t Klepke nr. 9 april 1998 - Verbond der schuttersgilden Genk

TEN GELEIDE:
Over reglementen en zo .....
E
lke vereniging, .elke sport heeft zijn .reglementen. Deze dienen in de eerste plaats om
de organisatie in goede banen te lelden en de wedstrijd zo sportief mogelijk en met
eerlijke en gelijke kansen voor ieder deelnemer, te laten verlopen.
De recente vergunningen hebben ons niet alleen met een kogelvanger opgezadeld, maar
ook werden er enkele voorwaarden opgelegd die in hoofdzaak de veiligheid voor ogen
hebben.
Aangezien de laatste aanpassing van onze eigen reglementering reeds van 10 jaar geleden
dateert, waren dit voldoende redenen om ze eens onder handen te nemen. Schietreglementen
kunnen in feite in twee groepen gedeeld worden. In de ene groep vinden wij de verordeningen
die de organisatie bepalen en daardoor veeleer richtlijnen zijn voor een goed verloop van de
wedstrijd (bv al of niet dragen van een kepie, optrekken van de klep e.d.).
Anders is het met die reglementen die rechtstreeks betrekking hebben op het schieten
en de veiligheid. Waar de ene waken dat elke deelnemer gelijke kansen heeft, zorgen de
andere er voor dat het hanteren van het wapen op een veilige manier gebeurt. Alhoewel de
meeste van deze reglementen de veiligheid van derden, van de omstanders beogen, zou elke
schutter er van doordrongen moeten zijn dat hij de veiligheid in eigen handen heeft. Het
schieten gaat altijd gepaard met risico's. De ernst van de schutter, samen met een degelijke
reglementering moeten er voor zorgen om deze risico' s te beheersen.
Een sportieve ingesteldheid en zin voor verantwoordelijkheid zouden de
reglementeringen in feite overbodig moeten maken.
Stan Krolicki
Voorzitter Genker Verbond
3