Power-pro magazine 2
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
POWER<br />
Hét vakblad voor de energie<strong>pro</strong>fessional<br />
Energieefficiëntie:<br />
economische<br />
driver van<br />
industriële<br />
vooruitgang<br />
Bedrijven plukken<br />
vruchten van<br />
energie-efficiëntie<br />
WKK, meer met<br />
minder<br />
Slimme meters,<br />
slimme gebruikers<br />
POWER #2<br />
driemaandelijks<br />
april - mei - juni 2014<br />
ISSN 2295-3264<br />
© april 2014 - P916268
PUBLIREPORTAGE<br />
FIFTHPLAY VERMINDERT ENERGIEKOST DELTA LLOYD MET 17%<br />
DELTA LLOYD CASE STUDY<br />
In bestaande, soms wat oudere kantoorgebouwen wordt<br />
vaak te veel energie verbruikt zonder dat men precies kan<br />
aanduiden wie de grootste boosdoeners zijn. Delta Lloyd<br />
Bank implementeerde een eenvoudig maar performant<br />
systeem voor energiemonitoring en slaagde er<br />
alleen al door sensibilisering in om de energiekost<br />
in drie maanden tijd met 17% terug te dringen.<br />
Het verhaal van Delta Lloyd Bank zal voor veel<br />
facility managers ongetwijfeld herkenbaar zijn. De bank is<br />
ontstaan uit een reeks fusies en overnames wat zich<br />
vertaalt in een grote verscheidenheid aan kantoren en<br />
technische installaties. “Elk onderdeel van het bedrijf heeft<br />
zijn eigen historiek”, zegt Koen Vergauwen, afdelingsverantwoordelijke<br />
Facilities bij Delta Lloyd Bank. Toen hij<br />
die functie opnam was meteen duidelijk dat energiebesparing<br />
een van de grote aandachtspunten zou worden.<br />
De hoofd- zetel en de 70 kantoren van de bank hadden<br />
een gezamenlijke energiekost van meer dan een miljoen<br />
euro per jaar, een bedrag dat elk jaar groter werd. Naast<br />
het beheersen van die kost wilde de bank ook een positieve<br />
bijdrage leveren aan het milieu door energie te besparen.<br />
Platform voor energy management<br />
Koen Vergauwen: “In 2008 zijn we gestart met een<br />
analytische boekhouding zodat we een zicht kregen op het<br />
energieverbruik per locatie. Daaruit bleek dat er grote<br />
verschillen waren tussen de kantoren, maar het gaf nog<br />
geen inzicht in wie de grote verbruikers waren en waarop<br />
er bespaard kon worden. Bovendien hadden we geen<br />
volledige inventaris van de technische installaties in<br />
de kantoren.”<br />
Daarom werd een <strong>pro</strong>ject gestart om het energieverbruik<br />
volledig in kaart te brengen en op te volgen, in<br />
samenwerking met Fifthplay, een aanbieder van<br />
oplossingen voor energy management.<br />
www.fifthplay.com<br />
Phone +32 3 285 97 11<br />
Fax +32 3 285 97 10<br />
Zij installeerden een platform waarmee het energieverbruik<br />
in de kantoren vanop afstand gevolgd kan<br />
worden, tot op het niveau van de individuele toestellen.<br />
Daartoe wordt in elk gebouw een soort modem<br />
geïnstalleerd dat draadloos communiceert met de<br />
verschillende meetpunten. Dat kunnen pluggen zijn die<br />
in stopcontacten gestoken worden en/of toestelletjes die<br />
in de zekeringkast geplaatst worden om volledige circuits<br />
te meten. Op die manier kan men het volledige verbruik<br />
in kaart brengen en afhankelijk van de behoeften tot op<br />
het niveau van individuele stopcontacten gaan. “Het is een<br />
systeem dat eenvoudig in bestaande installaties ingebouwd<br />
kan worden”, legt Koen Vergauwen uit. “De installatie en het<br />
beheer gebeuren door de leverancier. Wij kunnen de<br />
data via een login raadplegen op een centrale server.<br />
Elk kantoor kan zo op elk moment het eigen verbruik<br />
opvolgen, wat een belangrijk element is in de<br />
sensibilisering rond energieverbruik.”<br />
Tips en tricks rond energiebesparing<br />
Dat sensibilisering loont, is intussen bewezen want in een<br />
eerste <strong>pro</strong>ef<strong>pro</strong>ject in twee kantoren en de hoofdzetel<br />
werd het energieverbruik in drie maanden tijd met 17%<br />
verminderd. “We hebben eerst gedurende drie maanden<br />
een nulmeting gedaan, door per kantoor op 32<br />
punten het energieverbruik te meten zonder dat de<br />
mensen ervan op de hoogte waren”, zegt Koen Vergauwen.<br />
“Daarna kregen de kantoordirecteurs een login zodat ze<br />
hun verbruik konden opvolgen. Er werden ook tips en tricks<br />
gegeven rond energiebesparing: de lichten uitdoen<br />
in lokalen waar niemand is, printers niet in<br />
stand-by laten staan wanneer ze niet gebruikt<br />
worden, enz. Al die zaken hebben in de drie daarop<br />
volgende maanden een besparing met 17% opgeleverd.”<br />
Op basis van dat <strong>pro</strong>ef<strong>pro</strong>ject werd beslist om alle<br />
kantoren met het systeem uit te rusten. De ervaring had<br />
intussen geleerd welke meetpunten het meest<br />
relevant waren, zodat het aantal teruggebracht<br />
kon worden tot een 16-tal punten per kantoor.<br />
Met de besparing die alleen al de sensibilisering<br />
oplevert, geeft dat voor het systeem een ROI van 2 jaar.<br />
“Bij de implementatie van het systeem werd bovendien<br />
een inventaris opgemaakt van alle technische<br />
installaties. We weten nu precies wat er in elk<br />
kantoor staat en hoeveel elk onderdeel verbruikt.<br />
Schakelen vanop afstand<br />
Een belangrijke functie van het energiebeheersysteem is dat<br />
het niet alleen het verbruik meet, maar dat het ook toelaat<br />
om verbruikers vanop afstand in- en uit te schakelen. Dit<br />
kan manueel, door in te loggen in het systeem, of automatisch<br />
met een timer of op basis van de input van sensoren.<br />
Zo bevat het systeem bijvoorbeeld modules die in een<br />
elektronische thermostaatkraan geïntegreerd kunnen<br />
worden zodat men de radiatoren automatisch kan aansturen<br />
in functie van een temperatuursensor in een lokaal.<br />
Op een zelfde manier zou de verlichting uitgeschakeld<br />
kunnen worden.<br />
Dat schakelen via het systeem wordt bij Delta Lloyd Bank<br />
intussen toegepast voor alle lichtreclames in het<br />
kantorennet, waarbij de uren dat de verlichting brandt<br />
afgestemd werden op de openingsuren van de selfbank,<br />
terwijl die verlichting vroeger vaak de hele nacht bleef<br />
branden. “De verlichting, verwarming en koeling zijn de<br />
belangrijkste factoren in het energieverbruik”, zegt Koen<br />
Vergauwen. “Toch mag je de invloed van de vele kleine<br />
verbruikers zoals koffiezetapparaten, PC’s en printers ook niet<br />
onderschatten. De besparing die we door de sensibilisering<br />
gerealiseerd hebben is een opsomming van al die kleine<br />
aspecten die samen een groot verschil blijken te maken.”<br />
Zijn al die toestellen nodig?<br />
Een bijkomend voordeel van een doorgedreven<br />
energiemonitoring is dat men aan de hand van het<br />
verbruik ook inzicht krijgt in het gebruik van faciliteiten.<br />
“Wij hadden net voor het <strong>pro</strong>ject in een van onze kantoren<br />
een verbouwing gedaan om een grote vergaderzaal op te<br />
splitsen in een kleinere meeting room en een bijkomend<br />
bureau om klanten te ontvangen, iets waar in het kantoor<br />
om gevraagd was. In de data van het energieverbruik zien<br />
we nu dat dat nieuwe kantoor maar één keer per week<br />
gebruikt wordt en dat die investering eigenlijk niet nodig<br />
was. Ook van sommige printers en andere apparaten<br />
hebben we gemerkt dat ze zo weinig gebruikt worden<br />
dat ze eigenlijk niet nodig zijn.” Ook in dat soort informatie<br />
zit een enorm potentieel om verder te besparen.<br />
www.facebook.com/fifthplay<br />
@fifthplay<br />
linkedin.com/company/fifthplay-nv
INHOUD<br />
VOORWOORD<br />
4<br />
8<br />
12<br />
16<br />
18<br />
20<br />
22<br />
26<br />
31<br />
Duurzame bedrijventerreinen<br />
v2.0<br />
Bedrijven plukken vruchten<br />
van energie-efficiëntie<br />
Warmte-kracht koppeling<br />
(WKK): meer met minder...<br />
OVED - Overlegplatform<br />
voor energiedeskundigen<br />
bECO2 ... een joint venture<br />
tussen Messer en IJsfabriek<br />
Strombeek<br />
Smart Grids Flanders<br />
Slimme meters,<br />
slimme gebruikers<br />
Kennisinstellingen: motor<br />
van kenniseconomie<br />
Korte berichten<br />
De goedkoopste energie wordt niet opgewekt<br />
Energie heeft vele gezichten. Sommigen daarvan zijn ondergewaardeerd. Energieefficiëntie<br />
is een van die gezichten. Energiebesparing komt pas de laatste jaren<br />
in beeld als een volwaardig initiatief. Het is duidelijk geworden dat in gebouwen<br />
en industriële installaties nog veel energie bespaard kan worden. In dit nummer<br />
focussen we op de industriële installaties en industriële <strong>pro</strong>jecten.<br />
Initiatieven rond energie-efficiëntie schieten als paddenstoelen uit de grond.<br />
Het Agentschap Ondernemen zet in op energiescans en lanceert een o<strong>pro</strong>ep om<br />
ESCO’s, Energy Service Companies, te <strong>pro</strong>moten. De Bond Beter Leefmilieu<br />
richt een initiatief op om de voorlopers rond energie-efficiëntie samen aan tafel<br />
te brengen. De bewustwording gaat dus in stijgende lijn, zowel bij de overheidsinstanties<br />
als bij het middenveld.<br />
De verschillende verenigingen kijken alvast uit naar de klemtonen binnen het<br />
nieuwe Vlaamse Regeerakkoord. Belangrijk wordt de positionering van energie-efficiëntie<br />
ten opzichte van hernieuwbare energie. Hernieuwbare energie is<br />
nog steeds belangrijk en vertegenwoordigt ondertussen een belangrijke economische<br />
sector. In ieder geval is er een tendens om de komende jaren bijkomend<br />
in te zetten op energie-efficiëntie.<br />
Jochen De Smet<br />
Hoofdredacteur <strong>Power</strong>-Pro<br />
PARTNERS<br />
COLOFON<br />
<strong>Power</strong>-Pro <strong>magazine</strong><br />
nummer 2014-2<br />
april - mei - juni 2014<br />
<strong>Power</strong>-Pro verschijnt 4 keer per jaar<br />
en is een initiatief van 2Mpact nv -<br />
www.2mpact.be<br />
Oplage 2500 exemplaren<br />
ISSN 2295-3264<br />
Hoofdredactie: Jochen De Smet<br />
Eindredactie: Josefien D’Haene en Nathanëlla Monsaert (2Mpact nv)<br />
Redactieraad: Heidi Lenaerts (SGF), Bart Bode (ODE), Michaël Herremans (Cedubo),<br />
Eline D’Hooge (OVED), Els Vandenberghe (PHP), Jorg Baeten (Cogen Vlaanderen)<br />
Grafische vormgeving: 2Mpact nv<br />
Advertentieregie: Tenacs OHP bvba - Roger Casteleyn - 09 225 82 04 of roger@tenacs.be<br />
Verantwoordelijke uitgever: Marc Mestdagh, Kortrijksesteenweg 1007 – 9000 Gent - 09 233 48 33<br />
Abonnement : 100 euro – gratis voor leden van de partners<br />
3
ARTIKEL<br />
Duurzame<br />
bedrijventerreinen<br />
v2.0<br />
De CO 2<br />
-uitstoot moet naar beneden. Daar is ondertussen<br />
nog weinig discussie over. We kunnen de <strong>pro</strong>ductie<br />
van CO 2<br />
in essentie op twee manieren verminderen: door<br />
minder energie te <strong>pro</strong>duceren of door de energie op een<br />
duurzame, hernieuwbare manier te <strong>pro</strong>duceren. Willen<br />
we zelfs maar in de buurt komen van wat nodig is, zullen<br />
we de beiden optmaal moeten combineren. Bedrijven<br />
zijn belangrijke afnemers van energie. Van hen moet<br />
bijgevolg ook een belangrijke bijdrage komen in de CO 2<br />
-<br />
reductie.<br />
4
ARTIKEL<br />
Een aantal ondernemingen hebben hun energieverbruik al onder handen genomen<br />
en <strong>pro</strong>duceren zelf hernieuwbare energie. Andere bedrijven moeten de<br />
eerste stappen naar een energiezuinigere en milieuvriendelijkere werking nog<br />
zetten. Er zijn sinds enige tijd bedrijventerreinen waar men de bedrijven samen<br />
brengt die extra inspanningen willen leveren voor het milieu.<br />
We kunnen ze duurzame bedrijventerreinen van de eerste generatie noemen.<br />
Want er is een nieuw soort duurzaam bedrijventerrein (DBT) op komst. In een<br />
DBT 2.0 wordt de opwekking en het gebruik van energie niet langer bekeken per<br />
bedrijf. De vraag naar energie wordt geconsolideerd voor het hele bedrijventerrein:<br />
hoeveel elektriciteit is er nodig en hoeveel warmte (en op welke temperatuur)<br />
wordt er gevraagd? Hetzelfde geldt voor alle andere energievormen, zoals<br />
perslucht of koeling. Vervolgens wordt onderzocht hoe die benodigde energie<br />
zo goedkoop en zo milieuvriendelijk mogelijk kan worden opgewekt. De grote<br />
(milieu-)winst schuilt in de mogelijkheid om de gevraagde energie centraal op<br />
te wekken. Niet alleen kunnen grotere installaties vaak met een beter rendement<br />
energie <strong>pro</strong>duceren, de grote meerwaarde zit in de combinatie van de verschillende<br />
afname<strong>pro</strong>fielen. Een bedrijf dat gedurende een beperkte periode bijvoorbeeld<br />
nood heeft aan grote volumes warmte kan niet zonder een installatie die<br />
dat piekvolume kan <strong>pro</strong>duceren. Ook al blijft die capaciteit gedurende de rest van<br />
de tijd grotendeels onbenut. Als dat bedrijf zijn warmte<strong>pro</strong>ductie kan delen met<br />
andere bedrijven die gedurende een beperkte periode hun warmtevraag kunnen<br />
beperken, dan is er<br />
een belangrijke<br />
optimalisering<br />
mogelijk. Een optimalisering<br />
die zich<br />
vertaalt in een lager<br />
gemeenschappelijk<br />
energiegebruik en<br />
bijgevolg ook in<br />
een lagere energiefactuur<br />
én een lagere<br />
CO 2<br />
-uitstoot.<br />
voor zorgen dat belangrijke verbruikers<br />
- bedrijven - zich in de buurt vestigen.<br />
Dat is precies wat een DBT doet: bedrijven<br />
–die veel meer energie gebruiken<br />
dan gezinnen- samen brengen in de<br />
buurt van hernieuwbare energie<strong>pro</strong>ductie<br />
en hun gebruik optimaal afstemmen<br />
op die <strong>pro</strong>ductie. De combinatie van<br />
verschillende gebruiks <strong>pro</strong>fielen (wie<br />
heeft op welk moment van de dag welke<br />
energie nodig) zorgt voor een interessanter<br />
gemeenschappelijk verbruik dat beter<br />
kan worden afgestemd op de <strong>pro</strong>ductie<br />
van hernieuwbare energie. Dit lokaal<br />
verbruik heeft overigens ook zijn financiële<br />
voordelen: energie die men zelf verbruikt,<br />
is meer waard dan de elektriciteit<br />
die men terug levert aan het net.<br />
De volgende figuur geeft een voorbeeld<br />
van een bedrijventerrein met een centrale<br />
energie<strong>pro</strong>ductie:<br />
Diezelfde synergievoordelen<br />
gelden<br />
Decentrale energie<strong>pro</strong>ductie en privénet<br />
ook voor de<br />
<strong>pro</strong> ductie van hernieuwbare energie. De grootste uitdaging voor hernieuwbare<br />
Een duurzaam bedrijventerrein 2.0 levert<br />
energie<strong>pro</strong>ductie is de niet-gebruikte energie. Het over-<br />
op technisch vlak een aantal belangrijke<br />
schot aan elektriciteit van een windturbine moet door het elektriciteitsnet<br />
opgenomen worden. Dat is voor het net, dat eigenlijk nog altijd<br />
ontworpen is om van op een paar centrale plaatsen energie te verdelen over<br />
heel het land, vaak een zeer moeilijke opdracht. De netten aanpassen aan<br />
het steeds groter volume elektriciteit dat ‘stroomopwaarts’ moet, is duurder.<br />
Idealiter wordt energie die lokaal wordt opgewekt dan ook lokaal verbruikt. En<br />
dat sluit aan bij de filosofie van een DBT. Als we willen dat er zoveel mogelijk<br />
energie in de buurt van lokale energie<strong>pro</strong>ductie wordt verbruikt, moeten we er<br />
uitdagingen, niet in het minst omdat er<br />
nauwelijks of geen ervaring bestaat met<br />
dit soort bedrijventerreinen. In Bilzen<br />
start energiestudiebureau Encon met<br />
een eerste duurzaam bedrijventerrein<br />
(mét windturbine en zonne-energie)<br />
waar ze zelf ook hun kantoren zullen<br />
vestigen. Daar worden de benodigde<br />
6
technieken in de praktijk getest. Maar<br />
ook op het vlak van communicatie en<br />
marketing stelt een DBT 2.0 uitdagingen<br />
die voor een traditioneel bedrijventerrein<br />
niet gelden. Welke bedrijven<br />
(met welk afname <strong>pro</strong>fiel) trek je aan?<br />
Hoe vinden we bedrijven met een complementair<br />
afname<strong>pro</strong>fiel? En wat doe je<br />
met ondernemingen die na verloop van<br />
tijd een ander energie<strong>pro</strong>fiel krijgen?<br />
Ook juridisch stellen zich heel wat aandachtspunten<br />
waar een oplossing voor<br />
moet worden gezocht. Zo is het in de<br />
huidige wetgeving voor het behalen van<br />
de nodige vergunningen vaak een nadeel<br />
dat meer dan 50% van de stroom uit een<br />
windturbine ter plaatste wordt verbruikt, terwijl dat in elk opzicht veel wenselijker<br />
is. Daarnaast moet er ook worden onderzocht onder welke randvoorwaarden<br />
een lokaal net mag worden aangelegd.<br />
Kortom, er zijn nog heel wat uitdagingen, maar het duurzaam bedrijventerrein<br />
versie 2.0 komt er aan.<br />
Robin Bruninx, Encon<br />
7
INTERVIEW<br />
Bedrijven<br />
plukken<br />
vruchten<br />
van energieefficiëntie<br />
Hoe kunnen we op een goede manier energieefficiënter<br />
en groener <strong>pro</strong>duceren zonder dat het voor<br />
bedrijven handenvol geld kost? Ondernemingen die hun<br />
energieverbruik willen aanpakken, kunnen een gratis<br />
energiescan aanvragen bij het Agentschap Ondernemen.<br />
Maar is dit wel voldoende? Hoe zit het met de return on<br />
investment? En wie financiert? Het bedrijf, de overheid of<br />
een derde partij?<br />
Een belangrijk criterium voor het energiebeleid is de Europese regel geving.<br />
De doelstellingen van 2020 zijn bekend: 20 % minder verbruik, 20% hernieuwbare<br />
energie en 20% minder uitstoot van broeikasgassen. Wordt<br />
energie -efficiëntie belangrijker door Europese druk?<br />
“Wij vinden in de eerste plaats het aspect rationeel energieverbruik interessant”,<br />
vertellen Piet Desiere, directeur bij het Agentschap Ondernemen, en Joachim<br />
Castelain, accountmanager energie. “Energie-efficiëntie is de eerste stap, pas dan<br />
volgt hernieuwbare energie. Dat zeggen ook de principes van Trias Energetica.<br />
Want met gratis energie van zonnepanelen kun je ook een rebound effect krijgen.<br />
Lichten blijven langer branden, verwarming eventueel een graadje hoger,<br />
dat kan niet de bedoeling zijn.”<br />
8
Bedrijven motiveren om te investeren in energie-efficiëntie kan enkel wanneer<br />
de return on investment voor hen interessant is. Wij merken dat er een<br />
grote nood is aan informatie over dit onderwerp. Een belangrijke taak voor<br />
voor het Agentschap Ondernemen?<br />
Piet Desiere: “Tuurlijk. Een van onze diensten is de energiescan die KMO’s gratis<br />
kunnen aanvragen. Die individuele energiedoorlichting analyseert de facturen<br />
van het energieverbruik, inspecteert de technische installaties en andere zaken<br />
zoals de isolatie, perslucht, koeling en elektromotoren. Met de energiescan krijgt<br />
het bedrijf een overzicht van de prioriteiten om het energieverbruik aan te pakken,<br />
een schatting van mogelijke besparingen en investeringskosten en een overzicht<br />
van de mogelijke subsidies.”<br />
“In de periode 2008 – 2013 heeft Agentschap Ondernemen 520 energiescans<br />
uitgevoerd. En daaruit blijkt dat voor een groot aantal voorgestelde ingrepen een<br />
economische return haalbaar is. Het rendement hangt af van de beleidsaccenten,<br />
maar vooral van de energieprijs. Als die morgen zou verdubbelen, dan zullen<br />
meer mensen meestappen in het energieverhaal. Medio 2013 werden vijf studiebureaus<br />
aangesteld om bijkomend in opdracht van het Agentschap 400 scans bij<br />
bedrijven uit te voeren.”<br />
Tonen veel bedrijven interesse in de energiescan?<br />
Joachim Castelain: “Ik merk inderdaad dat meer en meer bedrijven aandacht<br />
hebben voor milieuvriendelijk <strong>pro</strong>duceren, rechtstreeks en onrechtstreeks, voor<br />
de klimaatbeheersing en de slinkende energievoorraden. Zoals eerder gezegd<br />
hebben we sinds de lancering van de energiescan in 2008 520 bedrijven doorgelicht.<br />
En sinds oktober vorig jaar hebben al 117 ondernemingen een aanvraag<br />
ingediend. Dat levert toch wel een duidelijk bewijs dat het bewustzijn toeneemt?”<br />
“Eén op de vijf onderzochte bedrijven gaat effectief<br />
met onze voorstellen aan de slag.”<br />
Hoeveel ondernemingen, die een adviesscan hebben laten uitvoeren, hebben<br />
de adviezen werkelijk opgevolgd?<br />
Joachim Castelain: “Wij hebben onlangs alle 520 bedrijven een e-mail gestuurd<br />
met die vraag. 32 <strong>pro</strong>cent van hen heeft geantwoord. 68,5 <strong>pro</strong>cent van hen vertelde<br />
dat ze de voorgestelde maatregelen gaan uitvoeren. Dat betekent dat 22<br />
<strong>pro</strong>cent ofwel één op de vijf onderzochte bedrijven effectief met onze voorstellen<br />
aan de slag gaat.”<br />
Uit de resultaten van de scans blijkt dat KMO’s investeren in het laaghangend<br />
fruit, met andere woorden investeringen met een terugverdientijd kleiner<br />
dan vijf jaar. Hoe komt dat?<br />
Piet Desiere: “Eind vorig jaar werd de KMO-portefeuille uitgebreid waardoor<br />
Vlaamse ondernemers nu ook financieel ondersteund kunnen worden bij de<br />
begeleiding en coaching door erkende dienstverleners bij de realisatie van energiebesparende<br />
maatregelen. Het studiebureau bestudeert, schat de situatie in en<br />
Links: Piet Desiere, directeur Agentschap Ondernemen<br />
Rechts: Joachim Castelain, accountmanager energie<br />
9
INTERVIEW<br />
vraagt de nodige offertes. Het studiebureau beoordeelt die, kiest samen met de<br />
klant het beste voorstel en volgt de investering op. Deze dienst wordt voor 75<br />
<strong>pro</strong>cent gesubsidieerd tot maximaal 10.000 euro. Tot eind 2014 komen de maatregelen<br />
in aanmerking die verband houden met de perslucht<strong>pro</strong>ductie- en verdeling,<br />
koelinstallaties en de aanmaak van sanitair warm water. Maatregelen die<br />
net inspelen op dat laaghangend fruit.”<br />
Helpt het Agentschap Ondernemen na de uitvoering van de energiescan ook<br />
bij de aanvraag van subsidies?<br />
Piet Desiere: “Uiteraard. Bij elke aanbeveling die we doen geven we ook aan<br />
welke subsidies verkregen kunnen worden. Het is aan het bedrijf om die aan te<br />
vragen. We gaan hun handje niet vasthouden. Zij moeten de formulieren zelf<br />
invullen. Bij vragen mogen ze ons altijd contacteren. Want ik geef toe dat het<br />
subsidielandschap voor leken niet altijd even transparant is.”<br />
Joachim Castelain: “Stel nu dat er uit de energiescan blijkt dat de terugverdientijd<br />
voor de verlichting slechts zes à zeven jaar bedraagt in plaats van de gemiddelde<br />
vijftien jaar, dan kan een adviesbureau die specifieke situatie bestuderen.<br />
Voor zo’n onderzoek is een tegemoetkoming mogelijk via de KMO-portefeuille<br />
tot maximaal 2.500 euro. Dat bedrag kan oplopen tot 25.000 euro bij een uitgebreide<br />
studie en als de energie-investering een kantelmoment betekent voor de<br />
bedrijfsvoering. Dit beschouwen we dan niet meer als een thematisch advies,<br />
maar als een strategisch advies.<br />
Piet Desiere: “Agentschap Ondernemen is zeker niet de hoofdrolspeler in het<br />
energielandschap. Onze acties zijn afgestemd op het Vlaams Energie Agentschap<br />
(VEA), dat zelf ook voorziet in een aantal steunmechanismen, zoals de<br />
premies van distributienetbeheerders. De Vlaamse netbeheerders worden door<br />
de Vlaamse overheid verplicht om bij hun afnemers energiebesparing te stimuleren.<br />
Dat doen ze onder meer door een aantal energiebesparende maatregelen<br />
financieel te ondersteunen zoals muurisolatie, de plaatsing van een warmtepomp<br />
of zonneboiler.”<br />
massaal zullen investeren in de verlichting<br />
en verwarming van hun gebouwen.<br />
Veel bedrijfsleiders beschouwen dit<br />
immers niet als <strong>pro</strong>ductie-investeringen.<br />
Bovendien moet men bij het aanpakken<br />
van deze <strong>pro</strong>bleemzones veranderingen<br />
aanbrengen aan de infrastructuur. En dat<br />
is niet altijd zo evident. Verder is het zo<br />
dat subsidies de omvang van de investering<br />
misschien wel verlagen, maar<br />
het geld moet natuurlijk nog steeds op<br />
tafel gelegd worden. En soms is dat geld<br />
er niet. Daarom gaan we nu na hoe we<br />
bedrijven vlotter kunnen laten beschikken<br />
over de nodige financiering.”<br />
De uitbreiding van de KMO-portefeuille<br />
met coaching bij de implementatie<br />
van energiebesparende maatregelen<br />
is één van de maatregelen die<br />
kadert in het kmo-energie-efficiëntieplan<br />
(KEEP) van de Vlaamse regering.<br />
Wat staat er in de toekomst nog op het<br />
<strong>pro</strong>gramma?<br />
Joachim Castelain: “Acties zoals de<br />
energiescan en de bestaande steunmaatregelen<br />
moeten volgens mij resulteren<br />
in een zelfregulerende markt op<br />
energievlak. Alleen moet het besef nog<br />
groeien dat energie-investeringen zichzelf<br />
grotendeels terugbetalen en zorgen<br />
Hoe kunt u bedrijven aansporen om te<br />
investeren in interessante zaken zoals<br />
verwarming en verlichting, ook als de<br />
terugverdientijd de vijf jaar overschrijdt?<br />
Joachim Castelain: “Subsidies zijn uiteraard<br />
een mogelijkheid om die terugverdientijd<br />
te verkorten. Agentschap Ondernemen<br />
zet daar momenteel reeds op in<br />
met het aanbod van de ecologiepremie<br />
(EP+) en de strategische ecologiesteun,<br />
waarmee de aanschaf van vooraf beschreven<br />
technologieën voor een soms aanzienlijk<br />
percentage wordt gesteund. Toch zie<br />
ik het niet meteen gebeuren dat bedrijven<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
89<br />
kantoren<br />
46<br />
41 40 39 36 36<br />
24 23 21 21 20<br />
16<br />
13<br />
10 9 9 8 7 5 5<br />
kleinhandel<br />
metaalbewerking<br />
groothandel<br />
garage/carrosserie<br />
overige <strong>pro</strong>ductie<br />
voeding<br />
drukkerij<br />
kunststof<br />
bouw<br />
houtbewerking<br />
logistiek<br />
warenhuizen<br />
horeca<br />
instellingen/scholen<br />
afvalverwerking<br />
textiel<br />
sportaccomodatie<br />
tuinbouw<br />
beschutte werkplaats<br />
transport<br />
wasserij<br />
Activiteit van de gescande bedrijven<br />
2<br />
10
voor een competitief voordeel. Een van<br />
de stappen die men zou moeten zetten,<br />
is ervoor zorgen dat bedrijven weten<br />
bij wie ze kunnen aankloppen bij energie-investeringen.<br />
Een zeer interessante<br />
vorm van financiering is de inzet van<br />
ESCO’s (Energy Service Companies).<br />
Het Agentschap Ondernemen wil deze<br />
manier van werken ondersteunen. Daarom<br />
lanceren we een <strong>pro</strong>jecto<strong>pro</strong>ep rond<br />
ESCO-<strong>pro</strong>jecten. Bij een derdepartijfinanciering<br />
neemt een ESCO (of een<br />
bank) een deel van of zelfs de volledige<br />
investering ten laste.”<br />
“Hoe kunnen we als overheid ervoor zorgen<br />
dat bedrijven over de nodige financiële<br />
middelen beschikken om hun energieverbruik<br />
te verminderen? Moeten wij<br />
de ESCO dienstverlening subsidiëren?<br />
Moeten wij er voor zorgen dat ondernemingen<br />
gemakkelijker een ESCO binnenhalen?<br />
Ook voor ons is dat verhaal<br />
heel complex. Via onze o<strong>pro</strong>ep willen we<br />
alle mogelijkheden in kaart brengen en<br />
controleren of het systeem van derdepartijfinanciering<br />
een haalbare kaart is, ook<br />
en vooral voor kmo’s.”<br />
Wie kan er deelnemen aan deze o<strong>pro</strong>ep?<br />
Piet Desiere: “We denken aan intercommunales, <strong>pro</strong>vinciale ontwikkelingsmaatschappijen<br />
en federaties die samen met een groep van bedrijven acties willen<br />
ondernemen met de inzet van ESCO’s bij kmo’s als resultaat. Vervolgens analyseert<br />
een stuurgroep elke aanpak individueel, en lijst de knelpunten op. Met<br />
ons onderzoek heeft het beleid een beter inzicht in de mogelijkheden, kansen<br />
en bedreigingen. Er is anderhalf miljoen euro budget hiervoor voorzien en we<br />
mikken op drie tot vijf <strong>pro</strong>jecten.”<br />
Tekst en foto: Nathanëlla Monsaert<br />
Projecto<strong>pro</strong>ep ESKIMO<br />
Vlaams minister-president Peeters lanceerde op 17 februari 2014 de<br />
<strong>pro</strong>jecto<strong>pro</strong>ep ESKIMO ofwel ESCO’s voor KMO’s. Een Energy Service<br />
Company (ESCO) is een bedrijf dat energiediensten aanbiedt aan KMO’s.<br />
Consortia van (semi)overheidsinstantie, bedrijventerrein-beheerders,<br />
facilitators, sectorverenigingen en ondernemingsorganisaties kunnen<br />
zich kandidaat stellen.<br />
70<br />
69<br />
60<br />
50<br />
46<br />
40<br />
30<br />
26<br />
27<br />
20<br />
10<br />
0<br />
13<br />
diverse<br />
hvac<br />
10<br />
koeling<br />
18<br />
12<br />
stroom<br />
perslucht<br />
<strong>pro</strong>ceswarmte<br />
verwarming<br />
verlichting<br />
pv<br />
14<br />
12<br />
warmte<br />
3<br />
wkk<br />
Behandelde onderwerpen van de thematische adviezen
ARTIKEL<br />
Warmtekrachtkoppeling<br />
(WKK):<br />
meer met<br />
minder...<br />
Wat is het belang en het nut van WKK?<br />
Warmte-krachtkoppeling speelt een belangrijke rol in ons energiesysteem. Zo<br />
werd in 2012 maar liefst 22% van de in Vlaanderen verbruikte elektriciteit opgewekt<br />
door middel van een WKK. Dit ging gepaard met een enorme besparing<br />
aan primaire energie. Momenteel zorgt het huidige WKK-park in Vlaanderen<br />
met een opgesteld elektrisch vermogen van ongeveer 2200 MWe voor een<br />
primaire energiebesparing van ongeveer 9000 GWh. Men kan dus gerust stellen<br />
dat na zuiver hernieuwbare energie, WKK de meest duurzame wijze is om<br />
in onze energienoden te voorzien.<br />
Het meest voor de hand liggende voordeel van WKK is de primaire energiebesparing.<br />
WKK laat toe de schaarse primaire energiebronnen waarover we<br />
beschikken, zij het fossiel dan wel hernieuwbaar op een zo efficiënt mogelijke<br />
manier in te zetten. Omwille van deze PEB kunnen kwalitatieve installaties rekenen<br />
op steun via warmtekrachtcertificaten (WKC).<br />
Maar WKK heeft daarnaast ook nog een pak andere troeven. Allereerst is er<br />
de netondersteunende rol van de decentrale WKK-eenheden. Door <strong>pro</strong>ductie<br />
van elektriciteit daar waar ze ook verbruikt wordt, worden enerzijds netverliezen<br />
vermeden, en komt anderzijds capaciteit ter beschikking op het net. WKK<br />
biedt daarenboven het voordeel dat de installatie doorgaans (bij een klassieke<br />
sturing) <strong>pro</strong>duceert op het moment dat er ook een belangrijke elektriciteitsvraag<br />
is.<br />
12
Foto: COGEN Vlaanderen - Warmterecuperatie-ketel (HRSG) bij AB INBEV<br />
13
Zo kan WKK ook een faciliterende rol voor hernieuwbare energie spelen.<br />
Daar WKK-eenheden stuurbaar zijn, kunnen zij tot op bepaalde hoogte helpen<br />
om fluctuaties in de beschikbaarheid van hernieuwbare energiebronnen op te<br />
vangen. Op die manier kan een verdere toename van het WKK-vermogen een<br />
doorgezette en duurzame groei van hernieuwbare energiebronnen faciliteren en<br />
mee de bevoorradingszekerheid garanderen.<br />
Waar en wanneer wordt WKK toegepast?<br />
WKK is interessant daar waar nood is aan de twee energievormen (warmte en<br />
elektriciteit). Een warmtevraag is essentieel, een eventueel overschot aan elektriciteit<br />
kan ook in het net geïnjecteerd worden. Sommige sectoren hebben een<br />
behoefte aan zowel warmte als elektriciteit, en zijn dan ook potentieel geschikt<br />
voor WKK. We denken hierbij in de eerste plaats aan de grotere industrie: raffinaderijen,<br />
chemie, petrochemie, papier, voeding, textiel en metaalverwerking.<br />
Toch zijn er ook op kleinere schaal zeer interessante toepassingen voor WKK,<br />
zoals in de tuinbouw, zorgsector, zwembaden en KMO’s.<br />
WKK bij AB INBEV: efficiënte stoom<strong>pro</strong>ductie<br />
De WKK-installatie die CALLENSVYNCKE als EPC-contractor installeerde bij de AB<br />
INBEV-brouwerij in Leuven werd begin juni 2011 in gebruik genomen. Ze bestaat onder andere<br />
uit een SOLAR Mercury 50 turbine - gekoppeld aan een warmterecuperatieketel (HRSG) met<br />
bijstook en aangevuld met twee stand-by-ketels. Door gebruik te maken van thermische recuperatie<br />
uit de uitlaatgassen haalt de turbine een hoog elektrisch rendement bij een uitlaattemperatuur<br />
van 380 ºC, en een elektrisch vermogen van ca. 4,3 MWe. In de HRSG wordt de overige<br />
warmte in de uitlaatgassen benut voor de <strong>pro</strong>ductie van verzadigde stoom (6 ton/h) aan 11 bar.<br />
Via bijstook kan de stoom<strong>pro</strong>ductie in de HRSG opgedreven worden tot 27 ton/h. De twee modulerende<br />
stand-by-boilers kunnen elk voorzien in 25 ton/u. Een extra schouw aan de turbine en<br />
een aparte luchttoevoer aan de HRSG laten beide toe onafhankelijk van elkaar te werken wat de<br />
flexibiliteit van de WKK verhoogt. Het brouwen is de grote slokop van warmte. Niet minder dan<br />
de helft van de opgewekte warmte wordt hier namelijk verbruikt. Een tweede stoomlijn wordt<br />
voor tal van toepassingen gebruikt: het verwijderen van etiketten, het pasteuriseren van de flesjes,<br />
de CIP-tanks (CIP = cleaning in place), …<br />
De warmte die de thermische centrale <strong>pro</strong>duceert, dekt voor 100 % de warmtevraag van AB<br />
INBEV. De elektriciteit die de WKK <strong>pro</strong>duceert, dekt gemiddeld ruim de helft van de elektriciteitsvraag<br />
en wordt volledig lokaal verbruikt.<br />
WKK in de industrie<br />
Tussen 2005 en 2012 is het opgesteld<br />
elektrisch of mechanisch vermogen<br />
binnen de industrie in Vlaanderen gestegen<br />
van 1326 MW tot 1665 MW [REF<br />
WKK-inventaris 2012]. Het gros van<br />
dat opgesteld vermogen (1605 MW in<br />
2012) betreft turbine technologieën:<br />
stoom turbines, gasturbines en de combinatie<br />
van beiden. Deze technologieën<br />
zijn natuurlijk geassocieerd met de<br />
vermogens die we binnen de grootindustrie<br />
tegenkomen. Deze installaties<br />
leveren ook veel warmte op hoge temperaturen,<br />
veelal gekoppeld aan stoom<strong>pro</strong>ductie.<br />
Motoren, die eerder excelleren<br />
bij het aanleveren van warmte op<br />
lage temperaturen,<br />
vormen dan ook een<br />
beperkter aandeel<br />
binnen de industrie<br />
(60MW in 2012).<br />
Op heden is binnen<br />
de industrie al heel<br />
wat potentieel ingevuld,<br />
zeker bij de grote<br />
vermogens. Binnen<br />
de (relatief) kleinere<br />
warmtevragen bestaat<br />
er wel nog een ruim,<br />
openstaand potentieel.<br />
Denk daarbij bijvoorbeeld<br />
aan de voedingsnijverheid,<br />
de<br />
kleinere chemische<br />
industrie of industriële<br />
wasserijen.<br />
In principe dient<br />
voor elk industrieel<br />
<strong>pro</strong>ces of combinatie<br />
van <strong>pro</strong>cessen<br />
met een substantiële<br />
warmtevraag met<br />
een zekere basislast<br />
de mogelijkheid van<br />
WKK overwogen te<br />
worden.
In de KMO-sector<br />
Naast de grote industrie zijn er ook heel<br />
wat KMO’s die een beduidende hoeveelheid<br />
<strong>pro</strong>ceswarmte benodigen, onder<br />
meer in de voedingsindustrie. Hier gaat<br />
het dan voornamelijk over WKK’s met<br />
middelgrote (50 kWe - 1 MWe) vermogens.<br />
De laatste jaren zien we echter<br />
ook een gestage toename in het gebruik<br />
van WKK bij KMO’s - niet enkel voor<br />
<strong>pro</strong>ceswarmte, maar ook voor verwarmingstoepassingen<br />
of voor sanitair<br />
warm water. In dit segment worden<br />
voornamelijk WKK’s met een kleiner<br />
vermogen (enkele kWe – 50 kWe) geïnstalleerd.<br />
Het succes van deze installaties<br />
is vooral te danken aan de eenvoudige<br />
integratie en de lage investering- en<br />
exploitatiekost. Door de installatie<br />
te dimensioneren op de basislast kan<br />
bovendien een hoog aantal draaiuren verzekerd worden. De WKK’s in deze<br />
vermogensrange zijn vaak gestandaardiseerde WKK-modules, die doorgaans<br />
gebruik maken van een klassieke zuigermotor. Omwille van het diverse aanbod<br />
aan verschillende kleinere vermogens zijn de toepassingsgebieden erg uitgebreid:<br />
voor quasi elke warmtevraag bestaat er een WKK met een gepast vermogen.<br />
Met behulp van een absorptiekoelmachine kan een WKK bovendien ook<br />
ingezet worden om koude op te wekken, de zogenaamde trigeneratie.<br />
(Warmte-)Krachten bundelen<br />
Een bijkomende belangrijke opportuniteit voor WKK is de toepassing in industriezones<br />
en op bedrijventerreinen. De thermische behoefte van alle bedrijven<br />
gevestigd in dezelfde zone samen is uiteraard veel hoger dan van elk bedrijf<br />
apart. Voorts is de belastingsduur langer en worden toevallige schommelingen<br />
in de warmtevraag veel meer uitgevlakt dan wanneer men elk bedrijf apart<br />
beschouwt. Tenslotte speelt ook het economische voordeel van grootschaligheid,<br />
een rol. Dit alles bevordert de haalbaarheid van een centraal WKK-systeem<br />
voor een bedrijvencluster.<br />
Auteur: Jorg Baeten, COGEN Vlaanderen<br />
WKK bij Garage Moderne: efficiënt verwarmen<br />
Bij Garage Moderne in Kuurne werd in januari 2013 een WKK van E.<br />
VAN WINGEN NV (EVW) in bedrijf gesteld. De mini-WKK is een<br />
serie<strong>pro</strong>duct met een vermogen van 12 kWe dat werkt op aardgas. In<br />
combinatie met de bestaande PV-panelen is deze machine geïntegreerd<br />
in een lokaal smart grid en levert deze op een energie-efficiënte wijze<br />
elektrische stroom voor het opladen van de elektrische wagens en warme<br />
lucht voor de verwarming van het gebouw. De WKK functioneert in<br />
Garage Moderne gemiddeld 4.000 draaiuren per jaar en levert daardoor<br />
op jaarbasis 48.000 kWh elektrische stroom en 108.000 kWh warmte.<br />
Door de gelijktijdige opwekking van warmte en stroom kan de garage<br />
een primaire energiebesparing van 20% optekenen, wat overeenkomt<br />
met een jaarlijkse besparing van 10 ton CO 2<br />
. De kostenbesparing tikt aan<br />
tot 4.200 EUR per jaar. Daarenboven kan deze kwalitatieve WKK rekenen<br />
op overheidssteun onder de vorm van warmte-krachtcertificaten en<br />
wel voor 1.350 EUR per jaar. De warmte van de WKK kan in garages ook<br />
gebruikt worden om de lucht van spuitcabines voor te verwarmen en om<br />
stroom te leveren voor de ventilatoren van de spuitcabine, de compressoren,<br />
enz. Daardoor kan de WKK nog veel meer draaiuren presteren en<br />
dus extra energie besparen.<br />
15
Overlegplatform voor<br />
energiedeskundigen<br />
OVED werd als beroepsvereniging opgericht<br />
begin 2010. De directe aanleiding voor de oprichting<br />
van OVED was de wildgroei aan energiedeskundigen,<br />
met alle gevolgen voor de kwaliteit.<br />
Daarom was de eerste opdracht voor OVED het<br />
in kaart brengen van de verschillende disciplines<br />
waar het actief is. Dit vormt de basis voor de<br />
werking van OVED. OVED wil als beroepsvereniging<br />
werken op alle pijlers waar energiedeskundigen<br />
mee bezig zijn, zowel naar duurzaam<br />
OVED vzw<br />
Kortrijksesteenweg 1007<br />
B-9000 GENT<br />
Tel. 09 224 01 30<br />
info@oved.be<br />
+250 leden<br />
400 individuele contacten<br />
1000 deelnemers<br />
OVED Academy<br />
75 Executive Energy Experts<br />
gebouwenbeheer als naar een meer energieefficiënte<br />
industrie en hernieuwbare energie.<br />
Op deze manier wordt het beroep en de figuur<br />
van de energiedeskundige centraal gesteld in de<br />
organisatie.<br />
Mijlpalen<br />
Sinds de recente oprichting in 2010 is OVED snel gegroeid.<br />
De mijlpaal in zijn bestaan is de opstart van het peterschaps -<br />
<strong>pro</strong>ject van OVED met de steun van Agentschap Ondernemen en<br />
Vlaanderen In Actie. Half 2012 werd het eerste peterschaps<strong>pro</strong>ject<br />
Start2Build goedgekeurd. Dit <strong>pro</strong>ject heeft meer dan 70 energiedeskundigen<br />
begeleid in een <strong>pro</strong>fessionaliseringstraject. Hierbij<br />
kwamen verschillende thema’s als internetmarketing, sales training,<br />
financieel management aan bod. Dit traject ging samen met<br />
het aanbieden van inhoudelijke opleidingen. Na het traject kregen<br />
70 energiedeskundigen een label als “Certified Energy Expert”.<br />
Potentiële klanten kunnen vanaf nu een duidelijke keuze voor kwalitatieve<br />
energiedeskundigen maken.<br />
16
Ledenvoordelen:<br />
Ondanks zijn jonge leeftijd heeft OVED<br />
al heel wat mooie dingen kunnen realiseren<br />
voor de energiedeskundigen. We<br />
sommen de ledenvoordelen eens op:<br />
1. Verzekering beroepsaansprakelijkheid:<br />
voor de verschillende types van<br />
energiedeskundigen heeft OVED een<br />
kwalitatieve verzekering beroepsaansprakelijkheid<br />
uitgewerkt die de voornaamste<br />
risico’s van het beroep afdekt.<br />
2. Web 2020: een opstap naar de<br />
eerste volwaardige website voor de energiedeskundige.<br />
De energiedeskundige<br />
verkrijgt een eerste website om zijn activiteiten<br />
op te starten, met een bruikbare<br />
link naar verschillende sociale media.<br />
3. Modelcontracten: een eerste<br />
stap naar kwalitatieve dienstverlening<br />
door een goede juridische en contractuele<br />
basis met de energiedeskundige. De<br />
leden beschikken steeds over de laatste<br />
versie van het contract.<br />
4. Kwaliteitshandboek: een leidraad voor een minimale kwalitatieve<br />
dienstverlening die leidt tot een heus kwaliteitslabel. Op deze manier onderscheiden<br />
we energiedeskundigen en <strong>pro</strong>moten we het beroep.<br />
Opleidingen<br />
Sinds 2010 legt OVED een duidelijke focus op het organiseren van opleidingen.<br />
Deze opleidingen vormen een essentieel voordeel voor energiedeskundigen,<br />
aangezien deze inbegrepen zijn in het lidmaatschap. Deze opleidingen handelen<br />
zowel over industriële issues, als over duurzame gebouwen, hernieuwbare energie,<br />
juridische items, … Daarnaast werd in 2012 ook OVED Academy opgericht.<br />
Deze academy heeft als doel om kwalitatieve en uitgebreide opleidingen aan te<br />
bieden aan energie<strong>pro</strong>fessionals. Deze zijn vooral gericht op energiedeskundigen,<br />
maar staan ook open voor derden. OVED wil deze academy verder vormgeven<br />
tot een volwaardige opleidingsinstelling voor energiedeskundigen.<br />
Over de vereniging<br />
OVED is de beroepsvereniging van en voor kwalitatieve energiedeskundigen<br />
en is actief rond energie-efficiëntie, hernieuwbare energie<br />
en duurzaam bouwen voor industrie, overheid en particulieren.<br />
www.oved.be<br />
250<br />
leden<br />
POWER-PRO<br />
tijdschrift in samenwerking<br />
met andere verenigingen<br />
faciliteren en<br />
organiseren<br />
4 startactiviteiten<br />
Oprichting<br />
vzw OVED<br />
Eline D’hooge<br />
Stafmedewerker<br />
energiecongres<br />
150 deelnemers<br />
o.a.<br />
1e energiecongres<br />
20/10/2009<br />
organisatie<br />
ledenwerking<br />
studiedagen, werkgroepen, ledenvoordelen, ...<br />
organisatie belangenbehartiging<br />
o.a. VEA, kabinet, met andere organisaties<br />
OVED Academy<br />
250+ <strong>pro</strong>fessionals opgeleid<br />
organisatie <strong>pro</strong>jectwerking (VEA, AO, EU, ...)<br />
verzekeringspolis<br />
80<br />
leden<br />
Start2Build<br />
1ste peterschaps<strong>pro</strong>ject<br />
Q4Energy<br />
2de peterschaps<strong>pro</strong>ject<br />
30<br />
leden<br />
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015<br />
17
ARTIKEL<br />
bECO2 ...<br />
een joint<br />
venture<br />
tussen<br />
Messer en<br />
IJsfabriek<br />
Strombeek<br />
Messer is een familiebedrijf dat toonaangevend<br />
is als Europese industriële gas<strong>pro</strong>ducent.<br />
Messer <strong>pro</strong>duceert en levert<br />
zuurstof, stikstof, argon, kooldioxide,<br />
waterstof, helium, lasbeschermgassen,<br />
speciale gassen, medicinale gassen en<br />
een uitgebreid gamma gasmengsels.<br />
Hierdoor is Messer van alle markten<br />
thuis: drinkwater<strong>pro</strong>ductie, voedingsindustrie,<br />
laboratoria, chemieconcerns,<br />
milieutechnische toepassingen, lassen<br />
en snijden, metallurgie, papierindustrie,<br />
ziekenhuizen, ...<br />
IJsfabriek Stroombeek is ook een familiebedrijf.<br />
Het bedrijf startte ooit als<br />
<strong>pro</strong>ducent van waterijs, en is nu actief in<br />
vele andere sectoren: zowel in de zware<br />
industriële en chemische sector als in<br />
de medische wereld, maar ook als toeleverancier<br />
met een uitgebreid gamma<br />
van lasapparatuur. Vanaf eind de jaren<br />
zeventig zijn ze ook gestart met de <strong>pro</strong>-<br />
18
Opening van het BECO2-<strong>pro</strong>ject bij Ineos Zwijndrecht - Foto’s: Marina De Ridder, Messer Belgium<br />
ductie van lachgas, onder meer gebruikt<br />
voor anesthesie. IJsfabriek Strombeek is<br />
met deze N 2<br />
O-<strong>pro</strong>ductie de enige in België<br />
en één van de grootste in Europa.<br />
Messer en IJsfabriek Strombeek hebben<br />
op 12 november 2008 samen een joint venture<br />
“bECO2” opgericht met als doel een<br />
CO 2<br />
-recuperatie-eenheid te bouwen en<br />
uit te baten. bECO2 zal zijn gerecycleerde<br />
CO 2<br />
exclusief verkopen aan Messer<br />
en IJsfabriek Strombeek. De totale investering<br />
bedraagt ongeveer 17 miljoen €.<br />
De werken begonnen in mei 2009 en<br />
sinds mei 2010 is bECO2 operationeel.<br />
installaties van Ineos, waar ethyleen en zuurstof reageren tot ethyleenoxide, dat<br />
CO 2<br />
als bij<strong>pro</strong>duct <strong>pro</strong>duceert. De recuperatie-eenheid van bECO2 zal deze CO 2<br />
opvangen, zuiveren en vloeibaar maken. De vloeibare CO 2<br />
wordt, na analyse,<br />
opgeslagen in tanks en wordt nadien gebruikt om klanten in de Benelux-landen<br />
te bevoorraden.<br />
De naam bECO2 benadrukt het ecologisch aspect, namelijk het hergebruik van<br />
CO 2<br />
, dat in normale omstandigheden uit fossiele brandstoffen in de atmosfeer<br />
uitgestoten zou worden. De toepassingen, waarin deze CO 2<br />
een tweede maal<br />
wordt gebruikt, leveren een macro-economisch milieuvoordeel op van 30 tot<br />
60 %.<br />
Auteur: Sylvie Baert, Stafmedewerker VMx<br />
De CO 2<br />
-recuperatie-eenheid is gelegen<br />
op de terreinen van het chemieconcern<br />
Ineos Oxide te Zwijndrecht en zal een<br />
<strong>pro</strong>ductiecapaciteit van 150.000 ton per<br />
jaar hebben.<br />
bECO2 vangt CO 2<br />
op uit de chemische<br />
19
Smart Grids Flanders<br />
Smart Grids Flanders speelt een voortrekkersrol<br />
in slimme energienetwerken in Vlaanderen. Zij<br />
zijn hét eerste contactpunt in Vlaanderen voor<br />
slimme energienetwerken. Voka en EnergyVille<br />
startten de organisatie op in 2010. Smart Grids<br />
Flanders (SGF) brengt spelers uit de energiesector<br />
samen en ondersteunt hen door het organiseren<br />
van <strong>pro</strong>jecten, themagroepen, opleidingen en<br />
door informatiedeling over Vlaamse en Europese<br />
initiatieven op het vlak van slimme energie.<br />
Smart Grids Flanders<br />
Koningsstraat 154-158<br />
B-1000 Brussel<br />
Tel. 02/229 81 67<br />
info@smartgridsflanders.be<br />
100 leden<br />
80 deelnemers<br />
per themagroep<br />
100 deelnemers<br />
smart grid school<br />
Smart grids of slimme netten zijn elektriciteitsnetwerken die optimaal<br />
gebruikmaken van nieuwe technologieën. Ze vergemakkelijken<br />
de integratie van hernieuwbare energie en het tweerichtingsverkeer<br />
van elektriciteit (van <strong>pro</strong>ducent naar consument en omgekeerd).<br />
De doelgroep van Smart Grids Flanders zijn bedrijven, organisaties,<br />
onderzoeksinstellingen en overheden die betrokken zijn bij de ontwikkeling<br />
van energienetwerken van de toekomst. Momenteel zijn<br />
zo’n honderd leden aangesloten.<br />
Leden van Smart Grids Flanders kunnen netwerken met personen<br />
met dezelfde uitdagingen en creëren een persoonlijke band met de<br />
Smart Grids-sector en hernieuwbare energie-industrie. Ze genereren<br />
interessante business-mogelijkheden en ontvangen informatie die<br />
nergens anders te verzamelen is. Leden staan bovendien mee aan de<br />
wieg van nieuwe <strong>pro</strong>jecten en onderzoeken.<br />
Themagroepen<br />
Smart Grids Flanders heeft in zijn werking drie themagroepen die<br />
tweemaandelijks samenkomen. Tijdens die samenkomsten krijgen<br />
de deelnemers informatie, voeren ze discussies en initiëren ze nieuwe<br />
<strong>pro</strong>jecten over hun thema.<br />
20
De themagroep Grid Intelligence buigt<br />
zich over uitdagingen en oplossingen<br />
rond het ‘intelligenter’ maken van elektriciteitsnetten<br />
of de infrastructuur<br />
van distributie en transportnet. In de<br />
themagroep E-mobility ligt de focus<br />
op de uitdagingen en opportuniteiten<br />
die de nieuwe markt van elektrisch rijden<br />
met zich meebrengt, gekoppeld<br />
aan het energienet van de toekomst.<br />
De themagroep Home Intelligence<br />
handelt over lokale <strong>pro</strong>ducenten en<br />
consumenten van energie in een residentiële<br />
omgeving, gemeenzaam “<strong>pro</strong>sumer”<br />
genoemd.<br />
Smart Energy Solutions<br />
Niet enkel bedrijven die dagelijks bezig<br />
zijn met de energienetwerken van de<br />
toekomst kunnen terecht bij Smart Grids<br />
Flanders. Smart Energy Solutions wil<br />
ondernemingen die niet vertrouwd zijn<br />
met de energienetten van de toekomst<br />
laten kennismaken met de opportuniteiten<br />
die deze kunnen bieden. Deze<br />
opportuniteiten liggen onder meer op<br />
het vlak van energie-efficiëntie, kostenbesparing<br />
en duurzaamheid. Door<br />
middel van doorgedreven kennis- en informatieverspreiding, wil Smart Energy<br />
Solutions Vlaamse bedrijven aanzetten om een actieve speler te worden op het<br />
slimme energienet van de toekomst.<br />
Smart Energy Solutions is een <strong>pro</strong>ject in het kader van Fabriek van de Toekomst,<br />
de economische pijler van het Nieuw Industrieel Beleid (Vlaanderen in Actie)<br />
van de Vlaamse overheid.<br />
www.smartenergysolutions.be<br />
Smart Grid School<br />
Smart Grids Flanders organiseert één à tweemaal per jaar de Smart Grid School<br />
voor organisaties die nog onvoldoende thuis zijn in slimme energienetwerken.<br />
In twee dagen tijd verwerft de ondernemer een brede basiskennis over het wat,<br />
waarom en hoe van het slimme energienet. Ondertussen netwerkt men ook met<br />
‘medestudenten’.<br />
Auteur: Barbara De Munnynck<br />
Over de vereniging<br />
Smart Grids Flanders brengt bedrijven en onderzoekers samen om kennis<br />
uit te wisselen rond slimme netwerken. Zij fungeren als eerste contactpunt<br />
in Vlaanderen. Via Smart Energy Solutions krijgen ondernemingen<br />
opportuniteiten om slimme netwerken verder uit te bouwen.<br />
www.smartgridsflanders.be<br />
Prioriteiten stellen<br />
en haarbaarheid<br />
bestuderen<br />
Internationalisatie<br />
2013<br />
2006-2010<br />
In 2008 wordt ‘smart grids’<br />
door Voka en de Vlaamse<br />
Raad voor Wetenschapsbeleid<br />
als thematische<br />
focus gekozen voor een<br />
doorbraakplatform. In<br />
2009 voert men een haalbaarheidsstudie<br />
voor een<br />
Vlaams Smart Grids Platform<br />
uit die het belang<br />
van een platform onderstreept.<br />
Van VSGP naar<br />
Smart Grids Flanders<br />
2010-2011<br />
Het Vlaams Smart Grids Platform<br />
ontstaat op 1 april 2010 door<br />
verschillende partners. In 2011<br />
verandert de naam om internationale<br />
ambities te onderstrepen. Heidi<br />
Lenaerts wordt de eerste directeur<br />
van Smart Grids Flanders.<br />
SGF treedt toe als actief lid tot de Global<br />
Smart Grid Federation en organiseert<br />
voor het eerst activiteiten in Nederland.<br />
Internationale sprekers staan vaker op<br />
de SGF-agenda.<br />
Smart Grids Flanders breidt uit<br />
2012<br />
Smart Grids Flanders breidt haar takenpakket<br />
uit met meerdaagse trainingen, brainstormsessies,<br />
<strong>pro</strong>jectworkshops, … Smart Energy<br />
Solutions, een <strong>pro</strong>ject kaderend in VIA en het<br />
Nieuw Industrieel Beleid, maakt ondernemingen<br />
die niet vertrouwd zijn met smart<br />
grids wegwijs.<br />
U wordt lid van<br />
Smart Grids Flanders<br />
2014-...<br />
Onze vereniging groeit.<br />
95% van de leden geeft<br />
aan zeer tevreden te<br />
zijn over Smart Grids<br />
Flanders. Ook u kan lid<br />
worden om zo een voortrekkersrol<br />
te spelen in<br />
de smart grids-wereld.<br />
Van 2006 tot ...<br />
21
ARTIKEL<br />
Slimme<br />
meters,<br />
slimme<br />
gebruikers<br />
Slimme meters zijn één van de middelen die Europa wil<br />
inzetten om tegen 2020 een 20% hogere energie-efficiëntie<br />
te bereiken. In 2008 raamde een studie in opdracht<br />
van de VREG dat de invoer van slimme meters in Vlaanderen<br />
de energie-efficiëntie met 1,5% zou doen stijgen.<br />
Nu de eerste slimme meters in 2010 hun intrede deden in<br />
Vlaanderen, kan men hun impact beter becijferen. En wat<br />
blijkt? Met slimme meters kan Vlaanderen 3% energieefficiënter<br />
worden – hun effect blijkt dus dubbel zo positief<br />
als aanvankelijk gedacht.<br />
Europa wil dat zijn lidstaten tegen 2020 drie ambitieuze energiedoelstellingen<br />
halen. Zowel de energie-efficiëntie als het aandeel hernieuwbare energie moet<br />
20% stijgen, terwijl de uitstoot van broeikasgassen met 20% moet dalen. Eén<br />
van de middelen waarmee Europa deze drie doelstellingen wil bereiken, is de<br />
invoer van slimme meters. Slimme meters hebben een dubbele functie. Enerzijds<br />
zorgen ze voor meer en betere metingen, zodat de energieverbruiker snel informatie<br />
en persoonlijke gebruiksfeedback krijgt. Dit moet leiden tot een positieve<br />
gedragsverandering en een efficiënter energiegebruik. Anderzijds vormen slimme<br />
meters een soort monitoring-, controle- en sturingsplatform voor de beheerders<br />
van de distributienetten, die voor de uitdaging staan om een aanzienlijke<br />
decentrale <strong>pro</strong>ductiecapaciteit toe te laten op het net.<br />
Vlaamse praktijk<strong>pro</strong>ef<br />
Europa gelooft rotsvast in de slimme<br />
meter en wil op korte termijn zoveel<br />
mogelijk mechanische ferrarismeters<br />
vervangen door slimme meters. Lidstaten<br />
die op 3 september 2012 geen<br />
gemotiveerd standpunt innamen over<br />
een nationale uitrol, moeten 80% van<br />
hun meters vervangen tegen 2020. Na<br />
een grondige kosten-batenanalyse aan<br />
Vlaamse en Waalse zijde, beslisten de Belgische<br />
gewesten op 3 september 2012 om<br />
voorlopig niet over te gaan tot een brede<br />
uitrol van slimme meters. De investeringskosten<br />
zijn immers aanzienlijk. Het<br />
lijkt opportuun om slimme meters alleen<br />
daar te plaatsen waar ze voor een belangrijke<br />
meerwaarde zorgen. Toch deden<br />
de eerste slimme meters tussen april en<br />
november 2010 hun intrede in Vlaanderen.<br />
Netbeheerders Eandis en Infrax<br />
22
Slimme meter - Creative Commons - Some rights reserved by Christian Haugen - http://www.flickr.com/photos/christianhaugen/4524763865<br />
beslisten om de technische haalbaarheid<br />
van de nieuwe generatie verbruiksmeters<br />
voor elektriciteit en gas alvast uit te<br />
testen in reële omstandigheden, in een<br />
gezamenlijke praktijk<strong>pro</strong>ef (PoC 2010).<br />
Er werden in totaal 4750 slimme elektriciteits-<br />
en gasmeters geplaatst, die twee<br />
communicatieconcepten voor slimme<br />
meters moesten uittesten. Zowel het<br />
communicatieconcept via het gewone<br />
elektriciteitsnet (Eandis) als het concept<br />
via het breedbandnetwerk van de kabeltelevisie<br />
(Infrax) bleek technisch goed te<br />
werken. Bovendien liet de eerste praktijk<strong>pro</strong>ef<br />
(PoC 2010) toe om een energie-efficiëntieonderzoek<br />
op te starten. Europa<br />
gaat er immers vanuit dat energieklanten<br />
met slimme meters zullen evolueren tot<br />
‘slimme’, energie-efficiënte gebruikers.<br />
Maar zijn daar ook harde bewijzen voor?<br />
Welke impact hebben slimme meters<br />
daadwerkelijk op de energie-efficiëntie van grote gebruikersgroepen?<br />
Aanpak efficiëntiestudie –<br />
een slimme meter alleen is niet genoeg<br />
In 2008 voerde het Nederlandse onderzoeks- en adviesbureau KEMA in opdracht<br />
van de VREG (Vlaamse Regulator voor Energie en Gas) een studie uit, waarbij<br />
de verbetering van de energie-efficiëntie door de invoer van slimme meters op<br />
basis van literatuurstudies werd ingeschat op 1,5%. Na de Vlaamse praktijk<strong>pro</strong>ef<br />
met 4750 slimme meters (PoC 2010) kon deze hypothese van 1,5% getoetst<br />
worden op basis van reële gegevens. Het onafhankelijke onderzoeksbureau<br />
Trilations werkte een statistische aanpak uit op basis van meerdere voorgaande<br />
studies. Die hadden telkens uitgewezen dat het plaatsen van slimme meters<br />
alleen niet genoeg is om verbruikers aan te zetten tot meer efficiëntie – daarvoor<br />
bleek ook inzicht in rationeel energieverbruik onontbeerlijk. Daarom besliste<br />
Trilations om in zijn energie-efficiëntie onderzoek te werken met drie groepen.<br />
Een eerste groep van 1500 gezinnen heeft sinds de PoC 2010 een slimme meter.<br />
Tijdens het efficiëntie-onderzoek kregen zij wekelijks en maandelijks persoonlijke<br />
feedback over hun energieverbruik op basis van gegevens uit hun slimme<br />
meter. Daarnaast ontvingen ze ook op regelmatige tijdstippen algemeen advies<br />
over rationeel energieverbruik. Een tweede groep van 2500 gezinnen had geen<br />
23
ARTIKEL<br />
slimme meter. Zij kregen dus ook geen persoonlijke feedback, maar wel algemeen<br />
advies over rationeel energieverbruik. Een derde en laatste groep kreeg<br />
noch persoonlijke feedback, noch algemeen energieadvies. Om de bevindingen<br />
voor de verschillende groepen te kunnen extrapoleren naar Vlaanderen, werd<br />
binnen elke groep gezorgd voor een representatieve mix van vier <strong>pro</strong>fielen:<br />
gebruikers die om financiële redenen energie willen besparen; gebruikers die om<br />
ecologische redenen energie willen besparen; gebruikers die beide motivaties<br />
combineren; en ongemotiveerde gebruikers. Om het onderzoek een correcte statistische<br />
basis te geven, werd samengewerkt met StatUa, het Centre of Excellence<br />
of Statistics van de Universiteit Antwerpen. Het onderzoek becijferde de impact<br />
van slimme meters op zowel het elektriciteitsverbruik als het gasverbruik. De<br />
test liep over twee jaren. In 2011 onderzocht men of gezinnen effectief energie<br />
bespaarden het jaar nadat hun slimme meter was geplaatst. In 2012 ging men na<br />
of het besparende effect blijvend was.<br />
Resultaten efficiëntiestudie –<br />
positieve feedback werkt het best<br />
Uit het onderzoek bleek eenduidig dat gebruikers uit de eerste groep – die via<br />
een wekelijkse mail, een maandelijkse brief en een website persoonlijke verbruiksfeedback<br />
kregen op basis van gegevens uit hun slimme meter gecombineerd<br />
met algemene energiebesparende tips – significant meer elektriciteit<br />
bespaarden dan gebruikers uit de tweede groep – die alleen advies over rationeel<br />
energieverbruik ontvingen. In de studieperiode 2011 bespaarde de eerste groep<br />
(slimme meter + algemene info) 4,6% meer dan de tweede groep (alleen algemene<br />
info). In de studieperiode 2012 was dit zelfs 5,8%. Gewogen naar de volledige<br />
populatie betekent dit op Vlaams niveau dat slimme meters een gemiddelde jaarbesparing<br />
van 3% (respectievelijk 2,6% in 2011 en 3,4% in 2012) kunnen realiseren<br />
op het elektriciteitsverbruik. Het effect van slimme meters is dus dubbel zo<br />
positief als op basis van KEMA’s literatuurstudie werd ingeschat. Er zijn nog vier<br />
andere belangrijke bevindingen voor groep één:<br />
• Ook de gebruikers met een ongemotiveerd <strong>pro</strong>fiel (zonder interesse in financiële<br />
of ecologische beweegredenen) bespaarden op hun elektriciteitsverbruik.<br />
Blijkbaar kan de combinatie van individuele feedback uit een slimme<br />
meter met algemeen energieadvies iedereen aanzetten tot meer efficiëntie.<br />
Dit is een optimistisch stemmende vaststelling.<br />
• Gezinnen die de gedetailleerde verbruiksinformatie regelmatig consulteerden,<br />
bespaarden significant meer (8%) dan de gezinnen die bv. nooit de<br />
wekelijkse pdf openden of de website bezochten.<br />
• De persoonlijke feedback uit de slimme meter (wekelijkse pdf per mail en<br />
maandelijkse brief per post) toonde de gezinnen aan de hand van een groene<br />
of rode pijl of ze bespaarden ten opzichte van hun eigen verbruik het voorgaande<br />
jaar. Gezinnen die veel positieve feedback kregen, bespaarden aanzienlijk<br />
meer (besparingen tot 13%)<br />
dan gezinnen die regelmatig een rode<br />
pijl kregen. Dit suggereert dat positieve<br />
feedback stimulerend werkt,<br />
terwijl negatieve feedback mensen<br />
doet afhaken.<br />
• Gezinnen met een hoog initieel energieverbruik<br />
(in de periode 2010)<br />
bespaarden in 2011 en 2012 meer<br />
dan gezinnen die al bij aanvang energie-efficiënt<br />
leefden. De kleine(re)<br />
mogelijke besparingsmarge kan verklaren<br />
waarom gezinnen met een<br />
ecologisch <strong>pro</strong>fiel de minste besparingen<br />
realiseerden.<br />
Aanbevelingen en kanttekeningen<br />
naar de toekomst<br />
toe<br />
Op www.eandis.be (onder ‘Over Eandis’<br />
– ‘Slimme meters’) staat een verhelderend<br />
filmpje dat het verhaal achter<br />
de praktijk<strong>pro</strong>ef rond slimme meters<br />
uitgevoerd toegankelijk in beeld brengt.<br />
Het volledige eindrapport van het energie-efficiëntie<br />
onderzoek kan dan weer<br />
worden geraadpleegd op www.infrax.be<br />
(onder ‘Over Infrax’ - ‘Energiesector’ -<br />
‘Slimme meters’). Naast gedetailleerde<br />
informatie over de aanpak van de studie<br />
en de uitdagingen onderweg, plus uitgebreide<br />
onderzoeksresultaten, bevat dit<br />
rapport ook aanbevelingen voor de toekomst.<br />
Een eerste belangrijke uitdaging<br />
ligt op communicatievlak. Het regelmatig<br />
consulteren van de persoonlijke verbruiksfeedback<br />
uit de slimme meter had<br />
een duidelijk positief effect op de gerealiseerde<br />
energiebesparing. Toch werden<br />
via de wekelijkse pdf per mail amper<br />
4 op de 10 gezinnen uit de eerste groep<br />
(met slimme meter en algemeen advies)<br />
24
“In Vlaanderen kunnen zelfs<br />
residentiële gebruikers dankzij<br />
slimme meters een aanzienlijke<br />
energiebesparing realiseren.<br />
Als signaal naar de industrie<br />
kan dat tellen.”<br />
The Green Wave<br />
in <strong>Power</strong> Solutions<br />
bereikt en bezocht minder dan 3 op 10 van hen minstens eenmaal<br />
de website. Hier ligt dus een grote mogelijkheid tot verbetering.<br />
De onderzoeksresultaten van 2012 toonden bovendien aan dat het<br />
stimulerende effect van positieve feedback afneemt wanneer er geen<br />
voortschrijdende benchmark is. Om blijvend te motiveren moet de<br />
persoonlijke verbruiksfeedback uit slimme meters dus een evenwicht<br />
vinden tussen complimenteren (positieve toon) en stimuleren (prikkels<br />
aanreiken).<br />
Signaleren we als afsluiter twee belangrijke kanttekeningen bij het<br />
onderzoek. Ten eerste is het jammer dat de studie alleen toelaat om<br />
uitspraken te doen over de impact van slimme meters op het elektriciteitsverbruik.<br />
Bij het gasverbruik werden geen significante verschillen<br />
tussen de drie gebruiksgroepen vastgesteld en kunnen geen eenduidige<br />
conclusies worden geformuleerd, noch voor 2011, noch voor 2012.<br />
Hier is dus bijkomend onderzoek nodig. Ten tweede onderzocht Trilations<br />
in deze studie de daadwerkelijke impact van slimme meters op<br />
de energie-efficiëntie van residentiële verbruikers. In het energielandschap<br />
is deze verbruikersgroep het spreekwoordelijke ‘kleine broertje’.<br />
Omdat de aanpak van de studie extrapolatie naar heel Vlaanderen<br />
toeliet, bleek toch dat zelfs zij dankzij slimme meters een aanzienlijke<br />
energiebesparing kunnen realiseren. Als signaal naar de industrie kan<br />
dat tellen. Elke onderneming, groot of klein, kan baat hebben bij een<br />
slimme meter. Alleen als alle spelers in het energielandschap meestappen,<br />
kunnen we tegen 2020 de besparingsrichtlijn van 20% halen.<br />
Auteurs: Barbara De Munnynck en Heidi Lenaerts voor Smart Grids Flanders<br />
Combining Energy Flows<br />
Efficiently<br />
Warmtekrachtkoppeling is uw onafhankelijkheidsverklaring. Zelf<br />
warmte en stroom <strong>pro</strong>duceren en bijna 30% energie besparen,<br />
ook als er geen zon of wind is.<br />
Bij EVW doen we meer met minder.<br />
We ontwerpen en bouwen WKK’s die staan voor jarenlange,<br />
betaalbare duurzaamheid. En we houden hun conditie nauwgezet<br />
in de gaten.<br />
Met ons als partner in uw energie<strong>pro</strong>ject maakt u onze blauwe<br />
planeet op een overtuigende manier weer wat groener.<br />
• WKK OP AARDGAS, BIOGAS EN PLANTENOLIE<br />
• MINI-WKK<br />
• NOODSTROOMINSTALLATIES<br />
E. VAN WINGEN NV<br />
Industrieterrein Durmakker 27 - B-9940 Evergem<br />
T +32 (0)9 253 08 00 • F +32 (0)9 253 40 82<br />
info@vanwingen.be • www.vanwingen.be<br />
143453 adv staand.indd 1 18/01/13 08:23<br />
25
ARTIKEL<br />
Kennisinstellingen:<br />
motor van kenniseconomie<br />
Jeroen De Maeyer<br />
Bedrijven die nood hebben aan informatie over energietechnologie<br />
of een <strong>pro</strong>duct willen laten ontwikkelen in het<br />
domein van energie-efficiëntie of hernieuwbare energie,<br />
kunnen terecht bij Ghent University Sustainable Energy<br />
Technologies, kortweg UGent SET. Het consortium<br />
van onderzoeksgroepen, verbonden aan de universiteit,<br />
gaat de confrontatie aan met de uitdagingen in het<br />
energiedomein. “We willen naast een academische ook<br />
een economische meerwaarde creëren voor bedrijven”,<br />
steekt Jeroen De Maeyer, Business Development<br />
Manager, van wal.<br />
26
SET situeert zich in het Industrieel<br />
Onderzoeksfonds (IOF). De Vlaamse<br />
regering richtte in 2004 het IOF op<br />
omdat meer kennis van de instellingen<br />
moet doorvloeien naar de bedrijven en<br />
de maatschappij. UGent SET bestaat nu<br />
vijf jaar. Jeroen De Maeyer, ingenieur<br />
van opleiding is de coördinator.<br />
Hoe kunnen geïnteresseerde bedrijven<br />
met u in contact komen?<br />
Jeroen De Maeyer: “Ik ben het eerste<br />
aanspreekpunt voor de industrie die<br />
nood heeft aan kennis rond energietechnologie.<br />
Via mij bereiken ze een<br />
tiental onderzoeksgroepen die in het<br />
consortium zitten.”<br />
“Mijn contactgegevens staan op de site<br />
www.set.ugent.be. Dankzij mijn technologische<br />
achtergrond kan ik meedenken<br />
over wat ze precies nodig hebben. Stel<br />
nu dat een onderneming een specifieke<br />
elektrische machine nodig heeft, dan is<br />
het aan mij om te achterhalen wat de<br />
vraag aan de UGent precies is. Vragen<br />
ze naar iemand die het hele systeem en<br />
de specificaties kent? Wil het bedrijf die<br />
elektrische machine aankopen, maar<br />
weet het niet welk type of wat daar van<br />
te verwachten in termen van specificaties?<br />
Of wensen ze dat de universiteit<br />
een geheel nieuwe machine ontwerpt?<br />
Afhankelijk van het antwoord kan ik hen<br />
drie verschillende contactpersonen aanbevelen.”<br />
“Mijn volgende stap is om te achterhalen<br />
of de samenwerking een meerwaarde<br />
biedt voor de UGent en voor het bedrijf.<br />
Die win-winsituatie is heel belangrijk. De<br />
volgende stappen bevatten onder meer<br />
het inhoudelijke werkplan, het financiële<br />
plan en de contractuele afspraken.”<br />
UGent-SET werkt ook samen met<br />
KULeuven. Hoe verloopt die samenwerking?<br />
“De werking tussen de UGent en KULeuven verloopt complementair. Leuven<br />
speelt met EnergyVille meer in op smart grids en smart cities en onderzoekt<br />
dus de evolutie van het grid-gebeuren: waar gaan de steden in de toekomst hun<br />
energie vandaan halen met gebruik van beschikbare hernieuwbare <strong>pro</strong>ductietechnologie?<br />
De UGent daarentegen kiest met SET voor het verbeteren en optimaliseren<br />
van de <strong>pro</strong>ductietechnologie en het reduceren van de energiebehoefte<br />
via energie-efficiëntie.”<br />
Kan u voorbeelden geven van mooie gerealiseerde <strong>pro</strong>ducten?<br />
“Dat is geen gemakkelijke vraag. Ze zijn zo divers. Wat ik mooi vind, is de evolutie<br />
rond golfenergie. Wij zijn op dat vlak de motor in Vlaanderen, onder andere<br />
met het Gen4Wave <strong>pro</strong>ject. Maar er zijn tal van andere <strong>pro</strong>jecten die de bedrijven<br />
hebben vooruitgeholpen. Hier in Gent werken we nauw samen met Anglo<br />
Belgian Corporation (ABC), een fabrikant van dieselmotoren. Dat bedrijf heeft<br />
een motor op de markt gebracht die nu al voldoet aan de emissienormen van<br />
2016.”<br />
Jullie spelen in op hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Willen jullie<br />
hiermee aantonen dat ook met hernieuwbare energie zuinig omges<strong>pro</strong>ngen<br />
moet worden?<br />
“Dat is niet direct de boodschap die we willen geven. Onze boodschap is dat je<br />
iets moet ondernemen aan de <strong>pro</strong>ductie-, aanbod- én de vraagzijde. En net die<br />
vraagzijde gaat over energie-efficiëntie. Je kan de energiebehoefte nog sterk verminderen<br />
door de energie-efficiëntie aan te pakken.”<br />
Wat is de toekomstvisie van SET?<br />
“Wij geloven dat een universiteit meer kan doen dan louter onderrichten en<br />
onderzoek publiceren. De universiteit is de motor van de kenniseconomie. Op<br />
zijn minst in Vlaanderen, maar het liefst in Europa. We verrichtten vroeger vooral<br />
academisch fundamenteel onderzoek, maar het beeld van de universiteit als<br />
een ivoren toren klopt niet meer. SET heeft net als doel om te kijken of we iets<br />
concreets kunnen doen met onze onderzoeksresultaten .”<br />
Industrieel Onderzoeksfonds (IOF)<br />
Het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) is een fonds van de Vlaamse<br />
regering. De middelen worden verdeeld onder de kennisinstellingen op<br />
basis van de meerwaarde die ze realiseren voor de maatschappij. De middelen<br />
van een IOF worden aangewend voor strategisch basisonderzoek<br />
en toegepast wetenschappelijk onderzoek, met economische finaliteit, in<br />
de schoot van de associatie/universiteit.<br />
IOF wil op korte termijn de kennisuitwisseling tussen de associatie en het<br />
bedrijfsleven stimuleren en op middellange tot lange termijn een aanknoping<br />
vinden tussen wetenschappelijke onderzoeken en de economische<br />
behoeften van het bedrijfsleven.<br />
27
ARTIKEL<br />
Energie-efficiëntie<br />
in gebouwen<br />
Om de EU 2020-doelstellingen te<br />
halen moeten gebouwen energiezuiniger<br />
worden. In het ECO-Life<br />
<strong>pro</strong>ject (2010-2016) is de UGent verantwoordelijk<br />
voor de meting van de<br />
prestaties van innovatieve energieconcepten<br />
in gebouwen en wijken.<br />
Een van de wijken die de universiteit<br />
volgt is de wijk Venning (Kortrijk)<br />
waar een industrieel consortium de<br />
gebouwen en de wijk gaat opwaarderen<br />
tot een CO 2<br />
-neutrale nul-energiewijk.<br />
www.ecolife-<strong>pro</strong>ject.eu<br />
Alhedron<br />
Alhedron is een spin-off <strong>pro</strong>ject binnen<br />
de onderzoeksgroep Technische<br />
Thermodynamica en warmteoverdracht<br />
aan de UGent, lid van SET.<br />
De groep modelleert, ontwerpt en<br />
simuleert compacte warmtewisselaars<br />
die de warmteoverdracht verbeteren.<br />
Ze ontwikkelen en <strong>pro</strong>duceren<br />
binnen Alhedron thermische<br />
toepassingen op basis van metaalschuim.<br />
Alhedron optimaliseert toepassingen<br />
door het combineren van<br />
gepatenteerde design tools met hun<br />
expertise van thermische systemen<br />
en knowhow over metaalschuim.<br />
www.alhedron.com<br />
Tweefasenstroming<br />
warmteoverdracht<br />
Tijdens de verdamping van een<br />
koelmiddel in een warmtewisselaar,<br />
gedraagt het koelmiddel zich<br />
als een twee-fasenstroom (vloeistof<br />
en damp) waarbij de dampfractie<br />
een belangrijke parameter is. Met<br />
deze technologie bepaalt de onderzoeksgroep<br />
direct deze dampfractie.<br />
Met de sensor kunnen ze het gedrag<br />
bestuderen van tweefasenstromingen<br />
in de buizen van compacte<br />
warmtewisselaars om overdimensionering<br />
van de warmtewisselaar te<br />
verminderen en de prestatiecoëfficiënt<br />
van pompen en koelmachines te<br />
verbeteren.<br />
Energie-efficiënte<br />
elektrische<br />
machines en<br />
vermogens–<br />
elektronica<br />
De octrooiaanvraag voor ‘High Efficient<br />
Axial Machine’ is een typisch<br />
voorbeeld van de activiteiten van<br />
SET. Binnen SET-onderzoeken we<br />
bijvoorbeeld de elektrische, thermische<br />
en magnetische aspecten van<br />
elektrische machines. Het resultaat<br />
is een zeer compacte elektrische<br />
machine met een hoog vermogen<br />
en slechts 10 cm axiale lengte en een<br />
diameter van 20 cm. SET is op zoek<br />
naar industriële partners die deze<br />
technologie willen vermarkten.<br />
28
GUCCI – Ghent<br />
University Combustion<br />
Chamber I<br />
De verbrandingsmotor met compressieontsteking<br />
(type dieselmotoren) is<br />
nog steeds de belangrijkste bron van<br />
tractie voor zwaar vervoer, bij het<br />
spoorverkeer, binnen de scheepvaart<br />
en in generatoren. UGent onderzoekt<br />
het gebruik van alternatieve<br />
brandstoffen. Een belangrijk instrument<br />
in het onderzoek is de constant<br />
volume verbrandingskamer. De<br />
kamer kreeg de naam ‘Ghent University<br />
Combustion Chamber I’ of kortweg<br />
GUCCI. De verbrandingskamer<br />
stelt de onderzoekers in staat om het<br />
verstuivings- en verbrandings<strong>pro</strong>ces<br />
van diesel en andere stoffen te visualiseren.<br />
ORCNext<br />
(2012-2016)<br />
ORCNext is een SBO-<strong>pro</strong>ject met<br />
de universiteiten van Gent, Antwerpen<br />
en Luik. Het onderzoeks<strong>pro</strong>ject<br />
heeft als doel oplossingen te bieden<br />
rond de ORC (Organic Rankine<br />
Cycle)-technologie voor restwarmterecuperatie.<br />
Verhoging van de efficiëntie<br />
met superkritische systemen,<br />
adequate controle van het dynamisch<br />
gedrag over fluctuerende warmtestromen<br />
via een modelgebaseerde<br />
voorspellende controle, reductie van<br />
de ontwerptijd door het afleiden van<br />
ontwerpmethodologieën, beschikbaarheid<br />
over testinfrastructuur en<br />
noodzakelijke expertise en geïntegreerde<br />
economische en financiële<br />
analyse van de technologische voordelen<br />
zijn de vijf belangrijkste uitdagingen<br />
van dit <strong>pro</strong>ject.<br />
www.orcnext.be<br />
OptiWind<br />
(2012 – 2016)<br />
OptiWind is een Strategisch Basis-<br />
Onderzoek (SBO) waarbij het Agentschap<br />
voor Innovatie door Wetenschap<br />
en Technologie (IWT) steun<br />
biedt aan vernieuwend hoogwaardig<br />
onderzoek, dat uitzicht biedt op economische<br />
of maatschappelijke toepassingen<br />
in de (nabije) toekomst.<br />
Het OptiWind-<strong>pro</strong>ject specialiseert<br />
zich in grote windturbines op zee<br />
en wordt uitgevoerd door het partnerschap<br />
UGent, KULeuven, VUB,<br />
Sirris, 3E en LMS. UGent is hier verantwoordelijk<br />
voor twee pakketten:<br />
modellering van de windturbinebladen<br />
en de aansluiting op het net. De<br />
uitdaging is om enerzijds zeer grote<br />
bladen te maken en om anderzijds<br />
bv. het elektriciteitsnetwerk terug<br />
van stroom te voorzien bij grote<br />
black outs zoals die in 2013 in Italië<br />
en Zwitserland zijn voorgekomen.<br />
Smart<br />
lichtkoepels<br />
UGent heeft een controle-algoritme<br />
ontwikkeld voor de LightCatcher<br />
van het Gentse bedrijf EcoNation.<br />
De LightCatcher brengt via een spiegel-<br />
en technologiesysteem meer<br />
daglicht in gebouwen.<br />
www.econation.be<br />
29
PUBLIREPORTAGE<br />
TWZ stopt duurzaamheid<br />
in uw tank<br />
Warmtekrachtkoppeling is uw onafhankelijkheidsverklaring. Zelf<br />
warmte en stroom <strong>pro</strong>duceren en bijna 30% energie besparen,<br />
ook als er geen zon of wind is.<br />
Bij EVW doen we meer met minder.<br />
We ontwerpen en bouwen WKK’s die staan voor jarenlange,<br />
betaalbare duurzaamheid. En we houden hun conditie nauwgezet<br />
in de gaten.<br />
Met ons als partner in uw energie<strong>pro</strong>ject maakt u onze blauwe<br />
planeet op een overtuigende manier weer wat groener.<br />
• WKK OP AARDGAS, BIOGAS EN PLANTENOLIE<br />
• MINI-WKK<br />
• NOODSTROOMINSTALLATIES<br />
E. VAN WINGEN NV<br />
Industrieterrein Durmakker 27 - B-9940 Evergem<br />
T +32 (0)9 253 08 00 • F +32 (0)9 253 40 82<br />
info@vanwingen.be • www.vanwingen.be<br />
TWZ uit Evergem is een erkende afvalverwerker die zich toelegt<br />
op tankreiniging en afvalbeheer. Activiteiten omvatten<br />
het reinigen van tankwagens, silovoertuigen en spoorwegwagons,<br />
scheepsruimen, gescheiden reiniging van tanks voor<br />
voedingsstoffen en chemicaliën.<br />
143453 adv staand.indd 1 18/01/13 08:2<br />
TWZ is een erkende ophaler van gevaarlijke en niet-gevaarlijke industriële afvalwaters<br />
en staat in voor de fysico-chemische en biologische zuivering van vloeibare,<br />
verpompbare afvalstoffen uit industrie, scheepvaart en reinigingsactiviteiten. De<br />
verwerking doen ze in eigen waterbehandelingsinstallaties. In de haven van Gent<br />
beschikken ze langs de kade over een ontvangstinstallatie voor scheepsafvalstoffen.<br />
Als modern bedrijf met een hedendaagse kijk op management en een sterke focus<br />
op <strong>pro</strong>fessionele kwaliteit, gelooft TWZ sterk in schone technologie. Ze bieden<br />
dan ook spitstechnologische oplossingen voor waterbehandelingen aan volgens<br />
de behoefte van de klant, en dat ondermeer op de site van TWZ te Evergem.<br />
In hun streven naar maximale duurzaamheid besloot TWZ een tweetal jaar terug<br />
om daar een warmtekrachtkoppeling te installeren. Zo willen ze het warme water<br />
dat nodig is voor de tankreiniging zo efficiënt en ecologisch mogelijk aanmaken.<br />
Met EVW, al sinds 1992 ervaren met warmtekrachtkoppelingen en naast de deur gelegen<br />
op het industrieterrein Durmakker in Evergem, werd onderzocht welke mogelijkheden<br />
en opportuniteiten een WKK zou bieden. Die studie bleek positief. Daarom werd begin<br />
2012 de WKK van 370 kWe op aardgas in gebruik genomen. De module bestaande uit<br />
het aggregaat, het sturingsbord en de ventilatie werd geïntegreerd in een akoestische<br />
omkasting die speciaal is voorzien op vlotte toegang voor service en onderhoud. Voor<br />
dat onderhoud loopt een onderhoudscontract waarin EVW de machine permanent kan<br />
opvolgen en ingrijpen om de WKK af te stemmen op de behoeften van de TWZ en in te<br />
grijpen bij eventuele storingen. Ondertussen heeft de warmtekrachtkoppeling die niet<br />
continu draait toch reeds 6000 uren op de teller staan en 230 ton CO2 per jaar bespaard.<br />
Info : www.vanwingen.be<br />
30
KORTE BERICHTEN<br />
Aangepast beleid kan 10.000<br />
extra jobs opleveren<br />
Agoria: “Groei hernieuwbare energiesector enkel<br />
mogelijk met efficiënt vergunningenbeleid”<br />
Na jarenlange groei werd de hernieuwbare energiesector in 2013 geconfronteerd<br />
met een aantal bedrijfssluitingen en met jobverlies, vooral in de zonnepanelensector.<br />
Technologiefederatie Agoria bevestigt daarmee de<br />
cijfers van Graydon op vraag van de partij Groen. Agoria wijst hierbij<br />
op een jobverschuiving naar andere hernieuwbare energiebronnen<br />
die wel blijven groeien. Momenteel werken er bijna 16.000 mensen<br />
in de sector van de hernieuwbare energiesector, waarvan twee derde<br />
in het Vlaams gewest. Dat aantal kan toenemen tot 25.500, maar daarvoor is een<br />
veel efficiënter vergunningenbeleid nodig en daar schort het momenteel aan.<br />
In 2013 was er in de Belgische hernieuwbare energiesector een daling van de werkgelegenheid<br />
van 1250 banen ten opzichte van 2012. Die daling is vooral te voelen<br />
in de fotovoltaïsche sector door de gewijzigde ondersteuningsmechanismen.<br />
Voor biomassa zorgde de sluiting van de Electrabelcentrale in Ruien voor een<br />
daling van het aantal jobs.<br />
Hernieuwbare energiejobs<br />
2012 - 2013 (AGORIA)<br />
2012 2013*<br />
warmtebiomassa 1300 1325<br />
elektrische biomassa 2050 1950<br />
PV 3300 1950<br />
wind 5750 5800<br />
zonnewarmte 500 600<br />
warmtepomp 2975 3000<br />
biobrandstof 775 775<br />
hydro-getijden 300 300<br />
16950 15700<br />
*op basis van ramingen<br />
Groei windenergie in gevaar zonder vergunningen<br />
De windenergiesector groeide in 2013 nog wel en tekende een lichte toename<br />
van de werkgelegenheid op, vooral door de bouw van de offshore-parken<br />
in de Noordzee. Een daling van de werkgelegenheid in de komende jaren is<br />
hier evenwel niet uit te sluiten indien het Stevin<strong>pro</strong>ject er niet tijdig komt. Ook<br />
voor onshore-<strong>pro</strong>jecten blijven vergunningen een knelpunt. Agoria vraagt dat<br />
de Vlaamse regering werk maakt van een soepeler en efficiënter vergunningenbeleid<br />
om de investeringszekerheid te<br />
versterken en belangrijke energie<strong>pro</strong>jecten<br />
niet in gevaar te brengen.<br />
Verder stelt Agoria ook vast dat de activiteiten<br />
in zonnewarmte, warmtepompen<br />
en warmtebiomassa in de afgelopen<br />
jaren blijven groeien.<br />
Hoe verder groeien?<br />
Om verder te groeien in hernieuwbare<br />
energie vraagt Agoria dat de overheden<br />
snel orde op zaken stellen op het vlak<br />
van vergunningen. Ook is een bijsturing<br />
nodig van de ondersteuningsmechanismen<br />
voor groene elektriciteit en warmte<br />
nodig indien blijkt dat de doelstelling<br />
van 13% hernieuwbare energie tegen<br />
2020 niet wordt gehaald.<br />
De technologiefederatie vraagt duidelijke<br />
engagementen van de volgende Vlaamse<br />
regering voor de periode 2020-2030 in<br />
het kader van de Europese doelstelling.<br />
Agoria vraagt ook maatregelen voor<br />
een betere valorisatie van hernieuwbare<br />
energie via smart grids/metering, aangepaste<br />
nettarieven, meer mededinging,<br />
ondersteunen van innovatie en investeringen<br />
in stockage.<br />
31
KORTE BERICHTEN<br />
Nieuw rapport<br />
IEA : positieve<br />
conclusies<br />
over integratie<br />
hernieuwbare<br />
energie op<br />
elektriciteitsnet<br />
Het Internationaal Energie Agentschap<br />
(IEA) heeft zopas een rapport gepubliceerd<br />
met de titel “De kracht van transformatie”,<br />
dat een optimistische kijk geeft<br />
op de integratie van variabele hernieuwbare<br />
energiebronnen, zoals fotovoltaïsche<br />
energie, op het elektriciteitssysteem.<br />
Het rapport belicht de economische<br />
aspecten van de integratie van variabele<br />
hernieuwbare energiebronnen, alsook<br />
de belangrijkste elektriciteitssysteemfuncties<br />
die een rendabele energietransitie<br />
kunnen vergemakkelijken. EPIA, de<br />
European Photovoltaic Industry, lid van<br />
de adviesraad van stakeholders, is verheugd<br />
over de conclusies van het rapport.<br />
“Uit dit rapport blijkt terecht dat de kos-<br />
ten van op duurzame energie gebaseerde energiesystemen kunnen worden geminimaliseerd<br />
door aanpassing van enkele plannings- en operationele <strong>pro</strong>cedures”<br />
zei Giorgia Concas, beleidsadviseur van EPIA.<br />
EPIA gaat volledig akkoord met de conclusie van het IEA over het feit dat energiesystemen<br />
die een groeiend aandeel van fotovoltaïsche zonne-energie in hun<br />
net integreren gebruik zouden moeten maken van de liquiditeit op de groothandelsmarkt.<br />
Op die manier moet het mogelijk zijn om zonnestroom te verhandelen<br />
op de groothandels- en evenwichtsmarkten op korte termijn met inbegrip<br />
van aanpassingen van de intra-day biedingen.<br />
Het rapport van het IEA toont ook aan dat er geen noodzaak is om de evenwichtsreserves<br />
te overdimensioneren als systeembeheerders waarschijnlijkheidsberekeningsmethoden<br />
hanteren. Als het bovendien mogelijk wordt om<br />
<strong>pro</strong>ductiewaarden gecombineerd aan te bieden in geaggregeerde cijfers kunnen<br />
evenwichtsmarkten gebruik maken van betrouwbare evenwichtsdiensten die<br />
geleverd worden door variabele hernieuwbare energiebronnen.<br />
“Fotovoltaïsche zonne-energie kan veel voordeel opleveren voor het elektriciteitssysteem,<br />
inclusief een besparing op brandstof en CO 2<br />
-uitstoot. Maar om<br />
ten volle te kunnen <strong>pro</strong>fiteren van deze voordelen, moeten de operationele en<br />
marktregels die speciaal werden ontworpen voor de conventionele technologieën<br />
dringend worden aangepast “, concludeert mevrouw Concas .<br />
Meer informatie: http://www.iea.org/<br />
newsroomandevents/pressreleases/<br />
2014/february/name,47513,en.html<br />
Bron : EPIA<br />
Europees Parlement verwerpt het<br />
2030-beleid van de Europese Commissie<br />
De stemming in de plenaire vergadering,<br />
die op 5 februari plaatsvond,<br />
over het rapport “Een 2030 kader<br />
voor het klimaat- en energiebeleid”<br />
van het Europees parlement geeft een<br />
duidelijk signaal dat drie bindende<br />
doelstellingen voor de reductie van<br />
broeikasgasemissies, hernieuwbare<br />
energiebronnen en energie-efficiëntie<br />
noodzakelijk zijn. Het is nu aan<br />
de lidstaten en de Europese Raad<br />
om de uitdaging van het maken<br />
van dit beleidspakket aan te gaan.<br />
De stemming door de Europese parlementariërs<br />
voor drie bindende<br />
doelstellingen voor 2030 , waaronder<br />
een voor hernieuwbare energie<br />
van duidelijk meer dan 27%, is<br />
een krachtig signaal dat de politieke<br />
wil om schone duurzame energieoplossingen<br />
voor het klimaatvraagstuk<br />
te ondersteunen sterk is.<br />
Een zinvol streefcijfer voor hernieuwbare<br />
energie in 2030 zou de<br />
slabakkende Europese markt stimuleren<br />
en privé-investeringen<br />
in revolutionaire technologieën,<br />
zoals de waaier van verschillende<br />
hernieuwbare energiebronnen die<br />
bestaat op dit moment, stimuleren.<br />
De klimaat- en energiekwesties zullen<br />
door de Europese staatshoofden worden<br />
bes<strong>pro</strong>ken op de Europese topbijeenkomsten<br />
in maart en juni.<br />
32
Lancering Energy<br />
Saving Pioneers<br />
Nationale WKKontmoetingsdag<br />
in<br />
samenwerking met<br />
Smart Grids Flanders<br />
De Bond Beter Leefmilieu (BBL) heeft op 11 maart de coalitie<br />
Energy Saving Pioneers (ESP) boven het doopvont<br />
gehouden. De coalitie bestaat uit 26 bedrijven die samen<br />
met BBL ijveren voor een meer ambitieus energiebesparingsbeleid<br />
in België. Bovendien vragen ze ook een bindende<br />
Europese energiebesparingsdoelstelling van 40%<br />
tegen 2030.<br />
Deze diverse coalitie van energy saving pioneers bestaat<br />
uit 26 vooruitstrevende leden waaronder ondernemingen<br />
zoals Siemens en Philips. Maar ook bedrijfskoepels,<br />
studiebureaus en lokale besturen, zoals stad Gent. Allen<br />
merken ze dagelijks op het terrein het enorme nut van<br />
investeringen in energiebesparing, zowel economisch,<br />
sociaal als ecologisch. “Daarom stuurt ESP via 10 beleidsaanbevelingen<br />
een krachtig signaal aan de overheid, met de<br />
vraag om een ambitieus energiebesparingsbeleid met bindende<br />
doelstellingen,” vertelt Jonathan Lambregs van Bond<br />
Beter Leefmilieu.<br />
België is een zeer energie-intensief land en scoort op vlak<br />
van energie-efficiëntie beduidend slechter dan het Europees<br />
gemiddelde. Er blijft nog een groot energiebesparingspotentieel.<br />
Dat toont de ervaring bij de vele praktijkcases<br />
die de Energy Saving Pioneers (ESP) op hun<br />
website verzamelden. Ook voor de milieubeweging is de<br />
winst duidelijk. “Als we in Europa 40% minder energie verbruiken<br />
tegen 2030 dan voorkomen we de uitstoot van 49<br />
tot 61% broeikasgassen. Maar ook de socio-economische<br />
voordelen zijn van cruciaal belang. Eenzelfde doelstelling<br />
zorgt voor 400.000 nieuwe jobs in Europa tegen 2020 en<br />
een besparing van 239 miljard euro voor huishoudens en<br />
industrie,” besluit Jonathan Lambregs.<br />
In september organiseert COGEN Vlaanderen de 4e editie<br />
van zijn WKK-ontmoetingsdag. Deze editie belooft bijzonder<br />
interessant te worden en dit om twee redenen. Het<br />
is de eerste keer dat ook de Brusselse en Waalse collega’s<br />
betrokken worden bij dit evenement. Omdat de meeste<br />
bedrijven uit de WKK-sector ook over de taalgrens actief<br />
zijn, was het een voor de hand liggende keuze om ook onze<br />
Brusselse en Waalse collega’s te betrekken bij dit initiatief.<br />
Daarnaast wordt de ontmoetingsdag georganiseerd in<br />
samenwerking met Smart Grids Flanders. In 2012 organiseerden<br />
Smart Grids Flanders en COGEN Vlaanderen al<br />
eens samen een geslaagde studiedag, waaruit ook bleek dat<br />
beide sectoren heel wat interesses delen.<br />
Het evenement vindt plaats in Brussel in de loop van september.<br />
Een datum en locatie zijn momenteel nog niet<br />
gekend, maar die kan u weldra vinden op de site van beide<br />
organisaties.<br />
Wat u zeker mag verwachten zijn interessante lezingen en<br />
een unieke WKK/Smart Grids-beurs met nationale ambitie.<br />
De WKK-ontmoetingsdag wordt dus het netwerkmoment<br />
bij uitstek voor iedereen die geïnteresseerd is in<br />
WKK, smart grids, en de interactie tussen beide.<br />
Meer info en inschrijvingen:<br />
www.cogenvlaanderen.be<br />
www.smartgridsflanders.be<br />
www.energysavingpioneers.be<br />
33
KORTE BERICHTEN<br />
ARGUS inspireert tot<br />
uitbouwen van duurzaam<br />
energiesysteem<br />
ARGUS voerde in 2013 een ruime stakeholdersbevraging uit over de wegen naar<br />
een duurzame toekomst voor ons energiesysteem. De resultaten van dit <strong>pro</strong>ces<br />
werden samengevat in het ARGUS-rapport ‘Energie voor morgen’. ARGUS<br />
hoopt er anderen mee te inspireren tot concrete initiatieven om een duurzame<br />
toekomst van ons energiesysteem dichterbij te brengen.<br />
Het ARGUS-rapport wijst op het onsamenhangend energiesysteem. De warmtevraag<br />
vormt het grootste deel van het energieverbruik in Vlaanderen (60%),<br />
terwijl elektriciteitsverbruik en mobiliteit (zonder elektriciteit) elk ongeveer 20%<br />
van het energieverbruik voor zich nemen. Per sector zien we dat de industrie<br />
ruim 42% van de Vlaamse energieconsumptie op zich neemt, gevolgd door de<br />
huishoudelijke en aanverwante sectoren (36%) en transport en mobiliteit (21%).<br />
Het aandeel hernieuwbare energie in het brutoverbruik in Vlaanderen is nog vrij<br />
klein, maar neemt wel toe van 1,3% in 2005 naar 3,8% in 2011.<br />
Op basis van een grondig onderzoek reikt het rapport enkele prioritaire ‘werven’<br />
aan waarop de overheden, samen met het bedrijfsleven, de maatschappelijke<br />
actoren en burgers kunnen inzetten om de noodzakelijke omslag naar een duurzaam<br />
energiesysteem te realiseren.<br />
In een volgend nummer van <strong>Power</strong>-Pro zullen we dieper ingaan op de toekomst<br />
van het energiebeleid.<br />
www.argusmilieu.be<br />
34
PUBLIREPORTAGE<br />
SMART & SUSTAINABLE INFRASTRUCTURE<br />
Foto’s © Filip Dujardin<br />
DUURZAAMHEID, DEnkEn AAn DE toEkoMst<br />
Technum staat voor haalbaarheid, een kwalitatief ontwerp, monitoring van technieken die focussen op<br />
hernieuwbare energie en garandeert een optimale integratie voor elk <strong>pro</strong>ject.<br />
PoLItIEHUIs BRUGGE<br />
Na een design&build-wedstrijd,uitgeschreven door de Stad<br />
Brugge, werd aan de THV Beel&Achtergael Architecten en<br />
Technum de opdracht gegund voor het ontwerp van een<br />
nieuw Politiegebouw te Brugge.<br />
Het Politiehuis Brugge is een hedendaags gebouw met een<br />
geïntegreerd concept op het gebied van energie-efficiëntie,<br />
energiezuinigheid en duurzaamheid. Het gebouw is ontworpen<br />
tegen de achtergrond van het waarderingssysteem voor<br />
kantoorgebouwen van de Vlaamse Gemeenschap, de regelgeving<br />
EPB en de eisen van het bestek waarin o.a. een zeer<br />
vooruitstrevende voorkeur m.b.t. het E-peil werd opgenomen.<br />
Het waarderingssysteem voor kantoorgebouwen weegt,<br />
a.d.h.v. een aantal categorieën, het duurzame en energieefficiënte<br />
karakter van een gebouw. Naast een aantal eisen<br />
zonder score, beslaat dit waarderingssysteem 3 groepen,<br />
m.n. “groep 1 – leefbaarheid en welzijn”, “groep 2 – energie”<br />
en “groep 3 – milieu en duurzaamheid.” Het Politiehuis<br />
behaalt een uiteindelijke score van 3 sterren.<br />
Op een innovatieve manier wordt maximaal ingespeeld op de<br />
klassieke peilers van de Trias Ecologica, en dit in een integrale<br />
aanpak op vlak van architectuur, structuur en technieken.<br />
Het gebouw gaat daarbij in eerste instantie verstandig om<br />
met de energievraag (een compact gebouw, een goede<br />
luchtdichtheid, een grote daglichttoetreding, een goede<br />
isolatie, energiezuinige verlichting). Daarnaast worden<br />
reststromen hergebruikt (hemelwater, warmteterugwinning uit<br />
ventilatie en afvalwater) en wordt de resterende vraag ten dele<br />
opgewekt op hernieuwbare wijze.<br />
Het Politiehuis Brugge is een staalkaart aan voorzieningen op<br />
vlak van duurzaamheid zowel v.w.b. het energieverbruik en<br />
–opwekking, als haar omgang met de stedelijke omgeving en<br />
de aard van het materiaalgebruik (slimline NIBE2A, FSC-hout<br />
voor de ramen, …). Dit uit zich eveneens in een laag E-peil (E30)<br />
met een goed K-peil (K28) voor een compact, maar flexibel en<br />
transparant gebouw dat door een gedeeltelijk ondergrondse<br />
inbedding ook de open ruimte maximaal vrij laat.<br />
De integrale aanpak waarbij niet alleen een slim structureel<br />
concept versmelt met een energie-efficiënte technische<br />
installatie, maar waarbij ook de architecturale benadering de<br />
ambitie op vlak van duurzaamheid onderbouwt, resulteert<br />
in een opvallend sober <strong>pro</strong>ject met een bijzonder “pure”<br />
uitstraling.<br />
Het arrestantencomplex (650 m2) dat zich ondergronds<br />
onder het administratief complex bevindt, is een volledig<br />
op zichzelf functionerend geheel met eigen tot- en uitgang<br />
vanop een binnenplein. naast de individuele cellen bevat<br />
deze zone ook spreekkamers, een fouille-, een regie- en een<br />
confrontatiekamer.<br />
CONTACT<br />
TECHNUM Maatschappelijke zetel<br />
Arianelaan 7 - 1200 Brussel - Tel. +32 2 773 78 70<br />
www. technum.be<br />
Kantoren in Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt, Namen, Oostende. 35
MANAGE YOUR ENERGY IN A SMART WAY<br />
<br />
<br />
THE REMOTE ENERGY MONITOR<br />
AND CONTROL SOLUTION<br />
FOR HOMES AND BUILDINGS<br />
www.fifthplay.com<br />
Phone +32 3 285 97 11<br />
Fax +32 3 285 97 10<br />
www.facebook.com/fifthplay<br />
@fifthplay<br />
linkedin.com/company/fifthplay-nv