02.11.2013 Views

Download lecture - Nyenrode Business Universiteit

Download lecture - Nyenrode Business Universiteit

Download lecture - Nyenrode Business Universiteit

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

IFRSs in de Europese Unie:<br />

een paard van Troje?<br />

rede<br />

in verkorte vorm uitgesproken<br />

bij de aanvaarding van het ambt van<br />

hoogleraar Externe Verslaggeving<br />

aan de <strong>Nyenrode</strong> <strong>Business</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

op maandag 1 oktober 2007<br />

door<br />

Prof.dr. R.G.A. Vergoossen RA


Rampzaal’ge burgers, roept hij uit<br />

Verblind neemt gij een dwaas besluit<br />

Wie weet, of in dit houten paard<br />

Geen Griekse mannen zijn vergaard,<br />

Om zo in onze stad te komen,<br />

En die met strijders te overstromen.<br />

Trojanen, zorgt, wat ge ook verricht<br />

Dat ’s vijands list geen onheil sticht.<br />

Publius Vergilius Maro<br />

Copyright © 2007 Prof.dr. R.G.A. Vergoossen RA<br />

ISBN 978-90-73314-98-6


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

<br />

Mijnheer de President,<br />

Mijnheer de Rector Magnificus,<br />

Zeer gewaardeerde toehoorders,<br />

Het is nu bijna acht jaar geleden dat ik aan de <strong>Universiteit</strong> Maastricht<br />

mijn inaugurele rede uitsprak bij de aanvaarding daar van het ambt<br />

van hoogleraar International Financial Accounting (Vergoossen, 1999).<br />

We stonden toen aan de vooravond van het gereedkomen van een set<br />

van kernstandaarden voor de externe financiële verslaggeving van<br />

ondernemingen. Deze kernstandaarden – uitgevaardigd door de Board<br />

van het International Accounting Standards Committee (IASC) – zou<br />

de basis moeten vormen voor een wereldwijde harmonisering van de<br />

regelgeving op het gebied van de jaarverslaggeving.<br />

Door de voortgeschreden internationalisering van het bedrijfsleven<br />

en de globalisering van de kapitaalmarkt was de behoefte aan het<br />

vergelijken van ondernemingen over de grenzen heen sterk toegenomen.<br />

Het gebruik van uiteenlopende nationale grondslagen van waardering<br />

en resultaatbepaling kunnen een dergelijke vergelijking in belangrijke<br />

mate frustreren en daardoor een barrière vormen om te komen tot goede<br />

beleggingsbeslissingen. Dit kan de efficiëntie van de kapitaalmarkt<br />

nadelig beïnvloeden. De roep om een wereldstandaard voor de externe<br />

financiële verslaggeving was dan ook groot.<br />

De titel van mijn inaugurele rede in Maastricht was International<br />

Accounting Standards: Esperanto of Babylonische spraakverwarring? Hierin<br />

wierp ik de vraag op of de set van kernstandaarden de wereldtaal was<br />

die wij zochten, een Esperanto voor de externe financiële verslaggeving,<br />

of dat die juist zou leiden tot een Babylonische spraakverwarring. Ik heb<br />

toen aangegeven dat een set van kernstandaarden een noodzakelijke,<br />

maar bij lange na niet een voldoende voorwaarde was om te komen tot<br />

dat Esperanto, maar dat er eerst nog een aantal belangrijke obstakels uit


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

de weg moest worden geruimd. De door mij geïdentificeerde obstakels<br />

hadden betrekking op:<br />

• de institutionele vormgeving van het IASC en de wijze waarop<br />

daarbinnen de standaarden totstandkomen en worden onderhouden;<br />

• de wijze waarop de implementatie van de standaarden in belangrijke<br />

delen van de wereld plaatsvindt en een consistente interpretatie en<br />

toepassing is gewaarborgd; en<br />

• de wijze waarop de naleving van de standaarden wordt afgedwongen.<br />

Hoe die drie zaken zich tot elkaar verhouden, heb ik indertijd weergegeven<br />

in de vorm van de façade van een Griekse tempel (zie figuur 1).<br />

Figuur 1: Tempel wereldstandaard<br />

Het fundament van de tempel is het institutionele raamwerk waarbinnen<br />

de standaarden totstandkomen. Dit raamwerk moet aanvaardbaar zijn<br />

voor alle betrokken partijen. Is dat niet het geval dan is er geen draagvlak<br />

en zijn vraagstukken met betrekking tot de implementatie en de wijze<br />

waarop de naleving van de standaarden wordt afgedwongen niet eens<br />

aan de orde. Zonder fundament stort het bouwwerk in elkaar. Landen of<br />

jurisdicties zullen niet bereid zijn de standaarden voor te schrijven of te<br />

implementeren in hun eigen regelgeving.<br />

De implementatie en consistente interpretatie en toepassing van de<br />

standaarden in de landen of jurisdicties die deze voorschrijven of toestaan<br />

moet goed zijn geregeld. Dit heb ik weergegeven in de vorm van zuilen.<br />

De vier zuilen van de tempel representeren ieder een land of regio: de


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

<br />

Europese Unie, de Verenigde Staten, Zuidoost Azië & Japan en de rest<br />

van de wereld. Als één van de buitenste zuilen – de Europese Unie of<br />

de Verenigde Staten – wegvalt, is het bouwwerk erg instabiel en kan er<br />

niet worden gesproken van een wereldstandaard. De middelste zuilen<br />

– Zuidoost Azië & Japan en de rest van de wereld – zijn daarentegen niet<br />

doorslaggevend om het bouwwerk overeind te houden.<br />

Het timpaan van de tempel staat voor het toezicht op de naleving van<br />

de standaarden en vormt het sluitstuk om te komen tot een kwalitatief<br />

hoogwaardige externe financiële verslaggeving. Het is immers niet<br />

voldoende om wereldwijd standaarden voor te schrijven. Daarnaast zijn<br />

een consistente interpretatie en toepassing van de standaarden essentieel.<br />

Het toezicht op de naleving van de standaarden kan in dat kader een<br />

belangrijke rol vervullen.<br />

Acht jaar geleden was nog geen van de drie elementen naar tevredenheid<br />

geregeld. Wel werd druk gewerkt aan het leggen van het fundament van<br />

de tempel. Naast de afronding van de set van kernstandaarden was het<br />

IASC druk in de weer met een ingrijpende herstructurering van de eigen<br />

organisatie en het regelgevende proces. In die tijd werd in Brussel druk<br />

gediscussieerd over de wijze waarop de harmonisering van de externe<br />

financiële verslaggeving in de Europese Unie verder vormgegeven moest<br />

worden en welke rol de standaarden van het IASC daarin zouden kunnen<br />

vervullen (Europese Commissie, 1998 en 1999). Het was ook de tijd<br />

waarin de Financial Accounting Standards Board (FASB) – de Amerikaanse<br />

regelgever – verwoede pogingen deed om uit te groeien tot een<br />

internationaal regelgevend orgaan in plaats van of naast het IASC (FASB,<br />

1999) en waarin de International Organization of Securities Commissions<br />

(IOSCO) – de internationale organisatie van beurstoezichthouders<br />

– bezig was met een beoordeling van de kwaliteit van de standaarden<br />

van het IASC (Leder, 1999). Deze beoordeling heeft uiteindelijk – in mei<br />

2000 – geleid tot een aanbeveling van IOSCO aan haar leden om deze<br />

standaarden toe te staan (IOSCO, 2000).<br />

Laten wij eens beschouwen wat in die acht jaar tijd van de tempel is<br />

terechtgekomen:<br />

1. de ingrijpende herstructurering van het IASC is in 2001 tot een<br />

afronding gekomen. Er heeft een belangrijke professionaliseringsslag<br />

plaatsgevonden. Het regelgevende orgaan is nu de International


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

Accounting Standards Board (IASB) die bestaat uit twaalf fulltime<br />

en twee parttime leden met een achtergrond in het bedrijfsleven, de<br />

accountancy of de wetenschap. In dat kader is ook de naamgeving<br />

van de standaarden aangepast: International Financial Reporting<br />

Standards of IFRSs in plaats van International Accounting Standards<br />

of IASs; <br />

2. sedert 2005 moeten beursgenoteerde ondernemingen in de Europese<br />

Unie de IFRSs toepassen bij het opstellen van hun geconsolideerde<br />

jaarrekening. De basis hiervoor vormt een Europese verordening<br />

die rechtstreekse werking heeft (de zogenaamde IAS-verordening). <br />

Door middel van een ingewikkeld goedkeuringsproces worden de<br />

afzonderlijke IFRSs tot Europese wetgeving verheven. De verordening<br />

biedt de lidstaten overigens de mogelijkheid om het toepassingsgebied<br />

van de IFRSs in hun eigen land te verbreden;<br />

3. de Verenigde Staten hebben de IFRSs nog niet geaccepteerd. In oktober<br />

2002 hebben de FASB en de IASB echter een convenant gesloten waarin<br />

een convergentietraject is uitgestippeld dat al belangrijk is gevorderd;<br />

4. in landen als Australië, Canada, China, India en Japan hebben de IFRSs<br />

door middel van uiteenlopende implementatietrajecten definitief<br />

wortel geschoten;<br />

5. in vele landen zijn er inmiddels toezichthouders die toezien op de<br />

naleving van de IFRSs. Zo is in Nederland sinds 31 december 2006 de<br />

Wet toezicht financiële verslaggeving van kracht en houdt de Autoriteit<br />

Financiële Markten (AFM) met ingang van het boekjaar 2006 toezicht<br />

op de jaarverslaggeving;<br />

6. door het Committee of European Securities Regulators (CESR) – het<br />

Europese orgaan van beurstoezichthouders – is een mechanisme<br />

opgezet dat er voor moet zorgen dat de IFRSs door de aangesloten<br />

organisaties zoveel mogelijk op een consistente wijze worden<br />

geïnterpreteerd om op die manier een bijdrage te leveren aan een<br />

consistente toepassing van de IFRSs in de Europese Unie (CESR, 2003<br />

en 2004); <br />

7. CESR is met de Amerikaanse Securities and Exchange Commission<br />

De IFRSs omvatten de standaarden en interpretaties vastgesteld door de IASB en – voor zover nog niet vervangen of ingetrokken –<br />

de standaarden (IASs) en interpretaties gepubliceerd vóór de herstructurering onder verantwoordelijkheid van de IASC-Board.<br />

<br />

Verordening (EG) Nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van<br />

internationale standaarden voor jaarrekeningen. In de verordening wordt overigens in plaats van beursgenoteerde ondernemingen<br />

gesproken over ondernemingen waarvan effecten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt. Dat betekent onder<br />

meer dat ondernemingen met een notering aan een niet-gereglementeerde markt (zoals Alternext) niet zijn onderworpen aan de<br />

IAS-verordening en dus hun geconsolideerde jaarrekening niet op basis van de IFRSs hoeven op te stellen.<br />

Zie ook Delger en Koster (2006) en Vergoossen (2001).


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

<br />

(SEC) een samenwerkingsprogramma overeengekomen (CESR/SEC,<br />

2006). De bedoeling van de samenwerking is onder meer om te komen<br />

tot een consistent toezicht op de naleving van de IFRSs en de United<br />

States Generally Accepted Accounting Principles (US GAAP).<br />

In het vervolg van mijn inaugurele rede hier aan de <strong>Nyenrode</strong> <strong>Business</strong><br />

<strong>Universiteit</strong> stel ik de vraag aan de orde of wij binnen de Europese Unie<br />

er wel goed aan hebben gedaan om de IFRSs voor te schrijven en of wij<br />

daarmee wellicht een paard van Troje hebben binnengehaald.<br />

De volgende vijf zaken die ik hierna verder zal bespreken, hebben mij tot<br />

deze vraagstelling gebracht:<br />

1. de stortvloed van kritiek op de IFRSs bij de introductie van deze<br />

regelgeving in de Europese Unie;<br />

2. het verloop van het convergentietraject tussen de IASB en de FASB;<br />

3. het complexe goedkeuringsproces van de IFRSs in de Europese Unie;<br />

4. de publicatie door de IASB in februari van dit jaar van een<br />

conceptstandaard met regelgeving specifiek gericht op het middenen<br />

kleinbedrijf; en<br />

5. de mogelijke invloed van de IFRSs op de grondslag voor de heffing van<br />

de vennootschapsbelasting in de Europese Unie.<br />

Stortvloed van kritiek op IFRSs<br />

Dan nu eerst de stortvloed van kritiek op de IFRSs. Als je die mag geloven<br />

dan hebben we pas echt een paard van Troje binnengehaald. Maar is dat<br />

ook zo?<br />

Hoewel de beslissing van de Europese Unie in 2002 om de IFRSs volledig<br />

te omarmen allerwegen met veel enthousiasme werd begroet, groeide de<br />

kritiek naarmate de invoeringsdatum van 1 januari 2005 dichterbij kwam.<br />

In de Europese Unie was er met name veel ongenoegen over de wijze<br />

waarop de IASB omging met inhoudelijke kritiekpunten ten aanzien<br />

van de verwerking van financiële instrumenten in de jaarrekening. In<br />

Nederland deed professor Hoogendoorn in juni 2004 bij het uitspreken<br />

van zijn inaugurele rede aan de Erasmus <strong>Universiteit</strong> in Rotterdam een<br />

duit in het zakje (Hoogendoorn, 2004a). Hoogendoorn die indertijd<br />

tevens voorzitter was van de Raad voor de Jaarverslaggeving, was van


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

oordeel dat de baten van de toepassing van de IFRSs niet opwogen<br />

tegen de daaraan verbonden kosten en suggereerde zelfs uitstel van de<br />

invoering van de IFRSs in de Europese Unie. <br />

In het voorjaar van 2006 toen pas echt duidelijk bleek welke effecten de<br />

IFRSs daadwerkelijk hadden op de verslaggevingspraktijk, culmineerde<br />

de kritiek in een ware stortvloed. Statements die indertijd vaak zijn<br />

gebezigd, luiden als volgt:<br />

• IFRSs zijn multi-interpretabel en voor meerdere uitleg vatbaar;<br />

• IFRSs zijn complex en niet te doorgronden;<br />

• IFRSs werken winststuring in de hand;<br />

• IFRSs leiden tot grote winstschommelingen; en<br />

• IFRSs beïnvloeden het gedrag van ondernemingsleidingen.<br />

Dit alles zou de transparantie en de vergelijkbaarheid van ondernemingen<br />

verslechteren, terwijl de IFRSs juist zijn bedoeld om die te verbeteren.<br />

In een artikel in Het Financieele Dagblad van 21 april 2006 heb ik deze<br />

kritiekpunten trachten te ontkrachten dan wel te nuanceren (Vergoossen,<br />

2006a). Kritiekpunten die naar mijn gevoel voor een groot deel zijn<br />

voortgekomen uit een stuk emotie, namelijk dat we afscheid hebben<br />

moeten nemen van het liberale karakter dat altijd kenmerkend is geweest<br />

voor de regelgeving op het gebied van de externe financiële verslaggeving<br />

in Nederland. <br />

Ik zal hieronder mijn visie op de genoemde kritiekpunten nog eens kort<br />

de revue laten passeren.<br />

IFRSs multi-interpretabel<br />

Soms laten de IFRSs inderdaad ruimte voor interpretatie en dat moet tot<br />

op zekere hoogte ook zo blijven. Het is bijna onmogelijk dat regelgeving<br />

op het gebied van de externe financiële verslaggeving voor elke denkbare<br />

economische transactie of omstandigheid specifieke voorschriften bevat.<br />

Bovendien zijn de IFRSs met de introductie in de Europese Unie pas voor<br />

het eerst op grote schaal toegepast. Logisch dat zich dan interpretatiekwesties<br />

aandienen. Europees en wereldwijd wordt door toezichthouders<br />

en accountantskantoren gewerkt aan manieren om tot een zo consistent<br />

mogelijke interpretatie en toepassing te komen. Overigens moeten we<br />

Zie ook Hoogendoorn (2006).<br />

<br />

Zie Vergoossen (2006d) voor de bevindingen van een onderzoek naar de cijfermatige invloed van de invoering van de IFRSs op het<br />

nettoresultaat en het eigen vermogen van Nederlandse en een aantal andere Europese ondernemingen.<br />

Zie ook Van der Tas (2006).


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

<br />

niet vergeten dat vóór de invoering van de IFRSs de interpretatieruimte<br />

vaak vele malen groter was.<br />

IFRSs complex<br />

Dat de IFRSs complex zijn en vaak moeilijk te doorgronden, heeft te<br />

maken met de internationalisering van bedrijfsleven en kapitaalmarkt<br />

en de toegenomen complexiteit van de omgeving waarbinnen<br />

ondernemingen opereren. Dit vindt onvermijdelijk ook zijn weerslag<br />

in de regelgeving op het gebied van de externe financiële informatieverschaffing.<br />

De IFRSs worden daarmee een terrein voor specialisten,<br />

maar dat is geen bijzondere ontwikkeling. Specialisatietendensen zien<br />

we ook op tal van andere vakgebieden, zoals het fiscaal recht en het<br />

vennootschapsrecht.<br />

Winststuring<br />

Doordat onder de IFRSs in veel gevallen moet worden gewaardeerd<br />

tegen marktwaarden of andere reële waarden, is de subjectiviteit bij<br />

de waardering en resultaatbepaling en daarmee de mogelijkheid om<br />

winstcijfers te sturen in sommige gevallen belangrijk toegenomen. <br />

De IFRSs eisen echter dat in de jaarrekening uitgebreid informatie wordt<br />

verstrekt over de veronderstellingen die zijn gehanteerd en schattingen<br />

die zijn gemaakt bij de bepaling van de reële waarden. Deze informatie<br />

geeft inzicht in de visie van de onderneming op de toekomst. Dit is<br />

waardevol voor de kapitaalmarkt, waardevoller dan de informatie<br />

opgenomen in traditionele, op historische kosten gebaseerde jaarrekeningen.<br />

Winstschommelingen<br />

De mutaties in de reële waarden, die doorgaans in de winst-en-verliesrekening<br />

moeten worden verantwoord, zorgen voor grotere fluctuaties<br />

in de gepresenteerde winstcijfers. Dit is inherent aan de IFRSs die de<br />

economische realiteit zoveel mogelijk willen reflecteren en is geen reden<br />

tot paniek. De toegenomen winstschommelingen zijn mijns inziens een<br />

kwestie van gewenning. Beleggers en beleggingsanalisten zullen zich nog<br />

minder dan voorheen moeten fixeren op het ‘winstcijfer onder de streep’.<br />

Het is veel belangrijker dat wordt gekeken naar de ‘kwaliteit van de winst’,<br />

<br />

Zie Heemskerk en Van der Tas (2006) voor een onderzoek naar de veranderingen in de winststuring als gevolg van de invoering<br />

van de IFRSs bij Duitse en Zwitserse ondernemingen. De onderzoeksresultaten lijken erop te duiden dat de winststuring bij deze<br />

ondernemingen is toegenomen.


10<br />

IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

dat wil zeggen in hoeverre vloeien winst en waardemutaties voort uit<br />

operationele dan wel niet-operationele activiteiten, zijn ze gerealiseerd<br />

dan wel nog te realiseren, hebben ze een structureel dan wel incidenteel<br />

karakter. <br />

Gedrag ondernemingsleidingen<br />

Het lijkt erop dat de IFRSs de besluitvorming van ondernemingen<br />

beïnvloeden. Zo zijn in verband met de invloed van de toepassing van<br />

de IFRSs op de gepresenteerde cijfers pensioenregelingen nog eens<br />

kritisch tegen het licht gehouden, zijn cumulatief preferente aandelen<br />

ingetrokken omdat ze niet meer kunnen worden geclassificeerd als eigen<br />

vermogen, zijn afdekkingstransacties aangepast om hedge accounting<br />

mogelijk te maken en zijn personeelsoptieregelingen aangepast of<br />

vervangen door andere regelingen. De oorzaak van dit alles is naar mijn<br />

mening echter niet alleen gelegen in de mogelijke effecten van de IFRSs op<br />

de gepresenteerde cijfers, maar moet ook worden gezocht in het feit dat<br />

de implementatie van de IFRSs kosten of risico’s heeft blootgelegd waar<br />

ondernemingen zich tot op dat moment niet van bewust waren.<br />

Ook hebben sommige ondernemingen openlijk te kennen gegeven hun<br />

beursnotering te willen opgeven in verband met de invoering van de<br />

IFRSs. De wens van deze ondernemingen om van de beurs te gaan, zal<br />

echter een combinatie van factoren zijn en niet uitsluitend het gevolg zijn<br />

van de introductie van de IFRSs. Het moeten voldoen aan de IFRSs is de<br />

prijs die ondernemingen moeten betalen om een beroep te kunnen doen<br />

op een kapitaalmarkt die zich steeds meer globaliseert.<br />

Hoewel op onderdelen zeker gerechtvaardigd, is de kritiek op de IFRSs<br />

naar mijn mening zwaar overdreven. De invoering van de IFRSs in de<br />

Europese Unie is hoe dan ook een verbetering vergeleken met vroeger<br />

toen iedere lidstaat zijn eigen voorschriften voor de externe financiële<br />

verslaggeving vaststelde.<br />

Dit laat overigens onverlet dat de IFRSs op tal van gebieden inhoudelijk<br />

kunnen worden verbeterd, maar dat zal in de dynamische omgeving<br />

waarin wij ons bevinden voorlopig wel zo blijven. Bovendien is het ook<br />

gewoon een kwestie van wennen, zowel voor de ondernemingen die de<br />

<br />

<br />

Zie Kamp (2006) voor een exposé over de IFRSs en de beleggingsanalyse.<br />

Zie Swinkels (2006) over de mogelijke invloed van IAS 19 Employee Benefits op pensioenregelingen van ondernemingen en De Jong,<br />

Rosellón en Verwijmeren (2006) over de invloed van IAS 32 Financial Instruments: Presentation op het preferente aandelenkapitaal van<br />

ondernemingen. Zie ook Knoops en Vergoossen (2006).


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 11<br />

verslaggevingsregels moeten toepassen, de accountants die de toepassing<br />

daarvan moeten controleren en de beleggingsanalisten die de verstrekte<br />

informatie meenemen in hun oordeels- en besluitvorming.<br />

Convergentie IFRSs en US GAAP<br />

Dan kom ik nu tot de tweede steen des aanstoots. Namelijk het door de<br />

IASB en de Amerikaanse FASB geïnitieerde convergentietraject dat er<br />

voor moet zorgen dat de IFRSs en de US GAAP zoveel mogelijk naar elkaar<br />

toegroeien.<br />

Zoals hiervoor aangegeven aan de hand van de façade van de Griekse<br />

tempel, is het essentieel dat naast de Europese Unie ook de Verenigde<br />

Staten – waar zich de veruit grootste kapitaalmarkt bevindt – meedoen<br />

om tot een wereldstandaard voor de externe financiële verslaggeving<br />

te komen. In de Europese Unie zijn de IFRSs inmiddels van kracht. In de<br />

Verenigde Staten ligt dat echter anders.<br />

De SEC in de Verenigde Staten is altijd zeer terughoudend geweest als het<br />

gaat om de erkenning van de IFRSs. Zij zou het liefst zien dat de eigen,<br />

strengere Amerikaanse regelgeving (US GAAP) tot wereldstandaard zou<br />

worden verheven. In plaats van een regelrechte erkenning van de IFRSs,<br />

hebben de Amerikanen ingezet op een convergentiestrategie waarbij<br />

de IFRSs en de US GAAP naar elkaar toegroeien. Daartoe hebben de IASB<br />

en de FASB vijf jaar geleden een akkoord gesloten (FASB/IASB, 2002). In<br />

oktober 2005 hebben zij hun commitment om de IFRSs en de US GAAP<br />

naar elkaar te laten toegroeien nog eens bevestigd (FASB/IASB, 2006).<br />

De inspanningen van beide organen zijn gericht op het bereiken en<br />

behouden van zoveel mogelijk overeenstemming tussen de IFRSs en<br />

de US GAAP. Uiteindelijk zou dit moeten leiden tot een wederzijdse<br />

erkenning in op zijn laatst 2009 waardoor Europese ondernemingen met<br />

een Amerikaanse beursnotering kunnen volstaan met een jaarrekening<br />

gebaseerd op de IFRSs en zij geen informatie meer hoeven te verstrekken<br />

op basis van de US GAAP. 10 Dit kan voor deze ondernemingen tot een zeer<br />

belangrijke kostenbesparing leiden.<br />

10 De wederzijdse erkenning is overigens op 30 april 2007 met de volgende passage bevestigd in een overeenkomst tussen de president<br />

van de Verenigde Staten, de voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Europese Commissie naar aanleiding van de<br />

jaarlijkse top tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie: “Promote and seek to ensure conditions for the U.S. Generally Accepted<br />

Accounting Principles and International Financial Reporting Standards to be recognized in both jurisdictions without the need for<br />

reconciliation by 2009 or possibly sooner” Zie Framework for Advancing Transatlantic Economic Integration Between the European Union<br />

and the United States of America – Annex 2 Lighthouse Priority Projects, 30 april 2007.


12<br />

IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

Inmiddels heeft de SEC afgelopen zomer voorstellen gepubliceerd om<br />

jaarrekeningen opgemaakt in overeenstemming met de IFRSs van in de<br />

Verenigde Staten beursgenoteerde niet-Amerikaanse ondernemingen<br />

te accepteren zonder dat zij aansluitingsoverzichten (reconciliation<br />

statements) hoeven op te nemen waarin het nettoresultaat en het eigen<br />

vermogen op basis van de IFRSs worden aangesloten op het nettoresultaat<br />

en het eigen vermogen op basis van de US GAAP (SEC, 2007a). 11<br />

De ontwikkelingen in de Verenigde Staten lijken dit jaar in een<br />

stroomversnelling te zijn gekomen. Naast deze voorstellen is namelijk<br />

een consultatiedocument van de SEC verschenen aan de hand waarvan<br />

zij aan belanghebbenden vraagt naar hun visie en commentaar op de<br />

mogelijkheid om zelfs Amerikaanse ondernemingen de mogelijkheid<br />

te bieden hun jaarrekening op te maken op basis van de IFRSs in plaats<br />

van de US GAAP (SEC, 2007b). In het consultatiedocument benadrukt<br />

de SEC dat er nog geen tijdschema is voor het eventueel creëren van<br />

deze keuzemogelijkheid voor Amerikaanse ondernemingen in de<br />

toekomst en een en ander bevindt zich dan ook nog in een prematuur<br />

stadium. Het is echter lang de vraag geweest of de Amerikanen ooit wel<br />

in overweging zouden willen nemen om jaarrekeningen van de eigen,<br />

Amerikaanse ondernemingen op basis van de IFRSs te accepteren. 12 Het<br />

consultatiedocument van de SEC zou ik toch als een belangrijke stap wil<br />

kwalificeren op weg naar één echte wereldstandaard voor de externe<br />

financiële verslaggeving.<br />

In Brussel is er veel kritiek op de invloed van de Europese Unie op de<br />

inhoud van de IFRSs die als te gering wordt gezien en op de uitwerking<br />

van de convergentiestrategie van de IASB en FASB. Dit komt duidelijk naar<br />

voren in een persbericht dat twee leden van het Europees Parlement in<br />

juni van dit jaar naar buiten hebben gebracht. 13 Zij vinden de invloed van<br />

de Amerikanen op het regelgevende proces van de IASB te groot waardoor<br />

zij feitelijk de inhoud van de IFRSs bepalen in plaats van dat beide sets<br />

11 Ook in de Europese Unie zijn rapporten verschenen over (de bepaling van) de gelijkwaardigheid van de IFRSs in relatie tot de<br />

regelgeving op het gebied van de externe financiële verslaggeving in derden landen in het algemeen en de US GAAP in het bijzonder<br />

(zie CESR (2005, 2007a, 2007b) respectievelijk FEE (2006)). Zie ook de voortgangsrapportage hierover van de Europese Commissie<br />

aan de European Securities Committee en het Europees Parlement (Europese Commissie, 2007a). Het is de bedoeling dat met<br />

ingang van 1 januari 2009 ondernemingen van buiten de Europese Unie met een (aanstaande) beursnotering in lidstaten van de<br />

Europese Unie de door de Europese Commissie goedgekeurde IFRSs moeten toepassen. In plaats daarvan mogen ook de nationale<br />

verslaggevingsstandaarden worden toegepast als zij tenminste door de Europese Unie worden gekwalificeerd als gelijkwaardig aan<br />

de goedgekeurde IFRSs.<br />

12 Zie onder meer Vergoossen en Van der Wel (2002).<br />

13 Gezamenlijk persbericht Pervenche Berès en Alexander Radwan d.d. 22 juni 2007, Joint press release by Ms. Pervenche Berès (MEP<br />

– Chairwoman of the Economic and Monetary Affairs Committee – PSE) and Mr. Alexander Radwan (MEP – EPP) Rapporteur for the upcoming<br />

report on the IASB: International Financial Reporting Standards and US GAAP.


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 13<br />

van regelgeving naar elkaar toegroeien. Ook vrezen zij dat daardoor de<br />

conceptuele of op principes gebaseerde benadering (principles-based<br />

approach) van de IFRSs steeds meer opschuift in de richting van de<br />

kookboekbenadering of op regels gebaseerde benadering (rules-based<br />

approach) van de US GAAP. Daarnaast zou de samenstelling van de<br />

IASB onevenwichtig zijn en zouden landen en jurisdicties die de IFRSs<br />

hebben voorgeschreven, een zwaarder stempel moeten drukken op de<br />

totstandkoming van nieuwe en de aanpassing van bestaande standaarden<br />

en interpretaties. In de ogen van de twee parlementariërs moet de IASB<br />

daartoe worden geherstructureerd en moet het toezicht op dat orgaan<br />

worden verbeterd.<br />

Laat ik hier inzoomen op het punt van kritiek dat de IFRSs steeds<br />

gedetailleerder en stringenter worden en daarmee opschuiven richting<br />

de Amerikaanse kookboekbenadering of rules-based approach.<br />

Principles-based versus rules-based<br />

In de externe financiële verslaggeving worden grofweg twee regelgevende<br />

systemen onderscheiden:<br />

1. verslaggevingsregels die zijn gebaseerd op principes of concepten<br />

(conceptuele benadering of principles-based approach) 14 en<br />

2. verslaggevingsregels die nauwkeurig voorschrijven hoe bepaalde<br />

transacties, gebeurtenissen en omstandigheden moeten worden<br />

verantwoord (kookboekbenadering of rules-based approach).<br />

Deze twee regelgevende systemen onderscheiden zich niet alleen van<br />

elkaar voor wat betreft de mate van detail van de regelgeving, maar<br />

ook ten aanzien van de mogelijkheid of zelfs de plicht om in bepaalde<br />

gevallen van specifieke voorschriften af te wijken (derogatie of true<br />

and fair override). Het doel van beide regelgevende systemen is dat de<br />

jaarrekening een getrouw beeld geeft van de behaalde resultaten en de<br />

financiële positie van de onderneming, dat wil zeggen dat de jaarrekening<br />

de economische werkelijkheid reflecteert.<br />

De conceptuele benadering kent geen strikte regels, maar beschrijft<br />

grondslagen en schept kaders ten behoeve van de externe financiële<br />

verslaggeving. Daardoor is er veel ruimte voor vakkundige oordeelsvorming<br />

en moet juist van regels worden afgeweken als naleving daarvan<br />

14 Zie Walker (2007) voor een bespreking van wat onder principles wordt verstaan en hoe zich dat in de loop der jaren heeft ontwikkeld.


14<br />

IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

niet leidt tot een getrouw beeld. Het schoolvoorbeeld van de conceptuele<br />

benadering is de Nederlandse wet- en regelgeving (Dutch GAAP) zoals die<br />

bestond tot ongeveer medio jaren negentig.<br />

Bij de kookboekbenadering wordt er van uitgegaan dat de jaarrekening<br />

pas een goede reflectie van de economische werkelijkheid geeft als<br />

de regels nauwgezet worden nageleefd. Dit leidt tot omvangrijke en<br />

gedetailleerde regelgeving, doordat het streven erop is gericht voor alle<br />

mogelijke transacties, gebeurtenissen en omstandigheden nauwkeurig<br />

voor te schrijven hoe die in de externe financiële verslaggeving<br />

moeten worden verwerkt. Hierdoor zou de vergelijkbaarheid tussen<br />

ondernemingen beter zijn gewaarborgd, zouden ondernemingen<br />

bij de toepassing van de regels minder keuzemogelijkheden en dus<br />

minder mogelijkheden tot misbruik en winststuring hebben en<br />

zouden accountants en toezichthouders de adequate toepassing van de<br />

regels gemakkelijker kunnen beoordelen. Het schoolvoorbeeld van de<br />

kookboekbenadering is de Amerikaanse regelgeving (US GAAP).<br />

Ik ben het met de hiervoor genoemde europarlementariërs en vele<br />

anderen eens dat de IFRSs, hoewel in essentie gebaseerd op principes<br />

zijn opgeschoven in de richting van een rules-based systeem. 15 De IFRSs<br />

worden door ondernemers en accountants dan ook vaak in één adem<br />

genoemd met de US GAAP. Hoe de IFRSs zich verhouden tot de ‘twee<br />

extremen’ – Dutch GAAP en US GAAP – heb ik in figuur 2 weergegeven. 16<br />

Daarbij heb ik tevens de positie aangegeven van de IASs, dat wil zeggen<br />

de internationale standaarden die vóór de herstructurering van het IASC<br />

in 2001 tot stand zijn gekomen. Ook heb ik in de matrix een onderscheid<br />

gemaakt tussen ‘Dutch GAAP (vroeger)’, dat wil zeggen de Nederlandse<br />

wet- en regelgeving tot ongeveer medio jaren negentig en ‘Dutch GAAP<br />

(nu)’ die voor een groot deel zijn ontleend aan de IASs.<br />

15 Zie ook onder meer Ter Hoeven (2005) en Hoogendoorn (2004b).<br />

16 Figuur ontleend aan Vergoossen (2006b).


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 15<br />

Figuur 2: Principles-based versus rules-based<br />

Als we dit zo bekijken, zien we dat we ons – negatief uitgedrukt – op<br />

een hellend vlak bevinden en inderdaad afstevenen op een rules-based<br />

systeem. Zeker als we de zojuist besproken convergentiestrategie van de<br />

IASB en de FASB in ogenschouw nemen. Die strategie zal ertoe leiden dat<br />

de IFRSs zich in de nabije toekomst nog meer in de richting van de US<br />

GAAP zullen ontwikkelen. Daarnaast is er ook nog de roep allerwegen<br />

(van ondernemers, van accountants en van toezichthouders) om nadere<br />

interpretaties van en guidance bij de IFRSs die het aantal regels alleen maar<br />

doet toenemen. De vraag is of dit een wenselijke ontwikkeling is.<br />

Die ontwikkeling is wat mij betreft niet per se wenselijk, maar ik ben bang<br />

dat zij onvermijdelijk is. Door de internationalisering en globalisering van<br />

de kapitaalmarkt en de macht van de Amerikanen op die markt, zijn we in<br />

Europa genoodzaakt om ons een meer rules-based keurslijf aan te meten.<br />

Ik zou er echter groot voorstander van zijn dat de gedetailleerde regels<br />

zouden worden aangevuld met een (grotere) derogatiemogelijkheid.<br />

Ik heb niet zo’n groot probleem met gedetailleerde regels. De IASB<br />

ontkomt er immers niet aan om op bepaalde terreinen gedetailleerde<br />

regelgeving op te stellen, bijvoorbeeld ten aanzien van pensioenen<br />

en financiële instrumenten. De alsmaar complexer wordende en<br />

turbulente omgeving waarin ondernemingen opereren vragen om<br />

steeds meer guidance die in standaarden, interpretaties of anderszins<br />

wordt vastgelegd. Aan de andere kant is het wel zo dat als gevolg van<br />

diezelfde complexe en turbulente omgeving de IASB domweg niet in staat


16<br />

IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

zal zijn te anticiperen op alle mogelijke transacties, gebeurtenissen en<br />

omstandigheden en daarvoor eenduidige regelgeving te formuleren.<br />

Dit laatste pleit er wat mij betreft dan ook voor dat van die gedetailleerde<br />

regels in bepaalde gevallen (gemotiveerd) kan of moet worden<br />

afgeweken. De IFRSs worden geschreven voor de hele wereld en het is<br />

onmogelijk om steeds te voorzien hoe een bepaald voorschrift in al die<br />

jurisdicties uitwerkt. Afwijking van dat voorschrift moet dan mogelijk zijn<br />

indien navolging daarvan leidt tot een jaarrekening die de economische<br />

werkelijkheid niet goed weergeeft.<br />

Ook wanneer ondernemingen transacties of omstandigheden construeren<br />

die met een beroep op een specifiek voorschrift op een zodanige wijze in<br />

de jaarrekening worden verwerkt dat naleving van het desbetreffende<br />

voorschrift zou leiden tot een misleidende voorstelling van zaken,<br />

moeten die ondernemingen tot een true and fair override kunnen worden<br />

gedwongen.<br />

Op dit moment is in de IFRSs nog een true and fair override opgenomen,<br />

maar die is inmiddels zo stringent geformuleerd dat daar nauwelijks<br />

gebruik van kan worden gemaakt. De derogatiemogelijkheid onder IFRSs<br />

zou dan ook weer moeten worden vergroot, ongeveer op het niveau zoals<br />

dat onder de vroegere IASs het geval was. Het is dus zaak om het hellend<br />

vlak waarop we ons bevinden om te buigen tot een hockeystick waarmee<br />

we op ons vakgebied een eigen – zij het omgekeerd – hockeystickeffect<br />

zouden realiseren. 17<br />

Overigens is het zo dat ook de Verenigde Staten duidelijk op zoek zijn<br />

naar een goede balans tussen principles-based en rules-based regelgeving.<br />

Dit komt duidelijk naar voren in een voorstel van de FASB uit 2002<br />

om toe te werken naar een meer op principes gebaseerde benadering<br />

(FASB, 2002) en een studierapport dat de SEC in het jaar daarna heeft<br />

gepubliceerd als uitvloeisel van de Sarbanes-Oxley Act (SEC, 2003).<br />

Zowel de FASB als de SEC staan een op doelstellingen gebaseerde<br />

benadering (objectives-oriented approach) voor. Dat is een benadering<br />

waarbij in iedere verslaggevingsstandaard duidelijk de doelstelling<br />

van die standaard wordt aangegeven. Het is dan de bedoeling dat de<br />

ondernemingen die de verslaggevingsstandaarden moeten toepassen en<br />

de accountants die de toepassing daarvan moeten controleren, nagaan<br />

of de doelstellingen worden gerespecteerd en niet worden omzeild.<br />

17 In de algemene economie wordt gesproken over een hockeystickeffect wanneer in een bepaalde periode achtereenvolgens sprake is<br />

van krimp, lichte groei en spectaculaire groei. Dit vanwege de vorm van de grafische voorstelling van dit fenomeen.


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 17<br />

Bij de objectives-oriented approach passen geen uitzonderingsbepalingen,<br />

keuzemogelijkheden ten aanzien van de verwerking in de jaarrekening<br />

en kwantitatieve criteria (bright lines) die bepalend zijn voor de wijze<br />

waarop een omstandigheid, transactie of andere gebeurtenis in de<br />

jaarrekening moet worden verwerkt. 18 Ook moet een te grote mate van<br />

detail nadrukkelijk worden vermeden, maar tegelijkertijd wordt erkend<br />

dat de verslaggevingsregels wel gedetailleerd genoeg moeten zijn om een<br />

consistente toepassing daarvan te kunnen waarborgen. Waar precies de<br />

grens ligt, blijft echter in het ongewisse.<br />

De SEC benadrukt verder dat een objectives-oriented approach gepaard<br />

moet gaan met een attitudeverandering bij ondernemingen en<br />

accountants. Professionele oordeelsvorming moet bij de betrokken<br />

partijen een grotere rol gaan spelen en zij moeten niet bang zijn voor<br />

het oordeel van de toezichthouders. De FASB geeft in zijn reactie op het<br />

studierapport echter aan dat het nog vele jaren zal duren voordat een<br />

dergelijke attitudeverandering zichtbaar zal worden (FASB, 2004). Het is<br />

overigens onduidelijk in hoeverre de SEC en de FASB het laten toenemen<br />

van de professionele oordeelsvorming willen laten samengaan met de<br />

toepassing van het hiervoor besproken derogatiebeginsel. 19 In het huidige<br />

Amerikaanse rechtssysteem met zijn claimcultuur ligt het echter niet voor<br />

de hand dat dit gaat gebeuren.<br />

Uit het voorgaande mag duidelijk zijn dat er bij de Amerikanen beweging<br />

zit in hun benadering met betrekking tot de regelgeving over de externe<br />

financiële verslaggeving. In juni van dit jaar nog heeft de SEC een adviescommissie<br />

geïnstalleerd die het Amerikaanse regelgevende systeem op<br />

het gebied van de externe financiële verslaggeving gaat onderzoeken. De<br />

bedoeling van deze commissie is om op basis daarvan aanbevelingen te<br />

doen om de complexiteit van de verslaggevingsregels te verminderen,<br />

de bruikbaarheid van de informatieverschaffing voor beleggers te<br />

verbeteren, de administratieve lasten voor ondernemingen te verlagen<br />

en het gebruik van de technologische mogelijkheden te stimuleren. 20<br />

18 Bright lines zijn bijvoorbeeld te vinden in de Amerikaanse regelgeving met betrekking tot leasing (Statement of Financial Accounting<br />

Standard 13). Leasecontracten moeten volgens deze regelgeving worden verwerkt als financiële leasing indien de leaseperiode ten<br />

minste 75% is van de economische levensduur van het leaseobject of indien de contante waarde van de te betalen leasetermijnen ten<br />

minste 90% is van de waarde van het leaseobject bij aanvang van het leasecontract.<br />

19 Zie ook Nelson (2003) die op basis van een experimenteel onderzoek onder accountants pleit voor de introductie van een true and fair<br />

override.<br />

20 Persbericht SEC d.d. 27 juni 2007, SEC Establishes Advisory Committee to Make U.S. Financial Reporting System More User-Friendly for<br />

Investors; persbericht FASB d.d. 27 juni 2007, FASB Issues Statement Expressing Strong Support for SEC Advisory Committee on Improvements<br />

to Financial Reporting.


18<br />

IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

Goedkeuringsproces IFRSs in Europese Unie<br />

Dan nu mijn derde punt: het goedkeuringsproces van de IFRSs in de<br />

Europese Unie.<br />

De IFRSs worden – zoals al eerder aangegeven – vastgesteld door de IASB.<br />

Dat wil niet zeggen dat ze daarmee automatisch kracht van wet krijgen<br />

in de Europese Unie. De IASB is een privaatrechtelijk orgaan waarin de<br />

Europese Unie geen beslissende zeggenschap heeft. Om die reden moeten<br />

de door de IASB vastgestelde IFRSs ook nog een goedkeuringsproces<br />

doorlopen alvorens ze worden verheven tot Europese wetgeving. Zo kan<br />

worden ingegrepen als de IFRSs zich in een door de Europese Unie niet<br />

wenselijk geachte richting mochten ontwikkelen.<br />

De Europese IAS-verordening die de introductie van de IFRSs regelt,<br />

voorziet daartoe in een goedkeuringsmechanisme (endorsement<br />

mechanism) waarbij de Europese Commissie uiteindelijk beslist over de<br />

goedkeuring. De Europese Commissie wordt daarbij in eerste instantie<br />

geassisteerd en geadviseerd door een tweetal organen:<br />

• een technisch comité voor de financiële verslaggeving; en<br />

• een regelgevend comité voor de financiële verslaggeving.<br />

De taken van het technisch comité zijn opgedragen aan de Technical<br />

Expert Group van de European Financial Reporting Advisory Group<br />

(EFRAG). Dit is een privaatrechtelijk orgaan dat bestaat uit deskundigen<br />

op het gebied van de externe financiële verslaggeving die afkomstig<br />

zijn uit diverse Europese landen en die ervaring hebben als opsteller,<br />

accountant, financieel analist of regelgever. De EFRAG geeft een<br />

goedkeuringsadvies aan de Europese Commissie op grond van een<br />

technische beoordeling van de standaarden en interpretaties. Naast deze<br />

reactieve rol wil de EFRAG vooral ook een proactieve rol vervullen bij<br />

de totstandkoming van nieuwe of aangepaste IFRSs om te waarborgen<br />

dat reeds vroegtijdig in het regelgevende proces van de IASB rekening<br />

wordt gehouden met de Europese belangen waardoor de uiteindelijke<br />

goedkeuring min of meer een formaliteit wordt. De EFRAG doet dit door<br />

het leveren van commentaar op discussiestukken en ontwerpstandaarden<br />

en –interpretaties en door het op eigen initiatief ontwikkelen van<br />

verbetervoorstellen voor de bestaande IASB-regelgeving.<br />

Het regelgevend comité ofwel Accounting Regulatory Committee


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 19<br />

(ARC) is een politiek orgaan onder voorzitterschap van de Europese<br />

Commissie dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten.<br />

Het ARC is voortgekomen uit de zogenaamde comitology-procedure<br />

waarbij beslissingsbevoegdheden die eigenlijk zijn voorbehouden<br />

aan de Europese Raad van Ministers en het Europees Parlement zijn<br />

overgedragen aan de Europese Commissie om de besluitvorming te<br />

bespoedigen. De Europese Raad en het Europees Parlement moeten<br />

vanwege de verkorte procedure gedurende het goedkeuringsproces wel<br />

op de hoogte worden gehouden en kunnen in geval van een conflict<br />

interveniëren.<br />

De goedkeuringscriteria waaraan moet worden getoetst, zijn opgenomen<br />

in artikel 3.2 van de IAS-verordening:<br />

• de IFRSs zijn in overeenstemming met het beginsel dat de<br />

(geconsolideerde) jaarrekening een getrouw beeld moet geven van<br />

het vermogen, de financiële positie en het resultaat en zij dienen het<br />

Europees belang;<br />

• de IFRSs beantwoorden aan de criteria inzake begrijpelijkheid,<br />

relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid waaraan financiële<br />

informatie moet voldoen om een adequate oordeels- en besluitvorming<br />

door de gebruikers van de externe financiële verslaggeving mogelijk te<br />

maken.<br />

Het zal duidelijk zijn dat de goedkeuringscriteria ruim zijn geformuleerd<br />

en daardoor in de besluitvorming de nodige speelruimte bieden.<br />

Dat de goedkeuringsprocedure van de IFRSs meer behelst dan een<br />

marginale toetsing aan deze criteria, bleek al direct in 2002 toen na het<br />

definitief worden van de IAS-verordening de op dat moment bestaande<br />

standaarden en interpretaties moesten worden goedgekeurd als startpunt<br />

voor de toepassing in 2005. Het heeft langer dan een jaar geduurd voordat<br />

de goedkeuring van de meeste standaarden en interpretaties haar beslag<br />

kreeg. De goedkeuring van de standaarden en bijbehorende interpretaties<br />

over financiële instrumenten – IAS 32 en IAS 39 – heeft zelfs nog ruim een<br />

jaar langer geduurd en bovendien is toen een aantal bepalingen uit met<br />

name IAS 39 daarvan uitgezonderd (de zogenaamde carve outs).<br />

De Europese Raad en zelfs de Franse president door middel van een<br />

handgeschreven brief aan de voorzitter van Europese Commissie, hebben<br />

zich met de goedkeuring van deze standaarden bemoeid. De problemen


20<br />

IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

spitsten zich toentertijd met name toe op de waardering van derivaten<br />

tegen reële waarde, de classificatie van vermogenscomponenten in<br />

eigen en vreemd vermogen en de eisen gesteld aan de verwerking van<br />

afdekkingstransacties (hedge accounting). De nieuwe voorschriften zouden<br />

leiden tot grote schommelingen in de gepresenteerde resultaten van<br />

banken en verzekeringsmaatschappijen waardoor het vertrouwen in deze<br />

sectoren zou worden geschaad.<br />

Hoewel de IASB de betrokken standaarden naar aanleiding van de kritiek<br />

uit Brussel op onderdelen had bijgesteld, was dat niet genoeg om tot een<br />

volledige goedkeuring van IAS 39 te komen. Door de carve outs zijn de<br />

IFRSs die in de Europese Unie van kracht zijn dus niet helemaal gelijk aan<br />

de orgininele IFRSs die zijn vastgesteld door de IASB.<br />

Zoals hiervoor al aangegeven, is er in Brussel kritiek op het<br />

totstandkomingsproces van de IFRSs. Dit heeft inmiddels tot bijstelling<br />

van de goedkeuringsprocedure geleid. In juli 2006 heeft de Europese<br />

Commissie de Standards Advice Review Group (SARG) opgericht<br />

(Europese Commissie, 2006). Deze werkgroep heeft tot taak de Europese<br />

Commissie te adviseren over de vraag of de door EFRAG uitgebrachte<br />

adviezen met betrekking tot de goedkeuring van standaarden en<br />

interpretaties van de IASB evenwichtig en objectief zijn. De SARG wordt<br />

geacht haar advies binnen drie of vier weken na het advies van de<br />

EFRAG uit te brengen. 21 Kennelijk twijfelt de Europese Commissie aan<br />

de onafhankelijkheid van de Technical Expert Group van EFRAG en dat<br />

terwijl de EFRAG beschikt over een eigen toezichtorgaan dat onder meer<br />

daarop moet toezien. Daarnaast is de comitology-procedure bijgesteld<br />

waardoor de betrokkenheid van de Europese Raad en het Europees<br />

Parlement bij de goedkeuring van de IFRSs wordt geïntensiveerd. Deze<br />

organen worden nu expliciet gevraagd in te stemmen met de goedkeuring<br />

van de IFRSs, terwijl dat in het verleden een stilzwijgende instemming<br />

was.<br />

In figuur 3 heb ik schematisch de organen die betrokken zijn bij de<br />

goedkeuring van de IFRSs in de Europese Unie en hun onderlinge relaties<br />

weergegeven.<br />

21 In mei 2007 heeft de SARG haar eerste advies aan de Europese Commissie verstrekt. Het betreft een beoordeling van het advies van<br />

de EFRAG over IFRIC Interpretation 12 Service Concession Arrangements. De conclusie van SARG is dat dit advies evenwichtig en<br />

objectief is.


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 21<br />

Figuur 3: Goedkeuring van IFRSs in Europese Unie<br />

Het is een behoorlijk complex geheel. Nadat de IFRSs zijn vastgesteld<br />

door de IASB, zijn er bij de goedkeuring in de Europese Unie maar liefst<br />

zes organen betrokken: EFRAG, SARG, ARC, de Europese Commissie,<br />

de Europese Raad en het Europees Parlement. Dit leidt er mijns inziens<br />

onherroepelijk toe dat vroeg of laat de voor toepassing in de Europese<br />

Unie goedgekeurde IFRSs meer en meer gaan afwijken van de originele,<br />

door de IASB vastgestelde IFRSs. Ieder orgaan zal toch zijn zegje willen<br />

doen en zijn bestaansgrond willen rechtvaardigen. Het lijkt erop dat de<br />

Europese Unie het werk van de IASB nog eens dunnetjes gaat overdoen.<br />

In deze constellatie krijgen wij naast de originele IFRSs een soort European<br />

IFRSs. Dit is niet gewenst, gezien het streven – ook binnen de Europese<br />

Unie – om te komen tot een wereldstandaard voor de externe financiële<br />

verslaggeving. Daarin past het niet om de goedkeuringsprocedure verder<br />

op te tuigen. In tegendeel, die zou juist moeten worden ingeperkt en<br />

een meer marginaal toetsend karakter moeten krijgen. Overigens zou de<br />

politiek zich gezien het zeer specialistische en technische karakter van de<br />

problematiek ook niet inhoudelijk moeten willen bemoeien met de IFRSs.<br />

De SEC heeft laten blijken dat zij alleen bereid is om de IFRSs te accepteren<br />

zoals die zijn vastgesteld door de IASB. Europese ondernemingen met<br />

een beursnotering in de Verenigde Staten zouden alsnog aanpassingen<br />

moeten plegen indien en voor zover de IFRSs die in de Europese Unie van


22<br />

IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

kracht zijn, afwijken van de originele IFRSs. Dat er in de Verenigde Staten<br />

felle oppositie bestaat tegen een Europese versie van de IFRSs, blijkt onder<br />

meer uit een recent artikel in The New York Times waarin wordt gevreesd<br />

voor wat wordt genoemd ‘a political, Euro-centric bias’ in de IFRSs. 22<br />

IFRS voor midden- en kleinbedrijf<br />

Het vierde onderwerp dat ik wil bespreken is de wenselijkheid van een<br />

IFRS voor het midden- en kleinbedrijf.<br />

De focus van de IASB en diens voorganger de IASC-Board is altijd sterk<br />

gericht geweest op en in het afgelopen decennium vrijwel beperkt<br />

gebleven tot het formuleren van internationale verslaggevingsregels<br />

voor ondernemingen die een beroep doen op de zich steeds meer<br />

globaliserende openbare kapitaalmarkt en het streven om voor deze<br />

ondernemingen te komen tot een wereldstandaard voor de externe<br />

financiële verslaggeving.<br />

In februari van dit jaar heeft de IASB evenwel Exposure Draft of a Proposed<br />

IFRS for Small and Medium-sized Entities uitgebracht, zeg maar een<br />

conceptstandaard met regelgeving specifiek gericht op het midden- en<br />

kleinbedrijf. De regelgeving in deze conceptstandaard is een afgeleide<br />

van de bestaande full IFRSs en te beschouwen als een lite-versie daarvan. 23<br />

De IASB ziet het als zijn taak om ook voor ondernemingen in het middenen<br />

kleinbedrijf (internationale) verslaggevingsregels te formuleren en in<br />

juli 2005 is dat dan ook expliciet vastgelegd in de statuten van de IASC<br />

Foundation waaronder de IASB ressorteert. 24<br />

De vraag die ik hier aan de orde wil stellen, is of de IASB zich met de<br />

regelgeving van dit soort ondernemingen wel moet bemoeien. In<br />

mijn optiek is internationale regelgeving voor de externe financiële<br />

verslaggeving van het midden- en kleinbedrijf namelijk onnodig en<br />

22 The New York Times (25 september 2007), A Plan to Let S.E.C. Accept Foreign Rules Is Opposed.<br />

23 In Draft IFRS for SMEs (IASB, 2007a) maakt de IASB onderscheid tussen ondernemingen met en ondernemingen zonder een<br />

maatschappelijke verantwoordingsplicht (public accountability). Ondernemingen met een maatschappelijke verantwoordingsplicht<br />

zijn ondernemingen die een beroep doen of binnenkort gaan doen op de openbare kapitaalmarkt en ondernemingen in de financiële<br />

sector zoals banken, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen en beleggingsinstellingen (zie alinea BC34). Ondernemingen<br />

zonder een maatschappelijke verantwoordingsplicht zijn in principe alle andere ondernemingen. De Draft IFRS for SMEs is voor<br />

laatstgenoemde categorie ondernemingen geschreven. Ondernemingen met een maatschappelijke verantwoordingsplicht moeten in<br />

de ogen van de IASB full IFRSs toepassen (zie ook alinea BC51-52).<br />

24 Zie IASB (2007b), IASC Foundation Constitution, alinea 2.


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 23<br />

ongewenst. 25 Vermogensverschaffers hebben er geen behoefte aan en het<br />

leidt tot hogere in plaats van lagere administratieve lasten. Bovendien<br />

moeten verslaggevingsregels voor het midden- en kleinbedrijf bottum<br />

up worden geformuleerd, dat wil zeggen vanuit de gebruikersbehoeften<br />

en niet top down als een afgeleide van de verslaggevingsregels die gelden<br />

voor multinationals. 26 Het gaat in de externe financiële verslaggeving om<br />

need to know en niet om nice to know.<br />

De IASB legt in de Draft IFRS for SMEs sterk de nadruk op het belang<br />

om ook in het midden- en kleinbedrijf te komen tot financiële<br />

verslaggevingsinformatie die over de grenzen heen met elkaar kan<br />

worden vergeleken (BC15-16). Wat is echter bij wijze van spreken het<br />

nut van het vergelijkbaar maken van de externe financiële verslaggeving<br />

van de ‘bakker-om-de-hoek’ in Nederland en Tsjechië? Ondernemingen<br />

in het midden- en kleinbedrijf doen doorgaans geen beroep op de<br />

openbare kapitaalmarkt, maar voorzien door middel van interne<br />

financiering en bankkrediet in hun vermogensbehoefte. Beleggers die<br />

de resultaten over de grenzen heen met elkaar willen vergelijken, zijn<br />

er niet. In tegenstelling tot die (anonieme) beleggers, zijn bankiers in<br />

het kader van de kredietverlening in een positie om additionele eisen<br />

te stellen aan de financiële informatieverschaffing van individuele<br />

ondernemingen.<br />

De IFRS for SMEs zal leiden tot hogere administratieve lasten voor het<br />

midden- en kleinbedrijf. De regelgeving voor de externe financiële<br />

verslaggeving van het midden- en kleinbedrijf zal in omvang toenemen<br />

en bovendien verder worden aangescherpt. Ik zie op dit moment<br />

geen enkele reden om een IFRS voor het midden- en kleinbedrijf te<br />

ontwikkelen. Regelgeving voor het midden- en kleinbedrijf moet<br />

primair zijn afgestemd op de eigen nationale context waarbinnen het<br />

overgrote deel van de ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf<br />

(nog steeds) opereert. Daartoe zijn nationale regelgevers het beste in<br />

staat. In Nederland is dat de Raad voor de Jaarverslaggeving die richtlijnen<br />

publiceert als nadere invulling van de Nederlandse wettelijke bepalingen.<br />

Het generiek voorschrijven van de IFRS for SMEs zou feitelijk betekenen<br />

dat de IASB in Londen de verslaggevingsregels voor het midden- en<br />

kleinbedrijf in Nederland vaststelt. Dit is niet gewenst.<br />

25 Zie ook Vergoossen (2006c).<br />

26 Uit een onderzoek van Deloitte blijkt dat ook een onderneming in het midden- en kleinbedrijf nagenoeg een complete IFRSsjaarrekening<br />

zal moeten opleveren indien zij de Draft IFRS for SMEs volgt. Deze jaarrekening bevat slechts 20% minder tekst in<br />

vergelijking met een jaarrekening gebaseerd op full IFRSs (zie persbericht Deloitte d.d. 6 september 2007, De IFRS-jaarrekening voor<br />

het midden- en kleinbedrijf brengt nauwelijks verlichting).


24<br />

IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

Uit een recent onderzoek van BDO CampsObers Accountants & Adviseurs<br />

waaraan meer dan 400 ondernemingen hebben deelgenomen, blijkt<br />

overigens dat ruim de helft geen heil ziet in de IFRS for SMEs. De<br />

belangrijkste argumenten daarvoor zijn de hogere administratieve<br />

lasten die daaruit zouden voortvloeien en de nationale oriëntatie<br />

van het midden- en kleinbedrijf. Daarnaast vindt nog eens 33% van<br />

de ondernemingen dat de toepassing van de IFRS for SMEs alleen op<br />

vrijwillige basis zou moeten kunnen plaatsvinden en niet zou mogen<br />

worden verplicht. 27<br />

De enige rol die ik voor de IASB in het kader van de externe financiële<br />

verslaggeving van ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf nog<br />

zou kunnen bedenken, is het schetsen van een conceptueel raamwerk.<br />

Voor de Europese Unie zal die rol echter van beperkte betekenis zijn<br />

omdat de huidige Vierde en Zevende EEG-richtlijn daarvoor naar<br />

mijn oordeel al een goede basis bieden. Het formuleren van concrete<br />

verslaggevingsregels moet hoe dan ook worden overgelaten aan de<br />

regelgevende organen die voeling hebben met de omgeving waarin de<br />

(eigen) ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf opereren en niet<br />

worden overgelaten aan een regelgevend orgaan in Londen dat bestaat<br />

uit personen met een achtergrond in het multinationale bedrijfsleven<br />

en dat gewend is om voornamelijk verslaggevingsregels te formuleren<br />

voor gebruik door ondernemingen met beursgenoteerde aandelen of<br />

obligaties. De IASB kan zich het beste volledig concentreren op de externe<br />

financiële verslaggeving van de ondernemingen die een beroep doen op<br />

de openbare kapitaalmarkt.<br />

Waar ik in het kader van de administratieve lastenverlichting meer in zie,<br />

zijn de voorstellen die de Europese Commissie in juli van dit jaar heeft<br />

gepubliceerd (Europese Commissie, 2007b). De Europese Commissie<br />

komt ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf onder meer met de<br />

volgende maatregelen:<br />

• het naast de bestaande categorieën van grote, middelgrote en kleine<br />

ondernemingen invoeren van de categorie ‘micro-ondernemingen’;<br />

• een verlicht overgangsregime bij overschrijding van de drempels voor<br />

kleine en middelgrote ondernemingen;<br />

27 Het gaat hier om een web-based enquête die door BDO CampsObers Accountants & Adviseurs in de periode 3-14 september 2007 is<br />

uitgezet onder een representatieve selectie van 1.700 ondernemingen. In totaal hebben 408 ondernemingen (24%) aan dit onderzoek<br />

meegewerkt.


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 25<br />

• de volledige vrijstelling van de publicatieplicht voor kleine<br />

ondernemingen;<br />

• een uitbreiding van de vrijstellingen voor ondernemingen zonder<br />

specifieke externe gebruiker van hun financiële verslaggeving.<br />

Ik zal deze maatregelen hieronder kort bespreken.<br />

Sinds jaar en dag kennen we op grond van Titel 9 van Boek 2 van het<br />

Burgerlijk Wetboek (Titel 9 BW 2) de indeling van ondernemingen in<br />

klein, middelgroot en groot. Deze indeling is een uitvloeisel van de<br />

Vierde EEG-richtlijn. De wetgever verleent aan kleine en middelgrote<br />

ondernemingen een aantal vrijstellingen ten aanzien van de inrichting<br />

en publicatie van de jaarstukken. Daarbij gelden met name voor kleine<br />

ondernemingen extra vrijstellingen ten aanzien van de publicatieeisen.<br />

Zij hoeven slechts een gecomprimeerde balans met toelichting te<br />

deponeren bij het handelsregister. Bovendien zijn kleine ondernemingen<br />

vrijgesteld van de verplichte accountantscontrole.<br />

De Europese Commissie is van plan om in het kader van de<br />

administratieve lastenverlichting voor het midden- en kleinbedrijf<br />

de indeling in groottecategorieën op de schop te nemen. Zij wil<br />

naast de bestaande drie categorieën groot-middelgroot-klein, de<br />

micro-ondernemingen als vierde categorie onderscheiden. Microondernemingen<br />

zijn bijzonder kleine ondernemingen met minder dan<br />

tien werknemers, een balanstotaal van minder dan € 500.000 en/of een<br />

omzet van minder dan € 1 miljoen. Op grond van de voorstellen van de<br />

Europese Commissie zouden deze ondernemingen in Nederland volledig<br />

kunnen worden vrijgesteld van het opmaken van een jaarrekening in<br />

overeenstemming met Titel 9 BW 2.<br />

Op dit moment moet een kleine onderneming de voor een middelgrote<br />

onderneming geldende voorschriften met betrekking tot de inrichting en<br />

de publicatie van de jaarstukken toepassen en moet zij bovendien haar<br />

jaarrekening laten controleren door een accountant, zodra zij de drempel<br />

voor middelgrote ondernemingen twee jaar op rij overschrijdt. Voor<br />

middelgrote ondernemingen die de drempel voor grote ondernemingen<br />

overschrijden geldt dezelfde overgangsperiode. De Europese Commissie<br />

wil deze overgangsperiode optrekken naar vijf jaar. Dit betekent dus<br />

dat zodra een kleine onderneming middelgroot wordt, zij nog vijf<br />

jaar lang kan profiteren van de vrijstellingen die gelden voor kleine


26<br />

IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

ondernemingen. Verder is het de bedoeling dat in de omgekeerde situatie<br />

– dus bijvoorbeeld wanneer een middelgrote onderneming klein wordt of<br />

een grote onderneming middelgroot – de overgangsperiode juist wordt<br />

verkort van twee tot één jaar. Zodoende kunnen ondernemingen die niet<br />

meer voldoen aan de drempels eerder profiteren van de vrijstellingen.<br />

De Europese Commissie stelt voor om de publicatieplicht voor kleine<br />

ondernemingen af te schaffen, omdat de jaarrekening van deze<br />

ondernemingen slechts worden gebruikt door een beperkt aantal<br />

belanghebbenden (zoals bankiers) die de betrokken ondernemingen<br />

rechtstreeks om de benodigde financiële informatie kunnen verzoeken.<br />

Ook zouden volgens de Europese Commissie minder eisen kunnen<br />

worden gesteld aan ondernemingen die maar weinig externe gebruikers<br />

van hun jaarrekening hebben. Zij wil hier een risicogeoriënteerde<br />

benadering volgen, waarbij bijvoorbeeld middelgrote ondernemingen<br />

met leiding en eigendom in één hand het regime dat geldt voor kleine<br />

ondernemingen mogen toepassen.<br />

Naast de hiervoor besproken maatregelen, onderzoekt de Europese<br />

Commissie ook nog – onder meer – de mogelijkheid om de controleplicht<br />

voor middelgrote ondernemingen af te schaffen, het gebruik te vergroten<br />

van de groepsvrijstellingsregeling (in Nederland ex artikel 403 BW 2)<br />

door dochtermaatschappijen die tot een groep behoren, het voor<br />

kleine en middelgrote ondernemingen afschaffen van de verplichting<br />

om rekening te houden latente belastingen en het beperken van de<br />

informatie die moet worden opgenomen in de toelichting.<br />

De maatregelen die de Europese Commissie voorstelt, dienen wat<br />

mij betreft van harte te worden ondersteund en nader te worden<br />

uitgewerkt. De Europese Commissie zou er goed aan doen de IFRS for<br />

SMEs links te laten liggen. In zekere zin staan de voorstellen die zij in<br />

juli heeft gepubliceerd ook haaks op deze IASB-standaard voor het<br />

midden- en kleinbedrijf. De Europese Commissie geeft mijns inziens<br />

terecht aan dat na een eerste analyse zij niet gelooft “dat de lopende<br />

IASB-werkzaamheden met betrekking tot de financiële verslaggeving<br />

door het MKB volstaan om het leven van Europese kleine en middelgrote<br />

ondernemingen te vergemakkelijken” (Europese Commissie, 2007b, pag.<br />

9). Overigens heeft de eurocommissaris voor de interne markt McGreevy<br />

in een recente uitspraak aangegeven dat hij op dit moment niet van plan<br />

is, voor te stellen de IFRS for SMEs in de Europese Unie in te voeren. 28<br />

28 Accountancy Magazine (17 september 2007), EU verwerpt ontwerp IASB voor MKB-standaard.


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 27<br />

Invloed IFRSs op belastingheffing<br />

Dan nu, ten slotte, kort de mogelijke invloed van de IFRSs op de grondslag<br />

voor de belastingheffing in de Europese Unie.<br />

Van oudsher kunnen in de westerse wereld globaal twee systemen worden<br />

onderscheiden, namelijk:<br />

• systemen waarbij de regelgeving voor de externe financiële<br />

verslaggeving en de belastingvoorschriften die gelden voor de<br />

vaststelling van de belastbare winst zich in beginsel los van elkaar<br />

ontwikkelen; en<br />

• systemen waarbij er juist een koppeling of nauwe relatie bestaat tussen de<br />

externe financiële verslaggeving en de vaststelling van de belastbare winst.<br />

Nederland en Groot-Brittannië zijn voorbeelden van landen die tot de<br />

eerste categorie behoren en Duitsland en Frankrijk van landen die tot<br />

de tweede categorie worden gerekend. Beide systemen zijn dus in de<br />

Europese Unie vertegenwoordigd en de vraag is nu welk systeem na de<br />

invoering van de IFRSs zou moeten prevaleren.<br />

Deze vraag is opportuun omdat de Europese Commissie er naar streeft<br />

om te komen tot een Common Consolidated Corporate Tax Base (CCCTB)<br />

oftewel één gemeenschappelijke grondslag voor de bepaling van de<br />

geconsolideerde belastbare winst. Het doel hiervan is dat multinationale<br />

ondernemingen in de Europese Unie maar met één belastingstelsel<br />

te maken hebben in plaats van dat deze ondernemingen worden<br />

geconfronteerd met de uiteenlopende belastingstelsels in de afzonderlijke<br />

lidstaten waar zij actief zijn. Overigens is het zo dat het niet de bedoeling<br />

is dat ook de vennootschapsbelastingtarieven in de Europese Unie<br />

gelijk zouden moeten worden geschakeld. Het vaststellen van deze<br />

belastingtarieven blijft behoren tot de autonomie van de lidstaten.<br />

In een rapport uit 2001 van eurocommissaris Bolkestein staat dat de IFRSs<br />

als uitgangspunt voor CCCTB zouden kunnen worden genomen (Europese<br />

Commissie, 2001). 29 Daarmee zou een koppeling ontstaan tussen de<br />

externe financiële verslaggeving en de vaststelling van de belastbare<br />

winst. Dit is naar mijn mening om drie redenen niet gewenst:<br />

• op de eerste plaats is het doel van de externe financiële verslaggeving<br />

gericht op het verstrekken van relevante en betrouwbare informatie<br />

ten behoeve van de oordeelsvorming en daarop gebaseerde<br />

29 Zie ook Essers (2007).


28<br />

IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

besluitvorming door met name de vermogensverschaffers van<br />

ondernemingen. De IFRSs zijn voor dat doel geschreven en niet om te<br />

dienen als basis voor de belastingheffing. Bij de informatieverstrekking<br />

op basis van de IFRSs speelt fair value accounting oftewel de waardering<br />

en resultaatbepaling op basis van marktwaarden of andere reële<br />

waarden een steeds belangrijkere rol. Die leent zich vanwege de soms<br />

zeer subjectieve inschattingen die door de ondernemingsleiding<br />

moeten worden gemaakt niet voor de vaststelling van de belastbare<br />

winst. De fiscale winstbepaling is gediend met objectieve normen.<br />

Bovendien impliceert fair value accounting dat er ongerealiseerde<br />

winsten kunnen zijn die de onderneming nog niet in liquide vorm ter<br />

beschikking staan. Belastingheffing over dergelijke winsten zou dan tot<br />

liquiditeitsproblemen kunnen leiden;<br />

• op de tweede plaats zijn de IFRSs primair bedoeld voor de externe<br />

financiële verslaggeving van beursgenoteerde ondernemingen, terwijl<br />

de bepaling van de grondslag voor de belastingheffing voor het gehele<br />

bedrijfsleven uniform behoort te zijn. Mijns inziens past het niet om<br />

daarvoor de IFRSs te nemen;<br />

• en last but not least zou door het één op één volgen van de IFRSs de<br />

fiscale winstbepaling in de Europese Unie feitelijk in handen worden<br />

gegeven van de IASB. De fiscaliteit is in mijn optiek bij uitstek een<br />

terrein dat volledig in overheidshanden moet blijven. Het past dan<br />

niet dat een privaatrechtelijk orgaan als de IASB daar een bepalende<br />

invloed op kan hebben, ook al moeten de IFRSs een uitgebreide<br />

goedkeuringsprocedure doorlopen alvorens zij rechtskracht in de<br />

Europese Unie hebben.<br />

Dus wat mij betreft, moet CCCTB zich primair los van de IFRSs<br />

ontwikkelen. Daarbij kan ik mij overigens voorstellen dat door middel<br />

van het concept van het goedkoopmansgebruik – dat in Nederland al<br />

sinds jaar en dag de basis vormt voor de fiscale winstbepaling – er wel<br />

enige invloed van de IFRSs op de vaststelling van de belastinggrondslag<br />

uitgaat. 30 Zo kunnen wij ons bijvoorbeeld afvragen waarom ontwikkelingskosten<br />

die onder IFRSs moeten worden geactiveerd zodra is voldaan aan<br />

een aantal strikte voorwaarden, bij de bepaling van de belastbare winst<br />

wel direct als kosten mogen worden genomen.<br />

30 Van Hoepen (2005 en 2007) geeft een analyse van de uiteenlopende manieren waarop de IFRSs in Nederland via het goedkoopmansgebruik<br />

hun invloed kunnen doen gelden op de fiscale winstbepaling. In Essers (2005) wordt uitgebreid stilgestaan<br />

bij de toekomst van het goedkoopmansgebruik na de invoering van de IFRSs. Zie in dat kader ook Kampschöer (2004) en<br />

Hoogendoorn (2005).


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 29<br />

IFRSs in de Europese Unie: een paard van Troje?<br />

Hier ziet u een afbeelding van het paard<br />

van Troje. U kent het verhaal over dat<br />

paard wellicht wel.<br />

Het is 1184 voor Christus en de<br />

Trojaanse oorlog sleept zich al tien<br />

jaar voort. Omdat de Grieken er<br />

maar niet in slagen de stad Troje in te<br />

nemen, bedenkt Odysseus een list. De<br />

Grieken bouwen een reusachtig houten<br />

paard waarin Griekse soldaten zich<br />

verschansen. Dit paard wordt ’s avonds<br />

voor de poort van de stad Troje<br />

achtergelaten, in de hoop dat het<br />

’s nachts door de Trojanen binnen de<br />

stadsmuur zal worden gehaald. De<br />

Grieken verwachten argwaan bij de Trojanen en laten daarom Sinon – een<br />

sluwe slaaf – buiten de poort achter, terwijl de rest van het Griekse leger<br />

zich met zijn vloot achter het eiland Tenedos verschanst. Sinon wordt<br />

– zoals de bedoeling was – aangetroffen door de Trojanen. Hij vertelt<br />

hen dat hij is achtergelaten omdat hij ruzie heeft met Odysseus en dat<br />

het paard een geschenk is voor Pallas Athena, dat opzettelijk zo groot is<br />

gemaakt dat de Trojanen het niet binnen hun stadsmuur kunnen krijgen.<br />

Halen zij echter hun stadsmuur neer om het paard binnen te laten, dan zal<br />

Pallas Athena de veiligheid van de stad garanderen. De Trojanen trappen<br />

in de list, slaan een bres in hun eigen stadsmuur en trekken het paard de<br />

stad in. Later die nacht komen de Griekse soldaten uit het houten paard te<br />

voorschijn en geeft Sinon een vuursignaal aan de Griekse vloot die haastig<br />

terugkeert. Dit is het begin van een vreselijk bloedbad. De verovering van<br />

Troje is een feit.<br />

Zijn wij, Europeanen, met het naar binnen halen van de IFRSs net zo<br />

dom geweest als de Trojanen ruim drieduizend jaar geleden? Is de<br />

introductie van de IFRSs in de Europese Unie een paard van Troje gezien<br />

de mogelijke ongewenste neveneffecten? Het antwoord op deze vraag<br />

is wat mij betreft ontkennend zolang de verplichte toepassing van de


30<br />

IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

IFRSs is beperkt tot het bedrijfsleven dat een beroep doet op de openbare<br />

kapitaalmarkt. De Europese Unie moet zich niet laten verleiden om deze<br />

verplichting te verbreden naar het (niet-beursgenoteerde) midden- en<br />

kleinbedrijf, ook niet wanneer de IFRSs daarop worden toegesneden. Dit<br />

leidt voor het midden- en kleinbedrijf onherroepelijk tot een onnodige<br />

lastenverzwaring.<br />

Ook moet de Europese Unie het ‘hogere doel’ van de IFRSs niet uit het<br />

oog verliezen, namelijk om te komen tot een wereldstandaard voor<br />

de externe financiële verslaggeving. Daarbij past geen ingewikkeld<br />

goedkeuringsmechanisme dat vroeg of laat zal leiden tot European IFRSs<br />

die steeds meer gaan afwijken van de originele IFRSs. De Amerikanen<br />

gaan waarschijnlijk toestaan dat buitenlandse, niet-Amerikaanse<br />

ondernemingen met een beursnotering in New York kunnen volstaan met<br />

een jaarrekening gebaseerd op de originele, door de IASB vastgestelde<br />

IFRSs. Daarnaast bezien de Amerikanen zelfs serieus de mogelijkheid om<br />

de toepassing van de IFRSs ook toe te staan voor de eigen, Amerikaanse<br />

ondernemingen in plaats van de US GAAP. Dit laatste is toch iets waarvan<br />

wij tot voor kort niet hadden gedacht dat dat ooit zou gaan gebeuren.<br />

De algehele conclusie van mijn betoog is dat we – ondanks de soms pittige<br />

kritiek op de inhoud van de IFRSs en op het convergentietraject dat de<br />

IASB en de FASB op dit moment bewandelen – in de Europese Unie geen<br />

paard van Troje hebben binnengehaald zolang we ervoor waken dat<br />

de verplichte toepassing van de IFRSs zich niet uitstrekt tot het (nietbeursgenoteerde)<br />

midden- en kleinbedrijf en zolang we de IFRSs niet als<br />

grondslag nemen voor de heffing van de vennootschapbelasting in de<br />

Europese Unie.


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 31<br />

Dankwoord<br />

Mijnheer de President,<br />

Mijnheer de Rector Magnificus,<br />

Rest mij nog het dankwoord.<br />

Het College van Bestuur van <strong>Nyenrode</strong> <strong>Business</strong> <strong>Universiteit</strong> en de directie<br />

van NIVRA-<strong>Nyenrode</strong> School of Accountancy & Controlling dank ik voor<br />

het in mij gestelde vertrouwen. Ik ben zeer gelukkig met de mogelijkheid<br />

om een bijdrage te leveren aan de voortgaande verwetenschappelijking<br />

van de grootste en oudste accountantsopleiding van ons land. Daarbij<br />

vind ik het overigens essentieel dat – gezien de aard van ons vak en de<br />

plaats van ons vak in de maatschappij – de praktische relevantie van het<br />

wetenschappelijke onderzoek niet uit het oog wordt verloren.<br />

Hooggeleerde Pheijffer, beste Marcel. Ik dank jou voor het enthousiasme,<br />

de inzet en de flexibiliteit waarmee je aan de totstandkoming van mijn<br />

benoeming hier op <strong>Nyenrode</strong> heb gewerkt. Ik dank jou ook voor de<br />

bijzonder prettige samenwerking die we de afgelopen maanden al<br />

hebben gehad.<br />

Hooggeleerde Langendijk, beste Henk. Het is ons dan toch (uiteindelijk)<br />

gegund dat wij met elkaar samenwerken. Ik heb grote bewondering voor<br />

de wijze waarop jij in ‘het vak’ staat en prijs mij dan ook zeer gelukkig dat<br />

deze samenwerking nu gestalte heeft gekregen. Ik ben ervan overtuigd dat<br />

we de komende jaren nog mooie dingen zullen realiseren.<br />

De collega’s werkzaam bij of voor de <strong>Nyenrode</strong> <strong>Business</strong> <strong>Universiteit</strong> of<br />

de NIVRA-<strong>Nyenrode</strong> School of Accountancy & Controlling dank ik voor<br />

de prettige samenwerking en de collegiale sfeer. In het bijzonder wil ik<br />

de collega’s bedanken die mij direct ondersteunen bij de uitoefening van<br />

mijn functie. In alfabetische volgorde zijn dat: Jos van Baar, Inge Bakker,


32<br />

IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

Willy Bruijns, Merel Corbeij, Marjolijn Oussoren, Constant Rams en Maren<br />

Smulders. Zonder jullie voortreffelijke ondersteuning zou het niet goed<br />

mogelijk zijn mijn werkzaamheden voor <strong>Nyenrode</strong> te combineren met<br />

mijn baan in de accountantspraktijk.<br />

Ik dank mijn medeparticipanten en andere collega’s bij BDO CampsObers<br />

Accountants & Adviseurs zeer voor de ruimte die ik krijg voor het<br />

vervullen van mijn universitaire functies. Dat geldt in het bijzonder voor<br />

de medewerkers van het bureau Vaktechniek. Jullie waardering voor en<br />

welgemeende interesse in mijn werk als wetenschapper ervaar ik als zeer<br />

stimulerend. Daan van den Broek van Mediabeleid en Sponsoring wil ik<br />

bedanken voor zijn bijdrage aan de enquête die in het kader van mijn<br />

inauguratie is gehouden en waarvan ik zojuist enkele resultaten heb<br />

gepresenteerd.<br />

In dit dankwoord wil ik ook mijn collega-hoogleraren van het<br />

departement Accounting & Information Management van de <strong>Universiteit</strong><br />

Maastricht en Jacques Koenen, die daar op dit moment waarnemend<br />

directeur is van de accountantsopleiding, uitdrukkelijk noemen. Jullie<br />

weten dat ik met pijn in het hart het directeurschap van de accountantsopleiding<br />

in verband met mijn benoeming hier op <strong>Nyenrode</strong> heb moeten<br />

opgeven. Ik waardeer het echter zeer dat ik nog als hoogleraar aan de<br />

<strong>Universiteit</strong> Maastricht verbonden kan zijn. Ik zal dan ook met trots mijn<br />

Maastrichtse toga – ook hier op <strong>Nyenrode</strong> – blijven dragen.<br />

Ten slotte de twee allerliefste mensen op deze aarde: mijn vrouw Irene en<br />

onze zoon Floris.<br />

Floris je bent nu zeven jaar,<br />

maar acht jaar geleden toen<br />

pappa professor werd in<br />

Maastricht, was je er eigenlijk<br />

ook al bij. Je zat toen wel<br />

nog in de buik van mamma.<br />

Toen wij jou dat vertelde<br />

– ik weet het nog goed, het<br />

was afgelopen zomer toen<br />

we op weg waren naar ons


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 33<br />

vakantieadres in Italië – zei je dat je het zo jammer vond dat er geen<br />

luikje in de navel van mamma zat, want dan had je kunnen meekijken.<br />

Nu ben je er echt en kun je wel meekijken. Het verhaal van pappa zul je<br />

wel saai vinden, maar dat wij nu in een echt ridderkasteel zijn, vind je<br />

natuurlijk ‘vet’.<br />

Irene, ik heb een naam hoog te houden om kernachtig aan te geven<br />

wat ik voor jou voel. In 1999 bij de officiële aanvaarding van het<br />

hoogleraarschap in Maastricht, deed ik dat met twee woorden die ik<br />

had ontleend aan een bekende Italiaanse opera. Vandaag, Irene, zul je<br />

het moeten doen met een citaat uit een lichter genre. Dit keer is het de<br />

operette Das Land des Lächelns van de Oostenrijk-Hongaarse componist<br />

Franz Lehár. Irene, wo du nicht bist, kann ich nicht sein!<br />

Dames en heren, maandag 1 oktober 2007 is niet zo maar een dag. Het is<br />

niet alleen de dag waarop ik het ambt van hoogleraar hier op <strong>Nyenrode</strong><br />

aanvaard, maar het is ook de verjaardag van Irene. Langs deze weg wil ik<br />

haar nogmaals van harte feliciteren en haar nog vele gelukkige jaren in<br />

goede gezondheid toewensen.<br />

Zeer gewaardeerde toehoorders,<br />

Ik dank u voor uw aandacht.<br />

Ik heb gezegd.


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 35<br />

Literatuur<br />

CESR (2003), Standard No. 1 on Financial Information – Enforcement of standards on financial<br />

information in Europe, maart.<br />

CESR (2004), Standard No. 2 on Financial Information – Coordination of enforcement activities, april.<br />

CESR (2005), Technical advice on equivalence of certain third country GAAP and on description of<br />

certain third countries mechanisms of enforcement of financial information, juni.<br />

CESR (2007a), CESR’s advice to the European Commission on the work programmes of the Canadian,<br />

Japanese and US standard setters, the definition of equivalence and the list of third country GAAPs<br />

currently used on the EU capital markets, 6 maart.<br />

CESR (2007b), CESR’s technical advice on a mechanism for determining the equivalence of the<br />

generally accepted accounting principles of third countries, 30 mei.<br />

CESR/SEC (2006), CESR-SEC work plan, 2 augustus.<br />

Delger, A.J. en P.M. Koster (2006), Europese afstemming over de toepassing van IFRS door<br />

toezichthouders, Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, november.<br />

Essers, P.H.J. (2005), Preadvies en bespreking van het preadvies. De toekomst van Goed<br />

Koopmansgebruik na de invoering van International Financial Reporting Standards in 2005,<br />

Geschriften van de Vereniging voor Belastingwetenschap No. 224, Kluwer.<br />

Essers, P.H.J. (2007), CCCTB dreigt aan vlijt ten onder te gaan, Weekblad Fiscaal Recht, nummer<br />

6727.<br />

Europese Commissie (1998), Financial Services: building a framework for action.<br />

Europese Commissie (1999), Implementing the framework for financial markets: action plan.<br />

Europese Commissie (2001), Communication from the Commission to the Council, the European<br />

Parliament and the Economic and Social Committee: Towards an Internal Market without tax<br />

obstacles – A strategy for providing companies with a consolidated corporate tax base for their<br />

EU-wide activities, 23 oktober.<br />

Europese Commissie (2006), Besluit van de Commissie van 14 juli 2006 tot oprichting van een<br />

werkgroep voor de beoordeling van adviezen over verslaggevingsstandaarden om de Commissie<br />

van advies te dienen over de objectiviteit en neutraliteit van de adviezen van de European<br />

Financial Reporting Advisory Group (EFRAG).<br />

Europese Commissie (2007a), First report to the European Securities Committee and to the European<br />

Parliament on convergence between International Financial Reporting Standards (IFRS) and third<br />

country national Generally Accepted Accounting Principles (GAAPs), 6 juli.


36<br />

IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE?<br />

Europese Commissie (2007b), Mededeling van de commissie over een vereenvoudiging van het<br />

ondernemingsklimaat op het gebied van vennootschapsrecht, financiële verslaggeving en controle<br />

van jaarrekeningen, 10 juli.<br />

FASB (1999), International Accounting Standard Setting: A Vision for the Future, januari.<br />

FASB (2002), Principles-Based Approach to U.S. Standard Setting, 21 oktober.<br />

FASB (2004), FASB Response to SEC Study on the Adoption of a Principles-Based Accounting System,<br />

juli.<br />

FASB/IASB (2002), Memorandum of Understanding ‘The Norwalk Agreement’, oktober.<br />

FASB/IASB (2006), A Roadmap for Convergence between IFRSs and US GAAP – 2006-2008.<br />

Memorandum of Understanding between the FASB and the IASB, 27 februari.<br />

FEE (2006), Financial Reporting: Convergence, Equivalence and Mutual Recognition, maart.<br />

Heemskerk, M.J.L. en L.G. van der Tas (2006), Veranderingen in resultaatsturing als gevolg van<br />

de invoering van IFRS, Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, november.<br />

Hoepen van, M.A. (2005), IFRS en fiscale winstbepaling, Tijdschrift Fiscaal Ondernemingsrecht,<br />

nummer 79.<br />

Hoepen van, M.A. (2007), Goed koopmansgebruik en IFRS, Onafhankelijk Maandblad voor<br />

Belastingrecht & Belastingpraktijk, september.<br />

Hoeven ter, R.L. (2005), Principle-based versus rule-based accounting standards – Waar ligt de<br />

balans?, Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, oktober.<br />

Hoogendoorn, J. (2005), De IAS/IFRS en de fiscale winstbepaling, Weekblad Fiscaal Recht,<br />

nummer 6609.<br />

Hoogendoorn M.N. (2004a), Regels over regels. Hoe effectief is de International Accounting<br />

Standards Board?, oratie Erasmus <strong>Universiteit</strong> Rotterdam, 4 juni, Kluwer.<br />

Hoogendoorn, M.N. (2004b), Regelgeving: principes of gedetailleerde bepalingen?, in: K.<br />

Camfferman, T. Groot en F. van der Wel (red.), Tussen de Regels. Economische en institutionele<br />

grondslagen van de financiële verslaggeving, Stenfert Kroese, Groningen.<br />

Hoogendoorn M.N. (2006), 10 IFRS-lessen, De Accountant, juni.<br />

IASB (2007a), Exposure Draft of a Proposed International Financial Reporting Standard for Small and<br />

Medium-sized Entities; Basis for Conclusions on Exposure Draft IFRS for Small and Medium-sized<br />

Entities; Draft Implementation Guidance IFRS for Small and Medium-sized Entities (Draft IFRS for<br />

SMEs), februari.<br />

IASB (2007b), International Financial Reporting Standards (IFRSs) including International<br />

Accounting Stardards (IASs) and Interpretations as at 1 January 2007.<br />

IOSCO (2000), IASC Standards. Report of the Technical Committee of the International Organization<br />

of Securities Commissions, mei.<br />

Jong de, A., M.A. Rosellón en P. Verwijmeren (2006), De invloed van IFRS op preferente aandelen<br />

in Nederland, Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, juli/augustus.


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 37<br />

Kampschöer, G.W.J.M. (2004), IFRS en de verhouding tot het Nederlandse fiscale winstbegrip<br />

– “Who is afraid of IFRS?”, Weekblad Fiscaal Recht, nummer 6590.<br />

Knoops, C.D. en R.G.A. Vergoossen (2006), IFRS: cijfermatige invloed en economische gevolgen,<br />

in: R.G. Bosman, C. Camfferman en R.G.A. Vergoossen, Het jaar 2005 verslagen: Onderzoek<br />

jaarverslaggeving ondernemingen, Kluwer/Koninklijk NIVRA.<br />

Kamp, B. (2006), De invloed van IFRS op analisten, Maandblad voor Accountancy en<br />

Bedrijfseconomie, november.<br />

Leder, P. (1999), IOSCO Assessment: A view from within, Maandblad voor Accountancy en<br />

Bedrijfseconomie, september.<br />

Nelson, M.W. (2003), Behavioral Evidence on the Effects of Principles- and Rules-Based<br />

Standards, Accounting Horizons, nummer 1.<br />

SEC (2003), Study Pursuant to Section 108(d) of the Sarbanes-Oxley Act of 2002 on the Adoption by<br />

the United States Financial Reporting System of a Principle-Based Accounting System.<br />

SEC (2007a), Acceptance From Foreign Private Issuers of Financial Statements Prepared in Accordance<br />

With International Financial Reporting Standards Without Reconciliation to U.S. GAAP, 2 juli.<br />

SEC (2007b), Concept Release on Allowing U.S. Issuers to Prepare Financial Statements in Accordance<br />

with International Financial Reporting Standards, 7 augustus.<br />

Swinkels, L.A.P. (2006), Zijn pensioenregelingen gewijzigd als gevolg van de introductie van<br />

IFRS?, Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, november.<br />

Tas van der, L.G. (2006), Invoering van IFRS in de EU: achtergronden, kansen en bedreigingen,<br />

Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, november.<br />

Vergoossen, R.G.A. (1999), International Accounting Standards: Esperanto of Babylonische<br />

spraakverwarring?, inaugurele rede <strong>Universiteit</strong> Maastricht, 29 oktober, Datawyse/<br />

Universitaire Pers Maastricht.<br />

Vergoossen, R.G.A. (2001), Toezicht op financiële verslaggeving van beursgenoteerde<br />

ondernemingen: een internationaal vraagstuk, Maandblad voor Accountancy en<br />

Bedrijfseconomie, oktober.<br />

Vergoossen R.G.A. en F. van der Wel (2002), Wereldstandaard financiële verslaggeving: IFRS of<br />

US GAAP?, Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, december.<br />

Vergoossen R.G.A. (2006a), Kritiek op IFRS zwaar overdreven, Het Financieele Dagblad, 21 april.<br />

Vergoossen R.G.A. (2006b), IFRSs: hellend vlak of hockeystick?, Maandblad voor Accountancy en<br />

Bedrijfseconomie, oktober.<br />

Vergoossen R.G.A. (2006c), IFRS is onnodig voor het mkb, Het Financieele Dagblad 19 oktober.<br />

Vergoossen R.G.A. (2006d), Invloed van IFRSs op nettoresultaat en eigen vermogen, Maandblad<br />

voor Accountancy en Bedrijfseconomie, november.<br />

Walker, R.G. (2007), Reporting Entity Concept: A Case Study of the Failure of Principles-Based<br />

Regulation, Abacus, nummer 1.


IFRSs IN DE EUROPESE UNIE: EEN PAARD VAN TROJE? 39<br />

Lijst van gebruikte afkortingen<br />

ARC<br />

CCCTB<br />

CESR<br />

EFRAG<br />

FASB<br />

FEE<br />

IAS(s)<br />

IASB<br />

IASC<br />

IFRIC<br />

IFRS(s)<br />

IOSCO<br />

SARG<br />

SEC<br />

Titel 9 BW 2<br />

US GAAP<br />

Accounting Regulatory Committee<br />

Common Consolidated Corporate Tax Base<br />

Committee of European Securities Regulators<br />

European Financial Reporting Advisory Group<br />

Financial Accounting Standards Board<br />

Fédération des Experts Comptables Européens<br />

International Accounting Standard(s)<br />

International Accounting Standards Board<br />

International Accounting Standards Committee<br />

International Financial Reporting Interpretations Committee<br />

International Financial Reporting Standard(s)<br />

International Organization of Securities Commissions<br />

Standards Advice Review Group<br />

Securities and Exchange Commission<br />

Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek<br />

United States Generally Accepted Accounting Principles

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!