Praktische wenken

Gedeelde energie 

De mooiste verhalen vloeien voort uit 

ontmoetingen en uitwisselingen.

Praktische wenken / Afmetingen 

Aansluitkasten en 

modulaire kasten 

Modulaire apparatuur 

Praktische wenken 

Aansluitkasten 25S60 

Waterdichte kasten KAEDRA 

Afmetingen 

Mini-Pragma 

Pragma Plus 

KAEDRA 

Prisma Plus Systeem G 


Beveiliging: 

Automaten 

Differentieelschakelaars 

Overspanningsbegrenzers 

Fotovoltaïsche installaties: 


Energy Efficiency en comfort: 

Afstandsbediening 

Contactoren 

Teleruptoren 

Dimmers 

Voorrangsschakelaars 

Programmering 

Trappenhuisautomaat 

Multifunctioneel tijdrelais 

Mechanische schakelklokken 

Schemerschakelaars 

Beheer van verwarming 

Omgevingsthermostaten 

Transformatoren 

Transformatoren TR 

Energiemeters 

Meters 

Afmetingen 

K2 

K4 

K7 

K11 

K13 

K15 

K17 

K18 

K19 

K20 

K22 

K25 

K29 

K31 

K35 

K37 

K38 

K47 

K52 

K54 

K55 

K59 

Schakelmateriaal Unica K67 

Installatiesystemen 

OptiLine 45 

K102 

OptiLine 70 

K105 

en -toebehoren 

Argus melders 

Rookmelders K106 

Aanwezigheidsmelders 

K108 

Noodverlichting 


Reglementering 

Ontwerp 

Onderhoud 

Afmetingen 

K111 

K113 

K116 

K120 

K1



Installatiegids 

Gedemonteerde voorstelling van de kast 

1. sokkel 

2. tussenmodule 

3. transparant deksel met opening voor de automaat 

Deze aansluitkast wordt in diverse configuraties gebruikt, b.v. voor een specifiek 

uurtarief (dag/nacht, ...), maar eveneens voor de opbouw van een batterij. in dat 

geval wordt gebruik gemaakt van multifunctionele aansluitblokken en koperen rails 

met isolerende kokers voor de verdeling van kast naar kast. 

N.B. : voor alle inlichtingen over de verschillende configuraties verwijzen wij u naar 

de aanbevelingen van de elektriciteitsmaatschappij. 

houtschroef 

isolatiedopje 

Eerste fase: montage van de sokkel 

n de kast op ongeveer 1,5 m hoogte en op een vlakke achtergrond monteren. 

n een multiplexplaat voorzien van minimum 250 X 700 X 18 mm. 

n een ruimte van 20 cm boven en onder de kast vrijlaten voor de kabelinvoer. 

n de nodige openingen aanbrengen vooraleer de sokkel te monteren. 

Minimale diepte voor montage van de kast = 250 mm. 

watervaste 

multiplexplaat 

dikte: 18 mm 

boorgaten voor 

houtschroef 

Tweede fase: installatie van de schakelaar 

De schakelaar op het bevestigingsprofiel monteren en tegen de linkerzijwand 

duwen. Een aanslag houdt de schakelaar op zijn plaats. 

Derde fase: montage van de kabelinvoer 

n met een kniptang een uitsparing of een lichte insnijding maken in de sokkelwand 

vooraleer het wandmateriaal te verwijderen. De kabelinvoer aan de diameter van 

de kabel aanpassen. 

n de opening aan de diameter van de kabel aanpassen en de trekontlasting op de 

sokkel schroeven. 

n de kabelinvoer in de wand schuiven om de opening af te sluiten. 

n de kabelklem aanhalen. 

K2



Installatiegids 

Vierde fase: sluiten van het deksel 

Een insnijding aanbrengen en de 

zijwand uit de kast breken 

Montage van 2 gekoppelde modules in geval van een specifiek 

uurtarief (dag/nacht) of in geval van een kastenbatterij 

n de zijwanden verwijderen door ze overlangs in te snijden en uit te breken met een 

schroevendraaier. De openingen dienen voor de kabelinvoer of voor de koperen 

rails en voor de aansluiting van het multifunctioneel blok. 

n de verbindingsset aanbrengen met 4 koppelingen op dezelfde hoogte 

(of 2 voor de korte zijde) voor de samenbouw van 2 aansluitmodules. 

verbindingsset 

Gebruik de verbindingsset 

voor de assemblage van 

2 kasten 

K3

1 

2 

3 

4 


Modulaire kasten 

Waterdichte kasten 

Installatievoorschriften 

KAEDRA kasten 

Samenbouw 

De kasten kunnen horizontaal of verticaal worden samengevoegd met behoud van 

de IP65-graad en met doorvoermogelijkheden voor kabels. 

Zwaluwstaartverbindingen 

Geplaatst op de achterwand en op het kader, zijn ze geschikt voor : 

n klemmenblokken met 4 gaten 

n bedradingsbevestigingsbeugels. 

Scharnieren achterwand/voorzijde 

Links of rechts vastklikbaar, vergemakkelijken ze de bekabeling en de interventie 

aan de interfacezone. 

Chassis 

U vindt deze op de achterkant en op het chassis. Hierin passen: 

n DIN-rails plaatsbaar op 2 dieptes en 2 hoogtes om de ruimte voor bekabeling te 

optimaliseren 

n aanpasbaar kader voor de installatie van een basiskader op de achterwand. 

Markering 

Dankzij de vastklikbare etikethouders is het mogelijk een passende, snelle en 

veranderende markering aan te brengen. 

K4

1 2 3 4 5 6 7 8 

1 

2 

3 4 

5 6 

7 8 

1 2 3 4 





Klemmenstrooksteun 

Er bestaan 2 soorten klemmenstrooksteunen: 

n op de achterwand: ze kunnen onderin of bovenin 

de kast worden geïnstalleerd, en ze kunnen worden 

gestapeld om de capaciteit te verdubbelen 

KAEDRA kasten 

n op het chassis wat de bedrading buiten de kast 

vergemakkelijkt. 

Klemmenstroken 

De klemmenstroken hebben elk hun specifieke 

montage-eigenschappen: 

n opklikbaar op klemmenstrooksteun (alle modellen) 

n opklikbaar dankzij zwaluwstaartverbindingen 

(4 gaten) 

n vastschroefbaar op de achterwand (8 gaten) 

n opklikbaar op de rail (8 gaten). 

Ze worden beschermd en gemarkeerd met gekleurde 

IP2-beschermkappen (groen, zwart of blauw). 

4 gaten 

8 gaten 

4 

4 

3 

3 

2 

2 

1 

1 

32 gaten 

Bedradingsbevestigingsbeugel 

Maakt het mogelijk een ordelijke en duidelijke 

bedrading tot stand te brengen en kan op vele 

plaatsen 

op de achterwand en op het chassis worden 

vastgeklikt. 

13946 

Montage van de voorzijde 

De zijden zijn omkeerbaar wat het mogelijk maakt: 

dat kasten voor modulaire apparatuur met interface de 

interfacezone hetzij links hetzij rechts kunnen hebben, 

en dat de deurtjes van kasten voor modulaire 

apparatuur hetzij naar links hetzij naar rechts kunnen 

worden geopend. 

K5





Afdekplaten 

Zijn omkeerbaar om ze te kunnen aanpassen aan de 

positie van de rail op het chassis. 

Ze worden gemonteerd door ze vast te klikken en 

gedemonteerd met een schroevendraaier. 

KAEDRA kasten 

Markeringskit 

Het doorzichtige labelbeschermplaatje wordt 

vastgeklikt : 

n bovenaan of onderaan de afdekkaders 

n op de beschermkap van de kasten voor 

contactdozen. 

Hij zorgt voor een orderlijke en wijzigbare markering. 

Verzegeling 

De verzegelkit maakt het mogelijk : 

n de voorzijde aan de achterwand te verzegelen met 

behulp van 2 schroeven en 2 kapjes 

n de afdekkaders aan de voorzijde te verzegelen door 

een vooruitsnijding door te slaan en de haakjes vast 

te klikken. 

1 

Slot en inzetstukken 

Worden gemonteerd in de handgreep zonder dat de 

kast daardoor meer ruimte inneemt. 

K6

Afmetingen 


Opbouw- en inbouwkasten 

Mini-Pragma opbouw 

Vooraanzicht 

268 

160 

124 

376 

268 

196 

198 

228 

353 

4, 6 modules 

8, 12, 18 modules 

24 modules 

267 

478 

36 modules 

Zijaanzicht 

102 

198 

95 

96.5 

101.5 

228 

101.5 

126.5 101.5 

353 

102 

125 101.5 

126.5 

478 

126.5 125 

125 

101.5 

17 

4, 6 modules 

23 

8, 12, 18 modules 

23 

24 modules 

23 

36 modules 

K7

Afmetingen 



Bovenaanzicht 

Mini-Pragma opbouw 

143 

143 

170 

170 

93 

165 

4 modules 

6 modules 

8 modules 

12 modules 

170 

295 

420 

273 

165 

165 

18 modules 

24 modules 

36 modules 

K8

Afmetingen 



Vooraanzicht 

Mini-Pragma inbouw 

294 

294 

402 

294 

222 

186 

150 

102 

252 

102 

377 

102 

502 

4, 6, 8, 12, 18 modules 

24 modules 

36 modules 

Zijaanzicht 

80 18 

70 

ÿ 13 

80 

70 

18 

ÿ 13 

125 

ÿ 20 

19.5 

80 

70 

60.5 

18 

ÿ 13 

125 

125 

ÿ 20 

ÿ 13 

ÿ 13 

ÿ 13 

4, 6, 8, 12, 18 modules 

24 modules 

36 modules 

K9

Afmetingen 



Mini-Pragma inbouw 

Bovenaanzicht 

ÿ 20 

126 

63 

ÿ 20 

162 

55 

ÿ 20 

ÿ 16 

198 

44 

55 

270 

47 44 47 

ÿ 16 ÿ 20 

4 modules 

6 modules 

8 modules 

12, 24, 36 modules 

378 

57 44 57 

ÿ 20 ÿ 16 

18 modules 

K10

Afmetingen 



Afmetingen 

Pragma Plus opbouw 

BOXPLUS kasten 13, 18 en 24 Kasten Afmetingen (mm) 

H L P A B E F G J 

13 modules 1 R 300 336 123 160 200 73 253 149 

2 R 450 (115) 350 299 

3 R 600 500 449 

4 R 750 650 599 

18 modules 1 R 300 426 125 250 200 73 343 149 

2 R 450 (115) 350 299 

3 R 600 500 449 

4 R 750 650 599 

24 modules 1 R 300 550 148 340 150 84 121 

2 R 450 (136) 300 271 

3 R 600 450 421 

4 R 750 600 571 

5 R 900 750 721 

6 R 1050 900 871 

Klemmen 

BOXPLUS kasten 13, 18 en 24 Kasten Aantal rijen Aardklemmen 

Aantal verbindingen 

Referenties 

kasten 

totaal 50 v 25 v 6 v 

13 modules 1 13 - 1 3x4 BOXPLUS13111/13112 

2 17 - 1 4x4 BOXPLUS13211/13212 

3 22 - 2 5x4 BOXPLUS13311/13312 

4 26 - 2 6x4 BOXPLUS13411/13412 


2 30 - 2 7x4 BOXPLUS18211/18212 

3 42 - 2 10x4 BOXPLUS18311/18312 

4 58 - 2 14x4 BOXPLUS18411/18412 

24 modules 3 35 1 2 8x4 BOXPLUS24310 

4 44 1 3 10x4 BOXPLUS24410 

5 44 1 3 10x4 BOXPLUS24510 

6 48 1 3 11x4 BOXPLUS24610 

De verschillende posities van de DIN-rail in de hoogte en in de diepte. 

Interfaces 

BOXPLUS kasten 13, 18 en 24 Interfaces Verbinding 

met kasten : 

Afmetingen (mm) 

H L P B 

1 R 13 modules 300 200 115 206 

2 R 18 modules 450 356 

3 R 600 506 

1 R 24 modules 300 200 136 175 

2 R 450 325 

3 R 600 475 

K11

Afmetingen 



Afmetingen 

Pragma Plus inbouw 

BOXPLUS kasten 13 en 18 Kasten Afmetingen (mm) 

H L P A B C E F G J 

13 modules 1 R 360 396 21 366 330 86 67 253 149 

2 R 510 480 299 

3 R 660 630 449 

4 R 810 780 599 

18 modules 1 R 360 486 23 456 330 86 67 343 149 

2 R 510 480 299 

3 R 660 630 449 

4 R 810 780 599 

. 

Kast 

Klemmen 

BOXPLUS kasten 13 en 18 Kasten Aantal 

rijen 

Aardklemmen 

aantal verbindingen: 

totaal 50 v 25 v 6 v 

Referenties 

kasten 

13 modules 1 13 - 1 3x4 BOXPLUS13122 

2 17 - 1 4x4 BOXPLUS13221/13222 

3 22 - 2 5x4 BOXPLUS13321/13322 

4 26 - 2 6x4 BOXPLUS13421/13422 


2 26 - 2 6x4 BOXPLUS18221/18222 

3 26 - 2 6x4 BOXPLUS18321/18322 

4 30 - 2 7x4 BOXPLUS18421/18422 

Horizontale en verticale verbinding 

De verschillende posities van de DIN-rail in de hoogte en in de 

diepte. 

K12

Afmetingen 



Mini-kasten KAEDRA 


Ref. aantal modules A L H gewicht (g) 

13956 3 - 105 150 300 

13957 4 - 123 200 500 

13958 6 - 159 200 650 

13959 8 88 195 200 850 

13960 12 160 267 200 1050 

3, 4 en 6 modules 8 en 12 modules 

3 modules 4 modules 6 modules 

8 modules 12 modules 

K13

Afmetingen 



KAEDRA kasten 

12 modules 

Ref. A B C gewicht 

(g) 

13962 280 118 81 1900 

13964 460 251 104,5 3100 

13966 610 401 104,5 4100 

(*) vooruitsnijdingen kunnen ook 

dienen voor het samenbouwen 

van kasten 

18 modules 

Ref. A B C gewicht 

(g) 

13963 280 118 81 2400 

13965 460 251 104,5 3850 

13967 610 401 104,5 3150 

13968 842 633 104,5 6500 

(*) vooruitsnijdingen kunnen ook 

dienen voor het samenbouwen 

van kasten 

K14

Afmetingen 



Pack-kasten 

Kast 2 en 3 rijen 

Kast 4, 5 en 6 rijen 

Aantal rijen 

2 3 

H 480 630 

Aantal rijen 

4 5 6 

H 780 930 1080 

Deur 

DD381953 

K15

Afmetingen 



Pack-kasten 

Kabeldoorvoerplaten 

Kabelgootverbreder 

Muurbevestiging 

Aantal rijen 

2 3 4 5 6 

H1 396 546 696 846 996 

H2 546 696 846 996 1146 

Nuttige ruimte onder afdekplaat 

s 

Gemonteerd geleverd 03004 

Bovenrail 

in kast 4, 5 en 6 rijen 

03003 

K16



Beveiliging 

Aansluiting 

n Biconnect-klem: 

voor aansluiting met vorkaansluitrail en kabel. 

Automaten 

Elektrische schema’s 

n Tweepolig 

1 

2 

3 

4 

Scheiding met volledig zichtbare onderbreking 

Thermische beveiliging 

Magnetische beveiliging 

n Driepolig 

1 

3 

5 




2 

4 

6 

n Vierpolig 

1 

3 

5 

7 


2 

4 

6 

8 



K17



Beveiliging 

Aansluiting 

n Biconnect-klem: 

voor aansluiting met vorkaansluitrail en kabel. 

Differentieelschakelaars 


n Tweepolig 

N 

1 

T 

R 

N 

2 

n Vierpolig 

N 

1 

3 

5 

T 

R 

Inwerkingstelling en exploitatie 

Via de testknop (T) kan de bedrijfszekere werking van 

de differentieelschakelaar worden nagegaan: 

Deze controle dient eenmaal per maand te worden 

uitgevoerd. 

De differentieelschakelaar ID wordt bij het sluiten 

gereset. 

Beveiliging van stroomkringen en van 

de differentieelschakelaar ID 

Deze wordt meestal gerealiseerd door een automaat 

of zekering gG, waarvan het kaliber aan de geleiderdoorsnede 

is aangepast. Met deze combinatie wordt 

de differentieelschakelaar beveiligd tegen overbelasting 

en kortsluiting. 

Fluorescentieverlichting 

Kabellengte van 400 m niet overschrijden bij een 

gevoeligheid van 30 mA. Bij niet-gecompenseerde 

verlichting niet meer dan twaalf 65 W-fluorescentielampen 

per fase. 

Type A : 

De uitschakeling geldt zowel voor sinusoïdale 

differentieelwisselstromen als voor gepulseerde 

differentieelgelijkstromen, ongeacht of die bruusk 

worden toegepast of langzaam toenemen. 

Toepassing : verbruikers met elektronica, gelijkrichters, 

instrumentatie 

N 

2 

4 

Toepassingsvoorbeelden: 

6 

n IΔN : 30 mA 

v bescherming tegen directe aanraking 

v in gevallen met een zeer groot aanrakingsgevaar 

(bouwplaatsen, marktkramen, zwembaden enz.) 

n IΔN : 300 mA 

v brandgevaarlijke ruimten 

v bescherming tegen indirecte aanraking in TT-stelsel 

n IΔN : 300 mA s selectief 

v bescherming tegen indirecte aanraking in TT-stelsel 

v voor een verticale selectiviteit met stroomafwaartse differentieelinrichtingen 30 en 

100 mA 

v is aanbevolen in een elektrische installatie met overspanningsbegrenzers 

Aanbevelingen voor de installatie 

In een installatie mag bij een differentieelfout alleen het defecte circuit worden 

afgeschakeld, teneinde alle andere vertrekken in bedrijf te houden. Aan deze 

voorwaarde kan worden voldaan door op verschillende niveaus een verticale 

selectiviteit te realiseren. 

v In het installatievoorbeeld op het schema in fig. 1 vindt er bij een differentieelfout 

selectieve uitschakeling plaats tussen de selectieve differentieelschakelaar van 

300 mA s , en de nageschakelde ogenblikkelijk werkende differentieelinrichtingen 

van 30 et 100 mA. 

Opmerking: 

Differentieelschakelaars van 300 mA s maken een totale verticale selectiviteit 

mogelijk op voorwaarde dat: lΔn van het stroomopwaartse apparaat ⩾ 2 lΔn 

van het stroomafwaartse apparaat. 

K18



Beveiliging 

Gebruik 

b met de overspanningsbegrenzers iPF kunnen 

beschadigde patronen snel worden vervangen. De 

overspanningsbegrenzers met vervangbare patronen 

met signalering (PRD 65r, PRD 40r) hebben 

een scherm en functies voor afstandsmelding van 

informatie: “smeltveiligheid dient vervangen”. 

b de overspanningsbegrenzers Quick PF met gekoppelde 

ontkoppelingselement zijn een makkelijke 

keuze en eenvoudige installatie voor een grotere 

efficiëntie. 

v toepassingsgebied: 

- individuele woning 

- kleine woning 

- flat 

v toepassingsgebied: 

- informatica 

- huishoudapparatuur 

- audio/video 

- inbraakalarm 

b spanning Uc hangt af van: 

v aardverbindingsschema’s 

v van de beveiligingsmodus (CM/DM). 

Overspanningsbegrenzers iPF /QUICK PF 

Definities 

b overspanningsbegrenzer: toestel dat tijdelijke overspanning van atmosferische 

oorsprong begrenst, en dat de stroomgolven van de bliksem naar de aarde 

afvoert. 

b max.spanning Uc in stationair bedrijf: toelaatbare waarde voor de effectieve 

spanning die ononderbroken op de klemmen van de overspanningsbegrenzer 

kan worden aangelegd zonder de werking ervan te beïnvloeden. Uc is een 

karakteristiek van de overspanningsbegrenzer en moet groter zijn dan de 

nominale netspanning. 

b max. spanning bij permanente regime Uc volgens de norm IEC 60364-5-534 

Aardverbindingsschema’s 

UC-waarde in gemeenschappelijke modus 

(bescherming tussen fase-aarde, nul-aarde) 

UC-waarde in differentieelmodus 

(bescherming tussen fase-nul) 

TT 

u 1,5 Uo 

u 1,1 Uo 

b restspanning (Ures): piekwaarde van de spanning op de klemmen van de overspanningsbegrenzer 

tijdens de doorgang van een ontlaadstroom 

b fasespanning van het net (Uo): dit is de spanning tussen fase en nulleider 

b nominale netspanning (Un): waarde van de referentiespanning waarmee het net 

wordt aangeduid 

b beveiligingsniveau (Up): spanning die de beveiligingsprestaties van een overspanningsbegrenzer 

op In bepaalt 

b maximale ontlaadstroom (Imax): maximale piekwaarde van de ontlaadstroom met 

een golfvorm van 8/20 μs die een enkele maal door de overspanningsbegrenzer 

wordt afgeleid 

b nominale ontlaadstroom (In): piekwaarde van de ontlaadstroom met een golfvorm 

van 8/20 μs die gebruikt wordt als aanduiding van een overspanningsbegrenzer 

b permanente bedrijfsstroom (Ic): stroom die in de overspanningsbegrenzer vloeit, 

wanneer die op de maximale houdspanning in permanente regime (Uc) wordt 

gevoed in foutloze toestand 

b overspanningen in common mode (CM): overspanningen tussen actieve geleiders 

en een beschermingsgeleider 

b overspanningen in differential mode (DM): overspanning tussen actieve geleiders 

(fase/nul). 

K19



Fotovoltaïsche installaties 

Overspanningsbegrenzer iPRD-DC 

Afhankelijk van de afstand tussen het deel “generator” en het deel “omvorming”, 

kan het nodig zijn om 2 of meer overspanningsbegrenzers te plaatsen, om de 

beveiliging van de twee delen te verzekeren. 

Generator 

Generator 

Omvorming 

Omvorming 

K20



Fotovoltaïsche installaties 

Overspanningsbegrenzer iPRD-DC 

Fotovoltaïsche panelen (PV) 

Verdeeldoos 

Wanneer de PV kabel 

langer is dan 30 m, 

moeten aan ieder 

uiteinde van de kabel 

overspanningsbegrenzers 

worden 

aangesloten: de ene 

naast de kast PV en de 

andere naast het 

vermogensstuurapparaat. 

Beveiligingsdoos voor omvormer 

omvormer 

Wanneer de PV kabel 

langer is dan 30 m, 

moeten aan ieder 

uiteinde van de kabel 

overspanningsbegrenzers 

worden 

aangesloten: de ene 

naast de kast PV en de 

andere naast het 

vermogensstuurapparaat. 

MN, MX, MNx, MNs, MSU, 

MX+OF, OF, SD, OF+SD/OF 

K21



Energy Efficiency en comfort 


Contactoren iCT 

Gebruik van de contactoren van 16 tot 100 A 

Met het oog op de behoeften op het vlak van de automatisering in de residentiële, 

tertiaire en industriële sector, laat het gamma modulaire iCT-contactoren de 

volgende zaken toe: 

bb 

de sturing van het vermogen van de kringen in de woon- en de tertiaire sector: 

vv 

verlichting (reclameborden, etalages, veiligheidsverlichting,…) 

vv 

verwarming, warmtepompen, ovens 

vv 

warm water sanitair 

vv 

kleine gebruiksmotoren (pompen, ventilatoren, slagbomen, garagepoorten,...) 

vv 

noodstoppen en veiligheidssystemen 

vv 

klimaatregeling 

bb 

de besturing van energiedistributie: 

vv 

ontlasting, herbelasting 

vv 

normaal/noodomschakeling… 

Karakterisering volgens type belasting 

bb 

de IEC 61095-norm geldt voor elektromechanische contactoren voor 

huishoudelijk en analoog gebruik. Deze norm verschilt van de IEC 60947.4-norm 

(die voor de industriële toepassingen werd ontworpen) omwille van de specifieke 

eisen met betrekking tot de bescherming van personen en uitrustingen in lokalen en 

gangen die voor het brede publiek toegankelijk zijn. 

Toepassingen Industrie: IEC 60947.4 Residentiële sector: 

IEC 61095 

Motor AC3 AC7b 

Verwarming AC1 AC7a 

Verlichting AC5a en b AC5a en b 

Gebruik voor een temperatuur tussen 50 °C en 60 °C 

Als de contactoren in een kast worden gemonteerd waarvan de binnentemperatuur 

tussen 50°C en 60°C ligt, moet tussen iedere contactor een tussenplaatje met 

ref. A9A27062 worden gebruikt. 

Tussenplaatje ref. A9A27062 

K22






Verbruik 

Contactoren iCT – 50 Hz 

Type 

1P Kaliber (In) Stuurspanning Verbruik 

AC7a AC7b 

(V AC) (50 Hz) 

Bij het 

houden 

2P 

3P 

4P 

Bij het 

aanzetten 

Max. 

vermogen 

16 A 5 A 12 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C22011 

24 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C22111 

48 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C22211 

220 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C22511 

230…240 2,7 VA 9,2 VA 1,2 W A9C22711 

25 A 8,5 A 220 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C20531 

230…240 2,7 VA 9,2 VA 1,2 W A9C20731 

16 A 5 A 12 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C22012 

24 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C22112 

48 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C22212 

220 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C22512 

230...240 2,7 VA 9,2 VA 1,2 W A9C22712 

12 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C22015 

24 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C22115 

220 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C22515 

230...240 2,7 VA 9,2 VA 1,2 W A9C22715 

20 A 6,4 A 230...240 2,7 VA 9,2 VA 1,2 W A9C22722 

25 A 8,5 A 24 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C20132 

48 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C20232 

220 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C20532 

230...240 2,7 VA 9,2 VA 1,2 W A9C20732 

220 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C20536 

230...240 2,7 VA 9,2 VA 1,2 W A9C20736 

40 A 15 A 220...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C20842 

63 A 20 A 24 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C20162 

220...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C20862 

100 A - 220...240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20882 

16 A 5 A 220…240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C22813 

25 A 8,5 A 220…240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C20833 

40 A 15 A 220…240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20843 

63 A 20 A 220…240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20863 

16 A 5 A 24 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C22114 

220...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C22814 

220...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C22818 

20 A 6,4 A 220 ...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C22824 

25 A 8,5 A 24 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C20134 

220...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C20834 

24 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C20137 

220...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C20837 

220...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C20838 

40 A 15 A 220...240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20844 

220...240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20847 

63 A 20 A 24 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20164 

220...240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20864 

24 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20167 

220...240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20867 

220...240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20868 

220...240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20869 

100 A - 220...240 13 VA 106 VA 4,2 W A9C20884 

K23






Verbruik 

Contactoren iCT – 50 Hz met handbediening 

Type 


AC7a AC7b 

(V AC) (50 Hz) 

Bij het 

houden 

3P 

4P 

Bij het 

aanzetten 

Max. 

vermogen 

16 A 5 A 220 2,7 VA 9,2 VA 1,2 W A9C23512 

230...240 2,7 VA 9,2 VA 1,2 W A9C23712 

220 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C23515 

230...240 2,7 VA 9,2 VA 1,2 W A9C23715 

25 A 8,5 A 24 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C21132 

24 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C21136 

220 2,7 VA 9,2 VA 1,2 W A9C21532 

230...240 2,7 VA 9,2 VA 1,2 W A9C21732 

40 A 15 A 24 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C21142 

220...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C21842 

63 A 20 A 24 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C21162 

220...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C21862 

25 A 8,5 A 220...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C21833 

40 A 15 A 220...240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C21843 

25 A 8,5 A 24 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C21134 

24 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C21137 

220...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C21834 

40 A 15 A 24 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C21144 

24 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C21147 

220...240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C21844 

63 A 20 A 24 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C21164 

220...240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C21864 

Contactoren iCT – 60 Hz 

Type 


AC7a AC7b 

(V AC) (60 Hz) 

Bij het 

houden 

2P 

3P 

Bij het 

aanzetten 

Max. 

vermogen 

25 A 8,5 A 127 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C20431 

220 ...240 2,7 VA 9,2 VA 0,9 W A9C20631 

16 A 5 A 127 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C22415 

220...240 2,7 VA 9,2 VA 0,9 W A9C22615 

25 A 8,5 A 127 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C20432 

220...240 2,7 VA 9,2 VA 0,9 W A9C20632 

127 3,8 VA 15 VA 1,3 W A9C20436 

220...240 2,7 VA 9,2 VA 0,9 W A9C20636 

40 A 15 A 127 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C20442 

220...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C20642 

25 A 8,5 A 127 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C20433 

220...240 4,6 VA 34 VA 1,6 W A9C20633 

40 A 15 A 127 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20443 

220...240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20643 

63 A 20 A 127 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20463 

220...240 6,5 VA 53 VA 2,1 W A9C20663 

K24





Algemeen commentaar 

De modulaire contactoren en de teleruptoren maken 

geen gebruik van dezelfde technologieën. 

Hun kaliber wordt bepaald in functie van verschillende 

normen en stemt niet overeen met de toegewezen 

stroom van de kring. 

Voorbeeld: voor een bepaald kaliber is een teleruptor 

krachtiger dan een modulaire contactor voor de sturing 

van lampen met een sterke aanspreekstroom of met 

een lage arbeidsfactor (niet-gecompenseerde 

inductieve kring). 

Keuzetabel 

Teleruptoren iTL en contactoren iCT 

Kaliber van de relais 

bbin de tabel hieronder wordt het maximale aantal lampen voor ieder relais vermeld 

in functie van het type, het vermogen en de configuratie van de lamp in kwestie. 

Ter informatie wordt ook het totale toelaatbare vermogen vermeld. 

bbdie waarden worden gegeven voor een kring van 230 V met twee actieve 

geleiders (eenfasig tussen fase en nulleider of tweefasig tussen fases). Voor 

kringen van 110 V moeten de waarden die in de tabel zijn opgenomen, door 

twee worden gedeeld. 

bbals men de equivalente waarden wil verkrijgen voor de volledige driefasige kring 

van 230 V, moet het aantal lampen en het maximale nuttige vermogen worden 

vermenigvuldigd: 

vvmet 3 (1,73) voor de kringen van 230 V tussen de fases zonder nulleider, 

vvmet 3 voor de kringen van 230 V tussen de fase en de nulleider of 400 V tussen 

de fases. 

Nota: de waarden van het meest gebruikte vermogen zijn vetgedrukt. Gebruik voor de 

vermogens die niet vernoemd worden een proportionele reden met waarden die het dichtst 

benaderen. 

Producten Teleruptoren iTL Contactoren iCT 

Type lamp Eenheidsvermogen en Maximum aantal lampen voor een eenfasige kring en maximaal nuttig vermogen per kring 

capaciteit van de condensatoren 

voor compensatie van 

reactieve energie 

16 A 32 A 16 A 25 A 40 A 

Basisgloeilampen, LS halogeenlampen, kwikdamplampen (zonder ballast) 

40 W 40 1.500 W tot 106 4.000 W 38 1.550 W tot 57 2.300 W 115 4.600 W 

60 W 25 1.600 W 66 tot 

30 2.000 W 45 tot 2.850 W 85 tot 5.250 W 

75 W 20 53 4.200 W 25 38 70 

100 W 16 42 19 28 50 

150 W 10 28 12 18 35 

200 W 8 21 10 14 26 

300 W 5 1.500 W 13 4.000 W 7 2.100 W 10 3.000 W 18 5.500 W tot 

500 W 3 8 4 6 10 6.000 W 

1.000 W 1 4 2 3 6 

1.500 W 1 2 1 2 4 

ZLS 12 of 24 V halogeenlampen 

Met ferromagnetische 

50 W 28 1.450 W 74 tot 

10 tot 600 W 15 tot 900 W 27 tot 1.950 W 

transformator 

20 W 70 1.350 W tot 180 3.600 W 15 300 W 23 450 W 42 850 W 

75 W 19 50 3.750 W 8 12 23 

100 W 14 37 6 8 18 

Met 

20 W 60 1.200 W tot 160 3.200 W 62 1.250 W tot 90 1.850 W tot 182 3.650 W tot 

elektronische 50 W 25 1.400 W 65 tot 3.350 W 25 1.600 W 39 2.250 W 76 4.200 W 

transformator 

75 W 18 44 20 28 53 

100 W 14 33 16 22 42 

Fluorescentiebuizen met starter en ferromagnetische ballast 

1 buis zonder 15 W 83 1.250 213 3.200 W 22 330 W 30 450 W 70 1.050 W 

compensatie (1) 18 W 70 

W tot 

1.300 W 186 tot 3.350 W 22 tot 850 W 30 tot 1.200 W 70 tot 2.400 W 

20 W 62 160 22 30 70 

36 W 35 93 20 28 60 

40 W 31 81 20 28 60 

58 W 21 55 13 17 35 

65 W 20 50 13 17 35 

80 W 16 41 10 15 30 

115 W 11 29 7 10 20 

1 buis met 15 W 5 µF 60 900 W 160 2.400 W 15 200 W 20 300 W 40 600 W 

parallelle 18 W 5 µF 50 133 15 tot 800 W 20 tot 1.200 W 40 tot 2.400 W 

compensatie (2) 20 W 5 µF 45 120 15 20 40 

36 W 5 µF 25 66 15 20 40 

40 W 5 µF 22 60 15 20 40 

58 W 7 µF 16 42 10 15 30 

65 W 7 µF 13 37 10 15 30 

80 W 7 µF 11 30 10 15 30 

115 W 16 µF 7 20 5 7 14 

2 of 4 buizen 2 x 18 W 56 2.000 W 148 5.300 W 30 1.100 W tot 46 1.650 W tot 80 2.900 W tot 

met 

4 x 18 W 28 74 16 1.500 W 24 2.400 W 44 3.800 W 

compensatie in 

2 x 36 W 28 74 16 24 44 

serie 

2 x 58 W 17 45 10 16 27 

2 x 65 W 15 40 10 16 27 

2 x 80 W 12 33 9 13 22 

2 x 115 W 8 23 6 10 16 

K25





Keuzetabel 


15 750 W 

7 µF 

5 270 W 

20 µF 



capaciteit van de 

condensatoren voor 

16 A 32 A 16 A 25 A 40 A 

compensatie van reactieve 

energie 

Fluorescentielampen met elektronische ballast 

1 of 2 buizen 18 W 80 1.450 W tot 212 3.800 W tot 74 1.300 W tot 111 2.000 W tot 222 4.000 W tot 

36 W 40 1.550 W 106 4.000 W 38 1.400 W 58 2.200 W 117 4.400 W 

58 W 26 69 25 37 74 

2 x 18 W 40 106 36 55 111 

2 x 36 W 20 53 20 30 60 

2 x 58 W 13 34 12 19 38 

Compacte fluorescentielampen 

Met externe 5 W 240 1.200 W tot 630 3.150 W tot 210 1.050 W tot 330 1.650 W tot 670 3.350 W tot 

elektronische 7 W 171 1.450 W 457 3.800 W 150 1.300 W 222 2.000 W 478 4.000 W 

ballast 

9 W 138 366 122 194 383 

11 W 118 318 104 163 327 

18 W 77 202 66 105 216 

26 W 55 146 50 76 153 

Met ingebouwde 5 W 170 850 W 390 1.950 W tot 160 800 W 230 1.150 W 470 2.350 W tot 

elektronische 7 W 121 tot 1.050 W 285 2.400 W 114 tot 900 W 164 tot 1.300 W 335 2.600 W 

ballast (ter 

9 W 100 233 94 133 266 

vervanging van 

gloeilampen) 11 W 86 200 78 109 222 

18 W 55 127 48 69 138 

26 W 40 92 34 50 100 

Hogedruk kwikdamplampen met ferromagnetische ballast zonder ontsteker 

Hoge druk natriumdamplampen met ferromagnetische ballast en ingebouwde ontsteker (3) 

Zonder 50 W Niet getest, weinig frequent gebruik 20 1.000 W tot 34 1.700 W tot 

compensatie (1) 80 W 10 tot 1.000 W 15 1.600 W 27 2.800 W 

125 / 110 W (3) 8 10 20 

250 / 220 W (3) 4 6 10 

400 / 350 W (3) 2 4 6 

700 W 1 2 4 

Met compensatie 50 W 10 500 W 15 750 W 28 1.400 W tot 

parallel (2) 80 W 8 µF 9 tot 1.400 W 13 tot 1.600 W 25 3.500 W 

125 / 110 W (3) 10 µF 9 10 20 

250 / 220 W (3) 18 µF 4 6 11 

400 / 350 W (3) 25 µF 3 4 8 

700 W 40 µF 2 2 5 

1.000 W 60 µF 0 1 3 

Lagedruk natriumdamplampen met ferromagnetische ballast en externe ontsteker externe 

Zonder 35 W Niet getest, weinig frequent gebruik 9 320 W 14 500 W 

compensatie (1) 55 W 5 tot 360 W 9 tot 720 W 14 tot 1.100 W 

90 W 3 6 9 

135 W 2 4 6 

180 W 2 4 6 

Met compensatie 35 W 38 1.350 W 102 3.600 W 3 100 W tot 5 175 W tot 10 350 W tot 

parallel (2) 55 W 20 µF 24 63 3 180 W 5 360 W 10 720 W 

90 W 26 µF 15 40 2 4 8 

135 W 40 µF 10 26 1 2 5 

180 W 45 µF 7 18 1 2 4 

K26





Keuzetabel 




capaciteit van de condensatoren 

voor compensatie van reactieve 

16 A 32 A 16 A 25 A 40 A 

energie 

Hogedruknatriumlampen 

Metaaljodiumdamplamp 

Met 

35 W Niet getest, weinig frequent gebruik 16 600 W 24 850 W 42 1.450 W tot 

ferromagnetische 70 W 8 12 tot 1.200 W 20 2.000 W 

ballast en externe 

150 W 4 7 13 

ontsteker, zonder 

compensatie (1) 250 W 2 4 8 

400 W 1 3 5 

1.000 W 0 1 2 

Met 

35 W 6 µF 34 1.200 W tot 88 3.100 W tot 12 450 W 18 650 W 31 1.100 W 

ferromagnetische 70 W 12 µF 17 1.350 W 45 3.400 W 6 tot 1.000 W 9 tot 2.000 W 16 tot 4.000 W 

ballast en externe 

150 W 20 µF 8 22 4 6 10 

ontsteker, met 

compensatie 250 W 32 µF 5 13 3 4 7 

parallel (2) 400 W 45 µF 3 8 2 3 5 

1.000 W 60 µF 1 3 1 2 3 

2.000 W 85 µF 0 1 0 1 2 

Met elektronische 35 W 38 1.350 W tot 87 3.100 W tot 24 850 W 38 1.350 W tot 68 2.400 W tot 

ballast 

70 W 29 2.200 W 77 5.000 W 18 tot 1.350 W 29 2.200 W 51 4.000 W 

150 W 14 33 9 14 26 

(1) De kringen met niet-gecompenseerde ferromagnetische ballasten verbruiken twee keer meer stroom voor een bepaald nuttig vermogen. Dat verklaart het lage 

aantal lampen voor deze configuratie. 

(2) De totale capaciteit van de condensatoren voor de compensatie van reactieve energie parallel op een kring beperkt het aantal lampen dat door één contactor 

kan worden gestuurd. De totale stroomafwaartse capaciteit van een modulaire contactor met het kaliber 16, 25, 40 of 63 A zou niet meer mogen bedragen dan 

respectievelijk 75, 100, 200 of 300 µF. 

Met die grenswaarden dient rekening te worden gehouden bij de berekening van het maximale toelaatbare aantal lampen als de capaciteitswaarden verschillen 

van de waarden die in de tabel worden vermeld. 

(3) De hogedruk kwikdamplampen zonder ontsteker en met een vermogen van 125, 250 en 400 W, worden geleidelijk aan vervagen door hogedruk 

natriumdamplampen met een ingebouwde ontsteker en met een vermogen van respectievelijk 110, 220 en 350 W. 

K27






Verwarmingstoepassing 

bb 

het kaliber van de teleruptor moet in functie van het te sturen vermogen 

worden gekozen. 

Verwarming 230 V 

Type 

Maximaal vermogen voor een bepaald kaliber 

iTL-teleruptoren 

Eénfasige kring 16 A 32 A 

Verwarming (AC1) 3,6 kΩ 7,2 kW 

bb 

het kaliber van de contactor moet worden gekozen in functie van het te sturen 

vermogen en het aantal schakelingen per dag. 


Type verwarmingstoepassing 


iCT-contactoren 

Aantal schakelingen/ 25 A 40 A 63 A 100 A 

dag 

25 5,4 kW 8,6 kW 14 kW 21,6 kW 

50 5,4 kW 8,6 kW 14 kW 21,6 kW 

75 4,6 kW 7,4 kW 12 kW 18 kW 

100 4 kW 6 kW 9,5 kW 14 kW 

250 2,5 kW 3,8 kW 6 kW 9 kW 

500 1,7 kW 2,7 kW 4,5 kW 6,8 kW 


25 16 kW 26 kW 41 kW 63 kW 

50 16 kW 26 kW 41 kW 63 kW 

75 14 kW 22 kW 35 kW 52 kW 

100 11 kW 17 kW 26 kW 40 kW 

250 5 kW 8 kW 13 kW 19 kW 

500 3,5 kW 6 kW 9 kW 14 kW 

Toepassing kleine motoren 

bb 

het kaliber van de contactor moet in functie van het te sturen vermogen 

worden gekozen. 

Asynchrone eenfasemotor met condensator 

Toepassing kleine 

motoren 


iCT-contactoren 

Spanning 25 A 40 A 63 A 

230 V 1,4 2,5 4 

Asynchrone driefasenmotor 

400 V 4 7,5 15 

Universele motor 

230 V 0,9 1,4 2,2 

K28





Dimmers 

Gemeenschappelijke bediening voor SAE&DIN-versies 

n de dimmer kan in- en uitgeschakeld worden door kort op de drukknop op het 

frontpaneel te drukken. De drukknop wordt blauw wanneer de dimmer 

ingeschakeld is. 

n de lichtsterkte kan ingesteld worden door de drukknop op het frontpaneel 

ingedrukt te houden tot de gewenste lichtsterkte bereikt is. 

n de dimrichting (opdimmen/neerdimmen) wordt omgekeerd telkens wanneer de 

drukknop op het frontpaneel losgelaten wordt. 

n de dimmer heeft een geheugenfunctie die de lichtintensiteit onthoudt voordat de 

dimmer uitgeschakeld wordt. Wanneer de dimmer terug ingeschakeld wordt, is 

de lichtsterkte identiek als voor het uitschakelen. 

n de hulpdukknoppen aangesloten op de klem hebben dezelfde functionaliteit 

als de drukknop op het frontpaneel van de dimmer. 

Specifieke bediening voor SAE-type 

n de dimmers STD400RC/RL-SAE, STD1000RL-SAE en SCU10-SAE zijn voorzien 

van 2 verschillende bedieningsmodes (A en B) aanstuurbaar via 

hulpdrukknoppen aangesloten op de digitale ingangen (klemmen 1, 2, 3 en 4). 

n er kan gewisseld worden tussen mode A en B door de digitale ingangen 3 en 4 

tien seconden gelijktijdig te activeren. Zodra de andere mode actief is, beginnen 

de LED en de belasting te knipperen zolang de ingangen geactiveerd blijven. 

n in mode A, worden de lichten aan- of uitgeschakeld door kort op ingang 1 te 

drukken en dimmen de lichten door lang te drukken. De richting wordt 

omgekeerd telkens wanneer ingang 1 losgelaten wordt. Ingang 2 schakelt de 

lichten steeds uit. 

n wanneer mode B actief is, zal een lange druk op ingang 1 de lichten opdimmen. 

Bij een korte druk worden de lichten volledig ingeschakeld. Ingang 2 dimt de 

lichten enkel neer door een lange druk en schakelt de lichten uit met een korte 

druk. 

n ingangen 3 en 4 zijn voorbehouden voor geheugenlocaties voor de lichtsterkte. 

De lichtsterkte wordt opgeroepen door een korte druk en in het geheugen 

weggeschreven met een lange druk van 3 s. 

Aansluiting STD-dimmers 

n bovenste aansluitklemmen: Tweepolige schroefconnectie voor draden tot 4 mm². 

n onderste aansluitklemmen enkel beschikbaar voor SAE-type: Vijfpolige 

schroefconnectie voor draden tot 2,5 mm². 

n met SAE-types kunnen tot 20 dimmers tegelijk bediend worden door de 

STD400RC/RL-SAE en de STD1000RL-SAE te combineren met één enkele 

drukkknop via de 4 digitale ingangen. 

(1) Gebruik van maximaal 25 drukknoppen zonder controlelampje en 5 drukknoppen met controlelampje, parallel geschakeld 

(2) Gebruik van maximaal 25 drukknoppen zonder controlelampje, parallel geschakeld, enkel voor STD400RC/RL-SAE en STD1000RL-SAE 

K29





Dimmers 

Aansluiting SCU-dimmers 

n bovenste aansluitklemmen: tweepolige schroefconnectie voor draden tot 2,5 mm². 

n onderste aansluitklemmen enkel beschikbaar voor SAE-type: vijfpolige 

schroefconnectie voor draden tot 2,5 mm². 

n met SAE-types kunnen tot 20 dimmers tegelijk bediend worden door de 

SCU10-SAE te combineren met één enkele drukkknop via de 4 digitale ingangen. 

(1) Gebruik van maximaal 25 drukknoppen zonder controlelampje en 5 drukknoppen met controlelampje, parallel geschakeld 

(2) Gebruik van maximaal 25 drukknoppen zonder controlelampje, parallel geschakeld, enkel voor SCU10-SAE 

K30





Bijzonder aansluitingsgeval 

n aansluiting van driefasige CDS op driefasig 

230 V-net zonder nulleider 

v om de driefasige voorrangsschakelaar CDS op een 

driefasig 230 V-net zonder nulleider aan te sluiten, 

moet klem 9 gevoed worden door klem 6 (fase 2) 

Voorrangsschakelaars CDS 


n CDS 

n CDSc 

Gedwongen 

Gedwongen 

afschakeling 

L1 aux 1 

afschakeling 

L 

aux 2 

1 2 3 4 5 6 

1 2 3 4 

IS 

IS 

5 6 7 8 

7 

8 9 10 11 12 

9 

10 11 12 13 14 

15 

16 

N 

n CDS Tri 

Prioritair 

I 

II 

Niet-prioritair 

N 

Prioritair 

I II III IV 


Gedwongen 

afschakeling aux 1 aux 2 aux 3 

L1 L2 L3 

1 2 3 4 

5 6 7 8 

9 

10 11 12 13 14 15 16 

N 

Prioritair 

Prioritair 

Prioritair 

n eenfasige CDS voor driefasig net 

q eenfasige voorrangsschakelaar CDS voor driefasige 

kring (fig. 5): bij overbelasting op een of twee 

fasen. Door de eenfasige voorrangsschakelaar 

CDS op elke fase te installeren, is afschakelen en 

herinschakelen per fase mogelijk. 

1 2 4 5 

6 

CDS éénfasig 

7 9 10 12 

N 1 2 3 

aansluitautomaat 

1 2 4 5 

6 

CDS éénfasig 

7 9 10 12 

Werking 

CDS (fig. 1) 

L1 L2 L3 


n in cascade afschakelen en herinschakelen van 2 niet-prioritaire stroomkringen: 

v afschakelvolgorde: I-II 

v herinschakelvolgorde: II-I 

n de afgeschakelde stroomkring wordt gesignaleerd door een gele controlelamp 

n herinschakelen gebeurt na een vertraging van 5 tot 10 min 

n gedwongen afschakeling: mogelijkheid om gelijktijdig de 2 niet-prioritaire 

stroomkringen af te schakelen (openen) door de klemmen 1 en 2 door te 

verbinden met een droog maakcontact (spanningsvrij). Dit bevel kan worden 

gegeven door een contact met handbediening (schakelaar) of automatisch (IH, 

IHP...) 

n gebruik van de klemmen 5 en 6: 

v klem 5 onder spanning (fase) als de nietprioritaire kring I wordt afgeschakeld 

v klem 6 onder spanning (fase) als de nietprioritaire kring II wordt afgeschakeld. 

Deze stroomkringen kunnen dienen voor het afschakelen herinschakelen via 

een magneetschakelaar met verbreekcontacten (CTR) of voor het op afstand 

signaleren van de afgeschakelde stroomkring, met controlelampen. In elk geval 

moet een beveiliging van 2 A op de kringen worden aangebracht. 

N 

I II 

niet-prioritaire 

kringen 

prioritaire 

kringen 

I II 


kringen 

prioritaire 

kringen 

Fig. 1. Eenfasige voorrangsschakelaar met 2 relais CDS 

Gedwongen 

afschakeling 

Fig. 5. Gebruik van de eenfasige voorrangsschakelaar 

CDS, voor driefasige kring 

Prioritair 


K31





gedwongen 

afschakeling 

geel 

Fig. 2. Eenfasige voorrangsschakelaars CDSc 


Werking 

CDSc (fig. 2) 

n voor het afschakelen en herinschakelen van max. 4 niet-prioritaire stroomkringen 

n installatietip: om optimaal te profiteren van de voordelen van de CDSc verdient 

het aanbeveling de elektrische installatie in 5 delen op te splitsen: 

v 1 prioritaire kring 

v 4 niet-prioritaire stroomkringen (max. 15 A) 

n afschakeling: 

v bij drempeloverschrijding worden de 4 nietprioritaire stroomkringen in cascade 

afgeschakeld, en vervolgens door rotatie (cyclische afschakeling) 

v de afgeschakelde stroomkring wordt aangegeven door een gele controlelamp. 

n herinschakeling: na een vertraging van circa 5 min. worden de afgeschakelde 

stroomkringen automatisch opnieuw ingeschakeld en blijven ze gesloten als de 

overbelasting is verdwenen; zo niet begint de afschakelcyclus opnieuw. 

n gedwongen afschakeling: mogelijkheid om gelijktijdig de 4 niet-prioritaire 

stroomkringen af te schakelen (openen) door de klemmen 1 en 2 door te 

verbinden met een droog maakcontact (spanningsvrij). 

Dit bevel kan gegeven worden via een contact met handbediening (schakelaar) of 

automatisch (IH, IHP...). 

gedwongen afschakeling ingangen 

fase 1 fase 2 fase 3 

A 

1 2 4 3 6 5 8 7 

I 

S 

geel 

9 11 12 13 14 15 16 

N 


niet-prioritaire kringen 


prioritaire kringen 

Fig. 3. Driefasige voorrangsschakelaar, 1 relais per 

fase met ingang voor gedwongen 

N 

Fig. 4. Voor gelijktijdig afschakelen en 

herinschakelen van 3 fasen (driefasige verbruiker op 

niet-prioritaire kring) 

I 

S 

I 

S 

1 2 4 3 6 5 8 7 

geel 

9 

2 

1 

2 

1 

2 

1 

I 

S 

CT A1 1 

A2 2 

I 

S 

I 

S 

11 12 13 14 15 16 

RLI A1 

A2 

3 

4 

RLI A1 

A2 

niet-prioritaire kringen 

5 

6 

RLI A1 

A2 

prioritaire 

kringen 

CDStri (fig. 3) 

n de stroomkringen worden afgeschakeld door de fase(n) die de drempel 

overschrijden 

n gedwongen afschakeling: mogelijkheid om gelijktijdig de niet-prioritaire 

stroomkring van fase 1, 2 en 3 af te schakelen (openen) door de klemmen 4 

en 2 door te verbinden met een droog maakcontact (spanningsvrij). Dit bevel 

kan worden gegeven door een contact met handbediening (schakelaar) of 

automatisch 

(IH, IHP...) 

n de niet-prioritaire stroomkringen moeten de eenfasige verbruikers aansturen 

n gebruik van klemmen 3, 5 en 7: 

v klem 3 onder spanning (fase) als de nietprioritaire kring fase 1 wordt 

afgeschakeld, 


afgeschakeld, 


afgeschakeld. 

Deze stroomkringen kunnen dienen voor het afschakelen/herinschakelen via een 

magneetschakelaar met verbreekcontact, of voor het op afstand signaleren van de 

afgeschakelde stroomkring met controlelampen. In elk geval moet een beveiliging 

van 2 A op de kringen worden aangebracht. 

Bijzondere gevallen 

n afschakeling-herinschakeling van driefasige verbruikers (fig. 4). Bij 

drempeloverschrijding moeten de drie fasen gelijktijdig worden afgeschakeld, 

anders kan een driefasige verbruiker tussen 2 fasen worden gevoed (onbalans). 

Aan deze voorwaarde kan worden voldaan door 3 omkeerrelais te combineren 

met een driefasige magneetschakelaar, aangesloten op niet-prioritaire 

stroomkringen van de driefasige voorrangsschakelaar CDS. 

K32






Niet-resistieve belasting 

Voor voeding van niet-resistieve belastingen van nietprioritaire 

stroomkringen (ontladingslampen...), moeten 

de afschakelbevelen van de voorrangsschakelaars 

CDS via relaisschakeling worden doorgestuurd naar 

magneetschakelaars CT. 

Aansluiting, afstelling 

De voorrangsschakelaar wordt juist na de aansluitautomaat geïnstalleerd: de totale 

stroom van de installatie moet door deze schakelaar vloeien. 

Aansluiting ⩽ 36 kVA 

De drempel van de voorrangsschakelaar moet overeen-stemmen met het kaliber 

van de aansluitautomaat. 

Aansluiting > 36 kVA 

Bij een stroomsterkte boven 90 A moet de voorrangsschakelaar op de fase worden 

aangesloten door middel van een stroomtransformator met een verhouding van In/5 

A op de secundaire wikkeling (drempelinstelling 

CDS 5 A). Voor dit installatietype moet een magneetschakelaar op de niet-prioritaire 

kring worden gebruikt (fig. 5). 

N 

L1 

1 2 4 3 

6 5 

8 7 

Ti 

.../5A 

I 

S 

I 

S 

I 

S 

9 

11 12 

13 14 

15 16 

L2 

Ti 

.../5A 

L3 

Ti 

.../5A 

N 


kringen L1 

N 


kringen L2 

N 


kringen L3 

prioritaire kringen 

Fig. 5 

Stroomsterkte groter dan 90 A: gebruik van een stroomtransformator + een 

magneetschakelaar op niet-prioritaire kring 

Opmerkingen 

v de drempel wordt ingesteld door aan het kartelwieltje te draaien (fig. 6) 

CDS 

Fig. 6 drempelinstelling 

v beveiligingen van 15 A aanbrengen op alle nietprioritaire stroomkringen 

v bij een stroomsterkte groter dan 15 A moet een magneetschakelaar worden 

gebruikt die berekend is op het afgeschakelde vermogen. 

K33





Toepassing met voorrangsschakelaars CDS 

Realisatie van een economische installatie door beperking van 

het stroomverbruik. 

v de eenfasige voorrangsschakelaar CDS ontlast en herbelast in cascade 

2 niet-prioritaire kringen (verwarming) voor het voeden van de prioritaire kring 

(verlichting) op basis van de door de gebruiker ingestelde drempelwaarde 

(instelling van de drempelwaarde met behulp van het geribbeld wieltje op de 

voorzijde van de CDS) 

v de controlelampjes H1 en H2 geven de ontlaste kring aan 

v al de vermogenskringen (verwarming, verlichting) moeten worden beveiligd door 

middel van vermogenschakelaars. 

AUTOMAAT 

AUTOMAAT AUTOMAAT AUTOMAAT AUTOMAAT 

Prioritaire kring: verlichting 

niet-prioritaire kring: convectoren 

K34




Programmering 

Trappenhuisautomaat MIN 

Aansluiting 


Beschrijving 

b 3 geleiders (fig. 2) 

M 

P 3 

N 4 

3 

L 

MIN 

L 

MIN 

R 

1 Schakelaar voor 

gedwongen werking. 

2 Instelling van de duur 

van de timer. 

3 Keuze 3 of 4 draden 

(zijkant) 

N 

P 3 

N 

4 

P 3 

N 4 

L 

standkiezer 3 

N 

R 

N 

R 

Fig. 1 

Fig. 2 

3-draads 

4-draads 

b 4 geleiders (fig. 3). 

M 

4 

P 3 

N 4 

L 

N 

standkiezer 4 

Fig. 3 

Zelfbeveiliging 

n de timers hebben een zelfbeveiliging tegen een lekstroom (op de 

bedieningskring) van meer dan : 

v 50 mA 

Als de som van de lekstromen groter is dan de eerder aangegeven waarden, 

wordt de timer in zelfbeveiliging geschakeld en wordt er met geen enkel 

bedieningscommando nog rekening gehouden. Om te voorkomen dat er een 

lekstroom wordt gegenereerd die hoger is dan de ingestelde drempelwaarde, 

dient men na te gaan of er geen isolatiefout is en/of dient men het aantal 

geïnstalleerde verlichte drukknoppen te beperken. 

Werking 

I lek (mA) 

Belangrijk 

omwisselen van de klemmen kan het apparaat 

onherstelbaar beschadigen. De stuurkring moet op 

dezelfde spanning worden gebruikt als de 

voedingskring. 

Als de spanning van de stuurkring (24 V AC) 

verschilt van de vermogenskring (230 V AC), moet de 

trappenhuisautomaat MIN (met of zonder PRE) 

gebruikt worden met omkeerrelais RLI. 

(Zie fig. 4.) 

drempel 

stuurstroomkring 

vermogenskring 

timer in werking 

timer in zelfbeveiliging 

ongeveer 

10 mm 


n tijdvertraging van 1 tot 7 min. 

n bij een volgende druk op een van de drukknoppen wordt de vertraging opnieuw 

gestart 

n permanente werking met omschakelaar (S) 

op de voorzijde. 

< 2 s > 2 s 

BP 

S 

Fig. 4 

UZ 

UZ 

t 

t 

K35




Programmering 

Trappenhuisautomaat MINp 

Elektrische schema’s Beschrijving 

L 

N 

MINp 

MINp 

R 

R 

N 

3-draads 4-draads 

L 

1 Keuzeknop. 

2 OFF-stand: annuleert de 

functie voorsignalering 

uitschakeling. 

3 Stand: veroorzaakt de 

permanente ontsteking 

van de lamp (teststand). 

4 Stand 10 tot 100: 

activering van de 

voorsignaleringsfunctie 

(instelbare tijdsduur van 

10 tot 100 seconden). 

5 Instelling van de duur 

van de timer. 

Werking 

n vertraging van 30 s tot 8 min. 

n bij een volgende druk op een van de drukknoppen 

wordt de vertraging opnieuw gestart 

n uitschakelvoorsignalering (P) van 10 tot 100 s 

n verlaging van de lichtsterkte met 50% en knippering 

van de lichtbelasting om de seconde 

n uitschakelvoorsignalering in de stand off: diagram 

identiek aan dat de timer MINs 

n permanente werking met omschakelaar (S) op de 

voorzijde. 

Zelfbeveiliging 

n de timers hebben een zelfbeveiliging tegen een lekstroom (op de 

bedieningskring) van meer dan : 

v 100 mA 

Als de som van de lekstromen groter is dan de eerder aangegeven waarden, 

wordt de timer in zelfbeveiliging geschakeld en wordt er met geen enkel 

bedieningscommando nog rekening gehouden. Om te voorkomen dat er een 

lekstroom wordt gegenereerd die hoger is dan de ingestelde drempelwaarde, 

dient men na te gaan of er geen isolatiefout is en/of dient men het aantal 

geïnstalleerde verlichte drukknoppen te beperken. 

I lek (mA) 

BP 

< 2 s > 2 s 

S 

stuurstroomkring 

drempel 

UZ 

UZ 

t 

p 

20 min p 

vermogenskring 

ongeveer 

10 mm 


timer in zelfbeveiliging 


Maximum vermogen MIN en MINp 

Type verlichting MIN MINp 

Gloeilampen 2000 W 600 W 

Halogeenlampen 230 V 2000 W 600 W 

Ongecompenseerde fluorescentielampen 30 x 40 W - 22 x 58 W - 13 x 100 W niet compatibel 

Seriegeschakelde gecompenseerde fluorescentielampen 

Parallelgeschakelde gecompenseerde fluorescentielampen 12 x 40 W (4,7 μF) - 8 x 58 W (7 μF) 

niet compatibel 

3 x 100 W (18 μF) 

Fluorescentielampen duomontage 11 x (2 x 58 W) - 6 x (2 x 100 W) niet compatibel 

Fluorescentielampen met elektronische ballast 8 x 58 W niet compatibel 

Fluorescentielampen met elektronische ballast 4 x (2 x 58 W) niet compatibel 

duomontage 

Fluocompactlampen 5 x 7 W - 7 x 11 W - 5 x 15 W - 7 x 20 W niet compatibel 

K36




Programmering 

Multifunctioneel tijdrelais iRTMF 

Diagrammen 


Beschrijving 

S 

0 

U 

(15-18) 

0 

n iRTMF 

1. Insteltoets vertraging 

2. Instelpotentiometer 

vertraging 

3. Groene verklikker: 

- gedoofd: contacten 

15-16 gesloten 

- knippert: tijdens 

vertraging 

- brandt: contacten 

15-18 gesloten 

4. Keuzeschakelaar functie 

A, H, B of C 

T 

Positie A 

U 

(A1 A2) 

0 

BP 

U 

(15-18) 

0 

T 

Positie B 

t 

Instelling van de iRTMF 

n positie A 

v vertraagt de sluiting. 

v vertraagt de inschakeling van een belasting 

v voorbeelden : licht- of geluidssignalering, openings- en verlichtingsautomaat 

n positie H 

v vertraagt de inschakeling 

v zet een belasting onder spanning gedurende een bepaalde tijd 

n positie B (tijdschakelaar) 

v zet een belasting onder spanning bij het indrukken van een hulpdrukknop, 

gedurende een bepaalde tijd 

v de vertraging start bij het indrukken van de hulpdrukknop en duurt een 

bepaalde tijd 

v de vertraging start bij het indrukken van de bedieningsdrukknop 

n positie C 

v vertraagt de opening 

v zet een belasting onder spanning bij het indrukken van een hulpdrukknop 

v de vertraging start bij het loslaten van de bedieningsdrukknop 

Belastingstabel 

n de onderstaande tabel geeft de maximaal toegestane stroomsterkte van het 

tijdrelais als functie van de verschillende gebruikscategorieën. 

Belastingstype Gebruikscategorie I max 

Niet-inductieve belasting (weerstand) AC1 8 A 250 V AC 

Positie C 

Regeling van ontladingslampen AC5a 4 A 230 V AC 

Regeling van gloeilampen AC5b 4 A 230 V AC 

Bediening van transformatoren AC6a 4 A 230 V AC 

S 

Zwak inductieve belastingen voor AC7a 6 A 230 V AC 

huishoudapparaten 

Motoren voor huishoudelijk gebruik AC7b 4 A 230 V AC 

0 

U 

(15-18) 

0 

T 

Positie H 

t 

K37




Programmering 

Mechanische schakelklokken IH 

Elektrisch schema 

n IH compact 

n IH 

verbruiker 230 V 

Keuzetabel 

Aantal Periode Minimumtijd Aantal Back-up bij Gedwongen Uitgangs- Uurverandering Ref. 

kanalen van de tussen 2 schakelingen netstroom- bedieningen: contact (zomer / 

cyclus schakelingen onderbreking Aan (On) / (cos φ =1) winter) 

Uit (Off) 

1 7 d 2 u 42 on - 42 off 100 u On / Off Omkeerstarter 16 A Handmatig 15335 

1 24 u 15 min. 48 on - 48 off 100 u On / Off Omkeerstarter 16 A Handmatig 15336 

1 24 u 15 min. 48 on - 48 off zonder On / Off Omkeerstarter 16 A Handmatig 15364 

1 24 u 30 min. 24 on - 24 off zonder On Omkeerstarter 16 A Handmatig 15365 

1 24 u 30 min. 24 on - 24 off 150 u On Omkeerstarter 16 A Handmatig 15331 

K38




Programmering 

Intuïtive schakelklokken IHP 

Tijdbesparingen met intuïtieve programmering 

n slechts 4 toetsen. 

n keuze taal en begeleiding in de menu’s door middel van trefwoorden waarmee 

het programma kan worden aangemaakt, gecontroleerd, gewijzigd of gedeeltelijk 

of geheel gewist. 

n tijd updaten en omschakelen tussen winter/ zomertijd: 

v automatisch: geselecteerd bij het programmeren van de omschakeldatum 

(afhankelijk van de geografische zone), 

v handmatig door de gebruiker, 

v zonder wijziging van programma’s. 

Unieke programmeringsleesbaarheid 

Groot scherm voor weergave van: 

n uur, minuten en dag van de week. 

n huidige bedrijfsmodus. 

n status contactomschakeling (‘Aan’, ‘Uit’). 

n regelmodus (automatisch, opheffen, permanent, vakantie of willekeurig 

voor de +-versie). 

n werking op stroom of met batterij. 

Vereenvoudigde installatie 

n mechanische compatibiliteit met aansluitrails. 

n rechtstreekse aansluiting van belastingen tot 16 A onder 250 V. 

n snelle aansluiting; 2 schroefloze aansluitklemmen per pool voor kabels 

tot 2,5 mm². 

n handleiding altijd beschikbaar in de documenthouder onder de kap. 

Vereenvoudigd gebruik 

n display met backlighting. 

n opslaan en kopiëren van programma’s met geheugencartridge. 

n programmering met een programmeringskit voor PC. 

n sturing van de schakelklok via externe ingangen. 

Programmeringskit 

voor PC 

Geheugensleutel 

K39




Programmering 

Programmeringsprincipe 

Voorbeelden van programmeringen 

voor schakelklokken 

n voor de IHP-schakelaars bestaat dit uit het opslaan van de dagen en de 

tijdstippen van de vereiste schakelingen in het geheugen. 

n voor de IH - IHH-schakelaars wordt dit uitgevoerd door segmenten of ruiters op 

een schakelingsschaalverdeling te positioneren. 

Voorbeeld 

n een airconditioninginstallatie in een kapsalon sturen: 

maandag (1) dinsdag woensdag donderdag (2) enz. 

Aan n° 1 08 u 30 08 h 30 08 u 30 inschakelen 

Uit n° 1 12 u 00 12 u 00 uitschakelen 

Aan n° 2 13 u 30 13 u 30 inschakelen 

Uit n° 2 20 h 00 20 u 00 20 u 00 uitschakelen 

(1) Gesloten op maandag 

(2) Non-stop 

Programmering door te kopiëren of met blokken 

Telkens wanneer op verschillende dagen van de week identieke schakelingen op 

hetzelfde tijdstip moeten worden uitgevoerd, hoeft u die schakelingen met behulp 

van deze functie slechts één keer te programmeren. 

Voorbeeld 

maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 

Aan n°1 10 u 00 10 u 00 inschakelen 

Uit n°1 18 u 00 18 h 00 18 u 00 uitschakelen 

1 schakeling 

1 schakeling 

Aantal schakelingen 

Back-up bij onderbreking hoofdnet 

Omschrijving 

Aantal schakelingen 

IHP 1c 56 

IHP + 1c 84 

IHP DCF 1c 42 

IHP 2c 56 

IHP + 2c 84 

IHP 18 mm 1c 28 

IHP + 1c 18 mm 42 

ITM 4C-6E 45 tijdspannen in een wekelijkse tijdprogrammering, 15 

tijdspannen in een jaarlijkse tijdprogrammering en 20 

verschillende pulsen in een pulsprogrammering. 

IH 7d 1c ARM 42 Aan / 42 Uit 

IH 24u 1c ARM 48 Aan - 48 Uit 

IH 24u 1c SRM 48 Aan - 48 Uit 

IH 60 mn 1c SRM 24 Aan - 24 Uit 

IH 24u 1c SRM 24 Aan - 24 Uit 



IH 7d 1c ARM 21 Aan - 21 Uit 

IH 24 u + 7 d 1+1c 16 Aan - 16 Uit + 7 Aan - 7 Uit 

ARM 

Voor IHP-schakelaars die met deze functie zijn uitgerust, wordt een lithiumbatterij 

gebruikt om de gegevens op te slaan. 

K40




Programmering 

Uurprogrammering van 60 min. 

Biedt u de mogelijkheid om het starten en het 

stoppen van een groep belastingen te sturen 

volgens een cyclus die iedere 60 minuten wordt 

herhaald. 



Voorbeeld 

n automatische bewatering sturen: 

Aan n° 1 

Uit n° 1 

Aan n° 2 

Uit n° 2 

2 min. 30 s 

5 min. 

25 min. 

37 min. 30 s 

Betreffende schakelklokken 

n IH 60 min 1c SRM 

Dagprogrammering van 24 u. 

Biedt u de mogelijkheid om het starten en 

stoppen van een of twee groepen belastingen te 

sturen volgens een dagelijkse cyclus die iedere 

dag van de week op een identieke manier wordt 

herhaald. 

Voorbeeld 

n een deur van een flatgebouw sturen: 

v van 08.00 u. tot 19.30 u.: contact op ‘Aan’, vrije toegang 

v van 19.30 u. tot 08.00 u. de volgende dag: contact op ‘Uit’, toegang door middel 

van vertrouwelijke code iedere dag van de week: 

Van maandag tot zondag 

On n° 1 08 u 00 

Off n° 1 19 u 30 


n IH 24u 1c SRM/ARM 

n IH 24u 2c ARM 

n IHP 1c 18 mm 

n IHP + 1c 18 mm 

n IHP DCF 1c 

n IHP 1c, IHP + 1c 


n ITM 4C-6E 

Weekprogrammering van 7 dagen. 

Biedt u de mogelijkheid om het starten en 

stoppen van een tot vier groepen belastingen te 

sturen volgens een wekelijkse cyclus, die iedere 

dag kan verschillen en die iedere week wordt 

herhaald. 

maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag 

Aan n° 1 09 u 00 09 u 00 09 u 00 

Uit n° 1 12 u 00 12 u 00 

Aan n° 2 14 u 00 14 u 00 

Uit n° 2 20 u 00 20 u 00 20 u 00 

Aan n° 3 8 u 30 8 u 30 

Uit n° 3 12 u 30 12 u 30 

Aan n° 4 14 u 30 14 u 30 

Uit n° 4 21 u 00 21 u 00 


n IH 7 d 1c ARM 



n IHP 1c 18 mm 

n IHP + 1c 18 mm 

n IHP DCF 1c 

n ITM 4C-6E 

K41




Programmering 



Pulsprogrammering. 

Biedt u de mogelijkheid om een tot vier groepen 

belastingen (teleruptoren, bellen enz…) met 

pulsen te sturen (instelbaar van 1 tot 59 s). 

Voorbeeld 

n automatische sturing van een bel, verlichting en voedingsdistributie: belsignalen 

voor hervatten en beëindigen van werk (kanaal 1), verlichting van gebouwen 

(kanaal 2), vissen in het aquarium voederen (kanaal 3): 

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag 

Kanaal 1 : bel (20 s pulsopdracht) 

Aan 08 u 00 08 u 00 08 u 00 08 u 00 07 u 00 09 u 00 

Duur 20 s 20 s 20 s 20 s 20 s 20 s 

Aan 12 u 00 12 u 00 12 u 00 12 u 00 11 u 00 13 u 00 

Duur 20 s 20 s 20 s 20 s 20 s 20 s 

Aan 14 u 00 14 u 00 14 u 00 14 u 00 13 u 00 

Duur 20 s 20 s 20 s 20 s 20 s 

Aan 18 u 00 18 u 00 18 u 00 18 u 00 16 u 00 

Duur 20 s 20 s 20 s 20 s 20 s 

Kanaal 2: verlichting (vergrendelde opdracht) 

Aan 07 u 30 07 u 30 07 u 30 07 u 30 06 u 30 08 u 30 

uit 18 u 30 18 u 30 18 u 30 18 u 30 17 u 00 13 u 30 

Kanaal 3: aquarium (15 s pulsopdracht) 

Aan 10 u 00 10 u 00 10 u 00 10 u 00 

Duur 15 s 15 s 15 s 15 s 

Programmering 

n de programmering van een puls neemt 2 geheugenplaatsen in beslag. 

n het is mogelijk om de twee opdrachttypes (puls en vergrendeld) op hetzelfde 

kanaal te combineren. 


b IHP + 1c 

b IHP + 1c 18 mm 

b IHP DCF 1c 

b IHP + 2c 

b ITM 4C-6E 

Programmering van speciale dagen. 

Met deze functie kunnen speciale programma’s 

voor specifieke dagen worden ingesteld. 

Voorbeeld 

b Verlichting en verwarming in een school sturen: 

v basisprogrammering: programmaverlichting (kanaal 1) en verwarming (kanaal 2): 

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag 

Kanaal 1: verlichting 

Aan 07 u 00 07 u 00 07 u 00 07 u 00 07 u 00 

Uit 20 u 00 20 u 00 16 u 00 20 u 00 16 u 00 

Kanaal 2: verwarming 

Aan 06 u 00 06 u 00 06 h 00 06 u 00 06 h 00 

Uit 18 u 00 18 u 00 12 u 00 18 u 00 12 h 00 

v programmering specifieke dagen: niet-werkingsperiodes, schoolvakanties, ... 

Het volstaat een OFF aan het begin en een andere OFF aan het einde van elke 

afwezigheidsperiode in het geheugen te programmeren: 

Vakantiedagen 

Winter Lente Zomer Herfst Einde van 

het jaar 

Kanaal 1 : verlichting 

Uit Datum 20 feb. 17 apr. 07 juli 23 okt. 18 dec. 

Tijd 12 u 00 17 u 00 12 u 00 17 u 00 12 u 00 

Uit Datum 08 maart 03 mei 9 sept. 2 nov. 4 jan. 

Tijd 01 u 00 01 u 00 01 u00 01 u 00 01 u 00 

Kanaal 2 : verwarming 

Uit Datum 20 feb. 17 apr. 23 okt. 18 dec. 

Tijd 12 u 00 17 u 00 17 u 00 12 u 00 

Uit Datum 08 maart 03 mei 2 nov. 4 jan. 

Tijd 01 u 00 01 u 00 01 u 00 01 u 00 


b ITM 4C-6E 

b IHP DCF 1c 

b IHP + 1 en 2 c 

b IHP + 18 mm 

K42




Programmering 

Belastingstabel voor schakelklokken 

n toelaatbaar vermogen per uitgangscontact: 

v ohmse belastingen: I max = 16 A - 250 Va, I min = 100 mA - 12 Vz 

v motoren: 2300 VA 

Verlichting 

Max. vermogen per contact 

Cos φ = 1 

16 A 

Cos φ = 0,6 

10 A 

Gloeilampen (230 V) 

2300 W 

Halogeenlampen (230 V) 

2300 W 

Fluorescentiebuizen niet gecompenseerd / 26 x 36 W, 20 x 58 W, 10 x 100 W 

serie gecompenseerd 

Fluorescentiebuizen parallel gecompenseerd met 10 x 36 W (4,7 μF), 6 x 58 W (7 μF), 

conventionele ballast 

2 x 100 W (18 μF) 

Fluorescentiebuizen (dubbel) 10 x (2 x 58 W), 5 x (2 x 100 W) 

Fluorescentiebuizen met elektronische ballast 9 x 36 W, 6 x 58 W 

Fluorescentiebuizen met elektronische ballast 5 x (2 x 36 W), 3 x (2 x 58 W) 

(dubbel) 

Fluocompactbuizen met elektronische ballast 9 x 7 W, 7 x 11 W, 7 x 15 W, 7 x 20 W 

Bolvormige fluorescentie HQL parallel 

1 x 250 W (30 μF) 

gecompenseerd 

Natriumdamplampen parallel gecompenseerd 1 x 250 W (37 μF) 

Voor andere toepassingen een CT-magneetschakelaar gebruiken. 

K43




Programmering 

Multifunctionele tijdschakelaar ITM 

Elektrisch schema 

n Aansluiting 

Werking 

n uurprogrammering 

v dagelijkse, wekelijkse of jaarlijkse werkingsbereiken 

(1 bereik = 1 ON en 1 OFF) volgens een door de 

gebruiker vooraf opgesteld programma 

v mogelijkheid een werkingsbereik te kopiëren naar 

een of meerdere dagen van de week overgang 

tussen “zomertijd / wintertijd”: 

- automatisch 

- handmatig 

v mogelijkheid 1 voorwaardelijke ingang toe te voegen 

aan ieder uitgangskanaal 

v mogelijkheid een uitgangskanaal gedwongen 

werking op te leggen 

n impulsprogrammering 

v impulsen instelbaar van 1 tot 59 seconden, 

programmeerbaar over een of meerdere dagen van 

de week 

n vertraagde inschakeling 

v de vertragingscyclus begint bij activering van de 

specifieke ingang 

v de belasting wordt onder spanning gebracht op het 

einde van de vertraging 

v de duur van de vertraging kan geprogrammeerd 

worden van 1 seconde tot 

10 uren 

v mogelijkheid tot vastleggen van een uurbereik en 

dagen waarop de werking is toegelaten 

n knipperrelais 

v vertraging van de inschakeling en uitschakeling 

van een belasting gedurende de verschillende 

tijdspannes die geprogrammeerd kunnen worden 

van 1 tot 59 seconden en op herhaaldelijke wijze 

v de cyclus begint bij de inschakeling van ITM 

v mogelijkheid tot vastleggen van een uurbereik en 

dagen waarop de werking is toegelaten 

v mogelijkheid een voorwaardelijke ingang toe te 

voegen 

n vertraagde uitschakeling 

v de vertragingscyclus begint bij deactivering van de specifieke ingang 

v de belasting wordt buiten spanning gezet op het einde van de vertraging 

v de duur van de vertraging kan geprogrammeerd worden van 1 seconde tot 10 

uren 

v mogelijkheid tot vastleggen van een uurbereik en dagen waarop de werking is 

toegelaten 

n trappenhuisautomaat 

v vertraging instelbaar van 1 seconde tot 10 uren 

v mogelijkheid tot vastleggen van een uurbereik en dagen waarop de werking is 

toegelaten 

n uurteller 

v tellen van de bedrijfsuren van een kring (motors, werktuigmachine, verlichting, ...) 

v drempel instelbaar van 1 tot 99.999 uren 

v maximumtelling: 99.999 uren 

v reset van de teller 

n impulsteller 

v tellen van de impulsen uitgestuurd door detectors (energiemeters, 

temperatuursoverschrijding personen, snelheid, ...) 

v drempel instelbaar van 1 tot 999.999 

v maximumtelling: 999.999 impulsen 

v reset van de teller 

K44




Programmering 

Toepassing: gebruik van een ITM in een villa 

De kelder 

Een beperkte verlichting in deze 

ruimte die na een bepaalde tijd 

automatisch uitgaat. 

De bestudeerde 

toepassing 

Wij onderscheiden 

3 specifieke zones 

van een villa: 

n de kelder, 

n de omgeving, 

n de tuin. 

Van de 9 functies die de 

ITM biedt, worden er in 

dit voorbeeld 3 belicht: 

n de timer, 

n de weekprogrammatie, 

n de jaar-programmatie. 

De omgeving 

Een doeltreffende afbakening 

van de paden en ingangen 

met een nachtverlichting die 

beperkt wordt tot een 

bepaalde duur. 

Uw verwachtingen 

n de kelder 

v om het energieverbruik te beperken, moet de 

verlichting van dit gedeelte van de woning worden 

beperkt tot het hoogst noodzakelijke. 

n de omgeving 

v voor een perfecte veiligheid wanneer men zich ’s 

nachts in de directe omgeving van de villa bevindt, 

moet de buitenverlichting gedurende een bepaalde 

tijd worden ingeschakeld, 

v buiten het geprogrammeerde tijdsbestek; dat 

wordt tot stand gebracht met behulp van een 

bewegingsdetector (CDM of PIR), die de verlichting 

inschakelt wanneer hij beweging detecteert en op 

voorwaarde dat de daglichtintensiteit zich onder een 

bepaalde drempelwaarde bevindt. 

n de tuin 

v voor meer gebruikscomfort werkt het 

tuinbesproeiingssysteem tijdens de zomer 

automatisch, 

v met de mogelijkheid voor een gedwongen werking 

buiten de geprogrammeerde periodes. 

De tuin 

Automatische werking van het 

tuinbesproeiingssysteem gedurende 

vooraf geprogrammeerde 

tijdsbestekken en periodes. 

De oplossing 

De 4 uitgangskanalen van het product ITM worden 

gebruikt. 

n om tegemoet te komen aan deze verwachtingen, 

kennen wij er de volgende functies aan toe: 

C1 = timer voor het beperken van de verlichting 

in de kelder, 

C2 = weekprogrammatie voor de 

buitenverlichting, 

C3 = jaarprogrammatie voor de automatische 

besproeiing van de tuin tijdens bepaalde 

periodes van het jaar, 

C4 = weekprogrammatie voor het vastleggen van 

de sproeitijden tijdens de toegestane 

periodes. 

n ook de ingangen van het product moet worden 

gebruikt om tegemoet te komen aan de behoeften 

inzake: 

v de bediening van de kelderverlichting, 

v een gedwongen buitenverlichting buiten de 

geprogrammeerde tijdsbestekken, 

v een gedwongen werking van het 

tuinbesproeiingssysteem buiten de 

geprogrammeerde periodes. 

C3 en C4 worden serie bekabeld. 

K45




Programmering 

Toepassing: gebruik van een ITM in een villa 

n daarvoor kiezen wij: 

E1 = bedieningsingang aangesloten op een lokale drukknop in de kelder, 

E2 = forceringsingang aangesloten op een bewegingsdetector beweging (CDM) 

voor het activeren van de buitenverlichting, 

E3 = forceringsingang aangesloten op de schakelaar I in het bord voor het 

besproeien van de tuin. 

Type van belasting Functie Uitgangs- Bijbehorende Ingangs- Aangesloten 

kanaal ingang type element 

Verlichting van timer C1 E1 bedieningsdrukknop 

de kelder 

ingang 

Verlichting van weekprogrammatie C2 E2 forcerings- bewegingsde 

omgeving ingang detector 

Automatische jaarprogrammatie C3 E3 forcerings- bewegingstuinbesproeiing 

ingang detector 

weekprogrammatie C4 / / / 

Voordelen 

Bedrading 

n één enkel product in plaats van 3 (tijdwinst) : 

1 ITM = 1 IHP 1 kanaal jaarlijks + 1 IHP 2 kanalen + 

1 MIN. 

n een soepele werking voor afwijkende verlichting. 

n de CDM’s van Schneider Electric zorgen voor het 

automatisch uitschakelen van een verlichting. De 

vertraging kan worden ingesteld op een waarde 

tussen 4 seconden en 15 minuten. 

n neemt weinig plaats in in het elektrisch bord. 

1 ITM = 5 modules tegen 8,5 modules bij de 

oplossing waarbij gebruik wordt gemaakt van 

monofunctionele producten. 

L 

N 

L 

N 

K46




Programmering 

Tijdschakelaar 

functie 

Drempelwaarde 

lichtsterkte 

IC2000P+ 

uitgang 

Fig. 1 

ON 

extern 

contact 

Fig. 2 

4 h 23 h 1 

0 

1 

0 

1 

0 

Tijdschakelaarfunctie 

Schemerschakelaars IC2000P+ 

Toepassingsvoorbeeld (Fig. 1) 

Verlichting van een etalage ’s avonds, op een tijdstip dat varieert met de lichtsterkte 

en uitschakeling op een vooraf ingesteld tijdstip (bv. om 23.00 u). De volgende 

morgen wordt de verlichting dan op een vooraf ingesteld tijdstip (bv. 04.00 u) 

opnieuw ingeschakeld en ten slotte uitgeschakeld naargelang van de lichtsterkte. 

Configuratie 

Hierbij worden de volgende gegevens in het geheugen opgeslagen: 

b de taal 

b het jaar, de maand, de dag en het tijdstip 

b een van de 3 vooraf ingestelde programma’s: 

v “PROG DAG”: ‘ON’ tijdprogrammering van 07.00 tot 20.00 u V validering van de 

IC-functie van 07.00 u tot 20.00 u, 

v “PROG NACHT”: ‘Aan’ tijdprogrammering van 05.00 u tot 08.00 u en van 18.00 u 

tot 23.00 u V validering van de IC-functie bij deze twee bedieningsperiodes, 

v “PROG LEEG”: OFF-tijdprogrammering gedurende de volledige dag V nietvalidering 

van de IC-functie. Deze programma’s kunnen worden gewijzigd. 

b de drempelwaarde voor de lichtsterkte. Zodra deze fase voorbij is, werkt uw 

IC2000P+ in de AUTO-modus volgens de items die u hebt gekozen. 

Programmering 

De IC2000P+ wordt gebruikt om tijdprogramma’s te beheren. Hiermee kunt u: 

b een nieuw programma aanmaken, met de mogelijkheid om het naar de andere 

dagen te kopiëren, 

b programma’s in het geheugen bekijken, 

b een programma in het geheugen, van de tijd, datum, omschakeling winter/ 

zomertijd wijzigen, 

b het programma gedeeltelijk of volledig wissen (waarbij datum, tijdstip en taal wel 

behouden blijven), 

b de drempelwaarde voor de lichtsterkte wijzigen, 

b de tijdvertraging bij het inschakelen en uitschakelen afzonderlijk instellen. 

Externe ingang (gedwongen) 

Fig. 3 

1 

1 

0 

1 

Drempelwaarde 

lichtsterkte 

0 

IC-functie 

1 

IC2000P+ 

0 uitgang 

L 

1 

0 

IC2000P+ 

uitgang 

Naar gedwongen ON/OFF gaan (Fig. 3) 

b druk kortstondig (< 2 s) en gelijktijdig de twee toetsen “-”, “+” (waarde-instelling 

en navigatietoetsen) op het frontpaneel in om naar ‘MAN ON’ of ‘MAN OFF’ te 

gaan. 

b druk de toetsen langer dan 2 s in om naar ‘PERM ON’ of ‘PERM OFF’ te gaan. 

b voeding van aansluitklem 1 heft de IC2000P+ uitgang naar de ‘ON’-stand op. 

Deze geforceerde externe sturing krijgt voorrang op de gedwongen ON/ OFFfunctie 

van het product. 

K47




Programmering 

Schemerschakelaar IC Astro 

Configuratie 

Hierbij worden de volgende gegevens in het geheugen geschreven: 

b de taal 

b de plaats van de installatie; ofwel: 

v aan de hand van zijn ligging (Argentinië, China enz…) en de dichtstbijzijnde stad, 

v aan de hand van zijn aardrijkskundige coördinaten (breedte, lengte, tijdverschil 

ten opzichte van GMT) (bij het product is een kaart gevoegd). 

b het jaar, de maand, de dag en het tijdstip. 

Zodra deze fase achter de rug is, zal uw IC Astro de tijdstippen van de zonsopgang 

en de zonsondergang berekenen en een standaardprogramma voorstellen (werking 

van zonsondergang tot zonsopgang), bijvoorbeeld: 

Parijs, 20 juni, zonsondergang om 22.00 u en zonsopgang om 06.00 u. 

Een ‘Uit-periode’ programmeren 

De IC Astro biedt u de mogelijkheid om binnen het programma een ‘OFF-periode’ 

toe te voegen (geprogrammeerde uitschakeling en inschakeling) tussen de 

tijdstippen van de zonsopgang en de zonsondergang (standaard wordt die 

voorgesteld van 23.00 u tot 05.00 u), bijvoorbeeld: 

Programmering en configuratie wijzigen 

Met de schemerschakelaar kunt u: 

b een nieuw op maat gemaakt programma aanmaken, met de mogelijkheid om het 

naar de andere dagen te kopiëren, 

b programma’s in het geheugen bekijken, 

b een automatische of geprogrammeerde schakeling wissen, wijzigen of 

toevoegen, 

b het programma gedeeltelijk of volledig wissen (waarbij datum, tijdstip en taal wel 

behouden blijven), 

b de tijd, de datum, de omschakeling tussen zomer- en wintertijd wijzigen, 

b de ‘ON-periodes’ tijdelijk annuleren door de begin- en einddatums en de tijden 

van afwezigheid (vakantie) te configureren, 

b de verschillen in de tijdstippen voor de zonsondergang en/ of zonsopgang met 

± 120 min. aanpassen in overeenstemming met de plaatselijke beperkingen 

(bergen, gebouwen enz…), bijvoorbeeld: 

Naar gedwongen ON/ OFF gaan 

b druk kortstondig (< 2s) en gelijktijdig op de twee toetsen ‘-‘, ‘+’: (waarde-instelling 

en navigatietoetsen) op het frontpaneel om naar ‘ON TEMP’ of ‘OFF TEMP’ te gaan. 

b houd de toetsen (> 2s) ingedrukt om naar ‘ON PERM’ of ‘OFF PERM’ te gaan. 

b voeding van ingang heft de IC Astro-uitgang naar de ‘ON’-stand op. 

Deze geforceerde externe sturing krijgt voorrang op de gedwongen ON/ OFFfunctie 

van het product. 

K48




Programmering 

Aansluiting IC100, IC200, IC2000 

Aansluiting 

IC100 

b om de veiligheid van de mensen te garanderen, is het van essentieel belang om 

de regels te respecteren in verband met de positionering van de voeding (L- en 

N-aansluitklem). Het is verboden om deze twee aansluitklemmen om te keren. 

v vermogen y 16 A, Cos φ = 1 (fig. 1). 

v vermogen > 16 A, Cos φ = 1: u moet met een contactgever relayeren (fig. 2). 

Fig. 1 

IC200 



IC2000 



Fig. 2 

(1) 

Fig. 3 

Fig. 4 

(1) Bepaling van nominale waarden volgens het vermogen van 

de belasting(en). 

K49




Programmering 

IC keuzetabel 

Schemerschakelaars IC100 

Type verlichting 

Max. vermogen 

230 V gloei- en halogeenlampen 2.300 W 

Niet-gecompenseerde/ serieel gecompenseerde/ dubbel gemonteerde 2.300 VA 

fluorescentiebuislampen met conventionele ballast 

Fluocompacte lampen met conventionele ballast 

1.500 VA 

Niet-gecompenseerde/ serieel gecompenseerde kwik- en 

1.000 VA 

natriumdamplampen 

Parallel-gecompenseerde kwik-/ natriumdamplampen en parallel 400 VA 

gecompenseerde fluorescentiebuislampen met conventionele ballast 

Fluorescentiebuislampen/ duokoppeling met elektronische ballast 300 VA 

Fluocompacte lampen met elektronische ballast 9 x 7 W, 7 x 11 W, 

7 x 15 W, 

7 x 20 W, 7 x 23 W 

Schemerschakelaars IC2000 

Verlichtingstype 

230 V gloeilampen en halogeenlampen 2300 W 

Niet-gecompenseerde/serieel gecompenseerde/dubbel gemonteerde 2300 VA 

fluorescentiebuizen met conventionele ballast 

Fluocompacte lampen met conventionele ballast 

1500 VA 

Max. vermogen 

(gebruik voor hoger 

vermogen een relais met 

CT-contactor) 

Niet-gecompenseerde/serieel gecompenseerde kwiklampen en 1000 VA 

natriumlampen 

Parallel gecompenseerde kwik-/natriumlampen en parallel 

400 VA 

gecompenseerde fluorescentiebuizen met conventionele ballast 

Fluorescentiebuizen/dubbel gemonteerde fluorescentiebuizen met 300 VA 

elektronische ballast 

Fluocompacte lampen met elektronische ballast 9 x 7 W, 7 x 11 W, 7 x 15 W, 

7 x 20 W, 

7 x 23 W 

Schemerschakelaars IC2000P+ 

Type verlichting 

Max. vermogen 

230 V gloei- en halogeenlampen 2.300 W 

Niet-gecompenseerde/ serieel gecompenseerde 26 x 36 W, 20 x 58 W, 10 x 100 W 

fluorescentiebuislampen met conventionele ballast 

Parallel gecompenseerde fluorescentiebuislampen met 10 x 36 W, 6 x 58 W, 2 x 100 W 


Dubbel gemonteerde fluorescentiebuislampen met 10 x (2 x 58 W), 5 x (2 x 100 W) 


Fluorescentiebuislampen met elektronische ballast 9 x 36 W, 6 x 58 W 

Dubbel gemonteerde fluorescentiebuislampen met 5 x (2 x 36 W), 3 x (2 x 58 W) 

elektronische ballast 

Fluocompacte lampen met elektronische ballast 9 x 7 W, 7 x 11 W, 7 x 15 W, 7 x 20 W 

Parallel gecompenseerde kwik- en natriumdamplampen 250 W 

Schemerschakelaars ICAstro 


Max. vermogen (Gebruik voor 

hoger vermogen een relais met 

CT-contactor) 


Niet-gecompenseerde/serieel gecompenseerde 

26 x 36 W, 20 x 58 W, 10 x 100 W 


Parallel gecompenseerde fluorescentiebuizen met 


Dubbel gemonteerde fluorescentiebuizen met conventionele 

ballast 

Fluorescentiebuizen met elektronische ballast 

Dubbel gemonteerde fluorescentiebuizen met elektronische 

ballast 

Fluocompacte lampen met elektronische ballast 

Parallel gecompenseerde kwiklampen en natriumlampen 

10 x 36 W, 6 x 58 W, 2 x 100 W 

10 x (2 x 58 W), 5 x (2 x 100 W) 

9 x 36 W, 6 x 58 W 

5 x (2 x 36 W), 3 x (2 x 58 W) 

9 x 7 W, 7 x 11 W, 7 x 15 W, 7 x 20 W 

250 W 

K50




Programmering 

IC keuzetabel 

Schemerschakelaars IC 100k 


Max. vermogen (Gebruik voor 

hoger vermogen een relais met 

CT-contactor) 


Niet-gecompenseerde/serieel gecompenseerde 

26 x 36 W, 20 x 58 W, 10 x 100 W 


Parallel gecompenseerde fluorescentiebuizen met 

10 x 36 W, 6 x 58 W, 2 x 100 W 


Fluorescentiebuizen met elektronische ballast 

650 VA max. 

Fluocompacte lampen met elektronische ballast 22 x 7 W, 18 x 11 W, 16 x 15 W, 16 

x 20 W, 14 x 23 W 

Parallel gecompenseerde kwiklampen en natriumlampen 800 VA max. (80uF) 

Motor 

2300 VA max. 

K51

30 

5 




Beheer van de verwarming 

Omgevingsthermostaten TH - THD+ 


n TH 

n THD+ 

sensor 

verbruiker 

N 1 2 

L 

N 

L 

N 

verbruiker 

Omschrijving 

o C 

15 

20 

25 

10 

1 

2 

TH 

n omschrijving 

v 1 = deksel 

v 2 = knop voor de instelling van de temperatuurreferentiewaarde 

THD+ 

(13) 

(12) 

(11) 

(10) 

(9) 

R 

PRG 

OK 

- 

(8) 

(1) 

+ 

+ 

(7) 

T 

T 

T 

(2) 

(3) 

(4) 

(5) 

(6) 

n functie van de toetsen 

v (1): handbediening (bereikbaar met gesloten kap) 

v (2): verwarming (voorkeuze) of airconditioning (toets bereikbaar met scherp voorwerp) 

v (3): selecteert de temperatuur (t0) met vorstbeveiliging (verwarming) of stilstand 

(airconditioning) 

v (4): selecteert de energiezuinige temperatuur (t1) (verwarming) of comforttemperatuur 


v (5): selecteert de comforttemperatuur (t2) (verwarming) of energiezuinige temperatuur 


v (6): start/vorstbeveiliging (verwarming) of start/ stop (airconditioning) 

v (7): verhoogt de waarde van de geselecteerde parameter (bereikbaar met gesloten kap) 

v (8): verlaagt de waarde van de geselecteerde parameter (bereikbaar met gesloten kap) 

v (9): bevestigt de geselecteerde waarde 

v (10): vertraging 

v (11): programmering 

v (12): tijden daginstelling 

v (13): reset, (wist de aanwezige programma’s en vertrekt van maandag 00:00 uur met 

de vooraf ingestelde waarden) toets bereikbaar met een scherp voorwerp. 

(14) 

(22) 

(21) 

(20) (19) (18) (16) 

T 

T 

1 2 3 4 5 6 7 

(15) 

(17) 

n gebruik 

v de temperatuurreferentiewaarde wordt ingesteld door middel van de knop op de 

voorzijde. Deze waarde ligt tussen 5 ˚C en 30 ˚C. 

v het instelbereik van de temperatuur kan worden beperkt door middel van ruiters 

(bijvoorbeeld 10 ˚C tot 23 ˚C). 

v een versnellingsweerstand (ACC) compenseert het traagheidseffect van de ruimte. 

n aanduidingen op het display 

v (14) “Dag” 

v (15) “Buitentemperatuur” als een buitentemperatuursensor is aangesloten 

(C: Celsius, F: Fahrenheit) 

v (16) “Omgevingstemperatuur” (C: Celsius, F: Fahrenheit) 

v (17) “Programma in uitvoering”: grafisch verloop van het programma in uitvoering 

v (18) “Handbediening”: ingeschakeld 

v (19) “Vertraging”: ingeschakeld 

v (20) “Airconditioning”: ingeschakeld 

v (21) “Verwarming”: ingeschakeld 

v (22) “Tijd” 

K52




Beheer van de verwarming 

Omgevingsthermostaten TH - THD+ 

Aansluiting 

n TH 

n THD+ 

Installatie TH - THD+ 

Omgevingsthermostaten worden geïnstalleerd: 

v op 1,50 m boven de grond 

v uit de tocht 

v op voldoende afstand van warmtebronnen 

(zonnestraling, radiatoren, machines...) 

K53




Transformator 

Transformatoren TR 

Bel 

1 230 V 7 

4 

6 8 V 8 

12 V 

Veiligheid 

1 230 V 7 

1 

230 V 

7 

1 

230 V 

7 

8 

10 12 V 12 

24 V 

6 8 10 12 

24 V 

6 8 10 12 

12 V 

Nullastspanning 

Transformator- Nominale spanning Nullastreferentie 

secundaire kring spanning 

(V) 

(V) 

15213 8 12 

12 16 

15216 8 13 

12 18 

15212 8 13 

12 18 

15218 12 14 

24 28 

15219 12 14 

24 28 

15220 12 14 

24 28 

15222 12 14 

24 28 

De transformatoren hebben een nullastspanning die hoger is dan de nominale 

spanning. Voor verbruikers die gevoelig zijn voor overspanningen 

(elektromagnetische kringen) moet men de transformator laten werken bij In. 

Nadat het beveiligingssysteem heeft gewerkt ten gevolge van een overbelasting, 

moet men de voeding uitschakelen en de transformator laten afkoelen alvorens hem 

opnieuw in werking te stellen. 

K54




Energiemeters 

iME kWh meters 

Beschrijving 

iME1, iME1z, iME1zr 

1 Impulsuitgang voor overdracht op afstand (iME1zr). 

2 Knipperende tellerindicator. 

3 Totale of partiële tellerweergave (iME1z, iME1zr). 

4 Indicator van foutieve bekabeling. 

5 Drukknop : totale of partiële tellerweergave, gedeeltelijke meterreset (iME1z, 

iME1zr). 

6 Verzegelde aansluiting. 

iME1zr 

vermogenschakelaar 

vermogenschakelaar 

Installatie 

bb 

het voorpaneel van het product is IP40 en zijn behuizing is IP20. 

bb 

zijn installatie moet aangepast zijn aan de werkingsomstandigheden. 

bb 

de beveiliging mag niet minder dan IP65 zijn voor extern gebruik. 

Contactor kWh meter 

kWh meter 

Contactor 

Last 

Last 

Voorbeeld: kWh meter op lastschakeling 

Gebruik met een contactor 

Een meetinstrument is normaal permanent gevoed. 

Voor een niet-permante voeding (lastschakeling), raden we aan een 

vermogenschakelaar stroomafwaarts van het meetinstrument te plaatsen om 

storingen op de ingangen van de module te beperken. 

Deze storingen, gedeeltelijk op inductieve lasten, kunnen vroegtijdige veroudering van 

het toestel veroorzaken. 

U moet het meettoestel ook op een afstand plaatsen van de vermogenschakelaar om 

het risico op storingen te beperken. 

Aansluiting 

Eénfasige kring 

naar impulsteller 

(iME1zr) 

iME1 / iME1zr. 

Afmetingen 

Energiemeters iME1, iME1z, iME1zr 

K55




Energiemeters 

iEM3000 kWh meters 

iEM3000 afmetingen 

EM3000 onderdelen 

1. Digitale ingangen voor tariefregeling 

(iEM3115 / iEM3215) 

2. Weergave voor meting en configuratie 

3. Pulsuitgang voor overdracht op afstand 

(iEM3110 / iEM3210) 

4. Annuleren 

5. Bevestigen 

6. Selecteren 

7. Knipperend geel meterlampje om nauwkeurigheid 

te controleren 

8. Groen lampje: aan/uit, fout 

iEM3000 kleppen vooraan open en dicht 

Voorbeelden bedradingsschema’s Pulsuitgang en Digitale ingang 

iEM3x50 en iEM3x55 Onderdelen comm./klemmen 

1. Digitale ingangen voor tariefregeling 

(iEM3255 / iEM3255) 

2. Digitale uitgang (iEM3255) 

3. Communicatiepoort 

4. Geel lampje voor diagnose communicatie 

5. Weergave voor meting en configuratie 

6. Annuleren 

7. Bevestigen 

8. Selecteren 

9. Knipperend geel meterlampje om nauwkeurigheid 

te controleren 

10 Groen lampje: aan/uit, fout 

Opmerking: Deze bedradingsschema’s zijn slechts voorbeelden. 

Zie de documenten Installatiehandleiding en 

Gebruikershandleiding voor meer informatie over deze 

producten. 

K56




Energiemeters 


Opmerking: Deze bedradingsschema’s zijn slechts 

voorbeelden. Zie de documenten Installatiehandleiding en 


producten. 

Bedradingsschema Modbus-communicatie 

Voorbeelden bedradingsschema’s iEM31xx – 1- en 3-fasig 

(1) - Eénfasige bedrading alleen ondersteund door 

iEM3150 en iEM3155. 

- Nulleider (N’) mag niet aangesloten zijn om eventuele 

schade aan de meter de voorkomen. 

1PH2W L-N 

1PH2W L-L 

3PH4W 

1PH3W L-L-N 

1PH4W (1) 

Beveiliging (aan te passen aan de 

kortsluitstroom op het aansluitingspunt) 

Voorbeelden bedradingsschema’s iEM32xx – 1-fasig 

Kortsluitblok 

Opmerking: Deze bedradingsschema’s zijn slechts voorbeelden. 

Zie de documenten Installatiehandleiding en 


producten. 

(1) - Eénfasige bedrading alleen ondersteund door 

iEM3250 en iEM3255. 

met 

(1) 

TI 

TI 

K57




Energiemeters 


Voorbeelden bedradingsschema’s iEM32xx-serie – 3-fasig zonder VT’s 

Beveiliging (aan te passen aan de 

kortsluitstroom op het aansluitingspunt) 

Kortsluitblok 

1 TI (gebalanceerd) 2 TI 3 TI 

1 TI (gebalanceerd) 2 TI (voor gebalanceerde 

3 TI 

3 draads belasting) 

Voorbeelden bedradingsschema’s iEM32xx-serie – 3-fasig met VT’s 

2 VTs, 1 TI (gebalanceerd) 2 VTs, 2 TI 2 VTs, 3 TI 

3 VTs, 1 TIs (gebalanceerd) 3 VTs, 2 TIs 

(voor gebalanceerde 

3 draads belasting) 

3 VTs, 3 TIs 

Opmerking: Deze bedradingsschema’s zijn slechts voorbeelden. Zie de documenten 

Installatiehandleiding en Gebruikershandleiding voor meer informatie over deze producten. 

K58

Afmetingen 


Automaten Resi9 

4P 

3P 

2P 

Differentieelschakelaars Resi9 

4 P 

2 P 

Differentieel - automaat Resi9 

1P+N 

K59

Afmetingen 


Overspanningsbegrenzers QUICK PF Resi9 

1P + N 

3P + N 

Overspanningsbegrenzers iPRD-DC voor 

fotovoltaïsche toepassingen 

Overspanningsbegrenzers iPRC, iPRI 

Gewicht (g) 


Type iPRC iPRI 

66 

18 52 

25 65 

90 45 

Overspanningsbegrenzers iPF 

Gewicht (g) 


Type 

iPF 

2P 210 

3P 335 

4P 420 

K60

Afmetingen 


Magneetschakelaars iCT 16/25A 

1P 2P 3P 4P 

Magneetschakelaars iCT 40A 

2P 3P 4P 

Hulpelement iATEt 

1P 

ATEt 

Magneetschakelaars iCT 

(met handbediening) 

2P 3P 4P 

Dimmers STD/SCU 

Type 

Breedte (mod. 18 mm) 

STD400RC/RL-DIN , STD400RC/RL-SAE 2 

STD1000RL-DIN , STD1000RL-SAE, SCU10-DIN, SCU10-SAE 4 

85 

45 68 

36 

72 

6 

56 

K61

Afmetingen 


Teleruptoren iTL / iTLc 

Hulpelement iATLc+s 

ATLc+s 

Hulpelement iATLc, iATLs, iATLm 

ATLc 

ATLs 

ATLm 

Schakelaars Resi9 

20 en 32 A 40 tot 63 A 

K62

Afmetingen 


Trappenhuisautomaten 

MIN MINs, MINp, MINt PRE 

Drukknoppen iBP 

Signalisatielampjes iIL 

Modulaire contactdozen iPC 

Mechanische schakelklokken IH (18 mm) 

K63

Afmetingen 


Mechanische schakelklokken IH 

Digitale schakelklokken IHP 

1 module 2,5 modules 1 module 

2,5 modules 

Multifunctionele tijdschakelaars ITM 

Schemerschakelaars IC 

IC100 

IC200 

IC2000 

IC2000P+ 

IC Astro 

K64

Afmetingen 


Muurcel voor IC 

Voorrangsschakelaars CDS - CDSc 

CDS 

CDS tri 

CDSc 

Multifunctioneel tijdrelais iRT 

K65

Afmetingen 


Omkeerrelais iRLi 

Omgevingsthermostaat TH 

70 

25 

60 

70 

Omgevingsthermostaat THD+ 

123 

32 

96 

86 

97 

17 

71 

60 

Transformatoren iTR 

2 P 5 P 

K66


Schakelmateriaal 

Unica 

Schakelaars en drukknoppen 

Toepassingen 

Schakelaars en keuzeschakelaars 

b regeling (aan/uit) van kringen met weerstandsbelasting, 

inductiebelasting en kleine motoren (verlichting met gloei- en 

TL-lampen en transformatoren, ventilatoren, stofzuigers, 

stopcontactregeling enzovoort). 

b in regelapparatuur met een lokaliserings- of signaalmapje 

heeft is een neonlamp aangesloten. Deze apparatuur is verkrijgbaar 

in twee versies: 

v artikelen met een blauw lokaliseringslampje, voor zichtbaarheid 

‘s nachts of wanneer er weinig of geen licht is, 

bijvoorbeeld op gangen en trappen (referentienummer 

eindigt op N). In dit geval geeft het lampje aan dat de belasting 

is aangesloten maar in de standby-stand is: wanneer de 

belasting actief is, brandt het lampje niet 

v artikelen met een oranje signaallampje, die aangeven dat 

de belasting actief is (referentienummer eindigt op S).Het 

lampje geeft aan dat de belasting actief is 

Drukknoppen 

b regeling van bellen en geluid in het algemeen. 

b hulpregeling van regelaars, vertragingsschakelaars en 

bedieningsschakelaars voor aanwezigheidsdetectie. 

b regeling van pulsrelais. 

b bruikbaar voor de regeling van andere pulssystemen. 

b drukknoppen met een blauw lokaliseringslampje, voor 

zichtbaarheid ‘s nachts of wanneer er weinig of geen licht is, 

bijvoorbeeld op gangen en trappen (referentienummer eindigt 

op N). 

geeft het lampje aan dat de belasting is aangesloten maar in 

de standby-stand is: wanneer de belasting actief is, brandt het 

lampje niet. 

Mechanismen voor rolluiken 

b nominale stroom en spanning: 10 A- 250 VAC (2,5 A 

motorsturing). 

b wordt gebruikt voor de regeling van elektrische luiken, 

rolluiken en dergelijke. 

b deze apparatuur is verkrijgbaar in 2 series: 

v schakelaar: om direct starten van motoren zonder automatisch 

systeem (met eindaanslag) 

v drukknop: voor motorsturing door een automatisch systeem 

of met eindafslag en voor rolluiken met een elektronisch 

regelsysteem. 

b de mechanismen voor rolluiken bevatten een veiligheidsvergrendelingssysteem 

en/of verplaatsing naar nul op het 

bedradingsschema en voorkomen zo dat tegelijk in beide 

richtingen wordt gestuurd. 

Gemeensch. technische gegevens 

b nominale stroom en spanning: 10 AX 250 V AC; 

16 AX 250 V AC (ook geschikt voor TL-belasting). 

b materialen: zelfdovend technopolymeer met uitstekende 

slagvastheid en halogeenvrij. 

b alle apparaten en afdekplaten zijn bestand tegen reinigingsmiddelen 

en UV-straling. 

b de lokaliserings- of signaallampjes zijn neonlampjes met 

ingebouwde weerstand, zijn vooraf geïnstalleerd in het 

apparaat (hoeven niet apart te worden aangesloten) en 

hebben de volgende kenmerken: 

v maximumstroom: 1 mA 

v maximumtemperatuurstijging 15 °C. 


Regelapparatuur met Regelapparatuur met 

schroefloze 

schroefloze 

aansluitklemmen aansluitklemmen 

(10 A apparatuur) (16 A apparatuur) 

Normen en certificering 

b in overeenstemming met de EN 60.669-1- en LV and EMC-richtlijnen. 

b openingsafstand contact: > 3 mm. 

b isolatieweerstand: > 5 MΩ / 500 V. 

b diëlektrische sterkte: > 2000 V. 

b minimum uitschakelvermogen: 

v 200 schakelingen bij 1,25 x In en 1,1 x Vn, waarbij Pf (cosφ) = 0,3 

v 200 schakelingen bij 1,25 x In en Vn met wolfraam-filamentlampen (niet van toepassing op 

drukknoppen). 

b minimale levensduur: 

40.000 positiewijzigingen bij In en 250 V, waarbij Pf (cosφ) = 0,6 (10 A en 16 A apparatuur) 

v 10.000 positiewijzigingen met TL-belasting (10 AX apparatuur) 

v 5000 positiewijzigingen met TL-belasting (16 AX apparatuur). 

b bedrukking op drukknoppen: onuitwisbaar met tampondruk conform EN 60.669-1. 

b nominale stroom voor dubbele schakelaars wordt meegenomen binnen de gemeenschappelijke 

fase (de som van de stroom in beide circuits) conform EN 60.669-1. 

b mechanismen voor rolluiken conform EN 60.669-1 (voor schakelaars) en EN 61.058-1 (voor 

apparatuur) en conform EN 60.669-1. 

Installatie 

b deze apparatuur kan eenvoudig worden gemonteerd en gedemonteerd door het voorpaneel vast 

te klemmen en los te wippen. Bij de montage geeft een “klik”geluid aan dat het apparaat correct 

in het rek is geplaatst. 

b op verzoek kunnen drukknoppen worden aangepast met in tampondruk aangebrachte tekeningen. 

Aansluitingen 

b aansluitklemmen: 

v voor 10 A apparatuur; aansluitklemmen met steekklemmen voor kabels tot 2,5 mm 2 

v voor 16 A apparatuur; aansluitklemmen met steekklemmen voor kabels tot 4 mm 2 

b kleurcode voor snelle identificatie van aansluitklemmen bij de versies voor schroefloze aansluiting. 

Blauwe lokaliseringslampjes of oranje signaallampjes 

Vervanging van lampjes 

MGU0.822.A (oranje neon signaallampje) en MGU0.822.AZ (blauw neon lokaliseringslampje). 

MGU0.822.AL (oranje LED signaallampje) en MGU0.822.AZL (blauw LED signaallampje). 

Aansluiting lampjes 

Blauwe 

lokaliseringslampjes 

aansluiting 

Oranje 

signaallampjes 

aansluiting 

Aansluitklem nr. Aansluitklem nr. 

Tweewegschakelaars 1 en 4 1 en 3 

Dubbelpolige 

schakelaars 

Drukknoppen 2 en 4 

1 en 3 3 en 4 

1 

2 

22 

34 

21 

33 

K67



Unica 


Aansluitvoorbeelden 

L 

N 

L 

N 

L 

N 

1 

L 

1 

L 

1 

L 

1 

L 

4 3 

1 

L 

2 

2 

2 

2 

2 1 

Enkelpolige schakelaar 

2 wisselschakelaars 

2 wisselschakelaars + 1 kruisschakelaar 

L 

N 

L 

N 

L 

N 

1 

L 1 

4 3 

1 

L 

1 

L 

1 

1 

L 

2 1 

2 

2 L 2 

2 

Serieschakelaar 

tweepolige schakelaar 

2 wisselschakelaars + 1 dubbele wisselschakelaar voor het schakelen 

van twee verschillende verbruikers 

L 

N 

L 

N 

M 

1 

L 

Drukknop 

Schakelaar of drukknop voor 

rolluiken 

K68



Unica 


Aansluitvoorbeelden 

L 

N 

L 

N 

L 

N 

1 

2 

L 

of 

1 

2 

L 

1 

2 

L 

1 

2 

L 

Wisselschakelaar (gebruikt als enkelpolige 

schakelaar) met oriëntatielamp 

2 wisselschakelaars met oriëntatielamp 

L 

N 

L 

N 

1 

L 

1 

L 

2 N 

Drukknop met 

oriëntatielamp 

Wisselschakelaar (gebruikt als enkelpolige 

schakelaar) met controlelamp 

L 

N 

L 

N 

1 

L 

1 

L 

of 

1 

L 

1 

L 

2 N 

2 N 

2 N 

2 N 

2 wisselschakelaars met controlelampen 

K69



Unica 

Elektronische draaidimmer schakelaars 

MGU3.510.XX, 400 VA, 1-10 V 

Toepassingen 

b regeling van verschillende soorten belasting (zie 

belastingstabel) voor woningen en gebouwen. 

b geschikt voor renovatie omdat hierbij een schakelaar of een 

keuzeschakelaar kan worden vervangen door een regelaar 

zonder dat kabels hoeven te worden vervangen. 

b aangezien de regelaar ervoor zorgt dat er minder stroom 

wordt geleverd voor de belasting, zijn aanzienlijke energiebesparingen 

mogelijk. 

Gebruik 

min. 

3 

Technische gegevens 

max. 

b nominale spanning: 230 V AC ± 10 %, 50 Hz. 

b voor TL-buizen Ø 26 en 38 mm met 1-10 V regelbare 

elektronische ballast. 

b voor 10 x 1-10V ballast met 36 W TL-buizen of 5 x 1-10 V 

ballast, 2 x 18 W TL-buizen, Ø 26 en 30 mm. 

b regeling extern relais: maximum of 50 x 1-10 V ballast. 

b zekering: 4 Ah, 230 V AC, 5 x 20 mm. 

b max. stuurstroom: 200 mA. 

b deklassering uitgangsvermogen met 2 of 3 apparaten gecombineerd: 

Configuratie en aantal gecombineerde apparaten 

Deklassering uitgangsvermogen 

25 % 25 % 40 % 50 % 

Aansluitingen 

L 

N 


1 

2 

3 

4 

5 

6 

7 

8 

9 

< 400 VA 

25 °C 

230 V 

50 Hz 

Max. 

VA 

NO 

NO 

NO 

NO 

NO 

1-10 V 

400 

NO 

NO 

NO 

L 

1-10 V 

1 - Gloeilampen 

2 - Halogeenlampen 

3 - Laagspannings-halogeenlampen met ferromagnetische 

transformator 

4 - Laagspannings-halogeenlampen met elektronische 

transformator 

5 - TL-lampen met conventionele ballast 

6 - TL-lampen met dimbare elektronische ballast (1- 10 V) 

7 - Fluocompacte lampen 

8 - LED lampen 

9 - Motoren (eenfasig) 

L 

> 400 VA 

1-10 V 1-10 V 1-10 V 1-10 V 

N 


Conform EN 60669-2-1. 

Relais 

Aansluitklemmen: schroefverbinding voor kabels tot 2 x 2.5 mm 2 


54 

34 

K70



Unica 


MGU3.511.XX, 40-400 W/VA 

Toepassingen 

b regeling van verschillende soorten belasting (zie belastingstabel) 

voor woningen en gebouwen. 



zonder dat kabels hoeven te worden vervangen. 


wordt geleverd voor de belasting zijn aanzienlijke energiebesparingen 

mogelijk. 


b nominale spanning: 230 V AC ± 10 % 50 Hz. 

b mogelijkheid van aansluiting met een tweewegschakelaar. 

b zekering: 4 Ah-230 V AC, 5 x 20 mm. 


Gebruik 

min. 



25 % 25 % 40 % 50 % 


1 2 3 4 

5 

6 

7 

Aansluitingen 

L 

--.511.--- 

N 

25 °C 

230 V 

50 Hz 

Max. 

Min. 

W/VA 

400 

40 

400 

40 

NO 

NO 

1-10 V 

NO 

NO 

1 - Gloeilampen of halogeenlampen 


transformator 


transformator 







NO 



54 

34 

K71



Unica 


MGU5.512.XXZD, 40-1000 W/VA 

Toepassingen 





zonder tot change cables. 



mogelijk. 

Gebruik 

1 

4 



b deklassering uitgangsvermogen met 2 of 3 apparaten 

gecombineerd: 


min. 


25 % 25 % 40 % 50 % 

2 


1 2 3 

4 

5 

6 

7 

25 °C 

230 V 

50 Hz 

Max. 

Min. 

W/VA 

1-10 V 

1000 1000 

600 

40 40 NO NO NO NO 60 



transformator 


transformator 





Aansluitingen 

L 

--.512.--- 

N 



M 600W 

L 

N 

1000V A 

230V~ 

50HZ 

MIN 



54 

34 

K72


Toepassingen 





zonder kabels hoeven te worden vervangen. 



mogelijk. 



b de conventionele drukknoppen met of zonder signaallampje 

kunnen worden gebruikt voor in-/uitschakelen en regeling 

van de belasting: 

v maximumaantal drukknoppen zonder signaallampje: 25 

v maximumaantal drukknoppen met signaallampje: 5 (1.5 A). 



Unica 

Dimschakelaars met drukknop 

MGU3.515.XX, 20-350 W/VA 

Gebruik 

min. 



25 % 25 % 40 % 50 % 


1 2 3 4 5 6 7 8 

25 °C 

230 V 

50 Hz 

Max. 

Min. 

W/VA 

250 

20 

350 

20 

350 

20 

300 

20 

1-10 V 

NO 

NO NO 

200 

20 

9 

350 

20 



3 - Laagspannings-halogeenlampen met ferromagnetische of 

elektronische transformator 

4 - Laagspannings-halogeenlamp met torusvormige 

transformator 




8 - Ventilatoren 

9 - Kachels 



Lang drukken 

Aansluitingen 

L 

“Lang “Lang “Lang “Kort 

drukken” drukken” drukken” drukken” 

Off On Off Off 

N 

“Kort 

drukken” 

On 

max. 

min. 

Off 



47 

34 

K73



Unica 

Bewegingsdetectoren MGU3.524.XX, 300 W 

Toepassingen 

b de bewegingsdetectieschakelaar schakelt de belasting in en 

controleert wanneer iemand binnen de actieradiusvan de 

sensor komt. 

b hij is geschikt voor verschillende soorten belasting (zie 

belastingstabel). 

b de schakelaar kan binnenshuis verzonken en in een opbouwdoos 

worden gemonteerd. 

b het contact maakt aanzienlijke energiebesparingen mogelijk 

aangezien er alleen stroomtoevoer naar de belasting is 

wanneer er mensen aanwezig zijn. 



b bewegingsdetectiegebied: 

v 10 x 20 m (PIR-montagehoogte: 2.15 m) 

v 9 x 18 m (PIR-montagehoogte: 1.2 m). 

b aanwezigheidsdetectiegebied: 



b detectiehoek: volledig 180°, gedeeltelijk 90° links of rechts. 

b selectiestanden: 

v handmatig; de belasting wordt geregeld met een drukknop, 

v automatisch; de belasting wordt geregeld op grond van 

de detectie van de beweging en een vooraf gedefinieerde 

lichtsterktedrempel. 

b van de beweging en een vooraf gedefinieerde lichtsterktedrempel 

detectiegebied ontstaat. 

b tijdvertraging: instelbaar 2 sec. tot 20 min. 

b lichtsterktedrempel: instelbaar 5 tot 1000 lux. 

Gebruik 

M: handmatig; de belasting wordt geregeld met een drukknop 

A: automatisch; de belasting wordt geregeld op grond van de detectie van beweging 

en een vooraf gedefinieerde lichtsterktedrempel. 


1 2 3 4 

5 

6 

7 

25 °C 

230 V 

50 Hz 

Max. 

Min. 

W/VA 

300 

40 

NO 

1-10 V 

NO 

NO NO NO NO 

1 - Gloeilampen, halogeenlampen of kachels 

2 - Laagspannings-halogeenlamp met torusvormige of 

elektronische transformator 





7 - Contactoren 



Aansluitingen 

L 

N 

b aansluitklemmen: schroefverbinding voor kabels tot 2 x 2.5 mm 2 

b gebruik maximaal 5 normaal gesloten drukknoppen, voor handmatige opheffing. 

Voorbeelden voor vervanging 

Simple 

switch 

Two-way 

switch 

Replace 

S1 

Replace S2 

K74



Unica 


Detectiegebieden 

Maximale montagehoogte: 2.15 m 

Aanwezigheidsdetectiegebied 

Bewegingsdetectiegebied 


Aantal parallelle PIR-elementen 2 3 4 5 

Max. belasting 300 W 300 W 300 W 300 W 

Min. belasting 50 W 80 W 100 W 140 W 


58 

34 

K75



Unica 


Toepassingen 

b de bewegingsdetectieschakelaar schakelt de belasting in en 

controleert wanneer iemand binnen de actieradius van de 

sensor komt. 

b hij is geschikt voor verschillende soorten belasting (zie 

belastingstabel). 

b de schakelaar kan binnenshuis verzonken en in een opbouwdoos 

worden gemonteerd. 

b het contact maakt aanzienlijke energiebesparingen mogelijk 

aangezien er alleen stroomtoevoer naar de belasting is 

wanneer er mensen aanwezig zijn. 



b bewegingsdetectiegebied: 

v 10 x 20 m (PIR-montagehoogte: 2.15 m) 


b aanwezigheidsdetectiegebied: 



b detectiehoek: volledig 180°, gedeeltelijk 90° links of rechts. 

b selectiestanden: 

v handmatig; de belasting wordt geregeld met een drukknop, 

v automatisch; de belasting wordt geregeld op grond van 

de detectie van de beweging en een vooraf gedefinieerde 

lichtsterktedrempel. 

v slave; slave-detectoren worden gebruikt in combinatie met 

een master-detector, wat een groter detectiegebied mogelijk 

maakt. 

b tijdvertraging: instelbaar 2 sec. tot 20 min. 

b lichtsterktedrempel: instelbaar 5 tot 1000 lux. 

Gebruik 

M: handmatig; de belasting wordt geregeld met een drukknop 

A: automatisch; de belasting wordt geregeld op grond van de detectie van beweging en een 

vooraf gedefinieerde lichtsterktedrempel. 

S: slave; slave-detectoren worden gebruikt in combinatie met een master-detector, wat een 

groter detectiegebied mogelijk maakt. 

180° 


1 2 

3 4 5 6 7 8 9 10 

S 

90° 

25 °C 

230 V 

50 Hz 

Max. 

W/VA 

2300 2000 

1050 1150 2000 500 500 200 2300 200 

90° 




transformator 

4 - TL-lampen met conventionele ballast, Pf (cos φ) > 0.9 

5 - Halogeenlampen met elektronische transformatoren 




9 - Kachels 


Aansluitingen 

L 

N 




(*) Gebruik maximaal 5 normaal gesloten drukknoppen, voor handmatige opheffing. 

Voorbeelden voor vervanging 

L 

N 

L 

N 

Simple 

switch 

S1 S2 

Two-way 

switch 

L 

L 

N 

N 

This wiring diagram works 

only if the neutral is distributed 

L 

L 

N 

Replace 

S1 

N 

Replace S2 

Compulsory 

neutral 

K76



Unica 


Detectiegebieden 


Met slaves kan een groter gebied worden gedekt 

Aanwezigheidsdetectiegebied 

Bewegingsdetectiegebied 


... 

b max. 5 slaves op 1 master 

b max. 5 drukknoppen op 1 slave 

b gebruik normaal open drukknoppen 

b drukknoppen zijn optioneel met een master-PIR in automatische stand 

b de PIR-tijdvertraging van de slave moet korter zijn dan de PIR-tijdvertraging van de master 


58 

34 

K77



Unica 

Thermostaat MGU3.501.XX, 8 A basisthermostaat 

Toepassingen 

b woningen: 

v woningen met lokale verwarming 

v woningen met centrale verwarming 

v woningen met lokale airconditioning. 

b tertiaire sector: 

v omgevingen met airconditioning met ventilator 

v omgevingen met centrale verwarming en zonekleppen. 

b kan worden gebruikt in een kring met boiler of circulatiepomp 

(verwarming) of in de stroomkring van de airconditioning. 



b instelbereik: + 5 °C tot + 30 °C. 

b nauwkeurigheid: 0.5°C. 

b de comforttemperatuur wordt ingesteld met een draaischijf 

op het voorpaneel. 

b soorten belasting: 

v 8 A (resistief) 

v 5 A, Pf (cosφ) = 0.8 (inductief). 

b potentiaalvrij relaiscontact. 

b beveiliging tegen thermische overbelasting: het mechanisme 

is beveiligd tegen een aangesloten belasting van meer dan 

de toelaatbare belasting. 

b een groen LED-lampje geeft aan dat er spanning is. 

b rood/blauw tweekleurig LED-lampje: aanduiding voor verwarming 

of koeling 

v rood geeft aan dat het relais is ingeschakeld en dat de 

comforttemperatuur hoger is dan de omgevingstemperatuur 

(bij verwarming) 

v blauw geeft aan dat het relais niet is ingeschakeld en dat 

de comforttemperatuur lager is dan de omringende kamertemperatuur 

(bij airconditioning). 


Conform: 

b EN 607320-2-9. 

b LV- en EMC-richtlijnen. 

Gebruik 

1.5 m 

Voedingsspanning 

Aansluitingen 

Verwarming 

Airconditioning 

Heating 


● ● 

Identificatie aansluitklem: L (fase), N (neutraal), C (gemeenschappelijk), NO (normaal open 

contact) en NC (normaal gesloten contact)< 



33 

45 

K78


Toepassingen 

b woningen: 

v woningen met lokale verwarming 

v woningen met centrale verwarming 

v woningen met lokale airconditioning. 

b tertiaire sector 

v omgevingen met airconditioning met ventilator 

v omgevingen met centrale verwarming en zonekleppen. 

b kan worden gebruikt in een kring met boiler of circulatiepomp 

(verwarming) of in de stroomkring van de 

airconditioning. 



b toepassing 1: de verwarming is aangesloten via de aansluitklemmen 

C (gemeenschappelijk) en NO (normaal open). 

b toepassing 2: de airconditioning is aangesloten via de 

aansluitklemmen C (gemeenschappelijk) en NC (normaal 

gesloten). 

b standaardprogrammering (door gebruiker te wijzigen). 

b maximumaantal weekprogramma-instellingen: 1. 

b maximumaantal programmeerbare wijzigingen: onbeperkt 

b verwarming (Heat) of airconditioning (Cool) kan worden 

geprogrammeerd in de installatieparameters (INSTALLER 

PARAMETERS). 

b geheugen zonder 230 VAC voeding: 7 dagen. 

b relatieve luchtvochtigheid in bedrijf: 20 tot 85%. 

b programmeerbare temperaturen: Tmax, Tmin, vorstbescherming 

en differentiaal. 

b weergave omgevingstemperatuur: 0 tot 45°C (tienden). 

b selecteerbaar temperatuurinstelpunt: stapjes van 0,5°C. 

b bedrijfstemperatuur: 0 tot 50°C. 

b instelbereik: 5 tot 35°C. 

b opslagtemperatuur: -5 tot 55°C. 

b onderbrekingscapaciteit relaiscontact: 8 A resistief, 

5 A inductief. 

b contacttype: potentiaalvrij. 

b type apparatuur voor EN60730: type 1B. 

b softwareklasse: A. 

b apparaatklasse: II. 




Unica 

Per week programmeerbare thermostaten 

MGU3.505.XX, 8 A resistief/5 A inductief per week 

Gebruik 

Gebruikersgegevens 

b AUTO: de automatische thermostaatfunctie schakelt de verwarming of airconditioning in 

of uit volgens voorgeprogrammeerde tijden en temperaturen.. 

b MAN: met de handmatige thermostaatfunctie kunt u op elk gegeven moment 

e gewenste temperatuur selecteren. Hiermee annuleert u de automatische werking. 

b Tmin: Tmin is de zogenaamde economische temperatuur, namelijk de temperatuur waarop 

de omgeving wordt gehouden tijdens de afwezigheid van de gebruiker of ten behoeve van een 

minimaal comfort. In theorie wordt deze instelling overdag of ‘s nachts gebruikt. 

De waarden voor deze temperatuurcategorie liggen meestal tussen 18 en 20°C. 

b Tmax: Tmax is de zogenaamde comforttemperatuur.. 

Dit is de temperatuur die wordt gekozen om een gevoel van maximaal comfort te geven. De 

comforttemperatuurwaarden liggen normaal gesproken tussen 21 en 22°C. 

b SUITCASE: de afsluitfunctie voor de thermostaat wordt gebruikt voor vakantieperioden of 

perioden van afwezigheid, waarin alleen de vorstbeschermingsfunctie is ingeschakeld. De dag 

waarop deze functie moet ingaan, kan worden ingesteld in de stand AUTO. 

b CAL: kalibratie van de temperatuursensor: de temperatuur die wordt gemeten door de thermostaat 

wordt ingesteld op de werkelijke temperatuur in het geval dat de apparatuur wordt beïnvloed 

door warmtebronnen of tocht in de buurt. De temperatuur kan permanent met maximaal 

5°C worden verhoogd of verlaagd. 

b DIF: Differentiaal : de differentiaal is de variatie in temperatuur die nodig is om de thermostaat 

in of uit te schakelen. Deze parameter heeft normaal gesproken de waarde 0,3°C. Met andere 

woorden, als een differentiaal van 0,5 °C is geprogrammeerd en de comforttemperatuur 22 °C is, 

schakelt de thermostaat aan bij 21,5 °C en weer uit bij 22 °C. 

b Vorstbescherming: dit is de vorstbeschermingstemperatuur, namelijk de temperatuur waarbij 

de verwarming wordt ingeschakeld, ook als de thermostaat is uitgeschakeld of in de SUITCA- 

SE-stand is. Deze temperatuur is meestal 6 °C. Dus wanneer de thermostaat een temperatuur 

van 6°C meet, wordt de verwarming ingeschakeld om te voorkomen dat de leidingen of andere 

eenheden in het huis bevriezen. 

Toetsen 

Menu/aan-uit 

Met deze toets kiest u achtereenvolgens de verschillende programmeringsstanden. 

Druk op OK om de verschillende standen weer te geven. Houd deze toets gedurende 

vijf seconden ingedrukt (alleen in de stand AUTO of MANUAL) om de weekthermostaat 

uit te schakelen. Druk nogmaals om de thermostaat weer te starten. 

Waarden verhogen/selecteren 

In de programmeringsstand (PRG) wordt achtereenvolgens Tmax, 

Tmin en vorstbescherming ( ) geselecteerd. 

Waarden verlagen/kopiëren 

In de programmeringsstand (PRG) wordt het huidige dagschema gekopieerd naar 

de volgende dag. 

Druk op OK om te bevestigen wanneer COPY knippert. 

Waarden en acties bevestigen/vakantiestand 

Houd deze toets vijf seconden ingedrukt (alleen in de stand AUTO of MANUAL) 

om over te schakelen naar de stand SUITCASE (uitschakelen met tijdvertraging 

voor vakantiedoeleinden). 

Houd gedurende 10 sec. tegelijk de toetsen MENU en OK ingedrukt (alleen in de 

stand AUTO) om de oorspronkelijke parameters te herstellen. Druk gedurende 5 

sec. op de toetsen « » en « » 

(alleen in de stand AUTO) om de installatieparameters weer te geven. 

Druk gedurende 5 sec. op de toetsen « » en « » (alleen in de stand AUTO) om 

de installatieparameters weer te geven. 

Programmering automatische verwarming 

1 2 3 

4 

5 

4 

6 

6 

5 

Programmering airconditioning 

1 2 3 

7 

8 

7 

8 

1 - Omgevingstemperatuur in °C 

2 - Dagindicator 

3 - Tijdindicator 

4 - AUTO-indicator: wijst op automatische werking 

5 - Indicator verwarming of airconditioning: On ( ) of On ( ) 

6 - Tmax indicator: indicatie comforttemperatuur 

7 - Tmin-indicator: ndicatie economische temperatuur 

8 - Indicatorbalk voor temperatuur/tijd (0-24): 

Tmax 

Tmin 

Vorstbescherming ( ) 

K79



Unica 

Per week programmeerbare thermostaten 

MGU3.505.XX, 8 A resistief/5 A inductief per week 

Installatie 

NO 

NO 

NO 

> 1.5 m 

Aansluitingen 

Verwarming 

C 


C 

505 

230 V ~ 50 Hz 

505 

230 V ~ 50 Hz 

L 

N 

L 

N 

b identificatie aansluitklem: L (fase), N (neutraal), C (gemeenschappelijk), NO (normaal open) 

en NC (normaal gesloten contact). 

b de verwarming is aangesloten via de aansluitklemme C en NO. 

De airconditioning is aangesloten via aansluitklemmen C en NC. 

b aansluitklemmen: schroefverbinding voor kabels tot 2 x 1.5 mm 2 . 


33 

45 

K80



Unica 

Vertragingsschakelaars MGU3.535.XX 

Toepassingen 

b installatie in toiletten, gangen, trappenhuizen en dergelijke 

b pulsschakelaar om belasting in te schakelen en automatisch 

uit te schakelen wanneer de geprogrammeerde tijdslimiet is 

verstreken. 

b geïntegreerd blauw lokaliseringslampje. 

Gebruik 



b technologie: relais. 

b maximumbelasting: 8 A. 

b instelling verbindingstijd met potentiometer. 

b insteltijd: van 2 sec. tot 12 min. 

b de conventionele drukknoppen met of zonder signaallampje 

kunnen worden gebruikt voor in-/uitschakelen van de belasting: 

v maximumaantal drukknoppen zonder signaallampje: 25, 

v maximumaantal drukknoppen met signaallampje: 5. 

b deklassering uitgangsvermogen met 2 of 3 apparaten 

gecombineerd: 


t2 

t = t1 + t2 

t1 

t2 


25 % 25 % 40 % 50 % 

On 


1 

2 3 4 5 6 7 8 

9 

10 

Off 

On On On 

25 °C 

230 V 

50 Hz 

Max. 

W/VA 

1840 1840 1840 1840 1840 1840 1840 600 1840 

200 

Aansluitingen 




transformator 

4 - TL-lampen met conventionele ballast, Pf (cos φ) > 0.9 

5 - Halogeenlampen met elektronische transformatoren 




9 - Kachels 


L 

--.535.--- 

L 

N 





47 

34 

K81



Unica 

Wekelijks programmeerbare timer MGU3.541.XX 

Toepassingen 

De programmeerbare tijdschakelaar wordt gebruikt om de 

belasting te regelen volgens een ingesteld schema. De tijd is 

geprogrammeerd in intervallen. 

Bij een interval kan het gaan om inschakelen of uitschakelen, 

afhankelijk van de geprogrammeerde tijd en dag. De intervallen 

worden op het scherm weergegeven. 



b maximumaantal intervallen: 28 (56 aan-/uitacties). 


b relatieve luchtvochtigheid in bedrijf die wordt weergegeven: 

20 % tot 85 %. 

b weergave omgevingstemperatuur: 0 tot 50 °C (tienden). 

b minimumduur interval: 1 min. 

b bedrijfstemperatuur: 0 tot 50t °C. 

b opslagtemperatuur: -5 tot 55°C. 

b contacttype: potentiaalvrij. 

b type apparaat volgens EN60669-2-1: 1B. 

b Softwareklasse: A. 



Gebruik 

Gebruikersgegevens 

b AUTO: de automatische programmeerbare tijdschakelaarfunctie schakelt de belasting in of uit 

volgens de geprogrammeerde intervaltijden. 

b MAN: met de handmatige programmeerbare tijdschakelaarfunctie kunt u de belasting inschakelen 

op een tijd die niet is geprogrammeerd. 

b INTERVAL: tijdsperiode tussen moment van in- en van uitschakelen, afhankelijk van de geprogrammeerde 

tijd en dag. 

b SUITCASE: deze schakelaar voorkomt dat de tijdschakelaar wordt ingesteld tijdens vakantieperioden 

of perioden van afwezigheid. De dag waarop deze functie moet ingaan, kan worden 

ingesteld in de stand AUTO. 

Toetsen 

Menu/aan-uit 

Met deze toets kiest u achtereenvolgens de verschillende programmeringsstanden. 

Druk op OK om toegang te krijgen tot de verschillende standen. 

Druk in de stand AUTO 5 sec. op deze toets om over te schakelen naar de stand 

MANUAL. De stand MANUAL wordt gebruikt om de belasting in of uit te schakelen. 


Tijdens programmering wordt deze functie gebruikt om achtereenvolgens aan of uit 

te kiezen. Wanneer MEM (geheugen) wordt weergegeven, kunt u kiezen tussen Mod 

(geheugen wijzigen) en Del (programmering gedeeltelijk verwijderen). 

25 °C 

230 V 

50 Hz 

Max. 

W/VA 

1 

1200 

2 

1000 

3 4 

NO NO 

5 

NO 

6 7 8 

NO NO NO 

9 

xx 

Waarden verlagen/kopiëren 

Tijdens het programmeren kunt u met deze toets het programma van de huidige dag 

naar de volgende dag kopiëren. U kunt hiermee de menu’s MEM en COPY selecteren. 

Waarden en acties bevestigen/vakantiestand 

Houd deze toets 5 sec. ingedrukt (alleen in de stand AUTO) om over te schakelen 

naar de stand SUITCASE (uitschakelen met tijdvertraging voor vakantiedoeleinden). 



transformator 


transformator 


5 - Fluocmpacte lampen 



8 - Kachels 


Er moet een relais worden gebruikt voor hogere of andere 

belastingen dan genoemd. 

Scherm in automatische stand 

1 2 3 

4 

5 

6 




4 - AUTO-indicator 

wijst op automatische werking 

5 - Indicator aangesloten 

belasting ( ). indicator 

losgekoppelde 

belasting (geen indicatie) 

6 - Indicator belasting/tijd 

7 - Indicator activering belasting 



7 

Installatie 

ON 

OFF 

NO 

NO 

NO 

> 1.5 m 

Aansluitingen 


541 

230 V ~ 50 Hz 

L 

N 

Aansluitklemmen: schroefverbinding voor kabels tot 2 x 1.5 mm 2 . 

33 

45 

K82



Unica 

Weerstations MGU3.546.XX 

Toepassingen 

b op het scherm van het weerstation worden de tijd, temperatuur, 

luchtvochtigheid, atmosferische druk, maanstand en de 

minimum- en maximumtemperaturen voor de laatste twee 

weken weergegeven. Het weerstation heeft ook een functie 

om het weer te voorspellen op grond van veranderingen in 

de atmosferische druk. De weervoorspellingsfunctie is 75% 

betrouwbaar. 

b de gebruiker kan de volgende parameters instellen: hetzij 

het scherm verandert achtereenvolgens elke 15 sec., hetzij 

het scherm verandert niet. 

b de gebruiker kan het weerstation uitschakelen gedurende 

een vakantieperiode of een periode van afwezigheid. 




b relatieve luchtvochtigheidsgraad in bedrijf weergegeven als 

een %:: 20 tot 90 %. 

b atmosferische druk: 700- 1075 hPa/mb. 


b stabiliseringstijd na aansluiting op netvoeding: 6 u. 

b bedrijfstemperatuur: 0 tot 50 °C. 

b opslagtemperatuur: -5 tot 55 °C. 

b type apparaat volgenst EN60669-2-1: type 1B. 





Gebruik 

Toetsen 

Menu weerstation/aan-uit 

Met dit menu selecteert u de schermweergavemodus: sequentieel of vast. 

Houd deze toets minimaal 15 sec. ingedrukt om het weerstation uit te schakelen. 


Met deze optie verhoogt u de weergegeven waarde tijdens het programmeren. Houd de 

toets meer dan 5 sec. ingedrukt om het menu met installatieparameters weer te geven. 

Waarden verlagen 

Waarden en acties bevestigen 


1 2 3 4 5 6 

1 - Voorspelling voor zonnig weer 

2 - Informatie over zonlichtstatus 

3, 8 - Tijdsaanduiding bij 12-uursnotatie 

4, 5 - Relatieve luchtvochtigheid uitgedrukt 

als een % 

6 - Binnentemperatuur in °C 

7 - Voorspelling atmosferische condities 

9, 10 - Trend atmosferische druk 

11 - Atmosferische druk in hPa/mb 

(hectopascal of millibar) 

Installatie 

7 8 9 10 11 

NO 

NO 

NO 

> 1.5 m 

Aansluitingen 

546 

230 V ~ 

50/60Hz 

L 

N 



33 

45 

K83



Unica 

Wekkers MGU3.545.XX 

Toepassingen 

b op het scherm van de wekker worden de tijd, temperatuur 

en de geprogrammeerde wektijden tijdens de dag weergegeven. 

De gebruiker kan 9 wektijden instellen voor verschillende 

tijden en dagen. 

b het is ook mogelijk de “Snooze”- en de herhaalfunctie in te 

stellen op een specifiek aantal minuten. De bel die op het 

scherm wordt weergegeven ( ) geeft aan dat er in de week 

minimaal één wektijd is ingesteld. 

b de “Date-Year” functie is opgenomen in de wekker. Hiermee 

kan de overgang voor winter-/zomertijd automatisch worden 

ingesteld. 

b Wanneer de wekker afgaat, kunt u het signaal stoppen door 

op een willekeurige toets te drukken. Als de “Snooze”-functie 

is ingesteld, zet u met de toets OK de wekker definitief uit. 

Druk op een van de andere knoppen (“Menu”, “ ” en “ ”) 

om de herhaalfunctie in te schakelen, die begint nadat het 

aantal minuten dat is ingesteld met de “Snooze”-functie is 

verstreken. 



b aantal programmeerbare wektijden: 9. 


b relatieve luchtvochtigheidsgraad in bedrijf weergegeven als 

een %: 20 tot 85 %. 


b bedrijfstemperatuur: 0 tot 50 °C. 

b opslagtemperatuur: -5 tot 55 °C. 

b type apparaat volgens EN60669-2-1: 1B. 





Gebruik 

Keys 

Menu wekker/aan-uit 

Met deze knop kiest u achtereenvolgens de verschillende standen. Druk op OK om 

de verschillende standen weer te geven. Houd deze knop minimaal 15 sec. ingedrukt 

om de wekker uit te schakelen. 


Met deze optie kiest u tijdens het programmeren achtereenvolgens tussen de 

wekker in- en uitschakelen. 

Waarden verlagen 

Waarden en acties bevestigen 


1 2 3 

4 

6 

5 

Installatie 

NO 

NO 




4 - Indicator wekker ingesteld ( ) 

Indicator Snooze-functie ingeschakeld ( ) 

5 - Tijdindicator (0- 24) 

6 - Wekindicator in balk 

On 

OFF 

NO 

> 1.5 m 

Aansluitingen 

545 

230 V ~ 

50/60Hz 

L 

N 



33 

45 

K84


Toepassingen 

b vooral aanbevolen voor hotelkamers. 

b voor de regeling van verlichtingskringen, elektrische apparaten, 

elektronische apparaten en dergelijke. 


MGU3.540.XX (8 A met timer) 

b voeding: 230 V AC ± 10 %, 50 Hz. 

b nominale stroom: 8 A. 

b Een knipperend LED-lampje geeft aan dat de tijdvertraging 

is uitgeschakeld. 

b de uitschakeltijd kan elke tijd zijn tussen 10 sec. en 3 min. 

b type kaart: 54 x 86 x 0,85 mm (max.), verticale plaatsing. 

b met een oranje nachtlampje. 

b zekering: elektronisch. 

b beveiliging: tegen overspanning en thermische beveiliging. 

b relaiscontact: potentiaalvrij. 


Unica 

Kaartschakelaars 

MGU3.540.XX (8 A met timer), MGU3.283.XX (10 A) 

Installatie (MGU3.540.XX) 

NO 

Unica Top en Unica Plus 

Gebruik (MGU3.540.XX) 

Belastingstabel (alleen voor MGU3.540.XX) 

1 2 3 4 5 6 7 8 

9 

10 

25 °C 

230 V 

50 Hz 

Max. 

W/VA 

1470 

1-10 V 

1000 1470 1470 NO 1470 1470 1470 1470 xx 



transformator 


transformator 





8 - Ventilatoren, motoren (eenfasig) 

9 - Kachels (eenfasig) 


MGU3.283.XX (10 A) 

b voeding: 230 V AC ± 10 % 50 Hz. 

b nominale stroom: 10 A. 

b type kaart: 54 x 86 x 0,85 mm (max.), verticale plaatsing. 

b met een oranje nachtlampje (referentienr. MGU.824). 

b de voeding wordt onderbroken wanneer de kaart wordt 

verwijderd (45 tot 54 mm breed). 

b voor TL-belastingen met een gecorrigeerde vermogensfactor 

moet de belasting worden geregeld met een geschikt relais. 

Installatie (MGU3.283.XX) 

NO 

Unica Top, Unica Plus en Unica Allegro 


b MGU3.540.XX: conform EN 60669-2-1. 

b MGU3.283.XX: conform EN 61058-1. 

Gebruik (MGU3.283.XX) 

K85



Unica 

Kaartschakelaars 

MGU3.540.XX (8 A met timer), MGU3.283.XX (10 A) 

Aansluitingen (MGU3.540.XX) 

< 8 A > 8 A 

L 

N 

L 

N 


Aansluitingen (MGU3.283.XX) 

6 A max. (Faston) 10 A ( gesoldeerd) 

L 

N 

Aansluitklemmen: Faston-schoenen of soldeerlippen voor kabels tot 2.5 mm 2 . 


Unica Top, Unica Plus 

35 

14 

K86



Unica 

Stopcontacten 

Toepassingen 

b voeding voor huishoudelijke apparatuur, draagbare lampen, 

elektronische apparatuur en dergelijke. 

b sommige stopcontacten hebben een kinderbeveiliging. 


b isolatieweerstand: > 5 MΩ/ 500 V. 

b diëlektrische sterkte > 2000 V. 

b minimum uitschakelvermogen: 100 schakelingen bij 1.25 x In 

en 1.1 x In, waarbij Pf (Cos φ) = 0.6. 

b omhulsel en elastische cellen. 

b voor schakelingen wordt aardecontact het eerst gemaakt 

en het laatst verbroken. 

b minimale levensduur: 10.000 positiewijzigingen bij In en Vn, 

waarbij Pf (Cos φ) = 0,8. 

b materialen: zelfdovend technopolymeer met uitstekende 

slagvastheid. De onderdelen aan de voorzijde zijn bestand 

tegen reinigingsmiddelen en UV-straling. Zij zijn halogeenvrij. 

b de stopcontacten zijn ook verkrijgbaar in rood om onderscheid 

te maken tussen de kringen: dentificatie van kringen 

geleverd door een UPS (uninterruptible power supply), een 

AC-netwerk of een gestabiliseerd netwerk.. 

Installatie 

1 2 3 

3 

2 

4 

1 

Aansluitingen 

b aansluiting met of zonder schroef: 

v schroefaansluiting met schroef met gemengde kop, 

v schroefloze aansluiting zonder gereedschap. 

b aansluitklemmen zitten aan de zijkant van het contact, 

waardoor aansluitklemmen makkelijk kunnen worden aangesloten 

en het apparaat makkelijk in de doos kan worden 

geplaatst, doordat er geen kabels aan de achterkant zitten. 

b aansluitklemmen voor kabels tot 4 mm 2 , stijf of flexibel. 

b schroefverbinding door schroef met gemengde kop, bij 

levering losgedraaid. 


10/16 A- 2P, Europees type 

10/16 A- 2P + E, Frans type 

10/16 A- 2P, Duits type 

20 VA- 2P + T, stopcontact 

voor scheerapparaat 


Conform IEC 60884-1en de volgende nationale normen afhankelijk 

van het land van gebruik: VDE 0620-1, 

UNE 20315-1-2, NFC 61-314, NOM-003-SCFI-2000, 

SI 32, BS 1363-1 en BS 546:1950. 

27 

37 

40 

30 

K87



Unica 

RJ45-aansluiting 

Installatie 

Installatievoorbeeld van een RJ45-aansluiting niet afgeschermd (cat.6A, 5). 

A 

U/UTP 

1 

2 3 

2 mm maxi 

60 mm 

B 

1 2 

3 4 

K88



Unica 


5 

12345678 

6 7 

6 

3 

2 

1 

5 

4 

8 

7 

EIA-TIA 568B (100Ω) 

6 

3 

2 

1 

EIA-TIA 568A (100Ω) 

5 

4 

8 

7 

0,5 mm 

maxi 

C 

1 

41 mm 

mini 

2 3 

K89



Unica 


Installatie 

Installatievoorbeeld van een RJ45-aansluiting afgeschermd (cat.6A, 5). 

A 

F/UTP 1 

2 

100 mm 

x1 

3 4 5 6 

2 mm maxi 

20 mm 

K90



Unica 


A 

1 

2 

S/FTP 

F/FTP 

100 mm 

x1 

S/FTP 

F/FTP 

3 

S/FTP 

4 5 

S/FTP 

S/FTP 

6 

S/FTP 

20 mm 

10 % 

3 4 5 

F/FTP 

F/FTP 

F/FTP 

20 mm 

7 

EIA-TIA 568B 

(100Ω) 

EIA-TIA 568A 

(100Ω) 

8 

K91



Unica 


Installatie 

Installatievoorbeeld van een RJ45-aansluiting afgeschermd (cat.6A, 5). 

41 mm 

mini 

C 

1 

2 

3 

RJ11 RJ 45 

K92



Unica 

Telefoonaansluitingen RJ11 

Toepassingen 

b voor de aansluiting van telefoons, modems, faxapparaten 

en andere telefonieapparatuur op het netwerk. 

b de 6-pins stekkerbus is geschikt voor installaties van het 

nieuwe ontwerp, en is aangepast aan de huidige bepalingen 

voor Common elecommunications Infrastructures (CTI), die 

aangeven dat de Terminal Access Database (TAD) moet zijn 

voorzien van een 6-kanaals vrouwelijke belconnector. 


b 4-pins connectoren met schroefverbinding of verplaatsing 

van isolator. Deze connectoren vallen onder Categorie 3, wat 

staat voor transmissiesnelheden van maximaal 16 Mb/s. 

b de standaardlijn met één paar draden is aangesloten tussen 

L1 en L2-verbinding van RDSI-, ADSL-lijnen en andere 

4-draads lijnen (twee paren) wordt gevonden tussen L1-L2 

en TX-TS. 

Aansluiting 

Schroefverbindingssysteem 

Aansluitklemmen: schroefverbinding voor stijve kabels tot 0,2 mm 2 . 

Aansluitsysteem door verplaatsing van isolator 

1 

2 

TX 

TS 

TX 

TS 

TX 

TS 

TX 

TS 

T 2 

L2 

L1 

T 2 

L2 

L1 

Phone 

T 2 

L2 

L1 

T 2 

L2 

L1 

Phone 

Phone 

Phone 

Normaal Doorschakeling Extra bel Extra bel 

en retour laatste gesprek zonder condensator met condensator 

Afmetingen 

Schroefaansluiting 

Aansluiting door verplaatsing van isolator 

K93



Unica 

Zoemers MGU3.785.XX 

Toepassingen 

b dit product wordt gebruikt als een belsignaal bij de ingang 

van woningen, kantoren en bedrijven of om te wijzen op 

een waarschuwingssignaal in technische alarmsystemen 

(onderbroken werking). 

b met regelbaar volume. 

Volume-instelling 


b nominale spanning: 230 V AC ± 10 %, 50-60 Hz. 

b volume kan worden geregeld met een schroef aan de zijkant. 

b koestische uitvoer: tussen 76 en 80 dB. 

b verbruik: 40 mA. 

b maximale ononderbroken werkingstijd: 60 s. 


Conform de LV- en EMC-richtlijnen 

Aansluitingen 

b aansluitklemmen: L (fase), N (neutraal) 

b aansluitklemmen: sschroefverbinding voor kabels tot 2 x 1.5 mm 2 . 


42 

31 

K94



Unica 

Elektronische bellen MGU3.786.XX 

Toepassingen 

b deze zijn met name geschikt voor woningen, kantoren en 

dergelijke, waar onderscheid moet kunnen worden gemaakt 

tussen iemand die buiten het gebouw op de bel drukt en een 

interne servicebel (bijvoorbeeld de elektronische deurregeling 

voor het hele gebouw en de deur bij de ingang). 


b nominale spanning: 230 V AC ± 10 %, 50-60 Hz. 

b aantal programmeerbare melodieën: 5. 

b voor de elektronische bel kunnen conventionele drukknoppen 

met of zonder signaallampje worden gebruikt: 

v maximumaantal parallel aangesloten drukknoppen zonder 

signaallampje: 10, 

v maximumaantal parallel aangesloten drukknoppen met 

signaallampje: 3. 

b akoestische uitvoer: 70 db/ 1 m. 

b verbruik: 14 mA. 

Gebruik 

De bel heeft drie verschillende ingangen voor de verschillende drukknoppen. Er worden vijf melodieën 

meegeleverd>en er kan voor elke ingang een andere melodie worden geprogrammeerd 

(zie Melodie programmeren). 

Melodie programmeren 

b houd de knop 15 sec. ingedrukt om de stand voor het programmeren van een melodie te activeren. 

Vervolgens worden alle beschikbare melodieën afgespeeld tot u kort op de knop drukt om 

uw keuze te maken. Als u niet binnen ongeveer 3 min. een melodie hebt geselecteerd, keert de 

bel terug naar de oorspronkelijke stand en blijft de oorspronkelijke melodie ongewijzigd. 

b voor de andere belingangen (drukknoppen) kunnen andere melodieën worden geselecteerd. 

Aansluitingen 


Conform IEC 62080. 

L 

N 

* 

* Gebruik van maximaal 10 parallel aangesloten drukknoppen zonder signaallampje 

of 3 parallel aangesloten drukknoppen met signaallampje. 

b aansluitklemmen: schroefverbinding voor kabels tot 2 x 1.5 mm 2 . 


33 

44 

K95



Unica 

Bevestigingsframes 

Toepassingen 

Universele bevestigingsframes 

b hiermee kan apparatuur in horizontale of verticale positie 

wordt vastgeklemd. 

b ze zijn voorzien van: 

1: gaten om de apparatuur verzonken met schroeven aan de 

doos te bevestigen. 

2: ingangen voor rekgeleiders voor de afdekframes. 

3: zwaluwstaarten voor een perfecte verbinding bij koppeling 

van bevestigingsframes in verticale of horizontale richting. 

4: gaten voor directe montage aan de muur met pennen. 

Installatie 

Bevestigingsframes met lange, vaste klauwen. 


Universeel bevestigingsframe zonder klauwen (enkel) 

71 

Italiaanse bevestigingsframes 

b rechthoekig bevestigingsframe kan maximaal 6 modules 

omvatten en plaats bieden aan 4 verschillende afdekframes 

van 4 of 6 modules door de vormgeving die waardoor de 

apparatuur op elke positie kan worden bevestigd. 

b ze zijn voorzien van: 

1: Gaten voor directe montage aan de muur, een houten 

paneel en dergelijke met pennen. 

2: Schroeven voor bevestiging aan de doos voor verzonken 

montage of op een rechthoekig oppervlak. 

60 

7 

75 

Universeel bevestigingsframe met lange vaste klauwen (enkel) 

41 

71 

11 

41 

71 


b materiaal: Zamak (een zink-aluminiumlegering) dat een zeer 

hoge stijfheid biedt en volledig roestbestendig is, waardoor 

het zeer duurzaam is en bestand is tegen reinigingsmiddelen 

(bleekwater, ammoniaoplossingen en dergelijke) 

b ergonomische vormgeving: geen scherpe randen, bramen 

of scherpe onderdelen die gevaarlijk kunnen zijn tijdens de 

installatie. 

b eenvoudigere plaatsing op bevestigingsframe dankzij twee 

punten: 

v zwaluwstaarten voor een perfecte koppeling (voor het 

universele bevestigingsframe) 

v een recht oppervlak voor eenvoudiger gebruik van een zicht. 


Conform EN 60669-1. 

Italiaanse bevestigingsframes 

A 

B 

53 

44 

9 

C 

A (mm) B (mm) C (mm) 

3 modules 95 67 112 

4 modules 117 89 134 

6 modules 162 134 179 

70 

K96



Unica 

Bevestigingsframes 


Bevestigingsframe met tussenas van 57 mm met lange vaste klauwen (enkel) 

44 57 60.6 

9 

71 

Bevestigingsframe met tussenas van 57 mm zonder klauwen (enkel) 

44 57 60.6 

4 

71 

Bevestigingsframe met tussenas van 57 mm: voorbeeld van montage 

voor dubbel afdekframe 

57 

K97



Unica 

Opbouwdozen 

Toepassingen 

b opbouwdozen worden gebruikt voor vernieuwing in panden 

en huizen waar de elektrische installatie moet worden uitgebreid 

of gerenoveerd en als duur metsel- en schilderwerk 

moet worden vermeden. 

Enkele opbouwdoos 

met clip-on bevestigingsframe 

(Unica Top, Unica Plus) 

28 

Dubbele opbouwdoos 

met clip-on bevestigingsframe 

(Unica Top, Unica Plus) 

28 

Technische- en installatiegegevens 

b opbouwdozen zijn voorzien van minikanalen om een ingang 

te bieden. 

b zij zijn voorzien van tevoren aangebrachte uitsneden zodat 

minikanalen (zonder adapter) aan de vier kanten direct kunnen 

worden gekoppeld. Vier vooraf aangebrachte uitsneden voor 

directe plaatsing van kabels met een diameter van 8 mm. 

b zij kunnen op de muur worden gemonteerd met 4 pinnen. 

b aan de achterkant zijn voorgefabriceerde sleuven aangebracht 

voor een eenvoudigere toegang tot de kabels in de 

doos. 

b zelfdovend thermoplastisch materiaal met een uitstekende 

slagvastheid dat bijzonder goed bestand is tegen reinigingsmiddelen 


89 

160 

55 

60 

60 

79 

70 79 

60 

71 

Driedubbele opbouwdoos met clip-on bevestigingsframe (Unica Top, Unica Plus) 

K98



Unica 

Dozen voor verzonken montage 


Doos voor verzonken montage voor 2 x 4 modules 

Doos voor verzonken montage voor 2 x 6 modules 

1 

41 

1 

41 

119 

135 

158 

135 

182 

Italiaanse doos voor verzonken montage voor 4 modules 

74 

48 108 

131 

Italiaanse doos voor verzonken montage voor 3 modules 

74 

48 

83,5 

106 

K99



Unica 

Afdekframes 

Toepassingen 

b Unica Top en Unica Plus voor installatie in de universele 

doos met 1 tot 4 openingen in horizontale positie en 1 tot 3 

openingen in verticale positie. 

b de Unica Top-serie kan worden gemonteerd met smalle 

afdekframes en bevestigingsframes voor een dun paneel. 



2 x 4 modules 2 x 6 modules 


b alle Unica-afwerklagen zijn bestand tegen reinigingsmiddelen 


b recycleerbare thermoplastische materialen. 

b zelfdovende thermoplastische materialen met uitstekende 

slagvastheid. 

b de Unica Top-serie biedt afdekframes van gegalvaniseerd 

Zamak met een afwerklaag van natuurlijk hout, niet vervormbaar, 

dat een antischimmelbehandeling heeft ondergaan. 

b afdekframes worden gemonteerd met rekgeleiders die 

onregelmatigheden in de muur in verticale positie effenen 

wanneer: 

v de doos tot 2,5 mm in de muur verzonken wordt. 

v de doos 0,75 mm uit de muur uitsteekt. 

16 

152 

155 

195 

175 


Conform EN 60669-1. 


80 

80 

14 

A 

B 

71 

B 

71 

C 

80 

71 

80 

C 

D 

80 

80 

enkel dubbel drievoudig viervoudig 

A (mm) B (mm) C (mm) D (mm) 

90 161 232 303 


57 mm hartafstand 

Unica Top en Unica Plus (3, 4 en 6 modules) 

A 

A 

14 

B 

C 

A 

C 

A (mm) B (mm) C (mm) 

3 modules 80 118 



K100



Unica 

Afdekframes 

Unica Class 

93 93 

11 

A 

B 

93 

C 

93 

D 

enkel dubbel drievoudig viervoudig 

A (mm) B (mm) C (mm) D (mm) 

102 173 244 315 

K101


Installatiesystemen en -toebehoren 

OptiLine 45-kabelgoten 

Gamma 

Technische en materiaalgegevens 

PVC (zelfdovend, Densiteit 1.5 g/cm 3 

lood- en cadmiumvrij) Lineaire uitzetting 60x10 –6 /°C 

Waterabsorptie Minder dan 0.2% 

Volumeweerstand 

>10 13 Ω cm 

Brandbestendigheidsklasse UL 94 V0 (0.8 mm) 

Brand/rook/toxiciteitsklasse M1 volgens Franse norm 

NF P 92 501 

Kleur Wit RAL 9010 

Aluminium Densiteit 2.7 g/cm 3 

Lineaire uitzetting 

2.4x10 –5 /°C 

Oppervlaktebehandeling Natuurlijk geanodiseerd 

PC/ABS Densiteit 1.14 g/cm 3 


70x10 –6 /°C 

Waterabsorptie 0.6% 


>10 13 Ω cm 

Doorslagvastheid 

19 kV/mm 

Brandbestendigheidsklasse UL 94 HB 

Kleuren Wit RAL 9010 

Metallic aluminium (geverfd) 

PA (polyamide), halogeenvrij Densiteit 1.16 g/cm 3 



>10 12 Ω cm 


45 kV/mm 

Brandbestendigheidsklasse UL 94 V0 

Kleuren 

Groen 

Wit 

PC+ASA Densiteit 1.15 g/cm 3 


80x10 -6 /°C 



>10 13 Ω cm 


17 kV/mm 



PE (polyethyleen), halogeenvrij Densiteit 0,96 g/cm 3 

Waterabsorptie Minder dan 0,2% 


>10 16 Ω cm 


Kleuren 

Rood 

Kastanjebruin 

Beschermingsgraad 

IP40 

Temperatuurbereik 

Gebruikstemperatuur van -25 tot +60°C 

Schokbestendigheid PVC-kabelgoten 2J (IK07) 

PC/ABS-toebehoren 

2J (IK07) 

Normen en certificatie 

De producten voldoen aan de volgende normen: 

b EN 50085-1 : 2005 

b pr EN 50085-2-1 : 2002 

b NFC 68 102:1990 (Franse nationale norm) 

De producten voldoen aan de voorwaarden voor 

het CE-merk in overeenstemming met 

Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG en 93/68/EEG. 

K102



OptiLine 45-zuilen 

Technische beschrijving 

Kabelcapaciteit 

Comp. Max Doorsnede- Kabelcapaciteit* mm 2 

Ø mm gebied mm 2 40% 50% 60% 

Enkelzijdige zuil 

1 41 4220 1688 2110 2532 

1 

Enkelzijdige zuil met scheidingsprofiel 

1 39 1799 720 900 1079 

2 15 1106 442 553 663 

Dubbelzijdige zuil zonder en met scheidingsprofiel 

1 41 3747 1499 1874 2248 

2 16 871 348 435 523 

3 39 1799 720 900 1079 

1 

2 2 

1 

2 2 

3 

* Wij bevelen een gebruik van 40% van de kabelcapaciteit aan. 


Aluminium, geëxtrudeerd Specificatie EN-AW-6063 

Densiteit 2.7 g/cm 3 

Lineaire uitzetting 2.4x10 –5 /°C 



Aluminium, gegoten Densiteit 2.7 g/cm 3 


Oppervlaktebehandeling Poederlaag 

Kleur Grijs RAL 9007 

Gietijzer Densiteit 7.3 g/cm 


Oppervlaktebehandeling Transparante vernislaag 

Zink Densiteit 7.1 g/cm 3 


Oppervlaktebehandeling Onbehandeld 


Lineaire uitzetting 70x10 –6 /°C 

Volumeweerstand >10 13 Ω cm 


Doorslagvastheid 19 kV/mm 



PS (polystyreen) Densiteit 1.04 g/cm 3 


Overige info 

Halogeenvrij 

PVC Densiteit 1.5 g/cm 3 



Waterabsorptie 10 13 Ω cm 




Staal Specificatie SS 1142 






IP40 





b EN 50085-1 : 2005 

b NFC 68 102 (Franse nationale norm) 

b EN 60598-2-2 clause 4.6.3 

b IEC 1084-2-4 clause 10.5.102 

De producten voldoen aan de voorwaarden voor 

het CE-merk in overeenstemming met 

Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG en 93/68/EEG. 

K103



OptiLine 45-mini-zuilen 



Aluminium, geëxtrudeerd Specificatie EN-AW-6063 





Aluminium, gegoten Densiteit 2.7 g/cm 3 



Kleur Grijs RAL 9007 

PVC Densiteit 1.5 g/cm 3 



Waterabsorptie 10 13 Ω cm 














Staal Specificatie SS 1142 




IP40 





b EN 50085-1 : 2005 

b NFC 68 102 (Franse nationale norm) 

De producten voldoen aan de voorwaarden voor het 

CE-merk in overeenstemming met laagspanningsrichtlijn 

73/23/EEG en 93/68/EEG. 

Vloerbevestiging 

Afmetingen 

Mini-zuilen 

Kabelcapaciteit 

Comp. Max. Doorsnede- Kabelcapaciteit* mm 2 

Ø mm gebied mm 2 40% 50% 60% 

Enkelzijdige post 

1 41 4220 1688 2110 2532 

1 

Enkelzijdige post met partitioneringsprofiel 

1 39 1799 720 900 1079 

2 15 1106 442 553 663 

Dubbelzijdige post zonder en met partitioneringsprofiel 

1 41 3747 1499 1874 2248 

2 16 871 348 435 523 

3 39 1799 720 900 1079 

1 

2 2 

1 

2 2 

3 

* Wij bevelen een gebruik van 40% van de kabelcapaciteit aan. 

K104



OptiLine 70-kabelgoten 



PVC (zelfdovend, Densiteit 1.5 g/cm 3 

lood- en cadmiumvrij) Lineaire uitzetting 60x10 –6 /°C 

Waterabsorptie Minder dan 0.2 % 


>10 13 Ω cm 

Brandbestendigheidsklasse UL 94 V0 (0.8 mm) 

Brand/rook/toxiciteit 

M1 volgens Franse norm 

NF P 92 501 


Aluminium Densiteit 2.7 g/cm 3 


2.4x10 –5 /°C 




70x10 –6 /°C 

Waterabsorptie 0.6 % 


>10 13 Ω cm 


19 kV/mm 




Wit (zonder specificatie) 

PA (polyamide), halogeenvrij Densiteit 1.16 g/cm 3 



>10 12 Ω cm 


45 kV/mm 

Brandbestendigheidsklasse UL 94 V0 

Kleur 

Blauw NCS S 3050-R90B 



80x10 –6 /°C 



>10 13 Ω cm 


17 kV/mm 



Wit (zonder specificatie) 

PBT met 30% glasvezel Densiteit 1.52 g/cm 2 


40-70x10 -6 /°C 

Brandbestendigheidsklasse UL 94 HB (1.5 mm) 

Kleur 

Lichtgrijs 

PE (polyethyleen), halogeenvrij Densiteit 0,96 g/cm 3 

Waterabsorptie Minder dan 0,2% 


>10 16 Ω cm 


Kleuren 

Rood 

Kastanjebruin 


IP40 



Schokbestendigheid PVC-kabelgoten 2J (IK07) 

PC/ABS-toebehoren 

2J (IK07) 



b EN 50085-1 : 2005 

b pr EN 50085-2-1 : 2002 

De producten voldoen aan de voorwaarden 

voor het CE-merk in overeenstemming met laagspanningsrichtlijn 

73/23/EEG en 93/68/EEG. 

K105


ARGUS melders 

Rookmelders 

Miljoenen mensen leven in een klassiek huur- of 

koopappartement. 

Velen onderschatten nog steeds het belang van 

rookmelders. Als er brand uitbreekt, telt elke seconde. 

Uw rookmelder kan uw leven redden! 

ARGUS Basic 

Plaatsing in een appartement met 3 kamers 

Praktisch en goed doordacht 

Snelle montage: met 

een schroefbevestiging 

eenvoudig aan het 

plafond bevestigd 

Gang 

Woonkamer 

Eenvoudige controle: 

via testknop 

Slaapkamer 

Onafhankelijk van 

netstroom: ARGUS 

rookmelder Basic, met 

een levensduur van de 

batterij van 3 jaar en 

ARGUS rookmelder 

Basic Longlife, met een 

levensduur van de 

batterij van 10 jaar 

Aanbeveling van Schneider Electric: 

Rookmelders op batterijen 

ARGUS rookmelders van Schneider Electric zijn ideaal om snel en eenvoudig in 

appartementen te plaatsen. Er is immers een versie verkrijgbaar die werkt op 

batterijen. Meer bepaald de ARGUS rookmelder Basic (levensduur batterij ca. 

3 jaar) of de ARGUS rookmelder Basic Longlife (levensduur batterij ca. 10 jaar). 

In dit voorbeeld van een appartement met 3 kamers moeten rookmelders geplaatst 

worden in de slaapkamer, de woonkamer en de gang. 

De ARGUS rookmelder Basic biedt een minimale bescherming. In grotere appartementen 

is het mogelijk dat alarmen niet hoorbaar zijn in verafgelegen kamers. Voor 

deze situaties raden wij een netwerkoplossing met ARGUS rookmelders Connect 

aan om uw volledige woonoppervlak te beschermen. 

ARGUS rookmelder Basic / Basic Longlife, wit 

K106


ARGUS melders 

Rookmelders 

Hoe groter een huis en hoe meer kamers er zijn, des 

te groter is het risico dat de waarschuwingstoon van 

de rookmelder niet hoorbaar zal zijn in verafgelegen 

kamers. Als er brand uitbreekt in het bureau, hoe lang 

zal het dan duren vooraleer de bewoners in de 

woonkamer de brand opmerken? 

ARGUS Connect 

Plaasting in een eengezinswoning 

Veilig gebruik via radiofrequetie (RF) 

Maximale 

veiligheid via 

netwerk: een 

rookmelder zendt 

het signaal naar 

alle andere 

apparaten in het 

netwerk en alle 

rookmelders slaan 

alarm 

Storingsvrije 

frequentie 868 MHz 

Aanbeveling van Schneider Electric: Rookmelder met RF 

netwerkverbinding 

Om ’s nachts rustig te kunnen slapen, volstaat het niet om in het hele huis rookmelders 

te installeren. Het is belangrijk dat ze met elkaar verbonden zijn. Dit is de 

enige manier om te garanderen dat wanneer er bijvoorbeeld brand uitbreekt in de 

kelder, alle rookmelders in het huis tegelijkertijd alarm slaan. 

Netwerkverbinding via RF, 

ideaal voor installatie in 

bestaande gebouwen 

De ARGUS rookmelder Connect is het optimale systeem om in een eengezinswoning 

te installeren. De rookmelders met batterijen kunnen via de storingvrije 

frequentie van 868 MHz betrouwbaar met elkaar communiceren. Voordeel: van 

zodra een rookmelder rook ontdekt, zendt deze een RF-signaal naar de andere 

rookmelders, die onmiddellijk alarm slaan. Zo heeft u voldoende tijd om het huis 

te verlaten. 

ARGUS rookmelder Connect, wit 

ARGUS rookmelder Connect, aluminium 

K107


ARGUS melders 


Als u van plan bent een nieuwe woning te bouwen is 

de tijd rijp om te kiezen voor het ideale rookmelderconcept. 

Niet alleen over de functies en plaatsing van 

de rookmelders, maar ook over hoe ze werken en aan 

elkaar gekoppeld zijn. 

ARGUS Connect 250 V 

Plaatsing in een nieuwbouwwoning 

ARGUS rookmelder Connect 

230 V, wit 

ARGUS rookmelder 230 V, wit, 

inclusief sokkel voor opbouwmontage 

ARGUS rookmelder Connect 

230 V, aluminium 

ARGUS rookmelder 230 V, 

aluminium, inclusief sokkel voor 

opbouwmontage 

Aanbeveling van Schneider Electric: netwerk van rookmelders 

met 230 V voeding 

Voor nieuwbouwwoningen raden wij de ARGUS rookmelder 230 V aan, voor 

maximale veiligheid van de kelder tot de zolder. Voordeel: De rookmelders worden 

aangesloten op de 230 V-leiding. Dit biedt de unieke kans om reeds bij het 

woningontwerp rekening te houden met de nodige stroomaansluitingen. Er is 

slechts één aparte ader in het 230 V-net nodig. 

De geïntegreerde batterij zorgt ervoor dat de rookmelders steeds blijven werken in 

geval van stroomuitval. 

Nog een voordeel: Als er een extra ader beschikbaar is, kunnen de ARGUS 

rookmelders van 230 V via deze ader met elkaar worden verbonden. Als er geen 

ader vrij is, biedt de rookmelder Connect 230 V van Schneider Electric de passende 

oplossing. In dit geval wordt het netwerk gevormd door RF via de storingvrije 

frequentie 868 MHz. 

Betrouwbaar tot in het kleinste detail 

Snelle, fl exibele 

montage met basis, 

inclusief sokkel maat 

60, centrale schroef en 

2 rechthoekige gaten 

Statusweergave via 

meerkleurige LED’s 

Ruime aansluitruimte, 

voor 

inbouw- en 

opbouwmontage 

Vlak 

ontwerp 

De basis werd ontworpen 

voor installatie op 

bouwwerven en kan 

compleet bedraad en 

voorgemonteerd worden. 

Uiterst fl exibel door de 

RF-netwerkverbinding 

bij ARGUS rookmelder 

Connect 230 V 

K108


ARGUS melders 


De passende oplossing voor elke toepassing 

Voorbeeld toepassing – aparte kantoorruimte 

Voor verlichtingsbesturing 

afhankelijk van 

beweging en lichtsterkte 

is per ruimte één ARGUS 

aanwezigheidsmelder 

boven het bureau 

voldoende. 

Energiebesparende 

mogelijkheden kunnen 

optimaal worden gebruikt 

als ook de verwarming 

wordt geïntegreerd (bijv. 

door nachtstand, als er 

geen beweging wordt 

geregistreerd). 

Met een schakelaar kan 

de verlichting op elk 

moment in- en 

uitgeschakeld worden. 

Voorbeeld toepassing – grote kantoorruimte 

In groep of afzonderlijk 

geschakelde 

aanwezigheidsmelders 

zorgen voor een feilloze 

verlichtingsbesturing 

afhankelijk van beweging 

en lichtsterkte. 

Door integratie van de 

verwarming wordt een 

aanvullende 

energiebesparing 

verkregen 

(de verwarming gaat bijv. 

pas aan als in het 

detectiebereik van de 

ARGUS aanwezigheidsmelder 

een beweging 

wordt geregistreerd). 

Met een RF-schakelaar 

kan de verlichting op 

elk moment in- en 

uitgeschakeld worden 

vanaf de werkplek. 

K109


ARGUS melders 


Voorbeeld toepassing – klaslokaal 

Dankzij verlichtings-besturing 

afhankelijk van beweging en 

lichtsterkte worden alleen nog 

effectief gebruikte klaslokalen 

verwarmd en verlicht. 

Als de verwarming in het systeem 

wordt opgenomen, zorgt dit voor 

optimale mogelijkheden om 

energie te besparen. 

Met een schakelaar kan 

de verlichting ook op elk 

moment in- en 

uitgeschakeld worden. 

Voorbeeld toepassing – gang 

ARGUS aanwezigheidsmelders 

– ook ideaal voor inkomhallen, 

gangen, trappenhuizen, 

opslagplaatsen of sanitaire 

ruimten. Overdag zorgen ze voor 

voldoende verlichting, 

’s nachts zorgen ze als melder 

voor verhoogde veiligheid. Als ze 

een beweging registreren, 

ontvangt bijv. de portier een 

melding. 

K110




Veiligheidsverlichting en andere systemen 

Wanneer we spreken over veiligheidsverlichting, bedoelen we de hulpverlichting die 

ingeschakeld wordt wanneer de Standardverlichting defect is. 

De veiligheidsverlichting wordt als volgt ingedeeld (EN 1838): 

Veiligheidsverlichting 

Is afkomstig van de noodverlichting en is bestemd om een verlichting te 

leveren aan personen die in alle veiligheid een zone ontruimen of die proberen 

om een bijzonder gevaarlijk werk te beëindigen vóór ze de ruimte verlaten. Ze 

is bestemd om de vluchtwegen te verlichten en om te zorgen voor een 

permanente zichtbaarheid en veiligheid wanneer normen voor 

veiligheidsverlichting nodig zijn. 

De veiligheidsverlichting kan als volgt worden ingedeeld: 

Veiligheidsverlichting 

voor de vluchtwegen 

Is afkomstig van de 

veiligheidsverlichting en moet 

ervoor zorgen dat de vluchtwegen 

voldoende identificeerbaar zijn en 

in alle veiligheid kunnen worden 

gebruikt wanneer er zich 

personen in de ruimte bevinden. 

Antipaniekverlichting in 

uitgestrekte ruimten 

Is afkomstig van de 

veiligheidsverlichting en moet 

paniek vermijden en een 

voldoende sterke verlichting 

leveren om personen de kans te 

geven om een vluchtweg te 

bereiken. 

Noodverlichting en veiligheidssignalen voor vluchtwegen 

De noodverlichting en veiligheidssignalisatie voor de noodwegen zijn zeer belangrijke 

elementen voor alle personen die noodsystemen ontwerpen. Hun aangepaste keuze 

moet de veiligheidsniveaus verbeteren en ervoor zorgen dat de noodsituaties beter 

beheerd worden. 

De EN 1838 norm ("Verlichtingstoepassingen. Noodverlichting") definieert de 

basisprincipes in verband met de details van noodverlichting voor vluchtwegen: 

"De bedoeling van de vluchtwegen is de evacuatie, in alle veiligheid, van de 

aanwezige personen, door ze voldoende zichtbaarheid en de richtingen van de 

vluchtweg te geven…" 

Het principe dat we hierboven vemelden, is zeer eenvoudig: 

de veiligheidsverlichting en de verlichting van de vluchtwegen moeten twee goed 

gescheiden elementen zijn. 

Functies en werking van de apparaten 

De fabricagevoorschriften worden gedekt door de norm EN 60598-2-22, "Bijzondere 

richtlijnen – Lampen voor noodverlichting", samen met EN 60598-1, "Lampen - 

Hoofdstuk 1: Algemene richtlijnen en Tests". 

Autonomie 

De bepaling van de voor de noodverlichting vereiste autonomie is een 

basisvoorwaarde. Doorgaans wordt 1 uur gevraagd, maar sommige landen kunnen 

andere eisen stellen in functie van hun technische statutaire normen. 

Werking 

Bij de verschillende noodverlichtingstypes kan een onderscheid worden gemaakt 

tussen twee grote categorieën: 

bb 

niet permanent: 

vv 

de lamp gaat slechts aan wanneer de Standard verlichting defect is. 

vv 

in geval van defect, wordt de lamp gevoed door de batterij. 

vv 

de batterij zal automatisch worden opgeladen wanneer de hoofdnet weer 

geactiveerd wordt. 

bb 

permanent : 

vv 

de lamp kan worden geactiveerd in permanente modus. 

vv 

er is een stroomtoevoer nodig vanuit het hoofdcircuit, specifiek voor de voeding van 

de lamp, die kan worden uitgeschakeld wanneer de ruimte niet bezet is. 

vv 

in geval van defect, wordt de lamp gevoed door de batterij. 

K111




De voornaamste functies 

van een systeem voor 

noodverlichting bij het 

uitvallen van de 

hoofdverlichting zijn de 

volgende: 

b De vluchtwegen duidelijk 

tonen door middel van 

een signalisatie. 

b Voldoende noodverlichting 

voorzien langs de vluchtwegen, 

zodat personen in alle veiligheid 

hun weg kunnen vinden naar de 

nooduitgangen. 

b Ervoor zorgen dat de 

alarmvoorzieningen en de 

blusuitrustingen langs de 

vluchtweg gemakkelijk 

xidentifi ceerbaar zijn. 

Inleiding 

De integratie van de noodverlichting in de Standard verlichting moet voldoen aan de 

normen van de elektrische systemen in het ontwerp van een gebouw of privéruimte. 

Alle richtlijnen en reglementeringen moeten worden nageleefd zodat het ontworpen 

systeem voldoet aan de normen . 

Europese normen 

Het ontwerp van de systemen voor noodverlichting wordt geregeld door een aantal 

wetgevende maatregelen die bijgewerkt en geïmplementeerd worden door nieuwe 

documentaties die gepubliceerd worden door de overheden van de Europese 

internationale technische normen en richtlijnen. 

Elk land beschikt over zijn eigen wetten en normen, naast de technische normen die 

de verschillende sectoren moeten naleven. Over het algemeen beschrijven ze de 

plaatsen waar een veiligheidsverlichting moet worden voorzien, evenals de technische 

specifi caties ervan. De ontwerper moet er dan voor zorgen dat het project van zijn 

ontwerp voldoet aan deze normen. 

EN 1838 

Een zeer belangrijk 

document op het Europese 

niveau in verband met de 

noodverlichting is de norm 

EN 1838, 

"Verlichtingstoepassingen. 

Noodverlichting". 

Deze norm beschrijft de 

specifieke vereisten en 

verplichtingen in verband 

met de werking en de 

functie van de systemen 

voor noodverlichting. 

Normen CEN en 

CENELEC 

De CEN (Comité Européen 

de Normalisation/Europees 

Comité voor Normalisatie) 

en CENELEC (Comité 

Européen de Normalisation 

Electrotechnique/Europees 

Comité voor Elektrische 

Normalisatie) normen 

plaatsen ons in een 

gestandardiseerde 

omgeving waaraan de 

technicus en de ontwerper 

veel aandacht moeten 

besteden. Een aantal 

hoofdstukken spreken over 

noodgevallen. Er zou een 

eerste onderscheid moeten 

worden gemaakt tussen 

verlichtings- en 

installatienormen. 

EN 60598-2-22 en 

EN 60598-1 

De apparaten voor 

noodverlichting moeten 

voldoen aan de Europese 

normen EN 60598-2-22, 

"Bijzondere richtlijnen 

– Apparaten voor 

noodverlichting", die een 

volledige tekst (specificaties 

en analyses) van de norm 

EN 60598-1, 

"Verlichtingsapparaten 

– Deel 1 : Algemene 

richtlijnen en tests". 

K112



Ontwerp 

De 5 belangrijkste stappen 

Ontwerp van de verlichting 

In de eerste ontwerpstap moet men rekening houden met bepaalde fundamentele 

elementen. Een van de belangrijke punten is de tekening van de ruimte om de 

volgende punten te kunnen definiëren: 

bb 

de ruimten die moeten worden voorzien. 

bb 

op het plan moet ook zeker rekening worden gehouden met de plaats van de 

veiligheidspunten in geval van brand om de ruimte correct te kunnen ontwerpen. 

bb 

de vluchtwegen om na te gaan of er vluchtwegen of technische lokalen zijn. 

bb 

de externe ruimten, zoals de liften, de toiletten en de open ruimten. 

bb 

de externe ruimten, om de nodige verlichting buiten de uitgangen te bepalen. 

bb 

permanente of niet permanente werkingsmodus van de verlichting. 

bb 

tijdens de werking, 1 tot 3 uren volgens de toe te passen normen. 

Om deze ruimten te kunnen identificeren, moeten bepaalde veiligheidsprincipes (zie 

de norm EN 1838) worden toegepast. De norm speelt bovendien een fundamentele 

rol bij de bepaling van de plaats en van de manier waarop de apparaten voor 

noodverlichting zullen worden geïnstalleerd. De internationale wetten zullen moeten 

worden gebruikt om de verlichtingsparameters in talrijke ruimten te bepalen. 

Ontwerpfases van de installatie 

De volgende voorstellingen kunnen gebruikt worden voor het vereenvoudigen van de 

talrijke stappen die leiden tot het ontwerp van een installatie. 

> Stap 1 

De apparaten en de signalisatie waar nodig installeren 

bb 

de norm 1838, paragraaf 4.1, bepaalt dat de verlichtingsapparaten op minstens 

2 meter van de vloer moeten worden geplaatst om ervoor te zorgen dat ze zichtbaar 

zijn in de ruimten die geëvacueerd moeten worden; dezelfde paragraaf legt uit hoe 

en waar het systeem van de apparaten voor noodverlichting moet worden 

geïnstalleerd. 

bb 

installatie van de verlichte signalisatie en van de noodverlichting volgens de norm 

EN 1838. 

Bij elke uitgangsdeur 

waarvan het gebruik in 

noodgevallen gepland werd. 

Aan de nooduitgangen en in 

functie van de installatie van 

de signalisatie. 

In de buurt van en net buiten 

elke uitgang. 

In de buurt van de trappen 

om elke trede een directe 

verlichting te geven. 

Bij elke richtingverandering. 

Bij elke eerstehulpzone. Bij elk niveauverschil. 

Bij elke gangkruising. In de buurt van elk 

blusapparaat en punt voor 

noodoproepen. 

K113



Ontwerp 


Het meest gebruikelijke 

formaat. 

> Stap 2 

Veiligheidssignalisatie voor de vluchtwegen 

bb 

een zeer belangrijk punt: de vluchtweg moet zeer goed worden bebakend om de 

evacuatie van de ruimten en gebouwen zo snel en efficiënt mogelijk te laten 

verlopen. 

bb 

de efficiëntie van het signaal hangt vooral af van het formaat, van de kleur, van de 

plaats en van de zichtbaarheid ervan. 

bb 

de Europese normen bepalen dat tekstformaten, zoals "UITGANG", beschouwd 

moet worden als verouderd en geven voortaan de voorkeur aan pictogrammen met 

een witte figuur op een groene achtergrond ("bewegende persoon"). 

Maximale zichtbaarheidsafstand 

bb 

een zeer belangrijk punt: er moet worden nagegaan of de signalen die de 

vluchtwegen aanduiden, van alle kanten zichtbaar zijn. Dit hangt af van het formaat 

en van de plaats van het signaal. 

bb 

tot nu toe geven de normen de volgende formule: d = s x p, waarbij: 

v v "d" de maximale zichtbaarheidsafstand is 

v v "p" de hoogte van het pictogram is 

v v "s" = 100 voor externe lichtsignalen 

= 200 voor interne lichtsignalen. 

Typisch voorbeeld van de meetplaats. 

K114



Ontwerp 


Voorbeeld van een gang met een breedte van 2 m. 

> Stap 3 

Veiligheidsverlichting voor vluchtwegen 

bb 

wanneer de vluchtwegen een breedte tot 2 m hebben (volgens de norm EN 1838), 

moeten de verlichtingsapparaten zodanig worden geplaatst dat ze een verlichtingsniveau 

van 1 lux aan de vloer leveren langs de centrale lijn van de vluchtweg. 

bb 

de verlichting mag niet minder bedragen dan 0,5 lux langs het centrale deel dat 

niet kleiner mag zijn dan de helft van de vluchtweg. 

1 m 

(u 0.5 lux) 

1 lux 

Sommige landen hebben eigen specifieke 

reglementen die de richtlijnen van de Europese 

normen vervangen 

> Stap 4 

Verlichting van de antipaniekruimte 

bb 

voor open ruimten of voor ruimten die gekruist 

worden door vluchtwegen, gewoonlijk gekend onder 

de naam Uitgestrekte Ruimten of Antipaniekruimten, 

moet een minimale waarde van 0,5 lux horizontale 

verlichting aan de vloer worden gewaarborgd over de 

volledige, niet afgedekte ruimte, met uitzondering van 

een deel van 0,5 m in de hoeken van deze ruimte. 

bb 

de andere parameters zijn gelijkwaardig aan de al 

vermelde parameters voor vluchtwegen. 

bb 

twee opmerkingen in de norm EN 1838 bespreken dit onderwerp. 

v v "Opmerking 1: bredere vluchtwegen moeten worden beschouwd als groepen van 

wegen met een breedte van 2 m, of uitgerust zijn met een verlichting voor een 

uitgestrekte (antipaniek) ruimte. 

v v "opmerking 2: de landen die verschillende verlichtingsniveaus vragen, worden 

vermeld in de lijst van het document B in de bijlage." 

bb 

de reactietijd van de noodverlichting moet 0,5 seconde bedragen. Minimum 50% 

van de vereiste verlichting moet binnen 5 seconden worden geleverd, terwijl de 

verlichting volledig operationeel moet zijn binnen 60 seconden. 

> Stap 5 

De verlichtingsapparaten in de belangrijke ruimten 

van het gebouw plaatsen. 

bb 

in de liften, de technische lokalen, de 

generatorruimten en de afgedekte parkeerplaatsen 

moet een noodverlichting worden voorzien die 

gevoed wordt door batterijen, zodat personen kunnen 

blijven werken bij een stroomonderbreking. 

u 0.5 lux 

0.5 m 

Verlichting in antipaniekruimten. 

K115



Onderhoud 

Exiway Activa (zelftest) 

Functies 

Het Activa blok voor veiligheidsverlichting werd ontwikkeld om werkings- en 

autonomietests uit te voeren, en beantwoordt op die manier aan de Europese norm 

EN50172. Een LED met meerdere kleuren (groen/rood) duidt de toestand van het 

apparaat aan om de controle ervan te vergemakkelijken. 

Er moet een permanente lading van minimum 12 uren worden geleverd aan het blok 

om alle functionaliteiten van de Activa apparaten beschikbaar te maken. In geval van 

netonderbreking tijdens deze oplaadperiode, kan het apparaat de batterij niet volledig 

ontladen. Deze functie werd speciaal ontwikkeld voor de installatie- en 

onderhoudsperiode van de verlichtingsarmaturen. Na 12 uren permanente oplading, 

herconfigureert het Activa systeem automatisch het apparaat om periodieke tests uit 

te voeren. 

De Activa functie is dan wel geconfigureerd na 12 uren permanente oplading, maar de 

interne klok van het systeem zal rekening houden met dit uitstel bij de planning van de 

periodieke tests. 

Verklarend schema 

Timing 

0 uur 12 uur 

Installatie 

De Activa verlichtingsarmaturen hebben geen specifieke of bijkomende bedrading 

nodig, zoals het geval kan zijn bij andere types van apparaten. Na de installatie moet 

het verlichtingsapparaat een permanente oplading van minimum 12 uren krijgen. Bij 

een eventuele netonderbreking zal het slechts gedurende 8 minuten in noodmodus 

werken. Daarna gaat de lamp uit om op die manier de batterij te sparen en een latere 

werkingstest mogelijk te maken. Meteen na de uitvoering van de permanente oplading 

van 12 uren, bevestigt het apparaat zijn programma van periodieke tests. 

Een regelmatige (meer dan één keer per week) en grondige ontlading van de 

batterij van het apparaat gedurende een langere periode (meer dan een maand), 

vermindert zijn gemiddelde levensduur. Daarom raden we aan om de aansluiting 

op de 230 V voeding slechts uit te voeren aan het einde van de installatiewerken. 

Aanwezigheid net 

oplaadlijn 

Apparaat in 

noodmodus 

Gedurende 8 min. aan en daarna standby 

Aanwezigheid net 

oplaadlijn 

Apparaat in 

noodmodus 

Bevestiging van de Activa Timer na 12 uur, 

willekeurig zoeken groep 

De Activa verlichtingsapparaten worden automatisch geconfigureerd in 7 

verschillende groepen om te zorgen voor een minimale tussentijd van 24 uur tussen 

de autonomietests van de verschillende apparaten. Deze functie voorkomt een 

gelijktijdige autonomietest op alle in eenzelfde gebouw geïnstalleerde apparaten 

(EN62034), wat aanleiding zou kunnen geven tot een kritieke situatie in geval van een 

defect van de netvoeding. 

Een autonomietest wordt 24 uren na de installatie van de verlichtingsapparaten 

uitgevoerd, zoals gevraagd in LB 400, deel veiligheidsverlichting. 

K116



Onderhoud 


Beschrijving van de tests 

Het apparaat voor veiligheidsverlichting voert twee verschillende types van tests uit: 

Werkingstest: 

bb 

het blok voor veiligheidsverlichting wordt gevoed gedurende een periode van 120" 

door zijn batterij (noodmodus). 

bb 

de noodmodus stopt gedurende 10". 

bb 

het apparaat herbegint zijn oplaadmodus (standby-modus). 

In geval van een slechte werking van de lichtbron en/of van de elektrische 

onderdelen, duidt de LED verklikkerlamp een fouttoestand aan (zie 

"aanduiding"). 

Wanneer de batterij gedurende een bepaalde periode niet voldoende opgeladen is om 

het verlichtingsniveau van het apparaat te behouden, zal de verklikkerlamp een defect 

van de batterij (zie "aanduiding") melden om de beveiliging nog te verbeteren. 

Autonomietest: 

bb 

het blok voor veiligheidsverlichting wordt gevoed gedurende de door zijn batterij 

bepaalde periode (1 uur) (noodmodus). 

bb 

na 1 uur stopt de noodmodus. 

bb 

het apparaat herbegint zijn oplaadmodus (standby-modus). 

Wanneer de batterij niet meer kan zorgen voor de door de verlichtingsarmatuur 

bepaalde autonomie, duidt de verklikkerlamp een fouttoestand aan (zie 

"aanduiding"). 

In geval van een slechte werking van de lichtbron en/of van de elektrische 

onderdelen, duidt de LED verklikkerlamp een fouttoestand aan (zie "aanduiding") om 

de beveiliging nog te verbeteren. 

Planning van de tests 

Zoals aangeduid in de figuur hieronder, voert het blok voor de veiligheidsverlichting 

een autonomietest uit 24 uur na de inwerkingstelling. Wanneer het resultaat van de test 

niet "OK" is, voert het apparaat 24 uur later een nieuwe autonomietest uit. 

u u u 

24 u 

D 

D 

130 s 130 s 

D 

D 

In functie van de geconfigureerde groep, voeren de blokken voor 

veiligheidsverlichting de volgende planning uit: 

bb 

Groep "0" : 

vv 

autonomietest na 7 dagen (daarna om de 7 dagen) 

vv 

autonomietest na 84 dagen (daarna om de 84 dagen) 

bb 

Groep "1" : 

vv 

werkingstest na 7 dagen + 1 (daarna om de 7 dagen) 

vv 

autonomietest na 84 dagen + 1 (daarna om de 84 dagen) 

bb 

Groep "2" : 

vv 

werkingstest na 7 dagen + 2 (daarna om de 7 dagen) 

vv 

autonomietest na 84 dagen + 2 (daarna om de 84 dagen) 

bb 

Groep "3" :…….+3… 

bb 

Groep "4" :…….+4… 

bb 

Groep "5" :…….+5… 

bb 

Groep "6" :…….+6… 

De configuratie van de groepen is willekeurig. Deze configuratie kan echter 

gedwongen worden door op de testdrukknop te duwen, zie paragraaf "functies van 

de drukknop". 

K117



Onderhoud 


Functie drukknop 

Het tijdens de aanwezigheid van netspanning op de drukknop duwen, start de 

volgende functies: 

bb 

drukken op de knop van 1” tot 8” = start van een functionele test. 

bb 

drukken op de knop van 8” tot 14” = snel knipperen van de groene LED = Nulstelling 

van de interne klok en willekeurige parametrering van een nieuwe groep. 

bb 

drukken op de knop van 14” tot 20” = groene LED blijft branden = Nulstelling van 

de interne klok en van de Groep "0". 

bb 

drukken op de knop van 20” tot 26” = snel knipperen van de groene LED = 

Nulstelling van de interne klok en van de Groep "1". 

bb 

drukken op de knop, langer dan 26” = groene LED blijft branden = Geen enkele 

functie. 

Om gemakkelijker te begrijpen wat het duwen op de drukknop oplevert, duidt de 

groene LED de verschillende stappen aan door te knipperen, te blijven branden, enz. 

tijdens het duwen op de drukknop, zoals aangeduid op het volgende schema. 

N.B. De functie wordt geactiveerd na het loslaten van de drukknop 

Aanduiding 

GROENE LED 

Verklarend schema 

Timing 

0'' 8'' 14'' 20'' 26'' 

Knop ingedrukt 

Starten van een functionele test 


Nulstelling van de interne klok en 

willekeurige parameter van een nieuwe Groep 



van de Groep "0" (A) 



van de Groep "1" (B) 


Geen enkele 

functie 

Deze functies zijn ENKEL beschikbaar na het bevestigen van de functies Activa 

(12 uren non-stop opladen). 

Tijdens de afwezigheid van netspanning (apparaat in noodmodus) 

bb 

wanneer de lamp brandt, van 1” tot 8” op de knop duwen = REST MODUS = 

de lamp gaat uit. Wanneer er opnieuw netspanning is, wordt deze functie 

automatisch op nul gesteld. 

Wanneer de drukknop geblokkeerd is, zijn alle functies actief. 

K118



Onderhoud 


0.5 Hz 

2 Hz 

1’’-1’’ 

GROEN 

Het apparaat werkt 

ROOD KNIPPEREND 

Defecte lichtbron 

ROOD 

Defecte batterij of niet 

aangesloten 

GROEN en ROOD 

AFWISSELEND 

Test verhinderd 

ROOD KNIPPEREND 

SNEL 

Foute aansluiting 

GROEN KNIPPEREND 

Test bezig 

Aanduidingen 

De aanduidingen van de "toestand" van het apparaat worden uitgevoerd door een 

LED met meerdere kleuren (groen/rood) in de drukknoptest van het 

verlichtingsapparaat. 

bb 

GROENE LED vast = normale toestand; batterijen worden opgeladen, lichtbron 

OK, autonomie van de batterij OK verklaard. 

bb 

RODE LED knippert traag = functionele fout, het zou kunnen dat de lichtbron niet 

correct werkt of dat de elektronische onderdelen een fout vertonen. 

bb 

RODE LED vast = probleem batterij. Batterij niet aangesloten of beschadigd, of 

onvoldoende autonomie na de uitvoering van een test. 

bb 

RODE/GROENE LED knippert = TEST gehinderd vanuit de afstandsbediening 

(Teleur). Zie de paragraaf "functies met afstandsbediening". 

bb 

RODE LED knippert snel = aansluitingsfout, tijdens de bedrading van het apparaat 

is er een vergissing gebeurd bij de aansluiting van de netvoedingskabel aan de 

klemmen van de connector van de afstandsbediening, of een andere externe 

voedingsbron. In dit geval herkent het verlichtingsapparaat geen enkele opdracht 

van de afstandsbedieningslijn. 

bb 

GROENE LED knippert (1’’-1’’) = test bezig, functionele of autonomietest bezig. 

In dit stadium werken de verlichtingsapparaten in noodmodus en brandt de 

lichtbron. 

bb 

GROENE LED knippert (2’’-2’’) = test bezig, autonomietest herhaald. 

2’’-2’’ 

GROEN KNIPPEREND 

Test bezig 

Een LED met meerdere kleuren 

toont de toestand van het 

verlichtingsapparaat. 

Terugkeer van de netspanning 

Na de terugkeer van de netspanning, blijft de lichtbron van het verlichtingsapparaat 

branden gedurende 60" (gevoed door de batterij). Na dit uitstel, gaat de lichtbron uit 

en gaat het apparaat naar standby-modus. 

12 u V 1 u 

K119

Emergency light fittings 

Exiway 

Afmetingen 

Mounting dimensions 

6/11 11W 

W 8/18/24 8/24 W 

W 

300 

Exiway One 

Dimensions 


Exiway One 

Standard- en Activa versie 

375 

Dimensions Dimensions in installation 

in installation 

Vetrosignal 6/11 W 

Inbouwdoos + omlijsting Recessed 

Recessed 

with 

with 

recessed 

recessed box 

box 

6/11 

6/11 W 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

300 

146 

Recessed Recessed 

Recessed 

Recessed 

with recessed with 

with 

with 

recessed 

recessed 

recessed 

box 6/11 box 

box 

box 

W (Vetrosignal) 

6/11 

6/11 

6/11 W 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

364 

364 

364 

364 

364 

364 

69 

69 

69 

Vetrosignal 8/18/24 W 

Recessed 

Recessed 

Recessed Inbouwdoos 

Recessed 

Recessed 

Recessed 

with 

with 

with 

recessed 

recessed 

recessed + omlijsting 8/24 with 

with 

with 

recessed 

recessed 

recessed 

box 

box 

box 

8/18/24 

8/18/24 

8/18/24 

box 

box 

box 8/18/24 W 

8/18/24 

8/18/24 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

W 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

375 160 

441 

441 

441 

441 

441 

441 

73 

73 

73 

73 

73 

73 

195 

194 

174 

206 

194 

344 

344 

344 266 

4 

419 

419 

419 

4 

P06834 

(137) 

Inbouwdoos + omlijsting 11 W (Vetrosignal) 

Ceiling 

Ceiling 

Ceiling 

recessed Ceiling 

recessed 

recessed 

Ceiling 

Ceiling 

recessed 

recessed 

recessed 

with 

with 

with 

recessed 

recessed 

recessed 

with 

with 

with 

recessed 

recessed 

recessed 

box 

box 

box 

6/11 

6/11 

6/11 

box 

box 

box W 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

6/11 

6/11 

6/11 W 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

353 

364 

364 

364 

364 

364 

364 

71 69 

69 

69 

69 

69 

69 

(173) 

Inbouwdoos + omlijsting 8/24 W (Vetrosignal) 

Ceiling 

Ceiling 

Ceiling 


recessed 

recessed 

Ceiling 

Ceiling 

recessed 

recessed 

recessed 

with 

with 

with 

recessed 

recessed 

recessed 

with 

with 

with 

recessed 

recessed 

recessed 

box 

box 

box 

8/18/24 

8/18/24 

8/18/24 

box 

box 

box 8/18/24 W 

8/18/24 

8/18/24 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

W 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

441 

441 

441 

441 

441 

441 

73 

73 

73 

73 

73 

73 

194 

10 10 10 - - 35 - 35 35 

P06835 

(137) 

174 174 

4 

344 

344 

344 

Kit voor vals plafond 11 W (Vetrosignal) 

Ceiling 

Ceiling 

Ceiling 


recessed 

recessed 

Ceiling 

Ceiling 

recessed 

recessed 

recessed 

with 

with 

with 

frame 

frame 

frame 

with 

with 

with 

with 

with 

with 

frame 

frame 

frame 

springs 

springs 

springs 

with 

with 

with 

springs 6/11 

springs 

springs 

6/11 

6/11 W 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

6/11 

6/11 

6/11 W 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

350 

350 

350 

350 

350 

350 

56 

56 

56 

56 

56 

56 

428 

75 

10 10 10 - - 35 - 35 35 206 

(173) 

194 194 

4 

4 

419 

419 

419 

419 

419 

419 

Kit voor vals plafond 8/24 W (Vetrosignal) 

Ceiling 

Ceiling 

Ceiling 


recessed 

recessed 

Ceiling 

Ceiling 

recessed 

recessed 

recessed 

with 

with 

with 

frame 

frame 

frame 

with 

with 

with 

with 

with 

with 

frame 

frame 

frame 

springs 

springs 

springs 

with 

with 

with 

springs 8/18/24 

springs 

springs 

8/18/24 

8/18/24 8/18/24 W 

8/18/24 

8/18/24 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

W 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

(Vetrosignal) 

425 

425 

425 

425 

425 

425 62 

62 

62 

62 

62 

62 

326 

190 

10 10 10 - - 35 - 35 35 

156 

6 

(139) 

10 10 10 - - 35 - 35 35 205 

170 

6 

396 

396 

396 

(175) 

P06725 P06488 

69 

69 

69 

P0649 

194 

194 

174 

174 

237 206 

206 

194 

194 

344 

344 

344 

4 

419 

419 

419 

338 

4 

P06489 

(137) 

P06492 

(173) 

P06490 

194 

194 

10 10 10 - - 35 - 35 35 

(137) 

344 

344 

344 

344 

344 

344 

174 174 174 

174 

4 

344 

344 

344 

P06493 

10 10 10 - - 35 - 35 35 133 206 

206 

P06764 

(173) 

10 - 35 

419 

419 

419 

419 

419 

419 254 

194 194 194 

194 

190 

190 

10 10 10 - - 35 - 35 35 

6 

6 

321 

321 

321 

321 

321 

321 

156 

156 

(139) 

10 10 10 - - 35 - 35 35 151 

205 

205 

170 

170 

396 

396 

396 

(175) 

P06480 

P0648 

146 

9 

13 

4 

12 

58 77 

50 192 

18 

62 

160 

15 

35 

83 

9 

12 

77 

18 

4 

68 

P06488 

P06488 

P0649 

P06726 

P0649 

63 242 

Mounting box 6/11 W alone 

69 

Prismasignal 8/18/24 W 

362 

163 

P06489 

P06489 

344 

174 

183 

P06494 

P06492 

P06492 

154 

Mounting box 8/18/24 W alone 

P06490 

P06490 

419 

194 

73 

201 

P06493 

P06493 

Ceilling recessed with or without recessed box 

151 

425 (x 205) 441 (x 206) 

170 

396 

P06765 

Recessed with recessed box 

326 

28 

version: .0 

ISC0785_EN 

K120 

ISC0785_EN 

ISC0785_EN 

ISC0785_EN 

ISC0785_EN 

ISC0785_EN 

version: 

version: 

version: 

version: 

version: 

.0 

.0 

.0 

.0 

.0 

29 

29 

29 

29 

29 

29 

ISC01785EN.indb 28 ISC0785_EN 

version: .0 

24/01/2011 09:12:53

Exiway Exiway Plus Plus 

Dimensions Dimensions 

Afmetingen 

P06482 

P06482 

4 4 


155 

155 

9 95 

5 

18 18 

Exiway Plus 

58 58 78 78 

Standard- en Activa versie 

18 18 

Mounting Mounting dimensions dimensions 

6/11 W / LED 

6/11 W/LED 6/11 W/LED 

300 300 

P06482 

P06482 

50 50 192 192 58 58 

8/24 W 

8/18/24 WW 

370 370 

P06483 

P06483 

155 

155 

4 

4 

9 5 9 

18 

5 

18 

58 78 58 78 

18 

18 

165 

165 

18 18 

9 9 

15 15 

35 35 12 12 

83 83 78 78 

4 

4 

50 50192 192 58 58 

60 60 243 243 

62 62 

P06483 

8/18/24 W 

165 

P06495 

P06483 

Dimensions 8/18/24 Dimensions W 

in installation 

installation 

Inbouwdoos + omlijsting 370 6/11370 

W / LED (Vetrosignal) 

Recessed Recessed with recessed with recessed box 6/11 box W/LED 6/11 (Vetrosignal) 

W/LED (Vetrosignal) 

Vetrosignal 6/11 6/11 W/LED 

364 

364 

69 

69 

300 300 155 155 

9 

209 

165 

P06727 

P06727 

9 

18 

18 

15 15 

35 12 35 12 

83 7883 78 

191 

191 

4 

174 

4 

Inbouwdoos + omlijsting 8/24 W (Vetrosignal) 

Recessed Recessed with recessed with recessed box 8/18/24 box W 8/18/24 (Vetrosignal) 


Vetrosignal 8/18/24 WW 

441 

441 

73 

73 

370 370 165 165 

219 

P06728 

P06728 

231 

231 

194 

60 60 243 243 

344 

344266 

266 

4 

4 

62 

62 

419 

4 

338 338 

(137) 

P06728 

Vetrosignal 8/18/24 Vetrosignal W 8/18/24 W 

Mounting box box 6/11 6/11 370W/LED alone 

370 165 165 

69 69 

P06834 (137) 

P06834 

P06728 

344 344 

Ceiling Inbouwdoos recessed Ceiling recessed + with omlijsting recessed with recessed 6/11 box W 6/11 / box W/LED 6/11 (Vetrosignal) 


364 

364 

69 

69 

231 

231 

174 

174 

183 

183 

(173) 

P06835 

P06835 

Mounting box box 8/18/24 W W alone 

419 419 

Ceiling recessed Ceiling Inbouwdoos recessed with recessed + with omlijsting recessed box 8/18/24 8/24 box W 8/18/24 (Vetrosignal) 


441 

441 

73 

73 

194 

194 

73 73 

201 

201 

183 

10 - - 35 

P06835 

209 

338 

Mounting box Mounting 8/18/24 W box alone 8/18/24 W alone 

4 

P06835 

353 353 

71 71 

338 

174 174 

194 

344 

73 

4 

194 

201 

73 

219 

10 - - 35 

201 

419 

428 428 

194 

194 

4 

419 

75 75 

(137) 

428 

428 

75 

75 

(173) 

Ceiling Kit voor recessed Ceiling vals plafond recessed with frame 6/11 with with frame W springs / LED with (Vetrosignal) 

springs 6/11 W/LED 6/11 (Vetrosignal) 


350 

350 

52 

52 

Ceiling recessed Ceiling Kit voor recessed with vals frame plafond with with frame 8/24 springs with W springs (Vetrosignal) 

8/18/24 W 8/18/24 (Vetrosignal) 


424 424 56 56 

190 

42 42 

version: .0 .0 

ISC0785_EN 

6 

6 

6 

6 

ISC01785EN.indb 42 42 24/01/2011 

325 

325 

395 

395 

10 - - 35 

165 

(139) 

213 

10 - - 35 

176 

(175) 

209 

174 

P06498 

219 

194 

419 

4 

P06496 

P06499 

(173) 

209 

10 - - 35 

344 

344 

419 419 

174 174 

344 

219 

10 - - 35 

419 

194 

194 

4 

419 

(137) 

(173) 

190 

10 - - 35 

165 

(139) 

213 

10 - - 35 

176 

(175) 

P06495 

P06498 

P06496 

P06499 

P06497 

P06497 

P06500 

P06500 

version: .0version: .0 

ISC0785_EN ISC0785_EN 

ISC0785_EN 

ISC0785_EN 

version: version: .0 

.0 

24/01/2011 09:13:01 24/01/2011 09:13:01 

43 

43 

K121

Praktische wenken

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?