ALGEMEEN PREVENTIEPLAN 2007-2010 - Interregionale ...

1.Wie is verplicht een algemeen preventieplan 2007-2010 in te dienen?
De verplichting tot het opstellen van een algemeen preventieplan is enkel van toepassing op de
verpakkingsverantwoordelijken bedoeld in artikel 2,19°,a) van het samenwerkingsakkoord van 30 mei
1996 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval.
‘Artikel 2,19° “Verpakkingsverantwoordelijke”:
a) elke persoon die zijn producten heeft verpakt of heeft doen verpakken in België met het oog op of
naar aanleiding van het op de Belgische markt brengen ervan’
Het samenwerkingsakkoord stelt verder:
‘Artikel 4,§1. Elke verpakkingsverantwoordelijke bedoeld in artikel 2,19°,a) die per jaar met minstens
10 ton verpakkingen goederen heeft verpakt of doen verpakken, is gehouden om elke drie jaar en dit
voor het eerst één jaar na de inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord, een algemeen
preventieplan voor te leggen aan de Interregionale Verpakkingscommissie.’
De verplichting tot het indienen van een algemeen preventieplan 2007-2010 is enkel van toepassing
op de verpakkingsverantwoordelijken die in het jaar 2005 met minstens 10 ton verpakkingen
producten bestemd voor de Belgische markt hebben verpakt of laten verpakken in België.
Bij de berekening van de 10 ton-drempel dienen enkel onderstaande hoeveelheden verpakkingen
meegerekend te worden:
• de hoeveelheden eenmalige verpakkingen van producten die in België werden verpakt door uw
bedrijf of in opdracht van uw bedrijf en die in 2005 op de Belgische markt werden gebracht;
• de hoeveelheden herbruikbare 1 verpakkingen in een gesloten retoursysteem (d.w.z. een
retoursysteem dat door uw onderneming zelf beheerd wordt) die in 2005 werden aangekocht en
gebruikt om producten op de Belgische markt te brengen.
Onderstaande verpakkingen moeten bij de berekening van de 10 ton-drempel niet in aanmerking
genomen worden:
• de hoeveelheden eenmalige verpakkingen van geëxporteerde producten (d.w.z. dat het
verpakkingsafval niet in België ontstaat);
• de hoeveelheden eenmalige verpakkingen van ingevoerde producten (d.w.z. dat de verpakking in
het buitenland wordt aangebracht);
• de hoeveelheden herbruikbare 1 verpakkingen in een gesloten retoursysteem die reeds vóór 2005
werden aangekocht en gebruikt;
• de hoeveelheden herbruikbare 1 verpakkingen in een open retoursysteem, zoals CP/PRS palletten,
Europalletten, CHEP palletten, CHEP opzetranden, CHEP palletkooien, CHEP Euroboxen en LPR
“La palette rouge”-palletten.
Voorbeeld voor de berekening van de 10 ton-drempel:
Uw bedrijf gebruikt volgende verpakkingen om in België producten te verpakken en op de Belgische markt te
brengen: eenmalig karton (2 ton in 2005), eenmalige polyethyleen wikkelfolie (1 ton in 2005) en herbruikbare
houten palletten in een gesloten retoursysteem met statiegeld (50 ton in omloop in 2005, waarvan 5 ton
aangekocht in 2005). Bij de berekening van de 10 ton-drempel brengt u naast de eenmalige verpakkingen enkel
de 5 ton in 2005 aangekochte herbruikbare palletten in rekening. Dit geeft volgende rekensom: 2 ton + 1 ton + 5
ton = 8 ton. U bent dus niet verplicht een algemeen preventieplan 2007-2010 op te stellen.
Het algemeen preventieplan 2007-2010 moet uiterlijk op 31 mei 2007 aan de Interregionale
Verpakkingscommissie (IVC) overgemaakt worden.
1
Een verpakking mag als herbruikbaar worden beschouwd indien zij is ontworpen om meerdere malen gebruikt te worden
en indien zij in de praktijk minstens 3 keer gebruikt wordt voor verpakkingsdoeleinden.
2