Juridisch perspectief op zorgplicht voor uw ... - International SOS
Juridisch perspectief op zorgplicht voor uw ... - International SOS
Juridisch perspectief op zorgplicht voor uw ... - International SOS
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
570000899/8338<br />
000899/8338484.<br />
899/8338484.1<br />
/8338484.1<br />
38484.1<br />
84.1<br />
1<br />
Zorgplicht over de landsgrenzen <strong>voor</strong> <strong>uw</strong> internationaal <strong>op</strong>ererende<br />
werknemers: een juridisch <strong>perspectief</strong><br />
1. Inleiding<br />
Steeds vaker breiden bedrijven uit naar nie<strong>uw</strong>e markten in alle delen van de wereld – zelfs<br />
naar de meest afgelegen gebieden. Met een toename van de internationale bedrijvigheid,<br />
stijgt ook het aantal werknemers dat naar het buitenland reist en/of in het buitenland leeft en<br />
werkt, samen met familie (“expats”). Deze werknemers en hun familieleden begeven zich<br />
vaak in een omgeving waar zij niet bekend mee zijn en waar de risico’s en bedreigingen<br />
<strong>voor</strong> hun gezondheid, veiligheid en welzijn kunnen toenemen.<br />
Het volgende overzicht is bedoeld om Nederlandse bedrijven met internationale activiteiten<br />
een globaal overzicht te geven welke maatregelen in ieder geval noodzakelijk zijn of<br />
aanbevolen worden door de Nederlandse wet en rechtspraak om werknemers <strong>op</strong>timaal te<br />
beschermen en de kans <strong>op</strong> aansprakelijkheid <strong>voor</strong> schade bij werknemers zo veel mogelijk<br />
te beperken. Eerst wordt het juridisch kader in grote lijnen geschetst. Daarna komen de<br />
verschillende aansprakelijkheidsregimes aan bod en wordt ingegaan <strong>op</strong> enige jurisprudentie<br />
<strong>op</strong> dit gebied. Afgesloten wordt met een samenvattend overzicht.<br />
2. <strong>Juridisch</strong> kader<br />
Een werkgever die een werknemer uitzendt of laat reizen naar het buitenland, blijft<br />
gebonden aan de wettelijke <strong>zorgplicht</strong> <strong>voor</strong> de veiligheid en gezondheid van de werknemer.<br />
De omvang van die <strong>zorgplicht</strong> wordt bepaald door de verplichtingen die <strong>voor</strong>tvloeien uit de<br />
Nederlandse wet zoals geregeld in:<br />
1) de arbeidsomstandighedenwetgeving;<br />
2) artikel 7:658 BW (werkgeversaansprakelijkheid);<br />
3) artikel 7:611 BW (goed werkgeverschap).<br />
In beginsel zal een werkgever met de regimes van art. 7:658 en 7:611 BW worden<br />
geconfronteerd bij een werknemer met arbeidsgerelateerde schade. Maar ook uit overige<br />
regelgeving, zoals Arboregels en werktijden, kan aansprakelijkheid van de werkgever<br />
<strong>voor</strong>tvloeien.<br />
2.1 Arbeidsomstandighedenwetgeving<br />
Bij de beantwoording van de vraag of een werkgever in de gegeven omstandigheden aan<br />
zijn <strong>zorgplicht</strong> heeft voldaan, geldt als uitgangspunt dat de omvang van deze <strong>zorgplicht</strong><br />
mede wordt bepaald door de verplichtingen die de werkgever heeft krachtens de<br />
Arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet) en andere publiekrechtelijke regelingen ter zake van
570000899/8338<br />
000899/8338484.<br />
899/8338484.1<br />
/8338484.1<br />
38484.1<br />
84.1<br />
1<br />
2/9<br />
arbeidsomstandigheden. 1 Zeker wanneer een concrete norm inzake arbeidsomstandigheden<br />
niet is nageleefd, zal de werkgever niet eenvoudig aan aansprakelijkheid kunnen ontkomen<br />
door te stellen dat de werknemer zelf maar beter had moeten <strong>op</strong>letten. Vaak wordt<br />
aangenomen dat de publiekrechtelijke normen een minimumniveau aan veiligheid beogen te<br />
bieden, hetgeen betekent dat de werkgever o.g.v. art. 7:658 lid 1 BW gehouden kan zijn tot<br />
verdergaande maatregelen dan waartoe de arbeidsomstandighedenwetgeving verplicht. Wat<br />
van de werkgever in redelijkheid mag worden verlangd, hangt af van de omstandigheden<br />
van het geval.<br />
In zijn algemeenheid geldt dat het van groot belang is dat de werkgever een duidelijk Arbo -<br />
beleid voert. De Arbo-wet geeft aan dat de werkgever moet zorgen <strong>voor</strong> zo goed mogelijke<br />
arbeidsomstandigheden. Vanzelfsprekend dienen ook de ruimten waarin de werknemers<br />
werken veilig te zijn. De vraag die <strong>voor</strong> aansprakelijkheid beantwoord moet worden is of de<br />
werkgever voldoende veiligheidsmaatregelen heeft getroffen dan wel zijn werknemers<br />
voldoende heeft gewaarsch<strong>uw</strong>d <strong>voor</strong> de gevaren die zij in de uitoefening van hun<br />
werkzaamheden tegenkomen. Gelet <strong>op</strong> de vergaande <strong>zorgplicht</strong> van werkgevers <strong>voor</strong> de<br />
veiligheid en gezondheid van het uitgezonden personeel moet een werkgever actief <strong>op</strong> zoek<br />
gaan naar de mogelijke veiligheidsrisico’s. Van een werkgever wordt alertheid en een actief<br />
buitenlandbeleid verwacht. Dit geldt dus niet alleen <strong>voor</strong>af, maar óók tijdens en na een<br />
(dienst)reis. Ook moet rekening worden gehouden met de ter plaatse geldende regelgeving<br />
zoals arbeids- en rusttijden.<br />
In de praktijk betekent dit bij<strong>voor</strong>beeld dat wanneer het betreffende werkgebied risic ovol is,<br />
er goede afspraken gemaakt zullen moeten worden met de werknemer. Waar mogelijk zal<br />
de werkgever moeten zorgen <strong>voor</strong>: een goed doordacht veiligheidsbeleid met bijbehorende<br />
maatregelen, een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E), plan van aanpak en concrete<br />
maatregelen om gevaarlijke situaties zoveel mogelijk te <strong>voor</strong>komen en/of de werknemers<br />
hier beter tegen te beschermen. Van belang is dat de werkgever zijn werknemers geregeld<br />
<strong>op</strong> de hoogte stelt én houdt van de specifieke gevaren die met hun werkzaamheden zijn<br />
gemoeid.<br />
Als er sprake is van een (constante) gevaarlijke situatie dan is de toets wat betreft de<br />
<strong>zorgplicht</strong> <strong>voor</strong>al gericht <strong>op</strong> het <strong>voor</strong>komen of <strong>op</strong>heffen van deze situatie en niet zozeer <strong>op</strong><br />
waarsch<strong>uw</strong>en. Alleen een duidelijk en goed gedocumenteerd veiligheidsbeleid en<br />
herhaaldelijke uitleg en instructies aan de werknemers kan arbeidsongevallen <strong>voor</strong>komen.<br />
Hierbij moet een werkgever ook toezien <strong>op</strong> de naleving van de gegeven instructies.<br />
1 HR 12 december 2008, NJ 2009, 332 (Maatzorg) en ook Conclusie A-G Spier bij het Fugro-arrest (HR 26<br />
november 2010, NJ 2010, 635.
570000899/8338<br />
000899/8338484.<br />
899/8338484.1<br />
/8338484.1<br />
38484.1<br />
84.1<br />
1<br />
3/9<br />
De werkgever dient in elk geval alles wat redelijkerwijs binnen zijn vermogen ligt te doen om<br />
ongevallen te vermijden. Alleen dan heeft hij kans om zich met succes tegen<br />
aansprakelijkstelling van een verongelukte werknemer te verweren.<br />
De Nederlandse wetgeving omtrent arbeidsomstandigheden vindt zijn oorsprong in<br />
Eur<strong>op</strong>ese wetgeving. Deze bestaat in eerste instantie uit de kaderrichtlijn “Veiligheid en<br />
Gezondheid <strong>op</strong> het werk” (89/391/EEG) welke is geïmplementeerd in de Nederlandse Arbowet.<br />
De Eur<strong>op</strong>ese Raad stelt regelmatig bijzondere richtlijnen vast welke binnen een<br />
bepaalde termijn in de wetgeving van de Eur<strong>op</strong>ese lidstaten moeten worden <strong>op</strong>genomen. 2<br />
2.2 Artikel 7:658 BW<br />
In art. 7:658 BW is bepaald dat de werkgever aansprakelijk is <strong>voor</strong> de schade die de<br />
werknemer <strong>op</strong>lo<strong>op</strong>t in de uitoefening van de werkzaamheden, tenzij de werkgever aantoont<br />
dat hij in voldoende mate heeft voldaan aan zijn <strong>zorgplicht</strong> of als de schade in belangrijke<br />
mate is te wijten aan <strong>op</strong>zet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De kans dat dit<br />
laatste verweer van de werkgever zal slagen is, gelet <strong>op</strong> de uitleg die de Hoge Raad aan de<br />
begrippen “<strong>op</strong>zet” en “bewuste roekeloosheid” geeft, echter miniem.<br />
Een werkgever kan ook aan aansprakelijkheid ontkomen als hij aantoont dat de schade ook<br />
zou zijn ontstaan wanneer de werkgever wel aan zijn <strong>zorgplicht</strong> zou hebben voldaan. Schiet<br />
de werkgever tekort in zijn <strong>zorgplicht</strong>, dan is hij jegens de werknemer aansprakelijk <strong>voor</strong> de<br />
schade die deze lijdt.<br />
Belangrijke <strong>voor</strong>waarde <strong>voor</strong> aansprakelijkheid <strong>op</strong> grond van art. 7:658 BW is dat de schade<br />
moet zijn geleden in de uitoefening van de werkzaamheden. De begrippen “werkplek” en “in<br />
de uitoefening van de werkzaamheden” moeten volgens de rechtspraak en literatuur echter<br />
ruim worden uitgelegd. Hieronder valt niet alleen de schade die de werknemer heeft<br />
<strong>op</strong>gel<strong>op</strong>en in de uitoefening van zijn gebruikelijke werkzaamheden. Algemeen wordt<br />
aangenomen dat hieronder ook de schade valt die ontstaat bij werkzaamheden die een<br />
voldoende na<strong>uw</strong> verband vertonen met het reguliere werk. De ruime uitleg van het begrip<br />
“werkplek” brengt mee dat de <strong>zorgplicht</strong> van de werkgever van art. 7:658 BW ver reikt en<br />
niet is beperkt tot de “arbeidsplaats” in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet. 3<br />
De grens van de toepassing van art. 7:658 BW ligt in elk geval daar waar geen sprake meer<br />
is van een werksituatie, maar van de privé-sfeer van de werknemer. Om een <strong>zorgplicht</strong> aan<br />
te nemen is het nodig dat de werkgever zeggenschap heeft over de plaats waar het ongeval<br />
is gebeurd en/of dient hij bevoegd te zijn om zijn werknemer aanwijzingen te geven ter zake<br />
van de (wijze van) uitoefening van diens werkzaamheden. De veiligheidsrisico’s dienen dus<br />
in de invloedssfeer van een werkgever te liggen.<br />
2 Zie bijv. http://osha.eur<strong>op</strong>a.eu/nl/legislation/index/stm.<br />
3 HR 20 februari 2009, NJ 2009, 335 en HR 12 december 2008, NJ 2009, 332.
570000899/8338<br />
000899/8338484.<br />
899/8338484.1<br />
/8338484.1<br />
38484.1<br />
84.1<br />
1<br />
4/9<br />
Het enkele feit dat een werknemer <strong>voor</strong> zijn werk in het buitenland moet zijn, maakt dus niet<br />
dat ook het wonen en zijn vrije tijd onder het begrip “in de uitoefening van zijn<br />
werkzaamheden” in de zin van art. 7:658 lid 2 BW komen te vallen. Het gehele verblijf in het<br />
buitenland wordt dan ook niet als werkgerelateerd aangemerkt. In deze zin heeft een rechter<br />
geoordeeld in een zaak waarin sprake was van een gijzeling in Jemen waarbij een<br />
werknemer <strong>op</strong> een vrije zondag een excursie had gemaakt naar één van de gevaarlijkste<br />
gebieden. 4<br />
De Hoge Raad stelt strenge eisen aan de verplichtingen die <strong>op</strong> de werkgever rusten in het<br />
kader van art. 7:658 BW: niet snel wordt aangenomen dat aan de <strong>zorgplicht</strong> is voldaan. Op<br />
werkgevers rust een vergaande verplichting om te onderbo<strong>uw</strong>en dat zij hebben gedaan wat<br />
van hen mocht worden verwacht in het kader van hun <strong>zorgplicht</strong> <strong>voor</strong> de veiligheid van<br />
werknemers. Recentelijk heeft de Hoge Raad 5 dit nog bevestigd en er<strong>op</strong> gewezen dat juist<br />
bij structureel gevaarlijke werkzaamheden, waartoe in dat arrest het werk in een TBSinstelling<br />
werd gerekend, een zeer hoog (algemeen) veiligheidsniveau is vereist. De eisen<br />
die aan een werkgever worden gesteld in het kader van de invulling van de <strong>zorgplicht</strong> zijn<br />
dus mede afhankelijk van de aard van de risico’s waaraan de werknemer wordt blootgesteld.<br />
Een werkgever zal moeten aantonen dat zijn algemene veiligheidsbeleid van hoog niveau is<br />
en toegespitst <strong>op</strong> de specifieke risico’s van het werk.<br />
De werkgever moet er daarnaast rekening mee houden dat werknemers on<strong>voor</strong>zichtiger<br />
kunnen handelen door het dagelijks verkeren in een bepaalde situatie. Zij zijn zich dan niet<br />
van de aan het werk verbonden gevaren bewust en dienen daarom expliciet hier<strong>op</strong> gewezen<br />
te worden.<br />
Toch is er echter geen sprake van een absolute waarborg, ook niet als sprake is van<br />
werkzaamheden die bijzondere risico’s van ongevallen met zich brengen. De <strong>zorgplicht</strong> is<br />
niet absoluut en geldt niet overal en altijd. Vereist is een verwijtbaar tekortschieten in het<br />
treffen van veiligheidsmaatregelen. Daarvan is sprake als de werkgever niet zodanige<br />
maatregelen treft als redelijkerwijs nodig is om te <strong>voor</strong>komen dat de werknemer in de<br />
uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Wat vervolgens in redelijkheid mag<br />
4 Ktr. Delft 1 november 2001, NJ 2002, 137. De rechter oordeelt dat de werkgever geen zeggenschap had over de<br />
plaats waar en de wijze waar<strong>op</strong> de werknemer in Jemen zijn vrije tijd doorbracht. Hiermee werd art. 7:658 BW niet<br />
van toepassing geacht (want buiten werktijd). Ook een aansprakelijkheid o.g.v. art. 7:611 BW werd afgewezen, nu<br />
de gijzeling niet samenhing met de werkzaamheden en de werknemer ondanks de gespannen veilighei dssituatie<br />
er<strong>voor</strong> had gekozen om een uitstapje te maken.<br />
5 HR 11 november 2011, NJ 2011, 598 (TBS-kliniek De Rooyse Wissel): werknemer die als socio-therapeut in<br />
dienst was <strong>op</strong> een afdeling waar TBS-patiënten werden verpleegd is door één van de patiënten vastgepakt en<br />
geslagen.
570000899/8338<br />
000899/8338484.<br />
899/8338484.1<br />
/8338484.1<br />
38484.1<br />
84.1<br />
1<br />
5/9<br />
worden verlangd, hangt af van de omstandigheden van het concrete geval. Het blijft dus<br />
mogelijk <strong>voor</strong> werkgevers om aan aansprakelijkheid te ontkomen.<br />
Een <strong>voor</strong>beeld waarin de werkgever had voldaan aan de eisen die de Hoge Raad stelt,<br />
betreft het Fugro-arrest. 6 In die zaak had een werknemer die <strong>op</strong> een platform <strong>voor</strong> de kust<br />
van Gabon in West-Afrika werkte, zijn werkgever aangesproken <strong>voor</strong> de schade veroorzaakt<br />
door het drinken van verontreinigd water <strong>op</strong> een boorplatform. De Hoge Raad meende dat<br />
met het instrueren van de werknemer en het ter beschikking stellen van schoon drinkwater,<br />
aan de <strong>zorgplicht</strong> <strong>voor</strong> veilige arbeidsomstandigheden was voldaan. De werkgever was<br />
daarom niet aansprakelijk <strong>op</strong> grond van art. 7:658 BW. De werkgever had de werknemer<br />
adequaat geïnstrueerd over de bijzondere aspecten die verbonden zijn aan het werken in de<br />
tr<strong>op</strong>en, onder andere door instructies te geven over het niet drinken van water uit<br />
onverzegelde flessen.<br />
De <strong>zorgplicht</strong> en waarsch<strong>uw</strong>ingsplicht van de werkgever gaat ver maar een werkgever is niet<br />
aansprakelijk te houden <strong>voor</strong> álle denkbare gevaren. Niet elk risico kan worden afgewenteld<br />
<strong>op</strong> de werkgever. Zo is een werkgever niet aansprakelijk als er schade <strong>voor</strong>tvloeit terwijl<br />
sprake is van feiten van algemene bekendheid. Er moet immers ook sprake zijn van goed<br />
werknemerschap.<br />
In dit kader kan er<strong>op</strong> worden gewezen dat <strong>voor</strong> zogenaamde huis-, tuin- en<br />
keukenongevallen de Hoge Raad in klassieke arbeidsongevalsituaties meerdere keren heeft<br />
aangegeven dat een werkgever hier<strong>voor</strong> niet aansprakelijk kan worden gehouden. Een<br />
werkgever werd bij<strong>voor</strong>beeld niet aansprakelijk geacht <strong>voor</strong> een <strong>op</strong>gel<strong>op</strong>en whiplash door<br />
een krachtige golf tijdens een bedrijfsuitje naar een strand in I<strong>voor</strong>kust. 7<br />
Ook in gevallen waarin het gaat om veiligheids<strong>voor</strong>zieningen die de werknemer zelf moet<br />
toepassen kan de werkgever aan aansprakelijkheid ontkomen door aan te tonen dat hij de<br />
veiligheidsmaatregelen heeft genomen en de veiligheidsinstructies heeft gegeven die van<br />
hem gevergd konden worden. 8 Indien hij dat aantoont is hij van aansprakelijkheid bevrijd.<br />
2.3 Artikel 7:611 BW<br />
Uit art. 7:611 BW vloeit <strong>voor</strong>t dat de werkgever verplicht is zich te gedragen als een “goed<br />
werkgever”. Dit artikel wordt vaak aangewend bij ongevallen in het schemergebied tussen<br />
werk en privé die buiten het toepassingsbereik van art. 7:658 BW vallen. Uit de rechtspraak<br />
6 HR 26 november 2010, NJ 2010, 635. Ook het beroep van de werknemer <strong>op</strong> het goed werkgeverschap (art.<br />
7:611 BW) strandde, omdat hij niet concreet had onderbo<strong>uw</strong>d hoe door Fugro een verzekering had kunnen worden<br />
afgesloten die uitkering biedt <strong>voor</strong> de schade die de werknemer heeft geleden.<br />
7 Hof Den Bosch 22 juni 2004, JAR 2004, 237.<br />
8 HR 24 juni 2011, NJ 2011, 281.
570000899/8338<br />
000899/8338484.<br />
899/8338484.1<br />
/8338484.1<br />
38484.1<br />
84.1<br />
1<br />
6/9<br />
inzake goed werkgeverschap zijn twee zelfstandige verplichtingen af te leiden <strong>voor</strong> een<br />
werkgever:<br />
- art. 7:611-<strong>zorgplicht</strong><br />
- art. 7:611-verzekeringsplicht.<br />
2.3.1 Artikel 7:611-<strong>zorgplicht</strong><br />
Op grond van deze bepaling kan de werkgever in bijzondere omstandigheden aansprakelijk<br />
zijn <strong>voor</strong> de gevolgen van ongevallen die wel verband houden met het werk, maar zich<br />
hebben voltrokken buiten de zeggenschap van de werkgever. Als een werkgever een<br />
werknemer uitzendt of laat reizen naar het buitenland, zullen er geregeld situaties zijn<br />
waarin een werkgever na<strong>uw</strong>elijks of geen zeggenschap heeft. De afstand maakt toezicht<br />
houden lastig.<br />
Vaak zal er sprake zijn van schade die strikt genomen niet is ontstaan in de werkomgeving<br />
of in de uitoefening van de werkzaamheden, maar waarbij er wel een band is met het werk,<br />
zoals bij<strong>voor</strong>beeld het geval kan zijn bij woon-werkverkeer, werkgerelateerde bedreiging en<br />
mishandeling maar ook bedrijfsuitjes.<br />
Werkgeversaansprakelijkheid <strong>op</strong> grond van art. 7:611 BW <strong>voor</strong> dit soort ongevallen is<br />
mogelijk indien zich “bijzondere omstandigheden” <strong>voor</strong>doen. Bij dat laatste kan worden<br />
gedacht aan “een, ook aan de werkgever bekend, specifiek en ernstig gevaar”.<br />
Inmiddels heeft de Hoge Raad diverse keren geoordeeld dat een werkgever <strong>op</strong> grond van<br />
art. 7:611 BW de verantwoordelijkheid had om maatregelen te nemen om zijn werknemer te<br />
beschermen. Het betrof een werkneemster die was gevallen bij een worksh<strong>op</strong> rolschaatsen<br />
die door haar werkgever was georganiseerd, een reclasseringsmedewerker die thuis werd<br />
aangevallen door een cliënt en een KLM-piloot die in de wachttijd tussen twee vluchten in<br />
I<strong>voor</strong>kust werd aangereden. 9 In die situaties was geen sprake van een ongeluk tijdens het<br />
werk waar de werkgever zeggenschap over had, maar werd toch aansprakelijkheid van de<br />
werkgever aangenomen. 10<br />
9 Achtereenvolgens HR 17 april 2009, LJN BH1996 (Rollerskate-arrest); HR 22 januari 1999, NJ 1999, 534<br />
(Reclasserings-arrest) en HR 18 maart 2005, NJ 2009, 328 (KLM/De Kuijer).<br />
10 In dit kader kan ook gewezen worden <strong>op</strong> het vonnis van de Rechtbank Alkmaar 25 januari 2006, JAR 2006,43<br />
waarin Martinair als werkgever aansprakelijk werd gehouden <strong>voor</strong> een bizar ongeval van een stewar dess met een<br />
golfkar, veroorzaakt door een collega (piloot) tijdens een hotelverblijf (wachttijd) in Cuba. Aansprakelijkheid werd<br />
aanvaard <strong>op</strong> grond van goed werkgeverschap. Het ongeval vond immers niet plaats “in de uitoefening van de<br />
werkzaamheden”. Martinair heeft haar <strong>zorgplicht</strong> niet geschonden omdat van haar moeilijk verwacht kan worden<br />
dat zij de werkneemster zou hebben gewaarsch<strong>uw</strong>d om niet ’s-nachts over het wandelpad van het restaurant <strong>op</strong><br />
Cuba naar het hotel te l<strong>op</strong>en. Martinair is wel aansprakelijk ex art. 7:611 BW omdat zij werkneemster niet heeft<br />
gewaarsch<strong>uw</strong>d <strong>voor</strong> mogelijke (financiële) risico’s van buitenlands verblijf. Evenmin heeft zij geadviseerd een<br />
ongevallenverzekering af te sluiten of er zelf één afgesloten die dekking biedt <strong>voor</strong> dit soort risico’s.
570000899/8338<br />
000899/8338484.<br />
899/8338484.1<br />
/8338484.1<br />
38484.1<br />
84.1<br />
1<br />
7/9<br />
In het arrest van de KLM-piloot 11 geeft de rechter de verplichtingen weer van een werkgever<br />
<strong>voor</strong> ongevallen die wel verband houden met het werk, maar die strikt genomen buiten<br />
zeggenschap van de werkgever plaatsvinden:<br />
- het tot een minimum terugbrengen van de risico’s <strong>voor</strong> de werknemer (bij<strong>voor</strong>beeld<br />
door het verzorgen van eigen vervoer of het verschaffen van informatie over goede<br />
vervoerders) en vervolgens, <strong>voor</strong>zover het risico zich toch verwezenlijkt,<br />
- het <strong>voor</strong> haar rekening nemen daarvan (eventueel door het sluiten van een adequate<br />
verzekering);<br />
- het effectief waarsch<strong>uw</strong>en van de werknemers <strong>voor</strong> de bijzondere risico’s en de<br />
mogelijke gevolgen daarvan.<br />
2.3.2 Artikel 7:611-verzekeringsplicht<br />
Juist omdat de zeggenschap van een werkgever <strong>voor</strong> veiligheid van zijn werknemers in het<br />
verkeer beperkt is, is in de rechtspraak bepaald dat de werkgever uit hoofde van goed<br />
werkgeverschap (art. 7:611 BW) zorg moet dragen <strong>voor</strong> een adequate verzekering van zijn<br />
werknemers tegen verkeersgerelateerde schade. Dit hangt samen met de bijzondere, aan<br />
deelname aan het verkeer verbonden, gevaren enerzijds en de <strong>voor</strong><br />
“verkeersaansprakelijkheid” in de lo<strong>op</strong> der tijd ontwikkelde verzekeringsmogelijkheden<br />
anderzijds. Daarom is een “aanvullende <strong>zorgplicht</strong>” <strong>voor</strong> de werkgever erkend: de<br />
verzekeringsplicht ex art. 7:611 BW <strong>voor</strong> arbeidsgerelateerde verkeersongevallen. Dit is dus<br />
een zelfstandige aansprakelijkheidsgrond geworden.<br />
De werkgever is in zo’n geval niet aansprakelijk <strong>voor</strong> (alle) schade als gevolg van het<br />
ongeval maar slechts <strong>voor</strong> de schade die het directe gevolg is van een niet-behoorlijke<br />
verzekeringsdekking.<br />
Recentelijk heeft de Hoge Raad aangegeven niet bereid te zijn uitbreiding te geven aan de<br />
<strong>op</strong> art. 7:611 BW gebaseerde verzekeringsplicht van de werkgever buiten<br />
(arbeidsgerelateerde) verkeersongevallen. 12 Ook eenzijdige ongevallen van voetgangers<br />
vallen niet onder de verzekeringsplicht. Dat laatste heeft de Hoge Raad geoordeeld ten<br />
aanzien van een uitgegleden postbezorger <strong>op</strong> een gladde <strong>op</strong>rit. 13 Als een werknemer een<br />
verkeersongeval overkomt is dus relevant in welke hoedanigheid de werknemer aan het<br />
verkeer deelneemt: als bestuurder van een auto, fietser of voetganger. Voor een werknemer<br />
die in het kader van zijn werk als voetganger deelneemt aan het verkeer en letsel <strong>op</strong>lo<strong>op</strong>t bij<br />
een eenzijdig ongeval geldt dus géén verzekeringsplicht <strong>voor</strong> de werkgever.<br />
11 De rechter oordeelde dat KLM tekort geschoten was in haar verplichting te handelen als goed werkgever door<br />
bij een bekend verondersteld specifiek gevaar (de gevaren van het verkeer in een land als I<strong>voor</strong>kust en het feit dat<br />
schade vaak niet kan worden verhaald of anderszins afdoende is gedekt) na te laten maatregelen te nemen om dit<br />
gevaar af te wenden. Omdat zij dit niet had gedaan was zij aansprakelijk <strong>voor</strong> de schade.<br />
12 HR 11 november 2011, NJ 2011, 598 (TBS-kliniek De Rooyse Wissel).<br />
13 HR 11 november 2011, NJ 2011, 597 (TNT/Wijenberg).
570000899/8338<br />
000899/8338484.<br />
899/8338484.1<br />
/8338484.1<br />
38484.1<br />
84.1<br />
1<br />
8/9<br />
Het enkele aanbieden van een adequate verzekering, kan overigens niet in de plaats treden<br />
van de verplichting om effectief te waarsch<strong>uw</strong>en <strong>voor</strong> risico’s en hun mogelijke gevolgen.<br />
Ook als een adequate verzekering wordt aangeboden kan de werkgever dus aansprakelijk<br />
zijn wanneer hij daarnaast niet ook nog waarsch<strong>uw</strong>t <strong>voor</strong> potentiële gevaren en hun<br />
gevolgen. Het enkele feit dat de verzekering voldoet aan de door de CAO gestelde eis, is<br />
onvoldoende om aan te kunnen nemen dat sprake is van een behoorlijke verzekering. 14<br />
3. Samenvatting<br />
Kort samengevat zal een werkgever in ieder geval <strong>op</strong> de volgende punten moeten letten<br />
teneinde de kans <strong>op</strong> aansprakelijkheid <strong>voor</strong> schade bij zijn reizende en uitgezonden<br />
werknemers zo veel mogelijk te beperken:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
De omvang van de <strong>zorgplicht</strong> van een werkgever wordt in beginsel bepaald door<br />
verplichtingen die zijn vastgelegd in de arbeidsomstandighedenwetgeving en de<br />
artikelen 7:658 en 7:611 BW.<br />
De rechtspraak stelt strenge eisen aan de verplichtingen die <strong>op</strong> de werkgever<br />
rusten: niet snel wordt aangenomen dat aan de <strong>zorgplicht</strong> is voldaan. Als achteraf<br />
komt vast te staan dat een werkgever iets had kunnen doen om de schade te<br />
<strong>voor</strong>komen zal vrij snel sprake zijn van een schending van de <strong>zorgplicht</strong>.<br />
Zorg <strong>voor</strong> een goed doordacht buitenlandbeleid met bijbehorende maatregelen, een<br />
risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E), plan van aanpak en concrete maatregelen<br />
om gevaarlijke situaties zoveel mogelijk te <strong>voor</strong>komen en/of de werknemers hier<br />
tegen te beschermen.<br />
Een werkgever moet actief <strong>op</strong> zoek gaan naar mogelijke veiligheidsrisico’s.<br />
Inventariseer mogelijke risico’s en gevaren (per regio). Hoe groter de risico’s, des te<br />
meer veiligheidsmaatregelen mogen worden verwacht.<br />
Van een werkgever mag worden verwacht dat hij streeft naar een zo <strong>op</strong>timaal<br />
mogelijk veiligheidsniveau, waarbij de kans <strong>op</strong> schade, alsmede de ernst van de<br />
gevolgen zo klein mogelijk is. Goed werkgeverschap vergt ook het effectief<br />
waarsch<strong>uw</strong>en <strong>voor</strong> bijzondere risico’s en de mogelijke gevolgen daarvan.<br />
Zorg <strong>voor</strong> herhaaldelijke uitleg en veiligheidsinstructies. Uit de instructieplicht vloeit<br />
<strong>voor</strong>t dat de werkgever gehouden is toe te zien <strong>op</strong> de naleving van zijn instructies.<br />
14 HR 1 februari 2008, NJ 2009, 331 (Kooiker/Taxicentrale Nijverdal). In dit kader kan ook worden gewezen <strong>op</strong> het<br />
arrest van de Hoge Raad van 30 maart 2012 (RvdW 2012, 496). In dat arrest was sprake van een eenzijdig autoongeluk<br />
waarbij een werknemer een dwarslaesie heeft <strong>op</strong>gel<strong>op</strong>en en de Hoge Raad oordeelde dat een AVB -polis<br />
zo ruim moet worden uitgelegd dat ook gedekt is de “7:611-aansprakelijkheid” van de werkgever vanwege het<br />
verzuim een behoorlijke verzekering te hebben afgesloten.
570000899/8338<br />
000899/8338484.<br />
899/8338484.1<br />
/8338484.1<br />
38484.1<br />
84.1<br />
1<br />
9/9<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Is sprake van een (constante) gevaarlijke situatie dan is de toets wat betreft<br />
<strong>zorgplicht</strong> <strong>voor</strong>al gericht <strong>op</strong> het <strong>voor</strong>komen of <strong>op</strong>heffen van deze situatie en niet<br />
zozeer <strong>op</strong> waarsch<strong>uw</strong>en. Het enkel waarsch<strong>uw</strong>en <strong>voor</strong> gevaren is onvoldoende.<br />
Is er een gevaar dat zich niet constant <strong>voor</strong>doet, dan is ook van belang welke<br />
maatregelen ter beperking of <strong>voor</strong>koming getroffen worden en <strong>op</strong> welke wijze de<br />
werknemers hiervan <strong>op</strong> de hoogte worden gesteld.<br />
Als werkgever moet je er ook rekening mee houden dat werknemers on<strong>voor</strong>zichtiger<br />
kunnen handelen door het dagelijks verkeren in een bepaalde situatie. Zij zijn zich<br />
dan niet van aan het werk verbonden gevaren bewust en dienen daarom expliciet<br />
hier<strong>op</strong> gewezen te worden.<br />
Besteed aandacht aan eventuele gezinsleden van de uitgezonden medewerker.<br />
Onder omstandigheden kan van een werkgever worden verwacht dat hij zorgt <strong>voor</strong><br />
een adequate verzekering <strong>voor</strong> zijn werknemers. Zorg in ieder geval <strong>voor</strong> een<br />
behoorlijke verzekering tegen arbeidsgerelateerde verkeersrisico’s; afhankelijk van<br />
het soort werkverkeer geldt een verzekeringsplicht <strong>voor</strong> de werkgever.<br />
Het enkele aanbieden van een adequate verzekering kan niet in de plaats treden<br />
van de verplichting om effectief te waarsch<strong>uw</strong>en <strong>voor</strong> risico’s en hun mogelijke<br />
gevolgen. Ook als een adequate verzekering wordt aangeboden kan de werkgever<br />
dus aansprakelijk zijn wanneer hij daarnaast niet ook nog waarsch<strong>uw</strong>t <strong>voor</strong><br />
potentiële gevaren en hun gevolgen. Het enkele feit dat de verzekering voldoet aan<br />
een door een CAO gestelde eis, is geen garantie dat sprake is van een behoorlijke<br />
verzekering.<br />
Zorg altijd <strong>voor</strong> het vastleggen van genomen veiligheidsmaatregelen. Afspraken,<br />
<strong>voor</strong>schriften, procedures, concrete maatregelen en (herhalings)instructies dienen<br />
zoveel mogelijk te worden vastgelegd. Een werkgever kan alleen aan<br />
aansprakelijkheid ontkomen als hij goed zorgt <strong>voor</strong> zijn werknemers en dat ook kan<br />
bewijzen. Zonder schriftelijke bewijsstukken kan een werkgever hoe dan ook niet<br />
slagen in het bewijs dat hij heeft voldaan aan de <strong>op</strong> hem rustende <strong>zorgplicht</strong>.<br />
De <strong>zorgplicht</strong> van een werkgever strekt zich ook uit tot adequate nazorg.<br />
Naast het geven van de nodige algemene regels blijft het afhankelijk van de specifieke<br />
omstandigheden van het geval wat in redelijkheid van de werkgever verwacht mag worden.<br />
Contact:<br />
Mr. Huib Lebbing, Houthoff Buruma<br />
h.lebbing@houthoff.com<br />
+31 (0)10 217 25 91<br />
Mr. Birgitte La<strong>uw</strong>erier, Houthoff Buruma<br />
b.la<strong>uw</strong>erier@houthoff.com<br />
+31 (0)10 217 24 06