07.10.2014 Views

Plantsensoren en modellering - Productschap Tuinbouw

Plantsensoren en modellering - Productschap Tuinbouw

Plantsensoren en modellering - Productschap Tuinbouw

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong><br />

de volg<strong>en</strong>de stap in<br />

optimalisatie van de<br />

bedrijfsvoering chrysant<br />

DLV Plant<br />

Postbus 7001<br />

6700 CA Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

Agro Business Park 65<br />

6708 PV Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

T 0317 49 15 78<br />

F 0317 46 04 00<br />

In opdracht van<br />

Landelijke commissie Chrysant LTO Groeiservice<br />

E info@dlvplant.nl<br />

www.dlvplant.nl<br />

Gefinancierd door<br />

<strong>Productschap</strong> <strong>Tuinbouw</strong><br />

Postbus 280<br />

2700 AG Zoetermeer<br />

Uitgevoerd door<br />

Onderzoek DLV Plant<br />

Theo Roelofs<br />

Paul de Veld<br />

R<strong>en</strong>e Corst<strong>en</strong><br />

Helma Verberkt<br />

In sam<strong>en</strong>werking met Plant Dynamics<br />

Growlab is ter beschikking gesteld door Hoog<strong>en</strong>doorn Automatisering<br />

Met medeparticipatie van Letsgrow <strong>en</strong> Priva<br />

PT - Projectnummer: 13038<br />

Dit docum<strong>en</strong>t is auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze uitgave mag derhalve word<strong>en</strong> verveelvoudigd, opgeslag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

geautomatiseerd gegev<strong>en</strong>sbestand, of op<strong>en</strong>baar gemaakt, in <strong>en</strong>ige vorm of op <strong>en</strong>ige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door<br />

fotokopieën, opnam<strong>en</strong> of op <strong>en</strong>ige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DLV Plant. De merkrecht<strong>en</strong><br />

op de b<strong>en</strong>aming DLV kom<strong>en</strong> toe aan DLV Plant B.V.. Alle recht<strong>en</strong> di<strong>en</strong>aangaande word<strong>en</strong> voorbehoud<strong>en</strong>. DLV Plant B.V. is niet<br />

aansprakelijk voor schade bij toepassing of gebruik van gegev<strong>en</strong>s uit deze uitgave.<br />

© DLV Plant, augustus 2009


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Inhoudsopgave<br />

Sam<strong>en</strong>vatting 4<br />

1 Inleiding <strong>en</strong> doel 6<br />

2 <strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> 8<br />

2.1 Plans<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> 8<br />

2.2 Meetset Growlab 11<br />

2.3 Berek<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> vanuit de s<strong>en</strong>sormeting<strong>en</strong> 12<br />

3 Materiaal <strong>en</strong> methode Praktijkmonitoring 14<br />

3.1 Opzet <strong>en</strong> uitvoering praktijkmonitoring 14<br />

3.2 Waarneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> verslaglegging 15<br />

4 Resultat<strong>en</strong> Praktijkmonitoring 17<br />

4.1 Planttemperatuur 17<br />

4.2 Broez<strong>en</strong> 18<br />

4.3 Dauwpuntstemperatuur 19<br />

4.4 Temperatuurverloop bij vorst 21<br />

4.5 PAR-licht 23<br />

4.6 Lichtreflectie teg<strong>en</strong> de padgevel 23<br />

4.7 Meting<strong>en</strong> GrowWatch 24<br />

5 Fotosynthese meting<strong>en</strong> 34<br />

5.1 Doelstelling 34<br />

5.2 Materiaal <strong>en</strong> method<strong>en</strong> 34<br />

5.3 Resultat<strong>en</strong> 35<br />

5.4 Conclusies 37<br />

6 Materiaal <strong>en</strong> methode groeiproef 39<br />

6.1 Proefopzet 39<br />

6.2 Accommodatie <strong>en</strong> teeltgegev<strong>en</strong>s 40<br />

6.3 Waarneming<strong>en</strong> 41<br />

7 Resultat<strong>en</strong> groeiproef 44<br />

7.1 St<strong>en</strong>gell<strong>en</strong>gte 44<br />

© DLV Plant, augustus 2009 2


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

7.2 Aantal blader<strong>en</strong> 44<br />

7.3 Aantal blader<strong>en</strong> per cm tak 45<br />

7.4 Aantal scheut<strong>en</strong> 46<br />

7.5 Aantal scheut<strong>en</strong> per cm tak 46<br />

7.6 Versgewicht tak 47<br />

7.7 Versgewicht per cm tak 48<br />

7.8 Drooggewicht tak 48<br />

7.9 Drooggewicht per cm tak 49<br />

7.10 Drogestofgehalte tak 49<br />

7.11 LAI dag 34 <strong>en</strong> 62 50<br />

7.12 LAI vanaf dag 0 t/m 60 50<br />

8 Conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 52<br />

Bijlage 1. Lijst met deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> 54<br />

Bijlage 2. Dataverzameling 55<br />

Bijlage 3. Fotosynthesemeting<strong>en</strong> door Plant Dynamics 56<br />

© DLV Plant, augustus 2009 3


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Sam<strong>en</strong>vatting<br />

Van eind 2007 tot maart 2009 is het project ‘<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>; de volg<strong>en</strong>de<br />

stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant’ in de praktijk uitgevoerd. Doel van het<br />

door het PT gefinancierde project was het ontwikkel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> teeltsturingssysteem,<br />

gekoppeld aan plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, met als hoofddoel gewasgroei <strong>en</strong> gewasontwikkeling bij<br />

Chrysant te optimaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> beter bedrijfsr<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t.<br />

Er zijn groeimodell<strong>en</strong> voor chrysant ontwikkeld. Hiermee kan achteraf berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong><br />

wat de groei geweest moet zijn. Daarnaast kan met de verzamelde data e<strong>en</strong> prognose<br />

gemaakt word<strong>en</strong> wat het gewicht gaat word<strong>en</strong>. Het lukt hiermee echter niet om de<br />

mom<strong>en</strong>tane, werkelijke groei te met<strong>en</strong>. <strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> hebb<strong>en</strong> de pot<strong>en</strong>tie dit wel mogelijk<br />

te mak<strong>en</strong>. Koppeling van de bestaande modell<strong>en</strong> aan meetgegev<strong>en</strong>s van plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />

resulteert in de gew<strong>en</strong>ste gewasgroeigegev<strong>en</strong>s. Daarbij is het van belang om k<strong>en</strong>nis te<br />

hebb<strong>en</strong> van de invloed van de groeifactor<strong>en</strong> licht, CO 2 , VPD <strong>en</strong> LAI op de groei. Het<br />

project is gesplitst in 3 onderdel<strong>en</strong>:<br />

• Praktijkmonitoring<br />

• Onderzoek plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant<br />

• Groeiproef<br />

Praktijkmonitoring<br />

De praktijkmonitoring vond plaats op 10 moderne chrysant<strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong>, verspreid over het<br />

land. Tuss<strong>en</strong> de bedrijv<strong>en</strong> rouleerd<strong>en</strong> twee Growlab-sets waaraan de s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> voor PAR<br />

licht, kas- <strong>en</strong> planttemperatuur, RV, CO 2 , bodemvocht (WET), <strong>en</strong> assimilatie (plantivity)<br />

verbond<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. Uit de cijfers die deze s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> produceerd<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

modelberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> gemaakt die gegev<strong>en</strong>s opleverde over de VPD, de<br />

cond<strong>en</strong>satietemperatuur, de lichtbelasting <strong>en</strong> het fotosyntheser<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t.<br />

De data-uitwisseling tuss<strong>en</strong> de bedrijv<strong>en</strong> vond plaats via Lets Grow. Hierdoor kond<strong>en</strong> de<br />

deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> naast de meting<strong>en</strong> <strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, ook de<br />

klimaatgegev<strong>en</strong>s per bedrijf onderling uitwissel<strong>en</strong>. Medewerkers DLV Plant analyseerd<strong>en</strong><br />

wekelijks de gegev<strong>en</strong>s. Opvall<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> naar de groep gecommuniceerd <strong>en</strong><br />

bediscussieerd. Tijd<strong>en</strong>s het project bleek dat deze werkwijze van dataverzameling,<br />

uitwisseling <strong>en</strong> analyse met het Lets Grow systeem uitstek<strong>en</strong>d geschikt is voor<br />

praktijkonderzoek. De plantmonitoring heeft op diverse punt<strong>en</strong> nieuwe teeltinzicht<strong>en</strong><br />

opgeleverd <strong>en</strong> bestaande bevestigd.<br />

De non-contact s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, zoals PAR, PT, CO 2 , WET, temperatuur <strong>en</strong> RV leverde<br />

betrouwbare <strong>en</strong> bruikbare gegev<strong>en</strong>s op. De s<strong>en</strong>sor met contactmeting, de plantivitymeter,<br />

voldeed praktisch minder goed. Het is e<strong>en</strong> puntsmeting op één blad. Dit maakt de<br />

betrouwbaarheid erg gevoelig voor e<strong>en</strong> snel groei<strong>en</strong>d gewas als de chrysant. Daarnaast<br />

blijkt de plantivitymeter meer e<strong>en</strong> stressindicator. Uit het plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant is naar<br />

vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> dat de chrysant weinig stressmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t. Daarom is de huidige<br />

plantivitymeter niet geschikt voor groei<strong>modellering</strong> in chrysant. E<strong>en</strong> fotosynthesecamera,<br />

die over e<strong>en</strong> grotere oppervlakte de fotosynthese nauwkeurig kan bepal<strong>en</strong> zou ideaal zijn.<br />

De WET s<strong>en</strong>sor is e<strong>en</strong> goed bruikbare meter geblek<strong>en</strong> om in de toekomst zowel in<br />

onderzoek als in de praktijk e<strong>en</strong> rol te gaan spel<strong>en</strong> in de noodzaak om met minder emissie<br />

te gaan tel<strong>en</strong>.<br />

Onderzoek plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant<br />

Voor de modelberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> achter de plantivitymeter, moet<strong>en</strong> de assimilatiecapaciteit <strong>en</strong><br />

de fotosynthese eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de chrysant bek<strong>en</strong>d zijn. Daarnaast levert dit<br />

interessante teelttechnische k<strong>en</strong>nis over de chrysant op. Plant Dynamics heeft in<br />

sam<strong>en</strong>werking met DLV Plant met de zgn. Licor-6400 fotosynthesemeter het<br />

© DLV Plant, augustus 2009 4


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant gemaakt. De gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> van Chrysant zijn<br />

nader bepaald. Daarvoor zijn in februari <strong>en</strong> juni 2008 meting<strong>en</strong> aan verschill<strong>en</strong>de<br />

chrysant<strong>en</strong>rass<strong>en</strong> gedaan op 2 van de deelnem<strong>en</strong>de praktijkbedrijv<strong>en</strong>. Uit de meting<strong>en</strong> is<br />

geblek<strong>en</strong> dat de chrysant e<strong>en</strong> gewas is met e<strong>en</strong> zeer hoge productiecapaciteit. Het gewas<br />

is weinig gevoelig voor stressomstandighed<strong>en</strong> door bijvoorbeeld lage luchtvochtighed<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast is de fotosynthese bij chrysant over de dag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> erg stabiel. Er is e<strong>en</strong><br />

bepaalde mate van seizo<strong>en</strong>sinvloed. In de wintermaand<strong>en</strong> gaat het gewas iets beter om<br />

met lage lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>, in de zomer juist met hoge int<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>. Dit is ook te zi<strong>en</strong> aan<br />

de optimale CO 2 conc<strong>en</strong>traties. In de winter is de maximale productie bij 1000 ppm, in de<br />

zomer bij 1400 ppm. De verschill<strong>en</strong> in de gemet<strong>en</strong> plantfysiologische reacties tuss<strong>en</strong> de<br />

rass<strong>en</strong> zijn zeer gering.<br />

Groeiproef<br />

Om aanvull<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s met betrekking tot de ontwikkeling van het gewas te<br />

verzamel<strong>en</strong>, is in de praktijk e<strong>en</strong> groeiproef uitgevoerd. Hiervoor zijn op het bedrijf van één<br />

van de deelnemers proefveld<strong>en</strong> uitgezet met 5 verschill<strong>en</strong>de rass<strong>en</strong> in 2 herhaling<strong>en</strong> die<br />

wekelijks werd<strong>en</strong> bemonsterd. Bij <strong>modellering</strong> is de LAI (Leaf Area Index) e<strong>en</strong> belangrijke<br />

factor. Uit de groeiproef is geblek<strong>en</strong> dat de LAI in de tweede helft van de teelt gemiddeld<br />

6,7 m 2 blad per m 2 grondoppervlakte bedraagt. De LAI bereikt bij e<strong>en</strong> zomerteelt na 3<br />

wek<strong>en</strong> teeltduur de gr<strong>en</strong>s van 3 m 2 /m 2 . Tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong> kan de LAI behoorlijk<br />

verschill<strong>en</strong>, tot maximaal 15%. Er bleek e<strong>en</strong> groot verschil tuss<strong>en</strong> de productie in vers- <strong>en</strong><br />

drooggewicht tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong>, terwijl het perc<strong>en</strong>tage drooggewicht nauwelijks verschilde.<br />

Er lijkt e<strong>en</strong> positief verband te bestaan tuss<strong>en</strong> productie <strong>en</strong> LAI/aantal blader<strong>en</strong> bij<br />

Chrysant.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 5


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

1 Inleiding <strong>en</strong> doel<br />

De chrysant<strong>en</strong>teelt is e<strong>en</strong> planmatig gestuurde teelt. De mate waarin het lukt om de<br />

planning te realiser<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> cruciale r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>tsfactor voor de bedrijv<strong>en</strong>. Het al dan niet<br />

realiser<strong>en</strong> van de planning uit zich op twee manier<strong>en</strong>:<br />

• qua oogsttijdstip. Komt de ingecalculeerde teeltduur overe<strong>en</strong> met de werkelijke?<br />

• qua kwaliteit. Komt het gewicht <strong>en</strong> de takopbouw van de geproduceerde<br />

chrysant<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de gew<strong>en</strong>ste specificaties? Afwijking<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zowel<br />

naar bov<strong>en</strong> als naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>.<br />

De huidige ontwikkeling van verdere schaalvergroting in de chrysant<strong>en</strong>teelt zal de<br />

noodzaak van e<strong>en</strong> optimale ‘stuurbaarheid’ van de teelt verder vergrot<strong>en</strong>.<br />

Er zijn inmiddels al groeimodell<strong>en</strong> voor chrysant ontwikkeld. WUR heeft daar in het<br />

verled<strong>en</strong> onderzoek naar gedaan <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de adviesbureaus <strong>en</strong> toeleveranciers<br />

hebb<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> om aan de groei van chrysant<strong>en</strong> te rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dit zijn modell<strong>en</strong><br />

waarmee achteraf berek<strong>en</strong>d kan word<strong>en</strong> wat de groei geweest is <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s kan op<br />

basis van die opgebouwde data berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>, wat voor e<strong>en</strong> te plant<strong>en</strong> gewas het<br />

teeltschema zou moet<strong>en</strong> zijn, op basis van aannames over licht, CO 2 etc. Wat er in deze<br />

bestaande groeimodell<strong>en</strong> echter ontbreekt, is de koppeling naar de werkelijke mom<strong>en</strong>tane<br />

gewasgroei op ieder mom<strong>en</strong>t gedur<strong>en</strong>de de teelt. Om dit mogelijk te mak<strong>en</strong> is het<br />

noodzakelijk dat er aan het gewas meting<strong>en</strong> met plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, waaronder e<strong>en</strong><br />

fotosynthese meting, uitgevoerd word<strong>en</strong> die uiteindelijk resulteert in gewasgroeigegev<strong>en</strong>s.<br />

Op het mom<strong>en</strong>t dat er e<strong>en</strong> koppeling is tuss<strong>en</strong> de werkelijke mom<strong>en</strong>tane groei in de kas <strong>en</strong><br />

de groeimodell<strong>en</strong> heeft het voor het chrysant<strong>en</strong>bedrijf de volg<strong>en</strong>de voordel<strong>en</strong>:<br />

• Er is e<strong>en</strong> directe bewaking t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de groeioptimalisatie. Als er in de teelt<br />

iets niet optimaal verloopt, merkt de teler dat op het mom<strong>en</strong>t dat het gebeurt <strong>en</strong><br />

niet pas op het mom<strong>en</strong>t dat de gevolg<strong>en</strong> ervan zichtbaar word<strong>en</strong>. Snel ingrijp<strong>en</strong> is<br />

dan mogelijk.<br />

• Het inzett<strong>en</strong> van groeifactor<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoog variabel kost<strong>en</strong>deel zoals<br />

assimilatiebelichting <strong>en</strong> CO 2 kunn<strong>en</strong> veel gerichter ingezet word<strong>en</strong>. Aan de hand<br />

van of het gewas voor of achterligt op de lijn naar het streefgewicht kan er dan<br />

(per vak verschill<strong>en</strong>d) e<strong>en</strong> tandje bij- of teruggeschakeld word<strong>en</strong>. Dit biedt perfecte<br />

kans<strong>en</strong> om in te spel<strong>en</strong> op de <strong>en</strong>ergiemarkt.<br />

• De aanwezigheid van e<strong>en</strong> systeem met plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> op bedrijv<strong>en</strong> zal de<br />

k<strong>en</strong>nisontwikkeling qua klimaat <strong>en</strong> teeltsturing verder do<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />

In de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is de ontwikkeling op het gebied van plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> gestaag<br />

doorgegaan. Enkele jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele chrysant<strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong> met het systeem<br />

van phytomonitors gewerkt. Ondanks dat daar wel wat van geleerd is, war<strong>en</strong> deze<br />

meetapparat<strong>en</strong> te kwetsbaar <strong>en</strong> daardoor niet meer gebruikt. Hetzelfde geldt eig<strong>en</strong>lijk voor<br />

de t<strong>en</strong>siometers. Inmiddels zijn er andere typ<strong>en</strong> plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> ontwikkeld, die minder<br />

kwetsbaar zijn <strong>en</strong> waarbij ook de dataoverdracht veel beter verloopt. E<strong>en</strong> doorbraak is dit<br />

verband is de zgn. plantivity-meter die op basis van fluoresc<strong>en</strong>tie indirect de fotosynthese<br />

meet. Ook de ontwikkeling van de WET meter is e<strong>en</strong> grote stap vooruit t<strong>en</strong> opzichte van de<br />

t<strong>en</strong>siometer. Deze meet continu het Watergehalte, de EC <strong>en</strong> de Temperatuur van het<br />

teeltsubstraat.<br />

Met de Plantivity wordt indirect de fotosynthese van het gewas gemet<strong>en</strong>. Deze meting<br />

wordt met e<strong>en</strong> ''softs<strong>en</strong>sor'' vertaald in droge stof groei per vierkante meter. Met de meter<br />

kan e<strong>en</strong> schatting word<strong>en</strong> gemaakt van de groei van het gewas binn<strong>en</strong> de heers<strong>en</strong>de<br />

groeiomstandighed<strong>en</strong>.<br />

De doelstelling van dit project is het ontwikkel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> teeltsturingssysteem, gekoppeld<br />

aan plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, met als hoofddoel gewasgroei <strong>en</strong> gewasontwikkeling bij Chrysant te<br />

optimaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> beter bedrijfsr<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 6


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Er wordt e<strong>en</strong> methode ontwikkeld om gr<strong>en</strong>swaard<strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong> voor temperatur<strong>en</strong> in<br />

de kas, in interactie met RV, lichtint<strong>en</strong>siteit <strong>en</strong> CO 2 , ter bewaking van de teelt <strong>en</strong> als<br />

eerste aanzet voor e<strong>en</strong> economische optimalisatie. De objectieve continue registratie van<br />

de plantvitaliteit maakt het de tuinder mogelijk om op het scherp van de snede te tel<strong>en</strong>. Hij<br />

kan zelf waarnem<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> combinatie van factor<strong>en</strong> gunstig uitpakt of niet <strong>en</strong> dat is tev<strong>en</strong>s<br />

de <strong>en</strong>ige basis voor e<strong>en</strong> goed bedrijfsr<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 7


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

2 <strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong><br />

2.1 Plans<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />

Binn<strong>en</strong> het project zijn diverse plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>. Dit zijn:<br />

Ruimtetemperatuur <strong>en</strong> RV meetbox<br />

De relatieve luchtvochtigheid <strong>en</strong> ruimtetemperatuur s<strong>en</strong>sor is e<strong>en</strong> elektronische s<strong>en</strong>sor. De<br />

s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> box geplaatst die voorzi<strong>en</strong> is van e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>tilator. De v<strong>en</strong>tilator<br />

zorgt voor e<strong>en</strong> constante luchtstroom in de box.<br />

Parameters: temperatuur in grad<strong>en</strong> Celsius <strong>en</strong> relatieve luchtvochtigheid in %<br />

Temperatuur is nodig voor het bepal<strong>en</strong> van verdampingsdruk verschil (of <strong>en</strong>thalpie) van<br />

omgeving <strong>en</strong> plant.<br />

Foto 1. Meetbox kastemperatuur <strong>en</strong> RV<br />

PAR s<strong>en</strong>sor<br />

PAR is de hoeveelheid “groei” licht die op e<strong>en</strong> bepaald oppervlakte van het gewas valt. Het<br />

groeilicht wordt door e<strong>en</strong> gewas gebruikt voor de fotosynthese. De PAR licht s<strong>en</strong>sor kan<br />

meer informatie gev<strong>en</strong> over de fotosynthese van het gewas. Bij te weinig PAR licht kan er<br />

onvoldo<strong>en</strong>de fotosynthese plaatsvind<strong>en</strong>, waardoor de groei van het gewas stilstaat. Teveel<br />

straling is ook niet goed <strong>en</strong> kan leid<strong>en</strong> tot verbranding van het gewas. De PAR s<strong>en</strong>sor<br />

wordt in de kas geplaatst bij het gewas. Zo is er e<strong>en</strong> juiste registratie van licht dat het<br />

gewas ook ontvangt.<br />

Parameter: PAR licht in micro µmol/m 2 .s<br />

Par is onontbeerlijk omdat het licht dat de plant ontvangt in veel gevall<strong>en</strong> de beperk<strong>en</strong>de<br />

factor is. Di<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevolge is het raadzaam om deze meter in duplo te installer<strong>en</strong>. Wanneer<br />

er onverhoopte schaduwwerking<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> is er altijd e<strong>en</strong> backup.<br />

Foto 2. PAR licht s<strong>en</strong>sor<br />

CO 2 s<strong>en</strong>sor<br />

De elektronische CO 2<br />

s<strong>en</strong>sor maakt het mogelijk om CO 2<br />

te met<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het gewas.<br />

Dikwijls hebb<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e CO 2<br />

meting, maar is er weinig zicht in de CO 2<br />

© DLV Plant, augustus 2009 8


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

die bij de plant aanwezig is <strong>en</strong> hoeveel CO 2<br />

is er nodig om het fotosynthese proces in<br />

ev<strong>en</strong>wicht te houd<strong>en</strong>.<br />

Parameter: CO 2<br />

gehalte in ppm (parts per million)<br />

De CO 2 meter is onontbeerlijk daar bij e<strong>en</strong> tekort aan CO 2 de basis voor de aanmaak van<br />

de suikers ontbreekt.<br />

Foto 3. CO 2 opnemer<br />

De infrarood temperatuur s<strong>en</strong>sor<br />

De infrarood temperatuur s<strong>en</strong>sor kan de blad- of planttemperatuur met<strong>en</strong>. De s<strong>en</strong>sor kan<br />

op e<strong>en</strong> blad of vrucht word<strong>en</strong> gericht of in e<strong>en</strong> hoek van maximaal 7 m 2 met<strong>en</strong>, zodat er<br />

e<strong>en</strong> gelijkmatige meting van de temperatuur plaatsvindt. De s<strong>en</strong>sor wordt in e<strong>en</strong> metal<strong>en</strong><br />

behuizing opgehang<strong>en</strong> <strong>en</strong> is spatwaterdicht. De s<strong>en</strong>sor wordt op e<strong>en</strong> beugel met draaibare<br />

kop gemonteerd.<br />

Parameter: Planttemperatuur in grad<strong>en</strong> Celcius<br />

De planttemperatuur bepaalt o.a. de dampdruk in de plant. Om de VPD (vapour pressure<br />

deficit, zie paragraaf 2.3.) tuss<strong>en</strong> plant <strong>en</strong> kas te berek<strong>en</strong><strong>en</strong> is dit meetinstrum<strong>en</strong>t<br />

onmisbaar.<br />

Foto 4. Infra Rood temperatuurs<strong>en</strong>sor (IR camera / Planttemperatuur meter)<br />

© DLV Plant, augustus 2009 9


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Plantvitaliteits meter of plantivitymeter<br />

De plantvitaliteitsmeter b<strong>en</strong>adert de fotosynthese van het gewas. Deze meting wordt<br />

vertaald in droge stof groei per vierkante meter. Met de meter kan e<strong>en</strong> registratie<br />

plaatsvind<strong>en</strong> over hoe het gewas zich ontwikkelt binn<strong>en</strong> de groeiomstandighed<strong>en</strong>.<br />

Parameter: fotosynthese in gram droge stof/m 2 blad<br />

Hoe efficiënt het licht voor de fotosynthese wordt gebruikt, wordt indirect gemet<strong>en</strong> met de<br />

fluoresc<strong>en</strong>tiemeter. Licht wordt nooit 100% voor de fotosynthese gebruikt. E<strong>en</strong> deel wordt<br />

omgezet in warmte <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel weer uitgezond<strong>en</strong> als licht (fluoresc<strong>en</strong>tie). Dit fluoresc<strong>en</strong>tie<br />

licht meet de fluoresc<strong>en</strong>tiemeter. Bij laag licht <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> stress van de plant is de<br />

fluoresc<strong>en</strong>tie relatief laag <strong>en</strong> bij verzadigd licht is de fluoresc<strong>en</strong>tie maximaal. Het verschil<br />

onder lichte omstandighed<strong>en</strong> in de kas (PAR Pam) <strong>en</strong> bij verzadigd licht (= lichtflits van de<br />

fluoresc<strong>en</strong>tiemeter) is e<strong>en</strong> maat voor hoe efficiënt het licht voor de fotosynthese wordt<br />

gebruikt onder kasomstandighed<strong>en</strong>. De fluoresc<strong>en</strong>tie van het licht is dus e<strong>en</strong> maat voor de<br />

fotosynthese: hoe meer reflectie, hoe minder de relatieve fotosynthese. Als er veel licht is,<br />

wordt er meestal veel gereflecteerd <strong>en</strong> gaat de efficiëntie van het licht voor de<br />

fotosynthese dus omlaag maar kan de absolute fotosynthese toch redelijk hoog zijn. De<br />

hoeveelheid licht is dus belangrijk. Deze wordt door de plantivitymeter zelf gemet<strong>en</strong>. Dit<br />

gebeurt door de hoeveelheid licht die op e<strong>en</strong> wit meetvlak valt, die op de bladhouder is<br />

gemonteerd, te registrer<strong>en</strong>. Deze lichthoeveelheid wordt weergegev<strong>en</strong> in PAR Pam<br />

(µmol/m².s).<br />

De fluoresc<strong>en</strong>tie wordt gebruikt als input voor de softs<strong>en</strong>sor. Dit is e<strong>en</strong> model, waarmee de<br />

uiteindelijke fotosynthese in gram droge stof per m² wordt berek<strong>en</strong>d. In het model wordt<br />

ook rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de invloed van licht, CO 2 <strong>en</strong> de VPD op de uiteindelijke<br />

fotosynthese. Deze parameters zijn gewasafhankelijk <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voor ieder gewas dus<br />

apart bepaald word<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> het project is voor chrysant e<strong>en</strong> dergelijk ‘plant<strong>en</strong>paspoort’<br />

gemaakt in sam<strong>en</strong>werking met Plant Dynamics.<br />

Deze meter kan goed funger<strong>en</strong> als controle instrum<strong>en</strong>t voor modell<strong>en</strong> waarbij gebruik<br />

gemaakt wordt van voorspelling<strong>en</strong> op basis van omgevingsfactor<strong>en</strong>.<br />

Foto 5. Plantivity meter<br />

© DLV Plant, augustus 2009 10


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Wet s<strong>en</strong>sor<br />

De wet s<strong>en</strong>sor is e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t dat inzicht geeft in de waterhuishouding bij de wortels van<br />

het gewas. De wet s<strong>en</strong>sor wordt in de grond gestok<strong>en</strong> <strong>en</strong> meet via elektronische signal<strong>en</strong><br />

drie relevante gegev<strong>en</strong>s:<br />

• EC ofwel zougehalte in mS/cm<br />

• vochtgehalte (0-100%)<br />

• temperatuur in o C<br />

De wet s<strong>en</strong>sor wordt softwarematig gekalibreerd <strong>en</strong> kan daarom in vele bodem- <strong>en</strong><br />

substraat-soort<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geplaatst zoals: ste<strong>en</strong>wol, ve<strong>en</strong>grond, volle grond, potgrond of<br />

kokos. Binn<strong>en</strong> het Chrysant<strong>en</strong> project is het in wet s<strong>en</strong>sor geplaatst in de volle grond.<br />

Foto 6. WET-s<strong>en</strong>sor<br />

2.2 Meetset Growlab<br />

Binn<strong>en</strong> het onderzoek is gebruik gemaakt van twee uitgebreide meetsets (Growlabs). E<strong>en</strong><br />

meetset is uitgerust met:<br />

• 1 ruimte temperatuur meter gecombineerd met e<strong>en</strong> relatieve<br />

luchtvochtigheidsmeter,<br />

• 1 CO 2 meter,<br />

• 1 Plantivity meter met ingebouwde PAR-licht s<strong>en</strong>sor,<br />

• 2 PAR-licht s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />

• 1 Bladtemperatuur meter.<br />

• Wet meter. Deze bestaat uit:<br />

1 Worteltemperatuur meter<br />

1 EC meter<br />

1 vochtgehalte meter substraat<br />

© DLV Plant, augustus 2009 11


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

2.3 Berek<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> vanuit de s<strong>en</strong>sormeting<strong>en</strong><br />

Naast het puur met<strong>en</strong> van de parameters door de s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, zijn er ook diverse<br />

berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de gemet<strong>en</strong> waard<strong>en</strong> gemaakt.<br />

Met de meting van de kastemperatuur <strong>en</strong> RV:<br />

• De dauwpuntstemperatuur<br />

Als de kastemperatuur <strong>en</strong> RV bek<strong>en</strong>d zijn, kan berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> bij welke<br />

temperatuur de RV 100% zal zijn, dus waarbij het vocht in de lucht gaat<br />

cond<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. Deze parameter is vooral interessant als ook de planttemperatuur<br />

bek<strong>en</strong>d is. Indi<strong>en</strong> de planttemperatuur onder de dauwpuntstemperatuur komt, dan<br />

cond<strong>en</strong>seert er vocht op het gewas. Dit geeft grote risico’s op Japanse Roest of<br />

Botrytis.<br />

Met de planttemperatuurmeter:<br />

• De VPD (vapour pressure deficit, of dampdrukverschil) e<strong>en</strong>heid: kPa.<br />

De VPD geeft het drukverschil tuss<strong>en</strong> de lucht in de huidmondjes <strong>en</strong> de lucht<br />

rondom het blad weer. Hoe hoger dit verschil, hoe hoger de verdampingscapaciteit<br />

is. De planttemperatuur bepaald de dampdruk in de huidmondjes, waarbij de RV in<br />

de huidmondjes op 100% wordt gesteld. De kastemperatuur <strong>en</strong> RV van de<br />

meetbox in de growlab-set bepal<strong>en</strong> de dampdruk van de lucht rondom het blad.<br />

Als streefwaarde wordt veelal e<strong>en</strong> VPD tuss<strong>en</strong> de 0,5 <strong>en</strong> 1,2 kPa aangehoud<strong>en</strong>.<br />

Onder de 0,5 kan de plant bijna niet verdamp<strong>en</strong>, bov<strong>en</strong> de 1,2 gaat de verdamping<br />

sneller dan de plant vocht kan opnem<strong>en</strong>. De plant zal ter bescherming dan zijn<br />

huidmondjes gaan sluit<strong>en</strong>, waardoor er minder CO 2 kan word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Met de plantivitymeter:<br />

• Fm Maximale fluoresc<strong>en</strong>tie in de nacht (nulmeting, bladkwaliteit).<br />

In jong blad neemt Fm toe. Tijd<strong>en</strong>s meetperiode moet Fm constant blijv<strong>en</strong>. Bij<br />

afname Fm (>10%) moet de Plantivity verzet word<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> nieuw blad. Het<br />

omzett<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> nieuw blad moet minimaal 1 maal per week aan het einde van<br />

de dag plaatsvind<strong>en</strong>.<br />

• Fm’ Maximale fluoresc<strong>en</strong>tie overdag (dit is dezelfde lijn als de Fm lijn).<br />

• F0 Actuele fluoresc<strong>en</strong>tie (de plant kan dit licht niet omzett<strong>en</strong> in assimilat<strong>en</strong> =<br />

suikers).<br />

• Yield (= R<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t) (Fm-F0)/Fm<br />

Bij overmaat aan licht gaat het r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van<br />

F0 maar de assimilatie kan toch omhoog gaan. Dit komt doordat de hoeveelheid<br />

b<strong>en</strong>ut licht to<strong>en</strong>eemt (zie begrip “B<strong>en</strong>ut licht”). R<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t ‘s nachts ligt tuss<strong>en</strong> de<br />

0,7 <strong>en</strong> 0,8. Overdag neemt r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t af omdat het licht to<strong>en</strong>eemt. E<strong>en</strong><br />

streefwaarde voor overdag is moeilijk te gev<strong>en</strong> omdat dit afhankelijk is van de<br />

hoeveelheid PAR.<br />

• B<strong>en</strong>ut licht (µmol/m 2 .s) = Gemiddelde PAR*Yield<br />

• NPQ Non Photochemical Qu<strong>en</strong>ching (lichtbelasting of plant<strong>en</strong>stress)<br />

= (Fm-Fm’)/Fm’<br />

= <strong>en</strong>ergie welke gebruikt wordt voor niet fotosynthetisch gerelateerde process<strong>en</strong>.<br />

Richtlijn voor NPQ is maximaal 1 a 1,2. Uitschieters zijn niet erg maar niet<br />

continue op 2 houd<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> NPQ van 1 heeft de plant 50% van z’n<br />

fotosystem<strong>en</strong> uitgeschakeld omdat hij het opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> licht niet om kan zett<strong>en</strong> in<br />

groei. Wordt de NPQ hoger dan 1 dan schakelt de plant steeds meer fotosystem<strong>en</strong><br />

uit. Dit doet hij om zichzelf te bescherm<strong>en</strong>. De fotosystem<strong>en</strong> die hij wel gebruikt<br />

moet<strong>en</strong> steeds harder gaan werk<strong>en</strong>. Het is te vergelijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> toer<strong>en</strong>teller.<br />

Bov<strong>en</strong> de 1 begint het rode gebied. E<strong>en</strong> poosje kan je hierin rijd<strong>en</strong> maar continue<br />

in het rood rijd<strong>en</strong> gaat t<strong>en</strong> koste van de lev<strong>en</strong>sduur van de motor.<br />

• Geavanceerde assimilatie<br />

= Berek<strong>en</strong>de opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> µmol CO 2 /m 2 blad.seconde<br />

© DLV Plant, augustus 2009 12


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

De berek<strong>en</strong>de assimilatie is gebaseerd op e<strong>en</strong> model waarin het r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t van<br />

de fotosynthese, planttemperatuur, CO 2 conc<strong>en</strong>tratie, hoeveelheid PAR <strong>en</strong> VPD<br />

zit. 10 µmol CO 2 /m 2 blad/seconde levert per uur 1 gram droge stof per vierkante<br />

meter blad. Deze factor van 10 is e<strong>en</strong> gemiddelde voor de gewass<strong>en</strong> die in de kas<br />

geteeld word<strong>en</strong>. Voor bijvoorbeeld cactuss<strong>en</strong> is dit getal veel hoger. Globaal<br />

bestaat elke gram droge stof uit 0.456 gram koolstof. Het droge stofgehalte van<br />

chrysant is ongeveer 11%.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 13


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

3 Materiaal <strong>en</strong> methode Praktijkmonitoring<br />

3.1 Opzet <strong>en</strong> uitvoering praktijkmonitoring<br />

De praktijkmonitoring vond plaats op 10 praktijkbedrijv<strong>en</strong>. De bedrijv<strong>en</strong> zijn zodanig<br />

gekoz<strong>en</strong> dat ze allemaal e<strong>en</strong> redelijk moderne bedrijfsuitrusting hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus goed met<br />

elkaar vergelijkbaar war<strong>en</strong>. Verder is er rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zekere spreiding over<br />

de regio’s in Nederland <strong>en</strong> zijn er telers gezocht die ook zelf geïnteresseerd zijn in dit soort<br />

technische ontwikkeling<strong>en</strong>. In de bijlage 1 staat e<strong>en</strong> lijst met deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong>.<br />

Binn<strong>en</strong> het project war<strong>en</strong> twee Growlabs-sets beschikbaar. Eén Growlab is te beschikking<br />

gesteld door Hoog<strong>en</strong>doorn Automatisering. Er is voor gekoz<strong>en</strong> om deze twee Growlabs te<br />

lat<strong>en</strong> rouler<strong>en</strong> over de bedrijv<strong>en</strong> waarbij de apparat<strong>en</strong> steeds ongeveer e<strong>en</strong> maand op<br />

hetzelfde bedrijf blev<strong>en</strong> staan. In de onderzoeksperiode hebb<strong>en</strong> alle deelnem<strong>en</strong>de<br />

bedrijv<strong>en</strong> 2 keer e<strong>en</strong> Growlab op hun bedrijf gehad.<br />

De Growlabs zijn gemonteerd aan zgn. mono-rail hak<strong>en</strong> (zie foto hieronder). Dit had de<br />

voorkeur bov<strong>en</strong> het alternatief vastklemm<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> kaspoot. Het verplaats<strong>en</strong> van de set<br />

<strong>en</strong> het instell<strong>en</strong> op de juiste hoogte gaat hiermee makkelijker.<br />

Foto 7. Growlab opstelling in e<strong>en</strong> Chrysant<strong>en</strong> gewas<br />

De data-uitwisseling vond plaats via Letsgrow. Dit is e<strong>en</strong> bedrijfsvergelijkings-systeem<br />

waarbij o.a. gegev<strong>en</strong>s vanuit klimaatcomputers én van apparat<strong>en</strong> zoals Growlabs in e<strong>en</strong><br />

c<strong>en</strong>trale database terechtkom<strong>en</strong>, waarna deze gegev<strong>en</strong>s goed <strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig (o.a. in<br />

grafiekvorm) naast elkaar gezet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Hiertoe hebb<strong>en</strong> de deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> abonnem<strong>en</strong>t op Letsgrow afgeslot<strong>en</strong>. De<br />

deelnemers met e<strong>en</strong> klimaatcomputer van het merk Priva hadd<strong>en</strong> daar nog e<strong>en</strong><br />

zog<strong>en</strong>aamde rapportg<strong>en</strong>erator voor nodig, die door Priva tijdelijk voor de deelnemers<br />

beschikbaar gesteld is. De situatie tijd<strong>en</strong>s het onderzoek was dus als volgt:<br />

© DLV Plant, augustus 2009 14


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

• vanuit de klimaatcomputers van de 10 deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> continu 5<br />

minut<strong>en</strong>waardes naar Letsgrow verzond<strong>en</strong> van:<br />

2 klimaatgroep<strong>en</strong>, diverse gegev<strong>en</strong>s<br />

buit<strong>en</strong>omstandighed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing<br />

Voor e<strong>en</strong> complete lijst van verzamelde gegev<strong>en</strong>s: zie bijlage 2.<br />

• Via e<strong>en</strong> GSM verbinding op de Growlabs werd<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong>waardes van de<br />

s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> op de Growlab ook naar Letsgrow gestuurd. Dit betrof:<br />

luchttemperatuur<br />

RV<br />

CO 2<br />

PAR licht, 2 meting<strong>en</strong> per Growlab<br />

Planttemperatuur<br />

Plantivity-fluoris<strong>en</strong>tiereactie<br />

Watergehalte<br />

EC<br />

Temperatuur van de grond<br />

• Op basis van de meting<strong>en</strong> vanuit de Growlabs werd<strong>en</strong> in de database van<br />

Letsgrow vervolg<strong>en</strong>s modelberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> uitgevoerd, die dan onderstaande<br />

gegev<strong>en</strong>s opleverde:<br />

VPD (vochtdeficit tuss<strong>en</strong> plant <strong>en</strong> lucht)<br />

Dauwpuntstemperatuur<br />

Lichtbelasting<br />

Fotosynthese-r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<br />

Plantivity-r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t.<br />

• De adviseurs <strong>en</strong> onderzoekers van DLV Plant alsmede ook de 10 deelnem<strong>en</strong>de<br />

bedrijv<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> via het systeem van Letsgrow de gegev<strong>en</strong>s van de10<br />

klimaatcomputers <strong>en</strong> van de 2 Growlabs bekijk<strong>en</strong>, vergelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> analyser<strong>en</strong>. Via<br />

mail <strong>en</strong> internet, alsmede tijd<strong>en</strong>s groepsbije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> is er veel aandacht besteed<br />

aan uitwisseling van <strong>en</strong> discussie over de interessante punt<strong>en</strong>, die uit de<br />

waarneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>suitwisseling<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong>.<br />

3.2 Waarneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> verslaglegging<br />

Via het grafiek<strong>en</strong>- <strong>en</strong> data-analyse-systeem van Letsgrow kond<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s van de<br />

klimaatcomputers van de 10 deelnemers <strong>en</strong> de 2 Growlabs bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> geanalyseerd<br />

word<strong>en</strong>. Hiertoe zijn er e<strong>en</strong> aantal standaard grafiek<strong>en</strong>sets sam<strong>en</strong>gesteld.<br />

Per deelnem<strong>en</strong>d bedrijf:<br />

• 2 grafiek<strong>en</strong> van beide klimaatafdeling<strong>en</strong> die in het systeem meedraaid<strong>en</strong>,<br />

• e<strong>en</strong> grafiek van de meteo-data <strong>en</strong><br />

• e<strong>en</strong> grafiek van de situatie qua <strong>en</strong>ergie. Buffervulling, branderstand<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

gasverbruik.<br />

Per Growlab:<br />

• grafiek met straling <strong>en</strong> PAR gegev<strong>en</strong>s,<br />

• plantivity-gegev<strong>en</strong>s,<br />

• relatie bladtemperatuur t.o.v. luchttemperatuur <strong>en</strong> dauwpunt,<br />

• blad/luchttemperatuur t.o.v. VPD <strong>en</strong><br />

• gegev<strong>en</strong>s van de WET meter.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 15


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Deze grafiek<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> wekelijks door medewerkers van DLV Plant geanalyseerd.<br />

Opvall<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> via mail <strong>en</strong> internet aan de deelnemers van de groep<br />

uitgewisseld <strong>en</strong> ter discussie gebracht. Voor de internet-uitwisseling is er op het hoofdportal<br />

van www.chrysantnet.nl e<strong>en</strong> forumgroep aangemaakt, waarbinn<strong>en</strong> de 10<br />

deelnemers van de plant<strong>en</strong>s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>groep informatie kond<strong>en</strong> uitwissel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

bediscussiër<strong>en</strong>. De deelnemers kreg<strong>en</strong> dus van de medewerkers DLV Plant <strong>en</strong> van elkaar<br />

feedback op hun klimaatinstelling<strong>en</strong>.<br />

Hieronder volg<strong>en</strong> twee voorbeeld<strong>en</strong> van de gebruikte grafiek<strong>en</strong>. In hoofdstuk 4 staan e<strong>en</strong><br />

aantal opmerkelijke zak<strong>en</strong> uit de praktijkmonitoring die nader toegelicht word<strong>en</strong>.<br />

Figuur 1a <strong>en</strong> 1b.<br />

Voorbeeld figur<strong>en</strong> zoals toegepast tijd<strong>en</strong>s het project<br />

© DLV Plant, augustus 2009 16


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

4 Resultat<strong>en</strong> Praktijkmonitoring<br />

4.1 Planttemperatuur<br />

Hieronder volgt e<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> grafiek met daarin de blad- <strong>en</strong> luchttemperatuur<br />

van 7 mei 2008.<br />

Figuur 2. Blad- <strong>en</strong> luchttemperatuur op 7 mei 2008<br />

• ’s nachts ligt de bladtemperatuur steeds 0,2 tot 0,5 °C onder de luchttemperatuur.<br />

Dit is logisch verklaarbaar doordat het gewas ’s nachts e<strong>en</strong> klein beetje verdampt<br />

<strong>en</strong> daardoor wat warmte verliest.<br />

• Overdag zorgt de instraling voor opwarming van het blad waardoor deze op of<br />

bov<strong>en</strong> de luchttemperatuur uitkomt. In de periode met zonnig <strong>en</strong> schraal weer<br />

(begin mei 2008) komt bladtemperatuur nauwelijks bov<strong>en</strong> de luchttemperatuur uit<br />

tot e<strong>en</strong> instraling van 600 W/m 2 straling buit<strong>en</strong>. Bij meer dan 600 W/m 2 is blijkbaar<br />

de koel<strong>en</strong>de capaciteit van de verdamping niet g<strong>en</strong>oeg om de opwarming te<br />

comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>.<br />

• Na 15.00 uur, als de instraling weer onder de 600 W/m 2 zakt, is het opvall<strong>en</strong>d dat<br />

de bladtemperatuur weer zakt tot zelfs ruim onder de luchttemperatuur. De<br />

koelcapaciteit van het verdamp<strong>en</strong>de gewas is dan blijkbaar erg groot. Het gaat op<br />

dat mom<strong>en</strong>t dus uitstek<strong>en</strong>d met het gewas.<br />

• Op dag<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hogere luchtvochtigheid dan begin mei, zi<strong>en</strong> we andere<br />

reacties. Opvall<strong>en</strong>d is dan dat het punt waarbij de bladtemperatuur wegloopt bij de<br />

luchttemperatuur bij e<strong>en</strong> veel lager stralingsniveau ligt (ca 200 W/m 2 ). Dit is te<br />

verklar<strong>en</strong> door het feit dat bij e<strong>en</strong> hogere RV het gewas minder makkelijk kan<br />

verdamp<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus minder makkelijk kan koel<strong>en</strong>.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 17


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

• In de grafiek is ook het effect van e<strong>en</strong> flitskier (korte kier in het verduisteringsdoek)<br />

op de kas- <strong>en</strong> planttemperatuur goed te zi<strong>en</strong>. De flitskier komt er om ongeveer<br />

20.30 uur in. De kastemperatuur reageert iets eerder op de koelere lucht aanvoer<br />

dan de planttemperatuur, maar het verschil is niet klein. Uiteindelijk daalt de<br />

temperatuur voor beid<strong>en</strong> met ongeveer 3 o C.<br />

4.2 Broez<strong>en</strong><br />

Er zijn wat experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met broez<strong>en</strong> uitgevoerd. Per 15 minut<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> korte gietbeurt<br />

met de reg<strong>en</strong>leiding gegev<strong>en</strong> van 4 second<strong>en</strong>. In onderstaande figuur zijn 3 zonnige dag<strong>en</strong><br />

in mei 2008 met ongeveer dezelfde buit<strong>en</strong>temperatuur <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lage buit<strong>en</strong> RV<br />

weergegev<strong>en</strong>. Op 9 mei is er niet gebroesd, op 10 <strong>en</strong> 11 mei wel.<br />

Figuur 3. Klimaat op 9, 10 <strong>en</strong> 11 mei 2008<br />

De gemiddeld<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 9.00 uur <strong>en</strong> 18.00 uur van de verschill<strong>en</strong>de parameters zijn<br />

weergegev<strong>en</strong> in tabel 1.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 18


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Tabel 1.<br />

Gemiddeld<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 9.00 uur <strong>en</strong> 18.00 uur van de verschill<strong>en</strong>de<br />

parameters<br />

buit<strong>en</strong>temp. PAR kastemp. planttemp. RV VPD<br />

datum: °C µmol/m²/s °C °C % kPa<br />

9-5-2008 23,8 964 28,3 28,4 47% 2,1<br />

10-5-2008 24,7 974 28,1 27,8 56% 1,7<br />

11-5-2008 22,8 1037 26,9 26,9 58% 1,5<br />

Meest opvall<strong>en</strong>d is de hogere RV <strong>en</strong> daardoor lagere VPD op de dag<strong>en</strong> wanneer er wel<br />

gebroesd is. Bij e<strong>en</strong> VPD bov<strong>en</strong> de 1,5 heeft e<strong>en</strong> gewas normaal gesprok<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />

om de verdamping bij te houd<strong>en</strong>. Door het broez<strong>en</strong> wordt deze stress-situatie voor e<strong>en</strong><br />

groot deel wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het effect op kas- <strong>en</strong> planttemperatuur is moeilijker te met<strong>en</strong>,<br />

maar het is wel opvall<strong>en</strong>d dat de kas- <strong>en</strong> planttemperatuur op 10 mei lager zijn dan op 9<br />

mei, terwijl de gemiddelde buit<strong>en</strong>temperatuur hoger was. Het is echter in deze praktijkproef<br />

niet zo, dat door broez<strong>en</strong> de planttemperatuur t<strong>en</strong> opzichte van de kastemperatuur lager<br />

komt te ligg<strong>en</strong>.<br />

4.3 Dauwpuntstemperatuur<br />

De dauwpuntstemperatuur in combinatie met de planttemperatuur kan in theorie e<strong>en</strong><br />

goede indicator zijn of er risico op natslaan van het gewas, dus problem<strong>en</strong> met bv Japanse<br />

roest, te verwacht<strong>en</strong> zijn.<br />

Tijd<strong>en</strong>s de hele periode dat er op de bedrijv<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong> is, is het opvall<strong>en</strong>d weinig<br />

voorgekom<strong>en</strong> dat de planttemperatuur onder de dauwpuntstemperatuur kwam. Dit komt<br />

overe<strong>en</strong> met de stelling, dat problem<strong>en</strong> met Japanse Roest de laatste jar<strong>en</strong> vooral<br />

veroorzaakt word<strong>en</strong> door technische storing<strong>en</strong> of problem<strong>en</strong> met de warmtevoorzi<strong>en</strong>ing, in<br />

plaats van door de reguliere klimaatregeling. Toch zijn er wel interessante ervaring<strong>en</strong><br />

opgedaan. In onderstaande grafiek is e<strong>en</strong> voorbeeld van hoe de kas, plant <strong>en</strong><br />

dauwpuntstemperatur<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> aantal cruciale mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die op e<strong>en</strong> dag<br />

optred<strong>en</strong>. Het gaat om e<strong>en</strong> herfstdag, 10 november 2008. Belangrijke mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn dan<br />

het aangaan van de assimilatiebelichting in de ocht<strong>en</strong>d, het op<strong>en</strong>lop<strong>en</strong> van het doek e<strong>en</strong><br />

paar uur later <strong>en</strong> het dichtlop<strong>en</strong> van het doek in de namiddag.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 19


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Figuur 4. Klimaat op 10 november 2008<br />

’s Ocht<strong>en</strong>ds in de ‘licht aan onder doek’-periode zakt door het dal<strong>en</strong> van de RV het<br />

dauwpunt weg bij de blad-luchttemperatur<strong>en</strong>. Hierdoor is er e<strong>en</strong> goede ‘marge’ om ge<strong>en</strong><br />

cond<strong>en</strong>satie onderin het gewas te krijg<strong>en</strong>.<br />

’s Middags wordt het schermdoek op <strong>en</strong>ergiedoekregeling vanaf 16.15 uur in stapp<strong>en</strong><br />

geslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> begint het licht vanaf 16.50 uur af te schakel<strong>en</strong>. Om 16.55 uur is het licht uit <strong>en</strong><br />

het doek ook dicht. Opvall<strong>en</strong>d is dat de bladtemperatuur oploopt vanaf het mom<strong>en</strong>t dat het<br />

doek gedeeltelijk dicht is. De meest logische verklaring hiervoor: de ‘uitstraling’ naar de<br />

koude hemel/buit<strong>en</strong>lucht stopt na het sluit<strong>en</strong> van de ‘carport’, terwijl de lampstraling wel<br />

doorgaat met het opwarm<strong>en</strong> van het blad.<br />

E<strong>en</strong> andere verklaring kan de volg<strong>en</strong>de zijn. Door het sluit<strong>en</strong> van het scherm wordt de<br />

verdamping op e<strong>en</strong> of andere manier minder. Hierdoor wat minder koel<strong>en</strong>d effect,<br />

waardoor de bladtemperatuur iets oploopt. In ieder geval, op deze manier is er e<strong>en</strong><br />

regeling waarbij cond<strong>en</strong>satie op de kop van het gewas bij het dichtlop<strong>en</strong> van het doek<br />

goed teg<strong>en</strong>gegaan wordt.<br />

E<strong>en</strong> voorbeeld van de gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> technische storing is weergegev<strong>en</strong> in de<br />

volg<strong>en</strong>de grafiek. Dit was e<strong>en</strong> WKK storing, waarbij de lamp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal ker<strong>en</strong> aan <strong>en</strong> uit<br />

ging<strong>en</strong>. De kas- <strong>en</strong> planttemperatur<strong>en</strong> gaan hierdoor flink fluctuer<strong>en</strong>. De temperatuur daalt<br />

e<strong>en</strong> aantal ker<strong>en</strong> zodanig, dat de planttemperatuur onder de dauwpuntstemperatuur komt.<br />

Gevolg: kans op cond<strong>en</strong>satie.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 20


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Figuur 5. Klimaat op 30 november 2008<br />

4.4 Temperatuurverloop bij vorst<br />

In de eerste wek<strong>en</strong> van januari 2009 was er e<strong>en</strong> korte vorstperiode. Het is interessant om<br />

te zi<strong>en</strong> hoe hier door deelnemers om werd gegaan <strong>en</strong> wat dit voor gevolg<strong>en</strong> had voor het<br />

klimaat. In onderstaande grafiek is te zi<strong>en</strong> dat er bij deze winterse omstandighed<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

problem<strong>en</strong> war<strong>en</strong> met de dauwpuntstemperatuur.<br />

Meer opvall<strong>en</strong>d is de regeling van het verduisteringsdoek <strong>en</strong> de reactie van de<br />

temperatuur hierop.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 21


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Figuur 6. Klimaat op 6 januari 2009<br />

In de ocht<strong>en</strong>d gaat het schermdoek op<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> lage buit<strong>en</strong>temperatuur (- 6 o C) <strong>en</strong> weinig<br />

licht (60 Watt/m²). Gevolg is, dat de temperatuur wegzakt naar bijna 15 o C. In de middag<br />

gaat het doek vroeg dicht, bij e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>temperatuur van -1C <strong>en</strong> e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>straling van<br />

140 Watt/m². De temperatuur in de kas is dan nog 20 o C.<br />

Leerpunt<strong>en</strong> hieruit zijn:<br />

• Het ‘warmte’vermog<strong>en</strong> van zonne-instraling van 130 tot 140 W/m 2 is zodanig dat<br />

de kas ervan op temperatuur gebracht wordt, ook bij e<strong>en</strong> paar grad<strong>en</strong> vorst.<br />

• ’s ocht<strong>en</strong>ds het doek niet te vroeg op<strong>en</strong><strong>en</strong>. Wacht<strong>en</strong> tot de instraling hoog g<strong>en</strong>oeg<br />

is, zodat er voldo<strong>en</strong>de warmtebijdrage is.<br />

• ’s middags het doek niet te snel dichtdo<strong>en</strong> bij zonnig weer. Zonde om dat licht <strong>en</strong><br />

die warmtebijdrage weg te scherm<strong>en</strong>.<br />

• De ‘schakelniveau’s’ qua instraling moet<strong>en</strong> bij het op<strong>en</strong>lop<strong>en</strong> hoger staan dan bij<br />

het dichtlop<strong>en</strong>. Red<strong>en</strong><strong>en</strong>: ’s ocht<strong>en</strong>ds ligt er nog ijs op het dek. Dat moet eraf<br />

dooi<strong>en</strong> <strong>en</strong> het is goedkoper om de zon dit te lat<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Daarnaast is het ’s<br />

middag normaal gesprok<strong>en</strong> niet zo koud buit<strong>en</strong>.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 22


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

4.5 PAR-licht<br />

Door de monitoring is in de dag<strong>en</strong> van begin mei goed zicht verkreg<strong>en</strong> op het effect van<br />

Reduheat. Twee bedrijv<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de groep hebb<strong>en</strong> dat er in dikte 1 op 5 op het dek zitt<strong>en</strong>.<br />

De data uit de klimaatcomputers tuss<strong>en</strong> de deelnemers liet zi<strong>en</strong> dat in begin meiomstandighed<strong>en</strong><br />

de temperatuurreductie van Reduheat ongeveer 4°C is, of in verhouding<br />

minder hoev<strong>en</strong> lucht<strong>en</strong> etc. Er is ook e<strong>en</strong> inschatting gemaakt van het lichtverlies. Zonder<br />

Reduheat was de maximum PAR meting 1400 umol/m 2 .s. Met reduheat was het PARmaximum<br />

1000 umol/m 2 .s. Dit zou betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat er door het Reduheat op dat bedrijf 29%<br />

PAR-licht weggeschermd wordt. Qua temperatuurmeting<strong>en</strong> is geconstateerd dat op het<br />

reduheat bedrijf de bladtemperatuur begin mei gelijk bleef met de luchttemperatuur.<br />

4.6 Lichtreflectie teg<strong>en</strong> de padgevel<br />

Op e<strong>en</strong> van de bedrijv<strong>en</strong> was in het belichtingsseizo<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> dat iedere ocht<strong>en</strong>d om 6.00<br />

uur de PAR lichthoeveelheid terugzakt van 108 umol/m 2 .s naar 102 umol/m 2 .s. Tegelijk<br />

zakt ook de temperatuur met 1 tot 2°C. Dit laat onderstaande grafiek zi<strong>en</strong>. De oorzaak<br />

hiervan is zeer waarschijnlijk dat het padgeveldoek om 6.00 uur op<strong>en</strong>loopt. De<br />

weerkaatsing van het licht teg<strong>en</strong> de witte gevel valt weg <strong>en</strong> er stroomt koude lucht uit de<br />

koude sluis van het pad het vak in. De Growlab hangt in dit geval 1 poot van het pad<br />

vandaan.<br />

Figuur 7. Klimaat op 30 oktober 2008<br />

© DLV Plant, augustus 2009 23


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Belangrijkste leerpunt hierbij is dat witte gevels de hoeveelheid assimilatielicht verhog<strong>en</strong><br />

op het gewas <strong>en</strong> dus beter het gevelscherm niet eerder op<strong>en</strong>do<strong>en</strong> dan nodig is. Dit geldt<br />

dan voor de witte buit<strong>en</strong>geveldoek<strong>en</strong>. De koude lucht uit de sluis van het pad is<br />

ongew<strong>en</strong>st. De plant<strong>en</strong> in de eerste meters vanaf het pad word<strong>en</strong> het eerst koud <strong>en</strong><br />

warm<strong>en</strong> hierna snel weer op door de belichting. Dit geeft kans op Japanse Roest. De<br />

padgevels kunn<strong>en</strong> dus beter direct vanaf het mom<strong>en</strong>t dat de lamp<strong>en</strong> aan gaan geop<strong>en</strong>d<br />

word<strong>en</strong>.<br />

4.7 Meting<strong>en</strong> GrowWatch<br />

Figuur 8.<br />

Verschill<strong>en</strong> PAR PAM <strong>en</strong> PAR meting<br />

Voor de meting<strong>en</strong> van de plantivity wordt uitgegaan van de PAR PAM. Deze zit op<br />

bladhoogte <strong>en</strong> geeft veelal lagere waardes aan dan de 2 PAR lichtmeters (zie figuur 8) die<br />

bov<strong>en</strong> het gewas hang<strong>en</strong>. In figuur 9 is de relatie weergegev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de PAR PAM <strong>en</strong><br />

het PAR licht in de periode van 30 november 2008 tot <strong>en</strong> met 3 januari 2009. De<br />

bijbehor<strong>en</strong>de vergelijking is hierbij ook weergegev<strong>en</strong>. Gemiddeld wordt er e<strong>en</strong> PAR Pam<br />

gemet<strong>en</strong> die meer dan 50% lager is dan PAR meting. De plantivity s<strong>en</strong>sor, die aan e<strong>en</strong><br />

chrysant<strong>en</strong>blad gekoppeld moet zijn, ondervindt het handicap dat het chrysant<strong>en</strong>gewas<br />

erg snel in l<strong>en</strong>gte groeit. Al na e<strong>en</strong> paar dag<strong>en</strong> wordt het blad met het meetpunt overgroeit<br />

<strong>en</strong> in de schaduw gezet. Vrij vaak moet er dan e<strong>en</strong> nieuw blad op de plantivity gezet<br />

word<strong>en</strong>. Door de snelle groei <strong>en</strong> het vaak verwissel<strong>en</strong> kan verstoring optred<strong>en</strong> van de<br />

meting<strong>en</strong>. Het juist aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de plantivity <strong>en</strong> interpretatie van de gegev<strong>en</strong>s vergt<br />

dus de nodige ervaring.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 24


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

y = 0.3833x + 0.5078<br />

R 2 = 0.7458<br />

Figuur 9.<br />

Relatie PAR Pam <strong>en</strong> PAR licht<br />

Licht blijkt e<strong>en</strong> zeer belangrijke factor voor de fotosynthese van Chrysant. In figuur 10 <strong>en</strong><br />

11 is de relatie tuss<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de fotosynthese <strong>en</strong> het PAR-licht <strong>en</strong> de PAR-<br />

PAM. Duidelijk is te zi<strong>en</strong> (figuur 11) dat bij hele hoge instraling (1400 tot aan 1800<br />

µmol/m 2 .s) de fotosynthese niet altijd ev<strong>en</strong>redig meeloopt. Dit komt doordat andere<br />

factor<strong>en</strong> dan in het minimum zijn zoals CO 2 .<br />

© DLV Plant, augustus 2009 25


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

y = 0.0165x - 1.4442<br />

R 2 = 0.6381<br />

Figuur 10. Verband tuss<strong>en</strong> PAR licht <strong>en</strong> fotosynthese in periode 5 mei tot 8 juni 2008<br />

Figuur 11. Verband PAR PAM <strong>en</strong> fotosynthese in periode 5 mei tot 8 juni 2008<br />

© DLV Plant, augustus 2009 26


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Figuur 12. Verband tuss<strong>en</strong> PAR <strong>en</strong> lichtbelasting (NPQ) in periode 5 mei tot 8 juni<br />

2008<br />

Figuur 13. Verband tuss<strong>en</strong> PAR Pam <strong>en</strong> lichtbelasting (NPQ) in periode 5 mei tot 8<br />

juni 2008<br />

© DLV Plant, augustus 2009 27


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Figuur 14. Verband tuss<strong>en</strong> VPD <strong>en</strong> lichtbelasting (NPQ) in periode 5 mei tot 8 juni<br />

2008<br />

De lichtbelasting ofwel NPO (zie figuur 12 <strong>en</strong> 13) ligt grot<strong>en</strong>deels onder de 1,2.<br />

Uitschieters kom<strong>en</strong> wel voor, maar houd<strong>en</strong> niet lang aan. Bij e<strong>en</strong> NPQ van 1 heeft de plant<br />

50% van z’n fotosystem<strong>en</strong> uitgeschakeld omdat hij het opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> licht niet om kan zett<strong>en</strong><br />

in groei. Wordt de NPQ hoger dan 1 dan schakelt de plant steeds meer fotosystem<strong>en</strong> uit.<br />

Dit doet hij om zichzelf te bescherm<strong>en</strong>. Relatief zijn er weinig stressmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bij<br />

Chrysant. Deze kunn<strong>en</strong> zowel bij lage als bij hoge instraling optred<strong>en</strong>.<br />

Kijk<strong>en</strong>de naar het verband tuss<strong>en</strong> de VPD <strong>en</strong> de lichtbelasting ofwel NPO (zie figuur 14)<br />

dan blijkt de NPQ duidelijk toe te nem<strong>en</strong> bij hogere VPD.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 28


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Figuur 15. Verband tuss<strong>en</strong> fotosynthese <strong>en</strong> PAR periode 30 november 2008 – 27<br />

december 2009<br />

In de winterperiode, bij lagere PAR-licht omstandighed<strong>en</strong>, blijkt de relatie tuss<strong>en</strong><br />

fotosynthese <strong>en</strong> PAR licht groter te zijn (zie figuur 15). Dit komt grot<strong>en</strong>deels doordat licht<br />

dan de meest beperk<strong>en</strong>de factor is.<br />

De data van de Growlabs zijn nader geanalyseerd. Voor e<strong>en</strong> aantal periodes zijn deze<br />

verder uitgewerkt. In tabel 2 staan de gemiddelde gegev<strong>en</strong>s van e<strong>en</strong> periode in maart<br />

2008. De gegev<strong>en</strong>s van 21 maart staan weergegev<strong>en</strong> in figuur 16.<br />

Tabel 2. Gegev<strong>en</strong>s periode 20 – 24 maart 2008<br />

Kas Plant CO 2 RV VPD Par Assimilatie NPQ<br />

temperatuur temperatuur (ppm) (%)<br />

PAM<br />

min 12.1 13.5 418.1 67.1 0.1 0.0 -1.7 0.0<br />

gem 19.4 19.9 1442.1 85.8 0.4 45.4 0.2 0.2<br />

max 25.9 27.9 2059.4 94.1 1.6 735.0 23.5 1.4<br />

© DLV Plant, augustus 2009 29


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

21 maart 2008<br />

KasT PlantT RV Assimilatie<br />

NPQ * 10 CO2 ParPam<br />

100<br />

2000<br />

90<br />

1800<br />

80<br />

1600<br />

Temperatuur, RV, assimilatie, NPQ<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

1400<br />

1200<br />

1000<br />

800<br />

600<br />

CO 2 , PAR licht<br />

20<br />

400<br />

10<br />

200<br />

0<br />

0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00<br />

0<br />

Figuur 16. Gegev<strong>en</strong>s 21 maart 2008<br />

Met behulp van regressie analyse is nader onderzocht in hoeverre er sam<strong>en</strong>hang is tuss<strong>en</strong><br />

de assimilatie <strong>en</strong> de andere teeltfactor<strong>en</strong>. Uit deze analyse blijkt er e<strong>en</strong> goede relatie (R 2 =<br />

88,4) met het PAR-licht, CO 2 niveau <strong>en</strong> VPD. Uiteraard wordt de VPD mede bepaald door<br />

de RV, kastemperatuur <strong>en</strong> planttemperatuur <strong>en</strong> is er ook e<strong>en</strong> duidelijke sam<strong>en</strong>hang met<br />

deze parameters.<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

0 100 200<br />

300<br />

400<br />

500<br />

600<br />

700<br />

gass v ParPAM<br />

Figuur 17. Relatie met fotosynthese <strong>en</strong> PAR PAM<br />

© DLV Plant, augustus 2009 30


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Voor deze zelfde periode is ook gekek<strong>en</strong> welke parameters sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de licht<br />

belasting/plant<strong>en</strong>stress ofwel NPQ. De NPQ hangt sam<strong>en</strong> met: Par PAM, planttemperatuur<br />

<strong>en</strong> VPD. Ook hier geldt dat de VPD mede bepaald door de RV, kastemperatuur <strong>en</strong><br />

planttemperatuur. In maart zijn weinig tot ge<strong>en</strong> stress situatie geconstateerd<br />

In tabel 3 staan de gemiddelde gegev<strong>en</strong>s van e<strong>en</strong> periode in april 2008. De gegev<strong>en</strong>s van<br />

9 april staan weergegev<strong>en</strong> in figuur 18.<br />

Tabel 3. Gegev<strong>en</strong>s periode 7 – 10 april 2008<br />

KasT PlantT CO2 RV VPD Par PAM Assimilatie NPQ<br />

min 16.6 17.2 254.4 54.3 0.1 0.0 -1.6 0.0<br />

gem 20.2 20.5 874.0 83.6 0.5 79.8 2.2 0.2<br />

max 25.8 29.7 1670.6 94.4 2.3 796.0 33.7 0.8<br />

9 april 2008<br />

KasT PlantT RV<br />

NPQ * 10 Assimilatie CO2<br />

100<br />

ParPam<br />

2000<br />

90<br />

1800<br />

80<br />

1600<br />

temperatuur, RV, assimilatie, NPQ<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

1400<br />

1200<br />

1000<br />

800<br />

600<br />

CO2, Par PAM<br />

20<br />

400<br />

10<br />

200<br />

0<br />

0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00<br />

0<br />

Figuur 18. Gegev<strong>en</strong>s 9 april 2008<br />

Uit de analyse in april blijkt er e<strong>en</strong> goede relatie tuss<strong>en</strong> de assimilatie <strong>en</strong> met het PARlicht,<br />

CO 2 niveau, temperatuur <strong>en</strong> VPD. VPD blijkt steeds belangrijker te word<strong>en</strong>. In figuur<br />

19 is de relatie in die periode tuss<strong>en</strong> de assmilatie <strong>en</strong> de VPD weergegev<strong>en</strong>. Er lijkt e<strong>en</strong><br />

optimum te ligt bij e<strong>en</strong> VPD van ca 1.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 31


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

0.5 1.0 1.5<br />

2.0<br />

gass v VPD<br />

Figuur 19. Relatie met assimilatie <strong>en</strong> VPD<br />

Ook voor deze zelfde periode is gekek<strong>en</strong> welke parameters sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de licht<br />

belasting/plant<strong>en</strong>stress ofwel NPQ. De NPQ hangt sam<strong>en</strong> met: Par PAM, planttemperatuur<br />

<strong>en</strong> VPD <strong>en</strong> CO 2 . Ook hier geldt dat de VPD mede bepaald door de RV, kastemperatuur<br />

<strong>en</strong> planttemperatuur. In april blijkt dat CO 2 overdag in het minimum zit !.<br />

In tabel 4 staan de gemiddelde gegev<strong>en</strong>s van e<strong>en</strong> periode in maart 2008. De gegev<strong>en</strong>s<br />

van 21 maart staan weergegev<strong>en</strong> in figuur 20.<br />

Tabel 4. Gegev<strong>en</strong>s periode 7 – 15 mei 2008<br />

KasT PlantT CO2 RV VPD Par PAM Assimilatie NPQ<br />

min 17.3 16.7 17.3 37.6 0.1 0.0 -2.7 0.0<br />

gem 24.1 23.9 24.1 73.4 0.8 144.0 2.9 0.4<br />

max 29.8 31.2 29.8 94.1 2.6 1573.0 41.9 2.9<br />

© DLV Plant, augustus 2009 32


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

8 mei 2008<br />

KasT PlantT RV NPQ * 10<br />

Assimilatie CO2 ParPam<br />

100<br />

2000<br />

90<br />

1800<br />

80<br />

1600<br />

temperatuur, RV, assimilatie, NPQ<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

1400<br />

1200<br />

1000<br />

800<br />

600<br />

CO2, ParPAM<br />

20<br />

400<br />

10<br />

200<br />

0<br />

0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00<br />

0<br />

Figuur 20. Gegev<strong>en</strong>s 8 mei 2008<br />

Uit de analyse in mei blijkt er e<strong>en</strong> goede relatie tuss<strong>en</strong> de assimilatie <strong>en</strong> met het PAR-licht,<br />

temperatuur <strong>en</strong> VPD. VPD blijkt steeds belangrijker te word<strong>en</strong>. In figuur 19 is de relatie in<br />

die periode tuss<strong>en</strong> de assmilatie <strong>en</strong> de VPD weergegev<strong>en</strong>. Ook voor deze zelfde periode<br />

is gekek<strong>en</strong> welke parameters sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de licht belasting/plant<strong>en</strong>stress ofwel<br />

NPQ. De NPQ hangt in mei (meer instraling) met name sam<strong>en</strong> met de planttemperatuur <strong>en</strong><br />

VPD. Ook hier geldt dat de VPD mede bepaald door de RV, kastemperatuur <strong>en</strong><br />

planttemperatuur. Hoge planttemperatur<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoge VPD leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> hoge NPQ, maar<br />

ook het overdag dichttrekk<strong>en</strong> van het verduisteringsdoek leidt tot e<strong>en</strong> hoge NPQ.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de klimaat- <strong>en</strong> plants<strong>en</strong>sorgegev<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de conclusies<br />

getrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>:<br />

• De non-contact meting<strong>en</strong> in de plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>-units zoals de kastemperatuur, TV,<br />

CO2, PAR-meter, bladtemperatuur etc zijn goed betrouwbaar <strong>en</strong> lever<strong>en</strong> goede,<br />

direct bruikbare resultat<strong>en</strong> op.<br />

• De plantivitys<strong>en</strong>sor, die aan e<strong>en</strong> chrysant<strong>en</strong>blad gekoppeld moet zijn, ondervindt<br />

het handicap dat het chrysant<strong>en</strong>gewas erg snel in l<strong>en</strong>gte groeit. Vrij vaak moet er<br />

dan e<strong>en</strong> nieuw blad op de plantivity gezet word<strong>en</strong>. Door de snelle groei <strong>en</strong> het<br />

vaak verwissel<strong>en</strong> kan verstoring optred<strong>en</strong> van de meting<strong>en</strong>.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 33


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

5 Fotosynthese meting<strong>en</strong><br />

In bijlage 3 is het volledige onderzoeksrapport ‘Plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant’ opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat<br />

in het kader van dit project uitgevoerd is door Plant Dynamics in sam<strong>en</strong>werking met DLV<br />

Plant.<br />

5.1 Doelstelling<br />

Het doel van het onderzoek was om vast te stell<strong>en</strong> wat de assimilatiecapaciteit <strong>en</strong> de<br />

fotosynthese eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van het gewas chrysant zijn. Deze waardes zijn o.a. nodig<br />

om de modelberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> achter de plantivity-meter te voorzi<strong>en</strong> van gewasspecifieke<br />

parameters. Verder levert dit onderzoek interessante k<strong>en</strong>nis op over de teelttechnische<br />

eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de chrysant.<br />

5.2 Materiaal <strong>en</strong> method<strong>en</strong><br />

Plant Dynamics heeft voor dit onderzoek gebruik gemaakt van de zgn. Licor-6400<br />

fotosynthese-meter. Dit zeer geavanceerde meetapparaat kan van e<strong>en</strong> blad, dat in e<strong>en</strong><br />

meetcuvet ingeklemd is, de op<strong>en</strong>ingstoestand van de huidmondjes alsmede de actuele<br />

fotosynthese met<strong>en</strong>. In het meetcuvet kunn<strong>en</strong> de variabel<strong>en</strong> lichtint<strong>en</strong>siteit, CO 2 gehalte <strong>en</strong><br />

vochtigheid (VPD) gevarieerd word<strong>en</strong>.<br />

Foto 8. Licor-6400 fotosynthese-meter<br />

De meting<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> plaats op de bedrijv<strong>en</strong> van Janss<strong>en</strong> Maasbree in Maasbree <strong>en</strong> van<br />

Kwekerij van Ruijv<strong>en</strong> in De Kwakel. De meetsessies zijn op twee mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uitgevoerd:<br />

- 21 <strong>en</strong> 22 februari 2008 (winterteelt)<br />

- 2 <strong>en</strong> 3 juni 2008 (zomerteelt)<br />

© DLV Plant, augustus 2009 34


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

In de proef werd<strong>en</strong> steeds de volg<strong>en</strong>de vier chrysant<strong>en</strong>rass<strong>en</strong> doorgemet<strong>en</strong>:<br />

• ‘Bacardi’<br />

• ‘Euro’ wit<br />

• ‘Anastasia’ wit<br />

• ‘Reagan Pink’<br />

5.3 Resultat<strong>en</strong><br />

In de bijlage 2 staan uitgebreide gegev<strong>en</strong>s van de meetresultat<strong>en</strong>. Hieronder volgt e<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>vatting.<br />

De huidmondjesgeleidbaarheid<br />

• Alle rass<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatief hoge huidmondjesgeleidbaarheid (HMG). E<strong>en</strong><br />

hoge huidmondjesgeleidbaarheid betek<strong>en</strong>t dat de huidmondjes op<strong>en</strong> staan.<br />

Chrysant staat in vergelijking tot andere gewass<strong>en</strong> continu ‘met de bek op<strong>en</strong>’.<br />

• De HMG is redelijk stabiel is over de dag. Er zit e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>d in waarbij de HMG in de<br />

ocht<strong>en</strong>d langzaam to<strong>en</strong>eemt tot e<strong>en</strong> maximum rond het middaguur <strong>en</strong> aan het<br />

eind van de middag e<strong>en</strong> heel geringe afname.<br />

• Bij de zomermeting is de HMG gemiddeld kleiner dan bij de wintermeting.<br />

• De rasvariatie is klein. Opvall<strong>en</strong>d zijn de meting<strong>en</strong> bij het ras ‘Bacardi’. Bij de<br />

wintermeting heeft dit ras de hoogste HMG, bij de zomermeting is de HMG het<br />

laagst van alle rass<strong>en</strong>.<br />

Het electron<strong>en</strong>transport<br />

Met behulp van fluoresc<strong>en</strong>tiemeting<strong>en</strong> is de assimilatiecapaciteit van chrysant bepaald in<br />

de situatie zonder huidmondjesweerstand. Het is als het ware e<strong>en</strong> maat voor de efficiëntie<br />

van het fotosyntheseproces van de chrysant, nadat de huidmondjes gepasseerd zijn. Het<br />

wordt uitgedrukt in de factor ETR. Voor chrysant valt de waardering hiervan tuss<strong>en</strong><br />

efficiënt <strong>en</strong> zeer efficiënt.<br />

Variatie over de dag<br />

In teg<strong>en</strong>stelling tot veel andere tuinbouwgewass<strong>en</strong> is de fotosynthese over de dag erg<br />

stabiel. In de figuur is de fotosynthese bij 400 µmol PAR op verschill<strong>en</strong>de tijd<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>.<br />

De data zijn gemiddeld voor alle rass<strong>en</strong> in de winter (blauw) <strong>en</strong> de zomer (rood).<br />

Fotosynthese over de dag bij 400 µmol PAR<br />

20<br />

18<br />

16<br />

14<br />

Fot (µmol m -2 s -1 )<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

6:00 7:12 8:24 9:36 10:48 12:00 13:12 14:24 15:36 16:48 18:00<br />

Figuur 21. Fotosynthese over de dag bij 400 µmol/m 2 .s<br />

© DLV Plant, augustus 2009 35


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Lichtrespons<br />

35.0<br />

30.0<br />

25.0<br />

Fot µmol m -2 s -1<br />

20.0<br />

15.0<br />

10.0<br />

5.0<br />

0.0<br />

0<br />

-5.0<br />

200 400 600 800 1000 1200<br />

-10.0<br />

PAR µmol COm -2 2 ppm s -1<br />

Figuur 22. Lichtresponscurve bij 800 ppm CO 2<br />

In bov<strong>en</strong>staande grafiek staat de fotosynthese afhankelijk van de hoeveelheid PAR licht.<br />

De CO 2 conc<strong>en</strong>tratie tijd<strong>en</strong>s de lichtvariatie was 800 ppm. De lichtresponscurves tijd<strong>en</strong>s de<br />

wintermeting<strong>en</strong> zijn blauw de zomermeting<strong>en</strong> rood. De fotosynthese is in de winter bij lage<br />

lichthoeveelhed<strong>en</strong> hoger <strong>en</strong> in de zomer juist bij hogere lichthoeveelhed<strong>en</strong> hoger. Blijkbaar<br />

past het gewas zich aan, aan de periode van het jaar waarin het gevormd wordt.<br />

CO 2 respons<br />

45.0<br />

Fot µmol m -2 s -1<br />

40.0<br />

35.0<br />

30.0<br />

25.0<br />

20.0<br />

15.0<br />

10.0<br />

5.0<br />

zomer<br />

winter<br />

0.0<br />

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600<br />

CO 2 ppm<br />

Figuur 23. CO 2 responscurve bij 1000 µmol/m 2 .s<br />

In figuur 23 is de CO 2 respons-curve, bij e<strong>en</strong> lichtniveau van 1000 µmol/m 2 .s<br />

weergegev<strong>en</strong>. Ook hier blijkt weer dat gewas dat in de zomer ontstaan is, meer capaciteit<br />

heeft om CO 2 op te nem<strong>en</strong> dan het wintergewas.<br />

Variatie per ras<br />

De verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong> zijn zeer gering op het gebied van CO 2 - <strong>en</strong> lichtrespons.<br />

T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de effect<strong>en</strong> op het gebied van VPD blijkt dat ‘Bacardi’ gevoeliger is voor<br />

e<strong>en</strong> hoge VPD dan de andere 3 rass<strong>en</strong>.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 36


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

5.4 Conclusies<br />

Chrysant is e<strong>en</strong> gewas met, in vergelijking tot andere gewass<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zeer hoge<br />

productiecapaciteit. Dit komt doordat:<br />

• de huidmondjesgeleidbaarheid hoog is, ook onder lage luchtvochtighed<strong>en</strong>. Sluit<strong>en</strong><br />

van de huidmondjes onder te droge omstandighed<strong>en</strong> komt dus niet snel voor.<br />

• De process<strong>en</strong> t.a.v. de fotosynthese in de huidmondjes <strong>en</strong> in het blad vind<strong>en</strong><br />

relatief efficiënt plaats.<br />

De resultat<strong>en</strong> van de meting<strong>en</strong> zijn vertaald in k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> t.b.v. de<br />

fotosyntheseberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de plantivity-meter.<br />

Tabel 5. Gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> Chrysant<br />

Gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> Chrysant<br />

winter Do a1 Conv Vcmax25 Abs Gsco<br />

Bacardi wit 1 5 1 77 0.8 0.001<br />

Reagan Pink 1.5 7 1 81 0.8 0.001<br />

Euro Wit 1.5 6 1 81 0.8 0.001<br />

Anastatia wit 1.5 5 1 79 0.8 0.001<br />

zomer<br />

Bacardi wit 1 9 1 96 0.8 0.001<br />

Reagan Pink 1.5 10 1 80 0.8 0.001<br />

Euro Wit 1.5 9.5 1 80 0.8 0.001<br />

Anastatia wit 1.5 7 1 98 0.8 0.001<br />

Do<br />

al<br />

Conv<br />

factor voor tuning van ras afhankelijkheid voor VPD. E<strong>en</strong><br />

hoge waarde betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> snellere daling van de<br />

huidmondjesgeleidbaarheid bij to<strong>en</strong>ame van VPD-blad<br />

factor voor tuning van ras afhankelijkheid voor VPD.<br />

A1zegt iets over de basis geleidbaarheid bij VPD-blad = 0.<br />

conversiefactor. Dit is e<strong>en</strong> maat voor verliez<strong>en</strong> bij de<br />

<strong>en</strong>ergie omzetting van ETR (elektron<strong>en</strong>transport) naar<br />

CO 2 opname.<br />

ge<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong><br />

ABS<br />

fractie van het opvall<strong>en</strong>d groeilicht (PAR) dat wordt ge<strong>en</strong><br />

geabsorbeerd door het blad<br />

Vcmax25 maximale snelheid van CO 2 opname bij lichtverzadiging µmol.m -2 .s -1<br />

bij 25 ºC<br />

Gsco geleidbaarheid voor CO 2 in het donker mol.m -2 .s -1<br />

Bron: Plant Dynamics<br />

Bij gebruik van e<strong>en</strong> plantivity-meter op e<strong>en</strong> chrysant<strong>en</strong>gewas kunn<strong>en</strong> dus per ras <strong>en</strong> per<br />

groeiperiode de bijbehor<strong>en</strong>de parameters in de modell<strong>en</strong> ingevoerd word<strong>en</strong>. Als de<br />

parameters per ras <strong>en</strong> per groeiperiode gemiddeld word<strong>en</strong> ontstaat tabel 6.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 37


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Tabel 6. Gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> Chrysant<br />

Gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> Chrysant<br />

Winter<br />

gemiddeld alle<br />

rass<strong>en</strong><br />

Zomer<br />

gemiddeld alle<br />

rass<strong>en</strong><br />

Do a1 Conv Vcmax25 Abs Gsco<br />

1.375 5.75 1 79.5 0.8 0.001<br />

1.375 8.875 1 88.5 0.8 0.001<br />

Jaarrond <strong>en</strong> alle<br />

rass<strong>en</strong><br />

gemiddeld<br />

1.375 7.3125 1 84.0 0.8 0.001<br />

Bron: Plant Dynamics<br />

© DLV Plant, augustus 2009 38


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

6 Materiaal <strong>en</strong> methode groeiproef<br />

6.1 Proefopzet<br />

Gedur<strong>en</strong>de het onderzoek bij Chrysant is e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>oemde groeiproef uitgevoerd om<br />

aanvull<strong>en</strong>de gewasgegev<strong>en</strong>s te verzamel<strong>en</strong>. Voor de groeiproef is uitgegaan van<br />

bewortelde stek afkomstig van Van Zant<strong>en</strong>, Dekker <strong>en</strong> Deliflor. In totaal zijn 5 cultivars in 2<br />

herhaling<strong>en</strong> aangehoud<strong>en</strong>. Zie tabel 7.<br />

Tabel 7. Overzicht proefbehandeling<strong>en</strong><br />

Proeffactor Aantal niveaus Beschrijving<br />

Gewas 1 Chrysant<br />

Cultivar 5<br />

Bacardi<br />

Anastasia<br />

Reagan Arie<br />

Euro<br />

Reagan Bas<br />

Herhaling<strong>en</strong> 2 Herhaling 1 t/m 2<br />

Per proefveld zijn op 11 juni 2008 per cultivar netto 600 plant<strong>en</strong> gepoot. De proefvakk<strong>en</strong><br />

zijn zodanig groot gekoz<strong>en</strong> dat er elke week voldo<strong>en</strong>de plant<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>uit gehaald kond<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> zonder dat dit effect heeft gehad op de lichtdoordringing van de meetplant<strong>en</strong>.<br />

Afmeting proefveld per ras is 1,45 m x 4,50 m.<br />

Standdichtheid chrysant: 60 plant<strong>en</strong> / m 2 .<br />

Het plantschema is: p p p x p p p p p x p p p<br />

Voor waarneming<strong>en</strong> aan het gewas zijn elke week op e<strong>en</strong> vaste dag (dinsdag) 2 x 5<br />

plant<strong>en</strong> per ras bemonsterd. Deze groepjes van 5 plant<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de uit elkaar,<br />

zodat lichtdoordringing ge<strong>en</strong> effect heeft op de daaropvolg<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> meetplant<strong>en</strong>. Van<br />

de buit<strong>en</strong>ste rij<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> monsters g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Omdat tijd<strong>en</strong>s de teelt de to<strong>en</strong>ame van de<br />

hoeveelheid droge stof geregistreerd wordt, is bemonsterd op mom<strong>en</strong>t dat het gewas<br />

droog was.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 39


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Reagan<br />

Bas<br />

Euro<br />

Reagan<br />

Arie<br />

Anastasia<br />

Bacardi<br />

<br />

<br />

pad<br />

Figuur 24. ligging van de proefveldjes van de 5 cultivars.<br />

6.2 Accommodatie <strong>en</strong> teeltgegev<strong>en</strong>s<br />

Het onderzoek heeft plaats gevond<strong>en</strong> op het bedrijf van chrysant<strong>en</strong>kwekerij van Peter<br />

Janss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Theo Dirks te Maasbree. Hier is het mogelijk geweest om in kapnummer 36<br />

veldjes uit te zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> te beplant<strong>en</strong> met de g<strong>en</strong>oemde 5 cultivars.<br />

De kluit van cultivar ‘Euro’ is, in afwijking met de andere cultivars, rechthoekig. Dit heeft<br />

het plant<strong>en</strong> met de machine <strong>en</strong>igszins bemoeilijkt, zodat mete<strong>en</strong> na het plant<strong>en</strong> met de<br />

hand nagecontroleerd is.<br />

Op dag 13 van de teelt, dit is op 24 juni (week 26 dag 2), zijn de plant<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> Rhizoctonia<br />

behandeld om aantasting van de wortels teg<strong>en</strong> te gaan. Op dat mom<strong>en</strong>t zijn hier <strong>en</strong> daar<br />

<strong>en</strong>kele plant<strong>en</strong> aan het afsterv<strong>en</strong>. De aantasting is door deze behandeling beperkt<br />

geblev<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> invloed gehad op de meetresultat<strong>en</strong>. In verband met lichteffect<strong>en</strong> is ver<br />

g<strong>en</strong>oeg van e<strong>en</strong> afgestorv<strong>en</strong> stek bemonsterd, minimaal 0,3 m.<br />

Op dag 15 van de teelt, week 26-4, is de kortedagbehandeling gestart.<br />

Op dag 20 van de teelt, week 27-2, is Alar, e<strong>en</strong> groeireguleringsmiddel, gesproeid over<br />

‘Euro’, ‘Reagan Arie’ <strong>en</strong> ‘Reagan Bas’. Op dat mom<strong>en</strong>t was de gewasl<strong>en</strong>gte circa 40 cm.<br />

De dosering was 70 g per 100 l.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 40


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Op bemonsteringsdag 27, dit is op 8 juli, ziet het gewas van de ‘Euro’ er ongelijk uit.<br />

Gesuggereerd is dat dit veroorzaakt zou kunn<strong>en</strong> zijn door de afwijk<strong>en</strong>de kluitmaat van<br />

deze cultivar, waardoor het plant<strong>en</strong> werd bemoeilijkt.<br />

In week 31 is de c<strong>en</strong>trale knop verwijderd.<br />

Op dag 62 van de teelt, dit is 12 augustus, zijn de cultivars geoogst <strong>en</strong> zijn de<br />

eindwaarneming<strong>en</strong> verricht.<br />

Foto 9. Overzicht proefveld<strong>en</strong> met de 5 cultivars in de kas. Dag 6 van de teelt (week 25-2).<br />

6.3 Waarneming<strong>en</strong><br />

Gedur<strong>en</strong>de de teelt zijn diverse waarneming<strong>en</strong> verricht.<br />

Beginwaarneming<br />

• Foto per ras.<br />

• Vers- <strong>en</strong> drooggewicht van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />

• L<strong>en</strong>gte van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />

• Aantal blader<strong>en</strong> van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />

Tuss<strong>en</strong>waarneming elke week<br />

• Foto per ras.<br />

• Vers- <strong>en</strong> drooggewicht van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />

• L<strong>en</strong>gte van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />

• Aantal blader<strong>en</strong> inclusief dode blader<strong>en</strong> van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />

• Aantal scheut<strong>en</strong> van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />

• Op dag 34 het LAI van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />

Eindwaarneming<br />

• Foto per ras.<br />

• Vers- <strong>en</strong> drooggewicht van 3 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 41


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

• L<strong>en</strong>gte van 3 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />

• Aantal blader<strong>en</strong> inclusief dode blader<strong>en</strong> van 3 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />

• Aantal scheut<strong>en</strong> van 3 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />

• LAI van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />

De Leaf Area Index (LAI) is het bladoppervlak per vierkante meter grondoppervlak. Per<br />

plant wordt het bladoppervlak digitaal gemet<strong>en</strong> <strong>en</strong> verm<strong>en</strong>igvuldigd met het aantal plant<strong>en</strong><br />

per vierkante meter grondoppervlak. Blader<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> breedte vanaf 1 cm zijn gemet<strong>en</strong>.<br />

Op 15 juli is aanvull<strong>en</strong>d de LAI gemet<strong>en</strong> aan 5 plant<strong>en</strong> van het ras ‘Reagan Bas’ met<br />

verschill<strong>en</strong>de plantdata <strong>en</strong> leeftijd<strong>en</strong>: 0, 11, 22, 34, 41, 50 <strong>en</strong> 60 dag<strong>en</strong>. De plant<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

all<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plantdichtheid van 60 plant<strong>en</strong> per m 2 <strong>en</strong> zijn afkomstig uit dezelfde kas als waar<br />

de 5 cultivars voor het onderzoek zijn aangeplant.<br />

Foto 10. Elke week is het gewas gefotografeerd.<br />

Foto 11. De st<strong>en</strong>gell<strong>en</strong>gte is bepaald tot het groeipunt.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 42


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Foto 12. Waarneming<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> tak: l<strong>en</strong>gte st<strong>en</strong>gel, aantal blader<strong>en</strong> <strong>en</strong> scheut<strong>en</strong>.<br />

Foto 13. LAI meting is op dag 34 <strong>en</strong> 62 uitgevoerd<br />

© DLV Plant, augustus 2009 43


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

7 Resultat<strong>en</strong> groeiproef<br />

7.1 St<strong>en</strong>gell<strong>en</strong>gte<br />

De stekk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bij het plant<strong>en</strong> e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte van 10 cm. Het verloop van de l<strong>en</strong>gtegroei<br />

van de takk<strong>en</strong> vertoont e<strong>en</strong> S-curve. De eerste 2 wek<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> de stekk<strong>en</strong> langzaam.<br />

‘Anastasia’ komt het traagst op gang, maar haalt daarna zijn achterstand in. Gedur<strong>en</strong>de de<br />

periode tuss<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 5 wek<strong>en</strong> verloopt de groei van e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte van 20 cm naar gemiddeld<br />

85 cm met e<strong>en</strong> constante snelheid van circa 13 cm per week. ‘Euro’ groeit iets sneller,<br />

‘Reagan Arie’ langzamer.<br />

Op dag 41 zijn de eerste bloemknopp<strong>en</strong> gevormd. Vanaf dag 48 van de teelt verloopt de<br />

groei trager. ‘Euro’ groeit nog circa 5 cm door, terwijl de overige cultivars ge<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gtegroei<br />

meer verton<strong>en</strong>. Euro heeft daarom ook de langste bloemsteeltjes. Op het einde van de<br />

teelt, dag 62, heeft ‘Euro’ met 98 cm de langste <strong>en</strong> Reagan Arie met 79 cm de kortste<br />

st<strong>en</strong>gel.<br />

Chrysant<br />

L<strong>en</strong>gte st<strong>en</strong>gel (cm)<br />

100<br />

L<strong>en</strong>gte st<strong>en</strong>gel (cm)<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

Bacardi<br />

Reagan Arie<br />

Anastasia<br />

Euro<br />

Reagan Bas<br />

Dag<br />

Figuur 25. St<strong>en</strong>gell<strong>en</strong>gte per tak<br />

7.2 Aantal blader<strong>en</strong><br />

Bij het plant<strong>en</strong> heeft ‘Euro’ 4 blader<strong>en</strong>. De overige cultivars hebb<strong>en</strong> er 6. Gedur<strong>en</strong>de de<br />

eerste 4 wek<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong> in het aantal blader<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de cultivars beperkt van<br />

3 tot 5 blader<strong>en</strong> per tak. De eerste 6 wek<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> er elke week 5 blader<strong>en</strong> bij. Daarna, dit<br />

is vanaf dag 41als de eerste bloem<strong>en</strong> aangelegd zijn, blijft het aantal blader<strong>en</strong> constant.<br />

Bacardi heeft met 40 stuks de meeste blader<strong>en</strong> gevormd. De overige cultivars hebb<strong>en</strong><br />

ongeveer ev<strong>en</strong> veel blader<strong>en</strong>, variër<strong>en</strong>d tuss<strong>en</strong> 32 <strong>en</strong> 35 stuks per tak.<br />

Onderaan de steel sterv<strong>en</strong> blader<strong>en</strong> af. Dit is voor het eerst 48 dag<strong>en</strong> na het plant<strong>en</strong><br />

gesignaleerd. ‘Reagan Arie’ heeft op de laatste 2 beoordeling<strong>en</strong> 5 tot 6 <strong>en</strong> ‘Anastasia’ 2 tot<br />

3 afgestorv<strong>en</strong> blader<strong>en</strong>. Figuur 26 geeft het totaal aantal blader<strong>en</strong>. Dat het aantal blader<strong>en</strong><br />

in deze figuur voor sommige cultivars daalt, komt doordat niet alle afgestorv<strong>en</strong> blader<strong>en</strong><br />

meer aanwezig war<strong>en</strong>.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 44


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Chrysant<br />

Aantal blader<strong>en</strong><br />

Aantal blader<strong>en</strong><br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

Bacardi<br />

Reagan Arie<br />

Anastasia<br />

Euro<br />

Reagan Bas<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

Dag<br />

Figuur 26. Aantal blader<strong>en</strong> per tak<br />

7.3 Aantal blader<strong>en</strong> per cm tak<br />

De eerste 2 wek<strong>en</strong> gaat de ontwikkeling van het aantal blader<strong>en</strong> sneller dan de l<strong>en</strong>gtegroei<br />

van de steel. Tuss<strong>en</strong> 13 <strong>en</strong> 27 dag<strong>en</strong> na het plant<strong>en</strong> is de st<strong>en</strong>gelgroei dermate groot, dat<br />

de ontwikkeling van het aantal blader<strong>en</strong> achterblijft. Daarna is tot de bloemvorming (dag<br />

41) de vorming van de blader<strong>en</strong> <strong>en</strong> de st<strong>en</strong>gel in ev<strong>en</strong>wicht. Tijd<strong>en</strong>s de laatste 3 wek<strong>en</strong><br />

ontwikkelt zich de bloemtros <strong>en</strong> neemt het aantal blader<strong>en</strong> niet meer toe, waardoor het<br />

aantal blader<strong>en</strong> relatief afneemt. De Euro is wel het langst, maar heeft minder blader<strong>en</strong> per<br />

cm steel.<br />

Chrysant<br />

Aantal blader<strong>en</strong> per 10 cm steel<br />

Aantal per 10 cm steel<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

Bacardi<br />

Reagan Arie<br />

Anastasia<br />

Euro<br />

Reagan Bas<br />

Dag<br />

Figuur 27. Aantal blader<strong>en</strong> per cm steel<br />

© DLV Plant, augustus 2009 45


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

7.4 Aantal scheut<strong>en</strong><br />

Vanaf de derde week ontstaan er in de oksels van de blader<strong>en</strong> scheut<strong>en</strong>. Tot 5 wek<strong>en</strong> na<br />

het plant<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de scheut<strong>en</strong> e<strong>en</strong> steeltje met 2 tot 3 blaadjes. De scheut<strong>en</strong> die zich<br />

daarna bov<strong>en</strong>in de tak vorm<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> veel kleinere blaadjes <strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bloem.<br />

De bloemknopp<strong>en</strong> zijn vanaf 6 wek<strong>en</strong>, vanaf dag 41, goed zichtbaar.<br />

‘Reagan Arie’ <strong>en</strong> ‘Reagan Bas’ ontwikkel<strong>en</strong> vanaf de derde week de meeste scheut<strong>en</strong>. Het<br />

aantal scheut<strong>en</strong> blijft tot het einde van de teelt het hoogst bij deze rass<strong>en</strong>: tuss<strong>en</strong> 25 <strong>en</strong> 27.<br />

De overige cultivars hebb<strong>en</strong> ongeveer ev<strong>en</strong>veel scheut<strong>en</strong>: 18 à 19. Bij ‘Reagan Arie’, de<br />

cultivar met de kortste st<strong>en</strong>gel, bevind<strong>en</strong> zich de scheut<strong>en</strong> bijna over de hele l<strong>en</strong>gte van de<br />

tak. ‘Euro’ vormt gedur<strong>en</strong>de de laatste wek<strong>en</strong> 3 à 4 nieuwe, lichtgro<strong>en</strong>e scheut<strong>en</strong><br />

onderaan de tak. Hieraan zitt<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> ontwikkelde blader<strong>en</strong>.<br />

‘Anastasia’ <strong>en</strong> ‘Euro’ hebb<strong>en</strong> per tak 10 scheut<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bloem. De overige cultivars 13<br />

tot 14 scheut<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bloem. Bij ‘Bacardi’ hebb<strong>en</strong> zich soms meerdere bloem<strong>en</strong><br />

ontwikkeld op e<strong>en</strong> scheut.<br />

Chrysant<br />

Scheut<strong>en</strong><br />

Aantal scheut<strong>en</strong><br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

Dag<br />

Bacardi<br />

Reagan Arie<br />

Anastasia<br />

Euro<br />

Reagan Bas<br />

Figuur 28. Aantal scheut<strong>en</strong> per tak<br />

7.5 Aantal scheut<strong>en</strong> per cm tak<br />

Het aantal scheut<strong>en</strong> dat gevormd wordt is in verhouding met de steell<strong>en</strong>gte. Van begin af<br />

aan hebb<strong>en</strong> ‘Reagan Arie’ <strong>en</strong> ‘Reagan Bas’ de meeste scheut<strong>en</strong> per cm steel. Dat blijft zo<br />

tot het einde van de teelt.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 46


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Chrysant<br />

Aantal scheut<strong>en</strong> per 10 cm steel<br />

Aantal per 10 cm steel<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

Dag<br />

Bacardi<br />

Reagan Arie<br />

Anastasia<br />

Euro<br />

Reagan Bas<br />

Figuur 29. Aantal scheut<strong>en</strong> per cm steel<br />

7.6 Versgewicht tak<br />

De stekk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bij het plant<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gewicht van 2 tot 3 gram per stek. Na de eerste<br />

week neemt het takgewicht gelijkmatig toe tot 103 gram (‘Reagan Bas’) <strong>en</strong> 134 gram<br />

(‘Bacardi’) bij de oogst. Dit betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> groei tuss<strong>en</strong> 11 <strong>en</strong> 15 gram versgewicht per<br />

week. De beide ‘Reagan’ cultivars zijn minder zwaar.<br />

Opvall<strong>en</strong>d is dat op dag 41 de takk<strong>en</strong> van alle cultivars ev<strong>en</strong> zwaar zijn. Gedur<strong>en</strong>de de 3<br />

wek<strong>en</strong> daarna tot het oogst<strong>en</strong> ontstaan er verschill<strong>en</strong> in gewicht. Het is vreemd dat ‘Euro’<br />

op dag 48 zwaardere takk<strong>en</strong> heeft dan de week daarop. In het proefveld van ‘Euro’, maar<br />

ook in Anastasia is waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de plant<strong>en</strong> zich niet ev<strong>en</strong> snel ontwikkel<strong>en</strong>. Er is<br />

<strong>en</strong>ige heterog<strong>en</strong>iteit in het proefveld. De waarneming op het einde van de teelt is in<br />

drievoud uitgevoerd <strong>en</strong> geeft daarom e<strong>en</strong> beter inzicht van de gewasontwikkeling.<br />

Chrysant<br />

Versgewicht (g per tak)<br />

Versgewicht g per tak<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

Dag<br />

Bacardi<br />

Reagan Arie<br />

Anastasia<br />

Euro<br />

Reagan Bas<br />

Figuur 30. Versgewicht tak<br />

© DLV Plant, augustus 2009 47


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

7.7 Versgewicht per cm tak<br />

Tot 28 dag<strong>en</strong> na het plant<strong>en</strong> neemt het versgewicht per cm tak snel toe van 0,3 g tot 1,2 g<br />

(‘Reagan Arie’). Daarna is de ontwikkeling van steel <strong>en</strong> blad geringer zodat het<br />

versgewicht langzaam stijgt, maar neemt tijd<strong>en</strong>s de ontwikkeling van de bloemtros weer<br />

duidelijk toe. ‘Bacardi’ is per cm tak het zwaarst (1,5 g) <strong>en</strong> ‘Reagan Bas’ het lichtst (1,2 g).<br />

Chrysant<br />

Versgewicht (g per cm tak)<br />

g per cm tak<br />

1,6<br />

1,2<br />

0,8<br />

0,4<br />

Bacardi<br />

Reagan Arie<br />

Anastasia<br />

Euro<br />

Reagan Bas<br />

0,0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

Dag<br />

Figuur 31. Versgewicht per cm tak<br />

7.8 Drooggewicht tak<br />

De ontwikkeling van de droge stof komt overe<strong>en</strong> met die van het versgewicht. Vanaf het<br />

plant<strong>en</strong> neemt de hoeveelheid droge stof constant toe tot e<strong>en</strong> hoeveelheid die ligt tuss<strong>en</strong><br />

13 <strong>en</strong> 17 gram per tak. De beide ‘Reagan’ cultivars hebb<strong>en</strong> minder droge stof aanmaak<br />

dan de overige cultivars.<br />

Chrysant<br />

Drooggewicht (g per tak)<br />

Ds-gewicht g per tak<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

Dag<br />

Bacardi<br />

Reagan Arie<br />

Anastasia<br />

Euro<br />

Reagan Bas<br />

Figuur 32. Drooggewicht tak<br />

© DLV Plant, augustus 2009 48


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

7.9 Drooggewicht per cm tak<br />

De ontwikkeling van het drooggewicht per cm steel vertoont e<strong>en</strong>zelfde S-curve als die van<br />

het versgewicht per cm tak. De eerste wek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> snelle stijging, in het midd<strong>en</strong> van de teelt<br />

stabilisatie <strong>en</strong> de tijd<strong>en</strong>s de ontwikkeling van de bloemtros weer e<strong>en</strong> snelle opmars. ‘Euro’<br />

<strong>en</strong> ‘Reagan Bas’ hebb<strong>en</strong> op het einde van de teelt minder drooggewicht per cm tak.<br />

Chrysant<br />

Drooggewicht (g per cm steel)<br />

g per cm steel<br />

0,20<br />

0,15<br />

0,10<br />

0,05<br />

Bacardi<br />

Reagan Arie<br />

Anastasia<br />

Euro<br />

Reagan Bas<br />

0,00<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

Dag<br />

Figuur 33. Drooggewicht per cm tak<br />

7.10 Drogestofgehalte tak<br />

De stekk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bij het plant<strong>en</strong> e<strong>en</strong> drogestofgehalte tuss<strong>en</strong> 7% <strong>en</strong> 9%. Daarna stijgt<br />

het gehalte de eerste 2 wek<strong>en</strong> naar 11 tot 14%. Dan volgt e<strong>en</strong> lichte daling <strong>en</strong> blijft tot dag<br />

41 constant op 10% droge stof. Vervolg<strong>en</strong>s, als de bloem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontwikkeld, volgt tot<br />

de oogst e<strong>en</strong> geleidelijke stijging naar 13%. De eerste 2 tot 3 wek<strong>en</strong> zijn de verschill<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de cultivars maximaal 3% droge stof, daarna ligg<strong>en</strong> de drogestofgehaltes dicht bij<br />

elkaar.<br />

Chrysant Droge stof (%)<br />

Droge stof (%)<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

Dag<br />

Bacardi<br />

Reagan Arie<br />

Anastasia<br />

Euro<br />

Reagan Bas<br />

Figuur 34. Drogestof gehalte tak<br />

© DLV Plant, augustus 2009 49


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

7.11 LAI dag 34 <strong>en</strong> 62<br />

Op dag 34 ligt de LAI van de cultivars, met 60 plant<strong>en</strong> per m 2 , tuss<strong>en</strong> 5,6 m 2 /m 2 <strong>en</strong> 6,8<br />

m 2 /m 2 . ‘Bacardi’ heeft de hoogste LAI. Dit komt overe<strong>en</strong> met het aantal blader<strong>en</strong> dat geteld<br />

is.<br />

Op dag 62, het einde van de teelt, ligt de LAI met uitzondering van ‘Reagan Bas’ hoger<br />

dan op dag 34. De LAI voor ‘Reagan Bas’ blijft stek<strong>en</strong> op 6,2 m 2 /m 2 . De overige cultivars<br />

hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> LAI tuss<strong>en</strong> 6,7 m 2 /m 2 <strong>en</strong> 8,9 m 2 /m 2 . Dat ‘Anastasia’ de hoogste waarde heeft<br />

komt mede doordat de blader<strong>en</strong> onderaan de st<strong>en</strong>gel, in teg<strong>en</strong>stelling tot de overige<br />

cultivars, nog fris gro<strong>en</strong> zijn.<br />

De gemet<strong>en</strong> LAI in dit onderzoek ligt op e<strong>en</strong> relatief hoog niveau. De meetmethodiek is<br />

correct gehanteerd. Elk blaadje met e<strong>en</strong> minimum grootte van 1 cm is meeberek<strong>en</strong>d. Er is<br />

weinig uitval of bladproblem<strong>en</strong> geweest <strong>en</strong> de proef is in e<strong>en</strong> relatief lichte teeltperiode<br />

uitgevoerd. Onder andere omstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> lager zijn.<br />

Tabel 8. LAI van 5 cultivars op 2 mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de teelt (15 juli = dag 34, 12 aug = dag 62)<br />

LAI<br />

Datum: Ras: herh A herh B gemiddeld<br />

(cm2/st<strong>en</strong>gel) (cm2/st<strong>en</strong>gel) (m2/m2)<br />

15-jul Bacardi 1195 1081 6,83<br />

12-aug Bacardi 1225 1294 7,56<br />

15-jul Reagan Arie 1026 929 5,87<br />

12-aug Reagan Arie 1122 1113 6,71<br />

15-jul Anastasia 869 987 5,57<br />

12-aug Anastasia 1526 1442 8,90<br />

15-jul Euro 932 1023 5,86<br />

12-aug Euro 1166 1342 7,53<br />

15-jul Reagan Bas 1065 999 6,19<br />

12-aug Reagan Bas 1049 1007 6,17<br />

7.12 LAI vanaf dag 0 t/m 60<br />

De LAI van ‘Reagan Bas’ met verschill<strong>en</strong>de groeidag<strong>en</strong> stijgt vanaf het plant<strong>en</strong> van 0,39<br />

m 2 /m 2 tot dag 50 naar e<strong>en</strong> maximum van 8,3 m 2 /m 2 . Het betreft takk<strong>en</strong> uit verschill<strong>en</strong>de<br />

opplanting<strong>en</strong> in dezelfde kas <strong>en</strong> die op dezelfde dag gemet<strong>en</strong> zijn. Uitgangsmateriaal <strong>en</strong><br />

groeiomstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d geweest zijn. Ook kan het klimaat invloed<br />

hebb<strong>en</strong> gehad op de ontwikkeling van het aantal blader<strong>en</strong>. Op dag 60 is de LAI gezakt van<br />

8,3 m 2 /m 2 naar 6,9 m 2 /m 2 . Het is mogelijk dat e<strong>en</strong> aantal afgestorv<strong>en</strong> blaadjes onderaan<br />

de st<strong>en</strong>gel hiervan de oorzaak is.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 50


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

LAI (m2/m2)<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70<br />

Tijd na plant<strong>en</strong> (dag<strong>en</strong>)<br />

Figuur 35. LAI van ‘Reagan Bas’ op verschill<strong>en</strong>de tijdstipp<strong>en</strong> in de teelt.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 51


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

8 Conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong><br />

Conclusies uit de praktijkmonitoring<br />

• Het monitor<strong>en</strong> van klimaatdata van praktijkbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> Growlabs is heel<br />

leerzaam. Voorwaarde hiervoor is wel dat de data van de klimaatcomputers <strong>en</strong><br />

van de growlabs in één database terecht kom<strong>en</strong>. Het systeem van Letsgrow is hier<br />

heel bruikbaar voor geblek<strong>en</strong>.<br />

• De praktijkmonitoring <strong>en</strong> de discussie daarover binn<strong>en</strong> de telers, onderzoekers <strong>en</strong><br />

adviseurs heeft op diverse punt<strong>en</strong> nieuwe teeltinzicht<strong>en</strong> opgeleverd <strong>en</strong> bestaande<br />

inzicht<strong>en</strong> bevestigd.<br />

• De non-contact-meting<strong>en</strong> op de Growlabs lever<strong>en</strong> goede, direct bruikbare<br />

meting<strong>en</strong> op. Dit zijn de meting<strong>en</strong> van: planttemperatuur, luchttemperatuur, PARlicht,<br />

RV, CO 2 , VPD, dauwpunt, WET (watergehalte, EC <strong>en</strong> temperatuur van de<br />

bodem).<br />

• De plants<strong>en</strong>sor met contactmeting (de plantivity-meter) voldoet, praktisch gezi<strong>en</strong>,<br />

minder goed als continu-meting aan e<strong>en</strong> chrysant<strong>en</strong>gewas. Het is e<strong>en</strong> puntmeting<br />

op één blad. E<strong>en</strong> groot handicap daarbij is dat het chrysant<strong>en</strong>gewas erg snel<br />

groeit <strong>en</strong> al na e<strong>en</strong> paar dag<strong>en</strong> het blad met het meetpunt overgroeit <strong>en</strong> in de<br />

schaduw zet.<br />

• De plantivity is min of meer e<strong>en</strong> stress-indicator, die op basis van de<br />

fluoris<strong>en</strong>tiemeting<strong>en</strong> e<strong>en</strong> correctie-factor inbr<strong>en</strong>gt in het model dat de groei<br />

berek<strong>en</strong>t. Omdat het plant<strong>en</strong>paspoort heeft uitgewez<strong>en</strong> dat chrysant bijna nooit<br />

stress zal ondervind<strong>en</strong>, heeft e<strong>en</strong> plantivity-meter maar e<strong>en</strong> geringe meerwaarde<br />

bij de groei<strong>modellering</strong> van chrysant.<br />

Conclusies uit het onderzoek plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant<br />

• De gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> van Chrysant binn<strong>en</strong> het fotosynthese model<br />

zijn nader bepaald.<br />

• Chrysant is e<strong>en</strong> gewas is met e<strong>en</strong> zeer hoge productiecapaciteit. Het gewas is<br />

weinig gevoelig voor stress-omstandighed<strong>en</strong> door bijvoorbeeld lage<br />

luchtvochtighed<strong>en</strong>.<br />

• De fotosynthese is bij chrysant over de dag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> erg stabiel.<br />

• De licht-responscurve bereikt bij ± 900 umol/m 2 .s PAR-licht haar maximum. Het<br />

chrysant<strong>en</strong>gewas past zich in zekere mate aan de seizo<strong>en</strong><strong>en</strong> aan. E<strong>en</strong><br />

wintergewas gaat wat beter om met lage lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zomergewas<br />

b<strong>en</strong>ut de hoge lichthoeveelhed<strong>en</strong> wat beter.<br />

• De CO 2 -responscurve laat zi<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> wintergewas bij 1000 ppm maximaal<br />

produceert <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zomergewas bij 1400 ppm CO 2 .<br />

• De verschill<strong>en</strong> in de gemet<strong>en</strong> plantfysiologische reacties tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong> zijn<br />

zeer gering.<br />

Conclusies uit de groeiproef<br />

• Er kunn<strong>en</strong> behoorlijke verschill<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> rass<strong>en</strong> in de productie van<br />

versgewicht <strong>en</strong> drooggewicht.<br />

• De verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vers- <strong>en</strong> drooggewicht zijn tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong> gelijk. Het<br />

drogestofperc<strong>en</strong>tage verschilt nauwelijks<br />

• De LAI (Leaf Area Index) is in de tweede helft van de teelt gemiddeld 6,7 m 2 blad<br />

per m 2 grondoppervlakte.<br />

• De LAI bereikt bij e<strong>en</strong> zomerteelt na 3 wek<strong>en</strong> teeltduur de gr<strong>en</strong>s van 3 m 2 /m 2 .<br />

• Tuss<strong>en</strong> de onderzochte rass<strong>en</strong> verschilt de LAI behoorlijk (maximaal 15%). Er lijkt<br />

e<strong>en</strong> positieve relatie te zijn tuss<strong>en</strong> productie <strong>en</strong> LAI / aantal blader<strong>en</strong>.<br />

• De fotosynthese-output van de plantivity meter is in gram droge stof/m 2 blad. Uit<br />

de fotosynthese meting<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> er geringe verschill<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> terwijl <strong>en</strong> wel<br />

grote verschill<strong>en</strong> zijn in vers- <strong>en</strong> drooggewicht zijn gevond<strong>en</strong>. Deze verschill<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> veroorzaakt door verschil in LAI / aantal blader<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong>.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 52


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Aanbeveling<strong>en</strong><br />

• Voor het verder ontwikkel<strong>en</strong>, vernieuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong> van de teeltk<strong>en</strong>nis in de<br />

chrysant<strong>en</strong>teelt is klimaatmonitoring tuss<strong>en</strong> praktijkbedrijv<strong>en</strong>, aangevuld met<br />

growlabs met plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, via e<strong>en</strong> systeem zoals Letsgrow zeer aan te bevel<strong>en</strong>.<br />

Ook is deze werkwijze heel geschikt om praktijk-onderzoek te do<strong>en</strong>.<br />

• Groei<strong>modellering</strong> bij chrysant kan voorlopig verder ontwikkeld word<strong>en</strong> op basis<br />

van de groeifactor<strong>en</strong> PAR, CO 2 , VPD <strong>en</strong> temperatuur. Voor het raseffect is van<br />

belang om de LAI / bladaantal in het model te integrer<strong>en</strong>.<br />

• De huidige apparatuur van directe fotosynthese-meting<strong>en</strong> aan Chrysant is<br />

onvoldo<strong>en</strong>de praktijkklaar <strong>en</strong> biedt te weinig meerwaarde.<br />

• E<strong>en</strong> fotosynthese meter met non-contact techniek, bijv. e<strong>en</strong> ‘plantivity-camera’, die<br />

op afstand de fotosyntheseactiviteit van e<strong>en</strong> bepaalde oppervlakte gewas kan<br />

met<strong>en</strong>, zou voor chrysant ideaal zijn. Aan deze techniek<strong>en</strong> wordt op<br />

laboratoriumschaal onderzoek gedaan. Het is aan te bevel<strong>en</strong> om in dit onderzoek<br />

te blijv<strong>en</strong> invester<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gewas chrysant in beeld te houd<strong>en</strong> om mettertijd hier<br />

(praktijk)proev<strong>en</strong> mee te gaan do<strong>en</strong>.<br />

• De WET-meter verdi<strong>en</strong>t het om opgepakt te word<strong>en</strong> door de praktijk <strong>en</strong> vooral ook<br />

in onderzoekssituaties. Het is e<strong>en</strong> betrouwbare, onderhoudsarme <strong>en</strong> robuuste<br />

meter, die heel bruikbare informatie oplevert over vooral het vochtgehalte van de<br />

grond. Met name met het oog op de noodzaak om in de toekomst te tel<strong>en</strong> met<br />

minder emissie, is e<strong>en</strong> gereedschap om de watergift nauwkeuriger te stur<strong>en</strong> heel<br />

belangrijk.<br />

© DLV Plant, augustus 2009 53


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Bijlage 1. Lijst met deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong><br />

Lijst met deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> van project ‘plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>’<br />

H. van Helvoort Wolput 94 5251 CH Vlijm<strong>en</strong><br />

F. van Paass<strong>en</strong> Kerkeland 6 1693 NP Wervershoof<br />

Kwekerij 't Gildeland Gildeland 2 3155 RD De Lier<br />

Kwekerij Buijs Chrysant<strong>en</strong> Verdrietweg 5305 VC Zuilichem<br />

Janss<strong>en</strong> Maasbree B.V. Vlasrooth 8 5993 PW Maasbree<br />

Gebr. J&A van Ruijv<strong>en</strong> Oranjepolderweg 22 2676 CL Maasdijk<br />

Fa. Huisman & Zn. Lange Kruisweg 70 f 2676 BP Maasdijk<br />

Fa. Overgaag Van rijckevorsellaan 5 2691 NK s Grav<strong>en</strong>zande<br />

Le<strong>en</strong> Middelburg Chrysant<strong>en</strong> Steelhov<strong>en</strong>sedijk 9 e 4921 SV Made<br />

Kwekerij van Ruijv<strong>en</strong> Woudtzicht 15 2678 NG De Lier<br />

© DLV Plant, augustus 2009 54


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Bijlage 2. Dataverzameling<br />

Data vanuit klimaatcomputer van deelnemers naar Letsgrow<br />

Totaal aantal gegev<strong>en</strong>s 50<br />

meteo gegev<strong>en</strong>s aantal 4<br />

Straling 1<br />

buit<strong>en</strong>temp 1<br />

stralingssom 1<br />

windsnelheid 1<br />

Afdeling<strong>en</strong>sgegev<strong>en</strong>s van 2 afdeling<strong>en</strong> 28<br />

(afdelingsnummers kiez<strong>en</strong>, zodanig dat er altijd één van de twee e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>d gewas heeft,<br />

ook als de andere afdeling geoogst wordt of net geplant is. Dus e<strong>en</strong> halve teeltronde uit elkaar)<br />

Temp 2<br />

RV 2<br />

VD 2<br />

indi<strong>en</strong> van<br />

Planttemp<br />

toepassing 2<br />

indi<strong>en</strong> van<br />

toepassing 2<br />

VPD<br />

schermstand verd. Doek 2<br />

raam luw gemet<strong>en</strong> 2<br />

raam wind gemet<strong>en</strong> 2<br />

buis bov<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong> 2<br />

buis bov<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d 2<br />

buis onder gemet<strong>en</strong> 2<br />

buis onder berek<strong>en</strong>d 2<br />

Berek<strong>en</strong>de verwarmingstemperatuur 2<br />

berek<strong>en</strong>de V<strong>en</strong>tilatiertemperatuur luw 2<br />

Energiegegev<strong>en</strong>s 18<br />

buffervul% 1<br />

Wkk 1 vermog<strong>en</strong> of m3/u 1<br />

Wkk 2 vermog<strong>en</strong> of m3/u 1<br />

Ketel 1 vermog<strong>en</strong> of m3/u 1<br />

Ketel 2 vermog<strong>en</strong> of m3/u 1<br />

M3 per uur gaspulsmeter 1<br />

Stroom pulsmeter inkoop 1<br />

Stroom pulsmeter verkoop 1<br />

Stroom pulsmeter verbruik kas 1<br />

Buffertemperatuur nr 1 1<br />

Buffertemperatuur nr 2 1<br />

Buffertemperatuur nr 3 1<br />

Buffertemperatuur nr 4 1<br />

Buffertemperatuur nr 5 1<br />

Buffertemperatuur nr 6 1<br />

Buffertemperatuur nr 7 1<br />

Buffertemperatuur nr 8 1<br />

Buffertemperatuur nr 9 1<br />

© DLV Plant, augustus 2009 55


<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />

Bijlage 3. Fotosynthesemeting<strong>en</strong> door Plant<br />

Dynamics<br />

© DLV Plant, augustus 2009 56


Plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant<br />

9 augustus 2008<br />

Uitvoering: Ing C.S. Pot<br />

Verslag: Dr ir A.H.C.M. Schap<strong>en</strong>donk<br />

www.plant-dynamics.nl<br />

Englaan 8<br />

6703EW Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

06-21983129<br />

In opdracht van DLV Plant<br />

Locatie:<br />

-Kwekerij Van Ruijv<strong>en</strong> BV<br />

-Fa Janss<strong>en</strong>.<br />

Janss<strong>en</strong><br />

Maasbree B.V.<br />

Vlasrooth 8<br />

5993 PWMaasbree


Inhoudsopgave<br />

pagina<br />

1.1 Doelstelling 3<br />

1.2 Materiaal <strong>en</strong> Method<strong>en</strong> 3<br />

1.2.1 Teelt <strong>en</strong> gewas k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>: 3<br />

1.2.2 Fotosynthese <strong>en</strong> huidmondjes meting<strong>en</strong> 4<br />

1.2.3 Kasklimaat 6<br />

1.3 Experim<strong>en</strong>tele resultat<strong>en</strong> 8<br />

1.3.1 Verloop van de huidmondjesgeleidbaarheid over de dag 8<br />

1.3.2 Fotosynthese capaciteit 10<br />

1.3.3 Variatie over de dag 12<br />

1.3.4 Variatie over het seizo<strong>en</strong> 12<br />

1.3.5 Variatie per ras 14<br />

1.3.6 Absolute luchtvochtigheid 18<br />

1.3.7 Relatieve luchtvochtigheid (RV) 18<br />

1.3.8 Dampdruk (VP) <strong>en</strong> dampdruk deficit (VPD) 18<br />

2 BIJLAGE 2 LICHT 19<br />

Disclaimer.<br />

Dit verslag is alle<strong>en</strong> bedoeld voor persoonlijk gebruik door de opdrachtgever <strong>en</strong> niet voor verdere verspreiding.<br />

Plant Dynamics BV is niet verantwoordelijk voor ev<strong>en</strong>tuele schade, die voortkomt uit het gebruik van de<br />

vinding<strong>en</strong> <strong>en</strong> proefresultat<strong>en</strong> die in dit verslag beschrev<strong>en</strong> zijn.<br />

2


1.1 Doelstelling<br />

Dit pilot experim<strong>en</strong>t is bedoeld om e<strong>en</strong> eerste indruk te verkrijg<strong>en</strong> van de assimilatie capaciteit <strong>en</strong><br />

fotosynthese eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van chrysant. Er is speciaal aandacht besteed aan de fotosynthese<br />

parameters <strong>en</strong> de huidmondjes reactie in afhankelijkheid van lichtint<strong>en</strong>siteit (zie bijlage 1), VPD (zie<br />

bijlage 2) <strong>en</strong> CO 2 conc<strong>en</strong>tratie. De resultat<strong>en</strong> van het onderzoek bied<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitgangspunt voor e<strong>en</strong><br />

verdere optimalisering van de teelt.<br />

Uit de meting<strong>en</strong> blijkt dat de assimilatie eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van het ras, onder de heers<strong>en</strong>de<br />

experim<strong>en</strong>tele condities, zonder meer uitstek<strong>en</strong>d war<strong>en</strong>. Omdat de productie van chrysant<strong>en</strong> door<br />

meer compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wordt bepaald dan de assimilatie eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>, kan dit positieve<br />

resultaat niet direct word<strong>en</strong> vertaald naar de productiecapaciteit van het ras maar het is wel e<strong>en</strong><br />

basis voor verdere berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> waarin ook de bloeikarakteristiek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meegewog<strong>en</strong>.<br />

1.2 Materiaal <strong>en</strong> Method<strong>en</strong><br />

1.2.1 Teelt <strong>en</strong> gewas k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

21-2-2008: meting bij Fa. Janss<strong>en</strong> aan ras Reagan Pink <strong>en</strong> Bacardi Wit<br />

Klimaat:<br />

Belichting aan/uit: 50 µmol.m -2 .s -1 van 6 tot 10 uur.<br />

Bewolkingsgraad: ocht<strong>en</strong>d zeer bewolkt, begin middag diffuus zonnig, later weer zwaar bewolkt<br />

weer.<br />

Energiedoek: op<strong>en</strong> om 8:30 uur.<br />

[CO 2 ]: 800-900 ppm.<br />

Aangeleverde klimaatgegev<strong>en</strong>s: zie sheet klimaat<br />

Gewask<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

Leeftijd: circa zelfde stadium als op 3 juni<br />

22-2-2008: meting bij Fa. van Ruijv<strong>en</strong> aan ras Euro Wit <strong>en</strong> Anastasia Wit<br />

Klimaat:<br />

Belichting aan/uit: 110 µmol.m -2 .s -1 (1000 W installatie) van 6 tot 12 uur.<br />

Bewolkingsgraad: hele dag bewolkt.<br />

Energiedoek: op<strong>en</strong> om 7:00 uur.<br />

[CO 2 ]: nacht circa 700 ppm, overdag circa 500 ppm.<br />

Aangeleverde klimaatgegev<strong>en</strong>s: zie sheet klimaat<br />

Gewask<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

Leeftijd: circa zelfde stadium als op 2/3 juni<br />

Euro strekt meer dan Anastasia. St<strong>en</strong>gel is wel dunner.<br />

2-6-2008: meting bij Fa. Janss<strong>en</strong> aan alle rass<strong>en</strong><br />

3


Klimaat:<br />

Gewas onbelicht (alle<strong>en</strong> in begin stuurlicht (LD behandeling met circa 100 lux van gloeilamp<strong>en</strong>).<br />

Bewolkingsgraad: ocht<strong>en</strong>d zonnig, warm <strong>en</strong> vochtig, middag: idem; vanaf 16:30 uur onweer.<br />

Energiedoek: ge<strong>en</strong> (alle<strong>en</strong> verduistering tot 8:00 uur).<br />

[CO 2 ]: nacht circa 700 ppm; overdag circa 380 ppm (ram<strong>en</strong> staan hele dag wijd op<strong>en</strong>).<br />

Aangeleverde klimaatgegev<strong>en</strong>s: zie sheet klimaat.<br />

Gewask<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

Leeftijd: plant<strong>en</strong> week 18 dag 2; begin korte dag week 20 dag 6 (na 17 dag<strong>en</strong>).<br />

Planthoogte:<br />

Bacardi: 68 cm; st<strong>en</strong>gel dikker dan euro <strong>en</strong> dunner dan Anastasia.<br />

Euro: 72 cm; st<strong>en</strong>gel lijkt dunner dan de rest.<br />

Anastasia: 56 cm; st<strong>en</strong>gel redelijk dik.<br />

Artic que<strong>en</strong>: 59 cm; st<strong>en</strong>geldikte als Bacardi.<br />

Reagan: 57 cm; st<strong>en</strong>geldikte als Bacardi.<br />

3-6-2008: meting bij Fa. Janss<strong>en</strong> aan alle rass<strong>en</strong><br />

Klimaat:<br />

Gewas onbelicht (alle<strong>en</strong> in begin stuurlicht (LD behandeling met circa 100 lux van gloeilamp<strong>en</strong>).<br />

Bewolkingsgraad: ocht<strong>en</strong>d bewolkt. Middag: vanaf circa 11 uur steeds meer zon <strong>en</strong> warm; de<br />

huidmondjes reager<strong>en</strong> snel.<br />

Energiedoek: ge<strong>en</strong> (alle<strong>en</strong> verduistering tot 8:00 uur).<br />

[CO 2 ]: circa 350 ppm (ram<strong>en</strong> staan hele dag wijd op<strong>en</strong>).<br />

Aangeleverde klimaatgegev<strong>en</strong>s: zie sheet klimaat.<br />

Gewask<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

Leeftijd: plant<strong>en</strong> week 18 dag 2.<br />

Begin korte dag week 20 dag 6 (na 17 dag<strong>en</strong>).<br />

1.2.2 Fotosynthese <strong>en</strong> huidmondjes meting<strong>en</strong><br />

De meting<strong>en</strong> zijn uitgevoerd aan plant<strong>en</strong> van afd. 2.<br />

De fotosynthese meting<strong>en</strong> zijn verricht met de LiCor fotosynthese apparatuur. In het meetcuvet<br />

van deze apparatuur kunn<strong>en</strong> de lichtomstandighed<strong>en</strong>, de CO 2 conc<strong>en</strong>tratie, de temperatuur <strong>en</strong> de<br />

relatieve luchtvochtigheid gevarieerd word <strong>en</strong>. Hierdoor kan de korte termijn reactie op deze<br />

verandering<strong>en</strong> bepaald word<strong>en</strong>.<br />

Licht respons curve werd gemet<strong>en</strong> bij de volg<strong>en</strong>de lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>: donkeradaptatie - 50 - 100 -<br />

400 - 600 - 800 - 1000 – 0 bij 800 ppm CO 2 (elke lichtstap in 2 tot 3 minut<strong>en</strong>).<br />

CO 2 response curv<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong> bij de volg<strong>en</strong>de CO 2 conc<strong>en</strong>traties: 200 - 350 - 600 - 900 -<br />

1200 - 1500 ppm bij 1000 µmol.m -2 .s -1 PAR.<br />

4


Externe lichtbron + fluoresc<strong>en</strong>tie meetkop<br />

Bladkamers waartuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> blad is<br />

geklemd<br />

Analysator voor CO 2 <strong>en</strong><br />

waterdamp<br />

LiCor-6400 meetapparatuur.<br />

Assimilatie <strong>en</strong> fluoresc<strong>en</strong>tie (ETR) zijn gemet<strong>en</strong> met de LiCor 6400.<br />

In de meet cuvette van deze apparatuur word<strong>en</strong> lichtint<strong>en</strong>siteit, CO 2 conc<strong>en</strong>tratie, temperatuur <strong>en</strong><br />

de relatieve luchtvochtigheid door e<strong>en</strong> computerprogramma ingesteld <strong>en</strong> gevarieerd. Hierdoor<br />

kan de reactie van de assimilatie op deze verandering<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>taan bepaald word<strong>en</strong>.<br />

De LiCor-6400 kan zodanig geprogrammeerd <strong>en</strong> gekalibreerd word<strong>en</strong> dat automatisch in<br />

ongeveer 40 minut<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reeks van oplop<strong>en</strong>de lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong> op het ingeklemde blad wordt<br />

gedoseerd. Na elke stap wordt de actuele assimilatie van het betreff<strong>en</strong>de blad gemet<strong>en</strong>.<br />

Daarnaast wordt de op<strong>en</strong>ingstoestand van de huidmondjes gemet<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt met behulp van<br />

chlorofyl fluoresc<strong>en</strong>tie de fotosynthese capaciteit gemet<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de meting<strong>en</strong> met de LiCor-<br />

6400 bij verschill<strong>en</strong>de lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong> werd de CO 2 conc<strong>en</strong>tratie op 800 ppm gehandhaafd. De<br />

lichtint<strong>en</strong>siteit tijd<strong>en</strong>s de CO 2 respons curve was 1000 μmol PAR.<br />

Meting huidmondjesgeleidbaarheid:<br />

Met de porometer werd<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> van de huidmondjesgeleidbaarheid op verschill<strong>en</strong>de<br />

tijdstipp<strong>en</strong> op de dag geregistreerd (5 blader<strong>en</strong> per ras).<br />

5


1.2.3 Kasklimaat<br />

In onderstaande figur<strong>en</strong> zijn scans weergegev<strong>en</strong> van data uit de klimaatcomputer. De data hebb<strong>en</strong><br />

betrekking op het klimaat van 18:00 u op de vooravond van de meting<strong>en</strong> tot 17:00 u op de<br />

meetdag zelf.<br />

Temperatuur 2 juni<br />

Temperatuur 3 juni<br />

6


RV 2 juni<br />

RV 3 juni<br />

Straling 2 juni<br />

Straling 3 juni<br />

7


1.3 Experim<strong>en</strong>tele resultat<strong>en</strong><br />

1.3.1 Verloop van de huidmondjesgeleidbaarheid over de dag<br />

verloop geleidbaarheid (21 febr. Janss<strong>en</strong>)<br />

400.0<br />

Gs mmol m -2 s -1<br />

300.0<br />

200.0<br />

100.0<br />

bacardi wit<br />

reagan pink<br />

0.0<br />

8:00 10:00 12:00 14:00 16:00<br />

tijd<br />

Gs mmol m -2 s -1<br />

verloop geleidbaarheid (22 febr. v Ruijv<strong>en</strong>)<br />

400.0<br />

anastasia wit<br />

euro wit<br />

300.0<br />

200.0<br />

100.0<br />

0.0<br />

8:00 10:00 12:00 14:00 16:00<br />

tijd<br />

8


verloop geleidbaarheid (2 juni Janss<strong>en</strong>)<br />

400.0<br />

Gs mmol m -2 s -1<br />

300.0<br />

200.0<br />

100.0<br />

anastasia wit<br />

artic que<strong>en</strong><br />

bacardi wit<br />

euro wit<br />

reagan pink<br />

0.0<br />

8:00 10:00 12:00 14:00 16:00<br />

tijd<br />

Gs mmol m -2 s -1<br />

verloop geleidbaarheid (3 juni Janss<strong>en</strong>)<br />

400.0<br />

300.0<br />

200.0<br />

100.0<br />

anastasia wit<br />

artic que<strong>en</strong><br />

bacardi wit<br />

euro wit<br />

reagan pink<br />

0.0<br />

8:00 10:00 12:00 14:00 16:00<br />

tijd<br />

Alle onderzochte rass<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge huidmondjesgeleidbaarheid, die ook stabiel blijft over<br />

de dag. Uit de meting<strong>en</strong> lijkt er e<strong>en</strong> lichte t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s te zijn dat de huidmondjesgeleidbaarheid (Gs) in<br />

de ocht<strong>en</strong>d langzaam to<strong>en</strong>eemt tot e<strong>en</strong> maximum rond het middaguur <strong>en</strong> aan het eind van de<br />

middag e<strong>en</strong> geringe afname. Gs is gekoppeld aan de lichtint<strong>en</strong>siteit maar ook aan<br />

bladtemperatuur.<br />

9


Datum ras gemiddelde Gs mmol m-2 s-1<br />

februari bacardi wit 248<br />

februari reagan pink 229<br />

februari anastasia wit 220<br />

februari euro wit 207<br />

juli anastasia wit 150<br />

juli artic que<strong>en</strong> 163<br />

juli bacardi wit 134<br />

juli euro wit 139<br />

juli reagan pink 142<br />

In bov<strong>en</strong>staande tabel is de gemiddelde geleidbaarheid van alle meting<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>. Dit geeft<br />

e<strong>en</strong> goede indruk van de totale verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong>. De rasvariatie is klein. De verschill<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de seizo<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn groter dan de rasvariatie. Gs was voor alle rass<strong>en</strong> in februari hoger dan<br />

in juli. De belangrijkste red<strong>en</strong> was de relatief hoge VPD van het blad in juli. In februari, bij e<strong>en</strong> lage<br />

VPD heeft Bacardi de hoogste geleidbaarheid maar in juli, bij e<strong>en</strong> hogere VPD, is de<br />

geleidbaarheid van Bacardi het laagst van alle rass<strong>en</strong>. Anastasia <strong>en</strong> Euro wit zijn het meest<br />

stabiel, hoewel Arctic Que<strong>en</strong> in juli ook hoog scoorde maar van dat ras zijn in februari ge<strong>en</strong><br />

meting<strong>en</strong> gedaan.<br />

1.3.2 Fotosynthese capaciteit<br />

Dat de huidmondjes geleidbaarheid van de gemet<strong>en</strong> blader<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel mom<strong>en</strong>t beperk<strong>en</strong>d<br />

is geweest voor de assimilatie, is k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor e<strong>en</strong> zeer productief, vitaal gewas.<br />

Meting fotosynthese aan<br />

topblader<strong>en</strong> bij chrysant.<br />

Met behulp van fluoresc<strong>en</strong>tiemeting<strong>en</strong>, die simultaan word<strong>en</strong> verricht met de assimilatiemeting, is<br />

de assimilatie capaciteit in afwezigheid van huidmondjesbeperking bepaald (ETR). De relatie<br />

tuss<strong>en</strong> de simultaan gemet<strong>en</strong> fotosynthese <strong>en</strong> ETR voor alle meting<strong>en</strong> is in de figuur hieronder<br />

weergegev<strong>en</strong>.<br />

10


Relatie fotosynthese ETR bij verschill<strong>en</strong>de rass<strong>en</strong> (februari)<br />

mmol CO 2 m -2 s -1<br />

35.0<br />

30.0<br />

25.0<br />

20.0<br />

15.0<br />

10.0<br />

5.0<br />

0.0<br />

-5.0<br />

y = -0.0003x 2 + 0.2033x - 1.6113<br />

R 2 = 0.9952<br />

0 50 100 150 200 250<br />

mmol electron<strong>en</strong> m -2 s -1<br />

Relatie fotosynthese ETR bij verschill<strong>en</strong>de rass<strong>en</strong> (juli)<br />

mmol CO 2 m -2 s -1<br />

35.0<br />

30.0<br />

25.0<br />

20.0<br />

15.0<br />

10.0<br />

5.0<br />

0.0<br />

-5.0<br />

y = -0.0002x 2 + 0.189x - 3.0893<br />

R 2 = 0.9828<br />

0 50 100 150 200 250<br />

mmol electron<strong>en</strong> m -2 s -1<br />

De verhouding tuss<strong>en</strong> ETR (getal op de x-as) gedeeld door de fotosynthese (getal op de Y-as) is<br />

e<strong>en</strong> maat voor de efficiëntie waarmee licht<strong>en</strong>ergie wordt gebruikt in de assimilatie. Voor<br />

chrysant<strong>en</strong> ligt het getal tuss<strong>en</strong> 5 (zeer efficiënt) <strong>en</strong> 6 (efficiënt). Chrysant<strong>en</strong> zijn altijd al efficiënt<br />

maar hoe dichter het getal bij 5 ligt hoe efficiënter de fotosynthese. In de zomer is de<br />

11


fotosynthese 5 – 10 % efficiënter dan in de winter, ondanks de lagere geleidbaarheid van de<br />

huidmondjes in de zomer.<br />

1.3.3 Variatie over de dag<br />

Fot (mmol m -2 s -1 )<br />

Fotosynthese over de dag bij 400 mmol PAR<br />

20<br />

18<br />

16<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

6:00 7:12 8:24 9:36 10:48 12:00 13:12 14:24 15:36 16:48 18:00<br />

In teg<strong>en</strong>stelling tot veel<br />

andere<br />

tuinbouwgewass<strong>en</strong> is<br />

de fotosynthese over<br />

de dag erg stabiel. In<br />

de figuur is de<br />

fotosynthese bij 400<br />

μmol PAR op<br />

verschill<strong>en</strong>de tijd<strong>en</strong><br />

gemet<strong>en</strong>. De data zijn<br />

gemiddeld voor alle<br />

rass<strong>en</strong> in de winter<br />

(blauw) <strong>en</strong> de zomer<br />

(rood).<br />

1.3.4 Variatie over het seizo<strong>en</strong><br />

1.3.4.1 Licht response<br />

Vergelijking van de fotosynthese in de zomer <strong>en</strong> de winter, gemiddeld over alle rass<strong>en</strong>.<br />

In de zomer is de fotosynthese hoger, ondanks de lagere Gs. Aanpassing aan de hogere<br />

lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong> is hiervan de oorzaak. 21 februari <strong>en</strong> 2 juni (vierkante symbol<strong>en</strong>), 22 februari <strong>en</strong><br />

3 juni (ronde symbol<strong>en</strong>). De balkjes gev<strong>en</strong> de standaard error.<br />

Fot mmol m -2 s -1<br />

35.0<br />

30.0<br />

25.0<br />

20.0<br />

15.0<br />

10.0<br />

5.0<br />

0.0<br />

0<br />

-5.0<br />

200 400 600 800 1000 1200<br />

-10.0<br />

PAR μmol COm 2 ppm s -1<br />

Fotosynthese gemiddeld over alle<br />

rass<strong>en</strong>. De wintermeting<strong>en</strong> zijn<br />

blauw <strong>en</strong> de zomermeting<strong>en</strong> rood.<br />

De symbol<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> de dag van de<br />

meetreeks; vierkant is dag 1,<br />

rondje is dag 2.<br />

De fotosynthese is hoger in de<br />

zomer. Hieruit blijkt dat de<br />

huidmondjesgeleidbaarheid niet<br />

beperk<strong>en</strong>d is, ondanks de lagere<br />

waard<strong>en</strong> in de zomer, vergelek<strong>en</strong><br />

met de winter.<br />

12


ETR mmol m -2 s -1<br />

250.0<br />

200.0<br />

150.0<br />

100.0<br />

50.0<br />

0.0<br />

0 200 400 600 800 1000 1200<br />

-50.0<br />

PAR μmolCO m -2 2 ppm s -1<br />

Vergelijking fotosynthese capaciteit<br />

in zomer <strong>en</strong> winter, gemiddeld over<br />

alle rass<strong>en</strong>.<br />

Het patroon van ETR (e<strong>en</strong> maat<br />

voor de fotosynthese capaciteit) is<br />

vrijwel id<strong>en</strong>tiek aan dat van de<br />

fotosynthese. De hogere ETR is<br />

waarschijnlijk het gevolg van e<strong>en</strong><br />

langzame aanpassing aan hogere<br />

lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>.<br />

NPQ<br />

1.6<br />

1.4<br />

1.2<br />

1.0<br />

0.8<br />

0.6<br />

0.4<br />

0.2<br />

0.0<br />

-0.2<br />

0 200 400 600 800 1000 1200<br />

PAR μmol CO 2 ppm m -2 s -1<br />

Vergelijking van Npq (toer<strong>en</strong>tal)<br />

over zomer <strong>en</strong> winter, gemiddeld<br />

voor alle rass<strong>en</strong>.<br />

Npq reflecteert e<strong>en</strong> soort toer<strong>en</strong>tal<br />

van de fotosynthese. We zi<strong>en</strong> dat<br />

het toer<strong>en</strong>tal in de zomer lager is<br />

dan in de winter. Toch is de<br />

fotosynthese in de zomer hoger (<br />

zie figuur hierbov<strong>en</strong>). De plant<br />

maakt dus meer snelheid bij e<strong>en</strong><br />

lager toer<strong>en</strong>tal.<br />

1.3.4.2 CO 2 respons<br />

Fot mmol m -2 s -1<br />

45.0<br />

40.0<br />

zomer<br />

35.0<br />

30.0<br />

25.0<br />

20.0<br />

winter<br />

15.0<br />

10.0<br />

5.0<br />

0.0<br />

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600<br />

CO 2 ppm<br />

21 februari <strong>en</strong> 2 juni (vierkante<br />

symbol<strong>en</strong>), 22 februari <strong>en</strong> 3 juni<br />

(ronde symbol<strong>en</strong>). De balkjes gev<strong>en</strong><br />

de standaard error.<br />

De response op CO 2 is zeer<br />

duidelijk. In de winter neemt de<br />

fotosynthese toe tot e<strong>en</strong><br />

conc<strong>en</strong>tratie van 800 ppm. In de<br />

zomer is nog e<strong>en</strong> geringe to<strong>en</strong>ame<br />

van de fotosynthese te zi<strong>en</strong> bov<strong>en</strong><br />

dat niveau. Opmerkelijk is de<br />

snellere to<strong>en</strong>ame van de<br />

fotosynthese in de zomer, bij lage<br />

CO 2 conc<strong>en</strong>traties, Dit wordt<br />

veroorzaakt door e<strong>en</strong> grotere<br />

hoeveelheid RubisCO (het <strong>en</strong>zym<br />

dat CO 2 bindt).<br />

13


ETR mmol m -2 s -1<br />

250.0<br />

200.0<br />

150.0<br />

100.0<br />

zomer<br />

winter<br />

De fotosynthese capaciteit neemt<br />

toe met e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de CO 2<br />

conc<strong>en</strong>tratie. Dit effect is in de<br />

zomer groter dan in de winter.<br />

50.0<br />

0.0<br />

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600<br />

CO 2 ppm<br />

1.3.5 Variatie per ras<br />

In bov<strong>en</strong>staande analyse werd<strong>en</strong> gemiddeld<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd voor beide seizo<strong>en</strong><strong>en</strong>. In<br />

onderstaande analyse zijn berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> gemaakt voor rasgemiddeld<strong>en</strong> over de seizo<strong>en</strong><strong>en</strong> he<strong>en</strong>.<br />

1.3.5.1 Licht response<br />

35.0<br />

30.0<br />

25.0<br />

20.0<br />

NPQ<br />

15.0<br />

10.0<br />

5.0<br />

0.0<br />

0<br />

-5.0<br />

200 400 600 800 1000 1200<br />

De fotosyntheseverschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

de rass<strong>en</strong> is zeer gering. In deze<br />

figuur zijn de meting<strong>en</strong> per ras<br />

gemiddeld over alle meetdag<strong>en</strong>.<br />

-10.0<br />

PAR μmol m -2 s -1<br />

ETR mmol m -2 s -1<br />

250.0<br />

200.0<br />

150.0<br />

100.0<br />

50.0<br />

Zeer geringe verschill<strong>en</strong> in ETR.<br />

Anastasia <strong>en</strong> Reagan Pink hebb<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> geringe hoger<br />

productiecapaciteit.<br />

0.0<br />

0 200 400 600 800 1000 1200<br />

-50.0<br />

PAR μmol CO 2 ppmm -2 s -1<br />

14


NPQ<br />

1.2<br />

1.0<br />

0.8<br />

0.6<br />

0.4<br />

Verschill<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>ame Npq bij e<strong>en</strong><br />

to<strong>en</strong>ame van de lichtint<strong>en</strong>siteit.<br />

De verschill<strong>en</strong> zijn gering. Zelfs bij<br />

1000 μmol PAR blijft Npq voor alle<br />

rass<strong>en</strong> lager dan 1. Anastasia heeft<br />

de hoogste fotosynthese bij de<br />

laagste Npq.<br />

0.2<br />

0.0<br />

0 200 400 600 800 1000 1200<br />

PAR μmol CO 2 mppm<br />

-2 s -1<br />

Gs mol m -2 s -1<br />

0.4<br />

0.3<br />

0.3<br />

0.2<br />

0.2<br />

0.1<br />

Bacardi is het meest gevoelig voor<br />

e<strong>en</strong> hoge VPD. Anastasia heeft<br />

gemiddeld de hoogste<br />

geleidbaarheid bij oplop<strong>en</strong>de<br />

lichtint<strong>en</strong>siteit.<br />

0.1<br />

0.0<br />

0 200 400 600 800 1000 1200<br />

PAR μmol m -2 s -1<br />

CO 2 ppm<br />

1.3.5.2 CO 2 response<br />

Fot mmol m -2 s -1<br />

40.0<br />

35.0<br />

30.0<br />

25.0<br />

20.0<br />

15.0<br />

10.0<br />

5.0<br />

0.0<br />

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600<br />

CO 2 ppm<br />

Door de CO 2 conc<strong>en</strong>tratie in het<br />

meetcuvet te variër<strong>en</strong> werd het<br />

effect op de fotosynthese snelheid<br />

bepaald. De initiële<br />

startconc<strong>en</strong>tratie was 200 ppm. In<br />

het meetcuvet werd de<br />

conc<strong>en</strong>tratie steeds gevarieerd. De<br />

lichtint<strong>en</strong>siteit werd constant<br />

gehoud<strong>en</strong> op 1000 μmol PAR. De<br />

fotosynthese neemt toe met de CO 2<br />

conc<strong>en</strong>tratie <strong>en</strong> deze relatie is<br />

ev<strong>en</strong>als de licht-respons curve e<strong>en</strong><br />

verzadigingscurve. De response op<br />

CO 2 is hoog <strong>en</strong> stabiel over de dag.<br />

15


Fot mmol m -2 s -1<br />

200.0<br />

180.0<br />

160.0<br />

140.0<br />

120.0<br />

100.0<br />

80.0<br />

60.0<br />

40.0<br />

20.0<br />

0.0<br />

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600<br />

CO 2 ppm<br />

Effect van CO 2 op ETR.<br />

1.3.5.3 VPD effect<strong>en</strong><br />

De negatieve effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hoge VPD in de zomer werd<strong>en</strong> gedeeltelijk opgehev<strong>en</strong> door<br />

aanpassing van de blader<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de to<strong>en</strong>ame van de lichtint<strong>en</strong>siteit. Uit<br />

geleidbaarheidsmeting<strong>en</strong> met de porometer werd in de zomer e<strong>en</strong> afname van ongeveer 35%<br />

waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> met de winter. Om e<strong>en</strong> compleet beeld te verkrijg<strong>en</strong> zijn ook alle LiCor<br />

meting<strong>en</strong> geanalyseerd met betrekking tot Gs.<br />

ras Fot VpdL Gs Npq T/blad CO2 PAR cuvette PARkas<br />

Anastasia winter 17.1 0.90 0.17 1.04 22.5 788 735 126<br />

Anastasia zomer 19.7 1.27 0.24 0.48 31.1 785 645 728<br />

Bacardi winter 18.0 0.85 0.17 1.33 23.8 787 731 146<br />

Bacardi zomer 18.4 1.59 0.17 0.61 28.8 787 715 371<br />

Euro winter 18.7 0.96 0.17 0.80 22.7 787 712 153<br />

Euro zomer 15.6 1.52 0.16 0.68 30.1 787 644 699<br />

Reagan winter 16.8 0.84 0.19 1.37 22.8 788 731 88<br />

Reagan zomer 20.1 1.70 0.17 0.55 30.6 786 715 455<br />

In bov<strong>en</strong>staande tabel zijn de gemiddeld<strong>en</strong> ( n = 72) van alle meting<strong>en</strong> met de LiCor<br />

weergegev<strong>en</strong>. In deze meting<strong>en</strong> is dus ook e<strong>en</strong> positief effect van de to<strong>en</strong>ame van licht werd<br />

verdisconteerd. In teg<strong>en</strong>stelling tot de (geringe) afname van Gs werd zelfs e<strong>en</strong> lichte to<strong>en</strong>ame van<br />

de Gs geconstateerd in de zomer. In de laatste kolom is te zi<strong>en</strong> hoe groot de verschill<strong>en</strong> in<br />

lichtint<strong>en</strong>siteit in de kas war<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de meting<strong>en</strong>. De aanpassing aan de hoge lichtint<strong>en</strong>siteit<br />

comp<strong>en</strong>seert gedeeltelijk voor de to<strong>en</strong>ame in VPD. Het is daarom niet mogelijk om de variatie in<br />

de huidmondjesgeleidbaarheid met 1 <strong>en</strong>kele parameterset te begrijp<strong>en</strong>.<br />

16


Gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> Chrysant<br />

winter Do a1 Conv Vcmax25 Abs Gsco<br />

Bacardi wit 1 5 1 77 0.8 0.001<br />

Reagan Pink 1.5 7 1 81 0.8 0.001<br />

Euro Wit 1.5 6 1 81 0.8 0.001<br />

Anastatia wit 1.5 5 1 79 0.8 0.001<br />

zomer<br />

Bacardi wit 1 9 1 96 0.8 0.001<br />

Reagan Pink 1.5 10 1 80 0.8 0.001<br />

Euro Wit 1.5 9.5 1 80 0.8 0.001<br />

Anastatia wit 1.5 7 1 98 0.8 0.001<br />

Do<br />

factor voor tuning van ras afhankelijkheid voor VPD. E<strong>en</strong> hoge waarde ge<strong>en</strong><br />

betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> snellere daling van de huidmondjesgeleidbaarheid bij<br />

to<strong>en</strong>ame van VPD-blad<br />

al<br />

factor voor tuning van ras afhankelijkheid voor VPD. A1zegt iets over ge<strong>en</strong><br />

de basis geleidbaarheid bij VPD-blad = 0.<br />

Conv<br />

conversiefactor. Dit is e<strong>en</strong> maat voor verliez<strong>en</strong> bij de <strong>en</strong>ergie<br />

ge<strong>en</strong><br />

omzetting van ETR (elektron<strong>en</strong>transport) naar CO 2 opname.<br />

ABS<br />

fractie van het opvall<strong>en</strong>d groeilicht (PAR) dat wordt geabsorbeerd door ge<strong>en</strong><br />

het blad<br />

Vcmax25 maximale snelheid van CO 2 opname bij lichtverzadiging bij 25 ºC µmol.m -2 .s -1<br />

Gsco geleidbaarheid voor CO 2 in het donker mol.m -2 .s -1<br />

17


Bijlage 1 Luchtvochtigheid<br />

VPD in relatie tot RV in de kas<br />

0.8 kPa komt overe<strong>en</strong> met:<br />

25 grad<strong>en</strong> blad <strong>en</strong> 75 % RV kas<br />

30 grad<strong>en</strong> blad <strong>en</strong> 80 % RV kas<br />

1.5 kPa komt overe<strong>en</strong> met:<br />

25 grad<strong>en</strong> blad <strong>en</strong> 55 % RV kas<br />

30 grad<strong>en</strong> blad <strong>en</strong> 65 % RV kas<br />

Luchtvochtigheid is e<strong>en</strong> van de belangrijkste klimaat factor<strong>en</strong> in de kas. Bij alle temperatur<strong>en</strong> kan<br />

waterdamp door cond<strong>en</strong>satie overgaan in vloeibaar water <strong>en</strong> door verdamping weer in<br />

waterdamp. Voor verdamping van waterdamp is veel <strong>en</strong>ergie nodig, die bij cond<strong>en</strong>satie weer<br />

vrijkomt. De overgang van waterdamp naar water <strong>en</strong> omgekeerd heeft grote invloed op de<br />

<strong>en</strong>ergiehuishouding in de kas. Inzicht in het begrip luchtvochtigheid <strong>en</strong> alles wat daarmee<br />

sam<strong>en</strong>hangt, is dus van ess<strong>en</strong>tieel belang voor e<strong>en</strong> goed kasklimaat.<br />

De luchtvochtigheid is afhankelijk van de hoeveelheid waterdamp die in de lucht zit. Om e<strong>en</strong> beeld<br />

te krijg<strong>en</strong> moet m<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de volg<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>: absolute luchtvochtigheid,<br />

relatieve luchtvochtigheid (RV), dampdruk, dampdruk deficit, dauwpunt.<br />

1.3.6 Absolute luchtvochtigheid<br />

Is de hoeveelheid waterdamp (g/m 3 ) die de lucht maximaal kan opnem<strong>en</strong>. Omrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van<br />

absolute luchtvochtigheid naar relatieve luchtvochtigheid kan alle<strong>en</strong> als de temperatuur bek<strong>en</strong>d is.<br />

Bijvoorbeeld 15 g/m 3 bij 17.5 ºC is gelijk aan 100% RV, terwijl bij 25 ºC het gelijk is aan 65% RV.<br />

1.3.7 Relatieve luchtvochtigheid (RV)<br />

De relatieve luchtvochtigheid is de verhouding tuss<strong>en</strong> de hoeveelheid waterdamp die in de lucht zit<br />

<strong>en</strong> de hoeveelheid die de lucht bij dezelfde temperatuur maximaal kan opnem<strong>en</strong>. De RV wordt<br />

uitgedrukt in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld bij 20 ºC kan de lucht 17.3 g/m 3 waterdamp bevatt<strong>en</strong>. Als<br />

er nu maar 13 g/m 3 inzit bij 20 ºC is er e<strong>en</strong> RV van 75 %.<br />

Verandering<strong>en</strong> in de RV zijn afhankelijk van twee factor<strong>en</strong>: de temperatuur <strong>en</strong> het vochtgehalte. Bij<br />

e<strong>en</strong> gelijk vochtgehalte daalt de RV als de temperatuur stijgt. Omgekeerd stijgt de RV als de<br />

temperatuur daalt. Als de luchttemperatuur gelijk blijft maar het vochtgehalte veranderd wijzigt<br />

ook de RV.<br />

1.3.8 Dampdruk (VP) <strong>en</strong> dampdruk deficit (VPD)<br />

Dampdruk ontstaat door botsing<strong>en</strong> van waterdampmolecul<strong>en</strong>. De druk die de molecul<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><br />

hangt af van de massa <strong>en</strong> de gemiddelde snelheid (is temperatuur) van de molecul<strong>en</strong>. Alle gass<strong>en</strong><br />

die zich in de lucht bevind<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> de luchtdruk. Dampdruk van water ligt normaal erg<strong>en</strong>s<br />

tuss<strong>en</strong> de 1 <strong>en</strong> 5 kPa.<br />

Het waterdampdruk deficit is het verschil tuss<strong>en</strong> de maximale waterdampdruk <strong>en</strong> de actuele<br />

waterdampdruk. De VPD ligt normaal tuss<strong>en</strong> de 0.1 kPa (hoge luchtvochtigheid) <strong>en</strong> de 3 kPa (lage<br />

luchtvochtigheid). E<strong>en</strong> lage VPD betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> hoge luchtvochtigheid <strong>en</strong> omgekeerd. Hoe hoger de<br />

VPD hoe droger de lucht <strong>en</strong> hoe meer de plant moet verdamp<strong>en</strong>.<br />

18


2 Bijlage 2 Licht<br />

In deze studie wordt licht uitgedrukt in μmol m -2 s -1 . Omdat niet iedere<strong>en</strong> deze e<strong>en</strong>heid hanteert, is<br />

met deze tabel e<strong>en</strong> omrek<strong>en</strong>ing te mak<strong>en</strong> naar de gemet<strong>en</strong> globale straling buit<strong>en</strong> (mits de<br />

transmissie van het kasdek bek<strong>en</strong>d is) of naar de e<strong>en</strong>heid lux. Uitgaande van het feit dat ongeveer<br />

45% van de globale straling uit PAR licht bestaat betek<strong>en</strong>t dat er maximaal 80 W PAR overblijft in<br />

de kas. Voor zonlicht geldt dat 1 W PAR gelijk is aan 4,56 μmol. 80 W/m 2 PAR in de kas is gelijk<br />

aan 365 μmol PAR in de kas. Onder niet geschermde condities, bijvoorbeeld bij 650 W/m 2 buit<strong>en</strong><br />

is de lichtint<strong>en</strong>siteit in de kas 325 W/m 2 globaal = 325 * 0.45 = 146 W/m 2 PAR = 670 μmol<br />

/m 2 PAR.<br />

Omrek<strong>en</strong>ing van globale straling (W/m 2 )<br />

buit<strong>en</strong> naar μmol PAR in de kas bij e<strong>en</strong><br />

kasdek transmissie van 50%, rek<strong>en</strong>ing<br />

houd<strong>en</strong>d met krijt.<br />

Globaal buit<strong>en</strong><br />

(W/m2)<br />

μmol<br />

PAR<br />

lux<br />

70 80 6106<br />

140 160 12213<br />

210 239 18319<br />

280 319 24426<br />

350 399 30532<br />

420 479 36639<br />

490 559 42745<br />

560 638 48851<br />

630 718 54958<br />

700 798 61064<br />

770 878 67171<br />

840 958 73277<br />

910 1037 79384<br />

19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!