02.07.2014 Views

Inhoudsopgave Cadillac SRX - IFS Europe BV

Inhoudsopgave Cadillac SRX - IFS Europe BV

Inhoudsopgave Cadillac SRX - IFS Europe BV

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 1 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

<strong>Cadillac</strong><br />

<strong>SRX</strong><br />

Instructieboekje<br />

<strong>Inhoudsopgave</strong><br />

Gebruik van dit instructieboekje ....................... 3<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften ................. 5<br />

Hoofdstuk 1<br />

Instrumenten en bedieningsorganen ............. 21<br />

Hoofdstuk 2<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging ................ 185<br />

Hoofdstuk 3<br />

Starten en bedieningsvoorschriften.............. 229<br />

Hoofdstuk 4<br />

Onderhoud en verzorging............................. 289<br />

Hoofdstuk 5<br />

Werkzaamheden in noodgevallen ................ 355<br />

Index................................................................ 389<br />

05AKDUT48


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 2 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke informatie over dit instructieboekje<br />

Wij danken u voor het kiezen van<br />

product van General Motors en wij<br />

verzekeren u dat wij ons in zullen<br />

blijven zetten voor uw rijplezier en<br />

tevredenheid.<br />

Dit instructieboekje moet als vast<br />

onderdeel van de auto worden<br />

beschouwd. Dit instructieboekje<br />

dient in de auto te worden achtergelaten<br />

wanneer de auto wordt<br />

verkocht, zodat de nieuwe eigenaar<br />

alle informatie over gebruik, onderhoud<br />

en veiligheid ter beschikking<br />

heeft.<br />

Voor de ontwikkeling en productie<br />

van uw auto is gebruik gemaakt van<br />

milieuvriendelijke en gerecyclede<br />

materialen. De productiemethoden<br />

die zijn toegepast voor de fabricage<br />

van uw auto zijn eveneens<br />

milieuvriendelijk.<br />

Productieafval wordt gerecycled,<br />

waarbij een deel van het afvalmateriaal<br />

kan worden teruggewonnen<br />

voor hergebruik. De benodigde<br />

hoeveelheid water is verlaagd, om<br />

natuurlijke bronnen te sparen.<br />

Alle beschrijvingen, illustraties en<br />

specificaties in dit boekje zijn gebaseerd<br />

op de stand van zaken bij het<br />

ter perse gaan. Wij behouden ons<br />

het recht voor zonder voorafgaande<br />

kennisgeving onze producten te<br />

wijzigen.<br />

De afbeeldingen in dit boekje<br />

dienen slechts ter verduidelijking<br />

van de tekst en zijn niet bedoeld om<br />

een exacte weergave te geven van<br />

de onderdelen van uw auto.<br />

Verder dient u er rekening mee te<br />

houden dat de door u gekochte<br />

auto niet over alle accessoires hoeft<br />

te beschikken die in dit boekje<br />

worden beschreven.<br />

Naast dit instructieboekje ontvangt<br />

u het boekje "Onderhoudsschema<br />

en garantie en aanwijzingen voor de<br />

eigenaar". Hoewel wij van mening<br />

zijn dat dit instructieboekje alle<br />

noodzakelijke aanwijzingen bevat<br />

voor het gebruik van de auto, dient<br />

u voor de juiste verzorging tevens<br />

het onderhoudsoverzicht te<br />

raadplegen.<br />

. . . 2


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 3 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Gebruik van dit instructieboekje<br />

Wanneer onderhoud nodig is,<br />

vergeet dan niet dat uw dealer uw<br />

auto beter kent dan wie dan ook,<br />

terwijl hij alles in het werk zal stellen<br />

om u volledig tevreden te stellen.<br />

Uw dealer nodigt u uit om alle<br />

onderhouds- en reparatiewerkzaamheden<br />

door hem te laten<br />

verrichten, niet alleen tijdens, maar<br />

ook na de garantieperiode.<br />

Raadpleeg het Onderhouds- en<br />

Garantieboekje indien eventuele<br />

problemen niet tot uw volle tevredenheid<br />

mochten zijn opgelost. In dit<br />

boekje is aangegeven welke stappen<br />

u in zo'n geval kunt ondernemen.<br />

HOUD UW AUTO ORIGINEEL<br />

DOOR BIJ VERVANGING UITSLUI-<br />

TEND GM-ONDERDELEN TE<br />

GEBRUIKEN. ALLEEN DAN KAN EEN<br />

OPTIMALE KWALITEIT EN LANGE<br />

LEVENSDUUR VAN UW AUTO<br />

WORDEN VERZEKERD. ORIGINELE<br />

ONDERDELEN VAN GENERAL<br />

MOTORS ZIJN TE HERKENNEN AAN<br />

DE VOLGENDE HANDELSMERKEN:<br />

Gebruik dit instructieboekje om<br />

vertrouwd te raken met alle functies<br />

van uw nieuwe auto en de juiste<br />

bedieningswijze.<br />

Het boekje is bedoeld als een gids<br />

die u helpt om snel de verschillende<br />

functies van de auto te herkennen<br />

en te gebruiken. Om deze reden zijn<br />

in het instructieboekje de plaatsen<br />

van de speciale voorzieningen<br />

vermeld en niet de werking<br />

daarvan.<br />

Hierin is ook zeer belangrijke informatie<br />

over veiligheid en onderhoud<br />

opgenomen terwijl ook problemen<br />

die tijdens het rijden kunnen optreden<br />

ter sprake komen.<br />

Dit instructieboekje is onderverdeeld<br />

in vijf hoofdstukken.<br />

• Hoofdstuk 1: Instrumenten en<br />

bedieningsorganen<br />

Om een idee te krijgen hoe de informatie<br />

in dit instructieboekje is<br />

onderverdeeld, moet u zich voorstellen<br />

dat u heeft plaatsgenomen in<br />

de bestuurdersstoel. Uw aandacht is<br />

dan allereerst gericht op het instrumentenpaneel<br />

recht voor u, dan<br />

wat hoger en naar buiten toe op de<br />

spiegels, ramen en portieren, vervolgens<br />

op de bagageruimte aan de<br />

achterzijde en tenslotte op de ruimte<br />

boven uw hoofd en het dak. De<br />

inhoud van dit instructieboek is zo<br />

georganiseerd dat het deze volgorde<br />

volgt. De meeste instrumenten<br />

en regelaars zijn ingebouwd in deze<br />

ruimten en worden eerst besproken<br />

in dit boekje, in hoofdstuk 1.<br />

3 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 4 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Gebruik van dit instructieboekje<br />

• Hoofdstuk 2: Zitplaatsen en<br />

inzittendenbeveiliging<br />

Richt vervolgens uw aandacht<br />

op het centrum van de auto: de<br />

zitplaatsen en de veiligheidsgordels.<br />

Informatie hierover en over<br />

het airbagsysteem van uw auto<br />

vindt u in hoofdstuk 2, waarin<br />

bovendien informatie is opgenomen<br />

over veiligheidssystemen<br />

voor kinderen.<br />

• Hoofdstuk 3: Starten en<br />

bedieningsvoorschriften<br />

Nadat u in hoofdstuk 1 en 2 vertrouwd<br />

bent geraakt met de<br />

werking van de instrumenten en<br />

bedieningsorganen en het<br />

gebruik van stoelen en gordelen<br />

airbagsystemen, worden in<br />

hoofdstuk 3 instructies gegeven<br />

over het starten en rijden met de<br />

auto. In dit hoofdstuk vindt u<br />

informatie over uw sleutels en de<br />

sloten met afstandsbediening<br />

(indien van toepassing), over het<br />

ontstekingssysteem, starten,<br />

transmissie, verdeelbak (indien<br />

van toepassing), parkeren, tractie,<br />

stuurinrichting, het remsysteem<br />

en de wielophanging.<br />

Verder wordt hier informatie<br />

gegeven over de maximale belading<br />

van de auto en over het rijden<br />

met een aanhanger.<br />

• Hoofdstuk 4: Onderhoud en<br />

verzorging<br />

Het hoofdstuk Onderhoud en<br />

verzorging<br />

- bevat gegevens over de juiste<br />

brandstof<br />

- geeft aan waar diverse onderdelen<br />

in de motorruimte te<br />

vinden zijn<br />

- geeft basisinformatie over<br />

onderhoud en vloeistoffen<br />

voor belangrijke en gemakkelijk<br />

toegankelijke motorcomponenten<br />

(bijv. motorolie,<br />

koelvloeistof, transmissievloeistof,<br />

stuurbekrachtigingsvloeistof,<br />

remvloeistof, koelmiddel<br />

voor airconditioningsysteem,<br />

ruitensproeiervloeistof,<br />

accuvloeistof)<br />

. . . 4


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 5 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Gebruik van dit instructieboekje<br />

- bevat informatie over bandenspanning<br />

en over het inspecteren,<br />

verwisselen en vervangen<br />

- geeft aan waar en welk type<br />

zekeringen en stroomonderbrekers<br />

in uw auto gemonteerd<br />

zijn<br />

- bevat instructies en specificaties<br />

over het vervangen van<br />

gloeilampen<br />

- geeft de specificaties en capaciteit/inhoud<br />

aan van belangrijke<br />

componenten<br />

• Hoofdstuk 5: Werkzaamheden<br />

in noodgevallen<br />

In dit hoofdstuk is beschreven<br />

hoe u zou moeten handelen als<br />

er tijdens het rijden bepaalde<br />

problemen optreden. Het<br />

betreft:<br />

- Starten met een hulpaccu<br />

- Slepen van uw auto<br />

- Oververhitting van de motor<br />

- Lekke band verwisselen<br />

Aan het begin van elk hoofdstuk<br />

vindt u een inhoudsopgave om het<br />

snel opzoeken te vergemakkelijken.<br />

5 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 6 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

DE AANDUIDINGEN WAARSCHU-<br />

WING EN OPMERKING<br />

De WAARSCHUWINGEN en<br />

OPMERKINGEN in de tekst dienen<br />

om u te wijzen op toestanden die<br />

lichamelijk letsel of beschadiging<br />

van de auto tot gevolg kunnen<br />

hebben.<br />

WAARSCHUWING<br />

Betekent: Kan letsel veroorzaken.<br />

OPMERKING<br />

Betekent: Kan beschadiging<br />

veroorzaken.<br />

Zitpositie<br />

WAARSCHUWING<br />

Verstel de bestuurdersstoel niet<br />

tijdens het rijden. De stoel kan<br />

plotseling in beweging komen<br />

hetgeen gevaarlijke situaties tot<br />

gevolg kan hebben.<br />

Rijden met naar beneden gekantelde<br />

rugleuning kan gevaar<br />

opleveren. Ook al heeft u uw<br />

veiligheidsgordel goed sluitend<br />

omgedaan, dan nog kan de<br />

gordel geen volledige bescherming<br />

bieden wanneer de rugleuning<br />

te ver naar achteren is<br />

gekanteld.<br />

Veiligheidsgordels<br />

WAARSCHUWING<br />

Draag altijd uw veiligheidsgordel.<br />

Zorg dat deze altijd goed is<br />

afgesteld.<br />

Vervoer geen personen in de<br />

auto waar een veiligheidsgordel<br />

niet goed kan worden gedragen.<br />

Personen die geen veiligheidsgordel<br />

dragen kunnen tijdens<br />

een aanrijding ernstig gewond<br />

raken of zelfs om het leven<br />

komen. Wanneer onder dezelfde<br />

omstandigheden alle inzittenden<br />

een veiligheidsgordel dragen,<br />

dan kunnen verwondingen<br />

worden voorkomen. Draag<br />

tijdens het rijden altijd uw veiligheidsgordel<br />

en verzeker uzelf<br />

ervan dat uw passagiers dat ook<br />

doen.<br />

. . . 6


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 7 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Het verkeerd dragen van een<br />

veiligheidsgordel kan leiden tot<br />

ernstig lichamelijk letsel.<br />

Het heupgedeelte van de gordel<br />

moet laag en comfortabel op de<br />

heupen liggen, juist boven de<br />

dijen. Bij een botsing zullen<br />

stoten dan worden opgevangen<br />

door het sterke bekken en zult u<br />

minder gemakkelijk onder de<br />

heupgordel doorglijden. Als u<br />

wel onder de gordel door glijdt,<br />

moeten stoten worden opgevangen<br />

door de onderbuik. Daarbij<br />

kunt u ernstig en zelfs dodelijk<br />

letsel oplopen.<br />

WAARSCHUWING<br />

De veiligheidsgordels moeten<br />

nauwsluitend om het lichaam<br />

worden gedragen. Laat de<br />

schoudergordel niet onder uw<br />

arm doorlopen. Zorg dat de<br />

gordelriemen niet gedraaid<br />

zitten.<br />

Ernstig lichamelijk letsel is mogelijk<br />

als u uw gordel in het verkeerde<br />

gordelslot vastzet. Druk de<br />

slottong steeds vast in het meest<br />

nabije gordelslot.<br />

WAARSCHUWING<br />

De schoudergordel moet over de<br />

schouder en diagonaal over de<br />

borst lopen. Deze lichaamsdelen<br />

zijn het beste in staat om grote<br />

krachten op te vangen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een veiligheidsgordel mag steeds<br />

slechts door 1 persoon tegelijk<br />

worden gedragen. Sta niet toe<br />

dat twee kinderen van dezelfde<br />

gordel gebruik maken.<br />

Uit ongevallenstatistieken is<br />

gebleken dat kinderen meer<br />

veiligheid wordt geboden<br />

wanneer ze gebruikmaken van<br />

de veiligheidsvoorzieningen<br />

achterin het voertuig.<br />

7 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 8 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

Airbags<br />

WAARSCHUWING<br />

Een zwangere vrouw dient altijd<br />

een heup-/schoudergordel te<br />

dragen (zgn. driepuntsgordel).<br />

Daarbij moet de heupgordel zo<br />

laag mogelijk over de heupen<br />

lopen.<br />

WAARSCHUWING<br />

De veiligheidsgordels en het<br />

airbagsysteem zijn ontworpen<br />

om volwassenen de best mogelijke<br />

bescherming te bieden.<br />

Personen die met het airbagsysteem<br />

in aanraking komen of die<br />

zich te dicht bij een airbag bevinden<br />

die wordt opgeblazen,<br />

kunnen ernstige verwondingen<br />

oplopen met mogelijk dodelijke<br />

gevolgen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Zorg er voor dat indien kinderen<br />

die te klein zijn om van een<br />

gordel gebruik te maken, goed<br />

worden beveiligd met een veiligheidssysteem<br />

voor kinderen.<br />

De aanwezigheid van een airbag<br />

mag u er nooit toe verleiden om<br />

geen veiligheidsgordel te<br />

dragen, aangezien de airbags<br />

alleen effectief zijn in combinatie<br />

met veiligheidsgordels.<br />

. . . 8


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 9 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Airbags bieden aanvullende<br />

bescherming bij het gebruik van<br />

veiligheidsgordels. Ook in een<br />

auto met airbags bestaat er<br />

grotere kans op letsel indien u bij<br />

een aanrijding geen veiligheidsgordel<br />

draagt.<br />

Wanneer u zich te dicht bevindt<br />

bij een airbag die wordt opgeblazen,<br />

kunt u ernstige verwondingen<br />

oplopen. Veiligheidsgordels<br />

houden u bij een aanrijding op<br />

uw plaats wanneer de airbag<br />

wordt opgeblazen. De bestuurder<br />

moet zo ver mogelijk naar<br />

achteren zitten maar toch de<br />

auto volledig onder controle<br />

hebben.<br />

Het gebied waarin een airbag<br />

zich vult, moet altijd worden<br />

vrijgehouden.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij het opblazen van een airbag<br />

komt enig stof vrij dat in de lucht<br />

blijft hangen. Deze stof kan de<br />

ademhaling bemoeilijken bij<br />

mensen die last hebben van<br />

astma of van andere aandoeningen<br />

aan de luchtwegen. Om dit<br />

te voorkomen dient iedereen de<br />

auto te verlaten zodra dat veilig<br />

mogelijk is. Als uitstappen onmogelijk<br />

is, open dan een portier of<br />

een ruit.<br />

Kinderen en kinderzitjes<br />

WAARSCHUWING<br />

Houd in een rijdende auto nooit<br />

een baby in uw armen. Bij een<br />

botsing wordt de baby zo zwaar<br />

dat u niet in staat zult zijn deze<br />

vast te houden. Zo zal bijvoorbeeld<br />

een baby van 5,5 kg bij een<br />

botsing bij 40 km/u al een<br />

gewicht van 110 kg op uw<br />

armen uitoefenen. U zult dan vrijwel<br />

zeker niet in staat zijn de<br />

baby vast te houden. Zet een<br />

baby altijd vast in een babyzitje.<br />

9 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 10 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Een naar achteren gericht kinderzitje<br />

op de voorstoel kan bij het<br />

opblazen van de passagiersairbag<br />

tegen de rugleuning worden<br />

gedrukt. Een kind in een dergelijk<br />

zitje kan daardoor ernstige<br />

verwondingen oplopen. Als het<br />

voertuig is uitgerust met een<br />

airbag voor de voorstoel, moet<br />

een naar achteren gericht kinderzitje<br />

altijd op de achterbank<br />

worden geplaatst.<br />

WAARSCHUWING<br />

Kinderen die in een naar achteren<br />

gericht kinderzitje moeten<br />

worden vervoerd, kunnen niet<br />

veilig in een voertuig met airbag<br />

aan de passagierszijde zonder<br />

achterbank worden vervoerd.<br />

Wanneer u echter een voorwaarts<br />

geplaatst kinderzitje op de<br />

stoel voor de rechter passagier<br />

voorin vastzet, moet deze stoel<br />

zo ver mogelijk naar achteren<br />

worden geschoven.<br />

Auto verlaten<br />

WAARSCHUWING<br />

Stap niet uit terwijl de motor nog<br />

draait.<br />

Laat kinderen niet achter in een<br />

auto met de contactsleutel. Ze<br />

kunnen de elektrisch bediende<br />

ramen of andere bedieningen<br />

gebruiken en zelfs de auto in<br />

beweging brengen. Zo kan een<br />

kind zichzelf of anderen letsel<br />

toebrengen met mogelijk fatale<br />

gevolgen.<br />

. . . 10


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 11 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Het is buitengewoon gevaarlijk<br />

om kinderen gedurende lange<br />

tijd in de auto achter te laten -<br />

vooral bij warm weer. Neem de<br />

kinderen met u mee wanneer u<br />

de auto achterlaat.<br />

Auto's met automatische<br />

transmissie<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer uw auto met een automatische<br />

transmissie is uitgerust,<br />

dienen de volgende voorzorgsmaatregelen<br />

te worden opgevolgd<br />

om goede en veilige<br />

werking te waarborgen. De auto<br />

kan dan niet plotseling in beweging<br />

komen en/of een ongeval<br />

veroorzaken.<br />

WAARSCHUWING<br />

• Zet bij het verlaten van de auto<br />

altijd de keuzehendel in P (parkeerstand)<br />

en gebruik tevens<br />

de parkeerrem.<br />

• Houd het rempedaal stevig<br />

ingedrukt en geef geen gas<br />

wanneer u vanuit P (parkeren)<br />

of N (neutraal) naar een van de<br />

rijstanden schakelt.<br />

• Schakel niet in D (vooruit) of R<br />

(achteruit) wanneer de motor<br />

sneller dan met stationair toerental<br />

draait.<br />

• Schakel niet in de stand P (parkeren)<br />

terwijl de auto nog in<br />

beweging is.<br />

Raadpleeg hoofdstuk 3 "Starten<br />

en bedieningsvoorschriften",<br />

voor meer informatie.<br />

11 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 12 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

Waarschuwingen m.b.t. het<br />

uitlaatsysteem<br />

WAARSCHUWING<br />

• Brandbare voorwerpen kunnen<br />

in aanraking komen met<br />

hete delen van de uitlaat en<br />

ontbranden. Parkeer de auto<br />

niet op papier, droge bladeren,<br />

droog gras of andere voorwerpen<br />

die vlam kunnen vatten.<br />

• Uitlaatgassen kunnen dodelijk<br />

zijn. Zij bevatten koolmonoxide<br />

(CO), dat onzichtbaar en reukloos<br />

is. Inademing kan bewusteloosheid<br />

en de dood tot<br />

gevolg hebben.<br />

WAARSCHUWING<br />

• Laat de motor niet in een afgesloten<br />

ruimte, zoals een<br />

garage, draaien. Koolmonoxide<br />

(CO) kan het interieur<br />

binnenstromen.<br />

• Als de motor stationair draait<br />

terwijl de ramen gesloten zijn<br />

en de aanjager van de airconditioning<br />

(indien van toepassing)<br />

uitgeschakeld is, kunnen<br />

giftige uitlaatgassen in het interieur<br />

stromen.<br />

WAARSCHUWING<br />

• Rijden met geopende achterruiten,<br />

kofferdeksel of achterdeuren<br />

kan ook bijzonder<br />

gevaarlijk zijn. Wanneer u toch<br />

met geopende of slecht sluitende<br />

achterramen, achterklep<br />

of achterdeuren moet rijden,<br />

sluit dan alle overige ramen en<br />

zet de aanjager in de hoogste<br />

stand, ingesteld op aanzuiging<br />

van buitenlucht. Op deze wijze<br />

zal buitenlucht de auto<br />

doorstromen.<br />

• Let erop dat achterramen, achterportieren<br />

of kofferdeksel<br />

gesloten zijn als u gaat rijden<br />

met een aanhanger.<br />

. . . 12


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 13 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

• Uitlaatgassen kunnen ook het<br />

interieur binnenstromen<br />

indien:<br />

– de uitlaat vreemd of anders<br />

klinkt<br />

– uw auto aan de onderzijde<br />

roestig wordt<br />

– uw auto is beschadigd of<br />

slecht is onderhouden<br />

– de auto aan de onderzijde,<br />

met name de uitlaat, is<br />

geblokkeerd door sneeuw of<br />

vuil<br />

Indien u vermoedt dat uitlaatgassen<br />

het interieur binnendringen,<br />

open dan alle ramen, zet de<br />

airconditioning aan (indien van<br />

toepassing), ingesteld op aanzuiging<br />

van buitenlucht, en laat uw<br />

auto onmiddellijk repareren.<br />

Water en uw auto<br />

WAARSCHUWING<br />

Na het wassen van de auto of het<br />

rijden door plassen kunnen de<br />

remmen tijdelijk minder goed<br />

werken. Houdt u het rempedaal<br />

licht ingedrukt tot de remmen<br />

weer normaal functioneren.<br />

Rijdt u niet door poelen of diepe<br />

plassen. Als er water in een luchtinlaat<br />

komt, kan dat de motor<br />

ernstig beschadigen. Als u door<br />

een plas moet rijden, doe dit dan<br />

voorzichtig zodat het water niet<br />

tegen de bodemplaat en het<br />

schutbord kan spatten.<br />

WAARSCHUWING<br />

Stromend water of water dat in<br />

heftige beweging is, heeft grote<br />

kracht. Indien u tracht om door<br />

stromend water te rijden, zoals<br />

een doorwaadplaats bij laag<br />

water, dan kan uw auto worden<br />

meegesleurd. Zelfs 15 cm stromend<br />

water kan een kleine auto<br />

meesleuren. In dergelijke gevallen<br />

kunnen de inzittenden<br />

verdrinken. Let op waarschuwingsborden<br />

van de politie en<br />

neem in andere gevallen de<br />

grootst mogelijke zorg in acht<br />

tijdens het rijden door stromend<br />

water.<br />

13 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 14 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

Rijden op hellingen<br />

WAARSCHUWING<br />

Als u op een helling moet stoppen,<br />

probeer dan nooit om de<br />

auto met het gaspedaal op zijn<br />

plaats te houden. Door deze<br />

handelwijze kan schade aan de<br />

transmissie ontstaan. Gebruik de<br />

remmen om de auto op zijn<br />

plaats te houden.<br />

Schakel bij het afdalen van een<br />

steile helling terug naar een lagere<br />

versnelling om de auto op de<br />

motor te laten afremmen.<br />

Rijdt u nooit heuvelafwaarts met<br />

de transmissie in neutraal of met<br />

uitgeschakeld contact. De<br />

remmen kunnen dan oververhit<br />

raken en een ongeval is dan niet<br />

denkbeeldig.<br />

Voertuig beladen<br />

WAARSCHUWING<br />

Belaadt de auto niet zwaarder<br />

dan is aangegeven bij Gross Vehicle<br />

Weight Rating (Maximaal<br />

Toelaatbaar Totaalgewicht) of bij<br />

Gross Axle Weight Rating (Maximaal<br />

Toelaatbare Asbelasting).<br />

Door te zware belasting kan<br />

breuk optreden in sommige<br />

onderdelen en wordt slechte<br />

invloed uitgeoefend op de<br />

wegligging. Door te zwaar te<br />

beladen kunt u de macht over<br />

het stuur verliezen, met mogelijk<br />

letsel tot gevolg. Ook kan de<br />

levensduur van de auto worden<br />

bekort.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij een noodstop, een botsing of<br />

een plotselinge ruk aan het stuur<br />

kunnen losse voorwerpen in het<br />

interieur in beweging komen en<br />

zo inzittenden letsel toebrengen.<br />

Berg losse voorwerpen op in de<br />

bagageruimte en verdeel het<br />

gewicht gelijkmatig. Stapel<br />

bagage nooit op tot boven de<br />

rugleuningen. Laat geen kinderzitjes<br />

los in de auto zitten. Tracht<br />

losse voorwerpen in de auto vast<br />

te zetten.<br />

. . . 14


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 15 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

Brandstof en andere ontvlambare<br />

stoffen<br />

WAARSCHUWING<br />

Zet de motor af voordat u brandstof<br />

tankt.<br />

Draai bij het openen de tankvuldop<br />

eerst gedeeltelijk los om<br />

de druk in de tank te laten<br />

ontsnappen en verwijder daarna<br />

de dop.<br />

Vul nooit een jerrycan met benzine<br />

terwijl deze zich in uw auto<br />

bevindt.<br />

Benzine mag alleen worden afgetapt<br />

in goedgekeurde vaten.<br />

Rook niet tijdens het tanken van<br />

benzine.<br />

Vervoer geen ontvlambare stoffen,<br />

zoals benzine, in de auto.<br />

WAARSCHUWING<br />

Plaats geen papier of ander<br />

brandbaar materiaal in de asbak,<br />

om te voorkomen dat dit door<br />

een sigaret vlam vat.<br />

Vul de tank slechts tot het vulpistool<br />

van de brandstofpomp automatisch<br />

afsluit, waardoor er<br />

ruimte overblijft voor het uitzetten<br />

van de brandstof in de brandstoftank<br />

(veroorzaakt door<br />

warmte van de motor).<br />

Accu's<br />

WAARSCHUWING<br />

Een accu kan letsel toebrengen.<br />

Accu's bevatten bijtende vloeistoffen<br />

en elektriciteit die brandwonden<br />

kunnen veroorzaken en<br />

gassen die kunnen exploderen of<br />

vlamvatten. Wees voorzichtig en<br />

volg alle van toepassing zijnde<br />

instructies nauwgezet op als u<br />

nabij een accu werkt.<br />

Zorg er voor dat geen accuzuur<br />

met de huid in aanraking kan<br />

komen. Mocht u accuzuur in uw<br />

ogen of op uw huid krijgen, spoel<br />

de plek dan met water en consulteer<br />

onmiddellijk een arts.<br />

Gebruik nabij een accu nooit lucifers<br />

of open vuur. Gebruik een<br />

zaklantaarn als u moet bijlichten.<br />

15 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 16 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Nieuwe GM-auto's zijn altijd<br />

voorzien van een onderhoudsvrije<br />

AC Delco ® accu. Wanneer<br />

echter toch een ander type accu<br />

met celdoppen gemonteerd is,<br />

controleer dan of de cellen<br />

voldoende vloeistof bevatten. Vul<br />

bij met gedistilleerd water als het<br />

niveau laag staat, zodat geen<br />

explosieve gassen aanwezig<br />

kunnen zijn.<br />

Slepen van uw auto<br />

WAARSCHUWING<br />

Let op het onderstaande om<br />

uzelf en anderen zoveel mogelijk<br />

te beschermen tegen verwondingen<br />

en letsel:<br />

• Laat niemand rijden in een<br />

auto die wordt gesleept.<br />

• Rijdt u niet sneller dan veilig is<br />

en overschrijdt de snelheidsbeperkingen<br />

niet.<br />

• Zet alle losse en beschadigde<br />

onderdelen stevig vast.<br />

•Werk nooit onder een auto die<br />

omhoog is gebracht.<br />

• Gebruik steeds afzonderlijke<br />

veiligheidskettingen aan elke<br />

kant van de auto.<br />

Motorruimte<br />

WAARSCHUWING<br />

Stoom van een oververhitte<br />

motor kan ernstige brandwonden<br />

veroorzaken. Blijf bij de<br />

motor vandaan wanneer u<br />

stoom hoort of ziet ontsnappen.<br />

Wees voorzichtig als u in of nabij<br />

de motorruimte bezig bent.<br />

Sommige motoronderdelen<br />

worden zeer heet en kunnen<br />

brandwonden veroorzaken.<br />

. . . 16


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 17 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Wees voorzichtig in de buurt van<br />

de elektrische ventilator. De<br />

ventilator kan plotseling in<br />

werking treden, ook als de motor<br />

is afgezet.<br />

Koelsysteem<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat de motor niet lopen indien<br />

er lekkage is. Als alle koelvloeistof<br />

naar buiten lekt dan kan motorbrand<br />

ontstaan en kan u brandwonden<br />

oplopen.<br />

Het kan gevaar opleveren indien<br />

alleen water of andere vloeistof<br />

dan de aanbevolen koelvloeistof<br />

wordt toegevoegd. De motor<br />

kan oververhit raken, maar de<br />

waarschuwingslamp gaat niet<br />

branden. De motor kan in brand<br />

vliegen en u of anderen<br />

verwonden.<br />

WAARSCHUWING<br />

Onder sommige omstandigheden<br />

is ethyleenglycol in koelvloeistof<br />

ontvlambaar. Voorkom<br />

brandwonden en zorg dat nooit<br />

koelvloeistof wordt gemorst op<br />

het uitlaatsysteem of op hete<br />

motoronderdelen. Als u twijfelt,<br />

laat het bijvullen dan uitvoeren<br />

door een vakkundig<br />

automecanicien.<br />

17 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 18 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Stoom en hete vloeistof kunnen<br />

uit een heet koelsysteem naar<br />

buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />

veroorzaken. Draai de<br />

dop niet los wanneer de motor<br />

en het koelsysteem heet zijn.<br />

Lekke band verwisselen<br />

WAARSCHUWING<br />

Het verwisselen van een wiel is<br />

niet zonder gevaar. De auto kan<br />

van de krik glijden en zo uzelf of<br />

andere mensen verwonden.<br />

Het is gevaarlijk onder de auto te<br />

werken wanneer deze is opgekrikt.<br />

U kunt zwaar gewond<br />

raken of zelfs omkomen,<br />

wanneer de auto van de krik valt.<br />

Werk nooit onder een auto die<br />

alleen wordt ondersteund door<br />

een krik.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer er roest of vuil zit op het<br />

wiel of op die delen van de auto<br />

waarmee het wiel in aanraking<br />

komt, kan dat tot gevolg hebben<br />

dat de wielbouten na verloop<br />

van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />

het wiel geheel loskomen en een<br />

ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />

een wiel verwisselt, maak dan de<br />

plaatsen schoon waar het wiel<br />

met de auto in aanraking komt.<br />

In noodgevallen kunt u daarvoor<br />

een doek of een stuk papier<br />

gebruiken. Zorg er echter voor<br />

dat u later, als dat nodig is, met<br />

behulp van een schraper of een<br />

staalborstel de contactvlakken<br />

goed reinigt.<br />

. . . 18


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 19 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

Problemen met componenten<br />

van de auto<br />

WAARSCHUWING<br />

Doorrijden met een brandende<br />

waarschuwingslamp van het<br />

remsysteem kan een ongeval tot<br />

gevolg hebben. Laat het remsysteem<br />

onmiddellijk controleren<br />

zodra de waarschuwingslamp<br />

van het remsysteem blijft<br />

branden.<br />

Blijf niet doorrijden met een te<br />

laag oliepeil. De motor kan te<br />

heet worden en in brand vliegen.<br />

U en anderen kunnen hierdoor<br />

ernstig gewond raken. Controleer<br />

zo spoedig mogelijk het oliepeil<br />

en laat een onderhoudsbeurt<br />

uitvoeren.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer tijdens het rijden een<br />

waarschuwingslampje op het<br />

instrumentenpaneel gaat branden,<br />

dient u de auto onmiddellijk op een<br />

veilige plaats te parkeren waarna de<br />

aanwijzingen in dit boekje moeten<br />

worden opgevolgd.<br />

Als de motor tijdens het rijden<br />

afslaat, werken de systemen voor<br />

stuurbekrachtiging en rembekrachtiging<br />

niet langer naar behoren. Er<br />

is dan aanzienlijk meer kracht<br />

vereist om te sturen en te remmen.<br />

Probeer de auto op een veilige plek<br />

langs de weg neer te zetten voordat<br />

hij uit zichzelf tot stilstand komt.<br />

OPMERKING<br />

Aanvullende elektronische apparatuur,<br />

zoals een autotelefoon,<br />

zend-/ontvanginstallaties of navigatiesystemen<br />

kunnen negatieve<br />

invloed uitoefenen op de<br />

werking van de motor, de radio<br />

of de overige elektrische apparatuur<br />

en zelfs beschadiging<br />

veroorzaken. Alvorens extra<br />

apparatuur te installeren is het<br />

raadzaam contact op te nemen<br />

met een erkende GM-dealer.<br />

19 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 20 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />

Aanvullende waarschuwingen<br />

WAARSCHUWING<br />

Rijden onder invloed is zeer<br />

gevaarlijk. Ook een geringe<br />

hoeveelheid alcohol heeft al een<br />

nadelige invloed op uw reflexen,<br />

aandachtsniveau en beoordelingsvermogen.<br />

Rijden nadat u<br />

alcohol heeft gedronken kan een<br />

ernstig of zelfs dodelijk ongeval<br />

tot gevolg hebben. Rjijdt nooit<br />

als u alcohol gedronken heeft en<br />

rijdt ook nooit mee met iemand<br />

die gedronken heeft. Ga naar<br />

huis met een taxi of vraag of u<br />

kunt meerijden met iemand die<br />

niet drinkt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Uit medisch research is gebleken<br />

dat alcohol in het lichaam van<br />

een persoon verwondingen<br />

tijdens een ongeval ernstiger<br />

kunnen maken. Dat is met name<br />

het geval met letsel aan de hersenen,<br />

ruggenmerg of hart. Dit<br />

betekent dat wanneer een<br />

persoon die alcohol heeft<br />

gedronken - hetzij een bestuurder<br />

of passagier - een aanrijding<br />

krijgt, deze persoon meer kans<br />

heeft om gedood of permanent<br />

invalide te worden dan iemand<br />

die geen alcohol heeft<br />

gedronken.<br />

WAARSCHUWING<br />

Rijden met niet behoorlijk afgesloten<br />

portieren is gevaarlijk.<br />

Controleer of alle portieren en de<br />

bagageruimte zijn afgesloten<br />

voordat u gaat rijden.<br />

Zet de cruise control-schakelaar<br />

af wanneer de cruise control niet<br />

wordt gebruikt.<br />

. . . 20


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 21 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

–<br />

Hoofdstuk 1 - Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Instrumenten en bedieningsorganen op dashboard<br />

en middenconsole....................................24<br />

Instrumentengroep.............................................. 26<br />

Waarschuwingslampen........................................28<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder................ 40<br />

Toetsen van het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder .........................................................41<br />

Menu Reis-/brandstofinformatie ..........................43<br />

Menu Voertuiginformatie.....................................46<br />

Bijzondere eigenschappen...................................50<br />

Mededelingen van het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder .....................................................64<br />

Analoge klok ........................................................ 78<br />

Toets sleep-/trekfunctie ........................................ 79<br />

Waarschuwingsknipperlichten ............................80<br />

Tractieregelsysteem .............................................80<br />

Stabilitrak ® -systeem .............................................82<br />

Aansluitpunten voor elektrische accessoires ......83<br />

Verlichting.............................................................85<br />

Verlichting hoofdschakelaar .................................85<br />

Dimmer voor de instrumentenverlichting............88<br />

Koplampsproeiers ................................................89<br />

Hoogteregelaar voor koplampen.........................89<br />

Parkeerlichten .....................................................89<br />

Instapverlichting ..................................................90<br />

Leeslampen..........................................................91<br />

Bescherming tegen ontlading van accu...............91<br />

Verwarmings- en airconditioningsysteem ......... 92<br />

Airconditioning met twee zones ......................... 92<br />

Sensoren ............................................................. 98<br />

Luchtroosters....................................................... 99<br />

Tips voor het gebruik ........................................ 100<br />

Achterruitverwarming ....................................... 100<br />

Airconditioning achter (waar aanwezig) ........... 101<br />

Luchtfilter voor passagiersruimte ...................... 102<br />

Geluidsinstallatie en klok .................................. 103<br />

RDS-geluidsinstallatie met cd-speler of<br />

cd-speler voor 6 cd's ........................................ 104<br />

Digitale klok (RDS-geluidsinstallatie met<br />

cd-speler) ......................................................... 105<br />

Digitale klok (RDS-geluidsinstallatie met<br />

cd-speler voor 6 cd's)....................................... 107<br />

Bediening van de radio ..................................... 109<br />

CD-speler ......................................................... 118<br />

Cd-speler voor 6 cd's (indien aanwezig) ........... 121<br />

Cd's met MP3- of WMA-bestanden afspelen .... 125<br />

Foutmeldingen.................................................. 134<br />

Draagbaar muziekapparaat ............................... 135<br />

Zorg voor uw CD's ............................................ 136<br />

Zorg voor uw CD-speler.................................... 136<br />

Beveiliging tegen diefstal................................... 136<br />

Audiotoetsen op stuurwiel ................................ 137<br />

Antenne............................................................. 138<br />

Entertainmentsysteem voor achterpassagiers ... 138<br />

Audiosysteem voor inzittenden achterin .......... 139<br />

21 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 22 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1 - Instrumenten en bedieningsorganen<br />

. . . 22<br />

Navigatiesysteem ..............................................143<br />

Bedieningsorganen op stuurwiel/stuurkolom .144<br />

Stuurkolomschakelaar........................................144<br />

Claxon ...............................................................144<br />

Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar .............144<br />

Hendel stuurwielverstelling................................145<br />

Contactslot ........................................................145<br />

Stuurwielschakelaars ..........................................145<br />

Bediening instelbare gas- en rempedalen .........146<br />

Bedieningsorganen verwarmd stuurwiel ..........146<br />

Ruitenwissers-/<br />

ruitensproeierschakelaar.................................147<br />

Ruitenwissers......................................................147<br />

Ruitensproeiers...................................................148<br />

Ruitenwisser/ruitensproeier, achter ....................149<br />

Stuurkolomschakelaar........................................150<br />

Richtingaanwijzers .............................................150<br />

Schakelaars koplampen......................................150<br />

Grootlicht-/dimlichtschakelaar...........................151<br />

Cruise control .....................................................151<br />

Spiegels ...............................................................155<br />

Buitenspiegels ....................................................156<br />

Dag-/nacht binnenspiegel .................................158<br />

Make-up spiegels ...............................................159<br />

Ramen .................................................................159<br />

Elektrisch bediende portierramen ......................160<br />

Portieren ............................................................ 162<br />

Handbediende portiersloten.............................. 163<br />

Centrale portiervergrendeling........................... 164<br />

Elektrisch bediende portiersloten....................... 165<br />

Uitgestelde vergrendeling ................................. 165<br />

Automatische portiersloten ............................... 166<br />

Voorziening om buitensluiten te voorkomen .... 167<br />

Kinderveiligheidssloten op de achterportieren .. 167<br />

Bagageruimte achterin ..................................... 168<br />

Elektrisch bediende achterklep.......................... 168<br />

Bagagenet......................................................... 171<br />

Hoofdruimte en dak .......................................... 171<br />

Zonnekleppen................................................... 171<br />

Zonnedak ......................................................... 172<br />

Bagagerek ......................................................... 175<br />

Bergvakken......................................................... 175<br />

Middenconsole ................................................. 175<br />

Handschoenenkastje ......................................... 176<br />

Opbergvak in het instrumentenpaneel ............ 176<br />

Bekerhouders .................................................... 176<br />

Bagagenet......................................................... 176<br />

Bagageafdekhoes .............................................. 177<br />

Beheersysteem voor de bagageruimte ............. 177<br />

Asbak en aansteker............................................ 177<br />

Accessoirevoeding ............................................. 178<br />

Bescherming tegen leeglopen accu ................. 178<br />

Beheer elektrisch vermogen ............................. 179<br />

Ultrasoon hulpsysteem voor<br />

achteruitparkeren............................................. 180<br />

Geheugen........................................................... 183


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 23 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

1 2 3 4 1 5 1 1<br />

–<br />

6 7 8 9 10 11 12 9 13 14 15 16 17 18 19 20<br />

23 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 24 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

■ INSTRUMENTEN EN<br />

BEDIENINGSORGANEN<br />

OP DASHBOARD EN<br />

MIDDENCONSOLE<br />

1. Luchtroosters<br />

2. Stuurkolomschakelaar<br />

3. Instrumentengroep<br />

4. Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar<br />

5. Analoge klok<br />

6. Toetsen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

7. Ontgrendeling parkeerrem,<br />

ontgrendeling motorkap<br />

8. Bediening dimmer<br />

instrumentenpaneel<br />

9. Stuurwielschakelaars<br />

10. Hendel stuurwielverstelling<br />

11. Bediening instelbare gas- en<br />

rempedalen (indien van<br />

toepassing)<br />

12. Claxon<br />

13. Asbak<br />

14. Knop voor de tractieregeling<br />

15. Toets sleep-/trekfunctie<br />

16. Schakelaar<br />

waarschuwingsknipperlichten<br />

17. Verwarmings- en<br />

airconditioningsysteem<br />

18. Navigatiesysteem (indien van<br />

toepassing)/Geluidsinstallatie<br />

19. Handschoenenkastje<br />

20. Opbergvak in het instrumentenpaneel<br />

. . . 24


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 25 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

3<br />

2<br />

7 1 5 2 6<br />

–<br />

4<br />

8<br />

25 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 26 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

INSTRUMENTENGROEP<br />

De afgebeelde instrumentengroep<br />

dient slechts als voorbeeld. Afhankelijk<br />

van de door u gekozen opties<br />

kan de instrumentengroep in uw<br />

auto hiervan afwijken.<br />

De instrumentengroep is zodanig<br />

ontworpen dat u snel kunt zien of<br />

alle systemen in uw auto goed<br />

functioneren.<br />

1. Controlelamp grootlicht<br />

Dit lampje gaat branden wanneer<br />

het grootlicht ingeschakeld<br />

is.<br />

2. Controlelampen<br />

richtingaanwijzers<br />

Bij inschakeling van de richtingaanwijzers<br />

zal een pijl gaan<br />

knipperen in de richting van de<br />

voorgenomen richtingsverandering<br />

of rijbaanwisseling.<br />

3. Koelvloeistoftemperatuurmeter<br />

Deze meter geeft de temperatuur<br />

van de koelvloeistof aan. Als<br />

de wijzer in het gearceerde<br />

waarschuwingsvlak komt, is de<br />

temperatuur van de motor te<br />

hoog!<br />

Indien het koelsysteem oververhit<br />

is geraakt, zet dan onmiddellijk<br />

de motor af. Raadpleeg<br />

hoofdstuk 4 en 5 voor meer informatie<br />

over het koelsysteem<br />

van uw auto.<br />

4. Kilometerteller<br />

De kilometerteller en dagtellers<br />

worden weergegeven op het<br />

display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder.<br />

De kilometerteller geeft aan<br />

hoeveel kilometer uw auto in totaal<br />

heeft gereden.<br />

Elke dagteller geeft aan hoeveel<br />

kilometer het voertuig heeft afgelegd<br />

sinds de dagteller voor<br />

het laatst op nul werd gezet.<br />

Raadpleeg "Menu Reis-/brandstofinformatie"<br />

onder "Informatiecentrum<br />

voor de bestuurder"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie over de<br />

dagtellers.<br />

. . . 26


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 27 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

5. Snelheidsmeter<br />

De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid<br />

van de auto weer.<br />

Zie "Menu Voertuiginformatie"<br />

onder "Informatiecentrum voor<br />

de bestuurder" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor informatie over<br />

de snelheidsmeter.<br />

6. Brandstofmeter<br />

De brandstofmeter geeft aan<br />

hoeveel brandstof in de tank<br />

aanwezig is. De brandstofmeter<br />

werkt uitsluitend als het contact<br />

is ingeschakeld.<br />

U hoort een geluidssignaal wanneer<br />

het brandstofpeil laag is.<br />

De pijl op de meter geeft de zijde<br />

van het voertuig aan waar de<br />

brandstofvulklep zich bevindt.<br />

7. Toerenteller<br />

De toerenteller geeft het aantal<br />

toeren weer in duizend omwentelingen<br />

per minuut (omw/<br />

min).<br />

Wanneer het motortoerental te<br />

hoog wordt, wordt de brandstoftoevoer<br />

naar de motor<br />

beperkt.<br />

Zie "Snelheidsbegrenzer" in<br />

hoofdstuk 3 voor informatie<br />

over de maximale begrensde<br />

snelheid van het voertuig.<br />

8. Display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder geeft aan in welke<br />

staat de diverse systemen van<br />

uw voertuig verkeren.<br />

Het display bevindt zich aan de<br />

onderzijde van het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Informatiecentrum voor de bestuurder"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

27 . . .<br />


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 28 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Waarschuwingslampen<br />

Uw auto is voorzien van een aantal<br />

waarschuwingslampen.<br />

De waarschuwingslampen gaan<br />

branden wanneer er in een of meer<br />

systemen zich een storing voordoet<br />

of de kans daartoe bestaat. Sommige<br />

waarschuwingslampen branden<br />

kort na het aanzetten van het<br />

contact om aan te geven dat de<br />

gloeilampen goed functioneren.<br />

In uw auto is een informatiecentrum<br />

voor de bestuurder aanwezig dat<br />

samenwerkt met de waarschuwingslampen<br />

en meetinstrumenten.<br />

Zie "Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Waarschuwingslamp oliedruk<br />

Deze lamp gaat even branden<br />

wanneer u het contact aanzet.<br />

Zodra de motor start, moet deze<br />

doven.<br />

Wanneer na het aanzetten van het<br />

contact de lamp niet gaat branden,<br />

dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />

of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />

de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />

zodat de waarschuwingslamp u<br />

kan attenderen op eventuele<br />

storingen.<br />

Indien er een probleem is met de<br />

smeerolie, zal deze lamp blijven<br />

branden nadat u de motor start,<br />

maar het is ook mogelijk dat de<br />

lamp tijdens het rijden plotseling<br />

aangaat. Dit duidt er op dat de olie<br />

niet snel genoeg door de motor<br />

circuleert om voor voldoende<br />

smering te zorgen. Het oliepeil kan<br />

te laag zijn of er kan zich een ander<br />

probleem in het smeersysteem<br />

hebben voorgedaan. Laat onmiddellijk<br />

een onderhoudsbeurt<br />

uitvoeren.<br />

Wanneer de motor stationair draait<br />

en tot stilstand komt, kan het lampje<br />

soms gaan knipperen. Dit is<br />

normaal.<br />

Er kan tevens een gongsignaal klinken<br />

als het licht wordt ingeschakeld.<br />

. . . 28


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 29 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

WAARSCHUWING<br />

Blijf niet doorrijden met een te<br />

laag oliepeil. De motor kan te<br />

heet worden en in brand vliegen.<br />

U en anderen kunnen hierdoor<br />

ernstig gewond raken. Controleer<br />

zo spoedig mogelijk het oliepeil<br />

en laat een onderhoudsbeurt<br />

uitvoeren.<br />

OPMERKING<br />

Schade aan de motor die is<br />

ontstaan door het negeren van<br />

de waarschuwingslamp kan kostbare<br />

reparaties tot gevolg<br />

hebben die niet onder de garantie<br />

vallen.<br />

Vervang de motorolie met de<br />

tussenpozen die in het onderhoudsoverzicht<br />

zijn vermeld.<br />

Laadstroomcontrolelamp<br />

Om aan te geven dat de gloeilamp<br />

goed functioneert, brandt deze<br />

lamp wanneer het contact aanstaat,<br />

maar de motor niet draait.<br />

Wanneer na het aanzetten van het<br />

contact de lamp niet gaat branden,<br />

dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />

of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />

de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />

zodat de waarschuwingslamp u<br />

kan attenderen op eventuele<br />

storingen.<br />

Wanneer het lampje blijft branden<br />

of tijdens het rijden gaat branden,<br />

kan dit duiden op een storing in dit<br />

systeem. Laat het meteen nakijken.<br />

Als er een probleem is met het laadsysteem<br />

van de accu, wordt het<br />

volgende bericht weergegeven op<br />

het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder:<br />

• SERVICE BATTERY CHARGING<br />

SYSTEM (onderhoud laadsysteem<br />

accu)<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Als u blijft doorrijden terwijl deze<br />

lamp brandt, kan de accu worden<br />

ontladen.<br />

Wanneer u een korte afstand moet<br />

rijden terwijl de lamp brandt, schakel<br />

dan alle accessoires uit, zoals de<br />

radio en de airconditioning.<br />

–<br />

29 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 30 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Waarschuwingslamp voor<br />

koelvloeistoftemperatuur<br />

Deze lamp gaat even branden zodra<br />

u de motor start, om aan te geven<br />

dat het systeem goed werkt.<br />

Wanneer na het aanzetten van het<br />

contact de lamp niet gaat branden,<br />

dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />

of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />

de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />

zodat de waarschuwingslamp u<br />

kan attenderen op eventuele<br />

storingen.<br />

Wanneer het lampje blijft branden<br />

of tijdens het rijden gaat branden,<br />

geeft dit lampje aan dat de koelvloeistof<br />

van de motor te heet is. Zet<br />

het voertuig zo snel mogelijk als dat<br />

veilig kan stil en schakel de motor<br />

onmiddellijk uit.<br />

WAARSCHUWING<br />

Stoom van een oververhitte<br />

motor kan ernstige brandwonden<br />

veroorzaken.<br />

OPMERKING<br />

Rijd niet verder terwijl het lampje<br />

voor de temperatuur van de<br />

motorkoelvloeistof brandt.<br />

Als u blijft rijden terwijl uw voertuig<br />

oververhit is, kan de motor<br />

ernstig beschadigd raken.<br />

Wanneer u een waarschuwing<br />

voor oververhitting krijgt, stop<br />

dan zo snel mogelijk.<br />

Anders kan het voertuig beschadigd<br />

raken en deze reparaties<br />

vallen niet onder garantie.<br />

Raadpleeg hoofdstuk 4 en 5 voor<br />

meer informatie over het koelsysteem<br />

van uw auto.<br />

. . . 30


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 31 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Controlelamp remsysteem<br />

Uw auto is voorzien van een<br />

gescheiden remsysteem. Indien een<br />

van beide systemen uitvalt, kunt u<br />

de auto met behulp van het andere<br />

systeem veilig tot stilstand brengen.<br />

Om aan te geven dat de gloeilamp<br />

goed functioneert, brandt deze<br />

lamp wanneer het contact aanstaat,<br />

maar de motor niet draait.<br />

Wanneer na het aanzetten van het<br />

contact de lamp niet gaat branden,<br />

dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />

of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />

de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />

zodat de waarschuwingslamp u<br />

kan attenderen op eventuele<br />

storingen.<br />

Breng, zodra dit veilig kan, de auto<br />

voorzichtig tot stilstand als de lamp<br />

tijdens het rijden gaat branden.<br />

Het kan nodig zijn grotere druk uit<br />

te oefenen op het rempedaal en het<br />

pedaal kan zich verder omlaag<br />

bewegen. Het kan meer tijd in<br />

beslag nemen om het voertuig tot<br />

stilstand te brengen.<br />

Laat, wanneer de lamp blijft branden,<br />

de auto naar de dichtstbijzijnde<br />

GM-dealer slepen. Het remsysteem<br />

moet onmiddellijk worden<br />

gecontroleerd.<br />

Deze lamp gaat ook branden<br />

wanneer u de parkeerrem inschakelt<br />

terwijl het contact is ingeschakeld.<br />

Als de lamp blijft branden na het vrijzetten<br />

van de parkeerrem, duidt dit<br />

op een storing in het remsysteem.<br />

Laat het systeem zo spoedig mogelijk<br />

controleren.<br />

Indien de lamp niet gaat branden<br />

nadat de parkeerrem is ingeschakeld,<br />

moet u uw auto voor onderhoud<br />

naar de dealer brengen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Doorrijden met een brandende<br />

waarschuwingslamp van het<br />

remsysteem kan een ongeval tot<br />

gevolg hebben. Laat het remsysteem<br />

onmiddellijk controleren<br />

zodra de waarschuwingslamp<br />

van het remsysteem blijft<br />

branden.<br />

Laat het voertuig voor reparatie<br />

wegslepen.<br />

–<br />

31 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 32 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

ABS<br />

Controlelamp ABS<br />

Dit lampje gaat bij het aanzetten<br />

van het contact branden en kan<br />

daarna nog enkele seconden blijven<br />

branden. Als de lamp niet gaat branden,<br />

dient u dit spoedig te laten<br />

herstellen, zodat het gereed is om u<br />

te waarschuwen indien er zich een<br />

probleem voordoet.<br />

Indien de lamp blijft branden, of<br />

tijdens het rijden gaat branden, kan<br />

dit duiden op een storing in het<br />

systeem.<br />

Breng, zodra dit veilig kan, het voertuig<br />

tot stilstand en zet het contact<br />

af. Start de motor opnieuw om het<br />

waarschuwingssysteem weer in<br />

werking te stellen.<br />

Laat een onderhoudsbeurt uitvoeren<br />

wanneer de lamp blijft branden<br />

of tijdens het rijden gaat branden.<br />

Tot de reparatie voltooid is, kunnen<br />

de remmen nog wel worden<br />

gebruikt, maar zonder ABS-functie.<br />

In de display van het informatiecentrum<br />

kan een bericht verschijnen.<br />

Raadpleeg het volgende onder<br />

"Berichten van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie:<br />

• SERVICE BRAKE ASSIST<br />

(servicerembekrachtiging)<br />

• SERVICE BRAKE SYSTEM<br />

(onderhoud remsysteem)<br />

Indien de normale controlelamp<br />

van het remsysteem ook brandt,<br />

werkt het antiblokkeersysteem niet<br />

en is er sprake van een storing in het<br />

remsysteem. Parkeer de auto voorzichtig<br />

aan de kant van de weg. Laat<br />

het voertuig voor reparatie<br />

wegslepen.<br />

Raadpleeg de rubriek "Controlelamp<br />

remsysteem" eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

. . . 32


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 33 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Controlelamp voor<br />

voertuigstoring<br />

Om aan te geven dat de gloeilamp<br />

goed functioneert, brandt deze<br />

lamp wanneer het contact aanstaat,<br />

maar de motor niet draait.<br />

Wanneer na het aanzetten van het<br />

contact de lamp niet gaat branden,<br />

dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />

of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />

de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />

zodat de waarschuwingslamp u<br />

kan attenderen op eventuele<br />

storingen.<br />

Indien de lamp blijft branden, of<br />

tijdens het rijden gaat branden, kan<br />

dit duiden op een storing in het<br />

systeem.<br />

Laat het systeem zo spoedig mogelijk<br />

controleren.<br />

Dit lampje gaat branden wanneer<br />

het computersysteem dat de brandstof-,<br />

ontstekings- en emissieregelsystemen<br />

controleert een storing<br />

heeft gevonden.<br />

Wanneer na een tankstop de lamp<br />

blijft branden, kunt u de storing<br />

misschien verhelpen door te controleren<br />

of de tankdop correct is<br />

aangebracht.<br />

OPMERKING<br />

Als u blijft doorrijden terwijl dit<br />

lampje brandt, zal na verloop van<br />

tijd mogelijk de emissieregeling<br />

minder goed functioneren, de<br />

motor kan meer brandstof gaan<br />

verbruiken en zal wellicht minder<br />

soepel functioneren. Uiteindelijk<br />

kunnen kostbare reparaties<br />

nodig zijn die niet door de garantie<br />

worden gedekt.<br />

–<br />

33 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 34 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

OPMERKING (vervolg)<br />

Modificaties aan de motor, de<br />

versnellingsbak, het uitlaat-,<br />

luchtinlaat- of brandstofsysteem<br />

van uw auto of de vervanging<br />

van de oorspronkelijke banden<br />

door banden die niet voldoen<br />

aan dezelfde bandenspecificaties,<br />

kunnen van invloed zijn op<br />

het emissiesysteem voor uitlaatgassen<br />

en zorgen er mogelijk<br />

voor dat dit lampje gaat branden.<br />

Modificaties aan deze systemen<br />

kunnen leiden tot dure<br />

reparaties die niet onder de<br />

garantie vallen.<br />

Het storingslampje moet goed<br />

werken, anders komt het voertuig<br />

niet door een controle van de<br />

emissieregelapparatuur.<br />

• Wanneer de motor draait, moet<br />

het lampje uit zijn.<br />

• Wanneer het contact is ingeschakeld<br />

en de motor uit staat, moet<br />

het lampje branden.<br />

Indien de accu van uw auto kortgeleden<br />

is vervangen, of als de accu<br />

ontladen is, kan het boorddiagnosesysteem<br />

vaststellen dat het emissiesysteem<br />

van de auto niet gereed is<br />

om te worden geïnspecteerd. Het<br />

kan nodig zijn een aantal dagen<br />

normaal te rijden om het diagnosesysteem<br />

voldoende gegevens te<br />

verstrekken voor de inspectie.<br />

. . . 34


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 35 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Nadat enige dagen is gereden met<br />

de auto (met geheel geladen accu)<br />

voordat de inspectie plaatsvindt,<br />

maar de auto nog steeds niet<br />

gecontroleerd kan worden omdat<br />

het boorddiagnosesysteem niet<br />

gereed is, neem dan contact op met<br />

uw dealer of met een goedgekeurd<br />

servicecentrum om de auto klaar te<br />

maken voor de inspectie.<br />

Lampje tractieregelsysteem<br />

Deze lamp gaat even branden zodra<br />

u de motor start om aan te geven<br />

dat hij goed werkt.<br />

Wanneer na het aanzetten van het<br />

contact de lamp niet gaat branden,<br />

dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />

of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />

de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />

zodat de waarschuwingslamp u<br />

kan attenderen op eventuele<br />

storingen.<br />

Het lampje knippert wanneer het<br />

tractieregelsysteem in werking is om<br />

het doorslippen van de wielen te<br />

verminderen.<br />

U hoort of voelt mogelijk dat het<br />

systeem actief is, maar dat is<br />

normaal.<br />

Als het lampje voor het tractieregelsysteem<br />

gaat branden en blijft branden,<br />

is er misschien een probleem<br />

met het systeem en moet uw voertuig<br />

voor onderhoud naar de<br />

garage.<br />

Wanneer dit lampje brandt, is het<br />

tractiesysteem uitgeschakeld en zal<br />

het systeem het doorslippen van de<br />

wielen niet beperken.<br />

Pas uw rijstijl aan.<br />

Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />

in dit hoofdstuk.<br />

–<br />

35 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 36 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Waarschuwingslamp voor niet<br />

dragen veiligheidsgordel<br />

Zie voor meer informatie onder<br />

"Veiligheidsgordels" in hoofdstuk 2.<br />

Controlelamp airbag<br />

Deze lamp gaat branden zodra u de<br />

motor start en kan enkele seconden<br />

blijven knipperen.<br />

Wanneer het lampje niet gaat branden<br />

wanneer u de motor start, dan<br />

kan er een probleem zijn met een<br />

zekering of gloeilamp. Laat dit zo<br />

snel mogelijk verhelpen zodat het<br />

waarschuwingslampje u kan attenderen<br />

op eventuele storingen.<br />

Indien de lamp blijft branden, of<br />

tijdens het rijden gaat branden, kan<br />

dit duiden op een storing in het<br />

systeem.<br />

Laat de auto onmiddellijk repareren.<br />

Indien er een probleem is met het<br />

airbagsysteem, dan zal het bericht<br />

SERVICE AIR BAG (onderhoud<br />

airbag) op het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

verschijnen. Raadpleeg "Informatiecentrum<br />

voor de bestuurder"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

Raadpleeg hoofdstuk 2 voor meer<br />

informatie omtrent de werking van<br />

het controlelampje van de airbag.<br />

WAARSCHUWING<br />

Indien de airbaglamp blijft branden,<br />

of tijdens het rijden gaat<br />

branden, kan dit duiden op een<br />

storing in het systeem. De<br />

airbags kunnen niet in werking<br />

komen tijdens een aanrijding of<br />

kunnen in werking komen<br />

wanneer geen aanrijding heeft<br />

plaatsgevonden. Om u en anderen<br />

te beschermen tegen letsel is<br />

het nodig om het defect onmiddellijk<br />

te laten verhelpen.<br />

. . . 36


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 37 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

–<br />

Aan/uit-indicator airbag aan<br />

passagierszijde<br />

Zie "Passagiersdetectiesysteem" in<br />

hoofdstuk 2.<br />

Waarschuwingslampje voor veiligheidsgordel<br />

passagier<br />

Zie voor meer informatie onder<br />

"Veiligheidsgordels" in hoofdstuk 2.<br />

Controlelamp alarmsysteem<br />

Zie tevens "Immobilisatiesysteem"<br />

onder "Sleutels" in hoofdstuk 3.<br />

Zie ook "Antidiefstalsysteem" in<br />

hoofdstuk 3 voor meer informatie<br />

over dit lampje.<br />

37 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 38 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Mistlampcontrolelamp<br />

Deze lamp zal branden wanneer de<br />

mistlampen zijn ingeschakeld. Raadpleeg<br />

voor meer informatie de<br />

rubriek "Mistlampen" in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Controlelamp mistachterlicht<br />

Deze lamp zal branden wanneer de<br />

mistachterlichten zijn ingeschakeld.<br />

Raadpleeg voor meer informatie de<br />

rubriek "Mistachterlichten" in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Waarschuwingssignaal ingeschakelde<br />

verlichting<br />

Deze lamp begint te branden<br />

wanneer de parkeerlichten zijn<br />

ingeschakeld.<br />

. . . 38


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 39 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Controlelamp cruise control<br />

Deze lamp begint te branden<br />

wanneer de cruise control is<br />

ingeschakeld.<br />

Zie onder "Cruise control" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor aanvullende<br />

informatie.<br />

Lampje voor lage<br />

bandenspanning<br />

Deze lamp gaat even branden zodra<br />

u de motor start om aan te geven<br />

dat hij goed werkt.<br />

Wanneer het lampje niet gaat branden<br />

wanneer u de motor start, dan<br />

kan er een probleem zijn met een<br />

zekering of gloeilamp. Laat dit zo<br />

snel mogelijk verhelpen zodat het<br />

waarschuwingslampje u kan attenderen<br />

op eventuele storingen.<br />

Als het systeem een lage bandendruk<br />

in een of meer banden waarneemt,<br />

kan het<br />

waarschuwingslampje voor een lage<br />

bandenspanning gaan branden en<br />

kan de melding CHECK TIRE<br />

PRESSURE (controleer bandenspanning)<br />

op het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

verschijnen.<br />

Wanneer er een probleem wordt<br />

waargenomen, knippert het controlelampje<br />

60 seconden en daarna<br />

blijft het branden.<br />

Wanneer u een waarschuwing krijgt<br />

dat de spanning van een band laag<br />

is, dan moet u zo snel mogelijk stoppen,<br />

alle banden controleren op<br />

beschadiging en ze daarna tot de<br />

juiste bandenspanning opblazen.<br />

Zie voor meer informatie onder<br />

"Controlesysteem bandenspanning"<br />

in de paragraaf "Banden" in hoofdstuk<br />

4.<br />

–<br />

39 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 40 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

. . . 40<br />

Controlelampje sleep-/trekfunctie<br />

Dit lampje gaat branden wanneer<br />

sleep-/trekfunctie gekozen is. Zie<br />

onder "Sleep-/trekfunctie" in de<br />

rubriek "Het rijden met een aanhanger"<br />

in hoofdstuk 3.<br />

INFORMATIECENTRUM<br />

VOOR DE BESTUURDER<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder geeft aan in welke staat<br />

de diverse systemen van uw voertuig<br />

verkeren.<br />

Met behulp van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder kunt u de<br />

bijzondere functies en waarschuwingsberichten<br />

aanpassen en laten<br />

weergeven.<br />

De bedieningsknoppen bevinden<br />

zich op het instrumentenpaneel bij<br />

het bestuurdersportier.<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Toetsen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Het display bevindt zich aan de onderzijde<br />

van het instrumentenpaneel.<br />

De bovenste regel van het display<br />

toont informatie over de<br />

voertuigsystemen.<br />

De onderste regel van het display<br />

toont het volgende:<br />

• Kilometerteller<br />

• Buitentemperatuur<br />

• indicator voor schakelstand<br />

Zie "Automatische transmissie" in<br />

hoofdstuk 3 voor meer informatie.<br />

• S wanneer de sportieve modus<br />

actief is of M als de modus voor<br />

handmatig schakelen actief is<br />

Zie "Handmatige schakelstand"<br />

onder "Automatische transmissie"<br />

in hoofdstuk 3 voor meer<br />

informatie.<br />

Indien het systeem een storing<br />

waarneemt, verschijnt een melding<br />

op het display.<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" verderop in dit<br />

hoofdstuk.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 41 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Toetsen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

De bedieningsknoppen bevinden<br />

zich op het instrumentenpaneel bij<br />

het bestuurdersportier.<br />

TOETS OMHOOG/OMLAAG<br />

MENU<br />

Druk op het pijltje omhoog of<br />

omlaag om omhoog of omlaag<br />

door een geopend menu te<br />

bladeren.<br />

TOETS REIS-/BRANDSTOFINFOR-<br />

MATIE<br />

Druk op deze toets om het menu<br />

voor reis-/brandstofinformatie te<br />

openen.<br />

Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />

indrukt, kunt u door de volgende<br />

displays te bladeren:<br />

• Dagtellers<br />

• Brandstofbereik<br />

• Gemiddeld brandstofverbruik<br />

• Brandstofverbruik op het<br />

moment<br />

• Verbruikte brandstof<br />

• Timer<br />

• Gemiddelde snelheid<br />

• Accuspanning<br />

• Leeg display<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Menu Reis-/brandstofinformatie<br />

–<br />

41 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 42 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

VOERTUIGINFORMATIETOETS<br />

Druk op deze toets om het voertuiginformatiemenu<br />

te openen.<br />

Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />

indrukt, kunt u door de volgende<br />

displays te bladeren:<br />

• Levensduur motorolie<br />

• Engelse/metrische eenheden<br />

selecteren<br />

• Parkeerhulpsysteem<br />

• Displays van het controlesysteem<br />

voor de bandenspanning<br />

• Het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning resetten<br />

• De afstandsbediening aanpassen<br />

• Snelheidsmeter<br />

• Leeg display<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Menu Voertuiginformatie<br />

AANPASSINGSTOETS<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder kan ook worden<br />

gebruikt voor het programmeren<br />

van diverse functies die op uw voertuig<br />

beschikbaar kunnen zijn.<br />

Druk op deze toets om het menu<br />

Bijzondere eigenschappen te<br />

openen.<br />

Zie onder "Bijzondere eigenschappen"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

. . . 42


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 43 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

KNOP RESET<br />

Druk op deze toets om functies van<br />

het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder opnieuw in te stellen of<br />

om berichten uit te schakelen of de<br />

ontvangst ervan te bevestigen.<br />

Menu Reis-/brandstofinformatie<br />

Druk op deze toets om het menu<br />

voor reis-/brandstofinformatie te<br />

openen.<br />

Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />

indrukt, kunt u door de volgende<br />

displays te bladeren:<br />

Dagtellers<br />

• TRIP A (dagteller A)<br />

• TRIP B (dagteller B)<br />

Elke dagteller geeft aan hoeveel kilometer<br />

het voertuig heeft afgelegd<br />

sinds de dagteller voor het laatst op<br />

nul werd gezet.<br />

Opmerking:<br />

Dagtellers A en B kunnen gelijktijdig<br />

worden gebruikt.<br />

De waarde wordt in metrische<br />

eenheden (kilometers) of in Engelse<br />

eenheden(mijl) aangegeven.<br />

Wanneer u een dagteller op nul wilt<br />

zetten, moet u de gewenste dagteller<br />

op het display laten weergeven<br />

en dan de toets houden.<br />

Alleen de dagteller op het display zal<br />

dan weer op nul komen te staan.<br />

–<br />

43 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 44 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

FUEL RANGE (brandstofbereik)<br />

Dit display toont hoe ver u volgens<br />

de computer nog kunt rijden met de<br />

resterende hoeveelheid brandstof in<br />

de tank.<br />

De waarde wordt in metrische<br />

eenheden (kilometers) of in Engelse<br />

eenheden(mijl) aangegeven.<br />

De geschatte actieradius wordt<br />

berekend aan de hand van de huidige<br />

rijomstandigheden.<br />

Wanneer het bereik onder ongeveer<br />

48 km daalt, wordt op het display<br />

FUEL RANGE LOW (laag brandstofbereik)<br />

weergegeven.<br />

AVERAGE ECONOMY (gemiddeld<br />

brandstofverbruik)<br />

Dit display toont het gemiddelde<br />

brandstofverbruik sinds u het<br />

systeem voor het laatst op nul hebt<br />

ingesteld.<br />

De waarde wordt aangegeven in<br />

metrische eenheden van L/100 KM<br />

(de hoeveelheid verbruikte brandstof<br />

in liters per 100 km) of in Engelse<br />

MPG-eenheden (mijl per gallon).<br />

Wanneer u deze waarde weer op nul<br />

wilt zetten, moet u de waarde eerst<br />

weergeven en vervolgens de toets<br />

ingedrukt houden.<br />

INST ECONOMY (brandstofverbruik<br />

op het moment)<br />

Het display zal aangeven hoeveel<br />

het brandstofverbruik bedraagt op<br />

het moment.<br />

De waarde wordt aangegeven in<br />

metrische eenheden van L/100 KM<br />

(de hoeveelheid verbruikte brandstof<br />

in liters per 100 km) of in Engelse<br />

MPG-eenheden (mijl per gallon).<br />

Dit item kan niet worden gereset.<br />

. . . 44


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 45 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

FUEL USED (verbruikte brandstof)<br />

Dit display toont hoeveel brandstof<br />

er is verbruikt sinds u het systeem<br />

voor het laatst op nul heeft<br />

ingesteld.<br />

De waarde wordt weergegeven in<br />

metrische eenheden (liters) of<br />

Engelse eenheden (gallons).<br />

Wanneer u deze waarde weer op nul<br />

wilt zetten, moet u de waarde eerst<br />

weergeven en vervolgens de toets<br />

ingedrukt houden.<br />

00:00:00 TIMER OFF (timer uit)<br />

Deze functie werkt als een<br />

stopwatch.<br />

Met de timerfunctie kunt u de af te<br />

leggen afstand in tijd tussen twee<br />

punten berekenen.<br />

U kunt de timer starten door deze<br />

eerst weer te geven en daarna op de<br />

toets te drukken.<br />

00:00:00 TIMER ON (timer aan)<br />

wordt weergegeven.<br />

De timer start.<br />

U kunt de timer stoppen door deze<br />

eerst weer te geven en daarna<br />

opnieuw op de toets te drukken.<br />

Als de timer is uitgeschakeld, toont<br />

het display de timerwaarde en<br />

TIMER OFF.<br />

Wanneer u de timer terug wilt<br />

zetten naar 00:00:00, houdt u de<br />

toets ingedrukt nadat de timer is<br />

gestopt.<br />

AVERAGE SPEED (gemiddelde<br />

snelheid)<br />

Dit display toont de gemiddelde<br />

rijsnelheid sinds de laatste keer dat<br />

het systeem werd teruggesteld.<br />

De waarde wordt aangegeven in<br />

metrische eenheden, KM/H (kilometer<br />

per uur), of in Engelse eenheden,<br />

MPH (mijl per uur).<br />

Wanneer u deze waarde weer op nul<br />

wilt zetten, moet u de waarde eerst<br />

weergeven en vervolgens de toets<br />

ingedrukt houden.<br />

–<br />

45 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 46 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

BATTERY VOLTAGE<br />

(accuspanning)<br />

Dit display maakt het mogelijk de<br />

accuspanning te controleren om<br />

vast te stellen of de accu goed opgeladen<br />

wordt.<br />

De waarde kan schommelen. Dat is<br />

normaal.<br />

Zie "Lampje laadsysteem" onder<br />

"Waarschuwingslampjes" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Zie ook onder "Beheer elektrisch<br />

vermogen" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Als er een probleem is met het laadsysteem<br />

van de accu, wordt er een<br />

bericht weergegeven. Raadpleeg<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Leeg display<br />

Dit menu eindigt met een blanco<br />

pagina.<br />

Menu Voertuiginformatie<br />

Druk op deze toets om het voertuiginformatiemenu<br />

te openen.<br />

Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />

indrukt, kunt u door de volgende<br />

displays te bladeren:<br />

OIL LIFE REMAINING (resterende<br />

levensduur olie)<br />

Op het display verschijnt het<br />

percentage van de levensduur van<br />

de olie die nog resteert.<br />

Als u bijvoorbeeld 95% ziet, betekent<br />

dit dat op de wijze waarop u<br />

met uw voertuig rijdt, de olie nog<br />

95% van zijn levensduur ter beschikking<br />

heeft.<br />

Wanneer de levensduur van de olie<br />

laag is, verschijnt het bericht CHAN-<br />

GE ENGINE OIL SOON (binnenkort<br />

olie verversen) op het display.<br />

Wanneer het lampje voor olie<br />

verversen gaat branden, moet u de<br />

motorolie zo snel mogelijk binnen<br />

1000 kilometer verversen.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />

4 voor aanvullende informatie.<br />

Zie het boekje met het onderhoudsschema<br />

voor meer informatie.<br />

. . . 46


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 47 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

UNITS (eenheden)<br />

U kunt tussen Engelse en metrische<br />

eenheden schakelen door eerst dit<br />

item weer te geven en daarna op de<br />

toets te drukken.<br />

PARKING ASSIST<br />

(parkeerhulpsysteem)<br />

Met deze functie kunt u het Ultrasone<br />

hulpsysteem bij inparkeren voor<br />

de huidige motorcyclus in- of<br />

uitschakelen.<br />

Ga als volgt te werk om deze functie<br />

in of uit te schakelen:<br />

1. Druk herhaaldelijk op om<br />

dit display te selecteren.<br />

2. Druk op de toets om tussen<br />

ON (aan) en OFF (uit) te<br />

schakelen.<br />

Wanneer u OFF (uit) selecteert om<br />

het systeem uit te schakelen, wordt<br />

het bericht PARKING ASSIST OFF<br />

(parkeerhulp uit) op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder weergegeven<br />

wanneer de<br />

versnellingsbak uit stand P (parkeren)<br />

wordt geschakeld.<br />

Wanneer de motor wordt uitgeschakeld<br />

en weer ingeschakeld, wordt<br />

het systeem automatisch opnieuw<br />

ingeschakeld.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Mededelingen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

• Ultrasoon hulpsysteem voor<br />

achteruitparkeren<br />

–<br />

47 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 48 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Displays van het controlesysteem<br />

voor de bandenspanning<br />

• FRONT TIRES kPa LEFT XX<br />

RIGHT XX (bandenspanning<br />

links- en rechtsvoor)<br />

• REAR TIRES kPa LEFT XX<br />

RIGHT XX (bandenspanning<br />

links- en rechtsachter)<br />

Op deze displays wordt de luchtdruk<br />

voor elke band van het voertuig<br />

weergegeven.<br />

Druk herhaaldelijk op de toets<br />

totdat de bandenspanning voor de<br />

voorbanden wordt weergegeven.<br />

Druk nog een keer op de toets<br />

om de bandenspanning voor de<br />

achterbanden weer te geven.<br />

De waarde wordt weergegeven in<br />

metrische eenheden (kPa) of in<br />

Engelse eenheden (PSI).<br />

Wanneer het systeem merkt dat de<br />

bandenspanning laag is onder het<br />

rijden, wordt CHECK TIRE PRESS-<br />

URE (bandenspanning controleren)<br />

op het display weergegeven.<br />

Het systeem geeft ook aan welke<br />

band moet worden gecontroleerd.<br />

Raadpleeg het volgende onder<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie:<br />

• Mededelingen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

CHECK TIRE PRESSURE (bandenspanning<br />

controleren)<br />

Raadpleeg ook "Controlesysteem<br />

bandenspanning" onder "Banden"<br />

in hoofdstuk 4 voor meer<br />

informatie.<br />

. . . 48


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 49 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

PRESS TO RELEARN REMOTE<br />

KEY (druk op om de afstandsbediening<br />

opnieuw te<br />

programmeren)<br />

Met dit display kunt u de afstandsbedieningen<br />

aan uw voertuig<br />

koppelen.<br />

Zenders voor uw auto aanpassen:<br />

1. Druk herhaaldelijk op totdat<br />

PRESS TO RELEARN<br />

REMOTE KEY (druk op om<br />

de afstandsbediening opnieuw<br />

te programmeren) wordt<br />

weergegeven.<br />

2. Druk de toets in.<br />

REMOTE KEY LEARNING AC-<br />

TIVE (programmeren afstandsbediening<br />

actief) wordt op het<br />

display weergegeven.<br />

3. Druk op de vergrendel- en ontgrendelknoppen<br />

op de<br />

afstandsbediening en houd<br />

beide 15 seconden lang<br />

ingedrukt.<br />

U hoort een geluid als de afstandsbediening<br />

aan het voertuig<br />

wordt gekoppeld.<br />

De eerste afstandsbediening die<br />

aan het voertuig is gekoppeld,<br />

wordt door het systeem aangemerkt<br />

als "Bestuurder 1". De<br />

tweede afstandsbediening<br />

wordt aangemerkt met "Bestuurder<br />

2".<br />

4. Wanneer er meer afstandsbedieningen<br />

moeten worden<br />

gekoppeld, herhaalt u de vorige<br />

stappen.<br />

Er kunnen maximaal acht afstandsbedieningen<br />

voor uw<br />

voertuig worden<br />

geprogrammeerd.<br />

5. Schakel het contact uit om de<br />

programmeerfunctie uit te<br />

schakelen.<br />

Snelheidsmeter<br />

Naast de analoge standaardsnelheidsmeter<br />

kan uw voertuig zijn<br />

voorzien van dit digitale<br />

snelheidsdisplay.<br />

Druk herhaaldelijk op om de<br />

digitale snelheidsmeter weer te<br />

geven.<br />

U kunt het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder gebruiken om het<br />

display om te zetten in Engelse of<br />

metrische eenheden.<br />

Zie "UNITS (eenheden)" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Leeg display<br />

Dit menu eindigt met een blanco<br />

pagina.<br />

–<br />

49 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 50 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Bijzondere eigenschappen<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder kan ook worden<br />

gebruikt voor het programmeren<br />

van diverse functies die op uw voertuig<br />

beschikbaar kunnen zijn.<br />

PROGRAMMEERMODUS<br />

OPENEN<br />

1. Het contact moet zijn aangezet<br />

en de stand P (parkeren) moet<br />

zijn gekozen.<br />

2. Schakel de koplampen uit om<br />

te voorkomen dat de accu<br />

leegloopt.<br />

3. Druk op de toets op het<br />

display.<br />

Wanneer het voertuig niet in P<br />

(parkeren) staat, wordt FEATU-<br />

RE SETTINGS AVAILABLE IN<br />

PARK (instellingen functie beschikbaar<br />

in P) op het display<br />

weergegeven. Schakel naar P.<br />

4. Druk op de toets om de programmeermodus<br />

te openen.<br />

MENU BIJZONDERE<br />

EIGENSCHAPPEN<br />

Toen uw voertuig de fabriek verliet,<br />

zijn de bijzondere eigenschappen<br />

ingesteld op de standaardinstellingen,<br />

maar de instellingen kunnen<br />

ondertussen zijn veranderd.<br />

Gebruik dit menu om de gewenste<br />

opties te programmeren.<br />

Zie "Programmeermodus openen"<br />

eerder in dit hoofdstuk om dit menu<br />

te openen.<br />

Wanneer u in de programmeermodus<br />

bent, kunt u door de lijst met<br />

bijzondere eigenschappen die voor<br />

uw voertuig beschikbaar zijn bladeren<br />

door de toets herhaaldelijk in<br />

te drukken.<br />

Alleen beschikbare opties worden in<br />

het display weergegeven.<br />

De volgende functies, die automatisch<br />

worden opgeroepen, kunnen<br />

alleen in één voertuiginstelling<br />

worden geprogrammeerd:<br />

. . . 50


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 51 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

DISPLAY IN ENGLISH (display in<br />

Engels)<br />

Opmerking:<br />

Deze menuoptie wordt niet<br />

weergegeven wanneer het<br />

display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder al in het<br />

Engels wordt weergegeven.<br />

Wanneer deze optie wordt weergegeven,<br />

kunt u met de toets<br />

Engels selecteren als de taal voor het<br />

display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder.<br />

DISPLAY LANGUAGE (Displaytaal)<br />

Gebruik dit menu om de taal te<br />

selecteren die het voertuig moet<br />

gebruiken voor de weergave van<br />

informatie.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

talen te bladeren:<br />

• ENGLISH (Engelse taal)<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• FRANÇAIS (Franse taal)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

–<br />

• ESPAÑOL (Spaanse taal)<br />

• ARABIC (Arabisch)<br />

• DEUTSCH (Duitse taal)<br />

• ITALIANO (Italiaanse taal)<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

51 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 52 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

AUTO DOOR LOCK (automatische<br />

portiervergrendeling)<br />

Met deze voorziening kunt u uw<br />

automatische portiersloten op uw<br />

persoonlijke wensen aanpassen.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• SHIFT OUT OF PARK (uit parkeerstand<br />

schakelen)<br />

Alle portieren worden automatisch<br />

vergrendeld wanneer de<br />

portieren worden gesloten en<br />

het voertuig uit P (parkeren)<br />

wordt geschakeld.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• AT VEHICLE SPEED (bij<br />

rijsnelheid)<br />

Alle portieren worden automatisch<br />

vergrendeld wanneer de<br />

snelheid van het voertuig gedurende<br />

drie seconden hoger is<br />

dan 8 km/u.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie "Portieren" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

AUTO DOOR UNLOCK (automatische<br />

portierontgrendeling)<br />

Met deze voorziening kunt u de<br />

functie voor automatische portierontgrendeling<br />

van uw voertuig<br />

aanpassen.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

Wanneer deze instelling geactiveerd<br />

is, worden de portieren<br />

niet automatisch ontgrendeld.<br />

• DRIVER AT KEY OUT (bestuurdersportier<br />

bij sleutel uit<br />

contactslot)<br />

Het bestuurdersportier wordt<br />

automatisch ontgrendeld wanneer<br />

de contactsleutel uit het<br />

contact wordt verwijderd.<br />

. . . 52


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 53 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• DRIVER IN PARK (bestuurdersportier<br />

in parkeerstand)<br />

Het bestuurdersportier ontgrendelt<br />

automatisch wanneer u in P<br />

(parkeren) schakelt.<br />

• ALL AT KEY OUT (alle portieren<br />

bij sleutel uit contactslot)<br />

Alle portieren worden automatisch<br />

ontgrendeld, wanneer de<br />

sleutel uit het contactslot wordt<br />

verwijderd.<br />

• ALL IN PARK (alle portieren in<br />

parkeerstand)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie "Portieren" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

REMOTE DOOR LOCK (portiervergrendeling<br />

met<br />

afstandsbediening)<br />

Met deze functie kunt u het type<br />

feedback selecteren dat u krijgt<br />

wanneer u het voertuig vergrendelt<br />

met de afstandsbediening.<br />

Opmerking:<br />

U krijgt alleen feedback wanneer<br />

de portieren worden<br />

vergrendeld.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

–<br />

Alle portieren worden automatisch<br />

ontgrendeld wanneer u uit<br />

P (parkeren) schakelt.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

53 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 54 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

Er is geen feedback via claxon of<br />

verlichting wanneer de vergrendelingstoets<br />

op de afstandsbediening<br />

wordt ingedrukt.<br />

• LIGHTS ONLY (alleen<br />

verlichting)<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

knippert de buitenverlichting<br />

wanneer u de<br />

vergrendelknop op de afstandsbediening<br />

indrukt.<br />

• HORN ONLY (alleen claxon)<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

hoort u de claxon wanneer<br />

u de vergrendelknop op de<br />

afstandsbediening twee keer<br />

indrukt.<br />

• HORN & LIGHTS (claxon en<br />

verlichting)<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

knippert de buitenverlichting<br />

wanneer u de<br />

vergrendelknop op de afstandsbediening<br />

indrukt.<br />

U hoort de claxon wanneer u de<br />

vergrendelknop binnen vijf<br />

seconden opnieuw indrukt.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie "Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />

3 voor meer informatie.<br />

. . . 54


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 55 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

REMOTE DOOR UNLOCK (portierontgrendeling<br />

met<br />

afstandsbediening)<br />

Met deze functie kunt u het type<br />

feedback selecteren dat u krijgt<br />

wanneer u het voertuig ontgrendelt<br />

met de afstandsbediening.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• LIGHTS OFF (verlichting uit)<br />

• LIGHTS ON (verlichting aan)<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

knippert de buitenverlichting<br />

wanneer u de<br />

ontgrendelknop op de afstandsbediening<br />

indrukt.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

Opmerking:<br />

U krijgt alleen feedback wanneer<br />

de portieren worden<br />

vergrendeld.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie "Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />

3 voor meer informatie.<br />

–<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

knippert de buitenverlichting<br />

niet wanneer u op de<br />

ontgrendelknop op de afstandsbediening<br />

drukt.<br />

55 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 56 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

DELAY DOOR LOCK (portiervergrendeling<br />

met vertraging)<br />

Met deze functie kunt u de vergrendeling<br />

van het voertuig 5 seconden<br />

uitstellen wanneer het voertuig een<br />

opdracht tot portiervergrendeling<br />

ontvangt terwijl de achterklep of<br />

een portier is geopend.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

De portieren worden meteen<br />

vergrendeld wanneer de vergrendelknop<br />

voor de elektrisch<br />

bedienbare portieren of de vergrendelknop<br />

op de afstandsbediening<br />

wordt ingedrukt.<br />

• ON (aan)<br />

Wanneer de vergrendelknop<br />

voor de elektrisch bedienbare<br />

portieren of de vergrendelknop<br />

op de afstandsbediening wordt<br />

ingedrukt terwijl de achterklep of<br />

een portier is geopend, wordt de<br />

vergrendeling van de portieren<br />

vijf seconden uitgesteld.<br />

U hoort drie geluidssignalen.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

Opmerking:<br />

De uitgestelde vergrendeling<br />

werkt niet wanneer de sleutel<br />

in het contactslot zit.<br />

U kunt deze functie annuleren<br />

en de portieren meteen vergrendelen<br />

door twee keer op de<br />

schakelaar voor het elektrische<br />

bedienbare portier of twee keer<br />

op de vergrendeltoets op de<br />

afstandsbediening te drukken.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

. . . 56


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 57 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

EXIT LIGHTING<br />

(uitstapverlichting)<br />

Met deze functie kunt u de tijd<br />

instellen dat de buitenverlichting<br />

aan moet blijven (wanneer het<br />

buiten donker is) nadat het contact<br />

is uitgeschakeld.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

De buitenverlichting blijft niet<br />

aan.<br />

• 30 SECONDS (30 seconden)<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• 1 MINUTE (1 minuut)<br />

• 2 MINUTES (2 minuten)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

APPROACH LIGHTING<br />

(naderingslichten)<br />

Deze voorziening maakt het mogelijk<br />

de buitenverlichting zodanig te<br />

programmeren dat de lampen ingeschakeld<br />

worden of uitgeschakeld<br />

blijven wanneer u de afstandsbediening<br />

gebruikt om het voertuig te<br />

ontgrendelen wanneer het buiten<br />

donker is.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

De verlichting wordt niet ingeschakeld,<br />

wanneer u het voertuig<br />

ontgrendeld met de<br />

afstandsbediening.<br />

–<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

57 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 58 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• ON (aan)<br />

Wanneer het voertuig wordt<br />

ontgrendeld met de afstandsbediening,<br />

dan wordt de buitenverlichting<br />

ook ingeschakeld. De<br />

verlichting blijft 20 seconden<br />

branden of totdat het contactslot<br />

wordt ingeschakeld of de<br />

vergrendelknop op de afstandsbediening<br />

wordt ingedrukt.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie "Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />

3 voor meer informatie.<br />

CHIME VOLUME (volume<br />

geluidssignaal)<br />

Met deze functie kunt u het volumeniveau<br />

van het gongsignaal wijzigen.<br />

Het gongsignaal kan niet<br />

volledig worden uitgeschakeld.<br />

Het systeem beschikt over twee<br />

volumeniveaus voor het gongsignaal,<br />

normaal en luid.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• NORMAL (normaal)<br />

• LOUD (luid)<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

. . . 58


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 59 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

PARK TILT MIRRORS (spiegels<br />

kantelen bij parkeren)<br />

Wanneer deze functie is ingeschakeld,<br />

wordt de spiegel aan de<br />

bestuurderszijde en/of passagierszijde<br />

omlaag gekanteld wanneer de<br />

versnellingshendel van het voertuig<br />

in R (achteruit) wordt gezet zodat u<br />

de trottoirband kunt zien terwijl u<br />

inparkeert.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

De buitenspiegels kantelen niet<br />

omlaag wanneer de keuzehendel<br />

in de stand R (achteruit)<br />

wordt geschakeld.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• DRIVER MIRROR (spiegel<br />

bestuurderszijde)<br />

De buitenspiegel aan de bestuurderszijde<br />

van het voertuig kantelt<br />

omlaag naar de trottoirband<br />

wanneer de versnellingshendel<br />

in R (achteruit) wordt gezet.<br />

• PASSENGER MIRROR (spiegel<br />

passagierszijde)<br />

De buitenspiegel aan de passagierszijde<br />

van het voertuig kantelt<br />

omlaag naar de trottoirband<br />

wanneer de versnellingshendel<br />

in R (achteruit) wordt gezet.<br />

• BOTH MIRRORS (beide<br />

spiegels)<br />

Beide buitenspiegels kantelen<br />

omlaag naar de trottoirband<br />

wanneer de versnellingshendel<br />

in R (achteruit) wordt gezet.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Spiegels<br />

Instellingen voor de spiegels<br />

voor het zien van de<br />

trottoirband<br />

–<br />

59 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 60 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

EASY EXIT SEAT<br />

(Uitstapvoorziening)<br />

Met deze functie kunt u het automatisch<br />

oproepen van de in het<br />

geheugen opgeslagen uitstapstand<br />

wanneer de sleutel uit het contact<br />

wordt verwijderd in- of uitschakelen.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

dan kan de in het<br />

geheugen opgeslagen uitstapstand<br />

niet automatisch worden<br />

opgeroepen.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• ON (aan)<br />

Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />

wordt de in het geheugen<br />

opgeslagen uitstapstand<br />

automatisch opgeroepen wanneer<br />

de sleutel uit het contactslot<br />

wordt verwijderd.<br />

Wanneer de sleutel in het contact<br />

wordt gestoken en weer<br />

wordt verwijderd zonder dat de<br />

geheugenfunctie wordt geactiveerd,<br />

blijft de stoel in de originele<br />

uitstapstand staan.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Geheugen<br />

. . . 60


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 61 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

MEMORY SEAT RECALL (stoelstand<br />

oproepen)<br />

Met deze functie kunt u het automatisch<br />

oproepen van instellingen<br />

uit het geheugen in- en<br />

uitschakelen.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

Wanneer deze instelling is ingeschakeld<br />

dan kunnen de geheugeninstellingen<br />

niet automatisch<br />

worden opgeroepen.<br />

Wanneer deze instelling is gekozen,<br />

worden de geheugeninstellingen<br />

automatisch opgeroepen<br />

wanneer u het voertuig ontgrendelt<br />

met de afstandsbediening.<br />

Opmerking:<br />

De standen voor de instelbare<br />

gas- en rempedalen (waar van<br />

toepassing) kunnen ook worden<br />

opgeroepen. Raadpleeg<br />

"Instelbare gas- en rempedalen"<br />

in hoofdstuk 3 voor meer<br />

informatie.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Geheugen<br />

–<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• ON (aan)<br />

61 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 62 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

REMOTE START (starten op<br />

afstand)<br />

Met deze functie kunt u de startfunctie<br />

op afstand in- en<br />

uitschakelen.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• OFF (uit)<br />

Als deze instelling is geactiveerd,<br />

staat de startfunctie op afstand<br />

uit.<br />

• ON (aan)<br />

Als deze instelling is geactiveerd,<br />

staat de startfunctie op afstand<br />

aan.<br />

Dit is de standaardinstelling.<br />

• NO CHANGE (geen wijziging)<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Raadpleeg "Voertuig op afstand starten"<br />

in hoofdstuk 3 voor meer<br />

informatie.<br />

. . . 62


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 63 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

FACTORY SETTINGS<br />

(fabrieksinstellingen)<br />

Met deze functie kunt u alle<br />

programmeerbare functies instellen<br />

op hun standaardinstellingen.<br />

Druk op de toets om het submenu<br />

weer te geven.<br />

Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />

op de toets om door de volgende<br />

opties te bladeren:<br />

• RESTORE ALL (alles herstellen)<br />

Wanneer u deze optie selecteert,<br />

worden alle programmeerbare<br />

functies van het systeem op<br />

de standaardinstellingen<br />

hersteld.<br />

• DO NOT RESTORE (niet<br />

herstellen)<br />

Wanneer u deze optie selecteert,<br />

worden de huidige instellingen<br />

niet gewijzigd.<br />

Wanneer de gewenste instelling<br />

wordt weergegeven, drukt u op de<br />

toets om de instelling te<br />

selecteren.<br />

U kunt de programmeermodus<br />

verlaten of de volgende beschikbare<br />

functie programmeren.<br />

Zie voor het verlaten van de<br />

programmeermodus "Programmeermodus<br />

afsluiten" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

DE PROGRAMMEERMODUS<br />

AFSLUITEN<br />

Ga als volgt te werk om de programmeermodus<br />

af te sluiten:<br />

• Haal de keuzehendel van de<br />

transmissie uit de stand P<br />

(parkeren).<br />

• Zet het contact af.<br />

• Druk op de toets voor reis-/<br />

brandstofinformatie van het<br />

informatiecentrum voor de<br />

bestuurder of de<br />

voertuiginformatietoets.<br />

• Druk herhaaldelijk op de aanpassingstoets<br />

totdat FEATURE<br />

SETTINGS PRESS TO EXIT<br />

(functie instellingen druk op<br />

om af te sluiten) wordt weergegeven.<br />

Druk op de toets om<br />

dit te selecteren.<br />

• Druk niet op een knop.<br />

Na 40 seconden inactiviteit<br />

treedt een time-out op van het<br />

display.<br />

–<br />

63 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 64 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Mededelingen van het informatiecentrum<br />

voor de<br />

bestuurder<br />

Deze meldingen verschijnen<br />

wanneer zich een storing in een van<br />

de systemen in het voertuig<br />

voordoet.<br />

U kunt het bericht op het display<br />

van het informatiecentrum wissen<br />

door op de resettoets te drukken.<br />

Door het bericht te wissen,<br />

verdwijnt alleen het bericht. Hierdoor<br />

wordt niet het probleem<br />

verholpen. Neem het bericht<br />

serieus.<br />

De displays die in deze handleiding<br />

worden getoond, zijn typerend. De<br />

werkelijke displays in uw auto zijn<br />

afhankelijk van de bepaalde opties<br />

die in uw auto aanwezig zijn en van<br />

de taal waarop het systeem is<br />

ingesteld.<br />

• AUTOMATIC LIGHT CONTROL<br />

OFF (automatische lichtbediening<br />

uit)<br />

Dit bericht verschijnt wanneer<br />

het systeem van de automatische<br />

koplampverlichting niet<br />

goed werkt.<br />

Zie voor meer informatie "Verlichting"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

• AUTOMATIC LIGHT CONTROL<br />

ON (automatische lichtbediening<br />

aan)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het systeem van de<br />

automatische koplampverlichting<br />

niet goed werkt.<br />

Zie voor meer informatie "Verlichting"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

• BATTERY SAVER ACTIVE (accubesparing<br />

actief)<br />

Dit bericht verschijnt indien blijkt<br />

dat de accuspanning terugloopt<br />

tot een onaanvaardbare waarde.<br />

Als de accuspanning daalt, zal<br />

het accubesparingssysteem de<br />

voeding verlagen naar een aantal<br />

voorzieningen wat wellicht<br />

niet merkbaar is. Indien het<br />

nodig is een functie uit te schakelen,<br />

dan zal dit bericht op het<br />

display verschijnen om u te laten<br />

weten dat het voertuig tracht<br />

om de acculading te handhaven.<br />

Schakel onnodige stroomverbruikers<br />

uit.<br />

De accuspanning kan met<br />

behulp van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder worden<br />

gecontroleerd. Bij draaiende<br />

motor moet de accuspanning<br />

11,5 tot 15,5 volt bedragen.<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

- Menu Reis-/brandstofinformatie<br />

. . . 64


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 65 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• CHANGE ENGINE OIL SOON<br />

(motorolie binnenkort verversen)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer de levensduur van de<br />

olie is verlopen en de olie moet<br />

worden ververst.<br />

Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />

4 voor aanvullende<br />

informatie.<br />

Zie het boekje met het onderhoudsschema<br />

voor meer<br />

informatie.<br />

Wanneer het lampje voor olie<br />

verversen gaat branden, moet u<br />

de motorolie zo snel mogelijk<br />

binnen 1000 kilometer<br />

verversen.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

• CHECK TIRE PRESSURE (bandenspanning<br />

controleren)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer de bandenspanning in<br />

één van de banden moet worden<br />

gecontroleerd.<br />

Een van de volgende displays<br />

wordt ook weergegeven om aan<br />

te geven welke band moet worden<br />

gecontroleerd:<br />

- LEFT FRONT (linksvoor)<br />

- RIGHT FRONT (rechtsvoor)<br />

- LEFT REAR (linksachter)<br />

- RIGHT REAR (rechtsachter)<br />

U kunt meerdere berichten voor<br />

de bandenspanning tegelijkertijd<br />

ontvangen.<br />

Wanneer u andere berichten wilt<br />

lezen die tegelijkertijd zijn verzonden,<br />

druk u op de toets .<br />

Stop zodra dit veilig kan en laat<br />

de bandenspanning controleren<br />

en zo nodig corrigeren.<br />

Pomp de band tot de voorgeschreven<br />

spanning op.<br />

Raadpleeg "Banden" in hoofdstuk<br />

4 voor meer informatie.<br />

Zie ook de volgende informatie:<br />

- Menu Voertuiginformatie<br />

Displays van het controlesysteem<br />

voor de bandenspanning<br />

-Waarschuwingslampen<br />

Lampje voor lage<br />

bandenspanning<br />

–<br />

65 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 66 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• CRUISE SET TO XXX KM/H<br />

(cruise control ingesteld op XXX<br />

km/u)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

de cruise control is ingesteld.<br />

Zie "Cruise control" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

• DRIVER DOOR OPEN (bestuurdersportier<br />

geopend)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het bestuurdersportier<br />

geopend of niet goed gesloten<br />

is.<br />

• ENGINE HOT -- A/C OFF<br />

(motor heet -- airconditioning<br />

uit)<br />

Verschijnt wanneer de koelvloeistoftemperatuur<br />

hoger is dan de<br />

normale bedieningstemperatuur.<br />

Om extra spanning op een hete<br />

motor te voorkomen, wordt de<br />

airconditioning automatisch<br />

uitgeschakeld.<br />

Wanneer de koelvloeistoftemperatuur<br />

weer normaal is, wordt de<br />

werking van de airconditioningcompressor<br />

weer hervat.<br />

U kunt door blijven rijden met<br />

het voertuig.<br />

Wanneer dit bericht terug blijft<br />

komen, laat dan het systeem zo<br />

spoedig mogelijk repareren om<br />

schade aan de motor te<br />

voorkomen.<br />

• ENGINE OVERHEATED -- IDLE<br />

ENGINE (motor oververhit -- stationair<br />

toerental)<br />

Verschijnt wanneer de koelvloeistof<br />

te heet wordt.<br />

Breng de auto zo snel mogelijk<br />

op een veilige plaats tot stilstand.<br />

Laat de motor stationair draaien<br />

totdat de motor afgekoeld is.<br />

Zie de volgende informatie:<br />

-Waarschuwingslamp voor<br />

koelvloeistoftemperatuur<br />

- Bescherming tegen<br />

oververhitting<br />

. . . 66


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 67 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

OPMERKING<br />

Als u blijft rijden terwijl uw voertuig<br />

oververhit is, kan de motor<br />

ernstig beschadigd raken.<br />

Wanneer u een waarschuwing<br />

voor oververhitting krijgt, stop<br />

dan zo snel mogelijk.<br />

Verhoog het motortoerental niet<br />

tot boven normaal stationair<br />

toerental.<br />

Zie "Oververhitting van de<br />

motor" in hoofdstuk 5.<br />

• ENGINE POWER REDUCED<br />

(verminderd motorvermogen)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het motorvermogen<br />

wordt verminderd om de motor<br />

tegen beschadiging te<br />

beschermen.<br />

Dit kan ook invloed hebben op<br />

het acceleratievermogen van het<br />

voertuig.<br />

Er zijn verschillende storingen<br />

die dit bericht kunnen<br />

veroorzaken.<br />

Wanneer deze melding wordt<br />

weergegeven zonder vermindering<br />

van de prestaties van het<br />

voertuig, rijd dan verder naar uw<br />

bestemming. De volgende keer<br />

dat er met het voertuig wordt<br />

gereden, kunnen de acceleratie<br />

en snelheid zijn verminderd. Rijd<br />

met een lagere snelheid.<br />

Laat het voertuig zo spoedig<br />

mogelijk repareren.<br />

• HOOD OPEN (motorkap open)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer de motorkap niet volledig<br />

gesloten is.<br />

• ICE POSSIBLE -- DRIVE WITH<br />

CARE (ijzelgevaar -- rijd<br />

voorzichtig)<br />

Deze melding verschijnt wanneer<br />

de buitentemperatuur voldoende<br />

laag is om het<br />

wegoppervlak te laten bevriezen.<br />

Pas uw rijstijl aan.<br />

• LEFT REAR DOOR AJAR (achterportier<br />

links geopend)<br />

Het bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het achterportier<br />

links geopend of niet goed<br />

gesloten is.<br />

–<br />

67 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 68 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• OIL PRESSURE LOW -- STOP<br />

ENGINE (oliedruk laag -- stop<br />

motor)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer de motoroliedruk laag<br />

is.<br />

U hoort meerdere geluidssignalen<br />

wanneer dit bericht wordt<br />

weergegeven.<br />

Indien dit bericht op het display<br />

verschijnt terwijl de motor draait,<br />

breng dan het voertuig tot stilstand<br />

en zet de motor onmiddellijk<br />

af. Rijdt u niet met het<br />

voertuig totdat het probleem is<br />

verholpen. Het waarschuwingssignaal<br />

klinkt meerdere keren.<br />

Het waarschuwingslampje voor<br />

de motoroliedruk gaat ook<br />

branden.<br />

OPMERKING<br />

Als u in uw auto blijft rijden, kan<br />

dit resulteren in ernstige<br />

motorschade.<br />

Wanneer u een waarschuwing<br />

voor lage oliedruk krijgt, stop het<br />

voertuig dan zo snel mogelijk.<br />

Gebruik het voertuig niet zolang<br />

het probleem niet is verholpen.<br />

Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />

4 voor aanvullende<br />

informatie.<br />

• PARKING ASSIST OFF (parkeerhulpsysteem<br />

uitgeschakeld)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het voertuig wordt gestart terwijl<br />

het ultrasone parkeerhulpsysteem<br />

is uitgeschakeld.<br />

Dit is een herinnering dat het<br />

systeem is uitgeschakeld en dat<br />

u dus niet wordt gewaarschuwd<br />

voor obstakels.<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

- Menu Voertuiginformatie<br />

PARKING ASSIST<br />

(parkeerhulpsysteem)<br />

Zie ook de volgende informatie:<br />

- Ultrasoon hulpsysteem voor<br />

achteruitparkeren<br />

. . . 68


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 69 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• PASSENGER DOOR OPEN (passagiersportier<br />

geopend)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het voorportier aan<br />

passagierszijde geopend of niet<br />

goed gesloten is.<br />

• REMOTE KEY LEARNING<br />

ACTIVE (programmeren<br />

afstandsbediening actief)<br />

Dit wordt weergegeven als de<br />

afstandsbediening aan het voertuig<br />

wordt aangepast.<br />

• REPLACE BATTERY IN REMOTE<br />

KEY (batterij in afstandsbediening<br />

vervangen)<br />

Het bericht verschijnt als de batterij<br />

van de afstandsbediening<br />

leeg is. Vervang de batterij.<br />

• REAR ACCESS OPEN (achterklep<br />

geopend)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer de achterklep niet volledig<br />

is gesloten.<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

-Menu Voertuiginformatie<br />

PRESS TO RELEARN<br />

REMOTE KEY (druk op om<br />

de afstandsbediening opnieuw<br />

te programmeren)<br />

Zie tevens "Sloten met afstandsbediening"<br />

in hoofdstuk 3.<br />

Zie "Batterij vervangen" onder<br />

"Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />

3 voor meer informatie.<br />

• RIGHT REAR DOOR OPEN (achterportier<br />

rechts geopend)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het achterportier rechts geopend<br />

of niet goed gesloten is.<br />

–<br />

69 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 70 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• SERVICE AIR BAG (onderhoud<br />

airbag)<br />

Wordt weergegeven wanneer er<br />

een probleem met het airbagsysteem<br />

is. Neem contact op met<br />

uw dealer voor onderhoud.<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

-Waarschuwingslampen<br />

Controlelamp airbag<br />

• SERVICE A/C SYSTEM (onderhoud<br />

airconditioningssysteem)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer de klep van de luchtverdelingsmodus<br />

of de elektronische<br />

sensoren die de<br />

airconditioning en het verwarmingssysteem<br />

regelen niet meer<br />

werken. Ga naar de dealer voor<br />

onderhoud wanneer u merkt dat<br />

de airconditioning en het verwarmingssysteem<br />

niet goed<br />

meer werken.<br />

• SERVICE BATTERY CHARGING<br />

SYSTEM (onderhoud laadsysteem<br />

accu)<br />

Deze melding verschijnt op het<br />

display bij storingen in het laadstroomcircuit.<br />

Laat het systeem<br />

onmiddellijk controleren. Wanneer<br />

u blijft rijden met deze melding<br />

op het display, kan de accu<br />

worden ontladen.<br />

Wanneer u een korte afstand<br />

moet rijden, schakel dan alle<br />

niet-noodzakelijke accessoires<br />

uit.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Het lampje voor het opladen van<br />

de accu kan op het instrumentenpaneel<br />

branden.<br />

Zie "Lampje laadsysteem" onder<br />

"Waarschuwingslampjes" eerder<br />

in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

. . . 70


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 71 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• SERVICE BRAKE ASSIST<br />

(servicerembekrachtiging)<br />

Laat het voertuig zo spoedig<br />

mogelijk repareren.<br />

• SERVICE PARKING ASSIST<br />

(onderhoud parkeerhulpsysteem)<br />

Dit bericht verschijnt indien er<br />

een probleem is met het<br />

remsysteem.<br />

Het waarschuwingslampje van<br />

het remsysteem en het waarschuwingslampje<br />

voor het ABSsysteem<br />

kunnen ook gaan<br />

branden.<br />

Breng, zodra dit veilig kan, het<br />

voertuig tot stilstand en zet het<br />

contact af. Start de motor<br />

opnieuw om het waarschuwingssysteem<br />

weer in werking te<br />

stellen.<br />

Als het bericht niet verdwijnt of<br />

opnieuw wordt weergegeven tijdens<br />

het rijden, is er een probleem<br />

met het remsysteem.<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

- Controlelamp remsysteem<br />

- Controlelamp ABS<br />

Zie ook "Remmen" in hoofdstuk<br />

3 voor meer informatie over het<br />

remsysteem.<br />

• SERVICE BRAKE SYSTEM<br />

(onderhoud remsysteem)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het contact ingeschakeld<br />

is en het remvloeistofpeil<br />

laag is. Laat het voertuig zo snel<br />

mogelijk nakijken.<br />

Het waarschuwingslampje van<br />

het remsysteem wordt ook<br />

ingeschakeld.<br />

Dit wordt weergegeven bij problemen<br />

met het ultrasone<br />

parkeerhulpsysteem.<br />

Gebruik het parkeerhulpsysteem<br />

niet wanneer deze melding<br />

wordt weergegeven.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

- Ultrasoon hulpsysteem voor<br />

achteruitparkeren<br />

–<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

- Controlelamp remsysteem<br />

71 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 72 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• SERVICE POWER STEERING<br />

(onderhoud stuurbekrachtiging)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

er zich een storing voordoet in<br />

het stuursysteem met variabele<br />

werking.<br />

Wanneer dit bericht wordt weergegeven,<br />

zult u merken dat het<br />

sturen zwaarder gaat, maar u<br />

kunt nog wel sturen.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

• SERVICE STABILITRAK (onderhoud<br />

Stabilitrak)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het systeem voor optimale stabiliteit<br />

storingen vertoont.<br />

Wanneer u het systeem wilt resetten,<br />

stopt u en schakelt u het<br />

contact uit en weer in.<br />

Wanneer de melding blijft of<br />

opnieuw wordt weergegeven<br />

onder het rijden, moet uw voertuig<br />

voor een onderhoudsbeurt<br />

naar de werkplaats.<br />

Breng het voertuig zo snel<br />

mogelijk naar de dealer om het<br />

systeem na te laten kijken.<br />

Zie voor meer informatie "Stabilitrak-systeem"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

• SERVICE SUSPENSION SYS<br />

(onderhoud ophangingssysteem)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het elektronisch schokdempsysteem<br />

of systeem voor<br />

automatische niveauregeling<br />

niet goed werkt.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

. . . 72


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 73 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• SERVICE THEFT DETERRENT<br />

SYSTEM (onderhoud<br />

antidiefstalsysteem)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

er een probleem is met het antidiefstalsysteem<br />

dat in de sleutel<br />

is geprogrammeerd.<br />

Het systeem wordt uitgeschakeld<br />

en kan het voertuig niet<br />

meer beschermen.<br />

Het voertuig kan meestal weer<br />

worden gestart, maar het is toch<br />

het beste om het voertuig naar<br />

een betrouwbaar servicecentrum<br />

te brengen voordat u de motor<br />

uitschakelt.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Zie tevens "Immobilisatiesysteem"<br />

onder "Sleutels" in hoofdstuk<br />

3.<br />

• SERVICE TIRE MONITOR<br />

SYSTEM (onderhoud<br />

bandencontrolesysteem)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning niet goed<br />

werkt.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Wanneer dit bericht wordt weergegeven<br />

en niet verdwijnt, is er<br />

een probleem met het controlesysteem<br />

voor de bandenspanning.<br />

Raadpleeg ook "Controlesysteem<br />

bandenspanning" onder "Banden"<br />

in hoofdstuk 4.<br />

Het lampje voor lage bandenspanning<br />

kan ook op het instrumentenpaneel<br />

worden<br />

weergegeven. Zie voor meer<br />

informatie "Lampje voor lage<br />

bandenspanning" onder "Waarschuwingslampjes"<br />

eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

• SERVICE TRACTION<br />

CONTROL (onderhoud<br />

tractieregeling)<br />

Deze melding wordt getoond als<br />

het tractieregelsysteem gebreken<br />

vertoont.<br />

Wanneer dit bericht wordt weergegeven,<br />

zal het tractieregelsysteem<br />

het spinnen van de wielen<br />

niet beperken.<br />

Pas uw rijstijl aan.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor<br />

meer gegevens.<br />

–<br />

73 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 74 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• SERVICE TRANSMISSION<br />

(onderhoud transmissie)<br />

Dit bericht verschijnt indien er<br />

een probleem is met de<br />

transmissie.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

• SERVICE VEHICLE SOON<br />

(onderhoud voertuig<br />

binnenkort)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

er een storing is die geen verband<br />

houdt met het emissiesysteem.<br />

Laat het voertuig zo<br />

spoedig mogelijk repareren.<br />

• SPEED LIMITED TO XXX KM/H<br />

(snelheid begrensd tot xxx km/u)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het voertuig de snelheid<br />

beperkt omdat er een storing<br />

is waargenomen in één van<br />

de volgende systemen:<br />

- Stuursysteem met variabele<br />

werking<br />

- Automatische stabilisatieregeling<br />

(indien van toepassing)<br />

- Automatische niveauregeling<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

• STABILITRAK NOT READY (Stabilitrak<br />

niet klaar)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het Stabilitrak-systeem niet klaar<br />

is.<br />

Wanneer u begint te rijden, kan<br />

het bericht STABILITRAK NOT<br />

READY (Stabilitrak niet klaar)<br />

worden weergegeven en kan het<br />

systeemlampje gaan branden<br />

wanneer de rijsnelheid 30 seconden<br />

hoger is dan 30 km/u.<br />

Wanneer het systeem gereed is,<br />

verdwijnt het bericht.<br />

Zie voor meer informatie "Stabilitrak-systeem"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

. . . 74


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 75 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• STABILITRAK OFF (Stabilitrak<br />

uit)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het stabiliteitssysteem wordt<br />

uitgeschakeld.<br />

Dit bericht kan ook onder de volgende<br />

omstandigheden worden<br />

weergegeven wanneer het systeem<br />

automatisch is<br />

uitgeschakeld:<br />

- Het stabiliteitssysteem is oververhit<br />

als gevolg van continu<br />

gebruik gedurende een lange<br />

periode.<br />

- De controlelamp van het remsysteem<br />

brandt.<br />

Raadpleeg de rubriek "Controlelamp<br />

remsysteem" eerder in<br />

dit hoofdstuk.<br />

- Het stabiliteitssysteem heeft te<br />

veel tijd nodig om diens diagnostische<br />

controles te voltooien<br />

als gevolg van de<br />

rijomstandigheden.<br />

- Er is een storing in de motor of<br />

het voertuig waargenomen en<br />

het voertuig moet voor onderhoud<br />

naar de garage.<br />

Wanneer Stabilitrak automatisch<br />

was uitgeschakeld, verdwijnt het<br />

bericht als de omstandigheden<br />

weer normaal zijn.<br />

Zie voor meer informatie "Stabilitrak-systeem"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

–<br />

75 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 76 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• STARTING DISABLED --<br />

SERVICE THROTTLE (starten<br />

niet mogelijk - onderhoud<br />

gasklep)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

zich een storing voordoet in het<br />

gasklepsysteem. Laat het systeem<br />

zo spoedig mogelijk door<br />

een dealer herstellen.<br />

• THEFT ATTEMPTED (poging tot<br />

diefstal)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het antidiefstalsysteem heeft<br />

waargenomen dat een poging<br />

tot inbraak heeft plaatsgevonden<br />

terwijl u niet aanwezig was.<br />

Zie "Anti-diefstalsysteem" in<br />

hoofdstuk 3 voor meer<br />

informatie.<br />

• TIGHTEN GAS CAP (benzinedop<br />

vastdraaien)<br />

Dit bericht verschijnt wanneer<br />

de benzinevuldop niet goed is<br />

aangebracht. Controleer of de<br />

benzinevuldop juist is<br />

vastgedraaid.<br />

• TIRE LEARNING ACTIVE (programmeren<br />

band actief)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het controlesysteem<br />

voor de bandenspanning de<br />

bandenposities op uw voertuig<br />

opnieuw programmeert.<br />

Zie voor meer informatie onder<br />

"Controlesysteem bandenspanning"<br />

in de paragraaf "Banden"<br />

in hoofdstuk 4.<br />

. . . 76


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 77 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• TRACTION CONTROL OFF<br />

(tractieregeling uit)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

het tractieregelingssysteem is<br />

uitgeschakeld.<br />

Pas uw rijstijl aan.<br />

Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor<br />

meer gegevens.<br />

• TRACTION CONTROL ON<br />

(tractieregeling aan)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

wanneer het tractieregelsysteem<br />

is ingeschakeld.<br />

Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor<br />

meer gegevens.<br />

• TRANSMISSION HOT -- IDLE<br />

ENGINE (transmissie heet, stationair<br />

toerental)<br />

Dit wordt weergegeven wanneer<br />

de transmissievloeistof te heet is.<br />

Stop en laat de motor stationair<br />

draaien tot het bericht is<br />

verdwenen.<br />

• TURN SIGNAL ON (richtingaanwijzer<br />

aan)<br />

Dit bericht wordt weergegeven<br />

om u er aan te herinneren dat de<br />

richtingaanwijzer na ongeveer<br />

1,6 km nog is ingeschakeld.<br />

U hoort ook een meervoudig<br />

geluidssignaal.<br />

• WASHER FLUID LOW -- ADD<br />

FLUID (sproeiervloeistofpeil laag<br />

-- vloeistof bijvullen)<br />

Dit bericht verschijnt wanneer<br />

het vloeistofpeil van de ruitensproeiers<br />

laag is.<br />

Voeg ruitensproeiervloeistof toe.<br />

Zie "Ruitensproeiervloeistof" in<br />

hoofdstuk 4 voor informatie.<br />

–<br />

77 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 78 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

VERLICHTING<br />

De bedieningsorganen van de<br />

buitenverlichting bevinden zich op<br />

de multifunctionele hendel.<br />

De dimmer voor de instrumentenverlichting<br />

bevindt zich op het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Zie "Verlichting" en "Multifunctionele<br />

hendel" verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

VERWARMINGS- EN AIR-<br />

CONDITIONINGSYSTEEM<br />

Uw auto is uitgerust met een<br />

verwarmings- en airconditioningsysteem.<br />

Raadpleeg de rubriek<br />

"Verwarming en airconditioning" in<br />

dit hoofdstuk voor gegevens over de<br />

bediening van het systeem.<br />

GELUIDSINSTALLATIE EN<br />

KLOK<br />

Raadpleeg de rubriek "Geluidsinstallatie<br />

en klok" in dit hoofdstuk voor<br />

informatie omtrent de bediening<br />

van uw autoradio.<br />

ENTERTAINMENTSYSTEEM<br />

VOOR ACHTERPASSAGIERS<br />

(INDIEN VAN TOEPASSING)<br />

Zie de afzonderlijke handleiding<br />

voor meer informatie over de wijze<br />

waarop dit systeem moet worden<br />

gebruikt.<br />

NAVIGATIESYSTEEM<br />

(INDIEN VAN TOEPASSING)<br />

Zie "Navigatiesysteem" later in dit<br />

hoofdstuk en raadpleeg het afzonderlijke<br />

handboek voor het navigatiesysteem<br />

voor meer informatie.<br />

ANALOGE KLOK<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

analoge klok op het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Het gelijkzetten van de klok<br />

geschiedt als volgt:<br />

1. Zoek de tijdinsteltoets onder de<br />

klok.<br />

2. Druk de klok in en houd hem<br />

ingedrukt om de wijzers te<br />

verdraaien.<br />

Laat de knop los voor u de gewenste<br />

tijdinstelling hebt<br />

bereikt.<br />

3. Druk de knop in en laat hem los<br />

om de tijdsaanduiding één<br />

minuut vooruit te zetten tot de<br />

gewenste tijdinstelling is<br />

bereikt.<br />

. . . 78


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 79 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

digitale klok die zich in het display<br />

van de geluidsinstallatie of het navigatiesysteem<br />

bevindt.<br />

Zie voor meer informatie "Geluidsinstallatie<br />

en klok" verderop in dit<br />

hoofdstuk of de aparte handleiding<br />

voor het navigatiesysteem over het<br />

in- en uitschakelen van de weergave<br />

van de digitale klok.<br />

ONTGRENDELING VAN DE<br />

MOTORKAP<br />

Gebruik de handgreep bij het<br />

bestuurdersportier voor het openen<br />

van de motorkap. Zie hoofdstuk 4<br />

voor meer informatie.<br />

ONTGRENDELING<br />

PARKEERREM<br />

De hendel voor het ontgrendelen<br />

van de parkeerrem bevindt zich op<br />

het instrumentenpaneel bij het<br />

bestuurdersportier. Trek aan de<br />

hendel om de parkeerrem te lossen.<br />

Raadpleeg de rubriek "Parkeerrem"<br />

in hoofdstuk 3 voor informatie over<br />

de juiste wijze waarop de parkeerrem<br />

in werking gesteld en gelost<br />

moet worden.<br />

TOETS SLEEP-/TREKFUNCTIE<br />

Wanneer u op de toets drukt,<br />

worden afremmen op hellingen en<br />

de sleep-/trekfunctie samen in- en<br />

uitgeschakeld. Ze kunnen niet apart<br />

worden in- en uitgeschakeld.<br />

Zie de volgende informatie:<br />

• Automatische transmissie<br />

• Trekken van een aanhanger<br />

• Sleep-/trekfunctie<br />

–<br />

79 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 80 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

. . . 80<br />

■ WAARSCHUWINGS-<br />

KNIPPERLICHTEN<br />

De knop voor de waarschuwingsknipperlichten<br />

bevindt zich in het<br />

midden van het instrumentenpaneel,<br />

onder het bedieningspaneel<br />

voor de verwarming en<br />

airconditioning.<br />

Druk de schakelaar voor de waarschuwingsknipperlichten<br />

in zodat<br />

de richtingaanwijzers aan de vooren<br />

achterzijde van het voertuig knipperen.<br />

Hierdoor laat u anderen<br />

weten dat u een probleem heeft. U<br />

kunt de waarschuwingsknipperlichten<br />

uitschakelen door nog een keer<br />

op de schakelaar te drukken.<br />

■ TRACTIEREGELSYSTEEM<br />

Op een glad wegdek beperkt dit<br />

systeem het doordraaien van de<br />

wielen.<br />

Bij voertuigen met achterwielaandrijving<br />

worden de remmen<br />

selectief gebruikt en/of wordt het<br />

motorvermogen verminderd om<br />

het slippen te beperken als het<br />

systeem merkt dat een of beide<br />

achterwielen gaan slippen of grip<br />

verliezen.<br />

Bij voertuigen met vierwielaandrijving<br />

worden de remmen selectief<br />

gebruikt en/of wordt het motorvermogen<br />

verminderd om het slippen<br />

te beperken als het systeem merkt<br />

dat een van de wielen gaat slippen<br />

of grip verliest.<br />

U hoort of voelt mogelijk dat het<br />

systeem actief is, maar dat is<br />

normaal.<br />

Het lampje voor het tractieregelsysteem<br />

knippert als het systeem het<br />

doorslippen van de wielen<br />

vermindert.<br />

Bij het starten van de motor wordt<br />

het systeem automatisch<br />

geactiveerd.<br />

Normaliter moet u het systeem in<br />

diens normale bedrijfsmodus laten,<br />

zorg er echter voor dat het systeem<br />

wordt uitgeschakeld wanneer de<br />

auto vast komt te zitten in modder,<br />

zand of sneeuw.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 81 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

OPMERKING<br />

OPMERKING<br />

Schakel het tractieregelsysteem<br />

uit zodra de auto vast komt te<br />

zitten in modder, los zand of<br />

sneeuw.<br />

Zie "Als uw voertuig vast komt te<br />

zitten" in hoofdstuk 5.<br />

Druk kort op de toets TC, onder het<br />

klimaatregelsysteem, om het<br />

systeem uit te schakelen.<br />

Het bericht TRACTION CONTROL<br />

OFF (tractieregeling uit) wordt op<br />

het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder weergegeven.<br />

De lamp voor het tractieregelsysteem<br />

zal ook branden om u er op te<br />

wijzen dat het systeem is uitgeschakeld<br />

en het doordraaien van de<br />

wielen niet kan begrenzen.<br />

Pas uw rijstijl aan.<br />

Rem niet herhaaldelijk en accelereer<br />

niet te veel als het tractieregelsysteem<br />

is uitgeschakeld om<br />

schade aan de aandrijflijn te<br />

voorkomen.<br />

Als het tractieregelsysteem is uitgeschakeld,<br />

kunt u het nog wel voelen<br />

werken bij voertuigen met vierwielaandrijving.<br />

Dit is normaal.<br />

Druk nogmaals op de toets om het<br />

systeem weer in te schakelen.<br />

Het bericht TRACTION CONTROL<br />

ON (tractieregeling aan) wordt op<br />

het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder weergegeven.<br />

Zie "Stabilitrak-systeem" verderop in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie<br />

over het in- en uitschakelen van het<br />

Stabilitrak ® -systeem.<br />

–<br />

81 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 82 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Wanneer het lampje voor het tractieregelsysteem<br />

gaat branden terwijl<br />

u rijdt en het tractieregelsysteem<br />

niet heeft uitgeschakeld, dan moet<br />

uw voertuig naar de garage voor<br />

onderhoud. Laat het tractieregelsysteem<br />

zo snel mogelijk nakijken.<br />

Wanneer u accessoires die niet door<br />

GM zijn geproduceerd aan uw voertuig<br />

toevoegt, kan dit de prestaties<br />

en veiligheid van uw voertuig<br />

beïnvloeden.<br />

Zie "Accessoires en aanpassingen" in<br />

hoofdstuk 4 voor meer informatie.<br />

■ STABILITRAK ® -SYSTEEM<br />

Dit systeem past selectief een van de<br />

remmen toe om zo te helpen richtingscontrole<br />

te handhaven in moeilijke<br />

rijomstandigheden.<br />

Wanneer het systeem voelt dat er<br />

een verschil is tussen de bedoelde<br />

richting en de richting waarin de<br />

auto gaat, past het selectief de<br />

remmen toe om te helpen de auto<br />

onder controle te houden.<br />

Bij het starten van de motor wordt<br />

het systeem automatisch<br />

geactiveerd.<br />

Wanneer het systeem actief is, knippert<br />

het controlelampje.<br />

Dit lampje knippert ook als de tractieregeling<br />

actief is.<br />

Blijf in de richting sturen waarin u<br />

wilt gaan.<br />

U hoort of voelt mogelijk dat het<br />

systeem actief is, maar dat is<br />

normaal.<br />

U moet het systeem altijd ingeschakeld<br />

laten. Met behulp van de tractieregeltoets<br />

kunt u Stabilitrak<br />

uitschakelen.<br />

. . . 82


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 83 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

U kunt het systeem uitschakelen<br />

door de toets TC ingedrukt te<br />

houden totdat het lampje voor het<br />

tractieregelsysteem gaat branden.<br />

STABILITRAK OFF (stabilitrak uit)<br />

wordt op het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

weergegeven. Raadpleeg "Mededelingen<br />

van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" eerder in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Zie "Tractieregelsysteem" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie<br />

over het in- en uitschakelen van het<br />

tractieregelsysteem.<br />

SERVICE STABILITRAK (onderhoud<br />

stabiliteitssysteem) wordt ook op<br />

het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder weergegeven<br />

als uw systeem voor optimale<br />

stabiliteit niet goed werkt. Raadpleeg<br />

voor meer informatie "Mededelingen<br />

van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Wanneer dit bericht wordt weergegeven,<br />

is het systeem niet ingeschakeld<br />

en moet u uw rijstijl<br />

overeenkomstig aanpassen.<br />

Wanneer de cruise control is ingeschakeld<br />

wanneer het Stabilitraksysteem<br />

wordt ingeschakeld, zal de<br />

cruise control automatisch worden<br />

uitgeschakeld.<br />

Zodra de omstandigheden weer<br />

normaal zijn, mag u de cruise<br />

control weer inschakelen.<br />

Zie onder "Cruise control" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor aanvullende<br />

informatie.<br />

■ AANSLUITPUNTEN<br />

VOOR ELEKTRISCHE<br />

ACCESSOIRES<br />

De aansluitpunten kunnen worden<br />

gebruikt om elektrische apparatuur<br />

zoals een mobiele telefoon aan te<br />

sluiten.<br />

De contacten bevinden zich op de<br />

volgende plaatsen:<br />

• op het instrumentenpaneel<br />

• op de achterzijde van de<br />

middenconsole<br />

• in het achtercompartiment<br />

Verwijder het kapje.<br />

–<br />

83 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 84 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

OPMERKING<br />

Wanneer elektrische uitrusting<br />

langdurig ingeschakeld blijft, kan<br />

de accu ontladen raken.<br />

Schakel altijd alle elktrische apparatuur<br />

uit die niet in gebruik is.<br />

Elektrische apparatuur mag niet<br />

meer stroom vragen dan de<br />

maximum doorsmeltwaarde<br />

voor de aansluiting.<br />

Sluit de aansluitingen altijd met de<br />

kapjes af wanneer ze niet worden<br />

gebruikt.<br />

Aansluitstekkers van bepaalde accessoires<br />

zijn wellicht niet geschikt voor<br />

de aansluitpunten in uw voertuig.<br />

Het gebruik van dergelijke aansluitstekkers<br />

kan resulteren in defecte<br />

zekeringen. Als u problemen ondervindt,<br />

neem dan contact op met uw<br />

dealer voor meer informatie over de<br />

aansluitpunten voor elektrische<br />

accessoires.<br />

OPMERKING<br />

Het toevoegen van elektrische<br />

apparatuur aan uw voertuig kan<br />

het voertuig beschadigen of<br />

ertoe leiden dat andere dingen<br />

niet juist werken. Een dergelijke<br />

beschadiging valt niet onder de<br />

garantie. Raadpleeg uw dealer<br />

voordat u elektrische apparatuur<br />

toevoegt.<br />

Zorg er tijdens het toevoegen<br />

van elektrische apparatuur voor<br />

dat u de juiste installatie-instructies<br />

volgt die bij de apparatuur<br />

zijn geleverd.<br />

Elektrische apparatuur mag niet<br />

meer stroom vragen dan 20<br />

ampère.<br />

OPMERKING<br />

De aansluitpunten zijn uitsluitend<br />

bedoeld voor accessoirestekkers.<br />

Bevestig geen enkel<br />

type accessoire of beugel aan de<br />

accessoirestekker. Onjuist<br />

gebruik van de aansluitingspunten<br />

kan leiden tot schade die niet<br />

door de garantie wordt gedekt.<br />

. . . 84


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 85 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

■ VERLICHTING<br />

Verlichting hoofdschakelaar<br />

De hoofdlichtschakelaar bedient de<br />

volgende verlichtingssystemen:<br />

• Koplampen<br />

• Parkeerlichten<br />

• Contourverlichting<br />

• Achterlichten<br />

• Kentekenverlichting<br />

• Verlichting van het<br />

instrumentenpaneel<br />

C<br />

A<br />

Draai de knop in de stand om het<br />

parkeerlicht en de overige verlichting<br />

in te schakelen. De koplampen<br />

branden niet.<br />

Draai de ring naar om de koplampen<br />

in te schakelen. De parkeerlichten<br />

en de overige verlichting<br />

worden ook ingeschakeld.<br />

B<br />

Druk de schakelaar in de richting<br />

van het instrumentenpaneel om van<br />

dimlicht over te schakelen op grootlicht.<br />

Trek de schakelaar in de richting<br />

van het stuurwiel om het<br />

dimlicht weer in te schakelen. Bij<br />

ingeschakeld grootlicht brandt de<br />

controlelamp op het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Draai de ring in de stand AUTO om<br />

het automatische koplampsysteem<br />

te activeren.<br />

Draai de ring in de stand om de<br />

koplampen en de overige verlichting<br />

uit te schakelen.<br />

–<br />

85 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 86 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Automatisch koplampsysteem<br />

Als deze functie actief is, worden de<br />

koplampen en andere verlichting<br />

automatisch aan- of uitgeschakeld<br />

dankzij sensors die gevoelig zijn<br />

voor omgevingslicht.<br />

Om deze voorziening goed te laten<br />

werken, mag de lichtsensor op de<br />

bovenkant van het instrumentenpaneel<br />

niet worden bedekt.<br />

Draai de ring in de stand AUTO om<br />

dit systeem in te schakelen.<br />

Wanneer het buiten donker is,<br />

worden de koplampen en andere<br />

verlichting automatisch<br />

ingeschakeld.<br />

Als het buiten weer licht genoeg is,<br />

gaan de koplampen en andere<br />

verlichting automatisch weer uit.<br />

De verlichting kan ook worden ingeschakeld<br />

wanneer u in een donkere<br />

omgeving rijdt.<br />

Door wissers ingeschakelde<br />

koplampen<br />

Wanneer de schakelaar voor de<br />

automatische verlichting in de ingeschakelde<br />

stand staat, dan zullen de<br />

koplampen in werking komen<br />

indien de voorruitwissers ongeveer<br />

zes seconden in werking zijn<br />

geweest.<br />

De koplampen gaan onmiddellijk uit<br />

nadat het contact is uitgeschakeld of<br />

nadat de ruitenwissers uitgeschakeld<br />

zijn.<br />

Lichtsignaal van grootlicht<br />

Deze voorziening maakt het mogelijk<br />

om de koplampen op grootlicht<br />

te laten knipperen om de aandacht<br />

te trekken van andere<br />

weggebruikers.<br />

Wanneer de koplampen uitgeschakeld<br />

zijn, in de dimlichtstand of de<br />

dagverlichtingsstand (indien van<br />

toepassing) wordt het grootlicht<br />

ingeschakeld.<br />

Om het te gebruiken, houdt u de<br />

multifunctionele hendel zo lang<br />

naar u toegetrokken als u het grootlicht<br />

ingeschakeld wilt hebben. Laat<br />

de hendel los om het grootlicht uit<br />

te schakelen.<br />

. . . 86


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 87 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Waarschuwingssignaal ingeschakelde<br />

verlichting<br />

Wanneer het contact is uitgeschakeld<br />

en u het bestuurdersportier<br />

opent terwijl de handmatige bediening<br />

voor de verlichting in de stand<br />

voor de koplampen of parkeerlichten<br />

staat, dan hoort u een<br />

waarschuwingssignaal.<br />

–<br />

Mistlampen<br />

Draai de ring naar en laat deze los<br />

om uw mistlampen in en uit te schakelen.<br />

De mistlampen branden<br />

alleen bij ingeschakelde parkeerlichten<br />

of koplampen.<br />

Als de mistlampen ingeschakeld<br />

zijn, gaat deze lamp in de instrumentengroep<br />

eveneens branden.<br />

Volgens de wetgeving in sommige<br />

landen moeten de koplampen zijn<br />

ingeschakeld wanneer de mistlampen<br />

aan staan.<br />

Mistachterlichten<br />

Draai de ring naar en laat deze<br />

los om uw mistachterlichten in en<br />

uit te schakelen.<br />

De mistachterlichten kunnen alleen<br />

werken wanneer het contact aan<br />

staat en de voorste mistlampen zijn<br />

ingeschakeld.<br />

Als de mistlampen achter ingeschakeld<br />

zijn, brandt het controlelampje<br />

voor de mistlampen achter in het<br />

instrumentenpaneel ook.<br />

87 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 88 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Schakel de mistlampen niet in<br />

wanneer het zicht goed is. U hindert<br />

hiermee andere verkeersdeelnemers.<br />

Het verdient geen aanbeveling<br />

de mistachterlichten in te<br />

schakelen tijdens het rijden in de<br />

stad. Mistachterlichten mogen<br />

alleen worden gebruikt bij slecht<br />

zicht en dienen alleen om de achterzijde<br />

van uw voertuig zichtbaar te<br />

maken voor andere weggebruikers.<br />

Dimmer voor de<br />

instrumentenverlichting<br />

De dimmer voor de instrumentenverlichting<br />

regelt de helderheid van de<br />

verlichting van het instrumentenpaneel.<br />

Draai de knop helemaal naar<br />

rechts om de interieurverlichting in te<br />

schakelen.<br />

De knop bevindt zich op instrumentenpaneel,<br />

naast het stuurwiel.<br />

Wanneer het dimlicht is ingeschakeld<br />

en het buiten licht is, dan vindt<br />

het dimmen van de interieurverlichting<br />

niet plaats. Hiermede wordt<br />

bewerkstelligd dat de bestuurder<br />

alle instrumenten, de displays van<br />

de radio en van de airconditioning<br />

goed kan lezen.<br />

. . . 88


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 89 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Koplampsproeiers<br />

Om de koplampen te wassen is het<br />

nodig de voorruitsproeiers in te<br />

schakelen terwijl de koplampen<br />

branden.<br />

Als het peil van de ruitenwisservloeistof<br />

laag is, werken de koplampsproeiers<br />

niet.<br />

De koplampsproeiers worden elke<br />

vijfde keer ingeschakeld dat de<br />

ruitenwissers voor de voorruit<br />

worden geactiveerd.<br />

Hoogteregelaar voor<br />

koplampen<br />

De hoogteregeling voor de koplampen<br />

kan automatisch plaatsvinden<br />

in overeenstemming met de belading<br />

van de auto.<br />

Parkeerlichten (indien van<br />

toepassing)<br />

Deze functie maakt het gemakkelijker<br />

voor anderen om uw voertuig te<br />

zien terwijl dit staat geparkeerd.<br />

U kunt de voorste parkeerlamp en<br />

het achterlicht rechts als volgt laten<br />

branden:<br />

• Zet met het contact uitgeschakeld<br />

de multifunctionele hendel<br />

helemaal omhoog alsof u wilt<br />

aangeven dat u rechtsaf slaat.<br />

–<br />

89 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 90 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

U kunt de voorste parkeerlamp en<br />

het achterlicht links als volgt laten<br />

branden:<br />

• Zet met het contact uitgeschakeld<br />

de multifunctionele hendel<br />

helemaal omlaag alsof u wilt<br />

aangeven dat u linksaf slaat.<br />

Instapverlichting<br />

Bij het openen van een portier of bij<br />

het indrukken van de ontgrendeltoets<br />

op de afstandsbediening van<br />

de sloten gaat de interieurverlichting<br />

even branden als het buiten<br />

donker is.<br />

De interieurverlichting dooft na ca.<br />

25 seconden nadat alle portieren<br />

zijn gesloten, de contactsleutel in de<br />

stand ON is gedraaid of een elektrische<br />

deurvergrendelingsschakelaar<br />

is ingedrukt.<br />

Om deze voorziening goed te laten<br />

werken, mag de lichtsensor op de<br />

bovenkant van het instrumentenpaneel<br />

niet worden bedekt.<br />

Wanneer het voertuig wordt<br />

ontgrendeld met de afstandsbediening,<br />

dan wordt de buitenverlichting<br />

ook ingeschakeld. De<br />

verlichting blijft 20 seconden branden<br />

of totdat het contactslot wordt<br />

ingeschakeld of de vergrendelknop<br />

op de afstandsbediening wordt<br />

ingedrukt.<br />

Waar gewenst kunt u de buitenverlichting<br />

zo programmeren dat deze<br />

niet automatisch wordt ingeschakeld.<br />

Raadpleeg "Bijzondere eigenschappen"<br />

eerder in dit hoofdstuk.<br />

. . . 90


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 91 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Leeslampen<br />

Uw auto kan zijn uitgerust met leeslampen.<br />

De aan/uit-schakelaars<br />

hiervan zijn naast de lampen<br />

aangebracht.<br />

Druk op de aan/uit-schakelaar om<br />

een kaartleeslamp in of uit te<br />

schakelen.<br />

Wanneer de verlichting ingeschakeld<br />

blijft, wordt deze automatisch<br />

uitgeschakeld, 10 minuten nadat de<br />

ontsteking uitgeschakeld is.<br />

Deze lampen worden automatisch<br />

ingeschakeld wanneer het openen<br />

of ontgrendelen van een portier<br />

plaatsvindt wanneer het buiten<br />

duister is.<br />

Bescherming tegen ontlading<br />

van accu<br />

Exterieurverlichting<br />

Indien de handbediende schakelaar<br />

voor de verlichting in de ingeschakelde<br />

stand blijft, nadat het contact<br />

is afgezet, dan vindt het uitschakelen<br />

van de interieurverlichting automatisch<br />

plaats na 10 minuten om<br />

het ontladen van de accu te<br />

voorkomen.<br />

Wanneer het de bedoeling is dat de<br />

verlichting blijft branden, zet dan de<br />

verlichting uit en vervolgens weer<br />

aan om de buitenverlichting weer in<br />

te schakelen.<br />

Interieurverlichting<br />

De interieurverlichting wordt<br />

10 minuten nadat het contact is<br />

afgezet automatisch uitgeschakeld.<br />

–<br />

91 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 92 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

■ VERWARMINGS- EN<br />

AIRCONDITIONINGSYS-<br />

TEEM<br />

Airconditioning met twee<br />

zones<br />

Op de volgende bladzijden wordt<br />

de bediening van het twee-zone<br />

klimaatregelsysteem beschreven.<br />

Bij dit automatische, elektronische<br />

airconditioningssysteem is het<br />

mogelijk dat de bestuurder en de<br />

voorpassagier ieder afzonderlijk een<br />

temperatuur kunnen kiezen.<br />

U kunt het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder gebruiken om het<br />

display om te zetten in Engelse of<br />

metrische eenheden.<br />

Zie "UNITS (eenheden)" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />

A B C D<br />

Aan/uit-toets<br />

Druk op in om het systeem in en<br />

uit te schakelen.<br />

Met het klimaatregelsysteem uitgeschakeld<br />

schakelt de luchtuitlaatmodus<br />

over naar de buitenluchtinstelling.<br />

E<br />

Wanneer u een willekeurige knop<br />

instelt, wordt het systeem ingeschakeld.<br />

Wanneer u echter op de recirculatietoets<br />

of de knop voor de<br />

achterruitverwarming drukt, wordt<br />

het systeem niet ingeschakeld.<br />

. . . 92


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 93 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

AUTOMATISCHE<br />

TEMPERATUURREGELING<br />

Teneinde het automatische klimaatregelsysteem<br />

juist te laten werken,<br />

mogen de sensoren niet afgedekt<br />

zijn.<br />

1. Draai de linkerknop in de stand<br />

AUTO om het systeem de ventilatorsnelheid<br />

automatisch te<br />

laten variëren. De ventilatorsnelheid<br />

varieert zodat het systeem<br />

te ingestelde temperatuur<br />

behoudt.<br />

2. Draai de rechterknop in de<br />

stand AUTO om het systeem de<br />

luchtverdelingsmodus automatisch<br />

aan te laten passen.<br />

3. Druk op de pijltjes omhoog of<br />

omlaag om de temperatuur in<br />

te stellen op een comfortabele<br />

waarde tussen 21°C en 27°C.<br />

Wanneer de automatische werking<br />

is ingeschakeld, wordt het woord<br />

AUTO op het display weergegeven.<br />

Het klimaatregelsysteem gebruikt<br />

de informatie van de sensoren om<br />

de temperatuur, ventilatorsnelheid<br />

en luchtverdelingsmodus automatisch<br />

in te stellen.<br />

De buitentemperatuur en de tijd die<br />

is verstreken sinds de laatste keer dat<br />

er met het voertuig is gereden,<br />

hebben invloed op hoe snel het<br />

interieur warm wordt.<br />

Bij heet of koud weer kan het enkele<br />

minuten duren voordat het systeem<br />

is ingesteld.<br />

Door de warmste of koudste temperatuurinstelling<br />

te kiezen, zal het<br />

systeem niet sneller verwarmen of<br />

koelen.<br />

Bij koud weer zal het systeem beginnen<br />

met een verlaagde ventilatorsnelheid<br />

om te voorkomen dat<br />

koude lucht in de auto wordt<br />

geblazen.<br />

Pas zonodig de temperatuur aan.<br />

–<br />

93 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 94 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

TEMPERATUURREGELING<br />

Temperatuurregeling voor de<br />

bestuurder<br />

Druk op het pijltje omhoog of<br />

omlaag aan de bestuurderszijde om<br />

de temperatuur voor de bestuurderszijde<br />

aan te passen.<br />

Als u de automatische modus van<br />

het klimaatregelsysteem wilt gebruiken,<br />

moet u de temperatuur instellen<br />

op een comfortabele instelling<br />

tussen 21°C (70°F) en 27°C (80°F).<br />

A B C D<br />

Temperatuurregeling voor de<br />

passagier<br />

Druk op om de temperatuurregeling<br />

aan de passagierszijde in of uit<br />

te schakelen.<br />

Druk nog een keer op om de<br />

temperatuur aan de passagierszijde<br />

op dezelfde waarde als aan de<br />

bestuurderszijde in te stellen.<br />

Druk op het pijltje omhoog of<br />

omlaag aan de passagierszijde om<br />

de temperatuur voor de passagierszijde<br />

aan te passen.<br />

E<br />

Als de temperatuurregeling voor de<br />

passagier niet is ingeschakeld, regelt<br />

de temperatuurregeling voor de<br />

bestuurder de temperatuur voor het<br />

volledige voertuig.<br />

De temperatuur aan passagierszijde<br />

wordt alleen weergegeven wanneer<br />

de temperatuurschakelaar voor de<br />

passagierszijde is ingeschakeld.<br />

. . . 94


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 95 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

HANDMATIGE BEDIENING<br />

Regelaar voor ventilatorsnelheid<br />

Draai de linkerknop om de ventilatorsnelheid<br />

te verhogen of te<br />

verlagen.<br />

Draai de linkerknop in de stand<br />

AUTO om het systeem de ventilatorsnelheid<br />

automatisch te laten<br />

variëren. De ventilatorsnelheid varieert<br />

zodat het systeem te ingestelde<br />

temperatuur behoudt.<br />

Regelaar voor luchtverdeling<br />

De rechterknop is voor het regelen<br />

van de luchtverdelingsmodus.<br />

U kunt kiezen uit een van de onderstaande<br />

standen:<br />

Met deze modus wordt de<br />

lucht naar de luchtroosters<br />

in het instrumentenpaneel<br />

gevoerd.<br />

De luchtverdelingsmodus<br />

leidt de luchtstroom naar zowel<br />

de blaasmonden in het<br />

instrumentenpaneel als de<br />

blaasmonden in de vloer. De<br />

lucht uit de blaasmonden in<br />

de vloer kan iets worden<br />

verwarmd.<br />

De verwarmingsstand leidt<br />

de meeste lucht naar de<br />

luchtroosters in de beenruimte,<br />

terwijl een kleine<br />

hoeveelheid lucht naar het<br />

ventilatiesysteem van de<br />

voorruit en de zijruiten<br />

wordt geleid.<br />

De recirculatiefunctie wordt<br />

automatisch uitgeschakeld.<br />

In de stand voor ontwasemen<br />

wordt de lucht verdeeld over<br />

de ontwasemingsroosters<br />

voor de voorruit, de luchtroosters<br />

in de beenruimten en<br />

de ontwasemingsroosters<br />

voor de zijruiten.<br />

Gebruik deze stand om beslagen<br />

voor- en zijruiten te<br />

ontwasemen.<br />

Als de stand voor ontwasemen<br />

wordt geselecteerd terwijl<br />

de recirculatiefunctie is<br />

ingeschakeld, dan wordt de<br />

recirculatiefunctie automatisch<br />

uitgeschakeld.<br />

Als de recirculatieknop<br />

wordt ingedrukt terwijl de<br />

ontdooi- of de verwarmen/<br />

ontwasemen-stand is geselecteerd,<br />

schakelt de recirculatiefunctie<br />

na tien minuten<br />

automatisch uit.<br />

In deze stand wordt bij een<br />

buitentemperatuur van<br />

meer dan 0°C de compressor<br />

van de airconditioning<br />

ingeschakeld.<br />

–<br />

95 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 96 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Gebruik deze stand bij koud<br />

weer om condens of ijs van<br />

de voorruit te verwijderen.<br />

De meeste lucht wordt naar<br />

de ontdooiroosters voor de<br />

voorruit gevoerd waarbij een<br />

klein gedeelte naar de ontwasemingssleuven<br />

voor de<br />

zijruiten wordt gevoerd.<br />

De recirculatiefunctie wordt<br />

automatisch uitgeschakeld.<br />

In deze stand wordt bij een<br />

buitentemperatuur van<br />

meer dan 0°C de compressor<br />

van de airconditioning<br />

ingeschakeld.<br />

Veeg altijd de condens, sneeuw, ijs<br />

of iets anders van de ramen dat het<br />

zicht kan belemmeren voordat u<br />

met het voertuig gaat rijden.<br />

Draai de knop in de stand AUTO om<br />

het systeem de luchtverdelingsmodus<br />

automatisch aan te laten<br />

passen.<br />

A B C D<br />

Regelaar voor luchtinlaat<br />

Druk herhaaldelijk op de toets voor<br />

de buitenluchtstand om één van<br />

de volgende standen te selecteren:<br />

Deze modus selecteert automatisch<br />

de beste luchtinlaatstand<br />

voor het koelen of<br />

verwarmen van het<br />

voertuig.<br />

U kunt het automatische klimaatregelsysteem<br />

activeren<br />

door de regelaar voor de<br />

ventilatorsnelheid en de regelaar<br />

voor de luchtuitlaat<br />

naar AUTO te draaien.<br />

E<br />

De instelling AUTO zorgt<br />

dat het systeem in de automatische<br />

stand werkt. Het<br />

systeem schakelt automatisch<br />

de recirculatiestand in<br />

en uit.<br />

Selecteer deze modus om de<br />

luchtkwaliteitssensor (waar<br />

van toepassing) te activeren.<br />

Raadpleeg "Luchtkwaliteitssensor"<br />

voor meer informatie.<br />

. . . 96


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 97 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Bij deze modus wordt de<br />

lucht in het voertuig gerecirculeerd.<br />

Dit is nuttig om<br />

geurtjes buiten te houden<br />

en om het interieur snel te<br />

koelen.<br />

Deze functie werkt niet samen<br />

met de functie<br />

"ontdooien".<br />

Als de ontdooi- of de verwarmen/ontwasemen-stand<br />

is<br />

geselecteerd, wordt de recirculatiefunctie<br />

automatisch<br />

uitgeschakeld.<br />

Ga terug naar de buitenluchtmodus<br />

om de normale<br />

werking weer in te schakelen<br />

en om te voorkomen dat de<br />

lucht in de passagiersruimte<br />

muf wordt.<br />

Wanneer het systeem op<br />

AUTO staat, komt er geen<br />

muffe licht in de<br />

passagiersruimte.<br />

De buitenluchtmodus schakelt<br />

de recirculatiefunctie uit<br />

en circuleert buitenlucht in<br />

het voertuig.<br />

Wanneer er een ontwasemings-<br />

of ontdooistand is<br />

geselecteerd, schakelt het<br />

systeem automatisch over<br />

op de buitenluchtstand.<br />

Airconditioningmodus<br />

De compressor van de airconditioning<br />

koelt af en ontvochtigt de lucht<br />

in het voertuig.<br />

Druk op om de compressor van<br />

de airconditioning handmatig in en<br />

uit te schakelen.<br />

In de automatische stand wordt de<br />

compressor van de airconditioning<br />

wanneer nodig ingeschakeld.<br />

Soms loopt er water onder de motor<br />

uit wanneer u met de airconditioning<br />

ingeschakeld heeft gereden.<br />

Dit is normaal, omdat het koelsysteem<br />

het vocht uit de lucht haalt.<br />

–<br />

97 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 98 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Sensoren<br />

Het klimaatregelsysteem gebruikt<br />

de informatie van de sensoren om<br />

de temperatuur, ventilatorsnelheid<br />

en luchtverdelingsmodus automatisch<br />

in te stellen.<br />

Teneinde het automatische klimaatregelsysteem<br />

juist te laten werken,<br />

mogen de sensoren niet afgedekt<br />

zijn.<br />

Zonlichtsensor<br />

De sensor bevindt zich bovenop het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Temperatuursensor<br />

De binnentemperatuursensor<br />

bevindt zich onder het<br />

klimaatregelpaneel.<br />

De buitentemperatuursensor<br />

bevindt zich aan de voorzijde van<br />

het voertuig, achter de grille.<br />

Luchtkwaliteitssensor (indien van<br />

toepassing)<br />

Druk met het klimaatregelsysteem in<br />

de automatische stand herhaaldelijk<br />

op de toets voor de buitenluchtstand<br />

om de luchtkwaliteitssensor te<br />

activeren.<br />

Het display van het klimaatregelsysteem<br />

geeft AUTO weer onder het<br />

silhouet van een voertuig.<br />

Wanneer de sensor waarneemt dat<br />

de luchtkwaliteit slecht is (schadelijke<br />

uitlaatgassen van oudere, slechter<br />

draaiende voertuigen of<br />

voertuigen met dieselmotor), wordt<br />

de recirculatiestand van het klimaatregelsysteem<br />

automatisch<br />

ingeschakeld.<br />

Wanneer de sensor een slechte<br />

luchtkwaliteit waarneemt, wordt er<br />

een recirculatiesymbool in het<br />

silhouet weergegeven.<br />

. . . 98


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 99 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Onder bepaalde omstandigheden<br />

activeert de sensor de recirculatiestand<br />

niet, zelfs niet als de luchtkwaliteit<br />

slecht is.<br />

• Bij koud weer kan het gebeuren<br />

dat de sensor de recirculatiestand<br />

niet activeert om te<br />

voorkomen dat de ramen<br />

beslaan.<br />

•Wanneer de recirculatiefunctie<br />

langere tijd gebruikt wordt, kan<br />

de lucht in het voertuig te<br />

droog worden.<br />

De sensor kan dan de recirculatie<br />

uitschakelen hoewel de luchtkwaliteit<br />

nog altijd slecht is.<br />

De luchtkwaliteitssensor neemt<br />

geen organische of chemische geurtjes<br />

waar. U kunt deze soorten geurtjes<br />

verminderen door handmatig<br />

de recirculatiestand in te schakelen.<br />

Zie "Recirculatie" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Opmerking:<br />

Het systeem van de luchtkwaliteitssensor<br />

neemt geen koolmonoxide<br />

(CO) waar; dit is een<br />

onzichtbaar en reukloos gas.<br />

Luchtroosters<br />

Gebruik de knop in het midden van<br />

het rooster om de richting van de<br />

luchtstroom te wijzigen.<br />

Beweeg de roosters omhoog,<br />

omlaag, naar rechts of naar links om<br />

de luchtstroom in de gewenste richting<br />

te leiden.<br />

U kunt een rooster openen of sluiten<br />

met het kartelwieltje.<br />

–<br />

99 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 100 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Tips voor het gebruik<br />

Voor u de airconditioning gebruikt,<br />

moet u eerst enkele minuten de<br />

ramen openen om de warme lucht<br />

te laten ontsnappen. Houd tijdens<br />

het gebruik van de airconditioning<br />

de ramen gesloten.<br />

Houd de motorkap en de luchtinlaten<br />

aan de voorzijde vrij van ijs,<br />

sneeuw, bladeren of andere<br />

obstakels.<br />

Gebruik op uw auto alleen door GM<br />

goedgekeurde luchtgeleiders voor<br />

de motorkap.<br />

Leg geen voorwerpen onder de<br />

voorstoelen, zodat de lucht door het<br />

voertuig kan circuleren.<br />

Indien weinig lucht door het<br />

klimaatregelsysteem stroomt, dan<br />

kan het nodig zijn dat het filter moet<br />

worden vervangen. Zie "Luchtfilter<br />

voor luchttoevoer interieur" in<br />

hoofdstuk 4 voor meer gegevens.<br />

Wanneer het systeem in de automatische<br />

stand staat, kunt u de temperatuur<br />

naar wens opnieuw afstellen.<br />

A B C D<br />

Achterruitverwarming<br />

Om deze functie te laten werken<br />

moet de motor lopen.<br />

Druk op om de achterruit te<br />

ontwasemen. De achterruitverwarming<br />

wordt automatisch na 20<br />

minuten uitgeschakeld wanneer uw<br />

voertuig langzaam rijdt. Bij hogere<br />

snelheden is de achterruitverwarming<br />

continu ingeschakeld.<br />

Wanneer de achterruitverwarming<br />

na de eerste cyclus van 20 minuten<br />

onmiddellijk opnieuw wordt ingeschakeld,<br />

blijft hij iedere keer slechts<br />

10 minuten werken.<br />

E<br />

. . . 100


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 101 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

De verwarming van de buitenspiegels<br />

werkt in combinatie met de<br />

achterruitverwarming.<br />

OPMERKING<br />

Gebruik voor het reinigen van de<br />

binnenzijde van de achterruit<br />

geen scherpe voorwerpen. U<br />

kunt zo het dradennet voor<br />

verwarming of de antenne die in<br />

de achterruit geïntegreerd is,<br />

beschadigen. De reparaties<br />

worden niet gedekt door uw<br />

garantie.<br />

Bevestig geen tijdelijke kentekenplaat,<br />

plakband of stickers op de<br />

achterruitverwarming.<br />

Airconditioning achter<br />

(waar aanwezig)<br />

Wanneer uw voertuig is uitgerust<br />

met de airconditioning voor de<br />

passagiers achterin, dan zijn er twee<br />

regelaars voor de ventilatorsnelheid<br />

waarmee u koele lucht achter in het<br />

voertuig kunt laten stromen.<br />

Een regelaar voor de aanjagersnelheid<br />

in de dakconsole kan worden<br />

bereikt door de inzittenden voorin.<br />

Het andere paneel, in de hemelbekleding<br />

boven de tweede rij zitplaatsen,<br />

kan door de passagiers achterin<br />

de auto worden bereikt.<br />

De airconditioning voor de passagiers<br />

achterin kan geen lucht<br />

verwarmen.<br />

Er komt alleen koele lucht uit de<br />

luchtroosters achter.<br />

Bediening voor<br />

Draai de knop voorin voor de aanjager<br />

van het klimaatregelsysteem<br />

achterin naar de gewenste ventilatorsnelheid<br />

achterin. Draai de knop<br />

in de stand O om de aanjager<br />

achterin uit te schakelen.<br />

–<br />

101 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 102 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Bediening achter<br />

U kunt de ventilatorsnelheid als<br />

volgt met de bedieningstoetsen<br />

achter instellen:<br />

1. Draai de aanjagerknop in het<br />

voorste bedieningspaneel in de<br />

stand AUX zodat de achterpassagiers<br />

de achterste bedieningsknoppen<br />

kunnen gebruiken.<br />

2. Draai de achterste knop naar<br />

rechts om de ventilatorsnelheid<br />

te verhogen of naar links om de<br />

ventilatorsnelheid te verlagen.<br />

Draai de knop naar om de airconditioning<br />

achterin uit te schakelen.<br />

Luchtfilter voor<br />

passagiersruimte<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

luchtfilter in het passagierscompartiment<br />

dat de buitenlucht filtert die<br />

het voertuig binnenkomt.<br />

Vervang het filter met de tussenpozen<br />

die in het onderhoudsoverzicht<br />

is vermeld.<br />

Het toegangspaneel voor het filter<br />

bevindt zich aan de passagierszijde<br />

van de motorruimte, onder de<br />

motorkap bij de onderzijde van de<br />

voorruit.<br />

Zie "Luchtfilter voor de passagiersruimte"<br />

in hoofdstuk 4 voor meer<br />

sgegevens.<br />

. . . 102


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 103 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

■ GELUIDSINSTALLATIE<br />

EN KLOK<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u uitgebreid met het<br />

entertainmentsysteem bezig<br />

bent, hebt u meer kans op een<br />

aanrijding met letsel of de dood<br />

tot gevolg.<br />

Veilig rijden gaat voor alles.<br />

Gebruik het systeem alleen<br />

wanneer de weg- en verkeersomstandigheden<br />

dit toelaten.<br />

De bestuurder moet zijn volledige<br />

aandacht bij het rijden<br />

houden.<br />

OPMERKING<br />

Extra gemonteerde elektronische<br />

apparatuur zoals een geluidsinstallatie,<br />

een cd-speler, MCzender/ontvanger,<br />

autotelefoon<br />

of zend-/ontvanginstallatie<br />

kunnen een negatieve invloed<br />

uitoefenen op de werking van<br />

motor, radio of overige systemen<br />

en deze zelfs beschadigen. Neem<br />

bij twijfel contact op met uw<br />

dealer.<br />

OPMERKING<br />

Gebruik van een mobiele telefoon<br />

kan storing veroorzaken bij<br />

de ontvangst van autoradio.<br />

Deze storing wordt omschreven<br />

als een verhoogd niveau statische<br />

ruis als er naar de radio wordt<br />

geluisterd. Als u statische ruis<br />

hoort, terwijl u naar de radio luistert,<br />

verwijder dan de mobiele<br />

telefoon en schakel deze uit.<br />

Indien uw voertuig is uitgerust met<br />

een navigatiesysteem dan is de radio<br />

samengebouwd met het regelpaneel<br />

van dat systeem. Zie het afzonderlijke<br />

handboek voor het<br />

navigatiesysteem en de radio voor<br />

meer informatie.<br />

Als uw voertuig ook is uitgerust met<br />

een entertainmentsysteem voor<br />

achterpassagiers, zie dan de aparte<br />

handleiding voor het<br />

navigatiesysteem.<br />

In andere gevallen is uw voertuig<br />

voorzien van één van de volgende<br />

geluidsinstallaties:<br />

• RDS-geluidsinstallatie met cdspeler<br />

of cd-speler voor 6 cd's<br />

Neem wanneer uw voertuig staat<br />

geparkeerd de tijd om de knoppen<br />

en bediening van het systeem te<br />

leren kennen en de verschillende<br />

functies in te stellen.<br />

Op die manier kunt u het systeem<br />

gemakkelijker gebruiken en op de<br />

weg blijven letten.<br />

–<br />

103 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 104 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

RDS-GELUIDSINSTALLATIE<br />

MET CD-SPELER OF CD-SPE-<br />

LER VOOR 6 CD'S<br />

Op de volgende bladzijden vindt u<br />

uitgebreide informatie over hoe u<br />

de geluidsinstallatie in uw auto het<br />

beste kunt bedienen.<br />

Om de radio te kunnen inschakelen,<br />

moet het contact aangezet zijn of de<br />

accessoirevoeding ingeschakeld<br />

zijn.<br />

Zie "Accessoirevoeding" voor<br />

informatie.<br />

Uw auto is voorzien van een RDS<br />

radio. RDS betekent Radio Data<br />

System, hetgeen inhoudt dat gecodeerde<br />

informatie via de FMfrequentie<br />

kan worden<br />

doorgegeven.<br />

RDS-voorzieningen zijn alleen<br />

beschikbaar voor FM-zenders die<br />

RDS-informatie uitzenden.<br />

In gebieden waar RDS niet beschikbaar<br />

is, werkt de stand RDS (radio<br />

data system) niet en moet niet<br />

worden ingeschakeld.<br />

De displays die in deze handleiding<br />

worden getoond, zijn typerend. De<br />

werkelijke displays in uw auto zijn<br />

afhankelijk van de bepaalde opties<br />

die in uw auto aanwezig zijn en van<br />

de taal waarop het systeem is<br />

ingesteld.<br />

. . . 104


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 105 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Digitale klok (RDS-geluidsinstallatie<br />

met cd-speler)<br />

Uw auto is voorzien van een digitale<br />

klok die zich in het display van de<br />

geluidsinstallatie bevindt.<br />

Druk op om de tijdsweergave te<br />

openen terwijl het contact is<br />

uitgeschakeld.<br />

Weergave van de tijd en datum<br />

inschakelen/uitschakelen<br />

1. Druk op de voedings-/volumeknop<br />

om het systeem in te<br />

schakelen.<br />

2. Druk op totdat de menu's<br />

voor het instellen van de tijd en<br />

datum worden weergegeven.<br />

3. Druk op de druktoets onder de<br />

pijl naar voren totdat het menu<br />

voor de standaardinstellingen<br />

voor tijd en datum wordt<br />

weergegeven.<br />

4. Druk op de druktoets onder ON<br />

of OFF om de tijdsweergave in<br />

en uit te schakelen.<br />

Wanneer de klok is ingeschakeld,<br />

wordt RADIO CLOCK ON<br />

(radioklok aan) tien seconden<br />

weergeven en daarna wordt het<br />

klokmenu weergegeven.<br />

Wanneer de klok is uitgeschakeld,<br />

wordt RADIO CLOCK OFF<br />

(radioklok uit) tien seconden<br />

weergegeven en daarna wordt<br />

ON weergegeven om aan te geven<br />

dat de tijdsweergave eventueel<br />

kan worden ingeschakeld.<br />

De radio- en analoge klokken zijn<br />

niet gesynchroniseerd. Zie "De tijd<br />

en datum instellen" verderop in dit<br />

hoofdstuk om beide klokken te<br />

synchroniseren.<br />

De tijd en datum instellen<br />

1. Druk op de voedings-/volumeknop<br />

om het systeem in te<br />

schakelen.<br />

2. Druk de toets in.<br />

HR, MIN, MM, DD en YYYY<br />

(uur, minuut, maand, dag en<br />

jaar) wordt op het display boven<br />

de druktoetsen weergegeven.<br />

3. Druk op de druktoetsen onder<br />

de gewenste instelling.<br />

–<br />

105 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 106 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Ga als volgt te werk om de datum<br />

of tijd aan te passen:<br />

- Druk nog een keer op de druktoets<br />

om de tijd of datum met<br />

één toe te laten nemen.<br />

- Druk op het rechterpijltje SEEK<br />

of de toets FWD om de tijd of<br />

datum te verhogen.<br />

- Druk op het linkerpijltje SEEK<br />

of de toets REV om de tijd of<br />

datum te verlagen.<br />

- Draai de knop om de tijd of<br />

datum aan te passen.<br />

De standaardinstellingen voor de<br />

tijd en datum aanpassen<br />

U kunt de tijdsweergave op 12 uur<br />

of 24 uur en de datumweergave als<br />

maand/dag/jaar of dag/maand/jaar<br />

instellen:<br />

1. Druk de toets in.<br />

2. Druk op de druktoets onder het<br />

pijltje vooruit totdat 12H, 24H,<br />

MM/DD/YYYY (maand/dag/<br />

jaar) en DD/MM/YYYY (dag/<br />

maand/jaar) op het display<br />

boven de druktoetsen wordt<br />

weergegeven.<br />

3. Druk op de druktoetsen onder<br />

de gewenste instelling.<br />

4. Druk nog een keer op de toets<br />

om de geselecteerde standaardweergave<br />

toe te passen of<br />

het display automatisch uit te<br />

laten schakelen door niets te<br />

doen.<br />

. . . 106


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 107 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Digitale klok (RDS-geluidsinstallatie<br />

met cd-speler voor<br />

6 cd's)<br />

Uw auto is voorzien van een digitale<br />

klok die zich in het display van de<br />

geluidsinstallatie bevindt.<br />

Druk op om de tijdsweergave te<br />

openen terwijl het contact is<br />

uitgeschakeld.<br />

Weergave van de tijd en datum<br />

inschakelen/uitschakelen<br />

1. Druk op de voedings-/volumeknop<br />

om het systeem in te<br />

schakelen.<br />

2. Druk op de toets MENU totdat<br />

het kloksymbool wordt<br />

weergegeven.<br />

3. Druk op de druktoets onder het<br />

kloksymbool totdat de tijds- en<br />

datuminstellingen worden<br />

weergegeven.<br />

4. Druk op de druktoets onder de<br />

pijl naar voren totdat het menu<br />

voor de standaardinstellingen<br />

voor tijd en datum wordt<br />

weergegeven.<br />

5. Druk op de druktoets onder ON<br />

of OFF om de tijdsweergave in<br />

en uit te schakelen.<br />

Wanneer de klok is ingeschakeld,<br />

wordt RADIO CLOCK ON<br />

(radioklok aan) tien seconden<br />

weergeven en daarna wordt het<br />

klokmenu weergegeven.<br />

Wanneer de klok is uitgeschakeld,<br />

wordt RADIO CLOCK OFF<br />

(radioklok uit) tien seconden<br />

weergegeven en daarna wordt<br />

ON weergegeven om aan te geven<br />

dat de tijdsweergave eventueel<br />

kan worden ingeschakeld.<br />

De radio- en analoge klokken zijn<br />

niet gesynchroniseerd. Zie "De tijd<br />

en datum instellen" verderop in dit<br />

hoofdstuk om beide klokken te<br />

synchroniseren.<br />

–<br />

107 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 108 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

De tijd en datum instellen<br />

1. Druk op de voedings-/volumeknop<br />

om het systeem in te<br />

schakelen.<br />

2. Druk op de toets MENU totdat<br />

het kloksymbool wordt<br />

weergegeven.<br />

3. Druk op de druktoets onder het<br />

kloksymbool en HR, MIN, MM,<br />

DD en YYYY (uur, minuut,<br />

maand, dag en jaar) worden op<br />

het display boven de druktoetsen<br />

weergegeven.<br />

4. Druk op de druktoetsen onder<br />

de gewenste instelling.<br />

Ga als volgt te werk om de datum<br />

of tijd aan te passen:<br />

- Druk nog een keer op de druktoets<br />

om de tijd of datum met<br />

één toe te laten nemen.<br />

- Druk op het rechterpijltje SEEK<br />

of de toets FWD om de tijd of<br />

datum te verhogen.<br />

- Druk op het linkerpijltje SEEK<br />

of de toets REV om de tijd of<br />

datum te verlagen.<br />

- Draai de knop om de tijd of<br />

datum aan te passen.<br />

. . . 108


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 109 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

De standaardinstellingen voor de<br />

tijd en datum aanpassen<br />

U kunt de tijdsweergave op 12 uur<br />

of 24 uur en de datumweergave als<br />

maand/dag/jaar of dag/maand/jaar<br />

instellen:<br />

1. Druk op de toets MENU totdat<br />

het kloksymbool wordt<br />

weergegeven.<br />

2. Druk op de druktoets onder het<br />

kloksymbool totdat de tijd- en<br />

datuminstellingen samen met<br />

het pijltje vooruit worden<br />

weergegeven.<br />

3. Druk op de druktoets onder het<br />

pijltje vooruit totdat 12H, 24H,<br />

MM/DD/YYYY (maand/dag/<br />

jaar) en DD/MM/YYYY (dag/<br />

maand/jaar) op het display<br />

boven de druktoetsen wordt<br />

weergegeven.<br />

4. Druk op de druktoetsen onder<br />

de gewenste instelling.<br />

5. Druk nog een keer op de toets<br />

MENU om de geselecteerde<br />

standaardweergave toe te passen<br />

of het display automatisch<br />

uit te laten schakelen door niets<br />

te doen.<br />

Bediening van de radio<br />

AAN/UIT-TOETS<br />

Druk lichtjes op de knop om het<br />

systeem in te schakelen. Druk nog<br />

een keer op de knop om het<br />

systeem uit te schakelen.<br />

VOLUMEREGELAAR<br />

Draai de knop naar rechts om het<br />

volume te laten toenemen en naar<br />

links om het te laten afnemen.<br />

–<br />

109 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 110 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

AUTOMATISCHE<br />

VOLUMEREGELING<br />

Automatische volumeregeling is<br />

beschikbaar in voertuigen die zijn<br />

uitgerust met het Bose ® -audiosysteem.<br />

Deze voorziening zorgt ervoor dat<br />

het geluidsvolume bij het toenemen<br />

van de rijgeluiden bij hogere snelheden<br />

automatisch wordt<br />

gecompenseerd.<br />

1. Zet het volume op het<br />

gewenste niveau door de toets<br />

te draaien.<br />

2. Druk op de toets MENU om het<br />

instellingenmenu voor de radio<br />

weer te geven.<br />

3. Druk op de druktoets onder<br />

AUTO VOLUM om de vier<br />

volumecompensatieniveaus<br />

weer te geven.<br />

4. Druk op de druktoetsen onder<br />

de gewenste instelling.<br />

U kunt kiezen tussen LOW (laag),<br />

MEDIUM (normaal), HIGH (hoog)<br />

en OFF (uit).<br />

Elke hogere instelling geeft meer<br />

volumecompensatie bij hogere<br />

rijsnelheden. In de stand OFF is deze<br />

functie uitgeschakeld.<br />

Wanneer het display tien seconden<br />

niet wordt gebruikt, wordt het<br />

uitgeschakeld.<br />

Als deze voorziening is ingeschakeld,<br />

stelt de geluidsinstallatie automatisch<br />

het volume bij zodat de<br />

geluidssterkte die u hoort steeds<br />

gelijk blijft.<br />

. . . 110


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 111 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

TOONREGELING MET DE HAND<br />

1. Druk op de toets totdat<br />

BASS (lage tonen), MID (middentonen)<br />

en TREB (hoge<br />

tonen) op het display wordt<br />

weergegeven.<br />

2. Blijf herhaaldelijk op de toets<br />

drukken om de gewenste regeling<br />

te markeren of druk op de<br />

druktoets onder de gewenste<br />

regeling.<br />

3. Nadat u de juiste regeling heeft<br />

geselecteerd, draait u de knop<br />

naar rechts of links, druk u<br />

op de pijltjestoetsen links of<br />

rechts SEEK of drukt u op de<br />

toetsen FWD of REV om het<br />

niveau van de geselecteerde<br />

toon te verhogen of verlagen.<br />

De middenstand zorgt voor balans<br />

in het niveau.<br />

U kunt een toonregeling snel instellen<br />

op de middelste stand door de<br />

druktoets onder BASS (lage tonen),<br />

MID (middentonen) of TREB (hoge<br />

tonen) meer dan twee seconden in<br />

te drukken.<br />

U zult één pieptoon horen.<br />

U kunt snel alle luidspreker- en<br />

geluidsregelingen op hun middenposities<br />

instellen door geen regeling<br />

te selecteren. Houd dan gewoon de<br />

knop ingedrukt.<br />

U zult één pieptoon horen.<br />

Wanneer een zender zwak of met<br />

veel ruis doorkomt, is een lagere<br />

instelling voor hoge tonen soms<br />

nuttig.<br />

LUIDSPREKERS AFSTELLEN<br />

Om de balans of de fade van de luidspreker<br />

aan te passen, doet u het<br />

volgende:<br />

1. Draai de knop totdat BAL/<br />

FADE (balans/fade) op het display<br />

wordt weergegeven.<br />

2. Blijf herhaaldelijk op de toets<br />

drukken om de gewenste regeling<br />

te markeren of druk op de<br />

druktoets onder de gewenste<br />

regeling.<br />

Door BAL te kiezen, kunt u het<br />

geluid tussen de rechter- en linkerluidsprekers<br />

regelen. Door<br />

FADE te kiezen kunt u het geluid<br />

tussen de voor- en achterluidsprekers<br />

regelen.<br />

–<br />

111 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 112 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

3. Nadat u de juiste regeling heeft<br />

geselecteerd, draait u de knop<br />

naar rechts of links, druk u<br />

op de pijltjestoetsen links of<br />

rechts SEEK of drukt u op de<br />

toetsen FWD of REV om het<br />

niveau van de geselecteerde<br />

regeling te verhogen of<br />

verlagen.<br />

U kunt een luidsprekerregeling snel<br />

instellen op de middenpositie door<br />

de druktoets onder de gewenste<br />

regeling meer dan twee seconden<br />

ingedrukt te houden.<br />

U zult één pieptoon horen.<br />

U kunt snel beide luidsprekerregelingen<br />

snel op hun middenposities<br />

instellen door de knop meer dan<br />

twee seconden ingedrukt te<br />

houden.<br />

U zult één pieptoon horen.<br />

EEN ZENDER ZOEKEN<br />

Golfbandkeuze<br />

Druk op BAND om AM of FM te<br />

selecteren.<br />

Afstemmen<br />

Draai de knop naar rechts om<br />

naar de volgende zender en naar<br />

links om naar de vorige zender te<br />

gaan.<br />

Automatisch zoeken van<br />

radiozenders<br />

Druk op het rechterpijltje SEEK; de<br />

radio gaat naar de volgende zender<br />

en blijft daar staan. Druk op het<br />

linkerpijltje SEEK om naar de vorige<br />

zender te gaan en daar te blijven<br />

staan.<br />

De radio zoekt alleen naar zenders<br />

die zich binnen de geselecteerde<br />

band bevinden.<br />

De radio zal niet stoppen bij radiozenders<br />

met zwakke ontvangst.<br />

. . . 112


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 113 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Radiozenders scannen<br />

U kunt langs zenders scannen door<br />

het pijltje links of rechts SEEK drie<br />

seconden ingedrukt te houden<br />

totdat u een piep hoort. De radio<br />

gaat naar de volgende of vorige<br />

zender, blijft daar enkele seconden<br />

staan en gaat daarna naar de<br />

volgende zender.<br />

Druk de toets opnieuw in om met<br />

scannen te stoppen.<br />

De radio scant alleen zenders die<br />

zich binnen de geselecteerde band<br />

bevinden.<br />

De radio zal niet stoppen bij radiozenders<br />

met zwakke ontvangst.<br />

Radiozenders<br />

voorprogrammeren<br />

Uw geluidsinstallatie kan maximaal<br />

36 extra voorkeurzenders opslaan<br />

met de zes beschikbare voorkeurzenderlijsten<br />

voor meerdere<br />

banden.<br />

Er kunnen op elke lijst 6 voorkeurzenders<br />

worden opgeslagen.<br />

De voorkeurzenders op een lijst<br />

kunnen van verschillende radiobanden<br />

zijn.<br />

Druk op de toets FAV (favorieten)<br />

om door de lijsten te bladeren.<br />

De opgeslagen zenders voor elke<br />

lijst worden weergegeven op het<br />

display boven de druktoetsen voor<br />

voorkeurzenders.<br />

U kunt het aantal pagina's Favorieten<br />

instellen:<br />

1. Druk op de toets MENU om het<br />

instellingenmenu voor de radio<br />

weer te geven.<br />

2. Druk op de druktoets onder<br />

FAV 1-6.<br />

3. Selecteer het aantal pagina's<br />

voor Favorieten door op de<br />

druktoets onder het paginanummer<br />

te drukken.<br />

4. Druk op de toets FAV (favorieten)<br />

of laat het display automatisch<br />

uitschakelen. Ga terug<br />

naar het display voor de hoofdradio<br />

om met het programmeren<br />

van zenders te beginnen.<br />

–<br />

113 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 114 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

U kunt een radiozender als volgt<br />

op een voorkeurzenderlijst<br />

opslaan:<br />

1. Druk op BAND om AM of FM<br />

te selecteren.<br />

2. Stem op een radiozender af.<br />

3. Druk op de toets FAV (favorieten)<br />

om één van de maximaal<br />

zes lijsten weer te geven<br />

waarop zenders worden<br />

opgeslagen.<br />

4. Houd één van de zes voorkeurtoets<br />

ingedrukt tot u een pieptoon<br />

hoort. Als u die toets<br />

opnieuw indrukt, wordt op de<br />

voorkeurzender afgestemd.<br />

5. Het zendernummer wordt op<br />

het display boven de drukknop<br />

weergegeven.<br />

6. Herhaal deze handelingen voor<br />

iedere voorkeuzetoets.<br />

U kunt als volgt een voorkeurzender<br />

uit de lijst met voorkeurzenders<br />

voor meerdere banden<br />

oproepen:<br />

1. Druk herhaaldelijk op FAV<br />

(favorieten) om door de<br />

gewenste lijst te bladeren.<br />

2. Raak de toets van de gewenste<br />

voorkeurzender aan.<br />

Er wordt tussen de banden van<br />

de radio geschakeld (indien nodig)<br />

en de geselecteerde zender<br />

wordt opgeroepen.<br />

BESCHIKBAARHEID VAN RADIO<br />

DATA SYSTEM (RDS)<br />

RDS-voorzieningen zijn alleen<br />

beschikbaar voor FM-zenders die<br />

RDS-informatie uitzenden.<br />

Als het audiosysteem is afgestemd<br />

op een zender die geen RDS informatie<br />

uitzendt, dan zal de frequentie<br />

van de zender op het display<br />

blijven.<br />

In gebieden waar RDS niet beschikbaar<br />

is, werkt de stand RDS (radio<br />

data system) niet en moet niet<br />

worden ingeschakeld.<br />

In uitzonderlijke gevallen kan een<br />

radiozender onjuiste informatie<br />

uitzenden waardoor de radiofuncties<br />

niet juist zullen werken. Als dit<br />

gebeurt, moet u contact opnemen<br />

met de radiozender.<br />

. . . 114


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 115 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Als u hebt afgestemd op een RDSzender,<br />

verschijnt de naam van de<br />

radiozender op het display in plaats<br />

van de frequentie.<br />

De meeste RDS-zenders geven hun<br />

zendernaam, de tijd en het<br />

programmatype voor het actuele<br />

programma.<br />

Zenders kunnen ook de naam weergeven<br />

van het programma dat<br />

wordt uitgezonden.<br />

Eigenschappen en bediening van<br />

het RDS<br />

Het RDS-systeem:<br />

• biedt u de mogelijkheid alleen<br />

radiozenders op te zoeken met<br />

het type programma waarnaar u<br />

wenst te luisteren.<br />

• onderbreekt de radio-ontvangst<br />

of CD om berichten te ontvangen<br />

betreffende plaatselijke of<br />

nationale noodtoestanden.<br />

• biedt u de mogelijkheid om zenders<br />

te zoeken die verkeersberichten<br />

uitzenden.<br />

• biedt u de mogelijkheid om<br />

berichten van radiozenders te<br />

ontvangen en op het display<br />

weer te geven.<br />

• de radio blijft nu automatisch op<br />

een zender met sterkere ontvangst<br />

met hetzelfde type programma<br />

afgestemd.<br />

Berichten over noodtoestanden<br />

Het systeem zal automatisch de<br />

uitzending onderbreken voor het<br />

ontvangen van plaatselijke of landelijke<br />

belangrijke berichten. ALERT<br />

(waarschuwing) verschijnt op het<br />

display. Uitzendingen over noodtoestanden<br />

kunnen niet worden<br />

afgezet.<br />

De berichten zijn ook hoorbaar<br />

wanneer het volume is gedempt, of<br />

een CD wordt afgespeeld.<br />

Wanneer de uitzending over noodtoestanden<br />

ten einde komt, zal de<br />

radio weer worden afgestemd op de<br />

volume-instelling en de zender waar<br />

u naar luisterde voor aanvang van<br />

de uitzending of zal het inschakelen<br />

van de CD weer plaatsvinden.<br />

–<br />

115 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 116 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Verkeersinformatie<br />

De geluidsinstallatie kan het afspelen<br />

van de radio of een CD onderbreken<br />

om u naar een<br />

verkeersbericht te laten luisteren.<br />

1. Druk op de toets MENU om het<br />

instellingenmenu voor de radio<br />

weer te geven.<br />

2. Raak de toets RDS aan om het<br />

RDS-menu te openen.<br />

3. Raak de toets TA aan.<br />

ON wordt op het display<br />

weergegeven.<br />

Als de functie Verkeersinformatie is<br />

ingeschakeld en u niet heeft afgestemd<br />

op een zender die verkeersinformatie<br />

uitzendt, zoekt de radio<br />

automatisch de volgende zender<br />

waarop dit wel gebeurt.<br />

Als een zender een verkeersbericht<br />

uitzendt, onderbreekt de radio de<br />

huidige weergavemodus om u dit<br />

bericht te laten horen.<br />

TRAFFIC (verkeer) wordt op het<br />

display weergegeven.<br />

De berichten zijn ook hoorbaar<br />

wanneer een CD wordt afgespeeld.<br />

Raak de toets TA opnieuw aan om<br />

de verkeersinformatiefunctie uit te<br />

schakelen.<br />

. . . 116


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 117 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Informatietoets<br />

Druk op om meer tekstinformatie<br />

te zien over de huidige RDS FMzender<br />

of MP3-nummer. Blijf op de<br />

toets drukken om de gewenste categorie<br />

te markeren of druk op een<br />

druktoets onder een gewenste categorie<br />

voor meer informatie.<br />

Wanneer de toets wordt ingedrukt<br />

terwijl er geen informatie is, wordt<br />

NO INFO (geen informatie) op het<br />

display weergegeven.<br />

Programmatype (PTY)<br />

Met deze functie kunt u naar<br />

zenders met specifieke programmatypen<br />

zoeken.<br />

Druk op de knop CAT om een<br />

programmatype te selecteren.<br />

Zodra de programmatypefunctie is<br />

ingeschakeld, wordt er een te selecteren<br />

programmatypenaam weergegeven<br />

op het display boven elke<br />

druktoets in plaats van de voorkeurzenders<br />

(indien geprogrammeerd).<br />

Deze functie heeft instellingen voor<br />

de volgende muziek- of zendertypes:<br />

pop (POP), rock (ROCK), jazz<br />

(JAZZ), klassiek (CLASSICAL), country<br />

(COUNTRY) of willekeurig<br />

(ANY).<br />

Wanneer de programmatypenaam<br />

niet op het display wordt weergegeven,<br />

drukt u de toets CAT nog een<br />

keer in.<br />

Druk op de druktoets voor het<br />

programmatype waarnaar u wilt<br />

luisteren.<br />

Draai nadat u het gewenste<br />

programmatype heeft gekozen de<br />

knop naar rechts of links, druk op<br />

de rechter- of linkerpijltjes SEEK of<br />

druk op de toetsen FWD of REV om<br />

RDS-zenders te zoeken die het laatst<br />

geselecteerde programmatype<br />

uitzenden.<br />

Druk op FAV of BAND om deze<br />

functie uit te schakelen en de voorkeurzenders<br />

weer te geven(indien<br />

geprogrammeerd).<br />

Niet alle zenders ondersteunen de<br />

programmatypefunctie.<br />

Door het indrukken van een druktoets<br />

met programmatype krijgt u<br />

wellicht niet alle zenders met dit<br />

type uitzendingen te horen.<br />

–<br />

117 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 118 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Alternatieve frequenties<br />

Deze voorziening zorgt ervoor dat<br />

de radio automatisch op een krachtigere<br />

zender afstemt met hetzelfde<br />

type programma.<br />

1. Druk op de toets MENU om het<br />

instellingenmenu voor de radio<br />

weer te geven.<br />

2. Raak de toets RDS aan om het<br />

RDS-menu te openen.<br />

3. Raak de toets AF aan.<br />

ON wordt op het display<br />

weergegeven.<br />

Raak de toets AF aan om deze functie<br />

uit te schakelen.<br />

CD-speler (indien van<br />

toepassing)<br />

Deze speler is geen CD-wisselaar. U<br />

kunt slechts een schijf tegelijkertijd<br />

in deze speler plaatsen.<br />

Schuif de CD gedeeltelijk in de<br />

opening met de label aan de bovenkant.<br />

De speler zal de CD dan geheel<br />

naar binnen trekken.<br />

Als de geluidsinstallatie is ingeschakeld,<br />

begint de disk met afspelen.<br />

Wanneer het contact of de radio<br />

uitgeschakeld is, blijft de cd in de<br />

speler. Wanneer het contact en de<br />

radio ingeschakeld worden, gaat de<br />

cd verder met afspelen op het punt<br />

waar de cd was gestopt.<br />

Op het display wordt een CD- pictogram<br />

getoond.<br />

Het nummer van het muziekstuk<br />

verschijnt op het display wanneer<br />

elk muziekstuk met afspelen begint.<br />

. . . 118


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 119 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Wanneer er een CD-R wordt afgespeeld,<br />

kan de geluidskwaliteit<br />

minder zijn als gevolg van de kwaliteit<br />

van de CD-R, de opnamemethode,<br />

de kwaliteit van de opgenomen<br />

muziek of de manier waarop de CD-<br />

R is behandeld. Het gevolg kan zijn<br />

overslaan, problemen met het<br />

vinden van tracks en/of met het inen<br />

uitvoeren van CD-R's. Als deze<br />

problemen zich voordoen, controleer<br />

dan de onderzijde op schade.<br />

OPMERKING<br />

Breng geen papieren labels aan<br />

op cd's. De labels kunnen vast<br />

komen te zitten in de speler.<br />

Steek slechts een cd per keer in<br />

het apparaat.<br />

Gebruik geen bekraste of beschadigde<br />

cd's.<br />

Houd andere voorwerpen, vloeistoffen<br />

en vuil uit de buurt van de<br />

laadsleuf.<br />

Als er ooit een foutmelding op het<br />

display verschijnt, raadpleeg dan<br />

"Foutmeldingen" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />

toon en de toetsen voor de<br />

luidsprekers op dezelfde manier als<br />

voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />

kunnen verschillende<br />

functies hebben wanneer de CDbron<br />

is ingeschakeld.<br />

Zodra de CD geplaatst is, verschijnen<br />

de CD-spelerfuncties boven<br />

elke druktoets in plaats van de voorkeuzezenders<br />

(indien<br />

geprogrammeerd).<br />

Snel vooruitspoelen/ Snel<br />

terugspoelen<br />

Houd de toets FWD of <br />

REV ingedrukt om snel naar voren<br />

of terug naar een ander deel van de<br />

disk te gaan.<br />

U hoort het geluid bij een lager volume<br />

terwijl u vooruit of achteruit<br />

door de disk bladert.<br />

Laat de toets los voor de normale<br />

afspeelsnelheid.<br />

De verstreken tijd verschijnt op het<br />

display terwijl het systeem de CD<br />

voor- of achteruitspoelt.<br />

–<br />

119 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 120 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Willekeurig afspelen<br />

Druk op de druktoets onder RDM<br />

om de nummers in een willekeurige<br />

volgorde af te spelen.<br />

Het symbool "willekeurig" wordt op<br />

het display weergegeven.<br />

Druk de toets nogmaals in om deze<br />

voorziening uit te schakelen.<br />

Deze functie is niet beschikbaar in<br />

de afspeellijstmodus.<br />

Zoeken<br />

Draai de knop naar rechts of links<br />

om naar het volgende of vorige<br />

nummer te gaan.<br />

Druk op het rechterpijltje van de<br />

toets SEEK om snel naar het begin<br />

van de volgende track te gaan.<br />

Druk op het linkerpijltje op de toets<br />

SEEK om snel naar het begin van de<br />

huidige of vorige track te gaan.<br />

Als u de toets ingedrukt houdt of<br />

deze meermalen indrukt, zal de<br />

speler de CD verder voorwaarts of<br />

achterwaarts blijven doorspoelen.<br />

Display-regeling<br />

Druk herhaaldelijk op de toets<br />

toets om het volgende weer te<br />

geven:<br />

• tracknummer<br />

• verstreken tijd van de track<br />

• tijd (als de digitale klok is<br />

ingeschakeld)<br />

Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />

afspelen<br />

Zie "Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />

afspelen" verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

Geluidsbron kiezen<br />

Druk op de toets BAND om de CD<br />

te stoppen en over te schakelen op<br />

radioweergave.<br />

Druk op CD AUX om de disk<br />

opnieuw af te laten spelen.<br />

Druk nog een keer op CD/AUX om<br />

naar een extra apparaat te zoeken.<br />

Wanneer er geen extra apparaat<br />

wordt gevonden, wordt NO AUX<br />

INPUT DEVICE (geen extra apparaat)<br />

op het display weergegeven.<br />

Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie over het gebruik<br />

van een extra apparaat met de<br />

geluidsinstallatie.<br />

. . . 120


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 121 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

CD's uitwerpen<br />

Voor het uitwerpen van de CD drukt<br />

u op de toets (bevindt zich naast de<br />

sleuf voor de CD).<br />

U hoort een pieptoon.<br />

EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />

wordt op het display weergegeven.<br />

Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />

wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />

op het display weergegeven.<br />

Als de disk niet binnen korte tijd<br />

wordt verwijderd, wordt hij automatisch<br />

teruggenomen door de<br />

speler.<br />

Cd-speler voor 6 cd's (indien<br />

aanwezig)<br />

Met de CD-wisselaar kunt u maximaal<br />

6 CD's achter elkaar afspelen.<br />

Een CD in de CD-wisselaar<br />

plaatsen<br />

1. Druk op de laadtoets .<br />

2. Wanneer het bericht op het display<br />

wordt weergegeven,<br />

plaatst u de cd met het label<br />

omhoog gedeeltelijk in de sleuf.<br />

De cd wordt dan automatisch<br />

naar binnen getrokken door de<br />

cd-speler.<br />

Meerdere CD's in de CD-wisselaar<br />

plaatsen<br />

1. Houd de laadtoets vijf<br />

seconden ingedrukt.<br />

U hoort een piep en LOAD ALL<br />

DISC (alle cd's laden) wordt op<br />

het display weergegeven.<br />

2. Wanneer het bericht op het display<br />

wordt weergegeven,<br />

plaatst u de volgende cd met<br />

het label omhoog gedeeltelijk<br />

in de sleuf. De cd wordt dan<br />

automatisch naar binnen<br />

getrokken door de cd-speler.<br />

–<br />

121 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 122 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

3. Herhaal de voorgaande stap tot<br />

alle cd's geplaatst zijn.<br />

Probeer niet meer dan zes CD's<br />

te plaatsen.<br />

4. Druk op de laadtoets om de<br />

laadfunctie te annuleren wanneer<br />

u alle cd's heeft geladen.<br />

Zodra de CD geplaatst is, verschijnen<br />

de CD-spelerfuncties boven<br />

elke druktoets in plaats van de voorkeuzezenders<br />

(indien<br />

geprogrammeerd).<br />

Op het display wordt een CD- pictogram<br />

getoond.<br />

Het nummer van het muziekstuk<br />

verschijnt op het display wanneer<br />

elk muziekstuk met afspelen begint.<br />

Wanneer het contact of de radio<br />

uitgeschakeld is, blijft de cd in de<br />

speler. Wanneer het contact en de<br />

radio ingeschakeld worden, gaat de<br />

cd verder met afspelen op het punt<br />

waar de cd was gestopt.<br />

Wanneer er een CD-R wordt afgespeeld,<br />

kan de geluidskwaliteit<br />

minder zijn als gevolg van de kwaliteit<br />

van de CD-R, de opnamemethode,<br />

de kwaliteit van de opgenomen<br />

muziek of de manier waarop de CD-<br />

R is behandeld. Het gevolg kan zijn<br />

overslaan, problemen met het<br />

vinden van tracks en/of met het inen<br />

uitvoeren van CD-R's. Als deze<br />

problemen zich voordoen, controleer<br />

dan de onderzijde op schade.<br />

OPMERKING<br />

Breng geen papieren labels aan<br />

op cd's. De labels kunnen vast<br />

komen te zitten in de speler.<br />

Steek slechts een cd per keer in<br />

het apparaat.<br />

Gebruik geen bekraste of beschadigde<br />

cd's.<br />

Houd andere voorwerpen, vloeistoffen<br />

en vuil uit de buurt van de<br />

laadsleuf.<br />

Als er ooit een foutmelding op het<br />

display verschijnt, raadpleeg dan<br />

"Foutmeldingen" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />

toon en de toetsen voor de<br />

luidsprekers op dezelfde manier als<br />

voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />

kunnen verschillende<br />

functies hebben wanneer een CD<br />

naar binnen wordt gestoken.<br />

Zodra de CD geplaatst is, verschijnen<br />

de CD-spelerfuncties boven<br />

elke druktoets in plaats van de voorkeuzezenders<br />

(indien<br />

geprogrammeerd).<br />

. . . 122


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 123 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Snel vooruitspoelen/ Snel<br />

terugspoelen<br />

Houd de toets FWD of <br />

REV ingedrukt om snel naar voren<br />

of terug naar een ander deel van de<br />

disk te gaan.<br />

U hoort het geluid bij een lager volume<br />

terwijl u vooruit of achteruit<br />

door de disk bladert.<br />

Laat de toets los voor de normale<br />

afspeelsnelheid.<br />

De verstreken tijd verschijnt op het<br />

display terwijl het systeem de CD<br />

voor- of achteruitspoelt.<br />

Willekeurig afspelen<br />

Druk op de druktoets onder RDM<br />

(willekeurig) totdat RANDOMIZE<br />

CURRENT DISC (huidige disk willekeurig<br />

afspelen) op het display<br />

wordt weergegeven, waarna de<br />

tracks op de geselecteerde disk<br />

willekeurig en niet op volgorde<br />

worden afgespeeld.<br />

Druk op de druktoets onder RDM<br />

(willekeurig) totdat RANDOMIZE<br />

ALL DISCS (alle disks willekeurig<br />

afspelen) op het display wordt weergegeven,<br />

waarna de cd's en tracks<br />

willekeurig worden afgespeeld.<br />

Druk de toets nogmaals in om deze<br />

voorziening uit te schakelen.<br />

Zoeken<br />

Draai de knop naar rechts of links<br />

om naar het volgende of vorige<br />

nummer te gaan.<br />

Druk op het rechterpijltje van de<br />

toets SEEK om snel naar het begin<br />

van de volgende track te gaan.<br />

Druk op het linkerpijltje op de toets<br />

SEEK om snel naar het begin van de<br />

huidige of vorige track te gaan.<br />

Als u de toets ingedrukt houdt of<br />

deze meermalen indrukt, zal de<br />

speler de CD verder voorwaarts of<br />

achterwaarts blijven doorspoelen.<br />

–<br />

123 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 124 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Display-regeling<br />

Druk herhaaldelijk op de toets<br />

toets om het volgende weer te<br />

geven:<br />

• tracknummer<br />

• verstreken tijd van de track<br />

• tijd (als de digitale klok is<br />

ingeschakeld)<br />

Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />

afspelen<br />

Zie "Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />

afspelen" verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

Geluidsbron kiezen<br />

Druk op de toets BAND om de CD<br />

te stoppen en over te schakelen op<br />

radioweergave.<br />

Druk op CD AUX om de disk<br />

opnieuw af te laten spelen.<br />

Druk nog een keer op CD/AUX om<br />

naar een extra apparaat te zoeken.<br />

Wanneer er geen extra apparaat<br />

wordt gevonden, wordt NO AUX<br />

INPUT DEVICE (geen extra apparaat)<br />

op het display weergegeven.<br />

Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie over het gebruik<br />

van een extra apparaat met de<br />

geluidsinstallatie.<br />

CD's uitwerpen<br />

Druk in en laat deze weer los om<br />

de CD uit te werpen die wordt<br />

afgespeeld.<br />

U hoort een pieptoon.<br />

EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />

wordt op het display weergegeven.<br />

Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />

wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />

op het display weergegeven.<br />

Als de disk niet binnen korte tijd<br />

wordt verwijderd, wordt hij automatisch<br />

teruggenomen door de<br />

speler.<br />

Houd de uitwerptoets twee seconden<br />

ingedrukt om alle disks uit te<br />

werpen.<br />

. . . 124


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 125 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Cd's met MP3- of WMAbestanden<br />

afspelen<br />

De speler herkent MP3- en WMAbestanden<br />

die zijn opgenomen op<br />

CD-R- of CD-RW-cd's. De bestanden<br />

moeten op de cd zijn opgenomen<br />

met een van de volgende<br />

bitsnelheden:<br />

• 32 kbps<br />

• 40 kbps<br />

• 56 kbps<br />

• 64 kbps<br />

• 80 kbps<br />

• 96 kbps<br />

• 112 kbps<br />

• 128 kbps<br />

• 160 kbps<br />

• 192 kbps<br />

• 224 kbps<br />

• 256 kbps<br />

• 320 kbps<br />

• variabele bitsnelheid<br />

De titel van een nummer, de naam<br />

van een artiest en de naam van de<br />

cd zijn beschikbaar wanneer de cd is<br />

opgenomen met ID3-tags versies 1<br />

en 2.<br />

De speler speelt ook disks af met<br />

niet-gecomprimeerde, normale CDaudio-<br />

en MP3-/WMA-bestanden.<br />

Standaard leest de radio alleen de<br />

niet-gecomprimeerde audiobestanden<br />

en worden de MP3- of WMAbestanden<br />

genegeerd. Druk op de<br />

toets CAT om te wisselen tussen<br />

gecomprimeerde of niet-gecomprimeerde<br />

audiobestanden.<br />

Wanneer u uw eigen MP3-of WMAcd<br />

op een computer brandt:<br />

• Zorg dat de MP3-/WMA-bestanden<br />

op een CD-R of CD-RW worden<br />

opgenomen.<br />

• Combineer standaardaudio- en<br />

MP3-/WMA-bestanden niet op<br />

één disk.<br />

• Voltooi de cd wanneer u een<br />

MP3-cd met meerdere sessies<br />

brandt.<br />

Het is vaak beter om de cd in<br />

een keer te branden.<br />

• Zorg dat de speellijsten de volgende<br />

extensies hebben:<br />

-.m3u<br />

- .wpl<br />

Bestanden met andere extensies<br />

werken niet altijd.<br />

–<br />

125 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 126 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

De speler kan maximaal 50<br />

mappen, 50 afspeellijsten en 255<br />

bestanden lezen en afspelen. Lange<br />

bestands-, map- of afspeellijstnamen<br />

of een combinatie van een<br />

groot aantal bestanden en mappen<br />

of afspeellijsten kunnen ervoor<br />

zorgen dat de speler niet het maximaal<br />

aantal bestanden, mappen,<br />

afspeellijsten of sessies kan afspelen.<br />

Afspeellijsten kunnen worden gewijzigd<br />

door op de toetsen voor de<br />

volgende en vorige map of de zoektoetsen<br />

te drukken of aan de tunerknop<br />

te draaien.<br />

Wanneer u een groot aantal bestanden,<br />

mappen, afspeellijsten of<br />

sessies wilt afspelen, minimaliseer<br />

dan de lengte van de bestands-,<br />

map- of afspeellijstnaam.<br />

Er kunnen ook cd's met MP3's<br />

zonder bestandsmappen worden<br />

afgespeeld.<br />

U kunt de nummers organiseren op<br />

album door per album een map te<br />

gebruiken. Elke map of album mag<br />

maximaal 18 liedjes bevatten.<br />

De speler kan lagen van maximaal<br />

acht mappen ondersteunen, maar<br />

houd het aantal maplagen minimaal<br />

zodat het eenvoudiger is een<br />

bestand voor afspelen te zoeken.<br />

Wanneer een cd meer dan het maximaal<br />

aantal mappen, afspeellijsten,<br />

sessies of bestanden bevat, zal de<br />

speler het maximaal aantal<br />

nummers op de cd afspelen en<br />

wordt de rest genegeerd.<br />

Hoofddirectory<br />

De hoofddirectory wordt behandeld<br />

als een map. Wanneer de hoofddirectory<br />

gecomprimeerde audiobestanden<br />

bevat, wordt de directory<br />

weergegeven als F1 ROOT.<br />

De speler krijgt toegang tot alle<br />

bestanden die direct onder de<br />

hoofddirectory staan voor toegang<br />

tot mappen op de hoofddirectory.<br />

Afspeellijsten (PX) gaan echter altijd<br />

voor hoofdmappen of -bestanden.<br />

Lege directory of map<br />

Wanneer een hoofddirectory of een<br />

map leeg is of alleen mappen bevat,<br />

dan gaat de speler automatisch naar<br />

de volgende map in de bestandsstructuur<br />

die een gecomprimeerd<br />

audiobestand bevat. De lege<br />

map(pen) worden niet weergegeven<br />

of genummerd.<br />

. . . 126


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 127 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Geen map<br />

Wanneer de cd alleen gecomprimeerde<br />

audiobestanden bevat<br />

zonder mappen of afspeellijsten,<br />

dan werken de functies voor de<br />

volgende en vorige map niet. ROOT<br />

wordt op het display weergegeven<br />

als de naam van de map.<br />

Wanneer de cd alleen gecomprimeerde<br />

audiobestanden en afspeellijsten<br />

zonder mappen bevat,<br />

worden alle bestanden onder de<br />

hoofdmap geplaatst. De omhoogen<br />

omlaagknoppen voor de map<br />

doorzoeken eerst afspeellijsten (PX)<br />

en gaan daarna naar de hoofdmap.<br />

ROOT wordt op het display weergegeven<br />

als de naam van de map.<br />

Afspeelvolgorde<br />

De nummers worden afgespeeld<br />

vanaf het eerste nummer in de<br />

eerste afspeellijst en worden op<br />

volgorde alle nummers op elke<br />

speellijst afgespeeld. Wanneer het<br />

laatste nummer van de laatste<br />

afspeellijst wordt afgespeeld, wordt<br />

het afspelen voortgezet vanaf het<br />

eerste nummer van het afspeellijst.<br />

Afspeellijsten kunnen worden gewijzigd<br />

door op de druktoets onder<br />

of of het linker- of rechterpijltje<br />

SEEK te drukken of door de knop<br />

te draaien.<br />

Wanneer de cd geen afspeellijsten<br />

bevat, wordt het eerste nummer<br />

onder de hoofddirectory eerst afgespeeld.<br />

Wanneer alle nummers van<br />

de hoofddirectory zijn afgespeeld,<br />

worden de overige nummers in de<br />

volgorde van de nummering afgespeeld.<br />

Wanneer het laatste<br />

nummer van de laatst map is afgespeeld,<br />

gaat het afspelen verder met<br />

het eerste nummer in de eerst map<br />

of hoofddirectory.<br />

Wanneer er een nummer uit een<br />

nieuwe map wordt afgespeeld, dan<br />

wordt de naam van het nieuwe<br />

nummer weergegeven. Wanneer de<br />

mapstand is geselecteerd als de<br />

standaardweergavestand, dan<br />

wordt de mapnaam weergegeven.<br />

Zie "Een MP3-audiobestand afspelen"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

–<br />

127 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 128 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Bestandssysteem en namen<br />

De weergegeven titel van het<br />

nummer wordt overgenomen uit de<br />

ID3-tag van het bestand. Wanneer<br />

er geen titel voor het nummer in de<br />

ID3-tag wordt vermeld, geeft de<br />

radio de bestandsnaam als de naam<br />

van het nummer weer.<br />

Namen van nummers die langer zijn<br />

dan 32 tekens of 4 pagina's worden<br />

ingekort.<br />

Ingeprogrammeerde<br />

afspeellijsten<br />

De radio herkent ingeprogrammeerde<br />

afspeellijsten die zijn<br />

gemaakt met de software van<br />

WinAmp, Music- Match of Real<br />

Jukebox. De bestanden kunnen<br />

echter niet worden bewerkt. Deze<br />

afspeellijsten worden behandeld als<br />

speciale mappen met gecomprimeerde<br />

audiobestanden.<br />

De voorgeprogrammeerde speellijsten<br />

moeten de volgende extensies<br />

hebben:<br />

- .pls<br />

- .m3u<br />

- .wpl<br />

Afspeellijsten kunnen worden gewijzigd<br />

door op de druktoets onder<br />

of of het linker- of rechterpijltje<br />

SEEK te drukken of door de knop<br />

te draaien.<br />

Houd de toets FWD of <br />

REV ingedrukt om snel vooruit of<br />

achteruit in een track te gaan.<br />

Een MP3-audiobestand afspelen<br />

• Voertuigen met cd-speler voor<br />

één cd:<br />

Schuif de CD gedeeltelijk in de<br />

opening met de label aan de<br />

bovenkant. De speler zal de CD<br />

dan geheel naar binnen trekken.<br />

Raadpleeg "Cd-speler" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

. . . 128


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 129 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• Voertuigen met cd-wisselaar<br />

voor zes cd's:<br />

Druk op de laadtoets .<br />

Wanneer het bericht op het display<br />

wordt weergegeven, plaatst<br />

u de cd met het label omhoog<br />

gedeeltelijk in de sleuf. De cd<br />

wordt dan automatisch naar binnen<br />

getrokken door de cd-speler.<br />

Zie "De cd-wisselaar voor 6 cd's"<br />

eerder in dit hoofdstuk.<br />

De disk wordt afgespeeld.<br />

Op het display wordt een CD- pictogram<br />

getoond.<br />

Wanneer het contact of de radio<br />

uitgeschakeld is, blijft de cd in de<br />

speler. Wanneer het contact en de<br />

radio ingeschakeld worden, gaat de<br />

cd verder met afspelen op het punt<br />

waar de cd was gestopt.<br />

Het nummer van het muziekstuk<br />

verschijnt op het display wanneer<br />

elk muziekstuk met afspelen begint.<br />

Wanneer er een CD-R wordt afgespeeld,<br />

kan de geluidskwaliteit<br />

minder zijn als gevolg van de kwaliteit<br />

van de CD-R, de opnamemethode,<br />

de kwaliteit van de opgenomen<br />

muziek of de manier waarop de CD-<br />

R is behandeld. Het gevolg kan zijn<br />

overslaan, problemen met het<br />

vinden van tracks en/of met het inen<br />

uitvoeren van CD-R's. Als deze<br />

problemen zich voordoen, controleer<br />

dan de onderzijde op schade.<br />

OPMERKING<br />

Breng geen papieren labels aan<br />

op cd's. De labels kunnen vast<br />

komen te zitten in de speler.<br />

Steek slechts een cd per keer in<br />

het apparaat.<br />

Gebruik geen bekraste of beschadigde<br />

cd's.<br />

Houd andere voorwerpen, vloeistoffen<br />

en vuil uit de buurt van de<br />

laadsleuf.<br />

–<br />

129 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 130 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Als er ooit een foutmelding op het<br />

display verschijnt, raadpleeg dan<br />

"Foutmeldingen" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />

toon en de toetsen voor de<br />

luidsprekers op dezelfde manier als<br />

voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />

kunnen verschillende<br />

functies hebben wanneer een CD<br />

naar binnen wordt gestoken.<br />

Zodra de CD geplaatst is, verschijnen<br />

de CD-spelerfuncties boven<br />

elke druktoets in plaats van de voorkeuzezenders<br />

(indien<br />

geprogrammeerd).<br />

Vorige/Volgende map<br />

Druk op de druktoets onder om<br />

naar de eerste track in de volgende<br />

map te gaan.<br />

Druk op de druktoets onder om<br />

de eerste track in de vorige map af te<br />

spelen.<br />

Snel vooruitspoelen/ Snel<br />

terugspoelen<br />

Houd de toets FWD of <br />

REV ingedrukt om snel naar voren<br />

of terug naar een ander deel van de<br />

disk te gaan.<br />

U hoort het geluid bij een lager volume<br />

terwijl u vooruit of achteruit<br />

door de disk bladert.<br />

Laat de toets los voor de normale<br />

afspeelsnelheid.<br />

De verstreken tijd verschijnt op het<br />

display terwijl het systeem de CD<br />

voor- of achteruitspoelt.<br />

Willekeurig afspelen<br />

• Voertuigen met cd-speler voor<br />

één cd:<br />

Druk op de druktoets onder<br />

RDM om de nummers in een<br />

willekeurige volgorde af te<br />

spelen.<br />

Het symbool "willekeurig" wordt<br />

op het display weergegeven.<br />

Druk de toets nogmaals in om<br />

deze voorziening uit te<br />

schakelen.<br />

Deze functie is niet beschikbaar<br />

in de afspeellijstmodus.<br />

. . . 130


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 131 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

• Voertuigen met cd-wisselaar<br />

voor zes cd's:<br />

Druk op de druktoets onder<br />

RDM (willekeurig) totdat<br />

RANDOMIZE CURRENT DISC<br />

(huidige disk willekeurig afspelen)<br />

op het display wordt weergegeven,<br />

waarna de tracks op de<br />

geselecteerde disk willekeurig en<br />

niet op volgorde worden<br />

afgespeeld.<br />

Druk op de druktoets onder<br />

RDM (willekeurig) totdat<br />

RANDOMIZE ALL DISCS (alle<br />

disks willekeurig afspelen) op het<br />

display wordt weergegeven,<br />

waarna de cd's en tracks willekeurig<br />

worden afgespeeld.<br />

Druk de toets nogmaals in om<br />

deze voorziening uit te<br />

schakelen.<br />

Music Navigator<br />

Druk op de druktoets onder om<br />

MP3-bestanden per artiest of album<br />

af te spelen. Het kan enkele minuten<br />

duren voordat de disk is gescand en<br />

de bestanden op ID3-tag voor<br />

artiest of album zijn gesorteerd, dit<br />

is afhankelijk van het aantal MP3-<br />

bestanden op de disk.<br />

De radio kan gewoon worden<br />

gebruikt terwijl de speler de disk<br />

scant.<br />

Wanneer de scan is voltooid, wordt<br />

de disk afgespeeld.<br />

De speler speelt MP3-bestanden<br />

standaard op volgorde per artiest af.<br />

De huidige artiest wordt op de<br />

tweede regel van het display tussen<br />

de pijlen weergegeven. Wanneer<br />

alle tracks van een artiest zijn afgespeeld,<br />

gaat de speler op alfabetische<br />

volgorde naar de volgende<br />

artiest.<br />

Wanneer u naar MP3-bestanden<br />

van een andere artiest wilt luisteren,<br />

drukt u op de druktoets onder een<br />

van de pijltjes om op alfabetische<br />

volgorde naar de volgende of vorige<br />

artiest te gaan. Blijf op een van de<br />

toetsen drukken, totdat de gewenste<br />

artiest is geselecteerd.<br />

U kunt van afspelen op artiest overschakelen<br />

op afspelen op album<br />

door op de druktoets onder SORT<br />

BY (sorteren op) te drukken. Druk<br />

op een van de druktoetsen om een<br />

album te selecteren.<br />

Druk op de druktoets onder BACK<br />

(vorige) om naar het hoofdscherm<br />

voor de Music Navigator te gaan.<br />

Het huidige album wordt op de<br />

tweede regel van het display tussen<br />

de pijlen weergegeven. Wanneer<br />

alle tracks van een album zijn afgespeeld,<br />

gaat de speler op alfabetische<br />

volgorde naar het volgende<br />

album.<br />

U kunt de Music Navigator afsluiten<br />

met de druktoets onder BACK<br />

(vorige).<br />

–<br />

131 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 132 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Zoeken<br />

Draai de knop naar rechts of links<br />

om naar het volgende of vorige<br />

nummer te gaan.<br />

Druk op het rechterpijltje van de<br />

toets SEEK om snel naar het begin<br />

van de volgende track te gaan.<br />

Druk op het linkerpijltje op de toets<br />

SEEK om snel naar het begin van de<br />

huidige of vorige track te gaan.<br />

Als u de toets ingedrukt houdt of<br />

deze meermalen indrukt, zal de<br />

speler de CD verder voorwaarts of<br />

achterwaarts blijven doorspoelen.<br />

Informatietoets<br />

Druk op terwijl er een cd met MP3-<br />

bestanden is geladen om meer<br />

informatie, zoals de naam van de<br />

artiest en het album, weer te geven.<br />

Geluidsbron kiezen<br />

Druk op de toets BAND om de CD<br />

te stoppen en over te schakelen op<br />

radioweergave.<br />

Druk op CD AUX om de disk<br />

opnieuw af te laten spelen.<br />

Wanneer er een disk is geladen,<br />

worden een cd-symbool en het<br />

tracknummer op het display weergegeven.<br />

Wanneer uw voertuig is<br />

voorzien van een cd-speler voor 6<br />

cd's wordt het disknummer ook<br />

weergegeven.<br />

Druk nog een keer op CD/AUX om<br />

naar een extra apparaat te zoeken.<br />

Wanneer er geen extra apparaat<br />

wordt gevonden, wordt NO AUX<br />

INPUT DEVICE FOUND (geen extra<br />

apparaat gevonden) op het display<br />

weergegeven.<br />

Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie over het gebruik<br />

van een extra apparaat met de<br />

geluidsinstallatie.<br />

. . . 132


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 133 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

CD's uitwerpen<br />

• Voertuigen met cd-speler voor<br />

één cd:<br />

Voor het uitwerpen van de CD<br />

drukt u op de toets (bevindt zich<br />

naast de sleuf voor de CD).<br />

U hoort een pieptoon.<br />

EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />

wordt op het display<br />

weergegeven.<br />

Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />

wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />

op het display<br />

weergegeven.<br />

• Voertuigen met cd-wisselaar<br />

voor zes cd's:<br />

Druk in en laat deze weer los<br />

om de CD uit te werpen die<br />

wordt afgespeeld.<br />

U hoort een pieptoon.<br />

EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />

wordt op het display<br />

weergegeven.<br />

Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />

wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />

op het display<br />

weergegeven.<br />

Als de disk niet binnen korte tijd<br />

wordt verwijderd, wordt hij<br />

automatisch teruggenomen<br />

door de speler.<br />

Houd de uitwerptoets twee<br />

seconden ingedrukt om alle<br />

disks uit te werpen.<br />

–<br />

Als de disk niet binnen korte tijd<br />

wordt verwijderd, wordt hij<br />

automatisch teruggenomen<br />

door de speler.<br />

133 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 134 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Foutmeldingen<br />

Wanneer DISC ERROR wordt weergegeven<br />

en/of de cd uit het apparaat<br />

komt, dan is er een storing. De<br />

oorzaak kan extreme hitte, oneffen<br />

wegdek, vocht of een beschadigde<br />

of onjuist geplaatste cd zijn. De cd<br />

kan niet worden afgespeeld of kan<br />

uit het apparaat worden geworpen.<br />

Tenzij de cd beschadigd is, zal de cd<br />

normaal afspelen wanneer de<br />

omstandigheden weer normaal zijn.<br />

Er kan zich een storing voordoen<br />

wanneer de afspeellijst, gecomprimeerde<br />

audiobestanden of gegevensbestanden<br />

een formaat hebben<br />

dat niet door de speler wordt<br />

ondersteund.<br />

Bij het afspelen van een CD-R kan de<br />

geluidskwaliteit minder zijn als<br />

gevolg van de kwaliteit van de CD-<br />

R, de opnamemethode, de kwaliteit<br />

van de opgenomen muziek of de<br />

manier waarop de CD-R is behandeld.<br />

Het gevolg kan zijn overslaan,<br />

problemen met het vinden van<br />

tracks en/of met het in- en uitvoeren<br />

van CD-R's.<br />

Plak geen papieren labels op de cd's<br />

omdat ze in de cd-speler kunnen<br />

blijven steken.<br />

Indien storingen steeds weer plaatsvinden<br />

of indien een storing niet kan<br />

worden verholpen, neem dan<br />

contact op met uw dealer.<br />

Geef foutcodes die misschien op het<br />

display zijn verschenen aan uw<br />

dealer.<br />

. . . 134


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 135 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

DRAAGBAAR<br />

MUZIEKAPPARAAT<br />

Er kan een draagbaar muziekapparaat,<br />

zoals een MP3-speler, iPod,<br />

PDA, laptop (met microfooningang)<br />

of een cassettespeler, worden<br />

aangesloten op de geluidsinstallatie;<br />

dit kan via de radio en de luidsprekers<br />

worden afgespeeld.<br />

Sluit een kabel met een stekker van<br />

3,5 mm van het draagbare muziekapparaat<br />

aan op de extra aansluiting<br />

op het voorpaneel van de radio.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u uitgebreid met het<br />

entertainmentsysteem bezig<br />

bent, hebt u meer kans op een<br />

aanrijding met letsel of de dood<br />

tot gevolg.<br />

Bestuurders wordt aangeraden<br />

extra apparatuur in te stellen terwijl<br />

het voertuig in P (parkeren) staat.<br />

Druk wanneer er een apparaat is<br />

aangesloten op CD/AUX om de<br />

audio van het apparaat via de luidsprekers<br />

van de radio af te spelen.<br />

Draai de knop naar rechts om het<br />

volume te laten toenemen en naar<br />

links om het te laten afnemen.<br />

U kunt het volume van het draagbare<br />

apparaat instellen op het gewenste<br />

volume.<br />

Geluidsbron kiezen<br />

Druk op BAND om terug te schakelen<br />

naar de radio.<br />

Het draagbare muziekapparaat blijft<br />

afspelen. Gebruik de knoppen om te<br />

stoppen met afspelen.<br />

Druk op CD/AUX om over te schakelen<br />

van het draagbare apparaat<br />

naar een cd.<br />

Druk nog een keer op CD/AUX om<br />

naar een extra apparaat te zoeken.<br />

Wanneer er geen extra apparaat<br />

wordt gevonden, wordt NO AUX<br />

INPUT DEVICE FOUND (geen extra<br />

apparaat gevonden) op het display<br />

weergegeven.<br />

–<br />

135 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 136 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

ZORG VOOR UW CD'S<br />

Hanteer de schijven met grote zorg.<br />

Bewaar ze in de originele doosjes of<br />

andere verpakking en stel ze niet<br />

bloot aan direct zonlicht en stof.<br />

Indien het oppervlak van een schijf<br />

vervuild is, maak dan een schone,<br />

zachte doek vochtig met een zacht<br />

sopje en veeg de schijf schoon<br />

vanuit het midden naar de<br />

zijkanten.<br />

Raak het signaaloppervlak onder<br />

geen enkele omstandigheid aan<br />

tijdens het hanteren van een schijf.<br />

Houd schijven vast bij de buitenrand<br />

of bij het middelste gat en de<br />

buitenrand.<br />

ZORG VOOR UW CD-SPELER<br />

Het gebruik van reinigings-CD's<br />

voor de CD-lens wordt afgeraden.<br />

Het gebruik van lensreinigings-CD's<br />

kan resulteren in de vervuiling van<br />

de optische lens van de CD-speler.<br />

BEVEILIGING TEGEN<br />

DIEFSTAL<br />

De antidiefstalfunctie leert automatisch<br />

een deel van het<br />

voertuigidentificatienummer.<br />

Uw radio werkt niet als hij is gestolen<br />

of in een ander voertuig is<br />

gemonteerd.<br />

. . . 136


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 137 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

A<br />

AUDIOTOETSEN OP<br />

STUURWIEL<br />

De bediening voor de radio is bij uw<br />

voertuig op het stuurwiel<br />

gemonteerd.<br />

Zoeken<br />

Druk op de bovenkant of onderkant<br />

van schakelaar om snel naar de<br />

volgende of vorige vooraf ingestelde<br />

radiozender op de huidige golflengte<br />

te gaan.<br />

B<br />

C<br />

De radio zal niet stoppen bij radiozenders<br />

met zwakke ontvangst.<br />

Als er een cd wordt afgespeeld, kunt<br />

u met het pijltje omhoog of omlaag<br />

de volgende of vorige track op de<br />

disk selecteren.<br />

Volumeregelaar<br />

Druk op de omhoog of omlaag<br />

wijzende pijl op de volumetoets <br />

om het volume te verhogen of te<br />

verlagen.<br />

Toets Mute op het stuurwiel/<br />

Toets stemherkenning navigatiesysteem<br />

(indien van toepassing)<br />

Druk op om het geluid uit de luidsprekers<br />

van het systeem te<br />

dempen. Wanneer de inzittenden<br />

op de achterbank via de koptelefoon<br />

luisteren, wordt het geluid niet<br />

gedempt.<br />

Druk nog een keer op om het<br />

geluid weer in te schakelen.<br />

Bij het navigatiesysteem regelt de<br />

toets het spraakherkenningssysteem.<br />

Zie de afzonderlijke handleiding<br />

van het navigatiesysteem voor<br />

meer informatie over hoe u dit<br />

systeem moet gebruiken.<br />

Spraakherkenning is alleen te<br />

gebruiken wanneer er een kaartendvd<br />

voor het navigatiesysteem in<br />

het systeem is geplaatst.<br />

Wanneer de kaarten-dvd niet in het<br />

apparaat is geplaatst of in gebieden<br />

waarvoor de kaarten-dvd niet<br />

geschikt is, is de schakelaar niet<br />

beschikbaar.<br />

–<br />

137 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 138 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

ANTENNE<br />

De antenne is in de achterraampjes<br />

ingebouwd.<br />

OPMERKING<br />

Breng later geen getinte folie aan<br />

op de ruiten. De metallic laag in<br />

sommige getinte folie-producten<br />

zorgt voor interferentie met of<br />

verstoort de binnenkomende<br />

radio-ontvangst.<br />

U kunt zo de antenne beschadigen<br />

en een heldere ontvangst<br />

door de radio belemmeren. De<br />

reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

Indien u gebruik maakt van een<br />

draagbare telefoon die niet met het<br />

voertuig is bijgeleverd, en de antenne<br />

aan de ruit moet worden bevestigd,<br />

voorkom dan beschadiging<br />

van de bestaande verwarmingsdraden<br />

in de ruit. Plaats de antenne van<br />

de draagbare telefoon niet op de<br />

verwarmingsdraden in de ruit.<br />

OPMERKING<br />

Gebruik geen scherpe voorwerpen<br />

zoals een scheermesje om de<br />

achterraampjes te reinigen.<br />

U kunt zo de antenne beschadigen<br />

en een heldere ontvangst<br />

door de radio belemmeren. De<br />

reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

ENTERTAINMENTSYSTEEM<br />

VOOR ACHTERPASSAGIERS<br />

(INDIEN VAN TOEPASSING)<br />

Zie de afzonderlijke handleiding<br />

voor meer informatie over de wijze<br />

waarop dit systeem moet worden<br />

gebruikt.<br />

. . . 138


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 139 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

AUDIOSYSTEEM VOOR<br />

INZITTENDEN ACHTERIN<br />

(INDIEN VAN TOEPASSING)<br />

Met deze functies kunnen de passagiers<br />

op de achterbank de beschikbare<br />

audiobronnen (AM-FM, cd,<br />

dvd of extra bron, indien aanwezig)<br />

selecteren en bedienen.<br />

De passagiers op de achterbank<br />

kunnen alleen gebruikmaken van de<br />

geluidsbronnen waarnaar de passagiers<br />

op de voorstoelen niet luisteren.<br />

De knoppen voor het<br />

audiosysteem voor in het voertuig<br />

hebben voorrang op de knoppen<br />

achter in het voertuig.<br />

Als bijvoorbeeld de passagiers voorin<br />

de auto reeds luisteren naar AM of<br />

FM radio, dan kan de achterste<br />

geluidsregelaar niet schakelen<br />

tussen de frequenties en kan niet<br />

een andere frequentieband kiezen.<br />

SRCE<br />

PROG<br />

–<br />

Het geluid van het systeem kan met<br />

de bedrade koptelefoon (niet<br />

meegeleverd) worden beluisterd.<br />

Dit systeem is geschikt voor maximaal<br />

twee bedrade koptelefoons.<br />

U kunt de bedrade koptelefoon<br />

gebruiken door de koptelefoon in<br />

de aansluiting op het paneel voor<br />

het audiosysteem voor achterpassagiers<br />

te steken.<br />

Wanneer uw voertuig is voorzien<br />

van het entertainmentsysteem voor<br />

achterpassagiers, is het geluid van<br />

het audiosysteem voor achterpassagiers<br />

ook via kanaal 2 van de draadloze<br />

koptelefoons van het<br />

entertainmentsysteem voor achterpassagiers<br />

te horen.<br />

Als uw voertuig ook is uitgerust<br />

met een entertainmentsysteem<br />

voor achterpassagiers, zie dan de<br />

aparte handleiding voor het<br />

navigatiesysteem.<br />

139 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 140 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Er kan nog geluid uit de luidsprekers<br />

achter hoorbaar zijn als de geluidsinstallatie<br />

voor achterpassagiers actief<br />

is via de koptelefoons.<br />

Het audiosysteem achterin kan ook<br />

worden gebruikt wanneer het voorste<br />

hoofdsysteem is afgezet.<br />

Aan/uit-toets<br />

Druk op om het audiosysteem<br />

voor de achterbank in te schakelen.<br />

Druk nog een keer op de toets om<br />

het systeem uit te schakelen.<br />

Wanneer het systeem is ingeschakeld,<br />

wordt het symbool voor de<br />

koptelefoon op het voorste radiodisplay<br />

weergegeven.<br />

Volumeregelaar<br />

De linkerknop regelt het volume<br />

voor de bedrade koptelefoon links<br />

en de rechterknop regelt het volume<br />

voor de bedrade koptelefoon<br />

rechts.<br />

Draai de volumeknop om het volume<br />

te vergroten of te verkleinen.<br />

Geluidsbron kiezen<br />

Wanneer u herhaaldelijk op SRCE<br />

drukt, bladert het audiosysteem<br />

voor achterpassagiers door de<br />

volgende geluidsbronnen:<br />

• AM-band<br />

• FM-band<br />

• tv (indien van toepassing)<br />

• disk<br />

• extra apparaat (indien<br />

aangesloten)<br />

Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat"<br />

eerder in dit hoofdstuk<br />

voor informatie over het gebruik<br />

van een extra apparaat met de<br />

geluidsinstallatie.<br />

Zoeken<br />

Wanneer de AM-radio, FM-radio of<br />

televisie (indien aanwezig) actief is,<br />

druk dan op of om naar de<br />

volgende of vorige zender/kanaal te<br />

gaan en daar te blijven staan.<br />

Wanneer u naar een cd of audio-dvd<br />

luistert, kunt u met de toets de<br />

volgende track/hoofdstuk zoeken.<br />

Wanneer u naar een cd of audio-dvd<br />

luistert, kunt u met de toets het<br />

begin van de huidige of vorige<br />

track/hoofdstuk zoeken.<br />

. . . 140


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 141 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Als er minder dan 10 seconden van<br />

de track of het hoofdstuk is afgespeeld,<br />

gaat het systeem terug naar<br />

de vorige track. Als er meer dan 10<br />

seconden van de track is afgespeeld,<br />

start het systeem de huidige track/<br />

hoofdstuk opnieuw.<br />

Opmerking:<br />

Deze voorzieningen werken niet<br />

wanneer de passagiers voorin en<br />

achterin de auto naar dezelfde<br />

geluidsbron luisteren.<br />

SRCE<br />

Afstemmen<br />

Wanneer u handmatig op een<br />

volgende of vorige zender wilt<br />

afstemmen, kunt u of ingedrukt<br />

houden totdat het display<br />

knippert.<br />

Wanneer het display knippert, drukt<br />

u de gewenste pijltjestoets in en laat<br />

u deze weer los om de frequentie<br />

één stap te verhogen of verlagen.<br />

Wanneer er enkele seconden niets<br />

gebeurt, stopt het display met knipperen<br />

en stopt het handmatig<br />

afstemmen.<br />

PROG<br />

Opmerking:<br />

Deze voorziening werkt niet<br />

wanneer de passagiers voorin en<br />

achterin de auto naar dezelfde<br />

geluidsbron luisteren.<br />

–<br />

141 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 142 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Navigatie door het dvd-menu<br />

Terwijl er een dvd-videomenu op<br />

het videoscherm wordt weergegeven,<br />

kunt u de toetsen en<br />

gebruiken om de cursor te<br />

verplaatsen.<br />

• Druk op het pijltje links of rechts<br />

en laat weer los om de cursor<br />

omhoog en omlaag door het<br />

menu te laten gaan.<br />

• Houd het pijltje links of rechts<br />

ingedrukt om de cursor naar<br />

rechts en links door het menu te<br />

laten gaan.<br />

Druk terwijl er een dvd-videomenu<br />

op het videoscherm wordt weergegeven<br />

op PROG om een gemarkeerde<br />

menuoptie te selecteren of een<br />

"enter"-functie uit te voeren.<br />

PROG-toets<br />

Wanneer de radio geselecteerd is als<br />

audiobron voor de achterpassagiers,<br />

druk dan op de toets PROG om<br />

door de zenders te bladeren die zijn<br />

opgeslagen onder de voorkeuzetoetsen<br />

van de hoofdradio.<br />

Wanneer u naar een cd of audio-dvd<br />

in de cd-speler luistert, kunt u met<br />

deze toets terug naar het begin van<br />

de disk.<br />

Wanneer u naar een cd of dvd luistert,<br />

gaat het systeem naar de<br />

volgende track/hoofdstuk of naar de<br />

volgende disk, als er meerdere disks<br />

in de cd-wisselaar zijn geplaatst.<br />

Druk terwijl er een dvd-videomenu<br />

op het videoscherm wordt weergegeven<br />

op PROG om een gemarkeerde<br />

menuoptie te selecteren of een<br />

"enter"-functie uit te voeren.<br />

Opmerking:<br />

Deze voorzieningen werken niet<br />

wanneer de passagiers voorin en<br />

achterin de auto naar dezelfde<br />

geluidsbron luisteren.<br />

. . . 142


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 143 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Het systeem bestaat uit bedieningstoetsen<br />

en een scherm en is<br />

uitgerust met een navigatie-geleidingssysteem<br />

met routeplanner.<br />

Zie de afzonderlijke handleiding<br />

voor meer informatie over de wijze<br />

waarop dit systeem moet worden<br />

gebruikt.<br />

NAV<br />

DEST<br />

RPT<br />

FAV<br />

AUDIO<br />

MENU<br />

SEEK<br />

SEEK<br />

Het navigatiesysteem kan ook interactief<br />

met de radio reageren voor<br />

het ontvangen van verkeersinformatie,<br />

weerberichten en<br />

noodtoestanden.<br />

–<br />

■ NAVIGATIESYSTEEM<br />

(INDIEN VAN<br />

TOEPASSING)<br />

Het navigatiesysteem bevindt zich<br />

in het midden van het instrumentenpaneel.<br />

143 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 144 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

■ BEDIENINGSORGANEN<br />

OP STUURWIEL/STUUR-<br />

KOLOM<br />

De volgende bedieningsorganen<br />

zijn op het stuurwiel en de stuurkolom<br />

aangebracht.<br />

Stuurkolomschakelaar<br />

Gebruik deze toets om de volgende<br />

functies te regelen:<br />

• Richtingaanwijzers<br />

• Koplampen<br />

• Mistlampen<br />

Raadpleeg voor meer informatie de<br />

rubriek "Stuurkolomschakelaar"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

Claxon<br />

De claxon wordt ingeschakeld door<br />

op de symbolen op het stuurwiel<br />

te drukken.<br />

A<br />

Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar<br />

Beweeg de grote schakelaar aan<br />

de zijkant van het stuurwiel naar<br />

boven of beneden om de ruitenwissers<br />

in of uit te schakelen.<br />

F<br />

D<br />

G<br />

B<br />

E<br />

C<br />

F<br />

Zie "Ruitenwisser/ruitensproeierschakelaar"<br />

verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

. . . 144


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 145 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Hendel stuurwielverstelling<br />

Hiermee kunt u het stuurwiel<br />

omhoog of omlaag kantelen. Houd,<br />

om het stuurwiel te kantelen, het<br />

stuurwiel vast en trek de hendel <br />

naar u toe.<br />

Plaats het stuurwiel in de gewenste<br />

stand en laat de hendel los.<br />

Wijzig de stand van het stuurwiel<br />

niet tijdens het rijden.<br />

Contactslot<br />

Zie Starten en bedieningsvoorschriften<br />

voor meer informatie over het<br />

contactslot .<br />

Stuurwielschakelaars<br />

Uw voertuig is voorzien van bedieningsorganen<br />

op het stuurwiel <br />

voor de volgende systemen:<br />

• Cruise control<br />

Zie onder "Cruise control" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor aanvullende<br />

informatie.<br />

• Verwarmd stuurwiel<br />

Raadpleeg "Bedieningsorganen<br />

verwarmd stuurwiel" verderop in<br />

dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

• Audiosysteem<br />

Uw voertuig is uitgerust met<br />

radiotoetsen op het stuurwiel.<br />

Raadpleeg "Geluidsinstallatie en<br />

klok" eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

–<br />

145 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 146 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

• Toets spraakherkenning navigatiesysteem<br />

(waar van toepassing)<br />

Bij het navigatiesysteem regelt<br />

de toets systeem. Zie afzonderlijke<br />

handboek voor het navigatiesysteem<br />

voor meer<br />

informatie.<br />

Bediening instelbare gas- en<br />

rempedalen (indien van<br />

toepassing)<br />

Als uw auto is uitgerust met instelbare<br />

gas- en rempedalen, dan bevindt<br />

het bedieningsorgaan zich op de<br />

stuurkolom. Zie "Instelbare gas- en<br />

rempedalen" in hoofdstuk 3 voor<br />

meer informatie.<br />

Bedieningsorganen verwarmd<br />

stuurwiel (indien van<br />

toepassing)<br />

Uw voertuig kan zijn voorzien van<br />

een verwarmd stuurwiel.<br />

Druk op de toets om het stuurwiel te<br />

verwarmen. Het controlelampje in<br />

de toets brandt wanneer het<br />

systeem is ingeschakeld.<br />

Druk de toets nogmaals in om deze<br />

voorziening uit te schakelen.<br />

Het duurt enkele minuten voordat<br />

het stuurwiel de hoogste temperatuur<br />

bereikt.<br />

. . . 146


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 147 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

OPMERKING<br />

Verwijder sneeuw en ijs van de<br />

wisserbladen voordat ze worden<br />

ingeschakeld, om beschadiging<br />

van de wisserbladen en de<br />

wissermotor te voorkomen.<br />

■ RUITENWISSERS-/<br />

RUITENSPROEIER-<br />

SCHAKELAAR<br />

Ruitenwissers<br />

Duw de schakelaar omlaag richting<br />

en laat hem vervolgens los om<br />

de ruitenwissers een enkele wisbeweging<br />

te laten maken. Houd de<br />

schakelaar in deze stand om de<br />

ruitenwissers meerdere wisbewegingen<br />

te laten maken.<br />

Om de wisbewegingen met intervallen<br />

te laten plaatsvinden moet de<br />

schakelaar in de eerste stand<br />

omhoog worden geplaatst. U kunt<br />

het interval tussen de cycli aanpassen<br />

door de knop omhoog of<br />

omlaag te draaien.<br />

Plaats, afhankelijk van de omstandigheden,<br />

de schakelaar in de tweede<br />

of de derde stand voor<br />

ononderbroken wisbewegingen.<br />

Draai het schakelaardeel naar de<br />

"uit"-stand om de wissers uit te<br />

schakelen.<br />

De ruitenwissers worden beschermd<br />

door een stroomonderbreker. Als er<br />

een elektrische overbelasting plaats<br />

vindt, stopt het wissersysteem tot de<br />

motor is afgekoeld.<br />

–<br />

147 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 148 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Door wissers ingeschakelde<br />

koplampen<br />

Wanneer de schakelaar voor de<br />

automatische verlichting in de ingeschakelde<br />

stand staat, dan zullen de<br />

koplampen in werking komen<br />

indien de voorruitwissers ongeveer<br />

zes seconden in werking zijn<br />

geweest.<br />

Raadpleeg "Verlichting" eerder in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Ruitensproeiers<br />

Druk de schakelaar op het uiteinde<br />

van de hefboom in om de ruitensproeiers<br />

in werking te laten treden.<br />

De sproeiers blijven werken tot u de<br />

schakelaar loslaat. De wissers zullen<br />

de ruit schoonvegen en dan tot stilstand<br />

komen of weer werken met de<br />

vooraf afgestelde snelheid.<br />

Wanneer het ruitensproeierreservoir<br />

bijna leeg is, wordt op het display<br />

van het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder WASHER FLUID LOW --<br />

ADD FLUID (sproeiervloeistofpeil<br />

laag -- voleistof bijvullen)<br />

weergegeven.<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Mededelingen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" eerder<br />

in dit hoofdstuk.<br />

WAARSCHUWING<br />

Gebruik als het vriest pas ruitensproeier<br />

als de voorruit is<br />

verwarmd; anders kan zich ijsvorming<br />

voordoen, wat uw zicht<br />

ernstig belemmerd.<br />

. . . 148


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 149 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Druk op het midden van de toets<br />

om sproeiervloeistof op de achterruit<br />

te spuiten.<br />

WAARSCHUWING<br />

Koplampsproeiers<br />

Om de koplampen te wassen is het<br />

nodig de voorruitsproeiers in te<br />

schakelen terwijl de koplampen<br />

branden.<br />

Als het peil van de ruitenwisservloeistof<br />

laag is, werken de koplampsproeiers<br />

niet.<br />

De koplampsproeiers worden elke<br />

vijfde keer ingeschakeld dat de<br />

ruitenwissers voor de voorruit<br />

worden geactiveerd.<br />

Ruitenwisser/ruitensproeier,<br />

achter<br />

Uw auto is uitgerust met een ruitenwisser<br />

voor de achterruit.<br />

De schakelaar bevindt zich in het<br />

schakelaarpaneel in de voorste<br />

dakconsole.<br />

Druk het bovenste of onderste deel<br />

van de schakelaar in om de achterruitwisser<br />

in te schakelen.<br />

• Druk voor ononderbroken wisbewegingen<br />

op . Druk op<br />

om de achterruitenwisser uit te<br />

schakelen.<br />

• Druk op om de wisbewegingen<br />

met intervallen uit te<br />

schakelen.<br />

Gebruik als het vriest pas ruitensproeier<br />

als de voorruit is<br />

verwarmd; anders kan zich ijsvorming<br />

voordoen, wat uw zicht<br />

ernstig belemmerd.<br />

De achterruitsproeier maakt gebruik<br />

van hetzelfde sproeierreservoir als<br />

de voorruitsproeiers.<br />

Indien de voorruitsproeiers werken,<br />

maar niet die van de achterruit, dan<br />

is het vloeistofpeil in het ruitensproeierreservoir<br />

waarschijnlijk te<br />

laag.<br />

–<br />

149 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 150 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

■ STUURKOLOMSCHAKE-<br />

LAAR<br />

Richtingaanwijzers<br />

Wanneer u wilt aangeven dat u gaat<br />

afslaan, zet u de hendel helemaal<br />

omhoog of omlaag. Na de bocht<br />

gaat de hendel automatisch terug<br />

naar de beginstand.<br />

Wanneer u wilt aangeven dat u van<br />

rijbaan wilt wisselen, zet u de hendel<br />

omhoog totdat de pijl begint te<br />

knipperen. Houd de hendel hier<br />

totdat u op de andere rijbaan bent.<br />

Er gaat een pijl op het instrumentenpaneel<br />

knipperen in de richting van<br />

de bocht of rijbaanwisseling.<br />

Wanneer een richtingaanwijzer langer<br />

dan 1,2 km (3/4 mijl) blijft ingeschakeld,<br />

klinkt er een geluidssignaal en<br />

wordt het bericht TURN SIGNAL ON<br />

(richtingaanwijzer aan) op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

weergegeven om u eraan te herinneren<br />

deze uit te schakelen. Wanneer de<br />

richtingaanwijzer langer moet blijven<br />

werken, schakel hem dan even uit en<br />

meteen weer in.<br />

Indien een pijl sneller knippert dan<br />

normaal wanneer u de richtingaanwijzers<br />

laat werken om verandering van<br />

richting of rijbaan aan te geven, dan<br />

kan een gloeilamp defect zijn. Controleer<br />

de gloeilampen van de voorste en<br />

achterste richtingaanwijzers.<br />

Wanneer een gloeilamp kapot is,<br />

moet u deze vervangen om ongevallen<br />

te voorkomen.<br />

Indien de pijlen in het geheel niet<br />

knipperen wanneer u richtingverandering<br />

of verandering van rijbaan<br />

aangeeft, controleer dan op defecte<br />

gloeilampen en op een defecte<br />

zekering.<br />

Zie "Zekeringen en stroomonderbrekers"<br />

in hoofdstuk 4 voor meer<br />

informatie.<br />

Schakelaars koplampen<br />

Zie voor meer informatie onder<br />

"VERLICHTING" eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

. . . 150


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 151 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Grootlicht-/dimlichtschakelaar<br />

Wanneer de koplampen zijn ingeschakeld<br />

en de schakelaararm in de<br />

middenstand staat, dan branden de<br />

koplampen op dimlicht.<br />

Beweeg de schakelaararm in de richting<br />

van de voorkant van het voertuig<br />

om het grootlicht in te<br />

schakelen.<br />

Bij ingeschakeld grootlicht brandt<br />

de controlelamp op het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Beweeg de schakelaararm weer<br />

terug in de middenstand voor het<br />

weer inschakelen van het dimlicht.<br />

Het is mogelijk met grootlicht een<br />

signaal te geven om de aandacht te<br />

trekken van andere weggebruikers.<br />

Trek de multifunctionele hendel<br />

naar u toe en laat weer los.<br />

Wanneer de koplampen op groot<br />

licht staan terwijl het contact wordt<br />

uitgeschakeld, gaat het groot licht<br />

branden wanneer u de volgende<br />

keer het voertuig start.<br />

■ CRUISE CONTROL<br />

Cruise control biedt de mogelijkheid<br />

om uw auto met een snelheid van<br />

ongeveer 40 km/u of sneller met<br />

constante snelheid te laten rijden,<br />

zonder dat u uw voet op het gaspedaal<br />

houdt.<br />

De bedieningsschakelaars bevinden<br />

zich op het stuurwiel.<br />

Wanneer de cruise control wordt<br />

ingeschakeld, zal de cruise controlelamp<br />

in de instrumentengroep ook<br />

gaan branden.<br />

–<br />

151 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 152 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Wanneer de cruise control is ingeschakeld<br />

en het als optie leverbare<br />

tractieregelsysteem wordt geactiveerd,<br />

zal de cruise control automatisch<br />

worden uitgeschakeld.<br />

Zie de volgende informatie:<br />

• Stabilitrak ® -systeem<br />

Zodra de omstandigheden weer<br />

normaal zijn, mag u de cruise<br />

control weer inschakelen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het is gevaarlijk om de cruise<br />

control in druk verkeer te gebruiken,<br />

evenals op gladde of bochtige<br />

wegen.<br />

De cruise control werkt niet<br />

wanneer de handrem is ingesteld of<br />

wanneer het remvloeistofpeil in de<br />

hoofdremcilinder laag is.<br />

Cruise control inschakelen<br />

1. Druk op de toets voor de<br />

cruise control.<br />

2. Geef gas tot u met de gewenste<br />

snelheid rijdt.<br />

3. Druk op de toets SET en laat<br />

deze los.<br />

4. Neem uw voet van het<br />

gaspedaal.<br />

. . . 152


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 153 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat de cruise controlschakelaar<br />

niet in de ingeschakelde stand<br />

staan wanneer u de cruise<br />

control niet gebruikt.<br />

Cruise control uitschakelen<br />

Wanneer u de cruise control wilt<br />

uitschakelen zonder het geheugen<br />

voor de ingestelde snelheid te<br />

wissen, moet u het volgende doen:<br />

• Druk het rempedaal in.<br />

of<br />

• Druk op de annuleertoets<br />

van de cruise control.<br />

Wanneer u de cruise control wilt<br />

uitschakelen en het geheugen voor<br />

de ingestelde snelheid wilt wissen,<br />

moet u het volgende doen:<br />

• Druk op de toets voor de<br />

cruise control.<br />

of<br />

• Zet het contact af.<br />

–<br />

153 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 154 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Rijden met de eerder afgestelde<br />

snelheid<br />

Wanneer u de cruise control tijdelijk<br />

heeft uitgeschakeld zonder het<br />

geheugen voor de ingestelde snelheid<br />

te wissen, kunt u de cruise<br />

control als volgt weer inschakelen:<br />

• Druk zodra u ongeveer 40 km/u<br />

of sneller rijdt even op de toets<br />

RES (hervatten/accelereren). Het<br />

voertuig gaat dan automatisch<br />

terug naar de eerder afgestelde<br />

snelheid en blijft deze snelheid<br />

aanhouden.<br />

Ingestelde snelheid verhogen<br />

Zo verhoogt u de ingestelde<br />

snelheid:<br />

• Houd de toets RES ingedrukt. U<br />

kunt de toets ingedrukt houden<br />

terwijl u accelereert naar de<br />

nieuwe snelheid. Wanneer het<br />

voertuig de gewenste snelheid<br />

heeft bereikt, laat u de toets los.<br />

Het voertuig blijft nu met de<br />

hogere snelheid rijden.<br />

• Wanneer u de toets RES aantikt,<br />

neemt de voertuigsnelheid toe<br />

met 1,6 km/u voor elke tik.<br />

Ingestelde snelheid verlagen<br />

• Houd de toets SET ingedrukt.<br />

De auto gaat langzamer rijden.<br />

Zodra de gewenste, lagere snelheid<br />

is bereikt, laat u de toets los.<br />

De auto zal nu de lagere snelheid<br />

handhaven.<br />

• Wanneer u de toets SET aantikt,<br />

neemt de voertuigsnelheid af<br />

met 1,6 km/u voor elke tik.<br />

. . . 154


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 155 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Andere weggebruikers inhalen<br />

wanneer cruise control is<br />

ingeschakeld<br />

Druk eenvoudig het gaspedaal in<br />

om de snelheid te verhogen. Na het<br />

loslaten van de gaspedaal zal de<br />

auto weer automatisch met de<br />

eerder ingestelde snelheid gaan<br />

rijden en deze snelheid handhaven.<br />

De cruise control op heuvels<br />

gebruiken<br />

Hoe goed het cruise-controlsysteem<br />

werkt op heuvels, hangt af van<br />

verschillende factoren:<br />

• voertuigsnelheid<br />

• voertuigbelasting<br />

• steilheid van de heuvel<br />

Wanneer u een steile heuvel oprijdt,<br />

moet u eventueel het gaspedaal<br />

gebruiken om de snelheid te<br />

handhaven.<br />

Wanneer u bergafwaarts rijdt, moet<br />

u eventueel het rempedaal gebruiken<br />

of terugschakelen om de snelheid<br />

van het voertuig te regelen.<br />

Wanneer de rem wordt ingedrukt,<br />

wordt de cruise control<br />

uitgeschakeld.<br />

■ SPIEGELS<br />

Zie "Geheugenfunctie" later in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie<br />

over het programmeren van twee<br />

sets buitenspiegelstanden in het<br />

geheugen.<br />

–<br />

155 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 156 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Buitenspiegels<br />

Stel de buitenspiegels zodanig af dat<br />

u juist de zijkant van de auto kunt<br />

zien wanneer u in een comfortabele<br />

rijpositie zit.<br />

De buitenspiegel aan de passagierszijde<br />

is convex. Een convexe spiegel<br />

is bolrond zodat u meer kunt zien<br />

vanaf de bestuurdersstoel.<br />

WAARSCHUWING<br />

Convex (bolstaand) spiegelglas<br />

heeft een verkleinende werking,<br />

waardoor voorwerpen verder<br />

weg lijken dan ze in werkelijkheid<br />

zijn. Gebruik ook de binnenspiegel<br />

of kijk over uw schouder<br />

voordat een andere rijbaan<br />

wordt gekozen.<br />

A<br />

C<br />

Elektrisch bediende<br />

buitenspiegels<br />

Gebruik de knoppen op het<br />

bestuurdersportier om de buitenspiegels<br />

te verstellen.<br />

Druk op om de linkerspiegel of op<br />

om de rechterspiegel te<br />

selecteren.<br />

De controlelamp in de toets brandt.<br />

Gebruik de ronde regelaar om de<br />

spiegel af te stellen.<br />

B<br />

D<br />

De stand van de spiegel wordt<br />

versteld door de pijlentoets in de<br />

richting te drukken waarin u de spiegel<br />

wilt verstellen.<br />

Druk wanneer u klaar bent opnieuw<br />

op de toets of om de selectie<br />

van de spiegel op te heffen.<br />

Het controlelampje gaat uit.<br />

Indien de automatische voorziening<br />

voor het dimmen van de dag-/<br />

nachtspiegel in het interieur is ingeschakeld,<br />

dan wordt de spiegel aan<br />

de bestuurderszijde automatisch<br />

gedimd om verblinding te voorkomen<br />

en het zicht achteruit te verbeteren.<br />

Wanneer het lichtschijnsel<br />

afneemt, neemt het spiegelglas zijn<br />

oorspronkelijke kleur weer aan.<br />

Zie voor meer informatie over de<br />

bediening van de automatische<br />

dimfunctie onder "Dimmende<br />

binnenspiegel" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

. . . 156


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 157 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Zie "Geheugenfunctie" later in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie<br />

over het programmeren van twee<br />

sets buitenspiegelstanden in het<br />

geheugen.<br />

Verwarmde spiegels<br />

De verwarming van de buitenspiegels<br />

werkt in combinatie met de<br />

achterruitverwarming.<br />

Zie "Achterruitverwarming" onder<br />

"Verwarmings- en airconditioningsysteem"<br />

eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

A<br />

B<br />

–<br />

Elektrisch inklapbare<br />

buitenspiegels<br />

Uw voertuig is uitgerust met elektrisch<br />

inklapbare buitenspiegels. Bij<br />

het binnenrijden van een wasstraat<br />

of in smalle straten raden wij u aan<br />

om altijd de spiegels in te klappen.<br />

Druk op om de spiegels uit te<br />

klappen.<br />

Druk op om de spiegels in te<br />

klappen.<br />

Wanneer u nog verder af moet stellen,<br />

kunt u de bediening van de<br />

elektrisch bedienbare spiegel<br />

gebruiken.<br />

157 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 158 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Klap de spiegels niet met de hand in<br />

of uit.<br />

Wanneer u de spiegels handmatig<br />

heeft ingeklapt, kan de motor<br />

mogelijk worden uitgeschakeld<br />

Een spiegel die niet goed vastzit kan<br />

bij normale snelheden schudden of<br />

klapperen en niet op zijn plaats blijven<br />

zitten.<br />

Wanneer de spiegel ooit los komt te<br />

zitten, moet de spiegel worden<br />

gereset.<br />

Wanneer u een spiegel wilt resetten,<br />

moet u de spiegel in- en uitklappen<br />

met de bediening.<br />

Instellingen voor de spiegels voor<br />

het zien van de trottoirband<br />

Wanneer deze functie is ingeschakeld,<br />

wordt de spiegel aan de<br />

bestuurderszijde en/of passagierszijde<br />

omlaag gekanteld wanneer de<br />

versnellingshendel van het voertuig<br />

in R (achteruit) wordt gezet zodat u<br />

de trottoirband kunt zien terwijl u<br />

inparkeert.<br />

Enkele seconden nadat weer uit de<br />

stand R (achteruit) is geschakeld, zal<br />

de spiegel weer de oorspronkelijke<br />

stand innemen.<br />

U kunt het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder gebruiken om deze<br />

functie in of uit te schakelen.<br />

Raadpleeg het volgende onder<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie:<br />

• Bijzondere eigenschappen<br />

- PARK TILT MIRRORS (spiegels<br />

kantelen bij parkeren)<br />

Dag-/nacht binnenspiegel<br />

OPMERKING<br />

Spuit geen ruitreiniger rechtstreeks<br />

op de spiegel. Gebruik<br />

een vochtige doek of keukenpapier<br />

om de spiegel te reinigen.<br />

De spiegel heeft draaipunten zodat<br />

u hem zowel omhoog en omlaag als<br />

naar links en rechts kunt bewegen.<br />

. . . 158


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 159 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Automatisch dimmende<br />

binnenspiegel<br />

Uw voertuig is uitgerust met een<br />

volledig automatische<br />

achteruitkijkspiegel.<br />

Overdag reflecteert de spiegel al het<br />

licht aan de achterkant van uw auto.<br />

Wanneer in het donker te veel licht<br />

wordt opgevangen, zal het spiegelglas<br />

donker kleuren, zodat slechts<br />

een deel van het licht wordt<br />

gereflecteerd.<br />

Bij het starten van de motor wordt<br />

het systeem automatisch<br />

geactiveerd.<br />

U kunt de toetsen onder op de spiegel<br />

gebruiken om deze functie in of<br />

uit te schakelen.<br />

Druk op AUTO om de functie in te<br />

schakelen. Druk op O om de functie<br />

uit te schakelen.<br />

Make-up spiegels<br />

Make-up spiegels bevinden zich op<br />

de zonnekleppen. De verlichting<br />

van de spiegels wordt automatisch<br />

in- en uitgeschakeld door het klepje<br />

te bewegen.<br />

■ RAMEN<br />

WAARSCHUWING<br />

Kinderen, hulpeloze volwassenen<br />

of huisdieren achterlaten in een<br />

voertuig met gesloten ramen is<br />

gevaarlijk. Zij kunnen onwel<br />

worden door extreme hitte en<br />

permanent letsel overhouden of<br />

zelfs overlijden door de hitte. Laat<br />

een kind, hulpeloze volwassene<br />

of huisdier nooit alleen achter in<br />

een voertuig, met name niet<br />

wanneer de ramen gesloten zijn<br />

bij warm of heet weer.<br />

Laat kinderen niet achter in een<br />

auto met de contactsleutel. Ze<br />

kunnen de elektrisch bediende<br />

ramen of andere bedieningen<br />

gebruiken en zelfs de auto in<br />

beweging brengen. Zo kan een<br />

kind zichzelf of anderen letsel<br />

toebrengen met mogelijk fatale<br />

gevolgen.<br />

–<br />

159 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 160 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

WAARSCHUWING<br />

Kinderen kunnen de elektrisch<br />

bedienbare ramen bedienen en<br />

vast komen te zitten. Hierdoor<br />

kan ernstig of dodelijk letsel<br />

ontstaan. Gebruik de blokkering<br />

voor de elektrisch bedienbare<br />

ramen wanneer er kinderen op<br />

de achterbank zitten.<br />

Elektrisch bediende<br />

portierramen<br />

Met behulp van de schakelaars in de<br />

armsteun van het portier kunnen de<br />

ruiten worden bediend.<br />

Druk op de schakelaar om het raam<br />

te openen.<br />

Trek de schakelaar omhoog om het<br />

raam te sluiten.<br />

Gedurende tien minuten na het<br />

afzetten van het contact of tot een<br />

portier wordt geopend kunnen de<br />

ruiten nog elektrisch worden<br />

bediend.<br />

Zie "Accessoirevoeding" voor<br />

informatie.<br />

Elk passagiersportier heeft een schakelaar<br />

voor het bijbehorende<br />

portierraam.<br />

Elk raam is voorzien van de Express<br />

Up en Down-functie.<br />

Druk de schakelaar in tot de tweede<br />

stand en laat daarna de schakelaar<br />

los om de Express Down-functie te<br />

activeren.<br />

Druk de schakelaar omhoog tot de<br />

tweede stand en laat daarna de<br />

schakelaar los om de Express Upfunctie<br />

te activeren.<br />

. . . 160


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 161 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

U kunt een raam tijdens het openen<br />

of sluiten stoppen door op de schakelaar<br />

te tikken.<br />

De elektrisch bedienbare ramen<br />

worden door een stroomonderbreker<br />

beschermd. Als het elektrisch<br />

systeem overbelast wordt,<br />

stopt het systeem voor de elektrisch<br />

bedienbare ramen totdat de<br />

belasting weer normaal of het<br />

probleem verholpen is.<br />

Als de elektrische spanning naar de<br />

ramen wordt onderbroken, moet u<br />

de tiptoets-voorziening voor elke<br />

voorportierruit opnieuw<br />

inprogrammeren.<br />

Om een ruit opnieuw te programmeren<br />

als elektrische spanning weer<br />

is hersteld:<br />

1. Zorg dat de accu is opgeladen.<br />

2. De contactsleutel moet in de<br />

stand ON of ACC (accessoires)<br />

staan of de accessoirevoeding<br />

moet ingeschakeld zijn.<br />

3. Sluit alle portieren.<br />

4. Houd de raamschakelaar ingedrukt<br />

om het raam volledig te<br />

openen.<br />

5. Trek de raamschakelaar<br />

omhoog om het raam helemaal<br />

te sluiten en houd de schakelaar<br />

nog ongeveer twee seconden<br />

in die stand.<br />

Herhaal de stappen voor elk raam.<br />

Beveiliging tegen afklemmen<br />

Als er zich tijdens het sluiten van het<br />

raam een hoofd, hand of ander<br />

voorwerp in de baan van het raam<br />

bevindt, zal het raam onmiddellijk<br />

stoppen en tot een vooringestelde<br />

stand openen.<br />

Het raam werkt weer normaal als<br />

het obstakel is verwijderd.<br />

De beveiliging tegen afklemmen<br />

kan ook door bepaalde omstandigheden<br />

worden geactiveerd, bijvoorbeeld<br />

door ernstige ijsvorming.<br />

Als u de beveiliging tegen afklemmen<br />

wilt uitschakelen, houdt u de<br />

schakelaar voor de elektrisch<br />

bedienbare ramen in de expressstand<br />

ingedrukt. Het raam gaat<br />

omhoog zolang de schakelaar<br />

wordt ingedrukt. In deze stand sluit<br />

het raam op een voorwerp in de<br />

baan van het raam. Gebruik de<br />

beveiliging tegen afklemmen daarom<br />

met beleid.<br />

–<br />

161 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 162 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

. . . 162<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u de schakelaar voor<br />

het elektrisch bedienbare raam<br />

omhoog houdt, wordt de beveiliging<br />

tegen afklemmen opgeheven.<br />

Als dit gebeurt, stopt het<br />

elektrisch bedienbare raam niet<br />

als er zich iets in de baan bevindt.<br />

U en anderen kunnen gewond<br />

raken en het raam kan beschadigd<br />

raken. Zorg dat u niet per<br />

ongeluk de schakelaar voor het<br />

elektrisch bedienbare raam<br />

omhoog houdt.<br />

Controleer voordat u de beveiliging<br />

tegen afklemmen uitschakelt<br />

of er zich geen mensen of<br />

voorwerpen in de baan van het<br />

raam bevinden.<br />

Blokkering raambediening<br />

Er is een schakelaar aanwezig voor<br />

het blokkeren van de raambediening<br />

achter zodat de bestuurder kan<br />

voorkomen dat de achterramen<br />

door de passagiers worden bediend.<br />

De bedieningstoets bevindt zich op<br />

de armsteun van het bestuurdersportier,<br />

nabij de schakelaars voor de<br />

elektrische raambediening.<br />

Druk op de rechterzijde van de blokkeertoets<br />

om de bediening van de<br />

achterportierramen uit te schakelen.<br />

Druk nog een keer op de toets om<br />

de bediening weer in te schakelen.<br />

Het controlelampje in de toets<br />

brandt wanneer de blokkering is<br />

ingeschakeld.<br />

■ PORTIEREN<br />

WAARSCHUWING<br />

Rijden met niet-afgesloten<br />

portieren is gevaarlijk.<br />

• Passagiers - met name kinderen<br />

- kunnen de portieren gemakkelijk<br />

openen en uit een rijdend<br />

voertuig vallen als de portieren<br />

onvergrendeld blijven. Als een<br />

portier vergrendeld is, kan deze<br />

niet met de hendel worden<br />

geopend.<br />

• Jonge kinderen die in niet-afgesloten<br />

voertuigen komen, zijn<br />

wellicht niet in staat deze te<br />

verlaten. Een kind kan onwel<br />

worden door de extreme hitte<br />

en permanent letsel overhouden<br />

of zelfs overlijden door de<br />

hitte. Sluit uw voertuig altijd af<br />

als u deze verlaat.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 163 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

WAARSCHUWING<br />

• Als de portieren niet vergrendeld<br />

zijn, is de kans groter om<br />

tijdens een ongeluk uit het<br />

voertuig te worden geslingerd.<br />

Draag uw veiligheidsgordels op<br />

de juiste wijze en vergrendel de<br />

portieren altijd als u rijdt.<br />

• Het vergrendelen van uw portieren<br />

als u rijdt, kan voorkomen<br />

dat ongewenste<br />

buitenstaanders uw voertuig<br />

kunnen binnendringen wanneer<br />

u snelheid mindert of uw<br />

voertuig tot stilstand brengt.<br />

HANDBEDIENDE<br />

PORTIERSLOTEN<br />

Aan de buitenzijde kunt u de sleutel<br />

of afstandsbediening gebruiken om<br />

de portieren te vergrendelen of te<br />

ontgrendelen.<br />

Opmerking:<br />

Wanneer het systeem voor<br />

inbraakbeveiliging is geactiveerd,<br />

vergeet dan niet om de portieren<br />

met de afstandsbediening te<br />

ontgrendelen om te voorkomen<br />

dat het alarmsysteem in werking<br />

komt.<br />

Als u daarna uw hand door het<br />

open raam steekt en het portier<br />

met de handmatige vergrendeling<br />

ontgrendelt, moet het alarm<br />

worden geactiveerd.<br />

Van binnen kunt u elk portier afzonderlijk<br />

op slot doen en ontsluiten<br />

met behulp van het handbediende<br />

slot.<br />

–<br />

163 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 164 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Centrale portiervergrendeling<br />

Wanneer het bestuurdersportier van<br />

buitenaf wordt ontgrendeld,<br />

kunnen de andere portieren worden<br />

ontgrendeld door de sleutel enkele<br />

seconden in de ontgrendelingsstand<br />

te houden of door de sleutel<br />

snel tweemaal achtereen in de slotcilinder<br />

te draaien.<br />

. . . 164<br />

Extra vergrendeling<br />

Wanneer u de sleutel enkele seconden<br />

in de vergrendelingsstand<br />

houdt of als u de sleutel twee keer<br />

snel in de slotcilinder draait, worden<br />

de portieren vergrendeld met de<br />

extra vergrendeling.<br />

Wanneer de portieren zijn vergrendeld<br />

met de extra vergrendeling,<br />

worden de portieren niet ontgrendeld<br />

met de knoppen voor handmatige<br />

vergrendeling van het portier.<br />

Als bovendien het antidiefstalalarm<br />

is geactiveerd, kunnen de portieren<br />

niet worden ontgrendeld met de<br />

knoppen van de elektrische portiervergrendeling<br />

in het voertuig.<br />

Wanneer u het bestuurdersportier<br />

vanaf de buitenzijde met de sleutel<br />

ontgrendelt, wordt de extra<br />

vergrendeling voor alle portieren<br />

uitgeschakeld. Let op: alleen het<br />

bestuurdersportier wordt<br />

ontgrendeld.<br />

U moet de passagiersportieren<br />

handmatig of met de elektrische<br />

bediening ontgrendelen.<br />

U kunt ook de afstandsbediening<br />

gebruiken om de portieren te<br />

vergrendelen of ontgrendelen en de<br />

extra vergrendeling in of uit te<br />

schakelen.<br />

• Druk één keer op de vergrendelknop<br />

op de afstandsbediening<br />

om alle portieren te vergrendelen.<br />

Wanneer u binnen drie<br />

seconden nog een keer op de<br />

knop drukt, wordt de extra vergrendeling<br />

ingeschakeld.<br />

• Druk één keer op de ontgrendelknop<br />

om de extra vergrendeling<br />

te openen en het bestuurdersportier<br />

te ontgrendelen. Wanneer<br />

u binnen drie seconden<br />

nog een keer op de knop drukt,<br />

worden alle portieren<br />

ontgrendeld.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 165 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

ELEKTRISCH BEDIENDE<br />

PORTIERSLOTEN<br />

Met behulp van het elektrische<br />

portierslotsysteem kunnen alle<br />

portieren op slot worden gedaan en<br />

ontsloten.<br />

De bedieningstoetsen bevinden zich<br />

op de armsteunen van het<br />

voorportier.<br />

Druk op de zijde van de schakelaar<br />

met het vergrendelingssymbool om<br />

alle portieren te vergrendelen.<br />

Druk op de zijkant van de schakelaar<br />

met het ontgrendelingssymbool om<br />

alle portieren te ontgrendelen.<br />

Uitgestelde vergrendeling<br />

Als de toets voor centrale portiervergrendeling<br />

of de vergrendelknop op<br />

de afstandsbediening wordt ingedrukt<br />

terwijl de sleutel uit het<br />

contact verwijderd is en het bestuurdersportier<br />

geopend is, klinken er<br />

drie gonggeluiden en wordt het<br />

vergrendelen vertraagd tot vijf<br />

seconden nadat alle portieren gesloten<br />

zijn.<br />

Wanneer tijdens deze eerste uitstelperiode<br />

een portier wordt geopend,<br />

wordt het vergrendelen opnieuw<br />

uitgesteld tot vijf seconden nadat<br />

het laatste portier is gesloten.<br />

Om deze voorziening uit te schakelen<br />

en de portieren onmiddellijk te<br />

vergrendelen, drukt u opnieuw op<br />

de vergrendelingsschakelaar of de<br />

vergrendelingstoets op de<br />

afstandsbediening.<br />

Zie voor meer informatie over het<br />

gebruik van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder voor het aanpassen<br />

of uitschakelen van deze functie<br />

"Bijzondere eigenschappen" onder<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.<br />

–<br />

165 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 166 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Automatische portiersloten<br />

Alle portieren worden automatisch<br />

vergrendeld wanneer u de versnellingshendel<br />

uit de stand P (parkeren)<br />

zet.<br />

Het contact moet zijn aangezet om<br />

het werken van deze voorziening<br />

mogelijk te maken.<br />

Alle portieren worden automatisch<br />

ontgrendeld wanneer u uit P (parkeren)<br />

schakelt.<br />

U kunt de portieren altijd gewoon<br />

met de hand of met de slotbedieningsschakelaars<br />

vergrendelen en<br />

ontgrendelen.<br />

De binnenhandgrepen van de voorportieren<br />

kunnen ook worden<br />

gebruikt om de voorportieren te<br />

ontgrendelen en openen. Maar de<br />

binnenhandgrepen van de achterportieren<br />

werken niet als de achterportieren<br />

zijn vergrendeld. Gebruik<br />

de met de hand te bedienen hendel<br />

of de slotbedieningsschakelaar om<br />

de achterportieren te ontgrendelen.<br />

Als een portier wordt ontgrendeld<br />

nadat alle portieren reeds automatisch<br />

vergrendeld zijn, wordt het<br />

portier niet automatisch vergrendeld<br />

nadat het opnieuw wordt<br />

gesloten.<br />

Zie voor meer informatie over het<br />

gebruik van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder voor het aanpassen<br />

of uitschakelen van deze functie<br />

"Bijzondere eigenschappen" onder<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.<br />

. . . 166


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 167 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Voorziening om buitensluiten<br />

te voorkomen<br />

Wanneer de elektrische portierslotschakelaar<br />

wordt ingedrukt terwijl<br />

een portier nog geopend is en de<br />

sleutel zich nog in het contactslot<br />

bevindt, worden alle portiersloten<br />

vergren-deld maar het bestuurdersportier<br />

ontgrendeld.<br />

Om deze voorziening te annuleren<br />

en de portieren meteen te vergrendelen,<br />

drukt u tweemaal op de elektrische<br />

portierslotschakelaar of op<br />

de vergrendeltoets op de<br />

afstandsbediening.<br />

KINDERVEILIGHEIDSSLOTEN<br />

OP DE ACHTERPORTIEREN<br />

De achterportieren zijn uitgerust<br />

met kinderveiligheidssloten om te<br />

voorkomen dat passagiers, in het<br />

bijzonder kinderen, de portieren van<br />

binnenuit kunnen openen.<br />

De sloten bevinden zich op de rand<br />

van elk achterportier.<br />

Kinderveiligheidsslot activeren<br />

U kunt deze functie inschakelen<br />

door met de contactsleutel het<br />

veiligheidsslot voor de achterportier<br />

in de horizontale stand te zetten en<br />

daarna het portier te sluiten. Open<br />

het portier door het vanaf de buitenzijde<br />

te ontgrendelen en te openen.<br />

U kunt de functie uitschakelen door<br />

met de contactsleutel het veiligheidsslot<br />

van het achterportier in de<br />

verticale stand te draaien.<br />

–<br />

167 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 168 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

■ BAGAGERUIMTE<br />

ACHTERIN<br />

WAARSCHUWING<br />

Het rijden met geopende achterklep<br />

kan groot gevaar opleveren.<br />

Er kan koolmonoxide (CO) in uw<br />

auto komen. CO is niet zichtbaar<br />

en is reukloos. Het kan bewusteloosheid<br />

veroorzaken en zelfs<br />

dodelijk zijn.<br />

Indien het nodig is om t e rijden<br />

met geopende achterklep of<br />

wanneer de afdichting tussen de<br />

carrosserie en de achterklep<br />

gebroken is, sluit dan alle ramen,<br />

laat de aanjager op de hoogste<br />

snelheid draaien en kies een functie<br />

die buitenlucht in het interieur<br />

laat stromen. Op deze wijze zal<br />

buitenlucht de auto<br />

doorstromen.<br />

Controleer of de luchtroosters op<br />

of onder het instrumentenpaneel<br />

volledig open staan.<br />

Elektrisch bediende<br />

achterklep<br />

WAARSCHUWING<br />

U of andere inzittenden kunnen<br />

gewond raken wanneer u of een<br />

inzittende zich in de baan van de<br />

elektrisch bedienbare achterklep<br />

bevindt. Controleer of de baan<br />

van de achterklep vrij is voordat u<br />

de elektrisch bedienbare achterklep<br />

opent of sluit.<br />

WAARSCHUWING<br />

Controleer voordat u de achterklep<br />

opent altijd het gebied<br />

boven en achter het voertuig.<br />

Controleer of er geen obstakels<br />

boven (bijvoorbeeld een garagedeur)<br />

en in de baan van de<br />

achterklep staan voordat u deze<br />

opent.<br />

Anders kan de achterklep of het<br />

glas van de achterklep beschadigd<br />

raken.<br />

. . . 168


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 169 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Uw voertuig heeft een elektrisch<br />

bediende achterklep.<br />

De elektrisch bediende achterklep<br />

kan alleen onder de volgende voorwaarden<br />

worden bediend:<br />

• De achterklep moet volledig<br />

geopend of volledig gesloten<br />

zijn.<br />

• De transmissie moet in de stand<br />

P (parkeren) staan.<br />

Als de transmissie uit P (parkeren)<br />

wordt gezet terwijl de achterklep<br />

beweegt, dan blijft de<br />

achterklep openen of sluiten.<br />

Wanneer u gaat rijden terwijl de<br />

achterklep nog niet volledig is<br />

gesloten, dan kan de achterklep<br />

stoppen en in de andere richting<br />

gaan tot de volledig geopende<br />

stand.<br />

Houd om de elektrisch bediende<br />

achterklep te bedienen de knop<br />

voor de achterklep op de afstandsbediening<br />

ingedrukt totdat de<br />

achterklep open of dicht gaat.<br />

Zie "Afstandsbediening" in hoofdstuk<br />

3 voor meer informatie.<br />

De achterlichten knipperen en u<br />

hoort een geluidssignaal wanneer<br />

de achterklep wordt geopend en<br />

gesloten.<br />

Als de achterklep open is, gaat de<br />

elektrische achterklep dicht als u op<br />

de knop naast het slot van de<br />

achterklep drukt.<br />

Wanneer u nog een keer op de toets<br />

drukt terwijl de achterklep in beweging<br />

is, dan gaat de achterklep in de<br />

andere richting.<br />

Wanneer de steunarmen waarmee<br />

de achterklep wordt geopend niet<br />

meer onder druk staan terwijl de<br />

achterklep met de elektrische bediening<br />

wordt geopend, blijft de<br />

achterklep tijdelijk open en sluit<br />

daarna voorzichtig.<br />

De achterlichten knipperen en u<br />

hoort een geluidssignaal.<br />

–<br />

169 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 170 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Ga naar uw dealer voor onderhoud<br />

voordat u de achterklep opnieuw<br />

gebruikt.<br />

Als de portieren van het voertuig zijn<br />

ontgrendeld, kan de achterklep<br />

handmatig worden geopend of<br />

gesloten.<br />

• Open de achterklep door aan de<br />

handgreep op de buitenzijde<br />

van de achterklep te trekken.<br />

• Als u de achterklep wilt sluiten,<br />

trekt u de handgreep omlaag.<br />

De elektrische sluitfunctie zorgt<br />

dat de vergrendeling van de<br />

achterklep goed wordt<br />

vergrendeld.<br />

Gebruik geen kracht om de achterklep<br />

te sluiten. Doe de achterklep<br />

omlaag totdat de<br />

automatische sluitfunctie wordt<br />

geactiveerd.<br />

Rijd nooit met de achterklep<br />

geopend.<br />

Het bericht REAR ACCESS OPEN<br />

(achterklep open) wordt op het<br />

informatiecentrum voor de bestuurder<br />

weergegeven als de achterklep<br />

niet volledig is gesloten.<br />

Zie "Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

Onder de volgende omstandigheden<br />

kan de elektrisch bedienbare<br />

achterklep tijdelijk worden<br />

uitgeschakeld:<br />

• bij zeer lage temperaturen<br />

• wanneer de accu bijna leeg is<br />

Open of sluit de achterklep handmatig<br />

totdat de functie van de elektrisch<br />

bediende achterklep weer<br />

wordt geactiveerd.<br />

Functie obstakeldetectie<br />

Als de elektrisch bediende achterklep<br />

tegen een obstakel komt<br />

wanneer de achterklep wordt<br />

geopend of gesloten, dan gaat de<br />

achterklep automatisch in de andere<br />

richting.<br />

Tevens klinkt er een gongsignaal.<br />

De elektrisch bediende achterklep<br />

werkt weer normaal als het obstakel<br />

is verwijderd.<br />

Als de elektrisch bedienbare achterklep<br />

niet volledig kan worden<br />

geopend vanwege een obstakel en<br />

in dezelfde cyclus niet kan sluiten<br />

vanwege een obstakel, dan wordt<br />

de elektrische bediening uitgeschakeld<br />

en gaat de achterklep weer<br />

over op handmatige bediening.<br />

. . . 170


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 171 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Het bericht REAR ACCESS OPEN<br />

(achterklep open) wordt op het<br />

informatiecentrum voor de bestuurder<br />

weergegeven als de achterklep<br />

niet volledig is gesloten.<br />

Zie "Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

U kunt de functie van de elektrisch<br />

bediende achterklep als volgt<br />

herstellen:<br />

1. Verwijder het obstakel.<br />

2. Open en sluit de achterklep volledig<br />

met de hand.<br />

Als er een voorwerp tegen de sensoren<br />

op het achterraam komt terwijl<br />

de elektrisch bediende achterklep<br />

aan het sluiten is, dan gaat de elektrisch<br />

bediende achterklep in de<br />

andere richting en gaat de achterklep<br />

helemaal open.<br />

De elektrisch bediende achterklep<br />

blijft open totdat de achterklep weer<br />

wordt geactiveerd of handmatig<br />

wordt gesloten.<br />

Bagagenet<br />

Het net dat in de bagageruimte kan<br />

worden gemonteerd, is bedoeld om<br />

te voorkomen dat kleine voorwerpen,<br />

zoals boodschappentassen,<br />

omvallen in scherpe bochten of bij<br />

plotseling optrekken of remmen.<br />

Zie "Opbergvakken" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

■ HOOFDRUIMTE EN DAK<br />

Zonnekleppen<br />

Trek de zonneklep naar beneden of<br />

opzij om verblinding te voorkomen.<br />

Make-up spiegels<br />

Make-up spiegels bevinden zich op<br />

de zonnekleppen. De verlichting<br />

van de spiegels wordt automatisch<br />

in- en uitgeschakeld door het klepje<br />

te bewegen.<br />

–<br />

171 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 172 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Zonnedak (indien van<br />

toepassing)<br />

WAARSCHUWING<br />

Als het voertuig omslaat of<br />

betrokken raakt bij een ongeval,<br />

kan het zonnedak beschadigd of<br />

vernietigd worden. Mensen die<br />

hun veiligheidsgordel niet<br />

dragen hebben dan meer kans<br />

uit het voertuig te worden<br />

gegooid.<br />

Vervoer geen personen in de auto<br />

waar een veiligheidsgordel niet<br />

goed kan worden gedragen.<br />

Personen die geen veiligheidsgordel<br />

dragen kunnen tijdens een<br />

aanrijding ernstig gewond raken of<br />

zelfs om het leven komen.<br />

Wanneer onder dezelfde omstandigheden<br />

alle inzittenden een<br />

veiligheidsgordel dragen, dan<br />

kunnen verwondingen worden<br />

voorkomen. Draag tijdens het<br />

rijden altijd uw veiligheidsgordel<br />

en verzeker uzelf ervan dat uw<br />

passagiers dat ook doen.<br />

A<br />

Uw voertuig kan een enkel zonnedak<br />

over de eerste twee rijen stoelen<br />

hebben.<br />

Het contact moet zijn ingeschakeld<br />

om het zonnedak te bedienen.<br />

De schakelaars zitten in de hemelbekleding<br />

tussen de bestuurder en de<br />

passagier op de voorstoel.<br />

Het zonnedak heeft twee schakelaars:<br />

één voor het zonnedak zelf<br />

en een andere voor voor het<br />

zonnescherm.<br />

B<br />

Zet het achterste gedeelte van de<br />

zonnedakschakelaar in de eerste<br />

stand om het zonnedak in de<br />

gewenste stand te zetten.<br />

Laat de schakelaar los als het zonnedak<br />

in de gewenste stand staat.<br />

Druk het achterste deel van de<br />

zonnedakschakelaar in de tweede<br />

stand om het zonnedak snel in een<br />

ingestelde comfortstand te zetten.<br />

. . . 172


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 173 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Als u het zonnedak volledig wilt<br />

openen, drukt u het achterste deel<br />

van de zonnedakschakelaar twee<br />

keer in de tweede stand.<br />

Als u het zonnedak wilt sluiten,<br />

drukt u het voorste deel van de<br />

schakelaar in de eerste stand en<br />

houdt u de schakelaar in die stand.<br />

Het zonnedak stopt wanneer u de<br />

schakelaar loslaat.<br />

Als u het zonnedak volledig wilt sluiten,<br />

drukt u het voorste deel van de<br />

schakelaar volledig omlaag in de<br />

tweede stand en laat u de schakelaar<br />

los.<br />

Druk het achterste deel van de<br />

zonneschermschakelaar in de eerste<br />

stand om het zonnescherm in de<br />

gewenste stand te openen.<br />

Laat de schakelaar los als het zonnescherm<br />

in de gewenste stand staat.<br />

Druk het achterste deel van de<br />

zonneschermschakelaar in de tweede<br />

stand om het zonnescherm volledig<br />

te openen.<br />

Als u het zonnescherm wilt sluiten,<br />

drukt u het voorste deel van de<br />

schakelaar in de eerste stand en<br />

houdt u de schakelaar in die stand.<br />

Het zonnescherm stopt wanneer u<br />

de schakelaar loslaat.<br />

Als u het zonnescherm volledig wilt<br />

sluiten, drukt u het voorste deel van<br />

de schakelaar volledig omlaag in de<br />

tweede stand en laat u de schakelaar<br />

los.<br />

OPMERKING<br />

Zorg dat er geen vuil op de<br />

buitenkant van het zonnedak<br />

blijft liggen.<br />

Door het vuil kan het zonnedak<br />

beschadigd raken en kan het<br />

waterafvoersysteem verstopt<br />

raken.<br />

Laat het zonnedak niet lange tijd<br />

open staan. Dan kan vuil zich<br />

verzamelen in de geleiders.<br />

–<br />

173 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 174 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Beveiliging tegen afklemmen<br />

Indien de beweging van het zonnedak<br />

tijdens het sluiten wordt belemmerd<br />

door een hoofd, hand of een<br />

voorwerp, dan zal het glaspaneel<br />

stoppen en terugbewegen in de<br />

volledig geopende stand. Na het<br />

verwijderen van de obstructie kan<br />

het glaspaneel worden gesloten.<br />

Hersynchronisatie van het<br />

zonnedak<br />

Voer deze procedure uit om het<br />

zonnedak en het zonnescherm<br />

opnieuw te synchroniseren.<br />

1. Start de motor.<br />

2. Druk tegelijkertijd de zonnedakschakelaar<br />

in de openingsstand<br />

en de zonneschermschakelaar<br />

in de gesloten stand en houd ze<br />

zes seconden ingedrukt.<br />

3. Laat beide schakelaars los.<br />

Wanneer het zonnedak in de<br />

volledig gesloten stand staat,<br />

sluit het zonnescherm.<br />

4. Nadat het zonnedak en het<br />

zonnescherm volledig zijn<br />

gesloten, moet u de zonnedakschakelaar<br />

nog drie of vier<br />

seconden in de gesloten stand<br />

houden om de hersynchronisatie<br />

te voltooien.<br />

. . . 174


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 175 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Bagagerek<br />

WAARSCHUWING<br />

Vervoer geen voorwerpen - zoals<br />

kasten, panelen, matrassen e.d. -<br />

op het dak van het voertuig die<br />

langer of breder zijn dan het<br />

bagagerek. De wind zou er vat<br />

op kunnen krijgen. Tijdens het<br />

rijden kan de wind onder de<br />

lading komen en de gehele<br />

daklast van het voertuig rukken,<br />

waardoor ernstige schade en<br />

verkeersongelukken kunnen<br />

ontstaan. Het is mogelijk om<br />

grote voorwerpen binnenin het<br />

voertuig te vervoeren. Maar<br />

vervoer nooit voorwerpen op het<br />

dak die langer of breder zijn dan<br />

uw bagagerek.<br />

Gebruik het bagagerek om voorwerpen<br />

op het voertuig te<br />

vervoeren.<br />

Op het dak zijn zijrails gemonteerd.<br />

Er zijn ook verplaatsbare dwarsrails<br />

verkrijgbaar om voorwerpen op vast<br />

te binden. Deze zijn bij uw dealer te<br />

koop.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer voorwerpen met een<br />

gewicht van meer dan 45 kg op<br />

het bagagerek worden vervoerd,<br />

dan kan het dak worden<br />

beschadigd.<br />

■ BERGVAKKEN<br />

Uw auto heeft vele bergplaatsen.<br />

Middenconsole<br />

Uw voertuig heeft een middenconsole<br />

met opbergvakken tussen de<br />

voorstoelen.<br />

Ook kunnen er achterste aansluitpunten<br />

aan de achterkant van de<br />

middenconsole aanwezig zijn.<br />

–<br />

175 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 176 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Handschoenenkastje<br />

Het handschoenenkastje kan<br />

worden gebruikt voor het opbergen<br />

van kleine voorwerpen. Gebruik een<br />

sleutel om het te ontgrendelen en te<br />

vergrendelen.<br />

Om het handschoenenkastje te<br />

openen trekt u aan de onderzijde<br />

van de hendel op de klep van het<br />

handschoenenkastje.<br />

Opbergvak in het instrumentenpaneel<br />

Boven het handschoenenkastje is<br />

een opbergvak.<br />

Druk op de toets naast het portier<br />

om het te openen.<br />

Bekerhouders<br />

Tussen de voorstoelen zijn bekerhouders<br />

geplaatst.<br />

Schuif de afdekking naar achteren<br />

om de bekerhouders te openen.<br />

In de armleuning van de middelste<br />

stoel op de tweede rij zijn ook bekerhouders<br />

aangebracht.<br />

Druk op het paneel voor de armleuning<br />

en laat het los om de bekerhouders<br />

bloot te leggen.<br />

Er kunnen ook bekerhouders zijn<br />

aangebracht bij de buitenste<br />

zitplaatsen van de derde zitrij.<br />

Bagagenet<br />

Het net dat in de bagageruimte kan<br />

worden gemonteerd, is bedoeld om<br />

te voorkomen dat kleine voorwerpen,<br />

zoals boodschappentassen,<br />

omvallen in scherpe bochten of bij<br />

plotseling optrekken of remmen.<br />

Het net wordt aan de vloer of de<br />

achterwand van de bagageruimte<br />

met behulp van zes bevestigingspunten<br />

bevestigd.<br />

Het net kan als een hangmat of op<br />

de vloer worden bevestigd.<br />

Het net is niet bedoeld voor grotere,<br />

zwaardere dingen.<br />

Plaats zwaardere bagage zo ver<br />

mogelijk naar achteren in het<br />

voertuig.<br />

. . . 176


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 177 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Bagageafdekhoes<br />

Voorwerpen die in de bagageruimte<br />

liggen kunnen aan het zicht worden<br />

onttrokken met behulp van de<br />

bagageafdekhoes.<br />

Als u het zonnescherm wilt gebruiken,<br />

trekt u het van de rechterzijde<br />

van het voertuig naar de linkerzijde.<br />

Schuif de uiteinden in de sleuven<br />

om het scherm vast te zetten.<br />

Als het niet gebruikt wordt, haalt u<br />

de uiteinden uit de sleuven zodat<br />

het weer wordt opgerold.<br />

Beheersysteem voor de<br />

bagageruimte (indien van<br />

toepassing)<br />

Het beheersysteem voor de bagageruimte<br />

biedt extra bergruimte<br />

achter in het voertuig.<br />

Er zijn drie opbergvakken.<br />

Het voorste vak kan achter de tweede<br />

rij stoelen worden geopend.<br />

Het middelste vak heeft een<br />

afscheiding.<br />

Het achterste vak heeft een opbergbak<br />

dat verwijderd kan worden.<br />

■ ASBAK EN AANSTEKER<br />

De voorste asbak zit op het voorste<br />

deel van de middenconsole.<br />

Druk op de deksel van de asbak om<br />

de asbak te openen.<br />

Om de asbak te verwijderen, pakt u<br />

de randen beet en trekt u de asbak<br />

recht naar u toe eruit.<br />

Op elk binnenste portierpaneel<br />

zitten ook asbakken.<br />

WAARSCHUWING<br />

Deponeer geen papier of ander<br />

brandbaar materiaal in de asbakken.<br />

Als u dergelijke materialen in<br />

de asbak deponeert, kan dit<br />

brand veroorzaken.<br />

–<br />

177 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 178 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Druk de aansteker in en wacht tot hij<br />

gedeeltelijk naar buiten springt,<br />

gereed voor het gebruik.<br />

OPMERKING<br />

Houd de aansteker niet ingedrukt<br />

terwijl hij opwarmt. Hierdoor kan<br />

het verwarmingselement en het<br />

mechanisme dat ervoor zorgt dat<br />

de aansteker omhoog springt<br />

worden beschadigd.<br />

Ook kan daardoor de zekering<br />

doorbranden.<br />

■ ACCESSOIREVOEDING<br />

Uw auto heeft een voorziening voor<br />

accessoirevoeding waarmee u de<br />

onderstaande stroomverbruikers<br />

gedurende een periode van 10<br />

minuten na het afzetten van het<br />

contact kunt gebruiken, tenzij een<br />

portier wordt geopend:<br />

• Radio<br />

• Elektrisch bediende portierramen<br />

• bedieningstoetsen voor het<br />

audiosysteem op het stuurwiel<br />

Wanneer u van deze accessoires nog<br />

tien minuten langer gebruik wilt<br />

maken, moeten alle portieren<br />

worden gesloten en de contactsleutel<br />

even in ON en dan weer terug in<br />

de stand OFF worden gedraaid.<br />

■ BESCHERMING TEGEN<br />

LEEGLOPEN ACCU<br />

Deze functie is bedoeld om de accu<br />

van uw auto te beschermen.<br />

Exterieurverlichting<br />

Indien de handbediende schakelaar<br />

voor de verlichting in de ingeschakelde<br />

stand blijft, nadat het contact<br />

is afgezet, dan vindt het uitschakelen<br />

van de interieurverlichting automatisch<br />

plaats na 10 minuten om<br />

het ontladen van de accu te<br />

voorkomen.<br />

Wanneer het de bedoeling is dat de<br />

verlichting blijft branden, zet dan de<br />

verlichting uit en vervolgens weer<br />

aan om de buitenverlichting weer in<br />

te schakelen.<br />

Interieurverlichting<br />

De interieurverlichting wordt 10<br />

minuten nadat het contact is afgezet<br />

automatisch uitgeschakeld.<br />

. . . 178


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 179 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

■ BEHEER ELEKTRISCH<br />

VERMOGEN<br />

Dit systeem controleert de temperatuur-<br />

en laadstatus van de accu en<br />

past automatisch de spanning aan<br />

om de prestaties te verbeteren en de<br />

levensduur van de accu te<br />

verlengen.<br />

U kunt de accuspanning in de gaten<br />

houden op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder.<br />

De waarde kan schommelen. Dat is<br />

normaal.<br />

Wanneer het systeem een probleem<br />

waarneemt, wordt er een bericht<br />

weergegeven op het display van het<br />

informatiecentrum voor de<br />

bestuurder.<br />

• BATTERY SAVER ACTIVE (accubesparing<br />

actief)<br />

• SERVICE BATTERY CHARGING<br />

SYSTEM (onderhoud laadsysteem<br />

accu)<br />

U kunt de elektrische belasting<br />

verminderen door alle onnodige<br />

accessoires uit te schakelen, zoals de<br />

radio en de airconditioning.<br />

Zie het volgende, eerder in dit<br />

hoofdstuk, voor meer informatie:<br />

• Laadstroomcontrolelamp<br />

• Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder<br />

- Menu Reis-/brandstofinformatie<br />

• Mededelingen van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

–<br />

Het lampje voor het opladen van de<br />

accu kan op het instrumentenpaneel<br />

branden.<br />

179 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 180 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

■ ULTRASOON HULPSYS-<br />

TEEM VOOR ACHTERUIT-<br />

PARKEREN<br />

Deze voorziening is bedoeld om<br />

achteruit- en evenwijdig parkeren<br />

gemakkelijker te maken door u<br />

behulpzaam te zijn bij het bepalen<br />

van de afstand tussen uw voertuig<br />

en een voorwerp.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wees voorzichtig wanneer u uw<br />

voertuig parkeert. Controleer of<br />

er geen mensen, andere voertuigen<br />

of obstakels in de buurt<br />

aanwezig zijn. Controleer ook of<br />

het zicht is geblokkeerd.<br />

Het systeem kan alleen voorwerpen<br />

detecteren op basis van de<br />

parameters in dit hoofdstuk.<br />

Het systeem neemt geen voorwerpen<br />

die zich onder de<br />

bumper of onder het voertuig<br />

bevinden of voorwerpen die zeer<br />

dicht bij het voertuig staan waar.<br />

De maximale afstand waarop het<br />

systeem voorwerpen kan waarnemen,<br />

kan afnemen wanneer<br />

het warm is of de vochtigheidsgraad<br />

hoog is.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het systeem is niet ontworpen<br />

om kinderen, voetgangers, fietsers<br />

of dieren waar te nemen.<br />

Als u deze voorzorgsmaatregelen<br />

niet neemt, kan dat leiden tot<br />

ernstig of zelfs dodelijk letsel.<br />

De sensoren van het systeem op de<br />

achterbumper kunnen voorwerpen<br />

waarnemen die minstens 25,4 cm<br />

hoog zijn en zich onder de achterklep<br />

en binnen een afstand van<br />

1,5 meter vanaf het voertuig<br />

bevinden.<br />

Wanneer de achterbumper is<br />

beschadigd, kan het parkeerhulpsysteem<br />

mogelijk niet goed werken.<br />

. . . 180


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 181 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

U kunt het display van het systeem<br />

dat zich in het voertuig boven de<br />

achterruit bevindt, zien door over<br />

uw rechterschouder te kijken.<br />

Wanneer de rijsnelheid minder dan<br />

8 km/u is en u naar de achteruitversnelling<br />

schakelt, dan wordt het<br />

systeem automatisch ingeschakeld.<br />

Er gaan drie lampjes op het display<br />

branden om aan te geven dat het<br />

systeem functioneert.<br />

Het systeem maakt gebruikt van een<br />

combinatie van display-lampjes en<br />

klokgeluiden om u te waarschuwen<br />

als de achterzijde van het voertuig<br />

een voorwerp nadert.<br />

Er klinkt een klokgeluid zodra een<br />

voorwerp wordt gedetecteerd.<br />

Gebruik de onderstaande tabel om<br />

de waarschuwingssignalen op het<br />

display te leren interpreteren en de<br />

afstand tussen voertuig en voorwerp<br />

te bepalen.<br />

Waarschuwingssignalen<br />

(Lampen en<br />

klokgeluiden)<br />

• een geel<br />

lampje<br />

• twee gele<br />

lampjes<br />

• twee gele<br />

lampjes en één<br />

rood lampje<br />

• twee knipperende<br />

gele<br />

lampjes en één<br />

knipperend<br />

rood lampje<br />

• continu<br />

geluidssignaal<br />

gedurende<br />

5 seconden<br />

Afstand<br />

1,0 m tot<br />

1,5 m<br />

0,5 m tot<br />

1,0 m<br />

0,3 m tot<br />

0,5 m<br />

0,3 m of<br />

minder<br />

–<br />

181 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 182 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

Als het displaylampje rood knippert,<br />

beweegt het voertuig mogelijk sneller<br />

dan 8 km/h achteruit of ontvangt<br />

het systeem tijdelijke trillingen van<br />

bijvoorbeeld een grote<br />

vrachtwagen.<br />

De lampjes kunnen ook rood knipperen<br />

als er een aanhanger, fiets,<br />

trekstang of ander voorwerp aan de<br />

achterzijde van het voertuig is<br />

bevestigd of als er een voorwerp uit<br />

de achterklep hangt. De lampjes<br />

blijven knipperen totdat het voorwerp<br />

is verwijderd en het voertuig<br />

voorwaarts wordt gereden met een<br />

snelheid van minimaal 25 km/u.<br />

In alle andere gevallen dat de lamp<br />

blijft branden, kan dit duiden op een<br />

storing in het systeem. Wellicht<br />

moeten de sensoren worden<br />

schoongemaakt. Als na het schoonmaken<br />

van de achterbumper en het<br />

voorwaarts rijden met een snelheid<br />

van minimaal 25 km/h het display<br />

rood blijft knipperen, moet u<br />

contact opnemen met de dealer<br />

voor onderhoud.<br />

Wanneer de displaylampjes rood<br />

knipperen, dan is het systeem uitgeschakeld.<br />

Het bericht PARK ASSIST<br />

OFF (parkeerhulp uit) wordt op het<br />

informatiecentrum voor de bestuurder<br />

weergegeven.<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder kan worden gebruikt om<br />

het ultrasone parkeerhulpsysteem<br />

voor de huidige motorcyclus in of<br />

uit te schakelen.<br />

Raadpleeg "Mededelingen van het<br />

informatiecentrum voor de bestuurder"<br />

en "Menu Voertuiginformatie"<br />

eerder in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

Wanneer de motor wordt uitgeschakeld<br />

en weer ingeschakeld, wordt<br />

het systeem automatisch opnieuw<br />

ingeschakeld.<br />

. . . 182


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 183 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 1<br />

■ GEHEUGEN<br />

Deze voorziening maakt het mogelijk<br />

voor twee verschillende bestuurders<br />

(bestuurdernummer 1 of<br />

bestuurdernummer 2) om de door<br />

hun gekozen bestuurdersstoelposities<br />

(waaronder rugleuning en<br />

lendensteunaanpassing, indien van<br />

toepassing), buitenspiegelstanden<br />

en instelbare pedaalstanden (indien<br />

van toepassing) in het geheugen<br />

van het systeem op te slaan en weer<br />

op te roepen.<br />

De bedieningstoetsen bevinden zich<br />

op het paneel van het bestuurdersportier.<br />

Invoeren van de zitpositie in het<br />

geheugen:<br />

1. Stel de stand van de bestuurdersstoel,<br />

de buitenspiegels en<br />

de instelbare pedalen (indien<br />

van toepassing) naar wens in.<br />

2. Druk de toets 1 in en houd deze<br />

drie seconden ingedrukt.<br />

U hoort tweemaal een gongsignaal<br />

dat aangeeft dat uw instelling<br />

in het geheugen is<br />

opgenomen.<br />

Herhaal bovenstaande handelingen<br />

om de tweede zitpositie te programmeren,<br />

maar druk daarbij de geheugentoets<br />

2 in.<br />

Wanneer nu bij een auto met automatische<br />

transmissie de keuzehendel<br />

in P (parkeren) staat en u drukt<br />

op een van de geheugentoetsen 1<br />

of 2, hoort u een gonggeluid en de<br />

geheugeninstellingen worden<br />

opgeroepen.<br />

–<br />

183 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 184 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Instrumenten en bedieningsorganen<br />

U kunt het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder gebruiken voor het<br />

programmeren van de geheugenfunctie<br />

en deze aanpassen aan de<br />

door u gekozen instellingen<br />

wanneer u de ontgrendelknop op<br />

de afstandsbediening indrukt.<br />

U kunt de geheugenuitlezing afbreken<br />

door op een willekeurige bedieningstoets<br />

voor stoel of spiegel te<br />

drukken.<br />

A<br />

Uitstappen:<br />

Om het in- en uitstappen te vergemakkelijken,<br />

dient u gebruik te<br />

maken van de uitstaptoets <br />

wanneer de transmissie in de stand<br />

P (parkeren) staat.<br />

Wanneer u op deze toets drukt, gaat<br />

de stoel helemaal naar achteren<br />

zodat het instappen makkelijker<br />

gaat.<br />

U hoort een pieptoon.<br />

Wanneer de functie voor de automatische<br />

uitstapstand van de stoel<br />

in het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder is ingeschakeld, gaat de<br />

stoel naar de ingestelde uitstapstand<br />

wanneer u de sleutel uit het contactslot<br />

verwijdert.<br />

Raadpleeg het volgende onder<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie:<br />

• Bijzondere eigenschappen<br />

- EASY EXIT SEAT<br />

(Uitstapvoorziening)<br />

. . . 184


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 185 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

––<br />

2<br />

Sto<br />

ele<br />

n<br />

en<br />

Bedieningsorganen voor de stoelen.................186<br />

Elektrisch verstelbare stoelen..............................186<br />

Verwarmde voorstoelen.....................................187<br />

Hoofdsteunen ....................................................188<br />

Tweede rij zitplaatsen.........................................189<br />

Derde rij zitplaatsen ..........................................190<br />

Veiligheidsgordels ..............................................192<br />

Heup-/schoudergordel.......................................193<br />

Verlenger voor veiligheidsgordel........................198<br />

Veiligheidsgordels vervangen.............................198<br />

Gebruik van veiligheidsgordel tijdens<br />

zwangerschap...................................................199<br />

Waarschuwingslamp voor niet dragen<br />

veiligheidsgordel ................................................... 200<br />

Waarschuwingslampje voor<br />

veiligheidsgordel passagier ...............................200<br />

Hoofdstuk 2 - Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Extra Inzittendenbeveiliging ............................ 201<br />

Gordelspanners................................................. 201<br />

Airbag ............................................................... 202<br />

Passagiersdetectiesysteem................................. 209<br />

Veiligheid voor kinderen.................................... 215<br />

185 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 186 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

■ BEDIENINGSORGANEN<br />

VOOR DE STOELEN<br />

Elektrisch verstelbare stoelen<br />

De bedieningsorganen bevinden<br />

zich aan de zijkant van de stoel.<br />

U kunt de zitting met de horizontale<br />

schakelaar verstellen.<br />

Druk op de voorzijde van de schakelaar<br />

om de voorzijde van de zitting<br />

omhoog of omlaag te laten<br />

bewegen.<br />

Druk op de achterzijde van de schakelaar<br />

om de achterzijde van de<br />

zitting omhoog of omlaag te laten<br />

bewegen.<br />

Schuif de complete schakelaar naar<br />

boven of beneden om de complete<br />

zitting omhoog of omlaag te laten<br />

bewegen.<br />

Beweeg de schakelaar naar voren of<br />

naar achteren om de stoel naar<br />

voren of naar achteren te laten<br />

bewegen.<br />

Schakelaar elektrisch verstelbare<br />

rugleuning van voorstoelen<br />

De rugleuning kan worden versteld<br />

met de verticale schakelaar.<br />

Druk de schakelaar naar voren of<br />

naar achteren om de rugleuning te<br />

verstellen.<br />

Zet de rugleuning niet naar achteren<br />

wanneer het voertuig rijdt.<br />

. . . 186


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 187 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

WAARSCHUWING<br />

Rijden met naar beneden gekantelde<br />

rugleuning kan gevaar<br />

opleveren. Ook al heeft u uw<br />

veiligheidsgordel goed sluitend<br />

omgedaan, dan nog kan de<br />

gordel geen volledige bescherming<br />

bieden wanneer de rugleuning<br />

te ver naar achteren is<br />

gekanteld.<br />

Een verkeerd geplaatste veiligheidsgordel<br />

kan nekletsel of letsel<br />

aan kwetsbare organen in de<br />

buik veroorzaken.<br />

Zet de rugleuning rechtop voor<br />

de juiste bescherming wanneer<br />

het voertuig rijdt.<br />

Ga daarna goed in de stoel zitten<br />

en draag uw veiligheidsgordel.<br />

Aan/uit-toets/Elektrische<br />

lendensteunverstelling<br />

De schakelaar bevindt zich aan de<br />

zijkant van elke voorstoel.<br />

Druk op het voorstel deel van de<br />

schakelaar voor meer lendensteun<br />

of op het achterste deel van de schakelaar<br />

voor minder lendensteun.<br />

A<br />

B<br />

Verwarmde voorstoelen<br />

Uw voertuig is uitgerust met<br />

verwarmde stoelen.<br />

De verwarming werkt alleen bij<br />

aangezet contact.<br />

De bedieningstoetsen bevinden zich<br />

op het paneel van beide<br />

voorportieren.<br />

• Druk op wanneer het systeem<br />

alleen de rugleuning moet<br />

verwarmen.<br />

–<br />

–<br />

• Druk op wanneer u de verwarming<br />

van de stoel en de rugleuning<br />

wilt inschakelen.<br />

187 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 188 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Druk herhaaldelijk op de toets om<br />

tussen de hoogste, middelste en<br />

laagste verwarmingsinstellingen te<br />

schakelen.<br />

Er gaat een controlelampje branden<br />

om de geselecteerde temperatuurinstelling<br />

aan te geven.<br />

• 3 lampjes (hoogste stand<br />

verwarming)<br />

• 2 lampjes (middelste stand<br />

verwarming)<br />

• 1 lampje (laagste stand<br />

verwarming)<br />

Druk de toets nogmaals in voor het<br />

uitschakelen.<br />

Het uitschakelen van de stoelverwarming<br />

vindt automatisch plaats<br />

wanneer het contact wordt afgezet.<br />

Hoofdsteunen<br />

De hoofdsteunen kunnen worden<br />

afgesteld.<br />

De bovenrand van de hoofdsteun<br />

moet zich ter hoogte van de bovenzijde<br />

van uw hoofd bevinden.<br />

De hoofdsteunen van de voorste rij<br />

afstellen:<br />

• Trek aan de hoofdsteun om hem<br />

omhoog te zetten.<br />

• Druk op de knop onder de<br />

hoofdsteun om de hoofdsteun<br />

omlaag te schuiven.<br />

De hoofdsteunen van de voorstoelen<br />

kunnen ook naar voren of naar<br />

achteren worden gekanteld.<br />

Zet een hoofdsteun van de tweede<br />

rij op de gewenste hoogte door<br />

hem omhoog of omlaag te<br />

schuiven.<br />

De hoofdsteunen van de tweede rij<br />

kunnen niet kantelen.<br />

. . . 188


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 189 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Tweede rij zitplaatsen<br />

Stoel naar voren/achteren<br />

verstellen<br />

De stoelen van de tweede rij kunnen<br />

naar voeren en naar achteren<br />

worden versteld.<br />

Trek de hendel onder het zitkussen<br />

omhoog.<br />

Schuif de stoel naar de gewenste<br />

plek. Laat de hendel los en zorg dat<br />

de stoel op zijn plaats is<br />

vergrendeld.<br />

Instapvergrendeling voor de stoelen<br />

van de tweede rij<br />

De stoel aan de rechterzijde op de<br />

tweede rij heeft een functie waardoor<br />

het eenvoudiger wordt in en<br />

uit het voertuig te stappen.<br />

Boven op de rugleuning zit een<br />

ontgrendelingshendel.<br />

Trek de hendel omhoog en klap de<br />

rugleuning naar voren.<br />

Trek aan de hendel om de stoel los<br />

te halen en kantel de stoel naar<br />

voren.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de stoel wordt neergeklapt<br />

terwijl de veiligheidsgordels<br />

zijn bevestigd, kunnen de achterste<br />

stoelen en de veiligheidsgordels<br />

beschadigd raken.<br />

Haal de veiligheidsgordels los en<br />

berg de gordels op voordat u een<br />

stoel neerklapt.<br />

–<br />

–<br />

189 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 190 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Een stoel die niet goed is vergrendeld,<br />

kan bij een aanrijding of<br />

noodstop losschieten. Hierdoor<br />

kunnen de inzittenden gewond<br />

raken. Zorg dat de stoel is<br />

vergrendeld.<br />

Laat passagiers nooit op een<br />

zitplaats op de derde rij plaatsnemen<br />

terwijl de stoel van de tweede<br />

rij naar voren is geklapt.<br />

Controleer of de stoel, wanneer<br />

hij weer in de oorspronkelijke<br />

stand staat, stevig vastzit.<br />

Derde rij zitplaatsen (indien<br />

van toepassing)<br />

Als uw voertuig een derde rij met<br />

zitplaatsen heeft, zijn deze elektrisch<br />

bedienbaar. De rugleuning kan naar<br />

voren worden geklapt zodat er extra<br />

opbergruimte ontstaat voor bijvoorbeeld<br />

een lekke band, of plat<br />

worden gelegd zodat er een laadvloer<br />

ontstaat.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de stoel wordt neergeklapt<br />

terwijl de veiligheidsgordels<br />

zijn bevestigd, kunnen de achterste<br />

stoelen en de veiligheidsgordels<br />

beschadigd raken.<br />

Haal de veiligheidsgordels los en<br />

berg de gordels op voordat u een<br />

stoel neerklapt.<br />

. . . 190


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 191 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

A<br />

B<br />

Druk op de knop of op de knop<br />

achter de tweede rij zitplaatsen om<br />

de achterbank op de derde rij in te<br />

klappen.<br />

Als de baan van de neer te klappen<br />

achterbank wordt gehinderd, stopt<br />

de achterbank en gaat hij terug.<br />

Druk opnieuw op de knop om de<br />

achterbank in de vorige stand te<br />

zetten.<br />

Klap daarna het paneel op de<br />

achterbank naar voren zodat er een<br />

laadruimte ontstaat.<br />

Voordat u de achterbank in de<br />

passagiersstand zet, moet het<br />

paneel zelf eerst worden<br />

teruggeklapt.<br />

Houd de knop nog een keer ingedrukt<br />

om de achterbank weer in de<br />

oorspronkelijke stand te zetten.<br />

Als de achterbank niet volledig in de<br />

zitpositie wordt geklapt, hoort u een<br />

geluid als het voertuig uit de stand P<br />

(parkeren) wordt gezet.<br />

Druk op de toets in de bagageruimte<br />

om de rugleuning naar voren<br />

te klappen.<br />

Wanneer u de achterbank omhoog<br />

of omlaag wilt klappen, moet u eerst<br />

de achterklep of het achterportier<br />

rechts openen. Als het contact uit is,<br />

drukt u drie keer op de ontgrendeltoets<br />

op de afstandsbediening of het<br />

portier zodat de achterbank twee<br />

minuten van voeding wordt voorzien.<br />

De transmissie moet in P<br />

(parkeren) staan en de accu van het<br />

voertuig moet voldoende zijn<br />

opgeladen.<br />

–<br />

–<br />

191 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 192 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

■ VEILIGHEIDSGORDELS<br />

WAARSCHUWING<br />

Vervoer geen personen in het<br />

voertuig op plaatsen waar een<br />

veiligheidsgordel niet goed kan<br />

worden gedragen. Als u geen<br />

veiligheidsgordel draagt, kunt u<br />

tijdens een aanrijding ernstig<br />

gewond raken of zelfs om het<br />

leven komen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij een aanrijding kan een inzittende<br />

die niet met de veiligheidsgordel<br />

vastzit een ander persoon<br />

in het voertuig raken en verwonden<br />

of uit het voertuig worden<br />

geworpen.<br />

Als u uw veiligheidsgordel heeft<br />

bevestigd, is er een kleinere kans<br />

dat u gewond raakt. Bevestig<br />

altijd de veiligheidsgordel en<br />

controleer of alle passagiers ook<br />

hun veiligheidsgordel goed<br />

hebben bevestigd.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het is buitengewoon gevaarlijk<br />

om in een laadruimte te rijden,<br />

zowel binnen als buiten de auto.<br />

Tijdens een botsing is de kans<br />

groter dat mensen op deze plaatsen<br />

ernstig of fataal letsel ondervinden.<br />

Zorg ervoor dat iedereen<br />

in de auto in een stoel zit en de<br />

veiligheidsriem op de juiste wijze<br />

gebruikt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat niemand in een deel van het<br />

voertuig rijden waar geen stoelen<br />

en veiligheidsgordels zijn<br />

voorzien.<br />

. . . 192


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 193 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

OPMERKING<br />

Controleer, voordat u het portier<br />

sluit, dat de veiligheidsgordels<br />

niet ingeklemd kunnen raken.<br />

Beschadiging van de gordel en/<br />

of carrosserie wordt dan<br />

voorkomen.<br />

De veiligheidsgordelinformatie is<br />

bedoeld voor volwassen bestuurders/passagiers<br />

en voor oudere<br />

kinderen die kinderzitjes zijn<br />

ontgroeid.<br />

Oudere kinderen die te groot zijn<br />

geworden voor een zitverhoger,<br />

moeten op de achterbank zitten,<br />

met de veiligheidsgordel goed<br />

bevestigd.<br />

U kunt bepalen of een kind te groot<br />

is geworden voor een zitverhoger<br />

en op de achterbank kan zitten aan<br />

de hand van de informatie in<br />

"Oudere kinderen" onder "Kinderzitjes"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

Zorg er voor dat kinderen die te<br />

klein zijn om van een gordel gebruik<br />

te maken goed worden beveiligd<br />

door een veiligheidssysteem voor<br />

kinderen. Zie "Veiligheid voor kinderen"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een veiligheidsgordel mag steeds<br />

slechts door 1 persoon tegelijk<br />

worden gedragen. Sta niet toe<br />

dat twee kinderen van dezelfde<br />

gordel gebruik maken.<br />

Heup-/schoudergordel<br />

De heup/schoudergordel moet op<br />

de juiste manier worden gedragen,<br />

zoals hieronder is beschreven.<br />

Veiligheidsgordel vastmaken:<br />

1. Stel de stoel in en ga rechtop<br />

zitten.<br />

2. Pak de gordel bij de slottong<br />

vast.<br />

–<br />

–<br />

193 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 194 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

3. Trek de gordel over het<br />

lichaam. Zorg dat de riemen<br />

niet gedraaid zitten.<br />

De heup-/schoudergordel kan<br />

blokkeren wanneer hij te snel<br />

wordt uitgetrokken. U kunt de<br />

gordel ontgrendelen door de<br />

gordel eerst weer iets op te laten<br />

rollen en hem daarna langzamer<br />

naar buiten te trekken.<br />

4. Druk de slottong in het gordelslot<br />

tot u een tikgeluid hoort.<br />

Wanneer de achterste veiligheidsgordel<br />

blokkeert voordat<br />

het slot is bereikt, moet de slottong<br />

worden gekanteld. Trek<br />

hierna verder aan de gordel tot<br />

deze kan worden vastgegespt.<br />

Overtuig u ervan dat de ontsluitknop<br />

op het gordelslot naar<br />

boven of naar buiten wijst.<br />

Trek aan de slottong om er zeker<br />

van te zijn dat deze stevig vast<br />

zit.<br />

WAARSCHUWING<br />

Ernstig lichamelijk letsel is mogelijk<br />

als u uw gordel in het verkeerde<br />

gordelslot vastzet. Druk de<br />

slottong steeds vast in het meest<br />

nabije gordelslot.<br />

. . . 194


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 195 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

–<br />

5. Trek de gordelsluiting van de<br />

riem omlaag terwijl u de schouderriem<br />

omhoog trekt om de<br />

heupgordel af te stellen.<br />

Bij kleinere inzittenden kan het<br />

nodig zijn het stiksel op de<br />

heupgordel door de slottong te<br />

halen om de gordel volledig<br />

vast te zetten.<br />

De veiligheidsgordel blokkeert als<br />

het voertuig plotseling stopt of bij<br />

een aanrijding.<br />

Veiligheidsgordel losmaken:<br />

• Druk de knop op het slotmechanisme<br />

in.<br />

Controleer, voordat u het portier<br />

sluit, dat de veiligheidsgordels niet<br />

ingeklemd kunnen raken. Beschadiging<br />

van de gordel en/of carrosserie<br />

wordt dan voorkomen.<br />

De heup-/schoudergordel moet<br />

worden gedragen zoals hierboven is<br />

afgebeeld.<br />

WAARSCHUWING<br />

De veiligheidsgordels moeten<br />

nauwsluitend om het lichaam<br />

worden gedragen. Laat de<br />

schoudergordel niet onder uw<br />

arm doorlopen. Zorg dat de<br />

gordelriemen niet gedraaid<br />

zitten.<br />

–<br />

195 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 196 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Wanneer u een veiligheidsgordel<br />

gebruikt, moet u rechtop zitten met<br />

uw voeten op de vloer voor u.<br />

De schoudergordel moet over de<br />

schouder en diagonaal over de borst<br />

lopen. Deze lichaamsdelen zijn het<br />

beste in staat om grote krachten op<br />

te vangen.<br />

De schouderriem moet voor het<br />

gezicht of de nek lopen.<br />

Het heupgedeelte van de gordel<br />

moet laag en comfortabel op de<br />

heupen liggen, juist boven de dijen.<br />

Bij een botsing zullen stoten dan<br />

worden opgevangen door het sterke<br />

bekken en zult u minder gemakkelijk<br />

onder de heupgordel<br />

doorglijden. Als u wel onder de<br />

gordel door glijdt, moeten stoten<br />

worden opgevangen door de<br />

onderbuik. Daarbij kunt u ernstig en<br />

zelfs dodelijk letsel oplopen.<br />

Comfortgeleiders voor<br />

schoudergordel<br />

Uw voertuig kan zijn uitgerust met<br />

achterste schoudergordelgeleiders<br />

voor het comfort en de veiligheid<br />

van kleine personen en kinderen.<br />

Deze geleiders zorgen ervoor dat de<br />

gordels niet nabij de hals en het<br />

hoofd komen te liggen.<br />

Er is één geleider voor elke buitenste<br />

zitplaats van de tweede rij.<br />

Comfortgeleiders aanbrengen:<br />

1. Neem de geleider uit het klem<br />

aan de zijkant van de<br />

rugleuning.<br />

2. Plaats de geleider op de gordel<br />

door de randen van de gordel<br />

in de sleuven van de geleider te<br />

schuiven.<br />

. . . 196


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 197 Thursday, June 12, 2008 9:38 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

4. Bevestig de sluiting en laat de<br />

veiligheidsgordel los.<br />

Zie voor meer informatie over<br />

het gebruik van heup-/schoudergordels<br />

"Heup-/schoudergordel"<br />

eerder in dit hoofdstuk.<br />

Comfortgeleider verwijderen:<br />

1. Knijp de gordelranden samen<br />

en verwijder de gordel uit de<br />

comfortgeleider.<br />

2. Schuif de comfortgeleider terug<br />

naar de opbergklem als deze<br />

niet wordt gebruikt.<br />

–<br />

3. Let erop dat de gordel niet is<br />

gedraaid en dat het trekkoord<br />

onder de gordel zit. De geleider<br />

moet zich aan de bovenkant<br />

bevinden.<br />

–<br />

WAARSCHUWING<br />

De schoudergordel moet over de<br />

schouder en diagonaal over de<br />

borst lopen. Deze lichaamsdelen<br />

zijn het beste in staat om grote<br />

krachten op te vangen.<br />

Het verkeerd dragen van een<br />

veiligheidsgordel kan leiden tot<br />

ernstig lichamelijk letsel.<br />

197 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 198 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Verlenger voor<br />

veiligheidsgordel<br />

Indien de veiligheidsgordel niet lang<br />

genoeg is voor uw postuur, kan uw<br />

dealer een verlengstuk bestellen.<br />

Het verdient aanbeveling om de<br />

gordelverlengers tevoren met uw<br />

dikste jas aan te passen, zodat een<br />

voldoende lang exemplaar wordt<br />

besteld.<br />

Gebruik de gordelverlenger alleen<br />

op de stoel waarvoor hij is gemaakt.<br />

Laat niemand anders er gebruik van<br />

maken. De gordelverlengers kunnen<br />

aan de gebruikelijke veiligheidsgordels<br />

worden bevestigd.<br />

Gebruik de gordelverlenger nooit<br />

voor het vastmaken van een<br />

kinderzitje.<br />

Volg de instructies van de fabrikant<br />

op.<br />

Veiligheidsgordels<br />

vervangen<br />

WAARSCHUWING<br />

Een botsing kan schade veroorzaken<br />

aan de inzittendenbeveiliging,<br />

zodat deze niet de juiste<br />

bescherming biedt. Dit kan<br />

tijdens een botsing resulteren in<br />

ernstig of zelfs fataal letsel. Om er<br />

zeker van te zijn dat de systemen<br />

voor inzittendenbeveiliging nog<br />

correct werken na een botsing,<br />

moet u deze zo snel mogelijk<br />

laten controleren en vervangen.<br />

Indien u bij een aanrijding betrokken<br />

bent geweest, kunnen de veiligheidsgordels<br />

zijn uitgerekt,<br />

ingesneden of anderszins beschadigd<br />

waardoor vervanging noodzakelijk<br />

is. Zelfs wanneer de<br />

veiligheidsgordel niet werd gebruikt<br />

ten tijde van de aanrijding kunnen<br />

reparaties nodig zijn. Laat na een<br />

aanrijding altijd de systemen voor<br />

inzittendenbeveiliging inspecteren.<br />

Wanneer u betrokken raakt bij een<br />

aanrijding die ernstig genoeg is om<br />

de voorairbags te activeren, dan<br />

moeten de veiligheidsgordeleenheden<br />

van de bestuurder en de voorpassagier<br />

worden vervangen.<br />

. . . 198


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 199 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Uw voertuig is met gordelspanners<br />

uitgerust. Gordelspanners werken<br />

slechts éénmaal. Als de spanners bij<br />

een botsing werden geactiveerd,<br />

moeten ze worden vervangen. Als<br />

het airbaglampje blijft branden of<br />

gaat branden terwijl u rijdt, laat dan<br />

de gordelspanner controleren. Zie<br />

"Gordelspanners" onder "Extra inzittendenbeveiliging"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie<br />

over deze functie.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij het verwijderen (sloop) van<br />

het voertuig of voertuigonderdelen<br />

moeten altijd de veiligheidsprocedures<br />

in acht worden<br />

genomen. Verwijdering mag<br />

uitsluitend worden uitgevoerd<br />

door een erkend onderhoudsbedrijf<br />

om het milieu en uw<br />

gezondheid te beschermen.<br />

Gebruik van veiligheidsgordel<br />

tijdens zwangerschap<br />

Veiligheidsgordels zijn nuttig voor<br />

iedereen, dus ook voor zwangere<br />

vrouwen. Ook bij hen is de kans op<br />

ernstig letsel groter indien geen<br />

veiligheidsgordel wordt gedragen.<br />

Een zwangere vrouw dient altijd een<br />

heup-/schoudergordel te dragen<br />

(zgn. driepuntsgordel). Daarbij<br />

moet de heupriem zo laag mogelijk<br />

over de heupen liggen.<br />

De beste manier om de foetus te<br />

beschermen, is het beschermen van<br />

de moeder. Wanneer een veiligheidsgordel<br />

goed wordt gedragen,<br />

is de kans groter dat de foetus ongedeerd<br />

blijft bij een aanrijding. Voor<br />

zwangere vrouwen geldt, net als<br />

voor iedereen, dat de effectiviteit<br />

van de veiligheidsgordels aanzienlijk<br />

wordt verhoogd indien ze goed<br />

worden gedragen.<br />

–<br />

–<br />

199 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 200 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Waarschuwingslamp voor<br />

niet dragen veiligheidsgordel<br />

Wanneer u de motor inschakelt,<br />

hoort u enkele seconden een<br />

geluidssignaal om u eraan te herinneren<br />

de veiligheidsgordels vast te<br />

maken. Ook gaat het lampje voor<br />

de veiligheidsgordels enkele seconden<br />

branden, waarna het lampje<br />

nog enkele seconden blijft knipperen.<br />

Wanneer de bestuurder zijn<br />

gordel heeft vastgemaakt, gaat het<br />

lampje niet branden en hoort u<br />

geen geluidssignaal.<br />

De gong en het lampje worden<br />

opnieuw geactiveerd als de bestuurder<br />

zijn veiligheidsgordel niet heeft<br />

vastgedaan terwijl het voertuig rijdt.<br />

. . . 200<br />

Waarschuwingslampje voor<br />

veiligheidsgordel passagier<br />

Het waarschuwingslampje voor de<br />

veiligheidsgordel van de passagier<br />

zit midden in het instrumentenpaneel,<br />

in de statusbalk van het<br />

passagiersdetectiesysteem.<br />

Wanneer de airbag aan de passagierszijde<br />

is ingeschakeld wanneer u<br />

het voertuig start, hoort u enkele<br />

seconden lang een geluidssignaal<br />

om de passagier op de voorstoel<br />

eraan te herinneren de veiligheidsgordel<br />

te bevestigen. Ook gaat het<br />

waarschuwingslampje voor de<br />

veiligheidsgordel van de passagier<br />

enkele seconden branden. Daarna<br />

blijft het lampje nog enkele seconden<br />

knipperen. Wanneer de passagier<br />

zijn gordel heeft vastgemaakt,<br />

gaat het lampje niet branden en<br />

hoort u geen geluidssignaal.<br />

De geluidssignaal en het lampje<br />

worden opnieuw geactiveerd als de<br />

passagier zijn veiligheidsgordel niet<br />

heeft bevestigd terwijl het voertuig<br />

rijdt.<br />

Zie "Passagiersdetectiesysteem"<br />

verderop in dit hoofdstuk.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 201 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

■ EXTRA INZITTENDEN-<br />

BEVEILIGING<br />

WAARSCHUWING<br />

Een botsing kan de inzittendenbeveiligingen<br />

van uw auto<br />

beschadigen. Een beschadigd<br />

inzittendenbeveiligingssysteem<br />

kan de persoon die het gebruikt<br />

niet goed beschermen, wat kan<br />

leiden tot ernstig en zelfs fataal<br />

letsel bij een botsing.<br />

Laat na een aanrijding altijd de<br />

systemen voor inzittendenbeveiliging<br />

inspecteren.<br />

Zorg er zo spoedig mogelijk voor<br />

dat de noodzakelijke vervangingen<br />

worden uitgevoerd.<br />

Gordelspanners<br />

Uw voertuig is uitgerust met gordelspanners.<br />

Deze gordelspanners<br />

zorgen dat de gordel wordt aangetrokken<br />

bij het begin van een<br />

gemiddelde tot ernstige frontale<br />

aanrijding wanneer er aan de drempelvoorwaarden<br />

voor de gordelspanners<br />

wordt voldaan.<br />

Gordelspanners helpen ook de<br />

veiligheidsgordels aan te spannen<br />

bij een aanrijding van opzij of<br />

wanneer het voertuig omslaat.<br />

De gordelspanners bevinden zich in<br />

de veiligheidsgordeleenheden voor<br />

de bestuurder en de voorpassagier.<br />

Gordelspanners werken slechts<br />

éénmaal. Als de spanners bij een<br />

botsing werden geactiveerd,<br />

moeten ze worden vervangen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij het verwijderen (sloop) van<br />

het voertuig of voertuigonderdelen<br />

moeten altijd de veiligheidsprocedures<br />

in acht worden<br />

genomen. Verwijdering mag<br />

uitsluitend worden uitgevoerd<br />

door een erkend onderhoudsbedrijf<br />

om het milieu en uw<br />

gezondheid te beschermen.<br />

–<br />

–<br />

201 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 202 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

. . . 202<br />

Airbag<br />

Uw voertuig is uitgerust met twee<br />

airbags in de stuurwielnaaf en aan<br />

de passagierszijde van het instrumentenpaneel.<br />

Bij een frontale<br />

aanrijding kunnen de airbags<br />

worden opgeblazen.<br />

Dit zijn tweetraps voorairbags waarvan<br />

het weerstandsniveau wordt<br />

aangepast aan de ernst van de<br />

botsing. Bij lichtere frontale botsingen<br />

worden de airbags niet volledig<br />

opgeblazen. Bij ernstigere frontale<br />

botsingen worden de airbags volledig<br />

opgeblazen.<br />

Aan de passagierszijde is een tweetraps<br />

voorairbag aangebracht waarvan<br />

het weerstandsniveau wordt<br />

aangepast aan de ernst van de<br />

aanrijding, de locatie van de stoel en<br />

de status van de veiligheidsgordel.<br />

Wanneer de passagierstoel naar<br />

voren staat, is het activeringsniveau<br />

van de airbag lager dan bij volledige<br />

activering. Wanneer de passagiersstoel<br />

verder naar achteren staat,<br />

wordt de airbag dieper geactiveerd<br />

(volledige activering).<br />

Uw voertuig heeft ook aan de<br />

buitenkant van de rugleuningen van<br />

de voorste stoelen twee airbags die<br />

in werking kunnen komen tijdens<br />

een botsing aan de zijkant van het<br />

voertuig.<br />

Uw voertuig is ook voorzien van<br />

twee in het dak gemonteerde<br />

zijairbags.<br />

De twee zijairbags in het dak<br />

kunnen worden geactiveerd bij een<br />

aanrijding vanaf de zijkant, bij een<br />

ernstige frontale aanrijding of<br />

wanneer het voertuig omslaat om<br />

de bestuurder, de voorpassagier en<br />

de twee passagiers direct achter<br />

deze voorste stoelen te beschermen.<br />

Wanneer een airbag in werking<br />

komt en accuspanning beschikbaar<br />

is dan zullen de portieren automatisch<br />

worden ontgrendeld en zal de<br />

interieurverlichting worden<br />

ingeschakeld.<br />

De waarschuwingsknipperlichten<br />

worden ook ingeschakeld als er een<br />

airbag wordt geactiveerd.<br />

U kunt de portieren vergrendelen,<br />

de interieurverlichting uitschakelen<br />

en de waarschuwingsknipperlichten<br />

uitschakelen met de knoppen voor<br />

die functies.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 203 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

WAARSCHUWING<br />

De veiligheidsgordels en het<br />

airbagsysteem zijn ontworpen<br />

om volwassenen de best mogelijke<br />

bescherming te bieden.<br />

Personen die met het airbagsysteem<br />

in aanraking komen of die<br />

zich te dicht bij een airbag bevinden<br />

die wordt opgeblazen,<br />

kunnen ernstige verwondingen<br />

oplopen met mogelijk dodelijke<br />

gevolgen.<br />

Iedereen in het voertuig die te<br />

groot is voor een kinderzitje,<br />

moet een veiligheidsgordel op de<br />

juiste manier dragen. Het maakt<br />

daarbij niet uit of er een airbag<br />

voor die persoon aanwezig is.<br />

Zorg er voor dat kinderen die te<br />

klein zijn om van een gordel<br />

gebruik te maken goed worden<br />

beveiligd door een veiligheidssysteem<br />

voor kinderen. Zie "Veiligheid<br />

voor kinderen" verderop in<br />

dit hoofdstuk.<br />

Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />

dat kinderen veiliger in een<br />

voertuig worden vervoerd wanneer<br />

ze in een kinderstoeltje op de<br />

achterbank zitten.<br />

Daarom raden wij u aan kinderen in<br />

kinderzitjes te plaatsen en oudere<br />

kinderen die groot genoeg zijn om<br />

een veiligheidsgordel te dragen op<br />

de achterbank te zetten.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een kind in een achterwaarts<br />

gekeerd kinderzitje op de<br />

zitplaats voor de passagier voor<br />

in de auto kan ernstig worden<br />

gewond of de gevolgen kunnen<br />

fataal zijn indien de airbag voor<br />

de passagier in werking komt. De<br />

achterkant van het kinderzitje<br />

kan zich namelijk dichtbij de<br />

ontstoken airbag bevinden.<br />

Een kind in een naar voren<br />

gericht kinderzitje op de zitplaats<br />

van de passagier voor in het voertuig<br />

kan ernstig of dodelijk<br />

gewond raken als de airbag voor<br />

de passagier in werking treedt en<br />

de passagiersstoel naar voren<br />

staat.<br />

Wanneer u echter een voorwaarts<br />

geplaatst kinderzitje op de<br />

stoel voor de rechter passagier<br />

voorin vastzet, moet deze stoel<br />

zo ver mogelijk naar achteren<br />

worden geschoven.<br />

–<br />

–<br />

203 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 204 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Hoewel uw voertuig is voorzien<br />

van een uitschakelfunctie voor de<br />

airbag aan de passagierszijde die<br />

is ontworpen om de airbag aan<br />

passagierszijde onder bepaalde<br />

omstandigheden uit te schakelen,<br />

is geen enkel systeem 100%<br />

storingvrij. Niemand kan garanderen<br />

dat een airbag onder<br />

ongebruikelijke omstandigheden<br />

niet kan worden ingeschakeld,<br />

zelfs als het systeem is<br />

uitgeschakeld.<br />

We raden u daarom aan kinderzitjes<br />

op een stoel achterin vast te<br />

maken, zelfs als de voorairbag is<br />

uitgeschakeld.<br />

WAARSCHUWING<br />

Omdat het risico bij een naar<br />

achteren gericht kinderzitje groot<br />

is als de airbag wordt geactiveerd,<br />

zit er een sticker op de<br />

zonneklep die u waarschuwt<br />

nooit een naar achteren gericht<br />

kinderzitje op de voorstoel te<br />

zetten.<br />

WAARSCHUWING<br />

Airbags bieden aanvullende<br />

bescherming bij het gebruik van<br />

veiligheidsgordels. Ook in een<br />

auto met airbags bestaat er<br />

grotere kans op letsel indien u bij<br />

een aanrijding geen veiligheidsgordel<br />

draagt.<br />

Bij een aanrijding kan een inzittende<br />

die niet met de veiligheidsgordel<br />

vastzit een ander persoon<br />

in het voertuig raken en verwonden<br />

of uit het voertuig worden<br />

geworpen.<br />

. . . 204


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 205 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u zich te dicht bevindt<br />

bij een airbag die wordt opgeblazen,<br />

kunt u ernstige verwondingen<br />

oplopen. Veiligheidsgordels<br />

houden u bij een aanrijding op<br />

uw plaats wanneer de airbag<br />

wordt opgeblazen. De bestuurder<br />

moet zo ver mogelijk naar<br />

achteren zitten maar toch de<br />

auto volledig onder controle<br />

hebben.<br />

Airbags vóór in de auto treden<br />

helemaal niet in werking<br />

wanneer de auto om de lengteas<br />

rolt, bij aanrijdingen van achteren<br />

en bij veel zij-aanrijdingen.<br />

Zijairbags die in de stoelen zijn<br />

ingebouwd, worden niet geactiveerd<br />

wanneer het voertuig om<br />

de lengteas rolt, bij aanrijdingen<br />

van achteren of bij frontale<br />

botsingen.<br />

De airbags in het dak kunnen<br />

worden geactiveerd bij een<br />

aanrijding vanaf opzij, bij een<br />

ernstige frontale aanrijding of<br />

wanneer het voertuig omslaat.<br />

Ze worden niet geactiveerd bij<br />

een aanrijding van achteren.<br />

Bevestig niets in de ruimte waar<br />

het opblazen van de airbag<br />

plaatsvindt.<br />

Als er zich iets tussen inzittende<br />

en een airbag bevindt, kan de<br />

airbag niet juist worden opgeblazen,<br />

of kan het voorwerp tegen<br />

de inzittende duwen, met ernstig<br />

of fataal letsel tot gevolg.<br />

Het gebied waarin een airbag<br />

zich vult, moet altijd worden<br />

vrijgehouden.<br />

–<br />

–<br />

205 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 206 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Het aanpassen of verplaatsen van<br />

onderdelen van de voorstoelen,<br />

veiligheidsgordels, sensor- en<br />

diagnosemodule voor de airbags,<br />

stuurwiel, instrumentenpaneel,<br />

dakairbagmodules, hemelbekleding<br />

of stijlbekleding, voorsensoren,<br />

zijbotsingssensoren, omrolsensormodule<br />

of bedrading van de airbags<br />

kan invloed hebben op de werking<br />

van het airbagsysteem.<br />

Wanneer u opties aan de voorzijde<br />

of zijkanten van het voertuig<br />

toevoegt, is het mogelijk dat airbags<br />

niet goed meer functioneren. Raadpleeg<br />

uw dealer voordat u opties<br />

aan de buitenzijde van uw auto<br />

monteert.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bevestig niets op het dak van uw<br />

voertuig door touwen of spanbanden<br />

door portier- of raamopeningen<br />

te leiden. Hierdoor<br />

wordt de opblaaszone van de<br />

airbags geblokkeerd.<br />

Gebruik geen stoelaccessoires die<br />

zich in de opblaaszone van de in<br />

de stoel gemonteerde airbags<br />

kunnen bevinden.<br />

Inzittenden van de auto mogen<br />

niet tegen de portieren leunen of<br />

slapen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer er een airbag wordt<br />

geactiveerd, kan er stof vrijkomen<br />

dat in de lucht blijft hangen.<br />

Dit kan de ademhaling bemoeilijken<br />

bij mensen die last hebben<br />

van astma of andere aandoeningen<br />

aan de luchtwegen. U kunt<br />

dit voorkomen door ervoor te<br />

zorgen dat iedereen meteen het<br />

voertuig verlaat zodra dat veilig<br />

is. Als uitstappen onmogelijk is,<br />

open dan een raam of portier.<br />

Als u ademhalingsproblemen<br />

ondervindt nadat een airbag is<br />

geactiveerd, moet u een arts<br />

raadplegen.<br />

. . . 206


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 207 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Bij vele ernstige botsingen barst de<br />

voorruit als gevolg van de vervorming<br />

van het voertuig. De voorruit<br />

kan ook beschadigen wanneer de<br />

airbag van de passagier rechtsvoor<br />

wordt geactiveerd.<br />

De airbag treedt slechts eenmaal in<br />

werking. Na een botsing moet hij<br />

worden vervangen. Laat alleen<br />

speciaal opgeleid personeel aan het<br />

airbagsysteem werken.<br />

Uw voertuig is voorzien van computermodules<br />

die informatie na een<br />

aanrijding kunnen registreren.<br />

Tijdens een aanrijding kan uw voertuig<br />

informatie opslaan over de<br />

conditie van het voertuig en hoe dit<br />

werd bediend.<br />

Zie "Gegevensverzameling en gegevensrecorders<br />

voor gebeurtenissen"<br />

in hoofdstuk 5 voor meer<br />

informatie.<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

omrolsensor die werkt met banden<br />

en wielen in de originele afmetingen<br />

en van het originele type waarmee<br />

uw voertuig is afgeleverd. Andere<br />

banden of wielen kunnen de<br />

werking van het in het dak gemonteerde<br />

airbagsysteem beïnvloeden.<br />

Raadpleeg "Banden" in hoofdstuk 4<br />

voor meer informatie.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer een airbag is geactiveerd,<br />

kunnen de onderdelen<br />

van de airbag heet zijn. Raak de<br />

onderdelen van de airbag niet<br />

aan.<br />

OPMERKING<br />

Voorkom beschadiging van de<br />

airbagbekleding.<br />

Wanneer een afdekking van een<br />

airbag beschadigd is, moet in<br />

sommige gevallen de airbagmodule<br />

of de module en afdekking<br />

van de airbag worden<br />

vervangen.<br />

De kappen van de airbags<br />

mogen niet worden geopend of<br />

gebroken.<br />

–<br />

–<br />

207 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 208 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Een airbag kan bij onjuiste<br />

behandeling tot maximaal tien<br />

minuten na het afzetten van het<br />

contact en na het verbreken van<br />

de stroomverbinding alsnog<br />

worden geactiveerd.<br />

Wanneer u zich te dicht bij een<br />

geactiveerde airbag bevindt,<br />

kunt u ernstig gewond raken.<br />

Raak draden met gele stekkers<br />

niet aan.<br />

Wees er zeker van dat u of de<br />

persoon die de werkzaamheden<br />

verricht goed is opgeleid en de<br />

voorgeschreven handelingen kan<br />

opvolgen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij het verwijderen (sloop) van<br />

het voertuig of voertuigonderdelen<br />

moeten altijd de veiligheidsprocedures<br />

in acht worden<br />

genomen. Verwijdering mag<br />

uitsluitend worden uitgevoerd<br />

door een erkend onderhoudsbedrijf<br />

om het milieu en uw<br />

gezondheid te beschermen.<br />

Controlelamp airbag<br />

Wanneer u de motor start, knippert<br />

het controlelampje voor de airbags<br />

om aan te geven dat het systeem<br />

operationeel is.<br />

Raadpleeg hoofdstuk 1 voor meer<br />

informatie.<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat onmiddellijk onderhoud<br />

verrichten indien bij het aanzetten<br />

van het contact de controlelamp<br />

van de airbag niet aangaat<br />

of blijft branden, of als hij tijdens<br />

het rijden gaat branden.<br />

. . . 208


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 209 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Passagiersdetectiesysteem<br />

Uw voertuig is uitgerust met het<br />

passagiersdetectiesysteem.<br />

De lampjes voor airbag "aan" en<br />

"uit" branden kort in de statusbalk<br />

van het passagiersdetectiesysteem<br />

(op het instrumentenpaneel).<br />

Wanneer de zelfcontrole van het<br />

systeem is voltooid, blijft één van de<br />

lampjes branden om aan te geven<br />

dat de airbag van de passagier<br />

rechtsvoor is in- of uitgeschakeld.<br />

U kunt de zelfcontrole van het<br />

systeem niet altijd zien wanneer u<br />

de functie voertuig starten op<br />

afstand gebruikt om de motor te<br />

starten.<br />

Sensoren in de voorstoel rechts<br />

nemen waar of er een inzittende in<br />

de voorstoel zit. Deze sensoren<br />

bepalen of de airbag voor de voorpassagier<br />

moet worden in- of<br />

uitgeschakeld.<br />

Het passagiersdetectiesysteem schakelt<br />

de voorairbag aan de passagierszijde<br />

onder de volgende<br />

omstandigheden uit:<br />

• Er is gedurende een bepaalde<br />

periode geen gewicht geplaatst<br />

op de voorstoel rechts.<br />

• Het systeem detecteert een kind<br />

in een naar achteren gericht<br />

kinderzitje.<br />

• Het systeem detecteert een kind<br />

in een kinderzitje.<br />

• Het systeem detecteert een kind<br />

in een stoelverhoger.<br />

–<br />

–<br />

209 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 210 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

• Op de voorstoel rechts zit een<br />

kleine persoon, zoals een kind<br />

dat te groot is voor een kinderzitje<br />

of een hele kleine<br />

volwassene.<br />

Het is belangrijk hierbij op te<br />

merken dat bij sommige kinderen<br />

die te groot zijn geworden<br />

voor een kinderzitje en bij zeer<br />

kleine volwassenen het systeem<br />

de airbag niet altijd kan inschakelen,<br />

afhankelijk van de zithouding<br />

en lichaamsbouw van die<br />

persoon.<br />

Iedereen in het voertuig die te<br />

groot is voor een kinderzitje,<br />

moet een veiligheidsgordel op<br />

de juiste manier dragen. Het<br />

maakt daarbij niet uit of er een<br />

airbag voor die persoon aanwezig<br />

is.<br />

De voorairbag aan de passagierszijde<br />

wordt ook uitgeschakeld als er<br />

een ernstig probleem met het<br />

airbagsysteem of het passagiersdetectiesysteem<br />

is.<br />

Het lampje voor "uit" blijft branden<br />

wanneer de voorairbag aan de<br />

passagierszijde is uitgeschakeld.<br />

Wanneer het systeem een persoon<br />

met volwassen afmetingen waarneemt<br />

in de voorstoel rechts, wordt<br />

de airbag voor de voorstoel rechts<br />

opnieuw ingeschakeld en wordt de<br />

"aan"-indicator in de aan/uit-indicator<br />

voor de passagiersairbag<br />

weergegeven.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Werking van het systeem met<br />

een kinderzitje<br />

• Werking van het systeem met<br />

volwassen passagiers<br />

Accessoires van andere producenten,<br />

zoals stoelhoezen, kunnen de<br />

prestaties van het passagiersdetectiesysteem<br />

beïnvloeden. Gebruik<br />

geen accessoires van andere producenten<br />

als uw voertuig is uitgerust<br />

met dit systeem.<br />

WAARSCHUWING<br />

Houd het gebied onder de passagierstoel<br />

of tussen stoelkussen en<br />

rugleuning vrij van voorwerpen<br />

waardoor het passagiersdetectiesysteem<br />

op de juiste manier kan<br />

functioneren.<br />

. . . 210


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 211 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

WAARSCHUWING<br />

Indien de airbaglamp blijft branden,<br />

of tijdens het rijden gaat<br />

branden, kan dit duiden op een<br />

storing in het systeem.<br />

Zie "Airbaglamp" in hoofdstuk 1<br />

voor meer informatie.<br />

Werking van het systeem met een<br />

kinderzitje<br />

Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />

dat kinderen veiliger in een<br />

voertuig worden vervoerd wanneer<br />

ze in een kinderstoeltje op de<br />

achterbank zitten.<br />

Het wordt daarom aangeraden het<br />

kinderzitje op een stoel achterin vast<br />

te maken.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een kind in een achterwaarts<br />

geplaatst kinderzitje op de<br />

zitplaats voor de passagier voor<br />

in het voertuig kan ernstig of<br />

dodelijk gewond raken als de<br />

voorairbag aan de passagierszijde<br />

wordt geactiveerd. De achterkant<br />

van het kinderzitje kan zich<br />

namelijk dicht bij de geactiveerde<br />

airbag bevinden.<br />

Een kind in een naar voren<br />

gericht kinderzitje op de zitplaats<br />

van de passagier voor in het voertuig<br />

kan ernstig of dodelijk<br />

gewond raken als de airbag voor<br />

de passagier in werking treedt en<br />

de passagiersstoel naar voren<br />

staat.<br />

Wanneer u echter een voorwaarts<br />

geplaatst kinderzitje op de<br />

stoel voor de rechter passagier<br />

voorin vastzet, moet deze stoel<br />

zo ver mogelijk naar achteren<br />

worden geschoven.<br />

–<br />

–<br />

211 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 212 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Sommige voertuigen zijn uitgerust<br />

met een uitschakelfunctie<br />

voor de airbag aan passagierszijde<br />

waarbij de voorairbag aan de<br />

passagierszijde onder bepaalde<br />

omstandigheden wordt uitgeschakeld.<br />

Toch is geen enkel<br />

systeem 100% storingvrij.<br />

Niemand kan garanderen dat<br />

een airbag onder ongebruikelijke<br />

omstandigheden niet kan<br />

worden geactiveerd, zelfs als het<br />

systeem is uitgeschakeld.<br />

Het wordt daarom aangeraden<br />

het kinderzitje op een stoel<br />

achterin vast te maken.<br />

Omdat het risico bij een naar<br />

achteren gericht kinderzitje groot<br />

is als de airbag wordt geactiveerd,<br />

zit er een sticker op de<br />

zonneklep die u waarschuwt<br />

nooit een naar achteren gericht<br />

kinderzitje op de voorstoel te<br />

zetten.<br />

Wanneer het voertuig wordt gestart<br />

met een kinderzitje op de passagiersstoel<br />

voor, dan moet het lampje<br />

voor "uit" in de statusbalk van het<br />

passagiersdetectiesysteem branden<br />

nadat het systeem de zelfcontrole<br />

heeft doorlopen.<br />

Wanneer er een kinderzitje is<br />

geplaatst en het passagiersdetectiesysteem<br />

de airbag niet heeft uitgeschakeld,<br />

schakel de motor dan uit.<br />

Verwijder het kinderzitje en plaats<br />

het opnieuw.<br />

Een dikke laag materiaal (bijvoorbeeld<br />

een deken) of later gemonteerde<br />

voorzieningen (zoals<br />

stoelhoezen, -verwarming of -<br />

massagesystemen) tussen het<br />

zitkussen en het kinderzitje of een<br />

kleine inzittende kan invloed<br />

hebben op de werking van het<br />

passagiersdetectiesysteem. Verwijder<br />

alle extra materiaal van het<br />

zitkussen voordat u een kinderzitje<br />

monteert of een kleine inzittende<br />

vastzet.<br />

Als na het opnieuw starten van het<br />

voertuig de "aan"-indicator nog<br />

altijd verschijnt, controleer dan of de<br />

rugleuning van het voertuig het<br />

kinderzitje niet in het zitkussen<br />

drukt. Als dit het geval is, kantelt u<br />

de rugleuning van het voertuig iets<br />

en stelt u indien mogelijk het zitkussen<br />

af.<br />

. . . 212


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 213 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Controleer ook of het kinderzitje<br />

niet vastzit onder de hoofdsteun van<br />

het voertuig. Als dit wel het geval is,<br />

moet u de hoofdsteun afstellen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Als de "aan"-indicator nog steeds<br />

verschijnt, kunt u het zitje beter<br />

op de achterbank plaatsen en uw<br />

auto zo snel mogelijk na laten<br />

kijken in de garage.<br />

Zie "Veiligheid voor kinderen"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

Werking van het systeem met volwassen<br />

passagiers<br />

Wanneer het systeem een persoon<br />

met volwassen afmetingen waarneemt<br />

in de voorstoel rechts, wordt<br />

de airbag voor de voorstoel rechts<br />

opnieuw ingeschakeld en wordt de<br />

"aan"-indicator in de aan/uit-indicator<br />

voor de passagiersairbag<br />

weergegeven.<br />

Wanneer een persoon met volwassen<br />

afmetingen in de passagiersstoel<br />

voor zit en de voorairbag aan de<br />

passagierszijde blijft uitgeschakeld,<br />

kan het zijn dat de persoon niet<br />

goed in de stoel zit.<br />

De passagier moet de veiligheidsgordel<br />

dragen om in de juiste zitpositie<br />

te zitten, vooral bij manoeuvres<br />

van het voertuig en bij remmen.<br />

Zorg dat de veiligheidsgordel altijd<br />

goed is afgesteld.<br />

Als het passagiersdetectiesysteem<br />

niet kan waarnemen of er een<br />

persoon van volwassen afmetingen<br />

in de stoel zit, zet de motor dan uit.<br />

Een dikke laag materiaal (zoals een<br />

deken) of optionele uitrusting (zoals<br />

stoelhoezen, verwarming of massagesystemen)<br />

kan effect op de<br />

werking van het passagiersdetectiesysteem<br />

hebben. Verwijder alle extra<br />

materiaal van de stoel.<br />

Plaats de rugleuning in rechtopstand.<br />

–<br />

–<br />

213 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 214 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Zorg ervoor dat de passagier rechtop<br />

in het midden van de stoel op<br />

het stoelkussen zit met de benen<br />

comfortabel gestrekt.<br />

Start de motor opnieuw. Hierdoor<br />

zou het systeem de persoon moeten<br />

kunnen waarnemen en de voorairbag<br />

aan de passagierszijde<br />

inschakelen.<br />

Het kan twee tot drie minuten duren<br />

voordat het systeem de passagier<br />

heeft waargenomen en de airbags<br />

inschakelt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Indien de airbaglamp blijft branden,<br />

of tijdens het rijden gaat<br />

branden, kan dit duiden op een<br />

storing in het systeem.<br />

De volwassen passagier wordt<br />

dan niet beschermd door de<br />

airbag. Laat de auto onmiddellijk<br />

repareren.<br />

Zie "Airbaglamp" in hoofdstuk 1<br />

voor meer informatie.<br />

AAN/UIT-INDICATOR AIRBAG<br />

AAN PASSAGIERSZIJDE<br />

De lampjes voor airbag "aan" en<br />

"uit" branden kort in de statusbalk<br />

van het passagiersdetectiesysteem<br />

(op het instrumentenpaneel).<br />

U kunt de zelfcontrole van het<br />

systeem niet altijd zien wanneer u<br />

de functie voertuig starten op<br />

afstand gebruikt om de motor te<br />

starten.<br />

Eén van de indicatoren blijft aan om<br />

aan te geven of de airbag van de<br />

passagier rechtsvoor aan of uit is.<br />

Als de twee lampjes nooit gaan<br />

branden wanneer het voertuig voor<br />

het eerst wordt gestart of wanneer<br />

beide lampjes na een aantal seconden<br />

blijven branden, kan er een<br />

probleem zijn met het systeem.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

WAARSCHUWING<br />

Indien de airbaglamp blijft branden,<br />

of tijdens het rijden gaat<br />

branden, kan dit duiden op een<br />

storing in het systeem.<br />

De volwassen passagier wordt<br />

dan niet beschermd door de<br />

airbag. Laat de auto onmiddellijk<br />

repareren.<br />

. . . 214


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 215 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Zie "Werking van het systeem met<br />

een kinderzitje" eerder in dit hoofdstuk<br />

voor extra belangrijke informatie<br />

over de veiligheid.<br />

Zie ook "Waarschuwingslampje voor<br />

veiligheidsgordel passagier" eerder<br />

in dit hoofdstuk.<br />

Veiligheid voor kinderen<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u een kinderzitje heeft<br />

geplaatst, moet u de schoudergordel<br />

helemaal uit het oprolmechanisme<br />

trekken om de gordel<br />

vast te zetten.<br />

Zet niet-gebruikte veiligheidsgordels<br />

achter het kinderzitje vast<br />

zodat kinderen er niet bij<br />

kunnen.<br />

–<br />

–<br />

Laat geen kinderen in het voertuig<br />

zonder toezicht.<br />

Kinderen die zonder toezicht in<br />

het voertuig achterblijven<br />

kunnen met de veiligheidsgordels<br />

spelen. De gordel kan hierbij<br />

rond de nek van het kind worden<br />

gedraaid en vastklemmen. Het<br />

kind kan ernstig gewond raken of<br />

zelfs overlijden.<br />

Laat kinderen nooit met de veiligheidsgordels<br />

spelen.<br />

215 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 216 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Kleine kinderen moeten altijd in<br />

een baby- of kinderzitje worden<br />

vervoerd. Houd in een rijdende<br />

auto nooit een baby in uw<br />

armen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een niet goed aangebracht<br />

kinderzitje kan tijdens een<br />

botsing of een noodstop door de<br />

auto worden geslingerd. U en uw<br />

passagiers kunnen daarbij<br />

gewond raken. Zorg ervoor dat<br />

het kinderzitje correct is bevestigd,<br />

ook als een kind geen<br />

gebruik maakt van het zitje.<br />

De meeste kinderzitjes zijn in<br />

verschillende modellen verkrijgbaar.<br />

Bij het kiezen van een veiligheidssysteem<br />

voor kinderen dient u niet<br />

alleen rekening te houden met het<br />

gewicht, de grootte en de leeftijd<br />

van het kind, maar ook met de<br />

geschiktheid van het systeem voor<br />

uw auto.<br />

. . . 216


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 217 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

In de aanwijzingen van de fabrikant<br />

van het veiligheidssysteem moeten<br />

het gewicht en de hoogtebeperkingen<br />

voor het specifieke veiligheidssysteem<br />

staan vermeld.<br />

WAARSCHUWING<br />

Pasgeboren kinderen hebben<br />

volledige ondersteuning nodig,<br />

inclusief ondersteuning van<br />

hoofd en nek. Tijdens een<br />

botsing wordt een kind in een<br />

ruggelings geplaatst kinderzitje<br />

in het veiligheidssysteem<br />

gedrukt, zodat de kracht van de<br />

botsing kan worden verdeeld<br />

over de sterkste delen van het<br />

kinderlichaam, de rug en de<br />

schouders.<br />

Kinderen moeten altijd veilig<br />

bevestigd zijn in geschikte<br />

kinderzitjes.<br />

WAARSCHUWING<br />

De heupbeenderen van een jong<br />

kind zijn nog zo klein dat de<br />

normale veiligheidsgordel van<br />

een voertuig niet laag blijft zitten<br />

op de heupbotten, zoals het zou<br />

moeten. In plaats daarvan kan<br />

het opkruipen tot rond de ingewanden<br />

van het kind. Tijdens een<br />

botsing oefent de gordel een<br />

kracht uit op een lichaamsdeel<br />

dat helemaal niet wordt<br />

beschermd door een botstructuur.<br />

Dit alleen kan al ernstig en<br />

zelfs dodelijk letsel veroorzaken.<br />

Jonge kinderen moeten altijd<br />

veilig in geschikte kinderzitjes<br />

worden vastgezet om de kans op<br />

ernstig of dodelijk letsel te<br />

verkleinen.<br />

Bij deze zitjes wordt het veiligheidsgordelsysteem<br />

of bevestigingssysteem<br />

van uw voertuig gebruikt,<br />

maar het kind moet echter ook de<br />

veiligheidsgordels van het zitje<br />

dragen om de kans op verwondingen<br />

te verminderen. Volg de<br />

gebruiksaanwijzing die bij het zitje<br />

wordt geleverd.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer een kinderzitje niet<br />

goed met de veiligheidsgordels<br />

wordt bevestigd, kan het zitje het<br />

kind dat zich in het zitje bevindt<br />

niet beschermen. Tijdens een<br />

ongeluk kan het kind ernstig en<br />

zelfs fataal letsel oplopen.<br />

–<br />

–<br />

217 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 218 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

Wanneer u een kinderzitje op de<br />

passagiersstoel voor plaatst, moet u<br />

eerst extra materiaal, zoals dekens,<br />

kussens, stoelhoezen, stoelverwarming<br />

of stoelmassagesystemen, van<br />

de stoel verwijderen.<br />

Raadpleeg "Passagiersdetectiesysteem"<br />

eerder in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie.<br />

Wanneer u de schouderriem van de<br />

heup-schoudergordel van bepaalde<br />

passagierszitplaatsen geheel naar<br />

buiten trekt, dan komt de vergrendelingsvoorziening<br />

voor het kinderveiligheidssysteem<br />

in werking. De<br />

gordel kan niet weer naar buiten<br />

worden getrokken voordat eerst het<br />

oprollen heeft plaatsgevonden.<br />

Wanneer u een veiligheidsgordel<br />

gebruikt die voorzien is van een<br />

vergrendelingsvoorziening voor het<br />

kinderzitje, zorg er dan voor dat u<br />

de schoudergordel uit het terugtrekmechanisme<br />

trekt om de gordelvergrendeling<br />

te activeren nadat u de<br />

gordel door het kinderzitje hebt<br />

geleid en de gordel hebt vastgegespt.<br />

Voer vervolgens de schoudergordel<br />

terug in het<br />

terugtrekmechanisme terwijl u het<br />

kinderzitje omlaag duwt.<br />

Beweeg het kinderzitje in verschillende<br />

richtingen om er zeker van te<br />

zijn dat hij goed is bevestigd.<br />

Wanneer uw auto is uitgerust met<br />

verankeringspunten voor kinderzitjes<br />

en uw kinderzitje is voorzien<br />

van bevestigingspunten voor verankeringen,<br />

raadpleeg dan "Bevestigingspunten<br />

voor kinderzitjes met<br />

lage bevestigingspunten en bovenbescherming"<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk voor de wijze waarop het<br />

kinderzitje moet worden bevestigd.<br />

Kinderzitjes met bovenriemen<br />

kunnen alleen op de tweede rij<br />

zitplaatsen worden gebruikt. Er zijn<br />

geen bevestigingssteunen beschikbaar<br />

op andere zitplaatsen.<br />

Zie "Locaties voor de bovenriem"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />

dat kinderen veiliger in een<br />

voertuig worden vervoerd wanneer<br />

ze in een kinderstoeltje op de<br />

achterbank zitten.<br />

Daarom raden wij u aan kinderen in<br />

kinderzitjes te plaatsen en oudere<br />

kinderen die groot genoeg zijn om<br />

een veiligheidsgordel te dragen op<br />

de achterbank te zetten.<br />

. . . 218


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 219 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

Een kind in een achterwaarts<br />

gekeerd kinderzitje op de<br />

zitplaats voor de passagier voor<br />

in de auto kan ernstig worden<br />

gewond of de gevolgen kunnen<br />

fataal zijn indien de airbag voor<br />

de passagier in werking komt. De<br />

achterkant van het kinderzitje<br />

kan zich namelijk dichtbij de<br />

ontstoken airbag bevinden.<br />

Alhoewel sommige auto's uitgerust<br />

zijn met een uitschakelfunctie<br />

voor de airbag aan<br />

passagierszijde die ontworpen<br />

zijn om de frontairbag aan passagierszijde<br />

onder bepaalde<br />

omstandigheden uit te schakelen,<br />

is geen enkel systeem 100%<br />

storingvrij. Niemand kan garanderen<br />

dat een airbag onder<br />

ongebruikelijke omstandigheden<br />

niet kan worden ingeschakeld,<br />

zelfs als het systeem is<br />

uitgeschakeld.<br />

Het wordt daarom aangeraden<br />

het kinderzitje op een stoel<br />

achterin vast te maken.<br />

Omdat het risico bij een naar<br />

achteren gericht kinderzitje groot<br />

is als de airbag wordt geactiveerd,<br />

zit er een sticker op de<br />

zonneklep die u waarschuwt<br />

nooit een naar achteren gericht<br />

kinderzitje op de voorstoel te<br />

zetten.<br />

Een kind in een naar voren<br />

gericht kinderzitje op de zitplaats<br />

van de passagier voor in het voertuig<br />

kan ernstig of dodelijk<br />

gewond raken als de airbag voor<br />

de passagier in werking treedt en<br />

de passagiersstoel naar voren<br />

staat.<br />

Wanneer u echter een voorwaarts<br />

geplaatst kinderzitje op de<br />

stoel voor de rechter passagier<br />

voorin vastzet, moet deze stoel<br />

zo ver mogelijk naar achteren<br />

worden geschoven.<br />

–<br />

–<br />

219 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 220 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer het voertuig wordt<br />

gestart met een kinderzitje op de<br />

passagiersstoel voor, dan moet<br />

het lampje voor "uit" in het aan/<br />

uitlampje voor de passagiersairbag<br />

(in het instrumentenpaneel)<br />

branden nadat het systeem de<br />

zelfcontrole heeft doorlopen.<br />

Wanneer het lampje voor "aan"<br />

gaat branden wanneer u een<br />

kinderzitje in de passagiersstoel<br />

voor heeft geplaatst, dan betekent<br />

dit dat de voorairbag voor<br />

de passagier nog steeds is<br />

ingeschakeld.<br />

Zie "Passagiersdetectiesysteem"<br />

eerder in dit hoofdstuk.<br />

Maak gebruik van de onderstaande grafiek om na te gaan welke stoelen in<br />

het voertuig geschikt zijn voor de bevestiging van kinderzitjes.<br />

Gewichtsklasse<br />

(Leeftijdsgroep)<br />

< 10 kg<br />

(0-9 maanden)<br />

< 13 kg<br />

(0-24<br />

maanden)<br />

9-18 kg<br />

(9-48<br />

maanden)<br />

15-36 kg<br />

(4-12 jaar)<br />

Passagiersstoel<br />

voor<br />

Buitenste<br />

zitplaatsen<br />

van de<br />

tweede rij<br />

Stoel<br />

Tweede<br />

rij<br />

midden<br />

Passagierszijde<br />

van<br />

de derde<br />

rij<br />

> X > > ><br />

> X > > ><br />

> X > > ><br />

> X > > ><br />

Bestuur<br />

derszijde<br />

van de<br />

derde<br />

rij<br />

*: Geschikt voor alle naar voren gerichte kinderzitjes die goedgekeurd zijn<br />

voor deze leeftijds/gewichts-groep.<br />

>: Geschikt voor bepaalde zitjes die goedgekeurd zijn voor deze leeftijds/<br />

gewichts-groep.<br />

X: Stoelpositie niet geschikt voor kinderen uit deze leeftijdsgroep.<br />

. . . 220


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 221 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Oudere kinderen<br />

Oudere kinderen die te groot zijn<br />

geworden voor een zitverhoger,<br />

moeten op de achterbank zitten,<br />

met de veiligheidsgordel goed<br />

bevestigd.<br />

In de gebruiksaanwijzing van de<br />

fabrikant van het kinderzitje moeten<br />

het gewicht en de hoogtebeperkingen<br />

voor het specifieke kinderzitje<br />

staan vermeld.<br />

Bepaal aan de hand van de plaatselijke<br />

wetgeving of een kind te groot<br />

is geworden voor een zitverhoger<br />

en op de achterbank kan zitten.<br />

Controleer daarbij het volgende:<br />

• Laat het kind helemaal naar achteren<br />

op de achterbank zitten.<br />

Buigen de knieën van het kind<br />

bij de rand van de achterbank?<br />

Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, ga naar de<br />

volgende vraag.<br />

Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, dan moet<br />

het kind op een zitverhoger blijven<br />

zitten.<br />

• Bevestig de veiligheidsgordel<br />

rond het kind terwijl het helemaal<br />

naar achteren op de achterbank<br />

zit, met de knieën<br />

gebogen bij de rand van de<br />

achterbank.<br />

Ligt de schouderriem op de<br />

schouder?<br />

Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, ga naar de<br />

volgende vraag.<br />

Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, probeer<br />

dan de comfortgeleiders voor de<br />

schouderriem op de achterbank.<br />

Zie "Comfortgeleiders voor<br />

schoudergordel" eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Wanneer de schouderriem nog<br />

steeds niet op de schouder ligt,<br />

moet het kind op een zitverhoger<br />

zitten.<br />

• Past de heupriem laag en strak<br />

rond de heupen, waarbij de riem<br />

net de dijen raakt?<br />

Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, ga naar de<br />

volgende vraag.<br />

Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, dan moet<br />

het kind op een zitverhoger blijven<br />

zitten.<br />

• Blijft de veiligheidsgordel goed<br />

zitten tijdens de rit?<br />

Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, dan moet<br />

het kind op een zitverhoger blijven<br />

zitten.<br />

Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />

op deze vraag, moet een<br />

ouder kind een heup-/schoudergordel<br />

dragen, waardoor het<br />

kind de extra bescherming krijgt<br />

die een schoudergordel kan<br />

bieden.<br />

–<br />

–<br />

221 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 222 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

De schouderriem moet voor het<br />

gezicht of de nek lopen.<br />

Het heupgedeelte van de riem moet<br />

laag en passend rond de heupen<br />

worden gedragen, waarbij de riem<br />

net de dijen moet raken. Bij een<br />

aanrijding oefent de riem dan druk<br />

uit op de sterke botten van het<br />

bekken.<br />

Wanneer dit niet het geval is, drukt<br />

de riem bij een aanrijding op de buik<br />

van het kind. Dit kan ernstig of zelfs<br />

dodelijk letsel veroorzaken.<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat een kind nooit een veiligheidsgordel<br />

dragen met de<br />

schouderriem achter de rug.<br />

Het kind kan dan te ver naar<br />

voren bewegen, met kans op<br />

hoofd- en nekletsel bij een<br />

aanrijding.<br />

Het kind kan ook onder de heupriem<br />

door schuiven. De riem kan<br />

druk uitoefenen op de buik. Dit<br />

kan ernstig of zelfs dodelijk letsel<br />

veroorzaken.<br />

De schoudergordel moet over de<br />

schouder en diagonaal over de<br />

borst lopen. Deze lichaamsdelen<br />

zijn het beste in staat om grote<br />

krachten op te vangen.<br />

Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />

dat kinderen veiliger in een<br />

voertuig worden vervoerd wanneer<br />

ze in een kinderstoeltje op de<br />

achterbank zitten.<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij een aanrijding kan een inzittende<br />

die niet met de veiligheidsgordel<br />

vastzit een ander persoon<br />

in het voertuig raken en verwonden<br />

of uit het voertuig worden<br />

geworpen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een veiligheidsgordel mag steeds<br />

slechts door 1 persoon tegelijk<br />

worden gedragen. Sta niet toe<br />

dat twee kinderen van dezelfde<br />

gordel gebruik maken.<br />

Zie "Veiligheidsgordels" eerder in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie<br />

over veiligheidsgordels en<br />

veiligheid.<br />

. . . 222


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 223 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

Ankers voor kinderzitjes met lage<br />

bevestigingspunten en<br />

bovenriem<br />

Dit systeem is bedoeld om het<br />

installeren van kinderzitjes te<br />

vergemakkelijken.<br />

Gebruik dit systeem in plaats van de<br />

veiligheidsgordels van het voertuig<br />

om het kinderzitje vast te zetten.<br />

A B A<br />

Met deze voorziening beschikt u<br />

over ankerpunten waar de onderkant<br />

van de rugleuning samenkomt<br />

met de achterkant van de stoelzitting<br />

in de buitenste zitplaatsen van<br />

de tweede zitbank.<br />

U kunt dit systeem gebruiken met<br />

een kinderzitje met bevestigingspunten<br />

aan de onderzijde (en<br />

mogelijk bovenriem).<br />

WAARSCHUWING<br />

Als een kinderzitje niet aan diens<br />

verankeringspunten is bevestigd,<br />

is het zitje niet in staat om het<br />

kind dat zich in het zitje bevindt,<br />

te beschermen. Tijdens een<br />

ongeluk kan het kind ernstig en<br />

zelfs fataal letsel oplopen.<br />

Zorg ervoor dat het kinderzitje<br />

op de juiste manier is bevestigd<br />

met behulp van de ankerpunten,<br />

of gebruik de veiligheidsgordels<br />

van het voertuig om het zitje te<br />

bevestigen. Volg de richtlijnen op<br />

die in de gebruiksaanwijzing zijn<br />

vermeld.<br />

Zie "Veiligheid voor kinderen" eerder<br />

in dit hoofdstuk.<br />

Raadpleeg tevens "Een kinderzitje<br />

met onderste bevestigingspunten<br />

en bovenriem vastzetten" verderop<br />

in dit hoofdstuk.<br />

–<br />

–<br />

223 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 224 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

A<br />

B<br />

Bovenriem<br />

Een kinderzitje kan een enkele of<br />

een dubbele bovenriem hebben.<br />

Een enkele bevestiging aan het<br />

uiteinde van de bovenriem verbindt<br />

het kinderzitje met het verankeringspunt<br />

voor de bovenriem in uw<br />

voertuig.<br />

Als de gebruiksaanwijzing of de<br />

plaatselijke wetgeving vereisen dat<br />

het kinderzitje met de bovenriem<br />

moet worden bevestigd, gebruik<br />

het zitje dan niet tenzij het goed is<br />

bevestigd.<br />

C<br />

B<br />

WAARSCHUWING<br />

Bevestig een kinderzitje nooit<br />

alleen met het verankeringspunt<br />

voor de bovenriem.<br />

Zorg ervoor dat het kinderzitje<br />

op de juiste manier is bevestigd<br />

met behulp van de ankerpunten,<br />

of gebruik de veiligheidsgordels<br />

van het voertuig om het zitje te<br />

bevestigen. Volg de richtlijnen op<br />

die in de gebruiksaanwijzing zijn<br />

vermeld.<br />

Zie "Veiligheid voor kinderen"<br />

eerder in dit hoofdstuk.<br />

Kinderzitjes met bovenriemen<br />

kunnen alleen op de tweede rij<br />

zitplaatsen worden gebruikt. Er zijn<br />

geen bevestigingssteunen beschikbaar<br />

op andere zitplaatsen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Elk steunpunt is ontworpen om<br />

een kinderzitje aan te bevestigen.<br />

Het bevestigen van meer dan een<br />

kinderzitje aan een enkel bevestigingspunt<br />

kan ertoe leiden dat<br />

bij een botsing het bevestigingspunt<br />

loslaat of zelfs afbreekt. Een<br />

kind of andere personen kunnen<br />

gewond raken. Om verwonding<br />

van mensen en schade aan de<br />

auto te voorkomen, slechts een<br />

kinderzitje per steunpunt<br />

bevestigen.<br />

. . . 224


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 225 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

–<br />

Met dit symbool kunt u de bevestigingspunten<br />

voor de bovenriem<br />

lokaliseren.<br />

De buitenste zitplaatsen van de<br />

tweede rij hebben bevestigingspunten<br />

voor de bovenriem op de zijkant<br />

van de wielkast.<br />

Zorg ervoor dat u een ankerpunt<br />

gebruikt dat zich aan dezelfde zijde<br />

van het voertuig bevindt als de<br />

zitpositie waar het kinderzitje wordt<br />

geplaatst.<br />

Er zit nog een bevestigingspunt voor<br />

de bovenriem in het midden van de<br />

bagageruimte.<br />

Voor een naar voren gericht kinderzitje<br />

bevestigt u de bovenste riem<br />

aan het ankerpunt voor de bovenste<br />

riem.<br />

• Wanneer de stoel geen hoofdsteun<br />

heeft, moet u de bovenriem<br />

direct over de rugleuning<br />

van de stoel leiden.<br />

–<br />

225 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 226 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

• Wanneer de stoel een verstelbare<br />

hoofdsteun heeft en het kinderzitje<br />

een enkele of dubbele<br />

bovenriem heeft, leid de bovenriem<br />

dan onder de hoofdsteun<br />

en tussen de twee stijlen door.<br />

Raadpleeg de instructies van de<br />

fabrikant van het kinderzitje om vast<br />

te stellen wanneer en hoe de bovenriem<br />

moet worden bevestigd.<br />

Een kinderzitje met onderste bevestigingspunten<br />

en bovenriem<br />

vastzetten<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat geen kinderen in het voertuig<br />

zonder toezicht.<br />

Kinderen die zonder toezicht in<br />

het voertuig achterblijven<br />

kunnen met de veiligheidsgordels<br />

spelen. De gordel kan hierbij<br />

rond de nek van het kind worden<br />

gedraaid en vastklemmen. Het<br />

kind kan ernstig gewond raken of<br />

zelfs overlijden.<br />

Laat kinderen nooit met de veiligheidsgordels<br />

spelen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Nadat u een kinderzitje heeft<br />

geplaatst, moet u de schoudergordel<br />

helemaal uit het oprolmechanisme<br />

trekken om de gordel<br />

vast te zetten.<br />

Zet niet-gebruikte veiligheidsgordels<br />

achter het kinderzitje vast<br />

zodat kinderen er niet bij<br />

kunnen.<br />

. . . 226


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 227 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 2<br />

OPMERKING<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de onderste bevestigingsonderdelen<br />

van het kinderzitje<br />

en de veiligheidsgordel van<br />

het voertuig elkaar raken, kan dit<br />

beschadigingen veroorzaken.<br />

Verplaats eventueel de bevestigde<br />

veiligheidsgordel zodat de<br />

riem en de onderste bevestigingsonderdelen<br />

niet tegen<br />

elkaar aan wrijven.<br />

Wanneer een lege achterbank<br />

wordt neergeklapt met de veiligheidsgordels<br />

bevestigd, kunnen<br />

de veiligheidsgordels of de stoel<br />

beschadigd raken.<br />

Vergeet nooit de veiligheidsgordels<br />

weer in de normale, opgeborgen<br />

stand te doen voordat u<br />

de achterbank neerklapt.<br />

Om een kinderzitje te bevestigen<br />

dat ontworpen is voor dit systeem,<br />

volgt u de volgende procedure:<br />

1. Zoek de ankerpunten waar de<br />

onderkant van de rugleuning<br />

samenkomt met het<br />

zittingkussen.<br />

2. Plaats het kinderzitje op de<br />

stoel.<br />

3. Bevestig de ankerpunten van<br />

het kinderzitje aan de ankerpunten<br />

in het voertuig. Volg de<br />

richtlijnen op die in de<br />

gebruiksaanwijzing zijn<br />

vermeld.<br />

–<br />

–<br />

227 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 228 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />

WAARSCHUWING<br />

Elk verankeringspunt voor de<br />

bovenriem of stel bevestigingspunten<br />

is ontworpen om één<br />

kinderzitje te bevestigen. Het<br />

bevestigen van meer dan één<br />

kinderzitje aan een enkel verankeringspunt<br />

of bevestigingspunt<br />

kan ertoe leiden dat bij een<br />

botsing het verankeringspunt of<br />

het bevestigingspunt loslaat of<br />

zelfs afbreekt. Het kind of andere<br />

personen kunnen gewond raken.<br />

Bevestig om letsel bij mensen en<br />

schade aan de auto te voorkomen<br />

slechts een kinderzitje per<br />

verankerings- of<br />

bevestigingspunt.<br />

4. Wanneer het kinderzitje met<br />

een bovenriem is uitgerust,<br />

moet u de bovenriem aan het<br />

ankerpunt voor de bovenriem<br />

bevestigen.<br />

Leid de bovenriem volgens de<br />

instructies van het kinderzitje en<br />

volgens de instructies onder<br />

"Bovenriem" eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Raadpleeg de instructies van de<br />

fabrikant om vast te stellen wanneer<br />

en hoe de bovenriem moet<br />

worden bevestigd.<br />

5. Beweeg het kinderzitje in verschillende<br />

richtingen om er<br />

zeker van te zijn dat hij goed is<br />

bevestigd.<br />

Voor het verwijderen van het kinderzitje<br />

maakt u de bovenste riem<br />

(indien van toepassing) los van het<br />

ankerpunt voor de bovenste riem en<br />

vervolgens maakt u de ankerpunten<br />

los.<br />

Als u een ernstig ongeluk heeft<br />

gehad, kan het bevestigingssysteem<br />

beschadigd zijn. Sommige onderdelen<br />

moeten mogelijk worden gerepareerd<br />

of vervangen. Laat na een<br />

aanrijding altijd het bevestigingssysteem<br />

inspecteren.<br />

. . . 228


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 229 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

–––<br />

3<br />

Star<br />

ten<br />

en<br />

bed<br />

ienin<br />

gs-<br />

Inrijperiode bij nieuwe voertuigen....................231<br />

Sleutels ................................................................231<br />

Immobilisatie .....................................................232<br />

Anti-diefstalsysteem ............................................234<br />

Indringingssensor...............................................236<br />

Extra vergrendeling............................................237<br />

Immobilisatie .....................................................238<br />

Sloten met afstandsbediening ..........................238<br />

Werkingsprincipe ...............................................239<br />

Zendbereik.........................................................240<br />

Batterij vervangen..............................................241<br />

Aanpassen van zenders......................................242<br />

Akkoordcode voor zenderfrequenties ................242<br />

Het voertuig starten op afstand .........................242<br />

Contactslot..........................................................246<br />

Accessoirevoeding .............................................247<br />

Instructies voor het starten ...............................247<br />

Motor starten.....................................................247<br />

Startproblemen..................................................249<br />

Instelbare gas- en rempedalen .........................250<br />

Verwarming motorblok ....................................250<br />

Hoofdstuk 3: Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Transmissie......................................................... 251<br />

Allwheelaandrijving .......................................... 256<br />

Rijvoorschriften voor voertuigen met<br />

vierwielaandrijving (waar aanwezig).............. 257<br />

Terreinrijden met uw voertuig met aandrijving<br />

op alle wielen................................................... 257<br />

Voordat u gaat terreinrijden .............................. 258<br />

Het laden van uw auto voor terreinrijden ......... 258<br />

Milieuzorg......................................................... 259<br />

Naar afgelegen gebieden reizen ....................... 260<br />

Vertrouwd raken met terreinrijden.................... 260<br />

Terreinrijden ...................................................... 260<br />

Het terrein verkennen ....................................... 261<br />

Rijden op hellingen ........................................... 262<br />

Het naderen van een helling ............................. 262<br />

Omhoog rijden ................................................. 263<br />

De helling afrijden............................................. 264<br />

Overdwars op een helling rijden ....................... 265<br />

Rijden in modder, zand, sneeuw of ijs............... 266<br />

Rijden in water .................................................. 267<br />

229 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 230 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3: Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Parkeren..............................................................268<br />

Torsievergrendeling ...........................................268<br />

Uit de stand P (parkeren) schakelen...................269<br />

Ultrasoon hulpsysteem voor<br />

achteruitparkeren ............................................269<br />

Tractie..................................................................270<br />

Tractieregelsysteem............................................270<br />

Stabilitrak ® -systeem ...........................................270<br />

Stuurinrichting....................................................270<br />

Stuurbekrachtiging ............................................270<br />

Snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging ..........270<br />

Remmen..............................................................270<br />

Remblokslijtageindicators...................................270<br />

Remmen stellen .................................................271<br />

Slag van het rempedaal .....................................271<br />

Antiblokkeerremsysteem (ABS) ..........................272<br />

Parkeerrem.........................................................272<br />

Wielophanging .................................................. 274<br />

Automatische niveauregeling ........................... 274<br />

Automatische stabilisatieregeling ..................... 274<br />

Snelheidsbegrenzer........................................... 274<br />

Begrenzer motortoerental................................. 274<br />

Voertuig beladen ............................................... 275<br />

Informatieplaatje voor banden en belasting...... 276<br />

Identificatieplaatje............................................. 276<br />

Trekken van een aanhanger.............................. 277<br />

Sleep-/trekfunctie.............................................. 282<br />

Trekhaak............................................................ 283<br />

Veiligheidskettingen .......................................... 283<br />

Aanhangerremmen........................................... 283<br />

Richtingaanwijzers aanhanger........................... 284<br />

Parkeren op hellingen ....................................... 284<br />

Onderhoudswerkzaamheden bij het gebruik<br />

van een aanhanger .......................................... 285<br />

Rijden met recreatieve voertuigen................... 285<br />

. . . 230


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 231 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

■ INRIJPERIODE BIJ<br />

NIEUWE VOERTUIGEN<br />

OPMERKING<br />

Uw voertuig behoeft niet uitvoerig<br />

te worden "ingereden". Let<br />

echter op de volgende aanwijzingen<br />

die het prestatievermogen<br />

op de lange duur ten goede<br />

komen:<br />

• Rijd tijdens de eerste 800 km<br />

niet met constante snelheid -<br />

snel of langzaam.<br />

• Rijd tijdens de eerste 800 km<br />

niet sneller dan 113 km/h.<br />

Als deze procedures niet worden<br />

opgevolgd, kunnen motor, as en<br />

andere onderdelen beschadigd<br />

raken.<br />

OPMERKING<br />

•Voorkom hard remmen tijdens<br />

de eerste 320 km. Hard remmen<br />

met nieuwe remvoeringen<br />

kan voortijdige slijtage<br />

veroorzaken. Neem telkens<br />

nadat nieuwe remvoeringen<br />

en/of remblokken zijn gemonteerd<br />

deze richtlijnen in acht.<br />

•Vermijd terugschakelen om te<br />

remmen of te vertragen.<br />

• Rijd tijdens de inrijperiode niet<br />

met een aanhanger.<br />

Na het inrijden kunnen het<br />

toerental en de belasting langzaam<br />

worden verhoogd.<br />

■ SLEUTELS<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat kinderen niet achter in een<br />

auto met de contactsleutel. Ze<br />

kunnen de elektrisch bediende<br />

ramen of andere bedieningen<br />

gebruiken en zelfs de auto in beweging<br />

brengen. Zo kan een kind<br />

zichzelf of anderen letsel toebrengen<br />

met mogelijk fatale gevolgen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

De sleutel is voor het contact, de<br />

portieren en alle overige sloten.<br />

De sleutel beschikt over een ingebouwde<br />

immobilisatietransponder.<br />

Zie "Immobilisatie" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

231 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 232 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Uw voertuig kan worden geleverd<br />

met een sleutel voor het ontgrendelen<br />

van de tankdop.<br />

Let op: er is geen slotcilinder voor de<br />

bagageruimte of het<br />

passagiersportier.<br />

OPMERKING<br />

Anti-diefstalmaatregelen kunnen<br />

het lastig maken om in uw auto<br />

te komen als u uw sleutels hebt<br />

binnengesloten. Wellicht moet u<br />

zelfs uw auto beschadigen om<br />

een portier te kunnen openen.<br />

Zorg ervoor dat u een reservesleutel<br />

hebt.<br />

Laat de sleutel of afstandsbediening<br />

waarmee het antidiefstalsysteem<br />

kan worden uitgeschakeld niet<br />

achter in het voertuig.<br />

Extra sleutels kunnen worden<br />

besteld bij een erkende dealer.<br />

Immobilisatie<br />

Let op: als er aanpassingen aan dit<br />

systeem worden aangebracht in een<br />

niet-bevoegde werkplaats, dan kan<br />

de toestemming om het systeem te<br />

gebruiken komen te vervallen.<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

passief antidiefstalsysteem.<br />

De contactsleutel heeft een ingebouwde<br />

transponder. De transponder<br />

gebruikt een radiofrequentie die<br />

overeenkomt met de decoder in uw<br />

voertuig.<br />

Het systeem wordt geactiveerd<br />

wanneer de sleutel uit het contact<br />

wordt verwijderd.<br />

Wanneer u het systeem wilt uitschakelen,<br />

schakelt u het contact in.<br />

Alleen met de juiste sleutel kan de<br />

auto worden gestart.<br />

Wanneer het lampje voor het alarmsysteem<br />

gaat branden, kan er een<br />

probleem zijn met het in- of uitschakelen<br />

van het systeem.<br />

Wanneer er een beschadigde of<br />

verkeerde sleutel is gebruikt, zorgt<br />

het systeem dat de motor niet kan<br />

worden gestart.<br />

Zet het contact uit en probeer nog<br />

een keer.<br />

Wanneer de motor nog steeds niet<br />

start en de sleutel onbeschadigd<br />

lijkt, probeer dan een andere<br />

contactsleutel.<br />

In zo'n geval kan het nuttig zijn de<br />

zekeringen te controleren.<br />

Laat het voertuig repareren wanneer<br />

de motor nog steeds niet gestart<br />

kan worden.<br />

Wanneer de motor nu wel start, kan<br />

de eerste sleutel defect zijn. Ga naar<br />

uw dealer voor een nieuwe sleutel.<br />

. . . 232


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 233 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

EXTRA SLEUTELS<br />

PROGRAMMEREN<br />

Alle nieuwe sleutels moeten worden<br />

geprogrammeerd, anders kunt u uw<br />

voertuig er niet mee starten.<br />

Er kunnen maximaal tien sleutels<br />

voor uw voertuig worden<br />

geprogrammeerd.<br />

U kunt maximaal acht extra sleutels<br />

naast de twee originele sleutels<br />

programmeren. Zo programmeert<br />

u een extra sleutel:<br />

1. Controleer of op de sleutel is<br />

gestanst.<br />

2. Start de motor met één van de<br />

eerder geprogrammeerde<br />

sleutels.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

als de motor niet wil starten.<br />

3. Zet het contact af en verwijder<br />

de sleutel.<br />

4. Steek binnen vijf seconden<br />

nadat u het contact heeft uitgeschakeld<br />

de eerder geprogrammeerde<br />

sleutel in het contact en<br />

start de motor.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

als de motor niet wil starten.<br />

5. Zet het contact af en verwijder<br />

de sleutel.<br />

6. Steek binnen vijf seconden<br />

nadat u het contact heeft uitgeschakeld<br />

de sleutel die u aan<br />

het programmeren bent in het<br />

contact en start de motor.<br />

Wanneer de sleutel is geprogrammeerd,<br />

gaat het controlelampje<br />

van het alarmsysteem<br />

uit.<br />

Wanneer er meer sleutels moeten<br />

worden geprogrammeerd, herhaalt<br />

u de vorige stappen.<br />

Wanneer u slechts één sleutel heeft<br />

waarmee u het voertuig kunt bedienen,<br />

neem dan contact op met uw<br />

dealer om extra sleutels te laten<br />

programmeren.<br />

Wanneer alle contactsleutels kwijt of<br />

beschadigd zijn, neem dan contact<br />

op met uw dealer of een slotenmaker<br />

die onderhoud mag uitvoeren<br />

aan Pass-Key ® III Plus-systemen om<br />

een nieuwe sleutel te maken en te<br />

programmeren.<br />

Wanneer het veiligheidslampje<br />

tijdens het rijden begint te branden,<br />

dan kan er een probleem aanwezig<br />

zijn. De motor kan mogelijk niet<br />

opnieuw worden gestart. Rijd uw<br />

auto naar een plaats waar u op uw<br />

gemak onderhoud kunt regelen,<br />

voordat u de motor uitschakelt.<br />

Laat de sleutel of afstandsbediening<br />

waarmee het antidiefstalsysteem<br />

kan worden uitgeschakeld niet<br />

achter in het voertuig.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

233 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 234 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

■ ANTI-DIEFSTALSYSTEEM<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

alarmsysteem.<br />

Als uw auto is uitgerust met dit<br />

systeem, dan zal het alarmsysteemlampje<br />

knipperen als het contact uit<br />

staat en een van de portieren wordt<br />

geopend. Dit dient om u eraan te<br />

herinneren dat het alarmsysteem<br />

moet worden geactiveerd.<br />

Om de waakfunctie te activeren:<br />

1. Wanneer u de motor uitschakelt,<br />

wordt PRESS TO TURN<br />

OFF MOTION SENSOR (druk<br />

op om de bewegingssensor<br />

uit te schakelen) op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

weergegeven.<br />

U kunt het antidiefstalsysteem<br />

inschakelen zonder de indringingssensor<br />

te activeren met de<br />

toets op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder.<br />

Zie 'Indringingssensor' verderop<br />

in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

2. Open het portier.<br />

3. Vergrendel het portier met de<br />

elektrische portierslotschakelaar<br />

of met de<br />

afstandsbediening.<br />

Het alarm wordt niet geactiveerd<br />

als u de portieren vergrendelt<br />

met de sleutel of de<br />

handvergrendeling of wanneer<br />

de achterklep open staat.<br />

4. Sluit alle portieren (ook de achterklep<br />

en de motorkap).<br />

5. De controlelamp van het alarmsysteem<br />

blijft continu branden.<br />

6. Het controlelampje van het<br />

alarmsysteem gaat binnen<br />

ongeveer 30 seconden uit.<br />

Zodra de lamp gedoofd is, is het<br />

systeem ingeschakeld.<br />

. . . 234


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 235 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Wanneer het antidiefstalsysteem is<br />

ingeschakeld, wordt het alarm geactiveerd<br />

wanneer er een portier, de<br />

achterklep of de motorkap wordt<br />

geopend zonder dat de sleutel of<br />

afstandsbediening wordt gebruikt.<br />

De autoverlichting gaat dan knipperen<br />

en de claxon klinkt gedurende<br />

ca. 30 seconden.<br />

Dit waarschuwingspatroon kan zich<br />

tien keer herhalen.<br />

Om het systeem uit te schakelen<br />

moet één van de portieren of de<br />

achterklep met een sleutel of de<br />

afstandsbediening worden<br />

ontgrendeld.<br />

Naast het standaard antidiefstalsysteem<br />

beschikt dit systeem ook over<br />

andere functies.<br />

• elektrische geluidsgenerator<br />

• Indringingssensor<br />

• neigingshoeksensor<br />

OPMERKING<br />

Verander het immobilizer/antidiefstalsysteem<br />

of het alarmsysteem<br />

niet. Dit kan de prestatie<br />

van het systeem nadelig<br />

beïnvloeden.<br />

Het alarm kan ook afgaan door een<br />

wijziging in de positie van de auto<br />

(zoals wanneer de auto wordt opgetild)<br />

of door een onderbreking van<br />

het voedingsspanning van de auto.<br />

De indringingssensor van het voertuig<br />

(in de voorste dakconsole) bewaakt<br />

ook de passagiersruimte van het voertuig<br />

en zorgt voor een alarmsignaal<br />

naar de antidiefstalmodule in het<br />

geval van ongeoorloofd binnendringen<br />

in de passagiersruimte.<br />

Zie 'Indringingssensor' verderop in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Indien het alarmsysteem onvoorzien<br />

in werking wordt gesteld, dan is het<br />

afzetten mogelijk door het bestuurdersportier<br />

met de sleutel te<br />

ontgrendelen, door de sleutel in de<br />

contactschakelaar te steken en de<br />

motor te starten, of door de<br />

ontgrendelknop op de afstandsbediening<br />

in te drukken.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

235 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 236 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Indringingssensor<br />

De indringingssensor van het voertuig<br />

(in de voorste dakconsole)<br />

bewaakt de passagiersruimte van<br />

het voertuig en zorgt voor een<br />

alarmsignaal naar de antidiefstalmodule<br />

in het geval van ongeoorloofd<br />

binnendringen in de<br />

passagiersruimte.<br />

Laat geen passagiers of huisdieren<br />

achter in het voertuig wanneer de<br />

indringingssensor is geactiveerd.<br />

Wanneer u de portieren vergrendelt<br />

met de afstandsbediening, wordt<br />

het antidiefstalsysteem geactiveerd<br />

en gaat het alarm af bij elke beweging<br />

in het voertuig.<br />

Zie 'Uitschakelknop indringingssensor'<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie.<br />

Voordat u op de vergrendeltoets op<br />

de afstandsbediening drukt om het<br />

antidiefstalsysteem en de indringingssensor<br />

te activeren, moet u het<br />

volgende doen:<br />

• Controleer of alle portieren,<br />

ramen en het zonnedak volledig<br />

zijn gesloten.<br />

• Schakel alle aanjagers en ventilatoren<br />

uit. Bewegende lucht kan<br />

het alarm activeren.<br />

• Zorg dat alle losse voorwerpen<br />

goed vastzitten, zoals het zonnescherm<br />

en de raamschermen.<br />

• Zorg dat de sensoren niet worden<br />

gehinderd door obstakels.<br />

• Hang niets aan de<br />

achteruitkijkspiegel.<br />

Uitschakelknop indringingssensor<br />

Wanneer er passagiers in het voertuig<br />

achterblijven, moeten de<br />

portieren met de vergrendelingsschakelaar<br />

van binnenuit worden<br />

vergrendeld, nadat de portieren zijn<br />

gesloten.<br />

De indringingssensor wordt niet<br />

geactiveerd.<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder kan ook worden<br />

gebruikt om het antidiefstalsysteem<br />

te activeren zonder de indringingssensor<br />

in te schakelen.<br />

Wanneer u de motor uitschakelt,<br />

wordt PRESS TO TURN OFF<br />

MOTION SENSOR (druk op om<br />

de bewegingssensor uit te schakelen)<br />

op het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder weergegeven.<br />

Druk de toets in.<br />

. . . 236


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 237 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Het bericht MOTION SENSOR OFF<br />

(bewegingssensor uit) wordt op het<br />

display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder weergegeven.<br />

De indringingssensor wordt niet<br />

geactiveerd.<br />

Het systeem schoonmaken<br />

U kunt de sensor reinigen door het<br />

reinigingsmiddel op een zachte,<br />

schone doek te spuiten en voorzichtig<br />

af te vegen.<br />

Zorg dat er geen resten van het<br />

reinigingsmiddel achterblijven.<br />

OPMERKING<br />

Spuit reinigingsmiddel niet<br />

rechtstreeks op de<br />

indringingssensor.<br />

Gebruik geen borstels. De haren<br />

van de borstel beschadigen de<br />

sensor.<br />

Raak de sensor niet aan met<br />

pennen of andere scherpe<br />

voorwerpen.<br />

Extra vergrendeling<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

extra vergrendeling, naast de gewone<br />

portiersloten.<br />

Zie "Extra vergrendeling" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

237 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 238 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Immobilisatie<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

passief antidiefstalsysteem.<br />

De contactsleutel heeft een ingebouwde<br />

transponder. De transponder<br />

gebruikt een radiofrequentie die<br />

overeenkomt met de decoder in uw<br />

voertuig.<br />

Zie "Immobilisatiesysteem" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />

■ SLOTEN MET<br />

AFSTANDSBEDIENING<br />

Wanneer aanpassingen aan dit<br />

systeem door personen buiten een<br />

erkend servicefaciliteit worden<br />

gedaan, kan de toestemming om<br />

het systeem te gebruiken komen te<br />

vervallen.<br />

Met dit systeem kunt u de portieren<br />

vergrendelen en ontgrendelen en<br />

de achterklep openen tot op een<br />

afstand van 60 meter van het voertuig<br />

met een toets op de<br />

afstandsbediening.<br />

De aangepaste instellingen van elke<br />

bestuurder kunnen worden opgeroepen<br />

door op de ontgrendeltoets<br />

van de afstandsbediening te<br />

drukken.<br />

De nummers op de afstandsbedieningen<br />

komen overeen met geheugentoetsen<br />

1 en 2.<br />

Raadpleeg voor meer informatie de<br />

rubriek "Geheugen" in hoofdstuk 1.<br />

Met de afstandsbediening kunt u<br />

ook een voertuiglocator activeren of<br />

het alarm van het voertuig vanaf een<br />

afstand activeren.<br />

Het systeem voor sleutelloze<br />

toegang kan samen met het antidiefstalsysteem<br />

van het voertuig<br />

werken.<br />

Raadpleeg de rubriek "Anti-diefstalsysteem"<br />

eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

. . . 238


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 239 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

A<br />

Werkingsprincipe<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

Voor de knoppen op de afstandsbediening<br />

kunnen verschillende feedbackopties<br />

worden gekozen. Voor<br />

meer informatie, zie "Bijzondere<br />

eigenschappen" onder "Informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" in<br />

hoofdstuk 1.<br />

Vergrendelen<br />

Druk in om alle portieren op slot<br />

te doen.<br />

Raadpleeg "Centrale portiervergrendeling"<br />

onder "Portieren" in hoofdstuk<br />

1 voor meer informatie.<br />

Ontgrendelen<br />

Druk op om het bestuurdersportier<br />

te ontgrendelen en de interieurverlichting<br />

in te schakelen. Druk<br />

binnen vijf seconden twee keer maal<br />

op de knop om alle portieren te<br />

ontgrendelen.<br />

Door de ontgrendeltoets op de<br />

afstandsbediening in te drukken,<br />

wordt het anti-diefstalsysteem ook<br />

uitgeschakeld. Raadpleeg de rubriek<br />

"Anti-diefstalsysteem" eerder in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Raadpleeg "Centrale portiervergrendeling"<br />

onder "Portieren" in hoofdstuk<br />

1 voor meer informatie.<br />

Starten op afstand<br />

Druk op om de functie voor starten<br />

op afstand te bedienen.<br />

Raadpleeg "Voertuig starten op<br />

afstand" verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

Voertuiglocator/paniekalarm<br />

Druk op en laat weer los om uw<br />

voertuig te lokaliseren.<br />

De claxon klinkt drie keer en de richtingaanwijzers<br />

knipperen drie keer.<br />

Wanneer het contact is uitgeschakeld,<br />

kunt u door ingedrukt te<br />

houden het alarm activeren.<br />

U kunt het alarm uitschakelen door<br />

nog een keer op de toets te drukken<br />

of het contact in te schakelen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

Het anti-diefstalsysteem wordt ook<br />

geactiveerd door de vergrendeltoets<br />

op de afstandsbediening in te drukken.<br />

Raadpleeg de rubriek "Antidiefstalsysteem"<br />

eerder in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

239 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 240 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

Knop voor de elektrisch bediende<br />

achterklep<br />

Houd ingedrukt om de elektrisch<br />

bediende achterklep te openen en<br />

te sluiten.<br />

De achterlichten knipperen en u<br />

hoort een geluidssignaal wanneer<br />

de achterklep wordt geopend en<br />

gesloten.<br />

Als de elektrisch bediende achterklep<br />

tegen een obstakel komt<br />

wanneer de achterklep wordt<br />

geopend of gesloten, dan gaat de<br />

achterklep automatisch in de andere<br />

richting.<br />

Zie "Functie obstakeldetectie" onder<br />

"Elektrisch bediende achterklep" in<br />

hoofdstuk 1.<br />

. . . 240<br />

Zendbereik<br />

Soms kan het bereik van de<br />

afstandsbediening afnemen. Dat is<br />

normaal.<br />

Wanneer de afstandsbediening niet<br />

werkt of wanneer u dichter dan<br />

normaal bij uw voertuig moet staan<br />

om de afstandsbediening te kunnen<br />

gebruiken:<br />

• U staat misschien te ver verwijderd<br />

van uw auto. Controleer de<br />

afstand. Het kan nodig zijn om<br />

dichter bij uw auto te gaan staan<br />

bij regen of sneeuw.<br />

• Controleer de locatie. Andere<br />

voertuigen of voorwerpen kunnen<br />

het signaal blokkeren. Ga<br />

een paar stappen naar links of<br />

naar rechts.<br />

• Kan de batterij van de afstandsbediening<br />

leeg zijn. Zie de aanwijzingen<br />

voor het vervangen<br />

van de batterij.<br />

Indien geen van het bovenstaande<br />

van toepassing is, laat dan service<br />

verrichten door uw dealer of een<br />

bevoegde monteur.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 241 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Batterij vervangen<br />

Wanneer REPLACE BATTERY IN<br />

REMOTE KEY (batterij in afstandsbediening<br />

vervangen) op het<br />

display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder wordt weergegeven,<br />

is de batterij in de afstandsbediening<br />

bijna leeg.<br />

OPMERKING<br />

Raak de bedrading niet aan<br />

wanneer een batterij wordt<br />

vervangen. Statische elektriciteit<br />

op deze bedrading kan beschadiging<br />

van de zender veroorzaken.<br />

Vervangen van een batterij:<br />

1. Steek een dun, plat, niet-metalen<br />

voorwerp naar binnen om<br />

de onderste helft en de bovenste<br />

helft van de afstandsbediening<br />

van elkaar te scheiden.<br />

2. Gebruik een potlood of een<br />

ander niet-metalen voorwerp<br />

om de oude batterij te<br />

verwijderen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Zorg ervoor dat u oude accu's in<br />

overeenstemming met de milieubeschermende<br />

voorschriften laat<br />

verwerken om het milieu en uw<br />

gezondheid te helpen<br />

beschermen.<br />

3. Plaats de nieuwe batterij met de<br />

pluszijde (+) omhoog.<br />

Gebruik batterijtype CR2032.<br />

Gebruik hetzelfde type batterij<br />

als de oude. Wanneer u een ander<br />

type batterij gebruikt, kan<br />

de afstandsbediening beschadigd<br />

raken.<br />

4. Breng de afdekking weer aan.<br />

Druk de onderkant weer vast op<br />

de bovenkant.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

241 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 242 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Aanpassen van zenders<br />

Soms moeten de afstandsbedieningen<br />

aan uw voertuig worden aangepast,<br />

bijvoorbeeld wanneer een<br />

afstandsbediening verloren is<br />

geraakt of wordt vervangen. Ook<br />

wanneer slechts één afstandsbediening<br />

wordt vervangen, moeten ook<br />

alle overige afstandsbedieningen<br />

opnieuw aan het voertuig worden<br />

aangepast. U kunt maximaal acht<br />

afstandsbedieningen aan uw voertuig<br />

aanpassen.<br />

U kunt nieuwe afstandsbedieningen<br />

bij uw dealer bestellen.<br />

U moet de afstandsbedieningen<br />

programmeren met het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder.<br />

Raadpleeg "Menu Voertuiginformatie"<br />

in hoofdstuk 1 voor meer<br />

informatie.<br />

Akkoordcode voor<br />

zenderfrequenties<br />

Hieronder volgt de <strong>Europe</strong>se certificatiecode<br />

voor de afstandsbedieningsfrequentie<br />

voor dit systeem:<br />

•<br />

Het voertuig starten op<br />

afstand<br />

Wanneer de functie is ingeschakeld,<br />

kunt u de motor starten terwijl u zelf<br />

buiten het voertuig staat.<br />

Deze functie activeert automatisch<br />

bepaalde klimaatregelfuncties<br />

wanneer u de afstandsbediening<br />

gebruikt om het voertuig te starten.<br />

. . . 242


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 243 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

A<br />

U kunt het voertuig als volgt starten<br />

met de functie voor starten op<br />

afstand:<br />

1. Richt de afstandsbediening op<br />

het voertuig.<br />

2. Druk op de vergrendeltoets <br />

en laat weer los. Houd daarna<br />

meteen de toets voor starten<br />

op afstand ingedrukt totdat de<br />

richtingaanwijzers knipperen.<br />

B<br />

Wanneer het voertuig start, worden<br />

de parkeerlichten ingeschakeld. De<br />

lichten blijven branden terwijl de<br />

motor draait.<br />

De portieren van het voertuig<br />

worden vergrendeld.<br />

De instellingen van de klimaatregeling<br />

worden automatisch afgesteld<br />

op de stand die het laatst was<br />

ingesteld.<br />

Wanneer het contact op ON wordt<br />

gezet, gaat het klimaatregelsysteem<br />

terug naar de normale werking.<br />

De functie Voertuig op afstand starten<br />

kan de volgende functies activeren<br />

wanneer het buiten koud is:<br />

• De ontwaseming van de achterruit<br />

wordt ingeschakeld.<br />

Raadpleeg "Verwarmings- en airconditioningsysteem"<br />

in hoofdstuk<br />

1.<br />

• De stoelverwarming wordt<br />

ingeschakeld.<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Bedieningsorganen voor de<br />

stoelen" in hoofdstuk 2.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

Wanneer de verlichting van het<br />

voertuig niet zichtbaar is, houd<br />

u minstens vier seconden<br />

ingedrukt.<br />

243 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 244 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Wanneer de motor blijft ingeschakeld,<br />

wordt deze na 10 minuten<br />

automatisch uitgeschakeld tenzij u<br />

deze tijd verlengt door de procedure<br />

voor starten op afstand te<br />

herhalen.<br />

De motorlooptijd bij gebruik van de<br />

functie starten op afstand kan<br />

slechts één keer worden verlengd.<br />

Wanneer u twee keer heeft geprobeerd<br />

de motor op afstand te starten,<br />

moet u de sleutel in het contact<br />

steken en de motor starten.<br />

Tijdens de motorlooptijd bij gebruik<br />

van de functie starten op afstand,<br />

moet u het volgende doen om het<br />

voertuig vanuit de functie starten op<br />

afstand over te schakelen naar de<br />

normale bediening:<br />

1. Ga in het voertuig zitten.<br />

2. Steek de sleutel in het contactslot<br />

en draai deze naar ON.<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat de motor niet in een afgesloten<br />

ruimte, zoals een garage,<br />

draaien. Koolmonoxide (CO) kan<br />

het interieur binnenstromen.<br />

U kunt de motorlooptijd bij starten<br />

op afstand als volgt beëindigen<br />

zonder naar de normale voertuigbediening<br />

te gaan:<br />

• Richt de afstandsbediening op<br />

het voertuig en druk op de knop<br />

voor starten op afstand totdat de<br />

parkeerlichten worden<br />

uitgeschakeld.<br />

Het bereik van de zender van de<br />

afstandsbediening kan minder<br />

zijn wanneer de motor draait. U<br />

moet dichter bij het voertuig<br />

staan om het voertuig met de<br />

functie voor starten op afstand<br />

uit te schakelen dan wanneer u<br />

het voertuig start.<br />

• Schakel de waarschuwingsknipperlichten<br />

in.<br />

• Schakel het contact in en daarna<br />

weer uit.<br />

. . . 244


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 245 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

In sommige regio's kan het starten<br />

op afstand door de wet verboden<br />

zijn.<br />

Controleer de plaatselijke en nationale<br />

wetgeving voor eventuele<br />

vereisten.<br />

Opmerking:<br />

Gebruik de functie voor starten<br />

op afstand niet wanneer de tank<br />

bijna leeg is.<br />

De tank kan dan helemaal leeg<br />

raken.<br />

De functie voor starten op afstand<br />

werkt niet onder de volgende<br />

omstandigheden:<br />

• De sleutel staat in het<br />

contactslot.<br />

• De motorkap van het voertuig<br />

staat open.<br />

• Het storingslampje is<br />

ingeschakeld.<br />

• De temperatuur van de motorkoelvloeistof<br />

is te hoog.<br />

• De motoroliedruk is laag.<br />

Zie voor informatie over andere<br />

omstandigheden die invloed<br />

hebben op de prestaties van de<br />

afstandsbediening "Bereik van de<br />

afstandsbediening" eerder in dit<br />

hoofdstuk.<br />

Uw voertuig wordt afgeleverd met<br />

deze functie ingeschakeld.<br />

U kunt deze functie als volgt<br />

uitschakelen:<br />

• Zie "Bijzondere eigenschappen"<br />

onder "Informatiecentrum voor<br />

de bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

245 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 246 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

1<br />

2<br />

■ CONTACTSLOT<br />

3<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat kinderen niet achter in een<br />

auto met de contactsleutel. Ze<br />

kunnen de elektrisch bediende<br />

ramen of andere bedieningen<br />

gebruiken en zelfs de auto in<br />

beweging brengen. Zo kan een<br />

kind zichzelf of anderen letsel<br />

toebrengen met mogelijk fatale<br />

gevolgen.<br />

4<br />

Wanneer de sleutel in de contactschakelaar<br />

is gestoken, kan de sleutel<br />

in vier standen worden gedraaid:<br />

1. OFF: in deze stand kunt u de<br />

sleutel in het contactslot steken<br />

en eruithalen. De ontsteking en<br />

de transmissie zijn dan<br />

geblokkeerd.<br />

2. ACC (accessoires): stuurslot en<br />

keuzehendel vrij. In deze stand<br />

kunnen de elektrische accessoires<br />

worden ingeschakeld, terwijl<br />

de motor is uitgeschakeld.<br />

3. ON: het contact keert terug<br />

naar de stand ON wanneer u<br />

de motor start en het contact<br />

loslaat. U kunt ON gebruiken<br />

om elektrische accessoires te<br />

bedienen en een aantal controlelampjes<br />

in de instrumentengroep<br />

te laten branden.<br />

4. START: Startmotor ingeschakeld.<br />

Laat de sleutel los zodra de<br />

motor aanslaat. De sleutel keert<br />

automatisch terug in de stand<br />

ON.<br />

Wanneer u uit P (parkeren) moet<br />

schakelen, moet het contact in de<br />

stand ACC of ON staan.<br />

Tenzij de motor draait, loopt de<br />

accu leeg als de sleutel langere tijd in<br />

de stand ACC of ON blijft staan.<br />

OPMERKING<br />

Indien de sleutel in de stand OFF<br />

klemt, controleer dan of de sleutel<br />

geheel naar binnen is gestoken.<br />

Draai het stuurwiel<br />

vervolgens naar links of rechts en<br />

houd het in deze stand vast,<br />

terwijl u de sleutel met de andere<br />

hand draait. Gebruik geen<br />

gereedschap voor het draaien<br />

van de sleutel.<br />

Wanneer het bestuurdersportier<br />

wordt geopend terwijl de sleutel<br />

zich in het contact bevindt, klinkt er<br />

een gongsignaal om u eraan te<br />

herinneren de sleutel uit het contact<br />

te nemen.<br />

. . . 246


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 247 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Accessoirevoeding<br />

Na het afzetten van het contact<br />

kunnen de volgende accessoires<br />

nog steeds worden gebruikt:<br />

• Radio<br />

• Elektrisch bediende portierramen<br />

• bedieningstoetsen voor het<br />

audiosysteem op het stuurwiel<br />

De elektrische voeding wordt<br />

10 minuten na het afzetten van het<br />

contact of na het openen van een<br />

portier verbroken.<br />

Wanneer u van deze accessoires nog<br />

tien minuten langer gebruik wilt<br />

maken, moeten alle portieren<br />

worden gesloten en de contactsleutel<br />

even in ON en dan weer terug in<br />

de stand OFF worden gedraaid.<br />

■ INSTRUCTIES VOOR<br />

HET STARTEN<br />

OPMERKING<br />

De werking van de motor is<br />

gebaseerd op de aanwezige elektronica<br />

in de auto. Wanneer u<br />

extra elektrische onderdelen of<br />

accessoires laat monteren, zal de<br />

motor mogelijk anders gaan<br />

functioneren. Informeer bij uw<br />

dealer alvorens extra elektrische<br />

apparatuur te monteren.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

Motor starten<br />

Controleer voor het starten van de<br />

auto dat de parkeerrem in werking is.<br />

Om te kunnen starten, moet bij<br />

voertuigen met een automatische<br />

transmissie de keuzehendel in stand<br />

P (parkeren) of N (neutraal) staan.<br />

Kies stand N (neutraal) om de motor<br />

opnieuw te starten wanneer het<br />

voertuig al in beweging is.<br />

OPMERKING<br />

Schakel niet in de stand P (parkeren)<br />

terwijl de auto nog in beweging<br />

is.<br />

Anders kan de transmissie<br />

beschadigd worden.<br />

Draai de contactsleutel in de stand<br />

START. Raak het gaspedaal niet aan.<br />

Laat de sleutel los zodra de motor<br />

aanslaat. Het stationaire toerental<br />

zal dalen naarmate de motor op<br />

temperatuur komt.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

247 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 248 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Wanneer de motor niet binnen<br />

15 seconden start, stopt het<br />

systeem met het starten van de<br />

motor om schade aan de tandwielen<br />

van de startmotor te<br />

voorkomen.<br />

Laat de motor niet meteen na het<br />

starten met een hoog motortoerental<br />

draaien.<br />

Geef de motor genoeg tijd om op te<br />

warmen en de olie naar de verschillende<br />

onderdelen van de motor die<br />

moeten worden gesmeerd te laten<br />

stromen.<br />

Draai het contact naar ACC of OFF<br />

om de startpoging te stoppen en de<br />

motor uit te schakelen.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer u uw sleutel in START<br />

houdt meteen nadat de motor is<br />

aangeslagen, kan de startmotor<br />

oververhit en beschadigd raken<br />

en kan de accu leeglopen.<br />

Wacht ongeveer 15 seconden<br />

tussen elke startpoging om te<br />

voorkomen dat de accu leegloopt<br />

of de startmotor beschadigd<br />

raakt.<br />

Laat de motor na het starten ongeveer<br />

10 seconden warmdraaien. Ga<br />

niet hard rijden wanneer de motor<br />

nog koud is.<br />

Wanneer de temperatuur lager dan<br />

0° C is, moet u de motor enkele<br />

minuten warm laten lopen.<br />

OPMERKING<br />

De werking van de motor is<br />

gebaseerd op de aanwezige elektronica<br />

in de auto. Wanneer u<br />

extra elektrische onderdelen of<br />

accessoires laat monteren, zal de<br />

motor mogelijk anders gaan<br />

functioneren. Informeer bij uw<br />

dealer alvorens extra elektrische<br />

apparatuur te monteren.<br />

. . . 248


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 249 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Startproblemen<br />

Wanneer de motor niet binnen tien<br />

seconden aanslaat, druk dan het<br />

gaspedaal volledig in en houd de<br />

sleutel nog eens vijf seconden in de<br />

stand START. Laat de sleutel los<br />

zodra de motor aanslaat en laat het<br />

gaspedaal los. Wacht steeds ongeveer<br />

15 seconden na elke startpoging,<br />

om beschadiging van de<br />

startmotor en het ontladen van de<br />

accu te voorkomen.<br />

Starten bij koud weer<br />

Om de motor onder zeer koude<br />

weersomstandigheden (kouder dan<br />

-18°C) te starten, moet de contactsleutel<br />

in de stand START worden<br />

gedraaid en dan 15 seconden<br />

worden vastgehouden. Laat de sleutel<br />

los zodra de motor aanslaat.<br />

Wacht ongeveer 15 seconden<br />

tussen elke startpoging om te voorkomen<br />

dat de accu leegloopt of de<br />

startmotor beschadigd raakt.<br />

Motor "verzopen"<br />

Wanneer de motor na 10 seconden<br />

nog niet wil aanslaan, dan kan de<br />

motor "verzopen" zijn.<br />

Trap het gaspedaal helemaal in en<br />

houd de sleutel nog maximaal vijf<br />

seconden in START.<br />

Wanneer de motor start, laat u de<br />

sleutel en het gaspedaal los.<br />

Wanneer de motor even draait,<br />

maar daarna weer stopt, doet u<br />

hetzelfde. Het teveel aan benzine<br />

kan zo uit de motor lopen.<br />

Wacht ongeveer 15 seconden<br />

tussen elke startpoging om te voorkomen<br />

dat de accu leegloopt of de<br />

startmotor beschadigd raakt.<br />

Laat de motor niet meteen na het<br />

starten met een hoog motortoerental<br />

draaien.<br />

Geef de motor genoeg tijd om op te<br />

warmen en de olie naar de verschillende<br />

onderdelen van de motor die<br />

moeten worden gesmeerd te laten<br />

stromen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

249 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 250 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

■ INSTELBARE GAS- EN<br />

REMPEDALEN (INDIEN<br />

VAN TOEPASSING)<br />

Instelbare pedalen zijn bedoeld voor<br />

kleinere bestuurders.<br />

Wanneer u niet bij het rempedaal<br />

kunt komen of wanneer u het<br />

pedaal niet volledig kunt indrukken,<br />

moet u de pedaalstand afstellen.<br />

Het bedieningsorgaan bevindt zich<br />

aan de linkerzijde van de<br />

stuurkolom.<br />

Trek de bediening naar u toe om de<br />

pedalen dichterbij te halen of druk<br />

de bediening van u af om de pedalen<br />

van u af te verplaatsen.<br />

Voordat u gaat rijden, moet u het<br />

rempedaal indrukken om te controleren<br />

of het pedaal in de juiste stand<br />

staat voor u.<br />

De pedalen kunnen niet worden<br />

afgesteld wanneer de transmissie in<br />

R (achteruit) staat of wanneer het<br />

cruise-controlsysteem is<br />

geactiveerd.<br />

■ VERWARMING MOTOR-<br />

BLOK (INDIEN VAN<br />

TOEPASSING)<br />

Deze optie kunt u gebruiken<br />

wanneer u het voertuig onder zeer<br />

koude omstandigheden moet<br />

stallen (temperaturen minder dan<br />

-18°C). Het voertuig zal beter starten<br />

en zal tijdens de warmdraaiperiode<br />

ook zuiniger rijden.<br />

Uw voertuig kan ook zijn voorzien<br />

van een interne thermostaat in het<br />

stekkeruiteinde van het snoer. Hierdoor<br />

wordt voorkomen dat de<br />

motorblokverwarming wordt ingeschakeld<br />

wanneer de temperatuur<br />

-18°C of meer is zoals op het snoer<br />

wordt vermeld.<br />

. . . 250


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 251 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

• V6-motor van 3,6 l<br />

De kabel bevindt in de motorruimte,<br />

vóór de zekeringhouder.<br />

• Motor van 4,6 l<br />

Het koord bevindt zich voorin in<br />

het midden van het voertuig,<br />

boven de radiateur.<br />

Houd de stekker van de verwarming<br />

minimaal vier uur in het contact<br />

voor u de motor start.<br />

Om de motorblokverwarming te<br />

kunnen gebruiken, dient u eerst de<br />

motor af te zetten. Open dan de<br />

motorkap, rol het elektrische snoer<br />

af en sluit de stekker aan op een<br />

stopcontact. Het systeem gebruikt<br />

normale netspanning.<br />

U moet de kunststof dop verwijderen<br />

om bij het stopcontact te<br />

kunnen komen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het snoer aansluiten op een nietgeaard<br />

aansluitpunt kan een<br />

elektrische schok veroorzaken.<br />

Daarnaast kan een verkeerd<br />

verlengsnoer oververhit raken en<br />

een brand veroorzaken. U kunt<br />

ernstig gewond raken.<br />

Sluit het snoer aan op een stopcontact<br />

met randaarde. U kunt<br />

ook gebruikmaken van een<br />

verlengsnoer dat geschikt is voor<br />

grote belasting (minimaal goedgekeurd<br />

voor 15 A), aangesloten<br />

op een goed geaard stopcontact.<br />

Zorg ervoor dat u het snoer loskoppelt<br />

en opbergt voordat u de motor<br />

start. Anders kan het beschadigd<br />

raken door de draaiende<br />

motoronderdelen.<br />

Vraag uw dealer hoe lang de verwarming<br />

moet worden ingeschakeld.<br />

■ TRANSMISSIE<br />

WAARSCHUWING<br />

Schakel bij een sneldraaiende<br />

motor niet vanuit P (parkeren) of<br />

N (neutraal).<br />

U kunt de macht over het stuur<br />

verliezen en uzelf en anderen in<br />

gevaar brengen.<br />

Overschakelen naar een rijstand<br />

terwijl de motor met verhoogd<br />

motortoerental draait, is gevaarlijk.<br />

Houdt uw voet op het<br />

rempedaal en raak het gaspedaal<br />

niet aan. Wacht een ogenblik na<br />

het schakelen en laat vervolgens<br />

het rempedaal langzaam los.<br />

Hierdoor wordt voorkomen dat<br />

de auto onverwachts in beweging<br />

komt.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

251 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 252 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

OPMERKING<br />

Schade aan de transmissie die is<br />

veroorzaakt doordat u de keuzehendel<br />

bij sneldraaiende motor<br />

vanuit P (parkeren) of N<br />

(neutraal) in een rijstand hebt<br />

geplaatst, wordt niet gedekt<br />

door de garantie.<br />

OPMERKING<br />

De wielen te snel laten doorslippen<br />

of het voertuig tegen een<br />

helling op zijn plaats houden<br />

door alleen het gaspedaal et<br />

gebruiken kan de transmissie<br />

beschadigen.<br />

Als de auto vast komt te zitten,<br />

moet u de wielen niet te snel<br />

laten doorslippen.<br />

Wanneer u de auto tot stilstand<br />

brengt tijdens het oprijden van<br />

een helling, houdt de auto dan<br />

op zijn plaats met behulp van de<br />

remmen.<br />

SCHAKELSTANDEN<br />

De keuzehendel van de transmissie<br />

kent verschillende schakelstanden.<br />

P (parkeren)<br />

In deze stand zijn de achterwielen<br />

geblokkeerd. Gebruik deze stand<br />

voor het parkeren van de auto en<br />

tijdens het starten van de motor.<br />

Uw auto is voorzien van een<br />

vergrendelingssysteem voor de<br />

keuzehendel van de automatische<br />

transmissie. Terwijl de motor draait,<br />

moet u het rempedaal volledig<br />

intrappen voordat u uit de stand P<br />

(parkeren) kan schakelen.<br />

Raadpleeg "Voertuig parkeren"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

WAARSCHUWING<br />

Zet bij het verlaten van de auto<br />

altijd de keuzehendel in de stand<br />

P (parkeren) en gebruik tevens<br />

de parkeerrem.<br />

Als u het voertuig niet correct<br />

parkeert, kan het gaan rollen. Als<br />

u de motor aanlaat, kan het voertuig<br />

snel bewegen. U of andere<br />

personen kunnen gewond raken.<br />

Stap niet uit terwijl de motor nog<br />

draait.<br />

Als u zich niet in een auto met<br />

stationair draaiende motor<br />

bevindt, kan de motor oververhit<br />

raken en zelfs in brand vliegen. U<br />

kunt zo uzelf of anderen letsel<br />

toebrengen. Laat de motor niet<br />

draaien terwijl u zich niet in de<br />

auto bevindt.<br />

. . . 252


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 253 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

OPMERKING<br />

Schakel niet in de stand P (parkeren)<br />

terwijl de auto nog in beweging<br />

is.<br />

Anders kan de transmissie beschadigd<br />

worden.<br />

R (achteruit)<br />

Deze stand dient voor het<br />

achteruitrijden.<br />

Bij lage snelheden kunt u R (achteruit)<br />

gebruiken om uw auto heen en<br />

weer te laten rollen, mocht uw auto<br />

vast komen te zitten in zand,<br />

modder, ijs of sneeuw. Zie "Als uw<br />

voertuig vast komt te zitten" in<br />

hoofdstuk 5.<br />

OPMERKING<br />

Schakel de stand R (achteruit)<br />

alleen in wanneer het voertuig niet<br />

in beweging is. Indien de achteruit<br />

bij rijdende auto wordt ingeschakeld,<br />

kan dit beschadiging van de<br />

transmissie tot gevolg hebben.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

N (neutraal)<br />

Met de keuzehendel in deze stand<br />

staat de motor niet met de wielen in<br />

verbinding. De stand N (neutraal)<br />

kan worden gekozen om een afgeslagen<br />

motor tijdens het rijden weer<br />

te starten. Kies de stand N (neutraal)<br />

tijdens het slepen van het voertuig.<br />

WAARSCHUWING<br />

Schakel bij een sneldraaiende<br />

motor niet vanuit P (parkeren) of<br />

N (neutraal).<br />

U kunt de macht over het stuur<br />

verliezen en uzelf en anderen in<br />

gevaar brengen.<br />

OPMERKING<br />

Schade aan de transmissie die is<br />

veroorzaakt doordat u de keuzehendel<br />

bij sneldraaiende motor<br />

vanuit P (parkeren) of N<br />

(neutraal) in een rijstand hebt<br />

geplaatst, wordt niet gedekt<br />

door de garantie.<br />

D (normaal rijden)<br />

Kies deze stand voor normaal rijden<br />

in de stad en op autowegen. Als u<br />

over meer motorvermogen wilt<br />

beschikken en:<br />

• u langzamer dan 55 km/u rijdt,<br />

druk dan het gaspedaal ongeveer<br />

voor de helft in.<br />

• u sneller rijdt dan 55 km/u, druk<br />

dan het gaspedaal geheel in.<br />

Wanneer het wegdek glad is, kan<br />

terugschakelen ervoor zorgen dat<br />

het voertuig gaat slippen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

253 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 254 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

HANDMATIG SCHAKELEN BIJ AU-<br />

TOMATISCHE TRANSMISSIE<br />

OPMERKING<br />

Terwijl het voertuig in de handmatige<br />

schakelstand staat, moet<br />

u de motor niet bij hoge toerentallen<br />

gebruiken zonder op te<br />

schakelen.<br />

Beschadiging veroorzaakt door<br />

verkeerd rijgedrag valt niet onder<br />

de garantie van uw voertuig.<br />

Deze functie geeft de bestuurder<br />

meer handmatige controle over de<br />

bediening van de transmissie.<br />

U kunt deze functie gebruiken door<br />

de versnellingshendel uit de stand D<br />

(normaal rijden) naar rechts te<br />

zetten, naar de klep voor de handmatige<br />

schakelstand.<br />

Wanneer u de versnellingshendel<br />

niet naar voren of naar achteren zet,<br />

staat het voertuig in de sportieve<br />

stand.<br />

Wanneer het voertuig in de sportieve<br />

modus rijdt, schakelt de transmissie<br />

nog altijd automatisch.<br />

Het is normaal dat de transmissie<br />

langer in een versnelling blijft als de<br />

sportieve modus gekozen is.<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder geeft een S weer<br />

wanneer de sportieve modus actief<br />

is of een M wanneer de handmatige<br />

schakelstand actief is.<br />

Wanneer u de versnellingshendel<br />

naar voren of naar achteren zet,<br />

wordt de handmatige schakelstand<br />

geactiveerd.<br />

Het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder wordt<br />

veranderd en geeft de gewenste<br />

wijziging in het schakelbereik weer.<br />

Het voertuig schakelt strakker en<br />

levert betere prestaties.<br />

. . . 254


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 255 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Om te hoge toerentallen te voorkomen<br />

heeft elk versnellingsbereik een<br />

maximaal ingestelde rijsnelheid.<br />

U mag alleen de versnellingen<br />

gebruiken die geschikt zijn voor de<br />

rijsnelheid en het motortoerental.<br />

De transmissie schakelt niet automatisch<br />

door naar de volgende versnelling<br />

als het motortoerental te hoog is.<br />

Wanneer de schakelbegrenzer van<br />

de transmissie actief is, gaat het<br />

lampje voor de geselecteerde<br />

versnelling knipperen.<br />

De transmissie schakelt automatisch<br />

terug wanneer het voertuig<br />

vertraagt of wanneer het gaspedaal<br />

snel wordt ingedrukt om de snelheid<br />

te verhogen.<br />

Gebruik de tweede versnelling voor<br />

meer tractiecontrole wanneer u<br />

vanuit stilstand op een gladde weg<br />

start.<br />

U kunt de handmatige schakelstand<br />

weer uitschakelen en terugkeren<br />

naar de automatische bediening<br />

door de versnellingshendel uit de<br />

klep voor de handmatige schakelstand<br />

naar links te verplaatsen, weer<br />

in de stand D (normaal rijden).<br />

SLEEP-/TREKFUNCTIE<br />

Wanneer u op de toets drukt,<br />

worden afremmen op hellingen en<br />

de sleep-/trekfunctie samen in- en<br />

uitgeschakeld. Ze kunnen niet apart<br />

worden in- en uitgeschakeld.<br />

Gebruik deze functie om een zware<br />

aanhanger of vracht effectiever te<br />

trekken of te slepen. Zie "Sleep-/<br />

trekfunctie" onder "Het rijden met<br />

een aanhanger" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

255 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 256 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Afremmen op hellingen<br />

Deze functie is bedoeld om u te<br />

helpen wanneer u heuvel af rijdt.<br />

Bij het afremmen op hellingen<br />

wordt de rijsnelheid gehandhaafd<br />

omdat er automatisch een schakelschema<br />

wordt ingesteld dat de<br />

motor en de transmissie gebruikt<br />

om het voertuig af te remmen.<br />

Afremmen op hellingen vermindert<br />

de slijtage van het remsysteem en<br />

vergroot de controle over het<br />

voertuig.<br />

Het systeem controleert continu de<br />

rijsnelheid, de acceleratie, de<br />

gasklepstand en het gebruik van het<br />

rempedaal en bepaalt wanneer de<br />

juiste rijsnelheid moet worden vastgehouden<br />

of wanneer de snelheid<br />

moet worden verlaagd.<br />

Bij afremmen op hellingen neemt<br />

het systeem waar wanneer het voertuig<br />

accelereert op een helling<br />

omlaag; het voertuig schakelt automatisch<br />

terug totdat de remmen<br />

niet meer hoeven te worden<br />

ingeschakeld.<br />

Wanneer u de handmatige schakelstand<br />

gebruikt, worden afremmen<br />

op hellingen automatisch uitgeschakeld<br />

zodat de bestuurder de<br />

gewenste versnelling kan selecteren.<br />

Zie de volgende informatie:<br />

• Trekken van een aanhanger<br />

• Sleep-/trekfunctie<br />

■ ALLWHEELAANDRIJ-<br />

VING (INDIEN VAN<br />

TOEPASSING)<br />

De allwheel-aandrijving brengt het<br />

vermogen over op alle vier wielen.<br />

Dit lijkt op vierwielaandrijving, maar<br />

er is geen aparte hendel of schakelaar<br />

om de vooras in of uit te schakelen.<br />

Het is volautomatisch en past<br />

zichzelf, waar nodig, aan de<br />

wegomstandigheden aan.<br />

. . . 256


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 257 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

■ RIJVOORSCHRIFTEN<br />

VOOR VOERTUIGEN MET<br />

VIERWIELAANDRIJVING<br />

(WAAR AANWEZIG)<br />

Deze aanwijzingen voor terreinrijden<br />

zijn bedoeld voor voertuigen<br />

met vierwielaandrijving.<br />

Wanneer uw auto geen vierwielaandrijving<br />

heeft, moet u eigenlijk niet<br />

in het terrein rijden, tenzij u op een<br />

stevige en vlakke ondergrond rijdt.<br />

Veel van de ontwerpkenmerken die<br />

ervoor zorgen dat uw voertuig bij<br />

slechte weersomstandigheden op<br />

bestrate wegen reageert (zoals de<br />

aandrijving op alle wielen), maken<br />

het voertuig veel geschikter voor<br />

terreinrijden dan een normale<br />

personenauto.<br />

Maar uw voertuig heeft geen speciale<br />

bodemplaat en een verdeelbak<br />

met lage overbrengingsverhouding,<br />

die meestal nodig zijn voor langdurig<br />

of serieus gebruik naast de weg.<br />

Het airbagsysteem is bedoeld voor<br />

gebruik wanneer u off-road rijdt.<br />

Draag altijd uw veiligheidsgordel.<br />

Zorg dat deze altijd goed is<br />

afgesteld.<br />

Deze handleiding helpt u bij het<br />

terreinrijden.<br />

Terreinrijden met uw voertuig<br />

met aandrijving op alle<br />

wielen<br />

Rijden in het terrein kan veel plezier<br />

opleveren, maar het brengt ook<br />

gevaren met zich mee. Het grootste<br />

gevaar is het terrein zelf.<br />

Rijbanen worden niet aangegeven.<br />

Bochten worden niet aangegeven.<br />

Er staan nergens verkeersborden. De<br />

grond kan glibberig, hobbelig,<br />

heuvel op of heuvel af zijn.<br />

Vermijd waar mogelijk scherpe bochten<br />

of abrupte manoeuvres. Net als bij<br />

andere voertuigen van dit type kunt u<br />

de controle over het voertuig verliezen<br />

of kan het voertuig omslaan<br />

wanneer u het voertuig niet op de<br />

juiste manier bedient.<br />

Terreinrijden vereist enkele nieuwe<br />

vaardigheden. En daarom is het zo<br />

belangrijk dat u deze aanwijzingen<br />

aandachtig leest. Hierin treft u vele<br />

tips en aanwijzingen aan. Dit kan u<br />

helpen om het rijden in het terrein<br />

voor u veiliger en plezieriger te<br />

maken.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

257 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 258 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Voordat u gaat terreinrijden<br />

Lees alle informatie over de vierwielaandrijving<br />

in dit boekje.<br />

Er moeten enkele handelingen<br />

worden uitgevoerd, voordat u gaat<br />

terreinrijden. Zorg er voor dat alle<br />

nodige service- en onderhoudsbeurten<br />

zijn verricht. Controleer dat alle<br />

bodemplaten (indien van toepassing)<br />

op de juiste manier zijn aangebracht.<br />

Heeft u voldoende<br />

brandstof? Heeft de reserveband<br />

voldoende spanning? Zijn alle vloeistofniveaus<br />

correct? Welke plaatselijke<br />

voorschriften gelden voor<br />

terreinrijden in het gebied waarin u<br />

wenst te rijden? Wanneer u dit niet<br />

weet, dient u contact op te nemen<br />

met de plaatselijke politie in dit<br />

gebied. Komt u over terrein dat niet<br />

voor het publiek open is? Indien dit<br />

het geval is, moet u voor de noodzakelijke<br />

toestemming zorgen.<br />

Het laden van uw auto voor<br />

terreinrijden<br />

Bij het laden van uw auto moet u<br />

enkele belangrijke richtlijnen<br />

opvolgen.<br />

• De zwaarste voorwerpen moeten<br />

op de laadvloer, voor de achteras<br />

worden geplaatst. Plaats<br />

zware voorwerpen zo ver mogelijk<br />

naar voren.<br />

• Zorg dat de lading op de juiste<br />

wijze is vastgezet, zodat de voorwerpen<br />

tijdens het terreinrijden<br />

niet door uw auto kunnen<br />

slingeren.<br />

WAARSCHUWING<br />

• Lading op de laadvloer die<br />

hoger is opgestapeld dan de<br />

rugleuning kan tijdens een<br />

noodstop naar voren vliegen. U<br />

en uw passagiers kunnen daarbij<br />

gewond raken.<br />

Zet alle bagage onder de<br />

bovenkant van de rugleuning<br />

vast.<br />

• Niet goed bevestigde lading op<br />

de laadvloer kan tijdens het rijden<br />

door ruw terrein door de<br />

auto slingeren. U en uw passagiers<br />

kunnen door deze voorwerpen<br />

worden geraakt. Zet<br />

de lading goed vast.<br />

. . . 258


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 259 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

WAARSCHUWING<br />

• Zware lading op het dak<br />

brengt het zwaartepunt van de<br />

auto omhoog, waardoor het<br />

risico van over de kop slaan<br />

wordt vergroot. U kunt ernstig<br />

of zelfs dodelijk gewond raken<br />

wanneer de auto over de kop<br />

slaat. Plaats zware lading in de<br />

bagageruimte achterin en niet<br />

op het dak. Plaats bagage in de<br />

bagageruimte zo ver mogelijk<br />

naar voren en zo laag mogelijk.<br />

Milieuzorg<br />

Terreinrijden kan een heilzame en<br />

ontspannende recreatie zijn. Er zijn<br />

echter ook bezwaren met betrekking<br />

tot het milieu. General Motors<br />

erkent deze bezwaren en adviseert<br />

elke terreinrijder om de basisregels<br />

ter bescherming van het milieu op<br />

te volgen.<br />

• Gebruik altijd gebaande paden,<br />

wegen en gebieden die speciaal<br />

bedoeld zijn voor recreatief terreinrijden<br />

en houd u aan alle<br />

regels.<br />

• Voorkom steeds dat struikgewas,<br />

bloemen, bomen, gras worden<br />

beschadigd of dieren<br />

worden gestoord (dus laat de<br />

wielen niet doordraaien, rijd<br />

geen bomen omver, rijd niet<br />

onnodig door beekjes en rijd niet<br />

op zachte grond).<br />

• Neem altijd een vuilniszak mee...<br />

zorg voordat u een kampeerplaats<br />

verlaat dat al het afval is<br />

verwijderd.<br />

• Wees uiterst voorzichtig bij het<br />

gebruik van open vuur, kampeerbranders<br />

en lantaarns.<br />

• Parkeer uw auto nooit in droog<br />

gras of ander ontvlambaar materiaal<br />

dat vlam kan vatten door de<br />

hitte van het uitlaatsysteem van<br />

uw auto.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

259 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 260 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Naar afgelegen gebieden<br />

reizen<br />

Het is verstandig om uw trip te plannen,<br />

met name wanneer u naar<br />

afgelegen gebieden reist. Zorg<br />

ervoor dat u het terrein kent en plan<br />

uw route. U komt dan minder snel<br />

voor vervelende verrassingen te<br />

staan. Zorg voor goede kaarten van<br />

de wegen en het terrein. Controleer<br />

op geblokkeerde of afgesloten<br />

wegen.<br />

Ook is het een goed idee om samen<br />

met tenminste een andere auto te<br />

reizen. Wanneer iets met een van<br />

deze auto's gebeurt, kan de andere<br />

snel hulp bieden.<br />

Heeft uw auto een lier? Wanneer dit<br />

het geval is, moet u de instructies<br />

die bij de lier horen zeker doorlezen.<br />

In een verlaten gebied kan een lier<br />

uitkomst bieden wanneer uw auto<br />

vastzit, maar u dient zich van te<br />

voren op de hoogte te stellen van<br />

het gebruik.<br />

Vertrouwd raken met<br />

terreinrijden<br />

Het is verstandig om in een gebied<br />

te oefenen dat veilig is en dicht bij<br />

huis ligt, voordat u de wildernis<br />

intrekt. Terreinrijden vraagt nieuwe<br />

en andere rijvaardigheden. Dit is<br />

wat wij bedoelen:<br />

• Train uw zintuigen op andere<br />

signalen. Uw ogen bijvoorbeeld<br />

moeten voortdurend over het<br />

terrein dwalen om onverwachte<br />

obstakels te herkennen. Uw oren<br />

moeten bedacht zijn op het<br />

horen van ongewone geluiden<br />

van de banden of de motor. Met<br />

uw armen, handen, voeten en<br />

lichaam moet u reageren op trillingen<br />

en bewegingen van de<br />

auto.<br />

Terreinrijden<br />

Beheersing van uw auto is de sleutel<br />

tot succesvol terreinrijden. Een van<br />

de beste manieren om uw auto<br />

onder controle te houden, is om uw<br />

snelheid onder controle te houden.<br />

Hier volgen enkele zaken die u in<br />

gedachten moet houden. Bij hogere<br />

snelheden:<br />

• u nadert dingen sneller en heeft<br />

minder tijd om obstakels in het<br />

terrein te herkennen.<br />

• u heeft minder tijd om te<br />

reageren.<br />

• Wanneer u over obstakels rijdt,<br />

veren de wielen meer in en uit.<br />

• uw remweg wordt langer, vooral<br />

wanneer u op onverharde grond<br />

rijdt.<br />

. . . 260


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 261 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u in het terrein rijdt,<br />

kunnen de op en neer gaande<br />

bewegingen van uw auto en de<br />

snelle richtingsveranderingen u<br />

gemakkelijk uit positie brengen.<br />

Dit kan ertoe leiden dat u de<br />

controle over de auto verliest en<br />

verongelukt. Dus wanneer u op<br />

verharde wegen of in het terrein<br />

rijdt, moeten u en uw passagiers<br />

de veiligheidsgordels dragen.<br />

Het terrein verkennen<br />

Bij terreinrijden kunt u veel verschillende<br />

soorten terrein tegenkomen,<br />

die op diverse manieren invloed<br />

hebben op het sturen, accelereren<br />

en remmen van het voertuig.<br />

Afhankelijk van het oppervlak kunt u<br />

te maken krijgen met slippen, schuiven,<br />

wielspin, vertraagde acceleratie,<br />

slechte tractie en een langere<br />

remweg.<br />

Onzichtbare of verborgen obstakels<br />

kunnen gevaarlijk zijn. Vaak worden<br />

deze obstakels aan het zicht onttrokken<br />

door gras, struiken, sneeuw of<br />

het dalen en stijgen van het terrein<br />

zelf.<br />

Wanneer u over obstakels of ruw<br />

terrein rijdt, moet u het stuurwiel<br />

stevig vasthouden. Stenen, geulen<br />

of andere dingen in of op de grond<br />

kunnen ervoor zorgen dat het stuurwiel<br />

uit uw handen wordt gerukt,<br />

wanneer u hierop niet bedacht<br />

bent.<br />

Wanneer u over hobbels, stenen of<br />

andere obstakels rijdt, kunnen uw<br />

wielen los van de grond komen.<br />

Wanneer dit gebeurt, zelfs met een<br />

of twee wielen, kunt u de auto<br />

minder of zelfs helemaal niet meer<br />

besturen.<br />

Omdat u op onverharde grond rijdt,<br />

is het belangrijk om plotselinge<br />

acceleratie, plotselinge bochten of<br />

plotseling remmen te voorkomen.<br />

Bij terreinrijden moet u op een<br />

andere manier alert zijn dan<br />

wanneer u op de weg rijdt. Er staan<br />

geen verkeersborden, borden met<br />

snelheidslimieten of verlichting.<br />

Gebruik daarom uw gezonde<br />

verstand over wat veilig is en wat<br />

niet.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

261 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 262 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Rijden op hellingen<br />

Vaak gebeurt het tijdens terreinrijden<br />

dat u heuvel op, heuvel af of<br />

zelfs overdwars op hellingen rijdt.<br />

Voor het veilig rijden op hellingen is<br />

het belangrijk om te weten en te<br />

begrijpen wat uw auto wel en niet<br />

kan doen. Er zijn hellingen waarop<br />

beslist niet kan worden gereden,<br />

ongeacht hoe goed de auto<br />

gebouwd is.<br />

WAARSCHUWING<br />

Veel hellingen zijn gewoonweg<br />

te steil voor ieder voertuig.<br />

Wanneer u omhoog wilt rijden,<br />

zal de motor afslaan. Wanneer u<br />

de heuvel af wilt rijden, kunt u de<br />

snelheid niet onder controle<br />

houden. Wanneer u overdwars<br />

op hellingen rijdt, zal de auto om<br />

de lengteas naar beneden rollen.<br />

U kunt ernstig gewond raken of<br />

zelfs gedood worden. Wanneer u<br />

twijfel heeft over de steilheid van<br />

de helling, neem dan geen risico's<br />

en kies een andere route.<br />

Het naderen van een helling<br />

Wanneer u een helling nadert, moet<br />

u beslissen of het een helling is die te<br />

steil is om op te rijden, af te rijden of<br />

er overdwars op te rijden. Het<br />

beoordelen van de steilheid van een<br />

helling is erg moeilijk. Op een korte<br />

helling bijvoorbeeld, kan er een<br />

gemakkelijke constante hellingshoek<br />

met slechts een gering hoogteverschil<br />

zijn, terwijl u gemakkelijk<br />

de hele weg naar de top kunt zien.<br />

Op een langere helling kan de<br />

hellingshoek steiler worden naarmate<br />

u de top nadert, maar u kunt dat<br />

niet zien door de vorm van de<br />

helling omdat dit wordt verborgen<br />

door struiken, gras of bomen.<br />

Hier zijn nog enkele zaken waarmee<br />

rekening moet worden gehouden<br />

wanneer u een helling nadert.<br />

• Is er een constante hellingshoek<br />

of wordt de helling op bepaalde<br />

plaatsen veel steiler?<br />

• Is een goede grip op de helling<br />

mogelijk of zullen de wielen op<br />

het oppervlak doorslippen?<br />

• Is er een recht pad naar boven of<br />

beneden, zodat u geen bochten<br />

hoeft te maken?<br />

. . . 262


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 263 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

• Zijn er obstakels op de helling<br />

die uw route kunnen blokkeren<br />

(rotsen, bomen, houtblokken of<br />

geulen)?<br />

• Wat bevindt zich aan de andere<br />

kant van de helling? Bevindt zich<br />

daar een klif, een wal, een ravijn,<br />

een hek? Stap uit en inspecteer<br />

de helling wanneer u het niet<br />

weet. Dit is de beste manier om<br />

erachter te komen.<br />

• Is de helling gewoon te ruig?<br />

Steile hellingen hebben vaak<br />

wagensporen, geulen en rotsblokken<br />

die in verhoogde mate<br />

staan blootgesteld aan erosie.<br />

Omhoog rijden<br />

Wanneer u heeft besloten dat u de<br />

helling veilig op kunt rijden, moet u<br />

enkele speciale handelingen<br />

uitvoeren.<br />

• Kies een lage versnelling en<br />

houd het stuurwiel stevig vast.<br />

• Laat de auto soepel in beweging<br />

komen en tracht uw snelheid tijdens<br />

het omhoog rijden te<br />

handhaven. Gebruik niet meer<br />

vermogen dan u nodig heeft,<br />

anders kunnen de wielen beginnen<br />

door te draaien of te<br />

slippen.<br />

• Probeer indien mogelijk recht<br />

omhoog te rijden. Wanneer het<br />

pad wendt of keert, wilt u misschien<br />

een andere route proberen<br />

te vinden.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het draaien op, of het overdwars<br />

rijden op steile hellingen kan<br />

gevaarlijk zijn. U kunt tractie<br />

verliezen, opzij glijden en mogelijk<br />

over de kop slaan. U kunt<br />

ernstig gewond raken of zelfs<br />

gedood worden. Wanneer u een<br />

helling oprijdt, tracht dit dan zo<br />

recht mogelijk te doen.<br />

• Verlaag uw snelheid wanneer u<br />

de top van de helling nadert.<br />

• Maak een vlag aan uw auto vast<br />

zodat u beter zichtbaar bent<br />

voor tegemoetkomend verkeer<br />

op paden of hellingen.<br />

• Druk op de claxon wanneer u de<br />

top nadert om de tegenliggers<br />

te laten horen dat u eraan komt.<br />

• Gebruik uw koplampen ook<br />

overdag. Deze zorgen ervoor dat<br />

u beter zichtbaar bent voor tegemoetkomend<br />

verkeer.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

263 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 264 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Het op volle snelheid naar de top<br />

(hoogste punt) van de helling<br />

rijden kan een ongeval veroorzaken.<br />

Daar kan zich een ravijn,<br />

wal, klif of zelfs een andere auto<br />

bevinden. U kunt ernstig<br />

gewond raken of zelfs gedood<br />

worden. Wanneer u de top van<br />

een helling nadert, verlaag dan<br />

uw snelheid en blijf alert.<br />

De helling afrijden<br />

Wanneer u tijdens het terreinrijden<br />

een helling af moet rijden, moet u<br />

aan een aantal zaken denken:<br />

• Hoe steil is de helling? Ben ik in<br />

staat om de controle over het<br />

voertuig te behouden?<br />

• Hoe is het rijoppervlak? Vlak?<br />

Oneffen? Glad? Hard geworden<br />

modder? Steenslag?<br />

• Zijn er verborgen obstakels in de<br />

grond? Wagensporen? Houtblokken?<br />

Rotsen?<br />

• Wat bevindt zich beneden aan<br />

de helling? Bevindt zich daar een<br />

verborgen slootwal of zelfs een<br />

rivierbodem met grote stenen?<br />

Wanneer u heeft besloten dat u<br />

veilig de helling kunt afrijden, tracht<br />

dan om recht naar beneden te<br />

rijden en kies een lage versnelling.<br />

Op deze manier kan het remmend<br />

vermogen van de motor worden<br />

benut, zodat de remmen niet al het<br />

werk alleen hoeven te doen. Rijd<br />

langzaam van de helling af terwijl u<br />

op ieder moment uw auto onder<br />

controle heeft.<br />

WAARSCHUWING<br />

Hard afremmen tijdens het afrijden<br />

kan oververhitting en fading<br />

van de remmen veroorzaken. Dit<br />

kan ertoe leiden dat u de controle<br />

over de auto verliest en een<br />

ernstig ongeluk veroorzaakt.<br />

Druk de remmen tijdens het afrijden<br />

matig in en kies een lage<br />

versnelling om de rijsnelheid<br />

onder controle te houden.<br />

. . . 264


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 265 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Overdwars op een helling<br />

rijden<br />

Vroeger of later zal een pad u waarschijnlijk<br />

overdwars langs een<br />

helling leiden. Wanneer dit het geval<br />

is, moet u beslissen of u deze helling<br />

overdwars wil gaan berijden. U<br />

dient het volgende in overweging te<br />

nemen:<br />

• Een helling waarop zowel recht<br />

naar boven of beneden kan worden<br />

gereden, kan te steil zijn om<br />

er overdwars op te rijden. Wanneer<br />

u op een helling recht naar<br />

boven of naar beneden rijdt, zal<br />

de lengte van de wielbasis (de<br />

afstand tussen de voor- en achterwielen)<br />

de kans verminderen<br />

dat de auto over de lengteas<br />

over de kop slaat.<br />

Wanneer u echter in dwarsrichting<br />

op een helling rijdt, kan de<br />

auto kantelen door de geringere<br />

spoorbreedte (de afstand tussen<br />

de linker en rechter wielen).<br />

Bovendien worden de wielen<br />

aan de lage kant het zwaarst<br />

belast. Hierdoor kan het voertuig<br />

naar beneden glijden of over de<br />

kop slaan.<br />

• Grondtoestanden kunnen een<br />

probleem zijn wanneer u overdwars<br />

op een helling rijdt. Los<br />

grind, modderpoelen of zelfs nat<br />

gras kunnen er de oorzaak van<br />

zijn dat u naar beneden glijdt.<br />

Indien de auto zijwaarts wegslipt,<br />

bestaat de kans dat het iets<br />

raakt (een steen, een wagenspoor,<br />

enz.) en daardoor kantelt.<br />

• Verborgen obstakels kunnen de<br />

steilheid van de helling zelfs verergeren.<br />

Wanneer u overdwars op<br />

een helling rijdt en een steen met<br />

de bovenste wielen raakt, of wanneer<br />

de laagste wielen in een geul<br />

of gat terechtkomen kan uw auto<br />

zelfs sneller kantelen.<br />

U dient dus zorgvuldig te overwegen<br />

of het verstandig is om overdwars op<br />

een helling te rijden. Wanneer een<br />

pad overdwars over een helling loopt,<br />

hoeft dit niet te betekenen dat u dit<br />

pad moet kiezen. De laatste auto die<br />

op dit pad reed, kan over de kop<br />

geslagen zijn.<br />

WAARSCHUWING<br />

Overdwars op een te steile<br />

helling rijden, zal het over de kop<br />

slaan van uw auto tot gevolg<br />

hebben. U kunt ernstig gewond<br />

raken of zelfs gedood worden.<br />

Wanneer u twijfelt over de steilheid<br />

van de helling, rijd deze<br />

helling dan niet overdwars. Zoek<br />

in plaats daarvan een andere<br />

route.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

265 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 266 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Uitstappen aan de dalzijde (laagste<br />

punt) van een auto die overdwars<br />

op een helling tot stilstand<br />

is gekomen, is gevaarlijk.<br />

Wanneer de auto kantelt, zou u<br />

bekneld kunnen raken of zelfs<br />

gedood kunnen worden. Stap<br />

altijd aan de bergzijde (hoogste<br />

punt) van de auto uit en blijf uit<br />

de buurt van het kanteltraject.<br />

Rijden in modder, zand,<br />

sneeuw of ijs<br />

Wanneer u in modder, sneeuw, ijs of<br />

zand rijdt, hebben uw wielen geen<br />

tractie. U kunt niet zo snel accelereren,<br />

het maken van bochten is moeilijker<br />

en u heeft een langere<br />

remweg.<br />

Het verdient aanbeveling om in<br />

modder een lage versnelling te<br />

kiezen - hoe dieper de modder, hoe<br />

lager de versnelling. In erg diepe<br />

modder moet u uw auto in beweging<br />

houden, zodat u niet vast komt<br />

te zitten.<br />

Wanneer u op zand rijdt, zult u een<br />

verandering in de wieltractie waarnemen.<br />

Dit is echter afhankelijk van<br />

de mulheid van het zand. In mul<br />

zand (op het strand of in de duinen)<br />

hebben de wielen de neiging in het<br />

zand weg te zakken. Dit heeft<br />

invloed op de besturing, de acceleratie<br />

en de remweg.<br />

Rijd met aangepaste snelheid.<br />

Voorkom indien mogelijk scherpe<br />

bochten of plotselinge manoeuvres.<br />

Harde sneeuw en ijs veroorzaken de<br />

slechtste tractie. Op deze oppervlakken<br />

is het gemakkelijk om de<br />

controle over de auto te verliezen.<br />

Op nat ijs bijvoorbeeld, is de tractie<br />

zo slecht dat u zelfs problemen heeft<br />

om weg te rijden. En wanneer u<br />

toch in beweging komt, zullen de<br />

slechte controle over de besturing<br />

en de moeilijkheden bij het remmen<br />

tot gevolg kunnen hebben dat u<br />

door het glijden de controle over de<br />

auto verliest.<br />

. . . 266


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 267 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

WAARSCHUWING<br />

Het rijden op bevroren meren,<br />

vijvers of rivieren kan gevaarlijk<br />

zijn. Onderwaterbronnen, stromingen<br />

onder het ijs of plotselinge<br />

dooiaanvallen kunnen het ijs<br />

verzwakken. Uw auto kan door<br />

het ijs zakken en u en uw passagiers<br />

kunnen verdrinken. Rijd<br />

met uw auto alleen op veilige<br />

oppervlakken.<br />

Rijden in water<br />

Zware regenval kan plotselinge<br />

overstromingen veroorzaken en dan<br />

moet u extra goed opletten.<br />

Controleer eerst hoe diep het water<br />

is, voordat u er doorheen rijdt.<br />

Wanneer het water zo diep is dat uw<br />

wieldoppen, assen of uitlaatpijp<br />

worden bedekt, moet u hier niet<br />

doorheen rijden. Ook kan water dat<br />

zo diep is, uw as en andere onderdelen<br />

van uw auto beschadigen.<br />

Wanneer het water niet te diep is,<br />

rijd er dan langzaam doorheen. Met<br />

hoge snelheden zal het water op uw<br />

ontstekingssysteem spatten zodat<br />

de motor kan afslaan. Het afslaan<br />

van de motor kan ook optreden,<br />

wanneer de uitlaatpijp onder water<br />

komt. Zolang uw uitlaatpijp zich<br />

onder water bevindt, zal u niet in<br />

staat zijn de motor te starten.<br />

Wanneer u door water rijdt, denk er<br />

dan aan dat de remmen nat worden<br />

en dat daardoor uw remweg langer<br />

wordt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het rijden door snelstromend<br />

water kan gevaarlijk zijn. Diep<br />

water kan uw voertuig met de<br />

stroom meesleuren en u en uw<br />

passagiers kunnen verdrinken.<br />

Wanneer het slechts ondiep<br />

water is, kan het nog altijd de<br />

grond onder uw wielen vandaan<br />

spoelen en u kunt de grip verliezen<br />

en het voertuig kan kantelen.<br />

Rijd niet door stromend water.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

267 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 268 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

■ PARKEREN<br />

WAARSCHUWING<br />

Als u het voertuig niet correct<br />

parkeert, kan het gaan rollen. Als<br />

u de motor aanlaat, kan het snel<br />

gaan. U of andere personen<br />

kunnen gewond raken. Volg de<br />

stappen hieronder om er zeker<br />

van te zijn dat het voertuig niet<br />

meer beweegt.<br />

1. Druk het rempedaal in en houd<br />

in ingedrukte stand.<br />

2. Druk de knop op de versnellingspook<br />

in terwijl u de versnellingspook<br />

helemaal in de<br />

parkeerstand zet.<br />

3. De parkeerrem wordt in werking<br />

gesteld door het rempedaal<br />

met uw rechter voet<br />

ingedrukt te houden en vervolgens<br />

het parkeerrempedaal met<br />

uw linker voet in te drukken.<br />

4. Zet het contact af.<br />

5. Verwijder de sleutel uit het<br />

contactslot.<br />

Als u de sleutel kunt verwijderen,<br />

dan staat de versnellingshendel<br />

in P (parkeren).<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer<br />

informatie:<br />

- Uit de stand P (parkeren)<br />

schakelen<br />

Wanneer het bestuurdersportier<br />

wordt geopend terwijl de sleutel<br />

zich in het contact bevindt,<br />

klinkt er een gongsignaal om u<br />

eraan te herinneren de sleutel<br />

uit het contact te nemen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Stap niet uit terwijl de motor nog<br />

draait.<br />

Torsievergrendeling<br />

Wanneer u uw voertuig op een<br />

helling parkeert, moet u eerst de<br />

parkeerrem bedienen voordat u de<br />

keuzehendel in stand P (parkeren)<br />

plaatst. Anders zal te veel druk<br />

worden uitgeoefend op de parkeervergrendeling<br />

in de transmissie,<br />

waardoor de keuzehendel zich<br />

moeilijk uit stand P (parkeren) laat<br />

verwijderen. Schakel bij het wegrijden<br />

altijd eerst de keuzehendel uit<br />

stand P (parkeren) en zet eerst daarna<br />

de parkeerrem los.<br />

Als u niet uit P (parkeren) kunt schakelen,<br />

hebt u wellicht een andere<br />

auto nodig die u een stukje<br />

heuvelop trekt. Hierdoor wordt de<br />

druk op het parkeermechanisme in<br />

de transmissie verminderd, zodat u<br />

de keuzehendel uit P (parkeren)<br />

kunt schakelen.<br />

. . . 268


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 269 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Uit de stand P (parkeren)<br />

schakelen<br />

Uw auto is voorzien van een<br />

vergrendelingssysteem voor de<br />

keuzehendel van de automatische<br />

transmissie. Terwijl de motor draait,<br />

moet u het rempedaal volledig<br />

intrappen voordat u uit de stand P<br />

(parkeren) kan schakelen.<br />

Dit systeem is ontworpen om ervoor<br />

te zorgen dat de contactsleutel<br />

alleen kan worden verwijderd<br />

wanneer de versnellingshendel in P<br />

(parkeren) staat en de knop op de<br />

versnellingshendel is uitgeschakeld.<br />

Draai het contact naar ACC (accessoire)<br />

of OFF om ervoor te zorgen<br />

dat de rem blijft ingeschakeld.<br />

Druk de knop op de versnellingshendel<br />

in en probeer uit de<br />

stand P (parkeren) in de gewenste<br />

versnelling te schakelen.<br />

Wanneer u de versnellingshendel<br />

nog altijd niet uit de stand P (parkeren)<br />

kunt halen, volg dan de volgende<br />

stappen:<br />

1. Laat de knop op de versnellingshendel<br />

los.<br />

2. Houd het rempedaal ingedrukt<br />

tot het einde van stap 4.<br />

3. Druk nog een keer op de knop<br />

op de versnellingshendel.<br />

4. Probeer uit P (parkeren) en in<br />

de gewenste versnelling te<br />

schakelen.<br />

Wanneer u de versnellingshendel<br />

niet uit de stand P (parkeren) kunt<br />

halen, breng uw voertuig dan zo<br />

snel mogelijk naar de garage voor<br />

onderhoud.<br />

Het vergrendelingssysteem voor de<br />

versnellingshendel kan mogelijk niet<br />

werken wanneer de accu leeg of<br />

bijna leeg is.<br />

Wanneer de accu leeg is, kunt u het<br />

voertuig starten met een hulpaccu.<br />

Raadpleeg "Starten met een hulpaccu"<br />

in hoofdstuk 5.<br />

Ultrasoon hulpsysteem voor<br />

achteruitparkeren<br />

U kunt het display voor het systeem<br />

bekijken via de achteruitkijkspiegel.<br />

Zie "Ultrasoon parkeerhulpsysteem"<br />

in hoofdstuk 1 voor informatie over<br />

dit systeem.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

269 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 270 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

■ TRACTIE<br />

Er zijn drie hoofdsystemen voor het<br />

bedienen van de auto: stuurinrichting,<br />

remmen en gasmechanisme.<br />

Om het voertuig onder controle te<br />

houden, mag bij geen van deze<br />

systemen de limiet worden<br />

overschreden.<br />

Tractieregelsysteem<br />

Op een glad wegdek beperkt dit<br />

systeem het doordraaien van de<br />

wielen.<br />

Raadpleeg hoofdstuk 1 voor aanvullende<br />

informatie over het<br />

tractieregelsysteem.<br />

Stabilitrak ® -systeem<br />

Dit systeem helpt bij het behoud<br />

van de richtingscontrole onder gladde<br />

wegomstandigheden.<br />

Zie onder "Stabilitrak-systeem" in<br />

hoofdstuk 1 voor informatie over<br />

het Stabilitrak-systeem.<br />

■ STUURINRICHTING<br />

Stuurbekrachtiging<br />

Wanneer de bekrachtiging wegvalt<br />

doordat de motor afslaat of het<br />

systeem niet goed functioneert, kan<br />

de auto nog wel worden bestuurd<br />

maar is hiervoor aanzienlijk meer<br />

kracht nodig.<br />

Snelheidsafhankelijke<br />

stuurbekrachtiging<br />

Dit systeem zorgt ervoor dat de<br />

mate van bekrachtiging wordt<br />

aangepast aan de rijsnelheid. Naarmate<br />

de snelheid toeneemt is meer<br />

kracht voor het sturen vereist.<br />

Wanneer uw auto moeilijker<br />

bestuurbaar is dan normaal tijdens<br />

parkeren of langzaam rijden, kan er<br />

een probleem zijn met het systeem.<br />

U beschikt nog wel over stuurbekrachtiging<br />

maar het kost wel veel<br />

meer inspanning bij lage snelheden.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voor onderhoud.<br />

■ REMMEN<br />

Wanneer de motor tijdens het rijden<br />

afslaat, kunt u de auto normaal tot<br />

stilstand brengen, maar pomp de<br />

remmen niet. Als de motor afslaat, is<br />

er nog voldoende rembekrachtiging<br />

aanwezig, maar de bekrachtiging<br />

vermindert tijdens het remmen.<br />

Remblokslijtageindicators<br />

Uw voertuig heeft voor en achter<br />

schijfremmen.<br />

De schijfremmen hebben ingebouwde<br />

slijtage-indicators, die een<br />

hoogtonig waarschuwingssignaal<br />

laten horen indien de remblokken<br />

versleten zijn en moeten worden<br />

vernieuwd.<br />

Het geluid kan onder het rijden wel<br />

of niet continu hoorbaar zijn.<br />

. . . 270


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 271 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

In sommige omstandigheden of in<br />

bepaalde klimaten kunnen de schijfremmen<br />

piepen wanneer ze voor de<br />

eerste keer of lichtjes worden ingedrukt.<br />

Dit duidt niet op een<br />

probleem met de remmen.<br />

Remvoeringen moeten altijd<br />

worden vervangen als complete<br />

assets.<br />

WAARSCHUWING<br />

Dit waarschuwingssignaal geeft<br />

aan dat binnen afzienbare tijd uw<br />

remmen niet meer goed zullen<br />

functioneren. Dit zou tot een<br />

ongeval kunnen leiden. Breng<br />

het voertuig naar de garage voor<br />

onderhoud, zodra u het waarschuwingssignaal<br />

voor de<br />

remblokken hoort.<br />

Wanneer de wielmoeren niet met<br />

het juiste aanhaalmoment zijn vastgezet,<br />

kunnen trillingen ontstaan<br />

tijdens het remmen en kan de<br />

remschijf worden beschadigd. Om<br />

kostbare reparaties aan het remsysteem<br />

te voorkomen, moeten de<br />

wielmoeren gelijkmatig en in de<br />

juiste volgorde met het voorgeschreven<br />

aanhaalmoment worden<br />

vastgezet.<br />

Zie "Specificaties en inhouden" in<br />

hoofdstuk 4 voor het juiste aanhaalmoment<br />

van de wielmoeren.<br />

Remmen stellen<br />

Telkens wanneer het rempedaal<br />

wordt ingedrukt om te stoppen,<br />

wordt de speling die door slijtage<br />

ontstaat, automatisch opgeheven.<br />

Slag van het rempedaal<br />

Neem contact op met uw dealer als<br />

het rempedaal niet meer geheel<br />

omhoog komt of als de slag van het<br />

pedaal plotseling groter wordt. Dit<br />

kan duiden op een defect in het<br />

remsysteem.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

OPMERKING<br />

Door blijven rijden met versleten<br />

remblokken kan resulteren in<br />

dure reparaties aan de remmen.<br />

271 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 272 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Antiblokkeerremsysteem<br />

(ABS)<br />

Het antiblokkeerremsysteem (ABS)<br />

helpt de bestuurder om de auto<br />

onder controle te houden tijdens<br />

krachtig remmen op natte of gladde<br />

wegen. Het systeem regelt automatisch<br />

de remdruk tijdens het<br />

remmen.<br />

Terwijl u remt, ontvangt het systeem<br />

nieuwe informatie over wielsnelheid<br />

en regelt de remdruk bij elk wiel<br />

afzonderlijk om optimaal gebruik te<br />

maken van band- en<br />

wegomstandigheden.<br />

ABS treedt alleen in werking indien<br />

er tijdens het remmen gevaar<br />

bestaat dat een of meer wielen<br />

zullen blokkeren. U behoeft niet<br />

pompend te remmen. Druk het<br />

rempedaal normaal in. U kunt het<br />

voelen of horen pulseren, maar dat<br />

is normaal.<br />

Raadpleeg voor meer informatie het<br />

gedeelte "Controlelamp ABS" in<br />

hoofdstuk 1.<br />

Rembekrachtiging<br />

Uw voertuig is voorzien van rembekrachtiging.<br />

Wanneer u hard moet<br />

remmen, gebruikt het stabiliteitssysteem<br />

de hydraulische remregelmodule<br />

voor extra remkracht op de<br />

wielen totdat het ABS-systeem<br />

wordt geactiveerd.<br />

Houd het rempedaal gewoon ingetrapt.<br />

Soms kunt u het voelen of<br />

horen pulseren, maar dat is<br />

normaal.<br />

De remmen werken weer normaal<br />

zodra het rempedaal wordt losgelaten<br />

of de druk op het rempedaal<br />

snel afneemt.<br />

Parkeerrem<br />

Het parkeerrempedaal bevindt zich<br />

links van de linker voet van de<br />

bestuurder.<br />

De parkeerrem wordt in werking<br />

gesteld door het rempedaal met uw<br />

rechter voet ingedrukt te houden en<br />

vervolgens het parkeerrempedaal<br />

met uw linker voet in te drukken.<br />

Wanneer het contact ingeschakeld<br />

is, moet het waarschuwingslampje<br />

van het remsysteem gaan branden.<br />

Raadpleeg tevens de rubriek<br />

"Controlelamp remsysteem" in<br />

hoofdstuk 1.<br />

. . . 272


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 273 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Indien u begint te rijden wanneer de<br />

parkeerrem nog in werking is, dan<br />

zal een waarschuwingssignaal uw<br />

aandacht hierop vestigen.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer een voertuig met een<br />

automatische transmissie op een<br />

helling wordt geparkeerd, moet<br />

eerst de parkeerrem worden<br />

bediend voordat de keuzehendel in<br />

stand P (parkeren) wordt geplaatst.<br />

Raadpleeg "Parkeren op hellingen"<br />

onder "Trekken van een aanhanger"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />

gegevens.<br />

Rijd niet met aangetrokken<br />

parkeerrem.<br />

Het rijden met aangetrokken<br />

parkeerrem kan oververhitting<br />

van de remmen veroorzaken. De<br />

remmen of andere delen van de<br />

auto kunnen dan worden<br />

beschadigd.<br />

Controleer of de controlelamp<br />

van het remsysteem niet brandt.<br />

Druk, om de rem te ontgrendelen,<br />

het rempedaal met uw rechtervoet<br />

in en trek aan de parkeerremhendel<br />

op het instrumentenpaneel bij het<br />

bestuurdersportier.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

273 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 274 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

■ WIELOPHANGING<br />

De wielophanging in uw voertuig is<br />

er op gericht om het voertuig horizontaal<br />

te houden en een gelijkmatige,<br />

gecontroleerde rit te<br />

verschaffen.<br />

Automatische niveauregeling<br />

(indien van toepassing)<br />

Dit systeem dient om de achterkant<br />

van uw voertuig horizontaal te<br />

houden wanneer de druk van de<br />

lading verandert.<br />

Dit systeem werkt geheel<br />

automatisch.<br />

Automatische stabilisatieregeling<br />

(indien van<br />

toepassing)<br />

Dit systeem past de schokdemping<br />

aan uw rijstijl, de rijsnelheid en het<br />

wegdek aan.<br />

Als het systeem waarneemt dat er<br />

een probleem met de stabilisatieregeling<br />

is, dan wordt bericht SERVI-<br />

CE SUSPENSION SYS (onderhoud<br />

wielophanging) op het display van<br />

het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder weergegeven. Neem<br />

contact op met uw dealer voor<br />

onderhoud.<br />

■ SNELHEIDSBEGRENZER<br />

Begrenzer motortoerental<br />

De brandstoftoevoer naar de motor<br />

wordt beperkt zodra het toerental te<br />

hoog is.<br />

De bediening van het gas en de<br />

brandstoftoevoer werken weer<br />

normaal als het motortoerental is<br />

gedaald.<br />

. . . 274


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 275 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

■ VOERTUIG BELADEN<br />

WAARSCHUWING<br />

Bij een noodstop, een botsing of<br />

een plotselinge ruk aan het stuur<br />

kunnen losse voorwerpen in het<br />

interieur in beweging komen en<br />

zo inzittenden letsel toebrengen.<br />

Berg losse voorwerpen op in de<br />

bagageruimte en verdeel het<br />

gewicht gelijkmatig. Stapel<br />

bagage nooit op tot boven de<br />

rugleuningen. Laat geen losse<br />

kinderzitjes achter in de auto.<br />

Tracht losse voorwerpen in de<br />

auto vast te zetten. Laat de<br />

rugleuning van een stoel niet<br />

neergeklapt tenzij dit noodzakelijk<br />

is.<br />

Het is belangrijk dat u weet hoeveel<br />

gewicht uw auto kan dragen.<br />

Dit gewicht wordt het laadvermogen<br />

(Vehicle Capacity Weight)<br />

genoemd.<br />

Dit is inclusief het gewicht van alle<br />

inzittenden, bagage en alle optionele<br />

accessoires.<br />

Zie "Informatieplaatje voor banden"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

WAARSCHUWING<br />

Belaadt de auto niet zwaarder<br />

dan is aangegeven bij Gross Vehicle<br />

Weight Rating (Maximaal<br />

Toelaatbaar Totaalgewicht) of bij<br />

Gross Axle Weight Rating (Maximaal<br />

Toelaatbare Asbelasting).<br />

Door te zware belasting kan<br />

breuk optreden in sommige<br />

onderdelen en wordt slechte<br />

invloed uitgeoefend op de<br />

wegligging. Door te zwaar te<br />

beladen kunt u de macht over<br />

het stuur verliezen, met mogelijk<br />

letsel tot gevolg. Ook kan de<br />

levensduur van de auto worden<br />

bekort.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

275 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 276 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

TIRE<br />

FRONT<br />

REAR<br />

SPARE<br />

TIRE AND LOADING INFORMATION<br />

SEATING CAPACITY TOTAL FRONT REAR<br />

The combined weight of occupants and cargo should never exceed XXX kg or XXX lbs.<br />

ORIGINAL SIZE<br />

COLD TIRE PRESSURE<br />

SEE OWNER’S<br />

MANUAL FOR<br />

ADDITIONAL<br />

INFORMATION<br />

Informatieplaatje voor banden<br />

en belasting<br />

Het bandenplaatje bevindt zich op<br />

het frame van het portier linksvoor,<br />

net onder het<br />

portierslotmechanisme.<br />

Op dit plaatje vindt u de gegevens<br />

over de juiste bandenmaat en de<br />

aanbevolen bandenspanning voor<br />

uw auto.<br />

Raadpleeg "Banden" in hoofdstuk 4<br />

voor meer informatie.<br />

Het vermeldt ook het maximum<br />

aantal inzittenden en het laadvermogen<br />

(Vehicle Capacity Weight)<br />

van de auto.<br />

Overschrijd het laadvermogen van<br />

uw voertuig niet.<br />

Zie "Identificatieplaatje" voor meer<br />

informatie.<br />

Identificatieplaatje<br />

Op deze sticker op de middelste stijl<br />

boven de onderbrekerarm aan de<br />

linkerzijde van het voertuig staat het<br />

maximaal toelaatbare totaalgewicht<br />

(GVWR).<br />

Het GVWR is het maximaal toelaatbare<br />

gewicht van de auto in beladen<br />

toestand. Hierbij is inbegrepen het<br />

gewicht van de auto, alle inzittenden,<br />

de brandstof en de bagage<br />

plus het gewicht op de trekhaak als<br />

u een aanhanger trekt.<br />

. . . 276


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 277 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Maximaal toegestane voor- en<br />

achterasbelasting<br />

Op de sticker worden verder het<br />

maximale gewicht op de vooras (de<br />

maximaal toelaatbare asbelasting<br />

voor) en het maximale gewicht op<br />

de achteras (de maximaal toelaatbare<br />

asbelasting achter) vermeld.<br />

Het gewicht van de te vervoeren<br />

lading moet gelijkmatig worden<br />

verdeeld over de voor- en achteras.<br />

Als u twijfelt aan de gewichten aan<br />

de voorkant en achterkant van uw<br />

auto of het totaalgewicht, dan kan u<br />

de auto laten wegen op een weegbrug.<br />

Uw dealer kan u hierbij<br />

behulpzaam zijn.<br />

Overschrijd het maximaal toelaatbaar<br />

totaalgewicht of de maximaal<br />

toelaatbare asbelasting van het<br />

voertuig niet.<br />

■ TREKKEN VAN EEN<br />

AANHANGER<br />

WAARSCHUWING<br />

Als u niet het juiste materieel<br />

gebruikt en op de juiste wijze<br />

rijdt, kunt u de macht over de<br />

auto verliezen wanneer u een<br />

aanhanger achter uw auto trekt.<br />

U kunt bij een ernstig ongeluk<br />

betrokken raken.<br />

Als bijvoorbeeld de aanhanger te<br />

zwaar is, kunnen de remmen niet<br />

goed of in het geheel niet<br />

werken.<br />

Hierdoor kunnen u en uw passagiers<br />

ernstig gewond raken.<br />

OPMERKING<br />

Het niet juist trekken van een<br />

aanhanger kan uw auto beschadigen<br />

en dure reparaties tot<br />

gevolg hebben die niet gedekt<br />

worden door de garantie. Volg<br />

het onderstaande advies om uw<br />

aanhanger op juiste wijze te<br />

trekken.<br />

Vraag uw dealer wat het maximaal<br />

toelaatbare aanhangergewicht<br />

voor uw voertuig is.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

277 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 278 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer het achterste raam of<br />

de achterklep onder het rijden<br />

met een aanhanger open staat,<br />

kan er koolmonoxide (CO) in het<br />

interieur binnendringen. CO is<br />

reukloos en niet zichtbaar. CO<br />

kan bewusteloosheid veroorzaken<br />

en fatale gevolgen hebben.<br />

Voor de maximale veiligheid<br />

tijdens het trekken van een<br />

aanhanger:<br />

• Laat uw uitlaatsysteem controleren<br />

op lekken en voer de<br />

benodigde reparaties uit voordat<br />

u aan uw reis begint.<br />

• Rij nooit met de achterklep of<br />

de achterste ramen open.<br />

WAARSCHUWING<br />

• Zet de ventilator op de hoogste<br />

snelheid met een van de instellingen<br />

die buitenlucht naar binnen<br />

voert. Zo komt er<br />

buitenlucht in uw voertuig.<br />

• Controleer of de luchtroosters<br />

op of onder het instrumentenpaneel<br />

volledig open staan.<br />

OPMERKING<br />

Maak geen scherpe bochten<br />

terwijl u een aanhanger sleept<br />

omdat de aanhanger dan uw<br />

voertuig kan raken.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer u een aanhanger<br />

sleept, kan de vloer van het voertuig<br />

erg warm worden. Leg dus<br />

geen voorwerpen op de vloer<br />

van het voertuig die niet tegen<br />

hoge omgevingstemperaturen<br />

kunnen.<br />

. . . 278


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 279 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Het maximum totaalgewicht van<br />

een geladen aanhanger hangt af<br />

van het doel van de aanhanger en<br />

van de speciale aanhangeruitrusting.<br />

Uw dealer verstrekt u gaarne<br />

de gegevens over het aanhangergewicht,<br />

speciale uitrusting die is<br />

vereist en leverbare opties.<br />

Sleepuitrusting dient alleen door uw<br />

dealer te worden aangebracht. Uw<br />

dealer heeft de juiste specificaties<br />

voor het installeren en is op de<br />

hoogte van wijzigingen aan de auto<br />

die vereist kunnen zijn.<br />

Hier volgen enkele belangrijke gegevens<br />

voor het rijden met een<br />

aanhanger:<br />

• De maximaal toelaatbare<br />

asbelastingen en het maximaal<br />

toelaatbare totaalgewicht<br />

(GVWR) mogen nooit worden<br />

overschreden.<br />

Het disselgewicht van een aanhanger<br />

moet worden opgeteld<br />

bij het totale gewicht van de<br />

auto.<br />

Zie "Voertuig beladen" eerder in<br />

dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

• Het maximum toegestane aanhangergewicht<br />

hangt ook af van<br />

het gewicht van uw auto in beladen<br />

toestand.<br />

De maximum nuttige last die uw<br />

auto kan vervoeren is het maximum<br />

laadgewicht, inclusief het<br />

gewicht van alle inzittenden.<br />

Het maximaal toelaatbaar treingewicht<br />

is het maximum toelaatbare<br />

totaalgewicht van de auto<br />

en de aanhanger in beladen toestand.<br />

Vergeet niet het gewicht<br />

van de personen in het interieur<br />

van de auto.<br />

Het totaal gewicht van de auto<br />

en het aanhangergewicht<br />

mogen niet groter zijn dan het<br />

maximaal toelaatbaar<br />

treingewicht.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

279 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 280 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

• Wanneer u een aanhanger<br />

sleept, houd dan rekening met<br />

de wettelijke snelheidslimiet, de<br />

snelheid van het verkeer om u<br />

heen en de<br />

weersomstandigheden.<br />

Rijd niet harder dan 90 km/u om<br />

voortijdige slijtage aan de voertuigonderdelen<br />

te voorkomen.<br />

• Met uw nieuwe auto mag gedurende<br />

de eerste 800 km helemaal<br />

geen aanhanger worden<br />

getrokken. De motor, assen en<br />

andere onderdelen kunnen dan<br />

worden beschadigd.<br />

• Gedurende de eerste 800 km dat<br />

u met een aanhanger rijdt, mag<br />

u niet sneller dan 80 km/u rijden<br />

en niet met volgas wegrijden.<br />

• Schakel naar een lagere versnelling<br />

als de transmissie te vaak<br />

schakelt onder zware belastingen<br />

en/of op heuvelachtig<br />

terrein.<br />

Gebruik de sleep-/trekfunctie om<br />

een zware lading efficiënter te<br />

slepen/trekken.<br />

Zie "Sleep-/trekfunctie" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor<br />

meer informatie.<br />

• Controleer of de banden van uw<br />

auto in koude toestand de voorgeschreven<br />

spanning hebben.<br />

Zie het bandenplaatje voor de<br />

bandenspanningsspecificaties<br />

van uw auto.<br />

Zie ook "Voertuig beladen" eerder<br />

in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

. . . 280


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 281 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

• Parkeer een auto met aangekoppelde<br />

aanhanger niet op een<br />

helling. Indien dit echter beslist<br />

nodig is dan moet iemand u helpen<br />

om blokken tegen de aanhangerwielen<br />

te plaatsen.<br />

Raadpleeg "Parkeren op hellingen"<br />

verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer gegevens.<br />

• Uw voertuig kan tekenen van<br />

oververhitting vertonen wanneer<br />

u uw motor meteen uitschakelt<br />

nadat u uw voertuig op grote<br />

hoogte op steile hellingen<br />

omhoog heeft laten slepen.<br />

Rem waar mogelijk op een<br />

vlakke ondergrond. Schakel de<br />

handrem goed in. Schakel de<br />

automatische transmissie naar P<br />

(parkeren).<br />

Laat de motor enkele minuten<br />

stationair draaien en schakel<br />

daarna pas de motor uit.<br />

Wanneer u een waarschuwing<br />

voor oververhitting krijgt, zie<br />

dan "Oververhitting van de<br />

motor" in hoofdstuk 5 voor<br />

aanwijzingen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Aanhangers met een gewicht<br />

van meer dan 450 beladen<br />

toestand moeten zijn voorzien<br />

van deugdelijke remmen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

281 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 282 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Sleep-/trekfunctie<br />

Gebruik deze functie wanneer u rijdt<br />

met een zware aanhanger. Het<br />

systeem draagt bij tot het minder<br />

vaak behoeven te schakelen of meer<br />

of minder gas te geven terwijl<br />

hetzelfde schakelgevoel aanwezig is<br />

als wanneer de auto niet is belast.<br />

U kan deze functie inschakelen door<br />

op de toets voor de sleep-/trekfunctie<br />

midden op het instrumentenpaneel,<br />

onder het klimaatregelpaneel,<br />

te drukken. Het waarschuwingslampje<br />

voor de sleep-/trekfunctie<br />

gaat branden.<br />

Wanneer u op de toets drukt,<br />

worden afremmen op hellingen en<br />

de sleep-/trekfunctie samen in- en<br />

uitgeschakeld. Ze kunnen niet apart<br />

worden in- en uitgeschakeld.<br />

Zie de volgende informatie:<br />

• Automatische transmissie<br />

- Afremmen op hellingen<br />

De functie kan worden uitgeschakeld<br />

door de knop opnieuw in te<br />

drukken, of door de motor af te<br />

zetten. Elke keer dat het starten van<br />

de motor plaatsvindt, wordt het<br />

systeem automatisch uitgeschakeld.<br />

De sleep-/trekfunctie werkt op de<br />

meest doeltreffende wijze wanneer<br />

het gecombineerde gewicht van de<br />

auto en de aanhanger tenminste<br />

75% bedraagt van het maximaal<br />

toelaatbare gecombineerde<br />

gewicht.<br />

De sleep-/trekfunctie is vooral nuttig<br />

wanneer u onder de volgende<br />

omstandigheden een zware<br />

aanhanger of lading trekt:<br />

• rijden in heuvelachtige gebieden<br />

• langzaam rijden in druk verkeer<br />

of steeds stoppen en wegrijden<br />

• wanneer u meer controle bij een<br />

lage snelheid op drukke parkeerplaatsen<br />

nodig heeft<br />

Als u met de auto rijdt en de sleep-/<br />

trekfunctie is ingeschakeld maar<br />

geen aanhanger wordt getrokken of<br />

wanneer de auto licht beladen is,<br />

zult u mogelijk meer brandstof<br />

verbruiken en kan de werking van<br />

motor en transmissie minder soepel<br />

zijn.<br />

Kies de sleep-/trekfunctie alleen<br />

wanneer een aanhanger wordt<br />

gesleept of het vervoeren van grote<br />

en zware lasten nodig is.<br />

. . . 282


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 283 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

Trekhaak<br />

Veiligheidskettingen<br />

Aanhangerremmen<br />

Het is van groot belang dat het juiste<br />

type trekuitrusting wordt gebruikt.<br />

Zijwind en slechte wegen zijn<br />

slechts enkele redenen hiervoor.<br />

Hierna volgen enkele tips:<br />

• De achterbumper van uw voertuig<br />

is niet bedoeld voor trekhaken.<br />

Bevestig geen tijdelijke<br />

trekhaken of andere sleepuitrusting<br />

van het bumper-type aan<br />

de bumper. Monteer uitsluitend<br />

trekhaken die aan het onderstel<br />

worden bevestigd.<br />

• Als u gaten in de carrosserie<br />

moet boren om een trekhaak te<br />

monteren, moeten deze na het<br />

monteren goed worden afgedicht.<br />

Anders kunnen vuil, water<br />

en zelfs het dodelijke koolmonoxide<br />

in uw voertuig<br />

binnendringen.<br />

Breng altijd veiligheidskettingen aan<br />

tussen de auto en de aanhanger.<br />

Kruis de kettingen onder de aanhangerkoppeling,<br />

zodat wanneer de<br />

aanhangerkoppeling mocht losraken<br />

van de trekhaak, de koppeling<br />

niet in contact kan komen met het<br />

wegdek. Instructies over veiligheidskettingen<br />

worden verstrekt door de<br />

fabrikant van de trekhaak of van de<br />

aanhanger.<br />

Volg tijdens het bevestigen van de<br />

veiligheidskettingen de aanwijzingen<br />

op van de fabrikant.<br />

Bevestig geen veiligheidskettingen<br />

aan de bumper.<br />

Trek de kettingen niet strak, anders<br />

is het niet mogelijk met uw aanhanger<br />

door bochten te rijden. De<br />

kettingen mogen nooit de grond<br />

kunnen raken.<br />

Aanhangers met een gewicht van<br />

meer dan 450 beladen toestand<br />

moeten zijn voorzien van deugdelijke<br />

remmen.<br />

Omdat uw voertuig is uitgerust met<br />

het Stabilitrak-systeem, kunt u niets<br />

aansluiten op het hydraulische<br />

remsysteem van het voertuig.<br />

Anders werken wellicht beide systemen<br />

niet goed. De remmen kunnen<br />

dan zelfs weigeren.<br />

Lees alle aanwijzingen die bij het<br />

aanhangerremmen worden geleverd<br />

en volg deze op.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

283 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 284 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

Richtingaanwijzers<br />

aanhanger<br />

Wanneer een aanhanger wordt<br />

gesleept dan zullen de pijlen op het<br />

instrumentenpaneel knipperen<br />

wanneer de richtingaanwijzers in<br />

werking zijn, en dit vindt ook plaats<br />

indien de gloeilampen van de<br />

aanhanger defect zijn. U kan denken<br />

dat achter u rijdende weggebruikers<br />

uw richtingaanwijzersignalen<br />

kunnen zien, hoewel dat niet het<br />

geval is. Het is belangrijk om nu en<br />

dan te controleren of de gloeilampen<br />

van de aanhanger goed<br />

werken.<br />

Parkeren op hellingen<br />

WAARSCHUWING<br />

Voorkom het parkeren op een<br />

helling wanneer de auto een<br />

aanhanger trekt. Als er iets mis<br />

gaat, zou de combinatie in beweging<br />

kunnen komen. Mensen in<br />

de nabijheid kunnen zo letsel<br />

oplopen en zowel de auto als de<br />

aanhanger kunnen worden<br />

beschadigd.<br />

Parkeer een auto met aangekoppelde<br />

aanhanger niet op een helling.<br />

Wanneer het echter noodzakelijk is<br />

om op een helling te parkeren, let<br />

dan op het volgende:<br />

1. Druk het rempedaal in, maar<br />

kies nog niet de stand P<br />

(parkeren).<br />

2. Indien de auto in de afrijstand<br />

op de helling staat, draai de<br />

wielen dan in de richting van de<br />

trottoirband. Met de auto in de<br />

oprijstand dient u de wielen in<br />

de richting van het verkeer te<br />

draaien.<br />

3. Verzoek iemand om blokken<br />

tegen de aanhangerwielen te<br />

plaatsen.<br />

4. Wanneer de wielblokken zijn<br />

aangebracht moet u het rempedaal<br />

loslaten zodat de belasting<br />

door de wielblokken wordt<br />

opgenomen.<br />

. . . 284


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 285 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

5. Druk het rempedaal nogmaals<br />

in. Stel vervolgens de parkeerrem<br />

in werking en plaats de<br />

keuzehendel van de transmissie<br />

in de stand P (parkeren).<br />

6. Laat het rempedaal los.<br />

Wanneer u op een helling bent<br />

geparkeerd en gereed bent om weg<br />

te rijden, houd dan het rempedaal<br />

ingedrukt tijdens het starten van de<br />

motor, het inschakelen van een<br />

versnelling en het loszetten van de<br />

parkeerrem.<br />

Laat het rempedaal los.<br />

Rijd langzaam tot de aanhanger vrij<br />

is van de blokken.<br />

Breng de auto tot stilstand en vraag<br />

iemand om de wiggen op te rapen<br />

en op te bergen.<br />

Onderhoudswerkzaamheden<br />

bij het gebruik van een<br />

aanhanger<br />

Wanneer met een aanhanger wordt<br />

gereden moeten de onderhoudswerkzaamheden<br />

met kortere<br />

intervallen worden uitgevoerd.<br />

Raadpleeg het onderhoudsoverzicht<br />

voor meer informatie.<br />

Controleer regelmatig of alle<br />

moeren en bouten van de trekhaak<br />

goed aangedraaid zijn.<br />

■ RIJDEN MET RECREA-<br />

TIEVE VOERTUIGEN<br />

Als u besluit uw auto achter een<br />

andere auto te slepen om op uw<br />

bestemming te worden gebruikt,<br />

dan is het belangrijk gebruik te<br />

maken van de juiste sleepuitrusting.<br />

Let op alle aanwijzingen die met de<br />

sleepuitrusting worden geleverd.<br />

De meest gebruikelijke methoden<br />

voor het trekken van recreatieve<br />

voertuigen zijn:<br />

• Uw auto vervoeren met alle vier<br />

wielen op de grond<br />

• Uw auto vervoeren met twee<br />

wielen op de grond en twee wielen<br />

in een dolly<br />

• Uw voertuig op een auto-ambulance<br />

slepen, met alle vier de<br />

wielen van de grond<br />

–<br />

–<br />

–<br />

285 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 286 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Starten en bedieningsvoorschriften<br />

UW AUTO VERVOEREN MET ALLE<br />

VIER WIELEN OP DE GROND<br />

Uw auto is niet ontwikkeld om te<br />

worden gesleept met alle vier wielen<br />

op de grond.<br />

OPMERKING<br />

De componenten van de<br />

aandrijflijn zullen worden<br />

beschadigd wanneer het voertuig<br />

met alle vier wielen op de<br />

grond wordt gesleept.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

UW AUTO VERVOEREN MET<br />

TWEE WIELEN OP DE GROND EN<br />

TWEE WIELEN IN EEN DOLLY<br />

Auto's met allwheel-aandrijving<br />

Als uw auto is uitgerust met allwheel-aandrijving,<br />

kan deze alleen<br />

met alle vier wielen van de grond<br />

worden gesleept.<br />

Zie het volgende verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie:<br />

• Uw voertuig op een auto-ambulance<br />

slepen<br />

Auto's met tweewielaandrijving<br />

Volg de onderstaande handelingen<br />

op:<br />

1. Monteer de dolly op het<br />

sleepvoertuig.<br />

Volg de instructies van de fabrikant<br />

op.<br />

2. Rijd de achterwielen op de<br />

dolly.<br />

3. Trek de parkeerrem stevig aan.<br />

4. Plaats de keuzehendel van de<br />

transmissie in de stand P<br />

(parkeren).<br />

. . . 286


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 287 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 3<br />

5. Zet het voertuig vast op de<br />

sleep-dolly.<br />

Volg de instructies van de fabrikant<br />

op.<br />

6. Vergrendel de voorwielen in de<br />

stand recht vooruit. Gebruik<br />

een klem die is bedoeld voor<br />

slepen.<br />

7. Zet het contact af.<br />

UW VOERTUIG OP EEN AUTO-<br />

AMBULANCE SLEPEN<br />

Auto's met allwheel-aandrijving<br />

Als uw auto is uitgerust met allwheel-aandrijving,<br />

kan deze alleen<br />

met alle vier wielen van de grond<br />

worden gesleept.<br />

OPMERKING<br />

De onderdelen van de aandrijflijn<br />

zullen worden beschadigd<br />

wanneer het voertuig met de<br />

wielen op de grond wordt<br />

gesleept.<br />

Sleep een voertuig met vierwielaandrijving<br />

niet met de wielen op<br />

de grond.<br />

–<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de portieren vergrendeld<br />

zijn met het alarmsysteem,<br />

dan wordt het alarm geactiveerd<br />

als de auto tijdens het wegslepen<br />

schuin komt te staan.<br />

–<br />

–<br />

287 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 288 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 289 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

––––<br />

4<br />

Onderhou<br />

d en<br />

verz<br />

orging<br />

Onderhoudsrichtlijnen.......................................290<br />

Accessoires en aanpassingen.............................290<br />

Brandstof ............................................................291<br />

Brandstofverbruik en emissiegegevens ..............292<br />

Brandstof tanken................................................293<br />

Ontgrendeling van de motorkap ......................296<br />

Motorruimte.......................................................297<br />

Motorolie ...........................................................299<br />

Koelvloeistof.......................................................304<br />

Automatische transmissievloeistof......................307<br />

Smeermiddel voor de verdeelbak<br />

(Auto's met allwheel-aandrijving) .....................308<br />

Smeermiddel vooras ..........................................309<br />

Smeermiddel achteras .......................................310<br />

Stuurbekrachtigingsvloeistof..............................310<br />

Remvloeistof ......................................................311<br />

Ruitensproeiervloeistof.......................................313<br />

Accu...................................................................314<br />

Luchtfilter/filterelement .....................................315<br />

Luchtfilter voor passagiersruimte .......................316<br />

Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen....318<br />

Hoofdstuk 4 - Onderhoud en verzorging<br />

Banden ............................................................... 320<br />

Op spanning brengen....................................... 321<br />

Bediening bij hogere snelheden........................ 322<br />

Controlesysteem bandenspanning .................. 323<br />

Inspecteren en verwisselen van de banden....... 328<br />

Banden vervangen ............................................ 329<br />

Sneeuwkettingen....................................................332<br />

Winterbanden ................................................... 332<br />

Wielsloten.......................................................... 333<br />

Reservewiel........................................................ 333<br />

Wielen................................................................. 333<br />

Uitlijning van de wielen en uitbalancering<br />

van banden...................................................... 333<br />

Wiel vervangen ................................................. 334<br />

Voertuig Identificatie Nummer ........................ 337<br />

Identificatieplaatje voor onderdelen................ 338<br />

Zekeringen en stroomonderbrekers ................ 338<br />

Zekeringenhouder in motorcompartiment ....... 341<br />

Zekeringenhouder achterbank linkerzijde ......... 344<br />

Zekeringenhouder achterbank rechterzijde ...... 346<br />

Gloeilampen vervangen.................................... 348<br />

Specificaties en inhouden ................................. 349<br />

Specificaties van de onderdelen........................ 349<br />

Inhouden (richtwaarden) .................................. 351<br />

Brandstofverbruik en emissiegegevens ........... 352<br />

3,6 l motor........................................................ 352<br />

4,6 l motor........................................................ 352<br />

Zorg voor de buitenkant................................... 353<br />

289 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 290 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ ONDERHOUDSRICHT-<br />

LIJNEN<br />

Afhankelijk van de klimatologische<br />

omstandigheden, de geografische<br />

positie, het terrein en de<br />

gebruiksomstandigheden, kunnen<br />

de voorgeschreven onderhoudsintervallen<br />

aanzienlijk<br />

verschillen. In het onderhoudsboekje<br />

zijn de voorgeschreven intervallen<br />

en de diverse<br />

onderhoudswerkzaamheden<br />

voor uw gebied opgenomen. Let<br />

erop dat de in het Nederlandstalig<br />

onderhoudsboekje genoemde<br />

onderhoudsintervallen worden<br />

opgevolgd en niet die uit de Engelstalige<br />

uitgave die in uw auto<br />

aanwezig kan zijn.<br />

. . . 290<br />

WAARSCHUWING<br />

Zorg ervoor dat alle materialen in<br />

overeenstemming met de milieubeschermende<br />

voorschriften<br />

worden verwerkt om het milieu<br />

en uw gezondheid te helpen<br />

beschermen.<br />

Sommige onderdelen kunnen<br />

niet worden gerecycled.<br />

■ ACCESSOIRES EN<br />

AANPASSINGEN<br />

Het toevoegen van accessoires aan<br />

uw voertuig kan de prestaties en<br />

veiligheid van uw voertuig<br />

beïnvloeden.<br />

Aanpassingen kunnen problemen of<br />

schade veroorzaken aan voertuigsystemen<br />

voor bijvoorbeeld airbags,<br />

remmen, stabiliteit, rij-eigenschappen,<br />

emissie, aërodynamica, duurzaamheid<br />

en elektronische<br />

systemen als ABS, tractieregeling en<br />

stabiliteitsregeling.<br />

Deze schade valt niet onder de<br />

garantie en kan invloed hebben op<br />

de resterende garantie voor de<br />

betreffende onderdelen.<br />

Wanneer er uitrusting aan de<br />

buitenzijde van het voertuig wordt<br />

toegevoegd, kan de mate van windruis<br />

toenemen. Bovendien kan dit<br />

invloed hebben op het brandstofverbruik<br />

en de prestaties van de<br />

ruitensproeier.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

voordat u extra uitrusting toevoegt.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 291 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

OPMERKING<br />

OPMERKING (vervolg)<br />

■ BRANDSTOF<br />

WAARSCHUWING<br />

Benzinedampen zijn zeer brandbaar.<br />

Vermijd vonken, open vuur<br />

en roken in de nabijheid van<br />

brandstof.<br />

Gebruik alleen schone brandstof.<br />

Verontreinigde benzine kan de<br />

levensduur van het brandstoftoevoersysteem<br />

en de motor<br />

bekorten.<br />

Tank geen brandstof met meer<br />

dan 10% ethanol voor uw<br />

voertuig.<br />

Brandstoffen met het octaanverhogende<br />

toevoegingsmiddel<br />

methylcyclopentadieenmangaan-tricarbonyl<br />

(MMT)<br />

worden niet aanbevolen.<br />

Uw voertuig is niet ontworpen<br />

voor brandstoffen die methanol<br />

bevatten. Methanol kan metalen<br />

delen in uw brandstofsysteem<br />

laten corroderen en tevens schade<br />

veroorzaken aan kunststof en<br />

rubberen onderdelen. Schade<br />

veroorzaakt door het gebruik van<br />

brandstoffen die methanol<br />

bevatten, wordt niet gedekt door<br />

de garantie.<br />

De motor van uw auto is uitsluitend<br />

geschikt voor ongelode benzine.<br />

Het gebruik van gelode benzine kan<br />

de prestaties van uw auto beïnvloeden<br />

alsmede de garantie van de<br />

auto.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

291 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 292 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Gebruik van de aanbevolen brandstof<br />

is een belangrijk onderdeel van<br />

het juiste onderhoud van uw auto.<br />

U moet brandstof van hoge kwaliteit<br />

gebruiken die voldoet aan het<br />

aanbevolen minimum<br />

octaangehalte.<br />

Gebruik voor de 3,6L V6-motor<br />

benzine met een octaangehalte van<br />

91 (researchmethode) of hoger.<br />

Gebruik voor de beste prestaties en<br />

als er een aanhanger achter het<br />

voertuig hangt benzine van gemiddelde<br />

of bovengemiddelde<br />

kwaliteit.<br />

Gebruik voor de 4,6L V8-motor<br />

benzine met een octaangehalte van<br />

95 (researchmethode) of hoger. Er<br />

kan ook een gemiddelde kwaliteit<br />

benzine met een octaangehalte van<br />

91 of hoger worden gebruikt, maar<br />

hierdoor kan het acceleratievermogen<br />

van het voertuig iets afnemen.<br />

Wanneer benzine met een lager<br />

octaangetal dan voorgeschreven<br />

wordt gebruikt, kan dit tot gevolg<br />

hebben dat de motor gaat pingelen.<br />

Voortdurend gebruik van dergelijke<br />

brandstof kan beschadiging van de<br />

motor veroorzaken terwijl dan ook<br />

de garantie vervalt.<br />

Wanneer er zich toch ernstig pingelen<br />

voordoet wanneer u wel de juiste<br />

benzine heeft getankt, moet de<br />

motor worden nagekeken. Korte<br />

momenten van pingelen tijdens het<br />

oprijden van een helling of bij acceleratie<br />

zijn acceptabel.<br />

Ga naar uw dealer voor informatie<br />

over het voorkomen van problemen<br />

met afzettingen om de brandstofverstuivers<br />

en inlaatkleppen schoon<br />

te houden.<br />

Brandstofverbruik en<br />

emissiegegevens<br />

Zie "Brandstofverbruik en emissiegegevens"<br />

verderop in dit hoofdstuk<br />

voor informatie met betrekking tot<br />

brandstofverbruik en kooldioxideemissies.<br />

. . . 292


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 293 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Brandstof tanken<br />

De brandstofvuldop bevindt zich<br />

achter een scharnierende klep aan<br />

de rechterzijde van uw auto.<br />

Druk op het midden van de achterste<br />

rand van de brandstofvulopening<br />

om deze te openen.<br />

Wanneer uw voertuig is voorzien<br />

van een brandstofdop met vergrendeling,<br />

moet u de sleutel van de<br />

brandstofdop gebruiken om deze te<br />

ontgrendelen.<br />

Verwijder de vuldop door deze langzaam<br />

linksom te draaien. In de tankdop<br />

is een veer aanwezig. Indien de<br />

dop te snel wordt losgelaten, dan<br />

zal hij terugspringen naar rechts.<br />

Breng de vuldop weer aan door<br />

hem rechtsom te draaien. Voor het<br />

aanbrengen moet u de dop zover<br />

rechtsom draaien tot u een tikgeluid<br />

hoort.<br />

Als de brandstofdop niet goed is<br />

geplaatst, wordt de melding<br />

TIGHTEN GAS CAP (benzinedop<br />

controleren) op het display van het<br />

informatiecentrum voor de bestuurder<br />

weergegeven. Zie "Berichten<br />

van het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />

Zie tevens "Controlelamp voor voertuigstoring"<br />

onder "Waarschuwingslampen"<br />

in hoofdstuk 1 voor meer<br />

informatie.<br />

WAARSCHUWING<br />

Benzinedampen zijn zeer brandbaar.<br />

Vermijd vonken, open vuur<br />

en roken in de nabijheid van<br />

brandstof.<br />

Wanneer benzine over u heen<br />

spat en dit wordt vervolgens<br />

ontstoken, dan kunt u ernstig<br />

verbranden.<br />

Om verwonding van uzelf en<br />

andere te voorkomen, alle<br />

instructies op de brandstofpomp<br />

lezen en opvolgen.<br />

Zet de motor af voordat u brandstof<br />

tankt.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

293 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 294 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u de dop snel losdraait<br />

terwijl overdruk in de tank<br />

aanwezig is, kan er brandstof<br />

naar buiten spatten. Draai daarom<br />

de dop altijd eerst gedeeltelijk<br />

los om de druk te laten<br />

ontsnappen.<br />

OPMERKING<br />

Indien u een nieuwe dop nodig<br />

heeft, dient u er voor te zorgen<br />

dat het juiste type wordt<br />

gekocht. Een dop van een<br />

verkeerd type is misschien niet<br />

voorzien van de juiste ventilatieopening,<br />

hetgeen kan leiden tot<br />

beschadiging van het brandstofsysteem<br />

en het uitlaatsysteem.<br />

Uw dealer weet welke dop voor<br />

uw auto geschikt is.<br />

Wanneer de brandstofdop niet<br />

goed is bevestigd, kan er brandstof<br />

verdampen. Wanneer dit<br />

gebeurt, gaat het storingslampje<br />

branden.<br />

Zie "Storingslampje" onder<br />

"Controle- en waarschuwingslampjes"<br />

in hoofdstuk 1 voor<br />

meer informatie.<br />

WAARSCHUWING<br />

•Vul nooit een jerrycan met benzine<br />

terwijl deze zich in uw<br />

auto bevindt.<br />

• Benzine mag alleen worden<br />

afgetapt in goedgekeurde<br />

vaten.<br />

• Laat de brandstofpomp tijdens<br />

het tanken niet onbeheerd<br />

achter.<br />

• Houdt kinderen uit de buurt<br />

van de brandstofpomp.<br />

• Laat het mondstuk voor het<br />

vullen in aanraking komen met<br />

de binnenkant van de vulhals<br />

voordat het mondstuk wordt<br />

bediend.<br />

•Voer geen gesprekken met uw<br />

mobiele telefoon.<br />

• Rook niet tijdens het tanken<br />

van benzine.<br />

. . . 294


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 295 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

WAARSCHUWING<br />

Benzinedampen kunnen door<br />

statische elektriciteit ontsteken. U<br />

kunt hierdoor brandwonden<br />

oplopen en uw voertuig kan<br />

erdoor beschadigd raken.<br />

Wanneer u de tankdop wilt<br />

openen, raak dan eerst een metalen<br />

onderdeel van uw voertuig<br />

aan om de statische elektriciteit<br />

in uw lichaam te ontladen.<br />

Ga niet op uw stoel zitten tijdens<br />

het tanken. Wanneer u op uw<br />

stoel gaat zitten, kan uw lichaam<br />

zich weer opladen met statische<br />

elektriciteit.<br />

WAARSCHUWING<br />

Vul de tank slechts tot het vulpistool<br />

van de brandstofpomp automatisch<br />

afsluit, waardoor er<br />

ruimte overblijft voor het uitzetten<br />

van de brandstof in de brandstoftank<br />

(veroorzaakt door<br />

warmte van de motor).<br />

WAARSCHUWING<br />

Als er brand ontstaat terwijl u<br />

tankt, neem dan niet het<br />

vulmondstuk uit de tankopening.<br />

Stop de brandstofstroom door<br />

de pomp uit te zetten. Waarschuw<br />

het personeer van het<br />

benzinestation en verlaat onmiddellijk<br />

het gebied.<br />

Zorg dat u niet te veel brandstof in<br />

de brandstoftank giet. Vul de tank<br />

totdat het automatische mondstuk<br />

afslaat. Wacht een paar minuten<br />

voordat u het mondstuk verwijdert.<br />

OPMERKING<br />

Lek geen brandstof op externe<br />

delen van de auto. Hierdoor kan<br />

de lak beschadigd raken. Mocht<br />

u brandstof lekken, maak het dan<br />

zo snel mogelijk schoon.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

295 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 296 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ ONTGRENDELING VAN<br />

DE MOTORKAP<br />

De motorkap kan worden geopend<br />

door eerst aan de handgreep in het<br />

voertuig te trekken, bij het portier<br />

aan de bestuurderszijde van het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Beweeg dan de veiligheidshaak aan<br />

de voorkant van het voertuig weg<br />

en licht de motorkap op.<br />

WAARSCHUWING<br />

De koelventilator kan zelfs bij<br />

niet-draaiende motor worden<br />

ingeschakeld. Kom daarom niet<br />

te dicht in de buurt van de<br />

ventilator.<br />

Laat geen brandbare vloeistoffen<br />

of materialen op een hete motor<br />

vallen. Hierdoor kan brand<br />

ontstaan, waardoor u en anderen<br />

gewond kunnen raken.<br />

Voordat u de motorkap sluit, moet u<br />

controleren of de vuldoppen goed<br />

gesloten zijn.<br />

. . . 296


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 297 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

■ MOTORRUIMTE<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat geen brandbare vloeistoffen<br />

of materialen op een hete motor<br />

vallen. Hierdoor kan brand<br />

ontstaan, waardoor u en anderen<br />

gewond kunnen raken.<br />

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12<br />

–<br />

Bij het openen van de motorkap ziet<br />

u het volgende:<br />

V6-motor van 3,6 l<br />

1. Zekeringenhouder in<br />

motorcompartiment<br />

2. Externe minpool van de accu<br />

3. Positieve accuklem<br />

4. Ruitensproeierreservoir<br />

5. Accu 6. Luchtfilter voor<br />

passagiersruimte<br />

7. Stuurbekrachtigingsreservoir<br />

8. Olievuldop<br />

9. Motoroliepeilstaaf<br />

10. Remvloeistofreservoir<br />

11. Expansietank van koelsysteem<br />

12. Luchtfilter/filterelement<br />

–<br />

–<br />

–<br />

297 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 298 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Motor van 4,6 l<br />

1. Zekeringenhouder in<br />

motorcompartiment<br />

2. Externe minpool van de accu<br />

3. Positieve accuklem<br />

4. Ruitensproeierreservoir<br />

5. Accu<br />

6. Luchtfilter voor<br />

passagiersruimte<br />

7. Stuurbekrachtigingsreservoir<br />

8. Olievuldop<br />

1 2 6 4 3 5<br />

7 8 9 10 11 12<br />

9. Motoroliepeilstaaf<br />

10. Remvloeistofreservoir<br />

11. Expansietank van koelsysteem<br />

12. Luchtfilter/filterelement<br />

. . . 298


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 299 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Motorolie<br />

WAARSCHUWING<br />

Gebruikte oliefilters en lege olieblikken<br />

mogen niet met het<br />

reguliere huisvuil worden<br />

verwerkt.<br />

Laat olie en oliefilter door een<br />

erkend onderhoudscentrum<br />

vervangen, dat bekend is met<br />

wettelijke eisen met betrekking<br />

tot de verwerking van oude olie<br />

om het milieu en uw gezondheid<br />

te beschermen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Oude motorolie bevat bestanddelen<br />

die ongezond zijn voor uw<br />

huid en kankerverwekkend<br />

kunnen zijn. Was uw handen na<br />

de omgang.<br />

OPMERKING<br />

Het gebruik van een verkeerd<br />

type motorolie kan leiden tot<br />

motorschade die niet door de<br />

garantie wordt gedekt.<br />

Teneinde een goede smering van de<br />

motor te bewerkstelligen moet de<br />

motorolie op het juiste peil worden<br />

gehouden.<br />

Enig olieverbruik is normaal, maar<br />

sommige motoren gebruiken meer<br />

olie wanneer ze nieuw zijn. De eigenaar<br />

is verantwoordelijk voor het<br />

regelmatig controleren van het<br />

oliepeil.<br />

Als het waarschuwingslampje voor<br />

lage motoroliedruk gaat branden<br />

en/of het bericht OIL PRESSURE<br />

LOW -- STOP ENGINE (lage oliedruk<br />

-- stop motor) verschijnt, moet<br />

u het oliepeil meteen controleren.<br />

Raadpleeg voor meer informatie<br />

"Informatiecentrum voor de<br />

bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

299 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 300 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Zie ook "Waarschuwingslampje voor<br />

motoroliepeil" onder "Waarschuwingslampjes"<br />

in hoofdstuk 1 voor<br />

meer informatie.<br />

Het motoroliepeil kan het beste als<br />

volgt worden gecontroleerd<br />

wanneer de olie warm is:<br />

Controleer het oliepeil als volgt:<br />

1. Plaats de auto op een vlakke<br />

ondergrond en trek de parkeerrem<br />

aan.<br />

2. Zet de motor af en wacht<br />

enkele minuten zodat de olie<br />

terug kan stromen in het carter.<br />

3. Trek de peilstaaf naar buiten en<br />

veeg deze af.<br />

4. Steek de peilstaaf weer geheel<br />

naar binnen.<br />

5. Trek de peilstaaf nogmaals naar<br />

buiten en controleer het<br />

oliepeil.<br />

Houd de peilstok omlaag om<br />

een juiste waarde te krijgen.<br />

Het oliepeil moet in het gearceerde<br />

deel op de peilstok staan.<br />

Wanneer het oliepeil lager dan het<br />

gearceerde deel staat, voeg dan<br />

minstens één liter van de aanbevolen<br />

olie toe.<br />

Vul niet te veel bij, omdat hierdoor<br />

schade aan de motor kan ontstaan.<br />

OPMERKING<br />

Vul niet teveel olie bij. Als uw<br />

motor teveel olie bevat, zodat<br />

het oliepeil boven het bovenste<br />

merkteken dat het juiste bedrijfsbereik<br />

aangeeft, staat, kan uw<br />

motor worden beschadigd.<br />

Plaats de peilstaaf weer terug.<br />

. . . 300


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 301 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

FOR<br />

GASOLINE<br />

ENGINES<br />

C E R TIFIE D<br />

• AMERICAN PETROLEUM INSTITUTE •<br />

Kiezen van de juiste kwaliteit<br />

motorolie<br />

Gebruik in uw auto een synthetische<br />

olie die voldoet aan de GM norm<br />

GM4718M.<br />

Uw voertuig is in de fabriek voorzien<br />

van synthetische olie Mobil 1 ® , die<br />

voldoet aan alle specificaties voor<br />

uw voertuig.<br />

Gebruik indien mogelijk uitsluitend<br />

olie met het Starburst-symbool van<br />

het American Petroleum Institute op<br />

de verpakking.<br />

Wanneer er geen olie die voldoet<br />

aan de GM-norm GM4718M<br />

beschikbaar is, gebruik dan olie die<br />

voldoet aan de Service SM- of GM-<br />

LL-A-025-servicevereisten van het<br />

American Petroleum Institute.<br />

Wanneer u de olie niet ververst,<br />

maar alleen bijvult om het motoroliepeil<br />

te handhaven, kan het zijn dat<br />

olie die aan de GM-norm GM<br />

4718M voldoet niet verkrijgbaar is.<br />

Bij alle temperaturen kunt u dan<br />

5W-30-olie met het Starburstsymbool<br />

op de verpakking als<br />

vervanger gebruiken.<br />

Vervangende olie die niet voldoet<br />

aan de GM-norm GM4718M mag<br />

niet worden gebruikt bij het verversen<br />

van de olie.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

301 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 302 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Gebruik geen SAE 20W-50 olie of<br />

olie met een andere viscositeit die<br />

niet wordt aanbevolen.<br />

SAE 0W-30<br />

SAE 5W-30<br />

SAE 10W-30<br />

SAE 5W-40<br />

OPMERKING<br />

Het gebruik van motorolie met<br />

andere viscositeit dan aanbevolen<br />

kan schade veroorzaken aan<br />

de motor.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

SAE 10W-40<br />

°C -30 -20 -10 0 10 20 30 40 50<br />

°F -22 -4 14 32 50 68 86 104 122<br />

Kiezen van olie met de juiste<br />

viscositeit<br />

SAE 5W-30 is het beste voor uw<br />

voertuig.<br />

Als u geen olie kunt vinden van de<br />

aanbevolen viscositeit, maak dan<br />

een inschatting van de temperatuur<br />

waaronder uw auto gebruikt zal<br />

worden tot aan de keer dat de olie<br />

ververst wordt en gebruik bovenstaande<br />

tabel om een alternatief te<br />

kiezen dat vodloet aan de<br />

kwaliteitsstandaarden.<br />

. . . 302


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 303 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Additieven<br />

Wanneer u de aanbevolen kwaliteit<br />

olie gebruikt en de olie ververst met<br />

de aanbevolen tussenpozen, heeft<br />

uw motor geen extra additieven<br />

(doop) nodig.<br />

Neem contact op met uw dealer<br />

wanneer u een probleem denkt te<br />

hebben dat met de motorolie te<br />

maken heeft.<br />

Motorolie spoelen<br />

Spoel het motoroliesysteem niet.<br />

De motor kan beschadigd raken en<br />

deze reparaties vallen niet onder<br />

garantie.<br />

Verversingstermijnen van<br />

motorolie<br />

Afhankelijk van de klimatologische<br />

omstandigheden, de geografische<br />

positie, het terrein en de rijomstandigheden<br />

kunnen de voorgeschreven<br />

intervallen voor het verversen<br />

van de olie en het vervangen van<br />

het oliefilter aanzienlijk verschillen.<br />

In het onderhoudsboekje zijn de<br />

voorgeschreven intervallen vermeld<br />

voor het verversen van de olie en<br />

vervangen van het oliefilter die in<br />

uw gebied van toepassing zijn. Let<br />

erop dat de in het Nederlandse<br />

onderhoudsboekje genoemde<br />

onderhoudsintervallen worden<br />

opgevolgd en niet die uit het Engelstalige<br />

boekje dat in uw auto aanwezig<br />

kan zijn.<br />

Hoe vaak u de olie moet verversen,<br />

hangt af van uw rijstijl, motortoerentallen<br />

en motortemperatuur.<br />

Afhankelijk van uw rijomstandigheden<br />

kan het kilometerinterval waarna<br />

een olieverversing noodzakelijk<br />

is, aanzienlijk variëren.<br />

Wanneer de melding CHANGE<br />

ENGINE OIL SOON (motorolie snel<br />

verversen) wordt weergegeven,<br />

moet u de motorolie binnen de<br />

volgende 1000 km verversen.<br />

Zelfs als het systeem voor de levensduur<br />

van de olie niet aangeeft dat<br />

olie verversen noodzakelijk is,<br />

moeten motorolie en filter minimaal<br />

eenmaal per jaar worden<br />

vervangen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

303 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 304 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Wanneer u de olie heeft ververst,<br />

moet het controlesysteem voor de<br />

levensduur van de olie worden gereset.<br />

Ga naar uw dealer voor een<br />

onderhoudsbeurt.<br />

Enig olieverbruik is normaal, maar<br />

sommige motoren gebruiken meer<br />

olie wanneer ze nieuw zijn. De eigenaar<br />

is verantwoordelijk voor het<br />

regelmatig controleren van het<br />

oliepeil.<br />

Beschadiging van de motor door<br />

het niet nakomen van de onderhoudsadviezen<br />

valt niet onder de<br />

garantie van het nieuwe voertuig.<br />

Koelvloeistof<br />

WAARSCHUWING<br />

Raadpleeg "Oververhitting van<br />

de motor" in hoofdstuk 5 als de<br />

motor te heet wordt. Door een<br />

oververhitte motor te laten<br />

draaien, zelfs gedurende korte<br />

tijd, kan brand ontstaan met de<br />

mogelijkheid van verwondingen<br />

en/of ernstig lichamelijk letsel en<br />

ernstige schade aan het voertuig.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het koelsysteem van uw auto<br />

staat onder druk. Vul alleen koelvloeistof<br />

bij wanneer het koelsysteem<br />

koud is.<br />

Het koelsysteem van uw auto is<br />

ontworpen voor koelvloeistof (een<br />

mengsel van ethyleenglycol, anticorrosiemiddelen<br />

en water), in<br />

plaats van alleen water. Gebruik een<br />

50/50-mengsel van schoon water<br />

en DEX-COOL ® -koelvloeistof. Als u<br />

dit mengsel gebruikt, hoeft u niets<br />

anders bij te voegen.<br />

. . . 304


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 305 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

OPMERKING<br />

OPMERKING<br />

WAARSCHUWING<br />

Vervang het correcte koelvloeistofmengsel<br />

niet door andere<br />

typen vloeistoffen. Wanneer u dit<br />

wel doet, kan voortijdige corrosie<br />

ontstaan en de koelvloeistof<br />

moet dan vaker worden ververst.<br />

Schade veroorzaakt doordat niet<br />

de aanbevolen koelvloeistof is<br />

gebruikt, wordt niet gedekt door<br />

de garantie.<br />

Als u de juiste koelvloeistof<br />

gebruikt, hebt u geen extra<br />

toevoegingen of inhibitors<br />

nodig. Deze kunnen schadelijk<br />

zijn voor het voertuig.<br />

Als het peil laag is, zie het overzicht<br />

"Aanbevolen vloeistoffen en<br />

smeermiddelen" verderop in dit<br />

hoofdstuk om na te gaan wat<br />

voor soort vloeistof moet worden<br />

toegevoegd.<br />

Gebruikte koelvloeistof mag niet<br />

met het reguliere huisvuil<br />

worden verwerkt.<br />

Laat de koelvloeistof door een<br />

erkend onderhoudscentrum<br />

vervangen, dat bekend is met<br />

wettelijke eisen met betrekking<br />

tot de verwerking van oude koelvloeistof<br />

om het milieu en uw<br />

gezondheid te beschermen.<br />

Raadpleeg het onderhoudsboekje<br />

om vast te stellen wanneer de koelvloeistof<br />

moet worden ververst.<br />

Het controleren van het koelvloeistofpeil<br />

kan plaatsvinden op de<br />

doorzichtige expansietank zonder<br />

de dop te verwijderen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

305 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 306 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Plaats de auto op vlakke grond.<br />

WAARSCHUWING<br />

Stoom en hete vloeistof kunnen<br />

uit een heet koelsysteem naar<br />

buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />

veroorzaken. Draai de<br />

dop niet los wanneer de motor<br />

en het koelsysteem heet zijn.<br />

WAARSCHUWING<br />

De elektrische ventilator kan ook<br />

in werking komen wanneer de<br />

motor niet loopt. Kom daarom<br />

niet te dicht in de buurt van de<br />

ventilator.<br />

Lokaliseer het expansievat en volg<br />

de pijl vanaf de bovenzijde van het<br />

vat en langs zijkant omlaag naar de<br />

horizontale markering.<br />

Indien de koelvloeistof in de expansietank<br />

heeft gekookt, draai dan de<br />

dop niet los. Wacht tot de koelvloeistof<br />

is afgekoeld.<br />

Wanneer de motorruimte koel is,<br />

moet het peil bij of boven de markering<br />

FULL COLD/FROID staan.<br />

Wanneer het koelvloeistofpeil laag<br />

is, voeg dan een 50/50 mengsel van<br />

water en DEX-COOL ® -koelvloeistof<br />

toe aan het koelvloeistofreservoir tot<br />

het voorgeschreven peil is bereikt.<br />

OPMERKING<br />

Dit voertuig heeft een specifieke<br />

vulprocedure voor de koelvloeistof.<br />

Wanneer u deze procedure<br />

niet volgt, dan kan de motor<br />

oververhit en ernstig beschadigd<br />

raken.<br />

Raadpleeg "Koelvloeistof controleren<br />

en bijvullen" onder "Oververhitting<br />

van de motor" in hoofdstuk 5<br />

voor de juiste vulprocedure.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het kan gevaar opleveren indien<br />

alleen water of andere vloeistof<br />

dan de aanbevolen koelvloeistof<br />

wordt toegevoegd. De motor<br />

kan oververhit raken, maar de<br />

waarschuwingslamp gaat niet<br />

branden. De motor kan in brand<br />

vliegen en u of anderen<br />

verwonden.<br />

. . . 306


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 307 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

OPMERKING<br />

Als er teveel water in het koelvloeistofmengsel<br />

is, kan de vloeistof<br />

bevriezen en de motor en<br />

andere auto-onderdelen laten<br />

barsten.<br />

Deze schade wordt niet door uw<br />

garantie gedekt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Onder sommige omstandigheden<br />

is ethyleenglycol in koelvloeistof<br />

ontvlambaar. Voorkom<br />

brandwonden en zorg dat nooit<br />

koelvloeistof wordt gemorst op<br />

het uitlaatsysteem of op hete<br />

motoronderdelen. Als u twijfelt,<br />

laat het bijvullen dan uitvoeren<br />

door een vakkundig<br />

automecanicien.<br />

OPMERKING<br />

De expansietankdop is een dop<br />

met een drukventiel en moet<br />

stevig worden vastgedraaid om<br />

verlies van koelvloeistof en<br />

mogelijke motorschade door<br />

oververhitting te voorkomen.<br />

Controleer dat de dop handvast<br />

is aangedraaid en volledig<br />

aansluit.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de motor zonder koelvloeistof<br />

draait, kan dit ernstige<br />

schade aan de motor tot gevolg<br />

hebben, die niet onder de garantie<br />

valt.<br />

Zie onder "Bescherming tegen<br />

oververhitting" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Automatische<br />

transmissievloeistof<br />

Het peil van de transmissievloeistof<br />

hoeft niet te worden gecontroleerd.<br />

Laat het voertuig nakijken wanneer<br />

er vloeistof lekt.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

307 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 308 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

De vloeistof en het filter moeten<br />

alleen worden vervangen wanneer<br />

uw auto voornamelijk onder één of<br />

meer van de volgende omstandigheden<br />

wordt gebruikt:<br />

• In druk stadsverkeer waar vaak<br />

buitentemperaturen van 32°C of<br />

hoger worden gehaald.<br />

• In heuvel- en bergachtig terrein.<br />

• Als u regelmatig een aanhanger<br />

trekt.<br />

• Taxi, politie of koeriersdienst.<br />

Als u de auto niet onder een van<br />

deze omstandigheden gebruikt,<br />

hoeven vloeistof en filter niet<br />

vervangen te worden.<br />

Aangezien het moeilijk is om de<br />

procedure zelf te verrichten, kunt u<br />

het controleren van het vloeistofpeil<br />

het beste overlaten aan uw dealer of<br />

servicecentrum.<br />

Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />

en smeermiddelen" verderop<br />

in dit hoofdstuk om na te gaan<br />

wat voor soort vloeistof moet<br />

worden gebruikt.<br />

OPMERKING<br />

Schade veroorzaakt doordat niet<br />

de aanbevolen koelvloeistof is<br />

gebruikt, wordt niet gedekt door<br />

de garantie.<br />

Smeermiddel voor de verdeelbak<br />

(Auto's met<br />

allwheel-aandrijving)<br />

Het is niet nodig om de vloeistof<br />

regelmatig te controleren, tenzij u<br />

denkt dat het systeem kan lekken of<br />

u ongebruikelijke geluiden hoort.<br />

Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />

duiden op een probleem. Laat het<br />

systeem controleren.<br />

1. Plaats de auto op een vlakke<br />

ondergrond en trek de parkeerrem<br />

aan.<br />

2. Zet de motor af.<br />

3. Controleer het peil van het<br />

smeermiddel na het verwijderen<br />

van de plug.<br />

. . . 308


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 309 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

A<br />

Smeermiddel vooras<br />

Het is niet nodig om de vloeistof<br />

regelmatig te controleren, tenzij u<br />

denkt dat het systeem kan lekken of<br />

u ongebruikelijke geluiden hoort.<br />

A<br />

Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />

duiden op een probleem. Laat het<br />

systeem controleren.<br />

–<br />

4. Voeg indien nodig smeermiddel<br />

toe tot het peil de onderkant<br />

van het vulpluggat bereikt .<br />

Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />

en smeermiddelen" verderop<br />

in dit hoofdstuk om na te gaan<br />

wat voor soort vloeistof moet<br />

worden gebruikt.<br />

1. Plaats de auto op een vlakke<br />

ondergrond en trek de parkeerrem<br />

aan.<br />

2. Zet de motor af.<br />

3. Controleer het peil van het<br />

smeermiddel na het verwijderen<br />

van de plug.<br />

4. Voeg indien nodig smeermiddel<br />

toe tot het peil de onderkant<br />

van het vulpluggat bereikt .<br />

Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />

en smeermiddelen" verderop<br />

in dit hoofdstuk om na te gaan<br />

wat voor soort vloeistof moet<br />

worden gebruikt.<br />

–<br />

–<br />

Draai de plug tijdens het aanbrengen<br />

niet overmatig stevig vast.<br />

–<br />

309 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 310 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Smeermiddel achteras<br />

Het is niet nodig om de vloeistof<br />

regelmatig te controleren, tenzij u<br />

denkt dat het systeem kan lekken of<br />

u ongebruikelijke geluiden hoort.<br />

Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />

duiden op een probleem. Laat het<br />

systeem controleren.<br />

1. Plaats de auto op een vlakke<br />

ondergrond en trek de parkeerrem<br />

aan.<br />

2. Zet de motor af.<br />

3. Controleer het peil van het<br />

smeermiddel na het verwijderen<br />

van de plug.<br />

4. Voeg smeermiddel toe indien<br />

nodig tot het peil de onderkant<br />

van het vulpluggat bereikt.<br />

Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />

en smeermiddelen" verderop<br />

in dit hoofdstuk om na te gaan<br />

wat voor soort vloeistof moet<br />

worden gebruikt.<br />

Stuurbekrachtigingsvloeistof<br />

Het is niet nodig om de stuurbekrachtigingsvloeistof<br />

regelmatig te<br />

controleren, tenzij u denkt dat het<br />

systeem kan lekken of u ongebruikelijke<br />

geluiden hoort.<br />

Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />

duiden op een probleem. Laat het<br />

systeem controleren.<br />

. . . 310


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 311 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Het vloeistofpeil controleren:<br />

1. Zet het contact af en laat de<br />

motorruimte afkoelen.<br />

2. Veeg de dop en de bovenzijde<br />

van het reservoir schoon.<br />

3. Draai de dop los en veeg de<br />

peilstaaf schoon. Plaats de dop<br />

terug en draai deze stevig vast.<br />

4. Verwijder de dop opnieuw en<br />

controleer het vloeistofniveau<br />

op de peilstaaf.<br />

Het peil moet binnen de markering<br />

met HOT staan.<br />

Als het peil laag is, vul dan voldoende<br />

vloeistof bij zodat het peil weer<br />

op het juiste punt op de peilstok<br />

staat.<br />

Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />

en smeermiddelen" verderop<br />

in dit hoofdstuk om na te gaan<br />

wat voor soort vloeistof moet<br />

worden gebruikt.<br />

OPMERKING<br />

Verkeerde remvloeistof kan de<br />

componenten van het systeem<br />

beschadigen en lekkages veroorzaken.<br />

Gebruik steeds de juiste<br />

remvloeistof.<br />

Remvloeistof<br />

Er zijn twee redenen waarom het<br />

remvloeistofpeil in de hoofdremcilinder<br />

lager kan worden. De eerste is<br />

dat het remvloeistofpeil aanvaardbaar<br />

lager wordt tijdens normale slijtage<br />

van de remvoeringen. Zodra<br />

nieuwe remvoeringen worden<br />

aangebracht, zal het vloeistofpeil<br />

weer hoger worden. De andere<br />

reden is dat er sprake kan zijn van<br />

lekkage in het remsysteem. Indien<br />

dit het geval is, moet u het remsysteem<br />

laten repareren.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

311 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 312 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Wanneer het remvloeistofniveau<br />

laag is, gaat het waarschuwingslampje<br />

voor het remsysteem ook<br />

branden.<br />

Het is niet aan te bevelen steeds<br />

remvloeistof bij te vullen. Remvloeistof<br />

bijvullen zal lekkage niet verhelpen.<br />

Wanneer u vloeistof toevoegt<br />

wanneer de remvoeringen zijn gesleten,<br />

zal het vloeistofreservoir te vol<br />

raken na het monteren van nieuwe<br />

remvoeringen. Alleen bij werkzaamheden<br />

aan het hydraulische systeem<br />

van de remmen mag remvloeistof<br />

worden bijgevuld of afgetapt.<br />

. . . 312<br />

WAARSCHUWING<br />

Eventuele overtollige remvloeistof<br />

kan op de motor lekken. De<br />

vloeistof kan, wanneer de motor<br />

heet is, tot ontbranding komen.<br />

U, maar ook anderen, kunnen<br />

ernstige brandwonden oplopen<br />

en de auto kan worden beschadigd.<br />

Voeg alleen remvloeistof<br />

toe bij het uitvoeren van werkzaamheden<br />

aan het hydraulische<br />

remsysteem.<br />

WAARSCHUWING<br />

Gebruikte remvloeistof mag niet<br />

met het reguliere huisvuil<br />

worden verwerkt.<br />

Laat de remvloeistof door een<br />

erkend onderhoudscentrum<br />

vervangen, dat bekend is met de<br />

wettelijke eisen met betrekking<br />

tot de verwerking van oude<br />

remvloeistof om het milieu en uw<br />

gezondheid te beschermen.<br />

Controleer het vloeistofpeil in het<br />

'doorzichtige' reservoir van de<br />

hoofdremcilinder met de tussenpozen<br />

die zijn vermeld in het<br />

onderhoudsoverzicht.<br />

Het peil moet tussen de merktekens<br />

MAX en MIN staan.<br />

Als het peil laag is, vult u het bij tot<br />

het juiste niveau met DOT-3-vloeistof<br />

uit een afgesloten verpakking.<br />

Om verontreiniging van de<br />

remvloeistof te voorkomen, controleert<br />

u of het remreservoir en dop<br />

goed schoon zijn voordat u de dop<br />

verwijdert.<br />

DOT-4-remvloeistof is ook compatibel<br />

met de onderdelen van uw<br />

remsysteem.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 313 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Voordat u DOT-4-remvloeistof<br />

bijvult, moet u het hydraulische<br />

remsysteem spoelen.<br />

Vul het systeem met DOT-4-<br />

remvloeistof uit een afgesloten<br />

verpakking tijdens de regelmatige<br />

onderhoudsbeurten.<br />

Wanneer u ervoor kiest Dot-4-<br />

remvloeistof te gebruiken, spoel dan<br />

het remsysteem en vul het systeem<br />

elke twee jaar met nieuwe<br />

remvloeistof.<br />

Zie "Aanbevolen vloeistoffen en<br />

smeermiddelen" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

WAARSCHUWING<br />

Met verkeerde vloeistof in het<br />

remsysteem kunnen de remmen<br />

niet goed of in het geheel niet<br />

werken. U kunt zo een botsing<br />

veroorzaken. Gebruik steeds de<br />

juiste remvloeistof.<br />

OPMERKING<br />

•Verkeerde remvloeistof kan de<br />

componenten van het systeem<br />

ernstig beschadigen. Gebruik<br />

steeds de juiste remvloeistof.<br />

• Lek geen brandstof op externe<br />

delen van de auto. Hierdoor<br />

kan de lak beschadigd raken.<br />

Mocht u brandstof lekken,<br />

maak het dan zo snel mogelijk<br />

schoon.<br />

Ruitensproeiervloeistof<br />

Gebruik ruitensproeiervloeistof zoals<br />

GM Optikleen ® in plaats van water<br />

om bevriezing te voorkomen en de<br />

ruiten beter te reinigen.<br />

Wanneer het reservoir bijna leeg is,<br />

wordt op het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

WASHER FLUID LOW -- ADD<br />

FLUID (ruitensproeier laag -- vloeistof<br />

bijvullen) weergegeven.<br />

1. Open de dop met het<br />

sproeiersymbool.<br />

2. Vul ruitensproeiervloeistof bij,<br />

tot het reservoir vol is.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

313 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 314 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

OPMERKING<br />

•Wanneer u een geconcentreerde<br />

sproeiervloeistof<br />

gebruikt, moet u de instructies<br />

van de fabrikant volgen.<br />

•Voeg geen water toe aan<br />

gebruiksklare ruitensproeiervloeistof.<br />

De vloeistof kan<br />

bevriezen, waardoor het ruitensproeiersysteem<br />

wordt<br />

beschadigd.<br />

•Vul het reservoir van de ruitensproeiers<br />

bij zeer lage buitentemperaturen<br />

slechts 3/4,<br />

zodat de vloeistof kan<br />

uitzetten.<br />

• Gebruik geen koelvloeistof voor<br />

de ruitensproeiers. Het<br />

sproeiersysteem en de lak kunnen<br />

worden beschadigd door<br />

motorkoel vloeistof.<br />

Accu<br />

WAARSCHUWING<br />

Accu's bevatten zuur dat brandwonden<br />

kan veroorzaken en gas<br />

dat kan exploderen. Handel<br />

uiterst voorzichtig om ernstig<br />

letsel te voorkomen. Zie het<br />

hoofdstuk "Gebruik van dit<br />

instructieboekje" voor aanwijzingen<br />

hoe veilig nabij de accu kan<br />

worden gewerkt.<br />

Accupolen, aansluitklemmen en<br />

aanverwante accessoires bevatten<br />

lood en loodcomponenten<br />

die kanker en verminderde<br />

vruchtbaarheid kunnen veroorzaken.<br />

Was uw handen na de<br />

omgang.<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

onderhoudsvrije accu.<br />

• Wanneer er weinig met het voertuig<br />

wordt gereden, koppel dan<br />

de kabel van de minpool ("-")<br />

van de accu los om te voorkomen<br />

dat de accu leegloopt.<br />

• Wanneer het voertuig langere<br />

tijd niet wordt gebruikt, moet u<br />

de kabel van de minpool ("-")<br />

van de accu loskoppelen of een<br />

druppellader op de accu aansluiten<br />

om te voorkomen dat de<br />

accu leegloopt.<br />

Wanneer het tijd is voor een nieuwe<br />

accu, koop dan één met hetzelfde<br />

vervangingsnummer als op het label<br />

van de oorspronkelijke accu.<br />

. . . 314


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 315 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Zie "Motorruimte" eerder in dit<br />

hoofdstuk om de locatie te bepalen.<br />

4. Verwijder de schroeven van de<br />

behuizing.<br />

Luchtfilter/filterelement<br />

Het luchtfilter is voorzien van een<br />

wegwerpfilterelement.<br />

Vervang het filter met de tussenpozen<br />

die in het onderhoudsoverzicht<br />

zijn vermeld.<br />

1. Om bij het filter te kunnen<br />

komen moeten de schroeven<br />

waarmee het luchtfilterdeksel is<br />

vastgezet worden verwijderd.<br />

2. Ontkoppel de retourslang voor<br />

de koelvloeistof zodat deze niet<br />

over het motorluchtfilter/filterelement<br />

stroomt.<br />

3. De twee zijden van het luchtfilter/filterelement<br />

scharnieren<br />

aan de onderzijde. Open het<br />

deksel door de bovenzijde van<br />

het deksel in de richting van de<br />

motor te drukken.<br />

Probeer zo weinig mogelijk vuil<br />

los te maken.<br />

5. Weg van het motorcompartiment<br />

het filter zachtjes uitschudden<br />

om stof en vuil te<br />

verwijderen.<br />

Vervang het filter als er vuil aangekoekt<br />

blijft.<br />

Zie Specificaties van de onderdelen<br />

onder Specificaties en inhouden,<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk voor het filtertype.<br />

Verricht de handelingen voor het<br />

terugzetten in omgekeerde<br />

volgorde.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

315 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 316 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer de motor draait zonder<br />

dat het luchtfilter goed is gemonteerd,<br />

kunnen u of anderen<br />

brandwonden oplopen<br />

Rijd niet met het voertuig terwijl<br />

het luchtfilter niet goed is<br />

gemonteerd.<br />

OPMERKING<br />

Het luchtfilter moet goed zijn<br />

aangebracht, tenzij reparaties of<br />

onderhoudswerkzaamheden<br />

worden uitgevoerd.<br />

Indien de motor wordt gestart en<br />

het luchtfilter niet goed is aangebracht,<br />

kan de motor terugslaan<br />

en kan brand ontstaan.<br />

Wanneer u rijdt zonder dat het<br />

luchtfilter goed is gemonteerd,<br />

kan er vuil of andere troep in de<br />

motor komen.<br />

Luchtfilter voor<br />

passagiersruimte<br />

Uw voertuig is voorzien van een<br />

luchtfilter in het passagierscompartiment<br />

dat de buitenlucht filtert die<br />

het voertuig binnenkomt.<br />

Het filter verwijdert verontreinigers<br />

zoals stuifmeel en stof uit de lucht<br />

die het voertuig binnenstroomt.<br />

Vervang het filter met de tussenpozen<br />

die in het onderhoudsoverzicht<br />

is vermeld.<br />

. . . 316


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 317 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Verwijderen en vervangen van het<br />

luchtfilter:<br />

1. Open de motorkap.<br />

Het toegangspaneel voor het filter<br />

bevindt zich aan de passagierszijde<br />

van de motorruimte,<br />

onder de motorkap bij de onderzijde<br />

van de voorruit.<br />

2. Druk de twee lippen op het toegangspaneel<br />

in de richting van<br />

de voorruit.<br />

3. Terwijl u deze naar voren drukt,<br />

tilt u het toegangspaneel uit de<br />

vastgeklemde positie en trekt u<br />

het naar de voorzijde van het<br />

voertuig. Hierdoor komen de<br />

klemmen los en kan het paneel<br />

worden verwijderd.<br />

4. Vervang het luchtfilter.<br />

Zie Specificaties van de onderdelen<br />

onder Specificaties en inhouden,<br />

verderop in dit<br />

hoofdstuk voor het filtertype.<br />

Zorg ervoor dat de pijl op het filter<br />

in de richting van de passagiersruimte<br />

wijst.<br />

5. Voer deze handelingen in<br />

omgekeerde volgorde uit om<br />

het toegangspaneel terug te<br />

plaatsen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

317 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 318 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ AANBEVOLEN VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN<br />

GEBRUIK<br />

Motorolie<br />

Koelvloeistof<br />

VLOEISTOF/SMEERMIDDEL<br />

Om de vereiste kwaliteit en viscositeit te bepalen van de olie voor de motor van uw<br />

auto, zie "Motorolie" eerder in dit hoofdstuk.<br />

50/50-mengsel van schoon drinkwater en gebruik uitsluitend DEX-COOL ® -koelvloeistof.<br />

Zie "Koelvloeistof" eerder in dit hoofdstuk.<br />

Hydraulisch<br />

Delco Supreme 11 ® remvloeistof of gelijkwaardige DOT-3 remvloeistof.<br />

remsysteem<br />

Ruitensproeiervloeistof GM Optikleen ® -ruitensproeiervloeistof.<br />

Stuurbekrachtigingssysteem<br />

GM stuurbekrachtigingsvloeistof (GM onderdeelnummer 89021184).<br />

Automatische<br />

DEXRON ® -VI automatische-transmissievloeistof.<br />

transmissie<br />

Slotcilinders Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />

Chassissmering Chassissmeermiddel dat aan de voorwaarden van NLGI-klasse 2 voldoet, categorie LB<br />

of GC-LB (GM onderdeelnummer 12377985)<br />

Voor- en achteras SAE 75W-90 synthetisch assmeermiddel (GM-onderdeelnummer 89021677) dat<br />

voldoet aan GM-specificatie 9986115.<br />

Verdeelbak Vloeistof voor handgeschakelde transmissie (GM-onderdeelnr. 88861800).<br />

Motorkapscharnieren Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />

. . . 318


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 319 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

■ AANBEVOLEN VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN (VERVOLG)<br />

GEBRUIK<br />

Motorkap- en portierscharnierpennen,<br />

achterklepscharnieren,<br />

neerklapbare zitplaatsen,<br />

zonnedakrails en<br />

brandstofklepscharnier<br />

Buitenste draaipunten<br />

van de<br />

achterklephandgreep<br />

Onderhoud<br />

afdichtstrip<br />

Piepen van portier- en<br />

kofferbakrubbers<br />

VLOEISTOF/SMEERMIDDEL<br />

Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />

Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />

Smeermiddel voor afdichtstrips (GM-onderdeelnummer 3634770) of diëlektrisch siliconenvet<br />

(GM-onderdeelnummer 12345579).<br />

Synthetisch vet met teflon, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12371287).<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

319 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 320 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ BANDEN<br />

Uw nieuwe auto wordt geleverd<br />

met banden van hoge kwaliteit,<br />

gemaakt door een gerenommeerde<br />

bandenfabrikant.<br />

Raadpleeg voor vragen over de<br />

garantie van uw banden het garantieboekje<br />

van de fabrikant dat bij de<br />

gebruikershandleiding van uw voertuig<br />

wordt geleverd of vraag uw<br />

dealer.<br />

WAARSCHUWING<br />

Rijden met slecht onderhouden<br />

of een verkeerd type banden is<br />

gevaarlijk.<br />

•Voorkom overbelasting van de<br />

banden. Overbelaste banden<br />

kunnen oververhit worden.<br />

Zo'n band kan klappen en een<br />

ernstig ongeval veroorzaken.<br />

• Zorg voor voldoende bandenspanning.<br />

Te lage bandenspanning<br />

kan oververhitting<br />

veroorzaken. Zo'n band kan<br />

klappen en een ernstig ongeval<br />

veroorzaken.<br />

•Voorkom te hoge bandenspanning.<br />

Banden met te hoge<br />

spanning raken gemakkelijker<br />

lek.<br />

WAARSCHUWING<br />

•Versleten, oude banden kunnen<br />

ongevallen veroorzaken.<br />

Wanneer het loopvlak ernstig<br />

versleten is of de band beschadigd<br />

is, moet deze vervangen<br />

worden<br />

• Controleer de bandenspanning<br />

regelmatig. De bandenspanning<br />

moet worden gecontroleerd<br />

terwijl de banden koud<br />

zijn.<br />

WAARSCHUWING<br />

Als u van plan bent met hogere<br />

snelheden te gaan rijden, zie dan<br />

"Bediening bij hogere snelheden"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

informatie over de<br />

bandenspanning.<br />

. . . 320


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 321 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Op spanning brengen<br />

Zie het bandenplaatje voor de<br />

bandenspanningsspecificaties van<br />

uw auto.<br />

Om de plaats te bepalen van het<br />

bandenplaatje van uw auto, zie<br />

"Voertuig beladen" in hoofdstuk 3.<br />

Op het bandenplaatje zijn de juiste<br />

bandenspanningen vermeld voor<br />

banden in koude toestand. Koud<br />

betekent dat de auto drie uur of<br />

langer heeft stilgestaan of - indien er<br />

toch mee is gereden - niet meer dan<br />

1,5 km heeft afgelegd.<br />

Voor optimale prestaties van de<br />

banden moet de bandenspanning<br />

worden aangehouden die op het<br />

plaatje onder "cold" is vermeld.<br />

Voorkom echter overbelasting van<br />

uw auto. Zie Voertuig beladen in<br />

hoofdstuk 3.<br />

Het handhaven van de bandenspanning<br />

voor koude banden, zoals<br />

vermeld op het bandenplaatje, zal<br />

lager brandstofverbruik, langere<br />

levensduur van de banden, meer<br />

rijcomfort en beter algeheel rijgedrag<br />

tot gevolg hebben.<br />

Wanneer u de originele banden van<br />

uw voertuig vervangt door banden<br />

met andere afmetingen, kan de<br />

sticker met bandeninformatie niet<br />

juist zijn. Zorg dat u de juiste<br />

bandenspanning weet voor de<br />

banden op het voertuig.<br />

Controleer uw banden minstens<br />

eens per maand. Vergeet daarbij<br />

niet het reservewiel.<br />

Zie "Compact reservewiel" in hoofdstuk<br />

5 voor meer gegevens.<br />

OPMERKING<br />

Verkeerde bandenspanning heeft<br />

een negatieve invloed op de<br />

levensduur van de banden en de<br />

prestaties van de auto.<br />

Door te lage bandenspanning<br />

ontstaat overmatige doorbuiging<br />

en oververhitting van de band,<br />

waardoor de sterkte van de band<br />

vermindert en beschadiging kan<br />

ontstaan. Ook overbelasting,<br />

abnormale slijtage, slechte rijeigenschappen<br />

en een hoog<br />

brandstofverbruik zijn het<br />

gevolg.<br />

Te hoge bandenspanning<br />

veroorzaakt abnormale slijtage<br />

van de banden en slechte rijeigenschappen<br />

die kunnen leiden<br />

tot beschadiging van de auto<br />

door stootbelastingen tijdens het<br />

rijden.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

321 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 322 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Om de bandenspanning te controleren<br />

en aan te passen:<br />

Met alleen een visuele inspectie van<br />

de banden kunt u niet nagaan of deze<br />

de correcte spanning hebben.<br />

Radiaalbanden kunnen eruit zien alsof<br />

ze de juiste spanning hebben, ook als<br />

de bandenspanning te laag is.<br />

Voor het controleren van de<br />

bandenspanning wordt het gebruik<br />

aanbevolen van een kleine bandenspanningmeter<br />

van goede kwaliteit.<br />

Verwijder het ventieldopje.<br />

Druk de meter stevig tegen het<br />

ventiel om de druk te meten.<br />

Als de druk laag is, voegt u lucht toe<br />

totdat de aanbevolen druk is bereikt.<br />

. . . 322<br />

Als u te veel lucht toevoegt, laat de<br />

lucht dan weglopen door op het<br />

metalen staafje in het midden van<br />

het ventiel te drukken.<br />

Controleer de bandenspanning<br />

opnieuw.<br />

Zorg ervoor dat u de ventieldopjes<br />

terugplaatst op de ventielen. Ze helpen<br />

lekkages te voorkomen door<br />

vuil en vocht uit de band te weren.<br />

Bediening bij hogere<br />

snelheden<br />

WAARSCHUWING<br />

Als u bij hoge snelheden van<br />

160 km/u of harder rijdt, komen<br />

de banden meer onder druk te<br />

staan. Langdurig bij hogere snelheden<br />

rijden zorgt dat de banden<br />

overmatig warm worden en zelfs<br />

beschadigd kunnen raken. Het<br />

voertuig kan bij een aanrijding<br />

betrokken raken, waarbij u of uw<br />

medepassagiers kunnen<br />

overlijden.<br />

Sommige banden die geschikt zijn<br />

voor hogere snelheden moeten<br />

worden aangepast als u er hard<br />

mee wilt rijden. Waar de maximale<br />

snelheid en de wegomstandigheden<br />

toelaten dat er hard met een<br />

voertuig wordt gereden, moet u<br />

ervoor zorgen dat de banden<br />

geschikt zijn voor hogere snelheden,<br />

in uitstekende conditie zijn en<br />

op de juiste koude bandenspanning<br />

voor de voertuigbelasting zijn<br />

ingesteld.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 323 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Indien u 160 km/u of sneller wenst<br />

te rijden, indien dergelijke snelheden<br />

wettelijk zijn toegestaan, dan<br />

moet de spanning van de banden in<br />

koude toestand overeenkomen met<br />

de hoogste spanning voor koude<br />

banden die is vermeld op de<br />

zijwand, of op 265 kPa, indien deze<br />

spanning lager is. Zodra u weer<br />

minder snel gaat rijden, brengt u de<br />

banden weer op de koude bandenspanning<br />

zoals vermeld op het informatieplaatje<br />

voor bandenspanning.<br />

Zie "Auto beladen" in hoofdstuk 3<br />

voor meer informatie.<br />

Op de zijkanten van de band zijn de<br />

maximale belasting en bandenspanning<br />

aangebracht.<br />

Controlesysteem bandenspanning<br />

(Indien van<br />

toepassing)<br />

Let op: als er aanpassingen aan dit<br />

systeem worden aangebracht in een<br />

niet-bevoegde werkplaats, dan kan<br />

de toestemming om het systeem te<br />

gebruiken komen te vervallen.<br />

Dit systeem maakt gebruikt van<br />

radio- en sensortechnologie om de<br />

bandenspanning te bewaken.<br />

Op elk wiel (behalve het reservewiel)<br />

bevinden zich sensoren die de<br />

bandenspanningsmetingen naar<br />

een ontvanger in het voertuig<br />

zenden.<br />

Gebruik het informatiecentrum voor<br />

de bestuurder om de bandenspanning<br />

te controleren. Zie "Informatiecentrum<br />

voor de bestuurder" in<br />

hoofdstuk 1.<br />

Als het systeem een lage bandendruk<br />

in een of meer banden waarneemt,<br />

kan het waarschuwingslampje voor<br />

een lage bandenspanning gaan branden<br />

en kan de melding CHECK TIRE<br />

PRESSURE (controleer bandenspanning)<br />

op het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

verschijnen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

323 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 324 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Het informatiecentrum voor de<br />

bestuurder geeft ook aan welke<br />

band een lage bandenspanning<br />

heeft.<br />

Stop zodra dit veilig kan en laat de<br />

bandenspanning controleren en zo<br />

nodig corrigeren.<br />

Het bericht en het waarschuwingslampje<br />

voor lage bandenspanning<br />

worden weergegeven aan het begin<br />

van elke ontstekingscyclus, totdat<br />

de banden goed zijn opgepompt.<br />

Zie voor meer informatie "Lampje<br />

lage bandenspanning" onder<br />

"Waarschuwingslampjes" in hoofdstuk<br />

1.<br />

Bij koelere weersomstandigheden<br />

kan bij het starten van de motor de<br />

waarschuwingslamp voor te lage<br />

bandenspanning gaan branden en/<br />

of het bericht CHECK TIRE<br />

PRESSURE verschijnen. Dit bericht<br />

verdwijnt zodra u gaat rijden. Hiermee<br />

kan vroegtijdig worden aangegeven<br />

dat de bandenspanning te<br />

laag wordt en moet worden gecontroleerd<br />

of op de juiste spanning<br />

moet worden gebracht.<br />

Wanneer u rijdt met banden die<br />

onvoldoende op spanning zijn, kan<br />

de band oververhit raken en kapot<br />

gaan. Banden die niet voldoende op<br />

spanning zijn zorgen voor een<br />

hoger brandstofverbruik en een<br />

kortere levensduur van het loopvlak<br />

van de band en ze kunnen de rijeigenschappen<br />

en het stopvermogen<br />

van het voertuig beïnvloeden.<br />

Het is de verantwoordelijkheid van<br />

de eigenaar ervoor te zorgen dat de<br />

banden op de juiste spanning zijn<br />

gebracht.<br />

Controleer uw banden minstens<br />

eens per maand. Vergeet daarbij<br />

niet het reservewiel.<br />

Zie het bandenplaatje voor de<br />

bandenspanningsspecificaties van<br />

uw auto.<br />

Om de plaats te bepalen van het<br />

bandenplaatje van uw auto, zie<br />

"Voertuig beladen" in hoofdstuk 3.<br />

. . . 324


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 325 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning kan u voor een<br />

lage of een hoge bandenspanning<br />

waarschuwen, maar is geen vervanging<br />

van het normale<br />

bandenonderhoud.<br />

Zie "Controle en rouleren" verderop<br />

in dit hoofdstuk.<br />

OPMERKING<br />

Gebruik in uw banden geen<br />

vloeibare afdichtingsmiddelen.<br />

Het gebruik van vloeibare afdichtingmiddelen<br />

kan de controlesensors<br />

voor de bandenspanning<br />

beschadigen.<br />

Het reservewiel heeft geen bandenspanningssensor.<br />

Wanneer u het<br />

reservewiel onder het voertuig heeft<br />

gemonteerd, wordt het bericht<br />

SERVICE TIRE MONITOR (onderhoud<br />

aan bandencontrolesysteem)<br />

op het display van het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder weergegeven.<br />

Het bericht verdwijnt als<br />

er opnieuw een band met een<br />

bandenspanningssensor wordt<br />

gemonteerd.<br />

Het bericht SERVICE TIRE MONI-<br />

TOR SYSTEM wordt ook weergegeven<br />

als een van de<br />

bandenspanningssensoren<br />

ontbreekt of niet werkt. Ga naar uw<br />

dealer voor onderhoud.<br />

Dit bericht en/of waarschuwingslampje<br />

voor lage bandenspanning<br />

kan onder de volgende omstandigheden<br />

worden geactiveerd:<br />

• Een of meer bandensensoren<br />

kunnen ontbreken of niet<br />

werken.<br />

• Het reservewiel is op het voertuig<br />

gemonteerd.<br />

• Het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning is niet goed<br />

gereset zodat de identificatiecode<br />

van de nieuwe sensor niet<br />

overeenkomt met de juiste positie<br />

voor de band.<br />

Raadpleeg "Identificatiecodes<br />

voor de bandenspanningssensoren"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

325 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 326 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

• De oorspronkelijke banden of<br />

wielen van uw voertuig zijn vervangen<br />

door banden of wielen<br />

die niet compatibel zijn met het<br />

controlesysteem voor de<br />

bandenspanning.<br />

Raadpleeg uw dealer wanneer<br />

een wiel of een sensor moet worden<br />

vervangen.<br />

• Het voertuig bevindt zich bij een<br />

faciliteit of elektronisch apparaat<br />

dat radiogolffrequenties gebruikt<br />

die gelijkaardig zijn aan die van<br />

het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning.<br />

Wanneer het probleem blijft<br />

aanhouden, moet het voertuig voor<br />

onderhoud naar de dealer.<br />

Identificatiecodes voor de<br />

bandenspanningssensoren<br />

Elke sensor heeft een unieke<br />

identificatiecode.<br />

Als er een sensor wordt vervangen<br />

of de banden worden gerouleerd,<br />

moet het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning worden gereset<br />

zodat de identificatiecode van de<br />

nieuwe sensor overeenkomt met de<br />

juiste positie voor het wiel of de<br />

band.<br />

Aangezien het moeilijk voor u kan<br />

zijn om de volgende werkzaamheden<br />

zelf te verrichten, kunt u dit<br />

beter laten doen door uw dealer of<br />

servicecentrum.<br />

Zo reset u het controlesysteem voor<br />

de bandenspanning:<br />

Opmerking:<br />

Lees de volgende aanwijzigen<br />

aandachtig door voordat u met<br />

het programmeren begint.<br />

Bij het programmeren van de<br />

eerste band mag niet meer dan<br />

twee minuten verstrijken en de<br />

volledige procedure voor alle<br />

wielen mag niet meer dan vijf<br />

minuten duren. Anders moet u<br />

overnieuw beginnen.<br />

. . . 326


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 327 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

1. Trek de parkeerrem aan.<br />

2. Zet het contact aan maar start<br />

de motor nog niet.<br />

3. Houd de vergrendel- en ontgrendeltoetsen<br />

op de afstandsbediening<br />

gedurende 5<br />

seconden tegelijkertijd<br />

ingedrukt.<br />

De claxon klinkt twee keer om<br />

aan te geven dat het verificatieproces<br />

is gestart.<br />

TIRE LEARNING ACTIVE (programmeren<br />

band actief) wordt<br />

op het display weergegeven.<br />

4. Begin met de band linksvoor.<br />

5. Verwijder het ventieldopje en<br />

verhoog of verlaag de bandenspanning<br />

vijf seconden of totdat<br />

de claxon klinkt.<br />

Als er lucht uit de band moet,<br />

drukt u op het metalen staafje in<br />

het midden van het ventiel.<br />

Het kan maximaal 30 seconden<br />

duren voordat u de claxon<br />

hoort ter bevestiging dat de<br />

bandenstand is opgeslagen.<br />

6. Herhaal de vorige stap voor de<br />

andere banden en wel als volgt:<br />

rechtsvoor, rechtsachter en<br />

daarna linksachter.<br />

7. Als de claxon twee keer klinkt<br />

om te bevestigen dat de laatste<br />

bandenstand is opgeslagen,<br />

schakelt u het contactslot uit.<br />

Het bericht op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

wordt automatisch gewist.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

327 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 328 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

8. Stel de bandenspanning op het<br />

juiste niveau in.<br />

Zie het bandenplaatje voor de<br />

bandenspanningsspecificaties<br />

van uw auto.<br />

Om de plaats te bepalen van het<br />

bandenplaatje van uw auto, zie<br />

"Voertuig beladen" in hoofdstuk<br />

3.<br />

9. Zorg ervoor dat u de ventieldopjes<br />

terugplaatst op de ventielen.<br />

Ze helpen lekkages te<br />

voorkomen door vuil en vocht<br />

uit de band te weren.<br />

Inspecteren en verwisselen<br />

van de banden<br />

OPMERKING<br />

Wissel de banden niet, aangezien<br />

de banden van de voor- en<br />

achterwielen een verschillende<br />

maat hebben. Sommige banden<br />

zijn richtinggevoelig en moeten<br />

in de aangegeven richting<br />

worden gemonteerd.<br />

Controleer de banden en wielen<br />

regelmatig op abnormale slijtage of<br />

schade.<br />

Controleer of de wielmoeren goed<br />

zijn aangedraaid.<br />

Zie "Specificaties en inhouden"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

. . . 328


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 329 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer er roest of vuil zit op het<br />

wiel of op die delen van de auto<br />

waarmee het wiel in aanraking<br />

komt, kan dat tot gevolg hebben<br />

dat de wielbouten na verloop<br />

van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />

het wiel geheel loskomen en een<br />

ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />

een wiel verwisselt, maak dan de<br />

plaatsen schoon waar het wiel<br />

met de auto in aanraking komt.<br />

In noodgevallen kunt u daarvoor<br />

een doek of een stuk papier<br />

gebruiken. Zorg er echter voor<br />

dat u later, als dat nodig is, met<br />

behulp van een schraper of een<br />

staalborstel de contactvlakken<br />

goed reinigt.<br />

A<br />

Banden vervangen<br />

Uw banden zijn voorzien van slijtageindicators<br />

. Deze geven aan<br />

wanneer de profieldiepte van het<br />

loopvlak tot 1,6 mm of minder is<br />

gesleten.<br />

Wanneer deze slijtage-indicators op<br />

drie plaatsen rondom de band zichtbaar<br />

worden, zoals is afgebeeld, is<br />

vervanging van de band vereist.<br />

Ook bij het constateren van de<br />

volgende afwijkingen moet de band<br />

worden vernieuwd:<br />

• Insnijdingen, scheuren of andere<br />

beschadigingen in het loopvlak<br />

of de zijkanten van de band, van<br />

een zodanige omvang dat de<br />

koordlagen zichtbaar zijn.<br />

• De band heeft een bult, uitstulping<br />

of inkeping.<br />

Let op: Sommige in de handel<br />

verkrijgbare truckbanden zijn niet<br />

voorzien van slijtage-indicatoren.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

329 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 330 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Het rubber in de banden van uw<br />

voertuig neemt na verloop van tijd<br />

af in kwaliteit, zelfs als de banden<br />

niet worden gebruikt. Hoe snel dit<br />

gaat, is afhankelijk van een aantal<br />

factoren. Rijsnelheid, toestand van<br />

de weg, temperaturen, belasting<br />

van het voertuig en of de banden<br />

regelmatig worden opgepompt<br />

hebben invloed op de verouderingssnelheid<br />

van de banden.<br />

Wanneer de banden worden onderhouden<br />

volgens het onderhoudsschema,<br />

dan moeten de banden<br />

waarschijnlijk worden vervangen<br />

voordat ze door veroudering zijn<br />

afgeschreven.<br />

Als u de banden verwisselt, moeten<br />

de nieuwe banden altijd dezelfde<br />

maat, hetzelfde laadvermogen,<br />

dezelfde maximaal toegestane snelheid<br />

en dezelfde constructie als de<br />

op de fabriek gemonteerde banden<br />

hebben.<br />

Op het informatieplaatje voor de<br />

banden is de juiste bandenmaat<br />

voor uw auto vermeld.<br />

Om de plaats te bepalen van het<br />

bandenplaatje van uw auto, zie<br />

"Voertuig beladen" in hoofdstuk 3.<br />

We raden u aan alle vier de banden<br />

tegelijkertijd te laten vervangen.<br />

Wanneer er minder dan vier banden<br />

worden vervangen, kan dit invloed<br />

hebben op de remprestaties en het<br />

weggedrag van uw voertuig.<br />

Winterbanden met dezelfde maximaal<br />

toegestane snelheid kunnen<br />

soms niet leverbaar zijn voor<br />

banden met een maximaal toegestane<br />

snelheid van H, V, W, Y en ZR.<br />

Als u sneeuwbanden met een lagere<br />

maximaal toegestane snelheid kiest,<br />

mag u nooit de maximaal toegestane<br />

snelheid van de band<br />

overschrijden.<br />

Raadpleeg "Winterbanden" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

Zorg dat de vervangende band<br />

compatibel met uw controlesysteem<br />

voor de bandenspanning is.<br />

Als dat niet het geval is, kan het<br />

systeem verkeerde waarschuwingen<br />

voor lage bandenspanning geven.<br />

Zie "Controlesysteem bandenspanning"<br />

verderop in dit hoofdstuk voor<br />

meer gegevens.<br />

. . . 330


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 331 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

OPMERKING<br />

Het gebruik van verschillende<br />

bandenmaten en -typen op uw<br />

voertuig (anders dan de bandenmaat<br />

en het type dat oorspronkelijk<br />

op uw voertuig was<br />

gemonteerd) kan ertoe leiden<br />

dat u de macht over het stuur<br />

verliest tijdens het rijden en kan<br />

uw voertuig ook beschadigen.<br />

Gebruik dezelfde bandenmaat<br />

en hetzelfde bandentype op alle<br />

wielen.<br />

U of anderen kunnen gewond<br />

raken bij een aanrijding.<br />

U kunt tijdelijk met het compacte<br />

reservewiel rijden. Het is speciaal<br />

voor gebruik op uw voertuig<br />

ontwikkeld.<br />

Zie "Compact reservewiel" in<br />

hoofdstuk 5 voor meer<br />

gegevens.<br />

Rijdt niet sneller dan de maximumsnelheid<br />

waarvoor de<br />

banden zijn vervaardigd, ongeacht<br />

de wettelijk toegestane snelheid.<br />

Indien dikwijls en/of<br />

gedurende lange perioden zeer<br />

snel moet worden gereden dient<br />

u contact op te nemen met uw<br />

voertuig-/bandendealer betreffende<br />

banden van het juiste type<br />

voor uw doel en de weersomstandigheden<br />

in het gebied waar<br />

het voertuig wordt gebruikt.<br />

Wanneer de auto lange tijd<br />

buiten gebruik wordt gesteld,<br />

kan dit het ontstaan van platte<br />

kanten op de banden<br />

veroorzaken.<br />

WAARSCHUWING<br />

Indien de auto is voorzien van<br />

diagonaalbanden, dan kunnen er<br />

in de velgflenzen na vele kilometers<br />

rijden scheurtjes ontstaan.<br />

Een band en/of wiel kan dan<br />

plotseling defect raken, met als<br />

gevolg een ongeluk. Gebruik<br />

alleen radiaalbanden voor de<br />

wielen van uw voertuig.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

331 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 332 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

. . . 332<br />

Sneeuwkettingen<br />

WAARSCHUWING<br />

Monteer geen sneeuwkettingen<br />

op de voorbanden.<br />

Gebruik alleen sneeuwkettingen<br />

waar dit is toegestaan en alleen<br />

wanneer dit noodzakelijk is.<br />

Monteer uitsluitend sneeuwkettingen<br />

van de SAE-klasse "S" met een<br />

voor uw banden geschikte maat.<br />

Monteer ze zo strak mogelijk om<br />

de achterbanden, met de uiteinden<br />

stevig bevestigd.<br />

Rijd langzaam en volg de aanwijzingen<br />

van de fabrikant van de<br />

sneeuwkettingen.<br />

Indien de kettingen hoorbaar in<br />

aanraking komen met de auto,<br />

breng het voertuig dan tot stilstand<br />

en trek de kettingen strakker.<br />

Rijd langzamer als de kettingen<br />

nog steeds contact maken, tot<br />

geen geluid meer hoorbaar is.<br />

Door met sneeuwkettingen te snel<br />

te rijden of de wielen te laten slippen,<br />

raakt uw auto beschadigd.<br />

Winterbanden<br />

Uw vierseizoenenbanden bieden u<br />

wellicht niet de tractie of het prestatieniveau<br />

dat u wilt op sneeuw of ijs.<br />

Als u verwacht regelmatig op<br />

wegen met sneeuw en ijs te rijden,<br />

kunt u overwegen winterbanden<br />

aan te schaffen.<br />

Ga naar uw dealer voor meer informatie<br />

over de beschikbaarheid van<br />

winterbanden en voor de keuze van<br />

de juiste banden.<br />

Als u winterbanden gaat gebruiken,<br />

moet u altijd hetzelfde formaat,<br />

belastingbereik, dezelfde maximum<br />

toegestane snelheid en hetzelfde<br />

constructietype als de originele<br />

banden van de auto gebruiken.<br />

Wanneer winterbanden voor uw<br />

voertuig worden gebruikt, voorzie<br />

dan alle vier wielen van deze<br />

banden.<br />

Wanneer u winterbanden gebruikt,<br />

kan dit een negatieve invloed<br />

hebben op het rijgedrag. De tractie<br />

op droge wegen kan afnemen, het<br />

rijgeluid kan toenemen en de<br />

levensduur van de banden kan<br />

afnemen.<br />

Winterbanden met dezelfde maximaal<br />

toegestane snelheid kunnen<br />

soms niet leverbaar zijn voor<br />

banden met een maximaal toegestane<br />

snelheid van H, V, W, Y en ZR.<br />

Als u sneeuwbanden met een lagere<br />

maximaal toegestane snelheid kiest,<br />

mag u nooit de maximaal toegestane<br />

snelheid van de band<br />

overschrijden.<br />

Zie "Band verwisselen" eerder in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 333 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Wielsloten<br />

Reservewiel<br />

■ WIELEN<br />

Uw auto is uitgerust met wielsloten.<br />

Het gereedschap voor de wielmoersloten<br />

bevindt zich in een tas achter<br />

in het voertuig.<br />

De set omvat een dopsleutel voor<br />

antidiefstalbouten en voorschriften.<br />

Tevens vindt u in de set een kaartje<br />

waarop het registratienummer is<br />

gedrukt. Zorg ervoor dit kaartje niet<br />

te verliezen; u heeft het nodig<br />

wanneer de sleutel verloren is en<br />

een duplicaat moet worden besteld.<br />

Zie "Compact reservewiel" in hoofdstuk<br />

5 voor meer gegevens.<br />

Uitlijning van de wielen en<br />

uitbalancering van banden<br />

Als er ongebruikelijke bandenslijtage<br />

optreedt of als het voertuig een kant<br />

optrekt, moet de uitlijning eventueel<br />

opnieuw worden ingesteld.<br />

Als het voertuig vibreert wanneer u<br />

rijdt op een gladde weg, moeten de<br />

wielen eventueel worden<br />

uitgebalanceerd.<br />

–<br />

–<br />

Wanneer een wiel moet worden<br />

verwijderd, gebruik dan de antidiefstaldopsleutel.<br />

–<br />

–<br />

333 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 334 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Wiel vervangen<br />

Vervang een wiel waarvan de velg is<br />

vervormd, gescheurd, geroest of<br />

gecorrodeerd. Indien wielmoeren<br />

telkens opnieuw loslopen, moeten<br />

de wielmoeren en -bouten worden<br />

vervangen.<br />

Hoewel sommige aluminium wielen<br />

gerepareerd kunnen worden,<br />

moeten andere typen wielen<br />

worden vervangen indien luchtlekkage<br />

aanwezig is.<br />

Gebruik alleen nieuwe originele<br />

GM-onderdelen. Raadpleeg uw<br />

dealer.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het gebruik van verkeerde<br />

onderdelen kan gevaarlijk zijn.<br />

Het kan invloed hebben op de<br />

werking van het remsysteem en<br />

het rijgedrag van de auto. U kunt<br />

de macht over het stuur verliezen<br />

en uzelf en anderen in gevaar<br />

brengen.<br />

OPMERKING<br />

Het verkeerde wiel kan problemen<br />

veroorzaken voor de levensduur<br />

van de lagers, koeling van<br />

de remmen, kalibratie van snelheidsmeter<br />

en dagteller,<br />

koplampafstelling, bumperhoogte,<br />

bodemvrijheid van het voertuig<br />

en de vrije ruimte tussen<br />

band en carrosserie en chassis.<br />

. . . 334


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 335 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer u wielen met verschillende<br />

maten gebruikt en<br />

wanneer er banden worden<br />

geselecteerd die niet worden<br />

aanbevolen voor die wielen,<br />

kunnen de prestaties en veiligheid<br />

van uw voertuig niet<br />

aanvaardbaar zijn.<br />

De kans op aanrijdingen en<br />

ernstig letsel wordt hierdoor<br />

groter.<br />

Gebruik alleen nieuwe originele<br />

GM-onderdelen. Raadpleeg uw<br />

dealer.<br />

Een gebruikt wiel op een voertuig<br />

doen is gevaarlijk.<br />

U weet dan niet hoe het wiel is<br />

gebruikt of hoeveel ermee is<br />

gereden.<br />

Wanneer er roest of vuil zit op het<br />

wiel of op die delen van de auto<br />

waarmee het wiel in aanraking<br />

komt, kan dat tot gevolg hebben<br />

dat de wielbouten na verloop<br />

van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />

het wiel geheel loskomen en een<br />

ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />

een wiel verwisselt, maak dan de<br />

plaatsen schoon waar het wiel<br />

met de auto in aanraking komt.<br />

In noodgevallen kunt u daarvoor<br />

een doek of een stuk papier<br />

gebruiken. Zorg er echter voor<br />

dat u later, als dat nodig is, met<br />

behulp van een schraper of een<br />

staalborstel de contactvlakken<br />

goed reinigt.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

335 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 336 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

WAARSCHUWING<br />

Smeer nooit olie of vet op de<br />

wielbouten of wielmoeren. Hierdoor<br />

zouden de moeren kunnen<br />

losraken. Wanneer als gevolg<br />

hiervan het wiel van de auto<br />

loopt, zou een ernstig ongeval<br />

kunnen ontstaan.<br />

WAARSCHUWING<br />

Door verkeerde of niet goed vastgedraaide<br />

wielmoeren kan het<br />

wiel losraken en zelfs van de auto<br />

lopen. Dit zou tot een ernstig<br />

ongeval kunnen leiden. Overtuig<br />

u ervan dat u de juiste wielmoeren<br />

gebruikt. Vooral bij een eventuele<br />

vervanging is het belangrijk<br />

om erop te letten dat u nieuwe<br />

wielmoeren van het juiste type<br />

krijgt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer de wielmoeren niet met<br />

het juiste aanhaalmoment zijn<br />

vastgezet, kunnen trillingen<br />

ontstaan tijdens het remmen en<br />

kan de remschijf worden beschadigd.<br />

Om kostbare reparaties aan<br />

het remsysteem te voorkomen,<br />

moeten de wielmoeren gelijkmatig<br />

en in de juiste volgorde met<br />

het voorgeschreven aanhaalmoment<br />

worden vastgezet.<br />

Zie "Specificaties en inhouden"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

. . . 336


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 337 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

SAMPLE4UX1M072675<br />

U kunt dit nummer op een van de<br />

volgende locaties vinden:<br />

• op de veerpootkolom in de<br />

motorruimte aan de rechterzijde<br />

van het voertuig<br />

• Identificatieplaatje voor<br />

onderdelen<br />

• Identificatieplaatje<br />

Het achtste karakter van het VIN is<br />

de motorcode. Deze code heeft u<br />

nodig ter identificatie van de motor,<br />

voertuigspecificaties en<br />

reserveonderdelen.<br />

Zie voor meer informatie "Specificaties<br />

en vulhoeveelheden" verderop<br />

in dit hoofdstuk.<br />

–<br />

■ VOERTUIG IDENTIFICA-<br />

TIE NUMMER<br />

–<br />

Dit nummer is het wettelijke identificatienummer<br />

voor uw voertuig.<br />

Het voertuigidentificatienummer<br />

staat vermeld op een plaatje op de<br />

voorste hoek van het instrumentenpaneel,<br />

aan de linkerzijde. Het plaatje<br />

is van buitenaf zichtbaar via de<br />

voorruit van het voertuig.<br />

–<br />

–<br />

337 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 338 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ IDENTIFICATIEPLAATJE<br />

VOOR ONDERDELEN<br />

Dit plaatje bevindt zich in de achterste<br />

opbergruimte aan de passagierszijde<br />

of bij de onderste rand van de<br />

achterklep. Deze informatie is<br />

handig wanneer u onderdelen moet<br />

bestellen.<br />

Op dit plaatje treft u de volgende<br />

informatie aan:<br />

• het identificatienummer van de<br />

auto (VIN)<br />

• de modelaanduiding<br />

• informatie over carrosserielak<br />

• een lijst met alle fabrieksopties<br />

en speciale uitrustingen<br />

Verwijder dit informatieplaatje niet<br />

uit de auto.<br />

■ ZEKERINGEN EN<br />

STROOMONDERBREKERS<br />

OPMERKING<br />

Het toevoegen van elektrische<br />

apparatuur aan uw voertuig kan<br />

het voertuig beschadigen of<br />

ertoe leiden dat andere dingen<br />

niet juist werken. Een dergelijke<br />

beschadiging valt niet onder de<br />

garantie. Raadpleeg uw dealer<br />

voordat u elektrische apparatuur<br />

toevoegt.<br />

De circuits van de elektrische installatie<br />

in uw auto zijn tegen kortsluiting<br />

beveiligd door middel van een<br />

combinatie van zekeringen, stroomonderbrekers<br />

en thermische beveiligingen.<br />

De kans op brand door<br />

kortsluiting wordt hierdoor belangrijk<br />

verminderd.<br />

Wanneer u ooit pech onderweg<br />

krijgt en u heeft geen reservezekering,<br />

kunt u een zekering met dezelfde<br />

doorsmeltwaarde lenen van een<br />

ander circuit. Neem de zekering van<br />

een circuit waar u geen gebruik van<br />

behoeft te maken (bijvoorbeeld van<br />

de radio of de aansteker) en gebruik<br />

deze zekering als de doorsmeltwaarde<br />

overeenkomt met die van de<br />

doorgesmolten zekering. Vervang<br />

de zekering zo spoedig mogelijk.<br />

Uw voertuig heeft drie zekeringenhouders.<br />

Er zit één zekeringenhouder<br />

aan de rechterzijde van de<br />

motorruimte en de andere twee<br />

zitten onder de achterbank.<br />

Til de vloerbedekking omhoog om<br />

de zekeringenhouders onder de<br />

achterbank bloot te leggen.<br />

Als u een zekeringenhouder wilt<br />

blootleggen, drukt u de twee lipjes<br />

op elk uiteinde van het deksel in en<br />

tilt u het deksel eraf.<br />

. . . 338


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 339 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

20<br />

A<br />

OPMERKING<br />

Knoei geen vloeistoffen op de<br />

elektrische onderdelen van uw<br />

voertuig.<br />

Hierdoor kan schade aan uw<br />

voertuig of de motor ontstaan.<br />

U kunt de zekeringen verwijderen<br />

met de speciale zekeringtrekker.<br />

Let op de zilverkleurige draad in de<br />

zekering. Vervang de zekering<br />

indien de draad is gesmolten of<br />

gebroken. De nieuwe zekering moet<br />

dezelfde afmeting en doorsmeltwaarde<br />

hebben als de oude.<br />

Plaats de afdekking van de zekeringenhouder<br />

altijd terug om de<br />

elektrische onderdelen te<br />

beschermen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

Als een zekering doorsmelt, moet u<br />

de auto onmiddellijk laten nakijken.<br />

–<br />

339 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 340 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

1<br />

33 34 35<br />

6 7<br />

36 37<br />

68<br />

2<br />

3<br />

4<br />

21<br />

23<br />

25<br />

27<br />

22<br />

24<br />

26<br />

28<br />

29<br />

38<br />

39<br />

40<br />

41<br />

42<br />

43<br />

44<br />

45<br />

47<br />

48<br />

49<br />

15<br />

56 57<br />

8 9 10<br />

58 60 66<br />

11<br />

59 61 67<br />

62<br />

12<br />

13 14<br />

63<br />

64<br />

69<br />

70<br />

71<br />

72<br />

73<br />

74<br />

5<br />

30<br />

31<br />

46<br />

32<br />

65<br />

50<br />

51<br />

52<br />

53<br />

54<br />

55<br />

75<br />

16 17 18 19 20<br />

. . . 340


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 341 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Zekeringenhouder in<br />

motorcompartiment<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

Relais<br />

1 Motoren motorkoelventilator<br />

rechts<br />

2 Motoren motorkoelventilator<br />

links<br />

3 Solenoïde startmotor<br />

4 Reserve<br />

5 Pomp koplampsproeiers<br />

6 Seriële/parallelle<br />

motorkoelventilator<br />

7 Pomp voorruitsproeier<br />

8 Mistlampen voor<br />

9 Reserve<br />

10 Contactschakelaar (Aan)<br />

11 Aandrijflijn/Motorregeleenheid<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

12 Grootlicht koplampen<br />

13 Ruitenwissersysteem<br />

voorruit - aan/uit<br />

14 Ruitenwissersysteem<br />

voorruit - laag/hoog<br />

15 Dimlicht koplampen<br />

16 Pomp achterruitsproeier<br />

17 Claxon<br />

18 Compressorkoppeling<br />

aircosysteem<br />

19 Brandstofpomp<br />

20 Accessoirevoeding (Achterruitwisser,<br />

Achteruitkijkspiegel)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

J Cases<br />

21 Koelventilatormotor<br />

rechts<br />

22 Reserve<br />

23 Koelventilatormotor<br />

links<br />

24 Voorste aanjagermotor<br />

25 Solenoïde startmotor<br />

26 Spanningsverdeeldoos 2<br />

linksachter<br />

27 Regelmodule ABS-systeem<br />

28 Spanningsverdeeldoos 1<br />

linksachter<br />

29 Spanningsverdeeldoos 1<br />

rechtsachter<br />

30 Reserve<br />

31 Reserve<br />

32 Spanningsverdeeldoos 2<br />

rechtsachter<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

341 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 342 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Zekeringenhouder in motorcompartiment<br />

(vervolg)<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

Minizekeringen<br />

33 Pomp voorruitsproeier<br />

34 Reserve<br />

35 Reserve<br />

36 Module detectiediagnose;<br />

Display inzittendensensor;<br />

Instrumentenpaneel<br />

37 Contact antiblokkeersysteem;<br />

Stuursysteem met<br />

variabele werking<br />

38 Instrumentenpaneel; Klimaatregelmodule;<br />

Diagnostische<br />

linkconnector<br />

39 Remlicht rechtsachter;<br />

Richtingaanwijzers;<br />

Magneetklep opslaan<br />

sleutel<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

40 Voeding<br />

voertuigregeleenheid<br />

41 Elektronische<br />

regelmodule<br />

42 Richtingaanwijzers linksvoor;<br />

Remlichten achter;<br />

Richtingaanwijzers; Herhalingslicht<br />

voor<br />

43 Centraal/hoog remlicht<br />

; Achteruitrijlichten;<br />

Remlichten<br />

44 Aansluiting elektrische<br />

accessoires instrumentenpaneel<br />

(Aansteker)<br />

45 Aansluiting elektrische<br />

accessoires<br />

middenconsole<br />

46 Transmissieregelmodule<br />

47 Reserve<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

48 Dimmen instrumentenpaneel<br />

led; Plafondverlichting;<br />

Makeupspiegelverlichting<br />

49 Radio<br />

50 Reserve<br />

51 Reserve<br />

52 Pomp achterruitsproeier<br />

53 Claxon<br />

54 Compressorkoppeling<br />

aircosysteem<br />

55 Brandstofpomp<br />

56 Ontstekingsvermogen<br />

motorregelmodule/<br />

transmissieregelmodule;<br />

Luchtmassameter<br />

(V6-motor)<br />

. . . 342


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 343 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Zekeringenhouder in motorcompartiment<br />

(vervolg)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

57 Luchtkwaliteitssensor;<br />

Hoogteregelaar voor<br />

koplampen; Verwarmde<br />

sproeiermondstukken;<br />

Alarmsirenemodule<br />

58 Grootlicht koplamp,<br />

links<br />

59 Grootlicht koplamp,<br />

rechts<br />

60 Dimmen schakelaar;<br />

Analoge klok<br />

61 Gereguleerde spanningsregeling<br />

accu<br />

62 Ruitenwissermotor<br />

63 Dimlicht koplamp,<br />

rechts<br />

64 Dimlicht koplamp, links<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

65 Motor en schakelaar<br />

achterruitwisser; Achteruitkijkspiegel<br />

binnen<br />

66 Reserve<br />

67 Mistlampen voor<br />

68 Contactschakelaar;<br />

Immobilizermodule<br />

69 Voorzuurstofsensoren ;<br />

Distributie met verstelbare<br />

nokkenassen (V6-<br />

motor); Benzinedampafvoer<br />

koolstofhouder<br />

(V6-motor); Stelklep<br />

inlaatspruitstuk (V6-<br />

motor)<br />

70 Even bobines; Brandstofinjectoren<br />

met even<br />

nummers<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

71 Oneven bobines; Brandstofinjectoren<br />

met oneven<br />

nummers<br />

72 Koelvinrelais; Relais koppeling<br />

aircosysteem;<br />

Zuurstofsensoren in de<br />

stijl; Luchtmassameter<br />

(V8-motor); Benzinedampafvoer<br />

koolstofhouder<br />

(V8-motor)<br />

73 Elektronische<br />

regelmodule<br />

74 Reserve<br />

Stroomonderbrekers<br />

75 Pomp koplampsproeiers<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

343 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 344 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

1<br />

2<br />

3 4 5 6<br />

7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19<br />

20 21<br />

22<br />

23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33<br />

Zekeringenhouder achterbank<br />

linkerzijde<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

1 Remlichten voertuig en<br />

aanhanger (Relais)<br />

2 Luchtcompressormotor<br />

elektronische niveauregeling<br />

(Relais)<br />

3 Kentekenverlichting; Markeringslichten<br />

(Relais)<br />

4 Motoren elektrische<br />

raambediening<br />

(Stroomonderbreker)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

5 Reserve (J Case)<br />

6 Stuurwielschakelaars<br />

(Minizekeringen)<br />

7 Entertainmentsysteem<br />

voor achterpassagiers<br />

(Indien van toepassing);<br />

Audiosysteem voor achterpassagiers<br />

(Indien van<br />

toepassing)<br />

(Minizekeringen)<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

8 Televisietuner (Indien van<br />

toepassing)<br />

(Minizekeringen)<br />

9 Schakelaars voor inklappen<br />

stoel; Module<br />

afstandsbedieningssysteem<br />

(Minizekeringen)<br />

10 Audioversterker<br />

(Minizekeringen)<br />

11 Module achterbank ;<br />

Motoren voor inklappen<br />

stoel (Minizekeringen)<br />

. . . 344


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 345 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Zekeringenhouder achterbank<br />

linkerzijde (vervolg)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

12 Module bestuurdersportier<br />

(Sloten, Buitenspiegel,<br />

Raamschakelaars)<br />

(Minizekeringen)<br />

13 Remlichten voertuig en<br />

aanhanger<br />

(Minizekeringen)<br />

14 Kentekenverlichting; Markeringslichten<br />

(Minizekeringen)<br />

15 Achterlichten links; Parkeerlichten<br />

linksvoor;<br />

Markeringslichten<br />

(Minizekeringen)<br />

16 Achterlichten rechts; Parkeerlichten<br />

rechtsvoor;<br />

Markeringslichten<br />

(Minizekeringen)<br />

17 Parkeerlichten aanhanger<br />

(Minizekeringen)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

18 Mistlampen achter<br />

(Relais)<br />

19 Reserve (Relais)<br />

20 Reserve (Minizekeringen)<br />

21 Reserve (Minizekeringen)<br />

22 Zekeringtrekker<br />

23 Lamp rechterpositie<br />

(Relais)<br />

24 Parkeerlichten voor en<br />

achter (Relais)<br />

25 Luchtcompressor elektronische<br />

niveauregeling (J<br />

Case)<br />

26 Reserve (Minizekeringen)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

27 Stoel met geheugenmodule;<br />

Module<br />

ultrasoon parkeerhulpsysteem<br />

(Minizekeringen)<br />

28 Achterste contact voor<br />

extra apparaten<br />

(Minizekeringen)<br />

29 Relais parkeerlamp links<br />

(Minizekeringen)<br />

30 Mistlampen achter<br />

(Minizekeringen)<br />

31 Lamp rechterpositie<br />

(Minizekeringen)<br />

32 Reserve (Relais)<br />

33 Kabelboomstekker<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

345 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 346 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

1 2<br />

3 4 5 6<br />

7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19<br />

20 21<br />

22<br />

23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33<br />

Zekeringenhouder achterbank<br />

rechterzijde<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

1 Achterruitverwarming<br />

(Relais)<br />

2 Reserve (Relais)<br />

3 Reserve (Relais)<br />

4 Stoelen met elektrische<br />

verstelmogelijkheid<br />

(Stroomonderbreker)<br />

Nr. Beveiligde circuits<br />

5 Module elektrisch<br />

bediend zonnedak (J<br />

Case)<br />

6 Schakelaar achterruitwisser;<br />

Achteruitkijkspiegel<br />

binnen (Minizekeringen)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

7 Centrale vergrendeling<br />

met afstandsbediening;<br />

Neigingshoeksensor;<br />

Alarmsirenemodule;<br />

Bewegingssensor<br />

(Minizekeringen)<br />

8 Reserve (Minizekeringen)<br />

9 Magneetklep ventilatieklep<br />

(Minizekeringen)<br />

. . . 346


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 347 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Zekeringenhouder achterbank<br />

rechterzijde (vervolg)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

10 Eenheid elektrisch<br />

bedienbare achterklep<br />

(Minizekeringen)<br />

11 Achterruitverwarming<br />

(Minizekeringen)<br />

12 Reserve (Minizekeringen)<br />

13 Voetruimteverlichting;<br />

Instapverlichtingseenheid;<br />

Richtingaanwijzer<br />

rechts; Herhalingslicht<br />

rechtsvoor<br />

(Minizekeringen)<br />

14 Airconditioningssysteem<br />

achterin het voertuig<br />

(Minizekeringen)<br />

15 Klimaatregelmodule<br />

(Minizekeringen)<br />

16 Verwarmd stuurwiel<br />

(Minizekeringen)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

17 Reserve (Minizekeringen)<br />

18 Sloten achterportier<br />

(Relais)<br />

19 Reserve (Relais)<br />

20 Reserve (Minizekeringen)<br />

21 Reserve (Minizekeringen)<br />

22 Zekeringtrekker<br />

23 Sloten achterportier<br />

(Relais)<br />

24 Aanjagermotor airconditioning<br />

achterin het voertuig;<br />

Ontsteking<br />

klimaatregeling; Zonnedak<br />

(Relais)<br />

25 Motoren elektrisch<br />

bedienbare achterklep (J<br />

Case)<br />

Nr.<br />

Beveiligde circuits<br />

26 Sloten achterportier<br />

(Minizekeringen)<br />

27 Module passagiersportier<br />

(Sloten, Buitenspiegel,<br />

Raamschakelaars)<br />

(Minizekeringen)<br />

28 Module detectiediagnose;<br />

Inzittendensensor;<br />

Omrolsensor<br />

(Minizekeringen)<br />

29 Reserve (Minizekeringen)<br />

30 Wielophangingsmodule<br />

(Minizekeringen)<br />

31 Uitlaatmagneetklep compressor<br />

elektronische<br />

niveauregeling; Relais<br />

elektronische niveauregeling<br />

(Minizekeringen)<br />

32 Reserve (Relais)<br />

33 Kabelboomstekker<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

347 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 348 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ GLOEILAMPEN<br />

VERVANGEN<br />

Ga naar uw dealer als een gloeilamp<br />

moet worden vervangen.<br />

Hoge ontladingslampen (HID)<br />

(indien van toepassing)<br />

WAARSCHUWING<br />

De hoge-ontladingslampen van<br />

het dimlicht werken onder een<br />

zeer hoge spanning. Probeer de<br />

systeemcomponenten niet zelf te<br />

repareren. U kunt ernstig<br />

gewond raken. Neem contact op<br />

met uw dealer voor onderhoud.<br />

Uw voertuig kan met hoge-ontladingslampen<br />

zijn uitgerust. Als een<br />

gloeilamp van een koplamp is<br />

vervangen, zult u merken dat de<br />

straal iets anders is dan de oorspronkelijke<br />

gloeilamp. Dit is normaal.<br />

Halogeenlampen<br />

WAARSCHUWING<br />

Halogeen gloeilampen bevatten<br />

onder druk staand gas en kunnen<br />

door een val of krassen barsten. U<br />

en anderen kan dan letsel<br />

worden toegebracht. Volg de<br />

instructies op, die op de verpakking<br />

van de gloeilamp staan.<br />

. . . 348


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 349 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

■ SPECIFICATIES EN INHOUDEN<br />

Specificaties van de onderdelen<br />

V6-motor van 3,6 l<br />

Motorcode ....................................................................................................................................................7<br />

Motorvermogen .........................................................................................................190 kW bij 6500 min -1<br />

Motorkoppel ..............................................................................................................339 KW bij 2700 min -1<br />

Luchtfilter voor luchttoevoer interieur<br />

Deeltjes- en geurfilter.................................................................................................88957450 1 /CF130C 2<br />

Deeltjesfilter .................................................................................................................19130403 1 /CF133 2<br />

Luchtfilter..................................................................................................................... 25798271 1 /A2944C 2<br />

Motoroliefilter ................................................................................................................25177917 1 /PF2129 2<br />

Bougie............................................................................................................................92220447 1 /41-990 2<br />

Elektrodenafstand...............................................................................................................................1,1 mm<br />

Aanhaalmoment wielmoeren............................................................................................................ 140 Nm<br />

1 GM-onderdeelnummer<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

2 AC Delco-onderdelennummer<br />

349 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 350 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

Specificaties van de onderdelen (vervolg)<br />

Motor van 4,6 l<br />

Motorcode ....................................................................................................................................................A<br />

Motorvermogen .........................................................................................................239 kW bij 6500 min -1<br />

Motorkoppel ..............................................................................................................427 KW bij 4400 min -1<br />

Luchtfilter voor luchttoevoer interieur<br />

Deeltjes- en geurfilter.................................................................................................88957450 1 /CF130C 2<br />

Deeltjesfilter .................................................................................................................19130403 1 /CF133 2<br />

Luchtfilter..................................................................................................................... 25798271 1 /A2944C 2<br />

Motoroliefilter ....................................................................................................................89017342 1 /PF61 2<br />

Bougie............................................................................................................................12571535 1 /41-987 2<br />

Elektrodenafstand.............................................................................................................................1,27 mm<br />

Aanhaalmoment wielmoeren............................................................................................................ 140 Nm<br />

1 GM-onderdeelnummer<br />

2 AC Delco-onderdelennummer<br />

. . . 350


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 351 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

Inhouden* (richtwaarden)<br />

Brandstoftank.....................................................................................................................................75,7 L<br />

Koelsysteem<br />

Motor van 3,6 l ..............................................................................................................................11,1 L<br />

Motor van 4,6 l ..............................................................................................................................11,8 L<br />

Krukkast (met filter vervangen)<br />

Motor van 3,6 l ................................................................................................................................5,7 L<br />

Motor van 4,6 l ................................................................................................................................7,6 L<br />

Transmissie (Carter verwijderen en vervangen)<br />

Automatische transmissie met 5 versnellingen.................................................................................7,0 L<br />

Automatische transmissie met 6 versnellingen.................................................................................6,3 L<br />

Verdeelbak................................................................................................................................................0,9L<br />

Airconditioningkoelmiddel (R-134a) ........................................................................................................‡ kg<br />

*Alle vloeistofpeilen na het vullen controleren.<br />

‡ Zie voor de hoeveelheid koelvloeistof van het airconditioningssysteem het waarschuwingslabel voor de<br />

koelvloeistof onder de motorkap. Ga voor meer informatie naar uw dealer.<br />

Zie "Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen" voor meer informatie.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

351 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 352 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Onderhoud en verzorging<br />

■ BRANDSTOFVERBRUIK EN EMISSIEGEGEVENS<br />

3,6 l motor<br />

Achterwielaandrijving<br />

Allwheel-aandrijving<br />

Brandstofverbruik in stadsverkeer.......................................18,6l/100 km ................................ 18,8l/100 km<br />

Brandstofverbruik snelweg...................................................9,8l/100 km ................................ 10,2l/100 km<br />

Gemiddeld brandstofverbruik ............................................13,0l/100 km ................................ 13,4l/100 km<br />

Stedelijke kooldioxide-emissie..................................................440 g/km ......................................446 g/km<br />

Buitenstedelijke kooldioxide-emissies.......................................234 g/km ......................................243 g/km<br />

Gemengde kooldioxide............................................................309 g/km ......................................317 g/km<br />

4,6 l motor<br />

Brandstofverbruik in stadsverkeer.............................................................................................. 20,5l/100 km<br />

Brandstofverbruik snelweg........................................................................................................ 10,2l/100 km<br />

Gemiddeld brandstofverbruik ................................................................................................... 14,0l/100 km<br />

Stedelijke kooldioxide-emissie.........................................................................................................483 g/km<br />

Buitenstedelijke kooldioxide-emissies..............................................................................................242 g/km<br />

Gemengde kooldioxide...................................................................................................................331 g/km<br />

. . . 352


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 353 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 4<br />

■ ZORG VOOR DE BUITENKANT<br />

General Motors heeft producten voor onderhoud van de buitenkant en zorg voor uw voertuig.<br />

Neem contact op met uw dealer als u nadere informatie wenst.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

353 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 354 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 355 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

––––<br />

–<br />

5<br />

Werk<br />

zaa<br />

mhe<br />

den<br />

in<br />

noo<br />

dgevallen<br />

Starten met een hulpaccu..................................356<br />

Slepen van de auto.............................................360<br />

Oververhitting van de motor ............................361<br />

Koelvloeistof controleren en bijvullen ................364<br />

Lekke band verwisselen .....................................368<br />

Wiel verwisselen ................................................. 371<br />

Banden en krikuitrusting opbergen.................... 376<br />

De lekke band opbergen ...................................376<br />

Compacte reservewiel opbergen .......................378<br />

De krikuitrusting opbergen................................379<br />

Veiligheidshaak................................................... 380<br />

Compacte reservewiel........................................ 382<br />

Hoofdstuk 5 - Werkzaamheden in noodgevallen<br />

Als uw voertuig vast komt te zitten ................. 384<br />

Het voertuig voor- en achteruit laten rollen ...... 384<br />

Sleepogen ......................................................... 385<br />

Gegevensverzameling en gegevensrecorders<br />

voor gebeurtenissen ........................................ 386<br />

355 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 356 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

■ STARTEN MET EEN<br />

HULPACCU<br />

Als de accu in het voertuig ontladen<br />

is kunnen een ander voertuig en<br />

hulpstartkabels worden gebruikt om<br />

de motor te starten.<br />

Het andere voertuig moet over een<br />

12 V-accu met een negatieve massa<br />

beschikken.<br />

OPMERKING<br />

Als het andere voertuig niet over<br />

een 12 V-accu met een negatieve<br />

massa beschikt, kunnen beide<br />

voertuigen beschadigd raken.<br />

OPMERKING<br />

De motor zal niet starten door de<br />

auto aan te duwen of te slepen;<br />

hierdoor kan de auto zelfs<br />

worden beschadigd.<br />

WAARSCHUWING<br />

Een accu kan letsel toebrengen.<br />

Accu's bevatten bijtende vloeistoffen<br />

en elektriciteit die brandwonden<br />

kunnen veroorzaken en<br />

gassen die kunnen exploderen of<br />

vlamvatten. Wees voorzichtig en<br />

volg alle van toepassing zijnde<br />

instructies nauwgezet op als u<br />

nabij een accu werkt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Zorg er voor dat geen accuzuur<br />

met de huid in aanraking kan<br />

komen. Mocht u accuzuur in uw<br />

ogen of op uw huid krijgen, spoel<br />

de plek dan met water en consulteer<br />

onmiddellijk een arts.<br />

Gebruik nabij een accu nooit lucifers<br />

of open vuur. Gebruik een<br />

zaklantaarn als u moet bijlichten.<br />

WAARSCHUWING<br />

Nieuwe GM-auto's zijn altijd<br />

voorzien van een onderhoudsvrije<br />

accu. Wanneer echter toch<br />

een ander type accu met celdoppen<br />

gemonteerd is, controleer<br />

dan of de cellen voldoende vloeistof<br />

bevatten. Vul bij met water<br />

als het niveau laag staat, zodat er<br />

geen explosieve gassen aanwezig<br />

kunnen zijn.<br />

. . . 356


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 357 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

Verricht de volgende handelingen<br />

om uw auto met een hulpaccu te<br />

starten:<br />

OPMERKING<br />

Als deze aanwijzingen niet<br />

worden opgevolgd, kan ernstige<br />

schade aan uw auto tot gevolg<br />

hebben.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

1. Plaats de auto's voldoende<br />

dicht bij elkaar om de hulpstartkabels<br />

te kunnen aansluiten. De<br />

auto's mogen elkaar niet raken.<br />

WAARSCHUWING<br />

Voorkom dat de auto's in beweging<br />

komen tijdens de handelingen<br />

voor het starten met een<br />

hulpaccu door de parkeerrem<br />

van beide auto's stevig aan te<br />

trekken.<br />

Kies de stand P (parkeren) bij een<br />

voertuig met automatische transmissie<br />

en zet een handgeschakelde<br />

transmissie in N(neutraal)<br />

voordat u de parkeerrem<br />

aantrekt.<br />

2. Zet van beide auto's het contact<br />

uit. Zet de radio's af en schakel<br />

alle lampen uit die niet nodig<br />

zijn.<br />

Verwijder alle accessoires die<br />

eventueel op de aansluiting van<br />

de accessoires zijn aangesloten.<br />

Wanneer u accessoires uitschakelt,<br />

kan vonkvorming worden<br />

voorkomen.<br />

OPMERKING<br />

Een ingeschakelde radio of andere<br />

accessoires kunnen ernstig<br />

worden beschadigd.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

357 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 358 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

3. Open nu de motorkappen en<br />

zoek de externe pluspool (+) en<br />

de externe minpool (-) van de<br />

accu.<br />

WAARSCHUWING<br />

De koelventilator kan zelfs bij stilstaande<br />

motor worden ingeschakeld.<br />

Neem de nodige zorg in<br />

acht nabij een elektrische ventilator<br />

in de motorruimte.<br />

WAARSCHUWING<br />

Ventilatoren of andere bewegende<br />

motoronderdelen kunnen<br />

ernstig letsel veroorzaken. Houdt<br />

uw handen uit de buurt van<br />

bewegende onderdelen, zodra<br />

de motor draait.<br />

De externe minpool (-) vindt<br />

zich op de veerpootkolom in de<br />

motorruimte aan de rechterzijde<br />

van het voertuig<br />

De externe positieve (+) accuklem<br />

bevindt zich aan de zijde<br />

van de zekeringenhouder in de<br />

motorruimte.<br />

Maak steeds gebruik van de positieve<br />

en negatieve accuklemmen<br />

op afstand in plaats van de<br />

accuklemmen op de accu van<br />

de auto.<br />

. . . 358


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 359 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

Controleer dat de hulpstartkabels<br />

geen losse of ontbrekende<br />

isolatie hebben. Indien deze kabels<br />

zijn beschadigd, kunt u een<br />

elektrische schok oplopen en<br />

worden de auto's mogelijk<br />

beschadigd.<br />

Sluit positief (+) niet aan op negatief<br />

(-), hierdoor veroorzaakt u<br />

kortsluiting die de accu en mogelijk<br />

andere delen kan<br />

beschadigen.<br />

Sluit de negatieve (-) kabel niet<br />

aan op de negatieve (-) pool van<br />

de ontladen accu, omdat hierdoor<br />

vonken kunnen ontstaan.<br />

7<br />

6 5<br />

4. Sluit de positieve (+) (rode)<br />

kabel aan op de positieve (+)<br />

pool van de ontladen accu.<br />

Gebruik de speciale, op afstand<br />

van de accu gemonteerde startaansluiting<br />

(+) indien uw auto<br />

hiermee is uitgerust.<br />

5. Laat het andere uiteinde niet in<br />

aanraking komen met metaal<br />

en sluit hem dan aan op de<br />

positieve klem (+) van een goed<br />

geladen accu.<br />

Gebruik de speciale, op afstand<br />

van de accu gemonteerde startaansluiting<br />

(+) indien uw auto<br />

hiermee is uitgerust.<br />

4<br />

6. Neem nu de negatieve (-)<br />

(zwarte) kabel. Sluit hem eerst<br />

aan op de negatieve (-) pool<br />

van de geladen accu. Gebruik<br />

de op afstand van de accu aanwezige<br />

accuklem (-) indien uw<br />

auto hiermee is uitgerust. Laat<br />

het andere einde nog niet met<br />

metaal in aanraking komen.<br />

OPMERKING<br />

Sluit de negatieve kabel niet aan<br />

op de elektronische regeleenheid,<br />

de bevestigingsbeugel van<br />

de elektronische regeleenheid of<br />

de kabels die aan de elektronische<br />

regeleenheid zijn<br />

aangesloten.<br />

Maak steeds gebruik van de<br />

externe negatieve accuklem in<br />

plaats van de accuklem op de<br />

accu van uw voertuig.<br />

Sluit de negatieve (-) kabel niet<br />

aan op de negatieve (-) pool van<br />

de ontladen accu, omdat hierdoor<br />

vonken kunnen ontstaan.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

359 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 360 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

7. Bevestig het andere eind van de<br />

negatieve kabel op een zwaar<br />

metalen onderdeel op de<br />

motor van het voertuig met de<br />

ontladen accu of op een<br />

externe negatieve (-) accuklem<br />

indien het voertuig hiermee is<br />

uitgerust.<br />

De kabel moet op een afstand<br />

van tenminste 45 cm van de<br />

ontladen accu worden aangesloten,<br />

maar niet in de omgeving<br />

van bewegende<br />

motoronderdelen.<br />

8. Start de motor van de auto met<br />

de geladen accu. Laat de motor<br />

even draaien.<br />

9. Probeer de motor van het<br />

andere voertuig te starten.<br />

Als de motor na een aantal startpogingen<br />

niet kon worden gestart,<br />

kan onderhoud nodig zijn.<br />

10. Verwijder de startkabels in<br />

omgekeerde volgorde om kortsluiting<br />

te voorkomen.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de startkabels onjuist<br />

worden aangesloten of ontkoppeld,<br />

kan hierdoor kortsluiting<br />

ontstaan waardoor uw voertuig<br />

beschadigd kan raken. Zorg om<br />

kortsluiting te voorkomen dat de<br />

kabels niet met elkaar of andere<br />

metalen delen in aanraking<br />

komen.<br />

De kabels moeten in de juiste<br />

volgorde worden aangesloten of<br />

ontkoppeld.<br />

Als deze aanwijzingen niet<br />

worden opgevolgd, kan ernstige<br />

schade aan uw auto tot gevolg<br />

hebben.<br />

De reparaties worden niet gedekt<br />

door uw garantie.<br />

■ SLEPEN VAN DE AUTO<br />

Uw voertuig mag alleen worden<br />

vervoerd met alle vier wielen van de<br />

grond. Transporteer het voertuig op<br />

een platformwagen.<br />

Neem contact op met uw dealer of<br />

een erkend sleepbedrijf als uw auto<br />

gesleept moet worden.<br />

Zie tevens "Rijden met recreatieve<br />

voertuigen" in hoofdstuk 3.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de portieren vergrendeld<br />

zijn met het alarmsysteem,<br />

dan wordt het alarm geactiveerd<br />

als de auto tijdens het wegslepen<br />

schuin komt te staan.<br />

. . . 360


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 361 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

■ OVERVERHITTING VAN<br />

DE MOTOR<br />

WAARSCHUWING<br />

Stoom van een oververhitte<br />

motor kan ernstige brandwonden<br />

veroorzaken. Blijf bij de<br />

motor vandaan wanneer u<br />

stoom hoort of ziet ontsnappen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Door een oververhitte motor te<br />

laten draaien, zelfs gedurende<br />

korte tijd, kan brand ontstaan<br />

met de mogelijkheid van<br />

verwondingen en/of ernstig<br />

lichamelijk letsel.<br />

Indien u ziet of hoort dat er<br />

stoom uit de motor komt, moet<br />

u onmiddellijk stoppen en de<br />

motor afzetten. Open de motorkap<br />

niet voordat de motor is<br />

afgekoeld.<br />

Laat alle passagiers uit het voertuig<br />

stappen.<br />

Zie onder "Bescherming tegen<br />

oververhitting" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

De koelvloeistoftemperatuurmeter<br />

geeft de temperatuur van de koelvloeistof<br />

aan. Indien de wijzer de<br />

rechterkant van het instrument<br />

bereikt, dan is de motor te heet!<br />

Er wordt een bericht op het informatiecentrum<br />

voor de bestuurder<br />

weergegeven en u ziet een waarschuwingslampje<br />

op het<br />

instrumentenpaneel.<br />

Indien u ziet of hoort dat er stoom<br />

uit de motor komt, moet u onmiddellijk<br />

stoppen en de motor afzetten.<br />

Open de motorkap niet voordat<br />

de motor is afgekoeld.<br />

Wanneer er een waarschuwing voor<br />

oververhitting wordt weergegeven<br />

onder het rijden, kan er een<br />

probleem zijn.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

361 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 362 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

Als de controlelamp gaat branden<br />

zonder dat stoom zichtbaar is:<br />

1. Schakel de airconditioning uit<br />

en zet de verwarming aan<br />

(hoogste aanjagersnelheid).<br />

Open eventueel de ramen.<br />

2. Schakel in druk verkeer naar N<br />

(neutraal) wanneer u stilstaat.<br />

3. Breng het voertuig zo snel<br />

mogelijk op een veilige plaats<br />

tot stilstand. Laat de motor<br />

enkele minuten stationair<br />

draaien.<br />

Wanneer de oververhittingswaarschuwing<br />

niet meer wordt weergegeven<br />

of de temperatuurmeter voor<br />

de koelvloeistof geen oververhitting<br />

aangeeft, kunt u 10 minuten lang<br />

doorrijden, maar wel bij een lagere<br />

snelheid.<br />

Wanneer de waarschuwing niet<br />

meer wordt weergegeven, kunt u<br />

normaal rijden.<br />

Wanneer de oververhittingswaarschuwing<br />

nog steeds wordt aangegeven,<br />

moet u het voertuig meteen<br />

stilzetten en parkeren.<br />

Als er nog steeds geen stoom zichtbaar<br />

is, laat de motor dan gedurende<br />

ca. 3 minuten stationair draaien.<br />

Wanneer de oververhittingswaarschuwing<br />

niet verdwijnt, schakelt u<br />

de motor uit totdat deze is<br />

afgekoeld.<br />

Zie onder "Bescherming tegen oververhitting"<br />

verderop in dit hoofdstuk<br />

voor meer informatie.<br />

A<br />

Sommige voertuigen zijn voorzien<br />

van een door de motor aangedreven<br />

ventilator, naast de elektrische<br />

drukkende ventilatoren die zich<br />

achter de grille van het voertuig<br />

bevinden.<br />

WAARSCHUWING<br />

De elektrische ventilator kan ook<br />

in werking komen wanneer de<br />

motor niet loopt. Kom daarom<br />

niet te dicht in de buurt van de<br />

ventilator.<br />

. . . 362


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 363 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

Wanneer de motor oververhit is,<br />

moeten de koelventilatoren werken.<br />

Als dat niet het geval is, moet u de<br />

motor stoppen en het voertuig voor<br />

onderhoud naar de garage<br />

brengen.<br />

Indien de koelvloeistof in de expansietank<br />

heeft gekookt, draai dan de<br />

dop niet los. Wacht tot de koelvloeistof<br />

is afgekoeld.<br />

De auto moet op een vlakke ondergrond<br />

worden geplaatst.<br />

Wanneer de motorruimte koel is,<br />

moet het peil bij of boven de markering<br />

FULL COLD/FROID staan.<br />

Lokaliseer het expansievat en volg<br />

de pijl vanaf de bovenzijde van het<br />

vat en langs zijkant omlaag naar de<br />

horizontale markering.<br />

Als het peil van de koelvloeistof laag<br />

is, kan er een lek in het koelsysteem<br />

zijn.<br />

WAARSCHUWING<br />

Motoronderdelen kunnen zeer<br />

heet zijn. Raak deze niet aan.<br />

WAARSCHUWING<br />

Laat de motor niet lopen indien<br />

er lekkage is. Alle koelvloeistof<br />

kan naar buiten lekken en motorbrand<br />

veroorzaken. U zou brandwonden<br />

kunnen oplopen.<br />

Wanneer koelvloeistof uit de<br />

motor of de radiator lekt, moet<br />

de oorzaak hiervan onmiddellijk<br />

worden verholpen.<br />

OPMERKING<br />

Wanneer de motor zonder koelvloeistof<br />

draait, kan dit ernstige<br />

schade aan de motor tot gevolg<br />

hebben, die niet onder de garantie<br />

valt.<br />

Zie onder "Bescherming tegen<br />

oververhitting" verderop in dit<br />

hoofdstuk voor meer informatie.<br />

Zorg dat de motorkoelventilatoren<br />

draaien. Als dat niet het geval is,<br />

moet er onderhoud aan de ventilatoren<br />

worden uitgevoerd.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

363 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 364 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

Bescherming tegen<br />

oververhitting<br />

Als de waarschuwing tegen oververhitting<br />

aanhoudt, schakelt de motor<br />

over op een programma waarbij de<br />

verbranding beurtelings in cilindergroepen<br />

plaatsvindt, om zo motorschade<br />

te beperken en u in staat te<br />

stellen met de auto naar het dichtstbijzijnde<br />

servicecentrum te rijden. U<br />

zult wel een aanzienlijk verlies in<br />

motorprestaties opmerken.<br />

Voorkom het rijden van lange<br />

afstanden en/of het rijden met een<br />

aanhanger wanneer in deze stand<br />

wordt gereden.<br />

OPMERKING<br />

Nadat u met deze functie heeft<br />

gereden, moet u de motor laten<br />

afkoelen alvorens reparaties uit te<br />

voeren. Repareer dan de oorzaak<br />

van het koelvloeistofverlies,<br />

ververs de olie.<br />

Koelvloeistof controleren en<br />

bijvullen<br />

WAARSCHUWING<br />

Stoom en hete vloeistof kunnen<br />

uit een heet koelsysteem naar<br />

buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />

veroorzaken. Draai de<br />

dop niet los wanneer de motor<br />

en het koelsysteem heet zijn.<br />

OPMERKING<br />

Dit voertuig heeft een specifieke<br />

vulprocedure voor de koelvloeistof.<br />

Wanneer u deze procedure<br />

niet volgt, dan kan de motor<br />

oververhit en ernstig beschadigd<br />

raken.<br />

Indien de koelvloeistof in de expansietank<br />

heeft gekookt, draai dan de<br />

dop niet los. Wacht tot de koelvloeistof<br />

is afgekoeld.<br />

Plaats de auto op vlakke grond.<br />

Het controleren van het koelvloeistofpeil<br />

kan plaatsvinden op de<br />

doorzichtige expansietank zonder<br />

de dop te verwijderen.<br />

Lokaliseer het expansievat en volg<br />

de pijl vanaf de bovenzijde van het<br />

vat en langs zijkant omlaag naar de<br />

horizontale markering.<br />

Zie het schema voor de motorruimte<br />

in hoofdstuk 4.<br />

. . . 364


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 365 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

Wanneer de motorruimte koel is,<br />

moet het peil bij of boven de markering<br />

FULL COLD/FROID staan.<br />

Als het peil van de koelvloeistof laag<br />

is, kan er een lek in het koelsysteem<br />

zijn.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het kan gevaar opleveren indien<br />

alleen water of andere vloeistof<br />

dan de aanbevolen koelvloeistof<br />

wordt toegevoegd. De motor<br />

kan oververhit raken, maar de<br />

waarschuwingslamp gaat niet<br />

branden. De motor kan in brand<br />

vliegen en u of anderen<br />

verwonden.<br />

OPMERKING<br />

Als er teveel water in het koelvloeistofmengsel<br />

is, kan de vloeistof<br />

bevriezen en de motor en<br />

andere auto-onderdelen laten<br />

barsten.<br />

Deze schade wordt niet door uw<br />

garantie gedekt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Vervang het correcte koelvloeistofmengsel<br />

niet door andere<br />

typen vloeistoffen. De motor kan<br />

in brand vliegen en u of anderen<br />

verwonden.<br />

Mors geen koelvloeistof op hete<br />

motoronderdelen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Onder sommige omstandigheden<br />

is ethyleenglycol in koelvloeistof<br />

ontvlambaar. Voorkom<br />

brandwonden en zorg dat nooit<br />

koelvloeistof wordt gemorst op<br />

het uitlaatsysteem of op hete<br />

motoronderdelen. Als u twijfelt,<br />

laat het bijvullen dan uitvoeren<br />

door een vakkundig<br />

automecanicien.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

365 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 366 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

OPMERKING<br />

Vervang het correcte koelvloeistofmengsel<br />

niet door andere<br />

typen vloeistoffen. Wanneer u dit<br />

wel doet, kan voortijdige corrosie<br />

ontstaan en de koelvloeistof<br />

moet dan vaker worden ververst.<br />

Schade veroorzaakt doordat niet<br />

de aanbevolen koelvloeistof is<br />

gebruikt, wordt niet gedekt door<br />

de garantie.<br />

Als koelvloeistof zichtbaar is in het<br />

expansietank:<br />

Als er koelvloeistof zichtbaar is in het<br />

reservoir, maar het peil niet bij of<br />

boven de markering FULL COLD/<br />

FROID staat, wacht dan tot de<br />

motor is afgekoeld en voeg daarna<br />

een 50/50-mengsel van schoon<br />

water en DEX-COOL ® toe aan het<br />

koelvloeistofreservoir. Zie "Motorkoelvloeistof"<br />

in het hoofdstuk<br />

"Onderhoud en verzorging".<br />

Als er geen koelvloeistof zichtbaar<br />

is in de expansietank:<br />

Voeg een 50/50 mengsel van<br />

schoon water en DEX-COOL ® -koelvloeistof<br />

toe aan de expansietank.<br />

Zie onder "Koelvloeistof" in het<br />

hoofdstuk "Onderhoud en<br />

verzorging".<br />

Vul koelvloeistof op de volgende<br />

manier bij:<br />

1. De auto moet op een vlakke<br />

ondergrond worden geplaatst.<br />

. . . 366


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 367 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

6. Als het niveau in de expansietank<br />

gedaald is, voegt u meer<br />

koelvloeistofmengsel toe om<br />

het niveau tot de juiste markering<br />

te brengen.<br />

7. Breng de dop weer aan. Zet de<br />

dop stevig vast.<br />

OPMERKING<br />

–<br />

2. Wanneer u de dop wilt verwijderen<br />

als het koelsysteem,<br />

inclusief de dop van het koelvloeistofreservoir<br />

en de bovenste<br />

radiateurslang, is afgekoeld,<br />

dan moet u de dop langzaam<br />

een kwartslag linksom draaien.<br />

3. Indien u een sissend geluid<br />

hoort, moet u wachten tot dat<br />

niet meer hoorbaar is. Het sissende<br />

geluid betekent dat het<br />

systeem nog steeds onder druk<br />

staat. Verwijder vervolgens de<br />

dop.<br />

4. Vul het koelvloeistofreservoir<br />

met het juiste mengsel bij tot<br />

iets boven de markering FULL<br />

COLD/FROID.<br />

5. Als de dop met het drukventiel<br />

is verwijderd, start u de motor<br />

en laat hem lopen tot de<br />

bovenste radiatorslang heet<br />

aanvoelt (let op de<br />

ventilatoren).<br />

Wanneer u met uw gezicht naar<br />

de voorkant van het voertuig<br />

staat, is de bovenste radiateurslang<br />

de grootste slang die aan<br />

de linkerkant uit de radiateur<br />

komt.<br />

De expansietankdop is een dop<br />

met een drukventiel en moet<br />

stevig worden vastgedraaid om<br />

verlies van koelvloeistof en<br />

mogelijke motorschade door<br />

oververhitting te voorkomen.<br />

Controleer dat de dop handvast<br />

is aangedraaid en volledig<br />

aansluit.<br />

8. Start de motor en laat deze<br />

warm worden.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

367 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 368 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

■ LEKKE BAND<br />

VERWISSELEN<br />

WAARSCHUWING<br />

Het uivoeren van onderhoud of<br />

reparaties onder een opgekrikte<br />

auto is gevaarlijk zonder de<br />

vereiste veiligheidsapparatuur en<br />

opleiding.<br />

De bij uw auto geleverde krik is<br />

alleen bedoeld voor het vervangen<br />

van een lekke band en mag<br />

alleen voor dat doel gebruikt<br />

worden.<br />

Als de krik voor iets anders wordt<br />

gebruikt, dan kunnen u of anderen<br />

ernstig gewond raken of<br />

gedood worden als de auto van<br />

de krik af glijdt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Voorkom verdere beschadiging<br />

aan de band en het wiel door<br />

uiterst langzaam naar een vlakke<br />

parkeerplaats te rijden waar u het<br />

wiel kunt verwisselen. Schakel de<br />

waarschuwingsknipperlichten in.<br />

Het verwisselen van een wiel is<br />

niet zonder gevaar. De auto kan<br />

van de krik glijden en zo uzelf of<br />

andere mensen verwonden.<br />

WAARSCHUWING<br />

Zorg dat de auto bij het verwisselen<br />

van het wiel niet kan<br />

bewegen:<br />

• Parkeer op vlakke grond.<br />

•Trek de parkeerrem stevig aan.<br />

• Schakel in de stand P<br />

(parkeren).<br />

• Zet de motor af.<br />

• Start de motor niet als het<br />

voertuig omhoog is gekrikt.<br />

• Alle passagiers moeten het<br />

voertuig verlaten voordat het<br />

voertuig omhoog wordt<br />

gekrikt.<br />

• Plaats blokken voor en achter<br />

het wiel dat zich schuin tegenover<br />

het te verwisselen wiel<br />

bevindt.<br />

. . . 368


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 369 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

WAARSCHUWING<br />

Om lichamelijk letsel en beschadiging<br />

van de auto te voorkomen,<br />

mag u het reservewiel<br />

nooit uit de opbergplaats onder<br />

de auto verwijderen of daarin<br />

opbergen wanneer de auto door<br />

de krik wordt gesteund.<br />

Het reservewiel altijd uit de<br />

opbergplaats onder de auto<br />

verwijderen of daarin opbergen<br />

wanneer de auto op de grond<br />

staat.<br />

Verwijder de krik en de het<br />

krikgereedschap.<br />

Het gereedschap bevindt zich in het<br />

achtercompartiment.<br />

Als uw voertuig een bagagebeheersysteem<br />

heeft, verwijder u het<br />

opbergbakje om bij de krik te<br />

komen.<br />

Als uw voertuig zitplaatsen op de<br />

derde rij heeft, moet u het opbergvak<br />

voor de hoofdsteunen verwijderen<br />

voordat u bij de krik kunt<br />

komen.<br />

Het gereedschap (en eventueel het<br />

vak) is met een vleugelmoer<br />

vastgezet.<br />

B<br />

A<br />

1. Draai de moer linksom om<br />

de krik te verwijderen.<br />

2. Verwijder de krik en de wielmoersleutel<br />

.<br />

Verwijder de sleutel uit de<br />

gereedschapstas.<br />

C<br />

C<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

369 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 370 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

Reservewiel verwijderen<br />

Het compacte reservewiel bevindt<br />

zich aan de achterzijde van de auto<br />

onder de bodemplaat.<br />

Toegang tot het reservewiel:<br />

1. Open de achterklep.<br />

2. Open de klep van het opbergvak<br />

die zich het dichtst bij de<br />

achterklep bevindt en verwijder<br />

de bak.<br />

3. Bevestig de wielmoersleutel <br />

in de hefinrichting.<br />

A<br />

B<br />

C<br />

4. Draai de wielmoersleutel<br />

linksom om het reservewiel te<br />

laten zakken. Ga hiermee door<br />

tot het reservewiel onder de<br />

auto vandaan kan worden<br />

getrokken.<br />

Als het reservewiel niet tot op de<br />

grond zakt, kan de veiligheidshaak<br />

ele oorzaak zijn.<br />

Kijk onder het voertuig of de kabel<br />

zichtbaar is.<br />

- Als de kabel niet zichtbaar is,<br />

zie dan "Veiligheidshaaksysteem"<br />

verderop in dit hoofdstuk<br />

voor de juiste procedure.<br />

- Als de kabel wel zichtbaar is,<br />

span de kabel dan door de<br />

wielmoersleutel rechtsom te<br />

draaien tot hij twee keer klikt<br />

of twee keer overslaat. De kabel<br />

kan niet te strak worden<br />

gespannen.<br />

Laat de kabel vieren door de<br />

wielmoersleutel drie of vier slagen<br />

linksom te draaien.<br />

Als het reservewiel niet omlaag<br />

komt, zet de kabel dan helemaal<br />

vast en draai hem daarna<br />

minstens twee keer los.<br />

Als het reservewiel nog steeds<br />

niet tot op de grond zakt, zie<br />

dan "Veiligheidshaaksysteem"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

Als het reservewiel wel tot op<br />

de grond zakt, ga dan door<br />

met deze procedure.<br />

. . . 370


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 371 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

A<br />

WIEL VERWISSELEN<br />

1. Leg het compacte reservewiel<br />

op de grond bij de lekke band.<br />

B<br />

C<br />

–<br />

5. Als de band helemaal op de<br />

grond staat, kantel dan de houder<br />

op het uiteinde van de<br />

kabel en trek deze door de<br />

wielopening. Trek de band<br />

onder het voertuig vandaan.<br />

6. Draai de kabel vast door de<br />

wielmoersleutel rechtsom te<br />

draaien tot hij twee keer klikt of<br />

twee keer overslaat.<br />

Sla een normale of lege band niet<br />

onder het voertuig op.<br />

Zie "Lekke band opbergen" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor meer informatie<br />

over het opbergen van een<br />

wiel met normaal formaat of een<br />

lege band.<br />

2. Draai de wielmoeren los met de<br />

wielmoersleutel. Verwijder de<br />

wielmoeren nog niet.<br />

Voorkom dat u de wielmoersleutel<br />

verwijdert terwijl u de<br />

moeren loshaal door de handgreep<br />

van de wielmoersleutel<br />

180° te draaien en daarna de<br />

handgreep weer in de beginstand<br />

te zetten.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

371 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 372 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

3. Bevestig de wielmoersleutel aan<br />

de krik.<br />

4. Zoek het kriksteunpunt dat zich<br />

het dichtst bij het te vervangen<br />

wiel bevindt.<br />

Op de kunststof lijst staan pijlen<br />

die naar inkepingen wijzen, zodat<br />

u de kriksteunpunten gemakkelijker<br />

kunt vinden.<br />

5. Plaats de krik onder het kriksteunpunt<br />

dat zich het dichtst<br />

bij het te vervangen wiel<br />

bevindt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Het is gevaarlijk onder de auto te<br />

werken wanneer deze is opgekrikt.<br />

U kunt zwaar gewond<br />

raken of zelfs omkomen,<br />

wanneer de auto van de krik valt.<br />

Werk nooit onder een auto die<br />

alleen wordt ondersteund door<br />

een krik.<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer uw voertuig wordt<br />

opgekrikt terwijl de krik niet goed<br />

is geplaatst, kan de auto worden<br />

beschadigd of kan het voertuig<br />

van de krik vallen. Om persoonlijk<br />

letsel en beschadiging van de<br />

auto te voorkomen moet de krikkop<br />

op de juiste plaats zijn<br />

aangebracht voordat de auto<br />

wordt opgekrikt.<br />

WAARSCHUWING<br />

De bij uw auto geleverde krik is<br />

alleen bedoeld voor het vervangen<br />

van een lekke band en mag<br />

alleen voor dat doel gebruikt<br />

worden.<br />

6. Draai de wielmoersleutel naar<br />

rechts om de krik omhoog te<br />

brengen.<br />

7. Breng de krik omhoog totdat<br />

de kop van de krik onder het<br />

voertuig past.<br />

. . . 372


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 373 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

8. Krik vervolgens de auto op tot<br />

er voldoende ruimte is om het<br />

reservewiel aan te brengen.<br />

OPMERKING<br />

Plaats de krik en breng hem omhoog<br />

zodat de sleuven in de kop<br />

in de metalen flens achter het<br />

pijltje op de kunststof lijst past.<br />

Wanneer de portieren zijn<br />

vergrendeld met het alarmsysteem<br />

geactiveerd, dan wordt het<br />

alarm geactiveerd als het voertuig<br />

omhoog wordt gekrikt.<br />

9. Verwijder de wielmoeren en<br />

verwijder het wiel.<br />

10. Verwijder vuil en roest van de<br />

wielbouten, montagevlakken<br />

en reservewiel.<br />

–<br />

–<br />

OPMERKING<br />

–<br />

Raak de kunststof lijst niet aan.<br />

–<br />

–<br />

373 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 374 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

WAARSCHUWING<br />

Wanneer er roest of vuil zit op het<br />

wiel of op die delen van de auto<br />

waarmee het wiel in aanraking<br />

komt, kan dat tot gevolg hebben<br />

dat de wielbouten na verloop<br />

van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />

het wiel geheel loskomen en een<br />

ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />

een wiel verwisselt, maak dan de<br />

plaatsen schoon waar het wiel<br />

met de auto in aanraking komt.<br />

In noodgevallen kunt u daarvoor<br />

een doek of een stuk papier<br />

gebruiken. Zorg er echter voor<br />

dat u later, als dat nodig is, met<br />

behulp van een schraper of een<br />

staalborstel de contactvlakken<br />

goed reinigt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Smeer nooit olie of vet op de<br />

wielbouten of wielmoeren. Hierdoor<br />

zouden de moeren kunnen<br />

losraken. Wanneer als gevolg<br />

hiervan het wiel van de auto<br />

loopt, zou een ernstig ongeval<br />

kunnen ontstaan.<br />

11. Breng het reservewiel aan. 12. Breng de wielmoeren aan met<br />

het afgeronde deel naar het<br />

wiel. Draai de moeren handvast<br />

tot het wiel aanligt tegen de<br />

naaf.<br />

13. Draai de wielmoersleutel<br />

linksom om de auto te laten<br />

zakken.<br />

Laat de krik geheel zakken.<br />

. . . 374


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 375 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

WAARSCHUWING<br />

OPMERKING<br />

5<br />

3<br />

2<br />

14. Draai de wielbouten met de<br />

wielmoersleutel stevig vast in de<br />

hierboven aangegeven<br />

volgorde.<br />

1<br />

4<br />

6<br />

Door verkeerde of niet goed vastgedraaide<br />

wielmoeren kan het<br />

wiel losraken en zelfs van de auto<br />

lopen. Dit zou tot een ernstig<br />

ongeval kunnen leiden. Overtuig<br />

u ervan dat u de juiste wielmoeren<br />

gebruikt. Vooral bij een eventuele<br />

vervanging is het belangrijk<br />

om erop te letten dat u nieuwe<br />

wielmoeren van het juiste type<br />

krijgt. Laat na het monteren van<br />

een wiel de wielmoeren zo spoedig<br />

mogelijk met een momentsleutel<br />

met het voorgeschreven<br />

aanhaalmoment natrekken.<br />

Wanneer de wielmoeren niet met<br />

het juiste aanhaalmoment zijn<br />

vastgezet, kunnen trillingen<br />

ontstaan tijdens het remmen en<br />

kan de remschijf worden beschadigd.<br />

Om kostbare reparaties aan<br />

het remsysteem te voorkomen,<br />

moeten de wielmoeren gelijkmatig<br />

en in de juiste volgorde met<br />

het voorgeschreven aanhaalmoment<br />

worden vastgezet.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

Zie "Specificaties en inhouden" in<br />

hoofdstuk 4 voor het juiste<br />

aanhaalmoment van de<br />

wielmoeren.<br />

–<br />

–<br />

375 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 376 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

Plaats geen wieldop op een<br />

compact reservewiel. Berg de<br />

wieldop in de bagageruimte op tot<br />

de lekke band gerepareerd of<br />

vervangen is.<br />

Berg de krikuitrusting op in de daartoe<br />

bestemde opbergvakken.<br />

Opmerking:<br />

U kunt een wiel met normaal<br />

formaat niet onder het voertuig<br />

opbergen. Het moet in het voertuig<br />

worden opgeborgen. Zie<br />

"Lekke band opbergen" verderop<br />

in dit hoofdstuk voor meer<br />

informatie.<br />

Als u een compact reservewiel onder<br />

de achterzijde van het voertuig wilt<br />

opbergen, zorg dan dat het ventiel<br />

van de band naar beneden wijst en<br />

zich aan de achterzijde van de auto<br />

bevindt.<br />

Zie "Opslag van het compacte reservewiel"<br />

verderop in dit hoofdstuk.<br />

BANDEN EN KRIKUITRUS-<br />

TING OPBERGEN<br />

De lekke band opbergen<br />

WAARSCHUWING<br />

Het in de passagiersruimte<br />

opbergen van de krik, een wiel of<br />

andere uitrusting kan lichamelijk<br />

letsel veroorzaken. Bij een noodstop<br />

of een ongeval kan losliggend<br />

gereedschap iemand<br />

raken. Berg het daarom op de<br />

daarvoor aangewezen plaatsen<br />

op.<br />

. . . 376


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 377 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

Auto's met derde rij zitplaatsen<br />

1. Berg alle krikgereedschap op in<br />

het opbergvak en plaats het<br />

deksel van het opbergvak terug.<br />

2. Gebruik bij voertuigen met zitplaatsen<br />

op de derde rij de<br />

knop voor de elektrisch bedienbare<br />

stoelen bij de achterklep<br />

om de zitplaatsen van de derde<br />

rij te kantelen.<br />

3. Plaats de lekke band in de<br />

opbergzak en plaats de band<br />

rechtop tegen de derde rij<br />

zitplaatsen.<br />

4. Leid de bevestigingsband door<br />

de band en bevestig de band in<br />

de snoerbanden voor de<br />

bagage achter in het voertuig.<br />

5. Zet de bevestigingsband vast.<br />

Voertuigen zonder derde rij zitplaatsen/met<br />

een vlakke<br />

laadvloer<br />

1. Berg alle krikgereedschap op in<br />

het opbergvak en plaats het<br />

deksel van het opbergvak terug.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

2. Plaats de lekke band in de<br />

opbergzak en leg de band horizontaal<br />

op de vloer achter in<br />

het voertuig.<br />

–<br />

3. Leid de bevestigingsband door<br />

de band en bevestig de band in<br />

de snoerbanden voor de<br />

bagage achter in het voertuig.<br />

–<br />

4. Zet de bevestigingsband vast.<br />

377 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 378 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

Compacte reservewiel<br />

opbergen<br />

WAARSCHUWING<br />

Het onder de bodemplaat<br />

gemonteerd compacte reservewiel<br />

moet met het ventiel<br />

omlaag worden opgeborgen. Als<br />

de band met het ventiel omhoog<br />

wordt opgeborgen, werkt de<br />

veiligheidshaak niet correct en<br />

kan het reservewiel losraken en<br />

plotseling van het voertuig<br />

vallen.<br />

Als dit gebeurt wanneer het voertuig<br />

rijdt, kan de band een<br />

persoon of ander voertuig raken,<br />

waardoor er letsel en schade<br />

ontstaat. Zorg ervoor dat het<br />

onder de bodemplaat gemonteerd<br />

reservewiel met het ventiel<br />

omlaag is opgeborgen.<br />

U kunt de band als volgt weer onder<br />

het voertuig in de reservewielhouder<br />

plaatsen:<br />

1. Leg de band op de grond aan<br />

de achterzijde van het voertuig.<br />

Zorg dat het ventiel van de<br />

band naar beneden en naar de<br />

achterzijde van het voertuig<br />

wijst, zodat u er gemakkelijk bij<br />

kunt als u de bandenspanning<br />

wilt controleren.<br />

2. Bevestig de wielmoersleutel in<br />

de as van de hefinrichting.<br />

3. Draai de wielmoersleutel<br />

linksom om de kabel te laten<br />

zakken.<br />

4. Kantel de houder op het uiteinde<br />

van de kabel en druk<br />

deze door de wielopening.<br />

Zorg dat de houder volledig aan<br />

de onderzijde van het wiel is<br />

bevestigd.<br />

5. Draai de wielmoersleutel naar<br />

rechts om de krik van de grond<br />

te halen.<br />

6. Vlak voordat het wiel volledig is<br />

opgetild in de opbergpositie,<br />

moet u het wiel dusdanig<br />

draaien dat het ventiel naar de<br />

achterzijde van het voertuig<br />

wijst.<br />

Het ventiel is gemakkelijk toegankelijk<br />

wanneer u de bandenspanning<br />

moet controleren.<br />

. . . 378


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 379 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

7. Blijf de wielmoersleutel draaien<br />

totdat de band tegen de onderzijde<br />

van het voertuig ligt.<br />

8. Wanneer het wiel tegen de<br />

onderkant van de auto ligt,<br />

moet u de wielmoersleutel verder<br />

draaien tot u meer dan<br />

twee klikken hoort of de sleutel<br />

tweemaal voelt overslaan. Het is<br />

niet mogelijk de hefinrichting te<br />

stevig vast te draaien.<br />

9. Probeer de band met uw handen<br />

te verplaatsen om er zeker<br />

van te zijn dat de band stevig<br />

vastzit.<br />

Wanneer de band beweegt,<br />

kunt u de wielmoersleutel gebruiken<br />

om de kabel vast te<br />

draaien.<br />

De krikuitrusting opbergen<br />

1. Doe de sleutel terug in de<br />

opbergzak.<br />

2. Monteer de opbergzak en de<br />

krik samen met de vleugelmoer.<br />

Het gereedschap (en eventueel<br />

het vak) is met een vleugelmoer<br />

vastgezet.<br />

3. Draai de vleugelmoer rechtsom.<br />

4. Berg de krikuitrusting op in de<br />

daartoe bestemde<br />

opbergvakken.<br />

- Als uw voertuig een bagagebeheersysteem<br />

heeft, verwijder<br />

dan het opbergbakje om<br />

bij het opbergvak te komen.<br />

- Als uw voertuig zitplaatsen op<br />

de derde rij heeft, moet u het<br />

opbergvak voor de hoofdsteunen<br />

verwijderen om bij het opbergvak<br />

te komen.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

379 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 380 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

VEILIGHEIDSHAAK<br />

De veiligheidshaak is ontworpen om<br />

te voorkomen dat het reservewiel<br />

plotseling van het voertuig valt als<br />

de kabel waarmee het reservewiel is<br />

bevestigd, beschadigd raakt.<br />

Teneinde de veiligheidshaak te laten<br />

werken, moet de band worden<br />

opgeborgen met het ventiel<br />

omlaag.<br />

WAARSCHUWING<br />

Lees alle instructies voordat u aan<br />

de procedure begint. Nalatigheid<br />

bij het doorlezen en opvolgen<br />

van de instructies kan schade<br />

veroorzaken aan de hefinrichting<br />

en u of anderen kunnen gewond<br />

raken.<br />

Voer de volgende procedure uit om<br />

het reservewiel uit de tweede<br />

vergrendeling los te maken:<br />

1. Kijk onder het voertuig of de<br />

kabel zichtbaar is.<br />

2. Als de kabel niet zichtbaar is, ga<br />

dan door naar stap 4.<br />

3. Wanneer de kabel zichtbaar is,<br />

plaatst u de sleutel op de<br />

hijsmoer.<br />

Draai de moersleutel linksom tot<br />

ongeveer 15 cm van de kabel<br />

zichtbaar is.<br />

4. Bevestig de wielmoersleutel aan<br />

de krik.<br />

Breng de krik minstens 10 slagen<br />

omhoog.<br />

5. Plaats de krik onder het voertuig<br />

voor de achterbumper.<br />

Plaats het middelste hefpunt<br />

van de krik onder het midden<br />

van het reservewiel.<br />

. . . 380


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 381 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

6. Draai de moersleutel rechtsom<br />

om de krik omhoog te brengen<br />

tot de krikkop de veiligheidshaak<br />

raakt.<br />

7. Blijf de krik omhoog bewegen<br />

tot het reservewiel niet verder<br />

omhoog beweegt en stevig op<br />

zijn plaats wordt gehouden.<br />

De veiligheidshaak moet dan vrij<br />

komen.<br />

8. Laat de krik zakken door de<br />

moersleutel linksom te draaien.<br />

Laat de krik zakken tot het reservewiel<br />

op de moersleutel steunt.<br />

WAARSCHUWING<br />

Als het reservewiel niet volledig<br />

van de krik afglijdt, zorg er dan<br />

voor dat er zich niemand achter<br />

of links of rechts van u bevindt als<br />

u de krik onder het reservewiel<br />

vandaan trekt. Iemand die te<br />

dichtbij staat kan tijdens deze<br />

procedure gewond raken door<br />

de krik.<br />

9. Trek het wiel onder het voertuig<br />

vandaan.<br />

10. Verwijder de krik en de<br />

wielmoersleutel.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

381 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 382 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

11. Als de band volledig omlaag is<br />

gebracht, kantel de houder bij<br />

het uiteinde van de kabel en<br />

trek deze door de wielopening.<br />

12. Als de kabel onder het voertuig<br />

hangt, bevestig dan de wielmoersleutel<br />

op de hefinrichtingsas<br />

en draai de<br />

wielmoersleutel rechtsom om<br />

de kabel op te winden.<br />

Laat de hefinrichtingsvoorziening<br />

zo spoedig mogelijk nakijken.<br />

Er kan pas een compact<br />

reservewiel worden opgeborgen<br />

als de hefinrichtingsvoorziening<br />

is gerepareerd of<br />

vervangen.<br />

Als u een lekke band moet verwisselen,<br />

kunt u nu beginnen met de<br />

procedure die eerder in dit hoofdstuk<br />

onder "Wiel verwisselen" werd<br />

beschreven.<br />

COMPACTE RESERVEWIEL<br />

Hoewel het compacte reservewiel<br />

op de juiste spanning is gebracht<br />

toen het voertuig nieuw was, kan de<br />

spanning na verloop van tijd afnemen.<br />

Controleer regelmatig de<br />

bandenspanning. De juiste spanning<br />

is 420 kPa (60 psi). Met het<br />

compacte reservewiel mag niet<br />

harder dan 105 km/u en meer dan<br />

5000 km worden gereden. We<br />

raden u aan het compacte reservewiel<br />

zo snel mogelijk te vervangen<br />

door een wiel van normale grootte.<br />

Het reservewiel gaat dan langer mee<br />

en is in goede staat wanneer het<br />

weer moet worden gebruikt.<br />

Wanneer u een compact reservewiel<br />

heeft gemonteerd of verwijderd,<br />

moet u het controlesysteem voor de<br />

bandenspanning kalibreren. Zie<br />

"Controle systeem voor de bandenspanning"<br />

onder "Banden" in hoofdstuk<br />

4.<br />

. . . 382


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 383 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

WAARSCHUWING<br />

Monteer niet meer dan één<br />

compact reservewiel tegelijk op<br />

uw voertuig.<br />

Rij voorzichtig wanneer het<br />

compacte reservewiel op de auto<br />

gemonteerd is.<br />

OPMERKING<br />

Gebruik uw reservewiel niet voor<br />

andere voertuigen.<br />

Vervang de compacte reserveband<br />

of het wiel niet met andere wielen of<br />

banden. Deze zullen niet passen.<br />

Houd uw reserveband en de velg<br />

ervan bij elkaar.<br />

OPMERKING<br />

Sneeuwkettingen passen niet op<br />

uw compacte reservewiel.<br />

Wanneer u ze toch gebruikt, kan<br />

er schade ontstaan aan zowel het<br />

voertuig als aan de ketting. Maak<br />

geen gebruik van sneeuwkettingen<br />

op uw compacte<br />

reservewiel.<br />

–<br />

Rijd nooit een wasstraat met<br />

beschermende wielrails binnen<br />

wanneer het compacte reservewiel<br />

is gemonteerd. Het compacte<br />

reservewiel kan dan klem<br />

komen te zitten. Dit kan beschadiging<br />

van de band, de velg en<br />

soms ook andere onderdelen van<br />

het voertuig tot gevolg hebben.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

383 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 384 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

■ ALS UW VOERTUIG<br />

VAST KOMT TE ZITTEN<br />

Als uw voertuig vast komt te zitten<br />

in zand, modder, ijs of sneeuw moet<br />

u de wielen laten doorslippen.<br />

U moet de wielen echter niet te snel<br />

laten doorslippen.<br />

Het tractieregelsysteem kan vaak<br />

helpen een vastgelopen voertuig los<br />

te krijgen.<br />

Het kan echter mogelijk zijn dat u<br />

het voertuig heen en weer moet<br />

laten rollen om het los te krijgen.<br />

Zie "Het voertuig voor- en achteruit<br />

laten rollen" verderop in dit<br />

hoofdstuk.<br />

WAARSCHUWING<br />

Als u uw wielen met een te hoge<br />

snelheid laat doorslippen,<br />

kunnen ze exploderen. U kunt zo<br />

uzelf of anderen letsel toebrengen.<br />

Daarnaast kunnen ook de<br />

transmissie of andere onderdelen<br />

van het voertuig oververhit raken<br />

en motorbrand of andere schade<br />

veroorzaken.<br />

Als het voertuig vast komt te<br />

zitten, moet u de wielen zo min<br />

mogelijk laten doorslippen. Laat<br />

de wielen niet doorslippen met<br />

snelheden van meer dan 55 km/<br />

u, zoals op de snelheidsmeter<br />

wordt aangegeven.<br />

Voor informatie over het gebruik<br />

van sneeuwkettingen, zie "Sneeuwkettingen"<br />

onder "Banden" in<br />

hoofdstuk 4.<br />

Het voertuig voor- en achteruit<br />

laten rollen<br />

Uw voertuig los krijgen als deze vast<br />

zit:<br />

1. Draai het stuurwiel naar links en<br />

naar rechts om het gebied rond<br />

de voorwielen vrij te maken.<br />

2. Schakel het tractieregelsysteem<br />

en het Stabilitrak-systeem uit.<br />

Zie hoofdstuk 1 voor meer informatie<br />

over het in- en uitschakelen<br />

van het tractieregel- en<br />

stabiliteitssysteem.<br />

. . . 384


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 385 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

3. Schakel de transmissie heen en<br />

weer tussen R (Achteruit) en<br />

een voorwaartse versnelling,<br />

waarbij de wielen zo min<br />

mogelijk moeten doorslippen.<br />

Wacht tot de wielen stoppen<br />

met draaien en schakel daarna<br />

pas om slijtage aan de transmissie<br />

te voorkomen.<br />

Laat het gaspedaal los terwijl u<br />

schakelt en drukt het iets in<br />

wanneer u hebt geschakeld.<br />

Door de heen-en-weer-beweging<br />

komt het voertuig wellicht vrij.<br />

Als dit niet lukt, moet u het voertuig<br />

los laten trekken.<br />

Sleepogen<br />

Uw voertuig kan uitgerust zijn met<br />

een sleepoog.<br />

De haak zit in de opbergruimte voor<br />

de krik.<br />

De haak kan aan de voorzijde van<br />

het voertuig aan de rechterzijde of<br />

aan de achterzijde van het voertuig<br />

aan de linkerzijde worden<br />

bevestigd.<br />

Verwijder het kapje uit de lijst en<br />

schroef de haak op zijn plaats.<br />

U kunt deze haak gebruiken<br />

wanneer de auto vastzit in zand,<br />

modder of sneeuw, enz.<br />

WAARSCHUWING<br />

Trek de auto altijd rechtuit. Trek<br />

nooit in zijwaartse richting aan<br />

de sleepogen.<br />

WAARSCHUWING<br />

Houd mensen uit de buurt van<br />

de sleepogen en eventueel<br />

gebruikte kettingen of kabels als<br />

u deze gebruikt.<br />

OPMERKING<br />

Gebruik de sleepogen nooit om<br />

de auto te laten wegslepen. De<br />

auto kan dan worden beschadigd<br />

en reparaties vallen niet<br />

onder garantie.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

385 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 386 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Werkzaamheden in noodgevallen<br />

■ GEGEVENSVERZAME-<br />

LING EN GEGEVENSRE-<br />

CORDERS VOOR<br />

GEBEURTENISSEN<br />

Uw voertuig is voorzien van computermodules<br />

die de voertuigsystemen<br />

en prestaties volgen en regelen.<br />

Deze modules kunnen deze informatie<br />

voor later gebruik opslaan.<br />

De opgeslagen informatie kan<br />

worden gebruikt bij de diagnose en<br />

reparatie van storingen. De informatie<br />

kan ook worden gebruikt om de<br />

rijveiligheidheid en prestaties bij<br />

aanrijdingen te verbeteren.<br />

Sommige modules kunnen ook<br />

gegevens opslaan over hoe u met<br />

het voertuig omgaat, zoals het<br />

brandstofverbruik of de gemiddelde<br />

rijsnelheid.<br />

Deze modules kunnen ook persoonlijke<br />

voorkeuren van de eigenaar<br />

opslaan, zoals voorkeurinstellingen<br />

voor de radio, zitposities en<br />

temperatuurinstellingen.<br />

De gegevensrecorders voor gebeurtenissen<br />

in uw voertuig zijn bedoeld<br />

om gegevens over de voertuigdynamica<br />

en veiligheidssystemen op te<br />

slaan.<br />

Tijdens een aanrijding kan uw voertuig<br />

informatie opslaan over de<br />

toestand van het voertuig, hoe het<br />

voertuig werd gebruikt en wat de<br />

verschillende veiligheidssystemen<br />

deden.<br />

Gegevens worden alleen opgeslagen<br />

wanneer er zich een ernstige<br />

aanrijding voordoet.<br />

In de meeste gevallen wordt er<br />

slechts 30 seconden informatie<br />

opgeslagen.<br />

Er is speciale apparatuur nodig om<br />

deze gegevens op te halen.<br />

Ordehandhavingsinstanties of anderen<br />

kunnen apparatuur hebben<br />

waarmee deze informatie kan<br />

worden opgevraagd wanneer zij<br />

toegang hebben tot het voertuig of<br />

het apparaat waarmee deze gegevens<br />

worden opgeslagen.<br />

Er worden geen persoonlijke gegevens<br />

opgeslagen door de gegevensrecorders<br />

voor gebeurtenissen,<br />

maar ordehandhavingsinstanties of<br />

anderen kunnen de gegevens opgeslagen<br />

in uw voertuig combineren<br />

met persoonlijk informatie die altijd<br />

bij een aanrijding wordt verzameld.<br />

. . . 386


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 387 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Hoofdstuk 5<br />

GM kan alleen toegang tot deze<br />

informatie krijgen met toestemming<br />

van de eigenaar of huurder van het<br />

voertuig, in reactie op een officieel<br />

verzoek van de politie of andere<br />

autoriteiten, als onderdeel van de<br />

verdediging tijdens een proces of<br />

wanneer vereist door de wet.<br />

De gegevens die GM verzamelt of<br />

ontvangt kunnen ook worden<br />

gebruikt voor onderzoek door GM<br />

of kunnen aan anderen beschikbaar<br />

worden gesteld voor onderzoek,<br />

wanneer is aangetoond dat dit<br />

nodig is en de gegevens niet aan<br />

een specifiek voertuig of een specifieke<br />

eigenaar kunnen worden<br />

gekoppeld.<br />

Bij voertuigen met navigatiesysteem<br />

kan daarnaast de volgende informatie<br />

worden opgeslagen:<br />

• Adressen<br />

• Bestemmingen<br />

• Telefoonnummers<br />

• Andere reisinformatie<br />

Raadpleeg de afzonderlijke handleiding<br />

voor het navigatiesysteem voor<br />

instructies voor het verwijderen van<br />

de opgeslagen informatie.<br />

Sommige voertuigen gebruiken<br />

identificatietechnologie via radiofrequenties<br />

voor functies zoals het<br />

controlesysteem voor de bandenspanning<br />

en afstandsbedieningssystemen.<br />

Bij deze technologie wordt<br />

geen persoonlijke informatie<br />

gebruikt of opgeslagen of een<br />

koppeling naar andere systemen<br />

met dit soort informatie gemaakt.<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

–<br />

387 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 388 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 389 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

A<br />

Aanhanger - aanhanger parkeren op hellingen .......284<br />

Aanhanger - aanhangerremmen .............................283<br />

Aanhanger - rijden met een aanhanger ...................277<br />

Aanhanger - trekhaak ..............................................283<br />

Aanhanger - veiligheidskettingen ............................283<br />

Aanhanger trekken - onderhoud tijdens het rijden<br />

met een aanhanger ...............................................285<br />

Aanhanger trekken - richtingaanwijzers aanhanger .284<br />

Aanpassingen ...........................................................290<br />

Aansluiting - negatieve externe accuklem .......297, 298<br />

Aansluiting elektrische accessoires .............................83<br />

Aansteker .................................................................177<br />

ABS ..........................................................................272<br />

ABS - waarschuwingslamp .........................................32<br />

Accessoires ...............................................................290<br />

Accessoires - accessoirevoeding ...................... 178, 247<br />

Accu ....................................................... 297, 298, 314<br />

Accu - afzonderlijke positieve accuklem ..........297, 298<br />

Accu - beheer elektrisch vermogen ..........................179<br />

Accu - bescherming tegen leeglopen accu ..............178<br />

Accu - controlelamp laadstroom ................................29<br />

Accu - negatieve externe accuklem ................ 297, 298<br />

Accu - spanning .........................................................46<br />

Accu - starten met hulpaccu ....................................356<br />

Accuklemmen - positieve externe accuklem ...297, 298<br />

Achter - bagagebeheersysteem ...............................177<br />

Achter - laadruimte ..................................................168<br />

Achterklep ................................................................168<br />

Achterruit - verwarming .......................................... 100<br />

Achterruit - wis-/wasinstallatie ................................. 149<br />

Afdekhoes - bagageafdekhoes ................................. 177<br />

Afstandsbediening -<br />

akkoordcode voor zenderfrequenties .................... 242<br />

Afstandsbediening - batterij vervangen ................... 241<br />

Afstandsbediening -<br />

bereik van de afstandsbediening .......................... 240<br />

Afstandsbediening -<br />

het voertuig starten op afstand .......................62, 242<br />

Airbag ...................................................................... 202<br />

Airbag - aan/uit-indicator ..................................37, 214<br />

Airbag - passagiersdetectiesysteem ......................... 209<br />

Airbag - waarschuwingslamp ..............................36, 70<br />

Airbags - passagiersdetectiesysteem ........................ 209<br />

Airbagsysteem - aan/uit-indicator van ...............37, 214<br />

Airbagsysteem - Passagiersdetectiesysteem ............. 209<br />

Airconditioning - achter .......................................... 101<br />

Airconditioning -<br />

airconditioning met temperatuurregeling ........24, 92<br />

Airconditioning - airconditioning met twee zones .... 92<br />

Airconditioning - koelmiddel ................................... 351<br />

Airconditioning met twee zones ............................... 92<br />

Airconditioningsstand ............................................... 97<br />

Allwheel-aandrijving - verdeelbak-smeermiddel ...... 308<br />

Allwheel-aandrijving - voorschriften voor het rijden<br />

met auto's met allwheel-aandrijving ..................... 257<br />

Antenne .................................................................. 138<br />

Antidiefstal - indringingssensor ............................... 236<br />

389 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 390 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

A (vervolg)<br />

Antidiefstal - uitschakelknop indringingssensor .......236<br />

Anti-diefstalsysteem - anti-diefstalsysteem ...............234<br />

Anti-diefstalsysteem - immobilisatiesysteem ............232<br />

Armsteun - middenconsole ......................................175<br />

As - maximaal toegestane voor- en ..........................277<br />

As - smeermiddel achteras .......................................310<br />

As - smeermiddel vooras ..........................................309<br />

Asbak ................................................................ 24, 177<br />

Audio .........................................................................24<br />

Audio - antenne .......................................................138<br />

Audio - beveiliging tegen diefstal ............................136<br />

Audio - CD-speler ....................................................121<br />

Audio - Draagbaar muziekapparaat .........................135<br />

Audio - eigenschappen en bediening van het RDS ..115<br />

Audio -<br />

entertainmentsysteem voor achterpassagiers ........138<br />

Audio - geluidsinstallatie voor achterpassagiers .......139<br />

Audio - radiotoetsen ................................................109<br />

Audio - radiotoetsen op het stuurwiel .....................137<br />

Audio - RDS-geluidsinstallatie met cd-speler<br />

voor 1 of 6 cd's ......................................................104<br />

Audio - Zorg voor uw cd's .......................................136<br />

Audio - Zorg voor uw cd-speler ...............................136<br />

Auto - heen en weer rollen ......................................384<br />

Automatisch koplampsysteem ...................................86<br />

Automatische niveauregeling ..................................274<br />

Automatische stabilisatieregeling .............................274<br />

B<br />

Bagage - achterste laadruimte ................................. 168<br />

Bagage - bagageafdekhoes ..................................... 177<br />

Bagage - bagagebeheersysteem ............................. 177<br />

Bagage - bagagenet ................................................ 176<br />

Bagage - bagagerek ................................................ 175<br />

Bagage - identificatieplaatje .................................... 276<br />

Bagage - informatieplaatje voor banden ................. 276<br />

Bagage - maximaal toegestane voor- en ................. 277<br />

Bagage - voertuig beladen ................................14, 275<br />

Bagagerek - bagagerek ............................................ 175<br />

Banden .................................................................... 320<br />

Banden - banden opbergen .................................... 378<br />

Banden - banden vervangen ................................... 329<br />

Banden - compacte reservewiel .............................. 382<br />

Banden - controle bandenspanning .......................... 48<br />

Banden - controlesysteem bandenspanning ........... 323<br />

Banden - displays controle bandenspanning ............ 48<br />

Banden - hogere snelheden .................................... 322<br />

Banden - informatieplaatje voor banden ................. 276<br />

Banden - inspecteren en verwisselen van de banden 328<br />

Banden - lampje lage bandenspanning ...............39, 65<br />

Banden - op spanning brengen .............................. 321<br />

Banden - opbergen van het wiel ..........5, 18, 368, 371<br />

Banden - opslag van het compacte reservewiel ...... 378<br />

Banden - opslag van wiel ........................................ 376<br />

Banden - reservewiel ............................5, 18, 368, 371<br />

Banden - sneeuwkettingen ...................................... 332<br />

. . . 390


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 391 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

B (vervolg)<br />

Banden - veiligheidshaak reservewiel .......................380<br />

Banden - wiel met lekke band<br />

vervangen ................................ 5, 18, 349, 350, 368<br />

Banden - wiel verwisselen ........................................371<br />

Banden -<br />

wieluitlijning en uitbalancering van de wielen ......333<br />

Banden - winterbanden ...........................................332<br />

Bedieningsorganen - bedieningsorganen op<br />

dashboard en middenconsole .................................24<br />

Bedieningsorganen - bedieningsorganen op<br />

stuurwiel/stuurkolom ............................................144<br />

Beheer elektrisch vermogen .....................................179<br />

Bekerhouders ...........................................................176<br />

Beladen - identificatieplaatje ....................................276<br />

Beladen - maximaal toegestane voor- en ................277<br />

Beladen - voertuig beladen ............................... 14, 275<br />

Belading - informatieplaatje voor banden ................276<br />

Benzine - brandstof tanken ......................................293<br />

Bergruimte - bagageafdekhoes ................................177<br />

Bergruimte - handschoenenkastje .................... 24, 176<br />

Bergvakken ..............................................................175<br />

Bergvakken - bagagenet ..........................................176<br />

Bergvakken - bekerhouders .....................................176<br />

Bergvakken - handschoenenkastje .................... 24, 176<br />

Bergvakken - laadruimte achterin ............................168<br />

Beschikbaarheid Radio Data System ........................114<br />

Beveiliging - anti-diefstalsysteem .............................234<br />

Beveiliging - immobilisatiesysteem ..........................232<br />

Bougies ........................................................... 349, 350<br />

Brandstof ................................................................. 291<br />

Brandstof - brandstofbereik ....................................... 44<br />

Brandstof - brandstofmeter ....................................... 27<br />

Brandstof - brandstoftank ........................................ 351<br />

Brandstof - brandstofverbruik en emissiegegevens . 352<br />

Brandstof - brandstofverbruik op het moment .......... 44<br />

Brandstof - gemiddeld brandstofverbruik .................. 44<br />

Brandstof - tanken ................................................... 293<br />

Brandstof - Verbruikte brandstof ............................... 45<br />

C<br />

Cd - Zorg voor uw cd's ........................................... 136<br />

Cd - Zorg voor uw cd-speler ................................... 136<br />

CD-speler ....................................................... 118, 121<br />

Cd-speler - cd's met MP3- of<br />

WMA-bestanden afspelen ..................................... 125<br />

Centrale portiervergrendeling -<br />

akkoordcode voor zenderfrequenties .................... 242<br />

Centrale portiervergrendeling met<br />

afstandsbediening - akkoordcode voor<br />

zenderfrequenties ................................................. 242<br />

Claxon ...............................................................24, 144<br />

Compact Disc - RDS-geluidsinstallatie met<br />

cd-speler voor 1 of 6 cd's ...................................... 104<br />

Console - middenconsole ........................................ 175<br />

Controlelamp - controlelamp ABS ............................. 32<br />

Controlelamp - controlelamp airbag ...................36, 70<br />

Controlelamp - controlelamp alarmsysteem ............. 37<br />

391 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 392 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

C (vervolg)<br />

Controlelamp - controlelamp cruise control ..............39<br />

Controlelamp - controlelamp laadsysteem ................29<br />

Controlelamp - controlelamp mistlampen .................38<br />

Controlelamp - controlelamp mistlampen achter ......38<br />

Controlelamp - controlelamp tractieregelsysteem .....35<br />

Controlelamp - controlelamp voor voertuigstoring ...33<br />

Controlelamp - waarschuwingslamp motoroliedruk .28<br />

Controlelamp - waarschuwingslamp remsysteem .....31<br />

Controlelamp - waarschuwingslamp voor<br />

koelvloeistoftemperatuur .........................................30<br />

Controlelamp - waarschuwingslamp voor niet<br />

dragen veiligheidsgordel ................................ 36, 200<br />

Controlelamp - waarschuwingssignaal ingeschakelde<br />

verlichting ...............................................................38<br />

Controlelamp alarmsysteem ......................................37<br />

Controlelamp remsysteem .........................................31<br />

Controlelamp voor voertuigstoring ...........................33<br />

Controlelampje - waarschuwingslampje voor<br />

veiligheidsgordel passagier ............................. 37, 200<br />

Cruise control ..........................................................151<br />

Cruise control - controlelamp ....................................39<br />

D<br />

Dak - bagagerek ......................................................175<br />

Dak - enkel zonnedak ..............................................172<br />

Dak - hoofdruimte en dak ........................................171<br />

Dakconsole - bagagerek ..........................................175<br />

Dakconsole - enkel zonnedak ..................................172<br />

Dakconsole - hoofdruimte en dak ........................... 171<br />

Dashboard - instrumentengroep .........................24, 26<br />

Display - informatiecentrum voor de bestuurder ...... 27<br />

Displays - display in Engels ........................................ 51<br />

E<br />

Eenheden - Engels/Metrisch ...................................... 47<br />

Eigenschappen - bijzondere eigenschappen ............. 50<br />

Elektriciteit - accessoirevoeding ...................... 178, 247<br />

Elektriciteit - zekeringen en stroomonderbrekers ..... 338<br />

Elektriciteit - zekeringenhouder in<br />

motorcompartiment ............................297, 298, 341<br />

Elektrisch - zekeringenhouder achterbank<br />

linkerzijde .............................................................. 344<br />

Elektrisch - zekeringenhouder achterbank<br />

rechterzijde ........................................................... 346<br />

Elektrische aansluiting - elektrische accessoires .......... 83<br />

Elektrische accessoires - elektrische aansluiting .......... 83<br />

Emissies - brandstofverbruik en emissiegegevens .... 352<br />

Engelse eenheden ..................................................... 47<br />

F<br />

Filter - luchtfilter voor luchttoevoer<br />

interieur ..................... 102, 297, 298, 316, 349, 350<br />

Filter -<br />

luchtfilter/filterelement .......297, 298, 315, 349, 350<br />

Filter - motorolie ............................................. 349, 350<br />

Frequentie - akkoordcode voor zenderfrequenties .. 242<br />

. . . 392


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 393 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

G<br />

Gaspedaal - bediening instelbaar gaspedaal ..............24<br />

Gaspedaal - instelbaar gaspedaal .............................250<br />

Gegevensrecorders voor gebeurtenissen .................386<br />

Gegevensverzameling ..............................................386<br />

Geheugen ................................................................183<br />

Geluidsinstallatie ......................................................103<br />

Geluidsinstallatie - antenne ......................................138<br />

Geluidsinstallatie - anti-diefstalsysteem ....................136<br />

Geluidsinstallatie - audiosysteem voor passagiers<br />

achterin de auto ....................................................139<br />

Geluidsinstallatie -<br />

bedieningsorganen op het stuurwiel .....................137<br />

Geluidsinstallatie - beschikbaarheid van RDS ...........114<br />

Geluidsinstallatie - CD-speler ...................................121<br />

Geluidsinstallatie - eigenschappen en bediening van<br />

het RDS .................................................................115<br />

Geluidsinstallatie -<br />

entertainmentsysteem voor achterpassagiers ........138<br />

Geluidsinstallatie - radiotoetsen ...............................109<br />

Geluidsinstallatie - Zorg voor uw cd's ......................136<br />

Geluidsinstallatie - Zorg voor uw cd-speler ..............136<br />

Geluidsinstallatie- RDS-geluidsinstallatie met<br />

cd-speler voor 1 of 6 cd's ......................................104<br />

Geluidssysteem ..........................................................24<br />

Gewicht - maximaal toegestane voor- en ................277<br />

Gloeilampen - vervangen ........................................348<br />

Gonggeluiden -<br />

geluidsvolume van de gong instellen ......................58<br />

Grootlicht - controlelamp .......................................... 26<br />

H<br />

Handschoenenkastje .........................................24, 176<br />

Hellingen - aanhanger parkeren op hellingen ......... 284<br />

Hendel - stuurkolomschakelaar .........................24, 150<br />

Het voertuig starten op afstand .........................62, 242<br />

Het voertuig voor- en achteruit laten rollen ............ 384<br />

Hoofdsteunen - een kinderzitje bevestigen met lage<br />

bevestigingspunten en bovengordel .................... 226<br />

Hoogteverstelling - automatische niveauregeling ... 274<br />

I<br />

Identificatie - Voertuig Identificatie Nummer .......... 337<br />

Immobilisatie - immobilisatiesysteem ...................... 232<br />

Indicator - aan/uit-indicator ..............................37, 214<br />

Indicator - grootlicht ................................................. 26<br />

Indicator - richtingaanwijzers .................................... 26<br />

Informatie - menu Voertuiginformatie ....................... 46<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder ..................... 40<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />

brandstofbereik ....................................................... 44<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder - display ....... 27<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />

informatietoets ............................................. 117, 132<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />

mededelingen ......................................................... 64<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />

menu Reis-/brandstofinformatie .......................41, 43<br />

393 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 394 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

I (vervolg)<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />

menu Voertuiginformatie ........................................46<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder - resettoets ...43<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder - timer ..........45<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder - toetsen 24, 41<br />

Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />

verbruikte brandstof ................................................45<br />

Inhouden ........................................................ 349, 351<br />

Inrijden - inrijperiode bij nieuwe voertuigen ............231<br />

Instapverlichting ........................................................90<br />

Instrumenten -<br />

instrumenten op dashboard en middenconsole .....24<br />

Instrumenten en bedieningsorganen op dashboard<br />

en middenconsole ...................................................24<br />

Instrumentengroep ............................................. 24, 26<br />

Instrumentenpaneel - bediening lichtdimmer ...........24<br />

Instrumentenpaneel -<br />

regelbare instrumentenverlichting ..........................88<br />

Inzittendenbeveiliging - aan/uit-indicator ......... 37, 214<br />

Inzittendenbeveiliging - airbag ................................202<br />

Inzittendenbeveiliging - airbags ...............................201<br />

Inzittendenbeveiliging - bevestigingspunten voor<br />

kinderzitjes met lage bevestigingspunten en .........223<br />

Inzittendenbeveiliging - bovenriem kinderzitjes ......224<br />

Inzittendenbeveiliging -<br />

comfortgeleiders voor schoudergordel .................196<br />

Inzittendenbeveiliging -<br />

gebruik van veiligheidsgordel ................................199<br />

. . . 394<br />

Inzittendenbeveiliging -<br />

gordelspanners voor veiligheidsgordels ............... 201<br />

Inzittendenbeveiliging - heup-/schoudergordel ...... 193<br />

Inzittendenbeveiliging - hoofdsteunen .................... 188<br />

Inzittendenbeveiliging - kinderzitjes ........................ 215<br />

Inzittendenbeveiliging - veiligheidsgordels .........6, 192<br />

Inzittendenbeveiliging -<br />

veiligheidsgordels vervangen ................................ 198<br />

Inzittendenbeveiliging -<br />

verlenger voor veiligheidsgordel .......................... 198<br />

Inzittendenbeveiliging - waarschuwingslamp ...36, 200<br />

Inzittendenbeveiliging - waarschuwingslampje .37, 200<br />

K<br />

Kettingen -<br />

aanhanger trekken met veiligheidskettingen ........ 283<br />

Kettingen - sneeuwkettingen .................................. 332<br />

Kilometerteller ........................................................... 26<br />

Kinderen - bevestigingspunten voor kinderzitjes met<br />

lage bevestigingspunten ....................................... 223<br />

Kinderen - bovenriem kinderzitjes ........................... 224<br />

Kinderen - een kinderzitje bevestigen met lage<br />

bevestigingspunten en bovengordel .................... 226<br />

Kinderen - kinderzitjes ............................................. 215<br />

Kinderen - Oudere kinderen .................................... 221<br />

Kinderzitjes - Oudere kinderen ................................ 221<br />

Kleppen - zonnekleppen ......................................... 171<br />

Klimaatregeling - achter .......................................... 101<br />

Klimaatregeling - knop luchtroosters ........................ 95<br />

Klimaatregeling - regelaar voor ventilatorsnelheid .... 95


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 395 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

K (vervolg)<br />

Klimaatregeling - tips bij het gebruik .......................100<br />

Klimaatregeling- airconditioningsstand .....................97<br />

Klimaatregelsysteem ........................................... 24, 92<br />

Klok ........................................... 24, 78, 103, 105, 107<br />

Knop sleep-/trekfunctie ....................................... 24, 79<br />

Koelmiddel ...............................................................351<br />

Koelvloeistof .............................................................304<br />

Koelvloeistof - expansietank .............17, 297, 298, 351<br />

Koelvloeistof -<br />

koelvloeistof controleren en bijvullen ....................364<br />

Koelvloeistof - temperatuurmeter ..............................26<br />

Koelvloeistof - waarschuwingslamp voor<br />

koelvloeistoftemperatuur .........................................30<br />

Kooldioxide -<br />

brandstofverbruik en emissiegegevens ..................352<br />

Koplampen -<br />

door wissers ingeschakeld koplampen ........... 86, 148<br />

Koplampen - grootlicht-/dimlichtschakelaar ............151<br />

Koplampen - grootlichtcontrolelamp ........................26<br />

Koplampen - hoogteregelaar voor koplampen ..........89<br />

Koplampen - knipperen met grootlicht .....................86<br />

Koplampen - sproeier ....................................... 89, 149<br />

Koppel - motorkoppel .................................... 349, 350<br />

Krikken ................................................. 5, 18, 368, 371<br />

Krikken - opslag van band- en krikuitrusting ............376<br />

L<br />

Laadsysteem - waarschuwingslamp .......................... 29<br />

Lampje - lampje lage bandenspanning ...............39, 65<br />

Lampje - lampje sleep-/trekfunctie ............................ 40<br />

Lendensteun - elektrisch bediende lendensteun ..... 187<br />

Lucht - luchtfilter/<br />

luchtfilterelement ................297, 298, 315, 349, 350<br />

Luchtfilter in<br />

passagiersruimte ........ 102, 297, 298, 316, 349, 350<br />

Luchtkwaliteitssensor ................................................. 98<br />

Luchtroosters .......................................................24, 99<br />

Luchtroosters - knop ................................................. 95<br />

M<br />

Make-upspiegels ............................................ 159, 171<br />

Meldingen - informatiecentrum voor de bestuurder .64<br />

Menu - menu Voertuiginformatie .............................. 46<br />

Meter - brandstofmeter ............................................. 27<br />

Meter - temperatuurmeter ........................................ 26<br />

Metrische eenheden .................................................. 47<br />

Mist - controlelamp mistlampen ............................... 38<br />

Mist - controlelamp mistlampen achter .................... 38<br />

Mist - mistachterlichten ............................................. 87<br />

Mist - mistlampen ..................................................... 87<br />

Mistachterlichten ....................................................... 87<br />

Mistlampen ............................................................... 87<br />

Motor - begrenzer motortoerental .......................... 274<br />

395 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 396 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

M (vervolg)<br />

Motor - bescherming tegen oververhitting .............364<br />

Motor - expansietank ........................................ 17, 351<br />

Motor - expansietank koelvloeistof ................. 297, 298<br />

Motor - koelvloeistof ................................................304<br />

Motor - koelvloeistof controleren en bijvullen .........364<br />

Motor - levensduur van de olie ..................................46<br />

Motor - motorcode ......................................... 349, 350<br />

Motor - motorkoppel ...................................... 349, 350<br />

Motor - motorolie ........................................... 299, 351<br />

Motor - motoroliefilter .................................... 349, 350<br />

Motor - motorruimte ........................................ 16, 297<br />

Motor - motorvermogen ................................ 349, 350<br />

Motor - oliepeilstaaf ........................................ 297, 298<br />

Motor - olievuldop .......................................... 297, 298<br />

Motor - oververhitting ........................................ 5, 361<br />

Motor - starten ........................................................247<br />

Motor - starten bij koud weer ..................................249<br />

Motor - startproblemen ...........................................249<br />

Motor - temperatuurmeter ........................................26<br />

Motor - verwarming motorblok ...............................250<br />

Motor - verzopen .....................................................249<br />

Motor - waarschuwingslamp oliedruk .......................28<br />

Motor - waarschuwingslamp voor<br />

koelvloeistoftemperatuur .........................................30<br />

Motorkap - ontgrendeling ..........................24, 79, 296<br />

MP3 - cd's met MP3- of WMA-bestanden afspelen .125<br />

N<br />

Navigatie - navigatiesysteem .............................24, 143<br />

Net - bagagenet ...................................................... 176<br />

O<br />

Ogen - sleepogen .................................................... 385<br />

Olie - levensduur van de motorolie ........................... 46<br />

Olie - motorolie .............................................. 299, 351<br />

Olie - motoroliefilter ....................................... 349, 350<br />

Olie - oliepeilstaaf motorolie ........................... 297, 298<br />

Olie - olievuldop ............................................. 297, 298<br />

Olie - waarschuwingslamp oliedruk .......................... 28<br />

Onderdelen - identificatieplaatje voor onderdelen .. 338<br />

Onderdelen - specificaties van onderdelen ............. 349<br />

Onderhoud -<br />

aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......... 318<br />

Onderhoud - accu ..................................297, 298, 314<br />

Onderhoud -<br />

automatische transmissievloeistof ................ 307, 351<br />

Onderhoud -<br />

expansietank koelvloeistof ............ 17, 297, 298, 351<br />

Onderhoud - koelvloeistof ....................................... 304<br />

Onderhoud -<br />

koelvloeistof controleren en bijvullen .................... 364<br />

Onderhoud - luchtfilter/<br />

filterelement ........................297, 298, 315, 349, 350<br />

Onderhoud - motorolie .................................. 299, 351<br />

Onderhoud - motoroliefilter ........................... 349, 350<br />

. . . 396


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 397 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

O (vervolg)<br />

Onderhoud - oliepeilstaaf motorolie ............... 297, 298<br />

Onderhoud - olievuldop motorolie ................. 297, 298<br />

Onderhoud - onderhoud tijdens het rijden met een<br />

aanhanger .............................................................285<br />

Onderhoud - onderhoudsrichtlijnen ........................290<br />

Onderhoud - remvloeistof .......................................311<br />

Onderhoud - remvloeistofreservoir ................. 297, 298<br />

Onderhoud - reservoir ruitensproeiervloeistof 297, 298<br />

Onderhoud -<br />

reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof ..........297, 298<br />

Onderhoud - ruitensproeiervloeistof ........................313<br />

Onderhoud - smeermiddel achteras ........................310<br />

Onderhoud - smeermiddel vooras ...........................309<br />

Onderhoud - stuurbekrachtigingsvloeistof ..............310<br />

Onderhoud - verdeelbak-smeermiddel ....................308<br />

Ontsteking - contactslot ................................. 145, 246<br />

Op spanning brengen - banden ..............................321<br />

Op spanning brengen - bandenspanning voor<br />

hogere snelheden ..................................................322<br />

Op spanning brengen -<br />

controlesysteem bandenspanning ........................323<br />

Op spanning brengen -<br />

informatieplaatje voor banden ..............................276<br />

Op spanning brengen -<br />

lampje lage bandenspanning ........................... 39, 65<br />

Opbergvakken - bagagebeheersysteem ..................177<br />

Opslag van band- en krikuitrusting ......................... 376<br />

Oververhitting -<br />

bescherming tegen oververhitting motor ............. 364<br />

Oververhitting - motor ........................................5, 361<br />

P<br />

Parkeerlichten ............................................................ 85<br />

Parkeerrem - ontgrendeling ...................................... 24<br />

Parkeerrem - ontgrendeling parkeerrem ................... 79<br />

Parkeren - aanhanger parkeren op hellingen .......... 284<br />

Parkeren - parkeerrem ............................................. 272<br />

Parkeren - ultrasoon parkeerhulpsysteem ... 47, 68, 180<br />

Parkeren - voertuig parkeren ................................... 268<br />

Passagiersdetectiesysteem ....................................... 209<br />

Passagiersdetectiesysteem - werking van het systeem<br />

met een kinderzitje ............................................... 211<br />

Passagiersdetectiesysteem - werking van het systeem<br />

met volwassen passagiers ..................................... 213<br />

Pedalen - bediening instelbare gas- en rempedalen .. 24<br />

Pedalen - instelbare gas- en rempedalen ................. 250<br />

Portieren .................................................................. 162<br />

Portieren - achterklep .............................................. 168<br />

Portieren - automatische portiersloten ..............52, 166<br />

Portieren - centrale portiervergrendeling ....... 164, 237<br />

Portieren - elektrisch bediende portiersloten ........... 165<br />

Portieren - handbediende portiersloten .................. 163<br />

Portieren -<br />

kinderveiligheidssloten op achterportieren ........... 167<br />

397 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 398 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

P (vervolg)<br />

Portieren - uitgestelde vergrendeling ................ 56, 165<br />

Portieren -<br />

voorziening om buitensluiten te voorkomen ........167<br />

Programmeerbare functies - display in Engels ...........51<br />

Programmeerbare functies - naderingslampen ..........57<br />

Programmeerbare voorzieningen ..............................50<br />

Programmeerbare voorzieningen - feedback sloten<br />

met afstandsbediening ..................................... 53, 55<br />

Programmeerbare voorzieningen -<br />

oroepfunctie uitstapstand ........................................60<br />

Programmeerbare voorzieningen - oproepfunctie<br />

zitplaatspositie - Geheugenfunctie -<br />

oproepfunctie zitplaatspositie ..................................61<br />

Programmeerbare voorzieningen - taalkeuze ............51<br />

R<br />

Radio ................................................................. 24, 103<br />

Radio - antenne .......................................................138<br />

Radio -<br />

audiosysteem voor passagiers achterin de auto ....139<br />

Radio - bedieningsorganen op het stuurwiel ...........137<br />

Radio - beschikbaarheid van RDS .............................114<br />

Radio - beveiliging tegen diefstal .............................136<br />

Radio - CD-speler .....................................................121<br />

Radio - eigenschappen en bediening van RDS ........115<br />

Radio -<br />

entertainmentsysteem voor achterpassagiers ........138<br />

Radio - radiotoetsen ................................................ 109<br />

Radio - RDS-geluidsinstallatie met cd-speler voor 1<br />

of 6 cd's ................................................................ 104<br />

Radio - Zorg voor uw cd's ....................................... 136<br />

Radio - Zorg voor uw cd-speler ............................... 136<br />

Radio Data System (RDS), eigenschappen en<br />

bediening van het ................................................. 115<br />

Ramen ..................................................................... 159<br />

Ramen - elektrisch bediende ................................... 160<br />

Rek - bagagerek ....................................................... 175<br />

Remmen .................................................................. 270<br />

Remmen - aanhangerremmen ................................ 283<br />

Remmen - ABS ........................................................ 272<br />

Remmen - bediening instelbaar rempedaal .............. 24<br />

Remmen - instelbaar rempedaal ............................. 250<br />

Remmen - ontgrendeling parkeerrem .................24, 79<br />

Remmen - parkeerrem ............................................ 272<br />

Remmen - Remblokslijtage-indicators ..................... 270<br />

Remmen - remvloeistofreservoir ..................... 297, 298<br />

Remmen - slag van het rempedaal .......................... 271<br />

Remmen - stellen .................................................... 271<br />

Remmen - vloeistof ................................................. 311<br />

Remmen - waarschuwingslamp ................................ 31<br />

Remmen - waarschuwingslamp ABS ......................... 32<br />

Reserveband - opslag van band- en krikuitrusting ... 376<br />

Reservewiel ...........................................5, 18, 368, 371<br />

Reservewiel - compacte reservewiel ........................ 382<br />

Reservewiel - veiligheidshaak reservewiel ................ 380<br />

. . . 398


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 399 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

R (vervolg)<br />

Richtingaanwijzers ...................................................150<br />

Richtingaanwijzers - indicator ....................................26<br />

Richtingaanwijzers - richtingaanwijzers aanhanger ..284<br />

Rijden - automatische stabilisatieregeling ................274<br />

Rijden - het laden van uw auto voor terreinrijden ....258<br />

Rijden - in water .......................................................267<br />

Rijden - inrijperiode bij nieuwe voertuigen ..............231<br />

Rijden - rijden in modder, zand, sneeuw of ijs .........266<br />

Rijden - terreinrijden op hellingen .................... 14, 262<br />

Rijden - voorschriften voor het rijden met auto's<br />

met allwheel-aandrijving .......................................257<br />

Ruiten - ruitvergrendeling ........................................162<br />

Ruitenwissers - voorruit ............................................147<br />

Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar ............ 24, 147<br />

S<br />

Schakelaar - contactslot .................................. 145, 246<br />

Sensor ........................................................................98<br />

Sensor - indringingssensor .......................................236<br />

Sensor - luchtkwaliteit ................................................98<br />

Sensor - uitschakelknop indringingssensor ..............236<br />

Service - identificatieplaatje voor onderdelen ..........338<br />

Sleep-/trekfunctie .....................................................282<br />

Sleep-/trekfunctie - controlelampje ............................40<br />

Sleepogen ................................................................385<br />

Slepen - Alle vier wielen op de grond ......................286<br />

Slepen - knop sleep-/trekfunctie ......................... 24, 79<br />

Slepen - uw voertuig op een<br />

auto-ambulance slepen ............................... 286, 287<br />

Slepen van de auto ...................................... 5, 16, 360<br />

Slepen/trekken - aanhangerremmen ....................... 283<br />

Slepen/trekken - met twee wielen op de grond en<br />

twee wielen in een dolly ....................................... 286<br />

Slepen/trekken - onderhoud tijdens het rijden met<br />

een aanhanger ...................................................... 285<br />

Slepen/trekken - richtingaanwijzers aanhanger ....... 284<br />

Slepen/trekken - rijden met een aanhanger ............ 277<br />

Slepen/trekken - sleep-/trekfunctie .......................... 282<br />

Slepen/trekken - trekhaak voor aanhanger .............. 283<br />

Slepen/trekken - veiligheidskettingen voor<br />

het rijden met een aanhanger .............................. 283<br />

Sleutels .................................................................... 231<br />

Sleutels - bereik van de afstandsbediening .............. 240<br />

Sleutels - immobilisatiesysteem ............................... 232<br />

Sleutels - sloten met afstandsbediening .................. 238<br />

Sloten - automatische portiersloten ...................52, 166<br />

Sloten - centrale portiervergrendeling ............ 164, 237<br />

Sloten - elektrisch bediende sloten .......................... 165<br />

Sloten - extra vergrendeling ........................... 164, 237<br />

Sloten - handbediende portiersloten ....................... 163<br />

Sloten - kinderveiligheidssloten op achterportieren 167<br />

Sloten - uitgestelde vergrendeling ....................56, 165<br />

Sloten -<br />

voorziening om buitensluiten te voorkomen ........ 167<br />

Sloten met afstandsbediening ................................. 238<br />

399 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 400 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

S (vervolg)<br />

Sloten met afstandsbediening - feedback ........... 53, 55<br />

Sloten met afstandsbediening - zender ...................238<br />

Smeermiddel - smeermiddel achteras ......................310<br />

Smeermiddel - smeermiddel vooras ........................309<br />

Smeermiddel - verdeelbak-smeermiddel .................308<br />

Smeermiddelen -<br />

aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..........318<br />

Snelheid - gemiddelde snelheid .................................45<br />

Snelheid - rijsnelheidsbegrenzer ..............................274<br />

Snelheidsmeter ................................................... 27, 49<br />

Spanning - controle bandenspanning .......................48<br />

Spanning - displays controle bandenspanning ..........48<br />

Specificaties .............................................................349<br />

Specificaties - specificaties van de onderdelen .........349<br />

Spiegels ....................................................................155<br />

Spiegels - achteruitkijkspiegel ..................................158<br />

Spiegels - automatisch dimmende binnenspiegels ..159<br />

Spiegels - buitenspiegel ...........................................156<br />

Spiegels - elektrisch bediende spiegels ....................156<br />

Spiegels - elektrisch inklapbare spiegels ...................157<br />

Spiegels -<br />

spiegel voor het zien van de trottoirband ...... 59, 158<br />

Spiegels - spiegels kantelen bij parkeren ....................59<br />

Spiegels - verwarmde spiegel ..................................157<br />

Sproeier - Achterruit .................................................149<br />

Sproeier - koplamp ........................................... 89, 149<br />

Sproeier - reservoir ruitensproeiervloeistof ......297, 298<br />

Sproeier - ruitensproeiervloeistof ............................. 313<br />

Sproeier - voorruit ................................................... 148<br />

Stabilitrak - Stabilitrak-systeem .................................. 82<br />

Starten - contactslot ....................................... 145, 246<br />

Starten - het voertuig starten op afstand ...........62, 242<br />

Starten - instructies voor het starten ........................ 247<br />

Starten - problemen bij het starten van de motor ... 249<br />

Starten - starten bij koud weer ................................ 249<br />

Starten - starten met een hulpaccu ......................... 356<br />

Starten - starten van de motor ................................ 247<br />

Starten - verzuipen van de motor ............................ 249<br />

Steunen - elektrisch bediende lendensteun ............. 187<br />

Sticker - identificatieplaatje ...................................... 276<br />

Sticker - identificatieplaatje voor onderdelen .......... 338<br />

Sticker - informatieplaatje voor banden .................. 276<br />

Sticker - maximaal toegestane voor- en .................. 277<br />

Sticker - Voertuig Identificatie Nummer .................. 337<br />

Stoelen - bedieningsorganen voor de stoel ............. 186<br />

Stoelen - derde rij zitplaatsen .................................. 190<br />

Stoelen - elektrisch bediende lendensteun .............. 187<br />

Stoelen - elektrisch verstelbare rugleuning van de<br />

voorste stoel .......................................................... 186<br />

Stoelen - elektrisch verstelbare stoelen .................... 186<br />

Stoelen - hoofdsteunen ........................................... 188<br />

Stoelen - instapverstelling tweede rij stoelen ........... 189<br />

Stoelen - naar voren/achteren verstellen ................. 189<br />

Stoelen - oproepfunctie uitstapstand ........................ 60<br />

. . . 400


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 401 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

S (vervolg)<br />

Stoelen - oproepfunctie zitplaatspositie .....................61<br />

Stoelen - tweede rij stoelen ......................................189<br />

Stoelen - verwarmd .................................................187<br />

Stroomonderbrekers ................................................338<br />

Stuurinrichting .........................................................270<br />

Stuurinrichting -<br />

reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof ..........297, 298<br />

Stuurinrichting -<br />

snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging ..............270<br />

Stuurinrichting - stuurbekrachtiging ........................270<br />

Stuurinrichting - stuurbekrachtigingsvloeistof .........310<br />

Stuurkolom -<br />

bedieningsorganen op stuurwiel/ stuurkolom ......144<br />

Stuurkolomschakelaar ....................................... 24, 150<br />

Stuurwiel -<br />

bedieningsorganen op stuurwiel/stuurkolom .......144<br />

Stuurwiel - hendel stuurwielverstelling ............. 24, 145<br />

Stuurwiel - radiotoetsen ...........................................137<br />

Stuurwiel - regeling van het verwarmde stuurwiel ..146<br />

Stuurwiel - stuurwielschakelaars .................................24<br />

Stuurwielschakelaars ..................................................24<br />

T<br />

Taal - display in Engels ...............................................51<br />

Taal - taalkeuze ..........................................................51<br />

Tank - brandstoftank vullen .....................................293<br />

Temperatuur - temperatuurmeter ..............................26<br />

Temperatuur - temperatuurregeling ......................... 94<br />

Temperatuurregeling -<br />

airconditioning met twee zones ............................. 92<br />

Temperatuursensor ................................................... 98<br />

Terreinrijden -<br />

het laden van uw auto voor terreinrijden .............. 258<br />

Terreinrijden -<br />

rijden in modder, zand, sneeuw of ijs ................... 266<br />

Terreinrijden - rijden in water .................................. 267<br />

Terreinrijden - rijden op hellingen .....................14, 262<br />

Timer ......................................................................... 45<br />

Toerenteller ............................................................... 27<br />

Tractie ...................................................................... 270<br />

Tractie - controlelamp tractieregelsysteem ................ 35<br />

Tractie - Stabilitrak-systeem ....................................... 82<br />

Tractie - tractieregelknop ........................................... 24<br />

Tractie - tractieregelsysteem ...................................... 80<br />

Trajectkilometerteller ................................................. 43<br />

Transmissie .............................................................. 251<br />

Transmissie - automatisch ......................................... 11<br />

Transmissie -<br />

automatische transmissievloeistof ................ 307, 351<br />

Transmissie - handmatig schakelen bij<br />

automatische transmissie ...................................... 254<br />

Trekhaak .................................................................. 283<br />

Trekken - knop sleep-/trekfunctie ........................24, 79<br />

Trekken - recreatief voertuig trekken ....................... 285<br />

Trekken - sleep-/trekfunctie ..................................... 282<br />

401 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 402 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

U<br />

Uitlaat - waarschuwingen uitlaat ................................12<br />

Ultrasoon parkeerhulpsysteem ....................47, 68, 180<br />

V<br />

Vastzitten - als uw voertuig vast komt te zitten ........384<br />

Vastzitten - sleepogen ..............................................385<br />

Veiligheid - aan/uit-indicator ............................. 37, 214<br />

Veiligheid - airbags ...................................................201<br />

Veiligheid - belangrijke veiligheidsvoorschriften ....... -20<br />

Veiligheid - bevestigingspunten voor kinderzitjes met<br />

lage bevestigingspunten .......................................223<br />

Veiligheid - bovenriem kinderzitjes ..........................224<br />

Veiligheid - comfortgeleiders voor schoudergordel .196<br />

Veiligheid - een kinderzitje bevestigen met lage<br />

bevestigingspunten en bovengordel .....................226<br />

Veiligheid - gebruik van veiligheidsgordel ................199<br />

Veiligheid - gordelspanners voor veiligheidsgordels 201<br />

Veiligheid - heup-/schoudergordel ..........................193<br />

Veiligheid - indringingssensor ..................................236<br />

Veiligheid - kinderzitjes ............................................215<br />

Veiligheid - oudere kinderen ....................................221<br />

veiligheid - passagiersdetectiesysteem .....................209<br />

Veiligheid - uitschakelknop indringingssensor ..........236<br />

Veiligheid - veiligheidsgordels ............................. 6, 192<br />

Veiligheid - veiligheidsgordels vervangen ................198<br />

Veiligheid - veiligheidskettingen voor het rijden met<br />

een aanhanger ......................................................283<br />

Veiligheid - verlenger voor veiligheidsgordel ...........198<br />

Veiligheidsgordels -<br />

comfortgeleiders voor schoudergordel ................. 196<br />

Veiligheidsgordels -<br />

gebruik van veiligheidsgordel ............................... 199<br />

Veiligheidsgordels -<br />

gordelspanners voor veiligheidsgordels ................ 201<br />

Veiligheidsgordels - heup-/schoudergordel ............. 193<br />

Veiligheidsgordels - veiligheidsgordels ................6, 192<br />

Veiligheidsgordels - veiligheidsgordels vervangen ... 198<br />

Veiligheidsgordels -<br />

verlenger voor veiligheidsgordel ........................... 198<br />

Veiligheidsgordels - waarschuwingslamp ..........36, 200<br />

Veiligheidsgordels - waarschuwingslampje .......37, 200<br />

Ventilatie - luchtroosters ............................................ 24<br />

Ventilator - regelaar voor ventilatorsnelheid .............. 95<br />

Verdeelbak - allwheel-aandrijving ................... 256, 352<br />

Verdeelbak - rijvoorschriften voor auto's met<br />

allwheel-aandrijving .............................................. 257<br />

Verdeelbak - verdeelbak-smeermiddel ..................... 308<br />

Verlichting ...........................................................78, 85<br />

Verlichting - automatisch koplampsysteem ............... 86<br />

Verlichting -<br />

bediening lichtdimmer instrumentenpaneel .......... 24<br />

Verlichting -<br />

controlelamp ingeschakelde verlichting ................. 38<br />

Verlichting - gloeilampen vervangen ....................... 348<br />

Verlichting - grootlicht-/dimlichtschakelaar ............. 151<br />

Verlichting - hoofdschakelaar .................................... 85<br />

. . . 402


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 403 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

V (vervolg)<br />

Verlichting - hoogteregelaar voor koplampen ...........89<br />

Verlichting - instapverlichting ....................................90<br />

Verlichting - knipperen met grootlicht .......................86<br />

Verlichting - koplampsproeier ........................... 89, 149<br />

Verlichting - leeslampen .............................................91<br />

Verlichting - mistachterlichten ...................................87<br />

Verlichting - mistlampen ............................................87<br />

Verlichting - naderingslampen ...................................57<br />

Verlichting - parkeerlichten ................................. 85, 89<br />

Verlichting -<br />

regelbare verlichting instrumentenpaneel ...............88<br />

Verlichting - uitstapverlichting ...................................57<br />

Verlichting - waarschuwingsknipperlichten ......... 24, 80<br />

Verlichting -<br />

waarschuwingslampjes instrumentengroep ............28<br />

Vermogen - motorvermogen .......................... 349, 350<br />

Verstelbare rugleuning - elektrisch verstelbare<br />

rugleuning van de voorste stoel ............................186<br />

Verwarming - achterruit ...........................................100<br />

Verwarming -<br />

airconditioning met temperatuurregeling ........ 24, 92<br />

Verwarming - airconditioning met twee zones ..........92<br />

Verwarming - motorblokverwarming ......................250<br />

Verzopen - motor verzopen .................................... 249<br />

Video -<br />

entertainmentsysteem voor achterpassagiers ....... 138<br />

Vierwielaandrijving ......................................... 256, 352<br />

Vierwielaandrijving -<br />

het laden van uw auto voor terreinrijden .............. 258<br />

Vierwielaandrijving -<br />

rijden in modder, zand, sneeuw of ijs ................... 266<br />

Vierwielaandrijving - rijden in water ........................ 267<br />

Vierwielaandrijving - terreinrijden op hellingen .14, 262<br />

Vloeistof - automatische transmissievloeistof .. 307, 351<br />

Vloeistof - koelvloeistof ............................................ 304<br />

Vloeistof - koelvloeistof controleren en bijvullen ...... 364<br />

Vloeistof - motorolie ................................................ 299<br />

Vloeistof - remvloeistof ............................................ 311<br />

Vloeistof - ruitensproeiervloeistof ............................ 313<br />

Vloeistof - stuurbekrachtigingsvloeistof ................... 310<br />

Vloeistoffen -<br />

aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......... 318<br />

Voeding - accessoirevoeding .......................... 178, 247<br />

Voertuig - inrijperiode bij nieuwe voertuigen .......... 231<br />

Voertuig Identificatie Nummer ................................ 337<br />

Voorruit - ruitenwissers ............................................ 147<br />

Voorruit - sproeier .................................................... 148<br />

Voorschriften - onderhoudsvoorschriften ................ 290<br />

403 . . .


09eu<strong>SRX</strong>.dut Page 404 Tuesday, June 10, 2008 5:27 AM<br />

Index<br />

. . . 404<br />

W<br />

Waarschuwingen -<br />

belangrijke veiligheidsvoorschriften ..................... 6-20<br />

Waarschuwingen - waarschuwingen uitlaat ..............12<br />

Waarschuwingsknipperlichten ............................ 24, 80<br />

Waarschuwingslamp - controlelamp airbag ....... 36, 70<br />

Waarschuwingslamp -<br />

controlelamp voor voertuigstoring ..........................33<br />

Waarschuwingslamp -<br />

waarschuwingslamp koelvloeistoftemperatuur .......30<br />

Waarschuwingslamp -<br />

waarschuwingslamp motoroliedruk ........................28<br />

Waarschuwingslamp - waarschuwingssignaal<br />

ingeschakelde verlichting ........................................38<br />

Waarschuwingslamp airbag ................................ 36, 70<br />

Waarschuwingslampen ..............................................28<br />

Waarschuwingslampje -<br />

controlelamp alarminstallatie ..................................37<br />

Waarschuwingslampje -<br />

lampje lage bandenspanning ........................... 39, 65<br />

Waarschuwingssignaal - ingeschakelde verlichting ....87<br />

Weergave - taalkeuze .................................................51<br />

Wielen ......................................................................333<br />

Wielen - aanhaalmoment wielmoeren ............349, 350<br />

Wielen - vervangen ................................ 334, 349, 350<br />

Wielen - Wielsloten ..................................................333<br />

Wielen -<br />

wieluitlijning en uitbalancering van de wielen ......333<br />

Wielophanging ........................................................274<br />

Wielophanging - automatische niveauregeling ....... 274<br />

Wielophanging -<br />

automatische stabilisatieregeling .......................... 274<br />

Wisser - achterruit .................................................... 149<br />

Wissers - door wissers ingeschakelde<br />

koplampen ......................................................86, 148<br />

WMA - cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />

afspelen ................................................................. 125<br />

Z<br />

Zekeringen .............................................................. 338<br />

Zekeringen - zekeringenhouder achterbank<br />

linkerzijde .............................................................. 344<br />

Zekeringen - zekeringenhouder achterbank<br />

rechterzijde ........................................................... 346<br />

Zekeringen - zekeringenhouder in<br />

motorcompartiment ............................297, 298, 341<br />

Zender - batterij vervangen ..................................... 241<br />

Zender - bereik van de afstandsbediening .............. 240<br />

Zender - het voertuig starten op afstand ...........62, 242<br />

Zender - sloten met afstandsbediening ................... 238<br />

Zon - enkel zonnedak .............................................. 172<br />

Zon - zonnekleppen ................................................ 171<br />

Zonnescherm - zonnekleppen ................................ 171<br />

Zonnesensor .............................................................. 98<br />

Zorg voor de buitenkant ......................................... 353<br />

Zwangerschap - gebruik van veiligheidsgordel ....... 199

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!