2012 Kerstnummer - Dorpskerk Woubrugge
2012 Kerstnummer - Dorpskerk Woubrugge
2012 Kerstnummer - Dorpskerk Woubrugge
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Pagina 20<br />
www.dorpskerkwoubrugge.nl<br />
“Ik hoef geen hiernamaals”, zegt zij. “Als ik hier de ervaring<br />
heb – en die heb ik – dat ik niet alleen sta, heb ik die hemel<br />
hier. Gelooft u aan een voortbestaan?”<br />
Hij doet een wedervraag: “Kunt u wat u liefhebt vernietigen?<br />
Alleen met de nodige afwijkingen kun je dat. Als u gelooft in<br />
God en u gelooft ook dat hij u liefheeft waarom beticht u hem<br />
dan van zulke afwijkingen?”<br />
Het schokt haar, zij weet er geen antwoord op.<br />
“De aarde wordt geen gram lichter of zwaarder” – gaat hij<br />
voort- “wat er ook opkomt of afgaat. Als ons lichaam dus niet<br />
vergaat maar verandert, hoe dan met onze geest?”<br />
Het doet haar goed dat hij zo praat…Wat dreef deze man naar<br />
zee? Werkelijk eenzame mensen maken deze tot een barricade<br />
en sluiten er zich achter op. Die nog een doorlaatpost hebben<br />
voor ruimte en stilte zijn niet werkelijk eenzaam. Hun<br />
ogen worden niet tot spleetjes van wantrouwen maar blijven<br />
groot en rond als die van een kind…bovendien, wie gelooft is<br />
nooit alleen….<br />
“Voor een man is het niet gauw te laat…ik bedoel u zei<br />
toch…”Bij het licht van een straatlamp kijkt hij haar onderzoekend<br />
aan. Zijn ogen zijn groot en donker…Zou hij het verkeerd<br />
uitleggen? Voeg er dan nog maar gauw iets aan toe, laat hem<br />
vooral niet denken dat je zinspeelt op jezelf: “Er zijn veel jonge<br />
vrouwen, meisjes zelfs die in deze losgeslagen tijd steun zoeken<br />
bij een oudere man.”<br />
“O nee”, zegt hij, “dat is niets voor mij…trouwens wie heeft de<br />
krankzinnige gedachte verspreid dat een mens alléén niet gelukkig<br />
kan zijn, als je maar tot zelfverwerkelijking komt, dát<br />
doet waarvoor je in de wieg bent gelegd…als je daar niet toe<br />
komt, je láát leven en voortholt naar vaak lege luchtkastelen,<br />
heb je jezelf het zwaarste juk opgelegd dat maar bestaat en is<br />
je tijd om vóór je het weet, miljoenen mensen komen nooit<br />
tot bewustzijn.”<br />
Zij voelt zich een beetje droevig worden…eigenljk is het zo<br />
met Mark en haar ook gegaan, zij waren vastgelopen, slaaf<br />
van hun gebondenheid en sleur. Hij wilde zijn vrijheid, ze hebben<br />
de onzindelijkheid gehad als ‘goede vrienden’ uit elkaar te<br />
gaan. Opvreten moet je mekaar, eerst uit liefde dan uit haat.<br />
Hij heeft zijn vrijheidsburcht niet lang kunnen verdedigen. Hij<br />
is weer getrouwd en weer gescheiden en weer…o God wat is<br />
het toch allemaal moeilijk…De dieren zijn wijzer dan wij. Seks<br />
is bij de vrouw een onderdeel van haar gevoelsleven en zij<br />
begrijpt de man niet waar dit altijd maar so saillant voorop<br />
staat. Hij begrijpt haar afweer niet, haar hoofdpijn niet, haar<br />
vermoeidheid niet en zo zitten duizenden mensen aan elkaar<br />
geklonken en proberen tussen de klippen door te zeilen.<br />
Daar is de Wittebrug en daarachter ligt de Bataaf. Het uitgangetje<br />
voor ’s zondags met twee kinderen. Dolle pret in de<br />
speeltuin. Jij ’n kopje koffie, de kinderen ’n ijsje en hopen dat<br />
ze niet zeuren om meer, je hebt geen geld. Je zit er tot het<br />
bijna donker is, dikwijls te koud. Zij huivert. Eén keer heeft zij<br />
op de tram gestaan op weg naar het station. De kinderen waren<br />
toen bij ’n vriendin. Het was nog zo’n ouderwetse tram<br />
met een balkon van dertig jaar geleden. Toen is haar iets gepasseerd<br />
wat zij nooit meer vergeten heeft. ’n Man op dat<br />
volle balkon en hoe hij naar haar keek. Toen ze in een bocht<br />
tegen hem werd aangesmakt en zij excuses maakte en hem<br />
daarbij in zijn lachende gezicht keek met die warme grote<br />
ogen was dat één moment in haar leven dat zij nooit meer<br />
vergeten zou. Zij herinnert zich dat zij nog het station is binnengegaan<br />
maar de trein heeft zij niet genomen. Ze had opnieuw<br />
naar Mark gewild om hem te praten en tot een redelijk<br />
vergelijk te komen…maar dat hoefde plotseling na het trambalkon<br />
niet meer. Hun gevoel voor elkaar was middelmatig<br />
geweest dat begreep ze nu… ’n toetssteen was die man op het<br />
trambalkon…ook al zou ze hem nooit terugzien, het was net of<br />
haar leven opnieuw geijkt was en te licht bevonden. Er was<br />
een schok van herkenning door haar heen gegaan…dit was de<br />
man die het leven voor haar bedoeld had. In ’n vluchtig moment,<br />
in minder dan tien seconden had zij die zekerheid gekregen…<br />
O ja, ze had nog wel naar hem uitgezien in het station<br />
want ook hij was daar uitgestapt…<br />
Maar wat wil je, je papte zo maar niet met iemand in de het<br />
wilde weg aan…Zelfs al zou hij haar aangesproken hebben dan<br />
zij het toch misschien afgeweerd, er zou bovendien ’n waardevermindering<br />
hebben plaatsgehad. Zij heeft hem nooit teruggezien.<br />
“Gaat het nog?” vraagt de man naast haar. “We zijn er bijna…<br />
We hebben een kortere weg genomen….Heeft u dat niet gemerkt?”<br />
Als zij voor de deur staan aarzelt ze. “Komt u gerust even binnen,<br />
ik maak ’n kopje koffie, dat hebben we wel verdiend.” Zij<br />
gaat achter hem de trap op. In zijn atelier is het gezellig rommelig.<br />
In een hoek, half verscholen achter een gordijn, staat ’n<br />
beeldengroep. Tien vrouwen, allen hetzelfde, allen anders.<br />
Hij steekt een lamp aan om de groep gunstig te belichten. “Ik<br />
ontmoette eens ’n vrouw op ’n trambalkon”, zegt hij. “Maar ik<br />
durfde haar niet aan te spreken. ‘Dát is zij. Al dertig jaar probeer<br />
ik haar in steen te scheppen zoals zij was…dat lukt<br />
nooit… Toch moet je ermee doorgaan omdat het je leven inhoud<br />
geeft.”<br />
Dan keert hij zich om en doet water in de keten voor de koffie.<br />
Over haar wangen lopen tappelings de tranen.<br />
(bron: Kerstboeket)