07.10.2014 Views

Jaarverslag 2009 - Technische Universiteit Eindhoven

Jaarverslag 2009 - Technische Universiteit Eindhoven

Jaarverslag 2009 - Technische Universiteit Eindhoven

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Jaarverslag</strong><br />

<strong>2009</strong><br />

Where innovation starts


Woord vooraf<br />

In dit <strong>Jaarverslag</strong> legt de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> publiekelijk verantwoording af over het<br />

gevoerde beleid, de geleverde prestaties en de gerealiseerde financiële resultaten in het jaar <strong>2009</strong>.<br />

Het verslag is onderdeel van de besturingscyclus van de universiteit. De TU/e publiceert ongeveer elke twee<br />

tot drie jaar een Instellingsplan met daarin de kernambities en beleidsdoelen voor een periode van vier<br />

jaar. Met langere tussenpozen wordt (onder de noemer Strategieschets)- al of niet als onderdeel van het<br />

Instellingsplan - een langetermijnvisie gepubliceerd. Een uitwerking van het Instellingsplan in actiepunten<br />

voor een bepaald jaar gebeurt jaarlijks in de vorm van een Bestuurlijke Agenda, vergezeld van een Begroting<br />

voor het desbetreffende jaar. Elk kwartaal rapporteert het College van Bestuur over de voortgang met de<br />

verwezenlijking van de Bestuurlijke Agenda en over de financiële stand van zaken aan de Raad van Toezicht.<br />

De besturingscyclus voorziet tot slot in de jaarlijkse publicatie van een <strong>Jaarverslag</strong> over het voorafgaande jaar.<br />

In juni 2002 heeft de TU/e in haar ‘Instellingsplan 2002-2005’ onder de noemer ‘Internationaal concurreren<br />

en samenwerken’ haar meest recente Strategieschets gepubliceerd. Sindsdien werden drie Instellingsplannen<br />

opgeleverd, in september 2004 het ‘Instellingsplan 2004-2007’, in juni 2006 het ‘Instellingsplan<br />

2006-<strong>2009</strong>’ en in september <strong>2009</strong> het ‘Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012’. In <strong>2009</strong> is gestart met de ontwikkeling<br />

van een in de loop van 2010 op te leveren nieuwe strategieschets (‘Strategie TU/e 2020’). Deze zal als<br />

inspiratie dienen voor een aansluitend te publiceren ‘Instellingsplan 2011-2014’.<br />

Eind 2008 stelde de TU/e haar ‘Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong>’ en haar ‘Begroting <strong>2009</strong>’ vast. Deze documenten<br />

vormden het bestuurlijke kader voor de activiteiten in <strong>2009</strong>. Het jaar <strong>2009</strong> was door de economische<br />

crisis een moeilijk jaar voor de hightech regio waarin de TU/e opereert. Ons pleidooi voor behoud van<br />

kenniswerkers en intensivering van hightech onderzoeksprojecten vond gehoor bij de overheid en<br />

leidde tot een Kenniswerkersregeling en een Regeling High Tech Topprojecten. De TU/e maakte van alle<br />

Nederlandse universiteiten het meest succesvol gebruik van deze regelingen om bedrijven in de regio<br />

te helpen hun kenniswerkers vast te houden en publiek-private hightech onderzoeksactiviteiten te<br />

intensiveren. Bij dat alles werden de meeste voornemens in de Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong> in belangrijke<br />

mate gerealiseerd en kon het jaar in financiële zin afgesloten worden met een bescheiden positief resultaat.<br />

De studentenaantallen en de inkomsten in de tweede en derde geldstroom groeiden sterker dan verwacht.<br />

Al met al mogen we dan ook concluderen dat we het moeilijke jaar <strong>2009</strong> goed zijn doorgekomen.<br />

Een woord van dank aan allen die hebben bijgedragen aan het succesvolle verloop van <strong>2009</strong>, is hier zeker<br />

op zijn plaats.<br />

De opzet van dit jaarverslag is afgestemd op de in oktober 2007 door de overheid gepubliceerde ‘Richtlijn<br />

<strong>Jaarverslag</strong> Onderwijs’, welke met ingang van de verslaggeving over 2008 van kracht is geworden.<br />

Het College van Bestuur:<br />

A.H. Lundqvist, voorzitter<br />

Prof.dr.ir. C.J. van Duijn, rector magnificus<br />

Mr. J.P. van Ham, lid<br />

Ir. H.P.J.M. Roumen, secretaris van de universiteit<br />

<strong>Eindhoven</strong>, april 2010


Inhoudsopgave<br />

Verslag Raad van Toezicht<br />

Bestuursverslag<br />

1 Algemeen<br />

1.1 Missie en profiel<br />

1.2 Organisatie en opleidingen<br />

1.3 Gevoerd beleid<br />

1.4 Relatie met overheidsbeleid<br />

1.5 Kengetallen 2005-<strong>2009</strong><br />

1.6 Toekomstige ontwikkelingen<br />

1.7 Kerncijfers begroting 2010<br />

2 Onderwijs<br />

2.1 Feiten en cijfers<br />

2.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

2.3 Diversen<br />

3 Onderzoek<br />

3.1 Feiten en cijfers<br />

3.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

3.3 Diversen<br />

4 Kennisvalorisatie<br />

4.1 Feiten en cijfers<br />

4.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

4.3 Diversen<br />

5 Studenten- en alumnivoorzieningen<br />

5.1 Feiten en cijfers<br />

5.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

5.3 Diversen<br />

6 Universitaire samenwerking in Nederland<br />

6.1 Feiten en cijfers<br />

6.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

6.3 Diversen<br />

7 Internationale universitaire samenwerking en<br />

internationalisering<br />

7.1 Feiten en cijfers<br />

7.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

7.3 Diversen<br />

8 Bedrijfsvoering<br />

8.1 Feiten en cijfers<br />

8.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

8.3 Diversen<br />

Financieel verslag<br />

1 Algemene toelichting jaarrekening <strong>2009</strong><br />

2 Kerncijfers<br />

3 Toelichting op de kerncijfers<br />

3.1. Algemeen<br />

3.1.1 Baten<br />

3.1.2 Lasten<br />

3.1.3 Saldo financiële baten en lasten<br />

3.2 Opbouw eigen vermogen<br />

3.3 Opbouw voorzieningen<br />

4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling<br />

4.1 Balans<br />

4.2 Opbrengstverantwoording<br />

5 Geconsolideerde balans per 31 december <strong>2009</strong><br />

5<br />

9<br />

11<br />

11<br />

12<br />

17<br />

17<br />

18<br />

19<br />

20<br />

21<br />

21<br />

30<br />

34<br />

39<br />

39<br />

44<br />

47<br />

50<br />

50<br />

51<br />

53<br />

54<br />

54<br />

54<br />

55<br />

57<br />

57<br />

57<br />

58<br />

59<br />

59<br />

59<br />

60<br />

62<br />

62<br />

67<br />

70<br />

75<br />

77<br />

78<br />

79<br />

79<br />

79<br />

79<br />

80<br />

80<br />

81<br />

82<br />

82<br />

85<br />

86<br />

6 Geconsolideerde staat van baten en lasten <strong>2009</strong><br />

7 Geconsolideerd kasstroomoverzicht<br />

8 Toelichting op de geconsolideerde balans<br />

8.1 Vaste activa<br />

8.1.1 Materiële vaste activa<br />

8.1.2 Financiële vaste activa<br />

8.2 Vlottende activa<br />

8.2.1 Voorraden<br />

8.2.2 Vorderingen<br />

8.2.3 Liquide middelen<br />

8.3 Eigen vermogen<br />

8.4 Voorzieningen<br />

8.5 Langlopende schulden<br />

8.6 Kortlopende schulden<br />

8.7 Niet in de balans opgenomen verplichtingen<br />

en activa<br />

9 Toelichting op de geconsolideerde staat van<br />

baten en lasten<br />

9.1 Baten<br />

9.1.1 Rijksbijdrage OCW<br />

9.1.2 Werk voor derden<br />

9.1.3 Overige baten<br />

9.2 Lasten<br />

9.2.1 Personele lasten<br />

9.2.2 Afschrijvingen<br />

9.2.3 Overige lasten<br />

9.3 Saldo financiële baten en lasten<br />

10 Enkelvoudige balans per 31 december <strong>2009</strong><br />

11 Enkelvoudige staat van baten en lasten <strong>2009</strong><br />

12 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening<br />

12.1 Toelichting enkelvoudige balans per<br />

31 december <strong>2009</strong><br />

12.2 Toelichting resultaat <strong>2009</strong> enkelvoudige staat<br />

van baten en lasten<br />

13 Overige gegevens<br />

13.1 Bestemming resultaat<br />

13.2 Groepsmaatschappijen<br />

13.3 Overige verbonden partijen<br />

13.4 Honoraria van de accountant<br />

13.5 Verklaring College van Bestuur<br />

14 Accountantsverklaring<br />

Bijlagen<br />

1 Organogram per 31 december <strong>2009</strong><br />

2 Samenstelling bestuursorganen per<br />

31 december <strong>2009</strong><br />

3 Samenstelling facultaire adviesraden per<br />

31 december <strong>2009</strong><br />

4 Samenstelling <strong>Universiteit</strong>sraad per<br />

31 december <strong>2009</strong><br />

5 Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

6 Kernambities <strong>2009</strong>-2012<br />

7 Bestuurlijke Agenda 2010<br />

8 Benoemingen hoogleraren en universitair<br />

hoofddocenten<br />

87<br />

88<br />

89<br />

89<br />

89<br />

91<br />

91<br />

91<br />

92<br />

92<br />

93<br />

93<br />

95<br />

96<br />

97<br />

98<br />

98<br />

98<br />

98<br />

98<br />

99<br />

99<br />

101<br />

101<br />

102<br />

103<br />

104<br />

105<br />

105<br />

106<br />

108<br />

108<br />

108<br />

111<br />

111<br />

111<br />

112<br />

115<br />

117<br />

118<br />

120<br />

122<br />

123<br />

127<br />

129<br />

132


Where innovation starts<br />

5<br />

Verslag<br />

Raad van Toezicht


7<br />

Verslag Raad van Toezicht<br />

Samenstelling en vergaderingen<br />

De Raad van Toezicht bestond eind <strong>2009</strong> uit:<br />

• ir. R.L. van Iperen (voorzitter);<br />

• dr. F.J.H. Don;<br />

• prof.dr. W.H. Gispen;<br />

• drs. M.J.C. de Jong MBA;<br />

• mw. P.C. Krikke.<br />

Dr.ir. G.J. Kleisterlee bekleedde het voorzitterschap van de raad tot 1 september <strong>2009</strong>, de datum waarop<br />

zijn tweede benoemingstermijn als lid van de raad afliep. De heer Kleisterlee heeft het voorzitterschap<br />

acht jaren vervuld. De heer Van Iperen werd met ingang van 1 september benoemd tot voorzitter van de<br />

raad. De heer Don werd per 1 september voor vier jaren herbenoemd als lid van de raad. De benoeming<br />

van de heer De Jong tot lid van de raad voor een periode van vier jaren ging in op 1 december <strong>2009</strong>. Een<br />

volledig overzicht van de benoemingstermijnen van de leden van de raad is in te zien via de website van<br />

de universiteit (www.tue.nl).<br />

De raad kwam in <strong>2009</strong> vijf keer bijeen met het College van Bestuur. De bijeenkomsten werden<br />

gecombineerd met een bezoek aan de faculteit Industrial Design en met presentaties van het<br />

nieuwbouwplan voor bibliotheek, centrale studentenvoorzieningen en faculteit Wiskunde en Informatica<br />

en van het plan voor de ontwikkeling van een Topinstitute Intelligent Lighting. De heer Don nam namens<br />

de voorzitter van de raad deel aan een vergadering van de voorzitters van de Raden van Toezicht van de<br />

Nederlandse universiteiten over onder meer het wetsvoorstel Versterking besturing instellingen voor hoger<br />

onderwijs. Mevrouw Krikke voerde een gesprek met een vertegenwoordiging van de <strong>Universiteit</strong>sraad.<br />

Deze toonde zich tevreden over de samenwerking met het College van Bestuur.<br />

Beslissingen<br />

De raad benoemde dr.ir. A.J.H.M. Peels per 1 mei 2010 voor vier jaar tot voorzitter van het College<br />

van Bestuur. Hij volgt in die functie de heer A.H. Lundqvist op, die per 1 mei 2010 met pensioen gaat.<br />

De raad gaf in <strong>2009</strong> zijn goedkeuring aan:<br />

• de Jaarrekening en het <strong>Jaarverslag</strong> 2008;<br />

• het Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012;<br />

• de Begroting 2010;<br />

• het Financieringsstatuut 2010;<br />

• vijf wijzigingen van het Bestuurs- en beheersreglement.<br />

Verder besloot de raad het in <strong>2009</strong> aflopende contract met een externe accountant (KPMG) te verlengen en<br />

stemde de raad in met een geactualiseerd financieel kader voor het masterplan huisvesting Campus 2020.<br />

Met waardering werd kennisgenomen van de Bestuurlijke Agenda 2010 en van het plan om via brede<br />

raadpleging van en discussies met in- en externe stakeholders te werken aan de ontwikkeling van een<br />

in 2010 op te leveren strategieschets van de TU/e voor de lange termijn (‘Strategie TU/e 2020’).<br />

Aandachtspunten<br />

Gedurende het jaar volgde de raad op hoofdlijnen de realisatie van de Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong>,<br />

de financiële exploitatie en de ontwikkeling van de personeelsformatie en de studentenaantallen<br />

aan de hand van kwartaalrapportages.<br />

De raad besteedde in <strong>2009</strong> verder onder meer aandacht aan:<br />

• de resultaten van recente onderzoeks- en onderwijsvisitaties;<br />

• de 3TU-samenwerking in het algemeen en een concept van het Ontwikkelingsplan <strong>2009</strong>-2012<br />

van de 3TU.Federatie en een eerste schets van de visie van de 3TU.Federatie op verdergaande<br />

krachtenbundeling in de Nederlandse technologiesector in het bijzonder;<br />

• de invoering van het Bindend Studieadvies met ingang van 1 september <strong>2009</strong>;


Verslag Raad van Toezicht <strong>2009</strong> 8<br />

• een notitie met voorstellen van de universiteit in het kader van een mogelijke investeringsimpuls<br />

van de provincie in de Brabantse kenniseconomie;<br />

• het behoud van kenniswerkers en innovatieprojecten in de regio via de Kenniswerkersregeling en<br />

de Regeling High Tech Topprojecten van de rijksoverheid;<br />

• het TU/e-aandeel in twee Europese consortia van kennisinstellingen en bedrijven (‘InnoEnergy’ en<br />

‘EIT ICT Laboratories’) die zich - met succes - kandideerden als Knowledge and Innovation Communities<br />

in het kader van het European Institute of Innovation and Technology met <strong>Eindhoven</strong> als een van<br />

de co-locaties van deze KIC’s;<br />

• het TU/e-programma ter bevordering van academische vorming;<br />

• een visiedocument inzake de ontwikkeling van de universiteitscampus tot ‘TU/e Science Park’; en<br />

• een voorstel voor de ontwikkeling van financiële normen voor het beoordelen van de financierbaarheid<br />

van investeringen in het kader van het masterplan huisvesting Campus 2020.<br />

Audit Committee<br />

Het Audit Committee uit de Raad van Toezicht vergaderde in <strong>2009</strong> drie keer over financiële aangelegenheden,<br />

waarbij in het bijzonder de Jaarrekening 2008, de halfjaarcijfers <strong>2009</strong>, de financiële jaarprognose<br />

<strong>2009</strong>, de begroting 2010, een geactualiseerd financieringsstatuut, de financiering van het masterplan<br />

huisvesting, een assessment van de managementrisico’s en diverse aanbevelingen van de externe<br />

accountant aan de orde kwamen.<br />

Remuneratiecommissie<br />

Met ingang van <strong>2009</strong> is aan de leden van het College van Bestuur voor het eerst een vaste toeslag<br />

toegekend op de reguliere bezoldiging. Deze vervangt de in het verleden aan collegeleden toegekende<br />

prestatiegebonden bonus.<br />

Waardering<br />

De Raad van Toezicht spreekt zijn waardering uit over de inzet van en de resultaten bereikt door het College<br />

van Bestuur, de faculteitsbesturen, de medewerkers en de studenten van de universiteit in het jaar <strong>2009</strong>.<br />

Naar het oordeel van de raad is het financieel management goed op orde en is de universiteit zich ervan<br />

bewust dat een ambitieuze houding noodzakelijk is om in de toenemende internationale reputatie- en<br />

concurrentieslag tussen universiteiten een sterke positie te kunnen handhaven.<br />

Code goed bestuur<br />

De TU/e houdt zich aan de regels die door de VSNU zijn neergelegd in de ‘Code goed bestuur 2007’.<br />

Alleen wordt de externe accountant in afwijking van artikel 4.2.1. van deze code niet door het College van<br />

Bestuur benoemd maar door de Raad van Toezicht, omdat dit beter aansluit bij het ter zake gestelde in<br />

de ‘Nederlandse Corporate Governance Code’. De hoofdlijnen van de bestuursstructuur van de TU/e zijn<br />

vastgelegd in een openbaar Bestuurs- en beheersreglement, dat voortdurend actueel wordt gehouden.<br />

Naar het oordeel van de Raad van Toezicht is in <strong>2009</strong> ten aanzien van zijn positie en functioneren het<br />

principe van onafhankelijkheid in lijn met het daarover gestelde in de ‘Code goed bestuur’ geëerbiedigd.


Where innovation starts<br />

9<br />

Bestuursverslag


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 11<br />

1<br />

Algemeen<br />

1.1<br />

Missie en profiel<br />

Missie<br />

De <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> (TU/e) wil een onderzoeksgedreven en ontwerpgerichte<br />

technologie-universiteit van internationale allure zijn, die zich vooral tot doel stelt jonge mensen<br />

een academische opleiding te geven binnen het domein ‘engineering science & technology’.<br />

Op onderwijsgebied ziet de TU/e het als haar taak ingenieurs (op het niveau Master of Science) op<br />

te leiden, die beschikken over een stevige wetenschappelijke basis en diepgang én over de nodige<br />

competenties om zich succesvol in uiteenlopende maatschappelijke sectoren en functies te kunnen<br />

ontplooien. Daarnaast leidt zij ontwerpers op (op het niveau Professional Doctorate in Engineering)<br />

en onderzoekers (op het niveau Doctor of Philosophy), evenals eerstegraadsleraren in de exacte<br />

vakken (op het niveau Master of Science). De bacheloropleidingen (Bachelor of Science) zijn bedoeld<br />

als basis voor een opleiding op masterniveau.<br />

Op onderzoeksgebied richt de TU/e zich binnen het domein van de ‘engineering science & technology’<br />

bij voorkeur op die deelterreinen waarop zij in de internationale wetenschappelijke wereld een rol van<br />

betekenis speelt of kan gaan spelen en waarop zij betekenisvolle impulsen kan geven aan vooral de<br />

kennisintensieve industrie en andere maatschappelijke sectoren met een hoge of zich snel ontwikkelende<br />

technologie-intensiteit.<br />

Op het gebied van de kennisvalorisatie zet de TU/e zich er nadrukkelijk voor in dat haar onderzoeksresultaten<br />

worden vertaald in succesvolle innovaties en als basis dienen voor het tot stand brengen van<br />

nieuwe ondernemingen. Zij stimuleert dat studenten en medewerkers kiezen voor het ondernemerschap.<br />

De kwaliteit van het onderwijs en onderzoek moet voldoen aan hoge internationale standaarden.<br />

De TU/e biedt haar studenten en medewerkers een internationaal en academisch, dat wil zeggen<br />

intellectueel prikkelend, studie- en werkklimaat dat inspireert tot een brede persoonlijke ontwikkeling,<br />

tot maatschappelijk en cultureel engagement en tot een ondernemende houding.<br />

De TU/e vormt samen met de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente de ‘Federatie<br />

3 <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong>en’, kortweg aangeduid als ‘3TU.Federatie’. De onderlinge afstemming en<br />

samenwerking beogen de concurrentiepositie en reputatie van de Nederlandse TU’s in de wereld<br />

te versterken. Binnen de federatie heeft elke TU haar eigen identiteit en profiel, zo ook de TU/e.<br />

Profiel<br />

Op basis van de hiervoor geschetste missie profileert de TU/e zich als een internationaal vooraanstaande,<br />

in engineering science & technology gespecialiseerde universiteit, die met kwalitatief hoogwaardig<br />

onderwijs en onderzoek bijdraagt aan de vooruitgang van de technische wetenschappen, aan de<br />

ontwikkeling van technologische innovaties en daarmee aan de groei van welvaart en welzijn.<br />

Als zodanig is zij dé motor van de regionale kenniseconomie.<br />

Kortom, de TU/e profileert zich als de universiteit waar innovatie begint: Where Innovation Starts.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 12<br />

1.2<br />

Organisatie en opleidingen<br />

De organisatie van de TU/e bleef in <strong>2009</strong> ongewijzigd. Wel werd het ‘Centrum voor Taal en Techniek’<br />

met ingang van 1 september <strong>2009</strong> organisatorisch overgeheveld van de faculteit ‘Industrial Engineering<br />

& Innovation Sciences’ naar het ‘Onderwijs en Studenten Service Centrum’. Verder werd met ingang van<br />

dezelfde datum de naam van de faculteit ‘Elektrotechniek’ gewijzigd in ‘Electrical Engineering’.<br />

Zie bijlage 1 voor het organogram van de TU/e en bijlage 2, 3 en 4 voor respectievelijk de samenstelling<br />

van de bestuursorganen, de facultaire adviesraden en de <strong>Universiteit</strong>sraad per 31 december <strong>2009</strong>.<br />

Faculteiten<br />

De primaire processen onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie bleven in <strong>2009</strong> organisatorisch<br />

geconcentreerd in de negen faculteiten van de TU/e, te weten:<br />

• Biomedische Technologie (BMT);<br />

• Bouwkunde (B);<br />

• Electrical Engineering (EE);<br />

• Industrial Design (ID);<br />

• Industrial Engineering & Innovation Sciences (IE&IS);<br />

• Scheikundige Technologie (ST);<br />

• <strong>Technische</strong> Natuurkunde (TN);<br />

• Werktuigbouwkunde (W);<br />

• Wiskunde en Informatica (W&I).<br />

Onderzoekscholen en -instituten<br />

De TU/e was in <strong>2009</strong> penvoerder van de volgende door de Koninklijke Nederlandse Akademie van<br />

Wetenschappen (KNAW) erkende onderzoekscholen:<br />

• Euler Institute for Discrete Mathematics and its Applications;<br />

• Institute for Business Engineering and Technology Application;<br />

• Instituut voor Programmatuurkunde en Algoritmiek;<br />

• Inter-University Research Institute on Communication Technology Basic Research and Applications;<br />

• Onderzoekschool <strong>Eindhoven</strong> Polymer Laboratories;<br />

• Onderzoekschool Engineering Mechanics.<br />

Voor de onderzoekschool ‘<strong>Eindhoven</strong> Polymer Laboratories’ werd in <strong>2009</strong> hererkenning aangevraagd.<br />

De TU/e participeerde in <strong>2009</strong> bovendien in de volgende door de KNAW erkende onderzoekscholen<br />

waarvan het penvoerderschap elders is belegd:<br />

• Advanced School for Computing and Imaging;<br />

• Interuniversitair Centrum voor Onderwijskundig Onderzoek;<br />

• Interuniversitaire Onderzoekschool Systeemtheorie en Regeltechniek;<br />

• J.M. Burgerscentrum, Onderzoekschool voor Stromingsleer;<br />

• Nederlands Instituut voor Onderzoek in de Katalyse;<br />

• Nederlandse Onderzoekschool voor Stedelijk en Regionaal Onderzoek;<br />

• N.W. Posthumus Instituut;<br />

• Onderzoekschool Integraal Construeren voor de Bouw;<br />

• Onderzoekschool Procestechnologie;<br />

• Onderzoekschool voor Transport, Infrastructuur en Logistiek;<br />

• School voor Informatie- en Kennissystemen;<br />

• Thomas Stieltjes Institute for Mathematics.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 13<br />

De TU/e bleef penvoerder van twee toponderzoekscholen, te weten de ‘National Research School<br />

Combination Catalysis’ (NRSC-Catalysis) en het ‘Inter-University Research Institute on Communication<br />

Technology Basic Research and Applications’ (COBRA).<br />

De publiek-private instituten ‘Dutch Polymer Institute’ (DPI) en ‘Embedded Systems Institute’ (ESI)<br />

bleven op de TU/e-campus gevestigd. De TU/e is preferred partner voor beide instituten.<br />

De TU/e participeerde in <strong>2009</strong> in c.q. was actief betrokken bij de volgende instituten c.q. programma’s<br />

op het terrein van onderzoek, innovatie en economische structuurversterking:<br />

• BioMedical Materials program;<br />

• Center for Translational Molecular Medicine;<br />

• Dutch Polymer Institute;<br />

• Dutch Separation Technology Institute;<br />

• Embedded Systems Institute;<br />

• Holst Centre;<br />

• Innovatieprogramma Chemie;<br />

• Innovatieprogramma High Tech Automotive Systems;<br />

• Innovatieprogramma Life Sciences & Gezondheid;<br />

• Innovatieprogramma Point One (Phase 2);<br />

• Materials Innovation Institute (M2i, voorheen Netherlands Institute for Metals Research);<br />

• Operationeel Programma Zuid-Nederland;<br />

• Polymeren Innovatie Programma;<br />

• Programma Brainport <strong>Eindhoven</strong>;<br />

• Programma Pieken in de Delta Zuidoost-Nederland;<br />

• Programme for High Tech Systems.<br />

Met de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente participeerde de TU/e in de volgende<br />

zes gezamenlijke Centres of Excellence op onderzoeksgebied:<br />

• 3TU.Centre for Bio-Nano Applications;<br />

• 3TU.Centre for Dependable ICT Systems;<br />

• 3TU.Centre for Ethics and Technology;<br />

• 3TU.Centre for Intelligent Mechatronic Systems;<br />

• 3TU.Centre for Multiscale Phenomena;<br />

• 3TU.Centre for Sustainable Energy Technologies.<br />

Centrale diensten<br />

De TU/e omvatte eind <strong>2009</strong> de volgende centrale diensten:<br />

• Communicatie Expertise Centrum (CEC);<br />

• Dienst Algemene Zaken (DAZ);<br />

• Dienst Financiële en Economische Zaken (DFEZ);<br />

• Dienst Huisvesting (DH);<br />

• Dienst ICT (ICT);<br />

• Dienst Interne Zaken (DIZ);<br />

• Dienst Personeel en Organisatie (DPO);<br />

• Gemeenschappelijke <strong>Technische</strong> Dienst (GTD);<br />

• Informatie Expertise Centrum (IEC);<br />

• Onderwijs- en Studenten Service Centrum (STU).


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 14<br />

<strong>Eindhoven</strong> School of Education<br />

De <strong>Eindhoven</strong> School of Education (ESoE) is een gemeenschappelijk instituut van Fontys Hogescholen<br />

en de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> (TU/e). ESoE is actief op drie gebieden:<br />

• ze verzorgt de MSc-opleiding ‘Science Education and Communication’, die opleidt tot eerstegraads<br />

leraar wiskunde, natuurkunde, scheikunde of informatica;<br />

• ze verricht wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de onderwijswetenschap, meer in het<br />

bijzonder onderzoek naar de innovatie van onderwijs;<br />

• ze ondersteunt en bevordert onderwijsinnovaties bij onderwijsinstellingen in de regio door middel<br />

van consultancy en samenwerkingsprojecten.<br />

TU/e Innovation Lab<br />

De coördinatie van zaken op het terrein van kennisvalorisatie en stimulering en ondersteuning van<br />

startende ondernemingen bleef in <strong>2009</strong> in handen van het TU/e Innovation Lab.<br />

Bacheloropleidingen<br />

De TU/e verzorgde eind <strong>2009</strong> de volgende driejarige bacheloropleidingen (BSc) met tussen haakjes<br />

de faculteit die de opleiding aanbiedt:<br />

• Biomedische Technologie (BMT);<br />

• Bouwkunde (B);<br />

• Electrical Engineering (EE);<br />

• Industrial Design (ID);<br />

• Scheikundige Technologie (ST);<br />

• <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde (IE&IS);<br />

• <strong>Technische</strong> Informatica (W&I);<br />

• <strong>Technische</strong> Innovatiewetenschappen (IE&IS);<br />

• <strong>Technische</strong> Natuurkunde (TN);<br />

• <strong>Technische</strong> Wiskunde (W&I);<br />

• Werktuigbouwkunde (W).<br />

Met ingang van 1 september <strong>2009</strong> is de naam van de bacheloropleiding ‘Elektrotechniek’ gewijzigd<br />

in ‘Electrical Engineering’. De faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ verzorgt binnen<br />

haar bacheloropleiding ‘<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde’ een speciaal programma ‘<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde<br />

voor de Gezondheidszorg’.<br />

Het aanbod aan minorprogramma’s voor bachelorstudenten zag er eind <strong>2009</strong> als volgt uit:<br />

• Applied Physics;<br />

• Automotive Electronics*;<br />

• Biomedical Instrumentation Engineering;<br />

• Climatic Design;<br />

• Connecting Intelligence*;<br />

• Design for Mechanical Systems;<br />

• Educatie en Communicatie;<br />

• Elektrotechniek;<br />

• Embedded Systems*;<br />

• Energietechnologie (voorheen Sustainable Energy Technology);<br />

• Engineering for Health;<br />

• Finance and Risk;<br />

• Human-Technology Interaction;<br />

• Industrial Design*;<br />

• Ondernemerschap & Innovatie;<br />

• Operations Management and Logistics;<br />

• Polymeren;


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 15<br />

• <strong>Technische</strong> Informatica;<br />

• <strong>Technische</strong> Wiskunde;<br />

• Technologie en Internationale Duurzame Ontwikkeling*:<br />

• Verdiepende minor Biomedische Technologie;<br />

• Verdiepende minor Bouwkunde*;<br />

• Verdiepende minor Economie*;<br />

• Verdiepende minor Elektrotechniek*;<br />

• Verdiepende minor Industrial Design*;<br />

• Verdiepende minor Natuurkunde*;<br />

• Verdiepende minor Scheikundige Technologie*;<br />

• Verdiepende minor <strong>Technische</strong> Informatica;<br />

• Vrije minor.<br />

De met een * aangeduide minors zijn nieuw ten opzichte van 2008.<br />

Masteropleidingen<br />

Het aanbod van tweejarige masteropleidingen (MSc) werd met ingang van september <strong>2009</strong> uitgebreid<br />

met de opleiding ‘Automotive Technology’. Het totale aanbod aan tweejarige masteropleidingen (MSc)<br />

met tussen haakjes de penvoerende faculteit, was eind <strong>2009</strong> als volgt:<br />

• Applied Physics (TN);<br />

• Architecture, Building and Planning (B);<br />

• Automotive Technology (W);<br />

• Biomedical Engineering (BMT);<br />

• Building Services (B);<br />

• Business Information Systems (W&I);<br />

• Chemical Engineering (ST);<br />

• Computer Science and Engineering (W&I);<br />

• Construction Management and Engineering (B);<br />

• Electrical Engineering (EE);<br />

• Embedded Systems (W&I);<br />

• Human-Technology Interaction (IE&IS);<br />

• Industrial and Applied Mathematics (W&I);<br />

• Industrial Design (ID);<br />

• Innovation Management (IE&IS);<br />

• Innovation Sciences (IE&IS);<br />

• Mechanical Engineering (W);<br />

• Medical Engineering (BMT);<br />

• Operations Management and Logistics (IE&IS);<br />

• Science Education and Communication (ST);<br />

• Sustainable Energy Technology (W);<br />

• Systems and Control (W).<br />

Met ingang van 1 september <strong>2009</strong> is de naam van de masteropleiding ‘Technology and Policy’ gewijzigd<br />

in ‘Innovation Sciences’.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 16<br />

Verder verzorgde de TU/e eind <strong>2009</strong> de volgende tweejarige speciale masterprogramma’s (MSc)<br />

(vooralsnog als afstudeerrichtingen binnen de tussen haakjes vermelde zelfstandige masteropleidingen),<br />

waarmee de universiteit zich op de hoger onderwijsmarkt specifiek profileert:<br />

• Broadband Telecommunication Technologies (binnen ‘Electrical Engineering’);<br />

• Fluid and Solid Mechanics (binnen ‘Mechanical Engineering’);<br />

• Information Security Technology (binnen ‘Computer Science and Engineering’);<br />

• Nano-Engineering (binnen ‘Applied Physics’);<br />

• Polymers and Composites (binnen ‘Applied Physics’, ‘Chemical Engineering’ en ‘Mechanical<br />

Engineering’).<br />

Ontwerpersopleidingen<br />

Het aanbod aan tweejarige ontwerpersopleidingen (PDEng) van de TU/e omvatte eind <strong>2009</strong> de volgende<br />

opleidingen (met tussen haakjes de penvoerende faculteit):<br />

• Architectural Design Management Systems (B);<br />

• Design and Technology of Instrumentation (TN);<br />

• Information and Communication Technology (EE);<br />

• Logistics Management Systems (IE&IS);<br />

• Mathematics for Industry (W&I);<br />

• Process and Product Design (ST);<br />

• Software Technology (W&I);<br />

• User-System Interaction (ID).<br />

Deze opleidingen worden verzorgd onder de vlag van het Stan Ackermans Instituut, dat sinds medio 2006<br />

namens de drie Nederlandse technische universiteiten opereert als 3TU.School for Technological Design,<br />

Stan Ackermans Instituut.<br />

Continuing education<br />

Postacademische opleidingen en cursussen worden door de TU/e verzorgd in het kader van de TiasNimbas<br />

Business School. De opleidingen die in <strong>Eindhoven</strong> worden aangeboden, worden in het Multimediapaviljoen<br />

op de TU/e-campus gegeven.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 17<br />

1.3<br />

Gevoerd beleid<br />

Het in <strong>2009</strong> gevoerde beleid werd in belangrijke mate bepaald door de eind 2008 vastgestelde<br />

‘Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong>’ en het in september <strong>2009</strong> gepubliceerde ‘Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012’.<br />

De volledige tekst van de ‘Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong>’ is te vinden in bijlage 5. De in het ‘Instellingsplan<br />

<strong>2009</strong>-2012’ opgenomen kernambities voor het jaar 2012 zijn te vinden in bijlage 6. Zie verder paragraaf<br />

1.4 voor de relatie tussen het TU/e- en het overheidsbeleid.<br />

1.4<br />

Relatie met overheidsbeleid<br />

Het TU/e-beleid voor de periode <strong>2009</strong>-2012 sluit nauw aan bij de belangrijkste beleidsprioriteiten van<br />

de overheid voor het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, te weten:<br />

• zo goed mogelijk voorzien in de behoefte aan ingenieurs, technologisch ontwerpers en onderzoekers;<br />

• bevorderen van hogere studierendementen;<br />

• inspelen op de behoefte aan differentiatie in het onderwijs;<br />

• meer en beter samenwerken met vwo-scholen en hbo-instellingen;<br />

• versterken van focus en massa van het onderzoek;<br />

• intensiveren van de samenwerking met het bedrijfsleven op voor de Nederlandse economie<br />

relevante terreinen, onder meer door actief te participeren in publiek-private onderzoeksinitiatieven;<br />

• bevorderen van actieve kennisvalorisatie in samenwerking zowel met grote ondernemingen als met<br />

het mkb en starters;<br />

• versterken van de internationale profilering van het Nederlandse hoger onderwijs en wetenschappelijk<br />

onderzoek en van de instroom van buitenlandse studenten en promovendi;<br />

• intensiveren en versnellen van de afstemming en samenwerking tussen de drie technische<br />

universiteiten;<br />

• actief bewaken en stimuleren van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek;<br />

• zorg dragen voor een maatschappelijk verantwoorde en transparante bedrijfsvoering.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 18<br />

1.5<br />

Kengetallen 2005-<strong>2009</strong><br />

Kwantitatieve indicatoren 2005 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />

Aantal studenten ir. (ongedeeld) 1929 1015 415 186 n.v.t.<br />

Aantal studenten BSc 4551 4656 4682 4638 4839<br />

Aantal studenten MSc 1225 1942 2394 2577 2763<br />

Totaal aantal studenten* 7171 7041 6926 6880 7118<br />

Aantal studiepunten per student ir. (ongedeeld)** 34,3 34,1 36,7 32,2 37,4<br />

Aantal studiepunten per student BSc** 32,4 31,0 31,1 30,7 31,5<br />

Aantal studiepunten per student MSc** 34,8 33,0 34,6 36,3 37,5<br />

Aantal diploma’s ir. (ongedeeld) 710 639 496 160 88<br />

Aantal diploma’s BSc 380 551 626 622 628<br />

Aantal diploma’s MSc 150 265 488 777 830<br />

Aantal ontwerpers-in-opleiding 213 184 181 182 200<br />

Aantal diploma’s PDEng 110 113 80 81 85<br />

Aantal promovendi (bezoldigd) 622 633 651 690 756<br />

Aantal promovendi (onbezoldigd) n.a. n.a. 180 247 309<br />

Aantal promoties 164 148 176 191 192<br />

Aantal wetenschappelijke publicaties (ref.) 2692 2816 2935 3069 3125<br />

Aantal wetenschappelijke publicaties (non-ref.) 393 371 357 384 388<br />

Aantal start-ups en spin-offs 16 20 19 17 15<br />

Aantal octrooiaanvragen op naam TU/e 11 13 15 16 10<br />

Aantal nieuwe licenties door TU/e 7 4 5 10 16<br />

Personeelsomvang (fte) 2584 2588 2658 2739 2829<br />

Aantal personeelsleden 2869 2865 2978 3047 3131<br />

Verhouding WP/OBP 1,64 1,56 1,61 1,63 1,69<br />

Aantal voltijdhoogleraren 107 113 116 117 126<br />

Aantal deeltijdhoogleraren (bezoldigd) 46 47 46 44 43<br />

Aantal deeltijdhoogleraren (onbezoldigd) 79 73 69 64 61<br />

Aantal bijzondere hoogleraren 3 3 3 3 2<br />

* Met ingang van 2008 worden studenten die zowel in een bachelor- als masteropleiding staan ingeschreven, zowel<br />

bij de bachelor- als masterstudenten meegeteld. Daardoor wijkt het totaal aantal studenten af van de optelling van<br />

ir. (ongedeeld)-, BSc- en MSc-studenten.<br />

** Het aantal studiepunten wordt vermeld per studiejaar (resp. 2004-2005, 2005-2006, 2006-2007, 2007-2008, 2008-<strong>2009</strong>).


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 19<br />

Financiële indicatoren (bedragen in miljoenen euro’s) 2005 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />

Rijksbijdrage OCW 171,8 175,9 182,5 186,8 183,6<br />

College- en examengelden 10,5 10,7 11,5 11,9 12,6<br />

Tweede geldstroombaten 14,8 19,2 17,0 18,0 17,8<br />

Derde geldstroombaten 43,6 45,4 49,6 54,4 63,1<br />

Overige baten 10,0 13,1 15,4 16,3 16,6<br />

Personele lasten 154,0 155,6 165,5 176,8 187,2<br />

Afschrijvingen 17,3 18,3 19,1 17,3 16,1<br />

Huisvestingslasten 20,9 20,7 24,7 22,9 23,2<br />

Overige lasten 53,9 63,1 61,1 66,2 62,4<br />

Saldo financiële baten en lasten -3,8 -3,6 -3,2 -2,5 -2,3<br />

Resultaat 0,8 3,0 2,4 1,7 2,5<br />

Eigen vermogen 113,3 116,3 117,0 117,7 120,2<br />

Netto werkkapitaal * -27,0 -52,0 -25,3 -41,7 -12,4<br />

Current ratio ** 0,50 0,45 0,66 0,57 0,85<br />

Solvabiliteitsratio ** 0,45 0,44 0,45 0,46 0,45<br />

* Netto werkkapitaal = Vlottende activa - Kortlopende schulden<br />

** Current ratio = Vlottende activa/Kortlopende schulden<br />

*** Solvabiliteitsratio = Eigen vermogen/Totaal vermogen<br />

1.6<br />

Toekomstige ontwikkelingen<br />

In het belang van het unieke hightech ecosysteem in de Brainport <strong>Eindhoven</strong>-regio houdt de TU/e in de<br />

toekomst vast aan haar streven naar het realiseren van de hoogst mogelijke kwaliteit in haar kerntaken<br />

onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie. De omgeving verlangt een verdere versterking van de<br />

internationale concurrentiepositie van de TU/e. Daarvoor is naast kwaliteitsversterking ook groei nodig.<br />

De positie in internationale rankings wordt immers niet alleen bepaald door kwaliteit maar ook door<br />

omvang. In <strong>2009</strong> is een brede discussie met in- en externe stakeholders gestart over de vraag hoe de<br />

TU/e haar onderscheidingskracht, concurrentiepositie en reputatie in de wereld verder kan versterken<br />

en daarvoor de nodige middelen kan verwerven. Daarvoor is het nodig dat de TU/e optimaal inspeelt<br />

op relevante toekomstgerichte maatschappelijke én wetenschappelijke vragen en uitdagingen en<br />

excelleert op de gehele kennisketen van fundamenteel onderzoek tot en met ontwikkeling van innovatieve<br />

artefacten. De TU/e wil zich daarom niet alleen onderscheiden in de technologische basisdisciplines<br />

maar ook in innovatiegerichte thematische programma’s. De TU/e profileert zich niet voor niets als de<br />

universiteit ‘Where innovation starts’. Door zich te laten inspireren door de buitenwereld wil de TU/e zelf<br />

ook duurzaam een waardevolle inspiratiebron blijven voor haar externe omgeving. De discussie zal in<br />

de loop van 2010 uitmonden in een notitie ‘Strategie TU/e 2020’. Aansluitend zal een ‘Instellingsplan<br />

2011-2014’ worden opgeleverd.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 20<br />

De concrete bestuurlijke voornemens voor het jaar 2010 zijn vervat in de eind <strong>2009</strong> vastgestelde<br />

‘Bestuurlijke Agenda 2010’, die als bijlage 7 in dit jaarverslag is opgenomen. De kerncijfers in de<br />

begroting 2010 zijn opgenomen in de navolgende paragraaf. Bijzondere aandacht zal in 2010 worden<br />

besteed aan correcte uitvoering en verantwoording van projecten in het kader van de zogenaamde<br />

‘Kenniswerkersregeling’ van de rijksoverheid, projecten die bevorderen dat technologische kenniswerkers<br />

niet alleen behouden blijven voor de hightech industrie in Zuid-Nederland maar na de economische<br />

crisis verrijkt hun werk in de industrie weer op kunnen pakken. De TU/e faciliteert van alle Nederlandse<br />

universiteiten ruimschoots de meeste projecten in het kader van de ‘Kenniswerkersregeling’<br />

(zie paragraaf 4.3 onder het kopje ‘Kenniswerkersregeling’).<br />

1.7<br />

Kerncijfers begroting 2010<br />

Kerncijfers begroting 2010 (bedragen in miljoenen euro’s)<br />

Rijksbijdrage OCW 186,3<br />

College- en examengelden 14,1<br />

Werk voor derden 83,2<br />

Overige baten 15,7<br />

Totaal baten 299,3<br />

Personele lasten 194,0<br />

Afschrijvingen 16,4<br />

Huisvesting 34,3<br />

Overige lasten 53,5<br />

Totaal lasten 298,2<br />

Saldo baten en lasten 1,1<br />

Rentebaten en -lasten -2,6<br />

Resultaat deelnemingen 1,5<br />

Resultaat 0,0


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 21<br />

2<br />

Onderwijs<br />

2.1<br />

Feiten en cijfers<br />

In het Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012 heeft de TU/e een aantal kernambities op het gebied van onderwijs<br />

geformuleerd. In lijn met deze ambities wordt in dit jaarverslag naast de vertrouwde overzichten<br />

voor het eerst de volgende informatie opgenomen: marktaandeel instroom bacheloropleidingen,<br />

marktaandeel instroom masteropleidingen, aandeel BSc-gediplomeerden dat deelnam aan honors<br />

program, deelname aan ondernemerschapsonderwijs, studierendement bacheloropleidingen binnen<br />

4 jaar en studierendement masteropleidingen binnen 30 maanden.<br />

Instroom<br />

De instroom van eerstejaarsstudenten in de bachelor- en masteropleidingen komt in het studiejaar<br />

<strong>2009</strong>-2010 wederom hoger uit dan in 2008-<strong>2009</strong>. De instroom van afgestudeerde bachelorstudenten<br />

uit hbo en w.o. in schakelprogramma’s stijgt eveneens in <strong>2009</strong>-2010 ten opzichte van 2008-<strong>2009</strong>.<br />

Hier is echter sprake van een trendbreuk, omdat er in voorgaande jaren een duidelijk dalende lijn<br />

zichtbaar was. De instroom in de masteropleidingen van studenten die voor het eerst aan de TU/e<br />

zijn ingeschreven, laat in <strong>2009</strong>-2010 een groei zien ten opzichte van de jaren ervoor. De belangstelling<br />

voor ontwerpersopleidingen steeg in <strong>2009</strong> ten opzichte van 2008.<br />

Eerstejaarsinstelling in bacheloropleidingen (exclusief hbo-schakelaars)<br />

Eerstejaars instelling in bacheloropleidingen (exclusief schakelstudenten w.o. en hbo)<br />

(peildatum 1 december)<br />

Studiejaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />

2005-2006 998 14 3<br />

2006-2007 1013 17 1<br />

2007-2008 1099 17 2<br />

2008-<strong>2009</strong> 1106 18 3<br />

<strong>2009</strong>-2010* 1201 19 1<br />

(* Tussenstand per 1 december <strong>2009</strong>)<br />

Marktaandeel instroom bacheloropleidingen<br />

(peildatum 1 december) Eerstejaars instelling Eerstejaars instelling<br />

Landelijk<br />

TU/e<br />

Studiejaar Aantal* Aantal* %<br />

2004-2005 36381 1400 4<br />

2005-2006 37353 1323 4<br />

2006-2007 38386 1315 3<br />

2007-2008 40321 1384 3<br />

2008-<strong>2009</strong> 42648 1393 3<br />

(*Inclusief instroom schakelstudenten)<br />

Instroom schakelstudenten (w.o. en hbo)<br />

(peildatum 1 december)<br />

Studiejaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />

2005-2006 346 11 1<br />

2006-2007 320 9 6<br />

2007-2008 309 11 4<br />

2008-<strong>2009</strong> 265 11 3<br />

<strong>2009</strong>-2010* 341 12 4<br />

(* Tussenstand per 1 december <strong>2009</strong>)


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 22<br />

Eerstejaars instelling in masteropleidingen<br />

(peildatum einde studiejaar)<br />

Studiejaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />

2005-2006 211 16 28<br />

2006-2007 316 18 30<br />

2007-2008 299 20 44<br />

2008-<strong>2009</strong> 356 23 47<br />

<strong>2009</strong>-2010* 354 24 59<br />

Marktaandeel instroom masteropleidingen<br />

(peildatum 1 december) Eerstejaars instelling Eerstejaars instelling<br />

Landelijk<br />

TU/e<br />

Studiejaar Aantal Aantal %<br />

2004-2005 3700 47 1<br />

2005-2006 5208 57 1<br />

2006-2007 6487 86 1<br />

2007-2008 7567 119 2<br />

2008-<strong>2009</strong> 8283 144 2<br />

Instroom in ontwerpersopleidingen<br />

(per 31 december)<br />

Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />

2005 84 36 80<br />

2006 103 46 74<br />

2007 94 36 78<br />

2008 92 41 84<br />

<strong>2009</strong> 105 45 88<br />

Uitstroom<br />

Er werden in <strong>2009</strong> in totaal 918 ingenieurs- c.q. masterdiploma’s uitgereikt tegenover 937 in 2008.<br />

De daling van het aantal ingenieurdiploma’s na ongedeelde ingenieursopleidingen en de stijging van<br />

het aantal masterdiploma’s wordt veroorzaakt door de overschakeling naar het bachelor-masterstelsel.<br />

Het aantal uitgereikte bachelordiploma’s bleef in <strong>2009</strong> ongeveer gelijk ten opzichte van het jaar ervoor.<br />

Het aantal ontwerpersdiploma’s was in <strong>2009</strong> vier hoger dan in 2008.<br />

Uitgereikte ir.-diploma’s (na ongedeelde ingenieursopleiding)<br />

(per kalenderjaar)<br />

Jaar<br />

Aantal<br />

2005 710<br />

2006 639<br />

2007 496<br />

2008 160<br />

<strong>2009</strong> 88


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 23<br />

Uitgereikte kandidaats- en BSc-diploma’s<br />

(per kalenderjaar)<br />

Jaar Aantal totaal Aantal kandidaats Aantal BSc<br />

2005 738 358 380<br />

2006 916 365 551<br />

2007 626 n.v.t. 626<br />

2008 622 n.v.t. 622<br />

<strong>2009</strong> 628 n.v.t. 628<br />

Uitgereikte MSc-diploma’s<br />

(per kalenderjaar)<br />

Jaar<br />

Aantal<br />

2005 150<br />

2006 265<br />

2007 488<br />

2008 777<br />

<strong>2009</strong> 830<br />

Uitgereikte PDEng-diploma’s<br />

(per kalenderjaar)<br />

Jaar<br />

Aantal<br />

2005 110<br />

2006 113<br />

2007 80<br />

2008 81<br />

<strong>2009</strong> 85<br />

Ingeschreven studenten<br />

Het is vanaf studiejaar <strong>2009</strong>-2010 voor studenten niet meer mogelijk zich in te schrijven voor een<br />

ongedeelde ingenieursopleiding. Studenten die nog ingeschreven stonden in deze ongedeelde<br />

opleidingen is de mogelijkheid geboden over te stappen naar de bachelor- of masteropleiding.<br />

Het aantal studenten in de bacheloropleidingen, masteropleidingen en ontwerpersopleidingen is in<br />

<strong>2009</strong> met respectievelijk 201, 186 en 18 gestegen.<br />

Ingeschreven studenten ongedeelde ingenieursopleidingen<br />

(per 1 december)<br />

Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />

2005 1929 14 2<br />

2006 1015 12 2<br />

2007 415 11 3<br />

2008 186 5 3<br />

<strong>2009</strong> n.v.t. n.v.t. n.v.t.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 24<br />

Ingeschreven studenten bacheloropleidingen<br />

(per 1 december)<br />

Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />

2005 4551 14 2<br />

2006 4656 15 3<br />

2007 4682 15 3<br />

2008 4638 16 2<br />

<strong>2009</strong> 4839 17 2<br />

Ingeschreven studenten masteropleidingen<br />

(per 1 december)<br />

Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />

2005 1225 23 13<br />

2006 1942 20 11<br />

2007 2394 19 11<br />

2008 2577 19 13<br />

<strong>2009</strong> 2763 19 16<br />

Totaal aantal ingeschreven studenten initiële opleidingen*<br />

(per 1 december)<br />

Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />

2005 7171 15 4<br />

2006 7041 15 5<br />

2007 6926 16 6<br />

2008 6880 17 6<br />

<strong>2009</strong> 7118 18 7<br />

* Met ingang van 2008 worden studenten die zowel in een bachelor- als masteropleiding staan ingeschreven,<br />

zowel bij de bachelor- als masterstudenten meegeteld. Daardoor wijkt het totaal aantal studenten af van de<br />

optelling van ir. (ongedeeld)-, BSc- en MSc-studenten.<br />

Ingeschreven studenten ontwerpersopleidingen (technologisch ontwerpers in opleiding)<br />

(per 31 december)<br />

Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />

2005 213 39 64<br />

2006 184 42 74<br />

2007 181 40 74<br />

2008 182 40 73<br />

<strong>2009</strong> 200 45 79


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 25<br />

Deelname aan honors en ondernemerschapsonderwijs<br />

In september 2006 ging het Honors Horizon Program van start. Dit is een verbredend programma dat<br />

excellente bachelorstudenten náást het tweede en derde jaar van de bacheloropleiding kunnen volgen.<br />

De eerste studenten die aan dit programma deelnamen, behaalden in 2008 hun bachelordiploma.<br />

Sinds het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 wordt ook het verdiepende Honors Star Program aangeboden. De eerste<br />

lichting bachelorstudenten die dit programma met succes heeft afgerond, wordt in 2012 verwacht.<br />

In een aantal masteropleidingen zijn pilots gestart om ervaring op te doen met het aanbieden van de<br />

zogenaamde Honors Tracks voor studenten die het talent en de motivatie hebben om door te stromen<br />

in een ontwerpersopleiding of een promotietraject. De eerste masterstudenten die deel hebben genomen<br />

aan deze pilots zullen naar verwachting in 2010 hun masterdiploma behalen.<br />

Sinds 2006 verzorgt de faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ een instellingsbrede minor<br />

‘Ondernemerschap’ voor bachelorstudenten. In 2008-<strong>2009</strong> konden geen nieuwe deelnemers instromen<br />

in verband met de overgang van lint- naar blokminoren. Zie paragraaf 2.2 onder het kopje ‘Blokminoren’.<br />

Daarnaast verzorgen de faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ en het TU/e Innovation<br />

Lab het certificaatprogramma ‘Technology Entrepreneurship’ voor afstuderende masterstudenten.<br />

Aandeel BSc-gediplomeerden dat deelnam aan Honors Program<br />

(per kalenderjaar) Honors Program Honors Program<br />

Aantal BSc Horizon Star<br />

Jaar gediplomeerden Aantal % Aantal %<br />

2005 380 n.a. n.a. n.a. n.a.<br />

2006 551 n.a. n.a. n.a. n.a.<br />

2007 626 n.a. n.a. n.a. n.a.<br />

2008 622 11 2 n.a. n.a.<br />

<strong>2009</strong> 628 13 2 n.a. n.a.<br />

Deelname aan ondernemerschapsonderwijs<br />

(per studiejaar) BSc – Minor MSc - Certificaat<br />

Ondernemerschap<br />

Technology Entrepreneurship<br />

Studiejaar Aantal Aantal<br />

2004-2005 n.v.t. n.v.t.<br />

2005-2006 24 7<br />

2006-2007 34 9<br />

2007-2008 52 14<br />

2008-<strong>2009</strong> -* 10<br />

(* In 2008-<strong>2009</strong> konden geen nieuwe deelnemers instromen i.v.m. de overgang van lint- naar blokminoren.)<br />

Studietempo en -rendement<br />

Het gemiddelde aantal studiepunten per student in de oude, ongedeelde ingenieursopleidingen steeg in<br />

het studiejaar 2008-<strong>2009</strong> ten opzichte van het jaar daarvoor met 5,2 punt en in de bacheloropleidingen<br />

met 0,8 punt. In de masteropleidingen steeg het gemiddelde aantal studiepunten per student in het<br />

studiejaar 2008-<strong>2009</strong> met 1,2 punt ten opzichte van het studiejaar 2007-2008. Het studierendement van<br />

de bacheloropleidingen binnen 4 jaar vertoont een licht stijgende lijn. Van de generatie 2005 rondde 38%<br />

van alle vwo-instromers in de bacheloropleidingen die zich na het eerste jaar hebben heringeschreven<br />

binnen de TU/e, de bacheloropleiding binnen 4 jaar af, van de generatie 2002 was dit 32%. Het rendement<br />

van de masteropleidingen binnen 30 maanden na aanvang schommelt met uitzondering van generatie<br />

2002-2003 tussen de 42% en 51%.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 26<br />

Gemiddeld aantal studiepunten per student in ongedeelde ingenieursopleidingen<br />

(per studiejaar; exclusief studiepunten voor vrijstellingen)<br />

Studiejaar<br />

Aantal<br />

2004-2005 34,3<br />

2005-2006 34,1<br />

2006-2007 36,7<br />

2007-2008 32,2<br />

2008-<strong>2009</strong> 37,4<br />

Gemiddeld aantal studiepunten per student in bacheloropleidingen<br />

(per studiejaar; exclusief studiepunten voor vrijstellingen)<br />

Studiejaar<br />

Aantal<br />

2004-2005 32,4<br />

2005-2006 31,0<br />

2006-2007 31,1<br />

2007-2008 30,7<br />

2008-<strong>2009</strong> 31,5<br />

Gemiddeld aantal studiepunten per student in masteropleidingen<br />

(per studiejaar; exclusief studiepunten voor vrijstellingen)<br />

Studiejaar<br />

Aantal<br />

2004-2005 34,8<br />

2005-2006 33,0<br />

2006-2007 34,6<br />

2007-2008 36,3<br />

2008-<strong>2009</strong> 37,5<br />

Studierendement bacheloropleidingen<br />

(cumulatief percentage afgestudeerden per generatie eerstejaars per ultimo studiejaar)<br />

Generatie 05-06 06-07 07-08 08-09<br />

01-12-2002 23 37 47 49<br />

01-12-2003 6 20 24 42<br />

01-12-2004 - 7 17 36<br />

01-12-2005 - - 7 25<br />

01-12-2006 - - - 7<br />

Studierendement bacheloropleidingen binnen 4 jaar<br />

(percentage afgestudeerden binnen vier jaar van alle vwo-instromers in de bacheloropleidingen die zich na het eerste jaar<br />

hebben heringeschreven binnen de TU/e)<br />

Generatie %<br />

01-12-2001 n.v.t.<br />

01-12-2002 32<br />

01-12-2003 32<br />

01-12-2004 35<br />

01-12-2005 38


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 27<br />

Studierendement masteropleidingen<br />

(cumulatief percentage afgestudeerden per generatie instromende studenten in masteropleiding per ultimo studiejaar)<br />

Generatie 04-05 05-06 06-07 07-08 08-09<br />

01-12-2003 32 68 88 90 90<br />

01-12-2004 - 53 75 83 88<br />

01-12-2005 - - 44 59 77<br />

01-12-2006 - - - 29 61<br />

01-12-2007 - - - - 32<br />

Studierendement masteropleidingen binnen 30 maanden<br />

(percentage afgestudeerden binnen 30 maanden na aanvang opleiding)<br />

Generatie %<br />

2002-2003 100<br />

2003-2004 49<br />

2004-2005 51<br />

2005-2006 42<br />

2006-2007 44*<br />

(* Eind <strong>2009</strong> waren de 30 maanden nog niet verstreken voor de volledige generatie 2006-2007)<br />

Studierendement ontwerpersopleidingen<br />

(cumulatief percentage afgestudeerden per generatie eerstejaars ontwerpersopleiding per kalenderjaar)<br />

Generatie 2005 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />

2003 81 91 92 92 92<br />

2004 - 83 92 93 93<br />

2005 - - 81 85 86<br />

2006 - - - 68 80<br />

2007 - - - - 84<br />

Uitval<br />

Het percentage tussentijdse uitvallers uit de bachelor-, master- en ontwerpersopleidingen is vrijwel gelijk<br />

gebleven. Bij de ongedeelde ingenieursopleidingen was sprake van een stijging met 5 procentpunten.<br />

Tussentijdse uitval uit ongedeelde ingenieursopleidingen (ongediplomeerd)<br />

(per studiejaar)<br />

Studiejaar Aantal % van ingeschreven ir.-studenten<br />

2004-2005 91 5<br />

2005-2006 96 5<br />

2006-2007 56 6<br />

2007-2008 37 9<br />

2008-<strong>2009</strong> 26 14<br />

Tussentijdse uitval uit bacheloropleidingen (ongediplomeerd)<br />

(per studiejaar)<br />

Studiejaar Aantal % van ingeschreven BSc-studenten<br />

2004-2005 554 14<br />

2005-2006 670 15<br />

2006-2007 697 15<br />

2007-2008 671 15<br />

2008-<strong>2009</strong> 626 13


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 28<br />

Tussentijdse uitval uit masteropleidingen (ongediplomeerd)<br />

(per studiejaar)<br />

Studiejaar Aantal % van ingeschreven MSc-studenten<br />

2004-2005 16 4<br />

2005-2006 20 3<br />

2006-2007 44 3<br />

2007-2008 44 2<br />

2008-<strong>2009</strong> 63 2<br />

Tussentijdse uitval uit ontwerpersopleidingen (ongediplomeerd)<br />

(per kalenderjaar)<br />

Jaar Aantal % van ingeschreven technologisch ontwerpers in opleiding<br />

2005 1 1<br />

2006 9 5<br />

2007 5 3<br />

2008 5 3<br />

<strong>2009</strong> 9 5<br />

Internationalisering<br />

Het aantal buitenlandse uitwisselingsstudenten groeide in het studiejaar 2008-<strong>2009</strong> met 43 ten opzichte<br />

van het voorgaande jaar. Het aantal door buitenlandse uitwisselingsstudenten behaalde studiepunten<br />

was echter 130 lager. Het percentage buitenlandse studenten in de bacheloropleidingen bleef constant,<br />

terwijl het percentage buitenlandse masterstudenten met 3 procentpunten steeg naar 16%. Het aandeel<br />

buitenlandse studenten in de ontwerpersopleidingen steeg van 73 naar 79%. Het aantal internationale<br />

studiepunten, behaald door TU/e-studenten, was in het studiejaar 2008-<strong>2009</strong> ruim 806 hoger dan in het<br />

voorgaande jaar. In totaal verbleven 273 TU/e-studenten in het kader van hun opleiding enige tijd in het<br />

buitenland, van wie 154 buiten de EU. Zie verder paragraaf 2.3 onder het kopje ‘Studentenuitwisseling’.<br />

Buitenlandse uitwisselingsstudenten<br />

(per studiejaar)<br />

Studiejaar<br />

Aantal<br />

2004-2005 284<br />

2005-2006 387<br />

2006-2007 420<br />

2007-2008 447<br />

2008-<strong>2009</strong> 490<br />

Studiepunten buitenlandse uitwisselingsstudenten aan TU/e (initiële opleidingen)<br />

(per studiejaar)<br />

Studiejaar<br />

Aantal<br />

2004-2005 6044<br />

2005-2006 6838<br />

2006-2007 7714<br />

2007-2008 6589<br />

2008-<strong>2009</strong> 6459


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 29<br />

Ingeschreven studenten met buitenlandse nationaliteit in ongedeelde ingenieursopleidingen<br />

(per 31 december)<br />

Jaar Aantal % van ingeschreven ir.-studenten<br />

2005 47 3<br />

2006 20 2<br />

2007 13 3<br />

2008 6 3<br />

<strong>2009</strong> n.v.t. n.v.t.<br />

Ingeschreven studenten met buitenlandse nationaliteit in bacheloropleidingen<br />

(per 1 december)<br />

Jaar Aantal % van ingeschreven BSc-studenten<br />

2005 101 2<br />

2006 120 3<br />

2007 115 3<br />

2008 113 2<br />

<strong>2009</strong> 103 2<br />

Ingeschreven studenten met buitenlandse nationaliteit in masteropleidingen<br />

(per 31 december)<br />

Jaar Aantal % van ingeschreven MSc-studenten<br />

2005 162 13<br />

2006 216 11<br />

2007 274 11<br />

2008 338 13<br />

<strong>2009</strong> 430 16<br />

Ingeschreven studenten (TOIO’s) met buitenlandse nationaliteit in ontwerpersopleidingen<br />

(per 31 december)<br />

Jaar Aantal % van ingeschreven TOIO’s<br />

2005 137 64<br />

2006 136 74<br />

2007 134 74<br />

2008 132 73<br />

<strong>2009</strong> 158 79<br />

Internationale studiepunten TU/e-studenten (initiële opleidingen)<br />

(per studiejaar)<br />

Studiejaar<br />

Aantal<br />

2004-2005 8448<br />

2005-2006 9374<br />

2006-2007 9273<br />

2007-2008 7144<br />

2008-<strong>2009</strong> 7950


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 30<br />

Externe beoordelingen<br />

De TU/e scoorde in <strong>2009</strong> voor het vijfde jaar op rij als beste in de beoordelingen in de Keuzegids Hoger<br />

Onderwijs. In de enquête onder hoogleraren van het weekblad ‘Elsevier’ scoorde de TU/e ook wederom<br />

het beste, dit jaar samen met de TU Delft.<br />

TU/e-positie in Keuzegids Hoger Onderwijs<br />

<strong>Universiteit</strong> 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />

TU/e 1 1 1 1<br />

UT 2 2 2 2<br />

TUD 3 3 3 3<br />

TU/e-positie in Elsevier hooglerarenenquête<br />

<strong>Universiteit</strong> 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />

TU/e 1 1 1 1<br />

UT 3 2 2 3<br />

TUD 2 3 3 1<br />

2.2<br />

Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Onderwijs’ voor de doelstellingen die de TU/e in <strong>2009</strong> op onderwijsgebied<br />

nastreefde.<br />

Jaarindeling<br />

Met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 is voor alle bachelor- en masteropleidingen een jaarindeling<br />

ingevoerd met twee semesters en twee blokken per semester. Daarmee is de jaarindeling geharmoniseerd<br />

met die aan de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente. Dat maakt het voor studenten van<br />

de drie technische universiteiten beter mogelijk gebruik te maken van elkaars onderwijsaanbod.<br />

Blokminoren<br />

Eveneens met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 zijn alle minors in de bacheloropleidingen ingericht<br />

als blokminoren in het eerste semester van het derde leerjaar en hebben deze een omvang van 30<br />

studiepunten. Met de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente werden afspraken gemaakt<br />

om hun minoraanbod op dezelfde manier vorm te geven in hun bachelorcurricula. Dit maakt het voor<br />

studenten van de drie technische universiteiten mogelijk deel te nemen aan elkaars minors. Het<br />

aanbieden van minors past in het streven van de TU/e onderwijs-op-maat te bieden aan haar studenten.<br />

Academische vorming in minoren<br />

Vanaf de start van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 is het in principe voor alle bachelorstudenten verplicht in<br />

het kader van hun minor een speciaal programma te volgen ter versterking van hun academische vorming.<br />

Dit programma omvat drie studiepunten. Wat de invulling betreft kunnen de studenten een keuze maken<br />

uit het volgen van ofwel een groot universiteitscollege (‘Big Images’ of ‘Big History’) ofwel een klein<br />

universiteitscollege in combinatie met een reeks van 14 lezingen, georganiseerd door het Studium<br />

Generale van de universiteit. Er worden vijf kleine universiteitscolleges verzorgd, te weten: ‘Risk Society’,<br />

‘Science and Pseudo Science’, ‘Tijdperk van complexiteit; omgaan met onvoorspelbaarheid’, ‘Building<br />

Europe on Transnational Infrastructures’ en een nader in te vullen college door een buitenlandse<br />

gasthoogleraar. Studenten kunnen hieruit een keuze maken.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 31<br />

Programmering minoren<br />

De TU/e streeft er nadrukkelijk naar dat er per profilerende masteropleiding c.q. -track een voorbereidende<br />

minor aangeboden wordt aan geïnteresseerde bachelorstudenten. Eind <strong>2009</strong> waren er in totaal bijna<br />

30 minors. Nog niet het totale aanbod aan profilerende masteropleidingen c.q. -tracks werd afgedekt<br />

door het minoraanbod. Dit onderwerp blijft de komende jaren dan ook een aandachtspunt.<br />

Honors Program<br />

Naast het bestaande verbredende Honors Horizon Program is met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010<br />

gestart met het aanbieden van een verdiepend Honors Star Program, eveneens voor excellente<br />

bachelorstudenten. Een subsidieaanvraag ten behoeve van de vormgeving van dit Star Program bij het<br />

Platform Bèta Techniek werd helaas niet gehonoreerd. Het College van Bestuur heeft daarop besloten zelf<br />

de nodige middelen vrij te maken om een gefaseerde uitrol van het programma mogelijk te maken.<br />

Net als het aanbieden van minors past het verzorgen van twee varianten van een Honors Program voor<br />

excellente studenten in het streven van de TU/e onderwijs-op-maat te bieden aan haar studenten.<br />

Bindend studieadvies<br />

De eerstejaars bachelorstudenten die in september <strong>2009</strong> met hun opleiding zijn gestart, krijgen als eerste<br />

cohort te maken met een zogenaamd bindend studieadvies. Studenten die aan het eind van het eerste<br />

jaar niet aan de minimale eisen hebben voldaan, krijgen een bindend negatief studieadvies en worden<br />

verwezen naar een beter passende opleiding. Met studenten die maar net aan de minimale eisen voldoen,<br />

worden studieafspraken gemaakt. Alleen studenten die ruim aan de minimale eisen voldoen, kunnen<br />

zonder meer verder met hun opleiding. Op deze manier wil de universiteit bevorderen dat studenten die<br />

onvoldoende toegerust blijken om de door hen gekozen TU/e-opleiding succesvol te volbrengen, tijdig en<br />

zonder teveel tijdverlies begeleid worden naar een opleiding die zij wel aankunnen. Bovendien krijgen<br />

studenten die hun opleiding met extra structuur en hulp en voldoende eigen inzet in principe wel kunnen<br />

halen, snel extra begeleiding en ondersteuning. Ook dat past in het TU/e-concept van onderwijs-opmaat.<br />

De implementatie van het bindend studieadvies wordt gemonitord door de Centrale Commissie<br />

Kwaliteitszorg Onderwijs. Zie verder paragraaf 5.3 onder het kopje ‘Doelgroepenbeleid’.<br />

Personal coaches<br />

Er zijn in <strong>2009</strong> pilotprojecten voorbereid om binnen enkele bacheloropleidingen ervaring op te gaan<br />

doen met de inzet van personal coaches ten behoeve van de studenten. Deze projecten zullen in 2010<br />

van start gaan.<br />

Rendementsverbetering<br />

Alle faculteiten hebben in <strong>2009</strong> goede vorderingen gemaakt met het implementeren van initiatieven<br />

die verbetering van de rendementen in de bacheloropleidingen moeten bevorderen. Tegelijkertijd kan<br />

worden vastgesteld dat de rendementen van de bacheloropleidingen van de TU/e nog sterk achterblijven<br />

bij de met het Ministerie van OCW gemaakte prestatieafspraak dat in 2014 van de herinschrijvers na het<br />

eerste jaar minimaal 70% binnen vier jaar na de start van hun opleiding een bachelordiploma behaald<br />

moet hebben. De TU/e ziet daarin een aansporing stevig in te blijven zetten op rendementsverbeterende<br />

maatregelen.<br />

Haalbaarheid BSc Engineering Science<br />

Een eerste haalbaarheidsverkenning maakte duidelijk dat het opzetten van een brede Engelstalige<br />

bacheloropleiding ‘Engineering Science’ in de setting van een ‘TU/e Engineering College’ grote<br />

investeringen vraagt. Besloten is eerst na te gaan of daarvoor extra middelen zijn aan te trekken,<br />

voordat er uitgewerkte plannen worden gemaakt.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 32<br />

Honors tracks<br />

Binnen de faculteiten ‘Industrial Design’ en ‘Wiskunde en Informatica’ zijn pilotprojecten in uitvoering<br />

genomen om ervaring op te doen met het aanbieden van onderzoeksgerichte honors tracks in de<br />

masteropleidingen. De faculteit ‘Industrial Design’ haalde een subsidie binnen van de KNAW, die het<br />

mogelijk maakt studenten in deze honors tracks een aanstelling te geven als onderzoeksassistent.<br />

Eenzelfde aanvraag van de subfaculteit ‘Informatica’ werd vooralsnog niet gehonoreerd. Een heraanvraag<br />

wordt voorbereid.<br />

Graduate programs<br />

De TU/e heeft in <strong>2009</strong> besloten de master- en ontwerpersopleidingen en het onderwijsaanbod aan<br />

promovendi per discipline te gaan bundelen in ‘graduate programs’ en per ‘graduate program’ een<br />

directeur aan te stellen. De facultaire ‘graduate programs’ worden op hun beurt weer gebundeld in een<br />

‘TU/e Graduate School’ onder leiding van de Rector Magnificus. Een en ander heeft tot doel het graduate<br />

onderwijs aan de TU/e beter internationaal te kunnen positioneren en profileren en de kwaliteitszorg<br />

ten aanzien van ontwerpersopleidingen en onderwijsaanbod aan promovendi te versterken. De ter zake<br />

gemaakte afspraken tussen het College van Bestuur en de decanen van de faculteiten zijn vastgelegd in<br />

een beleidsnotitie. Binnen de domeinen ‘Chemical Engineering’ en ‘Computer Science and Engineering’<br />

zijn pilotprojecten gestart om ervaring op te doen met het inrichten van graduate programs.<br />

Inrichting masteronderwijs<br />

Bij de inrichting van masteropleidingen zijn in wezen twee uiterste opties mogelijk: een beperkt aantal<br />

brede masteropleidingen met daarbinnen een ruime keuze aan specialistische tracks versus een groot<br />

aantal kleine gespecialiseerde masteropleidingen. De TU/e koos ook in <strong>2009</strong> voor een pragmatische koers<br />

tussen beide uitersten. De TU/e kent naast brede disciplinaire masteropleidingen met daarbinnen diverse<br />

specialistische tracks ook kleine gespecialiseerde masteropleidingen. Deze laatste zijn meestal inter- of<br />

multidisciplinair van aard en sluiten aan bij onderzoeksprioriteiten van de universiteit.<br />

Het Ministerie van OCW kondigde in <strong>2009</strong> aan een eenmalige flexibele herstructurering van het<br />

universitaire masteraanbod in ons land mogelijk te willen maken. In dat kader zouden universiteiten<br />

bestaande tracks binnen masteropleidingen kunnen verzelfstandigen of - omgekeerd - bestaande<br />

specialistische masteropleidingen weer de status van track binnen bredere masteropleidingen kunnen<br />

geven. De TU/e besloot na ampel beraad geen gebruik te zullen maken van de door OCW geboden<br />

eenmalige herstructureringsmogelijkheid.<br />

Harde knip<br />

In <strong>2009</strong> heeft de TU/e in haar ‘Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012’ het voornemen vastgelegd om - in lijn met<br />

een door de Minister van OCW ingezette wetswijziging - met ingang van het academisch jaar 2012-2013<br />

de regel in te voeren dat studenten slechts toegelaten kunnen worden tot de masteropleidingen van de<br />

universiteit als zij beschikken over een relevant bachelordiploma. Hiermee wil de universiteit bevorderen<br />

dat bachelorstudenten hun opleiding binnen redelijke termijn afronden en een doordachte keuze<br />

maken voor een masteropleiding en dat masterstudenten zich volledig op het mastercurriculum kunnen<br />

concentreren. Om een zorgvuldige invoering van de zogenaamde ‘harde knip’ voor te bereiden is een<br />

speciale werkgroep ingesteld. Deze zal in de zomer van 2010 een advies opleveren over eisen waaraan<br />

voldaan moet worden om de ‘harde knip’ op verantwoorde wijze in te kunnen voeren.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 33<br />

Visitatie opleidingen ‘Engineering Science’<br />

De nodige voorbereidingen zijn getroffen voor de visitatie en heraccreditatie in 2010 van de opleidingen<br />

in het domein ‘Engineering Science’. Dit betreft de bacheloropleiding ‘<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde’ en de<br />

masteropleidingen ‘Innovation Management’ en ‘Operations Management and Logistics’.<br />

Kwaliteitszorg<br />

De Centrale Commissie Kwaliteitszorg Onderwijs van de TU/e heeft in <strong>2009</strong> de hoogste prioriteit<br />

gegeven aan de nodige voorbereidingen voor overschakeling op het nieuwe beoordelingssysteem op<br />

basis van een instellingsaudit in combinatie met een lichtere vorm van opleidingsvisitaties, dat door de<br />

overheid mogelijk wordt gemaakt. In samenhang daarmee is verder gewerkt aan het realiseren van een<br />

instellingsbreed kwaliteitszorgsysteem dat voor de inhoudelijke beoordeling van opleidingen gebruik<br />

maakt van de in eigen huis ontwikkelde systematiek van ‘Academic Competences and Quality Assurance’<br />

(ACQA).<br />

Basiskwalificatie Onderwijs<br />

Bij de faculteiten ‘Scheikundige Technologie’ en ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ zijn<br />

pilotprojecten uitgevoerd om ervaring op te doen met de invoering van de zogenaamde ‘Basiskwalificatie<br />

Onderwijs’ (BKO) voor docenten en de met het oog daarop ontwikkelde leergang voor en ondersteuning<br />

van docenten. De pilotprojecten leverden waardevolle conclusies en aanbevelingen op voor<br />

instellingsbrede invoering van de BKO in 2010. Nieuw aangestelde universitaire (hoofd)docenten en<br />

hoogleraren worden verplicht om binnen vier jaren na aanstelling het BKO-certificaat te behalen. Het<br />

behalen van dit certificaat wordt ook een voorwaarde voor bevorderingen en zal als verplichting worden<br />

opgelegd aan wetenschappelijk medewerkers bij wie - bijvoorbeeld op basis van onderwijsevaluaties -<br />

wordt vastgesteld dat hun onderwijsvaardigheden verbetering behoeven.<br />

Versterking ontwerpersopleidingen<br />

In samenspraak met in- en externe stakeholders is door de directeur van het Stan Ackermans Instituut<br />

voor de ontwerpersopleidingen van de drie technische universiteiten een plan van aanpak ontwikkeld om<br />

de positie van de tweejarige ontwerpersopleidingen (PDEng) te versterken en een impuls te geven aan de<br />

internationale marketing van deze opleidingen. Voor de uitvoering van het plan is extra ondersteuning<br />

ingezet en zijn de nodige financiële middelen ter beschikking gesteld. Een stuurgroep met daarin ook<br />

waarnemers namens de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente coördineert de uitvoering.<br />

Binnen de TU/e zijn inmiddels werkgroepen bezig met onderzoek naar de haalbaarheid van drie mogelijke<br />

nieuwe opleidingen, te weten ‘Healthcare Systems Design’, ‘Smart Energy Building’ en ‘Automotive<br />

Systems’. Bij de TU Delft wordt de mogelijkheid van een ontwerpersopleiding ‘ICT voor de serviceindustrie’<br />

verkend en bij de <strong>Universiteit</strong> Twente de mogelijkheid van een (3TU-)ontwerpersopleiding<br />

‘Robotica’. Verder is een discussie gestart over aangepaste criteria voor het beoordelen van uitgevoerde<br />

ontwerpopdrachten door deelnemers aan de opleidingen. Tot slot is er een begin gemaakt met het<br />

actualiseren van het voorlichtingsmateriaal over de ontwerpersopleidingen en het nemen van nieuwe<br />

marketinginitiatieven om de opleidingen internationaal steviger op de kaart te zetten.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 34<br />

2.3<br />

Diversen<br />

Doelmatigheid<br />

De TU/e streeft op onderwijsgebied naar een optimale balans tussen enerzijds doelmatigheid en<br />

anderzijds de maatschappelijke behoefte aan meer technisch-wetenschappelijke kenniswerkers.<br />

Dat houdt in dat zij haar pakket bacheloropleidingen in stand probeert te houden om in Zuid-Nederland<br />

de belangstelling voor technischwetenschappelijke opleidingen ten minste op peil te kunnen houden.<br />

Alleen opleidingen die structureel te weinig studenten weten te trekken en geen kerndiscipline<br />

vertegenwoordigen, worden opgeheven. Zo is in de periode september 2005 tot september <strong>2009</strong><br />

de bacheloropleiding ‘Installatietechnologie’ geleidelijk afgebouwd. Het onderwijsaanbod op dit<br />

gebied is deels gecontinueerd als minor voor studenten in de bacheloropleidingen ‘Bouwkunde’,<br />

‘Werktuigbouwkunde’ en ‘Elektrotechniek’. Op deze wijze is de instroom in de masteropleiding<br />

‘Building Services’ veilig gesteld. Andersom is de TU/e ook voorzichtig met het starten van nieuwe<br />

bacheloropleidingen. Indien er behoefte is aan een nieuwe opleiding, wordt deze in principe eerst<br />

gestart als een variant binnen een bestaande opleiding. Verzelfstandiging wordt in principe pas<br />

overwogen nadat gedurende enkele jaren voldoende studenteninstroom is gegenereerd.<br />

Op het terrein van de masteropleidingen streeft de TU/e in ieder geval in het verlengde van de bacheloropleidingen<br />

naar handhaving van aansluitende masteropleidingen. Verder wil zij studenten een<br />

aantrekkelijk palet aan specialistische masterprogramma’s aanbieden die zoveel mogelijk aansluiten<br />

bij de facultaire onderzoekszwaartepunten en universitaire onderzoeksprofileringsgebieden. Daar waar<br />

deze parallel lopen aan zwaartepunten en profileringsgebieden bij de andere technische universiteiten,<br />

streeft de TU/e in principe naar gezamenlijke opleidingen met daarbinnen locatiegebonden specialisaties.<br />

Met de faculteiten natuurwetenschappen van de Nederlandse universiteiten zijn afspraken gemaakt<br />

in het kader van de sectorplannen voor natuur- en scheikunde. In het algemeen hanteert de TU/e als<br />

doelmatigheidscriterium dat een masteropleiding in beginsel duurzaam een instroom van ten minste<br />

20 studenten moet trekken om gehandhaafd te kunnen blijven. Dat houdt ook in dat mogelijke nieuwe<br />

opleidingen in beginsel starten als speciale programma’s binnen c.q. tussen bestaande opleidingen.<br />

Weten deze duurzaam een twintigtal studenten per jaar te trekken, dan wordt desgewenst ingezet op<br />

verzelfstandiging als afzonderlijke opleiding. In september <strong>2009</strong> is een zelfstandige masteropleiding<br />

‘Automotive Technology’ van start gegaan.<br />

Advisering en verwijzing<br />

De TU/e biedt potentiële bachelorstudenten met studievoorlichtings- en aansluitingsactiviteiten de<br />

nodige hulp bij het maken van een verantwoorde, realistische studiekeuze. De aansluitingsactiviteiten<br />

zijn gebundeld in het ‘Pre University College’ (zie hierna onder het kopje ‘Aansluiting vwo-w.o.’).<br />

De TU/e hecht behalve aan zelfselectie in het kader van het studiekeuzeproces, veel waarde aan de<br />

selectiefunctie van de propedeutische fase van de bacheloropleidingen. De TU/e ziet deze selectie als een<br />

middel om studenten zo snel mogelijk te behouden in of te leiden naar een opleidingstraject dat het beste<br />

past bij hun ambities en mogelijkheden. Per september <strong>2009</strong> is daarom het bindend studieadvies (BSA)<br />

ingevoerd (zie paragraaf 2.2 onder het kopje ‘Bindend studieadvies’). Met studenten die in het eerste jaar<br />

30-40 studiepunten hebben behaald, worden studieafspraken gemaakt. Zij krijgen in het kader daarvan<br />

extra begeleiding in het tweede jaar. Studenten die een negatief bindend studieadvies ontvangen, mogen<br />

hun opleiding niet voortzetten. Deze studenten worden begeleid naar een ander opleidingstraject op<br />

hbo- of w.o.-niveau. Dit gebeurt door individuele begeleiding en trainingen. Overigens dient opgemerkt<br />

te worden dat TU/e-studenten die overstappen naar het hbo, het daar in de regel goed doen en daar ook<br />

een diploma behalen.<br />

Alle bachelorstudenten dienen in het eerste semester van het derde jaar van hun opleiding een minor te<br />

volgen. Zij kunnen hierbij een keuze maken uit het aanbod van 28 minoren (zie voor een overzicht van de<br />

minoren paragraaf 1.2 onder het kopje ‘Bacheloropleidingen’). Tijdens voorlichtingsbijeenkomsten en via<br />

de website wordt uitgebreide informatie over alle minoren gegeven. Tevens worden studenten begeleid in<br />

met maken van een keuze voor de minor.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 35<br />

Wanneer de afronding van de bacheloropleiding in zicht komt, staan studenten voor de keuze van een<br />

masteropleiding. De TU/e biedt zowel haar eigen bachelorstudenten als die van andere universiteiten<br />

de nodige voorlichting over haar masteropleidingen en de vooropleidingseisen waaraan moet worden<br />

voldaan om succesvol aan deze opleidingen deel te kunnen nemen. Tevens worden studenten begeleid<br />

in het maken van een keuze voor een masteropleiding. Voor eigen bachelorstudenten is altijd ten minste<br />

één aansluitende masteropleiding zonder formele restricties als doorstroomopleiding toegankelijk.<br />

In 3TU-verband wordt via een gezamenlijke online doorstroommatrix de nodige informatie verschaft<br />

over alle doorstroommogelijkheden tussen bachelor- en masteropleidingen van de drie Nederlandse<br />

TU’s. Daarbij worden overeenkomstige bachelors van elkaars instellingen gelijk behandeld. Voor<br />

instromende masterstudenten van buiten de drie TU’s is sprake van selectie. Met een aantal internationale<br />

universiteiten zijn in dit kader speciale afspraken gemaakt.<br />

De TU/e houdt de studievoortgang van zowel haar bachelor- als masterstudenten goed in de gaten.<br />

Wanneer het tempo en/of de prestaties achterblijven, krijgen de betrokken studenten advies en<br />

begeleiding om hen weer ‘op het goede spoor te krijgen’. Studenten die drie keer zonder succes aan een<br />

tentamen hebben deelgenomen, worden uitgenodigd voor een gesprek met een studieadviseur. In goed<br />

overleg wordt vervolgens een studieplan opgesteld, dat tot doel heeft bij de vierde poging adequaat<br />

voorbereid te zijn, zodat er een goede kans van slagen is.<br />

Wie eenmaal met een positief studieadvies aan het tweede jaar van de bacheloropleiding is begonnen<br />

dan wel is toegelaten tot een masteropleiding, wordt in principe in staat geacht zijn of haar bachelor- c.q.<br />

masteropleiding in maximaal 4 c.q. 3 jaar te kunnen volbrengen.<br />

Aansluiting vwo - w.o.<br />

De TU/e heeft in <strong>2009</strong> de nodige inspanningen geleverd in het kader van het ‘Pre University College’<br />

(PUC) om de aansluiting tussen het vwo en het w.o. te verbeteren. Zo werd de Bèta-alliantie, het<br />

samenwerkingsverband tussen de TU/e en vwo-scholen, uitgebreid van 24 naar 29 scholen en werden<br />

er verschillende nieuwe activiteiten ontplooid op het gebied van studiekeuzebegeleiding. Naast de<br />

activiteiten gericht op leerlingen uit de bovenbouw van het vwo, zijn er ook activiteiten aangeboden<br />

die een bijdrage leveren aan de professionalisering van vwo- en TU/e- docenten. In <strong>2009</strong> werden er<br />

bijvoorbeeld docentendagen voor vwo-docenten georganiseerd en een studiedag over aansluiting<br />

tussen vwo en w.o. voor propedeuse-docenten.<br />

Aansluiting hbo - w.o.<br />

De TU/e bevordert actief dat hbo-studenten in technische richtingen na afronding van hun opleiding<br />

doorstromen naar een van haar masteropleidingen. De universiteit verzorgt in dat kader zowel<br />

schakelminoren in het hbo zelf als schakelprogramma’s tussen hbo-bachelor- en TU/e-masteropleidingen.<br />

Over beide mogelijkheden wordt actief voorlichting gegeven aan hbo-studenten. In <strong>2009</strong> werden de<br />

volgende aanpassingen met betrekking tot de schakelminoren doorgevoerd: de studielast van de<br />

schakelminoren is teruggebracht naar 18 studiepunten, er is een cursus basiswiskunde verplicht gesteld<br />

als toelatingsvoorwaarde en er heeft een aanpassing in de verroostering plaatsgevonden waardoor<br />

hbo-studenten zich nu een semester lang volledig op de minor aan de TU/e kunnen richten. Zie verder<br />

paragraaf 2.1 onder het kopje ‘Instroom’.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 36<br />

Ondernemerschapsonderwijs<br />

De faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ verzorgt sinds 2006 een instellingsbrede minor<br />

‘Ondernemerschap’ voor bachelorstudenten. De minor trekt studenten uit vrijwel alle faculteiten.<br />

Het speciale certificaatprogramma ‘Technology Entrepreneurship’ voor afstuderende masterstudenten<br />

trok in <strong>2009</strong> in totaal 18 deelnemers die in multidisciplinaire teams samen met onderzoekers en<br />

promovendi kennis en ervaring hebben opgedaan op het terrein van ondernemerschap en<br />

businessplanning. Doel is hieruit nieuwe hightechbedrijven voort te laten komen. Het programma wordt<br />

verzorgd door de faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ en het TU/e Innovation Lab.<br />

In <strong>2009</strong> werden door het TU/e Innovation Lab tal van voorlichtingsbijeenkomsten en workshops<br />

verzorgd voor studenten, deelnemers aan de ontwerpersopleidingen en promovendi met interesse in<br />

ondernemerschap. Twee keer werd in het kader van het zogenaamde PROOF-programma (PROviding<br />

Opportunities For PhD students) een cursus ondernemerschap verzorgd voor promovendi en ontwerpers<br />

in opleiding. Hier namen 35 personen aan deel. In samenwerking met Technologiestichting STW,<br />

de beide andere Nederlandse TU’s en Wageningen <strong>Universiteit</strong> werden twee tweedaagse ‘Business<br />

Challenges’ georganiseerd voor onderzoekers die in de pre-startfase van een mogelijk hightechbedrijf<br />

verkeerden. Verder werd in samenwerking met partners in Aken en Leuven een masterclass<br />

ondernemerschap verzorgd voor afstudeerders, afgestudeerden, promovendi en gepromoveerden<br />

die een hightechbedrijf begonnen zijn.<br />

Tijdens de Brainport Entrepreneurship Week werd het ‘Brabant Center of Entrepreneurship’ (BCE) officieel<br />

gelanceerd. Voor de realisatie van het BCE werd een subsidie verworven bij het zogenaamde Operationeel<br />

Programma Zuid-Nederland. Dat maakt het mogelijk in de jaren <strong>2009</strong>-2012 vanuit het centrum een forse<br />

impuls te geven aan het ondernemerschapsonderwijs in Noord-Brabant. Zie verder paragraaf 4.2 onder het<br />

kopje ‘Brabant Center of Entrepreneurship’.<br />

Het TU/e Innovation Lab heeft samen met de faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’,<br />

TiasNimbas Business School en enkele grote bedrijven en industriële partners een Executive MBI-opleiding<br />

(Master of Business Innovation ) opgezet op het gebied van ondernemerschap. Het programma ging in<br />

september 2008 van start en bevat niet alleen cursorische onderdelen maar ook elementen als coaching,<br />

financiering en business development. In <strong>2009</strong> hebben zich diverse deelnemers, van binnen en buiten de<br />

TU/e, aangemeld voor de tweede lichting die in maart 2010 van start gaat.<br />

De faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ heeft in <strong>2009</strong> met steun van het TU/e<br />

Innovation Lab diverse onderzoeksprojecten opgezet op het terrein van ondernemerschap en innovatie.<br />

Daarbij waren de 3TU-leerstoelhouders internationaal ondernemerschap betrokken en werd samengewerkt<br />

met diverse externe partners.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 37<br />

Maatwerk voor bedrijfsleven<br />

De faculteit ‘Wiskunde en Informatica’ verzorgde een vijftal meerdaagse post-academische cursussen over<br />

‘Statistische basistechnieken’, ‘Design of Experiments’, ‘Statistische procesbeheersing’, ‘Multivariate<br />

data-analyse’ en ‘Data mining’. Verder is het CEE/e-initiatief (Continuing Engineering Education <strong>Eindhoven</strong>)<br />

van start gegaan dat een breed scala aan cursussen op het gebied van IT en toegepaste statistiek en<br />

data-analyse omvat voor promovendi, stafleden en externen. Voor alumni geldt een gereduceerd tarief.<br />

De faculteit ‘Scheikundige Technologie’ verzorgde cursussen ‘polymeerchemie’, ‘coatingstechnologie’ en<br />

‘emulsiepolymerisatie’ voor deelnemers uit verschillende bedrijven. De faculteit ‘Industrial Engineering<br />

& Innovation Sciences’ verzorgde een Masterclass ‘Chain Optimization’ voor Philips Lighting en Philips<br />

Medical en een workshop bij Procter & Gamble. De faculteit ‘Werktuigbouwkunde’ verzorgde een PATOcursus<br />

‘Motion Control’ voor deelnemers uit het bedrijfsleven. Vanuit de School of Medical Physics and<br />

Engineering <strong>Eindhoven</strong> (SMP/e) werden door de faculteiten ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’ en ‘Biomedische<br />

Technologie’ post-initiële opleidingsprogramma’s en cursussen verzorgd voor ingenieurs in ziekenhuizen.<br />

De programma’s leiden op tot klinisch fysicus c.q. qualified medical engineer. Aan de cursussen ‘Medische<br />

ethiek’ en ‘Veiligheids- en risico-analyse’ namen ook externe trainees deel. De duale varianten van de<br />

masteropleidingen ‘Chemical Engineering’ en ‘Building Services’ werden in <strong>2009</strong> gecontinueerd.<br />

Uitbesteding van onderwijs<br />

De faculteit ‘Biomedische Technologie’ werkt nauw samen met de <strong>Universiteit</strong> Maastricht en het<br />

Maastricht Universitair Medisch Centrum. Delen van de bacheloropleiding ‘Biomedische technologie’<br />

en de masteropleidingen ‘Biomedical Engineering’ en ‘Medical Engineering’ worden verzorgd door de<br />

Maastrichtse partners. Ook wordt gebruik gemaakt van voorzieningen in Maastricht. Voor het verzorgen<br />

van het bachelor- en masteronderwijs betaalde de TU/e in <strong>2009</strong> € 151.000 aan de <strong>Universiteit</strong> Maastricht.<br />

Aan het Maastricht Universitair Medisch Centrum werd een vergoeding van € 325.000 betaald voor<br />

masteronderwijs, stagebegeleiding, huisvesting en infrastructuur. De faculteit ‘Industrial Engineering &<br />

Innovation Sciences’ besteedde in <strong>2009</strong> circa € 56.000 voor het inhuren van docenten, het opzetten en<br />

verzorgen van vakken en het begeleiden van studenten. Door de faculteit ‘Werktuigbouwkunde’ werden<br />

in <strong>2009</strong> een keuzevak en een project op het terrein van ‘Rapid Manufacturing’ uitbesteed. Hiermee was<br />

een bedrag gemoeid van € 11.602. De faculteit ‘Elektrotechniek’ besteedde in <strong>2009</strong> in het kader van de<br />

ontwerpersopleiding ‘Information and Communication Technology’ voor circa € 11.000 aan onderwijs uit.<br />

Dit betrof onderwijs op de gebieden ‘Projectbased Management’, ‘Methods and Techniques for Design’<br />

en ‘Specifieke Software’.<br />

Continuing education<br />

Het TU/e-aanbod op het terrein van ‘continuing education’ maakt onderdeel uit van de TiasNimbas<br />

Business School, waarin de TU/e een minderheidsbelang heeft. Opleidingen die hun oorsprong vinden<br />

in de TU/e zijn de ‘Executive Master of Real Estate’ en de ‘Executive Master in Operational Excellence’.<br />

Deze laatste wordt vanaf september <strong>2009</strong> in combinatie met de ‘Executive Master in Transport and<br />

Logistics’ aangeboden.<br />

In <strong>2009</strong> is het programma ‘Foundations in Management’, speciaal ontwikkeld voor technische<br />

professionals, van start gegaan. De in 2008 ontwikkelde ‘Masterclass Operational Excellence for<br />

Executives’ is in <strong>2009</strong> succesvol gebleken. Daarnaast werd een aantal programma’s aangeboden<br />

op de High Tech Campus te <strong>Eindhoven</strong>, waaronder de jaarlijkse ‘Business Challenges’ (seminars over<br />

business innovation) en een deel van de ‘Entrepreneurial Lectures’.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 38<br />

Deelname personeel aan opleidingen<br />

In <strong>2009</strong> hebben in totaal 12 personeelsleden van de TU/e als student ingeschreven gestaan voor het<br />

volgen van onderwijs aan de eigen universiteit.<br />

Studentenuitwisseling<br />

In <strong>2009</strong> maakten in totaal 370 studenten van 130 Europese hoger onderwijsinstellingen gebruik van een<br />

uitwisselingsovereenkomst tussen hun instelling en de TU/e om enige tijd onderwijs in <strong>Eindhoven</strong> te<br />

volgen. Datzelfde geldt voor in totaal 120 studenten van 35 instellingen buiten Europa.<br />

In totaal ontvingen 52 Europese hoger onderwijsinstellingen in <strong>2009</strong> 119 studenten van de TU/e, van wie<br />

98 op basis van een bilaterale uitwisselingsovereenkomst. Buiten Europa ontvingen 68 instellingen voor<br />

hoger onderwijs 154 TU/e-studenten. Daarnaast hebben 97 TU/e studenten in <strong>2009</strong> een stage uitgevoerd<br />

bij bedrijven en instituten in het buitenland. Nieuwe bestemmingslanden in <strong>2009</strong> waren met name Chili<br />

en Rusland.<br />

Duurzaamheid<br />

De TU/e hecht er veel waarde aan dat in al haar opleidingen integraal aandacht wordt besteed aan het<br />

aspect ‘duurzaamheid’. Toekomstige ingenieurs moeten zich bewust zijn van hun maatschappelijke<br />

verantwoordelijkheid in deze. Specifieke aandacht voor duurzaamheid op energiegebied komt tot<br />

uitdrukking in een minor ‘Sustainable Energy Technology’ in de bachelorfase en in een gelijknamige<br />

masteropleiding (in 3TU-verband).<br />

In samenwerking met buitenlandse partners werden de volgende initiatieven op het gebied van duurzame<br />

energie in <strong>2009</strong> ontplooid:<br />

• de TU/e werd partner in het Erasmus Mundus masterprogramma op het gebied van duurzame energie<br />

systemen: ‘SELECT’. Zie voor nadere informatie paragraaf 7.3 (onder het kopje ‘Erasmus Mundus’);<br />

• de TU/e werd samen met een aantal Europese partners door het ‘European Institute of Innovation and<br />

Technology’ geselecteerd voor een ‘Knowledge and Innovation Community’ (KIC) op het gebied van<br />

energie, genaamd: InnoEnergy. Binnen deze KIC zal de TU/e onderwijs ontwikkelen waarin energie,<br />

innovaties en ondernemerschap centraal staan. Zie ook paragraaf 3.3 (onder het kopje ‘Duurzaamheid’)<br />

en paragraaf 7.2 (onder het kopje ‘Knowledge and Innovation Communities’);<br />

• binnen de European University Alliance is de European Graduate School on Sustainable Energy<br />

Technology van start gegaan. Zie voor nadere informatie paragraaf 7.2 (onder het kopje ‘European<br />

University Alliance’).<br />

Daarnaast werd de serie ‘Master Classes on Energy and Climate’ voor afstudeerders in alle<br />

masteropleidingen en promovendi ook in <strong>2009</strong> aangeboden. De organisatie is in handen van medewerkers<br />

van de faculteiten ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’ en ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 39<br />

3<br />

Onderzoek<br />

3.1<br />

Feiten en cijfers<br />

Promoties en promotierendementen<br />

De instroom van promovendi (on payroll) nam in <strong>2009</strong> toe. Er stroomden in totaal 224 promovendi in<br />

tegenover 207 in 2008. Het aantal promoties steeg in geringe mate van 191 in 2008 naar 192 in <strong>2009</strong>.<br />

De promotierendementen zijn heel stabiel en gemiddeld ruim 20% hoger dan het gemiddelde in<br />

Nederland (bron: VSNU, Rapportage Promovendigegevens 2008).<br />

Instroom promovendi (on payroll)<br />

(per kalenderjaar)<br />

Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />

2005 162 25 50<br />

2006 149 33 42<br />

2007 171 28 56<br />

2008 207 24 58<br />

<strong>2009</strong> 224 34 63<br />

Aantal promoties/dissertaties<br />

(per kalenderjaar)<br />

Jaar Aantal Waarvan op proefontwerp<br />

2005 164 5<br />

2006 148 4<br />

2007 176 2<br />

2008 191 1<br />

<strong>2009</strong> 192 7<br />

Promotierendement<br />

(cumulatief percentage gepromoveerden per generatie dat op peildatum 31 december van vermeld jaar is gepromoveerd)<br />

Generatie 2005 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />

2001 49 65 67 70 73<br />

2002 4 38 68 76 77<br />

2003 2 7 45 74 79<br />

2004 - 2 5 50 75<br />

2005 - - - 3 47<br />

Publicaties<br />

Er werden in <strong>2009</strong> 60 wetenschappelijke publicaties meer gepubliceerd dan in 2008, 56 in de categorie<br />

‘refereed’ en 4 in de categorie ‘non-refereed’. Het aantal vakpublicaties daalde in <strong>2009</strong> naar 126.<br />

Wetenschappelijke publicaties<br />

(per kalenderjaar; met en zonder refereesysteem)<br />

Jaar Aantal refereed Aantal non-refereed<br />

2005 2692 393<br />

2006 2816 371<br />

2007 2935 357<br />

2008 3069 384<br />

<strong>2009</strong> 3125 388


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 40<br />

Vakpublicaties (voor vakgenoten)<br />

(per kalenderjaar)<br />

Jaar<br />

Aantal<br />

2005 265<br />

2006 369<br />

2007 243<br />

2008 143<br />

<strong>2009</strong> 126<br />

Citatie-impactscore en Web of Science<br />

Het Nederlands Observatorium van Wetenschap en Technologie publiceerde in zijn rapport ‘Wetenschapsen<br />

Technologie-indicatoren 2010’ een overzicht van de citatie-impactscores van de Nederlandse<br />

universiteiten, berekend over de periode 2005-2008. De TU/e neemt in dit overzicht een tweede plaats in<br />

met een citatie-impactscore van 1.44 (44% boven het wereldgemiddelde). Dit is een daling van 6 procent<br />

ten opzichte van de citatie-impactscore over de periode 2003-2006. De <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft<br />

neemt een vijfde plaats in met een score van 1.37 en de <strong>Universiteit</strong> Twente een zevende plaats met een<br />

score 1.34.<br />

Het aantal in <strong>2009</strong> door TU/e-medewerkers gepubliceerde artikelen met een vermelding in het Web of<br />

Science bedraagt 1301, hetgeen 138 meer is dan in 2008.<br />

Citatie-impactscore 2005-2008<br />

(uit: Wetenschaps- en Technologie-indicatoren 2010 van het Nederlands Observatorium van Wetenschap en Technologie;<br />

Bron CWTS/Thomson Reuters/CWTS Web of Science. Bewerking: CWTS)<br />

<strong>Universiteit</strong><br />

Score<br />

EUR 1.47<br />

TU/e 1.44<br />

VUA 1.39<br />

UvA 1.38<br />

TUD 1.37<br />

LEI 1.34<br />

UT 1.34<br />

UU 1.33<br />

RU 1.31<br />

RUG 1.27<br />

WUR 1.26<br />

UM 1.24<br />

UvT 0.95<br />

Aantal artikelen in Web of Science<br />

(per 31 december)<br />

Jaar<br />

Aantal<br />

2005 1140<br />

2006 1167<br />

2007 1021<br />

2008 1163<br />

<strong>2009</strong> 1301


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 41<br />

Onderzoekssamenwerking met bedrijfsleven<br />

Uit een onafhankelijk onderzoek van het Center for Science and Technology Studies (CWTS) in Leiden<br />

onder de 350 beste onderzoeksuniversiteiten in de wereld is de TU/e als beste uit de bus gekomen<br />

waar het gaat om het percentage gezamenlijke onderzoekspublicaties met onderzoekers uit het<br />

bedrijfsleven van het totale aantal onderzoekspublicaties.<br />

Intensiteit University-Industry-Cooperation<br />

(percentage gezamenlijke onderzoekspublicaties met bedrijfsleven van totaal aantal publicaties; uit: ‘Benchmarking<br />

university-industry research cooperation worldwide: performance measurements and indicators based on co-authorship<br />

data for the world’s largest universities’ van het CWTS)<br />

<strong>Universiteit</strong> UIC-intentsiteit (%)<br />

<strong>Eindhoven</strong> University of Technology (NL) 11<br />

Tokyo Institute of Technology (Japan) 10<br />

Osaka University (Japan) 9<br />

Keio University (Japan) 8<br />

Delft University of Technology (NL) 8<br />

Tohoku University (Japan) 8<br />

University of Tokyo (Japan) 8<br />

Purdue University. Indianapolis (USA) 8<br />

Hokkaido University (Japan) 8<br />

Denmark University of Technology 7<br />

Tweede en derde geldstroom<br />

De tweede geldstroom bedroeg in <strong>2009</strong> 17,8 miljoen euro tegenover 18 in 2008. De derde geldstroom<br />

nam toe van 54,4 miljoen euro in 2008 naar 63,1 miljoen euro in <strong>2009</strong>. De tweede en derde geldstroom<br />

vormden in <strong>2009</strong> ruim 27% van de totale baten.<br />

Omvang tweede geldstroom<br />

(per kalenderjaar; absoluut in miljoenen euro’s en als percentage van totale inkomsten)<br />

Jaar Absoluut % van totale inkomsten<br />

2005 14,8 5,9<br />

2006 19,2 7,3<br />

2007 17,0 6,1<br />

2008 18,0 6,3<br />

<strong>2009</strong> 17,8 6,0<br />

Omvang derde geldstroom<br />

(per kalenderjaar; absoluut in miljoenen euro’s en als percentage van totale inkomsten)<br />

Jaar Absoluut % van totale inkomsten<br />

2005 43,6 17,4<br />

2006 45,4 17,1<br />

2007 49,6 17,9<br />

2008 54,4 18,9<br />

<strong>2009</strong> 63,1 21,5


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 42<br />

Europese onderzoeksgelden<br />

De TU/e heeft in <strong>2009</strong> in totaal 14,3 miljoen euro aan subsidies verworven uit het 7e Kaderprogramma van<br />

de EU. De universiteit is coördinator van en deelnemer aan 24 projecten die in <strong>2009</strong> van start zijn gegaan.<br />

Omvang verworven subsidies uit EU-kaderprogramma’s<br />

(per kalenderjaar in miljoenen euro’s)<br />

Jaar<br />

Bedrag<br />

2005 4,7<br />

2006 9,6<br />

2007 1,4<br />

2008 17,2<br />

<strong>2009</strong> 14,3<br />

NWO-Vernieuwingsimpuls<br />

Er werden in <strong>2009</strong> door TU/e-onderzoekers 1 Veni-, 5 Vidi- en 2 Vici-laureaten verworven in het kader<br />

van de Vernieuwingsimpuls van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).<br />

Er worden initiatieven genomen om medewerkers te stimuleren tot en ondersteunen bij het indienen van<br />

voorstellen bij NWO.<br />

Een Veni-laureaat werd toegekend aan:<br />

• dr. V.C. Lagendijk (faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’).<br />

Een Vidi-laureaat aan:<br />

• dr. K.F. Boersma (faculteit ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’);<br />

• dr. J. Harting (faculteit ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’);<br />

• dr. M. Mischi (faculteit ‘Electrical Engineering’);<br />

• dr.ir. J.A. van Oijen (faculteit ‘Werktuigbouwkunde’);<br />

• dr.ir. A.H.M. Smets (faculteit ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’).<br />

En een Vici-laureaat aan:<br />

• dr.ir. W.M.M.Kessels (faculteit ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’);<br />

• dr. N.A.J.M. Sommerdijk (faculteit ‘Scheikundige Technologie’).<br />

Aantal verworven VENI-, VIDI- en VICI-laureaten<br />

(per kalenderjaar)<br />

Jaar VENI VIDI VICI<br />

2005 2 2 -<br />

2006 6 2 1<br />

2007 3 7 3<br />

2008 2 2 2<br />

<strong>2009</strong> 1 5 2


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 43<br />

ERC Grants<br />

Er werd in <strong>2009</strong> een Advanced Grant verworven in het kader van het prestigieuze programma van<br />

de European Research Council. De ERC Advanced Grant werd toegekend aan prof.dr. E.W. Meijer<br />

(faculteit ‘Scheikundige Technologie’).<br />

Aantal verworven ERC Starting en Advanced Grants<br />

(per kalenderjaar)<br />

Jaar Starting Advanced<br />

2005 n.v.t. n.v.t.<br />

2006 n.v.t. n.v.t.<br />

2007 n.v.t. n.v.t.<br />

2008 2 2<br />

<strong>2009</strong> - 1<br />

Akademie-hoogleraren<br />

Er werden in <strong>2009</strong> geen TU/e-hoogleraren tot Akademie-hoogleraar benoemd. Het aantal Akademiehoogleraren<br />

bleef constant op 2.<br />

Aantal verworven ERC Starting en Advanced Grants<br />

(per 31 december)<br />

Jaar<br />

Aantal<br />

2005 2<br />

2006 2<br />

2007 2<br />

2008 2<br />

<strong>2009</strong> 2<br />

Inzet WP in onderzoek<br />

De inzet van wetenschappelijk personeel in onderzoek is in <strong>2009</strong> gestegen met 40 mensjaren ten opzichte<br />

van het jaar ervoor. Alleen de inzet in het kader van de tweede geldstroom liep terug.<br />

Inzet WP in onderzoek<br />

(per kalenderjaar; in mensjaren WP per geldstroom)<br />

Jaar 1e geldstroom 2e geldstroom 3e geldstroom Totaal<br />

2005 335 258 348 941<br />

2006 330 215 358 903<br />

2007 339 222 355 916<br />

2008 385 207 449 1041<br />

<strong>2009</strong> 410 190 481 1081


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 44<br />

Externe beoordelingen<br />

In <strong>2009</strong> zijn de resultaten beschikbaar gekomen van een onderzoeksvisitatie in 3TU-verband voor het<br />

domein ‘Chemical Engineering’ (Scheikundige Technologie). De TU/e kwam bijzonder sterk uit de bus.<br />

Niet eerder behaalde de universiteit bij een onderzoeksvisitatie in dit domein zulke hoge scores. Twee<br />

groepen behaalden het maximale resultaat van vier vijven, te weten de groep ‘Macro-organic Chemistry’<br />

van prof.dr. E.W. Meijer en de groep ‘Molecular Materials and Nanosystems’ van prof.dr.ir. R.A.J. Janssen.<br />

Voor prof. Meijer was dit de derde keer op rij dat hij bij een onderzoeksvisitatie met zijn groep de maximale<br />

score behaalde. Eerder deed hij dat in 1996 en in 2002. Door de hoge scores bij de onderzoeksvisitatie<br />

Scheikundige Technologie stegen in <strong>2009</strong> vanzelfsprekend ook de voortschrijdende (fte-gewogen)<br />

gemiddelde visitatiescores over alle TU/e-disciplines.<br />

Scores onderzoeksvisitaties in <strong>2009</strong><br />

(per onderzoeksvisitatie; volgens Standard Evaluation Protocol)<br />

Quality Productivity Relevance Viability<br />

Onderzoeksvisitatie Scheikundige Technologie 4.56 4.67 4.64 4.32<br />

Voortschrijdende (fte-gewogen) gemiddelde visitatiescores over alle TU/e-discpines<br />

(per kalenderjaar; volgens Standard Evaluation Protocol)<br />

Jaar Quality Productivity Relevance Viability<br />

2005 3.51 3.15 3.58 3.31<br />

2006 3.80 3.46 4.00 3.65<br />

2007 3.80 3.46 4.00 3.65<br />

2008 3.89 3.63 4.13 3.79<br />

<strong>2009</strong> 4.16 3.99 4.37 4.03<br />

3.2<br />

Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Onderzoek’ voor de doelstellingen die de TU/e in <strong>2009</strong> op onderzoeksgebied<br />

nastreefde.<br />

Programmastimulering<br />

De TU/e vindt het belangrijk om op instellingsniveau ruimte te bieden aan vernieuwend multidisciplinair<br />

onderzoek. Met het oog daarop is in 2008 een stimuleringsregeling opgezet, die voorziet in het tijdelijk<br />

toekennen van centrale middelen aan veelbelovende initiatieven van met name jonge hoogleraren of<br />

universitair hoofddocenten voor risicovolle, vernieuwende multidisciplinaire onderzoeksprogramma’s.<br />

Uitgangspunt is dat deze programma’s goede mogelijkheden bieden voor wetenschappelijke vernieuwing<br />

en op termijn goede kansen voor het verwerven van externe fondsen en voor participatie in externe<br />

onderzoeks- en innovatieprogramma’s. Na een startperiode van enkele jaren moeten ze in belangrijke<br />

mate op basis van externe financiering kunnen worden verwezenlijkt.<br />

Begin <strong>2009</strong> werden de eerste aanvragen voor programmastimulering - 13 in totaal - bij het College van<br />

Bestuur ingediend. Na advies ingewonnen te hebben bij een beoordelingscommissie van hoogleraren<br />

kende het college aan vier voorstellen een stimuleringssubsidie toe van 1 miljoen euro, gespreid over vier<br />

jaren. De gehonoreerde programma’s (met tussen haakjes de programmaleiders) zijn:<br />

• ‘I-lighting the world’ (prof.dr. E.H.L. Aerts);<br />

• ‘An ultralow-power-on-chip photonic network’ (prof.dr. A. Fiore);<br />

• ‘Biomimetic materials’ (prof.dr. S.R. Sijbesma);<br />

• ‘Blood in motion’ (dr.ir. A.C.B. Bogaerds).


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 45<br />

Een vijfde programmavoorstel werd gehonoreerd, nadat aan een door het College van Bestuur<br />

gestelde randvoorwaarde was voldaan. Dit betreft het programma:<br />

• ‘Multiscale analysis of intrinsic properties of polymer systems’ (dr.ir. L.Goovaerts).<br />

Eind <strong>2009</strong> ontving het College van Bestuur voor de aanvraagronde 2010 in totaal 7 aanvragen.<br />

In 2010 wordt bekend gemaakt welke van deze aanvragen gehonoreerd zijn.<br />

Topinstitute Intelligent Lighting<br />

Volgens plan is in <strong>2009</strong> samen met enkele relevante bedrijven gestart met het opzetten van een<br />

‘Topinstitute Intelligent Lighting’. Binnen dit multidisciplinaire technologische topinstituut zullen<br />

onderzoekers uit uiteenlopende gebieden werken aan de ontwikkeling van geheel nieuwe concepten<br />

van interactieve verlichting en daarvoor benodigde technologie. Het instituut zal de gehele kennisketen<br />

omvatten van fundamenteel onderzoek tot en met concrete toepassingsprojecten in de industrie en<br />

uiteenlopende maatschappelijke domeinen. De basis voor het instituut is gelegd door middel van<br />

een multidisciplinair onderzoeksprogramma ‘I-lighting the world’, waaraan door het College van<br />

Bestuur één miljoen euro centrale stimuleringsgelden werd toegekend, gespreid over vier jaren.<br />

In het kader daarvan zijn enkele promovendi aangesteld. Verder kon tijdelijke inzet van kenniswerkers<br />

bij het instituut in oprichting worden gerealiseerd via het project ‘Ensure’ in het kader van de landelijke<br />

Kenniswerkersregeling. Kartrekker van het instituut is prof.dr. E.H.L. Aarts, hoogleraar bij de faculteit<br />

‘Industrial Design’.<br />

<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute<br />

De TU/e wil haar internationale wetenschappelijke positie op het terrein van duurzame energietechnologie<br />

de komende jaren fors versterken. In dat kader is in <strong>2009</strong> het besluit genomen al het onderzoek op<br />

dit terrein binnen de universiteit te bundelen in één sterk gefocusseerd ‘<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute’.<br />

Prof.dr.ir. R. de Borst, decaan van de faculteit ‘Werktuigbouwkunde’, treedt als wetenschappelijk<br />

kartrekker op bij het opzetten van het instituut. De contouren van het instituut zijn geschetst en er is<br />

een begin gemaakt met het schrijven van een businessplan. Het instituut zal zich met name richten<br />

op vier onderzoekslijnen en de vertaling daarvan naar concrete innovatieve toepassingen:<br />

• ‘Built Environment’ (ontwikkeling van technologieën voor transport, opslag en efficiënt gebruik van<br />

energie in de gebouwde omgeving);<br />

• ‘Future Fuels’ (ontwikkeling van nieuwe brandstoffen in combinatie met ultraschone<br />

verbrandingstechnieken);<br />

• ‘Energy Conversion’ (ontwikkelen van nieuwe technologieën en materialen voor het omzetten van<br />

zonlicht in energie);<br />

• ‘Fusion & Plasma’ (bijdragen aan het toepasbaar maken van kernfusie als energiebron voor toekomstige<br />

generaties).<br />

Het ‘<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute’ zal een belangrijke rol gaan spelen in de zogenaamde Knowledge and<br />

Innovation Community (KIC) ‘InnoEnergy’ binnen het ‘European Institute of Innovation and Technology’<br />

(EIT). Het KIC ‘InnoEnergy’ is een door het EIT erkend Europees consortium van universiteiten,<br />

onderzoeksinstituten en bedrijven, georganiseerd in zes thematische clusters met elk een eigen co-locatiecentrum.<br />

De TU/e is een van de leidende participanten in het co-locatie-centrum Benelux, dat gevestigd<br />

zal worden op de High Tech Campus in <strong>Eindhoven</strong> en binnen het KIC het thema ‘Intelligent energy-efficient<br />

buildings and cities’ zal coördineren. De ontwikkeling van het ‘<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute’ en de vestiging<br />

van de co-locatie van het KIC ‘InnoEnergy’ in <strong>Eindhoven</strong> maakt de regio een aantrekkelijke vestigingsplaats<br />

voor andere kennisinstituten op energiegebied. Met andere partijen in de omgeving zal de TU/e zich ervoor<br />

inzetten dat <strong>Eindhoven</strong> een belangrijk internationaal kenniscentrum wordt op het terrein van duurzame<br />

energie. Zie verder paragraaf 7.2 onder het kopje ‘Knowledge and Innovation Communities’.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 46<br />

Excellentiefonds<br />

In <strong>2009</strong> is aan drie wetenschappelijk medewerkers van de universiteit een onderzoeksstipendium van<br />

€ 50.000 toegekend uit het TU/e Excellentiefonds. Aanvragen voor persoonlijke researchgrants van de<br />

betrokken medewerkers bij externe onderzoeksfondsen bleken te voldoen aan alle criteria maar werden<br />

uiteindelijk niet gehonoreerd vanwege overtekening van de desbetreffende subsidieprogramma’s.<br />

Onderzoeksinfrastructuur<br />

In <strong>2009</strong> werd een eerste overzicht gemaakt van de bestaande onderzoeksinfrastructuur (ruimtes,<br />

apparatuur en voorzieningen) en van de wensen van de faculteiten ten aanzien van grote infrastructurele<br />

investeringen. Het overzicht wordt in samenspraak met de faculteiten uitgewerkt tot een in 2010 op te<br />

leveren representatieve publicatie. Aansluitend zal gewerkt worden aan het opstellen van een beleidsplan<br />

‘Onderzoeksinfrastructuur 2020’, waarin wordt aangegeven welke investeringen in bestaande en nieuwe<br />

onderzoeksinfrastructuur de TU/e in de periode tot het jaar 2020 wil gaan doen.<br />

Onderzoeksvisitaties<br />

De onderzoeksvisitaties van de faculteiten ‘Werktuigbouwkunde’ en ‘Scheikundige Technologie’ werden<br />

in <strong>2009</strong> afgerond met de publicatie van de desbetreffende visitatierapporten door de QANU (Quality<br />

Assurance Netherlands Universities). Het College van Bestuur heeft de beide faculteitsbesturen gevraagd<br />

om rekening houdend met de visitatieresultaten een geactualiseerd onderzoeksbeleidsplan op te leveren.<br />

Ter voorbereiding op de onderzoeksvisitaties van de faculteiten ‘Biomedische Technologie’, ‘Wiskunde<br />

en Informatica’ en ‘Industrial Design’ zijn in <strong>2009</strong> zelfevaluatierapporten opgesteld. Bij ‘Wiskunde en<br />

Informatica’ hebben inmiddels visitatiebezoeken plaatsgevonden en zijn door de QANU<br />

conceptrapportages opgeleverd.<br />

Beoordelingscriteria<br />

De drie technische universiteiten in ons land hebben er zowel in het kader van onderzoeksvisitaties<br />

als bij het in competitie verwerven van tweedegeldstroommiddelen hinder van dat er geen goede<br />

beoordelingscriteria en -procedures zijn voor de construerende en ontwerpende wetenschappen,<br />

waardoor deze niet correct beoordeeld en als gevolg daarvan ondergewaardeerd worden. Daarom<br />

zetten de drie TU’s zich er gezamenlijk voor in verandering in deze situatie te brengen.<br />

Prof.dr.ir. M.W.J. Schouten, in <strong>2009</strong> decaan van de TU/e-faculteit ‘Industrial Design’, heeft met raadpleging<br />

van collegae in <strong>Eindhoven</strong>, Delft en Twente een eerste aanzet gegeven voor het formuleren van<br />

adequate beoordelingscriteria en -procedures voor design en engineering. Aansluitend hebben de<br />

drie technische universiteiten de KNAW gevraagd een advies uit te brengen over beoordelingscriteria<br />

voor de construerende en ontwerpende wetenschappen.<br />

Verder zijn in <strong>2009</strong> door de drie TU’s acties ondernomen om het design- en engineeringonderzoek<br />

duidelijker te positioneren binnen het nieuwe Standard Evaluation Protocol (SEP) voor publiek onderzoek<br />

in ons land. Dit heeft geleid tot enkele aanpassingen binnen het protocol. Daarnaast is overleg gestart<br />

met de overheid en NWO/STW over de mogelijkheid om binnen STW een specifieke vernieuwingsimpuls<br />

te introduceren voor de ontwerpende en construerende wetenschappen. Zie ook paragraaf 3.3 onder het<br />

kopje ‘ERiC’.<br />

Distinguished Professorship<br />

In <strong>2009</strong> is prof.dr. S.I. (Samuel) Stupp, directeur van het Institute for BioNanotechnology in Medicin<br />

van Northwestern University in de Verenigde Staten, als tweede buitenlandse hoogleraar voor vier<br />

jaren benoemd tot ‘Distinguished Professor’ aan de TU/e. Hij ontving op 24 april bij gelegenheid<br />

van de 53e Dies Natalis van de universiteit een eredoctoraat (zie ook paragraaf 3.3.onder het kopje<br />

‘Eredoctoraat’). In 2008 werd de Amerikaanse onderzoeker dr. S.S.P. (Stuart) Parkin, IBM fellow


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 47<br />

en leider van de onderzoeksgroep ‘magneto-electronics’ aan het IBM Almaden Research Center in<br />

Californië als eerste ‘Distinguished Professor’ benoemd. ‘Distinguished Professors’ brengen jaarlijks<br />

één week aan de TU/e door en verzorgen dan lezingen voor de wetenschappelijke staf, promovendi en<br />

geselecteerde masterstudenten en zijn bovendien beschikbaar voor overleg met stafleden over belangrijke<br />

ontwikkelingen in hun vakgebied. Via het ‘Distinguished Professorship’ wil de TU/e samenwerkingsrelaties<br />

tussen haar wetenschappelijke staf en internationale topwetenschappers en hun onderzoeksgroepen een<br />

extra dimensie geven.<br />

3.3<br />

Diversen<br />

ERiC<br />

De faculteit ‘Electrical Engineering’ rondde een in 2008 gestart pilotproject af in het kader van het<br />

NWO- programma ‘Evaluating Research in Context’ (ERiC). Vanuit dit programma wordt gewerkt aan<br />

de ontwikkeling van indicatoren voor de beoordeling van de maatschappelijke impact van onderzoek<br />

en van evaluatiemethodes die recht doen aan kenmerken van verschillende vakgebieden, waaronder<br />

de ontwerpende en construerende disciplines en multidisciplinair onderzoek. De drie technische<br />

universiteiten hechten veel belang aan de ontwikkeling van beoordelingscriteria en -procedures voor de<br />

ontwerpende en construerende disciplines. Zie verder paragraaf 3.2 onder het kopje ‘Beoordelingscriteria’.<br />

Doelmatigheid<br />

Het versterken van doelmatigheid is een van de doelstellingen van het onderzoeksbeleid van de TU/e.<br />

Mede door de versterking van focus en massa in het onderzoek kunnen kwaliteit en productiviteit<br />

voortdurend verder worden verhoogd zonder een evenredig groter beslag op middelen uit de eerste<br />

geldstroom. Door in 3TU-verband afstemmingsafspraken te maken en samen te werken worden de<br />

effectiviteit en doelmatigheid van de onderzoeksinspanningen bovendien extra bevorderd. Zo versterkt<br />

de samenwerking in de 3TU.Centres of Excellence de internationale concurrentiepositie van het<br />

Nederlandse technisch-wetenschappelijke onderzoek aanzienlijk zonder dat hiervoor blijvend extra<br />

eerstegeldstroommiddelen noodzakelijk zijn. Soortgelijke effecten worden door de TU/e beoogd door<br />

met andere universiteiten en het bedrijfsleven samen te werken in interuniversitaire en publiekprivate<br />

onderzoeksinstituten en -programma’s. Verder zijn in het kader van de sectorplannen voor natuur- en<br />

scheikunde focusafspraken gemaakt met de faculteiten natuurwetenschappen van andere universiteiten.<br />

Onderzoekscholen<br />

Zoals gemeld in paragraaf 1.2 onder het kopje ‘Onderzoekscholen en -instituten’ was de TU/e eind <strong>2009</strong><br />

penvoerder van 6 door de KNAW erkende onderzoeksscholen en van 2 nationale toponderzoekscholen.<br />

Verder was de TU/e actief in 12 door de KNAW erkende onderzoekscholen (2 meer dan in 2008), waarvan<br />

het penvoerderschap door een andere universiteit wordt vervuld.<br />

Eredoctoraat<br />

In het kader van haar 53ste Diesviering heeft de TU/e op 24 april <strong>2009</strong> een eredoctoraat toegekend aan<br />

de Amerikaanse wetenschapper prof.dr. S. I. (Samuel) Stupp. Hij ontving deze onderscheiding voor zijn<br />

baanbrekende onderzoek naar zachte materialen en toepassingen van complexe moleculaire systemen<br />

in de biomedische technologie. Prof.dr. Stupp is hoogleraar aan Northwestern University en sinds 2000<br />

tevens directeur van het Institute for BioNanotechnology in Medicine van deze universiteit. Samuel Stupp


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 48<br />

is (mede-)auteur van ongeveer 250 wetenschappelijke artikelen en heeft 30 patenten op zijn naam.<br />

Hij werd in 2006 uitgeroepen tot één van de ‘15 Scientists That Will Change Your World’ door de<br />

Biotechnology Industrial Organization. Als erepromotor trad universiteitshoogleraar Bert Meijer op,<br />

hoogleraar Organische Chemie aan de faculteiten ‘Scheikundige Technologie’ en ‘Biomedische<br />

Technologie’.<br />

Simon Stevin Gezel<br />

Dr.ir. R. (Rick) Scholte - in 2008 gepromoveerd aan de TU/e-faculteit Werktuigbouwkunde - ontving in <strong>2009</strong><br />

de Simon Stevin Gezelprijs. Technologiestichting STW kent deze prijs jaarlijks toe aan een veelbelovende<br />

jonge onderzoeker die het jaar daarvoor gepromoveerd is op een STW-project en een bijdrage heeft<br />

geleverd aan de valorisatie van de onderzoeksresultaten. Het promotieonderzoek van Scholte richtte zich<br />

op ‘sound imaging’, het in beeld brengen van geluid. Hij ontwikkelde een meetrobot met microfoons die<br />

het geluidsniveau op honderden punten - met een nauwkeurigheid van 1 millimeter - meet en berekent.<br />

De methode van Scholte maakt optimale omzetting van de ruimtelijke informatie uit verkregen akoestische<br />

hologrammen mogelijk. Op deze manier is een geluidsbron zeer nauwkeurig op te sporen, waardoor<br />

bijvoorbeeld de exacte oorsprong van geluidsoverlast vanuit machines kan worden aangepakt. Dit geeft de<br />

machineontwerper de gelegenheid het ontwerp zodanig aan te passen dat de hinderlijke geluidsproductie<br />

verdwijnt of aanzienlijk minder wordt. Het onderzoek werd ondersteund met een STW Valorisation Grant.<br />

Leden Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen<br />

Prof.dr. Johan Schot, hoogleraar Geschiedenis van de Techniek bij de faculteit ‘Industrial Engineering<br />

and Innovation Sciences’, is in <strong>2009</strong> geïnstalleerd als lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie voor<br />

Wetenschappen (KNAW).<br />

Super TU/esdays<br />

In het lustrumjaar 2006 is de TU/e gestart met het organiseren van zogenaamde Super Tu/esdays, bedoelt<br />

om vooraanstaand onderzoek aan de universiteit aan een breed publiek te presenteren. In september<br />

<strong>2009</strong> werd er een Super TU/esday georganiseerd over ‘De innovatieve kracht van Brainport’. De faculteit<br />

‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ organiseerde deze dag in samenwerking met Brainport<br />

Development.<br />

Wetenschappelijke integriteit<br />

Sinds 2005 is binnen de TU/e de ‘Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening’ van toepassing en<br />

geldt binnen de universiteit een ‘Regeling wetenschappelijke integriteit TU/e’. Aan de op basis van deze<br />

regeling ingestelde ‘Vertrouwenscommissie Wetenschappelijke Integriteit’ onder voorzitterschap van prof.<br />

dr.ir. A.W.M. Meijers werd in 2008 één klacht voorgelegd waarover in dat jaar advies is uitgebracht aan het<br />

College van Bestuur. Tegen het aanvankelijk oordeel van het College van Bestuur op basis van dit advies<br />

is beroep ingediend bij het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI). Het LOWI heeft over<br />

de betreffende casus in <strong>2009</strong> advies uitgebracht aan het college. Het college nam vervolgens conform dit<br />

advies enkele maatregelen.<br />

De Vertrouwenscommissie Wetenschappelijke Integriteit heeft tijdens het verslagjaar <strong>2009</strong> geen nieuwe<br />

cases in behandeling genomen.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 49<br />

Duurzaamheid<br />

Net als op onderwijsgebied hecht de TU/e er ook op onderzoeksterrein veel waarde aan dat integraal<br />

aandacht wordt besteed aan het aspect duurzaamheid. Tal van onderzoeksprogramma’s van de<br />

universiteit zijn er direct of indirect op gericht de duurzaamheid van producten, processen en systemen<br />

te verbeteren. Zo draagt het spraakmakende katalyseonderzoek van de universiteit er substantieel toe<br />

bij dat industriële processen energiezuiniger en met minder uitstoot van schadelijke stoffen verlopen.<br />

Andere voorbeelden van succesvol TU/e-onderzoek betreffen rookgasreiniging, zonnecellen, nieuwe<br />

brandstoffen, schone verbranding, efficiëntere mobiliteit en transport en energiebesparing via verbetering<br />

van meet- en regeltechnieken. En zo zijn er nog vele andere voorbeelden te geven van TU/e-onderzoek dat<br />

buitengewoon relevant is voor het creëren van een duurzamere wereld en het bestrijden van de opwarming<br />

van de aarde.<br />

Concreet werd het volgende op het gebied van onderzoek naar duurzame energie in <strong>2009</strong> gerealiseerd:<br />

• het TU/e onderzoek op het gebied van duurzame energie zal gebundeld worden in het <strong>Eindhoven</strong> Energy<br />

Institute (EEI). Zie paragraaf 3.2 onder het kopje ‘<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute’;<br />

• de TU/e werd samen met een aantal Europese partners door het ‘European Institute of Innovation and<br />

Technology’ geselecteerd voor een ‘Knowledge and Innovation Community’ (KIC) op het gebied van<br />

duurzame energie, genaamd: InnoEnergy. De onderzoekssterktes van de TU/e, die gebundeld zijn in het<br />

<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute (EEI), worden in deze KIC ingebracht. Zie ook paragraaf 2.3 onder het kopje<br />

‘Duurzaamheid’ en paragraaf 7.2 onder het kopje ‘Knowledge and Innovation Communities’;<br />

• binnen de European University Alliance is de European Graduate School on Sustainable Energy<br />

Technology van start gegaan. Zie voor nadere informatie paragraaf 7.2 onder het kopje ‘European<br />

University Alliance’;<br />

• binnen het 3TU.Center for Sustainable Energy Technologies heeft de TU/e een hoogleraar ‘Heterogene<br />

katalyse’ aangesteld.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 50<br />

4<br />

Kennisvalorisatie<br />

4.1<br />

Feiten en cijfers<br />

Derde geldstroom<br />

De derde geldstroom was in <strong>2009</strong> 8,7 miljoen hoger dan in 2008 en vormde ruim 21% van de totale baten.<br />

Omvang derde geldstroom<br />

(per kalenderjaar; absoluut in miljoenen euro’s en als percentage van totale inkomsten)<br />

Jaar Absoluut % van totale inkomsten<br />

2005 43,6 17,4<br />

2006 45,4 17,1<br />

2007 49,6 17,9<br />

2008 54,4 18,9<br />

<strong>2009</strong> 63,1 21,5<br />

Start-ups en spin-offs<br />

In <strong>2009</strong> startten er bij de TU/e in totaal 15 start-ups en spin-offs, twee minder dan in 2008.<br />

Het aantal directe TU/e-spin-offs bedroeg 10.<br />

Start-ups en Spin-offs<br />

(gestart in kalenderjaar)<br />

Jaar<br />

Aantal<br />

2005 16<br />

2006 20<br />

2007 19<br />

2008 17<br />

<strong>2009</strong> 15<br />

Octrooien<br />

Het aantal op naam van de TU/e ingediende octrooiaanvragen kwam in 2008 uit op 10. Als gevolg van<br />

een kritischere toetsing op exploitatiemogelijkheden van de voorstellen voor octrooiaanvragen zijn dit<br />

er zes minder dan in 2008.<br />

Octrooiaanvragen op naam TU/e<br />

(aantal prioriteitsaanvragen per kalenderjaar)<br />

Jaar<br />

Aantal<br />

2005 11<br />

2006 13<br />

2007 15<br />

2008 16<br />

<strong>2009</strong> 10


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 51<br />

Licenties<br />

Er werden door de TU/e in <strong>2009</strong> 16 nieuwe licenties verstrekt, een behoorlijke toename ten opzichte van<br />

de 10 in 2008.<br />

Door TU/e verstrekte nieuwe licenties<br />

(per kalenderjaar)<br />

Jaar<br />

Aantal<br />

2005 7<br />

2006 4<br />

2007 5<br />

2008 10<br />

<strong>2009</strong> 16<br />

Valorisation Grants<br />

Van de 31 in <strong>2009</strong> vanuit de TU/e bij Technologiestichting STW ingediende aanvragen voor<br />

Valorisaton Grants, werden er 17 gehonoreerd, 9 voor fase 1 (haalbaarheidsstudie) en 8 voor<br />

fase 2 (valorisatie). De TU/e heeft hiermee respectievelijk 28% en 73% van alle landelijk toegekende<br />

Grants binnengehaald. Het STW Valorisation Grant-programma staat open voor onderzoekers die<br />

technologische onderzoeksresultaten willen vermarkten. De opzet lijkt op het Amerikaanse Small Business<br />

Innovation Research-programma. Een Fase 1 Grant (max. € 25.000) ondersteunt het uitvoeren van<br />

een onderzoek naar de technologische en commerciële haalbaarheid van een vermarktingsvoorstel.<br />

Een Fase 2 Grant (max. € 200.000) ondersteunt de uitvoering van een voorstel tot aan het punt waarop<br />

private financiers de verdere commerciële ontwikkeling voor hun rekening willen nemen.<br />

4.2<br />

Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Kennisvalorisatie’ voor de doelstellingen die de TU/e in <strong>2009</strong> op dit terrein<br />

nastreefde.<br />

Brabant Center of Entrepreneurship<br />

In <strong>2009</strong> is het ‘Brabant Center of Entrepreneurship’ van de TU/e en de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg (UvT) van<br />

start gegaan. Als managementteam traden aan: prof. dr. Geert Duysters (wetenschappelijk directeur),<br />

drs. Kees Kokke (zakelijk directeur en projectmanager TU/e) en mr. Jessica van den Bosch MBA<br />

(projectmanager UvT). Op 17 november vond een officiële aftrapbijeenkomst plaats. Het centrum<br />

stimuleert onderwijs en onderzoek op het terrein van ondernemerschap aan de TU/e en de UvT en<br />

bevordert samenwerking op dit terrein tussen de beide Brabantse universiteiten. Bij de aanvang van<br />

het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 startte aan de TU/e de vernieuwde minor ‘Ondernemerschap en innovatie’<br />

voor bachelorstudenten. Deze zal in 2010 ook aan de UvT aangeboden worden.<br />

Businessplan Kennisvalorisatie<br />

Doordat de nieuwe subsidieregeling van de overheid voor kennisvalorisatie op zich liet wachten, was<br />

het niet mogelijk de kennisvalorisatiefunctie aan de TU/e in <strong>2009</strong> op de geplande wijze te consolideren.<br />

Er is namelijk een subsidietoekenning op basis van de nieuwe regeling nodig om het ambitieuze ‘TU/e<br />

Businessplan Kennisvalorisatie’ in volle omvang te kunnen realiseren. Door het aflopen van de oude en<br />

het uitblijven van de nieuwe subsidieregeling dreigt een situatie te ontstaan waarin de universiteit over<br />

onvoldoende middelen beschikt om haar kennisvalorisatiefunctie naar behoren uit te kunnen oefenen.<br />

Er zal een beroep worden gedaan op mogelijke regionale subsidiegevers om bij te springen.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 52<br />

Project Office<br />

Het Project Office ‘Werken voor derden’ ter ondersteuning van het verwerven van middelen voor<br />

onderzoeksprojecten via de tweede- en derdegeldstroom heeft zijn meerwaarde in <strong>2009</strong> bewezen.<br />

Het speelde een cruciale rol bij het ontwikkelen en implementeren van regionale initiatieven voor<br />

het behoud van kenniswerkers en belangrijke R&D-projecten in tijden van economische crisis.<br />

Zie ter zake verder paragraaf 4.3 onder het kopje ‘Kenniswerkersregeling’.<br />

Er waren in <strong>2009</strong> bij het Project Office vier projectofficers werkzaam, gekoppeld aan de faculteiten<br />

‘Electrical Engineering’, ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’, ‘Werktuigbouwkunde’ en<br />

‘Wiskunde en Informatica’. In 2010 zal het Project Office met financiële steun van het College van<br />

Bestuur verder uitgerold worden naar de overige faculteiten. Het ‘TU/e Innovation Lab’ waar het<br />

Project Office deel van uitmaakt, gaat verder na hoe het de faculteiten kan faciliteren met een pool<br />

van zakelijke projectmanagers voor de beheersmatige coördinatie van complexe extern gefinancierde<br />

onderzoeksprojecten.<br />

Bedrijvigheid op campus<br />

Eind <strong>2009</strong> is een uitgewerkt plan opgeleverd voor de ontwikkeling van een bedrijvenpark voor kleine<br />

onderzoeksgedreven ondernemingen op het noordoostelijke deel van de universiteitscampus. Dit wordt<br />

betrokken bij de verdere planvorming voor de ontwikkeling van de campus tot een ‘TU/e Science Park’.<br />

In <strong>2009</strong> is een ontwikkelingsvisie ‘TU/e Science Park’ gerealiseerd in het kader van de voorbereiding<br />

van een nieuw bestemmingsplan voor de universiteitscampus.<br />

Gebouw Catalyst<br />

Er is in <strong>2009</strong> goede voortgang geboekt met het treffen van voorbereidingen voor de bouw op de<br />

universiteitscampus van een starters-/bedrijfsverzamelgebouw met technische faciliteiten en laboratoria.<br />

Dit gebouw,’Catalyst’, moet circa 40 technostarters gaan herbergen uit de hoek van de faculteiten<br />

‘Scheikundige Technologie’, ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’ en ‘Werktuigbouwkunde’. Met de verwezenlijking<br />

is een investering gemoeid van circa 14 miljoen euro. Dit bedrag wordt door diverse partijen opgebracht,<br />

waaronder de gemeente <strong>Eindhoven</strong>, het Samenwerkingsverband Regio <strong>Eindhoven</strong> en de provincie<br />

Noord-Brabant. Verder is een subsidie verworven van het Operationeel Programma Zuid-Nederland.<br />

Er is een architect geselecteerd en er is een bouwaanvraag in voorbereiding genomen. Naar verwachting<br />

kan in 2010 met de bouw worden begonnen en zal het complex in het najaar van 2011 opgeleverd worden.<br />

Gebouw Connector<br />

Het voormalige TEMA-gebouw op de universiteitscampus is medio <strong>2009</strong> in gebruik genomen als<br />

bedrijfsverzamelgebouw voor starters. De naam van het gebouw is in dat verband gewijzigd in<br />

‘Connector’. De capaciteit voor het huisvesten van starters op de universiteitscampus is met de<br />

bestemming van dit gebouw flink uitgebreid.<br />

Staalkaart<br />

De plannen voor het samenstellen van een voor een breed publiek toegankelijke en informatieve<br />

‘Staalkaart’-publicatie (inclusief online-versie) over spraakmakend TU/e-onderzoek en de<br />

toepassingsmogelijkheden daarvan zijn in <strong>2009</strong> voorlopig in de ijskast gezet. Besloten is om lopende<br />

initiatieven voor thematische clustering van onderzoek in een aantal instituten (zoals rond ‘energy’,<br />

‘health’ en ‘light’) eerst even af te wachten. Vervolgens zal opnieuw worden nagedacht over de opzet<br />

van de publicatie.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 53<br />

4.3<br />

Diversen<br />

Samenwerking met mkb<br />

Via United Brains, de gezamenlijke kennistransferorganisatie van de TU/e, Fontys Hogescholen en<br />

ROC <strong>Eindhoven</strong>, is in <strong>2009</strong> continu gewerkt aan het versterken van de banden met het midden- en<br />

kleinbedrijf en het ontwikkelen van gezamenlijke activiteiten. Het in kunnen zetten van door de overheid<br />

gesubsidieerde kennisvouchers werkte hierbij stimulerend. Middelgrote en kleine ondernemers werden<br />

via onder meer lezingen, workshops en de bladen Vector en Matrix op de hoogte gehouden van voor<br />

hen interessante wetenschappelijke ontwikkelingen binnen de TU/e. Verder heeft United Brains een<br />

‘innovatiecoördinator mkb’ aangesteld, die door middel van een proactieve aanpak de samenwerking<br />

met middelgrote hightechbedrijven zal bevorderen.<br />

Daarnaast heeft de Kenniswerkersregeling bestaande contacten met het midden- en kleinbedrijf<br />

geïntensiveerd en nieuwe samenwerkingsverbanden tot stand gebracht (voor meer informatie zie de<br />

subparagraaf ‘Kenniswerkersregeling’).<br />

Samenwerking met grote ondernemingen<br />

Vanuit het TU/e Innovation Lab is in <strong>2009</strong> geïnvesteerd in het opbouwen van een meer structurele<br />

dialoog met grote hightechondernemingen en -organisaties. Inzet is door middel van geregelde<br />

informatie-uitwisseling een goed beeld te krijgen van lopende gezamenlijke activiteiten en van wederzijds<br />

profijtelijke samenwerkingsmogelijkheden op R&D-gebied en op die manier concrete gezamenlijke<br />

R&D-activiteiten te entameren. Bestaande relaties zijn geïntensiveerd en geconsolideerd en er zijn<br />

nieuwe samenwerkingsverbanden aangegaan. De Kenniswerkersregeling heeft hier een duidelijke<br />

bijdrage aan geleverd.<br />

Kenniswerkersregeling<br />

De TU/e ontwikkelde in <strong>2009</strong> samen met andere regionale partijen in de Brainport <strong>Eindhoven</strong>-regio<br />

initiatieven voor het behoud van technologische kenniswerkers en belangrijke technologische R&Dprojecten<br />

in tijden van economische crisis. De rijksoverheid gaf gehoor aan de in de Brainportregio<br />

ontwikkelde ideeën ter zake en lanceerde een Kenniswerkersregeling en een Regeling High<br />

Tech Topprojecten. De TU/e was vervolgens actief betrokken bij het voorbereiden van ruim 100<br />

projectvoorstellen van bedrijven voor het tijdelijk detacheren van kenniswerkers uit het bedrijfsleven<br />

in gezamenlijke R&D-activiteiten. Van de ingediende projectvoorstellen met betrokkenheid van de<br />

TU/e werden er 54 gehonoreerd. In totaal accommodeert de TU/e via de Kenniswerkersregeling 877<br />

kenniswerkers uit de industrie. Daarnaast kan zij op basis van de gehonoreerde projecten tijdelijk een<br />

60-tal jonge onderzoekers aanstellen. De universiteit ontvangt voor een en ander in totaal ruim 13 miljoen<br />

euro. De Kenniswerkersregeling heeft een sterke impuls gegeven aan de samenwerking tussen bedrijven<br />

en de TU/e. Zo zijn er nieuwe contacten ontstaan en zijn bestaande contacten verder uitgediept en<br />

versterkt.<br />

FOM Valorisatie Prijs<br />

Prof.dr.ir. M.C.M. (Richard) van de Sanden, hoogleraar ‘Plasma & Materials Processing’ aan de faculteit<br />

‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’, ontving de FOM Valorisatie Prijs <strong>2009</strong>. Van de Sanden kreeg deze prijs voor zijn<br />

onderzoek op het gebied van plasmadepositietechnologieën en zijn actieve rol bij het benutten van uit dit<br />

onderzoek voorkomende kennis door verschillende industriële partners. Stichting FOM reikte deze prijs ter<br />

waarde van 250.000 euro dit jaar voor het eerst uit.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 54<br />

5<br />

Studenten- en alumnivoorzieningen<br />

5.1<br />

Feiten en cijfers<br />

Studentenoordelen<br />

TU/e-studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging oplopen, konden ook in<br />

<strong>2009</strong> in aanmerking komen voor ondersteuning uit het afstudeerfonds. Voor studenten die een<br />

studie- of studentgerichte bestuursfunctie vervulden, waren bestuursbeurzen beschikbaar.<br />

Voor het afstudeerfonds was in <strong>2009</strong> € 96.300 beschikbaar en voor bestuursbeurzen € 545.700.<br />

TU/e-beurzen voor niet-EER-masterstudenten<br />

Ter bevordering van de instroom van internationale masterstudenten werden in <strong>2009</strong> in totaal 247<br />

beurzen toegekend aan eerste- en tweedejaarsmasterstudenten van buiten de Europese Economische<br />

Ruimte. Dat zijn er 64 meer dan in 2008. Daarnaast is er in <strong>2009</strong> een leenfaciliteit geïntroduceerd<br />

(zie paragraag 7.2 onder het kopje ‘Leenfaciliteit voor buitenlandse masterstudenten’).<br />

5.2<br />

Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Studenten- en alumnivoorzieningen’ voor de doelen die de TU/e in<br />

<strong>2009</strong> op dit terrein nastreefde.<br />

<strong>Eindhoven</strong> Studentenstad<br />

Om de realisatie van het uitgezette beleid ter versterking van de positionering en uitstraling van <strong>Eindhoven</strong><br />

als studentenstad in goede banen te leiden is een stuurgroep ‘<strong>Eindhoven</strong> Studentenstad’ ingesteld,<br />

bestaande uit bestuurders van de TU/e, Fontys Hogescholen en de Gemeente <strong>Eindhoven</strong>. Deze is<br />

verantwoordelijk voor de vaststelling van het projectenprogramma, de benoeming van projectleiders en<br />

het ter beschikking stellen van financiële middelen. Er is in <strong>2009</strong> gestart met drie brede projectlijnen,<br />

te weten: studentenhuisvesting, studentenactiviteiten en de promotie van <strong>Eindhoven</strong> als studentenstad.<br />

Binnen deze lijnen zijn diverse projecten aan de slag gegaan. Ook werd ruimte geboden aan diverse<br />

initiatieven van studenten zelf. De website ‘Shift040’ met <strong>Eindhoven</strong>s studentennieuws werd uitgebouwd<br />

tot hét informatiekanaal over <strong>Eindhoven</strong> als studentenstad. Daarnaast is in nauwe samenwerking met<br />

‘Shift040’ een begin gemaakt met het ontwikkelen van een webapplicatie die studiekiezers en studenten<br />

die al in <strong>Eindhoven</strong> studeren, informatie geeft over het studentenleven in <strong>Eindhoven</strong>. De TU/e heeft<br />

het maximale projectsubsidiebedrag van € 50.000 beschikbaar gesteld voor het ontwerp, de ontwikkeling<br />

en de bouw van de applicatie.<br />

Studentenhuisvesting<br />

Door vertegenwoordigers van studentenorganisaties, marktpartijen, gemeente <strong>Eindhoven</strong>, onderwijsinstellingen<br />

en architectenbureaus is in <strong>2009</strong> gebrainstormd over het onderwerp ‘studentenhuisvesting’.<br />

De resultaten zijn ingebracht in een convenant dat is ondertekend door de gemeente, de <strong>Eindhoven</strong>se<br />

woningbouwcorporaties, de TU/e, Fontys Hogescholen en ROC <strong>Eindhoven</strong>. De intentie is er gezamenlijk<br />

voor te zorgen dat er voldoende betaalbare huisvestingsvoorzieningen worden gerealiseerd voor<br />

(buitenlandse) studenten, technologisch ontwerpers in opleiding, promovendi en gastmedewerkers.<br />

De TU/e zal actief faciliteren dat de komende jaren een 500-tal wooneenheden op de universiteitscampus<br />

wordt gerealiseerd.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 55<br />

Onderzoeksassistenten<br />

De TU/e zoekt naar middelen om studenten die kiezen voor een onderzoeksgerichte honors track in hun<br />

masteropleiding, een aanstelling te kunnen geven als onderzoeksassistent. De faculteit ‘Industrial Design’<br />

diende in <strong>2009</strong> met succes een subsidieaanvraag in bij de KNAW om binnen de masteropleiding ‘Industrial<br />

Design’ studenten als onderzoeksassistent aan te kunnen stellen.<br />

Alumnibeleid<br />

In <strong>2009</strong> trad een nieuwe hoofd aan van het Alumni Office van de universiteit. Deze legde zijn ideeën met<br />

betrekking tot het alumnibeleid aan het College van Bestuur voor. Doel is de banden met alumni verder te<br />

versterken en de alumnirelaties steviger in de universitaire organisatie te verankeren. Er is ook gesproken<br />

over de opbouw van een alumni-ambassadeursnetwerk. Besluitvorming zal in 2010 plaatsvinden.<br />

5.3<br />

Diversen<br />

Academische Jaarprijzen <strong>2009</strong><br />

In juni werden de Academische Jaarprijzen <strong>2009</strong> uitgereikt.<br />

De TU/e Afstudeerprijs <strong>2009</strong> voor de best uitgevoerde afstudeeropdracht in een masteropleiding ging<br />

naar ir. J.M.F. (John) Helmes (masteropleiding ‘Industrial Design’). Hij ontwikkelde in zijn afstudeerproject<br />

samen met Microsoft Research een robotje (‘The Other Brother’) dat op geheel eigen wijze onverwachte<br />

gebeurtenissen uit het dagelijks leven in beeld (foto en video) en geluid vastlegt.<br />

De TU/e Ontwerpprijs <strong>2009</strong> voor de best uitgevoerde ontwerpopdracht in een ontwerpersopleiding<br />

ging naar mw.ir. A.J. (Rianne) Pas PDEng. Zij ontwierp in het kader van haar ontwerpopdracht binnen de<br />

gecombineerde ontwerpersopleiding ‘Design and Technology of Instrumentation’ en opleiding ‘Qualified<br />

Medical Engineer’ een systeem om aan de hand van röntgenfoto’s de ernst van de vernauwing van een<br />

kransslagader te bepalen. Zij werkte daarbij samen met Philips Healthcare en het Catharina-ziekenhuis<br />

in <strong>Eindhoven</strong>.<br />

De TU/e Promotieprijs <strong>2009</strong> voor het best uitgevoerde promotieonderzoek werd in de wacht gesleept<br />

door mw.dr. M. (Maria) García Larrodé. Zij deed binnen de faculteit ‘Electrical Engineering’ onderzoek<br />

met betrekking tot een nieuw antennesysteem voor draadloze communicatie in gebouwen (‘Radio over<br />

Fiber Distributed Antenna Systems for in-building Broadband Wireless Services’).<br />

De TU/e Perspectiefprijs <strong>2009</strong> voor het afstudeer-, ontwerp- of promotieproject met het meeste<br />

perspectief voor mens en maatschappij ging naar ir. J.S. (Jasper) Winkes, afstudeerder van de faculteit<br />

‘Werktuigbouwkunde’. Hij ontwikkelde in het kader van zijn afstudeeropdracht de zogeheten ‘Double<br />

Combustion Pile Driver’, een innovatieve methode om palen te heien. Het brandstofverbruik gaat er<br />

flink door omlaag en ook hebben gebruikers en omwonenden minder last van roet en lawaai. De jury<br />

prees Winkes, inmiddels directeur van zijn eigen bedrijf ‘Fistuca’, voor het duurzame ontwerp en de<br />

professionele presentatie.<br />

Doelgroepenbeleid<br />

De TU/e heeft in <strong>2009</strong> verdere stappen gezet om studenten met een functiebeperking beter te kunnen<br />

faciliteren. Zo is het aanbod van trainingen en gesprekken uitgebreid met intensieve begeleidingstrajecten<br />

op maat. Daarnaast is de training ‘Leven en studeren met autisme’ ontwikkeld voor TU/e studenten. Wat<br />

betreft het bindend studieadvies gelden er, in sommige gevallen, aparte richtlijnen voor studenten met<br />

een functiebeperking. De commissie bijzondere omstandigheden, bestaande uit een studentendecaan,<br />

een studentenadviseur en een arts, geeft advies aan de examencommissie in voorkomende gevallen.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 56<br />

Individueel klachtrecht<br />

Sinds 1999 is binnen de TU/e een Regeling Individueel Klachtrecht Studenten van kracht. In <strong>2009</strong> zijn<br />

op grond van deze regeling twee klachten in behandeling genomen. De klachten werden na uitgebreid<br />

onderzoek ongegrond verklaard.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 57<br />

6<br />

Universitaire samenwerking in Nederland<br />

6.1<br />

Feiten en cijfers<br />

Formele partnerships in Nederland<br />

Er zijn in <strong>2009</strong> op instellingsniveau geen nieuwe formele partnerships aangegaan met andere<br />

instellingen voor hoger onderwijs in Nederland.<br />

6.2<br />

Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Universitaire samenwerking in Nederland’ voor de doelen die de<br />

TU/e op dit terrein in <strong>2009</strong> nastreefde.<br />

3TU.Federatie<br />

In de zomer <strong>2009</strong> heeft de 3TU.Federatie haar ‘Ontwikkelingsplan 3TU. <strong>2009</strong>-2012’ en haar ‘Bestuurlijke<br />

Agenda <strong>2009</strong>-2010’ gepubliceerd. Het ontwikkelingsplan bevatte een onderbouwde claim op forse extra<br />

financiële steun van de rijksoverheid voor de realisering van het ontvouwde beleid. Teleurstellend was dat<br />

in de begroting voor 2010 van OCW eerder toegezegde structurele middelen voor <strong>2009</strong> en 2010 voor de<br />

3TU.Federatie bleken te zijn geschrapt en dat in de meerjarenramingen een aanzienlijk verlaagd bedrag<br />

voor de federatie bleek te zijn opgenomen. De verwezenlijking van de ambities in het ontwikkelingsplan<br />

kwam daarmee sterk onder druk te staan. De 3TU.Federatie startte overleg met de Ministeries van<br />

OCW en EZ om in ieder geval enkele nieuwe samenwerkingsinitiatieven op onderzoeksgebied - onder<br />

meer op het terrein van de wiskunde - mogelijk te maken. Daarnaast hebben de drie TU’s initiatieven<br />

genomen die moeten leiden tot verdere krachtenbundeling in het technologiedomein in Nederland.<br />

Om de gezamenlijke onderzoeksinspanningen binnen de 3TU.Centers of Excellence zichtbaar te maken<br />

voor een breed publiek, werd in het najaar een publicatie uitgebracht onder de titel ‘Joining forces to<br />

shape the future’. Vermeldenswaard is tot slot dat de drie TU’s in november elk een collegezaal openden<br />

met daarin online videoverbindingen naar de collega-TU’s. Daardoor is in feite een virtuele 3TU-collegezaal<br />

ontstaan en kunnen studenten van de drie TU’s zonder te hoeven reizen deelnemen aan colleges bij de<br />

zusteruniversiteiten.<br />

<strong>Eindhoven</strong> School of Education<br />

Het was de bedoeling in <strong>2009</strong> een tussentijdse evaluatie uit te voeren van de samenwerking met Fontys<br />

Hogescholen in de ‘<strong>Eindhoven</strong> School of Education’. Besloten is echter dit punt in 2010 mee te nemen<br />

in een bredere bezinning op de samenwerking tussen TU/e en Fontys.<br />

Samenwerking met ‘Maastricht’<br />

Onder leiding van de decaan van de faculteit ‘Biomedische Technologie’ is in <strong>2009</strong> gestart met een<br />

verkenning van de mogelijkheden om de TU/e-activiteiten op het terrein van gezondheid en technologie<br />

universiteitsbreed te bundelen in één instituut. Mede in het kader van de beoogde instituutsvorming<br />

wordt nagegaan in hoeverre op bepaalde subgebieden van de biomedische en medische wetenschappen<br />

en van de levenswetenschappen in het algemeen samenwerking met andere universiteiten en<br />

universitaire medische centra in de toekomst opportuun is. Los daarvan troffen de <strong>Universiteit</strong> Maastricht,<br />

Maastricht Universitair Medisch Centrum en de TU/e voorbereidingen voor het vernieuwen van hun<br />

samenwerkingsovereenkomst.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 58<br />

6.3<br />

Diversen<br />

Biomedische technologie<br />

De samenwerking met de <strong>Universiteit</strong> Maastricht en het Universitair Medisch Centrum Maastricht<br />

op het terrein van de biomedische en medische technologie werd in <strong>2009</strong> voortgezet. Zie ook<br />

paragraaf 2.3 onder het kopje ‘Uitbesteding van onderwijs’ en paragraaf 6.2 onder het kopje<br />

‘Samenwerking met Maastricht’.<br />

Brabant Medical School<br />

De TU/e bleef in <strong>2009</strong> participeren in de Brabant Medical School, waarin de Brabantse ziekenhuizen,<br />

opleidingsinstituten, de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg, de TU/e, de gemeenten <strong>Eindhoven</strong> en Tilburg en de<br />

provincie Noord-Brabant samenwerken op het terrein van vernieuwende opleidingen in de medische en<br />

zorgsector. Vanuit de TU/e worden vanuit de faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’,<br />

de faculteit ‘Biomedische Technologie’ en de ‘School of Medical Physics and Engineering <strong>Eindhoven</strong><br />

(SMP/e)’ bijdragen verleend. De faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ verzorgt de<br />

bacheloropleiding ‘<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg’. De masteropleiding ‘Medical<br />

Engineering’ van de faculteit ‘Biomedische Technologie’ voorziet in de behoefte aan medisch ingenieurs<br />

in met name topklinische en academische ziekenhuizen. In samenwerking met medisch specialisten doen<br />

zij klinisch onderzoek naar nieuwe methoden en technieken ten behoeve van diagnostiek en behandeling.<br />

Op deze wijze worden introductie en toepassing van hoogtechnologische innovaties in de patiëntenzorg<br />

gestimuleerd waarbij de arts zich kan blijven richten op directe patiëntenzorg. De SMP/e draagt onder<br />

meer zorg voor de postinitiële vervolgopleidingen tot klinisch fysicus, qualified medical engineer en<br />

klinisch informaticus.<br />

Daarnaast was de TU/e in <strong>2009</strong> nauw betrokken bij de ontwikkeling van het Sectorplan Gezondheidszorg<br />

Brabant dat de Brabant Medical School in coöperatie met de provincie Noord-Brabant initieerde. Naar<br />

verwachting zal deze studie naar ‘toekomstbestendige zorg in Brabant’ in het voorjaar van 2010 afgerond<br />

worden.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 59<br />

7<br />

7.1<br />

Internationale universitaire samenwerking<br />

en internationalisering<br />

Feiten en cijfers<br />

Formele partnerships internationaal<br />

De TU/e heeft in <strong>2009</strong> een memorandum van overeenstemming getekend met de St. Petersburg<br />

State Polytechnic University.<br />

7.2<br />

Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Internationale universitaire samenwerking en internationalisering’<br />

voor de doelen die de TU/e op dit terrein in <strong>2009</strong> nastreefde.<br />

European University Alliance<br />

Binnen de ‘European University Alliance in Science and Technology’ met de ‘<strong>Technische</strong> Universität<br />

München’ en de ‘Danmarks Tekniske Universitet’ is overeenstemming bereikt over de financiering<br />

per TU van vijf promotie- en twee postdocplaatsen binnen een samen op te zetten ‘European Graduate<br />

School for Sustainable Energy Technology’. De TU/e stelde in dit kader 1,4 miljoen euro beschikbaar.<br />

De graduate school ging in november officieel van start tijdens een door de TU/e georganiseerde<br />

aftrapbijeenkomst met alle participanten uit de drie betrokken universiteiten. De eerste promovendi<br />

zijn inmiddels binnen de school aan de slag gegaan.<br />

Knowledge and Innovation Communities<br />

Twee Europese consortia van universiteiten, onderzoeksinstituten en bedrijven, waarin de TU/e een<br />

prominente positie heeft, zijn door het ‘European Institute of Innovation and Technology’ erkend als<br />

zogenaamde ‘Knowledge and Innovation Community’ (KIC). Het gaat om de KIC ‘InnoEnergy’ en de KIC<br />

‘EIT ICT Laboratories’. ‘InnoEnergy’ is georganiseerd in zes thematische clusters van universiteiten,<br />

onderzoeksinstituten en bedrijven met elk een eigen co-locatie, gespreid over Europa. De TU/e is een van<br />

de leidende participanten in het co-locatie-centrum Benelux, dat gevestigd zal worden op de High Tech<br />

Campus in <strong>Eindhoven</strong> en binnen het KIC het thema ‘Intelligent energy-efficient buildings and cities’ zal<br />

coördineren. Het consortium ‘EIT ICT Laboratories’ omvat vijf thematische clusters met eveneens elk een<br />

co-locatie-centrum. De TU/e speelt een belangrijke rol in het met name door het ‘Netherlands Institute<br />

for Research on ICT’ van de drie technische universiteiten in ons land getrokken cluster ‘Health and Wellbeing’<br />

dat zijn co-locatie-centrum eveneens zal vestigen op de High Tech Campus in <strong>Eindhoven</strong>. De TU/e<br />

heeft zich door haar vooraanstaande positie in de beide KIC’s nadrukkelijk op de Europese technologie- en<br />

innovatiekaart geplaatst.<br />

Partnerrelaties<br />

In het kader van het opbouwen en onderhouden van partnerrelaties met vooraanstaande buitenlandse<br />

technologieuniversiteiten hebben TU/e-delegaties in <strong>2009</strong> bezoeken gebracht aan:<br />

• China (‘Northeastern University’ en ‘Zhejiang University’);<br />

• Hong Kong (‘Hong Kong University of Science and Technology’);<br />

• Taiwan (‘National Taiwan University of Science and Technology’);<br />

• Turkije (‘Middle East Technical University’; ‘Bilkent University’; ‘Istanbul Technical University’; ‘Bogazici<br />

University’ en ‘KOC University’);<br />

• Rusland (‘Lomonosov Moscow State University’; ‘Moscow State Technical University’; ‘St. Petersburg<br />

State University’ en ‘St. Petersburg State Polytechnic University’);<br />

• Verenigde Staten (‘Northwestern University’);<br />

• Mexico (‘Monterrey Institute of Technology’).


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 60<br />

Daarnaast hebben TU/e-vertegenwoordigers bijeenkomsten bijgewoond van de universiteitsnetwerken<br />

‘Consortium Linking Universities of Science and Technology for Education and Research’ (CLUSTER) en<br />

‘Conference of European Schools for Advanced Engineering Education and Research’ (CESAER) en bracht<br />

een delegatie van de ‘Zhejiang University’ een bezoek aan de TU/e.<br />

Er wordt verder een inventarisatie gemaakt van de bestaande en beoogde partnerrelaties op facultair<br />

niveau. Dat gebeurt vooral met het oog op partnerrelaties ten behoeve van de rekrutering en selectie van<br />

masterstudenten. Bezien wordt daarna nog of op basis van de inventarisatieresultaten nadere afspraken<br />

met de faculteiten zinvol zijn.<br />

Leenfaciliteit voor buitenlandse masterstudenten<br />

In <strong>2009</strong> is naast het al bestaande universitaire beurzenstelsel een leenfaciliteit geïntroduceerd voor<br />

buitenlandse masterstudenten van buiten de Europese Economische Ruimte. Met ingang van het<br />

studiejaar <strong>2009</strong>-2010 zijn er jaarlijks 30 leningen beschikbaar voor masterstudenten van buiten de<br />

EER die niet voor een beurs in aanmerking komen. De TU/e staat garant voor deze leningen. Er maakten<br />

in <strong>2009</strong> 13 studenten gebruik van deze nieuwe leenfaciliteit.<br />

Begeleiding buitenlandse masterstudenten naar arbeidsmarkt<br />

Met het arbeidsbemiddelingsbedrijf EUFLEX BV (een dochter van de TUE Holding BV) is afgesproken<br />

dat het tweedejaars buitenlandse masterstudenten begeleiding gaat bieden bij het verkrijgen<br />

van een baan op de Nederlandse arbeidsmarkt na hun afstuderen. Daarnaast worden activiteiten<br />

voor buitenlandse masterstudenten ontplooid door het TU/e Career Center en door de bedrijven<br />

die beurzen aan buitenlandse studenten ter beschikking hebben gesteld. Zo worden trainingen in<br />

communicatievaardigheden aangeboden en worden evenementen georganiseerd die de betrokken<br />

studenten de mogelijkheid bieden zich te oriënteren op de regionale arbeidsmarkt.<br />

7.3<br />

Diversen<br />

Erasmus Mundus<br />

In het kader van het programma ‘Erasmus Mundus External Cooperation Window’ werd er in <strong>2009</strong> met<br />

succes een tweede aanvraag ingediend. Naast de bestaande consortiumpartners binnen de Europese Unie<br />

en in Centraal Aziatische landen is een nieuwe partneruniversiteit toegetreden: Kyrgyz National University<br />

(Kyrgyztan). De TU/e treedt op als coördinator en penvoerder van dit consortium. Doel is de uitwisseling<br />

van graduate studenten, promovendi, postdoc’s en wetenschappelijke staf tussen Centraal Azië en<br />

Europa.<br />

Via de Santander groep, een Europees netwerk van universiteiten waarvan de TU/e deel uitmaakt, werd<br />

de TU/e met ingang van het studiejaar 2008-<strong>2009</strong> partner in twee Erasmus Mundus-programma’s, één<br />

met Brazilië, gecoördineerd door de Universidade do Porto, en één met Chili, gecoördineerd door de<br />

Universidad de Valladolid. In het kader van deze programma’s kwamen studenten, onderzoekers en<br />

wetenschappelijke staf uit Brazilië en Chili naar de TU/e. Het programma in samenwerking met Brazilië<br />

is verlengd voor het studiejaar <strong>2009</strong>-2010.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 61<br />

Daarnaast werd de TU/e in <strong>2009</strong> partner in twee nieuwe Erasmus Mundus-programma’s: EMMC SELECT<br />

en EMJD ICE. Het Erasmus Mundus-programma ‘SELECT’ is een masterprogramma op het gebied van<br />

‘duurzame energie systemen’ en is een samenwerking tussen KTH Royal Institute of Technology in<br />

Stockholm (coördinator), Helsinki University of Technology, Ecole Polytechnique Fédéral de Lausanne,<br />

Politecnico di Torino, Universitat Politècnica de Catalunya en de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>.<br />

Het Erasmus Mundus-programma ‘ICE’ is een gezamenlijk PhD-programma op het gebied van ‘computer<br />

science, electronic en telecommunication engineering’ van Università degli Studi di Genova (coördinator),<br />

Alpen-Adria Universität Klagenfurt, Universitat Politècnica de Catalunya, Queen Mary University of London<br />

en de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 62<br />

8<br />

Bedrijfsvoering<br />

8.1<br />

Feiten en cijfers<br />

In het Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012 heeft de TU/e een aantal kernambities op het gebied van bedrijfsvoering<br />

geformuleerd. In lijn met deze ambities wordt in dit jaarverslag naast de vertrouwde overzichten voor het<br />

eerst de volgende informatie opgenomen: aantal hoogleraren naar sekse en nationaliteit en aantal UHD’s<br />

naar sekse en nationaliteit.<br />

Personeelsbezetting<br />

Het totale aantal medewerkers nam in <strong>2009</strong> met 3% (84 personeelsleden) toe. De grootste groei werd<br />

gerealiseerd bij het tijdelijk wetenschappelijk personeel (7%; 90 medewerkers).<br />

Personeelsbezetting in fte<br />

(per 31 december; uitgesplitst in wetenschappelijk en ondersteunend en beheersmatig personeel en in vast en tijdelijk personeel)<br />

Jaar WP-vast WP-tijdelijk OBP-vast OBP-tijdelijk Totaal<br />

2005 524,9 1079,3 890,4 89,4 2584,0<br />

2006 494,7 1081,0 889,0 123,6 2588,3<br />

2007 497,3 1141,8 886,9 131,8 2657,8<br />

2008 500,9 1195,9 899,6 142,6 2739,0<br />

<strong>2009</strong> 496,6 1280,3 925,6 126,6 2828,9<br />

Aantal personeelsleden<br />

(per 31 december; uitgesplitst in wetenschappelijk en ondersteunend en beheersmatig personeel en in vast en tijdelijk personeel)<br />

Jaar WP-vast WP-tijdelijk OBP-vast OBP-tijdelijk Totaal<br />

2005 575 1157 1014 122 2869<br />

2006 546 1150 1014 155 2865<br />

2007 552 1224 1008 194 2978<br />

2008 556 1269 1026 196 3047<br />

<strong>2009</strong> 547 1359 1053 172 3131<br />

In- en uitstromend personeel<br />

Het aantal uitstromende personeelsleden was in <strong>2009</strong> 453, dat is 14 (ofwel 3%) lager dan in 2008.<br />

Het aantal instromende personeelsleden bleef nagenoeg gelijk.<br />

In- en uitstromend aantal personeelsleden<br />

(per kalenderjaar; absoluut en percentage van totaal)<br />

Jaar Instroom abs Instroom % Uitstroom abs Uitstroom %<br />

2005 574 20 702 24<br />

2006 555 19 559 20<br />

2007 581 20 468 16<br />

2008 536 18 467 15<br />

<strong>2009</strong> 537 17 453 14


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 63<br />

Verhouding WP/OBP<br />

De verhouding WP/OBP steeg in <strong>2009</strong> van 1,63 naar 1,69.<br />

Verhouding WP/OBP<br />

(peildatum 31 december)<br />

Jaar<br />

Ratio WP/OBP<br />

2005 1,64<br />

2006 1,56<br />

2007 1,61<br />

2008 1,63<br />

<strong>2009</strong> 1,69<br />

Hoogleraren<br />

Het aantal voltijdhoogleraren is gestegen met 9 (ofwel 7%) in <strong>2009</strong>. Het aantal bezoldigde<br />

deeltijdhoogleraren, onbezoldigde deeltijdhoogleraren en bijzondere hoogleraren-deeltijd daalde<br />

met respectievelijk 1, 3 en 1.<br />

Aantallen hoogleraren<br />

(peildatum 31 december)<br />

Jaar Cat I. Cat. II Cat. III Cat. IV<br />

2005 107 46 79 3<br />

2006 113 47 73 3<br />

2007 116 46 69 3<br />

2008 117 44 64 3<br />

<strong>2009</strong> 126 43 61 2<br />

(uitgesplitst in vier categorieën: I voltijdhoogleraren; II deeltijdhoogleraren bezoldigd; III deeltijdhoogleraren onbezoldigd;<br />

IV bijzondere hoogleraren-deeltijd; NB voltijdhoogleraren zijn hoogleraren met een aanstelling > 0,6)<br />

Aantal hoogleraren naar sekse en nationaliteit<br />

(peildatum 31 december)<br />

Jaar Aantal Aantal vrouwen (%) Aantal buitenlands (%)<br />

2005 235 n.a. (n.a.) n.a. (n.a.)<br />

2006 236 n.a. (n.a.) n.a. (n.a.)<br />

2007 234 9 (3,8) 36 (15,4)<br />

2008 228 8 (3,5) 36 (15,8)<br />

<strong>2009</strong> 232 9 (3,9) 37 (15,9)<br />

UHD’s, UD’s, post-doc’s en promovendi<br />

Met ingang van dit verslag jaar worden promovendi uitgesplitst in twee categorieën: bezoldigd en<br />

onbezoldigd.<br />

Het aantal medewerkers in de categorie ‘universitair hoofddocenten’ was in <strong>2009</strong> 125, dat is 5 (ofwel 4%)<br />

lager dan in 2008.<br />

In de overige categorieën wetenschappelijk personeel was sprake van een stijging:<br />

• universitair docenten met 2% (5 personen);<br />

• postdoc’s met 48% (47 personen);<br />

• promovendi categorie I bezoldigd met 10% (66 personen);<br />

• promovendi categorie II onbezoldigd met 25% (62 personen).


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 64<br />

Aantallen UHD’s, UD’s, postdoc’s en promovendi<br />

(peildatum 31 december)<br />

Jaar UHD’s UD’s Postdoc’s Promovendi Cat. I Promovendi Cat. II<br />

2005 124 299 55 622 n.a.<br />

2006 119 278 71 633 n.a.<br />

2007 124 291 78 651 180<br />

2008 130 291 98 690 247<br />

<strong>2009</strong> 125 296 145 756 309<br />

(promovendi zijn uitgesplitst in twee categorieën: I promovendi bezoldigd; II promovendi onbezoldigd)<br />

Aantal UHD’s naar sekse en nationaliteit<br />

(peildatum 31 december)<br />

Jaar Aantal Aantal vrouwen (%) Aantal buitenlands (%)<br />

2005 124 4 (3,2) 11 (8,9)<br />

2006 119 5 (4,2) 12 (10,1)<br />

2007 124 5 (4,0) 13 (10,5)<br />

2008 130 8 (6,2) 16 (12,3)<br />

<strong>2009</strong> 125 5 (4,0) 16 (12,8)<br />

Ziekteverzuim<br />

Het ziekteverzuim daalde in <strong>2009</strong> met 0,1 procentpunten tot 2,6%.<br />

Ziekteverzuim<br />

(per kalenderjaar; percentage ziektedagen op het totaal aantal van 365 kalenderdagen)<br />

Jaar<br />

% Ziekteverzuim<br />

2005 2,4<br />

2006 2,8<br />

2007 3,0<br />

2008 2,7<br />

<strong>2009</strong> 2,6<br />

Vergrijzing<br />

Het percentage vaste medewerkers van 55 jaar en ouder daalde in <strong>2009</strong> naar 14%.<br />

Vergrijzingsindicator<br />

(peildatum 31 december; percentage vaste medewerkers van 55 jaar en ouder)<br />

Jaar %<br />

2005 13<br />

2006 14<br />

2007 15<br />

2008 15<br />

<strong>2009</strong> 14


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 65<br />

Diversiteit<br />

Het percentage vrouwelijke medewerkers steeg in <strong>2009</strong> zowel bij het wetenschappelijk personeel<br />

(+2,2 procentpunt) als bij het ondersteunend en beheersmatig personeel (+1,2 procentpunt).<br />

Het percentage buitenlandse medewerkers steeg met 2,6 procentpunt tot 29,5.<br />

Aantal personeelsleden naar sekse<br />

(peildatum 31 december; in percentage M/V, uitgesplitst naar WP en OBP)<br />

Jaar WP %M WP %V OBP %M OBP %V Totaal %M Totaal %V<br />

2005 78,9 21,1 56,6 43,4 70,0 30,0<br />

2006 78,2 21,8 56,5 43,5 69,4 30,6<br />

2007 77,5 22,5 55,7 44,3 68,7 31,3<br />

2008 77,8 22,2 54,3 45,7 68,3 31,7<br />

<strong>2009</strong> 75,6 24,4 53,1 46,9 66,8 33,2<br />

Aantal personeelsleden naar nationaliteit<br />

(peildatum 31 december; in percentage NL/niet-NL, onderverdeling niet-NL in percentage EER/niet-EER)<br />

Jaar % NL % niet-NL % EER % niet-EER<br />

2005 77,6 22,4 41,5 58,5<br />

2006 76,9 23,1 39,6 60,4<br />

2007 74,9 25,1 41,2 58,8<br />

2008 73,1 26,9 41,2 58,8<br />

<strong>2009</strong> 70,5 29,5 38,4 61,6<br />

Ingeleend personeel<br />

In <strong>2009</strong> werd 7,2 miljoen euro besteed aan ingeleend personeel. Dat is 1,3 miljoen minder dan in 2008.<br />

Ingeleend personeel<br />

(per kalenderjaar; in miljoenen euro’s)<br />

Jaar<br />

Bedrag<br />

2005 8,3<br />

2006 8,3<br />

2007 9,1<br />

2008 8,5<br />

<strong>2009</strong> 7,2<br />

Investeringen<br />

De investeringen in huisvesting bedroegen in <strong>2009</strong> 8,8 miljoen euro, dat is 3,4 miljoen euro meer dan<br />

in 2008. De investeringen in apparatuur bedroegen in <strong>2009</strong> 1,8 miljoen euro, 2 miljoen euro minder dan<br />

in 2008.<br />

Investeringen in huisvesting<br />

(per kalenderjaar; in miljoenen euro’s)<br />

Jaar<br />

Bedrag<br />

2005 9,6<br />

2006 8,4<br />

2007 4,0<br />

2008 5,4<br />

<strong>2009</strong> 8,8


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 66<br />

Investeringen in apparatuur<br />

(per kalenderjaar; in miljoenen euro’s)<br />

Jaar<br />

Bedrag<br />

2005 4,1<br />

2006 5,5<br />

2007 3,4<br />

2008 3,8<br />

<strong>2009</strong> 1,8<br />

Aanwending rijksbijdrage voor private activiteiten<br />

Van aanwending van rijksbijdrage voor private activiteiten was in <strong>2009</strong> geen sprake.<br />

Financieel resultaat<br />

De TU/e heeft in <strong>2009</strong> afgesloten met een positief netto resultaat van 2,5 miljoen euro.<br />

Meer informatie over het financiële resultaat is te vinden in het Financieel verslag.<br />

Financiëel resultaat<br />

(per kalenderjaar; in miljoenen euro’s)<br />

2005 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />

Rijksbijdrage OCW 171,8 175,9 182,5 186,8 183,6<br />

College- en examengelden 10,5 10,7 11,5 11,9 12,6<br />

Werk voor derden 58,4 64,6 66,6 72,4 80,9<br />

Overige baten 10,0 13,1 15,4 16,3 16,6<br />

Totaal baten 250,7 264,3 276,0 287,4 293,7<br />

Personele lasten 154,0 155,6 165,5 176,8 187,2<br />

Afschrijvingen 17,3 18,3 19,1 17,3 16,1<br />

Huisvestingslasten 20,9 20,7 24,7 22,9 23,2<br />

Overige lasten 53,9 63,1 61,1 66,2 62,4<br />

Totaal lasten 246,1 257,7 270,4 283,2 288,9<br />

Saldo baten en lasten 4,6 6,6 5,6 4,2 4,8<br />

Financiële baten en lasten -3,8 -3,6 -3,2 -2,5 -2,3<br />

Resultaat 0,8 3,0 2,4 1,7 2,5


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 67<br />

8.2<br />

Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Bedrijfsvoering’ voor de doelen die de TU/e op dit terrein in <strong>2009</strong> nastreefde.<br />

Strategieschets en Instellingsplan<br />

In het voorjaar van <strong>2009</strong> is besloten de ontwikkeling van een strategieschets voor de lange termijn los<br />

te koppelen van het op te leveren ‘Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012’ en daarvoor ruim een jaar uit te trekken.<br />

Er werd een ‘Regiegroep Ontwikkeling Strategie TU/e 2020’ in het leven geroepen en een startbijeenkomst<br />

belegd van het Bestuurlijk Overleg van het College van Bestuur met de Decanen van de faculteiten.<br />

Deze leverde een lijst van onderwerpen op die naar het oordeel van het Bestuurlijk Overleg in het proces<br />

in ieder geval aandacht zouden moeten krijgen. In een startnotitie werd verder vastgelegd om in het<br />

proces drie achtereenvolgende fasen te onderscheiden: een oriëntatiefase, een discussiefase en een<br />

besluitvormingsfase. De oriëntatiefase ging in de zomer <strong>2009</strong> van start met de eerste van een reeks<br />

brainstormbijeenkomsten met in- en externe stakeholders. Daarnaast werd een inventarisatie gemaakt<br />

van belangrijke in- en externe ontwikkelingen op basis van bestudering van relevante beleidsdocumenten<br />

van overheden, instellingen en organisaties in binnen- en buitenland. Op basis van een analyse van de<br />

uitkomsten van een en ander zal de Regiegroep in het voorjaar van 2010 een houtskoolschets opleveren<br />

van de in haar ogen belangrijkste strategische beleidslijnen voor de komende tien jaren. Daarmee start de<br />

discussiefase in het proces. Op basis hiervan wordt een concept opgesteld van de ‘Strategie TU/e 2020’.<br />

Met de oplevering daarvan start de besluitvormingsfase die in september/oktober 2010 moet uitmonden<br />

in de vaststelling van de strategie.<br />

Intussen is in <strong>2009</strong> het ‘Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012’ opgesteld, besproken in het Bestuurlijk Overleg, ter<br />

instemming voorgelegd aan de <strong>Universiteit</strong>sraad, ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht<br />

en uiteindelijk eind oktober vastgesteld en gepubliceerd. Zie bijlage 6 voor de kernambities in dit nieuwe<br />

instellingsplan.<br />

Intern verdeelmodel<br />

Het interne financiële verdeelmodel werd in <strong>2009</strong> onder de loep genomen door een speciaal hiervoor<br />

in het leven geroepen commissie. Op basis van de bevindingen van de commissie werden enkele kleine<br />

wijzigingen doorgevoerd, waarna het aanpaste model werd toegepast bij de voorbereiding van de<br />

begroting 2010.<br />

Planning & control cyclus<br />

Alle beheerseenheden hebben de prognoses van hun financiële resultaat <strong>2009</strong> aan het einde van<br />

de eerste drie kwartalen opgesteld met behulp van ORCA Begroting & Planning. De daarbij opgedane<br />

ervaringen werden geëvalueerd. Naar aanleiding hiervan werd een nieuwe versie van ORCA BP<br />

geïmplementeerd waarmee beter aan specifieke gebruikerswensen kan worden voldaan.<br />

Cash free betalen<br />

Zoals al in paragraaf 5.2. onder het kopje ‘Multifunctionele studentenkaart’ werd vermeld, zijn in <strong>2009</strong> de<br />

technische en functionele implicaties van de eventuele invoering van één multifunctionele studentenkaart<br />

in beeld gebracht. Daarbij is ook gekeken naar de toepassing van de kaart als chipkaart voor cash free<br />

betalen voor diverse typen services op de campus. Besluitvorming ter zake vindt plaats in 2010.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 68<br />

Campus 2020 – project 1<br />

Het eerste grote project in het kader van het huisvestingsprogramma ‘Campus 2020’ (de realisatie van<br />

nieuwe huisvesting voor de bibliotheek, centrale studentenvoorzieningen en de faculteit ‘Wiskunde<br />

en Informatica’ op de plaats van de huidige W-hal in het hart van de universiteitscampus) vorderde in<br />

<strong>2009</strong> gestaag. In augustus werd het definitieve ontwerp voor de (ver-)nieuwbouw vastgesteld. Tevens<br />

werd begonnen met sloopwerkzaamheden en asbestsanering in de W-hal. Aanbesteding van de (ver-)<br />

nieuwbouw vindt in het eerste kwartaal van 2010 plaats.<br />

Management Campus 2020<br />

Ter versterking van de beheersing van het huisvestingsprogramma ‘Campus 2020’ werd in <strong>2009</strong> een<br />

nieuw beheers- en besluitvormingmodel ingevoerd. Dit voorziet in een stuurgroep ‘Programma- en<br />

projectmanagement’ en in toepassing van het ‘baselinemanagement’ als instrument voor integraal<br />

programma- en projectbeheer. Elk project kent een projectmanager die ervoor zorg draagt dat dit binnen<br />

de in de ‘baseline’ afgesproken kaders wordt gerealiseerd. De projectmanagers rapporteren aan de<br />

stuurgroep. De stuurgroep bereidt besluitvorming door het College van Bestuur voor en ziet toe op de<br />

uitvoering binnen de afgesproken kaders.<br />

Het geplande onderzoek door een extern bureau naar de kosten en kwaliteit van dienstverlening van de<br />

afdeling ‘Beheer en Onderhoud’’ van de ‘Dienst Huisvesting’ werd afgerond. De belangrijkste conclusie<br />

was dat de afdeling adequaat functioneert.<br />

Huisvesting ICMS<br />

In <strong>2009</strong> is het besluit genomen om het ‘TU/e Institute for Complex Molecular Systems’ en het bijbehorende<br />

‘TU/e Advanced Study Center for Complexity’ onderdak te gaan bieden in het CERES-gebouw<br />

op de campus. Dit gebouw zal daartoe fors aangepast en gerenoveerd moeten worden. Er is een<br />

architectenbureau geselecteerd om hiervoor een ontwerp te maken.<br />

Informatiemanagement<br />

Om te komen tot een meer samenhangend informatiemanagement(-beleid) heeft het College van Bestuur<br />

in <strong>2009</strong> een ‘ICT Governance Board’ ingesteld, die de regie gaat voeren over de ontwikkeling en het beheer<br />

van alle softwaresystemen voor de uitvoering van de bedrijfsprocessen van de TU/e. Onder auspiciën van<br />

dit orgaan wordt nagegaan hoe het ICT-besturingsproces het beste kan worden ingericht en in de algehele<br />

managementstructuur van de universiteit kan worden ingepast. Daarnaast is een stuurgroep ‘Bestuurlijke<br />

Informatie’ ingesteld en een ondersteunende werkgroep voor de definitie, de productie en het beheer<br />

van samenhangende stuur- en kengetallen. Bij het ‘Onderwijs- en Studenten Service Centrum’ startte een<br />

pilotproject ‘Bestuurlijke Informatie’.<br />

Digitale Leer- en Werkomgeving<br />

De tweede fase in de ontwikkeling van de nieuwe ‘Digitale Leer- en Werkomgeving’ (DLWO) van de TU/e<br />

werd in <strong>2009</strong> afgerond met de uitrol van het systeem naar alle eerstejaarsstudenten en het openstellen<br />

van het systeem voor alle ouderejaars en alle docenten. Verder zijn er plannen ontworpen voor een derde<br />

en laatste ontwikkelfase voor de gewenste verdere doorontwikkeling van het systeem. Besluitvorming<br />

hierover vindt plaats in 2010.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 69<br />

Branding<br />

In lijn met de in 2008 vastgestelde ‘Communicatiestrategie TU/e’ is in <strong>2009</strong> een concept ontwikkeld om<br />

communicatief handen en voeten te kunnen geven aan het merk oftewel de ‘brand’ TU/e. In dit concept<br />

staat het fenomeen ‘The Innovator’ centraal. Deze symboliseert de kracht van de TU/e en van individuele<br />

TU/e-studenten en medewerkers in het bedenken en ontwikkelen van technologische oplossingen<br />

voor maatschappelijke uitdagingen. Het concept werd vertaald in de opzet van een inmiddels gestarte<br />

communicatiecampagne. Deze richt zich in eerste instantie vooral op het werven van bachelorstudenten<br />

maar zal gefaseerd worden doorvertaald naar andere doel- en relatiegroepen van de TU/e. De eerste<br />

reacties van binnen en buiten de universiteit op de ‘Innovator’-campagne waren positief. De TU/e kan<br />

zich er goed mee profileren als de universiteit ‘Where innovation starts’.<br />

Website<br />

Een tweede groot project in het kader van de in 2008 vastgestelde ‘Communicatiestrategie TU/e’<br />

betreft de reconstructie van de website en de opsplitsing van de site in een externe internet- en interne<br />

intranetversie. In het kader van dit project werd een nieuw functioneel ontwerp voor de TU/e-website<br />

ontwikkeld. Op basis hiervan werd een sjabloon gemaakt voor de facultaire sites. Met de bouw van de<br />

nieuwe universiteitssite werd een begin gemaakt.<br />

Arbeidsmarktcommunicatie<br />

De implementatie van het in 2008 vastgestelde beleidsplan voor de verbetering van de (internationale)<br />

arbeidsmarktcommunicatie werd in <strong>2009</strong> voortvarend ter hand genomen. Een werkgroep zette zich aan<br />

het ontwikkelen van een in de nieuwe TU/e-website in te passen personeelswervingssite. Daarnaast werd<br />

een speciaal softwarepakket geselecteerd om het wervings- en selectieproces professioneel te kunnen<br />

ondersteunen. Dit pakket werd uitgeprobeerd bij twee faculteiten. De bevindingen worden verwerkt<br />

in een tweede release van het pakket, die in het eerste kwartaal van 2010 beschikbaar zal komen<br />

voor alle beheerseenheden. Er is in <strong>2009</strong> verder deelgenomen aan diverse recruitmentbeurzen voor<br />

wetenschappelijk personeel, waaronder een grote internationale beurs in Boston.<br />

Publishing Platform<br />

Er is in <strong>2009</strong> een online publishing platform geselecteerd als hulpmiddel bij het beheersen van de<br />

huisstijl en de efficiënte grafische productie van communicatieuitgaven en standaardpublicaties.<br />

Het geselecteerde platform werd geïnstalleerd en was eind september operationeel. Aansluitend werd<br />

begonnen met een praktijktest en met het ontwikkelen van een beheerplan. Het systeem kan naar<br />

verwachting in het eerste kwartaal van 2010 instellingsbreed worden toegepast.<br />

<strong>Technische</strong> dienstverlening<br />

Volgens afspraak werd in <strong>2009</strong> een plan opgesteld voor de toekomstige ontwikkeling van de interne<br />

technische dienstverlening en de rol van de ‘Gemeenschappelijke <strong>Technische</strong> Dienst’ daarin. Het plan<br />

werd besproken in het Werkoverleg Bedrijfsvoering en door het College van Bestuur. Waar nodig zal<br />

besluitvorming plaatsvinden in 2010.<br />

Businessplan AMVS<br />

Zie paragraaf 8.3 onder het kopje ‘Arbo-, milieu- en veiligheidsvoorzieningen’.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 70<br />

Evaluatie CTT<br />

De positie en taken van het ‘TU/e Centrum voor Communicatie, Taal en Techniek’ (CTT) zijn in <strong>2009</strong> volgens<br />

plan geëvalueerd. Op basis daarvan heeft het College van Bestuur besloten het centrum per 1 september<br />

organisatorisch te plaatsen binnen het ‘Onderwijs- en Studenten Service Centrum’ en het cursusaanbod<br />

te focussen op Engels, Nederlands en interculturele communicatie. Bovendien werd besloten in het<br />

studiejaar <strong>2009</strong>-2010 een kwaliteitstoetsing te laten uitvoeren met betrekking tot het onderwijs van<br />

het CTT. Zie verder paragraaf 8.3 onder het kopje ‘Aanpassingen organisatie’.<br />

8.3<br />

Diversen<br />

TUE Holding<br />

De TUE Holding en haar dochterbedrijven hebben in <strong>2009</strong> gezamenlijk een nettowinst behaald van<br />

1,7 miljoen euro. De winst was 0,1 miljoen euro hoger dan in 2008. De geconsolideerde omzet bedroeg<br />

14,2 miljoen euro over het verslagjaar.<br />

Euflex bleef met een omzet van 5,8 miljoen euro de grootste dochter. De winst bleef met 0,5 miljoen euro<br />

gelijk aan die van 2008. Daarmee bleef Euflex de belangrijkste winstbron voor de holding.<br />

De geconsolideerde dochterbedrijven van de TUE Holding lieten in <strong>2009</strong> een gezonde ontwikkeling zien.<br />

Het in 2008 opgerichte dochterbedrijf IME Technologies vertoonde echter een aanloopverlies van 0,1<br />

miljoen euro. PTGE en SyMo-Chem verbeterden hun resultaten aanzienlijk en behaalden elk een winst<br />

van 0,2 miljoen euro. De winst van AccTec viel iets terug, maar bleef goed met 0,4 miljoen euro.<br />

Bij de niet-geconsolideerde dochterbedrijven is Maxxun er in 2008 niet in geslaagd de geplande<br />

financiering door externe partijen te realiseren. Om de octrooipositie veilig te stellen heeft de TUE Holding<br />

begin <strong>2009</strong> alle aandelen tegen nominale waarde teruggekocht. In samenwerking met Philips wordt de<br />

verdere ontwikkeling van fluorescerende golfgeleiders voor zonnecollectoren- en panelen voortgezet.<br />

De activiteiten van Maxxun BV worden beëindigd.<br />

Daarnaast werden er zeven nieuwe dochterondernemingen opgericht, waarin de holding participeert:<br />

• een 20% deelneming in Progression-Industry, actief op het gebied van automotive techniek;<br />

• een 15% deelneming in B-invented, dat een industriële funderingstechniek ontwikkelt;<br />

• een 10% deelneming in Flowid, dat zich bezighoudt met micro-fluïdische processen;<br />

• een 10% deelneming in Peer+, actief op het gebied van smart energy glas;<br />

• een 10% deelneming in Emultech, dat emulsificatieapparatuur ontwikkeld;<br />

• een 10% deelneming in Inviso, dat zich bezighoudt met biomedische beeldverwerking;<br />

• een 8% deelneming in Vabrema, dat door ultrakort electromagnetiseren de eigenschappen van<br />

cellen wijzigt.<br />

Te verwachten is dat de TUE Holding begin 2010 voor 8% zal gaan deelnemen in het nieuwe bedrijf<br />

Xpress Holding (precision engineering) en voor 5% zal deelnemen in Optimal Forming Solutions (flexibele<br />

mallen en matrijzen). Verder mag worden verwacht dat de TUE Holding een deel van haar aandelen<br />

van QTis (tissue engineering en de ontwikkeling van hartkleppen) verkoopt. TUE Holding zal wel een<br />

meerderheidsaandeel behouden. Een verdere samenwerking met derden zal worden onderzocht.<br />

De TUE Holding is als 100%-deelneming van de TU/e, geconsolideerd in de jaarrekening van de<br />

<strong>Universiteit</strong>. Er werd in <strong>2009</strong> door de holding 1 miljoen euro dividend aan de TU/e uitgekeerd.<br />

Dit werd bestemd voor de Stichting Scholarship Foundation van de universiteit, waaruit studiebeurzen<br />

worden gefinancierd voor masterstudenten van buiten de Europese Economische Ruimte.<br />

Het eigen vermogen van de holding bedroeg eind <strong>2009</strong> 9,2 miljoen euro.<br />

De winsten van de werkmaatschappijen worden in de eerste plaats aangewend voor de verdere groei<br />

van de deelnemingen, aflossing van opgenomen leningen en investeringen in nieuwe deelnemingen.<br />

Naar verwachting zal in 2010 een aanvang gemaakt worden met een nieuw bedrijfsverzamelgebouw voor<br />

chemische bedrijven, genaamd Catalyst, waarin de TUE Holding naar verwachting in het aandelenkapitaal<br />

zal gaan deelnemen.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 71<br />

Personeelsbeleid<br />

Een belangrijk element van het personeelsbeleid van de TU/e is het stimuleren van de ontwikkeling<br />

van haar medewerkers. Dat gebeurt bijvoorbeeld door het aanbieden van loopbaangesprekken met<br />

professionele loopbaanadviseurs. Alle medewerkers worden in de gelegenheid gesteld om op eigen<br />

verzoek en vrijblijvend drie loopbaangesprekken te voeren met een professionele loopbaanadviseur.<br />

Van deze mogelijkheid is ook in <strong>2009</strong> intensief gebruik gemaakt. De TU/e bevordert verder actief de<br />

deelname van promovendi en jonge universitaire (hoofd)docenten en hoogleraren aan persoonlijke<br />

ontwikkelings- en managementontwikkelingsprogramma’s. In <strong>2009</strong> is het cursusaanbod binnen het<br />

persoonlijke ontwikkelingsprogramma verder uitgebreid. Tot slot bevordert de TU/e gericht de mobiliteit<br />

van bepaalde categorieën medewerkers. In dit kader is er in <strong>2009</strong> een TU/e Employabilityfonds in het<br />

leven geroepen waarmee extra ondersteuning aan externe mobiliteit gegeven wordt.<br />

Charter Talent naar de Top<br />

In <strong>2009</strong> zette de TU/e haar streven om meer vrouwelijke wetenschappers in topfuncties te benoemen<br />

kracht bij door het ondertekenen van het Charter ‘Talent naar de Top’. De doelstelling van het charter is<br />

het bereiken van een verhoogde toestroom, doorstroom en behoud van vrouwelijk talent in Nederlandse<br />

(sub)topposities. Naast de ondertekening van het charter heeft de TU/e ook een aantal doelstellingen voor<br />

2013 geformuleerd. De TU/e streeft in 2013 naar 10% vrouwelijke hoogleraren en 10% vrouwelijke UHD’s.<br />

Eén maatregel die de TU/e neemt om deze doelstelling te bereiken is dat er vanaf 2010 minimaal één<br />

vrouw wordt opgenomen in de benoemingscommissies voor hoogleraren en UHD’s. Andere maatregelen<br />

worden opgenomen in een plan van aanpak, dat medio 2010 gereed zal zijn. De afspraken in het kader<br />

van het Charter ‘Talent naar de Top’ zijn ook gericht op vrouwen in de niet-wetenschappelijke topfuncties.<br />

Op dit moment wordt 30% van deze functies binnen de TU/e bezet door een vrouw. Het streven van de<br />

TU/e is dan ook om dit aantal te handhaven.<br />

Arbeidsvoorwaarden<br />

In het verslagjaar was voor TU/e-medewerkers de in 2007 door de VSNU met de landelijke werknemersorganisaties<br />

afgesloten ‘CAO Nederlandse universiteiten 1 september 2007 tot en met 1 maart 2010’<br />

van toepassing. Belangrijke punten uit deze CAO waren een stijgende eindejaarsuitkering, extra aandacht<br />

voor de ontwikkelmogelijkheden voor postdoc’s en jong wetenschappelijk personeel en de mogelijkheid<br />

medewerkers aan te stellen in tenure tracks en functiecontracten toe te passen.<br />

Arbo-, milieu- en veiligheidsvoorzieningen<br />

In 2008 werden de Arbo en Milieu Service Organisatie en de Stralingsbeschermingsdienst samengebracht<br />

in de organisatorische eenheid Arbeidsomstandigheden, Milieu, Veiligheid en Stralingsbescherming<br />

(AMVS) binnen de Dienst Algemene Zaken. Hierbij is er ook aandacht besteed aan de aanpassing van<br />

de organisatie voor stralingsbescherming, bij een gelijkblijvend niveau van toezicht en dienstverlening.<br />

In <strong>2009</strong> werd deze samenvoeging verder vormgegeven, onder meer door de vaststelling van een<br />

samenhangend businessplan. Met de implementatie van dit plan werd in het vierde kwartaal een begin<br />

gemaakt.<br />

In het kader van het arbo-, milieu- en veiligheidsbeleid zijn in <strong>2009</strong> enkele risicoinventarisaties en<br />

-evaluaties uitgevoerd. Ter voorkoming van RSI-klachten werden diverse voorlichtingsbijeenkomsten<br />

verzorgd, zowel in het Nederlands als in het Engels. Ook werden ter zake werkplekadviezen gegeven.<br />

Er werd extra aandacht besteed aan de onderwerpen ‘explosieveiligheid’, ‘veiligheid arbeidsmiddelen’,<br />

‘externe veiligheid’, ‘beleid gevaarlijke stoffen’ en ‘klimaatklachten’. Een andere prioriteit was de arboen<br />

milieuadvisering in verband met de nieuwbouw- en verbouwplannen van de TU/e.<br />

Verder werd er een website over ‘arbo en milieu’ gelanceerd. Deze website geeft voorlichting aan<br />

medewerkers en studenten en dient als een informatiekanaal voor de arbo- en milieucoördinatoren<br />

van de TU/e.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 72<br />

Door de Milieudienst Regio <strong>Eindhoven</strong> zijn in <strong>2009</strong> bij 14 gebouwen milieucontroles uitgevoerd.<br />

Bij elf daarvan werden geen tekortkomingen geconstateerd. In drie gevallen was de controle aanleiding<br />

tot acties. Deze acties zijn tot tevredenheid van de Milieudienst afgerond. Daarnaast is een tweetal<br />

aanvragen voor nieuwe milieuvergunningen opgesteld.<br />

Medezeggenschap<br />

De relatie tussen <strong>Universiteit</strong>sraad en College van Bestuur was ook in <strong>2009</strong> constructief. Het overleg betrof<br />

naast de vaste elementen uit de planning- en controlcyclus, met name de punten voortgang invoering<br />

Bindend Studieadvies en Campus 2020. Het college legde in de loop van 2008 het voornemen tot<br />

invoering van het Bindend Studieadvies in alle bacheloropleidingen per 1 september <strong>2009</strong> ter instemming<br />

voor aan de <strong>Universiteit</strong>sraad. Een meerderheid van de raad besloot eind juni 2008 niet in te stemmen,<br />

waarna dit geschil aanhangig werd gemaakt bij de Geschillencommissie voor de Medezeggenschap in het<br />

Onderwijs. In afwachting van een uitspraak zijn de voorbereidingen voor de invoering van het BSA in gang<br />

gezet. In januari <strong>2009</strong> oordeelde de geschillencommissie dat het College van Bestuur bij afweging van<br />

de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn voorstel tot invoering per 1 september <strong>2009</strong> heeft kunnen<br />

komen. Invoering heeft vervolgens volgens plan plaatsgevonden waarbij de <strong>Universiteit</strong>sraad de vinger aan<br />

de pols hield. Met de <strong>Universiteit</strong>sraad is verder afgesproken dat deze in het kader van de besluitvorming<br />

inzake Campus 2020, in het verlengde van haar adviesrecht inzake de begroting, jaarlijks advies zal<br />

worden gevraagd over de baseline Campus 2020. Deze baseline geeft de grenzen (budget, tijdsplanning,<br />

ambitieniveau) aan waarbinnen Campus 2020-projecten gerealiseerd moeten worden.<br />

In het najaar van <strong>2009</strong> vonden elektronische verkiezingen plaats voor zowel de studentengeleding als<br />

de personeelsgeleding van de <strong>Universiteit</strong>sraad en de faculteitsraden, alsmede voor de dienstraad.<br />

De opkomst lag ruim boven het landelijke gemiddelde, zo was het opkomstpercentage bij de<br />

studentengeleding van de <strong>Universiteit</strong>sraad 50% en dat bij de personeelsgeleding 43%.<br />

Dialoog met stakeholders<br />

De TU/e onderhoudt onder meer via bestuurlijke en wetenschappelijke participatie in voor haar<br />

belangrijke maatschappelijke organisaties, besturen en adviesorganen een nauwe relatie met haar<br />

externe stakeholders. Met het bedrijfsleven en relevante politieke en maatschappelijke organisaties en<br />

instituties wordt direct overlegd over wederzijdse belangen en actuele issues. Er worden nauwe contacten<br />

onderhouden met het Ministerie van OCW en het Ministerie van Economische Zaken. De TU/e participeert<br />

actief in de Vereniging van Nederlandse <strong>Universiteit</strong>en VSNU. Met name in de regio is sprake van intensief<br />

gezamenlijk optreden met overheden, bedrijfsleven en andere kennisinstellingen, onder meer via het<br />

samenwerkingsverband Brainport <strong>Eindhoven</strong>. De onderlinge lijnen zijn kort en direct. Er zijn ook nauwe<br />

banden met zowel vwo-scholen als met hogescholen in met name Zuid-Nederland. De relatie met grote<br />

hightechbedrijven wordt steeds systematischer onderhouden, waarbij gestreefd wordt naar wederzijds<br />

profijtelijke samenwerkingsprojecten. Via diverse publiekprivate R&D- en innovatieprogramma’s vindt<br />

programmeringsoverleg plaats met belangrijke externe stakeholders. Ook via de in grote aantallen<br />

aanwezige deeltijdhoogleraren (die hun hoofdfunctie in het bedrijfsleven of maatschappelijke instituties<br />

hebben) staat de TU/e in direct contact met de voor haar belangrijke externe omgeving. Ook participeert<br />

de TU/e in de technologiecommissie van werkgeversorganisatie VNO/NCW. Er is verder sprake van<br />

geregeld overleg met de <strong>Eindhoven</strong>se studentenorganisaties. Vertegenwoordigers van belangrijke externe<br />

relatiegroepen brengen hun visie in via de facultaire adviesraden.


Bestuursverslag <strong>2009</strong> 73<br />

Aanpassingen organisatie<br />

Zoals hiervoor al gemeld, is de samenvoeging van de stralingsbeschermingsdienst en de Arbo en Milieu<br />

Service Organisatie tot de organisatorische eenheid Arbo, Milieu, Veiligheid en Straling (AMVS) in <strong>2009</strong><br />

afgerond.<br />

Verder is er in de loop van het verslagjaar besloten om het Centrum voor Taal en Techniek (CTT)<br />

organisatorisch te plaatsen binnen het Onderwijs en Studenten Servicecentrum. Uit een evaluatie bleek<br />

dat de dienstverlening van het CTT, die zich richt op de ontwikkeling van (taal)vaardigheden voor alle<br />

studenten en medewerkers van de TU/e, de meeste raakvlakken met de dienstverlening van STU toonde.<br />

Bij de positionering binnen STU komt de focus van het cursusaanbod te liggen op Engels, Nederlands en<br />

interculturele communicatie.<br />

Het personele deel van de in 2007 ingezette reorganisatie van het Informatie Expertise Centrum wordt<br />

naar verwachting in 2010 afgerond. Het materiële deel is afhankelijk van het tijdstip van realisatie van<br />

de geplande nieuwbouw.<br />

Treasury management<br />

De TU/e kent een financieringsstatuut dat aansluit bij de algemene regeling ‘Beleggen en belenen door<br />

instellingen voor onderwijs en onderzoek’. In het financieringsstatuut zijn organisatorische regels,<br />

procedurele eisen, normen en financiële instrumenten opgenomen. In de uitvoering wordt voldaan aan<br />

het financieringsstatuut. De uitvoering van het treasurybeleid is door de afdeling Operational Audit op de<br />

juiste werking getoetst. Het statuut wordt periodiek geactualiseerd. De Raad van Toezicht stelde in <strong>2009</strong><br />

het geactualiseerde ‘Financieringsstatuut 2010’ vast dat met ingang van 2010 zal worden toegepast.<br />

Registratie en openbaarmaking nevenwerkzaamheden<br />

Van vrijwel alle medewerkers is in het HRM-systeem vastgelegd of zij nevenwerkzaamheden verrichten.<br />

Indien dat het geval is, is ook vastgelegd om wat voor werkzaamheden het gaat en of er een financiële<br />

tegemoetkoming tegenover staat. Uit een landelijke inventarisatie blijkt dat de TU/e hierin voorop loopt<br />

in vergelijking met andere universiteiten. Eind <strong>2009</strong> was bij 16% van het wetenschappelijk personeel<br />

en 12% van het ondersteunend en beheersmatig personeel sprake van door de TU/e geregistreerde<br />

nevenwerkzaamheden. Inmiddels wordt er op de persoonlijke webpagina’s van de wetenschappelijke<br />

medewerkers en bestuurders/managers melding gemaakt van deze nevenwerkzaamheden.<br />

Duurzaamheid<br />

De TU/e voert duurzaamheid hoog in haar vaandel, ook in haar bedrijfsvoering. In 2008 werden een<br />

landelijk convenant duurzaam inkopen en een meerjarenafspraak inzake energiebesparing voor het hoger<br />

onderwijs ondertekend. De intentie is dat alle hogescholen en universiteiten, dus ook de TU/e, jaarlijks<br />

2% energie gaan besparen. Het uiteindelijke doel is een reductie van 30% in 2020 ten opzichte van 2005.<br />

Op het gebied van duurzaam inkopen streven hogescholen en universiteiten, inclusief de TU/e, ernaar in<br />

2012 voor ten minste 50% duurzaam in te kopen. In <strong>2009</strong> heeft de TU/e zich ingezet om deze afspraken<br />

na te leven. Zo is in het kader van de meerjarenafspraak inzake energiebesparing een Energy Efficiency<br />

Plan opgesteld en is er een aantal besparende maatregelen uitgevoerd, waaronder het plaatsen van eco<br />

TL-verlichting in bestaande armaturen. De (ver)nieuwbouwplannen in het kader van Campus 2020 zullen<br />

de grootste bijdrage leveren inzake de energiebesparing. In de in <strong>2009</strong> verschenen ontwikkelingsvisie<br />

TU/e Science Park staat het groene en duurzame karakter van de vernieuwde campus dan ook centraal.<br />

Naar verwachting zal in 2010 een ‘energie bewustwordingscampagne’ gestart worden.


Where innovation starts<br />

75<br />

Financieel verslag<br />

(bedragen x 1 miljoen euro, tenzij anders vermeld)


Financieel verslag <strong>2009</strong> 77<br />

1<br />

Algemene toelichting jaarrekening <strong>2009</strong><br />

Financieel resultaat<br />

De TU/e streeft er bewust naar de jaarlijkse financiële baten en lasten in evenwicht te brengen.<br />

In dit streven is de universiteit succesvol. Sinds 2004 is er sprake van licht positieve financiële resultaten.<br />

Ook in het boekjaar <strong>2009</strong> is een licht positief resultaat behaald en wel van 2.5 miljoen euro op een totale<br />

omzet van bijna 294 miljoen euro. Hierin is het resultaat van de TUE Holding BV (1.7 miljoen euro) en het<br />

resultaat van de Stichting TU/e Scholarship Foundation (2.1 miljoen euro) verwerkt. De resultaten van de<br />

Holding worden reeds enkele jaren grotendeels via dividend door de universiteit ingezet ter financiering<br />

van scholarships voor talentvolle studenten.<br />

In totaal zijn de baten in <strong>2009</strong> ten opzichte van 2008 gestegen met 6.3 miljoen euro en de lasten inclusief<br />

de financiële lasten met 5.5 miljoen euro.<br />

Baten<br />

In <strong>2009</strong> is de rijksbijdrage 3.2 miljoen euro lager dan in 2008. De lagere rijksbijdrage wordt vooral<br />

veroorzaakt door een lagere toedeling aan de TU/e uit het landelijk verdeelmodel met name door de<br />

overheveling naar NWO.<br />

De opbrengst aan college- en examengelden is gestegen door enerzijds een stijging van het wettelijke<br />

collegegeld en anderzijds het grotere aandeel van ingeschreven niet-EER studenten die een verhoogd<br />

collegegeld betalen.<br />

De stijging van de opbrengst uit werk voor derden zet ook in <strong>2009</strong> door. Ten opzichte van 2008 is de<br />

omvang gestegen met 8.5 miljoen euro, ruim 11%. Een deel van de stijging wordt veroorzaakt door de<br />

Kenniswerkersregeling. De groei is verder gerealiseerd door een sterke stijging van het aantal lopende<br />

projecten.<br />

Lasten<br />

De totale lastenstijging van 5.5 miljoen euro wordt veroorzaakt door een stijging van de personele lasten<br />

van 10.4 miljoen euro. De lasten voor personeel in loondienst zijn - naast een toename van de bezetting<br />

met 92 gemiddelde fte ten opzichte van 2008 - vooral gestegen door de nieuwe cao-afspraken (4%).<br />

De premiedruk voor de sociale verzekeringen is eveneens gestegen.<br />

Hier staat tegenover dat de overige lasten zijn gedaald. De afschrijvingslasten en de lasten voor apparatuur<br />

en inventaris zijn lager wegens het uitblijven van nieuwe investeringen. Ook de lasten voor materialen<br />

zijn gedaald. De daling bij de diverse lasten wordt in hoofdzaak veroorzaakt door minder reis-, verblijf- en<br />

deelnemingskosten en subsidies en bijdragen.<br />

De financieringslasten zijn lager dan in 2008 als gevolg van de aflossing van een lening.<br />

Rentedragend vreemd vermogen<br />

Per ultimo <strong>2009</strong> bedraagt het totale rentedragend vreemd vermogen 52.4 miljoen euro (was 56.0 miljoen<br />

euro), waarvan 47.9 miljoen euro langlopend en 4.5 miljoen euro kortlopend.<br />

De daling van het rentedragend vreemd vermogen is gerealiseerd door aflossing en het uitblijven van<br />

nieuwe financiering als gevolg van lagere investeringen dan verwacht.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 78<br />

2 Kerncijfers<br />

<strong>2009</strong> 2008 2007<br />

Staat van baten en lasten EUR % EUR % EUR %<br />

Baten<br />

Rijksbijdrage OCW 183.6 62.5 186.8 65.0 182.5 66.1<br />

College- en examengelden 12.6 4.3 11.9 4.1 11.5 4.2<br />

Werk voor derden 80.9 27.5 72.4 25.2 66.6 24.1<br />

Overige baten 16.6 5.7 16.3 5.7 15.4 5.6<br />

Totaal 293.7 100.0 287.4 100.0 276.0 100.0<br />

Lasten<br />

Personele lasten 187.2 63.7 176.8 61.5 165.5 60.0<br />

Afschrijvingen 16.1 5.5 17.3 6.0 19.1 6.9<br />

Huisvestingslasten 23.2 7.9 22.9 8.0 24.7 8.9<br />

Apparatuur en inventaris 13.7 4.7 15.5 5.4 16.7 6.1<br />

Materiaal gebonden lasten 13.1 4.5 13.5 4.7 12.7 4.6<br />

Diverse lasten 35.6 12.1 37.2 12.9 31.7 11.5<br />

Totaal overige lasten 101.7 34.7 106.4 37.0 104.9 38.0<br />

Totaal 288.9 98.4 283.2 98.5 270.4 98.0<br />

Saldo baten en lasten 4.8 1.6 4.2 1.5 5.6 2.0<br />

Saldo financiële baten en lasten -2.3 -0.8 -2.5 -0.9 -3.2 -1.1<br />

Resultaat 2.5 0.8 1.7 0.6 2.4 0.9<br />

31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008 31-12-2007<br />

Financiële positie EUR EUR EUR<br />

Liquiditeitspositie 23.3 10.2 6.9<br />

Netto werkkapitaal* -12.4 -41.7 -25.3<br />

Current ratio** 0.85 0.57 0.66<br />

Solvabiliteitsratio*** 0.45 0.46 0.45<br />

Gemiddelde krediettermijn in dagen 41 41 44<br />

Eigen vermogen na verwerking resultaat 120.2 117.7 117.0<br />

Voorzieningen 15.8 14.5 13.1<br />

* Netto werkkapitaal = Vlottende activa - Kortlopende schulden<br />

** Current ratio = Vlottende activa/Kortlopende schulden<br />

*** Solvabiliteitsratio = Eigen vermogen/Totaal vermogen


Financieel verslag <strong>2009</strong> 79<br />

3<br />

Toelichting op de kerncijfers<br />

3.1<br />

Algemeen<br />

Het exploitatieresultaat van de TU/e bedraagt over <strong>2009</strong> 2.5 miljoen euro positief. In totaal is 6.3 miljoen<br />

euro meer aan baten ontvangen. De relatieve bijdrage van de rijksbijdrage aan de totale baten is in <strong>2009</strong><br />

gedaald, de relatieve bijdrage van het werk voor derden is in vergelijking met 2008 gestegen.<br />

De lasten zijn met 5.7 miljoen gestegen ten opzichte van 2008 en komen hiermee op 288.9 miljoen euro.<br />

In hoofdzaak wordt deze stijging veroorzaakt door hogere personele lasten. Het saldo van de gerealiseerde<br />

financiële baten en lasten is 0.2 miljoen euro gunstiger dan in 2008.<br />

3.1.1<br />

Baten<br />

Rijksbijdrage<br />

De gerealiseerde Rijksbijdrage is 3.2 miljoen euro lager dan in 2008. De TU/e heeft in <strong>2009</strong> een lagere<br />

bijdrage uit het landelijk verdeelmodel gekregen ten opzichte van 2008. De oploop van de overheveling<br />

van rijksbijdrage naar NWO leidt tot een lagere bijdrage van 4.2 miljoen euro. Deze daling wordt<br />

gedeeltelijk gecompenseerd door meer promoties.<br />

College- en examengelden<br />

De college- en examengelden zijn 0.7 miljoen euro hoger dan in 2008, voornamelijk vanwege hogere<br />

aantallen niet-EER studenten.<br />

Werk voor derden<br />

De post werk voor derden is met 8.5 miljoen euro gestegen ten opzichte van 2008. Een deel van de<br />

stijging, circa 2.1 miljoen euro, wordt veroorzaakt door de Kenniswerkersregeling. De groei wordt<br />

daarnaast veroorzaakt door het hogere aantal lopende projecten.<br />

Overige baten<br />

De overige baten zijn 0.3 miljoen euro gestegen ten opzichte van 2008. De verhuuropbrengsten<br />

(0.1 miljoen euro) en loonkostensubsidies (0.2 miljoen euro) stijgen. De overige baten binnen de TU/e<br />

nemen af met 0.7 miljoen euro (2008 bevatte een aanzienlijke incidentele bate). Dit wordt gecompenseerd<br />

door hogere overige baten van 1.1 miljoen euro binnen de TUE Holding BV en 0.4 miljoen euro lagere<br />

overige baten bij Stichting Scholarship Foundation.<br />

3.1.2<br />

Lasten<br />

Personele lasten<br />

De totale personele lasten bedragen 187.2 miljoen euro. Dit is een stijging van 10.4 miljoen euro ten<br />

opzichte van 2008. De kosten voor personeel in loondienst zijn voornamelijk gestegen door nieuwe<br />

cao-afspraken. In <strong>2009</strong> is de eindejaarsuitkering met 1.9% gestegen naar 8.3%. Daarnaast zijn per<br />

1 januari <strong>2009</strong> de lonen 2.1% gestegen. Hiermee zijn in totaal de lonen met 4.0% gestegen.<br />

De bezetting is in <strong>2009</strong> gestegen met 92 gemiddelde fte naar 2.774 gemiddelde fte. Voor het grootste<br />

deel komt deze stijging door toename van het wetenschappelijk personeel.<br />

De sociale lasten zijn vooral gestegen door afschaffing van de pseudo-WW en toename van de<br />

pensioenpremies. De gemiddelde premiedruk voor sociale lasten stijgt hiermee naar 21.9% ten opzichte<br />

van 20.2% in 2008.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 80<br />

Overige lasten<br />

De overige lasten zijn in totaal 4.7 miljoen euro gedaald ten opzichte van 2008.<br />

Als gevolg van minder investeringen zijn de kosten van de afschrijvingen 1.2 miljoen euro lager dan<br />

in 2008. De aanschaf outillage is 1.8 miljoen euro lager dan in 2008. De daling van 1.6 miljoen euro<br />

bij de diverse lasten wordt in hoofdzaak veroorzaakt door minder reis-, verblijf- en deelnemingskosten<br />

en door lagere subsidies en bijdragen door Stichting Scholarship Foundation.<br />

3.1.3<br />

Saldo financiële baten en lasten<br />

Het saldo van financiële baten en lasten is in <strong>2009</strong> 0.2 miljoen euro gunstiger voor de TU/e dan in 2008.<br />

In <strong>2009</strong> is een lening afgelost.<br />

3.2<br />

Opbouw eigen vermogen * 31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008 31-12-2007<br />

Algemene reserve<br />

EUR EUR EUR<br />

Algemene reserve gevormd uit publieke activiteiten<br />

Algemene reserve TU/e 105.6 105.8 107.0<br />

Algemene reserve TMcc BV 0.9 1.1 1.1<br />

Algemene reserve Het Eeuwsel BV 0.2 0.1 0.1<br />

Algemene reserve gevormd uit private activiteiten<br />

Algemene reserve TUE Holding BV 9.3 8.6 7.0<br />

Algemene reserve Stichting TU/e Scholarship Foundation 3.6 1.5 1.2<br />

Bestemmingsfonds (privaat)**<br />

Philipsfonds 0.6 0.6 0.6<br />

Totaal 120.2 117.7 117.0<br />

* Voor het verloop van het eigen vermogen zie 8.3.<br />

** Het bestemmingsfonds bestaat uit het Philipsfonds en is niet geheel vrij besteedbaar. Het Philipsfonds is ontstaan uit een<br />

gift van de N.V. Philips in 1976. De renteopbrengst van het Philipsfonds is bestemd voor de financiering van buitenlandse<br />

gastdocenten.<br />

Het resultaat <strong>2009</strong> is reeds toegevoegd aan de algemene reserve.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 81<br />

3.3 Opbouw voorzieningen<br />

31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008 31-12-2007<br />

EUR EUR EUR<br />

Personeel overig 1.3 1.1 1.5<br />

Wachtgeld 0.2 0.3 0.4<br />

WW/BW 1.0 0.8 0.7<br />

Verlofdagen 7.8 7.7 7.3<br />

Jubilea 2.8 2.9 2.2<br />

Ontmanteling Cyclotron 2.7 1.7 1.0<br />

Totaal 15.8 14.5 13.1


Financieel verslag <strong>2009</strong> 82<br />

4<br />

Grondslagen voor waardering en<br />

resultaatbepaling<br />

Aan de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> is op basis van de wet (artikel 1.2. Boek 2 BW)<br />

rechtspersoonlijkheid toegekend.<br />

De wettelijke taak van de universiteit is beschreven in artikel 1.3.1 van de Wet op het Hoger onderwijs en<br />

Wetenschappelijk onderzoek (WHW): “<strong>Universiteit</strong>en zijn gericht op het verzorgen van wetenschappelijk<br />

onderwijs en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. In elk geval verzorgen zij initiële opleidingen<br />

in het wetenschappelijk onderwijs, verrichten zij wetenschappelijk onderzoek, voorzien zij in de opleiding<br />

tot wetenschappelijk onderzoeker of technologisch ontwerper en dragen zij kennis over ten behoeve van<br />

de maatschappij.”<br />

Toegepaste standaarden<br />

De jaarrekening is opgesteld op basis van de Regeling <strong>Jaarverslag</strong>geving Onderwijs. In deze regeling<br />

is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de <strong>Jaarverslag</strong>geving (in het<br />

bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn met inachtneming van de daarin aangeduide<br />

uitzonderingen.<br />

De grondslagen die worden toegepast voor de resultaatbepaling en de waardering van activa en passiva<br />

zijn gebaseerd op historische kosten.<br />

4.1<br />

Balans<br />

Algemeen<br />

Tenzij anders vermeld worden de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.<br />

De bedragen zijn weergegeven in miljoenen euro.<br />

De cijfers voor 2008 zijn waar nodig geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met <strong>2009</strong> mogelijk<br />

te maken.<br />

Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische<br />

voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden<br />

vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de<br />

afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag<br />

daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.<br />

De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.<br />

Consolidatie<br />

In de geconsolideerde jaarrekening worden verbonden partijen geconsolideerd waarin de TU/e een<br />

kapitaalbelang heeft van meer dan 50% dan wel direct of indirect beslissende zeggenschap kan<br />

uitoefenen.<br />

De verbonden partijen zijn:<br />

• TUE Holding BV en daaronder ressorterende werkmaatschappijen<br />

• Het Eeuwsel BV<br />

• Het Kranenveld BV (geliquideerd 2010)<br />

• TMcc BV<br />

• Stichting Scholarship Foundation<br />

Onder 13.2 is een totaaloverzicht opgenomen.<br />

In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd,<br />

evenals de binnen de Groep gemaakte winsten. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 83<br />

Materiële vaste activa<br />

Gebouwen en terreinen<br />

De gebouwen, waaronder begrepen vaste installaties, worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde,<br />

verminderd met afschrijvingen.<br />

Met ingang van 1 januari 2004 wordt op nieuwe investeringen afgeschreven volgens de componentenmethode.<br />

Bij deze methode wordt het casco in 60 jaar afgeschreven, de afbouw en infrastructuur in 30 jaar<br />

en de overige installaties en inrichtingskosten in 15 jaar.<br />

Bij de afschrijvingen van gebouwen die tussen 2000 en 2004 in gebruik zijn genomen, wordt uitgegaan<br />

van een afschrijvingspercentage van 4.00%, behoudens voor die gebouwen waarvan de levensduur op<br />

bedrijfseconomische gronden korter is dan 25 jaar en derhalve een hoger percentage gewenst is.<br />

De afschrijvingen van gebouwen die vóór 2000 in gebruik zijn genomen, bedragen lineair 3.33% per jaar,<br />

berekend over de aanschaffingswaarde.<br />

De terreinen zijn gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde. Hierop wordt niet afgeschreven.<br />

Apparatuur en inventaris<br />

De apparatuur en inventaris worden geactiveerd voor zover de aanschaffingswaarde per activum groter<br />

is dan 5.000 euro. Er vindt diversificatie plaats in de toe te passen afschrijvingspercentages op basis van<br />

een voor de TU/e vastgestelde afschrijvingstabel, die gebaseerd is op de bedrijfseconomische levensduur.<br />

Deze levensduur ligt tussen de 3 en 10 jaar.<br />

Financiële vaste activa<br />

Deelnemingen<br />

Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend,<br />

worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde.<br />

Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van de organisatie<br />

gehanteerd. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd.<br />

Voorraden<br />

De waardering van de voorraden verbruiksgoederen en leermiddelen geschiedt tegen aanschaffingswaarde,<br />

verhoogd met een opslag voor directe magazijnkosten. De werkvoorraden zijn gewaardeerd<br />

tegen aanschaffingswaarde.<br />

Bijzondere waardeverminderingen of vervreemding van vaste activa<br />

Vaste activa met een lange levensduur dienen te worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen<br />

wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een<br />

actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt<br />

bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de toekomstige nettokasstromen die het<br />

actief naar verwachting zal genereren.<br />

Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte toekomstige kasstroom, wordt een<br />

bedrag voor impairment ten laste van het resultaat geboekt voor het verschil tussen de boekwaarde en de<br />

actuele waarde van het actief. Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of<br />

lagere actuele waarde, onder aftrek van verkoopkosten.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 84<br />

Vorderingen<br />

De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor het<br />

risico van oninbaarheid. Voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de<br />

inbaarheid van de vorderingen.<br />

Het saldo van projecten uit hoofde van werk in opdracht van derden leidt tot een vordering of een schuld<br />

op de balans. Voor projecten waarbij de gerealiseerde kosten het overeengekomen contractbedrag<br />

overschrijden, is de debetcomponent binnen de post projecten in uitvoering gewaardeerd tot het<br />

overeengekomen contractbedrag. Projecten waarbij de te declareren kosten hoger zijn dan de ontvangen<br />

bijdrage van de contractpartner worden verantwoord onder de vorderingen. Wanneer de ontvangen<br />

bijdrage van de contractpartner hoger is dan de te declareren kosten, vindt verantwoording onder de<br />

kortlopende schulden plaats.<br />

Eigen vermogen<br />

Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve van de TU/e, de algemene reserve van de<br />

geconsolideerde stichting TU/e Scholarship Foundation en het Philipsfonds.<br />

Het eigen vermogen is gevormd uit publieke en private activiteiten waarbij de TUE Holding BV,<br />

de stichting TU/e Scholarship Foundation en het Philipsfonds als privaat zijn aangemerkt.<br />

De algemene reserve is opgebouwd uit de vrij besteedbare saldi van voorgaande jaren.<br />

Het resultaat van het lopende boekjaar is verwerkt in de algemene reserve.<br />

Voorzieningen<br />

Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW wordt<br />

uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:<br />

• de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk);<br />

• het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen<br />

noodzakelijk is; en<br />

• er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting.<br />

De voorziening jubilea en de voorziening verlofdagen zijn gewaardeerd tegen contante waarde.<br />

De overige voorzieningen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.<br />

Langlopende schulden<br />

Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend.<br />

Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen.<br />

Schulden worden gewaardeerd tegen de reële waarde.<br />

Kortlopende schulden<br />

Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid<br />

als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. Schulden worden gewaardeerd tegen de<br />

reële waarde.<br />

Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en<br />

nog te betalen bedragen terzake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen<br />

die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post<br />

aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding.<br />

Het saldo van projecten uit hoofde van werk in opdracht van derden leidt tot een vordering of een schuld<br />

op de balans. Het saldo wordt per project bepaald.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 85<br />

Personeelsbeloningen/pensioenen<br />

Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die zich kwalificeert als een<br />

middelloonregeling. De over het boekjaar verschuldigde premies worden als kosten verantwoord.<br />

De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen<br />

mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds.<br />

Deze risico’s komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening.<br />

Vreemde valuta<br />

Activa en passiva, voor zover luidend in vreemde valuta, worden herleid tot euro’s tegen de officiële<br />

wisselkoersen aan het einde van de verslagperiode. Eventuele koersverschillen worden ten laste dan<br />

wel ten gunste van het resultaat gebracht.<br />

Schattingen<br />

Het opstellen van de jaarrekening volgens algemeen aanvaarde grondslagen van de financiële<br />

verslaggeving noodzaakt het bestuur tot het maken van schattingen en veronderstellingen.<br />

Deze hebben betrekking op bedragen die zijn opgenomen voor activa en passiva alsmede de<br />

verantwoording van baten en lasten gedurende de verslagperiode. De werkelijke bedragen kunnen<br />

afwijken van de geschatte bedragen.<br />

Kasstroomoverzicht<br />

Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Kasstromen in buitenlandse<br />

valuta’s zijn herleid naar euro’s met gebruikmaking van de gewogen gemiddelde omrekeningskoersen<br />

voor de betreffende periodes.<br />

4.2<br />

Opbrengstverantwoording<br />

Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies<br />

Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden<br />

in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en<br />

lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato<br />

van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord.<br />

College-, cursus-, les- en examengelden<br />

De college-, cursus-, les- en examengelden worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking<br />

hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijs- en onderzoekstaken gelijkmatig over het<br />

collegejaar zijn gespreid.<br />

Baten werk in opdracht van derden<br />

Opbrengsten uit hoofde van werk in opdracht van derden (contractonderwijs, contractonderzoek en<br />

overige) worden in de staat van baten en lasten als baten opgenomen voor een bedrag gelijk aan de<br />

kosten indien zeker is dat deze kosten declarabel zijn. Een eventueel positief resultaat wordt genomen<br />

na voltooiing van de gehele transactie (de zogeheten completed contract methode).


Financieel verslag <strong>2009</strong> 86<br />

5<br />

Geconsolideerde balans<br />

per 31 december <strong>2009</strong> (na resultaatbestemming)<br />

31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />

Activa EUR EUR<br />

Vaste activa<br />

Materiële vaste activa 195.3 200.8<br />

Financiële vaste activa 1.0 0.5<br />

Vlottende activa<br />

196.3 201.3<br />

Voorraden 0.4 0.4<br />

Vorderingen 45.5 44.0<br />

Liquide middelen 23.3 10.2<br />

69.2 54.6<br />

Totaal 265.5 255.9<br />

Passiva<br />

Eigen vermogen 120.2 117.7<br />

Voorzieningen 15.8 14.5<br />

Langlopende schulden 47.9 27.4<br />

Kortlopende schulden 81.6 96.3<br />

Totaal 265.5 255.9


Financieel verslag <strong>2009</strong> 87<br />

6 Geconsolideerde staat van<br />

baten en lasten <strong>2009</strong><br />

<strong>2009</strong> 2008<br />

Baten EUR EUR<br />

Rijksbijdrage OCW 183.6 186.8<br />

College- en examengelden 12.6 11.9<br />

Werk voor derden 80.9 72.4<br />

Overige baten 16.6 16.3<br />

Totaal baten 293.7 287.4<br />

Lasten<br />

Personele lasten 187.2 176.8<br />

Afschrijvingen 16.1 17.3<br />

Huisvestingslasten 23.2 22.9<br />

Overige lasten 62.4 66.2<br />

Totaal lasten 288.9 283.2<br />

Saldo baten en lasten 4.8 4.2<br />

Saldo financiële baten en lasten -2.3 -2.5<br />

Resultaat 2.5 1.7


Financieel verslag <strong>2009</strong> 88<br />

7<br />

Geconsolideerd kasstroomoverzicht<br />

<strong>2009</strong> 2008<br />

Kasstroom uit operationele activiteiten EUR EUR<br />

Saldo baten en lasten 4.8 4.2<br />

Afschrijving gebouwen 12.5 12.9<br />

Afschrijving apparatuur en inventaris 3.6 4.4<br />

Afschrijvingen 16.1 17.3<br />

Dotaties voorzieningen 1.9 1.6<br />

Vrijval voorzieningen -0.1 -.-<br />

Onttrekkingen voorzieningen -0.5 -0.7<br />

Herberekening voorziening naar nieuwe inzichten contante waarde 0.5<br />

Mutaties voorzieningen 1.3 1.4<br />

Voorraden -.- -.-<br />

Vorderingen -1.5 -2.6<br />

Kortlopende schulden excl. financieringsactiviteiten 12.7 7.8<br />

Mutaties werkkapitaal 11.2 5.2<br />

Ontvangen interest 0.4 0.6<br />

Betaalde interest -2.7 -3.1<br />

Buitengewoon resultaat -.- -.-<br />

-2.3 -2.5<br />

Afname eigen vermogen ten gunste van voorziening -.- -0.5<br />

31.1 25.1<br />

Kasstroom uit investeringsactiviteiten<br />

Investeringen gebouwen en terreinen -8.8 -5.4<br />

Investering apparatuur -1.8 -3.8<br />

Desinvesteringen apparatuur -.- -.-<br />

Desinvesteringen gebouwen -.- -.-<br />

Investeringen materiële vaste activa -10.6 -9.2<br />

Investeringen financiële vaste activa -0.5 0.1<br />

-11.1 -9.1<br />

Kasstroom uit financieringsactiviteiten<br />

Opname/aflossing langlopende schulden 20.5 -27.2<br />

Mutatie kortlopend deel langlopende lening -22.7 22.7<br />

Rekening courant -4.7 -8.2<br />

-6.9 -12.7<br />

Mutatie liquide middelen 13.1 3.3<br />

Beginstand liquide middelen 10.2 6.9<br />

Mutatie liquide middelen 13.1 3.3<br />

Eindstand liquide middelen 23.3 10.2<br />

Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Kasstromen in buitenlandse<br />

valuta’s zijn herleid naar euro’s met gebruikmaking van de gewogen gemiddelde omrekeningskoersen<br />

voor de betreffende periodes.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 89<br />

8<br />

Toelichting op de geconsolideerde balans<br />

8.1<br />

8.1.1<br />

Vaste activa<br />

Materiële vaste activa<br />

Gebouwen en terreinen, verloop gedurende verslagjaar<br />

Aanschaffingswaarde Afschrijving Boekwaarde<br />

Terreinen Gebouwen<br />

EUR EUR EUR EUR<br />

Stand 1 januari <strong>2009</strong> 2.2 387.6 209.9 179.9<br />

Overboeking van gebouwen in aanbouw -.- 6.3 -.- 6.3<br />

Desinvestering -.- -.- -.- -.-<br />

Afschrijvingen <strong>2009</strong> -.- -.- 12.5 -12.5<br />

Stand 31 december <strong>2009</strong> 2.2 393.9 222.4 173.7<br />

De TU/e heeft ten behoeve van derden, te weten de Kamer van Koophandel, Stichting Fontys, S.S.E.,<br />

TNO en het Twinning Center het recht van erfpacht verleend.<br />

De totale oppervlakte bedroeg per 31 december <strong>2009</strong> 84.2 ha.<br />

De heffingsgrondslag voor de WOZ-beschikking per waardepeildatum 1 januari 2008, toestand per<br />

1 januari <strong>2009</strong> bedroeg 313.4 miljoen euro.<br />

De verzekerde waarde van de gebouwen per peildatum 1 juli <strong>2009</strong> is 652.0 miljoen euro.<br />

Gebouwen in aanbouw, verloop gedurende verslagjaar <strong>2009</strong> 2008<br />

EUR<br />

EUR<br />

Stand 1 januari 6.5 3.3<br />

Investeringen 8.8 5.4<br />

Overboekingen naar gebouwen -6.3 -2.2<br />

Stand 31 december 9.0 6.5<br />

Onder deze post zijn opgenomen de investeringsbedragen in gebouwen voor zover zij nog niet in gebruik<br />

zijn genomen.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 90<br />

Apparatuur en inventaris, verloop gedurende verslagjaar<br />

Aanschaffingswaarde Afschrijving Boekwaarde<br />

EUR EUR EUR<br />

Stand 1 januari <strong>2009</strong> 85.5 71.1 14.4<br />

Investeringen 1.8 -.- 1.8<br />

Desinvesteringen -2.7 -2.7 -.-<br />

Afschrijvingen <strong>2009</strong> -.- 3.6 -3.6<br />

Stand 31 december <strong>2009</strong> 84.6 72.0 12.6<br />

Recapitulatie balanswaardering materiële vaste activa<br />

Aanschaffings- Afschrij- Boek- Investe- Desinves- Afschrij- Aanschaffings- Afschrij- Boekwaarde<br />

vingen waarde ringen teringen vingen waarde vingen waarde<br />

t/m 2008 t/m 2008 31-12-2008 <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> 31-12-<strong>2009</strong> t/m <strong>2009</strong> 31-12-<strong>2009</strong><br />

EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR<br />

Terreinen 2.2 -.- 2.2 -.- -.- -.- 2.2 -.- 2.2<br />

Gebouwen 387.6 209.9 177.7 6.3 -.- 12.5 393.9 222.4 171.5<br />

Gebouwen in<br />

aanbouw 6.5 -.- 6.5 2.5 -.- -.- 9.0 -.- 9.0<br />

Apparatuur<br />

en inventaris 85.5 71.1 14.4 1.8 2.7 3.6 84.6 72.0 12.6<br />

Totaal 481.8 281.0 200.8 10.6 2.7 16.1 489.7 294.4 195.3


Financieel verslag <strong>2009</strong> 91<br />

8.1.2<br />

Financiële vaste activa<br />

Leningen en deelnemingen<br />

Resterende<br />

Saldo Verstrekte Saldo Rente % looptijd<br />

31-12-2008 leningen Aflossingen 31-12-<strong>2009</strong> gemiddeld gemiddeld<br />

EUR EUR EUR EUR<br />

Lening u.g.:<br />

VvE Kennispoort <strong>Eindhoven</strong> 0.1 -.- 0.0 0.1 2.0 3 jr.<br />

Dolphys Technologies BV <strong>Eindhoven</strong> 0.1 -.- 0.1 -.-<br />

0.2 -.- 0.1 0.1<br />

Minderheidsdeelneming<br />

Saldo Verwerving Resultaat Vervreemding Saldo<br />

31-12-2008 dividend 31-12-<strong>2009</strong><br />

EUR EUR EUR EUR EUR<br />

Tenhage BV -.- 0.6 -.- -.- 0.6<br />

Technostartersfonds Zuid Nederland BV 0.3 -.- -.- -.- 0.3<br />

Overige deelnemingen 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0<br />

0.3 0.6 0.0 0.0 0.9<br />

Voor specificatie van de overige minderheidsdeelnemingen zie overzicht 13.2.<br />

8.2<br />

8.2.1<br />

Vlottende activa<br />

Voorraden<br />

Voorraden 31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />

EUR<br />

EUR<br />

Voorraad leermiddelen 0.1 0.1<br />

Voorraad verbruiksgoederen 0.1 0.1<br />

Werkvoorraden 0.2 0.2<br />

0.4 0.4


Financieel verslag <strong>2009</strong> 92<br />

8.2.2<br />

Vorderingen<br />

Vorderingen 31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />

EUR<br />

EUR<br />

Debiteuren 11.1 11.3<br />

Voorzieningen dubieuze debiteuren wegens oninbaarheid -0.4 -0.4<br />

Vordering op OCW inzake kasbeperking rijksbijdrage 2.9 3.1<br />

Vooruitbetaalde kosten 4.5 4.5<br />

Voorschotten 0.1 0.5<br />

Nog te vorderen op projecten in uitvoering 24.3 19.7<br />

Schuldbekentenissen notebooks 1.4 1.5<br />

Nog te factureren bedragen 0.7 0.3<br />

Omzetbelasting -.- 2.5<br />

Overige vorderingen 0.9 1.0<br />

45.5 44.0<br />

De vorderingen wegens schuldbekentenissen notebooks hebben voor een bedrag van 0.7 miljoen euro een<br />

looptijd van langer dan 1 jaar.<br />

Een eventueel noodzakelijke voorziening op een project uit hoofde van werk in opdracht van derden wordt<br />

gepresenteerd onder de voorziening verlieslatende contracten onder de voorzieningen.<br />

Verloop van de voorziening wegens oninbaarheid <strong>2009</strong> 2008<br />

EUR<br />

EUR<br />

Stand per 1 januari -0.4 -0.4<br />

Dotatie -0.1 -0.1<br />

Onttrekking 0.1 0.1<br />

Stand per 31 december -0.4 -0.4<br />

8.2.3<br />

Liquide middelen<br />

Liquide middelen 31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />

EUR<br />

EUR<br />

Kasmiddelen 0.1 0.1<br />

Banksaldi 23.2 10.1<br />

23.3 10.2<br />

De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de instelling.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 93<br />

8.3<br />

Eigen vermogen<br />

Verloop eigen vermogen na resultaatbestemming<br />

Bestemming<br />

Overige<br />

Saldo exploitatieresultaat mutaties Saldo<br />

31-12-2008 <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> 31-12-<strong>2009</strong><br />

EUR EUR EUR EUR<br />

Algemene reserve gevormd<br />

uit publieke activiteiten<br />

Algemene reserve TU/e 105.8 -1.2 1.0 105.6<br />

Algemene reserve TMcc BV 1.1 -0.2 -.- 0.9<br />

Algemene reserve Het Eeuwsel BV 0.1 0.1 -.- 0.2<br />

Algemene reserve gevormd<br />

uit private activiteiten<br />

Algemene reserve TUE Holding BV 8.6 1.7 -1.0 9.3<br />

Algemene reserve Stichting TU/e<br />

Scholarship Foundation 1.5 2.1 -.- 3.6<br />

Bestemmingsfonds (privaat)<br />

Philipsfonds 0.6 -.- -.- 0.6<br />

Totaal 117.7 2.5 -.- 120.2<br />

Het Philipsfonds is ontstaan uit een gift van de N.V. Philips in 1976.<br />

De renteopbrengst van het Philipsfonds is bestemd voor de financiering van buitenlandse gastdocenten.<br />

8.4<br />

Voorzieningen<br />

Verloop voorzieningen gedurende verslagjaar<br />

Stand Dotatie Onttrekking Vrijval Stand Kortlopend Langlopend<br />

31-12-2008 <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> 31-12-<strong>2009</strong> deel < 1 jaar deel > 1 jaar<br />

EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR<br />

Voorzieningen t.b.v. personeel:<br />

- Wachtgelden 0.3 -.- 0.1 0.1 0.1 0.1 0.0<br />

- WW/BW 0.8 0.2 -.- -.- 1.0 0.6 0.4<br />

- Verlofdagen 7.7 0.1 -.- -.- 7.8 3.2 4.6<br />

- Personeel overig 1.1 0.6 0.4 -.- 1.3 1.2 0.1<br />

- Jubilea 2.9 0.0 -.- -.- 2.9 0.2 2.7<br />

Voorzieningen t.b.v. gebouwen:<br />

- Ontmanteling Cyclotron 1.7 1.0 -.- -.- 2.7 -.- 2.7<br />

Totaal 14.5 1.9 0.5 0.1 15.8 5.3 10.5


Financieel verslag <strong>2009</strong> 94<br />

De posten wachtgeld en WW/BW zijn een inschatting van de verwachte uitgaven ten behoeve van de<br />

personen die recht hebben op deze uitkeringen op basis van opgaven van de uitvoeringsorganisatie.<br />

Hierbij is rekening gehouden met een verwachte uitstroom.<br />

De verlofdagen met een langlopend karakter zijn opgenomen onder de voorzieningen. Deze zijn gebaseerd<br />

op het aantal verlofdagen dat gereserveerd is ten behoeve van sabbatical leave en prepensioen,<br />

vermenigvuldigd met het salarisbedrag, verhoogd met de sociale lasten. Hierbij is rekening gehouden<br />

met salarisontwikkelingen en contante waarde. De nog niet genoten verlofdagen met een kortlopend<br />

karakter zijn opgenomen onder de kortlopende schulden.<br />

De voorziening personeel overig is gevormd voor individueel getroffen afvloeiingsregelingen met<br />

personeelsleden waarvan de precieze omvang van de financiële verplichting op de balansdatum niet<br />

bekend was.<br />

De post jubilea is een inschatting van de verwachte uitgaven ten behoeve van de personen die recht<br />

hebben op een gratificatie als gevolg van een dienst- of ambtsjubileum. Hierbij is rekening gehouden<br />

met een verwachte uitstroom, salarisontwikkelingen en contante waarde.<br />

De voorziening ontmanteling Cyclotron betreft een schatting van in de toekomst te maken kosten voor<br />

de ontmanteling van het nieuwe Cyclotron alsmede de beheerskosten van het oude Cyclotron.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 95<br />

8.5<br />

Langlopende schulden<br />

Langlopende schulden 31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />

EUR<br />

EUR<br />

Lening bank o.g. 49.1 51.3<br />

Kortlopend deel schulden -4.5 -27.2<br />

Overige leningen TU/e 0.2 -.-<br />

Vooruitontvangen erfpachttermijnen 3.1 3.2<br />

Overige leningen deelnemingen 0.0 0.1<br />

47.9 27.4<br />

Verloop gedurende verslagjaar<br />

Overboeking<br />

Saldo Aangegane naar Saldo Looptijd Looptijd Rente %<br />

31-12-2008 leningen kortlopend 31-12-<strong>2009</strong> > 1 jaar > 5 jaar gemiddeld<br />

Kredietinstellingen EUR EUR EUR EUR EUR EUR<br />

Rabobank 15.0 25.0 -.- 40.0 -.- 40.0 5.0<br />

BNG 9.1 -.- 4.5 4.6 4.6 -.- 5.8<br />

24.1 25.0 4.5 44.6 4.6 40.0<br />

Overige langlopende schulden<br />

Overige leningen TU/e -.- 0.2 0.0 0.2 0.0 0.2 6.0<br />

Vooruitontvangen erfpachttermijnen 3.2 -.- 0.1 3.1 0.4 2.7 -.-<br />

Overige leningen deelnemingen 0.1 0.1 0.0 0.0 -.- 5.0<br />

3.3 0.2 0.2 3.3 0.4 2.9<br />

Totaal 27.4 25.2 4.7 47.9 5.0 42.9<br />

De post vooruitontvangen erfpachttermijnen betreft de met TNO, Fontys en Twinning Center gesloten<br />

erfpachtovereenkomsten.<br />

De TU/e heeft aan de Rabobank zekerheden gesteld tot een bedrag van 91.7 miljoen euro conform de<br />

kredietovereenkomst.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 96<br />

8.6<br />

Kortlopende schulden<br />

Kortlopende schulden 31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />

EUR<br />

EUR<br />

Rekening-courant banken -.- 4.7<br />

Vooruitgefactureerd op projecten in uitvoering 29.2 22.7<br />

Te betalen aan leveranciers 11.3 10.4<br />

Af te dragen belasting en sociale lasten 7.8 6.7<br />

Omzetbelasting 1.8 -.-<br />

Pensioenpremies 2.2 2.1<br />

Vooruitontvangen collegegelden 5.2 4.2<br />

Vooruitontvangen geoormerkte doelsubsidies OCW 1.9 0.9<br />

Vakantietoeslag 5.1 4.9<br />

Verlofdagen 3.6 3.5<br />

Kortlopend deel bancaire schulden 4.5 27.2<br />

Overige nog te betalen posten en vooruitontvangen bedragen 9.0 9.0<br />

Totaal 81.6 96.3<br />

De verlofdagen met een kortlopend karakter zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.<br />

De waardering voor een verlofdag met een kortlopend karakter is gebaseerd op 5.63% van het<br />

maandsalaris per persoon.<br />

De verlofdagen met een langlopend karakter zijn opgenomen onder de voorzieningen en bedroegen<br />

in <strong>2009</strong> 7.8 miljoen euro.<br />

Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW<br />

Bedrag Saldo Ontvangen Lasten 1) Investering Saldo<br />

Omschrijving Jaar Kenmerk toewijzing 2008 in <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong><br />

Fotonica in communi- 1990-<br />

EUR EUR EUR EUR EUR EUR<br />

catietechnologie <strong>2009</strong> 2) 37.9 0.0 4.6 4.0 -.- 0.6<br />

Chemisch ontwerpen 1999-<br />

van katalysatoren <strong>2009</strong> 2) 13.0 0.9 1.5 1.2 -.- 1.2<br />

Educatieve minor <strong>2009</strong> 804A0-27076 0.1 -.- 0.1 0.0 -.- 0.1<br />

Totaal 51.0 0.9 6.2 5.2 -.- 1.9<br />

1) Bij overbesteding wordt niet meer verantwoord dan is toegewezen.<br />

2) In <strong>2009</strong> is in het toegewezen bedrag een aanpassing doorgevoerd als gevolg van ontvangen indexatie over de jaren 2007 en<br />

2008. Deze extra ontvangsten hebben in betreffende jaren ook tot uitgaven geleid.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 97<br />

8.7<br />

Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa<br />

De TU/e heeft de volgende niet uit de balans blijkende verplichtingen:<br />

• De lopende investeringsverplichtingen in gebouwen bedragen 4.2 miljoen euro.<br />

• De operational lease verplichting van de installatie voor Warmte en Koude Opslag bedraagt ultimo <strong>2009</strong><br />

4.5 miljoen euro. Tweemaal per jaar vervalt een termijn van 0.5 miljoen euro; de laatste termijn vervalt<br />

per 30 juni 2012. Op deze datum vervalt ook de eindtermijn van 1.9 miljoen euro.<br />

• Wegens verleende garantstellingen voor notebookleningen aan studenten zijn voor 0.3 miljoen euro<br />

nadere zekerheden gesteld.<br />

• Voor technostarters zijn via Eutech BV garantstellingen verleend in het kader van onze TOP-regeling<br />

(Tijdelijke Ondernemings Plaatsen). Hiervan stond per einde <strong>2009</strong> 0.2 miljoen euro open.<br />

• De TU/e staat garant voor maximaal 30 leningen aan niet EER-masters. De maximale garantstelling per<br />

31 december <strong>2009</strong> bedraagt als gevolg hiervan 0.1 miljoen euro.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 98<br />

9<br />

Toelichting op de geconsolideerde staat<br />

van baten en lasten<br />

9.1<br />

9.1.1<br />

Baten<br />

Rijksbijdrage OCW<br />

<strong>2009</strong> 2008<br />

EUR<br />

EUR<br />

Rijksbijdrage 181.2 184.4<br />

Rijksbijdrage 3TU-gelden 2.0 1.8<br />

Vrijval bijdrage W.O. Sprint 0.4 0.6<br />

183.6 186.8<br />

De rijksbijdrage <strong>2009</strong> is opgenomen conform CFI brief BEK/BPR-<strong>2009</strong>/137387 M.<br />

9.1.2<br />

Werk voor derden<br />

<strong>2009</strong> 2008<br />

Specificatie werk voor derden naar categorie: EUR EUR<br />

Internationale overheden 11.3 9.2<br />

Nationale overheden 30.1 28.4<br />

NWO 8.0 7.6<br />

KNAW 0.7 0.7<br />

Overige non-profitorganisaties incl. universiteiten 11.7 10.2<br />

Bedrijven en overige 19.1 16.3<br />

80.9 72.4<br />

9.1.3<br />

Overige baten<br />

<strong>2009</strong> 2008<br />

EUR<br />

EUR<br />

Verhuur onroerende zaken 5.4 5.3<br />

Loonkostensubsidies 0.9 0.7<br />

Activiteiten sportcentrum 1.1 1.1<br />

Overige baten 9.2 9.2<br />

16.6 16.3


Financieel verslag <strong>2009</strong> 99<br />

9.2<br />

9.2.1<br />

Lasten<br />

Personele lasten<br />

<strong>2009</strong> 2008<br />

Beloning voor arbeid EUR EUR<br />

Salarissen 127.7 118.9<br />

Mutatie saldo kortlopende verlofdagen 0.1 0.3<br />

Dotatie voorziening verlofdagen 0.1 0.6<br />

Vakantietoelagen 9.2 8.8<br />

Overige toelagen 4.5 4.6<br />

141.6 133.2<br />

Sociale lasten<br />

Vergoeding ZVW 6.5 6.1<br />

Pensioenpremie 17.0 15.3<br />

Premie sociale lasten 7.5 5.5<br />

31.0 26.9<br />

Overige personele lasten<br />

Personeelslasten derden 6.3 7.3<br />

Uitzendbureaus 0.9 1.2<br />

Uitkering WW/BW 0.9 0.7<br />

Dotatie voorziening wachtgelden WW/BW 0.2 0.2<br />

Vrijval voorziening jubilea -0.1 0.0<br />

Dotatie voorziening personeel 0.6 0.1<br />

Diversen 6.7 7.6<br />

15.5 17.1<br />

Uitkeringen<br />

Uitkering arbeidsongeschiktheid -0.9 -0.4<br />

Totaal personele lasten 187.2 176.8<br />

De vergoedingen voor de Raad van Toezicht bedroegen in totaal 53.180 euro (2008: 38.570 euro).<br />

Specificatie vergoedingen voor de Raad van Toezicht<br />

(bedragen in euro)<br />

Periode van tot en met <strong>2009</strong> 2008<br />

Dr. ir. G.J. Kleisterlee, voorzitter 1 januari ‘09 31 augustus ‘09 10.000 11.345<br />

Mevr. P.C. Krikke 1 januari ‘09 31 december ‘09 10.000 9.075<br />

Ir. R.L. van Iperen<br />

(m.i.v. 1 september <strong>2009</strong> voorzitter) 1 januari ‘09 31 december ‘09 11.667 9.075<br />

Dr. F.J.H. Don 1 januari ‘09 31 december ’09 10.000 9.075<br />

Dr. W.H. Gispen 1 november ‘08 31 december ‘09 11.513 -<br />

Totaal 53.180 38.570<br />

De vergoedingen zijn conform de wettelijke regelingen ter zake.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 100<br />

Bezoldiging individuele leden College van Bestuur<br />

De bezoldiging van de individuele leden van het College van Bestuur was in <strong>2009</strong> als volgt:<br />

Bezoldiging individuele leden College van Bestuur<br />

(bedragen in euro)<br />

Voorziening Uitkering<br />

Werk- voor i.v.m.<br />

Bonus nemers- beloningen beëindiging Reden<br />

Functie(s) Bruto over 2008/ inhou- Belastbaar betaalbaar dienst- Periode overin<br />

dat jaar bezoldiging 2007(1) dingen(2) loon op termijn verband in dienst schrijding<br />

Prof.dr.ir. C.J. van Duijn<br />

<strong>2009</strong> rector 177.647 35.000 13.600 199.047 41.953 - 01-01/31-12 (3)<br />

2008 rector 141.274 32.500 11.151 162.623 31.914 - 01-01/31-12<br />

Ing. A.H. Lundqvist<br />

<strong>2009</strong> voorzitter CvB 177.647 35.000 14.000 198.647 41.953 - 01-01/31-12 (3)<br />

2008 voorzitter CvB 141.274 32.500 12.313 161.461 31.914 - 01-01/31-12<br />

Mr. J.P. van Ham<br />

<strong>2009</strong> lid CvB 174.298 8.750 13.184 169.864 41.953 - 01-01/31-12 (3)<br />

2008 lid CvB 33.009 - 2.697 30.312 8.149 - 01-10/31-12<br />

Prof.dr. P.H.A.M. Verhaegen<br />

<strong>2009</strong> - - - - - - - -<br />

2008 lid CvB 64.252 32.500 5.818 90.934 13.298 - 01-01/31-05<br />

(1) Met ingang van 1 januari <strong>2009</strong> is de beloningsstructuur van het College van Bestuur gewijzigd. De variabele beloningscomponent (bonus)<br />

is afgeschaft. Er is hiervoor een vaste component opgenomen in de reguliere beloningsstructuur.<br />

De totale bezoldiging is in <strong>2009</strong> eenmalig hoger omdat in <strong>2009</strong> ook de uitbetaling van de bonus over 2008 plaatsvond.<br />

De vergoeding blijft, ook in 2010, in lijn met de norm (niveau 2008) van de commissie Dijkstal.<br />

(2) De werknemersinhoudingen omvatten de diverse inhoudingen om te komen van bruto bezoldiging plus bonus tot het loon voor loonbelasting.<br />

(3) In <strong>2009</strong> waren er 3 leden van het College van Bestuur in dienst van de TU/e waarvan publicatie van het inkomen vereist is volgens de Wet<br />

openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens.<br />

Naast de hierboven vermelde leden van het College van Bestuur zijn er geen personen in dienst van de TU/e waarvan publicatie<br />

vereist is volgens de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens.


Financieel verslag 2008 101<br />

9.2.2<br />

Afschrijvingen<br />

<strong>2009</strong> 2008<br />

EUR<br />

EUR<br />

Afschrijving gebouwen 12.5 12.9<br />

Afschrijvingen outillage 3.6 4.4<br />

16.1 17.3<br />

9.2.3<br />

Overige lasten<br />

<strong>2009</strong> 2008<br />

EUR<br />

EUR<br />

Huisvestingslasten<br />

Bouw- en onderhoudskosten 7.6 7.9<br />

Dotatie voorziening Cyclotron 1.0 0.7<br />

Huur 2.1 2.1<br />

Wettelijke lasten 1.1 1.1<br />

Energie/water 8.1 7.9<br />

Schoonhouden gebouwen 2.8 2.6<br />

Verzekeringen 0.5 0.6<br />

23.2 22.9<br />

Apparatuur en inventaris<br />

Aanschaf outillage 13.7 15.5<br />

13.7 15.5<br />

Materiaal gebonden lasten<br />

Collectievorming bibliotheek 3.6 3.4<br />

Grondstoffen 9.5 10.1<br />

13.1 13.5<br />

Diverse lasten<br />

Subsidies en bijdragen 9.3 10.2<br />

Communicatiekosten 0.9 0.9<br />

Catering-, congres- en representatiekosten 3.4 3.6<br />

Reis-, verblijf- en deelnemingskosten 6.6 7.1<br />

Dienstverlening derden 11.8 12.0<br />

Diversen 3.6 3.4<br />

35.6 37.2


Financieel verslag <strong>2009</strong> 102<br />

9.3<br />

Saldo financiële baten en lasten<br />

<strong>2009</strong> 2008<br />

EUR<br />

EUR<br />

Rentebaten 0.4 0.6<br />

Rentelasten -2.7 -3.1<br />

Saldo financiële baten en lasten -2.3 -2.5


Financieel verslag <strong>2009</strong> 103<br />

10<br />

Enkelvoudige balans<br />

per 31 december <strong>2009</strong> (na resultaatbestemming)<br />

31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />

Activa EUR EUR<br />

Vaste activa<br />

Materiële vaste activa 190.6 195.8<br />

Financiële vaste activa 12.0 11.1<br />

202.6 206.9<br />

Vlottende activa<br />

Voorraden 0.3 0.3<br />

Vorderingen 41.7 41.9<br />

Vorderingen op groepsmaatschappijen 0.7 0.8<br />

Liquide middelen 11.8 0.7<br />

54.5 43.7<br />

Totaal 257.1 250.6<br />

Passiva<br />

Eigen vermogen 116.6 116.2<br />

Voorzieningen 13.5 13.1<br />

Langlopende schulden 47.8 27.3<br />

Kortlopende schulden 78.5 93.4<br />

Kortlopende schulden aan groepsmaatschappijen 0.7 0.6<br />

Totaal 257.1 250.6


Financieel verslag <strong>2009</strong> 104<br />

11<br />

Enkelvoudige staat van baten en lasten <strong>2009</strong><br />

Begroting <strong>2009</strong> Realisatie <strong>2009</strong> Realisatie 2008<br />

Baten EUR EUR EUR<br />

Rijksbijdrage OCW 184.8 183.6 186.8<br />

College- en examengelden 12.2 12.6 11.9<br />

Werk voor derden 72.8 77.4 69.2<br />

Overige baten 14.4 13.1 13.6<br />

Totaal baten 284.2 286.7 281.5<br />

Lasten<br />

Personele lasten 181.1 184.7 174.9<br />

Afschrijvingen 17.0 15.7 16.9<br />

Huisvestingslasten 22.3 22.1 22.1<br />

Overige lasten 62.1 62.9 65.5<br />

Totaal lasten 282.5 285.4 279.4<br />

Saldo baten en lasten 1.7 1.3 2.1<br />

Saldo financiële baten en lasten -3.2 -2.5 -2.7<br />

Resultaat deelnemingen 1.5 1.6 1.5<br />

Resultaat 0.0 0.4 0.9


Financieel verslag <strong>2009</strong> 105<br />

12<br />

Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening<br />

De TU/e presenteert naast de balans en de staat van baten en lasten op geconsolideerd niveau een<br />

enkelvoudige balans en staat van baten en lasten. De enkelvoudige balans en staat van baten en lasten<br />

hebben, met uitzondering van het resultaat deelnemingen, alleen betrekking op de TU/e. In vergelijking<br />

met de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten zijn de cijfers van de TUE Holding BV inclusief<br />

haar dochterondernemingen en Het Eeuwsel BV, Het Kranenveld BV, stichting TU/e Scholarship Foundation<br />

en TMCC BV op detailniveau geëlimineerd.<br />

De jaarlijks door de TU/e opgestelde begroting is op enkelvoudige basis. De enkelvoudige staat van baten<br />

en lasten laat de vergelijking zien tussen realisatie en begroting.<br />

Voor de waarderingsgrondslagen wordt verwezen naar hoofdstuk 4.<br />

12.1<br />

Toelichting enkelvoudige balans<br />

per 31 december <strong>2009</strong><br />

Aansluiting enkelvoudig eigen vermogen met geconsolideerd eigen vermogen na resultaatbestemming<br />

Bestemming<br />

Overige<br />

Saldo exploitatieresultaat mutaties Saldo<br />

31-12-2008 <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> 31-12-<strong>2009</strong><br />

EUR EUR EUR EUR<br />

Algemene reserve TU/e 105.8 -1.2 1.0 105.6<br />

Algemene reserve TMcc BV 1.1 -0.2 -.- 0.9<br />

Algemene reserve Het Eeuwsel BV 0.1 0.1 -.- 0.2<br />

Algemene reserve TUE Holding BV 8.6 1.7 -1.0 9.3<br />

Philipsfonds 0.6 -.- -.- 0.6<br />

Enkelvoudig eigen vermogen TU/e 116.2 0.4 -.- 116.6<br />

Algemene reserve TU/e<br />

Scholarship Foundation 1.5 2.1 -.- 3.6<br />

Geconsolideerd eigen vermogen 117.7 2.5 -.- 120.2


Financieel verslag <strong>2009</strong> 106<br />

12.2<br />

Toelichting resultaat <strong>2009</strong> enkelvoudige staat<br />

van baten en lasten<br />

Baten<br />

Rijksbijdrage<br />

De gerealiseerde rijksbijdrage is 1.2 miljoen euro lager dan begroot.<br />

De loon- en prijscompensatie <strong>2009</strong> is 1.3 miljoen euro lager dan begroot. Er is een compensatie<br />

ad 1.5 miljoen euro verstrekt voor het afschaffen van de pseudo-WW en er is een positieve bijstelling van<br />

circa 0.3 miljoen euro in verband met leerling-volume ontvangen. Beide posten waren niet begroot.<br />

Als gevolg van minder gedeclareerde kosten zijn er 1.2 miljoen euro minder opbrengsten in het kader<br />

van 3TU Centres of Excellence gerealiseerd. Het effect hiervan op de exploitatie is nagenoeg nihil.<br />

Daarnaast is 0.5 miljoen euro minder rijksbijdrage ontvangen voor specifiek geoormerkte projectsubsidies.<br />

College- en examengelden<br />

De college- en examengelden zijn 0.4 miljoen euro hoger dan begroot, voornamelijk vanwege hogere<br />

aantallen niet-EER studenten.<br />

Werk voor derden<br />

De gerealiseerde omzet werk voor derden is 4.6 miljoen euro (6.30%) hoger dan begroot. Een deel van<br />

de stijging, circa 2.1 miljoen euro, wordt veroorzaakt door de kenniswerkersregeling. Daarnaast is de<br />

ontvangen bijdrage voor beurzen (Erasmus Mundus, Leonardo) 1.7 miljoen euro hoger dan begroot.<br />

Overige baten<br />

De overige baten zijn 1.3 miljoen euro lager dan begroot. Dit verschil wordt in hoofdzaak veroorzaakt door<br />

2.9 miljoen euro lagere baten bij Fotonica. Tevens is sprake van 1.0 miljoen euro hogere incidentele baten<br />

vanwege BTW suppleties en de rente hierover (0.5 miljoen euro ) en een correctie van te veel ingehouden<br />

sociale lasten in 2008 (0.5 miljoen euro ).<br />

De verrekening van te vorderen doelsubsidies (Fotonica en NRSC) vindt plaats via de overige baten.<br />

De achtergebleven investeringen ten opzichte van de begroting (resulterend in lagere kosten apparatuur<br />

en inventaris) hebben tot een lagere vordering geleid. Dit uit zich in een lagere realisatie overige baten.<br />

Daarnaast zijn bij Dienst Huisvesting en IEC voor 0.6 miljoen euro hogere overige baten gerealiseerd.<br />

Lasten<br />

Personele lasten<br />

De personele lasten zijn 3.6 miljoen euro hoger dan begroot. De gerealiseerde bezetting is lager dan<br />

begroot. Hier staat tegenover dat de sociale lasten zijn gestegen, vooral door de afschaffing van de<br />

pseudo-WW en stijging van de pensioenpremies. Verder zijn de toelagen ten opzichte van de begroting<br />

toegenomen. Dit betreft onder meer de verkoop van verlofuren.<br />

In de kosten van beloning voor arbeid is 0.2 miljoen euro opgenomen met betrekking tot een dotatie<br />

aan de voorziening verlofdagen (kort- en langlopend). Met deze dotatie is in de begroting geen rekening<br />

gehouden.<br />

De personeelskosten derden zijn 1.2 miljoen euro hoger dan begroot. Een deel van extra inhuur is<br />

gerelateerd aan een aantal specifieke ICT-projecten. Verder is er sprake van een dotatie aan personele<br />

voorzieningen voor 0.5 miljoen euro, welke niet in de begroting waren voorzien.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 107<br />

Afschrijvingen<br />

De afschrijvingen zijn 1.3 miljoen euro lager als gevolg van minder investeringen dan voorzien<br />

in de begroting.<br />

Huisvestingslasten<br />

De huisvestingslasten zijn 0.2 miljoen euro lager dan begroot.<br />

Overige lasten<br />

Ten opzichte van de begroting vallen de kosten voor aanschaf apparatuur 2.3 miljoen euro lager uit.<br />

Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt doordat geplande aanschaf apparatuur ten behoeve van<br />

Fotonica in <strong>2009</strong> niet is gerealiseerd.<br />

De gerealiseerde materiaalgebonden lasten zijn 0.4 miljoen euro lager dan begroot.<br />

De gerealiseerde overige lasten zijn 3.5 miljoen euro hoger dan begroot. In hoofdzaak wordt deze toename<br />

veroorzaakt door meer kosten voor subsidies en bijdragen, door een additionele impulsbijdrage aan<br />

de Stichting Scholarship Foundation (SSF). Daarnaast is meer gebruikt gemaakt van inhuur van externe<br />

expertise, waardoor de gerealiseerde kosten van dienstverlening derden hoger uitvallen dan begroot.<br />

Saldo financiële baten en lasten<br />

Resultaat deelnemingen<br />

Het resultaat deelnemingen bedraagt 1.6 miljoen euro en is licht hoger dan begroot.<br />

Rentebaten en rentelasten<br />

De gerealiseerde rentebaten waren niet begroot. De rentelasten zijn lager dan begroot, vanwege<br />

het niet opnemen van een lening als gevolg van latere investeringen in Campus 2020.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 108<br />

13<br />

Overige gegevens<br />

13.1 Bestemming resultaat<br />

Ingevolge de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt het resultaat<br />

van het verslagjaar verrekend met de reserve van de instelling.<br />

Het positieve geconsolideerde resultaat van het verslagjaar ad 2.5 miljoen euro wordt toegevoegd<br />

aan het eigen vermogen.<br />

13.2 Groepsmaatschappijen<br />

Onderstaand volgt een overzicht van de besloten vennootschappen waarin de TU/e direct dan wel<br />

indirect een beslissende zeggenschap kan uitoefenen en die volledig in de consolidatie zijn betrokken.<br />

Deelnemingen<br />

Juridische Statutaire Activiteit Deelneming Eigen vermogen Resultaat Omzet<br />

vorm zetel <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong><br />

Het Eeuwsel BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 3. Onroerende zaken 100% 0.2 0.1 0.2<br />

Het Kranenveld BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 3. Onroerende zaken 100% 0.0 0.0 0.0<br />

TUE Holding BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 9.3 1.7 14.6<br />

TMcc BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 2. Contractonderzoek 100% 0.9 -0.2 0.0<br />

In de consolidatie is tevens onderstaande stichting opgenomen waarin de TU/e beslissende zeggenschap heeft.<br />

Overige groepsmaatschappijen<br />

Juridische Statutaire Activiteit Deelneming Eigen vermogen Resultaat Omzet<br />

vorm zetel <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong><br />

Stichting TU/e Scholarship Foundation Stichting <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig nvt 3.6 2.1 4.7<br />

In de TUE Holding BV zijn geconsolideerd onderstaande besloten vennootschappen opgenomen.<br />

Geconsolideerd opgenomen<br />

Juridische Statutaire Activiteit Deelneming Eigen vermogen Resultaat Omzet<br />

vorm zetel <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong><br />

TU/e Innovation Lab BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.9 -0.0 2.4<br />

QTIS BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.0 0.0 0.3<br />

Euflex BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.9 0.5 5.8<br />

AccTec BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 2.1 0.4 2.7<br />

SyMo-Chem BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.8 0.2 0.8<br />

HemoLab BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.1 0.1 0.3<br />

Polymer Technology Group <strong>Eindhoven</strong> BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.5 0.2 1.4<br />

IME Technologies BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.0 -0.1 0.3<br />

Hybrid Catalysis BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 61% 0.2 0.0 0.2<br />

Maxxun BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.0 0.0 0.0


Financieel verslag <strong>2009</strong> 109<br />

Doelstelling en samenstelling van bestuur en directie<br />

Naam Doelstelling Samenstelling bestuur en directie<br />

Het Eeuwsel BV Het ontwikkelen en exploiteren van onroerend goed. De directie bestaat uit één directeur<br />

Het Kranenveld BV Het ontwikkelen en exploiteren van onroerend goed. De directie bestaat uit één directeur<br />

TUE Holding BV Het oprichten van, het deelnemen in, het voeren van De directie bestaat uit één directeur<br />

het beheer over, het verlenen van diensten en faciliteiten<br />

aan en het financieren van andere ondernemingen en<br />

vennootschappen die zich ten doel stellen onderzoek en<br />

onderwijs op verzoek van derden te verrichten en/of te<br />

ondersteunen met gebruikmaking van de faciliteiten en<br />

kennis van de TU/e, het stellen van zekerheden voor<br />

schulden aan vennootschappen waarin wordt deel -<br />

genomen en anderen die daarbij betrokken zijn en al<br />

hetgeen met vorenstaand verband houdt of daaraan<br />

bevorderlijk kan zijn.<br />

TMcc BV Het exploiteren van kennis, faciliteren van kennisover- De directie bestaat uit één directeur<br />

dracht, ondersteunen van onderzoek en onderwijs en<br />

leveren van bijdragen aan Faculteit Industrial<br />

Engineering & Innovation Sciences.<br />

Stichting TU/e Scholarship Het stimuleren van internationalisering van onderwijs en Het bestuur tevens directie bestaat<br />

Foundation onderzoek binnen de TU/e; het verrichten van alle verdere uit één voorzitter, één secretaris en<br />

handelingen die met het vorenstaande in de ruimste zin één penningmeester<br />

verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn;<br />

het stimuleren van talent in onderwijs en onderzoek.<br />

TU/e Innovation Lab BV Het bevorderen en exploiteren van kennisvalorisatie De directie bestaat uit één directeur<br />

(innovatiestimulering, startersbegeleiding en<br />

business development) binnen de TU/e.<br />

QTIS/e BV Het ontwikkelen van industriële activiteiten op het gebied TUE Holding BV is statutair directeur<br />

van biomechanica, (moleculaire) imaging en enabling<br />

technologies ten behoeve van tissue engineering.<br />

Euflex BV Het coördineren en beheren van flexibele arbeidskrachten De directie bestaat uit één directeur<br />

ten behoeve van de TU/e, het bemiddelen bij instroom op<br />

de TU/e en het bemiddelen bij door- en uitstromers van<br />

de TU/e naar de arbeidsmarkt.<br />

AccTec BV Het exploiteren en onderhouden van versnellers om De directie bestaat uit twee<br />

bundels van ionen en elektronen te verschaffen ten directeuren<br />

behoeve van technologisch wetenschappelijk onderzoek<br />

en commerciële productie van radio-isotopen.<br />

SyMo-Chem BV Het bedrijven van contractresearch voor derden op het De directie bestaat uit één directeur<br />

vlak van de chemie, waarbij de BV zich met name toelegt<br />

op de synthese en levering van (macro) moleculen, de<br />

karakterisering en analyse van verbindingen en producten,<br />

het uitvoeren van onderzoeksopdrachten, het geven van<br />

advies en het produceren van chemicaliën.<br />

HemoLab BV Het bedrijven van contractresearch voor derden op het De directie bestaat uit één directeur<br />

gebied van cardiovasculaire biomechanica, de analyse<br />

van de haemofysica bij implantaten en pathofysiologische<br />

processen.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 110<br />

Doelstelling en samenstelling van bestuur en directie (vervolg)<br />

Naam Doelstelling Samenstelling bestuur en directie<br />

PTG <strong>Eindhoven</strong> BV Het exploiteren van onderzoeksresultaten en het De directie bestaat uit één directeur<br />

ontwikkelen, modificeren, karakteriseren en het<br />

mengen van kunststoffen en afgeleiden hiervan,<br />

zoals composietmaterialen, een en ander op<br />

fundamenteel en toegepast gebied.<br />

IME Technologies BV Het verrichten van technisch advieswerk en uitvoeren De directie bestaat uit twee<br />

van contractresearch voor derden alsmede het<br />

directeuren<br />

ontwikkelen en leveren van diensten en producten<br />

op werktuigbouwkundig gebied.<br />

Hybrid Catalysis BV Het produceren van nieuwe katalysatoren voor de De directie bestaat uit één directeur<br />

chemische industrie gebruikmakend van een nieuwe,<br />

nanogestructureerde grondstof, het ontwikkelen van op<br />

maat gesneden varianten door contractresearch en het<br />

leveren van technologieondersteuning op contractbasis.<br />

Maxxun BV De ontwikkeling, productie en verkoop van zonne- TUE Holding BV is statutair directeur<br />

collectoren en -panelen alsmede het uitvoeren van<br />

wetenschappelijk onderzoek en/of productieontwikkeling<br />

voor derden op het gebied van zonnecollectoren en -panelen.<br />

Daarnaast is er een minderheidsdeelneming in de onderstaande vennootschappen.<br />

Minderheidsdeelnemingen<br />

Juridische Statutaire Activiteit Deelneming<br />

vorm<br />

zetel<br />

Tenhage BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 3. Onroerende zaken 45%<br />

Compact Power Systems BV b.v. Nijmegen 4. Overig 33%<br />

StudiJob Uitzendbureau BV b.v. Amsterdam 4. Overig 26%<br />

Suprapolix BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 20.7%<br />

Tias Nimbas Business School BV b.v. Tilburg 4. Overig 20%<br />

Magna-View BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 32.3%<br />

Web Alt Inc. Inc. Helsinki 4. Overig 9.7%<br />

LeVel Acoustics BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 49%<br />

Technostartersfonds Zuid Nederland BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 3.5%<br />

Validus Technologies BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 6.6%<br />

Fistuca BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 10%<br />

NeoDec BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 10%<br />

Howtech BV b.v. Veldhoven 4. Overig 0.5%<br />

Insolutions BV b.v. Veldhoven 4. Overig 13%<br />

Flowid BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 10%<br />

Peer+ BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 10%<br />

B-Invented BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 15%<br />

Inviso BV b.v. Gemert 4. Overig 10%<br />

Progression Industry BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 20%<br />

Emultech BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 10%<br />

Vabrema BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 7.6%<br />

Optimal Forming Solutions BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 5.1%<br />

Avantium BV b.v. Amsterdam 4. Overig < 1%<br />

Apogee Photonics Inc. Inc. USA 4. Overig < 1%<br />

Deze zijn opgenomen onder de financiële vaste activa.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 111<br />

13.3<br />

Overige verbonden partijen<br />

Hieronder zijn opgenomen de instellingen waar de TU/e geen beslissende zeggenschap over heeft, maar<br />

waar wel de directe of indirecte bevoegdheid bestaat om bestuursleden te benoemen of te ontslaan.<br />

Daarnaast is als materialiteitsnorm voor het opnemen van de gelieerde instelling gehanteerd: 1 promille<br />

van de totale exploitatielasten van de TU/e.<br />

Overige verbonden partijen<br />

Juridische Statutaire Activiteit<br />

vorm<br />

zetel<br />

Dutch Polymer Institute Stichting <strong>Eindhoven</strong> 2. Onderzoek/1. Onderwijs<br />

Embedded Systems Institute Stichting <strong>Eindhoven</strong> 2. Onderzoek<br />

EURANDOM Stichting <strong>Eindhoven</strong> 2. Onderzoek<br />

United Brains Stichting <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig<br />

VVE Kennispoort Vereniging <strong>Eindhoven</strong> 3. Onroerende zaken<br />

Stichting Financieel Beheer<br />

Federatie van <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong>en Stichting Delft 2.Onderzoek/1. Onderwijs<br />

13.4<br />

Honoraria van de accountant<br />

De volgende honoraria van KPMG Accountants zijn ten laste gebracht van de organisatie, haar<br />

dochtermaatschappijen en andere maatschappijen die zij consolideert, een en ander zoals bedoeld in<br />

artikel 2:382a BW.<br />

Honoraria van de accountant (bedragen in 1.000 euro*)<br />

KPMG Overig Totaal<br />

Accountants NV KPMG netwerk KPMG<br />

<strong>2009</strong><br />

Onderzoek van de jaarrekening 198 - 198<br />

Andere controleopdrachten 4 - 4<br />

Andere niet-controlediensten 58 - 58<br />

Adviesdiensten op fiscaal terrein - 43 43<br />

Totaal 260 43 303<br />

* De bedragen zijn exclusief BTW.<br />

13.5<br />

Verklaring College van Bestuur<br />

Het College van Bestuur van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> verklaart dat alle bij het College van<br />

Bestuur bekende informatie die van belang is voor de in hoofdstuk 14 opgenomen accountantsverklaring<br />

is verstrekt aan de instellingsaccountant. Voorts verklaart het College van Bestuur niet betrokken te zijn<br />

geweest bij onregelmatigheden in de bedrijfsvoering van de universiteit.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 112<br />

14<br />

Accountantsverklaring<br />

Aan de Raad van Toezicht van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>:<br />

Verklaring betreffende de jaarrekening<br />

Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening <strong>2009</strong> van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>,<br />

bestaande uit de balans per 31 december <strong>2009</strong> en de staat van baten en lasten over <strong>2009</strong> met de<br />

toelichting gecontroleerd.<br />

Verantwoordelijkheid van het bestuur<br />

Het College van Bestuur van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> is verantwoordelijk voor het opmaken<br />

van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het<br />

opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs<br />

(WJZ/2007/50507).<br />

Tevens is het College van Bestuur van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> verantwoordelijk voor de<br />

financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties.<br />

Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en<br />

regelgeving opgenomen bepalingen.<br />

Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een<br />

intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van<br />

vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude<br />

of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van<br />

aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de<br />

gegeven omstandigheden redelijk zijn.<br />

Verantwoordelijkheid van de accountant<br />

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle,<br />

als bedoeld in artikel 2.9, derde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.<br />

Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht waaronder het onderwijscontroleprotocol<br />

OCW <strong>2009</strong>. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende<br />

gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke<br />

mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.<br />

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over<br />

de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden<br />

is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder inbegrepen zijn<br />

beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die<br />

beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in<br />

de jaarrekening van vermogen en resultaat alsmede het voor de naleving van de betreffende wet- en<br />

regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken<br />

van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet<br />

tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van<br />

de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de<br />

aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid<br />

van schattingen die het College van Bestuur van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> heeft gemaakt,<br />

alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.<br />

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis<br />

voor ons oordeel.


Financieel verslag <strong>2009</strong> 113<br />

Oordeel<br />

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van<br />

het vermogen van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> per 31 december <strong>2009</strong> en van het resultaat<br />

over <strong>2009</strong> in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (WJZ/2007/50507).<br />

Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties<br />

over <strong>2009</strong> voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in<br />

overeenstemming zijn met de in het onderwijscontroleprotocol OCW <strong>2009</strong> opgenomen relevante<br />

wet- en regelgeving, zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2. referentiekader.<br />

Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften<br />

van regelgevende instanties<br />

Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het<br />

jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist<br />

in artikel 2:391 lid 4 BW.<br />

<strong>Eindhoven</strong>, 13 april 2010<br />

KPMG ACCOUNTANTS N.V.<br />

R.P. Kreukniet RA


Where innovation starts<br />

115<br />

Bijlagen


Bijlagen 117<br />

1<br />

Organogram<br />

(per 31 december <strong>2009</strong>)<br />

Raad van Toezicht<br />

<strong>Universiteit</strong>sraad<br />

College van Bestuur<br />

Stan Ackermans Instituut<br />

Dienstraad<br />

Centrale diensten<br />

TUE Holding BV<br />

TU/e Innovation Lab<br />

Communicatie Expertise<br />

Centrum<br />

Biomedische Technologie<br />

Dienst Algemene Zaken<br />

Bouwkunde<br />

Dienst Financiële en<br />

Economische Zaken<br />

Faculteitsraden<br />

Faculteiten<br />

Electrical Engineering<br />

Dienst Huisvesting<br />

Industrial Design<br />

Dienst ICT<br />

Industrial Engineering &<br />

Innovation Sciences<br />

Dienst Interne Zaken<br />

Scheikundige Technologie<br />

Dienst Personeel en<br />

Organisatie<br />

<strong>Technische</strong> Natuurkunde<br />

Informatie Expertise<br />

Centrum<br />

Werktuigbouwkunde<br />

Gemeenschappelijke<br />

<strong>Technische</strong> Dienst<br />

Wiskunde & Informatica<br />

Onderwijs en Studenten<br />

Service Centrum


Bijlagen<br />

118<br />

2<br />

Samenstelling bestuursorganen<br />

(per 31 december <strong>2009</strong>)<br />

Raad van Toezicht<br />

Ir. R.L. van Iperen, voorzitter<br />

Dr. F.J.H. Don, lid<br />

Prof.dr. W.H. Gispen, lid<br />

Drs. M.J.C. de Jong MBA, lid<br />

Mw. P.C. Krikke, lid<br />

College van Bestuur<br />

A.H. Lundqvist, voorzitter<br />

Prof.dr.ir. C.J. van Duijn, rector magnificus<br />

Mr. J.P. van Ham, lid<br />

Ir. H.P.J.M. Roumen, secretaris van de universiteit<br />

Faculteitsbesturen<br />

Biomedische Technologie (BMT)<br />

Prof.dr. P.A.J. Hilbers, decaan<br />

Prof.dr. K. Nicolay, vice-decaan<br />

Prof.dr. M.J. Post (<strong>Universiteit</strong> Maastricht), vice-decaan<br />

Mr. J.M.R. Debeij, directeur bedrijfsvoering<br />

Dr.ir. M.H.P. van Genderen, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />

B.R. Plantinga, student (adviseur)<br />

Bouwkunde (B)<br />

Prof.ir. J. Westra, decaan<br />

Prof.ir. H.H. Snijder, vice-decaan<br />

Dr. P.M.L.O. Scholte MPA, directeur bedrijfsvoering<br />

Dr.ir. S.P.G. Moonen, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />

Ing. T.J.M. Wolters, student (adviseur)<br />

Electrical Engineering (EE)<br />

Prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx, decaan<br />

Prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund, vice-decaan<br />

Mw. drs. S. Udo, directeur bedrijfsvoering<br />

Prof.dr.ir. R.H.J.M. Otten, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />

L. van Barschot, student (adviseur)<br />

Industrial Design (ID)<br />

Prof.dr.ir. M.J.W. Schouten, decaan<br />

Prof.dr.ir. J.H. Eggen, vice-decaan<br />

Mw. drs. S. H. van Gent, directeur bedrijfsvoering<br />

Mw. dr.ir. C.C.M. Hummels, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />

W.S. van Dijk, student (adviseur)


Bijlagen<br />

119<br />

Industrial Engineering & Innovation Sciences (IE&IS)<br />

Prof.dr. A.G.L. Romme, decaan<br />

Prof.dr. ir. J.W.M. Bertrand, vice-decaan<br />

Prof.dr. ir. H.W. Lintsen, vice-decaan<br />

Drs.ing. J. Hermus, directeur bedrijfsvoering<br />

Dr.ir. A.M.C. Lemmens, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />

J. van Heumen, student (adviseur)<br />

Mw. L.C.G. Pieters, student (adviseur)<br />

Scheikundige Technologie (ST)<br />

Prof.dr. P.J. Lemstra, decaan<br />

Prof.dr.ir. J.C. Schouten, vice-decaan<br />

Dr. L.N.I.H. Nelissen, directeur bedrijfsvoering<br />

Ir. P.F.A.M. Janssens, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />

Mw. S.M. de Vaan, student (adviseur)<br />

<strong>Technische</strong> Natuurkunde (TN)<br />

Prof.dr.ir. K. Kopinga, decaan<br />

Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen, vice-decaan<br />

Ir. M.J.M. Verbruggen, directeur bedrijfsvoering<br />

Prof.dr. K.A.H. van Leeuwen, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />

R.M.P. Heijnen, student (adviseur)<br />

Werktuigbouwkunde (W)<br />

Prof.dr. ir. R. de Borst, decaan<br />

Prof.dr.ir. J.E. Rooda, vice-decaan<br />

Ir. A.W.J. Bruekers, directeur bedrijfsvoering<br />

Prof.dr.ir. A.A. van Steenhoven, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />

J.W.M. Michels, student (adviseur)<br />

Wiskunde & Informatica (W&I)<br />

Prof.dr. A.M. Cohen, decaan<br />

Prof.dr.ir. O.J. Boxma, vice-decaan<br />

Prof.dr. J.C.M. Baeten, vice-decaan<br />

Mr. drs. P.M.L. Tijssen, directeur bedrijfsvoering<br />

Prof.dr.ir. J.F. Groote, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />

Prof.dr.ir. H.C.A. van Tilborg, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />

S. Leemans, student (adviseur)


Bijlagen<br />

120<br />

3<br />

Samenstelling facultaire adviesraden<br />

(per 31 december <strong>2009</strong>)<br />

Raad van advies Biomedische Technologie<br />

Dr. H. Hofstraat<br />

Philips Research<br />

Dr. W.N.G.M. de Laat<br />

Schering-Plough<br />

Prof.dr. H.M. Pinedo MD<br />

VU MC Cancer Center Amsterdam<br />

Prof.dr.ir. P. Suetens<br />

Medical Image Computing, K.U. Leuven<br />

Raad van advies Bouwkunde<br />

Ir. J.P.T. Dekkers<br />

Ir. M. Engels<br />

Ir. J.J.M. Font Freide<br />

Dr.ir. M.K.T.M. Glaudemans<br />

Ir. E. Nelissen<br />

Ir. P. van Staalduinen<br />

Jeanne Dekkers Architectuur<br />

UNETO-VNI<br />

Corsmit Raadgevend Ingenieursbureau BV<br />

Fontys Hogeschool voor de Kunsten<br />

Nelissen Ingenieursbureau BV<br />

Syntens<br />

Raad van Advies Electrical Engineering<br />

Ir. G.F.M. Beenker<br />

NXP<br />

Prof.dr.ir. J.T.M. De Boeck<br />

Holst Centre<br />

Dr.ir. H. Borggreve<br />

ASML<br />

Prof.dr.ir. P.R. Groeneveld<br />

Magma Design Automation Inc., San Jose<br />

Ir. D.J. Jansen<br />

Liander<br />

Prof.dr.ir. P. Lagasse<br />

<strong>Universiteit</strong> Gent<br />

Prof.dr.ir. H. de Man<br />

Katholieke <strong>Universiteit</strong> Leuven<br />

Dr.ir. E.J. Sol<br />

TNO Industrie en Techniek<br />

Raad van advies Industrial Design<br />

Prof. B. Buxton<br />

Microsoft Research, Redmond, Washington<br />

Prof. D. Chan<br />

National University of Singapore<br />

Prof. L.L. Chen<br />

National Taiwan University of Science and Technology<br />

Prof. E. Manzini<br />

DITEC, Milaan<br />

Dr. S.L. Marzano<br />

Philips Design<br />

Prof.dr. A. Pilot<br />

IVLOS, <strong>Universiteit</strong> Utrecht<br />

Raad van Advies Industrial Engineering & Innovation Sciences<br />

Ir. H.J.M.B. Abeln<br />

Twynstra Gudde<br />

Drs. H.J.G. Hendriks<br />

Philips Electronics Nederland<br />

Ir. L.J.M. Kenter<br />

Stichting Zuidwester<br />

Drs. A.L.M. Nelissen<br />

Kamer van Koophandel Brabant<br />

Ir. P.J.A. van Schijndel<br />

Rabobank Nederland<br />

ir. B. de Wit<br />

Ecostream International B.V.


Bijlagen<br />

121<br />

Raad van advies Scheikundige Technologie<br />

Dr. H. van Houten<br />

Philips Research <strong>Eindhoven</strong><br />

Dr. J. Maat<br />

Unilever Research Laboratorium Vlaardingen<br />

Dr.ir. M.M.G. Senden<br />

Shell Research and Technology Center Amsterdam<br />

Ir. H.C. van der Steen<br />

CB&I Lummus B.V. Den Haag<br />

Dr.ir. K. van der Wiele<br />

Albemarle Catalysts Company BV Amersfoort<br />

Raad van advies <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg<br />

Dr. P.L. Batenburg<br />

Catharina Ziekenhuis <strong>Eindhoven</strong><br />

Ir. J.W.M. Borgsteede<br />

Sophia Revalidatie Den Haag<br />

Dr. G.J. Caris<br />

Zorgorganisatie voor zorgondernemers<br />

Prof.dr. A.P.W.P. van Montfort<br />

Prismant – Algemeen Directeur<br />

Drs. W.M.C.I.M. Schellekens<br />

IGZ – Hoofdinspecteur Curatieve Gezondheidszorg<br />

Raad van advies <strong>Technische</strong> Natuurkunde<br />

Dr.ir. J. Benschop<br />

ASML<br />

Prof.dr.ir. J.T.M. De Boeck<br />

IMEC Nederland<br />

Dr. M. Buijs<br />

FEI Company<br />

Dr. G.J. Jongerden<br />

Helianthos<br />

Prof.dr.ir. J.J.W. Lagendijk<br />

UMC Utrecht<br />

Dr.ir. E.J. Sol<br />

TNO Industrie en Techniek<br />

Dr. G.F.A. van de Walle<br />

Philips Research<br />

Raad van advies Wiskunde & Informatica<br />

Ir. A.J.W.M. ten Berg<br />

NXP Semiconductors<br />

Ir. T. van den Berg<br />

ASML<br />

Dr.ir. G.J. van Dijk<br />

Texcel<br />

Mw. Ir. A. Engel<br />

Medusa<br />

Ir. L. Hassing<br />

Gartner Nederland BV<br />

R. Notermans Océ Technologies BV<br />

Dr.ir. T. Peerdeman<br />

Thales Nederland<br />

Dr.ir. J. Praagman<br />

Center for Quantitative Methods CQM<br />

Prof.dr. A. Reusken<br />

RWTH, Aken<br />

Dr. K.C.B. Roes<br />

Schering-Plough<br />

Prof.dr. H.P. Urbach<br />

<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft<br />

Ir. S. de Vries MTD<br />

Dow Benelux BV<br />

Mw. T. Wildvank


Bijlagen<br />

122<br />

4<br />

Samenstelling <strong>Universiteit</strong>sraad<br />

(per 31 december <strong>2009</strong>)<br />

Voorzitter<br />

Mw. ir. M.E. Segers<br />

Personeel<br />

Ir. A.L.J. Geenen<br />

Mw. ir. E.J.M. Jacobs<br />

Dr. A. Kastelein<br />

Mw. B.A.J. Magielse<br />

Dr. J.M.L. Maubach<br />

C.F.P. Naninck<br />

Ir. M.J.M. van Weert<br />

Ir. H.T.G. Weffers PDEng<br />

S.H. Ypma<br />

Studenten<br />

Mw. R.H.J. Bennink<br />

T.F. Bolster<br />

C.H. Gits<br />

J.D.J. Hoekstra BSc<br />

M. Klont<br />

N. van Kooten<br />

Mw. M.A. Oosterbaan<br />

R.S. Verhoeven<br />

Mw. L. Wang


Bijlagen<br />

123<br />

5<br />

Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />

Het College van Bestuur van de TU/e geeft jaarlijks in een ‘Bestuurlijke Agenda’ aan welke concrete<br />

beleidsvoornemens het in het navolgende jaar wenst te behalen op de terreinen onderwijs, onderzoek,<br />

kennisvalorisatie, studentenvoorzieningen, strategische samenwerking (NL), internationalisering en<br />

bedrijfsvoering. De ‘Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong>’ omvatte de volgende voornemens.<br />

Onderwijs<br />

• Met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 voor alle opleidingen een jaarindeling ingevoerd hebben<br />

met twee semesters en twee blokken per semester.<br />

• Met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 alle minors in de bacheloropleidingen ingericht hebben<br />

als blokminor in het eerste semester van het derde leerjaar met een omvang van 30 studiepunten.<br />

• Met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 in alle minors een specifiek onderdeel (omvang 3 studiepunten)<br />

in het kader van de academische vorming van bachelorstudenten ingevoerd hebben.<br />

• Ervoor zorg gedragen hebben dat er per profilerende masteropleiding c.q. -track een voorbereidende<br />

minor aangeboden wordt aan geïnteresseerde bachelorstudenten.<br />

• Met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 gestart zijn met het aanbieden van een verdiepende track<br />

in het honors program voor excellente studenten in de bacheloropleidingen naast de bestaande<br />

verbredende track.<br />

• Met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 in het eerste jaar van alle bacheloropleidingen bindende<br />

studieadviezen ingevoerd hebben, na alle daarvoor benodigde randvoorwaarden vervuld te hebben.<br />

• In enkele bachelor- en masteropleidingen als pilotproject gestart zijn met de inzet van personal coaches<br />

voor studenten.<br />

• In enkele masteropleidingen als pilotproject gestart zijn met het aanbieden van onderzoeksgerichte<br />

honors tracks (inclusief de aanstelling van betrokken studenten als onderzoeksassistent).<br />

• De vorderingen van de faculteiten op het terrein van rendementsverbetering geëvalueerd hebben<br />

aan de hand van een voortgangsrapportage.<br />

• Een beslissing genomen hebben over experimenten met ‘graduate programs’.<br />

• Een haalbaarheidsstudie uitgevoerd hebben met betrekking tot een breed Engelstalig bachelorprogramma<br />

‘Engineering Science’.<br />

• Een TU/e-standpunt bepaald hebben over de inrichting van het aanbod aan masteropleidingen<br />

(met als uitersten: een beperkt aantal brede masteropleidingen met daarbinnen een grote keuze<br />

uit specialistische tracks versus een groot aantal kleine gespecialiseerde masteropleidingen).<br />

• In samenspraak met het bedrijfsleven plannen ontwikkeld hebben voor nieuwe ontwerpersopleidingen<br />

en een stevige impuls gegeven hebben aan de internationale marketing van deze opleidingen.<br />

• Zorg gedragen hebben voor de visitatie van de bacheloropleiding ‘<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde’ en de<br />

masteropleidingen ‘Innovation Management’ en ‘Operations Management and Logistics’ met het<br />

oog op de aanvraag voor heraccreditatie van deze opleidingen in april 2010.<br />

• Een eerste rapportage opgeleverd hebben inzake de implementatie van een instellingsbreed<br />

kwaliteitszorgsysteem dat voor de inhoudelijke beoordeling van opleidingen gebruikt maakt van de<br />

in eigen huis ontwikkelde systematiek van ‘Academic Competences and Quality Assurance’ (ACQA) en<br />

verder rekening houdt met de aanstaande herziening van het accreditatiestelsel.<br />

• Voorbereidingen getroffen hebben voor invoering van een zogenaamde ‘harde knip’ tussen bachelor- en<br />

masteropleidingen op het moment dat deze wettelijk verplicht wordt.<br />

• Instellingsbreed de ‘Basiskwalificatie Onderwijs’ (BKO) ingevoerd hebben, rekening houdend met de<br />

opgedane ervaringen tijdens pilotprojecten ter zake bij de faculteiten ‘Scheikundige Technologie’ en<br />

‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’.


Bijlagen 124<br />

Onderzoek<br />

• Stimuleringsgelden toegekend hebben aan in <strong>2009</strong> (4 stuks) resp. 2010 (aantal nader te bepalen)<br />

te starten vernieuwende faculteitsoverstijgende c.q. multidisciplinaire onderzoeksprogramma’s.<br />

• Een onderzoeksinitiatief ontwikkeld hebben ten aanzien van het thema ‘Licht’.<br />

• Een wetenschappelijk coördinator aangewezen hebben voor al het onderzoek op het terrein van<br />

duurzame energietechnologie binnen de TU/e, opdat de universiteit als krachtige partner kan<br />

optreden in gezamenlijke onderzoeksprogramma’s en -instituten met derden op dit terrein.<br />

• Het ‘TU/e Excellentiefonds’ (€ 500.000 in <strong>2009</strong>) effectief benut hebben voor het aantrekken van<br />

wetenschappelijk toptalent en het belonen van wetenschappelijk toptalent in eigen huis.<br />

• Een beleidsplan ‘Onderzoeksinfrastructuur 2020’ opgeleverd hebben.<br />

• Zorg gedragen hebben voor de oplevering en bespreking in College van Bestuur en Bestuurlijk Overleg<br />

van onderzoeksbeleidsplannen door de faculteiten ‘Werktuigbouwkunde’ en ‘Scheikundige Technologie’<br />

naar aanleiding van de rapportages van de onderzoeksvisitaties van deze faculteiten.<br />

• Onderzoeksvisitaties gerealiseerd hebben voor de domeinen biomedische technologie, wiskunde,<br />

informatica en industrial design.<br />

• Adequate beoordelingscriteria en -procedures voor construerende en ontwerpende wetenschappen<br />

opgeleverd hebben en actief de implementatie ervan in het landelijke evaluatieprotocol voor visitaties<br />

en in de NWO-procedures voor de toekenning van onderzoeksgelden bevorderd hebben.<br />

• Het ‘distinguished professorship’ verder geïmplementeerd hebben.<br />

Kennisvalorisatie<br />

• In samenwerking met de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg het beoogde ‘Brabant Center for Entrepreneurship’<br />

geïmplementeerd hebben en van daaruit een extra impuls gegeven hebben aan het<br />

ondernemerschapsgerichte onderwijs aan de TU/e.<br />

• De kennisvalorisatiefunctie geconsolideerd hebben door middel van verwerving van subsidie voor<br />

en implementatie van een ‘TU/e Businessplan Kennisvalorisatie’ in het kader van het landelijke<br />

Valorisatieproject.<br />

• Het Project Office ter ondersteuning van ‘Werken voor Derden’ zodanig geïmplementeerd hebben<br />

dat het zichzelf met ingang van 2010 kan ‘terugverdienen’.<br />

• Een beslissing genomen hebben over de bouw op de campus van een starters-/bedrijfsverzamelgebouw<br />

met technische faciliteiten en laboratoria (‘Catalyst’).<br />

• Een uitgewerkt plan ontwikkeld hebben voor de ontwikkeling van een ‘TU/e Technology Park’ voor<br />

kleine onderzoeksgedreven ondernemingen op het oostelijk deel van de campus.<br />

• Het TEMA-gebouw beschikbaar gemaakt hebben als bedrijfsverzamelgebouw voor starters<br />

en ten aanzien van het Dommelgebouw een beslissing genomen hebben over sloop dan wel<br />

beschikbaarstelling als bedrijfsverzamelgebouw.<br />

• Een voor een breed publiek toegankelijke en informatieve ‘Staalkaart’-publicatie (inclusief on line<br />

versie) gerealiseerd hebben met betrekking tot spraakmakend TU/e-onderzoek en de mogelijke<br />

toepassingsperspectieven daarvan.


Bijlagen 125<br />

Studenten- en alumnivoorzieningen<br />

• Samen met de andere hoger onderwijsinstellingen in <strong>Eindhoven</strong> en het gemeentebestuur de planmatige<br />

uitrol van projecten in het kader van ‘<strong>Eindhoven</strong> Studentenstad’ gestimuleerd en gefaciliteerd hebben.<br />

• Samen met alle betrokken regionale partijen een roadmap ontwikkeld hebben voor de realisatie van<br />

adequate huisvestingsvoorzieningen voor (buitenlandse) studenten, TOIO’s en promovendi en gastmedewerkers<br />

met daarin aandacht voor de korte, middellange en lange termijn en voor zowel ‘short<br />

stay’ als ‘long stay’.<br />

• In het kader van de onderzoeksgerichte honors tracks in de masteropleidingen de aanstelling<br />

van masterstudenten als onderzoeksassistenten gefaciliteerd hebben.<br />

• Een plan ontwikkeld hebben voor de invoering van één multifunctionele studentenkaart en<br />

begonnen zijn met de implementatie daarvan.<br />

• Een meerjarenplan ontwikkeld hebben voor het versterken van de banden met de alumni.<br />

• De opbouw van een alumni-ambassadeursnetwerk in gang gezet hebben.<br />

Universitaire samenwerking in Nederland<br />

• In het kader van de 3TU.Federatie actief bijgedragen hebben aan:<br />

- de vertaling van het ‘Ontwikkelingsplan 3TU. <strong>2009</strong>-2012’ in een ‘Bestuurlijke Agenda 3TU.<br />

<strong>2009</strong>-2010’;<br />

- de verwezenlijking van de doelen in de ‘Bestuurlijke Agenda 3TU. <strong>2009</strong>-2010’ ;<br />

- het gezamenlijk optreden en de behartiging van de gezamenlijke belangen van de drie TU’s.<br />

• Een tussentijdse evaluatie uitgevoerd hebben van de samenwerking met Fontys Hogescholen in<br />

de ‘<strong>Eindhoven</strong> School of Education’.<br />

• Een tussentijdse evaluatie uitgevoerd hebben van de samenwerking met de <strong>Universiteit</strong> en het<br />

Academisch Ziekenhuis Maastricht op het terrein van de biomedische technologie.<br />

Internationale universitaire samenwerking en internationalisering<br />

• Samen met de <strong>Technische</strong> Universität München en de Danmarks Tekniske Universitet de gezamenlijke<br />

‘European University Alliance in Science and Technology’ uitgebreid hebben met een of meer<br />

vooraanstaande nieuwe deelnemer(s) en in het kader van de alliantie een gezamenlijke ‘Graduate<br />

School for Sustainable Energy Technology’ opgezet hebben.<br />

• De nodige voorbereidingen getroffen hebben en lobbyactiviteiten ontplooid hebben voor participatie<br />

in een ‘Knowledge and Innovation Community’ op energiegebied in het kader van het ‘European<br />

Institute of Innovation and Technology’.<br />

• Op instellingsniveau nieuwe partnerrelaties aangegaan zijn met vooraanstaande technologieuniversiteiten<br />

in met name China, Taiwan, India, Mexico, Turkije en Oost-Europa en bestaande<br />

internationale partnerrelaties actief onderhouden hebben.<br />

• Medio en eind <strong>2009</strong> een evaluatieve inventarisatie gemaakt hebben van de partnerrelaties die<br />

de faculteiten met het oog op de recrutering en selectie van masterstudenten zijn aangegaan met<br />

vooraanstaande buitenlandse zusterfaculteiten.<br />

• Een uitgewerkte opzet ontwikkeld en vastgesteld hebben voor een universiteitsbreed project<br />

‘Internationalisering’ (inclusief de geleidelijke invoering van Engels als tweede voertaal binnen de<br />

universiteit) en gestart zijn met de uitvoering.<br />

• Naast het universitaire beurzenstelsel voor buitenlandse masterstudenten (het ‘TU/e Talent Scholarship<br />

Program’) een universitair leenstelsel voor buitenlandse masterstudenten tot stand gebracht hebben,<br />

waarbij de universiteit garant staat voor bij een bank aan te gane leningen.<br />

• Nagegaan zijn hoe het beste bevorderd kan worden dat buitenlandse studenten met een beurs uit het<br />

‘TU/e Talent Scholarship Program’ of een aanstelling als TOIO c.q. promovendus na het behalen van<br />

het masterdiploma c.q. de PDEng-of PhD-graad nog een aantal jaren in ons land een passende functie<br />

blijven vervullen.


Bijlagen 126<br />

Bedrijfsvoering<br />

• Een ‘Instellingplan <strong>2009</strong>-2012’ opgeleverd hebben met daarin een ‘Strategieschets’ over de positie<br />

van de TU/e in een snel veranderende wereld.<br />

• Het interne verdeelmodel IBM geëvalueerd hebben met het oog op de opstelling van de begroting 2010.<br />

• De planning & controlcyclus geoptimaliseerd hebben met behulp van Orca Begroting & Planning.<br />

• Een plan ontwikkeld hebben voor cash free betalen op de campus en begonnen zijn met de<br />

implementatie.<br />

• Project 1 in het kader van het huisvestingsprogramma ‘Campus 2020’ aanbesteed hebben en<br />

gestart zijn met de bouwactiviteiten.<br />

• Een beslissing genomen hebben over de definitieve huisvesting van het ‘TU/e Institute for<br />

Complex Molecular Systems’ en het ‘TU/e Advanced Study Center for Complexity’.<br />

• Een samenhangend informatie(management)beleid ontwikkeld en vastgesteld hebben.<br />

• De implementatie van een geïntegreerde ‘Digitale Leer- en Werkomgeving’ afgerond hebben.<br />

• Conform de in 2008 vastgestelde ‘Communicatiestrategie TU/e’ begonnen zijn met de uitvoering<br />

van de projecten ‘Internal en external branding’ en ’Reconstructie website en realisatie intranet’.<br />

• De (internationale) arbeidsmarktcommunicatie en personeelwerving opgewaardeerd hebben<br />

conform het in 2008 ter zake vastgestelde beleidsplan.<br />

• Een ‘online publishing platform’ gerealiseerd hebben ten behoeve van huisstijlbeheersing en<br />

efficiënte grafische productie van communicatieuitingen.<br />

• Een plan opgesteld hebben voor de toekomstige ontwikkeling van de interne dienstverlening op<br />

huisvestingsgebied en de rol van de ‘Dienst Huisvesting’ daarin.<br />

• Een plan opgesteld hebben voor de toekomstige ontwikkeling van de interne technische dienstverlening<br />

en de rol van de ‘Gemeenschappelijke <strong>Technische</strong> Dienst’ daarin.<br />

• Een businessplan opgeleverd hebben voor de eenheid ‘Arbo, Milieu, Veiligheid en Straling’ (AMVS),<br />

waarin in 2008 de ‘Stralingsbeschermingsdienst’ en de ‘Arbo en Milieu Service Organisatie’ zijn<br />

samengebracht.<br />

• Positie en taken van het ‘TU/e Centrum voor Communicatie, Taal & Techniek’ geëvalueerd hebben.


Bijlagen<br />

127<br />

6<br />

Kernambities <strong>2009</strong>-2012<br />

De TU/e stelt om de twee à drie jaar een ‘Instellingsplan’ op met daarin de kernambities en beleidsdoelen<br />

voor een periode van vier jaren. Het meest recente - het ‘Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012’ - dateert van<br />

november <strong>2009</strong>. De TU/e wil eind 2012 op de taakvelden onderwijs, onderzoek, kennisvalorisatie,<br />

studenten- en alumnivoorzieningen, universitaire samenwerking in Nederland, internationale universitaire<br />

samenwerking en internationalisering en bedrijfsvoering de volgende kernambities gerealiseerd hebben.<br />

Onderwijs<br />

Een sterke en onderscheidende positie op de nationale en internationale onderwijsmarkt voor opleidingen<br />

binnen het domein ‘engineering science & technology’, onder meer tot uitdrukking komend in:<br />

• een positie binnen de top drie van de Nederlandse universiteiten bij onderwijsvisitaties,<br />

tevredenheidspeilingen onder studenten en enquêtes onder hoogleraren en werkgevers<br />

• deelname van 10% van de studenten aan onderwijstrajecten die in verbredende en/of verdiepende<br />

zin meer bieden dan het reguliere programma<br />

• een rendement van 70% binnen vier jaar na aanvang van de opleiding voor alle vwo-instromers in<br />

de bacheloropleidingen die zich na een jaar herinschrijven bij dezelfde of een andere opleiding<br />

binnen de TU/e en een rendement van 90% binnen 2,5 jaar bij de masteropleidingen<br />

• een marktaandeel in de totale jaarlijkse studenteninstroom in de Nederlandse universiteiten van<br />

ten minste 3,5 %<br />

• ten minste 750 BSc-, 1100 MSc- en 150 PDEng-afgestudeerden per studiejaar<br />

Onderzoek<br />

Een vooraanstaande positie en reputatie in de internationale wetenschappelijke wereld, onder meer<br />

tot uitdrukking komend in:<br />

• een visitatiescore van ten minste 4 op het aspect kwaliteit en van gemiddeld 4 of hoger op de overige<br />

aspecten (productiviteit, relevantie en levensvatbaarheid/toekomstperspectief)<br />

• een science citation impactscore (cf. het Centre for Science and Technology Studies) boven de 1.5<br />

• ten minste 200 promoties per jaar<br />

• ten minste 25 en 70 miljoen euro inkomsten op jaarbasis via respectievelijk de tweede en derde<br />

geldstroom<br />

• een sterke positie in ten minste één ‘Knowledge and Innovation Community’ in het kader van het<br />

‘European Institute of Innovation and Technology’<br />

Kennisvalorisatie<br />

Een substantiële bron van kennis, technologie en nieuwe bedrijvigheid in de nationale en regionale<br />

kenniseconomie, onder meer tot uitdrukking komend in:<br />

• behoud van de leidende positie in het CWTS Scoreboard of University-Industry Research Cooperation<br />

• deelname aan ondernemerschapsonderwijs door ten minste 300 studenten<br />

• ten minste 70 miljoen euro inkomsten op jaarbasis via de derde geldstroom<br />

• het delen van ten minste 20% van alle universitaire onderzoeksfaciliteiten met derden<br />

• 30 start-ups en spin-offs op jaarbasis


Bijlagen 128<br />

Studenten- en alumnivoorzieningen<br />

Een vooraanstaande positie in vergelijking met andere Nederlandse universiteiten qua voorzieningen<br />

voor, dienstverlening aan en relaties met studenten en alumni, onder meer tot uitdrukking komend in:<br />

• een positie binnen de top drie van Nederlandse universiteiten bij ter zake doende<br />

tevredenheidspeilingen onder studenten en alumni;<br />

• een percentage in <strong>Eindhoven</strong> gevestigde, uitwonende studenten van 60 of hoger;<br />

• een forse uitbreiding van het aanbod aan betaalbare huisvestingsmogelijkheden voor met name<br />

buitenlandse studenten, technologisch-ontwerpers-in-opleiding en promovendi;<br />

• een aantoonbaar versterkte reputatie van <strong>Eindhoven</strong> als universiteits- en studentenstad;<br />

• actuele persoons- en loopbaangegevens van ten minste 80% van de alumni in de Alumninet-database<br />

van de universiteit.<br />

Universitaire samenwerking in Nederland<br />

Strategisch belangrijke partnerrelaties met andere Nederlandse universiteiten, onder meer tot uitdrukking<br />

komend in aantoonbare meerwaarde van:<br />

• de afstemming en samenwerking met de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente in de<br />

3TU.Federatie;<br />

• de afstemming en samenwerking met faculteiten van andere Nederlandse universiteiten in het kader<br />

van de sectorplannen Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde en Informatica;<br />

• de samenwerking met de <strong>Universiteit</strong> Maastricht en het Maastricht Universitair Medisch Centrum en<br />

met andere Nederlandse universiteiten en academische medische centra op het terrein van de<br />

biomedische technologie en de levenswetenschappen;<br />

• de samenwerking met de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg in het kader van het ‘Brabant Center for<br />

Entrepreneurship’ en de ‘TiasNimbas Business School’.<br />

Internationale universitaire samenwerking en internationalisering<br />

Een aantoonbaar versterkte internationale concurrentiepositie en reputatie en een meer internationaal<br />

studie- en werkklimaat binnen de universiteit, onder meer tot uitdrukking komend in:<br />

• profijtelijke partnerrelaties op instellings- en faculteitsniveau met vooraanstaande universiteiten<br />

in Europa (onder meer als lid van de ‘European University Alliance in Science and Technology’) en<br />

elders in de wereld;<br />

• een sterke positie in ten minste één ‘Knowledge and Innovation Community’ in het kader van het<br />

‘European Institute of Innovation and Technology’;<br />

• een instroom uit het buitenland van ten minste 300 masterstudenten, 75 ontwerpers-in-opleiding<br />

en 100 promovendi op jaarbasis;<br />

• ten minste 15% buitenlandse hoogleraren en universitair hoofddocenten;<br />

• gemiddeld 15 miljoen euro inkomsten op jaarbasis uit Europese fondsen.<br />

Bedrijfsvoering<br />

Een optimale bedrijfsvoering ter ondersteuning van de voorgaande kernambities, onder meer tot<br />

uitdrukking komend in:<br />

• een sluitende begroting en voldoende financiële ruimte voor de bestuurlijke stimulering van de<br />

verwezenlijking van kernambities;<br />

• een verhouding WP/OBP van minimaal 1.60;<br />

• ten minste 25 procent vrouwen binnen het WP, 12 vrouwelijke hoogleraren (inclusief deeltijders)<br />

en 15 vrouwelijke universitair hoofddocenten;<br />

• de oplevering van project 1 en de start van project 2 in het kader van het huisvestingsprogramma<br />

’Campus 2020’;<br />

• optimale ICT-voorzieningen ter ondersteuning van de primaire en bedrijfsprocessen;<br />

• sterke participatie in relevante wetenschappelijke en maatschappelijke organisaties;<br />

• een aantoonbaar verbeterd imago onder relevante stakeholdergroepen in binnen- en buitenland.


Bijlagen<br />

129<br />

7<br />

Bestuurlijke Agenda 2010<br />

Onderwijs<br />

• Het netwerk van vwo-scholen in het kader van het Pre University College uitgebreid hebben<br />

en de activiteiten voor en met de scholen in het netwerk geïntensiveerd hebben.<br />

• De werving van bachelorstudenten (met name voor de harde technische opleidingen)<br />

geïntensiveerd hebben en in dat kader op WP-niveau contacten gelegd hebben met tenminste<br />

80% van de vwo-scholen in ons land.<br />

• In enkele bacheloropleidingen pilotprojecten met personal coaching uitgevoerd hebben.<br />

• Het bindend studieadvies in alle bacheloropleidingen geïmplementeerd hebben.<br />

• Gestart zijn met het ‘Honors Star Program’ voor bachelorstudenten.<br />

• Instellingsbreed een meerjarig beleidsprogramma rendementsverbetering uitgerold hebben.<br />

• Een beslissing genomen hebben over de invoering van een ‘harde knip’ tussen bachelor- en<br />

masteropleidingen, die voor het eerst effectief wordt voor alle studenten die met ingang van<br />

het studiejaar 2012-2013 door willen stromen in een masteropleiding.<br />

• Zorg gedragen hebben voor visitatie van de opleidingen ‘<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde’ (BSc),<br />

‘Innovation Management’ (MSc), ‘Operations Management and Logistics’ (MSc) en ‘Electrical<br />

Engineering’ (BSc en MSc).<br />

• Ter versterking van de internationale profilering van het graduate onderwijsaanbod de master- en<br />

ontwerpersopleidingen en promotieprogramma’s per discipline samengebracht hebben in een<br />

Graduate Program en alle Graduate Programs op instellingsniveau samengebracht hebben in een<br />

Graduate School.<br />

• Experimenten uitgevoerd hebben met de aanstelling van masterstudenten in honors tracks als<br />

ontwerp- c.q. onderzoeksassistent.<br />

• De nodige voorbereidingen getroffen hebben voor overschakeling op een nieuw onderwijsbeoordelingssysteem<br />

op basis van een instellingsaudit in combinatie met een lichtere vorm<br />

van opleidingsvisitaties.<br />

• Het pilotproject met een honors track in de masteropleiding ‘Computer Science and Engineering’<br />

afgerond hebben en gestart zijn met de gefaseerde implementatie van honors tracks in alle<br />

masteropleidingen.<br />

• Bij de aanvang van het studiejaar 2010-2011 gestart zijn met een zelfstandige masteropleiding<br />

‘Polymers’ en plannen ontwikkeld hebben voor de start van zelfstandige masteropleidingen<br />

‘Complex Molecular Systems’ en ‘Nuclear Fusion’ met ingang van het studiejaar 2011-2012.<br />

• Een revitaliseringsplan voor de ontwerpersopleidingen (PDEng) vastgesteld hebben en de<br />

verwezenlijking ter hand genomen hebben.<br />

• Met Fontys Hogescholen meerjarenafspraken gemaakt hebben over samenwerking op onderwijsgebied.<br />

Onderzoek<br />

• De verdere opbouw van het ‘TU/e Institute for Complex Molecular Systems’ gefaciliteerd hebben.<br />

• De oprichting en opbouw van het ‘Topinstitute Intelligent Lighting’ gefaciliteerd hebben.<br />

• De oprichting en opbouw van het ‘<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute’ gefaciliteerd hebben.<br />

• Samen met regionale partners (waaronder Philips en TNO) een publiek-privaat onderzoeksinitiatief<br />

ontwikkeld hebben op het terrein van ‘Life Tech’.<br />

• Afhankelijk van de besluitvorming door het ‘European Institute of Innovation and Technology’ terzake<br />

vorm gegeven hebben aan de TU/e-participatie in ‘Knowledge and Innovation Communities’<br />

(KIC’s) op de terreinen energie, ICT en klimaat (inclusief eventuele <strong>Eindhoven</strong>se co-locaties van de<br />

KIC’s energie en ICT).<br />

• Stimuleringsbijdragen toegekend hebben aan de beste voorstellen in het kader van een tweede<br />

call voor ‘TU/e High Tech Potential Programs’.<br />

• Een TU/e roadmap ‘Onderzoeksinfrastructuur 2020’ opgeleverd hebben.<br />

• Zorg gedragen hebben voor de afronding van de onderzoeksvisitaties op de domeinen technische<br />

wiskunde, technische informatica, industrial design en biomedische technologie en voor de<br />

bestuurlijke vaststelling van beleidsreacties op de resultaten van deze visitaties.


Bijlagen 130<br />

• Zorg gedragen hebben voor de uitvoering van onderzoeksvisitaties op de domeinen technische<br />

natuurkunde, bouwkunde en industrial engineering & innovation sciences.<br />

• Gestimuleerd hebben dat de in het kader van de Postdoc-impuls 2007-2008 aangestelde<br />

postdoc’s kansrijke voorstellen indienen in het kader van de NWO Vernieuwingsimpuls.<br />

Kennisvalorisatie<br />

• In het kader van nieuwe subsidiemogelijkheden (in vervolg op de Technopartnerregeling) voldoende<br />

financiële middelen verworven hebben voor uitvoering van het ‘TU/e Businessplan Kennisvalorisatie’<br />

en de uitvoering van het plan ter hand genomen hebben.<br />

• De projecten in het kader van de ‘Kenniswerkersregeling’ succesvol uitgevoerd hebben.<br />

• Criteria ontwikkeld hebben voor het beoordelen van valorisatieresultaten op het niveau van de<br />

universiteit, de faculteit en de individuele medewerker.<br />

• Er samen met de betrokken regionale partners zorg voor gedragen hebben dat de bouw van de nieuwe<br />

startersfaciliteit ‘Catalyst’ op de universiteitscampus volgens planning ter hand wordt genomen.<br />

• Samen met de betrokken partners een beslissing genomen hebben over de vorming van een<br />

verzelfstandigd open ‘Molecular Imaging Laboratory’ op de ‘High Tech Campus’ en over de<br />

verzelfstandiging van de cleanroom op de universiteitscampus als open R&D-faciliteit.<br />

• Het Project Office dat faculteiten ondersteunt bij het verwerven van tweede- en vooral<br />

derdegeldstroomprojecten, structureel in de organisatie verankerd hebben.<br />

Studenten- en alumnivoorzieningen<br />

• Samen met alle relevante partners in de regio een eerste concept opgeleverd hebben van een<br />

visiedocument ‘Studentenhuisvesting <strong>Eindhoven</strong> in 2020’.<br />

• Zorg gedragen hebben voor een substantiële uitbreiding van het aantal betaalbare wooneenheden<br />

voor buitenlandse studenten, technologisch ontwerpers in opleiding en promovendi door betrokken<br />

woningcorporaties.<br />

• De besluitvorming over het al of niet invoeren van een multifunctionele studentenkaart afgerond<br />

hebben.<br />

• Samen met de partners in het stimuleringsprogramma ‘<strong>Eindhoven</strong>Studentenstad’ een nulmeting<br />

uit hebben laten voeren naar de reputatie van <strong>Eindhoven</strong> als universiteits- en studentenstad.<br />

• Een tevredenheidspeiling uitgevoerd hebben onder studenten met beperkingen/handicaps.<br />

• De besluitvorming over een meerjarenplan voor het alumnibeleid afgerond hebben en de uitvoering<br />

van dit plan ter hand genomen hebben.<br />

Universitaire samenwerking in Nederland<br />

• Samen met de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente binnen de daarvoor<br />

beschikbaar gestelde financiële middelen uitvoering gegeven hebben aan de Bestuurlijke<br />

Jaaragenda <strong>2009</strong>-2010 van de 3TU.Federatie.<br />

• In het kader van de 3TU.Federatie bijgedragen hebben aan de ontwikkeling van een regieorgaan voor<br />

de technologiesector in ons land en aan een daarop aansluitend besturingsmodel voor de federatie zelf.<br />

• Samen met de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg het ‘Brabants Center for Entrepreneurship’ succesvol<br />

geïmplementeerd hebben en in dat kader afspraken gemaakt hebben over uitwisseling van<br />

onderwijsmodules.


Bijlagen 131<br />

Internationale universitaire samenwerking en internationalisering<br />

• De besluitvorming over een universiteitsbreed beleidsprogramma ‘Internationalisering’ afgerond<br />

hebben en gestart zijn met de uitvoering van de eerste projecten in het kader van dit programma.<br />

• Samen met de <strong>Technische</strong> Universität München (TUM) en de Danmarks Tekniske Universitet (DTU)<br />

zorg gedragen hebben voor de consolidatie en uitbouw van de gezamenlijke ‘European University<br />

Alliance in Science and Technology’, met name op energiegebied.<br />

• Op instellingsniveau nieuwe partnerrelaties aangegaan zijn met vooraanstaande universiteiten in<br />

de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) en andere ‘emerging countries’ in Oost-Europa,<br />

Azië en Amerika en de relaties met bestaande partneruniversiteiten actief onderhouden hebben.<br />

• Met geselecteerde partneruniversiteiten afspraken gemaakt hebben over onderlinge mobiliteit van<br />

groepen bachelorstudenten en gestart zijn met de verwezenlijking van deze afspraken.<br />

• Met geselecteerde partneruniversiteiten afspraken gemaakt hebben over het realiseren van ‘joint<br />

degree programs’ (op graduate niveau) en gestart zijn met de verwezenlijking van deze afspraken.<br />

• Met het oog op de werving en selectie van masterstudenten zorg gedragen hebben voor adequate<br />

partnerrelaties op facultair niveau met vooraanstaande buitenlandse universiteiten.<br />

Bedrijfsvoering<br />

• Een ‘Strategieschets TU/e 2020’ en een daarop aansluitend ‘Instellingsplan 2011-2014’ vastgesteld<br />

hebben.<br />

• In het kader van het nationale charter ‘Talent voor de Top’ een meerjarenplan vastgesteld hebben<br />

voor het vergroten van het aandeel vrouwen in wetenschappelijke en leidinggevende functies en<br />

begonnen zijn met de implementatie.<br />

• Instellingsbreed de ‘Basiskwalificatie Onderwijs’ geïmplementeerd hebben.<br />

• De derde release van de ‘Digitale Leer- en Werkomgeving’ (DLWO) opgeleverd hebben en een<br />

koppeling gerealiseerd hebben tussen de DLWO van de TU/e en die van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente.<br />

• De verbouwing en herinrichting van het Ceres-gebouw ten behoeve van het ‘TU/e Institute for<br />

Complex Molecular Systems’ en het ‘TU/e Advanced Study Center’ ter hand genomen hebben.<br />

• Het brandingconcept ‘The Innovator’ in alle communicatiemodaliteiten doorgevoerd hebben.<br />

• De vernieuwde TU/e-website opgeleverd hebben en een intranetsite gerealiseerd hebben.<br />

• Besluitvorming afgerond hebben over een samenhangend beleidsplan voor wetenschapsmarketing<br />

en -communicatie en een begin gemaakt hebben met de uitvoering van dit plan.<br />

• Op instellingsniveau beleid vastgesteld hebben op het gebied van de beschikbaarstelling van<br />

wetenschappelijke publicaties via een repository en de uitvoering van dat beleid ter hand genomen<br />

hebben.<br />

• In het kader van het huisvestingsprogramma ‘Campus 2020’ gestart zijn met de bouw van de nieuwe<br />

W-hal c.a., voorbereidingen getroffen hebben voor de projecten 2 tot en met 4 en in dat kader<br />

ambities geformuleerd hebben ten aanzien van duurzaamheid en (architectonische) uitstraling.<br />

• Tijdig voor de opstelling van de begroting 2011 beleid ontwikkeld hebben ten aanzien van financiële<br />

reserves.<br />

• Begonnen zijn met de voorbereiding van de viering van het elfde TU/e-lustrum in 2011.


Bijlagen 132<br />

8<br />

Benoemingen hoogleraren en<br />

universitair hoofddocenten<br />

Hoogleraren begindatum vakgebied<br />

Mw. Prof. dr. E. Lomonova 01-03-09 Electromechanics, Power Electronics and Motion Systems<br />

Prof. dr. R.J. Mahieu 01-03-09 Entrepreneurial Finance<br />

Prof. dr. M.T. Hill 01-04-09 NanoPhotonic Integration Technology<br />

Prof. dr. M. Petkovic 01-04-09 Secure Data Management<br />

Prof. dr. ir. A.A. Basten 01-05-09 Computational Models for Networked Embedded Systems<br />

Prof. dr. K. Frenken 01-05-09 Economics of Innovation & Technological Change<br />

Prof. dr. N.J. Lopes Cardozo 01-05-09 Science and Technology of Nuclear Fusion<br />

Prof. dr. J.H. van Zanten 01-05-09 Statistiek<br />

Prof. dr. ir. E.J.M. Hensen 01-07-09 Inorganic Materials Chemistry<br />

Prof. dr. ir. H.J.H. Brouwers 01-09-09 Building Materials<br />

Mw. Prof. dr. E. Demerouti 01-09-09 Organizational Behavior & Human Decision Processes<br />

Prof. dr. ir. C.P.W. Geurts 01-09-09 Technology of the Building Envelope<br />

Prof. dr. ir. J.G. Slootweg 01-10-09 Smart Grids<br />

Prof. dr. ir. van Brummelen 01-11-09 Multi-Scale Engineering Fluid Dynamics<br />

Prof. dr. ir. U. Kaymak 01-11-09 Information Systems in Health Care<br />

Prof. dr. ir. M. Breeuwer 01-12-09 Beeldanalyse Algoritmiek en Klinische Applicatiesoftware<br />

Prof. dr. W.M.J.M. Coene 01-12-09 Lithographic Process Control<br />

Prof. dr. K.G.W. Goossens 01-01-10 Real-time Embedded Systems<br />

Prof. dr. ir. A.B. Smolders 01-01-10 Electromagnetics in Wireless Telecommunication<br />

Universitair hoofddocenten begindatum vakgebied<br />

Dr. ir. B.J.E. Blocken 01-01-09 Urban Physics<br />

Dr. J.A.M. Dam 01-01-09 Modelleren van Cryogene Stromingsprocessen<br />

Dr. R. Duchateau 01-01-09 Polymerization Catalysis<br />

Dr. J. Loos 01-01-09 Interfacial Characterisation<br />

Dr. S.C.J. Meskers 01-01-09 Opto-Electronic Properties of Molecular Materials<br />

Dr. M. B. Peterson 01-03-09 Ethics & Technology<br />

Dr. A. Wolff 01-03-09 Algoritmische Aspecten van Geometrische Netwerken<br />

Dr. ir. H.A. Reijers 01-04-09 Business Process Management<br />

Dr. ir. M. Kemerink 01-07-09 Mesoscopic Charge Transport and Device Physics of<br />

Organic Devices<br />

Dr. ir. J.P.M. Voeten 01-07-09 Modelleren en Ontwerpem van Communicerende Systemen<br />

Dr. ing. G.P.A. Mom 01-12-09 History of Technology & Mobility History<br />

Dr. E.P.A.M. Bakkers 01-01-10 Semiconductor Nanowires


134<br />

Colofon<br />

Correspondentieadres<br />

<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong><br />

t.a.v. het College van Bestuur<br />

Postbus 513<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

Telefoon (040) 247 91 11<br />

bestuurssecretariaat@tue.nl<br />

Redactie<br />

Stafbureau College van Bestuur<br />

Dienst Financiële en Economische Zaken<br />

Productie en Eindredactie<br />

Communicatie Expertise Centrum<br />

Vormgeving<br />

VISID, Nuenen<br />

Volle-Kracht, <strong>Eindhoven</strong><br />

Fotografie<br />

Rob Stork


Bezoekadres<br />

Den Dolech 2<br />

5612 AZ <strong>Eindhoven</strong><br />

Postadres<br />

Postbus 513<br />

5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />

Tel. (040) 247 91 11<br />

www.tue.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!