waterbodem is in de toekomst afgestemd<br />
op de functies (afvoerfunctie, recreatieve functie, natuurfunctie etc.) van het water. Het<br />
15
31 maart 2009<br />
inzicht in het watersysteem vergroten we in de toekomst verder door beschikbare<br />
meetgegevens centraal te ontsluiten en aanvullende metingen te verrichten.<br />
In hoofdstuk 5 wordt deze aanpak nader toegelicht.<br />
16
31 maart 2009<br />
3 Water rondom de stad<br />
3.1 Gebiedsbeschrijving<br />
Onder invloed van het regionale hoofdwatersysteem<br />
Door de ligging aan de rivier de Maas en de beken Dommel en Aa is ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> erg<br />
afhankelijk van het regionale watersysteem. De beken Dommel en Aa en de weteringen<br />
vormen samen het ‘regionale hoofdwatersysteem’. Naast dit regionale hoofdwatersysteem<br />
is er (meer ingezoomd) het wijkwater.<br />
Of het nu gaat om de thema’s veiligheid, wateroverlast of schoon water, een belangrijk<br />
deel van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> staat onder directe of indirecte invloed van het regionale<br />
hoofdwatersysteem. Het hoofdwatersysteem zelf maakt geen onderdeel uit van dit<br />
waterplan, maar het vormt wel een belangrijke randvoorwaarde.<br />
Figuur 3.1 Het regionale oppervlakte water systeem (gemaal Creveceour ontbreekt op deze kaart)<br />
Stromen<br />
In de stad ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> komen de beken Dommel en Aa en de rivier de Maas samen.<br />
Daarnaast vindt wateraanvoer plaats via de weteringen. In het zuiden komen eerst de<br />
beken de Aa en de Dommel en de Zuid-Willemsvaart samen in de stad. Vanaf de<br />
samenkomst van beide beken gaat het water normaliter via de Dieze en spuisluis<br />
Crèvecoeur naar de Maas.<br />
17
31 maart 2009<br />
Bescherming<br />
Bij extreem hoge Maaspeilen is de spuisluis en stuw bij Crèvecoeur gesloten zodat de stad<br />
beschermd is tegen het water van de Maas. Tevens is er de mogelijkheid om het water van<br />
de Dommel en de Aa via het Drongelenskanaal ter hoogte van Waalwijk op de Maas af te<br />
voeren. Via de Stadsdommel kan het water van Aa naar Dommel stromen en vice versa.<br />
De grotendeels gemengde rioleringsgebieden rondom deze waterlopen lozen hun<br />
overtollige water rechtstreeks op dit systeem. Zij staan dus onder invloed van het waterpeil<br />
in het regionale systeem. Bij extreem hoog water stijgt het waterpeil van 2,20 m+NAP tot<br />
soms wel 4,90 m+NAP. Hierdoor is lozing vanuit de riolering niet meer mogelijk. Op enkele<br />
plaatsen wordt bij deze extremen terugstroming (het riool in) voorkomen.<br />
Natuur en recreatie<br />
Daarnaast is het regionale watersysteem ook belangrijk voor natuur en recreatie. Veel<br />
natuurgebieden zijn gelokaliseerd rond de beken. Een goede waterkwaliteit van de beken is<br />
daarom van groot belang. Tevens vormen de beken belangrijke ecologische<br />
verbindingszones. Mede door de aanwezige natuur vormt het regionale watersysteem een<br />
belangrijke rol in de recreatie. Veel natuurgebieden worden gebruikt voor recreatieve<br />
doeleinden zoals fietsen en wandelen.<br />
Water in stedelijk gebied<br />
In het stedelijk gebied onderscheiden we het wijkwater en de zandwinplassen. In de bijlage<br />
gaan we hier nader op in.<br />
Diverse zandwinplassen zijn in de stad geïntegreerd. Zij vormen tegenwoordig belangrijke<br />
groen- en/of recreatievoorzieningen. Twee van deze plassen, de Oosterplas en het<br />
Engelermeer, zijn officiële strandbaden.<br />
Riolering<br />
In de wijken hebben oppervlaktewater, riolering en grondwater grote invloed op elkaar.<br />
Een groot deel van de riolering in de gemeente bestaat uit een gemengd rioolstelsel. De<br />
rest bestaat uit (verbeterd) gescheiden stelsels. Het ingezamelde afvalwater wordt<br />
afgevoerd naar de RWZI’s Treurenburg, Oijen en Vinkel.<br />
3.2 Stad aan de Maas<br />
3.2.1 Huidige situatie<br />
Minimaal overstromingsgevaar<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> en waterschap Aa en Maas vinden het belangrijk dat het<br />
overstromingsgevaar van de Maas nu en in de toekomst zeer minimaal is. Het Rijk stelt<br />
hiervoor de norm vast (wet op de waterkering). Deze norm houdt in dat de dijken van de<br />
Maas zo sterk moeten zijn dat een overstroming c.q. doorbraak gemiddeld maar eens per<br />
1250 jaar voorkomt. Gezien het belang van een veilige stad vindt de gemeente dat zij<br />
hierover mee moet discussiëren en moet participeren in projecten om te waarborgen dat ’s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong> ook in de toekomst beschermd is tegen veiligheid.<br />
Veiligheid waarborgen<br />
De gemeente heeft de afgelopen jaren dan ook actief deelgenomen aan de zogenaamde<br />
Maaswerken, aan de Integrale Verkenning Maas 2 en de Rampenbeheerstrategie Maas.<br />
Hierin is voor de periode tot 2015 (Maaswerken) en na 2015 (Integrale Verkenning Maas<br />
2) gekeken welke maatregelen nodig zijn om de veiligheid te waarborgen.<br />
18
31 maart 2009<br />
In die voorstellen ging het voor ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> om uiterwaardverlaging en een<br />
hoogwatergeul. In het ontwerp-Nationaal Waterplan is bepaald dat de reservering voor een<br />
noodoverloopgebied (Beerse overlaat) komt te vervallen. Het kabinet zal op zoek gaan naar<br />
effectievere (combinaties van) maatregelen. Daarbij houdt zij rekening met de ontwikkeling<br />
en oplossingsrichtingen uit het advies dat de Deltacommissie in 2008 aan de regering<br />
uitbracht. De Deltacommissie dringt daarin aan op verdergaande maatregelen dan tot nu<br />
toe om ons voor te bereiden op een hogere zeespiegel en een grotere rivierafvoer. De<br />
komende jaren wordt het advies over de maatregelen die nodig zijn om de veiligheid te<br />
waarborgen dus gemaakt. Daarin worden ook de voorstellen uit de Integrale Verkenning<br />
Maas 2 nader uitgewerkt.<br />
3.2.2 Speerpunten<br />
Deelname aan projecten<br />
De gemeente wil actief blijven deelnemen aan projecten ter verbetering van de veiligheid<br />
(maatregel 6.1 uit het uitvoeringsprogramma). Het gaat o.a. om:<br />
- de Maaswerken (gereed 2017). Bovenstrooms van de stad worden bij de Maas kaden<br />
aangelegd en wordt het stroombed van de Maas verdiept. Dit wordt o.a. gedaan om<br />
benedenstrooms overstromingen te voorkomen;<br />
- het uitvoeren van de strategische verkenning van IVM-2 (na 2015, trekker<br />
Rijkswaterstaat). De mogelijkheden en effecten van uiterwaardverlaging en de aanleg<br />
van een hoogwatergeul worden onderzocht. Dit moet leiden tot een koepelplan voor<br />
de uitvoering van nieuwe rivierverruimende maatregelen. De uitwerking vindt plaats<br />
binnen het Deltaplan;<br />
- opvolging advies van de Deltacommissie (3 september 2008, taak Ministerie van<br />
Verkeer & Waterstaat, uitvoerder Rijkswaterstaat). De Deltacommissie dringt aan op<br />
verdergaande maatregelen dan toe nu toe. Dit om Nederland voor te bereiden op een<br />
hogere zeespiegel en een grotere rivierafvoer als gevolg van klimaatverandering dan tot<br />
nu toe voor de genomen beschermingsmaatregelen was aangenomen. De gemeente<br />
vindt het belangrijk dat de consequenties van dit advies voor ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> z.s.m.<br />
worden onderzocht;<br />
- studie veiligheid Nederland in kaart (VNK) (begin 2009 gereed, trekker Rijkswaterstaat).<br />
Deze studie brengt overstromingsrisico’s in beeld. Dit dient als basis voor de<br />
ontwikkeling van nieuwe veiligheidsnormen in het kader van WaterVeiligheid 21ste eeuw. Naar aanleiding van de ROR (Europese Richtlijn OverstromingsRisico’s, voorheen<br />
Europese Richtlijn Hoogwater) vormt de VNK de basis voor het opstellen van<br />
overstromingsrisicokaarten.<br />
- Het waterschap heeft het Beheerplan van de waterkeringen 2008-2013 uitgebracht<br />
waarin haar wettelijke taak om de dijken, ook wel waterkeringen genoemd en gelegen<br />
in een dijkring, te onderhouden en beheren (Wet op de Waterkeringen). ‘s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong> ligt in dijkring 36. De mate van bescherming die deze dijkring moet<br />
bieden is tot 2009 in heroverweging in de studie “Veiligheid Nederland in Kaart”. De<br />
gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zet zich in om het belang van de stad voldoende te<br />
vertegenwoordigen door acceptabele veiligheidsnormen, een combinatie van<br />
dijkverzwaring en compartimentering langs de Hertogswetering (indien nodig) en door<br />
rekening te houden met regionale wensen.<br />
Calamiteitenplan<br />
Tenslotte hebben de gemeente en de waterschappen de ambitie om een gezamenlijk,<br />
afgestemd en geoefend calamiteiten- en evacuatieplan op te stellen (maatregel 6.5 uit het<br />
19
31 maart 2009<br />
uitvoeringsprogramma). Indien er toch een overstroming plaatsvindt, het zogenaamde<br />
‘restrisico’, kunnen de gevolgen voor ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> groot zijn.<br />
Dijkring 36 wordt op de gevolgen bestudeerd. Het calamiteitenzorgsysteem van het<br />
waterschap Aa en Maas wordt met het gemeentelijk rampenplan afgestemd. Het<br />
afgestemde plan wordt vanaf 2009 om de drie jaar getest door een gezamenlijke<br />
overstromingsoefening in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>.<br />
3.3 Stad aan de beken en weteringen<br />
3.3.1 Huidige situatie<br />
Unieke uitstraling<br />
De stad ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> kent een unieke uitstraling doordat de beken Dommel, Aa en<br />
Dieze dwars door de stad stromen. Er zijn in de stad dan ook volop kansen voor beleving<br />
van het water en recreatiemogelijkheden in de natuurgebieden die veelal langs de beken<br />
liggen.<br />
Wateroverlast<br />
De huidige inrichting van het watersysteem leidt tot periodiek hoge beekafvoeren. Deze<br />
piekafvoeren kunnen (tijdelijk) wateroverlast veroorzaken. In regionaal verband heeft de<br />
gemeente deelgenomen aan toetsing van de beken aan het gewenste beschermingsniveau,<br />
het zoeken naar retentiegebieden en het Howabo (Hoogwateraanpak ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>).<br />
Het Bossche Broek is ingericht als waterbergingsgebied.<br />
Waterkwaliteit & ecologie<br />
De waterkwaliteit in de beken wordt in droge perioden vooral bepaald door effluent van<br />
rioolwaterzuiveringen stroomopwaarts. Dit water stroomt de stad binnen en bepaalt<br />
daarmee in droge perioden voor een belangrijk deel de waterkwaliteit in de stad. Vandaar<br />
dat de gemeente ook vanuit het oogpunt van waterkwaliteit op regionaal niveau wil<br />
meedenken over mogelijkheden en maatregelen. Dit gebeurt samen met provincie,<br />
waterschappen en buurgemeenten in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water<br />
(KRW). Er zijn voorstellen gedaan over de kwaliteit van de Maas, de beken (Aa, Dommel,<br />
Dieze) en waterlopen (Luisbroekse Wetering, Hoefgraaf, Hertogswetering, Nieuwe Vliet)<br />
om daarin de ecologie en waterkwaliteit te verbeteren. De voorgestelde maatregelen voor<br />
het oppervlaktewater zijn in het uitvoeringsprogramma (hoofdstuk 6) opgenomen.<br />
Figuur 3.2 Streefbeeld voor de EVZ Stadsdommel<br />
20
31 maart 2009<br />
Ecologische verbindingszones in de toekomst<br />
Daarnaast is in het gebiedsproces voor de KRW in Brabant Oost afgesproken dat de<br />
volgende ecologische verbindingszones (EVZ’s) in 2015 zijn aangelegd:<br />
- Stadsdommel – Dieze;<br />
- Luisbroekse Wetering;<br />
- Hoefgraaf;<br />
- Rosmalense Aa;<br />
- Henrietta kanaal.<br />
Figuur 3.3 aanleg EVZ stadsdommel<br />
'De Groene Delta'<br />
Binnen het Project Groene Delta (trekker gemeente ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong>) worden de EVZ’s<br />
aangelegd. Het doel van 'De Groene Delta' is echter breder: het realiseren van een<br />
robuuste en samenhangende groenblauwe structuur in en rond de stad ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong>.<br />
Het concept rust op de vijf pijlers natuur, water, landschap en cultuurhistorie, recreatie en<br />
landbouw en op het overkoepelende thema `de relatie stad en land´. Ook wil 'De Groene<br />
Delta' verdroging van zogenaamde ‘Natte Natuurparels’ tegengaan. 'De Groene Delta' is<br />
een ambitieus plan. Het wordt gerealiseerd door een structurele samenwerking tussen<br />
overheden, natuur- en landbouworganisaties en andere maatschappelijke organisaties. 'De<br />
Groene Delta' geeft uitvoering aan het vastgestelde beleid vanuit Reconstructie Landelijk<br />
Gebied en GIOS (Groen In en Om de Stad). In het programma zijn heldere afspraken<br />
gemaakt over de uitvoeringsorganisatie. Diverse partijen zijn benoemd als trekker van<br />
afzonderlijke projecten. De projecten die nu bekend zijn, staan in 3.4.2 genoemd. De<br />
gemeente ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> vervult de regierol, bewaakt de voortgang en draagt zorg voor<br />
de integraliteit. Om het project soepel te laten verlopen, zorgt zij tevens voor een passend<br />
programmamanagement.<br />
21
31 maart 2009<br />
KRW doelen voor de beken<br />
Diezemonding: In de toekomst neemt de Diezemonding een markante positie in tussen de<br />
Maaspoort en Haverleij. Voor bewoners van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> vormt het een bijzonder<br />
natuurgebied op loop- en fietsafstand. De Dommel is in potentie een belangrijke ecologische<br />
verbinding tussen de bovenstroomse beken en de monding van de Maas. De waterkwaliteit<br />
is verbeterd en de verstuwing is verminderd. Bij Crevecoeur wordt een visstrap aangelegd.<br />
De stadswallen met grachten en het Bossche Broek worden toegankelijk en beleefbaar als<br />
stedelijk wandel- en recreatiegebied en als ecologisch waardevol leefgebied.<br />
StadsAa: Ook de StadsAa is toegankelijk en beleefbaar. De StadsAa is als stedelijk wandel- en<br />
recreatiegebied en ecologisch waardevol leefgebied ingericht. Gezien de stedelijke<br />
ontwikkelingen zal de StadsAa een steeds belangrijkere rol gaan vervullen als functie wonenaan-het-water.<br />
Als zodanig zal de waterkwaliteit en belevingswaarde van de StadsAa<br />
hiervoor voldoende zijn.<br />
Rosmalense Aa en Zuid Willemsvaart: De Rosmalense Aa wordt aangelegd en gekoppeld aan<br />
de omlegging van de Zuid-Willemsvaart.<br />
Figuur 3.4 Projecten binnen “De Groene Delta” (bron: gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>)<br />
Beroepsvaart & Recreatievaart<br />
Rijkswaterstaat gaat de Zuid-Willemsvaart verleggen naar een tracé ten oosten van de stad<br />
om de bereikbaarheid van Zuid-Oost Brabant voor de grotere schepen (klasse IV) van de<br />
binnenvaart te verbeteren. De binnenscheepvaart heeft zo geen last meer van vertragingen<br />
door de bruggen en sluizen in de stad. Tevens verbetert de bereikbaarheid en de<br />
leefbaarheid voor alle mensen in de stad doordat de beroepsvaart uit het centrum<br />
verdwijnt. Ook voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein De Brand is de omlegging<br />
van de Zuid-Willemsvaart belangrijk.<br />
22
31 maart 2009<br />
De voorbereidende werkzaamheden, zoals bodemonderzoek, het rooien van bomen, het<br />
verleggen van kabels en leidingen en het bouwrijp maken van terrein, beginnen in 2009.<br />
De daadwerkelijke aanleg van het nieuwe stuk kanaal start in 2010 (RWS, 2008). De<br />
opening van het nieuwe kanaal is gepland in 2014 (VROM, 2008).<br />
Tot 2014 blijft de huidige Zuid-Willemsvaart in gebruik voor de binnenvaart. Het is<br />
belangrijk dat het nautisch beheer van de huidige Zuid-Willemsvaart tot 2014 zorgvuldig<br />
wordt uitgevoerd zodat de huidige Zuid-Willemsvaart voldoende diep is. Rijkswaterstaat is<br />
hiervoor verantwoordelijk.<br />
3.3.2 Speerpunten<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil in samenwerking met de waterpartners in de regio<br />
actief meedenken en -werken om mogelijkheden voor schonere en natuurlijkere beken te<br />
benutten, en pieken in de afvoer zoveel mogelijk te voorkomen. Hieronder volgt een<br />
omschrijving hoe de speerpunten ten aanzien van mooi en beleefbaar water, participatie in<br />
regionale ontwikkelingen en het uitvoeren van maatregelen uit Stroomgebiedbeheerplan en<br />
gebiedsproces worden ingevuld.<br />
Water maakt ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> mooi<br />
Belangrijke ader voor de recreatievaart<br />
Het huidige tracé van de Zuid-Willemsvaart krijgt na 2014 een andere bestemming. Voor<br />
de recreatievaart kan de Zuid-Willemsvaart echter een belangrijke ader blijven. De<br />
gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> stelt een inrichtingsvisie op (maatregel 4.1 uit het<br />
uitvoeringsprogramma) om te bepalen wat er met het huidige stuk kanaal in de binnenstad<br />
gebeurt (inrichting, kunstwerken, beheer & onderhoud). De gemeente betrekt de burgers<br />
hierbij nauw.<br />
Figuur 3.5 Zuid-Willemsvaart<br />
Akkoord herzien<br />
Omdat de huidige vaart na 2014 niet langer in eigendom van Rijkswaterstaat is, wordt het<br />
WATAK akkoord herzien. In dit akkoord zijn de aan en af te voeren hoeveelheid water in<br />
de Zuid-Willemsvaart door Rijkswaterstaat vastgelegd vanuit hun verantwoordelijkheid ten<br />
aanzien van de waterkwantiteit. Voor de verschillende ruimtelijke ontwikkelingen (lozen<br />
van hemelwater) die langs de Zuid-Willemsvaart spelen is het voor de gemeente van<br />
belang dit akkoord te herzien. Ook voor het waterschap Aa en Maas biedt een herziening<br />
van het WATAK akkoord kansen voor een efficiënter waterbeheer. Daarnaast biedt de<br />
aanleg van het nieuwe tracé van de Zuid-Willemsvaart en de Rosmalense Aa in de groene<br />
geledingszone kansen ter verbetering van het stadswatersysteem van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> (zie<br />
hoofdstuk 4);<br />
23
31 maart 2009<br />
Aangezien het nog vijf jaar duurt voordat de Zuid-Willemsvaart is omgelegd onderzoeken<br />
we wat de tijdelijke mogelijkheden zijn voor de Zuid-Willemsvaart ten aanzien van extra<br />
wateraanvoer bij afkoppelen in het kader van geplande ruimtelijke ontwikkelingen<br />
(maatregel 4.2 uit het uitvoeringsprogramma);<br />
Inrichtingsvisie Stads Aa<br />
Ook voor de Stads Aa gaat de gemeente, samen met het waterschap, een inrichtingsvisie<br />
opstellen (maatregel 4.3 uit het uitvoeringsprogramma). Hierin moet duidelijk worden wat<br />
de doelen van de gemeente en waterpartners zijn voor de Stads Aa. De inrichtingsvisie<br />
wordt een integraal plan, met aandacht voor waterkwantiteit, waterkwaliteit, beheer en<br />
onderhoud, beleving en recreatie;<br />
Rosmalense Aa<br />
Het doel van de Rosmalense Aa is om een goed functionerende ecologische<br />
verbindingszone te realiseren tussen Aa en Maas. De huidige Aa zal worden afgetakt en<br />
met een sifon onder de nieuwe Zuid-Willemsvaart overgaan in de Rosmalense Aa. Hierbij<br />
richten we de Rosmalense Aa in als licht slingerende beek met vrije afwatering, stabiele<br />
afvoer en voldoende stroming (maatregel 4.4 uit het uitvoeringsprogramma)).<br />
Figuur 3.6 Rosmalense Aa<br />
Actieve participatie in regionale ontwikkelingen<br />
Regionale projecten<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> participeert in regionale projecten als Klimaatbestendig<br />
Brabantstad en Klimaatadaptatie Groene Woud. Het eerste project behelst een gezamenlijk<br />
plan van de B5-steden en de provincie voor het klimaatbeleid in Brabant en in de steden in<br />
het bijzonder. Het project omvat zowel energie- als waterprojecten. Wij zoeken naar<br />
gezamenlijke initiatieven, zoals adaptief bouwen, toepassing van innovatieve waterberging<br />
en het verkoelend effect van water. Het project Groene Woud is erop gericht water vast te<br />
houden in het intrekgebied, dus buiten de beekdalen (maatregel 6.1 uit het<br />
uitvoeringsprogramma);<br />
Extra bescherming noodzakelijk<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> blijft actief participeren in het project HOWABO<br />
(Hoogwaterbescherming ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>) (maatregel 6.2 uit het uitvoeringsprogramma).<br />
Uit de lopende studie HOWABO is gebleken dat extra bescherming noodzakelijk is als<br />
gevolg van het samenvallen van hoogwaterpieken van de rivier de Maas en de beken Aa<br />
en Dommel. Om het gewenste beschermingsniveau voor de stad te realiseren is een MER<br />
uitgevoerd. De voorkeursvariant is een zogenaamde Groene Rivier. De gemeente ’s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong> past de Groene Rivier ruimtelijk in. Bij hoog water in de beken de Aa en de<br />
Dommel leiden we het water tijdelijk naar twee gebieden, zodat een ‘groene rivier’<br />
ontstaat. Deze waterbergingsgebieden (De Gement en Moerputten) combineren we met<br />
24
31 maart 2009<br />
de realisatie van een robuuste ecologische verbinding Beerze tussen Het Groene Woud en<br />
de Loonse en Drunense Duinen naar de Maas. De aanleg en ruimtelijke inpassing van de<br />
Groene Rivier zal ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> beschermen tegen overstromingen met een kans groter<br />
dan 1:150;<br />
Dynamisch beekdal<br />
Het project Dynamisch beekdal (maatregel 6.3 uit het uitvoeringsprogramma) heeft als doel<br />
het water in het Aa-dal tussen Heeswijk-Dinther en ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> meer ruimte te<br />
geven. Hierdoor worden overstromingsproblemen richting ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> verminderd.<br />
Bovendien komen langs de beek ecologische verbindingszones. Begin 2008 is de Aa in<br />
Middelrode aangesloten op een oude meander. De uitvoering van maatregelen loopt tot<br />
omstreeks 2010;<br />
Water voor doorspoelen<br />
Momenteel onderzoeken de waterpartners en Rijkswaterstaat welke kansen er zijn om<br />
kanaalwater uit de nieuwe Zuid-Willemsvaart te onttrekken voor het doorspoelen van<br />
Empel, Maaspoort en Noord i.p.v. het voedselrijke water uit de Hertogswetering. Een<br />
gemaal bij de toekomstige sluis ter hoogte van Empel kunnen we mogelijk inrichten voor de<br />
aanvoer van kanaalwater of Maaswater richting Empel. Tevens kijken we welke<br />
maatregelen nodig zijn om de waterverdeling in de wijken Maaspoort en Noord te<br />
verbeteren (maatregel 6,4 en 8.6 uit het uitvoeringsprogramma). Deze voorstellen nemen<br />
we mee in het op te stellen waterstructuurplan (zie 4.2.1).<br />
Uitvoeren van maatregelen uit het Stroomgebiedbeheerplan (KRW)<br />
In het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn in gebiedsprocessen<br />
afspraken gemaakt over de kwaliteit van de Maas, de beken (Aa, Dommel, Dieze) en<br />
waterlopen (Luisbroekse Wetering, Hoefgraaf, Hertogswetering, Nieuwe Vliet) om daarin<br />
ecologie en waterkwaliteit te verbeteren. Het betreffen maatregelen als de aanleg van<br />
ecologische verbindingszones en de vispassage bij Creveceour, die binnen de Groene Delta<br />
zullen worden uitgevoerd (maatregelen 8.1 t/m 8.5 uit het uitvoeringsprogramma). Voor<br />
een aantal maatregelen (vispassage, inrichtingsmaatregelen landschapspark Diezemonding<br />
en Kampenlandschap Coudewater) is subsidie verleend aan gemeente en waterschap,<br />
onder de voorwaarde dat alle maatregelen uit deze subsidiepot (synergie) voor 2015 zijn<br />
uitgevoerd. Ook een aantal maatregelen voor de wijk West behoren tot dit<br />
synergieprogramma. De maatregelen voor de wijk West zijn terug te vinden in paragraaf<br />
4.2. Het onderzoek naar de optimalisatie van het stedelijk watersysteem in Noord, ook een<br />
KRW-maatregel, wordt bij het punt hierboven genoemd (actieve participatie regionale<br />
ontwikkelingen).<br />
In 2009 zullen het waterschap Aa en Maas en de gemeente een contract opstellen om de<br />
financiering van de KRW synergiegelden vast te leggen.<br />
Uitvoeren van de overige maatregelen uit de waterprogramma’s van het gebiedsproces<br />
Het waterschap gaat de natte natuurparel Moerputten aanpakken en de natuurwaarden<br />
versterken (maatregel 9.1 uit het uitvoeringsprogramma).Tijdens de GGOR studie natuur<br />
en GGOR studie landbouw (maatregel 9.2 uit het uitvoeringsprogramma) gaat het<br />
waterschap het gewenste grondwaterregime in het buitengebied bepalen. Tevens gaat het<br />
waterschap nieuwe peilbesluiten voor de Koningsvliet en Hertogswetering opstellen<br />
(maatregel 9.3 uit het uitvoeringsprogramma).<br />
25
31 maart 2009<br />
3.4 Grondwater en Koudewarmteopslag<br />
3.4.1 Huidige situatie<br />
Grondwater<br />
Bodemopbouw<br />
In de ondergrond van Noord-Brabant zijn zandlagen van tientallen meters dikte aanwezig die zoet<br />
grondwater van goede kwaliteit bevatten. Samen met enkele gebieden in Midden- en Oost-Nederland<br />
zijn er in Europa en zelfs op wereldschaal weinig gebieden met dergelijke grote hoeveelheden<br />
grondwater in de ondergrond van goede kwaliteit. Brabant Water bereidt het drinkwater voor ’s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong> voor 100% uit dit grondwater.<br />
Grondwater bevindt zich in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> in drie lagen die gescheiden zijn door twee lagen die<br />
nauwelijks water doorlaten. Van de bovenste naar de onderste laag betreft dit globaal:<br />
Tot max 20 meter diep is het freatische grondwater (ondiep). Historische (en toekomstig mogelijke)<br />
bodemverontreinigende activiteiten vervuilen deze laag. Verhard oppervlak voorkomt infiltratie van<br />
regenwater. De leemlaag op 20 meter diepte beperkt (vervuild) water om naar dieper grondwater te<br />
stromen;<br />
Van 20-80 meter is het eerste watervoerende pakket (dieper grondwater). Hier kan water sneller<br />
stromen (10 à 20 meter per jaar), daarom heet het ‘watervoerend’. Industriële<br />
grondwateronttrekkers gebruiken het grondwater. In deze laag worden meer en meer Koude<br />
Warmte Opslag (KWO) installaties gebouwd. In deze duurzame energiesystemen wordt energie in<br />
de vorm van warmte (of koude) tijdelijk opgeslagen in het diepe grondwater. De energie wordt<br />
opgeslagen voor het afkoelen van huizen bovengronds in de zomer, en onttrokken voor het<br />
opwarmen van huizen in de winter. De kleilaag op 80 meter diepte (65 meter dik) sluit dit pakket af;<br />
Van 145-195 meter: het tweede watervoerende pakket (diepste grondwater). Dit grondwater wordt<br />
met name gebruikt voor de bereiding van drinkwater.<br />
In ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is de stroming van het grondwater, globaal gezien, noordwestelijk gericht. Het<br />
ondiepe grondwater kan door lokale omstandigheden een andere stromingsrichting hebben.<br />
26
31 maart 2009<br />
Risicopreventie en verbetering grondwaterkwaliteit<br />
Drinkwaterbedrijf Brabant Water (winning Nuland) en de industrie winnen grondwater uit<br />
het tweede watervoerende pakket voor menselijke consumptie (totale onttrekking circa 15<br />
miljoen m3 per jaar). De provincie stelt in het ontwerp-provinciaal waterplan over de<br />
industriële onttrekkingen, dat voor industriële winningen voor menselijke consumptie geen<br />
sprake is van een “groot maatschappelijk belang”, maar van een bijzonder economisch<br />
belang. De aanwezigheid van voldoende water van bijzondere kwaliteit, vormde vaak een<br />
belangrijke vestigingsfactor. De provincie onderzoekt of, en zo ja, welke maatregelen<br />
aanvullend op het generieke basisbeschermingsniveau nodig zijn voor risicopreventie en<br />
voor verbetering van de grondwaterkwaliteit bij industriële winningen voor menselijke<br />
consumptie. Dit gebeurt op basis van informatie over de kwaliteit van het onttrokken<br />
grondwater, risico-evaluaties, maatschappelijke aanvaardbaarheid en kosteneffectiviteit.<br />
Gemeenten en bedrijven worden betrokken bij dit onderzoek.<br />
Voor bovengrondse activiteiten geldt dat rekening gehouden moet worden met de<br />
grondwaterbeschermingszone van Nuland die deels binnen de grenzen van de gemeente<br />
ligt (figuur 3.2). In de natte natuurparels en de attentiezone (500 meterstrook langs natte<br />
natuurparels) gelden beperkingen in de vorm van een aanlegvergunningenstelsel voor<br />
activiteiten die de grondwaterstand negatief kunnen beïnvloeden.<br />
Figuur 3.7 Grondwaterbeschermingszone van Nuland.<br />
27
31 maart 2009<br />
Kwel<br />
Op enkele locaties binnen de gemeentegrenzen komt grondwater als kwel aan de<br />
oppervlakte bij natuurgebieden. In deze natte natuurparels komt het grondwater vanuit de<br />
diepe ondergrond naar de oppervlakte. Vegetatie in kwelgebieden stelt veelal specifieke<br />
eisen aan de samenstelling van het grondwater en is erg gevoelig voor veranderingen<br />
daarin.<br />
Beoordelen van grondwatertoestand<br />
De KRW-maatregelen moeten uiterlijk in 2015 zijn uitgevoerd voor grondwater in het<br />
Maasstroomgebied, de grondwaterbeschermingsgebieden en Natura 2000 gebieden.<br />
Grondwater voor productie van voedingsmiddelen valt net als drinkwater onder de KRWvereisten.<br />
De KRW en daarop gebaseerde Nederlandse normen bepalen wat een goede<br />
chemische en ecologische grondwatertoestand is en wat niet. Het RIVM werkt momenteel<br />
aan een protocol voor de chemische beoordeling van grondwater. Voorts bepalen de<br />
interventiewaarden uit de Wet bodembescherming of grondwater van goede kwaliteit is. In<br />
grondwaterbeschermingsgebieden geldt een ‘bijzonder’ beschermingsniveau. De<br />
Provinciale Milieuverordening perkt in deze gebieden milieugevaarlijke activiteiten in.<br />
Functies grondwater en ondergrond nemen toe<br />
Grondwater (en de ondergrond) gebruiken we voor diverse functies. Soms gaan die samen,<br />
soms werken ze elkaar tegen. Het gebruik van het grondwater (en de ondergrond) neemt<br />
alleen maar toe. De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil meer inzicht in de ondergrond om<br />
richting te kunnen bepalen.<br />
Koudewarmteopslag<br />
Bij Koude Warmte Opslag (KWO) wordt energie naar en van het grondwater geleid voor<br />
gebruik van deze energie in gebouwen. In de zomer wordt de warmte van gebouwen<br />
opgeslagen in het grondwater, waardoor afkoeling van het gebouw plaatsvindt. In de<br />
winter wordt deze warmte teruggehaald, waardoor opwarming van het gebouw<br />
plaatsvindt. Er zijn globaal twee systemen: open en gesloten systemen. Bij het gebruik van<br />
diep grondwater voor KWO is een risico aanwezig op eventuele verontreiniging.<br />
KWO dient daarom op duurzame wijze toegepast te worden door te zorgen voor<br />
evenwicht in energie- en waterhoeveelheden, maximale terugwinning van het<br />
geïnfiltreerde water, afdichting van doorboorde lagen en deskundig beheer.<br />
Momenteel is voor open systemen een vergunning nodig voor het onttrekken van<br />
grondwater in het kader van de Grondwaterwet. De provincie is bevoegd gezag. De<br />
provincie verbiedt onttrekkingen voor KWO dieper dan 80 meter in verband met de<br />
strategische drinkwatervoorraad in het watervoerende pakket. Daarnaast zijn onttrekkingen<br />
in grondwaterbeschermingsgebieden en boringsvrije zones verboden. Initiatiefnemers voor<br />
open KWO systemen dienen rekening te houden met bodemverontreinigingen indien de<br />
locatie en de verspreiding daarvan bekend is. De KWO dient zodanig te worden ingericht<br />
dat geen extra verspreiding optreedt. We verlangen van de initiatiefnemer geen onderzoek<br />
als er geen gerede vermoedens voor verontreiniging bestaan. Dit zal de initiatiefnemer in<br />
samenspraak met de gemeente, als bevoegd gezag waterbodembescherming, moeten<br />
vaststellen. Indien later toch verontreiniging wordt aangetroffen, zal de beheerder van de<br />
bodemverontreiniging bij het opstellen van het beheerplan rekening moeten houden met<br />
de aanwezige KWO’s.<br />
Voor gesloten systemen geldt momenteel geen regelgeving. Wel is het boren, en dus ook<br />
aanleggen van deze systemen, verboden in grondwaterbeschermingsgebieden en<br />
boringsvrije zones.<br />
28
31 maart 2009<br />
Door het ontbreken van regelgeving zijn er risico<strong>'s</strong> voor de bodemkwaliteit vanwege de<br />
toepassing van bodemvreemde stoffen in de leidingen en doordat grote systemen veel<br />
boringen bevatten waardoor de kans op verspreiding van bestaande verontreinigingen<br />
relatief groot is. Het is van belang dat aan gesloten systemen vergelijkbare eisen worden<br />
gesteld als aan open systemen.<br />
3.4.2 Speerpunten<br />
Meer inzicht in de ondergrond<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> vindt het belangrijk dat het tweede watervoerende pakket<br />
beschikbaar blijft voor hoogwaardige toepassingen (drinkwaterwinning en onttrekking voor<br />
menselijke consumptie). Het gebruik van het grondwater (en de ondergrond) neemt<br />
immers alleen maar toe. De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil meer inzicht in de ondergrond<br />
om richting te kunnen bepalen. Zij zal daarom een meetnet diep grondwater ontwikkelen<br />
(maatregel 5.1 uit het uitvoeringsprogramma) om voldoende inzicht in het functioneren<br />
van het diepe grondwater te krijgen.<br />
Visie gebruik ondergrond<br />
Door de toename van gebruik van de ondergrond is het nodig om aan de ondergrond<br />
functies toe te kennen. Dit geldt zowel voor het diepe als het ondiepe grondwater.<br />
Hiervoor zullen wij een visie ontwikkelen (zie maatregel 5.2 uit het uitvoeringsprogramma).<br />
Deze zal effect hebben op het bovengronds bestemmen. Aandachtpunten voor het diepe<br />
grondwater zijn drinkwateronttrekkingen, industriële onttrekkingen voor menselijke<br />
consumptie, KWO, diepte-infiltratie mede in relatie tot bestaande bodemverontreinigingen.<br />
Voor het ondiepe grondwater zijn de aandachtspunten de verontreiniging in relatie tot<br />
afkoppelen, warmtenetten en ondergronds bouwen.<br />
Masterplannen KWO´s<br />
De gemeente vindt het belangrijk om de plaats en capaciteit van de bronnen voor KWO op<br />
elkaar af te stemmen. Daartoe stelt de gemeente masterplannen KWO’s op (maatregel 5.3<br />
uit het uitvoeringsprogramma). De masterplannen zullen een onderdeel zijn van een<br />
stadbrede visie op de energie-infrastructuur. In deze visie zal de gemeente een aantal<br />
gebieden aanwijzen voor de ontwikkeling van grootschalige warmtenetten. De<br />
masterplannen gebruikt de provincie bij de toets op vergunningverlening voor het gebruik<br />
van het diepe grondwater voor KWO.<br />
Onderzoeksprojecten bescherming grondwaterkwaliteit<br />
Daarnaast neemt de gemeente deel aan de door de provincie gestarte onderzoeksprojecten<br />
naar mogelijke bescherming van de grondwaterkwaliteit voor industriële onttrekkingen<br />
voor menselijke consumptie (maatregel 5.4 uit het uitvoeringsprogramma), waarvoor zij<br />
per locatie maatwerk voorziet.<br />
De gemeente verantwoordelijk<br />
Met de veranderde wetgeving is de gemeente verantwoordelijk voor het ondiepe<br />
grondwater. De gemeente wil invulling geven aan deze verantwoordelijkheid door de<br />
risico’s op grondwateroverlast in te schatten en een grondwatermeetnet in te richten om<br />
inzicht te krijgen in de grondwaterstanden (maatregel 5.5 t/m 5.7 uit het<br />
uitvoeringsprogramma). De resultaten van deze onderzoeken betrekken wij bij het<br />
opstellen van de visie op de ondergrond.<br />
29
31 maart 2009<br />
3.5 Energieneutrale stad<br />
3.5.1 Huidige situatie<br />
Klimaatneutraal in 2050<br />
De gemeente heeft het doel gesteld om in 2050 als stad klimaatneutraal te zijn. Dat<br />
betekent dat alle energie die de stad verbruikt, binnen de stad duurzaam wordt opgewekt.<br />
Om dit te bereiken zal fors op energie moeten worden bespaard. Daarnaast moeten we alle<br />
mogelijke duurzame energiebronnen benutten. Het watersysteem kan hierin verschillende<br />
rollen vervullen.<br />
Koudewarmetopslag (KWO), zie 3.4.1<br />
KWO in de bodem wordt al op een aantal plaatsen in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> toegepast. O.a. in<br />
het Paleiskwartier, in het stadskantoor, Hinthamerpoort, winkelcentrum de Arena en<br />
kleinschalig in De Groote Wielen. Er zijn plannen in ontwikkeling om in buurt De Lanen in<br />
De Groote Wielen grootschalig voor ruim 1000 woningen KWO toe te passen.<br />
Rioolwater als warmtebron<br />
Rioolwater is een mogelijke bron van warmte. De gemiddelde temperatuur van rioolwater<br />
ligt tussen de 10° en 20° C. Warmteterugwinning uit het rioolstelsel is mogelijk door<br />
toepassing van warmtepompen. Hiervoor zijn nog geen concrete plannen. In het kader van<br />
het klimaatplan zullen we onderzoeken waar de toepassing van warmteterugwinning uit<br />
rioolwater kansrijk is.<br />
Oppervlaktewater en waterberging<br />
Ook aan oppervlaktewater kan warmte of koude worden onttrokken. Een vorm van<br />
waterberging die gunstig is voor het energiebeleid, is het toepassen van vegetatie- of<br />
sedumdaken. Vegetatiedaken zijn in staat tussen de 40 en 80% van al het regenwater te<br />
bufferen en/of vertraagd af te voeren naar het riool. Planten gebruiken of verdampen de<br />
rest van het water. Door de toepassing van de vegetatiedaken warmen daken niet verder<br />
op dan 80°C en koelen de daken in de winter minder snel af. Dit bespaart energie in zowel<br />
zomer als winter en verbetert ook het binnenklimaat.<br />
Figuur 3.8 vegetatiedak<br />
Toekomstige ontwikkelingen<br />
Mogelijk is de energie in de toekomst zo duur dat ook het benutten van waterkracht in de<br />
rivieren rendabel wordt. De prijs van energie is de afgelopen 10 jaar verdubbeld en de<br />
verwachting is dat deze de komende tien jaar opnieuw zal verdubbelen. Het gevolg is dat<br />
energiebronnen die nu nog niet rendabel zijn, dat in de toekomst wel zullen worden.<br />
Gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zal in samenwerking met de waterpartners de ontwikkelingen<br />
volgen en zonodig hiervoor beleid ontwikkelen.<br />
30
31 maart 2009<br />
Ook kan energiebeperking binnen de keten (zoals pompen en gemalen) in de toekomst<br />
mogelijk interessant zijn. Hiervoor is inzicht nodig in het functioneren van de<br />
afvalwaterketen (zie paragraaf 4.2.1). Het waterschap heeft een prijs gewonnen om een<br />
pilot energie uit afvalwater, “de energiefabriek”, uit te voeren. Het is mogelijk deze pilot in<br />
’s-<strong>Hertogenbosch</strong> uit te voeren.<br />
Figuur 3.9 waterkrachtbenutting<br />
3.5.2 Speerpunten<br />
De gemeente ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil kansen in het watersysteem voor een energieneutrale<br />
stad, zoals in paragraaf 3.5.1 zijn benoemd, benutten en actief meedenken en –werken aan<br />
innovatieve pilots. (maatregel 7.1 uit het uitvoeringsprogramma).<br />
Een van deze innovatieve pilots is reeds door het waterschap Aa en Maas gestart<br />
(maatregel 7.2 uit het uitvoeringsprogramma). In deze pilot onderzoekt zij of innovatieve<br />
energiewinning in de RWZI’s mogelijk is.<br />
Tevens stelt de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> het reeds genoemde masterplan KWO op in<br />
relatie tot de stadsbrede visie op de energie-infrastructuur, maatregel 5.3 zie paragraaf<br />
3.4.2.<br />
31
31 maart 2009<br />
4 Water in de stad<br />
4.1 Gebiedsbeschrijving<br />
4.1.1 Ruimtelijke ordening: water, natuur en stedenbouw<br />
Een rijke stad<br />
Water, natuur en stedenbouw zijn in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> onlosmakelijk met elkaar verbonden<br />
en versterken elkaar. Een stad waarin deze aspecten zowel in overvloed als balans aanwezig<br />
zijn, is een rijke stad. Water is een belangrijke kwaliteit van woonbuurten, bedrijventerrein<br />
en het buitengebied.<br />
Figuur 4.1 oude binnenstad<br />
Creativiteit en innovatieve oplossingen<br />
Vanwege toekomstige ontwikkelingen zijn creatieve/innovatieve oplossingen nodig om<br />
water en natuur een plek in de stad te geven.<br />
Bij het ontwerpen van nieuwbouwwijken en inbreidingsgebieden zetten gemeente en<br />
waterschap zich in om water in een vroeg stadium mee te nemen (watertoets). De<br />
gemeente vindt het belangrijk om bij het ingenieurswerk, de landschapsarchitectuur,<br />
stedenbouw en architectuur, inrichting, en in de samenwerking van al deze disciplines met<br />
die waarden rekening te houden die de leefomgeving aantrekkelijker maken. Daarbij<br />
bekijken we waar we deze waarden mogelijk kunnen vergroten (mooie voorbeelden zijn<br />
GZG, Carolus en Paleiskwartier waarbij integraal waterbeheer het uitgangspunt vormt).<br />
4.1.2 Kwaliteit oppervlaktewater<br />
Geen overmatige wateroverlast<br />
De watersysteemanalyse heeft laten zien dat het stedelijk watersysteem wat betreft<br />
wateroverlast voldoet aan de normen. Dit betekent dat er geen locaties zijn die overmatig<br />
te kampen hebben met wateroverlast als gevolg van een tekort aan oppervlaktewater.<br />
32
31 maart 2009<br />
Kwaliteit watersysteem laat nog te wensen over<br />
In 2006 t/m 2008 was het watersysteem van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> een aantal malen negatief<br />
in het nieuws met problemen rond de waterkwaliteit en ecologie. Zo zijn er persberichten<br />
uitgegaan over vissterfte, botulisme, de aanwezigheid van purper-zwavelbacteriën en<br />
drijflagen met cyanobacteriën ofwel blauwalg. Dit zijn, met de klachtenregistratie van de<br />
gemeente en het waterschap, belangrijke aanwijzingen dat het watersysteem kwalitatief<br />
nog niet naar wens functioneert.<br />
Figuur 4.2 problemen met blauwalg<br />
Normoverschrijdingen<br />
Normoverschrijdingen in de (stads)wateren van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> worden vooral gevonden<br />
voor stikstof, fosfaat, koper, nikkel, zink en zuurstof. Nutriënten zijn het grootste<br />
aandachtspunt omdat de KRW daar strengere eisen in stelt. Ook de zuurstofhuishouding<br />
speelt een belangrijke rol. Uit een onderzoek van het waterschap Aa en Maas blijkt dat<br />
hormonen en medicijnen via de lozing van afvalwater door bijv. ziekenhuizen en<br />
seniorenhuizen in het oppervlaktewater terechtkomen.<br />
Kwaliteit hoofdwater - wijkwateren<br />
Het regionale hoofdwatersysteem van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is aanzienlijk slechter van kwaliteit<br />
dan de wijkwateren. Momenteel hebben de wijkwateren dan ook een positief effect op de<br />
waterkwaliteit van het hoofdwatersysteem. De hoofdwateren hebben echter een betere<br />
zuurstofhuishouding dan de wijkwateren.<br />
Ecologische toestand<br />
De ecologische toestand van de wateren in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> verschilt sterk per wijk.<br />
Knelpunten hebben te maken met de oeverinrichting en het steile onderwatertalud, de<br />
aanwezigheid van drijflagen en de afwezigheid van waterplanten of kritische soorten. De<br />
hoge nutriëntenwaarden zorgen ervoor dat we veelal hetzelfde beeld aan plantensoorten te<br />
zien krijgen.<br />
Kwaliteit van de plassen<br />
De (zandwin)plassen in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zijn voldoende van kwaliteit en enkele geïsoleerd<br />
gelegen plassen gaan zelfs richting de beoordeling goed. De zwemwaterplas De Zuiderplas<br />
heeft te kampen met blauwalg.<br />
4.1.3 Regenwater, afvalwater en overtollig grondwater<br />
Doelmatige investeringen<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zet zich in voor doelmatige investeringen in de<br />
afvalwaterketen. Dat wil zeggen dat de maatregelen efficiënt, functioneel en praktisch zijn.<br />
33
31 maart 2009<br />
Daarnaast zijn maatregelen duurzaam. De gemeente past maatwerk toe, waarbij<br />
resultaatgerichtheid voorop staat.<br />
Fasering rioleringsmaatregelen<br />
Voor alle rioleringsmaatregelen voeren we een bewuste fasering uit. Maatregelen die sterk<br />
bijdragen aan het oplossen van acute knelpunten en de relatief goedkope maatregelen die<br />
een groot effect hebben voeren we als eerste uit. Door het tegelijk uitvoeren van<br />
maatregelen met geplande vervangingsmaatregelen besparen we op kosten.<br />
Vervuild hemelwater<br />
De gemeente zal de eisen die aan het beheer van de openbare ruimte worden gesteld<br />
indien nodig vastleggen om de vuilvracht van hemelwater te voorkomen (chemie,<br />
bouwmaterialen etc.). Intensief gebruikte verharde oppervlakken, waarvan we redelijkerwijs<br />
mogen verwachten dat hemelwater vervuild raakt (parkeergebieden, marktterreinen) zullen<br />
we niet, beperkt of met een zuiveringsvoorziening afkoppelen. Daarnaast volgt de<br />
gemeente het DOB (duurzame onkruid bestrijding) bij het bestrijden van onkruid op<br />
openbaar terrein.<br />
Figuur 4.3 gezuiverd rioolwater<br />
Hemelwater en de riolering<br />
Nieuwe gebieden lozen in principe geen hemelwater op de riolering. Mocht onderbouwd<br />
aangegeven worden dat dit toch noodzakelijk is, dan moet de kostendekking in eerste<br />
instantie binnen het nieuwbouwproject worden gezocht. Voor bestaande gebieden geldt in<br />
principe ook dat hemelwater niet in de riolering thuis hoort. In bestaande gebieden is het<br />
echter vaak lastig om af te koppelen en kunnen afkoppelmaatregelen buitensporig hoge<br />
kosten met zich meebrengen. In dat geval wordt niet afgekoppeld.<br />
Onderstaande figuur geeft een eerste indruk waar kansen voor afkoppelen liggen.<br />
De concrete uitwerking van de doelen tot maatregelen heeft in het kader van het Verbreed<br />
Gemeentelijk Rioleringsplan plaatsgevonden.<br />
34
31 maart 2009<br />
Figuur 4.4 Eerste indruk van locaties waar kansen voor afkoppelen van hemelwater voor de hand<br />
liggen (bron: gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>, kaart: Royal Haskoning).<br />
4.1.4 Recreatie, Beleving & Toerisme<br />
Waterrecreanten zijn gebruikers van het watersysteem. Zij varen, zwemmen, sporten,<br />
vissen, wandelen, fietsen en kijken (rond) op, in en rondom het water. De waterpartners,<br />
maken dit dagelijks mogelijk samen met diverse andere partijen. Dit zijn de sport- en<br />
recreatieverenigingen zoals de roeivereniging, horeca- en recreatie-exploitanten zoals<br />
restaurants langs het water of bootverhuurders, bewoners, de individuele recreanten die op<br />
elkaar letten, alsook ouders van kinderen die op hun kinderen letten. Recreanten mogen op<br />
bepaalde zaken van het watersysteem kunnen rekenen, maar kennen ook een eigen<br />
verantwoordelijkheid.<br />
Figuur 4.5 recreatie en toerisme<br />
35
31 maart 2009<br />
4.2 Speerpunten<br />
4.2.1 Speerpunt 1 Per deelgebied visie op het watersysteem<br />
Om dit speerpunt te bereiken is een verdergaand inzicht nodig in het functioneren van het<br />
watersysteem. Vervolgens wordt een waterstructuurplan opgesteld waarin een integrale<br />
gebiedsgerichte aanpak beschreven is.<br />
Inzicht in het functioneren van het watersysteem.<br />
Knelpunten en oplossingen<br />
In de afgelopen jaren hebben de gemeente en het waterschap gezamenlijk een<br />
watersysteemanalyse uitgevoerd en is het systeem getoetst aan de normen. Tijdens<br />
verschillende workshops hebben gemeente en waterschap pragmatisch gekeken welke<br />
knelpunten er zijn, hoe deze tegen te gaan en hoe kansen benut kunnen worden. Om een<br />
eerste aanzet te maken tot een concreet uitvoeringsprogramma zijn in de bijlage per cluster<br />
de knelpunten uit de workshops gekoppeld aan mogelijke oplossingsrichtingen.<br />
Mitigerend en adaptief<br />
Om echter de stap te maken naar een robuust watersysteem, wil de gemeente niet alleen<br />
mitigerende maatregelen treffen die knelpunten oplossen. De gemeente wil ook adaptieve<br />
maatregelen gaan treffen, vanuit een risicobenadering voor zowel droogte, wateroverlast<br />
als waterkwaliteit (zie hoofdstuk 2.1.). Om deze risicobenadering uit te voeren is gedegen<br />
inzicht nodig naar het functioneren van het watersysteem. Daarom werken we de<br />
watersysteemanalyses nader uit zodat ook een risicobeoordeling (= kans x gevolg) mogelijk<br />
wordt (maatregel 1.1 uit het uitvoeringsprogramma).<br />
Rioleringsstelsel: meten in de buis<br />
In het kader van de rioleringszorg richten we het meetplan “meten in de buis” op<br />
(maatregel 1.3 uit het uitvoeringsprogramma). Doel van dit meetplan is om het<br />
functioneren van het rioleringsstelsel te begrijpen. Echter, de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is<br />
van mening dat het meetplan niet alleen nodig is om inzicht in het rioleringstelsel te krijgen,<br />
maar ook om het effect van de riolering en overige activiteiten in de stad op het<br />
oppervlaktewater en grondwater inzichtelijk te maken. Vaak wordt ten onrechte<br />
aangenomen dat meten een kostbare aangelegenheid is. In veel rioolstelsels verzamelen we<br />
reeds informatie voor het operationeel beheer van de gemalen. De gemalen bevatten vaak<br />
gegevens zoals draaiuren en soms ook waterstanden die we kunnen gebruiken om kennis<br />
over het systeem te vergroten (vullingsgraad, afvoeren). Deze belangrijke informatiebron<br />
wordt bij het opzetten van een meetnet vaak vergeten of onvoldoende benut.<br />
Waterkwaliteitsmetingen oppervlaktewater<br />
Als het gaat om het beperken van de vuiluitstoot uit de riolering is het uiteindelijke doel om<br />
de oppervlaktewaterkwaliteit te verbeteren. De praktijk leert echter dat veel overstorten die<br />
op basis van theorie een groot knelpunt voor het ontvangende water vormen, in de praktijk<br />
geen problemen opleveren. Het meetplan “meten in de buis” kan –nadat het kwantitatief<br />
functioneren in beeld is gebracht- worden uitgebreid met en gekoppeld worden aan<br />
waterkwaliteitsmetingen in het oppervlaktewater. Samenwerking met het waterschap is<br />
hierbij van belang. Het waterschap is immers verantwoordelijk voor de<br />
waterkwaliteit(smetingen). Alle verontreinigingsbronnen die problemen in het<br />
oppervlaktewater veroorzaken brengen we in beeld. De resultaten van de<br />
watersysteemanalyse nemen we mee.<br />
36
31 maart 2009<br />
Figuur 4.6 bemonstering waterkwaliteit<br />
Ambities<br />
Waar mogelijk streven we een hogere kwaliteit van het wijkwater na (bijvoorbeeld door de<br />
aanleg van natuurvriendelijke oevers). Op wijk- en watergangniveau maken we de ambities<br />
inzichtelijk.<br />
Om een beeld te krijgen van de ontwikkelingen in de gemiddelde waterkwaliteit en<br />
ecologie zetten we de huidige monitoring van de waterkwaliteit (Ebeostad) voort. Jaarlijks<br />
bekijken we de resultaten en evalueren we het monitoringplan. Zonodig passen we dit plan<br />
aan. In 2014 stellen we een voortgangsrapportage op. Deze voortgangsrapportage zal ook<br />
een overzicht van het doelbereik van ‘schoon oppervlaktewater’ moeten bevatten, dat<br />
gekoppeld is aan de streefbeelden die per wijk en watergang worden opgesteld in het<br />
hieronder genoemde waterstructuurplan.<br />
Opstellen waterstructuurplan: een integrale gebiedsgerichte aanpak<br />
Ambities per wijk en per watergang<br />
Voor het bestaande gebied wil de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> samen met het waterschap<br />
in een waterstructuurplan streefbeelden en ambities per wijk en per watergang opstellen<br />
(maatregel 1.2 uit het uitvoeringsprogramma). De ambities omschrijven hoe om te gaan<br />
met wateroverlast, de kwaliteit van het water, de belevings- en recreatieve waarde van het<br />
water en beheer & onderhoud. In het waterstructuurplan besteden we aandacht aan de<br />
relatie tussen ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> en het ommeland. Gezien de ontwikkeling van ‘s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong> tot compacte stad is de verwachting dat deze relatie in toekomst steeds<br />
belangrijker zal worden. De bijzondere positie van het Centrumgebied en Avenue A2 zullen<br />
we hierin meenemen. Uitgangspunt is dat de beschikbare ruimte in het watersysteem<br />
zoveel mogelijk wordt benut, met een robuust watersysteem als leidend principe.<br />
Optimale inrichting<br />
Omdat naar verwachting de druk op het recreatief medegebruik van water zal toenemen<br />
nemen we recreatie expliciet in het waterstructuurplan mee. In samenwerking met de<br />
Ruimtelijke Structuur Visie (RSV) definiëren we het optimale niveau van de belevings-,<br />
cultuurhistorische- en sociale waarde. Op die manier kunnen we het wijkwater en de<br />
plassen optimaal inrichten voor hun belangrijkste functie.<br />
Concreet uitvoeringsprogramma<br />
Het waterstructuurplan zal een concreet uitvoeringprogramma bevatten. De uitvoering van<br />
deze maatregelen zal starten met de clusters West, Engelen en Maaspoort (tot 2015). Voor<br />
de clusters Binnenstad en Zuid wachten we met de uitvoering van de werkzaamheden tot<br />
37
31 maart 2009<br />
na de omlegging van de Zuid-Willemsvaart (na 2015). Mogelijk kunnen we zo werk met<br />
werk combineren.<br />
Verschuiving beheertaken<br />
Tevens is er in het kader van de overname stedelijk water een verschuiving van<br />
beheertaken mogelijk. De nieuwe verdeling zal met het waterschap moeten worden<br />
afgestemd (maatregel 1.5 uit het uitvoeringsprogramma). Ook de kosten en<br />
kostenverdeling zullen we opnieuw moeten bezien (ook in relatie tot het baggeren).<br />
4.2.2 Speerpunt 2 Gebruik beleidsruimte nieuwe wetgeving en geef helderheid in taken partijen<br />
(NBW)<br />
Voor dit speerpunt is het nodig om beleid ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor<br />
hemel- en grondwater te ontwikkelen, een brede watertoets in te zetten en een<br />
watercontract op te stellen.<br />
Ontwikkelen beleid regenwater en grondwater<br />
Wie is waarvoor verantwoordelijk<br />
In de Wet Gemeentelijke Watertaken is het takenpakket van de gemeente op het gebied<br />
van afvalwater, regenwater en grondwater ‘verbreed’. Tegelijkertijd ligt er een eigen<br />
verantwoordelijkheid bij de perceelseigenaar voor regenwater en grondwater. De gemeente<br />
gaat hier de komende jaren nadere invulling aan geven door scherp vast te leggen wie<br />
waarvoor verantwoordelijk is. Daarbij zijn doelmatigheid en redelijkheid de uitgangspunten<br />
(maatregel 2.1 uit het uitvoeringsprogramma). Per wijk bepalen we wat van de burger<br />
verwacht mag worden.<br />
Omgang met water<br />
De gemeente heeft veel beleidsruimte om te bepalen hoe met de verantwoordelijkheid van<br />
particulieren wordt omgegaan. Dit varieert van communicatie tot het opleggen van<br />
maximale hoeveelheden regen- en grondwater die zij mogen afvoeren naar het<br />
gemeentelijk rioolstelsel. Via communicatie stimuleren we particulieren en het bedrijfsleven<br />
tot een ‘andere’ omgang met water op eigen terrein. Een hemelwaterverordening op<br />
termijn sluiten we niet uit. Daarnaast willen de partijen afspraken maken over een<br />
doelmatige verdeling van de beheertaken van het watersysteem binnen het stedelijk<br />
gebied.<br />
Waterkwaliteitseisen hemelwater<br />
We nemen aan dat hemelwater schoon genoeg is om zonder voorzieningen te lozen op het<br />
oppervlaktewater. Het waterschap heeft als waterkwaliteitsbeheerder de taak om de<br />
waterkwaliteitseisen van het te ontvangen hemelwater aan te geven, zodat we eventuele<br />
zuiveringstrappen hierop kunnen dimensioneren. Het vertalen van deze kwaliteitseisen naar<br />
maatwerkvoorschriften hoe in specifieke gevallen met regenwater om te gaan, zullen we<br />
nog moeten uitwerken.<br />
Wateroverlast door grondwater<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil actief aan de nieuwe zorgplicht voor het grondwater<br />
invulling geven door het opstarten van een onderzoek om de risico’s op wateroverlast door<br />
grondwater in beeld te brengen (maatregel 5.5 uit het uitvoeringsprogramma). In het<br />
onderzoek zal de gemeente gericht de grondwaterstanden meten en de ruimte voor<br />
grondwaterstijging bepalen. De monitoring in combinatie met de klachtenregistratie zal<br />
leiden tot inzicht in de omvang en aard van mogelijke problemen. Het oplossen van<br />
problemen op perceelsniveau valt in principe onder verantwoordelijkheid van de particulier<br />
(mits dit redelijk en doelmatig is).<br />
38
31 maart 2009<br />
Brede watertoets<br />
De watertoets zetten we vroegtijdig en breed in zodat we kansen optimaal kunnen<br />
benutten (maatregel 2.2 uit het uitvoeringsprogramma). Hierin nemen we niet alleen<br />
waterkwantiteit (bergingsopgave) mee, maar komen alle waterhuishoudkundige thema’s<br />
zoals schoon water, afvalwater, regenwater, overtollig grondwater en beheer aan bod.<br />
Watercontract<br />
De gemeente en de waterschappen hebben de intentie om bij kleine inbreidingen of<br />
nieuwbouwprojecten een watercontract in te zetten. (maatregel 2.3 uit het<br />
uitvoeringsprogramma). Het watercontract is een boekhoudkundig systeem waarin we de<br />
hoeveelheid waterberging registreren. Het primaire doel is om ervoor te zorgen dat de<br />
wateroverlast niet toeneemt bij extra verharding. Wanneer extra oppervlaktewater nodig is<br />
om wateroverlast te voorkomen realiseren we dit. Echter, niet in alle gevallen is de aanleg<br />
van extra water noodzakelijk of de enige manier om wateroverlast te voorkomen. Ook<br />
andere oplossingen mogen we niet uitsluiten, waarbij we afwenteling op andere gebieden<br />
moeten voorkomen.<br />
4.2.3 Speerpunt 3 Klimaatadaptieve stadsontwikkeling<br />
Voor dit speerpunt is het van belang om in nieuw stedelijk gebied adaptief te bouwen. Ook<br />
moeten we de richtlijnen per wijk opstellen en duidelijk naar particulieren en<br />
projectontwikkelaars communiceren.<br />
Adaptief bouwen<br />
Duurzaam watersysteem in nieuw stedelijk gebied<br />
In nieuw stedelijk gebied richten we het watersysteem meteen op een duurzame,<br />
klimaatrobuuste wijze in. Niet alleen het inrichten van water, ook een andere wijze van<br />
bouwen kan een oplossing zijn (adaptief bouwen). Denk aan het ophogen van<br />
(nieuwbouw)gebieden, de directe afvoer naar de beken en/of het infiltreren van<br />
regenwater. De kansen voor waterberging op particulier terrein worden benut. Denk hierbij<br />
aan sedumdaken, beperking verharding tuinen, dakgoten, bassins en/of regentonnen<br />
(water op het dak, de tuin als spons). Om innovatief groen, zoals gras- of sedumdaken te<br />
stimuleren, zitten gemeente en waterschap gezamenlijk in een provinciale werkgroep. In<br />
het openbaar gebied kunnen we waterpleinen of doorlatende verhardingen inzetten.<br />
Figuur 4.7 bergbezinkbassin<br />
Grondige analyse<br />
De waterpartners realiseren zich dat voor elke inbreiding of nieuwbouw, een grondige<br />
analyse en maatwerk nodig zijn.<br />
39
31 maart 2009<br />
Kansen<br />
De te herstructureren gebieden bieden kansen om bestaande kwetsbare riolerings- en<br />
watersystemen om te bouwen tot een klimaatrobuust systeem.<br />
Opstellen richtlijnen per wijk<br />
inspiratieboek<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> vindt het belangrijk dat richting particulieren en<br />
projectontwikkelaars duidelijk wordt aangegeven hoe het beste met water omgegaan kan<br />
worden. Omdat dit per wijk verschillend is, is het belangrijk dat de richtlijnen per wijk<br />
worden opgesteld. Om ontwerpers en burgers te stimuleren om creatief en adaptief met<br />
water om te gaan, zullen gemeente en waterschap een inspiratieboek opstellen (maatregel<br />
3.1 uit het uitvoeringsprogramma).<br />
4.2.4 Speerpunt 10 Werken aan Water in West (de schop in de grond)<br />
Om dit speerpunt te bereiken worden mogelijke maatregelen geconcretiseerd en overige<br />
‘no regret’ maatregelen uitgevoerd.<br />
Oplossen gesignaleerde knelpunten<br />
Mogelijke maatregelen<br />
Voor het cluster West en Engelen zijn de oplossingsrichtingen uit de watersysteemanalyses<br />
al concreter in beeld en vertaald naar mogelijke maatregelen. Deze zijn vastgelegd in een<br />
inrichtings- en beheersvisie. Ten aanzien van de waterkwaliteit is een aantal knelpunten<br />
gesignaleerd. De visie resulteerde in een zestal maatregelen die de gesignaleerde<br />
knelpunten oplossen.<br />
Overige maatregelen<br />
Deze zogenaamde ‘no regret’ maatregelen voeren we in de komende planperiode uit. Met<br />
de vergroting van de bergingscapaciteit is reeds een aanvang gemaakt (maatregel 10.2 uit<br />
het uitvoeringsprogramma). De overige (kwaliteits)maatregelen bestaan uit o.a. het maken<br />
van een nieuwe inlaat voor West, het ontkoppelen van de hooggelegen zandrug in de<br />
dorpskern Engelen, baggeren in de dorpskern Engelen en het afkoppelen van stedelijke<br />
verhardingen in West (maatregelen 10.1, 10.3 t/m 10.6). Een deel van deze maatregelen<br />
valt onder de maatregelen uit het Stroomgebiedbeheerplan, waarvoor KRWsynergiesubsidie<br />
is verkregen.<br />
40
31 maart 2009<br />
5 Samenwerking<br />
5.1 Betrokken organisaties<br />
Bij het uitvoeren van het waterbeheer in en rondom de stad ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zijn<br />
verschillende organisaties betrokken:<br />
Gemeente<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is primair verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening en<br />
het milieubeleid. Daarnaast heeft de gemeente de zorg voor het grondwater en voor<br />
inzameling en transport van het afvalwater en het overtollige hemelwater. Vanuit de Wet<br />
Bodembescherming is de gemeente het bevoegd gezag voor de kwaliteit van het ondiepe<br />
grondwater.<br />
Waterschappen<br />
De waterschappen Aa en Maas en de Dommel zijn beheerder van het<br />
oppervlaktewatersysteem, waar keringen (kwantiteit) en rioolzuiveringsinstallaties<br />
(kwaliteit) onderdeel van uitmaken. Het grootste deel van de gemeente ligt in het<br />
beheersgebied van waterschap Aa en Maas. Gemeente en waterschap ontmoeten elkaar<br />
voor het stedelijke watersysteem op velerlei terreinen. Hierbij valt te denken aan de<br />
(her)inrichting van gebieden, het opstellen van bestemmingsplannen, de uitvoering van een<br />
MER, het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en stadswateren, de aanpak van<br />
(grond)wateroverlast, de aanleg van nieuwe voorzieningen, etc..<br />
Provincie<br />
De provincie is grondwaterbeheerder van het diepe grondwater. Als grondwaterbeheerder<br />
kan de provincie taken aan de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> delegeren.<br />
Brabant Water<br />
Brabant Water wint, zuivert, transporteert en levert drinkwater aan de bewoners van ’s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong>. Brabant Water onttrekt al zijn drinkwater uit het grondwater. Voor Brabant<br />
Water is het daarom belangrijk dat er voldoende grondwater van voldoende kwaliteit<br />
aanwezig is.<br />
Rijkswaterstaat<br />
Rijkswaterstaat is de primair verantwoordelijke voor bescherming tegen hoogwater vanuit<br />
de Maas en voor schoon Maaswater. Tevens behoort de zorg voor een vlot en veilig<br />
verkeer over water (beroepsvaart, recreatievaart) tot de kerntaken van Rijkswaterstaat als<br />
vaarwegbeheerder.<br />
Particulieren<br />
Ten slotte zijn ook de particulieren en onttrekkers van grondwater en gebruikers van KWOopslag<br />
betrokken bij een goed waterbeheer. Wat betreft de particulieren gaat het niet<br />
alleen om de belangen die zij hebben bij een goed waterbeheer. Zij zijn ook<br />
verantwoordelijk voor de afvoer van regen-, afval- en grondwater op het eigen perceel.<br />
41
31 maart 2009<br />
5.2 Organisatie<br />
Externe samenwerking<br />
De waterpartners hebben samenwerking hoog op de agenda staan omdat dit<br />
kennisuitwisseling stimuleert. Vanuit een integrale afweging realiseren we hierdoor een<br />
optimale waterhuishouding tegen maatschappelijk verantwoorde kosten. Een waterrijke en<br />
dynamische stad als ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> hecht daarom veel waarde aan een structurele en<br />
inspirerende samenwerking.<br />
Sinds 2001 heeft de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>, zowel in de watersysteemanalyse voor de<br />
stadswateren als in het gebiedsproces Brabant, een effectieve samenwerking opgebouwd<br />
met de buurgemeenten, het waterschap Aa en Maas en waterschap de Dommel. Deze<br />
samenwerking zetten we verder voort. Daarbij verbreden we het overleg vanuit het<br />
gebiedsproces op het gebied van duurzaamheid door alle thema’s te agenderen. Daarnaast<br />
wordt de samenwerking tussen de waterpartners ingevuld doordat:<br />
- een geïntegreerd calamiteitenplan van gemeente en waterschap is opgesteld;<br />
- de belangen van <strong>'s</strong>-<strong>Hertogenbosch</strong> voldoende vertegenwoordigd zijn in de uitwerking<br />
van de Deltacommissie (bescherming tegen overstroming door de Maas);<br />
- de belangen van <strong>'s</strong>-<strong>Hertogenbosch</strong> voldoende vertegenwoordigd zijn in het regionale<br />
beleidsteam van de veiligheidsregio’s (om gevolgen van overstromingen sterk te<br />
beperken);<br />
- de Waterpartners nauw samen werken met onder meer projectontwikkelaars,<br />
woningbouwcorporaties, bouwers, banken en burgers.<br />
Interne samenwerking<br />
Naast een slagvaardige externe samenwerking is het belangrijk dat we de huidige<br />
ingeslagen weg blijven volgen wat betreft interne samenwerking en communicatie tussen<br />
de afdelingen van de gemeente. Gebleken is dat het veel oplevert wanneer alle thema’s<br />
“tegelijk” aan tafel komen, en we integrale en afgewogen keuzes maken. Dit maakt een<br />
optimale afstemming tussen bijvoorbeeld de afdelingen ontwerp/inrichting (ROS/ORV) en<br />
beheer en onderhoud (BOR) mogelijk, waardoor eenvoudig te onderhouden watergangen<br />
kunnen worden ontworpen. Ook is gebleken dat pragmatisme en creativiteit beter worden<br />
gecombineerd als het ingenieursbedrijf (IB) vroegtijdig met de ontwerpers/inrichters<br />
samenwerken.<br />
Het zal duidelijk zijn dat een solide samenwerking tussen alle betrokken afdelingen (ROS,<br />
IB, BOR, ORV, Milieu) cruciaal is voor de ontwikkeling en continuïteit van een<br />
weloverwogen waterhuishoudkundig systeem.<br />
Enerzijds wordt dit ingevuld doordat deze afdelingen bij de uitvoering van het waterplan<br />
actief zullen participeren bij de actualisatie van de ruimtelijke structuurvisie. Dit maakt het<br />
mogelijk om water in een vroegtijdig stadium als creatief en sturend element richting te<br />
laten geven aan ruimtelijke plannen. Dit komt zowel het watersysteem als het plan ten<br />
goede.<br />
Anderzijds is deze samenwerking verankerd door de intensieve afstemming tussen de<br />
afdelingen IB en Milieu voor een gedegen koppeling tussen het verbreed gemeentelijk<br />
rioleringsplan en het waterplan.<br />
42
31 maart 2009<br />
Uitvoeringsorganisatie (zie paragraaf 6.3)<br />
De huidige uitvoeringsorganisatie wordt voortgezet. Deze bestaat uit:<br />
- een stuurgroep die circa eens per half jaar bijeenkomt om de voortgang te<br />
bespreken, indien nodig het uitvoeringsplan bij te sturen en jaarlijks het<br />
uitvoeringsplan te actualiseren. In de stuurgroep nemen deel de wethouders water<br />
(voorzitter) en ruimtelijke ordening, bestuursleden van waterschap Aa en Maas en<br />
de Dommel en de directeur van Brabant Water;<br />
- de coördinatiegroep bestaande uit vertegenwoordigers van de betrokken<br />
afdelingen van gemeente, waterschappen en waterleidingbedrijf. De<br />
Programmaleider water van de gemeente (zie hieronder) zit deze groep voor. De<br />
coördinatiegroep komt circa eens in de twee maanden bijeen voor onderlinge<br />
afstemming van projecten. Tevens rapporteert zij aan de stuurgroep;<br />
- de programmaleider water, die de interne coördinatie van alle water- en<br />
watergerelateerde projecten binnen de gemeente coördineert. Deze is niet<br />
inhoudelijk verantwoordelijk voor alle projecten. Tevens is de programmaleider het<br />
aanspreekpunt voor de externe waterpartners;<br />
- de diverse projecten uit het uitvoeringsprogramma hebben een eigen<br />
projectorganisatie en projectleider, en dus ook een eigen planning en structuur<br />
voor de bewaking van tijd, kosten en kwaliteit.<br />
Aan deze uitvoeringsorganisatie wordt een managementoverleg tussen afdelingshoofden<br />
van de gemeente en waterschap Aa en Maas toegevoegd. Hierdoor kunnen<br />
ontwikkelingen en kansen vanuit een breder perspectief in de interne organisatie van de<br />
waterpartners worden meegenomen. De managementgroep ziet tevens toe op de<br />
voortgang van projecten en pakt geconstateerde knelpunten op. De managementgroep<br />
komt circa halfjaarlijks bijeen.<br />
Waterschap Aa en Maas heeft inmiddels één programmamanager aangesteld, die alle<br />
projecten in en rondom ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> centraal coördineert. Tussen de<br />
programmamanager en de programmaleider zal regelmatig afstemming plaats vinden.<br />
5.3 Beheer & onderhoud<br />
Behoefte aan eenduidige afspraken<br />
Op dit moment gelden er verschillende afspraken met gemeenten over beheer- en<br />
onderhoudstaken en –verantwoordelijkheden voor het oppervlaktewater. Deze zijn<br />
historisch gegroeid en niet te verklaren op basis van verschillen per gemeente. Vanuit het<br />
waterschap is daarom behoefte aan afspraken op basis van eenduidige uitgangspunten<br />
voor alle gemeenten. Hiertoe wordt de waterschapslegger geactualiseerd in 2009, waarna<br />
vanaf 2010 de gemeenten en het waterschap de beheer- en onderhoudstaken zullen<br />
verdelen.<br />
Regulier onderhoud<br />
Tot 2010 voert de gemeente het reguliere onderhoud uit aan alle zogenaamde legger<br />
watergangen (grote watergangen). Het gaat om het baggeren van de watergangen en om<br />
het onderhoud aan de oevers en belangrijke kunstwerken. De gemeente voert dit<br />
onderhoud in principe in opdracht van het waterschap uit, aangezien het waterschap voor<br />
deze wateren onderhoudsplichtig is. Voor de overige wateren is de gemeente<br />
onderhoudsplichtig.<br />
43
31 maart 2009<br />
Figuur 5.1 baggeren Maaspoort<br />
Het regulier onderhoud vindt op een natuurvriendelijke en ecologisch verantwoorde manier<br />
plaats. In de planperiode stemmen de gemeente en provincie de beheertaken voor<br />
grondwater beter af. Dit geldt ook ten aanzien van de afstemming tussen gemeente en<br />
waterschap voor het beheer van wijkwater en plassen.<br />
5.4 Beter inzicht door gebruik van ICT<br />
Informatisering<br />
Informatisering wordt voor de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> steeds belangrijker. Om<br />
zinvolle afwegingen te kunnen maken van maatregelen (kosten- en baten analyses) is het<br />
belangrijk dat het bekend is hoe het watersysteem nu en in de toekomst zal werken. De<br />
zogenaamde basisgegevens (ligging van de watergangen, de stromingsrichting van het<br />
water, de status van de oevers, het type riolering etc.) moeten bekend zijn. Daarnaast<br />
zullen meetgegevens het inzicht in het watersysteem verder vergroten.<br />
Basisgegevens centraal opslaan<br />
De basisgegevens worden centraal opgeslagen zodat alle belanghebbenden van gemeente<br />
en waterschap deze kunnen gebruiken. Zo voorkomen we dat gegevens dubbel worden<br />
verzameld of dat kennis wel bij de ene afdeling beschikbaar is, maar niet bij de andere<br />
afdeling. Voor een centrale opslag van de basisgegevens kunnen we aansluiten bij de<br />
plannen van het waterschap om de gegevens over de legger watergangen te actualiseren.<br />
De gemeente kan deze gegevens aanvullen met “overig water” of andere kenmerken. De<br />
basisgegevens voorzien we van metadata. Hierbij sluiten we aan op het format van de<br />
Europese Richtlijn.<br />
Meetgegevens centraal opslaan<br />
Ook meetgegevens beheren we en slaan we zoveel mogelijk centraal op. Dit heeft als<br />
voordeel dat we meetgegevens in samenhang kunnen bekijken waardoor het integraal<br />
analyseren en presenteren van gegevens een stuk eenvoudiger wordt. Hierdoor is het<br />
mogelijk om modeluitkomsten van watersystemen (riolering en oppervlaktewater) te<br />
valideren en daarmee theorie en praktijk beter op elkaar aan te laten sluiten. Dit vergroot<br />
het inzicht in de werking van het watersysteem, waardoor de effectiviteit van maatregelen<br />
ter verbetering ervan aanzienlijk wordt vergroot.<br />
Naast een geschikt en flexibel informatiesysteem, is van belang dat we voor de analyse van<br />
de meetgegevens en modelvalidatie voldoende tijd reserveren.<br />
44
31 maart 2009<br />
5.5 Communicatie met de burger en klachtenafhandeling<br />
Bestaande kanalen optimaal benutten<br />
Communicatie is een belangrijk instrument om het water onder de aandacht te brengen bij<br />
verschillende doelgroepen. Daarvoor kunnen we een aantal middelen inzetten zoals de<br />
internetsites van de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>, de waterschappen en BrabantWater.<br />
Deze organisaties beschikken daarnaast over andere communicatiemiddelen waarin we het<br />
thema “water” (periodiek) melden zoals brochures, nieuwsbrieven en pagina’s in<br />
weekbladen. Het is belangrijk om de bestaande kanalen optimaal te benutten.<br />
Inspelen op de beleving<br />
Het belangrijkste strategische uitgangspunt is om over de projecten te gaan communiceren.<br />
We willen de verschillende doelgroepen laten “beleven” wat de resultaten zijn van de<br />
uitgevoerde projecten. Mensen willen “horen en zien” wat er in de directe omgeving<br />
gebeurt en wat de eventuele meerwaarde voor hen is. Dat kan het beste door de focus op<br />
het resultaat te leggen. Dat doen we door te informeren (vergroten van kennis), de<br />
betrokkenheid te vergroten (belang van projecten benadrukken) en eventueel gewenst<br />
gedrag te bevorderen (actieve houding stimuleren).<br />
De bewuste burger<br />
Het realiseren en in stand houden van een duurzaam watersysteem kan niet alleen door de<br />
waterpartners worden ingevuld. Participatie en met name het bewustzijn van burgers in de<br />
omgang met water is hierbij van groot belang. Zeker in afgekoppelde gebieden is het<br />
essentieel dat de burger zich realiseert dat lozingen op verhard oppervlak (autowassen,<br />
onkruidbestrijding, etc.) direct in het milieu zoals het oppervlakte- of grondwater terecht<br />
komen.<br />
De Wet gemeentelijke watertaken beschrijft ook de verantwoordelijkheid van particulieren<br />
bij de afvoer van overtollig hemel- en grondwater. Wat we ‘redelijkerwijs’ van de particulier<br />
en de projectontwikkelaar mogen verwachten gaat de gemeente verwoorden in nieuw<br />
beleid. De uitwerking hiervan vindt in het VGRP plaats.<br />
De acceptatie voor eventuele wateroverlast is tevens groter, wanneer de burger goed<br />
geïnformeerd is over de risico<strong>'s</strong> op wateroverlast en de inspanning die de waterpartners<br />
leveren om wateroverlast tot een minimum te beperken.<br />
Klachten van bewoners worden systematisch bijgehouden, bijvoorbeeld in een waterloket.<br />
Klachten handelen we tijdig en correct af.<br />
Communicatieplannen<br />
Het voorstel is om per project, indien nodig, vooraf een communicatieplan op te stellen (zie<br />
uitvoeringsprogramma paragraaf 6.3). Dat zijn geen uitgebreide plannen, maar korte<br />
notities waarin helder staat omschreven wat de doelstellingen, doelgroepen, boodschappen<br />
en communicatiemiddelen zijn. Betrokken partijen stellen deze notities op. Ook de<br />
uitvoering is de verantwoordelijkheid van de betrokken partijen. Daar waar nodig besteden<br />
we uitvoerende werkzaamheden uit.<br />
In deze notities geven we ook aan welke middelen we inzetten om naar een breder publiek<br />
te communiceren. Sommige projecten zijn namelijk bij uitstek geschikt om als voorbeeld te<br />
dienen voor andere projecten. Bovendien kunnen de betrokken partijen laten zien wat hun<br />
rol, inzet en betrokkenheid is. Verder is de dosering van communicatie belangrijk. Dat<br />
betekent dat we met regelmaat over “water” communiceren.<br />
Daar waar mogelijk haken we aan bij andere initiatieven. Zeker waar er directe raakvlakken<br />
zijn. Denk bijvoorbeeld aan de Tijdreiziger, de Groene Delta en de landelijke campagne<br />
45
31 maart 2009<br />
Goed Rioolgebruik in het najaar van 2009. Daar liggen kansen om elkaars<br />
communicatiekracht te benutten.<br />
46
31 maart 2009<br />
6 Programma<br />
In de vorige hoofdstukken zijn de afzonderlijke programmaonderdelen nader toegelicht. In<br />
dit hoofdstuk is het totale uitvoeringsprogramma opgenomen. Paragraaf 6.1 gaat in op de<br />
gemaakte afspraken bij de uitvoering van het programma. In paragraaf 6.2 geven we een<br />
toelichting op het totale programma door de 10 speerpunten. Het totale overzicht is<br />
weggezet in de tabellen in paragraaf 6.3.<br />
6.1 Afspraken<br />
Het waterplan betreft een koepelplan. Het is een plan dat als uitgangspunt dient om in de<br />
komende jaren de gezamenlijke wateragenda vorm te geven.<br />
Kosten<br />
De diverse partijen (waterschappen, waterleidingsbedrijf of gemeente) trekken zelf de in<br />
het uitvoeringsprogramma genoemde projecten. Deze zijn vaak door meerdere partijen<br />
gefinancierd. In het uitvoeringsprogramma zijn de kosten opgenomen van de verschillende<br />
projecten. Deze betreffen alleen onderzoeks- en uitvoeringskosten. De kosten zijn<br />
indicaties. Veel zal afhangen van de uiteindelijke uitwerkingen (plannen, ontwerpen en<br />
ambities). In die zin zijn de aangegeven ramingen ook nog geen toezeggingen van<br />
betrokken partijen. Jaarlijks zullen we aan de hand van een evaluatie van de voortgang<br />
opnieuw afspraken maken over beschikbare middelen en capaciteit.<br />
Samenwerking<br />
Samenwerking tussen de waterpartners is belangrijk. De bestaande stuurgroep, met<br />
bestuurders van de waterpartners, zetten we dan ook voort. Aanvullend zal op<br />
managementniveau overleg plaatsvinden tussen de gemeente en waterschap Aa en Maas.<br />
Naast de externe samenwerking is uiteraard een efficiënte interne samenwerking op het<br />
gebied van water noodzakelijk. De programmaleider water bij de gemeente en de<br />
programmamanager bij waterschap Aa en Maas spelen hierbij een cruciale rol. Door deze<br />
organisatieopzet kunnen ontwikkelingen en kansen vanuit het bredere perspectief van de<br />
verschillende waterpartners worden meegenomen.<br />
Nieuwe afspraken<br />
Op dit moment gelden er verschillende afspraken met gemeenten over beheer- en<br />
onderhoudstaken en verantwoordelijkheden voor het oppervlaktewater. Daarom zullen we<br />
hierover in 2010 nieuwe afspraken maken.<br />
Centraal opslaan basis- en meetgegevens<br />
Informatisering wordt steeds belangrijker. De basis- en meetgegevens worden centraal<br />
opgeslagen zodat alle belanghebbenden van gemeente en waterschap deze basisgegevens<br />
kunnen gebruiken.<br />
Externe communicatie<br />
Na bekendmaking van de gezamenlijke vaststelling door de waterpartners, zal de externe<br />
communicatie van het waterplan projectmatig gericht zijn. Deze wordt daarmee gekoppeld<br />
aan het uitvoeringsprogramma van het waterplan. Op deze manier kunnen we doelgericht<br />
per project bepalen welke partner wat, hoe en naar welke doelgroep communiceert. Voor<br />
de communicatie is 50.000 euro per jaar benodigd.<br />
47
31 maart 2009<br />
6.2 De 10 speerpunten van het waterplan<br />
Het uitvoeringsprogramma is aan de hand van de volgende 10 speerpunten samengesteld:<br />
6.2.1 Speerpunt 1: Per deelgebied een visie op het watersysteem (waterstructuurplan)<br />
Inzicht in het functioneren van het watersysteem.<br />
Knelpunten opsporen en oplossen<br />
In de afgelopen jaren hebben de gemeente en het waterschap gezamenlijk een<br />
watersysteemanalyse uitgevoerd en is het systeem getoetst aan de normen. Tijdens<br />
verschillende workshops hebben gemeente en waterschap pragmatisch gekeken welke<br />
knelpunten er zijn, hoe deze tegen te gaan en hoe kansen benut kunnen worden. Om een<br />
eerste aanzet te maken tot een concreet uitvoeringsprogramma zijn in de bijlage per cluster<br />
de knelpunten uit de workshops gekoppeld aan mogelijke oplossingsrichtingen.<br />
Watersysteemanalyses voor risicobeoordeling<br />
Om echter de stap te maken naar een robuust watersysteem, wil de gemeente niet alleen<br />
mitigerende maatregelen treffen die knelpunten oplossen. De gemeente wil ook adaptieve<br />
maatregelen gaan treffen, vanuit een risicobenadering voor zowel droogte en wateroverlast<br />
als voor waterkwaliteit (zie hoofdstuk 2.1). Om deze risicobenadering uit te voeren is<br />
gedegen inzicht nodig in het functioneren van het watersysteem. Daarom worden de<br />
watersysteemanalyses nader uitgewerkt zodat ook een risicobeoordeling (= kans x gevolg)<br />
mogelijk wordt (maatregel 1.1 uit het uitvoeringsprogramma).<br />
Inzicht in het functioneren van het rioleringsstelsel<br />
In het kader van de rioleringszorg richten we het meetplan “meten in de buis” op<br />
(maatregel 1.3 uit het uitvoeringsprogramma). Doel van dit meetplan is om het<br />
functioneren van het rioleringsstelsel te begrijpen. Echter, de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is<br />
van mening dat het meetplan niet alleen nodig is om inzicht in het rioleringsstelsel te<br />
krijgen, maar ook om het effect van de riolering en overige activiteiten in de stad op het<br />
oppervlaktewater en grondwater inzichtelijk te maken. Vaak wordt ten onrechte<br />
aangenomen dat meten een kostbare aangelegenheid is. In veel rioolstelsels verzamelen we<br />
reeds informatie voor het operationeel beheer van de gemalen. De gemalen bevatten vaak<br />
gegevens, zoals draaiuren en soms ook waterstanden, die we kunnen gebruiken om kennis<br />
over het systeem te vergroten (vullingsgraad, afvoeren). Deze belangrijke informatiebron<br />
wordt bij het opzetten van een meetnet vaak vergeten of onvoldoende benut.<br />
Verontreinigingsbronnen van het oppervlaktewater opsporen<br />
Als het gaat om het beperken van de vuiluitstoot uit de riolering is het uiteindelijke doel het<br />
verbeteren van de oppervlaktewaterkwaliteit. De praktijk leert echter dat veel overstorten<br />
die in theorie een groot knelpunt voor het ontvangende water vormen, in de praktijk geen<br />
problemen opleveren. Nadat het kwantitatief functioneren in beeld is gebracht kunnen we<br />
het meetplan “meten in de buis” uitbreiden met en koppelen aan waterkwaliteitsmetingen<br />
in het oppervlaktewater. Samenwerking met het waterschap is hierbij van belang omdat<br />
het waterschap verantwoordelijk is voor de waterkwaliteit(smetingen). Alle<br />
verontreinigingsbronnen die problemen in het oppervlaktewater veroorzaken brengen we<br />
in beeld. De resultaten van de watersysteemanalyse nemen we mee. Waar mogelijk streven<br />
we een hogere kwaliteit van het wijkwater na (bijvoorbeeld door de aanleg van<br />
natuurvriendelijke oevers). Op wijk- en watergangniveau maken we de ambities inzichtelijk.<br />
48
31 maart 2009<br />
Om een beeld te krijgen van de ontwikkelingen in de gemiddelde waterkwaliteit en<br />
ecologie zetten we de huidige monitoring van de waterkwaliteit (Ebeostad) voort. Jaarlijks<br />
bekijken we de resultaten en evalueren we het monitoringsplan dat we zonodig aanpassen.<br />
Voortgangsrapportage<br />
In 2014 stellen we een voortgangsrapportage op. Deze voortgangsrapportage zal ook een<br />
overzicht van het doelbereik van ‘schoon oppervlaktewater’ moeten bevatten. Dit<br />
doelbereik is gekoppeld aan de streefbeelden die per wijk en watergang worden opgesteld<br />
in het hieronder genoemde waterstructuurplan.<br />
Opstellen waterstructuurplan: een integrale gebiedsgerichte aanpak<br />
Streefbeelden en ambities<br />
Voor het bestaande gebied wil de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> samen met het waterschap<br />
in een waterstructuurplan streefbeelden en ambities per wijk en per watergang opstellen<br />
(maatregel 1.2 uit het uitvoeringsprogramma). De ambities beschrijven hoe om te gaan met<br />
wateroverlast, de kwaliteit van het water en de belevings- en recreatieve waarde van het<br />
water, beheer en onderhoud.<br />
De relatie tussen ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> en het ommeland<br />
In het waterstructuurplan wordt aandacht besteed aan de relatie tussen ’s-<strong>Hertogenbosch</strong><br />
en het ommeland. Gezien de ontwikkeling van ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> tot compacte stad is de<br />
verwachting dat deze relatie in de toekomst steeds belangrijker zal worden. De bijzondere<br />
positie van het Centrumgebied en Avenue A2 zullen we hierin meenemen. Uitgangspunt is<br />
dat we de beschikbare ruimte in het watersysteem zoveel mogelijk benutten, met een<br />
robuust watersysteem als leidend principe.<br />
Recreatie<br />
Omdat naar verwachting de druk op het recreatief medegebruik van water zal toenemen,<br />
nemen we recreatie expliciet in het waterstructuurplan mee. In samenwerking met de<br />
Ruimtelijke Structuur Visie (RSV) definiëren we het optimale niveau van de belevings-,<br />
cultuurhistorische- en sociale waarde. Op die manier kunnen we het wijkwater en de<br />
plassen optimaal inrichten voor hun belangrijkste functie.<br />
Uitvoeringsprogramma<br />
Het waterstructuurplan zal een concreet uitvoeringprogramma bevatten. De uitvoering van<br />
deze maatregelen zal starten met de clusters West en Engelen en Maaspoort (tot 2015).<br />
Voor de clusters Binnenstad en Zuid wachten we met de uitvoering van de werkzaamheden<br />
tot na de omlegging van de Zuid-Willemsvaart (na 2015). Mogelijk kunnen we zo werk<br />
met werk combineren.<br />
Verschuiving beheertaken<br />
Tevens is er in het kader van overname stedelijk water een verschuiving van beheertaken<br />
mogelijk. De nieuwe verdeling zullen we met het waterschap moeten afstemmen<br />
(maatregel 1.5 uit het uitvoeringsprogramma). Ook de kosten en kostenverdeling zullen we<br />
opnieuw moeten bezien (ook in relatie tot het baggeren).<br />
49
31 maart 2009<br />
6.2.2 Speerpunt 2: Gebruik beleidsruimte nieuwe wetgeving en geef helderheid in taken partijen<br />
(NBW)<br />
Ontwikkelen beleid regenwater en grondwater<br />
Wie is waarvoor verantwoordelijk<br />
In de Wet Gemeentelijke Watertaken is het takenpakket van de gemeente op het gebied<br />
van afvalwater, regenwater en grondwater ‘verbreed’. Tegelijkertijd ligt er een eigen<br />
verantwoordelijkheid bij de perceelseigenaar voor regenwater en grondwater. De gemeente<br />
gaat hier de komende jaren nadere invulling aan geven door scherp vast te leggen wie<br />
waarvoor verantwoordelijk is, waarbij doelmatigheid en redelijkheid uitgangspunten zijn<br />
(maatregel 2.1 uit het uitvoeringsprogramma). Per wijk wordt bepaald wat van de burger<br />
verwacht mag worden. De gemeente heeft veel beleidsruimte om te bepalen hoe met de<br />
verantwoordelijkheid van particulieren wordt omgegaan, variërend van communicatie tot<br />
het opleggen van maximale hoeveelheden regen- en grondwater die mogen worden<br />
afgevoerd naar het gemeentelijke rioolstelsel. Via communicatie stimuleren we particulieren<br />
en bedrijfsleven tot een ‘andere’ omgang met water op eigen terrein. Een<br />
hemelwaterverordening op termijn sluiten we niet uit. Daarnaast willen de partijen<br />
afspraken maken over een doelmatige verdeling van de beheertaken van het watersysteem<br />
binnen het stedelijk gebied.<br />
Omgaan met regenwater<br />
We nemen aan dat hemelwater schoon genoeg is om zonder voorzieningen te lozen op het<br />
oppervlaktewater. Het waterschap heeft als waterkwaliteitsbeheerder de taak om de<br />
waterkwaliteitseisen van het te ontvangen hemelwater aan te geven, zodat eventuele<br />
zuiveringstrappen hierop gedimensioneerd kunnen worden. Het vertalen van deze<br />
kwaliteitseisen naar maatwerkvoorschriften hoe in specifieke gevallen met regenwater om<br />
te gaan, zullen we nog moeten uitwerken.<br />
Risico´s op wateroverlast door grondwater<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil actief aan de nieuwe zorgplicht voor het grondwater<br />
invulling geven door het opstarten van een onderzoek om de risico’s op wateroverlast door<br />
grondwater in beeld te brengen (maatregel 5.5 uit het uitvoeringsprogramma). In het<br />
onderzoek zal de gemeente gericht de grondwaterstanden meten en de ruimte voor<br />
grondwaterstijging bepalen. De monitoring in combinatie met de klachtenregistratie zal<br />
leiden tot inzicht in de omvang en aard van mogelijke problemen. Het oplossen van<br />
problemen op perceelsniveau valt in principe onder verantwoordelijkheid van de particulier<br />
(mits dit redelijk en doelmatig is).<br />
Brede watertoets<br />
De watertoets zetten we vroegtijdig en breed in zodat we kansen optimaal kunnen<br />
benutten (maatregel 2.2 uit het uitvoeringsprogramma). Hierbij nemen we naast<br />
waterkwantiteit (bergingsopgave) alle waterhuishoudkundige thema’s mee (o.a. schoon<br />
water, afvalwater, regenwater, overtollig grondwater en beheer).<br />
Watercontract<br />
De gemeente en de waterschappen hebben de intentie om bij kleine inbreidingen of<br />
nieuwbouwprojecten een watercontract in te zetten (maatregel 2.3 uit het<br />
uitvoeringsprogramma). Het watercontract is een boekhoudkundig systeem waarin de<br />
hoeveelheid waterberging geregistreerd wordt. Het primaire doel is om ervoor te zorgen<br />
dat de wateroverlast niet toeneemt bij extra verharding. Wanneer extra oppervlaktewater<br />
50
31 maart 2009<br />
nodig is om wateroverlast te voorkomen, wordt dit gerealiseerd. Echter, niet in alle gevallen<br />
is de aanleg van extra water noodzakelijk of de enige manier om wateroverlast te<br />
voorkomen. Ook andere oplossingen mogen niet worden uitgesloten, waarbij afwenteling<br />
op andere gebieden moet worden voorkomen.<br />
6.2.3 Speerpunt 3: Klimaatsadaptieve stadsontwikkeling<br />
Inrichten van water en adaptief bouwen in nieuw stedelijk gebied<br />
In nieuw stedelijk gebied richten we het watersysteem meteen op een duurzame<br />
klimaatrobuuste wijze in. Niet alleen het inrichten van water, ook een andere wijze van<br />
bouwen kan een oplossing zijn (adaptief bouwen). Hierbij denken we aan het ophogen van<br />
(nieuwbouw)gebieden, een directe afvoer naar de beken en het infiltreren van regenwater.<br />
De kansen voor waterberging op particulier terrein worden benut. Hierbij kan men denken<br />
aan sedumdaken, beperking verharding tuinen, dakgoten, bassins en/of regentonnen<br />
(water op het dak, de tuin als spons). Gemeente en waterschap zitten gezamenlijk in een<br />
provinciale werkgroep om innovatief groen, zoals gras- of sedumdaken te stimuleren. In<br />
het openbaar gebied kunnen we waterpleinen of doorlatende verhardingen inzetten. De<br />
waterpartners realiseren zich dat voor elke inbreiding of nieuwbouw een grondige analyse<br />
en maatwerk nodig is.<br />
De te herstructureren gebieden bieden kansen om bestaande kwetsbare riolerings- en<br />
watersystemen om te bouwen tot een klimaatrobuust systeem.<br />
Opstellen inspiratieboek<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> vindt het belangrijk dat duidelijk richting particulieren en<br />
projectontwikkelaars wordt aangegeven hoe ze het beste met water kunnen omgaan.<br />
Omdat dit per wijk verschillend is, is het belangrijk dat we de richtlijnen per wijk opstellen.<br />
Om ontwerpers en burgers te stimuleren creatief en adaptief met water om te gaan, zullen<br />
gemeente en waterschap een inspiratieboek opstellen (maatregel 3.1 uit het<br />
uitvoeringsprogramma).<br />
6.2.4 Speerpunt 4: Water maakt ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> mooi<br />
Inrichtingsvisie<br />
Inrichtingsvisie Zuid- Willemsvaart<br />
Het huidige tracé van de Zuid-Willemsvaart krijgt na 2014 een andere bestemming. Voor<br />
de recreatievaart kan de Zuid-Willemsvaart echter een belangrijke ader blijven. De<br />
gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> stelt een inrichtingsvisie op (maatregel 4.1, uit het<br />
uitvoeringsprogramma) om te bepalen wat er met het huidige stuk kanaal in de binnenstad<br />
gebeurt (inrichting, kunstwerken, beheer & onderhoud). Bij de invulling betrekt de<br />
gemeente haar burgers nauw.<br />
Herziening van het WATAK akkoord<br />
Omdat de huidige vaart na 2014 niet langer het eigendom van Rijkswaterstaat is, wordt<br />
het WATAK akkoord herzien. In dit akkoord zijn de aan en af te voeren hoeveelheid water<br />
in de Zuid-Willemsvaart door Rijkswaterstaat vastgelegd vanuit hun verantwoordelijkheid<br />
ten aanzien van de waterkwantiteit. Door de verschillende ruimtelijke ontwikkelingen<br />
(lozen van hemelwater) die langs de Zuid-Willemsvaart spelen, is het voor de gemeente<br />
van belang dit akkoord te herzien. Ook voor het waterschap Aa en Maas biedt een<br />
herziening van het WATAK akkoord kansen voor een efficiënter waterbeheer. Daarnaast<br />
biedt de aanleg van het nieuwe tracé van de Zuid-Willemsvaart en de Rosmalense Aa in de<br />
groene geledingszone kansen ter verbetering van het stadswatersysteem van ’s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong> (zie hoofdstuk 4).<br />
51
31 maart 2009<br />
Tijdelijke mogelijkheden extra wateraanvoer<br />
Aangezien het nog 5 jaar duurt voordat de Zuid-Willemsvaart is omgelegd, onderzoeken<br />
we wat de tijdelijke mogelijkheden zijn voor de Zuid-Willemsvaart ten aanzien van extra<br />
wateraanvoer bij afkoppelen in het kader van geplande ruimtelijke ontwikkelingen<br />
(maatregel 4.2 uit het uitvoeringsprogramma).<br />
Inrichtingsvisie Stads Aa<br />
Ook voor de Stads Aa gaat de gemeente, samen met het waterschap, een inrichtingsvisie<br />
opstellen (maatregel 4.3 uit het uitvoeringsprogramma). Hierin moet duidelijk worden wat<br />
de doelen van de gemeente en waterpartners zijn voor de Stads Aa. De inrichtingsvisie<br />
wordt een integraal plan, met aandacht voor waterkwantiteit, waterkwaliteit, beheer en<br />
onderhoud, beleving en recreatie.<br />
Rosmalense Aa als verbindingszone<br />
Het doel van de Rosmalense Aa is om een goed functionerende ecologische<br />
verbindingszone te realiseren tussen Aa en Maas. De huidige Aa zal worden afgetakt en<br />
met een sifon onder de nieuwe Zuid-Willemsvaart overgaan in de Rosmalense Aa. Hierbij<br />
zullen we de Rosmalense Aa inrichten als licht slingerende beek met vrije afwatering,<br />
stabiele afvoer en voldoende stroming (maatregel 4.4 uit het uitvoeringsprogramma)).<br />
6.2.5 Speerpunt 5: Visie op de ondergrond<br />
De ondergrond in kaart<br />
Meer inzicht in de ondergrond<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> vindt het belangrijk dat het tweede watervoerende pakket<br />
beschikbaar blijft voor hoogwaardige toepassingen (drinkwaterwinning en onttrekking voor<br />
menselijke consumptie). Het gebruik van het grondwater (en de ondergrond) neemt<br />
immers alleen maar toe. De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil meer inzicht in de ondergrond<br />
om richting te kunnen bepalen. Zij zal daarom een meetnet diep grondwater ontwikkelen<br />
(maatregel 5.1 uit het uitvoeringsprogramma) om voldoende inzicht in het functioneren<br />
van het diepe grondwater te krijgen.<br />
Functies ondergrond<br />
Door de toename van het gebruik van de ondergrond is het nodig om aan de ondergrond<br />
functies toe te kennen. Dit geldt zowel voor het diepe als het ondiepe grondwater. We<br />
zullen hiervoor een visie ontwikkelen (zie maatregel 5.2 uit het uitvoeringsprogramma).<br />
Deze zal effect hebben op het bovengronds bestemmen. Aandachtpunten voor het diepe<br />
grondwater zijn drinkwateronttrekkingen, industriële onttrekkingen voor menselijke<br />
consumptie, KWO en diepte-infiltratie mede in relatie tot bestaande bodemverontreiniging.<br />
Aandachtspunten voor het ondiepe grondwater zijn de verontreiniging in relatie tot<br />
afkoppelen, warmtenetten en ondergronds bouwen.<br />
Masterplannen KWO´s<br />
De gemeente vindt het belangrijk om de plaats en capaciteit van de bronnen voor KWO op<br />
elkaar af te stemmen. Daartoe stelt de gemeente masterplannen KWO’s op (maatregel 5.3<br />
uit het uitvoeringsprogramma). Deze masterplannen zullen onderdeel zijn van een<br />
stadsbrede visie op de energie-infrastructuur. In deze visie wijzen we een aantal gebieden<br />
aan voor de ontwikkeling van grootschalige warmtenetten. De provincie gebruikt de<br />
masterplannen bij de toets op vergunningverlening voor het gebruik van het diepe<br />
grondwater voor KWO.<br />
Bescherming grondwaterkwaliteit<br />
52
31 maart 2009<br />
Daarnaast neemt de gemeente deel aan de door de provincie gestarte onderzoeksprojecten<br />
naar mogelijke bescherming van de grondwaterkwaliteit voor industriële onttrekkingen<br />
voor menselijke consumptie (maatregel 5.4 uit het uitvoeringsprogramma). De gemeente<br />
voorziet hiervoor per locatie maatwerk.<br />
Gemeente verantwoordelijk voor het ondiepe grondwater<br />
Met de veranderde wetgeving is de gemeente verantwoordelijk voor het ondiepe<br />
grondwater. De gemeente wil invulling geven aan deze verantwoordelijkheid door de<br />
risico’s op grondwateroverlast in te schatten en een grondwatermeetnet in te richten om<br />
inzicht te krijgen in de grondwaterstanden (maatregel 5.5 t/m 5.7 uit het<br />
uitvoeringsprogramma). De resultaten van deze onderzoeken betrekken we bij het<br />
opstellen van de visie op de ondergrond.<br />
Zorgplicht grondwater<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil actief aan de nieuwe zorgplicht voor het grondwater<br />
invulling geven door het opstarten van een onderzoek om de risico’s op wateroverlast door<br />
grondwater in beeld te brengen (maatregel 5.5 uit het uitvoeringsprogramma). In het<br />
onderzoek zal de gemeente gericht de grondwaterstanden meten en de ruimte voor<br />
grondwaterstijging bepalen. De monitoring in combinatie met de klachtenregistratie zal<br />
leiden tot inzicht in de omvang en aard van mogelijke problemen. Het oplossen van<br />
problemen op perceelsniveau valt in principe onder verantwoordelijkheid van de particulier<br />
(mits dit redelijk en doelmatig is).<br />
6.2.6 Speerpunt 6: Actieve participatie in regionale ontwikkelingen<br />
Een veilig ´s-<strong>Hertogenbosch</strong><br />
Deelname in projecten<br />
De gemeente wil actief blijven deelnemen aan projecten ter verbetering van de veiligheid<br />
(maatregel 6.1 uit het uitvoeringsprogramma). Het gaat o.a. om:<br />
- de “Maaswerken” (gereed 2017). Bovenstrooms van de stad worden kaden aan de<br />
Maas aangelegd en wordt het stroombed van de Maas verdiept. Dit wordt o.a. gedaan<br />
om benedenstrooms overstromingen te voorkomen;<br />
- het uitvoeren van de strategische verkenning van IVM-2 (na 2015, trekker<br />
Rijkswaterstaat). De mogelijkheden en effecten van uiterwaardverlaging en de aanleg<br />
van een hoogwatergeul worden onderzocht. Dit zal moeten leiden tot een koepelplan<br />
voor de uitvoering van nieuwe rivierverruimende maatregelen. De uitwerking vindt<br />
plaats binnen het Deltaplan;<br />
- opvolging van het advies van de Deltacommissie (3 september 2008, taak Ministerie<br />
van Verkeer & Waterstaat, uitvoerder Rijkswaterstaat). De Deltacommissie dringt aan<br />
op verdergaande maatregelen, om Nederland voor te bereiden op een hogere<br />
zeespiegel en grotere rivierafvoer als gevolg van klimaatverandering dan tot nu toe voor<br />
de genomen beschermingsmaatregelen was aangenomen. De gemeente vindt het<br />
belangrijk dat de consequenties van dit advies voor ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> z.s.m. worden<br />
onderzocht;<br />
- studie veiligheid Nederland in kaart (VNK). (begin 2009 gereed, trekker<br />
Rijkswaterstaat). Als basis voor de ontwikkeling van nieuwe veiligheidsnormen in het<br />
kader van WaterVeiligheid 21 ste eeuw worden de overstromingsrisico´s in beeld<br />
gebracht. Naar aanleiding van de ROR (Europese Richtlijn OverstromingsRisico’s,<br />
voorheen Europese Richtlijn Hoogwater) vormt de VNK de basis voor het opstellen van<br />
overstromingsrisico-kaarten;<br />
53
31 maart 2009<br />
- Het waterschap heeft het Beheerplan van de waterkeringen 2008-2013 uitgebracht<br />
waarin ze haar wettelijke taak beschrijft om de dijken, ook wel waterkeringen genoemd<br />
en gelegen in een dijkring, te onderhouden en beheren (Wet op de Waterkeringen). ‘s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong> ligt in dijkring 36. De mate van bescherming die deze dijkring moet<br />
bieden is tot 2009 in heroverweging in de studie “Veiligheid Nederland in Kaart”. De<br />
gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zet zich in om het belang van de stad voldoende te<br />
vertegenwoordigen door acceptabele veiligheidsnormen, een combinatie van<br />
dijkverzwaring en compartimentering langs de Hertogswetering (indien nodig) en door<br />
rekening te houden met regionale wensen.<br />
Actief meedenken<br />
Daarnaast wil de gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> in samenwerking met de waterpartners in de<br />
regio actief meedenken en –werken om mogelijkheden voor schonere en natuurlijkere<br />
beken te benutten en pieken in de afvoer zoveel mogelijk te voorkomen.<br />
Zo participeert de gemeente in regionale projecten als Klimaatbestendig Brabantstad en<br />
Klimaatadaptatie Groene Woud. Het eerste project behelst een gezamenlijk plan van de B5steden<br />
en de provincie voor het klimaatbeleid in Brabant en in de steden in het bijzonder.<br />
Het project omvat zowel energie- als waterprojecten. Gezocht wordt naar gezamenlijke<br />
initiatieven, zoals adaptief bouwen, toepassing van innovatieve waterberging en het<br />
verkoelend effect van water. Het project Groene Woud is erop gericht water vast te<br />
houden in het intrekgebied, dus buiten de beekdalen (maatregel 6.1 uit het<br />
uitvoeringsprogramma).<br />
Groene rivier<br />
De gemeente ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> blijft actief participeren in het project HOWABO<br />
(Hoogwaterbescherming ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>) (maatregel 6.2 uit het uitvoeringsprogramma).<br />
Uit de lopende studie HOWABO is gebleken dat extra bescherming noodzakelijk is als<br />
gevolg van het samenvallen van hoogwaterpieken van de rivier de Maas en de beken de<br />
Aa en de Dommel. Om het gewenste beschermingsniveau voor de stad te realiseren is een<br />
MER uitgevoerd. De voorkeursvariant is een zogenaamde Groene Rivier. De gemeente ’s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong> past de Groene Rivier ruimtelijk in. Bij hoog water in de beken de Aa en de<br />
Dommel, wordt het water tijdelijk naar twee gebieden geleid, zodat een ‘groene rivier’<br />
ontstaat. Deze waterbergingsgebieden (De Gement en Moerputten) worden gecombineerd<br />
met de realisatie van de Beerze; een robuuste ecologische verbinding tussen Het Groene<br />
Woud en de Loonse en Drunense Duinen naar de Maas. De aanleg en ruimtelijke inpassing<br />
van de Groene Rivier zal ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> beschermen tegen overstromingen met een<br />
kans groter dan 1:150.<br />
Dynamisch beekdal<br />
Het project Dynamisch beekdal (maatregel 6.3 uit het uitvoeringsprogramma) heeft als doel<br />
het water in het Aa-dal tussen Heeswijk-Dinther en ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> meer ruimte te<br />
geven. Hierdoor worden overstromingsproblemen richting ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> verminderd.<br />
Bovendien komen langs de beek ecologische verbindingszones.<br />
Begin 2008 is de Aa in Middelrode aangesloten op een oude meander. De uitvoering van<br />
maatregelen loopt tot omstreeks 2010.<br />
Voorstellen waterstructuurplan<br />
Momenteel onderzoeken de waterpartners en Rijkswaterstaat welke kansen er zijn om<br />
kanaalwater uit de nieuwe Zuid-Willemsvaart te onttrekken voor het doorspoelen van<br />
Empel, Maaspoort en Noord i.p.v. het voedselrijke water uit de Hertogswetering. Een<br />
gemaal bij de toekomstige sluis ter hoogte van Empel kan mogelijk worden ingericht voor<br />
54
31 maart 2009<br />
de aanvoer van kanaalwater of Maaswater richting Empel. Tevens kijken we welke<br />
maatregelen nodig zijn om de waterverdeling in de wijken Maaspoort en Noord te<br />
verbeteren (maatregel 6,4 en 8.6 uit het uitvoeringsprogramma). Deze voorstellen nemen<br />
we mee in het op te stellen waterstructuurplan (zie speerpunt 1 en paragraaf 4.2.1).<br />
Calamiteiten- en evacuatieplan<br />
Tenslotte hebben de gemeente en de waterschappen de ambitie om een gezamenlijk,<br />
afgestemd en geoefend calamiteiten- en evacuatieplan op te stellen (maatregel 6.5 uit het<br />
uitvoeringsprogramma). Indien er toch een overstroming plaatsvindt, het zogenaamde<br />
‘restrisico’, kunnen de gevolgen voor ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> groot zijn. Dijkring 36 wordt op<br />
gevolgen bestudeerd. Het calamiteitenzorgsysteem van het waterschap Aa en Maas wordt<br />
met het gemeentelijk rampenplan afgestemd. Het afgestemde plan wordt vanaf 2009 om<br />
de drie jaar getest door een gezamenlijke overstromingsoefening in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>.<br />
6.2.7 Speerpunt 7: Benutten van kansen in het watersysteem voor de energieneutrale stad<br />
Innovatieve pilots<br />
De gemeente ‘s-<strong>Hertogenbosch</strong> wil kansen in het watersysteem voor een energieneutrale<br />
stad, zoals in paragraaf 3.5.1 zijn benoemd, benutten en actief meedenken en –werken aan<br />
innovatieve pilots. (maatregel 7.1 uit het uitvoeringsprogramma).<br />
Een van deze innovatieve pilots is reeds door waterschap Aa en Maas gestart (maatregel<br />
7.2 uit het uitvoeringsprogramma). In deze pilot wordt nader onderzocht of innovatieve<br />
energiewinning in de RWZI’s mogelijk is.<br />
6.2.8 Speerpunt 8: Uitvoeren van maatregelen uit het Stroomgebiedbeheerplan<br />
Verbeteren ecologie en waterkwaliteit<br />
In het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn in gebiedsprocessen<br />
afspraken gemaakt over de kwaliteit van de Maas, de beken (Aa, Dommel, Dieze) en<br />
waterlopen (Luisbroekse Wetering, Hoefgraaf, Hertogswetering, Nieuwe Vliet) om daarin<br />
ecologie en waterkwaliteit te verbeteren. Het betreft maatregelen als de aanleg van<br />
ecologische verbindingszones en de vispassage bij Creveceour, die binnen de Groene Delta<br />
zullen worden uitgevoerd (maatregelen 8.1 t/m 8.5 uit het uitvoeringsprogramma). Voor<br />
een aantal maatregelen (vispassage, inrichtingsmaatregelen landschapspark Diezemonding<br />
en Kampenlandschap Coudewater) is subsidie verleend aan gemeente en waterschap,<br />
onder de voorwaarde dat alle maatregelen uit deze subsidiepot (synergie) voor 2015 zijn<br />
uitgevoerd. Ook een aantal maatregelen voor de wijk West behoren tot dit<br />
synergieprogramma. De maatregelen voor de wijk West zijn terug te vinden onder<br />
speerpunt 10. Het onderzoek naar de optimalisatie van het stedelijk watersysteem in<br />
Noord, ook een KRW-maatregel, is terug te vinden bij speerpunt 6 en wordt meegenomen<br />
in het op te stellen waterstructuurplan (zie speerpunt 1).<br />
6.2.9 Speerpunt 9: Uitvoeren overige maatregelen uit de waterprogramma’s van het<br />
gebiedsproces<br />
Activiteiten waterschap<br />
Het waterschap gaat de natte natuurparel Moerputten aanpakken en de natuurwaarden<br />
versterken (maatregel 9.1 uit het uitvoeringsprogramma).<br />
Tijdens de GGOR studie natuur en GGOR studie landbouw (maatregel 9.2 uit het<br />
uitvoeringsprogramma) gaat het waterschap het gewenste grondwaterregime in het<br />
buitengebied bepalen.<br />
55
31 maart 2009<br />
Het waterschap gaat nieuwe peilbesluiten Koningsvliet en Hertogswetering opstellen<br />
(maatregel 9.3 uit het uitvoeringsprogramma).<br />
6.2.10 Speerpunt 10: Werken aan water in West (de schop in de grond)<br />
Analyse vertaald naar maatregelen<br />
Voor het cluster West en Engelen zijn de oplossingsrichtingen uit de watersysteemanalyse<br />
al concreter in beeld gebracht en vertaald naar mogelijke maatregelen. Deze zijn vastgelegd<br />
in een inrichtings- en beheersvisie. Ten aanzien van de waterkwaliteit is een aantal<br />
knelpunten gesignaleerd. De visie resulteerde in een zestal maatregelen die de<br />
gesignaleerde knelpunten oplossen.<br />
Deze zogenaamde ‘no regret’ maatregelen worden in de komende planperiode uitgevoerd.<br />
Met de vergroting van de bergingscapaciteit is reeds een aanvang gemaakt (maatregel 10.2<br />
uit het uitvoeringsprogramma). De overige (kwaliteits)maatregelen bestaan o.a. uit het<br />
maken van een nieuwe inlaat voor West, het ontkoppelen van de hooggelegen zandrug in<br />
de dorpskern Engelen, baggeren in de dorpskern Engelen en het afkoppelen van stedelijke<br />
verhardingen in West (maatregelen 10.1, 10.3 t/m 10.6). Een deel van deze maatregelen<br />
valt onder de maatregelen uit het Stroomgebiedbeheerplan, waarvoor KRWsynergiesubsidie<br />
is verkregen (zie speerpunt 8).<br />
6.3 Uitvoeringsprogramma<br />
Het totale uitvoeringsprogramma is samengevat in de navolgende tabel. Hierin zijn per<br />
speerpunt de kosten en de kostenverdeling tussen gemeente en waterschap opgenomen.<br />
De financiering van enkele maatregelen uit het uitvoeringsprogramma zal waterschap Aa<br />
en Maas integraal afwegen in de voorjaarsnota van juni. Het gaat om maatregelen voor het<br />
stedelijk watersysteem, de KRW synergiegelden en communicatie (speerpunten 1, 3 en 10).<br />
Enkele maatregelen behoeven een nadere uitwerking. Dit zal in het planproces verder<br />
worden uitgewerkt. Het uitvoeringsprogramma wordt daarom jaarlijks bijgesteld, waarbij<br />
de voortgang van projecten en de financiële consequenties worden geëvalueerd.<br />
Speerpunt Maatregel Trekker Betrokken afdeling<br />
gemeente<br />
1. Visie op het watersysteem<br />
Uitvoerings<br />
jaren<br />
Totale kosten Verdeling<br />
euro<strong>'s</strong>/ex BTW gemeente/waterschap<br />
1.1 Studie functioneren watersysteem Gemeente IB, GRP 2009-2010 250.000 50%/50%<br />
1.2 Opstellen waterstructuurplan Gemeente MIL Water 2010-2011 150.000 50%/50%<br />
1.3 Opstellen en uitvoeren meetplan spoor 3, uit<br />
OAS Oijen<br />
1.4 Informatisering: opslag en verwerking<br />
basisgegevens (afval- en hemelwater)<br />
1.5 Uitvoeren beheertaken. Baggeren (rekening<br />
houdend met doorlooptijd van 15 jaar)<br />
Gemeente IB, GRP 2014-2015 325.000 50%/50%<br />
Gemeente IB, GRP 2009-2010 100.000 100%/0%<br />
2010-2015 20.000/jr<br />
Waterschap<br />
Aa en Maas<br />
2. Gebruik beleidsruimte nieuwe wetgeving en geef helderheid in taken partijen (NBW)<br />
2.1 Ontwikkelen beleid regenwater en<br />
grondwater (beleidsruimte nieuwe<br />
wetgeving)<br />
BOR 2009-2015 900.000,-/jr 37%/63%<br />
Gemeente MIL Water 2010-2011 Personele inzet 50%/50%<br />
2.2 Brede watertoets Gemeente MIL Water 2009-2015 Personele inzet 50%/50%<br />
56
Speerpunt Maatregel Trekker Betrokken afdeling<br />
gemeente<br />
31 maart 2009<br />
Uitvoerings<br />
jaren<br />
Totale kosten Verdeling<br />
euro<strong>'s</strong>/ex BTW gemeente/waterschap<br />
2.3 Waterbank/contract Gemeente MIL Water 2009 Personele inzet 50%/50%<br />
3. Klimaatsadaptieve stadsontwikkeling<br />
3.1 Opstellen inspiratieboek Gemeente MIL Water 2009-2010 50.000 50%/50%<br />
4. Water maakt ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> mooi<br />
4.1 Opstellen inrichtingsvisie huidig ZWvrt,<br />
inclusief WATAK<br />
4.2 Onderzoek tijdelijke mogelijkheden ZWvrt<br />
vooruitlopend op omlegging.<br />
Gemeente SBO 2009-2010 Personele inzet 50%/50%<br />
Gemeente MIL/IB/BOR 2009-2010 Personele inzet 50%/50%<br />
4.3 Opstellen inrichtingsvisie Stads Aa Gemeente ORV/ROS 2011-2012 Personele inzet 50%/50%<br />
4.4 Inrichting Rosmalense Aa/omlegging Gemeente ORV 2009-2015 11.000.000 conform convenant<br />
ZWV<br />
5. Visie op de ondergrond<br />
5.1 Ontwikkelen meetnet kwant diep<br />
grondwater<br />
Gemeente MIL Bodem 2009-2010 200.000 100%/0% +<br />
pers.inzet<br />
Brabant water<br />
5.2 Visie op ondergrond Gemeente MIL Bodem 2009-2010 25.000 100%/0% +<br />
pers.inzet<br />
Brabant water<br />
5.3 Opstellen masterplannen (indien nodig) Gemeente MIL Bodem 2009 pm<br />
5.4 Participatie in provinciale projecten ter<br />
bescherming grondwaterkwaliteit<br />
5.5 Onderzoek risico’s gw overlast (enquete,<br />
grondwatergegevens)<br />
Provincie MIL Bodem 2009-2015 Personele inzet<br />
Gemeente IB/BRP* 2010 145.000<br />
nvt<br />
100%/0%<br />
5.6 Inrichten ondiep grondwatermeetnet Gemeente IB, GRP* 2011 150.000 100%/0%<br />
5.7 Grondwaterstudie (meten) Gemeente IB/GRP* 2012-2015 50.000/jr 100%/0%<br />
6. Actieve participatie in regionale ontwikkelingen<br />
6.1 Participatie en evt onderzoek Deltacommissie<br />
(Maas) Participatie en evt onderzoek Klimaat<br />
adaptief Brabant en andere regionale<br />
processen/projecten<br />
Provincie/Ri<br />
jk<br />
MIL Water/Energie 2009-2015 20.000/jr 100%/0%<br />
6.2 Uitvoering HoWaBo Waterschap ORV 2009-2011 23.000.000 0%/100%<br />
6.3 Dynamisch Beekdal Waterschap ORV 2009-2015 12.700.000 0%/100%<br />
6.4 Maatregelen Noord/Maaspoort agv<br />
omlegging ZW-Vrt<br />
Gemeente MIL Water 2009-2015 pm<br />
6.5 Update calamiteiten- en evacuatieplan Gemeente BOR 2010 Personele inzet<br />
7. Benutten van kansen watersysteem voor de energieneutrale stad<br />
7.1 Innovatiebudget energie Gemeente MIL Energie 2009-2015 15.000 /jr 65%/35%,<br />
personele inzet<br />
Brabant water/De<br />
Dommel<br />
7.2 Aanpak RWZI (mogelijk met energiewinning) Waterschap MIL Energie/ Water 2010-2011 pm<br />
57
Speerpunt Maatregel Trekker Betrokken afdeling<br />
gemeente<br />
8 Uitvoeren van maatregelen uit het Stroomgebiedbeheerplan<br />
31 maart 2009<br />
Uitvoerings<br />
jaren<br />
Totale kosten Verdeling<br />
euro<strong>'s</strong>/ex BTW gemeente/waterschap<br />
8.1 Aanleg EVZ Dieze, vlgs 1 e SGBP Waterschap ORV 2009-2010 175.000 25%/25% + 50%<br />
provincie<br />
8.2 Aanleg EVZ Henriettekanaal, vlgs 1 e SGBP Waterschap ORV 2011-2015 60.000 pm, met subsidie<br />
provincie<br />
Beheer en onderhoud<br />
8.3 Aanleg EVZ Luisbroeksche<br />
Wetering/Hedikhuizensche Maas, vlgs 1e SGBP<br />
Beheer en onderhoud<br />
8.4 Aanleg EVZ Nieuwe<br />
Vliet/Hoefgraaf/Hertogswetering, vlgs 1e SGBP<br />
Beheer en onderhoud<br />
8.5 Programma Waterlichaam Dieze vlgs SGBP<br />
waaronder: vispassage Creveceour,<br />
Landschapspark Diezemonding,<br />
Inrichtingsvisie wijkwater West en<br />
Kampenlandschap Coudewater<br />
8.6 Onderzoek optimalisatie stedelijk<br />
watersysteem Noord volgens 1 e SGBP<br />
Waterschap ORV 2009 SGBP 2010-<br />
2015 gereed<br />
Waterschap ORV 2009 SGBP 2010-<br />
2015 gereed<br />
Gemeente ORV/IB/ Milieu<br />
Water<br />
9 Uitvoeren overige maatregelen uit de waterprogramma’s van het gebiedsproces<br />
2009-2015 5.745.000,<br />
waarvan 3,4<br />
miljoen onder<br />
speerpunt 10<br />
Gemeente IB GRP* 2010 kosten zitten<br />
onder speerpunt<br />
1.1.<br />
29%/28% met 17%<br />
bijdrage provincie, 18<br />
% subsidie en 8%<br />
derden<br />
50%/50%<br />
9.1 Natte natuurparel Moerputten; planvoming Waterschap ORV/MIL Water 2009-2015 265.000 0%/100%<br />
9.2 GGOR natuur (Moerputten/Vlijmens<br />
Ven/Gement/Bossche Broek)<br />
Waterschap ORV/MIL Water 2009 Personele inzet 20%/80%<br />
9.3 GGOR landbouw Waterschap ORV/MIL Water 2010 Personele inzet 20%/80%<br />
9.4<br />
Opstellen peilbesluiten Koningsvliet en<br />
Hertogswetering<br />
10. Werken aan water in West (de schop in de grond)<br />
Waterschap ORV/MIL Water 2011 Personele inzet 20%/80%<br />
10.1 Realiseren nieuwe inlaat Waterschap 2010-2011 400.000 0%/100%<br />
10.2 Vergroten bergingscapaciteit West Gemeente IB 2009 2.000.000 reeds in uitvoering<br />
met subsidie Senter<br />
Novem<br />
10.3 Onderhoud duiker vaker Gemeente BOR, GRP* 2009-2015 100.000 100%/0%<br />
10.4 Ontkoppelen zandrug Engelen Waterschap IB 2012-2015 1.250.000 30%/70%<br />
10.5 Waar mogelijk afkoppelen West Gemeente IB 2012-2015 2.500.000 Afkoppelsubsidie Aa<br />
en Maas 2 euro/m2<br />
58
Speerpunt Maatregel Trekker Betrokken afdeling<br />
gemeente<br />
10.6<br />
31 maart 2009<br />
Uitvoerings<br />
jaren<br />
Totale kosten Verdeling<br />
euro<strong>'s</strong>/ex BTW gemeente/waterschap<br />
Integraal programma beheer en onderhoud Gemeente BOR 2009-2010 25.000 100%/0%<br />
Samenwerking en organisatie<br />
A Stuurgroep waterpartners Gemeente MIL Water 2009-2015 Personele inzet 50%/50%<br />
B Overleg management ws-gem Gemeente MIL Water 2009-2015 Personele inzet 50%/50%<br />
C Voortzetting programmacoördinator Gemeente MIL Water 2009-2015 Personele inzet 50%/50%<br />
D Communicatie Gemeente MIL Water 2009-2015 50.000/jr 50%/50%<br />
59
31 maart 2009<br />
I Stedelijk water per wijk<br />
Tijdens de watersysteemanalyses is onderscheid gemaakt in vijf clusters van wijken<br />
(Figuur.1): West en Engelen, Binnenstad, Maaspoort en Noord, Zuid en Rosmalen.<br />
Figuur.1: Indeling van de afwaterende eenheden in clusters van wijken<br />
Voor de clusters is in de afgelopen jaren een watersysteemanalyse uitgevoerd en is het<br />
systeem getoetst aan de normen. Tijdens verschillende workshops hebben gemeente en<br />
waterschap gezamenlijk en pragmatisch gekeken hoe knelpunten tegen te gaan en kansen<br />
te benutten. Hieruit zijn mogelijke oplossingsrichtingen naar voren gekomen. De resultaten<br />
van deze workshops zijn hierna allereerst algemeen en vervolgens per cluster weergegeven.<br />
60
31 maart 2009<br />
Algemeen<br />
De watersysteemanalyse heeft laten zien dat het stedelijk watersysteem wat betreft<br />
wateroverlast voldoet aan de normen, dit betekent dat er geen locaties zijn die overmatig<br />
te kampen hebben met wateroverlast als gevolg van tekort aan oppervlaktewater.<br />
In 2006 t/m 2008 viel op dat het watersysteem van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> een aantal maal<br />
negatief in het nieuws is geweest met problemen in de waterkwaliteit en ecologie. Zo zijn<br />
er persberichten uitgegaan over vissterfte, botulisme, de aanwezigheid van purperzwavelbacteriën<br />
en drijflagen met cyanobacteriën ofwel blauwalg. Dit zijn, met de<br />
klachtenregistratie van de gemeente en het waterschap, belangrijke aanwijzingen dat het<br />
watersysteem kwalitatief nog niet naar wens functioneert.<br />
Normoverschrijdingen in de (stads)wateren van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> worden vooral gevonden<br />
voor stikstof, fosfaat, koper, nikkel, zink en zuurstof. Nutriënten zijn het grootste<br />
aandachtspunt - omdat de KRW daar strengere eisen in stelt - en de zuurstofhuishouding.<br />
Uit een onderzoek van het waterschap Aa en Maas blijkt dat hormonen en medicijnen via<br />
de lozing van afvalwater door bijv. ziekenhuizen en seniorenhuizen, in het<br />
oppervlaktewater terechtkomen.<br />
Het regionale hoofdwatersysteem van ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> is aanzienlijk slechter van kwaliteit<br />
dan de wijkwateren. Momenteel hebben de wijkwateren dan ook een positief effect op de<br />
waterkwaliteit van het hoofdwatersysteem. De hoofdwateren hebben echter een betere<br />
zuurstofhuishouding dan de wijkwateren.<br />
De ecologische toestand van de wateren in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> verschilt sterk per wijk.<br />
Knelpunten hebben te maken met de oeverinrichting en het steile onderwatertalud,<br />
aanwezigheid van drijflagen en de afwezigheid van waterplanten of kritische soorten. De<br />
hoge nutriëntenwaarden zorgen ervoor dat we veelal hetzelfde beeld te zien aan<br />
plantensoorten.<br />
De (zandwin)plassen in ’s-<strong>Hertogenbosch</strong> zijn voldoende van kwaliteit en enkele geïsoleerd<br />
gelegen plassen gaan zelfs richting de beoordeling goed. De zwemwaterplas De Zuiderplas<br />
heeft te kampen met blauwalg.<br />
61
31 maart 2009<br />
West en Engelen<br />
Het cluster West en Engelen bestaat uit de volgende wijken:<br />
- West;<br />
- Wolfsdonken Laag;<br />
- Wolfsdonken Hoog;<br />
- Haverleij;<br />
- Wuivenhaard;<br />
- Engelen;<br />
- De Vutter.<br />
Huidige situatie<br />
Watersysteem<br />
Op dit moment hebben de stadsdelen ten westen van de Dieze en het Henriëttekanaal<br />
twee strikt gescheiden watersystemen. Wijksysteem West ligt ten zuiden van de A59 en<br />
beslaat het Paleiskwartier, Boschveld, Willemspoort, Deuteren, de Schutskamp en de<br />
Kruiskamp. Wijksysteem Engelen ligt ten noorden van de A59 en omvat de Vutter, Kom<br />
Engelen en de Haverleij. Beide systemen vormen een aaneenschakeling van deelsystemen.<br />
Deze aaneenschakeling is historisch gegroeid en is in hoofdzaak gericht op peilbeheersing.<br />
De op zich ingenieuze, maar niet optimale deelsystemen zijn slechts deels afgestemd op de<br />
gebiedseigen kenmerken.<br />
Figuur 2 Watersysteem van cluster West en Engelen<br />
62
31 maart 2009<br />
In wijksysteem Engelen wordt vanuit de Dieze water via gemaal Engelen ingelaten in het<br />
systeem van De Vutter. Hiermee wordt het watersysteem van zowel De Vutter als Engelen<br />
op peil gehouden. Via De Vutter wordt het water via een duiker naar Engelen aangevoerd.<br />
De afwatering van De Vutter en Engelen is complex. De Vutter watert via een beweegbare<br />
stuw 117 MRB af naar het deelsysteem Wuyvenhaerd. Daarnaast watert het systeem van<br />
de Vutter via een vaste stuw af op het systeem van Haverleij. Engelen watert via een stuw<br />
en sifon af op het systeem van Wuyvenhaerd.<br />
Wuyvenhaerd watert via drie stuwen af op het omliggende watersysteem. Ook Haverleij<br />
watert via een stuw af op het omliggende watersysteem.<br />
In de dorpskern van Engelen ligt een hogere zandrug, waar het watersysteem doorheen<br />
stroomt. Deze infiltratiezone maakt dat het systeem als het ware 'lek' is. Dit is illustratief<br />
voor de beperkte afstemming van het watersysteem met de natuurlijke situatie. Verder<br />
wordt ook dit wijksysteem via een inlaatgemaal gevoed met Diezewater. Hoewel<br />
doorstroming hier wèl onder vrij verval plaats vindt, lijkt de aanvoersloot te klein om de<br />
dorpskern van voldoende water te voorzien.<br />
Het watersysteem van West en Wolfsdonken hoog en laag bestaat uit een netwerk van<br />
relatief brede watergangen en singels. Het watersysteem is onderhevig aan wegzijging en<br />
dient op de meeste plaatsen op peil te worden gehouden. Zowel de in- als uitlaat van water<br />
geschiedt via het gemaal Boschveld. De Dieze zorgt voor de aanvoer en ontvangt het<br />
overtollig water vanuit West. De deelsystemen Wolfsdonken Hoog en Laag wateren direct<br />
af op West. Het watersysteem van Wolfsdonken Hoog wordt op peil gehouden met een<br />
opvoergemaal aan de Oude Vlijmensche weg, de afwatering vindt plaats via een zeer<br />
lange, gedeeltelijk verstopte duiker (situatie 2006) onder de Oud-Vlijmensche weg door, op<br />
Wolfsdonken Laag. Wolfsdonken Laag watert via twee stuwen (kruising<br />
Rijzertlaan/Gouverneur v.d. Bogaerdesingel en nabij afrit ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>-West) af op het<br />
watersysteem van afwateringseenheid West.<br />
Wijksysteem West houdt geen rekening met de natuurlijke afwateringsrichting van<br />
zuidoost naar noordwest. In plaats daarvan wordt het water hier continu rondgepompt met<br />
behulp van een opvoergemaal. Hierdoor is er nauwelijks sprake van waterverversing.<br />
Watertekorten worden aangevuld met voedselrijk water uit de Dieze. Bij wateroverschotten<br />
fungeert het inlaatpunt als uitlaatpunt.<br />
Knelpunten<br />
Aan de hand van zes thema<strong>'s</strong> zijn in onder staande kaart en tabel de belangrijkste<br />
kenmerken en knelpunten weergegeven. De letters in de kaart corresponderen met de<br />
codes in de tabel.<br />
63
31 maart 2009<br />
Figuur 3 Knelpunten en kenmerken in West en Engelen<br />
64
31 maart 2009<br />
Tabel 1 Knelpunten, kenmerken en bijbehorende mogelijke maatregelen in West en Engelen<br />
Code Categorie Knelpunt Kenmerk Maatregel<br />
A Oppervlaktewater Beide watersystemen zijn maar deels gebaseerd<br />
op de natuurlijke afwateringssituatie.<br />
B Waterkwaliteit Wijksysteem West heeft een (gecombineerd)<br />
in- en uitlaatpunt; dit leidt tot een slechte<br />
doorstroming waardoor de ecologische en<br />
belevingswaarde laag is<br />
C Oppervlaktewater Het oppervlaktewaterstelsel in West heeft<br />
(te) sterke peilstijgingen bij extreme neerslag<br />
(zie ook G).<br />
D Oppervlaktewater De duiker ter hoogte van de Weidonklaan is<br />
een hydraulisch knelpunt en zorgt voor<br />
onderhoudsprobiemen.<br />
E Waterkwaliteit Wijksysteem Engelen kent aanvoertekorten<br />
en een onvoldoende waterverdeling,<br />
waardoor de ecologische en belevingswaarde<br />
laag is<br />
F Rioolstelsel De riolering bestaat grotendeels uit een<br />
gemengd stelsel met bijbehorende<br />
vuiluitworp (betreft alleen West, niet<br />
Engelen).<br />
G Rioolstelsel Sterke peilstijgingen in West verhinderen een<br />
vrije uitstroom bij hevige regenval (zie C).<br />
Realiseren nieuwe inlaat ter hoogte van de wijk<br />
Boschveld.<br />
Vergroten van de bergingscapaciteit van het<br />
stedelijke watersysteem in West.<br />
Vaker onderhoud om het hydraulisch knelpunt<br />
van de duiker te beperken. Na vergroting van<br />
de bergingscapacteit Boschveld wordt getoetst<br />
of duiker nog steeds knelpunt vormt.<br />
Ontkoppelen van de hooggelegen zandrug in<br />
de dorpskern van Engelen, incl.baggeren in de<br />
dorpskern van Engelen en het opstellen van<br />
een baggerprogramma.<br />
Waar mogelijk afkoppelen van stedelijke<br />
verharderingen in stadsdeel West.<br />
Vergroten van de bergingscapaciteit van het<br />
stedelijke watersysteem in West.<br />
H Rioolstelsel Het rioolstelsel in West is zwaar belast. Studie naar risico<strong>'s</strong> wateroverlast agv zwaar<br />
belast rioolstelstel en mogelijke maatregelen.<br />
J Waterkwaliteit Het inlaatwater uit de Dieze is voedselrijk,<br />
waardoor niet voldaan wordt aan de<br />
basiskwaliteit.<br />
K Waterkwaliteit Delen van het oppervlaktewater zijn<br />
permanent bedekt met drijflagen; (in<br />
Engelen), waardoor vissterfte en<br />
stankoverlast optreedt.<br />
L Waterkwaliteit In West is vissterfte een terugkerend<br />
probleem.<br />
M Waterkwaliteit De kwaliteit van de waterbodem in Kom<br />
Engelen is vermoedelijk slecht.<br />
N Inrichting, beheer<br />
en onderhoud<br />
Ontwerp en beheer zijn onvoldoende op<br />
elkaar afgestemd, er ontstaan op termijn<br />
onderhoudsproblemen in Westerpark en<br />
Haverleij doordat waterlopen onvoldoende<br />
bereikbaar zijn voor kranen.<br />
O Inrichting, beheer<br />
Wijksysteem Engelen heeft een achterstand in<br />
en onderhoud<br />
het baggeronderhoud.<br />
P Inrichting, beheer<br />
Ecologisch oeverbeheer is weinig specifiek en<br />
en onderhoud<br />
ongevarieerd.<br />
Q Waterbeleving West kenmerkt zich door sobere en strakke<br />
waterlopen (tijdsbeeld van de wijk);<br />
R Waterbeleving In delen van West en Engelen zijn<br />
watergangen slecht zichtbaar door<br />
oeverbegroeiing;<br />
S Waterbeleving Haverleij en Westerpark kenmerken zich door<br />
hun moderne vormgeving.<br />
T Ruimte voor water Wijksysteem West voldoet voor de bestaande<br />
situatie. Stedelijke verdichting vraagt om<br />
meer oppervlaktewater, dit is een knelpunt is<br />
stedelijke (her)ontwikkelinggebieden.<br />
U Ruimte voor water De bergingscapaciteit van het<br />
wijkwatersysteem Engelen is op orde<br />
(klimaatbestendig).<br />
Realiseren nieuwe inlaat ter hoogte van de wijk<br />
Boschveld, waardoor meer doorstroming<br />
mogelijk is.<br />
Verbeteren van de doorstroming door o.a.<br />
ontkoppelen van de hooggelegen zandrug in<br />
de dorpskern van Engelen.<br />
Een nieuwe inlaat ter hoogte van de wijk<br />
Boschveld, waar mogelijk afkoppelen van<br />
stedelijke verhardingen in stadsdeel West.<br />
Ontkoppelen van de hooggelegen zandrug in<br />
de dorpskern van Engelen, in combinatie met<br />
baggeren van de dorpskern van Engelen en het<br />
opstellen van een baggerprogramma.<br />
Opstellen van een integraal programma voor<br />
het beheer en onderhoud van de totale<br />
openbare ruimte, inclusief het stedelijk water.<br />
In West regenwater uit stedelijke (her)-<br />
ontwikkelingsgebieden vasthouden.<br />
65
31 maart 2009<br />
Mogelijke maatregelen en oplossingsrichtingen<br />
Tijdens de workshops zijn voor alle clusters mogelijke oplossingsrichtingen in kaart<br />
gebracht. Voor het cluster West en Engelen zijn deze oplossingsrichtingen al concreter in<br />
beeld en vertaald naar mogelijke maatregelen. De maatregelen die een knelpunt oplossen,<br />
zijn in Tabel 2 opgenomen. De tabel geeft een overzicht van deze maatregelen, inclusief<br />
trekkers en partners.<br />
Tabel 2 Overzicht van de mogelijke maatregelen in Cluster West en Engelen<br />
Code nr Maatregel Trekker Afdeling Partners Uitwerking<br />
in plan<br />
Cluster West & Engelen<br />
WE_ 1 Realiseren nieuwe inlaat ter hoogte van de wijk Boschveld. ws gem (IB)<br />
WE_ 2 Vergroten van de bergingscapaciteit van het stedelijke watersysteem in West. gem IB/MIL<br />
WE_ 3 Vaker onderhoud om het hydraulisch knelpunt van de duiker te beperken. Na vergroting van de<br />
bergingscapacteit Boschveld wordt getoetst of duiker nog steeds knelpunt vormt.<br />
gem IB<br />
WE_ 4 Ontkoppelen van de hooggelegen zandrug in de dorpskern van Engelen, incl.baggeren in de<br />
dorpskern van Engelen en het opstellen van een baggerprogramma.<br />
gem BOR<br />
WE_ 5 Waar mogelijk afkoppelen van stedelijke verharderingen in stadsdeel West. gem IB<br />
WE_ 6 Studie naar risico<strong>'s</strong> wateroverlast agv zwaar belast rioolstelstel en mogelijke maatregelen. gem IB<br />
WE_ 7 Opstellen van een integraal programma voor het beheer en onderhoud van de totale openbare<br />
ruimte, inclusief het stedelijk water.<br />
gem BOR<br />
WW_ 8 Uitvoering KRW maatregelen wijkwater West gem MIL/IB ws SGBP<br />
Naast de maatregelen uit de tabel zijn er tijdens de workshop voor West en Engelen enkele<br />
oplossingsrichtingen genoemd, die gelet op de ontwikkelingen in het gebied, mogelijk<br />
interessant zijn. Tijdens de vervolgstudies worden deze oplossingsrichtingen op effectiviteit<br />
en haalbaarheid onderzocht:<br />
- Verhogen van de gebruiks- en belevingswaarde van het oppervlaktewater (realisatie 1e<br />
helft 2008);<br />
- In West regenwater uit stedelijke (her)- ontwikkelingsgebieden vasthouden, zodat zo<br />
weinig mogelijk Diezewater van mindere kwaliteit hoeft te worden ingelaten;<br />
- Benutten van de bergingscapaciteit van watersysteem Engelen-Haverleij door<br />
watersysteem West hier via een onderdoorgang onder de A59 aan te koppelen;<br />
- Aantakken van de Bossche Sloot op het stedelijk watersysteem;<br />
- Monitoren van het rioolstelsel in West (meten in de buis), o.a. om de<br />
storingsgevoeligheid van de riolering inzichtelijk te maken;<br />
- Rioolverzwaring Kooikersweg (uitvoering gepland 2009).<br />
66
31 maart 2009<br />
Maaspoort en Noord<br />
Het cluster Maaspoort en Noord bestaat uit de volgende wijken:<br />
- Maaspoort;<br />
- Noord;<br />
- IJzeren Vrouw;<br />
- Empel Noord;<br />
- Empel Zuid.<br />
Huidige situatie<br />
Watersysteem<br />
Vanuit het buitengebied wordt water via het gemaal Empel Oost ingelaten in het systeem<br />
van Empel-Noord. Een groot deel van dit water wordt door een tweede gemaal<br />
(Meerwijkweg), gelegen tussen Empel-Noord en Maaspoort, verpompt naar het systeem<br />
van Maaspoort. Daarnaast wordt een deel van het inlaatwater en overtollig regenwater via<br />
een stuw afgevoerd naar Empel-Zuid. Empel-Zuid watert via stuwen af op zowel het<br />
systeem van Noord als de Groote Wetering/Nieuwe Vliet.<br />
Figuur 4 Watersysteem van Maaspoort en Noord<br />
Het watersysteem van Maaspoort ontvangt een zo goed als constante aanvoer van water<br />
vanuit Empel-Noord. Hiermee wordt het watersysteem op peil gehouden en wordt de<br />
67
31 maart 2009<br />
sterke wegzijging ruimschoots gecompenseerd. Afwatering vindt plaats via een<br />
beweegbare stuw (stuw Maaspoort) op het systeem van Noord.<br />
Deelwatersysteem ’s-<strong>Hertogenbosch</strong>-Noord ontvangt water vanuit Maaspoort, IJzeren<br />
Vrouw en Empel. Hiermee wordt het systeem op peil gehouden. De afwatering vindt via<br />
een beweegbare stuw plaats op de Groote Wetering/Nieuwe Vliet ten noordwesten van de<br />
Rosmalense Plas.<br />
De IJzeren Vrouw is een niet-geïsoleerde plas waar omliggende verhard oppervlak direct op<br />
afwatert. Ook een relatief klein deel van het verharde oppervlak van de wijken Bartjes en<br />
de Vliert voeren af naar de IJzeren Vrouw. Via een stuw vindt afwatering plaats op het<br />
systeem van Noord.<br />
In Empel, Maaspoort en Noord is het watersysteem van lieverlee verknoopt en<br />
'gekunsteld'. Het houdt geen rekening met de natuurlijke eigenschappen van de<br />
verschillende deelgebieden, noch met de natuurlijke afwateringsrichting van oost naar<br />
west.<br />
Knelpunten<br />
Aan de hand van zes thema<strong>'s</strong> zijn in onder staande kaart en tabel de belangrijkste<br />
kenmerken en knelpunten weergegeven. De letters in de kaart corresponderen met de<br />
codes in de tabel.<br />
Figuur 5 Knelpunten en kenmerken in Maaspoort en Noord<br />
68
31 maart 2009<br />
Tabel 3 Knelpunten, kenmerken en mogelijke oplossingsrichtingen in Maaspoort en Noord<br />
Code Categorie Knelpunt Kenmerk Oplossingsrichting<br />
A Oppervlaktewater De afwatering is tegennatuurlijk, van oudsher<br />
watert het gebied af van oost naar west op de<br />
Dieze;<br />
B Oppervlaktewater Er is onvoldoende toevoer en doorstroming van<br />
het oppervlaktewater;<br />
C Oppervlaktewater Het ontwerp van de watergangen is niet<br />
afgestemd op gebiedskenmerken van kwel en<br />
infiltratie;<br />
D Oppervlaktewater De wielen en plassen vormen geen onderdeel<br />
van het wijkwatersysteem.<br />
E Rioolstelsel Het stelsel is voor driekwart gemengd. Een<br />
kwart is verbeterd gescheiden;<br />
F Rioolstelsel De rioolstelsels zijn relatief jong en verkeren in<br />
een goede staat;<br />
G Rioolstelsel Veel regenwater wordt afgevoerd naar de<br />
rioolwaterzuivering;<br />
H Rioolstelsel Het ingewikkelde rioolstelsel bestaat uit<br />
meerdere aan elkaar verknoopte deelsystemen;<br />
I Waterkwaliteit Het inlaatwater uit de Hertogswetering is<br />
zeer voedselrijk, waardoor niet voldaan wordt<br />
aan de basiskwaliteit<br />
J Waterkwaliteit De kwaliteit van waterbodem in Maaspoort<br />
en De Herven is plaatselijk slecht.<br />
Onderzoek optimalisatie stedelijk watersysteem<br />
Noord<br />
K Waterkwaliteit Drijflagen leiden tot verstikking<br />
Baggeren van de stedelijke watergangen,<br />
gecombineerd met verminderen van de<br />
vuiluitworp uit de riolering op het<br />
oppervlaktewater<br />
Onderzoek optimalisatie stedelijk watersysteem<br />
Noord<br />
L Waterkwaliteit Het overstorten van de riolering leidt<br />
periodiek tot vissterfte.<br />
M Inrichting, beheer<br />
en onderhoud<br />
N Inrichting, beheer<br />
en onderhoud<br />
In Noord en Maaspoort is sprake van<br />
achterstallig baggeronderhoud;<br />
In Noord bemoeilijken particuliere<br />
oeverinrichtingen het reguliere onderhoud;<br />
O Inrichting, beheer In Noord komt veel drijfvuil in de<br />
en onderhoud watergangen voor;<br />
P Inrichting, beheer<br />
De huidige inrichting van het wijkwatersysteem<br />
en onderhoud<br />
biedt onvoldoende ruimte voor de<br />
ontwik¬keling en instandhouding van<br />
stadsnatuur.<br />
Q Waterbeleving Het wijkwatersysteem is plaatselijk niet of<br />
nauwelijks zichtbaar;<br />
R Waterbeleving Een in passing van stadsnatuur langs de oevers<br />
van het wijkwatersysteem ontbreekt;<br />
S Waterbeleving Saaie watergangen contrasteren sterk met de<br />
vele cultuurhistorische 'waterparels'.<br />
T Ruimte voor water De bergingscapaciteit van het stedelijke<br />
watersysteem is op orde;<br />
U Ruimte voor water Niet overal is er ruimte voor een<br />
natuurvriendelijke inrichting van de oevers.<br />
Baggeren van de stedelijke watergangen,<br />
gecombineerd met verminderen van de<br />
vuiluitworp iot de riolering op het<br />
oppervlaktewater<br />
Baggeren van de stedelijke watergangen<br />
Ontwikkelen van een integrale visie op beheer<br />
en onderhoud van de openbare ruimte<br />
Onderzoek optimalisatie stedelijk watersysteem<br />
Noord<br />
69
31 maart 2009<br />
Oplossingsrichtingen<br />
Tijdens de workshops zijn voor het cluster Maaspoort en Noord mogelijke<br />
oplossingsrichtingen in kaart gebracht. De tabel geeft een overzicht van de mogelijke<br />
oplossingsrichtingen die nodig zijn om de knelpunten op te lossen, die tijdens de workshop<br />
zijn benoemd. (zie 5.3.2).<br />
Tabel 4 Overzicht van mogelijke oplossingsrichtingen in Maaspoort en Noord, die nodig zijn om de<br />
knelpunten op te lossen, die tijdens de workshop zijn benoemd.<br />
Cluster Maaspoort en Noord (UITVOERING NA 2015!)<br />
MN_ 1 Onderzoek optimalisatie stedelijk watersysteem Noord<br />
MN_ 2 Baggeren van de stedelijke watergangen, gecombineerd met verminderen van de vuiluitworp uit de<br />
riolering op het oppervlaktewater<br />
MN_ 3 Ontwikkelen van een integrale visie op beheer en onderhoud van de openbare ruimte<br />
In de tabel zijn enkele studies opgenomen. Tijdens deze studies wordt rekening gehouden<br />
met de geplande omlegging van de Zuid-Willemsvaart (voor zover relevant). Naast de<br />
mogelijke oplossingsrichtingen uit de tabel zijn er tijdens de workshop voor Maaspoort en<br />
Noord enkele oplossingsrichtingen genoemd, die gelet op de ontwikkelingen in het gebied,<br />
mogelijk interessant zijn. Tijdens de vervolgstudies worden deze oplossingsrichtingen op<br />
effectiviteit en haalbaarheid onderzocht:<br />
- Momenteel onderzoeken de waterpartners en Rijkswaterstaat welke kansen er zijn om<br />
kanaalwater uit de nieuwe Zuid-Willemsvaart te ontrekken voor het doorspoelen van<br />
Empel, Maaspoort en Noord i.p.v. het voedselrijke water uit de Hertogswetering;<br />
- Een gemaal bij de toekomstige sluis ter hoogte van Empel kan mogelijk worden<br />
ingericht voor de aanvoer van kanaalwater of Maaswater richting Empel. Tevens wordt<br />
gekeken welke maatregelen nodig zijn om de waterverdeling in de wijken Maaspoort<br />
en Noord te verbeteren;<br />
- Het schutwater dat door Rijkswaterstaat bij de sluizen ter hoogte van Empel wordt<br />
geloosd kan hierbij mogelijk dienen als aanvoer voor de watersystemen Empel,<br />
Maaspoort en Noord;<br />
- Het herinrichten van de kanaalzone maakt het afkoppelen van verhard oppervlak in het<br />
westen van Rosmalen met een afvoer via de Rosmalense Aa mogelijk. De waterkwaliteit<br />
van de Rosmalense Aa mag hierbij niet verslechteren (conform doelen KRW);<br />
- Optimaliseren van de waterdoorstroming door het herstel van de oorspronkelijke<br />
afwateringsrichting;<br />
- De herinrichting van het intern watersysteem van Noord met meerdere peilvakken en<br />
verstelbare stuwen en een extra onderdoorgang onder de A59 ten zuiden van de<br />
Noorderplas draagt hoogstwaarschijnlijk bij aan een betere doorstroming. Mogelijk is<br />
een extra doorvoergemaal gewenst. Door de extra onderdoorgang onder de A59 wordt<br />
ook de waterbeheersing in Maaspoort verbeterd;<br />
- Opsplitsing van het watersysteem in twee systemen, Empel-Maaspoort en Noord.<br />
Vergroten van de inlaatcapaciteit Empel (Meerwijkweg);<br />
- Optimaliseren van de waterhuishouding ter hoogte van het Sportiom;<br />
- Ontwikkelen van een visie op gebruiks- en belevingswaarden van watersysteem Noord;<br />
- Ontwikkelen van een visie op het herstel van de lokale stedelijke kwelnatuur voor<br />
Maaspoort en Noord;<br />
- Ontwikkelen van een integrale visie op beheer en onderhoud van de openbare ruimte;<br />
- Formuleren van een gezamenlijk beleid ten aanzien van oeverinrichting, waarbij ook de<br />
particulier wordt betrokken;<br />
- Meten in de buis, aanpassen van de pompregimes in de verbeterde gescheiden stelsels.<br />
70
31 maart 2009<br />
Binnenstad<br />
Cluster binnenstad bestaat uit het zogenaamde “Muntelsysteem”:<br />
- Aa;<br />
- Binnenstad;<br />
- Paleiskwartier;<br />
- Dommel;<br />
Huidige situatie<br />
Een groot deel van het cluster binnenstad wordt direct beïnvloed door het systeem van de<br />
Maas en de beken Aa, Dommel en Dieze. Een beschrijving van dit systeem is te lezen in<br />
paragraaf 3.1.<br />
De binnenstad, waar afwatering plaatsvindt via de Binnendieze, kent een peilscheiding bij<br />
normale omstandigheden. Het waterpeil van een groot deel van de binnenstad wordt op<br />
2,75 m+ NAP gehouden. Vanuit de Singelgracht wordt dagelijks water ingelaten om de<br />
Binnendieze door te spoelen.<br />
Figuur 6 Watersysteem van de Binnenstad<br />
71
31 maart 2009<br />
Knelpunten<br />
Voor dit cluster zijn de kansen en knelpunten nog niet in beeld.<br />
Oplossingsrichtingen<br />
Omdat de kansen en knelpunten voor het cluster Binnenstad nog niet in beeld zijn, is een<br />
watersysteemanalyse nodig om deze kansen en knelpunten te inventariseren. Omdat de<br />
waterkwaliteit in de Binnenstad sterk afhankelijk is van de kwaliteit van de Dommel, Aa en<br />
Maas, gaat het waterschap hier een aparte analyse naar uitvoeren. In de tabel zijn deze<br />
twee mogelijke maatregelen opgenomen.<br />
Tabel 5 Overzicht van mogelijke maatregelen in Binnenstad<br />
Cluster Binnenstad (UITVOERING NA 2015; ivm ZW vaart))<br />
BS_ 1 Watersysteemanalyse knelpunten, kenmerken en maatregelen<br />
BS_ 2 Knelpunten analyse waterkwaliteit Binnenstad<br />
72
31 maart 2009<br />
Zuid<br />
Cluster Zuid bestaat uit de volgende wijken:<br />
- Zuid 1;<br />
- Zuid 2;<br />
- Oosterplas;<br />
- De Brand;<br />
- Hintham West;<br />
- Hintham Oost.<br />
Huidige situatie<br />
Zuid 2 (nabij Provinciehuis) watert via een gemaal ter hoogte van de Pieter<br />
Langendijksingel nabij de Zuid-Willemsvaart af op Zuid 1. Zuid 2 heeft een hoog<br />
percentage open water vanwege de waterpartijen rondom het Provinciehuis. De Zuiderplas<br />
kan in extreme situaties via een schuif als extra berging bij het watersysteem van Zuid 2<br />
worden betrokken. De van oost naar west afvoerende watergang in Zuid 1 voert het<br />
overtollige kwel- en hemelwater af naar het gemaal Pettelaarseweg, waar het wordt<br />
uitgeslagen op de Singelgracht.<br />
Figuur 7 Het watersysteem van Zuid<br />
De parallelsloten van de snelweg A2 zorgen voor de afvoer van het hemelwater van de<br />
snelweg. De sloten staan niet in verbinding met de rest van het watersysteem in de wijken<br />
Zuid 1 en Zuid 2.<br />
73
31 maart 2009<br />
Zowel de wijken Hintham-West als Hintham-Oost wateren via een eigen gemaaltje af op<br />
rivier de Aa.<br />
Ook de Oosterplas watert via een eigen gemaaltje af op rivier de Aa. De Oosterplas zelf is<br />
geen onderdeel van het systeem, het betreft hier een geïsoleerde zandwinplas die onder<br />
invloed staat van het grondwater regime.<br />
De begrenzing van de wijk De Brand is in werkelijkheid variabel. Onder normale<br />
omstandigheden watert alleen het gebied binnen de begrenzing (industrieterrein De Brand)<br />
af via gemaal De Brand op de Aa. Onder natte omstandigheden watert ook een deel van<br />
het noordelijk gelegen landelijk gebied af naar gemaal De Brand, om zo het gemaal bij<br />
Stenen Kamer te ontlasten.<br />
Knelpunten<br />
Figuur 8 Knelpunten en kenmerken in Zuid<br />
Aan de hand van zes thema<strong>'s</strong> zijn in onder staande kaart en tabel de belangrijkste<br />
kenmerken en knelpunten van de huidige situatie weergegeven. De letters in de kaart<br />
corresponderen met de codes in de tabel.<br />
74
31 maart 2009<br />
Tabel 6 Knelpunten, kenmerken en mogelijke oplossingsrichting in Zuid<br />
Code Knelpunt Kenmerk Oplossingsrichting<br />
A Aanleg van ondergrondse parkeergarage<br />
aan de Hekellaan vragen om aanpassingen<br />
aan het watersysteem. De consequenties<br />
voor en de risico<strong>'s</strong> van het watersysteem<br />
zijn niet volledig in beeld.<br />
B Aanleg nieuwbouwlocatie Meerendonk<br />
vraagt om aanpassingen aan het<br />
watersysteem. De consequenties voor en de<br />
risico<strong>'s</strong> van het watersysteem zijn niet in<br />
beeld.<br />
C Ontbreken van watervisie voor<br />
watersysteem Zuid<br />
D Weinig waterberging in hoge peilvak<br />
(+2.6m)<br />
Oplossingsrichtingen<br />
Aanvullende studie naar effect van<br />
ondergrondse parkeergarage op<br />
watersysteem.<br />
Studie naar mogelijkheden om het<br />
watersysteem te integreren en te verbeteren<br />
Opstellen watervisie<br />
Studie naar mogelijkheden benutten van<br />
waterberging in lage peilvak<br />
Tijdens de workshops zijn voor het cluster Zuid mogelijke oplossingsrichtingen in kaart<br />
gebracht. De tabel geeft een overzicht van de mogelijke oplossingsrichtingen die nodig zijn<br />
om de knelpunten op te lossen, die tijdens de workshop zijn benoemd. (zie 5.5.2).<br />
Tabel 7 Overzicht van mogelijke oplossingsrichtingen in Zuid, die nodig zijn om de knelpunten op te<br />
lossen, die tijdens de workshop zijn benoemd.<br />
Cluster Zuid (UITVOERING NA 2015; ivm ZW vaart))<br />
ZD_ 1 Aanvullende studie naar effect van ondergrondse parkeergarage op watersysteem.<br />
ZD_ 2 Studie naar mogelijkheden om het watersysteem te integreren en te verbeteren (incl waterkwaliteit)<br />
ZD_ 3 Opstellen watervisie<br />
ZD_ 4 Studie naar mogelijkheden benutten van waterberging in lage peilvak<br />
Naast de mogelijke oplossingsrichtingen uit de tabel zijn er tijdens de workshop voor Zuid<br />
enkele oplossingsrichtingen genoemd, die gelet op de ontwikkelingen in het gebied,<br />
mogelijk interessant zijn. Tijdens de vervolgstudies worden deze oplossingsrichtingen op<br />
effectiviteit en haalbaarheid onderzocht:<br />
Effect van ondergrondse parkeerkelder/nieuwbouw Meerendonk<br />
- Het watersysteem Zuid kan wellicht robuuster worden gemaakt door het omdraaien<br />
van de stromingsrichting. Er zijn twee mogelijke tracés;<br />
- Tracé 1: langs de Brabantlaan (langs het Oce terrein). Aankoop van gronden is dan<br />
noodzakelijk.<br />
- Tracé 2: via de Pettelaarplas en langs de zuidzijde van het Provinciehuis richting<br />
Meerendonk.<br />
- De aanzuigkom van het gemaal Pettelaar zou bij het omdraaien van de<br />
stromingsrichting verplaatst moeten worden;<br />
- In dien het gemaal Pettelaar in verband met de aanleg van de parkeergarage verplaatst<br />
wordt dient men rekening te houden met bodemsanering;<br />
- Bij het benutten van water uit de Singelgracht voor doorspoeling van het watersysteem<br />
in Zuid dient rekening te worden gehouden met de slechtere waterkwaliteit in de<br />
Singelgracht dan in Zuid. Door de inlaat kan mogelijk waternavel in het systeem<br />
terechtkomen, dit is zeer onwenselijk.<br />
75
31 maart 2009<br />
Benodigde waterberging<br />
- In de vijver bij het gemeentehuis kan mogelijk ingezet worden voor waterberging. In de<br />
huidige situatie loopt er echter al bij geringe peilstijging water in de kelder van het<br />
Provinciehuis.<br />
Alternatieven aflaatwerk Poeldoenk (nabij ‘De brand’)<br />
Vanuit het WATAK heeft het waterschap als kwantiteitsbeheerder de verplichting om 21<br />
m3/s van de Zuid-Willemsvaart af te halen en via een andere watergang naar de Maas af<br />
te voeren. Het aflaatwerk Poeldonk is in de jaren ‘30 aangelegd om dit water van de Zuid-<br />
Willemsvaart weer terug te leiden naar de rivier de Aa. De capaciteit van dit aflaatwerk met<br />
afleidingskanaal is echter niet langer toereikend.<br />
De omlegging van de Zuid-Willemsvaart biedt kansen om op korte termijn een oplossing te<br />
vinden voor deze capaciteitseis. In overleg met Rijkswaterstaat kijken waterschap en<br />
gemeente momenteel naar mogelijke oplossingsrichtingen, waarbij ruimtelijke<br />
ontwikkelingen integraal worden meegenomen. Hierbij wordt gekeken naar een nieuw<br />
aflaatwerk in het nieuwe tracé van het kanaal ter hoogte van de kruising met de Aa. Ook<br />
uitbreiding van gemaal Poeldonk op de huidige locatie of de oude Zuid-Willemsvaart via<br />
sluis 0 als alternatieve route worden hierbij meegenomen.<br />
76
31 maart 2009<br />
Rosmalen<br />
Het cluster Rosmalen omvat de volgende districten:<br />
- Rosmalen;<br />
- De Groote Wielen;<br />
- Overlaat Hoog;<br />
- Overlaat Laag;<br />
- Kruisstraat;<br />
- Maliskamp;<br />
- Bedrijventerrein Rosmalen Zuid;<br />
- Coudewater.<br />
Huidige situatie<br />
Het wijkwatersysteem van Rosmalen heeft weinig oppervlaktewater. Het merendeel van<br />
het regenwater infiltreert in de zandige bodem. Het overtollige regenwater wordt<br />
afgevoerd in noordelijke richting via een stuw op het watersysteem van de Hoefgraaf. De<br />
afvoerende watergang is gelegen ten westen van De Groote Wielen. Overlaat Hoog watert<br />
via stuwen af op Overlaat Laag die uiteindelijk via een stuw afwatert op de Groote Wielen.<br />
De toenemende verstedelijking, gecombineerd met een beperkte infiltratiecapaciteit van de<br />
bodem én een toename van hevige regenval door de verandering van het klimaat, zijn<br />
oorzaak van een steeds grotere belasting van het bestaande rioolstelsel.<br />
Figuur 9 Watersysteem van Rosmalen<br />
77
31 maart 2009<br />
Bedrijventerrein Rosmalen Zuid is een deelsysteem welke via een duiker onder de Rijksweg<br />
A59 door, afwatert op de Groote Wetering bij Coudewater.<br />
Coudewater heeft geen water dat deel uit maakt van het stedelijke watersysteem en staat<br />
rechtstreeks onder invloed van het waterpeil in de Groote Wetering (regionaal<br />
watersysteem). Maliskamp is hoog gelegen en heeft geen open water. Merendeel van het<br />
water infiltreert in de bodem. De afwatering via de riolering wordt rechtstreeks beïnvloed<br />
door het waterpeil in de Kleine Wetering die weer afwatert op de Groote Wetering. De<br />
bossen van Maliskamp en Coudewater verdrogen door de drainerende werking van de<br />
Grote Wetering.<br />
Kruisstraat watert via de riolering en via watergangen af naar het Sprokkelbos. Het gebied<br />
rond Sprokkelbosch verdroogt vermoedelijk door de drinkwaterwinning bij Nuland.<br />
Het watersysteem van De Groote Wielen is nog niet geheel aangelegd. Naar verwachting<br />
functioneert het watersysteem in 2014 volledig. Voor een gedetailleerde beschrijving van<br />
de werking van het watersysteem wordt verwezen naar het rapport “De watermachine,<br />
basis waterlopenplan De Groote Wielen” (Arcadis, december 2000). Het watersysteem is in<br />
principe zelfvoorzienend en watert alleen onder extreme omstandigheden via een<br />
noodgemaal af op de Hoefgraaf.<br />
Knelpunten<br />
Aan de hand van zes thema<strong>'s</strong> zijn in onder staande kaart en tabel de belangrijkste<br />
kenmerken en knelpunten van de huidige situatie weergegeven. De letters in de kaart<br />
corresponderen met de codes in de tabel.<br />
Figuur 10 Knelpunten en kenmerken in Rosmalen<br />
78
31 maart 2009<br />
Tabel 8 Knelpunten, kenmerken en mogelijke oplossingsrichting in Rosmalen<br />
Code Categorie Knelpunt Kenmerk Oplossingsrichting<br />
A Oppervlaktewater Er is nauwelijks oppervlaktewater aanwezig<br />
B Oppervlaktewater Het buitengebied is verdroogt, omvang van<br />
het knelpunt is onbekend<br />
C Oppervlaktewater Watergangen vallen geregeld droog<br />
D Oppervlaktewater De bodem heeft een beperkte<br />
infiltratiecapactiteit<br />
E Rioolstelsel Het rioolstelsel is overwegend gemengd<br />
Grondwaterstudie naar omvang en oorzaak<br />
knelpunt<br />
F Rioolstelsel Het stelsel bestaat uit meerdere met elkaar<br />
verknoopte deelsystemen en is daarom<br />
ingewikkeld<br />
G Rioolstelsel Het bergingscapaciteit van de riolering is<br />
Kosten-baten analyse maatregelen voorkomen<br />
gering, op sommige plaatsen is water op<br />
water-op-straat.Evt. Knelpunten bij de RWZI<br />
straat een regelmatig voorkomend<br />
verschijnsel<br />
zie: OAS traject<br />
H Rioolstelsel De bergingscapaciteit van de riolering is<br />
Kosten-baten analyse maatregelen voorkomen<br />
gering, op sommige plaatsen is water op<br />
water-op-straat.Evt. Knelpunten bij de RWZI<br />
straat een regelmatig voorkomend<br />
verschijnsel<br />
zie: OAS traject<br />
I Rioolstelsel Het rioolsysteem is zwaar belast Kosten-baten analyse maatregelen voorkomen<br />
water-op-straat.Evt. Knelpunten bij de RWZI<br />
zie: OAS traject<br />
J Waterkwaliteit Drijflagen en blauwalg leiden tot verstikking; Wordt meegenomen in waterstructuurplan<br />
K Waterkwaliteit Vuiluitworp uit het rioolstelsel leidt periodiek<br />
tot verontreining van de aangrenzende<br />
watersystemen, overstort komt uit op<br />
droogvallende sloot<br />
L Inrichting, beheer<br />
en onderhoud<br />
M Inrichting, beheer<br />
en onderhoud<br />
Vuiluitworp in de veelal droge berging lagns<br />
de rand van Spreenburg vraagt om<br />
aangepast beheer<br />
Het ontwerp van de watergangen is niet<br />
afgestemd op de natuurlijke ondergrond<br />
N Waterbeleving Doordat oppervlaktewater in veel gevallen<br />
ontbreekt of droogvalt, is water niet<br />
O Ruimte voor water<br />
beeldbepalend<br />
De bergingscapactieit van het wijkwatersyteem<br />
is op orde (klimaatbestendig)<br />
P Ruimte voor water In de dorspkernen is geen of slechts zeer<br />
beperkt ruimte beschikbaar voor het maken<br />
van extra oppervlaktewater<br />
Oplossingsrichtingen<br />
Huidig beleid is schoonmaken nav klachten<br />
door vuilemissie rioolstelsel. In het GRP en in<br />
het waterstructuurplan worden andere<br />
mogelijkheden onderzocht (bv watergang<br />
uitdiepen, meer berging in het rioolstelsel,<br />
sturing in de riolering)<br />
Huidig beleid is schoonmaken nav klachten<br />
door vuilemissie rioolstelsel. In het GRP en in<br />
het waterstructuurplan worden andere<br />
mogelijkheden onderzocht (bv watergang<br />
uitdiepen, meer berging in het rioolstelsel,<br />
sturing in de riolering)<br />
Wordt meegenomen in waterstructuurplan<br />
Studie naar kosten-baten van het realiseren van<br />
extra oppervlakte water, hiervoor is inzicht in<br />
de werking van het watersysteem nodig.<br />
Tijdens de workshops zijn voor het cluster Rosmalen mogelijke oplossingsrichtingen in kaart<br />
gebracht. De tabel geeft een overzicht van de mogelijke oplossingsrichtingen die nodig zijn<br />
om de knelpunten op te lossen, die tijdens de workshop zijn benoemd. (zie 5.6.2).<br />
Tabel 9 Overzicht van mogelijke oplossingsrichtingen in Rosmalen, die nodig zijn om de knelpunten<br />
op te lossen, die tijdens de workshop zijn benoemd.<br />
Cluster Rosmalen<br />
RS_ 1 Grondwaterstudie naar omvang en oorzaak knelpunt<br />
RS_ 2 Kosten-baten analyse maatregelen voorkomen water-op-straat. Evt. knelpunten RWZI: zie OAS<br />
RS_ 3 Huidig beleid is schoonmaken nav klachten door vuilemissie rioolstelsel. In het GRP en in het<br />
waterstructuurplan worden andere mogelijkheden onderzocht (bv watergang uitdiepen, meer<br />
berging in het rioolstelsel, sturing in de riolering)<br />
RS_ 4 Studie naar kosten-baten van het realiseren van extra oppervlakte water, hiervoor is inzicht in de<br />
werking van het watersysteem nodig.<br />
79
31 maart 2009<br />
Naast de mogelijke oplossingen uit de tabel zijn er tijdens de workshop voor Rosmalen<br />
enkele oplossingsrichtingen genoemd, die gelet op de ontwikkelingen in het gebied,<br />
mogelijk interessant zijn. Tijdens de vervolgstudies worden deze oplossingsrichtingen op<br />
effectiviteit en haalbaarheid onderzocht:<br />
- Het herinrichten van de kanaalzone van de nieuwe Zuid-Willemsvaart maakt het<br />
afkoppelen van verhard oppervlak in het westen van Rosmalen met een afvoer via de<br />
Rosmalense Aa mogelijk. De waterkwaliteit van de Rosmalense Aa mag hierbij niet<br />
verslechteren (conform doelen KRW);<br />
- Bestemmen en inrichten van zogenoemde droge waterbergingen in de openbare ruimte<br />
en wegprofielen binnen de dorpskernen;<br />
- Onderzoeken van de toepassingsmogelijkheden van diepte-infiltratie als alternatief voor<br />
(tijdelijke) berging van stortbuien in Rosmalen;<br />
- Bestemmen en inrichten van groene bergingsvoorzieningen direct aan de randen van de<br />
dorpskernen;<br />
- Hintham loskoppelen van rioleringsgebied Ooijen en aantakken op rioleringsgebied ’s-<br />
<strong>Hertogenbosch</strong>;<br />
- Onderzoeken van de mogelijkheden en effecten van het loskoppelen van de riolering<br />
van Maliskamp en deze aantakken op rioleringsgebied Vinkel;<br />
- Afkoppelen van de randen van de kernen;<br />
- Meten in de buis inzetten ten behoeve van een optimaal gebruik van de<br />
bergingscapaciteit.<br />
80
31 maart 2009<br />
II Afkortingenlijst<br />
HOWABO Hoog Water Aanpak Den Bosch<br />
KRW (Europese) Kader Richtlijn Water<br />
KWO Koude Warmte Opslag<br />
MER Milieu Effect Rapportage<br />
ROR (Europese) Richtlijn Overstromingsrsico’s<br />
RSV Ruimtelijke Structuur Visie<br />
VGRP Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan<br />
WBB Wet Bodem Bescherming<br />
WRO Wet Ruimtelijke Ordening<br />
IVM Integrale Verkenning Maas<br />
81