30.09.2013 Views

2011(4) - Knpv

2011(4) - Knpv

2011(4) - Knpv

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Figuur 4. Biologisch perceel waar in 2010 een gras-klavermengsel stond. De veldjes<br />

van de ploeg-variant zijn in het najaar geploegd (linksvoor en rechtsachter) en<br />

komen zwart de winter uit. De veldjes met niet-kerende grondbewerking (rechtsvoor<br />

en linksachter) blijven groen in de winter. In het voorjaar wordt hier de gras-klaverstoppel<br />

gefreesd met de rijpadentrekker op 3,15 m spoorbreedte.<br />

GewasbescherminG | jaargang 42 | nummer 4 | juli <strong>2011</strong><br />

van organische stof en uitstoot van broeikasgassen<br />

gemeten. Er worden ook opbrengstmetingen<br />

gedaan en plantparameters zoals opkomst en<br />

planthoogte bepaald. Regenwormenpopulaties<br />

worden door een aio van WUR Omgevingswetenschappen<br />

Sectie Bodemkwaliteit gemonitord.<br />

Aanvullend op bovengenoemde metingen zijn<br />

in september 2010 grondmonsters van beide<br />

grondbewerkingsvarianten in de gewassen winterpeen<br />

en zaaiui genomen om het effect van<br />

grondbewerking op bodemweerbaarheid en de<br />

bodemmicroflora te bepalen.<br />

Figuur 5. Het nemen van ongestoorde grondmonsters voor de bepaling van bodemweerbaarheid.<br />

Ongestoorde grondmonsters<br />

[ artikel<br />

Om onderzoek te doen naar de invloed van<br />

grondbewerking, waarbij bodemstructuur en<br />

verdeling van organische stof van invloed is,<br />

mag de grond natuurlijk niet verstoord worden.<br />

Er is daarom een grondboor ontwikkeld met dezelfde<br />

afmeting als de bakken waarin de biotoets<br />

wordt uitgevoerd. Voor de Rhizoctonia-biotoets<br />

gaat het om een boor van 4 x 25 cm en 12 cm<br />

diepte. Hiermee zijn ongestoorde grondmonsters<br />

verzameld, welke daarna voorzichtig in de<br />

bakken geschoven zijn (Figuur 5).<br />

Bodemweerbaarheid en bodemleven<br />

Analyses van de grondmonsters lieten significante<br />

verschillen zien voor de twee bemonsterde<br />

gewassen (Tabel 1). In zaaiui (gangbaar<br />

bouwplan) was de niet-geploegde grond ziektewerender<br />

tegen Streptomyces-schurft (biotoets<br />

met radijs) dan de geploegde variant. In zaaiui<br />

waren ook de mycorrhiza-kolonisatie van jonge<br />

uienwortels, de potentieel mineraliseerbare<br />

stikstof en de heet water-extraheerbare koolstof<br />

hoger in de niet-geploegde dan in de geploegde<br />

grond.<br />

In winterpeen (biologisch bouwplan) was de<br />

niet-geploegde grond ziektewerender tegen<br />

Rhizoctonia solani AG2 (biotoets met suikerbiet)<br />

dan de geploegde variant. Bovendien waren<br />

aantallen Streptomyces, Lysobacter, de schimmelbiomassa,<br />

de potentieel mineraliseerbare<br />

stikstof en de heet water extraheerbare koolstof<br />

hoger in de niet-geploegde dan in de geploegde<br />

grond.<br />

171

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!