Besluit 2012/35 Vaststelling Nota Parkeernormen Nieuw-West

Bezoekadres
Pieter Calandlaan 1
1065 KH Amsterdam
Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14 020
Fax 020 253 6009
www.nieuwwest.amsterdam.nl
X
X
X
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
Vergadering Deelraad
Datum
Reg.nr./DECOS nr.
30-05-2012
2012/int/364
Onderwerp
Vaststelling Nota Parkeernormen Nieuw-West
De deelraad Nieuw-West,
Gezien de voordractit van het dagelijks bestuur van 27 maart 2012
Besluit
1. De Nota Parkeernormen - Uitwerking Parkeerbelfiidsplan 2012-2020 vast te stellen.
griffier
voorzitter

Versie 1.0
30 mei 2012
2012/int/364
X
X
X
m
Geme@nt@ Amstsrdam
Stadsdeel Nieuw-West
Creatief parkeren in Nieuw-West
Nota parkeernormen
Uitwerking Parkeerbeieidspian 2012-2020
Versie 1.0 - vastgesteld door de SDR op 30-05-2012
Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling

Versie 1.0
30 mei 2012
Inhoud
1 INLEIDING ...„„..........................„...........................,„..........„.....„,„..,_,^
1.1 Parkeernormen noodzakelijk bij Wabo aanvraag 3
1.2 Uniforme werkwijze bij nieuwe mimtelijke ontwikkelingen 3
1.3 Van WRO naar Wro 4
2 Beleidskaders parkeernormen .....5
3 Parkeernormensystematiek............................................................ 6
3.1 Parkeerkencijfers versus parkeernormen 6
3.2 Mogelijkheid tot flexibele omgang met parkeernormen 6
3.3 Opstellen van een parkeerbalans vereist! 8
3.4 Onderbouwing parkeervraag [[q
4 Parkeernormen voor NieiWii-West ................................................... 10
4.1 Parkeernormen voor woningen 10
4.2 Parkeernormen voor kantoren en bedrijven .!."!"!...".12
4.3 Parkeernormen voor overige voorzieningen en instellingen 13
2

Versie 1.0
30 mei 2012
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
De stadsdeelraad van Nieuw-West heeft in februari 2012 het parkeerbeleidsplan 'Creatief
parl

Versie 1.0
30 mei 2012
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
Deze nota gaat uit van eenduidige parkeernormen voor het gehele stadsdeel en een
transparante afweging van het benodigd aantal parkeerplaatsen bij een bouwinitiatief /
functieverandering. De parkeervraag wordt bepaald door de functie te vermenigvuldigen
met de gedefinieerde parkeernorm. Vervolgens kan worden gesteld of de initiatiefnemer,
al dan niet onder vooraf bepaalde voorwaarden, meer of minder parkeerplaatsen mag
aanleggen.
Het stadsdeel kiest ervoor om de uitwerking van parkeernormen te verdelen in
parkeernormen voor de functies: Wonen, Werken en Voorzieningen.
1.3 Van WRO naar Wro
Sinds juli 2008 is de 'nieuwe' Wet ruimtelijke ordening (Wro) van kracht als opvolger van
de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Volgens de invoeringswet Wro mag de
Bouwverordening op termijn geen stedenbouwkundige regels (waaronder eisen voor
voldoende parkeerruimte) meer bevatten.3 Dit houdt In dat de Bouwverordening op termijn
geen vangnet meer is voor ontbrekende parkeernormen in een bestemmingsplan, maar
dat parkeernormen alleen vanuit het bestemmingsplan juridisch van kracht kunnen zijn.
Het ligt nog niet vast wanneer de stedenbouwkundige bepalingen niet meer in de
Bouwverordening mogen worden vastgelegd, maar de intentie is 1 juli 2013.
Parkeernormen kunnen enerzijds in alle afzonderlijke bestemmingsplannen worden
opgenomen of anderzijds worden opgenomen in een Nota Parkeernormen. Vooralsnog is
het mogelijk om van de Bouwverordening gebruik te maken. Het stadsdeel speelt in op de
veranderingen die de Wro met zich meebrengt en maakt de keuze voor voorliggende Nota
Parkeernormen. Dit zodat niet in elk bestemmingsplan alle parkeernormen met
bijbehorende systematiek moet worden beschreven, maar dat kan worden volstaan met
een venwijzing naar dit document.
IA
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 geeft in een puntsgewijs overzicht de beleidskaders vanuit het parkeerbeleid
die betrekking hebben op de toepassing van parkeernormen in Amsterdam Nieuw-West.
In hoofdstuk 3 is de parkeernormensystematiek vormgegeven aan de hand van
parameters als stedelijkheidsgraad, stedelijke zone, aanwezigheidspercentages en
flexibiliteit in de parkeernormen. Hoofdstuk 4 is een weergave van de toe te passen
parkeernormen voor de verschillende relevante functies voor Amsterdam Nieuw-West.
3 Betreffende art. 8.17 lid B invoeringswet Wro Is nog niet In werking getreden op het moment van schrijven
(Invoeringsbesluit Wro)
4

Versie 1.0
30 mei 2012
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
Dit tioofdstuk geeft puntsgewijs inzictit in de gestelde kaders voor parkeernormering,
voortkomend uit tiet parkeerbeleidsplan en centraal stedelijk vastgestelde regels.
• Parkeernormen hebben betrekking op nieuwe ruimtelijke plannen (nieuwbouw,
verbouw, uitbreiding of wijziging van functies). Dus niet op bestaande situaties. De
nota heeft geen terugwerkende kracht. Parkeernormen die zijn vastgelegd in
bestuurlijk vastgestelde plannen of vigerende bestemmingsplannen blijven van kracht.
• De realisatie van gebouwde parkeervoorzieningen staat onder druk door de
economische crisis en de financiële positie van de corporaties / gemeente. Dit
betekent dat in deze nota bewust is gekozen voor op dit moment reaiistisctie normen
(afweging tussen realisatie van projecten en behoud kwaliteiten van Nieuw-West).
• Het college van B&W heeft eind 2007 ingestemd met de invoering van een vernieuwd
locatiebeleid voor de vestiging van kantoren en bedrijven (zie paragraaf 4.2). Voor de
functie wonen en overige functies zijn centraal-stedelijk geen normen opgesteld. Deze
dienen door het stadsdeel te worden vastgesteld.
• In bestaande woonwijken is uitbreiding van het parkeerareaal in de openbare ruimte
veelal moeilijk en/of niet wenselijk. Het stadsdeel stelt daarom bij nieuwbouwprojecten
dat de parkeerbehoefte op eigen terrein wordt opgevangen.
• De realisatie van parkeerplaatsen op eigen terrein heeft een relatie met de uitgifte van
parkeervergunningen op straat. Het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein wordt in
mindering gebracht op het aantal te verlenen parkeervergunningen (artikel 9 van de
centraal-stedelijke Parkeerverordening).
• Parkeerplaatsen op eigen terrein worden gekoppeld aan een woning of bedrijf. Dit om
te waarborgen dat daar waar parkeerplaatsen deel uitmaken van een complex,
bewoners niet in aanmerking komen voor een parkeervergunning voor de eerste auto.
• Bezoekers dienen gebruik te maken van het bestaande parkeerareaal op maaiveld of
openbare parkeergarages. Een uitzondering geldt voor voorzieningen met een grote
bezoekersaantrekkende werking (bijvoorbeeld een ziekenhuis of WFC), waarbij de
volledige parkeervraag op eigen terrein moet worden opgevangen.
• De nota kent een algemene strekking. Dit betekent echter niet dat de opgenomen
parkeernormen in alle gevallen toepasbaar zijn. Bij grootschalige
gebiedsontwikkelingen blijft maatwerk noodzakelijk en/of wenselijk.4 Dit vanwege
bijvoorbeeld de ligging en omvang van het gebied, de bereikbaarheid, de te
ontwikkelen functies en de inrichting van de openbare ruimte. De normen in deze nota
fungeren hierbij als IJkpunt.
4 Dit betreft gebiedsontwil

Versie 1.0
30 mei 2012
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
Dit hoofdstuk geeft inzicht in uitgangspunten en spelregels die worden gehanteerd bij
toepassing van parkeernormen in stadsdeel Nieuw-West.
3.1 Parkeerkencijfers versus parkeernormen
Vaak heerst ven/varring over de verschillen tussen parkeerkencijfers en parkeernormen.
Parkeerkencijfers zijn door het CROWs opgestelde ervaringscijfers, die als hulpmiddel
voor ontwerpers dienen om tijdens het ontwerpproces een indicatie te krijgen van het
benodigde aantal parkeerplaatsen. Dat het om een orde van grootte gaat is onder andere
af te leiden uit het feit dat de meeste kencijfers een bandbreedte hebben.
We spreken over parkeernormen zodra het stadsdeel voor zichzelf passende cijfers heeft
ontwikkeld en deze beleidsmatig heeft vastgesteld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moeten
dan de vigerende parkeernormen in acht worden genomen.
3.2 'i'Mj-'üjkheid toi ilciiibeie omgaiuj met parkeernorrcien
Een vaak gehoorde wens tot flexibilisering van parkeernormen komt enerzijds voor uit het
feit dat de parkeerkencijfers als starre cijfers worden gezien -het aanleggen van meer of
minder parkeerplaatsen wordt doorgaans niet toegestaan- en anderzijds uit het feit dat bij
de start van projecten het nog niet geheel duidelijk is wat voor soort voorzieningen in het
gebied komen.
Gezien de marktsituatie is nadrukkelijk niet voor gekozen om hoge parkeernormen voor te
schrijven (bijvoorbeeld 2 parkeerplaatsen per woning). De realisatie van projecten zou
hiermee immers in gevaar komen en/of het legt extra druk op de openbare ruimte.
Als een ontwikkelaar echter kiest voor de realisatie van extra parkeergelegenheid ten
behoeve van de eigen bewoners (optimalisatie), dan moet dit mogelijk zijn. Daarom
gelden de in deze nota opgenomen parkeernormen als minimum parkeernormen. Bij
optimalisatie (dus meer dan de minimum norm) geldt dat de kosten altijd voor rekening
komen van de initiatiefnemer. Voorwaarde hierbij is altijd dat deze optimalisatie niet leidt
tot stedenbouwkundige of verkeerskundige bezwaren.
5 Het CROW is het nationaal kennisplatform voor Infrastructuur, verkeer en openbare ruimte.
6

Versie 1.0
30 mei 2012
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
De initiafiefnemer dient te voldoen aan de
Parkeernorm (min.)
parkeernorm die (als minimum) is vastgelegd. De
initiatiefnemer mag onder bepaalde voopA'aarden
AMUv>inderm

Versie 1.0
30 mei 2012
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
3.3 Opstelien van een parkeerbalans vereist!
Het is van groot belang dat in een zo vroeg mogelijk stadium rekening wordt getiouden
met de parkeeropgave bij een bouwinitiatief. Op basis van de eerste ontwerpen wordt
daarom een inschatting gemaakt van de te verwachten parkeerbehoefte. Het gaat dan om
het aantal parkeerplaatsen waarvan de initiatiefnemer tijdens het ontwerpproces van kan
uitgaan dat hij zal moeten realiseren.
Zodra de plannen concreter worden kan de parkeerbehoefte worden aangescherpt naar
een parkeereis. Om het benodigd aantal parkeerplaatsen in een gebied (op eigen terrein
en in de openbare ruimte tezamen) te berekenen, dient een parkeerbalans te worden
opgesteld. Met een parkeerbalans wordt de (on)balans tussen de parkeervraag van
toekomstige functies en het aanbod van parkeerplaatsen binnen het plangebied
berekend. De omvang van het plangebied Is jogischerwijs afhankelijk van het
bouwinitiatief en kan bestaan uit meerdere deelgebieden.
De parkeervraag wordt bepaald met behulp van het totale bouwprogramma en de
parkeernormen per functie. Bij sloop/nieuwbouw dient rekening te worden gehouden met
de aanwezige, openbare parkeergelegenheid van de oude functie op straat en een
eventuele vermindering van de beschikbare parkeergelegenheid als gevolg van de bouw.
In de parkeerbalans dient voor bestaande bouw te worden uitgegaan van de werkelijke
parkeersituatie in het betreffende gebied - gebiedsspecifieke kencijfers worden bepaald
op basis van actuele parkeertellingen.e Samen geeft dit een beeld van de toekomstsituatie
en het effect van bouwinitiatieven. Op basis van aanwezigheidspercentages kan
vervolgens een reductie worden toegepast voor het mogelijk dubbelgebruik van
(bestaande) parkeerplaatsen.
Tenslotte worden afspraken gemaakt over de concrete invulling van de parkeereis en de
eventuele consequenties daarvan, zodat de betrokken partijen aan de voorgestelde
parkeeroplosslng kunnen worden gehouden.
3.4 Onderbouwing pai'keervraag
Het CROW heeft in publicatie 182 en het ASW'' een aantal uitgangspunten beschreven
voor het berekenen van het benodigd aantal parkeerplaatsen. Het gaat hierbij onder meer
om de stedelijkheidsgraad, gebledskenmerken en dubbelgebruik van parkeerplaatsen. 8
6 Het gemiddeld autobezit van bestaande woningen kan worden berekend door het aantal 's nachts getelde
voertuigen te delen door het aantal aanwezige woningen binnen het betreffende gebied. Belangrijk hierbij Is dat
er geen structurele vertekening plaats vindt door overloop vanuit gereguleerd gebied.
7 Het ASVV bevat aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom.
8 Het ASVV gaat uit van de geconstateerde situatie In Nederland. De wijze van differentiatie wijkt daarom af van
de onderverdeling In woonmilieus die wordt toegepast binnen de Stedelijke Vernieuwing.
8

Versie 1.0
30 mei 2012
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
3.4.1 Stedelijkheidsgraad en Stedelijke zone
De vraag naar parkeerplaatsen wordt onder andere bepaald door de locatie van de functie
en het aanbod en de kwaliteit van alternatieven vervoerwijzen. Landelijke studies geven
aan dat functies in centra een lagere parkeervraag hebben dan dezelfde functies elders in
de bebouwde kom. Door de effecten van andere vervoerswijzen (zoals openbaar vervoer)
in centra komen niet alle gebruikers per definitie met de auto. Gebieden buiten het
centrum kennen vaak minder goede openbaar vervoervoorzieningen, waardoor het
autogebruik in deze gebieden hoger ligt. Het CROW maakt onderscheid tussen een
centrum, schil-overloopgebied en rest bebouwde kom. Het vigerend parkeerbeleid bestaat
gaat uit van eenduidige parkeernormen voor het gehele stadsdeel (transparantie en
uniformiteit). Binnen deze nota wordt daarom uitgegaan van de CROW-categorie rest
bebouwde kom voor het gehele stadsdeel (conform locatiebeleid Amsterdam).
Ook de stedelijkheidsgraad is van invloed op het aanbod en de kwaliteit van alternatieve
vervoerswijzen en daarmee op de hoogte van de te hanteren parkeernormen. Onder
stedelijkheidsgraad wordt verstaand het aantal adressen per vierkante kilometer.
Stadsdeel Nieuw-West valt als geheel in de categorie 'zeer sterk stedelijk met een
omgevings-adressen dichtheid van meer dan 2.500 adressen per vierkante kilometer
(bron: Centraal Bureau voorde Statistiek).
3.4.2 Aanwezigheidspercentages voor dubbeigebruik
De parkeervraag van functies wordt bepaald door de in deze nota
beschreven
parkeernormen. Wanneer minimaal twee functies gebruik kunnen maken van dezelfde
parkeervoorzieningen (sociaal en economisch bezoek) worden
aanwezigheidspercentages toegepast. Deze percentages zijn door het CROW opgesteld
om een optimaal aantal parkeerplaatsen bij meerdere ruimtelijke functies te waarborgen
(gecombineerd gebruik van de parkeervoorzieningen). Hierbij is een uitsplitsing gemaakt
naar diverse perioden in de week. Bij bouwplannen dient rekening gehouden te worden
met onderstaande aanwezigheidspercentages.
Uit landelijke ervaring is bekend dat de koopavond voor de winkelgebieden geen
piekmoment (meer) is als het gaat om de bezoekers van detailhandel als kledingwinkels.
Een uitzondering hierop zijn de supermarkten. Het aanwezigheidspercentage
koopavond is daarom voor detailhandel naar beneden bijgesteld van 100% naar 85%.
Werkdag
overdag
Werkdag
middag
WerkdagB
avond
Koopavond
Zaterdag
middag
Zaterdag
avond
Zondag
middag
Woningen 50 60 100 90 60 60 70
Detailhandel 30 70 20 85 100 0 0
Kantoor 100 100 5 10 5 0 0
Bedrijven 100 100 5 10 5 0 0
Sociaattultureel 10 40 100 100 60 90 25
SociaalB^edlsch 100 100 30 15 15 5 5
Ziekenhuis 85 100 40 50 25 40 40
Dagonderwijs 100 100 0 0 0 0 0
Avondonderwijs 0 0 100 100 0 0 0
Bibliotheek 30 70 100 70 75 0 0
Museum 20 45 0 0 100 0 90
Restaurant 30 40 90 95 70 100 40
Café 30 40 90 85 75 100 45
Bloscoop.ffheater 15 30 90 90 60 100 60
Sport 30 50 100 90 100 90 85
voor
Tabel 3.1 aanwezigheidspercentages voor dubbelgebruil< (bron: publicatie 182, CROW)
9

Versie 1.0
30 mei 2012
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel NIeuw-Vt/est
De bevoegdheden voor het formuleren van gebiedsspecifieke parkeernormen voor de
functies wonen en overige niet-wonen functies (leisure, hotels, congresruimten, winkels)
liggen bij het stadsdeel. De te hanteren parkeernormen voor kantoren en bedrijven zijn
door de centrale stad vastgesteld. Ook bij grootstedelijke projecten waarover de
gemeente Amsterdam de regie voert bepaalt deze in principe het aantal te realiseren
parkeerplaatsen.
4.1 Parkeernormen voor woningen
De hoogte van parkeernormen dient niet alleen een verkeerskundige afweging te zijn,
maar een ruimtelijke en financiële afweging waarbij rekening wordt gehouden met de
gewenste doelgroepen. Een goede ruimtelijke inpassing, het voorkomen of beperken van
leegstand van parkeervoorzieningen en een visie op het gebied inclusief de belangrijkste
doelgroepen is hierbij noodzakelijk. Onderstaande tabel geeft de afweging tussen de
toepassing van hoge en lage parkeernormen weer.
; Hogere parkeernorm Lagere parkeernorm
+ voorl(omen parkeerproblemen In de toekomst. i - kan op termijn tot parkeerproblemen leiden
+ compenseren bestaande parkeerprobiematiek \ + meer ruimte voor andere functies (Inpandig / openbare ruimte)
- stimuleert het autobezit en autogebruik i + zorgt voor stimulans gebmik andere vervoerswijzen
- kans leegstand / niet rendabele parkeen/oorzleningen i + lagere investerings- en exptollatlekosten stallingsgarages
Tabel 4.1: hoge parkeernormen versus lage parkeernormen
De parkeerkencijfers van het CROW geven voor woningen de volgende richtlijnen:9
• Woning duur 1,7-2,0 parkeerplaatsen per woning
• Woning midden 1,6 - 1,8 parkeerplaatsen per woning
• Woning goedkoop 1,3 -1,5 parkeerplaatsen per woning
In bovenstaande cijfers is een aandeel van 0,3 opgenomen voor bezoekers.
Uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statlstiekio blijkt dat het gemiddeld
autobezit per huishouden tussen de 0,6 en 0,7 ligt in ieder van de drie donorstadsdelen.
Deze cijfers dateren uit 2008 - het gemiddelde autobezig zal inmiddels hoger liggen.
Logischerwijs bestaan er verschillen in het gemiddeld autobezit per buurt, gezien de
9 De kengetallen van het CROW zijn gebaseerd op praktljken/aringen bij vergelijkbare gebieden. Dit betekent
dat geen correctie hoeft te worden gemaakt voor het OV-aanbod.
10 Bron: CBS 2008 - 'Gemeente op Ivlaat'
10

Versie 1.0
30 mei 2012
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
voorkeur voor transparante en uniforme parkeernormen voor tiet getiele stadsdeel wordt
hier echter niet nader op ingegaan.
In de stedelijke vemieuwingsgebieden dient bij nieuwbouw voor sociale woningen 0,7 en
voor vrije sector 1,0 parkeerplaats op eigen terrein te worden gerealiseerd voor bewoners.
Dit om de druk op de openbare ruimte te beperken en ruimte te creëren voor andere
functies. De woningcorporaties hebben kenbaar gemaakt dat deze bouwprojecten niet te
realiseren zijn als het stadsdeel niet zorg draagt voor betaald parkeren op straat (zie
Parkeerbeleidsplan voor meer informatie). Inmiddels blijkt dat zelfs als er een
parkeerregime op straat is, de garages niet automatisch vol staan. Dit geldt zowel voor
sociale huur, als voor vrije sector woningen.
Bovenstaande geeft aan dat de door de CROW gehanteerde kengetallen niet aansluiten
bij de realiteit in Nieuw-West. Het gemiddeld autobezit per huishouden komt voor geheel
Nieuw-West immers niet boven de 1 per huishouden uit. Het stadsdeel heeft behoefte aan
een parkeernorm die beter aansluit op het huidige autobezit (en groei in de komende
jaren) én bredere beleidsdoelstellingen ondersteunt, zoals stedelijke
vernieuwing/verdichting en kwaliteit van de openbare ruimte. Het overnemen van de
CROW kengetallen zou de realisatie van projecten met gebouwde parkeervoorzieningen
(financieel) extra onder druk zetten en/of een onnodig zware belasting vormen op de
openbare ruimte. Het stadsdeel kiest daarom voor een aanzienlijk lagere parkeernorm,
waarin een balans wordt gevonden tussen de realisatie van nieuwe bouwinitiatieven en
het waarborgen van de ruimtelijke kwaliteiten van Nieuw-West (verblijfsgebied,
groenvoorzieningen, verkeersfuncties etc).
> Voor vrije sector woningen is voor bewoners gekozen voor een minimum norm
van 1 (gebouwde) parkeerplaats per woning. Voor huishoudens in nieuwe of
vernieuwde vrijesectorwoningen wordt namelijk aangenomen dat zij een middenof
hoger inkomen hebben en (in de toekomst) in het bezit zullen zijn van
(minimaal) één auto.
^ Voor sociaie huunvoninaen is voor bewoners gekozen voor een minimum norm
van 0,7 (gebouwde) parkeerplaats per woning. Hierbij is een afweging gemaakt
tussen het voorkomen van parkeerproblemen in de toekomst (bij toepassing
lagere norm) en het blokkeren van nieuwe initiatieven (bij toepassing hogere
norm).
> De parkeernorm voor bezoekers bedraagt in alle gevallen 0,3 parkeerplaats per
woning. Bij bouwinitiatieven dient minimaal 0,3 parkeerplaats per woning in de
openbare ruimte of op de openbare weg te worden gerealiseerd.
Een van de kwaliteiten van Nieuw-West is dat bijna overal probleemloos kan worden geparkeerd
hiet principe van beïnvloeden-benutten-beprijzen-bouwen geldt als basis voor tiet treffen van
parkeermaatregelen (zie parkeerbeieidspiari). Parkeerregulering is primair gerictit op tiet weren van
buurtvreemde iangparkeerders. In fiet parkeerbeieidspian 2012-2020 wordt daarom uitgegaan van
maximale uitgifte van parkeerontheffingen en -vergunningen. Dit betekent dat -in tegenstelling tot de
meeste andere stadsdelen- vooralsnog 2 parkeen/ergunningen per huishouden kunnen worden
verstrekt tiet hanteren van bovenstaande parkeernormen en het toenemend autobezit kan er toe
leiden dat dit op den duur fysiek onmogelijk wordt, tiet hanteren van bovenstaande normen kan er
dus toe leiden dat in bepaalde vergunninggebieden uiteindelijk geen parkeervergunningen voor
tweede auto's meer kunnen worden verstrekt (uitsterfbeleid - voor vergunningen mag volgens
de Parkeerverordening geen wachtlijst worden ingevoerd). Gezien de huidige parkeerdruk In het
gereguleerd gebied ligt het echter niet voor de hand dat deze ingreep op korte termijn nodig is.
11

Versie 1.0
30 mei 2012
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
Voor studentenwoningen heeft de centrale stad aparte richtlijnen geformuleerd. Gezien
het lage autobezit onder studenten In Amsterdam is het in de meeste gevallen niet nodig
om parkeerplaatsen voor studenten te realiseren. Parkeernormen spelen in veel gevallen
dan ook geen rol bij de projectontwikkeling, met name waar het gaat om kleinschalige
projecten in woonbuurten (350 eenheden) en projecten die in ontwikkelingsgebieden liggen, bestaat de behoefte
om een handvat te hebben voor een parkeernorm. De centrale stad adviseert in deze
gevallen een parkeernorm van 0,1 (lage norm) parkeerplaats per woning(eenheid).
Voor ouderen en minder-validen geldt normaliter dat de parkeernorm lager is naarmate
bewoners meer zorg (moeten) ontvangen. Voor zogenaamde WiBo-woningen (wonen in
beschermde omgeving) geldt dat mogelijk nog een deel van de bewoners de beschikking
heeft over een auto. In dergelijke gevallen geldt een parkeernorm van 0,6 per woning
(inclusief bezoek).
Voor bovenstaande woonvormen wordt uitgegaan van onderstaande parkeernormen. Het
gaat te ver om voor iedere andere woonvorm een aparte parkeernorm te formulier. In
dergelijke gevallen wordt maatwerk geleverd.
Functie type Parkeernorm per aandeel
functie (Incl. bezoek) bezoekers
1 Wonen 1 Sociale tiuumoning 1,0 t woning 0,3
wonen i Vrije sector woning 1,3 i woning 1 0,3
wonen ! Studentenwoning 0,1 wooneenheid • -
! wonen Zorg- en aanleun woning 0,6 woning 0,3
Tabel 4.2: parkeernormen voor kantoren en bedrijven in Nieuw-West
4.2 Parkeernormen voor kantoren en bedrijven
Het college van B&W heeft eind 2007 ingestemd met de invoering van een vernieuwd
locatiebeleid voor de vestiging van kantoren en bedrijven in de stad.ii Hierbij is gekozen
voor vaste parkeernormen voor kantoren en bedrijven.
Met het locatiebeleid kiest het college ervoor de stad beter bereikbaar te maken, rekening
houdend met de noodzaak om de luchtkwaliteit te verbeteren. Het beleid gaat uit van
verschillende parkeernormen voor A-, B- en C- locaties. De parkeernormen zijn voor
kantoren en bedrijven: 1 parkeerplaats per 250 m^ bruto vloeroppervlak op A-locaties en 1
parkeerplaats per 125 m^ bruto vloeroppervlak op B-locaties.
A-locaties bevinden zich rondom de NS-stations CS, Sloterdijk, Amstel, Zuid en Bijlmer.
B-locaties zitten in de directe omgeving van ringlijn / metrostations, overige NS stations
en/of binnen het fijnmazig netwerk van trams en bussen. Het grootste deel van het
stadsdeel heeft dit kenmerk. C-locaties zijn goed via het Hoofdnet Auto ontsloten (10
11 DRO, Locatiebeleid Amsterdam - Een aanvullend toetsingskader van het Structuurplan 2003, maart 2008
12

Versie 1.0
30 mei 2012
Gemeente Amsterdam
Stadsdeel Nieuw-West
minuten vanaf afslag Rijkswegennet) en de bereikbaartieid per openbaar vervoer is
beperkt. Zij bevatten voor bedrijven geen parkeernorm, voor kantoren wordt maatwerk
geleverd.
Het grootste deel van stadsdeel Nieuw-West wordt besctiouwd als B-locatie. De door de
centrale stad voorgeschreven parkeernorm van 1 parkeerplaats per 125 m^ bruto
vloeroppervlak geldt voor kantoren, broedplaatsen, bedrijfsverzamelgebouwen etc. binnen
het stadsdeel.12
Functie type Parkeer per aandeel
functie norm bezoekers
Werken I Kantoren met balie , 1,0 \ 125m2bvo
Werken ' Kantoren zonder balie 1,0 125m2bvo
Werken f Bedrijven 1,0 125m2bvo
Werken 1 Bedrijfsverzamelgebouw ( 1,0 l 125m2bvo
Tabel 4.3: parkeernormen voor woonfuncties Nieuw-West
4.3 Parkeernormen voor overige voorzir.i.itKjHii HM inolellinyen
Voor voorzieningen en instellingen worden door de centrale stad geen parkeernormen
voorgeschreven. Voor functies zoals leisure, hotels, congresruimten, winkels hanteert
Nieuw-West de minimale CROW-parkeerkencijfers als parkeernorm bij het vaststellen
van het benodigd aantal parkeerplaatsen. De toepassing van deze kencijfers staat
beschreven hoofdstuk 3. Daarbij geldt dat naar boven mag worden afgeweken als de
initiatiefnemer dit wenst en dit niet leidt tot stedenbouwkundige of verkeerskundige
bezwaren. De kosten voor extra parkeerruimte liggen altijd bij de initiatiefnemer.
Bij voorzieningen van grotere omvang (ziekenhuis, congrescentrum etc.) is het
overnemen van de CROW parkeerkencijfers niet wenselijk. Voor dergelijke gevallen dient
de specifieke parkeerbehoefte te worden onderzocht. De te verwachten parkeerbehoefte
is immers niet alleen afhankelijk van de locatie, maar ook van bijvoorbeeld de doelgroep
en het verzorgingsgebied van de betreffende voorziening of instelling.
12 De gemeente Amsterdam heeft gel^ozen voor vaste parkeernormen voor kantoren en bedrijven, maar wil de
mogelijkheid houden om In bepaalde gevallen daan/an af te kunnen wijken. Flexibele toepassing van
parkeernormen kan alleen als de luchtkwaliteit en de intensiteit / capaciteit van het wegennet dit toelaten. Beide
zijn harde randvoonwaarden. WH men voor een bepaalde locatie of stadsdeel gebruik maken van de
flexlbillteitoptle, dan dient een afwijkingspercentage te worden opgenomen In het bestemmingsplan / nota
parkeernormen, even als de criteria op grond waarvan mag worden afgeweken. De bandbreedte kan variëren
per gebied. De criteria zijn kwaliteit en kwantiteit van het openbaar vervoer, mobillteltsmanagement,
dubbelgebruik parkeerplaatsen en de vestiging van bestuurlijk wenselijke functies. Als stadsdelen gebruik willen
maken van een afwijkingspercenfage van de standaard parkeernormen, dan dienen zij dit voor moeten leggen
aan de centrale stad. Een centrale afweging Is nodig om stadsdeel overschrijdende effecten te kunnen
beoordelen. Daarbij gaat het onder meer om aspecten als congestie, leefbaarheid en luchtkwaliteit.
13