ALGEMEEN PREVENTIEPLAN 2007-2010 - Interregionale ...

Samenwerkingsakkoord van 30 mei 1996 betreffende de
preventie en het beheer van verpakkingsafval
Algemeen preventieplan – Artikel 4
ALGEMENE
INFORMATIE
VOOR HET
PREVENTIEPLAN
2007-2010
ALGEMEEN PREVENTIEPLAN 2007-2010
Algemene informatie
INHOUDSOPGAVE
1. Wie is verplicht een algemeen preventieplan 2007-2010 op te stellen? blz. 2
2. Wat verstaat men in het samenwerkingsakkoord onder het begrip preventie? blz. 3
3. Waarover handelt het algemeen preventieplan 2007-2010? blz. 3
4. Hoe stel ik mijn algemeen preventieplan 2007-2010 op? blz. 4
5. Een gestructureerde denkoefening over de preventie van verpakkingsafval blz. 5
6. Enkele concrete voorbeelden van preventiemaatregelen blz. 7
6.1. Kwantitatieve preventiemaatregelen blz. 7
6.2. Kwalitatieve preventiemaatregelen blz. 8
7. Beoordeling van uw algemeen preventieplan 2007-2010 door de IVC blz. 8
8. Jaarlijkse evaluatie van de uitvoering van uw algemeen preventieplan 2007-2010 blz. 9
9. Strafbepalingen blz. 10
1

1.Wie is verplicht een algemeen preventieplan 2007-2010 in te dienen?
De verplichting tot het opstellen van een algemeen preventieplan is enkel van toepassing op de
verpakkingsverantwoordelijken bedoeld in artikel 2,19°,a) van het samenwerkingsakkoord van 30 mei
1996 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval.
‘Artikel 2,19° “Verpakkingsverantwoordelijke”:
a) elke persoon die zijn producten heeft verpakt of heeft doen verpakken in België met het oog op of
naar aanleiding van het op de Belgische markt brengen ervan’
Het samenwerkingsakkoord stelt verder:
‘Artikel 4,§1. Elke verpakkingsverantwoordelijke bedoeld in artikel 2,19°,a) die per jaar met minstens
10 ton verpakkingen goederen heeft verpakt of doen verpakken, is gehouden om elke drie jaar en dit
voor het eerst één jaar na de inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord, een algemeen
preventieplan voor te leggen aan de Interregionale Verpakkingscommissie.’
De verplichting tot het indienen van een algemeen preventieplan 2007-2010 is enkel van toepassing
op de verpakkingsverantwoordelijken die in het jaar 2005 met minstens 10 ton verpakkingen
producten bestemd voor de Belgische markt hebben verpakt of laten verpakken in België.
Bij de berekening van de 10 ton-drempel dienen enkel onderstaande hoeveelheden verpakkingen
meegerekend te worden:
• de hoeveelheden eenmalige verpakkingen van producten die in België werden verpakt door uw
bedrijf of in opdracht van uw bedrijf en die in 2005 op de Belgische markt werden gebracht;
• de hoeveelheden herbruikbare 1 verpakkingen in een gesloten retoursysteem (d.w.z. een
retoursysteem dat door uw onderneming zelf beheerd wordt) die in 2005 werden aangekocht en
gebruikt om producten op de Belgische markt te brengen.
Onderstaande verpakkingen moeten bij de berekening van de 10 ton-drempel niet in aanmerking
genomen worden:
• de hoeveelheden eenmalige verpakkingen van geëxporteerde producten (d.w.z. dat het
verpakkingsafval niet in België ontstaat);
• de hoeveelheden eenmalige verpakkingen van ingevoerde producten (d.w.z. dat de verpakking in
het buitenland wordt aangebracht);
• de hoeveelheden herbruikbare 1 verpakkingen in een gesloten retoursysteem die reeds vóór 2005
werden aangekocht en gebruikt;
• de hoeveelheden herbruikbare 1 verpakkingen in een open retoursysteem, zoals CP/PRS palletten,
Europalletten, CHEP palletten, CHEP opzetranden, CHEP palletkooien, CHEP Euroboxen en LPR
“La palette rouge”-palletten.
Voorbeeld voor de berekening van de 10 ton-drempel:
Uw bedrijf gebruikt volgende verpakkingen om in België producten te verpakken en op de Belgische markt te
brengen: eenmalig karton (2 ton in 2005), eenmalige polyethyleen wikkelfolie (1 ton in 2005) en herbruikbare
houten palletten in een gesloten retoursysteem met statiegeld (50 ton in omloop in 2005, waarvan 5 ton
aangekocht in 2005). Bij de berekening van de 10 ton-drempel brengt u naast de eenmalige verpakkingen enkel
de 5 ton in 2005 aangekochte herbruikbare palletten in rekening. Dit geeft volgende rekensom: 2 ton + 1 ton + 5
ton = 8 ton. U bent dus niet verplicht een algemeen preventieplan 2007-2010 op te stellen.
Het algemeen preventieplan 2007-2010 moet uiterlijk op 31 mei 2007 aan de Interregionale
Verpakkingscommissie (IVC) overgemaakt worden.
1
Een verpakking mag als herbruikbaar worden beschouwd indien zij is ontworpen om meerdere malen gebruikt te worden
en indien zij in de praktijk minstens 3 keer gebruikt wordt voor verpakkingsdoeleinden.
2

2.Wat verstaat men in het samenwerkingsakkoord onder het begrip
preventie?
In het samenwerkingsakkoord wordt het begrip preventie als volgt gedefinieerd:
‘Art.2,11° “Preventie”: de vermindering van de hoeveelheid en van de schadelijkheid voor het milieu
van:
a) materialen en stoffen gebruikt in verpakkingen en verpakkingsafval;
b) verpakking en verpakkingsafval op het niveau van het productieproces en in de fase van het in de
handel brengen, de distributie, het gebruik, de nuttige toepassing en de verwijdering, in het
bijzonder door de ontwikkeling van niet vervuilende producten en technieken.’
Twee types preventiemaatregelen kunnen onderscheiden worden:
• Kwantitatieve preventiemaatregelen streven naar een vermindering van de hoeveelheid
verpakkingen (bij gelijke productiehoeveelheden), zonder dat hierbij een materiaalsubstitutie
plaatsvindt.
• Kwalitatieve preventiemaatregelen streven naar een verbetering van de eigenschappen van de
verpakkingen, teneinde de negatieve milieu-effecten van de verpakkingen of het verpakkingsafval
te verminderen.
De impact van verpakkingen op het leefmilieu moet nagegaan worden voor de volledige levensduur
van de verpakking. Elke verpakking moet bovendien steeds bekeken worden in het geheel van het
verpakkingssysteem (primaire, secundaire en tertiaire verpakkingen) waarvan ze deel uitmaakt.
Voor elke preventiemaatregel die overwogen wordt, moeten dus de mogelijke gevolgen op het gehele
verpakkingsysteem nagegaan te worden.
Preventiemaatregelen die worden beschreven in een algemeen preventieplan hebben in
principe enkel betrekking op verpakkingen waarvoor uw bedrijf fungeert als
verpakkingsverantwoordelijke bedoeld in artikel 2,19°,a) van het samenwerkingsakkoord.
Overige maatregelen op het vlak van verpakkingen en verpakkingsafval die een positief milieu-effect
hebben, kunnen evenwel steeds ter informatie in het algemeen preventieplan worden beschreven.
Volgende verwezenlijkingen zijn geen preventiemaatregelen en horen dus niet thuis in een
algemeen preventieplan:
• Aansluiten bij een erkend organisme (FOST Plus of VAL-I-PAC).
• Sorteren, nuttig toepassen en/of recycleren van verpakkingsafval.
3.Waarover handelt het algemeen preventieplan 2007-2010?
Artikel 4,§1 van het samenwerkingsakkoord legt als volgt de inhoud van het algemeen preventieplan
vast:
‘Dit plan bevat de door de verpakkingsverantwoordelijke voorziene maatregelen inzake preventie
overeenkomstig de gewestelijke afvalstoffenplannen. Het beschrijft met name de voorziene
maatregelen en de becijferde doelstellingen betreffende:
a) de toename van de hoeveelheid recycleerbare verpakkingen in verhouding tot de hoeveelheid
niet-recycleerbare verpakkingen;
b) de toename van de hoeveelheid herbruikbare verpakkingen in verhouding tot de hoeveelheid
eenmalige verpakkingen;
c) de verbetering van de fysische eigenschappen en kenmerken van de verpakking om deze hetzij
onder de normaal te verwachten gebruiksvoorwaarden verschillende omlopen of bewegingen te
laten doorstaan, hetzij te recycleren;
d) de verbetering van de fysische eigenschappen en de chemische samenstelling van de verpakking
met het oog op de vermindering van het schadelijk karakter van de materialen die deze bevat, en
de vermindering van de invloed op het leefmilieu tijdens het beheer van verpakkingsafval;
e) de vermindering van de hoeveelheid eenmalige verpakkingen.’
3

Het algemeen preventieplan is van toepassing op alle verpakkingen waarvoor men
verpakkingsverantwoordelijke is zoals bedoeld in artikel 2,19°,a) van het samenwerkingsakkoord. In
het geval van het algemeen preventieplan 2007-2010 betekent dit concreet alle eenmalige
verpakkingen en alle herbruikbare verpakkingen die in 2005 werden gebruikt om in België
producten bestemd voor de Belgische markt te verpakken of te laten verpakken (dus ook de
herbruikbare verpakkingen in gesloten retoursystemen die reeds vóór 2005 in gebruik waren en ook
de herbruikbare verpakkingen in open retoursystemen). Dit betekent uiteraard niet dat u verplicht bent
om in uw algemeen preventieplan 2007-2010 voor alle verpakkingen preventiemaatregelen voorop te
stellen. Bij het opstellen van uw algemeen preventieplan kan u prioritaire verpakkingsafvalstromen 2
definiëren.
4.Hoe stel ik mijn algemeen preventieplan 2007-2010 op?
Administratief gezien bestaan er twee mogelijkheden voor het opstellen en indienen van een
algemeen preventieplan:
‘Artikel 4,§2. Per sector van economische activiteit kan de verpakkingsverantwoordelijke zoals
bedoeld in §1 bij overeenkomst de verplichtingen die voortvloeien uit dit artikel, toevertrouwen aan
een rechtspersoon. De gewestregeringen kunnen op voorstel van de Interregionale
Verpakkingscommissie de voorwaarden van deze delegatie bepalen.’
Dit betekent concreet dat u ofwel zelf uw algemeen preventieplan 2007-2010 kan opstellen en
indienen bij de IVC, ofwel deze verplichting kan toevertrouwen aan een rechtspersoon. De
rechtspersonen bedoeld in artikel 4,§2 zijn de beroepsfederaties.
Indien u er de voorkeur aan geeft zelf uw algemeen preventieplan 2007-2010 op te stellen, kan u
hiervoor gebruik maken van een door de IVC ontworpen standaardformulier.
Het verdient aanbeveling om de denkoefening op de bladzijden 5 en 6 van deze brochure te
overlopen vooraleer u begint aan het opstellen van uw algemeen preventieplan 2007-2010.
Deze overdenking zou u immers op de goede weg kunnen zetten om preventiemaatregelen te
ontwikkelen. Bovendien vindt u in deze brochures een bepaald aantal praktische voorbeelden van
preventiemaatregelen, voorbeelden die u eveneens kunnen helpen bij het op punt stellen van uw
preventiemaatregelen. Gedetailleerde richtlijnen om het standaardformulier te vervolledigen bevinden
zich in de brochure « Richtlijnen betreffende het algemeen preventieplan 2007-2010 ».
Indien u verkiest het opstellen van uw algemeen preventieplan 2007-2010 toe te vertrouwen aan uw
beroepsfederatie, hoeft u geen standaardformulier van de IVC in te vullen. In dat geval zal immers
uw beroepsfederatie u de nodige informatie vragen voor het opstellen van haar sectoraal
preventieplan.
Let op: ook indien u uw verplichting tot het indienen van een algemeen preventieplan 2007-
2010 toevertrouwt aan uw beroepsfederatie blijft preventie uw verantwoordelijkheid.
2
Een verpakkingsafvalstroom kan als prioritair beschouwd worden indien de hoeveelheid verpakkingsafval binnen deze stroom
groot is t.o.v. de totale hoeveelheid verpakkingsafval gegenereerd door uw bedrijf (kwantitatief aspect) en/of indien het
verpakkingsafval een bijzonder schadelijk karakter vertoont (kwalitatief aspect).
4

5.Een gestructureerde denkoefening over de preventie van verpakkingsafval
Met deze denkoefening hoopt de IVC u een hulpmiddel aan te reiken om stap voor stap uw
verpakkingssysteem te bekijken en zo eventuele preventiemaatregelen te kunnen uitwerken.
Stap 1: Bekijk wat u op de markt brengt
Als vertrekpunt probeert u een beeld te krijgen van de producten die u op de markt brengt en van de
verpakkingen die u aanbrengt.
Stap 2: Beschrijf uw verpakkingssysteem
In deze stap is het de bedoeling om een totaalbeeld te krijgen op het verpakkingssysteem. Het is
aangewezen om per product na te gaan waaruit het verpakkingssysteem is samengesteld. U kunt
zich concreet de volgende vragen stellen:
1: Welke primaire, secundaire en tertiaire verpakkingen breng ik aan per product? Uit welke
verpakkingsmaterialen bestaan deze verpakkingen?
2: Hoeveel verpakkingsmateriaal breng ik aan per product van elke soort? Breng ook de kleinere
onderdelen in rekening zoals etiketten, drukinkt, schutbladeren, …
3: Ken ik de samenstelling van al deze materialen?
4: Heb ik besef van welke gevaarlijke stoffen in deze materialen aanwezig zijn? Zoniet, kan mijn
leverancier mij de nodige informatie verschaffen?
5: Wordt er bij de keuze van de verpakkingen rekening gehouden met de impact op het milieu van
deze materialen?
6: Ken ik de volledige levensduur van elk van de onderdelen van het verpakkingssysteem? Waar
komt de verpakking terecht?
7: Is de consument voldoende geïnformeerd over de aard van de verpakking? Wat doet de
consument met de verpakking? Wordt er aan de consument meegedeeld wat er met de verpakking
dient te gebeuren?
Stap 3: Ga na of de verpakking noodzakelijk is
Preventie begint bij de bron. Geen verpakkingen betekent geen verpakkingsafval!
8: Is elk onderdeel van de verpakking echt noodzakelijk? Moet bv. elk product afzonderlijk verpakt
worden? Zijn bv. wikkels, lijm, tussenlagen e.a. noodzakelijk?
9: Bestaat de mogelijkheid om gebruikte materialen opnieuw aan te wenden en zo minder nieuwe
verpakkingen te moeten aanbrengen? (bv. oud papier versnipperen om te gebruiken als
opvulmateriaal in plaats van piepschuim). Kan ik op deze manier geen nieuwe verpakkingen
vermijden en zo bovendien een financieel voordeel halen?
Stap 4: Controleer of er omgeschakeld kan worden naar herbruikbare verpakkingen
Herbruikbare verpakkingen vormen een kleinere belasting voor het milieu. Maar ook uit economisch
oogpunt kan dit interessant zijn: u doet namelijk een éénmalige investering. Het is uiteraard niet
vanzelfsprekend om over te schakelen op herbruikbare verpakkingen. Er moet een ophaalsysteem
uitgewerkt worden, eventueel via een systeem met statiegeld. De verpakkingen moeten voldoende
stevig zijn om een aantal rotaties te doorstaan.
10: Welke eenmalige verpakkingen zou ik kunnen vervangen door herbruikbare verpakkingen?
11: Wat betekent dit financieel?
12: Kan ik de eenmalige palletten die ik gebruik niet vervangen door stevigere herbruikbare palletten?
Bovendien, kan ik op deze manier mijn secundaire verpakkingen niet minder stevig maken, vermits ik
beschik over sterkere palletten?
5

Stap 5: Optimaliseer de hoeveelheid verpakkingen
Wanneer er niet kan overgeschakeld worden op een herbruikbare verpakking, stelt u zich de volgende
vragen om na te gaan of u uw verpakkinghoeveelheid niet kan verminderen. Bekijk steeds het totale
verpakkingssysteem per product. Het is uiteraard ook belangrijk om rekening te houden met de aard
en de samenstelling van de verpakkingsmaterialen: een grote vermindering van bv. kunststof ten
opzichte van een kleine vermeerdering karton verdient meer aanbeveling dan vice versa.
13: Bestaat er een goede verhouding tussen de primaire, secundaire en tertiaire verpakking? Kan ik
de kartonnen dozen niet lichter maken, wordt er niet te kwistig met de wikkelfolie omgesprongen?
14: Kan ik door een versteviging van bv. de secundaire verpakking, een grotere vermindering van de
primaire verpakking krijgen?
15: Is de verhouding tussen het volume van het product en het volume van de verpakking ideaal?
Bevat deze niet te veel lucht?
16: Is er geen vermindering in verpakking mogelijk door het concept van de verpakking te
veranderen? Kan ik bv. het product niet verkopen in grotere hoeveelheden (=vermindering van
secundaire verpakking)? Is de stapeling op mijn palletten wel efficiënt?
17: Kan ik geen vermindering in verpakking bekomen door de vorm (vierkante dozen stapelen beter)
of de eigenschappen van het product (bv. concentreren) te veranderen?
18: Kan ik sommige onderdelen, zoals lijm of etiketten niet reduceren?
Stap 6: Optimaliseer de kwaliteit van de verpakkingen
Wanneer u zo goed mogelijk de hoeveelheid verpakkingen heeft teruggebracht, dient er ook nog
gekeken te worden naar de chemische samenstelling van de verpakkingen. Het is belangrijk dat deze
verpakkingen, die grotendeels bij het afval terechtkomen, een zo min mogelijk schadelijk effect
hebben op het milieu en zo min mogelijk bestaan uit nieuwe grondstoffen.
• Gevaarlijke stoffen en zware metalen
19: Bevat het verpakkingsmateriaal gevaarlijke stoffen of zware metalen? Opnieuw wordt weer het
gehele verpakkingssysteem bekeken, zoals inkt, pigmenten, enz.
20: Zo ja, zijn deze stoffen noodzakelijk in het productieproces? Kunnen zij niet vervangen worden
door andere stoffen?
• Verpakkingen bestaande uit gerecycleerde materialen
21: Zijn mijn verpakkingen geheel of gedeeltelijk vervaardigd uit gerecycleerde materialen?
22: Zo nee, heb ik reeds contact opgenomen met mijn leverancier of met andere producenten van
verpakkingsmaterialen om na te gaan of eventueel een overschakeling mogelijk is naar verpakkingen
die wel vervaardigd zijn uit gerecycleerde materialen?
• Nuttig toepasbare verpakkingen
23: Is mijn verpakking recycleerbaar of composteerbaar? Bestaat er een structuur in België om die
verpakkingen te recycleren?
24: Zijn mijn verpakkingen samengesteld uit verschillende materialen (bv. kunststof en papier)?
Indien ja, vormen deze materialen gemakkelijk van elkaar scheidbare onderdelen zodanig dat
recyclage van mijn verpakking (na scheiding van de verschillende onderdelen) toch mogelijk is?
25: Kan ik eventueel overschakelen op monomateriaal of recycleerbaar multimateriaal? (bv. weglaten
van plastieken kijkraampjes)
26: Weet de consument wat hij met de verpakking moet doen, specifiek met de composteerbare
verpakkingen? Bevat mijn verpakking voldoende inlichtingen naar de consument toe wat betreft
reiniging, sortering?
27: Hebben mijn verpakkingen een minimale calorische waarde met het oog op verbranding met
terugwinning van energie?
Stap 7: Andere belangrijke aspecten
Preventie biedt ook financiële voordelen.
Als u zelf uw verpakkingen produceert, kan u nagaan of alle nodige maatregelen genomen zijn om zo
weinig mogelijk materiaal te laten verloren gaan tijdens het productieproces. Zijn er niet te veel
verliezen? Werken de installaties efficiënt?
Ook het transport van goederen kan via een optimaal systeem verlopen; belangrijk is o.a. na te gaan
of bv. de vrachtwagens voldoende vol worden geladen.
6

6.Enkele concrete voorbeelden van preventiemaatregelen
6.1. Kwantitatieve preventiemaatregelen
Vermindering van het gewicht van verpakkingen of verpakkingsmaterialen
• Vermindering van de hoeveelheid kunststoffolie per pallet door vermindering van het aantal
omwikkelingen.
• Vermindering van de hoeveelheid kunststoffolie door gebruik van een dunnere folie.
• Minder of kleinere etiketten gebruiken.
Eliminatie van verpakkingen of verpakkingsmaterialen
• De klanten de keuze laten verpakt of onverpakt aan te kopen, waarbij een korting wordt
toegestaan op onverpakte producten.
• Rechtstreeks drukken van informatie op de producten zonder gebruik van etiketten.
• Ultrasoon of thermisch dichtlassen van plastic zakken of kunststoffolie (stoppen met het gebruiken
van metalen clips of nietjes).
Concentratie van het product
Overschakelen op een meer geconcentreerd product, waardoor eenzelfde hoeveelheid werkzame stof
verpakt kan worden in een kleiner volume. Soms wordt er gewerkt met navulsystemen waarbij de
consument het geconcentreerde product dient aan te lengen.
Optimalisatie van de verhouding tussen de volumes van primaire, secundaire en tertiaire
verpakkingen
• Overschakeling naar grotere kartonnen dozen, rekening houdend met de handelbaarheid voor
magazijnier en ontpakker, zodat er per primaire verpakking een kleinere hoeveelheid secundaire
verpakking nodig is.
• Overschakeling naar palletboxen waardoor minder kartonnen dozen en minder folie nodig zijn.
Deze palletboxen zijn kartonnen dozen waarvan het formaat aangepast is aan dat van bepaalde
palletten.
Opnieuw gebruiken van eenmalige verpakkingen
• Gebruiken van eenmalige verpakkingen (eenmalige palletten, kartonnen dozen, …) waarvoor de
leverancier (van de door uw bedrijf gekochte producten) verpakkingsverantwoordelijke is.
• Eenmalige verpakkingen (houten blokken, kartonnen dozen, …) door de montageploegen terug
laten meebrengen (in plaats van ze achter te laten bij de klanten) en deze verpakkingen opnieuw
gebruiken voor dezelfde doeleinden.
Vervanging van eenmalige verpakkingen door herbruikbare verpakkingen
• Overschakeling van eenmalige palletten naar herbruikbare palletten (Euro, CHEP,…).
• Overschakeling van eenmalige houten kratten naar herbruikbare metalen kisten voor vaste
klanten (bij wie deze kisten eenvoudig teruggenomen worden bij een volgende levering).
7

6.2. Kwalitatieve preventiemaatregelen
Gebruik van recycleerbare verpakkingen of vergemakkelijken van de recyclage van verpakkingsafval
• Overschakeling van kunststof kleefband (of etiketten) naar gegomde papieren kleefband (of
etiketten) op kartonnen dozen.
• Gebruik van flessen en doppen uit eenzelfde materiaal.
• Gebruik van lijm die ervoor zorgt dat de etiketten die op plastic flessen gekleefd worden
gemakkelijk los komen bij de eerste stappen van de recyclage van de flessen.
• Gebruik van composteerbare plastics (bv. overschakeling van polystyreen opvulchips naar
zetmeelchips).
Vermindering van het schadelijk karakter en vermindering van de invloed op het leefmilieu tijdens het
beheer van verpakkingsafval
• Gebruik van lijm op waterbasis.
• Gebruik van bedrukkingsinkt die geen zware metalen bevat.
• Overschakeling van bedrukte verpakkingen naar onbedrukte verpakkingen.
Gebruik van verpakkingen die geheel of gedeeltelijk bestaan uit gerecycleerde materialen
• Overschakeling naar karton en papier met een hoger gehalte aan gerecycleerde vezels.
• Overschakeling naar PE-vaten waarin gerecycleerd PE verwerkt is.
• Gebruik van EPS-verpakkingen waarin productieafval van EPS verwerkt is.
Optimalisatie van hergebruik of retoursystemen
• Gebruiken van stevigere (dikkere) houten herbruikbare palletten met een langere levensduur.
• Verhoging van het statiegeld op herbruikbare verpakkingen om het terugbrengen van de lege
verpakking te bevorderen.
7.Beoordeling van uw algemeen preventieplan 2007-2010 door de IVC
Artikel 5 van het samenwerkingsakkoord stelt:
“De Interregionale Verpakkingscommissie evalueert elk algemeen preventieplan, en geeft in
voorkomend geval haar goedkeuring of weigering.
In geval van weigering moet het niet goedgekeurde preventieplan opnieuw worden ingediend binnen
de termijn bepaald door de Interregionale Verpakkingscommissie, rekening houdend met de door de
Interregionale Verpakkingscommissie geformuleerde opmerkingen.”
Aan elke beoordeling van een algemeen preventieplan door de IVC gaat een inhoudelijke analyse
vooraf die rekening houdt met de specifieke context binnen elk bedrijf en elke activiteitensector. Deze
inhoudelijke analyse omvat:
1. De inspanningen die een bedrijf geleverd zal hebben tijdens de beschrijving van de
beginsituatie;
2. De inspanningen die een bedrijf reeds geleverd heeft in de loop van de voorafgaande
preventieplannen, gemeten op basis van scores die het dan behaald heeft ;
3. De inspanningen die een bedrijf zal leveren via de maatregelen die het zal nemen gedurende
de periode 2007-2010, of bij gebrek, de inspanningen die een bedrijf geleverd heeft door de
beperkende factoren te preciseren die ervoor zorgen dat het niet mogelijk is om
preventiemaatregelen te nemen ;
4. De mate waarin de maatregelen die voorzien waren voor de periode 2004-2007 effectief
genomen zijn, samen met de mate waarin de resultaten die voorzien waren effectief behaald
zijn, beide gemeten op basis van de scores die het bedrijf behaalt op het moment van de
eindevaluatie.
8

De beoordeling van de huidige situatie op het vlak van preventie verschilt in functie van de historiek
van uw bedrijf op het vlak van de algemene preventieplannen:
• Indien u reeds vroeger een algemeen preventieplan hebt ingediend (algemeen preventieplan 1998
en/of algemeen preventieplan 2001, 2004), zal de IVC bij haar beoordeling van uw algemeen
preventieplan 2007-2010 rekening houden met haar beoordeling van uw vroeger(e) algeme(e)n(e)
preventieplan(nen) en tevens met de door u ingediende jaarlijkse evaluaties van de uitvoering
ervan (zie verder onder punt 8 van deze brochure).
• Indien u in 2007 voor de eerste keer verplicht bent een algemeen preventieplan in te dienen, is het
raadzaam om zo uitvoerig mogelijk de preventiemaatregelen te beschrijven die u in het verleden
reeds hebt doorgevoerd. Ook met deze preventiemaatregelen houdt de IVC in dat geval immers
rekening bij haar beoordeling van uw algemeen preventieplan 2007-2010.
Indien u in uw algemeen preventieplan 2007-2010 maatregelen met een gunstig milieu-effect opneemt
die geen betrekking hebben op verpakkingen waarvoor u verpakkingsverantwoordelijke bent zoals
bedoeld in artikel 2,19°,a) van het samenwerkingsakkoord kan dit de kwaliteit van uw algemeen
preventieplan 2007-2010 ten goede komen. Het nemen van dergelijke maatregelen is echter geen
wettelijke verplichting die wordt opgelegd door het samenwerkingsakkoord. De afwezigheid van
dergelijke maatregelen zal dus in geen geval de beoordeling van een algemeen preventieplan negatief
beïnvloeden.
8.Jaarlijkse evaluatie van de uitvoering van uw algemeen preventieplan 2007-
2010
De evaluatie van de uitvoering van het algemeen preventieplan door de
verpakkingsverantwoordelijke is een jaarlijkse verplichting die opgelegd wordt door artikel 17,§4
van het samenwerkingsakkoord:
“De verpakkingsverantwoordelijke of de rechtspersoon die namens hem optreedt, is gehouden om
jaarlijks vóór 31 maart en voor het eerst 2 jaar na de inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord,
een evaluatie van de uitvoering van het algemeen preventieplan zoals bedoeld in Hoofdstuk II van dit
samenwerkingsakkoord aan de Interregionale Verpakkingscommissie mee te delen.”
De uitvoering van uw algemeen preventieplan 2007-2010 moet driemaal geëvalueerd worden. Deze
evaluaties moeten op volgende tijdstippen bij de IVC ingediend worden:
• een eerste maal vóór 31 maart 2008;
• een tweede maal vóór 31 maart 2009;
• een derde en laatste maal vóór 31 maart 2010.
De IVC zal u op de hoogte houden van de stappen die u moet ondernemen in het kader van de
evaluaties. Indien u toetrad tot een sectoraal preventieplan 2007-2010 zal uw beroepsfederatie deze
administratieve verplichting voor u vervullen en u vragen om haar de daarvoor noodzakelijke
gegevens over te maken.
De evaluaties van de uitvoering van uw algemeen preventieplan 2007-2010 zullen een invloed
hebben op de beoordeling van uw algemeen preventieplan 2010-2013.
9

9.Strafbepalingen
Deze brochure heeft als bedoeling u een zo duidelijk en volledig mogelijk beeld te schetsen van het
Belgisch wettelijk kader van de algemene preventieplannen. De IVC houdt er dan ook aan u te
informeren over de mogelijke strafmaatregelen die de in het samenwerkingsakkoord voorzien zijn:
Artikel 30,§1:
“Indien de persoon bedoeld in artikel 4 zijn algemeen preventieplan niet binnen de opgelegde termijnen
meedeelt of bij herhaling een door de Interregionale Verpakkingscommissie onvoldoende geacht plan
neerlegt, dan kunnen de leden van het permanent secretariaat van deze commissie hem overeenkomstig
de regelen bepaald in artikel 31, een administratieve geldboete opleggen van 250 EUR voor elk plan dat
niet werd meegedeeld of dat bij herhaling onvoldoende geacht wordt.”
Artikel 33:
“Hij die gehouden is tot het opstellen van een algemeen preventieplan en de voorschriften van artikel 4
van dit samenwerkingsakkoord overtreedt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van één week tot twee
maanden en met een geldboete van 100 EUR tot 5.000 EUR of met één van deze straffen alleen.
(…)
Hij die gehouden is inlichtingen te verstrekken krachtens artikel 7, 17 en 18 en zijn verplichtingen niet
vervult, wordt gestraft met een gevangenisstraf van één week tot één maand en met een geldboete van
100 EUR tot 5.000 EUR of met één van deze straffen alleen.”
De bedragen vermeld in artikel 30,§1 en artikel 33 dienen vermenigvuldigd te worden met 5
(opdeciemen).
10