Handleiding kwaliteitsnet landbouwverkeer - KpVV
Handleiding kwaliteitsnet landbouwverkeer - KpVV
Handleiding kwaliteitsnet landbouwverkeer - KpVV
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Handleiding</strong><br />
<strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong><br />
September, 2011
<strong>Handleiding</strong><br />
<strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong><br />
September, 2011<br />
1A<br />
<strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
Colofon<br />
Uitgave<br />
Kennisplatform Verkeer en Vervoer<br />
Postbus 24051<br />
3502 MB Utrecht<br />
Jaarbeursplein 15<br />
3521 AM Utrecht<br />
T 030 291 8200<br />
E info@kpvv.nl<br />
I www.kpvv.nl<br />
<strong>KpVV</strong><br />
Het Kennisplatform Verkeer en Vervoer (<strong>KpVV</strong>) ondersteunt als onafhankelijk instituut<br />
de decentrale overheden bij het ontwikkelen en realiseren van hun verkeers- en<br />
vervoersbeleid. Daarbij staat de huidige en toekomstige klantvraag centraal.<br />
Productie<br />
Tekst : Koos Louwerse, Ligtermoet & partners<br />
Eindredactie : <strong>KpVV</strong><br />
Kaartmateriaal : Oranjewoud<br />
Vormgeving: : <strong>KpVV</strong>, Ruud Overweg<br />
Contactpersoon<br />
Wilma Slinger<br />
T 030 291 8210<br />
M 06 5123 1628<br />
E wilma.slinger@kpvv.nl<br />
© <strong>KpVV</strong>, 2011<br />
Gebruik van informatie uit dit rapport is toegestaan met bronvermelding<br />
2 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
Inhoudsopgave<br />
Inleiding 5<br />
1 Aanleidingen 7<br />
1.1 Landbouwverkeer niet populair bij wegbeheerders 7<br />
1.2 Andere aanleidingen 7<br />
2 Doelen 9<br />
3 Aanpak in zes stappen 11<br />
3.1 Nauwe samenwerking tussen verkeerssector en landbouwsector 11<br />
3.2 Zes stappen 11<br />
4 Inventarisatie van routes en knelpunten (stap 1) 13<br />
4.1 Werksessies met landbouwers en loonwerkers 13<br />
4.2 Werksessie met Fietsersbond 15<br />
4.3 Gesprek met landbouwcorporatie CZAV 15<br />
5 Bepalen landbouwroutenetwerk en inventariseren basiskenmerken (stap 2) 17<br />
5.1 Bepalen netwerk 17<br />
5.2 Inventariseren basiskenmerken 18<br />
6 Vaststellen belangrijkste knelpunten (stap 3) 21<br />
7 Integrale afstemming (stap 4) 23<br />
8 Schrijven beleidsnota met actieprogramma (stap 5) 25<br />
9 Bestuurlijke vaststelling (stap 6) 28<br />
3 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
4 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
Inleiding<br />
Deze handleiding is gebaseerd op de ervaringen in de provincie Zeeland met het ontwikkelen<br />
van een Kwaliteitsnet Landbouwverkeer. Zeeland is de eerste provincie die<br />
een landbouwroutenetwerk heeft vastgesteld en een actieprogramma heeft opgesteld<br />
om daar daadwerkelijk een <strong>kwaliteitsnet</strong> van te maken. Aan de ontwikkeling ervan<br />
heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu financieel bijgedragen. Gedurende<br />
het proces zijn het CROW, de SWOV en het Kennisplatform Verkeer en Vervoer op de<br />
hoogte gehouden van de vorderingen en vervolgstappen.<br />
Met deze handleiding wil het Kennisplatform Verkeer en Vervoer andere provincies en<br />
regio’s die aan de slag willen met een landbouwroutenetwerk, een handreiking bieden.<br />
De handleiding bevat een beschrijving van de in Zeeland gehanteerde aanpak en<br />
methodiek, plus de ervaringen daarmee. Het eerste hoofdstuk beschrijft de aanleidingen<br />
voor het ontwikkelen van een landbouwroutenetwerk en het tweede hoofdstuk de<br />
doelen die ermee worden nagestreefd. De gehanteerde procesmatige aanpak in zes<br />
stappen komt aan de orde in het derde hoofdstuk. In de daarop volgende hoofdstukken<br />
worden deze zes stappen stuk voor stuk behandeld.<br />
Renesse<br />
Scharendijke<br />
Den Osse<br />
Ellemeet Brouwershaven<br />
Nieuw-Haamstede Noordwelle<br />
Zonnemaire<br />
Serooskerke, Schouwen<br />
Burgh-Haamstede<br />
Noordgouwe kern<br />
Kerkwerve Dreischor<br />
Burghsluis<br />
Schuddebeurs<br />
Sirjansland<br />
Bruinisse<br />
De Banjaard<br />
Colijnsplaat<br />
Sint Annaland<br />
Vrouwenpolder Wissenkerke<br />
Stavenisse<br />
Oostkapelle<br />
Ruiterplaat Kamperland<br />
Domburg<br />
Schotsman<br />
Geersdijk<br />
Kats<br />
Oud-Vossemeer<br />
Aagtekerke Serooskerke<br />
Kortgene<br />
Gapinge<br />
Veere<br />
Westkapelle<br />
Grijpskerke<br />
Wolphaartsdijk<br />
Sint Maartensdijk Poortvliet<br />
Wilhelminadorp<br />
Tholen<br />
Joossesweg Meliskerke Buttinge<br />
Kleverskerke<br />
Oranjeplaat<br />
Kattendijke<br />
Wemeldinge<br />
Middelburg<br />
Zoutelande<br />
Arnemuiden<br />
Goes<br />
Biggekerke<br />
Groot-Valkenisse<br />
Lewedorp Eindewege<br />
Yerseke<br />
Koudekerke<br />
's Heer Arendskerke<br />
Nieuw- en Sint Joosland<br />
Dishoek<br />
Kapelle-Biezelinge<br />
Heinkenszand<br />
Vebenabos Oost-Souburg<br />
Nieuwdorp<br />
's-Heer Abtskerke<br />
Vlissingen<br />
Ritthem 's-Heerenhoek<br />
's-Gravenpolder<br />
Nisse<br />
Schore<br />
Hansweert Kruiningen<br />
Langeweegje<br />
Oostdijk<br />
Ovezande<br />
Borssele<br />
Krabbendijke<br />
Hoedekenskerke<br />
Driewegen<br />
Stationsbuurt<br />
Waarde Gawege Rilland<br />
Breskens<br />
Oudelande Baarland<br />
Nieuwvliet-Bad-Oost Breskens<br />
Scheldeoord<br />
Bath<br />
Cadzand-Bad<br />
Ellewoutsdijk<br />
Groede<br />
Boerenhol<br />
Ossenisse Noordstraat<br />
Nummer-Een<br />
Het Zwin Cadzand Nieuwvliet<br />
Slijkplaat<br />
Hoofdplaat<br />
Walsoorden<br />
Kloosterzande<br />
Retranchement<br />
Schoondijke<br />
Terhofstede Zuidzande<br />
Driewegen<br />
Kruispolderhaven<br />
Paal<br />
Hengstdijk Lamswaarde<br />
Oostburg<br />
Biervliet<br />
Sint Anna ter Muiden<br />
IJzendijke<br />
Waterlandkerkje<br />
Terneuzen Reuzenhoek Vogelwaarde<br />
Graauw<br />
Braakman<br />
Emmadorp<br />
Sluis<br />
Hoek<br />
Zaamslag Zaamslagveer Ter-Hole<br />
Draaibrug<br />
Zandberg<br />
Spui<br />
Margrette<br />
Nieuw-Namen<br />
Aardenburg Sint-Kruis<br />
Phillippine<br />
Sluiskil Doornhof<br />
Heille<br />
Zandstraat<br />
Axel<br />
Absdale Clinge<br />
Eede<br />
Zierikzee<br />
Nieuwemolen<br />
Westdorpe<br />
Sas van Gent<br />
Zuiddorpe<br />
Koewacht<br />
Ouwerkerk<br />
Oosterland<br />
Anna Jacobapolder<br />
Sint Philipsland<br />
Overslag<br />
0 1.5 3 4.5 6<br />
km<br />
°<br />
5 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
22<br />
6 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
1 Aanleidingen<br />
1.1 Landbouwverkeer niet populair bij wegbeheerders<br />
Landbouwverkeer is actueel, maar niet populair bij wegbeheerders. Immers: gemeenten<br />
hebben liever geen <strong>landbouwverkeer</strong> door hun woonkernen heen: landbouwvoertuigen<br />
vormen een gevaar voor voetgangers en fietsers en leveren overlast op voor<br />
bewoners in de vorm van geluid en trillingen. Net als wegbeherende waterschappen<br />
zijn gemeenten vaak ook niet blij met veel doorgaand <strong>landbouwverkeer</strong> op hun plattelandswegen:<br />
opnieuw vanwege het risico voor fietsers en bovendien rijden brede<br />
landbouwvoertuigen regelmatig de bermen kapot. Maar ook provincies en Rijkswaterstaat<br />
zien liever geen tractoren op hun 80 km wegen: ze leiden tot onveilige inhaalmanoeuvres<br />
en hinderen de doorstroming van het auto- en vrachtverkeer. En zelfs op<br />
hun parallelwegen is het <strong>landbouwverkeer</strong> eigenlijk niet welkom als daar dagelijks ook<br />
veel fietsers gebruik van maken. Kortom: wegbeheerders hebben moeite om <strong>landbouwverkeer</strong><br />
op de eigen wegen toe te laten.<br />
Dit vormde de belangrijkste aanleiding voor de Zeeuwse wegbeheerders om het over<br />
een andere boeg te gooien: in plaats van denken in termen van waar we het <strong>landbouwverkeer</strong><br />
NIET willen hebben, moeten we gaan nadenken over waar we dit verkeer<br />
WEL willen hebben. En daar dan vervolgens ook de nodige voorwaarden voor gaan<br />
scheppen.<br />
1.2 Andere aanleidingen<br />
De landbouwsector vertegenwoordigt in Zeeland een aanmerkelijk economisch belang.<br />
Landbouwverkeer hoort bij het dagelijkse wegbeeld. Tractoren, zelfrijdende landbouwwerktuigen<br />
en vrachtwagens die nodig zijn voor de aanvoer, bewerking of afvoer<br />
van landbouwgerelateerde producten, verplaatsen zich over de openbare weg. Dat<br />
gebeurt over steeds grotere afstanden - vroeger reden trekkers alleen een klein stukje<br />
over de openbare weg, van het erf naar het land en terug - en de moderne tractoren<br />
zijn daar ook steeds meer geschikt voor gemaakt: ze zijn steeds sterker, groter, sneller<br />
en comfortabeler geworden.<br />
Debet daaraan is de schaalvergroting die heeft plaatsgevonden in de landbouw en die<br />
nog steeds doorgaat. Die vereist niet alleen zwaardere tractoren maar ook grotere en<br />
zwaardere zelfrijdende werktuigen en vrachtwagens voor het vervoer van vee, melk en<br />
andere landbouwproducten. Bovendien brengt de ontwikkeling van nieuwe producten<br />
en de verdergaande specialisatie extra nieuwe machines en transportmiddelen op de<br />
weg. Vaak relatief dure machines die met elkaar worden gedeeld of waarvoor loonbedrijven<br />
worden ingeschakeld, waardoor deze landbouwvoertuigen zich over grotere<br />
afstanden verplaatsen over de openbare weg.<br />
7 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
Het resultaat van deze landbouw gerelateerde ontwikkelingen: meer en zwaardere<br />
landbouwvoertuigen in verschillende verschijningsvormen, die zich meer gespreid<br />
over het jaar en over grotere afstanden verplaatsen over de Zeeuwse wegen. Er is<br />
sprake van doorgaand <strong>landbouwverkeer</strong> op de openbare weg, iets waar vroeger nauwelijks<br />
sprake van was!<br />
Daarnaast groeit in Zeeland het aantal minicampings bij agrarische bedrijven:<br />
landbouwers worden steeds vaker zelf recreatieondernemer. Ook het aantal boerderijwinkels<br />
en zorgboerderijen op het Zeeuwse platteland groeit gestaag. Deze nieuwe<br />
voorzieningen trekken zowel autoverkeer als recreatief fietsverkeer aan. Fietsverkeer<br />
dat bewust wordt gestimuleerd door provinciaal fietsbeleid, gericht op o.a. de aanleg<br />
van recreatieve fietspaden en een systeem van fietsknooppunten. Gegeven de groei<br />
van het aantal vitale ouderen, zowel toeristen als Zeeuwen, zal het fietsverkeer op het<br />
platteland verder doorgroeien.<br />
De komende jaren wordt het dus eerder drukker dan rustiger op het platteland, zo<br />
is de verwachting. Maar niet veiliger. Want de daling van het aantal ongevallen met<br />
landbouwvoertuigen stagneert helaas al enkele jaren. Terwijl deze ongevallen gemiddeld<br />
ernstiger zijn dan met auto’s: landbouwvoertuigen zijn ook niet gemaakt voor<br />
het rijden op de openbare weg, maar primair voor het bewerken van het land.<br />
Genoeg aanleidingen dus om in kaart te brengen wat de drukkere landbouwroutes<br />
zijn en welke problemen zich daarop voordoen en ook te gaan werken aan een landbouwroutenetwerk<br />
voor het doorgaand <strong>landbouwverkeer</strong>, zo vond men in Zeeland.<br />
8 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
2 Doelen<br />
Het hoofddoel van een Kwaliteitsnet Landbouwverkeer is dat het <strong>landbouwverkeer</strong><br />
zich in Zeeland over grotere afstanden vlot en veilig kan verplaatsen (economische<br />
belang), zonder dat dit ten koste gaat van - sterker nog: terwijl dit een verbetering<br />
biedt voor - de verkeersveiligheid en doorstroming van het overige verkeer en de<br />
leefbaarheid in kernen.<br />
Economie<br />
Bereikbaarheid win-win Leefbaarheid<br />
Veiligheid<br />
Het Kwaliteitsnet Landbouwverkeer Zeeland moet niet alleen bijdragen aan vlotte en<br />
veilige verbindingen voor het landbouw gerelateerde verkeer, maar voor alle verkeer,<br />
t.w. voetgangers, fietsers en gemotoriseerd verkeer. Dit vergt vooral maatregelen die<br />
het <strong>landbouwverkeer</strong> scheiden van ander gemotoriseerd verkeer (op drukke 80 km<br />
wegen) en van het fietsverkeer (op 80 en 60 km wegen buiten de bebouwde kom en<br />
op 50 en 30 km wegen binnen de bebouwde kom). Het mooie van deze maatregelen<br />
is dat zij zowel de doorstroming bevorderen van het <strong>landbouwverkeer</strong> en autoverkeer,<br />
alsook de verkeersveiligheid van alle verkeersdeelnemers.<br />
Reistijden voor gebruikers<br />
van landbouwvoertuigen<br />
Reistijden voor gebruikers<br />
veiligheid op 80 km/h wegen<br />
win-win<br />
Veiligheid en leefbaarheid<br />
in woonkernen<br />
Veiligheid en comfort<br />
fietsers op 60 km/h wegen<br />
9 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
Het einddoel is dat het doorgaand <strong>landbouwverkeer</strong> in Zeeland zoveel mogelijk wordt<br />
afgewikkeld op 60 km wegen met vrijliggende fietspaden, d.w.z. zo weinig mogelijk<br />
door woonkernen heen (op 30 km en 50 km wegen) en zo weinig mogelijk tussen<br />
snelrijdend gemotoriseerd verkeer op 80 km wegen.<br />
Heel concreet is het doel dat de wegen van het Kwaliteitsnet Landbouwverkeer aan<br />
bepaalde kwaliteitseisen voldoen, die een vlotte en veilige afwikkeling van het <strong>landbouwverkeer</strong><br />
(zowel tractoren, zelfrijdende werktuigen als vrachtwagens) bevorderen,<br />
zonder dat dit ten koste gaat van de verkeersveiligheid van de andere verkeersdeelnemers.<br />
Deze kwaliteitseisen betreffen:<br />
- scheiding van verkeerssoorten<br />
- wegbreedte<br />
- horizontale verhogingen op het wegdek<br />
- verspringingen ten opzichte van de as van de weg<br />
- boogstralen in aansluitingen<br />
- inrichting van veilige kruispunten<br />
- rijzicht en profiel van vrije ruimte (obstakels/beplanting in berm en boven weg)<br />
- gebruik van doorgroeistenen<br />
- gladheidbestrijding bij winterse omstandigheden<br />
- herkenbaarheid van landbouwroutes<br />
- verwijzing naar alternatieve route bij werk- in uitvoering of calamiteiten.<br />
In de komende jaren moeten deze eisen een concrete invulling gaan krijgen.<br />
10 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
3 Aanpak in zes stappen<br />
3.1 Nauwe samenwerking tussen verkeerssector en landbouwsector<br />
Bij het ontwikkelen van een <strong>kwaliteitsnet</strong> voor het <strong>landbouwverkeer</strong> in Zeeland is<br />
van meet af aan gewerkt door de verkeerssector en de landbouwsector samen. De<br />
projectgroep bestond uit vertegenwoordigers van de drie wegbeheerders buiten de<br />
bebouwde kom - Waterschap, Provincie en Rijkswaterstaat - en van de belangenorganisaties<br />
van landbouwers en loonwerkers, ZLTO en CUMELA. Verder zijn er werksessies<br />
georganiseerd met een groot aantal vertegenwoordigers van de landbouwsector<br />
en de verkeerssector, apart en ook samen. Tijdens deze sessies bleek er opmerkelijk<br />
veel consensus over wat de belangrijkste landbouwroutes zijn en ook over wat de<br />
belangrijkste knelpunten zijn die zouden moeten worden opgepakt. Kortom: het is<br />
een vruchtbare samenwerking gebleken.<br />
3.2 Zes stappen<br />
Het proces om te komen tot een Kwaliteitsnet Landbouwverkeer Zeeland bestond uit<br />
zes stappen:<br />
1- Inventariseren routes en ervaren knelpunten, samen met landbouwsector (10<br />
werksessies).<br />
2- Bepalen landbouwroutenetwerk en inventariseren wegkenmerken, samen met de<br />
wegbeheerders (4 werksessies).<br />
3- Vaststellen belangrijkste knelpunten, met landbouwsector en wegbeheerders samen<br />
(4 werksessies).<br />
4- Integrale afstemming, met vier aanpalende beleidssectoren (4 bijeenkomsten).<br />
5- Schrijven beleidsnota en actieprogramma.<br />
6- Bestuurlijke vaststelling van het Kwaliteitsnet Landbouwverkeer Zeeland, door<br />
de wegbeheerders.<br />
11 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
12 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
4 Inventarisatie van routes en knelpunten (stap 1)<br />
4.1 Werksessies met landbouwers en loonwerkers<br />
Het vaststellen van het landbouwroutenetwerk startte bij het inventariseren van de<br />
hoofdroutes van het <strong>landbouwverkeer</strong>: de belangrijkste verbindingen, tussen de<br />
belangrijkste herkomsten en bestemmingen, via de belangrijkste (meest intensief gebruikte)<br />
wegen. Omdat hierover nauwelijks gegevens bestaan, zijn werksessies georganiseerd<br />
met de 10 lokale ZLTO-besturen in Zeeland, aangevuld met door CUMELA<br />
aangedragen vertegenwoordigers van grote loonbedrijven. De besturen bestaan uit<br />
gemiddeld 8 à 10 landbouwers (maar soms zijn ook loonwerkers lid van ZLTO) die<br />
in de regel redelijk verspreid over het gebied gevestigd zijn en daardoor samen een<br />
goed overzicht hebben van de meest gebruikte landbouwroutes.<br />
De sessies met de landbouwers en loonwerkers zijn georganiseerd in de maanden januari<br />
en februari. Dit zijn relatief rustige maanden voor de landbouwsector waardoor<br />
een grote opkomst gewaarborgd is. De bijeenkomsten waren meestal op een middag,<br />
maar soms ook ’s avonds. De uitnodigingen zijn verzorgd door ZLTO en CUMULA.<br />
Tijdens de sessies is gebruik gemaakt van een grote kaart van het gebied (A0-formaat)<br />
waarop vervolgens op basis van de kennis van aanwezige landbouwers en<br />
loonwerkers met viltstiften zijn aangegeven:<br />
- de belangrijkste bestemmingen<br />
- de locaties van grotere loonbedrijven<br />
- de belangrijkste routes<br />
- de ervaren knelpunten.<br />
Bij de belangrijkste bestemmingen gaat het om de volgende locaties:<br />
- opslag/verwerking/distributie van oogstproducten: aardappels, graan, gras, uien,<br />
wortelen, zaden, fruit e.d.<br />
- opslag/verwerking/distributie van overige producten: mest, kunstmest, diervoeders,<br />
e.d.<br />
- landbouwcorporaties<br />
- veilingen en weegbruggen<br />
- grote loonbedrijven.<br />
N.B. Grondverzet, uitgevoerd door tractoren, maakt geen onderdeel uit van <strong>landbouwverkeer</strong><br />
en de los- en laadplaatsen waar grond wordt aan- en afgevoerd horen<br />
niet thuis in een landbouwroutenetwerk maar in een goederenvervoernetwerk.<br />
De sessies verliepen zonder uitzondering in een constructieve sfeer. Het feit dat alle<br />
informatie, voor iedereen zichtbaar, daadwerkelijk direct op de kaart werd gezet en op<br />
een lijst werd genoteerd, maakte dat de aanwezige landbouwers en loonwerkers aan<br />
het einde van de werksessie werkelijk het gevoel hadden dat er een goed en volledig<br />
overzicht was opgetekend. De gedigitaliseerde versie van de kaarten met de ingete-<br />
13 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
kende routes, de genoteerde bestemmingen en de loonbedrijven, alsmede de gedigitaliseerde<br />
lijst met ervaren problemen, zijn enkele weken later ter controle gemaild<br />
aan de deelnemers van de werksessies.<br />
Kaart met<br />
landbouwroutenetwerk<br />
0 1.5 3 4.5 6<br />
km<br />
°<br />
0 1.5 3 4.5 6<br />
km<br />
°<br />
Naast de werksessies met landbouwers en loonwerkers is over het <strong>landbouwverkeer</strong><br />
in Zeeland ook informatie ingewonnen bij o.a. de Fietsersbond, de Recron, de Vekabo<br />
en de Dienst Landelijk Gebied.<br />
Grote mate van overlap met autonetwerk<br />
Logischerwijs vertoont het netwerk van routes waarvan het doorgaand <strong>landbouwverkeer</strong> gebruik maakt<br />
een grote overlap met het netwerk voor het interlokale autoverkeer. De belangrijkste bestemmingen en<br />
grootste loonbedrijven zijn aan het netwerk gehangen - dit verklaart de uitlopers aan het netwerk. Het<br />
netwerk kent nauwelijks ontbrekende schakels: de twee belangrijkste betreffen de verbindingen tussen<br />
de ‘eilanden’ Noord-Beveland en Schouwen-Duiveland waarop <strong>landbouwverkeer</strong> niet (Zeelandbrug) of<br />
slechts in een beperkte periode (Oosterschelde Stormvloedkering) is toegestaan.<br />
14 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
4.2 Werksessie met Fietsersbond<br />
Doel van de werksessie met de vertegenwoordigers van regionale afdelingen van<br />
de Fietsersbond was om, aan de hand van een grote kaart met daarop het fietsroutenetwerk<br />
van Zeeland, te inventariseren waar fietsers knelpunten ervaren met het<br />
<strong>landbouwverkeer</strong> in Zeeland. De deelnemers werd gevraagd daar voorafgaand aan de<br />
sessie al over na te denken. Tijdens de sessie bleek echter dat er nauwelijks concrete<br />
knelpunten bekend zijn van ervaren onveiligheid door fietsers met <strong>landbouwverkeer</strong>.<br />
Afgesproken werd daarom dat in de tweede stap van het project de Fietsersbond aan<br />
de hand van de kaart met het voorlopige landbouwroutenetwerk per mail zou aangeven<br />
waar fietsers concrete knelpunten ervaren met het <strong>landbouwverkeer</strong> op deze<br />
landbouwroutes.<br />
4.3 Gesprek met landbouwcorporatie CZAV<br />
De Coöperatieve Zuidelijke Aan- en Verkoopvereniging, CZAV, kent 19 vestigingen in<br />
Zeeland waar landbouwproducten kunnen worden gebracht en gehaald. De hoofdvestiging<br />
- en tegelijkertijd verreweg de grootste vestiging - bevindt zich in Wemeldinge.<br />
Op deze vestiging vindt niet alleen een groot deel van de aan- en afvoer van bepaalde<br />
landbouwproducten plaats, maar ook een belangrijk deel van de distributie van tal<br />
van voor de landbouw benodigde producten. Deze worden deels door landbouwers<br />
zelf opgehaald en ook deels op bestelling met bestelwagens, kleinere en grotere<br />
vrachtwagens bij de boeren op hun bedrijf afgeleverd.<br />
Belangrijkste resultaat van het gesprek was, dat er computeruitdraaien meegegeven<br />
werden met voor het hele jaar 2009 per vestiging per week een overzicht van het aantal<br />
uitgeschreven leveringsbonnen voor de inname/uitgifte van verschillende soorten<br />
producten: graan, consumptiezaden, peulvruchten, zaaizaden, pootgoed, kunstmest,<br />
gewasbeschermingsmiddelen, veevoerders, brandstoffen, gereedschappen en artikelen.<br />
Met deze computeruitdraaien konden we een beeld schetsen van het aantal voertuigbewegingen<br />
per vestiging, in totaal en in bepaalde weken, en van de producten waar<br />
het dan om gaat.<br />
15 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
16 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
5 Bepalen landbouwroutenetwerk en inventariseren basiskenmerken<br />
(stap 2)<br />
De tweede stap van het project behelsde het bepalen van het voorlopige landbouwroutenetwerk,<br />
samen met de betrokken wegbeheerders in Zeeland. Daarvoor zijn vier<br />
werksessies georganiseerd, met vertegenwoordigers van Gemeenten, Waterschap,<br />
Provincie en Rijkswaterstaat in:<br />
1. Schouwen-Duiveland, Noord-Beveland en Tholen<br />
2. Walcheren<br />
3. Zuid-Beveland<br />
4. Zeeuws-Vlaanderen.<br />
Tijdens deze werksessies zijn de routes door de wegbeheerders gecheckt en is het<br />
netwerk beoordeeld op basis van principes van maaswijdte: waar routes dichtbij<br />
elkaar lagen, zijn keuzes gemaakt; waar verbindingen ontbraken zijn routes toegevoegd.<br />
5.1 Bepalen netwerk<br />
Het bepalen welke routes wel en welke geen deel uit maken van het beoogde netwerk<br />
hoofdroutes <strong>landbouwverkeer</strong>, vergde een systematische analyse. In de klassieke<br />
netwerk-opbouw-filosofie staan twee uitgangspunten centraal:<br />
a. een netwerk verbindt belangrijke herkomsten en bestemmingen<br />
b. een netwerk kent een bepaalde maaswijdte.<br />
Basis voor de toepassing van beide criteria vormden de feitelijke routes van dit<br />
moment - zoals in stap I geïnventariseerd op de werksessies met landbouwers en<br />
loonwerkers.<br />
a. Herkomsten en bestemmingen<br />
Het netwerk moet zorgen voor een adequate ontsluiting van grotere herkomsten. De<br />
vraag is dan: wat is groot? Grootte heeft in dit geval te maken met het aantal voertuigbewegingen<br />
dat een herkomst genereert. Feit is dan dat (buiten enkele dagen in<br />
oogstperiodes) geen enkele boerderij - hoe groot ook - kan worden aangeduid als een<br />
belangrijke herkomst.<br />
De grotere loonbedrijven daarentegen moeten - gezien het aantal voertuigbewegingen<br />
van en naar het bedrijf - wel als belangrijke herkomsten worden aangeduid. Maar wat<br />
is dan voldoende groot? In overleg met CUMELA Zeeland is een grens gekozen op<br />
basis van het aantal tractoren en zelfrijdende werktuigen dat een loonbedrijf bezit. De<br />
loonbedrijven met meer dan 50 landbouwvoertuigen zijn met de kortste ontsluitende<br />
weg opgenomen in het netwerk.<br />
Wat betreft de bestemmingen bestond reeds een tamelijk concreet beeld van het<br />
aantal voertuigbewegingen bij CZAV-bestemmingen op basis van het in de eerste stap<br />
17 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
gevoerde gesprek met CZAV. Voor de overige bestemmingen - veilingen, weegbruggen<br />
en locaties voor opslag/verwerking/distributie van aardappels, graan, gras, uien,<br />
wortelen, zaden, fruit, diervoeders, mest, kunstmest, e.d. - is gebeld met regionale<br />
bestuursleden van ZLTO en CUMELA om de bestemmingen te selecteren die relatief<br />
veel vervoerbewegingen genereren. Ook deze zijn vervolgens met minstens één ontsluiting<br />
opgenomen in het netwerk. Voor mechanisatiebedrijven tenslotte, gold dat<br />
slechts enkele bedrijven zodanig veel voertuigbewegingen genereren dat zij opname<br />
in het netwerk rechtvaardigen.<br />
b. Maaswijdte<br />
Vervolgens is het geheel aan veelgebruikte routes dat in stap I door de landbouwsector<br />
is aangedragen, rekening houdend met de belangrijkste herkomsten en bestemmingen,<br />
uitgedund op grond van principes van maaswijdte: m.n. daar waar meerdere<br />
routes dichtbij elkaar liggen of waar routes slechts een beperkt achterland ontsluiten.<br />
5.2 Inventariseren basiskenmerken<br />
Met het oog op het vaststellen van de belangrijkste knelpunten in het netwerk (in stap<br />
III), zijn in stap II ook van alle wegen die onderdeel uitmaken van het landbouwroutenetwerk<br />
enkele basiskenmerken geïnventariseerd. De basisgegevens hiervoor zijn in<br />
de vorm van shapefiles aangeleverd door Rijkswaterstaat, de provincie en het waterschap.<br />
Het betrof de volgende kenmerken:<br />
- snelheidsregiem gemotoriseerd verkeer<br />
- intensiteiten gemotoriseerd verkeer<br />
- scheiding <strong>landbouwverkeer</strong> van autoverkeer<br />
- scheiding <strong>landbouwverkeer</strong> van fietsverkeer<br />
- wegbreedtes.<br />
De gegevens zijn ingevoerd in GIS en de kaarten zijn tijdens de sessies met de<br />
wegbeheerders in stap II gebruikt voor het checken en waar nodig aanvullen van deze<br />
basiskenmerken van de wegen van het hoofdnet voor het <strong>landbouwverkeer</strong>. Hieronder<br />
een voorbeeld van de kaart met scheiding van fietsers en <strong>landbouwverkeer</strong>.<br />
18 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
Kaart met scheiding<br />
<strong>landbouwverkeer</strong> en<br />
fietsverkeer<br />
Toelichting:<br />
Groen: met scheiding<br />
Rood: zonder scheiding<br />
0 1.5 3 4.5 6<br />
km 0 1.5 3 4.5 6<br />
°<br />
km<br />
°<br />
Basiskenmerken landbouwroutenetwerk<br />
Het landbouw gerelateerde verkeer maakt waar toegestaan uiteraard gebruik van de 80 km wegen.<br />
Dit betreft ongeveer een derde van het netwerk. Het grootste deel van de wegen, ongeveer de helft,<br />
zijn kernverbindende 60 km wegen; hieronder bevinden zich ook parallelwegen van 80 km wegen. De<br />
overige wegen zijn 50 km wegen en er zijn enkele kleine stukjes 30 km. Op iets meer dan de helft van<br />
de wegen die onderdeel uitmaken van het netwerk zijn landbouw gerelateerd verkeer en fietsverkeer<br />
niet gescheiden, op iets minder dan de helft wel. Als het gaat om de breedte van de wegen is ongeveer<br />
de helft van de wegen breder dan 5,50 meter en de andere helft is smaller dan 5,50 meter.<br />
19 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
20 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
6 Vaststellen belangrijkste knelpunten (stap 3)<br />
In de derde stap hebben vertegenwoordigers van de landbouwsector en de verkeerssector<br />
samen in een viertal werksessies bepaald wat de belangrijkste knelpunten zijn<br />
op het landbouwroutenetwerk. Voorafgaand aan deze werksessies is het netwerk van<br />
landbouwroutes voorgelegd aan regionale vertegenwoordigers van de Fietsersbond,<br />
met de vraag waar fietsers concrete knelpunten ervaren met het <strong>landbouwverkeer</strong> op<br />
deze routes. De aangedragen knelpunten zijn meegenomen in het vervolgtraject.<br />
Er is onderscheid gemaakt tussen 80 km wegen, 60 km wegen, 50 km wegen en 30<br />
km wegen. De knelpunten zijn bepaald met behulp van de beschikbare basisgegevens<br />
over deze wegen:<br />
- intensiteiten autoverkeer<br />
- intensiteiten fietsverkeer<br />
- scheiding <strong>landbouwverkeer</strong> en autoverkeer<br />
- scheiding <strong>landbouwverkeer</strong> en fietsverkeer<br />
- breedte van de weg<br />
- routeafstand<br />
- bochtigheid van de weg<br />
- aantal kruisingen en erfaansluitingen.<br />
Helaas was er geen informatie beschikbaar over de intensiteiten van het landbouw<br />
gerelateerd verkeer zelf. Hoeveel tractoren en vrachtwagens met landbouw gerelateerde<br />
producten er op de verschillende wegen rijden, weten we niet. Daarom is een<br />
van de actiepunten van de samenwerkende partners om meer te weten te komen over<br />
de aantallen waar het om gaat (monitoring).<br />
Over de te hanteren criteria en grenswaarden voor de selectie van knelpunten is in<br />
Zeeland uitvoerig gediscussieerd. In een eerste schifting werden vier categorieën<br />
probleemwegen onderscheiden:<br />
a. drukke 80 km wegen (met meer dan 7.000 motorvoertuigen per etmaal) zonder<br />
een scheiding van <strong>landbouwverkeer</strong> en autoverkeer;<br />
b. alle 80 km wegen zonder een scheiding van <strong>landbouwverkeer</strong> en fietsverkeer;<br />
c. smalle 60 km wegen (smaller dan 5,5 meter) zonder een scheiding van <strong>landbouwverkeer</strong><br />
en fietsverkeer;<br />
d. alle 30 km of 50 km wegen zonder een scheiding van <strong>landbouwverkeer</strong> en fietsverkeer.<br />
Ter toelichting:<br />
- de grens van 7.000 motorvoertuigen per etmaal komt ongeveer overeen met de in<br />
Zeeland gehanteerde grens voor het instellen van een inhaalverbod, waarbij toestaan<br />
van <strong>landbouwverkeer</strong> niet meer wenselijk is;<br />
- de grens van 5,50 meter wegbreedte komt overeen met de minimumbreedte voor<br />
een landbouwroute conform de CROW-richtlijn 1) .<br />
1)<br />
Handreiking <strong>landbouwverkeer</strong>, CROW, Publicatie 240, pag. 54.<br />
21 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
Vervolgens bleek de uitkomst niet onderscheidend genoeg: er resulteerden meer dan<br />
300 probleemwegen en -locaties. Daardoor was een tweede - scherpere - selectie<br />
nodig met behulp van beschikbare basisgegevens over de wegen. Uiteindelijk zijn 114<br />
knelpunten aangewezen, waarvan er 45 tot prioritair zijn benoemd.<br />
Kaart met 45 knelpunten<br />
(vette lijnen)<br />
Toelichting:<br />
Bruin: (a) 80km wegen<br />
met > 7.000 mvt, zonder<br />
scheiding van <strong>landbouwverkeer</strong><br />
en autoverkeer<br />
Paars: (b) 80km wegen<br />
met < 7.000 mvt, zonder<br />
scheiding van <strong>landbouwverkeer</strong><br />
en fietsverkeer<br />
Geel: (c) 60km wegen<br />
< 5,5 meter, zonder scheiding<br />
van <strong>landbouwverkeer</strong><br />
en fietsverkeer<br />
Zwart: (d) 30 of 50km<br />
wegen, zonder scheiding<br />
van <strong>landbouwverkeer</strong> en<br />
fietsverkeer<br />
Blauw: overige landbouwroutes<br />
0 1.5 3 4.5 6<br />
km 0 1.5 3 4.5 6<br />
°<br />
km<br />
°<br />
Lastige selectie en prioritering van knelpunten<br />
Over hoe je knelpunten moet selecteren is in Zeeland al goed nagedacht, maar de gehanteerde methode<br />
is zeker nog voor verbetering vatbaar. Duidelijk is verder dat vooral de auto-intensiteiten in Zeeland<br />
van een volstrekt andere orde zijn dan in meer verstedelijkte regio’s in Nederland. Kortom: over de criteria<br />
en grenswaarden voor het maken van een zinvolle selectie van knelpunten moeten andere regio’s<br />
verder nadenken. Daarbij komt dat de prioritering tussen categorieën voorlopig ook een meer politieke<br />
afweging kan zijn: waar hecht je meer belang aan, problemen met <strong>landbouwverkeer</strong> op drukkere 80<br />
km wegen, op 60 km wegen met veel fietsende schoolkinderen of op wegen zonder fietsvoorzieningen<br />
door woonkernen heen? En last but not least: voor de verdeling van schaarse middelen zal er uiteindelijk<br />
een integrale afweging nodig zijn met inachtneming van alle ander knelpuntenlijstjes door het op<br />
elkaar leggen van verschillende probleemkaarten - fiets, auto, OV, vrachtverkeer, <strong>landbouwverkeer</strong>.<br />
22 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
7 Integrale afstemming (stap 4)<br />
Gedurende het proces is veel energie gestopt in het creëren van een breed draagvlak<br />
voor het Kwaliteitsnet Landbouwverkeer Zeeland. De resultaten van de eerste drie<br />
stappen zijn besproken in bijeenkomsten met vertegenwoordigers van organisaties<br />
die actief zijn in vier verschillende beleidssectoren:<br />
1. verkeer en vervoer<br />
2. ruimtelijke ordening, landschap en milieu<br />
3. recreatie, toerisme en economie<br />
4. landbouw.<br />
Het doel van deze bijeenkomsten was drieledig:<br />
- het presenteren van de uitkomsten tot dan toe: kaart met hoofdroutes <strong>landbouwverkeer</strong><br />
en belangrijkste knelpunten;<br />
- het inventariseren en bespreken van raakvlakken met beleidsplannen en ontwikkelingen<br />
in andere beleidssectoren;<br />
- het creëren van draagvlak, zorgen voor afstemming en vinden van win-win situaties.<br />
Investeren in draagvlak<br />
De bijeenkomsten maakten duidelijk dat het belangrijk is te waarborgen dat het landbouwroutenetwerk<br />
niet alleen wordt ingebed in de verkeersplannen van gemeenten, waterschap, provincie en Rijk, maar<br />
ook in de plannen van andere beleidssectoren:<br />
- de Gebiedsagenda van het Rijk<br />
- het MIRT<br />
- het Provinciaal Omgevingsplan<br />
- regionale gebiedsontwikkelingsplannen (economie, ruimte, milieu, landschap, landbouw)<br />
- plannen voor recreatieve fiets- en wandelroute<br />
- beleidskader van de landbouworganisaties.<br />
23 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
24 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
8 Schrijven beleidsnota met actieprogramma (stap 5)<br />
De voorlaatste stap bestond uit het schrijven van de beleidnota met een concreet<br />
actieprogramma. In Zeeland zijn de volgende acties afgesproken:<br />
a. Zorgen voor inbedding in verkeers- en vervoerplannen<br />
Het is zaak de kaart met het landbouwroutenetwerk en de lijst met de knelpunten in<br />
te bedden in, en af te stemmen met, bestaande verkeers- en vervoerplannen, bestaande<br />
wegenprogramma’s en startende of al lopende planvormingsprocessen van<br />
de verschillende Zeeuwse wegbeheerders. Het is immers de bedoeling dat de belangrijkste<br />
knelpunten voor het <strong>landbouwverkeer</strong> mee gaan wegen in de besluitvorming<br />
en planvorming over infrastructurele projecten.<br />
b. Zorgen voor inbedding in plannen van andere sectoren<br />
Uiteraard is het belangrijk te waarborgen dat het landbouwroutenetwerk ook wordt<br />
ingebed in plannen van andere sectoren, met name in de Gebiedsagenda van het Rijk,<br />
het MIRT, het Provinciaal Omgevingsplan, Regionale Landbouwgebied Ontwikkelingsplannen<br />
en plannen voor recreatieve fiets- en wandelroutes.<br />
c. Betrekken van de landbouwsector bij oplossingen<br />
Gedurende het proces van het opstellen ervan is bovendien gebleken dat landbouwers<br />
en loonwerkers veel kennis hebben van de knelpunten en mogelijke oplossingen<br />
in hun gebied. Dit pleit ervoor vertegenwoordigers van de landbouwsector te betrekken<br />
bij de (gebiedsgewijze) aanpak van prioritaire knelpunten.<br />
d. Samenwerking met de bestaande grondruilbank intensiveren<br />
Voor het verbreden van wegen en het aanleggen van fietspaden is vaak niet alleen<br />
geld maar ook grond nodig. Veel landbouwers willen liever geen grond kwijtraken,<br />
maar zijn vaak wel bereid om grond te ruilen. Tijdens de sessies met de landbouwers<br />
werd duidelijk dat het daarom verstandig is de samenwerking met de bestaande<br />
grondruilbank te intensiveren.<br />
e. Driejaarlijkse wegenschouw samen met landbouwsector<br />
De wegen van het Kwaliteitsnet Landbouwverkeer moeten voldoen aan bepaalde<br />
kwaliteitseisen voor een vlotte en veilige afwikkeling van het <strong>landbouwverkeer</strong>. Elke<br />
drie jaar moet bekeken worden waar de kwaliteit van de wegen tekort schiet. De<br />
schouw moet worden uitgevoerd samen met vertegenwoordigers van de landbouwsector<br />
in het gebied. Grotere kwaliteitsverbeteringen moeten worden meegenomen<br />
in groot onderhoud. Kleinere kunnen al in het reguliere onderhoud worden opgepakt.<br />
Wegbeheerders en landbouwsector moeten samen afspraken maken over het reguliere<br />
onderhoud van de wegen van het landbouwroutenetwerk, incl. maaien/snoeien,<br />
slikverwijdering, gladheidsbestrijding e.d.<br />
25 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
f. Herijking provinciaal ontheffingenbeleid<br />
Landbouwvoertuigen worden steeds groter. De wettelijke norm is dat ze niet breder<br />
mogen zijn dan 3,00 meter en beladen met losse veldgewassen of voorzien van een<br />
ontheffing niet meer dan 3,50 meter. Steeds meer zelfrijdende landbouwwerktuigen<br />
zijn echter breder. Een zorgvuldige herijking van het beleid met betrekking tot ontheffingen<br />
en de toelating van nieuwe voertuigen lijkt gewenst.<br />
g. Stimuleren landelijke beleidsontwikkeling<br />
Landelijk is een discussie gaande over een verhoging van de maximumsnelheid van<br />
landbouwtrekkers tot 40 km/u, gekoppeld aan extra voertuigeisen, een vorm van<br />
kentekening en een bestuurder met een volwaardig rijbewijs. Hier ligt een belangrijke<br />
link met het Kwaliteitsnet Landbouwverkeer, immers: dit zijn belangrijke voorwaarden<br />
voor het veilig toestaan van <strong>landbouwverkeer</strong> op rustigere 80km wegen, al dan niet in<br />
combinatie met passeerstroken. De provincie Zeeland is daarom voorstander van een<br />
hogere snelheid en blijft zich hiervoor inspannen.<br />
h. Opzetten monitoringprogramma<br />
We hebben een goed inzicht in het netwerk van de hoofdroutes van het <strong>landbouwverkeer</strong>.<br />
Toch weten we maar weinig van de hoeveelheid <strong>landbouwverkeer</strong> op deze<br />
wegen. Meer inzicht hierin - dikke lijnen en dunne lijnen in het netwerk - kan helpen<br />
om betere prioriteiten te stellen, beter passende maatregelen te treffen en waar nodig<br />
aanpassingen aan te brengen in het netwerk.<br />
i. Driejaarlijkse herijking landbouwroutenetwerk<br />
Het landbouwroutenetwerk is niet in beton gegoten. Op basis van ontwikkelingen<br />
in landbouwsector (bijv. centralisering van de mestopvang op een nieuwe centrale<br />
plek), ontwikkelingen op wegennet (bijv. groei van het auto- en/of fietsverkeer op een<br />
bepaalde weg) en voortschrijdend inzicht (bijv. met de toepassing van passeerstroken<br />
of akkerwegen) kunnen aanpassingen in het landbouwroutenetwerk nodig blijken te<br />
zijn. Iedere drie jaar zal dit worden bekeken.<br />
j. Netwerkkaart meenemen in herziening van categoriseringplan<br />
Verder zou de netwerkkaart moeten worden meegenomen in de herziening van het<br />
categoriseringsplan, een actie die in het Beleidsplan Verkeersveiligheid Zeeland is<br />
aangekondigd. Uit die categoriseringsdiscussie zou kunnen komen dat je op bepaalde<br />
wegen uit het netwerk geen <strong>landbouwverkeer</strong> meer wil. Als dat zo is moet er natuurlijk<br />
wel een alternatief worden geboden, rekening houdend met een acceptabele omrijfactor.<br />
Het netwerk moet immers in stand blijven.<br />
k. Aanstellen coördinatoren <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong> bij wegbeheerders<br />
Het uitvoeren van de hierboven vermelde activiteiten vergt de aanstelling van coördinatoren<br />
<strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong> bij het waterschap Scheldestromen, de provincie<br />
Zeeland en Rijkswaterstaat directie Zeeland. Deels om zelf acties uit te voeren.<br />
Deels om de uitvoering van bepaalde acties te coördineren en bewaken. Deels om te<br />
fungeren als loket voor allerlei vragen van landbouwers en wegbeheerders.<br />
26 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
Van knelpunten naar oplossingen!<br />
De beleidsnota benoemt 114 knelpunten en wijst er daarvan 45 aan als prioritair. De nota schetst nog<br />
geen oplossingen voor deze knelpunten. Het bepalen van oplossingen vergt namelijk een integrale,<br />
verkeersbrede en (in de meeste gevallen ook) gebiedsgerichte aanpak:<br />
- integraal, omdat er oplossingen gezocht moeten worden die de belangen dienen van verschillende<br />
sectoren: economie, ruimtelijke ordening, landschap, milieu, recreatie en toerisme, landbouw, verkeer<br />
en vervoer;<br />
- verkeersbreed, omdat - zoals al eerder is uitgelegd - knelpunten nooit alleen betrekking hebben op<br />
problemen voor <strong>landbouwverkeer</strong>, maar ook altijd op problemen met doorstroming van autoverkeer<br />
(bereikbaarheid) en/of verkeersveiligheid van fietsers en/of leefbaarheid in kleine kernen;<br />
- gebiedsgericht, omdat gezocht moet worden naar optimale oplossingen voor alle weggebruikers,<br />
ongeacht wie de wegbeheerder is.<br />
Oplossingen kunnen infrastructureel van aard zijn, op netwerkniveau of op niveau van een afzonderlijke<br />
weg. Maar ook niet-infrastructurele oplossingen zijn mogelijk (denk aan bijvoorbeeld venstertijden<br />
of ontheffingen.)<br />
Kortom: er is maatwerk nodig waarbij alle betrokken partijen en belangen een rol spelen. Het vinden<br />
van oplossingen viel daarom buiten het kader van de beleidsnota.<br />
27 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
9 Bestuurlijke vaststelling (stap 6)<br />
De beleidsnota Op weg naar een Kwaliteitsnet Landbouwverkeer Zeeland is in maart<br />
2011 in concept toegestuurd aan alle gesprekspartners. Na verwerking van het commentaar<br />
is de beleidsnota besproken in het Provinciaal Overleg Verkeer en Vervoer<br />
van de provincie Zeeland, waaraan naast Rijkswaterstaat en waterschap ook de wethouders<br />
van alle 13 Zeeuwse gemeenten deelnemen. Uiteindelijk is de beleidsnota op<br />
8 juli 2011 vastgesteld door de Provinciale Staten van Zeeland.<br />
Op basis van de beleidsnota heeft het college van Gedeputeerde Staten voor de komende<br />
4 jaar een bedrag van 2 miljoen euro gereserveerd voor de oplossing van een<br />
aantal knelpunten, waarbij er uiteraard naar gestreefd wordt dat de gekozen oplossingen<br />
niet ten koste gaan van, maar juist in het belang zijn van alle verkeersdeelnemers.<br />
28 <strong>Handleiding</strong> <strong>kwaliteitsnet</strong> <strong>landbouwverkeer</strong>
Kennisplatform Verkeer en Vervoer - Samen weten we meer