Inhoudsopgave Cadillac SRX - IFS Europe BV
Inhoudsopgave Cadillac SRX - IFS Europe BV
Inhoudsopgave Cadillac SRX - IFS Europe BV
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 1 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
<strong>Cadillac</strong><br />
<strong>SRX</strong><br />
Instructieboekje<br />
<strong>Inhoudsopgave</strong><br />
Gebruik van dit instructieboekje ....................... 3<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften ................. 5<br />
Hoofdstuk 1<br />
Instrumenten en bedieningsorganen ............. 21<br />
Hoofdstuk 2<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging ................ 185<br />
Hoofdstuk 3<br />
Starten en bedieningsvoorschriften.............. 229<br />
Hoofdstuk 4<br />
Onderhoud en verzorging............................. 289<br />
Hoofdstuk 5<br />
Werkzaamheden in noodgevallen ................ 355<br />
Index................................................................ 389<br />
05AKDUT48
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 2 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke informatie over dit instructieboekje<br />
Wij danken u voor het kiezen van<br />
product van General Motors en wij<br />
verzekeren u dat wij ons in zullen<br />
blijven zetten voor uw rijplezier en<br />
tevredenheid.<br />
Dit instructieboekje moet als vast<br />
onderdeel van de auto worden<br />
beschouwd. Dit instructieboekje<br />
dient in de auto te worden achtergelaten<br />
wanneer de auto wordt<br />
verkocht, zodat de nieuwe eigenaar<br />
alle informatie over gebruik, onderhoud<br />
en veiligheid ter beschikking<br />
heeft.<br />
Voor de ontwikkeling en productie<br />
van uw auto is gebruik gemaakt van<br />
milieuvriendelijke en gerecyclede<br />
materialen. De productiemethoden<br />
die zijn toegepast voor de fabricage<br />
van uw auto zijn eveneens<br />
milieuvriendelijk.<br />
Productieafval wordt gerecycled,<br />
waarbij een deel van het afvalmateriaal<br />
kan worden teruggewonnen<br />
voor hergebruik. De benodigde<br />
hoeveelheid water is verlaagd, om<br />
natuurlijke bronnen te sparen.<br />
Alle beschrijvingen, illustraties en<br />
specificaties in dit boekje zijn gebaseerd<br />
op de stand van zaken bij het<br />
ter perse gaan. Wij behouden ons<br />
het recht voor zonder voorafgaande<br />
kennisgeving onze producten te<br />
wijzigen.<br />
De afbeeldingen in dit boekje<br />
dienen slechts ter verduidelijking<br />
van de tekst en zijn niet bedoeld om<br />
een exacte weergave te geven van<br />
de onderdelen van uw auto.<br />
Verder dient u er rekening mee te<br />
houden dat de door u gekochte<br />
auto niet over alle accessoires hoeft<br />
te beschikken die in dit boekje<br />
worden beschreven.<br />
Naast dit instructieboekje ontvangt<br />
u het boekje "Onderhoudsschema<br />
en garantie en aanwijzingen voor de<br />
eigenaar". Hoewel wij van mening<br />
zijn dat dit instructieboekje alle<br />
noodzakelijke aanwijzingen bevat<br />
voor het gebruik van de auto, dient<br />
u voor de juiste verzorging tevens<br />
het onderhoudsoverzicht te<br />
raadplegen.<br />
. . . 2
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 3 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Gebruik van dit instructieboekje<br />
Wanneer onderhoud nodig is,<br />
vergeet dan niet dat uw dealer uw<br />
auto beter kent dan wie dan ook,<br />
terwijl hij alles in het werk zal stellen<br />
om u volledig tevreden te stellen.<br />
Uw dealer nodigt u uit om alle<br />
onderhouds- en reparatiewerkzaamheden<br />
door hem te laten<br />
verrichten, niet alleen tijdens, maar<br />
ook na de garantieperiode.<br />
Raadpleeg het Onderhouds- en<br />
Garantieboekje indien eventuele<br />
problemen niet tot uw volle tevredenheid<br />
mochten zijn opgelost. In dit<br />
boekje is aangegeven welke stappen<br />
u in zo'n geval kunt ondernemen.<br />
HOUD UW AUTO ORIGINEEL<br />
DOOR BIJ VERVANGING UITSLUI-<br />
TEND GM-ONDERDELEN TE<br />
GEBRUIKEN. ALLEEN DAN KAN EEN<br />
OPTIMALE KWALITEIT EN LANGE<br />
LEVENSDUUR VAN UW AUTO<br />
WORDEN VERZEKERD. ORIGINELE<br />
ONDERDELEN VAN GENERAL<br />
MOTORS ZIJN TE HERKENNEN AAN<br />
DE VOLGENDE HANDELSMERKEN:<br />
Gebruik dit instructieboekje om<br />
vertrouwd te raken met alle functies<br />
van uw nieuwe auto en de juiste<br />
bedieningswijze.<br />
Het boekje is bedoeld als een gids<br />
die u helpt om snel de verschillende<br />
functies van de auto te herkennen<br />
en te gebruiken. Om deze reden zijn<br />
in het instructieboekje de plaatsen<br />
van de speciale voorzieningen<br />
vermeld en niet de werking<br />
daarvan.<br />
Hierin is ook zeer belangrijke informatie<br />
over veiligheid en onderhoud<br />
opgenomen terwijl ook problemen<br />
die tijdens het rijden kunnen optreden<br />
ter sprake komen.<br />
Dit instructieboekje is onderverdeeld<br />
in vijf hoofdstukken.<br />
• Hoofdstuk 1: Instrumenten en<br />
bedieningsorganen<br />
Om een idee te krijgen hoe de informatie<br />
in dit instructieboekje is<br />
onderverdeeld, moet u zich voorstellen<br />
dat u heeft plaatsgenomen in<br />
de bestuurdersstoel. Uw aandacht is<br />
dan allereerst gericht op het instrumentenpaneel<br />
recht voor u, dan<br />
wat hoger en naar buiten toe op de<br />
spiegels, ramen en portieren, vervolgens<br />
op de bagageruimte aan de<br />
achterzijde en tenslotte op de ruimte<br />
boven uw hoofd en het dak. De<br />
inhoud van dit instructieboek is zo<br />
georganiseerd dat het deze volgorde<br />
volgt. De meeste instrumenten<br />
en regelaars zijn ingebouwd in deze<br />
ruimten en worden eerst besproken<br />
in dit boekje, in hoofdstuk 1.<br />
3 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 4 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Gebruik van dit instructieboekje<br />
• Hoofdstuk 2: Zitplaatsen en<br />
inzittendenbeveiliging<br />
Richt vervolgens uw aandacht<br />
op het centrum van de auto: de<br />
zitplaatsen en de veiligheidsgordels.<br />
Informatie hierover en over<br />
het airbagsysteem van uw auto<br />
vindt u in hoofdstuk 2, waarin<br />
bovendien informatie is opgenomen<br />
over veiligheidssystemen<br />
voor kinderen.<br />
• Hoofdstuk 3: Starten en<br />
bedieningsvoorschriften<br />
Nadat u in hoofdstuk 1 en 2 vertrouwd<br />
bent geraakt met de<br />
werking van de instrumenten en<br />
bedieningsorganen en het<br />
gebruik van stoelen en gordelen<br />
airbagsystemen, worden in<br />
hoofdstuk 3 instructies gegeven<br />
over het starten en rijden met de<br />
auto. In dit hoofdstuk vindt u<br />
informatie over uw sleutels en de<br />
sloten met afstandsbediening<br />
(indien van toepassing), over het<br />
ontstekingssysteem, starten,<br />
transmissie, verdeelbak (indien<br />
van toepassing), parkeren, tractie,<br />
stuurinrichting, het remsysteem<br />
en de wielophanging.<br />
Verder wordt hier informatie<br />
gegeven over de maximale belading<br />
van de auto en over het rijden<br />
met een aanhanger.<br />
• Hoofdstuk 4: Onderhoud en<br />
verzorging<br />
Het hoofdstuk Onderhoud en<br />
verzorging<br />
- bevat gegevens over de juiste<br />
brandstof<br />
- geeft aan waar diverse onderdelen<br />
in de motorruimte te<br />
vinden zijn<br />
- geeft basisinformatie over<br />
onderhoud en vloeistoffen<br />
voor belangrijke en gemakkelijk<br />
toegankelijke motorcomponenten<br />
(bijv. motorolie,<br />
koelvloeistof, transmissievloeistof,<br />
stuurbekrachtigingsvloeistof,<br />
remvloeistof, koelmiddel<br />
voor airconditioningsysteem,<br />
ruitensproeiervloeistof,<br />
accuvloeistof)<br />
. . . 4
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 5 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Gebruik van dit instructieboekje<br />
- bevat informatie over bandenspanning<br />
en over het inspecteren,<br />
verwisselen en vervangen<br />
- geeft aan waar en welk type<br />
zekeringen en stroomonderbrekers<br />
in uw auto gemonteerd<br />
zijn<br />
- bevat instructies en specificaties<br />
over het vervangen van<br />
gloeilampen<br />
- geeft de specificaties en capaciteit/inhoud<br />
aan van belangrijke<br />
componenten<br />
• Hoofdstuk 5: Werkzaamheden<br />
in noodgevallen<br />
In dit hoofdstuk is beschreven<br />
hoe u zou moeten handelen als<br />
er tijdens het rijden bepaalde<br />
problemen optreden. Het<br />
betreft:<br />
- Starten met een hulpaccu<br />
- Slepen van uw auto<br />
- Oververhitting van de motor<br />
- Lekke band verwisselen<br />
Aan het begin van elk hoofdstuk<br />
vindt u een inhoudsopgave om het<br />
snel opzoeken te vergemakkelijken.<br />
5 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 6 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
DE AANDUIDINGEN WAARSCHU-<br />
WING EN OPMERKING<br />
De WAARSCHUWINGEN en<br />
OPMERKINGEN in de tekst dienen<br />
om u te wijzen op toestanden die<br />
lichamelijk letsel of beschadiging<br />
van de auto tot gevolg kunnen<br />
hebben.<br />
WAARSCHUWING<br />
Betekent: Kan letsel veroorzaken.<br />
OPMERKING<br />
Betekent: Kan beschadiging<br />
veroorzaken.<br />
Zitpositie<br />
WAARSCHUWING<br />
Verstel de bestuurdersstoel niet<br />
tijdens het rijden. De stoel kan<br />
plotseling in beweging komen<br />
hetgeen gevaarlijke situaties tot<br />
gevolg kan hebben.<br />
Rijden met naar beneden gekantelde<br />
rugleuning kan gevaar<br />
opleveren. Ook al heeft u uw<br />
veiligheidsgordel goed sluitend<br />
omgedaan, dan nog kan de<br />
gordel geen volledige bescherming<br />
bieden wanneer de rugleuning<br />
te ver naar achteren is<br />
gekanteld.<br />
Veiligheidsgordels<br />
WAARSCHUWING<br />
Draag altijd uw veiligheidsgordel.<br />
Zorg dat deze altijd goed is<br />
afgesteld.<br />
Vervoer geen personen in de<br />
auto waar een veiligheidsgordel<br />
niet goed kan worden gedragen.<br />
Personen die geen veiligheidsgordel<br />
dragen kunnen tijdens<br />
een aanrijding ernstig gewond<br />
raken of zelfs om het leven<br />
komen. Wanneer onder dezelfde<br />
omstandigheden alle inzittenden<br />
een veiligheidsgordel dragen,<br />
dan kunnen verwondingen<br />
worden voorkomen. Draag<br />
tijdens het rijden altijd uw veiligheidsgordel<br />
en verzeker uzelf<br />
ervan dat uw passagiers dat ook<br />
doen.<br />
. . . 6
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 7 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Het verkeerd dragen van een<br />
veiligheidsgordel kan leiden tot<br />
ernstig lichamelijk letsel.<br />
Het heupgedeelte van de gordel<br />
moet laag en comfortabel op de<br />
heupen liggen, juist boven de<br />
dijen. Bij een botsing zullen<br />
stoten dan worden opgevangen<br />
door het sterke bekken en zult u<br />
minder gemakkelijk onder de<br />
heupgordel doorglijden. Als u<br />
wel onder de gordel door glijdt,<br />
moeten stoten worden opgevangen<br />
door de onderbuik. Daarbij<br />
kunt u ernstig en zelfs dodelijk<br />
letsel oplopen.<br />
WAARSCHUWING<br />
De veiligheidsgordels moeten<br />
nauwsluitend om het lichaam<br />
worden gedragen. Laat de<br />
schoudergordel niet onder uw<br />
arm doorlopen. Zorg dat de<br />
gordelriemen niet gedraaid<br />
zitten.<br />
Ernstig lichamelijk letsel is mogelijk<br />
als u uw gordel in het verkeerde<br />
gordelslot vastzet. Druk de<br />
slottong steeds vast in het meest<br />
nabije gordelslot.<br />
WAARSCHUWING<br />
De schoudergordel moet over de<br />
schouder en diagonaal over de<br />
borst lopen. Deze lichaamsdelen<br />
zijn het beste in staat om grote<br />
krachten op te vangen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een veiligheidsgordel mag steeds<br />
slechts door 1 persoon tegelijk<br />
worden gedragen. Sta niet toe<br />
dat twee kinderen van dezelfde<br />
gordel gebruik maken.<br />
Uit ongevallenstatistieken is<br />
gebleken dat kinderen meer<br />
veiligheid wordt geboden<br />
wanneer ze gebruikmaken van<br />
de veiligheidsvoorzieningen<br />
achterin het voertuig.<br />
7 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 8 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
Airbags<br />
WAARSCHUWING<br />
Een zwangere vrouw dient altijd<br />
een heup-/schoudergordel te<br />
dragen (zgn. driepuntsgordel).<br />
Daarbij moet de heupgordel zo<br />
laag mogelijk over de heupen<br />
lopen.<br />
WAARSCHUWING<br />
De veiligheidsgordels en het<br />
airbagsysteem zijn ontworpen<br />
om volwassenen de best mogelijke<br />
bescherming te bieden.<br />
Personen die met het airbagsysteem<br />
in aanraking komen of die<br />
zich te dicht bij een airbag bevinden<br />
die wordt opgeblazen,<br />
kunnen ernstige verwondingen<br />
oplopen met mogelijk dodelijke<br />
gevolgen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg er voor dat indien kinderen<br />
die te klein zijn om van een<br />
gordel gebruik te maken, goed<br />
worden beveiligd met een veiligheidssysteem<br />
voor kinderen.<br />
De aanwezigheid van een airbag<br />
mag u er nooit toe verleiden om<br />
geen veiligheidsgordel te<br />
dragen, aangezien de airbags<br />
alleen effectief zijn in combinatie<br />
met veiligheidsgordels.<br />
. . . 8
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 9 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Airbags bieden aanvullende<br />
bescherming bij het gebruik van<br />
veiligheidsgordels. Ook in een<br />
auto met airbags bestaat er<br />
grotere kans op letsel indien u bij<br />
een aanrijding geen veiligheidsgordel<br />
draagt.<br />
Wanneer u zich te dicht bevindt<br />
bij een airbag die wordt opgeblazen,<br />
kunt u ernstige verwondingen<br />
oplopen. Veiligheidsgordels<br />
houden u bij een aanrijding op<br />
uw plaats wanneer de airbag<br />
wordt opgeblazen. De bestuurder<br />
moet zo ver mogelijk naar<br />
achteren zitten maar toch de<br />
auto volledig onder controle<br />
hebben.<br />
Het gebied waarin een airbag<br />
zich vult, moet altijd worden<br />
vrijgehouden.<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij het opblazen van een airbag<br />
komt enig stof vrij dat in de lucht<br />
blijft hangen. Deze stof kan de<br />
ademhaling bemoeilijken bij<br />
mensen die last hebben van<br />
astma of van andere aandoeningen<br />
aan de luchtwegen. Om dit<br />
te voorkomen dient iedereen de<br />
auto te verlaten zodra dat veilig<br />
mogelijk is. Als uitstappen onmogelijk<br />
is, open dan een portier of<br />
een ruit.<br />
Kinderen en kinderzitjes<br />
WAARSCHUWING<br />
Houd in een rijdende auto nooit<br />
een baby in uw armen. Bij een<br />
botsing wordt de baby zo zwaar<br />
dat u niet in staat zult zijn deze<br />
vast te houden. Zo zal bijvoorbeeld<br />
een baby van 5,5 kg bij een<br />
botsing bij 40 km/u al een<br />
gewicht van 110 kg op uw<br />
armen uitoefenen. U zult dan vrijwel<br />
zeker niet in staat zijn de<br />
baby vast te houden. Zet een<br />
baby altijd vast in een babyzitje.<br />
9 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 10 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Een naar achteren gericht kinderzitje<br />
op de voorstoel kan bij het<br />
opblazen van de passagiersairbag<br />
tegen de rugleuning worden<br />
gedrukt. Een kind in een dergelijk<br />
zitje kan daardoor ernstige<br />
verwondingen oplopen. Als het<br />
voertuig is uitgerust met een<br />
airbag voor de voorstoel, moet<br />
een naar achteren gericht kinderzitje<br />
altijd op de achterbank<br />
worden geplaatst.<br />
WAARSCHUWING<br />
Kinderen die in een naar achteren<br />
gericht kinderzitje moeten<br />
worden vervoerd, kunnen niet<br />
veilig in een voertuig met airbag<br />
aan de passagierszijde zonder<br />
achterbank worden vervoerd.<br />
Wanneer u echter een voorwaarts<br />
geplaatst kinderzitje op de<br />
stoel voor de rechter passagier<br />
voorin vastzet, moet deze stoel<br />
zo ver mogelijk naar achteren<br />
worden geschoven.<br />
Auto verlaten<br />
WAARSCHUWING<br />
Stap niet uit terwijl de motor nog<br />
draait.<br />
Laat kinderen niet achter in een<br />
auto met de contactsleutel. Ze<br />
kunnen de elektrisch bediende<br />
ramen of andere bedieningen<br />
gebruiken en zelfs de auto in<br />
beweging brengen. Zo kan een<br />
kind zichzelf of anderen letsel<br />
toebrengen met mogelijk fatale<br />
gevolgen.<br />
. . . 10
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 11 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Het is buitengewoon gevaarlijk<br />
om kinderen gedurende lange<br />
tijd in de auto achter te laten -<br />
vooral bij warm weer. Neem de<br />
kinderen met u mee wanneer u<br />
de auto achterlaat.<br />
Auto's met automatische<br />
transmissie<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer uw auto met een automatische<br />
transmissie is uitgerust,<br />
dienen de volgende voorzorgsmaatregelen<br />
te worden opgevolgd<br />
om goede en veilige<br />
werking te waarborgen. De auto<br />
kan dan niet plotseling in beweging<br />
komen en/of een ongeval<br />
veroorzaken.<br />
WAARSCHUWING<br />
• Zet bij het verlaten van de auto<br />
altijd de keuzehendel in P (parkeerstand)<br />
en gebruik tevens<br />
de parkeerrem.<br />
• Houd het rempedaal stevig<br />
ingedrukt en geef geen gas<br />
wanneer u vanuit P (parkeren)<br />
of N (neutraal) naar een van de<br />
rijstanden schakelt.<br />
• Schakel niet in D (vooruit) of R<br />
(achteruit) wanneer de motor<br />
sneller dan met stationair toerental<br />
draait.<br />
• Schakel niet in de stand P (parkeren)<br />
terwijl de auto nog in<br />
beweging is.<br />
Raadpleeg hoofdstuk 3 "Starten<br />
en bedieningsvoorschriften",<br />
voor meer informatie.<br />
11 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 12 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
Waarschuwingen m.b.t. het<br />
uitlaatsysteem<br />
WAARSCHUWING<br />
• Brandbare voorwerpen kunnen<br />
in aanraking komen met<br />
hete delen van de uitlaat en<br />
ontbranden. Parkeer de auto<br />
niet op papier, droge bladeren,<br />
droog gras of andere voorwerpen<br />
die vlam kunnen vatten.<br />
• Uitlaatgassen kunnen dodelijk<br />
zijn. Zij bevatten koolmonoxide<br />
(CO), dat onzichtbaar en reukloos<br />
is. Inademing kan bewusteloosheid<br />
en de dood tot<br />
gevolg hebben.<br />
WAARSCHUWING<br />
• Laat de motor niet in een afgesloten<br />
ruimte, zoals een<br />
garage, draaien. Koolmonoxide<br />
(CO) kan het interieur<br />
binnenstromen.<br />
• Als de motor stationair draait<br />
terwijl de ramen gesloten zijn<br />
en de aanjager van de airconditioning<br />
(indien van toepassing)<br />
uitgeschakeld is, kunnen<br />
giftige uitlaatgassen in het interieur<br />
stromen.<br />
WAARSCHUWING<br />
• Rijden met geopende achterruiten,<br />
kofferdeksel of achterdeuren<br />
kan ook bijzonder<br />
gevaarlijk zijn. Wanneer u toch<br />
met geopende of slecht sluitende<br />
achterramen, achterklep<br />
of achterdeuren moet rijden,<br />
sluit dan alle overige ramen en<br />
zet de aanjager in de hoogste<br />
stand, ingesteld op aanzuiging<br />
van buitenlucht. Op deze wijze<br />
zal buitenlucht de auto<br />
doorstromen.<br />
• Let erop dat achterramen, achterportieren<br />
of kofferdeksel<br />
gesloten zijn als u gaat rijden<br />
met een aanhanger.<br />
. . . 12
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 13 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
• Uitlaatgassen kunnen ook het<br />
interieur binnenstromen<br />
indien:<br />
– de uitlaat vreemd of anders<br />
klinkt<br />
– uw auto aan de onderzijde<br />
roestig wordt<br />
– uw auto is beschadigd of<br />
slecht is onderhouden<br />
– de auto aan de onderzijde,<br />
met name de uitlaat, is<br />
geblokkeerd door sneeuw of<br />
vuil<br />
Indien u vermoedt dat uitlaatgassen<br />
het interieur binnendringen,<br />
open dan alle ramen, zet de<br />
airconditioning aan (indien van<br />
toepassing), ingesteld op aanzuiging<br />
van buitenlucht, en laat uw<br />
auto onmiddellijk repareren.<br />
Water en uw auto<br />
WAARSCHUWING<br />
Na het wassen van de auto of het<br />
rijden door plassen kunnen de<br />
remmen tijdelijk minder goed<br />
werken. Houdt u het rempedaal<br />
licht ingedrukt tot de remmen<br />
weer normaal functioneren.<br />
Rijdt u niet door poelen of diepe<br />
plassen. Als er water in een luchtinlaat<br />
komt, kan dat de motor<br />
ernstig beschadigen. Als u door<br />
een plas moet rijden, doe dit dan<br />
voorzichtig zodat het water niet<br />
tegen de bodemplaat en het<br />
schutbord kan spatten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Stromend water of water dat in<br />
heftige beweging is, heeft grote<br />
kracht. Indien u tracht om door<br />
stromend water te rijden, zoals<br />
een doorwaadplaats bij laag<br />
water, dan kan uw auto worden<br />
meegesleurd. Zelfs 15 cm stromend<br />
water kan een kleine auto<br />
meesleuren. In dergelijke gevallen<br />
kunnen de inzittenden<br />
verdrinken. Let op waarschuwingsborden<br />
van de politie en<br />
neem in andere gevallen de<br />
grootst mogelijke zorg in acht<br />
tijdens het rijden door stromend<br />
water.<br />
13 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 14 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
Rijden op hellingen<br />
WAARSCHUWING<br />
Als u op een helling moet stoppen,<br />
probeer dan nooit om de<br />
auto met het gaspedaal op zijn<br />
plaats te houden. Door deze<br />
handelwijze kan schade aan de<br />
transmissie ontstaan. Gebruik de<br />
remmen om de auto op zijn<br />
plaats te houden.<br />
Schakel bij het afdalen van een<br />
steile helling terug naar een lagere<br />
versnelling om de auto op de<br />
motor te laten afremmen.<br />
Rijdt u nooit heuvelafwaarts met<br />
de transmissie in neutraal of met<br />
uitgeschakeld contact. De<br />
remmen kunnen dan oververhit<br />
raken en een ongeval is dan niet<br />
denkbeeldig.<br />
Voertuig beladen<br />
WAARSCHUWING<br />
Belaadt de auto niet zwaarder<br />
dan is aangegeven bij Gross Vehicle<br />
Weight Rating (Maximaal<br />
Toelaatbaar Totaalgewicht) of bij<br />
Gross Axle Weight Rating (Maximaal<br />
Toelaatbare Asbelasting).<br />
Door te zware belasting kan<br />
breuk optreden in sommige<br />
onderdelen en wordt slechte<br />
invloed uitgeoefend op de<br />
wegligging. Door te zwaar te<br />
beladen kunt u de macht over<br />
het stuur verliezen, met mogelijk<br />
letsel tot gevolg. Ook kan de<br />
levensduur van de auto worden<br />
bekort.<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij een noodstop, een botsing of<br />
een plotselinge ruk aan het stuur<br />
kunnen losse voorwerpen in het<br />
interieur in beweging komen en<br />
zo inzittenden letsel toebrengen.<br />
Berg losse voorwerpen op in de<br />
bagageruimte en verdeel het<br />
gewicht gelijkmatig. Stapel<br />
bagage nooit op tot boven de<br />
rugleuningen. Laat geen kinderzitjes<br />
los in de auto zitten. Tracht<br />
losse voorwerpen in de auto vast<br />
te zetten.<br />
. . . 14
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 15 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
Brandstof en andere ontvlambare<br />
stoffen<br />
WAARSCHUWING<br />
Zet de motor af voordat u brandstof<br />
tankt.<br />
Draai bij het openen de tankvuldop<br />
eerst gedeeltelijk los om<br />
de druk in de tank te laten<br />
ontsnappen en verwijder daarna<br />
de dop.<br />
Vul nooit een jerrycan met benzine<br />
terwijl deze zich in uw auto<br />
bevindt.<br />
Benzine mag alleen worden afgetapt<br />
in goedgekeurde vaten.<br />
Rook niet tijdens het tanken van<br />
benzine.<br />
Vervoer geen ontvlambare stoffen,<br />
zoals benzine, in de auto.<br />
WAARSCHUWING<br />
Plaats geen papier of ander<br />
brandbaar materiaal in de asbak,<br />
om te voorkomen dat dit door<br />
een sigaret vlam vat.<br />
Vul de tank slechts tot het vulpistool<br />
van de brandstofpomp automatisch<br />
afsluit, waardoor er<br />
ruimte overblijft voor het uitzetten<br />
van de brandstof in de brandstoftank<br />
(veroorzaakt door<br />
warmte van de motor).<br />
Accu's<br />
WAARSCHUWING<br />
Een accu kan letsel toebrengen.<br />
Accu's bevatten bijtende vloeistoffen<br />
en elektriciteit die brandwonden<br />
kunnen veroorzaken en<br />
gassen die kunnen exploderen of<br />
vlamvatten. Wees voorzichtig en<br />
volg alle van toepassing zijnde<br />
instructies nauwgezet op als u<br />
nabij een accu werkt.<br />
Zorg er voor dat geen accuzuur<br />
met de huid in aanraking kan<br />
komen. Mocht u accuzuur in uw<br />
ogen of op uw huid krijgen, spoel<br />
de plek dan met water en consulteer<br />
onmiddellijk een arts.<br />
Gebruik nabij een accu nooit lucifers<br />
of open vuur. Gebruik een<br />
zaklantaarn als u moet bijlichten.<br />
15 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 16 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Nieuwe GM-auto's zijn altijd<br />
voorzien van een onderhoudsvrije<br />
AC Delco ® accu. Wanneer<br />
echter toch een ander type accu<br />
met celdoppen gemonteerd is,<br />
controleer dan of de cellen<br />
voldoende vloeistof bevatten. Vul<br />
bij met gedistilleerd water als het<br />
niveau laag staat, zodat geen<br />
explosieve gassen aanwezig<br />
kunnen zijn.<br />
Slepen van uw auto<br />
WAARSCHUWING<br />
Let op het onderstaande om<br />
uzelf en anderen zoveel mogelijk<br />
te beschermen tegen verwondingen<br />
en letsel:<br />
• Laat niemand rijden in een<br />
auto die wordt gesleept.<br />
• Rijdt u niet sneller dan veilig is<br />
en overschrijdt de snelheidsbeperkingen<br />
niet.<br />
• Zet alle losse en beschadigde<br />
onderdelen stevig vast.<br />
•Werk nooit onder een auto die<br />
omhoog is gebracht.<br />
• Gebruik steeds afzonderlijke<br />
veiligheidskettingen aan elke<br />
kant van de auto.<br />
Motorruimte<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom van een oververhitte<br />
motor kan ernstige brandwonden<br />
veroorzaken. Blijf bij de<br />
motor vandaan wanneer u<br />
stoom hoort of ziet ontsnappen.<br />
Wees voorzichtig als u in of nabij<br />
de motorruimte bezig bent.<br />
Sommige motoronderdelen<br />
worden zeer heet en kunnen<br />
brandwonden veroorzaken.<br />
. . . 16
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 17 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Wees voorzichtig in de buurt van<br />
de elektrische ventilator. De<br />
ventilator kan plotseling in<br />
werking treden, ook als de motor<br />
is afgezet.<br />
Koelsysteem<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat de motor niet lopen indien<br />
er lekkage is. Als alle koelvloeistof<br />
naar buiten lekt dan kan motorbrand<br />
ontstaan en kan u brandwonden<br />
oplopen.<br />
Het kan gevaar opleveren indien<br />
alleen water of andere vloeistof<br />
dan de aanbevolen koelvloeistof<br />
wordt toegevoegd. De motor<br />
kan oververhit raken, maar de<br />
waarschuwingslamp gaat niet<br />
branden. De motor kan in brand<br />
vliegen en u of anderen<br />
verwonden.<br />
WAARSCHUWING<br />
Onder sommige omstandigheden<br />
is ethyleenglycol in koelvloeistof<br />
ontvlambaar. Voorkom<br />
brandwonden en zorg dat nooit<br />
koelvloeistof wordt gemorst op<br />
het uitlaatsysteem of op hete<br />
motoronderdelen. Als u twijfelt,<br />
laat het bijvullen dan uitvoeren<br />
door een vakkundig<br />
automecanicien.<br />
17 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 18 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom en hete vloeistof kunnen<br />
uit een heet koelsysteem naar<br />
buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />
veroorzaken. Draai de<br />
dop niet los wanneer de motor<br />
en het koelsysteem heet zijn.<br />
Lekke band verwisselen<br />
WAARSCHUWING<br />
Het verwisselen van een wiel is<br />
niet zonder gevaar. De auto kan<br />
van de krik glijden en zo uzelf of<br />
andere mensen verwonden.<br />
Het is gevaarlijk onder de auto te<br />
werken wanneer deze is opgekrikt.<br />
U kunt zwaar gewond<br />
raken of zelfs omkomen,<br />
wanneer de auto van de krik valt.<br />
Werk nooit onder een auto die<br />
alleen wordt ondersteund door<br />
een krik.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer er roest of vuil zit op het<br />
wiel of op die delen van de auto<br />
waarmee het wiel in aanraking<br />
komt, kan dat tot gevolg hebben<br />
dat de wielbouten na verloop<br />
van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />
het wiel geheel loskomen en een<br />
ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />
een wiel verwisselt, maak dan de<br />
plaatsen schoon waar het wiel<br />
met de auto in aanraking komt.<br />
In noodgevallen kunt u daarvoor<br />
een doek of een stuk papier<br />
gebruiken. Zorg er echter voor<br />
dat u later, als dat nodig is, met<br />
behulp van een schraper of een<br />
staalborstel de contactvlakken<br />
goed reinigt.<br />
. . . 18
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 19 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
Problemen met componenten<br />
van de auto<br />
WAARSCHUWING<br />
Doorrijden met een brandende<br />
waarschuwingslamp van het<br />
remsysteem kan een ongeval tot<br />
gevolg hebben. Laat het remsysteem<br />
onmiddellijk controleren<br />
zodra de waarschuwingslamp<br />
van het remsysteem blijft<br />
branden.<br />
Blijf niet doorrijden met een te<br />
laag oliepeil. De motor kan te<br />
heet worden en in brand vliegen.<br />
U en anderen kunnen hierdoor<br />
ernstig gewond raken. Controleer<br />
zo spoedig mogelijk het oliepeil<br />
en laat een onderhoudsbeurt<br />
uitvoeren.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer tijdens het rijden een<br />
waarschuwingslampje op het<br />
instrumentenpaneel gaat branden,<br />
dient u de auto onmiddellijk op een<br />
veilige plaats te parkeren waarna de<br />
aanwijzingen in dit boekje moeten<br />
worden opgevolgd.<br />
Als de motor tijdens het rijden<br />
afslaat, werken de systemen voor<br />
stuurbekrachtiging en rembekrachtiging<br />
niet langer naar behoren. Er<br />
is dan aanzienlijk meer kracht<br />
vereist om te sturen en te remmen.<br />
Probeer de auto op een veilige plek<br />
langs de weg neer te zetten voordat<br />
hij uit zichzelf tot stilstand komt.<br />
OPMERKING<br />
Aanvullende elektronische apparatuur,<br />
zoals een autotelefoon,<br />
zend-/ontvanginstallaties of navigatiesystemen<br />
kunnen negatieve<br />
invloed uitoefenen op de<br />
werking van de motor, de radio<br />
of de overige elektrische apparatuur<br />
en zelfs beschadiging<br />
veroorzaken. Alvorens extra<br />
apparatuur te installeren is het<br />
raadzaam contact op te nemen<br />
met een erkende GM-dealer.<br />
19 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 20 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
Aanvullende waarschuwingen<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijden onder invloed is zeer<br />
gevaarlijk. Ook een geringe<br />
hoeveelheid alcohol heeft al een<br />
nadelige invloed op uw reflexen,<br />
aandachtsniveau en beoordelingsvermogen.<br />
Rijden nadat u<br />
alcohol heeft gedronken kan een<br />
ernstig of zelfs dodelijk ongeval<br />
tot gevolg hebben. Rjijdt nooit<br />
als u alcohol gedronken heeft en<br />
rijdt ook nooit mee met iemand<br />
die gedronken heeft. Ga naar<br />
huis met een taxi of vraag of u<br />
kunt meerijden met iemand die<br />
niet drinkt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Uit medisch research is gebleken<br />
dat alcohol in het lichaam van<br />
een persoon verwondingen<br />
tijdens een ongeval ernstiger<br />
kunnen maken. Dat is met name<br />
het geval met letsel aan de hersenen,<br />
ruggenmerg of hart. Dit<br />
betekent dat wanneer een<br />
persoon die alcohol heeft<br />
gedronken - hetzij een bestuurder<br />
of passagier - een aanrijding<br />
krijgt, deze persoon meer kans<br />
heeft om gedood of permanent<br />
invalide te worden dan iemand<br />
die geen alcohol heeft<br />
gedronken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijden met niet behoorlijk afgesloten<br />
portieren is gevaarlijk.<br />
Controleer of alle portieren en de<br />
bagageruimte zijn afgesloten<br />
voordat u gaat rijden.<br />
Zet de cruise control-schakelaar<br />
af wanneer de cruise control niet<br />
wordt gebruikt.<br />
. . . 20
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 21 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
–<br />
Hoofdstuk 1 - Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Instrumenten en bedieningsorganen op dashboard<br />
en middenconsole....................................24<br />
Instrumentengroep.............................................. 26<br />
Waarschuwingslampen........................................28<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder................ 40<br />
Toetsen van het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder .........................................................41<br />
Menu Reis-/brandstofinformatie ..........................43<br />
Menu Voertuiginformatie.....................................46<br />
Bijzondere eigenschappen...................................50<br />
Mededelingen van het informatiecentrum voor<br />
de bestuurder .....................................................64<br />
Analoge klok ........................................................ 78<br />
Toets sleep-/trekfunctie ........................................ 79<br />
Waarschuwingsknipperlichten ............................80<br />
Tractieregelsysteem .............................................80<br />
Stabilitrak ® -systeem .............................................82<br />
Aansluitpunten voor elektrische accessoires ......83<br />
Verlichting.............................................................85<br />
Verlichting hoofdschakelaar .................................85<br />
Dimmer voor de instrumentenverlichting............88<br />
Koplampsproeiers ................................................89<br />
Hoogteregelaar voor koplampen.........................89<br />
Parkeerlichten .....................................................89<br />
Instapverlichting ..................................................90<br />
Leeslampen..........................................................91<br />
Bescherming tegen ontlading van accu...............91<br />
Verwarmings- en airconditioningsysteem ......... 92<br />
Airconditioning met twee zones ......................... 92<br />
Sensoren ............................................................. 98<br />
Luchtroosters....................................................... 99<br />
Tips voor het gebruik ........................................ 100<br />
Achterruitverwarming ....................................... 100<br />
Airconditioning achter (waar aanwezig) ........... 101<br />
Luchtfilter voor passagiersruimte ...................... 102<br />
Geluidsinstallatie en klok .................................. 103<br />
RDS-geluidsinstallatie met cd-speler of<br />
cd-speler voor 6 cd's ........................................ 104<br />
Digitale klok (RDS-geluidsinstallatie met<br />
cd-speler) ......................................................... 105<br />
Digitale klok (RDS-geluidsinstallatie met<br />
cd-speler voor 6 cd's)....................................... 107<br />
Bediening van de radio ..................................... 109<br />
CD-speler ......................................................... 118<br />
Cd-speler voor 6 cd's (indien aanwezig) ........... 121<br />
Cd's met MP3- of WMA-bestanden afspelen .... 125<br />
Foutmeldingen.................................................. 134<br />
Draagbaar muziekapparaat ............................... 135<br />
Zorg voor uw CD's ............................................ 136<br />
Zorg voor uw CD-speler.................................... 136<br />
Beveiliging tegen diefstal................................... 136<br />
Audiotoetsen op stuurwiel ................................ 137<br />
Antenne............................................................. 138<br />
Entertainmentsysteem voor achterpassagiers ... 138<br />
Audiosysteem voor inzittenden achterin .......... 139<br />
21 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 22 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1 - Instrumenten en bedieningsorganen<br />
. . . 22<br />
Navigatiesysteem ..............................................143<br />
Bedieningsorganen op stuurwiel/stuurkolom .144<br />
Stuurkolomschakelaar........................................144<br />
Claxon ...............................................................144<br />
Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar .............144<br />
Hendel stuurwielverstelling................................145<br />
Contactslot ........................................................145<br />
Stuurwielschakelaars ..........................................145<br />
Bediening instelbare gas- en rempedalen .........146<br />
Bedieningsorganen verwarmd stuurwiel ..........146<br />
Ruitenwissers-/<br />
ruitensproeierschakelaar.................................147<br />
Ruitenwissers......................................................147<br />
Ruitensproeiers...................................................148<br />
Ruitenwisser/ruitensproeier, achter ....................149<br />
Stuurkolomschakelaar........................................150<br />
Richtingaanwijzers .............................................150<br />
Schakelaars koplampen......................................150<br />
Grootlicht-/dimlichtschakelaar...........................151<br />
Cruise control .....................................................151<br />
Spiegels ...............................................................155<br />
Buitenspiegels ....................................................156<br />
Dag-/nacht binnenspiegel .................................158<br />
Make-up spiegels ...............................................159<br />
Ramen .................................................................159<br />
Elektrisch bediende portierramen ......................160<br />
Portieren ............................................................ 162<br />
Handbediende portiersloten.............................. 163<br />
Centrale portiervergrendeling........................... 164<br />
Elektrisch bediende portiersloten....................... 165<br />
Uitgestelde vergrendeling ................................. 165<br />
Automatische portiersloten ............................... 166<br />
Voorziening om buitensluiten te voorkomen .... 167<br />
Kinderveiligheidssloten op de achterportieren .. 167<br />
Bagageruimte achterin ..................................... 168<br />
Elektrisch bediende achterklep.......................... 168<br />
Bagagenet......................................................... 171<br />
Hoofdruimte en dak .......................................... 171<br />
Zonnekleppen................................................... 171<br />
Zonnedak ......................................................... 172<br />
Bagagerek ......................................................... 175<br />
Bergvakken......................................................... 175<br />
Middenconsole ................................................. 175<br />
Handschoenenkastje ......................................... 176<br />
Opbergvak in het instrumentenpaneel ............ 176<br />
Bekerhouders .................................................... 176<br />
Bagagenet......................................................... 176<br />
Bagageafdekhoes .............................................. 177<br />
Beheersysteem voor de bagageruimte ............. 177<br />
Asbak en aansteker............................................ 177<br />
Accessoirevoeding ............................................. 178<br />
Bescherming tegen leeglopen accu ................. 178<br />
Beheer elektrisch vermogen ............................. 179<br />
Ultrasoon hulpsysteem voor<br />
achteruitparkeren............................................. 180<br />
Geheugen........................................................... 183
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 23 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
1 2 3 4 1 5 1 1<br />
–<br />
6 7 8 9 10 11 12 9 13 14 15 16 17 18 19 20<br />
23 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 24 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
■ INSTRUMENTEN EN<br />
BEDIENINGSORGANEN<br />
OP DASHBOARD EN<br />
MIDDENCONSOLE<br />
1. Luchtroosters<br />
2. Stuurkolomschakelaar<br />
3. Instrumentengroep<br />
4. Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar<br />
5. Analoge klok<br />
6. Toetsen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
7. Ontgrendeling parkeerrem,<br />
ontgrendeling motorkap<br />
8. Bediening dimmer<br />
instrumentenpaneel<br />
9. Stuurwielschakelaars<br />
10. Hendel stuurwielverstelling<br />
11. Bediening instelbare gas- en<br />
rempedalen (indien van<br />
toepassing)<br />
12. Claxon<br />
13. Asbak<br />
14. Knop voor de tractieregeling<br />
15. Toets sleep-/trekfunctie<br />
16. Schakelaar<br />
waarschuwingsknipperlichten<br />
17. Verwarmings- en<br />
airconditioningsysteem<br />
18. Navigatiesysteem (indien van<br />
toepassing)/Geluidsinstallatie<br />
19. Handschoenenkastje<br />
20. Opbergvak in het instrumentenpaneel<br />
. . . 24
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 25 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
3<br />
2<br />
7 1 5 2 6<br />
–<br />
4<br />
8<br />
25 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 26 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
INSTRUMENTENGROEP<br />
De afgebeelde instrumentengroep<br />
dient slechts als voorbeeld. Afhankelijk<br />
van de door u gekozen opties<br />
kan de instrumentengroep in uw<br />
auto hiervan afwijken.<br />
De instrumentengroep is zodanig<br />
ontworpen dat u snel kunt zien of<br />
alle systemen in uw auto goed<br />
functioneren.<br />
1. Controlelamp grootlicht<br />
Dit lampje gaat branden wanneer<br />
het grootlicht ingeschakeld<br />
is.<br />
2. Controlelampen<br />
richtingaanwijzers<br />
Bij inschakeling van de richtingaanwijzers<br />
zal een pijl gaan<br />
knipperen in de richting van de<br />
voorgenomen richtingsverandering<br />
of rijbaanwisseling.<br />
3. Koelvloeistoftemperatuurmeter<br />
Deze meter geeft de temperatuur<br />
van de koelvloeistof aan. Als<br />
de wijzer in het gearceerde<br />
waarschuwingsvlak komt, is de<br />
temperatuur van de motor te<br />
hoog!<br />
Indien het koelsysteem oververhit<br />
is geraakt, zet dan onmiddellijk<br />
de motor af. Raadpleeg<br />
hoofdstuk 4 en 5 voor meer informatie<br />
over het koelsysteem<br />
van uw auto.<br />
4. Kilometerteller<br />
De kilometerteller en dagtellers<br />
worden weergegeven op het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder.<br />
De kilometerteller geeft aan<br />
hoeveel kilometer uw auto in totaal<br />
heeft gereden.<br />
Elke dagteller geeft aan hoeveel<br />
kilometer het voertuig heeft afgelegd<br />
sinds de dagteller voor<br />
het laatst op nul werd gezet.<br />
Raadpleeg "Menu Reis-/brandstofinformatie"<br />
onder "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie over de<br />
dagtellers.<br />
. . . 26
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 27 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
5. Snelheidsmeter<br />
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid<br />
van de auto weer.<br />
Zie "Menu Voertuiginformatie"<br />
onder "Informatiecentrum voor<br />
de bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor informatie over<br />
de snelheidsmeter.<br />
6. Brandstofmeter<br />
De brandstofmeter geeft aan<br />
hoeveel brandstof in de tank<br />
aanwezig is. De brandstofmeter<br />
werkt uitsluitend als het contact<br />
is ingeschakeld.<br />
U hoort een geluidssignaal wanneer<br />
het brandstofpeil laag is.<br />
De pijl op de meter geeft de zijde<br />
van het voertuig aan waar de<br />
brandstofvulklep zich bevindt.<br />
7. Toerenteller<br />
De toerenteller geeft het aantal<br />
toeren weer in duizend omwentelingen<br />
per minuut (omw/<br />
min).<br />
Wanneer het motortoerental te<br />
hoog wordt, wordt de brandstoftoevoer<br />
naar de motor<br />
beperkt.<br />
Zie "Snelheidsbegrenzer" in<br />
hoofdstuk 3 voor informatie<br />
over de maximale begrensde<br />
snelheid van het voertuig.<br />
8. Display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder geeft aan in welke<br />
staat de diverse systemen van<br />
uw voertuig verkeren.<br />
Het display bevindt zich aan de<br />
onderzijde van het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de bestuurder"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
27 . . .<br />
–
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 28 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Waarschuwingslampen<br />
Uw auto is voorzien van een aantal<br />
waarschuwingslampen.<br />
De waarschuwingslampen gaan<br />
branden wanneer er in een of meer<br />
systemen zich een storing voordoet<br />
of de kans daartoe bestaat. Sommige<br />
waarschuwingslampen branden<br />
kort na het aanzetten van het<br />
contact om aan te geven dat de<br />
gloeilampen goed functioneren.<br />
In uw auto is een informatiecentrum<br />
voor de bestuurder aanwezig dat<br />
samenwerkt met de waarschuwingslampen<br />
en meetinstrumenten.<br />
Zie "Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Waarschuwingslamp oliedruk<br />
Deze lamp gaat even branden<br />
wanneer u het contact aanzet.<br />
Zodra de motor start, moet deze<br />
doven.<br />
Wanneer na het aanzetten van het<br />
contact de lamp niet gaat branden,<br />
dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />
of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />
de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />
zodat de waarschuwingslamp u<br />
kan attenderen op eventuele<br />
storingen.<br />
Indien er een probleem is met de<br />
smeerolie, zal deze lamp blijven<br />
branden nadat u de motor start,<br />
maar het is ook mogelijk dat de<br />
lamp tijdens het rijden plotseling<br />
aangaat. Dit duidt er op dat de olie<br />
niet snel genoeg door de motor<br />
circuleert om voor voldoende<br />
smering te zorgen. Het oliepeil kan<br />
te laag zijn of er kan zich een ander<br />
probleem in het smeersysteem<br />
hebben voorgedaan. Laat onmiddellijk<br />
een onderhoudsbeurt<br />
uitvoeren.<br />
Wanneer de motor stationair draait<br />
en tot stilstand komt, kan het lampje<br />
soms gaan knipperen. Dit is<br />
normaal.<br />
Er kan tevens een gongsignaal klinken<br />
als het licht wordt ingeschakeld.<br />
. . . 28
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 29 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
WAARSCHUWING<br />
Blijf niet doorrijden met een te<br />
laag oliepeil. De motor kan te<br />
heet worden en in brand vliegen.<br />
U en anderen kunnen hierdoor<br />
ernstig gewond raken. Controleer<br />
zo spoedig mogelijk het oliepeil<br />
en laat een onderhoudsbeurt<br />
uitvoeren.<br />
OPMERKING<br />
Schade aan de motor die is<br />
ontstaan door het negeren van<br />
de waarschuwingslamp kan kostbare<br />
reparaties tot gevolg<br />
hebben die niet onder de garantie<br />
vallen.<br />
Vervang de motorolie met de<br />
tussenpozen die in het onderhoudsoverzicht<br />
zijn vermeld.<br />
Laadstroomcontrolelamp<br />
Om aan te geven dat de gloeilamp<br />
goed functioneert, brandt deze<br />
lamp wanneer het contact aanstaat,<br />
maar de motor niet draait.<br />
Wanneer na het aanzetten van het<br />
contact de lamp niet gaat branden,<br />
dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />
of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />
de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />
zodat de waarschuwingslamp u<br />
kan attenderen op eventuele<br />
storingen.<br />
Wanneer het lampje blijft branden<br />
of tijdens het rijden gaat branden,<br />
kan dit duiden op een storing in dit<br />
systeem. Laat het meteen nakijken.<br />
Als er een probleem is met het laadsysteem<br />
van de accu, wordt het<br />
volgende bericht weergegeven op<br />
het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder:<br />
• SERVICE BATTERY CHARGING<br />
SYSTEM (onderhoud laadsysteem<br />
accu)<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Als u blijft doorrijden terwijl deze<br />
lamp brandt, kan de accu worden<br />
ontladen.<br />
Wanneer u een korte afstand moet<br />
rijden terwijl de lamp brandt, schakel<br />
dan alle accessoires uit, zoals de<br />
radio en de airconditioning.<br />
–<br />
29 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 30 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Waarschuwingslamp voor<br />
koelvloeistoftemperatuur<br />
Deze lamp gaat even branden zodra<br />
u de motor start, om aan te geven<br />
dat het systeem goed werkt.<br />
Wanneer na het aanzetten van het<br />
contact de lamp niet gaat branden,<br />
dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />
of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />
de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />
zodat de waarschuwingslamp u<br />
kan attenderen op eventuele<br />
storingen.<br />
Wanneer het lampje blijft branden<br />
of tijdens het rijden gaat branden,<br />
geeft dit lampje aan dat de koelvloeistof<br />
van de motor te heet is. Zet<br />
het voertuig zo snel mogelijk als dat<br />
veilig kan stil en schakel de motor<br />
onmiddellijk uit.<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom van een oververhitte<br />
motor kan ernstige brandwonden<br />
veroorzaken.<br />
OPMERKING<br />
Rijd niet verder terwijl het lampje<br />
voor de temperatuur van de<br />
motorkoelvloeistof brandt.<br />
Als u blijft rijden terwijl uw voertuig<br />
oververhit is, kan de motor<br />
ernstig beschadigd raken.<br />
Wanneer u een waarschuwing<br />
voor oververhitting krijgt, stop<br />
dan zo snel mogelijk.<br />
Anders kan het voertuig beschadigd<br />
raken en deze reparaties<br />
vallen niet onder garantie.<br />
Raadpleeg hoofdstuk 4 en 5 voor<br />
meer informatie over het koelsysteem<br />
van uw auto.<br />
. . . 30
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 31 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Controlelamp remsysteem<br />
Uw auto is voorzien van een<br />
gescheiden remsysteem. Indien een<br />
van beide systemen uitvalt, kunt u<br />
de auto met behulp van het andere<br />
systeem veilig tot stilstand brengen.<br />
Om aan te geven dat de gloeilamp<br />
goed functioneert, brandt deze<br />
lamp wanneer het contact aanstaat,<br />
maar de motor niet draait.<br />
Wanneer na het aanzetten van het<br />
contact de lamp niet gaat branden,<br />
dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />
of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />
de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />
zodat de waarschuwingslamp u<br />
kan attenderen op eventuele<br />
storingen.<br />
Breng, zodra dit veilig kan, de auto<br />
voorzichtig tot stilstand als de lamp<br />
tijdens het rijden gaat branden.<br />
Het kan nodig zijn grotere druk uit<br />
te oefenen op het rempedaal en het<br />
pedaal kan zich verder omlaag<br />
bewegen. Het kan meer tijd in<br />
beslag nemen om het voertuig tot<br />
stilstand te brengen.<br />
Laat, wanneer de lamp blijft branden,<br />
de auto naar de dichtstbijzijnde<br />
GM-dealer slepen. Het remsysteem<br />
moet onmiddellijk worden<br />
gecontroleerd.<br />
Deze lamp gaat ook branden<br />
wanneer u de parkeerrem inschakelt<br />
terwijl het contact is ingeschakeld.<br />
Als de lamp blijft branden na het vrijzetten<br />
van de parkeerrem, duidt dit<br />
op een storing in het remsysteem.<br />
Laat het systeem zo spoedig mogelijk<br />
controleren.<br />
Indien de lamp niet gaat branden<br />
nadat de parkeerrem is ingeschakeld,<br />
moet u uw auto voor onderhoud<br />
naar de dealer brengen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Doorrijden met een brandende<br />
waarschuwingslamp van het<br />
remsysteem kan een ongeval tot<br />
gevolg hebben. Laat het remsysteem<br />
onmiddellijk controleren<br />
zodra de waarschuwingslamp<br />
van het remsysteem blijft<br />
branden.<br />
Laat het voertuig voor reparatie<br />
wegslepen.<br />
–<br />
31 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 32 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
ABS<br />
Controlelamp ABS<br />
Dit lampje gaat bij het aanzetten<br />
van het contact branden en kan<br />
daarna nog enkele seconden blijven<br />
branden. Als de lamp niet gaat branden,<br />
dient u dit spoedig te laten<br />
herstellen, zodat het gereed is om u<br />
te waarschuwen indien er zich een<br />
probleem voordoet.<br />
Indien de lamp blijft branden, of<br />
tijdens het rijden gaat branden, kan<br />
dit duiden op een storing in het<br />
systeem.<br />
Breng, zodra dit veilig kan, het voertuig<br />
tot stilstand en zet het contact<br />
af. Start de motor opnieuw om het<br />
waarschuwingssysteem weer in<br />
werking te stellen.<br />
Laat een onderhoudsbeurt uitvoeren<br />
wanneer de lamp blijft branden<br />
of tijdens het rijden gaat branden.<br />
Tot de reparatie voltooid is, kunnen<br />
de remmen nog wel worden<br />
gebruikt, maar zonder ABS-functie.<br />
In de display van het informatiecentrum<br />
kan een bericht verschijnen.<br />
Raadpleeg het volgende onder<br />
"Berichten van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie:<br />
• SERVICE BRAKE ASSIST<br />
(servicerembekrachtiging)<br />
• SERVICE BRAKE SYSTEM<br />
(onderhoud remsysteem)<br />
Indien de normale controlelamp<br />
van het remsysteem ook brandt,<br />
werkt het antiblokkeersysteem niet<br />
en is er sprake van een storing in het<br />
remsysteem. Parkeer de auto voorzichtig<br />
aan de kant van de weg. Laat<br />
het voertuig voor reparatie<br />
wegslepen.<br />
Raadpleeg de rubriek "Controlelamp<br />
remsysteem" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
. . . 32
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 33 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Controlelamp voor<br />
voertuigstoring<br />
Om aan te geven dat de gloeilamp<br />
goed functioneert, brandt deze<br />
lamp wanneer het contact aanstaat,<br />
maar de motor niet draait.<br />
Wanneer na het aanzetten van het<br />
contact de lamp niet gaat branden,<br />
dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />
of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />
de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />
zodat de waarschuwingslamp u<br />
kan attenderen op eventuele<br />
storingen.<br />
Indien de lamp blijft branden, of<br />
tijdens het rijden gaat branden, kan<br />
dit duiden op een storing in het<br />
systeem.<br />
Laat het systeem zo spoedig mogelijk<br />
controleren.<br />
Dit lampje gaat branden wanneer<br />
het computersysteem dat de brandstof-,<br />
ontstekings- en emissieregelsystemen<br />
controleert een storing<br />
heeft gevonden.<br />
Wanneer na een tankstop de lamp<br />
blijft branden, kunt u de storing<br />
misschien verhelpen door te controleren<br />
of de tankdop correct is<br />
aangebracht.<br />
OPMERKING<br />
Als u blijft doorrijden terwijl dit<br />
lampje brandt, zal na verloop van<br />
tijd mogelijk de emissieregeling<br />
minder goed functioneren, de<br />
motor kan meer brandstof gaan<br />
verbruiken en zal wellicht minder<br />
soepel functioneren. Uiteindelijk<br />
kunnen kostbare reparaties<br />
nodig zijn die niet door de garantie<br />
worden gedekt.<br />
–<br />
33 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 34 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
OPMERKING (vervolg)<br />
Modificaties aan de motor, de<br />
versnellingsbak, het uitlaat-,<br />
luchtinlaat- of brandstofsysteem<br />
van uw auto of de vervanging<br />
van de oorspronkelijke banden<br />
door banden die niet voldoen<br />
aan dezelfde bandenspecificaties,<br />
kunnen van invloed zijn op<br />
het emissiesysteem voor uitlaatgassen<br />
en zorgen er mogelijk<br />
voor dat dit lampje gaat branden.<br />
Modificaties aan deze systemen<br />
kunnen leiden tot dure<br />
reparaties die niet onder de<br />
garantie vallen.<br />
Het storingslampje moet goed<br />
werken, anders komt het voertuig<br />
niet door een controle van de<br />
emissieregelapparatuur.<br />
• Wanneer de motor draait, moet<br />
het lampje uit zijn.<br />
• Wanneer het contact is ingeschakeld<br />
en de motor uit staat, moet<br />
het lampje branden.<br />
Indien de accu van uw auto kortgeleden<br />
is vervangen, of als de accu<br />
ontladen is, kan het boorddiagnosesysteem<br />
vaststellen dat het emissiesysteem<br />
van de auto niet gereed is<br />
om te worden geïnspecteerd. Het<br />
kan nodig zijn een aantal dagen<br />
normaal te rijden om het diagnosesysteem<br />
voldoende gegevens te<br />
verstrekken voor de inspectie.<br />
. . . 34
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 35 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Nadat enige dagen is gereden met<br />
de auto (met geheel geladen accu)<br />
voordat de inspectie plaatsvindt,<br />
maar de auto nog steeds niet<br />
gecontroleerd kan worden omdat<br />
het boorddiagnosesysteem niet<br />
gereed is, neem dan contact op met<br />
uw dealer of met een goedgekeurd<br />
servicecentrum om de auto klaar te<br />
maken voor de inspectie.<br />
Lampje tractieregelsysteem<br />
Deze lamp gaat even branden zodra<br />
u de motor start om aan te geven<br />
dat hij goed werkt.<br />
Wanneer na het aanzetten van het<br />
contact de lamp niet gaat branden,<br />
dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />
of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />
de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />
zodat de waarschuwingslamp u<br />
kan attenderen op eventuele<br />
storingen.<br />
Het lampje knippert wanneer het<br />
tractieregelsysteem in werking is om<br />
het doorslippen van de wielen te<br />
verminderen.<br />
U hoort of voelt mogelijk dat het<br />
systeem actief is, maar dat is<br />
normaal.<br />
Als het lampje voor het tractieregelsysteem<br />
gaat branden en blijft branden,<br />
is er misschien een probleem<br />
met het systeem en moet uw voertuig<br />
voor onderhoud naar de<br />
garage.<br />
Wanneer dit lampje brandt, is het<br />
tractiesysteem uitgeschakeld en zal<br />
het systeem het doorslippen van de<br />
wielen niet beperken.<br />
Pas uw rijstijl aan.<br />
Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />
in dit hoofdstuk.<br />
–<br />
35 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 36 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Waarschuwingslamp voor niet<br />
dragen veiligheidsgordel<br />
Zie voor meer informatie onder<br />
"Veiligheidsgordels" in hoofdstuk 2.<br />
Controlelamp airbag<br />
Deze lamp gaat branden zodra u de<br />
motor start en kan enkele seconden<br />
blijven knipperen.<br />
Wanneer het lampje niet gaat branden<br />
wanneer u de motor start, dan<br />
kan er een probleem zijn met een<br />
zekering of gloeilamp. Laat dit zo<br />
snel mogelijk verhelpen zodat het<br />
waarschuwingslampje u kan attenderen<br />
op eventuele storingen.<br />
Indien de lamp blijft branden, of<br />
tijdens het rijden gaat branden, kan<br />
dit duiden op een storing in het<br />
systeem.<br />
Laat de auto onmiddellijk repareren.<br />
Indien er een probleem is met het<br />
airbagsysteem, dan zal het bericht<br />
SERVICE AIR BAG (onderhoud<br />
airbag) op het display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
verschijnen. Raadpleeg "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Raadpleeg hoofdstuk 2 voor meer<br />
informatie omtrent de werking van<br />
het controlelampje van de airbag.<br />
WAARSCHUWING<br />
Indien de airbaglamp blijft branden,<br />
of tijdens het rijden gaat<br />
branden, kan dit duiden op een<br />
storing in het systeem. De<br />
airbags kunnen niet in werking<br />
komen tijdens een aanrijding of<br />
kunnen in werking komen<br />
wanneer geen aanrijding heeft<br />
plaatsgevonden. Om u en anderen<br />
te beschermen tegen letsel is<br />
het nodig om het defect onmiddellijk<br />
te laten verhelpen.<br />
. . . 36
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 37 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
–<br />
Aan/uit-indicator airbag aan<br />
passagierszijde<br />
Zie "Passagiersdetectiesysteem" in<br />
hoofdstuk 2.<br />
Waarschuwingslampje voor veiligheidsgordel<br />
passagier<br />
Zie voor meer informatie onder<br />
"Veiligheidsgordels" in hoofdstuk 2.<br />
Controlelamp alarmsysteem<br />
Zie tevens "Immobilisatiesysteem"<br />
onder "Sleutels" in hoofdstuk 3.<br />
Zie ook "Antidiefstalsysteem" in<br />
hoofdstuk 3 voor meer informatie<br />
over dit lampje.<br />
37 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 38 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Mistlampcontrolelamp<br />
Deze lamp zal branden wanneer de<br />
mistlampen zijn ingeschakeld. Raadpleeg<br />
voor meer informatie de<br />
rubriek "Mistlampen" in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Controlelamp mistachterlicht<br />
Deze lamp zal branden wanneer de<br />
mistachterlichten zijn ingeschakeld.<br />
Raadpleeg voor meer informatie de<br />
rubriek "Mistachterlichten" in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Waarschuwingssignaal ingeschakelde<br />
verlichting<br />
Deze lamp begint te branden<br />
wanneer de parkeerlichten zijn<br />
ingeschakeld.<br />
. . . 38
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 39 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Controlelamp cruise control<br />
Deze lamp begint te branden<br />
wanneer de cruise control is<br />
ingeschakeld.<br />
Zie onder "Cruise control" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor aanvullende<br />
informatie.<br />
Lampje voor lage<br />
bandenspanning<br />
Deze lamp gaat even branden zodra<br />
u de motor start om aan te geven<br />
dat hij goed werkt.<br />
Wanneer het lampje niet gaat branden<br />
wanneer u de motor start, dan<br />
kan er een probleem zijn met een<br />
zekering of gloeilamp. Laat dit zo<br />
snel mogelijk verhelpen zodat het<br />
waarschuwingslampje u kan attenderen<br />
op eventuele storingen.<br />
Als het systeem een lage bandendruk<br />
in een of meer banden waarneemt,<br />
kan het<br />
waarschuwingslampje voor een lage<br />
bandenspanning gaan branden en<br />
kan de melding CHECK TIRE<br />
PRESSURE (controleer bandenspanning)<br />
op het display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
verschijnen.<br />
Wanneer er een probleem wordt<br />
waargenomen, knippert het controlelampje<br />
60 seconden en daarna<br />
blijft het branden.<br />
Wanneer u een waarschuwing krijgt<br />
dat de spanning van een band laag<br />
is, dan moet u zo snel mogelijk stoppen,<br />
alle banden controleren op<br />
beschadiging en ze daarna tot de<br />
juiste bandenspanning opblazen.<br />
Zie voor meer informatie onder<br />
"Controlesysteem bandenspanning"<br />
in de paragraaf "Banden" in hoofdstuk<br />
4.<br />
–<br />
39 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 40 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
. . . 40<br />
Controlelampje sleep-/trekfunctie<br />
Dit lampje gaat branden wanneer<br />
sleep-/trekfunctie gekozen is. Zie<br />
onder "Sleep-/trekfunctie" in de<br />
rubriek "Het rijden met een aanhanger"<br />
in hoofdstuk 3.<br />
INFORMATIECENTRUM<br />
VOOR DE BESTUURDER<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder geeft aan in welke staat<br />
de diverse systemen van uw voertuig<br />
verkeren.<br />
Met behulp van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder kunt u de<br />
bijzondere functies en waarschuwingsberichten<br />
aanpassen en laten<br />
weergeven.<br />
De bedieningsknoppen bevinden<br />
zich op het instrumentenpaneel bij<br />
het bestuurdersportier.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Toetsen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Het display bevindt zich aan de onderzijde<br />
van het instrumentenpaneel.<br />
De bovenste regel van het display<br />
toont informatie over de<br />
voertuigsystemen.<br />
De onderste regel van het display<br />
toont het volgende:<br />
• Kilometerteller<br />
• Buitentemperatuur<br />
• indicator voor schakelstand<br />
Zie "Automatische transmissie" in<br />
hoofdstuk 3 voor meer informatie.<br />
• S wanneer de sportieve modus<br />
actief is of M als de modus voor<br />
handmatig schakelen actief is<br />
Zie "Handmatige schakelstand"<br />
onder "Automatische transmissie"<br />
in hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
Indien het systeem een storing<br />
waarneemt, verschijnt een melding<br />
op het display.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk.
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 41 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Toetsen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
De bedieningsknoppen bevinden<br />
zich op het instrumentenpaneel bij<br />
het bestuurdersportier.<br />
TOETS OMHOOG/OMLAAG<br />
MENU<br />
Druk op het pijltje omhoog of<br />
omlaag om omhoog of omlaag<br />
door een geopend menu te<br />
bladeren.<br />
TOETS REIS-/BRANDSTOFINFOR-<br />
MATIE<br />
Druk op deze toets om het menu<br />
voor reis-/brandstofinformatie te<br />
openen.<br />
Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />
indrukt, kunt u door de volgende<br />
displays te bladeren:<br />
• Dagtellers<br />
• Brandstofbereik<br />
• Gemiddeld brandstofverbruik<br />
• Brandstofverbruik op het<br />
moment<br />
• Verbruikte brandstof<br />
• Timer<br />
• Gemiddelde snelheid<br />
• Accuspanning<br />
• Leeg display<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Menu Reis-/brandstofinformatie<br />
–<br />
41 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 42 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
VOERTUIGINFORMATIETOETS<br />
Druk op deze toets om het voertuiginformatiemenu<br />
te openen.<br />
Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />
indrukt, kunt u door de volgende<br />
displays te bladeren:<br />
• Levensduur motorolie<br />
• Engelse/metrische eenheden<br />
selecteren<br />
• Parkeerhulpsysteem<br />
• Displays van het controlesysteem<br />
voor de bandenspanning<br />
• Het controlesysteem voor de<br />
bandenspanning resetten<br />
• De afstandsbediening aanpassen<br />
• Snelheidsmeter<br />
• Leeg display<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Menu Voertuiginformatie<br />
AANPASSINGSTOETS<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder kan ook worden<br />
gebruikt voor het programmeren<br />
van diverse functies die op uw voertuig<br />
beschikbaar kunnen zijn.<br />
Druk op deze toets om het menu<br />
Bijzondere eigenschappen te<br />
openen.<br />
Zie onder "Bijzondere eigenschappen"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
. . . 42
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 43 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
KNOP RESET<br />
Druk op deze toets om functies van<br />
het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder opnieuw in te stellen of<br />
om berichten uit te schakelen of de<br />
ontvangst ervan te bevestigen.<br />
Menu Reis-/brandstofinformatie<br />
Druk op deze toets om het menu<br />
voor reis-/brandstofinformatie te<br />
openen.<br />
Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />
indrukt, kunt u door de volgende<br />
displays te bladeren:<br />
Dagtellers<br />
• TRIP A (dagteller A)<br />
• TRIP B (dagteller B)<br />
Elke dagteller geeft aan hoeveel kilometer<br />
het voertuig heeft afgelegd<br />
sinds de dagteller voor het laatst op<br />
nul werd gezet.<br />
Opmerking:<br />
Dagtellers A en B kunnen gelijktijdig<br />
worden gebruikt.<br />
De waarde wordt in metrische<br />
eenheden (kilometers) of in Engelse<br />
eenheden(mijl) aangegeven.<br />
Wanneer u een dagteller op nul wilt<br />
zetten, moet u de gewenste dagteller<br />
op het display laten weergeven<br />
en dan de toets houden.<br />
Alleen de dagteller op het display zal<br />
dan weer op nul komen te staan.<br />
–<br />
43 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 44 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
FUEL RANGE (brandstofbereik)<br />
Dit display toont hoe ver u volgens<br />
de computer nog kunt rijden met de<br />
resterende hoeveelheid brandstof in<br />
de tank.<br />
De waarde wordt in metrische<br />
eenheden (kilometers) of in Engelse<br />
eenheden(mijl) aangegeven.<br />
De geschatte actieradius wordt<br />
berekend aan de hand van de huidige<br />
rijomstandigheden.<br />
Wanneer het bereik onder ongeveer<br />
48 km daalt, wordt op het display<br />
FUEL RANGE LOW (laag brandstofbereik)<br />
weergegeven.<br />
AVERAGE ECONOMY (gemiddeld<br />
brandstofverbruik)<br />
Dit display toont het gemiddelde<br />
brandstofverbruik sinds u het<br />
systeem voor het laatst op nul hebt<br />
ingesteld.<br />
De waarde wordt aangegeven in<br />
metrische eenheden van L/100 KM<br />
(de hoeveelheid verbruikte brandstof<br />
in liters per 100 km) of in Engelse<br />
MPG-eenheden (mijl per gallon).<br />
Wanneer u deze waarde weer op nul<br />
wilt zetten, moet u de waarde eerst<br />
weergeven en vervolgens de toets<br />
ingedrukt houden.<br />
INST ECONOMY (brandstofverbruik<br />
op het moment)<br />
Het display zal aangeven hoeveel<br />
het brandstofverbruik bedraagt op<br />
het moment.<br />
De waarde wordt aangegeven in<br />
metrische eenheden van L/100 KM<br />
(de hoeveelheid verbruikte brandstof<br />
in liters per 100 km) of in Engelse<br />
MPG-eenheden (mijl per gallon).<br />
Dit item kan niet worden gereset.<br />
. . . 44
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 45 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
FUEL USED (verbruikte brandstof)<br />
Dit display toont hoeveel brandstof<br />
er is verbruikt sinds u het systeem<br />
voor het laatst op nul heeft<br />
ingesteld.<br />
De waarde wordt weergegeven in<br />
metrische eenheden (liters) of<br />
Engelse eenheden (gallons).<br />
Wanneer u deze waarde weer op nul<br />
wilt zetten, moet u de waarde eerst<br />
weergeven en vervolgens de toets<br />
ingedrukt houden.<br />
00:00:00 TIMER OFF (timer uit)<br />
Deze functie werkt als een<br />
stopwatch.<br />
Met de timerfunctie kunt u de af te<br />
leggen afstand in tijd tussen twee<br />
punten berekenen.<br />
U kunt de timer starten door deze<br />
eerst weer te geven en daarna op de<br />
toets te drukken.<br />
00:00:00 TIMER ON (timer aan)<br />
wordt weergegeven.<br />
De timer start.<br />
U kunt de timer stoppen door deze<br />
eerst weer te geven en daarna<br />
opnieuw op de toets te drukken.<br />
Als de timer is uitgeschakeld, toont<br />
het display de timerwaarde en<br />
TIMER OFF.<br />
Wanneer u de timer terug wilt<br />
zetten naar 00:00:00, houdt u de<br />
toets ingedrukt nadat de timer is<br />
gestopt.<br />
AVERAGE SPEED (gemiddelde<br />
snelheid)<br />
Dit display toont de gemiddelde<br />
rijsnelheid sinds de laatste keer dat<br />
het systeem werd teruggesteld.<br />
De waarde wordt aangegeven in<br />
metrische eenheden, KM/H (kilometer<br />
per uur), of in Engelse eenheden,<br />
MPH (mijl per uur).<br />
Wanneer u deze waarde weer op nul<br />
wilt zetten, moet u de waarde eerst<br />
weergeven en vervolgens de toets<br />
ingedrukt houden.<br />
–<br />
45 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 46 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
BATTERY VOLTAGE<br />
(accuspanning)<br />
Dit display maakt het mogelijk de<br />
accuspanning te controleren om<br />
vast te stellen of de accu goed opgeladen<br />
wordt.<br />
De waarde kan schommelen. Dat is<br />
normaal.<br />
Zie "Lampje laadsysteem" onder<br />
"Waarschuwingslampjes" eerder in<br />
dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Zie ook onder "Beheer elektrisch<br />
vermogen" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Als er een probleem is met het laadsysteem<br />
van de accu, wordt er een<br />
bericht weergegeven. Raadpleeg<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Leeg display<br />
Dit menu eindigt met een blanco<br />
pagina.<br />
Menu Voertuiginformatie<br />
Druk op deze toets om het voertuiginformatiemenu<br />
te openen.<br />
Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />
indrukt, kunt u door de volgende<br />
displays te bladeren:<br />
OIL LIFE REMAINING (resterende<br />
levensduur olie)<br />
Op het display verschijnt het<br />
percentage van de levensduur van<br />
de olie die nog resteert.<br />
Als u bijvoorbeeld 95% ziet, betekent<br />
dit dat op de wijze waarop u<br />
met uw voertuig rijdt, de olie nog<br />
95% van zijn levensduur ter beschikking<br />
heeft.<br />
Wanneer de levensduur van de olie<br />
laag is, verschijnt het bericht CHAN-<br />
GE ENGINE OIL SOON (binnenkort<br />
olie verversen) op het display.<br />
Wanneer het lampje voor olie<br />
verversen gaat branden, moet u de<br />
motorolie zo snel mogelijk binnen<br />
1000 kilometer verversen.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />
4 voor aanvullende informatie.<br />
Zie het boekje met het onderhoudsschema<br />
voor meer informatie.<br />
. . . 46
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 47 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
UNITS (eenheden)<br />
U kunt tussen Engelse en metrische<br />
eenheden schakelen door eerst dit<br />
item weer te geven en daarna op de<br />
toets te drukken.<br />
PARKING ASSIST<br />
(parkeerhulpsysteem)<br />
Met deze functie kunt u het Ultrasone<br />
hulpsysteem bij inparkeren voor<br />
de huidige motorcyclus in- of<br />
uitschakelen.<br />
Ga als volgt te werk om deze functie<br />
in of uit te schakelen:<br />
1. Druk herhaaldelijk op om<br />
dit display te selecteren.<br />
2. Druk op de toets om tussen<br />
ON (aan) en OFF (uit) te<br />
schakelen.<br />
Wanneer u OFF (uit) selecteert om<br />
het systeem uit te schakelen, wordt<br />
het bericht PARKING ASSIST OFF<br />
(parkeerhulp uit) op het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder weergegeven<br />
wanneer de<br />
versnellingsbak uit stand P (parkeren)<br />
wordt geschakeld.<br />
Wanneer de motor wordt uitgeschakeld<br />
en weer ingeschakeld, wordt<br />
het systeem automatisch opnieuw<br />
ingeschakeld.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
• Ultrasoon hulpsysteem voor<br />
achteruitparkeren<br />
–<br />
47 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 48 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Displays van het controlesysteem<br />
voor de bandenspanning<br />
• FRONT TIRES kPa LEFT XX<br />
RIGHT XX (bandenspanning<br />
links- en rechtsvoor)<br />
• REAR TIRES kPa LEFT XX<br />
RIGHT XX (bandenspanning<br />
links- en rechtsachter)<br />
Op deze displays wordt de luchtdruk<br />
voor elke band van het voertuig<br />
weergegeven.<br />
Druk herhaaldelijk op de toets<br />
totdat de bandenspanning voor de<br />
voorbanden wordt weergegeven.<br />
Druk nog een keer op de toets<br />
om de bandenspanning voor de<br />
achterbanden weer te geven.<br />
De waarde wordt weergegeven in<br />
metrische eenheden (kPa) of in<br />
Engelse eenheden (PSI).<br />
Wanneer het systeem merkt dat de<br />
bandenspanning laag is onder het<br />
rijden, wordt CHECK TIRE PRESS-<br />
URE (bandenspanning controleren)<br />
op het display weergegeven.<br />
Het systeem geeft ook aan welke<br />
band moet worden gecontroleerd.<br />
Raadpleeg het volgende onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie:<br />
• Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
CHECK TIRE PRESSURE (bandenspanning<br />
controleren)<br />
Raadpleeg ook "Controlesysteem<br />
bandenspanning" onder "Banden"<br />
in hoofdstuk 4 voor meer<br />
informatie.<br />
. . . 48
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 49 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
PRESS TO RELEARN REMOTE<br />
KEY (druk op om de afstandsbediening<br />
opnieuw te<br />
programmeren)<br />
Met dit display kunt u de afstandsbedieningen<br />
aan uw voertuig<br />
koppelen.<br />
Zenders voor uw auto aanpassen:<br />
1. Druk herhaaldelijk op totdat<br />
PRESS TO RELEARN<br />
REMOTE KEY (druk op om<br />
de afstandsbediening opnieuw<br />
te programmeren) wordt<br />
weergegeven.<br />
2. Druk de toets in.<br />
REMOTE KEY LEARNING AC-<br />
TIVE (programmeren afstandsbediening<br />
actief) wordt op het<br />
display weergegeven.<br />
3. Druk op de vergrendel- en ontgrendelknoppen<br />
op de<br />
afstandsbediening en houd<br />
beide 15 seconden lang<br />
ingedrukt.<br />
U hoort een geluid als de afstandsbediening<br />
aan het voertuig<br />
wordt gekoppeld.<br />
De eerste afstandsbediening die<br />
aan het voertuig is gekoppeld,<br />
wordt door het systeem aangemerkt<br />
als "Bestuurder 1". De<br />
tweede afstandsbediening<br />
wordt aangemerkt met "Bestuurder<br />
2".<br />
4. Wanneer er meer afstandsbedieningen<br />
moeten worden<br />
gekoppeld, herhaalt u de vorige<br />
stappen.<br />
Er kunnen maximaal acht afstandsbedieningen<br />
voor uw<br />
voertuig worden<br />
geprogrammeerd.<br />
5. Schakel het contact uit om de<br />
programmeerfunctie uit te<br />
schakelen.<br />
Snelheidsmeter<br />
Naast de analoge standaardsnelheidsmeter<br />
kan uw voertuig zijn<br />
voorzien van dit digitale<br />
snelheidsdisplay.<br />
Druk herhaaldelijk op om de<br />
digitale snelheidsmeter weer te<br />
geven.<br />
U kunt het informatiecentrum voor<br />
de bestuurder gebruiken om het<br />
display om te zetten in Engelse of<br />
metrische eenheden.<br />
Zie "UNITS (eenheden)" eerder in<br />
dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Leeg display<br />
Dit menu eindigt met een blanco<br />
pagina.<br />
–<br />
49 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 50 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Bijzondere eigenschappen<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder kan ook worden<br />
gebruikt voor het programmeren<br />
van diverse functies die op uw voertuig<br />
beschikbaar kunnen zijn.<br />
PROGRAMMEERMODUS<br />
OPENEN<br />
1. Het contact moet zijn aangezet<br />
en de stand P (parkeren) moet<br />
zijn gekozen.<br />
2. Schakel de koplampen uit om<br />
te voorkomen dat de accu<br />
leegloopt.<br />
3. Druk op de toets op het<br />
display.<br />
Wanneer het voertuig niet in P<br />
(parkeren) staat, wordt FEATU-<br />
RE SETTINGS AVAILABLE IN<br />
PARK (instellingen functie beschikbaar<br />
in P) op het display<br />
weergegeven. Schakel naar P.<br />
4. Druk op de toets om de programmeermodus<br />
te openen.<br />
MENU BIJZONDERE<br />
EIGENSCHAPPEN<br />
Toen uw voertuig de fabriek verliet,<br />
zijn de bijzondere eigenschappen<br />
ingesteld op de standaardinstellingen,<br />
maar de instellingen kunnen<br />
ondertussen zijn veranderd.<br />
Gebruik dit menu om de gewenste<br />
opties te programmeren.<br />
Zie "Programmeermodus openen"<br />
eerder in dit hoofdstuk om dit menu<br />
te openen.<br />
Wanneer u in de programmeermodus<br />
bent, kunt u door de lijst met<br />
bijzondere eigenschappen die voor<br />
uw voertuig beschikbaar zijn bladeren<br />
door de toets herhaaldelijk in<br />
te drukken.<br />
Alleen beschikbare opties worden in<br />
het display weergegeven.<br />
De volgende functies, die automatisch<br />
worden opgeroepen, kunnen<br />
alleen in één voertuiginstelling<br />
worden geprogrammeerd:<br />
. . . 50
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 51 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
DISPLAY IN ENGLISH (display in<br />
Engels)<br />
Opmerking:<br />
Deze menuoptie wordt niet<br />
weergegeven wanneer het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder al in het<br />
Engels wordt weergegeven.<br />
Wanneer deze optie wordt weergegeven,<br />
kunt u met de toets<br />
Engels selecteren als de taal voor het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder.<br />
DISPLAY LANGUAGE (Displaytaal)<br />
Gebruik dit menu om de taal te<br />
selecteren die het voertuig moet<br />
gebruiken voor de weergave van<br />
informatie.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
talen te bladeren:<br />
• ENGLISH (Engelse taal)<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• FRANÇAIS (Franse taal)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
–<br />
• ESPAÑOL (Spaanse taal)<br />
• ARABIC (Arabisch)<br />
• DEUTSCH (Duitse taal)<br />
• ITALIANO (Italiaanse taal)<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
51 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 52 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
AUTO DOOR LOCK (automatische<br />
portiervergrendeling)<br />
Met deze voorziening kunt u uw<br />
automatische portiersloten op uw<br />
persoonlijke wensen aanpassen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• SHIFT OUT OF PARK (uit parkeerstand<br />
schakelen)<br />
Alle portieren worden automatisch<br />
vergrendeld wanneer de<br />
portieren worden gesloten en<br />
het voertuig uit P (parkeren)<br />
wordt geschakeld.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• AT VEHICLE SPEED (bij<br />
rijsnelheid)<br />
Alle portieren worden automatisch<br />
vergrendeld wanneer de<br />
snelheid van het voertuig gedurende<br />
drie seconden hoger is<br />
dan 8 km/u.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie "Portieren" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
AUTO DOOR UNLOCK (automatische<br />
portierontgrendeling)<br />
Met deze voorziening kunt u de<br />
functie voor automatische portierontgrendeling<br />
van uw voertuig<br />
aanpassen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
Wanneer deze instelling geactiveerd<br />
is, worden de portieren<br />
niet automatisch ontgrendeld.<br />
• DRIVER AT KEY OUT (bestuurdersportier<br />
bij sleutel uit<br />
contactslot)<br />
Het bestuurdersportier wordt<br />
automatisch ontgrendeld wanneer<br />
de contactsleutel uit het<br />
contact wordt verwijderd.<br />
. . . 52
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 53 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• DRIVER IN PARK (bestuurdersportier<br />
in parkeerstand)<br />
Het bestuurdersportier ontgrendelt<br />
automatisch wanneer u in P<br />
(parkeren) schakelt.<br />
• ALL AT KEY OUT (alle portieren<br />
bij sleutel uit contactslot)<br />
Alle portieren worden automatisch<br />
ontgrendeld, wanneer de<br />
sleutel uit het contactslot wordt<br />
verwijderd.<br />
• ALL IN PARK (alle portieren in<br />
parkeerstand)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie "Portieren" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
REMOTE DOOR LOCK (portiervergrendeling<br />
met<br />
afstandsbediening)<br />
Met deze functie kunt u het type<br />
feedback selecteren dat u krijgt<br />
wanneer u het voertuig vergrendelt<br />
met de afstandsbediening.<br />
Opmerking:<br />
U krijgt alleen feedback wanneer<br />
de portieren worden<br />
vergrendeld.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
–<br />
Alle portieren worden automatisch<br />
ontgrendeld wanneer u uit<br />
P (parkeren) schakelt.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
53 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 54 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
Er is geen feedback via claxon of<br />
verlichting wanneer de vergrendelingstoets<br />
op de afstandsbediening<br />
wordt ingedrukt.<br />
• LIGHTS ONLY (alleen<br />
verlichting)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
knippert de buitenverlichting<br />
wanneer u de<br />
vergrendelknop op de afstandsbediening<br />
indrukt.<br />
• HORN ONLY (alleen claxon)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
hoort u de claxon wanneer<br />
u de vergrendelknop op de<br />
afstandsbediening twee keer<br />
indrukt.<br />
• HORN & LIGHTS (claxon en<br />
verlichting)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
knippert de buitenverlichting<br />
wanneer u de<br />
vergrendelknop op de afstandsbediening<br />
indrukt.<br />
U hoort de claxon wanneer u de<br />
vergrendelknop binnen vijf<br />
seconden opnieuw indrukt.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie "Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />
3 voor meer informatie.<br />
. . . 54
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 55 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
REMOTE DOOR UNLOCK (portierontgrendeling<br />
met<br />
afstandsbediening)<br />
Met deze functie kunt u het type<br />
feedback selecteren dat u krijgt<br />
wanneer u het voertuig ontgrendelt<br />
met de afstandsbediening.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• LIGHTS OFF (verlichting uit)<br />
• LIGHTS ON (verlichting aan)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
knippert de buitenverlichting<br />
wanneer u de<br />
ontgrendelknop op de afstandsbediening<br />
indrukt.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
Opmerking:<br />
U krijgt alleen feedback wanneer<br />
de portieren worden<br />
vergrendeld.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie "Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />
3 voor meer informatie.<br />
–<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
knippert de buitenverlichting<br />
niet wanneer u op de<br />
ontgrendelknop op de afstandsbediening<br />
drukt.<br />
55 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 56 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
DELAY DOOR LOCK (portiervergrendeling<br />
met vertraging)<br />
Met deze functie kunt u de vergrendeling<br />
van het voertuig 5 seconden<br />
uitstellen wanneer het voertuig een<br />
opdracht tot portiervergrendeling<br />
ontvangt terwijl de achterklep of<br />
een portier is geopend.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
De portieren worden meteen<br />
vergrendeld wanneer de vergrendelknop<br />
voor de elektrisch<br />
bedienbare portieren of de vergrendelknop<br />
op de afstandsbediening<br />
wordt ingedrukt.<br />
• ON (aan)<br />
Wanneer de vergrendelknop<br />
voor de elektrisch bedienbare<br />
portieren of de vergrendelknop<br />
op de afstandsbediening wordt<br />
ingedrukt terwijl de achterklep of<br />
een portier is geopend, wordt de<br />
vergrendeling van de portieren<br />
vijf seconden uitgesteld.<br />
U hoort drie geluidssignalen.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
Opmerking:<br />
De uitgestelde vergrendeling<br />
werkt niet wanneer de sleutel<br />
in het contactslot zit.<br />
U kunt deze functie annuleren<br />
en de portieren meteen vergrendelen<br />
door twee keer op de<br />
schakelaar voor het elektrische<br />
bedienbare portier of twee keer<br />
op de vergrendeltoets op de<br />
afstandsbediening te drukken.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
. . . 56
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 57 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
EXIT LIGHTING<br />
(uitstapverlichting)<br />
Met deze functie kunt u de tijd<br />
instellen dat de buitenverlichting<br />
aan moet blijven (wanneer het<br />
buiten donker is) nadat het contact<br />
is uitgeschakeld.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
De buitenverlichting blijft niet<br />
aan.<br />
• 30 SECONDS (30 seconden)<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• 1 MINUTE (1 minuut)<br />
• 2 MINUTES (2 minuten)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
APPROACH LIGHTING<br />
(naderingslichten)<br />
Deze voorziening maakt het mogelijk<br />
de buitenverlichting zodanig te<br />
programmeren dat de lampen ingeschakeld<br />
worden of uitgeschakeld<br />
blijven wanneer u de afstandsbediening<br />
gebruikt om het voertuig te<br />
ontgrendelen wanneer het buiten<br />
donker is.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
De verlichting wordt niet ingeschakeld,<br />
wanneer u het voertuig<br />
ontgrendeld met de<br />
afstandsbediening.<br />
–<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
57 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 58 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• ON (aan)<br />
Wanneer het voertuig wordt<br />
ontgrendeld met de afstandsbediening,<br />
dan wordt de buitenverlichting<br />
ook ingeschakeld. De<br />
verlichting blijft 20 seconden<br />
branden of totdat het contactslot<br />
wordt ingeschakeld of de<br />
vergrendelknop op de afstandsbediening<br />
wordt ingedrukt.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie "Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />
3 voor meer informatie.<br />
CHIME VOLUME (volume<br />
geluidssignaal)<br />
Met deze functie kunt u het volumeniveau<br />
van het gongsignaal wijzigen.<br />
Het gongsignaal kan niet<br />
volledig worden uitgeschakeld.<br />
Het systeem beschikt over twee<br />
volumeniveaus voor het gongsignaal,<br />
normaal en luid.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• NORMAL (normaal)<br />
• LOUD (luid)<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
. . . 58
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 59 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
PARK TILT MIRRORS (spiegels<br />
kantelen bij parkeren)<br />
Wanneer deze functie is ingeschakeld,<br />
wordt de spiegel aan de<br />
bestuurderszijde en/of passagierszijde<br />
omlaag gekanteld wanneer de<br />
versnellingshendel van het voertuig<br />
in R (achteruit) wordt gezet zodat u<br />
de trottoirband kunt zien terwijl u<br />
inparkeert.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
De buitenspiegels kantelen niet<br />
omlaag wanneer de keuzehendel<br />
in de stand R (achteruit)<br />
wordt geschakeld.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• DRIVER MIRROR (spiegel<br />
bestuurderszijde)<br />
De buitenspiegel aan de bestuurderszijde<br />
van het voertuig kantelt<br />
omlaag naar de trottoirband<br />
wanneer de versnellingshendel<br />
in R (achteruit) wordt gezet.<br />
• PASSENGER MIRROR (spiegel<br />
passagierszijde)<br />
De buitenspiegel aan de passagierszijde<br />
van het voertuig kantelt<br />
omlaag naar de trottoirband<br />
wanneer de versnellingshendel<br />
in R (achteruit) wordt gezet.<br />
• BOTH MIRRORS (beide<br />
spiegels)<br />
Beide buitenspiegels kantelen<br />
omlaag naar de trottoirband<br />
wanneer de versnellingshendel<br />
in R (achteruit) wordt gezet.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Spiegels<br />
Instellingen voor de spiegels<br />
voor het zien van de<br />
trottoirband<br />
–<br />
59 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 60 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
EASY EXIT SEAT<br />
(Uitstapvoorziening)<br />
Met deze functie kunt u het automatisch<br />
oproepen van de in het<br />
geheugen opgeslagen uitstapstand<br />
wanneer de sleutel uit het contact<br />
wordt verwijderd in- of uitschakelen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
dan kan de in het<br />
geheugen opgeslagen uitstapstand<br />
niet automatisch worden<br />
opgeroepen.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• ON (aan)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
wordt de in het geheugen<br />
opgeslagen uitstapstand<br />
automatisch opgeroepen wanneer<br />
de sleutel uit het contactslot<br />
wordt verwijderd.<br />
Wanneer de sleutel in het contact<br />
wordt gestoken en weer<br />
wordt verwijderd zonder dat de<br />
geheugenfunctie wordt geactiveerd,<br />
blijft de stoel in de originele<br />
uitstapstand staan.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Geheugen<br />
. . . 60
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 61 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
MEMORY SEAT RECALL (stoelstand<br />
oproepen)<br />
Met deze functie kunt u het automatisch<br />
oproepen van instellingen<br />
uit het geheugen in- en<br />
uitschakelen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
Wanneer deze instelling is ingeschakeld<br />
dan kunnen de geheugeninstellingen<br />
niet automatisch<br />
worden opgeroepen.<br />
Wanneer deze instelling is gekozen,<br />
worden de geheugeninstellingen<br />
automatisch opgeroepen<br />
wanneer u het voertuig ontgrendelt<br />
met de afstandsbediening.<br />
Opmerking:<br />
De standen voor de instelbare<br />
gas- en rempedalen (waar van<br />
toepassing) kunnen ook worden<br />
opgeroepen. Raadpleeg<br />
"Instelbare gas- en rempedalen"<br />
in hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Geheugen<br />
–<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• ON (aan)<br />
61 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 62 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
REMOTE START (starten op<br />
afstand)<br />
Met deze functie kunt u de startfunctie<br />
op afstand in- en<br />
uitschakelen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
Als deze instelling is geactiveerd,<br />
staat de startfunctie op afstand<br />
uit.<br />
• ON (aan)<br />
Als deze instelling is geactiveerd,<br />
staat de startfunctie op afstand<br />
aan.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Raadpleeg "Voertuig op afstand starten"<br />
in hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
. . . 62
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 63 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
FACTORY SETTINGS<br />
(fabrieksinstellingen)<br />
Met deze functie kunt u alle<br />
programmeerbare functies instellen<br />
op hun standaardinstellingen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• RESTORE ALL (alles herstellen)<br />
Wanneer u deze optie selecteert,<br />
worden alle programmeerbare<br />
functies van het systeem op<br />
de standaardinstellingen<br />
hersteld.<br />
• DO NOT RESTORE (niet<br />
herstellen)<br />
Wanneer u deze optie selecteert,<br />
worden de huidige instellingen<br />
niet gewijzigd.<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
DE PROGRAMMEERMODUS<br />
AFSLUITEN<br />
Ga als volgt te werk om de programmeermodus<br />
af te sluiten:<br />
• Haal de keuzehendel van de<br />
transmissie uit de stand P<br />
(parkeren).<br />
• Zet het contact af.<br />
• Druk op de toets voor reis-/<br />
brandstofinformatie van het<br />
informatiecentrum voor de<br />
bestuurder of de<br />
voertuiginformatietoets.<br />
• Druk herhaaldelijk op de aanpassingstoets<br />
totdat FEATURE<br />
SETTINGS PRESS TO EXIT<br />
(functie instellingen druk op<br />
om af te sluiten) wordt weergegeven.<br />
Druk op de toets om<br />
dit te selecteren.<br />
• Druk niet op een knop.<br />
Na 40 seconden inactiviteit<br />
treedt een time-out op van het<br />
display.<br />
–<br />
63 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 64 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de<br />
bestuurder<br />
Deze meldingen verschijnen<br />
wanneer zich een storing in een van<br />
de systemen in het voertuig<br />
voordoet.<br />
U kunt het bericht op het display<br />
van het informatiecentrum wissen<br />
door op de resettoets te drukken.<br />
Door het bericht te wissen,<br />
verdwijnt alleen het bericht. Hierdoor<br />
wordt niet het probleem<br />
verholpen. Neem het bericht<br />
serieus.<br />
De displays die in deze handleiding<br />
worden getoond, zijn typerend. De<br />
werkelijke displays in uw auto zijn<br />
afhankelijk van de bepaalde opties<br />
die in uw auto aanwezig zijn en van<br />
de taal waarop het systeem is<br />
ingesteld.<br />
• AUTOMATIC LIGHT CONTROL<br />
OFF (automatische lichtbediening<br />
uit)<br />
Dit bericht verschijnt wanneer<br />
het systeem van de automatische<br />
koplampverlichting niet<br />
goed werkt.<br />
Zie voor meer informatie "Verlichting"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
• AUTOMATIC LIGHT CONTROL<br />
ON (automatische lichtbediening<br />
aan)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het systeem van de<br />
automatische koplampverlichting<br />
niet goed werkt.<br />
Zie voor meer informatie "Verlichting"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
• BATTERY SAVER ACTIVE (accubesparing<br />
actief)<br />
Dit bericht verschijnt indien blijkt<br />
dat de accuspanning terugloopt<br />
tot een onaanvaardbare waarde.<br />
Als de accuspanning daalt, zal<br />
het accubesparingssysteem de<br />
voeding verlagen naar een aantal<br />
voorzieningen wat wellicht<br />
niet merkbaar is. Indien het<br />
nodig is een functie uit te schakelen,<br />
dan zal dit bericht op het<br />
display verschijnen om u te laten<br />
weten dat het voertuig tracht<br />
om de acculading te handhaven.<br />
Schakel onnodige stroomverbruikers<br />
uit.<br />
De accuspanning kan met<br />
behulp van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder worden<br />
gecontroleerd. Bij draaiende<br />
motor moet de accuspanning<br />
11,5 tot 15,5 volt bedragen.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
- Menu Reis-/brandstofinformatie<br />
. . . 64
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 65 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• CHANGE ENGINE OIL SOON<br />
(motorolie binnenkort verversen)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer de levensduur van de<br />
olie is verlopen en de olie moet<br />
worden ververst.<br />
Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />
4 voor aanvullende<br />
informatie.<br />
Zie het boekje met het onderhoudsschema<br />
voor meer<br />
informatie.<br />
Wanneer het lampje voor olie<br />
verversen gaat branden, moet u<br />
de motorolie zo snel mogelijk<br />
binnen 1000 kilometer<br />
verversen.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
• CHECK TIRE PRESSURE (bandenspanning<br />
controleren)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer de bandenspanning in<br />
één van de banden moet worden<br />
gecontroleerd.<br />
Een van de volgende displays<br />
wordt ook weergegeven om aan<br />
te geven welke band moet worden<br />
gecontroleerd:<br />
- LEFT FRONT (linksvoor)<br />
- RIGHT FRONT (rechtsvoor)<br />
- LEFT REAR (linksachter)<br />
- RIGHT REAR (rechtsachter)<br />
U kunt meerdere berichten voor<br />
de bandenspanning tegelijkertijd<br />
ontvangen.<br />
Wanneer u andere berichten wilt<br />
lezen die tegelijkertijd zijn verzonden,<br />
druk u op de toets .<br />
Stop zodra dit veilig kan en laat<br />
de bandenspanning controleren<br />
en zo nodig corrigeren.<br />
Pomp de band tot de voorgeschreven<br />
spanning op.<br />
Raadpleeg "Banden" in hoofdstuk<br />
4 voor meer informatie.<br />
Zie ook de volgende informatie:<br />
- Menu Voertuiginformatie<br />
Displays van het controlesysteem<br />
voor de bandenspanning<br />
-Waarschuwingslampen<br />
Lampje voor lage<br />
bandenspanning<br />
–<br />
65 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 66 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• CRUISE SET TO XXX KM/H<br />
(cruise control ingesteld op XXX<br />
km/u)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
de cruise control is ingesteld.<br />
Zie "Cruise control" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
• DRIVER DOOR OPEN (bestuurdersportier<br />
geopend)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het bestuurdersportier<br />
geopend of niet goed gesloten<br />
is.<br />
• ENGINE HOT -- A/C OFF<br />
(motor heet -- airconditioning<br />
uit)<br />
Verschijnt wanneer de koelvloeistoftemperatuur<br />
hoger is dan de<br />
normale bedieningstemperatuur.<br />
Om extra spanning op een hete<br />
motor te voorkomen, wordt de<br />
airconditioning automatisch<br />
uitgeschakeld.<br />
Wanneer de koelvloeistoftemperatuur<br />
weer normaal is, wordt de<br />
werking van de airconditioningcompressor<br />
weer hervat.<br />
U kunt door blijven rijden met<br />
het voertuig.<br />
Wanneer dit bericht terug blijft<br />
komen, laat dan het systeem zo<br />
spoedig mogelijk repareren om<br />
schade aan de motor te<br />
voorkomen.<br />
• ENGINE OVERHEATED -- IDLE<br />
ENGINE (motor oververhit -- stationair<br />
toerental)<br />
Verschijnt wanneer de koelvloeistof<br />
te heet wordt.<br />
Breng de auto zo snel mogelijk<br />
op een veilige plaats tot stilstand.<br />
Laat de motor stationair draaien<br />
totdat de motor afgekoeld is.<br />
Zie de volgende informatie:<br />
-Waarschuwingslamp voor<br />
koelvloeistoftemperatuur<br />
- Bescherming tegen<br />
oververhitting<br />
. . . 66
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 67 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
OPMERKING<br />
Als u blijft rijden terwijl uw voertuig<br />
oververhit is, kan de motor<br />
ernstig beschadigd raken.<br />
Wanneer u een waarschuwing<br />
voor oververhitting krijgt, stop<br />
dan zo snel mogelijk.<br />
Verhoog het motortoerental niet<br />
tot boven normaal stationair<br />
toerental.<br />
Zie "Oververhitting van de<br />
motor" in hoofdstuk 5.<br />
• ENGINE POWER REDUCED<br />
(verminderd motorvermogen)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het motorvermogen<br />
wordt verminderd om de motor<br />
tegen beschadiging te<br />
beschermen.<br />
Dit kan ook invloed hebben op<br />
het acceleratievermogen van het<br />
voertuig.<br />
Er zijn verschillende storingen<br />
die dit bericht kunnen<br />
veroorzaken.<br />
Wanneer deze melding wordt<br />
weergegeven zonder vermindering<br />
van de prestaties van het<br />
voertuig, rijd dan verder naar uw<br />
bestemming. De volgende keer<br />
dat er met het voertuig wordt<br />
gereden, kunnen de acceleratie<br />
en snelheid zijn verminderd. Rijd<br />
met een lagere snelheid.<br />
Laat het voertuig zo spoedig<br />
mogelijk repareren.<br />
• HOOD OPEN (motorkap open)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer de motorkap niet volledig<br />
gesloten is.<br />
• ICE POSSIBLE -- DRIVE WITH<br />
CARE (ijzelgevaar -- rijd<br />
voorzichtig)<br />
Deze melding verschijnt wanneer<br />
de buitentemperatuur voldoende<br />
laag is om het<br />
wegoppervlak te laten bevriezen.<br />
Pas uw rijstijl aan.<br />
• LEFT REAR DOOR AJAR (achterportier<br />
links geopend)<br />
Het bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het achterportier<br />
links geopend of niet goed<br />
gesloten is.<br />
–<br />
67 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 68 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• OIL PRESSURE LOW -- STOP<br />
ENGINE (oliedruk laag -- stop<br />
motor)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer de motoroliedruk laag<br />
is.<br />
U hoort meerdere geluidssignalen<br />
wanneer dit bericht wordt<br />
weergegeven.<br />
Indien dit bericht op het display<br />
verschijnt terwijl de motor draait,<br />
breng dan het voertuig tot stilstand<br />
en zet de motor onmiddellijk<br />
af. Rijdt u niet met het<br />
voertuig totdat het probleem is<br />
verholpen. Het waarschuwingssignaal<br />
klinkt meerdere keren.<br />
Het waarschuwingslampje voor<br />
de motoroliedruk gaat ook<br />
branden.<br />
OPMERKING<br />
Als u in uw auto blijft rijden, kan<br />
dit resulteren in ernstige<br />
motorschade.<br />
Wanneer u een waarschuwing<br />
voor lage oliedruk krijgt, stop het<br />
voertuig dan zo snel mogelijk.<br />
Gebruik het voertuig niet zolang<br />
het probleem niet is verholpen.<br />
Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />
4 voor aanvullende<br />
informatie.<br />
• PARKING ASSIST OFF (parkeerhulpsysteem<br />
uitgeschakeld)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
het voertuig wordt gestart terwijl<br />
het ultrasone parkeerhulpsysteem<br />
is uitgeschakeld.<br />
Dit is een herinnering dat het<br />
systeem is uitgeschakeld en dat<br />
u dus niet wordt gewaarschuwd<br />
voor obstakels.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
- Menu Voertuiginformatie<br />
PARKING ASSIST<br />
(parkeerhulpsysteem)<br />
Zie ook de volgende informatie:<br />
- Ultrasoon hulpsysteem voor<br />
achteruitparkeren<br />
. . . 68
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 69 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• PASSENGER DOOR OPEN (passagiersportier<br />
geopend)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het voorportier aan<br />
passagierszijde geopend of niet<br />
goed gesloten is.<br />
• REMOTE KEY LEARNING<br />
ACTIVE (programmeren<br />
afstandsbediening actief)<br />
Dit wordt weergegeven als de<br />
afstandsbediening aan het voertuig<br />
wordt aangepast.<br />
• REPLACE BATTERY IN REMOTE<br />
KEY (batterij in afstandsbediening<br />
vervangen)<br />
Het bericht verschijnt als de batterij<br />
van de afstandsbediening<br />
leeg is. Vervang de batterij.<br />
• REAR ACCESS OPEN (achterklep<br />
geopend)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer de achterklep niet volledig<br />
is gesloten.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
-Menu Voertuiginformatie<br />
PRESS TO RELEARN<br />
REMOTE KEY (druk op om<br />
de afstandsbediening opnieuw<br />
te programmeren)<br />
Zie tevens "Sloten met afstandsbediening"<br />
in hoofdstuk 3.<br />
Zie "Batterij vervangen" onder<br />
"Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />
3 voor meer informatie.<br />
• RIGHT REAR DOOR OPEN (achterportier<br />
rechts geopend)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
het achterportier rechts geopend<br />
of niet goed gesloten is.<br />
–<br />
69 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 70 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• SERVICE AIR BAG (onderhoud<br />
airbag)<br />
Wordt weergegeven wanneer er<br />
een probleem met het airbagsysteem<br />
is. Neem contact op met<br />
uw dealer voor onderhoud.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
-Waarschuwingslampen<br />
Controlelamp airbag<br />
• SERVICE A/C SYSTEM (onderhoud<br />
airconditioningssysteem)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer de klep van de luchtverdelingsmodus<br />
of de elektronische<br />
sensoren die de<br />
airconditioning en het verwarmingssysteem<br />
regelen niet meer<br />
werken. Ga naar de dealer voor<br />
onderhoud wanneer u merkt dat<br />
de airconditioning en het verwarmingssysteem<br />
niet goed<br />
meer werken.<br />
• SERVICE BATTERY CHARGING<br />
SYSTEM (onderhoud laadsysteem<br />
accu)<br />
Deze melding verschijnt op het<br />
display bij storingen in het laadstroomcircuit.<br />
Laat het systeem<br />
onmiddellijk controleren. Wanneer<br />
u blijft rijden met deze melding<br />
op het display, kan de accu<br />
worden ontladen.<br />
Wanneer u een korte afstand<br />
moet rijden, schakel dan alle<br />
niet-noodzakelijke accessoires<br />
uit.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Het lampje voor het opladen van<br />
de accu kan op het instrumentenpaneel<br />
branden.<br />
Zie "Lampje laadsysteem" onder<br />
"Waarschuwingslampjes" eerder<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
. . . 70
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 71 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• SERVICE BRAKE ASSIST<br />
(servicerembekrachtiging)<br />
Laat het voertuig zo spoedig<br />
mogelijk repareren.<br />
• SERVICE PARKING ASSIST<br />
(onderhoud parkeerhulpsysteem)<br />
Dit bericht verschijnt indien er<br />
een probleem is met het<br />
remsysteem.<br />
Het waarschuwingslampje van<br />
het remsysteem en het waarschuwingslampje<br />
voor het ABSsysteem<br />
kunnen ook gaan<br />
branden.<br />
Breng, zodra dit veilig kan, het<br />
voertuig tot stilstand en zet het<br />
contact af. Start de motor<br />
opnieuw om het waarschuwingssysteem<br />
weer in werking te<br />
stellen.<br />
Als het bericht niet verdwijnt of<br />
opnieuw wordt weergegeven tijdens<br />
het rijden, is er een probleem<br />
met het remsysteem.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
- Controlelamp remsysteem<br />
- Controlelamp ABS<br />
Zie ook "Remmen" in hoofdstuk<br />
3 voor meer informatie over het<br />
remsysteem.<br />
• SERVICE BRAKE SYSTEM<br />
(onderhoud remsysteem)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het contact ingeschakeld<br />
is en het remvloeistofpeil<br />
laag is. Laat het voertuig zo snel<br />
mogelijk nakijken.<br />
Het waarschuwingslampje van<br />
het remsysteem wordt ook<br />
ingeschakeld.<br />
Dit wordt weergegeven bij problemen<br />
met het ultrasone<br />
parkeerhulpsysteem.<br />
Gebruik het parkeerhulpsysteem<br />
niet wanneer deze melding<br />
wordt weergegeven.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
- Ultrasoon hulpsysteem voor<br />
achteruitparkeren<br />
–<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
- Controlelamp remsysteem<br />
71 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 72 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• SERVICE POWER STEERING<br />
(onderhoud stuurbekrachtiging)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
er zich een storing voordoet in<br />
het stuursysteem met variabele<br />
werking.<br />
Wanneer dit bericht wordt weergegeven,<br />
zult u merken dat het<br />
sturen zwaarder gaat, maar u<br />
kunt nog wel sturen.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
• SERVICE STABILITRAK (onderhoud<br />
Stabilitrak)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
het systeem voor optimale stabiliteit<br />
storingen vertoont.<br />
Wanneer u het systeem wilt resetten,<br />
stopt u en schakelt u het<br />
contact uit en weer in.<br />
Wanneer de melding blijft of<br />
opnieuw wordt weergegeven<br />
onder het rijden, moet uw voertuig<br />
voor een onderhoudsbeurt<br />
naar de werkplaats.<br />
Breng het voertuig zo snel<br />
mogelijk naar de dealer om het<br />
systeem na te laten kijken.<br />
Zie voor meer informatie "Stabilitrak-systeem"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
• SERVICE SUSPENSION SYS<br />
(onderhoud ophangingssysteem)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het elektronisch schokdempsysteem<br />
of systeem voor<br />
automatische niveauregeling<br />
niet goed werkt.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
. . . 72
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 73 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• SERVICE THEFT DETERRENT<br />
SYSTEM (onderhoud<br />
antidiefstalsysteem)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
er een probleem is met het antidiefstalsysteem<br />
dat in de sleutel<br />
is geprogrammeerd.<br />
Het systeem wordt uitgeschakeld<br />
en kan het voertuig niet<br />
meer beschermen.<br />
Het voertuig kan meestal weer<br />
worden gestart, maar het is toch<br />
het beste om het voertuig naar<br />
een betrouwbaar servicecentrum<br />
te brengen voordat u de motor<br />
uitschakelt.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Zie tevens "Immobilisatiesysteem"<br />
onder "Sleutels" in hoofdstuk<br />
3.<br />
• SERVICE TIRE MONITOR<br />
SYSTEM (onderhoud<br />
bandencontrolesysteem)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
het controlesysteem voor de<br />
bandenspanning niet goed<br />
werkt.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Wanneer dit bericht wordt weergegeven<br />
en niet verdwijnt, is er<br />
een probleem met het controlesysteem<br />
voor de bandenspanning.<br />
Raadpleeg ook "Controlesysteem<br />
bandenspanning" onder "Banden"<br />
in hoofdstuk 4.<br />
Het lampje voor lage bandenspanning<br />
kan ook op het instrumentenpaneel<br />
worden<br />
weergegeven. Zie voor meer<br />
informatie "Lampje voor lage<br />
bandenspanning" onder "Waarschuwingslampjes"<br />
eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
• SERVICE TRACTION<br />
CONTROL (onderhoud<br />
tractieregeling)<br />
Deze melding wordt getoond als<br />
het tractieregelsysteem gebreken<br />
vertoont.<br />
Wanneer dit bericht wordt weergegeven,<br />
zal het tractieregelsysteem<br />
het spinnen van de wielen<br />
niet beperken.<br />
Pas uw rijstijl aan.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor<br />
meer gegevens.<br />
–<br />
73 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 74 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• SERVICE TRANSMISSION<br />
(onderhoud transmissie)<br />
Dit bericht verschijnt indien er<br />
een probleem is met de<br />
transmissie.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
• SERVICE VEHICLE SOON<br />
(onderhoud voertuig<br />
binnenkort)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
er een storing is die geen verband<br />
houdt met het emissiesysteem.<br />
Laat het voertuig zo<br />
spoedig mogelijk repareren.<br />
• SPEED LIMITED TO XXX KM/H<br />
(snelheid begrensd tot xxx km/u)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het voertuig de snelheid<br />
beperkt omdat er een storing<br />
is waargenomen in één van<br />
de volgende systemen:<br />
- Stuursysteem met variabele<br />
werking<br />
- Automatische stabilisatieregeling<br />
(indien van toepassing)<br />
- Automatische niveauregeling<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
• STABILITRAK NOT READY (Stabilitrak<br />
niet klaar)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
het Stabilitrak-systeem niet klaar<br />
is.<br />
Wanneer u begint te rijden, kan<br />
het bericht STABILITRAK NOT<br />
READY (Stabilitrak niet klaar)<br />
worden weergegeven en kan het<br />
systeemlampje gaan branden<br />
wanneer de rijsnelheid 30 seconden<br />
hoger is dan 30 km/u.<br />
Wanneer het systeem gereed is,<br />
verdwijnt het bericht.<br />
Zie voor meer informatie "Stabilitrak-systeem"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
. . . 74
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 75 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• STABILITRAK OFF (Stabilitrak<br />
uit)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
het stabiliteitssysteem wordt<br />
uitgeschakeld.<br />
Dit bericht kan ook onder de volgende<br />
omstandigheden worden<br />
weergegeven wanneer het systeem<br />
automatisch is<br />
uitgeschakeld:<br />
- Het stabiliteitssysteem is oververhit<br />
als gevolg van continu<br />
gebruik gedurende een lange<br />
periode.<br />
- De controlelamp van het remsysteem<br />
brandt.<br />
Raadpleeg de rubriek "Controlelamp<br />
remsysteem" eerder in<br />
dit hoofdstuk.<br />
- Het stabiliteitssysteem heeft te<br />
veel tijd nodig om diens diagnostische<br />
controles te voltooien<br />
als gevolg van de<br />
rijomstandigheden.<br />
- Er is een storing in de motor of<br />
het voertuig waargenomen en<br />
het voertuig moet voor onderhoud<br />
naar de garage.<br />
Wanneer Stabilitrak automatisch<br />
was uitgeschakeld, verdwijnt het<br />
bericht als de omstandigheden<br />
weer normaal zijn.<br />
Zie voor meer informatie "Stabilitrak-systeem"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
–<br />
75 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 76 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• STARTING DISABLED --<br />
SERVICE THROTTLE (starten<br />
niet mogelijk - onderhoud<br />
gasklep)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
zich een storing voordoet in het<br />
gasklepsysteem. Laat het systeem<br />
zo spoedig mogelijk door<br />
een dealer herstellen.<br />
• THEFT ATTEMPTED (poging tot<br />
diefstal)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
het antidiefstalsysteem heeft<br />
waargenomen dat een poging<br />
tot inbraak heeft plaatsgevonden<br />
terwijl u niet aanwezig was.<br />
Zie "Anti-diefstalsysteem" in<br />
hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
• TIGHTEN GAS CAP (benzinedop<br />
vastdraaien)<br />
Dit bericht verschijnt wanneer<br />
de benzinevuldop niet goed is<br />
aangebracht. Controleer of de<br />
benzinevuldop juist is<br />
vastgedraaid.<br />
• TIRE LEARNING ACTIVE (programmeren<br />
band actief)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het controlesysteem<br />
voor de bandenspanning de<br />
bandenposities op uw voertuig<br />
opnieuw programmeert.<br />
Zie voor meer informatie onder<br />
"Controlesysteem bandenspanning"<br />
in de paragraaf "Banden"<br />
in hoofdstuk 4.<br />
. . . 76
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 77 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• TRACTION CONTROL OFF<br />
(tractieregeling uit)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
het tractieregelingssysteem is<br />
uitgeschakeld.<br />
Pas uw rijstijl aan.<br />
Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor<br />
meer gegevens.<br />
• TRACTION CONTROL ON<br />
(tractieregeling aan)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het tractieregelsysteem<br />
is ingeschakeld.<br />
Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor<br />
meer gegevens.<br />
• TRANSMISSION HOT -- IDLE<br />
ENGINE (transmissie heet, stationair<br />
toerental)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
de transmissievloeistof te heet is.<br />
Stop en laat de motor stationair<br />
draaien tot het bericht is<br />
verdwenen.<br />
• TURN SIGNAL ON (richtingaanwijzer<br />
aan)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
om u er aan te herinneren dat de<br />
richtingaanwijzer na ongeveer<br />
1,6 km nog is ingeschakeld.<br />
U hoort ook een meervoudig<br />
geluidssignaal.<br />
• WASHER FLUID LOW -- ADD<br />
FLUID (sproeiervloeistofpeil laag<br />
-- vloeistof bijvullen)<br />
Dit bericht verschijnt wanneer<br />
het vloeistofpeil van de ruitensproeiers<br />
laag is.<br />
Voeg ruitensproeiervloeistof toe.<br />
Zie "Ruitensproeiervloeistof" in<br />
hoofdstuk 4 voor informatie.<br />
–<br />
77 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 78 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
VERLICHTING<br />
De bedieningsorganen van de<br />
buitenverlichting bevinden zich op<br />
de multifunctionele hendel.<br />
De dimmer voor de instrumentenverlichting<br />
bevindt zich op het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Zie "Verlichting" en "Multifunctionele<br />
hendel" verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
VERWARMINGS- EN AIR-<br />
CONDITIONINGSYSTEEM<br />
Uw auto is uitgerust met een<br />
verwarmings- en airconditioningsysteem.<br />
Raadpleeg de rubriek<br />
"Verwarming en airconditioning" in<br />
dit hoofdstuk voor gegevens over de<br />
bediening van het systeem.<br />
GELUIDSINSTALLATIE EN<br />
KLOK<br />
Raadpleeg de rubriek "Geluidsinstallatie<br />
en klok" in dit hoofdstuk voor<br />
informatie omtrent de bediening<br />
van uw autoradio.<br />
ENTERTAINMENTSYSTEEM<br />
VOOR ACHTERPASSAGIERS<br />
(INDIEN VAN TOEPASSING)<br />
Zie de afzonderlijke handleiding<br />
voor meer informatie over de wijze<br />
waarop dit systeem moet worden<br />
gebruikt.<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
(INDIEN VAN TOEPASSING)<br />
Zie "Navigatiesysteem" later in dit<br />
hoofdstuk en raadpleeg het afzonderlijke<br />
handboek voor het navigatiesysteem<br />
voor meer informatie.<br />
ANALOGE KLOK<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
analoge klok op het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Het gelijkzetten van de klok<br />
geschiedt als volgt:<br />
1. Zoek de tijdinsteltoets onder de<br />
klok.<br />
2. Druk de klok in en houd hem<br />
ingedrukt om de wijzers te<br />
verdraaien.<br />
Laat de knop los voor u de gewenste<br />
tijdinstelling hebt<br />
bereikt.<br />
3. Druk de knop in en laat hem los<br />
om de tijdsaanduiding één<br />
minuut vooruit te zetten tot de<br />
gewenste tijdinstelling is<br />
bereikt.<br />
. . . 78
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 79 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
digitale klok die zich in het display<br />
van de geluidsinstallatie of het navigatiesysteem<br />
bevindt.<br />
Zie voor meer informatie "Geluidsinstallatie<br />
en klok" verderop in dit<br />
hoofdstuk of de aparte handleiding<br />
voor het navigatiesysteem over het<br />
in- en uitschakelen van de weergave<br />
van de digitale klok.<br />
ONTGRENDELING VAN DE<br />
MOTORKAP<br />
Gebruik de handgreep bij het<br />
bestuurdersportier voor het openen<br />
van de motorkap. Zie hoofdstuk 4<br />
voor meer informatie.<br />
ONTGRENDELING<br />
PARKEERREM<br />
De hendel voor het ontgrendelen<br />
van de parkeerrem bevindt zich op<br />
het instrumentenpaneel bij het<br />
bestuurdersportier. Trek aan de<br />
hendel om de parkeerrem te lossen.<br />
Raadpleeg de rubriek "Parkeerrem"<br />
in hoofdstuk 3 voor informatie over<br />
de juiste wijze waarop de parkeerrem<br />
in werking gesteld en gelost<br />
moet worden.<br />
TOETS SLEEP-/TREKFUNCTIE<br />
Wanneer u op de toets drukt,<br />
worden afremmen op hellingen en<br />
de sleep-/trekfunctie samen in- en<br />
uitgeschakeld. Ze kunnen niet apart<br />
worden in- en uitgeschakeld.<br />
Zie de volgende informatie:<br />
• Automatische transmissie<br />
• Trekken van een aanhanger<br />
• Sleep-/trekfunctie<br />
–<br />
79 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 80 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
. . . 80<br />
■ WAARSCHUWINGS-<br />
KNIPPERLICHTEN<br />
De knop voor de waarschuwingsknipperlichten<br />
bevindt zich in het<br />
midden van het instrumentenpaneel,<br />
onder het bedieningspaneel<br />
voor de verwarming en<br />
airconditioning.<br />
Druk de schakelaar voor de waarschuwingsknipperlichten<br />
in zodat<br />
de richtingaanwijzers aan de vooren<br />
achterzijde van het voertuig knipperen.<br />
Hierdoor laat u anderen<br />
weten dat u een probleem heeft. U<br />
kunt de waarschuwingsknipperlichten<br />
uitschakelen door nog een keer<br />
op de schakelaar te drukken.<br />
■ TRACTIEREGELSYSTEEM<br />
Op een glad wegdek beperkt dit<br />
systeem het doordraaien van de<br />
wielen.<br />
Bij voertuigen met achterwielaandrijving<br />
worden de remmen<br />
selectief gebruikt en/of wordt het<br />
motorvermogen verminderd om<br />
het slippen te beperken als het<br />
systeem merkt dat een of beide<br />
achterwielen gaan slippen of grip<br />
verliezen.<br />
Bij voertuigen met vierwielaandrijving<br />
worden de remmen selectief<br />
gebruikt en/of wordt het motorvermogen<br />
verminderd om het slippen<br />
te beperken als het systeem merkt<br />
dat een van de wielen gaat slippen<br />
of grip verliest.<br />
U hoort of voelt mogelijk dat het<br />
systeem actief is, maar dat is<br />
normaal.<br />
Het lampje voor het tractieregelsysteem<br />
knippert als het systeem het<br />
doorslippen van de wielen<br />
vermindert.<br />
Bij het starten van de motor wordt<br />
het systeem automatisch<br />
geactiveerd.<br />
Normaliter moet u het systeem in<br />
diens normale bedrijfsmodus laten,<br />
zorg er echter voor dat het systeem<br />
wordt uitgeschakeld wanneer de<br />
auto vast komt te zitten in modder,<br />
zand of sneeuw.
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 81 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
OPMERKING<br />
OPMERKING<br />
Schakel het tractieregelsysteem<br />
uit zodra de auto vast komt te<br />
zitten in modder, los zand of<br />
sneeuw.<br />
Zie "Als uw voertuig vast komt te<br />
zitten" in hoofdstuk 5.<br />
Druk kort op de toets TC, onder het<br />
klimaatregelsysteem, om het<br />
systeem uit te schakelen.<br />
Het bericht TRACTION CONTROL<br />
OFF (tractieregeling uit) wordt op<br />
het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder weergegeven.<br />
De lamp voor het tractieregelsysteem<br />
zal ook branden om u er op te<br />
wijzen dat het systeem is uitgeschakeld<br />
en het doordraaien van de<br />
wielen niet kan begrenzen.<br />
Pas uw rijstijl aan.<br />
Rem niet herhaaldelijk en accelereer<br />
niet te veel als het tractieregelsysteem<br />
is uitgeschakeld om<br />
schade aan de aandrijflijn te<br />
voorkomen.<br />
Als het tractieregelsysteem is uitgeschakeld,<br />
kunt u het nog wel voelen<br />
werken bij voertuigen met vierwielaandrijving.<br />
Dit is normaal.<br />
Druk nogmaals op de toets om het<br />
systeem weer in te schakelen.<br />
Het bericht TRACTION CONTROL<br />
ON (tractieregeling aan) wordt op<br />
het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder weergegeven.<br />
Zie "Stabilitrak-systeem" verderop in<br />
dit hoofdstuk voor meer informatie<br />
over het in- en uitschakelen van het<br />
Stabilitrak ® -systeem.<br />
–<br />
81 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 82 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Wanneer het lampje voor het tractieregelsysteem<br />
gaat branden terwijl<br />
u rijdt en het tractieregelsysteem<br />
niet heeft uitgeschakeld, dan moet<br />
uw voertuig naar de garage voor<br />
onderhoud. Laat het tractieregelsysteem<br />
zo snel mogelijk nakijken.<br />
Wanneer u accessoires die niet door<br />
GM zijn geproduceerd aan uw voertuig<br />
toevoegt, kan dit de prestaties<br />
en veiligheid van uw voertuig<br />
beïnvloeden.<br />
Zie "Accessoires en aanpassingen" in<br />
hoofdstuk 4 voor meer informatie.<br />
■ STABILITRAK ® -SYSTEEM<br />
Dit systeem past selectief een van de<br />
remmen toe om zo te helpen richtingscontrole<br />
te handhaven in moeilijke<br />
rijomstandigheden.<br />
Wanneer het systeem voelt dat er<br />
een verschil is tussen de bedoelde<br />
richting en de richting waarin de<br />
auto gaat, past het selectief de<br />
remmen toe om te helpen de auto<br />
onder controle te houden.<br />
Bij het starten van de motor wordt<br />
het systeem automatisch<br />
geactiveerd.<br />
Wanneer het systeem actief is, knippert<br />
het controlelampje.<br />
Dit lampje knippert ook als de tractieregeling<br />
actief is.<br />
Blijf in de richting sturen waarin u<br />
wilt gaan.<br />
U hoort of voelt mogelijk dat het<br />
systeem actief is, maar dat is<br />
normaal.<br />
U moet het systeem altijd ingeschakeld<br />
laten. Met behulp van de tractieregeltoets<br />
kunt u Stabilitrak<br />
uitschakelen.<br />
. . . 82
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 83 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
U kunt het systeem uitschakelen<br />
door de toets TC ingedrukt te<br />
houden totdat het lampje voor het<br />
tractieregelsysteem gaat branden.<br />
STABILITRAK OFF (stabilitrak uit)<br />
wordt op het display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
weergegeven. Raadpleeg "Mededelingen<br />
van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" eerder in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Zie "Tractieregelsysteem" eerder in<br />
dit hoofdstuk voor meer informatie<br />
over het in- en uitschakelen van het<br />
tractieregelsysteem.<br />
SERVICE STABILITRAK (onderhoud<br />
stabiliteitssysteem) wordt ook op<br />
het display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder weergegeven<br />
als uw systeem voor optimale<br />
stabiliteit niet goed werkt. Raadpleeg<br />
voor meer informatie "Mededelingen<br />
van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Wanneer dit bericht wordt weergegeven,<br />
is het systeem niet ingeschakeld<br />
en moet u uw rijstijl<br />
overeenkomstig aanpassen.<br />
Wanneer de cruise control is ingeschakeld<br />
wanneer het Stabilitraksysteem<br />
wordt ingeschakeld, zal de<br />
cruise control automatisch worden<br />
uitgeschakeld.<br />
Zodra de omstandigheden weer<br />
normaal zijn, mag u de cruise<br />
control weer inschakelen.<br />
Zie onder "Cruise control" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor aanvullende<br />
informatie.<br />
■ AANSLUITPUNTEN<br />
VOOR ELEKTRISCHE<br />
ACCESSOIRES<br />
De aansluitpunten kunnen worden<br />
gebruikt om elektrische apparatuur<br />
zoals een mobiele telefoon aan te<br />
sluiten.<br />
De contacten bevinden zich op de<br />
volgende plaatsen:<br />
• op het instrumentenpaneel<br />
• op de achterzijde van de<br />
middenconsole<br />
• in het achtercompartiment<br />
Verwijder het kapje.<br />
–<br />
83 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 84 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
OPMERKING<br />
Wanneer elektrische uitrusting<br />
langdurig ingeschakeld blijft, kan<br />
de accu ontladen raken.<br />
Schakel altijd alle elktrische apparatuur<br />
uit die niet in gebruik is.<br />
Elektrische apparatuur mag niet<br />
meer stroom vragen dan de<br />
maximum doorsmeltwaarde<br />
voor de aansluiting.<br />
Sluit de aansluitingen altijd met de<br />
kapjes af wanneer ze niet worden<br />
gebruikt.<br />
Aansluitstekkers van bepaalde accessoires<br />
zijn wellicht niet geschikt voor<br />
de aansluitpunten in uw voertuig.<br />
Het gebruik van dergelijke aansluitstekkers<br />
kan resulteren in defecte<br />
zekeringen. Als u problemen ondervindt,<br />
neem dan contact op met uw<br />
dealer voor meer informatie over de<br />
aansluitpunten voor elektrische<br />
accessoires.<br />
OPMERKING<br />
Het toevoegen van elektrische<br />
apparatuur aan uw voertuig kan<br />
het voertuig beschadigen of<br />
ertoe leiden dat andere dingen<br />
niet juist werken. Een dergelijke<br />
beschadiging valt niet onder de<br />
garantie. Raadpleeg uw dealer<br />
voordat u elektrische apparatuur<br />
toevoegt.<br />
Zorg er tijdens het toevoegen<br />
van elektrische apparatuur voor<br />
dat u de juiste installatie-instructies<br />
volgt die bij de apparatuur<br />
zijn geleverd.<br />
Elektrische apparatuur mag niet<br />
meer stroom vragen dan 20<br />
ampère.<br />
OPMERKING<br />
De aansluitpunten zijn uitsluitend<br />
bedoeld voor accessoirestekkers.<br />
Bevestig geen enkel<br />
type accessoire of beugel aan de<br />
accessoirestekker. Onjuist<br />
gebruik van de aansluitingspunten<br />
kan leiden tot schade die niet<br />
door de garantie wordt gedekt.<br />
. . . 84
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 85 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
■ VERLICHTING<br />
Verlichting hoofdschakelaar<br />
De hoofdlichtschakelaar bedient de<br />
volgende verlichtingssystemen:<br />
• Koplampen<br />
• Parkeerlichten<br />
• Contourverlichting<br />
• Achterlichten<br />
• Kentekenverlichting<br />
• Verlichting van het<br />
instrumentenpaneel<br />
C<br />
A<br />
Draai de knop in de stand om het<br />
parkeerlicht en de overige verlichting<br />
in te schakelen. De koplampen<br />
branden niet.<br />
Draai de ring naar om de koplampen<br />
in te schakelen. De parkeerlichten<br />
en de overige verlichting<br />
worden ook ingeschakeld.<br />
B<br />
Druk de schakelaar in de richting<br />
van het instrumentenpaneel om van<br />
dimlicht over te schakelen op grootlicht.<br />
Trek de schakelaar in de richting<br />
van het stuurwiel om het<br />
dimlicht weer in te schakelen. Bij<br />
ingeschakeld grootlicht brandt de<br />
controlelamp op het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Draai de ring in de stand AUTO om<br />
het automatische koplampsysteem<br />
te activeren.<br />
Draai de ring in de stand om de<br />
koplampen en de overige verlichting<br />
uit te schakelen.<br />
–<br />
85 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 86 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Automatisch koplampsysteem<br />
Als deze functie actief is, worden de<br />
koplampen en andere verlichting<br />
automatisch aan- of uitgeschakeld<br />
dankzij sensors die gevoelig zijn<br />
voor omgevingslicht.<br />
Om deze voorziening goed te laten<br />
werken, mag de lichtsensor op de<br />
bovenkant van het instrumentenpaneel<br />
niet worden bedekt.<br />
Draai de ring in de stand AUTO om<br />
dit systeem in te schakelen.<br />
Wanneer het buiten donker is,<br />
worden de koplampen en andere<br />
verlichting automatisch<br />
ingeschakeld.<br />
Als het buiten weer licht genoeg is,<br />
gaan de koplampen en andere<br />
verlichting automatisch weer uit.<br />
De verlichting kan ook worden ingeschakeld<br />
wanneer u in een donkere<br />
omgeving rijdt.<br />
Door wissers ingeschakelde<br />
koplampen<br />
Wanneer de schakelaar voor de<br />
automatische verlichting in de ingeschakelde<br />
stand staat, dan zullen de<br />
koplampen in werking komen<br />
indien de voorruitwissers ongeveer<br />
zes seconden in werking zijn<br />
geweest.<br />
De koplampen gaan onmiddellijk uit<br />
nadat het contact is uitgeschakeld of<br />
nadat de ruitenwissers uitgeschakeld<br />
zijn.<br />
Lichtsignaal van grootlicht<br />
Deze voorziening maakt het mogelijk<br />
om de koplampen op grootlicht<br />
te laten knipperen om de aandacht<br />
te trekken van andere<br />
weggebruikers.<br />
Wanneer de koplampen uitgeschakeld<br />
zijn, in de dimlichtstand of de<br />
dagverlichtingsstand (indien van<br />
toepassing) wordt het grootlicht<br />
ingeschakeld.<br />
Om het te gebruiken, houdt u de<br />
multifunctionele hendel zo lang<br />
naar u toegetrokken als u het grootlicht<br />
ingeschakeld wilt hebben. Laat<br />
de hendel los om het grootlicht uit<br />
te schakelen.<br />
. . . 86
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 87 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Waarschuwingssignaal ingeschakelde<br />
verlichting<br />
Wanneer het contact is uitgeschakeld<br />
en u het bestuurdersportier<br />
opent terwijl de handmatige bediening<br />
voor de verlichting in de stand<br />
voor de koplampen of parkeerlichten<br />
staat, dan hoort u een<br />
waarschuwingssignaal.<br />
–<br />
Mistlampen<br />
Draai de ring naar en laat deze los<br />
om uw mistlampen in en uit te schakelen.<br />
De mistlampen branden<br />
alleen bij ingeschakelde parkeerlichten<br />
of koplampen.<br />
Als de mistlampen ingeschakeld<br />
zijn, gaat deze lamp in de instrumentengroep<br />
eveneens branden.<br />
Volgens de wetgeving in sommige<br />
landen moeten de koplampen zijn<br />
ingeschakeld wanneer de mistlampen<br />
aan staan.<br />
Mistachterlichten<br />
Draai de ring naar en laat deze<br />
los om uw mistachterlichten in en<br />
uit te schakelen.<br />
De mistachterlichten kunnen alleen<br />
werken wanneer het contact aan<br />
staat en de voorste mistlampen zijn<br />
ingeschakeld.<br />
Als de mistlampen achter ingeschakeld<br />
zijn, brandt het controlelampje<br />
voor de mistlampen achter in het<br />
instrumentenpaneel ook.<br />
87 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 88 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Schakel de mistlampen niet in<br />
wanneer het zicht goed is. U hindert<br />
hiermee andere verkeersdeelnemers.<br />
Het verdient geen aanbeveling<br />
de mistachterlichten in te<br />
schakelen tijdens het rijden in de<br />
stad. Mistachterlichten mogen<br />
alleen worden gebruikt bij slecht<br />
zicht en dienen alleen om de achterzijde<br />
van uw voertuig zichtbaar te<br />
maken voor andere weggebruikers.<br />
Dimmer voor de<br />
instrumentenverlichting<br />
De dimmer voor de instrumentenverlichting<br />
regelt de helderheid van de<br />
verlichting van het instrumentenpaneel.<br />
Draai de knop helemaal naar<br />
rechts om de interieurverlichting in te<br />
schakelen.<br />
De knop bevindt zich op instrumentenpaneel,<br />
naast het stuurwiel.<br />
Wanneer het dimlicht is ingeschakeld<br />
en het buiten licht is, dan vindt<br />
het dimmen van de interieurverlichting<br />
niet plaats. Hiermede wordt<br />
bewerkstelligd dat de bestuurder<br />
alle instrumenten, de displays van<br />
de radio en van de airconditioning<br />
goed kan lezen.<br />
. . . 88
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 89 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Koplampsproeiers<br />
Om de koplampen te wassen is het<br />
nodig de voorruitsproeiers in te<br />
schakelen terwijl de koplampen<br />
branden.<br />
Als het peil van de ruitenwisservloeistof<br />
laag is, werken de koplampsproeiers<br />
niet.<br />
De koplampsproeiers worden elke<br />
vijfde keer ingeschakeld dat de<br />
ruitenwissers voor de voorruit<br />
worden geactiveerd.<br />
Hoogteregelaar voor<br />
koplampen<br />
De hoogteregeling voor de koplampen<br />
kan automatisch plaatsvinden<br />
in overeenstemming met de belading<br />
van de auto.<br />
Parkeerlichten (indien van<br />
toepassing)<br />
Deze functie maakt het gemakkelijker<br />
voor anderen om uw voertuig te<br />
zien terwijl dit staat geparkeerd.<br />
U kunt de voorste parkeerlamp en<br />
het achterlicht rechts als volgt laten<br />
branden:<br />
• Zet met het contact uitgeschakeld<br />
de multifunctionele hendel<br />
helemaal omhoog alsof u wilt<br />
aangeven dat u rechtsaf slaat.<br />
–<br />
89 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 90 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
U kunt de voorste parkeerlamp en<br />
het achterlicht links als volgt laten<br />
branden:<br />
• Zet met het contact uitgeschakeld<br />
de multifunctionele hendel<br />
helemaal omlaag alsof u wilt<br />
aangeven dat u linksaf slaat.<br />
Instapverlichting<br />
Bij het openen van een portier of bij<br />
het indrukken van de ontgrendeltoets<br />
op de afstandsbediening van<br />
de sloten gaat de interieurverlichting<br />
even branden als het buiten<br />
donker is.<br />
De interieurverlichting dooft na ca.<br />
25 seconden nadat alle portieren<br />
zijn gesloten, de contactsleutel in de<br />
stand ON is gedraaid of een elektrische<br />
deurvergrendelingsschakelaar<br />
is ingedrukt.<br />
Om deze voorziening goed te laten<br />
werken, mag de lichtsensor op de<br />
bovenkant van het instrumentenpaneel<br />
niet worden bedekt.<br />
Wanneer het voertuig wordt<br />
ontgrendeld met de afstandsbediening,<br />
dan wordt de buitenverlichting<br />
ook ingeschakeld. De<br />
verlichting blijft 20 seconden branden<br />
of totdat het contactslot wordt<br />
ingeschakeld of de vergrendelknop<br />
op de afstandsbediening wordt<br />
ingedrukt.<br />
Waar gewenst kunt u de buitenverlichting<br />
zo programmeren dat deze<br />
niet automatisch wordt ingeschakeld.<br />
Raadpleeg "Bijzondere eigenschappen"<br />
eerder in dit hoofdstuk.<br />
. . . 90
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 91 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Leeslampen<br />
Uw auto kan zijn uitgerust met leeslampen.<br />
De aan/uit-schakelaars<br />
hiervan zijn naast de lampen<br />
aangebracht.<br />
Druk op de aan/uit-schakelaar om<br />
een kaartleeslamp in of uit te<br />
schakelen.<br />
Wanneer de verlichting ingeschakeld<br />
blijft, wordt deze automatisch<br />
uitgeschakeld, 10 minuten nadat de<br />
ontsteking uitgeschakeld is.<br />
Deze lampen worden automatisch<br />
ingeschakeld wanneer het openen<br />
of ontgrendelen van een portier<br />
plaatsvindt wanneer het buiten<br />
duister is.<br />
Bescherming tegen ontlading<br />
van accu<br />
Exterieurverlichting<br />
Indien de handbediende schakelaar<br />
voor de verlichting in de ingeschakelde<br />
stand blijft, nadat het contact<br />
is afgezet, dan vindt het uitschakelen<br />
van de interieurverlichting automatisch<br />
plaats na 10 minuten om<br />
het ontladen van de accu te<br />
voorkomen.<br />
Wanneer het de bedoeling is dat de<br />
verlichting blijft branden, zet dan de<br />
verlichting uit en vervolgens weer<br />
aan om de buitenverlichting weer in<br />
te schakelen.<br />
Interieurverlichting<br />
De interieurverlichting wordt<br />
10 minuten nadat het contact is<br />
afgezet automatisch uitgeschakeld.<br />
–<br />
91 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 92 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
■ VERWARMINGS- EN<br />
AIRCONDITIONINGSYS-<br />
TEEM<br />
Airconditioning met twee<br />
zones<br />
Op de volgende bladzijden wordt<br />
de bediening van het twee-zone<br />
klimaatregelsysteem beschreven.<br />
Bij dit automatische, elektronische<br />
airconditioningssysteem is het<br />
mogelijk dat de bestuurder en de<br />
voorpassagier ieder afzonderlijk een<br />
temperatuur kunnen kiezen.<br />
U kunt het informatiecentrum voor<br />
de bestuurder gebruiken om het<br />
display om te zetten in Engelse of<br />
metrische eenheden.<br />
Zie "UNITS (eenheden)" eerder in<br />
dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />
A B C D<br />
Aan/uit-toets<br />
Druk op in om het systeem in en<br />
uit te schakelen.<br />
Met het klimaatregelsysteem uitgeschakeld<br />
schakelt de luchtuitlaatmodus<br />
over naar de buitenluchtinstelling.<br />
E<br />
Wanneer u een willekeurige knop<br />
instelt, wordt het systeem ingeschakeld.<br />
Wanneer u echter op de recirculatietoets<br />
of de knop voor de<br />
achterruitverwarming drukt, wordt<br />
het systeem niet ingeschakeld.<br />
. . . 92
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 93 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
AUTOMATISCHE<br />
TEMPERATUURREGELING<br />
Teneinde het automatische klimaatregelsysteem<br />
juist te laten werken,<br />
mogen de sensoren niet afgedekt<br />
zijn.<br />
1. Draai de linkerknop in de stand<br />
AUTO om het systeem de ventilatorsnelheid<br />
automatisch te<br />
laten variëren. De ventilatorsnelheid<br />
varieert zodat het systeem<br />
te ingestelde temperatuur<br />
behoudt.<br />
2. Draai de rechterknop in de<br />
stand AUTO om het systeem de<br />
luchtverdelingsmodus automatisch<br />
aan te laten passen.<br />
3. Druk op de pijltjes omhoog of<br />
omlaag om de temperatuur in<br />
te stellen op een comfortabele<br />
waarde tussen 21°C en 27°C.<br />
Wanneer de automatische werking<br />
is ingeschakeld, wordt het woord<br />
AUTO op het display weergegeven.<br />
Het klimaatregelsysteem gebruikt<br />
de informatie van de sensoren om<br />
de temperatuur, ventilatorsnelheid<br />
en luchtverdelingsmodus automatisch<br />
in te stellen.<br />
De buitentemperatuur en de tijd die<br />
is verstreken sinds de laatste keer dat<br />
er met het voertuig is gereden,<br />
hebben invloed op hoe snel het<br />
interieur warm wordt.<br />
Bij heet of koud weer kan het enkele<br />
minuten duren voordat het systeem<br />
is ingesteld.<br />
Door de warmste of koudste temperatuurinstelling<br />
te kiezen, zal het<br />
systeem niet sneller verwarmen of<br />
koelen.<br />
Bij koud weer zal het systeem beginnen<br />
met een verlaagde ventilatorsnelheid<br />
om te voorkomen dat<br />
koude lucht in de auto wordt<br />
geblazen.<br />
Pas zonodig de temperatuur aan.<br />
–<br />
93 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 94 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
TEMPERATUURREGELING<br />
Temperatuurregeling voor de<br />
bestuurder<br />
Druk op het pijltje omhoog of<br />
omlaag aan de bestuurderszijde om<br />
de temperatuur voor de bestuurderszijde<br />
aan te passen.<br />
Als u de automatische modus van<br />
het klimaatregelsysteem wilt gebruiken,<br />
moet u de temperatuur instellen<br />
op een comfortabele instelling<br />
tussen 21°C (70°F) en 27°C (80°F).<br />
A B C D<br />
Temperatuurregeling voor de<br />
passagier<br />
Druk op om de temperatuurregeling<br />
aan de passagierszijde in of uit<br />
te schakelen.<br />
Druk nog een keer op om de<br />
temperatuur aan de passagierszijde<br />
op dezelfde waarde als aan de<br />
bestuurderszijde in te stellen.<br />
Druk op het pijltje omhoog of<br />
omlaag aan de passagierszijde om<br />
de temperatuur voor de passagierszijde<br />
aan te passen.<br />
E<br />
Als de temperatuurregeling voor de<br />
passagier niet is ingeschakeld, regelt<br />
de temperatuurregeling voor de<br />
bestuurder de temperatuur voor het<br />
volledige voertuig.<br />
De temperatuur aan passagierszijde<br />
wordt alleen weergegeven wanneer<br />
de temperatuurschakelaar voor de<br />
passagierszijde is ingeschakeld.<br />
. . . 94
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 95 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
HANDMATIGE BEDIENING<br />
Regelaar voor ventilatorsnelheid<br />
Draai de linkerknop om de ventilatorsnelheid<br />
te verhogen of te<br />
verlagen.<br />
Draai de linkerknop in de stand<br />
AUTO om het systeem de ventilatorsnelheid<br />
automatisch te laten<br />
variëren. De ventilatorsnelheid varieert<br />
zodat het systeem te ingestelde<br />
temperatuur behoudt.<br />
Regelaar voor luchtverdeling<br />
De rechterknop is voor het regelen<br />
van de luchtverdelingsmodus.<br />
U kunt kiezen uit een van de onderstaande<br />
standen:<br />
Met deze modus wordt de<br />
lucht naar de luchtroosters<br />
in het instrumentenpaneel<br />
gevoerd.<br />
De luchtverdelingsmodus<br />
leidt de luchtstroom naar zowel<br />
de blaasmonden in het<br />
instrumentenpaneel als de<br />
blaasmonden in de vloer. De<br />
lucht uit de blaasmonden in<br />
de vloer kan iets worden<br />
verwarmd.<br />
De verwarmingsstand leidt<br />
de meeste lucht naar de<br />
luchtroosters in de beenruimte,<br />
terwijl een kleine<br />
hoeveelheid lucht naar het<br />
ventilatiesysteem van de<br />
voorruit en de zijruiten<br />
wordt geleid.<br />
De recirculatiefunctie wordt<br />
automatisch uitgeschakeld.<br />
In de stand voor ontwasemen<br />
wordt de lucht verdeeld over<br />
de ontwasemingsroosters<br />
voor de voorruit, de luchtroosters<br />
in de beenruimten en<br />
de ontwasemingsroosters<br />
voor de zijruiten.<br />
Gebruik deze stand om beslagen<br />
voor- en zijruiten te<br />
ontwasemen.<br />
Als de stand voor ontwasemen<br />
wordt geselecteerd terwijl<br />
de recirculatiefunctie is<br />
ingeschakeld, dan wordt de<br />
recirculatiefunctie automatisch<br />
uitgeschakeld.<br />
Als de recirculatieknop<br />
wordt ingedrukt terwijl de<br />
ontdooi- of de verwarmen/<br />
ontwasemen-stand is geselecteerd,<br />
schakelt de recirculatiefunctie<br />
na tien minuten<br />
automatisch uit.<br />
In deze stand wordt bij een<br />
buitentemperatuur van<br />
meer dan 0°C de compressor<br />
van de airconditioning<br />
ingeschakeld.<br />
–<br />
95 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 96 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Gebruik deze stand bij koud<br />
weer om condens of ijs van<br />
de voorruit te verwijderen.<br />
De meeste lucht wordt naar<br />
de ontdooiroosters voor de<br />
voorruit gevoerd waarbij een<br />
klein gedeelte naar de ontwasemingssleuven<br />
voor de<br />
zijruiten wordt gevoerd.<br />
De recirculatiefunctie wordt<br />
automatisch uitgeschakeld.<br />
In deze stand wordt bij een<br />
buitentemperatuur van<br />
meer dan 0°C de compressor<br />
van de airconditioning<br />
ingeschakeld.<br />
Veeg altijd de condens, sneeuw, ijs<br />
of iets anders van de ramen dat het<br />
zicht kan belemmeren voordat u<br />
met het voertuig gaat rijden.<br />
Draai de knop in de stand AUTO om<br />
het systeem de luchtverdelingsmodus<br />
automatisch aan te laten<br />
passen.<br />
A B C D<br />
Regelaar voor luchtinlaat<br />
Druk herhaaldelijk op de toets voor<br />
de buitenluchtstand om één van<br />
de volgende standen te selecteren:<br />
Deze modus selecteert automatisch<br />
de beste luchtinlaatstand<br />
voor het koelen of<br />
verwarmen van het<br />
voertuig.<br />
U kunt het automatische klimaatregelsysteem<br />
activeren<br />
door de regelaar voor de<br />
ventilatorsnelheid en de regelaar<br />
voor de luchtuitlaat<br />
naar AUTO te draaien.<br />
E<br />
De instelling AUTO zorgt<br />
dat het systeem in de automatische<br />
stand werkt. Het<br />
systeem schakelt automatisch<br />
de recirculatiestand in<br />
en uit.<br />
Selecteer deze modus om de<br />
luchtkwaliteitssensor (waar<br />
van toepassing) te activeren.<br />
Raadpleeg "Luchtkwaliteitssensor"<br />
voor meer informatie.<br />
. . . 96
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 97 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Bij deze modus wordt de<br />
lucht in het voertuig gerecirculeerd.<br />
Dit is nuttig om<br />
geurtjes buiten te houden<br />
en om het interieur snel te<br />
koelen.<br />
Deze functie werkt niet samen<br />
met de functie<br />
"ontdooien".<br />
Als de ontdooi- of de verwarmen/ontwasemen-stand<br />
is<br />
geselecteerd, wordt de recirculatiefunctie<br />
automatisch<br />
uitgeschakeld.<br />
Ga terug naar de buitenluchtmodus<br />
om de normale<br />
werking weer in te schakelen<br />
en om te voorkomen dat de<br />
lucht in de passagiersruimte<br />
muf wordt.<br />
Wanneer het systeem op<br />
AUTO staat, komt er geen<br />
muffe licht in de<br />
passagiersruimte.<br />
De buitenluchtmodus schakelt<br />
de recirculatiefunctie uit<br />
en circuleert buitenlucht in<br />
het voertuig.<br />
Wanneer er een ontwasemings-<br />
of ontdooistand is<br />
geselecteerd, schakelt het<br />
systeem automatisch over<br />
op de buitenluchtstand.<br />
Airconditioningmodus<br />
De compressor van de airconditioning<br />
koelt af en ontvochtigt de lucht<br />
in het voertuig.<br />
Druk op om de compressor van<br />
de airconditioning handmatig in en<br />
uit te schakelen.<br />
In de automatische stand wordt de<br />
compressor van de airconditioning<br />
wanneer nodig ingeschakeld.<br />
Soms loopt er water onder de motor<br />
uit wanneer u met de airconditioning<br />
ingeschakeld heeft gereden.<br />
Dit is normaal, omdat het koelsysteem<br />
het vocht uit de lucht haalt.<br />
–<br />
97 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 98 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Sensoren<br />
Het klimaatregelsysteem gebruikt<br />
de informatie van de sensoren om<br />
de temperatuur, ventilatorsnelheid<br />
en luchtverdelingsmodus automatisch<br />
in te stellen.<br />
Teneinde het automatische klimaatregelsysteem<br />
juist te laten werken,<br />
mogen de sensoren niet afgedekt<br />
zijn.<br />
Zonlichtsensor<br />
De sensor bevindt zich bovenop het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Temperatuursensor<br />
De binnentemperatuursensor<br />
bevindt zich onder het<br />
klimaatregelpaneel.<br />
De buitentemperatuursensor<br />
bevindt zich aan de voorzijde van<br />
het voertuig, achter de grille.<br />
Luchtkwaliteitssensor (indien van<br />
toepassing)<br />
Druk met het klimaatregelsysteem in<br />
de automatische stand herhaaldelijk<br />
op de toets voor de buitenluchtstand<br />
om de luchtkwaliteitssensor te<br />
activeren.<br />
Het display van het klimaatregelsysteem<br />
geeft AUTO weer onder het<br />
silhouet van een voertuig.<br />
Wanneer de sensor waarneemt dat<br />
de luchtkwaliteit slecht is (schadelijke<br />
uitlaatgassen van oudere, slechter<br />
draaiende voertuigen of<br />
voertuigen met dieselmotor), wordt<br />
de recirculatiestand van het klimaatregelsysteem<br />
automatisch<br />
ingeschakeld.<br />
Wanneer de sensor een slechte<br />
luchtkwaliteit waarneemt, wordt er<br />
een recirculatiesymbool in het<br />
silhouet weergegeven.<br />
. . . 98
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 99 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Onder bepaalde omstandigheden<br />
activeert de sensor de recirculatiestand<br />
niet, zelfs niet als de luchtkwaliteit<br />
slecht is.<br />
• Bij koud weer kan het gebeuren<br />
dat de sensor de recirculatiestand<br />
niet activeert om te<br />
voorkomen dat de ramen<br />
beslaan.<br />
•Wanneer de recirculatiefunctie<br />
langere tijd gebruikt wordt, kan<br />
de lucht in het voertuig te<br />
droog worden.<br />
De sensor kan dan de recirculatie<br />
uitschakelen hoewel de luchtkwaliteit<br />
nog altijd slecht is.<br />
De luchtkwaliteitssensor neemt<br />
geen organische of chemische geurtjes<br />
waar. U kunt deze soorten geurtjes<br />
verminderen door handmatig<br />
de recirculatiestand in te schakelen.<br />
Zie "Recirculatie" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Opmerking:<br />
Het systeem van de luchtkwaliteitssensor<br />
neemt geen koolmonoxide<br />
(CO) waar; dit is een<br />
onzichtbaar en reukloos gas.<br />
Luchtroosters<br />
Gebruik de knop in het midden van<br />
het rooster om de richting van de<br />
luchtstroom te wijzigen.<br />
Beweeg de roosters omhoog,<br />
omlaag, naar rechts of naar links om<br />
de luchtstroom in de gewenste richting<br />
te leiden.<br />
U kunt een rooster openen of sluiten<br />
met het kartelwieltje.<br />
–<br />
99 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 100 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Tips voor het gebruik<br />
Voor u de airconditioning gebruikt,<br />
moet u eerst enkele minuten de<br />
ramen openen om de warme lucht<br />
te laten ontsnappen. Houd tijdens<br />
het gebruik van de airconditioning<br />
de ramen gesloten.<br />
Houd de motorkap en de luchtinlaten<br />
aan de voorzijde vrij van ijs,<br />
sneeuw, bladeren of andere<br />
obstakels.<br />
Gebruik op uw auto alleen door GM<br />
goedgekeurde luchtgeleiders voor<br />
de motorkap.<br />
Leg geen voorwerpen onder de<br />
voorstoelen, zodat de lucht door het<br />
voertuig kan circuleren.<br />
Indien weinig lucht door het<br />
klimaatregelsysteem stroomt, dan<br />
kan het nodig zijn dat het filter moet<br />
worden vervangen. Zie "Luchtfilter<br />
voor luchttoevoer interieur" in<br />
hoofdstuk 4 voor meer gegevens.<br />
Wanneer het systeem in de automatische<br />
stand staat, kunt u de temperatuur<br />
naar wens opnieuw afstellen.<br />
A B C D<br />
Achterruitverwarming<br />
Om deze functie te laten werken<br />
moet de motor lopen.<br />
Druk op om de achterruit te<br />
ontwasemen. De achterruitverwarming<br />
wordt automatisch na 20<br />
minuten uitgeschakeld wanneer uw<br />
voertuig langzaam rijdt. Bij hogere<br />
snelheden is de achterruitverwarming<br />
continu ingeschakeld.<br />
Wanneer de achterruitverwarming<br />
na de eerste cyclus van 20 minuten<br />
onmiddellijk opnieuw wordt ingeschakeld,<br />
blijft hij iedere keer slechts<br />
10 minuten werken.<br />
E<br />
. . . 100
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 101 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
De verwarming van de buitenspiegels<br />
werkt in combinatie met de<br />
achterruitverwarming.<br />
OPMERKING<br />
Gebruik voor het reinigen van de<br />
binnenzijde van de achterruit<br />
geen scherpe voorwerpen. U<br />
kunt zo het dradennet voor<br />
verwarming of de antenne die in<br />
de achterruit geïntegreerd is,<br />
beschadigen. De reparaties<br />
worden niet gedekt door uw<br />
garantie.<br />
Bevestig geen tijdelijke kentekenplaat,<br />
plakband of stickers op de<br />
achterruitverwarming.<br />
Airconditioning achter<br />
(waar aanwezig)<br />
Wanneer uw voertuig is uitgerust<br />
met de airconditioning voor de<br />
passagiers achterin, dan zijn er twee<br />
regelaars voor de ventilatorsnelheid<br />
waarmee u koele lucht achter in het<br />
voertuig kunt laten stromen.<br />
Een regelaar voor de aanjagersnelheid<br />
in de dakconsole kan worden<br />
bereikt door de inzittenden voorin.<br />
Het andere paneel, in de hemelbekleding<br />
boven de tweede rij zitplaatsen,<br />
kan door de passagiers achterin<br />
de auto worden bereikt.<br />
De airconditioning voor de passagiers<br />
achterin kan geen lucht<br />
verwarmen.<br />
Er komt alleen koele lucht uit de<br />
luchtroosters achter.<br />
Bediening voor<br />
Draai de knop voorin voor de aanjager<br />
van het klimaatregelsysteem<br />
achterin naar de gewenste ventilatorsnelheid<br />
achterin. Draai de knop<br />
in de stand O om de aanjager<br />
achterin uit te schakelen.<br />
–<br />
101 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 102 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Bediening achter<br />
U kunt de ventilatorsnelheid als<br />
volgt met de bedieningstoetsen<br />
achter instellen:<br />
1. Draai de aanjagerknop in het<br />
voorste bedieningspaneel in de<br />
stand AUX zodat de achterpassagiers<br />
de achterste bedieningsknoppen<br />
kunnen gebruiken.<br />
2. Draai de achterste knop naar<br />
rechts om de ventilatorsnelheid<br />
te verhogen of naar links om de<br />
ventilatorsnelheid te verlagen.<br />
Draai de knop naar om de airconditioning<br />
achterin uit te schakelen.<br />
Luchtfilter voor<br />
passagiersruimte<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
luchtfilter in het passagierscompartiment<br />
dat de buitenlucht filtert die<br />
het voertuig binnenkomt.<br />
Vervang het filter met de tussenpozen<br />
die in het onderhoudsoverzicht<br />
is vermeld.<br />
Het toegangspaneel voor het filter<br />
bevindt zich aan de passagierszijde<br />
van de motorruimte, onder de<br />
motorkap bij de onderzijde van de<br />
voorruit.<br />
Zie "Luchtfilter voor de passagiersruimte"<br />
in hoofdstuk 4 voor meer<br />
sgegevens.<br />
. . . 102
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 103 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
■ GELUIDSINSTALLATIE<br />
EN KLOK<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u uitgebreid met het<br />
entertainmentsysteem bezig<br />
bent, hebt u meer kans op een<br />
aanrijding met letsel of de dood<br />
tot gevolg.<br />
Veilig rijden gaat voor alles.<br />
Gebruik het systeem alleen<br />
wanneer de weg- en verkeersomstandigheden<br />
dit toelaten.<br />
De bestuurder moet zijn volledige<br />
aandacht bij het rijden<br />
houden.<br />
OPMERKING<br />
Extra gemonteerde elektronische<br />
apparatuur zoals een geluidsinstallatie,<br />
een cd-speler, MCzender/ontvanger,<br />
autotelefoon<br />
of zend-/ontvanginstallatie<br />
kunnen een negatieve invloed<br />
uitoefenen op de werking van<br />
motor, radio of overige systemen<br />
en deze zelfs beschadigen. Neem<br />
bij twijfel contact op met uw<br />
dealer.<br />
OPMERKING<br />
Gebruik van een mobiele telefoon<br />
kan storing veroorzaken bij<br />
de ontvangst van autoradio.<br />
Deze storing wordt omschreven<br />
als een verhoogd niveau statische<br />
ruis als er naar de radio wordt<br />
geluisterd. Als u statische ruis<br />
hoort, terwijl u naar de radio luistert,<br />
verwijder dan de mobiele<br />
telefoon en schakel deze uit.<br />
Indien uw voertuig is uitgerust met<br />
een navigatiesysteem dan is de radio<br />
samengebouwd met het regelpaneel<br />
van dat systeem. Zie het afzonderlijke<br />
handboek voor het<br />
navigatiesysteem en de radio voor<br />
meer informatie.<br />
Als uw voertuig ook is uitgerust met<br />
een entertainmentsysteem voor<br />
achterpassagiers, zie dan de aparte<br />
handleiding voor het<br />
navigatiesysteem.<br />
In andere gevallen is uw voertuig<br />
voorzien van één van de volgende<br />
geluidsinstallaties:<br />
• RDS-geluidsinstallatie met cdspeler<br />
of cd-speler voor 6 cd's<br />
Neem wanneer uw voertuig staat<br />
geparkeerd de tijd om de knoppen<br />
en bediening van het systeem te<br />
leren kennen en de verschillende<br />
functies in te stellen.<br />
Op die manier kunt u het systeem<br />
gemakkelijker gebruiken en op de<br />
weg blijven letten.<br />
–<br />
103 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 104 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
RDS-GELUIDSINSTALLATIE<br />
MET CD-SPELER OF CD-SPE-<br />
LER VOOR 6 CD'S<br />
Op de volgende bladzijden vindt u<br />
uitgebreide informatie over hoe u<br />
de geluidsinstallatie in uw auto het<br />
beste kunt bedienen.<br />
Om de radio te kunnen inschakelen,<br />
moet het contact aangezet zijn of de<br />
accessoirevoeding ingeschakeld<br />
zijn.<br />
Zie "Accessoirevoeding" voor<br />
informatie.<br />
Uw auto is voorzien van een RDS<br />
radio. RDS betekent Radio Data<br />
System, hetgeen inhoudt dat gecodeerde<br />
informatie via de FMfrequentie<br />
kan worden<br />
doorgegeven.<br />
RDS-voorzieningen zijn alleen<br />
beschikbaar voor FM-zenders die<br />
RDS-informatie uitzenden.<br />
In gebieden waar RDS niet beschikbaar<br />
is, werkt de stand RDS (radio<br />
data system) niet en moet niet<br />
worden ingeschakeld.<br />
De displays die in deze handleiding<br />
worden getoond, zijn typerend. De<br />
werkelijke displays in uw auto zijn<br />
afhankelijk van de bepaalde opties<br />
die in uw auto aanwezig zijn en van<br />
de taal waarop het systeem is<br />
ingesteld.<br />
. . . 104
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 105 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Digitale klok (RDS-geluidsinstallatie<br />
met cd-speler)<br />
Uw auto is voorzien van een digitale<br />
klok die zich in het display van de<br />
geluidsinstallatie bevindt.<br />
Druk op om de tijdsweergave te<br />
openen terwijl het contact is<br />
uitgeschakeld.<br />
Weergave van de tijd en datum<br />
inschakelen/uitschakelen<br />
1. Druk op de voedings-/volumeknop<br />
om het systeem in te<br />
schakelen.<br />
2. Druk op totdat de menu's<br />
voor het instellen van de tijd en<br />
datum worden weergegeven.<br />
3. Druk op de druktoets onder de<br />
pijl naar voren totdat het menu<br />
voor de standaardinstellingen<br />
voor tijd en datum wordt<br />
weergegeven.<br />
4. Druk op de druktoets onder ON<br />
of OFF om de tijdsweergave in<br />
en uit te schakelen.<br />
Wanneer de klok is ingeschakeld,<br />
wordt RADIO CLOCK ON<br />
(radioklok aan) tien seconden<br />
weergeven en daarna wordt het<br />
klokmenu weergegeven.<br />
Wanneer de klok is uitgeschakeld,<br />
wordt RADIO CLOCK OFF<br />
(radioklok uit) tien seconden<br />
weergegeven en daarna wordt<br />
ON weergegeven om aan te geven<br />
dat de tijdsweergave eventueel<br />
kan worden ingeschakeld.<br />
De radio- en analoge klokken zijn<br />
niet gesynchroniseerd. Zie "De tijd<br />
en datum instellen" verderop in dit<br />
hoofdstuk om beide klokken te<br />
synchroniseren.<br />
De tijd en datum instellen<br />
1. Druk op de voedings-/volumeknop<br />
om het systeem in te<br />
schakelen.<br />
2. Druk de toets in.<br />
HR, MIN, MM, DD en YYYY<br />
(uur, minuut, maand, dag en<br />
jaar) wordt op het display boven<br />
de druktoetsen weergegeven.<br />
3. Druk op de druktoetsen onder<br />
de gewenste instelling.<br />
–<br />
105 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 106 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Ga als volgt te werk om de datum<br />
of tijd aan te passen:<br />
- Druk nog een keer op de druktoets<br />
om de tijd of datum met<br />
één toe te laten nemen.<br />
- Druk op het rechterpijltje SEEK<br />
of de toets FWD om de tijd of<br />
datum te verhogen.<br />
- Druk op het linkerpijltje SEEK<br />
of de toets REV om de tijd of<br />
datum te verlagen.<br />
- Draai de knop om de tijd of<br />
datum aan te passen.<br />
De standaardinstellingen voor de<br />
tijd en datum aanpassen<br />
U kunt de tijdsweergave op 12 uur<br />
of 24 uur en de datumweergave als<br />
maand/dag/jaar of dag/maand/jaar<br />
instellen:<br />
1. Druk de toets in.<br />
2. Druk op de druktoets onder het<br />
pijltje vooruit totdat 12H, 24H,<br />
MM/DD/YYYY (maand/dag/<br />
jaar) en DD/MM/YYYY (dag/<br />
maand/jaar) op het display<br />
boven de druktoetsen wordt<br />
weergegeven.<br />
3. Druk op de druktoetsen onder<br />
de gewenste instelling.<br />
4. Druk nog een keer op de toets<br />
om de geselecteerde standaardweergave<br />
toe te passen of<br />
het display automatisch uit te<br />
laten schakelen door niets te<br />
doen.<br />
. . . 106
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 107 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Digitale klok (RDS-geluidsinstallatie<br />
met cd-speler voor<br />
6 cd's)<br />
Uw auto is voorzien van een digitale<br />
klok die zich in het display van de<br />
geluidsinstallatie bevindt.<br />
Druk op om de tijdsweergave te<br />
openen terwijl het contact is<br />
uitgeschakeld.<br />
Weergave van de tijd en datum<br />
inschakelen/uitschakelen<br />
1. Druk op de voedings-/volumeknop<br />
om het systeem in te<br />
schakelen.<br />
2. Druk op de toets MENU totdat<br />
het kloksymbool wordt<br />
weergegeven.<br />
3. Druk op de druktoets onder het<br />
kloksymbool totdat de tijds- en<br />
datuminstellingen worden<br />
weergegeven.<br />
4. Druk op de druktoets onder de<br />
pijl naar voren totdat het menu<br />
voor de standaardinstellingen<br />
voor tijd en datum wordt<br />
weergegeven.<br />
5. Druk op de druktoets onder ON<br />
of OFF om de tijdsweergave in<br />
en uit te schakelen.<br />
Wanneer de klok is ingeschakeld,<br />
wordt RADIO CLOCK ON<br />
(radioklok aan) tien seconden<br />
weergeven en daarna wordt het<br />
klokmenu weergegeven.<br />
Wanneer de klok is uitgeschakeld,<br />
wordt RADIO CLOCK OFF<br />
(radioklok uit) tien seconden<br />
weergegeven en daarna wordt<br />
ON weergegeven om aan te geven<br />
dat de tijdsweergave eventueel<br />
kan worden ingeschakeld.<br />
De radio- en analoge klokken zijn<br />
niet gesynchroniseerd. Zie "De tijd<br />
en datum instellen" verderop in dit<br />
hoofdstuk om beide klokken te<br />
synchroniseren.<br />
–<br />
107 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 108 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
De tijd en datum instellen<br />
1. Druk op de voedings-/volumeknop<br />
om het systeem in te<br />
schakelen.<br />
2. Druk op de toets MENU totdat<br />
het kloksymbool wordt<br />
weergegeven.<br />
3. Druk op de druktoets onder het<br />
kloksymbool en HR, MIN, MM,<br />
DD en YYYY (uur, minuut,<br />
maand, dag en jaar) worden op<br />
het display boven de druktoetsen<br />
weergegeven.<br />
4. Druk op de druktoetsen onder<br />
de gewenste instelling.<br />
Ga als volgt te werk om de datum<br />
of tijd aan te passen:<br />
- Druk nog een keer op de druktoets<br />
om de tijd of datum met<br />
één toe te laten nemen.<br />
- Druk op het rechterpijltje SEEK<br />
of de toets FWD om de tijd of<br />
datum te verhogen.<br />
- Druk op het linkerpijltje SEEK<br />
of de toets REV om de tijd of<br />
datum te verlagen.<br />
- Draai de knop om de tijd of<br />
datum aan te passen.<br />
. . . 108
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 109 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
De standaardinstellingen voor de<br />
tijd en datum aanpassen<br />
U kunt de tijdsweergave op 12 uur<br />
of 24 uur en de datumweergave als<br />
maand/dag/jaar of dag/maand/jaar<br />
instellen:<br />
1. Druk op de toets MENU totdat<br />
het kloksymbool wordt<br />
weergegeven.<br />
2. Druk op de druktoets onder het<br />
kloksymbool totdat de tijd- en<br />
datuminstellingen samen met<br />
het pijltje vooruit worden<br />
weergegeven.<br />
3. Druk op de druktoets onder het<br />
pijltje vooruit totdat 12H, 24H,<br />
MM/DD/YYYY (maand/dag/<br />
jaar) en DD/MM/YYYY (dag/<br />
maand/jaar) op het display<br />
boven de druktoetsen wordt<br />
weergegeven.<br />
4. Druk op de druktoetsen onder<br />
de gewenste instelling.<br />
5. Druk nog een keer op de toets<br />
MENU om de geselecteerde<br />
standaardweergave toe te passen<br />
of het display automatisch<br />
uit te laten schakelen door niets<br />
te doen.<br />
Bediening van de radio<br />
AAN/UIT-TOETS<br />
Druk lichtjes op de knop om het<br />
systeem in te schakelen. Druk nog<br />
een keer op de knop om het<br />
systeem uit te schakelen.<br />
VOLUMEREGELAAR<br />
Draai de knop naar rechts om het<br />
volume te laten toenemen en naar<br />
links om het te laten afnemen.<br />
–<br />
109 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 110 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
AUTOMATISCHE<br />
VOLUMEREGELING<br />
Automatische volumeregeling is<br />
beschikbaar in voertuigen die zijn<br />
uitgerust met het Bose ® -audiosysteem.<br />
Deze voorziening zorgt ervoor dat<br />
het geluidsvolume bij het toenemen<br />
van de rijgeluiden bij hogere snelheden<br />
automatisch wordt<br />
gecompenseerd.<br />
1. Zet het volume op het<br />
gewenste niveau door de toets<br />
te draaien.<br />
2. Druk op de toets MENU om het<br />
instellingenmenu voor de radio<br />
weer te geven.<br />
3. Druk op de druktoets onder<br />
AUTO VOLUM om de vier<br />
volumecompensatieniveaus<br />
weer te geven.<br />
4. Druk op de druktoetsen onder<br />
de gewenste instelling.<br />
U kunt kiezen tussen LOW (laag),<br />
MEDIUM (normaal), HIGH (hoog)<br />
en OFF (uit).<br />
Elke hogere instelling geeft meer<br />
volumecompensatie bij hogere<br />
rijsnelheden. In de stand OFF is deze<br />
functie uitgeschakeld.<br />
Wanneer het display tien seconden<br />
niet wordt gebruikt, wordt het<br />
uitgeschakeld.<br />
Als deze voorziening is ingeschakeld,<br />
stelt de geluidsinstallatie automatisch<br />
het volume bij zodat de<br />
geluidssterkte die u hoort steeds<br />
gelijk blijft.<br />
. . . 110
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 111 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
TOONREGELING MET DE HAND<br />
1. Druk op de toets totdat<br />
BASS (lage tonen), MID (middentonen)<br />
en TREB (hoge<br />
tonen) op het display wordt<br />
weergegeven.<br />
2. Blijf herhaaldelijk op de toets<br />
drukken om de gewenste regeling<br />
te markeren of druk op de<br />
druktoets onder de gewenste<br />
regeling.<br />
3. Nadat u de juiste regeling heeft<br />
geselecteerd, draait u de knop<br />
naar rechts of links, druk u<br />
op de pijltjestoetsen links of<br />
rechts SEEK of drukt u op de<br />
toetsen FWD of REV om het<br />
niveau van de geselecteerde<br />
toon te verhogen of verlagen.<br />
De middenstand zorgt voor balans<br />
in het niveau.<br />
U kunt een toonregeling snel instellen<br />
op de middelste stand door de<br />
druktoets onder BASS (lage tonen),<br />
MID (middentonen) of TREB (hoge<br />
tonen) meer dan twee seconden in<br />
te drukken.<br />
U zult één pieptoon horen.<br />
U kunt snel alle luidspreker- en<br />
geluidsregelingen op hun middenposities<br />
instellen door geen regeling<br />
te selecteren. Houd dan gewoon de<br />
knop ingedrukt.<br />
U zult één pieptoon horen.<br />
Wanneer een zender zwak of met<br />
veel ruis doorkomt, is een lagere<br />
instelling voor hoge tonen soms<br />
nuttig.<br />
LUIDSPREKERS AFSTELLEN<br />
Om de balans of de fade van de luidspreker<br />
aan te passen, doet u het<br />
volgende:<br />
1. Draai de knop totdat BAL/<br />
FADE (balans/fade) op het display<br />
wordt weergegeven.<br />
2. Blijf herhaaldelijk op de toets<br />
drukken om de gewenste regeling<br />
te markeren of druk op de<br />
druktoets onder de gewenste<br />
regeling.<br />
Door BAL te kiezen, kunt u het<br />
geluid tussen de rechter- en linkerluidsprekers<br />
regelen. Door<br />
FADE te kiezen kunt u het geluid<br />
tussen de voor- en achterluidsprekers<br />
regelen.<br />
–<br />
111 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 112 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
3. Nadat u de juiste regeling heeft<br />
geselecteerd, draait u de knop<br />
naar rechts of links, druk u<br />
op de pijltjestoetsen links of<br />
rechts SEEK of drukt u op de<br />
toetsen FWD of REV om het<br />
niveau van de geselecteerde<br />
regeling te verhogen of<br />
verlagen.<br />
U kunt een luidsprekerregeling snel<br />
instellen op de middenpositie door<br />
de druktoets onder de gewenste<br />
regeling meer dan twee seconden<br />
ingedrukt te houden.<br />
U zult één pieptoon horen.<br />
U kunt snel beide luidsprekerregelingen<br />
snel op hun middenposities<br />
instellen door de knop meer dan<br />
twee seconden ingedrukt te<br />
houden.<br />
U zult één pieptoon horen.<br />
EEN ZENDER ZOEKEN<br />
Golfbandkeuze<br />
Druk op BAND om AM of FM te<br />
selecteren.<br />
Afstemmen<br />
Draai de knop naar rechts om<br />
naar de volgende zender en naar<br />
links om naar de vorige zender te<br />
gaan.<br />
Automatisch zoeken van<br />
radiozenders<br />
Druk op het rechterpijltje SEEK; de<br />
radio gaat naar de volgende zender<br />
en blijft daar staan. Druk op het<br />
linkerpijltje SEEK om naar de vorige<br />
zender te gaan en daar te blijven<br />
staan.<br />
De radio zoekt alleen naar zenders<br />
die zich binnen de geselecteerde<br />
band bevinden.<br />
De radio zal niet stoppen bij radiozenders<br />
met zwakke ontvangst.<br />
. . . 112
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 113 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Radiozenders scannen<br />
U kunt langs zenders scannen door<br />
het pijltje links of rechts SEEK drie<br />
seconden ingedrukt te houden<br />
totdat u een piep hoort. De radio<br />
gaat naar de volgende of vorige<br />
zender, blijft daar enkele seconden<br />
staan en gaat daarna naar de<br />
volgende zender.<br />
Druk de toets opnieuw in om met<br />
scannen te stoppen.<br />
De radio scant alleen zenders die<br />
zich binnen de geselecteerde band<br />
bevinden.<br />
De radio zal niet stoppen bij radiozenders<br />
met zwakke ontvangst.<br />
Radiozenders<br />
voorprogrammeren<br />
Uw geluidsinstallatie kan maximaal<br />
36 extra voorkeurzenders opslaan<br />
met de zes beschikbare voorkeurzenderlijsten<br />
voor meerdere<br />
banden.<br />
Er kunnen op elke lijst 6 voorkeurzenders<br />
worden opgeslagen.<br />
De voorkeurzenders op een lijst<br />
kunnen van verschillende radiobanden<br />
zijn.<br />
Druk op de toets FAV (favorieten)<br />
om door de lijsten te bladeren.<br />
De opgeslagen zenders voor elke<br />
lijst worden weergegeven op het<br />
display boven de druktoetsen voor<br />
voorkeurzenders.<br />
U kunt het aantal pagina's Favorieten<br />
instellen:<br />
1. Druk op de toets MENU om het<br />
instellingenmenu voor de radio<br />
weer te geven.<br />
2. Druk op de druktoets onder<br />
FAV 1-6.<br />
3. Selecteer het aantal pagina's<br />
voor Favorieten door op de<br />
druktoets onder het paginanummer<br />
te drukken.<br />
4. Druk op de toets FAV (favorieten)<br />
of laat het display automatisch<br />
uitschakelen. Ga terug<br />
naar het display voor de hoofdradio<br />
om met het programmeren<br />
van zenders te beginnen.<br />
–<br />
113 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 114 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
U kunt een radiozender als volgt<br />
op een voorkeurzenderlijst<br />
opslaan:<br />
1. Druk op BAND om AM of FM<br />
te selecteren.<br />
2. Stem op een radiozender af.<br />
3. Druk op de toets FAV (favorieten)<br />
om één van de maximaal<br />
zes lijsten weer te geven<br />
waarop zenders worden<br />
opgeslagen.<br />
4. Houd één van de zes voorkeurtoets<br />
ingedrukt tot u een pieptoon<br />
hoort. Als u die toets<br />
opnieuw indrukt, wordt op de<br />
voorkeurzender afgestemd.<br />
5. Het zendernummer wordt op<br />
het display boven de drukknop<br />
weergegeven.<br />
6. Herhaal deze handelingen voor<br />
iedere voorkeuzetoets.<br />
U kunt als volgt een voorkeurzender<br />
uit de lijst met voorkeurzenders<br />
voor meerdere banden<br />
oproepen:<br />
1. Druk herhaaldelijk op FAV<br />
(favorieten) om door de<br />
gewenste lijst te bladeren.<br />
2. Raak de toets van de gewenste<br />
voorkeurzender aan.<br />
Er wordt tussen de banden van<br />
de radio geschakeld (indien nodig)<br />
en de geselecteerde zender<br />
wordt opgeroepen.<br />
BESCHIKBAARHEID VAN RADIO<br />
DATA SYSTEM (RDS)<br />
RDS-voorzieningen zijn alleen<br />
beschikbaar voor FM-zenders die<br />
RDS-informatie uitzenden.<br />
Als het audiosysteem is afgestemd<br />
op een zender die geen RDS informatie<br />
uitzendt, dan zal de frequentie<br />
van de zender op het display<br />
blijven.<br />
In gebieden waar RDS niet beschikbaar<br />
is, werkt de stand RDS (radio<br />
data system) niet en moet niet<br />
worden ingeschakeld.<br />
In uitzonderlijke gevallen kan een<br />
radiozender onjuiste informatie<br />
uitzenden waardoor de radiofuncties<br />
niet juist zullen werken. Als dit<br />
gebeurt, moet u contact opnemen<br />
met de radiozender.<br />
. . . 114
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 115 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Als u hebt afgestemd op een RDSzender,<br />
verschijnt de naam van de<br />
radiozender op het display in plaats<br />
van de frequentie.<br />
De meeste RDS-zenders geven hun<br />
zendernaam, de tijd en het<br />
programmatype voor het actuele<br />
programma.<br />
Zenders kunnen ook de naam weergeven<br />
van het programma dat<br />
wordt uitgezonden.<br />
Eigenschappen en bediening van<br />
het RDS<br />
Het RDS-systeem:<br />
• biedt u de mogelijkheid alleen<br />
radiozenders op te zoeken met<br />
het type programma waarnaar u<br />
wenst te luisteren.<br />
• onderbreekt de radio-ontvangst<br />
of CD om berichten te ontvangen<br />
betreffende plaatselijke of<br />
nationale noodtoestanden.<br />
• biedt u de mogelijkheid om zenders<br />
te zoeken die verkeersberichten<br />
uitzenden.<br />
• biedt u de mogelijkheid om<br />
berichten van radiozenders te<br />
ontvangen en op het display<br />
weer te geven.<br />
• de radio blijft nu automatisch op<br />
een zender met sterkere ontvangst<br />
met hetzelfde type programma<br />
afgestemd.<br />
Berichten over noodtoestanden<br />
Het systeem zal automatisch de<br />
uitzending onderbreken voor het<br />
ontvangen van plaatselijke of landelijke<br />
belangrijke berichten. ALERT<br />
(waarschuwing) verschijnt op het<br />
display. Uitzendingen over noodtoestanden<br />
kunnen niet worden<br />
afgezet.<br />
De berichten zijn ook hoorbaar<br />
wanneer het volume is gedempt, of<br />
een CD wordt afgespeeld.<br />
Wanneer de uitzending over noodtoestanden<br />
ten einde komt, zal de<br />
radio weer worden afgestemd op de<br />
volume-instelling en de zender waar<br />
u naar luisterde voor aanvang van<br />
de uitzending of zal het inschakelen<br />
van de CD weer plaatsvinden.<br />
–<br />
115 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 116 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Verkeersinformatie<br />
De geluidsinstallatie kan het afspelen<br />
van de radio of een CD onderbreken<br />
om u naar een<br />
verkeersbericht te laten luisteren.<br />
1. Druk op de toets MENU om het<br />
instellingenmenu voor de radio<br />
weer te geven.<br />
2. Raak de toets RDS aan om het<br />
RDS-menu te openen.<br />
3. Raak de toets TA aan.<br />
ON wordt op het display<br />
weergegeven.<br />
Als de functie Verkeersinformatie is<br />
ingeschakeld en u niet heeft afgestemd<br />
op een zender die verkeersinformatie<br />
uitzendt, zoekt de radio<br />
automatisch de volgende zender<br />
waarop dit wel gebeurt.<br />
Als een zender een verkeersbericht<br />
uitzendt, onderbreekt de radio de<br />
huidige weergavemodus om u dit<br />
bericht te laten horen.<br />
TRAFFIC (verkeer) wordt op het<br />
display weergegeven.<br />
De berichten zijn ook hoorbaar<br />
wanneer een CD wordt afgespeeld.<br />
Raak de toets TA opnieuw aan om<br />
de verkeersinformatiefunctie uit te<br />
schakelen.<br />
. . . 116
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 117 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Informatietoets<br />
Druk op om meer tekstinformatie<br />
te zien over de huidige RDS FMzender<br />
of MP3-nummer. Blijf op de<br />
toets drukken om de gewenste categorie<br />
te markeren of druk op een<br />
druktoets onder een gewenste categorie<br />
voor meer informatie.<br />
Wanneer de toets wordt ingedrukt<br />
terwijl er geen informatie is, wordt<br />
NO INFO (geen informatie) op het<br />
display weergegeven.<br />
Programmatype (PTY)<br />
Met deze functie kunt u naar<br />
zenders met specifieke programmatypen<br />
zoeken.<br />
Druk op de knop CAT om een<br />
programmatype te selecteren.<br />
Zodra de programmatypefunctie is<br />
ingeschakeld, wordt er een te selecteren<br />
programmatypenaam weergegeven<br />
op het display boven elke<br />
druktoets in plaats van de voorkeurzenders<br />
(indien geprogrammeerd).<br />
Deze functie heeft instellingen voor<br />
de volgende muziek- of zendertypes:<br />
pop (POP), rock (ROCK), jazz<br />
(JAZZ), klassiek (CLASSICAL), country<br />
(COUNTRY) of willekeurig<br />
(ANY).<br />
Wanneer de programmatypenaam<br />
niet op het display wordt weergegeven,<br />
drukt u de toets CAT nog een<br />
keer in.<br />
Druk op de druktoets voor het<br />
programmatype waarnaar u wilt<br />
luisteren.<br />
Draai nadat u het gewenste<br />
programmatype heeft gekozen de<br />
knop naar rechts of links, druk op<br />
de rechter- of linkerpijltjes SEEK of<br />
druk op de toetsen FWD of REV om<br />
RDS-zenders te zoeken die het laatst<br />
geselecteerde programmatype<br />
uitzenden.<br />
Druk op FAV of BAND om deze<br />
functie uit te schakelen en de voorkeurzenders<br />
weer te geven(indien<br />
geprogrammeerd).<br />
Niet alle zenders ondersteunen de<br />
programmatypefunctie.<br />
Door het indrukken van een druktoets<br />
met programmatype krijgt u<br />
wellicht niet alle zenders met dit<br />
type uitzendingen te horen.<br />
–<br />
117 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 118 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Alternatieve frequenties<br />
Deze voorziening zorgt ervoor dat<br />
de radio automatisch op een krachtigere<br />
zender afstemt met hetzelfde<br />
type programma.<br />
1. Druk op de toets MENU om het<br />
instellingenmenu voor de radio<br />
weer te geven.<br />
2. Raak de toets RDS aan om het<br />
RDS-menu te openen.<br />
3. Raak de toets AF aan.<br />
ON wordt op het display<br />
weergegeven.<br />
Raak de toets AF aan om deze functie<br />
uit te schakelen.<br />
CD-speler (indien van<br />
toepassing)<br />
Deze speler is geen CD-wisselaar. U<br />
kunt slechts een schijf tegelijkertijd<br />
in deze speler plaatsen.<br />
Schuif de CD gedeeltelijk in de<br />
opening met de label aan de bovenkant.<br />
De speler zal de CD dan geheel<br />
naar binnen trekken.<br />
Als de geluidsinstallatie is ingeschakeld,<br />
begint de disk met afspelen.<br />
Wanneer het contact of de radio<br />
uitgeschakeld is, blijft de cd in de<br />
speler. Wanneer het contact en de<br />
radio ingeschakeld worden, gaat de<br />
cd verder met afspelen op het punt<br />
waar de cd was gestopt.<br />
Op het display wordt een CD- pictogram<br />
getoond.<br />
Het nummer van het muziekstuk<br />
verschijnt op het display wanneer<br />
elk muziekstuk met afspelen begint.<br />
. . . 118
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 119 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Wanneer er een CD-R wordt afgespeeld,<br />
kan de geluidskwaliteit<br />
minder zijn als gevolg van de kwaliteit<br />
van de CD-R, de opnamemethode,<br />
de kwaliteit van de opgenomen<br />
muziek of de manier waarop de CD-<br />
R is behandeld. Het gevolg kan zijn<br />
overslaan, problemen met het<br />
vinden van tracks en/of met het inen<br />
uitvoeren van CD-R's. Als deze<br />
problemen zich voordoen, controleer<br />
dan de onderzijde op schade.<br />
OPMERKING<br />
Breng geen papieren labels aan<br />
op cd's. De labels kunnen vast<br />
komen te zitten in de speler.<br />
Steek slechts een cd per keer in<br />
het apparaat.<br />
Gebruik geen bekraste of beschadigde<br />
cd's.<br />
Houd andere voorwerpen, vloeistoffen<br />
en vuil uit de buurt van de<br />
laadsleuf.<br />
Als er ooit een foutmelding op het<br />
display verschijnt, raadpleeg dan<br />
"Foutmeldingen" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />
toon en de toetsen voor de<br />
luidsprekers op dezelfde manier als<br />
voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />
kunnen verschillende<br />
functies hebben wanneer de CDbron<br />
is ingeschakeld.<br />
Zodra de CD geplaatst is, verschijnen<br />
de CD-spelerfuncties boven<br />
elke druktoets in plaats van de voorkeuzezenders<br />
(indien<br />
geprogrammeerd).<br />
Snel vooruitspoelen/ Snel<br />
terugspoelen<br />
Houd de toets FWD of <br />
REV ingedrukt om snel naar voren<br />
of terug naar een ander deel van de<br />
disk te gaan.<br />
U hoort het geluid bij een lager volume<br />
terwijl u vooruit of achteruit<br />
door de disk bladert.<br />
Laat de toets los voor de normale<br />
afspeelsnelheid.<br />
De verstreken tijd verschijnt op het<br />
display terwijl het systeem de CD<br />
voor- of achteruitspoelt.<br />
–<br />
119 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 120 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Willekeurig afspelen<br />
Druk op de druktoets onder RDM<br />
om de nummers in een willekeurige<br />
volgorde af te spelen.<br />
Het symbool "willekeurig" wordt op<br />
het display weergegeven.<br />
Druk de toets nogmaals in om deze<br />
voorziening uit te schakelen.<br />
Deze functie is niet beschikbaar in<br />
de afspeellijstmodus.<br />
Zoeken<br />
Draai de knop naar rechts of links<br />
om naar het volgende of vorige<br />
nummer te gaan.<br />
Druk op het rechterpijltje van de<br />
toets SEEK om snel naar het begin<br />
van de volgende track te gaan.<br />
Druk op het linkerpijltje op de toets<br />
SEEK om snel naar het begin van de<br />
huidige of vorige track te gaan.<br />
Als u de toets ingedrukt houdt of<br />
deze meermalen indrukt, zal de<br />
speler de CD verder voorwaarts of<br />
achterwaarts blijven doorspoelen.<br />
Display-regeling<br />
Druk herhaaldelijk op de toets<br />
toets om het volgende weer te<br />
geven:<br />
• tracknummer<br />
• verstreken tijd van de track<br />
• tijd (als de digitale klok is<br />
ingeschakeld)<br />
Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen<br />
Zie "Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen" verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
Geluidsbron kiezen<br />
Druk op de toets BAND om de CD<br />
te stoppen en over te schakelen op<br />
radioweergave.<br />
Druk op CD AUX om de disk<br />
opnieuw af te laten spelen.<br />
Druk nog een keer op CD/AUX om<br />
naar een extra apparaat te zoeken.<br />
Wanneer er geen extra apparaat<br />
wordt gevonden, wordt NO AUX<br />
INPUT DEVICE (geen extra apparaat)<br />
op het display weergegeven.<br />
Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie over het gebruik<br />
van een extra apparaat met de<br />
geluidsinstallatie.<br />
. . . 120
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 121 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
CD's uitwerpen<br />
Voor het uitwerpen van de CD drukt<br />
u op de toets (bevindt zich naast de<br />
sleuf voor de CD).<br />
U hoort een pieptoon.<br />
EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />
wordt op het display weergegeven.<br />
Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />
wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />
op het display weergegeven.<br />
Als de disk niet binnen korte tijd<br />
wordt verwijderd, wordt hij automatisch<br />
teruggenomen door de<br />
speler.<br />
Cd-speler voor 6 cd's (indien<br />
aanwezig)<br />
Met de CD-wisselaar kunt u maximaal<br />
6 CD's achter elkaar afspelen.<br />
Een CD in de CD-wisselaar<br />
plaatsen<br />
1. Druk op de laadtoets .<br />
2. Wanneer het bericht op het display<br />
wordt weergegeven,<br />
plaatst u de cd met het label<br />
omhoog gedeeltelijk in de sleuf.<br />
De cd wordt dan automatisch<br />
naar binnen getrokken door de<br />
cd-speler.<br />
Meerdere CD's in de CD-wisselaar<br />
plaatsen<br />
1. Houd de laadtoets vijf<br />
seconden ingedrukt.<br />
U hoort een piep en LOAD ALL<br />
DISC (alle cd's laden) wordt op<br />
het display weergegeven.<br />
2. Wanneer het bericht op het display<br />
wordt weergegeven,<br />
plaatst u de volgende cd met<br />
het label omhoog gedeeltelijk<br />
in de sleuf. De cd wordt dan<br />
automatisch naar binnen<br />
getrokken door de cd-speler.<br />
–<br />
121 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 122 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
3. Herhaal de voorgaande stap tot<br />
alle cd's geplaatst zijn.<br />
Probeer niet meer dan zes CD's<br />
te plaatsen.<br />
4. Druk op de laadtoets om de<br />
laadfunctie te annuleren wanneer<br />
u alle cd's heeft geladen.<br />
Zodra de CD geplaatst is, verschijnen<br />
de CD-spelerfuncties boven<br />
elke druktoets in plaats van de voorkeuzezenders<br />
(indien<br />
geprogrammeerd).<br />
Op het display wordt een CD- pictogram<br />
getoond.<br />
Het nummer van het muziekstuk<br />
verschijnt op het display wanneer<br />
elk muziekstuk met afspelen begint.<br />
Wanneer het contact of de radio<br />
uitgeschakeld is, blijft de cd in de<br />
speler. Wanneer het contact en de<br />
radio ingeschakeld worden, gaat de<br />
cd verder met afspelen op het punt<br />
waar de cd was gestopt.<br />
Wanneer er een CD-R wordt afgespeeld,<br />
kan de geluidskwaliteit<br />
minder zijn als gevolg van de kwaliteit<br />
van de CD-R, de opnamemethode,<br />
de kwaliteit van de opgenomen<br />
muziek of de manier waarop de CD-<br />
R is behandeld. Het gevolg kan zijn<br />
overslaan, problemen met het<br />
vinden van tracks en/of met het inen<br />
uitvoeren van CD-R's. Als deze<br />
problemen zich voordoen, controleer<br />
dan de onderzijde op schade.<br />
OPMERKING<br />
Breng geen papieren labels aan<br />
op cd's. De labels kunnen vast<br />
komen te zitten in de speler.<br />
Steek slechts een cd per keer in<br />
het apparaat.<br />
Gebruik geen bekraste of beschadigde<br />
cd's.<br />
Houd andere voorwerpen, vloeistoffen<br />
en vuil uit de buurt van de<br />
laadsleuf.<br />
Als er ooit een foutmelding op het<br />
display verschijnt, raadpleeg dan<br />
"Foutmeldingen" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />
toon en de toetsen voor de<br />
luidsprekers op dezelfde manier als<br />
voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />
kunnen verschillende<br />
functies hebben wanneer een CD<br />
naar binnen wordt gestoken.<br />
Zodra de CD geplaatst is, verschijnen<br />
de CD-spelerfuncties boven<br />
elke druktoets in plaats van de voorkeuzezenders<br />
(indien<br />
geprogrammeerd).<br />
. . . 122
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 123 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Snel vooruitspoelen/ Snel<br />
terugspoelen<br />
Houd de toets FWD of <br />
REV ingedrukt om snel naar voren<br />
of terug naar een ander deel van de<br />
disk te gaan.<br />
U hoort het geluid bij een lager volume<br />
terwijl u vooruit of achteruit<br />
door de disk bladert.<br />
Laat de toets los voor de normale<br />
afspeelsnelheid.<br />
De verstreken tijd verschijnt op het<br />
display terwijl het systeem de CD<br />
voor- of achteruitspoelt.<br />
Willekeurig afspelen<br />
Druk op de druktoets onder RDM<br />
(willekeurig) totdat RANDOMIZE<br />
CURRENT DISC (huidige disk willekeurig<br />
afspelen) op het display<br />
wordt weergegeven, waarna de<br />
tracks op de geselecteerde disk<br />
willekeurig en niet op volgorde<br />
worden afgespeeld.<br />
Druk op de druktoets onder RDM<br />
(willekeurig) totdat RANDOMIZE<br />
ALL DISCS (alle disks willekeurig<br />
afspelen) op het display wordt weergegeven,<br />
waarna de cd's en tracks<br />
willekeurig worden afgespeeld.<br />
Druk de toets nogmaals in om deze<br />
voorziening uit te schakelen.<br />
Zoeken<br />
Draai de knop naar rechts of links<br />
om naar het volgende of vorige<br />
nummer te gaan.<br />
Druk op het rechterpijltje van de<br />
toets SEEK om snel naar het begin<br />
van de volgende track te gaan.<br />
Druk op het linkerpijltje op de toets<br />
SEEK om snel naar het begin van de<br />
huidige of vorige track te gaan.<br />
Als u de toets ingedrukt houdt of<br />
deze meermalen indrukt, zal de<br />
speler de CD verder voorwaarts of<br />
achterwaarts blijven doorspoelen.<br />
–<br />
123 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 124 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Display-regeling<br />
Druk herhaaldelijk op de toets<br />
toets om het volgende weer te<br />
geven:<br />
• tracknummer<br />
• verstreken tijd van de track<br />
• tijd (als de digitale klok is<br />
ingeschakeld)<br />
Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen<br />
Zie "Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen" verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
Geluidsbron kiezen<br />
Druk op de toets BAND om de CD<br />
te stoppen en over te schakelen op<br />
radioweergave.<br />
Druk op CD AUX om de disk<br />
opnieuw af te laten spelen.<br />
Druk nog een keer op CD/AUX om<br />
naar een extra apparaat te zoeken.<br />
Wanneer er geen extra apparaat<br />
wordt gevonden, wordt NO AUX<br />
INPUT DEVICE (geen extra apparaat)<br />
op het display weergegeven.<br />
Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie over het gebruik<br />
van een extra apparaat met de<br />
geluidsinstallatie.<br />
CD's uitwerpen<br />
Druk in en laat deze weer los om<br />
de CD uit te werpen die wordt<br />
afgespeeld.<br />
U hoort een pieptoon.<br />
EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />
wordt op het display weergegeven.<br />
Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />
wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />
op het display weergegeven.<br />
Als de disk niet binnen korte tijd<br />
wordt verwijderd, wordt hij automatisch<br />
teruggenomen door de<br />
speler.<br />
Houd de uitwerptoets twee seconden<br />
ingedrukt om alle disks uit te<br />
werpen.<br />
. . . 124
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 125 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Cd's met MP3- of WMAbestanden<br />
afspelen<br />
De speler herkent MP3- en WMAbestanden<br />
die zijn opgenomen op<br />
CD-R- of CD-RW-cd's. De bestanden<br />
moeten op de cd zijn opgenomen<br />
met een van de volgende<br />
bitsnelheden:<br />
• 32 kbps<br />
• 40 kbps<br />
• 56 kbps<br />
• 64 kbps<br />
• 80 kbps<br />
• 96 kbps<br />
• 112 kbps<br />
• 128 kbps<br />
• 160 kbps<br />
• 192 kbps<br />
• 224 kbps<br />
• 256 kbps<br />
• 320 kbps<br />
• variabele bitsnelheid<br />
De titel van een nummer, de naam<br />
van een artiest en de naam van de<br />
cd zijn beschikbaar wanneer de cd is<br />
opgenomen met ID3-tags versies 1<br />
en 2.<br />
De speler speelt ook disks af met<br />
niet-gecomprimeerde, normale CDaudio-<br />
en MP3-/WMA-bestanden.<br />
Standaard leest de radio alleen de<br />
niet-gecomprimeerde audiobestanden<br />
en worden de MP3- of WMAbestanden<br />
genegeerd. Druk op de<br />
toets CAT om te wisselen tussen<br />
gecomprimeerde of niet-gecomprimeerde<br />
audiobestanden.<br />
Wanneer u uw eigen MP3-of WMAcd<br />
op een computer brandt:<br />
• Zorg dat de MP3-/WMA-bestanden<br />
op een CD-R of CD-RW worden<br />
opgenomen.<br />
• Combineer standaardaudio- en<br />
MP3-/WMA-bestanden niet op<br />
één disk.<br />
• Voltooi de cd wanneer u een<br />
MP3-cd met meerdere sessies<br />
brandt.<br />
Het is vaak beter om de cd in<br />
een keer te branden.<br />
• Zorg dat de speellijsten de volgende<br />
extensies hebben:<br />
-.m3u<br />
- .wpl<br />
Bestanden met andere extensies<br />
werken niet altijd.<br />
–<br />
125 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 126 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
De speler kan maximaal 50<br />
mappen, 50 afspeellijsten en 255<br />
bestanden lezen en afspelen. Lange<br />
bestands-, map- of afspeellijstnamen<br />
of een combinatie van een<br />
groot aantal bestanden en mappen<br />
of afspeellijsten kunnen ervoor<br />
zorgen dat de speler niet het maximaal<br />
aantal bestanden, mappen,<br />
afspeellijsten of sessies kan afspelen.<br />
Afspeellijsten kunnen worden gewijzigd<br />
door op de toetsen voor de<br />
volgende en vorige map of de zoektoetsen<br />
te drukken of aan de tunerknop<br />
te draaien.<br />
Wanneer u een groot aantal bestanden,<br />
mappen, afspeellijsten of<br />
sessies wilt afspelen, minimaliseer<br />
dan de lengte van de bestands-,<br />
map- of afspeellijstnaam.<br />
Er kunnen ook cd's met MP3's<br />
zonder bestandsmappen worden<br />
afgespeeld.<br />
U kunt de nummers organiseren op<br />
album door per album een map te<br />
gebruiken. Elke map of album mag<br />
maximaal 18 liedjes bevatten.<br />
De speler kan lagen van maximaal<br />
acht mappen ondersteunen, maar<br />
houd het aantal maplagen minimaal<br />
zodat het eenvoudiger is een<br />
bestand voor afspelen te zoeken.<br />
Wanneer een cd meer dan het maximaal<br />
aantal mappen, afspeellijsten,<br />
sessies of bestanden bevat, zal de<br />
speler het maximaal aantal<br />
nummers op de cd afspelen en<br />
wordt de rest genegeerd.<br />
Hoofddirectory<br />
De hoofddirectory wordt behandeld<br />
als een map. Wanneer de hoofddirectory<br />
gecomprimeerde audiobestanden<br />
bevat, wordt de directory<br />
weergegeven als F1 ROOT.<br />
De speler krijgt toegang tot alle<br />
bestanden die direct onder de<br />
hoofddirectory staan voor toegang<br />
tot mappen op de hoofddirectory.<br />
Afspeellijsten (PX) gaan echter altijd<br />
voor hoofdmappen of -bestanden.<br />
Lege directory of map<br />
Wanneer een hoofddirectory of een<br />
map leeg is of alleen mappen bevat,<br />
dan gaat de speler automatisch naar<br />
de volgende map in de bestandsstructuur<br />
die een gecomprimeerd<br />
audiobestand bevat. De lege<br />
map(pen) worden niet weergegeven<br />
of genummerd.<br />
. . . 126
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 127 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Geen map<br />
Wanneer de cd alleen gecomprimeerde<br />
audiobestanden bevat<br />
zonder mappen of afspeellijsten,<br />
dan werken de functies voor de<br />
volgende en vorige map niet. ROOT<br />
wordt op het display weergegeven<br />
als de naam van de map.<br />
Wanneer de cd alleen gecomprimeerde<br />
audiobestanden en afspeellijsten<br />
zonder mappen bevat,<br />
worden alle bestanden onder de<br />
hoofdmap geplaatst. De omhoogen<br />
omlaagknoppen voor de map<br />
doorzoeken eerst afspeellijsten (PX)<br />
en gaan daarna naar de hoofdmap.<br />
ROOT wordt op het display weergegeven<br />
als de naam van de map.<br />
Afspeelvolgorde<br />
De nummers worden afgespeeld<br />
vanaf het eerste nummer in de<br />
eerste afspeellijst en worden op<br />
volgorde alle nummers op elke<br />
speellijst afgespeeld. Wanneer het<br />
laatste nummer van de laatste<br />
afspeellijst wordt afgespeeld, wordt<br />
het afspelen voortgezet vanaf het<br />
eerste nummer van het afspeellijst.<br />
Afspeellijsten kunnen worden gewijzigd<br />
door op de druktoets onder<br />
of of het linker- of rechterpijltje<br />
SEEK te drukken of door de knop<br />
te draaien.<br />
Wanneer de cd geen afspeellijsten<br />
bevat, wordt het eerste nummer<br />
onder de hoofddirectory eerst afgespeeld.<br />
Wanneer alle nummers van<br />
de hoofddirectory zijn afgespeeld,<br />
worden de overige nummers in de<br />
volgorde van de nummering afgespeeld.<br />
Wanneer het laatste<br />
nummer van de laatst map is afgespeeld,<br />
gaat het afspelen verder met<br />
het eerste nummer in de eerst map<br />
of hoofddirectory.<br />
Wanneer er een nummer uit een<br />
nieuwe map wordt afgespeeld, dan<br />
wordt de naam van het nieuwe<br />
nummer weergegeven. Wanneer de<br />
mapstand is geselecteerd als de<br />
standaardweergavestand, dan<br />
wordt de mapnaam weergegeven.<br />
Zie "Een MP3-audiobestand afspelen"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
–<br />
127 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 128 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Bestandssysteem en namen<br />
De weergegeven titel van het<br />
nummer wordt overgenomen uit de<br />
ID3-tag van het bestand. Wanneer<br />
er geen titel voor het nummer in de<br />
ID3-tag wordt vermeld, geeft de<br />
radio de bestandsnaam als de naam<br />
van het nummer weer.<br />
Namen van nummers die langer zijn<br />
dan 32 tekens of 4 pagina's worden<br />
ingekort.<br />
Ingeprogrammeerde<br />
afspeellijsten<br />
De radio herkent ingeprogrammeerde<br />
afspeellijsten die zijn<br />
gemaakt met de software van<br />
WinAmp, Music- Match of Real<br />
Jukebox. De bestanden kunnen<br />
echter niet worden bewerkt. Deze<br />
afspeellijsten worden behandeld als<br />
speciale mappen met gecomprimeerde<br />
audiobestanden.<br />
De voorgeprogrammeerde speellijsten<br />
moeten de volgende extensies<br />
hebben:<br />
- .pls<br />
- .m3u<br />
- .wpl<br />
Afspeellijsten kunnen worden gewijzigd<br />
door op de druktoets onder<br />
of of het linker- of rechterpijltje<br />
SEEK te drukken of door de knop<br />
te draaien.<br />
Houd de toets FWD of <br />
REV ingedrukt om snel vooruit of<br />
achteruit in een track te gaan.<br />
Een MP3-audiobestand afspelen<br />
• Voertuigen met cd-speler voor<br />
één cd:<br />
Schuif de CD gedeeltelijk in de<br />
opening met de label aan de<br />
bovenkant. De speler zal de CD<br />
dan geheel naar binnen trekken.<br />
Raadpleeg "Cd-speler" eerder in<br />
dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
. . . 128
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 129 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• Voertuigen met cd-wisselaar<br />
voor zes cd's:<br />
Druk op de laadtoets .<br />
Wanneer het bericht op het display<br />
wordt weergegeven, plaatst<br />
u de cd met het label omhoog<br />
gedeeltelijk in de sleuf. De cd<br />
wordt dan automatisch naar binnen<br />
getrokken door de cd-speler.<br />
Zie "De cd-wisselaar voor 6 cd's"<br />
eerder in dit hoofdstuk.<br />
De disk wordt afgespeeld.<br />
Op het display wordt een CD- pictogram<br />
getoond.<br />
Wanneer het contact of de radio<br />
uitgeschakeld is, blijft de cd in de<br />
speler. Wanneer het contact en de<br />
radio ingeschakeld worden, gaat de<br />
cd verder met afspelen op het punt<br />
waar de cd was gestopt.<br />
Het nummer van het muziekstuk<br />
verschijnt op het display wanneer<br />
elk muziekstuk met afspelen begint.<br />
Wanneer er een CD-R wordt afgespeeld,<br />
kan de geluidskwaliteit<br />
minder zijn als gevolg van de kwaliteit<br />
van de CD-R, de opnamemethode,<br />
de kwaliteit van de opgenomen<br />
muziek of de manier waarop de CD-<br />
R is behandeld. Het gevolg kan zijn<br />
overslaan, problemen met het<br />
vinden van tracks en/of met het inen<br />
uitvoeren van CD-R's. Als deze<br />
problemen zich voordoen, controleer<br />
dan de onderzijde op schade.<br />
OPMERKING<br />
Breng geen papieren labels aan<br />
op cd's. De labels kunnen vast<br />
komen te zitten in de speler.<br />
Steek slechts een cd per keer in<br />
het apparaat.<br />
Gebruik geen bekraste of beschadigde<br />
cd's.<br />
Houd andere voorwerpen, vloeistoffen<br />
en vuil uit de buurt van de<br />
laadsleuf.<br />
–<br />
129 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 130 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Als er ooit een foutmelding op het<br />
display verschijnt, raadpleeg dan<br />
"Foutmeldingen" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />
toon en de toetsen voor de<br />
luidsprekers op dezelfde manier als<br />
voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />
kunnen verschillende<br />
functies hebben wanneer een CD<br />
naar binnen wordt gestoken.<br />
Zodra de CD geplaatst is, verschijnen<br />
de CD-spelerfuncties boven<br />
elke druktoets in plaats van de voorkeuzezenders<br />
(indien<br />
geprogrammeerd).<br />
Vorige/Volgende map<br />
Druk op de druktoets onder om<br />
naar de eerste track in de volgende<br />
map te gaan.<br />
Druk op de druktoets onder om<br />
de eerste track in de vorige map af te<br />
spelen.<br />
Snel vooruitspoelen/ Snel<br />
terugspoelen<br />
Houd de toets FWD of <br />
REV ingedrukt om snel naar voren<br />
of terug naar een ander deel van de<br />
disk te gaan.<br />
U hoort het geluid bij een lager volume<br />
terwijl u vooruit of achteruit<br />
door de disk bladert.<br />
Laat de toets los voor de normale<br />
afspeelsnelheid.<br />
De verstreken tijd verschijnt op het<br />
display terwijl het systeem de CD<br />
voor- of achteruitspoelt.<br />
Willekeurig afspelen<br />
• Voertuigen met cd-speler voor<br />
één cd:<br />
Druk op de druktoets onder<br />
RDM om de nummers in een<br />
willekeurige volgorde af te<br />
spelen.<br />
Het symbool "willekeurig" wordt<br />
op het display weergegeven.<br />
Druk de toets nogmaals in om<br />
deze voorziening uit te<br />
schakelen.<br />
Deze functie is niet beschikbaar<br />
in de afspeellijstmodus.<br />
. . . 130
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 131 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• Voertuigen met cd-wisselaar<br />
voor zes cd's:<br />
Druk op de druktoets onder<br />
RDM (willekeurig) totdat<br />
RANDOMIZE CURRENT DISC<br />
(huidige disk willekeurig afspelen)<br />
op het display wordt weergegeven,<br />
waarna de tracks op de<br />
geselecteerde disk willekeurig en<br />
niet op volgorde worden<br />
afgespeeld.<br />
Druk op de druktoets onder<br />
RDM (willekeurig) totdat<br />
RANDOMIZE ALL DISCS (alle<br />
disks willekeurig afspelen) op het<br />
display wordt weergegeven,<br />
waarna de cd's en tracks willekeurig<br />
worden afgespeeld.<br />
Druk de toets nogmaals in om<br />
deze voorziening uit te<br />
schakelen.<br />
Music Navigator<br />
Druk op de druktoets onder om<br />
MP3-bestanden per artiest of album<br />
af te spelen. Het kan enkele minuten<br />
duren voordat de disk is gescand en<br />
de bestanden op ID3-tag voor<br />
artiest of album zijn gesorteerd, dit<br />
is afhankelijk van het aantal MP3-<br />
bestanden op de disk.<br />
De radio kan gewoon worden<br />
gebruikt terwijl de speler de disk<br />
scant.<br />
Wanneer de scan is voltooid, wordt<br />
de disk afgespeeld.<br />
De speler speelt MP3-bestanden<br />
standaard op volgorde per artiest af.<br />
De huidige artiest wordt op de<br />
tweede regel van het display tussen<br />
de pijlen weergegeven. Wanneer<br />
alle tracks van een artiest zijn afgespeeld,<br />
gaat de speler op alfabetische<br />
volgorde naar de volgende<br />
artiest.<br />
Wanneer u naar MP3-bestanden<br />
van een andere artiest wilt luisteren,<br />
drukt u op de druktoets onder een<br />
van de pijltjes om op alfabetische<br />
volgorde naar de volgende of vorige<br />
artiest te gaan. Blijf op een van de<br />
toetsen drukken, totdat de gewenste<br />
artiest is geselecteerd.<br />
U kunt van afspelen op artiest overschakelen<br />
op afspelen op album<br />
door op de druktoets onder SORT<br />
BY (sorteren op) te drukken. Druk<br />
op een van de druktoetsen om een<br />
album te selecteren.<br />
Druk op de druktoets onder BACK<br />
(vorige) om naar het hoofdscherm<br />
voor de Music Navigator te gaan.<br />
Het huidige album wordt op de<br />
tweede regel van het display tussen<br />
de pijlen weergegeven. Wanneer<br />
alle tracks van een album zijn afgespeeld,<br />
gaat de speler op alfabetische<br />
volgorde naar het volgende<br />
album.<br />
U kunt de Music Navigator afsluiten<br />
met de druktoets onder BACK<br />
(vorige).<br />
–<br />
131 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 132 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Zoeken<br />
Draai de knop naar rechts of links<br />
om naar het volgende of vorige<br />
nummer te gaan.<br />
Druk op het rechterpijltje van de<br />
toets SEEK om snel naar het begin<br />
van de volgende track te gaan.<br />
Druk op het linkerpijltje op de toets<br />
SEEK om snel naar het begin van de<br />
huidige of vorige track te gaan.<br />
Als u de toets ingedrukt houdt of<br />
deze meermalen indrukt, zal de<br />
speler de CD verder voorwaarts of<br />
achterwaarts blijven doorspoelen.<br />
Informatietoets<br />
Druk op terwijl er een cd met MP3-<br />
bestanden is geladen om meer<br />
informatie, zoals de naam van de<br />
artiest en het album, weer te geven.<br />
Geluidsbron kiezen<br />
Druk op de toets BAND om de CD<br />
te stoppen en over te schakelen op<br />
radioweergave.<br />
Druk op CD AUX om de disk<br />
opnieuw af te laten spelen.<br />
Wanneer er een disk is geladen,<br />
worden een cd-symbool en het<br />
tracknummer op het display weergegeven.<br />
Wanneer uw voertuig is<br />
voorzien van een cd-speler voor 6<br />
cd's wordt het disknummer ook<br />
weergegeven.<br />
Druk nog een keer op CD/AUX om<br />
naar een extra apparaat te zoeken.<br />
Wanneer er geen extra apparaat<br />
wordt gevonden, wordt NO AUX<br />
INPUT DEVICE FOUND (geen extra<br />
apparaat gevonden) op het display<br />
weergegeven.<br />
Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie over het gebruik<br />
van een extra apparaat met de<br />
geluidsinstallatie.<br />
. . . 132
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 133 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
CD's uitwerpen<br />
• Voertuigen met cd-speler voor<br />
één cd:<br />
Voor het uitwerpen van de CD<br />
drukt u op de toets (bevindt zich<br />
naast de sleuf voor de CD).<br />
U hoort een pieptoon.<br />
EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />
wordt op het display<br />
weergegeven.<br />
Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />
wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />
op het display<br />
weergegeven.<br />
• Voertuigen met cd-wisselaar<br />
voor zes cd's:<br />
Druk in en laat deze weer los<br />
om de CD uit te werpen die<br />
wordt afgespeeld.<br />
U hoort een pieptoon.<br />
EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />
wordt op het display<br />
weergegeven.<br />
Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />
wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />
op het display<br />
weergegeven.<br />
Als de disk niet binnen korte tijd<br />
wordt verwijderd, wordt hij<br />
automatisch teruggenomen<br />
door de speler.<br />
Houd de uitwerptoets twee<br />
seconden ingedrukt om alle<br />
disks uit te werpen.<br />
–<br />
Als de disk niet binnen korte tijd<br />
wordt verwijderd, wordt hij<br />
automatisch teruggenomen<br />
door de speler.<br />
133 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 134 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Foutmeldingen<br />
Wanneer DISC ERROR wordt weergegeven<br />
en/of de cd uit het apparaat<br />
komt, dan is er een storing. De<br />
oorzaak kan extreme hitte, oneffen<br />
wegdek, vocht of een beschadigde<br />
of onjuist geplaatste cd zijn. De cd<br />
kan niet worden afgespeeld of kan<br />
uit het apparaat worden geworpen.<br />
Tenzij de cd beschadigd is, zal de cd<br />
normaal afspelen wanneer de<br />
omstandigheden weer normaal zijn.<br />
Er kan zich een storing voordoen<br />
wanneer de afspeellijst, gecomprimeerde<br />
audiobestanden of gegevensbestanden<br />
een formaat hebben<br />
dat niet door de speler wordt<br />
ondersteund.<br />
Bij het afspelen van een CD-R kan de<br />
geluidskwaliteit minder zijn als<br />
gevolg van de kwaliteit van de CD-<br />
R, de opnamemethode, de kwaliteit<br />
van de opgenomen muziek of de<br />
manier waarop de CD-R is behandeld.<br />
Het gevolg kan zijn overslaan,<br />
problemen met het vinden van<br />
tracks en/of met het in- en uitvoeren<br />
van CD-R's.<br />
Plak geen papieren labels op de cd's<br />
omdat ze in de cd-speler kunnen<br />
blijven steken.<br />
Indien storingen steeds weer plaatsvinden<br />
of indien een storing niet kan<br />
worden verholpen, neem dan<br />
contact op met uw dealer.<br />
Geef foutcodes die misschien op het<br />
display zijn verschenen aan uw<br />
dealer.<br />
. . . 134
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 135 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
DRAAGBAAR<br />
MUZIEKAPPARAAT<br />
Er kan een draagbaar muziekapparaat,<br />
zoals een MP3-speler, iPod,<br />
PDA, laptop (met microfooningang)<br />
of een cassettespeler, worden<br />
aangesloten op de geluidsinstallatie;<br />
dit kan via de radio en de luidsprekers<br />
worden afgespeeld.<br />
Sluit een kabel met een stekker van<br />
3,5 mm van het draagbare muziekapparaat<br />
aan op de extra aansluiting<br />
op het voorpaneel van de radio.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u uitgebreid met het<br />
entertainmentsysteem bezig<br />
bent, hebt u meer kans op een<br />
aanrijding met letsel of de dood<br />
tot gevolg.<br />
Bestuurders wordt aangeraden<br />
extra apparatuur in te stellen terwijl<br />
het voertuig in P (parkeren) staat.<br />
Druk wanneer er een apparaat is<br />
aangesloten op CD/AUX om de<br />
audio van het apparaat via de luidsprekers<br />
van de radio af te spelen.<br />
Draai de knop naar rechts om het<br />
volume te laten toenemen en naar<br />
links om het te laten afnemen.<br />
U kunt het volume van het draagbare<br />
apparaat instellen op het gewenste<br />
volume.<br />
Geluidsbron kiezen<br />
Druk op BAND om terug te schakelen<br />
naar de radio.<br />
Het draagbare muziekapparaat blijft<br />
afspelen. Gebruik de knoppen om te<br />
stoppen met afspelen.<br />
Druk op CD/AUX om over te schakelen<br />
van het draagbare apparaat<br />
naar een cd.<br />
Druk nog een keer op CD/AUX om<br />
naar een extra apparaat te zoeken.<br />
Wanneer er geen extra apparaat<br />
wordt gevonden, wordt NO AUX<br />
INPUT DEVICE FOUND (geen extra<br />
apparaat gevonden) op het display<br />
weergegeven.<br />
–<br />
135 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 136 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
ZORG VOOR UW CD'S<br />
Hanteer de schijven met grote zorg.<br />
Bewaar ze in de originele doosjes of<br />
andere verpakking en stel ze niet<br />
bloot aan direct zonlicht en stof.<br />
Indien het oppervlak van een schijf<br />
vervuild is, maak dan een schone,<br />
zachte doek vochtig met een zacht<br />
sopje en veeg de schijf schoon<br />
vanuit het midden naar de<br />
zijkanten.<br />
Raak het signaaloppervlak onder<br />
geen enkele omstandigheid aan<br />
tijdens het hanteren van een schijf.<br />
Houd schijven vast bij de buitenrand<br />
of bij het middelste gat en de<br />
buitenrand.<br />
ZORG VOOR UW CD-SPELER<br />
Het gebruik van reinigings-CD's<br />
voor de CD-lens wordt afgeraden.<br />
Het gebruik van lensreinigings-CD's<br />
kan resulteren in de vervuiling van<br />
de optische lens van de CD-speler.<br />
BEVEILIGING TEGEN<br />
DIEFSTAL<br />
De antidiefstalfunctie leert automatisch<br />
een deel van het<br />
voertuigidentificatienummer.<br />
Uw radio werkt niet als hij is gestolen<br />
of in een ander voertuig is<br />
gemonteerd.<br />
. . . 136
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 137 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
A<br />
AUDIOTOETSEN OP<br />
STUURWIEL<br />
De bediening voor de radio is bij uw<br />
voertuig op het stuurwiel<br />
gemonteerd.<br />
Zoeken<br />
Druk op de bovenkant of onderkant<br />
van schakelaar om snel naar de<br />
volgende of vorige vooraf ingestelde<br />
radiozender op de huidige golflengte<br />
te gaan.<br />
B<br />
C<br />
De radio zal niet stoppen bij radiozenders<br />
met zwakke ontvangst.<br />
Als er een cd wordt afgespeeld, kunt<br />
u met het pijltje omhoog of omlaag<br />
de volgende of vorige track op de<br />
disk selecteren.<br />
Volumeregelaar<br />
Druk op de omhoog of omlaag<br />
wijzende pijl op de volumetoets <br />
om het volume te verhogen of te<br />
verlagen.<br />
Toets Mute op het stuurwiel/<br />
Toets stemherkenning navigatiesysteem<br />
(indien van toepassing)<br />
Druk op om het geluid uit de luidsprekers<br />
van het systeem te<br />
dempen. Wanneer de inzittenden<br />
op de achterbank via de koptelefoon<br />
luisteren, wordt het geluid niet<br />
gedempt.<br />
Druk nog een keer op om het<br />
geluid weer in te schakelen.<br />
Bij het navigatiesysteem regelt de<br />
toets het spraakherkenningssysteem.<br />
Zie de afzonderlijke handleiding<br />
van het navigatiesysteem voor<br />
meer informatie over hoe u dit<br />
systeem moet gebruiken.<br />
Spraakherkenning is alleen te<br />
gebruiken wanneer er een kaartendvd<br />
voor het navigatiesysteem in<br />
het systeem is geplaatst.<br />
Wanneer de kaarten-dvd niet in het<br />
apparaat is geplaatst of in gebieden<br />
waarvoor de kaarten-dvd niet<br />
geschikt is, is de schakelaar niet<br />
beschikbaar.<br />
–<br />
137 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 138 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
ANTENNE<br />
De antenne is in de achterraampjes<br />
ingebouwd.<br />
OPMERKING<br />
Breng later geen getinte folie aan<br />
op de ruiten. De metallic laag in<br />
sommige getinte folie-producten<br />
zorgt voor interferentie met of<br />
verstoort de binnenkomende<br />
radio-ontvangst.<br />
U kunt zo de antenne beschadigen<br />
en een heldere ontvangst<br />
door de radio belemmeren. De<br />
reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
Indien u gebruik maakt van een<br />
draagbare telefoon die niet met het<br />
voertuig is bijgeleverd, en de antenne<br />
aan de ruit moet worden bevestigd,<br />
voorkom dan beschadiging<br />
van de bestaande verwarmingsdraden<br />
in de ruit. Plaats de antenne van<br />
de draagbare telefoon niet op de<br />
verwarmingsdraden in de ruit.<br />
OPMERKING<br />
Gebruik geen scherpe voorwerpen<br />
zoals een scheermesje om de<br />
achterraampjes te reinigen.<br />
U kunt zo de antenne beschadigen<br />
en een heldere ontvangst<br />
door de radio belemmeren. De<br />
reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
ENTERTAINMENTSYSTEEM<br />
VOOR ACHTERPASSAGIERS<br />
(INDIEN VAN TOEPASSING)<br />
Zie de afzonderlijke handleiding<br />
voor meer informatie over de wijze<br />
waarop dit systeem moet worden<br />
gebruikt.<br />
. . . 138
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 139 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
AUDIOSYSTEEM VOOR<br />
INZITTENDEN ACHTERIN<br />
(INDIEN VAN TOEPASSING)<br />
Met deze functies kunnen de passagiers<br />
op de achterbank de beschikbare<br />
audiobronnen (AM-FM, cd,<br />
dvd of extra bron, indien aanwezig)<br />
selecteren en bedienen.<br />
De passagiers op de achterbank<br />
kunnen alleen gebruikmaken van de<br />
geluidsbronnen waarnaar de passagiers<br />
op de voorstoelen niet luisteren.<br />
De knoppen voor het<br />
audiosysteem voor in het voertuig<br />
hebben voorrang op de knoppen<br />
achter in het voertuig.<br />
Als bijvoorbeeld de passagiers voorin<br />
de auto reeds luisteren naar AM of<br />
FM radio, dan kan de achterste<br />
geluidsregelaar niet schakelen<br />
tussen de frequenties en kan niet<br />
een andere frequentieband kiezen.<br />
SRCE<br />
PROG<br />
–<br />
Het geluid van het systeem kan met<br />
de bedrade koptelefoon (niet<br />
meegeleverd) worden beluisterd.<br />
Dit systeem is geschikt voor maximaal<br />
twee bedrade koptelefoons.<br />
U kunt de bedrade koptelefoon<br />
gebruiken door de koptelefoon in<br />
de aansluiting op het paneel voor<br />
het audiosysteem voor achterpassagiers<br />
te steken.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van het entertainmentsysteem voor<br />
achterpassagiers, is het geluid van<br />
het audiosysteem voor achterpassagiers<br />
ook via kanaal 2 van de draadloze<br />
koptelefoons van het<br />
entertainmentsysteem voor achterpassagiers<br />
te horen.<br />
Als uw voertuig ook is uitgerust<br />
met een entertainmentsysteem<br />
voor achterpassagiers, zie dan de<br />
aparte handleiding voor het<br />
navigatiesysteem.<br />
139 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 140 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Er kan nog geluid uit de luidsprekers<br />
achter hoorbaar zijn als de geluidsinstallatie<br />
voor achterpassagiers actief<br />
is via de koptelefoons.<br />
Het audiosysteem achterin kan ook<br />
worden gebruikt wanneer het voorste<br />
hoofdsysteem is afgezet.<br />
Aan/uit-toets<br />
Druk op om het audiosysteem<br />
voor de achterbank in te schakelen.<br />
Druk nog een keer op de toets om<br />
het systeem uit te schakelen.<br />
Wanneer het systeem is ingeschakeld,<br />
wordt het symbool voor de<br />
koptelefoon op het voorste radiodisplay<br />
weergegeven.<br />
Volumeregelaar<br />
De linkerknop regelt het volume<br />
voor de bedrade koptelefoon links<br />
en de rechterknop regelt het volume<br />
voor de bedrade koptelefoon<br />
rechts.<br />
Draai de volumeknop om het volume<br />
te vergroten of te verkleinen.<br />
Geluidsbron kiezen<br />
Wanneer u herhaaldelijk op SRCE<br />
drukt, bladert het audiosysteem<br />
voor achterpassagiers door de<br />
volgende geluidsbronnen:<br />
• AM-band<br />
• FM-band<br />
• tv (indien van toepassing)<br />
• disk<br />
• extra apparaat (indien<br />
aangesloten)<br />
Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat"<br />
eerder in dit hoofdstuk<br />
voor informatie over het gebruik<br />
van een extra apparaat met de<br />
geluidsinstallatie.<br />
Zoeken<br />
Wanneer de AM-radio, FM-radio of<br />
televisie (indien aanwezig) actief is,<br />
druk dan op of om naar de<br />
volgende of vorige zender/kanaal te<br />
gaan en daar te blijven staan.<br />
Wanneer u naar een cd of audio-dvd<br />
luistert, kunt u met de toets de<br />
volgende track/hoofdstuk zoeken.<br />
Wanneer u naar een cd of audio-dvd<br />
luistert, kunt u met de toets het<br />
begin van de huidige of vorige<br />
track/hoofdstuk zoeken.<br />
. . . 140
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 141 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Als er minder dan 10 seconden van<br />
de track of het hoofdstuk is afgespeeld,<br />
gaat het systeem terug naar<br />
de vorige track. Als er meer dan 10<br />
seconden van de track is afgespeeld,<br />
start het systeem de huidige track/<br />
hoofdstuk opnieuw.<br />
Opmerking:<br />
Deze voorzieningen werken niet<br />
wanneer de passagiers voorin en<br />
achterin de auto naar dezelfde<br />
geluidsbron luisteren.<br />
SRCE<br />
Afstemmen<br />
Wanneer u handmatig op een<br />
volgende of vorige zender wilt<br />
afstemmen, kunt u of ingedrukt<br />
houden totdat het display<br />
knippert.<br />
Wanneer het display knippert, drukt<br />
u de gewenste pijltjestoets in en laat<br />
u deze weer los om de frequentie<br />
één stap te verhogen of verlagen.<br />
Wanneer er enkele seconden niets<br />
gebeurt, stopt het display met knipperen<br />
en stopt het handmatig<br />
afstemmen.<br />
PROG<br />
Opmerking:<br />
Deze voorziening werkt niet<br />
wanneer de passagiers voorin en<br />
achterin de auto naar dezelfde<br />
geluidsbron luisteren.<br />
–<br />
141 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 142 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Navigatie door het dvd-menu<br />
Terwijl er een dvd-videomenu op<br />
het videoscherm wordt weergegeven,<br />
kunt u de toetsen en<br />
gebruiken om de cursor te<br />
verplaatsen.<br />
• Druk op het pijltje links of rechts<br />
en laat weer los om de cursor<br />
omhoog en omlaag door het<br />
menu te laten gaan.<br />
• Houd het pijltje links of rechts<br />
ingedrukt om de cursor naar<br />
rechts en links door het menu te<br />
laten gaan.<br />
Druk terwijl er een dvd-videomenu<br />
op het videoscherm wordt weergegeven<br />
op PROG om een gemarkeerde<br />
menuoptie te selecteren of een<br />
"enter"-functie uit te voeren.<br />
PROG-toets<br />
Wanneer de radio geselecteerd is als<br />
audiobron voor de achterpassagiers,<br />
druk dan op de toets PROG om<br />
door de zenders te bladeren die zijn<br />
opgeslagen onder de voorkeuzetoetsen<br />
van de hoofdradio.<br />
Wanneer u naar een cd of audio-dvd<br />
in de cd-speler luistert, kunt u met<br />
deze toets terug naar het begin van<br />
de disk.<br />
Wanneer u naar een cd of dvd luistert,<br />
gaat het systeem naar de<br />
volgende track/hoofdstuk of naar de<br />
volgende disk, als er meerdere disks<br />
in de cd-wisselaar zijn geplaatst.<br />
Druk terwijl er een dvd-videomenu<br />
op het videoscherm wordt weergegeven<br />
op PROG om een gemarkeerde<br />
menuoptie te selecteren of een<br />
"enter"-functie uit te voeren.<br />
Opmerking:<br />
Deze voorzieningen werken niet<br />
wanneer de passagiers voorin en<br />
achterin de auto naar dezelfde<br />
geluidsbron luisteren.<br />
. . . 142
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 143 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Het systeem bestaat uit bedieningstoetsen<br />
en een scherm en is<br />
uitgerust met een navigatie-geleidingssysteem<br />
met routeplanner.<br />
Zie de afzonderlijke handleiding<br />
voor meer informatie over de wijze<br />
waarop dit systeem moet worden<br />
gebruikt.<br />
NAV<br />
DEST<br />
RPT<br />
FAV<br />
AUDIO<br />
MENU<br />
SEEK<br />
SEEK<br />
Het navigatiesysteem kan ook interactief<br />
met de radio reageren voor<br />
het ontvangen van verkeersinformatie,<br />
weerberichten en<br />
noodtoestanden.<br />
–<br />
■ NAVIGATIESYSTEEM<br />
(INDIEN VAN<br />
TOEPASSING)<br />
Het navigatiesysteem bevindt zich<br />
in het midden van het instrumentenpaneel.<br />
143 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 144 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
■ BEDIENINGSORGANEN<br />
OP STUURWIEL/STUUR-<br />
KOLOM<br />
De volgende bedieningsorganen<br />
zijn op het stuurwiel en de stuurkolom<br />
aangebracht.<br />
Stuurkolomschakelaar<br />
Gebruik deze toets om de volgende<br />
functies te regelen:<br />
• Richtingaanwijzers<br />
• Koplampen<br />
• Mistlampen<br />
Raadpleeg voor meer informatie de<br />
rubriek "Stuurkolomschakelaar"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Claxon<br />
De claxon wordt ingeschakeld door<br />
op de symbolen op het stuurwiel<br />
te drukken.<br />
A<br />
Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar<br />
Beweeg de grote schakelaar aan<br />
de zijkant van het stuurwiel naar<br />
boven of beneden om de ruitenwissers<br />
in of uit te schakelen.<br />
F<br />
D<br />
G<br />
B<br />
E<br />
C<br />
F<br />
Zie "Ruitenwisser/ruitensproeierschakelaar"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
. . . 144
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 145 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Hendel stuurwielverstelling<br />
Hiermee kunt u het stuurwiel<br />
omhoog of omlaag kantelen. Houd,<br />
om het stuurwiel te kantelen, het<br />
stuurwiel vast en trek de hendel <br />
naar u toe.<br />
Plaats het stuurwiel in de gewenste<br />
stand en laat de hendel los.<br />
Wijzig de stand van het stuurwiel<br />
niet tijdens het rijden.<br />
Contactslot<br />
Zie Starten en bedieningsvoorschriften<br />
voor meer informatie over het<br />
contactslot .<br />
Stuurwielschakelaars<br />
Uw voertuig is voorzien van bedieningsorganen<br />
op het stuurwiel <br />
voor de volgende systemen:<br />
• Cruise control<br />
Zie onder "Cruise control" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor aanvullende<br />
informatie.<br />
• Verwarmd stuurwiel<br />
Raadpleeg "Bedieningsorganen<br />
verwarmd stuurwiel" verderop in<br />
dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
• Audiosysteem<br />
Uw voertuig is uitgerust met<br />
radiotoetsen op het stuurwiel.<br />
Raadpleeg "Geluidsinstallatie en<br />
klok" eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
–<br />
145 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 146 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• Toets spraakherkenning navigatiesysteem<br />
(waar van toepassing)<br />
Bij het navigatiesysteem regelt<br />
de toets systeem. Zie afzonderlijke<br />
handboek voor het navigatiesysteem<br />
voor meer<br />
informatie.<br />
Bediening instelbare gas- en<br />
rempedalen (indien van<br />
toepassing)<br />
Als uw auto is uitgerust met instelbare<br />
gas- en rempedalen, dan bevindt<br />
het bedieningsorgaan zich op de<br />
stuurkolom. Zie "Instelbare gas- en<br />
rempedalen" in hoofdstuk 3 voor<br />
meer informatie.<br />
Bedieningsorganen verwarmd<br />
stuurwiel (indien van<br />
toepassing)<br />
Uw voertuig kan zijn voorzien van<br />
een verwarmd stuurwiel.<br />
Druk op de toets om het stuurwiel te<br />
verwarmen. Het controlelampje in<br />
de toets brandt wanneer het<br />
systeem is ingeschakeld.<br />
Druk de toets nogmaals in om deze<br />
voorziening uit te schakelen.<br />
Het duurt enkele minuten voordat<br />
het stuurwiel de hoogste temperatuur<br />
bereikt.<br />
. . . 146
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 147 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
OPMERKING<br />
Verwijder sneeuw en ijs van de<br />
wisserbladen voordat ze worden<br />
ingeschakeld, om beschadiging<br />
van de wisserbladen en de<br />
wissermotor te voorkomen.<br />
■ RUITENWISSERS-/<br />
RUITENSPROEIER-<br />
SCHAKELAAR<br />
Ruitenwissers<br />
Duw de schakelaar omlaag richting<br />
en laat hem vervolgens los om<br />
de ruitenwissers een enkele wisbeweging<br />
te laten maken. Houd de<br />
schakelaar in deze stand om de<br />
ruitenwissers meerdere wisbewegingen<br />
te laten maken.<br />
Om de wisbewegingen met intervallen<br />
te laten plaatsvinden moet de<br />
schakelaar in de eerste stand<br />
omhoog worden geplaatst. U kunt<br />
het interval tussen de cycli aanpassen<br />
door de knop omhoog of<br />
omlaag te draaien.<br />
Plaats, afhankelijk van de omstandigheden,<br />
de schakelaar in de tweede<br />
of de derde stand voor<br />
ononderbroken wisbewegingen.<br />
Draai het schakelaardeel naar de<br />
"uit"-stand om de wissers uit te<br />
schakelen.<br />
De ruitenwissers worden beschermd<br />
door een stroomonderbreker. Als er<br />
een elektrische overbelasting plaats<br />
vindt, stopt het wissersysteem tot de<br />
motor is afgekoeld.<br />
–<br />
147 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 148 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Door wissers ingeschakelde<br />
koplampen<br />
Wanneer de schakelaar voor de<br />
automatische verlichting in de ingeschakelde<br />
stand staat, dan zullen de<br />
koplampen in werking komen<br />
indien de voorruitwissers ongeveer<br />
zes seconden in werking zijn<br />
geweest.<br />
Raadpleeg "Verlichting" eerder in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Ruitensproeiers<br />
Druk de schakelaar op het uiteinde<br />
van de hefboom in om de ruitensproeiers<br />
in werking te laten treden.<br />
De sproeiers blijven werken tot u de<br />
schakelaar loslaat. De wissers zullen<br />
de ruit schoonvegen en dan tot stilstand<br />
komen of weer werken met de<br />
vooraf afgestelde snelheid.<br />
Wanneer het ruitensproeierreservoir<br />
bijna leeg is, wordt op het display<br />
van het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder WASHER FLUID LOW --<br />
ADD FLUID (sproeiervloeistofpeil<br />
laag -- voleistof bijvullen)<br />
weergegeven.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" eerder<br />
in dit hoofdstuk.<br />
WAARSCHUWING<br />
Gebruik als het vriest pas ruitensproeier<br />
als de voorruit is<br />
verwarmd; anders kan zich ijsvorming<br />
voordoen, wat uw zicht<br />
ernstig belemmerd.<br />
. . . 148
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 149 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Druk op het midden van de toets<br />
om sproeiervloeistof op de achterruit<br />
te spuiten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Koplampsproeiers<br />
Om de koplampen te wassen is het<br />
nodig de voorruitsproeiers in te<br />
schakelen terwijl de koplampen<br />
branden.<br />
Als het peil van de ruitenwisservloeistof<br />
laag is, werken de koplampsproeiers<br />
niet.<br />
De koplampsproeiers worden elke<br />
vijfde keer ingeschakeld dat de<br />
ruitenwissers voor de voorruit<br />
worden geactiveerd.<br />
Ruitenwisser/ruitensproeier,<br />
achter<br />
Uw auto is uitgerust met een ruitenwisser<br />
voor de achterruit.<br />
De schakelaar bevindt zich in het<br />
schakelaarpaneel in de voorste<br />
dakconsole.<br />
Druk het bovenste of onderste deel<br />
van de schakelaar in om de achterruitwisser<br />
in te schakelen.<br />
• Druk voor ononderbroken wisbewegingen<br />
op . Druk op<br />
om de achterruitenwisser uit te<br />
schakelen.<br />
• Druk op om de wisbewegingen<br />
met intervallen uit te<br />
schakelen.<br />
Gebruik als het vriest pas ruitensproeier<br />
als de voorruit is<br />
verwarmd; anders kan zich ijsvorming<br />
voordoen, wat uw zicht<br />
ernstig belemmerd.<br />
De achterruitsproeier maakt gebruik<br />
van hetzelfde sproeierreservoir als<br />
de voorruitsproeiers.<br />
Indien de voorruitsproeiers werken,<br />
maar niet die van de achterruit, dan<br />
is het vloeistofpeil in het ruitensproeierreservoir<br />
waarschijnlijk te<br />
laag.<br />
–<br />
149 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 150 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
■ STUURKOLOMSCHAKE-<br />
LAAR<br />
Richtingaanwijzers<br />
Wanneer u wilt aangeven dat u gaat<br />
afslaan, zet u de hendel helemaal<br />
omhoog of omlaag. Na de bocht<br />
gaat de hendel automatisch terug<br />
naar de beginstand.<br />
Wanneer u wilt aangeven dat u van<br />
rijbaan wilt wisselen, zet u de hendel<br />
omhoog totdat de pijl begint te<br />
knipperen. Houd de hendel hier<br />
totdat u op de andere rijbaan bent.<br />
Er gaat een pijl op het instrumentenpaneel<br />
knipperen in de richting van<br />
de bocht of rijbaanwisseling.<br />
Wanneer een richtingaanwijzer langer<br />
dan 1,2 km (3/4 mijl) blijft ingeschakeld,<br />
klinkt er een geluidssignaal en<br />
wordt het bericht TURN SIGNAL ON<br />
(richtingaanwijzer aan) op het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
weergegeven om u eraan te herinneren<br />
deze uit te schakelen. Wanneer de<br />
richtingaanwijzer langer moet blijven<br />
werken, schakel hem dan even uit en<br />
meteen weer in.<br />
Indien een pijl sneller knippert dan<br />
normaal wanneer u de richtingaanwijzers<br />
laat werken om verandering van<br />
richting of rijbaan aan te geven, dan<br />
kan een gloeilamp defect zijn. Controleer<br />
de gloeilampen van de voorste en<br />
achterste richtingaanwijzers.<br />
Wanneer een gloeilamp kapot is,<br />
moet u deze vervangen om ongevallen<br />
te voorkomen.<br />
Indien de pijlen in het geheel niet<br />
knipperen wanneer u richtingverandering<br />
of verandering van rijbaan<br />
aangeeft, controleer dan op defecte<br />
gloeilampen en op een defecte<br />
zekering.<br />
Zie "Zekeringen en stroomonderbrekers"<br />
in hoofdstuk 4 voor meer<br />
informatie.<br />
Schakelaars koplampen<br />
Zie voor meer informatie onder<br />
"VERLICHTING" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
. . . 150
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 151 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Grootlicht-/dimlichtschakelaar<br />
Wanneer de koplampen zijn ingeschakeld<br />
en de schakelaararm in de<br />
middenstand staat, dan branden de<br />
koplampen op dimlicht.<br />
Beweeg de schakelaararm in de richting<br />
van de voorkant van het voertuig<br />
om het grootlicht in te<br />
schakelen.<br />
Bij ingeschakeld grootlicht brandt<br />
de controlelamp op het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Beweeg de schakelaararm weer<br />
terug in de middenstand voor het<br />
weer inschakelen van het dimlicht.<br />
Het is mogelijk met grootlicht een<br />
signaal te geven om de aandacht te<br />
trekken van andere weggebruikers.<br />
Trek de multifunctionele hendel<br />
naar u toe en laat weer los.<br />
Wanneer de koplampen op groot<br />
licht staan terwijl het contact wordt<br />
uitgeschakeld, gaat het groot licht<br />
branden wanneer u de volgende<br />
keer het voertuig start.<br />
■ CRUISE CONTROL<br />
Cruise control biedt de mogelijkheid<br />
om uw auto met een snelheid van<br />
ongeveer 40 km/u of sneller met<br />
constante snelheid te laten rijden,<br />
zonder dat u uw voet op het gaspedaal<br />
houdt.<br />
De bedieningsschakelaars bevinden<br />
zich op het stuurwiel.<br />
Wanneer de cruise control wordt<br />
ingeschakeld, zal de cruise controlelamp<br />
in de instrumentengroep ook<br />
gaan branden.<br />
–<br />
151 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 152 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Wanneer de cruise control is ingeschakeld<br />
en het als optie leverbare<br />
tractieregelsysteem wordt geactiveerd,<br />
zal de cruise control automatisch<br />
worden uitgeschakeld.<br />
Zie de volgende informatie:<br />
• Stabilitrak ® -systeem<br />
Zodra de omstandigheden weer<br />
normaal zijn, mag u de cruise<br />
control weer inschakelen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het is gevaarlijk om de cruise<br />
control in druk verkeer te gebruiken,<br />
evenals op gladde of bochtige<br />
wegen.<br />
De cruise control werkt niet<br />
wanneer de handrem is ingesteld of<br />
wanneer het remvloeistofpeil in de<br />
hoofdremcilinder laag is.<br />
Cruise control inschakelen<br />
1. Druk op de toets voor de<br />
cruise control.<br />
2. Geef gas tot u met de gewenste<br />
snelheid rijdt.<br />
3. Druk op de toets SET en laat<br />
deze los.<br />
4. Neem uw voet van het<br />
gaspedaal.<br />
. . . 152
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 153 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat de cruise controlschakelaar<br />
niet in de ingeschakelde stand<br />
staan wanneer u de cruise<br />
control niet gebruikt.<br />
Cruise control uitschakelen<br />
Wanneer u de cruise control wilt<br />
uitschakelen zonder het geheugen<br />
voor de ingestelde snelheid te<br />
wissen, moet u het volgende doen:<br />
• Druk het rempedaal in.<br />
of<br />
• Druk op de annuleertoets<br />
van de cruise control.<br />
Wanneer u de cruise control wilt<br />
uitschakelen en het geheugen voor<br />
de ingestelde snelheid wilt wissen,<br />
moet u het volgende doen:<br />
• Druk op de toets voor de<br />
cruise control.<br />
of<br />
• Zet het contact af.<br />
–<br />
153 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 154 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Rijden met de eerder afgestelde<br />
snelheid<br />
Wanneer u de cruise control tijdelijk<br />
heeft uitgeschakeld zonder het<br />
geheugen voor de ingestelde snelheid<br />
te wissen, kunt u de cruise<br />
control als volgt weer inschakelen:<br />
• Druk zodra u ongeveer 40 km/u<br />
of sneller rijdt even op de toets<br />
RES (hervatten/accelereren). Het<br />
voertuig gaat dan automatisch<br />
terug naar de eerder afgestelde<br />
snelheid en blijft deze snelheid<br />
aanhouden.<br />
Ingestelde snelheid verhogen<br />
Zo verhoogt u de ingestelde<br />
snelheid:<br />
• Houd de toets RES ingedrukt. U<br />
kunt de toets ingedrukt houden<br />
terwijl u accelereert naar de<br />
nieuwe snelheid. Wanneer het<br />
voertuig de gewenste snelheid<br />
heeft bereikt, laat u de toets los.<br />
Het voertuig blijft nu met de<br />
hogere snelheid rijden.<br />
• Wanneer u de toets RES aantikt,<br />
neemt de voertuigsnelheid toe<br />
met 1,6 km/u voor elke tik.<br />
Ingestelde snelheid verlagen<br />
• Houd de toets SET ingedrukt.<br />
De auto gaat langzamer rijden.<br />
Zodra de gewenste, lagere snelheid<br />
is bereikt, laat u de toets los.<br />
De auto zal nu de lagere snelheid<br />
handhaven.<br />
• Wanneer u de toets SET aantikt,<br />
neemt de voertuigsnelheid af<br />
met 1,6 km/u voor elke tik.<br />
. . . 154
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 155 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Andere weggebruikers inhalen<br />
wanneer cruise control is<br />
ingeschakeld<br />
Druk eenvoudig het gaspedaal in<br />
om de snelheid te verhogen. Na het<br />
loslaten van de gaspedaal zal de<br />
auto weer automatisch met de<br />
eerder ingestelde snelheid gaan<br />
rijden en deze snelheid handhaven.<br />
De cruise control op heuvels<br />
gebruiken<br />
Hoe goed het cruise-controlsysteem<br />
werkt op heuvels, hangt af van<br />
verschillende factoren:<br />
• voertuigsnelheid<br />
• voertuigbelasting<br />
• steilheid van de heuvel<br />
Wanneer u een steile heuvel oprijdt,<br />
moet u eventueel het gaspedaal<br />
gebruiken om de snelheid te<br />
handhaven.<br />
Wanneer u bergafwaarts rijdt, moet<br />
u eventueel het rempedaal gebruiken<br />
of terugschakelen om de snelheid<br />
van het voertuig te regelen.<br />
Wanneer de rem wordt ingedrukt,<br />
wordt de cruise control<br />
uitgeschakeld.<br />
■ SPIEGELS<br />
Zie "Geheugenfunctie" later in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie<br />
over het programmeren van twee<br />
sets buitenspiegelstanden in het<br />
geheugen.<br />
–<br />
155 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 156 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Buitenspiegels<br />
Stel de buitenspiegels zodanig af dat<br />
u juist de zijkant van de auto kunt<br />
zien wanneer u in een comfortabele<br />
rijpositie zit.<br />
De buitenspiegel aan de passagierszijde<br />
is convex. Een convexe spiegel<br />
is bolrond zodat u meer kunt zien<br />
vanaf de bestuurdersstoel.<br />
WAARSCHUWING<br />
Convex (bolstaand) spiegelglas<br />
heeft een verkleinende werking,<br />
waardoor voorwerpen verder<br />
weg lijken dan ze in werkelijkheid<br />
zijn. Gebruik ook de binnenspiegel<br />
of kijk over uw schouder<br />
voordat een andere rijbaan<br />
wordt gekozen.<br />
A<br />
C<br />
Elektrisch bediende<br />
buitenspiegels<br />
Gebruik de knoppen op het<br />
bestuurdersportier om de buitenspiegels<br />
te verstellen.<br />
Druk op om de linkerspiegel of op<br />
om de rechterspiegel te<br />
selecteren.<br />
De controlelamp in de toets brandt.<br />
Gebruik de ronde regelaar om de<br />
spiegel af te stellen.<br />
B<br />
D<br />
De stand van de spiegel wordt<br />
versteld door de pijlentoets in de<br />
richting te drukken waarin u de spiegel<br />
wilt verstellen.<br />
Druk wanneer u klaar bent opnieuw<br />
op de toets of om de selectie<br />
van de spiegel op te heffen.<br />
Het controlelampje gaat uit.<br />
Indien de automatische voorziening<br />
voor het dimmen van de dag-/<br />
nachtspiegel in het interieur is ingeschakeld,<br />
dan wordt de spiegel aan<br />
de bestuurderszijde automatisch<br />
gedimd om verblinding te voorkomen<br />
en het zicht achteruit te verbeteren.<br />
Wanneer het lichtschijnsel<br />
afneemt, neemt het spiegelglas zijn<br />
oorspronkelijke kleur weer aan.<br />
Zie voor meer informatie over de<br />
bediening van de automatische<br />
dimfunctie onder "Dimmende<br />
binnenspiegel" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
. . . 156
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 157 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Zie "Geheugenfunctie" later in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie<br />
over het programmeren van twee<br />
sets buitenspiegelstanden in het<br />
geheugen.<br />
Verwarmde spiegels<br />
De verwarming van de buitenspiegels<br />
werkt in combinatie met de<br />
achterruitverwarming.<br />
Zie "Achterruitverwarming" onder<br />
"Verwarmings- en airconditioningsysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
A<br />
B<br />
–<br />
Elektrisch inklapbare<br />
buitenspiegels<br />
Uw voertuig is uitgerust met elektrisch<br />
inklapbare buitenspiegels. Bij<br />
het binnenrijden van een wasstraat<br />
of in smalle straten raden wij u aan<br />
om altijd de spiegels in te klappen.<br />
Druk op om de spiegels uit te<br />
klappen.<br />
Druk op om de spiegels in te<br />
klappen.<br />
Wanneer u nog verder af moet stellen,<br />
kunt u de bediening van de<br />
elektrisch bedienbare spiegel<br />
gebruiken.<br />
157 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 158 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Klap de spiegels niet met de hand in<br />
of uit.<br />
Wanneer u de spiegels handmatig<br />
heeft ingeklapt, kan de motor<br />
mogelijk worden uitgeschakeld<br />
Een spiegel die niet goed vastzit kan<br />
bij normale snelheden schudden of<br />
klapperen en niet op zijn plaats blijven<br />
zitten.<br />
Wanneer de spiegel ooit los komt te<br />
zitten, moet de spiegel worden<br />
gereset.<br />
Wanneer u een spiegel wilt resetten,<br />
moet u de spiegel in- en uitklappen<br />
met de bediening.<br />
Instellingen voor de spiegels voor<br />
het zien van de trottoirband<br />
Wanneer deze functie is ingeschakeld,<br />
wordt de spiegel aan de<br />
bestuurderszijde en/of passagierszijde<br />
omlaag gekanteld wanneer de<br />
versnellingshendel van het voertuig<br />
in R (achteruit) wordt gezet zodat u<br />
de trottoirband kunt zien terwijl u<br />
inparkeert.<br />
Enkele seconden nadat weer uit de<br />
stand R (achteruit) is geschakeld, zal<br />
de spiegel weer de oorspronkelijke<br />
stand innemen.<br />
U kunt het informatiecentrum voor<br />
de bestuurder gebruiken om deze<br />
functie in of uit te schakelen.<br />
Raadpleeg het volgende onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie:<br />
• Bijzondere eigenschappen<br />
- PARK TILT MIRRORS (spiegels<br />
kantelen bij parkeren)<br />
Dag-/nacht binnenspiegel<br />
OPMERKING<br />
Spuit geen ruitreiniger rechtstreeks<br />
op de spiegel. Gebruik<br />
een vochtige doek of keukenpapier<br />
om de spiegel te reinigen.<br />
De spiegel heeft draaipunten zodat<br />
u hem zowel omhoog en omlaag als<br />
naar links en rechts kunt bewegen.<br />
. . . 158
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 159 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Automatisch dimmende<br />
binnenspiegel<br />
Uw voertuig is uitgerust met een<br />
volledig automatische<br />
achteruitkijkspiegel.<br />
Overdag reflecteert de spiegel al het<br />
licht aan de achterkant van uw auto.<br />
Wanneer in het donker te veel licht<br />
wordt opgevangen, zal het spiegelglas<br />
donker kleuren, zodat slechts<br />
een deel van het licht wordt<br />
gereflecteerd.<br />
Bij het starten van de motor wordt<br />
het systeem automatisch<br />
geactiveerd.<br />
U kunt de toetsen onder op de spiegel<br />
gebruiken om deze functie in of<br />
uit te schakelen.<br />
Druk op AUTO om de functie in te<br />
schakelen. Druk op O om de functie<br />
uit te schakelen.<br />
Make-up spiegels<br />
Make-up spiegels bevinden zich op<br />
de zonnekleppen. De verlichting<br />
van de spiegels wordt automatisch<br />
in- en uitgeschakeld door het klepje<br />
te bewegen.<br />
■ RAMEN<br />
WAARSCHUWING<br />
Kinderen, hulpeloze volwassenen<br />
of huisdieren achterlaten in een<br />
voertuig met gesloten ramen is<br />
gevaarlijk. Zij kunnen onwel<br />
worden door extreme hitte en<br />
permanent letsel overhouden of<br />
zelfs overlijden door de hitte. Laat<br />
een kind, hulpeloze volwassene<br />
of huisdier nooit alleen achter in<br />
een voertuig, met name niet<br />
wanneer de ramen gesloten zijn<br />
bij warm of heet weer.<br />
Laat kinderen niet achter in een<br />
auto met de contactsleutel. Ze<br />
kunnen de elektrisch bediende<br />
ramen of andere bedieningen<br />
gebruiken en zelfs de auto in<br />
beweging brengen. Zo kan een<br />
kind zichzelf of anderen letsel<br />
toebrengen met mogelijk fatale<br />
gevolgen.<br />
–<br />
159 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 160 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
WAARSCHUWING<br />
Kinderen kunnen de elektrisch<br />
bedienbare ramen bedienen en<br />
vast komen te zitten. Hierdoor<br />
kan ernstig of dodelijk letsel<br />
ontstaan. Gebruik de blokkering<br />
voor de elektrisch bedienbare<br />
ramen wanneer er kinderen op<br />
de achterbank zitten.<br />
Elektrisch bediende<br />
portierramen<br />
Met behulp van de schakelaars in de<br />
armsteun van het portier kunnen de<br />
ruiten worden bediend.<br />
Druk op de schakelaar om het raam<br />
te openen.<br />
Trek de schakelaar omhoog om het<br />
raam te sluiten.<br />
Gedurende tien minuten na het<br />
afzetten van het contact of tot een<br />
portier wordt geopend kunnen de<br />
ruiten nog elektrisch worden<br />
bediend.<br />
Zie "Accessoirevoeding" voor<br />
informatie.<br />
Elk passagiersportier heeft een schakelaar<br />
voor het bijbehorende<br />
portierraam.<br />
Elk raam is voorzien van de Express<br />
Up en Down-functie.<br />
Druk de schakelaar in tot de tweede<br />
stand en laat daarna de schakelaar<br />
los om de Express Down-functie te<br />
activeren.<br />
Druk de schakelaar omhoog tot de<br />
tweede stand en laat daarna de<br />
schakelaar los om de Express Upfunctie<br />
te activeren.<br />
. . . 160
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 161 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
U kunt een raam tijdens het openen<br />
of sluiten stoppen door op de schakelaar<br />
te tikken.<br />
De elektrisch bedienbare ramen<br />
worden door een stroomonderbreker<br />
beschermd. Als het elektrisch<br />
systeem overbelast wordt,<br />
stopt het systeem voor de elektrisch<br />
bedienbare ramen totdat de<br />
belasting weer normaal of het<br />
probleem verholpen is.<br />
Als de elektrische spanning naar de<br />
ramen wordt onderbroken, moet u<br />
de tiptoets-voorziening voor elke<br />
voorportierruit opnieuw<br />
inprogrammeren.<br />
Om een ruit opnieuw te programmeren<br />
als elektrische spanning weer<br />
is hersteld:<br />
1. Zorg dat de accu is opgeladen.<br />
2. De contactsleutel moet in de<br />
stand ON of ACC (accessoires)<br />
staan of de accessoirevoeding<br />
moet ingeschakeld zijn.<br />
3. Sluit alle portieren.<br />
4. Houd de raamschakelaar ingedrukt<br />
om het raam volledig te<br />
openen.<br />
5. Trek de raamschakelaar<br />
omhoog om het raam helemaal<br />
te sluiten en houd de schakelaar<br />
nog ongeveer twee seconden<br />
in die stand.<br />
Herhaal de stappen voor elk raam.<br />
Beveiliging tegen afklemmen<br />
Als er zich tijdens het sluiten van het<br />
raam een hoofd, hand of ander<br />
voorwerp in de baan van het raam<br />
bevindt, zal het raam onmiddellijk<br />
stoppen en tot een vooringestelde<br />
stand openen.<br />
Het raam werkt weer normaal als<br />
het obstakel is verwijderd.<br />
De beveiliging tegen afklemmen<br />
kan ook door bepaalde omstandigheden<br />
worden geactiveerd, bijvoorbeeld<br />
door ernstige ijsvorming.<br />
Als u de beveiliging tegen afklemmen<br />
wilt uitschakelen, houdt u de<br />
schakelaar voor de elektrisch<br />
bedienbare ramen in de expressstand<br />
ingedrukt. Het raam gaat<br />
omhoog zolang de schakelaar<br />
wordt ingedrukt. In deze stand sluit<br />
het raam op een voorwerp in de<br />
baan van het raam. Gebruik de<br />
beveiliging tegen afklemmen daarom<br />
met beleid.<br />
–<br />
161 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 162 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
. . . 162<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u de schakelaar voor<br />
het elektrisch bedienbare raam<br />
omhoog houdt, wordt de beveiliging<br />
tegen afklemmen opgeheven.<br />
Als dit gebeurt, stopt het<br />
elektrisch bedienbare raam niet<br />
als er zich iets in de baan bevindt.<br />
U en anderen kunnen gewond<br />
raken en het raam kan beschadigd<br />
raken. Zorg dat u niet per<br />
ongeluk de schakelaar voor het<br />
elektrisch bedienbare raam<br />
omhoog houdt.<br />
Controleer voordat u de beveiliging<br />
tegen afklemmen uitschakelt<br />
of er zich geen mensen of<br />
voorwerpen in de baan van het<br />
raam bevinden.<br />
Blokkering raambediening<br />
Er is een schakelaar aanwezig voor<br />
het blokkeren van de raambediening<br />
achter zodat de bestuurder kan<br />
voorkomen dat de achterramen<br />
door de passagiers worden bediend.<br />
De bedieningstoets bevindt zich op<br />
de armsteun van het bestuurdersportier,<br />
nabij de schakelaars voor de<br />
elektrische raambediening.<br />
Druk op de rechterzijde van de blokkeertoets<br />
om de bediening van de<br />
achterportierramen uit te schakelen.<br />
Druk nog een keer op de toets om<br />
de bediening weer in te schakelen.<br />
Het controlelampje in de toets<br />
brandt wanneer de blokkering is<br />
ingeschakeld.<br />
■ PORTIEREN<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijden met niet-afgesloten<br />
portieren is gevaarlijk.<br />
• Passagiers - met name kinderen<br />
- kunnen de portieren gemakkelijk<br />
openen en uit een rijdend<br />
voertuig vallen als de portieren<br />
onvergrendeld blijven. Als een<br />
portier vergrendeld is, kan deze<br />
niet met de hendel worden<br />
geopend.<br />
• Jonge kinderen die in niet-afgesloten<br />
voertuigen komen, zijn<br />
wellicht niet in staat deze te<br />
verlaten. Een kind kan onwel<br />
worden door de extreme hitte<br />
en permanent letsel overhouden<br />
of zelfs overlijden door de<br />
hitte. Sluit uw voertuig altijd af<br />
als u deze verlaat.
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 163 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
WAARSCHUWING<br />
• Als de portieren niet vergrendeld<br />
zijn, is de kans groter om<br />
tijdens een ongeluk uit het<br />
voertuig te worden geslingerd.<br />
Draag uw veiligheidsgordels op<br />
de juiste wijze en vergrendel de<br />
portieren altijd als u rijdt.<br />
• Het vergrendelen van uw portieren<br />
als u rijdt, kan voorkomen<br />
dat ongewenste<br />
buitenstaanders uw voertuig<br />
kunnen binnendringen wanneer<br />
u snelheid mindert of uw<br />
voertuig tot stilstand brengt.<br />
HANDBEDIENDE<br />
PORTIERSLOTEN<br />
Aan de buitenzijde kunt u de sleutel<br />
of afstandsbediening gebruiken om<br />
de portieren te vergrendelen of te<br />
ontgrendelen.<br />
Opmerking:<br />
Wanneer het systeem voor<br />
inbraakbeveiliging is geactiveerd,<br />
vergeet dan niet om de portieren<br />
met de afstandsbediening te<br />
ontgrendelen om te voorkomen<br />
dat het alarmsysteem in werking<br />
komt.<br />
Als u daarna uw hand door het<br />
open raam steekt en het portier<br />
met de handmatige vergrendeling<br />
ontgrendelt, moet het alarm<br />
worden geactiveerd.<br />
Van binnen kunt u elk portier afzonderlijk<br />
op slot doen en ontsluiten<br />
met behulp van het handbediende<br />
slot.<br />
–<br />
163 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 164 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Centrale portiervergrendeling<br />
Wanneer het bestuurdersportier van<br />
buitenaf wordt ontgrendeld,<br />
kunnen de andere portieren worden<br />
ontgrendeld door de sleutel enkele<br />
seconden in de ontgrendelingsstand<br />
te houden of door de sleutel<br />
snel tweemaal achtereen in de slotcilinder<br />
te draaien.<br />
. . . 164<br />
Extra vergrendeling<br />
Wanneer u de sleutel enkele seconden<br />
in de vergrendelingsstand<br />
houdt of als u de sleutel twee keer<br />
snel in de slotcilinder draait, worden<br />
de portieren vergrendeld met de<br />
extra vergrendeling.<br />
Wanneer de portieren zijn vergrendeld<br />
met de extra vergrendeling,<br />
worden de portieren niet ontgrendeld<br />
met de knoppen voor handmatige<br />
vergrendeling van het portier.<br />
Als bovendien het antidiefstalalarm<br />
is geactiveerd, kunnen de portieren<br />
niet worden ontgrendeld met de<br />
knoppen van de elektrische portiervergrendeling<br />
in het voertuig.<br />
Wanneer u het bestuurdersportier<br />
vanaf de buitenzijde met de sleutel<br />
ontgrendelt, wordt de extra<br />
vergrendeling voor alle portieren<br />
uitgeschakeld. Let op: alleen het<br />
bestuurdersportier wordt<br />
ontgrendeld.<br />
U moet de passagiersportieren<br />
handmatig of met de elektrische<br />
bediening ontgrendelen.<br />
U kunt ook de afstandsbediening<br />
gebruiken om de portieren te<br />
vergrendelen of ontgrendelen en de<br />
extra vergrendeling in of uit te<br />
schakelen.<br />
• Druk één keer op de vergrendelknop<br />
op de afstandsbediening<br />
om alle portieren te vergrendelen.<br />
Wanneer u binnen drie<br />
seconden nog een keer op de<br />
knop drukt, wordt de extra vergrendeling<br />
ingeschakeld.<br />
• Druk één keer op de ontgrendelknop<br />
om de extra vergrendeling<br />
te openen en het bestuurdersportier<br />
te ontgrendelen. Wanneer<br />
u binnen drie seconden<br />
nog een keer op de knop drukt,<br />
worden alle portieren<br />
ontgrendeld.
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 165 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
ELEKTRISCH BEDIENDE<br />
PORTIERSLOTEN<br />
Met behulp van het elektrische<br />
portierslotsysteem kunnen alle<br />
portieren op slot worden gedaan en<br />
ontsloten.<br />
De bedieningstoetsen bevinden zich<br />
op de armsteunen van het<br />
voorportier.<br />
Druk op de zijde van de schakelaar<br />
met het vergrendelingssymbool om<br />
alle portieren te vergrendelen.<br />
Druk op de zijkant van de schakelaar<br />
met het ontgrendelingssymbool om<br />
alle portieren te ontgrendelen.<br />
Uitgestelde vergrendeling<br />
Als de toets voor centrale portiervergrendeling<br />
of de vergrendelknop op<br />
de afstandsbediening wordt ingedrukt<br />
terwijl de sleutel uit het<br />
contact verwijderd is en het bestuurdersportier<br />
geopend is, klinken er<br />
drie gonggeluiden en wordt het<br />
vergrendelen vertraagd tot vijf<br />
seconden nadat alle portieren gesloten<br />
zijn.<br />
Wanneer tijdens deze eerste uitstelperiode<br />
een portier wordt geopend,<br />
wordt het vergrendelen opnieuw<br />
uitgesteld tot vijf seconden nadat<br />
het laatste portier is gesloten.<br />
Om deze voorziening uit te schakelen<br />
en de portieren onmiddellijk te<br />
vergrendelen, drukt u opnieuw op<br />
de vergrendelingsschakelaar of de<br />
vergrendelingstoets op de<br />
afstandsbediening.<br />
Zie voor meer informatie over het<br />
gebruik van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder voor het aanpassen<br />
of uitschakelen van deze functie<br />
"Bijzondere eigenschappen" onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.<br />
–<br />
165 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 166 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Automatische portiersloten<br />
Alle portieren worden automatisch<br />
vergrendeld wanneer u de versnellingshendel<br />
uit de stand P (parkeren)<br />
zet.<br />
Het contact moet zijn aangezet om<br />
het werken van deze voorziening<br />
mogelijk te maken.<br />
Alle portieren worden automatisch<br />
ontgrendeld wanneer u uit P (parkeren)<br />
schakelt.<br />
U kunt de portieren altijd gewoon<br />
met de hand of met de slotbedieningsschakelaars<br />
vergrendelen en<br />
ontgrendelen.<br />
De binnenhandgrepen van de voorportieren<br />
kunnen ook worden<br />
gebruikt om de voorportieren te<br />
ontgrendelen en openen. Maar de<br />
binnenhandgrepen van de achterportieren<br />
werken niet als de achterportieren<br />
zijn vergrendeld. Gebruik<br />
de met de hand te bedienen hendel<br />
of de slotbedieningsschakelaar om<br />
de achterportieren te ontgrendelen.<br />
Als een portier wordt ontgrendeld<br />
nadat alle portieren reeds automatisch<br />
vergrendeld zijn, wordt het<br />
portier niet automatisch vergrendeld<br />
nadat het opnieuw wordt<br />
gesloten.<br />
Zie voor meer informatie over het<br />
gebruik van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder voor het aanpassen<br />
of uitschakelen van deze functie<br />
"Bijzondere eigenschappen" onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.<br />
. . . 166
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 167 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Voorziening om buitensluiten<br />
te voorkomen<br />
Wanneer de elektrische portierslotschakelaar<br />
wordt ingedrukt terwijl<br />
een portier nog geopend is en de<br />
sleutel zich nog in het contactslot<br />
bevindt, worden alle portiersloten<br />
vergren-deld maar het bestuurdersportier<br />
ontgrendeld.<br />
Om deze voorziening te annuleren<br />
en de portieren meteen te vergrendelen,<br />
drukt u tweemaal op de elektrische<br />
portierslotschakelaar of op<br />
de vergrendeltoets op de<br />
afstandsbediening.<br />
KINDERVEILIGHEIDSSLOTEN<br />
OP DE ACHTERPORTIEREN<br />
De achterportieren zijn uitgerust<br />
met kinderveiligheidssloten om te<br />
voorkomen dat passagiers, in het<br />
bijzonder kinderen, de portieren van<br />
binnenuit kunnen openen.<br />
De sloten bevinden zich op de rand<br />
van elk achterportier.<br />
Kinderveiligheidsslot activeren<br />
U kunt deze functie inschakelen<br />
door met de contactsleutel het<br />
veiligheidsslot voor de achterportier<br />
in de horizontale stand te zetten en<br />
daarna het portier te sluiten. Open<br />
het portier door het vanaf de buitenzijde<br />
te ontgrendelen en te openen.<br />
U kunt de functie uitschakelen door<br />
met de contactsleutel het veiligheidsslot<br />
van het achterportier in de<br />
verticale stand te draaien.<br />
–<br />
167 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 168 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
■ BAGAGERUIMTE<br />
ACHTERIN<br />
WAARSCHUWING<br />
Het rijden met geopende achterklep<br />
kan groot gevaar opleveren.<br />
Er kan koolmonoxide (CO) in uw<br />
auto komen. CO is niet zichtbaar<br />
en is reukloos. Het kan bewusteloosheid<br />
veroorzaken en zelfs<br />
dodelijk zijn.<br />
Indien het nodig is om t e rijden<br />
met geopende achterklep of<br />
wanneer de afdichting tussen de<br />
carrosserie en de achterklep<br />
gebroken is, sluit dan alle ramen,<br />
laat de aanjager op de hoogste<br />
snelheid draaien en kies een functie<br />
die buitenlucht in het interieur<br />
laat stromen. Op deze wijze zal<br />
buitenlucht de auto<br />
doorstromen.<br />
Controleer of de luchtroosters op<br />
of onder het instrumentenpaneel<br />
volledig open staan.<br />
Elektrisch bediende<br />
achterklep<br />
WAARSCHUWING<br />
U of andere inzittenden kunnen<br />
gewond raken wanneer u of een<br />
inzittende zich in de baan van de<br />
elektrisch bedienbare achterklep<br />
bevindt. Controleer of de baan<br />
van de achterklep vrij is voordat u<br />
de elektrisch bedienbare achterklep<br />
opent of sluit.<br />
WAARSCHUWING<br />
Controleer voordat u de achterklep<br />
opent altijd het gebied<br />
boven en achter het voertuig.<br />
Controleer of er geen obstakels<br />
boven (bijvoorbeeld een garagedeur)<br />
en in de baan van de<br />
achterklep staan voordat u deze<br />
opent.<br />
Anders kan de achterklep of het<br />
glas van de achterklep beschadigd<br />
raken.<br />
. . . 168
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 169 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Uw voertuig heeft een elektrisch<br />
bediende achterklep.<br />
De elektrisch bediende achterklep<br />
kan alleen onder de volgende voorwaarden<br />
worden bediend:<br />
• De achterklep moet volledig<br />
geopend of volledig gesloten<br />
zijn.<br />
• De transmissie moet in de stand<br />
P (parkeren) staan.<br />
Als de transmissie uit P (parkeren)<br />
wordt gezet terwijl de achterklep<br />
beweegt, dan blijft de<br />
achterklep openen of sluiten.<br />
Wanneer u gaat rijden terwijl de<br />
achterklep nog niet volledig is<br />
gesloten, dan kan de achterklep<br />
stoppen en in de andere richting<br />
gaan tot de volledig geopende<br />
stand.<br />
Houd om de elektrisch bediende<br />
achterklep te bedienen de knop<br />
voor de achterklep op de afstandsbediening<br />
ingedrukt totdat de<br />
achterklep open of dicht gaat.<br />
Zie "Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />
3 voor meer informatie.<br />
De achterlichten knipperen en u<br />
hoort een geluidssignaal wanneer<br />
de achterklep wordt geopend en<br />
gesloten.<br />
Als de achterklep open is, gaat de<br />
elektrische achterklep dicht als u op<br />
de knop naast het slot van de<br />
achterklep drukt.<br />
Wanneer u nog een keer op de toets<br />
drukt terwijl de achterklep in beweging<br />
is, dan gaat de achterklep in de<br />
andere richting.<br />
Wanneer de steunarmen waarmee<br />
de achterklep wordt geopend niet<br />
meer onder druk staan terwijl de<br />
achterklep met de elektrische bediening<br />
wordt geopend, blijft de<br />
achterklep tijdelijk open en sluit<br />
daarna voorzichtig.<br />
De achterlichten knipperen en u<br />
hoort een geluidssignaal.<br />
–<br />
169 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 170 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Ga naar uw dealer voor onderhoud<br />
voordat u de achterklep opnieuw<br />
gebruikt.<br />
Als de portieren van het voertuig zijn<br />
ontgrendeld, kan de achterklep<br />
handmatig worden geopend of<br />
gesloten.<br />
• Open de achterklep door aan de<br />
handgreep op de buitenzijde<br />
van de achterklep te trekken.<br />
• Als u de achterklep wilt sluiten,<br />
trekt u de handgreep omlaag.<br />
De elektrische sluitfunctie zorgt<br />
dat de vergrendeling van de<br />
achterklep goed wordt<br />
vergrendeld.<br />
Gebruik geen kracht om de achterklep<br />
te sluiten. Doe de achterklep<br />
omlaag totdat de<br />
automatische sluitfunctie wordt<br />
geactiveerd.<br />
Rijd nooit met de achterklep<br />
geopend.<br />
Het bericht REAR ACCESS OPEN<br />
(achterklep open) wordt op het<br />
informatiecentrum voor de bestuurder<br />
weergegeven als de achterklep<br />
niet volledig is gesloten.<br />
Zie "Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
Onder de volgende omstandigheden<br />
kan de elektrisch bedienbare<br />
achterklep tijdelijk worden<br />
uitgeschakeld:<br />
• bij zeer lage temperaturen<br />
• wanneer de accu bijna leeg is<br />
Open of sluit de achterklep handmatig<br />
totdat de functie van de elektrisch<br />
bediende achterklep weer<br />
wordt geactiveerd.<br />
Functie obstakeldetectie<br />
Als de elektrisch bediende achterklep<br />
tegen een obstakel komt<br />
wanneer de achterklep wordt<br />
geopend of gesloten, dan gaat de<br />
achterklep automatisch in de andere<br />
richting.<br />
Tevens klinkt er een gongsignaal.<br />
De elektrisch bediende achterklep<br />
werkt weer normaal als het obstakel<br />
is verwijderd.<br />
Als de elektrisch bedienbare achterklep<br />
niet volledig kan worden<br />
geopend vanwege een obstakel en<br />
in dezelfde cyclus niet kan sluiten<br />
vanwege een obstakel, dan wordt<br />
de elektrische bediening uitgeschakeld<br />
en gaat de achterklep weer<br />
over op handmatige bediening.<br />
. . . 170
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 171 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Het bericht REAR ACCESS OPEN<br />
(achterklep open) wordt op het<br />
informatiecentrum voor de bestuurder<br />
weergegeven als de achterklep<br />
niet volledig is gesloten.<br />
Zie "Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
U kunt de functie van de elektrisch<br />
bediende achterklep als volgt<br />
herstellen:<br />
1. Verwijder het obstakel.<br />
2. Open en sluit de achterklep volledig<br />
met de hand.<br />
Als er een voorwerp tegen de sensoren<br />
op het achterraam komt terwijl<br />
de elektrisch bediende achterklep<br />
aan het sluiten is, dan gaat de elektrisch<br />
bediende achterklep in de<br />
andere richting en gaat de achterklep<br />
helemaal open.<br />
De elektrisch bediende achterklep<br />
blijft open totdat de achterklep weer<br />
wordt geactiveerd of handmatig<br />
wordt gesloten.<br />
Bagagenet<br />
Het net dat in de bagageruimte kan<br />
worden gemonteerd, is bedoeld om<br />
te voorkomen dat kleine voorwerpen,<br />
zoals boodschappentassen,<br />
omvallen in scherpe bochten of bij<br />
plotseling optrekken of remmen.<br />
Zie "Opbergvakken" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
■ HOOFDRUIMTE EN DAK<br />
Zonnekleppen<br />
Trek de zonneklep naar beneden of<br />
opzij om verblinding te voorkomen.<br />
Make-up spiegels<br />
Make-up spiegels bevinden zich op<br />
de zonnekleppen. De verlichting<br />
van de spiegels wordt automatisch<br />
in- en uitgeschakeld door het klepje<br />
te bewegen.<br />
–<br />
171 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 172 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Zonnedak (indien van<br />
toepassing)<br />
WAARSCHUWING<br />
Als het voertuig omslaat of<br />
betrokken raakt bij een ongeval,<br />
kan het zonnedak beschadigd of<br />
vernietigd worden. Mensen die<br />
hun veiligheidsgordel niet<br />
dragen hebben dan meer kans<br />
uit het voertuig te worden<br />
gegooid.<br />
Vervoer geen personen in de auto<br />
waar een veiligheidsgordel niet<br />
goed kan worden gedragen.<br />
Personen die geen veiligheidsgordel<br />
dragen kunnen tijdens een<br />
aanrijding ernstig gewond raken of<br />
zelfs om het leven komen.<br />
Wanneer onder dezelfde omstandigheden<br />
alle inzittenden een<br />
veiligheidsgordel dragen, dan<br />
kunnen verwondingen worden<br />
voorkomen. Draag tijdens het<br />
rijden altijd uw veiligheidsgordel<br />
en verzeker uzelf ervan dat uw<br />
passagiers dat ook doen.<br />
A<br />
Uw voertuig kan een enkel zonnedak<br />
over de eerste twee rijen stoelen<br />
hebben.<br />
Het contact moet zijn ingeschakeld<br />
om het zonnedak te bedienen.<br />
De schakelaars zitten in de hemelbekleding<br />
tussen de bestuurder en de<br />
passagier op de voorstoel.<br />
Het zonnedak heeft twee schakelaars:<br />
één voor het zonnedak zelf<br />
en een andere voor voor het<br />
zonnescherm.<br />
B<br />
Zet het achterste gedeelte van de<br />
zonnedakschakelaar in de eerste<br />
stand om het zonnedak in de<br />
gewenste stand te zetten.<br />
Laat de schakelaar los als het zonnedak<br />
in de gewenste stand staat.<br />
Druk het achterste deel van de<br />
zonnedakschakelaar in de tweede<br />
stand om het zonnedak snel in een<br />
ingestelde comfortstand te zetten.<br />
. . . 172
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 173 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Als u het zonnedak volledig wilt<br />
openen, drukt u het achterste deel<br />
van de zonnedakschakelaar twee<br />
keer in de tweede stand.<br />
Als u het zonnedak wilt sluiten,<br />
drukt u het voorste deel van de<br />
schakelaar in de eerste stand en<br />
houdt u de schakelaar in die stand.<br />
Het zonnedak stopt wanneer u de<br />
schakelaar loslaat.<br />
Als u het zonnedak volledig wilt sluiten,<br />
drukt u het voorste deel van de<br />
schakelaar volledig omlaag in de<br />
tweede stand en laat u de schakelaar<br />
los.<br />
Druk het achterste deel van de<br />
zonneschermschakelaar in de eerste<br />
stand om het zonnescherm in de<br />
gewenste stand te openen.<br />
Laat de schakelaar los als het zonnescherm<br />
in de gewenste stand staat.<br />
Druk het achterste deel van de<br />
zonneschermschakelaar in de tweede<br />
stand om het zonnescherm volledig<br />
te openen.<br />
Als u het zonnescherm wilt sluiten,<br />
drukt u het voorste deel van de<br />
schakelaar in de eerste stand en<br />
houdt u de schakelaar in die stand.<br />
Het zonnescherm stopt wanneer u<br />
de schakelaar loslaat.<br />
Als u het zonnescherm volledig wilt<br />
sluiten, drukt u het voorste deel van<br />
de schakelaar volledig omlaag in de<br />
tweede stand en laat u de schakelaar<br />
los.<br />
OPMERKING<br />
Zorg dat er geen vuil op de<br />
buitenkant van het zonnedak<br />
blijft liggen.<br />
Door het vuil kan het zonnedak<br />
beschadigd raken en kan het<br />
waterafvoersysteem verstopt<br />
raken.<br />
Laat het zonnedak niet lange tijd<br />
open staan. Dan kan vuil zich<br />
verzamelen in de geleiders.<br />
–<br />
173 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 174 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Beveiliging tegen afklemmen<br />
Indien de beweging van het zonnedak<br />
tijdens het sluiten wordt belemmerd<br />
door een hoofd, hand of een<br />
voorwerp, dan zal het glaspaneel<br />
stoppen en terugbewegen in de<br />
volledig geopende stand. Na het<br />
verwijderen van de obstructie kan<br />
het glaspaneel worden gesloten.<br />
Hersynchronisatie van het<br />
zonnedak<br />
Voer deze procedure uit om het<br />
zonnedak en het zonnescherm<br />
opnieuw te synchroniseren.<br />
1. Start de motor.<br />
2. Druk tegelijkertijd de zonnedakschakelaar<br />
in de openingsstand<br />
en de zonneschermschakelaar<br />
in de gesloten stand en houd ze<br />
zes seconden ingedrukt.<br />
3. Laat beide schakelaars los.<br />
Wanneer het zonnedak in de<br />
volledig gesloten stand staat,<br />
sluit het zonnescherm.<br />
4. Nadat het zonnedak en het<br />
zonnescherm volledig zijn<br />
gesloten, moet u de zonnedakschakelaar<br />
nog drie of vier<br />
seconden in de gesloten stand<br />
houden om de hersynchronisatie<br />
te voltooien.<br />
. . . 174
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 175 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Bagagerek<br />
WAARSCHUWING<br />
Vervoer geen voorwerpen - zoals<br />
kasten, panelen, matrassen e.d. -<br />
op het dak van het voertuig die<br />
langer of breder zijn dan het<br />
bagagerek. De wind zou er vat<br />
op kunnen krijgen. Tijdens het<br />
rijden kan de wind onder de<br />
lading komen en de gehele<br />
daklast van het voertuig rukken,<br />
waardoor ernstige schade en<br />
verkeersongelukken kunnen<br />
ontstaan. Het is mogelijk om<br />
grote voorwerpen binnenin het<br />
voertuig te vervoeren. Maar<br />
vervoer nooit voorwerpen op het<br />
dak die langer of breder zijn dan<br />
uw bagagerek.<br />
Gebruik het bagagerek om voorwerpen<br />
op het voertuig te<br />
vervoeren.<br />
Op het dak zijn zijrails gemonteerd.<br />
Er zijn ook verplaatsbare dwarsrails<br />
verkrijgbaar om voorwerpen op vast<br />
te binden. Deze zijn bij uw dealer te<br />
koop.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer voorwerpen met een<br />
gewicht van meer dan 45 kg op<br />
het bagagerek worden vervoerd,<br />
dan kan het dak worden<br />
beschadigd.<br />
■ BERGVAKKEN<br />
Uw auto heeft vele bergplaatsen.<br />
Middenconsole<br />
Uw voertuig heeft een middenconsole<br />
met opbergvakken tussen de<br />
voorstoelen.<br />
Ook kunnen er achterste aansluitpunten<br />
aan de achterkant van de<br />
middenconsole aanwezig zijn.<br />
–<br />
175 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 176 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Handschoenenkastje<br />
Het handschoenenkastje kan<br />
worden gebruikt voor het opbergen<br />
van kleine voorwerpen. Gebruik een<br />
sleutel om het te ontgrendelen en te<br />
vergrendelen.<br />
Om het handschoenenkastje te<br />
openen trekt u aan de onderzijde<br />
van de hendel op de klep van het<br />
handschoenenkastje.<br />
Opbergvak in het instrumentenpaneel<br />
Boven het handschoenenkastje is<br />
een opbergvak.<br />
Druk op de toets naast het portier<br />
om het te openen.<br />
Bekerhouders<br />
Tussen de voorstoelen zijn bekerhouders<br />
geplaatst.<br />
Schuif de afdekking naar achteren<br />
om de bekerhouders te openen.<br />
In de armleuning van de middelste<br />
stoel op de tweede rij zijn ook bekerhouders<br />
aangebracht.<br />
Druk op het paneel voor de armleuning<br />
en laat het los om de bekerhouders<br />
bloot te leggen.<br />
Er kunnen ook bekerhouders zijn<br />
aangebracht bij de buitenste<br />
zitplaatsen van de derde zitrij.<br />
Bagagenet<br />
Het net dat in de bagageruimte kan<br />
worden gemonteerd, is bedoeld om<br />
te voorkomen dat kleine voorwerpen,<br />
zoals boodschappentassen,<br />
omvallen in scherpe bochten of bij<br />
plotseling optrekken of remmen.<br />
Het net wordt aan de vloer of de<br />
achterwand van de bagageruimte<br />
met behulp van zes bevestigingspunten<br />
bevestigd.<br />
Het net kan als een hangmat of op<br />
de vloer worden bevestigd.<br />
Het net is niet bedoeld voor grotere,<br />
zwaardere dingen.<br />
Plaats zwaardere bagage zo ver<br />
mogelijk naar achteren in het<br />
voertuig.<br />
. . . 176
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 177 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Bagageafdekhoes<br />
Voorwerpen die in de bagageruimte<br />
liggen kunnen aan het zicht worden<br />
onttrokken met behulp van de<br />
bagageafdekhoes.<br />
Als u het zonnescherm wilt gebruiken,<br />
trekt u het van de rechterzijde<br />
van het voertuig naar de linkerzijde.<br />
Schuif de uiteinden in de sleuven<br />
om het scherm vast te zetten.<br />
Als het niet gebruikt wordt, haalt u<br />
de uiteinden uit de sleuven zodat<br />
het weer wordt opgerold.<br />
Beheersysteem voor de<br />
bagageruimte (indien van<br />
toepassing)<br />
Het beheersysteem voor de bagageruimte<br />
biedt extra bergruimte<br />
achter in het voertuig.<br />
Er zijn drie opbergvakken.<br />
Het voorste vak kan achter de tweede<br />
rij stoelen worden geopend.<br />
Het middelste vak heeft een<br />
afscheiding.<br />
Het achterste vak heeft een opbergbak<br />
dat verwijderd kan worden.<br />
■ ASBAK EN AANSTEKER<br />
De voorste asbak zit op het voorste<br />
deel van de middenconsole.<br />
Druk op de deksel van de asbak om<br />
de asbak te openen.<br />
Om de asbak te verwijderen, pakt u<br />
de randen beet en trekt u de asbak<br />
recht naar u toe eruit.<br />
Op elk binnenste portierpaneel<br />
zitten ook asbakken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Deponeer geen papier of ander<br />
brandbaar materiaal in de asbakken.<br />
Als u dergelijke materialen in<br />
de asbak deponeert, kan dit<br />
brand veroorzaken.<br />
–<br />
177 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 178 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Druk de aansteker in en wacht tot hij<br />
gedeeltelijk naar buiten springt,<br />
gereed voor het gebruik.<br />
OPMERKING<br />
Houd de aansteker niet ingedrukt<br />
terwijl hij opwarmt. Hierdoor kan<br />
het verwarmingselement en het<br />
mechanisme dat ervoor zorgt dat<br />
de aansteker omhoog springt<br />
worden beschadigd.<br />
Ook kan daardoor de zekering<br />
doorbranden.<br />
■ ACCESSOIREVOEDING<br />
Uw auto heeft een voorziening voor<br />
accessoirevoeding waarmee u de<br />
onderstaande stroomverbruikers<br />
gedurende een periode van 10<br />
minuten na het afzetten van het<br />
contact kunt gebruiken, tenzij een<br />
portier wordt geopend:<br />
• Radio<br />
• Elektrisch bediende portierramen<br />
• bedieningstoetsen voor het<br />
audiosysteem op het stuurwiel<br />
Wanneer u van deze accessoires nog<br />
tien minuten langer gebruik wilt<br />
maken, moeten alle portieren<br />
worden gesloten en de contactsleutel<br />
even in ON en dan weer terug in<br />
de stand OFF worden gedraaid.<br />
■ BESCHERMING TEGEN<br />
LEEGLOPEN ACCU<br />
Deze functie is bedoeld om de accu<br />
van uw auto te beschermen.<br />
Exterieurverlichting<br />
Indien de handbediende schakelaar<br />
voor de verlichting in de ingeschakelde<br />
stand blijft, nadat het contact<br />
is afgezet, dan vindt het uitschakelen<br />
van de interieurverlichting automatisch<br />
plaats na 10 minuten om<br />
het ontladen van de accu te<br />
voorkomen.<br />
Wanneer het de bedoeling is dat de<br />
verlichting blijft branden, zet dan de<br />
verlichting uit en vervolgens weer<br />
aan om de buitenverlichting weer in<br />
te schakelen.<br />
Interieurverlichting<br />
De interieurverlichting wordt 10<br />
minuten nadat het contact is afgezet<br />
automatisch uitgeschakeld.<br />
. . . 178
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 179 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
■ BEHEER ELEKTRISCH<br />
VERMOGEN<br />
Dit systeem controleert de temperatuur-<br />
en laadstatus van de accu en<br />
past automatisch de spanning aan<br />
om de prestaties te verbeteren en de<br />
levensduur van de accu te<br />
verlengen.<br />
U kunt de accuspanning in de gaten<br />
houden op het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder.<br />
De waarde kan schommelen. Dat is<br />
normaal.<br />
Wanneer het systeem een probleem<br />
waarneemt, wordt er een bericht<br />
weergegeven op het display van het<br />
informatiecentrum voor de<br />
bestuurder.<br />
• BATTERY SAVER ACTIVE (accubesparing<br />
actief)<br />
• SERVICE BATTERY CHARGING<br />
SYSTEM (onderhoud laadsysteem<br />
accu)<br />
U kunt de elektrische belasting<br />
verminderen door alle onnodige<br />
accessoires uit te schakelen, zoals de<br />
radio en de airconditioning.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
• Laadstroomcontrolelamp<br />
• Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder<br />
- Menu Reis-/brandstofinformatie<br />
• Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
–<br />
Het lampje voor het opladen van de<br />
accu kan op het instrumentenpaneel<br />
branden.<br />
179 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 180 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
■ ULTRASOON HULPSYS-<br />
TEEM VOOR ACHTERUIT-<br />
PARKEREN<br />
Deze voorziening is bedoeld om<br />
achteruit- en evenwijdig parkeren<br />
gemakkelijker te maken door u<br />
behulpzaam te zijn bij het bepalen<br />
van de afstand tussen uw voertuig<br />
en een voorwerp.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wees voorzichtig wanneer u uw<br />
voertuig parkeert. Controleer of<br />
er geen mensen, andere voertuigen<br />
of obstakels in de buurt<br />
aanwezig zijn. Controleer ook of<br />
het zicht is geblokkeerd.<br />
Het systeem kan alleen voorwerpen<br />
detecteren op basis van de<br />
parameters in dit hoofdstuk.<br />
Het systeem neemt geen voorwerpen<br />
die zich onder de<br />
bumper of onder het voertuig<br />
bevinden of voorwerpen die zeer<br />
dicht bij het voertuig staan waar.<br />
De maximale afstand waarop het<br />
systeem voorwerpen kan waarnemen,<br />
kan afnemen wanneer<br />
het warm is of de vochtigheidsgraad<br />
hoog is.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het systeem is niet ontworpen<br />
om kinderen, voetgangers, fietsers<br />
of dieren waar te nemen.<br />
Als u deze voorzorgsmaatregelen<br />
niet neemt, kan dat leiden tot<br />
ernstig of zelfs dodelijk letsel.<br />
De sensoren van het systeem op de<br />
achterbumper kunnen voorwerpen<br />
waarnemen die minstens 25,4 cm<br />
hoog zijn en zich onder de achterklep<br />
en binnen een afstand van<br />
1,5 meter vanaf het voertuig<br />
bevinden.<br />
Wanneer de achterbumper is<br />
beschadigd, kan het parkeerhulpsysteem<br />
mogelijk niet goed werken.<br />
. . . 180
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 181 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
U kunt het display van het systeem<br />
dat zich in het voertuig boven de<br />
achterruit bevindt, zien door over<br />
uw rechterschouder te kijken.<br />
Wanneer de rijsnelheid minder dan<br />
8 km/u is en u naar de achteruitversnelling<br />
schakelt, dan wordt het<br />
systeem automatisch ingeschakeld.<br />
Er gaan drie lampjes op het display<br />
branden om aan te geven dat het<br />
systeem functioneert.<br />
Het systeem maakt gebruikt van een<br />
combinatie van display-lampjes en<br />
klokgeluiden om u te waarschuwen<br />
als de achterzijde van het voertuig<br />
een voorwerp nadert.<br />
Er klinkt een klokgeluid zodra een<br />
voorwerp wordt gedetecteerd.<br />
Gebruik de onderstaande tabel om<br />
de waarschuwingssignalen op het<br />
display te leren interpreteren en de<br />
afstand tussen voertuig en voorwerp<br />
te bepalen.<br />
Waarschuwingssignalen<br />
(Lampen en<br />
klokgeluiden)<br />
• een geel<br />
lampje<br />
• twee gele<br />
lampjes<br />
• twee gele<br />
lampjes en één<br />
rood lampje<br />
• twee knipperende<br />
gele<br />
lampjes en één<br />
knipperend<br />
rood lampje<br />
• continu<br />
geluidssignaal<br />
gedurende<br />
5 seconden<br />
Afstand<br />
1,0 m tot<br />
1,5 m<br />
0,5 m tot<br />
1,0 m<br />
0,3 m tot<br />
0,5 m<br />
0,3 m of<br />
minder<br />
–<br />
181 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 182 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Als het displaylampje rood knippert,<br />
beweegt het voertuig mogelijk sneller<br />
dan 8 km/h achteruit of ontvangt<br />
het systeem tijdelijke trillingen van<br />
bijvoorbeeld een grote<br />
vrachtwagen.<br />
De lampjes kunnen ook rood knipperen<br />
als er een aanhanger, fiets,<br />
trekstang of ander voorwerp aan de<br />
achterzijde van het voertuig is<br />
bevestigd of als er een voorwerp uit<br />
de achterklep hangt. De lampjes<br />
blijven knipperen totdat het voorwerp<br />
is verwijderd en het voertuig<br />
voorwaarts wordt gereden met een<br />
snelheid van minimaal 25 km/u.<br />
In alle andere gevallen dat de lamp<br />
blijft branden, kan dit duiden op een<br />
storing in het systeem. Wellicht<br />
moeten de sensoren worden<br />
schoongemaakt. Als na het schoonmaken<br />
van de achterbumper en het<br />
voorwaarts rijden met een snelheid<br />
van minimaal 25 km/h het display<br />
rood blijft knipperen, moet u<br />
contact opnemen met de dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Wanneer de displaylampjes rood<br />
knipperen, dan is het systeem uitgeschakeld.<br />
Het bericht PARK ASSIST<br />
OFF (parkeerhulp uit) wordt op het<br />
informatiecentrum voor de bestuurder<br />
weergegeven.<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder kan worden gebruikt om<br />
het ultrasone parkeerhulpsysteem<br />
voor de huidige motorcyclus in of<br />
uit te schakelen.<br />
Raadpleeg "Mededelingen van het<br />
informatiecentrum voor de bestuurder"<br />
en "Menu Voertuiginformatie"<br />
eerder in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
Wanneer de motor wordt uitgeschakeld<br />
en weer ingeschakeld, wordt<br />
het systeem automatisch opnieuw<br />
ingeschakeld.<br />
. . . 182
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 183 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
■ GEHEUGEN<br />
Deze voorziening maakt het mogelijk<br />
voor twee verschillende bestuurders<br />
(bestuurdernummer 1 of<br />
bestuurdernummer 2) om de door<br />
hun gekozen bestuurdersstoelposities<br />
(waaronder rugleuning en<br />
lendensteunaanpassing, indien van<br />
toepassing), buitenspiegelstanden<br />
en instelbare pedaalstanden (indien<br />
van toepassing) in het geheugen<br />
van het systeem op te slaan en weer<br />
op te roepen.<br />
De bedieningstoetsen bevinden zich<br />
op het paneel van het bestuurdersportier.<br />
Invoeren van de zitpositie in het<br />
geheugen:<br />
1. Stel de stand van de bestuurdersstoel,<br />
de buitenspiegels en<br />
de instelbare pedalen (indien<br />
van toepassing) naar wens in.<br />
2. Druk de toets 1 in en houd deze<br />
drie seconden ingedrukt.<br />
U hoort tweemaal een gongsignaal<br />
dat aangeeft dat uw instelling<br />
in het geheugen is<br />
opgenomen.<br />
Herhaal bovenstaande handelingen<br />
om de tweede zitpositie te programmeren,<br />
maar druk daarbij de geheugentoets<br />
2 in.<br />
Wanneer nu bij een auto met automatische<br />
transmissie de keuzehendel<br />
in P (parkeren) staat en u drukt<br />
op een van de geheugentoetsen 1<br />
of 2, hoort u een gonggeluid en de<br />
geheugeninstellingen worden<br />
opgeroepen.<br />
–<br />
183 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 184 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
U kunt het informatiecentrum voor<br />
de bestuurder gebruiken voor het<br />
programmeren van de geheugenfunctie<br />
en deze aanpassen aan de<br />
door u gekozen instellingen<br />
wanneer u de ontgrendelknop op<br />
de afstandsbediening indrukt.<br />
U kunt de geheugenuitlezing afbreken<br />
door op een willekeurige bedieningstoets<br />
voor stoel of spiegel te<br />
drukken.<br />
A<br />
Uitstappen:<br />
Om het in- en uitstappen te vergemakkelijken,<br />
dient u gebruik te<br />
maken van de uitstaptoets <br />
wanneer de transmissie in de stand<br />
P (parkeren) staat.<br />
Wanneer u op deze toets drukt, gaat<br />
de stoel helemaal naar achteren<br />
zodat het instappen makkelijker<br />
gaat.<br />
U hoort een pieptoon.<br />
Wanneer de functie voor de automatische<br />
uitstapstand van de stoel<br />
in het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder is ingeschakeld, gaat de<br />
stoel naar de ingestelde uitstapstand<br />
wanneer u de sleutel uit het contactslot<br />
verwijdert.<br />
Raadpleeg het volgende onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie:<br />
• Bijzondere eigenschappen<br />
- EASY EXIT SEAT<br />
(Uitstapvoorziening)<br />
. . . 184
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 185 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
––<br />
2<br />
Sto<br />
ele<br />
n<br />
en<br />
Bedieningsorganen voor de stoelen.................186<br />
Elektrisch verstelbare stoelen..............................186<br />
Verwarmde voorstoelen.....................................187<br />
Hoofdsteunen ....................................................188<br />
Tweede rij zitplaatsen.........................................189<br />
Derde rij zitplaatsen ..........................................190<br />
Veiligheidsgordels ..............................................192<br />
Heup-/schoudergordel.......................................193<br />
Verlenger voor veiligheidsgordel........................198<br />
Veiligheidsgordels vervangen.............................198<br />
Gebruik van veiligheidsgordel tijdens<br />
zwangerschap...................................................199<br />
Waarschuwingslamp voor niet dragen<br />
veiligheidsgordel ................................................... 200<br />
Waarschuwingslampje voor<br />
veiligheidsgordel passagier ...............................200<br />
Hoofdstuk 2 - Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Extra Inzittendenbeveiliging ............................ 201<br />
Gordelspanners................................................. 201<br />
Airbag ............................................................... 202<br />
Passagiersdetectiesysteem................................. 209<br />
Veiligheid voor kinderen.................................... 215<br />
185 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 186 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
■ BEDIENINGSORGANEN<br />
VOOR DE STOELEN<br />
Elektrisch verstelbare stoelen<br />
De bedieningsorganen bevinden<br />
zich aan de zijkant van de stoel.<br />
U kunt de zitting met de horizontale<br />
schakelaar verstellen.<br />
Druk op de voorzijde van de schakelaar<br />
om de voorzijde van de zitting<br />
omhoog of omlaag te laten<br />
bewegen.<br />
Druk op de achterzijde van de schakelaar<br />
om de achterzijde van de<br />
zitting omhoog of omlaag te laten<br />
bewegen.<br />
Schuif de complete schakelaar naar<br />
boven of beneden om de complete<br />
zitting omhoog of omlaag te laten<br />
bewegen.<br />
Beweeg de schakelaar naar voren of<br />
naar achteren om de stoel naar<br />
voren of naar achteren te laten<br />
bewegen.<br />
Schakelaar elektrisch verstelbare<br />
rugleuning van voorstoelen<br />
De rugleuning kan worden versteld<br />
met de verticale schakelaar.<br />
Druk de schakelaar naar voren of<br />
naar achteren om de rugleuning te<br />
verstellen.<br />
Zet de rugleuning niet naar achteren<br />
wanneer het voertuig rijdt.<br />
. . . 186
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 187 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijden met naar beneden gekantelde<br />
rugleuning kan gevaar<br />
opleveren. Ook al heeft u uw<br />
veiligheidsgordel goed sluitend<br />
omgedaan, dan nog kan de<br />
gordel geen volledige bescherming<br />
bieden wanneer de rugleuning<br />
te ver naar achteren is<br />
gekanteld.<br />
Een verkeerd geplaatste veiligheidsgordel<br />
kan nekletsel of letsel<br />
aan kwetsbare organen in de<br />
buik veroorzaken.<br />
Zet de rugleuning rechtop voor<br />
de juiste bescherming wanneer<br />
het voertuig rijdt.<br />
Ga daarna goed in de stoel zitten<br />
en draag uw veiligheidsgordel.<br />
Aan/uit-toets/Elektrische<br />
lendensteunverstelling<br />
De schakelaar bevindt zich aan de<br />
zijkant van elke voorstoel.<br />
Druk op het voorstel deel van de<br />
schakelaar voor meer lendensteun<br />
of op het achterste deel van de schakelaar<br />
voor minder lendensteun.<br />
A<br />
B<br />
Verwarmde voorstoelen<br />
Uw voertuig is uitgerust met<br />
verwarmde stoelen.<br />
De verwarming werkt alleen bij<br />
aangezet contact.<br />
De bedieningstoetsen bevinden zich<br />
op het paneel van beide<br />
voorportieren.<br />
• Druk op wanneer het systeem<br />
alleen de rugleuning moet<br />
verwarmen.<br />
–<br />
–<br />
• Druk op wanneer u de verwarming<br />
van de stoel en de rugleuning<br />
wilt inschakelen.<br />
187 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 188 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Druk herhaaldelijk op de toets om<br />
tussen de hoogste, middelste en<br />
laagste verwarmingsinstellingen te<br />
schakelen.<br />
Er gaat een controlelampje branden<br />
om de geselecteerde temperatuurinstelling<br />
aan te geven.<br />
• 3 lampjes (hoogste stand<br />
verwarming)<br />
• 2 lampjes (middelste stand<br />
verwarming)<br />
• 1 lampje (laagste stand<br />
verwarming)<br />
Druk de toets nogmaals in voor het<br />
uitschakelen.<br />
Het uitschakelen van de stoelverwarming<br />
vindt automatisch plaats<br />
wanneer het contact wordt afgezet.<br />
Hoofdsteunen<br />
De hoofdsteunen kunnen worden<br />
afgesteld.<br />
De bovenrand van de hoofdsteun<br />
moet zich ter hoogte van de bovenzijde<br />
van uw hoofd bevinden.<br />
De hoofdsteunen van de voorste rij<br />
afstellen:<br />
• Trek aan de hoofdsteun om hem<br />
omhoog te zetten.<br />
• Druk op de knop onder de<br />
hoofdsteun om de hoofdsteun<br />
omlaag te schuiven.<br />
De hoofdsteunen van de voorstoelen<br />
kunnen ook naar voren of naar<br />
achteren worden gekanteld.<br />
Zet een hoofdsteun van de tweede<br />
rij op de gewenste hoogte door<br />
hem omhoog of omlaag te<br />
schuiven.<br />
De hoofdsteunen van de tweede rij<br />
kunnen niet kantelen.<br />
. . . 188
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 189 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Tweede rij zitplaatsen<br />
Stoel naar voren/achteren<br />
verstellen<br />
De stoelen van de tweede rij kunnen<br />
naar voeren en naar achteren<br />
worden versteld.<br />
Trek de hendel onder het zitkussen<br />
omhoog.<br />
Schuif de stoel naar de gewenste<br />
plek. Laat de hendel los en zorg dat<br />
de stoel op zijn plaats is<br />
vergrendeld.<br />
Instapvergrendeling voor de stoelen<br />
van de tweede rij<br />
De stoel aan de rechterzijde op de<br />
tweede rij heeft een functie waardoor<br />
het eenvoudiger wordt in en<br />
uit het voertuig te stappen.<br />
Boven op de rugleuning zit een<br />
ontgrendelingshendel.<br />
Trek de hendel omhoog en klap de<br />
rugleuning naar voren.<br />
Trek aan de hendel om de stoel los<br />
te halen en kantel de stoel naar<br />
voren.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de stoel wordt neergeklapt<br />
terwijl de veiligheidsgordels<br />
zijn bevestigd, kunnen de achterste<br />
stoelen en de veiligheidsgordels<br />
beschadigd raken.<br />
Haal de veiligheidsgordels los en<br />
berg de gordels op voordat u een<br />
stoel neerklapt.<br />
–<br />
–<br />
189 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 190 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
Een stoel die niet goed is vergrendeld,<br />
kan bij een aanrijding of<br />
noodstop losschieten. Hierdoor<br />
kunnen de inzittenden gewond<br />
raken. Zorg dat de stoel is<br />
vergrendeld.<br />
Laat passagiers nooit op een<br />
zitplaats op de derde rij plaatsnemen<br />
terwijl de stoel van de tweede<br />
rij naar voren is geklapt.<br />
Controleer of de stoel, wanneer<br />
hij weer in de oorspronkelijke<br />
stand staat, stevig vastzit.<br />
Derde rij zitplaatsen (indien<br />
van toepassing)<br />
Als uw voertuig een derde rij met<br />
zitplaatsen heeft, zijn deze elektrisch<br />
bedienbaar. De rugleuning kan naar<br />
voren worden geklapt zodat er extra<br />
opbergruimte ontstaat voor bijvoorbeeld<br />
een lekke band, of plat<br />
worden gelegd zodat er een laadvloer<br />
ontstaat.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de stoel wordt neergeklapt<br />
terwijl de veiligheidsgordels<br />
zijn bevestigd, kunnen de achterste<br />
stoelen en de veiligheidsgordels<br />
beschadigd raken.<br />
Haal de veiligheidsgordels los en<br />
berg de gordels op voordat u een<br />
stoel neerklapt.<br />
. . . 190
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 191 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
A<br />
B<br />
Druk op de knop of op de knop<br />
achter de tweede rij zitplaatsen om<br />
de achterbank op de derde rij in te<br />
klappen.<br />
Als de baan van de neer te klappen<br />
achterbank wordt gehinderd, stopt<br />
de achterbank en gaat hij terug.<br />
Druk opnieuw op de knop om de<br />
achterbank in de vorige stand te<br />
zetten.<br />
Klap daarna het paneel op de<br />
achterbank naar voren zodat er een<br />
laadruimte ontstaat.<br />
Voordat u de achterbank in de<br />
passagiersstand zet, moet het<br />
paneel zelf eerst worden<br />
teruggeklapt.<br />
Houd de knop nog een keer ingedrukt<br />
om de achterbank weer in de<br />
oorspronkelijke stand te zetten.<br />
Als de achterbank niet volledig in de<br />
zitpositie wordt geklapt, hoort u een<br />
geluid als het voertuig uit de stand P<br />
(parkeren) wordt gezet.<br />
Druk op de toets in de bagageruimte<br />
om de rugleuning naar voren<br />
te klappen.<br />
Wanneer u de achterbank omhoog<br />
of omlaag wilt klappen, moet u eerst<br />
de achterklep of het achterportier<br />
rechts openen. Als het contact uit is,<br />
drukt u drie keer op de ontgrendeltoets<br />
op de afstandsbediening of het<br />
portier zodat de achterbank twee<br />
minuten van voeding wordt voorzien.<br />
De transmissie moet in P<br />
(parkeren) staan en de accu van het<br />
voertuig moet voldoende zijn<br />
opgeladen.<br />
–<br />
–<br />
191 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 192 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
■ VEILIGHEIDSGORDELS<br />
WAARSCHUWING<br />
Vervoer geen personen in het<br />
voertuig op plaatsen waar een<br />
veiligheidsgordel niet goed kan<br />
worden gedragen. Als u geen<br />
veiligheidsgordel draagt, kunt u<br />
tijdens een aanrijding ernstig<br />
gewond raken of zelfs om het<br />
leven komen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij een aanrijding kan een inzittende<br />
die niet met de veiligheidsgordel<br />
vastzit een ander persoon<br />
in het voertuig raken en verwonden<br />
of uit het voertuig worden<br />
geworpen.<br />
Als u uw veiligheidsgordel heeft<br />
bevestigd, is er een kleinere kans<br />
dat u gewond raakt. Bevestig<br />
altijd de veiligheidsgordel en<br />
controleer of alle passagiers ook<br />
hun veiligheidsgordel goed<br />
hebben bevestigd.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het is buitengewoon gevaarlijk<br />
om in een laadruimte te rijden,<br />
zowel binnen als buiten de auto.<br />
Tijdens een botsing is de kans<br />
groter dat mensen op deze plaatsen<br />
ernstig of fataal letsel ondervinden.<br />
Zorg ervoor dat iedereen<br />
in de auto in een stoel zit en de<br />
veiligheidsriem op de juiste wijze<br />
gebruikt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat niemand in een deel van het<br />
voertuig rijden waar geen stoelen<br />
en veiligheidsgordels zijn<br />
voorzien.<br />
. . . 192
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 193 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
OPMERKING<br />
Controleer, voordat u het portier<br />
sluit, dat de veiligheidsgordels<br />
niet ingeklemd kunnen raken.<br />
Beschadiging van de gordel en/<br />
of carrosserie wordt dan<br />
voorkomen.<br />
De veiligheidsgordelinformatie is<br />
bedoeld voor volwassen bestuurders/passagiers<br />
en voor oudere<br />
kinderen die kinderzitjes zijn<br />
ontgroeid.<br />
Oudere kinderen die te groot zijn<br />
geworden voor een zitverhoger,<br />
moeten op de achterbank zitten,<br />
met de veiligheidsgordel goed<br />
bevestigd.<br />
U kunt bepalen of een kind te groot<br />
is geworden voor een zitverhoger<br />
en op de achterbank kan zitten aan<br />
de hand van de informatie in<br />
"Oudere kinderen" onder "Kinderzitjes"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Zorg er voor dat kinderen die te<br />
klein zijn om van een gordel gebruik<br />
te maken goed worden beveiligd<br />
door een veiligheidssysteem voor<br />
kinderen. Zie "Veiligheid voor kinderen"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een veiligheidsgordel mag steeds<br />
slechts door 1 persoon tegelijk<br />
worden gedragen. Sta niet toe<br />
dat twee kinderen van dezelfde<br />
gordel gebruik maken.<br />
Heup-/schoudergordel<br />
De heup/schoudergordel moet op<br />
de juiste manier worden gedragen,<br />
zoals hieronder is beschreven.<br />
Veiligheidsgordel vastmaken:<br />
1. Stel de stoel in en ga rechtop<br />
zitten.<br />
2. Pak de gordel bij de slottong<br />
vast.<br />
–<br />
–<br />
193 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 194 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
3. Trek de gordel over het<br />
lichaam. Zorg dat de riemen<br />
niet gedraaid zitten.<br />
De heup-/schoudergordel kan<br />
blokkeren wanneer hij te snel<br />
wordt uitgetrokken. U kunt de<br />
gordel ontgrendelen door de<br />
gordel eerst weer iets op te laten<br />
rollen en hem daarna langzamer<br />
naar buiten te trekken.<br />
4. Druk de slottong in het gordelslot<br />
tot u een tikgeluid hoort.<br />
Wanneer de achterste veiligheidsgordel<br />
blokkeert voordat<br />
het slot is bereikt, moet de slottong<br />
worden gekanteld. Trek<br />
hierna verder aan de gordel tot<br />
deze kan worden vastgegespt.<br />
Overtuig u ervan dat de ontsluitknop<br />
op het gordelslot naar<br />
boven of naar buiten wijst.<br />
Trek aan de slottong om er zeker<br />
van te zijn dat deze stevig vast<br />
zit.<br />
WAARSCHUWING<br />
Ernstig lichamelijk letsel is mogelijk<br />
als u uw gordel in het verkeerde<br />
gordelslot vastzet. Druk de<br />
slottong steeds vast in het meest<br />
nabije gordelslot.<br />
. . . 194
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 195 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
–<br />
5. Trek de gordelsluiting van de<br />
riem omlaag terwijl u de schouderriem<br />
omhoog trekt om de<br />
heupgordel af te stellen.<br />
Bij kleinere inzittenden kan het<br />
nodig zijn het stiksel op de<br />
heupgordel door de slottong te<br />
halen om de gordel volledig<br />
vast te zetten.<br />
De veiligheidsgordel blokkeert als<br />
het voertuig plotseling stopt of bij<br />
een aanrijding.<br />
Veiligheidsgordel losmaken:<br />
• Druk de knop op het slotmechanisme<br />
in.<br />
Controleer, voordat u het portier<br />
sluit, dat de veiligheidsgordels niet<br />
ingeklemd kunnen raken. Beschadiging<br />
van de gordel en/of carrosserie<br />
wordt dan voorkomen.<br />
De heup-/schoudergordel moet<br />
worden gedragen zoals hierboven is<br />
afgebeeld.<br />
WAARSCHUWING<br />
De veiligheidsgordels moeten<br />
nauwsluitend om het lichaam<br />
worden gedragen. Laat de<br />
schoudergordel niet onder uw<br />
arm doorlopen. Zorg dat de<br />
gordelriemen niet gedraaid<br />
zitten.<br />
–<br />
195 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 196 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Wanneer u een veiligheidsgordel<br />
gebruikt, moet u rechtop zitten met<br />
uw voeten op de vloer voor u.<br />
De schoudergordel moet over de<br />
schouder en diagonaal over de borst<br />
lopen. Deze lichaamsdelen zijn het<br />
beste in staat om grote krachten op<br />
te vangen.<br />
De schouderriem moet voor het<br />
gezicht of de nek lopen.<br />
Het heupgedeelte van de gordel<br />
moet laag en comfortabel op de<br />
heupen liggen, juist boven de dijen.<br />
Bij een botsing zullen stoten dan<br />
worden opgevangen door het sterke<br />
bekken en zult u minder gemakkelijk<br />
onder de heupgordel<br />
doorglijden. Als u wel onder de<br />
gordel door glijdt, moeten stoten<br />
worden opgevangen door de<br />
onderbuik. Daarbij kunt u ernstig en<br />
zelfs dodelijk letsel oplopen.<br />
Comfortgeleiders voor<br />
schoudergordel<br />
Uw voertuig kan zijn uitgerust met<br />
achterste schoudergordelgeleiders<br />
voor het comfort en de veiligheid<br />
van kleine personen en kinderen.<br />
Deze geleiders zorgen ervoor dat de<br />
gordels niet nabij de hals en het<br />
hoofd komen te liggen.<br />
Er is één geleider voor elke buitenste<br />
zitplaats van de tweede rij.<br />
Comfortgeleiders aanbrengen:<br />
1. Neem de geleider uit het klem<br />
aan de zijkant van de<br />
rugleuning.<br />
2. Plaats de geleider op de gordel<br />
door de randen van de gordel<br />
in de sleuven van de geleider te<br />
schuiven.<br />
. . . 196
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 197 Thursday, June 12, 2008 9:38 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
4. Bevestig de sluiting en laat de<br />
veiligheidsgordel los.<br />
Zie voor meer informatie over<br />
het gebruik van heup-/schoudergordels<br />
"Heup-/schoudergordel"<br />
eerder in dit hoofdstuk.<br />
Comfortgeleider verwijderen:<br />
1. Knijp de gordelranden samen<br />
en verwijder de gordel uit de<br />
comfortgeleider.<br />
2. Schuif de comfortgeleider terug<br />
naar de opbergklem als deze<br />
niet wordt gebruikt.<br />
–<br />
3. Let erop dat de gordel niet is<br />
gedraaid en dat het trekkoord<br />
onder de gordel zit. De geleider<br />
moet zich aan de bovenkant<br />
bevinden.<br />
–<br />
WAARSCHUWING<br />
De schoudergordel moet over de<br />
schouder en diagonaal over de<br />
borst lopen. Deze lichaamsdelen<br />
zijn het beste in staat om grote<br />
krachten op te vangen.<br />
Het verkeerd dragen van een<br />
veiligheidsgordel kan leiden tot<br />
ernstig lichamelijk letsel.<br />
197 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 198 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Verlenger voor<br />
veiligheidsgordel<br />
Indien de veiligheidsgordel niet lang<br />
genoeg is voor uw postuur, kan uw<br />
dealer een verlengstuk bestellen.<br />
Het verdient aanbeveling om de<br />
gordelverlengers tevoren met uw<br />
dikste jas aan te passen, zodat een<br />
voldoende lang exemplaar wordt<br />
besteld.<br />
Gebruik de gordelverlenger alleen<br />
op de stoel waarvoor hij is gemaakt.<br />
Laat niemand anders er gebruik van<br />
maken. De gordelverlengers kunnen<br />
aan de gebruikelijke veiligheidsgordels<br />
worden bevestigd.<br />
Gebruik de gordelverlenger nooit<br />
voor het vastmaken van een<br />
kinderzitje.<br />
Volg de instructies van de fabrikant<br />
op.<br />
Veiligheidsgordels<br />
vervangen<br />
WAARSCHUWING<br />
Een botsing kan schade veroorzaken<br />
aan de inzittendenbeveiliging,<br />
zodat deze niet de juiste<br />
bescherming biedt. Dit kan<br />
tijdens een botsing resulteren in<br />
ernstig of zelfs fataal letsel. Om er<br />
zeker van te zijn dat de systemen<br />
voor inzittendenbeveiliging nog<br />
correct werken na een botsing,<br />
moet u deze zo snel mogelijk<br />
laten controleren en vervangen.<br />
Indien u bij een aanrijding betrokken<br />
bent geweest, kunnen de veiligheidsgordels<br />
zijn uitgerekt,<br />
ingesneden of anderszins beschadigd<br />
waardoor vervanging noodzakelijk<br />
is. Zelfs wanneer de<br />
veiligheidsgordel niet werd gebruikt<br />
ten tijde van de aanrijding kunnen<br />
reparaties nodig zijn. Laat na een<br />
aanrijding altijd de systemen voor<br />
inzittendenbeveiliging inspecteren.<br />
Wanneer u betrokken raakt bij een<br />
aanrijding die ernstig genoeg is om<br />
de voorairbags te activeren, dan<br />
moeten de veiligheidsgordeleenheden<br />
van de bestuurder en de voorpassagier<br />
worden vervangen.<br />
. . . 198
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 199 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Uw voertuig is met gordelspanners<br />
uitgerust. Gordelspanners werken<br />
slechts éénmaal. Als de spanners bij<br />
een botsing werden geactiveerd,<br />
moeten ze worden vervangen. Als<br />
het airbaglampje blijft branden of<br />
gaat branden terwijl u rijdt, laat dan<br />
de gordelspanner controleren. Zie<br />
"Gordelspanners" onder "Extra inzittendenbeveiliging"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie<br />
over deze functie.<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij het verwijderen (sloop) van<br />
het voertuig of voertuigonderdelen<br />
moeten altijd de veiligheidsprocedures<br />
in acht worden<br />
genomen. Verwijdering mag<br />
uitsluitend worden uitgevoerd<br />
door een erkend onderhoudsbedrijf<br />
om het milieu en uw<br />
gezondheid te beschermen.<br />
Gebruik van veiligheidsgordel<br />
tijdens zwangerschap<br />
Veiligheidsgordels zijn nuttig voor<br />
iedereen, dus ook voor zwangere<br />
vrouwen. Ook bij hen is de kans op<br />
ernstig letsel groter indien geen<br />
veiligheidsgordel wordt gedragen.<br />
Een zwangere vrouw dient altijd een<br />
heup-/schoudergordel te dragen<br />
(zgn. driepuntsgordel). Daarbij<br />
moet de heupriem zo laag mogelijk<br />
over de heupen liggen.<br />
De beste manier om de foetus te<br />
beschermen, is het beschermen van<br />
de moeder. Wanneer een veiligheidsgordel<br />
goed wordt gedragen,<br />
is de kans groter dat de foetus ongedeerd<br />
blijft bij een aanrijding. Voor<br />
zwangere vrouwen geldt, net als<br />
voor iedereen, dat de effectiviteit<br />
van de veiligheidsgordels aanzienlijk<br />
wordt verhoogd indien ze goed<br />
worden gedragen.<br />
–<br />
–<br />
199 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 200 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Waarschuwingslamp voor<br />
niet dragen veiligheidsgordel<br />
Wanneer u de motor inschakelt,<br />
hoort u enkele seconden een<br />
geluidssignaal om u eraan te herinneren<br />
de veiligheidsgordels vast te<br />
maken. Ook gaat het lampje voor<br />
de veiligheidsgordels enkele seconden<br />
branden, waarna het lampje<br />
nog enkele seconden blijft knipperen.<br />
Wanneer de bestuurder zijn<br />
gordel heeft vastgemaakt, gaat het<br />
lampje niet branden en hoort u<br />
geen geluidssignaal.<br />
De gong en het lampje worden<br />
opnieuw geactiveerd als de bestuurder<br />
zijn veiligheidsgordel niet heeft<br />
vastgedaan terwijl het voertuig rijdt.<br />
. . . 200<br />
Waarschuwingslampje voor<br />
veiligheidsgordel passagier<br />
Het waarschuwingslampje voor de<br />
veiligheidsgordel van de passagier<br />
zit midden in het instrumentenpaneel,<br />
in de statusbalk van het<br />
passagiersdetectiesysteem.<br />
Wanneer de airbag aan de passagierszijde<br />
is ingeschakeld wanneer u<br />
het voertuig start, hoort u enkele<br />
seconden lang een geluidssignaal<br />
om de passagier op de voorstoel<br />
eraan te herinneren de veiligheidsgordel<br />
te bevestigen. Ook gaat het<br />
waarschuwingslampje voor de<br />
veiligheidsgordel van de passagier<br />
enkele seconden branden. Daarna<br />
blijft het lampje nog enkele seconden<br />
knipperen. Wanneer de passagier<br />
zijn gordel heeft vastgemaakt,<br />
gaat het lampje niet branden en<br />
hoort u geen geluidssignaal.<br />
De geluidssignaal en het lampje<br />
worden opnieuw geactiveerd als de<br />
passagier zijn veiligheidsgordel niet<br />
heeft bevestigd terwijl het voertuig<br />
rijdt.<br />
Zie "Passagiersdetectiesysteem"<br />
verderop in dit hoofdstuk.
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 201 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
■ EXTRA INZITTENDEN-<br />
BEVEILIGING<br />
WAARSCHUWING<br />
Een botsing kan de inzittendenbeveiligingen<br />
van uw auto<br />
beschadigen. Een beschadigd<br />
inzittendenbeveiligingssysteem<br />
kan de persoon die het gebruikt<br />
niet goed beschermen, wat kan<br />
leiden tot ernstig en zelfs fataal<br />
letsel bij een botsing.<br />
Laat na een aanrijding altijd de<br />
systemen voor inzittendenbeveiliging<br />
inspecteren.<br />
Zorg er zo spoedig mogelijk voor<br />
dat de noodzakelijke vervangingen<br />
worden uitgevoerd.<br />
Gordelspanners<br />
Uw voertuig is uitgerust met gordelspanners.<br />
Deze gordelspanners<br />
zorgen dat de gordel wordt aangetrokken<br />
bij het begin van een<br />
gemiddelde tot ernstige frontale<br />
aanrijding wanneer er aan de drempelvoorwaarden<br />
voor de gordelspanners<br />
wordt voldaan.<br />
Gordelspanners helpen ook de<br />
veiligheidsgordels aan te spannen<br />
bij een aanrijding van opzij of<br />
wanneer het voertuig omslaat.<br />
De gordelspanners bevinden zich in<br />
de veiligheidsgordeleenheden voor<br />
de bestuurder en de voorpassagier.<br />
Gordelspanners werken slechts<br />
éénmaal. Als de spanners bij een<br />
botsing werden geactiveerd,<br />
moeten ze worden vervangen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij het verwijderen (sloop) van<br />
het voertuig of voertuigonderdelen<br />
moeten altijd de veiligheidsprocedures<br />
in acht worden<br />
genomen. Verwijdering mag<br />
uitsluitend worden uitgevoerd<br />
door een erkend onderhoudsbedrijf<br />
om het milieu en uw<br />
gezondheid te beschermen.<br />
–<br />
–<br />
201 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 202 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
. . . 202<br />
Airbag<br />
Uw voertuig is uitgerust met twee<br />
airbags in de stuurwielnaaf en aan<br />
de passagierszijde van het instrumentenpaneel.<br />
Bij een frontale<br />
aanrijding kunnen de airbags<br />
worden opgeblazen.<br />
Dit zijn tweetraps voorairbags waarvan<br />
het weerstandsniveau wordt<br />
aangepast aan de ernst van de<br />
botsing. Bij lichtere frontale botsingen<br />
worden de airbags niet volledig<br />
opgeblazen. Bij ernstigere frontale<br />
botsingen worden de airbags volledig<br />
opgeblazen.<br />
Aan de passagierszijde is een tweetraps<br />
voorairbag aangebracht waarvan<br />
het weerstandsniveau wordt<br />
aangepast aan de ernst van de<br />
aanrijding, de locatie van de stoel en<br />
de status van de veiligheidsgordel.<br />
Wanneer de passagierstoel naar<br />
voren staat, is het activeringsniveau<br />
van de airbag lager dan bij volledige<br />
activering. Wanneer de passagiersstoel<br />
verder naar achteren staat,<br />
wordt de airbag dieper geactiveerd<br />
(volledige activering).<br />
Uw voertuig heeft ook aan de<br />
buitenkant van de rugleuningen van<br />
de voorste stoelen twee airbags die<br />
in werking kunnen komen tijdens<br />
een botsing aan de zijkant van het<br />
voertuig.<br />
Uw voertuig is ook voorzien van<br />
twee in het dak gemonteerde<br />
zijairbags.<br />
De twee zijairbags in het dak<br />
kunnen worden geactiveerd bij een<br />
aanrijding vanaf de zijkant, bij een<br />
ernstige frontale aanrijding of<br />
wanneer het voertuig omslaat om<br />
de bestuurder, de voorpassagier en<br />
de twee passagiers direct achter<br />
deze voorste stoelen te beschermen.<br />
Wanneer een airbag in werking<br />
komt en accuspanning beschikbaar<br />
is dan zullen de portieren automatisch<br />
worden ontgrendeld en zal de<br />
interieurverlichting worden<br />
ingeschakeld.<br />
De waarschuwingsknipperlichten<br />
worden ook ingeschakeld als er een<br />
airbag wordt geactiveerd.<br />
U kunt de portieren vergrendelen,<br />
de interieurverlichting uitschakelen<br />
en de waarschuwingsknipperlichten<br />
uitschakelen met de knoppen voor<br />
die functies.
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 203 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
De veiligheidsgordels en het<br />
airbagsysteem zijn ontworpen<br />
om volwassenen de best mogelijke<br />
bescherming te bieden.<br />
Personen die met het airbagsysteem<br />
in aanraking komen of die<br />
zich te dicht bij een airbag bevinden<br />
die wordt opgeblazen,<br />
kunnen ernstige verwondingen<br />
oplopen met mogelijk dodelijke<br />
gevolgen.<br />
Iedereen in het voertuig die te<br />
groot is voor een kinderzitje,<br />
moet een veiligheidsgordel op de<br />
juiste manier dragen. Het maakt<br />
daarbij niet uit of er een airbag<br />
voor die persoon aanwezig is.<br />
Zorg er voor dat kinderen die te<br />
klein zijn om van een gordel<br />
gebruik te maken goed worden<br />
beveiligd door een veiligheidssysteem<br />
voor kinderen. Zie "Veiligheid<br />
voor kinderen" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />
dat kinderen veiliger in een<br />
voertuig worden vervoerd wanneer<br />
ze in een kinderstoeltje op de<br />
achterbank zitten.<br />
Daarom raden wij u aan kinderen in<br />
kinderzitjes te plaatsen en oudere<br />
kinderen die groot genoeg zijn om<br />
een veiligheidsgordel te dragen op<br />
de achterbank te zetten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een kind in een achterwaarts<br />
gekeerd kinderzitje op de<br />
zitplaats voor de passagier voor<br />
in de auto kan ernstig worden<br />
gewond of de gevolgen kunnen<br />
fataal zijn indien de airbag voor<br />
de passagier in werking komt. De<br />
achterkant van het kinderzitje<br />
kan zich namelijk dichtbij de<br />
ontstoken airbag bevinden.<br />
Een kind in een naar voren<br />
gericht kinderzitje op de zitplaats<br />
van de passagier voor in het voertuig<br />
kan ernstig of dodelijk<br />
gewond raken als de airbag voor<br />
de passagier in werking treedt en<br />
de passagiersstoel naar voren<br />
staat.<br />
Wanneer u echter een voorwaarts<br />
geplaatst kinderzitje op de<br />
stoel voor de rechter passagier<br />
voorin vastzet, moet deze stoel<br />
zo ver mogelijk naar achteren<br />
worden geschoven.<br />
–<br />
–<br />
203 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 204 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
Hoewel uw voertuig is voorzien<br />
van een uitschakelfunctie voor de<br />
airbag aan de passagierszijde die<br />
is ontworpen om de airbag aan<br />
passagierszijde onder bepaalde<br />
omstandigheden uit te schakelen,<br />
is geen enkel systeem 100%<br />
storingvrij. Niemand kan garanderen<br />
dat een airbag onder<br />
ongebruikelijke omstandigheden<br />
niet kan worden ingeschakeld,<br />
zelfs als het systeem is<br />
uitgeschakeld.<br />
We raden u daarom aan kinderzitjes<br />
op een stoel achterin vast te<br />
maken, zelfs als de voorairbag is<br />
uitgeschakeld.<br />
WAARSCHUWING<br />
Omdat het risico bij een naar<br />
achteren gericht kinderzitje groot<br />
is als de airbag wordt geactiveerd,<br />
zit er een sticker op de<br />
zonneklep die u waarschuwt<br />
nooit een naar achteren gericht<br />
kinderzitje op de voorstoel te<br />
zetten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Airbags bieden aanvullende<br />
bescherming bij het gebruik van<br />
veiligheidsgordels. Ook in een<br />
auto met airbags bestaat er<br />
grotere kans op letsel indien u bij<br />
een aanrijding geen veiligheidsgordel<br />
draagt.<br />
Bij een aanrijding kan een inzittende<br />
die niet met de veiligheidsgordel<br />
vastzit een ander persoon<br />
in het voertuig raken en verwonden<br />
of uit het voertuig worden<br />
geworpen.<br />
. . . 204
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 205 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u zich te dicht bevindt<br />
bij een airbag die wordt opgeblazen,<br />
kunt u ernstige verwondingen<br />
oplopen. Veiligheidsgordels<br />
houden u bij een aanrijding op<br />
uw plaats wanneer de airbag<br />
wordt opgeblazen. De bestuurder<br />
moet zo ver mogelijk naar<br />
achteren zitten maar toch de<br />
auto volledig onder controle<br />
hebben.<br />
Airbags vóór in de auto treden<br />
helemaal niet in werking<br />
wanneer de auto om de lengteas<br />
rolt, bij aanrijdingen van achteren<br />
en bij veel zij-aanrijdingen.<br />
Zijairbags die in de stoelen zijn<br />
ingebouwd, worden niet geactiveerd<br />
wanneer het voertuig om<br />
de lengteas rolt, bij aanrijdingen<br />
van achteren of bij frontale<br />
botsingen.<br />
De airbags in het dak kunnen<br />
worden geactiveerd bij een<br />
aanrijding vanaf opzij, bij een<br />
ernstige frontale aanrijding of<br />
wanneer het voertuig omslaat.<br />
Ze worden niet geactiveerd bij<br />
een aanrijding van achteren.<br />
Bevestig niets in de ruimte waar<br />
het opblazen van de airbag<br />
plaatsvindt.<br />
Als er zich iets tussen inzittende<br />
en een airbag bevindt, kan de<br />
airbag niet juist worden opgeblazen,<br />
of kan het voorwerp tegen<br />
de inzittende duwen, met ernstig<br />
of fataal letsel tot gevolg.<br />
Het gebied waarin een airbag<br />
zich vult, moet altijd worden<br />
vrijgehouden.<br />
–<br />
–<br />
205 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 206 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Het aanpassen of verplaatsen van<br />
onderdelen van de voorstoelen,<br />
veiligheidsgordels, sensor- en<br />
diagnosemodule voor de airbags,<br />
stuurwiel, instrumentenpaneel,<br />
dakairbagmodules, hemelbekleding<br />
of stijlbekleding, voorsensoren,<br />
zijbotsingssensoren, omrolsensormodule<br />
of bedrading van de airbags<br />
kan invloed hebben op de werking<br />
van het airbagsysteem.<br />
Wanneer u opties aan de voorzijde<br />
of zijkanten van het voertuig<br />
toevoegt, is het mogelijk dat airbags<br />
niet goed meer functioneren. Raadpleeg<br />
uw dealer voordat u opties<br />
aan de buitenzijde van uw auto<br />
monteert.<br />
WAARSCHUWING<br />
Bevestig niets op het dak van uw<br />
voertuig door touwen of spanbanden<br />
door portier- of raamopeningen<br />
te leiden. Hierdoor<br />
wordt de opblaaszone van de<br />
airbags geblokkeerd.<br />
Gebruik geen stoelaccessoires die<br />
zich in de opblaaszone van de in<br />
de stoel gemonteerde airbags<br />
kunnen bevinden.<br />
Inzittenden van de auto mogen<br />
niet tegen de portieren leunen of<br />
slapen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer er een airbag wordt<br />
geactiveerd, kan er stof vrijkomen<br />
dat in de lucht blijft hangen.<br />
Dit kan de ademhaling bemoeilijken<br />
bij mensen die last hebben<br />
van astma of andere aandoeningen<br />
aan de luchtwegen. U kunt<br />
dit voorkomen door ervoor te<br />
zorgen dat iedereen meteen het<br />
voertuig verlaat zodra dat veilig<br />
is. Als uitstappen onmogelijk is,<br />
open dan een raam of portier.<br />
Als u ademhalingsproblemen<br />
ondervindt nadat een airbag is<br />
geactiveerd, moet u een arts<br />
raadplegen.<br />
. . . 206
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 207 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Bij vele ernstige botsingen barst de<br />
voorruit als gevolg van de vervorming<br />
van het voertuig. De voorruit<br />
kan ook beschadigen wanneer de<br />
airbag van de passagier rechtsvoor<br />
wordt geactiveerd.<br />
De airbag treedt slechts eenmaal in<br />
werking. Na een botsing moet hij<br />
worden vervangen. Laat alleen<br />
speciaal opgeleid personeel aan het<br />
airbagsysteem werken.<br />
Uw voertuig is voorzien van computermodules<br />
die informatie na een<br />
aanrijding kunnen registreren.<br />
Tijdens een aanrijding kan uw voertuig<br />
informatie opslaan over de<br />
conditie van het voertuig en hoe dit<br />
werd bediend.<br />
Zie "Gegevensverzameling en gegevensrecorders<br />
voor gebeurtenissen"<br />
in hoofdstuk 5 voor meer<br />
informatie.<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
omrolsensor die werkt met banden<br />
en wielen in de originele afmetingen<br />
en van het originele type waarmee<br />
uw voertuig is afgeleverd. Andere<br />
banden of wielen kunnen de<br />
werking van het in het dak gemonteerde<br />
airbagsysteem beïnvloeden.<br />
Raadpleeg "Banden" in hoofdstuk 4<br />
voor meer informatie.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer een airbag is geactiveerd,<br />
kunnen de onderdelen<br />
van de airbag heet zijn. Raak de<br />
onderdelen van de airbag niet<br />
aan.<br />
OPMERKING<br />
Voorkom beschadiging van de<br />
airbagbekleding.<br />
Wanneer een afdekking van een<br />
airbag beschadigd is, moet in<br />
sommige gevallen de airbagmodule<br />
of de module en afdekking<br />
van de airbag worden<br />
vervangen.<br />
De kappen van de airbags<br />
mogen niet worden geopend of<br />
gebroken.<br />
–<br />
–<br />
207 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 208 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
Een airbag kan bij onjuiste<br />
behandeling tot maximaal tien<br />
minuten na het afzetten van het<br />
contact en na het verbreken van<br />
de stroomverbinding alsnog<br />
worden geactiveerd.<br />
Wanneer u zich te dicht bij een<br />
geactiveerde airbag bevindt,<br />
kunt u ernstig gewond raken.<br />
Raak draden met gele stekkers<br />
niet aan.<br />
Wees er zeker van dat u of de<br />
persoon die de werkzaamheden<br />
verricht goed is opgeleid en de<br />
voorgeschreven handelingen kan<br />
opvolgen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij het verwijderen (sloop) van<br />
het voertuig of voertuigonderdelen<br />
moeten altijd de veiligheidsprocedures<br />
in acht worden<br />
genomen. Verwijdering mag<br />
uitsluitend worden uitgevoerd<br />
door een erkend onderhoudsbedrijf<br />
om het milieu en uw<br />
gezondheid te beschermen.<br />
Controlelamp airbag<br />
Wanneer u de motor start, knippert<br />
het controlelampje voor de airbags<br />
om aan te geven dat het systeem<br />
operationeel is.<br />
Raadpleeg hoofdstuk 1 voor meer<br />
informatie.<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat onmiddellijk onderhoud<br />
verrichten indien bij het aanzetten<br />
van het contact de controlelamp<br />
van de airbag niet aangaat<br />
of blijft branden, of als hij tijdens<br />
het rijden gaat branden.<br />
. . . 208
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 209 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Passagiersdetectiesysteem<br />
Uw voertuig is uitgerust met het<br />
passagiersdetectiesysteem.<br />
De lampjes voor airbag "aan" en<br />
"uit" branden kort in de statusbalk<br />
van het passagiersdetectiesysteem<br />
(op het instrumentenpaneel).<br />
Wanneer de zelfcontrole van het<br />
systeem is voltooid, blijft één van de<br />
lampjes branden om aan te geven<br />
dat de airbag van de passagier<br />
rechtsvoor is in- of uitgeschakeld.<br />
U kunt de zelfcontrole van het<br />
systeem niet altijd zien wanneer u<br />
de functie voertuig starten op<br />
afstand gebruikt om de motor te<br />
starten.<br />
Sensoren in de voorstoel rechts<br />
nemen waar of er een inzittende in<br />
de voorstoel zit. Deze sensoren<br />
bepalen of de airbag voor de voorpassagier<br />
moet worden in- of<br />
uitgeschakeld.<br />
Het passagiersdetectiesysteem schakelt<br />
de voorairbag aan de passagierszijde<br />
onder de volgende<br />
omstandigheden uit:<br />
• Er is gedurende een bepaalde<br />
periode geen gewicht geplaatst<br />
op de voorstoel rechts.<br />
• Het systeem detecteert een kind<br />
in een naar achteren gericht<br />
kinderzitje.<br />
• Het systeem detecteert een kind<br />
in een kinderzitje.<br />
• Het systeem detecteert een kind<br />
in een stoelverhoger.<br />
–<br />
–<br />
209 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 210 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
• Op de voorstoel rechts zit een<br />
kleine persoon, zoals een kind<br />
dat te groot is voor een kinderzitje<br />
of een hele kleine<br />
volwassene.<br />
Het is belangrijk hierbij op te<br />
merken dat bij sommige kinderen<br />
die te groot zijn geworden<br />
voor een kinderzitje en bij zeer<br />
kleine volwassenen het systeem<br />
de airbag niet altijd kan inschakelen,<br />
afhankelijk van de zithouding<br />
en lichaamsbouw van die<br />
persoon.<br />
Iedereen in het voertuig die te<br />
groot is voor een kinderzitje,<br />
moet een veiligheidsgordel op<br />
de juiste manier dragen. Het<br />
maakt daarbij niet uit of er een<br />
airbag voor die persoon aanwezig<br />
is.<br />
De voorairbag aan de passagierszijde<br />
wordt ook uitgeschakeld als er<br />
een ernstig probleem met het<br />
airbagsysteem of het passagiersdetectiesysteem<br />
is.<br />
Het lampje voor "uit" blijft branden<br />
wanneer de voorairbag aan de<br />
passagierszijde is uitgeschakeld.<br />
Wanneer het systeem een persoon<br />
met volwassen afmetingen waarneemt<br />
in de voorstoel rechts, wordt<br />
de airbag voor de voorstoel rechts<br />
opnieuw ingeschakeld en wordt de<br />
"aan"-indicator in de aan/uit-indicator<br />
voor de passagiersairbag<br />
weergegeven.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Werking van het systeem met<br />
een kinderzitje<br />
• Werking van het systeem met<br />
volwassen passagiers<br />
Accessoires van andere producenten,<br />
zoals stoelhoezen, kunnen de<br />
prestaties van het passagiersdetectiesysteem<br />
beïnvloeden. Gebruik<br />
geen accessoires van andere producenten<br />
als uw voertuig is uitgerust<br />
met dit systeem.<br />
WAARSCHUWING<br />
Houd het gebied onder de passagierstoel<br />
of tussen stoelkussen en<br />
rugleuning vrij van voorwerpen<br />
waardoor het passagiersdetectiesysteem<br />
op de juiste manier kan<br />
functioneren.<br />
. . . 210
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 211 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
Indien de airbaglamp blijft branden,<br />
of tijdens het rijden gaat<br />
branden, kan dit duiden op een<br />
storing in het systeem.<br />
Zie "Airbaglamp" in hoofdstuk 1<br />
voor meer informatie.<br />
Werking van het systeem met een<br />
kinderzitje<br />
Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />
dat kinderen veiliger in een<br />
voertuig worden vervoerd wanneer<br />
ze in een kinderstoeltje op de<br />
achterbank zitten.<br />
Het wordt daarom aangeraden het<br />
kinderzitje op een stoel achterin vast<br />
te maken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een kind in een achterwaarts<br />
geplaatst kinderzitje op de<br />
zitplaats voor de passagier voor<br />
in het voertuig kan ernstig of<br />
dodelijk gewond raken als de<br />
voorairbag aan de passagierszijde<br />
wordt geactiveerd. De achterkant<br />
van het kinderzitje kan zich<br />
namelijk dicht bij de geactiveerde<br />
airbag bevinden.<br />
Een kind in een naar voren<br />
gericht kinderzitje op de zitplaats<br />
van de passagier voor in het voertuig<br />
kan ernstig of dodelijk<br />
gewond raken als de airbag voor<br />
de passagier in werking treedt en<br />
de passagiersstoel naar voren<br />
staat.<br />
Wanneer u echter een voorwaarts<br />
geplaatst kinderzitje op de<br />
stoel voor de rechter passagier<br />
voorin vastzet, moet deze stoel<br />
zo ver mogelijk naar achteren<br />
worden geschoven.<br />
–<br />
–<br />
211 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 212 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
Sommige voertuigen zijn uitgerust<br />
met een uitschakelfunctie<br />
voor de airbag aan passagierszijde<br />
waarbij de voorairbag aan de<br />
passagierszijde onder bepaalde<br />
omstandigheden wordt uitgeschakeld.<br />
Toch is geen enkel<br />
systeem 100% storingvrij.<br />
Niemand kan garanderen dat<br />
een airbag onder ongebruikelijke<br />
omstandigheden niet kan<br />
worden geactiveerd, zelfs als het<br />
systeem is uitgeschakeld.<br />
Het wordt daarom aangeraden<br />
het kinderzitje op een stoel<br />
achterin vast te maken.<br />
Omdat het risico bij een naar<br />
achteren gericht kinderzitje groot<br />
is als de airbag wordt geactiveerd,<br />
zit er een sticker op de<br />
zonneklep die u waarschuwt<br />
nooit een naar achteren gericht<br />
kinderzitje op de voorstoel te<br />
zetten.<br />
Wanneer het voertuig wordt gestart<br />
met een kinderzitje op de passagiersstoel<br />
voor, dan moet het lampje<br />
voor "uit" in de statusbalk van het<br />
passagiersdetectiesysteem branden<br />
nadat het systeem de zelfcontrole<br />
heeft doorlopen.<br />
Wanneer er een kinderzitje is<br />
geplaatst en het passagiersdetectiesysteem<br />
de airbag niet heeft uitgeschakeld,<br />
schakel de motor dan uit.<br />
Verwijder het kinderzitje en plaats<br />
het opnieuw.<br />
Een dikke laag materiaal (bijvoorbeeld<br />
een deken) of later gemonteerde<br />
voorzieningen (zoals<br />
stoelhoezen, -verwarming of -<br />
massagesystemen) tussen het<br />
zitkussen en het kinderzitje of een<br />
kleine inzittende kan invloed<br />
hebben op de werking van het<br />
passagiersdetectiesysteem. Verwijder<br />
alle extra materiaal van het<br />
zitkussen voordat u een kinderzitje<br />
monteert of een kleine inzittende<br />
vastzet.<br />
Als na het opnieuw starten van het<br />
voertuig de "aan"-indicator nog<br />
altijd verschijnt, controleer dan of de<br />
rugleuning van het voertuig het<br />
kinderzitje niet in het zitkussen<br />
drukt. Als dit het geval is, kantelt u<br />
de rugleuning van het voertuig iets<br />
en stelt u indien mogelijk het zitkussen<br />
af.<br />
. . . 212
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 213 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Controleer ook of het kinderzitje<br />
niet vastzit onder de hoofdsteun van<br />
het voertuig. Als dit wel het geval is,<br />
moet u de hoofdsteun afstellen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Als de "aan"-indicator nog steeds<br />
verschijnt, kunt u het zitje beter<br />
op de achterbank plaatsen en uw<br />
auto zo snel mogelijk na laten<br />
kijken in de garage.<br />
Zie "Veiligheid voor kinderen"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Werking van het systeem met volwassen<br />
passagiers<br />
Wanneer het systeem een persoon<br />
met volwassen afmetingen waarneemt<br />
in de voorstoel rechts, wordt<br />
de airbag voor de voorstoel rechts<br />
opnieuw ingeschakeld en wordt de<br />
"aan"-indicator in de aan/uit-indicator<br />
voor de passagiersairbag<br />
weergegeven.<br />
Wanneer een persoon met volwassen<br />
afmetingen in de passagiersstoel<br />
voor zit en de voorairbag aan de<br />
passagierszijde blijft uitgeschakeld,<br />
kan het zijn dat de persoon niet<br />
goed in de stoel zit.<br />
De passagier moet de veiligheidsgordel<br />
dragen om in de juiste zitpositie<br />
te zitten, vooral bij manoeuvres<br />
van het voertuig en bij remmen.<br />
Zorg dat de veiligheidsgordel altijd<br />
goed is afgesteld.<br />
Als het passagiersdetectiesysteem<br />
niet kan waarnemen of er een<br />
persoon van volwassen afmetingen<br />
in de stoel zit, zet de motor dan uit.<br />
Een dikke laag materiaal (zoals een<br />
deken) of optionele uitrusting (zoals<br />
stoelhoezen, verwarming of massagesystemen)<br />
kan effect op de<br />
werking van het passagiersdetectiesysteem<br />
hebben. Verwijder alle extra<br />
materiaal van de stoel.<br />
Plaats de rugleuning in rechtopstand.<br />
–<br />
–<br />
213 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 214 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Zorg ervoor dat de passagier rechtop<br />
in het midden van de stoel op<br />
het stoelkussen zit met de benen<br />
comfortabel gestrekt.<br />
Start de motor opnieuw. Hierdoor<br />
zou het systeem de persoon moeten<br />
kunnen waarnemen en de voorairbag<br />
aan de passagierszijde<br />
inschakelen.<br />
Het kan twee tot drie minuten duren<br />
voordat het systeem de passagier<br />
heeft waargenomen en de airbags<br />
inschakelt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Indien de airbaglamp blijft branden,<br />
of tijdens het rijden gaat<br />
branden, kan dit duiden op een<br />
storing in het systeem.<br />
De volwassen passagier wordt<br />
dan niet beschermd door de<br />
airbag. Laat de auto onmiddellijk<br />
repareren.<br />
Zie "Airbaglamp" in hoofdstuk 1<br />
voor meer informatie.<br />
AAN/UIT-INDICATOR AIRBAG<br />
AAN PASSAGIERSZIJDE<br />
De lampjes voor airbag "aan" en<br />
"uit" branden kort in de statusbalk<br />
van het passagiersdetectiesysteem<br />
(op het instrumentenpaneel).<br />
U kunt de zelfcontrole van het<br />
systeem niet altijd zien wanneer u<br />
de functie voertuig starten op<br />
afstand gebruikt om de motor te<br />
starten.<br />
Eén van de indicatoren blijft aan om<br />
aan te geven of de airbag van de<br />
passagier rechtsvoor aan of uit is.<br />
Als de twee lampjes nooit gaan<br />
branden wanneer het voertuig voor<br />
het eerst wordt gestart of wanneer<br />
beide lampjes na een aantal seconden<br />
blijven branden, kan er een<br />
probleem zijn met het systeem.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
WAARSCHUWING<br />
Indien de airbaglamp blijft branden,<br />
of tijdens het rijden gaat<br />
branden, kan dit duiden op een<br />
storing in het systeem.<br />
De volwassen passagier wordt<br />
dan niet beschermd door de<br />
airbag. Laat de auto onmiddellijk<br />
repareren.<br />
. . . 214
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 215 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Zie "Werking van het systeem met<br />
een kinderzitje" eerder in dit hoofdstuk<br />
voor extra belangrijke informatie<br />
over de veiligheid.<br />
Zie ook "Waarschuwingslampje voor<br />
veiligheidsgordel passagier" eerder<br />
in dit hoofdstuk.<br />
Veiligheid voor kinderen<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u een kinderzitje heeft<br />
geplaatst, moet u de schoudergordel<br />
helemaal uit het oprolmechanisme<br />
trekken om de gordel<br />
vast te zetten.<br />
Zet niet-gebruikte veiligheidsgordels<br />
achter het kinderzitje vast<br />
zodat kinderen er niet bij<br />
kunnen.<br />
–<br />
–<br />
Laat geen kinderen in het voertuig<br />
zonder toezicht.<br />
Kinderen die zonder toezicht in<br />
het voertuig achterblijven<br />
kunnen met de veiligheidsgordels<br />
spelen. De gordel kan hierbij<br />
rond de nek van het kind worden<br />
gedraaid en vastklemmen. Het<br />
kind kan ernstig gewond raken of<br />
zelfs overlijden.<br />
Laat kinderen nooit met de veiligheidsgordels<br />
spelen.<br />
215 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 216 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
Kleine kinderen moeten altijd in<br />
een baby- of kinderzitje worden<br />
vervoerd. Houd in een rijdende<br />
auto nooit een baby in uw<br />
armen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een niet goed aangebracht<br />
kinderzitje kan tijdens een<br />
botsing of een noodstop door de<br />
auto worden geslingerd. U en uw<br />
passagiers kunnen daarbij<br />
gewond raken. Zorg ervoor dat<br />
het kinderzitje correct is bevestigd,<br />
ook als een kind geen<br />
gebruik maakt van het zitje.<br />
De meeste kinderzitjes zijn in<br />
verschillende modellen verkrijgbaar.<br />
Bij het kiezen van een veiligheidssysteem<br />
voor kinderen dient u niet<br />
alleen rekening te houden met het<br />
gewicht, de grootte en de leeftijd<br />
van het kind, maar ook met de<br />
geschiktheid van het systeem voor<br />
uw auto.<br />
. . . 216
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 217 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
In de aanwijzingen van de fabrikant<br />
van het veiligheidssysteem moeten<br />
het gewicht en de hoogtebeperkingen<br />
voor het specifieke veiligheidssysteem<br />
staan vermeld.<br />
WAARSCHUWING<br />
Pasgeboren kinderen hebben<br />
volledige ondersteuning nodig,<br />
inclusief ondersteuning van<br />
hoofd en nek. Tijdens een<br />
botsing wordt een kind in een<br />
ruggelings geplaatst kinderzitje<br />
in het veiligheidssysteem<br />
gedrukt, zodat de kracht van de<br />
botsing kan worden verdeeld<br />
over de sterkste delen van het<br />
kinderlichaam, de rug en de<br />
schouders.<br />
Kinderen moeten altijd veilig<br />
bevestigd zijn in geschikte<br />
kinderzitjes.<br />
WAARSCHUWING<br />
De heupbeenderen van een jong<br />
kind zijn nog zo klein dat de<br />
normale veiligheidsgordel van<br />
een voertuig niet laag blijft zitten<br />
op de heupbotten, zoals het zou<br />
moeten. In plaats daarvan kan<br />
het opkruipen tot rond de ingewanden<br />
van het kind. Tijdens een<br />
botsing oefent de gordel een<br />
kracht uit op een lichaamsdeel<br />
dat helemaal niet wordt<br />
beschermd door een botstructuur.<br />
Dit alleen kan al ernstig en<br />
zelfs dodelijk letsel veroorzaken.<br />
Jonge kinderen moeten altijd<br />
veilig in geschikte kinderzitjes<br />
worden vastgezet om de kans op<br />
ernstig of dodelijk letsel te<br />
verkleinen.<br />
Bij deze zitjes wordt het veiligheidsgordelsysteem<br />
of bevestigingssysteem<br />
van uw voertuig gebruikt,<br />
maar het kind moet echter ook de<br />
veiligheidsgordels van het zitje<br />
dragen om de kans op verwondingen<br />
te verminderen. Volg de<br />
gebruiksaanwijzing die bij het zitje<br />
wordt geleverd.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer een kinderzitje niet<br />
goed met de veiligheidsgordels<br />
wordt bevestigd, kan het zitje het<br />
kind dat zich in het zitje bevindt<br />
niet beschermen. Tijdens een<br />
ongeluk kan het kind ernstig en<br />
zelfs fataal letsel oplopen.<br />
–<br />
–<br />
217 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 218 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Wanneer u een kinderzitje op de<br />
passagiersstoel voor plaatst, moet u<br />
eerst extra materiaal, zoals dekens,<br />
kussens, stoelhoezen, stoelverwarming<br />
of stoelmassagesystemen, van<br />
de stoel verwijderen.<br />
Raadpleeg "Passagiersdetectiesysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie.<br />
Wanneer u de schouderriem van de<br />
heup-schoudergordel van bepaalde<br />
passagierszitplaatsen geheel naar<br />
buiten trekt, dan komt de vergrendelingsvoorziening<br />
voor het kinderveiligheidssysteem<br />
in werking. De<br />
gordel kan niet weer naar buiten<br />
worden getrokken voordat eerst het<br />
oprollen heeft plaatsgevonden.<br />
Wanneer u een veiligheidsgordel<br />
gebruikt die voorzien is van een<br />
vergrendelingsvoorziening voor het<br />
kinderzitje, zorg er dan voor dat u<br />
de schoudergordel uit het terugtrekmechanisme<br />
trekt om de gordelvergrendeling<br />
te activeren nadat u de<br />
gordel door het kinderzitje hebt<br />
geleid en de gordel hebt vastgegespt.<br />
Voer vervolgens de schoudergordel<br />
terug in het<br />
terugtrekmechanisme terwijl u het<br />
kinderzitje omlaag duwt.<br />
Beweeg het kinderzitje in verschillende<br />
richtingen om er zeker van te<br />
zijn dat hij goed is bevestigd.<br />
Wanneer uw auto is uitgerust met<br />
verankeringspunten voor kinderzitjes<br />
en uw kinderzitje is voorzien<br />
van bevestigingspunten voor verankeringen,<br />
raadpleeg dan "Bevestigingspunten<br />
voor kinderzitjes met<br />
lage bevestigingspunten en bovenbescherming"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk voor de wijze waarop het<br />
kinderzitje moet worden bevestigd.<br />
Kinderzitjes met bovenriemen<br />
kunnen alleen op de tweede rij<br />
zitplaatsen worden gebruikt. Er zijn<br />
geen bevestigingssteunen beschikbaar<br />
op andere zitplaatsen.<br />
Zie "Locaties voor de bovenriem"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />
dat kinderen veiliger in een<br />
voertuig worden vervoerd wanneer<br />
ze in een kinderstoeltje op de<br />
achterbank zitten.<br />
Daarom raden wij u aan kinderen in<br />
kinderzitjes te plaatsen en oudere<br />
kinderen die groot genoeg zijn om<br />
een veiligheidsgordel te dragen op<br />
de achterbank te zetten.<br />
. . . 218
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 219 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
Een kind in een achterwaarts<br />
gekeerd kinderzitje op de<br />
zitplaats voor de passagier voor<br />
in de auto kan ernstig worden<br />
gewond of de gevolgen kunnen<br />
fataal zijn indien de airbag voor<br />
de passagier in werking komt. De<br />
achterkant van het kinderzitje<br />
kan zich namelijk dichtbij de<br />
ontstoken airbag bevinden.<br />
Alhoewel sommige auto's uitgerust<br />
zijn met een uitschakelfunctie<br />
voor de airbag aan<br />
passagierszijde die ontworpen<br />
zijn om de frontairbag aan passagierszijde<br />
onder bepaalde<br />
omstandigheden uit te schakelen,<br />
is geen enkel systeem 100%<br />
storingvrij. Niemand kan garanderen<br />
dat een airbag onder<br />
ongebruikelijke omstandigheden<br />
niet kan worden ingeschakeld,<br />
zelfs als het systeem is<br />
uitgeschakeld.<br />
Het wordt daarom aangeraden<br />
het kinderzitje op een stoel<br />
achterin vast te maken.<br />
Omdat het risico bij een naar<br />
achteren gericht kinderzitje groot<br />
is als de airbag wordt geactiveerd,<br />
zit er een sticker op de<br />
zonneklep die u waarschuwt<br />
nooit een naar achteren gericht<br />
kinderzitje op de voorstoel te<br />
zetten.<br />
Een kind in een naar voren<br />
gericht kinderzitje op de zitplaats<br />
van de passagier voor in het voertuig<br />
kan ernstig of dodelijk<br />
gewond raken als de airbag voor<br />
de passagier in werking treedt en<br />
de passagiersstoel naar voren<br />
staat.<br />
Wanneer u echter een voorwaarts<br />
geplaatst kinderzitje op de<br />
stoel voor de rechter passagier<br />
voorin vastzet, moet deze stoel<br />
zo ver mogelijk naar achteren<br />
worden geschoven.<br />
–<br />
–<br />
219 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 220 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer het voertuig wordt<br />
gestart met een kinderzitje op de<br />
passagiersstoel voor, dan moet<br />
het lampje voor "uit" in het aan/<br />
uitlampje voor de passagiersairbag<br />
(in het instrumentenpaneel)<br />
branden nadat het systeem de<br />
zelfcontrole heeft doorlopen.<br />
Wanneer het lampje voor "aan"<br />
gaat branden wanneer u een<br />
kinderzitje in de passagiersstoel<br />
voor heeft geplaatst, dan betekent<br />
dit dat de voorairbag voor<br />
de passagier nog steeds is<br />
ingeschakeld.<br />
Zie "Passagiersdetectiesysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk.<br />
Maak gebruik van de onderstaande grafiek om na te gaan welke stoelen in<br />
het voertuig geschikt zijn voor de bevestiging van kinderzitjes.<br />
Gewichtsklasse<br />
(Leeftijdsgroep)<br />
< 10 kg<br />
(0-9 maanden)<br />
< 13 kg<br />
(0-24<br />
maanden)<br />
9-18 kg<br />
(9-48<br />
maanden)<br />
15-36 kg<br />
(4-12 jaar)<br />
Passagiersstoel<br />
voor<br />
Buitenste<br />
zitplaatsen<br />
van de<br />
tweede rij<br />
Stoel<br />
Tweede<br />
rij<br />
midden<br />
Passagierszijde<br />
van<br />
de derde<br />
rij<br />
> X > > ><br />
> X > > ><br />
> X > > ><br />
> X > > ><br />
Bestuur<br />
derszijde<br />
van de<br />
derde<br />
rij<br />
*: Geschikt voor alle naar voren gerichte kinderzitjes die goedgekeurd zijn<br />
voor deze leeftijds/gewichts-groep.<br />
>: Geschikt voor bepaalde zitjes die goedgekeurd zijn voor deze leeftijds/<br />
gewichts-groep.<br />
X: Stoelpositie niet geschikt voor kinderen uit deze leeftijdsgroep.<br />
. . . 220
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 221 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Oudere kinderen<br />
Oudere kinderen die te groot zijn<br />
geworden voor een zitverhoger,<br />
moeten op de achterbank zitten,<br />
met de veiligheidsgordel goed<br />
bevestigd.<br />
In de gebruiksaanwijzing van de<br />
fabrikant van het kinderzitje moeten<br />
het gewicht en de hoogtebeperkingen<br />
voor het specifieke kinderzitje<br />
staan vermeld.<br />
Bepaal aan de hand van de plaatselijke<br />
wetgeving of een kind te groot<br />
is geworden voor een zitverhoger<br />
en op de achterbank kan zitten.<br />
Controleer daarbij het volgende:<br />
• Laat het kind helemaal naar achteren<br />
op de achterbank zitten.<br />
Buigen de knieën van het kind<br />
bij de rand van de achterbank?<br />
Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, ga naar de<br />
volgende vraag.<br />
Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, dan moet<br />
het kind op een zitverhoger blijven<br />
zitten.<br />
• Bevestig de veiligheidsgordel<br />
rond het kind terwijl het helemaal<br />
naar achteren op de achterbank<br />
zit, met de knieën<br />
gebogen bij de rand van de<br />
achterbank.<br />
Ligt de schouderriem op de<br />
schouder?<br />
Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, ga naar de<br />
volgende vraag.<br />
Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, probeer<br />
dan de comfortgeleiders voor de<br />
schouderriem op de achterbank.<br />
Zie "Comfortgeleiders voor<br />
schoudergordel" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Wanneer de schouderriem nog<br />
steeds niet op de schouder ligt,<br />
moet het kind op een zitverhoger<br />
zitten.<br />
• Past de heupriem laag en strak<br />
rond de heupen, waarbij de riem<br />
net de dijen raakt?<br />
Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, ga naar de<br />
volgende vraag.<br />
Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, dan moet<br />
het kind op een zitverhoger blijven<br />
zitten.<br />
• Blijft de veiligheidsgordel goed<br />
zitten tijdens de rit?<br />
Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, dan moet<br />
het kind op een zitverhoger blijven<br />
zitten.<br />
Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, moet een<br />
ouder kind een heup-/schoudergordel<br />
dragen, waardoor het<br />
kind de extra bescherming krijgt<br />
die een schoudergordel kan<br />
bieden.<br />
–<br />
–<br />
221 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 222 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
De schouderriem moet voor het<br />
gezicht of de nek lopen.<br />
Het heupgedeelte van de riem moet<br />
laag en passend rond de heupen<br />
worden gedragen, waarbij de riem<br />
net de dijen moet raken. Bij een<br />
aanrijding oefent de riem dan druk<br />
uit op de sterke botten van het<br />
bekken.<br />
Wanneer dit niet het geval is, drukt<br />
de riem bij een aanrijding op de buik<br />
van het kind. Dit kan ernstig of zelfs<br />
dodelijk letsel veroorzaken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat een kind nooit een veiligheidsgordel<br />
dragen met de<br />
schouderriem achter de rug.<br />
Het kind kan dan te ver naar<br />
voren bewegen, met kans op<br />
hoofd- en nekletsel bij een<br />
aanrijding.<br />
Het kind kan ook onder de heupriem<br />
door schuiven. De riem kan<br />
druk uitoefenen op de buik. Dit<br />
kan ernstig of zelfs dodelijk letsel<br />
veroorzaken.<br />
De schoudergordel moet over de<br />
schouder en diagonaal over de<br />
borst lopen. Deze lichaamsdelen<br />
zijn het beste in staat om grote<br />
krachten op te vangen.<br />
Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />
dat kinderen veiliger in een<br />
voertuig worden vervoerd wanneer<br />
ze in een kinderstoeltje op de<br />
achterbank zitten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij een aanrijding kan een inzittende<br />
die niet met de veiligheidsgordel<br />
vastzit een ander persoon<br />
in het voertuig raken en verwonden<br />
of uit het voertuig worden<br />
geworpen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een veiligheidsgordel mag steeds<br />
slechts door 1 persoon tegelijk<br />
worden gedragen. Sta niet toe<br />
dat twee kinderen van dezelfde<br />
gordel gebruik maken.<br />
Zie "Veiligheidsgordels" eerder in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie<br />
over veiligheidsgordels en<br />
veiligheid.<br />
. . . 222
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 223 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Ankers voor kinderzitjes met lage<br />
bevestigingspunten en<br />
bovenriem<br />
Dit systeem is bedoeld om het<br />
installeren van kinderzitjes te<br />
vergemakkelijken.<br />
Gebruik dit systeem in plaats van de<br />
veiligheidsgordels van het voertuig<br />
om het kinderzitje vast te zetten.<br />
A B A<br />
Met deze voorziening beschikt u<br />
over ankerpunten waar de onderkant<br />
van de rugleuning samenkomt<br />
met de achterkant van de stoelzitting<br />
in de buitenste zitplaatsen van<br />
de tweede zitbank.<br />
U kunt dit systeem gebruiken met<br />
een kinderzitje met bevestigingspunten<br />
aan de onderzijde (en<br />
mogelijk bovenriem).<br />
WAARSCHUWING<br />
Als een kinderzitje niet aan diens<br />
verankeringspunten is bevestigd,<br />
is het zitje niet in staat om het<br />
kind dat zich in het zitje bevindt,<br />
te beschermen. Tijdens een<br />
ongeluk kan het kind ernstig en<br />
zelfs fataal letsel oplopen.<br />
Zorg ervoor dat het kinderzitje<br />
op de juiste manier is bevestigd<br />
met behulp van de ankerpunten,<br />
of gebruik de veiligheidsgordels<br />
van het voertuig om het zitje te<br />
bevestigen. Volg de richtlijnen op<br />
die in de gebruiksaanwijzing zijn<br />
vermeld.<br />
Zie "Veiligheid voor kinderen" eerder<br />
in dit hoofdstuk.<br />
Raadpleeg tevens "Een kinderzitje<br />
met onderste bevestigingspunten<br />
en bovenriem vastzetten" verderop<br />
in dit hoofdstuk.<br />
–<br />
–<br />
223 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 224 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
A<br />
B<br />
Bovenriem<br />
Een kinderzitje kan een enkele of<br />
een dubbele bovenriem hebben.<br />
Een enkele bevestiging aan het<br />
uiteinde van de bovenriem verbindt<br />
het kinderzitje met het verankeringspunt<br />
voor de bovenriem in uw<br />
voertuig.<br />
Als de gebruiksaanwijzing of de<br />
plaatselijke wetgeving vereisen dat<br />
het kinderzitje met de bovenriem<br />
moet worden bevestigd, gebruik<br />
het zitje dan niet tenzij het goed is<br />
bevestigd.<br />
C<br />
B<br />
WAARSCHUWING<br />
Bevestig een kinderzitje nooit<br />
alleen met het verankeringspunt<br />
voor de bovenriem.<br />
Zorg ervoor dat het kinderzitje<br />
op de juiste manier is bevestigd<br />
met behulp van de ankerpunten,<br />
of gebruik de veiligheidsgordels<br />
van het voertuig om het zitje te<br />
bevestigen. Volg de richtlijnen op<br />
die in de gebruiksaanwijzing zijn<br />
vermeld.<br />
Zie "Veiligheid voor kinderen"<br />
eerder in dit hoofdstuk.<br />
Kinderzitjes met bovenriemen<br />
kunnen alleen op de tweede rij<br />
zitplaatsen worden gebruikt. Er zijn<br />
geen bevestigingssteunen beschikbaar<br />
op andere zitplaatsen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Elk steunpunt is ontworpen om<br />
een kinderzitje aan te bevestigen.<br />
Het bevestigen van meer dan een<br />
kinderzitje aan een enkel bevestigingspunt<br />
kan ertoe leiden dat<br />
bij een botsing het bevestigingspunt<br />
loslaat of zelfs afbreekt. Een<br />
kind of andere personen kunnen<br />
gewond raken. Om verwonding<br />
van mensen en schade aan de<br />
auto te voorkomen, slechts een<br />
kinderzitje per steunpunt<br />
bevestigen.<br />
. . . 224
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 225 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
–<br />
Met dit symbool kunt u de bevestigingspunten<br />
voor de bovenriem<br />
lokaliseren.<br />
De buitenste zitplaatsen van de<br />
tweede rij hebben bevestigingspunten<br />
voor de bovenriem op de zijkant<br />
van de wielkast.<br />
Zorg ervoor dat u een ankerpunt<br />
gebruikt dat zich aan dezelfde zijde<br />
van het voertuig bevindt als de<br />
zitpositie waar het kinderzitje wordt<br />
geplaatst.<br />
Er zit nog een bevestigingspunt voor<br />
de bovenriem in het midden van de<br />
bagageruimte.<br />
Voor een naar voren gericht kinderzitje<br />
bevestigt u de bovenste riem<br />
aan het ankerpunt voor de bovenste<br />
riem.<br />
• Wanneer de stoel geen hoofdsteun<br />
heeft, moet u de bovenriem<br />
direct over de rugleuning<br />
van de stoel leiden.<br />
–<br />
225 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 226 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
• Wanneer de stoel een verstelbare<br />
hoofdsteun heeft en het kinderzitje<br />
een enkele of dubbele<br />
bovenriem heeft, leid de bovenriem<br />
dan onder de hoofdsteun<br />
en tussen de twee stijlen door.<br />
Raadpleeg de instructies van de<br />
fabrikant van het kinderzitje om vast<br />
te stellen wanneer en hoe de bovenriem<br />
moet worden bevestigd.<br />
Een kinderzitje met onderste bevestigingspunten<br />
en bovenriem<br />
vastzetten<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat geen kinderen in het voertuig<br />
zonder toezicht.<br />
Kinderen die zonder toezicht in<br />
het voertuig achterblijven<br />
kunnen met de veiligheidsgordels<br />
spelen. De gordel kan hierbij<br />
rond de nek van het kind worden<br />
gedraaid en vastklemmen. Het<br />
kind kan ernstig gewond raken of<br />
zelfs overlijden.<br />
Laat kinderen nooit met de veiligheidsgordels<br />
spelen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Nadat u een kinderzitje heeft<br />
geplaatst, moet u de schoudergordel<br />
helemaal uit het oprolmechanisme<br />
trekken om de gordel<br />
vast te zetten.<br />
Zet niet-gebruikte veiligheidsgordels<br />
achter het kinderzitje vast<br />
zodat kinderen er niet bij<br />
kunnen.<br />
. . . 226
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 227 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
OPMERKING<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de onderste bevestigingsonderdelen<br />
van het kinderzitje<br />
en de veiligheidsgordel van<br />
het voertuig elkaar raken, kan dit<br />
beschadigingen veroorzaken.<br />
Verplaats eventueel de bevestigde<br />
veiligheidsgordel zodat de<br />
riem en de onderste bevestigingsonderdelen<br />
niet tegen<br />
elkaar aan wrijven.<br />
Wanneer een lege achterbank<br />
wordt neergeklapt met de veiligheidsgordels<br />
bevestigd, kunnen<br />
de veiligheidsgordels of de stoel<br />
beschadigd raken.<br />
Vergeet nooit de veiligheidsgordels<br />
weer in de normale, opgeborgen<br />
stand te doen voordat u<br />
de achterbank neerklapt.<br />
Om een kinderzitje te bevestigen<br />
dat ontworpen is voor dit systeem,<br />
volgt u de volgende procedure:<br />
1. Zoek de ankerpunten waar de<br />
onderkant van de rugleuning<br />
samenkomt met het<br />
zittingkussen.<br />
2. Plaats het kinderzitje op de<br />
stoel.<br />
3. Bevestig de ankerpunten van<br />
het kinderzitje aan de ankerpunten<br />
in het voertuig. Volg de<br />
richtlijnen op die in de<br />
gebruiksaanwijzing zijn<br />
vermeld.<br />
–<br />
–<br />
227 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 228 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
Elk verankeringspunt voor de<br />
bovenriem of stel bevestigingspunten<br />
is ontworpen om één<br />
kinderzitje te bevestigen. Het<br />
bevestigen van meer dan één<br />
kinderzitje aan een enkel verankeringspunt<br />
of bevestigingspunt<br />
kan ertoe leiden dat bij een<br />
botsing het verankeringspunt of<br />
het bevestigingspunt loslaat of<br />
zelfs afbreekt. Het kind of andere<br />
personen kunnen gewond raken.<br />
Bevestig om letsel bij mensen en<br />
schade aan de auto te voorkomen<br />
slechts een kinderzitje per<br />
verankerings- of<br />
bevestigingspunt.<br />
4. Wanneer het kinderzitje met<br />
een bovenriem is uitgerust,<br />
moet u de bovenriem aan het<br />
ankerpunt voor de bovenriem<br />
bevestigen.<br />
Leid de bovenriem volgens de<br />
instructies van het kinderzitje en<br />
volgens de instructies onder<br />
"Bovenriem" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Raadpleeg de instructies van de<br />
fabrikant om vast te stellen wanneer<br />
en hoe de bovenriem moet<br />
worden bevestigd.<br />
5. Beweeg het kinderzitje in verschillende<br />
richtingen om er<br />
zeker van te zijn dat hij goed is<br />
bevestigd.<br />
Voor het verwijderen van het kinderzitje<br />
maakt u de bovenste riem<br />
(indien van toepassing) los van het<br />
ankerpunt voor de bovenste riem en<br />
vervolgens maakt u de ankerpunten<br />
los.<br />
Als u een ernstig ongeluk heeft<br />
gehad, kan het bevestigingssysteem<br />
beschadigd zijn. Sommige onderdelen<br />
moeten mogelijk worden gerepareerd<br />
of vervangen. Laat na een<br />
aanrijding altijd het bevestigingssysteem<br />
inspecteren.<br />
. . . 228
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 229 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
–––<br />
3<br />
Star<br />
ten<br />
en<br />
bed<br />
ienin<br />
gs-<br />
Inrijperiode bij nieuwe voertuigen....................231<br />
Sleutels ................................................................231<br />
Immobilisatie .....................................................232<br />
Anti-diefstalsysteem ............................................234<br />
Indringingssensor...............................................236<br />
Extra vergrendeling............................................237<br />
Immobilisatie .....................................................238<br />
Sloten met afstandsbediening ..........................238<br />
Werkingsprincipe ...............................................239<br />
Zendbereik.........................................................240<br />
Batterij vervangen..............................................241<br />
Aanpassen van zenders......................................242<br />
Akkoordcode voor zenderfrequenties ................242<br />
Het voertuig starten op afstand .........................242<br />
Contactslot..........................................................246<br />
Accessoirevoeding .............................................247<br />
Instructies voor het starten ...............................247<br />
Motor starten.....................................................247<br />
Startproblemen..................................................249<br />
Instelbare gas- en rempedalen .........................250<br />
Verwarming motorblok ....................................250<br />
Hoofdstuk 3: Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Transmissie......................................................... 251<br />
Allwheelaandrijving .......................................... 256<br />
Rijvoorschriften voor voertuigen met<br />
vierwielaandrijving (waar aanwezig).............. 257<br />
Terreinrijden met uw voertuig met aandrijving<br />
op alle wielen................................................... 257<br />
Voordat u gaat terreinrijden .............................. 258<br />
Het laden van uw auto voor terreinrijden ......... 258<br />
Milieuzorg......................................................... 259<br />
Naar afgelegen gebieden reizen ....................... 260<br />
Vertrouwd raken met terreinrijden.................... 260<br />
Terreinrijden ...................................................... 260<br />
Het terrein verkennen ....................................... 261<br />
Rijden op hellingen ........................................... 262<br />
Het naderen van een helling ............................. 262<br />
Omhoog rijden ................................................. 263<br />
De helling afrijden............................................. 264<br />
Overdwars op een helling rijden ....................... 265<br />
Rijden in modder, zand, sneeuw of ijs............... 266<br />
Rijden in water .................................................. 267<br />
229 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 230 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3: Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Parkeren..............................................................268<br />
Torsievergrendeling ...........................................268<br />
Uit de stand P (parkeren) schakelen...................269<br />
Ultrasoon hulpsysteem voor<br />
achteruitparkeren ............................................269<br />
Tractie..................................................................270<br />
Tractieregelsysteem............................................270<br />
Stabilitrak ® -systeem ...........................................270<br />
Stuurinrichting....................................................270<br />
Stuurbekrachtiging ............................................270<br />
Snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging ..........270<br />
Remmen..............................................................270<br />
Remblokslijtageindicators...................................270<br />
Remmen stellen .................................................271<br />
Slag van het rempedaal .....................................271<br />
Antiblokkeerremsysteem (ABS) ..........................272<br />
Parkeerrem.........................................................272<br />
Wielophanging .................................................. 274<br />
Automatische niveauregeling ........................... 274<br />
Automatische stabilisatieregeling ..................... 274<br />
Snelheidsbegrenzer........................................... 274<br />
Begrenzer motortoerental................................. 274<br />
Voertuig beladen ............................................... 275<br />
Informatieplaatje voor banden en belasting...... 276<br />
Identificatieplaatje............................................. 276<br />
Trekken van een aanhanger.............................. 277<br />
Sleep-/trekfunctie.............................................. 282<br />
Trekhaak............................................................ 283<br />
Veiligheidskettingen .......................................... 283<br />
Aanhangerremmen........................................... 283<br />
Richtingaanwijzers aanhanger........................... 284<br />
Parkeren op hellingen ....................................... 284<br />
Onderhoudswerkzaamheden bij het gebruik<br />
van een aanhanger .......................................... 285<br />
Rijden met recreatieve voertuigen................... 285<br />
. . . 230
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 231 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
■ INRIJPERIODE BIJ<br />
NIEUWE VOERTUIGEN<br />
OPMERKING<br />
Uw voertuig behoeft niet uitvoerig<br />
te worden "ingereden". Let<br />
echter op de volgende aanwijzingen<br />
die het prestatievermogen<br />
op de lange duur ten goede<br />
komen:<br />
• Rijd tijdens de eerste 800 km<br />
niet met constante snelheid -<br />
snel of langzaam.<br />
• Rijd tijdens de eerste 800 km<br />
niet sneller dan 113 km/h.<br />
Als deze procedures niet worden<br />
opgevolgd, kunnen motor, as en<br />
andere onderdelen beschadigd<br />
raken.<br />
OPMERKING<br />
•Voorkom hard remmen tijdens<br />
de eerste 320 km. Hard remmen<br />
met nieuwe remvoeringen<br />
kan voortijdige slijtage<br />
veroorzaken. Neem telkens<br />
nadat nieuwe remvoeringen<br />
en/of remblokken zijn gemonteerd<br />
deze richtlijnen in acht.<br />
•Vermijd terugschakelen om te<br />
remmen of te vertragen.<br />
• Rijd tijdens de inrijperiode niet<br />
met een aanhanger.<br />
Na het inrijden kunnen het<br />
toerental en de belasting langzaam<br />
worden verhoogd.<br />
■ SLEUTELS<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat kinderen niet achter in een<br />
auto met de contactsleutel. Ze<br />
kunnen de elektrisch bediende<br />
ramen of andere bedieningen<br />
gebruiken en zelfs de auto in beweging<br />
brengen. Zo kan een kind<br />
zichzelf of anderen letsel toebrengen<br />
met mogelijk fatale gevolgen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
De sleutel is voor het contact, de<br />
portieren en alle overige sloten.<br />
De sleutel beschikt over een ingebouwde<br />
immobilisatietransponder.<br />
Zie "Immobilisatie" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
231 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 232 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Uw voertuig kan worden geleverd<br />
met een sleutel voor het ontgrendelen<br />
van de tankdop.<br />
Let op: er is geen slotcilinder voor de<br />
bagageruimte of het<br />
passagiersportier.<br />
OPMERKING<br />
Anti-diefstalmaatregelen kunnen<br />
het lastig maken om in uw auto<br />
te komen als u uw sleutels hebt<br />
binnengesloten. Wellicht moet u<br />
zelfs uw auto beschadigen om<br />
een portier te kunnen openen.<br />
Zorg ervoor dat u een reservesleutel<br />
hebt.<br />
Laat de sleutel of afstandsbediening<br />
waarmee het antidiefstalsysteem<br />
kan worden uitgeschakeld niet<br />
achter in het voertuig.<br />
Extra sleutels kunnen worden<br />
besteld bij een erkende dealer.<br />
Immobilisatie<br />
Let op: als er aanpassingen aan dit<br />
systeem worden aangebracht in een<br />
niet-bevoegde werkplaats, dan kan<br />
de toestemming om het systeem te<br />
gebruiken komen te vervallen.<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
passief antidiefstalsysteem.<br />
De contactsleutel heeft een ingebouwde<br />
transponder. De transponder<br />
gebruikt een radiofrequentie die<br />
overeenkomt met de decoder in uw<br />
voertuig.<br />
Het systeem wordt geactiveerd<br />
wanneer de sleutel uit het contact<br />
wordt verwijderd.<br />
Wanneer u het systeem wilt uitschakelen,<br />
schakelt u het contact in.<br />
Alleen met de juiste sleutel kan de<br />
auto worden gestart.<br />
Wanneer het lampje voor het alarmsysteem<br />
gaat branden, kan er een<br />
probleem zijn met het in- of uitschakelen<br />
van het systeem.<br />
Wanneer er een beschadigde of<br />
verkeerde sleutel is gebruikt, zorgt<br />
het systeem dat de motor niet kan<br />
worden gestart.<br />
Zet het contact uit en probeer nog<br />
een keer.<br />
Wanneer de motor nog steeds niet<br />
start en de sleutel onbeschadigd<br />
lijkt, probeer dan een andere<br />
contactsleutel.<br />
In zo'n geval kan het nuttig zijn de<br />
zekeringen te controleren.<br />
Laat het voertuig repareren wanneer<br />
de motor nog steeds niet gestart<br />
kan worden.<br />
Wanneer de motor nu wel start, kan<br />
de eerste sleutel defect zijn. Ga naar<br />
uw dealer voor een nieuwe sleutel.<br />
. . . 232
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 233 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
EXTRA SLEUTELS<br />
PROGRAMMEREN<br />
Alle nieuwe sleutels moeten worden<br />
geprogrammeerd, anders kunt u uw<br />
voertuig er niet mee starten.<br />
Er kunnen maximaal tien sleutels<br />
voor uw voertuig worden<br />
geprogrammeerd.<br />
U kunt maximaal acht extra sleutels<br />
naast de twee originele sleutels<br />
programmeren. Zo programmeert<br />
u een extra sleutel:<br />
1. Controleer of op de sleutel is<br />
gestanst.<br />
2. Start de motor met één van de<br />
eerder geprogrammeerde<br />
sleutels.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
als de motor niet wil starten.<br />
3. Zet het contact af en verwijder<br />
de sleutel.<br />
4. Steek binnen vijf seconden<br />
nadat u het contact heeft uitgeschakeld<br />
de eerder geprogrammeerde<br />
sleutel in het contact en<br />
start de motor.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
als de motor niet wil starten.<br />
5. Zet het contact af en verwijder<br />
de sleutel.<br />
6. Steek binnen vijf seconden<br />
nadat u het contact heeft uitgeschakeld<br />
de sleutel die u aan<br />
het programmeren bent in het<br />
contact en start de motor.<br />
Wanneer de sleutel is geprogrammeerd,<br />
gaat het controlelampje<br />
van het alarmsysteem<br />
uit.<br />
Wanneer er meer sleutels moeten<br />
worden geprogrammeerd, herhaalt<br />
u de vorige stappen.<br />
Wanneer u slechts één sleutel heeft<br />
waarmee u het voertuig kunt bedienen,<br />
neem dan contact op met uw<br />
dealer om extra sleutels te laten<br />
programmeren.<br />
Wanneer alle contactsleutels kwijt of<br />
beschadigd zijn, neem dan contact<br />
op met uw dealer of een slotenmaker<br />
die onderhoud mag uitvoeren<br />
aan Pass-Key ® III Plus-systemen om<br />
een nieuwe sleutel te maken en te<br />
programmeren.<br />
Wanneer het veiligheidslampje<br />
tijdens het rijden begint te branden,<br />
dan kan er een probleem aanwezig<br />
zijn. De motor kan mogelijk niet<br />
opnieuw worden gestart. Rijd uw<br />
auto naar een plaats waar u op uw<br />
gemak onderhoud kunt regelen,<br />
voordat u de motor uitschakelt.<br />
Laat de sleutel of afstandsbediening<br />
waarmee het antidiefstalsysteem<br />
kan worden uitgeschakeld niet<br />
achter in het voertuig.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
233 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 234 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
■ ANTI-DIEFSTALSYSTEEM<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
alarmsysteem.<br />
Als uw auto is uitgerust met dit<br />
systeem, dan zal het alarmsysteemlampje<br />
knipperen als het contact uit<br />
staat en een van de portieren wordt<br />
geopend. Dit dient om u eraan te<br />
herinneren dat het alarmsysteem<br />
moet worden geactiveerd.<br />
Om de waakfunctie te activeren:<br />
1. Wanneer u de motor uitschakelt,<br />
wordt PRESS TO TURN<br />
OFF MOTION SENSOR (druk<br />
op om de bewegingssensor<br />
uit te schakelen) op het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
weergegeven.<br />
U kunt het antidiefstalsysteem<br />
inschakelen zonder de indringingssensor<br />
te activeren met de<br />
toets op het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder.<br />
Zie 'Indringingssensor' verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
2. Open het portier.<br />
3. Vergrendel het portier met de<br />
elektrische portierslotschakelaar<br />
of met de<br />
afstandsbediening.<br />
Het alarm wordt niet geactiveerd<br />
als u de portieren vergrendelt<br />
met de sleutel of de<br />
handvergrendeling of wanneer<br />
de achterklep open staat.<br />
4. Sluit alle portieren (ook de achterklep<br />
en de motorkap).<br />
5. De controlelamp van het alarmsysteem<br />
blijft continu branden.<br />
6. Het controlelampje van het<br />
alarmsysteem gaat binnen<br />
ongeveer 30 seconden uit.<br />
Zodra de lamp gedoofd is, is het<br />
systeem ingeschakeld.<br />
. . . 234
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 235 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Wanneer het antidiefstalsysteem is<br />
ingeschakeld, wordt het alarm geactiveerd<br />
wanneer er een portier, de<br />
achterklep of de motorkap wordt<br />
geopend zonder dat de sleutel of<br />
afstandsbediening wordt gebruikt.<br />
De autoverlichting gaat dan knipperen<br />
en de claxon klinkt gedurende<br />
ca. 30 seconden.<br />
Dit waarschuwingspatroon kan zich<br />
tien keer herhalen.<br />
Om het systeem uit te schakelen<br />
moet één van de portieren of de<br />
achterklep met een sleutel of de<br />
afstandsbediening worden<br />
ontgrendeld.<br />
Naast het standaard antidiefstalsysteem<br />
beschikt dit systeem ook over<br />
andere functies.<br />
• elektrische geluidsgenerator<br />
• Indringingssensor<br />
• neigingshoeksensor<br />
OPMERKING<br />
Verander het immobilizer/antidiefstalsysteem<br />
of het alarmsysteem<br />
niet. Dit kan de prestatie<br />
van het systeem nadelig<br />
beïnvloeden.<br />
Het alarm kan ook afgaan door een<br />
wijziging in de positie van de auto<br />
(zoals wanneer de auto wordt opgetild)<br />
of door een onderbreking van<br />
het voedingsspanning van de auto.<br />
De indringingssensor van het voertuig<br />
(in de voorste dakconsole) bewaakt<br />
ook de passagiersruimte van het voertuig<br />
en zorgt voor een alarmsignaal<br />
naar de antidiefstalmodule in het<br />
geval van ongeoorloofd binnendringen<br />
in de passagiersruimte.<br />
Zie 'Indringingssensor' verderop in<br />
dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Indien het alarmsysteem onvoorzien<br />
in werking wordt gesteld, dan is het<br />
afzetten mogelijk door het bestuurdersportier<br />
met de sleutel te<br />
ontgrendelen, door de sleutel in de<br />
contactschakelaar te steken en de<br />
motor te starten, of door de<br />
ontgrendelknop op de afstandsbediening<br />
in te drukken.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
235 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 236 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Indringingssensor<br />
De indringingssensor van het voertuig<br />
(in de voorste dakconsole)<br />
bewaakt de passagiersruimte van<br />
het voertuig en zorgt voor een<br />
alarmsignaal naar de antidiefstalmodule<br />
in het geval van ongeoorloofd<br />
binnendringen in de<br />
passagiersruimte.<br />
Laat geen passagiers of huisdieren<br />
achter in het voertuig wanneer de<br />
indringingssensor is geactiveerd.<br />
Wanneer u de portieren vergrendelt<br />
met de afstandsbediening, wordt<br />
het antidiefstalsysteem geactiveerd<br />
en gaat het alarm af bij elke beweging<br />
in het voertuig.<br />
Zie 'Uitschakelknop indringingssensor'<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie.<br />
Voordat u op de vergrendeltoets op<br />
de afstandsbediening drukt om het<br />
antidiefstalsysteem en de indringingssensor<br />
te activeren, moet u het<br />
volgende doen:<br />
• Controleer of alle portieren,<br />
ramen en het zonnedak volledig<br />
zijn gesloten.<br />
• Schakel alle aanjagers en ventilatoren<br />
uit. Bewegende lucht kan<br />
het alarm activeren.<br />
• Zorg dat alle losse voorwerpen<br />
goed vastzitten, zoals het zonnescherm<br />
en de raamschermen.<br />
• Zorg dat de sensoren niet worden<br />
gehinderd door obstakels.<br />
• Hang niets aan de<br />
achteruitkijkspiegel.<br />
Uitschakelknop indringingssensor<br />
Wanneer er passagiers in het voertuig<br />
achterblijven, moeten de<br />
portieren met de vergrendelingsschakelaar<br />
van binnenuit worden<br />
vergrendeld, nadat de portieren zijn<br />
gesloten.<br />
De indringingssensor wordt niet<br />
geactiveerd.<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder kan ook worden<br />
gebruikt om het antidiefstalsysteem<br />
te activeren zonder de indringingssensor<br />
in te schakelen.<br />
Wanneer u de motor uitschakelt,<br />
wordt PRESS TO TURN OFF<br />
MOTION SENSOR (druk op om<br />
de bewegingssensor uit te schakelen)<br />
op het informatiecentrum voor<br />
de bestuurder weergegeven.<br />
Druk de toets in.<br />
. . . 236
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 237 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Het bericht MOTION SENSOR OFF<br />
(bewegingssensor uit) wordt op het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder weergegeven.<br />
De indringingssensor wordt niet<br />
geactiveerd.<br />
Het systeem schoonmaken<br />
U kunt de sensor reinigen door het<br />
reinigingsmiddel op een zachte,<br />
schone doek te spuiten en voorzichtig<br />
af te vegen.<br />
Zorg dat er geen resten van het<br />
reinigingsmiddel achterblijven.<br />
OPMERKING<br />
Spuit reinigingsmiddel niet<br />
rechtstreeks op de<br />
indringingssensor.<br />
Gebruik geen borstels. De haren<br />
van de borstel beschadigen de<br />
sensor.<br />
Raak de sensor niet aan met<br />
pennen of andere scherpe<br />
voorwerpen.<br />
Extra vergrendeling<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
extra vergrendeling, naast de gewone<br />
portiersloten.<br />
Zie "Extra vergrendeling" eerder in<br />
dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
237 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 238 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Immobilisatie<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
passief antidiefstalsysteem.<br />
De contactsleutel heeft een ingebouwde<br />
transponder. De transponder<br />
gebruikt een radiofrequentie die<br />
overeenkomt met de decoder in uw<br />
voertuig.<br />
Zie "Immobilisatiesysteem" eerder in<br />
dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />
■ SLOTEN MET<br />
AFSTANDSBEDIENING<br />
Wanneer aanpassingen aan dit<br />
systeem door personen buiten een<br />
erkend servicefaciliteit worden<br />
gedaan, kan de toestemming om<br />
het systeem te gebruiken komen te<br />
vervallen.<br />
Met dit systeem kunt u de portieren<br />
vergrendelen en ontgrendelen en<br />
de achterklep openen tot op een<br />
afstand van 60 meter van het voertuig<br />
met een toets op de<br />
afstandsbediening.<br />
De aangepaste instellingen van elke<br />
bestuurder kunnen worden opgeroepen<br />
door op de ontgrendeltoets<br />
van de afstandsbediening te<br />
drukken.<br />
De nummers op de afstandsbedieningen<br />
komen overeen met geheugentoetsen<br />
1 en 2.<br />
Raadpleeg voor meer informatie de<br />
rubriek "Geheugen" in hoofdstuk 1.<br />
Met de afstandsbediening kunt u<br />
ook een voertuiglocator activeren of<br />
het alarm van het voertuig vanaf een<br />
afstand activeren.<br />
Het systeem voor sleutelloze<br />
toegang kan samen met het antidiefstalsysteem<br />
van het voertuig<br />
werken.<br />
Raadpleeg de rubriek "Anti-diefstalsysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
. . . 238
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 239 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
A<br />
Werkingsprincipe<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
Voor de knoppen op de afstandsbediening<br />
kunnen verschillende feedbackopties<br />
worden gekozen. Voor<br />
meer informatie, zie "Bijzondere<br />
eigenschappen" onder "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
Vergrendelen<br />
Druk in om alle portieren op slot<br />
te doen.<br />
Raadpleeg "Centrale portiervergrendeling"<br />
onder "Portieren" in hoofdstuk<br />
1 voor meer informatie.<br />
Ontgrendelen<br />
Druk op om het bestuurdersportier<br />
te ontgrendelen en de interieurverlichting<br />
in te schakelen. Druk<br />
binnen vijf seconden twee keer maal<br />
op de knop om alle portieren te<br />
ontgrendelen.<br />
Door de ontgrendeltoets op de<br />
afstandsbediening in te drukken,<br />
wordt het anti-diefstalsysteem ook<br />
uitgeschakeld. Raadpleeg de rubriek<br />
"Anti-diefstalsysteem" eerder in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Raadpleeg "Centrale portiervergrendeling"<br />
onder "Portieren" in hoofdstuk<br />
1 voor meer informatie.<br />
Starten op afstand<br />
Druk op om de functie voor starten<br />
op afstand te bedienen.<br />
Raadpleeg "Voertuig starten op<br />
afstand" verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
Voertuiglocator/paniekalarm<br />
Druk op en laat weer los om uw<br />
voertuig te lokaliseren.<br />
De claxon klinkt drie keer en de richtingaanwijzers<br />
knipperen drie keer.<br />
Wanneer het contact is uitgeschakeld,<br />
kunt u door ingedrukt te<br />
houden het alarm activeren.<br />
U kunt het alarm uitschakelen door<br />
nog een keer op de toets te drukken<br />
of het contact in te schakelen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
Het anti-diefstalsysteem wordt ook<br />
geactiveerd door de vergrendeltoets<br />
op de afstandsbediening in te drukken.<br />
Raadpleeg de rubriek "Antidiefstalsysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
239 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 240 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
Knop voor de elektrisch bediende<br />
achterklep<br />
Houd ingedrukt om de elektrisch<br />
bediende achterklep te openen en<br />
te sluiten.<br />
De achterlichten knipperen en u<br />
hoort een geluidssignaal wanneer<br />
de achterklep wordt geopend en<br />
gesloten.<br />
Als de elektrisch bediende achterklep<br />
tegen een obstakel komt<br />
wanneer de achterklep wordt<br />
geopend of gesloten, dan gaat de<br />
achterklep automatisch in de andere<br />
richting.<br />
Zie "Functie obstakeldetectie" onder<br />
"Elektrisch bediende achterklep" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
. . . 240<br />
Zendbereik<br />
Soms kan het bereik van de<br />
afstandsbediening afnemen. Dat is<br />
normaal.<br />
Wanneer de afstandsbediening niet<br />
werkt of wanneer u dichter dan<br />
normaal bij uw voertuig moet staan<br />
om de afstandsbediening te kunnen<br />
gebruiken:<br />
• U staat misschien te ver verwijderd<br />
van uw auto. Controleer de<br />
afstand. Het kan nodig zijn om<br />
dichter bij uw auto te gaan staan<br />
bij regen of sneeuw.<br />
• Controleer de locatie. Andere<br />
voertuigen of voorwerpen kunnen<br />
het signaal blokkeren. Ga<br />
een paar stappen naar links of<br />
naar rechts.<br />
• Kan de batterij van de afstandsbediening<br />
leeg zijn. Zie de aanwijzingen<br />
voor het vervangen<br />
van de batterij.<br />
Indien geen van het bovenstaande<br />
van toepassing is, laat dan service<br />
verrichten door uw dealer of een<br />
bevoegde monteur.
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 241 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Batterij vervangen<br />
Wanneer REPLACE BATTERY IN<br />
REMOTE KEY (batterij in afstandsbediening<br />
vervangen) op het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder wordt weergegeven,<br />
is de batterij in de afstandsbediening<br />
bijna leeg.<br />
OPMERKING<br />
Raak de bedrading niet aan<br />
wanneer een batterij wordt<br />
vervangen. Statische elektriciteit<br />
op deze bedrading kan beschadiging<br />
van de zender veroorzaken.<br />
Vervangen van een batterij:<br />
1. Steek een dun, plat, niet-metalen<br />
voorwerp naar binnen om<br />
de onderste helft en de bovenste<br />
helft van de afstandsbediening<br />
van elkaar te scheiden.<br />
2. Gebruik een potlood of een<br />
ander niet-metalen voorwerp<br />
om de oude batterij te<br />
verwijderen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg ervoor dat u oude accu's in<br />
overeenstemming met de milieubeschermende<br />
voorschriften laat<br />
verwerken om het milieu en uw<br />
gezondheid te helpen<br />
beschermen.<br />
3. Plaats de nieuwe batterij met de<br />
pluszijde (+) omhoog.<br />
Gebruik batterijtype CR2032.<br />
Gebruik hetzelfde type batterij<br />
als de oude. Wanneer u een ander<br />
type batterij gebruikt, kan<br />
de afstandsbediening beschadigd<br />
raken.<br />
4. Breng de afdekking weer aan.<br />
Druk de onderkant weer vast op<br />
de bovenkant.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
241 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 242 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Aanpassen van zenders<br />
Soms moeten de afstandsbedieningen<br />
aan uw voertuig worden aangepast,<br />
bijvoorbeeld wanneer een<br />
afstandsbediening verloren is<br />
geraakt of wordt vervangen. Ook<br />
wanneer slechts één afstandsbediening<br />
wordt vervangen, moeten ook<br />
alle overige afstandsbedieningen<br />
opnieuw aan het voertuig worden<br />
aangepast. U kunt maximaal acht<br />
afstandsbedieningen aan uw voertuig<br />
aanpassen.<br />
U kunt nieuwe afstandsbedieningen<br />
bij uw dealer bestellen.<br />
U moet de afstandsbedieningen<br />
programmeren met het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder.<br />
Raadpleeg "Menu Voertuiginformatie"<br />
in hoofdstuk 1 voor meer<br />
informatie.<br />
Akkoordcode voor<br />
zenderfrequenties<br />
Hieronder volgt de <strong>Europe</strong>se certificatiecode<br />
voor de afstandsbedieningsfrequentie<br />
voor dit systeem:<br />
•<br />
Het voertuig starten op<br />
afstand<br />
Wanneer de functie is ingeschakeld,<br />
kunt u de motor starten terwijl u zelf<br />
buiten het voertuig staat.<br />
Deze functie activeert automatisch<br />
bepaalde klimaatregelfuncties<br />
wanneer u de afstandsbediening<br />
gebruikt om het voertuig te starten.<br />
. . . 242
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 243 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
A<br />
U kunt het voertuig als volgt starten<br />
met de functie voor starten op<br />
afstand:<br />
1. Richt de afstandsbediening op<br />
het voertuig.<br />
2. Druk op de vergrendeltoets <br />
en laat weer los. Houd daarna<br />
meteen de toets voor starten<br />
op afstand ingedrukt totdat de<br />
richtingaanwijzers knipperen.<br />
B<br />
Wanneer het voertuig start, worden<br />
de parkeerlichten ingeschakeld. De<br />
lichten blijven branden terwijl de<br />
motor draait.<br />
De portieren van het voertuig<br />
worden vergrendeld.<br />
De instellingen van de klimaatregeling<br />
worden automatisch afgesteld<br />
op de stand die het laatst was<br />
ingesteld.<br />
Wanneer het contact op ON wordt<br />
gezet, gaat het klimaatregelsysteem<br />
terug naar de normale werking.<br />
De functie Voertuig op afstand starten<br />
kan de volgende functies activeren<br />
wanneer het buiten koud is:<br />
• De ontwaseming van de achterruit<br />
wordt ingeschakeld.<br />
Raadpleeg "Verwarmings- en airconditioningsysteem"<br />
in hoofdstuk<br />
1.<br />
• De stoelverwarming wordt<br />
ingeschakeld.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Bedieningsorganen voor de<br />
stoelen" in hoofdstuk 2.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
Wanneer de verlichting van het<br />
voertuig niet zichtbaar is, houd<br />
u minstens vier seconden<br />
ingedrukt.<br />
243 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 244 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Wanneer de motor blijft ingeschakeld,<br />
wordt deze na 10 minuten<br />
automatisch uitgeschakeld tenzij u<br />
deze tijd verlengt door de procedure<br />
voor starten op afstand te<br />
herhalen.<br />
De motorlooptijd bij gebruik van de<br />
functie starten op afstand kan<br />
slechts één keer worden verlengd.<br />
Wanneer u twee keer heeft geprobeerd<br />
de motor op afstand te starten,<br />
moet u de sleutel in het contact<br />
steken en de motor starten.<br />
Tijdens de motorlooptijd bij gebruik<br />
van de functie starten op afstand,<br />
moet u het volgende doen om het<br />
voertuig vanuit de functie starten op<br />
afstand over te schakelen naar de<br />
normale bediening:<br />
1. Ga in het voertuig zitten.<br />
2. Steek de sleutel in het contactslot<br />
en draai deze naar ON.<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat de motor niet in een afgesloten<br />
ruimte, zoals een garage,<br />
draaien. Koolmonoxide (CO) kan<br />
het interieur binnenstromen.<br />
U kunt de motorlooptijd bij starten<br />
op afstand als volgt beëindigen<br />
zonder naar de normale voertuigbediening<br />
te gaan:<br />
• Richt de afstandsbediening op<br />
het voertuig en druk op de knop<br />
voor starten op afstand totdat de<br />
parkeerlichten worden<br />
uitgeschakeld.<br />
Het bereik van de zender van de<br />
afstandsbediening kan minder<br />
zijn wanneer de motor draait. U<br />
moet dichter bij het voertuig<br />
staan om het voertuig met de<br />
functie voor starten op afstand<br />
uit te schakelen dan wanneer u<br />
het voertuig start.<br />
• Schakel de waarschuwingsknipperlichten<br />
in.<br />
• Schakel het contact in en daarna<br />
weer uit.<br />
. . . 244
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 245 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
In sommige regio's kan het starten<br />
op afstand door de wet verboden<br />
zijn.<br />
Controleer de plaatselijke en nationale<br />
wetgeving voor eventuele<br />
vereisten.<br />
Opmerking:<br />
Gebruik de functie voor starten<br />
op afstand niet wanneer de tank<br />
bijna leeg is.<br />
De tank kan dan helemaal leeg<br />
raken.<br />
De functie voor starten op afstand<br />
werkt niet onder de volgende<br />
omstandigheden:<br />
• De sleutel staat in het<br />
contactslot.<br />
• De motorkap van het voertuig<br />
staat open.<br />
• Het storingslampje is<br />
ingeschakeld.<br />
• De temperatuur van de motorkoelvloeistof<br />
is te hoog.<br />
• De motoroliedruk is laag.<br />
Zie voor informatie over andere<br />
omstandigheden die invloed<br />
hebben op de prestaties van de<br />
afstandsbediening "Bereik van de<br />
afstandsbediening" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Uw voertuig wordt afgeleverd met<br />
deze functie ingeschakeld.<br />
U kunt deze functie als volgt<br />
uitschakelen:<br />
• Zie "Bijzondere eigenschappen"<br />
onder "Informatiecentrum voor<br />
de bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
245 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 246 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
1<br />
2<br />
■ CONTACTSLOT<br />
3<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat kinderen niet achter in een<br />
auto met de contactsleutel. Ze<br />
kunnen de elektrisch bediende<br />
ramen of andere bedieningen<br />
gebruiken en zelfs de auto in<br />
beweging brengen. Zo kan een<br />
kind zichzelf of anderen letsel<br />
toebrengen met mogelijk fatale<br />
gevolgen.<br />
4<br />
Wanneer de sleutel in de contactschakelaar<br />
is gestoken, kan de sleutel<br />
in vier standen worden gedraaid:<br />
1. OFF: in deze stand kunt u de<br />
sleutel in het contactslot steken<br />
en eruithalen. De ontsteking en<br />
de transmissie zijn dan<br />
geblokkeerd.<br />
2. ACC (accessoires): stuurslot en<br />
keuzehendel vrij. In deze stand<br />
kunnen de elektrische accessoires<br />
worden ingeschakeld, terwijl<br />
de motor is uitgeschakeld.<br />
3. ON: het contact keert terug<br />
naar de stand ON wanneer u<br />
de motor start en het contact<br />
loslaat. U kunt ON gebruiken<br />
om elektrische accessoires te<br />
bedienen en een aantal controlelampjes<br />
in de instrumentengroep<br />
te laten branden.<br />
4. START: Startmotor ingeschakeld.<br />
Laat de sleutel los zodra de<br />
motor aanslaat. De sleutel keert<br />
automatisch terug in de stand<br />
ON.<br />
Wanneer u uit P (parkeren) moet<br />
schakelen, moet het contact in de<br />
stand ACC of ON staan.<br />
Tenzij de motor draait, loopt de<br />
accu leeg als de sleutel langere tijd in<br />
de stand ACC of ON blijft staan.<br />
OPMERKING<br />
Indien de sleutel in de stand OFF<br />
klemt, controleer dan of de sleutel<br />
geheel naar binnen is gestoken.<br />
Draai het stuurwiel<br />
vervolgens naar links of rechts en<br />
houd het in deze stand vast,<br />
terwijl u de sleutel met de andere<br />
hand draait. Gebruik geen<br />
gereedschap voor het draaien<br />
van de sleutel.<br />
Wanneer het bestuurdersportier<br />
wordt geopend terwijl de sleutel<br />
zich in het contact bevindt, klinkt er<br />
een gongsignaal om u eraan te<br />
herinneren de sleutel uit het contact<br />
te nemen.<br />
. . . 246
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 247 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Accessoirevoeding<br />
Na het afzetten van het contact<br />
kunnen de volgende accessoires<br />
nog steeds worden gebruikt:<br />
• Radio<br />
• Elektrisch bediende portierramen<br />
• bedieningstoetsen voor het<br />
audiosysteem op het stuurwiel<br />
De elektrische voeding wordt<br />
10 minuten na het afzetten van het<br />
contact of na het openen van een<br />
portier verbroken.<br />
Wanneer u van deze accessoires nog<br />
tien minuten langer gebruik wilt<br />
maken, moeten alle portieren<br />
worden gesloten en de contactsleutel<br />
even in ON en dan weer terug in<br />
de stand OFF worden gedraaid.<br />
■ INSTRUCTIES VOOR<br />
HET STARTEN<br />
OPMERKING<br />
De werking van de motor is<br />
gebaseerd op de aanwezige elektronica<br />
in de auto. Wanneer u<br />
extra elektrische onderdelen of<br />
accessoires laat monteren, zal de<br />
motor mogelijk anders gaan<br />
functioneren. Informeer bij uw<br />
dealer alvorens extra elektrische<br />
apparatuur te monteren.<br />
De reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
Motor starten<br />
Controleer voor het starten van de<br />
auto dat de parkeerrem in werking is.<br />
Om te kunnen starten, moet bij<br />
voertuigen met een automatische<br />
transmissie de keuzehendel in stand<br />
P (parkeren) of N (neutraal) staan.<br />
Kies stand N (neutraal) om de motor<br />
opnieuw te starten wanneer het<br />
voertuig al in beweging is.<br />
OPMERKING<br />
Schakel niet in de stand P (parkeren)<br />
terwijl de auto nog in beweging<br />
is.<br />
Anders kan de transmissie<br />
beschadigd worden.<br />
Draai de contactsleutel in de stand<br />
START. Raak het gaspedaal niet aan.<br />
Laat de sleutel los zodra de motor<br />
aanslaat. Het stationaire toerental<br />
zal dalen naarmate de motor op<br />
temperatuur komt.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
247 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 248 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Wanneer de motor niet binnen<br />
15 seconden start, stopt het<br />
systeem met het starten van de<br />
motor om schade aan de tandwielen<br />
van de startmotor te<br />
voorkomen.<br />
Laat de motor niet meteen na het<br />
starten met een hoog motortoerental<br />
draaien.<br />
Geef de motor genoeg tijd om op te<br />
warmen en de olie naar de verschillende<br />
onderdelen van de motor die<br />
moeten worden gesmeerd te laten<br />
stromen.<br />
Draai het contact naar ACC of OFF<br />
om de startpoging te stoppen en de<br />
motor uit te schakelen.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer u uw sleutel in START<br />
houdt meteen nadat de motor is<br />
aangeslagen, kan de startmotor<br />
oververhit en beschadigd raken<br />
en kan de accu leeglopen.<br />
Wacht ongeveer 15 seconden<br />
tussen elke startpoging om te<br />
voorkomen dat de accu leegloopt<br />
of de startmotor beschadigd<br />
raakt.<br />
Laat de motor na het starten ongeveer<br />
10 seconden warmdraaien. Ga<br />
niet hard rijden wanneer de motor<br />
nog koud is.<br />
Wanneer de temperatuur lager dan<br />
0° C is, moet u de motor enkele<br />
minuten warm laten lopen.<br />
OPMERKING<br />
De werking van de motor is<br />
gebaseerd op de aanwezige elektronica<br />
in de auto. Wanneer u<br />
extra elektrische onderdelen of<br />
accessoires laat monteren, zal de<br />
motor mogelijk anders gaan<br />
functioneren. Informeer bij uw<br />
dealer alvorens extra elektrische<br />
apparatuur te monteren.<br />
. . . 248
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 249 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Startproblemen<br />
Wanneer de motor niet binnen tien<br />
seconden aanslaat, druk dan het<br />
gaspedaal volledig in en houd de<br />
sleutel nog eens vijf seconden in de<br />
stand START. Laat de sleutel los<br />
zodra de motor aanslaat en laat het<br />
gaspedaal los. Wacht steeds ongeveer<br />
15 seconden na elke startpoging,<br />
om beschadiging van de<br />
startmotor en het ontladen van de<br />
accu te voorkomen.<br />
Starten bij koud weer<br />
Om de motor onder zeer koude<br />
weersomstandigheden (kouder dan<br />
-18°C) te starten, moet de contactsleutel<br />
in de stand START worden<br />
gedraaid en dan 15 seconden<br />
worden vastgehouden. Laat de sleutel<br />
los zodra de motor aanslaat.<br />
Wacht ongeveer 15 seconden<br />
tussen elke startpoging om te voorkomen<br />
dat de accu leegloopt of de<br />
startmotor beschadigd raakt.<br />
Motor "verzopen"<br />
Wanneer de motor na 10 seconden<br />
nog niet wil aanslaan, dan kan de<br />
motor "verzopen" zijn.<br />
Trap het gaspedaal helemaal in en<br />
houd de sleutel nog maximaal vijf<br />
seconden in START.<br />
Wanneer de motor start, laat u de<br />
sleutel en het gaspedaal los.<br />
Wanneer de motor even draait,<br />
maar daarna weer stopt, doet u<br />
hetzelfde. Het teveel aan benzine<br />
kan zo uit de motor lopen.<br />
Wacht ongeveer 15 seconden<br />
tussen elke startpoging om te voorkomen<br />
dat de accu leegloopt of de<br />
startmotor beschadigd raakt.<br />
Laat de motor niet meteen na het<br />
starten met een hoog motortoerental<br />
draaien.<br />
Geef de motor genoeg tijd om op te<br />
warmen en de olie naar de verschillende<br />
onderdelen van de motor die<br />
moeten worden gesmeerd te laten<br />
stromen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
249 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 250 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
■ INSTELBARE GAS- EN<br />
REMPEDALEN (INDIEN<br />
VAN TOEPASSING)<br />
Instelbare pedalen zijn bedoeld voor<br />
kleinere bestuurders.<br />
Wanneer u niet bij het rempedaal<br />
kunt komen of wanneer u het<br />
pedaal niet volledig kunt indrukken,<br />
moet u de pedaalstand afstellen.<br />
Het bedieningsorgaan bevindt zich<br />
aan de linkerzijde van de<br />
stuurkolom.<br />
Trek de bediening naar u toe om de<br />
pedalen dichterbij te halen of druk<br />
de bediening van u af om de pedalen<br />
van u af te verplaatsen.<br />
Voordat u gaat rijden, moet u het<br />
rempedaal indrukken om te controleren<br />
of het pedaal in de juiste stand<br />
staat voor u.<br />
De pedalen kunnen niet worden<br />
afgesteld wanneer de transmissie in<br />
R (achteruit) staat of wanneer het<br />
cruise-controlsysteem is<br />
geactiveerd.<br />
■ VERWARMING MOTOR-<br />
BLOK (INDIEN VAN<br />
TOEPASSING)<br />
Deze optie kunt u gebruiken<br />
wanneer u het voertuig onder zeer<br />
koude omstandigheden moet<br />
stallen (temperaturen minder dan<br />
-18°C). Het voertuig zal beter starten<br />
en zal tijdens de warmdraaiperiode<br />
ook zuiniger rijden.<br />
Uw voertuig kan ook zijn voorzien<br />
van een interne thermostaat in het<br />
stekkeruiteinde van het snoer. Hierdoor<br />
wordt voorkomen dat de<br />
motorblokverwarming wordt ingeschakeld<br />
wanneer de temperatuur<br />
-18°C of meer is zoals op het snoer<br />
wordt vermeld.<br />
. . . 250
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 251 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
• V6-motor van 3,6 l<br />
De kabel bevindt in de motorruimte,<br />
vóór de zekeringhouder.<br />
• Motor van 4,6 l<br />
Het koord bevindt zich voorin in<br />
het midden van het voertuig,<br />
boven de radiateur.<br />
Houd de stekker van de verwarming<br />
minimaal vier uur in het contact<br />
voor u de motor start.<br />
Om de motorblokverwarming te<br />
kunnen gebruiken, dient u eerst de<br />
motor af te zetten. Open dan de<br />
motorkap, rol het elektrische snoer<br />
af en sluit de stekker aan op een<br />
stopcontact. Het systeem gebruikt<br />
normale netspanning.<br />
U moet de kunststof dop verwijderen<br />
om bij het stopcontact te<br />
kunnen komen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het snoer aansluiten op een nietgeaard<br />
aansluitpunt kan een<br />
elektrische schok veroorzaken.<br />
Daarnaast kan een verkeerd<br />
verlengsnoer oververhit raken en<br />
een brand veroorzaken. U kunt<br />
ernstig gewond raken.<br />
Sluit het snoer aan op een stopcontact<br />
met randaarde. U kunt<br />
ook gebruikmaken van een<br />
verlengsnoer dat geschikt is voor<br />
grote belasting (minimaal goedgekeurd<br />
voor 15 A), aangesloten<br />
op een goed geaard stopcontact.<br />
Zorg ervoor dat u het snoer loskoppelt<br />
en opbergt voordat u de motor<br />
start. Anders kan het beschadigd<br />
raken door de draaiende<br />
motoronderdelen.<br />
Vraag uw dealer hoe lang de verwarming<br />
moet worden ingeschakeld.<br />
■ TRANSMISSIE<br />
WAARSCHUWING<br />
Schakel bij een sneldraaiende<br />
motor niet vanuit P (parkeren) of<br />
N (neutraal).<br />
U kunt de macht over het stuur<br />
verliezen en uzelf en anderen in<br />
gevaar brengen.<br />
Overschakelen naar een rijstand<br />
terwijl de motor met verhoogd<br />
motortoerental draait, is gevaarlijk.<br />
Houdt uw voet op het<br />
rempedaal en raak het gaspedaal<br />
niet aan. Wacht een ogenblik na<br />
het schakelen en laat vervolgens<br />
het rempedaal langzaam los.<br />
Hierdoor wordt voorkomen dat<br />
de auto onverwachts in beweging<br />
komt.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
251 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 252 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
OPMERKING<br />
Schade aan de transmissie die is<br />
veroorzaakt doordat u de keuzehendel<br />
bij sneldraaiende motor<br />
vanuit P (parkeren) of N<br />
(neutraal) in een rijstand hebt<br />
geplaatst, wordt niet gedekt<br />
door de garantie.<br />
OPMERKING<br />
De wielen te snel laten doorslippen<br />
of het voertuig tegen een<br />
helling op zijn plaats houden<br />
door alleen het gaspedaal et<br />
gebruiken kan de transmissie<br />
beschadigen.<br />
Als de auto vast komt te zitten,<br />
moet u de wielen niet te snel<br />
laten doorslippen.<br />
Wanneer u de auto tot stilstand<br />
brengt tijdens het oprijden van<br />
een helling, houdt de auto dan<br />
op zijn plaats met behulp van de<br />
remmen.<br />
SCHAKELSTANDEN<br />
De keuzehendel van de transmissie<br />
kent verschillende schakelstanden.<br />
P (parkeren)<br />
In deze stand zijn de achterwielen<br />
geblokkeerd. Gebruik deze stand<br />
voor het parkeren van de auto en<br />
tijdens het starten van de motor.<br />
Uw auto is voorzien van een<br />
vergrendelingssysteem voor de<br />
keuzehendel van de automatische<br />
transmissie. Terwijl de motor draait,<br />
moet u het rempedaal volledig<br />
intrappen voordat u uit de stand P<br />
(parkeren) kan schakelen.<br />
Raadpleeg "Voertuig parkeren"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zet bij het verlaten van de auto<br />
altijd de keuzehendel in de stand<br />
P (parkeren) en gebruik tevens<br />
de parkeerrem.<br />
Als u het voertuig niet correct<br />
parkeert, kan het gaan rollen. Als<br />
u de motor aanlaat, kan het voertuig<br />
snel bewegen. U of andere<br />
personen kunnen gewond raken.<br />
Stap niet uit terwijl de motor nog<br />
draait.<br />
Als u zich niet in een auto met<br />
stationair draaiende motor<br />
bevindt, kan de motor oververhit<br />
raken en zelfs in brand vliegen. U<br />
kunt zo uzelf of anderen letsel<br />
toebrengen. Laat de motor niet<br />
draaien terwijl u zich niet in de<br />
auto bevindt.<br />
. . . 252
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 253 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
OPMERKING<br />
Schakel niet in de stand P (parkeren)<br />
terwijl de auto nog in beweging<br />
is.<br />
Anders kan de transmissie beschadigd<br />
worden.<br />
R (achteruit)<br />
Deze stand dient voor het<br />
achteruitrijden.<br />
Bij lage snelheden kunt u R (achteruit)<br />
gebruiken om uw auto heen en<br />
weer te laten rollen, mocht uw auto<br />
vast komen te zitten in zand,<br />
modder, ijs of sneeuw. Zie "Als uw<br />
voertuig vast komt te zitten" in<br />
hoofdstuk 5.<br />
OPMERKING<br />
Schakel de stand R (achteruit)<br />
alleen in wanneer het voertuig niet<br />
in beweging is. Indien de achteruit<br />
bij rijdende auto wordt ingeschakeld,<br />
kan dit beschadiging van de<br />
transmissie tot gevolg hebben.<br />
De reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
N (neutraal)<br />
Met de keuzehendel in deze stand<br />
staat de motor niet met de wielen in<br />
verbinding. De stand N (neutraal)<br />
kan worden gekozen om een afgeslagen<br />
motor tijdens het rijden weer<br />
te starten. Kies de stand N (neutraal)<br />
tijdens het slepen van het voertuig.<br />
WAARSCHUWING<br />
Schakel bij een sneldraaiende<br />
motor niet vanuit P (parkeren) of<br />
N (neutraal).<br />
U kunt de macht over het stuur<br />
verliezen en uzelf en anderen in<br />
gevaar brengen.<br />
OPMERKING<br />
Schade aan de transmissie die is<br />
veroorzaakt doordat u de keuzehendel<br />
bij sneldraaiende motor<br />
vanuit P (parkeren) of N<br />
(neutraal) in een rijstand hebt<br />
geplaatst, wordt niet gedekt<br />
door de garantie.<br />
D (normaal rijden)<br />
Kies deze stand voor normaal rijden<br />
in de stad en op autowegen. Als u<br />
over meer motorvermogen wilt<br />
beschikken en:<br />
• u langzamer dan 55 km/u rijdt,<br />
druk dan het gaspedaal ongeveer<br />
voor de helft in.<br />
• u sneller rijdt dan 55 km/u, druk<br />
dan het gaspedaal geheel in.<br />
Wanneer het wegdek glad is, kan<br />
terugschakelen ervoor zorgen dat<br />
het voertuig gaat slippen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
253 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 254 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
HANDMATIG SCHAKELEN BIJ AU-<br />
TOMATISCHE TRANSMISSIE<br />
OPMERKING<br />
Terwijl het voertuig in de handmatige<br />
schakelstand staat, moet<br />
u de motor niet bij hoge toerentallen<br />
gebruiken zonder op te<br />
schakelen.<br />
Beschadiging veroorzaakt door<br />
verkeerd rijgedrag valt niet onder<br />
de garantie van uw voertuig.<br />
Deze functie geeft de bestuurder<br />
meer handmatige controle over de<br />
bediening van de transmissie.<br />
U kunt deze functie gebruiken door<br />
de versnellingshendel uit de stand D<br />
(normaal rijden) naar rechts te<br />
zetten, naar de klep voor de handmatige<br />
schakelstand.<br />
Wanneer u de versnellingshendel<br />
niet naar voren of naar achteren zet,<br />
staat het voertuig in de sportieve<br />
stand.<br />
Wanneer het voertuig in de sportieve<br />
modus rijdt, schakelt de transmissie<br />
nog altijd automatisch.<br />
Het is normaal dat de transmissie<br />
langer in een versnelling blijft als de<br />
sportieve modus gekozen is.<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder geeft een S weer<br />
wanneer de sportieve modus actief<br />
is of een M wanneer de handmatige<br />
schakelstand actief is.<br />
Wanneer u de versnellingshendel<br />
naar voren of naar achteren zet,<br />
wordt de handmatige schakelstand<br />
geactiveerd.<br />
Het display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder wordt<br />
veranderd en geeft de gewenste<br />
wijziging in het schakelbereik weer.<br />
Het voertuig schakelt strakker en<br />
levert betere prestaties.<br />
. . . 254
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 255 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Om te hoge toerentallen te voorkomen<br />
heeft elk versnellingsbereik een<br />
maximaal ingestelde rijsnelheid.<br />
U mag alleen de versnellingen<br />
gebruiken die geschikt zijn voor de<br />
rijsnelheid en het motortoerental.<br />
De transmissie schakelt niet automatisch<br />
door naar de volgende versnelling<br />
als het motortoerental te hoog is.<br />
Wanneer de schakelbegrenzer van<br />
de transmissie actief is, gaat het<br />
lampje voor de geselecteerde<br />
versnelling knipperen.<br />
De transmissie schakelt automatisch<br />
terug wanneer het voertuig<br />
vertraagt of wanneer het gaspedaal<br />
snel wordt ingedrukt om de snelheid<br />
te verhogen.<br />
Gebruik de tweede versnelling voor<br />
meer tractiecontrole wanneer u<br />
vanuit stilstand op een gladde weg<br />
start.<br />
U kunt de handmatige schakelstand<br />
weer uitschakelen en terugkeren<br />
naar de automatische bediening<br />
door de versnellingshendel uit de<br />
klep voor de handmatige schakelstand<br />
naar links te verplaatsen, weer<br />
in de stand D (normaal rijden).<br />
SLEEP-/TREKFUNCTIE<br />
Wanneer u op de toets drukt,<br />
worden afremmen op hellingen en<br />
de sleep-/trekfunctie samen in- en<br />
uitgeschakeld. Ze kunnen niet apart<br />
worden in- en uitgeschakeld.<br />
Gebruik deze functie om een zware<br />
aanhanger of vracht effectiever te<br />
trekken of te slepen. Zie "Sleep-/<br />
trekfunctie" onder "Het rijden met<br />
een aanhanger" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
255 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 256 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Afremmen op hellingen<br />
Deze functie is bedoeld om u te<br />
helpen wanneer u heuvel af rijdt.<br />
Bij het afremmen op hellingen<br />
wordt de rijsnelheid gehandhaafd<br />
omdat er automatisch een schakelschema<br />
wordt ingesteld dat de<br />
motor en de transmissie gebruikt<br />
om het voertuig af te remmen.<br />
Afremmen op hellingen vermindert<br />
de slijtage van het remsysteem en<br />
vergroot de controle over het<br />
voertuig.<br />
Het systeem controleert continu de<br />
rijsnelheid, de acceleratie, de<br />
gasklepstand en het gebruik van het<br />
rempedaal en bepaalt wanneer de<br />
juiste rijsnelheid moet worden vastgehouden<br />
of wanneer de snelheid<br />
moet worden verlaagd.<br />
Bij afremmen op hellingen neemt<br />
het systeem waar wanneer het voertuig<br />
accelereert op een helling<br />
omlaag; het voertuig schakelt automatisch<br />
terug totdat de remmen<br />
niet meer hoeven te worden<br />
ingeschakeld.<br />
Wanneer u de handmatige schakelstand<br />
gebruikt, worden afremmen<br />
op hellingen automatisch uitgeschakeld<br />
zodat de bestuurder de<br />
gewenste versnelling kan selecteren.<br />
Zie de volgende informatie:<br />
• Trekken van een aanhanger<br />
• Sleep-/trekfunctie<br />
■ ALLWHEELAANDRIJ-<br />
VING (INDIEN VAN<br />
TOEPASSING)<br />
De allwheel-aandrijving brengt het<br />
vermogen over op alle vier wielen.<br />
Dit lijkt op vierwielaandrijving, maar<br />
er is geen aparte hendel of schakelaar<br />
om de vooras in of uit te schakelen.<br />
Het is volautomatisch en past<br />
zichzelf, waar nodig, aan de<br />
wegomstandigheden aan.<br />
. . . 256
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 257 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
■ RIJVOORSCHRIFTEN<br />
VOOR VOERTUIGEN MET<br />
VIERWIELAANDRIJVING<br />
(WAAR AANWEZIG)<br />
Deze aanwijzingen voor terreinrijden<br />
zijn bedoeld voor voertuigen<br />
met vierwielaandrijving.<br />
Wanneer uw auto geen vierwielaandrijving<br />
heeft, moet u eigenlijk niet<br />
in het terrein rijden, tenzij u op een<br />
stevige en vlakke ondergrond rijdt.<br />
Veel van de ontwerpkenmerken die<br />
ervoor zorgen dat uw voertuig bij<br />
slechte weersomstandigheden op<br />
bestrate wegen reageert (zoals de<br />
aandrijving op alle wielen), maken<br />
het voertuig veel geschikter voor<br />
terreinrijden dan een normale<br />
personenauto.<br />
Maar uw voertuig heeft geen speciale<br />
bodemplaat en een verdeelbak<br />
met lage overbrengingsverhouding,<br />
die meestal nodig zijn voor langdurig<br />
of serieus gebruik naast de weg.<br />
Het airbagsysteem is bedoeld voor<br />
gebruik wanneer u off-road rijdt.<br />
Draag altijd uw veiligheidsgordel.<br />
Zorg dat deze altijd goed is<br />
afgesteld.<br />
Deze handleiding helpt u bij het<br />
terreinrijden.<br />
Terreinrijden met uw voertuig<br />
met aandrijving op alle<br />
wielen<br />
Rijden in het terrein kan veel plezier<br />
opleveren, maar het brengt ook<br />
gevaren met zich mee. Het grootste<br />
gevaar is het terrein zelf.<br />
Rijbanen worden niet aangegeven.<br />
Bochten worden niet aangegeven.<br />
Er staan nergens verkeersborden. De<br />
grond kan glibberig, hobbelig,<br />
heuvel op of heuvel af zijn.<br />
Vermijd waar mogelijk scherpe bochten<br />
of abrupte manoeuvres. Net als bij<br />
andere voertuigen van dit type kunt u<br />
de controle over het voertuig verliezen<br />
of kan het voertuig omslaan<br />
wanneer u het voertuig niet op de<br />
juiste manier bedient.<br />
Terreinrijden vereist enkele nieuwe<br />
vaardigheden. En daarom is het zo<br />
belangrijk dat u deze aanwijzingen<br />
aandachtig leest. Hierin treft u vele<br />
tips en aanwijzingen aan. Dit kan u<br />
helpen om het rijden in het terrein<br />
voor u veiliger en plezieriger te<br />
maken.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
257 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 258 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Voordat u gaat terreinrijden<br />
Lees alle informatie over de vierwielaandrijving<br />
in dit boekje.<br />
Er moeten enkele handelingen<br />
worden uitgevoerd, voordat u gaat<br />
terreinrijden. Zorg er voor dat alle<br />
nodige service- en onderhoudsbeurten<br />
zijn verricht. Controleer dat alle<br />
bodemplaten (indien van toepassing)<br />
op de juiste manier zijn aangebracht.<br />
Heeft u voldoende<br />
brandstof? Heeft de reserveband<br />
voldoende spanning? Zijn alle vloeistofniveaus<br />
correct? Welke plaatselijke<br />
voorschriften gelden voor<br />
terreinrijden in het gebied waarin u<br />
wenst te rijden? Wanneer u dit niet<br />
weet, dient u contact op te nemen<br />
met de plaatselijke politie in dit<br />
gebied. Komt u over terrein dat niet<br />
voor het publiek open is? Indien dit<br />
het geval is, moet u voor de noodzakelijke<br />
toestemming zorgen.<br />
Het laden van uw auto voor<br />
terreinrijden<br />
Bij het laden van uw auto moet u<br />
enkele belangrijke richtlijnen<br />
opvolgen.<br />
• De zwaarste voorwerpen moeten<br />
op de laadvloer, voor de achteras<br />
worden geplaatst. Plaats<br />
zware voorwerpen zo ver mogelijk<br />
naar voren.<br />
• Zorg dat de lading op de juiste<br />
wijze is vastgezet, zodat de voorwerpen<br />
tijdens het terreinrijden<br />
niet door uw auto kunnen<br />
slingeren.<br />
WAARSCHUWING<br />
• Lading op de laadvloer die<br />
hoger is opgestapeld dan de<br />
rugleuning kan tijdens een<br />
noodstop naar voren vliegen. U<br />
en uw passagiers kunnen daarbij<br />
gewond raken.<br />
Zet alle bagage onder de<br />
bovenkant van de rugleuning<br />
vast.<br />
• Niet goed bevestigde lading op<br />
de laadvloer kan tijdens het rijden<br />
door ruw terrein door de<br />
auto slingeren. U en uw passagiers<br />
kunnen door deze voorwerpen<br />
worden geraakt. Zet<br />
de lading goed vast.<br />
. . . 258
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 259 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
WAARSCHUWING<br />
• Zware lading op het dak<br />
brengt het zwaartepunt van de<br />
auto omhoog, waardoor het<br />
risico van over de kop slaan<br />
wordt vergroot. U kunt ernstig<br />
of zelfs dodelijk gewond raken<br />
wanneer de auto over de kop<br />
slaat. Plaats zware lading in de<br />
bagageruimte achterin en niet<br />
op het dak. Plaats bagage in de<br />
bagageruimte zo ver mogelijk<br />
naar voren en zo laag mogelijk.<br />
Milieuzorg<br />
Terreinrijden kan een heilzame en<br />
ontspannende recreatie zijn. Er zijn<br />
echter ook bezwaren met betrekking<br />
tot het milieu. General Motors<br />
erkent deze bezwaren en adviseert<br />
elke terreinrijder om de basisregels<br />
ter bescherming van het milieu op<br />
te volgen.<br />
• Gebruik altijd gebaande paden,<br />
wegen en gebieden die speciaal<br />
bedoeld zijn voor recreatief terreinrijden<br />
en houd u aan alle<br />
regels.<br />
• Voorkom steeds dat struikgewas,<br />
bloemen, bomen, gras worden<br />
beschadigd of dieren<br />
worden gestoord (dus laat de<br />
wielen niet doordraaien, rijd<br />
geen bomen omver, rijd niet<br />
onnodig door beekjes en rijd niet<br />
op zachte grond).<br />
• Neem altijd een vuilniszak mee...<br />
zorg voordat u een kampeerplaats<br />
verlaat dat al het afval is<br />
verwijderd.<br />
• Wees uiterst voorzichtig bij het<br />
gebruik van open vuur, kampeerbranders<br />
en lantaarns.<br />
• Parkeer uw auto nooit in droog<br />
gras of ander ontvlambaar materiaal<br />
dat vlam kan vatten door de<br />
hitte van het uitlaatsysteem van<br />
uw auto.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
259 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 260 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Naar afgelegen gebieden<br />
reizen<br />
Het is verstandig om uw trip te plannen,<br />
met name wanneer u naar<br />
afgelegen gebieden reist. Zorg<br />
ervoor dat u het terrein kent en plan<br />
uw route. U komt dan minder snel<br />
voor vervelende verrassingen te<br />
staan. Zorg voor goede kaarten van<br />
de wegen en het terrein. Controleer<br />
op geblokkeerde of afgesloten<br />
wegen.<br />
Ook is het een goed idee om samen<br />
met tenminste een andere auto te<br />
reizen. Wanneer iets met een van<br />
deze auto's gebeurt, kan de andere<br />
snel hulp bieden.<br />
Heeft uw auto een lier? Wanneer dit<br />
het geval is, moet u de instructies<br />
die bij de lier horen zeker doorlezen.<br />
In een verlaten gebied kan een lier<br />
uitkomst bieden wanneer uw auto<br />
vastzit, maar u dient zich van te<br />
voren op de hoogte te stellen van<br />
het gebruik.<br />
Vertrouwd raken met<br />
terreinrijden<br />
Het is verstandig om in een gebied<br />
te oefenen dat veilig is en dicht bij<br />
huis ligt, voordat u de wildernis<br />
intrekt. Terreinrijden vraagt nieuwe<br />
en andere rijvaardigheden. Dit is<br />
wat wij bedoelen:<br />
• Train uw zintuigen op andere<br />
signalen. Uw ogen bijvoorbeeld<br />
moeten voortdurend over het<br />
terrein dwalen om onverwachte<br />
obstakels te herkennen. Uw oren<br />
moeten bedacht zijn op het<br />
horen van ongewone geluiden<br />
van de banden of de motor. Met<br />
uw armen, handen, voeten en<br />
lichaam moet u reageren op trillingen<br />
en bewegingen van de<br />
auto.<br />
Terreinrijden<br />
Beheersing van uw auto is de sleutel<br />
tot succesvol terreinrijden. Een van<br />
de beste manieren om uw auto<br />
onder controle te houden, is om uw<br />
snelheid onder controle te houden.<br />
Hier volgen enkele zaken die u in<br />
gedachten moet houden. Bij hogere<br />
snelheden:<br />
• u nadert dingen sneller en heeft<br />
minder tijd om obstakels in het<br />
terrein te herkennen.<br />
• u heeft minder tijd om te<br />
reageren.<br />
• Wanneer u over obstakels rijdt,<br />
veren de wielen meer in en uit.<br />
• uw remweg wordt langer, vooral<br />
wanneer u op onverharde grond<br />
rijdt.<br />
. . . 260
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 261 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u in het terrein rijdt,<br />
kunnen de op en neer gaande<br />
bewegingen van uw auto en de<br />
snelle richtingsveranderingen u<br />
gemakkelijk uit positie brengen.<br />
Dit kan ertoe leiden dat u de<br />
controle over de auto verliest en<br />
verongelukt. Dus wanneer u op<br />
verharde wegen of in het terrein<br />
rijdt, moeten u en uw passagiers<br />
de veiligheidsgordels dragen.<br />
Het terrein verkennen<br />
Bij terreinrijden kunt u veel verschillende<br />
soorten terrein tegenkomen,<br />
die op diverse manieren invloed<br />
hebben op het sturen, accelereren<br />
en remmen van het voertuig.<br />
Afhankelijk van het oppervlak kunt u<br />
te maken krijgen met slippen, schuiven,<br />
wielspin, vertraagde acceleratie,<br />
slechte tractie en een langere<br />
remweg.<br />
Onzichtbare of verborgen obstakels<br />
kunnen gevaarlijk zijn. Vaak worden<br />
deze obstakels aan het zicht onttrokken<br />
door gras, struiken, sneeuw of<br />
het dalen en stijgen van het terrein<br />
zelf.<br />
Wanneer u over obstakels of ruw<br />
terrein rijdt, moet u het stuurwiel<br />
stevig vasthouden. Stenen, geulen<br />
of andere dingen in of op de grond<br />
kunnen ervoor zorgen dat het stuurwiel<br />
uit uw handen wordt gerukt,<br />
wanneer u hierop niet bedacht<br />
bent.<br />
Wanneer u over hobbels, stenen of<br />
andere obstakels rijdt, kunnen uw<br />
wielen los van de grond komen.<br />
Wanneer dit gebeurt, zelfs met een<br />
of twee wielen, kunt u de auto<br />
minder of zelfs helemaal niet meer<br />
besturen.<br />
Omdat u op onverharde grond rijdt,<br />
is het belangrijk om plotselinge<br />
acceleratie, plotselinge bochten of<br />
plotseling remmen te voorkomen.<br />
Bij terreinrijden moet u op een<br />
andere manier alert zijn dan<br />
wanneer u op de weg rijdt. Er staan<br />
geen verkeersborden, borden met<br />
snelheidslimieten of verlichting.<br />
Gebruik daarom uw gezonde<br />
verstand over wat veilig is en wat<br />
niet.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
261 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 262 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Rijden op hellingen<br />
Vaak gebeurt het tijdens terreinrijden<br />
dat u heuvel op, heuvel af of<br />
zelfs overdwars op hellingen rijdt.<br />
Voor het veilig rijden op hellingen is<br />
het belangrijk om te weten en te<br />
begrijpen wat uw auto wel en niet<br />
kan doen. Er zijn hellingen waarop<br />
beslist niet kan worden gereden,<br />
ongeacht hoe goed de auto<br />
gebouwd is.<br />
WAARSCHUWING<br />
Veel hellingen zijn gewoonweg<br />
te steil voor ieder voertuig.<br />
Wanneer u omhoog wilt rijden,<br />
zal de motor afslaan. Wanneer u<br />
de heuvel af wilt rijden, kunt u de<br />
snelheid niet onder controle<br />
houden. Wanneer u overdwars<br />
op hellingen rijdt, zal de auto om<br />
de lengteas naar beneden rollen.<br />
U kunt ernstig gewond raken of<br />
zelfs gedood worden. Wanneer u<br />
twijfel heeft over de steilheid van<br />
de helling, neem dan geen risico's<br />
en kies een andere route.<br />
Het naderen van een helling<br />
Wanneer u een helling nadert, moet<br />
u beslissen of het een helling is die te<br />
steil is om op te rijden, af te rijden of<br />
er overdwars op te rijden. Het<br />
beoordelen van de steilheid van een<br />
helling is erg moeilijk. Op een korte<br />
helling bijvoorbeeld, kan er een<br />
gemakkelijke constante hellingshoek<br />
met slechts een gering hoogteverschil<br />
zijn, terwijl u gemakkelijk<br />
de hele weg naar de top kunt zien.<br />
Op een langere helling kan de<br />
hellingshoek steiler worden naarmate<br />
u de top nadert, maar u kunt dat<br />
niet zien door de vorm van de<br />
helling omdat dit wordt verborgen<br />
door struiken, gras of bomen.<br />
Hier zijn nog enkele zaken waarmee<br />
rekening moet worden gehouden<br />
wanneer u een helling nadert.<br />
• Is er een constante hellingshoek<br />
of wordt de helling op bepaalde<br />
plaatsen veel steiler?<br />
• Is een goede grip op de helling<br />
mogelijk of zullen de wielen op<br />
het oppervlak doorslippen?<br />
• Is er een recht pad naar boven of<br />
beneden, zodat u geen bochten<br />
hoeft te maken?<br />
. . . 262
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 263 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
• Zijn er obstakels op de helling<br />
die uw route kunnen blokkeren<br />
(rotsen, bomen, houtblokken of<br />
geulen)?<br />
• Wat bevindt zich aan de andere<br />
kant van de helling? Bevindt zich<br />
daar een klif, een wal, een ravijn,<br />
een hek? Stap uit en inspecteer<br />
de helling wanneer u het niet<br />
weet. Dit is de beste manier om<br />
erachter te komen.<br />
• Is de helling gewoon te ruig?<br />
Steile hellingen hebben vaak<br />
wagensporen, geulen en rotsblokken<br />
die in verhoogde mate<br />
staan blootgesteld aan erosie.<br />
Omhoog rijden<br />
Wanneer u heeft besloten dat u de<br />
helling veilig op kunt rijden, moet u<br />
enkele speciale handelingen<br />
uitvoeren.<br />
• Kies een lage versnelling en<br />
houd het stuurwiel stevig vast.<br />
• Laat de auto soepel in beweging<br />
komen en tracht uw snelheid tijdens<br />
het omhoog rijden te<br />
handhaven. Gebruik niet meer<br />
vermogen dan u nodig heeft,<br />
anders kunnen de wielen beginnen<br />
door te draaien of te<br />
slippen.<br />
• Probeer indien mogelijk recht<br />
omhoog te rijden. Wanneer het<br />
pad wendt of keert, wilt u misschien<br />
een andere route proberen<br />
te vinden.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het draaien op, of het overdwars<br />
rijden op steile hellingen kan<br />
gevaarlijk zijn. U kunt tractie<br />
verliezen, opzij glijden en mogelijk<br />
over de kop slaan. U kunt<br />
ernstig gewond raken of zelfs<br />
gedood worden. Wanneer u een<br />
helling oprijdt, tracht dit dan zo<br />
recht mogelijk te doen.<br />
• Verlaag uw snelheid wanneer u<br />
de top van de helling nadert.<br />
• Maak een vlag aan uw auto vast<br />
zodat u beter zichtbaar bent<br />
voor tegemoetkomend verkeer<br />
op paden of hellingen.<br />
• Druk op de claxon wanneer u de<br />
top nadert om de tegenliggers<br />
te laten horen dat u eraan komt.<br />
• Gebruik uw koplampen ook<br />
overdag. Deze zorgen ervoor dat<br />
u beter zichtbaar bent voor tegemoetkomend<br />
verkeer.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
263 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 264 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Het op volle snelheid naar de top<br />
(hoogste punt) van de helling<br />
rijden kan een ongeval veroorzaken.<br />
Daar kan zich een ravijn,<br />
wal, klif of zelfs een andere auto<br />
bevinden. U kunt ernstig<br />
gewond raken of zelfs gedood<br />
worden. Wanneer u de top van<br />
een helling nadert, verlaag dan<br />
uw snelheid en blijf alert.<br />
De helling afrijden<br />
Wanneer u tijdens het terreinrijden<br />
een helling af moet rijden, moet u<br />
aan een aantal zaken denken:<br />
• Hoe steil is de helling? Ben ik in<br />
staat om de controle over het<br />
voertuig te behouden?<br />
• Hoe is het rijoppervlak? Vlak?<br />
Oneffen? Glad? Hard geworden<br />
modder? Steenslag?<br />
• Zijn er verborgen obstakels in de<br />
grond? Wagensporen? Houtblokken?<br />
Rotsen?<br />
• Wat bevindt zich beneden aan<br />
de helling? Bevindt zich daar een<br />
verborgen slootwal of zelfs een<br />
rivierbodem met grote stenen?<br />
Wanneer u heeft besloten dat u<br />
veilig de helling kunt afrijden, tracht<br />
dan om recht naar beneden te<br />
rijden en kies een lage versnelling.<br />
Op deze manier kan het remmend<br />
vermogen van de motor worden<br />
benut, zodat de remmen niet al het<br />
werk alleen hoeven te doen. Rijd<br />
langzaam van de helling af terwijl u<br />
op ieder moment uw auto onder<br />
controle heeft.<br />
WAARSCHUWING<br />
Hard afremmen tijdens het afrijden<br />
kan oververhitting en fading<br />
van de remmen veroorzaken. Dit<br />
kan ertoe leiden dat u de controle<br />
over de auto verliest en een<br />
ernstig ongeluk veroorzaakt.<br />
Druk de remmen tijdens het afrijden<br />
matig in en kies een lage<br />
versnelling om de rijsnelheid<br />
onder controle te houden.<br />
. . . 264
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 265 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Overdwars op een helling<br />
rijden<br />
Vroeger of later zal een pad u waarschijnlijk<br />
overdwars langs een<br />
helling leiden. Wanneer dit het geval<br />
is, moet u beslissen of u deze helling<br />
overdwars wil gaan berijden. U<br />
dient het volgende in overweging te<br />
nemen:<br />
• Een helling waarop zowel recht<br />
naar boven of beneden kan worden<br />
gereden, kan te steil zijn om<br />
er overdwars op te rijden. Wanneer<br />
u op een helling recht naar<br />
boven of naar beneden rijdt, zal<br />
de lengte van de wielbasis (de<br />
afstand tussen de voor- en achterwielen)<br />
de kans verminderen<br />
dat de auto over de lengteas<br />
over de kop slaat.<br />
Wanneer u echter in dwarsrichting<br />
op een helling rijdt, kan de<br />
auto kantelen door de geringere<br />
spoorbreedte (de afstand tussen<br />
de linker en rechter wielen).<br />
Bovendien worden de wielen<br />
aan de lage kant het zwaarst<br />
belast. Hierdoor kan het voertuig<br />
naar beneden glijden of over de<br />
kop slaan.<br />
• Grondtoestanden kunnen een<br />
probleem zijn wanneer u overdwars<br />
op een helling rijdt. Los<br />
grind, modderpoelen of zelfs nat<br />
gras kunnen er de oorzaak van<br />
zijn dat u naar beneden glijdt.<br />
Indien de auto zijwaarts wegslipt,<br />
bestaat de kans dat het iets<br />
raakt (een steen, een wagenspoor,<br />
enz.) en daardoor kantelt.<br />
• Verborgen obstakels kunnen de<br />
steilheid van de helling zelfs verergeren.<br />
Wanneer u overdwars op<br />
een helling rijdt en een steen met<br />
de bovenste wielen raakt, of wanneer<br />
de laagste wielen in een geul<br />
of gat terechtkomen kan uw auto<br />
zelfs sneller kantelen.<br />
U dient dus zorgvuldig te overwegen<br />
of het verstandig is om overdwars op<br />
een helling te rijden. Wanneer een<br />
pad overdwars over een helling loopt,<br />
hoeft dit niet te betekenen dat u dit<br />
pad moet kiezen. De laatste auto die<br />
op dit pad reed, kan over de kop<br />
geslagen zijn.<br />
WAARSCHUWING<br />
Overdwars op een te steile<br />
helling rijden, zal het over de kop<br />
slaan van uw auto tot gevolg<br />
hebben. U kunt ernstig gewond<br />
raken of zelfs gedood worden.<br />
Wanneer u twijfelt over de steilheid<br />
van de helling, rijd deze<br />
helling dan niet overdwars. Zoek<br />
in plaats daarvan een andere<br />
route.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
265 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 266 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Uitstappen aan de dalzijde (laagste<br />
punt) van een auto die overdwars<br />
op een helling tot stilstand<br />
is gekomen, is gevaarlijk.<br />
Wanneer de auto kantelt, zou u<br />
bekneld kunnen raken of zelfs<br />
gedood kunnen worden. Stap<br />
altijd aan de bergzijde (hoogste<br />
punt) van de auto uit en blijf uit<br />
de buurt van het kanteltraject.<br />
Rijden in modder, zand,<br />
sneeuw of ijs<br />
Wanneer u in modder, sneeuw, ijs of<br />
zand rijdt, hebben uw wielen geen<br />
tractie. U kunt niet zo snel accelereren,<br />
het maken van bochten is moeilijker<br />
en u heeft een langere<br />
remweg.<br />
Het verdient aanbeveling om in<br />
modder een lage versnelling te<br />
kiezen - hoe dieper de modder, hoe<br />
lager de versnelling. In erg diepe<br />
modder moet u uw auto in beweging<br />
houden, zodat u niet vast komt<br />
te zitten.<br />
Wanneer u op zand rijdt, zult u een<br />
verandering in de wieltractie waarnemen.<br />
Dit is echter afhankelijk van<br />
de mulheid van het zand. In mul<br />
zand (op het strand of in de duinen)<br />
hebben de wielen de neiging in het<br />
zand weg te zakken. Dit heeft<br />
invloed op de besturing, de acceleratie<br />
en de remweg.<br />
Rijd met aangepaste snelheid.<br />
Voorkom indien mogelijk scherpe<br />
bochten of plotselinge manoeuvres.<br />
Harde sneeuw en ijs veroorzaken de<br />
slechtste tractie. Op deze oppervlakken<br />
is het gemakkelijk om de<br />
controle over de auto te verliezen.<br />
Op nat ijs bijvoorbeeld, is de tractie<br />
zo slecht dat u zelfs problemen heeft<br />
om weg te rijden. En wanneer u<br />
toch in beweging komt, zullen de<br />
slechte controle over de besturing<br />
en de moeilijkheden bij het remmen<br />
tot gevolg kunnen hebben dat u<br />
door het glijden de controle over de<br />
auto verliest.<br />
. . . 266
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 267 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
WAARSCHUWING<br />
Het rijden op bevroren meren,<br />
vijvers of rivieren kan gevaarlijk<br />
zijn. Onderwaterbronnen, stromingen<br />
onder het ijs of plotselinge<br />
dooiaanvallen kunnen het ijs<br />
verzwakken. Uw auto kan door<br />
het ijs zakken en u en uw passagiers<br />
kunnen verdrinken. Rijd<br />
met uw auto alleen op veilige<br />
oppervlakken.<br />
Rijden in water<br />
Zware regenval kan plotselinge<br />
overstromingen veroorzaken en dan<br />
moet u extra goed opletten.<br />
Controleer eerst hoe diep het water<br />
is, voordat u er doorheen rijdt.<br />
Wanneer het water zo diep is dat uw<br />
wieldoppen, assen of uitlaatpijp<br />
worden bedekt, moet u hier niet<br />
doorheen rijden. Ook kan water dat<br />
zo diep is, uw as en andere onderdelen<br />
van uw auto beschadigen.<br />
Wanneer het water niet te diep is,<br />
rijd er dan langzaam doorheen. Met<br />
hoge snelheden zal het water op uw<br />
ontstekingssysteem spatten zodat<br />
de motor kan afslaan. Het afslaan<br />
van de motor kan ook optreden,<br />
wanneer de uitlaatpijp onder water<br />
komt. Zolang uw uitlaatpijp zich<br />
onder water bevindt, zal u niet in<br />
staat zijn de motor te starten.<br />
Wanneer u door water rijdt, denk er<br />
dan aan dat de remmen nat worden<br />
en dat daardoor uw remweg langer<br />
wordt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het rijden door snelstromend<br />
water kan gevaarlijk zijn. Diep<br />
water kan uw voertuig met de<br />
stroom meesleuren en u en uw<br />
passagiers kunnen verdrinken.<br />
Wanneer het slechts ondiep<br />
water is, kan het nog altijd de<br />
grond onder uw wielen vandaan<br />
spoelen en u kunt de grip verliezen<br />
en het voertuig kan kantelen.<br />
Rijd niet door stromend water.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
267 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 268 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
■ PARKEREN<br />
WAARSCHUWING<br />
Als u het voertuig niet correct<br />
parkeert, kan het gaan rollen. Als<br />
u de motor aanlaat, kan het snel<br />
gaan. U of andere personen<br />
kunnen gewond raken. Volg de<br />
stappen hieronder om er zeker<br />
van te zijn dat het voertuig niet<br />
meer beweegt.<br />
1. Druk het rempedaal in en houd<br />
in ingedrukte stand.<br />
2. Druk de knop op de versnellingspook<br />
in terwijl u de versnellingspook<br />
helemaal in de<br />
parkeerstand zet.<br />
3. De parkeerrem wordt in werking<br />
gesteld door het rempedaal<br />
met uw rechter voet<br />
ingedrukt te houden en vervolgens<br />
het parkeerrempedaal met<br />
uw linker voet in te drukken.<br />
4. Zet het contact af.<br />
5. Verwijder de sleutel uit het<br />
contactslot.<br />
Als u de sleutel kunt verwijderen,<br />
dan staat de versnellingshendel<br />
in P (parkeren).<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer<br />
informatie:<br />
- Uit de stand P (parkeren)<br />
schakelen<br />
Wanneer het bestuurdersportier<br />
wordt geopend terwijl de sleutel<br />
zich in het contact bevindt,<br />
klinkt er een gongsignaal om u<br />
eraan te herinneren de sleutel<br />
uit het contact te nemen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Stap niet uit terwijl de motor nog<br />
draait.<br />
Torsievergrendeling<br />
Wanneer u uw voertuig op een<br />
helling parkeert, moet u eerst de<br />
parkeerrem bedienen voordat u de<br />
keuzehendel in stand P (parkeren)<br />
plaatst. Anders zal te veel druk<br />
worden uitgeoefend op de parkeervergrendeling<br />
in de transmissie,<br />
waardoor de keuzehendel zich<br />
moeilijk uit stand P (parkeren) laat<br />
verwijderen. Schakel bij het wegrijden<br />
altijd eerst de keuzehendel uit<br />
stand P (parkeren) en zet eerst daarna<br />
de parkeerrem los.<br />
Als u niet uit P (parkeren) kunt schakelen,<br />
hebt u wellicht een andere<br />
auto nodig die u een stukje<br />
heuvelop trekt. Hierdoor wordt de<br />
druk op het parkeermechanisme in<br />
de transmissie verminderd, zodat u<br />
de keuzehendel uit P (parkeren)<br />
kunt schakelen.<br />
. . . 268
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 269 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Uit de stand P (parkeren)<br />
schakelen<br />
Uw auto is voorzien van een<br />
vergrendelingssysteem voor de<br />
keuzehendel van de automatische<br />
transmissie. Terwijl de motor draait,<br />
moet u het rempedaal volledig<br />
intrappen voordat u uit de stand P<br />
(parkeren) kan schakelen.<br />
Dit systeem is ontworpen om ervoor<br />
te zorgen dat de contactsleutel<br />
alleen kan worden verwijderd<br />
wanneer de versnellingshendel in P<br />
(parkeren) staat en de knop op de<br />
versnellingshendel is uitgeschakeld.<br />
Draai het contact naar ACC (accessoire)<br />
of OFF om ervoor te zorgen<br />
dat de rem blijft ingeschakeld.<br />
Druk de knop op de versnellingshendel<br />
in en probeer uit de<br />
stand P (parkeren) in de gewenste<br />
versnelling te schakelen.<br />
Wanneer u de versnellingshendel<br />
nog altijd niet uit de stand P (parkeren)<br />
kunt halen, volg dan de volgende<br />
stappen:<br />
1. Laat de knop op de versnellingshendel<br />
los.<br />
2. Houd het rempedaal ingedrukt<br />
tot het einde van stap 4.<br />
3. Druk nog een keer op de knop<br />
op de versnellingshendel.<br />
4. Probeer uit P (parkeren) en in<br />
de gewenste versnelling te<br />
schakelen.<br />
Wanneer u de versnellingshendel<br />
niet uit de stand P (parkeren) kunt<br />
halen, breng uw voertuig dan zo<br />
snel mogelijk naar de garage voor<br />
onderhoud.<br />
Het vergrendelingssysteem voor de<br />
versnellingshendel kan mogelijk niet<br />
werken wanneer de accu leeg of<br />
bijna leeg is.<br />
Wanneer de accu leeg is, kunt u het<br />
voertuig starten met een hulpaccu.<br />
Raadpleeg "Starten met een hulpaccu"<br />
in hoofdstuk 5.<br />
Ultrasoon hulpsysteem voor<br />
achteruitparkeren<br />
U kunt het display voor het systeem<br />
bekijken via de achteruitkijkspiegel.<br />
Zie "Ultrasoon parkeerhulpsysteem"<br />
in hoofdstuk 1 voor informatie over<br />
dit systeem.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
269 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 270 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
■ TRACTIE<br />
Er zijn drie hoofdsystemen voor het<br />
bedienen van de auto: stuurinrichting,<br />
remmen en gasmechanisme.<br />
Om het voertuig onder controle te<br />
houden, mag bij geen van deze<br />
systemen de limiet worden<br />
overschreden.<br />
Tractieregelsysteem<br />
Op een glad wegdek beperkt dit<br />
systeem het doordraaien van de<br />
wielen.<br />
Raadpleeg hoofdstuk 1 voor aanvullende<br />
informatie over het<br />
tractieregelsysteem.<br />
Stabilitrak ® -systeem<br />
Dit systeem helpt bij het behoud<br />
van de richtingscontrole onder gladde<br />
wegomstandigheden.<br />
Zie onder "Stabilitrak-systeem" in<br />
hoofdstuk 1 voor informatie over<br />
het Stabilitrak-systeem.<br />
■ STUURINRICHTING<br />
Stuurbekrachtiging<br />
Wanneer de bekrachtiging wegvalt<br />
doordat de motor afslaat of het<br />
systeem niet goed functioneert, kan<br />
de auto nog wel worden bestuurd<br />
maar is hiervoor aanzienlijk meer<br />
kracht nodig.<br />
Snelheidsafhankelijke<br />
stuurbekrachtiging<br />
Dit systeem zorgt ervoor dat de<br />
mate van bekrachtiging wordt<br />
aangepast aan de rijsnelheid. Naarmate<br />
de snelheid toeneemt is meer<br />
kracht voor het sturen vereist.<br />
Wanneer uw auto moeilijker<br />
bestuurbaar is dan normaal tijdens<br />
parkeren of langzaam rijden, kan er<br />
een probleem zijn met het systeem.<br />
U beschikt nog wel over stuurbekrachtiging<br />
maar het kost wel veel<br />
meer inspanning bij lage snelheden.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
■ REMMEN<br />
Wanneer de motor tijdens het rijden<br />
afslaat, kunt u de auto normaal tot<br />
stilstand brengen, maar pomp de<br />
remmen niet. Als de motor afslaat, is<br />
er nog voldoende rembekrachtiging<br />
aanwezig, maar de bekrachtiging<br />
vermindert tijdens het remmen.<br />
Remblokslijtageindicators<br />
Uw voertuig heeft voor en achter<br />
schijfremmen.<br />
De schijfremmen hebben ingebouwde<br />
slijtage-indicators, die een<br />
hoogtonig waarschuwingssignaal<br />
laten horen indien de remblokken<br />
versleten zijn en moeten worden<br />
vernieuwd.<br />
Het geluid kan onder het rijden wel<br />
of niet continu hoorbaar zijn.<br />
. . . 270
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 271 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
In sommige omstandigheden of in<br />
bepaalde klimaten kunnen de schijfremmen<br />
piepen wanneer ze voor de<br />
eerste keer of lichtjes worden ingedrukt.<br />
Dit duidt niet op een<br />
probleem met de remmen.<br />
Remvoeringen moeten altijd<br />
worden vervangen als complete<br />
assets.<br />
WAARSCHUWING<br />
Dit waarschuwingssignaal geeft<br />
aan dat binnen afzienbare tijd uw<br />
remmen niet meer goed zullen<br />
functioneren. Dit zou tot een<br />
ongeval kunnen leiden. Breng<br />
het voertuig naar de garage voor<br />
onderhoud, zodra u het waarschuwingssignaal<br />
voor de<br />
remblokken hoort.<br />
Wanneer de wielmoeren niet met<br />
het juiste aanhaalmoment zijn vastgezet,<br />
kunnen trillingen ontstaan<br />
tijdens het remmen en kan de<br />
remschijf worden beschadigd. Om<br />
kostbare reparaties aan het remsysteem<br />
te voorkomen, moeten de<br />
wielmoeren gelijkmatig en in de<br />
juiste volgorde met het voorgeschreven<br />
aanhaalmoment worden<br />
vastgezet.<br />
Zie "Specificaties en inhouden" in<br />
hoofdstuk 4 voor het juiste aanhaalmoment<br />
van de wielmoeren.<br />
Remmen stellen<br />
Telkens wanneer het rempedaal<br />
wordt ingedrukt om te stoppen,<br />
wordt de speling die door slijtage<br />
ontstaat, automatisch opgeheven.<br />
Slag van het rempedaal<br />
Neem contact op met uw dealer als<br />
het rempedaal niet meer geheel<br />
omhoog komt of als de slag van het<br />
pedaal plotseling groter wordt. Dit<br />
kan duiden op een defect in het<br />
remsysteem.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
OPMERKING<br />
Door blijven rijden met versleten<br />
remblokken kan resulteren in<br />
dure reparaties aan de remmen.<br />
271 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 272 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Antiblokkeerremsysteem<br />
(ABS)<br />
Het antiblokkeerremsysteem (ABS)<br />
helpt de bestuurder om de auto<br />
onder controle te houden tijdens<br />
krachtig remmen op natte of gladde<br />
wegen. Het systeem regelt automatisch<br />
de remdruk tijdens het<br />
remmen.<br />
Terwijl u remt, ontvangt het systeem<br />
nieuwe informatie over wielsnelheid<br />
en regelt de remdruk bij elk wiel<br />
afzonderlijk om optimaal gebruik te<br />
maken van band- en<br />
wegomstandigheden.<br />
ABS treedt alleen in werking indien<br />
er tijdens het remmen gevaar<br />
bestaat dat een of meer wielen<br />
zullen blokkeren. U behoeft niet<br />
pompend te remmen. Druk het<br />
rempedaal normaal in. U kunt het<br />
voelen of horen pulseren, maar dat<br />
is normaal.<br />
Raadpleeg voor meer informatie het<br />
gedeelte "Controlelamp ABS" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
Rembekrachtiging<br />
Uw voertuig is voorzien van rembekrachtiging.<br />
Wanneer u hard moet<br />
remmen, gebruikt het stabiliteitssysteem<br />
de hydraulische remregelmodule<br />
voor extra remkracht op de<br />
wielen totdat het ABS-systeem<br />
wordt geactiveerd.<br />
Houd het rempedaal gewoon ingetrapt.<br />
Soms kunt u het voelen of<br />
horen pulseren, maar dat is<br />
normaal.<br />
De remmen werken weer normaal<br />
zodra het rempedaal wordt losgelaten<br />
of de druk op het rempedaal<br />
snel afneemt.<br />
Parkeerrem<br />
Het parkeerrempedaal bevindt zich<br />
links van de linker voet van de<br />
bestuurder.<br />
De parkeerrem wordt in werking<br />
gesteld door het rempedaal met uw<br />
rechter voet ingedrukt te houden en<br />
vervolgens het parkeerrempedaal<br />
met uw linker voet in te drukken.<br />
Wanneer het contact ingeschakeld<br />
is, moet het waarschuwingslampje<br />
van het remsysteem gaan branden.<br />
Raadpleeg tevens de rubriek<br />
"Controlelamp remsysteem" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
. . . 272
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 273 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Indien u begint te rijden wanneer de<br />
parkeerrem nog in werking is, dan<br />
zal een waarschuwingssignaal uw<br />
aandacht hierop vestigen.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer een voertuig met een<br />
automatische transmissie op een<br />
helling wordt geparkeerd, moet<br />
eerst de parkeerrem worden<br />
bediend voordat de keuzehendel in<br />
stand P (parkeren) wordt geplaatst.<br />
Raadpleeg "Parkeren op hellingen"<br />
onder "Trekken van een aanhanger"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />
gegevens.<br />
Rijd niet met aangetrokken<br />
parkeerrem.<br />
Het rijden met aangetrokken<br />
parkeerrem kan oververhitting<br />
van de remmen veroorzaken. De<br />
remmen of andere delen van de<br />
auto kunnen dan worden<br />
beschadigd.<br />
Controleer of de controlelamp<br />
van het remsysteem niet brandt.<br />
Druk, om de rem te ontgrendelen,<br />
het rempedaal met uw rechtervoet<br />
in en trek aan de parkeerremhendel<br />
op het instrumentenpaneel bij het<br />
bestuurdersportier.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
273 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 274 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
■ WIELOPHANGING<br />
De wielophanging in uw voertuig is<br />
er op gericht om het voertuig horizontaal<br />
te houden en een gelijkmatige,<br />
gecontroleerde rit te<br />
verschaffen.<br />
Automatische niveauregeling<br />
(indien van toepassing)<br />
Dit systeem dient om de achterkant<br />
van uw voertuig horizontaal te<br />
houden wanneer de druk van de<br />
lading verandert.<br />
Dit systeem werkt geheel<br />
automatisch.<br />
Automatische stabilisatieregeling<br />
(indien van<br />
toepassing)<br />
Dit systeem past de schokdemping<br />
aan uw rijstijl, de rijsnelheid en het<br />
wegdek aan.<br />
Als het systeem waarneemt dat er<br />
een probleem met de stabilisatieregeling<br />
is, dan wordt bericht SERVI-<br />
CE SUSPENSION SYS (onderhoud<br />
wielophanging) op het display van<br />
het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder weergegeven. Neem<br />
contact op met uw dealer voor<br />
onderhoud.<br />
■ SNELHEIDSBEGRENZER<br />
Begrenzer motortoerental<br />
De brandstoftoevoer naar de motor<br />
wordt beperkt zodra het toerental te<br />
hoog is.<br />
De bediening van het gas en de<br />
brandstoftoevoer werken weer<br />
normaal als het motortoerental is<br />
gedaald.<br />
. . . 274
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 275 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
■ VOERTUIG BELADEN<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij een noodstop, een botsing of<br />
een plotselinge ruk aan het stuur<br />
kunnen losse voorwerpen in het<br />
interieur in beweging komen en<br />
zo inzittenden letsel toebrengen.<br />
Berg losse voorwerpen op in de<br />
bagageruimte en verdeel het<br />
gewicht gelijkmatig. Stapel<br />
bagage nooit op tot boven de<br />
rugleuningen. Laat geen losse<br />
kinderzitjes achter in de auto.<br />
Tracht losse voorwerpen in de<br />
auto vast te zetten. Laat de<br />
rugleuning van een stoel niet<br />
neergeklapt tenzij dit noodzakelijk<br />
is.<br />
Het is belangrijk dat u weet hoeveel<br />
gewicht uw auto kan dragen.<br />
Dit gewicht wordt het laadvermogen<br />
(Vehicle Capacity Weight)<br />
genoemd.<br />
Dit is inclusief het gewicht van alle<br />
inzittenden, bagage en alle optionele<br />
accessoires.<br />
Zie "Informatieplaatje voor banden"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
WAARSCHUWING<br />
Belaadt de auto niet zwaarder<br />
dan is aangegeven bij Gross Vehicle<br />
Weight Rating (Maximaal<br />
Toelaatbaar Totaalgewicht) of bij<br />
Gross Axle Weight Rating (Maximaal<br />
Toelaatbare Asbelasting).<br />
Door te zware belasting kan<br />
breuk optreden in sommige<br />
onderdelen en wordt slechte<br />
invloed uitgeoefend op de<br />
wegligging. Door te zwaar te<br />
beladen kunt u de macht over<br />
het stuur verliezen, met mogelijk<br />
letsel tot gevolg. Ook kan de<br />
levensduur van de auto worden<br />
bekort.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
275 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 276 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
TIRE<br />
FRONT<br />
REAR<br />
SPARE<br />
TIRE AND LOADING INFORMATION<br />
SEATING CAPACITY TOTAL FRONT REAR<br />
The combined weight of occupants and cargo should never exceed XXX kg or XXX lbs.<br />
ORIGINAL SIZE<br />
COLD TIRE PRESSURE<br />
SEE OWNER’S<br />
MANUAL FOR<br />
ADDITIONAL<br />
INFORMATION<br />
Informatieplaatje voor banden<br />
en belasting<br />
Het bandenplaatje bevindt zich op<br />
het frame van het portier linksvoor,<br />
net onder het<br />
portierslotmechanisme.<br />
Op dit plaatje vindt u de gegevens<br />
over de juiste bandenmaat en de<br />
aanbevolen bandenspanning voor<br />
uw auto.<br />
Raadpleeg "Banden" in hoofdstuk 4<br />
voor meer informatie.<br />
Het vermeldt ook het maximum<br />
aantal inzittenden en het laadvermogen<br />
(Vehicle Capacity Weight)<br />
van de auto.<br />
Overschrijd het laadvermogen van<br />
uw voertuig niet.<br />
Zie "Identificatieplaatje" voor meer<br />
informatie.<br />
Identificatieplaatje<br />
Op deze sticker op de middelste stijl<br />
boven de onderbrekerarm aan de<br />
linkerzijde van het voertuig staat het<br />
maximaal toelaatbare totaalgewicht<br />
(GVWR).<br />
Het GVWR is het maximaal toelaatbare<br />
gewicht van de auto in beladen<br />
toestand. Hierbij is inbegrepen het<br />
gewicht van de auto, alle inzittenden,<br />
de brandstof en de bagage<br />
plus het gewicht op de trekhaak als<br />
u een aanhanger trekt.<br />
. . . 276
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 277 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Maximaal toegestane voor- en<br />
achterasbelasting<br />
Op de sticker worden verder het<br />
maximale gewicht op de vooras (de<br />
maximaal toelaatbare asbelasting<br />
voor) en het maximale gewicht op<br />
de achteras (de maximaal toelaatbare<br />
asbelasting achter) vermeld.<br />
Het gewicht van de te vervoeren<br />
lading moet gelijkmatig worden<br />
verdeeld over de voor- en achteras.<br />
Als u twijfelt aan de gewichten aan<br />
de voorkant en achterkant van uw<br />
auto of het totaalgewicht, dan kan u<br />
de auto laten wegen op een weegbrug.<br />
Uw dealer kan u hierbij<br />
behulpzaam zijn.<br />
Overschrijd het maximaal toelaatbaar<br />
totaalgewicht of de maximaal<br />
toelaatbare asbelasting van het<br />
voertuig niet.<br />
■ TREKKEN VAN EEN<br />
AANHANGER<br />
WAARSCHUWING<br />
Als u niet het juiste materieel<br />
gebruikt en op de juiste wijze<br />
rijdt, kunt u de macht over de<br />
auto verliezen wanneer u een<br />
aanhanger achter uw auto trekt.<br />
U kunt bij een ernstig ongeluk<br />
betrokken raken.<br />
Als bijvoorbeeld de aanhanger te<br />
zwaar is, kunnen de remmen niet<br />
goed of in het geheel niet<br />
werken.<br />
Hierdoor kunnen u en uw passagiers<br />
ernstig gewond raken.<br />
OPMERKING<br />
Het niet juist trekken van een<br />
aanhanger kan uw auto beschadigen<br />
en dure reparaties tot<br />
gevolg hebben die niet gedekt<br />
worden door de garantie. Volg<br />
het onderstaande advies om uw<br />
aanhanger op juiste wijze te<br />
trekken.<br />
Vraag uw dealer wat het maximaal<br />
toelaatbare aanhangergewicht<br />
voor uw voertuig is.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
277 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 278 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer het achterste raam of<br />
de achterklep onder het rijden<br />
met een aanhanger open staat,<br />
kan er koolmonoxide (CO) in het<br />
interieur binnendringen. CO is<br />
reukloos en niet zichtbaar. CO<br />
kan bewusteloosheid veroorzaken<br />
en fatale gevolgen hebben.<br />
Voor de maximale veiligheid<br />
tijdens het trekken van een<br />
aanhanger:<br />
• Laat uw uitlaatsysteem controleren<br />
op lekken en voer de<br />
benodigde reparaties uit voordat<br />
u aan uw reis begint.<br />
• Rij nooit met de achterklep of<br />
de achterste ramen open.<br />
WAARSCHUWING<br />
• Zet de ventilator op de hoogste<br />
snelheid met een van de instellingen<br />
die buitenlucht naar binnen<br />
voert. Zo komt er<br />
buitenlucht in uw voertuig.<br />
• Controleer of de luchtroosters<br />
op of onder het instrumentenpaneel<br />
volledig open staan.<br />
OPMERKING<br />
Maak geen scherpe bochten<br />
terwijl u een aanhanger sleept<br />
omdat de aanhanger dan uw<br />
voertuig kan raken.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer u een aanhanger<br />
sleept, kan de vloer van het voertuig<br />
erg warm worden. Leg dus<br />
geen voorwerpen op de vloer<br />
van het voertuig die niet tegen<br />
hoge omgevingstemperaturen<br />
kunnen.<br />
. . . 278
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 279 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Het maximum totaalgewicht van<br />
een geladen aanhanger hangt af<br />
van het doel van de aanhanger en<br />
van de speciale aanhangeruitrusting.<br />
Uw dealer verstrekt u gaarne<br />
de gegevens over het aanhangergewicht,<br />
speciale uitrusting die is<br />
vereist en leverbare opties.<br />
Sleepuitrusting dient alleen door uw<br />
dealer te worden aangebracht. Uw<br />
dealer heeft de juiste specificaties<br />
voor het installeren en is op de<br />
hoogte van wijzigingen aan de auto<br />
die vereist kunnen zijn.<br />
Hier volgen enkele belangrijke gegevens<br />
voor het rijden met een<br />
aanhanger:<br />
• De maximaal toelaatbare<br />
asbelastingen en het maximaal<br />
toelaatbare totaalgewicht<br />
(GVWR) mogen nooit worden<br />
overschreden.<br />
Het disselgewicht van een aanhanger<br />
moet worden opgeteld<br />
bij het totale gewicht van de<br />
auto.<br />
Zie "Voertuig beladen" eerder in<br />
dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
• Het maximum toegestane aanhangergewicht<br />
hangt ook af van<br />
het gewicht van uw auto in beladen<br />
toestand.<br />
De maximum nuttige last die uw<br />
auto kan vervoeren is het maximum<br />
laadgewicht, inclusief het<br />
gewicht van alle inzittenden.<br />
Het maximaal toelaatbaar treingewicht<br />
is het maximum toelaatbare<br />
totaalgewicht van de auto<br />
en de aanhanger in beladen toestand.<br />
Vergeet niet het gewicht<br />
van de personen in het interieur<br />
van de auto.<br />
Het totaal gewicht van de auto<br />
en het aanhangergewicht<br />
mogen niet groter zijn dan het<br />
maximaal toelaatbaar<br />
treingewicht.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
279 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 280 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
• Wanneer u een aanhanger<br />
sleept, houd dan rekening met<br />
de wettelijke snelheidslimiet, de<br />
snelheid van het verkeer om u<br />
heen en de<br />
weersomstandigheden.<br />
Rijd niet harder dan 90 km/u om<br />
voortijdige slijtage aan de voertuigonderdelen<br />
te voorkomen.<br />
• Met uw nieuwe auto mag gedurende<br />
de eerste 800 km helemaal<br />
geen aanhanger worden<br />
getrokken. De motor, assen en<br />
andere onderdelen kunnen dan<br />
worden beschadigd.<br />
• Gedurende de eerste 800 km dat<br />
u met een aanhanger rijdt, mag<br />
u niet sneller dan 80 km/u rijden<br />
en niet met volgas wegrijden.<br />
• Schakel naar een lagere versnelling<br />
als de transmissie te vaak<br />
schakelt onder zware belastingen<br />
en/of op heuvelachtig<br />
terrein.<br />
Gebruik de sleep-/trekfunctie om<br />
een zware lading efficiënter te<br />
slepen/trekken.<br />
Zie "Sleep-/trekfunctie" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie.<br />
• Controleer of de banden van uw<br />
auto in koude toestand de voorgeschreven<br />
spanning hebben.<br />
Zie het bandenplaatje voor de<br />
bandenspanningsspecificaties<br />
van uw auto.<br />
Zie ook "Voertuig beladen" eerder<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
. . . 280
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 281 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
• Parkeer een auto met aangekoppelde<br />
aanhanger niet op een<br />
helling. Indien dit echter beslist<br />
nodig is dan moet iemand u helpen<br />
om blokken tegen de aanhangerwielen<br />
te plaatsen.<br />
Raadpleeg "Parkeren op hellingen"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer gegevens.<br />
• Uw voertuig kan tekenen van<br />
oververhitting vertonen wanneer<br />
u uw motor meteen uitschakelt<br />
nadat u uw voertuig op grote<br />
hoogte op steile hellingen<br />
omhoog heeft laten slepen.<br />
Rem waar mogelijk op een<br />
vlakke ondergrond. Schakel de<br />
handrem goed in. Schakel de<br />
automatische transmissie naar P<br />
(parkeren).<br />
Laat de motor enkele minuten<br />
stationair draaien en schakel<br />
daarna pas de motor uit.<br />
Wanneer u een waarschuwing<br />
voor oververhitting krijgt, zie<br />
dan "Oververhitting van de<br />
motor" in hoofdstuk 5 voor<br />
aanwijzingen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Aanhangers met een gewicht<br />
van meer dan 450 beladen<br />
toestand moeten zijn voorzien<br />
van deugdelijke remmen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
281 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 282 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Sleep-/trekfunctie<br />
Gebruik deze functie wanneer u rijdt<br />
met een zware aanhanger. Het<br />
systeem draagt bij tot het minder<br />
vaak behoeven te schakelen of meer<br />
of minder gas te geven terwijl<br />
hetzelfde schakelgevoel aanwezig is<br />
als wanneer de auto niet is belast.<br />
U kan deze functie inschakelen door<br />
op de toets voor de sleep-/trekfunctie<br />
midden op het instrumentenpaneel,<br />
onder het klimaatregelpaneel,<br />
te drukken. Het waarschuwingslampje<br />
voor de sleep-/trekfunctie<br />
gaat branden.<br />
Wanneer u op de toets drukt,<br />
worden afremmen op hellingen en<br />
de sleep-/trekfunctie samen in- en<br />
uitgeschakeld. Ze kunnen niet apart<br />
worden in- en uitgeschakeld.<br />
Zie de volgende informatie:<br />
• Automatische transmissie<br />
- Afremmen op hellingen<br />
De functie kan worden uitgeschakeld<br />
door de knop opnieuw in te<br />
drukken, of door de motor af te<br />
zetten. Elke keer dat het starten van<br />
de motor plaatsvindt, wordt het<br />
systeem automatisch uitgeschakeld.<br />
De sleep-/trekfunctie werkt op de<br />
meest doeltreffende wijze wanneer<br />
het gecombineerde gewicht van de<br />
auto en de aanhanger tenminste<br />
75% bedraagt van het maximaal<br />
toelaatbare gecombineerde<br />
gewicht.<br />
De sleep-/trekfunctie is vooral nuttig<br />
wanneer u onder de volgende<br />
omstandigheden een zware<br />
aanhanger of lading trekt:<br />
• rijden in heuvelachtige gebieden<br />
• langzaam rijden in druk verkeer<br />
of steeds stoppen en wegrijden<br />
• wanneer u meer controle bij een<br />
lage snelheid op drukke parkeerplaatsen<br />
nodig heeft<br />
Als u met de auto rijdt en de sleep-/<br />
trekfunctie is ingeschakeld maar<br />
geen aanhanger wordt getrokken of<br />
wanneer de auto licht beladen is,<br />
zult u mogelijk meer brandstof<br />
verbruiken en kan de werking van<br />
motor en transmissie minder soepel<br />
zijn.<br />
Kies de sleep-/trekfunctie alleen<br />
wanneer een aanhanger wordt<br />
gesleept of het vervoeren van grote<br />
en zware lasten nodig is.<br />
. . . 282
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 283 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Trekhaak<br />
Veiligheidskettingen<br />
Aanhangerremmen<br />
Het is van groot belang dat het juiste<br />
type trekuitrusting wordt gebruikt.<br />
Zijwind en slechte wegen zijn<br />
slechts enkele redenen hiervoor.<br />
Hierna volgen enkele tips:<br />
• De achterbumper van uw voertuig<br />
is niet bedoeld voor trekhaken.<br />
Bevestig geen tijdelijke<br />
trekhaken of andere sleepuitrusting<br />
van het bumper-type aan<br />
de bumper. Monteer uitsluitend<br />
trekhaken die aan het onderstel<br />
worden bevestigd.<br />
• Als u gaten in de carrosserie<br />
moet boren om een trekhaak te<br />
monteren, moeten deze na het<br />
monteren goed worden afgedicht.<br />
Anders kunnen vuil, water<br />
en zelfs het dodelijke koolmonoxide<br />
in uw voertuig<br />
binnendringen.<br />
Breng altijd veiligheidskettingen aan<br />
tussen de auto en de aanhanger.<br />
Kruis de kettingen onder de aanhangerkoppeling,<br />
zodat wanneer de<br />
aanhangerkoppeling mocht losraken<br />
van de trekhaak, de koppeling<br />
niet in contact kan komen met het<br />
wegdek. Instructies over veiligheidskettingen<br />
worden verstrekt door de<br />
fabrikant van de trekhaak of van de<br />
aanhanger.<br />
Volg tijdens het bevestigen van de<br />
veiligheidskettingen de aanwijzingen<br />
op van de fabrikant.<br />
Bevestig geen veiligheidskettingen<br />
aan de bumper.<br />
Trek de kettingen niet strak, anders<br />
is het niet mogelijk met uw aanhanger<br />
door bochten te rijden. De<br />
kettingen mogen nooit de grond<br />
kunnen raken.<br />
Aanhangers met een gewicht van<br />
meer dan 450 beladen toestand<br />
moeten zijn voorzien van deugdelijke<br />
remmen.<br />
Omdat uw voertuig is uitgerust met<br />
het Stabilitrak-systeem, kunt u niets<br />
aansluiten op het hydraulische<br />
remsysteem van het voertuig.<br />
Anders werken wellicht beide systemen<br />
niet goed. De remmen kunnen<br />
dan zelfs weigeren.<br />
Lees alle aanwijzingen die bij het<br />
aanhangerremmen worden geleverd<br />
en volg deze op.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
283 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 284 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Richtingaanwijzers<br />
aanhanger<br />
Wanneer een aanhanger wordt<br />
gesleept dan zullen de pijlen op het<br />
instrumentenpaneel knipperen<br />
wanneer de richtingaanwijzers in<br />
werking zijn, en dit vindt ook plaats<br />
indien de gloeilampen van de<br />
aanhanger defect zijn. U kan denken<br />
dat achter u rijdende weggebruikers<br />
uw richtingaanwijzersignalen<br />
kunnen zien, hoewel dat niet het<br />
geval is. Het is belangrijk om nu en<br />
dan te controleren of de gloeilampen<br />
van de aanhanger goed<br />
werken.<br />
Parkeren op hellingen<br />
WAARSCHUWING<br />
Voorkom het parkeren op een<br />
helling wanneer de auto een<br />
aanhanger trekt. Als er iets mis<br />
gaat, zou de combinatie in beweging<br />
kunnen komen. Mensen in<br />
de nabijheid kunnen zo letsel<br />
oplopen en zowel de auto als de<br />
aanhanger kunnen worden<br />
beschadigd.<br />
Parkeer een auto met aangekoppelde<br />
aanhanger niet op een helling.<br />
Wanneer het echter noodzakelijk is<br />
om op een helling te parkeren, let<br />
dan op het volgende:<br />
1. Druk het rempedaal in, maar<br />
kies nog niet de stand P<br />
(parkeren).<br />
2. Indien de auto in de afrijstand<br />
op de helling staat, draai de<br />
wielen dan in de richting van de<br />
trottoirband. Met de auto in de<br />
oprijstand dient u de wielen in<br />
de richting van het verkeer te<br />
draaien.<br />
3. Verzoek iemand om blokken<br />
tegen de aanhangerwielen te<br />
plaatsen.<br />
4. Wanneer de wielblokken zijn<br />
aangebracht moet u het rempedaal<br />
loslaten zodat de belasting<br />
door de wielblokken wordt<br />
opgenomen.<br />
. . . 284
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 285 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
5. Druk het rempedaal nogmaals<br />
in. Stel vervolgens de parkeerrem<br />
in werking en plaats de<br />
keuzehendel van de transmissie<br />
in de stand P (parkeren).<br />
6. Laat het rempedaal los.<br />
Wanneer u op een helling bent<br />
geparkeerd en gereed bent om weg<br />
te rijden, houd dan het rempedaal<br />
ingedrukt tijdens het starten van de<br />
motor, het inschakelen van een<br />
versnelling en het loszetten van de<br />
parkeerrem.<br />
Laat het rempedaal los.<br />
Rijd langzaam tot de aanhanger vrij<br />
is van de blokken.<br />
Breng de auto tot stilstand en vraag<br />
iemand om de wiggen op te rapen<br />
en op te bergen.<br />
Onderhoudswerkzaamheden<br />
bij het gebruik van een<br />
aanhanger<br />
Wanneer met een aanhanger wordt<br />
gereden moeten de onderhoudswerkzaamheden<br />
met kortere<br />
intervallen worden uitgevoerd.<br />
Raadpleeg het onderhoudsoverzicht<br />
voor meer informatie.<br />
Controleer regelmatig of alle<br />
moeren en bouten van de trekhaak<br />
goed aangedraaid zijn.<br />
■ RIJDEN MET RECREA-<br />
TIEVE VOERTUIGEN<br />
Als u besluit uw auto achter een<br />
andere auto te slepen om op uw<br />
bestemming te worden gebruikt,<br />
dan is het belangrijk gebruik te<br />
maken van de juiste sleepuitrusting.<br />
Let op alle aanwijzingen die met de<br />
sleepuitrusting worden geleverd.<br />
De meest gebruikelijke methoden<br />
voor het trekken van recreatieve<br />
voertuigen zijn:<br />
• Uw auto vervoeren met alle vier<br />
wielen op de grond<br />
• Uw auto vervoeren met twee<br />
wielen op de grond en twee wielen<br />
in een dolly<br />
• Uw voertuig op een auto-ambulance<br />
slepen, met alle vier de<br />
wielen van de grond<br />
–<br />
–<br />
–<br />
285 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 286 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
UW AUTO VERVOEREN MET ALLE<br />
VIER WIELEN OP DE GROND<br />
Uw auto is niet ontwikkeld om te<br />
worden gesleept met alle vier wielen<br />
op de grond.<br />
OPMERKING<br />
De componenten van de<br />
aandrijflijn zullen worden<br />
beschadigd wanneer het voertuig<br />
met alle vier wielen op de<br />
grond wordt gesleept.<br />
De reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
UW AUTO VERVOEREN MET<br />
TWEE WIELEN OP DE GROND EN<br />
TWEE WIELEN IN EEN DOLLY<br />
Auto's met allwheel-aandrijving<br />
Als uw auto is uitgerust met allwheel-aandrijving,<br />
kan deze alleen<br />
met alle vier wielen van de grond<br />
worden gesleept.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Uw voertuig op een auto-ambulance<br />
slepen<br />
Auto's met tweewielaandrijving<br />
Volg de onderstaande handelingen<br />
op:<br />
1. Monteer de dolly op het<br />
sleepvoertuig.<br />
Volg de instructies van de fabrikant<br />
op.<br />
2. Rijd de achterwielen op de<br />
dolly.<br />
3. Trek de parkeerrem stevig aan.<br />
4. Plaats de keuzehendel van de<br />
transmissie in de stand P<br />
(parkeren).<br />
. . . 286
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 287 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
5. Zet het voertuig vast op de<br />
sleep-dolly.<br />
Volg de instructies van de fabrikant<br />
op.<br />
6. Vergrendel de voorwielen in de<br />
stand recht vooruit. Gebruik<br />
een klem die is bedoeld voor<br />
slepen.<br />
7. Zet het contact af.<br />
UW VOERTUIG OP EEN AUTO-<br />
AMBULANCE SLEPEN<br />
Auto's met allwheel-aandrijving<br />
Als uw auto is uitgerust met allwheel-aandrijving,<br />
kan deze alleen<br />
met alle vier wielen van de grond<br />
worden gesleept.<br />
OPMERKING<br />
De onderdelen van de aandrijflijn<br />
zullen worden beschadigd<br />
wanneer het voertuig met de<br />
wielen op de grond wordt<br />
gesleept.<br />
Sleep een voertuig met vierwielaandrijving<br />
niet met de wielen op<br />
de grond.<br />
–<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de portieren vergrendeld<br />
zijn met het alarmsysteem,<br />
dan wordt het alarm geactiveerd<br />
als de auto tijdens het wegslepen<br />
schuin komt te staan.<br />
–<br />
–<br />
287 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 288 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 289 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
––––<br />
4<br />
Onderhou<br />
d en<br />
verz<br />
orging<br />
Onderhoudsrichtlijnen.......................................290<br />
Accessoires en aanpassingen.............................290<br />
Brandstof ............................................................291<br />
Brandstofverbruik en emissiegegevens ..............292<br />
Brandstof tanken................................................293<br />
Ontgrendeling van de motorkap ......................296<br />
Motorruimte.......................................................297<br />
Motorolie ...........................................................299<br />
Koelvloeistof.......................................................304<br />
Automatische transmissievloeistof......................307<br />
Smeermiddel voor de verdeelbak<br />
(Auto's met allwheel-aandrijving) .....................308<br />
Smeermiddel vooras ..........................................309<br />
Smeermiddel achteras .......................................310<br />
Stuurbekrachtigingsvloeistof..............................310<br />
Remvloeistof ......................................................311<br />
Ruitensproeiervloeistof.......................................313<br />
Accu...................................................................314<br />
Luchtfilter/filterelement .....................................315<br />
Luchtfilter voor passagiersruimte .......................316<br />
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen....318<br />
Hoofdstuk 4 - Onderhoud en verzorging<br />
Banden ............................................................... 320<br />
Op spanning brengen....................................... 321<br />
Bediening bij hogere snelheden........................ 322<br />
Controlesysteem bandenspanning .................. 323<br />
Inspecteren en verwisselen van de banden....... 328<br />
Banden vervangen ............................................ 329<br />
Sneeuwkettingen....................................................332<br />
Winterbanden ................................................... 332<br />
Wielsloten.......................................................... 333<br />
Reservewiel........................................................ 333<br />
Wielen................................................................. 333<br />
Uitlijning van de wielen en uitbalancering<br />
van banden...................................................... 333<br />
Wiel vervangen ................................................. 334<br />
Voertuig Identificatie Nummer ........................ 337<br />
Identificatieplaatje voor onderdelen................ 338<br />
Zekeringen en stroomonderbrekers ................ 338<br />
Zekeringenhouder in motorcompartiment ....... 341<br />
Zekeringenhouder achterbank linkerzijde ......... 344<br />
Zekeringenhouder achterbank rechterzijde ...... 346<br />
Gloeilampen vervangen.................................... 348<br />
Specificaties en inhouden ................................. 349<br />
Specificaties van de onderdelen........................ 349<br />
Inhouden (richtwaarden) .................................. 351<br />
Brandstofverbruik en emissiegegevens ........... 352<br />
3,6 l motor........................................................ 352<br />
4,6 l motor........................................................ 352<br />
Zorg voor de buitenkant................................... 353<br />
289 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 290 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ ONDERHOUDSRICHT-<br />
LIJNEN<br />
Afhankelijk van de klimatologische<br />
omstandigheden, de geografische<br />
positie, het terrein en de<br />
gebruiksomstandigheden, kunnen<br />
de voorgeschreven onderhoudsintervallen<br />
aanzienlijk<br />
verschillen. In het onderhoudsboekje<br />
zijn de voorgeschreven intervallen<br />
en de diverse<br />
onderhoudswerkzaamheden<br />
voor uw gebied opgenomen. Let<br />
erop dat de in het Nederlandstalig<br />
onderhoudsboekje genoemde<br />
onderhoudsintervallen worden<br />
opgevolgd en niet die uit de Engelstalige<br />
uitgave die in uw auto<br />
aanwezig kan zijn.<br />
. . . 290<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg ervoor dat alle materialen in<br />
overeenstemming met de milieubeschermende<br />
voorschriften<br />
worden verwerkt om het milieu<br />
en uw gezondheid te helpen<br />
beschermen.<br />
Sommige onderdelen kunnen<br />
niet worden gerecycled.<br />
■ ACCESSOIRES EN<br />
AANPASSINGEN<br />
Het toevoegen van accessoires aan<br />
uw voertuig kan de prestaties en<br />
veiligheid van uw voertuig<br />
beïnvloeden.<br />
Aanpassingen kunnen problemen of<br />
schade veroorzaken aan voertuigsystemen<br />
voor bijvoorbeeld airbags,<br />
remmen, stabiliteit, rij-eigenschappen,<br />
emissie, aërodynamica, duurzaamheid<br />
en elektronische<br />
systemen als ABS, tractieregeling en<br />
stabiliteitsregeling.<br />
Deze schade valt niet onder de<br />
garantie en kan invloed hebben op<br />
de resterende garantie voor de<br />
betreffende onderdelen.<br />
Wanneer er uitrusting aan de<br />
buitenzijde van het voertuig wordt<br />
toegevoegd, kan de mate van windruis<br />
toenemen. Bovendien kan dit<br />
invloed hebben op het brandstofverbruik<br />
en de prestaties van de<br />
ruitensproeier.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voordat u extra uitrusting toevoegt.
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 291 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
OPMERKING<br />
OPMERKING (vervolg)<br />
■ BRANDSTOF<br />
WAARSCHUWING<br />
Benzinedampen zijn zeer brandbaar.<br />
Vermijd vonken, open vuur<br />
en roken in de nabijheid van<br />
brandstof.<br />
Gebruik alleen schone brandstof.<br />
Verontreinigde benzine kan de<br />
levensduur van het brandstoftoevoersysteem<br />
en de motor<br />
bekorten.<br />
Tank geen brandstof met meer<br />
dan 10% ethanol voor uw<br />
voertuig.<br />
Brandstoffen met het octaanverhogende<br />
toevoegingsmiddel<br />
methylcyclopentadieenmangaan-tricarbonyl<br />
(MMT)<br />
worden niet aanbevolen.<br />
Uw voertuig is niet ontworpen<br />
voor brandstoffen die methanol<br />
bevatten. Methanol kan metalen<br />
delen in uw brandstofsysteem<br />
laten corroderen en tevens schade<br />
veroorzaken aan kunststof en<br />
rubberen onderdelen. Schade<br />
veroorzaakt door het gebruik van<br />
brandstoffen die methanol<br />
bevatten, wordt niet gedekt door<br />
de garantie.<br />
De motor van uw auto is uitsluitend<br />
geschikt voor ongelode benzine.<br />
Het gebruik van gelode benzine kan<br />
de prestaties van uw auto beïnvloeden<br />
alsmede de garantie van de<br />
auto.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
291 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 292 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Gebruik van de aanbevolen brandstof<br />
is een belangrijk onderdeel van<br />
het juiste onderhoud van uw auto.<br />
U moet brandstof van hoge kwaliteit<br />
gebruiken die voldoet aan het<br />
aanbevolen minimum<br />
octaangehalte.<br />
Gebruik voor de 3,6L V6-motor<br />
benzine met een octaangehalte van<br />
91 (researchmethode) of hoger.<br />
Gebruik voor de beste prestaties en<br />
als er een aanhanger achter het<br />
voertuig hangt benzine van gemiddelde<br />
of bovengemiddelde<br />
kwaliteit.<br />
Gebruik voor de 4,6L V8-motor<br />
benzine met een octaangehalte van<br />
95 (researchmethode) of hoger. Er<br />
kan ook een gemiddelde kwaliteit<br />
benzine met een octaangehalte van<br />
91 of hoger worden gebruikt, maar<br />
hierdoor kan het acceleratievermogen<br />
van het voertuig iets afnemen.<br />
Wanneer benzine met een lager<br />
octaangetal dan voorgeschreven<br />
wordt gebruikt, kan dit tot gevolg<br />
hebben dat de motor gaat pingelen.<br />
Voortdurend gebruik van dergelijke<br />
brandstof kan beschadiging van de<br />
motor veroorzaken terwijl dan ook<br />
de garantie vervalt.<br />
Wanneer er zich toch ernstig pingelen<br />
voordoet wanneer u wel de juiste<br />
benzine heeft getankt, moet de<br />
motor worden nagekeken. Korte<br />
momenten van pingelen tijdens het<br />
oprijden van een helling of bij acceleratie<br />
zijn acceptabel.<br />
Ga naar uw dealer voor informatie<br />
over het voorkomen van problemen<br />
met afzettingen om de brandstofverstuivers<br />
en inlaatkleppen schoon<br />
te houden.<br />
Brandstofverbruik en<br />
emissiegegevens<br />
Zie "Brandstofverbruik en emissiegegevens"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor informatie met betrekking tot<br />
brandstofverbruik en kooldioxideemissies.<br />
. . . 292
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 293 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Brandstof tanken<br />
De brandstofvuldop bevindt zich<br />
achter een scharnierende klep aan<br />
de rechterzijde van uw auto.<br />
Druk op het midden van de achterste<br />
rand van de brandstofvulopening<br />
om deze te openen.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een brandstofdop met vergrendeling,<br />
moet u de sleutel van de<br />
brandstofdop gebruiken om deze te<br />
ontgrendelen.<br />
Verwijder de vuldop door deze langzaam<br />
linksom te draaien. In de tankdop<br />
is een veer aanwezig. Indien de<br />
dop te snel wordt losgelaten, dan<br />
zal hij terugspringen naar rechts.<br />
Breng de vuldop weer aan door<br />
hem rechtsom te draaien. Voor het<br />
aanbrengen moet u de dop zover<br />
rechtsom draaien tot u een tikgeluid<br />
hoort.<br />
Als de brandstofdop niet goed is<br />
geplaatst, wordt de melding<br />
TIGHTEN GAS CAP (benzinedop<br />
controleren) op het display van het<br />
informatiecentrum voor de bestuurder<br />
weergegeven. Zie "Berichten<br />
van het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />
Zie tevens "Controlelamp voor voertuigstoring"<br />
onder "Waarschuwingslampen"<br />
in hoofdstuk 1 voor meer<br />
informatie.<br />
WAARSCHUWING<br />
Benzinedampen zijn zeer brandbaar.<br />
Vermijd vonken, open vuur<br />
en roken in de nabijheid van<br />
brandstof.<br />
Wanneer benzine over u heen<br />
spat en dit wordt vervolgens<br />
ontstoken, dan kunt u ernstig<br />
verbranden.<br />
Om verwonding van uzelf en<br />
andere te voorkomen, alle<br />
instructies op de brandstofpomp<br />
lezen en opvolgen.<br />
Zet de motor af voordat u brandstof<br />
tankt.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
293 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 294 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u de dop snel losdraait<br />
terwijl overdruk in de tank<br />
aanwezig is, kan er brandstof<br />
naar buiten spatten. Draai daarom<br />
de dop altijd eerst gedeeltelijk<br />
los om de druk te laten<br />
ontsnappen.<br />
OPMERKING<br />
Indien u een nieuwe dop nodig<br />
heeft, dient u er voor te zorgen<br />
dat het juiste type wordt<br />
gekocht. Een dop van een<br />
verkeerd type is misschien niet<br />
voorzien van de juiste ventilatieopening,<br />
hetgeen kan leiden tot<br />
beschadiging van het brandstofsysteem<br />
en het uitlaatsysteem.<br />
Uw dealer weet welke dop voor<br />
uw auto geschikt is.<br />
Wanneer de brandstofdop niet<br />
goed is bevestigd, kan er brandstof<br />
verdampen. Wanneer dit<br />
gebeurt, gaat het storingslampje<br />
branden.<br />
Zie "Storingslampje" onder<br />
"Controle- en waarschuwingslampjes"<br />
in hoofdstuk 1 voor<br />
meer informatie.<br />
WAARSCHUWING<br />
•Vul nooit een jerrycan met benzine<br />
terwijl deze zich in uw<br />
auto bevindt.<br />
• Benzine mag alleen worden<br />
afgetapt in goedgekeurde<br />
vaten.<br />
• Laat de brandstofpomp tijdens<br />
het tanken niet onbeheerd<br />
achter.<br />
• Houdt kinderen uit de buurt<br />
van de brandstofpomp.<br />
• Laat het mondstuk voor het<br />
vullen in aanraking komen met<br />
de binnenkant van de vulhals<br />
voordat het mondstuk wordt<br />
bediend.<br />
•Voer geen gesprekken met uw<br />
mobiele telefoon.<br />
• Rook niet tijdens het tanken<br />
van benzine.<br />
. . . 294
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 295 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
WAARSCHUWING<br />
Benzinedampen kunnen door<br />
statische elektriciteit ontsteken. U<br />
kunt hierdoor brandwonden<br />
oplopen en uw voertuig kan<br />
erdoor beschadigd raken.<br />
Wanneer u de tankdop wilt<br />
openen, raak dan eerst een metalen<br />
onderdeel van uw voertuig<br />
aan om de statische elektriciteit<br />
in uw lichaam te ontladen.<br />
Ga niet op uw stoel zitten tijdens<br />
het tanken. Wanneer u op uw<br />
stoel gaat zitten, kan uw lichaam<br />
zich weer opladen met statische<br />
elektriciteit.<br />
WAARSCHUWING<br />
Vul de tank slechts tot het vulpistool<br />
van de brandstofpomp automatisch<br />
afsluit, waardoor er<br />
ruimte overblijft voor het uitzetten<br />
van de brandstof in de brandstoftank<br />
(veroorzaakt door<br />
warmte van de motor).<br />
WAARSCHUWING<br />
Als er brand ontstaat terwijl u<br />
tankt, neem dan niet het<br />
vulmondstuk uit de tankopening.<br />
Stop de brandstofstroom door<br />
de pomp uit te zetten. Waarschuw<br />
het personeer van het<br />
benzinestation en verlaat onmiddellijk<br />
het gebied.<br />
Zorg dat u niet te veel brandstof in<br />
de brandstoftank giet. Vul de tank<br />
totdat het automatische mondstuk<br />
afslaat. Wacht een paar minuten<br />
voordat u het mondstuk verwijdert.<br />
OPMERKING<br />
Lek geen brandstof op externe<br />
delen van de auto. Hierdoor kan<br />
de lak beschadigd raken. Mocht<br />
u brandstof lekken, maak het dan<br />
zo snel mogelijk schoon.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
295 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 296 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ ONTGRENDELING VAN<br />
DE MOTORKAP<br />
De motorkap kan worden geopend<br />
door eerst aan de handgreep in het<br />
voertuig te trekken, bij het portier<br />
aan de bestuurderszijde van het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Beweeg dan de veiligheidshaak aan<br />
de voorkant van het voertuig weg<br />
en licht de motorkap op.<br />
WAARSCHUWING<br />
De koelventilator kan zelfs bij<br />
niet-draaiende motor worden<br />
ingeschakeld. Kom daarom niet<br />
te dicht in de buurt van de<br />
ventilator.<br />
Laat geen brandbare vloeistoffen<br />
of materialen op een hete motor<br />
vallen. Hierdoor kan brand<br />
ontstaan, waardoor u en anderen<br />
gewond kunnen raken.<br />
Voordat u de motorkap sluit, moet u<br />
controleren of de vuldoppen goed<br />
gesloten zijn.<br />
. . . 296
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 297 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
■ MOTORRUIMTE<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat geen brandbare vloeistoffen<br />
of materialen op een hete motor<br />
vallen. Hierdoor kan brand<br />
ontstaan, waardoor u en anderen<br />
gewond kunnen raken.<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12<br />
–<br />
Bij het openen van de motorkap ziet<br />
u het volgende:<br />
V6-motor van 3,6 l<br />
1. Zekeringenhouder in<br />
motorcompartiment<br />
2. Externe minpool van de accu<br />
3. Positieve accuklem<br />
4. Ruitensproeierreservoir<br />
5. Accu 6. Luchtfilter voor<br />
passagiersruimte<br />
7. Stuurbekrachtigingsreservoir<br />
8. Olievuldop<br />
9. Motoroliepeilstaaf<br />
10. Remvloeistofreservoir<br />
11. Expansietank van koelsysteem<br />
12. Luchtfilter/filterelement<br />
–<br />
–<br />
–<br />
297 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 298 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Motor van 4,6 l<br />
1. Zekeringenhouder in<br />
motorcompartiment<br />
2. Externe minpool van de accu<br />
3. Positieve accuklem<br />
4. Ruitensproeierreservoir<br />
5. Accu<br />
6. Luchtfilter voor<br />
passagiersruimte<br />
7. Stuurbekrachtigingsreservoir<br />
8. Olievuldop<br />
1 2 6 4 3 5<br />
7 8 9 10 11 12<br />
9. Motoroliepeilstaaf<br />
10. Remvloeistofreservoir<br />
11. Expansietank van koelsysteem<br />
12. Luchtfilter/filterelement<br />
. . . 298
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 299 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Motorolie<br />
WAARSCHUWING<br />
Gebruikte oliefilters en lege olieblikken<br />
mogen niet met het<br />
reguliere huisvuil worden<br />
verwerkt.<br />
Laat olie en oliefilter door een<br />
erkend onderhoudscentrum<br />
vervangen, dat bekend is met<br />
wettelijke eisen met betrekking<br />
tot de verwerking van oude olie<br />
om het milieu en uw gezondheid<br />
te beschermen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Oude motorolie bevat bestanddelen<br />
die ongezond zijn voor uw<br />
huid en kankerverwekkend<br />
kunnen zijn. Was uw handen na<br />
de omgang.<br />
OPMERKING<br />
Het gebruik van een verkeerd<br />
type motorolie kan leiden tot<br />
motorschade die niet door de<br />
garantie wordt gedekt.<br />
Teneinde een goede smering van de<br />
motor te bewerkstelligen moet de<br />
motorolie op het juiste peil worden<br />
gehouden.<br />
Enig olieverbruik is normaal, maar<br />
sommige motoren gebruiken meer<br />
olie wanneer ze nieuw zijn. De eigenaar<br />
is verantwoordelijk voor het<br />
regelmatig controleren van het<br />
oliepeil.<br />
Als het waarschuwingslampje voor<br />
lage motoroliedruk gaat branden<br />
en/of het bericht OIL PRESSURE<br />
LOW -- STOP ENGINE (lage oliedruk<br />
-- stop motor) verschijnt, moet<br />
u het oliepeil meteen controleren.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
299 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 300 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Zie ook "Waarschuwingslampje voor<br />
motoroliepeil" onder "Waarschuwingslampjes"<br />
in hoofdstuk 1 voor<br />
meer informatie.<br />
Het motoroliepeil kan het beste als<br />
volgt worden gecontroleerd<br />
wanneer de olie warm is:<br />
Controleer het oliepeil als volgt:<br />
1. Plaats de auto op een vlakke<br />
ondergrond en trek de parkeerrem<br />
aan.<br />
2. Zet de motor af en wacht<br />
enkele minuten zodat de olie<br />
terug kan stromen in het carter.<br />
3. Trek de peilstaaf naar buiten en<br />
veeg deze af.<br />
4. Steek de peilstaaf weer geheel<br />
naar binnen.<br />
5. Trek de peilstaaf nogmaals naar<br />
buiten en controleer het<br />
oliepeil.<br />
Houd de peilstok omlaag om<br />
een juiste waarde te krijgen.<br />
Het oliepeil moet in het gearceerde<br />
deel op de peilstok staan.<br />
Wanneer het oliepeil lager dan het<br />
gearceerde deel staat, voeg dan<br />
minstens één liter van de aanbevolen<br />
olie toe.<br />
Vul niet te veel bij, omdat hierdoor<br />
schade aan de motor kan ontstaan.<br />
OPMERKING<br />
Vul niet teveel olie bij. Als uw<br />
motor teveel olie bevat, zodat<br />
het oliepeil boven het bovenste<br />
merkteken dat het juiste bedrijfsbereik<br />
aangeeft, staat, kan uw<br />
motor worden beschadigd.<br />
Plaats de peilstaaf weer terug.<br />
. . . 300
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 301 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
FOR<br />
GASOLINE<br />
ENGINES<br />
C E R TIFIE D<br />
• AMERICAN PETROLEUM INSTITUTE •<br />
Kiezen van de juiste kwaliteit<br />
motorolie<br />
Gebruik in uw auto een synthetische<br />
olie die voldoet aan de GM norm<br />
GM4718M.<br />
Uw voertuig is in de fabriek voorzien<br />
van synthetische olie Mobil 1 ® , die<br />
voldoet aan alle specificaties voor<br />
uw voertuig.<br />
Gebruik indien mogelijk uitsluitend<br />
olie met het Starburst-symbool van<br />
het American Petroleum Institute op<br />
de verpakking.<br />
Wanneer er geen olie die voldoet<br />
aan de GM-norm GM4718M<br />
beschikbaar is, gebruik dan olie die<br />
voldoet aan de Service SM- of GM-<br />
LL-A-025-servicevereisten van het<br />
American Petroleum Institute.<br />
Wanneer u de olie niet ververst,<br />
maar alleen bijvult om het motoroliepeil<br />
te handhaven, kan het zijn dat<br />
olie die aan de GM-norm GM<br />
4718M voldoet niet verkrijgbaar is.<br />
Bij alle temperaturen kunt u dan<br />
5W-30-olie met het Starburstsymbool<br />
op de verpakking als<br />
vervanger gebruiken.<br />
Vervangende olie die niet voldoet<br />
aan de GM-norm GM4718M mag<br />
niet worden gebruikt bij het verversen<br />
van de olie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
301 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 302 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Gebruik geen SAE 20W-50 olie of<br />
olie met een andere viscositeit die<br />
niet wordt aanbevolen.<br />
SAE 0W-30<br />
SAE 5W-30<br />
SAE 10W-30<br />
SAE 5W-40<br />
OPMERKING<br />
Het gebruik van motorolie met<br />
andere viscositeit dan aanbevolen<br />
kan schade veroorzaken aan<br />
de motor.<br />
De reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
SAE 10W-40<br />
°C -30 -20 -10 0 10 20 30 40 50<br />
°F -22 -4 14 32 50 68 86 104 122<br />
Kiezen van olie met de juiste<br />
viscositeit<br />
SAE 5W-30 is het beste voor uw<br />
voertuig.<br />
Als u geen olie kunt vinden van de<br />
aanbevolen viscositeit, maak dan<br />
een inschatting van de temperatuur<br />
waaronder uw auto gebruikt zal<br />
worden tot aan de keer dat de olie<br />
ververst wordt en gebruik bovenstaande<br />
tabel om een alternatief te<br />
kiezen dat vodloet aan de<br />
kwaliteitsstandaarden.<br />
. . . 302
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 303 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Additieven<br />
Wanneer u de aanbevolen kwaliteit<br />
olie gebruikt en de olie ververst met<br />
de aanbevolen tussenpozen, heeft<br />
uw motor geen extra additieven<br />
(doop) nodig.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
wanneer u een probleem denkt te<br />
hebben dat met de motorolie te<br />
maken heeft.<br />
Motorolie spoelen<br />
Spoel het motoroliesysteem niet.<br />
De motor kan beschadigd raken en<br />
deze reparaties vallen niet onder<br />
garantie.<br />
Verversingstermijnen van<br />
motorolie<br />
Afhankelijk van de klimatologische<br />
omstandigheden, de geografische<br />
positie, het terrein en de rijomstandigheden<br />
kunnen de voorgeschreven<br />
intervallen voor het verversen<br />
van de olie en het vervangen van<br />
het oliefilter aanzienlijk verschillen.<br />
In het onderhoudsboekje zijn de<br />
voorgeschreven intervallen vermeld<br />
voor het verversen van de olie en<br />
vervangen van het oliefilter die in<br />
uw gebied van toepassing zijn. Let<br />
erop dat de in het Nederlandse<br />
onderhoudsboekje genoemde<br />
onderhoudsintervallen worden<br />
opgevolgd en niet die uit het Engelstalige<br />
boekje dat in uw auto aanwezig<br />
kan zijn.<br />
Hoe vaak u de olie moet verversen,<br />
hangt af van uw rijstijl, motortoerentallen<br />
en motortemperatuur.<br />
Afhankelijk van uw rijomstandigheden<br />
kan het kilometerinterval waarna<br />
een olieverversing noodzakelijk<br />
is, aanzienlijk variëren.<br />
Wanneer de melding CHANGE<br />
ENGINE OIL SOON (motorolie snel<br />
verversen) wordt weergegeven,<br />
moet u de motorolie binnen de<br />
volgende 1000 km verversen.<br />
Zelfs als het systeem voor de levensduur<br />
van de olie niet aangeeft dat<br />
olie verversen noodzakelijk is,<br />
moeten motorolie en filter minimaal<br />
eenmaal per jaar worden<br />
vervangen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
303 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 304 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Wanneer u de olie heeft ververst,<br />
moet het controlesysteem voor de<br />
levensduur van de olie worden gereset.<br />
Ga naar uw dealer voor een<br />
onderhoudsbeurt.<br />
Enig olieverbruik is normaal, maar<br />
sommige motoren gebruiken meer<br />
olie wanneer ze nieuw zijn. De eigenaar<br />
is verantwoordelijk voor het<br />
regelmatig controleren van het<br />
oliepeil.<br />
Beschadiging van de motor door<br />
het niet nakomen van de onderhoudsadviezen<br />
valt niet onder de<br />
garantie van het nieuwe voertuig.<br />
Koelvloeistof<br />
WAARSCHUWING<br />
Raadpleeg "Oververhitting van<br />
de motor" in hoofdstuk 5 als de<br />
motor te heet wordt. Door een<br />
oververhitte motor te laten<br />
draaien, zelfs gedurende korte<br />
tijd, kan brand ontstaan met de<br />
mogelijkheid van verwondingen<br />
en/of ernstig lichamelijk letsel en<br />
ernstige schade aan het voertuig.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het koelsysteem van uw auto<br />
staat onder druk. Vul alleen koelvloeistof<br />
bij wanneer het koelsysteem<br />
koud is.<br />
Het koelsysteem van uw auto is<br />
ontworpen voor koelvloeistof (een<br />
mengsel van ethyleenglycol, anticorrosiemiddelen<br />
en water), in<br />
plaats van alleen water. Gebruik een<br />
50/50-mengsel van schoon water<br />
en DEX-COOL ® -koelvloeistof. Als u<br />
dit mengsel gebruikt, hoeft u niets<br />
anders bij te voegen.<br />
. . . 304
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 305 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
OPMERKING<br />
OPMERKING<br />
WAARSCHUWING<br />
Vervang het correcte koelvloeistofmengsel<br />
niet door andere<br />
typen vloeistoffen. Wanneer u dit<br />
wel doet, kan voortijdige corrosie<br />
ontstaan en de koelvloeistof<br />
moet dan vaker worden ververst.<br />
Schade veroorzaakt doordat niet<br />
de aanbevolen koelvloeistof is<br />
gebruikt, wordt niet gedekt door<br />
de garantie.<br />
Als u de juiste koelvloeistof<br />
gebruikt, hebt u geen extra<br />
toevoegingen of inhibitors<br />
nodig. Deze kunnen schadelijk<br />
zijn voor het voertuig.<br />
Als het peil laag is, zie het overzicht<br />
"Aanbevolen vloeistoffen en<br />
smeermiddelen" verderop in dit<br />
hoofdstuk om na te gaan wat<br />
voor soort vloeistof moet worden<br />
toegevoegd.<br />
Gebruikte koelvloeistof mag niet<br />
met het reguliere huisvuil<br />
worden verwerkt.<br />
Laat de koelvloeistof door een<br />
erkend onderhoudscentrum<br />
vervangen, dat bekend is met<br />
wettelijke eisen met betrekking<br />
tot de verwerking van oude koelvloeistof<br />
om het milieu en uw<br />
gezondheid te beschermen.<br />
Raadpleeg het onderhoudsboekje<br />
om vast te stellen wanneer de koelvloeistof<br />
moet worden ververst.<br />
Het controleren van het koelvloeistofpeil<br />
kan plaatsvinden op de<br />
doorzichtige expansietank zonder<br />
de dop te verwijderen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
305 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 306 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Plaats de auto op vlakke grond.<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom en hete vloeistof kunnen<br />
uit een heet koelsysteem naar<br />
buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />
veroorzaken. Draai de<br />
dop niet los wanneer de motor<br />
en het koelsysteem heet zijn.<br />
WAARSCHUWING<br />
De elektrische ventilator kan ook<br />
in werking komen wanneer de<br />
motor niet loopt. Kom daarom<br />
niet te dicht in de buurt van de<br />
ventilator.<br />
Lokaliseer het expansievat en volg<br />
de pijl vanaf de bovenzijde van het<br />
vat en langs zijkant omlaag naar de<br />
horizontale markering.<br />
Indien de koelvloeistof in de expansietank<br />
heeft gekookt, draai dan de<br />
dop niet los. Wacht tot de koelvloeistof<br />
is afgekoeld.<br />
Wanneer de motorruimte koel is,<br />
moet het peil bij of boven de markering<br />
FULL COLD/FROID staan.<br />
Wanneer het koelvloeistofpeil laag<br />
is, voeg dan een 50/50 mengsel van<br />
water en DEX-COOL ® -koelvloeistof<br />
toe aan het koelvloeistofreservoir tot<br />
het voorgeschreven peil is bereikt.<br />
OPMERKING<br />
Dit voertuig heeft een specifieke<br />
vulprocedure voor de koelvloeistof.<br />
Wanneer u deze procedure<br />
niet volgt, dan kan de motor<br />
oververhit en ernstig beschadigd<br />
raken.<br />
Raadpleeg "Koelvloeistof controleren<br />
en bijvullen" onder "Oververhitting<br />
van de motor" in hoofdstuk 5<br />
voor de juiste vulprocedure.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het kan gevaar opleveren indien<br />
alleen water of andere vloeistof<br />
dan de aanbevolen koelvloeistof<br />
wordt toegevoegd. De motor<br />
kan oververhit raken, maar de<br />
waarschuwingslamp gaat niet<br />
branden. De motor kan in brand<br />
vliegen en u of anderen<br />
verwonden.<br />
. . . 306
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 307 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
OPMERKING<br />
Als er teveel water in het koelvloeistofmengsel<br />
is, kan de vloeistof<br />
bevriezen en de motor en<br />
andere auto-onderdelen laten<br />
barsten.<br />
Deze schade wordt niet door uw<br />
garantie gedekt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Onder sommige omstandigheden<br />
is ethyleenglycol in koelvloeistof<br />
ontvlambaar. Voorkom<br />
brandwonden en zorg dat nooit<br />
koelvloeistof wordt gemorst op<br />
het uitlaatsysteem of op hete<br />
motoronderdelen. Als u twijfelt,<br />
laat het bijvullen dan uitvoeren<br />
door een vakkundig<br />
automecanicien.<br />
OPMERKING<br />
De expansietankdop is een dop<br />
met een drukventiel en moet<br />
stevig worden vastgedraaid om<br />
verlies van koelvloeistof en<br />
mogelijke motorschade door<br />
oververhitting te voorkomen.<br />
Controleer dat de dop handvast<br />
is aangedraaid en volledig<br />
aansluit.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de motor zonder koelvloeistof<br />
draait, kan dit ernstige<br />
schade aan de motor tot gevolg<br />
hebben, die niet onder de garantie<br />
valt.<br />
Zie onder "Bescherming tegen<br />
oververhitting" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Automatische<br />
transmissievloeistof<br />
Het peil van de transmissievloeistof<br />
hoeft niet te worden gecontroleerd.<br />
Laat het voertuig nakijken wanneer<br />
er vloeistof lekt.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
307 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 308 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
De vloeistof en het filter moeten<br />
alleen worden vervangen wanneer<br />
uw auto voornamelijk onder één of<br />
meer van de volgende omstandigheden<br />
wordt gebruikt:<br />
• In druk stadsverkeer waar vaak<br />
buitentemperaturen van 32°C of<br />
hoger worden gehaald.<br />
• In heuvel- en bergachtig terrein.<br />
• Als u regelmatig een aanhanger<br />
trekt.<br />
• Taxi, politie of koeriersdienst.<br />
Als u de auto niet onder een van<br />
deze omstandigheden gebruikt,<br />
hoeven vloeistof en filter niet<br />
vervangen te worden.<br />
Aangezien het moeilijk is om de<br />
procedure zelf te verrichten, kunt u<br />
het controleren van het vloeistofpeil<br />
het beste overlaten aan uw dealer of<br />
servicecentrum.<br />
Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />
en smeermiddelen" verderop<br />
in dit hoofdstuk om na te gaan<br />
wat voor soort vloeistof moet<br />
worden gebruikt.<br />
OPMERKING<br />
Schade veroorzaakt doordat niet<br />
de aanbevolen koelvloeistof is<br />
gebruikt, wordt niet gedekt door<br />
de garantie.<br />
Smeermiddel voor de verdeelbak<br />
(Auto's met<br />
allwheel-aandrijving)<br />
Het is niet nodig om de vloeistof<br />
regelmatig te controleren, tenzij u<br />
denkt dat het systeem kan lekken of<br />
u ongebruikelijke geluiden hoort.<br />
Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />
duiden op een probleem. Laat het<br />
systeem controleren.<br />
1. Plaats de auto op een vlakke<br />
ondergrond en trek de parkeerrem<br />
aan.<br />
2. Zet de motor af.<br />
3. Controleer het peil van het<br />
smeermiddel na het verwijderen<br />
van de plug.<br />
. . . 308
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 309 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
A<br />
Smeermiddel vooras<br />
Het is niet nodig om de vloeistof<br />
regelmatig te controleren, tenzij u<br />
denkt dat het systeem kan lekken of<br />
u ongebruikelijke geluiden hoort.<br />
A<br />
Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />
duiden op een probleem. Laat het<br />
systeem controleren.<br />
–<br />
4. Voeg indien nodig smeermiddel<br />
toe tot het peil de onderkant<br />
van het vulpluggat bereikt .<br />
Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />
en smeermiddelen" verderop<br />
in dit hoofdstuk om na te gaan<br />
wat voor soort vloeistof moet<br />
worden gebruikt.<br />
1. Plaats de auto op een vlakke<br />
ondergrond en trek de parkeerrem<br />
aan.<br />
2. Zet de motor af.<br />
3. Controleer het peil van het<br />
smeermiddel na het verwijderen<br />
van de plug.<br />
4. Voeg indien nodig smeermiddel<br />
toe tot het peil de onderkant<br />
van het vulpluggat bereikt .<br />
Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />
en smeermiddelen" verderop<br />
in dit hoofdstuk om na te gaan<br />
wat voor soort vloeistof moet<br />
worden gebruikt.<br />
–<br />
–<br />
Draai de plug tijdens het aanbrengen<br />
niet overmatig stevig vast.<br />
–<br />
309 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 310 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Smeermiddel achteras<br />
Het is niet nodig om de vloeistof<br />
regelmatig te controleren, tenzij u<br />
denkt dat het systeem kan lekken of<br />
u ongebruikelijke geluiden hoort.<br />
Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />
duiden op een probleem. Laat het<br />
systeem controleren.<br />
1. Plaats de auto op een vlakke<br />
ondergrond en trek de parkeerrem<br />
aan.<br />
2. Zet de motor af.<br />
3. Controleer het peil van het<br />
smeermiddel na het verwijderen<br />
van de plug.<br />
4. Voeg smeermiddel toe indien<br />
nodig tot het peil de onderkant<br />
van het vulpluggat bereikt.<br />
Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />
en smeermiddelen" verderop<br />
in dit hoofdstuk om na te gaan<br />
wat voor soort vloeistof moet<br />
worden gebruikt.<br />
Stuurbekrachtigingsvloeistof<br />
Het is niet nodig om de stuurbekrachtigingsvloeistof<br />
regelmatig te<br />
controleren, tenzij u denkt dat het<br />
systeem kan lekken of u ongebruikelijke<br />
geluiden hoort.<br />
Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />
duiden op een probleem. Laat het<br />
systeem controleren.<br />
. . . 310
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 311 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Het vloeistofpeil controleren:<br />
1. Zet het contact af en laat de<br />
motorruimte afkoelen.<br />
2. Veeg de dop en de bovenzijde<br />
van het reservoir schoon.<br />
3. Draai de dop los en veeg de<br />
peilstaaf schoon. Plaats de dop<br />
terug en draai deze stevig vast.<br />
4. Verwijder de dop opnieuw en<br />
controleer het vloeistofniveau<br />
op de peilstaaf.<br />
Het peil moet binnen de markering<br />
met HOT staan.<br />
Als het peil laag is, vul dan voldoende<br />
vloeistof bij zodat het peil weer<br />
op het juiste punt op de peilstok<br />
staat.<br />
Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />
en smeermiddelen" verderop<br />
in dit hoofdstuk om na te gaan<br />
wat voor soort vloeistof moet<br />
worden gebruikt.<br />
OPMERKING<br />
Verkeerde remvloeistof kan de<br />
componenten van het systeem<br />
beschadigen en lekkages veroorzaken.<br />
Gebruik steeds de juiste<br />
remvloeistof.<br />
Remvloeistof<br />
Er zijn twee redenen waarom het<br />
remvloeistofpeil in de hoofdremcilinder<br />
lager kan worden. De eerste is<br />
dat het remvloeistofpeil aanvaardbaar<br />
lager wordt tijdens normale slijtage<br />
van de remvoeringen. Zodra<br />
nieuwe remvoeringen worden<br />
aangebracht, zal het vloeistofpeil<br />
weer hoger worden. De andere<br />
reden is dat er sprake kan zijn van<br />
lekkage in het remsysteem. Indien<br />
dit het geval is, moet u het remsysteem<br />
laten repareren.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
311 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 312 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Wanneer het remvloeistofniveau<br />
laag is, gaat het waarschuwingslampje<br />
voor het remsysteem ook<br />
branden.<br />
Het is niet aan te bevelen steeds<br />
remvloeistof bij te vullen. Remvloeistof<br />
bijvullen zal lekkage niet verhelpen.<br />
Wanneer u vloeistof toevoegt<br />
wanneer de remvoeringen zijn gesleten,<br />
zal het vloeistofreservoir te vol<br />
raken na het monteren van nieuwe<br />
remvoeringen. Alleen bij werkzaamheden<br />
aan het hydraulische systeem<br />
van de remmen mag remvloeistof<br />
worden bijgevuld of afgetapt.<br />
. . . 312<br />
WAARSCHUWING<br />
Eventuele overtollige remvloeistof<br />
kan op de motor lekken. De<br />
vloeistof kan, wanneer de motor<br />
heet is, tot ontbranding komen.<br />
U, maar ook anderen, kunnen<br />
ernstige brandwonden oplopen<br />
en de auto kan worden beschadigd.<br />
Voeg alleen remvloeistof<br />
toe bij het uitvoeren van werkzaamheden<br />
aan het hydraulische<br />
remsysteem.<br />
WAARSCHUWING<br />
Gebruikte remvloeistof mag niet<br />
met het reguliere huisvuil<br />
worden verwerkt.<br />
Laat de remvloeistof door een<br />
erkend onderhoudscentrum<br />
vervangen, dat bekend is met de<br />
wettelijke eisen met betrekking<br />
tot de verwerking van oude<br />
remvloeistof om het milieu en uw<br />
gezondheid te beschermen.<br />
Controleer het vloeistofpeil in het<br />
'doorzichtige' reservoir van de<br />
hoofdremcilinder met de tussenpozen<br />
die zijn vermeld in het<br />
onderhoudsoverzicht.<br />
Het peil moet tussen de merktekens<br />
MAX en MIN staan.<br />
Als het peil laag is, vult u het bij tot<br />
het juiste niveau met DOT-3-vloeistof<br />
uit een afgesloten verpakking.<br />
Om verontreiniging van de<br />
remvloeistof te voorkomen, controleert<br />
u of het remreservoir en dop<br />
goed schoon zijn voordat u de dop<br />
verwijdert.<br />
DOT-4-remvloeistof is ook compatibel<br />
met de onderdelen van uw<br />
remsysteem.
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 313 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Voordat u DOT-4-remvloeistof<br />
bijvult, moet u het hydraulische<br />
remsysteem spoelen.<br />
Vul het systeem met DOT-4-<br />
remvloeistof uit een afgesloten<br />
verpakking tijdens de regelmatige<br />
onderhoudsbeurten.<br />
Wanneer u ervoor kiest Dot-4-<br />
remvloeistof te gebruiken, spoel dan<br />
het remsysteem en vul het systeem<br />
elke twee jaar met nieuwe<br />
remvloeistof.<br />
Zie "Aanbevolen vloeistoffen en<br />
smeermiddelen" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
WAARSCHUWING<br />
Met verkeerde vloeistof in het<br />
remsysteem kunnen de remmen<br />
niet goed of in het geheel niet<br />
werken. U kunt zo een botsing<br />
veroorzaken. Gebruik steeds de<br />
juiste remvloeistof.<br />
OPMERKING<br />
•Verkeerde remvloeistof kan de<br />
componenten van het systeem<br />
ernstig beschadigen. Gebruik<br />
steeds de juiste remvloeistof.<br />
• Lek geen brandstof op externe<br />
delen van de auto. Hierdoor<br />
kan de lak beschadigd raken.<br />
Mocht u brandstof lekken,<br />
maak het dan zo snel mogelijk<br />
schoon.<br />
Ruitensproeiervloeistof<br />
Gebruik ruitensproeiervloeistof zoals<br />
GM Optikleen ® in plaats van water<br />
om bevriezing te voorkomen en de<br />
ruiten beter te reinigen.<br />
Wanneer het reservoir bijna leeg is,<br />
wordt op het display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
WASHER FLUID LOW -- ADD<br />
FLUID (ruitensproeier laag -- vloeistof<br />
bijvullen) weergegeven.<br />
1. Open de dop met het<br />
sproeiersymbool.<br />
2. Vul ruitensproeiervloeistof bij,<br />
tot het reservoir vol is.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
313 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 314 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
OPMERKING<br />
•Wanneer u een geconcentreerde<br />
sproeiervloeistof<br />
gebruikt, moet u de instructies<br />
van de fabrikant volgen.<br />
•Voeg geen water toe aan<br />
gebruiksklare ruitensproeiervloeistof.<br />
De vloeistof kan<br />
bevriezen, waardoor het ruitensproeiersysteem<br />
wordt<br />
beschadigd.<br />
•Vul het reservoir van de ruitensproeiers<br />
bij zeer lage buitentemperaturen<br />
slechts 3/4,<br />
zodat de vloeistof kan<br />
uitzetten.<br />
• Gebruik geen koelvloeistof voor<br />
de ruitensproeiers. Het<br />
sproeiersysteem en de lak kunnen<br />
worden beschadigd door<br />
motorkoel vloeistof.<br />
Accu<br />
WAARSCHUWING<br />
Accu's bevatten zuur dat brandwonden<br />
kan veroorzaken en gas<br />
dat kan exploderen. Handel<br />
uiterst voorzichtig om ernstig<br />
letsel te voorkomen. Zie het<br />
hoofdstuk "Gebruik van dit<br />
instructieboekje" voor aanwijzingen<br />
hoe veilig nabij de accu kan<br />
worden gewerkt.<br />
Accupolen, aansluitklemmen en<br />
aanverwante accessoires bevatten<br />
lood en loodcomponenten<br />
die kanker en verminderde<br />
vruchtbaarheid kunnen veroorzaken.<br />
Was uw handen na de<br />
omgang.<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
onderhoudsvrije accu.<br />
• Wanneer er weinig met het voertuig<br />
wordt gereden, koppel dan<br />
de kabel van de minpool ("-")<br />
van de accu los om te voorkomen<br />
dat de accu leegloopt.<br />
• Wanneer het voertuig langere<br />
tijd niet wordt gebruikt, moet u<br />
de kabel van de minpool ("-")<br />
van de accu loskoppelen of een<br />
druppellader op de accu aansluiten<br />
om te voorkomen dat de<br />
accu leegloopt.<br />
Wanneer het tijd is voor een nieuwe<br />
accu, koop dan één met hetzelfde<br />
vervangingsnummer als op het label<br />
van de oorspronkelijke accu.<br />
. . . 314
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 315 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Zie "Motorruimte" eerder in dit<br />
hoofdstuk om de locatie te bepalen.<br />
4. Verwijder de schroeven van de<br />
behuizing.<br />
Luchtfilter/filterelement<br />
Het luchtfilter is voorzien van een<br />
wegwerpfilterelement.<br />
Vervang het filter met de tussenpozen<br />
die in het onderhoudsoverzicht<br />
zijn vermeld.<br />
1. Om bij het filter te kunnen<br />
komen moeten de schroeven<br />
waarmee het luchtfilterdeksel is<br />
vastgezet worden verwijderd.<br />
2. Ontkoppel de retourslang voor<br />
de koelvloeistof zodat deze niet<br />
over het motorluchtfilter/filterelement<br />
stroomt.<br />
3. De twee zijden van het luchtfilter/filterelement<br />
scharnieren<br />
aan de onderzijde. Open het<br />
deksel door de bovenzijde van<br />
het deksel in de richting van de<br />
motor te drukken.<br />
Probeer zo weinig mogelijk vuil<br />
los te maken.<br />
5. Weg van het motorcompartiment<br />
het filter zachtjes uitschudden<br />
om stof en vuil te<br />
verwijderen.<br />
Vervang het filter als er vuil aangekoekt<br />
blijft.<br />
Zie Specificaties van de onderdelen<br />
onder Specificaties en inhouden,<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk voor het filtertype.<br />
Verricht de handelingen voor het<br />
terugzetten in omgekeerde<br />
volgorde.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
315 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 316 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer de motor draait zonder<br />
dat het luchtfilter goed is gemonteerd,<br />
kunnen u of anderen<br />
brandwonden oplopen<br />
Rijd niet met het voertuig terwijl<br />
het luchtfilter niet goed is<br />
gemonteerd.<br />
OPMERKING<br />
Het luchtfilter moet goed zijn<br />
aangebracht, tenzij reparaties of<br />
onderhoudswerkzaamheden<br />
worden uitgevoerd.<br />
Indien de motor wordt gestart en<br />
het luchtfilter niet goed is aangebracht,<br />
kan de motor terugslaan<br />
en kan brand ontstaan.<br />
Wanneer u rijdt zonder dat het<br />
luchtfilter goed is gemonteerd,<br />
kan er vuil of andere troep in de<br />
motor komen.<br />
Luchtfilter voor<br />
passagiersruimte<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
luchtfilter in het passagierscompartiment<br />
dat de buitenlucht filtert die<br />
het voertuig binnenkomt.<br />
Het filter verwijdert verontreinigers<br />
zoals stuifmeel en stof uit de lucht<br />
die het voertuig binnenstroomt.<br />
Vervang het filter met de tussenpozen<br />
die in het onderhoudsoverzicht<br />
is vermeld.<br />
. . . 316
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 317 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Verwijderen en vervangen van het<br />
luchtfilter:<br />
1. Open de motorkap.<br />
Het toegangspaneel voor het filter<br />
bevindt zich aan de passagierszijde<br />
van de motorruimte,<br />
onder de motorkap bij de onderzijde<br />
van de voorruit.<br />
2. Druk de twee lippen op het toegangspaneel<br />
in de richting van<br />
de voorruit.<br />
3. Terwijl u deze naar voren drukt,<br />
tilt u het toegangspaneel uit de<br />
vastgeklemde positie en trekt u<br />
het naar de voorzijde van het<br />
voertuig. Hierdoor komen de<br />
klemmen los en kan het paneel<br />
worden verwijderd.<br />
4. Vervang het luchtfilter.<br />
Zie Specificaties van de onderdelen<br />
onder Specificaties en inhouden,<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk voor het filtertype.<br />
Zorg ervoor dat de pijl op het filter<br />
in de richting van de passagiersruimte<br />
wijst.<br />
5. Voer deze handelingen in<br />
omgekeerde volgorde uit om<br />
het toegangspaneel terug te<br />
plaatsen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
317 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 318 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ AANBEVOLEN VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN<br />
GEBRUIK<br />
Motorolie<br />
Koelvloeistof<br />
VLOEISTOF/SMEERMIDDEL<br />
Om de vereiste kwaliteit en viscositeit te bepalen van de olie voor de motor van uw<br />
auto, zie "Motorolie" eerder in dit hoofdstuk.<br />
50/50-mengsel van schoon drinkwater en gebruik uitsluitend DEX-COOL ® -koelvloeistof.<br />
Zie "Koelvloeistof" eerder in dit hoofdstuk.<br />
Hydraulisch<br />
Delco Supreme 11 ® remvloeistof of gelijkwaardige DOT-3 remvloeistof.<br />
remsysteem<br />
Ruitensproeiervloeistof GM Optikleen ® -ruitensproeiervloeistof.<br />
Stuurbekrachtigingssysteem<br />
GM stuurbekrachtigingsvloeistof (GM onderdeelnummer 89021184).<br />
Automatische<br />
DEXRON ® -VI automatische-transmissievloeistof.<br />
transmissie<br />
Slotcilinders Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />
Chassissmering Chassissmeermiddel dat aan de voorwaarden van NLGI-klasse 2 voldoet, categorie LB<br />
of GC-LB (GM onderdeelnummer 12377985)<br />
Voor- en achteras SAE 75W-90 synthetisch assmeermiddel (GM-onderdeelnummer 89021677) dat<br />
voldoet aan GM-specificatie 9986115.<br />
Verdeelbak Vloeistof voor handgeschakelde transmissie (GM-onderdeelnr. 88861800).<br />
Motorkapscharnieren Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />
. . . 318
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 319 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
■ AANBEVOLEN VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN (VERVOLG)<br />
GEBRUIK<br />
Motorkap- en portierscharnierpennen,<br />
achterklepscharnieren,<br />
neerklapbare zitplaatsen,<br />
zonnedakrails en<br />
brandstofklepscharnier<br />
Buitenste draaipunten<br />
van de<br />
achterklephandgreep<br />
Onderhoud<br />
afdichtstrip<br />
Piepen van portier- en<br />
kofferbakrubbers<br />
VLOEISTOF/SMEERMIDDEL<br />
Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />
Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />
Smeermiddel voor afdichtstrips (GM-onderdeelnummer 3634770) of diëlektrisch siliconenvet<br />
(GM-onderdeelnummer 12345579).<br />
Synthetisch vet met teflon, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12371287).<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
319 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 320 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ BANDEN<br />
Uw nieuwe auto wordt geleverd<br />
met banden van hoge kwaliteit,<br />
gemaakt door een gerenommeerde<br />
bandenfabrikant.<br />
Raadpleeg voor vragen over de<br />
garantie van uw banden het garantieboekje<br />
van de fabrikant dat bij de<br />
gebruikershandleiding van uw voertuig<br />
wordt geleverd of vraag uw<br />
dealer.<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijden met slecht onderhouden<br />
of een verkeerd type banden is<br />
gevaarlijk.<br />
•Voorkom overbelasting van de<br />
banden. Overbelaste banden<br />
kunnen oververhit worden.<br />
Zo'n band kan klappen en een<br />
ernstig ongeval veroorzaken.<br />
• Zorg voor voldoende bandenspanning.<br />
Te lage bandenspanning<br />
kan oververhitting<br />
veroorzaken. Zo'n band kan<br />
klappen en een ernstig ongeval<br />
veroorzaken.<br />
•Voorkom te hoge bandenspanning.<br />
Banden met te hoge<br />
spanning raken gemakkelijker<br />
lek.<br />
WAARSCHUWING<br />
•Versleten, oude banden kunnen<br />
ongevallen veroorzaken.<br />
Wanneer het loopvlak ernstig<br />
versleten is of de band beschadigd<br />
is, moet deze vervangen<br />
worden<br />
• Controleer de bandenspanning<br />
regelmatig. De bandenspanning<br />
moet worden gecontroleerd<br />
terwijl de banden koud<br />
zijn.<br />
WAARSCHUWING<br />
Als u van plan bent met hogere<br />
snelheden te gaan rijden, zie dan<br />
"Bediening bij hogere snelheden"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
informatie over de<br />
bandenspanning.<br />
. . . 320
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 321 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Op spanning brengen<br />
Zie het bandenplaatje voor de<br />
bandenspanningsspecificaties van<br />
uw auto.<br />
Om de plaats te bepalen van het<br />
bandenplaatje van uw auto, zie<br />
"Voertuig beladen" in hoofdstuk 3.<br />
Op het bandenplaatje zijn de juiste<br />
bandenspanningen vermeld voor<br />
banden in koude toestand. Koud<br />
betekent dat de auto drie uur of<br />
langer heeft stilgestaan of - indien er<br />
toch mee is gereden - niet meer dan<br />
1,5 km heeft afgelegd.<br />
Voor optimale prestaties van de<br />
banden moet de bandenspanning<br />
worden aangehouden die op het<br />
plaatje onder "cold" is vermeld.<br />
Voorkom echter overbelasting van<br />
uw auto. Zie Voertuig beladen in<br />
hoofdstuk 3.<br />
Het handhaven van de bandenspanning<br />
voor koude banden, zoals<br />
vermeld op het bandenplaatje, zal<br />
lager brandstofverbruik, langere<br />
levensduur van de banden, meer<br />
rijcomfort en beter algeheel rijgedrag<br />
tot gevolg hebben.<br />
Wanneer u de originele banden van<br />
uw voertuig vervangt door banden<br />
met andere afmetingen, kan de<br />
sticker met bandeninformatie niet<br />
juist zijn. Zorg dat u de juiste<br />
bandenspanning weet voor de<br />
banden op het voertuig.<br />
Controleer uw banden minstens<br />
eens per maand. Vergeet daarbij<br />
niet het reservewiel.<br />
Zie "Compact reservewiel" in hoofdstuk<br />
5 voor meer gegevens.<br />
OPMERKING<br />
Verkeerde bandenspanning heeft<br />
een negatieve invloed op de<br />
levensduur van de banden en de<br />
prestaties van de auto.<br />
Door te lage bandenspanning<br />
ontstaat overmatige doorbuiging<br />
en oververhitting van de band,<br />
waardoor de sterkte van de band<br />
vermindert en beschadiging kan<br />
ontstaan. Ook overbelasting,<br />
abnormale slijtage, slechte rijeigenschappen<br />
en een hoog<br />
brandstofverbruik zijn het<br />
gevolg.<br />
Te hoge bandenspanning<br />
veroorzaakt abnormale slijtage<br />
van de banden en slechte rijeigenschappen<br />
die kunnen leiden<br />
tot beschadiging van de auto<br />
door stootbelastingen tijdens het<br />
rijden.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
321 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 322 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Om de bandenspanning te controleren<br />
en aan te passen:<br />
Met alleen een visuele inspectie van<br />
de banden kunt u niet nagaan of deze<br />
de correcte spanning hebben.<br />
Radiaalbanden kunnen eruit zien alsof<br />
ze de juiste spanning hebben, ook als<br />
de bandenspanning te laag is.<br />
Voor het controleren van de<br />
bandenspanning wordt het gebruik<br />
aanbevolen van een kleine bandenspanningmeter<br />
van goede kwaliteit.<br />
Verwijder het ventieldopje.<br />
Druk de meter stevig tegen het<br />
ventiel om de druk te meten.<br />
Als de druk laag is, voegt u lucht toe<br />
totdat de aanbevolen druk is bereikt.<br />
. . . 322<br />
Als u te veel lucht toevoegt, laat de<br />
lucht dan weglopen door op het<br />
metalen staafje in het midden van<br />
het ventiel te drukken.<br />
Controleer de bandenspanning<br />
opnieuw.<br />
Zorg ervoor dat u de ventieldopjes<br />
terugplaatst op de ventielen. Ze helpen<br />
lekkages te voorkomen door<br />
vuil en vocht uit de band te weren.<br />
Bediening bij hogere<br />
snelheden<br />
WAARSCHUWING<br />
Als u bij hoge snelheden van<br />
160 km/u of harder rijdt, komen<br />
de banden meer onder druk te<br />
staan. Langdurig bij hogere snelheden<br />
rijden zorgt dat de banden<br />
overmatig warm worden en zelfs<br />
beschadigd kunnen raken. Het<br />
voertuig kan bij een aanrijding<br />
betrokken raken, waarbij u of uw<br />
medepassagiers kunnen<br />
overlijden.<br />
Sommige banden die geschikt zijn<br />
voor hogere snelheden moeten<br />
worden aangepast als u er hard<br />
mee wilt rijden. Waar de maximale<br />
snelheid en de wegomstandigheden<br />
toelaten dat er hard met een<br />
voertuig wordt gereden, moet u<br />
ervoor zorgen dat de banden<br />
geschikt zijn voor hogere snelheden,<br />
in uitstekende conditie zijn en<br />
op de juiste koude bandenspanning<br />
voor de voertuigbelasting zijn<br />
ingesteld.
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 323 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Indien u 160 km/u of sneller wenst<br />
te rijden, indien dergelijke snelheden<br />
wettelijk zijn toegestaan, dan<br />
moet de spanning van de banden in<br />
koude toestand overeenkomen met<br />
de hoogste spanning voor koude<br />
banden die is vermeld op de<br />
zijwand, of op 265 kPa, indien deze<br />
spanning lager is. Zodra u weer<br />
minder snel gaat rijden, brengt u de<br />
banden weer op de koude bandenspanning<br />
zoals vermeld op het informatieplaatje<br />
voor bandenspanning.<br />
Zie "Auto beladen" in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie.<br />
Op de zijkanten van de band zijn de<br />
maximale belasting en bandenspanning<br />
aangebracht.<br />
Controlesysteem bandenspanning<br />
(Indien van<br />
toepassing)<br />
Let op: als er aanpassingen aan dit<br />
systeem worden aangebracht in een<br />
niet-bevoegde werkplaats, dan kan<br />
de toestemming om het systeem te<br />
gebruiken komen te vervallen.<br />
Dit systeem maakt gebruikt van<br />
radio- en sensortechnologie om de<br />
bandenspanning te bewaken.<br />
Op elk wiel (behalve het reservewiel)<br />
bevinden zich sensoren die de<br />
bandenspanningsmetingen naar<br />
een ontvanger in het voertuig<br />
zenden.<br />
Gebruik het informatiecentrum voor<br />
de bestuurder om de bandenspanning<br />
te controleren. Zie "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
Als het systeem een lage bandendruk<br />
in een of meer banden waarneemt,<br />
kan het waarschuwingslampje voor<br />
een lage bandenspanning gaan branden<br />
en kan de melding CHECK TIRE<br />
PRESSURE (controleer bandenspanning)<br />
op het display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
verschijnen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
323 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 324 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder geeft ook aan welke<br />
band een lage bandenspanning<br />
heeft.<br />
Stop zodra dit veilig kan en laat de<br />
bandenspanning controleren en zo<br />
nodig corrigeren.<br />
Het bericht en het waarschuwingslampje<br />
voor lage bandenspanning<br />
worden weergegeven aan het begin<br />
van elke ontstekingscyclus, totdat<br />
de banden goed zijn opgepompt.<br />
Zie voor meer informatie "Lampje<br />
lage bandenspanning" onder<br />
"Waarschuwingslampjes" in hoofdstuk<br />
1.<br />
Bij koelere weersomstandigheden<br />
kan bij het starten van de motor de<br />
waarschuwingslamp voor te lage<br />
bandenspanning gaan branden en/<br />
of het bericht CHECK TIRE<br />
PRESSURE verschijnen. Dit bericht<br />
verdwijnt zodra u gaat rijden. Hiermee<br />
kan vroegtijdig worden aangegeven<br />
dat de bandenspanning te<br />
laag wordt en moet worden gecontroleerd<br />
of op de juiste spanning<br />
moet worden gebracht.<br />
Wanneer u rijdt met banden die<br />
onvoldoende op spanning zijn, kan<br />
de band oververhit raken en kapot<br />
gaan. Banden die niet voldoende op<br />
spanning zijn zorgen voor een<br />
hoger brandstofverbruik en een<br />
kortere levensduur van het loopvlak<br />
van de band en ze kunnen de rijeigenschappen<br />
en het stopvermogen<br />
van het voertuig beïnvloeden.<br />
Het is de verantwoordelijkheid van<br />
de eigenaar ervoor te zorgen dat de<br />
banden op de juiste spanning zijn<br />
gebracht.<br />
Controleer uw banden minstens<br />
eens per maand. Vergeet daarbij<br />
niet het reservewiel.<br />
Zie het bandenplaatje voor de<br />
bandenspanningsspecificaties van<br />
uw auto.<br />
Om de plaats te bepalen van het<br />
bandenplaatje van uw auto, zie<br />
"Voertuig beladen" in hoofdstuk 3.<br />
. . . 324
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 325 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Het controlesysteem voor de<br />
bandenspanning kan u voor een<br />
lage of een hoge bandenspanning<br />
waarschuwen, maar is geen vervanging<br />
van het normale<br />
bandenonderhoud.<br />
Zie "Controle en rouleren" verderop<br />
in dit hoofdstuk.<br />
OPMERKING<br />
Gebruik in uw banden geen<br />
vloeibare afdichtingsmiddelen.<br />
Het gebruik van vloeibare afdichtingmiddelen<br />
kan de controlesensors<br />
voor de bandenspanning<br />
beschadigen.<br />
Het reservewiel heeft geen bandenspanningssensor.<br />
Wanneer u het<br />
reservewiel onder het voertuig heeft<br />
gemonteerd, wordt het bericht<br />
SERVICE TIRE MONITOR (onderhoud<br />
aan bandencontrolesysteem)<br />
op het display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder weergegeven.<br />
Het bericht verdwijnt als<br />
er opnieuw een band met een<br />
bandenspanningssensor wordt<br />
gemonteerd.<br />
Het bericht SERVICE TIRE MONI-<br />
TOR SYSTEM wordt ook weergegeven<br />
als een van de<br />
bandenspanningssensoren<br />
ontbreekt of niet werkt. Ga naar uw<br />
dealer voor onderhoud.<br />
Dit bericht en/of waarschuwingslampje<br />
voor lage bandenspanning<br />
kan onder de volgende omstandigheden<br />
worden geactiveerd:<br />
• Een of meer bandensensoren<br />
kunnen ontbreken of niet<br />
werken.<br />
• Het reservewiel is op het voertuig<br />
gemonteerd.<br />
• Het controlesysteem voor de<br />
bandenspanning is niet goed<br />
gereset zodat de identificatiecode<br />
van de nieuwe sensor niet<br />
overeenkomt met de juiste positie<br />
voor de band.<br />
Raadpleeg "Identificatiecodes<br />
voor de bandenspanningssensoren"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
325 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 326 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
• De oorspronkelijke banden of<br />
wielen van uw voertuig zijn vervangen<br />
door banden of wielen<br />
die niet compatibel zijn met het<br />
controlesysteem voor de<br />
bandenspanning.<br />
Raadpleeg uw dealer wanneer<br />
een wiel of een sensor moet worden<br />
vervangen.<br />
• Het voertuig bevindt zich bij een<br />
faciliteit of elektronisch apparaat<br />
dat radiogolffrequenties gebruikt<br />
die gelijkaardig zijn aan die van<br />
het controlesysteem voor de<br />
bandenspanning.<br />
Wanneer het probleem blijft<br />
aanhouden, moet het voertuig voor<br />
onderhoud naar de dealer.<br />
Identificatiecodes voor de<br />
bandenspanningssensoren<br />
Elke sensor heeft een unieke<br />
identificatiecode.<br />
Als er een sensor wordt vervangen<br />
of de banden worden gerouleerd,<br />
moet het controlesysteem voor de<br />
bandenspanning worden gereset<br />
zodat de identificatiecode van de<br />
nieuwe sensor overeenkomt met de<br />
juiste positie voor het wiel of de<br />
band.<br />
Aangezien het moeilijk voor u kan<br />
zijn om de volgende werkzaamheden<br />
zelf te verrichten, kunt u dit<br />
beter laten doen door uw dealer of<br />
servicecentrum.<br />
Zo reset u het controlesysteem voor<br />
de bandenspanning:<br />
Opmerking:<br />
Lees de volgende aanwijzigen<br />
aandachtig door voordat u met<br />
het programmeren begint.<br />
Bij het programmeren van de<br />
eerste band mag niet meer dan<br />
twee minuten verstrijken en de<br />
volledige procedure voor alle<br />
wielen mag niet meer dan vijf<br />
minuten duren. Anders moet u<br />
overnieuw beginnen.<br />
. . . 326
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 327 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
1. Trek de parkeerrem aan.<br />
2. Zet het contact aan maar start<br />
de motor nog niet.<br />
3. Houd de vergrendel- en ontgrendeltoetsen<br />
op de afstandsbediening<br />
gedurende 5<br />
seconden tegelijkertijd<br />
ingedrukt.<br />
De claxon klinkt twee keer om<br />
aan te geven dat het verificatieproces<br />
is gestart.<br />
TIRE LEARNING ACTIVE (programmeren<br />
band actief) wordt<br />
op het display weergegeven.<br />
4. Begin met de band linksvoor.<br />
5. Verwijder het ventieldopje en<br />
verhoog of verlaag de bandenspanning<br />
vijf seconden of totdat<br />
de claxon klinkt.<br />
Als er lucht uit de band moet,<br />
drukt u op het metalen staafje in<br />
het midden van het ventiel.<br />
Het kan maximaal 30 seconden<br />
duren voordat u de claxon<br />
hoort ter bevestiging dat de<br />
bandenstand is opgeslagen.<br />
6. Herhaal de vorige stap voor de<br />
andere banden en wel als volgt:<br />
rechtsvoor, rechtsachter en<br />
daarna linksachter.<br />
7. Als de claxon twee keer klinkt<br />
om te bevestigen dat de laatste<br />
bandenstand is opgeslagen,<br />
schakelt u het contactslot uit.<br />
Het bericht op het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
wordt automatisch gewist.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
327 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 328 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
8. Stel de bandenspanning op het<br />
juiste niveau in.<br />
Zie het bandenplaatje voor de<br />
bandenspanningsspecificaties<br />
van uw auto.<br />
Om de plaats te bepalen van het<br />
bandenplaatje van uw auto, zie<br />
"Voertuig beladen" in hoofdstuk<br />
3.<br />
9. Zorg ervoor dat u de ventieldopjes<br />
terugplaatst op de ventielen.<br />
Ze helpen lekkages te<br />
voorkomen door vuil en vocht<br />
uit de band te weren.<br />
Inspecteren en verwisselen<br />
van de banden<br />
OPMERKING<br />
Wissel de banden niet, aangezien<br />
de banden van de voor- en<br />
achterwielen een verschillende<br />
maat hebben. Sommige banden<br />
zijn richtinggevoelig en moeten<br />
in de aangegeven richting<br />
worden gemonteerd.<br />
Controleer de banden en wielen<br />
regelmatig op abnormale slijtage of<br />
schade.<br />
Controleer of de wielmoeren goed<br />
zijn aangedraaid.<br />
Zie "Specificaties en inhouden"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
. . . 328
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 329 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer er roest of vuil zit op het<br />
wiel of op die delen van de auto<br />
waarmee het wiel in aanraking<br />
komt, kan dat tot gevolg hebben<br />
dat de wielbouten na verloop<br />
van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />
het wiel geheel loskomen en een<br />
ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />
een wiel verwisselt, maak dan de<br />
plaatsen schoon waar het wiel<br />
met de auto in aanraking komt.<br />
In noodgevallen kunt u daarvoor<br />
een doek of een stuk papier<br />
gebruiken. Zorg er echter voor<br />
dat u later, als dat nodig is, met<br />
behulp van een schraper of een<br />
staalborstel de contactvlakken<br />
goed reinigt.<br />
A<br />
Banden vervangen<br />
Uw banden zijn voorzien van slijtageindicators<br />
. Deze geven aan<br />
wanneer de profieldiepte van het<br />
loopvlak tot 1,6 mm of minder is<br />
gesleten.<br />
Wanneer deze slijtage-indicators op<br />
drie plaatsen rondom de band zichtbaar<br />
worden, zoals is afgebeeld, is<br />
vervanging van de band vereist.<br />
Ook bij het constateren van de<br />
volgende afwijkingen moet de band<br />
worden vernieuwd:<br />
• Insnijdingen, scheuren of andere<br />
beschadigingen in het loopvlak<br />
of de zijkanten van de band, van<br />
een zodanige omvang dat de<br />
koordlagen zichtbaar zijn.<br />
• De band heeft een bult, uitstulping<br />
of inkeping.<br />
Let op: Sommige in de handel<br />
verkrijgbare truckbanden zijn niet<br />
voorzien van slijtage-indicatoren.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
329 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 330 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Het rubber in de banden van uw<br />
voertuig neemt na verloop van tijd<br />
af in kwaliteit, zelfs als de banden<br />
niet worden gebruikt. Hoe snel dit<br />
gaat, is afhankelijk van een aantal<br />
factoren. Rijsnelheid, toestand van<br />
de weg, temperaturen, belasting<br />
van het voertuig en of de banden<br />
regelmatig worden opgepompt<br />
hebben invloed op de verouderingssnelheid<br />
van de banden.<br />
Wanneer de banden worden onderhouden<br />
volgens het onderhoudsschema,<br />
dan moeten de banden<br />
waarschijnlijk worden vervangen<br />
voordat ze door veroudering zijn<br />
afgeschreven.<br />
Als u de banden verwisselt, moeten<br />
de nieuwe banden altijd dezelfde<br />
maat, hetzelfde laadvermogen,<br />
dezelfde maximaal toegestane snelheid<br />
en dezelfde constructie als de<br />
op de fabriek gemonteerde banden<br />
hebben.<br />
Op het informatieplaatje voor de<br />
banden is de juiste bandenmaat<br />
voor uw auto vermeld.<br />
Om de plaats te bepalen van het<br />
bandenplaatje van uw auto, zie<br />
"Voertuig beladen" in hoofdstuk 3.<br />
We raden u aan alle vier de banden<br />
tegelijkertijd te laten vervangen.<br />
Wanneer er minder dan vier banden<br />
worden vervangen, kan dit invloed<br />
hebben op de remprestaties en het<br />
weggedrag van uw voertuig.<br />
Winterbanden met dezelfde maximaal<br />
toegestane snelheid kunnen<br />
soms niet leverbaar zijn voor<br />
banden met een maximaal toegestane<br />
snelheid van H, V, W, Y en ZR.<br />
Als u sneeuwbanden met een lagere<br />
maximaal toegestane snelheid kiest,<br />
mag u nooit de maximaal toegestane<br />
snelheid van de band<br />
overschrijden.<br />
Raadpleeg "Winterbanden" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
Zorg dat de vervangende band<br />
compatibel met uw controlesysteem<br />
voor de bandenspanning is.<br />
Als dat niet het geval is, kan het<br />
systeem verkeerde waarschuwingen<br />
voor lage bandenspanning geven.<br />
Zie "Controlesysteem bandenspanning"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
meer gegevens.<br />
. . . 330
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 331 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
OPMERKING<br />
Het gebruik van verschillende<br />
bandenmaten en -typen op uw<br />
voertuig (anders dan de bandenmaat<br />
en het type dat oorspronkelijk<br />
op uw voertuig was<br />
gemonteerd) kan ertoe leiden<br />
dat u de macht over het stuur<br />
verliest tijdens het rijden en kan<br />
uw voertuig ook beschadigen.<br />
Gebruik dezelfde bandenmaat<br />
en hetzelfde bandentype op alle<br />
wielen.<br />
U of anderen kunnen gewond<br />
raken bij een aanrijding.<br />
U kunt tijdelijk met het compacte<br />
reservewiel rijden. Het is speciaal<br />
voor gebruik op uw voertuig<br />
ontwikkeld.<br />
Zie "Compact reservewiel" in<br />
hoofdstuk 5 voor meer<br />
gegevens.<br />
Rijdt niet sneller dan de maximumsnelheid<br />
waarvoor de<br />
banden zijn vervaardigd, ongeacht<br />
de wettelijk toegestane snelheid.<br />
Indien dikwijls en/of<br />
gedurende lange perioden zeer<br />
snel moet worden gereden dient<br />
u contact op te nemen met uw<br />
voertuig-/bandendealer betreffende<br />
banden van het juiste type<br />
voor uw doel en de weersomstandigheden<br />
in het gebied waar<br />
het voertuig wordt gebruikt.<br />
Wanneer de auto lange tijd<br />
buiten gebruik wordt gesteld,<br />
kan dit het ontstaan van platte<br />
kanten op de banden<br />
veroorzaken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Indien de auto is voorzien van<br />
diagonaalbanden, dan kunnen er<br />
in de velgflenzen na vele kilometers<br />
rijden scheurtjes ontstaan.<br />
Een band en/of wiel kan dan<br />
plotseling defect raken, met als<br />
gevolg een ongeluk. Gebruik<br />
alleen radiaalbanden voor de<br />
wielen van uw voertuig.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
331 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 332 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
. . . 332<br />
Sneeuwkettingen<br />
WAARSCHUWING<br />
Monteer geen sneeuwkettingen<br />
op de voorbanden.<br />
Gebruik alleen sneeuwkettingen<br />
waar dit is toegestaan en alleen<br />
wanneer dit noodzakelijk is.<br />
Monteer uitsluitend sneeuwkettingen<br />
van de SAE-klasse "S" met een<br />
voor uw banden geschikte maat.<br />
Monteer ze zo strak mogelijk om<br />
de achterbanden, met de uiteinden<br />
stevig bevestigd.<br />
Rijd langzaam en volg de aanwijzingen<br />
van de fabrikant van de<br />
sneeuwkettingen.<br />
Indien de kettingen hoorbaar in<br />
aanraking komen met de auto,<br />
breng het voertuig dan tot stilstand<br />
en trek de kettingen strakker.<br />
Rijd langzamer als de kettingen<br />
nog steeds contact maken, tot<br />
geen geluid meer hoorbaar is.<br />
Door met sneeuwkettingen te snel<br />
te rijden of de wielen te laten slippen,<br />
raakt uw auto beschadigd.<br />
Winterbanden<br />
Uw vierseizoenenbanden bieden u<br />
wellicht niet de tractie of het prestatieniveau<br />
dat u wilt op sneeuw of ijs.<br />
Als u verwacht regelmatig op<br />
wegen met sneeuw en ijs te rijden,<br />
kunt u overwegen winterbanden<br />
aan te schaffen.<br />
Ga naar uw dealer voor meer informatie<br />
over de beschikbaarheid van<br />
winterbanden en voor de keuze van<br />
de juiste banden.<br />
Als u winterbanden gaat gebruiken,<br />
moet u altijd hetzelfde formaat,<br />
belastingbereik, dezelfde maximum<br />
toegestane snelheid en hetzelfde<br />
constructietype als de originele<br />
banden van de auto gebruiken.<br />
Wanneer winterbanden voor uw<br />
voertuig worden gebruikt, voorzie<br />
dan alle vier wielen van deze<br />
banden.<br />
Wanneer u winterbanden gebruikt,<br />
kan dit een negatieve invloed<br />
hebben op het rijgedrag. De tractie<br />
op droge wegen kan afnemen, het<br />
rijgeluid kan toenemen en de<br />
levensduur van de banden kan<br />
afnemen.<br />
Winterbanden met dezelfde maximaal<br />
toegestane snelheid kunnen<br />
soms niet leverbaar zijn voor<br />
banden met een maximaal toegestane<br />
snelheid van H, V, W, Y en ZR.<br />
Als u sneeuwbanden met een lagere<br />
maximaal toegestane snelheid kiest,<br />
mag u nooit de maximaal toegestane<br />
snelheid van de band<br />
overschrijden.<br />
Zie "Band verwisselen" eerder in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 333 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Wielsloten<br />
Reservewiel<br />
■ WIELEN<br />
Uw auto is uitgerust met wielsloten.<br />
Het gereedschap voor de wielmoersloten<br />
bevindt zich in een tas achter<br />
in het voertuig.<br />
De set omvat een dopsleutel voor<br />
antidiefstalbouten en voorschriften.<br />
Tevens vindt u in de set een kaartje<br />
waarop het registratienummer is<br />
gedrukt. Zorg ervoor dit kaartje niet<br />
te verliezen; u heeft het nodig<br />
wanneer de sleutel verloren is en<br />
een duplicaat moet worden besteld.<br />
Zie "Compact reservewiel" in hoofdstuk<br />
5 voor meer gegevens.<br />
Uitlijning van de wielen en<br />
uitbalancering van banden<br />
Als er ongebruikelijke bandenslijtage<br />
optreedt of als het voertuig een kant<br />
optrekt, moet de uitlijning eventueel<br />
opnieuw worden ingesteld.<br />
Als het voertuig vibreert wanneer u<br />
rijdt op een gladde weg, moeten de<br />
wielen eventueel worden<br />
uitgebalanceerd.<br />
–<br />
–<br />
Wanneer een wiel moet worden<br />
verwijderd, gebruik dan de antidiefstaldopsleutel.<br />
–<br />
–<br />
333 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 334 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Wiel vervangen<br />
Vervang een wiel waarvan de velg is<br />
vervormd, gescheurd, geroest of<br />
gecorrodeerd. Indien wielmoeren<br />
telkens opnieuw loslopen, moeten<br />
de wielmoeren en -bouten worden<br />
vervangen.<br />
Hoewel sommige aluminium wielen<br />
gerepareerd kunnen worden,<br />
moeten andere typen wielen<br />
worden vervangen indien luchtlekkage<br />
aanwezig is.<br />
Gebruik alleen nieuwe originele<br />
GM-onderdelen. Raadpleeg uw<br />
dealer.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het gebruik van verkeerde<br />
onderdelen kan gevaarlijk zijn.<br />
Het kan invloed hebben op de<br />
werking van het remsysteem en<br />
het rijgedrag van de auto. U kunt<br />
de macht over het stuur verliezen<br />
en uzelf en anderen in gevaar<br />
brengen.<br />
OPMERKING<br />
Het verkeerde wiel kan problemen<br />
veroorzaken voor de levensduur<br />
van de lagers, koeling van<br />
de remmen, kalibratie van snelheidsmeter<br />
en dagteller,<br />
koplampafstelling, bumperhoogte,<br />
bodemvrijheid van het voertuig<br />
en de vrije ruimte tussen<br />
band en carrosserie en chassis.<br />
. . . 334
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 335 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u wielen met verschillende<br />
maten gebruikt en<br />
wanneer er banden worden<br />
geselecteerd die niet worden<br />
aanbevolen voor die wielen,<br />
kunnen de prestaties en veiligheid<br />
van uw voertuig niet<br />
aanvaardbaar zijn.<br />
De kans op aanrijdingen en<br />
ernstig letsel wordt hierdoor<br />
groter.<br />
Gebruik alleen nieuwe originele<br />
GM-onderdelen. Raadpleeg uw<br />
dealer.<br />
Een gebruikt wiel op een voertuig<br />
doen is gevaarlijk.<br />
U weet dan niet hoe het wiel is<br />
gebruikt of hoeveel ermee is<br />
gereden.<br />
Wanneer er roest of vuil zit op het<br />
wiel of op die delen van de auto<br />
waarmee het wiel in aanraking<br />
komt, kan dat tot gevolg hebben<br />
dat de wielbouten na verloop<br />
van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />
het wiel geheel loskomen en een<br />
ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />
een wiel verwisselt, maak dan de<br />
plaatsen schoon waar het wiel<br />
met de auto in aanraking komt.<br />
In noodgevallen kunt u daarvoor<br />
een doek of een stuk papier<br />
gebruiken. Zorg er echter voor<br />
dat u later, als dat nodig is, met<br />
behulp van een schraper of een<br />
staalborstel de contactvlakken<br />
goed reinigt.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
335 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 336 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
WAARSCHUWING<br />
Smeer nooit olie of vet op de<br />
wielbouten of wielmoeren. Hierdoor<br />
zouden de moeren kunnen<br />
losraken. Wanneer als gevolg<br />
hiervan het wiel van de auto<br />
loopt, zou een ernstig ongeval<br />
kunnen ontstaan.<br />
WAARSCHUWING<br />
Door verkeerde of niet goed vastgedraaide<br />
wielmoeren kan het<br />
wiel losraken en zelfs van de auto<br />
lopen. Dit zou tot een ernstig<br />
ongeval kunnen leiden. Overtuig<br />
u ervan dat u de juiste wielmoeren<br />
gebruikt. Vooral bij een eventuele<br />
vervanging is het belangrijk<br />
om erop te letten dat u nieuwe<br />
wielmoeren van het juiste type<br />
krijgt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer de wielmoeren niet met<br />
het juiste aanhaalmoment zijn<br />
vastgezet, kunnen trillingen<br />
ontstaan tijdens het remmen en<br />
kan de remschijf worden beschadigd.<br />
Om kostbare reparaties aan<br />
het remsysteem te voorkomen,<br />
moeten de wielmoeren gelijkmatig<br />
en in de juiste volgorde met<br />
het voorgeschreven aanhaalmoment<br />
worden vastgezet.<br />
Zie "Specificaties en inhouden"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
. . . 336
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 337 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
SAMPLE4UX1M072675<br />
U kunt dit nummer op een van de<br />
volgende locaties vinden:<br />
• op de veerpootkolom in de<br />
motorruimte aan de rechterzijde<br />
van het voertuig<br />
• Identificatieplaatje voor<br />
onderdelen<br />
• Identificatieplaatje<br />
Het achtste karakter van het VIN is<br />
de motorcode. Deze code heeft u<br />
nodig ter identificatie van de motor,<br />
voertuigspecificaties en<br />
reserveonderdelen.<br />
Zie voor meer informatie "Specificaties<br />
en vulhoeveelheden" verderop<br />
in dit hoofdstuk.<br />
–<br />
■ VOERTUIG IDENTIFICA-<br />
TIE NUMMER<br />
–<br />
Dit nummer is het wettelijke identificatienummer<br />
voor uw voertuig.<br />
Het voertuigidentificatienummer<br />
staat vermeld op een plaatje op de<br />
voorste hoek van het instrumentenpaneel,<br />
aan de linkerzijde. Het plaatje<br />
is van buitenaf zichtbaar via de<br />
voorruit van het voertuig.<br />
–<br />
–<br />
337 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 338 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ IDENTIFICATIEPLAATJE<br />
VOOR ONDERDELEN<br />
Dit plaatje bevindt zich in de achterste<br />
opbergruimte aan de passagierszijde<br />
of bij de onderste rand van de<br />
achterklep. Deze informatie is<br />
handig wanneer u onderdelen moet<br />
bestellen.<br />
Op dit plaatje treft u de volgende<br />
informatie aan:<br />
• het identificatienummer van de<br />
auto (VIN)<br />
• de modelaanduiding<br />
• informatie over carrosserielak<br />
• een lijst met alle fabrieksopties<br />
en speciale uitrustingen<br />
Verwijder dit informatieplaatje niet<br />
uit de auto.<br />
■ ZEKERINGEN EN<br />
STROOMONDERBREKERS<br />
OPMERKING<br />
Het toevoegen van elektrische<br />
apparatuur aan uw voertuig kan<br />
het voertuig beschadigen of<br />
ertoe leiden dat andere dingen<br />
niet juist werken. Een dergelijke<br />
beschadiging valt niet onder de<br />
garantie. Raadpleeg uw dealer<br />
voordat u elektrische apparatuur<br />
toevoegt.<br />
De circuits van de elektrische installatie<br />
in uw auto zijn tegen kortsluiting<br />
beveiligd door middel van een<br />
combinatie van zekeringen, stroomonderbrekers<br />
en thermische beveiligingen.<br />
De kans op brand door<br />
kortsluiting wordt hierdoor belangrijk<br />
verminderd.<br />
Wanneer u ooit pech onderweg<br />
krijgt en u heeft geen reservezekering,<br />
kunt u een zekering met dezelfde<br />
doorsmeltwaarde lenen van een<br />
ander circuit. Neem de zekering van<br />
een circuit waar u geen gebruik van<br />
behoeft te maken (bijvoorbeeld van<br />
de radio of de aansteker) en gebruik<br />
deze zekering als de doorsmeltwaarde<br />
overeenkomt met die van de<br />
doorgesmolten zekering. Vervang<br />
de zekering zo spoedig mogelijk.<br />
Uw voertuig heeft drie zekeringenhouders.<br />
Er zit één zekeringenhouder<br />
aan de rechterzijde van de<br />
motorruimte en de andere twee<br />
zitten onder de achterbank.<br />
Til de vloerbedekking omhoog om<br />
de zekeringenhouders onder de<br />
achterbank bloot te leggen.<br />
Als u een zekeringenhouder wilt<br />
blootleggen, drukt u de twee lipjes<br />
op elk uiteinde van het deksel in en<br />
tilt u het deksel eraf.<br />
. . . 338
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 339 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
20<br />
A<br />
OPMERKING<br />
Knoei geen vloeistoffen op de<br />
elektrische onderdelen van uw<br />
voertuig.<br />
Hierdoor kan schade aan uw<br />
voertuig of de motor ontstaan.<br />
U kunt de zekeringen verwijderen<br />
met de speciale zekeringtrekker.<br />
Let op de zilverkleurige draad in de<br />
zekering. Vervang de zekering<br />
indien de draad is gesmolten of<br />
gebroken. De nieuwe zekering moet<br />
dezelfde afmeting en doorsmeltwaarde<br />
hebben als de oude.<br />
Plaats de afdekking van de zekeringenhouder<br />
altijd terug om de<br />
elektrische onderdelen te<br />
beschermen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
Als een zekering doorsmelt, moet u<br />
de auto onmiddellijk laten nakijken.<br />
–<br />
339 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 340 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
1<br />
33 34 35<br />
6 7<br />
36 37<br />
68<br />
2<br />
3<br />
4<br />
21<br />
23<br />
25<br />
27<br />
22<br />
24<br />
26<br />
28<br />
29<br />
38<br />
39<br />
40<br />
41<br />
42<br />
43<br />
44<br />
45<br />
47<br />
48<br />
49<br />
15<br />
56 57<br />
8 9 10<br />
58 60 66<br />
11<br />
59 61 67<br />
62<br />
12<br />
13 14<br />
63<br />
64<br />
69<br />
70<br />
71<br />
72<br />
73<br />
74<br />
5<br />
30<br />
31<br />
46<br />
32<br />
65<br />
50<br />
51<br />
52<br />
53<br />
54<br />
55<br />
75<br />
16 17 18 19 20<br />
. . . 340
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 341 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Zekeringenhouder in<br />
motorcompartiment<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
Relais<br />
1 Motoren motorkoelventilator<br />
rechts<br />
2 Motoren motorkoelventilator<br />
links<br />
3 Solenoïde startmotor<br />
4 Reserve<br />
5 Pomp koplampsproeiers<br />
6 Seriële/parallelle<br />
motorkoelventilator<br />
7 Pomp voorruitsproeier<br />
8 Mistlampen voor<br />
9 Reserve<br />
10 Contactschakelaar (Aan)<br />
11 Aandrijflijn/Motorregeleenheid<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
12 Grootlicht koplampen<br />
13 Ruitenwissersysteem<br />
voorruit - aan/uit<br />
14 Ruitenwissersysteem<br />
voorruit - laag/hoog<br />
15 Dimlicht koplampen<br />
16 Pomp achterruitsproeier<br />
17 Claxon<br />
18 Compressorkoppeling<br />
aircosysteem<br />
19 Brandstofpomp<br />
20 Accessoirevoeding (Achterruitwisser,<br />
Achteruitkijkspiegel)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
J Cases<br />
21 Koelventilatormotor<br />
rechts<br />
22 Reserve<br />
23 Koelventilatormotor<br />
links<br />
24 Voorste aanjagermotor<br />
25 Solenoïde startmotor<br />
26 Spanningsverdeeldoos 2<br />
linksachter<br />
27 Regelmodule ABS-systeem<br />
28 Spanningsverdeeldoos 1<br />
linksachter<br />
29 Spanningsverdeeldoos 1<br />
rechtsachter<br />
30 Reserve<br />
31 Reserve<br />
32 Spanningsverdeeldoos 2<br />
rechtsachter<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
341 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 342 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Zekeringenhouder in motorcompartiment<br />
(vervolg)<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
Minizekeringen<br />
33 Pomp voorruitsproeier<br />
34 Reserve<br />
35 Reserve<br />
36 Module detectiediagnose;<br />
Display inzittendensensor;<br />
Instrumentenpaneel<br />
37 Contact antiblokkeersysteem;<br />
Stuursysteem met<br />
variabele werking<br />
38 Instrumentenpaneel; Klimaatregelmodule;<br />
Diagnostische<br />
linkconnector<br />
39 Remlicht rechtsachter;<br />
Richtingaanwijzers;<br />
Magneetklep opslaan<br />
sleutel<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
40 Voeding<br />
voertuigregeleenheid<br />
41 Elektronische<br />
regelmodule<br />
42 Richtingaanwijzers linksvoor;<br />
Remlichten achter;<br />
Richtingaanwijzers; Herhalingslicht<br />
voor<br />
43 Centraal/hoog remlicht<br />
; Achteruitrijlichten;<br />
Remlichten<br />
44 Aansluiting elektrische<br />
accessoires instrumentenpaneel<br />
(Aansteker)<br />
45 Aansluiting elektrische<br />
accessoires<br />
middenconsole<br />
46 Transmissieregelmodule<br />
47 Reserve<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
48 Dimmen instrumentenpaneel<br />
led; Plafondverlichting;<br />
Makeupspiegelverlichting<br />
49 Radio<br />
50 Reserve<br />
51 Reserve<br />
52 Pomp achterruitsproeier<br />
53 Claxon<br />
54 Compressorkoppeling<br />
aircosysteem<br />
55 Brandstofpomp<br />
56 Ontstekingsvermogen<br />
motorregelmodule/<br />
transmissieregelmodule;<br />
Luchtmassameter<br />
(V6-motor)<br />
. . . 342
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 343 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Zekeringenhouder in motorcompartiment<br />
(vervolg)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
57 Luchtkwaliteitssensor;<br />
Hoogteregelaar voor<br />
koplampen; Verwarmde<br />
sproeiermondstukken;<br />
Alarmsirenemodule<br />
58 Grootlicht koplamp,<br />
links<br />
59 Grootlicht koplamp,<br />
rechts<br />
60 Dimmen schakelaar;<br />
Analoge klok<br />
61 Gereguleerde spanningsregeling<br />
accu<br />
62 Ruitenwissermotor<br />
63 Dimlicht koplamp,<br />
rechts<br />
64 Dimlicht koplamp, links<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
65 Motor en schakelaar<br />
achterruitwisser; Achteruitkijkspiegel<br />
binnen<br />
66 Reserve<br />
67 Mistlampen voor<br />
68 Contactschakelaar;<br />
Immobilizermodule<br />
69 Voorzuurstofsensoren ;<br />
Distributie met verstelbare<br />
nokkenassen (V6-<br />
motor); Benzinedampafvoer<br />
koolstofhouder<br />
(V6-motor); Stelklep<br />
inlaatspruitstuk (V6-<br />
motor)<br />
70 Even bobines; Brandstofinjectoren<br />
met even<br />
nummers<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
71 Oneven bobines; Brandstofinjectoren<br />
met oneven<br />
nummers<br />
72 Koelvinrelais; Relais koppeling<br />
aircosysteem;<br />
Zuurstofsensoren in de<br />
stijl; Luchtmassameter<br />
(V8-motor); Benzinedampafvoer<br />
koolstofhouder<br />
(V8-motor)<br />
73 Elektronische<br />
regelmodule<br />
74 Reserve<br />
Stroomonderbrekers<br />
75 Pomp koplampsproeiers<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
343 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 344 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
1<br />
2<br />
3 4 5 6<br />
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19<br />
20 21<br />
22<br />
23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33<br />
Zekeringenhouder achterbank<br />
linkerzijde<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
1 Remlichten voertuig en<br />
aanhanger (Relais)<br />
2 Luchtcompressormotor<br />
elektronische niveauregeling<br />
(Relais)<br />
3 Kentekenverlichting; Markeringslichten<br />
(Relais)<br />
4 Motoren elektrische<br />
raambediening<br />
(Stroomonderbreker)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
5 Reserve (J Case)<br />
6 Stuurwielschakelaars<br />
(Minizekeringen)<br />
7 Entertainmentsysteem<br />
voor achterpassagiers<br />
(Indien van toepassing);<br />
Audiosysteem voor achterpassagiers<br />
(Indien van<br />
toepassing)<br />
(Minizekeringen)<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
8 Televisietuner (Indien van<br />
toepassing)<br />
(Minizekeringen)<br />
9 Schakelaars voor inklappen<br />
stoel; Module<br />
afstandsbedieningssysteem<br />
(Minizekeringen)<br />
10 Audioversterker<br />
(Minizekeringen)<br />
11 Module achterbank ;<br />
Motoren voor inklappen<br />
stoel (Minizekeringen)<br />
. . . 344
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 345 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Zekeringenhouder achterbank<br />
linkerzijde (vervolg)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
12 Module bestuurdersportier<br />
(Sloten, Buitenspiegel,<br />
Raamschakelaars)<br />
(Minizekeringen)<br />
13 Remlichten voertuig en<br />
aanhanger<br />
(Minizekeringen)<br />
14 Kentekenverlichting; Markeringslichten<br />
(Minizekeringen)<br />
15 Achterlichten links; Parkeerlichten<br />
linksvoor;<br />
Markeringslichten<br />
(Minizekeringen)<br />
16 Achterlichten rechts; Parkeerlichten<br />
rechtsvoor;<br />
Markeringslichten<br />
(Minizekeringen)<br />
17 Parkeerlichten aanhanger<br />
(Minizekeringen)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
18 Mistlampen achter<br />
(Relais)<br />
19 Reserve (Relais)<br />
20 Reserve (Minizekeringen)<br />
21 Reserve (Minizekeringen)<br />
22 Zekeringtrekker<br />
23 Lamp rechterpositie<br />
(Relais)<br />
24 Parkeerlichten voor en<br />
achter (Relais)<br />
25 Luchtcompressor elektronische<br />
niveauregeling (J<br />
Case)<br />
26 Reserve (Minizekeringen)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
27 Stoel met geheugenmodule;<br />
Module<br />
ultrasoon parkeerhulpsysteem<br />
(Minizekeringen)<br />
28 Achterste contact voor<br />
extra apparaten<br />
(Minizekeringen)<br />
29 Relais parkeerlamp links<br />
(Minizekeringen)<br />
30 Mistlampen achter<br />
(Minizekeringen)<br />
31 Lamp rechterpositie<br />
(Minizekeringen)<br />
32 Reserve (Relais)<br />
33 Kabelboomstekker<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
345 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 346 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
1 2<br />
3 4 5 6<br />
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19<br />
20 21<br />
22<br />
23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33<br />
Zekeringenhouder achterbank<br />
rechterzijde<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
1 Achterruitverwarming<br />
(Relais)<br />
2 Reserve (Relais)<br />
3 Reserve (Relais)<br />
4 Stoelen met elektrische<br />
verstelmogelijkheid<br />
(Stroomonderbreker)<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
5 Module elektrisch<br />
bediend zonnedak (J<br />
Case)<br />
6 Schakelaar achterruitwisser;<br />
Achteruitkijkspiegel<br />
binnen (Minizekeringen)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
7 Centrale vergrendeling<br />
met afstandsbediening;<br />
Neigingshoeksensor;<br />
Alarmsirenemodule;<br />
Bewegingssensor<br />
(Minizekeringen)<br />
8 Reserve (Minizekeringen)<br />
9 Magneetklep ventilatieklep<br />
(Minizekeringen)<br />
. . . 346
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 347 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Zekeringenhouder achterbank<br />
rechterzijde (vervolg)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
10 Eenheid elektrisch<br />
bedienbare achterklep<br />
(Minizekeringen)<br />
11 Achterruitverwarming<br />
(Minizekeringen)<br />
12 Reserve (Minizekeringen)<br />
13 Voetruimteverlichting;<br />
Instapverlichtingseenheid;<br />
Richtingaanwijzer<br />
rechts; Herhalingslicht<br />
rechtsvoor<br />
(Minizekeringen)<br />
14 Airconditioningssysteem<br />
achterin het voertuig<br />
(Minizekeringen)<br />
15 Klimaatregelmodule<br />
(Minizekeringen)<br />
16 Verwarmd stuurwiel<br />
(Minizekeringen)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
17 Reserve (Minizekeringen)<br />
18 Sloten achterportier<br />
(Relais)<br />
19 Reserve (Relais)<br />
20 Reserve (Minizekeringen)<br />
21 Reserve (Minizekeringen)<br />
22 Zekeringtrekker<br />
23 Sloten achterportier<br />
(Relais)<br />
24 Aanjagermotor airconditioning<br />
achterin het voertuig;<br />
Ontsteking<br />
klimaatregeling; Zonnedak<br />
(Relais)<br />
25 Motoren elektrisch<br />
bedienbare achterklep (J<br />
Case)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
26 Sloten achterportier<br />
(Minizekeringen)<br />
27 Module passagiersportier<br />
(Sloten, Buitenspiegel,<br />
Raamschakelaars)<br />
(Minizekeringen)<br />
28 Module detectiediagnose;<br />
Inzittendensensor;<br />
Omrolsensor<br />
(Minizekeringen)<br />
29 Reserve (Minizekeringen)<br />
30 Wielophangingsmodule<br />
(Minizekeringen)<br />
31 Uitlaatmagneetklep compressor<br />
elektronische<br />
niveauregeling; Relais<br />
elektronische niveauregeling<br />
(Minizekeringen)<br />
32 Reserve (Relais)<br />
33 Kabelboomstekker<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
347 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 348 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ GLOEILAMPEN<br />
VERVANGEN<br />
Ga naar uw dealer als een gloeilamp<br />
moet worden vervangen.<br />
Hoge ontladingslampen (HID)<br />
(indien van toepassing)<br />
WAARSCHUWING<br />
De hoge-ontladingslampen van<br />
het dimlicht werken onder een<br />
zeer hoge spanning. Probeer de<br />
systeemcomponenten niet zelf te<br />
repareren. U kunt ernstig<br />
gewond raken. Neem contact op<br />
met uw dealer voor onderhoud.<br />
Uw voertuig kan met hoge-ontladingslampen<br />
zijn uitgerust. Als een<br />
gloeilamp van een koplamp is<br />
vervangen, zult u merken dat de<br />
straal iets anders is dan de oorspronkelijke<br />
gloeilamp. Dit is normaal.<br />
Halogeenlampen<br />
WAARSCHUWING<br />
Halogeen gloeilampen bevatten<br />
onder druk staand gas en kunnen<br />
door een val of krassen barsten. U<br />
en anderen kan dan letsel<br />
worden toegebracht. Volg de<br />
instructies op, die op de verpakking<br />
van de gloeilamp staan.<br />
. . . 348
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 349 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
■ SPECIFICATIES EN INHOUDEN<br />
Specificaties van de onderdelen<br />
V6-motor van 3,6 l<br />
Motorcode ....................................................................................................................................................7<br />
Motorvermogen .........................................................................................................190 kW bij 6500 min -1<br />
Motorkoppel ..............................................................................................................339 KW bij 2700 min -1<br />
Luchtfilter voor luchttoevoer interieur<br />
Deeltjes- en geurfilter.................................................................................................88957450 1 /CF130C 2<br />
Deeltjesfilter .................................................................................................................19130403 1 /CF133 2<br />
Luchtfilter..................................................................................................................... 25798271 1 /A2944C 2<br />
Motoroliefilter ................................................................................................................25177917 1 /PF2129 2<br />
Bougie............................................................................................................................92220447 1 /41-990 2<br />
Elektrodenafstand...............................................................................................................................1,1 mm<br />
Aanhaalmoment wielmoeren............................................................................................................ 140 Nm<br />
1 GM-onderdeelnummer<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
2 AC Delco-onderdelennummer<br />
349 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 350 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Specificaties van de onderdelen (vervolg)<br />
Motor van 4,6 l<br />
Motorcode ....................................................................................................................................................A<br />
Motorvermogen .........................................................................................................239 kW bij 6500 min -1<br />
Motorkoppel ..............................................................................................................427 KW bij 4400 min -1<br />
Luchtfilter voor luchttoevoer interieur<br />
Deeltjes- en geurfilter.................................................................................................88957450 1 /CF130C 2<br />
Deeltjesfilter .................................................................................................................19130403 1 /CF133 2<br />
Luchtfilter..................................................................................................................... 25798271 1 /A2944C 2<br />
Motoroliefilter ....................................................................................................................89017342 1 /PF61 2<br />
Bougie............................................................................................................................12571535 1 /41-987 2<br />
Elektrodenafstand.............................................................................................................................1,27 mm<br />
Aanhaalmoment wielmoeren............................................................................................................ 140 Nm<br />
1 GM-onderdeelnummer<br />
2 AC Delco-onderdelennummer<br />
. . . 350
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 351 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Inhouden* (richtwaarden)<br />
Brandstoftank.....................................................................................................................................75,7 L<br />
Koelsysteem<br />
Motor van 3,6 l ..............................................................................................................................11,1 L<br />
Motor van 4,6 l ..............................................................................................................................11,8 L<br />
Krukkast (met filter vervangen)<br />
Motor van 3,6 l ................................................................................................................................5,7 L<br />
Motor van 4,6 l ................................................................................................................................7,6 L<br />
Transmissie (Carter verwijderen en vervangen)<br />
Automatische transmissie met 5 versnellingen.................................................................................7,0 L<br />
Automatische transmissie met 6 versnellingen.................................................................................6,3 L<br />
Verdeelbak................................................................................................................................................0,9L<br />
Airconditioningkoelmiddel (R-134a) ........................................................................................................‡ kg<br />
*Alle vloeistofpeilen na het vullen controleren.<br />
‡ Zie voor de hoeveelheid koelvloeistof van het airconditioningssysteem het waarschuwingslabel voor de<br />
koelvloeistof onder de motorkap. Ga voor meer informatie naar uw dealer.<br />
Zie "Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen" voor meer informatie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
351 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 352 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ BRANDSTOFVERBRUIK EN EMISSIEGEGEVENS<br />
3,6 l motor<br />
Achterwielaandrijving<br />
Allwheel-aandrijving<br />
Brandstofverbruik in stadsverkeer.......................................18,6l/100 km ................................ 18,8l/100 km<br />
Brandstofverbruik snelweg...................................................9,8l/100 km ................................ 10,2l/100 km<br />
Gemiddeld brandstofverbruik ............................................13,0l/100 km ................................ 13,4l/100 km<br />
Stedelijke kooldioxide-emissie..................................................440 g/km ......................................446 g/km<br />
Buitenstedelijke kooldioxide-emissies.......................................234 g/km ......................................243 g/km<br />
Gemengde kooldioxide............................................................309 g/km ......................................317 g/km<br />
4,6 l motor<br />
Brandstofverbruik in stadsverkeer.............................................................................................. 20,5l/100 km<br />
Brandstofverbruik snelweg........................................................................................................ 10,2l/100 km<br />
Gemiddeld brandstofverbruik ................................................................................................... 14,0l/100 km<br />
Stedelijke kooldioxide-emissie.........................................................................................................483 g/km<br />
Buitenstedelijke kooldioxide-emissies..............................................................................................242 g/km<br />
Gemengde kooldioxide...................................................................................................................331 g/km<br />
. . . 352
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 353 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
■ ZORG VOOR DE BUITENKANT<br />
General Motors heeft producten voor onderhoud van de buitenkant en zorg voor uw voertuig.<br />
Neem contact op met uw dealer als u nadere informatie wenst.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
353 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 354 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 355 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
––––<br />
–<br />
5<br />
Werk<br />
zaa<br />
mhe<br />
den<br />
in<br />
noo<br />
dgevallen<br />
Starten met een hulpaccu..................................356<br />
Slepen van de auto.............................................360<br />
Oververhitting van de motor ............................361<br />
Koelvloeistof controleren en bijvullen ................364<br />
Lekke band verwisselen .....................................368<br />
Wiel verwisselen ................................................. 371<br />
Banden en krikuitrusting opbergen.................... 376<br />
De lekke band opbergen ...................................376<br />
Compacte reservewiel opbergen .......................378<br />
De krikuitrusting opbergen................................379<br />
Veiligheidshaak................................................... 380<br />
Compacte reservewiel........................................ 382<br />
Hoofdstuk 5 - Werkzaamheden in noodgevallen<br />
Als uw voertuig vast komt te zitten ................. 384<br />
Het voertuig voor- en achteruit laten rollen ...... 384<br />
Sleepogen ......................................................... 385<br />
Gegevensverzameling en gegevensrecorders<br />
voor gebeurtenissen ........................................ 386<br />
355 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 356 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
■ STARTEN MET EEN<br />
HULPACCU<br />
Als de accu in het voertuig ontladen<br />
is kunnen een ander voertuig en<br />
hulpstartkabels worden gebruikt om<br />
de motor te starten.<br />
Het andere voertuig moet over een<br />
12 V-accu met een negatieve massa<br />
beschikken.<br />
OPMERKING<br />
Als het andere voertuig niet over<br />
een 12 V-accu met een negatieve<br />
massa beschikt, kunnen beide<br />
voertuigen beschadigd raken.<br />
OPMERKING<br />
De motor zal niet starten door de<br />
auto aan te duwen of te slepen;<br />
hierdoor kan de auto zelfs<br />
worden beschadigd.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een accu kan letsel toebrengen.<br />
Accu's bevatten bijtende vloeistoffen<br />
en elektriciteit die brandwonden<br />
kunnen veroorzaken en<br />
gassen die kunnen exploderen of<br />
vlamvatten. Wees voorzichtig en<br />
volg alle van toepassing zijnde<br />
instructies nauwgezet op als u<br />
nabij een accu werkt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg er voor dat geen accuzuur<br />
met de huid in aanraking kan<br />
komen. Mocht u accuzuur in uw<br />
ogen of op uw huid krijgen, spoel<br />
de plek dan met water en consulteer<br />
onmiddellijk een arts.<br />
Gebruik nabij een accu nooit lucifers<br />
of open vuur. Gebruik een<br />
zaklantaarn als u moet bijlichten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Nieuwe GM-auto's zijn altijd<br />
voorzien van een onderhoudsvrije<br />
accu. Wanneer echter toch<br />
een ander type accu met celdoppen<br />
gemonteerd is, controleer<br />
dan of de cellen voldoende vloeistof<br />
bevatten. Vul bij met water<br />
als het niveau laag staat, zodat er<br />
geen explosieve gassen aanwezig<br />
kunnen zijn.<br />
. . . 356
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 357 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
Verricht de volgende handelingen<br />
om uw auto met een hulpaccu te<br />
starten:<br />
OPMERKING<br />
Als deze aanwijzingen niet<br />
worden opgevolgd, kan ernstige<br />
schade aan uw auto tot gevolg<br />
hebben.<br />
De reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
1. Plaats de auto's voldoende<br />
dicht bij elkaar om de hulpstartkabels<br />
te kunnen aansluiten. De<br />
auto's mogen elkaar niet raken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Voorkom dat de auto's in beweging<br />
komen tijdens de handelingen<br />
voor het starten met een<br />
hulpaccu door de parkeerrem<br />
van beide auto's stevig aan te<br />
trekken.<br />
Kies de stand P (parkeren) bij een<br />
voertuig met automatische transmissie<br />
en zet een handgeschakelde<br />
transmissie in N(neutraal)<br />
voordat u de parkeerrem<br />
aantrekt.<br />
2. Zet van beide auto's het contact<br />
uit. Zet de radio's af en schakel<br />
alle lampen uit die niet nodig<br />
zijn.<br />
Verwijder alle accessoires die<br />
eventueel op de aansluiting van<br />
de accessoires zijn aangesloten.<br />
Wanneer u accessoires uitschakelt,<br />
kan vonkvorming worden<br />
voorkomen.<br />
OPMERKING<br />
Een ingeschakelde radio of andere<br />
accessoires kunnen ernstig<br />
worden beschadigd.<br />
De reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
357 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 358 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
3. Open nu de motorkappen en<br />
zoek de externe pluspool (+) en<br />
de externe minpool (-) van de<br />
accu.<br />
WAARSCHUWING<br />
De koelventilator kan zelfs bij stilstaande<br />
motor worden ingeschakeld.<br />
Neem de nodige zorg in<br />
acht nabij een elektrische ventilator<br />
in de motorruimte.<br />
WAARSCHUWING<br />
Ventilatoren of andere bewegende<br />
motoronderdelen kunnen<br />
ernstig letsel veroorzaken. Houdt<br />
uw handen uit de buurt van<br />
bewegende onderdelen, zodra<br />
de motor draait.<br />
De externe minpool (-) vindt<br />
zich op de veerpootkolom in de<br />
motorruimte aan de rechterzijde<br />
van het voertuig<br />
De externe positieve (+) accuklem<br />
bevindt zich aan de zijde<br />
van de zekeringenhouder in de<br />
motorruimte.<br />
Maak steeds gebruik van de positieve<br />
en negatieve accuklemmen<br />
op afstand in plaats van de<br />
accuklemmen op de accu van<br />
de auto.<br />
. . . 358
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 359 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
Controleer dat de hulpstartkabels<br />
geen losse of ontbrekende<br />
isolatie hebben. Indien deze kabels<br />
zijn beschadigd, kunt u een<br />
elektrische schok oplopen en<br />
worden de auto's mogelijk<br />
beschadigd.<br />
Sluit positief (+) niet aan op negatief<br />
(-), hierdoor veroorzaakt u<br />
kortsluiting die de accu en mogelijk<br />
andere delen kan<br />
beschadigen.<br />
Sluit de negatieve (-) kabel niet<br />
aan op de negatieve (-) pool van<br />
de ontladen accu, omdat hierdoor<br />
vonken kunnen ontstaan.<br />
7<br />
6 5<br />
4. Sluit de positieve (+) (rode)<br />
kabel aan op de positieve (+)<br />
pool van de ontladen accu.<br />
Gebruik de speciale, op afstand<br />
van de accu gemonteerde startaansluiting<br />
(+) indien uw auto<br />
hiermee is uitgerust.<br />
5. Laat het andere uiteinde niet in<br />
aanraking komen met metaal<br />
en sluit hem dan aan op de<br />
positieve klem (+) van een goed<br />
geladen accu.<br />
Gebruik de speciale, op afstand<br />
van de accu gemonteerde startaansluiting<br />
(+) indien uw auto<br />
hiermee is uitgerust.<br />
4<br />
6. Neem nu de negatieve (-)<br />
(zwarte) kabel. Sluit hem eerst<br />
aan op de negatieve (-) pool<br />
van de geladen accu. Gebruik<br />
de op afstand van de accu aanwezige<br />
accuklem (-) indien uw<br />
auto hiermee is uitgerust. Laat<br />
het andere einde nog niet met<br />
metaal in aanraking komen.<br />
OPMERKING<br />
Sluit de negatieve kabel niet aan<br />
op de elektronische regeleenheid,<br />
de bevestigingsbeugel van<br />
de elektronische regeleenheid of<br />
de kabels die aan de elektronische<br />
regeleenheid zijn<br />
aangesloten.<br />
Maak steeds gebruik van de<br />
externe negatieve accuklem in<br />
plaats van de accuklem op de<br />
accu van uw voertuig.<br />
Sluit de negatieve (-) kabel niet<br />
aan op de negatieve (-) pool van<br />
de ontladen accu, omdat hierdoor<br />
vonken kunnen ontstaan.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
359 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 360 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
7. Bevestig het andere eind van de<br />
negatieve kabel op een zwaar<br />
metalen onderdeel op de<br />
motor van het voertuig met de<br />
ontladen accu of op een<br />
externe negatieve (-) accuklem<br />
indien het voertuig hiermee is<br />
uitgerust.<br />
De kabel moet op een afstand<br />
van tenminste 45 cm van de<br />
ontladen accu worden aangesloten,<br />
maar niet in de omgeving<br />
van bewegende<br />
motoronderdelen.<br />
8. Start de motor van de auto met<br />
de geladen accu. Laat de motor<br />
even draaien.<br />
9. Probeer de motor van het<br />
andere voertuig te starten.<br />
Als de motor na een aantal startpogingen<br />
niet kon worden gestart,<br />
kan onderhoud nodig zijn.<br />
10. Verwijder de startkabels in<br />
omgekeerde volgorde om kortsluiting<br />
te voorkomen.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de startkabels onjuist<br />
worden aangesloten of ontkoppeld,<br />
kan hierdoor kortsluiting<br />
ontstaan waardoor uw voertuig<br />
beschadigd kan raken. Zorg om<br />
kortsluiting te voorkomen dat de<br />
kabels niet met elkaar of andere<br />
metalen delen in aanraking<br />
komen.<br />
De kabels moeten in de juiste<br />
volgorde worden aangesloten of<br />
ontkoppeld.<br />
Als deze aanwijzingen niet<br />
worden opgevolgd, kan ernstige<br />
schade aan uw auto tot gevolg<br />
hebben.<br />
De reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
■ SLEPEN VAN DE AUTO<br />
Uw voertuig mag alleen worden<br />
vervoerd met alle vier wielen van de<br />
grond. Transporteer het voertuig op<br />
een platformwagen.<br />
Neem contact op met uw dealer of<br />
een erkend sleepbedrijf als uw auto<br />
gesleept moet worden.<br />
Zie tevens "Rijden met recreatieve<br />
voertuigen" in hoofdstuk 3.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de portieren vergrendeld<br />
zijn met het alarmsysteem,<br />
dan wordt het alarm geactiveerd<br />
als de auto tijdens het wegslepen<br />
schuin komt te staan.<br />
. . . 360
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 361 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
■ OVERVERHITTING VAN<br />
DE MOTOR<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom van een oververhitte<br />
motor kan ernstige brandwonden<br />
veroorzaken. Blijf bij de<br />
motor vandaan wanneer u<br />
stoom hoort of ziet ontsnappen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Door een oververhitte motor te<br />
laten draaien, zelfs gedurende<br />
korte tijd, kan brand ontstaan<br />
met de mogelijkheid van<br />
verwondingen en/of ernstig<br />
lichamelijk letsel.<br />
Indien u ziet of hoort dat er<br />
stoom uit de motor komt, moet<br />
u onmiddellijk stoppen en de<br />
motor afzetten. Open de motorkap<br />
niet voordat de motor is<br />
afgekoeld.<br />
Laat alle passagiers uit het voertuig<br />
stappen.<br />
Zie onder "Bescherming tegen<br />
oververhitting" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
De koelvloeistoftemperatuurmeter<br />
geeft de temperatuur van de koelvloeistof<br />
aan. Indien de wijzer de<br />
rechterkant van het instrument<br />
bereikt, dan is de motor te heet!<br />
Er wordt een bericht op het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
weergegeven en u ziet een waarschuwingslampje<br />
op het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Indien u ziet of hoort dat er stoom<br />
uit de motor komt, moet u onmiddellijk<br />
stoppen en de motor afzetten.<br />
Open de motorkap niet voordat<br />
de motor is afgekoeld.<br />
Wanneer er een waarschuwing voor<br />
oververhitting wordt weergegeven<br />
onder het rijden, kan er een<br />
probleem zijn.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
361 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 362 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
Als de controlelamp gaat branden<br />
zonder dat stoom zichtbaar is:<br />
1. Schakel de airconditioning uit<br />
en zet de verwarming aan<br />
(hoogste aanjagersnelheid).<br />
Open eventueel de ramen.<br />
2. Schakel in druk verkeer naar N<br />
(neutraal) wanneer u stilstaat.<br />
3. Breng het voertuig zo snel<br />
mogelijk op een veilige plaats<br />
tot stilstand. Laat de motor<br />
enkele minuten stationair<br />
draaien.<br />
Wanneer de oververhittingswaarschuwing<br />
niet meer wordt weergegeven<br />
of de temperatuurmeter voor<br />
de koelvloeistof geen oververhitting<br />
aangeeft, kunt u 10 minuten lang<br />
doorrijden, maar wel bij een lagere<br />
snelheid.<br />
Wanneer de waarschuwing niet<br />
meer wordt weergegeven, kunt u<br />
normaal rijden.<br />
Wanneer de oververhittingswaarschuwing<br />
nog steeds wordt aangegeven,<br />
moet u het voertuig meteen<br />
stilzetten en parkeren.<br />
Als er nog steeds geen stoom zichtbaar<br />
is, laat de motor dan gedurende<br />
ca. 3 minuten stationair draaien.<br />
Wanneer de oververhittingswaarschuwing<br />
niet verdwijnt, schakelt u<br />
de motor uit totdat deze is<br />
afgekoeld.<br />
Zie onder "Bescherming tegen oververhitting"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
A<br />
Sommige voertuigen zijn voorzien<br />
van een door de motor aangedreven<br />
ventilator, naast de elektrische<br />
drukkende ventilatoren die zich<br />
achter de grille van het voertuig<br />
bevinden.<br />
WAARSCHUWING<br />
De elektrische ventilator kan ook<br />
in werking komen wanneer de<br />
motor niet loopt. Kom daarom<br />
niet te dicht in de buurt van de<br />
ventilator.<br />
. . . 362
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 363 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
Wanneer de motor oververhit is,<br />
moeten de koelventilatoren werken.<br />
Als dat niet het geval is, moet u de<br />
motor stoppen en het voertuig voor<br />
onderhoud naar de garage<br />
brengen.<br />
Indien de koelvloeistof in de expansietank<br />
heeft gekookt, draai dan de<br />
dop niet los. Wacht tot de koelvloeistof<br />
is afgekoeld.<br />
De auto moet op een vlakke ondergrond<br />
worden geplaatst.<br />
Wanneer de motorruimte koel is,<br />
moet het peil bij of boven de markering<br />
FULL COLD/FROID staan.<br />
Lokaliseer het expansievat en volg<br />
de pijl vanaf de bovenzijde van het<br />
vat en langs zijkant omlaag naar de<br />
horizontale markering.<br />
Als het peil van de koelvloeistof laag<br />
is, kan er een lek in het koelsysteem<br />
zijn.<br />
WAARSCHUWING<br />
Motoronderdelen kunnen zeer<br />
heet zijn. Raak deze niet aan.<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat de motor niet lopen indien<br />
er lekkage is. Alle koelvloeistof<br />
kan naar buiten lekken en motorbrand<br />
veroorzaken. U zou brandwonden<br />
kunnen oplopen.<br />
Wanneer koelvloeistof uit de<br />
motor of de radiator lekt, moet<br />
de oorzaak hiervan onmiddellijk<br />
worden verholpen.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de motor zonder koelvloeistof<br />
draait, kan dit ernstige<br />
schade aan de motor tot gevolg<br />
hebben, die niet onder de garantie<br />
valt.<br />
Zie onder "Bescherming tegen<br />
oververhitting" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Zorg dat de motorkoelventilatoren<br />
draaien. Als dat niet het geval is,<br />
moet er onderhoud aan de ventilatoren<br />
worden uitgevoerd.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
363 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 364 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
Bescherming tegen<br />
oververhitting<br />
Als de waarschuwing tegen oververhitting<br />
aanhoudt, schakelt de motor<br />
over op een programma waarbij de<br />
verbranding beurtelings in cilindergroepen<br />
plaatsvindt, om zo motorschade<br />
te beperken en u in staat te<br />
stellen met de auto naar het dichtstbijzijnde<br />
servicecentrum te rijden. U<br />
zult wel een aanzienlijk verlies in<br />
motorprestaties opmerken.<br />
Voorkom het rijden van lange<br />
afstanden en/of het rijden met een<br />
aanhanger wanneer in deze stand<br />
wordt gereden.<br />
OPMERKING<br />
Nadat u met deze functie heeft<br />
gereden, moet u de motor laten<br />
afkoelen alvorens reparaties uit te<br />
voeren. Repareer dan de oorzaak<br />
van het koelvloeistofverlies,<br />
ververs de olie.<br />
Koelvloeistof controleren en<br />
bijvullen<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom en hete vloeistof kunnen<br />
uit een heet koelsysteem naar<br />
buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />
veroorzaken. Draai de<br />
dop niet los wanneer de motor<br />
en het koelsysteem heet zijn.<br />
OPMERKING<br />
Dit voertuig heeft een specifieke<br />
vulprocedure voor de koelvloeistof.<br />
Wanneer u deze procedure<br />
niet volgt, dan kan de motor<br />
oververhit en ernstig beschadigd<br />
raken.<br />
Indien de koelvloeistof in de expansietank<br />
heeft gekookt, draai dan de<br />
dop niet los. Wacht tot de koelvloeistof<br />
is afgekoeld.<br />
Plaats de auto op vlakke grond.<br />
Het controleren van het koelvloeistofpeil<br />
kan plaatsvinden op de<br />
doorzichtige expansietank zonder<br />
de dop te verwijderen.<br />
Lokaliseer het expansievat en volg<br />
de pijl vanaf de bovenzijde van het<br />
vat en langs zijkant omlaag naar de<br />
horizontale markering.<br />
Zie het schema voor de motorruimte<br />
in hoofdstuk 4.<br />
. . . 364
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 365 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
Wanneer de motorruimte koel is,<br />
moet het peil bij of boven de markering<br />
FULL COLD/FROID staan.<br />
Als het peil van de koelvloeistof laag<br />
is, kan er een lek in het koelsysteem<br />
zijn.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het kan gevaar opleveren indien<br />
alleen water of andere vloeistof<br />
dan de aanbevolen koelvloeistof<br />
wordt toegevoegd. De motor<br />
kan oververhit raken, maar de<br />
waarschuwingslamp gaat niet<br />
branden. De motor kan in brand<br />
vliegen en u of anderen<br />
verwonden.<br />
OPMERKING<br />
Als er teveel water in het koelvloeistofmengsel<br />
is, kan de vloeistof<br />
bevriezen en de motor en<br />
andere auto-onderdelen laten<br />
barsten.<br />
Deze schade wordt niet door uw<br />
garantie gedekt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Vervang het correcte koelvloeistofmengsel<br />
niet door andere<br />
typen vloeistoffen. De motor kan<br />
in brand vliegen en u of anderen<br />
verwonden.<br />
Mors geen koelvloeistof op hete<br />
motoronderdelen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Onder sommige omstandigheden<br />
is ethyleenglycol in koelvloeistof<br />
ontvlambaar. Voorkom<br />
brandwonden en zorg dat nooit<br />
koelvloeistof wordt gemorst op<br />
het uitlaatsysteem of op hete<br />
motoronderdelen. Als u twijfelt,<br />
laat het bijvullen dan uitvoeren<br />
door een vakkundig<br />
automecanicien.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
365 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 366 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
OPMERKING<br />
Vervang het correcte koelvloeistofmengsel<br />
niet door andere<br />
typen vloeistoffen. Wanneer u dit<br />
wel doet, kan voortijdige corrosie<br />
ontstaan en de koelvloeistof<br />
moet dan vaker worden ververst.<br />
Schade veroorzaakt doordat niet<br />
de aanbevolen koelvloeistof is<br />
gebruikt, wordt niet gedekt door<br />
de garantie.<br />
Als koelvloeistof zichtbaar is in het<br />
expansietank:<br />
Als er koelvloeistof zichtbaar is in het<br />
reservoir, maar het peil niet bij of<br />
boven de markering FULL COLD/<br />
FROID staat, wacht dan tot de<br />
motor is afgekoeld en voeg daarna<br />
een 50/50-mengsel van schoon<br />
water en DEX-COOL ® toe aan het<br />
koelvloeistofreservoir. Zie "Motorkoelvloeistof"<br />
in het hoofdstuk<br />
"Onderhoud en verzorging".<br />
Als er geen koelvloeistof zichtbaar<br />
is in de expansietank:<br />
Voeg een 50/50 mengsel van<br />
schoon water en DEX-COOL ® -koelvloeistof<br />
toe aan de expansietank.<br />
Zie onder "Koelvloeistof" in het<br />
hoofdstuk "Onderhoud en<br />
verzorging".<br />
Vul koelvloeistof op de volgende<br />
manier bij:<br />
1. De auto moet op een vlakke<br />
ondergrond worden geplaatst.<br />
. . . 366
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 367 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
6. Als het niveau in de expansietank<br />
gedaald is, voegt u meer<br />
koelvloeistofmengsel toe om<br />
het niveau tot de juiste markering<br />
te brengen.<br />
7. Breng de dop weer aan. Zet de<br />
dop stevig vast.<br />
OPMERKING<br />
–<br />
2. Wanneer u de dop wilt verwijderen<br />
als het koelsysteem,<br />
inclusief de dop van het koelvloeistofreservoir<br />
en de bovenste<br />
radiateurslang, is afgekoeld,<br />
dan moet u de dop langzaam<br />
een kwartslag linksom draaien.<br />
3. Indien u een sissend geluid<br />
hoort, moet u wachten tot dat<br />
niet meer hoorbaar is. Het sissende<br />
geluid betekent dat het<br />
systeem nog steeds onder druk<br />
staat. Verwijder vervolgens de<br />
dop.<br />
4. Vul het koelvloeistofreservoir<br />
met het juiste mengsel bij tot<br />
iets boven de markering FULL<br />
COLD/FROID.<br />
5. Als de dop met het drukventiel<br />
is verwijderd, start u de motor<br />
en laat hem lopen tot de<br />
bovenste radiatorslang heet<br />
aanvoelt (let op de<br />
ventilatoren).<br />
Wanneer u met uw gezicht naar<br />
de voorkant van het voertuig<br />
staat, is de bovenste radiateurslang<br />
de grootste slang die aan<br />
de linkerkant uit de radiateur<br />
komt.<br />
De expansietankdop is een dop<br />
met een drukventiel en moet<br />
stevig worden vastgedraaid om<br />
verlies van koelvloeistof en<br />
mogelijke motorschade door<br />
oververhitting te voorkomen.<br />
Controleer dat de dop handvast<br />
is aangedraaid en volledig<br />
aansluit.<br />
8. Start de motor en laat deze<br />
warm worden.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
367 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 368 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
■ LEKKE BAND<br />
VERWISSELEN<br />
WAARSCHUWING<br />
Het uivoeren van onderhoud of<br />
reparaties onder een opgekrikte<br />
auto is gevaarlijk zonder de<br />
vereiste veiligheidsapparatuur en<br />
opleiding.<br />
De bij uw auto geleverde krik is<br />
alleen bedoeld voor het vervangen<br />
van een lekke band en mag<br />
alleen voor dat doel gebruikt<br />
worden.<br />
Als de krik voor iets anders wordt<br />
gebruikt, dan kunnen u of anderen<br />
ernstig gewond raken of<br />
gedood worden als de auto van<br />
de krik af glijdt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Voorkom verdere beschadiging<br />
aan de band en het wiel door<br />
uiterst langzaam naar een vlakke<br />
parkeerplaats te rijden waar u het<br />
wiel kunt verwisselen. Schakel de<br />
waarschuwingsknipperlichten in.<br />
Het verwisselen van een wiel is<br />
niet zonder gevaar. De auto kan<br />
van de krik glijden en zo uzelf of<br />
andere mensen verwonden.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg dat de auto bij het verwisselen<br />
van het wiel niet kan<br />
bewegen:<br />
• Parkeer op vlakke grond.<br />
•Trek de parkeerrem stevig aan.<br />
• Schakel in de stand P<br />
(parkeren).<br />
• Zet de motor af.<br />
• Start de motor niet als het<br />
voertuig omhoog is gekrikt.<br />
• Alle passagiers moeten het<br />
voertuig verlaten voordat het<br />
voertuig omhoog wordt<br />
gekrikt.<br />
• Plaats blokken voor en achter<br />
het wiel dat zich schuin tegenover<br />
het te verwisselen wiel<br />
bevindt.<br />
. . . 368
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 369 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
WAARSCHUWING<br />
Om lichamelijk letsel en beschadiging<br />
van de auto te voorkomen,<br />
mag u het reservewiel<br />
nooit uit de opbergplaats onder<br />
de auto verwijderen of daarin<br />
opbergen wanneer de auto door<br />
de krik wordt gesteund.<br />
Het reservewiel altijd uit de<br />
opbergplaats onder de auto<br />
verwijderen of daarin opbergen<br />
wanneer de auto op de grond<br />
staat.<br />
Verwijder de krik en de het<br />
krikgereedschap.<br />
Het gereedschap bevindt zich in het<br />
achtercompartiment.<br />
Als uw voertuig een bagagebeheersysteem<br />
heeft, verwijder u het<br />
opbergbakje om bij de krik te<br />
komen.<br />
Als uw voertuig zitplaatsen op de<br />
derde rij heeft, moet u het opbergvak<br />
voor de hoofdsteunen verwijderen<br />
voordat u bij de krik kunt<br />
komen.<br />
Het gereedschap (en eventueel het<br />
vak) is met een vleugelmoer<br />
vastgezet.<br />
B<br />
A<br />
1. Draai de moer linksom om<br />
de krik te verwijderen.<br />
2. Verwijder de krik en de wielmoersleutel<br />
.<br />
Verwijder de sleutel uit de<br />
gereedschapstas.<br />
C<br />
C<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
369 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 370 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
Reservewiel verwijderen<br />
Het compacte reservewiel bevindt<br />
zich aan de achterzijde van de auto<br />
onder de bodemplaat.<br />
Toegang tot het reservewiel:<br />
1. Open de achterklep.<br />
2. Open de klep van het opbergvak<br />
die zich het dichtst bij de<br />
achterklep bevindt en verwijder<br />
de bak.<br />
3. Bevestig de wielmoersleutel <br />
in de hefinrichting.<br />
A<br />
B<br />
C<br />
4. Draai de wielmoersleutel<br />
linksom om het reservewiel te<br />
laten zakken. Ga hiermee door<br />
tot het reservewiel onder de<br />
auto vandaan kan worden<br />
getrokken.<br />
Als het reservewiel niet tot op de<br />
grond zakt, kan de veiligheidshaak<br />
ele oorzaak zijn.<br />
Kijk onder het voertuig of de kabel<br />
zichtbaar is.<br />
- Als de kabel niet zichtbaar is,<br />
zie dan "Veiligheidshaaksysteem"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor de juiste procedure.<br />
- Als de kabel wel zichtbaar is,<br />
span de kabel dan door de<br />
wielmoersleutel rechtsom te<br />
draaien tot hij twee keer klikt<br />
of twee keer overslaat. De kabel<br />
kan niet te strak worden<br />
gespannen.<br />
Laat de kabel vieren door de<br />
wielmoersleutel drie of vier slagen<br />
linksom te draaien.<br />
Als het reservewiel niet omlaag<br />
komt, zet de kabel dan helemaal<br />
vast en draai hem daarna<br />
minstens twee keer los.<br />
Als het reservewiel nog steeds<br />
niet tot op de grond zakt, zie<br />
dan "Veiligheidshaaksysteem"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Als het reservewiel wel tot op<br />
de grond zakt, ga dan door<br />
met deze procedure.<br />
. . . 370
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 371 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
A<br />
WIEL VERWISSELEN<br />
1. Leg het compacte reservewiel<br />
op de grond bij de lekke band.<br />
B<br />
C<br />
–<br />
5. Als de band helemaal op de<br />
grond staat, kantel dan de houder<br />
op het uiteinde van de<br />
kabel en trek deze door de<br />
wielopening. Trek de band<br />
onder het voertuig vandaan.<br />
6. Draai de kabel vast door de<br />
wielmoersleutel rechtsom te<br />
draaien tot hij twee keer klikt of<br />
twee keer overslaat.<br />
Sla een normale of lege band niet<br />
onder het voertuig op.<br />
Zie "Lekke band opbergen" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer informatie<br />
over het opbergen van een<br />
wiel met normaal formaat of een<br />
lege band.<br />
2. Draai de wielmoeren los met de<br />
wielmoersleutel. Verwijder de<br />
wielmoeren nog niet.<br />
Voorkom dat u de wielmoersleutel<br />
verwijdert terwijl u de<br />
moeren loshaal door de handgreep<br />
van de wielmoersleutel<br />
180° te draaien en daarna de<br />
handgreep weer in de beginstand<br />
te zetten.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
371 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 372 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
3. Bevestig de wielmoersleutel aan<br />
de krik.<br />
4. Zoek het kriksteunpunt dat zich<br />
het dichtst bij het te vervangen<br />
wiel bevindt.<br />
Op de kunststof lijst staan pijlen<br />
die naar inkepingen wijzen, zodat<br />
u de kriksteunpunten gemakkelijker<br />
kunt vinden.<br />
5. Plaats de krik onder het kriksteunpunt<br />
dat zich het dichtst<br />
bij het te vervangen wiel<br />
bevindt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het is gevaarlijk onder de auto te<br />
werken wanneer deze is opgekrikt.<br />
U kunt zwaar gewond<br />
raken of zelfs omkomen,<br />
wanneer de auto van de krik valt.<br />
Werk nooit onder een auto die<br />
alleen wordt ondersteund door<br />
een krik.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer uw voertuig wordt<br />
opgekrikt terwijl de krik niet goed<br />
is geplaatst, kan de auto worden<br />
beschadigd of kan het voertuig<br />
van de krik vallen. Om persoonlijk<br />
letsel en beschadiging van de<br />
auto te voorkomen moet de krikkop<br />
op de juiste plaats zijn<br />
aangebracht voordat de auto<br />
wordt opgekrikt.<br />
WAARSCHUWING<br />
De bij uw auto geleverde krik is<br />
alleen bedoeld voor het vervangen<br />
van een lekke band en mag<br />
alleen voor dat doel gebruikt<br />
worden.<br />
6. Draai de wielmoersleutel naar<br />
rechts om de krik omhoog te<br />
brengen.<br />
7. Breng de krik omhoog totdat<br />
de kop van de krik onder het<br />
voertuig past.<br />
. . . 372
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 373 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
8. Krik vervolgens de auto op tot<br />
er voldoende ruimte is om het<br />
reservewiel aan te brengen.<br />
OPMERKING<br />
Plaats de krik en breng hem omhoog<br />
zodat de sleuven in de kop<br />
in de metalen flens achter het<br />
pijltje op de kunststof lijst past.<br />
Wanneer de portieren zijn<br />
vergrendeld met het alarmsysteem<br />
geactiveerd, dan wordt het<br />
alarm geactiveerd als het voertuig<br />
omhoog wordt gekrikt.<br />
9. Verwijder de wielmoeren en<br />
verwijder het wiel.<br />
10. Verwijder vuil en roest van de<br />
wielbouten, montagevlakken<br />
en reservewiel.<br />
–<br />
–<br />
OPMERKING<br />
–<br />
Raak de kunststof lijst niet aan.<br />
–<br />
–<br />
373 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 374 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer er roest of vuil zit op het<br />
wiel of op die delen van de auto<br />
waarmee het wiel in aanraking<br />
komt, kan dat tot gevolg hebben<br />
dat de wielbouten na verloop<br />
van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />
het wiel geheel loskomen en een<br />
ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />
een wiel verwisselt, maak dan de<br />
plaatsen schoon waar het wiel<br />
met de auto in aanraking komt.<br />
In noodgevallen kunt u daarvoor<br />
een doek of een stuk papier<br />
gebruiken. Zorg er echter voor<br />
dat u later, als dat nodig is, met<br />
behulp van een schraper of een<br />
staalborstel de contactvlakken<br />
goed reinigt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Smeer nooit olie of vet op de<br />
wielbouten of wielmoeren. Hierdoor<br />
zouden de moeren kunnen<br />
losraken. Wanneer als gevolg<br />
hiervan het wiel van de auto<br />
loopt, zou een ernstig ongeval<br />
kunnen ontstaan.<br />
11. Breng het reservewiel aan. 12. Breng de wielmoeren aan met<br />
het afgeronde deel naar het<br />
wiel. Draai de moeren handvast<br />
tot het wiel aanligt tegen de<br />
naaf.<br />
13. Draai de wielmoersleutel<br />
linksom om de auto te laten<br />
zakken.<br />
Laat de krik geheel zakken.<br />
. . . 374
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 375 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
WAARSCHUWING<br />
OPMERKING<br />
5<br />
3<br />
2<br />
14. Draai de wielbouten met de<br />
wielmoersleutel stevig vast in de<br />
hierboven aangegeven<br />
volgorde.<br />
1<br />
4<br />
6<br />
Door verkeerde of niet goed vastgedraaide<br />
wielmoeren kan het<br />
wiel losraken en zelfs van de auto<br />
lopen. Dit zou tot een ernstig<br />
ongeval kunnen leiden. Overtuig<br />
u ervan dat u de juiste wielmoeren<br />
gebruikt. Vooral bij een eventuele<br />
vervanging is het belangrijk<br />
om erop te letten dat u nieuwe<br />
wielmoeren van het juiste type<br />
krijgt. Laat na het monteren van<br />
een wiel de wielmoeren zo spoedig<br />
mogelijk met een momentsleutel<br />
met het voorgeschreven<br />
aanhaalmoment natrekken.<br />
Wanneer de wielmoeren niet met<br />
het juiste aanhaalmoment zijn<br />
vastgezet, kunnen trillingen<br />
ontstaan tijdens het remmen en<br />
kan de remschijf worden beschadigd.<br />
Om kostbare reparaties aan<br />
het remsysteem te voorkomen,<br />
moeten de wielmoeren gelijkmatig<br />
en in de juiste volgorde met<br />
het voorgeschreven aanhaalmoment<br />
worden vastgezet.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
Zie "Specificaties en inhouden" in<br />
hoofdstuk 4 voor het juiste<br />
aanhaalmoment van de<br />
wielmoeren.<br />
–<br />
–<br />
375 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 376 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
Plaats geen wieldop op een<br />
compact reservewiel. Berg de<br />
wieldop in de bagageruimte op tot<br />
de lekke band gerepareerd of<br />
vervangen is.<br />
Berg de krikuitrusting op in de daartoe<br />
bestemde opbergvakken.<br />
Opmerking:<br />
U kunt een wiel met normaal<br />
formaat niet onder het voertuig<br />
opbergen. Het moet in het voertuig<br />
worden opgeborgen. Zie<br />
"Lekke band opbergen" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
Als u een compact reservewiel onder<br />
de achterzijde van het voertuig wilt<br />
opbergen, zorg dan dat het ventiel<br />
van de band naar beneden wijst en<br />
zich aan de achterzijde van de auto<br />
bevindt.<br />
Zie "Opslag van het compacte reservewiel"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
BANDEN EN KRIKUITRUS-<br />
TING OPBERGEN<br />
De lekke band opbergen<br />
WAARSCHUWING<br />
Het in de passagiersruimte<br />
opbergen van de krik, een wiel of<br />
andere uitrusting kan lichamelijk<br />
letsel veroorzaken. Bij een noodstop<br />
of een ongeval kan losliggend<br />
gereedschap iemand<br />
raken. Berg het daarom op de<br />
daarvoor aangewezen plaatsen<br />
op.<br />
. . . 376
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 377 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
Auto's met derde rij zitplaatsen<br />
1. Berg alle krikgereedschap op in<br />
het opbergvak en plaats het<br />
deksel van het opbergvak terug.<br />
2. Gebruik bij voertuigen met zitplaatsen<br />
op de derde rij de<br />
knop voor de elektrisch bedienbare<br />
stoelen bij de achterklep<br />
om de zitplaatsen van de derde<br />
rij te kantelen.<br />
3. Plaats de lekke band in de<br />
opbergzak en plaats de band<br />
rechtop tegen de derde rij<br />
zitplaatsen.<br />
4. Leid de bevestigingsband door<br />
de band en bevestig de band in<br />
de snoerbanden voor de<br />
bagage achter in het voertuig.<br />
5. Zet de bevestigingsband vast.<br />
Voertuigen zonder derde rij zitplaatsen/met<br />
een vlakke<br />
laadvloer<br />
1. Berg alle krikgereedschap op in<br />
het opbergvak en plaats het<br />
deksel van het opbergvak terug.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
2. Plaats de lekke band in de<br />
opbergzak en leg de band horizontaal<br />
op de vloer achter in<br />
het voertuig.<br />
–<br />
3. Leid de bevestigingsband door<br />
de band en bevestig de band in<br />
de snoerbanden voor de<br />
bagage achter in het voertuig.<br />
–<br />
4. Zet de bevestigingsband vast.<br />
377 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 378 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
Compacte reservewiel<br />
opbergen<br />
WAARSCHUWING<br />
Het onder de bodemplaat<br />
gemonteerd compacte reservewiel<br />
moet met het ventiel<br />
omlaag worden opgeborgen. Als<br />
de band met het ventiel omhoog<br />
wordt opgeborgen, werkt de<br />
veiligheidshaak niet correct en<br />
kan het reservewiel losraken en<br />
plotseling van het voertuig<br />
vallen.<br />
Als dit gebeurt wanneer het voertuig<br />
rijdt, kan de band een<br />
persoon of ander voertuig raken,<br />
waardoor er letsel en schade<br />
ontstaat. Zorg ervoor dat het<br />
onder de bodemplaat gemonteerd<br />
reservewiel met het ventiel<br />
omlaag is opgeborgen.<br />
U kunt de band als volgt weer onder<br />
het voertuig in de reservewielhouder<br />
plaatsen:<br />
1. Leg de band op de grond aan<br />
de achterzijde van het voertuig.<br />
Zorg dat het ventiel van de<br />
band naar beneden en naar de<br />
achterzijde van het voertuig<br />
wijst, zodat u er gemakkelijk bij<br />
kunt als u de bandenspanning<br />
wilt controleren.<br />
2. Bevestig de wielmoersleutel in<br />
de as van de hefinrichting.<br />
3. Draai de wielmoersleutel<br />
linksom om de kabel te laten<br />
zakken.<br />
4. Kantel de houder op het uiteinde<br />
van de kabel en druk<br />
deze door de wielopening.<br />
Zorg dat de houder volledig aan<br />
de onderzijde van het wiel is<br />
bevestigd.<br />
5. Draai de wielmoersleutel naar<br />
rechts om de krik van de grond<br />
te halen.<br />
6. Vlak voordat het wiel volledig is<br />
opgetild in de opbergpositie,<br />
moet u het wiel dusdanig<br />
draaien dat het ventiel naar de<br />
achterzijde van het voertuig<br />
wijst.<br />
Het ventiel is gemakkelijk toegankelijk<br />
wanneer u de bandenspanning<br />
moet controleren.<br />
. . . 378
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 379 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
7. Blijf de wielmoersleutel draaien<br />
totdat de band tegen de onderzijde<br />
van het voertuig ligt.<br />
8. Wanneer het wiel tegen de<br />
onderkant van de auto ligt,<br />
moet u de wielmoersleutel verder<br />
draaien tot u meer dan<br />
twee klikken hoort of de sleutel<br />
tweemaal voelt overslaan. Het is<br />
niet mogelijk de hefinrichting te<br />
stevig vast te draaien.<br />
9. Probeer de band met uw handen<br />
te verplaatsen om er zeker<br />
van te zijn dat de band stevig<br />
vastzit.<br />
Wanneer de band beweegt,<br />
kunt u de wielmoersleutel gebruiken<br />
om de kabel vast te<br />
draaien.<br />
De krikuitrusting opbergen<br />
1. Doe de sleutel terug in de<br />
opbergzak.<br />
2. Monteer de opbergzak en de<br />
krik samen met de vleugelmoer.<br />
Het gereedschap (en eventueel<br />
het vak) is met een vleugelmoer<br />
vastgezet.<br />
3. Draai de vleugelmoer rechtsom.<br />
4. Berg de krikuitrusting op in de<br />
daartoe bestemde<br />
opbergvakken.<br />
- Als uw voertuig een bagagebeheersysteem<br />
heeft, verwijder<br />
dan het opbergbakje om<br />
bij het opbergvak te komen.<br />
- Als uw voertuig zitplaatsen op<br />
de derde rij heeft, moet u het<br />
opbergvak voor de hoofdsteunen<br />
verwijderen om bij het opbergvak<br />
te komen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
379 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 380 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
VEILIGHEIDSHAAK<br />
De veiligheidshaak is ontworpen om<br />
te voorkomen dat het reservewiel<br />
plotseling van het voertuig valt als<br />
de kabel waarmee het reservewiel is<br />
bevestigd, beschadigd raakt.<br />
Teneinde de veiligheidshaak te laten<br />
werken, moet de band worden<br />
opgeborgen met het ventiel<br />
omlaag.<br />
WAARSCHUWING<br />
Lees alle instructies voordat u aan<br />
de procedure begint. Nalatigheid<br />
bij het doorlezen en opvolgen<br />
van de instructies kan schade<br />
veroorzaken aan de hefinrichting<br />
en u of anderen kunnen gewond<br />
raken.<br />
Voer de volgende procedure uit om<br />
het reservewiel uit de tweede<br />
vergrendeling los te maken:<br />
1. Kijk onder het voertuig of de<br />
kabel zichtbaar is.<br />
2. Als de kabel niet zichtbaar is, ga<br />
dan door naar stap 4.<br />
3. Wanneer de kabel zichtbaar is,<br />
plaatst u de sleutel op de<br />
hijsmoer.<br />
Draai de moersleutel linksom tot<br />
ongeveer 15 cm van de kabel<br />
zichtbaar is.<br />
4. Bevestig de wielmoersleutel aan<br />
de krik.<br />
Breng de krik minstens 10 slagen<br />
omhoog.<br />
5. Plaats de krik onder het voertuig<br />
voor de achterbumper.<br />
Plaats het middelste hefpunt<br />
van de krik onder het midden<br />
van het reservewiel.<br />
. . . 380
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 381 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
6. Draai de moersleutel rechtsom<br />
om de krik omhoog te brengen<br />
tot de krikkop de veiligheidshaak<br />
raakt.<br />
7. Blijf de krik omhoog bewegen<br />
tot het reservewiel niet verder<br />
omhoog beweegt en stevig op<br />
zijn plaats wordt gehouden.<br />
De veiligheidshaak moet dan vrij<br />
komen.<br />
8. Laat de krik zakken door de<br />
moersleutel linksom te draaien.<br />
Laat de krik zakken tot het reservewiel<br />
op de moersleutel steunt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Als het reservewiel niet volledig<br />
van de krik afglijdt, zorg er dan<br />
voor dat er zich niemand achter<br />
of links of rechts van u bevindt als<br />
u de krik onder het reservewiel<br />
vandaan trekt. Iemand die te<br />
dichtbij staat kan tijdens deze<br />
procedure gewond raken door<br />
de krik.<br />
9. Trek het wiel onder het voertuig<br />
vandaan.<br />
10. Verwijder de krik en de<br />
wielmoersleutel.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
381 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 382 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
11. Als de band volledig omlaag is<br />
gebracht, kantel de houder bij<br />
het uiteinde van de kabel en<br />
trek deze door de wielopening.<br />
12. Als de kabel onder het voertuig<br />
hangt, bevestig dan de wielmoersleutel<br />
op de hefinrichtingsas<br />
en draai de<br />
wielmoersleutel rechtsom om<br />
de kabel op te winden.<br />
Laat de hefinrichtingsvoorziening<br />
zo spoedig mogelijk nakijken.<br />
Er kan pas een compact<br />
reservewiel worden opgeborgen<br />
als de hefinrichtingsvoorziening<br />
is gerepareerd of<br />
vervangen.<br />
Als u een lekke band moet verwisselen,<br />
kunt u nu beginnen met de<br />
procedure die eerder in dit hoofdstuk<br />
onder "Wiel verwisselen" werd<br />
beschreven.<br />
COMPACTE RESERVEWIEL<br />
Hoewel het compacte reservewiel<br />
op de juiste spanning is gebracht<br />
toen het voertuig nieuw was, kan de<br />
spanning na verloop van tijd afnemen.<br />
Controleer regelmatig de<br />
bandenspanning. De juiste spanning<br />
is 420 kPa (60 psi). Met het<br />
compacte reservewiel mag niet<br />
harder dan 105 km/u en meer dan<br />
5000 km worden gereden. We<br />
raden u aan het compacte reservewiel<br />
zo snel mogelijk te vervangen<br />
door een wiel van normale grootte.<br />
Het reservewiel gaat dan langer mee<br />
en is in goede staat wanneer het<br />
weer moet worden gebruikt.<br />
Wanneer u een compact reservewiel<br />
heeft gemonteerd of verwijderd,<br />
moet u het controlesysteem voor de<br />
bandenspanning kalibreren. Zie<br />
"Controle systeem voor de bandenspanning"<br />
onder "Banden" in hoofdstuk<br />
4.<br />
. . . 382
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 383 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
WAARSCHUWING<br />
Monteer niet meer dan één<br />
compact reservewiel tegelijk op<br />
uw voertuig.<br />
Rij voorzichtig wanneer het<br />
compacte reservewiel op de auto<br />
gemonteerd is.<br />
OPMERKING<br />
Gebruik uw reservewiel niet voor<br />
andere voertuigen.<br />
Vervang de compacte reserveband<br />
of het wiel niet met andere wielen of<br />
banden. Deze zullen niet passen.<br />
Houd uw reserveband en de velg<br />
ervan bij elkaar.<br />
OPMERKING<br />
Sneeuwkettingen passen niet op<br />
uw compacte reservewiel.<br />
Wanneer u ze toch gebruikt, kan<br />
er schade ontstaan aan zowel het<br />
voertuig als aan de ketting. Maak<br />
geen gebruik van sneeuwkettingen<br />
op uw compacte<br />
reservewiel.<br />
–<br />
Rijd nooit een wasstraat met<br />
beschermende wielrails binnen<br />
wanneer het compacte reservewiel<br />
is gemonteerd. Het compacte<br />
reservewiel kan dan klem<br />
komen te zitten. Dit kan beschadiging<br />
van de band, de velg en<br />
soms ook andere onderdelen van<br />
het voertuig tot gevolg hebben.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
383 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 384 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
■ ALS UW VOERTUIG<br />
VAST KOMT TE ZITTEN<br />
Als uw voertuig vast komt te zitten<br />
in zand, modder, ijs of sneeuw moet<br />
u de wielen laten doorslippen.<br />
U moet de wielen echter niet te snel<br />
laten doorslippen.<br />
Het tractieregelsysteem kan vaak<br />
helpen een vastgelopen voertuig los<br />
te krijgen.<br />
Het kan echter mogelijk zijn dat u<br />
het voertuig heen en weer moet<br />
laten rollen om het los te krijgen.<br />
Zie "Het voertuig voor- en achteruit<br />
laten rollen" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
WAARSCHUWING<br />
Als u uw wielen met een te hoge<br />
snelheid laat doorslippen,<br />
kunnen ze exploderen. U kunt zo<br />
uzelf of anderen letsel toebrengen.<br />
Daarnaast kunnen ook de<br />
transmissie of andere onderdelen<br />
van het voertuig oververhit raken<br />
en motorbrand of andere schade<br />
veroorzaken.<br />
Als het voertuig vast komt te<br />
zitten, moet u de wielen zo min<br />
mogelijk laten doorslippen. Laat<br />
de wielen niet doorslippen met<br />
snelheden van meer dan 55 km/<br />
u, zoals op de snelheidsmeter<br />
wordt aangegeven.<br />
Voor informatie over het gebruik<br />
van sneeuwkettingen, zie "Sneeuwkettingen"<br />
onder "Banden" in<br />
hoofdstuk 4.<br />
Het voertuig voor- en achteruit<br />
laten rollen<br />
Uw voertuig los krijgen als deze vast<br />
zit:<br />
1. Draai het stuurwiel naar links en<br />
naar rechts om het gebied rond<br />
de voorwielen vrij te maken.<br />
2. Schakel het tractieregelsysteem<br />
en het Stabilitrak-systeem uit.<br />
Zie hoofdstuk 1 voor meer informatie<br />
over het in- en uitschakelen<br />
van het tractieregel- en<br />
stabiliteitssysteem.<br />
. . . 384
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 385 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
3. Schakel de transmissie heen en<br />
weer tussen R (Achteruit) en<br />
een voorwaartse versnelling,<br />
waarbij de wielen zo min<br />
mogelijk moeten doorslippen.<br />
Wacht tot de wielen stoppen<br />
met draaien en schakel daarna<br />
pas om slijtage aan de transmissie<br />
te voorkomen.<br />
Laat het gaspedaal los terwijl u<br />
schakelt en drukt het iets in<br />
wanneer u hebt geschakeld.<br />
Door de heen-en-weer-beweging<br />
komt het voertuig wellicht vrij.<br />
Als dit niet lukt, moet u het voertuig<br />
los laten trekken.<br />
Sleepogen<br />
Uw voertuig kan uitgerust zijn met<br />
een sleepoog.<br />
De haak zit in de opbergruimte voor<br />
de krik.<br />
De haak kan aan de voorzijde van<br />
het voertuig aan de rechterzijde of<br />
aan de achterzijde van het voertuig<br />
aan de linkerzijde worden<br />
bevestigd.<br />
Verwijder het kapje uit de lijst en<br />
schroef de haak op zijn plaats.<br />
U kunt deze haak gebruiken<br />
wanneer de auto vastzit in zand,<br />
modder of sneeuw, enz.<br />
WAARSCHUWING<br />
Trek de auto altijd rechtuit. Trek<br />
nooit in zijwaartse richting aan<br />
de sleepogen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Houd mensen uit de buurt van<br />
de sleepogen en eventueel<br />
gebruikte kettingen of kabels als<br />
u deze gebruikt.<br />
OPMERKING<br />
Gebruik de sleepogen nooit om<br />
de auto te laten wegslepen. De<br />
auto kan dan worden beschadigd<br />
en reparaties vallen niet<br />
onder garantie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
385 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 386 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
■ GEGEVENSVERZAME-<br />
LING EN GEGEVENSRE-<br />
CORDERS VOOR<br />
GEBEURTENISSEN<br />
Uw voertuig is voorzien van computermodules<br />
die de voertuigsystemen<br />
en prestaties volgen en regelen.<br />
Deze modules kunnen deze informatie<br />
voor later gebruik opslaan.<br />
De opgeslagen informatie kan<br />
worden gebruikt bij de diagnose en<br />
reparatie van storingen. De informatie<br />
kan ook worden gebruikt om de<br />
rijveiligheidheid en prestaties bij<br />
aanrijdingen te verbeteren.<br />
Sommige modules kunnen ook<br />
gegevens opslaan over hoe u met<br />
het voertuig omgaat, zoals het<br />
brandstofverbruik of de gemiddelde<br />
rijsnelheid.<br />
Deze modules kunnen ook persoonlijke<br />
voorkeuren van de eigenaar<br />
opslaan, zoals voorkeurinstellingen<br />
voor de radio, zitposities en<br />
temperatuurinstellingen.<br />
De gegevensrecorders voor gebeurtenissen<br />
in uw voertuig zijn bedoeld<br />
om gegevens over de voertuigdynamica<br />
en veiligheidssystemen op te<br />
slaan.<br />
Tijdens een aanrijding kan uw voertuig<br />
informatie opslaan over de<br />
toestand van het voertuig, hoe het<br />
voertuig werd gebruikt en wat de<br />
verschillende veiligheidssystemen<br />
deden.<br />
Gegevens worden alleen opgeslagen<br />
wanneer er zich een ernstige<br />
aanrijding voordoet.<br />
In de meeste gevallen wordt er<br />
slechts 30 seconden informatie<br />
opgeslagen.<br />
Er is speciale apparatuur nodig om<br />
deze gegevens op te halen.<br />
Ordehandhavingsinstanties of anderen<br />
kunnen apparatuur hebben<br />
waarmee deze informatie kan<br />
worden opgevraagd wanneer zij<br />
toegang hebben tot het voertuig of<br />
het apparaat waarmee deze gegevens<br />
worden opgeslagen.<br />
Er worden geen persoonlijke gegevens<br />
opgeslagen door de gegevensrecorders<br />
voor gebeurtenissen,<br />
maar ordehandhavingsinstanties of<br />
anderen kunnen de gegevens opgeslagen<br />
in uw voertuig combineren<br />
met persoonlijk informatie die altijd<br />
bij een aanrijding wordt verzameld.<br />
. . . 386
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 387 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
GM kan alleen toegang tot deze<br />
informatie krijgen met toestemming<br />
van de eigenaar of huurder van het<br />
voertuig, in reactie op een officieel<br />
verzoek van de politie of andere<br />
autoriteiten, als onderdeel van de<br />
verdediging tijdens een proces of<br />
wanneer vereist door de wet.<br />
De gegevens die GM verzamelt of<br />
ontvangt kunnen ook worden<br />
gebruikt voor onderzoek door GM<br />
of kunnen aan anderen beschikbaar<br />
worden gesteld voor onderzoek,<br />
wanneer is aangetoond dat dit<br />
nodig is en de gegevens niet aan<br />
een specifiek voertuig of een specifieke<br />
eigenaar kunnen worden<br />
gekoppeld.<br />
Bij voertuigen met navigatiesysteem<br />
kan daarnaast de volgende informatie<br />
worden opgeslagen:<br />
• Adressen<br />
• Bestemmingen<br />
• Telefoonnummers<br />
• Andere reisinformatie<br />
Raadpleeg de afzonderlijke handleiding<br />
voor het navigatiesysteem voor<br />
instructies voor het verwijderen van<br />
de opgeslagen informatie.<br />
Sommige voertuigen gebruiken<br />
identificatietechnologie via radiofrequenties<br />
voor functies zoals het<br />
controlesysteem voor de bandenspanning<br />
en afstandsbedieningssystemen.<br />
Bij deze technologie wordt<br />
geen persoonlijke informatie<br />
gebruikt of opgeslagen of een<br />
koppeling naar andere systemen<br />
met dit soort informatie gemaakt.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
387 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 388 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 389 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
A<br />
Aanhanger - aanhanger parkeren op hellingen .......284<br />
Aanhanger - aanhangerremmen .............................283<br />
Aanhanger - rijden met een aanhanger ...................277<br />
Aanhanger - trekhaak ..............................................283<br />
Aanhanger - veiligheidskettingen ............................283<br />
Aanhanger trekken - onderhoud tijdens het rijden<br />
met een aanhanger ...............................................285<br />
Aanhanger trekken - richtingaanwijzers aanhanger .284<br />
Aanpassingen ...........................................................290<br />
Aansluiting - negatieve externe accuklem .......297, 298<br />
Aansluiting elektrische accessoires .............................83<br />
Aansteker .................................................................177<br />
ABS ..........................................................................272<br />
ABS - waarschuwingslamp .........................................32<br />
Accessoires ...............................................................290<br />
Accessoires - accessoirevoeding ...................... 178, 247<br />
Accu ....................................................... 297, 298, 314<br />
Accu - afzonderlijke positieve accuklem ..........297, 298<br />
Accu - beheer elektrisch vermogen ..........................179<br />
Accu - bescherming tegen leeglopen accu ..............178<br />
Accu - controlelamp laadstroom ................................29<br />
Accu - negatieve externe accuklem ................ 297, 298<br />
Accu - spanning .........................................................46<br />
Accu - starten met hulpaccu ....................................356<br />
Accuklemmen - positieve externe accuklem ...297, 298<br />
Achter - bagagebeheersysteem ...............................177<br />
Achter - laadruimte ..................................................168<br />
Achterklep ................................................................168<br />
Achterruit - verwarming .......................................... 100<br />
Achterruit - wis-/wasinstallatie ................................. 149<br />
Afdekhoes - bagageafdekhoes ................................. 177<br />
Afstandsbediening -<br />
akkoordcode voor zenderfrequenties .................... 242<br />
Afstandsbediening - batterij vervangen ................... 241<br />
Afstandsbediening -<br />
bereik van de afstandsbediening .......................... 240<br />
Afstandsbediening -<br />
het voertuig starten op afstand .......................62, 242<br />
Airbag ...................................................................... 202<br />
Airbag - aan/uit-indicator ..................................37, 214<br />
Airbag - passagiersdetectiesysteem ......................... 209<br />
Airbag - waarschuwingslamp ..............................36, 70<br />
Airbags - passagiersdetectiesysteem ........................ 209<br />
Airbagsysteem - aan/uit-indicator van ...............37, 214<br />
Airbagsysteem - Passagiersdetectiesysteem ............. 209<br />
Airconditioning - achter .......................................... 101<br />
Airconditioning -<br />
airconditioning met temperatuurregeling ........24, 92<br />
Airconditioning - airconditioning met twee zones .... 92<br />
Airconditioning - koelmiddel ................................... 351<br />
Airconditioning met twee zones ............................... 92<br />
Airconditioningsstand ............................................... 97<br />
Allwheel-aandrijving - verdeelbak-smeermiddel ...... 308<br />
Allwheel-aandrijving - voorschriften voor het rijden<br />
met auto's met allwheel-aandrijving ..................... 257<br />
Antenne .................................................................. 138<br />
Antidiefstal - indringingssensor ............................... 236<br />
389 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 390 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
A (vervolg)<br />
Antidiefstal - uitschakelknop indringingssensor .......236<br />
Anti-diefstalsysteem - anti-diefstalsysteem ...............234<br />
Anti-diefstalsysteem - immobilisatiesysteem ............232<br />
Armsteun - middenconsole ......................................175<br />
As - maximaal toegestane voor- en ..........................277<br />
As - smeermiddel achteras .......................................310<br />
As - smeermiddel vooras ..........................................309<br />
Asbak ................................................................ 24, 177<br />
Audio .........................................................................24<br />
Audio - antenne .......................................................138<br />
Audio - beveiliging tegen diefstal ............................136<br />
Audio - CD-speler ....................................................121<br />
Audio - Draagbaar muziekapparaat .........................135<br />
Audio - eigenschappen en bediening van het RDS ..115<br />
Audio -<br />
entertainmentsysteem voor achterpassagiers ........138<br />
Audio - geluidsinstallatie voor achterpassagiers .......139<br />
Audio - radiotoetsen ................................................109<br />
Audio - radiotoetsen op het stuurwiel .....................137<br />
Audio - RDS-geluidsinstallatie met cd-speler<br />
voor 1 of 6 cd's ......................................................104<br />
Audio - Zorg voor uw cd's .......................................136<br />
Audio - Zorg voor uw cd-speler ...............................136<br />
Auto - heen en weer rollen ......................................384<br />
Automatisch koplampsysteem ...................................86<br />
Automatische niveauregeling ..................................274<br />
Automatische stabilisatieregeling .............................274<br />
B<br />
Bagage - achterste laadruimte ................................. 168<br />
Bagage - bagageafdekhoes ..................................... 177<br />
Bagage - bagagebeheersysteem ............................. 177<br />
Bagage - bagagenet ................................................ 176<br />
Bagage - bagagerek ................................................ 175<br />
Bagage - identificatieplaatje .................................... 276<br />
Bagage - informatieplaatje voor banden ................. 276<br />
Bagage - maximaal toegestane voor- en ................. 277<br />
Bagage - voertuig beladen ................................14, 275<br />
Bagagerek - bagagerek ............................................ 175<br />
Banden .................................................................... 320<br />
Banden - banden opbergen .................................... 378<br />
Banden - banden vervangen ................................... 329<br />
Banden - compacte reservewiel .............................. 382<br />
Banden - controle bandenspanning .......................... 48<br />
Banden - controlesysteem bandenspanning ........... 323<br />
Banden - displays controle bandenspanning ............ 48<br />
Banden - hogere snelheden .................................... 322<br />
Banden - informatieplaatje voor banden ................. 276<br />
Banden - inspecteren en verwisselen van de banden 328<br />
Banden - lampje lage bandenspanning ...............39, 65<br />
Banden - op spanning brengen .............................. 321<br />
Banden - opbergen van het wiel ..........5, 18, 368, 371<br />
Banden - opslag van het compacte reservewiel ...... 378<br />
Banden - opslag van wiel ........................................ 376<br />
Banden - reservewiel ............................5, 18, 368, 371<br />
Banden - sneeuwkettingen ...................................... 332<br />
. . . 390
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 391 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
B (vervolg)<br />
Banden - veiligheidshaak reservewiel .......................380<br />
Banden - wiel met lekke band<br />
vervangen ................................ 5, 18, 349, 350, 368<br />
Banden - wiel verwisselen ........................................371<br />
Banden -<br />
wieluitlijning en uitbalancering van de wielen ......333<br />
Banden - winterbanden ...........................................332<br />
Bedieningsorganen - bedieningsorganen op<br />
dashboard en middenconsole .................................24<br />
Bedieningsorganen - bedieningsorganen op<br />
stuurwiel/stuurkolom ............................................144<br />
Beheer elektrisch vermogen .....................................179<br />
Bekerhouders ...........................................................176<br />
Beladen - identificatieplaatje ....................................276<br />
Beladen - maximaal toegestane voor- en ................277<br />
Beladen - voertuig beladen ............................... 14, 275<br />
Belading - informatieplaatje voor banden ................276<br />
Benzine - brandstof tanken ......................................293<br />
Bergruimte - bagageafdekhoes ................................177<br />
Bergruimte - handschoenenkastje .................... 24, 176<br />
Bergvakken ..............................................................175<br />
Bergvakken - bagagenet ..........................................176<br />
Bergvakken - bekerhouders .....................................176<br />
Bergvakken - handschoenenkastje .................... 24, 176<br />
Bergvakken - laadruimte achterin ............................168<br />
Beschikbaarheid Radio Data System ........................114<br />
Beveiliging - anti-diefstalsysteem .............................234<br />
Beveiliging - immobilisatiesysteem ..........................232<br />
Bougies ........................................................... 349, 350<br />
Brandstof ................................................................. 291<br />
Brandstof - brandstofbereik ....................................... 44<br />
Brandstof - brandstofmeter ....................................... 27<br />
Brandstof - brandstoftank ........................................ 351<br />
Brandstof - brandstofverbruik en emissiegegevens . 352<br />
Brandstof - brandstofverbruik op het moment .......... 44<br />
Brandstof - gemiddeld brandstofverbruik .................. 44<br />
Brandstof - tanken ................................................... 293<br />
Brandstof - Verbruikte brandstof ............................... 45<br />
C<br />
Cd - Zorg voor uw cd's ........................................... 136<br />
Cd - Zorg voor uw cd-speler ................................... 136<br />
CD-speler ....................................................... 118, 121<br />
Cd-speler - cd's met MP3- of<br />
WMA-bestanden afspelen ..................................... 125<br />
Centrale portiervergrendeling -<br />
akkoordcode voor zenderfrequenties .................... 242<br />
Centrale portiervergrendeling met<br />
afstandsbediening - akkoordcode voor<br />
zenderfrequenties ................................................. 242<br />
Claxon ...............................................................24, 144<br />
Compact Disc - RDS-geluidsinstallatie met<br />
cd-speler voor 1 of 6 cd's ...................................... 104<br />
Console - middenconsole ........................................ 175<br />
Controlelamp - controlelamp ABS ............................. 32<br />
Controlelamp - controlelamp airbag ...................36, 70<br />
Controlelamp - controlelamp alarmsysteem ............. 37<br />
391 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 392 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
C (vervolg)<br />
Controlelamp - controlelamp cruise control ..............39<br />
Controlelamp - controlelamp laadsysteem ................29<br />
Controlelamp - controlelamp mistlampen .................38<br />
Controlelamp - controlelamp mistlampen achter ......38<br />
Controlelamp - controlelamp tractieregelsysteem .....35<br />
Controlelamp - controlelamp voor voertuigstoring ...33<br />
Controlelamp - waarschuwingslamp motoroliedruk .28<br />
Controlelamp - waarschuwingslamp remsysteem .....31<br />
Controlelamp - waarschuwingslamp voor<br />
koelvloeistoftemperatuur .........................................30<br />
Controlelamp - waarschuwingslamp voor niet<br />
dragen veiligheidsgordel ................................ 36, 200<br />
Controlelamp - waarschuwingssignaal ingeschakelde<br />
verlichting ...............................................................38<br />
Controlelamp alarmsysteem ......................................37<br />
Controlelamp remsysteem .........................................31<br />
Controlelamp voor voertuigstoring ...........................33<br />
Controlelampje - waarschuwingslampje voor<br />
veiligheidsgordel passagier ............................. 37, 200<br />
Cruise control ..........................................................151<br />
Cruise control - controlelamp ....................................39<br />
D<br />
Dak - bagagerek ......................................................175<br />
Dak - enkel zonnedak ..............................................172<br />
Dak - hoofdruimte en dak ........................................171<br />
Dakconsole - bagagerek ..........................................175<br />
Dakconsole - enkel zonnedak ..................................172<br />
Dakconsole - hoofdruimte en dak ........................... 171<br />
Dashboard - instrumentengroep .........................24, 26<br />
Display - informatiecentrum voor de bestuurder ...... 27<br />
Displays - display in Engels ........................................ 51<br />
E<br />
Eenheden - Engels/Metrisch ...................................... 47<br />
Eigenschappen - bijzondere eigenschappen ............. 50<br />
Elektriciteit - accessoirevoeding ...................... 178, 247<br />
Elektriciteit - zekeringen en stroomonderbrekers ..... 338<br />
Elektriciteit - zekeringenhouder in<br />
motorcompartiment ............................297, 298, 341<br />
Elektrisch - zekeringenhouder achterbank<br />
linkerzijde .............................................................. 344<br />
Elektrisch - zekeringenhouder achterbank<br />
rechterzijde ........................................................... 346<br />
Elektrische aansluiting - elektrische accessoires .......... 83<br />
Elektrische accessoires - elektrische aansluiting .......... 83<br />
Emissies - brandstofverbruik en emissiegegevens .... 352<br />
Engelse eenheden ..................................................... 47<br />
F<br />
Filter - luchtfilter voor luchttoevoer<br />
interieur ..................... 102, 297, 298, 316, 349, 350<br />
Filter -<br />
luchtfilter/filterelement .......297, 298, 315, 349, 350<br />
Filter - motorolie ............................................. 349, 350<br />
Frequentie - akkoordcode voor zenderfrequenties .. 242<br />
. . . 392
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 393 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
G<br />
Gaspedaal - bediening instelbaar gaspedaal ..............24<br />
Gaspedaal - instelbaar gaspedaal .............................250<br />
Gegevensrecorders voor gebeurtenissen .................386<br />
Gegevensverzameling ..............................................386<br />
Geheugen ................................................................183<br />
Geluidsinstallatie ......................................................103<br />
Geluidsinstallatie - antenne ......................................138<br />
Geluidsinstallatie - anti-diefstalsysteem ....................136<br />
Geluidsinstallatie - audiosysteem voor passagiers<br />
achterin de auto ....................................................139<br />
Geluidsinstallatie -<br />
bedieningsorganen op het stuurwiel .....................137<br />
Geluidsinstallatie - beschikbaarheid van RDS ...........114<br />
Geluidsinstallatie - CD-speler ...................................121<br />
Geluidsinstallatie - eigenschappen en bediening van<br />
het RDS .................................................................115<br />
Geluidsinstallatie -<br />
entertainmentsysteem voor achterpassagiers ........138<br />
Geluidsinstallatie - radiotoetsen ...............................109<br />
Geluidsinstallatie - Zorg voor uw cd's ......................136<br />
Geluidsinstallatie - Zorg voor uw cd-speler ..............136<br />
Geluidsinstallatie- RDS-geluidsinstallatie met<br />
cd-speler voor 1 of 6 cd's ......................................104<br />
Geluidssysteem ..........................................................24<br />
Gewicht - maximaal toegestane voor- en ................277<br />
Gloeilampen - vervangen ........................................348<br />
Gonggeluiden -<br />
geluidsvolume van de gong instellen ......................58<br />
Grootlicht - controlelamp .......................................... 26<br />
H<br />
Handschoenenkastje .........................................24, 176<br />
Hellingen - aanhanger parkeren op hellingen ......... 284<br />
Hendel - stuurkolomschakelaar .........................24, 150<br />
Het voertuig starten op afstand .........................62, 242<br />
Het voertuig voor- en achteruit laten rollen ............ 384<br />
Hoofdsteunen - een kinderzitje bevestigen met lage<br />
bevestigingspunten en bovengordel .................... 226<br />
Hoogteverstelling - automatische niveauregeling ... 274<br />
I<br />
Identificatie - Voertuig Identificatie Nummer .......... 337<br />
Immobilisatie - immobilisatiesysteem ...................... 232<br />
Indicator - aan/uit-indicator ..............................37, 214<br />
Indicator - grootlicht ................................................. 26<br />
Indicator - richtingaanwijzers .................................... 26<br />
Informatie - menu Voertuiginformatie ....................... 46<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder ..................... 40<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />
brandstofbereik ....................................................... 44<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder - display ....... 27<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />
informatietoets ............................................. 117, 132<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />
mededelingen ......................................................... 64<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />
menu Reis-/brandstofinformatie .......................41, 43<br />
393 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 394 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
I (vervolg)<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />
menu Voertuiginformatie ........................................46<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder - resettoets ...43<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder - timer ..........45<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder - toetsen 24, 41<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />
verbruikte brandstof ................................................45<br />
Inhouden ........................................................ 349, 351<br />
Inrijden - inrijperiode bij nieuwe voertuigen ............231<br />
Instapverlichting ........................................................90<br />
Instrumenten -<br />
instrumenten op dashboard en middenconsole .....24<br />
Instrumenten en bedieningsorganen op dashboard<br />
en middenconsole ...................................................24<br />
Instrumentengroep ............................................. 24, 26<br />
Instrumentenpaneel - bediening lichtdimmer ...........24<br />
Instrumentenpaneel -<br />
regelbare instrumentenverlichting ..........................88<br />
Inzittendenbeveiliging - aan/uit-indicator ......... 37, 214<br />
Inzittendenbeveiliging - airbag ................................202<br />
Inzittendenbeveiliging - airbags ...............................201<br />
Inzittendenbeveiliging - bevestigingspunten voor<br />
kinderzitjes met lage bevestigingspunten en .........223<br />
Inzittendenbeveiliging - bovenriem kinderzitjes ......224<br />
Inzittendenbeveiliging -<br />
comfortgeleiders voor schoudergordel .................196<br />
Inzittendenbeveiliging -<br />
gebruik van veiligheidsgordel ................................199<br />
. . . 394<br />
Inzittendenbeveiliging -<br />
gordelspanners voor veiligheidsgordels ............... 201<br />
Inzittendenbeveiliging - heup-/schoudergordel ...... 193<br />
Inzittendenbeveiliging - hoofdsteunen .................... 188<br />
Inzittendenbeveiliging - kinderzitjes ........................ 215<br />
Inzittendenbeveiliging - veiligheidsgordels .........6, 192<br />
Inzittendenbeveiliging -<br />
veiligheidsgordels vervangen ................................ 198<br />
Inzittendenbeveiliging -<br />
verlenger voor veiligheidsgordel .......................... 198<br />
Inzittendenbeveiliging - waarschuwingslamp ...36, 200<br />
Inzittendenbeveiliging - waarschuwingslampje .37, 200<br />
K<br />
Kettingen -<br />
aanhanger trekken met veiligheidskettingen ........ 283<br />
Kettingen - sneeuwkettingen .................................. 332<br />
Kilometerteller ........................................................... 26<br />
Kinderen - bevestigingspunten voor kinderzitjes met<br />
lage bevestigingspunten ....................................... 223<br />
Kinderen - bovenriem kinderzitjes ........................... 224<br />
Kinderen - een kinderzitje bevestigen met lage<br />
bevestigingspunten en bovengordel .................... 226<br />
Kinderen - kinderzitjes ............................................. 215<br />
Kinderen - Oudere kinderen .................................... 221<br />
Kinderzitjes - Oudere kinderen ................................ 221<br />
Kleppen - zonnekleppen ......................................... 171<br />
Klimaatregeling - achter .......................................... 101<br />
Klimaatregeling - knop luchtroosters ........................ 95<br />
Klimaatregeling - regelaar voor ventilatorsnelheid .... 95
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 395 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
K (vervolg)<br />
Klimaatregeling - tips bij het gebruik .......................100<br />
Klimaatregeling- airconditioningsstand .....................97<br />
Klimaatregelsysteem ........................................... 24, 92<br />
Klok ........................................... 24, 78, 103, 105, 107<br />
Knop sleep-/trekfunctie ....................................... 24, 79<br />
Koelmiddel ...............................................................351<br />
Koelvloeistof .............................................................304<br />
Koelvloeistof - expansietank .............17, 297, 298, 351<br />
Koelvloeistof -<br />
koelvloeistof controleren en bijvullen ....................364<br />
Koelvloeistof - temperatuurmeter ..............................26<br />
Koelvloeistof - waarschuwingslamp voor<br />
koelvloeistoftemperatuur .........................................30<br />
Kooldioxide -<br />
brandstofverbruik en emissiegegevens ..................352<br />
Koplampen -<br />
door wissers ingeschakeld koplampen ........... 86, 148<br />
Koplampen - grootlicht-/dimlichtschakelaar ............151<br />
Koplampen - grootlichtcontrolelamp ........................26<br />
Koplampen - hoogteregelaar voor koplampen ..........89<br />
Koplampen - knipperen met grootlicht .....................86<br />
Koplampen - sproeier ....................................... 89, 149<br />
Koppel - motorkoppel .................................... 349, 350<br />
Krikken ................................................. 5, 18, 368, 371<br />
Krikken - opslag van band- en krikuitrusting ............376<br />
L<br />
Laadsysteem - waarschuwingslamp .......................... 29<br />
Lampje - lampje lage bandenspanning ...............39, 65<br />
Lampje - lampje sleep-/trekfunctie ............................ 40<br />
Lendensteun - elektrisch bediende lendensteun ..... 187<br />
Lucht - luchtfilter/<br />
luchtfilterelement ................297, 298, 315, 349, 350<br />
Luchtfilter in<br />
passagiersruimte ........ 102, 297, 298, 316, 349, 350<br />
Luchtkwaliteitssensor ................................................. 98<br />
Luchtroosters .......................................................24, 99<br />
Luchtroosters - knop ................................................. 95<br />
M<br />
Make-upspiegels ............................................ 159, 171<br />
Meldingen - informatiecentrum voor de bestuurder .64<br />
Menu - menu Voertuiginformatie .............................. 46<br />
Meter - brandstofmeter ............................................. 27<br />
Meter - temperatuurmeter ........................................ 26<br />
Metrische eenheden .................................................. 47<br />
Mist - controlelamp mistlampen ............................... 38<br />
Mist - controlelamp mistlampen achter .................... 38<br />
Mist - mistachterlichten ............................................. 87<br />
Mist - mistlampen ..................................................... 87<br />
Mistachterlichten ....................................................... 87<br />
Mistlampen ............................................................... 87<br />
Motor - begrenzer motortoerental .......................... 274<br />
395 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 396 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
M (vervolg)<br />
Motor - bescherming tegen oververhitting .............364<br />
Motor - expansietank ........................................ 17, 351<br />
Motor - expansietank koelvloeistof ................. 297, 298<br />
Motor - koelvloeistof ................................................304<br />
Motor - koelvloeistof controleren en bijvullen .........364<br />
Motor - levensduur van de olie ..................................46<br />
Motor - motorcode ......................................... 349, 350<br />
Motor - motorkoppel ...................................... 349, 350<br />
Motor - motorolie ........................................... 299, 351<br />
Motor - motoroliefilter .................................... 349, 350<br />
Motor - motorruimte ........................................ 16, 297<br />
Motor - motorvermogen ................................ 349, 350<br />
Motor - oliepeilstaaf ........................................ 297, 298<br />
Motor - olievuldop .......................................... 297, 298<br />
Motor - oververhitting ........................................ 5, 361<br />
Motor - starten ........................................................247<br />
Motor - starten bij koud weer ..................................249<br />
Motor - startproblemen ...........................................249<br />
Motor - temperatuurmeter ........................................26<br />
Motor - verwarming motorblok ...............................250<br />
Motor - verzopen .....................................................249<br />
Motor - waarschuwingslamp oliedruk .......................28<br />
Motor - waarschuwingslamp voor<br />
koelvloeistoftemperatuur .........................................30<br />
Motorkap - ontgrendeling ..........................24, 79, 296<br />
MP3 - cd's met MP3- of WMA-bestanden afspelen .125<br />
N<br />
Navigatie - navigatiesysteem .............................24, 143<br />
Net - bagagenet ...................................................... 176<br />
O<br />
Ogen - sleepogen .................................................... 385<br />
Olie - levensduur van de motorolie ........................... 46<br />
Olie - motorolie .............................................. 299, 351<br />
Olie - motoroliefilter ....................................... 349, 350<br />
Olie - oliepeilstaaf motorolie ........................... 297, 298<br />
Olie - olievuldop ............................................. 297, 298<br />
Olie - waarschuwingslamp oliedruk .......................... 28<br />
Onderdelen - identificatieplaatje voor onderdelen .. 338<br />
Onderdelen - specificaties van onderdelen ............. 349<br />
Onderhoud -<br />
aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......... 318<br />
Onderhoud - accu ..................................297, 298, 314<br />
Onderhoud -<br />
automatische transmissievloeistof ................ 307, 351<br />
Onderhoud -<br />
expansietank koelvloeistof ............ 17, 297, 298, 351<br />
Onderhoud - koelvloeistof ....................................... 304<br />
Onderhoud -<br />
koelvloeistof controleren en bijvullen .................... 364<br />
Onderhoud - luchtfilter/<br />
filterelement ........................297, 298, 315, 349, 350<br />
Onderhoud - motorolie .................................. 299, 351<br />
Onderhoud - motoroliefilter ........................... 349, 350<br />
. . . 396
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 397 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
O (vervolg)<br />
Onderhoud - oliepeilstaaf motorolie ............... 297, 298<br />
Onderhoud - olievuldop motorolie ................. 297, 298<br />
Onderhoud - onderhoud tijdens het rijden met een<br />
aanhanger .............................................................285<br />
Onderhoud - onderhoudsrichtlijnen ........................290<br />
Onderhoud - remvloeistof .......................................311<br />
Onderhoud - remvloeistofreservoir ................. 297, 298<br />
Onderhoud - reservoir ruitensproeiervloeistof 297, 298<br />
Onderhoud -<br />
reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof ..........297, 298<br />
Onderhoud - ruitensproeiervloeistof ........................313<br />
Onderhoud - smeermiddel achteras ........................310<br />
Onderhoud - smeermiddel vooras ...........................309<br />
Onderhoud - stuurbekrachtigingsvloeistof ..............310<br />
Onderhoud - verdeelbak-smeermiddel ....................308<br />
Ontsteking - contactslot ................................. 145, 246<br />
Op spanning brengen - banden ..............................321<br />
Op spanning brengen - bandenspanning voor<br />
hogere snelheden ..................................................322<br />
Op spanning brengen -<br />
controlesysteem bandenspanning ........................323<br />
Op spanning brengen -<br />
informatieplaatje voor banden ..............................276<br />
Op spanning brengen -<br />
lampje lage bandenspanning ........................... 39, 65<br />
Opbergvakken - bagagebeheersysteem ..................177<br />
Opslag van band- en krikuitrusting ......................... 376<br />
Oververhitting -<br />
bescherming tegen oververhitting motor ............. 364<br />
Oververhitting - motor ........................................5, 361<br />
P<br />
Parkeerlichten ............................................................ 85<br />
Parkeerrem - ontgrendeling ...................................... 24<br />
Parkeerrem - ontgrendeling parkeerrem ................... 79<br />
Parkeren - aanhanger parkeren op hellingen .......... 284<br />
Parkeren - parkeerrem ............................................. 272<br />
Parkeren - ultrasoon parkeerhulpsysteem ... 47, 68, 180<br />
Parkeren - voertuig parkeren ................................... 268<br />
Passagiersdetectiesysteem ....................................... 209<br />
Passagiersdetectiesysteem - werking van het systeem<br />
met een kinderzitje ............................................... 211<br />
Passagiersdetectiesysteem - werking van het systeem<br />
met volwassen passagiers ..................................... 213<br />
Pedalen - bediening instelbare gas- en rempedalen .. 24<br />
Pedalen - instelbare gas- en rempedalen ................. 250<br />
Portieren .................................................................. 162<br />
Portieren - achterklep .............................................. 168<br />
Portieren - automatische portiersloten ..............52, 166<br />
Portieren - centrale portiervergrendeling ....... 164, 237<br />
Portieren - elektrisch bediende portiersloten ........... 165<br />
Portieren - handbediende portiersloten .................. 163<br />
Portieren -<br />
kinderveiligheidssloten op achterportieren ........... 167<br />
397 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 398 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
P (vervolg)<br />
Portieren - uitgestelde vergrendeling ................ 56, 165<br />
Portieren -<br />
voorziening om buitensluiten te voorkomen ........167<br />
Programmeerbare functies - display in Engels ...........51<br />
Programmeerbare functies - naderingslampen ..........57<br />
Programmeerbare voorzieningen ..............................50<br />
Programmeerbare voorzieningen - feedback sloten<br />
met afstandsbediening ..................................... 53, 55<br />
Programmeerbare voorzieningen -<br />
oroepfunctie uitstapstand ........................................60<br />
Programmeerbare voorzieningen - oproepfunctie<br />
zitplaatspositie - Geheugenfunctie -<br />
oproepfunctie zitplaatspositie ..................................61<br />
Programmeerbare voorzieningen - taalkeuze ............51<br />
R<br />
Radio ................................................................. 24, 103<br />
Radio - antenne .......................................................138<br />
Radio -<br />
audiosysteem voor passagiers achterin de auto ....139<br />
Radio - bedieningsorganen op het stuurwiel ...........137<br />
Radio - beschikbaarheid van RDS .............................114<br />
Radio - beveiliging tegen diefstal .............................136<br />
Radio - CD-speler .....................................................121<br />
Radio - eigenschappen en bediening van RDS ........115<br />
Radio -<br />
entertainmentsysteem voor achterpassagiers ........138<br />
Radio - radiotoetsen ................................................ 109<br />
Radio - RDS-geluidsinstallatie met cd-speler voor 1<br />
of 6 cd's ................................................................ 104<br />
Radio - Zorg voor uw cd's ....................................... 136<br />
Radio - Zorg voor uw cd-speler ............................... 136<br />
Radio Data System (RDS), eigenschappen en<br />
bediening van het ................................................. 115<br />
Ramen ..................................................................... 159<br />
Ramen - elektrisch bediende ................................... 160<br />
Rek - bagagerek ....................................................... 175<br />
Remmen .................................................................. 270<br />
Remmen - aanhangerremmen ................................ 283<br />
Remmen - ABS ........................................................ 272<br />
Remmen - bediening instelbaar rempedaal .............. 24<br />
Remmen - instelbaar rempedaal ............................. 250<br />
Remmen - ontgrendeling parkeerrem .................24, 79<br />
Remmen - parkeerrem ............................................ 272<br />
Remmen - Remblokslijtage-indicators ..................... 270<br />
Remmen - remvloeistofreservoir ..................... 297, 298<br />
Remmen - slag van het rempedaal .......................... 271<br />
Remmen - stellen .................................................... 271<br />
Remmen - vloeistof ................................................. 311<br />
Remmen - waarschuwingslamp ................................ 31<br />
Remmen - waarschuwingslamp ABS ......................... 32<br />
Reserveband - opslag van band- en krikuitrusting ... 376<br />
Reservewiel ...........................................5, 18, 368, 371<br />
Reservewiel - compacte reservewiel ........................ 382<br />
Reservewiel - veiligheidshaak reservewiel ................ 380<br />
. . . 398
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 399 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
R (vervolg)<br />
Richtingaanwijzers ...................................................150<br />
Richtingaanwijzers - indicator ....................................26<br />
Richtingaanwijzers - richtingaanwijzers aanhanger ..284<br />
Rijden - automatische stabilisatieregeling ................274<br />
Rijden - het laden van uw auto voor terreinrijden ....258<br />
Rijden - in water .......................................................267<br />
Rijden - inrijperiode bij nieuwe voertuigen ..............231<br />
Rijden - rijden in modder, zand, sneeuw of ijs .........266<br />
Rijden - terreinrijden op hellingen .................... 14, 262<br />
Rijden - voorschriften voor het rijden met auto's<br />
met allwheel-aandrijving .......................................257<br />
Ruiten - ruitvergrendeling ........................................162<br />
Ruitenwissers - voorruit ............................................147<br />
Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar ............ 24, 147<br />
S<br />
Schakelaar - contactslot .................................. 145, 246<br />
Sensor ........................................................................98<br />
Sensor - indringingssensor .......................................236<br />
Sensor - luchtkwaliteit ................................................98<br />
Sensor - uitschakelknop indringingssensor ..............236<br />
Service - identificatieplaatje voor onderdelen ..........338<br />
Sleep-/trekfunctie .....................................................282<br />
Sleep-/trekfunctie - controlelampje ............................40<br />
Sleepogen ................................................................385<br />
Slepen - Alle vier wielen op de grond ......................286<br />
Slepen - knop sleep-/trekfunctie ......................... 24, 79<br />
Slepen - uw voertuig op een<br />
auto-ambulance slepen ............................... 286, 287<br />
Slepen van de auto ...................................... 5, 16, 360<br />
Slepen/trekken - aanhangerremmen ....................... 283<br />
Slepen/trekken - met twee wielen op de grond en<br />
twee wielen in een dolly ....................................... 286<br />
Slepen/trekken - onderhoud tijdens het rijden met<br />
een aanhanger ...................................................... 285<br />
Slepen/trekken - richtingaanwijzers aanhanger ....... 284<br />
Slepen/trekken - rijden met een aanhanger ............ 277<br />
Slepen/trekken - sleep-/trekfunctie .......................... 282<br />
Slepen/trekken - trekhaak voor aanhanger .............. 283<br />
Slepen/trekken - veiligheidskettingen voor<br />
het rijden met een aanhanger .............................. 283<br />
Sleutels .................................................................... 231<br />
Sleutels - bereik van de afstandsbediening .............. 240<br />
Sleutels - immobilisatiesysteem ............................... 232<br />
Sleutels - sloten met afstandsbediening .................. 238<br />
Sloten - automatische portiersloten ...................52, 166<br />
Sloten - centrale portiervergrendeling ............ 164, 237<br />
Sloten - elektrisch bediende sloten .......................... 165<br />
Sloten - extra vergrendeling ........................... 164, 237<br />
Sloten - handbediende portiersloten ....................... 163<br />
Sloten - kinderveiligheidssloten op achterportieren 167<br />
Sloten - uitgestelde vergrendeling ....................56, 165<br />
Sloten -<br />
voorziening om buitensluiten te voorkomen ........ 167<br />
Sloten met afstandsbediening ................................. 238<br />
399 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 400 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
S (vervolg)<br />
Sloten met afstandsbediening - feedback ........... 53, 55<br />
Sloten met afstandsbediening - zender ...................238<br />
Smeermiddel - smeermiddel achteras ......................310<br />
Smeermiddel - smeermiddel vooras ........................309<br />
Smeermiddel - verdeelbak-smeermiddel .................308<br />
Smeermiddelen -<br />
aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..........318<br />
Snelheid - gemiddelde snelheid .................................45<br />
Snelheid - rijsnelheidsbegrenzer ..............................274<br />
Snelheidsmeter ................................................... 27, 49<br />
Spanning - controle bandenspanning .......................48<br />
Spanning - displays controle bandenspanning ..........48<br />
Specificaties .............................................................349<br />
Specificaties - specificaties van de onderdelen .........349<br />
Spiegels ....................................................................155<br />
Spiegels - achteruitkijkspiegel ..................................158<br />
Spiegels - automatisch dimmende binnenspiegels ..159<br />
Spiegels - buitenspiegel ...........................................156<br />
Spiegels - elektrisch bediende spiegels ....................156<br />
Spiegels - elektrisch inklapbare spiegels ...................157<br />
Spiegels -<br />
spiegel voor het zien van de trottoirband ...... 59, 158<br />
Spiegels - spiegels kantelen bij parkeren ....................59<br />
Spiegels - verwarmde spiegel ..................................157<br />
Sproeier - Achterruit .................................................149<br />
Sproeier - koplamp ........................................... 89, 149<br />
Sproeier - reservoir ruitensproeiervloeistof ......297, 298<br />
Sproeier - ruitensproeiervloeistof ............................. 313<br />
Sproeier - voorruit ................................................... 148<br />
Stabilitrak - Stabilitrak-systeem .................................. 82<br />
Starten - contactslot ....................................... 145, 246<br />
Starten - het voertuig starten op afstand ...........62, 242<br />
Starten - instructies voor het starten ........................ 247<br />
Starten - problemen bij het starten van de motor ... 249<br />
Starten - starten bij koud weer ................................ 249<br />
Starten - starten met een hulpaccu ......................... 356<br />
Starten - starten van de motor ................................ 247<br />
Starten - verzuipen van de motor ............................ 249<br />
Steunen - elektrisch bediende lendensteun ............. 187<br />
Sticker - identificatieplaatje ...................................... 276<br />
Sticker - identificatieplaatje voor onderdelen .......... 338<br />
Sticker - informatieplaatje voor banden .................. 276<br />
Sticker - maximaal toegestane voor- en .................. 277<br />
Sticker - Voertuig Identificatie Nummer .................. 337<br />
Stoelen - bedieningsorganen voor de stoel ............. 186<br />
Stoelen - derde rij zitplaatsen .................................. 190<br />
Stoelen - elektrisch bediende lendensteun .............. 187<br />
Stoelen - elektrisch verstelbare rugleuning van de<br />
voorste stoel .......................................................... 186<br />
Stoelen - elektrisch verstelbare stoelen .................... 186<br />
Stoelen - hoofdsteunen ........................................... 188<br />
Stoelen - instapverstelling tweede rij stoelen ........... 189<br />
Stoelen - naar voren/achteren verstellen ................. 189<br />
Stoelen - oproepfunctie uitstapstand ........................ 60<br />
. . . 400
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 401 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
S (vervolg)<br />
Stoelen - oproepfunctie zitplaatspositie .....................61<br />
Stoelen - tweede rij stoelen ......................................189<br />
Stoelen - verwarmd .................................................187<br />
Stroomonderbrekers ................................................338<br />
Stuurinrichting .........................................................270<br />
Stuurinrichting -<br />
reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof ..........297, 298<br />
Stuurinrichting -<br />
snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging ..............270<br />
Stuurinrichting - stuurbekrachtiging ........................270<br />
Stuurinrichting - stuurbekrachtigingsvloeistof .........310<br />
Stuurkolom -<br />
bedieningsorganen op stuurwiel/ stuurkolom ......144<br />
Stuurkolomschakelaar ....................................... 24, 150<br />
Stuurwiel -<br />
bedieningsorganen op stuurwiel/stuurkolom .......144<br />
Stuurwiel - hendel stuurwielverstelling ............. 24, 145<br />
Stuurwiel - radiotoetsen ...........................................137<br />
Stuurwiel - regeling van het verwarmde stuurwiel ..146<br />
Stuurwiel - stuurwielschakelaars .................................24<br />
Stuurwielschakelaars ..................................................24<br />
T<br />
Taal - display in Engels ...............................................51<br />
Taal - taalkeuze ..........................................................51<br />
Tank - brandstoftank vullen .....................................293<br />
Temperatuur - temperatuurmeter ..............................26<br />
Temperatuur - temperatuurregeling ......................... 94<br />
Temperatuurregeling -<br />
airconditioning met twee zones ............................. 92<br />
Temperatuursensor ................................................... 98<br />
Terreinrijden -<br />
het laden van uw auto voor terreinrijden .............. 258<br />
Terreinrijden -<br />
rijden in modder, zand, sneeuw of ijs ................... 266<br />
Terreinrijden - rijden in water .................................. 267<br />
Terreinrijden - rijden op hellingen .....................14, 262<br />
Timer ......................................................................... 45<br />
Toerenteller ............................................................... 27<br />
Tractie ...................................................................... 270<br />
Tractie - controlelamp tractieregelsysteem ................ 35<br />
Tractie - Stabilitrak-systeem ....................................... 82<br />
Tractie - tractieregelknop ........................................... 24<br />
Tractie - tractieregelsysteem ...................................... 80<br />
Trajectkilometerteller ................................................. 43<br />
Transmissie .............................................................. 251<br />
Transmissie - automatisch ......................................... 11<br />
Transmissie -<br />
automatische transmissievloeistof ................ 307, 351<br />
Transmissie - handmatig schakelen bij<br />
automatische transmissie ...................................... 254<br />
Trekhaak .................................................................. 283<br />
Trekken - knop sleep-/trekfunctie ........................24, 79<br />
Trekken - recreatief voertuig trekken ....................... 285<br />
Trekken - sleep-/trekfunctie ..................................... 282<br />
401 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 402 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
U<br />
Uitlaat - waarschuwingen uitlaat ................................12<br />
Ultrasoon parkeerhulpsysteem ....................47, 68, 180<br />
V<br />
Vastzitten - als uw voertuig vast komt te zitten ........384<br />
Vastzitten - sleepogen ..............................................385<br />
Veiligheid - aan/uit-indicator ............................. 37, 214<br />
Veiligheid - airbags ...................................................201<br />
Veiligheid - belangrijke veiligheidsvoorschriften ....... -20<br />
Veiligheid - bevestigingspunten voor kinderzitjes met<br />
lage bevestigingspunten .......................................223<br />
Veiligheid - bovenriem kinderzitjes ..........................224<br />
Veiligheid - comfortgeleiders voor schoudergordel .196<br />
Veiligheid - een kinderzitje bevestigen met lage<br />
bevestigingspunten en bovengordel .....................226<br />
Veiligheid - gebruik van veiligheidsgordel ................199<br />
Veiligheid - gordelspanners voor veiligheidsgordels 201<br />
Veiligheid - heup-/schoudergordel ..........................193<br />
Veiligheid - indringingssensor ..................................236<br />
Veiligheid - kinderzitjes ............................................215<br />
Veiligheid - oudere kinderen ....................................221<br />
veiligheid - passagiersdetectiesysteem .....................209<br />
Veiligheid - uitschakelknop indringingssensor ..........236<br />
Veiligheid - veiligheidsgordels ............................. 6, 192<br />
Veiligheid - veiligheidsgordels vervangen ................198<br />
Veiligheid - veiligheidskettingen voor het rijden met<br />
een aanhanger ......................................................283<br />
Veiligheid - verlenger voor veiligheidsgordel ...........198<br />
Veiligheidsgordels -<br />
comfortgeleiders voor schoudergordel ................. 196<br />
Veiligheidsgordels -<br />
gebruik van veiligheidsgordel ............................... 199<br />
Veiligheidsgordels -<br />
gordelspanners voor veiligheidsgordels ................ 201<br />
Veiligheidsgordels - heup-/schoudergordel ............. 193<br />
Veiligheidsgordels - veiligheidsgordels ................6, 192<br />
Veiligheidsgordels - veiligheidsgordels vervangen ... 198<br />
Veiligheidsgordels -<br />
verlenger voor veiligheidsgordel ........................... 198<br />
Veiligheidsgordels - waarschuwingslamp ..........36, 200<br />
Veiligheidsgordels - waarschuwingslampje .......37, 200<br />
Ventilatie - luchtroosters ............................................ 24<br />
Ventilator - regelaar voor ventilatorsnelheid .............. 95<br />
Verdeelbak - allwheel-aandrijving ................... 256, 352<br />
Verdeelbak - rijvoorschriften voor auto's met<br />
allwheel-aandrijving .............................................. 257<br />
Verdeelbak - verdeelbak-smeermiddel ..................... 308<br />
Verlichting ...........................................................78, 85<br />
Verlichting - automatisch koplampsysteem ............... 86<br />
Verlichting -<br />
bediening lichtdimmer instrumentenpaneel .......... 24<br />
Verlichting -<br />
controlelamp ingeschakelde verlichting ................. 38<br />
Verlichting - gloeilampen vervangen ....................... 348<br />
Verlichting - grootlicht-/dimlichtschakelaar ............. 151<br />
Verlichting - hoofdschakelaar .................................... 85<br />
. . . 402
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 403 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
V (vervolg)<br />
Verlichting - hoogteregelaar voor koplampen ...........89<br />
Verlichting - instapverlichting ....................................90<br />
Verlichting - knipperen met grootlicht .......................86<br />
Verlichting - koplampsproeier ........................... 89, 149<br />
Verlichting - leeslampen .............................................91<br />
Verlichting - mistachterlichten ...................................87<br />
Verlichting - mistlampen ............................................87<br />
Verlichting - naderingslampen ...................................57<br />
Verlichting - parkeerlichten ................................. 85, 89<br />
Verlichting -<br />
regelbare verlichting instrumentenpaneel ...............88<br />
Verlichting - uitstapverlichting ...................................57<br />
Verlichting - waarschuwingsknipperlichten ......... 24, 80<br />
Verlichting -<br />
waarschuwingslampjes instrumentengroep ............28<br />
Vermogen - motorvermogen .......................... 349, 350<br />
Verstelbare rugleuning - elektrisch verstelbare<br />
rugleuning van de voorste stoel ............................186<br />
Verwarming - achterruit ...........................................100<br />
Verwarming -<br />
airconditioning met temperatuurregeling ........ 24, 92<br />
Verwarming - airconditioning met twee zones ..........92<br />
Verwarming - motorblokverwarming ......................250<br />
Verzopen - motor verzopen .................................... 249<br />
Video -<br />
entertainmentsysteem voor achterpassagiers ....... 138<br />
Vierwielaandrijving ......................................... 256, 352<br />
Vierwielaandrijving -<br />
het laden van uw auto voor terreinrijden .............. 258<br />
Vierwielaandrijving -<br />
rijden in modder, zand, sneeuw of ijs ................... 266<br />
Vierwielaandrijving - rijden in water ........................ 267<br />
Vierwielaandrijving - terreinrijden op hellingen .14, 262<br />
Vloeistof - automatische transmissievloeistof .. 307, 351<br />
Vloeistof - koelvloeistof ............................................ 304<br />
Vloeistof - koelvloeistof controleren en bijvullen ...... 364<br />
Vloeistof - motorolie ................................................ 299<br />
Vloeistof - remvloeistof ............................................ 311<br />
Vloeistof - ruitensproeiervloeistof ............................ 313<br />
Vloeistof - stuurbekrachtigingsvloeistof ................... 310<br />
Vloeistoffen -<br />
aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......... 318<br />
Voeding - accessoirevoeding .......................... 178, 247<br />
Voertuig - inrijperiode bij nieuwe voertuigen .......... 231<br />
Voertuig Identificatie Nummer ................................ 337<br />
Voorruit - ruitenwissers ............................................ 147<br />
Voorruit - sproeier .................................................... 148<br />
Voorschriften - onderhoudsvoorschriften ................ 290<br />
403 . . .
09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 404 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />
Index<br />
. . . 404<br />
W<br />
Waarschuwingen -<br />
belangrijke veiligheidsvoorschriften ..................... 6-20<br />
Waarschuwingen - waarschuwingen uitlaat ..............12<br />
Waarschuwingsknipperlichten ............................ 24, 80<br />
Waarschuwingslamp - controlelamp airbag ....... 36, 70<br />
Waarschuwingslamp -<br />
controlelamp voor voertuigstoring ..........................33<br />
Waarschuwingslamp -<br />
waarschuwingslamp koelvloeistoftemperatuur .......30<br />
Waarschuwingslamp -<br />
waarschuwingslamp motoroliedruk ........................28<br />
Waarschuwingslamp - waarschuwingssignaal<br />
ingeschakelde verlichting ........................................38<br />
Waarschuwingslamp airbag ................................ 36, 70<br />
Waarschuwingslampen ..............................................28<br />
Waarschuwingslampje -<br />
controlelamp alarminstallatie ..................................37<br />
Waarschuwingslampje -<br />
lampje lage bandenspanning ........................... 39, 65<br />
Waarschuwingssignaal - ingeschakelde verlichting ....87<br />
Weergave - taalkeuze .................................................51<br />
Wielen ......................................................................333<br />
Wielen - aanhaalmoment wielmoeren ............349, 350<br />
Wielen - vervangen ................................ 334, 349, 350<br />
Wielen - Wielsloten ..................................................333<br />
Wielen -<br />
wieluitlijning en uitbalancering van de wielen ......333<br />
Wielophanging ........................................................274<br />
Wielophanging - automatische niveauregeling ....... 274<br />
Wielophanging -<br />
automatische stabilisatieregeling .......................... 274<br />
Wisser - achterruit .................................................... 149<br />
Wissers - door wissers ingeschakelde<br />
koplampen ......................................................86, 148<br />
WMA - cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen ................................................................. 125<br />
Z<br />
Zekeringen .............................................................. 338<br />
Zekeringen - zekeringenhouder achterbank<br />
linkerzijde .............................................................. 344<br />
Zekeringen - zekeringenhouder achterbank<br />
rechterzijde ........................................................... 346<br />
Zekeringen - zekeringenhouder in<br />
motorcompartiment ............................297, 298, 341<br />
Zender - batterij vervangen ..................................... 241<br />
Zender - bereik van de afstandsbediening .............. 240<br />
Zender - het voertuig starten op afstand ...........62, 242<br />
Zender - sloten met afstandsbediening ................... 238<br />
Zon - enkel zonnedak .............................................. 172<br />
Zon - zonnekleppen ................................................ 171<br />
Zonnescherm - zonnekleppen ................................ 171<br />
Zonnesensor .............................................................. 98<br />
Zorg voor de buitenkant ......................................... 353<br />
Zwangerschap - gebruik van veiligheidsgordel ....... 199