2009-gri-006-bijl-brief - Bestuurlijke informatie gemeente Vaals

Aan de griffier
von Clermontplein 15
Postbus 450
6290 AL Vaals
T 043 306 85 68
F 043 306 85 49
E info@vaals.nl
Geachte Griffier,
Datum
10-02-2009
Onderwerp
Reactie op rapport
"Parkeerbeleid"
Ons kenmerk
Bedrijfsvoering
J.W.M. Rijnders
T 043 306 85 38
Uw brief van
Uw kenmerk
Bijlage(n)
Verzonden
Conform uw verzoek doe ik u hierbij de ambtelijke reactie toekomen op het
gereviseerde rapport van de Rekenkamercommissie over het parkeerbeleid.
In mijn brief van 29 januari 2008 ben ik reeds ingegaan op de mijns inziens onterechte
opmerkingen door de Rekenkamercommissie met betrekking tot de tijdige aanlevering
van rapporten en gegevens en op haar voorkeur voor een schriftelijke dialoog in plaats
van een mondelinge. Hoewel mijn opmerkingen dienaangaande ook nu nog relevant zijn
verwijs ik wat dat betreft naar genoemde brief.
Om inhoudelijk een consistente en complete reactie te geven neem ik de inhoudelijke
opmerkingen van januari 2008 in deze brief wel mee.
Algemeen
Tijdens de beoordeling van het rapport zijn wij (en met wij bedoel ik in deze brief de
ambtelijke organisatie) enkele keren uit moeten gaan van aannames omdat het rapport
bij bepaalde passages voor ons niet geheel duidelijk was. Zo is het voor ons in paragraaf
3 'Constateringen' (pagina 6 en 7) niet duidelijk of dit de bevindingen van de
onderzoeken uit 1994, 1999 en/of 2004 zijn, danwel de bevindingen van het eigen
onderzoek van de commissie.
Al enkele jaren is bekend dat Vaals dit en volgend jaar een geplande wezenlijke wijziging
zal ondergaan wat betreft parkeren, zowel kwantitatief als wat betreft tarifering en
parkeersysteem (betalen achteraf). Dergelijke ingrepen vergen jaren van voorbereiding
en het effect ervan zal in de komende jaren geëvalueerd moeten gaan worden. Dat
betekent dat de uitkomst van het onderzoek wellicht bekeken zal gaan worden met in
het achterhoofd de wetenschap dat de situatie op korte termijn alweer wezenlijk anders
zal zijn. Ik zou mij kunnen voorstellen dat dit de relevantie van het onderzoek enigszins
onder druk zet. In ieder geval verwijs ik hieronder enkele keren naar die (aanstaande)
wijzigingen.
Onderzoeksopzet en doel (pagina 3)
De commissie geeft aan t.b.v. het onderzoek interne onderzoeksvragen geformuleerd te
hebben, welke zijn opgenomen in bijlage B. Uit het rapport kunnen wij niet herleiden
hoe de onderzoeksvragen zijn onderzocht c.q. beantwoord. Verder missen wij de
Pagina 1 van 5

(concrete) beantwoording van de onderzoeksvragen. Normaliter geven bij een onderzoek
de onderzoeksvragen en de beantwoording hiervan de onderbouwing voor de conclusies.
Door het ontbreken van de antwoorden op de onderzoeksvragen ontbreekt ons inziens dus
ook deze onderbouwing.
Beleidsformulering (pagina 4 en 5)
In deze paragraaf verwijst de commissie naar de door de raad geformuleerde
beleidsuitgangspunten. Vervolgens formuleert zij zelf vijf themavelden. Ons is niet duidelijk
langs welke lijn het onderzoek is opgebouwd: de vastgestelde beleidsuitgangspunten, de
zelf benoemde themavelden of de zelf geformuleerde interne onderzoeksvragen. Ons
inziens ontbreekt daardoor een logische en consistente onderbouwing van de latere
constateringen, bevindingen en aanbevelingen.
Verder zijn wij het niet eens met de uitspraken over de drie grotere onderzoeken. Wat ons
betreft vormt een en ander wel een logisch en chronologisch geheel. In 1994 is er namelijk
eerst intern onderzoek gedaan. Daarna heeft Haskoning in 1999 op instigatie van de
gemeenteraad een beleidsnota parkeerbeleid opgesteld (onder andere op basis van het
eerste onderzoek). De reden dat het opstellen van deze beleidsnota toen door een extern
bureau is uitgevoerd was een gebrek aan personele capaciteit in de ambtelijke organisatie.
Dit laatste was ook de reden om voor de evaluatie van het parkeerbeleid in 2004 een
externe in te huren (Dhr. Fijnaut van TMOP).
Constateringen (pagina 6 en 7)
§ Het is voor ons (zoals hierboven reeds gemeld) niet duidelijk of het hier om de
bevindingen van de onderzoeken uit 1994, 1999 en 2004 gaat, danwel dat het de
bevindingen van het eigen rekenkameronderzoek betreffen.
§ Het is ons niet duidelijk waarom diverse door de commissie geformuleerde
constateringen en bevindingen haaks staan op het rapport van 2004, onder andere
ten aanzien van het zoekverkeer en de differentiatie van de parkeertarieven.
Daarnaast missen wij de relatie tussen de constateringen en de geformuleerde
interne onderzoeksvragen.
§ In de derde bevinding haalt de commissie het zoekverkeer aan. Zij stelt dat geen
enkele verwijzing voor vreemden aanwezig is. Dit is feitelijk niet correct. Er zijn
namelijk wel tal van verwijzingen naar parkeerplaatsen. In het onderzoeksrapport
van 2004 wordt gesteld, dat het niet wenselijk is de parkeerverwijzingen naar
kleine parkeerclusters op te ruimen. Als voorbeeld werd in de beleidsnota
genoemd, dat de verwijzing aan de Maastrichterlaan naar de parkeerplaatsen aan
de Koperstraat dient te worden verwijderd. Deze verwijzing is nog steeds
aanwezig. Dit omdat deze borden ook verwijzen naar de parkeerterreinen bij de
Nederlandse Hervormde Kerk en St. Pauluskerk.
§ De bevinding inzake betaald parkeren en parkeerhandhaving (bevinding 5) is ons
niet duidelijk, met name voor wat betreft de relatie die wordt gelegd tussen
betaald parkeren en parkeerhandhaving c.q. wat nu eigenlijk de constatering van
de commissie in deze is. Uit de stukken en ons handelen blijkt dat handhaving
voor de gemeente het sluitstuk vormt van de keten en derhalve zeker niet sec als
kostenpost wordt gezien.
Pagina 2 van 5

§ De bevinding voor wat betreft de methodiek van handhaving (bevinding 6) delen
wij niet. Het is niet correct dat een substantieel deel van de beschikbare tijd
verloren gaat aan reistijd e.d. Verder kan bij dit punt opgemerkt worden, dat de
gemeenteraad in het verleden voorstellen van het college inzake een substantiële
uitbreiding van de uren parkeercontrole altijd heeft afgewezen. Dit laatste onder
andere met het oog op de balans tussen parkeercontrole en klantvriendelijkheid.
§ Bevinding 7 inzake parkeren met achteraf betalen is in het onderzoek van 2004 aan
de orde gekomen en hierop aansluitend is een apart raadsvoorstel voorgelegd aan
de raad. De gemeenteraad heeft op 4 april 2005 besloten:
s betaald parkeren achteraf op de bestaande parkeerterreinen niet uit te voeren;
s bij toekomstig te realiseren grote parkeerterreinen de mogelijkheid te
onderzoeken om “betaald parkeren achteraf” in te voeren. Dit laatste wordt
opgevolgd bij de parkeergarage Von Clermontpark.
De constatering dat dit onderwerp slechts zijdelings aangestipt is en nooit volledig
belicht is, delen wij daarom niet.
§ De bevinding inzake combinatie van parkeervergunninghouders en betaald
parkeren (bevinding 8) komt overeen met de mening van de voormalig, algemeen
controlerend ambtenaar van de gemeente Vaals (bijlage D, punt 7). In het rapport
“Evaluatie Parkeerplan Vaals” uit 2004 worden op pagina 42 echter vier redenen
gegeven om het vergunninghouderparkeren in sector 1 (waar de Seffenterstraat
toe behoort) niet op te heffen en ook geen betaald parkeren in te stellen. Ons is
niet duidelijk waarom de commissie deze materie in haar rapport eenzijdig belicht.
§ De bevinding inzake gehandicaptenparkeerplaatsen (bevinding 9) delen wij niet. Op
vrijwel elke parkeerplaats zijn er algemene gehandicaptenparkeerplaatsen
gereserveerd. De visie van de commissie ten aanzien van dit punt is overigens ook
nooit aan de orde gesteld door het gehandicaptenplatform.
Aanbevelingen (pagina 8)
In deze paragraaf beveelt de commissie aan om op de volgende 8 punten (cursief
weergegeven) het parkeerbeleid nogmaals tegen het licht te houden. Achter elke
aanbeveling geven wij onze reactie daarop.
1. Documenteer beslissingen zodat ook achteraf duidelijk is waarom opdrachten en
activiteiten zijn verstrekt.
Wij vermoeden, dat de commissie hier doelt op de onderzoeken uit 1999 en 2004.
Deze onderzoeken zijn verricht op instigatie van de gemeenteraad. Dat deze of gene
opdrachtverstrekking niet terug te vinden is, wil niet zeggen dat geen opdracht is
verstrekt. Zonder te beweren dat daar de oorzaak ligt wordt onder andere op dit punt
sinds eind 2007 consequenter gedocumenteerd.
2. Maak beter gebruik van de kennis, informatie en bekwaamheden binnen de
organisatie.
Mijns inziens maken wij reeds optimaal gebruik van de aanwezige kennis, informatie en
bekwaamheden. De commissie doelt hier vermoedelijk op de uitbesteding van de
Pagina 3 van 5

onderzoeken uit 1999 en 2004. Zoals reeds toegelicht zijn deze onderzoeken met name
uitbesteed vanwege capaciteitsgebrek in de eigen organisatie als gevolg van andere
werkzaamheden en niet vanwege gebrek aan expertise in de ambtelijke organisatie. De
verwijzing naar bijlage D kan ik niet plaatsen en verdient wat mij betreft een toelichting.
3. Laat de uitvoering van het parkeerbeleid in lijn met de doelstellingen lopen.
Mijns inziens gebeurt dit reeds en sluiten ook de aanstaande parkeerontwikkelingen in
verband met het von Clermontpark daarop aan.
4. Integreer handhaving als wezenlijk onderdeel in het parkeerbeleid en maak de kosten
en baten hiervan inzichtelijk.
Handhaving (parkeercontrole) is voor de gemeente een wezenlijk onderdeel van
parkeerbeleid. De hiermee gemoeide kosten zijn inzichtelijk, de baten niet. Er zijn
namelijk geen directe baten verbonden aan de handhaving, omdat Vaals niet gekozen
heeft voor fiscalisering. Om aan te geven, dat de handhaving (parkeercontrole) wel
degelijk zijn vruchten afwerpt, heb ik januari 2008 en ook nu weer voor wat betreft de
overtredingen op parkeergebied de cijfers voor 2006 en 2007 bijgevoegd. Hieruit blijkt
dat veel meer overtredingen geconstateerd en geverbaliseerd worden.
5. Tariefdifferentiatie is zonder duidelijke parkeerroute indicatie en zonder handhaving
geen bruikbaar gereedschap.
Dit is ons inziens eerder een constatering, dan een aanbeveling. Overigens heeft de
gemeenteraad van Vaals met het vaststellen van de begroting 2009 besloten, mede in
verband met de realisatie van de parkeergarage Von Clermontpark, een uniform
parkeertarief van € 1,= per uur voor betaald parkeren in de gemeente Vaals te
hanteren.
6. Veel duidelijkere richtingaanwijzing moet plaatsvinden om “verborgen” parkeer
terreinen beter en intensiever te betrekken bij het aanbod. Dit vermijdt bovendien op
de drukke dagen de belasting van het zoekverkeer.
Bekend is reeds dat de routing naar parkeerterreinen na realisatie van de parkeergarage
Von Clermontpark zal worden geactualiseerd.
7. Het totaal aantal beschikbare parkeerplaatsen te heroverwegen omdat de drukke
dagen inmiddels al bijna de helft van de week beslaan.
Deze heroverweging hoeft niet plaats te vinden. Door de realisatie van de
parkeergarage Von Clermontpark wordt het aantal beschikbare parkeerplaatsen met
netto ruim 100 parkeerplaatsen uitgebreid. De effectiviteit daarvan zal te zijner tijd
worden geëvalueerd.
8. Terreinen die qua ligging geschikt zijn voor “parkeren met betaling achteraf”, zijn
nauwelijks onderzocht op deze functie. Deze optie zou met inachtneming van de
Pagina 4 van 5

implicaties voor het verlenen van 24-uurs service bij technische problemen aan de
slagboom of betaalautomaten, maar ook als “overloop terrein” een wezenlijke bijdrage
kunnen leveren aan de parkeerproblematiek.
Dit onderwerp is wel degelijk onderzocht en een en ander is in de raadsvergadering van
4 april 2005 door de raad besproken. Het advies in dit raadsvoorstel, namelijk dat het
comfort voor de gebruiker middels betalen achteraf op bestaande parkeerterreinen niet
opweegt tegen tal van algemene en specifieke nadelen, heeft de raad opgevolgd (zie
ook onze reactie op bevinding 7).
Ik ga ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Ing. J.W.M. Rijnders MPM
Algemeen directeur
Bijlagen:
Overzicht parkeerovertredingen over de jaren 2006 en 2007
Pagina 5 van 5