Jaarverslag 2009 - Technische Universiteit Eindhoven
Jaarverslag 2009 - Technische Universiteit Eindhoven
Jaarverslag 2009 - Technische Universiteit Eindhoven
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Jaarverslag</strong><br />
<strong>2009</strong><br />
Where innovation starts
Woord vooraf<br />
In dit <strong>Jaarverslag</strong> legt de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> publiekelijk verantwoording af over het<br />
gevoerde beleid, de geleverde prestaties en de gerealiseerde financiële resultaten in het jaar <strong>2009</strong>.<br />
Het verslag is onderdeel van de besturingscyclus van de universiteit. De TU/e publiceert ongeveer elke twee<br />
tot drie jaar een Instellingsplan met daarin de kernambities en beleidsdoelen voor een periode van vier<br />
jaar. Met langere tussenpozen wordt (onder de noemer Strategieschets)- al of niet als onderdeel van het<br />
Instellingsplan - een langetermijnvisie gepubliceerd. Een uitwerking van het Instellingsplan in actiepunten<br />
voor een bepaald jaar gebeurt jaarlijks in de vorm van een Bestuurlijke Agenda, vergezeld van een Begroting<br />
voor het desbetreffende jaar. Elk kwartaal rapporteert het College van Bestuur over de voortgang met de<br />
verwezenlijking van de Bestuurlijke Agenda en over de financiële stand van zaken aan de Raad van Toezicht.<br />
De besturingscyclus voorziet tot slot in de jaarlijkse publicatie van een <strong>Jaarverslag</strong> over het voorafgaande jaar.<br />
In juni 2002 heeft de TU/e in haar ‘Instellingsplan 2002-2005’ onder de noemer ‘Internationaal concurreren<br />
en samenwerken’ haar meest recente Strategieschets gepubliceerd. Sindsdien werden drie Instellingsplannen<br />
opgeleverd, in september 2004 het ‘Instellingsplan 2004-2007’, in juni 2006 het ‘Instellingsplan<br />
2006-<strong>2009</strong>’ en in september <strong>2009</strong> het ‘Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012’. In <strong>2009</strong> is gestart met de ontwikkeling<br />
van een in de loop van 2010 op te leveren nieuwe strategieschets (‘Strategie TU/e 2020’). Deze zal als<br />
inspiratie dienen voor een aansluitend te publiceren ‘Instellingsplan 2011-2014’.<br />
Eind 2008 stelde de TU/e haar ‘Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong>’ en haar ‘Begroting <strong>2009</strong>’ vast. Deze documenten<br />
vormden het bestuurlijke kader voor de activiteiten in <strong>2009</strong>. Het jaar <strong>2009</strong> was door de economische<br />
crisis een moeilijk jaar voor de hightech regio waarin de TU/e opereert. Ons pleidooi voor behoud van<br />
kenniswerkers en intensivering van hightech onderzoeksprojecten vond gehoor bij de overheid en<br />
leidde tot een Kenniswerkersregeling en een Regeling High Tech Topprojecten. De TU/e maakte van alle<br />
Nederlandse universiteiten het meest succesvol gebruik van deze regelingen om bedrijven in de regio<br />
te helpen hun kenniswerkers vast te houden en publiek-private hightech onderzoeksactiviteiten te<br />
intensiveren. Bij dat alles werden de meeste voornemens in de Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong> in belangrijke<br />
mate gerealiseerd en kon het jaar in financiële zin afgesloten worden met een bescheiden positief resultaat.<br />
De studentenaantallen en de inkomsten in de tweede en derde geldstroom groeiden sterker dan verwacht.<br />
Al met al mogen we dan ook concluderen dat we het moeilijke jaar <strong>2009</strong> goed zijn doorgekomen.<br />
Een woord van dank aan allen die hebben bijgedragen aan het succesvolle verloop van <strong>2009</strong>, is hier zeker<br />
op zijn plaats.<br />
De opzet van dit jaarverslag is afgestemd op de in oktober 2007 door de overheid gepubliceerde ‘Richtlijn<br />
<strong>Jaarverslag</strong> Onderwijs’, welke met ingang van de verslaggeving over 2008 van kracht is geworden.<br />
Het College van Bestuur:<br />
A.H. Lundqvist, voorzitter<br />
Prof.dr.ir. C.J. van Duijn, rector magnificus<br />
Mr. J.P. van Ham, lid<br />
Ir. H.P.J.M. Roumen, secretaris van de universiteit<br />
<strong>Eindhoven</strong>, april 2010
Inhoudsopgave<br />
Verslag Raad van Toezicht<br />
Bestuursverslag<br />
1 Algemeen<br />
1.1 Missie en profiel<br />
1.2 Organisatie en opleidingen<br />
1.3 Gevoerd beleid<br />
1.4 Relatie met overheidsbeleid<br />
1.5 Kengetallen 2005-<strong>2009</strong><br />
1.6 Toekomstige ontwikkelingen<br />
1.7 Kerncijfers begroting 2010<br />
2 Onderwijs<br />
2.1 Feiten en cijfers<br />
2.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
2.3 Diversen<br />
3 Onderzoek<br />
3.1 Feiten en cijfers<br />
3.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
3.3 Diversen<br />
4 Kennisvalorisatie<br />
4.1 Feiten en cijfers<br />
4.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
4.3 Diversen<br />
5 Studenten- en alumnivoorzieningen<br />
5.1 Feiten en cijfers<br />
5.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
5.3 Diversen<br />
6 Universitaire samenwerking in Nederland<br />
6.1 Feiten en cijfers<br />
6.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
6.3 Diversen<br />
7 Internationale universitaire samenwerking en<br />
internationalisering<br />
7.1 Feiten en cijfers<br />
7.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
7.3 Diversen<br />
8 Bedrijfsvoering<br />
8.1 Feiten en cijfers<br />
8.2 Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
8.3 Diversen<br />
Financieel verslag<br />
1 Algemene toelichting jaarrekening <strong>2009</strong><br />
2 Kerncijfers<br />
3 Toelichting op de kerncijfers<br />
3.1. Algemeen<br />
3.1.1 Baten<br />
3.1.2 Lasten<br />
3.1.3 Saldo financiële baten en lasten<br />
3.2 Opbouw eigen vermogen<br />
3.3 Opbouw voorzieningen<br />
4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling<br />
4.1 Balans<br />
4.2 Opbrengstverantwoording<br />
5 Geconsolideerde balans per 31 december <strong>2009</strong><br />
5<br />
9<br />
11<br />
11<br />
12<br />
17<br />
17<br />
18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
21<br />
30<br />
34<br />
39<br />
39<br />
44<br />
47<br />
50<br />
50<br />
51<br />
53<br />
54<br />
54<br />
54<br />
55<br />
57<br />
57<br />
57<br />
58<br />
59<br />
59<br />
59<br />
60<br />
62<br />
62<br />
67<br />
70<br />
75<br />
77<br />
78<br />
79<br />
79<br />
79<br />
79<br />
80<br />
80<br />
81<br />
82<br />
82<br />
85<br />
86<br />
6 Geconsolideerde staat van baten en lasten <strong>2009</strong><br />
7 Geconsolideerd kasstroomoverzicht<br />
8 Toelichting op de geconsolideerde balans<br />
8.1 Vaste activa<br />
8.1.1 Materiële vaste activa<br />
8.1.2 Financiële vaste activa<br />
8.2 Vlottende activa<br />
8.2.1 Voorraden<br />
8.2.2 Vorderingen<br />
8.2.3 Liquide middelen<br />
8.3 Eigen vermogen<br />
8.4 Voorzieningen<br />
8.5 Langlopende schulden<br />
8.6 Kortlopende schulden<br />
8.7 Niet in de balans opgenomen verplichtingen<br />
en activa<br />
9 Toelichting op de geconsolideerde staat van<br />
baten en lasten<br />
9.1 Baten<br />
9.1.1 Rijksbijdrage OCW<br />
9.1.2 Werk voor derden<br />
9.1.3 Overige baten<br />
9.2 Lasten<br />
9.2.1 Personele lasten<br />
9.2.2 Afschrijvingen<br />
9.2.3 Overige lasten<br />
9.3 Saldo financiële baten en lasten<br />
10 Enkelvoudige balans per 31 december <strong>2009</strong><br />
11 Enkelvoudige staat van baten en lasten <strong>2009</strong><br />
12 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening<br />
12.1 Toelichting enkelvoudige balans per<br />
31 december <strong>2009</strong><br />
12.2 Toelichting resultaat <strong>2009</strong> enkelvoudige staat<br />
van baten en lasten<br />
13 Overige gegevens<br />
13.1 Bestemming resultaat<br />
13.2 Groepsmaatschappijen<br />
13.3 Overige verbonden partijen<br />
13.4 Honoraria van de accountant<br />
13.5 Verklaring College van Bestuur<br />
14 Accountantsverklaring<br />
Bijlagen<br />
1 Organogram per 31 december <strong>2009</strong><br />
2 Samenstelling bestuursorganen per<br />
31 december <strong>2009</strong><br />
3 Samenstelling facultaire adviesraden per<br />
31 december <strong>2009</strong><br />
4 Samenstelling <strong>Universiteit</strong>sraad per<br />
31 december <strong>2009</strong><br />
5 Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
6 Kernambities <strong>2009</strong>-2012<br />
7 Bestuurlijke Agenda 2010<br />
8 Benoemingen hoogleraren en universitair<br />
hoofddocenten<br />
87<br />
88<br />
89<br />
89<br />
89<br />
91<br />
91<br />
91<br />
92<br />
92<br />
93<br />
93<br />
95<br />
96<br />
97<br />
98<br />
98<br />
98<br />
98<br />
98<br />
99<br />
99<br />
101<br />
101<br />
102<br />
103<br />
104<br />
105<br />
105<br />
106<br />
108<br />
108<br />
108<br />
111<br />
111<br />
111<br />
112<br />
115<br />
117<br />
118<br />
120<br />
122<br />
123<br />
127<br />
129<br />
132
Where innovation starts<br />
5<br />
Verslag<br />
Raad van Toezicht
7<br />
Verslag Raad van Toezicht<br />
Samenstelling en vergaderingen<br />
De Raad van Toezicht bestond eind <strong>2009</strong> uit:<br />
• ir. R.L. van Iperen (voorzitter);<br />
• dr. F.J.H. Don;<br />
• prof.dr. W.H. Gispen;<br />
• drs. M.J.C. de Jong MBA;<br />
• mw. P.C. Krikke.<br />
Dr.ir. G.J. Kleisterlee bekleedde het voorzitterschap van de raad tot 1 september <strong>2009</strong>, de datum waarop<br />
zijn tweede benoemingstermijn als lid van de raad afliep. De heer Kleisterlee heeft het voorzitterschap<br />
acht jaren vervuld. De heer Van Iperen werd met ingang van 1 september benoemd tot voorzitter van de<br />
raad. De heer Don werd per 1 september voor vier jaren herbenoemd als lid van de raad. De benoeming<br />
van de heer De Jong tot lid van de raad voor een periode van vier jaren ging in op 1 december <strong>2009</strong>. Een<br />
volledig overzicht van de benoemingstermijnen van de leden van de raad is in te zien via de website van<br />
de universiteit (www.tue.nl).<br />
De raad kwam in <strong>2009</strong> vijf keer bijeen met het College van Bestuur. De bijeenkomsten werden<br />
gecombineerd met een bezoek aan de faculteit Industrial Design en met presentaties van het<br />
nieuwbouwplan voor bibliotheek, centrale studentenvoorzieningen en faculteit Wiskunde en Informatica<br />
en van het plan voor de ontwikkeling van een Topinstitute Intelligent Lighting. De heer Don nam namens<br />
de voorzitter van de raad deel aan een vergadering van de voorzitters van de Raden van Toezicht van de<br />
Nederlandse universiteiten over onder meer het wetsvoorstel Versterking besturing instellingen voor hoger<br />
onderwijs. Mevrouw Krikke voerde een gesprek met een vertegenwoordiging van de <strong>Universiteit</strong>sraad.<br />
Deze toonde zich tevreden over de samenwerking met het College van Bestuur.<br />
Beslissingen<br />
De raad benoemde dr.ir. A.J.H.M. Peels per 1 mei 2010 voor vier jaar tot voorzitter van het College<br />
van Bestuur. Hij volgt in die functie de heer A.H. Lundqvist op, die per 1 mei 2010 met pensioen gaat.<br />
De raad gaf in <strong>2009</strong> zijn goedkeuring aan:<br />
• de Jaarrekening en het <strong>Jaarverslag</strong> 2008;<br />
• het Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012;<br />
• de Begroting 2010;<br />
• het Financieringsstatuut 2010;<br />
• vijf wijzigingen van het Bestuurs- en beheersreglement.<br />
Verder besloot de raad het in <strong>2009</strong> aflopende contract met een externe accountant (KPMG) te verlengen en<br />
stemde de raad in met een geactualiseerd financieel kader voor het masterplan huisvesting Campus 2020.<br />
Met waardering werd kennisgenomen van de Bestuurlijke Agenda 2010 en van het plan om via brede<br />
raadpleging van en discussies met in- en externe stakeholders te werken aan de ontwikkeling van een<br />
in 2010 op te leveren strategieschets van de TU/e voor de lange termijn (‘Strategie TU/e 2020’).<br />
Aandachtspunten<br />
Gedurende het jaar volgde de raad op hoofdlijnen de realisatie van de Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong>,<br />
de financiële exploitatie en de ontwikkeling van de personeelsformatie en de studentenaantallen<br />
aan de hand van kwartaalrapportages.<br />
De raad besteedde in <strong>2009</strong> verder onder meer aandacht aan:<br />
• de resultaten van recente onderzoeks- en onderwijsvisitaties;<br />
• de 3TU-samenwerking in het algemeen en een concept van het Ontwikkelingsplan <strong>2009</strong>-2012<br />
van de 3TU.Federatie en een eerste schets van de visie van de 3TU.Federatie op verdergaande<br />
krachtenbundeling in de Nederlandse technologiesector in het bijzonder;<br />
• de invoering van het Bindend Studieadvies met ingang van 1 september <strong>2009</strong>;
Verslag Raad van Toezicht <strong>2009</strong> 8<br />
• een notitie met voorstellen van de universiteit in het kader van een mogelijke investeringsimpuls<br />
van de provincie in de Brabantse kenniseconomie;<br />
• het behoud van kenniswerkers en innovatieprojecten in de regio via de Kenniswerkersregeling en<br />
de Regeling High Tech Topprojecten van de rijksoverheid;<br />
• het TU/e-aandeel in twee Europese consortia van kennisinstellingen en bedrijven (‘InnoEnergy’ en<br />
‘EIT ICT Laboratories’) die zich - met succes - kandideerden als Knowledge and Innovation Communities<br />
in het kader van het European Institute of Innovation and Technology met <strong>Eindhoven</strong> als een van<br />
de co-locaties van deze KIC’s;<br />
• het TU/e-programma ter bevordering van academische vorming;<br />
• een visiedocument inzake de ontwikkeling van de universiteitscampus tot ‘TU/e Science Park’; en<br />
• een voorstel voor de ontwikkeling van financiële normen voor het beoordelen van de financierbaarheid<br />
van investeringen in het kader van het masterplan huisvesting Campus 2020.<br />
Audit Committee<br />
Het Audit Committee uit de Raad van Toezicht vergaderde in <strong>2009</strong> drie keer over financiële aangelegenheden,<br />
waarbij in het bijzonder de Jaarrekening 2008, de halfjaarcijfers <strong>2009</strong>, de financiële jaarprognose<br />
<strong>2009</strong>, de begroting 2010, een geactualiseerd financieringsstatuut, de financiering van het masterplan<br />
huisvesting, een assessment van de managementrisico’s en diverse aanbevelingen van de externe<br />
accountant aan de orde kwamen.<br />
Remuneratiecommissie<br />
Met ingang van <strong>2009</strong> is aan de leden van het College van Bestuur voor het eerst een vaste toeslag<br />
toegekend op de reguliere bezoldiging. Deze vervangt de in het verleden aan collegeleden toegekende<br />
prestatiegebonden bonus.<br />
Waardering<br />
De Raad van Toezicht spreekt zijn waardering uit over de inzet van en de resultaten bereikt door het College<br />
van Bestuur, de faculteitsbesturen, de medewerkers en de studenten van de universiteit in het jaar <strong>2009</strong>.<br />
Naar het oordeel van de raad is het financieel management goed op orde en is de universiteit zich ervan<br />
bewust dat een ambitieuze houding noodzakelijk is om in de toenemende internationale reputatie- en<br />
concurrentieslag tussen universiteiten een sterke positie te kunnen handhaven.<br />
Code goed bestuur<br />
De TU/e houdt zich aan de regels die door de VSNU zijn neergelegd in de ‘Code goed bestuur 2007’.<br />
Alleen wordt de externe accountant in afwijking van artikel 4.2.1. van deze code niet door het College van<br />
Bestuur benoemd maar door de Raad van Toezicht, omdat dit beter aansluit bij het ter zake gestelde in<br />
de ‘Nederlandse Corporate Governance Code’. De hoofdlijnen van de bestuursstructuur van de TU/e zijn<br />
vastgelegd in een openbaar Bestuurs- en beheersreglement, dat voortdurend actueel wordt gehouden.<br />
Naar het oordeel van de Raad van Toezicht is in <strong>2009</strong> ten aanzien van zijn positie en functioneren het<br />
principe van onafhankelijkheid in lijn met het daarover gestelde in de ‘Code goed bestuur’ geëerbiedigd.
Where innovation starts<br />
9<br />
Bestuursverslag
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 11<br />
1<br />
Algemeen<br />
1.1<br />
Missie en profiel<br />
Missie<br />
De <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> (TU/e) wil een onderzoeksgedreven en ontwerpgerichte<br />
technologie-universiteit van internationale allure zijn, die zich vooral tot doel stelt jonge mensen<br />
een academische opleiding te geven binnen het domein ‘engineering science & technology’.<br />
Op onderwijsgebied ziet de TU/e het als haar taak ingenieurs (op het niveau Master of Science) op<br />
te leiden, die beschikken over een stevige wetenschappelijke basis en diepgang én over de nodige<br />
competenties om zich succesvol in uiteenlopende maatschappelijke sectoren en functies te kunnen<br />
ontplooien. Daarnaast leidt zij ontwerpers op (op het niveau Professional Doctorate in Engineering)<br />
en onderzoekers (op het niveau Doctor of Philosophy), evenals eerstegraadsleraren in de exacte<br />
vakken (op het niveau Master of Science). De bacheloropleidingen (Bachelor of Science) zijn bedoeld<br />
als basis voor een opleiding op masterniveau.<br />
Op onderzoeksgebied richt de TU/e zich binnen het domein van de ‘engineering science & technology’<br />
bij voorkeur op die deelterreinen waarop zij in de internationale wetenschappelijke wereld een rol van<br />
betekenis speelt of kan gaan spelen en waarop zij betekenisvolle impulsen kan geven aan vooral de<br />
kennisintensieve industrie en andere maatschappelijke sectoren met een hoge of zich snel ontwikkelende<br />
technologie-intensiteit.<br />
Op het gebied van de kennisvalorisatie zet de TU/e zich er nadrukkelijk voor in dat haar onderzoeksresultaten<br />
worden vertaald in succesvolle innovaties en als basis dienen voor het tot stand brengen van<br />
nieuwe ondernemingen. Zij stimuleert dat studenten en medewerkers kiezen voor het ondernemerschap.<br />
De kwaliteit van het onderwijs en onderzoek moet voldoen aan hoge internationale standaarden.<br />
De TU/e biedt haar studenten en medewerkers een internationaal en academisch, dat wil zeggen<br />
intellectueel prikkelend, studie- en werkklimaat dat inspireert tot een brede persoonlijke ontwikkeling,<br />
tot maatschappelijk en cultureel engagement en tot een ondernemende houding.<br />
De TU/e vormt samen met de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente de ‘Federatie<br />
3 <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong>en’, kortweg aangeduid als ‘3TU.Federatie’. De onderlinge afstemming en<br />
samenwerking beogen de concurrentiepositie en reputatie van de Nederlandse TU’s in de wereld<br />
te versterken. Binnen de federatie heeft elke TU haar eigen identiteit en profiel, zo ook de TU/e.<br />
Profiel<br />
Op basis van de hiervoor geschetste missie profileert de TU/e zich als een internationaal vooraanstaande,<br />
in engineering science & technology gespecialiseerde universiteit, die met kwalitatief hoogwaardig<br />
onderwijs en onderzoek bijdraagt aan de vooruitgang van de technische wetenschappen, aan de<br />
ontwikkeling van technologische innovaties en daarmee aan de groei van welvaart en welzijn.<br />
Als zodanig is zij dé motor van de regionale kenniseconomie.<br />
Kortom, de TU/e profileert zich als de universiteit waar innovatie begint: Where Innovation Starts.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 12<br />
1.2<br />
Organisatie en opleidingen<br />
De organisatie van de TU/e bleef in <strong>2009</strong> ongewijzigd. Wel werd het ‘Centrum voor Taal en Techniek’<br />
met ingang van 1 september <strong>2009</strong> organisatorisch overgeheveld van de faculteit ‘Industrial Engineering<br />
& Innovation Sciences’ naar het ‘Onderwijs en Studenten Service Centrum’. Verder werd met ingang van<br />
dezelfde datum de naam van de faculteit ‘Elektrotechniek’ gewijzigd in ‘Electrical Engineering’.<br />
Zie bijlage 1 voor het organogram van de TU/e en bijlage 2, 3 en 4 voor respectievelijk de samenstelling<br />
van de bestuursorganen, de facultaire adviesraden en de <strong>Universiteit</strong>sraad per 31 december <strong>2009</strong>.<br />
Faculteiten<br />
De primaire processen onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie bleven in <strong>2009</strong> organisatorisch<br />
geconcentreerd in de negen faculteiten van de TU/e, te weten:<br />
• Biomedische Technologie (BMT);<br />
• Bouwkunde (B);<br />
• Electrical Engineering (EE);<br />
• Industrial Design (ID);<br />
• Industrial Engineering & Innovation Sciences (IE&IS);<br />
• Scheikundige Technologie (ST);<br />
• <strong>Technische</strong> Natuurkunde (TN);<br />
• Werktuigbouwkunde (W);<br />
• Wiskunde en Informatica (W&I).<br />
Onderzoekscholen en -instituten<br />
De TU/e was in <strong>2009</strong> penvoerder van de volgende door de Koninklijke Nederlandse Akademie van<br />
Wetenschappen (KNAW) erkende onderzoekscholen:<br />
• Euler Institute for Discrete Mathematics and its Applications;<br />
• Institute for Business Engineering and Technology Application;<br />
• Instituut voor Programmatuurkunde en Algoritmiek;<br />
• Inter-University Research Institute on Communication Technology Basic Research and Applications;<br />
• Onderzoekschool <strong>Eindhoven</strong> Polymer Laboratories;<br />
• Onderzoekschool Engineering Mechanics.<br />
Voor de onderzoekschool ‘<strong>Eindhoven</strong> Polymer Laboratories’ werd in <strong>2009</strong> hererkenning aangevraagd.<br />
De TU/e participeerde in <strong>2009</strong> bovendien in de volgende door de KNAW erkende onderzoekscholen<br />
waarvan het penvoerderschap elders is belegd:<br />
• Advanced School for Computing and Imaging;<br />
• Interuniversitair Centrum voor Onderwijskundig Onderzoek;<br />
• Interuniversitaire Onderzoekschool Systeemtheorie en Regeltechniek;<br />
• J.M. Burgerscentrum, Onderzoekschool voor Stromingsleer;<br />
• Nederlands Instituut voor Onderzoek in de Katalyse;<br />
• Nederlandse Onderzoekschool voor Stedelijk en Regionaal Onderzoek;<br />
• N.W. Posthumus Instituut;<br />
• Onderzoekschool Integraal Construeren voor de Bouw;<br />
• Onderzoekschool Procestechnologie;<br />
• Onderzoekschool voor Transport, Infrastructuur en Logistiek;<br />
• School voor Informatie- en Kennissystemen;<br />
• Thomas Stieltjes Institute for Mathematics.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 13<br />
De TU/e bleef penvoerder van twee toponderzoekscholen, te weten de ‘National Research School<br />
Combination Catalysis’ (NRSC-Catalysis) en het ‘Inter-University Research Institute on Communication<br />
Technology Basic Research and Applications’ (COBRA).<br />
De publiek-private instituten ‘Dutch Polymer Institute’ (DPI) en ‘Embedded Systems Institute’ (ESI)<br />
bleven op de TU/e-campus gevestigd. De TU/e is preferred partner voor beide instituten.<br />
De TU/e participeerde in <strong>2009</strong> in c.q. was actief betrokken bij de volgende instituten c.q. programma’s<br />
op het terrein van onderzoek, innovatie en economische structuurversterking:<br />
• BioMedical Materials program;<br />
• Center for Translational Molecular Medicine;<br />
• Dutch Polymer Institute;<br />
• Dutch Separation Technology Institute;<br />
• Embedded Systems Institute;<br />
• Holst Centre;<br />
• Innovatieprogramma Chemie;<br />
• Innovatieprogramma High Tech Automotive Systems;<br />
• Innovatieprogramma Life Sciences & Gezondheid;<br />
• Innovatieprogramma Point One (Phase 2);<br />
• Materials Innovation Institute (M2i, voorheen Netherlands Institute for Metals Research);<br />
• Operationeel Programma Zuid-Nederland;<br />
• Polymeren Innovatie Programma;<br />
• Programma Brainport <strong>Eindhoven</strong>;<br />
• Programma Pieken in de Delta Zuidoost-Nederland;<br />
• Programme for High Tech Systems.<br />
Met de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente participeerde de TU/e in de volgende<br />
zes gezamenlijke Centres of Excellence op onderzoeksgebied:<br />
• 3TU.Centre for Bio-Nano Applications;<br />
• 3TU.Centre for Dependable ICT Systems;<br />
• 3TU.Centre for Ethics and Technology;<br />
• 3TU.Centre for Intelligent Mechatronic Systems;<br />
• 3TU.Centre for Multiscale Phenomena;<br />
• 3TU.Centre for Sustainable Energy Technologies.<br />
Centrale diensten<br />
De TU/e omvatte eind <strong>2009</strong> de volgende centrale diensten:<br />
• Communicatie Expertise Centrum (CEC);<br />
• Dienst Algemene Zaken (DAZ);<br />
• Dienst Financiële en Economische Zaken (DFEZ);<br />
• Dienst Huisvesting (DH);<br />
• Dienst ICT (ICT);<br />
• Dienst Interne Zaken (DIZ);<br />
• Dienst Personeel en Organisatie (DPO);<br />
• Gemeenschappelijke <strong>Technische</strong> Dienst (GTD);<br />
• Informatie Expertise Centrum (IEC);<br />
• Onderwijs- en Studenten Service Centrum (STU).
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 14<br />
<strong>Eindhoven</strong> School of Education<br />
De <strong>Eindhoven</strong> School of Education (ESoE) is een gemeenschappelijk instituut van Fontys Hogescholen<br />
en de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> (TU/e). ESoE is actief op drie gebieden:<br />
• ze verzorgt de MSc-opleiding ‘Science Education and Communication’, die opleidt tot eerstegraads<br />
leraar wiskunde, natuurkunde, scheikunde of informatica;<br />
• ze verricht wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de onderwijswetenschap, meer in het<br />
bijzonder onderzoek naar de innovatie van onderwijs;<br />
• ze ondersteunt en bevordert onderwijsinnovaties bij onderwijsinstellingen in de regio door middel<br />
van consultancy en samenwerkingsprojecten.<br />
TU/e Innovation Lab<br />
De coördinatie van zaken op het terrein van kennisvalorisatie en stimulering en ondersteuning van<br />
startende ondernemingen bleef in <strong>2009</strong> in handen van het TU/e Innovation Lab.<br />
Bacheloropleidingen<br />
De TU/e verzorgde eind <strong>2009</strong> de volgende driejarige bacheloropleidingen (BSc) met tussen haakjes<br />
de faculteit die de opleiding aanbiedt:<br />
• Biomedische Technologie (BMT);<br />
• Bouwkunde (B);<br />
• Electrical Engineering (EE);<br />
• Industrial Design (ID);<br />
• Scheikundige Technologie (ST);<br />
• <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde (IE&IS);<br />
• <strong>Technische</strong> Informatica (W&I);<br />
• <strong>Technische</strong> Innovatiewetenschappen (IE&IS);<br />
• <strong>Technische</strong> Natuurkunde (TN);<br />
• <strong>Technische</strong> Wiskunde (W&I);<br />
• Werktuigbouwkunde (W).<br />
Met ingang van 1 september <strong>2009</strong> is de naam van de bacheloropleiding ‘Elektrotechniek’ gewijzigd<br />
in ‘Electrical Engineering’. De faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ verzorgt binnen<br />
haar bacheloropleiding ‘<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde’ een speciaal programma ‘<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde<br />
voor de Gezondheidszorg’.<br />
Het aanbod aan minorprogramma’s voor bachelorstudenten zag er eind <strong>2009</strong> als volgt uit:<br />
• Applied Physics;<br />
• Automotive Electronics*;<br />
• Biomedical Instrumentation Engineering;<br />
• Climatic Design;<br />
• Connecting Intelligence*;<br />
• Design for Mechanical Systems;<br />
• Educatie en Communicatie;<br />
• Elektrotechniek;<br />
• Embedded Systems*;<br />
• Energietechnologie (voorheen Sustainable Energy Technology);<br />
• Engineering for Health;<br />
• Finance and Risk;<br />
• Human-Technology Interaction;<br />
• Industrial Design*;<br />
• Ondernemerschap & Innovatie;<br />
• Operations Management and Logistics;<br />
• Polymeren;
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 15<br />
• <strong>Technische</strong> Informatica;<br />
• <strong>Technische</strong> Wiskunde;<br />
• Technologie en Internationale Duurzame Ontwikkeling*:<br />
• Verdiepende minor Biomedische Technologie;<br />
• Verdiepende minor Bouwkunde*;<br />
• Verdiepende minor Economie*;<br />
• Verdiepende minor Elektrotechniek*;<br />
• Verdiepende minor Industrial Design*;<br />
• Verdiepende minor Natuurkunde*;<br />
• Verdiepende minor Scheikundige Technologie*;<br />
• Verdiepende minor <strong>Technische</strong> Informatica;<br />
• Vrije minor.<br />
De met een * aangeduide minors zijn nieuw ten opzichte van 2008.<br />
Masteropleidingen<br />
Het aanbod van tweejarige masteropleidingen (MSc) werd met ingang van september <strong>2009</strong> uitgebreid<br />
met de opleiding ‘Automotive Technology’. Het totale aanbod aan tweejarige masteropleidingen (MSc)<br />
met tussen haakjes de penvoerende faculteit, was eind <strong>2009</strong> als volgt:<br />
• Applied Physics (TN);<br />
• Architecture, Building and Planning (B);<br />
• Automotive Technology (W);<br />
• Biomedical Engineering (BMT);<br />
• Building Services (B);<br />
• Business Information Systems (W&I);<br />
• Chemical Engineering (ST);<br />
• Computer Science and Engineering (W&I);<br />
• Construction Management and Engineering (B);<br />
• Electrical Engineering (EE);<br />
• Embedded Systems (W&I);<br />
• Human-Technology Interaction (IE&IS);<br />
• Industrial and Applied Mathematics (W&I);<br />
• Industrial Design (ID);<br />
• Innovation Management (IE&IS);<br />
• Innovation Sciences (IE&IS);<br />
• Mechanical Engineering (W);<br />
• Medical Engineering (BMT);<br />
• Operations Management and Logistics (IE&IS);<br />
• Science Education and Communication (ST);<br />
• Sustainable Energy Technology (W);<br />
• Systems and Control (W).<br />
Met ingang van 1 september <strong>2009</strong> is de naam van de masteropleiding ‘Technology and Policy’ gewijzigd<br />
in ‘Innovation Sciences’.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 16<br />
Verder verzorgde de TU/e eind <strong>2009</strong> de volgende tweejarige speciale masterprogramma’s (MSc)<br />
(vooralsnog als afstudeerrichtingen binnen de tussen haakjes vermelde zelfstandige masteropleidingen),<br />
waarmee de universiteit zich op de hoger onderwijsmarkt specifiek profileert:<br />
• Broadband Telecommunication Technologies (binnen ‘Electrical Engineering’);<br />
• Fluid and Solid Mechanics (binnen ‘Mechanical Engineering’);<br />
• Information Security Technology (binnen ‘Computer Science and Engineering’);<br />
• Nano-Engineering (binnen ‘Applied Physics’);<br />
• Polymers and Composites (binnen ‘Applied Physics’, ‘Chemical Engineering’ en ‘Mechanical<br />
Engineering’).<br />
Ontwerpersopleidingen<br />
Het aanbod aan tweejarige ontwerpersopleidingen (PDEng) van de TU/e omvatte eind <strong>2009</strong> de volgende<br />
opleidingen (met tussen haakjes de penvoerende faculteit):<br />
• Architectural Design Management Systems (B);<br />
• Design and Technology of Instrumentation (TN);<br />
• Information and Communication Technology (EE);<br />
• Logistics Management Systems (IE&IS);<br />
• Mathematics for Industry (W&I);<br />
• Process and Product Design (ST);<br />
• Software Technology (W&I);<br />
• User-System Interaction (ID).<br />
Deze opleidingen worden verzorgd onder de vlag van het Stan Ackermans Instituut, dat sinds medio 2006<br />
namens de drie Nederlandse technische universiteiten opereert als 3TU.School for Technological Design,<br />
Stan Ackermans Instituut.<br />
Continuing education<br />
Postacademische opleidingen en cursussen worden door de TU/e verzorgd in het kader van de TiasNimbas<br />
Business School. De opleidingen die in <strong>Eindhoven</strong> worden aangeboden, worden in het Multimediapaviljoen<br />
op de TU/e-campus gegeven.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 17<br />
1.3<br />
Gevoerd beleid<br />
Het in <strong>2009</strong> gevoerde beleid werd in belangrijke mate bepaald door de eind 2008 vastgestelde<br />
‘Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong>’ en het in september <strong>2009</strong> gepubliceerde ‘Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012’.<br />
De volledige tekst van de ‘Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong>’ is te vinden in bijlage 5. De in het ‘Instellingsplan<br />
<strong>2009</strong>-2012’ opgenomen kernambities voor het jaar 2012 zijn te vinden in bijlage 6. Zie verder paragraaf<br />
1.4 voor de relatie tussen het TU/e- en het overheidsbeleid.<br />
1.4<br />
Relatie met overheidsbeleid<br />
Het TU/e-beleid voor de periode <strong>2009</strong>-2012 sluit nauw aan bij de belangrijkste beleidsprioriteiten van<br />
de overheid voor het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, te weten:<br />
• zo goed mogelijk voorzien in de behoefte aan ingenieurs, technologisch ontwerpers en onderzoekers;<br />
• bevorderen van hogere studierendementen;<br />
• inspelen op de behoefte aan differentiatie in het onderwijs;<br />
• meer en beter samenwerken met vwo-scholen en hbo-instellingen;<br />
• versterken van focus en massa van het onderzoek;<br />
• intensiveren van de samenwerking met het bedrijfsleven op voor de Nederlandse economie<br />
relevante terreinen, onder meer door actief te participeren in publiek-private onderzoeksinitiatieven;<br />
• bevorderen van actieve kennisvalorisatie in samenwerking zowel met grote ondernemingen als met<br />
het mkb en starters;<br />
• versterken van de internationale profilering van het Nederlandse hoger onderwijs en wetenschappelijk<br />
onderzoek en van de instroom van buitenlandse studenten en promovendi;<br />
• intensiveren en versnellen van de afstemming en samenwerking tussen de drie technische<br />
universiteiten;<br />
• actief bewaken en stimuleren van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek;<br />
• zorg dragen voor een maatschappelijk verantwoorde en transparante bedrijfsvoering.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 18<br />
1.5<br />
Kengetallen 2005-<strong>2009</strong><br />
Kwantitatieve indicatoren 2005 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />
Aantal studenten ir. (ongedeeld) 1929 1015 415 186 n.v.t.<br />
Aantal studenten BSc 4551 4656 4682 4638 4839<br />
Aantal studenten MSc 1225 1942 2394 2577 2763<br />
Totaal aantal studenten* 7171 7041 6926 6880 7118<br />
Aantal studiepunten per student ir. (ongedeeld)** 34,3 34,1 36,7 32,2 37,4<br />
Aantal studiepunten per student BSc** 32,4 31,0 31,1 30,7 31,5<br />
Aantal studiepunten per student MSc** 34,8 33,0 34,6 36,3 37,5<br />
Aantal diploma’s ir. (ongedeeld) 710 639 496 160 88<br />
Aantal diploma’s BSc 380 551 626 622 628<br />
Aantal diploma’s MSc 150 265 488 777 830<br />
Aantal ontwerpers-in-opleiding 213 184 181 182 200<br />
Aantal diploma’s PDEng 110 113 80 81 85<br />
Aantal promovendi (bezoldigd) 622 633 651 690 756<br />
Aantal promovendi (onbezoldigd) n.a. n.a. 180 247 309<br />
Aantal promoties 164 148 176 191 192<br />
Aantal wetenschappelijke publicaties (ref.) 2692 2816 2935 3069 3125<br />
Aantal wetenschappelijke publicaties (non-ref.) 393 371 357 384 388<br />
Aantal start-ups en spin-offs 16 20 19 17 15<br />
Aantal octrooiaanvragen op naam TU/e 11 13 15 16 10<br />
Aantal nieuwe licenties door TU/e 7 4 5 10 16<br />
Personeelsomvang (fte) 2584 2588 2658 2739 2829<br />
Aantal personeelsleden 2869 2865 2978 3047 3131<br />
Verhouding WP/OBP 1,64 1,56 1,61 1,63 1,69<br />
Aantal voltijdhoogleraren 107 113 116 117 126<br />
Aantal deeltijdhoogleraren (bezoldigd) 46 47 46 44 43<br />
Aantal deeltijdhoogleraren (onbezoldigd) 79 73 69 64 61<br />
Aantal bijzondere hoogleraren 3 3 3 3 2<br />
* Met ingang van 2008 worden studenten die zowel in een bachelor- als masteropleiding staan ingeschreven, zowel<br />
bij de bachelor- als masterstudenten meegeteld. Daardoor wijkt het totaal aantal studenten af van de optelling van<br />
ir. (ongedeeld)-, BSc- en MSc-studenten.<br />
** Het aantal studiepunten wordt vermeld per studiejaar (resp. 2004-2005, 2005-2006, 2006-2007, 2007-2008, 2008-<strong>2009</strong>).
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 19<br />
Financiële indicatoren (bedragen in miljoenen euro’s) 2005 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />
Rijksbijdrage OCW 171,8 175,9 182,5 186,8 183,6<br />
College- en examengelden 10,5 10,7 11,5 11,9 12,6<br />
Tweede geldstroombaten 14,8 19,2 17,0 18,0 17,8<br />
Derde geldstroombaten 43,6 45,4 49,6 54,4 63,1<br />
Overige baten 10,0 13,1 15,4 16,3 16,6<br />
Personele lasten 154,0 155,6 165,5 176,8 187,2<br />
Afschrijvingen 17,3 18,3 19,1 17,3 16,1<br />
Huisvestingslasten 20,9 20,7 24,7 22,9 23,2<br />
Overige lasten 53,9 63,1 61,1 66,2 62,4<br />
Saldo financiële baten en lasten -3,8 -3,6 -3,2 -2,5 -2,3<br />
Resultaat 0,8 3,0 2,4 1,7 2,5<br />
Eigen vermogen 113,3 116,3 117,0 117,7 120,2<br />
Netto werkkapitaal * -27,0 -52,0 -25,3 -41,7 -12,4<br />
Current ratio ** 0,50 0,45 0,66 0,57 0,85<br />
Solvabiliteitsratio ** 0,45 0,44 0,45 0,46 0,45<br />
* Netto werkkapitaal = Vlottende activa - Kortlopende schulden<br />
** Current ratio = Vlottende activa/Kortlopende schulden<br />
*** Solvabiliteitsratio = Eigen vermogen/Totaal vermogen<br />
1.6<br />
Toekomstige ontwikkelingen<br />
In het belang van het unieke hightech ecosysteem in de Brainport <strong>Eindhoven</strong>-regio houdt de TU/e in de<br />
toekomst vast aan haar streven naar het realiseren van de hoogst mogelijke kwaliteit in haar kerntaken<br />
onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie. De omgeving verlangt een verdere versterking van de<br />
internationale concurrentiepositie van de TU/e. Daarvoor is naast kwaliteitsversterking ook groei nodig.<br />
De positie in internationale rankings wordt immers niet alleen bepaald door kwaliteit maar ook door<br />
omvang. In <strong>2009</strong> is een brede discussie met in- en externe stakeholders gestart over de vraag hoe de<br />
TU/e haar onderscheidingskracht, concurrentiepositie en reputatie in de wereld verder kan versterken<br />
en daarvoor de nodige middelen kan verwerven. Daarvoor is het nodig dat de TU/e optimaal inspeelt<br />
op relevante toekomstgerichte maatschappelijke én wetenschappelijke vragen en uitdagingen en<br />
excelleert op de gehele kennisketen van fundamenteel onderzoek tot en met ontwikkeling van innovatieve<br />
artefacten. De TU/e wil zich daarom niet alleen onderscheiden in de technologische basisdisciplines<br />
maar ook in innovatiegerichte thematische programma’s. De TU/e profileert zich niet voor niets als de<br />
universiteit ‘Where innovation starts’. Door zich te laten inspireren door de buitenwereld wil de TU/e zelf<br />
ook duurzaam een waardevolle inspiratiebron blijven voor haar externe omgeving. De discussie zal in<br />
de loop van 2010 uitmonden in een notitie ‘Strategie TU/e 2020’. Aansluitend zal een ‘Instellingsplan<br />
2011-2014’ worden opgeleverd.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 20<br />
De concrete bestuurlijke voornemens voor het jaar 2010 zijn vervat in de eind <strong>2009</strong> vastgestelde<br />
‘Bestuurlijke Agenda 2010’, die als bijlage 7 in dit jaarverslag is opgenomen. De kerncijfers in de<br />
begroting 2010 zijn opgenomen in de navolgende paragraaf. Bijzondere aandacht zal in 2010 worden<br />
besteed aan correcte uitvoering en verantwoording van projecten in het kader van de zogenaamde<br />
‘Kenniswerkersregeling’ van de rijksoverheid, projecten die bevorderen dat technologische kenniswerkers<br />
niet alleen behouden blijven voor de hightech industrie in Zuid-Nederland maar na de economische<br />
crisis verrijkt hun werk in de industrie weer op kunnen pakken. De TU/e faciliteert van alle Nederlandse<br />
universiteiten ruimschoots de meeste projecten in het kader van de ‘Kenniswerkersregeling’<br />
(zie paragraaf 4.3 onder het kopje ‘Kenniswerkersregeling’).<br />
1.7<br />
Kerncijfers begroting 2010<br />
Kerncijfers begroting 2010 (bedragen in miljoenen euro’s)<br />
Rijksbijdrage OCW 186,3<br />
College- en examengelden 14,1<br />
Werk voor derden 83,2<br />
Overige baten 15,7<br />
Totaal baten 299,3<br />
Personele lasten 194,0<br />
Afschrijvingen 16,4<br />
Huisvesting 34,3<br />
Overige lasten 53,5<br />
Totaal lasten 298,2<br />
Saldo baten en lasten 1,1<br />
Rentebaten en -lasten -2,6<br />
Resultaat deelnemingen 1,5<br />
Resultaat 0,0
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 21<br />
2<br />
Onderwijs<br />
2.1<br />
Feiten en cijfers<br />
In het Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012 heeft de TU/e een aantal kernambities op het gebied van onderwijs<br />
geformuleerd. In lijn met deze ambities wordt in dit jaarverslag naast de vertrouwde overzichten<br />
voor het eerst de volgende informatie opgenomen: marktaandeel instroom bacheloropleidingen,<br />
marktaandeel instroom masteropleidingen, aandeel BSc-gediplomeerden dat deelnam aan honors<br />
program, deelname aan ondernemerschapsonderwijs, studierendement bacheloropleidingen binnen<br />
4 jaar en studierendement masteropleidingen binnen 30 maanden.<br />
Instroom<br />
De instroom van eerstejaarsstudenten in de bachelor- en masteropleidingen komt in het studiejaar<br />
<strong>2009</strong>-2010 wederom hoger uit dan in 2008-<strong>2009</strong>. De instroom van afgestudeerde bachelorstudenten<br />
uit hbo en w.o. in schakelprogramma’s stijgt eveneens in <strong>2009</strong>-2010 ten opzichte van 2008-<strong>2009</strong>.<br />
Hier is echter sprake van een trendbreuk, omdat er in voorgaande jaren een duidelijk dalende lijn<br />
zichtbaar was. De instroom in de masteropleidingen van studenten die voor het eerst aan de TU/e<br />
zijn ingeschreven, laat in <strong>2009</strong>-2010 een groei zien ten opzichte van de jaren ervoor. De belangstelling<br />
voor ontwerpersopleidingen steeg in <strong>2009</strong> ten opzichte van 2008.<br />
Eerstejaarsinstelling in bacheloropleidingen (exclusief hbo-schakelaars)<br />
Eerstejaars instelling in bacheloropleidingen (exclusief schakelstudenten w.o. en hbo)<br />
(peildatum 1 december)<br />
Studiejaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />
2005-2006 998 14 3<br />
2006-2007 1013 17 1<br />
2007-2008 1099 17 2<br />
2008-<strong>2009</strong> 1106 18 3<br />
<strong>2009</strong>-2010* 1201 19 1<br />
(* Tussenstand per 1 december <strong>2009</strong>)<br />
Marktaandeel instroom bacheloropleidingen<br />
(peildatum 1 december) Eerstejaars instelling Eerstejaars instelling<br />
Landelijk<br />
TU/e<br />
Studiejaar Aantal* Aantal* %<br />
2004-2005 36381 1400 4<br />
2005-2006 37353 1323 4<br />
2006-2007 38386 1315 3<br />
2007-2008 40321 1384 3<br />
2008-<strong>2009</strong> 42648 1393 3<br />
(*Inclusief instroom schakelstudenten)<br />
Instroom schakelstudenten (w.o. en hbo)<br />
(peildatum 1 december)<br />
Studiejaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />
2005-2006 346 11 1<br />
2006-2007 320 9 6<br />
2007-2008 309 11 4<br />
2008-<strong>2009</strong> 265 11 3<br />
<strong>2009</strong>-2010* 341 12 4<br />
(* Tussenstand per 1 december <strong>2009</strong>)
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 22<br />
Eerstejaars instelling in masteropleidingen<br />
(peildatum einde studiejaar)<br />
Studiejaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />
2005-2006 211 16 28<br />
2006-2007 316 18 30<br />
2007-2008 299 20 44<br />
2008-<strong>2009</strong> 356 23 47<br />
<strong>2009</strong>-2010* 354 24 59<br />
Marktaandeel instroom masteropleidingen<br />
(peildatum 1 december) Eerstejaars instelling Eerstejaars instelling<br />
Landelijk<br />
TU/e<br />
Studiejaar Aantal Aantal %<br />
2004-2005 3700 47 1<br />
2005-2006 5208 57 1<br />
2006-2007 6487 86 1<br />
2007-2008 7567 119 2<br />
2008-<strong>2009</strong> 8283 144 2<br />
Instroom in ontwerpersopleidingen<br />
(per 31 december)<br />
Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />
2005 84 36 80<br />
2006 103 46 74<br />
2007 94 36 78<br />
2008 92 41 84<br />
<strong>2009</strong> 105 45 88<br />
Uitstroom<br />
Er werden in <strong>2009</strong> in totaal 918 ingenieurs- c.q. masterdiploma’s uitgereikt tegenover 937 in 2008.<br />
De daling van het aantal ingenieurdiploma’s na ongedeelde ingenieursopleidingen en de stijging van<br />
het aantal masterdiploma’s wordt veroorzaakt door de overschakeling naar het bachelor-masterstelsel.<br />
Het aantal uitgereikte bachelordiploma’s bleef in <strong>2009</strong> ongeveer gelijk ten opzichte van het jaar ervoor.<br />
Het aantal ontwerpersdiploma’s was in <strong>2009</strong> vier hoger dan in 2008.<br />
Uitgereikte ir.-diploma’s (na ongedeelde ingenieursopleiding)<br />
(per kalenderjaar)<br />
Jaar<br />
Aantal<br />
2005 710<br />
2006 639<br />
2007 496<br />
2008 160<br />
<strong>2009</strong> 88
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 23<br />
Uitgereikte kandidaats- en BSc-diploma’s<br />
(per kalenderjaar)<br />
Jaar Aantal totaal Aantal kandidaats Aantal BSc<br />
2005 738 358 380<br />
2006 916 365 551<br />
2007 626 n.v.t. 626<br />
2008 622 n.v.t. 622<br />
<strong>2009</strong> 628 n.v.t. 628<br />
Uitgereikte MSc-diploma’s<br />
(per kalenderjaar)<br />
Jaar<br />
Aantal<br />
2005 150<br />
2006 265<br />
2007 488<br />
2008 777<br />
<strong>2009</strong> 830<br />
Uitgereikte PDEng-diploma’s<br />
(per kalenderjaar)<br />
Jaar<br />
Aantal<br />
2005 110<br />
2006 113<br />
2007 80<br />
2008 81<br />
<strong>2009</strong> 85<br />
Ingeschreven studenten<br />
Het is vanaf studiejaar <strong>2009</strong>-2010 voor studenten niet meer mogelijk zich in te schrijven voor een<br />
ongedeelde ingenieursopleiding. Studenten die nog ingeschreven stonden in deze ongedeelde<br />
opleidingen is de mogelijkheid geboden over te stappen naar de bachelor- of masteropleiding.<br />
Het aantal studenten in de bacheloropleidingen, masteropleidingen en ontwerpersopleidingen is in<br />
<strong>2009</strong> met respectievelijk 201, 186 en 18 gestegen.<br />
Ingeschreven studenten ongedeelde ingenieursopleidingen<br />
(per 1 december)<br />
Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />
2005 1929 14 2<br />
2006 1015 12 2<br />
2007 415 11 3<br />
2008 186 5 3<br />
<strong>2009</strong> n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 24<br />
Ingeschreven studenten bacheloropleidingen<br />
(per 1 december)<br />
Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />
2005 4551 14 2<br />
2006 4656 15 3<br />
2007 4682 15 3<br />
2008 4638 16 2<br />
<strong>2009</strong> 4839 17 2<br />
Ingeschreven studenten masteropleidingen<br />
(per 1 december)<br />
Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />
2005 1225 23 13<br />
2006 1942 20 11<br />
2007 2394 19 11<br />
2008 2577 19 13<br />
<strong>2009</strong> 2763 19 16<br />
Totaal aantal ingeschreven studenten initiële opleidingen*<br />
(per 1 december)<br />
Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />
2005 7171 15 4<br />
2006 7041 15 5<br />
2007 6926 16 6<br />
2008 6880 17 6<br />
<strong>2009</strong> 7118 18 7<br />
* Met ingang van 2008 worden studenten die zowel in een bachelor- als masteropleiding staan ingeschreven,<br />
zowel bij de bachelor- als masterstudenten meegeteld. Daardoor wijkt het totaal aantal studenten af van de<br />
optelling van ir. (ongedeeld)-, BSc- en MSc-studenten.<br />
Ingeschreven studenten ontwerpersopleidingen (technologisch ontwerpers in opleiding)<br />
(per 31 december)<br />
Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />
2005 213 39 64<br />
2006 184 42 74<br />
2007 181 40 74<br />
2008 182 40 73<br />
<strong>2009</strong> 200 45 79
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 25<br />
Deelname aan honors en ondernemerschapsonderwijs<br />
In september 2006 ging het Honors Horizon Program van start. Dit is een verbredend programma dat<br />
excellente bachelorstudenten náást het tweede en derde jaar van de bacheloropleiding kunnen volgen.<br />
De eerste studenten die aan dit programma deelnamen, behaalden in 2008 hun bachelordiploma.<br />
Sinds het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 wordt ook het verdiepende Honors Star Program aangeboden. De eerste<br />
lichting bachelorstudenten die dit programma met succes heeft afgerond, wordt in 2012 verwacht.<br />
In een aantal masteropleidingen zijn pilots gestart om ervaring op te doen met het aanbieden van de<br />
zogenaamde Honors Tracks voor studenten die het talent en de motivatie hebben om door te stromen<br />
in een ontwerpersopleiding of een promotietraject. De eerste masterstudenten die deel hebben genomen<br />
aan deze pilots zullen naar verwachting in 2010 hun masterdiploma behalen.<br />
Sinds 2006 verzorgt de faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ een instellingsbrede minor<br />
‘Ondernemerschap’ voor bachelorstudenten. In 2008-<strong>2009</strong> konden geen nieuwe deelnemers instromen<br />
in verband met de overgang van lint- naar blokminoren. Zie paragraaf 2.2 onder het kopje ‘Blokminoren’.<br />
Daarnaast verzorgen de faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ en het TU/e Innovation<br />
Lab het certificaatprogramma ‘Technology Entrepreneurship’ voor afstuderende masterstudenten.<br />
Aandeel BSc-gediplomeerden dat deelnam aan Honors Program<br />
(per kalenderjaar) Honors Program Honors Program<br />
Aantal BSc Horizon Star<br />
Jaar gediplomeerden Aantal % Aantal %<br />
2005 380 n.a. n.a. n.a. n.a.<br />
2006 551 n.a. n.a. n.a. n.a.<br />
2007 626 n.a. n.a. n.a. n.a.<br />
2008 622 11 2 n.a. n.a.<br />
<strong>2009</strong> 628 13 2 n.a. n.a.<br />
Deelname aan ondernemerschapsonderwijs<br />
(per studiejaar) BSc – Minor MSc - Certificaat<br />
Ondernemerschap<br />
Technology Entrepreneurship<br />
Studiejaar Aantal Aantal<br />
2004-2005 n.v.t. n.v.t.<br />
2005-2006 24 7<br />
2006-2007 34 9<br />
2007-2008 52 14<br />
2008-<strong>2009</strong> -* 10<br />
(* In 2008-<strong>2009</strong> konden geen nieuwe deelnemers instromen i.v.m. de overgang van lint- naar blokminoren.)<br />
Studietempo en -rendement<br />
Het gemiddelde aantal studiepunten per student in de oude, ongedeelde ingenieursopleidingen steeg in<br />
het studiejaar 2008-<strong>2009</strong> ten opzichte van het jaar daarvoor met 5,2 punt en in de bacheloropleidingen<br />
met 0,8 punt. In de masteropleidingen steeg het gemiddelde aantal studiepunten per student in het<br />
studiejaar 2008-<strong>2009</strong> met 1,2 punt ten opzichte van het studiejaar 2007-2008. Het studierendement van<br />
de bacheloropleidingen binnen 4 jaar vertoont een licht stijgende lijn. Van de generatie 2005 rondde 38%<br />
van alle vwo-instromers in de bacheloropleidingen die zich na het eerste jaar hebben heringeschreven<br />
binnen de TU/e, de bacheloropleiding binnen 4 jaar af, van de generatie 2002 was dit 32%. Het rendement<br />
van de masteropleidingen binnen 30 maanden na aanvang schommelt met uitzondering van generatie<br />
2002-2003 tussen de 42% en 51%.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 26<br />
Gemiddeld aantal studiepunten per student in ongedeelde ingenieursopleidingen<br />
(per studiejaar; exclusief studiepunten voor vrijstellingen)<br />
Studiejaar<br />
Aantal<br />
2004-2005 34,3<br />
2005-2006 34,1<br />
2006-2007 36,7<br />
2007-2008 32,2<br />
2008-<strong>2009</strong> 37,4<br />
Gemiddeld aantal studiepunten per student in bacheloropleidingen<br />
(per studiejaar; exclusief studiepunten voor vrijstellingen)<br />
Studiejaar<br />
Aantal<br />
2004-2005 32,4<br />
2005-2006 31,0<br />
2006-2007 31,1<br />
2007-2008 30,7<br />
2008-<strong>2009</strong> 31,5<br />
Gemiddeld aantal studiepunten per student in masteropleidingen<br />
(per studiejaar; exclusief studiepunten voor vrijstellingen)<br />
Studiejaar<br />
Aantal<br />
2004-2005 34,8<br />
2005-2006 33,0<br />
2006-2007 34,6<br />
2007-2008 36,3<br />
2008-<strong>2009</strong> 37,5<br />
Studierendement bacheloropleidingen<br />
(cumulatief percentage afgestudeerden per generatie eerstejaars per ultimo studiejaar)<br />
Generatie 05-06 06-07 07-08 08-09<br />
01-12-2002 23 37 47 49<br />
01-12-2003 6 20 24 42<br />
01-12-2004 - 7 17 36<br />
01-12-2005 - - 7 25<br />
01-12-2006 - - - 7<br />
Studierendement bacheloropleidingen binnen 4 jaar<br />
(percentage afgestudeerden binnen vier jaar van alle vwo-instromers in de bacheloropleidingen die zich na het eerste jaar<br />
hebben heringeschreven binnen de TU/e)<br />
Generatie %<br />
01-12-2001 n.v.t.<br />
01-12-2002 32<br />
01-12-2003 32<br />
01-12-2004 35<br />
01-12-2005 38
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 27<br />
Studierendement masteropleidingen<br />
(cumulatief percentage afgestudeerden per generatie instromende studenten in masteropleiding per ultimo studiejaar)<br />
Generatie 04-05 05-06 06-07 07-08 08-09<br />
01-12-2003 32 68 88 90 90<br />
01-12-2004 - 53 75 83 88<br />
01-12-2005 - - 44 59 77<br />
01-12-2006 - - - 29 61<br />
01-12-2007 - - - - 32<br />
Studierendement masteropleidingen binnen 30 maanden<br />
(percentage afgestudeerden binnen 30 maanden na aanvang opleiding)<br />
Generatie %<br />
2002-2003 100<br />
2003-2004 49<br />
2004-2005 51<br />
2005-2006 42<br />
2006-2007 44*<br />
(* Eind <strong>2009</strong> waren de 30 maanden nog niet verstreken voor de volledige generatie 2006-2007)<br />
Studierendement ontwerpersopleidingen<br />
(cumulatief percentage afgestudeerden per generatie eerstejaars ontwerpersopleiding per kalenderjaar)<br />
Generatie 2005 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />
2003 81 91 92 92 92<br />
2004 - 83 92 93 93<br />
2005 - - 81 85 86<br />
2006 - - - 68 80<br />
2007 - - - - 84<br />
Uitval<br />
Het percentage tussentijdse uitvallers uit de bachelor-, master- en ontwerpersopleidingen is vrijwel gelijk<br />
gebleven. Bij de ongedeelde ingenieursopleidingen was sprake van een stijging met 5 procentpunten.<br />
Tussentijdse uitval uit ongedeelde ingenieursopleidingen (ongediplomeerd)<br />
(per studiejaar)<br />
Studiejaar Aantal % van ingeschreven ir.-studenten<br />
2004-2005 91 5<br />
2005-2006 96 5<br />
2006-2007 56 6<br />
2007-2008 37 9<br />
2008-<strong>2009</strong> 26 14<br />
Tussentijdse uitval uit bacheloropleidingen (ongediplomeerd)<br />
(per studiejaar)<br />
Studiejaar Aantal % van ingeschreven BSc-studenten<br />
2004-2005 554 14<br />
2005-2006 670 15<br />
2006-2007 697 15<br />
2007-2008 671 15<br />
2008-<strong>2009</strong> 626 13
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 28<br />
Tussentijdse uitval uit masteropleidingen (ongediplomeerd)<br />
(per studiejaar)<br />
Studiejaar Aantal % van ingeschreven MSc-studenten<br />
2004-2005 16 4<br />
2005-2006 20 3<br />
2006-2007 44 3<br />
2007-2008 44 2<br />
2008-<strong>2009</strong> 63 2<br />
Tussentijdse uitval uit ontwerpersopleidingen (ongediplomeerd)<br />
(per kalenderjaar)<br />
Jaar Aantal % van ingeschreven technologisch ontwerpers in opleiding<br />
2005 1 1<br />
2006 9 5<br />
2007 5 3<br />
2008 5 3<br />
<strong>2009</strong> 9 5<br />
Internationalisering<br />
Het aantal buitenlandse uitwisselingsstudenten groeide in het studiejaar 2008-<strong>2009</strong> met 43 ten opzichte<br />
van het voorgaande jaar. Het aantal door buitenlandse uitwisselingsstudenten behaalde studiepunten<br />
was echter 130 lager. Het percentage buitenlandse studenten in de bacheloropleidingen bleef constant,<br />
terwijl het percentage buitenlandse masterstudenten met 3 procentpunten steeg naar 16%. Het aandeel<br />
buitenlandse studenten in de ontwerpersopleidingen steeg van 73 naar 79%. Het aantal internationale<br />
studiepunten, behaald door TU/e-studenten, was in het studiejaar 2008-<strong>2009</strong> ruim 806 hoger dan in het<br />
voorgaande jaar. In totaal verbleven 273 TU/e-studenten in het kader van hun opleiding enige tijd in het<br />
buitenland, van wie 154 buiten de EU. Zie verder paragraaf 2.3 onder het kopje ‘Studentenuitwisseling’.<br />
Buitenlandse uitwisselingsstudenten<br />
(per studiejaar)<br />
Studiejaar<br />
Aantal<br />
2004-2005 284<br />
2005-2006 387<br />
2006-2007 420<br />
2007-2008 447<br />
2008-<strong>2009</strong> 490<br />
Studiepunten buitenlandse uitwisselingsstudenten aan TU/e (initiële opleidingen)<br />
(per studiejaar)<br />
Studiejaar<br />
Aantal<br />
2004-2005 6044<br />
2005-2006 6838<br />
2006-2007 7714<br />
2007-2008 6589<br />
2008-<strong>2009</strong> 6459
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 29<br />
Ingeschreven studenten met buitenlandse nationaliteit in ongedeelde ingenieursopleidingen<br />
(per 31 december)<br />
Jaar Aantal % van ingeschreven ir.-studenten<br />
2005 47 3<br />
2006 20 2<br />
2007 13 3<br />
2008 6 3<br />
<strong>2009</strong> n.v.t. n.v.t.<br />
Ingeschreven studenten met buitenlandse nationaliteit in bacheloropleidingen<br />
(per 1 december)<br />
Jaar Aantal % van ingeschreven BSc-studenten<br />
2005 101 2<br />
2006 120 3<br />
2007 115 3<br />
2008 113 2<br />
<strong>2009</strong> 103 2<br />
Ingeschreven studenten met buitenlandse nationaliteit in masteropleidingen<br />
(per 31 december)<br />
Jaar Aantal % van ingeschreven MSc-studenten<br />
2005 162 13<br />
2006 216 11<br />
2007 274 11<br />
2008 338 13<br />
<strong>2009</strong> 430 16<br />
Ingeschreven studenten (TOIO’s) met buitenlandse nationaliteit in ontwerpersopleidingen<br />
(per 31 december)<br />
Jaar Aantal % van ingeschreven TOIO’s<br />
2005 137 64<br />
2006 136 74<br />
2007 134 74<br />
2008 132 73<br />
<strong>2009</strong> 158 79<br />
Internationale studiepunten TU/e-studenten (initiële opleidingen)<br />
(per studiejaar)<br />
Studiejaar<br />
Aantal<br />
2004-2005 8448<br />
2005-2006 9374<br />
2006-2007 9273<br />
2007-2008 7144<br />
2008-<strong>2009</strong> 7950
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 30<br />
Externe beoordelingen<br />
De TU/e scoorde in <strong>2009</strong> voor het vijfde jaar op rij als beste in de beoordelingen in de Keuzegids Hoger<br />
Onderwijs. In de enquête onder hoogleraren van het weekblad ‘Elsevier’ scoorde de TU/e ook wederom<br />
het beste, dit jaar samen met de TU Delft.<br />
TU/e-positie in Keuzegids Hoger Onderwijs<br />
<strong>Universiteit</strong> 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />
TU/e 1 1 1 1<br />
UT 2 2 2 2<br />
TUD 3 3 3 3<br />
TU/e-positie in Elsevier hooglerarenenquête<br />
<strong>Universiteit</strong> 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />
TU/e 1 1 1 1<br />
UT 3 2 2 3<br />
TUD 2 3 3 1<br />
2.2<br />
Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Onderwijs’ voor de doelstellingen die de TU/e in <strong>2009</strong> op onderwijsgebied<br />
nastreefde.<br />
Jaarindeling<br />
Met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 is voor alle bachelor- en masteropleidingen een jaarindeling<br />
ingevoerd met twee semesters en twee blokken per semester. Daarmee is de jaarindeling geharmoniseerd<br />
met die aan de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente. Dat maakt het voor studenten van<br />
de drie technische universiteiten beter mogelijk gebruik te maken van elkaars onderwijsaanbod.<br />
Blokminoren<br />
Eveneens met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 zijn alle minors in de bacheloropleidingen ingericht<br />
als blokminoren in het eerste semester van het derde leerjaar en hebben deze een omvang van 30<br />
studiepunten. Met de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente werden afspraken gemaakt<br />
om hun minoraanbod op dezelfde manier vorm te geven in hun bachelorcurricula. Dit maakt het voor<br />
studenten van de drie technische universiteiten mogelijk deel te nemen aan elkaars minors. Het<br />
aanbieden van minors past in het streven van de TU/e onderwijs-op-maat te bieden aan haar studenten.<br />
Academische vorming in minoren<br />
Vanaf de start van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 is het in principe voor alle bachelorstudenten verplicht in<br />
het kader van hun minor een speciaal programma te volgen ter versterking van hun academische vorming.<br />
Dit programma omvat drie studiepunten. Wat de invulling betreft kunnen de studenten een keuze maken<br />
uit het volgen van ofwel een groot universiteitscollege (‘Big Images’ of ‘Big History’) ofwel een klein<br />
universiteitscollege in combinatie met een reeks van 14 lezingen, georganiseerd door het Studium<br />
Generale van de universiteit. Er worden vijf kleine universiteitscolleges verzorgd, te weten: ‘Risk Society’,<br />
‘Science and Pseudo Science’, ‘Tijdperk van complexiteit; omgaan met onvoorspelbaarheid’, ‘Building<br />
Europe on Transnational Infrastructures’ en een nader in te vullen college door een buitenlandse<br />
gasthoogleraar. Studenten kunnen hieruit een keuze maken.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 31<br />
Programmering minoren<br />
De TU/e streeft er nadrukkelijk naar dat er per profilerende masteropleiding c.q. -track een voorbereidende<br />
minor aangeboden wordt aan geïnteresseerde bachelorstudenten. Eind <strong>2009</strong> waren er in totaal bijna<br />
30 minors. Nog niet het totale aanbod aan profilerende masteropleidingen c.q. -tracks werd afgedekt<br />
door het minoraanbod. Dit onderwerp blijft de komende jaren dan ook een aandachtspunt.<br />
Honors Program<br />
Naast het bestaande verbredende Honors Horizon Program is met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010<br />
gestart met het aanbieden van een verdiepend Honors Star Program, eveneens voor excellente<br />
bachelorstudenten. Een subsidieaanvraag ten behoeve van de vormgeving van dit Star Program bij het<br />
Platform Bèta Techniek werd helaas niet gehonoreerd. Het College van Bestuur heeft daarop besloten zelf<br />
de nodige middelen vrij te maken om een gefaseerde uitrol van het programma mogelijk te maken.<br />
Net als het aanbieden van minors past het verzorgen van twee varianten van een Honors Program voor<br />
excellente studenten in het streven van de TU/e onderwijs-op-maat te bieden aan haar studenten.<br />
Bindend studieadvies<br />
De eerstejaars bachelorstudenten die in september <strong>2009</strong> met hun opleiding zijn gestart, krijgen als eerste<br />
cohort te maken met een zogenaamd bindend studieadvies. Studenten die aan het eind van het eerste<br />
jaar niet aan de minimale eisen hebben voldaan, krijgen een bindend negatief studieadvies en worden<br />
verwezen naar een beter passende opleiding. Met studenten die maar net aan de minimale eisen voldoen,<br />
worden studieafspraken gemaakt. Alleen studenten die ruim aan de minimale eisen voldoen, kunnen<br />
zonder meer verder met hun opleiding. Op deze manier wil de universiteit bevorderen dat studenten die<br />
onvoldoende toegerust blijken om de door hen gekozen TU/e-opleiding succesvol te volbrengen, tijdig en<br />
zonder teveel tijdverlies begeleid worden naar een opleiding die zij wel aankunnen. Bovendien krijgen<br />
studenten die hun opleiding met extra structuur en hulp en voldoende eigen inzet in principe wel kunnen<br />
halen, snel extra begeleiding en ondersteuning. Ook dat past in het TU/e-concept van onderwijs-opmaat.<br />
De implementatie van het bindend studieadvies wordt gemonitord door de Centrale Commissie<br />
Kwaliteitszorg Onderwijs. Zie verder paragraaf 5.3 onder het kopje ‘Doelgroepenbeleid’.<br />
Personal coaches<br />
Er zijn in <strong>2009</strong> pilotprojecten voorbereid om binnen enkele bacheloropleidingen ervaring op te gaan<br />
doen met de inzet van personal coaches ten behoeve van de studenten. Deze projecten zullen in 2010<br />
van start gaan.<br />
Rendementsverbetering<br />
Alle faculteiten hebben in <strong>2009</strong> goede vorderingen gemaakt met het implementeren van initiatieven<br />
die verbetering van de rendementen in de bacheloropleidingen moeten bevorderen. Tegelijkertijd kan<br />
worden vastgesteld dat de rendementen van de bacheloropleidingen van de TU/e nog sterk achterblijven<br />
bij de met het Ministerie van OCW gemaakte prestatieafspraak dat in 2014 van de herinschrijvers na het<br />
eerste jaar minimaal 70% binnen vier jaar na de start van hun opleiding een bachelordiploma behaald<br />
moet hebben. De TU/e ziet daarin een aansporing stevig in te blijven zetten op rendementsverbeterende<br />
maatregelen.<br />
Haalbaarheid BSc Engineering Science<br />
Een eerste haalbaarheidsverkenning maakte duidelijk dat het opzetten van een brede Engelstalige<br />
bacheloropleiding ‘Engineering Science’ in de setting van een ‘TU/e Engineering College’ grote<br />
investeringen vraagt. Besloten is eerst na te gaan of daarvoor extra middelen zijn aan te trekken,<br />
voordat er uitgewerkte plannen worden gemaakt.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 32<br />
Honors tracks<br />
Binnen de faculteiten ‘Industrial Design’ en ‘Wiskunde en Informatica’ zijn pilotprojecten in uitvoering<br />
genomen om ervaring op te doen met het aanbieden van onderzoeksgerichte honors tracks in de<br />
masteropleidingen. De faculteit ‘Industrial Design’ haalde een subsidie binnen van de KNAW, die het<br />
mogelijk maakt studenten in deze honors tracks een aanstelling te geven als onderzoeksassistent.<br />
Eenzelfde aanvraag van de subfaculteit ‘Informatica’ werd vooralsnog niet gehonoreerd. Een heraanvraag<br />
wordt voorbereid.<br />
Graduate programs<br />
De TU/e heeft in <strong>2009</strong> besloten de master- en ontwerpersopleidingen en het onderwijsaanbod aan<br />
promovendi per discipline te gaan bundelen in ‘graduate programs’ en per ‘graduate program’ een<br />
directeur aan te stellen. De facultaire ‘graduate programs’ worden op hun beurt weer gebundeld in een<br />
‘TU/e Graduate School’ onder leiding van de Rector Magnificus. Een en ander heeft tot doel het graduate<br />
onderwijs aan de TU/e beter internationaal te kunnen positioneren en profileren en de kwaliteitszorg<br />
ten aanzien van ontwerpersopleidingen en onderwijsaanbod aan promovendi te versterken. De ter zake<br />
gemaakte afspraken tussen het College van Bestuur en de decanen van de faculteiten zijn vastgelegd in<br />
een beleidsnotitie. Binnen de domeinen ‘Chemical Engineering’ en ‘Computer Science and Engineering’<br />
zijn pilotprojecten gestart om ervaring op te doen met het inrichten van graduate programs.<br />
Inrichting masteronderwijs<br />
Bij de inrichting van masteropleidingen zijn in wezen twee uiterste opties mogelijk: een beperkt aantal<br />
brede masteropleidingen met daarbinnen een ruime keuze aan specialistische tracks versus een groot<br />
aantal kleine gespecialiseerde masteropleidingen. De TU/e koos ook in <strong>2009</strong> voor een pragmatische koers<br />
tussen beide uitersten. De TU/e kent naast brede disciplinaire masteropleidingen met daarbinnen diverse<br />
specialistische tracks ook kleine gespecialiseerde masteropleidingen. Deze laatste zijn meestal inter- of<br />
multidisciplinair van aard en sluiten aan bij onderzoeksprioriteiten van de universiteit.<br />
Het Ministerie van OCW kondigde in <strong>2009</strong> aan een eenmalige flexibele herstructurering van het<br />
universitaire masteraanbod in ons land mogelijk te willen maken. In dat kader zouden universiteiten<br />
bestaande tracks binnen masteropleidingen kunnen verzelfstandigen of - omgekeerd - bestaande<br />
specialistische masteropleidingen weer de status van track binnen bredere masteropleidingen kunnen<br />
geven. De TU/e besloot na ampel beraad geen gebruik te zullen maken van de door OCW geboden<br />
eenmalige herstructureringsmogelijkheid.<br />
Harde knip<br />
In <strong>2009</strong> heeft de TU/e in haar ‘Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012’ het voornemen vastgelegd om - in lijn met<br />
een door de Minister van OCW ingezette wetswijziging - met ingang van het academisch jaar 2012-2013<br />
de regel in te voeren dat studenten slechts toegelaten kunnen worden tot de masteropleidingen van de<br />
universiteit als zij beschikken over een relevant bachelordiploma. Hiermee wil de universiteit bevorderen<br />
dat bachelorstudenten hun opleiding binnen redelijke termijn afronden en een doordachte keuze<br />
maken voor een masteropleiding en dat masterstudenten zich volledig op het mastercurriculum kunnen<br />
concentreren. Om een zorgvuldige invoering van de zogenaamde ‘harde knip’ voor te bereiden is een<br />
speciale werkgroep ingesteld. Deze zal in de zomer van 2010 een advies opleveren over eisen waaraan<br />
voldaan moet worden om de ‘harde knip’ op verantwoorde wijze in te kunnen voeren.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 33<br />
Visitatie opleidingen ‘Engineering Science’<br />
De nodige voorbereidingen zijn getroffen voor de visitatie en heraccreditatie in 2010 van de opleidingen<br />
in het domein ‘Engineering Science’. Dit betreft de bacheloropleiding ‘<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde’ en de<br />
masteropleidingen ‘Innovation Management’ en ‘Operations Management and Logistics’.<br />
Kwaliteitszorg<br />
De Centrale Commissie Kwaliteitszorg Onderwijs van de TU/e heeft in <strong>2009</strong> de hoogste prioriteit<br />
gegeven aan de nodige voorbereidingen voor overschakeling op het nieuwe beoordelingssysteem op<br />
basis van een instellingsaudit in combinatie met een lichtere vorm van opleidingsvisitaties, dat door de<br />
overheid mogelijk wordt gemaakt. In samenhang daarmee is verder gewerkt aan het realiseren van een<br />
instellingsbreed kwaliteitszorgsysteem dat voor de inhoudelijke beoordeling van opleidingen gebruik<br />
maakt van de in eigen huis ontwikkelde systematiek van ‘Academic Competences and Quality Assurance’<br />
(ACQA).<br />
Basiskwalificatie Onderwijs<br />
Bij de faculteiten ‘Scheikundige Technologie’ en ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ zijn<br />
pilotprojecten uitgevoerd om ervaring op te doen met de invoering van de zogenaamde ‘Basiskwalificatie<br />
Onderwijs’ (BKO) voor docenten en de met het oog daarop ontwikkelde leergang voor en ondersteuning<br />
van docenten. De pilotprojecten leverden waardevolle conclusies en aanbevelingen op voor<br />
instellingsbrede invoering van de BKO in 2010. Nieuw aangestelde universitaire (hoofd)docenten en<br />
hoogleraren worden verplicht om binnen vier jaren na aanstelling het BKO-certificaat te behalen. Het<br />
behalen van dit certificaat wordt ook een voorwaarde voor bevorderingen en zal als verplichting worden<br />
opgelegd aan wetenschappelijk medewerkers bij wie - bijvoorbeeld op basis van onderwijsevaluaties -<br />
wordt vastgesteld dat hun onderwijsvaardigheden verbetering behoeven.<br />
Versterking ontwerpersopleidingen<br />
In samenspraak met in- en externe stakeholders is door de directeur van het Stan Ackermans Instituut<br />
voor de ontwerpersopleidingen van de drie technische universiteiten een plan van aanpak ontwikkeld om<br />
de positie van de tweejarige ontwerpersopleidingen (PDEng) te versterken en een impuls te geven aan de<br />
internationale marketing van deze opleidingen. Voor de uitvoering van het plan is extra ondersteuning<br />
ingezet en zijn de nodige financiële middelen ter beschikking gesteld. Een stuurgroep met daarin ook<br />
waarnemers namens de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente coördineert de uitvoering.<br />
Binnen de TU/e zijn inmiddels werkgroepen bezig met onderzoek naar de haalbaarheid van drie mogelijke<br />
nieuwe opleidingen, te weten ‘Healthcare Systems Design’, ‘Smart Energy Building’ en ‘Automotive<br />
Systems’. Bij de TU Delft wordt de mogelijkheid van een ontwerpersopleiding ‘ICT voor de serviceindustrie’<br />
verkend en bij de <strong>Universiteit</strong> Twente de mogelijkheid van een (3TU-)ontwerpersopleiding<br />
‘Robotica’. Verder is een discussie gestart over aangepaste criteria voor het beoordelen van uitgevoerde<br />
ontwerpopdrachten door deelnemers aan de opleidingen. Tot slot is er een begin gemaakt met het<br />
actualiseren van het voorlichtingsmateriaal over de ontwerpersopleidingen en het nemen van nieuwe<br />
marketinginitiatieven om de opleidingen internationaal steviger op de kaart te zetten.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 34<br />
2.3<br />
Diversen<br />
Doelmatigheid<br />
De TU/e streeft op onderwijsgebied naar een optimale balans tussen enerzijds doelmatigheid en<br />
anderzijds de maatschappelijke behoefte aan meer technisch-wetenschappelijke kenniswerkers.<br />
Dat houdt in dat zij haar pakket bacheloropleidingen in stand probeert te houden om in Zuid-Nederland<br />
de belangstelling voor technischwetenschappelijke opleidingen ten minste op peil te kunnen houden.<br />
Alleen opleidingen die structureel te weinig studenten weten te trekken en geen kerndiscipline<br />
vertegenwoordigen, worden opgeheven. Zo is in de periode september 2005 tot september <strong>2009</strong><br />
de bacheloropleiding ‘Installatietechnologie’ geleidelijk afgebouwd. Het onderwijsaanbod op dit<br />
gebied is deels gecontinueerd als minor voor studenten in de bacheloropleidingen ‘Bouwkunde’,<br />
‘Werktuigbouwkunde’ en ‘Elektrotechniek’. Op deze wijze is de instroom in de masteropleiding<br />
‘Building Services’ veilig gesteld. Andersom is de TU/e ook voorzichtig met het starten van nieuwe<br />
bacheloropleidingen. Indien er behoefte is aan een nieuwe opleiding, wordt deze in principe eerst<br />
gestart als een variant binnen een bestaande opleiding. Verzelfstandiging wordt in principe pas<br />
overwogen nadat gedurende enkele jaren voldoende studenteninstroom is gegenereerd.<br />
Op het terrein van de masteropleidingen streeft de TU/e in ieder geval in het verlengde van de bacheloropleidingen<br />
naar handhaving van aansluitende masteropleidingen. Verder wil zij studenten een<br />
aantrekkelijk palet aan specialistische masterprogramma’s aanbieden die zoveel mogelijk aansluiten<br />
bij de facultaire onderzoekszwaartepunten en universitaire onderzoeksprofileringsgebieden. Daar waar<br />
deze parallel lopen aan zwaartepunten en profileringsgebieden bij de andere technische universiteiten,<br />
streeft de TU/e in principe naar gezamenlijke opleidingen met daarbinnen locatiegebonden specialisaties.<br />
Met de faculteiten natuurwetenschappen van de Nederlandse universiteiten zijn afspraken gemaakt<br />
in het kader van de sectorplannen voor natuur- en scheikunde. In het algemeen hanteert de TU/e als<br />
doelmatigheidscriterium dat een masteropleiding in beginsel duurzaam een instroom van ten minste<br />
20 studenten moet trekken om gehandhaafd te kunnen blijven. Dat houdt ook in dat mogelijke nieuwe<br />
opleidingen in beginsel starten als speciale programma’s binnen c.q. tussen bestaande opleidingen.<br />
Weten deze duurzaam een twintigtal studenten per jaar te trekken, dan wordt desgewenst ingezet op<br />
verzelfstandiging als afzonderlijke opleiding. In september <strong>2009</strong> is een zelfstandige masteropleiding<br />
‘Automotive Technology’ van start gegaan.<br />
Advisering en verwijzing<br />
De TU/e biedt potentiële bachelorstudenten met studievoorlichtings- en aansluitingsactiviteiten de<br />
nodige hulp bij het maken van een verantwoorde, realistische studiekeuze. De aansluitingsactiviteiten<br />
zijn gebundeld in het ‘Pre University College’ (zie hierna onder het kopje ‘Aansluiting vwo-w.o.’).<br />
De TU/e hecht behalve aan zelfselectie in het kader van het studiekeuzeproces, veel waarde aan de<br />
selectiefunctie van de propedeutische fase van de bacheloropleidingen. De TU/e ziet deze selectie als een<br />
middel om studenten zo snel mogelijk te behouden in of te leiden naar een opleidingstraject dat het beste<br />
past bij hun ambities en mogelijkheden. Per september <strong>2009</strong> is daarom het bindend studieadvies (BSA)<br />
ingevoerd (zie paragraaf 2.2 onder het kopje ‘Bindend studieadvies’). Met studenten die in het eerste jaar<br />
30-40 studiepunten hebben behaald, worden studieafspraken gemaakt. Zij krijgen in het kader daarvan<br />
extra begeleiding in het tweede jaar. Studenten die een negatief bindend studieadvies ontvangen, mogen<br />
hun opleiding niet voortzetten. Deze studenten worden begeleid naar een ander opleidingstraject op<br />
hbo- of w.o.-niveau. Dit gebeurt door individuele begeleiding en trainingen. Overigens dient opgemerkt<br />
te worden dat TU/e-studenten die overstappen naar het hbo, het daar in de regel goed doen en daar ook<br />
een diploma behalen.<br />
Alle bachelorstudenten dienen in het eerste semester van het derde jaar van hun opleiding een minor te<br />
volgen. Zij kunnen hierbij een keuze maken uit het aanbod van 28 minoren (zie voor een overzicht van de<br />
minoren paragraaf 1.2 onder het kopje ‘Bacheloropleidingen’). Tijdens voorlichtingsbijeenkomsten en via<br />
de website wordt uitgebreide informatie over alle minoren gegeven. Tevens worden studenten begeleid in<br />
met maken van een keuze voor de minor.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 35<br />
Wanneer de afronding van de bacheloropleiding in zicht komt, staan studenten voor de keuze van een<br />
masteropleiding. De TU/e biedt zowel haar eigen bachelorstudenten als die van andere universiteiten<br />
de nodige voorlichting over haar masteropleidingen en de vooropleidingseisen waaraan moet worden<br />
voldaan om succesvol aan deze opleidingen deel te kunnen nemen. Tevens worden studenten begeleid<br />
in het maken van een keuze voor een masteropleiding. Voor eigen bachelorstudenten is altijd ten minste<br />
één aansluitende masteropleiding zonder formele restricties als doorstroomopleiding toegankelijk.<br />
In 3TU-verband wordt via een gezamenlijke online doorstroommatrix de nodige informatie verschaft<br />
over alle doorstroommogelijkheden tussen bachelor- en masteropleidingen van de drie Nederlandse<br />
TU’s. Daarbij worden overeenkomstige bachelors van elkaars instellingen gelijk behandeld. Voor<br />
instromende masterstudenten van buiten de drie TU’s is sprake van selectie. Met een aantal internationale<br />
universiteiten zijn in dit kader speciale afspraken gemaakt.<br />
De TU/e houdt de studievoortgang van zowel haar bachelor- als masterstudenten goed in de gaten.<br />
Wanneer het tempo en/of de prestaties achterblijven, krijgen de betrokken studenten advies en<br />
begeleiding om hen weer ‘op het goede spoor te krijgen’. Studenten die drie keer zonder succes aan een<br />
tentamen hebben deelgenomen, worden uitgenodigd voor een gesprek met een studieadviseur. In goed<br />
overleg wordt vervolgens een studieplan opgesteld, dat tot doel heeft bij de vierde poging adequaat<br />
voorbereid te zijn, zodat er een goede kans van slagen is.<br />
Wie eenmaal met een positief studieadvies aan het tweede jaar van de bacheloropleiding is begonnen<br />
dan wel is toegelaten tot een masteropleiding, wordt in principe in staat geacht zijn of haar bachelor- c.q.<br />
masteropleiding in maximaal 4 c.q. 3 jaar te kunnen volbrengen.<br />
Aansluiting vwo - w.o.<br />
De TU/e heeft in <strong>2009</strong> de nodige inspanningen geleverd in het kader van het ‘Pre University College’<br />
(PUC) om de aansluiting tussen het vwo en het w.o. te verbeteren. Zo werd de Bèta-alliantie, het<br />
samenwerkingsverband tussen de TU/e en vwo-scholen, uitgebreid van 24 naar 29 scholen en werden<br />
er verschillende nieuwe activiteiten ontplooid op het gebied van studiekeuzebegeleiding. Naast de<br />
activiteiten gericht op leerlingen uit de bovenbouw van het vwo, zijn er ook activiteiten aangeboden<br />
die een bijdrage leveren aan de professionalisering van vwo- en TU/e- docenten. In <strong>2009</strong> werden er<br />
bijvoorbeeld docentendagen voor vwo-docenten georganiseerd en een studiedag over aansluiting<br />
tussen vwo en w.o. voor propedeuse-docenten.<br />
Aansluiting hbo - w.o.<br />
De TU/e bevordert actief dat hbo-studenten in technische richtingen na afronding van hun opleiding<br />
doorstromen naar een van haar masteropleidingen. De universiteit verzorgt in dat kader zowel<br />
schakelminoren in het hbo zelf als schakelprogramma’s tussen hbo-bachelor- en TU/e-masteropleidingen.<br />
Over beide mogelijkheden wordt actief voorlichting gegeven aan hbo-studenten. In <strong>2009</strong> werden de<br />
volgende aanpassingen met betrekking tot de schakelminoren doorgevoerd: de studielast van de<br />
schakelminoren is teruggebracht naar 18 studiepunten, er is een cursus basiswiskunde verplicht gesteld<br />
als toelatingsvoorwaarde en er heeft een aanpassing in de verroostering plaatsgevonden waardoor<br />
hbo-studenten zich nu een semester lang volledig op de minor aan de TU/e kunnen richten. Zie verder<br />
paragraaf 2.1 onder het kopje ‘Instroom’.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 36<br />
Ondernemerschapsonderwijs<br />
De faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ verzorgt sinds 2006 een instellingsbrede minor<br />
‘Ondernemerschap’ voor bachelorstudenten. De minor trekt studenten uit vrijwel alle faculteiten.<br />
Het speciale certificaatprogramma ‘Technology Entrepreneurship’ voor afstuderende masterstudenten<br />
trok in <strong>2009</strong> in totaal 18 deelnemers die in multidisciplinaire teams samen met onderzoekers en<br />
promovendi kennis en ervaring hebben opgedaan op het terrein van ondernemerschap en<br />
businessplanning. Doel is hieruit nieuwe hightechbedrijven voort te laten komen. Het programma wordt<br />
verzorgd door de faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ en het TU/e Innovation Lab.<br />
In <strong>2009</strong> werden door het TU/e Innovation Lab tal van voorlichtingsbijeenkomsten en workshops<br />
verzorgd voor studenten, deelnemers aan de ontwerpersopleidingen en promovendi met interesse in<br />
ondernemerschap. Twee keer werd in het kader van het zogenaamde PROOF-programma (PROviding<br />
Opportunities For PhD students) een cursus ondernemerschap verzorgd voor promovendi en ontwerpers<br />
in opleiding. Hier namen 35 personen aan deel. In samenwerking met Technologiestichting STW,<br />
de beide andere Nederlandse TU’s en Wageningen <strong>Universiteit</strong> werden twee tweedaagse ‘Business<br />
Challenges’ georganiseerd voor onderzoekers die in de pre-startfase van een mogelijk hightechbedrijf<br />
verkeerden. Verder werd in samenwerking met partners in Aken en Leuven een masterclass<br />
ondernemerschap verzorgd voor afstudeerders, afgestudeerden, promovendi en gepromoveerden<br />
die een hightechbedrijf begonnen zijn.<br />
Tijdens de Brainport Entrepreneurship Week werd het ‘Brabant Center of Entrepreneurship’ (BCE) officieel<br />
gelanceerd. Voor de realisatie van het BCE werd een subsidie verworven bij het zogenaamde Operationeel<br />
Programma Zuid-Nederland. Dat maakt het mogelijk in de jaren <strong>2009</strong>-2012 vanuit het centrum een forse<br />
impuls te geven aan het ondernemerschapsonderwijs in Noord-Brabant. Zie verder paragraaf 4.2 onder het<br />
kopje ‘Brabant Center of Entrepreneurship’.<br />
Het TU/e Innovation Lab heeft samen met de faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’,<br />
TiasNimbas Business School en enkele grote bedrijven en industriële partners een Executive MBI-opleiding<br />
(Master of Business Innovation ) opgezet op het gebied van ondernemerschap. Het programma ging in<br />
september 2008 van start en bevat niet alleen cursorische onderdelen maar ook elementen als coaching,<br />
financiering en business development. In <strong>2009</strong> hebben zich diverse deelnemers, van binnen en buiten de<br />
TU/e, aangemeld voor de tweede lichting die in maart 2010 van start gaat.<br />
De faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ heeft in <strong>2009</strong> met steun van het TU/e<br />
Innovation Lab diverse onderzoeksprojecten opgezet op het terrein van ondernemerschap en innovatie.<br />
Daarbij waren de 3TU-leerstoelhouders internationaal ondernemerschap betrokken en werd samengewerkt<br />
met diverse externe partners.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 37<br />
Maatwerk voor bedrijfsleven<br />
De faculteit ‘Wiskunde en Informatica’ verzorgde een vijftal meerdaagse post-academische cursussen over<br />
‘Statistische basistechnieken’, ‘Design of Experiments’, ‘Statistische procesbeheersing’, ‘Multivariate<br />
data-analyse’ en ‘Data mining’. Verder is het CEE/e-initiatief (Continuing Engineering Education <strong>Eindhoven</strong>)<br />
van start gegaan dat een breed scala aan cursussen op het gebied van IT en toegepaste statistiek en<br />
data-analyse omvat voor promovendi, stafleden en externen. Voor alumni geldt een gereduceerd tarief.<br />
De faculteit ‘Scheikundige Technologie’ verzorgde cursussen ‘polymeerchemie’, ‘coatingstechnologie’ en<br />
‘emulsiepolymerisatie’ voor deelnemers uit verschillende bedrijven. De faculteit ‘Industrial Engineering<br />
& Innovation Sciences’ verzorgde een Masterclass ‘Chain Optimization’ voor Philips Lighting en Philips<br />
Medical en een workshop bij Procter & Gamble. De faculteit ‘Werktuigbouwkunde’ verzorgde een PATOcursus<br />
‘Motion Control’ voor deelnemers uit het bedrijfsleven. Vanuit de School of Medical Physics and<br />
Engineering <strong>Eindhoven</strong> (SMP/e) werden door de faculteiten ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’ en ‘Biomedische<br />
Technologie’ post-initiële opleidingsprogramma’s en cursussen verzorgd voor ingenieurs in ziekenhuizen.<br />
De programma’s leiden op tot klinisch fysicus c.q. qualified medical engineer. Aan de cursussen ‘Medische<br />
ethiek’ en ‘Veiligheids- en risico-analyse’ namen ook externe trainees deel. De duale varianten van de<br />
masteropleidingen ‘Chemical Engineering’ en ‘Building Services’ werden in <strong>2009</strong> gecontinueerd.<br />
Uitbesteding van onderwijs<br />
De faculteit ‘Biomedische Technologie’ werkt nauw samen met de <strong>Universiteit</strong> Maastricht en het<br />
Maastricht Universitair Medisch Centrum. Delen van de bacheloropleiding ‘Biomedische technologie’<br />
en de masteropleidingen ‘Biomedical Engineering’ en ‘Medical Engineering’ worden verzorgd door de<br />
Maastrichtse partners. Ook wordt gebruik gemaakt van voorzieningen in Maastricht. Voor het verzorgen<br />
van het bachelor- en masteronderwijs betaalde de TU/e in <strong>2009</strong> € 151.000 aan de <strong>Universiteit</strong> Maastricht.<br />
Aan het Maastricht Universitair Medisch Centrum werd een vergoeding van € 325.000 betaald voor<br />
masteronderwijs, stagebegeleiding, huisvesting en infrastructuur. De faculteit ‘Industrial Engineering &<br />
Innovation Sciences’ besteedde in <strong>2009</strong> circa € 56.000 voor het inhuren van docenten, het opzetten en<br />
verzorgen van vakken en het begeleiden van studenten. Door de faculteit ‘Werktuigbouwkunde’ werden<br />
in <strong>2009</strong> een keuzevak en een project op het terrein van ‘Rapid Manufacturing’ uitbesteed. Hiermee was<br />
een bedrag gemoeid van € 11.602. De faculteit ‘Elektrotechniek’ besteedde in <strong>2009</strong> in het kader van de<br />
ontwerpersopleiding ‘Information and Communication Technology’ voor circa € 11.000 aan onderwijs uit.<br />
Dit betrof onderwijs op de gebieden ‘Projectbased Management’, ‘Methods and Techniques for Design’<br />
en ‘Specifieke Software’.<br />
Continuing education<br />
Het TU/e-aanbod op het terrein van ‘continuing education’ maakt onderdeel uit van de TiasNimbas<br />
Business School, waarin de TU/e een minderheidsbelang heeft. Opleidingen die hun oorsprong vinden<br />
in de TU/e zijn de ‘Executive Master of Real Estate’ en de ‘Executive Master in Operational Excellence’.<br />
Deze laatste wordt vanaf september <strong>2009</strong> in combinatie met de ‘Executive Master in Transport and<br />
Logistics’ aangeboden.<br />
In <strong>2009</strong> is het programma ‘Foundations in Management’, speciaal ontwikkeld voor technische<br />
professionals, van start gegaan. De in 2008 ontwikkelde ‘Masterclass Operational Excellence for<br />
Executives’ is in <strong>2009</strong> succesvol gebleken. Daarnaast werd een aantal programma’s aangeboden<br />
op de High Tech Campus te <strong>Eindhoven</strong>, waaronder de jaarlijkse ‘Business Challenges’ (seminars over<br />
business innovation) en een deel van de ‘Entrepreneurial Lectures’.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 38<br />
Deelname personeel aan opleidingen<br />
In <strong>2009</strong> hebben in totaal 12 personeelsleden van de TU/e als student ingeschreven gestaan voor het<br />
volgen van onderwijs aan de eigen universiteit.<br />
Studentenuitwisseling<br />
In <strong>2009</strong> maakten in totaal 370 studenten van 130 Europese hoger onderwijsinstellingen gebruik van een<br />
uitwisselingsovereenkomst tussen hun instelling en de TU/e om enige tijd onderwijs in <strong>Eindhoven</strong> te<br />
volgen. Datzelfde geldt voor in totaal 120 studenten van 35 instellingen buiten Europa.<br />
In totaal ontvingen 52 Europese hoger onderwijsinstellingen in <strong>2009</strong> 119 studenten van de TU/e, van wie<br />
98 op basis van een bilaterale uitwisselingsovereenkomst. Buiten Europa ontvingen 68 instellingen voor<br />
hoger onderwijs 154 TU/e-studenten. Daarnaast hebben 97 TU/e studenten in <strong>2009</strong> een stage uitgevoerd<br />
bij bedrijven en instituten in het buitenland. Nieuwe bestemmingslanden in <strong>2009</strong> waren met name Chili<br />
en Rusland.<br />
Duurzaamheid<br />
De TU/e hecht er veel waarde aan dat in al haar opleidingen integraal aandacht wordt besteed aan het<br />
aspect ‘duurzaamheid’. Toekomstige ingenieurs moeten zich bewust zijn van hun maatschappelijke<br />
verantwoordelijkheid in deze. Specifieke aandacht voor duurzaamheid op energiegebied komt tot<br />
uitdrukking in een minor ‘Sustainable Energy Technology’ in de bachelorfase en in een gelijknamige<br />
masteropleiding (in 3TU-verband).<br />
In samenwerking met buitenlandse partners werden de volgende initiatieven op het gebied van duurzame<br />
energie in <strong>2009</strong> ontplooid:<br />
• de TU/e werd partner in het Erasmus Mundus masterprogramma op het gebied van duurzame energie<br />
systemen: ‘SELECT’. Zie voor nadere informatie paragraaf 7.3 (onder het kopje ‘Erasmus Mundus’);<br />
• de TU/e werd samen met een aantal Europese partners door het ‘European Institute of Innovation and<br />
Technology’ geselecteerd voor een ‘Knowledge and Innovation Community’ (KIC) op het gebied van<br />
energie, genaamd: InnoEnergy. Binnen deze KIC zal de TU/e onderwijs ontwikkelen waarin energie,<br />
innovaties en ondernemerschap centraal staan. Zie ook paragraaf 3.3 (onder het kopje ‘Duurzaamheid’)<br />
en paragraaf 7.2 (onder het kopje ‘Knowledge and Innovation Communities’);<br />
• binnen de European University Alliance is de European Graduate School on Sustainable Energy<br />
Technology van start gegaan. Zie voor nadere informatie paragraaf 7.2 (onder het kopje ‘European<br />
University Alliance’).<br />
Daarnaast werd de serie ‘Master Classes on Energy and Climate’ voor afstudeerders in alle<br />
masteropleidingen en promovendi ook in <strong>2009</strong> aangeboden. De organisatie is in handen van medewerkers<br />
van de faculteiten ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’ en ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 39<br />
3<br />
Onderzoek<br />
3.1<br />
Feiten en cijfers<br />
Promoties en promotierendementen<br />
De instroom van promovendi (on payroll) nam in <strong>2009</strong> toe. Er stroomden in totaal 224 promovendi in<br />
tegenover 207 in 2008. Het aantal promoties steeg in geringe mate van 191 in 2008 naar 192 in <strong>2009</strong>.<br />
De promotierendementen zijn heel stabiel en gemiddeld ruim 20% hoger dan het gemiddelde in<br />
Nederland (bron: VSNU, Rapportage Promovendigegevens 2008).<br />
Instroom promovendi (on payroll)<br />
(per kalenderjaar)<br />
Jaar Aantal % vrouwen % buitenlanders<br />
2005 162 25 50<br />
2006 149 33 42<br />
2007 171 28 56<br />
2008 207 24 58<br />
<strong>2009</strong> 224 34 63<br />
Aantal promoties/dissertaties<br />
(per kalenderjaar)<br />
Jaar Aantal Waarvan op proefontwerp<br />
2005 164 5<br />
2006 148 4<br />
2007 176 2<br />
2008 191 1<br />
<strong>2009</strong> 192 7<br />
Promotierendement<br />
(cumulatief percentage gepromoveerden per generatie dat op peildatum 31 december van vermeld jaar is gepromoveerd)<br />
Generatie 2005 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />
2001 49 65 67 70 73<br />
2002 4 38 68 76 77<br />
2003 2 7 45 74 79<br />
2004 - 2 5 50 75<br />
2005 - - - 3 47<br />
Publicaties<br />
Er werden in <strong>2009</strong> 60 wetenschappelijke publicaties meer gepubliceerd dan in 2008, 56 in de categorie<br />
‘refereed’ en 4 in de categorie ‘non-refereed’. Het aantal vakpublicaties daalde in <strong>2009</strong> naar 126.<br />
Wetenschappelijke publicaties<br />
(per kalenderjaar; met en zonder refereesysteem)<br />
Jaar Aantal refereed Aantal non-refereed<br />
2005 2692 393<br />
2006 2816 371<br />
2007 2935 357<br />
2008 3069 384<br />
<strong>2009</strong> 3125 388
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 40<br />
Vakpublicaties (voor vakgenoten)<br />
(per kalenderjaar)<br />
Jaar<br />
Aantal<br />
2005 265<br />
2006 369<br />
2007 243<br />
2008 143<br />
<strong>2009</strong> 126<br />
Citatie-impactscore en Web of Science<br />
Het Nederlands Observatorium van Wetenschap en Technologie publiceerde in zijn rapport ‘Wetenschapsen<br />
Technologie-indicatoren 2010’ een overzicht van de citatie-impactscores van de Nederlandse<br />
universiteiten, berekend over de periode 2005-2008. De TU/e neemt in dit overzicht een tweede plaats in<br />
met een citatie-impactscore van 1.44 (44% boven het wereldgemiddelde). Dit is een daling van 6 procent<br />
ten opzichte van de citatie-impactscore over de periode 2003-2006. De <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft<br />
neemt een vijfde plaats in met een score van 1.37 en de <strong>Universiteit</strong> Twente een zevende plaats met een<br />
score 1.34.<br />
Het aantal in <strong>2009</strong> door TU/e-medewerkers gepubliceerde artikelen met een vermelding in het Web of<br />
Science bedraagt 1301, hetgeen 138 meer is dan in 2008.<br />
Citatie-impactscore 2005-2008<br />
(uit: Wetenschaps- en Technologie-indicatoren 2010 van het Nederlands Observatorium van Wetenschap en Technologie;<br />
Bron CWTS/Thomson Reuters/CWTS Web of Science. Bewerking: CWTS)<br />
<strong>Universiteit</strong><br />
Score<br />
EUR 1.47<br />
TU/e 1.44<br />
VUA 1.39<br />
UvA 1.38<br />
TUD 1.37<br />
LEI 1.34<br />
UT 1.34<br />
UU 1.33<br />
RU 1.31<br />
RUG 1.27<br />
WUR 1.26<br />
UM 1.24<br />
UvT 0.95<br />
Aantal artikelen in Web of Science<br />
(per 31 december)<br />
Jaar<br />
Aantal<br />
2005 1140<br />
2006 1167<br />
2007 1021<br />
2008 1163<br />
<strong>2009</strong> 1301
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 41<br />
Onderzoekssamenwerking met bedrijfsleven<br />
Uit een onafhankelijk onderzoek van het Center for Science and Technology Studies (CWTS) in Leiden<br />
onder de 350 beste onderzoeksuniversiteiten in de wereld is de TU/e als beste uit de bus gekomen<br />
waar het gaat om het percentage gezamenlijke onderzoekspublicaties met onderzoekers uit het<br />
bedrijfsleven van het totale aantal onderzoekspublicaties.<br />
Intensiteit University-Industry-Cooperation<br />
(percentage gezamenlijke onderzoekspublicaties met bedrijfsleven van totaal aantal publicaties; uit: ‘Benchmarking<br />
university-industry research cooperation worldwide: performance measurements and indicators based on co-authorship<br />
data for the world’s largest universities’ van het CWTS)<br />
<strong>Universiteit</strong> UIC-intentsiteit (%)<br />
<strong>Eindhoven</strong> University of Technology (NL) 11<br />
Tokyo Institute of Technology (Japan) 10<br />
Osaka University (Japan) 9<br />
Keio University (Japan) 8<br />
Delft University of Technology (NL) 8<br />
Tohoku University (Japan) 8<br />
University of Tokyo (Japan) 8<br />
Purdue University. Indianapolis (USA) 8<br />
Hokkaido University (Japan) 8<br />
Denmark University of Technology 7<br />
Tweede en derde geldstroom<br />
De tweede geldstroom bedroeg in <strong>2009</strong> 17,8 miljoen euro tegenover 18 in 2008. De derde geldstroom<br />
nam toe van 54,4 miljoen euro in 2008 naar 63,1 miljoen euro in <strong>2009</strong>. De tweede en derde geldstroom<br />
vormden in <strong>2009</strong> ruim 27% van de totale baten.<br />
Omvang tweede geldstroom<br />
(per kalenderjaar; absoluut in miljoenen euro’s en als percentage van totale inkomsten)<br />
Jaar Absoluut % van totale inkomsten<br />
2005 14,8 5,9<br />
2006 19,2 7,3<br />
2007 17,0 6,1<br />
2008 18,0 6,3<br />
<strong>2009</strong> 17,8 6,0<br />
Omvang derde geldstroom<br />
(per kalenderjaar; absoluut in miljoenen euro’s en als percentage van totale inkomsten)<br />
Jaar Absoluut % van totale inkomsten<br />
2005 43,6 17,4<br />
2006 45,4 17,1<br />
2007 49,6 17,9<br />
2008 54,4 18,9<br />
<strong>2009</strong> 63,1 21,5
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 42<br />
Europese onderzoeksgelden<br />
De TU/e heeft in <strong>2009</strong> in totaal 14,3 miljoen euro aan subsidies verworven uit het 7e Kaderprogramma van<br />
de EU. De universiteit is coördinator van en deelnemer aan 24 projecten die in <strong>2009</strong> van start zijn gegaan.<br />
Omvang verworven subsidies uit EU-kaderprogramma’s<br />
(per kalenderjaar in miljoenen euro’s)<br />
Jaar<br />
Bedrag<br />
2005 4,7<br />
2006 9,6<br />
2007 1,4<br />
2008 17,2<br />
<strong>2009</strong> 14,3<br />
NWO-Vernieuwingsimpuls<br />
Er werden in <strong>2009</strong> door TU/e-onderzoekers 1 Veni-, 5 Vidi- en 2 Vici-laureaten verworven in het kader<br />
van de Vernieuwingsimpuls van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).<br />
Er worden initiatieven genomen om medewerkers te stimuleren tot en ondersteunen bij het indienen van<br />
voorstellen bij NWO.<br />
Een Veni-laureaat werd toegekend aan:<br />
• dr. V.C. Lagendijk (faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’).<br />
Een Vidi-laureaat aan:<br />
• dr. K.F. Boersma (faculteit ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’);<br />
• dr. J. Harting (faculteit ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’);<br />
• dr. M. Mischi (faculteit ‘Electrical Engineering’);<br />
• dr.ir. J.A. van Oijen (faculteit ‘Werktuigbouwkunde’);<br />
• dr.ir. A.H.M. Smets (faculteit ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’).<br />
En een Vici-laureaat aan:<br />
• dr.ir. W.M.M.Kessels (faculteit ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’);<br />
• dr. N.A.J.M. Sommerdijk (faculteit ‘Scheikundige Technologie’).<br />
Aantal verworven VENI-, VIDI- en VICI-laureaten<br />
(per kalenderjaar)<br />
Jaar VENI VIDI VICI<br />
2005 2 2 -<br />
2006 6 2 1<br />
2007 3 7 3<br />
2008 2 2 2<br />
<strong>2009</strong> 1 5 2
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 43<br />
ERC Grants<br />
Er werd in <strong>2009</strong> een Advanced Grant verworven in het kader van het prestigieuze programma van<br />
de European Research Council. De ERC Advanced Grant werd toegekend aan prof.dr. E.W. Meijer<br />
(faculteit ‘Scheikundige Technologie’).<br />
Aantal verworven ERC Starting en Advanced Grants<br />
(per kalenderjaar)<br />
Jaar Starting Advanced<br />
2005 n.v.t. n.v.t.<br />
2006 n.v.t. n.v.t.<br />
2007 n.v.t. n.v.t.<br />
2008 2 2<br />
<strong>2009</strong> - 1<br />
Akademie-hoogleraren<br />
Er werden in <strong>2009</strong> geen TU/e-hoogleraren tot Akademie-hoogleraar benoemd. Het aantal Akademiehoogleraren<br />
bleef constant op 2.<br />
Aantal verworven ERC Starting en Advanced Grants<br />
(per 31 december)<br />
Jaar<br />
Aantal<br />
2005 2<br />
2006 2<br />
2007 2<br />
2008 2<br />
<strong>2009</strong> 2<br />
Inzet WP in onderzoek<br />
De inzet van wetenschappelijk personeel in onderzoek is in <strong>2009</strong> gestegen met 40 mensjaren ten opzichte<br />
van het jaar ervoor. Alleen de inzet in het kader van de tweede geldstroom liep terug.<br />
Inzet WP in onderzoek<br />
(per kalenderjaar; in mensjaren WP per geldstroom)<br />
Jaar 1e geldstroom 2e geldstroom 3e geldstroom Totaal<br />
2005 335 258 348 941<br />
2006 330 215 358 903<br />
2007 339 222 355 916<br />
2008 385 207 449 1041<br />
<strong>2009</strong> 410 190 481 1081
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 44<br />
Externe beoordelingen<br />
In <strong>2009</strong> zijn de resultaten beschikbaar gekomen van een onderzoeksvisitatie in 3TU-verband voor het<br />
domein ‘Chemical Engineering’ (Scheikundige Technologie). De TU/e kwam bijzonder sterk uit de bus.<br />
Niet eerder behaalde de universiteit bij een onderzoeksvisitatie in dit domein zulke hoge scores. Twee<br />
groepen behaalden het maximale resultaat van vier vijven, te weten de groep ‘Macro-organic Chemistry’<br />
van prof.dr. E.W. Meijer en de groep ‘Molecular Materials and Nanosystems’ van prof.dr.ir. R.A.J. Janssen.<br />
Voor prof. Meijer was dit de derde keer op rij dat hij bij een onderzoeksvisitatie met zijn groep de maximale<br />
score behaalde. Eerder deed hij dat in 1996 en in 2002. Door de hoge scores bij de onderzoeksvisitatie<br />
Scheikundige Technologie stegen in <strong>2009</strong> vanzelfsprekend ook de voortschrijdende (fte-gewogen)<br />
gemiddelde visitatiescores over alle TU/e-disciplines.<br />
Scores onderzoeksvisitaties in <strong>2009</strong><br />
(per onderzoeksvisitatie; volgens Standard Evaluation Protocol)<br />
Quality Productivity Relevance Viability<br />
Onderzoeksvisitatie Scheikundige Technologie 4.56 4.67 4.64 4.32<br />
Voortschrijdende (fte-gewogen) gemiddelde visitatiescores over alle TU/e-discpines<br />
(per kalenderjaar; volgens Standard Evaluation Protocol)<br />
Jaar Quality Productivity Relevance Viability<br />
2005 3.51 3.15 3.58 3.31<br />
2006 3.80 3.46 4.00 3.65<br />
2007 3.80 3.46 4.00 3.65<br />
2008 3.89 3.63 4.13 3.79<br />
<strong>2009</strong> 4.16 3.99 4.37 4.03<br />
3.2<br />
Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Onderzoek’ voor de doelstellingen die de TU/e in <strong>2009</strong> op onderzoeksgebied<br />
nastreefde.<br />
Programmastimulering<br />
De TU/e vindt het belangrijk om op instellingsniveau ruimte te bieden aan vernieuwend multidisciplinair<br />
onderzoek. Met het oog daarop is in 2008 een stimuleringsregeling opgezet, die voorziet in het tijdelijk<br />
toekennen van centrale middelen aan veelbelovende initiatieven van met name jonge hoogleraren of<br />
universitair hoofddocenten voor risicovolle, vernieuwende multidisciplinaire onderzoeksprogramma’s.<br />
Uitgangspunt is dat deze programma’s goede mogelijkheden bieden voor wetenschappelijke vernieuwing<br />
en op termijn goede kansen voor het verwerven van externe fondsen en voor participatie in externe<br />
onderzoeks- en innovatieprogramma’s. Na een startperiode van enkele jaren moeten ze in belangrijke<br />
mate op basis van externe financiering kunnen worden verwezenlijkt.<br />
Begin <strong>2009</strong> werden de eerste aanvragen voor programmastimulering - 13 in totaal - bij het College van<br />
Bestuur ingediend. Na advies ingewonnen te hebben bij een beoordelingscommissie van hoogleraren<br />
kende het college aan vier voorstellen een stimuleringssubsidie toe van 1 miljoen euro, gespreid over vier<br />
jaren. De gehonoreerde programma’s (met tussen haakjes de programmaleiders) zijn:<br />
• ‘I-lighting the world’ (prof.dr. E.H.L. Aerts);<br />
• ‘An ultralow-power-on-chip photonic network’ (prof.dr. A. Fiore);<br />
• ‘Biomimetic materials’ (prof.dr. S.R. Sijbesma);<br />
• ‘Blood in motion’ (dr.ir. A.C.B. Bogaerds).
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 45<br />
Een vijfde programmavoorstel werd gehonoreerd, nadat aan een door het College van Bestuur<br />
gestelde randvoorwaarde was voldaan. Dit betreft het programma:<br />
• ‘Multiscale analysis of intrinsic properties of polymer systems’ (dr.ir. L.Goovaerts).<br />
Eind <strong>2009</strong> ontving het College van Bestuur voor de aanvraagronde 2010 in totaal 7 aanvragen.<br />
In 2010 wordt bekend gemaakt welke van deze aanvragen gehonoreerd zijn.<br />
Topinstitute Intelligent Lighting<br />
Volgens plan is in <strong>2009</strong> samen met enkele relevante bedrijven gestart met het opzetten van een<br />
‘Topinstitute Intelligent Lighting’. Binnen dit multidisciplinaire technologische topinstituut zullen<br />
onderzoekers uit uiteenlopende gebieden werken aan de ontwikkeling van geheel nieuwe concepten<br />
van interactieve verlichting en daarvoor benodigde technologie. Het instituut zal de gehele kennisketen<br />
omvatten van fundamenteel onderzoek tot en met concrete toepassingsprojecten in de industrie en<br />
uiteenlopende maatschappelijke domeinen. De basis voor het instituut is gelegd door middel van<br />
een multidisciplinair onderzoeksprogramma ‘I-lighting the world’, waaraan door het College van<br />
Bestuur één miljoen euro centrale stimuleringsgelden werd toegekend, gespreid over vier jaren.<br />
In het kader daarvan zijn enkele promovendi aangesteld. Verder kon tijdelijke inzet van kenniswerkers<br />
bij het instituut in oprichting worden gerealiseerd via het project ‘Ensure’ in het kader van de landelijke<br />
Kenniswerkersregeling. Kartrekker van het instituut is prof.dr. E.H.L. Aarts, hoogleraar bij de faculteit<br />
‘Industrial Design’.<br />
<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute<br />
De TU/e wil haar internationale wetenschappelijke positie op het terrein van duurzame energietechnologie<br />
de komende jaren fors versterken. In dat kader is in <strong>2009</strong> het besluit genomen al het onderzoek op<br />
dit terrein binnen de universiteit te bundelen in één sterk gefocusseerd ‘<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute’.<br />
Prof.dr.ir. R. de Borst, decaan van de faculteit ‘Werktuigbouwkunde’, treedt als wetenschappelijk<br />
kartrekker op bij het opzetten van het instituut. De contouren van het instituut zijn geschetst en er is<br />
een begin gemaakt met het schrijven van een businessplan. Het instituut zal zich met name richten<br />
op vier onderzoekslijnen en de vertaling daarvan naar concrete innovatieve toepassingen:<br />
• ‘Built Environment’ (ontwikkeling van technologieën voor transport, opslag en efficiënt gebruik van<br />
energie in de gebouwde omgeving);<br />
• ‘Future Fuels’ (ontwikkeling van nieuwe brandstoffen in combinatie met ultraschone<br />
verbrandingstechnieken);<br />
• ‘Energy Conversion’ (ontwikkelen van nieuwe technologieën en materialen voor het omzetten van<br />
zonlicht in energie);<br />
• ‘Fusion & Plasma’ (bijdragen aan het toepasbaar maken van kernfusie als energiebron voor toekomstige<br />
generaties).<br />
Het ‘<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute’ zal een belangrijke rol gaan spelen in de zogenaamde Knowledge and<br />
Innovation Community (KIC) ‘InnoEnergy’ binnen het ‘European Institute of Innovation and Technology’<br />
(EIT). Het KIC ‘InnoEnergy’ is een door het EIT erkend Europees consortium van universiteiten,<br />
onderzoeksinstituten en bedrijven, georganiseerd in zes thematische clusters met elk een eigen co-locatiecentrum.<br />
De TU/e is een van de leidende participanten in het co-locatie-centrum Benelux, dat gevestigd<br />
zal worden op de High Tech Campus in <strong>Eindhoven</strong> en binnen het KIC het thema ‘Intelligent energy-efficient<br />
buildings and cities’ zal coördineren. De ontwikkeling van het ‘<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute’ en de vestiging<br />
van de co-locatie van het KIC ‘InnoEnergy’ in <strong>Eindhoven</strong> maakt de regio een aantrekkelijke vestigingsplaats<br />
voor andere kennisinstituten op energiegebied. Met andere partijen in de omgeving zal de TU/e zich ervoor<br />
inzetten dat <strong>Eindhoven</strong> een belangrijk internationaal kenniscentrum wordt op het terrein van duurzame<br />
energie. Zie verder paragraaf 7.2 onder het kopje ‘Knowledge and Innovation Communities’.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 46<br />
Excellentiefonds<br />
In <strong>2009</strong> is aan drie wetenschappelijk medewerkers van de universiteit een onderzoeksstipendium van<br />
€ 50.000 toegekend uit het TU/e Excellentiefonds. Aanvragen voor persoonlijke researchgrants van de<br />
betrokken medewerkers bij externe onderzoeksfondsen bleken te voldoen aan alle criteria maar werden<br />
uiteindelijk niet gehonoreerd vanwege overtekening van de desbetreffende subsidieprogramma’s.<br />
Onderzoeksinfrastructuur<br />
In <strong>2009</strong> werd een eerste overzicht gemaakt van de bestaande onderzoeksinfrastructuur (ruimtes,<br />
apparatuur en voorzieningen) en van de wensen van de faculteiten ten aanzien van grote infrastructurele<br />
investeringen. Het overzicht wordt in samenspraak met de faculteiten uitgewerkt tot een in 2010 op te<br />
leveren representatieve publicatie. Aansluitend zal gewerkt worden aan het opstellen van een beleidsplan<br />
‘Onderzoeksinfrastructuur 2020’, waarin wordt aangegeven welke investeringen in bestaande en nieuwe<br />
onderzoeksinfrastructuur de TU/e in de periode tot het jaar 2020 wil gaan doen.<br />
Onderzoeksvisitaties<br />
De onderzoeksvisitaties van de faculteiten ‘Werktuigbouwkunde’ en ‘Scheikundige Technologie’ werden<br />
in <strong>2009</strong> afgerond met de publicatie van de desbetreffende visitatierapporten door de QANU (Quality<br />
Assurance Netherlands Universities). Het College van Bestuur heeft de beide faculteitsbesturen gevraagd<br />
om rekening houdend met de visitatieresultaten een geactualiseerd onderzoeksbeleidsplan op te leveren.<br />
Ter voorbereiding op de onderzoeksvisitaties van de faculteiten ‘Biomedische Technologie’, ‘Wiskunde<br />
en Informatica’ en ‘Industrial Design’ zijn in <strong>2009</strong> zelfevaluatierapporten opgesteld. Bij ‘Wiskunde en<br />
Informatica’ hebben inmiddels visitatiebezoeken plaatsgevonden en zijn door de QANU<br />
conceptrapportages opgeleverd.<br />
Beoordelingscriteria<br />
De drie technische universiteiten in ons land hebben er zowel in het kader van onderzoeksvisitaties<br />
als bij het in competitie verwerven van tweedegeldstroommiddelen hinder van dat er geen goede<br />
beoordelingscriteria en -procedures zijn voor de construerende en ontwerpende wetenschappen,<br />
waardoor deze niet correct beoordeeld en als gevolg daarvan ondergewaardeerd worden. Daarom<br />
zetten de drie TU’s zich er gezamenlijk voor in verandering in deze situatie te brengen.<br />
Prof.dr.ir. M.W.J. Schouten, in <strong>2009</strong> decaan van de TU/e-faculteit ‘Industrial Design’, heeft met raadpleging<br />
van collegae in <strong>Eindhoven</strong>, Delft en Twente een eerste aanzet gegeven voor het formuleren van<br />
adequate beoordelingscriteria en -procedures voor design en engineering. Aansluitend hebben de<br />
drie technische universiteiten de KNAW gevraagd een advies uit te brengen over beoordelingscriteria<br />
voor de construerende en ontwerpende wetenschappen.<br />
Verder zijn in <strong>2009</strong> door de drie TU’s acties ondernomen om het design- en engineeringonderzoek<br />
duidelijker te positioneren binnen het nieuwe Standard Evaluation Protocol (SEP) voor publiek onderzoek<br />
in ons land. Dit heeft geleid tot enkele aanpassingen binnen het protocol. Daarnaast is overleg gestart<br />
met de overheid en NWO/STW over de mogelijkheid om binnen STW een specifieke vernieuwingsimpuls<br />
te introduceren voor de ontwerpende en construerende wetenschappen. Zie ook paragraaf 3.3 onder het<br />
kopje ‘ERiC’.<br />
Distinguished Professorship<br />
In <strong>2009</strong> is prof.dr. S.I. (Samuel) Stupp, directeur van het Institute for BioNanotechnology in Medicin<br />
van Northwestern University in de Verenigde Staten, als tweede buitenlandse hoogleraar voor vier<br />
jaren benoemd tot ‘Distinguished Professor’ aan de TU/e. Hij ontving op 24 april bij gelegenheid<br />
van de 53e Dies Natalis van de universiteit een eredoctoraat (zie ook paragraaf 3.3.onder het kopje<br />
‘Eredoctoraat’). In 2008 werd de Amerikaanse onderzoeker dr. S.S.P. (Stuart) Parkin, IBM fellow
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 47<br />
en leider van de onderzoeksgroep ‘magneto-electronics’ aan het IBM Almaden Research Center in<br />
Californië als eerste ‘Distinguished Professor’ benoemd. ‘Distinguished Professors’ brengen jaarlijks<br />
één week aan de TU/e door en verzorgen dan lezingen voor de wetenschappelijke staf, promovendi en<br />
geselecteerde masterstudenten en zijn bovendien beschikbaar voor overleg met stafleden over belangrijke<br />
ontwikkelingen in hun vakgebied. Via het ‘Distinguished Professorship’ wil de TU/e samenwerkingsrelaties<br />
tussen haar wetenschappelijke staf en internationale topwetenschappers en hun onderzoeksgroepen een<br />
extra dimensie geven.<br />
3.3<br />
Diversen<br />
ERiC<br />
De faculteit ‘Electrical Engineering’ rondde een in 2008 gestart pilotproject af in het kader van het<br />
NWO- programma ‘Evaluating Research in Context’ (ERiC). Vanuit dit programma wordt gewerkt aan<br />
de ontwikkeling van indicatoren voor de beoordeling van de maatschappelijke impact van onderzoek<br />
en van evaluatiemethodes die recht doen aan kenmerken van verschillende vakgebieden, waaronder<br />
de ontwerpende en construerende disciplines en multidisciplinair onderzoek. De drie technische<br />
universiteiten hechten veel belang aan de ontwikkeling van beoordelingscriteria en -procedures voor de<br />
ontwerpende en construerende disciplines. Zie verder paragraaf 3.2 onder het kopje ‘Beoordelingscriteria’.<br />
Doelmatigheid<br />
Het versterken van doelmatigheid is een van de doelstellingen van het onderzoeksbeleid van de TU/e.<br />
Mede door de versterking van focus en massa in het onderzoek kunnen kwaliteit en productiviteit<br />
voortdurend verder worden verhoogd zonder een evenredig groter beslag op middelen uit de eerste<br />
geldstroom. Door in 3TU-verband afstemmingsafspraken te maken en samen te werken worden de<br />
effectiviteit en doelmatigheid van de onderzoeksinspanningen bovendien extra bevorderd. Zo versterkt<br />
de samenwerking in de 3TU.Centres of Excellence de internationale concurrentiepositie van het<br />
Nederlandse technisch-wetenschappelijke onderzoek aanzienlijk zonder dat hiervoor blijvend extra<br />
eerstegeldstroommiddelen noodzakelijk zijn. Soortgelijke effecten worden door de TU/e beoogd door<br />
met andere universiteiten en het bedrijfsleven samen te werken in interuniversitaire en publiekprivate<br />
onderzoeksinstituten en -programma’s. Verder zijn in het kader van de sectorplannen voor natuur- en<br />
scheikunde focusafspraken gemaakt met de faculteiten natuurwetenschappen van andere universiteiten.<br />
Onderzoekscholen<br />
Zoals gemeld in paragraaf 1.2 onder het kopje ‘Onderzoekscholen en -instituten’ was de TU/e eind <strong>2009</strong><br />
penvoerder van 6 door de KNAW erkende onderzoeksscholen en van 2 nationale toponderzoekscholen.<br />
Verder was de TU/e actief in 12 door de KNAW erkende onderzoekscholen (2 meer dan in 2008), waarvan<br />
het penvoerderschap door een andere universiteit wordt vervuld.<br />
Eredoctoraat<br />
In het kader van haar 53ste Diesviering heeft de TU/e op 24 april <strong>2009</strong> een eredoctoraat toegekend aan<br />
de Amerikaanse wetenschapper prof.dr. S. I. (Samuel) Stupp. Hij ontving deze onderscheiding voor zijn<br />
baanbrekende onderzoek naar zachte materialen en toepassingen van complexe moleculaire systemen<br />
in de biomedische technologie. Prof.dr. Stupp is hoogleraar aan Northwestern University en sinds 2000<br />
tevens directeur van het Institute for BioNanotechnology in Medicine van deze universiteit. Samuel Stupp
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 48<br />
is (mede-)auteur van ongeveer 250 wetenschappelijke artikelen en heeft 30 patenten op zijn naam.<br />
Hij werd in 2006 uitgeroepen tot één van de ‘15 Scientists That Will Change Your World’ door de<br />
Biotechnology Industrial Organization. Als erepromotor trad universiteitshoogleraar Bert Meijer op,<br />
hoogleraar Organische Chemie aan de faculteiten ‘Scheikundige Technologie’ en ‘Biomedische<br />
Technologie’.<br />
Simon Stevin Gezel<br />
Dr.ir. R. (Rick) Scholte - in 2008 gepromoveerd aan de TU/e-faculteit Werktuigbouwkunde - ontving in <strong>2009</strong><br />
de Simon Stevin Gezelprijs. Technologiestichting STW kent deze prijs jaarlijks toe aan een veelbelovende<br />
jonge onderzoeker die het jaar daarvoor gepromoveerd is op een STW-project en een bijdrage heeft<br />
geleverd aan de valorisatie van de onderzoeksresultaten. Het promotieonderzoek van Scholte richtte zich<br />
op ‘sound imaging’, het in beeld brengen van geluid. Hij ontwikkelde een meetrobot met microfoons die<br />
het geluidsniveau op honderden punten - met een nauwkeurigheid van 1 millimeter - meet en berekent.<br />
De methode van Scholte maakt optimale omzetting van de ruimtelijke informatie uit verkregen akoestische<br />
hologrammen mogelijk. Op deze manier is een geluidsbron zeer nauwkeurig op te sporen, waardoor<br />
bijvoorbeeld de exacte oorsprong van geluidsoverlast vanuit machines kan worden aangepakt. Dit geeft de<br />
machineontwerper de gelegenheid het ontwerp zodanig aan te passen dat de hinderlijke geluidsproductie<br />
verdwijnt of aanzienlijk minder wordt. Het onderzoek werd ondersteund met een STW Valorisation Grant.<br />
Leden Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen<br />
Prof.dr. Johan Schot, hoogleraar Geschiedenis van de Techniek bij de faculteit ‘Industrial Engineering<br />
and Innovation Sciences’, is in <strong>2009</strong> geïnstalleerd als lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie voor<br />
Wetenschappen (KNAW).<br />
Super TU/esdays<br />
In het lustrumjaar 2006 is de TU/e gestart met het organiseren van zogenaamde Super Tu/esdays, bedoelt<br />
om vooraanstaand onderzoek aan de universiteit aan een breed publiek te presenteren. In september<br />
<strong>2009</strong> werd er een Super TU/esday georganiseerd over ‘De innovatieve kracht van Brainport’. De faculteit<br />
‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ organiseerde deze dag in samenwerking met Brainport<br />
Development.<br />
Wetenschappelijke integriteit<br />
Sinds 2005 is binnen de TU/e de ‘Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening’ van toepassing en<br />
geldt binnen de universiteit een ‘Regeling wetenschappelijke integriteit TU/e’. Aan de op basis van deze<br />
regeling ingestelde ‘Vertrouwenscommissie Wetenschappelijke Integriteit’ onder voorzitterschap van prof.<br />
dr.ir. A.W.M. Meijers werd in 2008 één klacht voorgelegd waarover in dat jaar advies is uitgebracht aan het<br />
College van Bestuur. Tegen het aanvankelijk oordeel van het College van Bestuur op basis van dit advies<br />
is beroep ingediend bij het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI). Het LOWI heeft over<br />
de betreffende casus in <strong>2009</strong> advies uitgebracht aan het college. Het college nam vervolgens conform dit<br />
advies enkele maatregelen.<br />
De Vertrouwenscommissie Wetenschappelijke Integriteit heeft tijdens het verslagjaar <strong>2009</strong> geen nieuwe<br />
cases in behandeling genomen.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 49<br />
Duurzaamheid<br />
Net als op onderwijsgebied hecht de TU/e er ook op onderzoeksterrein veel waarde aan dat integraal<br />
aandacht wordt besteed aan het aspect duurzaamheid. Tal van onderzoeksprogramma’s van de<br />
universiteit zijn er direct of indirect op gericht de duurzaamheid van producten, processen en systemen<br />
te verbeteren. Zo draagt het spraakmakende katalyseonderzoek van de universiteit er substantieel toe<br />
bij dat industriële processen energiezuiniger en met minder uitstoot van schadelijke stoffen verlopen.<br />
Andere voorbeelden van succesvol TU/e-onderzoek betreffen rookgasreiniging, zonnecellen, nieuwe<br />
brandstoffen, schone verbranding, efficiëntere mobiliteit en transport en energiebesparing via verbetering<br />
van meet- en regeltechnieken. En zo zijn er nog vele andere voorbeelden te geven van TU/e-onderzoek dat<br />
buitengewoon relevant is voor het creëren van een duurzamere wereld en het bestrijden van de opwarming<br />
van de aarde.<br />
Concreet werd het volgende op het gebied van onderzoek naar duurzame energie in <strong>2009</strong> gerealiseerd:<br />
• het TU/e onderzoek op het gebied van duurzame energie zal gebundeld worden in het <strong>Eindhoven</strong> Energy<br />
Institute (EEI). Zie paragraaf 3.2 onder het kopje ‘<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute’;<br />
• de TU/e werd samen met een aantal Europese partners door het ‘European Institute of Innovation and<br />
Technology’ geselecteerd voor een ‘Knowledge and Innovation Community’ (KIC) op het gebied van<br />
duurzame energie, genaamd: InnoEnergy. De onderzoekssterktes van de TU/e, die gebundeld zijn in het<br />
<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute (EEI), worden in deze KIC ingebracht. Zie ook paragraaf 2.3 onder het kopje<br />
‘Duurzaamheid’ en paragraaf 7.2 onder het kopje ‘Knowledge and Innovation Communities’;<br />
• binnen de European University Alliance is de European Graduate School on Sustainable Energy<br />
Technology van start gegaan. Zie voor nadere informatie paragraaf 7.2 onder het kopje ‘European<br />
University Alliance’;<br />
• binnen het 3TU.Center for Sustainable Energy Technologies heeft de TU/e een hoogleraar ‘Heterogene<br />
katalyse’ aangesteld.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 50<br />
4<br />
Kennisvalorisatie<br />
4.1<br />
Feiten en cijfers<br />
Derde geldstroom<br />
De derde geldstroom was in <strong>2009</strong> 8,7 miljoen hoger dan in 2008 en vormde ruim 21% van de totale baten.<br />
Omvang derde geldstroom<br />
(per kalenderjaar; absoluut in miljoenen euro’s en als percentage van totale inkomsten)<br />
Jaar Absoluut % van totale inkomsten<br />
2005 43,6 17,4<br />
2006 45,4 17,1<br />
2007 49,6 17,9<br />
2008 54,4 18,9<br />
<strong>2009</strong> 63,1 21,5<br />
Start-ups en spin-offs<br />
In <strong>2009</strong> startten er bij de TU/e in totaal 15 start-ups en spin-offs, twee minder dan in 2008.<br />
Het aantal directe TU/e-spin-offs bedroeg 10.<br />
Start-ups en Spin-offs<br />
(gestart in kalenderjaar)<br />
Jaar<br />
Aantal<br />
2005 16<br />
2006 20<br />
2007 19<br />
2008 17<br />
<strong>2009</strong> 15<br />
Octrooien<br />
Het aantal op naam van de TU/e ingediende octrooiaanvragen kwam in 2008 uit op 10. Als gevolg van<br />
een kritischere toetsing op exploitatiemogelijkheden van de voorstellen voor octrooiaanvragen zijn dit<br />
er zes minder dan in 2008.<br />
Octrooiaanvragen op naam TU/e<br />
(aantal prioriteitsaanvragen per kalenderjaar)<br />
Jaar<br />
Aantal<br />
2005 11<br />
2006 13<br />
2007 15<br />
2008 16<br />
<strong>2009</strong> 10
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 51<br />
Licenties<br />
Er werden door de TU/e in <strong>2009</strong> 16 nieuwe licenties verstrekt, een behoorlijke toename ten opzichte van<br />
de 10 in 2008.<br />
Door TU/e verstrekte nieuwe licenties<br />
(per kalenderjaar)<br />
Jaar<br />
Aantal<br />
2005 7<br />
2006 4<br />
2007 5<br />
2008 10<br />
<strong>2009</strong> 16<br />
Valorisation Grants<br />
Van de 31 in <strong>2009</strong> vanuit de TU/e bij Technologiestichting STW ingediende aanvragen voor<br />
Valorisaton Grants, werden er 17 gehonoreerd, 9 voor fase 1 (haalbaarheidsstudie) en 8 voor<br />
fase 2 (valorisatie). De TU/e heeft hiermee respectievelijk 28% en 73% van alle landelijk toegekende<br />
Grants binnengehaald. Het STW Valorisation Grant-programma staat open voor onderzoekers die<br />
technologische onderzoeksresultaten willen vermarkten. De opzet lijkt op het Amerikaanse Small Business<br />
Innovation Research-programma. Een Fase 1 Grant (max. € 25.000) ondersteunt het uitvoeren van<br />
een onderzoek naar de technologische en commerciële haalbaarheid van een vermarktingsvoorstel.<br />
Een Fase 2 Grant (max. € 200.000) ondersteunt de uitvoering van een voorstel tot aan het punt waarop<br />
private financiers de verdere commerciële ontwikkeling voor hun rekening willen nemen.<br />
4.2<br />
Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Kennisvalorisatie’ voor de doelstellingen die de TU/e in <strong>2009</strong> op dit terrein<br />
nastreefde.<br />
Brabant Center of Entrepreneurship<br />
In <strong>2009</strong> is het ‘Brabant Center of Entrepreneurship’ van de TU/e en de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg (UvT) van<br />
start gegaan. Als managementteam traden aan: prof. dr. Geert Duysters (wetenschappelijk directeur),<br />
drs. Kees Kokke (zakelijk directeur en projectmanager TU/e) en mr. Jessica van den Bosch MBA<br />
(projectmanager UvT). Op 17 november vond een officiële aftrapbijeenkomst plaats. Het centrum<br />
stimuleert onderwijs en onderzoek op het terrein van ondernemerschap aan de TU/e en de UvT en<br />
bevordert samenwerking op dit terrein tussen de beide Brabantse universiteiten. Bij de aanvang van<br />
het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 startte aan de TU/e de vernieuwde minor ‘Ondernemerschap en innovatie’<br />
voor bachelorstudenten. Deze zal in 2010 ook aan de UvT aangeboden worden.<br />
Businessplan Kennisvalorisatie<br />
Doordat de nieuwe subsidieregeling van de overheid voor kennisvalorisatie op zich liet wachten, was<br />
het niet mogelijk de kennisvalorisatiefunctie aan de TU/e in <strong>2009</strong> op de geplande wijze te consolideren.<br />
Er is namelijk een subsidietoekenning op basis van de nieuwe regeling nodig om het ambitieuze ‘TU/e<br />
Businessplan Kennisvalorisatie’ in volle omvang te kunnen realiseren. Door het aflopen van de oude en<br />
het uitblijven van de nieuwe subsidieregeling dreigt een situatie te ontstaan waarin de universiteit over<br />
onvoldoende middelen beschikt om haar kennisvalorisatiefunctie naar behoren uit te kunnen oefenen.<br />
Er zal een beroep worden gedaan op mogelijke regionale subsidiegevers om bij te springen.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 52<br />
Project Office<br />
Het Project Office ‘Werken voor derden’ ter ondersteuning van het verwerven van middelen voor<br />
onderzoeksprojecten via de tweede- en derdegeldstroom heeft zijn meerwaarde in <strong>2009</strong> bewezen.<br />
Het speelde een cruciale rol bij het ontwikkelen en implementeren van regionale initiatieven voor<br />
het behoud van kenniswerkers en belangrijke R&D-projecten in tijden van economische crisis.<br />
Zie ter zake verder paragraaf 4.3 onder het kopje ‘Kenniswerkersregeling’.<br />
Er waren in <strong>2009</strong> bij het Project Office vier projectofficers werkzaam, gekoppeld aan de faculteiten<br />
‘Electrical Engineering’, ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’, ‘Werktuigbouwkunde’ en<br />
‘Wiskunde en Informatica’. In 2010 zal het Project Office met financiële steun van het College van<br />
Bestuur verder uitgerold worden naar de overige faculteiten. Het ‘TU/e Innovation Lab’ waar het<br />
Project Office deel van uitmaakt, gaat verder na hoe het de faculteiten kan faciliteren met een pool<br />
van zakelijke projectmanagers voor de beheersmatige coördinatie van complexe extern gefinancierde<br />
onderzoeksprojecten.<br />
Bedrijvigheid op campus<br />
Eind <strong>2009</strong> is een uitgewerkt plan opgeleverd voor de ontwikkeling van een bedrijvenpark voor kleine<br />
onderzoeksgedreven ondernemingen op het noordoostelijke deel van de universiteitscampus. Dit wordt<br />
betrokken bij de verdere planvorming voor de ontwikkeling van de campus tot een ‘TU/e Science Park’.<br />
In <strong>2009</strong> is een ontwikkelingsvisie ‘TU/e Science Park’ gerealiseerd in het kader van de voorbereiding<br />
van een nieuw bestemmingsplan voor de universiteitscampus.<br />
Gebouw Catalyst<br />
Er is in <strong>2009</strong> goede voortgang geboekt met het treffen van voorbereidingen voor de bouw op de<br />
universiteitscampus van een starters-/bedrijfsverzamelgebouw met technische faciliteiten en laboratoria.<br />
Dit gebouw,’Catalyst’, moet circa 40 technostarters gaan herbergen uit de hoek van de faculteiten<br />
‘Scheikundige Technologie’, ‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’ en ‘Werktuigbouwkunde’. Met de verwezenlijking<br />
is een investering gemoeid van circa 14 miljoen euro. Dit bedrag wordt door diverse partijen opgebracht,<br />
waaronder de gemeente <strong>Eindhoven</strong>, het Samenwerkingsverband Regio <strong>Eindhoven</strong> en de provincie<br />
Noord-Brabant. Verder is een subsidie verworven van het Operationeel Programma Zuid-Nederland.<br />
Er is een architect geselecteerd en er is een bouwaanvraag in voorbereiding genomen. Naar verwachting<br />
kan in 2010 met de bouw worden begonnen en zal het complex in het najaar van 2011 opgeleverd worden.<br />
Gebouw Connector<br />
Het voormalige TEMA-gebouw op de universiteitscampus is medio <strong>2009</strong> in gebruik genomen als<br />
bedrijfsverzamelgebouw voor starters. De naam van het gebouw is in dat verband gewijzigd in<br />
‘Connector’. De capaciteit voor het huisvesten van starters op de universiteitscampus is met de<br />
bestemming van dit gebouw flink uitgebreid.<br />
Staalkaart<br />
De plannen voor het samenstellen van een voor een breed publiek toegankelijke en informatieve<br />
‘Staalkaart’-publicatie (inclusief online-versie) over spraakmakend TU/e-onderzoek en de<br />
toepassingsmogelijkheden daarvan zijn in <strong>2009</strong> voorlopig in de ijskast gezet. Besloten is om lopende<br />
initiatieven voor thematische clustering van onderzoek in een aantal instituten (zoals rond ‘energy’,<br />
‘health’ en ‘light’) eerst even af te wachten. Vervolgens zal opnieuw worden nagedacht over de opzet<br />
van de publicatie.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 53<br />
4.3<br />
Diversen<br />
Samenwerking met mkb<br />
Via United Brains, de gezamenlijke kennistransferorganisatie van de TU/e, Fontys Hogescholen en<br />
ROC <strong>Eindhoven</strong>, is in <strong>2009</strong> continu gewerkt aan het versterken van de banden met het midden- en<br />
kleinbedrijf en het ontwikkelen van gezamenlijke activiteiten. Het in kunnen zetten van door de overheid<br />
gesubsidieerde kennisvouchers werkte hierbij stimulerend. Middelgrote en kleine ondernemers werden<br />
via onder meer lezingen, workshops en de bladen Vector en Matrix op de hoogte gehouden van voor<br />
hen interessante wetenschappelijke ontwikkelingen binnen de TU/e. Verder heeft United Brains een<br />
‘innovatiecoördinator mkb’ aangesteld, die door middel van een proactieve aanpak de samenwerking<br />
met middelgrote hightechbedrijven zal bevorderen.<br />
Daarnaast heeft de Kenniswerkersregeling bestaande contacten met het midden- en kleinbedrijf<br />
geïntensiveerd en nieuwe samenwerkingsverbanden tot stand gebracht (voor meer informatie zie de<br />
subparagraaf ‘Kenniswerkersregeling’).<br />
Samenwerking met grote ondernemingen<br />
Vanuit het TU/e Innovation Lab is in <strong>2009</strong> geïnvesteerd in het opbouwen van een meer structurele<br />
dialoog met grote hightechondernemingen en -organisaties. Inzet is door middel van geregelde<br />
informatie-uitwisseling een goed beeld te krijgen van lopende gezamenlijke activiteiten en van wederzijds<br />
profijtelijke samenwerkingsmogelijkheden op R&D-gebied en op die manier concrete gezamenlijke<br />
R&D-activiteiten te entameren. Bestaande relaties zijn geïntensiveerd en geconsolideerd en er zijn<br />
nieuwe samenwerkingsverbanden aangegaan. De Kenniswerkersregeling heeft hier een duidelijke<br />
bijdrage aan geleverd.<br />
Kenniswerkersregeling<br />
De TU/e ontwikkelde in <strong>2009</strong> samen met andere regionale partijen in de Brainport <strong>Eindhoven</strong>-regio<br />
initiatieven voor het behoud van technologische kenniswerkers en belangrijke technologische R&Dprojecten<br />
in tijden van economische crisis. De rijksoverheid gaf gehoor aan de in de Brainportregio<br />
ontwikkelde ideeën ter zake en lanceerde een Kenniswerkersregeling en een Regeling High<br />
Tech Topprojecten. De TU/e was vervolgens actief betrokken bij het voorbereiden van ruim 100<br />
projectvoorstellen van bedrijven voor het tijdelijk detacheren van kenniswerkers uit het bedrijfsleven<br />
in gezamenlijke R&D-activiteiten. Van de ingediende projectvoorstellen met betrokkenheid van de<br />
TU/e werden er 54 gehonoreerd. In totaal accommodeert de TU/e via de Kenniswerkersregeling 877<br />
kenniswerkers uit de industrie. Daarnaast kan zij op basis van de gehonoreerde projecten tijdelijk een<br />
60-tal jonge onderzoekers aanstellen. De universiteit ontvangt voor een en ander in totaal ruim 13 miljoen<br />
euro. De Kenniswerkersregeling heeft een sterke impuls gegeven aan de samenwerking tussen bedrijven<br />
en de TU/e. Zo zijn er nieuwe contacten ontstaan en zijn bestaande contacten verder uitgediept en<br />
versterkt.<br />
FOM Valorisatie Prijs<br />
Prof.dr.ir. M.C.M. (Richard) van de Sanden, hoogleraar ‘Plasma & Materials Processing’ aan de faculteit<br />
‘<strong>Technische</strong> Natuurkunde’, ontving de FOM Valorisatie Prijs <strong>2009</strong>. Van de Sanden kreeg deze prijs voor zijn<br />
onderzoek op het gebied van plasmadepositietechnologieën en zijn actieve rol bij het benutten van uit dit<br />
onderzoek voorkomende kennis door verschillende industriële partners. Stichting FOM reikte deze prijs ter<br />
waarde van 250.000 euro dit jaar voor het eerst uit.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 54<br />
5<br />
Studenten- en alumnivoorzieningen<br />
5.1<br />
Feiten en cijfers<br />
Studentenoordelen<br />
TU/e-studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging oplopen, konden ook in<br />
<strong>2009</strong> in aanmerking komen voor ondersteuning uit het afstudeerfonds. Voor studenten die een<br />
studie- of studentgerichte bestuursfunctie vervulden, waren bestuursbeurzen beschikbaar.<br />
Voor het afstudeerfonds was in <strong>2009</strong> € 96.300 beschikbaar en voor bestuursbeurzen € 545.700.<br />
TU/e-beurzen voor niet-EER-masterstudenten<br />
Ter bevordering van de instroom van internationale masterstudenten werden in <strong>2009</strong> in totaal 247<br />
beurzen toegekend aan eerste- en tweedejaarsmasterstudenten van buiten de Europese Economische<br />
Ruimte. Dat zijn er 64 meer dan in 2008. Daarnaast is er in <strong>2009</strong> een leenfaciliteit geïntroduceerd<br />
(zie paragraag 7.2 onder het kopje ‘Leenfaciliteit voor buitenlandse masterstudenten’).<br />
5.2<br />
Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Studenten- en alumnivoorzieningen’ voor de doelen die de TU/e in<br />
<strong>2009</strong> op dit terrein nastreefde.<br />
<strong>Eindhoven</strong> Studentenstad<br />
Om de realisatie van het uitgezette beleid ter versterking van de positionering en uitstraling van <strong>Eindhoven</strong><br />
als studentenstad in goede banen te leiden is een stuurgroep ‘<strong>Eindhoven</strong> Studentenstad’ ingesteld,<br />
bestaande uit bestuurders van de TU/e, Fontys Hogescholen en de Gemeente <strong>Eindhoven</strong>. Deze is<br />
verantwoordelijk voor de vaststelling van het projectenprogramma, de benoeming van projectleiders en<br />
het ter beschikking stellen van financiële middelen. Er is in <strong>2009</strong> gestart met drie brede projectlijnen,<br />
te weten: studentenhuisvesting, studentenactiviteiten en de promotie van <strong>Eindhoven</strong> als studentenstad.<br />
Binnen deze lijnen zijn diverse projecten aan de slag gegaan. Ook werd ruimte geboden aan diverse<br />
initiatieven van studenten zelf. De website ‘Shift040’ met <strong>Eindhoven</strong>s studentennieuws werd uitgebouwd<br />
tot hét informatiekanaal over <strong>Eindhoven</strong> als studentenstad. Daarnaast is in nauwe samenwerking met<br />
‘Shift040’ een begin gemaakt met het ontwikkelen van een webapplicatie die studiekiezers en studenten<br />
die al in <strong>Eindhoven</strong> studeren, informatie geeft over het studentenleven in <strong>Eindhoven</strong>. De TU/e heeft<br />
het maximale projectsubsidiebedrag van € 50.000 beschikbaar gesteld voor het ontwerp, de ontwikkeling<br />
en de bouw van de applicatie.<br />
Studentenhuisvesting<br />
Door vertegenwoordigers van studentenorganisaties, marktpartijen, gemeente <strong>Eindhoven</strong>, onderwijsinstellingen<br />
en architectenbureaus is in <strong>2009</strong> gebrainstormd over het onderwerp ‘studentenhuisvesting’.<br />
De resultaten zijn ingebracht in een convenant dat is ondertekend door de gemeente, de <strong>Eindhoven</strong>se<br />
woningbouwcorporaties, de TU/e, Fontys Hogescholen en ROC <strong>Eindhoven</strong>. De intentie is er gezamenlijk<br />
voor te zorgen dat er voldoende betaalbare huisvestingsvoorzieningen worden gerealiseerd voor<br />
(buitenlandse) studenten, technologisch ontwerpers in opleiding, promovendi en gastmedewerkers.<br />
De TU/e zal actief faciliteren dat de komende jaren een 500-tal wooneenheden op de universiteitscampus<br />
wordt gerealiseerd.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 55<br />
Onderzoeksassistenten<br />
De TU/e zoekt naar middelen om studenten die kiezen voor een onderzoeksgerichte honors track in hun<br />
masteropleiding, een aanstelling te kunnen geven als onderzoeksassistent. De faculteit ‘Industrial Design’<br />
diende in <strong>2009</strong> met succes een subsidieaanvraag in bij de KNAW om binnen de masteropleiding ‘Industrial<br />
Design’ studenten als onderzoeksassistent aan te kunnen stellen.<br />
Alumnibeleid<br />
In <strong>2009</strong> trad een nieuwe hoofd aan van het Alumni Office van de universiteit. Deze legde zijn ideeën met<br />
betrekking tot het alumnibeleid aan het College van Bestuur voor. Doel is de banden met alumni verder te<br />
versterken en de alumnirelaties steviger in de universitaire organisatie te verankeren. Er is ook gesproken<br />
over de opbouw van een alumni-ambassadeursnetwerk. Besluitvorming zal in 2010 plaatsvinden.<br />
5.3<br />
Diversen<br />
Academische Jaarprijzen <strong>2009</strong><br />
In juni werden de Academische Jaarprijzen <strong>2009</strong> uitgereikt.<br />
De TU/e Afstudeerprijs <strong>2009</strong> voor de best uitgevoerde afstudeeropdracht in een masteropleiding ging<br />
naar ir. J.M.F. (John) Helmes (masteropleiding ‘Industrial Design’). Hij ontwikkelde in zijn afstudeerproject<br />
samen met Microsoft Research een robotje (‘The Other Brother’) dat op geheel eigen wijze onverwachte<br />
gebeurtenissen uit het dagelijks leven in beeld (foto en video) en geluid vastlegt.<br />
De TU/e Ontwerpprijs <strong>2009</strong> voor de best uitgevoerde ontwerpopdracht in een ontwerpersopleiding<br />
ging naar mw.ir. A.J. (Rianne) Pas PDEng. Zij ontwierp in het kader van haar ontwerpopdracht binnen de<br />
gecombineerde ontwerpersopleiding ‘Design and Technology of Instrumentation’ en opleiding ‘Qualified<br />
Medical Engineer’ een systeem om aan de hand van röntgenfoto’s de ernst van de vernauwing van een<br />
kransslagader te bepalen. Zij werkte daarbij samen met Philips Healthcare en het Catharina-ziekenhuis<br />
in <strong>Eindhoven</strong>.<br />
De TU/e Promotieprijs <strong>2009</strong> voor het best uitgevoerde promotieonderzoek werd in de wacht gesleept<br />
door mw.dr. M. (Maria) García Larrodé. Zij deed binnen de faculteit ‘Electrical Engineering’ onderzoek<br />
met betrekking tot een nieuw antennesysteem voor draadloze communicatie in gebouwen (‘Radio over<br />
Fiber Distributed Antenna Systems for in-building Broadband Wireless Services’).<br />
De TU/e Perspectiefprijs <strong>2009</strong> voor het afstudeer-, ontwerp- of promotieproject met het meeste<br />
perspectief voor mens en maatschappij ging naar ir. J.S. (Jasper) Winkes, afstudeerder van de faculteit<br />
‘Werktuigbouwkunde’. Hij ontwikkelde in het kader van zijn afstudeeropdracht de zogeheten ‘Double<br />
Combustion Pile Driver’, een innovatieve methode om palen te heien. Het brandstofverbruik gaat er<br />
flink door omlaag en ook hebben gebruikers en omwonenden minder last van roet en lawaai. De jury<br />
prees Winkes, inmiddels directeur van zijn eigen bedrijf ‘Fistuca’, voor het duurzame ontwerp en de<br />
professionele presentatie.<br />
Doelgroepenbeleid<br />
De TU/e heeft in <strong>2009</strong> verdere stappen gezet om studenten met een functiebeperking beter te kunnen<br />
faciliteren. Zo is het aanbod van trainingen en gesprekken uitgebreid met intensieve begeleidingstrajecten<br />
op maat. Daarnaast is de training ‘Leven en studeren met autisme’ ontwikkeld voor TU/e studenten. Wat<br />
betreft het bindend studieadvies gelden er, in sommige gevallen, aparte richtlijnen voor studenten met<br />
een functiebeperking. De commissie bijzondere omstandigheden, bestaande uit een studentendecaan,<br />
een studentenadviseur en een arts, geeft advies aan de examencommissie in voorkomende gevallen.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 56<br />
Individueel klachtrecht<br />
Sinds 1999 is binnen de TU/e een Regeling Individueel Klachtrecht Studenten van kracht. In <strong>2009</strong> zijn<br />
op grond van deze regeling twee klachten in behandeling genomen. De klachten werden na uitgebreid<br />
onderzoek ongegrond verklaard.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 57<br />
6<br />
Universitaire samenwerking in Nederland<br />
6.1<br />
Feiten en cijfers<br />
Formele partnerships in Nederland<br />
Er zijn in <strong>2009</strong> op instellingsniveau geen nieuwe formele partnerships aangegaan met andere<br />
instellingen voor hoger onderwijs in Nederland.<br />
6.2<br />
Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Universitaire samenwerking in Nederland’ voor de doelen die de<br />
TU/e op dit terrein in <strong>2009</strong> nastreefde.<br />
3TU.Federatie<br />
In de zomer <strong>2009</strong> heeft de 3TU.Federatie haar ‘Ontwikkelingsplan 3TU. <strong>2009</strong>-2012’ en haar ‘Bestuurlijke<br />
Agenda <strong>2009</strong>-2010’ gepubliceerd. Het ontwikkelingsplan bevatte een onderbouwde claim op forse extra<br />
financiële steun van de rijksoverheid voor de realisering van het ontvouwde beleid. Teleurstellend was dat<br />
in de begroting voor 2010 van OCW eerder toegezegde structurele middelen voor <strong>2009</strong> en 2010 voor de<br />
3TU.Federatie bleken te zijn geschrapt en dat in de meerjarenramingen een aanzienlijk verlaagd bedrag<br />
voor de federatie bleek te zijn opgenomen. De verwezenlijking van de ambities in het ontwikkelingsplan<br />
kwam daarmee sterk onder druk te staan. De 3TU.Federatie startte overleg met de Ministeries van<br />
OCW en EZ om in ieder geval enkele nieuwe samenwerkingsinitiatieven op onderzoeksgebied - onder<br />
meer op het terrein van de wiskunde - mogelijk te maken. Daarnaast hebben de drie TU’s initiatieven<br />
genomen die moeten leiden tot verdere krachtenbundeling in het technologiedomein in Nederland.<br />
Om de gezamenlijke onderzoeksinspanningen binnen de 3TU.Centers of Excellence zichtbaar te maken<br />
voor een breed publiek, werd in het najaar een publicatie uitgebracht onder de titel ‘Joining forces to<br />
shape the future’. Vermeldenswaard is tot slot dat de drie TU’s in november elk een collegezaal openden<br />
met daarin online videoverbindingen naar de collega-TU’s. Daardoor is in feite een virtuele 3TU-collegezaal<br />
ontstaan en kunnen studenten van de drie TU’s zonder te hoeven reizen deelnemen aan colleges bij de<br />
zusteruniversiteiten.<br />
<strong>Eindhoven</strong> School of Education<br />
Het was de bedoeling in <strong>2009</strong> een tussentijdse evaluatie uit te voeren van de samenwerking met Fontys<br />
Hogescholen in de ‘<strong>Eindhoven</strong> School of Education’. Besloten is echter dit punt in 2010 mee te nemen<br />
in een bredere bezinning op de samenwerking tussen TU/e en Fontys.<br />
Samenwerking met ‘Maastricht’<br />
Onder leiding van de decaan van de faculteit ‘Biomedische Technologie’ is in <strong>2009</strong> gestart met een<br />
verkenning van de mogelijkheden om de TU/e-activiteiten op het terrein van gezondheid en technologie<br />
universiteitsbreed te bundelen in één instituut. Mede in het kader van de beoogde instituutsvorming<br />
wordt nagegaan in hoeverre op bepaalde subgebieden van de biomedische en medische wetenschappen<br />
en van de levenswetenschappen in het algemeen samenwerking met andere universiteiten en<br />
universitaire medische centra in de toekomst opportuun is. Los daarvan troffen de <strong>Universiteit</strong> Maastricht,<br />
Maastricht Universitair Medisch Centrum en de TU/e voorbereidingen voor het vernieuwen van hun<br />
samenwerkingsovereenkomst.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 58<br />
6.3<br />
Diversen<br />
Biomedische technologie<br />
De samenwerking met de <strong>Universiteit</strong> Maastricht en het Universitair Medisch Centrum Maastricht<br />
op het terrein van de biomedische en medische technologie werd in <strong>2009</strong> voortgezet. Zie ook<br />
paragraaf 2.3 onder het kopje ‘Uitbesteding van onderwijs’ en paragraaf 6.2 onder het kopje<br />
‘Samenwerking met Maastricht’.<br />
Brabant Medical School<br />
De TU/e bleef in <strong>2009</strong> participeren in de Brabant Medical School, waarin de Brabantse ziekenhuizen,<br />
opleidingsinstituten, de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg, de TU/e, de gemeenten <strong>Eindhoven</strong> en Tilburg en de<br />
provincie Noord-Brabant samenwerken op het terrein van vernieuwende opleidingen in de medische en<br />
zorgsector. Vanuit de TU/e worden vanuit de faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’,<br />
de faculteit ‘Biomedische Technologie’ en de ‘School of Medical Physics and Engineering <strong>Eindhoven</strong><br />
(SMP/e)’ bijdragen verleend. De faculteit ‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’ verzorgt de<br />
bacheloropleiding ‘<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg’. De masteropleiding ‘Medical<br />
Engineering’ van de faculteit ‘Biomedische Technologie’ voorziet in de behoefte aan medisch ingenieurs<br />
in met name topklinische en academische ziekenhuizen. In samenwerking met medisch specialisten doen<br />
zij klinisch onderzoek naar nieuwe methoden en technieken ten behoeve van diagnostiek en behandeling.<br />
Op deze wijze worden introductie en toepassing van hoogtechnologische innovaties in de patiëntenzorg<br />
gestimuleerd waarbij de arts zich kan blijven richten op directe patiëntenzorg. De SMP/e draagt onder<br />
meer zorg voor de postinitiële vervolgopleidingen tot klinisch fysicus, qualified medical engineer en<br />
klinisch informaticus.<br />
Daarnaast was de TU/e in <strong>2009</strong> nauw betrokken bij de ontwikkeling van het Sectorplan Gezondheidszorg<br />
Brabant dat de Brabant Medical School in coöperatie met de provincie Noord-Brabant initieerde. Naar<br />
verwachting zal deze studie naar ‘toekomstbestendige zorg in Brabant’ in het voorjaar van 2010 afgerond<br />
worden.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 59<br />
7<br />
7.1<br />
Internationale universitaire samenwerking<br />
en internationalisering<br />
Feiten en cijfers<br />
Formele partnerships internationaal<br />
De TU/e heeft in <strong>2009</strong> een memorandum van overeenstemming getekend met de St. Petersburg<br />
State Polytechnic University.<br />
7.2<br />
Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Internationale universitaire samenwerking en internationalisering’<br />
voor de doelen die de TU/e op dit terrein in <strong>2009</strong> nastreefde.<br />
European University Alliance<br />
Binnen de ‘European University Alliance in Science and Technology’ met de ‘<strong>Technische</strong> Universität<br />
München’ en de ‘Danmarks Tekniske Universitet’ is overeenstemming bereikt over de financiering<br />
per TU van vijf promotie- en twee postdocplaatsen binnen een samen op te zetten ‘European Graduate<br />
School for Sustainable Energy Technology’. De TU/e stelde in dit kader 1,4 miljoen euro beschikbaar.<br />
De graduate school ging in november officieel van start tijdens een door de TU/e georganiseerde<br />
aftrapbijeenkomst met alle participanten uit de drie betrokken universiteiten. De eerste promovendi<br />
zijn inmiddels binnen de school aan de slag gegaan.<br />
Knowledge and Innovation Communities<br />
Twee Europese consortia van universiteiten, onderzoeksinstituten en bedrijven, waarin de TU/e een<br />
prominente positie heeft, zijn door het ‘European Institute of Innovation and Technology’ erkend als<br />
zogenaamde ‘Knowledge and Innovation Community’ (KIC). Het gaat om de KIC ‘InnoEnergy’ en de KIC<br />
‘EIT ICT Laboratories’. ‘InnoEnergy’ is georganiseerd in zes thematische clusters van universiteiten,<br />
onderzoeksinstituten en bedrijven met elk een eigen co-locatie, gespreid over Europa. De TU/e is een van<br />
de leidende participanten in het co-locatie-centrum Benelux, dat gevestigd zal worden op de High Tech<br />
Campus in <strong>Eindhoven</strong> en binnen het KIC het thema ‘Intelligent energy-efficient buildings and cities’ zal<br />
coördineren. Het consortium ‘EIT ICT Laboratories’ omvat vijf thematische clusters met eveneens elk een<br />
co-locatie-centrum. De TU/e speelt een belangrijke rol in het met name door het ‘Netherlands Institute<br />
for Research on ICT’ van de drie technische universiteiten in ons land getrokken cluster ‘Health and Wellbeing’<br />
dat zijn co-locatie-centrum eveneens zal vestigen op de High Tech Campus in <strong>Eindhoven</strong>. De TU/e<br />
heeft zich door haar vooraanstaande positie in de beide KIC’s nadrukkelijk op de Europese technologie- en<br />
innovatiekaart geplaatst.<br />
Partnerrelaties<br />
In het kader van het opbouwen en onderhouden van partnerrelaties met vooraanstaande buitenlandse<br />
technologieuniversiteiten hebben TU/e-delegaties in <strong>2009</strong> bezoeken gebracht aan:<br />
• China (‘Northeastern University’ en ‘Zhejiang University’);<br />
• Hong Kong (‘Hong Kong University of Science and Technology’);<br />
• Taiwan (‘National Taiwan University of Science and Technology’);<br />
• Turkije (‘Middle East Technical University’; ‘Bilkent University’; ‘Istanbul Technical University’; ‘Bogazici<br />
University’ en ‘KOC University’);<br />
• Rusland (‘Lomonosov Moscow State University’; ‘Moscow State Technical University’; ‘St. Petersburg<br />
State University’ en ‘St. Petersburg State Polytechnic University’);<br />
• Verenigde Staten (‘Northwestern University’);<br />
• Mexico (‘Monterrey Institute of Technology’).
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 60<br />
Daarnaast hebben TU/e-vertegenwoordigers bijeenkomsten bijgewoond van de universiteitsnetwerken<br />
‘Consortium Linking Universities of Science and Technology for Education and Research’ (CLUSTER) en<br />
‘Conference of European Schools for Advanced Engineering Education and Research’ (CESAER) en bracht<br />
een delegatie van de ‘Zhejiang University’ een bezoek aan de TU/e.<br />
Er wordt verder een inventarisatie gemaakt van de bestaande en beoogde partnerrelaties op facultair<br />
niveau. Dat gebeurt vooral met het oog op partnerrelaties ten behoeve van de rekrutering en selectie van<br />
masterstudenten. Bezien wordt daarna nog of op basis van de inventarisatieresultaten nadere afspraken<br />
met de faculteiten zinvol zijn.<br />
Leenfaciliteit voor buitenlandse masterstudenten<br />
In <strong>2009</strong> is naast het al bestaande universitaire beurzenstelsel een leenfaciliteit geïntroduceerd voor<br />
buitenlandse masterstudenten van buiten de Europese Economische Ruimte. Met ingang van het<br />
studiejaar <strong>2009</strong>-2010 zijn er jaarlijks 30 leningen beschikbaar voor masterstudenten van buiten de<br />
EER die niet voor een beurs in aanmerking komen. De TU/e staat garant voor deze leningen. Er maakten<br />
in <strong>2009</strong> 13 studenten gebruik van deze nieuwe leenfaciliteit.<br />
Begeleiding buitenlandse masterstudenten naar arbeidsmarkt<br />
Met het arbeidsbemiddelingsbedrijf EUFLEX BV (een dochter van de TUE Holding BV) is afgesproken<br />
dat het tweedejaars buitenlandse masterstudenten begeleiding gaat bieden bij het verkrijgen<br />
van een baan op de Nederlandse arbeidsmarkt na hun afstuderen. Daarnaast worden activiteiten<br />
voor buitenlandse masterstudenten ontplooid door het TU/e Career Center en door de bedrijven<br />
die beurzen aan buitenlandse studenten ter beschikking hebben gesteld. Zo worden trainingen in<br />
communicatievaardigheden aangeboden en worden evenementen georganiseerd die de betrokken<br />
studenten de mogelijkheid bieden zich te oriënteren op de regionale arbeidsmarkt.<br />
7.3<br />
Diversen<br />
Erasmus Mundus<br />
In het kader van het programma ‘Erasmus Mundus External Cooperation Window’ werd er in <strong>2009</strong> met<br />
succes een tweede aanvraag ingediend. Naast de bestaande consortiumpartners binnen de Europese Unie<br />
en in Centraal Aziatische landen is een nieuwe partneruniversiteit toegetreden: Kyrgyz National University<br />
(Kyrgyztan). De TU/e treedt op als coördinator en penvoerder van dit consortium. Doel is de uitwisseling<br />
van graduate studenten, promovendi, postdoc’s en wetenschappelijke staf tussen Centraal Azië en<br />
Europa.<br />
Via de Santander groep, een Europees netwerk van universiteiten waarvan de TU/e deel uitmaakt, werd<br />
de TU/e met ingang van het studiejaar 2008-<strong>2009</strong> partner in twee Erasmus Mundus-programma’s, één<br />
met Brazilië, gecoördineerd door de Universidade do Porto, en één met Chili, gecoördineerd door de<br />
Universidad de Valladolid. In het kader van deze programma’s kwamen studenten, onderzoekers en<br />
wetenschappelijke staf uit Brazilië en Chili naar de TU/e. Het programma in samenwerking met Brazilië<br />
is verlengd voor het studiejaar <strong>2009</strong>-2010.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 61<br />
Daarnaast werd de TU/e in <strong>2009</strong> partner in twee nieuwe Erasmus Mundus-programma’s: EMMC SELECT<br />
en EMJD ICE. Het Erasmus Mundus-programma ‘SELECT’ is een masterprogramma op het gebied van<br />
‘duurzame energie systemen’ en is een samenwerking tussen KTH Royal Institute of Technology in<br />
Stockholm (coördinator), Helsinki University of Technology, Ecole Polytechnique Fédéral de Lausanne,<br />
Politecnico di Torino, Universitat Politècnica de Catalunya en de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>.<br />
Het Erasmus Mundus-programma ‘ICE’ is een gezamenlijk PhD-programma op het gebied van ‘computer<br />
science, electronic en telecommunication engineering’ van Università degli Studi di Genova (coördinator),<br />
Alpen-Adria Universität Klagenfurt, Universitat Politècnica de Catalunya, Queen Mary University of London<br />
en de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 62<br />
8<br />
Bedrijfsvoering<br />
8.1<br />
Feiten en cijfers<br />
In het Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012 heeft de TU/e een aantal kernambities op het gebied van bedrijfsvoering<br />
geformuleerd. In lijn met deze ambities wordt in dit jaarverslag naast de vertrouwde overzichten voor het<br />
eerst de volgende informatie opgenomen: aantal hoogleraren naar sekse en nationaliteit en aantal UHD’s<br />
naar sekse en nationaliteit.<br />
Personeelsbezetting<br />
Het totale aantal medewerkers nam in <strong>2009</strong> met 3% (84 personeelsleden) toe. De grootste groei werd<br />
gerealiseerd bij het tijdelijk wetenschappelijk personeel (7%; 90 medewerkers).<br />
Personeelsbezetting in fte<br />
(per 31 december; uitgesplitst in wetenschappelijk en ondersteunend en beheersmatig personeel en in vast en tijdelijk personeel)<br />
Jaar WP-vast WP-tijdelijk OBP-vast OBP-tijdelijk Totaal<br />
2005 524,9 1079,3 890,4 89,4 2584,0<br />
2006 494,7 1081,0 889,0 123,6 2588,3<br />
2007 497,3 1141,8 886,9 131,8 2657,8<br />
2008 500,9 1195,9 899,6 142,6 2739,0<br />
<strong>2009</strong> 496,6 1280,3 925,6 126,6 2828,9<br />
Aantal personeelsleden<br />
(per 31 december; uitgesplitst in wetenschappelijk en ondersteunend en beheersmatig personeel en in vast en tijdelijk personeel)<br />
Jaar WP-vast WP-tijdelijk OBP-vast OBP-tijdelijk Totaal<br />
2005 575 1157 1014 122 2869<br />
2006 546 1150 1014 155 2865<br />
2007 552 1224 1008 194 2978<br />
2008 556 1269 1026 196 3047<br />
<strong>2009</strong> 547 1359 1053 172 3131<br />
In- en uitstromend personeel<br />
Het aantal uitstromende personeelsleden was in <strong>2009</strong> 453, dat is 14 (ofwel 3%) lager dan in 2008.<br />
Het aantal instromende personeelsleden bleef nagenoeg gelijk.<br />
In- en uitstromend aantal personeelsleden<br />
(per kalenderjaar; absoluut en percentage van totaal)<br />
Jaar Instroom abs Instroom % Uitstroom abs Uitstroom %<br />
2005 574 20 702 24<br />
2006 555 19 559 20<br />
2007 581 20 468 16<br />
2008 536 18 467 15<br />
<strong>2009</strong> 537 17 453 14
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 63<br />
Verhouding WP/OBP<br />
De verhouding WP/OBP steeg in <strong>2009</strong> van 1,63 naar 1,69.<br />
Verhouding WP/OBP<br />
(peildatum 31 december)<br />
Jaar<br />
Ratio WP/OBP<br />
2005 1,64<br />
2006 1,56<br />
2007 1,61<br />
2008 1,63<br />
<strong>2009</strong> 1,69<br />
Hoogleraren<br />
Het aantal voltijdhoogleraren is gestegen met 9 (ofwel 7%) in <strong>2009</strong>. Het aantal bezoldigde<br />
deeltijdhoogleraren, onbezoldigde deeltijdhoogleraren en bijzondere hoogleraren-deeltijd daalde<br />
met respectievelijk 1, 3 en 1.<br />
Aantallen hoogleraren<br />
(peildatum 31 december)<br />
Jaar Cat I. Cat. II Cat. III Cat. IV<br />
2005 107 46 79 3<br />
2006 113 47 73 3<br />
2007 116 46 69 3<br />
2008 117 44 64 3<br />
<strong>2009</strong> 126 43 61 2<br />
(uitgesplitst in vier categorieën: I voltijdhoogleraren; II deeltijdhoogleraren bezoldigd; III deeltijdhoogleraren onbezoldigd;<br />
IV bijzondere hoogleraren-deeltijd; NB voltijdhoogleraren zijn hoogleraren met een aanstelling > 0,6)<br />
Aantal hoogleraren naar sekse en nationaliteit<br />
(peildatum 31 december)<br />
Jaar Aantal Aantal vrouwen (%) Aantal buitenlands (%)<br />
2005 235 n.a. (n.a.) n.a. (n.a.)<br />
2006 236 n.a. (n.a.) n.a. (n.a.)<br />
2007 234 9 (3,8) 36 (15,4)<br />
2008 228 8 (3,5) 36 (15,8)<br />
<strong>2009</strong> 232 9 (3,9) 37 (15,9)<br />
UHD’s, UD’s, post-doc’s en promovendi<br />
Met ingang van dit verslag jaar worden promovendi uitgesplitst in twee categorieën: bezoldigd en<br />
onbezoldigd.<br />
Het aantal medewerkers in de categorie ‘universitair hoofddocenten’ was in <strong>2009</strong> 125, dat is 5 (ofwel 4%)<br />
lager dan in 2008.<br />
In de overige categorieën wetenschappelijk personeel was sprake van een stijging:<br />
• universitair docenten met 2% (5 personen);<br />
• postdoc’s met 48% (47 personen);<br />
• promovendi categorie I bezoldigd met 10% (66 personen);<br />
• promovendi categorie II onbezoldigd met 25% (62 personen).
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 64<br />
Aantallen UHD’s, UD’s, postdoc’s en promovendi<br />
(peildatum 31 december)<br />
Jaar UHD’s UD’s Postdoc’s Promovendi Cat. I Promovendi Cat. II<br />
2005 124 299 55 622 n.a.<br />
2006 119 278 71 633 n.a.<br />
2007 124 291 78 651 180<br />
2008 130 291 98 690 247<br />
<strong>2009</strong> 125 296 145 756 309<br />
(promovendi zijn uitgesplitst in twee categorieën: I promovendi bezoldigd; II promovendi onbezoldigd)<br />
Aantal UHD’s naar sekse en nationaliteit<br />
(peildatum 31 december)<br />
Jaar Aantal Aantal vrouwen (%) Aantal buitenlands (%)<br />
2005 124 4 (3,2) 11 (8,9)<br />
2006 119 5 (4,2) 12 (10,1)<br />
2007 124 5 (4,0) 13 (10,5)<br />
2008 130 8 (6,2) 16 (12,3)<br />
<strong>2009</strong> 125 5 (4,0) 16 (12,8)<br />
Ziekteverzuim<br />
Het ziekteverzuim daalde in <strong>2009</strong> met 0,1 procentpunten tot 2,6%.<br />
Ziekteverzuim<br />
(per kalenderjaar; percentage ziektedagen op het totaal aantal van 365 kalenderdagen)<br />
Jaar<br />
% Ziekteverzuim<br />
2005 2,4<br />
2006 2,8<br />
2007 3,0<br />
2008 2,7<br />
<strong>2009</strong> 2,6<br />
Vergrijzing<br />
Het percentage vaste medewerkers van 55 jaar en ouder daalde in <strong>2009</strong> naar 14%.<br />
Vergrijzingsindicator<br />
(peildatum 31 december; percentage vaste medewerkers van 55 jaar en ouder)<br />
Jaar %<br />
2005 13<br />
2006 14<br />
2007 15<br />
2008 15<br />
<strong>2009</strong> 14
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 65<br />
Diversiteit<br />
Het percentage vrouwelijke medewerkers steeg in <strong>2009</strong> zowel bij het wetenschappelijk personeel<br />
(+2,2 procentpunt) als bij het ondersteunend en beheersmatig personeel (+1,2 procentpunt).<br />
Het percentage buitenlandse medewerkers steeg met 2,6 procentpunt tot 29,5.<br />
Aantal personeelsleden naar sekse<br />
(peildatum 31 december; in percentage M/V, uitgesplitst naar WP en OBP)<br />
Jaar WP %M WP %V OBP %M OBP %V Totaal %M Totaal %V<br />
2005 78,9 21,1 56,6 43,4 70,0 30,0<br />
2006 78,2 21,8 56,5 43,5 69,4 30,6<br />
2007 77,5 22,5 55,7 44,3 68,7 31,3<br />
2008 77,8 22,2 54,3 45,7 68,3 31,7<br />
<strong>2009</strong> 75,6 24,4 53,1 46,9 66,8 33,2<br />
Aantal personeelsleden naar nationaliteit<br />
(peildatum 31 december; in percentage NL/niet-NL, onderverdeling niet-NL in percentage EER/niet-EER)<br />
Jaar % NL % niet-NL % EER % niet-EER<br />
2005 77,6 22,4 41,5 58,5<br />
2006 76,9 23,1 39,6 60,4<br />
2007 74,9 25,1 41,2 58,8<br />
2008 73,1 26,9 41,2 58,8<br />
<strong>2009</strong> 70,5 29,5 38,4 61,6<br />
Ingeleend personeel<br />
In <strong>2009</strong> werd 7,2 miljoen euro besteed aan ingeleend personeel. Dat is 1,3 miljoen minder dan in 2008.<br />
Ingeleend personeel<br />
(per kalenderjaar; in miljoenen euro’s)<br />
Jaar<br />
Bedrag<br />
2005 8,3<br />
2006 8,3<br />
2007 9,1<br />
2008 8,5<br />
<strong>2009</strong> 7,2<br />
Investeringen<br />
De investeringen in huisvesting bedroegen in <strong>2009</strong> 8,8 miljoen euro, dat is 3,4 miljoen euro meer dan<br />
in 2008. De investeringen in apparatuur bedroegen in <strong>2009</strong> 1,8 miljoen euro, 2 miljoen euro minder dan<br />
in 2008.<br />
Investeringen in huisvesting<br />
(per kalenderjaar; in miljoenen euro’s)<br />
Jaar<br />
Bedrag<br />
2005 9,6<br />
2006 8,4<br />
2007 4,0<br />
2008 5,4<br />
<strong>2009</strong> 8,8
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 66<br />
Investeringen in apparatuur<br />
(per kalenderjaar; in miljoenen euro’s)<br />
Jaar<br />
Bedrag<br />
2005 4,1<br />
2006 5,5<br />
2007 3,4<br />
2008 3,8<br />
<strong>2009</strong> 1,8<br />
Aanwending rijksbijdrage voor private activiteiten<br />
Van aanwending van rijksbijdrage voor private activiteiten was in <strong>2009</strong> geen sprake.<br />
Financieel resultaat<br />
De TU/e heeft in <strong>2009</strong> afgesloten met een positief netto resultaat van 2,5 miljoen euro.<br />
Meer informatie over het financiële resultaat is te vinden in het Financieel verslag.<br />
Financiëel resultaat<br />
(per kalenderjaar; in miljoenen euro’s)<br />
2005 2006 2007 2008 <strong>2009</strong><br />
Rijksbijdrage OCW 171,8 175,9 182,5 186,8 183,6<br />
College- en examengelden 10,5 10,7 11,5 11,9 12,6<br />
Werk voor derden 58,4 64,6 66,6 72,4 80,9<br />
Overige baten 10,0 13,1 15,4 16,3 16,6<br />
Totaal baten 250,7 264,3 276,0 287,4 293,7<br />
Personele lasten 154,0 155,6 165,5 176,8 187,2<br />
Afschrijvingen 17,3 18,3 19,1 17,3 16,1<br />
Huisvestingslasten 20,9 20,7 24,7 22,9 23,2<br />
Overige lasten 53,9 63,1 61,1 66,2 62,4<br />
Totaal lasten 246,1 257,7 270,4 283,2 288,9<br />
Saldo baten en lasten 4,6 6,6 5,6 4,2 4,8<br />
Financiële baten en lasten -3,8 -3,6 -3,2 -2,5 -2,3<br />
Resultaat 0,8 3,0 2,4 1,7 2,5
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 67<br />
8.2<br />
Realisatie Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
Zie bijlage 5 onder het kopje ‘Bedrijfsvoering’ voor de doelen die de TU/e op dit terrein in <strong>2009</strong> nastreefde.<br />
Strategieschets en Instellingsplan<br />
In het voorjaar van <strong>2009</strong> is besloten de ontwikkeling van een strategieschets voor de lange termijn los<br />
te koppelen van het op te leveren ‘Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012’ en daarvoor ruim een jaar uit te trekken.<br />
Er werd een ‘Regiegroep Ontwikkeling Strategie TU/e 2020’ in het leven geroepen en een startbijeenkomst<br />
belegd van het Bestuurlijk Overleg van het College van Bestuur met de Decanen van de faculteiten.<br />
Deze leverde een lijst van onderwerpen op die naar het oordeel van het Bestuurlijk Overleg in het proces<br />
in ieder geval aandacht zouden moeten krijgen. In een startnotitie werd verder vastgelegd om in het<br />
proces drie achtereenvolgende fasen te onderscheiden: een oriëntatiefase, een discussiefase en een<br />
besluitvormingsfase. De oriëntatiefase ging in de zomer <strong>2009</strong> van start met de eerste van een reeks<br />
brainstormbijeenkomsten met in- en externe stakeholders. Daarnaast werd een inventarisatie gemaakt<br />
van belangrijke in- en externe ontwikkelingen op basis van bestudering van relevante beleidsdocumenten<br />
van overheden, instellingen en organisaties in binnen- en buitenland. Op basis van een analyse van de<br />
uitkomsten van een en ander zal de Regiegroep in het voorjaar van 2010 een houtskoolschets opleveren<br />
van de in haar ogen belangrijkste strategische beleidslijnen voor de komende tien jaren. Daarmee start de<br />
discussiefase in het proces. Op basis hiervan wordt een concept opgesteld van de ‘Strategie TU/e 2020’.<br />
Met de oplevering daarvan start de besluitvormingsfase die in september/oktober 2010 moet uitmonden<br />
in de vaststelling van de strategie.<br />
Intussen is in <strong>2009</strong> het ‘Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012’ opgesteld, besproken in het Bestuurlijk Overleg, ter<br />
instemming voorgelegd aan de <strong>Universiteit</strong>sraad, ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht<br />
en uiteindelijk eind oktober vastgesteld en gepubliceerd. Zie bijlage 6 voor de kernambities in dit nieuwe<br />
instellingsplan.<br />
Intern verdeelmodel<br />
Het interne financiële verdeelmodel werd in <strong>2009</strong> onder de loep genomen door een speciaal hiervoor<br />
in het leven geroepen commissie. Op basis van de bevindingen van de commissie werden enkele kleine<br />
wijzigingen doorgevoerd, waarna het aanpaste model werd toegepast bij de voorbereiding van de<br />
begroting 2010.<br />
Planning & control cyclus<br />
Alle beheerseenheden hebben de prognoses van hun financiële resultaat <strong>2009</strong> aan het einde van<br />
de eerste drie kwartalen opgesteld met behulp van ORCA Begroting & Planning. De daarbij opgedane<br />
ervaringen werden geëvalueerd. Naar aanleiding hiervan werd een nieuwe versie van ORCA BP<br />
geïmplementeerd waarmee beter aan specifieke gebruikerswensen kan worden voldaan.<br />
Cash free betalen<br />
Zoals al in paragraaf 5.2. onder het kopje ‘Multifunctionele studentenkaart’ werd vermeld, zijn in <strong>2009</strong> de<br />
technische en functionele implicaties van de eventuele invoering van één multifunctionele studentenkaart<br />
in beeld gebracht. Daarbij is ook gekeken naar de toepassing van de kaart als chipkaart voor cash free<br />
betalen voor diverse typen services op de campus. Besluitvorming ter zake vindt plaats in 2010.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 68<br />
Campus 2020 – project 1<br />
Het eerste grote project in het kader van het huisvestingsprogramma ‘Campus 2020’ (de realisatie van<br />
nieuwe huisvesting voor de bibliotheek, centrale studentenvoorzieningen en de faculteit ‘Wiskunde<br />
en Informatica’ op de plaats van de huidige W-hal in het hart van de universiteitscampus) vorderde in<br />
<strong>2009</strong> gestaag. In augustus werd het definitieve ontwerp voor de (ver-)nieuwbouw vastgesteld. Tevens<br />
werd begonnen met sloopwerkzaamheden en asbestsanering in de W-hal. Aanbesteding van de (ver-)<br />
nieuwbouw vindt in het eerste kwartaal van 2010 plaats.<br />
Management Campus 2020<br />
Ter versterking van de beheersing van het huisvestingsprogramma ‘Campus 2020’ werd in <strong>2009</strong> een<br />
nieuw beheers- en besluitvormingmodel ingevoerd. Dit voorziet in een stuurgroep ‘Programma- en<br />
projectmanagement’ en in toepassing van het ‘baselinemanagement’ als instrument voor integraal<br />
programma- en projectbeheer. Elk project kent een projectmanager die ervoor zorg draagt dat dit binnen<br />
de in de ‘baseline’ afgesproken kaders wordt gerealiseerd. De projectmanagers rapporteren aan de<br />
stuurgroep. De stuurgroep bereidt besluitvorming door het College van Bestuur voor en ziet toe op de<br />
uitvoering binnen de afgesproken kaders.<br />
Het geplande onderzoek door een extern bureau naar de kosten en kwaliteit van dienstverlening van de<br />
afdeling ‘Beheer en Onderhoud’’ van de ‘Dienst Huisvesting’ werd afgerond. De belangrijkste conclusie<br />
was dat de afdeling adequaat functioneert.<br />
Huisvesting ICMS<br />
In <strong>2009</strong> is het besluit genomen om het ‘TU/e Institute for Complex Molecular Systems’ en het bijbehorende<br />
‘TU/e Advanced Study Center for Complexity’ onderdak te gaan bieden in het CERES-gebouw<br />
op de campus. Dit gebouw zal daartoe fors aangepast en gerenoveerd moeten worden. Er is een<br />
architectenbureau geselecteerd om hiervoor een ontwerp te maken.<br />
Informatiemanagement<br />
Om te komen tot een meer samenhangend informatiemanagement(-beleid) heeft het College van Bestuur<br />
in <strong>2009</strong> een ‘ICT Governance Board’ ingesteld, die de regie gaat voeren over de ontwikkeling en het beheer<br />
van alle softwaresystemen voor de uitvoering van de bedrijfsprocessen van de TU/e. Onder auspiciën van<br />
dit orgaan wordt nagegaan hoe het ICT-besturingsproces het beste kan worden ingericht en in de algehele<br />
managementstructuur van de universiteit kan worden ingepast. Daarnaast is een stuurgroep ‘Bestuurlijke<br />
Informatie’ ingesteld en een ondersteunende werkgroep voor de definitie, de productie en het beheer<br />
van samenhangende stuur- en kengetallen. Bij het ‘Onderwijs- en Studenten Service Centrum’ startte een<br />
pilotproject ‘Bestuurlijke Informatie’.<br />
Digitale Leer- en Werkomgeving<br />
De tweede fase in de ontwikkeling van de nieuwe ‘Digitale Leer- en Werkomgeving’ (DLWO) van de TU/e<br />
werd in <strong>2009</strong> afgerond met de uitrol van het systeem naar alle eerstejaarsstudenten en het openstellen<br />
van het systeem voor alle ouderejaars en alle docenten. Verder zijn er plannen ontworpen voor een derde<br />
en laatste ontwikkelfase voor de gewenste verdere doorontwikkeling van het systeem. Besluitvorming<br />
hierover vindt plaats in 2010.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 69<br />
Branding<br />
In lijn met de in 2008 vastgestelde ‘Communicatiestrategie TU/e’ is in <strong>2009</strong> een concept ontwikkeld om<br />
communicatief handen en voeten te kunnen geven aan het merk oftewel de ‘brand’ TU/e. In dit concept<br />
staat het fenomeen ‘The Innovator’ centraal. Deze symboliseert de kracht van de TU/e en van individuele<br />
TU/e-studenten en medewerkers in het bedenken en ontwikkelen van technologische oplossingen<br />
voor maatschappelijke uitdagingen. Het concept werd vertaald in de opzet van een inmiddels gestarte<br />
communicatiecampagne. Deze richt zich in eerste instantie vooral op het werven van bachelorstudenten<br />
maar zal gefaseerd worden doorvertaald naar andere doel- en relatiegroepen van de TU/e. De eerste<br />
reacties van binnen en buiten de universiteit op de ‘Innovator’-campagne waren positief. De TU/e kan<br />
zich er goed mee profileren als de universiteit ‘Where innovation starts’.<br />
Website<br />
Een tweede groot project in het kader van de in 2008 vastgestelde ‘Communicatiestrategie TU/e’<br />
betreft de reconstructie van de website en de opsplitsing van de site in een externe internet- en interne<br />
intranetversie. In het kader van dit project werd een nieuw functioneel ontwerp voor de TU/e-website<br />
ontwikkeld. Op basis hiervan werd een sjabloon gemaakt voor de facultaire sites. Met de bouw van de<br />
nieuwe universiteitssite werd een begin gemaakt.<br />
Arbeidsmarktcommunicatie<br />
De implementatie van het in 2008 vastgestelde beleidsplan voor de verbetering van de (internationale)<br />
arbeidsmarktcommunicatie werd in <strong>2009</strong> voortvarend ter hand genomen. Een werkgroep zette zich aan<br />
het ontwikkelen van een in de nieuwe TU/e-website in te passen personeelswervingssite. Daarnaast werd<br />
een speciaal softwarepakket geselecteerd om het wervings- en selectieproces professioneel te kunnen<br />
ondersteunen. Dit pakket werd uitgeprobeerd bij twee faculteiten. De bevindingen worden verwerkt<br />
in een tweede release van het pakket, die in het eerste kwartaal van 2010 beschikbaar zal komen<br />
voor alle beheerseenheden. Er is in <strong>2009</strong> verder deelgenomen aan diverse recruitmentbeurzen voor<br />
wetenschappelijk personeel, waaronder een grote internationale beurs in Boston.<br />
Publishing Platform<br />
Er is in <strong>2009</strong> een online publishing platform geselecteerd als hulpmiddel bij het beheersen van de<br />
huisstijl en de efficiënte grafische productie van communicatieuitgaven en standaardpublicaties.<br />
Het geselecteerde platform werd geïnstalleerd en was eind september operationeel. Aansluitend werd<br />
begonnen met een praktijktest en met het ontwikkelen van een beheerplan. Het systeem kan naar<br />
verwachting in het eerste kwartaal van 2010 instellingsbreed worden toegepast.<br />
<strong>Technische</strong> dienstverlening<br />
Volgens afspraak werd in <strong>2009</strong> een plan opgesteld voor de toekomstige ontwikkeling van de interne<br />
technische dienstverlening en de rol van de ‘Gemeenschappelijke <strong>Technische</strong> Dienst’ daarin. Het plan<br />
werd besproken in het Werkoverleg Bedrijfsvoering en door het College van Bestuur. Waar nodig zal<br />
besluitvorming plaatsvinden in 2010.<br />
Businessplan AMVS<br />
Zie paragraaf 8.3 onder het kopje ‘Arbo-, milieu- en veiligheidsvoorzieningen’.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 70<br />
Evaluatie CTT<br />
De positie en taken van het ‘TU/e Centrum voor Communicatie, Taal en Techniek’ (CTT) zijn in <strong>2009</strong> volgens<br />
plan geëvalueerd. Op basis daarvan heeft het College van Bestuur besloten het centrum per 1 september<br />
organisatorisch te plaatsen binnen het ‘Onderwijs- en Studenten Service Centrum’ en het cursusaanbod<br />
te focussen op Engels, Nederlands en interculturele communicatie. Bovendien werd besloten in het<br />
studiejaar <strong>2009</strong>-2010 een kwaliteitstoetsing te laten uitvoeren met betrekking tot het onderwijs van<br />
het CTT. Zie verder paragraaf 8.3 onder het kopje ‘Aanpassingen organisatie’.<br />
8.3<br />
Diversen<br />
TUE Holding<br />
De TUE Holding en haar dochterbedrijven hebben in <strong>2009</strong> gezamenlijk een nettowinst behaald van<br />
1,7 miljoen euro. De winst was 0,1 miljoen euro hoger dan in 2008. De geconsolideerde omzet bedroeg<br />
14,2 miljoen euro over het verslagjaar.<br />
Euflex bleef met een omzet van 5,8 miljoen euro de grootste dochter. De winst bleef met 0,5 miljoen euro<br />
gelijk aan die van 2008. Daarmee bleef Euflex de belangrijkste winstbron voor de holding.<br />
De geconsolideerde dochterbedrijven van de TUE Holding lieten in <strong>2009</strong> een gezonde ontwikkeling zien.<br />
Het in 2008 opgerichte dochterbedrijf IME Technologies vertoonde echter een aanloopverlies van 0,1<br />
miljoen euro. PTGE en SyMo-Chem verbeterden hun resultaten aanzienlijk en behaalden elk een winst<br />
van 0,2 miljoen euro. De winst van AccTec viel iets terug, maar bleef goed met 0,4 miljoen euro.<br />
Bij de niet-geconsolideerde dochterbedrijven is Maxxun er in 2008 niet in geslaagd de geplande<br />
financiering door externe partijen te realiseren. Om de octrooipositie veilig te stellen heeft de TUE Holding<br />
begin <strong>2009</strong> alle aandelen tegen nominale waarde teruggekocht. In samenwerking met Philips wordt de<br />
verdere ontwikkeling van fluorescerende golfgeleiders voor zonnecollectoren- en panelen voortgezet.<br />
De activiteiten van Maxxun BV worden beëindigd.<br />
Daarnaast werden er zeven nieuwe dochterondernemingen opgericht, waarin de holding participeert:<br />
• een 20% deelneming in Progression-Industry, actief op het gebied van automotive techniek;<br />
• een 15% deelneming in B-invented, dat een industriële funderingstechniek ontwikkelt;<br />
• een 10% deelneming in Flowid, dat zich bezighoudt met micro-fluïdische processen;<br />
• een 10% deelneming in Peer+, actief op het gebied van smart energy glas;<br />
• een 10% deelneming in Emultech, dat emulsificatieapparatuur ontwikkeld;<br />
• een 10% deelneming in Inviso, dat zich bezighoudt met biomedische beeldverwerking;<br />
• een 8% deelneming in Vabrema, dat door ultrakort electromagnetiseren de eigenschappen van<br />
cellen wijzigt.<br />
Te verwachten is dat de TUE Holding begin 2010 voor 8% zal gaan deelnemen in het nieuwe bedrijf<br />
Xpress Holding (precision engineering) en voor 5% zal deelnemen in Optimal Forming Solutions (flexibele<br />
mallen en matrijzen). Verder mag worden verwacht dat de TUE Holding een deel van haar aandelen<br />
van QTis (tissue engineering en de ontwikkeling van hartkleppen) verkoopt. TUE Holding zal wel een<br />
meerderheidsaandeel behouden. Een verdere samenwerking met derden zal worden onderzocht.<br />
De TUE Holding is als 100%-deelneming van de TU/e, geconsolideerd in de jaarrekening van de<br />
<strong>Universiteit</strong>. Er werd in <strong>2009</strong> door de holding 1 miljoen euro dividend aan de TU/e uitgekeerd.<br />
Dit werd bestemd voor de Stichting Scholarship Foundation van de universiteit, waaruit studiebeurzen<br />
worden gefinancierd voor masterstudenten van buiten de Europese Economische Ruimte.<br />
Het eigen vermogen van de holding bedroeg eind <strong>2009</strong> 9,2 miljoen euro.<br />
De winsten van de werkmaatschappijen worden in de eerste plaats aangewend voor de verdere groei<br />
van de deelnemingen, aflossing van opgenomen leningen en investeringen in nieuwe deelnemingen.<br />
Naar verwachting zal in 2010 een aanvang gemaakt worden met een nieuw bedrijfsverzamelgebouw voor<br />
chemische bedrijven, genaamd Catalyst, waarin de TUE Holding naar verwachting in het aandelenkapitaal<br />
zal gaan deelnemen.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 71<br />
Personeelsbeleid<br />
Een belangrijk element van het personeelsbeleid van de TU/e is het stimuleren van de ontwikkeling<br />
van haar medewerkers. Dat gebeurt bijvoorbeeld door het aanbieden van loopbaangesprekken met<br />
professionele loopbaanadviseurs. Alle medewerkers worden in de gelegenheid gesteld om op eigen<br />
verzoek en vrijblijvend drie loopbaangesprekken te voeren met een professionele loopbaanadviseur.<br />
Van deze mogelijkheid is ook in <strong>2009</strong> intensief gebruik gemaakt. De TU/e bevordert verder actief de<br />
deelname van promovendi en jonge universitaire (hoofd)docenten en hoogleraren aan persoonlijke<br />
ontwikkelings- en managementontwikkelingsprogramma’s. In <strong>2009</strong> is het cursusaanbod binnen het<br />
persoonlijke ontwikkelingsprogramma verder uitgebreid. Tot slot bevordert de TU/e gericht de mobiliteit<br />
van bepaalde categorieën medewerkers. In dit kader is er in <strong>2009</strong> een TU/e Employabilityfonds in het<br />
leven geroepen waarmee extra ondersteuning aan externe mobiliteit gegeven wordt.<br />
Charter Talent naar de Top<br />
In <strong>2009</strong> zette de TU/e haar streven om meer vrouwelijke wetenschappers in topfuncties te benoemen<br />
kracht bij door het ondertekenen van het Charter ‘Talent naar de Top’. De doelstelling van het charter is<br />
het bereiken van een verhoogde toestroom, doorstroom en behoud van vrouwelijk talent in Nederlandse<br />
(sub)topposities. Naast de ondertekening van het charter heeft de TU/e ook een aantal doelstellingen voor<br />
2013 geformuleerd. De TU/e streeft in 2013 naar 10% vrouwelijke hoogleraren en 10% vrouwelijke UHD’s.<br />
Eén maatregel die de TU/e neemt om deze doelstelling te bereiken is dat er vanaf 2010 minimaal één<br />
vrouw wordt opgenomen in de benoemingscommissies voor hoogleraren en UHD’s. Andere maatregelen<br />
worden opgenomen in een plan van aanpak, dat medio 2010 gereed zal zijn. De afspraken in het kader<br />
van het Charter ‘Talent naar de Top’ zijn ook gericht op vrouwen in de niet-wetenschappelijke topfuncties.<br />
Op dit moment wordt 30% van deze functies binnen de TU/e bezet door een vrouw. Het streven van de<br />
TU/e is dan ook om dit aantal te handhaven.<br />
Arbeidsvoorwaarden<br />
In het verslagjaar was voor TU/e-medewerkers de in 2007 door de VSNU met de landelijke werknemersorganisaties<br />
afgesloten ‘CAO Nederlandse universiteiten 1 september 2007 tot en met 1 maart 2010’<br />
van toepassing. Belangrijke punten uit deze CAO waren een stijgende eindejaarsuitkering, extra aandacht<br />
voor de ontwikkelmogelijkheden voor postdoc’s en jong wetenschappelijk personeel en de mogelijkheid<br />
medewerkers aan te stellen in tenure tracks en functiecontracten toe te passen.<br />
Arbo-, milieu- en veiligheidsvoorzieningen<br />
In 2008 werden de Arbo en Milieu Service Organisatie en de Stralingsbeschermingsdienst samengebracht<br />
in de organisatorische eenheid Arbeidsomstandigheden, Milieu, Veiligheid en Stralingsbescherming<br />
(AMVS) binnen de Dienst Algemene Zaken. Hierbij is er ook aandacht besteed aan de aanpassing van<br />
de organisatie voor stralingsbescherming, bij een gelijkblijvend niveau van toezicht en dienstverlening.<br />
In <strong>2009</strong> werd deze samenvoeging verder vormgegeven, onder meer door de vaststelling van een<br />
samenhangend businessplan. Met de implementatie van dit plan werd in het vierde kwartaal een begin<br />
gemaakt.<br />
In het kader van het arbo-, milieu- en veiligheidsbeleid zijn in <strong>2009</strong> enkele risicoinventarisaties en<br />
-evaluaties uitgevoerd. Ter voorkoming van RSI-klachten werden diverse voorlichtingsbijeenkomsten<br />
verzorgd, zowel in het Nederlands als in het Engels. Ook werden ter zake werkplekadviezen gegeven.<br />
Er werd extra aandacht besteed aan de onderwerpen ‘explosieveiligheid’, ‘veiligheid arbeidsmiddelen’,<br />
‘externe veiligheid’, ‘beleid gevaarlijke stoffen’ en ‘klimaatklachten’. Een andere prioriteit was de arboen<br />
milieuadvisering in verband met de nieuwbouw- en verbouwplannen van de TU/e.<br />
Verder werd er een website over ‘arbo en milieu’ gelanceerd. Deze website geeft voorlichting aan<br />
medewerkers en studenten en dient als een informatiekanaal voor de arbo- en milieucoördinatoren<br />
van de TU/e.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 72<br />
Door de Milieudienst Regio <strong>Eindhoven</strong> zijn in <strong>2009</strong> bij 14 gebouwen milieucontroles uitgevoerd.<br />
Bij elf daarvan werden geen tekortkomingen geconstateerd. In drie gevallen was de controle aanleiding<br />
tot acties. Deze acties zijn tot tevredenheid van de Milieudienst afgerond. Daarnaast is een tweetal<br />
aanvragen voor nieuwe milieuvergunningen opgesteld.<br />
Medezeggenschap<br />
De relatie tussen <strong>Universiteit</strong>sraad en College van Bestuur was ook in <strong>2009</strong> constructief. Het overleg betrof<br />
naast de vaste elementen uit de planning- en controlcyclus, met name de punten voortgang invoering<br />
Bindend Studieadvies en Campus 2020. Het college legde in de loop van 2008 het voornemen tot<br />
invoering van het Bindend Studieadvies in alle bacheloropleidingen per 1 september <strong>2009</strong> ter instemming<br />
voor aan de <strong>Universiteit</strong>sraad. Een meerderheid van de raad besloot eind juni 2008 niet in te stemmen,<br />
waarna dit geschil aanhangig werd gemaakt bij de Geschillencommissie voor de Medezeggenschap in het<br />
Onderwijs. In afwachting van een uitspraak zijn de voorbereidingen voor de invoering van het BSA in gang<br />
gezet. In januari <strong>2009</strong> oordeelde de geschillencommissie dat het College van Bestuur bij afweging van<br />
de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn voorstel tot invoering per 1 september <strong>2009</strong> heeft kunnen<br />
komen. Invoering heeft vervolgens volgens plan plaatsgevonden waarbij de <strong>Universiteit</strong>sraad de vinger aan<br />
de pols hield. Met de <strong>Universiteit</strong>sraad is verder afgesproken dat deze in het kader van de besluitvorming<br />
inzake Campus 2020, in het verlengde van haar adviesrecht inzake de begroting, jaarlijks advies zal<br />
worden gevraagd over de baseline Campus 2020. Deze baseline geeft de grenzen (budget, tijdsplanning,<br />
ambitieniveau) aan waarbinnen Campus 2020-projecten gerealiseerd moeten worden.<br />
In het najaar van <strong>2009</strong> vonden elektronische verkiezingen plaats voor zowel de studentengeleding als<br />
de personeelsgeleding van de <strong>Universiteit</strong>sraad en de faculteitsraden, alsmede voor de dienstraad.<br />
De opkomst lag ruim boven het landelijke gemiddelde, zo was het opkomstpercentage bij de<br />
studentengeleding van de <strong>Universiteit</strong>sraad 50% en dat bij de personeelsgeleding 43%.<br />
Dialoog met stakeholders<br />
De TU/e onderhoudt onder meer via bestuurlijke en wetenschappelijke participatie in voor haar<br />
belangrijke maatschappelijke organisaties, besturen en adviesorganen een nauwe relatie met haar<br />
externe stakeholders. Met het bedrijfsleven en relevante politieke en maatschappelijke organisaties en<br />
instituties wordt direct overlegd over wederzijdse belangen en actuele issues. Er worden nauwe contacten<br />
onderhouden met het Ministerie van OCW en het Ministerie van Economische Zaken. De TU/e participeert<br />
actief in de Vereniging van Nederlandse <strong>Universiteit</strong>en VSNU. Met name in de regio is sprake van intensief<br />
gezamenlijk optreden met overheden, bedrijfsleven en andere kennisinstellingen, onder meer via het<br />
samenwerkingsverband Brainport <strong>Eindhoven</strong>. De onderlinge lijnen zijn kort en direct. Er zijn ook nauwe<br />
banden met zowel vwo-scholen als met hogescholen in met name Zuid-Nederland. De relatie met grote<br />
hightechbedrijven wordt steeds systematischer onderhouden, waarbij gestreefd wordt naar wederzijds<br />
profijtelijke samenwerkingsprojecten. Via diverse publiekprivate R&D- en innovatieprogramma’s vindt<br />
programmeringsoverleg plaats met belangrijke externe stakeholders. Ook via de in grote aantallen<br />
aanwezige deeltijdhoogleraren (die hun hoofdfunctie in het bedrijfsleven of maatschappelijke instituties<br />
hebben) staat de TU/e in direct contact met de voor haar belangrijke externe omgeving. Ook participeert<br />
de TU/e in de technologiecommissie van werkgeversorganisatie VNO/NCW. Er is verder sprake van<br />
geregeld overleg met de <strong>Eindhoven</strong>se studentenorganisaties. Vertegenwoordigers van belangrijke externe<br />
relatiegroepen brengen hun visie in via de facultaire adviesraden.
Bestuursverslag <strong>2009</strong> 73<br />
Aanpassingen organisatie<br />
Zoals hiervoor al gemeld, is de samenvoeging van de stralingsbeschermingsdienst en de Arbo en Milieu<br />
Service Organisatie tot de organisatorische eenheid Arbo, Milieu, Veiligheid en Straling (AMVS) in <strong>2009</strong><br />
afgerond.<br />
Verder is er in de loop van het verslagjaar besloten om het Centrum voor Taal en Techniek (CTT)<br />
organisatorisch te plaatsen binnen het Onderwijs en Studenten Servicecentrum. Uit een evaluatie bleek<br />
dat de dienstverlening van het CTT, die zich richt op de ontwikkeling van (taal)vaardigheden voor alle<br />
studenten en medewerkers van de TU/e, de meeste raakvlakken met de dienstverlening van STU toonde.<br />
Bij de positionering binnen STU komt de focus van het cursusaanbod te liggen op Engels, Nederlands en<br />
interculturele communicatie.<br />
Het personele deel van de in 2007 ingezette reorganisatie van het Informatie Expertise Centrum wordt<br />
naar verwachting in 2010 afgerond. Het materiële deel is afhankelijk van het tijdstip van realisatie van<br />
de geplande nieuwbouw.<br />
Treasury management<br />
De TU/e kent een financieringsstatuut dat aansluit bij de algemene regeling ‘Beleggen en belenen door<br />
instellingen voor onderwijs en onderzoek’. In het financieringsstatuut zijn organisatorische regels,<br />
procedurele eisen, normen en financiële instrumenten opgenomen. In de uitvoering wordt voldaan aan<br />
het financieringsstatuut. De uitvoering van het treasurybeleid is door de afdeling Operational Audit op de<br />
juiste werking getoetst. Het statuut wordt periodiek geactualiseerd. De Raad van Toezicht stelde in <strong>2009</strong><br />
het geactualiseerde ‘Financieringsstatuut 2010’ vast dat met ingang van 2010 zal worden toegepast.<br />
Registratie en openbaarmaking nevenwerkzaamheden<br />
Van vrijwel alle medewerkers is in het HRM-systeem vastgelegd of zij nevenwerkzaamheden verrichten.<br />
Indien dat het geval is, is ook vastgelegd om wat voor werkzaamheden het gaat en of er een financiële<br />
tegemoetkoming tegenover staat. Uit een landelijke inventarisatie blijkt dat de TU/e hierin voorop loopt<br />
in vergelijking met andere universiteiten. Eind <strong>2009</strong> was bij 16% van het wetenschappelijk personeel<br />
en 12% van het ondersteunend en beheersmatig personeel sprake van door de TU/e geregistreerde<br />
nevenwerkzaamheden. Inmiddels wordt er op de persoonlijke webpagina’s van de wetenschappelijke<br />
medewerkers en bestuurders/managers melding gemaakt van deze nevenwerkzaamheden.<br />
Duurzaamheid<br />
De TU/e voert duurzaamheid hoog in haar vaandel, ook in haar bedrijfsvoering. In 2008 werden een<br />
landelijk convenant duurzaam inkopen en een meerjarenafspraak inzake energiebesparing voor het hoger<br />
onderwijs ondertekend. De intentie is dat alle hogescholen en universiteiten, dus ook de TU/e, jaarlijks<br />
2% energie gaan besparen. Het uiteindelijke doel is een reductie van 30% in 2020 ten opzichte van 2005.<br />
Op het gebied van duurzaam inkopen streven hogescholen en universiteiten, inclusief de TU/e, ernaar in<br />
2012 voor ten minste 50% duurzaam in te kopen. In <strong>2009</strong> heeft de TU/e zich ingezet om deze afspraken<br />
na te leven. Zo is in het kader van de meerjarenafspraak inzake energiebesparing een Energy Efficiency<br />
Plan opgesteld en is er een aantal besparende maatregelen uitgevoerd, waaronder het plaatsen van eco<br />
TL-verlichting in bestaande armaturen. De (ver)nieuwbouwplannen in het kader van Campus 2020 zullen<br />
de grootste bijdrage leveren inzake de energiebesparing. In de in <strong>2009</strong> verschenen ontwikkelingsvisie<br />
TU/e Science Park staat het groene en duurzame karakter van de vernieuwde campus dan ook centraal.<br />
Naar verwachting zal in 2010 een ‘energie bewustwordingscampagne’ gestart worden.
Where innovation starts<br />
75<br />
Financieel verslag<br />
(bedragen x 1 miljoen euro, tenzij anders vermeld)
Financieel verslag <strong>2009</strong> 77<br />
1<br />
Algemene toelichting jaarrekening <strong>2009</strong><br />
Financieel resultaat<br />
De TU/e streeft er bewust naar de jaarlijkse financiële baten en lasten in evenwicht te brengen.<br />
In dit streven is de universiteit succesvol. Sinds 2004 is er sprake van licht positieve financiële resultaten.<br />
Ook in het boekjaar <strong>2009</strong> is een licht positief resultaat behaald en wel van 2.5 miljoen euro op een totale<br />
omzet van bijna 294 miljoen euro. Hierin is het resultaat van de TUE Holding BV (1.7 miljoen euro) en het<br />
resultaat van de Stichting TU/e Scholarship Foundation (2.1 miljoen euro) verwerkt. De resultaten van de<br />
Holding worden reeds enkele jaren grotendeels via dividend door de universiteit ingezet ter financiering<br />
van scholarships voor talentvolle studenten.<br />
In totaal zijn de baten in <strong>2009</strong> ten opzichte van 2008 gestegen met 6.3 miljoen euro en de lasten inclusief<br />
de financiële lasten met 5.5 miljoen euro.<br />
Baten<br />
In <strong>2009</strong> is de rijksbijdrage 3.2 miljoen euro lager dan in 2008. De lagere rijksbijdrage wordt vooral<br />
veroorzaakt door een lagere toedeling aan de TU/e uit het landelijk verdeelmodel met name door de<br />
overheveling naar NWO.<br />
De opbrengst aan college- en examengelden is gestegen door enerzijds een stijging van het wettelijke<br />
collegegeld en anderzijds het grotere aandeel van ingeschreven niet-EER studenten die een verhoogd<br />
collegegeld betalen.<br />
De stijging van de opbrengst uit werk voor derden zet ook in <strong>2009</strong> door. Ten opzichte van 2008 is de<br />
omvang gestegen met 8.5 miljoen euro, ruim 11%. Een deel van de stijging wordt veroorzaakt door de<br />
Kenniswerkersregeling. De groei is verder gerealiseerd door een sterke stijging van het aantal lopende<br />
projecten.<br />
Lasten<br />
De totale lastenstijging van 5.5 miljoen euro wordt veroorzaakt door een stijging van de personele lasten<br />
van 10.4 miljoen euro. De lasten voor personeel in loondienst zijn - naast een toename van de bezetting<br />
met 92 gemiddelde fte ten opzichte van 2008 - vooral gestegen door de nieuwe cao-afspraken (4%).<br />
De premiedruk voor de sociale verzekeringen is eveneens gestegen.<br />
Hier staat tegenover dat de overige lasten zijn gedaald. De afschrijvingslasten en de lasten voor apparatuur<br />
en inventaris zijn lager wegens het uitblijven van nieuwe investeringen. Ook de lasten voor materialen<br />
zijn gedaald. De daling bij de diverse lasten wordt in hoofdzaak veroorzaakt door minder reis-, verblijf- en<br />
deelnemingskosten en subsidies en bijdragen.<br />
De financieringslasten zijn lager dan in 2008 als gevolg van de aflossing van een lening.<br />
Rentedragend vreemd vermogen<br />
Per ultimo <strong>2009</strong> bedraagt het totale rentedragend vreemd vermogen 52.4 miljoen euro (was 56.0 miljoen<br />
euro), waarvan 47.9 miljoen euro langlopend en 4.5 miljoen euro kortlopend.<br />
De daling van het rentedragend vreemd vermogen is gerealiseerd door aflossing en het uitblijven van<br />
nieuwe financiering als gevolg van lagere investeringen dan verwacht.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 78<br />
2 Kerncijfers<br />
<strong>2009</strong> 2008 2007<br />
Staat van baten en lasten EUR % EUR % EUR %<br />
Baten<br />
Rijksbijdrage OCW 183.6 62.5 186.8 65.0 182.5 66.1<br />
College- en examengelden 12.6 4.3 11.9 4.1 11.5 4.2<br />
Werk voor derden 80.9 27.5 72.4 25.2 66.6 24.1<br />
Overige baten 16.6 5.7 16.3 5.7 15.4 5.6<br />
Totaal 293.7 100.0 287.4 100.0 276.0 100.0<br />
Lasten<br />
Personele lasten 187.2 63.7 176.8 61.5 165.5 60.0<br />
Afschrijvingen 16.1 5.5 17.3 6.0 19.1 6.9<br />
Huisvestingslasten 23.2 7.9 22.9 8.0 24.7 8.9<br />
Apparatuur en inventaris 13.7 4.7 15.5 5.4 16.7 6.1<br />
Materiaal gebonden lasten 13.1 4.5 13.5 4.7 12.7 4.6<br />
Diverse lasten 35.6 12.1 37.2 12.9 31.7 11.5<br />
Totaal overige lasten 101.7 34.7 106.4 37.0 104.9 38.0<br />
Totaal 288.9 98.4 283.2 98.5 270.4 98.0<br />
Saldo baten en lasten 4.8 1.6 4.2 1.5 5.6 2.0<br />
Saldo financiële baten en lasten -2.3 -0.8 -2.5 -0.9 -3.2 -1.1<br />
Resultaat 2.5 0.8 1.7 0.6 2.4 0.9<br />
31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008 31-12-2007<br />
Financiële positie EUR EUR EUR<br />
Liquiditeitspositie 23.3 10.2 6.9<br />
Netto werkkapitaal* -12.4 -41.7 -25.3<br />
Current ratio** 0.85 0.57 0.66<br />
Solvabiliteitsratio*** 0.45 0.46 0.45<br />
Gemiddelde krediettermijn in dagen 41 41 44<br />
Eigen vermogen na verwerking resultaat 120.2 117.7 117.0<br />
Voorzieningen 15.8 14.5 13.1<br />
* Netto werkkapitaal = Vlottende activa - Kortlopende schulden<br />
** Current ratio = Vlottende activa/Kortlopende schulden<br />
*** Solvabiliteitsratio = Eigen vermogen/Totaal vermogen
Financieel verslag <strong>2009</strong> 79<br />
3<br />
Toelichting op de kerncijfers<br />
3.1<br />
Algemeen<br />
Het exploitatieresultaat van de TU/e bedraagt over <strong>2009</strong> 2.5 miljoen euro positief. In totaal is 6.3 miljoen<br />
euro meer aan baten ontvangen. De relatieve bijdrage van de rijksbijdrage aan de totale baten is in <strong>2009</strong><br />
gedaald, de relatieve bijdrage van het werk voor derden is in vergelijking met 2008 gestegen.<br />
De lasten zijn met 5.7 miljoen gestegen ten opzichte van 2008 en komen hiermee op 288.9 miljoen euro.<br />
In hoofdzaak wordt deze stijging veroorzaakt door hogere personele lasten. Het saldo van de gerealiseerde<br />
financiële baten en lasten is 0.2 miljoen euro gunstiger dan in 2008.<br />
3.1.1<br />
Baten<br />
Rijksbijdrage<br />
De gerealiseerde Rijksbijdrage is 3.2 miljoen euro lager dan in 2008. De TU/e heeft in <strong>2009</strong> een lagere<br />
bijdrage uit het landelijk verdeelmodel gekregen ten opzichte van 2008. De oploop van de overheveling<br />
van rijksbijdrage naar NWO leidt tot een lagere bijdrage van 4.2 miljoen euro. Deze daling wordt<br />
gedeeltelijk gecompenseerd door meer promoties.<br />
College- en examengelden<br />
De college- en examengelden zijn 0.7 miljoen euro hoger dan in 2008, voornamelijk vanwege hogere<br />
aantallen niet-EER studenten.<br />
Werk voor derden<br />
De post werk voor derden is met 8.5 miljoen euro gestegen ten opzichte van 2008. Een deel van de<br />
stijging, circa 2.1 miljoen euro, wordt veroorzaakt door de Kenniswerkersregeling. De groei wordt<br />
daarnaast veroorzaakt door het hogere aantal lopende projecten.<br />
Overige baten<br />
De overige baten zijn 0.3 miljoen euro gestegen ten opzichte van 2008. De verhuuropbrengsten<br />
(0.1 miljoen euro) en loonkostensubsidies (0.2 miljoen euro) stijgen. De overige baten binnen de TU/e<br />
nemen af met 0.7 miljoen euro (2008 bevatte een aanzienlijke incidentele bate). Dit wordt gecompenseerd<br />
door hogere overige baten van 1.1 miljoen euro binnen de TUE Holding BV en 0.4 miljoen euro lagere<br />
overige baten bij Stichting Scholarship Foundation.<br />
3.1.2<br />
Lasten<br />
Personele lasten<br />
De totale personele lasten bedragen 187.2 miljoen euro. Dit is een stijging van 10.4 miljoen euro ten<br />
opzichte van 2008. De kosten voor personeel in loondienst zijn voornamelijk gestegen door nieuwe<br />
cao-afspraken. In <strong>2009</strong> is de eindejaarsuitkering met 1.9% gestegen naar 8.3%. Daarnaast zijn per<br />
1 januari <strong>2009</strong> de lonen 2.1% gestegen. Hiermee zijn in totaal de lonen met 4.0% gestegen.<br />
De bezetting is in <strong>2009</strong> gestegen met 92 gemiddelde fte naar 2.774 gemiddelde fte. Voor het grootste<br />
deel komt deze stijging door toename van het wetenschappelijk personeel.<br />
De sociale lasten zijn vooral gestegen door afschaffing van de pseudo-WW en toename van de<br />
pensioenpremies. De gemiddelde premiedruk voor sociale lasten stijgt hiermee naar 21.9% ten opzichte<br />
van 20.2% in 2008.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 80<br />
Overige lasten<br />
De overige lasten zijn in totaal 4.7 miljoen euro gedaald ten opzichte van 2008.<br />
Als gevolg van minder investeringen zijn de kosten van de afschrijvingen 1.2 miljoen euro lager dan<br />
in 2008. De aanschaf outillage is 1.8 miljoen euro lager dan in 2008. De daling van 1.6 miljoen euro<br />
bij de diverse lasten wordt in hoofdzaak veroorzaakt door minder reis-, verblijf- en deelnemingskosten<br />
en door lagere subsidies en bijdragen door Stichting Scholarship Foundation.<br />
3.1.3<br />
Saldo financiële baten en lasten<br />
Het saldo van financiële baten en lasten is in <strong>2009</strong> 0.2 miljoen euro gunstiger voor de TU/e dan in 2008.<br />
In <strong>2009</strong> is een lening afgelost.<br />
3.2<br />
Opbouw eigen vermogen * 31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008 31-12-2007<br />
Algemene reserve<br />
EUR EUR EUR<br />
Algemene reserve gevormd uit publieke activiteiten<br />
Algemene reserve TU/e 105.6 105.8 107.0<br />
Algemene reserve TMcc BV 0.9 1.1 1.1<br />
Algemene reserve Het Eeuwsel BV 0.2 0.1 0.1<br />
Algemene reserve gevormd uit private activiteiten<br />
Algemene reserve TUE Holding BV 9.3 8.6 7.0<br />
Algemene reserve Stichting TU/e Scholarship Foundation 3.6 1.5 1.2<br />
Bestemmingsfonds (privaat)**<br />
Philipsfonds 0.6 0.6 0.6<br />
Totaal 120.2 117.7 117.0<br />
* Voor het verloop van het eigen vermogen zie 8.3.<br />
** Het bestemmingsfonds bestaat uit het Philipsfonds en is niet geheel vrij besteedbaar. Het Philipsfonds is ontstaan uit een<br />
gift van de N.V. Philips in 1976. De renteopbrengst van het Philipsfonds is bestemd voor de financiering van buitenlandse<br />
gastdocenten.<br />
Het resultaat <strong>2009</strong> is reeds toegevoegd aan de algemene reserve.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 81<br />
3.3 Opbouw voorzieningen<br />
31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008 31-12-2007<br />
EUR EUR EUR<br />
Personeel overig 1.3 1.1 1.5<br />
Wachtgeld 0.2 0.3 0.4<br />
WW/BW 1.0 0.8 0.7<br />
Verlofdagen 7.8 7.7 7.3<br />
Jubilea 2.8 2.9 2.2<br />
Ontmanteling Cyclotron 2.7 1.7 1.0<br />
Totaal 15.8 14.5 13.1
Financieel verslag <strong>2009</strong> 82<br />
4<br />
Grondslagen voor waardering en<br />
resultaatbepaling<br />
Aan de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> is op basis van de wet (artikel 1.2. Boek 2 BW)<br />
rechtspersoonlijkheid toegekend.<br />
De wettelijke taak van de universiteit is beschreven in artikel 1.3.1 van de Wet op het Hoger onderwijs en<br />
Wetenschappelijk onderzoek (WHW): “<strong>Universiteit</strong>en zijn gericht op het verzorgen van wetenschappelijk<br />
onderwijs en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. In elk geval verzorgen zij initiële opleidingen<br />
in het wetenschappelijk onderwijs, verrichten zij wetenschappelijk onderzoek, voorzien zij in de opleiding<br />
tot wetenschappelijk onderzoeker of technologisch ontwerper en dragen zij kennis over ten behoeve van<br />
de maatschappij.”<br />
Toegepaste standaarden<br />
De jaarrekening is opgesteld op basis van de Regeling <strong>Jaarverslag</strong>geving Onderwijs. In deze regeling<br />
is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de <strong>Jaarverslag</strong>geving (in het<br />
bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn met inachtneming van de daarin aangeduide<br />
uitzonderingen.<br />
De grondslagen die worden toegepast voor de resultaatbepaling en de waardering van activa en passiva<br />
zijn gebaseerd op historische kosten.<br />
4.1<br />
Balans<br />
Algemeen<br />
Tenzij anders vermeld worden de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.<br />
De bedragen zijn weergegeven in miljoenen euro.<br />
De cijfers voor 2008 zijn waar nodig geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met <strong>2009</strong> mogelijk<br />
te maken.<br />
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische<br />
voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden<br />
vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de<br />
afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag<br />
daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.<br />
De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.<br />
Consolidatie<br />
In de geconsolideerde jaarrekening worden verbonden partijen geconsolideerd waarin de TU/e een<br />
kapitaalbelang heeft van meer dan 50% dan wel direct of indirect beslissende zeggenschap kan<br />
uitoefenen.<br />
De verbonden partijen zijn:<br />
• TUE Holding BV en daaronder ressorterende werkmaatschappijen<br />
• Het Eeuwsel BV<br />
• Het Kranenveld BV (geliquideerd 2010)<br />
• TMcc BV<br />
• Stichting Scholarship Foundation<br />
Onder 13.2 is een totaaloverzicht opgenomen.<br />
In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd,<br />
evenals de binnen de Groep gemaakte winsten. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 83<br />
Materiële vaste activa<br />
Gebouwen en terreinen<br />
De gebouwen, waaronder begrepen vaste installaties, worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde,<br />
verminderd met afschrijvingen.<br />
Met ingang van 1 januari 2004 wordt op nieuwe investeringen afgeschreven volgens de componentenmethode.<br />
Bij deze methode wordt het casco in 60 jaar afgeschreven, de afbouw en infrastructuur in 30 jaar<br />
en de overige installaties en inrichtingskosten in 15 jaar.<br />
Bij de afschrijvingen van gebouwen die tussen 2000 en 2004 in gebruik zijn genomen, wordt uitgegaan<br />
van een afschrijvingspercentage van 4.00%, behoudens voor die gebouwen waarvan de levensduur op<br />
bedrijfseconomische gronden korter is dan 25 jaar en derhalve een hoger percentage gewenst is.<br />
De afschrijvingen van gebouwen die vóór 2000 in gebruik zijn genomen, bedragen lineair 3.33% per jaar,<br />
berekend over de aanschaffingswaarde.<br />
De terreinen zijn gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde. Hierop wordt niet afgeschreven.<br />
Apparatuur en inventaris<br />
De apparatuur en inventaris worden geactiveerd voor zover de aanschaffingswaarde per activum groter<br />
is dan 5.000 euro. Er vindt diversificatie plaats in de toe te passen afschrijvingspercentages op basis van<br />
een voor de TU/e vastgestelde afschrijvingstabel, die gebaseerd is op de bedrijfseconomische levensduur.<br />
Deze levensduur ligt tussen de 3 en 10 jaar.<br />
Financiële vaste activa<br />
Deelnemingen<br />
Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend,<br />
worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde.<br />
Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van de organisatie<br />
gehanteerd. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd.<br />
Voorraden<br />
De waardering van de voorraden verbruiksgoederen en leermiddelen geschiedt tegen aanschaffingswaarde,<br />
verhoogd met een opslag voor directe magazijnkosten. De werkvoorraden zijn gewaardeerd<br />
tegen aanschaffingswaarde.<br />
Bijzondere waardeverminderingen of vervreemding van vaste activa<br />
Vaste activa met een lange levensduur dienen te worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen<br />
wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een<br />
actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt<br />
bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de toekomstige nettokasstromen die het<br />
actief naar verwachting zal genereren.<br />
Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte toekomstige kasstroom, wordt een<br />
bedrag voor impairment ten laste van het resultaat geboekt voor het verschil tussen de boekwaarde en de<br />
actuele waarde van het actief. Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of<br />
lagere actuele waarde, onder aftrek van verkoopkosten.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 84<br />
Vorderingen<br />
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor het<br />
risico van oninbaarheid. Voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de<br />
inbaarheid van de vorderingen.<br />
Het saldo van projecten uit hoofde van werk in opdracht van derden leidt tot een vordering of een schuld<br />
op de balans. Voor projecten waarbij de gerealiseerde kosten het overeengekomen contractbedrag<br />
overschrijden, is de debetcomponent binnen de post projecten in uitvoering gewaardeerd tot het<br />
overeengekomen contractbedrag. Projecten waarbij de te declareren kosten hoger zijn dan de ontvangen<br />
bijdrage van de contractpartner worden verantwoord onder de vorderingen. Wanneer de ontvangen<br />
bijdrage van de contractpartner hoger is dan de te declareren kosten, vindt verantwoording onder de<br />
kortlopende schulden plaats.<br />
Eigen vermogen<br />
Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve van de TU/e, de algemene reserve van de<br />
geconsolideerde stichting TU/e Scholarship Foundation en het Philipsfonds.<br />
Het eigen vermogen is gevormd uit publieke en private activiteiten waarbij de TUE Holding BV,<br />
de stichting TU/e Scholarship Foundation en het Philipsfonds als privaat zijn aangemerkt.<br />
De algemene reserve is opgebouwd uit de vrij besteedbare saldi van voorgaande jaren.<br />
Het resultaat van het lopende boekjaar is verwerkt in de algemene reserve.<br />
Voorzieningen<br />
Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW wordt<br />
uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:<br />
• de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk);<br />
• het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen<br />
noodzakelijk is; en<br />
• er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting.<br />
De voorziening jubilea en de voorziening verlofdagen zijn gewaardeerd tegen contante waarde.<br />
De overige voorzieningen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.<br />
Langlopende schulden<br />
Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend.<br />
Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen.<br />
Schulden worden gewaardeerd tegen de reële waarde.<br />
Kortlopende schulden<br />
Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid<br />
als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. Schulden worden gewaardeerd tegen de<br />
reële waarde.<br />
Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en<br />
nog te betalen bedragen terzake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen<br />
die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post<br />
aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding.<br />
Het saldo van projecten uit hoofde van werk in opdracht van derden leidt tot een vordering of een schuld<br />
op de balans. Het saldo wordt per project bepaald.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 85<br />
Personeelsbeloningen/pensioenen<br />
Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die zich kwalificeert als een<br />
middelloonregeling. De over het boekjaar verschuldigde premies worden als kosten verantwoord.<br />
De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen<br />
mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds.<br />
Deze risico’s komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening.<br />
Vreemde valuta<br />
Activa en passiva, voor zover luidend in vreemde valuta, worden herleid tot euro’s tegen de officiële<br />
wisselkoersen aan het einde van de verslagperiode. Eventuele koersverschillen worden ten laste dan<br />
wel ten gunste van het resultaat gebracht.<br />
Schattingen<br />
Het opstellen van de jaarrekening volgens algemeen aanvaarde grondslagen van de financiële<br />
verslaggeving noodzaakt het bestuur tot het maken van schattingen en veronderstellingen.<br />
Deze hebben betrekking op bedragen die zijn opgenomen voor activa en passiva alsmede de<br />
verantwoording van baten en lasten gedurende de verslagperiode. De werkelijke bedragen kunnen<br />
afwijken van de geschatte bedragen.<br />
Kasstroomoverzicht<br />
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Kasstromen in buitenlandse<br />
valuta’s zijn herleid naar euro’s met gebruikmaking van de gewogen gemiddelde omrekeningskoersen<br />
voor de betreffende periodes.<br />
4.2<br />
Opbrengstverantwoording<br />
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies<br />
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden<br />
in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en<br />
lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato<br />
van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord.<br />
College-, cursus-, les- en examengelden<br />
De college-, cursus-, les- en examengelden worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking<br />
hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijs- en onderzoekstaken gelijkmatig over het<br />
collegejaar zijn gespreid.<br />
Baten werk in opdracht van derden<br />
Opbrengsten uit hoofde van werk in opdracht van derden (contractonderwijs, contractonderzoek en<br />
overige) worden in de staat van baten en lasten als baten opgenomen voor een bedrag gelijk aan de<br />
kosten indien zeker is dat deze kosten declarabel zijn. Een eventueel positief resultaat wordt genomen<br />
na voltooiing van de gehele transactie (de zogeheten completed contract methode).
Financieel verslag <strong>2009</strong> 86<br />
5<br />
Geconsolideerde balans<br />
per 31 december <strong>2009</strong> (na resultaatbestemming)<br />
31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />
Activa EUR EUR<br />
Vaste activa<br />
Materiële vaste activa 195.3 200.8<br />
Financiële vaste activa 1.0 0.5<br />
Vlottende activa<br />
196.3 201.3<br />
Voorraden 0.4 0.4<br />
Vorderingen 45.5 44.0<br />
Liquide middelen 23.3 10.2<br />
69.2 54.6<br />
Totaal 265.5 255.9<br />
Passiva<br />
Eigen vermogen 120.2 117.7<br />
Voorzieningen 15.8 14.5<br />
Langlopende schulden 47.9 27.4<br />
Kortlopende schulden 81.6 96.3<br />
Totaal 265.5 255.9
Financieel verslag <strong>2009</strong> 87<br />
6 Geconsolideerde staat van<br />
baten en lasten <strong>2009</strong><br />
<strong>2009</strong> 2008<br />
Baten EUR EUR<br />
Rijksbijdrage OCW 183.6 186.8<br />
College- en examengelden 12.6 11.9<br />
Werk voor derden 80.9 72.4<br />
Overige baten 16.6 16.3<br />
Totaal baten 293.7 287.4<br />
Lasten<br />
Personele lasten 187.2 176.8<br />
Afschrijvingen 16.1 17.3<br />
Huisvestingslasten 23.2 22.9<br />
Overige lasten 62.4 66.2<br />
Totaal lasten 288.9 283.2<br />
Saldo baten en lasten 4.8 4.2<br />
Saldo financiële baten en lasten -2.3 -2.5<br />
Resultaat 2.5 1.7
Financieel verslag <strong>2009</strong> 88<br />
7<br />
Geconsolideerd kasstroomoverzicht<br />
<strong>2009</strong> 2008<br />
Kasstroom uit operationele activiteiten EUR EUR<br />
Saldo baten en lasten 4.8 4.2<br />
Afschrijving gebouwen 12.5 12.9<br />
Afschrijving apparatuur en inventaris 3.6 4.4<br />
Afschrijvingen 16.1 17.3<br />
Dotaties voorzieningen 1.9 1.6<br />
Vrijval voorzieningen -0.1 -.-<br />
Onttrekkingen voorzieningen -0.5 -0.7<br />
Herberekening voorziening naar nieuwe inzichten contante waarde 0.5<br />
Mutaties voorzieningen 1.3 1.4<br />
Voorraden -.- -.-<br />
Vorderingen -1.5 -2.6<br />
Kortlopende schulden excl. financieringsactiviteiten 12.7 7.8<br />
Mutaties werkkapitaal 11.2 5.2<br />
Ontvangen interest 0.4 0.6<br />
Betaalde interest -2.7 -3.1<br />
Buitengewoon resultaat -.- -.-<br />
-2.3 -2.5<br />
Afname eigen vermogen ten gunste van voorziening -.- -0.5<br />
31.1 25.1<br />
Kasstroom uit investeringsactiviteiten<br />
Investeringen gebouwen en terreinen -8.8 -5.4<br />
Investering apparatuur -1.8 -3.8<br />
Desinvesteringen apparatuur -.- -.-<br />
Desinvesteringen gebouwen -.- -.-<br />
Investeringen materiële vaste activa -10.6 -9.2<br />
Investeringen financiële vaste activa -0.5 0.1<br />
-11.1 -9.1<br />
Kasstroom uit financieringsactiviteiten<br />
Opname/aflossing langlopende schulden 20.5 -27.2<br />
Mutatie kortlopend deel langlopende lening -22.7 22.7<br />
Rekening courant -4.7 -8.2<br />
-6.9 -12.7<br />
Mutatie liquide middelen 13.1 3.3<br />
Beginstand liquide middelen 10.2 6.9<br />
Mutatie liquide middelen 13.1 3.3<br />
Eindstand liquide middelen 23.3 10.2<br />
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Kasstromen in buitenlandse<br />
valuta’s zijn herleid naar euro’s met gebruikmaking van de gewogen gemiddelde omrekeningskoersen<br />
voor de betreffende periodes.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 89<br />
8<br />
Toelichting op de geconsolideerde balans<br />
8.1<br />
8.1.1<br />
Vaste activa<br />
Materiële vaste activa<br />
Gebouwen en terreinen, verloop gedurende verslagjaar<br />
Aanschaffingswaarde Afschrijving Boekwaarde<br />
Terreinen Gebouwen<br />
EUR EUR EUR EUR<br />
Stand 1 januari <strong>2009</strong> 2.2 387.6 209.9 179.9<br />
Overboeking van gebouwen in aanbouw -.- 6.3 -.- 6.3<br />
Desinvestering -.- -.- -.- -.-<br />
Afschrijvingen <strong>2009</strong> -.- -.- 12.5 -12.5<br />
Stand 31 december <strong>2009</strong> 2.2 393.9 222.4 173.7<br />
De TU/e heeft ten behoeve van derden, te weten de Kamer van Koophandel, Stichting Fontys, S.S.E.,<br />
TNO en het Twinning Center het recht van erfpacht verleend.<br />
De totale oppervlakte bedroeg per 31 december <strong>2009</strong> 84.2 ha.<br />
De heffingsgrondslag voor de WOZ-beschikking per waardepeildatum 1 januari 2008, toestand per<br />
1 januari <strong>2009</strong> bedroeg 313.4 miljoen euro.<br />
De verzekerde waarde van de gebouwen per peildatum 1 juli <strong>2009</strong> is 652.0 miljoen euro.<br />
Gebouwen in aanbouw, verloop gedurende verslagjaar <strong>2009</strong> 2008<br />
EUR<br />
EUR<br />
Stand 1 januari 6.5 3.3<br />
Investeringen 8.8 5.4<br />
Overboekingen naar gebouwen -6.3 -2.2<br />
Stand 31 december 9.0 6.5<br />
Onder deze post zijn opgenomen de investeringsbedragen in gebouwen voor zover zij nog niet in gebruik<br />
zijn genomen.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 90<br />
Apparatuur en inventaris, verloop gedurende verslagjaar<br />
Aanschaffingswaarde Afschrijving Boekwaarde<br />
EUR EUR EUR<br />
Stand 1 januari <strong>2009</strong> 85.5 71.1 14.4<br />
Investeringen 1.8 -.- 1.8<br />
Desinvesteringen -2.7 -2.7 -.-<br />
Afschrijvingen <strong>2009</strong> -.- 3.6 -3.6<br />
Stand 31 december <strong>2009</strong> 84.6 72.0 12.6<br />
Recapitulatie balanswaardering materiële vaste activa<br />
Aanschaffings- Afschrij- Boek- Investe- Desinves- Afschrij- Aanschaffings- Afschrij- Boekwaarde<br />
vingen waarde ringen teringen vingen waarde vingen waarde<br />
t/m 2008 t/m 2008 31-12-2008 <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> 31-12-<strong>2009</strong> t/m <strong>2009</strong> 31-12-<strong>2009</strong><br />
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR<br />
Terreinen 2.2 -.- 2.2 -.- -.- -.- 2.2 -.- 2.2<br />
Gebouwen 387.6 209.9 177.7 6.3 -.- 12.5 393.9 222.4 171.5<br />
Gebouwen in<br />
aanbouw 6.5 -.- 6.5 2.5 -.- -.- 9.0 -.- 9.0<br />
Apparatuur<br />
en inventaris 85.5 71.1 14.4 1.8 2.7 3.6 84.6 72.0 12.6<br />
Totaal 481.8 281.0 200.8 10.6 2.7 16.1 489.7 294.4 195.3
Financieel verslag <strong>2009</strong> 91<br />
8.1.2<br />
Financiële vaste activa<br />
Leningen en deelnemingen<br />
Resterende<br />
Saldo Verstrekte Saldo Rente % looptijd<br />
31-12-2008 leningen Aflossingen 31-12-<strong>2009</strong> gemiddeld gemiddeld<br />
EUR EUR EUR EUR<br />
Lening u.g.:<br />
VvE Kennispoort <strong>Eindhoven</strong> 0.1 -.- 0.0 0.1 2.0 3 jr.<br />
Dolphys Technologies BV <strong>Eindhoven</strong> 0.1 -.- 0.1 -.-<br />
0.2 -.- 0.1 0.1<br />
Minderheidsdeelneming<br />
Saldo Verwerving Resultaat Vervreemding Saldo<br />
31-12-2008 dividend 31-12-<strong>2009</strong><br />
EUR EUR EUR EUR EUR<br />
Tenhage BV -.- 0.6 -.- -.- 0.6<br />
Technostartersfonds Zuid Nederland BV 0.3 -.- -.- -.- 0.3<br />
Overige deelnemingen 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0<br />
0.3 0.6 0.0 0.0 0.9<br />
Voor specificatie van de overige minderheidsdeelnemingen zie overzicht 13.2.<br />
8.2<br />
8.2.1<br />
Vlottende activa<br />
Voorraden<br />
Voorraden 31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />
EUR<br />
EUR<br />
Voorraad leermiddelen 0.1 0.1<br />
Voorraad verbruiksgoederen 0.1 0.1<br />
Werkvoorraden 0.2 0.2<br />
0.4 0.4
Financieel verslag <strong>2009</strong> 92<br />
8.2.2<br />
Vorderingen<br />
Vorderingen 31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />
EUR<br />
EUR<br />
Debiteuren 11.1 11.3<br />
Voorzieningen dubieuze debiteuren wegens oninbaarheid -0.4 -0.4<br />
Vordering op OCW inzake kasbeperking rijksbijdrage 2.9 3.1<br />
Vooruitbetaalde kosten 4.5 4.5<br />
Voorschotten 0.1 0.5<br />
Nog te vorderen op projecten in uitvoering 24.3 19.7<br />
Schuldbekentenissen notebooks 1.4 1.5<br />
Nog te factureren bedragen 0.7 0.3<br />
Omzetbelasting -.- 2.5<br />
Overige vorderingen 0.9 1.0<br />
45.5 44.0<br />
De vorderingen wegens schuldbekentenissen notebooks hebben voor een bedrag van 0.7 miljoen euro een<br />
looptijd van langer dan 1 jaar.<br />
Een eventueel noodzakelijke voorziening op een project uit hoofde van werk in opdracht van derden wordt<br />
gepresenteerd onder de voorziening verlieslatende contracten onder de voorzieningen.<br />
Verloop van de voorziening wegens oninbaarheid <strong>2009</strong> 2008<br />
EUR<br />
EUR<br />
Stand per 1 januari -0.4 -0.4<br />
Dotatie -0.1 -0.1<br />
Onttrekking 0.1 0.1<br />
Stand per 31 december -0.4 -0.4<br />
8.2.3<br />
Liquide middelen<br />
Liquide middelen 31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />
EUR<br />
EUR<br />
Kasmiddelen 0.1 0.1<br />
Banksaldi 23.2 10.1<br />
23.3 10.2<br />
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de instelling.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 93<br />
8.3<br />
Eigen vermogen<br />
Verloop eigen vermogen na resultaatbestemming<br />
Bestemming<br />
Overige<br />
Saldo exploitatieresultaat mutaties Saldo<br />
31-12-2008 <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> 31-12-<strong>2009</strong><br />
EUR EUR EUR EUR<br />
Algemene reserve gevormd<br />
uit publieke activiteiten<br />
Algemene reserve TU/e 105.8 -1.2 1.0 105.6<br />
Algemene reserve TMcc BV 1.1 -0.2 -.- 0.9<br />
Algemene reserve Het Eeuwsel BV 0.1 0.1 -.- 0.2<br />
Algemene reserve gevormd<br />
uit private activiteiten<br />
Algemene reserve TUE Holding BV 8.6 1.7 -1.0 9.3<br />
Algemene reserve Stichting TU/e<br />
Scholarship Foundation 1.5 2.1 -.- 3.6<br />
Bestemmingsfonds (privaat)<br />
Philipsfonds 0.6 -.- -.- 0.6<br />
Totaal 117.7 2.5 -.- 120.2<br />
Het Philipsfonds is ontstaan uit een gift van de N.V. Philips in 1976.<br />
De renteopbrengst van het Philipsfonds is bestemd voor de financiering van buitenlandse gastdocenten.<br />
8.4<br />
Voorzieningen<br />
Verloop voorzieningen gedurende verslagjaar<br />
Stand Dotatie Onttrekking Vrijval Stand Kortlopend Langlopend<br />
31-12-2008 <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> 31-12-<strong>2009</strong> deel < 1 jaar deel > 1 jaar<br />
EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR<br />
Voorzieningen t.b.v. personeel:<br />
- Wachtgelden 0.3 -.- 0.1 0.1 0.1 0.1 0.0<br />
- WW/BW 0.8 0.2 -.- -.- 1.0 0.6 0.4<br />
- Verlofdagen 7.7 0.1 -.- -.- 7.8 3.2 4.6<br />
- Personeel overig 1.1 0.6 0.4 -.- 1.3 1.2 0.1<br />
- Jubilea 2.9 0.0 -.- -.- 2.9 0.2 2.7<br />
Voorzieningen t.b.v. gebouwen:<br />
- Ontmanteling Cyclotron 1.7 1.0 -.- -.- 2.7 -.- 2.7<br />
Totaal 14.5 1.9 0.5 0.1 15.8 5.3 10.5
Financieel verslag <strong>2009</strong> 94<br />
De posten wachtgeld en WW/BW zijn een inschatting van de verwachte uitgaven ten behoeve van de<br />
personen die recht hebben op deze uitkeringen op basis van opgaven van de uitvoeringsorganisatie.<br />
Hierbij is rekening gehouden met een verwachte uitstroom.<br />
De verlofdagen met een langlopend karakter zijn opgenomen onder de voorzieningen. Deze zijn gebaseerd<br />
op het aantal verlofdagen dat gereserveerd is ten behoeve van sabbatical leave en prepensioen,<br />
vermenigvuldigd met het salarisbedrag, verhoogd met de sociale lasten. Hierbij is rekening gehouden<br />
met salarisontwikkelingen en contante waarde. De nog niet genoten verlofdagen met een kortlopend<br />
karakter zijn opgenomen onder de kortlopende schulden.<br />
De voorziening personeel overig is gevormd voor individueel getroffen afvloeiingsregelingen met<br />
personeelsleden waarvan de precieze omvang van de financiële verplichting op de balansdatum niet<br />
bekend was.<br />
De post jubilea is een inschatting van de verwachte uitgaven ten behoeve van de personen die recht<br />
hebben op een gratificatie als gevolg van een dienst- of ambtsjubileum. Hierbij is rekening gehouden<br />
met een verwachte uitstroom, salarisontwikkelingen en contante waarde.<br />
De voorziening ontmanteling Cyclotron betreft een schatting van in de toekomst te maken kosten voor<br />
de ontmanteling van het nieuwe Cyclotron alsmede de beheerskosten van het oude Cyclotron.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 95<br />
8.5<br />
Langlopende schulden<br />
Langlopende schulden 31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />
EUR<br />
EUR<br />
Lening bank o.g. 49.1 51.3<br />
Kortlopend deel schulden -4.5 -27.2<br />
Overige leningen TU/e 0.2 -.-<br />
Vooruitontvangen erfpachttermijnen 3.1 3.2<br />
Overige leningen deelnemingen 0.0 0.1<br />
47.9 27.4<br />
Verloop gedurende verslagjaar<br />
Overboeking<br />
Saldo Aangegane naar Saldo Looptijd Looptijd Rente %<br />
31-12-2008 leningen kortlopend 31-12-<strong>2009</strong> > 1 jaar > 5 jaar gemiddeld<br />
Kredietinstellingen EUR EUR EUR EUR EUR EUR<br />
Rabobank 15.0 25.0 -.- 40.0 -.- 40.0 5.0<br />
BNG 9.1 -.- 4.5 4.6 4.6 -.- 5.8<br />
24.1 25.0 4.5 44.6 4.6 40.0<br />
Overige langlopende schulden<br />
Overige leningen TU/e -.- 0.2 0.0 0.2 0.0 0.2 6.0<br />
Vooruitontvangen erfpachttermijnen 3.2 -.- 0.1 3.1 0.4 2.7 -.-<br />
Overige leningen deelnemingen 0.1 0.1 0.0 0.0 -.- 5.0<br />
3.3 0.2 0.2 3.3 0.4 2.9<br />
Totaal 27.4 25.2 4.7 47.9 5.0 42.9<br />
De post vooruitontvangen erfpachttermijnen betreft de met TNO, Fontys en Twinning Center gesloten<br />
erfpachtovereenkomsten.<br />
De TU/e heeft aan de Rabobank zekerheden gesteld tot een bedrag van 91.7 miljoen euro conform de<br />
kredietovereenkomst.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 96<br />
8.6<br />
Kortlopende schulden<br />
Kortlopende schulden 31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />
EUR<br />
EUR<br />
Rekening-courant banken -.- 4.7<br />
Vooruitgefactureerd op projecten in uitvoering 29.2 22.7<br />
Te betalen aan leveranciers 11.3 10.4<br />
Af te dragen belasting en sociale lasten 7.8 6.7<br />
Omzetbelasting 1.8 -.-<br />
Pensioenpremies 2.2 2.1<br />
Vooruitontvangen collegegelden 5.2 4.2<br />
Vooruitontvangen geoormerkte doelsubsidies OCW 1.9 0.9<br />
Vakantietoeslag 5.1 4.9<br />
Verlofdagen 3.6 3.5<br />
Kortlopend deel bancaire schulden 4.5 27.2<br />
Overige nog te betalen posten en vooruitontvangen bedragen 9.0 9.0<br />
Totaal 81.6 96.3<br />
De verlofdagen met een kortlopend karakter zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.<br />
De waardering voor een verlofdag met een kortlopend karakter is gebaseerd op 5.63% van het<br />
maandsalaris per persoon.<br />
De verlofdagen met een langlopend karakter zijn opgenomen onder de voorzieningen en bedroegen<br />
in <strong>2009</strong> 7.8 miljoen euro.<br />
Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW<br />
Bedrag Saldo Ontvangen Lasten 1) Investering Saldo<br />
Omschrijving Jaar Kenmerk toewijzing 2008 in <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong><br />
Fotonica in communi- 1990-<br />
EUR EUR EUR EUR EUR EUR<br />
catietechnologie <strong>2009</strong> 2) 37.9 0.0 4.6 4.0 -.- 0.6<br />
Chemisch ontwerpen 1999-<br />
van katalysatoren <strong>2009</strong> 2) 13.0 0.9 1.5 1.2 -.- 1.2<br />
Educatieve minor <strong>2009</strong> 804A0-27076 0.1 -.- 0.1 0.0 -.- 0.1<br />
Totaal 51.0 0.9 6.2 5.2 -.- 1.9<br />
1) Bij overbesteding wordt niet meer verantwoord dan is toegewezen.<br />
2) In <strong>2009</strong> is in het toegewezen bedrag een aanpassing doorgevoerd als gevolg van ontvangen indexatie over de jaren 2007 en<br />
2008. Deze extra ontvangsten hebben in betreffende jaren ook tot uitgaven geleid.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 97<br />
8.7<br />
Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa<br />
De TU/e heeft de volgende niet uit de balans blijkende verplichtingen:<br />
• De lopende investeringsverplichtingen in gebouwen bedragen 4.2 miljoen euro.<br />
• De operational lease verplichting van de installatie voor Warmte en Koude Opslag bedraagt ultimo <strong>2009</strong><br />
4.5 miljoen euro. Tweemaal per jaar vervalt een termijn van 0.5 miljoen euro; de laatste termijn vervalt<br />
per 30 juni 2012. Op deze datum vervalt ook de eindtermijn van 1.9 miljoen euro.<br />
• Wegens verleende garantstellingen voor notebookleningen aan studenten zijn voor 0.3 miljoen euro<br />
nadere zekerheden gesteld.<br />
• Voor technostarters zijn via Eutech BV garantstellingen verleend in het kader van onze TOP-regeling<br />
(Tijdelijke Ondernemings Plaatsen). Hiervan stond per einde <strong>2009</strong> 0.2 miljoen euro open.<br />
• De TU/e staat garant voor maximaal 30 leningen aan niet EER-masters. De maximale garantstelling per<br />
31 december <strong>2009</strong> bedraagt als gevolg hiervan 0.1 miljoen euro.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 98<br />
9<br />
Toelichting op de geconsolideerde staat<br />
van baten en lasten<br />
9.1<br />
9.1.1<br />
Baten<br />
Rijksbijdrage OCW<br />
<strong>2009</strong> 2008<br />
EUR<br />
EUR<br />
Rijksbijdrage 181.2 184.4<br />
Rijksbijdrage 3TU-gelden 2.0 1.8<br />
Vrijval bijdrage W.O. Sprint 0.4 0.6<br />
183.6 186.8<br />
De rijksbijdrage <strong>2009</strong> is opgenomen conform CFI brief BEK/BPR-<strong>2009</strong>/137387 M.<br />
9.1.2<br />
Werk voor derden<br />
<strong>2009</strong> 2008<br />
Specificatie werk voor derden naar categorie: EUR EUR<br />
Internationale overheden 11.3 9.2<br />
Nationale overheden 30.1 28.4<br />
NWO 8.0 7.6<br />
KNAW 0.7 0.7<br />
Overige non-profitorganisaties incl. universiteiten 11.7 10.2<br />
Bedrijven en overige 19.1 16.3<br />
80.9 72.4<br />
9.1.3<br />
Overige baten<br />
<strong>2009</strong> 2008<br />
EUR<br />
EUR<br />
Verhuur onroerende zaken 5.4 5.3<br />
Loonkostensubsidies 0.9 0.7<br />
Activiteiten sportcentrum 1.1 1.1<br />
Overige baten 9.2 9.2<br />
16.6 16.3
Financieel verslag <strong>2009</strong> 99<br />
9.2<br />
9.2.1<br />
Lasten<br />
Personele lasten<br />
<strong>2009</strong> 2008<br />
Beloning voor arbeid EUR EUR<br />
Salarissen 127.7 118.9<br />
Mutatie saldo kortlopende verlofdagen 0.1 0.3<br />
Dotatie voorziening verlofdagen 0.1 0.6<br />
Vakantietoelagen 9.2 8.8<br />
Overige toelagen 4.5 4.6<br />
141.6 133.2<br />
Sociale lasten<br />
Vergoeding ZVW 6.5 6.1<br />
Pensioenpremie 17.0 15.3<br />
Premie sociale lasten 7.5 5.5<br />
31.0 26.9<br />
Overige personele lasten<br />
Personeelslasten derden 6.3 7.3<br />
Uitzendbureaus 0.9 1.2<br />
Uitkering WW/BW 0.9 0.7<br />
Dotatie voorziening wachtgelden WW/BW 0.2 0.2<br />
Vrijval voorziening jubilea -0.1 0.0<br />
Dotatie voorziening personeel 0.6 0.1<br />
Diversen 6.7 7.6<br />
15.5 17.1<br />
Uitkeringen<br />
Uitkering arbeidsongeschiktheid -0.9 -0.4<br />
Totaal personele lasten 187.2 176.8<br />
De vergoedingen voor de Raad van Toezicht bedroegen in totaal 53.180 euro (2008: 38.570 euro).<br />
Specificatie vergoedingen voor de Raad van Toezicht<br />
(bedragen in euro)<br />
Periode van tot en met <strong>2009</strong> 2008<br />
Dr. ir. G.J. Kleisterlee, voorzitter 1 januari ‘09 31 augustus ‘09 10.000 11.345<br />
Mevr. P.C. Krikke 1 januari ‘09 31 december ‘09 10.000 9.075<br />
Ir. R.L. van Iperen<br />
(m.i.v. 1 september <strong>2009</strong> voorzitter) 1 januari ‘09 31 december ‘09 11.667 9.075<br />
Dr. F.J.H. Don 1 januari ‘09 31 december ’09 10.000 9.075<br />
Dr. W.H. Gispen 1 november ‘08 31 december ‘09 11.513 -<br />
Totaal 53.180 38.570<br />
De vergoedingen zijn conform de wettelijke regelingen ter zake.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 100<br />
Bezoldiging individuele leden College van Bestuur<br />
De bezoldiging van de individuele leden van het College van Bestuur was in <strong>2009</strong> als volgt:<br />
Bezoldiging individuele leden College van Bestuur<br />
(bedragen in euro)<br />
Voorziening Uitkering<br />
Werk- voor i.v.m.<br />
Bonus nemers- beloningen beëindiging Reden<br />
Functie(s) Bruto over 2008/ inhou- Belastbaar betaalbaar dienst- Periode overin<br />
dat jaar bezoldiging 2007(1) dingen(2) loon op termijn verband in dienst schrijding<br />
Prof.dr.ir. C.J. van Duijn<br />
<strong>2009</strong> rector 177.647 35.000 13.600 199.047 41.953 - 01-01/31-12 (3)<br />
2008 rector 141.274 32.500 11.151 162.623 31.914 - 01-01/31-12<br />
Ing. A.H. Lundqvist<br />
<strong>2009</strong> voorzitter CvB 177.647 35.000 14.000 198.647 41.953 - 01-01/31-12 (3)<br />
2008 voorzitter CvB 141.274 32.500 12.313 161.461 31.914 - 01-01/31-12<br />
Mr. J.P. van Ham<br />
<strong>2009</strong> lid CvB 174.298 8.750 13.184 169.864 41.953 - 01-01/31-12 (3)<br />
2008 lid CvB 33.009 - 2.697 30.312 8.149 - 01-10/31-12<br />
Prof.dr. P.H.A.M. Verhaegen<br />
<strong>2009</strong> - - - - - - - -<br />
2008 lid CvB 64.252 32.500 5.818 90.934 13.298 - 01-01/31-05<br />
(1) Met ingang van 1 januari <strong>2009</strong> is de beloningsstructuur van het College van Bestuur gewijzigd. De variabele beloningscomponent (bonus)<br />
is afgeschaft. Er is hiervoor een vaste component opgenomen in de reguliere beloningsstructuur.<br />
De totale bezoldiging is in <strong>2009</strong> eenmalig hoger omdat in <strong>2009</strong> ook de uitbetaling van de bonus over 2008 plaatsvond.<br />
De vergoeding blijft, ook in 2010, in lijn met de norm (niveau 2008) van de commissie Dijkstal.<br />
(2) De werknemersinhoudingen omvatten de diverse inhoudingen om te komen van bruto bezoldiging plus bonus tot het loon voor loonbelasting.<br />
(3) In <strong>2009</strong> waren er 3 leden van het College van Bestuur in dienst van de TU/e waarvan publicatie van het inkomen vereist is volgens de Wet<br />
openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens.<br />
Naast de hierboven vermelde leden van het College van Bestuur zijn er geen personen in dienst van de TU/e waarvan publicatie<br />
vereist is volgens de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens.
Financieel verslag 2008 101<br />
9.2.2<br />
Afschrijvingen<br />
<strong>2009</strong> 2008<br />
EUR<br />
EUR<br />
Afschrijving gebouwen 12.5 12.9<br />
Afschrijvingen outillage 3.6 4.4<br />
16.1 17.3<br />
9.2.3<br />
Overige lasten<br />
<strong>2009</strong> 2008<br />
EUR<br />
EUR<br />
Huisvestingslasten<br />
Bouw- en onderhoudskosten 7.6 7.9<br />
Dotatie voorziening Cyclotron 1.0 0.7<br />
Huur 2.1 2.1<br />
Wettelijke lasten 1.1 1.1<br />
Energie/water 8.1 7.9<br />
Schoonhouden gebouwen 2.8 2.6<br />
Verzekeringen 0.5 0.6<br />
23.2 22.9<br />
Apparatuur en inventaris<br />
Aanschaf outillage 13.7 15.5<br />
13.7 15.5<br />
Materiaal gebonden lasten<br />
Collectievorming bibliotheek 3.6 3.4<br />
Grondstoffen 9.5 10.1<br />
13.1 13.5<br />
Diverse lasten<br />
Subsidies en bijdragen 9.3 10.2<br />
Communicatiekosten 0.9 0.9<br />
Catering-, congres- en representatiekosten 3.4 3.6<br />
Reis-, verblijf- en deelnemingskosten 6.6 7.1<br />
Dienstverlening derden 11.8 12.0<br />
Diversen 3.6 3.4<br />
35.6 37.2
Financieel verslag <strong>2009</strong> 102<br />
9.3<br />
Saldo financiële baten en lasten<br />
<strong>2009</strong> 2008<br />
EUR<br />
EUR<br />
Rentebaten 0.4 0.6<br />
Rentelasten -2.7 -3.1<br />
Saldo financiële baten en lasten -2.3 -2.5
Financieel verslag <strong>2009</strong> 103<br />
10<br />
Enkelvoudige balans<br />
per 31 december <strong>2009</strong> (na resultaatbestemming)<br />
31-12-<strong>2009</strong> 31-12-2008<br />
Activa EUR EUR<br />
Vaste activa<br />
Materiële vaste activa 190.6 195.8<br />
Financiële vaste activa 12.0 11.1<br />
202.6 206.9<br />
Vlottende activa<br />
Voorraden 0.3 0.3<br />
Vorderingen 41.7 41.9<br />
Vorderingen op groepsmaatschappijen 0.7 0.8<br />
Liquide middelen 11.8 0.7<br />
54.5 43.7<br />
Totaal 257.1 250.6<br />
Passiva<br />
Eigen vermogen 116.6 116.2<br />
Voorzieningen 13.5 13.1<br />
Langlopende schulden 47.8 27.3<br />
Kortlopende schulden 78.5 93.4<br />
Kortlopende schulden aan groepsmaatschappijen 0.7 0.6<br />
Totaal 257.1 250.6
Financieel verslag <strong>2009</strong> 104<br />
11<br />
Enkelvoudige staat van baten en lasten <strong>2009</strong><br />
Begroting <strong>2009</strong> Realisatie <strong>2009</strong> Realisatie 2008<br />
Baten EUR EUR EUR<br />
Rijksbijdrage OCW 184.8 183.6 186.8<br />
College- en examengelden 12.2 12.6 11.9<br />
Werk voor derden 72.8 77.4 69.2<br />
Overige baten 14.4 13.1 13.6<br />
Totaal baten 284.2 286.7 281.5<br />
Lasten<br />
Personele lasten 181.1 184.7 174.9<br />
Afschrijvingen 17.0 15.7 16.9<br />
Huisvestingslasten 22.3 22.1 22.1<br />
Overige lasten 62.1 62.9 65.5<br />
Totaal lasten 282.5 285.4 279.4<br />
Saldo baten en lasten 1.7 1.3 2.1<br />
Saldo financiële baten en lasten -3.2 -2.5 -2.7<br />
Resultaat deelnemingen 1.5 1.6 1.5<br />
Resultaat 0.0 0.4 0.9
Financieel verslag <strong>2009</strong> 105<br />
12<br />
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening<br />
De TU/e presenteert naast de balans en de staat van baten en lasten op geconsolideerd niveau een<br />
enkelvoudige balans en staat van baten en lasten. De enkelvoudige balans en staat van baten en lasten<br />
hebben, met uitzondering van het resultaat deelnemingen, alleen betrekking op de TU/e. In vergelijking<br />
met de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten zijn de cijfers van de TUE Holding BV inclusief<br />
haar dochterondernemingen en Het Eeuwsel BV, Het Kranenveld BV, stichting TU/e Scholarship Foundation<br />
en TMCC BV op detailniveau geëlimineerd.<br />
De jaarlijks door de TU/e opgestelde begroting is op enkelvoudige basis. De enkelvoudige staat van baten<br />
en lasten laat de vergelijking zien tussen realisatie en begroting.<br />
Voor de waarderingsgrondslagen wordt verwezen naar hoofdstuk 4.<br />
12.1<br />
Toelichting enkelvoudige balans<br />
per 31 december <strong>2009</strong><br />
Aansluiting enkelvoudig eigen vermogen met geconsolideerd eigen vermogen na resultaatbestemming<br />
Bestemming<br />
Overige<br />
Saldo exploitatieresultaat mutaties Saldo<br />
31-12-2008 <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> 31-12-<strong>2009</strong><br />
EUR EUR EUR EUR<br />
Algemene reserve TU/e 105.8 -1.2 1.0 105.6<br />
Algemene reserve TMcc BV 1.1 -0.2 -.- 0.9<br />
Algemene reserve Het Eeuwsel BV 0.1 0.1 -.- 0.2<br />
Algemene reserve TUE Holding BV 8.6 1.7 -1.0 9.3<br />
Philipsfonds 0.6 -.- -.- 0.6<br />
Enkelvoudig eigen vermogen TU/e 116.2 0.4 -.- 116.6<br />
Algemene reserve TU/e<br />
Scholarship Foundation 1.5 2.1 -.- 3.6<br />
Geconsolideerd eigen vermogen 117.7 2.5 -.- 120.2
Financieel verslag <strong>2009</strong> 106<br />
12.2<br />
Toelichting resultaat <strong>2009</strong> enkelvoudige staat<br />
van baten en lasten<br />
Baten<br />
Rijksbijdrage<br />
De gerealiseerde rijksbijdrage is 1.2 miljoen euro lager dan begroot.<br />
De loon- en prijscompensatie <strong>2009</strong> is 1.3 miljoen euro lager dan begroot. Er is een compensatie<br />
ad 1.5 miljoen euro verstrekt voor het afschaffen van de pseudo-WW en er is een positieve bijstelling van<br />
circa 0.3 miljoen euro in verband met leerling-volume ontvangen. Beide posten waren niet begroot.<br />
Als gevolg van minder gedeclareerde kosten zijn er 1.2 miljoen euro minder opbrengsten in het kader<br />
van 3TU Centres of Excellence gerealiseerd. Het effect hiervan op de exploitatie is nagenoeg nihil.<br />
Daarnaast is 0.5 miljoen euro minder rijksbijdrage ontvangen voor specifiek geoormerkte projectsubsidies.<br />
College- en examengelden<br />
De college- en examengelden zijn 0.4 miljoen euro hoger dan begroot, voornamelijk vanwege hogere<br />
aantallen niet-EER studenten.<br />
Werk voor derden<br />
De gerealiseerde omzet werk voor derden is 4.6 miljoen euro (6.30%) hoger dan begroot. Een deel van<br />
de stijging, circa 2.1 miljoen euro, wordt veroorzaakt door de kenniswerkersregeling. Daarnaast is de<br />
ontvangen bijdrage voor beurzen (Erasmus Mundus, Leonardo) 1.7 miljoen euro hoger dan begroot.<br />
Overige baten<br />
De overige baten zijn 1.3 miljoen euro lager dan begroot. Dit verschil wordt in hoofdzaak veroorzaakt door<br />
2.9 miljoen euro lagere baten bij Fotonica. Tevens is sprake van 1.0 miljoen euro hogere incidentele baten<br />
vanwege BTW suppleties en de rente hierover (0.5 miljoen euro ) en een correctie van te veel ingehouden<br />
sociale lasten in 2008 (0.5 miljoen euro ).<br />
De verrekening van te vorderen doelsubsidies (Fotonica en NRSC) vindt plaats via de overige baten.<br />
De achtergebleven investeringen ten opzichte van de begroting (resulterend in lagere kosten apparatuur<br />
en inventaris) hebben tot een lagere vordering geleid. Dit uit zich in een lagere realisatie overige baten.<br />
Daarnaast zijn bij Dienst Huisvesting en IEC voor 0.6 miljoen euro hogere overige baten gerealiseerd.<br />
Lasten<br />
Personele lasten<br />
De personele lasten zijn 3.6 miljoen euro hoger dan begroot. De gerealiseerde bezetting is lager dan<br />
begroot. Hier staat tegenover dat de sociale lasten zijn gestegen, vooral door de afschaffing van de<br />
pseudo-WW en stijging van de pensioenpremies. Verder zijn de toelagen ten opzichte van de begroting<br />
toegenomen. Dit betreft onder meer de verkoop van verlofuren.<br />
In de kosten van beloning voor arbeid is 0.2 miljoen euro opgenomen met betrekking tot een dotatie<br />
aan de voorziening verlofdagen (kort- en langlopend). Met deze dotatie is in de begroting geen rekening<br />
gehouden.<br />
De personeelskosten derden zijn 1.2 miljoen euro hoger dan begroot. Een deel van extra inhuur is<br />
gerelateerd aan een aantal specifieke ICT-projecten. Verder is er sprake van een dotatie aan personele<br />
voorzieningen voor 0.5 miljoen euro, welke niet in de begroting waren voorzien.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 107<br />
Afschrijvingen<br />
De afschrijvingen zijn 1.3 miljoen euro lager als gevolg van minder investeringen dan voorzien<br />
in de begroting.<br />
Huisvestingslasten<br />
De huisvestingslasten zijn 0.2 miljoen euro lager dan begroot.<br />
Overige lasten<br />
Ten opzichte van de begroting vallen de kosten voor aanschaf apparatuur 2.3 miljoen euro lager uit.<br />
Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt doordat geplande aanschaf apparatuur ten behoeve van<br />
Fotonica in <strong>2009</strong> niet is gerealiseerd.<br />
De gerealiseerde materiaalgebonden lasten zijn 0.4 miljoen euro lager dan begroot.<br />
De gerealiseerde overige lasten zijn 3.5 miljoen euro hoger dan begroot. In hoofdzaak wordt deze toename<br />
veroorzaakt door meer kosten voor subsidies en bijdragen, door een additionele impulsbijdrage aan<br />
de Stichting Scholarship Foundation (SSF). Daarnaast is meer gebruikt gemaakt van inhuur van externe<br />
expertise, waardoor de gerealiseerde kosten van dienstverlening derden hoger uitvallen dan begroot.<br />
Saldo financiële baten en lasten<br />
Resultaat deelnemingen<br />
Het resultaat deelnemingen bedraagt 1.6 miljoen euro en is licht hoger dan begroot.<br />
Rentebaten en rentelasten<br />
De gerealiseerde rentebaten waren niet begroot. De rentelasten zijn lager dan begroot, vanwege<br />
het niet opnemen van een lening als gevolg van latere investeringen in Campus 2020.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 108<br />
13<br />
Overige gegevens<br />
13.1 Bestemming resultaat<br />
Ingevolge de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt het resultaat<br />
van het verslagjaar verrekend met de reserve van de instelling.<br />
Het positieve geconsolideerde resultaat van het verslagjaar ad 2.5 miljoen euro wordt toegevoegd<br />
aan het eigen vermogen.<br />
13.2 Groepsmaatschappijen<br />
Onderstaand volgt een overzicht van de besloten vennootschappen waarin de TU/e direct dan wel<br />
indirect een beslissende zeggenschap kan uitoefenen en die volledig in de consolidatie zijn betrokken.<br />
Deelnemingen<br />
Juridische Statutaire Activiteit Deelneming Eigen vermogen Resultaat Omzet<br />
vorm zetel <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong><br />
Het Eeuwsel BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 3. Onroerende zaken 100% 0.2 0.1 0.2<br />
Het Kranenveld BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 3. Onroerende zaken 100% 0.0 0.0 0.0<br />
TUE Holding BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 9.3 1.7 14.6<br />
TMcc BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 2. Contractonderzoek 100% 0.9 -0.2 0.0<br />
In de consolidatie is tevens onderstaande stichting opgenomen waarin de TU/e beslissende zeggenschap heeft.<br />
Overige groepsmaatschappijen<br />
Juridische Statutaire Activiteit Deelneming Eigen vermogen Resultaat Omzet<br />
vorm zetel <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong><br />
Stichting TU/e Scholarship Foundation Stichting <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig nvt 3.6 2.1 4.7<br />
In de TUE Holding BV zijn geconsolideerd onderstaande besloten vennootschappen opgenomen.<br />
Geconsolideerd opgenomen<br />
Juridische Statutaire Activiteit Deelneming Eigen vermogen Resultaat Omzet<br />
vorm zetel <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong> <strong>2009</strong><br />
TU/e Innovation Lab BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.9 -0.0 2.4<br />
QTIS BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.0 0.0 0.3<br />
Euflex BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.9 0.5 5.8<br />
AccTec BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 2.1 0.4 2.7<br />
SyMo-Chem BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.8 0.2 0.8<br />
HemoLab BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.1 0.1 0.3<br />
Polymer Technology Group <strong>Eindhoven</strong> BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.5 0.2 1.4<br />
IME Technologies BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.0 -0.1 0.3<br />
Hybrid Catalysis BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 61% 0.2 0.0 0.2<br />
Maxxun BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 100% 0.0 0.0 0.0
Financieel verslag <strong>2009</strong> 109<br />
Doelstelling en samenstelling van bestuur en directie<br />
Naam Doelstelling Samenstelling bestuur en directie<br />
Het Eeuwsel BV Het ontwikkelen en exploiteren van onroerend goed. De directie bestaat uit één directeur<br />
Het Kranenveld BV Het ontwikkelen en exploiteren van onroerend goed. De directie bestaat uit één directeur<br />
TUE Holding BV Het oprichten van, het deelnemen in, het voeren van De directie bestaat uit één directeur<br />
het beheer over, het verlenen van diensten en faciliteiten<br />
aan en het financieren van andere ondernemingen en<br />
vennootschappen die zich ten doel stellen onderzoek en<br />
onderwijs op verzoek van derden te verrichten en/of te<br />
ondersteunen met gebruikmaking van de faciliteiten en<br />
kennis van de TU/e, het stellen van zekerheden voor<br />
schulden aan vennootschappen waarin wordt deel -<br />
genomen en anderen die daarbij betrokken zijn en al<br />
hetgeen met vorenstaand verband houdt of daaraan<br />
bevorderlijk kan zijn.<br />
TMcc BV Het exploiteren van kennis, faciliteren van kennisover- De directie bestaat uit één directeur<br />
dracht, ondersteunen van onderzoek en onderwijs en<br />
leveren van bijdragen aan Faculteit Industrial<br />
Engineering & Innovation Sciences.<br />
Stichting TU/e Scholarship Het stimuleren van internationalisering van onderwijs en Het bestuur tevens directie bestaat<br />
Foundation onderzoek binnen de TU/e; het verrichten van alle verdere uit één voorzitter, één secretaris en<br />
handelingen die met het vorenstaande in de ruimste zin één penningmeester<br />
verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn;<br />
het stimuleren van talent in onderwijs en onderzoek.<br />
TU/e Innovation Lab BV Het bevorderen en exploiteren van kennisvalorisatie De directie bestaat uit één directeur<br />
(innovatiestimulering, startersbegeleiding en<br />
business development) binnen de TU/e.<br />
QTIS/e BV Het ontwikkelen van industriële activiteiten op het gebied TUE Holding BV is statutair directeur<br />
van biomechanica, (moleculaire) imaging en enabling<br />
technologies ten behoeve van tissue engineering.<br />
Euflex BV Het coördineren en beheren van flexibele arbeidskrachten De directie bestaat uit één directeur<br />
ten behoeve van de TU/e, het bemiddelen bij instroom op<br />
de TU/e en het bemiddelen bij door- en uitstromers van<br />
de TU/e naar de arbeidsmarkt.<br />
AccTec BV Het exploiteren en onderhouden van versnellers om De directie bestaat uit twee<br />
bundels van ionen en elektronen te verschaffen ten directeuren<br />
behoeve van technologisch wetenschappelijk onderzoek<br />
en commerciële productie van radio-isotopen.<br />
SyMo-Chem BV Het bedrijven van contractresearch voor derden op het De directie bestaat uit één directeur<br />
vlak van de chemie, waarbij de BV zich met name toelegt<br />
op de synthese en levering van (macro) moleculen, de<br />
karakterisering en analyse van verbindingen en producten,<br />
het uitvoeren van onderzoeksopdrachten, het geven van<br />
advies en het produceren van chemicaliën.<br />
HemoLab BV Het bedrijven van contractresearch voor derden op het De directie bestaat uit één directeur<br />
gebied van cardiovasculaire biomechanica, de analyse<br />
van de haemofysica bij implantaten en pathofysiologische<br />
processen.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 110<br />
Doelstelling en samenstelling van bestuur en directie (vervolg)<br />
Naam Doelstelling Samenstelling bestuur en directie<br />
PTG <strong>Eindhoven</strong> BV Het exploiteren van onderzoeksresultaten en het De directie bestaat uit één directeur<br />
ontwikkelen, modificeren, karakteriseren en het<br />
mengen van kunststoffen en afgeleiden hiervan,<br />
zoals composietmaterialen, een en ander op<br />
fundamenteel en toegepast gebied.<br />
IME Technologies BV Het verrichten van technisch advieswerk en uitvoeren De directie bestaat uit twee<br />
van contractresearch voor derden alsmede het<br />
directeuren<br />
ontwikkelen en leveren van diensten en producten<br />
op werktuigbouwkundig gebied.<br />
Hybrid Catalysis BV Het produceren van nieuwe katalysatoren voor de De directie bestaat uit één directeur<br />
chemische industrie gebruikmakend van een nieuwe,<br />
nanogestructureerde grondstof, het ontwikkelen van op<br />
maat gesneden varianten door contractresearch en het<br />
leveren van technologieondersteuning op contractbasis.<br />
Maxxun BV De ontwikkeling, productie en verkoop van zonne- TUE Holding BV is statutair directeur<br />
collectoren en -panelen alsmede het uitvoeren van<br />
wetenschappelijk onderzoek en/of productieontwikkeling<br />
voor derden op het gebied van zonnecollectoren en -panelen.<br />
Daarnaast is er een minderheidsdeelneming in de onderstaande vennootschappen.<br />
Minderheidsdeelnemingen<br />
Juridische Statutaire Activiteit Deelneming<br />
vorm<br />
zetel<br />
Tenhage BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 3. Onroerende zaken 45%<br />
Compact Power Systems BV b.v. Nijmegen 4. Overig 33%<br />
StudiJob Uitzendbureau BV b.v. Amsterdam 4. Overig 26%<br />
Suprapolix BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 20.7%<br />
Tias Nimbas Business School BV b.v. Tilburg 4. Overig 20%<br />
Magna-View BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 32.3%<br />
Web Alt Inc. Inc. Helsinki 4. Overig 9.7%<br />
LeVel Acoustics BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 49%<br />
Technostartersfonds Zuid Nederland BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 3.5%<br />
Validus Technologies BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 6.6%<br />
Fistuca BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 10%<br />
NeoDec BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 10%<br />
Howtech BV b.v. Veldhoven 4. Overig 0.5%<br />
Insolutions BV b.v. Veldhoven 4. Overig 13%<br />
Flowid BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 10%<br />
Peer+ BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 10%<br />
B-Invented BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 15%<br />
Inviso BV b.v. Gemert 4. Overig 10%<br />
Progression Industry BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 20%<br />
Emultech BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 10%<br />
Vabrema BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 7.6%<br />
Optimal Forming Solutions BV b.v. <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig 5.1%<br />
Avantium BV b.v. Amsterdam 4. Overig < 1%<br />
Apogee Photonics Inc. Inc. USA 4. Overig < 1%<br />
Deze zijn opgenomen onder de financiële vaste activa.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 111<br />
13.3<br />
Overige verbonden partijen<br />
Hieronder zijn opgenomen de instellingen waar de TU/e geen beslissende zeggenschap over heeft, maar<br />
waar wel de directe of indirecte bevoegdheid bestaat om bestuursleden te benoemen of te ontslaan.<br />
Daarnaast is als materialiteitsnorm voor het opnemen van de gelieerde instelling gehanteerd: 1 promille<br />
van de totale exploitatielasten van de TU/e.<br />
Overige verbonden partijen<br />
Juridische Statutaire Activiteit<br />
vorm<br />
zetel<br />
Dutch Polymer Institute Stichting <strong>Eindhoven</strong> 2. Onderzoek/1. Onderwijs<br />
Embedded Systems Institute Stichting <strong>Eindhoven</strong> 2. Onderzoek<br />
EURANDOM Stichting <strong>Eindhoven</strong> 2. Onderzoek<br />
United Brains Stichting <strong>Eindhoven</strong> 4. Overig<br />
VVE Kennispoort Vereniging <strong>Eindhoven</strong> 3. Onroerende zaken<br />
Stichting Financieel Beheer<br />
Federatie van <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong>en Stichting Delft 2.Onderzoek/1. Onderwijs<br />
13.4<br />
Honoraria van de accountant<br />
De volgende honoraria van KPMG Accountants zijn ten laste gebracht van de organisatie, haar<br />
dochtermaatschappijen en andere maatschappijen die zij consolideert, een en ander zoals bedoeld in<br />
artikel 2:382a BW.<br />
Honoraria van de accountant (bedragen in 1.000 euro*)<br />
KPMG Overig Totaal<br />
Accountants NV KPMG netwerk KPMG<br />
<strong>2009</strong><br />
Onderzoek van de jaarrekening 198 - 198<br />
Andere controleopdrachten 4 - 4<br />
Andere niet-controlediensten 58 - 58<br />
Adviesdiensten op fiscaal terrein - 43 43<br />
Totaal 260 43 303<br />
* De bedragen zijn exclusief BTW.<br />
13.5<br />
Verklaring College van Bestuur<br />
Het College van Bestuur van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> verklaart dat alle bij het College van<br />
Bestuur bekende informatie die van belang is voor de in hoofdstuk 14 opgenomen accountantsverklaring<br />
is verstrekt aan de instellingsaccountant. Voorts verklaart het College van Bestuur niet betrokken te zijn<br />
geweest bij onregelmatigheden in de bedrijfsvoering van de universiteit.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 112<br />
14<br />
Accountantsverklaring<br />
Aan de Raad van Toezicht van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>:<br />
Verklaring betreffende de jaarrekening<br />
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening <strong>2009</strong> van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>,<br />
bestaande uit de balans per 31 december <strong>2009</strong> en de staat van baten en lasten over <strong>2009</strong> met de<br />
toelichting gecontroleerd.<br />
Verantwoordelijkheid van het bestuur<br />
Het College van Bestuur van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> is verantwoordelijk voor het opmaken<br />
van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het<br />
opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs<br />
(WJZ/2007/50507).<br />
Tevens is het College van Bestuur van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> verantwoordelijk voor de<br />
financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties.<br />
Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en<br />
regelgeving opgenomen bepalingen.<br />
Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een<br />
intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van<br />
vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude<br />
of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van<br />
aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de<br />
gegeven omstandigheden redelijk zijn.<br />
Verantwoordelijkheid van de accountant<br />
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle,<br />
als bedoeld in artikel 2.9, derde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.<br />
Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht waaronder het onderwijscontroleprotocol<br />
OCW <strong>2009</strong>. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende<br />
gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke<br />
mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.<br />
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over<br />
de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden<br />
is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder inbegrepen zijn<br />
beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die<br />
beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in<br />
de jaarrekening van vermogen en resultaat alsmede het voor de naleving van de betreffende wet- en<br />
regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken<br />
van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet<br />
tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van<br />
de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong>. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de<br />
aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid<br />
van schattingen die het College van Bestuur van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> heeft gemaakt,<br />
alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.<br />
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis<br />
voor ons oordeel.
Financieel verslag <strong>2009</strong> 113<br />
Oordeel<br />
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van<br />
het vermogen van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> per 31 december <strong>2009</strong> en van het resultaat<br />
over <strong>2009</strong> in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (WJZ/2007/50507).<br />
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties<br />
over <strong>2009</strong> voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in<br />
overeenstemming zijn met de in het onderwijscontroleprotocol OCW <strong>2009</strong> opgenomen relevante<br />
wet- en regelgeving, zoals opgenomen in paragraaf 2.2.2. referentiekader.<br />
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften<br />
van regelgevende instanties<br />
Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het<br />
jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist<br />
in artikel 2:391 lid 4 BW.<br />
<strong>Eindhoven</strong>, 13 april 2010<br />
KPMG ACCOUNTANTS N.V.<br />
R.P. Kreukniet RA
Where innovation starts<br />
115<br />
Bijlagen
Bijlagen 117<br />
1<br />
Organogram<br />
(per 31 december <strong>2009</strong>)<br />
Raad van Toezicht<br />
<strong>Universiteit</strong>sraad<br />
College van Bestuur<br />
Stan Ackermans Instituut<br />
Dienstraad<br />
Centrale diensten<br />
TUE Holding BV<br />
TU/e Innovation Lab<br />
Communicatie Expertise<br />
Centrum<br />
Biomedische Technologie<br />
Dienst Algemene Zaken<br />
Bouwkunde<br />
Dienst Financiële en<br />
Economische Zaken<br />
Faculteitsraden<br />
Faculteiten<br />
Electrical Engineering<br />
Dienst Huisvesting<br />
Industrial Design<br />
Dienst ICT<br />
Industrial Engineering &<br />
Innovation Sciences<br />
Dienst Interne Zaken<br />
Scheikundige Technologie<br />
Dienst Personeel en<br />
Organisatie<br />
<strong>Technische</strong> Natuurkunde<br />
Informatie Expertise<br />
Centrum<br />
Werktuigbouwkunde<br />
Gemeenschappelijke<br />
<strong>Technische</strong> Dienst<br />
Wiskunde & Informatica<br />
Onderwijs en Studenten<br />
Service Centrum
Bijlagen<br />
118<br />
2<br />
Samenstelling bestuursorganen<br />
(per 31 december <strong>2009</strong>)<br />
Raad van Toezicht<br />
Ir. R.L. van Iperen, voorzitter<br />
Dr. F.J.H. Don, lid<br />
Prof.dr. W.H. Gispen, lid<br />
Drs. M.J.C. de Jong MBA, lid<br />
Mw. P.C. Krikke, lid<br />
College van Bestuur<br />
A.H. Lundqvist, voorzitter<br />
Prof.dr.ir. C.J. van Duijn, rector magnificus<br />
Mr. J.P. van Ham, lid<br />
Ir. H.P.J.M. Roumen, secretaris van de universiteit<br />
Faculteitsbesturen<br />
Biomedische Technologie (BMT)<br />
Prof.dr. P.A.J. Hilbers, decaan<br />
Prof.dr. K. Nicolay, vice-decaan<br />
Prof.dr. M.J. Post (<strong>Universiteit</strong> Maastricht), vice-decaan<br />
Mr. J.M.R. Debeij, directeur bedrijfsvoering<br />
Dr.ir. M.H.P. van Genderen, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />
B.R. Plantinga, student (adviseur)<br />
Bouwkunde (B)<br />
Prof.ir. J. Westra, decaan<br />
Prof.ir. H.H. Snijder, vice-decaan<br />
Dr. P.M.L.O. Scholte MPA, directeur bedrijfsvoering<br />
Dr.ir. S.P.G. Moonen, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />
Ing. T.J.M. Wolters, student (adviseur)<br />
Electrical Engineering (EE)<br />
Prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx, decaan<br />
Prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund, vice-decaan<br />
Mw. drs. S. Udo, directeur bedrijfsvoering<br />
Prof.dr.ir. R.H.J.M. Otten, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />
L. van Barschot, student (adviseur)<br />
Industrial Design (ID)<br />
Prof.dr.ir. M.J.W. Schouten, decaan<br />
Prof.dr.ir. J.H. Eggen, vice-decaan<br />
Mw. drs. S. H. van Gent, directeur bedrijfsvoering<br />
Mw. dr.ir. C.C.M. Hummels, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />
W.S. van Dijk, student (adviseur)
Bijlagen<br />
119<br />
Industrial Engineering & Innovation Sciences (IE&IS)<br />
Prof.dr. A.G.L. Romme, decaan<br />
Prof.dr. ir. J.W.M. Bertrand, vice-decaan<br />
Prof.dr. ir. H.W. Lintsen, vice-decaan<br />
Drs.ing. J. Hermus, directeur bedrijfsvoering<br />
Dr.ir. A.M.C. Lemmens, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />
J. van Heumen, student (adviseur)<br />
Mw. L.C.G. Pieters, student (adviseur)<br />
Scheikundige Technologie (ST)<br />
Prof.dr. P.J. Lemstra, decaan<br />
Prof.dr.ir. J.C. Schouten, vice-decaan<br />
Dr. L.N.I.H. Nelissen, directeur bedrijfsvoering<br />
Ir. P.F.A.M. Janssens, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />
Mw. S.M. de Vaan, student (adviseur)<br />
<strong>Technische</strong> Natuurkunde (TN)<br />
Prof.dr.ir. K. Kopinga, decaan<br />
Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen, vice-decaan<br />
Ir. M.J.M. Verbruggen, directeur bedrijfsvoering<br />
Prof.dr. K.A.H. van Leeuwen, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />
R.M.P. Heijnen, student (adviseur)<br />
Werktuigbouwkunde (W)<br />
Prof.dr. ir. R. de Borst, decaan<br />
Prof.dr.ir. J.E. Rooda, vice-decaan<br />
Ir. A.W.J. Bruekers, directeur bedrijfsvoering<br />
Prof.dr.ir. A.A. van Steenhoven, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />
J.W.M. Michels, student (adviseur)<br />
Wiskunde & Informatica (W&I)<br />
Prof.dr. A.M. Cohen, decaan<br />
Prof.dr.ir. O.J. Boxma, vice-decaan<br />
Prof.dr. J.C.M. Baeten, vice-decaan<br />
Mr. drs. P.M.L. Tijssen, directeur bedrijfsvoering<br />
Prof.dr.ir. J.F. Groote, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />
Prof.dr.ir. H.C.A. van Tilborg, opleidingsdirecteur (adviseur)<br />
S. Leemans, student (adviseur)
Bijlagen<br />
120<br />
3<br />
Samenstelling facultaire adviesraden<br />
(per 31 december <strong>2009</strong>)<br />
Raad van advies Biomedische Technologie<br />
Dr. H. Hofstraat<br />
Philips Research<br />
Dr. W.N.G.M. de Laat<br />
Schering-Plough<br />
Prof.dr. H.M. Pinedo MD<br />
VU MC Cancer Center Amsterdam<br />
Prof.dr.ir. P. Suetens<br />
Medical Image Computing, K.U. Leuven<br />
Raad van advies Bouwkunde<br />
Ir. J.P.T. Dekkers<br />
Ir. M. Engels<br />
Ir. J.J.M. Font Freide<br />
Dr.ir. M.K.T.M. Glaudemans<br />
Ir. E. Nelissen<br />
Ir. P. van Staalduinen<br />
Jeanne Dekkers Architectuur<br />
UNETO-VNI<br />
Corsmit Raadgevend Ingenieursbureau BV<br />
Fontys Hogeschool voor de Kunsten<br />
Nelissen Ingenieursbureau BV<br />
Syntens<br />
Raad van Advies Electrical Engineering<br />
Ir. G.F.M. Beenker<br />
NXP<br />
Prof.dr.ir. J.T.M. De Boeck<br />
Holst Centre<br />
Dr.ir. H. Borggreve<br />
ASML<br />
Prof.dr.ir. P.R. Groeneveld<br />
Magma Design Automation Inc., San Jose<br />
Ir. D.J. Jansen<br />
Liander<br />
Prof.dr.ir. P. Lagasse<br />
<strong>Universiteit</strong> Gent<br />
Prof.dr.ir. H. de Man<br />
Katholieke <strong>Universiteit</strong> Leuven<br />
Dr.ir. E.J. Sol<br />
TNO Industrie en Techniek<br />
Raad van advies Industrial Design<br />
Prof. B. Buxton<br />
Microsoft Research, Redmond, Washington<br />
Prof. D. Chan<br />
National University of Singapore<br />
Prof. L.L. Chen<br />
National Taiwan University of Science and Technology<br />
Prof. E. Manzini<br />
DITEC, Milaan<br />
Dr. S.L. Marzano<br />
Philips Design<br />
Prof.dr. A. Pilot<br />
IVLOS, <strong>Universiteit</strong> Utrecht<br />
Raad van Advies Industrial Engineering & Innovation Sciences<br />
Ir. H.J.M.B. Abeln<br />
Twynstra Gudde<br />
Drs. H.J.G. Hendriks<br />
Philips Electronics Nederland<br />
Ir. L.J.M. Kenter<br />
Stichting Zuidwester<br />
Drs. A.L.M. Nelissen<br />
Kamer van Koophandel Brabant<br />
Ir. P.J.A. van Schijndel<br />
Rabobank Nederland<br />
ir. B. de Wit<br />
Ecostream International B.V.
Bijlagen<br />
121<br />
Raad van advies Scheikundige Technologie<br />
Dr. H. van Houten<br />
Philips Research <strong>Eindhoven</strong><br />
Dr. J. Maat<br />
Unilever Research Laboratorium Vlaardingen<br />
Dr.ir. M.M.G. Senden<br />
Shell Research and Technology Center Amsterdam<br />
Ir. H.C. van der Steen<br />
CB&I Lummus B.V. Den Haag<br />
Dr.ir. K. van der Wiele<br />
Albemarle Catalysts Company BV Amersfoort<br />
Raad van advies <strong>Technische</strong> Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg<br />
Dr. P.L. Batenburg<br />
Catharina Ziekenhuis <strong>Eindhoven</strong><br />
Ir. J.W.M. Borgsteede<br />
Sophia Revalidatie Den Haag<br />
Dr. G.J. Caris<br />
Zorgorganisatie voor zorgondernemers<br />
Prof.dr. A.P.W.P. van Montfort<br />
Prismant – Algemeen Directeur<br />
Drs. W.M.C.I.M. Schellekens<br />
IGZ – Hoofdinspecteur Curatieve Gezondheidszorg<br />
Raad van advies <strong>Technische</strong> Natuurkunde<br />
Dr.ir. J. Benschop<br />
ASML<br />
Prof.dr.ir. J.T.M. De Boeck<br />
IMEC Nederland<br />
Dr. M. Buijs<br />
FEI Company<br />
Dr. G.J. Jongerden<br />
Helianthos<br />
Prof.dr.ir. J.J.W. Lagendijk<br />
UMC Utrecht<br />
Dr.ir. E.J. Sol<br />
TNO Industrie en Techniek<br />
Dr. G.F.A. van de Walle<br />
Philips Research<br />
Raad van advies Wiskunde & Informatica<br />
Ir. A.J.W.M. ten Berg<br />
NXP Semiconductors<br />
Ir. T. van den Berg<br />
ASML<br />
Dr.ir. G.J. van Dijk<br />
Texcel<br />
Mw. Ir. A. Engel<br />
Medusa<br />
Ir. L. Hassing<br />
Gartner Nederland BV<br />
R. Notermans Océ Technologies BV<br />
Dr.ir. T. Peerdeman<br />
Thales Nederland<br />
Dr.ir. J. Praagman<br />
Center for Quantitative Methods CQM<br />
Prof.dr. A. Reusken<br />
RWTH, Aken<br />
Dr. K.C.B. Roes<br />
Schering-Plough<br />
Prof.dr. H.P. Urbach<br />
<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft<br />
Ir. S. de Vries MTD<br />
Dow Benelux BV<br />
Mw. T. Wildvank
Bijlagen<br />
122<br />
4<br />
Samenstelling <strong>Universiteit</strong>sraad<br />
(per 31 december <strong>2009</strong>)<br />
Voorzitter<br />
Mw. ir. M.E. Segers<br />
Personeel<br />
Ir. A.L.J. Geenen<br />
Mw. ir. E.J.M. Jacobs<br />
Dr. A. Kastelein<br />
Mw. B.A.J. Magielse<br />
Dr. J.M.L. Maubach<br />
C.F.P. Naninck<br />
Ir. M.J.M. van Weert<br />
Ir. H.T.G. Weffers PDEng<br />
S.H. Ypma<br />
Studenten<br />
Mw. R.H.J. Bennink<br />
T.F. Bolster<br />
C.H. Gits<br />
J.D.J. Hoekstra BSc<br />
M. Klont<br />
N. van Kooten<br />
Mw. M.A. Oosterbaan<br />
R.S. Verhoeven<br />
Mw. L. Wang
Bijlagen<br />
123<br />
5<br />
Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong><br />
Het College van Bestuur van de TU/e geeft jaarlijks in een ‘Bestuurlijke Agenda’ aan welke concrete<br />
beleidsvoornemens het in het navolgende jaar wenst te behalen op de terreinen onderwijs, onderzoek,<br />
kennisvalorisatie, studentenvoorzieningen, strategische samenwerking (NL), internationalisering en<br />
bedrijfsvoering. De ‘Bestuurlijke Agenda <strong>2009</strong>’ omvatte de volgende voornemens.<br />
Onderwijs<br />
• Met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 voor alle opleidingen een jaarindeling ingevoerd hebben<br />
met twee semesters en twee blokken per semester.<br />
• Met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 alle minors in de bacheloropleidingen ingericht hebben<br />
als blokminor in het eerste semester van het derde leerjaar met een omvang van 30 studiepunten.<br />
• Met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 in alle minors een specifiek onderdeel (omvang 3 studiepunten)<br />
in het kader van de academische vorming van bachelorstudenten ingevoerd hebben.<br />
• Ervoor zorg gedragen hebben dat er per profilerende masteropleiding c.q. -track een voorbereidende<br />
minor aangeboden wordt aan geïnteresseerde bachelorstudenten.<br />
• Met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 gestart zijn met het aanbieden van een verdiepende track<br />
in het honors program voor excellente studenten in de bacheloropleidingen naast de bestaande<br />
verbredende track.<br />
• Met ingang van het studiejaar <strong>2009</strong>-2010 in het eerste jaar van alle bacheloropleidingen bindende<br />
studieadviezen ingevoerd hebben, na alle daarvoor benodigde randvoorwaarden vervuld te hebben.<br />
• In enkele bachelor- en masteropleidingen als pilotproject gestart zijn met de inzet van personal coaches<br />
voor studenten.<br />
• In enkele masteropleidingen als pilotproject gestart zijn met het aanbieden van onderzoeksgerichte<br />
honors tracks (inclusief de aanstelling van betrokken studenten als onderzoeksassistent).<br />
• De vorderingen van de faculteiten op het terrein van rendementsverbetering geëvalueerd hebben<br />
aan de hand van een voortgangsrapportage.<br />
• Een beslissing genomen hebben over experimenten met ‘graduate programs’.<br />
• Een haalbaarheidsstudie uitgevoerd hebben met betrekking tot een breed Engelstalig bachelorprogramma<br />
‘Engineering Science’.<br />
• Een TU/e-standpunt bepaald hebben over de inrichting van het aanbod aan masteropleidingen<br />
(met als uitersten: een beperkt aantal brede masteropleidingen met daarbinnen een grote keuze<br />
uit specialistische tracks versus een groot aantal kleine gespecialiseerde masteropleidingen).<br />
• In samenspraak met het bedrijfsleven plannen ontwikkeld hebben voor nieuwe ontwerpersopleidingen<br />
en een stevige impuls gegeven hebben aan de internationale marketing van deze opleidingen.<br />
• Zorg gedragen hebben voor de visitatie van de bacheloropleiding ‘<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde’ en de<br />
masteropleidingen ‘Innovation Management’ en ‘Operations Management and Logistics’ met het<br />
oog op de aanvraag voor heraccreditatie van deze opleidingen in april 2010.<br />
• Een eerste rapportage opgeleverd hebben inzake de implementatie van een instellingsbreed<br />
kwaliteitszorgsysteem dat voor de inhoudelijke beoordeling van opleidingen gebruikt maakt van de<br />
in eigen huis ontwikkelde systematiek van ‘Academic Competences and Quality Assurance’ (ACQA) en<br />
verder rekening houdt met de aanstaande herziening van het accreditatiestelsel.<br />
• Voorbereidingen getroffen hebben voor invoering van een zogenaamde ‘harde knip’ tussen bachelor- en<br />
masteropleidingen op het moment dat deze wettelijk verplicht wordt.<br />
• Instellingsbreed de ‘Basiskwalificatie Onderwijs’ (BKO) ingevoerd hebben, rekening houdend met de<br />
opgedane ervaringen tijdens pilotprojecten ter zake bij de faculteiten ‘Scheikundige Technologie’ en<br />
‘Industrial Engineering & Innovation Sciences’.
Bijlagen 124<br />
Onderzoek<br />
• Stimuleringsgelden toegekend hebben aan in <strong>2009</strong> (4 stuks) resp. 2010 (aantal nader te bepalen)<br />
te starten vernieuwende faculteitsoverstijgende c.q. multidisciplinaire onderzoeksprogramma’s.<br />
• Een onderzoeksinitiatief ontwikkeld hebben ten aanzien van het thema ‘Licht’.<br />
• Een wetenschappelijk coördinator aangewezen hebben voor al het onderzoek op het terrein van<br />
duurzame energietechnologie binnen de TU/e, opdat de universiteit als krachtige partner kan<br />
optreden in gezamenlijke onderzoeksprogramma’s en -instituten met derden op dit terrein.<br />
• Het ‘TU/e Excellentiefonds’ (€ 500.000 in <strong>2009</strong>) effectief benut hebben voor het aantrekken van<br />
wetenschappelijk toptalent en het belonen van wetenschappelijk toptalent in eigen huis.<br />
• Een beleidsplan ‘Onderzoeksinfrastructuur 2020’ opgeleverd hebben.<br />
• Zorg gedragen hebben voor de oplevering en bespreking in College van Bestuur en Bestuurlijk Overleg<br />
van onderzoeksbeleidsplannen door de faculteiten ‘Werktuigbouwkunde’ en ‘Scheikundige Technologie’<br />
naar aanleiding van de rapportages van de onderzoeksvisitaties van deze faculteiten.<br />
• Onderzoeksvisitaties gerealiseerd hebben voor de domeinen biomedische technologie, wiskunde,<br />
informatica en industrial design.<br />
• Adequate beoordelingscriteria en -procedures voor construerende en ontwerpende wetenschappen<br />
opgeleverd hebben en actief de implementatie ervan in het landelijke evaluatieprotocol voor visitaties<br />
en in de NWO-procedures voor de toekenning van onderzoeksgelden bevorderd hebben.<br />
• Het ‘distinguished professorship’ verder geïmplementeerd hebben.<br />
Kennisvalorisatie<br />
• In samenwerking met de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg het beoogde ‘Brabant Center for Entrepreneurship’<br />
geïmplementeerd hebben en van daaruit een extra impuls gegeven hebben aan het<br />
ondernemerschapsgerichte onderwijs aan de TU/e.<br />
• De kennisvalorisatiefunctie geconsolideerd hebben door middel van verwerving van subsidie voor<br />
en implementatie van een ‘TU/e Businessplan Kennisvalorisatie’ in het kader van het landelijke<br />
Valorisatieproject.<br />
• Het Project Office ter ondersteuning van ‘Werken voor Derden’ zodanig geïmplementeerd hebben<br />
dat het zichzelf met ingang van 2010 kan ‘terugverdienen’.<br />
• Een beslissing genomen hebben over de bouw op de campus van een starters-/bedrijfsverzamelgebouw<br />
met technische faciliteiten en laboratoria (‘Catalyst’).<br />
• Een uitgewerkt plan ontwikkeld hebben voor de ontwikkeling van een ‘TU/e Technology Park’ voor<br />
kleine onderzoeksgedreven ondernemingen op het oostelijk deel van de campus.<br />
• Het TEMA-gebouw beschikbaar gemaakt hebben als bedrijfsverzamelgebouw voor starters<br />
en ten aanzien van het Dommelgebouw een beslissing genomen hebben over sloop dan wel<br />
beschikbaarstelling als bedrijfsverzamelgebouw.<br />
• Een voor een breed publiek toegankelijke en informatieve ‘Staalkaart’-publicatie (inclusief on line<br />
versie) gerealiseerd hebben met betrekking tot spraakmakend TU/e-onderzoek en de mogelijke<br />
toepassingsperspectieven daarvan.
Bijlagen 125<br />
Studenten- en alumnivoorzieningen<br />
• Samen met de andere hoger onderwijsinstellingen in <strong>Eindhoven</strong> en het gemeentebestuur de planmatige<br />
uitrol van projecten in het kader van ‘<strong>Eindhoven</strong> Studentenstad’ gestimuleerd en gefaciliteerd hebben.<br />
• Samen met alle betrokken regionale partijen een roadmap ontwikkeld hebben voor de realisatie van<br />
adequate huisvestingsvoorzieningen voor (buitenlandse) studenten, TOIO’s en promovendi en gastmedewerkers<br />
met daarin aandacht voor de korte, middellange en lange termijn en voor zowel ‘short<br />
stay’ als ‘long stay’.<br />
• In het kader van de onderzoeksgerichte honors tracks in de masteropleidingen de aanstelling<br />
van masterstudenten als onderzoeksassistenten gefaciliteerd hebben.<br />
• Een plan ontwikkeld hebben voor de invoering van één multifunctionele studentenkaart en<br />
begonnen zijn met de implementatie daarvan.<br />
• Een meerjarenplan ontwikkeld hebben voor het versterken van de banden met de alumni.<br />
• De opbouw van een alumni-ambassadeursnetwerk in gang gezet hebben.<br />
Universitaire samenwerking in Nederland<br />
• In het kader van de 3TU.Federatie actief bijgedragen hebben aan:<br />
- de vertaling van het ‘Ontwikkelingsplan 3TU. <strong>2009</strong>-2012’ in een ‘Bestuurlijke Agenda 3TU.<br />
<strong>2009</strong>-2010’;<br />
- de verwezenlijking van de doelen in de ‘Bestuurlijke Agenda 3TU. <strong>2009</strong>-2010’ ;<br />
- het gezamenlijk optreden en de behartiging van de gezamenlijke belangen van de drie TU’s.<br />
• Een tussentijdse evaluatie uitgevoerd hebben van de samenwerking met Fontys Hogescholen in<br />
de ‘<strong>Eindhoven</strong> School of Education’.<br />
• Een tussentijdse evaluatie uitgevoerd hebben van de samenwerking met de <strong>Universiteit</strong> en het<br />
Academisch Ziekenhuis Maastricht op het terrein van de biomedische technologie.<br />
Internationale universitaire samenwerking en internationalisering<br />
• Samen met de <strong>Technische</strong> Universität München en de Danmarks Tekniske Universitet de gezamenlijke<br />
‘European University Alliance in Science and Technology’ uitgebreid hebben met een of meer<br />
vooraanstaande nieuwe deelnemer(s) en in het kader van de alliantie een gezamenlijke ‘Graduate<br />
School for Sustainable Energy Technology’ opgezet hebben.<br />
• De nodige voorbereidingen getroffen hebben en lobbyactiviteiten ontplooid hebben voor participatie<br />
in een ‘Knowledge and Innovation Community’ op energiegebied in het kader van het ‘European<br />
Institute of Innovation and Technology’.<br />
• Op instellingsniveau nieuwe partnerrelaties aangegaan zijn met vooraanstaande technologieuniversiteiten<br />
in met name China, Taiwan, India, Mexico, Turkije en Oost-Europa en bestaande<br />
internationale partnerrelaties actief onderhouden hebben.<br />
• Medio en eind <strong>2009</strong> een evaluatieve inventarisatie gemaakt hebben van de partnerrelaties die<br />
de faculteiten met het oog op de recrutering en selectie van masterstudenten zijn aangegaan met<br />
vooraanstaande buitenlandse zusterfaculteiten.<br />
• Een uitgewerkte opzet ontwikkeld en vastgesteld hebben voor een universiteitsbreed project<br />
‘Internationalisering’ (inclusief de geleidelijke invoering van Engels als tweede voertaal binnen de<br />
universiteit) en gestart zijn met de uitvoering.<br />
• Naast het universitaire beurzenstelsel voor buitenlandse masterstudenten (het ‘TU/e Talent Scholarship<br />
Program’) een universitair leenstelsel voor buitenlandse masterstudenten tot stand gebracht hebben,<br />
waarbij de universiteit garant staat voor bij een bank aan te gane leningen.<br />
• Nagegaan zijn hoe het beste bevorderd kan worden dat buitenlandse studenten met een beurs uit het<br />
‘TU/e Talent Scholarship Program’ of een aanstelling als TOIO c.q. promovendus na het behalen van<br />
het masterdiploma c.q. de PDEng-of PhD-graad nog een aantal jaren in ons land een passende functie<br />
blijven vervullen.
Bijlagen 126<br />
Bedrijfsvoering<br />
• Een ‘Instellingplan <strong>2009</strong>-2012’ opgeleverd hebben met daarin een ‘Strategieschets’ over de positie<br />
van de TU/e in een snel veranderende wereld.<br />
• Het interne verdeelmodel IBM geëvalueerd hebben met het oog op de opstelling van de begroting 2010.<br />
• De planning & controlcyclus geoptimaliseerd hebben met behulp van Orca Begroting & Planning.<br />
• Een plan ontwikkeld hebben voor cash free betalen op de campus en begonnen zijn met de<br />
implementatie.<br />
• Project 1 in het kader van het huisvestingsprogramma ‘Campus 2020’ aanbesteed hebben en<br />
gestart zijn met de bouwactiviteiten.<br />
• Een beslissing genomen hebben over de definitieve huisvesting van het ‘TU/e Institute for<br />
Complex Molecular Systems’ en het ‘TU/e Advanced Study Center for Complexity’.<br />
• Een samenhangend informatie(management)beleid ontwikkeld en vastgesteld hebben.<br />
• De implementatie van een geïntegreerde ‘Digitale Leer- en Werkomgeving’ afgerond hebben.<br />
• Conform de in 2008 vastgestelde ‘Communicatiestrategie TU/e’ begonnen zijn met de uitvoering<br />
van de projecten ‘Internal en external branding’ en ’Reconstructie website en realisatie intranet’.<br />
• De (internationale) arbeidsmarktcommunicatie en personeelwerving opgewaardeerd hebben<br />
conform het in 2008 ter zake vastgestelde beleidsplan.<br />
• Een ‘online publishing platform’ gerealiseerd hebben ten behoeve van huisstijlbeheersing en<br />
efficiënte grafische productie van communicatieuitingen.<br />
• Een plan opgesteld hebben voor de toekomstige ontwikkeling van de interne dienstverlening op<br />
huisvestingsgebied en de rol van de ‘Dienst Huisvesting’ daarin.<br />
• Een plan opgesteld hebben voor de toekomstige ontwikkeling van de interne technische dienstverlening<br />
en de rol van de ‘Gemeenschappelijke <strong>Technische</strong> Dienst’ daarin.<br />
• Een businessplan opgeleverd hebben voor de eenheid ‘Arbo, Milieu, Veiligheid en Straling’ (AMVS),<br />
waarin in 2008 de ‘Stralingsbeschermingsdienst’ en de ‘Arbo en Milieu Service Organisatie’ zijn<br />
samengebracht.<br />
• Positie en taken van het ‘TU/e Centrum voor Communicatie, Taal & Techniek’ geëvalueerd hebben.
Bijlagen<br />
127<br />
6<br />
Kernambities <strong>2009</strong>-2012<br />
De TU/e stelt om de twee à drie jaar een ‘Instellingsplan’ op met daarin de kernambities en beleidsdoelen<br />
voor een periode van vier jaren. Het meest recente - het ‘Instellingsplan <strong>2009</strong>-2012’ - dateert van<br />
november <strong>2009</strong>. De TU/e wil eind 2012 op de taakvelden onderwijs, onderzoek, kennisvalorisatie,<br />
studenten- en alumnivoorzieningen, universitaire samenwerking in Nederland, internationale universitaire<br />
samenwerking en internationalisering en bedrijfsvoering de volgende kernambities gerealiseerd hebben.<br />
Onderwijs<br />
Een sterke en onderscheidende positie op de nationale en internationale onderwijsmarkt voor opleidingen<br />
binnen het domein ‘engineering science & technology’, onder meer tot uitdrukking komend in:<br />
• een positie binnen de top drie van de Nederlandse universiteiten bij onderwijsvisitaties,<br />
tevredenheidspeilingen onder studenten en enquêtes onder hoogleraren en werkgevers<br />
• deelname van 10% van de studenten aan onderwijstrajecten die in verbredende en/of verdiepende<br />
zin meer bieden dan het reguliere programma<br />
• een rendement van 70% binnen vier jaar na aanvang van de opleiding voor alle vwo-instromers in<br />
de bacheloropleidingen die zich na een jaar herinschrijven bij dezelfde of een andere opleiding<br />
binnen de TU/e en een rendement van 90% binnen 2,5 jaar bij de masteropleidingen<br />
• een marktaandeel in de totale jaarlijkse studenteninstroom in de Nederlandse universiteiten van<br />
ten minste 3,5 %<br />
• ten minste 750 BSc-, 1100 MSc- en 150 PDEng-afgestudeerden per studiejaar<br />
Onderzoek<br />
Een vooraanstaande positie en reputatie in de internationale wetenschappelijke wereld, onder meer<br />
tot uitdrukking komend in:<br />
• een visitatiescore van ten minste 4 op het aspect kwaliteit en van gemiddeld 4 of hoger op de overige<br />
aspecten (productiviteit, relevantie en levensvatbaarheid/toekomstperspectief)<br />
• een science citation impactscore (cf. het Centre for Science and Technology Studies) boven de 1.5<br />
• ten minste 200 promoties per jaar<br />
• ten minste 25 en 70 miljoen euro inkomsten op jaarbasis via respectievelijk de tweede en derde<br />
geldstroom<br />
• een sterke positie in ten minste één ‘Knowledge and Innovation Community’ in het kader van het<br />
‘European Institute of Innovation and Technology’<br />
Kennisvalorisatie<br />
Een substantiële bron van kennis, technologie en nieuwe bedrijvigheid in de nationale en regionale<br />
kenniseconomie, onder meer tot uitdrukking komend in:<br />
• behoud van de leidende positie in het CWTS Scoreboard of University-Industry Research Cooperation<br />
• deelname aan ondernemerschapsonderwijs door ten minste 300 studenten<br />
• ten minste 70 miljoen euro inkomsten op jaarbasis via de derde geldstroom<br />
• het delen van ten minste 20% van alle universitaire onderzoeksfaciliteiten met derden<br />
• 30 start-ups en spin-offs op jaarbasis
Bijlagen 128<br />
Studenten- en alumnivoorzieningen<br />
Een vooraanstaande positie in vergelijking met andere Nederlandse universiteiten qua voorzieningen<br />
voor, dienstverlening aan en relaties met studenten en alumni, onder meer tot uitdrukking komend in:<br />
• een positie binnen de top drie van Nederlandse universiteiten bij ter zake doende<br />
tevredenheidspeilingen onder studenten en alumni;<br />
• een percentage in <strong>Eindhoven</strong> gevestigde, uitwonende studenten van 60 of hoger;<br />
• een forse uitbreiding van het aanbod aan betaalbare huisvestingsmogelijkheden voor met name<br />
buitenlandse studenten, technologisch-ontwerpers-in-opleiding en promovendi;<br />
• een aantoonbaar versterkte reputatie van <strong>Eindhoven</strong> als universiteits- en studentenstad;<br />
• actuele persoons- en loopbaangegevens van ten minste 80% van de alumni in de Alumninet-database<br />
van de universiteit.<br />
Universitaire samenwerking in Nederland<br />
Strategisch belangrijke partnerrelaties met andere Nederlandse universiteiten, onder meer tot uitdrukking<br />
komend in aantoonbare meerwaarde van:<br />
• de afstemming en samenwerking met de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente in de<br />
3TU.Federatie;<br />
• de afstemming en samenwerking met faculteiten van andere Nederlandse universiteiten in het kader<br />
van de sectorplannen Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde en Informatica;<br />
• de samenwerking met de <strong>Universiteit</strong> Maastricht en het Maastricht Universitair Medisch Centrum en<br />
met andere Nederlandse universiteiten en academische medische centra op het terrein van de<br />
biomedische technologie en de levenswetenschappen;<br />
• de samenwerking met de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg in het kader van het ‘Brabant Center for<br />
Entrepreneurship’ en de ‘TiasNimbas Business School’.<br />
Internationale universitaire samenwerking en internationalisering<br />
Een aantoonbaar versterkte internationale concurrentiepositie en reputatie en een meer internationaal<br />
studie- en werkklimaat binnen de universiteit, onder meer tot uitdrukking komend in:<br />
• profijtelijke partnerrelaties op instellings- en faculteitsniveau met vooraanstaande universiteiten<br />
in Europa (onder meer als lid van de ‘European University Alliance in Science and Technology’) en<br />
elders in de wereld;<br />
• een sterke positie in ten minste één ‘Knowledge and Innovation Community’ in het kader van het<br />
‘European Institute of Innovation and Technology’;<br />
• een instroom uit het buitenland van ten minste 300 masterstudenten, 75 ontwerpers-in-opleiding<br />
en 100 promovendi op jaarbasis;<br />
• ten minste 15% buitenlandse hoogleraren en universitair hoofddocenten;<br />
• gemiddeld 15 miljoen euro inkomsten op jaarbasis uit Europese fondsen.<br />
Bedrijfsvoering<br />
Een optimale bedrijfsvoering ter ondersteuning van de voorgaande kernambities, onder meer tot<br />
uitdrukking komend in:<br />
• een sluitende begroting en voldoende financiële ruimte voor de bestuurlijke stimulering van de<br />
verwezenlijking van kernambities;<br />
• een verhouding WP/OBP van minimaal 1.60;<br />
• ten minste 25 procent vrouwen binnen het WP, 12 vrouwelijke hoogleraren (inclusief deeltijders)<br />
en 15 vrouwelijke universitair hoofddocenten;<br />
• de oplevering van project 1 en de start van project 2 in het kader van het huisvestingsprogramma<br />
’Campus 2020’;<br />
• optimale ICT-voorzieningen ter ondersteuning van de primaire en bedrijfsprocessen;<br />
• sterke participatie in relevante wetenschappelijke en maatschappelijke organisaties;<br />
• een aantoonbaar verbeterd imago onder relevante stakeholdergroepen in binnen- en buitenland.
Bijlagen<br />
129<br />
7<br />
Bestuurlijke Agenda 2010<br />
Onderwijs<br />
• Het netwerk van vwo-scholen in het kader van het Pre University College uitgebreid hebben<br />
en de activiteiten voor en met de scholen in het netwerk geïntensiveerd hebben.<br />
• De werving van bachelorstudenten (met name voor de harde technische opleidingen)<br />
geïntensiveerd hebben en in dat kader op WP-niveau contacten gelegd hebben met tenminste<br />
80% van de vwo-scholen in ons land.<br />
• In enkele bacheloropleidingen pilotprojecten met personal coaching uitgevoerd hebben.<br />
• Het bindend studieadvies in alle bacheloropleidingen geïmplementeerd hebben.<br />
• Gestart zijn met het ‘Honors Star Program’ voor bachelorstudenten.<br />
• Instellingsbreed een meerjarig beleidsprogramma rendementsverbetering uitgerold hebben.<br />
• Een beslissing genomen hebben over de invoering van een ‘harde knip’ tussen bachelor- en<br />
masteropleidingen, die voor het eerst effectief wordt voor alle studenten die met ingang van<br />
het studiejaar 2012-2013 door willen stromen in een masteropleiding.<br />
• Zorg gedragen hebben voor visitatie van de opleidingen ‘<strong>Technische</strong> Bedrijfskunde’ (BSc),<br />
‘Innovation Management’ (MSc), ‘Operations Management and Logistics’ (MSc) en ‘Electrical<br />
Engineering’ (BSc en MSc).<br />
• Ter versterking van de internationale profilering van het graduate onderwijsaanbod de master- en<br />
ontwerpersopleidingen en promotieprogramma’s per discipline samengebracht hebben in een<br />
Graduate Program en alle Graduate Programs op instellingsniveau samengebracht hebben in een<br />
Graduate School.<br />
• Experimenten uitgevoerd hebben met de aanstelling van masterstudenten in honors tracks als<br />
ontwerp- c.q. onderzoeksassistent.<br />
• De nodige voorbereidingen getroffen hebben voor overschakeling op een nieuw onderwijsbeoordelingssysteem<br />
op basis van een instellingsaudit in combinatie met een lichtere vorm<br />
van opleidingsvisitaties.<br />
• Het pilotproject met een honors track in de masteropleiding ‘Computer Science and Engineering’<br />
afgerond hebben en gestart zijn met de gefaseerde implementatie van honors tracks in alle<br />
masteropleidingen.<br />
• Bij de aanvang van het studiejaar 2010-2011 gestart zijn met een zelfstandige masteropleiding<br />
‘Polymers’ en plannen ontwikkeld hebben voor de start van zelfstandige masteropleidingen<br />
‘Complex Molecular Systems’ en ‘Nuclear Fusion’ met ingang van het studiejaar 2011-2012.<br />
• Een revitaliseringsplan voor de ontwerpersopleidingen (PDEng) vastgesteld hebben en de<br />
verwezenlijking ter hand genomen hebben.<br />
• Met Fontys Hogescholen meerjarenafspraken gemaakt hebben over samenwerking op onderwijsgebied.<br />
Onderzoek<br />
• De verdere opbouw van het ‘TU/e Institute for Complex Molecular Systems’ gefaciliteerd hebben.<br />
• De oprichting en opbouw van het ‘Topinstitute Intelligent Lighting’ gefaciliteerd hebben.<br />
• De oprichting en opbouw van het ‘<strong>Eindhoven</strong> Energy Institute’ gefaciliteerd hebben.<br />
• Samen met regionale partners (waaronder Philips en TNO) een publiek-privaat onderzoeksinitiatief<br />
ontwikkeld hebben op het terrein van ‘Life Tech’.<br />
• Afhankelijk van de besluitvorming door het ‘European Institute of Innovation and Technology’ terzake<br />
vorm gegeven hebben aan de TU/e-participatie in ‘Knowledge and Innovation Communities’<br />
(KIC’s) op de terreinen energie, ICT en klimaat (inclusief eventuele <strong>Eindhoven</strong>se co-locaties van de<br />
KIC’s energie en ICT).<br />
• Stimuleringsbijdragen toegekend hebben aan de beste voorstellen in het kader van een tweede<br />
call voor ‘TU/e High Tech Potential Programs’.<br />
• Een TU/e roadmap ‘Onderzoeksinfrastructuur 2020’ opgeleverd hebben.<br />
• Zorg gedragen hebben voor de afronding van de onderzoeksvisitaties op de domeinen technische<br />
wiskunde, technische informatica, industrial design en biomedische technologie en voor de<br />
bestuurlijke vaststelling van beleidsreacties op de resultaten van deze visitaties.
Bijlagen 130<br />
• Zorg gedragen hebben voor de uitvoering van onderzoeksvisitaties op de domeinen technische<br />
natuurkunde, bouwkunde en industrial engineering & innovation sciences.<br />
• Gestimuleerd hebben dat de in het kader van de Postdoc-impuls 2007-2008 aangestelde<br />
postdoc’s kansrijke voorstellen indienen in het kader van de NWO Vernieuwingsimpuls.<br />
Kennisvalorisatie<br />
• In het kader van nieuwe subsidiemogelijkheden (in vervolg op de Technopartnerregeling) voldoende<br />
financiële middelen verworven hebben voor uitvoering van het ‘TU/e Businessplan Kennisvalorisatie’<br />
en de uitvoering van het plan ter hand genomen hebben.<br />
• De projecten in het kader van de ‘Kenniswerkersregeling’ succesvol uitgevoerd hebben.<br />
• Criteria ontwikkeld hebben voor het beoordelen van valorisatieresultaten op het niveau van de<br />
universiteit, de faculteit en de individuele medewerker.<br />
• Er samen met de betrokken regionale partners zorg voor gedragen hebben dat de bouw van de nieuwe<br />
startersfaciliteit ‘Catalyst’ op de universiteitscampus volgens planning ter hand wordt genomen.<br />
• Samen met de betrokken partners een beslissing genomen hebben over de vorming van een<br />
verzelfstandigd open ‘Molecular Imaging Laboratory’ op de ‘High Tech Campus’ en over de<br />
verzelfstandiging van de cleanroom op de universiteitscampus als open R&D-faciliteit.<br />
• Het Project Office dat faculteiten ondersteunt bij het verwerven van tweede- en vooral<br />
derdegeldstroomprojecten, structureel in de organisatie verankerd hebben.<br />
Studenten- en alumnivoorzieningen<br />
• Samen met alle relevante partners in de regio een eerste concept opgeleverd hebben van een<br />
visiedocument ‘Studentenhuisvesting <strong>Eindhoven</strong> in 2020’.<br />
• Zorg gedragen hebben voor een substantiële uitbreiding van het aantal betaalbare wooneenheden<br />
voor buitenlandse studenten, technologisch ontwerpers in opleiding en promovendi door betrokken<br />
woningcorporaties.<br />
• De besluitvorming over het al of niet invoeren van een multifunctionele studentenkaart afgerond<br />
hebben.<br />
• Samen met de partners in het stimuleringsprogramma ‘<strong>Eindhoven</strong>Studentenstad’ een nulmeting<br />
uit hebben laten voeren naar de reputatie van <strong>Eindhoven</strong> als universiteits- en studentenstad.<br />
• Een tevredenheidspeiling uitgevoerd hebben onder studenten met beperkingen/handicaps.<br />
• De besluitvorming over een meerjarenplan voor het alumnibeleid afgerond hebben en de uitvoering<br />
van dit plan ter hand genomen hebben.<br />
Universitaire samenwerking in Nederland<br />
• Samen met de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente binnen de daarvoor<br />
beschikbaar gestelde financiële middelen uitvoering gegeven hebben aan de Bestuurlijke<br />
Jaaragenda <strong>2009</strong>-2010 van de 3TU.Federatie.<br />
• In het kader van de 3TU.Federatie bijgedragen hebben aan de ontwikkeling van een regieorgaan voor<br />
de technologiesector in ons land en aan een daarop aansluitend besturingsmodel voor de federatie zelf.<br />
• Samen met de <strong>Universiteit</strong> van Tilburg het ‘Brabants Center for Entrepreneurship’ succesvol<br />
geïmplementeerd hebben en in dat kader afspraken gemaakt hebben over uitwisseling van<br />
onderwijsmodules.
Bijlagen 131<br />
Internationale universitaire samenwerking en internationalisering<br />
• De besluitvorming over een universiteitsbreed beleidsprogramma ‘Internationalisering’ afgerond<br />
hebben en gestart zijn met de uitvoering van de eerste projecten in het kader van dit programma.<br />
• Samen met de <strong>Technische</strong> Universität München (TUM) en de Danmarks Tekniske Universitet (DTU)<br />
zorg gedragen hebben voor de consolidatie en uitbouw van de gezamenlijke ‘European University<br />
Alliance in Science and Technology’, met name op energiegebied.<br />
• Op instellingsniveau nieuwe partnerrelaties aangegaan zijn met vooraanstaande universiteiten in<br />
de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) en andere ‘emerging countries’ in Oost-Europa,<br />
Azië en Amerika en de relaties met bestaande partneruniversiteiten actief onderhouden hebben.<br />
• Met geselecteerde partneruniversiteiten afspraken gemaakt hebben over onderlinge mobiliteit van<br />
groepen bachelorstudenten en gestart zijn met de verwezenlijking van deze afspraken.<br />
• Met geselecteerde partneruniversiteiten afspraken gemaakt hebben over het realiseren van ‘joint<br />
degree programs’ (op graduate niveau) en gestart zijn met de verwezenlijking van deze afspraken.<br />
• Met het oog op de werving en selectie van masterstudenten zorg gedragen hebben voor adequate<br />
partnerrelaties op facultair niveau met vooraanstaande buitenlandse universiteiten.<br />
Bedrijfsvoering<br />
• Een ‘Strategieschets TU/e 2020’ en een daarop aansluitend ‘Instellingsplan 2011-2014’ vastgesteld<br />
hebben.<br />
• In het kader van het nationale charter ‘Talent voor de Top’ een meerjarenplan vastgesteld hebben<br />
voor het vergroten van het aandeel vrouwen in wetenschappelijke en leidinggevende functies en<br />
begonnen zijn met de implementatie.<br />
• Instellingsbreed de ‘Basiskwalificatie Onderwijs’ geïmplementeerd hebben.<br />
• De derde release van de ‘Digitale Leer- en Werkomgeving’ (DLWO) opgeleverd hebben en een<br />
koppeling gerealiseerd hebben tussen de DLWO van de TU/e en die van de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong><br />
Delft en de <strong>Universiteit</strong> Twente.<br />
• De verbouwing en herinrichting van het Ceres-gebouw ten behoeve van het ‘TU/e Institute for<br />
Complex Molecular Systems’ en het ‘TU/e Advanced Study Center’ ter hand genomen hebben.<br />
• Het brandingconcept ‘The Innovator’ in alle communicatiemodaliteiten doorgevoerd hebben.<br />
• De vernieuwde TU/e-website opgeleverd hebben en een intranetsite gerealiseerd hebben.<br />
• Besluitvorming afgerond hebben over een samenhangend beleidsplan voor wetenschapsmarketing<br />
en -communicatie en een begin gemaakt hebben met de uitvoering van dit plan.<br />
• Op instellingsniveau beleid vastgesteld hebben op het gebied van de beschikbaarstelling van<br />
wetenschappelijke publicaties via een repository en de uitvoering van dat beleid ter hand genomen<br />
hebben.<br />
• In het kader van het huisvestingsprogramma ‘Campus 2020’ gestart zijn met de bouw van de nieuwe<br />
W-hal c.a., voorbereidingen getroffen hebben voor de projecten 2 tot en met 4 en in dat kader<br />
ambities geformuleerd hebben ten aanzien van duurzaamheid en (architectonische) uitstraling.<br />
• Tijdig voor de opstelling van de begroting 2011 beleid ontwikkeld hebben ten aanzien van financiële<br />
reserves.<br />
• Begonnen zijn met de voorbereiding van de viering van het elfde TU/e-lustrum in 2011.
Bijlagen 132<br />
8<br />
Benoemingen hoogleraren en<br />
universitair hoofddocenten<br />
Hoogleraren begindatum vakgebied<br />
Mw. Prof. dr. E. Lomonova 01-03-09 Electromechanics, Power Electronics and Motion Systems<br />
Prof. dr. R.J. Mahieu 01-03-09 Entrepreneurial Finance<br />
Prof. dr. M.T. Hill 01-04-09 NanoPhotonic Integration Technology<br />
Prof. dr. M. Petkovic 01-04-09 Secure Data Management<br />
Prof. dr. ir. A.A. Basten 01-05-09 Computational Models for Networked Embedded Systems<br />
Prof. dr. K. Frenken 01-05-09 Economics of Innovation & Technological Change<br />
Prof. dr. N.J. Lopes Cardozo 01-05-09 Science and Technology of Nuclear Fusion<br />
Prof. dr. J.H. van Zanten 01-05-09 Statistiek<br />
Prof. dr. ir. E.J.M. Hensen 01-07-09 Inorganic Materials Chemistry<br />
Prof. dr. ir. H.J.H. Brouwers 01-09-09 Building Materials<br />
Mw. Prof. dr. E. Demerouti 01-09-09 Organizational Behavior & Human Decision Processes<br />
Prof. dr. ir. C.P.W. Geurts 01-09-09 Technology of the Building Envelope<br />
Prof. dr. ir. J.G. Slootweg 01-10-09 Smart Grids<br />
Prof. dr. ir. van Brummelen 01-11-09 Multi-Scale Engineering Fluid Dynamics<br />
Prof. dr. ir. U. Kaymak 01-11-09 Information Systems in Health Care<br />
Prof. dr. ir. M. Breeuwer 01-12-09 Beeldanalyse Algoritmiek en Klinische Applicatiesoftware<br />
Prof. dr. W.M.J.M. Coene 01-12-09 Lithographic Process Control<br />
Prof. dr. K.G.W. Goossens 01-01-10 Real-time Embedded Systems<br />
Prof. dr. ir. A.B. Smolders 01-01-10 Electromagnetics in Wireless Telecommunication<br />
Universitair hoofddocenten begindatum vakgebied<br />
Dr. ir. B.J.E. Blocken 01-01-09 Urban Physics<br />
Dr. J.A.M. Dam 01-01-09 Modelleren van Cryogene Stromingsprocessen<br />
Dr. R. Duchateau 01-01-09 Polymerization Catalysis<br />
Dr. J. Loos 01-01-09 Interfacial Characterisation<br />
Dr. S.C.J. Meskers 01-01-09 Opto-Electronic Properties of Molecular Materials<br />
Dr. M. B. Peterson 01-03-09 Ethics & Technology<br />
Dr. A. Wolff 01-03-09 Algoritmische Aspecten van Geometrische Netwerken<br />
Dr. ir. H.A. Reijers 01-04-09 Business Process Management<br />
Dr. ir. M. Kemerink 01-07-09 Mesoscopic Charge Transport and Device Physics of<br />
Organic Devices<br />
Dr. ir. J.P.M. Voeten 01-07-09 Modelleren en Ontwerpem van Communicerende Systemen<br />
Dr. ing. G.P.A. Mom 01-12-09 History of Technology & Mobility History<br />
Dr. E.P.A.M. Bakkers 01-01-10 Semiconductor Nanowires
134<br />
Colofon<br />
Correspondentieadres<br />
<strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong><br />
t.a.v. het College van Bestuur<br />
Postbus 513<br />
5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />
Telefoon (040) 247 91 11<br />
bestuurssecretariaat@tue.nl<br />
Redactie<br />
Stafbureau College van Bestuur<br />
Dienst Financiële en Economische Zaken<br />
Productie en Eindredactie<br />
Communicatie Expertise Centrum<br />
Vormgeving<br />
VISID, Nuenen<br />
Volle-Kracht, <strong>Eindhoven</strong><br />
Fotografie<br />
Rob Stork
Bezoekadres<br />
Den Dolech 2<br />
5612 AZ <strong>Eindhoven</strong><br />
Postadres<br />
Postbus 513<br />
5600 MB <strong>Eindhoven</strong><br />
Tel. (040) 247 91 11<br />
www.tue.nl