09.11.2013 Views

handhavingsbeleid zuytland buiten - Gemeente Bernisse

handhavingsbeleid zuytland buiten - Gemeente Bernisse

handhavingsbeleid zuytland buiten - Gemeente Bernisse

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Handhavingsbeleid<br />

“Zuytland Buiten”<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Bernisse</strong>


Inhoudsopgave<br />

1. Inleiding.......................................................................................................................................... 3<br />

1.1. Aanleiding ................................................................................................................................ 3<br />

1.2 Probleemstelling ....................................................................................................................... 4<br />

1.3 Doelstelling ............................................................................................................................... 4<br />

1.4 Leeswijzer ................................................................................................................................. 4<br />

2. Bestemmingsplan en bestemmingsplanvoorschriften...................................................... 6<br />

2.1 Rijksbeleid................................................................................................................................. 6<br />

2.2 Bestemmingsplan ..................................................................................................................... 6<br />

3 Handhavingsinstrumenten ........................................................................................................ 8<br />

3.1 Uitgangspunten......................................................................................................................... 8<br />

3.2 Wettelijke grondslag ................................................................................................................. 8<br />

3.3 Beleidsinstrumenten ................................................................................................................. 9<br />

3.3.1 Het bestemmingsplan ................................................................................................... 9<br />

3.3.2 Woningwet en bouwvergunning.................................................................................... 9<br />

3.3.3 <strong>Gemeente</strong>lijke Basis Administratie (GBA) .................................................................... 9<br />

3.3.4 Controle instrumenten................................................................................................... 9<br />

3.4 Inzet handhavinginstrumenten ............................................................................................... 10<br />

3.4.1 Vooraankondiging en last onder dwangsom............................................................... 10<br />

3.4.2 Invordering dwangsom................................................................................................ 10<br />

3.4.3 Gedogen...................................................................................................................... 11<br />

4 Rechtsbescherming .................................................................................................................. 12<br />

5 Planning en inzet middelen..................................................................................................... 13<br />

Handhavingsbeleid Zuytland Buiten Pagina 2 van 14


1. Inleiding<br />

1.1. Aanleiding<br />

In de politiek is er de afgelopen jaren in toenemende mate aandacht gekomen voor de<br />

handhaving ten aanzien van permanente bewoning van recreatiewoningen. Met betrekking tot<br />

gedogen is bepaald dat dit alleen in bijzondere gevallen is toegestaan. Zo stelt voormalig<br />

minister Pronk in antwoord op kamervragen:<br />

“Als mensen al ‘zeer’ lang in een recreatiewoning wonen, mogen gemeenten voor zo’n situatie<br />

een gedoogbeschikking treffen. Hierbij moet worden aangetekend dat dit alleen onder strenge<br />

voorwaarden mag. Een persoonsgebonden beschikking is alleen van toepassing voor mensen<br />

bij wie in het verleden door gemeentebesturen verwachtingen zijn gewekt door permanente<br />

bewoning jarenlang toe te laten.”<br />

Tot op heden heeft de handhaving van recreatief gebruik van vakantiewoningen geen hoge<br />

prioriteit gehad bij de gemeente <strong>Bernisse</strong>. Zeker niet omdat het aantal woningen voor<br />

recreatief gebruik niet bijzonder groot is. Echter, gezien het feit dat de overheid grotere<br />

prioriteit aan handhaving in het algemeen geeft (gedogen gebeurt steeds minder), zal ook<br />

door de gemeente <strong>Bernisse</strong> haar beleid hierop moeten worden afgestemd. De handhaving ten<br />

aanzien van de recreatiewoningen is echter ook gelijk een groot probleem, omdat het zeer<br />

moeilijk is om aan te tonen of mensen in een bepaalde woning permanent verblijven. Het<br />

aantonen dat iemand permanent in een recreatiewoning verblijft kan alleen door middel van<br />

het daadwerkelijk controleren gebeuren. Dit is echter een zeer tijd- en kapitaalrovende<br />

activiteit. Bovendien bevindt de gemeente zich hiermee op het schemergebied van de<br />

privacywetgeving.<br />

In beginsel zijn er vier categorieën overtreders:<br />

- Mensen die als noodoplossing kiezen voor een recreatiewoning in afwachting van een<br />

reguliere woning;<br />

- mensen die een toevlucht nemen tot een recreatiewoning in verband met medische,<br />

psychische of sociale problemen;<br />

- mensen (in het algemeen gepensioneerden en vutters) die (goedkoop) <strong>buiten</strong> willen<br />

wonen;<br />

- mensen die doordeweeks dichter bij hun werk willen verblijven en in het weekend<br />

weer terug gaan naar “het gezin”.<br />

De mensen uit de eerste categorie zullen wanneer zij een geschikte woning hebben gevonden<br />

weer uit de recreatiewoning verhuizen. Er is in dat geval sprake van een tijdelijke vorm van<br />

permanente bewoning.<br />

De tweede categorie betreft ook een groep tijdelijke bewoners. Wanneer de medische of<br />

sociale problemen zijn opgelost trekken ook zij weer naar het reguliere woningaanbod.<br />

De derde en de vierde categorie mensen zullen veelal lange tijd gebruik maken van de<br />

recreatiewoning als (semi-)permanente woning.<br />

In <strong>Bernisse</strong> is het niet duidelijk in welke categorie de gevallen van permanente bewoning in<br />

Zuytland Buiten valt. De verwachting is dat het met name de derde en de vierde categorie<br />

betreft. Het betreft hier mensen die voordelig willen wonen in een luxe woning. De<br />

recreatiewoningen zijn hiervoor heel geschikt. Zij bezitten vaak veel comfort voor een redelijke<br />

prijs.<br />

Er bestaat momenteel een inventarisatie van voor- en nadelen, die door een andere gemeente<br />

is gemaakt. Deze inventarisatie is ook op de recreatiewoningen in de gemeente <strong>Bernisse</strong> van<br />

toepassing.<br />

Handhavingsbeleid Zuytland Buiten Pagina 3 van 14


Negatieve aspecten permanente bewoning:<br />

- permanente bewoning op recreatieterreinen leidt tot onttrekking van de voor<br />

recreatiedoeleinden bestemde woningvoorraad, waardoor elders wellicht meer<br />

behoefte ontstaat aan recreatievoorzieningen;<br />

- tijdelijke gedoogsituaties groeien vaak uit tot permanente woonsituaties, indien de<br />

gemeente verzuimt de tijdelijke situatie na verloop van tijd te (doen) beëindigen;<br />

- permanente bewoning op recreatieterreinen of elders in het <strong>buiten</strong>gebied druist in<br />

tegen het ruimtelijk beleid dat is gericht op bundeling van wonen, werken en<br />

voorzieningen en op beperking van de mobiliteit en aantasting van het <strong>buiten</strong>gebied;<br />

- de strijdige bewoners kunnen gebruik maken van lokale voorzieningen, welke zijn<br />

bedoeld voor de reguliere inwoners. Hierbij valt o.a. te denken aan gesubsidieerde<br />

instellingen, zoals de thuiszorg en de sociale voorzieningen;<br />

- recreatieve en permanente bewoners hebben een verschillend uitgavenpatroon.<br />

Toeristen besteden over het algemeen meer dan permanente bewoners;<br />

- vanwege de verschillende leefpatronen tussen permanente bewoners en<br />

vakantiegangers kunnen er op een recreatieterrein spanningen ontstaan tussen deze<br />

groepen bewoners;<br />

- De planologisch gewenste inrichting wordt niet verwezenlijkt.<br />

Positieve aspecten permanente bewoning<br />

- op het recreatiepark zelf zal ook <strong>buiten</strong> het vakantieseizoen een bepaalde mate van<br />

sociale controle zijn, vanwege de aanwezigheid van bewoners;<br />

- vanwege een toename van het inwonersaantal van de gemeente ontstaat een<br />

toenemend draagvlak voor voorzieningen zoals winkels en verenigingen;<br />

- in het geval van een gemeentelijk woningtekort kan bewoning op een recreatieterrein<br />

een tijdelijke oplossing bieden;<br />

Uit deze opsomming blijkt dat er aanzienlijk meer nadelen dan voordelen aan de permanente<br />

bewoning van recreatiewoningen kleven. Reden genoeg om het probleem aan te pakken.<br />

1.2 Probleemstelling<br />

Probleem bij onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen is hoe de gemeente kan<br />

aantonen dat iemand op een bepaald adres woont. Hiertoe staat de gemeente wel een aantal<br />

instrumenten ter beschikking, maar het is ondoenlijk alle recreatiewoningen 24 uur per dag<br />

constant te controleren. De opstelling van een adequaat <strong>handhavingsbeleid</strong> voor het<br />

recreatiepark is dan ook een belangrijk instrument voor de aanpak van de onrechtmatige<br />

bewoning.<br />

1.3 Doelstelling<br />

Doelstelling van dit <strong>handhavingsbeleid</strong> is het scheppen van een kader voor de aanpak van<br />

onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen alsmede voor de aanpak van het oprichten<br />

van bouwwerken zonder bouwvergunning en in strijd met het bestemmingsplan bij de<br />

recreatiewoningen, waardoor tegen deze ongewenste situaties kan worden opgetreden.<br />

Deze nota behelst geen wijziging van het bestaande beleid. Bewoning is nooit toegestaan<br />

geweest en door de gemeente is nooit toestemming gegeven voor dergelijke vormen van<br />

onrechtmatige bewoning. Overtreders kunnen zich dan ook niet beroepen op het feit dat het<br />

onrechtmatige gebruik van hun opstallen voorheen door de gemeente was toegestaan.<br />

Het <strong>handhavingsbeleid</strong> “Zuytland Buiten” geeft aan op welke wijze en met inzet van welke<br />

middelen de gemeente zal optreden in situaties van onrechtmatige bewoning van<br />

recreatiewoningen. Dit inzicht is zowel van belang voor het gemeentebestuur als voor haar<br />

burgers. De reikwijdte van het <strong>handhavingsbeleid</strong> is dan ook niet algemeen geldend, maar<br />

specifiek gericht op de aanpak van onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen die vallen<br />

binnen het bestemmingsplan “Zuytland Buiten”.<br />

1.4 Leeswijzer<br />

In het tweede hoofdstuk wordt beknopt aangegeven wat de invloed van het rijksbeleid is met<br />

betrekking tot dit onderwerp. Daarnaast wordt aangegeven welk kader het bestemmingsplan<br />

Oud Stompaard biedt. In het volgende hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de beschikbare<br />

Handhavingsbeleid Zuytland Buiten Pagina 4 van 14


handhavingsinstrumenten, gevolgd door de middelen ter rechtsbescherming in het vierde<br />

hoofdstuk. Het laatste hoofdstuk geeft de planning van het handhavingstraject weer.<br />

Handhavingsbeleid Zuytland Buiten Pagina 5 van 14


2. Bestemmingsplan en bestemmingsplanvoorschriften<br />

2.1 Rijksbeleid<br />

De problematiek rondom permanente bewoning van recreatiewoningen is landelijk in 2003<br />

aan de orde gesteld. In dat jaar zijn er een aantal voorwaarden gesteld waaronder<br />

permanente bewoning moest worden toegestaan al dan niet middels een<br />

bestemmingsplanwijziging of een persoonlijke gedoogbeschikking. Het recreatiepark waar<br />

deze beleidsnota betrekking op heeft, “Zuytland Buiten”, is echter veel later gerealiseerd. Het<br />

rijksbeleid met betrekking tot de aanpak van permanente bewoning is daarom in deze notitie<br />

niet zozeer van belang. Van belang is wat is toegestaan in het bestemmingsplan.<br />

2.2 Bestemmingsplan<br />

In <strong>Bernisse</strong> is slechts 1 recreatiepark aanwezig met recreatiewoningen. Er zijn betrouwbare<br />

signalen dat op dit park sprake is van een aantal gevallen van permanente bewoning. De<br />

precieze omvang is echter niet bekend. Het voor deze recreatiewoningen van toepassing<br />

zijnde bestemmingsplan is het bestemmingsplan “Oud Stompaard”.<br />

In dit plan is aangegeven dat de op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd<br />

voor recreatieve voorzieningen, waar onder andere onder wordt begrepen recreatiewoningen<br />

(artikel 10, lid 1 bestemmingsplanvoorschriften). Een recreatiewoning wordt vervolgens nader<br />

gedefinieerd als een gebouw bestemd voor permanente verblijfsrecreatie (Artikel 1 lid 9<br />

bestemmingsplanvoorschriften).<br />

Onder permanente verblijfrecreatie wordt verstaan een verblijfsrecreatie in ruimten, waarbij<br />

het recreatieve ruimtegebruik een bestendig karakter draagt, zoals bij een logeergebouw, een<br />

pension of recreatiewoning of bij kampeermiddelen die langer dan gedurende het<br />

zomerseizoen een standplaats innemen op hetzelfde terrein, door personen die elders een<br />

vaste woon- en verblijfplaats hebben, hetgeen onder meer blijkt uit het feit dat zij elders zijn<br />

ingeschreven in de administratie als bedoeld in de wet <strong>Gemeente</strong>lijke Basis Administratie<br />

(artikel 1 lid 10 bestemmingsplanvoorschriften).<br />

In artikel 13 van de bestemmingsplanvoorschriften is aangegeven dat het verboden is om<br />

gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel wat strijdig is met de aan<br />

de grond gegeven bestemming, doeleindenomschrijving en de overige voorschriften (eerste<br />

lid).<br />

Vervolgens is bepaald in het derde lid dat onder strijdig gebruik van bouwwerken in ieder<br />

geval wordt verstaan:<br />

• de in het plan begrepen bouwwerken te gebruiken voor doeleinden in strijd met de in<br />

het plan gegeven bestemmingen, hieronder wordt nadrukkelijk begrepen het<br />

permanent bewonen van recreatiewoningen;<br />

• de bouwwerken te gebruiken als beroeps- of bedrijfsmatige werk- of opslagruimte.<br />

Met andere woorden permanente bewoning is dus niet toegestaan. Maar ook gebruik anders<br />

dan voor recreatieve doeleinden is niet toegestaan.<br />

Tot slot is de strafbepaling die is neergelegd is artikel 16 van de bestemmingsplanvoorschriften<br />

van belang. In dit artikel wordt bepaald dat overtreding van de<br />

verbodsbepalingen gesteld in artikel 13 lid 1,2 en 3 een strafbaar feit oplevert in de zin van<br />

artikel 59 WRO. Dit artikel is intussen gewijzigd in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening.<br />

Hierin is opgenomen dat het verboden is onder andere bouwwerken te gebruiken of te laten<br />

gebruiken in strijd met het bestemmingsplan.<br />

Indien de overtreding opzettelijk is kan dit op grond van de Wet economische delicten als een<br />

misdrijf worden beschouwd. Dit kan worden bestraft met een celstraf van 2 jaar, een taakstraf<br />

of een boete van de vierde categorie (€ 19.000).<br />

Handhavingsbeleid Zuytland Buiten Pagina 6 van 14


Uit al hetgeen hier naar voren is gebracht vloeit voort dat permanente bewoning op grond van<br />

het bestemmingsplan “Oud Stompaard” expliciet is aangemerkt als verboden en zelfs als<br />

strafbaar feit is gekwalificeerd.<br />

Het is verder niet wenselijk dat de mogelijkheid om er wel permanent te kunnen wonen wordt<br />

geschapen. Er wordt in dit beleid daarom niet verder ingegaan op de mogelijkheden tot<br />

legalisering.<br />

Handhavingsbeleid Zuytland Buiten Pagina 7 van 14


3 Handhavingsinstrumenten<br />

3.1 Uitgangspunten<br />

Uit jurisprudentie en beleid van andere gemeenten blijkt dat zorgvuldig beleid gebaseerd is op<br />

verworven rechten, maatschappelijke redelijkheid en algemene beginselen van behoorlijk<br />

bestuur. Het oplossen van het probleem van permanente bewoning van recreatiewoningen is,<br />

indien men oog heeft voor belangen van burgers en het probleem hanteerbaar wil houden,<br />

een zaak van langere duur. Er moet gewoonlijk eerder gedacht worden in termen van jaren<br />

dan maanden. Voor de gemeente <strong>Bernisse</strong> zijn die verworven rechten niet erg sterk,<br />

aangezien het een redelijk jong recreatiepark is. Daarbij komt dat ook door de VVE nieuwe<br />

eigenaren worden gewezen op het feit dat permanente bewoning niet mogelijk is.<br />

Op basis van het voorgaande kan voor de gemeente <strong>Bernisse</strong> het volgende geconcludeerd<br />

worden:<br />

• Het betreft een bouwplan waarbij een vergunning is verleend voor de bouw van 176<br />

woningen, waarvan er momenteel 148 zijn gerealiseerd;<br />

• de woningen op het recreatiepark zijn vanaf 2007 opgeleverd;<br />

• indien er sprake is van permanente bewoning, dan kan deze op dit moment (augustus<br />

2010) maximaal 3 jaar hebben geduurd;<br />

• er kan geen sprake zijn van planologisch overgangsrecht;<br />

• er zijn geen bewoners ingeschreven in het GBA.<br />

Onder handhaving wordt verstaan het door controle en het toepassen van<br />

administratiefrechtelijke -, strafrechtelijke - of privaatrechtelijke middelen bereiken dat de<br />

algemeen geldende regels en individueel geldende voorschriften worden nageleefd.<br />

Burgers en bedrijven zijn primair zelf verantwoordelijk voor de naleving van regelgeving en<br />

voorschriften en voor de gevolgen van overtredingen. De overheid, dus ook de gemeente<br />

<strong>Bernisse</strong>, is op haar beurt verantwoordelijk voor een goede informatievoorziening zodat<br />

burgers weten wat op dit gebied van hen wordt verwacht.<br />

Naast de verantwoordelijkheid voor goede communicatie is de gemeente ook verantwoordelijk<br />

voor controle op de naleving van wet- en regelgeving waarvoor zij het bevoegd gezag is. De<br />

gemeentelijke mogelijkheden tot handhaving zijn echter niet onbeperkt. Zij worden onder meer<br />

begrensd door capaciteit, beperkingen in het beschikbare instrumentarium, rechtsbeginselen<br />

en niet te vergeten de rechtsbescherming.<br />

Het beëindigen en ongedaan maken van overtredingen is vaak moeilijk, tijdrovend en duur.<br />

Het bevorderen van een goed naleefgedrag en het voorkomen van overtredingen hebben<br />

daarom prioriteit. Een absolute randvoorwaarde hiervoor is dat de gemeente <strong>Bernisse</strong><br />

geloofwaardig naar burgers en bedrijven overkomt. Geloofwaardigheid wordt onder meer<br />

verkregen door een consequente en consistente aanpak van overtredingen en door deze<br />

aanpak ook effectief te communiceren.<br />

3.2 Wettelijke grondslag<br />

Op grond van artikel 125 <strong>Gemeente</strong>wet is het gemeentebestuur bevoegd tot het opleggen van<br />

een last onder bestuursdwang. Artikel 5:32 Awb bepaalt dat het bestuursorgaan dat bevoegd<br />

is tot het opleggen van een dergelijke last tevens bevoegd is tot het opleggen van een last<br />

onder dwangsom. Van deze twee mogelijkheden is de last onder bestuursdwang de meest<br />

ingrijpende. Deze komt neer op het feitelijk beëindigen van de overtreding. De kosten die<br />

hieraan zijn verbonden kunnen op de overtreder worden verhaald. Het is aan de gemeente om<br />

al dan niet tot verhaal van de kosten over te gaan. Doordat er sprake is van het feitelijk<br />

beëindigen van een illegale situatie treedt de gemeente zichtbaar op. Op deze wijze is voor de<br />

gehele gemeenschap duidelijk dat het de gemeente ernst is om illegale bewoning tegen te<br />

gaan. De dwangsom is de minder omslachtige manier om overtreders ertoe te bewegen het<br />

strijdige gebruik van het recreatieverblijf te beëindigen. Gezien het vorenstaande heeft de last<br />

onder dwangsom de voorkeur, omdat deze praktisch beter uitvoerbaar is.<br />

Handhavingsbeleid Zuytland Buiten Pagina 8 van 14


3.3 Beleidsinstrumenten<br />

3.3.1 Het bestemmingsplan<br />

Het handhaven van het ruimtelijk beleid ten aanzien van de permanente bewoning van<br />

recreatiewoningen gebeurt op basis van het bestemmingsplan, dat juridisch bindend is voor<br />

zowel de burger als voor het gemeentebestuur. Het bestemmingplan “Oud Stompaard” laat<br />

permanente bewoning expliciet niet toe. Daarnaast is het bestemmingsplan de basis voor<br />

preventief (informerend) beleid. In hoofdstuk 2 is uitvoerig ingegaan op de kaders die door het<br />

bestemmingsplan worden gevormd.<br />

3.3.2 Woningwet en bouwvergunning<br />

Voor het uitbreiden van of het aanbouwen van een bijgebouw aan een recreatiewoning is een<br />

bouwvergunning vereist. De vergunning zal, indien de totale inhoud van de woning inclusief<br />

aangebouwd bijgebouw meer dan 350m³ bedraagt, in principe worden geweigerd omdat deze<br />

activiteiten in strijd zijn met het bestemmingsplan en niet worden gelegaliseerd. Ook mogen<br />

deze bouwwerken niet vergunningvrij worden uitgevoerd. Er dient dan ook handhavend te<br />

worden opgetreden tegen illegaal gerealiseerde bouwwerken.<br />

3.3.3 <strong>Gemeente</strong>lijke Basis Administratie (GBA)<br />

In de GBA worden personen opgenomen die, naar eigen opgave, in de gemeente hun<br />

hoofdverblijf hebben. Doel van de GBA is om alle in Nederland woonachtige personen op<br />

eenduidige wijze te registreren. In de GBA ingeschreven personen kunnen, indien zij ook aan<br />

de overige voorwaarden daarvoor voldoen, een beroep doen op allerlei gemeentelijke<br />

voorzieningen.<br />

Bewoners van recreatiewoningen kunnen niet worden geweigerd om zich in te schrijven in de<br />

GBA, omdat de wet GBA een verplichting tot inschrijving kent bij verblijf in Nederland. Iemand<br />

kan echter in slechts één gemeente zijn ingeschreven. Inschrijving in de GBA kan alleen<br />

achterwege blijven indien de persoon niet voldoet aan de vereisten voor inschrijving. Het feit<br />

dat de recreatiewoning binnen een verblijfsrecreatieve bestemming ligt is derhalve geen<br />

gegronde reden om de inschrijving te weigeren, maar daar mag degene die wordt<br />

ingeschreven geenszins de conclusie aan verbinden dat men er dan ook mag wonen.<br />

3.3.4 Controle instrumenten<br />

Om voldoende aanwijzingen te vinden of iemand een recreatiewoning bewoont, zullen vaak<br />

verschillende instrumenten in combinatie moeten worden gebruikt. Instrumenten die in dit<br />

kader kunnen worden aangewend om voldoende bewijslast te verzamelen zijn:<br />

a. controle van registratiesystemen;<br />

b. controle van opgegeven adres;<br />

c. meldingen van burgers;<br />

d. waarnemingen ter plaatse;<br />

e. verklaringen van betrokkenen;<br />

Ad a.<br />

Verificatie van registratiesystemen is van belang omdat het adres waarop iemand in een<br />

verificatiesysteem staat ingeschreven, een belangrijke aanwijzing is voor iemands feitelijke<br />

woonadres. Een van de manieren om er achter te komen of van deze situatie sprake is, is<br />

vergelijking van gegevens in verschillende registratiesystemen op mogelijke inconsistenties.<br />

<strong>Gemeente</strong>n mogen echter niet zonder meer van allerlei registratiesystemen en<br />

persoonsgegevens gebruikmaken om er achter te komen waar iemand feitelijk woont. De Wet<br />

Bescherming Persoonsgegevens stelt hier duidelijke voorwaarden en grenzen aan. De<br />

registratie is reeds bij het College Bescherming Persoonsgegevens aangemeld.<br />

Ad b.<br />

Wanneer bewoners van recreatiewoningen niet in de GBA van de gemeente staan<br />

ingeschreven, zal informatie over de situatie op het adres waar deze wel staan ingeschreven,<br />

doorgaans goede aanwijzingen geven over hun feitelijke woonsituatie.<br />

Ad c.<br />

Al dan niet anonieme tips van burgers over gevallen van bewoning kunnen belangrijke<br />

aanwijzingen voor de gemeente opleveren. Overigens dient te worden opgemerkt dat de<br />

Handhavingsbeleid Zuytland Buiten Pagina 9 van 14


toegevoegde waarde van deze informatie gering is, omdat een dergelijk instrument moet<br />

worden bezien in samenhang met andere vormen van bewijslast.<br />

Ad d.<br />

Waarnemingen ter plaatse kunnen de eerste aanwijzingen opleveren dat een recreatiewoning<br />

wordt bewoond. Bovendien kunnen de resultaten van een dergelijke controle ook aanvullend<br />

bewijsmateriaal opleveren indien reeds vermoedens bestaan van bewoning.<br />

Ad e.<br />

Naast de gegevensverzameling door de gemeente, kunnen ook verklaringen van betrokkenen<br />

aanwijzingen voor bewoning opleveren. In de praktijk blijken veel mensen, geconfronteerd met<br />

het vermoeden van de gemeente dat zij een recreatiewoning bewonen, toe te geven dat dit<br />

ook daadwerkelijk het geval is. Daarnaast kan aan de bewoners een vragenlijst worden<br />

overhandigd met het verzoek deze binnen een bepaalde tijd in te vullen. Ook kan in zo’n geval<br />

de bewijslast worden omgekeerd, in die zin dat betrokkene moet aantonen waar hij of zij dan<br />

wel feitelijk woont.<br />

Opgemerkt wordt, dat bovengenoemde lijst niet uitputtend is. Gezien de complexiteit van het<br />

probleem moeten alle mogelijke gegevens worden aangewend in de bewijsvoering. Met name<br />

de feitelijke controle is hierbij van groot belang. Het accent ligt daarbij met name op het<br />

periodiek actief op het recreatiepark controleren van de situatie.<br />

Feitelijke controle kan alleen worden uitgevoerd door observaties ter plaatse. Hierbij kan door<br />

de bewoners geen beroep worden gedaan op schending van de privacy. Uit de jurisprudentie<br />

valt namelijk op te maken dat een gemeente niet onrechtmatig handelt indien de observaties<br />

plaats vinden vanaf de openbare weg, vanwaar iedereen zicht heeft op de recreatiewoning.<br />

Daarnaast zijn er geen andere - minder ingrijpende - mogelijkheden om het bewijs van<br />

permanente bewoning te verzamelen. Ook het maken van foto's hoort nu eenmaal bij het<br />

vergaren van bewijsmateriaal.<br />

3.4 Inzet handhavinginstrumenten<br />

3.4.1 Vooraankondiging en last onder dwangsom<br />

Handhaving ten aanzien van de permanente bewoning zal in de eerste plaats bestaan uit het<br />

verzenden van vooraankondigingen aan iedere eigenaar c.q. gebruiker van de<br />

recreatiewoningen. In deze vooraankondigingen zal de bewoner worden geattendeerd op het<br />

feit dat het verboden is permanent te wonen in een recreatiewoning. Daarnaast zal in de<br />

vooraankondigingen worden vermeld dat de gemeente, wanneer het vermoeden van<br />

permanente bewoning bestaat, tot handhaving zal overgaan.<br />

Wanneer geconstateerd is dat er sprake is van permanente bewoning en er is geen sprake<br />

van een situatie waarin een gedoogbeschikking kan worden verleend, dan wordt een<br />

vooraankondiging last onder dwangsom opgelegd. In deze last zal een begunstigingstermijn<br />

worden opgenomen van maximaal 6 maanden. Wanneer de begunstigingtermijn is verlopen<br />

zal het invorderingstraject worden opgestart.<br />

Voor de hoogte van de last onder dwangsom zal als uitgangspunt worden genomen de prijs<br />

van een luxe vakantiewoning per week. In de regel zal de hoogte van de dwangsom<br />

€ 4.000,00 per maand bedragen met een maximum van € 26.000,00. Wanneer blijkt dat er<br />

sprake is van bijzondere omstandigheden in een bepaald geval, zal hiervan kunnen worden<br />

afgeweken. Wanneer na verloop van de begunstigingstermijn de dwangsom wordt betaald en<br />

er wordt niet overgegaan tot het beëindigen van de permanente bewoning zal nogmaals een<br />

termijn volgen waarbij het bedrag van de last onder dwangsom zal worden verdubbeld. Het<br />

bedrag zal dan € 8.000,00 per maand bedragen met een maximum van<br />

€ 52.000,00. Indien ook hieraan niet zal worden voldaan, dan zal tot het toepassen van<br />

bestuursdwang worden overgegaan.<br />

3.4.2 Invordering dwangsom<br />

Wanneer de dwangsom is verbeurd wordt er een invorderingsbesluit genomen door of<br />

namens het college van burgemeester en wethouders. Dit besluit geeft dan direct een<br />

Handhavingsbeleid Zuytland Buiten Pagina 10 van 14


executoriale titel voor de invordering. Wanneer het invorderingsbesluit is genomen zal een<br />

brief aan de overtreder worden verzonden met daarin het verzoek binnen zes weken tot<br />

betaling over te gaan van de verbeurde dwangsom. Wanneer de overtreder hiertoe niet<br />

overgaat zal hij nog een aanmaning ontvangen en wanneer zelfs dat niet tot gevolg heeft dat<br />

de overtreder zal betalen zal door de gemeente een deurwaarderskantoor worden benaderd<br />

om voor de verdere invordering zorg te dragen.<br />

Opgemerkt moet echter wel worden dat zowel de toepassing van bestuursdwang als het<br />

opleggen van een last onder dwangsom gebonden zijn aan de eisen die de Algemene wet<br />

bestuursrecht daaraan stelt. Dit betekent dat de nodige zorgvuldigheid in acht genomen moet<br />

worden, dat gelijke gevallen gelijk moeten worden behandeld naar mate van hun gelijkheid en<br />

dat de overtreder de mogelijkheid moet krijgen om het besluit van de gemeente aan te<br />

vechten (middels bezwaar en beroep). Een succesvolle aanpak van de permanente bewoning<br />

zal dan ook de nodige inzet vragen van de gemeente.<br />

Een zeer belangrijke andere voorwaarde is tevens dat het gemeentelijk beleid inzake de<br />

aanpak van permanente bewoning voldoende draagvlak heeft bij de gemeenteraad, het<br />

college en de individueel bestuurders. Om dit te bereiken zal dit beleid dan ook doelgericht,<br />

consequent, sociaal en op basis van een goed voorlichtingstraject tot stand moeten komen.<br />

Een duidelijke en structurele aanpak zal in preventieve zin bijdragen aan het handhaven en<br />

daar waar mogelijk terugdringen van de permanente bewoning van recreatieverblijven. Een<br />

consequent <strong>handhavingsbeleid</strong> komt de geloofwaardigheid van de gemeente zonder meer ten<br />

goede.<br />

3.4.3 Gedogen<br />

Tot slot dient een zeer strikt gedoogbeleid te worden aangehouden. Gedoogbeschikkingen<br />

kunnen worden afgegeven in slechts twee soorten gevallen:<br />

- medische, psychische of sociale redenen;<br />

- tijdelijk urgente woningnood;<br />

Een voorwaarde voor deze gedoogbeschikkingen is dat de bewoner actief op zoek dient te<br />

gaan naar een woning en de volgende bewoner erop gewezen dient te worden dat de<br />

recreatiewoning niet permanent bewoond mag worden. Na het verstrijken van de termijn van<br />

gedogen kan de gemeente overgaan tot handhaving door middel van het opleggen van een<br />

last onder dwangsom of het verzegelen van de woning. De maximale gedoogtermijn in deze<br />

gevallen bedraagt 12 maanden.<br />

In andere gevallen dan de hierboven genoemde wordt door de gemeente <strong>Bernisse</strong> niet<br />

gedoogd.<br />

Handhavingsbeleid Zuytland Buiten Pagina 11 van 14


4 Rechtsbescherming<br />

Onder rechtsbescherming kunnen we verstaan: de mogelijkheid om klachten over bestuurlijke<br />

beslissingen en handelingen voor te leggen aan een onafhankelijke rechter (of daaraan<br />

voorafgaand een bestuurlijke instantie) die bevoegd is daarover bindende beslissingen te<br />

nemen. Hiermee worden bedoeld de bezwaar- en de beroepsprocedure.<br />

Bezwaar<br />

Wanneer bij de overtreder een besluit binnenkomt van een bestuursorgaan, dan heeft hij de<br />

mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum van dit besluit een bezwaarschrift in<br />

te dienen bij het bestuursorgaan dat het betreffende besluit heeft genomen.<br />

Beroep<br />

Wanneer ook de beslissing op bezwaar geen positieve beschikking voor de overtreder heeft<br />

opgeleverd, dan kan hij in bezwaar gaan bij de Arrondissementsrechtbank, die bevoegd is<br />

over het geschil te oordelen.<br />

Hoger Beroep<br />

Als laatste staat de mogelijkheid open om naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad<br />

van State te gaan om daar voor een laatste maal zijn geschil voor te leggen.<br />

Voorlopige voorziening<br />

Van belang is dat het indienen van een bezwaar- of beroepschrift geen schorsende werking<br />

heeft (artikel 6:16 Awb). Dit houdt in dat wanneer een last onder dwangsom wordt opgelegd<br />

en deze dwangsom wordt verbeurd, dan zal de overtreder wanneer hij het innen van deze<br />

dwangsom zal willen voorkomen, naast zijn bezwaar- of beroepschrift tevens schorsing van de<br />

dwangsom, in de vorm van een voorlopige voorziening, dienen aan te vragen bij de<br />

Voorzieningenrechter van de rechtbank (artikel 8:81 Awb), die bevoegd is een uitspraak te<br />

geven omtrent de voorlopige voorziening. De Voorzieningenrechter van de rechtbank zal dan<br />

het innen van de dwangsom kunnen schorsen totdat er een uitspraak in het geding komt.<br />

Handhavingsbeleid Zuytland Buiten Pagina 12 van 14


5 Planning en inzet middelen<br />

Om uiteindelijk het gebruik in overeenstemming met de bestemming te brengen is de<br />

belangrijkste stap om in beeld te brengen om hoeveel gevallen van permanente bewoning het<br />

nu daadwerkelijk gaat.<br />

Controlefase c.q. quick scan<br />

Dit beeld kan worden gecreëerd door het uitvoeren van een aantal controles ter plaatse<br />

gevolgd door een administratief onderzoek. Parallel aan deze fase worden alle eigenaren<br />

aangeschreven om aan te geven dat er een controle wordt uitgevoerd en dat zij dienen aan te<br />

geven of de woning al dan niet permanent wordt bewoond. Deze fase zal ongeveer drie<br />

maanden in beslag nemen.<br />

Gerichte aanschrijving<br />

Indien uit de controle fase blijkt dat er inderdaad sprake is van permanente bewoning van een<br />

recreatiewoning, dan zal er een gerichte aanschrijving worden gedaan met een<br />

vooraankondiging van een last onder dwangsom. In deze fase krijgt de belanghebbende een<br />

maand de tijd om een zienswijze in te dienen.<br />

Vervolgens wordt, bij onvoldoende weerlegging, een last onder dwangsom opgelegd met een<br />

begunstigingstermijn van zes maanden. Indien men na die zes maanden het onjuiste gebruik<br />

van de woning niet heeft gestaakt verbeurt men een dwangsom van € 4.000,00 per maand tot<br />

een maximum van € 26.000,00. Indien het onjuist gebruik na die tijd nog steeds niet is<br />

gestaakt, wordt de dwangsom verdubbeld tot een maximum van € 52.000,00. Daarna wordt<br />

bestuursdwang toegepast.<br />

Inzet rechtsmiddelen<br />

Tegen de last onder dwangsom staan de reguliere rechtsmiddelen open (bezwaar, beroep,<br />

hoger beroep en eventueel voorlopige voorziening). Voor de afhandeling van deze fasen moet<br />

in ogenschouw worden genomen dat hierbij afhankelijkheid bestaat van de doorstroom bij<br />

externe partijen, denk daarbij aan de rechtbank en de raad van state. Het is op voorhand niet<br />

precies aan te geven hoeveel gevallen in deze fase behandeld zullen moeten worden.<br />

De inschatting is echter wel dat de totale doorlooptijd op ongeveer twee jaar moet worden<br />

geschat. Dat wil zeggen vanaf het begin van de handhavingsactie tot aan het volledig<br />

onherroepelijk zijn van de last onder dwangsom na het doorlopen van alle rechtsmiddelen.<br />

Er moet bovendien rekening gehouden worden met het feit dat gedurende het gehele traject<br />

steeds controles gehouden moeten worden om het dossier up to date te houden. Alleen op<br />

die manier kan worden voldaan aan de bewijslast die bij de gemeente rust.<br />

In tijd kan het als volgt worden weergegeven:<br />

onderwerp werkzaamheden duur Wanneer<br />

Vooronderzoek<br />

Vooraankondiging last<br />

onder dwangsom<br />

• controle ter plaatse,<br />

• screening diverse<br />

administraties,<br />

• informeren<br />

eigenaren op<br />

handen zijnde actie<br />

• Screening gegevens<br />

vooronderzoek,<br />

• daaruit voortvloeiend<br />

gerichte<br />

aanschrijving met<br />

vooraankondiging<br />

last onder<br />

dwangsom.<br />

3 maanden Hangt af van<br />

de start van<br />

het project.<br />

2 maanden (is inclusief<br />

1 maand termijn om<br />

zienswijzen in te<br />

kunnen dienen)<br />

Hangt af van<br />

de start van<br />

het project.<br />

Definitieve • Begunstigingstermijn 2,5 maand (inclusief Hangt af van<br />

Handhavingsbeleid Zuytland Buiten Pagina 13 van 14


aanschrijving last<br />

onder dwangsom<br />

Vervolgfase<br />

van 6 maanden,<br />

• Mogelijkheid tot<br />

indienen van<br />

bezwaar tot 6 weken<br />

na dagtekening<br />

beschikking.<br />

• Afhandelen<br />

bezwaarschriften<br />

(inclusief zitting<br />

commissie),<br />

• Opstellen<br />

beschikkingen voor<br />

verbeuren<br />

dwangsom,<br />

• Opstellen<br />

beschikking voor<br />

inning dwangsom,<br />

• Afhandelen beroepen<br />

hoger beroep<br />

zaken indien die zich<br />

voordoen (Bij<br />

rechtbank en Raad<br />

van State).<br />

bezwaartermijn)<br />

Ongeveer 17<br />

maanden. Er wordt<br />

uitgegaan van een<br />

volledige periode van<br />

het project van 2 jaar.<br />

Dit is dus inclusief de<br />

afhandeling van de<br />

volledige rechtsgang.<br />

de start van<br />

het project.<br />

Hangt af van<br />

de start van<br />

het project.<br />

Controles ter<br />

completering van het<br />

dossier<br />

Gedurende de gehele<br />

bezwaar- en<br />

(hoger)beroepsfase<br />

moet er gecontroleerd<br />

blijven worden om het<br />

dossier op orde te<br />

blijven houden.<br />

Hangt af van<br />

de start van<br />

het project.<br />

Gezien het bovenstaande moet rekening gehouden worden met een doorlooptijd van het<br />

gehele project van ongeveer 2 jaar. Dit is afhankelijk van de rechtsgang waarvan door de<br />

belanghebbenden gebruik wordt gemaakt en de doorlooptijd bij de gerechtelijke instanties.<br />

Zodra het beleid is vastgesteld en de (financiële) middelen ter beschikking zijn gesteld kan er<br />

worden gestart met het project.<br />

Handhavingsbeleid Zuytland Buiten Pagina 14 van 14

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!