incl. modaliteiten van neuraxiale blokkade
incl. modaliteiten van neuraxiale blokkade
incl. modaliteiten van neuraxiale blokkade
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Omwille <strong>van</strong> hun relatief kleine diameter margineren bloedplaatjes: dwz.<br />
dat zij preferentieel zeer dicht bij de vaatwand en met een relatief lage snelheid circuleren.<br />
Bij doorbreken <strong>van</strong> de endotheliale integriteit (vb. bij een wonde), zal circulerend factor Von<br />
Willebrand (vWF) in contact komen met collageen en andere wandproteïnen en hieraan<br />
binden. Vrije trombocyten zullen op hun beurt onmiddellijk aand vWF moleculen adheren<br />
via de glycoproteïne Ib-receptoren (GPIb) op hun celmembraan.<br />
Aansluitend treedt de plaatjesactivatie op. Dit resulteert in<br />
vormverandering <strong>van</strong> de plaatjes welke nu <strong>van</strong> discoïd naar sferisch gaan veranderen.<br />
Bovendien gaan geactiveerde plaatjes allerlei mediatoren en proteïnen secreteren: uit a-<br />
granules komt o.a. fibrinogeen, factor V, factor X, Ca 2+ , factor VIII-von Willebrand, en<br />
proteïne C. Uit dense granules wordt ADP, ATP, serotonine en histamine vrijgezet.<br />
Tenslotte komen glycoproteïne IIIa- en IIb-receptoren (GPIIIa en GPIIb) tot expressie op de<br />
plaatjescelmembraan. Tezamen met Ca 2+ en fibrinogeen (beiden afkomstig <strong>van</strong> plaatjes en<br />
plasma) staan deze receptoren in voor aggregatie <strong>van</strong> de plaatjes onderling. Het contact<br />
tussen plaatjes en vaatwand wordt in de hand gewerkt door de reflectoire (en tromboxaan<br />
gemedieerde) vasoconstrictie welke optreedt binnen enkele seconden na het beschadigen <strong>van</strong><br />
een bloedvat<br />
Bij de activering wordt er tevens tromboxaan A 2 (TXA 2 ) vrijgezet o.i.v. fosfolipasen uit de<br />
celmembraan <strong>van</strong> bloedplaatjes. TXA 2 is een potente vasoconstrictor en stimuleert de<br />
secretie <strong>van</strong> ADP, een krachtige plaatjesaggregatie stimulator, zodat de plaatjesaggregatie<br />
verder toeneemt. Tijdens dezelfde activereing worden bepaalde fosfolipiden <strong>van</strong> de binnennaar<br />
de buitenzijde <strong>van</strong> de plaatjesmembraan gebracht. Deze fosfolipiden veranderen de<br />
lading <strong>van</strong> de celmembraan (wordt negatief) waardoor ze een procoagulerende activiteit<br />
hebben. Ze worden ook wel plaatjesfactor 3 (PF3) genoemd. Plaatjesfactor 3 vormt de basis<br />
<strong>van</strong> wat het reactiecomplex <strong>van</strong> de secundaire hemostase zal worden (Cf. later).<br />
5