Begroting 2012 - Stadsdeel Nieuw-West - Gemeente Amsterdam

Begroting 2012
11 november 2011
Stadsdeel Nieuw-West
Gemeente Amsterdam
1

Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 3
Leeswijzer................................................................................................................................................ 5
Voorwoord................................................................................................................................................ 7
1. Inleiding .....................................................................................................................................11
2. Prioriteiten: Ruimte voor nieuw beleid...................................................................................... 19
3. Kerngegevens .......................................................................................................................... 33
4.1 Programma 1: Dienstverlening................................................................................................. 37
4.2 Programma 2: Openbare orde en veiligheid ............................................................................ 41
4.3 Programma 3: Verkeer en vervoer ........................................................................................... 46
4.4 Programma 4: Werk, inkomen en economie............................................................................ 49
4.5 Programma 5: Onderwijs en jeugd........................................................................................... 54
4.6 Programma 6: Welzijn en zorg ................................................................................................. 60
4.7 Programma 7: Sport en recreatie ............................................................................................. 65
4.8 Programma 8: Cultuur en monumenten................................................................................... 69
4.9 Programma 9: Openbare ruimte en groen ............................................................................... 73
4.10 Programma 10: Milieu en water ............................................................................................... 78
4.11 Programma 11: Stedelijke ontwikkeling.................................................................................... 82
4.12 Programma 12: Bestuur en ondersteuning .............................................................................. 87
5.1 Paragraaf Algemene dekkingsmiddelen................................................................................... 91
5.2 Paragraaf Lokale heffingen ...................................................................................................... 94
5.3 Paragraaf Weerstandsvermogen.............................................................................................. 99
5.4 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen ................................................................................ 109
5.5 Paragraaf Financiering ............................................................................................................113
5.6 Paragraaf Bedrijfsvoering........................................................................................................114
5.7 Paragraaf Verbonden partijen ................................................................................................ 120
5.8 Paragraaf Grondbeleid ........................................................................................................... 124
5.9 Paragraaf Totaalbeeld ............................................................................................................ 127
Bijlage I: Subsidieplafond 2012 Nieuw-West....................................................................................... 131
Bijlage II: Staat reserves en voorzieningen ......................................................................................... 133
Bijlage III: begrippenlijst.................................................................................................................. 142
Bijlage IV: afkortingen ..................................................................................................................... 147
3

Leeswijzer
In deze leeswijzer wordt kort uitgelegd hoe de begroting 2012 is opgebouwd en welke teksten waar
worden gepresenteerd. De begroting is in lijn met de voorschriften van het Besluit Begroting en
Verantwoording (BBV) en met de afspraken gemaakt tussen de stad en stadsdelen in het kader van
Besturen zonder Ballast. We hebben gestreefd naar een begroting op hoofdlijnen: concreet en
transparant.
De begroting opent met een voorwoord, daarna volgen de inleiding, de financiële kaders, een
overzicht van de voorgestelde prioriteiten en posterioriteiten voor 2012 en de kerngegevens. Daarna
volgen twaalf programma’s. Deze kennen allemaal dezelfde opzet, te weten:
A. Maatschappelijke effecten (Wat wil de raad bereiken?)
In dit onderdeel worden de gewenste maatschappelijke effecten beschreven gevolgd door een
tabel met daarin de geselecteerde effectindicatoren. Deze tabel bevat een nulmeting en de
beoogde ontwikkeling van de gekozen indicator in de jaren 2012 (begrotingsjaar) en 2014
(laatste jaar bestuursperiode). De indicatoren opgenomen in deze begroting zijn afkomstig uit
de lijst met indicatoren die in de deelraad van 6 juli 2011 is vastgesteld.
B. Ontwikkelingen
In dit onderdeel worden de binnen het programma vallende beleidsterreinen en de relevante
ontwikkelingen binnen het rijk, de stad en het stadsdeel kort toegelicht.
C. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken
Dit onderdeel geeft een opsomming van de belangrijkste beleidskaders onderverdeeld naar
rijkskaders, stedelijke kaders en stadsdeelkaders. Daarnaast wordt vermeld welk beleid er
voor 2012 wordt verwacht.
D. Programmadoelen (Wat doet het dagelijks bestuur hiervoor?)
In dit onderdeel worden de gewenste maatschappelijke effecten vertaald in
(programma)doelen. Een doel kan bijdragen aan meerdere effecten en andersom kan een
effect via verschillende doelen worden bevorderd. Per doel zijn één of meer resultaten
geformuleerd, met gebruik van resultaatindicatoren. Ook hier geldt dat de opgenomen
indicatoren afkomstig zijn uit de lijst die in de deelraad van 6 juli 2011 is vastgesteld.
E. Ontwikkeling baten en lasten (Wat mag het kosten?)
Dit onderdeel bevat een tabel met de ontwikkeling van de baten en lasten over de jaren 2011
tot en met 2015. Daarnaast is een tabel opgenomen met daarin een overzicht van de baten en
lasten in 2012. De autonome ontwikkelingen die in deze tabel genoemd worden, bestaan
onder andere uit wijzigingen in nominale ontwikkeling, kapitaallasten, ontwikkelingen vanwege
de operatie Stofkam, etc. In deze tabel zijn verder ook de prioriteiten en posterioriteiten voor
2012 opgenomen. Deze worden onder de tabel nader toegelicht. Tot slot is conform de
systematiek van Besturen zonder Ballast een kostenverdeling gemaakt voor 2012-2015.
Wijzigingen in de doorbelasting, als gevolg van onder meer operatie Stofkam, zijn onder deze
noemer weergegeven.
Hoofdstuk 5 bevat negen paragrafen waarin beleidslijnen zijn vastgelegd die het niveau van de
programma´s overstijgen. Ook worden hier de algemene dekkingsmiddelen toegelicht. Dit betreffen de
inkomsten waarvan de besteding niet gebonden is aan een bepaald programma (bijvoorbeeld de
stadsdeelfondsuitkering). Tevens is een totaaloverzicht opgenomen van de baten en lasten per
programma alsmede de meerjarenraming 2013-2015.
Tot slot zijn in de bijlagen een specificatie van het subsidieplafond 2012 opgenomen, een overzicht
van de reserves en voorzieningen, een begrippenlijst en een lijst van afkortingen.
5

Voorwoord
Hierbij bieden wij u de programmabegroting 2012 ter vaststelling aan. Met deze begroting zijn wij er in
geslaagd een transparante en solide financiële basis voor de komende jaren te leggen; een resultaat
waar wij trots op zijn. Tegelijkertijd realiseren wij ons dat wij, in deze tijden van bezuinigingen, voor
een omvangrijke en complexe opgave staan. Voor ons ligt een toekomst vol financiële onzekerheden.
Pijnlijke keuzes blijven de komende jaren onvermijdelijk.
Terugblik
Sinds het begin van onze bestuursperiode in mei 2010 is hard gewerkt aan het opbouwen van één
Nieuw-West. Het stroomlijnen en integreren van drie afzonderlijke financiële huishoudens was een
tijdrovend en complex traject. In die periode is ook bestaand beleid in kaart gebracht en wij hebben op
grond van onze ambities beleid geharmoniseerd. De omstandigheden waaronder dit is gebeurd
zorgden voor een eigen dynamiek: niet alleen vroeg het fusieproces veel aandacht, ook hadden – en
hebben – we te maken met een economische recessie. Om Nieuw-West financieel gezond te houden
en toch te kunnen blijven investeren bleken omvangrijke ombuigingen noodzakelijk. Dit heeft ons voor
een forse heroverwegingsopgave gesteld, oplopend tot ruim 20 miljoen in 2014. Voorafgaand aan
het opstellen van deze begroting hebben wij met de operatie Stofkam de begroting regel voor regel
bekeken. Dit heeft voor 2012 nog eens een extra bezuiniging van ruim 1,1 miljoen opgeleverd, met
name door het inleveren van vacatureruime en inhuurbudgetten. Verder hadden we in 2011 te maken
met het wegvallen van forse incidentele bedragen, ondermeer vanuit de Wijkaanpak en Koers Nieuw
West. Dit hebben wij in begroting 2011 grotendeels opgevangen met een aantal incidentele
prioriteiten, die in 2012 komen te vervallen.
Een sluitende begroting
Voor u ligt een sluitende begroting 2012 met een goed meerjarenperspectief waarin tevens ruimte is
opgenomen voor nieuw beleid. De totstandkoming van de begroting was een intensief proces. Vlak
voor het zomerreces hebben wij met u gesproken over de ‘zwaar weer’-situatie en financiële risico’s
van het stadsdeel. Daarna is met de operatie Stofkam de begroting 2012 in versneld tempo opnieuw
opgebouwd, met externe capaciteit voor validatie van bedragen en advisering omtrent het proces.
Daaruit volgend hebben wij een aantal ingrijpende stappen gezet om de situatie financieel
beheersbaar te houden. Medio september hebben wij deze stappen met u gedeeld. Het toen
geconstateerde tekort van 6,5 miljoen hebben wij opgelost door middel van het schrappen van
vacatureruimte, het terugbrengen van inhuur en de inzet van incidentele dekkingsmiddelen.
Consequenties
De huidige financiële situatie dwingt ons hoe dan ook scherpe keuzes te maken in wat het stadsdeel
aan taken uitvoert en op welke wijze. De consequenties hiervan zijn voelbaar voor partners die
financieel van ons afhankelijk zijn. Ook voor de stadsdeelorganisatie heeft het tastbare gevolgen. De
situatie is nu zodanig dat het stadsdeel geen ‘vet op de botten’ meer heeft zitten. Dit doet een groot
beroep op flexibiliteit in de manier van werken. Het gegeven dat vacatureruimte wordt ingeleverd en
inhuur in principe niet meer mogelijk is, betekent dat - in geval van uitval van capaciteit - sommige
werkzaamheden niet meer gedaan kunnen worden. Er moet immers ook worden gestuurd op een
reële werkdruk. Wij blijven alert op mogelijke knelpunten die zich op dit vlak voor kunnen doen. Bij de
begroting van 2013 komen wij hier bij u op terug.
7

Externe financiële ontwikkelingen
Bovenop de eerder genoemde bezuinigingen zijn er diverse ontwikkelingen die extra druk zetten op
de financiële huishouding van het stadsdeel. De effecten van deze ontwikkelingen kunnen we nog niet
volledig kwantificeren. Zo brengt de krediet- en valutacrisis financiële risico’s met zich mee. Door
nieuw aangekondigde rijksbezuinigingen moeten we rekening blijven houden met dalende inkomsten.
Verder draagt de voorgenomen decentralisatie van rijkstaken een financieel risico in zich. Ook moeten
wij, door de herverdeling van het gemeentefonds, rekening houden met een mogelijke afname van
stadsdeelfondsmiddelen.
De aanvullende structurele bezuinigingen van de centrale stad, als onderdeel van de Amsterdamse
begroting 2012, dragen bij aan een onzeker financieel perspectief. De centrale stad heeft laten weten
met de stadsdelen in gesprek te willen gaan om deze situatie het hoofd te bieden. Zodra wij hier meer
informatie over hebben, zullen wij u hier over informeren.
Begroting 2012
De voorliggende begroting geeft inzicht in de plannen en bijbehorende financiële onderbouwing voor
2012. In deze begroting geven wij een globale doorkijk naar de komende jaren en werken we toe naar
een structureel gezonde meerjarenbegroting. We hebben veel in beeld maar een behoedzame blik is
hier op zijn plaats. Zoals aangegeven hebben we te maken met een aantal ontwikkelingen die het
financieel perspectief onzeker kleurt. De wereld om ons heen blijft in beweging. In deze onzekere
tijden zijn wij ons bewust van de noodzaak tot een herijking van de strategische notitie
heroverwegingen voor 2013-2014. Ook zullen we blijven sturen op vacatureruimte en het
normaliseren van de werkvoorraad. Bij de behandeling van de perspectiefnota komen we op deze
ontwikkelingen terug.
Prioriteiten
Ondanks de beperkte financiële armslag staan wij voor onze ambities. Zoals aangegeven in ons
bestuursprogramma ‘Kansen bieden, talenten ontwikkelen’ blijven leefbaarheid, veiligheid,
emancipatie en participatie hoog in ons vaandel staan. Dit ziet u terug in de prioriteiten die wij u voor
willen leggen. Deze richten zich op vijf thema’s: (1) talenten ontwikkelen, (2) participeren en
emanciperen, (3) werken en ondernemen, (4) inrichten en beheren en (5) organiseren.
Voor komend jaar hebben wij, zoals met u afgesproken, 2,5 miljoen structurele ruimte weten te
realiseren voor de uitvoering van nieuw beleid/ prioriteiten. Op basis van onze inventarisatie van de
financiële ruimte loopt het bedrag voor 2012 op tot 3,8 miljoen. Wij menen dit bedrag vast te kunnen
houden, omdat wij enerzijds een vrijval van middelen uit ‘vooruitontvangen subsidies’ verwachten.
Anderzijds zijn wij in gesprek met de centrale stad over de herinzet van resterende gelden Koers
Nieuw West en de Wijkaanpak.
Wij hebben regelmatig met u gesproken over wat wij onder ‘nieuw beleid’ verstaan. Deels zijn dit
innovatieve activiteiten, met incidentele dekking, die niet eerder in het stadsdeel zijn uitgevoerd. Een
ander deel beslaat activiteiten die noodzakelijk zijn voor het voortzetten dan wel verbeteren van
bestaand beleid en zijn incidenteel van aard. Voort te zetten activiteiten die in het verleden succesvol
waren, met name activiteiten uit de Wijkaanpak en Koers Nieuw West die in 2011 incidenteel werden
gedekt, hebben een plaats gekregen in een aantal structurele prioriteiten. Hiermee houden wij vast
aan de ambities uit ons bestuursakkoord.
8

1. Inleiding
9

1. Inleiding
In deze inleiding staat het proces van totstandkoming van de programmabegroting 2012 beschreven
vanaf het moment van de behandeling van de perspectiefnota in de deelraad tot en met het nieuwe
financiële kader voor deze programmabegroting.
Financiële ontwikkelingen bij de perspectiefnota 2012-2015
Voorafgaand aan de informerende sessie van de perspectiefnota in de deelraad van 29 juni 2011 bent
u, mede aan de hand van een presentatie, geïnformeerd over het feit dat de financiële risico’s
toenemen en stadsdeel Nieuw-West zich in ‘zwaar weer’ bevindt. Het stroomlijnen en integreren van
drie afzonderlijke financiële huishoudens is een tijdrovend en complex traject gebleken. Ons stadsdeel
bleek financieel kwetsbaar door de relatief lage verdiencapaciteit, groot percentage incidentele
dekking en de reeds doorgevoerde efficiencyslag op de stadsdeelorganisatie van 4,8 miljoen ten
gevolge van de fusie en 0,8 miljoen aan andere heroverwegingen. Deze heroverwegingen staan
vermeld in de programmabegroting 2011 in het overzicht posterioriteiten. Daarnaast heeft stadsdeel
Nieuw-West te maken met een aantal negatieve externe ontwikkelingen, zoals de heroverwegingen
door de centrale stad, een teruglopend investeringsvolume in de stedelijke vernieuwing en een
stapeling van effecten door de samenwerking binnen ‘1 Amsterdam’. Positief nieuws was de
aanzienlijk mindere daling van de stadsdeelfondsuitkering.
Ontwikkelingen na de perspectiefnota 2012-2015
Voor het zomerreces hebben wij de financiële stand van zaken en de risico’s met u gedeeld.
Vervolgens hebben wij tijdens het reces de begroting 2012 in versneld tempo opnieuw opgebouwd.
Gezien de omvang van deze taak is hiervoor gebruik gemaakt van externe capaciteit, met name voor
de validatie van bedragen en advisering omtrent het proces. Met de operatie Stofkam is de begroting
letterlijk regel voor regel bekeken en opnieuw gevalideerd. Wij hebben gekozen voor de lijn om in de
begroting alleen die zaken op te nemen waarvan wij met grote zekerheid weten dat de bedragen
daadwerkelijk gerealiseerd worden.
Na het zomerreces hebben wij een tussenstand in de vorm van een ‘A3’ gepresenteerd, waaruit bleek
dat er, naast de reeds voorgenomen heroverwegingen van 5,8 miljoen, voor het begrotingsjaar 2012
voor 18,5 miljoen aan extra dekking noodzakelijk was. Door de gunstigere prognoses van het
stadsdeelfonds van 9,3 miljoen, een bezuiniging van 2,6 miljoen op de directiebudgetten en de
vrijval budget Rekenkamercommissie van 0,1 miljoen resteerde op dat moment een tekort van
6,5 miljoen. In de onderstaande tabel staan de cijfers van deze alinea en de ‘A3’ samengevat.
'A3' 15 september 2011
Bedragen x 1.000
2012 2013 2014 2015 Voordelig/
Nadelig
Heroverwegingen (bibliotheken / stadsloket) -260 0 0 0 N
Operatie Stofkam -2.925 -2.790 -2.790 -2.790 N
Algemene prijs- en salarisontwikkeling -7.335 -7.784 -7.569 -7.529 N
Fysiek -2.936 -3.590 -3.948 -5.228 N
Sociaal -1.600 -900 -900 -900 N
Dienstverlening -1.310 -1.310 -1.310 -1.310 N
Onvoorzien / ICT -2.165 -2.165 -2.165 -2.165 N
Subtotaal nadelig -18.531 -18.539 -18.682 -19.922 N
Gunstiger ontwikkeling SDF 9.327 13.177 17.577 16.097 V
Bezuiniging directiebudgetten (Zero-based) 2.560 2.756 2.854 2.854 V
Vrijval budget Rekenkamercommissie 120 120 120 120 V
Subtotaal voordelig 12.007 16.053 20.551 19.071 V
Tekort -6.524 -2.486 1.869 -851 V/N
11

Financieel kader programmabegroting 2012
In de periode na 15 september is de programmabegroting 2012 verder uitgewerkt. Die verdere
uitwerking heeft een structureel sluitende begroting opgeleverd. In de tabel hieronder is de
ontwikkeling van de financiële ruimte weergegeven die hiertoe heeft geleid.
Ontwikkeling financiële ruimte
(Bedragen x 1.000)
2012 2013 2014 2015 Voordelig/
Nadelig
Saldo begroting 2011 -3.301 -8.617 -14.815 -14.815 N
Heroverwegingsopgave 5.801 12.367 19.815 19.815 V
Saldo (ruimte nieuw beleid) 2.500 3.750 5.000 5.000 V
Nieuw beleid
Ingezet voor nieuw beleid -3.794 -3.450 -1.900 -1.900 N
Restant nieuw beleid 0 -300 -3.100 -3.100 N
Herinzet vrijval vooruitontvangen subsidies 294 0 0 0 V
Herinzet KNW- en Wijkaanpakgelden 1.000 0 0 0 V
Subtotaal -2.500 -3.750 -5.000 -5.000 N
Startsaldo begroting 2012 0 0 0 0
Niet gerealiseerde heroverwegingen -318 0 0 0 N
Ontwikkeling stadsdeelfonds 9.457 13.307 17.707 16.227 V
Subtotaal 9.139 13.307 17.707 16.227 V
Algemeen
Operatie Stofkam 1.185 1.330 1.330 1.330 V
Indexatie (materieel en subsidies) -1.967 -1.955 -1.928 -1.938 N
Correctie stelposten en niet reële baten -2.925 -2.791 -2.791 -2.791 N
Salarisbegroting -3.418 -4.267 -4.052 -4.012 N
Inhuur 1.311 736 836 836 V
Subtotaal -5.814 -6.947 -6.605 -6.575 N
Domeinen
Fysiek 1.451 -1.609 -3.356 -5.564 N
Sociaal -1.214 -514 -514 -954 N
Dienstverlening -1.310 -1.310 -1.310 -1.310 N
Overig -2.252 -2.819 -2.569 -1.764 N
Subtotaal -3.325 -6.252 -7.749 -9.592 N
Saldo begroting 2012 – 2015* 0 108 3.353 60 V
* Deze saldi zijn in het overzicht ‘reserves en voorzieningen’ verwerkt als storting in de algemene reserve. Feitelijke
besluitvorming in de deelraad over deze stortingen vindt jaarlijks plaats als de betreffende jaarschijf wordt verwerkt in de nieuwe
begroting.
Toelichting op onderdelen financieel kader
De verschillende onderdelen in bovenstaande tabel kunnen als volgt worden toegelicht.
Nieuw beleid
In deze programmabegroting is voor 2012 3,8 miljoen ingezet op nieuw beleid. De dekking hiervoor
wordt gevonden in de 2,5 miljoen die reeds is opgenomen in de heroverwegingsopgave. Daarnaast
verwachten wij een vrijval van vooruitontvangen subsidies van 0,3 miljoen en zijn wij met de centrale
stad in gesprek over een mogelijke herinzet van 1,0 miljoen vanuit Koers Nieuw West (KNW) en
Wijkaanpakgelden (WA). Zodra wij hier meer over weten, zullen wij u hier over informeren. In
hoofdstuk 2 worden de prioriteiten en deze dekkingsmiddelen verder toegelicht.
Heroverwegingen
Er is invulling gegeven aan de reeds voorgenomen heroverwegingen zoals genoemd in de
perspectiefnota. Hiermee is ook de 2,5 miljoen aan ruimte voor nieuw beleid in 2012 gecreëerd.
Voor 2012 wordt in de perspectiefnota uitgegaan van een bedrag van 5,8 miljoen aan
12

heroverwegingen. De heroverwegingen op bibliotheken en het stadsloket blijven staan, maar realisatie
in 2012 is niet reëel gebleken waardoor de realisatie hiervan vanaf 2013 plaatsvindt. Een resterende
taakstelling van 58.000 uit de algemene dekkingsmiddelen achten wij niet reëel, omdat de realisatie
van deze heroverweging had moeten komen uit budgetten die via de operatie Stofkam al zijn
verlaagd. In totaal corrigeren wij een bedrag van 318.000 op de heroverwegingen voor 2012.
Hierdoor resteert voor 2012 een bedrag van afgerond 5,5 miljoen aan te realiseren
heroverwegingen. In de tabel hieronder is weergegeven hoe die heroverwegingen over de
verschillende programma’s zijn verdeeld. Een nadere toelichting op deze heroverwegingen kunt u
vinden in de programmabladen van deze begroting onder de titel ‘posterioriteiten’.
Tabel te realiseren heroverwegingen
Heroverwegingen
Bedragen x 1.000
Voorgenomen heroverwegingen 5.801
Niet gerealiseerde heroverwegingen
P1: Stadsloket -135
P8: Openbare bibliotheek -125
P13: Resterende taakstelling perspectiefnota -58
Subtotaal niet gerealiseerde heroverwegingen -318
Te realiseren heroverwegingen 5.483
P1: Dienstverlening -505
P2: Openbare orde en veiligheid -348
P3: Verkeer en vervoer 0
P4: Werk, inkomen en economie 0
P5: Onderwijs en jeugd -300
P6: Welzijn en zorg -1.867
P7: Sport en recreatie -325
P8: Cultuur en monumenten -83
P9: Openbare ruimte en groen -1.330
P10: Milieu en water -325
P11: Stedelijke ontwikkeling -400
P12: Bestuur en ondersteuning 0
Saldo heroverwegingen 0
2012
Naast de effecten op de diverse beleidsterreinen van de programmabegroting wordt een deel van de
heroverwegingen bereikt door budgetten voor eigen formatie en voor inhuur te verlagen. Daarmee
wordt in 2012 gestart. Dat gebeurt door een deel van de nu bestaande vacatures niet in te vullen en
door slechts een beperkt aantal inhuurbudgetten te handhaven. Het grootste deel hiervan vindt plaats
binnen de stedelijke vernieuwing. Door terugval in de stedelijke vernieuwing zijn bij de directie
Stedelijke Ontwikkeling op deze onderdelen de heroverwegingen sneller en voor een hoger bedrag
gerealiseerd dan in de perspectiefnota genoemd (zie ook programma 11). Het gaat daarbij om de
volgende extra bedragen:
Tabel extra heroverwegingen
Extra heroverwegingen
Bedragen x 1.000
2012 2013 2014 2015
Inhuur/schrappen fte’s 981 587 0 0
Totaal 981 587 0 0
Deze extra bedragen zijn niet verwerkt in de eerder genoemde tabel ‘te realiseren heroverwegingen’.
De voor 2012 genoemde extra heroverweging is ingezet voor dekking van de begroting 2012.
Het bedrag van 2013 is niet in het begrotingsaldo voor 2013 verwerkt. Dat betekent dat als alle
overige heroverwegingen conform perspectiefnota worden gerealiseerd, er voor 2013 extra financiële
ruimte ontstaat. Gezien het nog onzekere financiële toekomstperspectief zijn wij er voorstander van
deze ruimte nu nog niet te benutten. Wij willen in de perspectiefnota 2013-2016 de heroverwegingen
in totaliteit herijken. Daarbij zal blijken hoe de genoemde ruimte daadwerkelijk kan worden ingezet.
13

Ontwikkeling stadsdeelfonds
De oplopende korting op het stadsdeelfonds die in de begroting 2011 gepresenteerd werd met een
bedrag van 20,2 miljoen tot en met 2015, dateert van voor het huidige regeerakkoord. In de
perspectiefnota is vermeld dat de aangekondigde korting op het stadsdeelfonds waarschijnlijk minder
negatief uitvalt dan weergegeven in de strategische notitie heroverwegingen en de begroting 2011. De
inmiddels aangekondigde aanvullende structurele bezuinigingen van de centrale stad, die onderdeel
zijn van de Amsterdamse begroting 2012, dragen bij aan een onzeker financieel perspectief.
Bij het opstellen van de begroting 2012 zijn wij uitgegaan van de meest actuele gegevens van de
Bestuursdienst van de gemeente Amsterdam die gebaseerd zijn op de meicirculaire 2011
Gemeentefonds. Deze gegevens vormen voor Nieuw-West een bijstelling op de eerder
geprognosticeerde ontwikkeling van het stadsdeelfonds. Dit is weergegeven in onderstaande tabel.
Ten opzichte van tabel op pagina 11 valt de ‘netto gunstigere ontwikkeling stadsdeelfonds ten opzichte
van de begroting 2011’ jaarlijks 130.000 hoger uit.
Ontwikkeling stadsdeelfonds
Bedragen x 1.000
2012 2013 2014 2015
Stadsdeelfonds 2011 conform begroting 2011 116.535 116.535 116.535 116.535
Af: verlaging SDF conform begroting 2011 -6.873 -12.573 -18.873 -18.873
Stadsdeelfonds conform begroting 2011 109.662 103.962 97.662 97.662
Bij: perspectiefnota 2012-2015 3.958 7.808 12.208 10.728
Bij: hogere uitkering t.b.v. OKC 6.265 6.265 6.265 6.265
Bij: nominale compensatie 3.000 3.000 3.000 3.000
Bij: overig (accres) 2.499 2.499 2.499 2.499
Stadsdeelfonds opgenomen in de begroting 2012 125.384 123.534 121.634 120.154
Gunstigere ontwikkeling SDF t.o.v. begroting 2011 15.722 19.572 23.972 22.492
Af: Inzet doeluitkeringen t.b.v. OKC -6.265 -6.265 -6.265 - 6.265
Netto gunstigere ontwikkeling SDF t.o.v. begroting 2011 9.457 13.307 17.707 16.227
Operatie Stofkam
Met de operatie Stofkam is de begroting regel voor regel bekeken en opnieuw opgebouwd. Daarnaast
zijn de directiebudgetten genormeerd. Dit heeft in totaal ruim 1,1 miljoen in 2012 opgeleverd,
oplopend naar 1,3 miljoen in 2015.
Indexatie (materieel en subsidies)
Conform de begrotingscirculaire 2012 van de Bestuursdienst zijn de materiële budgetten met 3,0% en
subsidies met 2,9% geïndexeerd.
Correctie stelposten en niet reële baten
Bij het opnieuw opbouwen van de begroting zijn alle stelposten en niet reële baten uit de
geconsolideerde begrotingen van de voormalige stadsdelen opgeschoond.
Salarisbegroting
De salarisbegroting voor deze begroting is opgebouwd op basis van de hoogste periodiek en sluit
daarmee beter aan op de werkelijkheid. Daarnaast is de salarisbegroting voor boventallig en
voormalig personeel herijkt. Ook de terugloop van externe gelden ter dekking van personeelslasten is
gecorrigeerd in de salarisbegroting. Tenslotte is, naast het inleveren van vacatureruimte ten behoeve
van de heroverwegingen, extra vacatureruimte ingeleverd ten behoeve van het sluitend maken van de
begroting. Voor 2012 gaat het hierbij om een bedrag van 1,4 miljoen. Hiervan is een bedrag van
400.000 incidenteel. Dit bedrag is onderdeel van de extra heroverwegingen ad 981.000, genoemd
op pagina 13.
Inhuur
Naast het inleveren van de budgetten inhuur ten behoeve van de heroverwegingen is er extra
inhuurbudget ingeleverd ten behoeve van het sluitend maken van de begroting. Voor 2012 gaat het
14

hierbij om een bedrag van 1,3 miljoen. Hiervan is een bedrag van 581.000 incidenteel. Dit bedrag
is onderdeel van de extra heroverwegingen ad 981.000, genoemd op pagina 13.
Fysiek
Naast het terugbrengen van de budgetten inhuur en het inleveren van vacatureruimte zijn er
incidentele middelen ingezet om de begroting 2012 sluitend te maken. Het betreft hier gelden voor ISV
(Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing), V&T (Voorbereiding en Toezicht) en een onttrekking uit
de reserve BRVO (Bestemmingsreserve Vernieuwing Osdorp). Deze inkomsten maken derhalve geen
structureel onderdeel uit van de begroting, vandaar ook het negatieve meerjarige perspectief op het
onderdeel fysiek. Behalve deze gelden zijn de ontwikkelingen in de kapitaallasten, materiaalkosten,
lease/huur wagenpark en beheerkosten vastgoed onder de noemer fysiek in het financieel kader
herijkt en verwerkt.
Sociaal
Een belangrijk onderdeel van het sociaal domein is ‘leerplicht’. In de bestuursrapportage 2011 is reeds
gemeld dat er ten onrechte van het feit is uitgegaan dat de doorverdeling van de lasten van de dienst
Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) in het stadsdeelfonds is verwerkt. Het tekort van 0,9 miljoen
is structureel gecorrigeerd in deze begroting. Daarnaast valt onder het sociaal domein ook de open
einde regeling kinderopvang op sociaal-medische indicatie (SMI) voor 0,7 miljoen in 2012. Ook
hiervan is reeds melding gemaakt in de bestuursrapportage 2011. Verder is er om de begroting
sluitend te maken meerjarige incidentele dekking opgenomen voor Ouder Kind Centrum (OKC) en
Wonen, Zorg en Samenleven (WZS).
Dienstverlening
Binnen dit domein zijn de teruglopende inkomsten leges omgevingsvergunningen verwerkt. Het gaat
hierbij om een bedrag van 0,8 miljoen. Daarnaast zijn de structurele kosten voor de blanco
documenten en ICT-kosten Wabo hoger dan begroot. Dit is reeds gemeld in de bestuursrapportage
2011. In deze begroting is dit structureel gecorrigeerd.
Overig
De in de bestuursrapportage gemelde financiële afwijkingen met een structurele doorwerking zijn in
deze begroting verwerkt. Het gaat hier om de volgende zaken: telefooncentrale, WA-verzekeringen,
NME/schooltuinen en Rekenkamer. Na de invulling van de heroverwegingen, operatie Stofkam en
overige herijkingen staat van het oorspronkelijke bedrag onvoorzien opgenomen in de ‘A3’ van 2,0
miljoen jaarlijks, voor 2012 nog een bedrag van 0,2 miljoen en voor de jaren 2013 en 2014 nog een
bedrag van 0,8 miljoen gereserveerd. Zoals hierboven reeds gemeld is deze begrotingspost bedoeld
voor het opvangen van de mogelijk ingrijpende organisatorische effecten en eventuele andere
frictiekosten. Door de operatie Stofkam is alle lucht uit de begroting geperst. Dit heeft grote gevolgen
voor de stadsdeelorganisatie. Om de gevolgen beheersbaar te houden achten wij het noodzakelijk om
onder het domein ‘overig’ een structureel bedrag voor het stagebeleid en een meerjarig incidenteel
bedrag voor organisatieontwikkeling op te nemen. Bij de behandeling van de begroting 2013 komen
wij hier op terug.
Indicatoren
Bij de behandeling van de begroting 2011 heeft de deelraad een motie aangenomen over indicatoren.
Ter uitvoering van deze motie is vanuit de deelraad de werkgroep indicatoren opgericht. Deze
werkgroep heeft vervolgens voor elk van 12 programma’s van de begroting een aantal effect- en
resultaatindicatoren benoemd. Deze lijst met indicatoren is in de deelraad van 6 juli vastgesteld en
vervolgens in de begroting 2012 opgenomen. In de programma’s van deze begroting kunt u lezen dat
in een aantal gevallen de kolom ‘laatste meting’ een afwijkende waarde vertoont ten opzichte van de
kolommen begroting ‘2012-2014’. Veelal betreffen de laatste metingen momentopnames, waaruit niet
automatisch een structurele trend blijkt. Ook zullen effecten soms pas na deze raadsperiode zichtbaar
worden.
15

2. Prioriteiten: ruimte voor nieuw beleid
17

2. Prioriteiten: Ruimte voor nieuw beleid
Het afgelopen jaar was voor stadsdeel Nieuw-West een overgangsjaar: een jaar waarin het stof van
de fusie begon neer te dwarrelen en de gevolgen van de economische recessie voelbaar werden. Het
was een intensieve periode die in het teken stond van het uitwerken van onze bestuurlijke visie, het
integreren van verschillende werkwijzen en systemen en de opbouw van een nieuwe
stadsdeelorganisatie. Wij hebben een aantal bepalende keuzes gemaakt in het kader van de
heroverwegingen. In combinatie met de verwachte terugloop van een aanzienlijk deel aan incidentele
middelen hebben wij ervoor gekozen in het overgangsjaar ruimte te creëren ter overbrugging van een
periode waarin taakstellingen werden uitgewerkt.
In de begroting 2011 hebben wij een aantal prioriteiten benoemd die bijdragen aan de uitvoering van
onze ambities. Deze ingeslagen weg blijven we onverkort volgen: de opgevoerde meerjarige
prioriteiten vindt u terug in onderliggende begroting en zijn in onderstaande tabel samengevat. Voor
een compleet overzicht van de prioriteiten 2011 verwijzen wij naar de begroting 2011.
Overzicht meerjarige prioriteiten (opgevoerd in 2011)
Bedragen (x 1.000)
7. Sport en recreatie
Nieuw
Beslag op algemene middelen
2011 2012 2013 2014
Overgang
Compacte en bedrijfsmatige sportparken / vitaliseren verenigingen 100 100
8. Cultuur en monumenten
4 West Jeugdtheater (co-fin centrale stad) 150 150
9. Openbare ruimte en groen
Realisatie Groene As (fase 1 Vrije Geer Lus) (co-fin)
(in de bestuursrapportage 2011 heeft de deelraad besloten deze
prioriteit om te zetten in een prioriteit voor dijkverzwaring en
inrichting van de openbare ruimte van de Ringvaartdijk Oost)
11. Stedelijke Ontwikkeling
150 137,5
Structuurvisie Nieuw-West 100 100 100
Totaal meerjarige prioriteiten 250 250 487,5 100 0
Bron: begroting 2011 stadsdeel Nieuw-West, p.13-14.
500
Zoals gezegd, geldt 2011 als overgangsjaar. Voor 2012 hebben wij, zoals met u afgesproken,
2,5 miljoen structurele ruimte weten te realiseren voor de uitvoering van nieuw beleid. Voor 2012
hebben wij 3,8 miljoen aan incidentele en structurele prioriteiten geformuleerd. Wij menen dit bedrag
vast te kunnen houden, omdat wij rekening houden met enerzijds een vrijval van vooruitontvangen
subsidies en anderzijds een herinzet van resterende KNW- en Wijkaanpakgelden. Over deze herinzet
zijn wij met de centrale stad in gesprek.
Zoals u kunt zien hebben wij een aantal zaken structureel en een groot deel (meerjarig) incidenteel
toegekend. Wij verwachten voor een aantal van deze (meerjarig) incidentele prioriteiten financiële
ruimte nodig te hebben voor de periode 2014-2015. Wij denken onder meer aan de ontwikkelingen
rondom samenvoeging van loketten, waaronder het stadsloket, het participatiecentrum en het
ondernemershuis. Ook op het gebied van veiligheid, met name de intensivering van handhaving en
toezicht, verwachten wij voor die jaren financiering nodig te hebben.
Onze keuze voor toekenning van voornamelijk (meerjarig) incidentele prioriteiten stelt ons in staat om
de ingezette koers regelmatig te blijven toetsen aan nieuwe ontwikkelingen in onze omgeving. Deze
methodiek borgt een jaarlijks ijkmoment, waarbij we nagaan in hoeverre zaken effectiever en
efficiënter kunnen worden georganiseerd.
19

Thema’s
De huidige financiële situatie dwingt ons scherpe keuzes te maken in wat het stadsdeel aan taken
uitvoert en op welke wijze. Ondanks de beperkte financiële armslag staan wij voor onze ambities. Het
bestuursprogramma 2010-2014 vormt de basis voor ons handelen: hierin hebben wij onze ambities
verwoord en daar houden wij aan vast. Leefbaarheid, veiligheid, emancipatie en participatie blijven
hoog in ons vaandel staan.
De prioriteiten die wij u voorleggen richten zich op vijf thema’s. Deze thema’s zien wij als rode draad
van ons bestuursprogramma, namelijk:
1. Talenten ontwikkelen: wij investeren vooral in de jeugd van Nieuw-West.
2. Participeren en emanciperen: wij zetten in op het vergroten van kennis, vaardigheden en het
zelfbewustzijn van bewoners.
3. Werken en ondernemen: wij stimuleren startende ondernemers en werkzoekenden in toeleiding
naar opleiding en werk.
4. Inrichten en beheren: wij investeren in een prettige en veilige leefomgeving.
5. Organiseren: wij richten ons op een efficiënte dienstverlening.
Wij kiezen er nadrukkelijk voor de financiële ruimte toe te kennen aan de hand van deze
portefeuilleoverstijgende thema’s. Ieder thema weerspiegelt een samenhangende set van
maatregelen, gebaseerd op eerder opgedane ervaringen en nieuwe initiatieven.
Talenten ontwikkelen
Wij vinden het, zeker in deze onzekere economische tijden, belangrijk om te blijven investeren in
talentontwikkeling van met name de jeugd, zodat zij in hun kracht staat en ondersteund wordt op weg
naar een beroepsopleiding en werk. Het aanbieden van naschoolse activiteiten per school levert hier
een belangrijke bijdrage aan. Wij hebben gekozen om dit door middel van het Servicebureau
Nieuw-West vorm te geven. Tegelijkertijd betekent talenten ontwikkelen ook een sterke inzet op
sportstimulering. Sport brengt de jeugd letterlijk en figuurlijk in beweging. Ook is cultuur een belangrijk
instrument gebleken om jeugd te prikkelen en zichzelf verder te ontwikkelen. Professionele
ondersteuning van culturele organisaties en stimulering van het jeugdtheater is een greep uit de
maatregelen om jeugdig talent in Nieuw-West aan te spreken.
Participeren en emanciperen
Wij gaan uit van de eigen kracht van bewoners. Wij stimuleren mensen om hun kwaliteiten te benutten
en doen daarbij een beroep op hun eigen verantwoordelijkheid. Het stadsdeel springt uiteraard bij
wanneer bewoners het zelf niet redden. We willen voorkomen dat mensen aan de kant blijven staan
omdat de basisvoorwaarden niet aanwezig zijn om daadwerkelijk deel te nemen aan de samenleving.
De Nederlandse taal beheersen, het tegengaan van armoede en het voorkomen van schulden zijn
daarbij van groot belang. Wij ondersteunen cursussen en begeleidingstrajecten op deze gebieden.
Het stimuleren van actief burgerschap vormt een belangrijke pijler voor ons handelen. Dit geven wij
onder meer vorm door zorg te dragen voor extra Nederlandse taallessen voor volwassenen.
Het vergroten van kennis en vaardigheden is een volgende stap op weg naar emancipatie. Zo heeft
het project Computerwijk bewezen een beproefd instrument te zijn voor maatschappelijke participatie
van bewoners in Nieuw-West. Wij streven ernaar om Computerwijk structureel overeind te houden. Wij
zoeken naar externe financieringsbronnen en onderzoeken de mogelijkheden het in te bedden in het
Huis van de Wijk. In de begroting 2013 komen we terug op de vraag of voor dit doel nog extra
dekkingsmiddelen nodig blijken.
Een andere vorm van emancipatie ligt op het gebied van homobeleid en antidiscriminatie. Onder deze
noemer worden diverse activiteiten uitgevoerd die de sociale acceptatie van homoseksualiteit beogen
te vergroten en discriminatie terug te dringen.
De kracht van kunst en cultuur in de wijken is eveneens van onschatbare waarde. Initiatieven als het
ontwikkelen van tentoonstellingen en organiseren van evenementen dragen bij aan de sociale cohesie
tussen bewoners van het stadsdeel.
20

Werken en ondernemen
Naast aandacht voor talentontwikkeling van de jeugd, richten wij ons ook op volwassen bewoners van
ons stadsdeel. De huidige opgave is om binnen de context van de economische crisis te blijven
investeren in economie en werk. Zo willen wij de jaarlijkse Banenmarkt, als succesvolle
ontmoetingsplek voor werkgevers en potentiële werknemers, continueren. Het Ondernemershuis heeft
onze onverdeelde aandacht. Het laagdrempelig aanbieden van informatie en trainingen geeft een
extra stimulans voor startende ondernemers en vergroot de kans op succesvol ondernemen. Wij
zetten voor 2012 in op het aanbieden van extra trainingen voor starters op weg naar
ondernemerschap of werk.
Wij vinden het belangrijk jongeren te blijven ondersteunen bij toeleiding naar opleiding of werk. Dit
willen wij in samenwerking met partners vorm geven, onder meer door trainingen aan te bieden en
jongeren in contact te brengen met leerwerkbedrijven. Een ander aspect van werk en ondernemen
vormt het waarborgen van goed functionerende, veilige winkelgebieden in Nieuw-West.
Winkelstraatmanagement zal in de toekomst deels anders worden ingevuld, maar blijft voor ons een
effectief instrument. Verder zijn maatschappelijk verantwoord ondernemen en social return thema’s die
in 2012 terug zullen keren.
Inrichten en beheren
Investeringen in economie en werk komen het meest tot hun recht in een prettige en veilige werk- en
leefomgeving. Veiligheid is een groot goed; bewoners en ondernemers willen zich veilig voelen.
Daarom zetten wij in op intensivering van handhaving en toezicht via training en extra
handhavingscapaciteit. Tegelijkertijd zien wij dat bewoners vanuit hun eigen kracht veel voor hun
eigen leefomgeving kunnen betekenen. Wij hechten waarde aan het vergroten van de bewustwording
van bewoners over de mogelijkheden en verantwoordelijkheid voor een veilige en schone omgeving.
Inrichten en beheren betekent immers ook iets voor de fysieke leefomgeving. Wij willen het
kenmerkende groene karakter van ons stadsdeel blijven benadrukken. Daarom hechten wij belang
aan voortzetting van het project Groene AS en hebben wij aandacht voor het beheer van de
natuurspeelplaats en activiteiten rondom het voorkomen van zwerfafval.
Organiseren
Dienstverlening is het visitekaartje van het stadsdeel. Om burgers zo efficiënt mogelijk van dienst te
zijn, bouwen wij aan één stadsloket, waarbij we onderzoeken hoe onder andere het
participatiecentrum, JSP en het brede sociaal loket hierin ondergebracht kunnen worden.
In de tabellen op de volgende pagina’s is per thema een overzicht te vinden van alle prioriteiten. De
prioriteiten zijn ook terug te vinden op de programmabladen.
21

Prioriteiten ‘Talenten ontwikkelen’
Omschrijving 2012 2013 2014 2015 I/MI/S *
1. TALENTEN ONTWIKKELEN
Uitvoering kwaliteitswijzer
De verbeteraanpak (KBA) is volop in uitvoering. Recent
hebben 4 basisscholen de verbeteraanpak met succes
afgesloten. De basisscholen Ru Paré, El Kadisia, Goeman
Borgesius en de Immanuel zijn geen zwakke scholen meer. In
het schooljaar 2011-2012 zijn ook andere scholen met de
verbeteraanpak begonnen: de Johannesschool, de
Ichtusschool, de Timotheusschool, Prof. Dr. Kraemerschool,
El Amien I en de Punt. Basisschool Louis Bouwmeester is
halverwege het traject. Hiernaast participeert het AMOS
bestuur dit jaar met 10 scholen in de opleiding
Opbrengstgericht werken voor directeuren, deze opleiding
wordt aangeboden door verbeteraanpak en Meesterplan
Onderwijs Nieuw-West.
De deelraad van Nieuw-West heeft via een motie
aangegeven dat er extra inzet op de kwaliteit van onderwijs
en de borging daarvan dienen te zijn.
Het stadsdeel heeft verantwoordelijkheid als aanjager,
stimulator en is waar nodig initiatiefnemer richting het
onderwijsveld en de ouders om dit doel te realiseren. Om
vorm te geven aan deze functies is extra budget benodigd. Dit
wordt aangevraagd onder de titel 'Ondersteuning Uitvoering
kwaliteit van het onderwijs'. Er wordt voor een jaar geld
gevraagd, omdat we per jaar willen kijken wat voor extra
impuls nodig is voor de verbeteraanpak.
P5 80.000 I
Leerplicht
Investeren in scholen is één, maar om te zorgen dat
leerlingen hun schoolloopbaan goed doorlopen is ook
aandacht nodig voor de aanwezigheid van leerlingen op
school. Leerplicht en handhaving daarvan is de bekende
activiteit. Ondersteunend aan het standaardpakket van het
Bureau Leerplicht Plus is behoefte aan het op maat extra
inzetten op schooluitval, voortijdig schoolverlaten, e.d. Het
gesprek met DMO voor extra inzet loopt. We zijn in relatie tot
de gebiedsarrangementen aan het kijken uit welk budget de
extra inspanning betaald kan worden. We gaan uit van de
noodzaak van 200.000 voor 2012.
P5 200.000 I
Servicebureau Nieuw-West (BTO)
Als resultante van het overgangsjaar 2011 is gekozen voor
een nieuwe aanpak van talentontwikkeling. Per 1 januari 2012
wordt deze nieuwe werkwijze uitgerold onder de titel
Schatkamer 2.0 (Servicebureau Nieuw-West). Doel is het
aanbod van naschoolse activiteiten te organiseren per school.
Wij kiezen voor een gezonde en toelaatbare implementatie.
Wij gaan ervan uit dat we voor de jaren 2012 en 2013
70.000 per jaar extra nodig hebben. Indien we deze
investering niet plegen, heeft dit als effect dat voor een aantal
zeer brede scholen het activiteitengeld terugloopt. Een ander
gevolg is dat een aantal organisaties niet meer direct via ons
stadsdeel worden gesubsidieerd. Te denken valt aan:
Paspoort naar je toekomstdroom, Talentenschool, Jinc en de
Weekendacademie. Zij worden aanbieders binnen
Schatkamer 2.0. Om de negatieve gevolgen voor kinderen en
hun ouders als het gaat om naschoolse activiteiten te
voorkomen.
P5 70.000 70.000 MI
* I = Incidenteel, MI = Meerjarig Incidenteel, S = Structureel
22

Omschrijving 2012 2013 2014 2015 I/MI/S *
Buurtsport en onderwijs
Talentontwikkeling doe je ook via aandacht voor sport. Nieuw-
West is het sportstadsdeel van Amsterdam, maar nog niet het
sportiefste. Om dit laatste te bereiken hebben zes
topsportevenementen uit Nieuw-West de handen ineen
geslagen om de positie van topsport en de bijdrage ervan te
kunnen versterken. Door gerichte en samenhangende
aanpak, wordt een bijdrage geleverd aan o.a. gezondheid,
participatie en sportstimulering van bewoners van het
stadsdeel. Het budget is een tijdelijke injectie om tot dit breed
gedragen samenwerkingsverband te komen.
P7 80.000 80.000 MI
Meervaart powered by…
In de nota Kunst- en cultuurbeleid is aangegeven dat de
expertise van de Meervaart kan worden ingezet voor
talentontwikkeling. Het gaat dan om de ondersteuning van
culturele organisaties die ook vanuit de Meervaart werken.
Onder deze werkmethode valt bijvoorbeeld ook het stimuleren
van het jeugdtheater. Vanaf 2012 willen we deze aanpak
voortzetten en verder ontwikkelen.
P8 90.000 90.000 90.000 90.000 S
Aslan
Verwezen wordt naar de begroting 2011. Ook in 2012 is
sprake van financiering van Muziektalent Express door het
landelijk fonds cultuurparticipatie. Voorwaarde is
cofinanciering door het stadsdeel. Wij kiezen voor voortzetting
met een jaar (zie ook nota Kunst- en cultuurbeleid).
P8 44.000 I
Totaal Talenten ontwikkelen 564.000 240.000 90.000 90.000
23

Prioriteiten ‘Participeren en emanciperen’
Omschrijving 2012 2013 2014 2015 I/MI/S *
2. PARTICIPEREN EN EMANCIPEREN
Tegengaan van armoede (schuldhulpverlening)
Voor bewoners is een gezonde financiële basis van belang
om mee te kunnen doen. Wij willen toe naar een preventieve
aanpak binnen het armoedebeleid. Tegelijkertijd blijkt dat de
vraag naar schuldhulpverlening onverminderd groot blijft. Ook
vragen steeds meer jongeren om schuldhulpverlening.
P4 200.000 200.000 200.000 200.000 S
Computerwijk
Computerwijk heeft bewezen een belangrijke eerste stap te
zijn naar maatschappelijke participatie van bewoners van
Nieuw-West. Het project helpt mensen bij het opdoen van de
eerste computervaardigheden, bevordert contacten tussen
mensen en stimuleert deelname aan vrijwilligerswerk. Een
aantal deelnemers stroomt door als vrijwilliger, wordt opgeleid
tot trainer en biedt zelf cursussen aan. Hiermee is het een
beproefd instrument gebleken om mensen te laten
deelnemen aan de samenleving en de eigen kracht en
zelfredzaamheid van bewoners te vergroten. Het is een
succesvolle stadsdeelbrede voorziening waar erg veel vraag
naar is. Wij streven ernaar om Computerwijk structureel
overeind te houden. Wij zoeken naar externe
financieringsbronnen en onderzoeken de mogelijkheden het
in te bedden in het Huis van de Wijk.
P6 100.000 I
Extra taal voor volwassenen
Met de instemming van het College van B&W met het
basisprogramma Burgerschap en Educatie 2011-2013,
verdwijnt de aanpak op de vrijwillige inburgering zoals die tot
op heden bestaat in 2012. Om de doelgroep niet uit het oog
te verliezen en kansen te bieden, wordt ingezet op het
effectiever en efficiënter inzetten van de bestaande
voorzieningen. Daarnaast blijft extra ondersteuning van
mensen die Nederlands willen leren of verbeteren
noodzakelijk. Geld is nodig voor ondersteuning van
taalcoaches, extra korte duale trajecten (taal en participatie)
en extra alfabetisering.
Homobeleid
Onlangs heeft de raadscommissie ingestemd met het
actieplan homobeleid. Om dit plan te kunnen te kunnen
realiseren is tenminste 30.000 euro op jaarbasis nodig. De
middelen worden besteed aan activiteiten door en voor het
maatschappelijk middenveld teneinde de sociale acceptatie
van homoseksualiteit te vergroten.
Burgerschap en antidiscriminatie
In 2012 willen wij activiteiten organiseren gericht op het
voorkomen van discriminatie en ter bevordering van
burgerschap. Deze activiteiten vloeien voort uit de centraal
stedelijke beleidsagendering. Daarnaast komen wij in 2012
met een plan voor een gerichte aanpak voor het bevorderen
van burgerschap en het tegengaan van discriminatie.
P6 50.000 50.000 50.000 50.000 S
P6 30.000 30.000 30.000 30.000 S
P6 50.000 I
Kunst en cultuur in de wijken
Kunst en cultuur bevorderen de sociale cohesie in de wijk. De
kracht van cultuur in de wijken richt zich op
burgerbetrokkenheid, het ontwikkelen van tentoonstellingen
van nieuwe kunstenaars en het leveren van een bijdrage aan
evenementen. Wij ondersteunen hiertoe activiteiten als
Community Art, de opening van expositieruimtes en het
Sloterplasfestival.
P8 150.000 150.000 150.000 150.000 S
* I = Incidenteel, MI = Meerjarig Incidenteel, S = Structureel
24

Omschrijving 2012 2013 2014 2015 I/MI/S *
Behoud karakter Tuinsteden
Nieuw-West kenmerkt zich door haar tuinstedelijk karakter.
Zeker in tijden van stedelijke vernieuwing is het belangrijk hier
aandacht voor te blijven houden. Dit kan onder andere door
gebruik te maken van de verbindende functie van het Van
Eesterenmuseum, waar onder andere lezingen en debatten
worden gehouden.
P11 95.000 95.000 95.000 95.000 S
Vitale sportverenigingen
Er zijn nog veel sportverenigingen die financieel en
organisatorisch zwak zijn. Het budget is nodig om
verenigingen te faciliteren bij het fuseren, verhuizen,
verbouwen, samenwerken en professionaliseren. We
onderzoeken hoe we de BTW-compensatie voor
investeringen op de sportparken kunnen bewerkstelligen voor
een optimaal resultaat voor onze verenigingen. Verder zullen
we ook starten met de voorbereiding van de nodige stappen,
zodat we in 2013 resultaten kunnen halen conform het
nieuwe beleid. Deze prioriteit versterkt de kansen om te
komen tot een krachtige inhoudelijke samenwerking met
sportverenigingen op het gebied van sportstimulering.
P7 100.000 100.000 MI
Wijksteunpunt Wonen
Het Wijksteunpunt Wonen (WSW) is een succesvol loket waar
bewoners terecht kunnen voor informatie en advies over
woonvragen. Het is een succesformule die we in Nieuw-West
graag willen voortzetten. In de komende periode bekijken we,
in overleg met de centrale stad, of het WSW op een andere
wijze kan worden voortgezet.
P11 100.000 100.000 MI
Subjectieve veiligheid
Per 2012 wordt de decentralisatie-uitkering ‘Veiligheid en
Leefbaarheid’ beëindigd. Voor het stadsdeel betekent dit dat
geen bijdrage meer ontvangen wordt voor het programma
Jeugd en Veiligheid. Om de goede resultaten die het
stadsdeel heeft geboekt op het domein Jeugd en Veiligheid
vast te houden en blijvende resultaat te boeken, staat het
stadsdeel en haar partners voor de uitdaging de aanpak van
jeugdoverlast effectiever en efficiënter te organiseren.
P2 150.000 150.000 MI
Totaal Participeren en emanciperen 1.025.000 875.000 525.000 525.000
25

Prioriteiten ‘Werken en ondernemen’
Omschrijving 2012 2013 2014 2015 I/MI/S *
3. WERKEN EN ONDERNEMEN
Ondernemersdienstverlening
In 2011 is het ondernemershuis voortgezet onder
gebruikmaking van een incidentele prioriteit. Inmiddels is de
afgeslankte vorm uitgewerkt waarin wij de dienstverlening aan
ondernemers voort willen zetten. Maatwerk op het niveau van
Nieuw-West loont. Het gaat dan om dienstverlening rond
stadsdeelvergunningen, vestigingsmogelijkheden e.d.
Daarnaast is het ondernemershuis de plek waar we startende
ondernemers informatie, doorverwijzingen en trainingen
bieden om met meer succes een bedrijf te kunnen starten.
Ook trainingen voor werkzoekenden vinden in het
ondernemershuis plaats. In samenwerking met werkgevers uit
de regio (Schiphol, haven) werken we aan het ontsluiten van
banen voor werkzoekenden uit Nieuw-West. Voorgesteld
wordt om de extra benodigde middelen voor twee jaar toe te
kennen, aangezien we de mogelijkheden voor samenvoeging
met het stadsloket onderzoeken.
P4 250.000 250.000 MI
Pre-starters op weg naar ondernemerschap of werk
Aanvullend op het financieren van een locatie voor het
ondernemershuis bestaat behoefte aan werkbudget. Uit
ervaringen met het ondernemershuis blijkt dat
werkzoekenden in Nieuw-West die een eigen onderneming
willen beginnen, vaak onvoldoende inzicht hebben in de eigen
vaardigheden en wat er komt kijken bij het starten van een
eigen bedrijf. Dit leidt tot veel uitval onder startende
ondernemers. Wij willen daarom trainingen voor ‘pre-starters’
laten aanbieden. Doel van de trainingen is doorgeleiding naar
werktrajecten of begeleiding bij het starten van een eigen
bedrijf.
P4 50.000 50.000 50.000 50.000 S
Participatiecentrum/ JSP
In 2011 is nader onderzocht hoe de functie van een
jongerenservicepunt en een participatiecentrum het beste
behouden kunnen blijven voor Nieuw-West. Er was een extra
prioriteit geregeld voor het participatiecentrum en voor de
JSP’s was nog geld beschikbaar vanuit de incidentele
geldstroom Jeugd en Veiligheid. De dienstverlening wordt het
komende jaar al gebundeld. Het incidentele budget is
daarvoor benodigd. Voorgesteld wordt om de extra benodigde
middelen voor twee jaar toe te kennen, aangezien we de
mogelijkheden voor samenvoeging met het stadsloket
onderzoeken.
P6 250.000 250.000 MI
Jongeren toeleiden naar leren en werken
Aanvullend op het financieren van een locatie voor het
participatiecentrum/JSP bestaat behoefte aan werkbudget.
Veel jongeren uit Nieuw-West zijn werkloos, maar missen de
aansluiting naar trajecten van DWI of opleidingsbedrijven. Het
stadsdeel kan met zijn kennis en directe contacten met de
doelgroep deze aansluiting verbeteren. We zetten in op
capaciteit om jongeren op te sporen en te begeleiden naar
DWI-trajecten, en werk-opleidingsbedrijven, in samenwerking
met de bestaande netwerken en loketten. Ook ontwikkelen
we mogelijkheden om jongeren te laten trainen in basale
(taal)vaardigheden, zodat ze in aanmerking kunnen komen
voor werkplekken.
P4 100.000 100.000 100.000 100.000 S
* I = Incidenteel, MI = Meerjarig Incidenteel, S = Structureel
26

Omschrijving 2012 2013 2014 2015 I/MI/S *
Continuering winkelstraatmanagement
In 2011 is het winkelstraatmanagement onder de loep
genomen. Het gaat daarbij om een harmonisatie van de
inspanningen in het stadsdeel en de keus voor een
uitvoeringsniveau bij het wegvallen van incidenteel geld.
Deels zal het winkelstraatmanagement anders worden
ingezet dan voorheen.
Het winkelstraatmanagement blijft voor ons een effectief
instrument om het functioneren en de veiligheid van de
winkelgebieden in Nieuw-West op een basispeil te houden en
waar mogelijk te verbeteren.
P4 150.000 150.000 150.000 150.000 S
Banenmarkt
In 2012 is het voornemen om voor de 5e keer de Banenmarkt
in de Meervaart te organiseren. Dit evenement past in de
actieve benadering van werkgevers en werkzoekenden op het
gebied van matching tussen de partijen op vacatures. Zowel
werkgevers als werkzoekenden oordeelden ook in 2011 weer
positief over de Banenmarkt. Hij voorziet in de behoefte van
de werkzoekende in Nieuw-West om in direct contact te
komen met werkgevers en andersom. Een groot deel van de
werkgevers komt ieder jaar terug op de Banenmarkt.
P4 50.000 50.000 50.000 50.000 S
Gastvrij Nieuw-West
Ambitie is om Nieuw-West een aantrekkelijke plek te laten zijn
waar mensen elkaar willen ontmoeten. Belangrijk onderdeel
van de aantrekkelijkheid van Nieuw-West is de aanwezigheid
en diversiteit van evenementen en horecavoorzieningen,
naast culturele uitingsvormen. In 2011 is voor het eerst
ervaring opgedaan met een werkbudget voor dit doel. Wij
kiezen er voor om dit experiment voort te zetten en stellen
een prioriteit van 70.000 Euro voor 50.000 euro voor
evenementen en 20.000 euro voor communicatie. Wij
verwijzen ook naar de Nota Kunst en Cultuurbeleid.
P8 70.000 I
Totaal Werken en ondernemen 920.000 850.000 350.000 350.000
27

Prioriteiten ‘Inrichten en beheren’
Omschrijving 2012 2013 2014 2015 I/MI/S *
4. INRICHTEN EN BEHEREN
Handhaving en toezicht **
Toezicht levert een belangrijke bijdrage aan het verbeteren
van de objectieve en subjectieve veiligheid in het stadsdeel,
naast de eigen verantwoordelijkheid die bewoners en
ondernemers hebben als oren en ogen in de wijk. De
incidentele gelden voor Trigion en SAOA komen in 2012 te
vervallen. Middelen zijn nodig om het toezicht te continueren
en tegelijkertijd ook anders te organiseren. De taken van het
leerwerkbedrijf Toezicht worden toegevoegd aan de teams
Handhaving Openbare ruimte (HOR-teams). Een aantal
handhavers wordt opgeleid en getraind om vervolgens als
begeleider te worden ingezet. Daarnaast wordt er extra
handhavingscapaciteit ingezet om dit mogelijk te maken. Op
deze manier gaat het stadsdeel een bijdrage leveren aan
stage- c.q. leerwerkplekken en wordt ook het integraal werken
van toezicht en handhaving bevorderd. Het betreft:
- toezichthouders in opleiding (gele hesjes)
- handhavings- en opleidingsvaardigheden
- DNA-vloeistof voor huishoudens
- SAOA voortzetten
P2 550.000 550.000 MI
Schiphol
Voor de door het dagelijks bestuur nieuw gestelde portefeuille
Schiphol is een jaarlijks budget nodig. Het beleid van het
stadsdeel is om waar mogelijk invloed aan te wenden om de
geluidshinder te beperken en het economisch belang van de
luchthaven voor Nieuw-West (banen en stages) te vergroten.
Om hieraan invulling te geven is een budget nodig van
50.000 per jaar. Dit is bestemd voor de financiering van onder
meer kosten voor onderzoeken en adviezen, organiseren van
informatiebijeenkomsten en communicatie.
P10 50.000 50.000 50.000 50.000 S
Kunst in de openbare ruimte
Nieuw West beschikt over een groot aantal alom
gewaardeerde kunstobjecten in de openbare ruimte.
Sommige staan er al vanaf de aanleg van de Westelijke
Tuinsteden, andere zijn later geplaatst. Bij veel inwoners en
bezoekers van Nieuw West is dit niet of nauwelijks bekend.
Streven is om bekendheid te geven aan het bestaan van deze
kunstobjecten in Nieuw West. Door middel van de aanleg van
één of meerdere wandelroutes, en bordjes met verwijzingen
en uitleg wordt initiatief genomen om kunst in de openbare
ruimte meer zichtbaar en toegankelijk te maken. Voor dit
project is eenmalige budget van 40.000 nodig.
P8 40.000 I
Beheer Natuurspeelplaats
Eind 2011 is de aanleg van de natuurspeelplaats gestart. De
natuurspeelplaats wordt een plek waar een scala van
activiteiten door kinderen met hulp van vrijwilligers zal plaats
vinden. Voor het in samenspraak met vrijwilligers maken,
begeleiden en uitvoeren van een jaarlijks
activiteitenprogramma is inzet van ondersteuning en
coördinatie nodig. Daar is een jaarlijks budget van 50.000
voor nodig.
P9 50.000 50.000 50.000 50.000 S
* I = Incidenteel, MI = Meerjarig Incidenteel, S = Structureel
** Zie ook de toelichting op pagina 19.
28

Omschrijving 2012 2013 2014 2015 I/MI/S *
Groene AS
Project Moeraslandje Halfweg is onderdeel van een groter
project: Inrichting Moeraslandje Halfweg, aanleg van een
faunapassage onder de N200 en inrichting Groote Braak in
de Brettenzone. Samen vormen zij een belangrijke schakel
binnen de Groene AS. De inrichting van het Moeraslandje
Halfweg wordt geraamd op een totaal van 280.000. Bij de
raming wordt uitgegaan van hergebruik van de te ontgraven
grond in de Tuinen van West en een is op voorwaarde van
50% cofinanciering van de Provincie. Belangrijk hiervoor is
uitvoering in 2012. Wanneer hergebruik niet mogelijk is,
bedragen de kosten ca. 385.000.
Zwerfafval
Project voor activiteiten en communicatie gericht op het
vergroten van de bewustwording van bewoners over de
mogelijkheden en eigen verantwoordelijkheid bij het
schoonhouden van hun leefomgeving.
De Eendracht
Het instellen van parkmanagement op Sportpark de
Eendracht door middel van een stichting zou op 1 januari
2012 plaats vinden. Echter, door de complexiteit van de
opdracht neemt de voorbereiding enkele extra maanden in
beslag. Door deze vertraging is het nodig de huidige
kwartiermakers en procesmanager langer op dit project in te
zetten.
P9 140.000 I
P9 75.000 75.000 75.000 75.000 S
P7 80.000 I
Particulier opdrachtgeverschap
De crisis noodzaakt tot het anders nadenken over de
woningproductie van het stadsdeel. Nieuwbouw woningen zijn
moeilijker afzetbaar. Er moet worden gezocht naar
alternatieve manieren van bouwen, particulier
opdrachtgeverschap is momenteel zeer actueel. Vanuit de
centrale stad is aangegeven dat er naar verwachting de
komende tijd een grote vraag is naar woningen die worden
ontwikkeld via particulier opdrachtgeverschap. Hier willen we
als Nieuw-West op inspelen door communicatiemiddelen te
ontwikkelen en ontwikkelstrategieën te maken. Er moet een
visie komen over waar we wel en waar we niet gaan inzetten
op particulier opdrachtgeverschap.
P11 100.000 I
Totaal inrichten en beheren 1.085.000 725.000 175.000 175.000
29

Prioriteiten ‘Organiseren’
Omschrijving 2012 2013 2014 2015 I/MI/S *
5. ORGANISEREN
Openingstijden loketten burgerzaken
Stedelijk wordt de ontwikkeling van stadsloketten op elkaar
afgestemd. In 2012 willen wij een business case presenteren,
waarbij wij het hebben van één stadsloket in Nieuw-West met
een integratie van burgerzaken, het brede sociaal loket,
ondernemershuis en participatiecentrum/ JSP nader
uitwerken. Vooruitlopend daarop willen wij de stedelijke
afspraak rond het harmoniseren van de openingstijden
nakomen. Dit vraagt om 200.000 extra.
Tuinstadhuis
De huisvesting van het kantoorpersoneel is al sinds de fusie
een punt van zorg. Onlangs hebben wij een kredietaanvraag
gepresenteerd voor de vervanging van de liften in het
Tuinstadhuis. Wij hebben daarbij aangegeven in de 1e helft
van 2012 terug te komen op de verbouw van het
Tuinstadhuis. Vooruitlopend daarop maken wij inzichtelijk van
2013 rekening te houden met extra kapitaallasten voor dit
doel.
P1 200.000 200.000 200.000 200.000 S
P11 560.000 560.000 560.000 S
Totaal Organiseren 200.000 760.000 760.000 760.000
Totaal prioriteiten 3.794.000 3.450.000 1.900.000 1.900.000
* I = Incidenteel, MI = Meerjarig Incidenteel, S = Structureel
30

3. Kerngegevens
31

3. Kerngegevens
Kerncijfers Stadsdeel Nieuw-West (2009-2011) Nieuw-West Amsterdam
1 januari Een
heid
2009 2010 2011 2011
Totale bevolking abs. 132.974 135.188 138.087 780.559
Waarvan vrouwen % 51,0 50,8 50,8 50,8
Waarvan mannen % 49,0 49,2 49,2 49,2
Leeftijdsgroepen
0- 3 jaar % 5,4 5,4 5,6 5,1
4- 7 jaar % 5,0 5,0 5,0 4,1
8-12 jaar % 6,3 6,2 6,0 4,8
13-17 jaar % 6,3 6,1 5,9 4,3
18-24 jaar % 10,5 10,7 10,7 10,4
25-29 jaar % 7,9 8,2 8,3 9,7
30-39 jaar % 14,5 14,6 14,6 17,7
40-49 jaar % 14,9 14,8 14,6 15,4
50-64 jaar % 15,5 15,7 16,2 17,4
65 jaar e.o. % 13,7 13,5 13,1 11,0
Niet-westerse allochtonen % 48,4 49,2 49,8 35,0
Westerse allochtonen % 11,0 11,2 11,7 15,3
Autochtonen % 40,6 39,6 38,5 49,7
Huishoudens abs. 62.536 63.524 64.546 422.960
Gemiddelde woonduur op adres jaar 8,2 8,1 8,1 8,1
Woningvoorraad abs. 58.855 60.114 61.609 394.927
Waarvan 3 kamers % 37,3 37,2 37,2 35,6
Waarvan 4 kamers % 38,3 38,0 37,8 25,0
Wet werk en bijstand (WWB) tot 65 jaar (thuiswonend) abs. 4.809 5.049 5.158 32.916
Werkloosheid* % 8,3 8,7 6,5 6,3
Werkloosheid niet-westerse allochtonen* % 13,0 13,0 9,4 10,5
Potentiële beroepsbevolking** abs. 89.378 91.473 93.855 571.524
Vestigingen met werkzame personen abs. 7.044 7.741 8.335 87.443
Werkzame personen abs. 48.559 49.734 49.935 468.763
Leerlingen/schooljaar 2008/'09 2009/'10 2010/'11 2010/'11
Basisonderwijs abs. 11.760 11.658 11.888 58.711
Speciaal onderwijs abs. 2.209 2.197 2.082 4.783
Praktijkonderwijs abs. 649 601 524 1.315
Voortgezet onderwijs abs. 5.766 5.600 5.697 34.688
* Niet-werkende werkzoekenden (NWW) als % van de (niet-westerse allochtone) bevolking van 15-64 jaar.
** Bevolking van 15-64 jaar
Bron: O&S
33

4. Programma’s
35

4.1 Programma 1: Dienstverlening
Dit programma betreft burgerzaken en de loketfunctie van het stadsdeel. Hieronder vallen de uitgifte
van rijbewijzen, reisdocumenten, uittreksels en verklaringen, het bijhouden van persoonsgegevens
(verhuizingen, geboorte, overlijden, e.d.), huwelijksvoltrekkingen, het organiseren van verkiezingen,
het verlenen van vergunningen en de loketfunctie voor het stadsdeel als geheel.
A. Maatschappelijk effect (Wat wil de raad bereiken?)
De ambitie binnen het programma Dienstverlening is de dienstverlening aan bewoners en bedrijven
efficiënt en effectief te laten verlopen:
- bewoners en ondernemers kiezen uit de verschillende dienstverleningskanalen steeds vaker voor
het digitale kanaal,
- de dienstverlening wordt gewaardeerd.
Effectindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Klanttevredenheid dienstverlening
stadsdeelkantoor (BMS 1.1)
Tevredenheid over het laatste contact met een
ambtenaar (BMS 1.3)
Aandeel bewoners bekend met digitaal loket
(BMS 1.4)
82%
(2009)
13%
(2008)
- 7,3
(2009)
72%
(2010)
49%
(2010)
Begroting
2012
Begroting
2014
7,3 7,4
75% 84%
50% 60%
B. Ontwikkelingen
Ontwikkeling rijk
Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP)
In 2005 heeft de Tweede Kamer het Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP) goedgekeurd. Hierin
heeft de VNG-commissie Jorritsma haar visie op de gemeentelijke dienstverlening beschreven, onder
het motto ‘Eén digitale overheid: betere service, méér gemak’. De visie omvat zes pijlers: de vraag
centraal, snel en zeker, één overheid, geen overbodige vragen, transparant en aanspreekbaar en
efficiënt. Eind 2011 is er een vervolg op het NUP verschenen; het I-NUP. Het I-NUP bevat de
overheidsbrede implementatieagenda dienstverlening e-overheid.
Ontwikkeling stad
Programmaplan Dienstverlening
In 2012 zal Amsterdam in samenwerking met alle stadsdelen en diensten verder werken aan de
uitvoering van het Programmaplan Dienstverlening Amsterdam. Speerpunten blijven: ontwikkelen van
het Stadsloket, vereenvoudigen van processen en gezamenlijk een optimale telefonische en digitale
ingang bieden aan de burger en ondernemer.
Regionale Uitvoeringsdienst (RUD)
De gemeenten Amsterdam, Haarlemmermeer, Velsen, Zaanstad en de provincie Noord-Holland zijn
bezig met het oprichten van een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) voor het Noordzeekanaalgebied
en de Schipholregio per 1 januari 2013. De RUD gaat taken op het gebied van milieuhandhaving,
-vergunningverlening en -toezicht uitvoeren. Provincies en gemeenten werken zelf uit hoe zij de RUD
vorm zullen geven.
37

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
De gemeente Amsterdam heeft bij de invoer van één postbus voor digitale aanvragen door het rijk een
digitale keten ingericht. De kosten voor deze digitale keten zijn relatief hoog. In 2012 wordt onderzocht
welke stappen genomen moeten worden om de kosten voor Amsterdam als geheel terug te brengen.
Hiertoe wordt de structuur en de daarmee samenhangende kosten van de onderliggende ICTarchitectuur
onderzocht, de rechtstreekse ICT-kosten doorgelicht en een aanpak voor de Wabo-keten
voor de komende jaren vastgelegd, rekening houdend met de komst van de Regionale
Uitvoeringsdienst (RUD). Daarnaast wordt binnen de Wabo-keten het verrekeningsmodel onderzocht.
Hierbij wordt ook gekeken naar ontstane (meer)inkomsten bij partners binnen de keten en naar het
mogelijk laten aansluiten van andere diensten.
Ontwikkeling stadsdeel
Stadsloket
In 2012 wordt onderzocht of en hoe een aantal loketten; zoals het brede sociale loket, het
Jongerenservicepunt (JSP), het ondernemershuis, het participatiecentrum en de informatiebalie beter
kunnen samenwerken met als doel elkaar te versterken en efficiencywinst te behalen. Hiertoe zullen
wij een businesscase presenteren. Naast eerder genoemde efficiencywinst zal hierin ook het
huisvestingsvraagstuk voor het stadsloket en de wijze van financieren (bv. kapitaliseren) worden
meegenomen.
C. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken
Bestaand beleid rijk
- NUP (Nationaal Uitvoeringsprogramma). Gebaseerd op de Visie 2015: Publieke dienstverlening,
professionele gemeenten (commissie Jorritsma) (2005)
- I-NUP (implementatie-NUP) (2011)
Bestaand beleid stad
- Visie op Dienstverlening Amsterdam (2010)
- Programmaplan Dienstverlening 2010-2014 (2010)
- Plan Eindbeeld Stadsloket 2014 (2010)
- Servicecode Amsterdam (2007)
Bestaand beleid stadsdeel
- Programakkoord 2006 – 2010 (2006, Osdorp)
- Visie op Dienstverlening met bijbehorend Plan van Aanpak (2009, Osdorp)
- Programmaplan Dienstverlening 2007 – 2010 (2007, Geuzenveld-Slotermeer)
Nieuw beleid stadsdeel (termijnagenda)
- Evenementenbeleid
- Stedelijke welstandsnota
38

D. Programmadoelen (Wat doet het dagelijks bestuur hiervoor?)
Programmadoelen Resultaatindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Aanbieden loketactiviteiten op één
plek
Gebruik digitale producten
Voldoen aan ServiceCode
Amsterdam
Invoeren stadsloket 0
(2010)
% digitale aanvragen van
vergunningen
Gemiddelde wachttijd loket
burgerzaken
% binnen termijn afgehandelde
correspondentie
Nieuwe
indicator
20
(2010)
Nieuwe
indicator
0
(2011)
Begroting
2012
Begroting
2014
0 1
50%* 55% 60%
8**
(2011)
65%
(2011)
15 15
75% 85%
* Vergunningen WIOR en Objecten worden vrijwel geheel digitaal afgehandeld. Bij overige vergunningen ligt % lager. Meting
betreft periode t/m september 2011.
** Laatste meting wachttijd betreft 1e 2 kwartalen 2011; In 2010 was nog geen consistente meting beschikbaar. Er wordt deels
op afspraak gewerkt. Klanten met een afspraak worden direct geholpen, klanten zonder afspraak moeten langer wachten.
E. Ontwikkeling baten, lasten en saldo (Wat mag het kosten?)
Bedragen (x 1.000)
Jaarrekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Begroting
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Baten 7.546 6.300 5.444 5.444 5.444 5.444
Lasten 13.647 13.271 13.470 13.211 13.134 13.108
Resultaat voor bestemming -6.101 -6.971 -8.026 -7.767 -7.690 -7.664
Onttrekking aan reserves 43 0 0 0 0 0
Toevoegen aan reserves 14 0 0 0 0 0
Resultaat na bestemming -6.072 -6.971 -8.026 -7.767 -7.690 -7.664
Bedragen (x 1.000) Baten Lasten
Stand 2011 6.300 13.271
Incidenteel 2011 350 320
Stand begin 2012 5.950 12.951
Autonome ontwikkelingen -776 72
Prioriteiten 0 200
Posterioriteiten 270 -235
Kostenverdeelstaat 0 482
Stand ultimo 2012 5.444 13.470
Prioriteiten
Openingstijden loketten burgerzaken (Organiseren - 200.000)
Stedelijk wordt de ontwikkeling van stadsloketten op elkaar afgestemd. In 2012 willen wij een business
case presenteren, waarbij wij het hebben van één stadsloket in Nieuw-West met een integratie van
burgerzaken, het brede sociaal loket, ondernemershuis en participatiecentrum/ JSP nader uitwerken.
Vooruitlopend daarop willen wij de stedelijke afspraak rond het harmoniseren van de openingstijden
nakomen (stadsbreed: werken op afspraak, verruiming openingstijden naar 16 uur en een
avondopenstelling op de donderdagavond) . Dit vraagt om 200.000 extra.
39

Posterioriteiten
Vereenvoudigen processen burgerzaken (- 50.000)
Door de processen voor burgerzaken te vereenvoudigen hoeft er minder te worden ingehuurd.
Flexibele schil vergunningen (- 185.000)
Deze posterioriteit wordt gerealiseerd door inzet van minder personeel.
Aanpassen leges tarieven (- 270.000)
In de begroting is rekening gehouden met een terugloop van legesinkomsten door een afname van
het bouwvolume. Daar tegenover staat dat door de stedelijke uniformering van de legestarieven een
meeropbrengst mag worden verwacht.
40

4.2 Programma 2: Openbare orde en veiligheid
Dit programma bevat activiteiten om de veiligheid in het stadsdeel te bevorderen en overlast te
beperken. Het gaat hierbij onder andere om buurtveiligheid, aanpak van groepsoverlast (jeugd) en
samenwerking op het gebied van crisisbeheersing. Deze activiteiten zijn hoofdzakelijk preventief van
aard en worden ontplooid in samenhang met de (repressieve) activiteiten van veiligheidspartners
zoals politie en justitie.
A. Maatschappelijk effect (Wat wil de raad bereiken?)
Het programma Openbare orde en veiligheid beoogt de veiligheid in het stadsdeel Nieuw-West te
vergroten en richt zich daartoe met name op:
- de veiligheid in de openbare ruimte,
- de veiligheid voor bewoners in hun huis,
- de veiligheid voor ondernemers in hun werkomgeving.
Effectindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Subjectieve Veiligheidsindex bewoners (BMS
2.5)*
Objectieve Veiligheidsindex bewoners (BMS
2.6)*
95
(2009)
77
(2009)
94
(2010)
75
(2010)
Objectieve scorekaart winkels (BMS 2.7)** Nieuwe indicator 148
(2007)
Subjectieve scorekaart winkels (BMS 2.8)** Nieuwe indicator 108
(2007)
Objectieve scorekaart bedrijven (BMS 2.9)** Nieuwe indicator 84
(2007)
Subjectieve scorekaart bedrijven (BMS 2.10)** Nieuwe indicator 93
(2007)
Begroting
2012
Begroting
2014
93 91
73 71
* Een lagere score is een verbetering
** De scorekaart winkels en bedrijven gaat verdwijnen omdat hier te weinig gebruik van wordt gemaakt. Daarnaast is de laatste
meting in 2007 geweest. Om deze redenen zijn de indicatoren voor 2012 en 2014 niet ingevuld.
B. Ontwikkelingen
Ontwikkeling rijk
Aanpak criminele groepen
In het regeerakkoord is de aanpak van criminele jeugdgroepen benoemd tot één van de belangrijkste
actiepunten van het ministerie van Veiligheid en Justitie, de politie, het Openbaar Ministerie (OM) en
gemeenten. In mei 2011 is het Actieplan criminele jeugdgroepen gepresenteerd, met daarin de
doelstelling de 89 criminele jeugdgroepen die eind 2010 in kaart zijn gebracht binnen twee jaar aan te
hebben gepakt. Het OM heeft van het ministerie de opdracht gekregen de regie te nemen in de
aanpak van de criminele groepen.
Nationalisering politie
Het kabinet is - in het kader van de herziening van het politiebestel - van plan het aantal politieregio’s
terug te brengen en deze te nationaliseren. In 2012 zal dit proces gefaseerd van start gaan.
Vooralsnog is onduidelijk wat de gevolgen zijn voor de politiecapaciteit en de (lokale)
samenwerkingsafspraken.
41

Cameratoezicht
Vanuit het rijk worden - mede op initiatief van Nieuw-West - de mogelijkheden voor het verruimen van
het cameratoezicht onderzocht. De resultaten van dit onderzoek zullen naar alle waarschijnlijkheid
mogelijkheden bieden om cameratoezicht flexibeler in te zetten.
Bouwbesluit 2012
Om de bouwtechnische eisen leesbaarder, eenvoudiger en eenduidiger te maken, heeft de
rijksoverheid een nieuw Bouwbesluit opgesteld, dat per 1 januari 2012 in werking treedt. Het Besluit
brandveilig gebruik bouwwerken, Bouwbesluit 2003 en de Bouwverordening zijn hierin
samengevoegd. Dit heeft een aantal inhoudelijke wijzigingen tot gevolg. Zo wordt de huidige sloop- en
asbestvergunning omgezet in een melding, waardoor voorafgaand aan slopen geen toestemming
meer is vereist. Het accent van toetsing vooraf wordt hiermee verlegd naar intensievere controle
achteraf, tijdens de sloop.
Ontwikkeling stad
Top 600
Begin 2011 is de aanpak Top 600 gestart. Deze Top 600 is verantwoordelijk voor een grote
hoeveelheid ernstige misdrijven in de stad en bestaat uit 600 veelal jonge mannen van tussen de 18
en 24 jaar. De aanpak rust op drie pijlers: (1) daders worden van de straat gehaald, (2) recidive wordt
voorkomen door daders na hun straf een uitweg te bieden en (3) instroom en doorstroom (van
broertjes/ zusjes) naar de criminele groep worden beperkt door gerichte preventiemaatregelen voor
jongeren. Binnen de aanpak Top 600 heeft het stadsdeel taken op het gebied van hulp bij de terugkeer
van daders in de maatschappij en beperking van de instroom van risicojongeren rondom de daders.
Veiligheidshuizen
In oktober 2011 zijn twee veiligheidshuizen geopend in Amsterdam en de regio Amsterdam-
Amstelland. In het veiligheidshuis werken verschillende partijen samen, zoals de gemeente, de politie,
het openbaar ministerie, de reclasseringsorganisaties en instellingen als de Raad voor de
Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, de stadsdelen en regiogemeenten. Naast aandacht geven
aan jeugd en veelplegers zal het veiligheidshuis zich met name richten op de Top 600. Het
veiligheidshuis is een schaalvergroting en uitbreiding van de ketenregie, die op districtsniveau werkte.
Stedelijke Handhavingsunit Kinderopvang
Op 1 juli 2011 heeft het college van B&W opdracht gegeven tot het opzetten van een stedelijke
handhavingsunit kinderopvang (SHK). Daarmee ontstaat één SHK die de uitvoering van
handhavingstaken op zich neemt. Er is een nieuwe verdeling tussen stad en stadsdelen in het leven
geroepen. De stad maakt handhavingsbeleid voor de kinderopvang, de GGD voert het toezicht uit. De
gezamenlijke stadsdelen voeren de handhaving uit in het SHK. Het SHK krijgt naast de handhaving op
de kinderopvang ook te maken met de handhaving op peuterspeelzalen en de gastoudergezinnen. De
SHK moet per 1 januari 2012 operationeel zijn.
Ontwikkeling stadsdeel
Jeugd & Veiligheid
Per 2012 wordt de decentralisatie-uitkering ‘Veiligheid en Leefbaarheid’ beëindigd. Voor het stadsdeel
betekent dit dat geen bijdrage meer ontvangen wordt voor het programma Jeugd en Veiligheid. Om de
goede resultaten die het stadsdeel heeft geboekt op het domein Jeugd en Veiligheid vast te houden
en blijvende resultaat te boeken, staat het stadsdeel en haar partners voor de uitdaging de aanpak
van jeugdoverlast effectiever en efficiënter te organiseren.
42

Subjectieve veiligheid
Uit de subjectieve veiligheidsindex blijkt dat, ondanks een daling van de criminaliteit, bewoners en
ondernemers zich nog steeds onveilig voelen. Het stadsdeel gaat daarom extra inzetten op
verbetering van de subjectieve veiligheid.
Het verbeteren van de subjectieve veiligheid gaat het stadsdeel wijkgericht aanpakken. De gebieden
die het slechtst scoren op de subjectieve veiligheid (Geuzenveld, De Punt en Overtoomse Veld)
worden met voorrang aangepakt. De door het stadsdeel te treffen maatregelen om de subjectieve
veiligheid te vergroten zullen zich in het bijzonder richten op verhoging van de burgerbetrokkenheid.
De wijkcoördinatoren en de veiligheidscoördinatoren krijgen - naast diverse partners en andere
afdelingen van het stadsdeel - hierin een belangrijke rol.
Toezicht
Toezicht en handhaving leveren een belangrijke bijdrage aan het creëren van een veilige woon- en
leefomgeving. In Nieuw-West worden in de openbare ruimte diverse vormen van toezicht en
handhaving ingezet om de leefbaarheid te bevorderen, overlast te voorkomen, de openbare orde te
handhaven en de veiligheid in de buurten te vergroten. De financiële middelen voor toezicht nemen
echter aanzienlijk af. Om dit op te vangen en vanuit de overtuiging dat iedereen een eigen
verantwoordelijkheid heeft in het verbeteren van de veiligheid komt het stadsdeel met creatieve
oplossingen voor het toezicht waarbij er een beroep wordt gedaan op de ogen en oren van bewoners
en ondernemers. Zij worden gestimuleerd meer te melden. Daarnaast onderzoekt het stadsdeel de
mogelijkheden om werkzoekenden in te zetten als toezichthouders en gaat het stadsdeel jongeren
stageplaatsen aanbieden als toezichthouders openbare ruimte.
Herstelgerichte aanpak
Om het gevoel van veiligheid te vergroten en bewoners in hun eigen kracht te plaatsen,
experimenteert het stadsdeel met een herstelgerichte aanpak. Deze aanpak heeft als doel bij
conflicten tussen partijen de verhoudingen te normaliseren, bijvoorbeeld door een begeleide
confrontatie tussen dader en slachtoffer of bij conflicten in de wijk. Hierbij wordt onder begeleiding een
plan van aanpak opgesteld die de partijen een handvat biedt het conflict op te lossen.
C. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken
Bestaand beleid rijk
- Wabo (1 oktober 2010)
Bestaand beleid stad
- Regionaal Veiligheidsplan 2011 regio Amsterdam-Amstelland (2011)
- Stedelijk programma regelgeving en handhaving (2007-2010)
Bestaand beleid stadsdeel
- Veiligheidsprogramma stadsdeel Nieuw-West (2011-2014)
- Handhavingsprogramma stadsdeel Nieuw-West (2011-2014)
- Projectplan vervreemding en radicalisering, Osdorp (2009)
- Actieplan Tegengaan van Radicalisering in Slotervaart (2007-2010)
- Slaan is niet normaal! Plan van Aanpak Huiselijke Geweld in Slotervaart (2009-2010)
- Draaiboek Crisisbeheersing Stadsdeel Nieuw-West (2010)
43

D. Programmadoelen (Wat doet het dagelijks bestuur hiervoor?)
Programmadoelen Resultaatindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Bevorderen veilig ondernemen
Aantal aangiften van diefstal/ inbraak
in bedrijven en instellingen (BMS
2.22.6)
Aanpak overlast en criminaliteit Rapportcijfer ervaren overlast van
criminaliteit* (BMS 2.12)
Jeugdcriminaliteit verminderen
Veiligheid in de woningen neemt
toe
Minderjarige first offenders (BMS
2.16)
Aantal problematische
jeugdgroepen
Aantal aangiften van diefstal/
inbraak in woningen (BMS 2.22.1)
#aangiften van diefstal /inbraak
box/ schuur/ garage/ tuinhuis (BMS
2.22.1)
625
(2008)
6,3
(2009)
Nieuwe
indicator
904
(2008)
347
(2008)
558
(2009)
253
(2009
Begroting
2012
Begroting
2014
558 500*
- 6,5 6,9
240 228
6 - 5 4
1313
(2009)
271
(2009)
* Onder voorbehoud dat de subsidie ‘Veilig ondernemen’ vanuit de centrale stad gehandhaafd blijft.
1182 1050
257 244
E. Ontwikkeling baten, lasten en saldo (Wat mag het kosten?)
Bedragen (x 1.000)
Jaarrekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Begroting
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Baten 802 602 0 0 0 0
Lasten 6.905 7.590 5.258 5.217 4.334 4.422
Resultaat voor bestemming -6.103 -6.988 -5.258 -5.217 -4.334 -4.422
Onttrekking aan reserves 0 0 0 0 0 0
Toevoegen aan reserves 0 0 0 0 0 0
Resultaat na bestemming -6.103 -6.988 -5.258 -5.217 -4.334 -4.422
Bedragen (x 1.000) Baten Lasten
Stand 2011 602 7.590
Incidenteel 2011 57 1.299
Stand begin 2012 545 6.291
Autonome ontwikkelingen -545 -812
Prioriteiten 0 700
Posterioriteiten 0 -348
Kostenverdeelstaat 0 -573
Stand ultimo 2012 0 5.258
Prioriteiten
Subjectieve veiligheid (Participeren en emanciperen – 150.000)
Ondanks de afnemende criminaliteit zijn de inwoners van het stadsdeel zich onveiliger gaan voelen. In
een aantal gebieden (De Punt, Geuzenveld en Overtoomse Veld) is sprake van een duidelijke
verslechtering van de subjectieve veiligheid. Het stadsdeel wil in deze gebieden de subjectieve
veiligheid verbeteren door passende instrumenten te ontwikkelen, onder andere door de
burgerbetrokkenheid te vergroten. Bewoners en ondernemers zelf zijn immers belangrijke oren en
ogen in de wijk. In 2013 evalueren we de aanpak.
44

Handhaving en toezicht (Inrichten en beheren - 550.000) 1
Toezicht levert een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid
in het stadsdeel, naast de eigen verantwoordelijkheid die bewoners en ondernemers hebben als oren
en ogen in de wijk. De incidentele gelden voor Trigion en SAOA komen in 2012 te vervallen. Middelen
zijn nodig om het toezicht te continueren en tegelijkertijd ook anders te organiseren. De taken van het
leerwerkbedrijf Toezicht worden toegevoegd aan de teams Handhaving Openbare ruimte
(HOR-teams). Een aantal handhavers wordt opgeleid en getraind om vervolgens als begeleider te
worden ingezet. Daarnaast wordt er extra handhavingscapaciteit ingezet om dit mogelijk te maken. Op
deze manier gaat het stadsdeel een bijdrage leveren aan stage- c.q. leerwerkplekken en wordt ook het
integraal werken van toezicht en handhaving bevorderd. Het betreft:
- toezichthouders in opleiding (gele hesjes)
- handhavings- en opleidingsvaardigheden
- DNA-vloeistof voor huishoudens
- SAOA voortzetten
Posterioriteiten
Herijken van veiligheidsmaatregelen (- 168.000)
Medio 2012 zal voor de gehele stad een Centrale Camera Toezichtruimte (CCTR) in gebruik worden
genomen. Het stadsdeel onderzoekt de mogelijkheden van brede inzet van flexibel cameratoezicht.
Op basis van een recente evaluatie zal het stadsdeel nieuw beleid voor cameratoezicht formuleren.
Verder wordt ingezet op het verkrijgen van externe middelen.
Verminderen inhuur/ schrappen werkbudgetten (- 180.000)
Deze posterioriteit wordt vooral gerealiseerd door het schrappen van inhuurbudgetten.
1 Zie ook de toelichting op pagina 28.
45

4.3 Programma 3: Verkeer en vervoer
Dit programma betreft het beleid inzake verkeersmaatregelen en parkeren. Hieronder valt ook het
realiseren van verkeersbesluiten, parkeerbeheer en maatregelen om de verkeersveiligheid te
verbeteren. Dit beleid dient mede als basis voor ruimtelijke plannen en fysieke maatregelen. Ook
wordt bijgedragen aan stedelijk en regionaal verkeersbeleid voor zover dit van invloed is op de
bereikbaarheid en doorstroming in het stadsdeel.
A. Maatschappelijk effect (Wat wil de raad bereiken?)
Met het verkeersbeleid in Nieuw-West willen wij de leefbaarheid, verkeersveiligheid en bereikbaarheid
van en binnen het stadsdeel verbeteren.
Effectindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Aandeel Fietsverkeer* _ 16%
(2008)
Mening bewoners over parkeervoorzieningen
(BMS 3.3)
Geregistreerde verkeersslachtoffers (BMS 3.6) 278
(2008)
* gemeten door Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (DIVV)
_ 6,4
(2009)
201
(2009)
Begroting
2012
Begroting
2014
16% 17%
6,5 6,5
278 278
B. Ontwikkelingen
Ontwikkeling stad
Openbaar vervoer (OV)
Naar verwachting wordt in de periode 2013-2017 in Amsterdam jaarlijks gemiddeld 70 miljoen op het
openbaar vervoer bezuinigd. De kwaliteit van het openbaar vervoer komt hiermee in gevaar.
Stadsregio en de centrale stad brengen samen met de stadsdelen de consequenties in 2012 in beeld.
Uiterlijk 1 december 2011 moet de stadsregio het GVB informeren over o.a. het budget voor 2013; ook
moet dan het lijnennet 2013 bekend zijn.
De uitkomsten van de planstudiefase (o.a. keuze tracé) tot aanleg van de Westtangent zullen in 2012
bekend zijn. De Westtangent is een hoogwaardige openbaar vervoersverbinding (HOV-bus) tussen
het station Sloterdijk en Schiphol, dwars door Nieuw-West. Ook wordt dan meer duidelijkheid over de
mogelijke vervoerwaarde van een tramlijn over de Allendelaan en de het verbinden van de trambaan
van lijn 14 met die van lijn 17. Voor de westelijke tramlijnen 1, 2 en 13 is gepland een sneller traject
aan te leggen waardoor er efficiënter met het OV-budget wordt omgegaan. De maatregelen worden in
2012 en later uitgevoerd.
Parkeren
De stadsdelen en de centrale stad hebben het voornemen het fiscale parkeertoezicht, dat nu is
ondergebracht bij de overheids-b.v. Cition, te privatiseren. Door aanbesteding zal een marktprikkel
voor de organisatie ontstaan, zodat de parkeerhandhaving zo efficiënt mogelijk uitgevoerd wordt. De
gezamenlijke stadsdelen zullen deze bestuursperiode, na goedkeuring door het college van B&W, een
openbare aanbesteding voor het betaald parkeren uitschrijven. De taak ‘handhaving op foutparkeren’
gaat begin 2012 over van de dienst Stadstoezicht naar de stadsdelen.
46

Ontwikkeling stadsdeel
Parkeerbeleid
In februari 2012 wordt het Parkeerbeleidsplan ter vaststelling aan de deelraad aangeboden om dit
vervolgens zo snel mogelijk ten uitvoer te brengen. Het uiteindelijke resultaat kan mogelijk (maar niet
eerder dan vanaf 1 januari 2013) meer of minder opbrengsten opleveren voor het stadsdeel door
respectievelijk de keuze voor blauwe zones of betaald parkeren. Eventuele aanvullende opties
rondom betaald parkeren zijn uitbreiding van het areaal of aanpassing van de bloktijden in bestaande
betaald-parkerengebieden. Deze financiële consequenties worden samen met de beoogde
heroverwegingen inzichtelijk gemaakt. In 2012 wordt de besteding van het parkeerfonds herijkt.
Verkeersveiligheid
In ruimtelijke plannen wordt de nodige aandacht besteed aan de verkeersveiligheid. Extra aandacht
wordt besteed aan de verkeersveiligheid rondom scholen. In 2012 wordt een nieuw integraal
Verkeersveiligheidsplan geschreven. Educatie, infrastructurele maatregelen en handhaving maken
onderdeel uit van dit plan. Blackspots worden verder doelgericht aangepakt en veiliger ingericht.
C. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken
Bestaand beleid stad
- Meerjarenbeleidplan Verkeersveiligheid (2007 – 2010)
- Verordening Mobiliteitsfondsen 2008 (gemeente Amsterdam, december 2007)
- Openbaar Vervoer concessie (2005)
- Programma van Eisen Openbaar Vervoer concessie 2012 - 2017 (december 2009)
- OV-concessie Amsterdam 2012-2017 (2010)
Bestaand beleid stadsdeel
- Uitwerkingsbesluit parkeren Nieuw West (2010)
- Actieprogramma Fietsstimulering Slotervaart
- Meerjaren Onderhoudsprogramma Verharding (MJOP) 2012 - 2015
- Protocol dodelijke ongevallen (december 2003, opnieuw vastgesteld januari 2011)
- Verkeersveiligheidsplan 2011 (2011)
- Parkeerfonds Nieuw-West (2011)
Nieuw beleid stadsdeel (termijnagenda)
- Parkeerbeleidsplan
- Verkeerscirculatieplan
- Meerjarenplan Fiets Nieuw-West
- Parkeerfonds en Verkeersveiligheidsplan
- Beleidsregels parkeren
47

D. Programmadoelen (Wat doet het dagelijks bestuur hiervoor?)
Programmadoelen Resultaatindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Verkeersveiligheid Aantal blackspots (BMS 3.7) 9
(2008)
Onveilig rijgedrag Te hard rijden (BMS 3.5) 32%
(2008)
Agressief verkeersgedrag (BMS
3.5)
20%
(2008)
7
(2009)
32%
(2011)
21%
(2011)
Begroting
2012
Begroting
2014
7 6
30% 30%
18% 18%
E. Ontwikkeling baten, lasten en saldo (Wat mag het kosten?)
Bedragen (x 1.000)
Jaarrekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Begroting
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Baten 5.542 4.000 5.760 5.760 5.760 5.760
Lasten 3.854 2.771 6.345 6.328 6.281 6.278
Resultaat voor bestemming 1.688 1.229 -585 -568 -521 -518
Onttrekking aan reserves 775 650 1.591 1.591 1.591 1.591
Toevoegen aan reserves 2.221 1.572 1.108 1.108 1.108 1.108
Resultaat na bestemming 242 307 -102 -85 -38 -35
Bedragen (x 1.000) Baten Lasten
Stand 2011 4.000 2.771
Incidenteel 2011 -5 0
Stand begin 2012 4.005 2.771
Autonome ontwikkelingen 1.755 3.625
Prioriteiten 0 0
Posterioriteiten 0 0
Kostenverdeelstaat 0 -51
Stand ultimo 2012 5.760 6.345
Prioriteiten
Er zijn voor dit programma geen prioriteiten.
Posterioriteiten
Er zijn voor dit programma geen posterioriteiten.
48

4.4 Programma 4: Werk, inkomen en economie
Dit programma betreft beleid en uitvoering ten aanzien van werk (stimuleren werkgelegenheid, reintegratie),
inkomen (schuldhulpverlening) en economie (o.a. markten, horeca, winkelgebieden,
overige ondernemingen, evenementen en toezicht/handhaving economie).
A. Maatschappelijk effect (Wat wil de raad bereiken?)
Het programma Werk, inkomen en economie richt zich op het versterken van de economische
structuur waarbij het behouden en bevorderen van werkgelegenheid voorop staat.
Effectindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Niet-werkende werkzoekenden naar niveau van
de beroepsgroep waarvoor een baan wordt
gezocht - middelbaar en hoger niveau (BMS
4.15)
Werkloosheid naar duur - Langer dan 1 jaar
(BMS 4.16)
Werkloosheid naar leeftijdsgroepen - Jongeren
tot 26 jaar (BMS 4.17)
Bedrijfsvestigingen (vestigingen met werkzame
personen) (BMS 4.31)
Tevredenheid over winkelgebieden
(Osdorpplein, Plein 40-45) (BMS 4.33)
Nieuwe indicator 1.617
(2011)
Nieuwe indicator 5.570
(2010)
Nieuwe indicator 896*
(2010)
7.044
(2009)
7,35
(2005-2006)
7.741
(2010)
7,0
(2009-2010)
Begroting
2012
Begroting
2014
1600 1550
5700 5550
890 830
7.055 7.055
7,35 7,35
% mensen dat na 3 jaar schuldhulpverlening Nieuwe indicator 98,5% 98,5% 98,5%
succesvol uitstroomt
* Het aantal werklozen ligt vermoedelijk veel hoger omdat veel werklozen niet geregistreerd staan bij DWI.
B. Ontwikkelingen
Ontwikkeling rijk
Economie
Na een krimp in 2009 vertoonde de Nederlandse economie in 2010 tekenen van herstel. Ondanks dat
de nationale economie in 2011 hapert, is er nog steeds sprake van lichte groei. Het aantal banen is na
een daling in het eerste kwartaal 2011 in het tweede kwartaal licht gegroeid. Internationaal gezien is er
echter sprake van voortzetting van een economische en financiële crisis. Daar krijgt ook Nederland
mee te maken. Inmiddels wordt duidelijk dat breed herstel van de wereldeconomie nog lang op zich
laat wachten.
Ontwikkeling stad
Bezuinigingen centrale stad
Amsterdam staat voor een omvangrijke bezuinigingsoperatie, die ook de stadsdelen raakt. In het
programma Economie zijn nu geen specifieke maatregelen meer opgenomen om de wijkeconomie te
stimuleren. Ook de subsidiemaatregelen om de veiligheid voor de ondernemers te verbeteren zijn
komen te vervallen.
Activering en participatie
De rijksmiddelen op het gebied van de Wet werk & bijstand (Wwb) nemen af. Bestaande activeringsen
participatietrajecten zullen na 2011 niet meer vanuit de Dienst Werk en Inkomen (DWI) worden
uitgevoerd. Aan bijstandscliënten met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt (de zogenoemde trede
1 & 2 cliënten) wordt geen gerichte aandacht meer gegeven. Zij zullen niet meer aan de door DWI
49

gefinancierde activeringstrajecten kunnen deelnemen. De aandacht van de centrale stad is de
komende periode met name gericht op het toeleiden naar werk van de meer kansrijke
bijstandscliënten (zie ook programma 6: Zorg en welzijn).
Ontwikkeling stadsdeel
Wijkeconomie
Door de economische crisis staat het aantal banen onder druk. Lokaal lopen omzetten en bestedingen
terug en er is sprake van toenemende leegstand van winkel- en bedrijfsruimten. Deze neergaande
economische spiraal wordt versterkt doordat stedelijke vernieuwingsprogramma’s zijn vertraagd of
stopgezet. In Nieuw-West worden doordoor enkele winkelgebieden later of niet gerenoveerd.
Subsidies in het kader van de kansenzoneregeling zorgden er in 2011 nog voor dat er door
ondernemers flink werd geïnvesteerd in de achterstandsgebieden. Deze economisch
stimuleringsmaatregel komt in 2012 echter te vervallen, waardoor dergelijke investeringen in de wijken
teruglopen. Dat zal leiden tot een vertraging van opkomend economisch herstel in de wijken.
(Startende) ondernemers
Nieuw-West wil kansen bieden aan (startende) ondernemers door het potentieel van de ondernemer
zoveel mogelijk te versterken. Het stimuleren van ondernemersnetwerken binnen Nieuw-West vormt
hierbij een belangrijk aanknopingspunt. Hier wordt optimale uitwisseling tussen bedrijven bevorderd en
daarmee ook het ondernemerschap. Het versterken van deze onderlinge samenwerking kan het
ondernemerschap in Nieuw-West aantrekkelijker maken.
Nog steeds zijn veel inwoners in Nieuw-West die kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap. Van
deze startende ondernemers slaagt zo’n 75% er in een zelfstandig bestaan op te bouwen. Daarmee
wijkt Nieuw-West niet af van cijfers elders in Amsterdam. Ondersteuning van het ondernemerschap
blijft een aandachtspunt, vooral van de kwetsbare doelgroepen, waaronder de jeugd.
Zorgwekkend zijn de cijfers van de jeugdwerkloosheid in Nieuw-West. Deze liggen hoger dan het
Amsterdamse gemiddelde. Dat vraagt om blijvende aandacht en creatieve oplossingen. Zo is er het
project ‘Nieuw-West werkt’ dat mensen met een afstand op de arbeidsmarkt kansen kan bieden naar
zowel betaald als onbetaald werk. Tevens blijven wij als stadsdeelorganisatie onverminderd inzetten
op het aanbieden van stageplaatsen.
Gastvrij Nieuw-West
Ambitie is om Nieuw-West een aantrekkelijke plek te laten zijn waar mensen elkaar willen ontmoeten.
Belangrijk onderdeel van de aantrekkelijkheid van Nieuw-West is de aanwezigheid en diversiteit van
evenementen en horecavoorzieningen, naast culturele uitingsvormen. Dit laatste doen wij onder de
noemer Gastvrij Nieuw-West zoals ook beschreven in de nota Kunst- en cultuurbeleid.
C. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken
Bestaand beleid stad
- Meerjarenbeleidsplan participatie 2009-2012 (2009)
- Hotelbeleid gemeente Amsterdam (2007)
- Structuurvisie Amsterdam 2040 (2011)
- Amsterdams Ondernemers Programma (2011 – 2014)
Bestaand beleid stadsdeel
- Koers Nieuw West (2007)
- Evaluatie Richting Parkstad 2015 en aanvullingen (2007)
- Detailhandelsvisie Geuzenveld-Slotermeer (2010)
- Horecavisie Geuzenveld-Slotermeer (2005)
- Kantoren- en bedrijvenvisie Geuzenveld-Slotermeer (2007)
- Detailhandelsvisie Osdorp (2003)
50

- Kantoren- en bedrijvenvisie Osdorp (2003)
- Horecavisie Osdorp (2006)
- Economische ontwikkelingsvisie Osdorp (2008)
- Profielen van economische locaties Osdorp (2008)
- Notitie Toerisme in Osdorp (2004)
- Detailhandel en horecanota Slotervaart (2001) (aanvulling 2004)
- Hotelbeleid Slotervaart (2009)
Nieuw beleid stadsdeel (termijnagenda)
- Economische visie Nieuw-West
- Detailhandelsvisie Nieuw-West
D. Programmadoelen (Wat doet het dagelijks bestuur hiervoor?)
Programmadoelen Resultaatindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Begeleiden en ondersteunen
ondernemers
Vitaal houden van
winkelgebieden
Optimale en creatieve benutting
bedrijvenlocaties
Schuldhulpverlening
Aantal startende ondernemers
(BMS 4.24)
# startende ondernemers die
na 2 jr. nog bestaan (BMS 4.25)
% koopkrachtbinding aan het eigen
stadsdeel (BMS 4.22)
Heffingsleegstand* bedrijfsruimte
(WOZ-objecten) (BMS 4.32)
Aandeel huishoudens dat van
schuldhulpverlening gebruik maakt
(%) (BMS 6.26)
Wachtlijst voor schuldhulpverlening
1070
(2008)
578
(2009)
55%
(2007/08)
5,7%
(2008)
Nieuwe
indicator
Nieuwe
indicator
1026
(2010)
805
(2010)
51%
(2009/10)
* vanaf 2012 vervangt de indicator leegstand bedrijfsruimten deze indicator, score zal afwijken
3,7%
(2009)
2,3%
(2009)
0
(2011)
Begroting
2012
Begroting
2014
1080 1120
580 600
59,0% 60,0%
5,6% 5,6%
2,6% 2,6%
10 10
E. Ontwikkeling baten, lasten en saldo (Wat mag het kosten?)
Bedragen (x 1.000)
Jaarrekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Begroting
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Baten 2.378 1.534 355 355 355 355
Lasten 3.119 2.930 2.023 1.941 1.689 1.689
Resultaat voor bestemming -741 -1.396 -1.668 -1.586 -1.334 -1.334
Onttrekking aan reserves 0 0 0 0 0 0
Toevoegen aan reserves 143 8 8 8 8 8
Resultaat na bestemming -884 -1.404 -1.676 -1.594 -1.342 -1.342
51

Bedragen (x 1.000) Baten Lasten
Stand 2011 1.534 2.930
Incidenteel 2011 736 1.515
Stand begin 2012 798 1.415
Autonome ontwikkelingen -443 -438
Prioriteiten 0 800
Posterioriteiten 0 0
Kostenverdeelstaat 0 246
Stand ultimo 2012 355 2.023
Prioriteiten
Tegengaan van armoede (schuldhulpverlening)(Participeren en emanciperen - 200.000)
Voor bewoners is een gezonde financiële basis van belang om mee te kunnen doen. Wij willen toe
naar een preventieve aanpak binnen het armoedebeleid. Tegelijkertijd blijkt dat de vraag naar
schuldhulpverlening onverminderd groot blijft. Ook vragen steeds meer jongeren om
schuldhulpverlening.
Ondernemersdienstverlening (Werken en ondernemen - 250.000)
In 2011 is het ondernemershuis voortgezet onder gebruikmaking van een incidentele prioriteit.
Inmiddels is de afgeslankte vorm uitgewerkt waarin wij de dienstverlening aan ondernemers voort
willen zetten. Maatwerk op het niveau van Nieuw-West loont. Het gaat dan om dienstverlening rond
stadsdeelvergunningen, vestigingsmogelijkheden e.d. Daarnaast is het ondernemershuis de plek waar
we startende ondernemers informatie, doorverwijzingen en trainingen bieden om met meer succes
een bedrijf te kunnen starten. Ook trainingen voor werkzoekenden vinden in het ondernemershuis
plaats. In samenwerking met werkgevers uit de regio (Schiphol, haven) werken we aan het ontsluiten
van banen voor werkzoekenden uit Nieuw-West. Voorgesteld wordt om de extra benodigde middelen
voor twee jaar toe te kennen, aangezien we de mogelijkheden voor samenvoeging met het stadsloket
onderzoeken.
Pre-starters op weg naar ondernemerschap of werk (Werken en ondernemen - 50.000)
Aanvullend op het financieren van een locatie voor het ondernemershuis bestaat behoefte aan
werkbudget. Uit ervaringen met het ondernemershuis blijkt dat werkzoekenden in Nieuw-West die een
eigen onderneming willen beginnen, vaak onvoldoende inzicht hebben in de eigen vaardigheden en
wat er komt kijken bij het starten van een eigen bedrijf. Dit leidt tot veel uitval onder startende
ondernemers. Wij willen daarom trainingen voor ‘pre-starters’ laten aanbieden. Doel van de trainingen
is doorgeleiding naar werktrajecten of begeleiding bij het starten van een eigen bedrijf.
Jongeren toeleiden naar leren en werken (Werken en ondernemen - 100.000)
Aanvullend op het financieren van een locatie voor het participatiecentrum/JSP bestaat behoefte aan
werkbudget. Veel jongeren uit Nieuw-West zijn werkloos, maar missen de aansluiting naar trajecten
van DWI of opleidingsbedrijven. Het stadsdeel kan met zijn kennis en directe contacten met de
doelgroep deze aansluiting verbeteren. We zetten in op capaciteit om jongeren op te sporen en te
begeleiden naar DWI-trajecten, en werk-opleidingsbedrijven, in samenwerking met de bestaande
netwerken en loketten. Ook ontwikkelen we mogelijkheden om jongeren te laten trainen in basale
(taal)vaardigheden, zodat ze in aanmerking kunnen komen voor werkplekken.
52

Continuering Winkelstraatmanagement (Werken en ondernemen - 150.000)
In 2011 is het winkelstraatmanagement onder de loep genomen. Het gaat daarbij om een
harmonisatie van de inspanningen in het stadsdeel en de keus voor een uitvoeringsniveau bij het
wegvallen van incidenteel geld. Deels zal het winkelstraatmanagement anders worden ingezet dan
voorheen.
Het winkelstraatmanagement blijft voor ons een effectief instrument om het functioneren en de
veiligheid van de winkelgebieden in Nieuw-West op een basispeil te houden en waar mogelijk te
verbeteren.
Banenmarkt (Werken en ondernemen - 50.000)
In 2012 is het voornemen om voor de 5e keer de Banenmarkt in de Meervaart te organiseren. Dit
evenement past in de actieve benadering van werkgevers en werkzoekenden op het gebied van
matching tussen de partijen op vacatures. Zowel werkgevers als werkzoekenden oordeelden ook in
2011 weer positief over de Banenmarkt. Hij voorziet in de behoefte van de werkzoekende in Nieuw-
West om in direct contact te komen met werkgevers en andersom. Een groot deel van de werkgevers
komt ieder jaar terug op de Banenmarkt.
Posterioriteiten
Er zijn voor dit programma geen posterioriteiten.
53

4.5 Programma 5: Onderwijs en jeugd
Dit programma betreft het lokale onderwijs en toezicht hierop, de Ouder- en Kindcentra en de
activiteiten van het stadsdeel m.b.t. jeugd- en jongerenwerk, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.
A. Maatschappelijk effect (Wat wil de raad bereiken?)
Het programma Onderwijs en jeugd is erop gericht dat elk kind/jongere kansen krijgt om zich optimaal
te ontwikkelen tot een gezond, zelfstandig individu met ruimte voor een eigen identiteit en het
ontplooien van specifieke talenten.
Effectindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Gemiddelde scores Eindtoets
Basisonderwijs (cito) (BMS 5.4)
534,9
(2009)
535,0
(2011)
Cito-scores naar woonadres leerling (BMS 5.4) Nieuwe indicator 534,9
(2011)
Leerlingen met praktijkonderwijs en LWOOadvies
(%) (BMS 5.5)
Leerlingen met HAVO- en/of VWO-advies (%)
(BMS 5.6)
Jongeren (17-22-jarigen) met een
starkwalificatie (%) (BMS 5.8)
Aandeel kinderen met taalachterstand (BMS
5.15)
Voortijdige schoolverlaters (nieuwe uitval) (%)
(BMS 5.19)
Nieuwe indicator 21%
(2010)
36% 39%
(2010)
45%
(2007)
56%
(2010)
Nieuwe indicator 10,3%
(2005)*
18%
(2010)
18%
(2010)
Waardering score school inspectie Nieuwe indicator 97%
(2010)
Leerwinst: de relatieve toename van groep 2
naar groep 8 in de NAP-meting prestatieniveau
leerling
Nieuwe indicator 1,6%
(2010)
Begroting
2012
* De laatste meting is te lang geleden om een goede inschatting van de score voor 2012 en 2014 te maken.
Begroting
2014
536 537
536 537
21% 20%
37% 36%
56% 57%
17% 16%
98% 100%
2% 2%
B. Ontwikkelingen
Ontwikkeling rijk
Verbeteren onderwijskwaliteit
De overheid wil dat iedereen goed onderwijs volgt en zich voorbereidt op zelfstandigheid en
verantwoordelijkheid. Nederland heeft daarbij de ambitie om te behoren tot de top vijf van
kenniseconomieën. Daartoe moet onder meer de aansluiting tussen verschillende vormen van
onderwijs verbeteren. Er komt een grotere ‘dwang’ op deelname van kinderen aan de voorschool, om
met name taalachterstand bij kinderen te voorkomen, zodat ze een goede start kunnen maken op
school. Het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs moet leiden tot jongeren die zijn voorbereid
op een internationale arbeidsmarkt. Hiertoe wordt waar mogelijk de oriëntatie in het onderwijs op
ondernemerschap en arbeidsmarkt versterkt door samenwerking met het bedrijfsleven. Aandachtspunt
daarbij is het verbeteren van het imago van het vmbo en het mbo.
Jeugd en zorg
De effectiviteit van de Jeugdzorg moet worden verbeterd door ondermeer een stelselherziening met
decentralisatie van taken van provincie/stadsregio naar gemeenten. In 2012 ligt het accent op de
versterking van de keten van preventief jeugdbeleid, jeugdhulp en jeugdzorg, waarbij kind en gezin
centraal staan. Door de voorgenomen transitie Jeugdzorg waarbij de vrijwillige jeugdhulp over gaat
van het regionaal aangestuurde Bureau Jeugdzorg naar de Ouder-Kindcentra (OKC’s), krijgen de
54

centra meer taken en verantwoordelijkheden. Deze ontwikkeling gaat gepaard met bezuinigingen. Wij
zetten erop in dat niet alleen de taken en verantwoordelijkheden, maar dat er ook voldoende
uitvoeringsmiddelen naar de stadsdelen worden overgeheveld.
Een andere ontwikkeling die op het gebied van jeugd en zorg relevant is, is de voorbereiding van de
invoering van de Wet Passend Onderwijs. De toegang tot vrijwillige geïndiceerde zorg wordt steeds
meer georganiseerd via het OKC. Het OKC verbetert de signalering van zorgbehoefte mede op
scholen bij leerlingen. Het OKC richt zich hierbij met name op jongeren tot 18 jaar. Jongeren in de
leeftijd van 18 tot 23 jaar kunnen terecht bij de Jongerenservicepunten (JSP).
Ontwikkeling stad
Effectief jeugdbeleid
Stad en stadsdelen zetten voor veranderingen van het jeugddomein in op:
- ruimte geven aan eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht;
- sterke pedagogische infrastructuur en normaliseren opvoedvragen;
- samenhangende en effectieve zorg in de eigen leefomgeving.
Hiertoe zetten hooggekwalificeerde generalisten, multidisciplinaire teams in op één aanpak voor één
gezin met de inzet van één regisseur.
Jongerenservicepunten (JSP’s)
De Jongerenservicepunten (JSP’s) worden onder andere georganiseerd voor jongeren die zonder
hulp weinig kans maken op de arbeidsmarkt vanwege een gebrekkige opleiding, een tekort aan
vaardigheden en voor jongeren die schulden hebben of problemen in de thuissituatie. De JSP’s
werken al samen met scholen in het voortgezet onderwijs (met name ROC’s), het jongerenloket van
DWI, schuldhulpverlening, maatschappelijk werk en het (lokale) bedrijfsleven. Onderzocht wordt hoe
een betere aansluiting tussen jongerenwerk en JSP kan worden gerealiseerd.
Jeugd en talentontwikkeling
Bij de jeugd staat de ontwikkeling van kansen en talenten voorop. Hiervoor is een samenhangend,
veelzijdig kwalitatief aanbod aan activiteiten in de vrije tijd voor kinderen en jeugdigen van 4 tot 23 jaar
nodig. Er zijn de komende jaren minder financiële middelen, wat vraagt om het sluiten van succesvolle
coalities. Activiteiten voor de doelgroep 4 – 12 jaar lopen via de scholen in het primair onderwijs. Voor
de tieners en oudere jeugd wordt het jongerenwerk ingezet waarbij wordt ingezet op een sterkere
koppeling met het voortgezet onderwijs. In 2012 zal ook voor jongeren met een verstandelijke
beperking jongerenwerk worden ingezet. Wij streven ernaar in het komende jaar drie goed lopende
jongerencentra te hebben.
Ontwikkeling stadsdeel
Verbeteren onderwijskwaliteit
De kwaliteit van het onderwijs in Nieuw-West moet worden verbeterd. Het Meesterplan Onderwijs
Nieuw-West is naast ‘Jong Amsterdam 2’ een belangrijk instrument om de kwaliteitsverbetering van
het onderwijs in Nieuw-West te versnellen. Binnen Jong Amsterdam 2 zijn vier doelen benoemd: (1)
kinderen/jongeren groeien op tot actieve en verantwoordelijke burgers, (2) kinderen/ jongeren hebben
een succesvolle schoolloopbaan en halen een startkwalificatie, (3) kinderen/ jongeren ontwikkelen hun
talenten en (4) kinderen ontwikkelen zich optimaal door zorg, vroegtijdige hulp en (financiële)
ondersteuning.
De doorgaande leerlijn van basisschool naar middelbaar onderwijs naar werk krijgt steeds meer
aandacht. In de doorstroom van onderwijs naar werk, zijn stages voor jongeren van groot belang.
Samenwerking tussen primair onderwijs, voortgezet onderwijs en de centrale stad in Nieuw-West
wordt bevorderd om hierin verbetering aan te brengen. Er zijn nog teveel kinderen die voortijdig,
zonder startkwalificatie, de school verlaten. Ongeoorloofd schoolverzuim dient te worden
tegengegaan; het Bureau Leerplicht Plus speelt hierin een belangrijke rol. Leerlingen krijgen een likop-stuk
aanpak.
55

Het is voor de mate van succes voor kinderen ook van belang dat hun ouders zijn betrokken bij de
schoolloopbaan. Hiervoor willen we inzetten op het zorgen dat ouders educatieve partners worden
voor scholen en dat meer ouders de Nederlandse taal machtig worden.
Brede school als ‘school van de wijk’
Onderwijs is zeer belangrijk voor de zelfontplooiing van kinderen, jongeren en volwassenen. Binnen
de ‘school van de wijk’ is er naast onderwijs ook aandacht voor talentontwikkeling en een goede
zorgstructuur. In een ‘school van de wijk’ werken partners van onderwijs, zorg en welzijn vanuit
eenzelfde pedagogische visie integraal samen, met als doel de ontwikkelkansen van kinderen te
optimaliseren. Het doel is dat er in elke wijk in Nieuw-West in ieder geval één school van de wijk als
integraal centrum voor kinderen, ouders en buurtbewoners wordt ontwikkeld.
Goede schoolgebouwen
Een aangename leeromgeving bevordert de ontwikkeling van kinderen. Goede schoolgebouwen met
voldoende aanvullende voorzieningen naar de laatste onderwijskundige inzichten dragen hieraan bij.
In 2011 is een Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2012 – 2014 (IHP) vastgesteld.
C. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken
Bestaand beleid stad
- Verordening huisvestingsvoorzieningen scholen Amsterdam
- Jong Amsterdam 2 (2010-2014)
- Stedelijk kader brede talentontwikkeling (2009)
- Veranderingen Jeugddomein Amsterdam (2011-2016)
- Convenant ‘Aanval op de Uitval’ (2006-2011)
- Kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse Educatie Amsterdam (2010-2014)
- Jongerenwerk Nieuwe Stijl
- Kader Brede School Amsterdam
Bestaand beleid stadsdeel
- Integraal Onderwijshuisvestingsplan, Nieuw-West (2011)
- Meesterplan Onderwijs Koers Nieuw West, Slotervaart (2009)
- Verordening kwaliteitskader peuterspeelzalen en voor- en vroegschoolse educatie Nieuw-West
- Notitie herijking subsidies Nieuw-West
- Contourennota Sociaal Beleid in Nieuw-West (2012-2014)
- Het integraal huisvestingsplan scholen 2012 – 2014, Nieuw-West (2011)
Nieuw beleid stadsdeel (termijnagenda)
- Notitie brede scholen Nieuw-West
- Jeugdbeleid Nieuw-West
56

D. Programmadoelen (Wat doet het dagelijks bestuur hiervoor?)
Programmadoelen Resultaatindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Verbeteren kwaliteit
onderwijs
Betere aansluiting
onderwijs en arbeidsmarkt
(doorgaande leerlijn)
Deelname OKC
Deelname Voorschool
Aantal brede scholen (BMS 5.9) 18
(2007)
Aantal community centers (brede
scholen +)
Aantal goed onderhouden
schoolgebouwen
leerlingen die niet meetellen in de
Cito-score (BMS 5.5)
Schoolverzuim: aantal leerplichtige
wettelijke verzuimers (BMS 5.17)
kinderen met
ontwikkelingsachterstand (BMS
5.14)*
Deelname pedagogische
advisering
Deelname voorschool doelgroep
peuters (BMS 5.11)
Deelname vroegschool doelgroep
kleuters (BMS 5.12)
1
(2009)
22
(2009)
Nieuwe
indicator
2.052
2008/2009
Nieuwe
indicator
1500
(2009)
892
(2011)
Nieuwe
indicator
1
(2010)
24
(2010)
21%
(2010)
1.923
2009/2010
5%
(2005)
1.850
(2010)
1.008
(2009)
1.267
(2008)***
Begroting
2012
Begroting
2014
20 20
2 3
26 29
21% 20%
1.923 1.900
6% 6%
1600 1650
1072**
* De laatste meting is te lang geleden om een goede inschatting van de score voor 2012 en 2014 te maken.
** Voor 2012 is een inspanningsverplichting afgesproken met het rijk. Voor 2014 is die inspanningsverplichting nog niet bepaald.
*** De scholen zijn verantwoordelijk voor deze indicator.
E. Ontwikkeling baten, lasten en saldo (Wat mag het kosten?)
Bedragen (x 1.000)
Jaarrekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Begroting
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Baten 13.653 9.186 9.234 1.591 1.580 1.567
Lasten 40.301 44.915 44.418 34.559 33.840 34.373
Resultaat voor bestemming -26.648 -35.729 -35.184 -32.968 -32.260 -32.806
Onttrekking aan reserves 1.852 1.338 2.242 2.336 2.053 1.259
Toevoegen aan reserves 1.934 276 376 476 576 676
Resultaat na bestemming -26.730 -34.667 -33.318 -31.108 -30.783 -32.223
Bedragen (x 1.000) Baten Lasten
Stand 2011 9.186 44.915
Incidenteel 2011 6.010 7.008
Stand begin 2012 3.176 37.907
Autonome ontwikkelingen 6.058 7.778
Prioriteiten 0 350
Posterioriteiten 0 -300
Kostenverdeelstaat 0 -1.317
Stand ultimo 2012 9.234 44.418
57

Prioriteiten
Uitvoering kwaliteitswijzer (Talenten ontwikkelen - 80.000)
De verbeteraanpak (KBA) is volop in uitvoering. Recent hebben 4 basisscholen de Verbeteraanpak
met succes afgesloten. De basisscholen Ru Paré, El Kadisia, Goeman Borgesius en de Immanuel zijn
geen zwakke scholen meer. In het schooljaar 2011-2012 zijn ook andere scholen met de
Verbeteraanpak begonnen: de Johannesschool, de Ichtusschool, de Timotheusschool, Prof. Dr.
Kraemerschool, El Amien I en de Punt. Basisschool Louis Bouwmeester is halverwege het traject.
Hiernaast participeert het AMOS bestuur dit jaar met 10 scholen in de opleiding Opbrengstgericht
werken voor directeuren, deze opleiding wordt aangeboden door Verbeteraanpak en Meesterplan
Onderwijs Nieuw-West.
De deelraad van Nieuw-West heeft via een motie aangegeven dat er extra inzet op de kwaliteit van
onderwijs en de borging daarvan dienen te zijn. Het stadsdeel heeft verantwoordelijkheid als aanjager,
stimulator en is waar nodig initiatiefnemer richting het onderwijsveld en de ouders om dit doel te
realiseren. Om vorm te geven aan deze functies is extra budget benodigd. Dit wordt aangevraagd
onder de titel 'Ondersteuning Uitvoering kwaliteit van het onderwijs'. Er wordt voor een jaar geld
gevraagd, omdat we per jaar willen kijken wat voor extra impuls nodig is voor de verbeteraanpak.
Leerplicht (Talenten ontwikkelen - 200.000)
Investeren in scholen is één, maar om te zorgen dat leerlingen hun schoolloopbaan goed doorlopen is
ook aandacht nodig voor de aanwezigheid van leerlingen op school. Leerplicht en handhaving
daarvan is de bekende activiteit. Ondersteunend aan het standaardpakket van het Bureau Leerplicht
Plus is behoefte aan het op maat extra inzetten op schooluitval, voortijdig schoolverlaten, e.d. Het
gesprek met DMO voor extra inzet loopt. We zijn in relatie tot de gebiedsarrangementen aan het kijken
uit welk budget de extra inspanning betaald kan worden. We gaan uit van de noodzaak van 200.000
voor 2012.
Servicebureau Nieuw-West (BTO) (Talenten ontwikkelen - 70.000)
Als resultante van het overgangsjaar 2011 is gekozen voor een nieuwe aanpak van talentontwikkeling.
Per 1 januari 2012 wordt deze nieuwe werkwijze uitgerold onder de titel Schatkamer 2.0
(Servicebureau Nieuw-West). Doel is het aanbod van naschoolse activiteiten te organiseren per
school. Wij kiezen voor een gezonde en toelaatbare implementatie. Wij gaan ervan uit dat we voor de
jaren 2012 en 2013 70.000 per jaar extra nodig hebben. Indien we deze investering niet plegen,
heeft dit als effect dat voor een aantal zeer brede scholen het activiteitengeld terugloopt. Een ander
gevolg is dat een aantal organisaties niet meer direct via ons stadsdeel worden gesubsidieerd. Te
denken valt aan: Paspoort naar je toekomstdroom, Talentenschool, Jinc en de Weekendacademie. Zij
worden aanbieders binnen Schatkamer 2.0. Om de negatieve gevolgen voor kinderen en hun ouders
als het gaat om naschoolse activiteiten te voorkomen.
Posterioriteiten
Afbouwen consensusvoorzieningen (- 100.000)
Consensusvoorzieningen zijn activiteiten die voor alle kinderen in Amsterdam toegankelijk zijn. Het
betreft: schoolzwemmen, schooltuinen, kunst- en kijkuren, muziekluisterlessen en fiets- en
verkeersexamens. In gezamenlijkheid met de stadsdelen is afgesproken in ieder geval te komen tot
een bezuiniging van 10% op de totale kosten van het schoolzwemmen vanaf augustus 2012 (vanwege
lopende contracten kan dit niet eerder). Voor Nieuw-West betekent dit een bezuiniging van 64.000
per kalenderjaar. Verder is afgesproken dat er een efficiencyslag wordt gemaakt bij de kunstkijkuren,
waardoor museabezoek door kinderen 50% goedkoper wordt. Hieraan zijn nog frictiekosten
verbonden. De exacte financiële berekening volgt nog. Er vindt ook een efficiencyslag plaat op de
fiets- en verkeersexamens. Gezamenlijk moet dit in ieder geval leiden tot een bezuiniging van
100.000.
58

Omvorming peuterspeelzalen naar voorscholen (- 200.000)
In de komende jaren is in het stadsdeel is nog veel behoefte aan voor- en vroegschoolse educatie
(VVE). Daarom worden de nu nog bestaande peuterspeelzalen omgebouwd tot voorschool. De kosten
hiervan komen dan voor rekening van de voor- en vroegschoolse educatie, waarvoor een aparte
financieringsbron beschikbaar is. Hierdoor verminderen de kosten voor de stadsdeelbegroting met
200.000 in 2012.
59

4.6 Programma 6: Welzijn en zorg
Dit programma betreft beleid en activiteiten van het stadsdeel inzake welzijn en zorg, gericht op
zelfredzaamheid en participatie. Hieronder vallen het helpen oplossen van fysieke woonproblemen,
het bieden van mogelijkheden om een zelfstandige huishouding te kunnen blijven voeren,
gezondheidsbevordering, sociale activering, inburgering, het stimuleren van mantelzorg,
vrijwilligerswerk en actief burgerschap, en het tegengaan van huiselijk geweld en overlast door
personen met een specifieke problematiek.
A. Maatschappelijk effect (Wat wil de raad bereiken?)
Uitgangspunt voor dit programma is een vitale samenleving waar bewoners en ondernemers zelf
verantwoordelijkheid nemen voor hun leven en de kwaliteit van leven in hun buurt:
- bewoners van Nieuw-West nemen zelfstandig deel aan de samenleving,
- er is extra aandacht voor diegenen die moeite hebben om te participeren,
- zorg op maat is bereikbaar voor iedereen die dit nodig heeft.
Effectindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Ervaren sociale cohesie (BMS 6.19) 5,6
(2008)
Leefsituatie-index (BMS 6.22) 100
(2008)
% dat zich sociaal geïsoleerd voelt / sterk
geïsoleerd (BMS 6.28)
% mensen dat na 3 jaar schuldhulpverlening
uitstroomt
Nieuwe
indicator
Nieuwe
indicator
5,7
(2010)
101
(2010)
15%
(2010)
100%
(2010)
Begroting
2012
Begroting
2014
5,7 5,7
100 100
15% 15%
100% 100%
B. Ontwikkelingen
Ontwikkeling rijk
Hervorming van het zorgstelsel
Naar verwachting zullen de veranderingen die landelijk worden doorgevoerd binnen de
maatschappelijke opvang en de herijking van de AWBZ gevolgen hebben voor het aantal cliënten dat
gebruik maakt van het Meldpunt Zorg en Overlast, het aantal gebruikers van de maatschappelijke
opvang en de welzijnsvoorzieningen die gefinancierd worden door het stadsdeel. Om hierop
voorbereid te zijn zullen wij werken wij toe naar laagdrempelige voorzieningen, die goed bereikbaar en
toegankelijk zijn voor onder andere mensen met een beperking, groepen uit de maatschappelijke
opvang en mensen die geen aanspraak meer kunnen maken op de AWBZ. In de contacten met de
aanbieders van bijvoorbeeld het ‘Huis van de Wijk’ en de maatschappelijke dienstverlening zal
hiermee rekening worden gehouden.
Maatschappelijke opvang
Momenteel wordt in G-4 verband gewerkt aan de uitwerking van het beleidsplan op het gebied van de
maatschappelijke opvang. Kern is preventie van dak- en thuisloosheid en toeleiding naar zelfstandige
huisvesting van en werk voor dak- en thuislozen. In de nieuwe situatie zal nog steeds een
laagdrempelige inloopfunctie voor deze groep worden aangeboden, alleen zal de nadruk komen te
liggen op het activeren van de gebruikers. Bezoekers zullen worden aangespoord om zelf een actieve
bijdrage te leveren. Mensen die zelfstandig of onder begeleiding wonen, zullen in de toekomst meer
dan nu het geval is, aangewezen zijn op voorzieningen die het stadsdeel financiert. Daarnaast zal de
doorlooptijd van zorgtrajecten korter worden als gevolg van de extramuralisering van de zorg (zorg
zonder opname, dus een vorm van zorg waarbij de cliënt zoveel mogelijk zelfstandig blijft). Hierdoor
zal de druk op de stadsdeelvoorzieningen groter worden.
60

Ontwikkeling stad
Eropaf-aanpak/ frontlijnsturing
Door de krimpende financiële middelen bezinnen de stad en stadsdelen zich extra op het gegeven dat
de bezuinigingen stapelen en dat de zwaksten in de samenleving het ergst getroffen worden. We gaan
ons speciaal richten op de kwetsbare huishoudens en doen dat door de uitvoering te bundelen tot een
krachtige eropaf-aanpak. De stedelijke diensten sluiten nauw aan op deze aanpak om samen met de
stadsdelen de problemen aan te pakken.
In de uitwerking van de aanbevelingen uit het rapport van de Rekenkamer Amsterdam over de Achterde-voordeuraanpak,
zullen wij de komende tijd deze voorziening doelgerichter en de bereikte
resultaten en effecten inzichtelijker maken.
Ontwikkeling stadsdeel
Wijk-/ gebiedsgerichte aanpak
De stagnatie van de stedelijke ontwikkeling en het teruglopen van de financiële middelen vraagt om
een extra focus op die gebieden waar extra problemen zich voordoen. Deze gebieden zullen met extra
urgentie en inzet behandeld volgens de methode van gebiedsgericht werken. Daarnaast gaat het
stadsdeel per wijk activiteiten concentreren in het Huis van de Wijk. Zo kunnen burgers gemakkelijker
de weg vinden om hun vragen te stellen of om activiteiten te ontplooien. Tevens is in 2011 gestart met
een grootscheepse harmonisatie van subsidies. Dit heeft geleid tot een nieuwe vorm van subsidiering.
Dit ‘Welzijn nieuwe stijl’ zal in de komende jaren verder uitgewerkt worden.
Inburgering en participatie
Voor de uitvoering van de inburgering is het stadsdeel sterk afhankelijk van het rijksbeleid. Vanaf 2012
moet rekening worden gehouden met het fors teruglopen van middelen. Amsterdam werkt aan de
actualisering van het meerjarenbeleidsplan Participatie. De grote opgave voor Nieuw-West ligt vooral
bij het actief houden van bewoners die inburgeringtrajecten hebben doorlopen. Verder loopt het aantal
inburgeringstrajecten de komende periode terug. In het stadsdeel vervullen het participatiecentrum en
het Huis van de Wijk een belangrijke rol in het activeren van deze cliënten. Activiteiten zullen steeds
meer op wijk- of gebiedsniveau worden aangeboden.
Het college van B&W heeft ingestemd met het basisprogramma Burgerschap en Educatie 2011-2013.
Hiermee verdwijnt in 2012 de aanpak met vrijwillige inburgering zoals die tot op heden bestaat. Om de
doelgroep niet uit het oog te verliezen en kansen te blijven bieden, worden de bestaande
voorzieningen effectiever en efficiënter gemaakt. Ook wordt de mogelijkheid bezien om een
taalcampagne uit te voeren, waarbij vrijwilligers worden gekoppeld aan mensen die de Nederlandse
taal willen leren of verbeteren, of omgekeerd: mensen die hun taalbeheersing willen verbeteren
worden gekoppeld aan bijvoorbeeld ouderen, waarmee ze hun taalbeheersing kunnen oefenen.
De middelen op het gebied van activering en participatie lopen sterk terug (zie ook programma 4:
Werk, inkomen en economie). Met name de keten van participatie naar werk vinden wij belangrijk. Met
doorstroom van jeugd vanuit het JSP naar het participatiecentrum, de inzet van bewonersinitiatieven
en initiatieven als Computerwijk, waar digitalisering als impuls dient tussen participatie en
(vrijwilligers)werk. Ook vrijwilligerswerk speelt hierbij een belangrijke rol. Daarom is het noodzakelijk
om vrijwillige inzet zoveel mogelijk te stimuleren en mensen waar nodig te ondersteunen bij het vinden
van vrijwilligerswerk. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat bewoners en vrijwilligersorganisaties
hierbij gefaciliteerd en gewaardeerd worden. Een middel hiervoor is de bijzondere
subsidieverordening voor vrijwilligersactiviteiten, waar men direct activiteitenaanvragen kan indienen.
61

C. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken
Bestaand beleid stad
- Actief Armoedebeleid, gemeenteraad Amsterdam (2009)
- Beheer en exploitatie van Amsterdamse brede scholen
- Meerjarenbeleidsplan Participatie (2011, geactualiseerd)
- Herontwerp Schuldhulpverlening
- Basisprogramma Burgerschap & Educatie (2011)
Bestaand beleid stadsdeel
- WMO, Osdorp (2007)
- Koers Nieuw West, Osdorp (2006)
- Wet Inburgering, Osdorp (2007)
- Woonservicepact Amsterdam. Osdorp (2007)
- Hoofdlijnennotitie ouderenbeleid, Osdorp (2001-2006)
- Aanscherping hoofdlijnennotitie ouderenbeleid, Osdorp (2004)
- Maatschappelijke Steunsystemen (MSS), Osdorp (2008)
- Kadernota Participatie, Osdorp (2007
- Notitie Maatschappelijk Participatie, Osdorp (2008)
- Projecten in het kader van de wijkaanpak, gericht op versterken van individuele en collectieve
empowerment en sociale samenhang in de buurten Osdorp
- BuurtWeb Osdorp
- Versterken Jongerenparticipatie Osdorp w.o. raadsinitiatief en activeren jongereninitiatieven
- Meerjarenraming Welzijnsaccommodaties 2004-2008, Osdorp (2004)
- Ruimte voor Sociaal, Osdorp (2004)
- Thuis in Osdorp, Osdorp (2001)
- Ruimtelijk programma sociaal Parkstad, Osdorp (2004)
- Bijzondere Subsidieverordening Vrijwilligersactiviteiten (2011)
- Contourennota sociaal domein (2011)
Nieuw beleid stadsdeel (termijnagenda)
- Actieplan Armoedebestrijding
D. Programmadoelen (Wat doet het dagelijks bestuur hiervoor?)
Programmadoelen Resultaatindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Bestrijding en preventie
armoede
Integratie en participatie
% huishoudens dat gebruik maakt
van schuldhulpverlening (BMS
6.26)
Wachtlijst voor schuldhulpverlening
Participatie vrijwilligerswerk (BMS
6.15)
Leefbare en gezonde buurt Aantal huisartsen per 10.000
inwoners (BMS 6.2)
3,1%
(2008)
Nieuwe
indicator
28%
(2008)
Nieuwe
indicator
* Het realiseren van een wachtlijst van 0 brengt financiële consequenties met zich mee.
2,3%
(2009)
0
(2011)
24%
(2010)
4,4
(2010)
Begroting
2012
Begroting
2014
3,7% 3,7%
0* 0
29% 31%
62

E. Ontwikkeling baten, lasten en saldo (Wat mag het kosten?)
Bedragen x ( 1.000)
Jaarrekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Begroting
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Baten 4.949 3.635 1.755 100 100 100
Lasten 22.456 19.915 17.889 16.017 15.712 15.743
Resultaat voor bestemming -17.507 -16.280 -16.134 -15.917 -15.612 -15.643
Onttrekking aan reserves 80 81 83 81 81 81
Toevoegen aan reserves 2.097 0 0 0 0 0
Resultaat na bestemming -19.524 -16.199 -16.051 -15.836 -15.531 -15.562
Bedragen (x 1.000) Baten Lasten
Stand 2011 3.635 19.915
Incidenteel 2011 1.161 2.218
Stand begin 2012 2.474 17.697
Autonome ontwikkelingen -719 711
Prioriteiten 0 480
Posterioriteiten 0 -1.867
Kostenverdeelstaat 0 868
Stand ultimo 2012 1.755 17.889
Prioriteiten
Computerwijk (Participeren en emanciperen - 100.000)
Computerwijk heeft bewezen een belangrijke eerste stap te zijn naar maatschappelijke participatie van
bewoners van Nieuw-West. Het project helpt mensen bij het opdoen van de eerste
computervaardigheden, bevordert contacten tussen mensen en stimuleert deelname aan
vrijwilligerswerk. Een aantal deelnemers stroomt door als vrijwilliger, wordt opgeleid tot trainer en biedt
zelf cursussen aan. Hiermee is het een beproefd instrument gebleken om mensen te laten deelnemen
aan de samenleving en de eigen kracht en zelfredzaamheid van bewoners te vergroten. Het is een
succesvolle stadsdeelbrede voorziening waar erg veel vraag naar is. Wij streven ernaar om
Computerwijk structureel overeind te houden. Wij zoeken naar externe financieringsbronnen en
onderzoeken de mogelijkheden het in te bedden in het Huis van de Wijk.
Extra taal voor volwassenen (Participeren en emanciperen - 50.000)
Met de instemming van het College van B&W met het basisprogramma Burgerschap en Educatie
2011-2013, verdwijnt de aanpak op de vrijwillige inburgering zoals die tot op heden bestaat in 2012.
Om de doelgroep niet uit het oog te verliezen en kansen te bieden, wordt ingezet op het effectiever en
efficiënter inzetten van de bestaande voorzieningen. Daarnaast blijft extra ondersteuning van mensen
die Nederlands willen leren of verbeteren noodzakelijk. Geld is nodig voor ondersteuning van
taalcoaches, extra korte duale trajecten (taal en participatie) en extra alfabetisering.
Homobeleid (Participeren en emanciperen - 30.000)
Onlangs heeft de raadscommissie ingestemd met het actieplan homobeleid. Om dit plan te kunnen te
kunnen realiseren is tenminste 30.000 euro op jaarbasis nodig. De middelen worden besteed aan
activiteiten door en voor het maatschappelijk middenveld teneinde de sociale acceptatie van
homoseksualiteit te vergroten.
Burgerschap en antidiscriminatie (Participeren en emanciperen - 50.000)
In 2012 willen wij activiteiten organiseren gericht op het voorkomen van discriminatie en ter
bevordering van burgerschap. Deze activiteiten vloeien voort uit de centraal stedelijke
beleidsagendering. Daarnaast komen wij in 2012 met een plan voor een gerichte aanpak voor het
bevorderen van burgerschap en het tegengaan van discriminatie.
63

Participatiecentrum/ JSP (Werken en ondernemen - 250.000)
In 2011 is nader onderzocht hoe de functie van een jongerenservicepunt en een participatiecentrum
het beste behouden kunnen blijven voor Nieuw-West. Er was een extra prioriteit geregeld voor het
participatiecentrum en voor de JSP’s was nog geld beschikbaar vanuit de incidentele geldstroom
Jeugd en Veiligheid. De dienstverlening wordt het komende jaar al gebundeld. Het incidentele budget
is daarvoor benodigd. Voorgesteld wordt om de extra benodigde middelen voor twee jaar toe te
kennen, aangezien we de mogelijkheden voor samenvoeging met het stadsloket onderzoeken.
Posterioriteiten
Korting op subsidiebudget voor instellingen/ activiteiten ( -1.867.000)
De taakstelling op subsidies is in grote lijnen ingevuld door een efficiencykorting op de diverse
subsidiebudgetten. Deze ontwikkeling wordt mogelijk door een andere inzet van de huidige subsidies,
zoals het invoeren van het nieuwe concept Huis van de wijk. De budgetten voor zorg worden met bijna
750.000 gekort, de ontwikkeling van het Huis van de wijk leidt tot een voordeel van bijna 700.000,
en voor jongeren(werk) is zo’n 490.000 minder beschikbaar. Tenslotte is 170.000 bezuinigd op het
vrijwilligersbudget en -huisvesting. De taakstelling op subsidies in programma 8 maakt hier ook
onderdeel van uit.
64

4.7 Programma 7: Sport en recreatie
Dit programma betreft het sportbeleid, het uitvoeren/ faciliteren van sportactiviteiten, het exploiteren en
beheren van sportaccommodaties en activiteiten van het stadsdeel ten aanzien van overige
recreatieve voorzieningen.
A. Maatschappelijk effect (Wat wil de raad bereiken?)
Het programma Sport en recreatie heeft als doel het verhogen van het lichamelijk en geestelijk
welbevinden van de bewoners van Nieuw-West, door middel van een efficiënt georganiseerd aanbod
van sport en recreatie.
Effectindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Sportparticipatie* (BMS 7.1) 46%
(2008)
Sportparticipatie van 45 jaar en ouder * (BMS
7.1)
Lidmaatschap sportvereniging (BMS 7.2) 27%
(2008)
Tevredenheid sporters over sportvoorzieningen
(% (zeer) tevreden) (BMS 7.3)
57%
(2009)
Nieuwe indicator 38%
(2008)
62%
(2008)
19%
(2010)
64%
(2009)
Begroting
2012
Begroting
2014
48% 50%
40% 44%
28% 29%
63% 64%
* Let op: vanaf heden is voor Sportparticipatie gekozen voor een andere bron en definiëring, te weten de Sportmonitor 2009 en
conform de landelijke definitie van sporter: minimaal 12x per jaar gesport en vanaf 18 jaar
B. Ontwikkelingen
Ontwikkeling rijk
Prioriteiten sport
Het kabinet heeft drie prioriteiten op sportief niveau aangewezen: het inzetten op een passend sporten
beweegaanbod in de buurt voor iedereen die dat wil, veilig en verantwoord sporten en bewegen en
uitblinken in sport door te investeren in topsport(ers). Op dit moment wordt er in de buurten
Delflandplein en Buurt 5 extra aandacht gegeven aan bewegen en gezondheid, in samenwerking met
onder andere de GGD en de VU.
Ontwikkeling stad
Olympische Spelen in 2028
Amsterdam heeft de ambitie om in 2028 de Olympische Spelen te organiseren, waarbij Nieuw-West
een rol kan gaan vervullen. Nieuw-West is het sportstadsdeel van Amsterdam. Dat willen wij koesteren
en verder ontwikkelen. In het stadsdeel is een groot en divers aanbod van sportfaciliteiten, maar het
gebruik ervan kan beter. Nieuw-West biedt unieke kansen om (top)sport te koppelen aan onderwijs en
jeugdbeleid.
65

Ontwikkeling stadsdeel
Topsportevenementen
Organisatoren van topsportevenementen die in Nieuw-West wordt georganiseerd hebben de handen
ineen geslagen. Door samen te werken wordt de positie van de evenementen versterkt en kunnen zij
van elkaars expertise profiteren. Zij zetten in op een samenhangende aanpak rond een beperkt aantal
sporten, waarbij evenementen, sportstimulering en schoolsportverenigingen een logisch geheel gaan
vormen.
Sportparken
De sportparken kunnen efficiënter geëxploiteerd worden. We gaan de sportparken compacter maken
en streven naar intensiever gebruik van de accommodaties. We maken de velden geschikt voor
multifunctioneel gebruik door kunstgrasvelden en verbeterde accommodaties aan te leggen. We zullen
de verenigingen faciliteren om verder te professionaliseren.
Het parkmanagement in de vorm van een stichting wordt in 2012 verder ontwikkeld op Sportpark de
Eendracht. Er wordt gezocht naar partners om de Eendracht verder te ontwikkelen conform het
Stedenbouwkundige Programma van Eisen (SPvE).
In 2012 zullen we bovenstaande in een integrale visie op de sportparken met samenhang tussen
accommodaties, sportstimuleringsbeleid, recreatie, welzijn, onderwijs en buurten aan de deelraad
voorleggen. In dat kader zal onderzocht worden welke nieuwe beheer- en exploitatievormen, naast het
concept dat op de Eendracht wordt toegepast, op de sportparken Ookmeer, Sloten en de andere
sportparken binnen Nieuw-West toepasbaar zijn.
C. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken
Bestaand beleid stad
- Sportplan Amsterdam (2009-2012)
Bestaand beleid stadsdeel
- Meerjaren Onderhoudsplan Sportparken Osdorp (2008-2023)
- Sportpark Ookmeer, Nota van uitgangspunten en Nota van wijzigingen (2000)
- Ruimtelijk Plan Ontwerp Campusgebied Ookmeer (2007)
- Vaststelling bespelingspercentagenorm (2007)
- Sport en Beweegplan Osdorp 2009 (2009)
- Herziening Richting Parkstad 2015 (2007)
- Visienota: ´Handen ineen voor sportpark Sloten’ (2002)
- Notitie: ‘Plan van Aanpak sportpark Sloten’ (2002)
- Nota van uitgangspunten Functioneel sportpark Sloten (2004)
- Nota van uitgangspunten Ruimtelijk sportpark Sloten (2004)
- Stedenbouwkundig Programma van Eisen sportpark Sloten (2005)
- De sportnotitie Demarrage, sporten in Slotervaart (2009-2012)
- Speelruimtebeleidsplan (2009)
- Rapport ‘Toekomst watersportcentrum Sloterplas’ (2009)
- Sport en Beweegplan, Osdorp (2010)
- Sport- en Beweegplan, Geuzenveld-Slotermeer 2009 – 2012 (2009)
- Uitvoeringskader Sport-Beweegplan (2009-2010)
- Investeringsbesluit van grondexploitatie Sportpark De Eendracht
- Deelgebied 1 in stadsdeel Nieuw-West (2010)
- Voetbalplan Geuzenveld (2009)
- Startnotitie Radiaal West Sport (2010)
- Visie op de sportparken (2008)
- Stedenbouwkundig programma van eisen deelgebied 1 sportpark De Eendracht (2010)
- Ruimtelijke Visie voor sportpark de Eendracht (2010)
- Analyse sportbehoefte Nieuw-West (2009)
66

- Beleidsregel subsidie voor sportactiviteiten (2011)
- Beleidsregels bijzondere subsidieverordeningen topsport en sportstimulering (2011)
- Uitvoeringsplan sportparken Nieuw-West 2012 (2011)
- Tarieven sportvelden en sporthallen 2011-2012 (2011)
Nieuw beleid stadsdeel (termijnagenda)
- Sportvisie Stadsdeel Nieuw-West, 2012-2016
- Visie Sportstimulering, 2012-2016
- Visie op de Sportparken
- Uitvoeringsplan sportparken Nieuw-West 2013-2014
D. Programmadoelen (Wat doet het dagelijks bestuur hiervoor?)
Programmadoelen Resultaatindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Terugdringen
overgewicht/obesitas
Percentage vijfjarigen met
overgewicht (BMS 5.25)
Percentage tienjarigen met
overgewicht (BMS 5.25)
22%
(2008)
33%
(2008)
22%
(2008)
33%
(2008)
Begroting
2012
Begroting
2014
22% 18%
33% 29%
Hogere sportparticipatie jeugd Beweeggedrag jeugd (BMS 5.26) 81,5% - 81,5% 82,4%
Hogere sportparticipatie
volwassenen
% bewoners dat voldoet aan
Nederlandse Norm Gezond
Bewegen (BMS 6.10)
64%
(2008)
71%
(2010)
64% 66%
E. Ontwikkeling baten, lasten en saldo (Wat mag het kosten?)
Bedragen (x 1.000)
Jaarrekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Begroting
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Baten 1.875 2.466 1.521 1.548 1.548 1.548
Lasten 13.507 13.465 11.113 10.478 10.214 10.169
Resultaat voor bestemming -11.632 -10.999 -9.592 -8.930 -8.666 -8.621
Onttrekking aan reserves 201 187 184 177 177 177
Toevoegen aan reserves 374 90 90 90 90 90
Resultaat na bestemming -11.805 -10.902 -9.498 -8.843 -8.579 -8.534
Bedragen (x 1.000) Baten Lasten
Stand 2011 2.466 13.465
Incidenteel 2011 -32 544
Stand begin 2012 2.498 12.921
Autonome ontwikkelingen -1.052 -1.940
Prioriteiten 0 260
Posterioriteiten 75 -250
Kostenverdeelstaat 0 122
Stand ultimo 2012 1.521 11.113
67

Prioriteiten
Buurtsport en onderwijs (Talenten ontwikkelen - 80.000)
Talentontwikkeling doe je ook via aandacht voor sport. Nieuw-West is het sportstadsdeel van
Amsterdam, maar nog niet het sportiefste. Om dit laatste te bereiken hebben zes
topsportevenementen uit Nieuw-West de handen ineen geslagen om de positie van topsport en de
bijdrage ervan te kunnen versterken. Door gerichte en samenhangende aanpak, wordt een bijdrage
geleverd aan o.a. gezondheid, participatie en sportstimulering van bewoners van het stadsdeel. Het
budget is een tijdelijke injectie om tot dit breed gedragen samenwerkingsverband te komen.
Vitale sportverenigingen (Participeren en emanciperen - 100.000)
Er zijn nog veel sportverenigingen die financieel en organisatorisch zwak zijn. Het budget is nodig om
verenigingen te faciliteren bij het fuseren, verhuizen, verbouwen, samenwerken en professionaliseren.
We onderzoeken hoe we de BTW-compensatie voor investeringen op de sportparken kunnen
bewerkstelligen voor een optimaal resultaat voor onze verenigingen. Verder zullen we ook starten met
de voorbereiding van de nodige stappen, zodat we in 2013 resultaten kunnen halen conform het
nieuwe beleid. Deze prioriteit versterkt de kansen om te komen tot een krachtige inhoudelijke
samenwerking met sportverenigingen op het gebied van sportstimulering.
De Eendracht (Inrichten en beheren - 80.000)
Het instellen van parkmanagement op Sportpark de Eendracht door middel van een stichting zou op 1
januari 2012 plaats vinden. Echter, door de complexiteit van de opdracht neemt de voorbereiding
enkele extra maanden in beslag. Door deze vertraging is het nodig de huidige kwartiermakers en
procesmanager langer op dit project in te zetten.
Posterioriteiten
Watersportcentrum kostendekkend maken.(- 75.000)
Er worden scenario's uitgewerkt om tot een kostendekkende exploitatie van het watersportcentrum
aan de Sloterplas wordt gekomen, met als mogelijke optie afstoten. Hiertoe worden marktpartijen
geconsulteerd. In het kader van de heroverwegingen is een totaal bedrag opgenomen van 200.000
te realiseren in 2012 en 2013. Voor 2012 is een stelpost opgenomen van 75.000.
Beheer sportparken (- 150.000)
Door het verlagen van de beheerkwaliteit en efficiënter te werken door de schaalvergroting na de fusie
zal vanaf 2012 een structureel voordeel bereikt worden op het onderhoud van de sportparken.
Efficiencyslag begeleiding sportactiviteiten. (- 100.000)
In 2012 en 2013 wordt toegewerkt naar een efficiencyslag met betrekking tot de begeleiding van
sportactiviteiten. Dit gebeurt ondermeer door het harmoniseren van de aanpak uit de voormalige
stadsdelen. In het kader van de heroverwegingen is een totaal bedrag opgenomen van 250.000.
In 2012 wordt een bedrag opgebracht van 100.000.
68

4.8 Programma 8: Cultuur en monumenten
Dit programma betreft het stadsdeelbeleid en de uitvoering hiervan ten aanzien van kunst, cultuur en
monumenten. Hieronder vallen ook het Openbare bibliotheekwerk en musea (zover het stadsdeel
hierbij betrokken is).
A. Maatschappelijk effect (Wat wil de raad bereiken?)
Het programma Cultuur en monumenten richt zich op het verbeteren van het culturele klimaat in
Nieuw-West en het betrekken van bewoners bij kunst en cultuur:
- kinderen en jongeren starten op lage leeftijd met cultuureducatie
- het cultuurhistorisch erfgoed in het stadsdeel, zowel de architectonische objecten als de voor de
westelijke tuinsteden kenmerkende stedenbouwkundige structuren en verkaveling, wordt
behouden.
Effectindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Participatie in uitgaansmogelijkheden (BMS 8.6) - 23%
(2010)
Kinderen en jongeren die deelnemen aan
cultuur (podiumkunst; amateurkunst; op school)
12.000
(2009)
11.500
(2010)
Begroting
2012
Begroting
2014
23% 27%
10.000 8.000
B. Ontwikkelingen
Ontwikkeling stad
Kunstenplan 2013-2016
Aan het einde van 2012 zal de gemeente Amsterdam het nieuwe Kunstenplan vaststellen voor de
periode 2013 – 2016. In dit nieuwe plan zullen de effecten van de bezuinigingen van het rijk op de
kunst- en cultuursector in Amsterdam verwerkt zijn. Onder invloed daarvan, en ook onder invloed van
de eigen bezuinigingsopgave binnen dat Kunstenplan, zullen met ingang van 2013 ingrijpende keuzes
gemaakt zijn. Dat zal ook raken aan de zich ontwikkelende culturele infrastructuur in Nieuw-West, op
het niveau van organisaties, hun initiatieven en hun duurzaamheid. In de loop van 2012 zal daar meer
duidelijk over worden.
Ontwikkeling stadsdeel
Verder na Koers Nieuw West
Het jaar 2011 was na de afsluiting van de periode van Koers Nieuw West een overgangsjaar, waarin
nieuwe samenwerkingsverbanden in de cultuursector zijn aangegaan, netwerken zich hebben
ontwikkeld en het cultuurbeleid van het stadsdeel is aangescherpt. Er wordt een blijvende inspanning
geleverd om het culturele klimaat in Nieuw-West te versterken en te ontwikkelen. Ook is invulling
gegeven aan stedelijke kaders op het gebied van evenementen, broedplaatsen, cultuureducatie en
talentontwikkeling. Er ontstaan steeds meer verbindingen tussen culturele instellingen uit de stedelijke
infrastructuur en organisaties in Nieuw-West.
69

Kunst- en cultuurbeleid
Aangekondigde bezuinigingen van de centrale stad zullen ook effect hebben op de programmering en
uitvoering van het kunst- en cultuurbeleid in Nieuw-West. Het huidige stedelijk Kunstenplan loopt nog
door tot en met 2012, maar nu al wordt een aanzienlijke verschraling in de uitvoering daarvan
voorzien. Een verschraling die in de eigen begroting van het stadsdeel niet kan worden opgevangen.
In het kader van het nieuwe kunst- en cultuurbeleid van het stadsdeel zijn nieuwe beleidsvoornemens
beschreven. Daarnaast zijn diverse beleidsregels ontwikkeld, die een stevige ondergrond en een
helder kader bieden bij de uitvoering.
Bescherming van de cultuurhistorische waarde van Nieuw-West
De Westelijke Tuinsteden staan internationaal bekend als een zeer goed voorbeeld van het
naoorlogse bouwen en genieten alom waardering. Het stadsdeel blijft zich inzetten voor de
bescherming van de cultuurhistorische waarde van de Westelijke Tuinsteden. In de op te stellen Nota
Cultuurhistorie Nieuw-West worden afhankelijk van de cultuurhistorische waarde lichte of juist
strengere beschermingsregimes voorgesteld. De beschermingsregimes hebben betrekking op de
afweging behoud versus sloop/nieuwbouw, maar ook op volgens welke stedenbouwkundige regels
teruggebouwd mag worden. Als bouwsteen voor de waardering worden de waarderingskaarten van
Bureau Monumenten en Archeologie gehanteerd. Het behoud van het open en groene karakter van de
Westelijke Tuinsteden maakt het voor bewoners aantrekkelijk om in Nieuw-West te wonen.
Jonge monumenten
Om cultuurhistorische waarde van de Westelijke Tuinsteden in stand te houden wordt de lijst met
jonge monumenten uitgebreid. Hooggewaardeerde architectonische objecten kunnen dan onder een
streng beschermingsregime vallen in de vorm van monumentenstatus. Behoud en renovatie zijn dan
het uitgangspunt.
Harmoniseren en actualiseren welstandsnota’s
De beschermingsregimes voor cultuurhistorische waarde zullen tot uiting komen in juridischplanologische
instrumenten, waaronder de welstandsnota. Hiervoor is het van belang om de drie
vigerende welstandsnota’s te actualiseren en te integreren tot één welstandsnota voor Nieuw-West.
C. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken
Bestaand beleid stad
- Stedelijk Kunstenplan (2009 – 2012)
Bestaand beleid stadsdeel
- Welstandnota’s Geuzenveld-Slotermeer, Osdorp, Slotervaart (2009)
Nieuw beleid stadsdeel (termijnagenda)
- Beleidsplan Kunst en Cultuur Nieuw-West 2012 – 2014: Versterken door verbinden (ter
besluitvorming in deelraad in november 2011)
70

D. Programmadoelen (Wat doet het dagelijks bestuur hiervoor?)
Programmadoelen Resultaatindicatoren Nulmeting Laatste
meting
In stand houden
bibliotheekvoorziening OBA
Leden openbare bibliotheek (BMS
8.1)
Aantal uitleningen (jeugd en
volwassenen) (BMS 8.2)
Nieuwe
indicator
Nieuwe
indicator
Aantal bezoekers 478.859
(2009)
Behoud cultureel erfgoed Aantal (erkende) monumenten 65
(2009)
De Meervaart is de culturele
drager van Nieuw-West
Festivals en culturele
manifestaties
Aantal voorstellingen 200
(2009)
Aantal bezoekers festivals en
culturele manifestaties
35.000
(2009)
Culturele Broedplaatsen Aantal huurders broedplaatsen 180
(2009)
22.993
(2009)
596.200
(2009)
467.264
(2010)
65
(2010)
275
(2010)
33.000
(2010)
200
(2010)
Begroting
2012
Begroting
2014
22.000 23.000
527.000 525.000
472.000 471.000
75 85
275 275
33.000 40.000
300 300
E. Ontwikkeling baten, lasten en saldo (Wat mag het kosten?)
Bedragen x ( 1.000)
Jaarrekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Begroting
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Baten 3 63 33 33 33 33
Lasten 2.921 3.223 6.722 6.409 6.406 6.405
Resultaat voor bestemming -2.918 -3.160 -6.689 -6.376 -6.373 -6.372
Onttrekking aan reserves 0 0 0 0 0 0
Toevoegen aan reserves 0 0 0 0 0 0
Resultaat na bestemming -2.918 -3.160 -6.689 -6.376 -6.373 -6.372
Bedragen (x 1.000) Baten Lasten
Stand 2011 63 3.223
Incidenteel 2011 0 124
Stand begin 2012 63 3.099
Autonome ontwikkelingen -30 2.819
Prioriteiten 0 394
Posterioriteiten 0 -83
Kostenverdeelstaat 0 493
Stand ultimo 2012 33 6.722
Prioriteiten
Meervaart powered by… (Talenten ontwikkelen - 90.000)
In de nota Kunst- en cultuurbeleid is aangegeven dat de expertise van de Meervaart kan worden
ingezet voor talentontwikkeling. Het gaat dan om de ondersteuning van culturele organisaties die ook
vanuit de Meervaart werken. Onder deze werkmethode valt bijvoorbeeld ook het stimuleren van het
jeugdtheater. Vanaf 2012 willen we deze aanpak voortzetten en verder ontwikkelen.
71

Aslan (Talenten ontwikkelen - 44.000)
Verwezen wordt naar de begroting 2011. Ook in 2012 is sprake van financiering van Muziektalent
Express door het landelijk fonds cultuurparticipatie. Voorwaarde is cofinanciering door het stadsdeel.
Wij kiezen voor voortzetting met een jaar (zie ook nota Kunst- en cultuurbeleid).
Kunst en cultuur in de wijken (Participeren en emanciperen - 150.000)
Kunst en cultuur bevorderen de sociale cohesie in de wijk. De kracht van cultuur in de wijken richt zich
op burgerbetrokkenheid, het ontwikkelen van tentoonstellingen van nieuwe kunstenaars en het
leveren van een bijdrage aan evenementen. Wij ondersteunen hiertoe activiteiten als Community Art,
de opening van expositieruimtes en het Sloterplasfestival.
Gastvrij Nieuw-West (Werken en ondernemen - 70.000)
Ambitie is om Nieuw-West een aantrekkelijke plek te laten zijn waar mensen elkaar willen ontmoeten.
Belangrijk onderdeel van de aantrekkelijkheid van Nieuw-West is de aanwezigheid en diversiteit van
evenementen en horecavoorzieningen, naast culturele uitingsvormen. In 2011 is voor het eerst
ervaring opgedaan met een werkbudget voor dit doel. Wij kiezen er voor om dit experiment voort te
zetten en stellen een prioriteit van 70.000 voor: 50.000 voor evenementen en 20.000 voor
communicatie. Wij verwijzen ook naar de Nota Kunst en Cultuurbeleid.
Kunst in de openbare ruimte (Inrichten en beheren - 40.000)
Nieuw-West beschikt over een groot aantal alom gewaardeerde kunstobjecten in de openbare ruimte.
Sommige staan er al vanaf de aanleg van de Westelijke Tuinsteden, andere zijn later geplaatst. Bij
veel inwoners en bezoekers van Nieuw West is dit niet of nauwelijks bekend. Streven is om
bekendheid te geven aan het bestaan van deze kunstobjecten in Nieuw-West. Door middel van de
aanleg van één of meerdere wandelroutes, en bordjes met verwijzingen en uitleg wordt initiatief
genomen om kunst in de openbare ruimte meer zichtbaar en toegankelijk te maken. Voor dit project is
eenmalige budget van 40.000 nodig.
Posterioriteiten
Afschaffen subsidies (- 33.000)
Voor een toelichting zie programma 6: Korting op subsidiebudget voor instellingen/ activiteiten.
Inleveren capaciteit (- 50.000)
Deze heroverweging wordt gerealiseerd door inzet van minder personeel.
72

4.9 Programma 9: Openbare ruimte en groen
Dit programma betreft het vernieuwen, beheren en onderhouden van wegen, straten, pleinen en
openbaar groen (incl. straatmeubilair en speeltoestellen); en de reiniging hiervan.
A. Maatschappelijk effect (Wat wil de raad bereiken?)
Het programma Openbare ruimte en groen heeft als doel dat de openbare ruimte en het groen in
Nieuw-West leefbaar en goed bereikbaar zijn en uitnodigen tot gebruik:
- bewoners worden gestimuleerd hun bijdrage te leveren aan het beheer van de openbare ruimte,
- de bewoners voelen zich prettig in de openbare ruimte.
Effectindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Tevredenheid inwoners over aanbod
groenvoorzieningen (BMS 9.3)
Tevredenheid bewoners over onderhoud straten
en stoepen (BMS 9.6)
Tevredenheid bewoners over onderhoud
groenvoorzieningen (BMS 9.7)
Oordeel aanbod speelvoorzieningen kinderen
(BMS 9.9)
Tevredenheid bewoners over schoonhouden
straten en stoepen (BMS 9.11)
6,8
(2009)
6,1
(2009)
6,5
(2009)
6,0
(2009)
Nieuwe Indicator 6,0
(2009)
Ervaren overlast van vervuiling (BMS 9.12) Nieuwe Indicator 5,7
(2009)
Verloederingsscore (BMS 9.13) 31
(2008)
30
(2009)
Begroting
2012
Begroting
2014
- 6,5 6,3
- 5,9 5,5
- 6,2 6,0
- 6,1 6,2
5.9 5.5
5.5 5.3
30 32
B. Ontwikkelingen
Ontwikkeling stad
Bezuinigingen centrale stad
Vanaf 2012 temporiseert de dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (dIVV) het groot
onderhoudprogramma voor hoofdnet auto. Dit leidt tot een uitstel van groot onderhoud voor een
periode van twee jaar. Voor Nieuw-West betekent dit dat een extra beroep wordt gedaan op klein
onderhoud.
Terugval middelen
De stedelijke vernieuwing wordt ernstig beïnvloed door de economische crisis. De vertraging van de
stedelijke vernieuwing heeft financiële consequenties, waaronder dalende inkomsten uit de GREX-en.
Tevens wordt het stadsdeel geconfronteerd met het teruglopen van externe budgetten, zoals ISVgelden;
de bijdrage vanuit het sleutelgeld ISV zal na 2014 komen te vervallen.
Als een gevolg van het temporiseren van het stedelijke vernieuwingsprogramma zal de vernieuwing
van de openbare ruimte vertraagd worden. Hierdoor vervalt een deel van deel van de financiering voor
het vernieuwing van de openbare ruimte. Deze vertraging zal zonder aanvullende middelen leiden tot
een verder verlaging van de kwaliteit van de openbare ruimte, wellicht tot onder het niveau van de
wettelijke zorgplicht. Om dit te voorkomen is een beroep gedaan op de vrijval uit het STIFO
(stimuleringsfonds) van gemeente Amsterdam (zie ook programma 11).
73

ID-banen
ID-banen zijn in het leven geroepen om mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt,
werkervaring op te laten doen. Binnen stadsdeel Nieuw-West nemen hier 15 personen aan deel. Deze
medewerkers worden vanuit DWI/Pantar betaald en tewerkgesteld bij het stadsdeel. Met ingang van 1
januari 2012 komen deze banen te vervallen. Vanuit de centrale stad is aangegeven dat er voor 2012
nog een subsidie mogelijk is van 60% van de salariskosten van deze medewerkers. Aan deze
subsidie zitten voorwaarden. Over deze voorwaarden moet op stedelijk niveau nog afstemming
plaatsvinden. Voor 2012 is een bijdrage van 40% per medewerker noodzakelijk.
Hoogwaardige milieus
De ontwikkelingen van de openbare ruimte, het stedelijk groen en het groen van het buitengebied
(Tuinen van West) en parkgebieden (Rembrandtpark, Sloterplasgebied) van en voor het stadsdeel
Nieuw-West kunnen niet los gezien worden van de ontwikkelingen in (groot) Amsterdam. De
belangrijkste opgave voor het verder binnenstedelijk verdichten van de bebouwing in Amsterdam ligt
in het maken van hoogwaardige woon-, werk en recreatiemilieus. Binnen deze hoogwaardige milieus
is een essentieel onderdeel een veilige, hele, schone en toegankelijke openbare ruimte - een ruimte
die tevens uitnodigt tot verblijven en bewegen. Hiervoor moet de verbinding gezocht worden tussen
het stedelijk groen en de grote groen- en watergebieden die rondom de stad liggen, zoals de Tuinen
van West. In het stedelijk gebied moeten de parken van Nieuw-West, als onderdeel van de stad
Amsterdam, meer differentiatie in inrichting en functie krijgen. Door de noodzakelijke bezuinigingen
staat dit echter onder druk
Ontwikkeling stadsdeel
Bewonersbetrokkenheid bij beheer
De openbare ruimte is van iedereen. Bewoners voelen zich om die reden betrokken bij het beheer en
onderhoud van hun directe leefomgeving. Er is sprake van een wederkerige relatie tussen de inzet
van bewoners en die van het stadsdeel. Actieve betrokkenheid van bewoners in het beheer en
onderhoud van de openbare ruimte wordt gestimuleerd. Daarnaast zijn er steeds meer initiatieven
voor de inzet in het beheer van de openbare ruimte (woningcorporaties, buurtbeheerbedrijven, etc.).
C. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken
Bestaand beleid stad
- Nota Groen in Amsterdam (1998)
- Structuurvisie Amsterdam 2040
- Toetsingskader Hoofdgroenstructuur (2005)
Bestaand beleid stadsdeel
(Algemeen)
- Structuurvisie Geuzenveld Slotermeer (2003)
- Kwaliteitsplan beheer openbaar groen stadsdeel Slotervaart (2008)
- Ambitienotitie “Sloterplas venster van mogelijkheden” (2009)
(Groen)
- Groenvisie Slotervaart (2007)
- Groenvisie Osdorp (2001)
- Beleidsplan water en groen Geuzenveld Slotermeer (2004)
- Natuurvisie Tuinen van West (2010)
- Programma van eisen Tuinen van West (2010)
- Bloembakken – Een functionele verfraaiing van het stadsdeel (1996)
(Ecologie)
- Ecologische structuur Slotervaart (1998)
(Bomen)
74

- Bomenstructuurplan Nieuw-West (2002)
- Kapverordening Slotervaart (2009)
- Bomenverordening Geuzenveld Slotermeer (2009)
- Bomenverordening Osdorp (2002)
- Kapvergunningenbeleid Slotervaart (2009)
- Groencompensatiebeleidsplan Slotervaart (2009)
- Het Monumentale bomenbeleid Slotervaart (2009)
- Bomentaal Slotervaart (2009)
- Beleidsnotitie waardevolle bomen Geuzenveld Slotermeer (2009)
(Dieren)
- Beleid aanpak schade en overlast dieren in de openbare ruimte (2009)
- Ganzenbeleid (2007)
(Speelvoorzieningen)
- Speelruimtebeleidsplan (2009)
- MJOP verhardingen 2012-2013 (deelraad, dec 2011)
- Geveltuinenbeleid (2011)
- Klimaat adaptatie actieplan (2011)
Nieuw beleid stadsdeel (termijnagenda)
- Groenvisie
- Beheerkwaliteitsplan
- Bomenbeleidsplan
- MJOP Groen
- MJOP waterbouwkundige werken
- Speelruimte/voorzieningplan
- Waterplan
- Plan Dierenoverlast
D. Programmadoelen (Wat doet het dagelijks bestuur hiervoor?)
Programmadoelen Resultaatindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Efficiënt beheer van de
openbare ruimte
Bewoners betrekken bij en
aanspreken op een schone
omgeving
Versterken natuur, parken en
Tuinen van West
Score schoonheidsgraden (BMS
9.10)
Aantal adoptanten van
containerlocaties
Opgeleverd aantal hectaren natuur
Tuinen van West*
Opgeleverd aantal hectaren
recreatie Tuinen van West*
# groene m2 Parken* Nieuwe
Indicator
# groene m2 Sportparken* Nieuwe
Indicator
# groene m2 Groene As* Nieuwe
Indicator
Begroting
2012
Begroting
2014
8,1 8,0 7,5 7,0
- 129 132 150
6 ha 38 ha 53 ha 63 ha
- 22 ha 22 ha 96 ha
313 ha 313 ha
32,5.ha
32,5 ha
327 ha 340 ha
* N.B. De aantallen ha als hierboven aangegeven moeten niet bij elkaar opgeteld worden! Er zijn gebieden die vallen onder de
Groene As, maar liggen bijv. in de Tuinen van West of zijn ook in het totaal van Parken opgenomen. Zo zijn er gebieden die
zowel natuurgebied zijn als recreatiegebied. Per onderdeel is steeds het totale areaal aangegeven.
75

E. Ontwikkeling baten, lasten en saldo (Wat mag het kosten?)
Bedragen (x 1.000)
Jaarrekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Begroting
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Baten 4.990 3.425 576 576 576 576
Lasten 37.812 37.915 33.832 34.567 34.877 36.026
Resultaat voor bestemming -32.822 -34.490 -33.256 -33.991 -34.301 -35.450
Onttrekking aan reserves 205 0 700 850 600 600
Toevoegen aan reserves 0 625 0 0 0 0
Resultaat na bestemming -32.617 -35.115 -32.556 -33.141 -33.701 -34.850
Bedragen (x 1.000) Baten Lasten
Stand 2011 3.425 37.915
Incidenteel 2011 0 -725
Stand begin 2012 3.425 38.640
Autonome ontwikkelingen -2.849 -36
Prioriteiten 0 265
Posterioriteiten 0 -1.330
Kostenverdeelstaat 0 -3.707
Stand ultimo 2012 576 33.832
Prioriteiten
Beheer Natuurspeelplaats (Inrichten en beheren - 50.000)
Eind 2011 is de aanleg van de natuurspeelplaats gestart. De natuurspeelplaats wordt een plek waar
een scala van activiteiten door kinderen met hulp van vrijwilligers zal plaats vinden. Voor het in
samenspraak met vrijwilligers maken, begeleiden en uitvoeren van een jaarlijks activiteitenprogramma
is inzet van ondersteuning en coördinatie nodig. Daar is een jaarlijks budget van 50.000 voor nodig.
Groene AS (Inrichten en beheren - 140.000)
Project Moeraslandje Halfweg is onderdeel van een groter project: Inrichting Moeraslandje Halfweg,
aanleg van een faunapassage onder de N200 en inrichting Groote Braak in de Brettenzone. Samen
vormen zij een belangrijke schakel binnen de Groene AS. De inrichting van het Moeraslandje Halfweg
wordt geraamd op een totaal van 280.000. Bij de raming wordt uitgegaan van hergebruik van de te
ontgraven grond in de Tuinen van West en een is op voorwaarde van 50% cofinanciering van de
Provincie. Belangrijk hiervoor is uitvoering in 2012. Wanneer hergebruik niet mogelijk is, bedragen de
kosten ca. 385.000.
Zwerfafval (Inrichten en beheren - 75.000)
Project voor activiteiten en communicatie gericht op het vergroten van de bewustwording van
bewoners over de mogelijkheden en het nemen van verantwoordelijkheid bij het schoonhouden van
hun leefomgeving.
Posterioriteiten
Bedrijfsmatiger werken (- 230.000)
In 2012 wordt toegewerkt naar een efficiencyslag met betrekking tot de uitvoering reiniging-, infra- en
groenwerkzaamheden. Dit gebeurt ondermeer door het harmoniseren van de aanpak uit de
voormalige stadsdelen.
76

Verlagen beheerkwaliteit naar B (- 100.000)
In 2012 beginnen we met de maatregelen om de beheerkwaliteit reinigen, infra en groen naar
beheerkwaliteit B te verlagen. In het kader van de heroverwegingen is een totaal bedrag opgenomen
van 800.000, wat in 2013 wordt gerealiseerd.
Temporiseren groot onderhoud verharding (- 1.000.000)
In 2012 wordt 1,0 miljoen bezuinigd op het groot onderhoud verhardingen. Deze heroverweging
wordt gerealiseerd door een korting van 500.000 uit de vrijval kapitaallasten en 500.000 door een
verlaging van de dotatie aan de voorzieningen Verhardingen uit de exploitatiebegroting.
77

4.10 Programma 10: Milieu en water
Dit programma betreft beleid en uitvoering inzake milieu, water en afvalverwijdering. Hieronder vallen
de inzameling van huisvuil en bedrijfsafval, punten voor gescheiden afval, binnenhavens en
waterwegen, begraafplaatsen en de handhaving op het gebied van milieu.
A. Maatschappelijk effect (Wat wil de raad bereiken?)
Het programma Milieu en water zet in op een milieuvriendelijk en duurzaam stadsdeel:
- alle open water in het stadsdeel is van goede kwaliteit en ook de kwantiteit is voldoende.
- de ontwikkelingen op het gebied van luchtkwaliteit en CO 2 -uitstoot geven stadsdeel Nieuw-West
een grote verantwoordelijkheid voor (realisatie van) het milieubeleid. Daarom wordt ingezet op
duurzaamheid en het verbeteren van de lucht- en waterkwaliteit,
- het stadsdeel zet in op het vergroten van de invloed op beslissingen ten aanzien van Schiphol met
het oog op het beperken van de geluidsbelasting door vliegtuigen in Nieuw-West.
Effectindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Aantal milieuklachten (BMS 10.4) 56
(2008)
Stikstofdioxide in de buitenlucht (sportpark
Ookmeer) (BMS 10.1)
25
(2009)
82
(2010)
Begroting
2012
Begroting
2014
80 80
25 25
Energieverbruik in het stadsdeel Nieuwe indicator 3.512.440 kWh 3.270.000 kWh 2.951.000 kWh
Warmtenet # aansluitingen energieverbruik Nieuwe indicator 5.802 WE
101 TJ (2010)
7.800 WE
152 TJ
9.600 WE
240 TJ
B. Ontwikkelingen
Ontwikkeling stad
Regulering en handhaving wettelijke milieu- en bodemtaken
Stadsdeel Nieuw-West is verantwoordelijk voor de regulering en handhaving van de wettelijke milieuen
bodemtaken. De Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) voert een deel van deze taken onder regie
van het stadsdeel uit. De details rond de uitvoering van deze wettelijke milieutaken zijn vastgelegd in
de jaarlijkse afsprakenbrieven. Naar verwachting zullen per 1 januari 2013 de handhavingstaken van
DMB over gaan in een regionale uitvoeringsdienst (RUD). Dit zal in 2012 voorbereid worden, er start
dan een regionaal overleg over het beleid ten aanzien van de milieuhandhaving.
Richtlijnen voor luchtkwaliteit
Nieuw-West moet voldoen aan de Europese richtlijnen voor luchtkwaliteit. De gemeente Amsterdam
heeft een actieplan opgesteld, een onderdeel hiervan is het bevorderen van elektrisch vervoer. Tot
2014 zullen er in Amsterdam 1000 openbare laadpunten voor elektrisch vervoer aangelegd worden.
Deze worden op 500 locaties gerealiseerd (twee punten per locatie). Het vervoer in Nieuw-West moet
zo min mogelijk schade aan het milieu veroorzaken. Fietsen, elektrisch vervoer en het gebruik van
openbaar vervoer wordt gestimuleerd; een plan ‘duurzaam vervoer’ wordt opgesteld. Dit plan wordt
onderdeel van het integrale duurzaamheidsprogramma Nieuw-West 2012-2014, dat in 2012 wordt
vastgesteld.
78

Ontwikkeling stadsdeel
Schiphol
De luchthaven is een belangrijke werkgever in de regio. Door de groei van het luchtverkeer zal naar
verwachting de werkgelegenheid verder toenemen. De groei heeft echter ook een schaduwzijde in de
vorm van geluidsoverlast. Ondanks de afspraken tussen de luchtvaartsector, overheid en bewoners
over het beperken van de geluidshinder, zal de geluidsoverlast door de groei verder toenemen. Het
beleid van het stadsdeel is daar waar mogelijk invloed aan te wenden om geluidshinder te beperken
en het economisch belang van de luchthaven voor Nieuw-West (banen en stages) te vergroten. Om
een beeld te krijgen van de gevolgen van het toenemende luchtverkeer en de effecten van de
geluidshinderbeperkende maatregelen zoals verwoord in het Aldersconvenant 2008, zet stadsdeel
Nieuw-West in op de uitbreiding van het regionale NOMOS meetnetwerk.
Afval
In 2012 is sprake van één operationeel functionerende en resultaat verantwoordelijke afvalinzameling
(RVE) voor het hele stadsdeel. Met deze nieuwe afvalorganisatie zet Nieuw-West een belangrijke stap
voorwaarts naar een efficiëntie en marktconforme afvaldienst die door zijn schaalgrootte en
bedrijfsmatige werkwijze in staat is klantgericht te opereren. 2012 is tevens het jaar waarin het nieuwe
beleidskader afvalinzameling wordt vastgesteld. Hiermee wordt sturing gegeven aan een
harmonisering van de afvaluitvoering. Door de bewustwording en verantwoordelijkheid voor afval bij
bewoners en bedrijven te vergroten werken we samen verder aan een schone en leefbare openbare
ruimte.
C. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken
Bestaand beleid stad
- Voorrang voor gezonde stad (2008)
- Actieplan Luchtkwaliteit Amsterdam (2006)
- Amsterdamse energiestrategie (2010)
- Milieubeleidsplan Amsterdam 2007-2010 (2007)
- Duurzaamheid in de nieuwbouw (2008)
- Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007-2011 (2007)
- Water: het blauwe goud van Amsterdam (2001)
- Structuurplan 2003: Kiezen voor stedelijkheid (2003)
- De Wateragenda (2009)
Stedelijke doelstellingen:
- 40% CO 2 -reductie in 2025 t.o.v. 1990;
- Klimaatneutrale eigen organisatie in 2015
- 100% klimaatneutrale nieuwbouw vanaf 2015 ( tot 2015 40% klimaatneutraal en 60% half
klimaatneutraal)
- 75% duurzaam inkopen vanaf 2010 en 100% in 2015 (2007)
Bestaand beleid stadsdeel
- Milieuvisie Geuzenveld-Slotermeer 2008-2014 (2008)
- Milieuvisie Slotervaart (2008)
- Klimaatprogramma Slotervaart 2009-2012 (2009)
- Uitvoeringsprogramma Luchtkwaliteit stadsdeel Slotervaart (2007)
- Klimaatplan 2008 – 2014 (Osdorp) (2009)
- Beleidsplan Water en Groen 2005-2020 (2005)(Geuzenveld-Slotermeer)
- Watervisie Slotervaart (2005)
- Afvalstoffenheffing en Reinigingsrecht 2011 (2010)
- Milieuprogramma 2011 (2011)
- Klimaatadaptatie Actieplan (2011)
79

Nieuw beleid stadsdeel (termijnagenda)
- Duurzaamheidsprogramma 2012-2014
- Uitvoeringsprogramma milieu & duurzaamheid 2012
- Afvalbeleid
D. Programmadoelen (Wat doet het dagelijks bestuur hiervoor?)
Programmadoelen Resultaatindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Klimaatneutrale organisatie Aantal elektrische voertuigen 3
(2010)
Milieuvriendelijk stadsdeel
Behaald bronzen certificaat voor
duurzaam terreinbeheer
# auto's met lage emissie in het
stadsdeel
Aantal elektrische oplaadpunten in
de openbare ruimte
1/3e
stadsdeel
Nieuwe
Indicator
Verhoging waterberging Groene daken in m² 1000
(2010)
15
(2011)
1/3
stadsdeel
0 4
(2011)
Begroting
2012
2/3e
stadsdeel
Begroting
2014
16 20
heel
stadsdeel
GOR 8 8
1700
(2011)
Afvalinzameling Operationele CleanTeams 1/3 e stadsdeel heel
stadsdeel
(2011)
6 20
2500 4000
heel
stadsdeel
heel
stadsdeel
E. Ontwikkeling baten, lasten en saldo (Wat mag het kosten?)
Bedragen (x 1.000)
Jaarrekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Begroting
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Baten 18.731 17.150 16.829 17.062 16.876 16.706
Lasten 21.416 20.187 19.231 18.911 18.255 18.066
Resultaat voor bestemming -2.685 -3.037 -2.402 -1.849 -1.379 -1.360
Onttrekking aan reserves 0 206 0 0 0 0
Toevoegen aan reserves 610 1.274 0 0 0 0
Resultaat na bestemming -3.295 -4.105 -2.402 -1.849 -1.379 -1.360
Bedragen (x 1.000) Baten Lasten
Stand 2011 17.150 20.187
Incidenteel 2011 407 -442
Stand begin 2012 16.743 20.629
Autonome ontwikkelingen -194 -3.457
Prioriteiten 0 50
Posterioriteiten 280 -45
Kostenverdeelstaat 0 2.054
Stand ultimo 2012 16.829 19.231
80

Prioriteiten
Schiphol (Inrichten en beheren - 50.000)
Voor de door het dagelijks bestuur nieuw gestelde portefeuille Schiphol is een jaarlijks budget nodig.
Het beleid van het stadsdeel is om waar mogelijk invloed aan te wenden om de geluidshinder te
beperken en het economisch belang van de luchthaven voor Nieuw-West (banen en stages) te
vergroten. Om hieraan invulling te geven is een budget nodig van 50.000 per jaar. Dit is bestemd
voor de financiering van onder meer kosten voor onderzoeken en adviezen, organiseren van
informatiebijeenkomsten en communicatie.
Posterioriteiten
Kostendekkendheid Afvalstoffenheffing (ASH) (- 280.000)
Voor het product afvalinzameling is binnen Amsterdam de keuze gemaakt om in 2014 de
afvalstoffenheffing (ASH) 100% kostendekkend te laten zijn. In 2011 is de ASH 94% kostendekkend
en voor 2012 moet de kostendekkendheid gestegen zijn naar 96%. Dit dient gerealiseerd te worden
door de toevoeging uit de exploitatiebegroting naar de ASH structureel met 280.000 te verlagen. De
realisatie van deze keuze is verwerkt in het voorstel voor de ASH 2012 die separaat aan de deelraad
wordt aangeboden.
Natuur- en Milieueducatie (- 45.000)
Met de visie op Natuur- en Milieueducatie zijn besparingsvoorstellen vastgesteld die leiden tot een
kostenreductie van in totaal 90.000. Voor 2012 wordt een bedrag ingeboekt van 45.000.
81

4.11 Programma 11: Stedelijke ontwikkeling
Dit programma betreft het beleid op het gebied van ruimtelijke ordening en wonen, het opstellen van
bestemmingsplannen, het beheer van vastgoed, erfpachtbeheer, bouwgrondexploitatie,
bodemsanering, toezicht/handhaving bouwvergunningen, en bouwtechnisch toezicht en handhaving.
A. Maatschappelijk effect (Wat wil de raad bereiken?)
Door stedelijke ontwikkeling is het in Nieuw-West prettig wonen, werken en leven. Er wordt ingezet op:
- het verbeteren van de positie van de huidige bevolking,
- een sociaal-economisch gemengde bevolkingsopbouw,
- Het behouden van het open en groene karakter van het stadsdeel.
Effectindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Tevredenheid woning (BMS 11.1) 7,3
(2009)
Tevredenheid woning (rapportcijfer) # buurten
met waardering onder de 7 (BMS 11.1)
Tevredenheid woning (rapportcijfer) # buurten
met waardering onder NAP (BMS 11.1)
Verhuisbehoefte (percentage bewoners die
binnen 2 jaar willen verhuizen maar niets
kunnen vinden) (BMS 11.2)
Nieuwe Indicator 3
(2009)
Nieuwe Indicator 10
(2009)
8%
(2009)
Begroting
2012
Begroting
2014
- 7,2 6,9
3 5
9 7
- 9% 11%
B. Ontwikkelingen
Ontwikkeling rijk
Rijksbesluit woningwaarderingsstelsel
Per september 2011 is door het rijk besloten het woningwaarderingsstelsel aan te passen. Een gevolg
hiervan is dat de maximaal toegestane huur per woning in schaarstegebieden stijgt. Ook zal een deel
van de woningen in de vrije sector komen te vallen. De nieuwe waardering geldt enkel voor nieuwe
verhuringen. De regeling heeft mogelijk gevolgen voor de (her)huisvestingsmogelijkheden van lagere
inkomens. De verwachting is dat het aantal verhuizingen afneemt vanwege de te verwachten hogere
huur voor de nieuwe woning, Daarnaast neemt de beschikbare voorraad af omdat er een deel van de
woningen in de vrije sector zal kunnen worden verhuurd.
Bestemmingsplannen
Volgens de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) mogen vanaf 1 juli 2013 geen bouwleges meer
worden opgelegd voor bouwvergunningen in gebieden met bestemmingsplannen die ouder zijn dan
tien jaar. Een inhaalslag is nodig. We geven voorrang aan gebieden waar nieuwe ontwikkelingen
gaande zijn. Zo voorkomen we stagnatie en zorgen we tevens voor inkomsten voor het stadsdeel
(bijvoorbeeld leges).
82

Ontwikkeling stadsdeel
Crisis op de woningmarkt
Tengevolge van de gemeentelijke heroverwegingen en de crisis op de woningmarkt vindt in Nieuw-
West herprogrammering van woningbouwprojecten plaats. Dit heeft gevolgen voor het tempo van de
stedelijke vernieuwing, de herhuisvesting, de leefbaarheid en de positie van bewoners. Het stadsdeel
wil daarom extra inzetten op onder meer bewonersondersteuning via het Wijksteunpunt Wonen.
De crisis noodzaakt tot herformulering van beleid op een aantal onderwerpen. Er worden creatieve
invullingen voor braakliggende terreinen ontwikkeld, in samenwerking met partners, onder andere in
de vorm van particulier opdrachtgeverschap. Ook krijgen leegstaande gebouwen andere functies,
zoals jongerenhuisvesting. Het onderzoeken van stedenbouwkundige en welstandmogelijkheden is
hierbij van belang. We verwachten minder sloop/nieuwbouw van scholen. Veel ouder schoolgebouwen
kunnen niet direct worden herontwikkeld. Het stadsdeel loopt inkomsten mis en de exploitatiekosten
lopen op. Verder noodzaakt de crisis tot het anders nadenken over de woningproductie van het
stadsdeel. Nieuwbouw woningen zijn moeilijker afzetbaar. Er moet worden gezocht naar alternatieve
manieren van bouwen, particulier opdrachtgeverschap is momenteel zeer actueel. Wij verwachten
hierin een deel van de oplossing te vinden.
Structuurvisie Nieuw-West
In 2012 wordt verder gewerkt aan een integrale ruimtelijke visie (structuurvisie) voor Nieuw-West
(gereed 2013). De Structuurvisie Nieuw-West is een nadere uitwerking van de Structuurvisie van
Amsterdam. De Structuurvisie Nieuw-West richt zich op de kansen die in Nieuw-West liggen en
benoemt strategieën die de kwaliteiten die dit gebied zo bijzonder maken benutten. De Structuurvisie
biedt tevens een kader voor het opstellen van bestemmingsplannen en afhandeling van aanvragen om
een omgevingsvergunning (Wabo-adviezen).
Terugval middelen
De stedelijke vernieuwing wordt ernstig beïnvloed door de economische crisis. De vertraging van de
stedelijke vernieuwing heeft financiële consequenties, waaronder dalende inkomsten uit de GREX-en.
Tevens wordt het stadsdeel geconfronteerd met het teruglopen van externe budgetten, zoals ISVgelden;
de bijdrage vanuit het sleutelgeld ISV zal na 2014 komen te vervallen. Door terugval in de
stedelijke vernieuwing zijn vooral bij de directie Stedelijke Ontwikkeling de heroverwegingen sneller en
voor een hoger bedrag gerealiseerd dan in de perspectiefnota genoemd (zie ook inleiding).
Als een gevolg van het temporiseren van het stedelijke vernieuwingsprogramma zal de vernieuwing
van de openbare ruimte vertraagd worden. Hierdoor vervalt een deel van deel van de financiering voor
het vernieuwing van de openbare ruimte. Deze vertraging zal zonder aanvullende middelen leiden tot
een verder verlaging van de kwaliteit van de openbare ruimte, wellicht tot onder het niveau van de
wettelijke zorgplicht. Om dit te voorkomen is een beroep gedaan op de vrijval uit het STIFO
(stimuleringsfonds) van gemeente Amsterdam (zie ook programma 9)
Vastgoed
In 2012 wordt het strategisch aankoop- en onderhoudsprogramma als onderdeel van de realisatie van
de heroverwegingen verder geprofessionaliseerd. Het gaat onder meer om het in kaart brengen van
de financiële en juridische risico’s binnen de vastgoedportefeuille, de meerjarige onderhoudsbehoefte
en de optimalisering van de huuropbrengsten. Het vastgoedbezit van het stadsdeel staat vooral ten
dienste van de realisatie van beleidsdoelstellingen op het gebied van sport, welzijn en onderwijs.
Vanwege uitstel van sloop-nieuwbouw moet er meer op onderhoud worden ingezet.
83

C. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken
Bestaand beleid rijk
- Rijksbesluit tot wijziging huurprijzen woonruimte (2011)
Bestaand beleid stad
- Programakkoord 2010-2014 (2010)
- Woonvisie Amsterdam tot 2020; Wonen in de Metropool (2008)
- Bouwen aan de Stad II (2011)
- Convenant Splitsen en Verkoop Sociale Huurwoningen (2011)
- Visie Jongeren- en Studentenhuisvesting (2007)
- Uitvoeringsplan Jongerenhuisvesting (2010)
- Structuurplan kiezen voor stedelijkheid (2003) en onderliggende ruimtelijke nota’s
- Structuurvisie Amsterdam 2040
- Ontwikkelingsplan Parkstad 2015 (2001)
- Raamovereenkomst Parkstad (2007)
- Evaluatie Richting Parkstad (2011)
- Convenant Wijksteunpunt Wonen 2011-2014 (2011)
- Ambitienotitie “Sloterplas venster van mogelijkheden” (2009)
Bestaand beleid stadsdeel
- Woonvisie van elk voormalig stadsdeel (2008 en 2009)
- Startnotitie Jongerenhuisvesting Osdorp (2007)
- Verkoopbeleid sociale huurwoningen Slotervaart (2006)
- Implementatieplannen Woonservicewijken voor elk voormalig stadsdeel (2005, 2008 en 2009)
- Vastgestelde stedelijke vernieuwings- en uitwerkingsplannen (verschillende jaren: 2001-2010)
- Bestemmingsplannen (verschillende jaren)
- Welstandsnota’s (2009)
- Plan van aanpak Actualisering Bestemmingsplannen Nieuw-West (2011)
- Meerjarenonderhoudsplan gebouwen (2011)
Nieuw beleid stadsdeel (termijnagenda 2012)
- Startnotitie bestemmingsplannen Osdorpplein, Nieuwe Meer, Lelylaan e.o., Lucas Andreas e.o.,
uitbreiding Nieuw-Sloten, Brettenzone (meerjarenplanning volgens plan van aanpak: 2010-2013)
- Vaststelling bestemmingsplannen Ookmeer, Osdorp Midden Noord, Dorp Sloten, Lutkemeerpolder,
Hoefijzer
- Plan Jongeren- en studentenhuisvesting
- Nota vastgoedbeleid
- Rapportage Portefeuille Vastgoed
- Renovatiebeleid
- Woonvisie: vertaling bestuurlijke wensen en harmonisatie van beleid
- Welstandsnota Nieuw-West
- Nota Hoogbouwbeleid
84

D. Programmadoelen (Wat doet het dagelijks bestuur hiervoor?)
Programmadoelen Resultaatindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Prettige woonomgeving
Woningvoorraad % eigenaar
bewoner (BMS 11.4.1)
Woningvoorraad % sociale verhuur
(BMS 11.4.2)
Woningvoorraad % particuliere
verhuur (BMS 11.4.3)
% m2 braakliggend terrein (langer
dan een jaar) waar een tijdelijke
bestemming voor is
28%
(2009)
58%
(2009)
13%
(2009)
0%
Nieuwe
Indicator
Wooncarrière bewoners Woningen in aanbouw (BMS 11.14) 2.979
(2009)
Lijst doelgroepen woning jongeren -
/ studentenhuisvesting (BMS
11.16.e)
1.800
(2009)
28%
(2010)
57%
(2010)
15%
(2010))
Begroting
2012
Begroting
2014
28% 30%
57% 55%
15% 15%
5% 20% 25%
131*
(2010)
2.200
(2010)
600 900
2.400 3.000
E. Ontwikkeling baten, lasten en saldo (Wat mag het kosten?)
Bedragen x 1.000
Jaarrekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Begroting
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Baten 17.397 16.267 9.384 9.122 5.502 5.502
Lasten 32.637 24.478 18.061 20.439 16.293 16.302
Resultaat voor bestemming -15.240 -8.211 -8.677 -11.317 -10.791 -10.800
Onttrekking aan reserves 9.420 871 442 176 28 28
Toevoegen aan reserves 2.574 601 601 601 601 601
Resultaat na bestemming -8.394 -7.941 -8.836 -11.742 -11.364 -11.373
Bedragen x 1.000 Baten Lasten
Stand 2011 16.267 24.478
Incidenteel 2011 6.381 5.434
Stand begin 2012 9.886 19.044
Autonome ontwikkelingen -502 535
Prioriteiten 0 295
Posterioriteiten 0 -400
Kostenverdeelstaat 0 -1.413
Stand ultimo 2012 9.384 18.061
Prioriteiten
Behoud karakter Tuinsteden (Participeren en emanciperen - 95.000)
Nieuw-West kenmerkt zich door haar tuinstedelijk karakter. Zeker in tijden van stedelijke vernieuwing
is het belangrijk hier aandacht voor te blijven houden. Dit kan onder andere door gebruik te maken
van de verbindende functie van het Van Eesterenmuseum, waar onder andere lezingen en debatten
worden gehouden.
Wijksteunpunt Wonen (Participeren en emanciperen - 100.000)
Het Wijksteunpunt Wonen (WSW) is een succesvol loket waar bewoners terecht kunnen voor
informatie en advies over woonvragen. Het is een succesformule die we in Nieuw-West graag willen
voortzetten. In de komende periode bekijken we, in overleg met de centrale stad, of het WSW op een
andere wijze kan worden voortgezet.
85

Particulier opdrachtgeverschap (Inrichten en beheren - 100.000)
De crisis noodzaakt tot het anders nadenken over de woningproductie van het stadsdeel. Nieuwbouw
woningen zijn moeilijker afzetbaar. Er moet worden gezocht naar alternatieve manieren van bouwen,
particulier opdrachtgeverschap is momenteel zeer actueel. Vanuit de centrale stad is aangegeven dat
er naar verwachting de komende tijd een grote vraag is naar woningen die worden ontwikkeld via
particulier opdrachtgeverschap. Hier willen we als Nieuw-West op inspelen door
communicatiemiddelen te ontwikkelen en ontwikkelstrategieën te maken. Er moet een visie komen
over waar we wel en waar we niet gaan inzetten op particulier opdrachtgeverschap.
Tuinstadhuis (Organiseren)
De huisvesting van het kantoorpersoneel is al sinds de fusie een punt van zorg. Onlangs hebben wij
een kredietaanvraag gepresenteerd voor de vervanging van de liften in het Tuinstadhuis. Wij hebben
daarbij aangegeven in de 1e helft van 2012 terug te komen op de verbouw van het Tuinstadhuis.
Vooruitlopend daarop maken wij inzichtelijk van 2013 rekening te houden met extra kapitaallasten voor
dit doel.
Posterioriteiten
Regie stedelijke vernieuwing (- 200.000)
Deze heroverweging wordt gerealiseerd door inzet van minder personeel.
Omvang/ inhuur afstemmen op aantal projecten (- 200.000)
Deze heroverweging wordt gerealiseerd door het schrappen van inhuurbudgetten.
86

4.12 Programma 12: Bestuur en ondersteuning
Het programma Bestuur en ondersteuning bestaat uit activiteiten uit verschillende taakvelden met als
gemene deler de dienstverlening aan bestuur en organisatie. Hieronder vallen naast het dagelijks
bestuur en de deelraad ook alle ondersteunende taken, zoals communicatie, juridische zaken, griffie
en algemene zaken. Ook de ondersteuning en organisatie van een gebiedsgerichte aanpak behoort
tot dit programma.
A. Maatschappelijk effect (Wat wil de raad bereiken?)
De bewoners van Amsterdam Nieuw-West voelen zich politiek betrokken:
- zij worden optimaal betrokken bij de besluitvorming,
- zij hebben waar mogelijk invloed op de besluitvorming.
Effectindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Politieke interesse in stadsdeelpolitiek (%
geïnteresseerden) (BMS 12.2)
Mening over functioneren stadsdeelpolitiek: %
goed (BMS 12.4)
Mening over de invloed op de stadsdeelpolitiek:
% wel invloed (BMS 12.5)
Deelname aan info- en inspraakbijeenkomsten
(BMS 12.8)
48%
(2009)
60%
(2010)
Nieuwe Indicator 39%
(2009)
32%
(2008)
19%
(2009)
16%
(2010)
Begroting
2012
Begroting
2014
50% 52%
40% 40%
- 34% 35%
19% 19%
B. Ontwikkelingen
Ontwikkeling rijk
Wetsvoorstel afschaffing deelgemeenten
Het kabinet zal waarschijnlijk begin 2012 beslissen over de afschaffing van de deelgemeenteraden.
Het is op dit moment nog niet te overzien wat dit gaat betekenen.
Ontwikkeling stadsdeel
Participatie
De vorming van Nieuw-West ging gepaard met een flinke schaalsprong. Onze opgave is te voorkomen
dat door de omvang van het stadsdeel een grotere afstand tussen burgers en bestuur gaat ontstaan.
Het blijft nodig ervoor te zorgen dat burgers zelf actief meepraten en meebeslissen over zaken die hen
raken. Daarom blijven wij ook de komende jaren investeren in instrumenten en methoden die het
bewoners mogelijk maken mee te praten, hun opvattingen te laten kennen en in voorkomende
gevallen mee te beslissen; zowel bij nieuwe beleidsontwikkeling als het maken van de plannen voor
de buurt. Daarnaast willen wij bewoners stimuleren zich in te zetten voor de buurt: meedoen in de
samenleving van Nieuw-West.
87

C. Beleidskaders en bestuurlijke afspraken
Bestaand beleid stad
- Programakkoord Amsterdam (2010 – 2014)
Bestaand beleid stadsdeel
- Kadernota participatie (2007)
- Coalitieakkoord ‘Kansen bieden – talenten benutten (2010 – 2014)
- Bestuursprogramma ‘Kansen bieden - talenten benutten’ (2010 – 2014)
- Verordening bezwaarschriftencommissie Nieuw-West (2010)
- Klachtenregeling stadsdeel Nieuw-West (2010)
- Inspraakverordening, Osdorp (2003)
- Reglement van orde van de deelraad Nieuw-West (2010).
D. Programmadoelen (Wat doet het dagelijks bestuur hiervoor?)
Programmadoelen Resultaatindicatoren Nulmeting Laatste
meting
Inzet maatschappelijke
participatie
Buurtbeheeroverleg
Inzet voor buurt of stad (BMS 6.14) 19%
(2008)
Bekendheid buurtbeheeroverleg
(BMS 12.7)
56%
(2009)
Begroting
2012
Begroting
2014
- 19% 19%
- 56% 56%
E. Ontwikkeling baten, lasten en saldo (Wat mag het kosten?)
Bedragen (x 1.000)
Jaarrekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Begroting
2013
Begroting
2014
Begroting
2015
Baten 566 -805 0 0 0 0
Lasten 8.464 6.668 6.915 6.884 6.859 6.851
Resultaat voor bestemming -7.898 -7.473 -6.915 -6.884 -6.859 -6.851
Onttrekking aan reserves 897 0 0 0 0 0
Toevoegen aan reserves 154 105 105 105 105 105
Resultaat na bestemming -7.155 -7.578 -7.020 -6.989 -6.964 -6.956
Bedragen (x 1.000) Baten Lasten
Stand 2011 -805 6.668
Incidenteel 2011 45 -127
Stand begin 2012 -850 6.795
Autonome ontwikkelingen 1.700 -19
Prioriteiten 0 0
Posterioriteiten 0 0
Kostenverdeelstaat -850 139
Stand ultimo 2012 0 6.915
Prioriteiten/ posterioriteiten
Er zijn voor dit programma geen prioriteiten/ posterioriteiten.
88

5. Paragrafen
89

5.1 Paragraaf Algemene dekkingsmiddelen
Onder de algemene dekkingsmiddelen vallen de inkomsten waarvan de besteding niet gebonden is
aan een bepaald programma (bijv. stadsdeelfondsuitkering). Deze inkomsten worden dan ook niet bij
de afzonderlijke programma’s opgenomen. Inkomsten waarvan de besteding wel gebonden zijn,
worden op het betreffende programma verantwoord (bijv. Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
(ISV) en welzijnsmiddelen). Inzicht in de algemene dekkingsmiddelen is essentieel voor de deelraad.
Zij leveren immers een belangrijke bijdrage aan de financiële basis van de (meerjaren)begroting. In dit
hoofdstuk wordt hierop nader ingegaan.
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Bedragen (x 1.000) Begroting 2012 Begroting 2013 Begroting 2014 Begroting 2015
Lasten
Algemene lasten 709 -3.064 -5.737 -6.542
Rente voor geldleningen korter dan 1 jaar 0 0 0 0
Invorderingskosten 130 130 130 130
Saldo van kostenverdeelstaat 0 0 0 0
Totaal Lasten 839 -2.934 -5.607 -6.412
Baten
Algemene uitkeringen (stadsdeelfonds) 125.384 123.534 121.634 120.154
Algemene baten 25 25 25 25
Rente voor geldleningen korter dan 1 jaar 2.855 2.855 2.855 2.855
Baten reclamebelasting 600 600 600 600
Baten precariobelasting 708 708 708 708
Saldo van kostenverdeelstaat 0 0 0 0
Totaal Baten 129.572 127.722 125.822 124.342
Saldo exclusief reserves 128.733 130.656 131.429 130.754
Onttrekkingen aan algemene reserve 2.700 0 0 0
Toevoegingen aan algemene reserve* 0 108 3.353 60
Saldo inclusief reserves 131.433 130.548 128.076 130.693
* Deze toevoegingen zijn in het overzicht ‘reserves en voorzieningen’ verwerkt als storting in de algemene reserve. Feitelijke
besluitvorming in de deelraad over deze stortingen vindt jaarlijks plaats als de betreffende jaarschijf wordt verwerkt in de nieuwe
begroting.
Toelichting op overzicht algemene dekkingsmiddelen
Algemene lasten
De algemene lasten zijn opgebouwd uit een verschillend aantal componenten. De belangrijkste
daarvan zijn:
Heroverwegingen:
De bedragen conform de heroverwegingsopgave waren in de begroting 2011 nog in totaliteit
opgenomen onder de algemene dekkingsmiddelen. In deze begroting is het grootste gedeelte van
deze opgave verwerkt in de diverse programma´s. De verdere invulling zal met de perspectiefnota
2013-2016 vorm krijgen. Het restant saldo is voorlopig geplaatst onder de algemene
dekkingsmiddelen voor ongeveer 4,4 miljoen in 2013 en 9,8 miljoen in 2014 en 2015.
Restant geld nieuw beleid:
In de strategische notitie heroverwegingen is structureel geld vrijgemaakt voor nieuw beleid. Voor
2012 is dit geld ingezet. Enkele prioriteiten zijn structureel van aard en hebben dus ook het meerjarig
vrij besteedbare geld voor nieuw beleid verlaagd. Het restant bedrag is als nader te verdelen budget
opgenomen onder de algemene lasten.
91

Onvoorzien:
De post onvoorzien is aangepast aan wat gemiddeld door gemeenten van ongeveer gelijke omvang
als het stadsdeel wordt gehanteerd en bedraagt nu structureel 206.000. Naast dit structurele bedrag
wordt voor 2012 rekening gehouden met een bedrag van 238.000 en voor 2013-2014 een bedrag
van 805.000. 2
Invorderingskosten
De invorderingskosten betreffen de kosten van het innen van de reclame- en precariobelasting (zie
hieronder).
Saldo van kostenverdeelstaat
Conform de systematiek van Besturen zonder Ballast is een kostenverdeling gemaakt voor de jaren
2012 tot en met 2015. Hiermee zijn alle indirecte lasten verdeeld over de 12 programma’s. Het saldo
op de algemene dekkingsmiddelen is daarmee 0.
Algemene uitkeringen (stadsdeelfonds)
In de begroting 2011 is de oplopende korting op het stadsdeelfonds tot en met 2015 gepresenteerd
voor een bedrag van 20,2 miljoen. Dit bedrag dateert van voor het huidige regeerakkoord. In de
perspectiefnota is vermeld dat de aangekondigde korting op het stadsdeelfonds waarschijnlijk minder
negatief uitvalt dan weergegeven in de strategische notitie heroverwegingen en de begroting 2011. De
inmiddels aangekondigde aanvullende structurele bezuinigingen van de centrale stad (als onderdeel
van de Amsterdamse begroting 2012) dragen bij aan een onzeker financieel perspectief.
Bij het opstellen van de begroting 2012 zijn wij uitgegaan van de meest actuele gegevens van de
Bestuursdienst van de gemeente Amsterdam die gebaseerd zijn op de meicirculaire 2011
Gemeentefonds. Deze gegevens vormen voor Nieuw-West een bijstelling op de eerder
geprognosticeerde ontwikkeling van het stadsdeelfonds. In onderstaande tabel zijn de genoemde
ontwikkelingen weergegeven.
Ontwikkeling stadsdeelfonds (bedragen in ) 2012 2013 2014 2015
Stadsdeelfonds 2011 conform begroting 2011 116.535 116.535 116.535 116.535
Af: verlaging SDF conform begroting 2011 -6.873 -12.573 -18.873 -18.873
Stadsdeelfonds conform begroting 2011 109.662 103.962 97.662 97.662
Bij: perspectiefnota 2012-2015 3.958 7.808 12.208 10.728
Bij: hogere uitkering t.b.v. OKC 6.265 6.265 6.265 6.265
Bij: nominale compensatie 3.000 3.000 3.000 3.000
Bij: overig (accres) 2.499 2.499 2.499 2.499
Stadsdeelfonds opgenomen in de begroting 2012 125.384 123.534 121.634 120.154
Gunstigere ontwikkeling SDF t.o.v. begroting 2011 15.722 19.572 23.972 22.492
Af: Inzet doel-uitkeringen t.b.v. OKC -6.265 -6.265 -6.265 - 6.265
Netto gunstigere ontwikkeling SDF t.o.v. begroting 2011 9.457 13.307 17.707 16.227
Algemene baten
Dit bedrag bestaat uit de jaarlijkse winstuitkering VGA-Verzekeringen.
2 Zie pagina 15.
92

Rente voor geldleningen korter dan 1 jaar
Het rentepercentage voor onze rekening courant is bevroren op structureel 3,5%. Daarmee loopt het
stadsdeel minder risico’s met betrekking tot mee- of tegenvallers op onze rente-inkomsten. Structureel
zijn de inkomsten begroot op ruim 2,8 miljoen.
Baten reclamebelasting/ precariobelasting
Vanaf 2012 heeft Nieuw-West structureel ongeveer 1,3 miljoen begroot aan netto-inkomsten voor
precario- en reclamebelasting. Dit is terughoudend ten opzichte van de gerealiseerde inkomsten in
2010 ( 2,4 miljoen). Daarmee hebben we geanticipeerd op de tegenvallende economische
ontwikkelingen in de bouwsector en dus ook een terugloop in de inkomsten.
Algemene reserve
De mutaties op de reserves betreffen op de balans gereserveerde gelden ad 2,7 miljoen welke bij de
jaarrekening 2011 zullen vrijvallen. Dit bedrag zal met de jaarrekening ten gunste van de algemene
reserve komen. Vooruitlopend daarop wordt in de begroting 2012 dit incidentele bedrag uit de
algemene reserve nu reeds als algemeen dekkingsmiddel ingezet.
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV)
Voor het verbeteren van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving in stedelijke vernieuwingsgebieden
wordt jaarlijks door de centrale stad een uitkering beschikbaar gesteld: het zogenaamde
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). Stadsdeel Nieuw-West ontvangt in 2012 een
sleutelbedrag van 3,6 miljoen.
ISV heeft betrekking op wonen, milieu, openbare ruimte, openbaar groen en fysiek-economische
activiteiten. ISV kent randvoorwaarden die aansluiten bij het Meerjaren Ontwikkelprogramma ISV
2010-2014 van de gemeente Amsterdam. Deze zijn:
- De bijdragen moeten gebiedsgericht worden ingezet in stedelijke vernieuwing;
- De bijdragen moeten investeringen betreffen in de openbare ruimte en gebouwen (fysieke
projecten);
- Tijdelijke beheersmaatregelen gerelateerd aan de vernieuwingsoperatie;
- Geen ambtelijke voorbereidingskosten en geen kosten projectmanagement integrale
gebiedsontwikkeling.
Het dagelijks bestuur is voornemens het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) 2012 ad
3,6 miljoen als volgt in te zetten:
Groot onderhoud ten behoeve van het verbeteren van de openbare ruimte: 0,8 miljoen
Deze post is opgenomen in het meerjarenperspectief van voormalig stadsdeel Osdorp met als dekking
ISV en is onderdeel van de voorjaarsnota 2010 van voormalig stadsdeel Osdorp.
Personele projectinzet: 1,3 miljoen
Een deel van de personeelslasten in verband met de uitvoering van de stedelijke ontwikkeling kan ten
laste van het ISV-budget worden gebracht.
Werkbudgetten projecten stedelijke vernieuwing/externe personele projectinzet: 1,5 miljoen
Om de regie over de stedelijke vernieuwing te kunnen realiseren dienen kosten te worden gemaakt op
de gebieden van participatie, communicatie & informatie, advies & onderzoek, externe juridische inzet
en leefbaarheid & veiligheid. In verband met de incidenteel in te zetten bijzondere expertise zal
externe inzet moeten worden ingezet.
93

5.2 Paragraaf Lokale heffingen
A. Inleiding
In deze paragraaf zijn alle heffingen opgenomen waarmee bewoners, ondernemers, bedrijven en
instellingen in Amsterdam te maken hebben.
Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de heffingen die door het stadsdeel worden
geheven en ontvangen en de heffingen die door de centrale stad of het waterschap worden geheven
en ontvangen. Dit onderscheid staat in onderstaande tabel.
Stadsdeel Centrale stad Waterschap
afvalstoffenheffing onroerende-zaakbelasting (OZB) watersysteemheffing ingezetenen
reinigingsrecht
precariobelasting (waaronder liggelden)
leges
marktgelden
reclamebelasting
parkeerbelasting
roerende-ruimtebelasting (RRB)
rioolheffing
watergeld
hondenbelasting
toeristenbelasting
binnenhavengeld
vermakelijkheidsretributie te water
watersysteemheffing gebouwd en
ongebouwd
De deelraad stelt de verordeningen vast van de heffingen, met uitzondering van de parkeer- en
reclamebelasting. Deze worden door de gemeenteraad vastgesteld. De heffingen die de centrale stad
heft en ontvangt worden niet aan het stadsdeel uitgekeerd.
Uitzondering hierop vormen de onroerende-zaakbelasting (OZB) en de roerende-ruimtebelasting
(RRB) die voor een deel worden toegevoegd aan het stadsdeelfonds.
In de volgende paragrafen wordt per heffing een korte toelichting gegeven.
B. Beleidsuitgangspunten
Kwijtschelding
De gemeente Amsterdam voert een actief kwijtscheldingsbeleid. Dit betekent dat personen met een
inkomen op bijstandsniveau, die niet beschikken over vermogen, in aanmerking komen voor
kwijtschelding van een aantal lokale heffingen. Dit geldt onder andere voor de afvalstoffenheffing. Ter
compensatie voor de gederfde inkomsten als gevolg van kwijtschelding van de afvalstoffenheffing
wordt een vaste solidariteitsbijdrage in de tarieven van de afvalstoffenheffing verwerkt. De
gemeenteraad bepaalt jaarlijks de hoogte van de solidariteitsbijdrage. Voor 2012 is deze vastgesteld
op 48,02 per huishouden.
94

C. Geraamde inkomsten
Lokale heffingen die door het stadsdeel rechtstreeks worden ontvangen staan .
Bedragen x 1.000
Rekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Verschil
2012 / 2011
Afvalstoffenheffing 14.830 14.622 14.622 0
Reinigingsrecht 1.116 557 557 0
Precariobelasting 1.755 664 708 44
Leges 7.673 6.220 5.364 -856
Marktgelden 286 223 259 36
Reclamebelasting 627 448 600 152
Parkeerbelasting 5.539 4.000 5.754 1.754
Totaal 30.913 26.063 21.251 1.130
D. Toelichting op hoofdlijnen per heffing
1. Afvalstoffenheffing
Op grond van de Wet milieubeheer is een gemeente wettelijk verplicht tot het ophalen van
huishoudelijke afvalstoffen. De afvalstoffenheffing dient ter dekking van de huisvuilinzamelingskosten.
In de voordracht ten behoeve van de vaststelling van het tarief van de afvalstoffenheffing is de
kostendekkendheid aangegeven. Er mag geen winst worden gemaakt op de afvalstoffenheffing.
Ontwikkeling grondslag:
Huishoudens (in #)
Begroting
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
Eenpersoonshuishouden 16.507 16.775 16.814
Meerpersoonshuishouden 29.427 29.102 29.600
Totaal 45.934 45.877 46.144
Onderbouwing tarief afvalstoffenheffing
Naam baten/lasten
Rekening
2010
Begroting
2011
Begroting
2012
1. Verwerkingskosten – stortkosten AEB* 78 75 102
2. Directe loonkosten 40 41 41
3. Voertuigen* 27 27 40
4. Containers* 34 36 43
5. Uitbesteed werk* 76 71 21
6 Overige directe kosten 14 13 18
Totale directe kosten 269 263 265
7. Veegkosten toegerekend aan ASH 64 55 49
8. Handhavingskosten toegerekend aan ASH 13 15 21
9. BTW -4 20 20
10. Afdeling- en sectoroverhead 16 9 4
11. Stadsdeeloverhead 10 7 10
Totale lasten 368 369 369
12. Opbrengst afvalstoffenheffing 302 321 346
13. Overige baten 1 1 1
14. Bijdrage kwijtschelding aan centrale stad 18 18 22
15. Mutaties egalisatiereserve (of voorziening) 13 5 0
Totale baten 336 345 369
* Begroting 2011 is inclusief uitbesteding aan ASW. Met ingang van 2012 zijn deze volledig als verwerkingskosten opgenomen
(voorheen werd dit opgenomen als uitbesteed werk).
95

De vaststelling van de tarieven voor afvalstoffenheffing en reinigingsrecht geschieden separaat en na
vaststelling van de begroting. De tarieven zijn daardoor nog onder voorbehoud van vaststelling door
de deelraad.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van het tarief van de
afvalstoffenheffing.
Ontwikkeling afvalstoffenheffing:
Afvalstoffenheffing 2010 2011 2012
Eenpersoonshuishouden 241,70* 259,16 259,35
Meerpersoonshuishouden 322,27* 345,55 345,80
* gemiddeld tarief van 3 voormalige stadsdelen
2. Reinigingsrecht
Het reinigingsrecht heeft betrekking op het inzamelen en verwerken van bedrijfsvuil. Op grond van
artikel 229 lid 1 van de Gemeentewet geldt hier het principe dat, als sprake is van een dienstverlening,
door de overheid een vergoeding gevraagd kan worden die maximaal kostendekkend mag zijn. Het
reinigingsrecht is dus een recht waarvoor een individuele tegenprestatie van de gemeente vereist is.
In de hiernavolgende tabel wordt een overzicht geboden van de ontwikkeling van het tarief van het
reinigingsrecht in het stadsdeel over de afgelopen twee jaar.
Tarieven reinigingsrecht 2010 2011 2012
Maximaal 176 liter per week (gelijk aan max. 4 huisvuilzakken per week) 373,54
Maximaal 396 liter per week (gelijk aan max. 9 huisvuilzakken per week) 666,46 789,39 840,47
3. Precariobelasting
Op grond van de Precariobelastingverordening 2012 wordt precariobelasting geheven voor het
hebben van objecten onder, op of boven gemeentegrond, zoals gestalde bouwmaterialen,
winkeluitstallingen en terrassen. Voor 2012 worden de opbrengsten precariobelasting (m.u.v. liggelden
woonschepen) geraamd op 700.000.
Liggeld
De liggelden voor woonschepen zijn onderdeel van de precariobelasting. Voor het in gebruik nemen
van de openbare ruimte (water) dient liggeld per m2 te worden betaald, afhankelijk van de afmetingen
en de ligduur. Het tarief is opgenomen in de precariobelastingverordening. Woonschepen betalen
alleen liggeld, niet ook nog binnenhavengeld (zie binnenhavengeld). De opbrengst voor de liggelden
wordt geraamd op 8.000.
4. Leges
Leges zijn vergoedingen voor het door het stadsdeel verstrekte diensten. Het gaat dan bijvoorbeeld
om het behandelen van verzoeken om verlening van een vergunning en het verstrekken van een
paspoort of rijbewijs. Bij vergunningverlening wordt niet zozeer de afgifte van de vergunning als
belastbaar feit aangemerkt, alswel het in behandeling nemen van de aanvraag. De belastingplicht
ontstaat dan op het moment dat het stadsdeel begint met de werkzaamheden, zodat ook leges
kunnen worden berekend als de vergunning wordt geweigerd. In bepaalde gevallen, in de
Legesverordening omschreven, wordt bij weigering van de vergunning een deel van de betaalde leges
terugbetaald.
96

Overzicht lasten en baten legesclusters:
Bedragen x 1.000
Rekening 2010 Dekkings Begroting 2012
Lasten Baten
%
Lasten Baten
1 Leges bouwvergunning 4.200 3.730 91% 3.492 2.600 74%
2 Leges overig bouwen en wonen 553 205 37% 293 174 15%
3 Leges bestuurszaken 15 2 1% 15 2 1%
4 Leges openbare ruimte 2.213 45 2% 1.171 44 15%
5 Leges verkeer en vervoer* 0 0 0% 0 0 0%
6 Leges producten burgerzaken 3.906 3.691 94% 4.636 2.544 55%
1-6 Leges binnen de legesverordening 10.887 7.673 70% 9.607 5.364 56%
7 Niet leges producten burgerzaken** 199 0 0% 550 0 0%
Totaal 11.086 7.673 69% 10.157 5.364 53%
Dekkings
%
* Parkeervergunningen zijn opgenomen onder parkeerbelastingen.
** Niet leges producten burgerzaken zijn producten of diensten die het stadsdeel gratis uitvoert of weggeeft, zoals verhuizingen
binnen en buiten Amsterdam, geboorteaangifte, erkenningen, naamswijzigingen, huwelijksaangifte enz.
E. Marktgelden
Marktgelden worden geheven voor het innemen van een plaats op de als markt aangewezen
gemeentegrond, voor de verkoop van goederen waarvoor de desbetreffende markt bestemd is. Basis
voor het heffen van Marktgelden is de Verordening Marktgelden.
Bedragen x 1.000
Rekening 2010 Dekkings Begroting 2012
Lasten Baten
%
Lasten Baten
Dekkings
%
Marktgelden 314 286 91% 322 259 80%
F. Reclamebelasting
Reclamebelasting wordt geheven over openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
De verordening op de reclamebelasting wordt door de centrale stad vastgesteld. De reclamebelasting
kent evenals de precariobelasting een differentiatie van het tarief naar gebieden. Daarnaast is er een
differentiatie naar verlicht of onverlicht, waarbij verlichte reclame zwaarder wordt belast. Voor 2012
wordt een opbrengst van circa 600.000 begroot.
G. Parkeerbelasting
Parkeerbelastingtarieven per uur (in )
in stadsdeel Nieuw-West 2011 2012
tarief hoog 2,40 2,40
tarief midden 1,40 1,40
tarief laag (10 Cent-tarief) 0,10 0,10
De gemeenteraad van Amsterdam stelt de tarieven vast voor de verschillende zones in de hele stad,
inclusief de dagen en tijden waarop betaald moet worden om te parkeren. Stadsdelen leveren hiervoor
een zwaarwegend advies aan de gemeenteraad. In Nieuw-West zijn er verschillende betaald
parkeergebieden met daarbij behorende verschillende tarieven.
Na aftrek van de kosten van het parkeerbeheer, de afdracht aan het centrale mobiliteitsfonds en de
eigen kosten van het stadsdeel, wordt het restant toegevoegd aan het Parkeerfonds.
97

E. Woonlastendrukontwikkeling
Hieronder volgt een overzicht van de lastendruk bij één- en meerpersoonshuishoudens bij bewoning
van een eigen huis. In het overzicht worden ook heffingen van de centrale stad en het waterschap
getoond, om zo ook een vergelijking te kunnen maken met overige gemeenten. Voor huurders geldt in
het algemeen dat bijvoorbeeld het OZB-eigenaarsdeel en watergeld door de huiseigenaar wordt
voldaan. Deze berekent op zijn beurt de kosten al dan niet door aan de huurder. Van onderstaande
heffingen wordt alleen de afvalstoffenheffing door het stadsdeel bepaald.
Overzicht woonlastendruk
2009-2011
Éénpersoonshuishouden
Meerpersoonshuishouden
2009 2010 2011 2009 2010 2011
Afvalstoffenheffing
(2009, 2010 gemiddeld tarief)
223,98 241,70 259,16 298,65 322,27 345,55
Onroerende zaakbelasting **
- eigenaarsdeel (percentage) 0,05315% 0,05287% 0,05589% 0,05315% 0,05287% 0,05589%
- eigenaarsdeel
(woningwaarde 250.000)
132,88 132,18 139,73 132,88 132,18 139,73
Rioolheffing 138,53 145,46 147,93 138,53 145,46 147,93
Zuiveringsheffing 51,96 53,04 54,00 51,96 53,04 54,00
Watersysteemheffing ingezetenen 78,83 81,33 84,89 78,83 81,33 84,89
Watersysteemheffing gebouwd % 0,012334% 0,012778% 0,013574% 0,012334% 0,012778% 0,013574%
- Idem bij waarde woning 250.000 30,84 31,95 33,94 30,84 31,95 33,94
Watergeld (op basis van 4 eenheden) 179,04 176,96 183,23 179,04 176,96 183,23
Totaal 836,06 862,62 902,88 910,73 943,19 989,27
Stijging/daling t.o.v voorgaand jaar 3% 5% 4% 5%
* Lasten voor een eigen woning, zelf in gebruik
** Met ingang van 1 januari 2009 wordt de onroerende zaakbelastingen (OZB) berekend naar een percentage van de waarde
van de onroerende zaak. Tot nu toe werd de OZB berekend op basis van een tarief per WOZ-waarde-eenheid van 2.500,- euro.
De nieuwe berekeningswijze laat duidelijk zien dat de OZB slechts een klein percentage van de waarde bedraagt.
De gemiddelde WOZ-waarde naar de waardepeildatum 1 januari 2009 van het WOZ-areaal in stadsdeel Nieuw-West bedraagt
208.000.
.
98

5.3 Paragraaf Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is de financiële buffer die het stadsdeel nodig heeft om de financiële
gevolgen van risico’s (onvoorziene gebeurtenissen) op te vangen.
Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten d.d. 17 januari 2003 (BBV)
benoemt het weerstandsvermogen als de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s
waarvoor geen maatregelen zijn getroffen (Artikel 11). Door gepaste aandacht voor het
weerstandsvermogen kan worden voorkomen dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen.
Het inzicht in het weerstandsvermogen speelt een belangrijke rol bij het beoordelen van de financiële
positie van het stadsdeel. In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen de inventarisatie van de
weerstandscapaciteit en de inventarisatie van de risico’s behandeld en wordt het beleid omtrent de
weerstandscapaciteit en de risico’s vastgelegd.
A. Inventarisatie van de weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit betreft de middelen en mogelijkheden waarover het stadsdeel kan
beschikken om niet-begrote onvermijdelijke kosten te dekken.
De weerstandscapaciteit wordt bepaald door de volgende componenten:
- Onvoorziene uitgaven
- Algemene reserve (balans)
- Bestemmingsreserves
- Stille reserves
Onvoorziene uitgaven
De Gemeentewet verplicht iedere gemeente om een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen
in de begroting. Hiervoor is in Nieuw-West structureel een begrotingspost van 206.000 opgenomen.
Naast dit structurele bedrag wordt voor 2012 rekening gehouden met een bedrag van 238.000 en
voor 2013-2014 een bedrag van 805.000. Indien zich gedurende het begrotingsjaar een onvoorzien
structureel knelpunt zou voordoen, is het beleid dat de begrotingspost onvoorziene uitgaven hiervoor
tijdens het begrotingsjaar incidentele dekking biedt. Vervolgens wordt in de begroting van het
daaropvolgende jaar een structurele oplossing aangegeven.
Algemene reserve
De algemene reserve staat ter vrije beschikking van de deelraad om incidentele tegenvallers te
kunnen opvangen. Op grond van de op het moment van opstellen van de begroting 2012 vastgestelde
raadsbesluiten bedraagt de stand van de algemene reserve per 31 december 2012 6.711.236. Het
relateren van de algemene reserve aan de omvang van de stadsdeelfondsuitkering geeft een norm
voor de omvang de algemene reserve. Voor 2012 is het percentage van de algemene reserve van
stadsdeel Nieuw-West 5,4% op basis van een stadsdeelfondsuitkering van 125.383.610. Dit is een
verbetering van de weerstandscapaciteit ten opzichte van de begroting 2011 met 1,3%. Zie ook
onderdeel C van deze paragraaf.
Bestemmingsreserves
Wanneer sprake is van een bestemmingsreserve heeft de deelraad een bedrag gereserveerd voor
een bepaald doel. Een kenmerk van bestemmingsreserves is dat de bestemming gewijzigd kan
worden. Deze reserves worden beschouwd als eigen vermogen en maken om die reden deel uit van
de weerstandscapaciteit. Omdat de deelraad te allen tijde kan besluiten om een bestemmingsreserve
anders aan te wenden ontstaat de mogelijkheid om bij tegenvallers de bestemmingsreserves in te
zetten.
99

In de begroting 2011 bevond de omvang van de bestemmingsreserves voor Nieuw-West zich op het
gemiddelde van de stadsdelen binnen de gemeente Amsterdam. Het totaal van de
bestemmingsreserves in de begroting 2011 bedroeg de stand per 31 december 2011 42.012.915.
Op grond van de vastgestelde raadsbesluiten bedraagt het totaal aan bestemmingsreserves per 31
december 2012 44.330.124.
Stille reserves
Een stille reserve is het verschil tussen de reële waarde van de activa en de boekwaarde daarvan,
een ander woord is boekwinst. Als de boekwaarde lager ligt dan de reële waarde spreken we van een
positieve stille reserve. In principe dragen positieve stille reserves bij aan de weerstandscapaciteit,
mits ze niet het voorzieningenniveau van de programma’s aantasten. Het bepalen van de omvang van
stille reserves is bij lokale overheden nog niet algemeen doorgevoerd. Wij zijn bezig het vastgoed te
inventariseren en verwachten dat voor stadsdeel Nieuw-West de stille reserves begin 2012 in kaart
zullen zijn gebracht. Hieronder volgt een berekening van de weerstandscapaciteit. De tabel geeft het
verwachte verloop van de weerstandscapaciteit gedurende de jaren 2011-2015. Bij de berekening van
de capaciteit is geen rekening gehouden met eventuele stille reserves.
Overzicht weerstandcapaciteit
Weerstandcapaciteit
(Bedragen x 1.000)
Rek.
2010
Begr.
2011
Begr.
2012
Begr.
2013
Algemene reserve 5.294 4.672 6.711 6.820 10.172 10.233
Stille reserve p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m.
Bestemming reserve 45.644 42.012 44.330 41.506 39.462 38.313
Post onvoorzien 218 220 444 1.011 1.011 206
Totaal 51.156 46.904 51.485 49.337 50.645 48.752
Begr.
2014
Begr.
2015
B. Inventarisatie van de risico’s
Voor de beoordeling van de financiële positie van het stadsdeel zijn die risico’s van belang waarvoor
geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie
van het stadsdeel. Deze risico’s zijn in deze paragraaf opgenomen.
Algemeen
Garantstellingen – Aanspraken op stadsdeelgarantie
In het verleden hebben organisaties investeringen gedaan die voor het stadsdeel belangrijk genoeg
waren om garantstellingen voor af te geven. Deze garantstellingen waren nodig in verband met
geldleningen die de bedoelde stichtingen en instellingen zijn aangegaan voor de financiering van deze
investeringen. Een risico is dat indien zo een organisatie niet aan haar verplichtingen kan voldoen, de
bank die de geldlening heeft verstrekt de aflossing en rente zal verhalen op het stadsdeel. Een actueel
overzicht van deze garantstellingen wordt opgenomen in de toelichting op de balans in de
jaarrekening van het stadsdeel (zie het onderdeel ‘niet uit de balans blijkende verplichtingen’).
Daarnaast presenteren wij vanwege het belang van dit onderwerp in de paragraaf Leningen en
Garanties een overzicht van de het vigerende beleid ten aanzien van garantstellingverzoeken en van
de actuele stand van zaken.
Gevolgen regeerakkoord – Overheveling van taken
De regering heeft een regeerakkoord gesloten met gevolgen voor provincies en gemeenten. Naast
rechtstreekse bezuinigingen (bijvoorbeeld op het Gemeentefonds) moeten gemeenten - en dus ook
stadsdelen - er rekening mee houden dat rijkstaken worden overgeheveld naar de lokale overheid
zonder dat daarvoor voldoende financiële middelen worden meegegeven. De omvang hiervan is nog
onbekend.
100

Ontwikkeling Gemeentefonds
In 2012 treedt de ‘trap op, trap af’-systematiek weer in werking. In deze systematiek wordt het
Gemeentefonds aan de ontwikkeling van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven gekoppeld. Hoewel er
tekenen zijn van economisch herstel is de mate waarin dit door gaat werken in een toename van de
netto gecorrigeerde rijksuitgaven nog onduidelijk. Indien er wederom sprake is van een stijging van de
netto gecorrigeerde rijksuitgaven zal ook het Gemeentefonds ten opzichte van eerdere prognoses
weer gaan toenemen.
Subsidieplafond
Met vaststelling van de begroting 2012 wordt ook het subsidieplafond vastgesteld (zie bijlage
‘Subsidieplafond 2012 Nieuw-West). Het plafond is opgebouwd uit een bedrag van 20.752.888 ten
laste van de stadsdeelbegroting en een bedrag ad 9.887.865 dat wordt gedekt uit externe middelen
van verschillende gemeentelijke diensten. Van deze externe middelen worden de definitieve
beschikkingen pas in 2012 afgegeven. Er bestaat een uiterst gering risico dat de definitieve
beschikkingen lager uitvallen dan waar nu rekening mee wordt gehouden binnen het subsidieplafond.
In dat geval moet het verschil gedekt worden ten laste van de stadsdeelbegroting.
Programma 1: Dienstverlening
Rijbewijsleges – Invoeren maximumtarieven
De ministeries van Verkeer en Waterstaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben in
maart 2009 besloten dat er een landelijk maximumtarief voor de rijbewijsleges moet komen.
Aanleiding zijn de huidige tariefverschillen tussen de gemeenten. In opdracht van het ministerie van
Verkeer en Waterstaat is onderzoek gedaan naar en advies gegeven over een maximaal gemeentelijk
legestarief. Het risico bestaat dat de landelijke tarieven lager worden vastgesteld dan de tarieven die
nu binnen Amsterdam gelden. Het is nog onduidelijk wanneer dit maximumtarief gaat gelden.
Identiteitskaarten – Vervallen leges
Het gerechtshof in Den Bosch heeft op donderdag 7 oktober 2010 in een uitspraak bepaald dat
gemeenten identiteitskaarten gratis moeten verstrekken. Het hof meent dat het belang van de
overheid bij het gebruik van de identiteitskaart groter is dan dat van de burger. Burgers gebruiken de
identiteitskaart in de meeste gevallen om zich te kunnen identificeren en veel minder vaak voor
privédoeleinden. Begin september 2011 heeft de Hoge Raad de uitspraak van het gerechtshof
bekrachtigd. De Tweede en Eerste Kamer hebben ingestemd met het wetsvoorstel van minister van
Binnenlandse Zaken (BZK), waardoor burgers weer moeten betalen voor de aanvraag van een
identiteitskaart. De verwachting is dat er een gerechtelijke uitspraak over deze wet zal komen.
Bouwvergunningen – Terugloop leges
Onder de huidige economische omstandigheden, in combinatie met het feit dat het aantal ruimtelijke
plannen in Nieuw-West terugloopt, bestaat het gevaar dat grote bouwaanvragen niet of later worden
ingediend. Dan zullen de inkomsten uit bouwleges afnemen.
Bouwvergunningen
Het stadsdeel heeft eind december 2010 een claim ontvangen in verband met het niet tijdig en
vervolgens onjuist beslissen op een bouwvergunningaanvraag. Hierdoor is volgens de
belanghebbende sprake van exploitatie- en andere gevolgschade. De zaak is momenteel in
behandeling bij de rechtbank en het stadsdeel wordt bijgestaan door de huisadvocaat van de
gemeente Amsterdam.
101

Programma 3: Verkeer en Infrastructuur
Parkeren- Besluitvorming invoeren betaald parkeren Slotervaart
In 2009 heeft de deelraad van Slotervaart een besluit genomen over betaald parkeren. Een aantal
bewoners is van mening dat de voorbereiding van dit besluit en de besluitvorming zelf, niet geheel
volgens de juiste wet- en regelgeving is verlopen; zij hebben tegen het besluit bezwaar en beroep
aangetekend. De rechtbank heeft uitspraak gedaan en heeft het stadsdeel opgedragen de bezwaren
opnieuw te wegen en beoordelen. De deelraad heeft daarna uitspraak op bezwaar gedaan en het
bezwaar ongegrond verklaard. De verwachting is dat de beroepsprocedure door zal lopen tot en met
behandeling door de Raad van State. Op dit moment is nog niet goed in te schatten wat de gevolgen
en mogelijke risico’s zijn van deze procedure. Zo gauw we op basis van de uitspraak nadere
informatie hebben, zullen we de deelraad hierover informeren.
Programma 5: Onderwijs en Jeugd
Verzelfstandiging openbaar onderwijs – voorziening BAPO-regeling
Bij de verzelfstandiging van het openbaar basisonderwijs naar de Stichting Openbaar Basis Onderwijs
Westelijke Tuinsteden zijn diverse reserves en voorzieningen overgedragen. De stichting stelt dat
daarbij een voorziening voor toekomstige claims in het kader van de BAPO-regeling (Bevordering
Arbeidsparticipatie Ouderen) ten onrechte niet is overgedragen. Het stadsdeel kende (en kent) een
dergelijke voorziening niet, dus van overdragen kan geen sprake zijn. Daarnaast heeft het ministerie
van Onderwijs pas in 2010 de verplichting geïntroduceerd om een dergelijke voorziening te treffen. Wij
zijn daarom van mening dat deze claim niet houdbaar is. In het najaar van 2010 is de claim
beoordeeld door een externe partij en op grond daarvan is het schoolbestuur meegedeeld dat de
claim is afgewezen. Deze mededeling en het rapport van de onafhankelijke beoordeling van deze
claim zijn het schoolbestuur toegestuurd. Het schoolbestuur doet aanvullend onderzoek.
Openbaar onderwijs – Afronding doorvergoeding openbaar onderwijs
Als gemeenten (en stadsdelen) meer geld besteden aan openbaar onderwijs dan binnen de daarvoor
geldende normen is toegestaan, dan moeten zij een compensatie betalen aan schoolbesturen van
bijzondere scholen. Voor het voormalig stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer moet nog een afronding
plaatsvinden voor de periode 2005-2009, hierover is het stadsdeel in overleg met DMO. Daarnaast is
in de voorziening ‘doorvergoeding SO’ een school voor speciaal bijzonder onderwijs ten onrechte
meegenomen. Dit kan financiële doorvergoedingsconsequenties hebben. Over het voorkomen hiervan
vindt overleg plaats met DMO en ACAM.
Huisvestingsprogramma onderwijs – Afrekeningen huisvestingsvoorzieningen
Het stadsdeel is verantwoordelijk voor de nieuw- en verbouw van scholen voor basisonderwijs.
Besluiten daarover worden centraal genomen aan de hand van het jaarlijkse Integraal
Huisvestingsplan (IHP). In dit plan wordt vastgelegd welke middelen de schoolbesturen krijgen voor
hun huisvesting. Op dit terrein vindt nu een inhaalslag plaats, waarbij voor het maken van financiële
afrekeningen wordt teruggegaan tot 2003. De huisvestingsvoorzieningen van 2003 tot en met 2006
zijn grotendeels afgewikkeld en voor de huisvestingsvoorzieningen 2006 tot en met heden zijn
financieel gedekt. In 2011 wordt de deelraad gevraagd een nieuw huisvestingsplan vast te stellen. Het
risico bestaat dat voor het onverkort uitvoeren van het beoogde plan onvoldoende middelen
beschikbaar gesteld zijn.
Programma 6: Welzijn en Zorg
Sociaal-medische indicatie
Conform de Wet Kinderopvang 2005 draagt het stadsdeel zorg voor de uitvoering van maatregelen
volgens sociaal-medische indicatie. De GGD indiceert bij risicogezinnen waar de ouders met een
fysieke, verstandelijke of geestelijke handicap minder in staat zijn om voor hun kind te zorgen. De
indicatie kan inhouden dat het kind een plek in een kinderdagverblijf krijgt. Er is de laatste jaren veel
102

aandacht gegeven aan deze mogelijkheid ondermeer vanwege de preventieve werking. In Nieuw-West,
het grootste stadsdeel van Amsterdam, wonen verhoudingsgewijs veel kinderen en leven meer
bewoners onder het Nieuw Amsterdams Peil (gemiddelde sociaaleconomische positie van alle
Amsterdammers). Het stadsdeel heeft te maken met meer indicatiestellingen en hogere kosten dan
oorspronkelijk verwacht. Nieuw-West is hier over in overleg met de andere stadsdelen en centrale stad.
Herijking subsidies
In het kader van de herijking van subsidies heeft het stadsdeel aan alle (meerjarig) gesubsidieerde
organisaties laten weten dat de subsidierelatie per 1 januari 2012 wordt verbroken. Het risico bestaat
dat beëindiging van de subsidierelatie zal leiden tot bezwaarschriften en claims bij het stadsdeel voor
frictiekosten bij deze organisaties. Het feit dat subsidievragers pas eind december 2011 weten of en
hoeveel subsidie zij krijgen, ontslaat hen niet van de verplichting tot het nemen van maatregelen.
Stopzetting van subsidieverstrekking voor 2012 leidt niet per definitie tot een terechte claim voor
frictiekosten op het stadsdeel, met name niet wanneer de organisatie geen maatregelen heeft
genomen om deze kosten te voorkomen. De verwachting is dat het aantal terechte claims beperkt zal
zijn. Op basis van de (voorlopige) db-besluiten verwachten wij met name frictiekosten in relatie tot de
stopzetting van subsidie voor maatschappelijke dienstverlening, schuldhulpverlening en sociaalraadsliedenwerk.
Programma 7: Sport en Recreatie
Stichting Sloterparkbad – Dispuut over de uitvoering van de verbouwing
In 2002 is het Sloterparkbad verbouwd. De Stichting Sloterparkbad heeft hiervoor niet betaald, omdat
er onenigheid met de aannemer is over de kwaliteit van de uitvoering. Het risico bestaat dat
Nieuw-West als rechtsopvolger van de stichting alsnog gesommeerd wordt de vordering te voldoen.
De zaak ligt op dit moment bij een arbitragecommissie.
Programma 9: Openbare ruimte en groen
Tuinen van West – Rechtsgeding schadevergoeding grondgebruik
Conform het Programma van Eisen van de Tuinen van West wordt gewerkt aan de ontwikkeling van
de Osdorper Binnenpolder Noord tot een gebied voor intensieve dagrecreatie. Hierbij zal het
merendeel van het huidige agrarische gebruik op termijn worden beëindigd en zullen de gronden
ofwel openbaar toegankelijk worden voor recreatie ofwel in erfpacht worden uitgegeven aan
ondernemers die de groene functie van de polder versterken.
In de Osdorperbinnenpolder zijn – in de verwachting dat daardoor sneller op nieuwe ontwikkelingen
ingespeeld kon worden - met de huidige gebruikers gebruiksovereenkomsten afgesloten. Deze
overeenkomsten zijn in 2009 opgezegd, maar tot de start van de werkzaamheden mogen de
gebruikers de percelen blijven gebruiken. Een aantal gebruikers is van mening dat er sprake is van
een pachtovereenkomst in plaats van een gebruiksovereenkomst en heeft rechtszaken aangespannen
teneinde een hogere schadeloosstelling te krijgen dan het stadsdeel geboden heeft. Er zijn in deze
zaken nog geen definitieve vonnissen gewezen. Het financiële risico blijft bestaan tot en met de
laatste uitspraak in hoger beroep.
Gevolgen vertraging stedelijke vernieuwing voor kwaliteit openbare ruimte
Een groot deel van het vernieuwen van de openbare ruimte wordt door middel van het stedelijke
vernieuwingsprogramma uitgevoerd. In het kader van stedelijke vernieuwing (SV) verandert de
inrichting van de openbare ruimte vaak ingrijpend. Door de vertraging van het stedelijk
vernieuwingsprogramma blijven er voor plannen met een grondexploitatie de geplande opbrengsten
voorlopig uit, waardoor er geen geld is voor investeringen in de openbare ruimte. Verder, is de
kwaliteit van de openbare ruimte in stedelijke vernieuwingsgebieden geregeld onder de maat en de
periode waarin voor interim beheer moet worden gezorgd wordt langer. Het stadsdeel is met de
centrale stad en woningcorporaties in gesprek over de inzet van middelen ten behoeve van de
openbare ruimte in gebieden waar stedelijke vernieuwingsprojecten zijn vertraagd. Er bestaat een
103

isico dat de benodigde financiële middelen om het nagestreefde kwaliteitsniveau van de openbare
ruimte niet (geheel) ter beschikbaar komen. Dit brengt het risico met zich mee dat de kwaliteit van de
openbare ruimte onder het zorgplichtniveau komt en daarmee neemt de kans op klachten, claims en
relatief duur onderhoud toe.
Programma 11: Stedelijke Ontwikkeling
Gevolgen terugloop woningbouwproductie
Onder de huidige economische omstandigheden vertraagt de stedelijke vernieuwing in Nieuw-West.
Dit heeft gevolgen voor:
- vervanging van oude schoolgebouwen - Deze worden niet meer opgenomen in grondexploitaties.
Dit leidt tot onvoorziene kosten voor het stadsdeel als gevolg van restant boekwaarde, renteverlies
e.d., terwijl vaak geen kostendekkende exploitatie mogelijk zal zijn.
- extra sociaal/fysiek interim beheer - De periode waarin voor interim beheer moet worden gezorgd
wordt langer. Daarnaast bestaat het risico dat woningcorporaties bezuinigen op hun bijdragen aan
interim beheer.
- investeringen openbare ruimte - Voor plannen met een grondexploitatie blijven de geplande
opbrengsten voorlopig uit, waardoor er geen geld is voor investeringen in de openbare ruimte. Voor
plannen die vallen onder de Raamovereenkomst komt de financiering van de inrichting van de
openbare ruimte voor 90% voor rekening van de corporaties. Gezien de veranderende woning- en
financieringsmarkt staat deze financiering ter discussie.
Riekerhaven
Ten behoeve van de ontwikkeling van de Zuidas is met enkele nabijgelegen tennisclubs afgesproken
deze clubs te verplaatsen naar het nog te ontwikkelen plangebied Riekerpolder, waar Riekerhaven
deel van uitmaakt. Zowel het stadsdeel als een tennisclub hebben hierin de nodige investeringen
gedaan. Nu de verstrekte bouwvergunning aan een tennisclub onherroepelijk is, blijken de
omstandigheden zodanig gewijzigd te zijn dat de betreffende tennisclubs niet meer naar Riekerhaven
hoeven of kunnen. Hierdoor loopt het stadsdeel het risico voor de voorinvestering. Verder zal binnen
dit plangebied op termijn een bodemsanering moeten plaatsvinden. Nu voor dit gebied nog geen
grondexploitatie is vastgesteld worden deze saneringskosten door het stadsdeel gedragen.
Grondexploitatie en bodemsanering Nieuw-Westplannen onder 5 mln.
Het College van B&W heeft in het voorjaar 2011 bepaald dat alle bestaande Vereveningsfondsplannen
(VEF) tot 5 miljoen (excl. BTW) komen per 1 januari 2012 voor rekening en risico van het stadsdeel
komen. Ook heeft B&W bepaald dat alle nieuw te ontwikkelen plannen tot 5 miljoen (excl. BTW) zijn
per 1 januari 2011 voor rekening en risico van het stadsdeel zijn.
Dit betekent dat de vier lopende projecten (vm. VEF-projecten) te weten Sportpark de Eendracht,
Fünke Küpperterrein, Uitbreiding Jellinekkliniek en het Restwerkenplan De Aker 5/6 in principe per 1
januari 2012 worden overgedragen aan het stadsdeel. Voor deze projecten geldt dat alleen de
toekomstige investeringen en grondopbrengsten voor rekening en risico van het stadsdeel komen. De
eventuele saneringskosten voor deze lopende projecten worden nog gedekt uit de stedelijke fondsen.
De risico’s voor deze projecten zijn zoveel mogelijk beperkt door cashflow sturing. Indien er zekerheid
is over de grondopbrengsten wordt overgegaan tot investeren.
De financiële verantwoordelijkheid voor de bodemonderzoeken en saneringen binnen de toekomstige
GREX-projecten (onder 5 miljoen) ligt bij het stadsdeel Nieuw-West. Binnen het
grondexploitatiegebied vallende saneringskosten zullen in de toekomst rechtstreeks ten laste van de
betreffende grondexploitatie worden gebracht. Een aparte voorziening hiervoor wordt aldus niet
getroffen.
104

Grondexploitatie – Planafsluitingen
Als grondexploitatieplannen worden afgesloten, kan het stadsdeel een bonus verwachten als het
gerealiseerde resultaat van het plan voordeliger is dan begroot. Hier staat tegenover dat als de afsluiting
nadeliger uitvalt, het stadsdeel geconfronteerd wordt met een malus. Het risico op malusbedragen is
minimaal.
Bij een aantal actieve grondexploitaties lopen de betrokken partijen financiële risico’s die onder meer
worden veroorzaakt door specifiek centrale besluiten, maar ook door uitloop van de projecten ten
gevolge van stagnerende vastgoedontwikkelingen. De tegenvallende grondopbrengsten, de inflatoire
invloeden, renteontwikkeling, afzetbaarheid en het grondprijsbeleid worden gezien als autonome
ontwikkelingen. Deze liggen buiten de invloedssfeer van het stadsdeel. Het overgrote deel van de
financiële risico’s in de grondexploitatieplannen wordt veroorzaakt door autonome ontwikkelingen. De
centrale stad, participerende marktpartijen en corporaties dragen hier verantwoordelijkheid voor.
De financiële gevolgen van de niet-autonome ontwikkelingen komen echter wel ten laste van het
stadsdeel, zoals extra investeringen voor het bouw- en woonrijpmaken. Op basis van risicoanalyses
(per plan) kan worden geconcludeerd dat het stadsdeel Nieuw-West voor de komende jaren rekening
dient te houden met risico’s ten gevolge van niet-autonome ontwikkelingen.
Vastgoed
Op het gebied van exploitatie van vastgoed bestaat het ondernemersrisico dat begrote
huuropbrengsten niet worden gerealiseerd.
In 2011 wordt de staat van onderhoud van het vastgoed van het stadsdeel geïnventariseerd. Bij die
inventarisatie wordt ook gekeken naar de staat van onderhoud van onroerende zaken waarvan het
stadsdeel eigenaar is. Het risico bestaat dat het beschikbare budget, bestaande uit
onderhoudsvoorzieningen, niet in overeenstemming is met de staat van onderhoud van het vastgoed.
Het stadsdeel is juridisch eigenaar van een aantal onderwijs- en sportaccommodaties. Dit impliceert
dat het stadsdeel ook het risico draagt voor de exploitatie en het beheer van deze accommodaties.
Zoals boven gemeld is het stadsdeel bezig met het in kaart brengen van de staat van onderhoud en is
op dit moment dus onvoldoende zicht op mogelijk achterstallig onderhoud. Waar sprake is van
achterstallig of slecht onderhoud kan het stadsdeel aansprakelijk worden gesteld voor schaden ten
gevolge van onvoldoende onderhoud.
Bestemmingsplannen – Gevolgen verouderde bestemmingsplannen
Op grond van de Wet Ruimtelijke Ordening mogen met ingang van 1 juli 2013 bestemmingsplannen
niet ouder zijn dan 10 jaar. Als bestemmingsplannen toch ouder zijn, dan mag voor een
bouwaanvraag binnen het betreffende gebied geen bouwleges worden geheven. Nieuw-West heeft
deels bestemmingsplannen die ouder zijn dan 10 jaar.
In 2011 is een plan van aanpak voor de actualisering van bestemmingsplannen door het dagelijks
bestuur vastgesteld, met daarin een prioritering voor het actualiseren. Hierbij is er voor gekozen om
gebieden waar ontwikkelingen verwacht worden prioriteit te geven, zodat het risico op derving aan
legesinkomsten wordt verkleind.
Stadsdeelaccommodaties – Achterstallig onderhoud
De staat van onderhoud van het kantoor aan Plein ’40 – ’45 is onvoldoende. In toenemende mate is
sprake van steeds omvangrijker onderhouds- en reparatie-ingrepen. Installaties zijn verouderd en
moeten worden vervangen. Ook het kantoormeubilair is aan vervanging toe. Er zijn grote
investeringsbedragen noodzakelijk om het kantoor aan Plein ’40 – ’45 in gebruik te kunnen houden.
Programma 12 Bestuur en Ondersteuning
Precario – Betwiste vordering door Far West
Woningbouwcorporatie Far West heeft de grond waarop het bouwproject SuHa 1 wordt gerealiseerd al
in een vroeg stadium overgedragen aan de gemeente: het erfpachtrecht voor deze grond is beëindigd
en het terrein is openbaar gebied geworden. Het terrein waarop nieuwbouw gaat worden gerealiseerd
is nog niet in erfpacht uitgegeven (wacht op OGA). Na beëindiging van het erfpacht heeft Far West
een deel van dit terrein ingericht als bouwterrein. Hiervoor heeft Far West een aanslag
105

precariobelasting ontvangen. Far West heeft vervolgens het stadsdeel verzocht deze aanslagen te
vergoeden, omdat ze deze niet terecht vindt. De precario voor de periode 2008-2009 is inmiddels door
de belastingdienst opgelegd. Hiertegen is bezwaar gemaakt. De kans is zeer groot dat de
belastingdienst dit bezwaar afwijst. Na afwijzing kan wederom in beroep worden gegaan. Naar
verwachting zal deze zaak in de loop van 2011 zijn beslag krijgen. Wij achten de kans dat de door Far
West betwiste precariovordering tot een financiële verplichting voor het stadsdeel leidt gering.
ICT
Op centraal-stedelijk niveau staat er zware druk op het doorvoeren van verbeteringen in het ICTstelsel.
Stadsdeel Nieuw-West heeft daar ten dele mee te maken, voornamelijk in de vorm van
risicovolle projecten als E.net 2, de telefooncentrale en het Amsterdams Financieel Systeem. De
kosten die deze projecten met zich mee zullen brengen zijn op dit moment nog niet te voorzien.
Samenvatting risicoinventarisatie
In onderstaande tabel zijn de totale risicobedragen per programma weergegeven. Het totaal
berekende risicobedrag is de som van omvang van de risico’s maal de kans op het optreden van de
risico’s en bedraagt ruim 4,3 miljoen. Daarbij moet in aanmerking worden genomen dat voor een
aantal risico’s het niet mogelijk is gebleken de hoogte van het risicobedrag vast te stellen.
De bedragen per afzonderlijk risico zijn onderdeel van een kabinetstuk in verband met de mogelijke
gevolgen van de openbaarmaking van de inschatting van het stadsdeel in diverse (juridische)
trajecten.
Programma
Bedragen x 1.000
Kans
Omvang x kans
Omvang totaal
Totaal Algemeen - 5.100
Totaal programma 1 483 1.030
Totaal programma 3 - -
Totaal programma 5 200 800
Totaal programma 6 1.175 1.883
Totaal programma 7 175 350
Totaal programma 9 - 200
Totaal programma 11 1.687 4.150
Totaal programma 12 600 1.600
Eindtotaal 4.320 15.113
Totaal 0% - 5.700
Totaal 25% 670 2.680
Totaal 50% 2.800 5.600
Totaal 75% 850 1.133
Totaal 100% - -
Eindtotaal 4.320 15.113
Toelichting: score op waarschijnlijkheid
0% Onwaarschijnlijk
25% Mogelijk
50% Goed mogelijk
75% Waarschijnlijk
100% Zeer waarschijnlijk
106

C. Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s
Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen
maatregelen zijn getroffen. In onderdeel A hebben wij de weerstandscapaciteit toegelicht en in
onderdeel B de risico’s. Een aanzienlijk deel van de risico’s is niet alleen in beeld gebracht, maar ook
gekwantificeerd. Echter, niet alle risico’s zijn te kwantificeren, aangezien deze samenhangen met
teveel onzekerheden. Hierdoor kan niet voor elk risico het kanspercentage en de verwachte omvang
van het risico worden bepaald.
Bij het bepalen van het weerstandsvermogen rekening gehouden worden met het feit dat niet alle
risico’s van het stadsdeel gekwantificeerd kunnen worden. Wij stellen daarom voor om de methodiek
zoals ingezet bij de begroting 2011 voort te zetten. Het weerstandsvermogen is in de begroting 2011
getoetst door de weerstandscapaciteit van het stadsdeel te vergelijken met (het gemiddelde) van de
andere Amsterdamse stadsdelen. Daarnaast geven wij in aanvulling op deze normen ook een
kwantificatie van het weerstandsvermogen. Met deze aanvulling doen wij recht aan het vermogen van
het stadsdeel om voor de begroting 2012 risico’s beter te kwantificeren. Teneinde nietgekwantificeerde
risico’s toch te becijferen doen we voor een beperkt aantal risico’s een aantal
onderbouwde aannames. Wij vertrouwen erop dat wij het inzicht ten opzichte van het beeld van vorig
jaar hiermee vergroten.
Normen weerstandscapaciteit als maatstaf weerstandsvermogen
Wij gaan er vanuit dat de risicoposities van de Amsterdamse stadsdelen vergelijkbaar zijn. Daarom
gebruiken wij de door andere stadsdelen aangehouden weerstandscapaciteit als norm voor het
beoordelen van het weerstandsvermogen van stadsdeel Nieuw-West.
De belangrijkste componenten van de weerstandscapaciteit zijn de algemene reserve en de
bestemmingsreserves. Wij vergelijken de omvang van deze reserves met (het gemiddelde) van de
andere stadsdelen. Hiervoor maken wij gebruik van gegevens uit de Rekeningrapportage
Stadsdeelfinanciën van de Bestuursdienst.
Algemene reserve
Op grond van raadsbesluiten die zijn vastgesteld op het moment van opstellen van de begroting,
bedraagt de stand van de algemene reserve per 31 december 2012 6.711.236. In het rapport
‘Rekeningrapportage Stadsdeelfinanciën 2009’ van de Bestuursdienst staat een overzicht van de
gehanteerde normering van de algemene reserves voor alle stadsdelen. De meest gebruikte
normeringen van de algemene reserve zijn:
1. bedrag per inwoner
2. % van de stadsdeelfondsuitkering
Voor de norm ‘bedrag per inwoner’ sluit stadsdeel Nieuw-West met een afgerond bedrag van 50 per
inwoner aan bij de bandbreedte van de stadsdelen die deze systematiek gebruiken. Van de vier
stadsdelen die de norm ‘% van de stadsdeelfondsuitkering’ hanteren heeft Nieuw-West met een score
van 5,4% de op één na hoogste score.
Bestemmingsreserves
Op grond van de vastgestelde raadsbesluiten bedraagt het totaal aan bestemmingsreserves per 31
december 2012 44.330.124. In de ‘Rekeningrapportage Stadsdeelfinanciën 2009’ van de
Bestuursdienst staat een overzicht van de reserves van alle stadsdelen. Nieuw-West bevindt zich in
de middenpositie. Drie stadsdelen scoren lager dan Nieuw-West en drie stadsdelen scoren hoger.
Conclusie
Het niveau van het weerstandsvermogen van Nieuw-West is vergelijkbaar met de andere
Amsterdamse stadsdelen.
107

Norm weerstandsvermogen: ratio weerstandsvermogen
Een directe confrontatie tussen risico’s en weerstandscapaciteit geeft altijd de meeste informatie.
Daarom geven wij hieronder hier een aanzet toe.
Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en alle
risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. Veel gemeenten gebruiken de norm ratio
weerstandsvermogen voor het bepalen van het weerstandsvermogen:
Beschikbare weerstandscapaciteit
Ratio weerstandsvermogen = -------------------------------------------------
Benodigde weerstandscapaciteit
Wij stellen voor deze ratio als norm te gebruiken voor het beleid over hoe om te gaan met risico’s. Bij
dit beleid is het zoeken naar een goede balans tussen risico’s en de weerstandscapaciteit bepalend.
Wij stellen voor gebruik te maken van een veel gebruikte waarderingstabel om deze balans weer te
geven. Veel gemeenten hanteren onderstaande tabel om het weerstandsvermogen te kwantificeren.
Overzicht Ratio weerstandsvermogen
Waardering Ratio weerstandsvermogen Betekenis
A > 2,0 Uitstekend
B 1,4 < x 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 < x 1,4 Voldoende
D 0,8 < x 1,0 Matig
E 0,6 < x 0,8 Onvoldoende
F 0,6 Ruim onvoldoende
Een te hoge of te lage ratio weerstandsvermogen is onwenselijk. Een te lage ratio betekent
onvoldoende dekking van de risico’s. En een te hoge ratio betekent dat middelen onnodig zijn
opgepot. We stellen daarom voor de ratio weerstandsvermogen uit te gaan van een voldoende. Dat
betekent een ratio weerstandsvermogen van 1,0. Hiermee is het stadsdeel in staat om de nu bekende
risico’s in voldoende mate af te dekken. Een van de Amsterdamse stadsdelen gebruikt deze ratio ook.
Dit stadsdeel gaat als norm ook uit van een voldoende. Bij de jaarrekening 2011 bekijken wij de stand
van de weerstandscapaciteit en het inzicht in de risico’s opnieuw. Indien nodig zullen wij dan
voorstellen doen om de stand van de algemene reserve aan te passen.
Ratio weerstandsvermogen stadsdeel Nieuw-West
Voor stadsdeel Nieuw-West geldt na de kwantificatie van de risico’s de volgende score
Overzicht ratio weerstandsvermogen
Weerstandsvermogen
Bedragen x 1.000
Algemene reserve 6.711
Gekwantificeerde risico’s 4.320
Ratio beschikbare / benodigde capaciteit 1,6
Begr.
2012
De weerstandscapaciteit is ruim voldoende om de gekwantificeerde risico’s af te dekken: een ratio
weerstandsvermogen van 1,6. Echter, zoals eerder aangegeven, kan het stadsdeel niet alle risico’s
kwantificeren. Dit betekent dat de ratio voor Nieuw-West na kwantificering van ook deze risico’s lager
zal zijn. De verwachting is dat deze meer richting de 1,1 zal opschuiven. Hiermee is de dekking nog
steeds voldoende.
108

5.4 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
In de openbare ruimte zijn veel gemeentelijke kapitaalgoederen aanwezig zoals wegen, rioleringen,
kunstwerken (bijvoorbeeld bruggen), groen, verlichting en gebouwen. De kwaliteit van deze
kapitaalgoederen en het onderhoud ervan zijn bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard de
(jaarlijkse) lasten. De zorg voor het hoofdnet autowegen, de riolering en de verlichting zijn centraal
stedelijke taken. De zorg voor het lokale wegennet, kunstwerken in de lokale infrastructuur, het groen
en de gebouwen is een stadsdeeltaak.
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de onderhoudsstaat van diverse categorieën
kapitaalgoederen met daarin opgenomen het beleidskader inclusief areaalgegevens en de daaruit
voorvloeiende financiële consequenties.
A. Wegen
A. Het beleidskader
Mede op basis van het tweejaarlijkse inspectierapport groot onderhoud wegen wordt het areaal
onderhouden. De inspectie is in 2011 uitgevoerd op basis van de landelijke toegepaste systematiek
rationeel wegbeheer van de Stichting Studiecentrum Wegenbouw. In december wordt een
harmonisering van beleid voorgelegd aan de raad gelijktijdig met deze begroting.
Het totaal te onderhouden areaal van het stadsdeel bestaat uit:
Verhardingen
Fietspad 497.250 m²
Parkeerterrein 614.250 m²
Voetpad 2.398.500 m²
Rijbaan 2.340.000 m²
Totaal 5.850.000 m²
B. De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties
Binnen stadsdeel Nieuw-West wordt planmatig groot onderhoud verhardingen ten laste van de
voorziening ‘groot onderhoud verhardingen’. De kosten van herinrichting worden gekapitaliseerd. De
bijbehorende kapitaallasten zijn in de begroting verwerkt. Beide componenten (planmatig onderhoud
en herinrichting) zijn verwerkt in een Meerjaren Onderhoudsplan Verhardingen dat in december 2011
aan de deelraad wordt voorgelegd, gelijktijdig met deze begroting.
Voorziening
Jaarlijks wordt vanuit het Parkeerfonds in de voorziening verhardingen gestort. In de begroting 2012 is
vanuit programma 3 een budget van 950.000 voor onderhoud verhardingen opgenomen. Daarnaast
wordt jaarlijks 339.000 (inclusief heroverweging van 500.000, bedrag was voorheen 839.000)
aan de voorziening gedoteerd. De uitgaven voor het niet te kapitaliseren onderhoud aan de verharding
worden, deels, direct op de voorziening geboekt. De uitgaven voor herinrichting openbare ruimte
worden gekapitaliseerd. Bij de jaarrekening zal verantwoording worden afgelegd over de financiële
ontwikkeling van deze voorziening.
Investeringen
Vanuit de Meerjaren Investeringsplannen wordt in 2012 tot en met 2015 respectievelijk 9.478.534,
12.041.400, 11.287.857 en 7.534.340 geïnvesteerd. De hieruit voortvloeiende kapitaalslasten
worden vanuit de voorziening gefinancierd en zijn in de begroting opgenomen. In 2011 zijn de
onderhoudsplannen herijkt. Jaarlijks wordt hiertoe een investeringsbesluit voor het daaropvolgende
jaar aan de deelraad, ter besluitvorming, worden voorgelegd.
109

C. De vertaling van de financiële consequenties in de begroting.
Investering wegen
(Bedragen x 1.000)
Rek.
2010
Begr.
2011
Begr.
2012
Begr.
2013
Begr.
2014
Kapitaallasten 1.871 2.968 2.265 3.190 4.397 5.407
Toevoeging voorzieningen 1.879 1.273 339 339 339 339
Totaal 3.750 4.241 2.604 3.529 4.736 5.746
Begr.
2015
Investering wegen
(Bedragen x 1.000)
Rek.
2010
Begr.
2011
Begr.
2012
Begr.
2013
Begr.
2014
Investeringsbedrag n.b. 8.497 9.479 12.041 11.288 7.534
Totaal 8.497 9.479 12.041 11.288 7.534
Begr.
2015
B. Riolering
Het beheer en onderhoud van riolering en oppervlaktewater is een verantwoordelijkheid van de
centrale stad en wordt uitgevoerd door Waternet. Deze categorie is dus niet van toepassing voor
stadsdelen.
Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is de neerslag van de wettelijke verplichting dat de gemeenten
een rioleringsnota moeten hebben. In deze nota, vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam,
worden de normen voor de kwaliteit van het milieu en het onderhoud beschreven. De uitbreiding en
het onderhoud van de rioleringen zullen conform de kaders van de nota plaatsvinden. Ten behoeve
van het stadsdeelonderhoud in de openbare ruimte wordt met de plannen zoveel mogelijk rekening
gehouden, zodat wegen niet meerdere keren kort achter elkaar worden opgebroken. Op grond van de
Wet Milieubeheer, het Besluit Lozing Afvalwater Huishoudens en de Bouwverordening mogen er geen
ongezuiverde lozingen op het oppervlaktewater of in de bodem van Amsterdamse volkstuinparken
plaatsvinden.
C. Water
Het beheer en onderhoud betreffende water is gedeeltelijk een verantwoordelijkheid van de centrale
stad en wordt uitgevoerd door Waternet. Het in stand houden van de overige oevers is in beheer bij de
betreffende stadsdelen.
Het areaal in beheer van het stadsdeel bedraagt ±
Water en waterbouwkundige werken
Wateren (areaal in beheer) 204.164 m 2
Beschoeiing en natuurlijke kanten 268.049 m 1
Oevers en rietlanden 371.219 m 2
Kademuren Ca. 60.000 m 1
Bruggen
Ca. 240 stuks
Deze waterpartijen bevinden zich in goede staat. Het overige deel wordt door Waternet en/of Rijnland
onderhouden. Het stadsdeel heeft voor deze waterpartijen wel de acceptatieplicht voor de uitkomende
bagger. De gebreken aan de oevervoorzieningen worden op basis van de inspectiegegevens hersteld,
waar nodig worden delen vervangen. In 2012 worden de nieuwe onderhoudsplannen herijkt. Vanuit
het beleidskader zijn geen nieuwe prioriteiten opgenomen in de begroting. Vanuit de voorziening voor
onderhoud van waterbouwkundige werken met een eindstand 31 december 2011 ad 729.089. Deze
reserve zal worden betrokken bij de onderhoudsplannen.
110

Overzicht onderhoudsstaat water
Water
(Bedragen x 1.000)
Rek.
2010
Begr.
2011
Begr.
2012
Begr.
2013
Begr.
2014
Lasten exploitatie 224 524 540 540 540 540
Totaal 224 524 540 540 540 540
Begr.
2015
D. Groen
Het te onderhouden groenoppervlak in het stadsdeel bestaat uit:
Groen
Bomen
51.105 stuks
Bos/bosplantsoen 2.308.973 m²
Beplanting 380.486 m²
Sierbeplanting 116.403 m²
Gras/gazon 4.244.788 m²
Totaal 7.050.650 m²
Sport
Sportvelden 827.381 m²
Het jaarlijks onderhoud van het groen vindt deels plaats met eigen personeel en voor het grootste deel
op contractbasis ten laste van het programma Openbare Ruimte en Groen. Het aanleggen en in stand
houden van openbaar groen, inclusief straat- en parkbomen respectievelijk recreatievoorzieningen,
geschiedt conform de uitgangspunten van de Groenvisie. In 2011 is het meerjaren onderhoudsplan
voor de sportparken over 2011 vastgesteld. In 2012 worden de onderhoudsplannen herijkt voor 2012
en verder.
Binnen het stadsdeel Nieuw-West wordt beheer groen gefinancierd vanuit een de exploitatie/
voorziening en wordt een ander deel gekapitaliseerd. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten zijn in
de begroting opgenomen. De voorziening vervangen bomen wordt gevoed met een storting van
96.000 ten laste van de exploitatie. De voorziening onderhoud sportvelden wordt jaarlijks gevoed
met een bedrag van 553.000. Bij de jaarrekening zal verantwoording worden afgelegd over de
financiële ontwikkeling van deze voorziening.
Overzicht onderhoudsstaat groen
Groen (product 904)
(Bedragen x 1.000)
Rek.
2010
Begr.
2011
Begr.
2012
Begr.
2013
Begr.
2014
Overige lasten 4.836 4.362 4.960 4.718 4.727 4.727
Kapitaallasten 145 487 450 407 376 361
Voorzieningen 96 96 96 96 96 96
Totaal 5.077 4.945 5.506 5.221 5.199 5.184
Begr.
2015
Groen sportvelden
(Bedragen x 1.000)
Rek.
2010
Begr.
2011
Begr.
2012
Begr.
2013
Begr.
2014
overige lasten 1.185 1.450 1.413 1.333 1.333 1.333
kapitaallasten 157 517 450 407 376 361
Voorzieningen 593 593 553 553 553 553
Totaal 1.935 2.560 2.416 2.293 2.262 2.247
Begr.
2015
111

E. Gebouwen
Voor 101 van de totaal 160 panden is een meerjaren Onderhoudsplanning (MOP) beschikbaar, waarin
het benodigde groot onderhoud voor de komende 10 jaar is vastgelegd. In 2011 is deze begroting
geactualiseerd. De kosten kunnen worden onderverdeeld in incidenteel (dagelijks) en structureel
(groot) onderhoud. Van ca. 20 % van de panden is de kwaliteit van het onderhoud onvoldoende.
Beginnende in 2011 wordt over een periode van vier jaar het achterstallig onderhoud aangepakt.
Meegenomen hierin worden de aandachtspunten economische levensduur, veiligheid en
representativiteit en milieu. Dat alles is gerelateerd aan de activiteiten die in deze panden worden
uitgevoerd. Een onderzoek is gestart om een deel van de panden af te stoten. Voor een aantal panden
is sloop de enige optie.
Naam
Aantal
Objecten 400
Terreinen 240
Panden 160
Kwaliteit panden onvoldoende ca. 35
(te verbeteren over 4 jaar)
Te slopen ca. 5-10
De Energielabels die in 2011 in de energieonderzoeken geleverd worden zijn verplicht voor openbare
gebouwen, bij het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst en bij verkoop. Een EPC (energie
performance scan) is onderdeel van het energieonderzoek en geeft aanbevelingen ter verbetering
terugdringen energieverbruik. De quick wins worden direct uitgevoerd. Vervangingen van installaties
zijn opgenomen in MOP.
Egalisatiereserve onderwijshuisvesting
De komende 8 jaar worden 11 basisscholen vernieuwd, danwel uitgebreid.
De kapitaallasten stijgen daarmee gedurende een beperkte periode van 2015 tot en met 2021. Tot
2015 biedt de bestaande begroting voldoende dekking. In het IHP 2013 zal de verhoging van de
dekking van 2015 – 2021 worden geactualiseerd.
112

5.5 Paragraaf Financiering
De paragraaf Financiering is volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) een verplicht
voorgeschreven onderdeel van de begroting en de jaarrekening en hangt samen met de wet
Financiering decentrale overheden (wet Fido). Deze wet is bedoeld om de risico’s voor decentrale
overheden te beperken door het stellen van regels voor het opereren op de geld- en kapitaalmarkt. In
de Verordening op de stadsdelen staan de centrale bevoegdheden vermeld. In bijlage A van deze
verordening is vastgelegd dat de bevoegdheid inzake het monetair beheer primair bij de centrale stad
ligt. De paragraaf Financiering is dus hoofdzakelijk van toepassing voor de centrale stad.
De centrale stad is de ‘bank’ voor de stadsdelen betreffende het beschikbaar stellen van geldmiddelen
in de vorm van kredieten (> 1 jaar) en een rekening courant verhouding (

5.6 Paragraaf Bedrijfsvoering
A. Organisatie
Besturingsfilosofie
De stadsdeelorganisatie bestaat sinds 1 mei 2010 en is daarmee relatief nieuw. De organisatieopzet
en de sturingsprincipes vloeien voort uit het organisatieplan. Hierin is aangegeven dat, om in te
kunnen spelen op de vernieuwingen en actualiteiten in ons stadsdeel, de organisatie zèlf vernieuwend
moet zijn. Dit weerspiegelt zich in het organisatiemodel. Er is gekozen voor een organische vorm en
niet voor een traditionele harkstructuur. Hiermee wordt benadrukt dat het model flexibel van aard is en
ook ruimte biedt om zich waar nodig aan externe ontwikkelingen aan te passen.
De hoofdstructuur van de organisatie is simpel. Het directieteam met de stadsdeelsecretaris als
algemeen directeur en zes leden, is verantwoordelijk voor de aansturing. Elk directielid stuurt een
eigen organisatieonderdeel aan en is daarnaast verantwoordelijk voor één of meerdere
organisatiebrede portefeuilles en een adequate samenwerking met externe partners. Elk
organisatieonderdeel kent eigen kerntaken, die min of meer autonoom kunnen worden uitgevoerd.
Daarnaast jaagt elk organisatieonderdeel organisatiebrede taken aan vanuit een eigen perspectief.
Medio 2012 wordt de organisatiestructuur geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
Cultuurverandering
De stadsdeelorganisatie is nieuw en moet vernieuwend zijn. De gekozen organisatiestructuur roept
snel herkenning op als het gaat om eigen kerntaken per organisatieonderdeel. Hier speelt wel vaak de
noodzaak van harmonisatie van werkprocessen doorheen.
Al in het organisatieplan is gesteld dat niet de structuur maar de medewerkers het succes van de
organisatie bepalen. Management en medewerkers moeten gezamenlijk de identiteit en cultuur van de
organisatie vormgeven. Kernbegrippen hierbij zijn samenwerking en resultaatgerichtheid, een
er-op-af-mentaliteit en ondernemerschap, burgergerichtheid door van buiten-naar-binnen denken,
integraal werken en creativiteit.
Tijd en energie wordt geïnvesteerd in organisatie- en cultuurontwikkeling. Dit gebeurt werkendeweg.
Ondernemerschap en samenwerking zijn de centrale waarden voor de korte termijn. Verder zijn er
gerichte interventies als een programma voor leiderschapsontwikkeling. Verder werken wij samen met
de Hogeschool van Amsterdam aan een cultuuronderzoek om te groeien naar een gebiedsgerichte
organisatie. In 2011 is gestart met een pilot voor een medewerkerstevredenheidsonderzoek in een
meer dynamische vorm: de sociale barometer.
Zaakgericht werken en procesmanagement (ketens)
De gemeentelijke organisatie is verplicht om zijn administratieve organisatie (AO) op orde te hebben -
gemeentewet art. 212/213(a). AO is een belangrijk organisatorische instrument om goed zicht te
krijgen op de financiële administratie en de algemene bedrijfsvoering. AO is op deze manier als intern
hulpmiddel uitermate belangrijk voor de organisatie. Het totale systeem van AO wordt dan ook door de
accountant (ACAM) bewaakt.
De inrichting van de AO vindt plaats door het beschrijven van processen. In 2012 is gestart met
beschrijvingen van bedrijfsprocessen. Processen van complexe aard en/of met een verhoogd risico
hebben hierbij prioriteit.
Risicomanagement
De risico’s die binnen Nieuw-West bekend zijn, zijn opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen.
Deze paragraaf is een apart onderdeel in deze begroting. Het overzicht van risico’s wordt actueel
gehouden door bestuur en management. Dat actueel houden gebeurt naar aanleiding van nieuwe
zaken die zich kunnen voordoen, maar ook naar aanleiding van audits en het beschrijven van
processen.
114

Bij risicomanagement is met name van belang dat niet alleen bekend is waar risico’s zich kunnen
voordoen, maar dat ook bekend is hoe we de risico’s zo veel als mogelijk kunnen voorkomen en
kunnen indammen wanneer deze zich toch voordoen. Risicomanagement is een onderdeel van de
taken van het management en vraagt constant aandacht. Er zijn verschillende instrumenten die
daarbij behulpzaam zijn, zoals een goed ingerichte AO en goede procesbeschrijvingen met aandacht
voor effectieve functiescheidingen.
Shared Services (aansluiten bij servicehuizen)
Stadsdeel Nieuw-West is aangesloten bij het Servicehuis Personeel (SHP) en bij Antwoord / 14020.
Inmiddels zijn alle stadsdelen aangesloten bij het Servicehuis Personeel. de stadsdelen en het SHP
voeren in 2012 samen een verbeterplan uit. Zowel het financiële perspectief als de verwachte
ontwikkelingen in het personeelsbestand en op de arbeidsmarkt nopen om concrete acties te plannen
op het gebied van strategische personeelsplanning (uitstroom, doorstroom en instroom). Stadsdelen
trekken hier samen in op, in nauwe afstemming met de centrale stad.
B. Financiën
Planning & Control
Een P&C-cyclus met een aantal gezamenlijke sturingsindicatoren bevordert de effectiviteit van bestuur
en de transparantie naar de burger (in het kader van Eén Amsterdam). Dit krijgt onder andere vorm
door deelname van de stadsdelen aan de internetsite van de dienst Onderzoek en Statistiek (O&S)
‘Stadstat’.
Eind 2010 is voor de stad als geheel (inclusief stadsdelen dus) een uniform financieel systeem
geselecteerd (Amsterdams Financieel Systeem (AFS)). Voor een beheersbare invoering van dit
systeem is een uniforme inrichting conform Besturen zonder Ballast een fundamentele
voorbereidende stap. De gemeentebrede invoering van AFS vindt plaats in de komende vier jaar
(uiterlijk 2015). Door als stadsdelen te werken met een gezamenlijk implementatieteam wint deze
operatie aan kracht in kwaliteit, beheersing en kosten. Hiervoor worden voorbereidingen getroffen,
zodat het team in 2012 operationeel is.
Het project ‘Vergelijkbare tarieven’ ligt nog steeds op koers. De voor 2012 voorgestelde legestabellen
en legestarieven zijn nagenoeg gelijk. De onderlinge harmonisering van de tarieven voor de
afvalstoffenheffing gaat gestaag door. Er is een gezamenlijk onderzoeksprogramma gestart om alle
tarieven te onderbouwen, zodat wordt voldaan aan eisen van transparantie en Europese regelgeving.
Ook wordt zo systematisch aan de verbetering van de kostendekkendheid gewerkt.
Bij de behandeling van de begroting 2011 heeft de deelraad een motie aangenomen over indicatoren.
Ter uitvoering van deze motie is vanuit de deelraad de werkgroep indicatoren opgericht. Deze
werkgroep heeft voor elk van de 12 programma’s van de begroting een aantal effect- en
resultaatindicatoren benoemd. Deze lijst indicatoren is in de raad van 6 juli vastgesteld en vervolgens
in de begroting 2012 opgenomen. De gekozen effect- en resultaatindicatoren zijn voor het merendeel
afkomstig uit de Basismeetset 2011. Bij de behandeling van de begroting 2012 zal de deelraad per
gekozen indicator de streefwaarden voor de jaren 2012 tot en met 2014 vaststellen. Middels deze
indicatoren zal de deelraad vervolgens de voortgang van alle 12 programma’s bewaken.
115

Auditprogramma
In Nieuw-West vinden audits (onderzoeken) plaats op het gebied van rechtmatigheid, doelmatigheid
en doeltreffendheid. Daarbij gelden de volgende definities:
- Rechtmatigheid: Het overeenstemmen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging
daarvan met de relevante wet- en regelgeving zoals bedoeld in het Besluit Accountantscontrole
Provincies en Gemeenten.
- Doelmatigheid: De mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten
worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.
- Doeltreffendheid: De mate waarin de beoogde effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden
behaald.
De onderzoeken die in 2012 plaatsvinden worden gedaan op basis van een onderzoeksplan dat in het
1e kwartaal van 2012 wordt opgesteld. In dat onderzoeksplan worden ook de onderzoeken
opgenomen die gedaan worden volgens de verordening ex artikel 213a Gemeentewet. Volgens deze
verordening moeten jaarlijks de doelmatigheid en/of de doeltreffendheid van minimaal twee (delen
van) programma’s en paragrafen onderzocht worden. Hierover wordt gerapporteerd aan de deelraad.
In 2011 is onder de noemer ‘operatie stofkam’ een omvangrijke herijking van de begroting ingezet.
Deze herijking komt bovenop de 5% efficiencykorting op de personeelsbegroting die eind 2010 is
doorgevoerd. Vanaf 2012 zal de focus op een strategisch personeelsbeleid worden verstevigd in het
licht van efficiëntie en effectiviteit. Voorop staat een duurzame onderbouwing van inzet van
personeelscapaciteit voor het soort taken per programmaonderdeel. De focus ligt op kwaliteit met een
overeenkomstig en stabiel kostenplaatje, ook in de overhead die daarvoor gerekend moet worden.
C. Juridische zaken
Binnen de gemeente Amsterdam is de laatste jaren bijzondere aandacht voor juridische kwaliteitszorg.
Hiervoor zijn een aantal normen opgesteld die tot doel hebben om de juridische kwaliteit van de
producten van het stadsdeel te vergroten en de juridische risico´s te verkleinen. De stadsdelen
hebben een eigen verantwoordelijkheid om deze normen te implementeren.
De acht normen zijn:
- de juridische functie dient binnen elk organisatieonderdeel kwalitatief en kwantitatief adequaat te
zijn;
- de juridische functie kent een duidelijke plaats binnen elk organisatieonderdeel;
- elk organisatieonderdeel heeft haar besluitvormingsprocessen met een risicocomponent
gestandaardiseerd;
- elk organisatieonderdeel kent adequate verordeningen;
- elk organisatieonderdeel kent een adequate mandaatregeling welke wordt gevolgd;
- overeenkomsten komen tot stand en worden beheerd volgens een adequate systematiek;
- bepaalde afspraken met zowel derden als individuele medewerkers worden adequaat vastgelegd
en gearchiveerd;
- het Europees recht wordt in acht genomen bij de voorbereidingen van besluiten en
overeenkomsten, de totstandkoming van beleid en ieder overig handelen van
organisatieonderdelen.
Elk van de voormalige stadsdelen was bezig met de implementatie van juridische kwaliteitszorg. In
2011 heeft er voor Nieuw-West een nulmeting plaatsgevonden op basis waarvan in 2012 een verdere
professionalisering zal worden ingezet. De nadruk in 2012 zal liggen op het standaardiseren van de
meest risicovolle processen.
116

Alle stadsdeelverordeningen zijn inmiddels opgenomen in het stedelijk regelgevingregister. In 2012
wordt de harmonisatie van de verordeningen (als gevolg van de fusies) afgerond. Na de
verordeningen worden ook de beleidsregels in het regelgevingregister ondergebracht, om te beginnen
met het Awb-beleid van de stadsdelen.
De gemeentebrede organisatie van juridische opleidingen voor niet-juristen is van groot belang voor
de juridische control. In 2011 was dit een groot succes en daarom zal dit in 2012 worden voorgezet.
Daarnaast komen er gezamenlijke opleidingen voor juristen voor het borgen van stedelijke kwaliteit en
uniformiteit.
In 2011 hebben stadsdelen deelgenomen aan een stedelijk traject voor het stroomlijnen en
optimaliseren van de juridische functie (denk aan het inhuren van incassobureaus, advocaten, zzp’ ers
en het opzetten van flexibele pools). Een aantal van deze maatregelen zal in 2012 worden ingevoerd.
D. Facilitaire zaken (inkoop)
De huisvesting van de ambtelijke organisatie is een belangrijk thema in 2012. De kantoorlocaties Plein
40-45 en Osdorpplein 1000 kampen met achterstallig onderhoud, een reden om de huisvesting van
het kantoorpersoneel op deze kantoorlocaties opnieuw te bekijken. Binnen het huisvestingsbeleid zal
door middel van een meerjarenonderhoudsplanning inzicht worden verkregen in de huidige en
toekomstige onderhoudstatus van de genoemde locaties. Daarbij zullen risico’s op het gebied van
ARBO extra aandacht krijgen.
De inkoopfunctie is verspreid over de hele organisatie; het team Inkoop is ondergebracht bij Facilitaire
Zaken. De inkoop- en aanbestedingsfunctie ondersteunt het bestuur en de stadsdeelorganisatie om
hun strategische doelen te bereiken, door met het geld van de burger professioneler op de
leveranciersmarkt te opereren. Uitgangspunten hierbij zijn:
- een optimale prijs/kwaliteitverhouding;
- rechtmatigheid (we handelen transparant, objectief en niet-discriminerend);
- duurzaamheid;
- social return;
- professioneel opdrachtgeverschap;
- optimalisatie van ketenkosten en
- samenwerking tussen de verschillende gemeentelijke organisaties.
In het stadsdeel wordt decentraal ingekocht. Het team Inkoop adviseert bij dit inkoopproces en
coördineert decentrale inkopen, zodat de verantwoordelijkheid voor de inhoud bij de (decentrale)
lijnafdeling blijft. Daarnaast coördineert het team Inkoop de strategische en tactische inkopen,
stroomlijnt zij operationele inkopen en organiseert zij expertise overdracht binnen de organisatie.
E. Informatie- en communicatietechnologie
De portefeuillehouders ICT hebben in 2011 gekozen voor het principe ‘samenwerken, tenzij’.
Dat wil zeggen dat in principe alle ICT-projecten gezamenlijk worden ondernomen, op basis van een
stedelijk vastgesteld ijkpunt. Verder vindt de besluitvorming over deze projecten plaats aan de hand
van ‘business cases’, waarin meerwaarde en kosten tegen elkaar worden afgewogen.
Voor het maken van afspraken over het opnemen van goedgekeurde business cases in de
bestuurlijke P&C-cyclus wordt gewerkt met een voortdurende geactualiseerde Hoofdlijnenplanning
ICT.
Naar verwachting komen in 2012 business cases op alle inhoudelijke domeinen in besluitvorming,
uiteraard op basis van een scherpe prioritering. Door de stedelijke ICT-problematiek ligt de focus
echter vooral op risicobeheersing en borgen van de continuïteit. Op basis van risico-inventarisaties
van de aanwezige hardware, applicaties en projecten en een ‘schouw’ van de met ICT gemoeide
117

personele en financiële middelen, worden concrete samenwerkingsprojecten voorgelegd. Deze
hebben vooral tot doel de ICT-basis te versterken en gereed te maken voor het ondersteunen van
procesoptimalisatie in de inhoudelijke domeinen. Nieuw-West is verantwoordelijk voor het domein
Dienstverlening.
In Nieuw- West zal de basis in 2012 op orde zijn. Dan zullen alle gebruikte systemen binnen één
architectuur vallen en is gezorgd voor een uitwijkmogelijkheid om de continuïteit van de organisatie te
waarborgen.
De heroverwegingen maken de uitdaging om een betrouwbare informatievoorziening en een goede
dienstverlening te blijven verzorgen groter. We volgen de weg die we in 2011 zijn ingeslagen bij het
bepalen van prioriteiten van nieuwe systemen. De prioriteitsvolgorde die is gekozen: stedelijke
systemen hebben prioriteit boven systemen binnen het cluster. Pas daarna kan gekeken worden naar
stadsdeelspecifieke systemen. Het accent verschuift van zelfstandigheid en autonomie naar generiek
en gemeenschappelijk. Er worden geen projectvoorstellen goedgekeurd zonder dat er een
volwaardige en gedragen businesscase aan ten grondslag ligt.
F. Personeel
Het personeelsbeleid van stadsdeel Nieuw-West wordt gekenmerkt door de nadruk op ontwikkeling
van medewerkers en een vernieuwing van bestaande methoden en instrumenten. In 2012 wordt onder
andere doorgegaan met het uitvoeren van het strategisch opleidingsplan 2011, het programma
leiderschapsontwikkeling, het opstarten van de inzet van een samenhangend HRM-instrumentarium
(zie hieronder), het ontwikkelen van een beleid op duurzame inzetbaarheid van medewerkers en
verdere aandacht voor diversiteit. Wij sluiten hierbij aan op de visie van de gemeente Amsterdam over
het strategisch personeelsbeleid 2009-2015. Vier dominante thema’s staan daarin centraal: identiteit
en imago, diversiteit, organisatie van werk en blijvende inzetbaarheid.
Ook in 2012 zal integriteit aandacht krijgen. Wij sluiten aan bij de gemeentebrede kaders en zullen
samenwerken met Bureau Integriteit van de centrale stad. Nieuwe medewerkers leggen zo snel
mogelijk na indiensttreding de ambtseed af. Door middel van dilemmatrainingen wordt meer
inhoudelijk gewerkt aan integriteitsbewustzijn. Ook kunnen medewerkers de vertrouwenspersoon
integriteit benaderen bij vermoedens van integriteitschendingen.
Agressie en geweld tegen onze medewerkers tolereren wij niet. Wij blijven in 2012 aandacht aan dit
onderwerp besteden. De gemeentebrede beleidskaders zijn hierbij richtinggevend.
In 2012 zal verder bevordering van mobiliteit en de invoering van competentiemanagement aandacht
krijgen. Tevens blijven wij als stadsdeelorganisatie onverminderd inzetten op het aanbieden van
stageplaatsen.
118

G. Communicatie
Wij zien communicatie als een belangrijk instrument om bewoners, ondernemers en partners te
binden aan de maatschappelijke opgave in Nieuw-West. Wij gebruiken hiervoor verschillende
communicatiekanalen, letten op eenduidigheid in boodschap en uitstraling en maken beleid openbaar
en begrijpelijk.
Het stadsdeel bezuinigt fors deze bestuursperiode. Ook in 2012 heeft dat consequenties voor
bewoners en organisaties. Het stadsdeel zet de eigen media en persvoorlichting in om de
onderscheiden doelgroepen tijdig te informeren.
Ook voor medewerkers van het stadsdeel is 2012 een onzeker jaar. Ook hier worden de bezuinigingen
door inkrimping van de personeelsformatie en de selectieve vacaturestop gevoeld. Daarnaast valt er
in 2012 een definitieve beslissing over het wetvoorstel afschaffing stadsdelen. Interne communicatie
krijgt daarom bijzondere aandacht komend jaar.
In 2012 wordt de stadsdeelkrant geëvalueerd die sinds januari 2011 maandelijks verschijnt. Deze
evaluatie wordt gedaan door stad en stadsdelen. Verder wordt de invoering van de tweede fase
huisstijl definitief afgerond. De mogelijkheden van twitter als nieuw dienstverleningskanaal worden
onderzocht en de (on)mogelijkheden van een webcare-functie worden geïnventariseerd.
H. Projecten - apparaatskosten
Een onvermijdelijke consequentie van het uitvoeren van projectopdrachten in het kader van de
stedelijke vernieuwing is dat hiervoor apparaatskosten worden gemaakt. Het betreft dan de kosten van
personele inzet waarvoor de stadsdeelbegroting structureel dekking geeft en noodzakelijk aanvullend
in te huren inzet en de kosten van extern onderzoek en/of advies.
Dekking van de overige kosten moet worden gevonden in de incidentele baten die samenhangen met
de projecten. Deze inkomsten maken derhalve geen structureel onderdeel uit van de begroting.
Op dit moment worden deze kosten gedekt uit de volgende incidentele middelen:
Voorbereiding & Toezicht (V&T), Grondzaken (GZ) en Ruimtelijke Ordening (RO)
Deze kosten, die gemaakt zijn na vaststelling door de centrale stad van een grondexploitatiebegroting,
worden bij het OGA gedeclareerd op basis van het vastgestelde percentage van 22% (16 % V&T, 3 %
GZ en 3% RO) van de gemaakte uitvoeringskosten. Gezien de sterk afnemende inkomsten uit V&T,
GZ en RO zijn wij van oordeel dat nog sterker moet worden gestuurd op de hieraan gerelateerde
projectgebonden apparaatskosten, zodat binnen de beschikbare mogelijkheden beter kan worden
toegekomen aan het stellen van prioriteiten. In de programmabegroting 2012 is vooralsnog rekening
gehouden met een inzet van 0,5 miljoen.
Wij gaan het proces van uitvoering van projecten in 2012 nog beter stroomlijnen en in beeld brengen.
Dit enerzijds voor de ontwikkeling en professionalisering van ons projectmatig werken, anderzijds
geeft de budgettaire krapte aanleiding tot het beter inzetten en verdelen van middelen.
Het beheersen van een project wil zeggen dat de uitvoering en realisatie van een project moeten
plaatsvinden binnen de – liefst vooraf – overeengekomen dan wel tussentijds bijgestelde kaders. Deze
kaders hebben betrekking op de zogenaamde GOTIK-elementen: geld, organisatie, tijd, informatie en
kwaliteit. Met andere woorden, hoe krijgen we zekerheid over de realisatie van de overeengekomen
projectdoelstellingen binnen de gestelde kaders? Hiervoor zullen wij normen ontwikkelen voor
bijvoorbeeld de maximaal te maken kosten. Bij aanvang van ieder project zal hierop worden getoetst.
Als gevolg daarvan gaan wij er vanuit dat de incidentele inkomsten maximaal kunnen worden ingezet
t.b.v. het resultaat van de begroting.
119

5.7 Paragraaf Verbonden partijen
Een stadsdeel gaat een relatie met verbonden partijen aan vanuit een publiek belang.
De invulling van het publieke belang komt in de desbetreffende programma’s in de begroting en
rekening aan de orde.
A. Visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen
Verbonden partijen zijn de partijen waarmee het stadsdeel een bestuurlijke relatie onderhoudt èn
waarin zij een financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang betekent dat het stadsdeel op enigerlei
wijze zeggenschap heeft: hetzij omdat het stadsdeel een zetel in het bestuur heeft, hetzij omdat zij via
aandelen mee kan stemmen.
Van een financieel belang is sprake als het stadsdeel de middelen die aan een derde partij ter
beschikking zijn gesteld niet terugkrijgt bij faillissement van die partij, of als financiële problemen bij de
derde partij kunnen worden verhaald op het stadsdeel. Bij een gewone subsidierelatie is dit niet het
geval. Vooral bij garantstellingen kan sprake zijn van verbonden partijen.
Partijen waaraan alleen een financieel risico kleeft worden opgenomen in de paragraaf
weerstandsvermogen. Partijen waarmee een bestuurlijk belang gediend is en waaraan geen juridisch
afdwingbare financiële verplichtingen kleven maken onderdeel uit van een programma.
Verbondenpartijen kunnen samenwerkingsverbanden, stichtingen of verenigingen zijn. En ook een NV
of BV kan hieronder vallen als het stadsdeel aandelen bezit.
Naam Programma Realisatie doelstelling
Stichting Openbaar Basisonderwijs
Westelijke Tuinsteden
5 Leerlingen voorbereiden op een kansrijke toekomst in een steeds
veranderende samenleving.
Stichting Orion 5 Aanbieden van hoogwaardig, eigentijds onderwijs aan kinderen en
jongeren die zodanige belemmeringen in hun ontwikkeling
ondervinden dat zij op basis van een indicatiestelling in aanmerking
komen voor onderwijs op scholen voor speciaal onderwijs cluster 2,
3 of 4.
Stichting Calandlyceum 5 Aanbieden van kwalitatief hoogwaardig onderwijs op de niveaus
vmbo, havo, atheneum en gymnasium bieden, gericht op een
optimale ontwikkeling van elke individuele leerling.
Stichting Sporthal Caland 7 de stimulering van sportonderwijs en sportbeoefening;
het beheren, exploiteren en het onderhouden van het
Sportcentrum; het, op verzoek, beheren, exploiteren en
onderhouden van andere sportaccommodaties.
Gemeenschappelijke Regeling
Recreatieschap Spaarnwoude
7 - Behoud van een groene stadsrand
- Behoud van open landschap
- Zorgdragen voor regionale trekkers en watergebonden
recreatie
Stichting Sportcentrum Ookmeer 7 Het beheer en de exploitatie van sportcentrum Ookmeer is in
handen gegeven van de Stichting Sportcentrum Ookmeer. Dit
betekent dat het stadsdeel geen bemoeienissen meer heeft met
zaken als schoonhouden, onderhoud, toezicht, opmaken van
roosters en verhuur. De stichting ontvangt op basis van een in te
dienen begroting een jaarlijkse bijdrage in de exploitatiekosten. Het
stadsdeel heeft de rol als toezichthouder.
Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden
Het bestuur over het openbaar basisonderwijs in de donorstadsdelen Osdorp, Slotervaart en
Geuzenveld-Slotermeer is overgedragen aan de stichting ‘Openbaar Basis Onderwijs Westelijke
Tuinsteden’. Omdat het openbaar onderwijs betreft, houdt stadsdeel Nieuw-West een aantal taken in
de toezichthoudende sfeer.
120

Stichting Orion
Het bevoegd gezag over het speciaal onderwijs is in 2006 overgedragen aan de stichting Orion. Het
stadsdeel heeft geen schoolbestuurlijke verantwoordelijkheid meer ten aanzien van het speciaal
onderwijs. Uiteraard blijft het stadsdeel toezichthouder op het openbaar onderwijs, zoals de wet dat
voorschrijft.
Stichting Calandlyceum
Net als het openbaar (speciaal) basisonderwijs is het Calandlyceum ook verzelfstandigd. Met de
bestuursoverdracht wil het stadsdeelbestuur haar hoedsterfunctie ten opzichte van alle onderwijs
accentueren. Door haar bestuursverantwoordelijkheid ten opzichte van het openbaar onderwijs over te
dragen, worden onduidelijkheden tussen de algemene taak voor alle onderwijs en de specifieke voor
openbaar onderwijs voorkomen. Ook bij deze stichting blijft het stadsdeel toezichthouder.
Stichting Sporthal Caland
Het beheer en de exploitatie van sportcentrum Caland is in handen gegeven van de Stichting
Sportcentrum Caland. Dit betekent dat het stadsdeel geen bemoeienissen meer heeft met zaken als
schoonhouden, onderhoud, toezicht, opmaken van roosters en verhuur. De stichting ontvangt op basis
van een in te dienen begroting een jaarlijkse bijdrage in de exploitatiekosten. Het stadsdeel heeft de
rol als toezichthouder.
Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Spaarnwoude
Het stadsdeel Nieuw West (in dit geval de donorstadsdelen Osdorp en Geuzenveld-Slotermeer) heeft
in 2007 ingestemd met het programma van eisen van de Tuinen van West. Het beheer is geregeld via
een uitbreiding van de gemeenschappelijke regeling recreatieschap Spaarnwoude. De centrale stad
treedt op als contractpartner, tekende voor deelneming en heeft zitting in het bestuur van het
recreatieschap Spaarnwoude. De portefeuillehouder Landelijk Gebied van het stadsdeel is de
vervanger voor de bestuurder van de centrale stad. Voor het oude gebied van het recreatieschap blijft
de centrale stad haar financiële verplichtingen voldoen. Voor de uitbreiding is het stadsdeel
Nieuw-West verantwoordelijk.
Stichting Sportcentrum Ookmeer
Het beheer en de exploitatie van sportcentrum Ookmeer is in handen gegeven van de Stichting
Sportcentrum Ookmeer. Dit betekent dat het stadsdeel geen bemoeienissen meer heeft met zaken als
schoonhouden, onderhoud, toezicht, opmaken van roosters en verhuur. De stichting ontvangt op basis
van een in te dienen begroting een jaarlijkse bijdrage in de exploitatiekosten. Het stadsdeel heeft de
rol als toezichthouder.
121

B. Beleidsvoornemens
Naam
Juridische vorm
Vestigingplaats
Publiek belang
Programma
Doelstelling
Betrokkenen
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Participatie
Financiële bijdrage
Stichting Openbaar Basis Onderwijs Westelijke Tuinsteden
Stichting
Amsterdam
Onderwijs en jeugd
Het geven van openbaar onderwijs in overeenstemming met artikel 46 Wpo
7 e Montessorischool, Burg. De Vlugtschool, Community Center Einstein, Daltonbasisschool
De Horizon, De Globe, De Punt, Slootermeerschool, De Vlaamse Reua, De Zevensprong,
Goeman Borgesiusschool, Huizingaschool, Louis Bouwmeesterschool, Osdorpse
Montessorischool, P.J. Troelstraschool, Ru Paré en De Kans
Deelname lid dagelijks bestuur in de Raad van Toezicht
Vaststelling begroting en rekening, benoeming leden bestuur
Niet van toepassing
Rijksbekostiging rechtstreeks naar de stichting.
Naam
Juridische vorm
Vestigingplaats
Publiek belang
Programma
Doelstelling
Betrokkenen
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Participatie
Financiële bijdrage
Stichting Orion
Stichting
Amsterdam
Onderwijs en jeugd
Op basis van een indicatiestelling beschikbaar stellen van leerling gericht onderwijs.
Centrale stad / stadsdeel Nieuw-West
Toezichthouder: vaststelling begroting en rekening
Niet van toepassing
Rijksbekostiging rechtstreeks naar de stichting.
Naam
Juridische vorm
Vestigingplaats
Publiek belang
Programma
Doelstelling
Betrokkenen
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Participatie
Financiële bijdrage
Stichting Calandlyceum
Stichting
Amsterdam
Onderwijs en jeugd
Geven van toegankelijk onderwijs
Stadsdeel Nieuw-West
Toezichthouder: vaststelling begroting en rekening , benoeming leden Raad van Toezicht
en het bestuur
Niet van toepassing
Rijksbekostiging rechtstreeks naar de stichting
Naam
Juridische vorm
Vestigingplaats
Publiek belang
Programma
Doelstelling
Betrokkenen
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Participatie
Financiële bijdrage
Stichting Sporthal Caland
Stichting
Amsterdam
Sport en recreatie
Beschikbaar stellen van indoor sportmogelijkheden
Stadsdeel Nieuw-West
Aanstelling bestuur. Vaststelling begroting & rekening
Stadsdeel Nieuw-West
Het stadsdeel draagt jaarlijks maximaal 400.000 bij.
122

Naam
Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Spaarnwoude
Juridische vorm
Gemeenschappelijke Regeling
Vestigingplaats
Amsterdam
Publiek belang
Programma
Sport en recreatie
Doelstelling
Beschikbaar stellen van toegankelijke recreatieve mogelijkheden.
Betrokkenen
Provincie Noord-Holland / Centrale stad / Nieuw-West.
Bestuurlijk belang
Adviserend lid bestuur
Financieel belang
Participatie
Niet van toepassing
Financiële bijdrage Voor 2012 betreft het een bijdrage van 130.000.
Naam
Juridische vorm
Vestigingplaats
Publiek belang
Programma
Doelstelling
Betrokkenen
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Participatie
Financiële bijdrage
Stichting Sportcentrum Ookmeer
Stichting
Amsterdam
Sport en recreatie
Gelegenheid bieden van sportmogelijkheden
Stadsdeel Nieuw-West
Aanstelling bestuur. Vaststelling begroting en rekening
Niet van toepassing
Het stadsdeel draagt jaarlijks maximaal 613.000 bij.
123

5.8 Paragraaf Grondbeleid
A. Maatschappelijk effect (Wat wil de raad bereiken?)
Het vaststellen van grondbeleid is de bevoegdheid van de gemeenteraad op voordracht van het
college van B&W. Het college stelt jaarlijks de handleiding grondprijsbepaling vast. Het stadsdeel is in
incidentele gevallen bevoegd om hierover met de potentiële afnemers afwijkende afspraken te maken.
Voor de aankoop van grond en vastgoed is een centrale goedkeuring vereist. Dit geldt eveneens voor
de ruimtelijke plannen met investeringen of opbrengsten hoger dan 0,5 miljoen. Deze plannen
worden na de vaststelling toegelaten in het Stimuleringsfonds dan wel Vereveningsfonds.
De grondexploitatiegebieden met investeringen of opbrengsten lager dan 0,5 miljoen worden in
eigen beheer uitgevoerd en via de reserves van het stadsdeel verantwoord. Deze reserves worden
o.a. gevoed door de positieve resultaten van eigen grondexploitaties en de nog geldende
bonusregeling ten gevolge van de resultaatsverbetering bij afgeronde projecten. Het plafond van
0,5 miljoen wordt met ingang van 1 januari 2012 opgetrokken naar 5,0 miljoen waardoor het
stadsdeel meer in de gelegenheid wordt gesteld een eigen beleid te voeren. Lopende projecten onder
genoemd bedragen worden in 2012 overgedragen aan het stadsdeel.
Het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (OGA) heeft als fondsbeheerder de centraal stedelijke
verantwoordelijkheid voor gebied- en vastgoedontwikkeling in Amsterdam. Naast de toetsingstaken is
OGA betrokken in het beheer van uitgegeven erfpachtrechten. Uitgiftedossiers waarin bestuurlijke
keuzen gemaakt worden, worden aan het stadsdeel ter behandeling aangeboden.
Twee maal per jaar (bij de rapportage van het Resultaat Actieve Grondexploitaties (RAG)) wordt aan
het college van B&W inzicht gegeven in de financiële en programmatische voortgang van de
vastgestelde grondexploitaties met meerjarenperspectief en risicoanalyses. Deze rapportages
verschijnen in het voorjaar (lenteRAG) en aan het einde van het jaar (eindejaarsRAG).
A. Visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen
Het grondbeleid, voor zover het stadsdeel daartoe bevoegd is, is erop gericht om ruimtelijke
ontwikkelingen te creëren waarbij de leef- en werk situatie voor de bewoners en ondernemers wordt
geoptimaliseerd. Beleid in dit verband wordt in 2012 voorbereid en aan de deelraad voorgelegd.
B. Wijze waarop grondbeleid wordt uitgevoerd
Per plangebied waar het stadsdeel ontwikkelingen wenst te realiseren, wordt, uitgaande van
sloop/nieuwbouw. normaliter een traditionele grondexploitatie opgesteld op basis van
randvoorwaarden en ruimtelijke programma’s .
Steeds vaker worden ook bestaande erfpachtlocaties herontwikkeld waarbij de vastgoedeigenaren
een belangrijke rol toebedeeld krijgen. Verder zijn er economisch gezien verouderde opstallen die
getransformeerd worden tot een andere bestemming.
In diverse projectteams worden veelal de (herziene) stedenbouwkundige randvoorwaarden opgesteld
en wordt het erfpachtcontract conform het geldende grondprijsbeleid aangepast aan de nieuwe
situatie. Per uitwerkingsplan wordt tussen de diverse partijen een gebiedscontract opgesteld.
Bij de ontwikkeling van nieuwe stedelijke vernieuwingsgebieden zijn de corporaties vooralsnog
verantwoordelijk voor de grondexploitatie. Dit betekent dat - naast het realiseren van de bouwopgave
– de corporaties nu ook verantwoordelijk zijn voor de verwervingen, het interim beheer, de inrichting
van de openbare ruimte en alle overige zaken die traditioneel gezien vallen onder de gemeentelijke
grondexploitatie.
Belangrijk hierbij zijn de inrichtingskosten van de openbare ruimte. Deze kosten worden voor 90%
door de betreffende corporatie gedragen, het stadsdeel draagt 10% bij uit eigen middelen.
124

C. Actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie
De meest actuele prognoses worden uitgebreid behandeld in het komende RAG. De deelraad zal
hierover afzonderlijk geïnformeerd worden nadat OGA en ACAM hebben ingestemd met de
rapportage.
De heroverwegingen en de daaruit voortvloeiende afspraken tussen het bestuur en de corporaties
hebben de doorlooptijd van de projecten nadelig beïnvloed. Dit heeft als gevolg dat beheerkosten
binnen de potentiële bouwlocaties worden overschreden en dat de investeringen en opbrengsten op
een later tijdstip worden gerealiseerd. Bewaakt moet worden dat de huidige kwaliteit van de openbare
ruimte en van de bestaande bebouwing niet achteruit gaat ten gevolge van vertraagde planuitvoering.
Verder zullen er extra middelen nodig zijn om de oplopende kosten van interim beheer te dekken.
In de geactualiseerde begrotingen van projecten in het Vereveningsfonds en Stimuleringsfonds
worden de historische investeringen/opbrengsten en de toekomstige investeringen/opbrengsten
opgenomen. De verwachting is dat het aantal in productie genomen plannen in 2012 zal teruglopen in
verband met de eerdere planafsluitingen, terwijl voor een beperkt aantal plannen investeringsbesluiten
worden voorbereid. Volgens de meerjarenraming wordt in het jaar 2012 minder geïnvesteerd in
grondproductie dan de jaren ervoor, terwijl de grondopbrengsten theoretisch gezien op een gelijk
niveau blijven als in de voorgaande jaren. Door deze neerwaartse trend is er via de grondexploitaties
minder geld beschikbaar voor de apparaatkosten. Voor projecten met een tekort is er in principe
dekking aanwezig via de stedelijke fondsen.
Het stadsdeel heeft thans minder eigen plannen in ontwikkeling dan voorheen. Deze eigen plannen
vallen onder de stadsdeelreserve(s). Naast de lopende projecten zijn er een aantal projecten in
voorbereiding waarvoor nog geen investeringsbesluiten zijn genomen. Deze (pijplijn)plannen worden
nog getoetst op marktechnische en bestuurlijke haalbaarheid. De stedelijke beleidsopgave legt
namelijk meer nadruk op het beheer en tijdelijk minder in de ontwikkeling van nieuwe projecten. Dat
geldt ook voor de corporatieplannen (zie Raamovereenkomst: nieuwe verhoudingen). Het stadsdeel is
verantwoordelijk voor de financiering van 10% van de investeringen in de herinrichting van de
openbare ruimte van de Raamovereenkomstplannen. Voor de dekking wordt doorgaans een beroep
gedaan op de reserves. Volgens de planning worden in 2012 nog minimaal 5 projecten afgesloten,
herzien dan wel beëindigd.
D. Onderbouwing geraamde winstneming
De in 2012 af te sluiten plannen zullen naar verwachting een neutraal resultaat laten zien. Het OGA is
voornemens de planafsluitingprocedure te herzien, waardoor de bonusregeling gaat vervallen. Bij een
ongunstige resultaatontwikkeling is de bijdrage van het stadsdeel gemaximaliseerd op 0,5 miljoen
per plan. Indien deze ontwikkeling zich voordoet heeft het stadsdeel de mogelijkheid de
afsluitingsprocedure te faseren.
E. Uitgangspunten reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van grondzaken
Als gevolg van de gemeentelijke heroverwegingen en de koerswijzingen bij de corporaties lopen de
projecten vertragingen op, neemt de omvang van het bouwprogramma af en nemen de risico’s toe.
De risico’s verbonden aan de plannen zijn dus toe te kennen aan autonome ontwikkelingen. De
centrale stad, participerende marktpartijen en corporaties zijn hiervoor verantwoordelijk. Het stadsdeel
heeft hierin betrekkelijk een klein aandeel. Voor de effecten van niet-autonome ontwikkelingen zijn
voor de komende jaren alvast reserveringen getroffen.
Enerzijds kan de vertraging in het bouwprogramma invloed hebben op het volume van de reserves,
gezien het feit dat er tijdelijke beheersmaatregelen en extra interim beheer faciliteiten benodigd zijn.
Anderzijds kunnen de geoormerkte bedragen in de reserves later worden aangesproken. Te denken
125

valt aan de geplande 10% eigen bijdragen aan de inrichting van het openbare gebied. Bij de
Stimuleringsfondsprojecten onder de oude en nieuwe verhoudingen zijn de effecten van vertraagde
planuitvoering zichtbaar.
De tegenvallende resultaten van de zogenoemde Bouwportemonnee-plannen, die onder het
Vereveningsfonds vallen, kunnen bij de planafsluiting eveneens een risico vormen.
De mogelijke risico’s verbonden aan de plannen worden periodiek geïnventariseerd en de financiële
gevolgen worden in beeld gebracht. De huidige ruimte in de reserves is vooralsnog voldoende om de
financiële risico’s op te vangen. In 2012 worden de diverse reserves die betrekking hebben op
grondproductie samengebundeld tot één reserve. Een besluit daartoe zal afzonderlijk aan de deelraad
worden voorgelegd.
126

5.9 Paragraaf Totaalbeeld
In de deze paragraaf worden de baten en lasten van de 12 + 1 programma’s getotaliseerd.
Financiële tabel voor baten, lasten en saldo (conform E in programma’s)
Programma´s (x 1.000)
Baten
2012
Baten
2013
Baten
2014
P01 Dienstverlening 5.444 5.444 5.444 5.444
P02 Openbare orde en veiligheid 0 0 0 0
P03 Verkeer en infrastructuur 5.760 5.760 5.760 5.760
P04 Werk, inkomen en economie 355 355 355 355
P05 Onderwijs en Jeugd 9.234 1.591 1.580 1.567
P06 Welzijn en zorg 1.755 100 100 100
P07 Sport en recreatie 1.521 1.548 1.548 1.548
P08 Cultuur en monumenten 33 33 33 33
P09 Openbare ruimte en groen 576 576 576 576
P10 Milieu en water 16.829 17.062 16.876 16.706
P11 Stedelijke ontwikkeling 9.384 9.122 5.502 5.502
P12 Bestuur en ondersteuning 0 0 0 0
Algemene dekkingsmiddelen 129.572 127.722 125.822 124.342
Resultaat voor bestemming 180.462 169.313 163.596 161.933
Totaal mutaties reserves 7.941 5.212 4.531 3.736
Totaal (afgerond) 188.405 174.525 168.127 165.669
Baten
2015
Programma´s (x 1.000)
Lasten
2012
Lasten
2013
Lasten
2014
Lasten
2015
P01 Dienstverlening 13.470 13.211 13.134 13.108
P02 Openbare orde en veiligheid 5.258 5.217 4.334 4.422
P03 Verkeer en infrastructuur 6.345 6.328 6.281 6.278
P04 Werk, inkomen en economie 2.023 1.941 1.689 1.689
P05 Onderwijs en Jeugd 44.418 34.559 33.840 34.373
P06 Welzijn en zorg 17.889 16.017 15.712 15.743
P07 Sport en recreatie 11.113 10.478 10.214 10.169
P08 Cultuur en monumenten 6.722 6.409 6.406 6.405
P09 Openbare ruimte en groen 33.832 34.567 34.877 36.026
P10 Milieu en water 19.231 18.911 18.255 18.066
P11 Stedelijke ontwikkeling 18.061 20.439 16.293 16.302
P12 Bestuur en ondersteuning 6.915 6.884 6.859 6.851
Algemene dekkingsmiddelen 839 -2.934 -5.607 -6.412
Resultaat voor bestemming 186.116 172.027 162.287 163.020
Totaal mutaties reserves 2.287 2.496 5.840 2.647
Totaal (afgerond) 188.403 174.523 168.127 165.667
127

Programma´s (x 1.000)
Saldo
2012
Saldo
2013
Saldo
2014
P01 Dienstverlening -8.026 -7.767 -7.690 -7.664
P02 Openbare orde en veiligheid -5.258 -5.217 -4.334 -4.422
P03 Verkeer en infrastructuur -585 -568 -521 -518
P04 Werk, inkomen en economie -1.668 -1.586 -1.334 -1.334
P05 Onderwijs en Jeugd -35.184 -32.968 -32.260 -32.806
P06 Welzijn en zorg -16.134 -15.917 -15.612 -15.643
P07 Sport en recreatie -9.592 -8.930 -8.666 -8.621
P08 Cultuur en monumenten -6.689 -6.376 -6.373 -6.372
P09 Openbare ruimte en groen -33.256 -33.991 -34.301 -35.450
P10 Milieu en water -2.402 -1.849 -1.379 -1.360
P11 Stedelijke ontwikkeling -8.677 -11.317 -10.791 -10.800
P12 Bestuur en ondersteuning -6.915 -6.884 -6.859 -6.851
Algemene dekkingsmiddelen 128.733 130.656 131.429 130.754
Resultaat voor bestemming -5.653 -2.714 1.309 -1.087
Totaal mutaties reserves 5.653 2.714 -1.309 1.087
Totaal (afgerond) 0 0 0 0
Saldo
2015
Financiële uitgangspunten (meerjarig)
Hieronder wordt weergegeven welke uitgangspunten zijn gehanteerd met betrekking tot de in de
begroting verwerkte verwachte prijsontwikkelingen met betrekking tot salariskosten, nominale
ontwikkelingen, subsidies alsmede de geprognosticeerde rente leningfonds. De in de tabel
opgenomen stijgingen zijn ten opzichte van de meerjarenraming uit de programmabegroting 2011.
Geprognosticeerde ontwikkelingen in % 2012 2013 2014 2015
Salariskosten 2,84% 2,84% 2,84% 2,84%
Materiële uitgaven 3,00% 3,00% 3,00% 3,00%
Subsidies 2,90% 2,90% 2,90% 2,90%
Rente rekening courant 3,50% 3,50% 3,50% 3,50%
Rente leningfonds 4,50% 4,50% 4,50% 4,50%
Materiële uitgaven
In de begroting houden we rekening met prijsontwikkelingen. Het Centraal Planbureau rekent de te
verwachten prijsmutaties voor. Tevens maakt het Centraal Planbureau de gerealiseerde prijsmutaties
over het afgelopen jaar bekend. Deze realisatiegegevens vergelijken wij met de voor het afgelopen
jaar opgenomen prijsstijgingspercentages. Eventuele verschillen verdisconteren wij in de nominale
ontwikkeling voor het nieuwe begrotingsjaar.
Op basis van de verwachte prijsmutaties van het CBS voor 2012 en de afrekening voor de in 2010
meegenomen nominale uitgangspunten ontstaat een nominale indexatie op materiële uitgaven van
3,0% en een nominale indexatie op subsidies van 2,9%. Meerjarig wordt in de circulaire geadviseerd
om de nominale ontwikkelingen ten opzichte van 2012 op 0 % te stellen. Wij sluiten hierbij aan bij de
uitgangspunten van de centrale stad.
Rente rekening courant
Het te hanteren rentepercentage voor het saldo rekening courant is door de centrale stad bepaald op
3,50 %.
Rente leningfonds
De rentecomponent over investeringen 2012 (de omslagrente) is overgenomen uit het Financieel
Meerjarenperspectief 2012-2015 van de centrale stad. Deze bedraagt voor 2012 4,50%. Ten opzichte
van de begroting 2011 houdt dit een stijging in van 0,25%.
128

Bijlagen
129

130

Bijlage I: Subsidieplafond 2012 Nieuw-West
Subsidieplafond 2012 stadsdeel Nieuw-West (afdeling 4.2.2 Awb)
Beleidsregels en producten
Bedrag in
Programma 4: Werk, inkomen en economie 29.140
stimuleren werkgelegenheid 29.140
Programma 5: Onderwijs en Jeugd: 7.924.695
natuur en milieu educatie 14.200
schoolbegeleiding 505.512
schoolmaatschappelijk werk 345.000
flankerend onderwijs 143.590
consensusvoorziengen 367.992
overige activiteiten brede school 798.000
ouderbetrokkenheid 600.000
VVE 1.398.304
jongerenwerk 2.000.000
jongerenservicpunten 125.702
jeugd & veiligheid 140.000
huttenbouw 184.000
organisatie OKC 906.268
kinderopvang sociaal medisch indicatie 125.010
kinderopvang sociaal medisch indicatie 162.117
cultuurparticipatie jongeren 109.000
Programma 6: Welzijn en Zorg: 7.797.533
vrijwilligersondersteuning 150.000
vrouwencentra 330.000
WMO armoedebeleid 35.000
huis van de wijk 3.003.080
vrijwilligersactiviteiten 640.982
maatschappelijk werk 2.045.000
sociaal raadslieden 600.000
schuldhulpverlening 446.863
thuismaaltijden 232.874
kleine woningaanpassingen 130.392
maatjescontact 65.000
WMO podia (belangbehartiging) 18.342
preventieve huisbezoek 100.000
Programma 7: Sport en recreatie: 552.101
sportbeleid 102.901
sportactiviteiten 449.200
Programma 8: Cultuur en monumenten: 4.079.583
centrum voor beelden en kunst 22.932
overige culturele activiteiten 190.640
Meervaart 1.426.945
Openbare Bibliotheek 2.439.066
Programma 9: Openbare ruimte en groen: 185.000
kinderboerderijen 185.000
Programma 11: Stedelijke ontwikkeling: 184.836
wijksteunpunt wonen 184.836
Vaststelling Subsidieplafond 2012 (eigen middelen) 20.752.888
131

Subsidieplafond 2012 stadsdeel Nieuw-West (afdeling 4.2.2 Awb)
Begrote externe middelen diensten
Programma 5: Onderwijs en jeugd
Bedrag in
VVE 7.633.430
Programma 6: Welzijn en zorg
Brede Doeluitkering DWZS 1.972.935
Programma 11: Stedelijke ontwikkeling
Beleid stedelijke ontwikkeling 281.500
Vaststelling Subsidieplafond 2012 (externe middelen) 9.887.865
Subsidieplafond 2012 totaal
Bedrag in
Vaststelling Subsidieplafond 2012 (eigen middelen) 20.752.888
Vaststelling Subsidieplafond 2012 (externe middelen) 9.887.865
Vaststelling Subsidieplafond 2012 (totaal) 30.640.753
132

Bijlage II: Staat reserves en voorzieningen
Onderstaande tabellen geven het verloop van de reserves en voorzieningen weer, waarbij de stand van de jaarrekening 2010 als basis is gebruikt en de
mutaties 2011 zoals verwerkt in de begroting 2011 zijn meegenomen. Dit levert de verwachte stand ultimo 2011 op. Verder staan hier op basis van
ervaringscijfers 2010-2011 mutaties verwerkt. Op dit moment vindt nog een herijking van reserves en voorzieningen plaats. In december 2011 wordt deze
herijking ter kennisname aan de deelraad aangeboden. Besluitvorming over deze herijking vindt plaats tegelijk met de jaarrekening 2011.
Overzicht reserves (bedragen x 1.000)
Programma 1: Dienstverlening
Verwachte
stand ultimo
2011
Begroot 2012 Verwachte Begroot 2013 Verwachte Begroot 2014 Verwachte Begroot 2015
stand ultimo
stand ultimo
stand ultimo
+ -/-
2012
+ -/-
2013
+ -/-
2014
+ -/-
Verwachte
stand ultimo
2015
051450 OSD Verkiezingen 15 15 15 15 15
Subtotaal Programma 1: Dienstverlening 15 0 0 15 0 0 15 0 0 15 0 0 15
Programma 2: Openbare orde en
veiligheid
051510 OSD Veiligheid 32 32 32 32 32
NW Vervreemding (jaarrekening) 156 156 156 156 156
Subtotaal Programma 2: Openbare orde
en veiligheid
Programma 3: Verkeer en vervoer
051410 NW Verkeersveiligheid en
Parkeerfonds*
051410 SLV Reserve parkeerfonds
Slotervaart
051511 OSD Mobiliteitsfonds Osdorp
(verkeersveiligheid + parkeerfonds)
051512 SLV Reserve verkeersveiligheid
SLV
Subtotaal Programma 3: Verkeer en
vervoer
188 0 0 188 0 0 188 0 0 188 0 0 188
6.655 1.108 1.591 6.172 1.108 1.591 5.689 1.108 1.591 5.205 1.108 1.591 4.722
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
6.655 1.108 1.591 6.172 1.108 1.591 5.689 1.108 1.591 5.205 1.108 1.591 4.722
133

Overzicht reserves (bedragen x 1.000)
Programma 4: Werk, inkomen en
economie
051475 GV Vervanging electra
voorziening markt
051485 SLV Reserve stimuleringsregeling
detailh
051491 SLV Bestemmingsreserve
Weekmarkt Sierplein
Subtotaal Programma 4: Werk, inkomen
en economie
Programma 5: Onderwijs en jeugd
051300 OSD Egalisatie kapitaallst
J.Woortmanpl.5
051301 SLV Reserve vrijval Kapitaallasten
kinderopv
Verwachte
stand ultimo
2011
Begroot 2012 Verwachte Begroot 2013 Verwachte Begroot 2014 Verwachte Begroot 2015
stand ultimo
stand ultimo
stand ultimo
+ -/-
2012
+ -/-
2013
+ -/-
2014
+ -/-
Verwachte
stand ultimo
2015
98 8 106 8 115 8 123 8 131
57 57 57 57 57
135 135 135 135 135
290 8 0 298 8 0 306 8 0 315 8 0 323
664 664 664 664 664
22 22 22 22 22
051305 GV Huisvestingplan onderwijs 0 0 0 0 0
051305 NW Egalisatie kapitaallasten
onderwijshuisvesting
051305 SLV Egalisatiereserve IHP
huisvesting
051419 OSD Funcke Kuperterrein (bouw
Ichthusschool)
051430 OSD Lokaal Onderw.Bel./Brede
Sch.
8.855 376 2.242 6.989 476 2.336 5.129 576 2.053 3.652 676 1.259 3.070
0 0 0 0 0
1.793 1.793 1.793 1.793 1.793
59 59 59 59 59
051431 SLV Reserve VVE 12 12 12 12 12
051432 SLV BR VVE (realisatie 5
voorscholen)
051484 SLV Reserve uitvoering nota Jong
Slotervaart
051600 OSD Best.res. Act. sociaal en
veiligheid (verbouweing Kikker)
051600 OSD Best.res. Act. sociaal en
veiligheid (JSP)
600 600 600 600 600
0 0 0 0 0
300 300 300 300 300
0 0 0 0 0
134

Overzicht reserves (bedragen x 1.000)
051600 OSD Best.res. Act. sociaal en
veiligheid (Mannencentrum)
051600 OSD Best.res. Act. sociaal en
veiligheid (NME-plan schoolwerktuin)
051600 OSD Best.res. Act. sociaal en
veiligheid (Veiligheid)
Verwachte
stand ultimo
2011
Begroot 2012 Verwachte Begroot 2013 Verwachte Begroot 2014 Verwachte Begroot 2015
stand ultimo
stand ultimo
stand ultimo
+ -/-
2012
+ -/-
2013
+ -/-
2014
+ -/-
Verwachte
stand ultimo
2015
75 75 75 75 75
75 75 75 75 75
15 15 15 15 15
051601 OSD BR VVE (besluit 1292sdo10) 394 394 394 394 394
Subtotaal Programma 5: Onderwijs en
jeugd
Programma 6: Welzijn en zorg
051304 SLV Reserve vrijval kap.lasten
J.Veltmanstr.
12.863 376 2.242 10.998 476 2.336 9.138 576 2.053 7.661 676 1.259 7.079
748 83 665 81 584 81 502 81 421
051481 OSD Welzijnaccomodaties 252 252 252 252 252
051492 OSD BR Activiteiten Sociaal en
Veiligheid
1.507 1.507 1.507 1.507 1.507
NW Spekmangelden (jaarrekening) 267 267 267 267 267
Subtotaal Programma 6: Welzijn en zorg 2.774 0 83 2.691 0 81 2.610 0 81 2.528 0 81 2.447
Programma 7: Sport en recreatie
051303 SLV Reserve optimalisering
Velodrome
567 90 184 473 90 177 386 90 177 298 90 177 211
051470 GV Exploitatie Sloterparkbad 172 172 172 172 172
051471 SLV reserve handen ineen voor
spp Sloten
0 0 0 0 0
051480 SLV Reserve ´t Landje 19 19 19 19 19
051482 OSD Verevening MFSC (Multi
Functioneel Sport Centrum)
500 500 500 500 500
051483 OSD Leefbaarheid 84 84 84 84 84
Subtotaal Programma 7: Sport en
recreatie
Programma 8: Cultuur en monumenten
1.342 90 184 1.248 90 177 1.161 90 177 1.074 90 177 986
051490 OSD jonge Monumenten 79 79 79 79 79
Subtotaal Programma 08 Cultuur en
monumenten
79 0 0 79 0 0 79 0 0 79 0 0 79
135

Overzicht reserves (bedragen x 1.000)
Programma 9: Openbare ruimte en groen
051410 NW Verkeersveiligheid en
Parkeerfonds*
Verwachte
stand ultimo
2011
Begroot 2012 Verwachte Begroot 2013 Verwachte Begroot 2014 Verwachte Begroot 2015
stand ultimo
stand ultimo
stand ultimo
+ -/-
2012
+ -/-
2013
+ -/-
2014
+ -/-
Verwachte
stand ultimo
2015
0 600 -600 600 -1.200 600 -1.800 600 -2.400
051412 OSD Tuinen van West 400 400 400 400 400
051413 GV Stadsdeelgroenfonds 0 0 0 0 0
051421 SLV Res.bydragen openb.ruimte
vernieuwinggeb
1.632 1.632 1.632 1.632 1.632
Interventies Sloterplas (berap) 250 250 250 250 250
Vervanging materieel (berap) 375 100 275 250 25 25 25
Subtotaal Programma 9: Openbare
ruimte en groen
Programma 10: Milieu en water
051302 SLV Reserve kap.lasten
ondergrondse contain
2.657 0 700 1.957 0 850 1.107 0 600 507 0 600 -93
1.111 1.111 1.111 1.111 1.111
051411 OSD Egalisatie Afvalstoffenheffing 1.804 1.804 1.804 1.804 1.804
Subtotaal Programma 10: Milieu en water 2.915 0 0 2.915 0 0 2.915 0 0 2.915 0 0 2.915
Programma 11: Stedelijke ontwikkeling
051415 GV Egalisatie voorz.afsluiting
grondexpl.plannen
62 62 62 62 62
051416 GV Kwaliteitsimpuls geuzenbaan 253 253 253 253 253
051417 GV Stadsdeelbijdrage
vernieuwing Buurt 5/gz
051418 OSD Vernieuwing Osdorp
(BRVO= BestemmingsReserve Vernieuwing
Osdorp)
4.311 601 4.912 601 5.512 601 6.113 601 6.713
5.922 414 5.508 148 5.360 5.360 5.360
051420 SLV Stadsdeelvereveningsreserve 4.296 4.296 4.296 4.296 4.296
051440 GV Toetsen bouwplannen 0 0 0 0 0
051441 SLV Stedelijke vernieuwing pers. 0 0 0 0 0
051502 GV Reserve BTW over ISV 0 0 0 0 0
051505 SLV Tariefegalisatie projectbureau -28 28 -56 28 -85 28 -113 28 -141
Subtotaal Programma 11: Stedelijke
ontwikkeling
14.815 601 442 14.974 601 176 15.398 601 28 15.970 601 28 16.542
136

Overzicht reserves (bedragen x 1.000)
Programma 12: Bestuur en
ondersteuning
051465 OSD Egalisatie
expl.lst.stadsdeelhuis
051466 SLV Nieuw SDK reserve
Slotervaart (oude naam:reserve nieuw
stadsdeelkantoor)
Verwachte
stand ultimo
2011
Begroot 2012 Verwachte Begroot 2013 Verwachte Begroot 2014 Verwachte Begroot 2015
stand ultimo
stand ultimo
stand ultimo
+ -/-
2012
+ -/-
2013
+ -/-
2014
+ -/-
Verwachte
stand ultimo
2015
955 955 955 955 955
966 966 966 966 966
051500 GV Egalisatie BCF 0 0 0 0 0
051501 GV Pseudo WW 0 0 0 0 0
051503 SLV Reserve ondersteuning
stadsdeelraad
051504 SLV Reserve vervanging
automatisering
Subtotaal Programma 12: Bestuur en
ondersteuning
Programma 13: Algemene
dekkingsmiddelen
46 46 46 46 46
209 105 314 105 418 105 523 105 628
2.176 105 0 2.281 105 0 2.385 105 0 2.490 105 0 2.594
051100 NW Algemene reserve 9.411 2.700 6.711 109 6.820 3.353 10.172 60 10.233
051506 OSD BR BTW Compensatiefonds 0 0 0 0 0
051603 GV Bestemmingsreserve
Overhevelingsreserve¹
Subtotaal Programma 13: Algemene
dekkingsmiddelen
516 516 516 516 516
9.927 0 2.700 7.227 109 0 7.335 3.353 0 10.688 60 0 10.748
Totaal reserves 56.695 2.287 7.941 51.041 2.496 5.212 48.325 5.840 4.531 49.635 2.647 3.736 48.546
* De inkomsten van parkeergelden worden op programma 3 verantwoord en toegevoegd aan het parkeerfonds. Onttrekking aan het parkeerfonds gaat naar programma 3 voor parkeer gerelateerde
kosten en naar programma 9 voor onderhoud aan de openbare ruimte.
137

Overzicht voorzieningen (bedragen x
1.000)
Programma 4: Werk, inkomen en
economie
Verwachte Begroot 2012 Verwachte Begroot 2013 Verwachte Begroot 2014 Verwachte Begroot 2015
stand ultimo
stand
stand
stand
2011 + -/- ultimo 2012 + -/- ultimo 2013 + -/- ultimo 2014 + -/-
Verwachte
stand
ultimo 2015
062051 GV Winkelfonds ISV 14 14 14 14 14
Subtotaal Programma 4: Werk, inkomen
en economie 14 0 0 14 0 0 14 0 0 14 0 0 14
Programma 5: Onderwijs en jeugd
062075 GV Doorbelasting ex.art. 49-102
wbo 59 59 59 59 59
062076 SLV voorz. financiële gelijkstelling
onderw. 746 746 746 746 746
062104 SLV Voorz.afwikkeling stichting
Orion 107 107 107 107 107
062105 OSD VZ dekking Koers Nieuw
West 10 10 10 10 10
062127 OSD Sociale vernieuwing
onderwijs 0 0 0 0 0
062150 NW Bruidschat(ten) Openbaar
Onderwijs 10 10 10 10 10
062150 OSD Bruidschat OSO 0 0 0 0 0
062150 SLV Voorziening Bruidsschat 0 0 0 0 0
062202 GV Groot onderhoud pluspunt 308 308 308 308 308
062225 OSD Huisvesting BO en SO 198 198 198 198 198
062226 OSD Huisvesting Onderwijs
(DMO) 469 469 469 469 469
062227 GV Huisvesting A.G. Bell 321 321 321 321 321
062228 GV Huisvesting 84 84 84 84 84
062229 GV Doorlopende verplichtingen
Speciaal BO (dekking kapitaallasten) 51 51 51 51 51
062851 GV Doorbelasting ex.art. 57
isovo 121 121 121 121 121
062852 OSD Doorvergoeding OBO 36 36 36 36 36
Subtotaal Programma 5: Onderwijs en
jeugd 2.521 0 0 2.521 0 0 2.521 0 0 2.521 0 0 2.521
138

Overzicht voorzieningen (bedragen x
1.000)
Programma 6: Welzijn en zorg
Verwachte Begroot 2012 Verwachte Begroot 2013 Verwachte Begroot 2014 Verwachte Begroot 2015
stand ultimo
stand
stand
stand
2011 + -/- ultimo 2012 + -/- ultimo 2013 + -/- ultimo 2014 + -/-
Verwachte
stand
ultimo 2015
062050 OSD Welzijnaccom. Beleid (ISV) 30 30 30 30 30
062101 OSD Welzijnsverzamelpl. Meer &
Oever 119 119 119 119 119
062103 SLV Voorziening derdengelden 536 536 536 536 536
062828 OSD Schuldhulpverlening 106 106 106 106 106
062853 OSD Voorziening Activiteiten
sociaal en veiligheid -6 -6 -6 -6 -6
062854 OSD Voorziening K. met Kansen 50 50 50 50 50
Subtotaal Programma 6: Welzijn en zorg 835 0 0 835 0 0 835 0 0 835 0 0 835
Programma 7: Sport en recreatie
062100 OSD Renovatieonderhoud sport 694 553 1.247 553 1.799 553 2.352 553 2.904
062850 OSD Heffingen & energiekst.Sport 140 140 140 140 140
Subtotaal Programma 07 Sport en
recreatie 835 553 0 1.387 553 0 1.940 553 0 2.492 553 0 3.045
Programma 8: Cultuur en monumenten
062125 GV Westbeachfilm festival 2 2 2 2 2
Subtotaal Programma 8: Cultuur en
monumenten 2 0 0 2 0 0 2 0 0 2 0 0 2
Programma 9: Openbare ruimte en groen
062175 OSD Onderhoud
waterbouwkundige werken 729 189 918 189 1.106 189 1.295 189 1.483
062176 OSD Onderhoud verhardingen 6.223 1.462 7.685 1.172 8.856 439 9.295 439 9.734
062177 OSD Vervangen Bomen 433 96 529 96 625 96 721 96 817
062178 GV Klein onderhoud plantsoenen 373 373 373 373 373
062200 OSD Groot onderhoud gebouw werf 29 10 39 10 49 10 59 10 69
062800 SLV Voorziening compensatie
salariskosten 33 33 33 33 33
062825 OSD Calandpleintje 150 150 150 150 150
062826 OSD Woonboten 279 279 279 279 279
Subtotaal Programma 9: Openbare
ruimte en groen 8.249 1.757 0 10.006 1.466 0 11.472 734 0 12.205 734 0 12.939
139

Overzicht voorzieningen (bedragen x
1.000)
Programma 10: Milieu en water
Verwachte Begroot 2012 Verwachte Begroot 2013 Verwachte Begroot 2014 Verwachte Begroot 2015
stand ultimo
stand
stand
stand
2011 + -/- ultimo 2012 + -/- ultimo 2013 + -/- ultimo 2014 + -/-
Verwachte
stand
ultimo 2015
062830 SLV
Voorz.kstega.uitvprog.klimaatb 2004-2007 8 8 8 8 8
Subtotaal Programma 10: Milieu en water 8 0 0 8 0 0 8 0 0 8 0 0 8
Programma 11: Stedelijke ontwikkeling
062102 OSD Aan-/Verkoop oude ALO 17 17 17 17 17
062126 GV Kast en plastificeren
bestemm. Plannen 25 25 25 25 25
062201 OSD Groot onderh/ren
onroer.goed 939 939 939 939 939
062203 SLV voorziening onderhoud
permanent beheer 592 0 592 0 592 0 592 0 592
062250 OSD Tekorten Grote projecten 0 0 0 0 0
062251 OSD VZ tekort GREX plan 1
CANW -155 -155 -155 -155 -155
062252 OSD VZ tekort GREX Caland II 745 745 745 745 745
062801 SLV Voorziening OZB 50 50 50 50 50
062827 OSD VZ Geactiveerde kosten De
Punt 95 95 95 95 95
062829 OSD Bestemmingsplannen 265 144 409 144 554 144 698 144 842
Subtotaal Programma 11: Stedelijke
ontwikkeling 2.572 144 0 2.717 144 0 2.861 144 0 3.005 144 0 3.149
140

Overzicht voorzieningen (bedragen x
1.000)
Programma 12: Bestuur en
ondersteuning
Verwachte Begroot 2012 Verwachte Begroot 2013 Verwachte Begroot 2014 Verwachte Begroot 2015
stand ultimo
stand
stand
stand
2011 + -/- ultimo 2012 + -/- ultimo 2013 + -/- ultimo 2014 + -/-
Verwachte
stand
ultimo 2015
062000 NW Pensioenen db-leden 3.769 52 3.821 52 3.873 52 3.924 52 3.976
062000 OSD Pensioenfonds DB leden 0 0 0 0 0
062000 SLV Voorziening pensioengelden
DB-leden 0 0 0 0 0
062025 NW Wachtgelden db-leden 374 91 465 91 556 91 647 91 738
062025 SLV Voorz.
Wachtgeld/outplacement DBleden 0 0 0 0 0
Subtotaal Programma 12: Bestuur en
ondersteuning 4.144 143 0 4.286 143 0 4.429 143 0 4.571 143 0 4.714
Totaal voorzieningen 19.179 2.596 0 21.775 2.306 0 24.080 1.573 0 25.653 1.573 0 27.226
Saldo reserves en voorzieningen 75.874 4.883 7.941 72.816 4.801 5.212 72.406 7.413 4.531 75.288 4.220 3.736 75.772
141

Bijlage III: begrippenlijst
Accountant
Door de stadsdeelraad aangewezen externe deskundige die is bevoegd verklaringen af te geven over administratieve
rapporten, zoals de jaarrekening en de declaraties, waarin hij/zij een uitspraak doet over de juistheid, rechtmatigheid en
doelmatigheid en die het stadsdeel ter zake adviseert. De rol van de accountant is vanwege doelmatigheidsbeoordelingen aan
verandering onderhevig. Zijn klankborden adviesfunctie voor bestuur en management wordt van grotere waarde.
Activeren
Het als bezitting opnemen op de balans en in de Investeringsstaat, waarbij de lasten over de gebruiksduur van het activum
worden gespreid.
Afschrijving
Het bedrag dat in de boekhouding tot uitdrukking wordt gebracht als waardevermindering van een duurzaam productiemiddel
(activum).
Administratieve organisatie
Het geheel van organisatorische maatregelen, gericht op het goed doen functioneren van de administratie in ruime zin. Door
interne en maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen van geldstromen, wordt het verkrijgen van inzicht in de eigen
processen, sturing en beheersbaarheid steeds belangrijker.
Afvalstoffenheffing
Een vergoeding in de vorm van belasting die gemeenten of stadsdelen kunnen heffen op grond van de Wet Milieu Beheer voor
het dekken van de kosten die zijn verbonden aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.
Algemene uitkering
Uitkering uit het gemeentefonds/stadsdeelfonds, die elke gemeente/stadsdeel elk jaar ontvangt, en wordt berekend naar
objectieve algemene verdeelmaatstaven.
Balans
De balans geeft de grootte en de samenstelling van het vermogen weer op het einde van een periode.
Baten en Lasten (stelsel van)
Stelsel waarbij de uitgaven (lasten) en inkomsten (baten) toegerekend worden aan en over de periode van het dienstjaar
waarop zij betrekking hebben.
Begroting
De gemeentebegroting/stadsdeelbegroting is het document dat een volledig overzicht bevat van het voorgenomen
gemeentelijk/stadsdeelbeleid in de vorm van een financiële vertaling van alle taken en activiteiten (uitgaven en inkomsten) voor
een bepaald jaar. Deze begroting is in de praktijk veelal de eerste schijf van de meerjarenraming en moet zodanig zijn
opgesteld dat de inzichtelijkheid gewaarborgd is.
Begrotingswijziging
Een formeel besluit van de stadsdeelraad of het dagelijks bestuur tot wijziging van de begroting, zoals die eerder door de raad
of het dagelijks bestuur was vastgesteld. Besluiten tot wijziging van de begroting kunnen worden genomen tot uiterlijk het einde
van het begrotingsjaar.
Belastingen/heffingen
‘Heffingen’ is een verzamelbegrip waaronder belastingen en retributies vallen. Belastingen zijn gedwongen bijdragen van
particuliere huishoudingen aan de overheid waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid tegenover staat
en die krachtens algemene regelen worden gevorderd.
Belastingverordening
De algemene regeling krachtens welke de heffing en invordering van een belasting geschiedt.
Beleidsbegroting
De begroting die expliciet door de gemeenteraad c.q. stadsdeelraad wordt vastgesteld, waarbij de verantwoordelijkheid voor de
hoofdlijnen van beheer en beleid in verhouding beter tot uitdrukking komen dan de gehanteerde, meer globale, indeling van de
beheersbegroting.
Bezuinigingen
Verlaging van uitgaven c.q. budgetten of verhoging van inkomsten op grond van bewuste beslissingen, al dan niet in
samenhang met beleidsaanpassingen.
Bouwgrondexploitatie
De begroting van kosten en opbrengsten van een of meer percelen grond die geschikt wordt gemaakt voor aankoop, bouwrijp
maken enzovoorts of voor uitgifte aan een koper of pachter met het doel hierop te bouwen c.q. voorzieningen aan te leggen.
142

Bruto-raming
Systeem dat inhoudt dat de inkomsten en uitgaven op elke functie tot een bruto bedrag dienen te worden opgenomen; er mag
geen saldering tussen de inkomsten en de daarmee verband houdende uitgaven plaatsvinden.
Budgetrecht
De bevoegdheid van de gemeente- of stadsdeelraad om de jaarlijkse begroting van de gemeente of van het stadsdeel vast te
stellen. Het budget is een van de belangrijkste instrumenten voor de raad om het gemeente- en stadsdeelbeleid te bepalen.
Budgetsubsidiëring
Bekostigingswijze waarbij sprake is van periodieke betaling van een tevoren tussen subsidiënt en gesubsidieerde
overeengekomen bindend budget.
Categorieën (economische)
Een onderverdeling van uitgaven en inkomsten in kosten- en batensoorten naar een ook in de bedrijfseconomie gangbare
onderverdeling.
Crediteur
Persoon of instelling die een geldelijke vordering heeft op het stadsdeel.
Debiteur
Persoon of instelling die een financiële verplichting heeft aan het stadsdeel.
Effectiviteit (doelgerichtheid)
De mate waarin een doel wordt bereikt.
Efficiency (doelmatigheid)
Het doelmatig inzetten van middelen bij het tot stand brengen van producten.
Financiering
De wijze waarop wordt voorzien in de kostendekking van een (meerjarige) investering in samenhang met de levensduur (ook
wel oneigenlijk: de wijze waarop een bepaalde uitgave financieel wordt gedekt).
Frictie-uitgaven
Dit zijn incidentele of kortlopende (men zou kunnen zeggen ‘meerjarig incidentele’) uitgaven die onvermijdelijk moeten worden
gemaakt om een ombuiging te realiseren.
Functies
Wijze van groepering van de uitgaven en inkomsten naar onderwerpen van gemeentelijke zorg.
Garantie of borgstelling
Een contractuele verplichting tot het betalen van rente en aflossing op een geldlening, in het geval de betrokken geldnemer zijn
verplichtingen niet nakomt.
Gemeentefonds
Fonds, waarin een deel van de opbrengst van de meeste rijksbelastingen wordt gestort, en waaruit elk jaar de algemene
uitkering aan de gemeenten wordt verstrekt.
Incidenteel
Eenmalig, werkt niet door naar volgende jaren.
Inkomsten
De financiële middelen van een gemeente die kunnen worden aangewend ter dekking van de uitgaven. De inkomsten bestaan
uit:
- tarieven;
- belastingen en retributies;
- algemene uitkering;
- specifieke uitkeringen.
Inning
De maatregelen die bevorderen dat de debiteuren de door hen verschuldigde bedragen op tijd en volledig betalen en het
eventueel tot betaling aanzetten van nalatige debiteuren.
Interne controle
Het toezicht van daartoe binnen de organisatie aangewezen medewerkers op het naleven van procedures met financiële
gevolgen, primair gericht op de rechtmatigheid en secundair op de doelmatigheid.
Investering
Uitgave ter verwerving (aanschafproductie) van een of meer goederen of ter bereiking van een doel waaraan een nuttigheid
(levensduur) kan worden toegekend langer dan een jaar.
143

Invordering
Inning van geldelijke bedragen van en vordering op derden met behulp van juridische maatregelen.
Jaarrekening
De rekening is het document, waarin de uitvoering van de begroting, zoals die wordt geregistreerd in de administratie, tot
uitdrukking komt na afloop van het dienstjaar. De rekening met de werkelijke cijfers van het dienstjaar is te beschouwen als het
sluitstuk van de financiële en comptabele gebeurtenissen.
Kapitaallasten
De jaarlijkse lasten van afschrijving en rente over de geactiveerde uitgaven.
Kengetallen
Gekwantificeerde grootheid die iets zegt over het functioneren van de organisatie (bijvoorbeeld personeelsbestand, aantal
inwoners, kosten per inwoner enzovoorts). Het gebruik van kengetallen maakt vergelijking met andere gemeenten en
vergelijking in tijd mogelijk. Een kengetal heeft een signaalfunctie.
Kostenverdeelstaat
De kostenverdeelstaat laat zien hoe de kosten, die zijn verzameld op de kostenplaatsen, worden verdeeld naar kostenplaatsen
en/of functies.
Leasing
Huurovereenkomst die bepalingen kan bevatten omtrent eigendomsoverdracht, de financiering en het onderhoud van het
gehuurde.
Leges
Door de gemeentewet bepaalde retributie als vergoeding van administratieve diensten aan de burger.
Meerjarenraming
Een meerjarenbegroting is een beleidsstuk, waarin het door de raad voor de middellange termijn bepaalde beleid (4 jaar) wordt
vastgelegd en financieel vertaald.
Normen
Taakstellende kengetallen of prestaties.
Ombuiging
Maatregel om het begrotingssaldo in positieve richting te wijzigen d.m.v. het niet aanwenden van begrotingsruimte, van
bezuinigen of van het verhogen van inkomsten. Bij het begrip ombuigen wordt vaak gedacht aan een verband met het
scheppen van ruimte voor nieuw beleid.
Onvoorziene uitgaven
Begrotingspost die standaard wordt opgenomen in elke begroting voor dekking van uitgaven die bij de vaststelling van de
begroting nog niet waren voorzien. Het financieel toezicht op de gemeente stelt hiervoor normen.
Parkeerstrook (stadsdeelfonds)
De uitkering uit het stadsdeelfonds wordt bepaald aan de hand van een formule X euro * aantal vierkante meters + Y euro *
aantal bejaarden + Z euro * aantal jongeren enzovoorts. Aan de uitkomst van deze formule worden budgetten toegevoegd, die
op de ‘parkeerstrook’ van het stadsdeelfonds staan. De individuele, aan de stadsdelen overgedragen budgetten (bijvoorbeeld
afgesplitste kapitaallasten permanent beheer) kunnen niet zonder grote herverdeeleffecten in de formule van het
stadsdeelfonds worden ondergebracht. In de loop van de tijd worden dergelijke budgetten op de parkeerstrook geparkeerd.
Eens in de 3 à 4 jaar wordt de parkeerstrook opgeschoond en getracht de formules zo aan te passen, dat de herverdeeleffecten
nihil zijn.
Perspectiefnota
Een rapportage die veelal in het voorjaar verschijnt (ook wel eerste kwartaalrapportage genoemd) en wordt gepresenteerd aan
het dagelijks bestuur, waarin wordt ingegaan op de financiële situatie van het stadsdeel, uitgaande van de jaarrekening van
vorig dienstjaar en de uitvoering van de begroting in het lopende dienstjaar en waarin een prognose wordt gegeven voor de
komende begroting(en).
Precariobelasting
Gemeentelijke belasting die geheven kan worden vanwege het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond of –
water, voor de openbare dienst bestemd.
Prestatiegegevens
Indicatoren die in kwantitatieve of kwalitatieve zin de resultaten aangeven van (overheids-) activiteiten. Gerelateerd aan een
begroting leidt dit tot een prestatiebegroting.
144

Prioriteit
Verhoging van uitgaven c.q. budgetten of verlaging van inkomsten op grond van bewuste beslissingen, al dan niet in
samenhang met beleidsaanpassingen.
Profijtbeginsel
Het profijtbeginsel houdt in dat voor concreet aanwijsbare en individueel gerichte dienstverlening degene die daarvan profiteert,
meebetaalt.
Raad voor de Stadsdeelfinanciën
Adviesorgaan ingesteld door de gemeenteraad, dat adviseert over de werking van het stadsdeelfonds.
Rechtmatigheid
De formele en materiële juistheid van de administratieve verantwoording van het gevoerde beleid. Bij formele juistheid gaat het
er om of de geadministreerde handelingen door daar toe bevoegde personen overeenkomstig gegeven voorschriften zijn
verricht. Bij materiële juistheid gaat het er om of de verantwoording en de boekhouding met de werkelijkheid overeenstemmen.
Reinigingsrecht
Reinigingsrecht is een retributie uit kracht van de gemeentewet die wordt geheven voor het inzamelen van huishoudelijk en
bedrijfsmatig afval.
Rente
De prijs die moet worden betaald voor het beschikbaar stellen (uitlenen) van geld, uitgedrukt in een percentage van het
uitgeleend bedrag op jaarbasis.
Reserves
Afgezonderde vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken, al dan niet met het oog op het realiseren
van vooraf bepaalde doelen.
Reserves (algemeen)
Reserves zonder oormerk.
Reserve (bestemmings-)
Een reserve die met het oog op het realiseren van een vooraf bepaald doel is ingesteld of een reserve die gebonden is aan
voorwaarden die door de geldgever zijn gesteld.
Risicobeheer
Het systematisch onderzoek naar risico’s die de gemeente loopt bij het uitoefenen van haar taken en de formulering van een
beleid waarmee de financiële gevolgen van deze risico’s zoveel mogelijk worden beperkt.
Risicoparagraaf
Voorgeschreven opsomming in de toelichting op de jaarstukken van redelijk voorzienbare risico’s (= het gevaar voor schade
en/of verlies door interne en/of externe omstandigheden), waarvoor de voorzieningen kunnen worden gevormd, omdat de
omvang onzeker en niet taxeerbaar is. Er ontstaat dan een beter fundament voor de beoordeling van de financiële positie. In
formele zin stelt de stadsdeelraad de begroting (dat wil zeggen het cijfermateriaal) en de risicoparagraaf vast.
Romp of rompbegroting
De begroting ‘ongewijzigd beleid’. De rompbegroting is gelijk aan de begroting van het voorafgaande jaar, met dien verstande
dat daarin de uitgaven/inkomsten zijn aangepast aan het verwachte salaris/prijspeil (de zogenoemde nominale ontwikkeling), de
incidentele bezuinigingen en prioriteiten van het voorafgaande jaar zijn verwijderd en de actuele kapitaallasten zijn verwerkt.
Specifieke uitkering
Uitkering van een hogere overheid waarvan de bestedingsrichting vooraf is aangegeven, of die wordt verstrekt voor de dekking
van de kosten van bepaalde taken of activiteiten.
Stadsdeelfonds
Fonds dat, naar analogie van het gemeentefonds, algemene uitkeringen aan de stadsdelen doet, in overeenstemming met de
autonomie van de stadsdelen. Het fonds is nog niet bij verordening geregeld.
Stadsdeelfondsuitkering
De algemene uitkering aan het stadsdeel van het stadsdeelfonds volgens een sleutel die is gebaseerd op objectieve
verdeelmaatstaven.
Structureel
Niet eenmalig, werkt door naar volgende jaren.
Subsidie (algemeen)
Het bestuursinstrument waarmee aan derden, op grond van vooraf bepaald beleid, (direct en indirect) financiële steun uit de
gemeentekas wordt verleend.
145

Subsidie (techniek)
Maatstaven ter verwezenlijking en/of verbetering van het met de subsidieverlening beoogde beleidsdoel en/of beleidseffect.
Subsidie (verordening)
Een raadsbesluit waarin, overzichtelijk geordend, bepalingen en voorwaarden zijn opgenomen, aan de hand waarvan
subsidieverzoeken worden getoetst (formeel, procedurerecht), dan wel de subsidietoekenning wordt geregeld (materiaal recht).
Tarief
Bij heffingen (belastingen en retributies): het bedrag per eenheid van belast feit c.q. geleverde prestatie. Bij retributies is het
tarief gemaximeerd op de gemaakte kosten.
Toezicht
Bij de gemeente wordt financieel toezicht uitgeoefend door het departement van binnenlandse zaken, dat het in hoofdzaak laat
uitvoeren door Gedeputeerde Staten. Voor het stadsdeel wordt deze functie
overgenomen door de centrale stad, zij het dat bijvoorbeeld bij het goedkeuren van kredieten, het stadsdeel indirect met de
provincie te maken heeft.
Tussentijdse financiële rapportage
Een instrument in beheerssysteem van het bedrijfsproces van begroting naar rekening. Zij vullen het informatiegat tussen de
tijdstippen van begrotingsvaststelling en rekeningaanbieding.
Uitgaven
De, in financiële termen vertaalde, inspanningen van een gemeente ter realisering van het voor die gemeente noodzakelijke,
c.q. het door die gemeente gewenst geachte voorzieningenniveau. Repressief toezicht is regel en preventief toezicht is
uitzondering.
Uitgaven (verplichte-)
Uitgaven waarvan dwingend is voorgeschreven dat zij in de begroting moeten worden opgenomen.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Een samenwerkingsverband van de Nederlandse gemeenten en daarmee te vergelijken publiekrechterlijke organen. Doel van
de VNG is de belangenbehartiging van haar leden in de meest ruime zin van het woord.
Verfijningsuitkeringen
Het Gemeentefonds kent verfijningsuitkeringen die correcties vormen op de algemene uitkeringen voor gemeenten die in een
bijzondere positie verkeren. Bijvoorbeeld voor de aanwezigheid van een historische kern en voor de sociale structuur. In het
stadsdeelfonds is op dit moment een verfijning aanwezig: die voor stadsvernieuwingsgebieden.
Voorzieningen
Voorzieningen zijn afgezonderde vermogensbestanddelen, ontstaan door jaarlijkse vaste bijdragen uit de exploitatie ter
vereffening van wisselende exploitatie uitgaven in de tijd.
Welzijnsvoorziening
Een voorziening die het welzijn van vergroot, bijvoorbeeld een buurthuis.
Werkgelegenheidsmaatregelen
Het geheel van maatregelen dat het aanbod van banen vergroot.
146

Bijlage IV:
afkortingen
AFK
AO
APV
BAPO
BOA
BBV
BRVO
BZK
CAO
COELO
Decos
DIVV
DMB
DMO
DWI
EDP-auditing
EPA
EPC
ESF
FLO-regeling
FPU
GRabS
GRP
HEX
HOR-teams
HRM
IHP
ILG
ISV
JSP
KNW
MJOB
MOP
NME
MPG
NRGA
NWW
OGA
OKC
OZB
OV
PIP
PMD
Amsterdams Fonds voor de Kunst
Administratieve organisatie
Algemene Politieverordening
Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen
Buitengewoon Opsporingsambtenaar
Besluit Begroting en Verantwoording
Bestemmingsreserve Vernieuwing Osdorp
Binnenlandse Zaken
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden
Een Document Management Systeem
Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer
Dienst Milieu en Bouwtoezicht
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
Dienst Werk en Inkomen
Electronic Data Processing auditing
Energie Prestatie Adviseur
Energie Performance Scan
Europees Sociaal Fonds
Functioneel Leeftijdsontslag
Flexibele Pensioenuitkering
Green and blue space adaption for urban areas and ecotowns
Gemeentelijk RioleringsPlan
Grondexploitatie bij herontwikkeling
Teams Handhaving Openbare Ruimte
Human Resource Management
Integraal Huisvestingsplan Onderwijs
Investeringsbudget Landelijk gebied
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
JongerenServicePunten
Koers Nieuw West
Meerjarenonderhoudsplan bomen
Meerjaren Onderhoudsplanningen
Natuur en Milieueducatie
Multi-probleemgezin
Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam
Niet-werkende werkzoekenden
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam
Ouder- en Kindcentrum
Onroerend zaakbelasting
Openbaar Vervoer
Persoonlijke internet / intranet pagina
Persoonlijke managementdoelstellingen
147

PO
PvE
RAG
SLOK
SPvE
SVS
VNG
V&T
VO
WABO
WAO
Wet OKE
Wgr
Wior
WMO
WRO
WSNP
WSW
UWV
ZKV-regeling
Primair onderwijs
Programma van Eisen
Resultaat Actieve Grondexploitaties
Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven
Stedenbouwkundig Programma van Eisen
Subsidievolgsysteem
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Voorbereiding en Toezicht
Voortgezet onderwijs
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering
Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie
Wet gemeenschappelijke regelingen
Werken in de openbare ruimte
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Wet Ruimtelijke Ordening
Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen
Wijksteunpunt Wonen
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
ziektekostenvergoeding
148