2011(4) - Knpv
2011(4) - Knpv
2011(4) - Knpv
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘Resistentie ligt constant op de loer’<br />
De handel maakt goede sier met strenge eisen aan<br />
spuitresiduen. Maar die ondergraven de resistentiepreventie<br />
juist.<br />
Voor grootschalige resistentie tegen gewasbeschermingsmiddelen,<br />
zoals bij antibiotica, is Wilbert Flier, technisch<br />
manager Benelux bij DuPont, niet bang. “De industrie<br />
blijft investeren in research naar, en ontwikkeling van<br />
nieuwe middelen. In combinatie met een behoorlijke terughoudendheid<br />
in het gebruik door de boeren, geeft mij<br />
dat het vertrouwen dat we de gewasbescherming goed<br />
onder controle hebben en houden.”<br />
Het lukt de industrie met nieuwe middelen te blijven<br />
komen omdat zij er nog steeds in slaagt de onderzoekskosten<br />
in tien tot twintig jaar terug te verdienen. Volgens<br />
Flier gaat dat goed als de productvoorschriften worden<br />
gevolgd. “Daar zijn wij én de boer bij gebaat. Anders verliest<br />
een middel veel sneller zijn werking; de boer raakt<br />
een alternatief kwijt en de industrie heeft een financiële<br />
strop.”<br />
Ook het combineren van bestaande middelen blijft een<br />
absolute noodzaak volgens Flier. “Resistentieontwikkeling<br />
ligt altijd op de loer. Bepaalde insecten en schimmels<br />
raken snel resistent. Op basis van telerservaringen,<br />
onderzoek en kennis uit de industrie komen de gebruiksadviezen<br />
tot stand. Bijvoorbeeld: alleen gebruiken<br />
in combinatie met een ander middel met een net iets<br />
andere werking. Juist combineren of afwisselen geeft<br />
een optimaal resultaat; heel belangrijk in de strijd tegen<br />
productresistentie.”<br />
Flier ziet een potentieel groot probleem in het – al dan<br />
niet afgedwongen – verkeerde gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.<br />
Telers worden steeds vaker geconfronteerd<br />
met extra eisen van hun afnemers. Die willen<br />
het aantal verschillende residuen op groente en fruit<br />
beperken. “Veel marktpartijen stellen tegenwoordig die<br />
extra voorwaarden aan het aantal residuen. We hebben<br />
natuurlijk het wettelijk toegestane niveau. Dat is gebaseerd<br />
op een zo goed mogelijke toepassing van middelen<br />
die rekening houdt met alle facetten. De bovenwettelijke<br />
maatregelen van afnemers verstoren het optimaal<br />
gebruik van middelen. Deze extra eisen leiden ertoe dat<br />
telers bepaalde middelen, die wél zijn toegestaan en<br />
voorgeschreven, niet meer toepassen omdat dat leidt tot<br />
een extra residu op het gewas. Vanuit het resistentiemanagement<br />
gezien zijn die bovenwettelijke beperkingen<br />
ongewenst, want dan kun je niet genoeg wisselen tussen<br />
middelen. Minder middelen en lagere doseringen klinkt<br />
aardig, maar het kan er toe leiden dat middelen eerder<br />
hun werkzaamheid verliezen.”<br />
Volgens Flier proberen de producenten het resistentierisico<br />
dat door residu-eisen ontstaat onder de aandacht te<br />
GewasbescherminG | jaargang 42 | nummer 4 | juli <strong>2011</strong><br />
[ nieuws<br />
brengen. Hij heeft nog niet het idee dat men van de ernst<br />
doordrongen is. “Marktpartijen gebruiken hun eisen<br />
aan het aantal residuen puur als marketingtool naar de<br />
consument toe. Dat het een goed resistentiemanagement<br />
blokkeert, is helaas geen issue voor ze.”<br />
Bron: AGDmedia, 10 juni <strong>2011</strong><br />
Een resistente lastpost: Onderzoek naar risico<br />
schimmelbestrijders<br />
Resistentie tegen antibiotica is inmiddels een bekend<br />
fenomeen. Veel minder bekend is de mogelijke resistentie<br />
bij mensen als gevolg van het gebruik van schimmelbestrijders<br />
in de landbouw. Arts-microbioloog Paul<br />
Verweij maakt zich zorgen. Zeker omdat inmiddels een<br />
nieuw type resistentie gevonden is bij de schimmel,<br />
die zich ook in Nederland heeft verspreid. “Als we niets<br />
doen, ontstaan er steeds nieuwe resistenties.” Met alle<br />
gevolgen van dien.<br />
Aspergillus fumigatus is voor de landbouw een onbeduidende<br />
schimmel. Niemand zou zich er ooit om druk<br />
gemaakt hebben, als vijf jaar geleden niet ontdekt was<br />
dat de schimmel resistent is geworden tegen bepaalde<br />
geneesmiddelen – mogelijk als gevolg van het gebruik<br />
van bestrijdingsmiddelen.<br />
Arts-microbioloog Paul Verweij van het Universitair<br />
Medisch Centrum St Radboud in Nijmegen komt de<br />
schimmel met enige regelmaat tegen. Het is een enorme<br />
lastpost, als hij toeslaat in patiënten met een verzwakte<br />
afweer. Iedereen heeft de schimmel – of sporen ervan<br />
– bij zich, zegt Verweij. Normaal heb je er geen last van.<br />
Maar mensen die geen afweer hebben, kunnen de schimmel<br />
niet uit het lichaam verwijderen. Dan ontstaan er<br />
infecties die uiteindelijk dodelijk kunnen zijn. Mensen<br />
die een chemokuur volgen hebben een verzwakte afweer.<br />
Als zij met zo’n schimmel besmet raken zijn ze extra<br />
kwetsbaar. Normaal kan de schimmel worden bestreden<br />
met het medicijn Voriconazol, een middel dat zowel als<br />
tablet als via een infuus kan worden toegediend. Het<br />
is het belangrijkste beschikbare geneesmiddel tegen<br />
schimmels. Maar het is lang niet altijd normaal meer, zag<br />
Verweij samen met een aantal collega’s in 2006. Aspergillus<br />
fumigatus is steeds vaker ongevoelig voor Voriconazol.<br />
Bij negen patiënten vond hij een resistente schimmel. En<br />
wat opmerkelijk was: vier van die patiënten waren nooit<br />
tegen schimmels behandeld. Een ander opvallend feit: de<br />
resistentie was bij alle patiënten hetzelfde, wat erop wees<br />
dat de resistentie zich niet in de patiënt had ontwikkeld.<br />
En misschien nog opmerkelijker: de resistente schimmel<br />
kwam ook gewoon in het milieu voor.<br />
Na dat eerste onderzoek werd gekeken naar de resistentie<br />
bij 2000 beschikbare schimmelkweken uit de periode<br />
van 1994 tot 2007. De schimmels uit de periode tot 2000<br />
193