Plantsensoren en modellering - Productschap Tuinbouw
Plantsensoren en modellering - Productschap Tuinbouw
Plantsensoren en modellering - Productschap Tuinbouw
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong><br />
de volg<strong>en</strong>de stap in<br />
optimalisatie van de<br />
bedrijfsvoering chrysant<br />
DLV Plant<br />
Postbus 7001<br />
6700 CA Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
Agro Business Park 65<br />
6708 PV Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
T 0317 49 15 78<br />
F 0317 46 04 00<br />
In opdracht van<br />
Landelijke commissie Chrysant LTO Groeiservice<br />
E info@dlvplant.nl<br />
www.dlvplant.nl<br />
Gefinancierd door<br />
<strong>Productschap</strong> <strong>Tuinbouw</strong><br />
Postbus 280<br />
2700 AG Zoetermeer<br />
Uitgevoerd door<br />
Onderzoek DLV Plant<br />
Theo Roelofs<br />
Paul de Veld<br />
R<strong>en</strong>e Corst<strong>en</strong><br />
Helma Verberkt<br />
In sam<strong>en</strong>werking met Plant Dynamics<br />
Growlab is ter beschikking gesteld door Hoog<strong>en</strong>doorn Automatisering<br />
Met medeparticipatie van Letsgrow <strong>en</strong> Priva<br />
PT - Projectnummer: 13038<br />
Dit docum<strong>en</strong>t is auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze uitgave mag derhalve word<strong>en</strong> verveelvoudigd, opgeslag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
geautomatiseerd gegev<strong>en</strong>sbestand, of op<strong>en</strong>baar gemaakt, in <strong>en</strong>ige vorm of op <strong>en</strong>ige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door<br />
fotokopieën, opnam<strong>en</strong> of op <strong>en</strong>ige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DLV Plant. De merkrecht<strong>en</strong><br />
op de b<strong>en</strong>aming DLV kom<strong>en</strong> toe aan DLV Plant B.V.. Alle recht<strong>en</strong> di<strong>en</strong>aangaande word<strong>en</strong> voorbehoud<strong>en</strong>. DLV Plant B.V. is niet<br />
aansprakelijk voor schade bij toepassing of gebruik van gegev<strong>en</strong>s uit deze uitgave.<br />
© DLV Plant, augustus 2009
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Inhoudsopgave<br />
Sam<strong>en</strong>vatting 4<br />
1 Inleiding <strong>en</strong> doel 6<br />
2 <strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> 8<br />
2.1 Plans<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> 8<br />
2.2 Meetset Growlab 11<br />
2.3 Berek<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> vanuit de s<strong>en</strong>sormeting<strong>en</strong> 12<br />
3 Materiaal <strong>en</strong> methode Praktijkmonitoring 14<br />
3.1 Opzet <strong>en</strong> uitvoering praktijkmonitoring 14<br />
3.2 Waarneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> verslaglegging 15<br />
4 Resultat<strong>en</strong> Praktijkmonitoring 17<br />
4.1 Planttemperatuur 17<br />
4.2 Broez<strong>en</strong> 18<br />
4.3 Dauwpuntstemperatuur 19<br />
4.4 Temperatuurverloop bij vorst 21<br />
4.5 PAR-licht 23<br />
4.6 Lichtreflectie teg<strong>en</strong> de padgevel 23<br />
4.7 Meting<strong>en</strong> GrowWatch 24<br />
5 Fotosynthese meting<strong>en</strong> 34<br />
5.1 Doelstelling 34<br />
5.2 Materiaal <strong>en</strong> method<strong>en</strong> 34<br />
5.3 Resultat<strong>en</strong> 35<br />
5.4 Conclusies 37<br />
6 Materiaal <strong>en</strong> methode groeiproef 39<br />
6.1 Proefopzet 39<br />
6.2 Accommodatie <strong>en</strong> teeltgegev<strong>en</strong>s 40<br />
6.3 Waarneming<strong>en</strong> 41<br />
7 Resultat<strong>en</strong> groeiproef 44<br />
7.1 St<strong>en</strong>gell<strong>en</strong>gte 44<br />
© DLV Plant, augustus 2009 2
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
7.2 Aantal blader<strong>en</strong> 44<br />
7.3 Aantal blader<strong>en</strong> per cm tak 45<br />
7.4 Aantal scheut<strong>en</strong> 46<br />
7.5 Aantal scheut<strong>en</strong> per cm tak 46<br />
7.6 Versgewicht tak 47<br />
7.7 Versgewicht per cm tak 48<br />
7.8 Drooggewicht tak 48<br />
7.9 Drooggewicht per cm tak 49<br />
7.10 Drogestofgehalte tak 49<br />
7.11 LAI dag 34 <strong>en</strong> 62 50<br />
7.12 LAI vanaf dag 0 t/m 60 50<br />
8 Conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> 52<br />
Bijlage 1. Lijst met deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> 54<br />
Bijlage 2. Dataverzameling 55<br />
Bijlage 3. Fotosynthesemeting<strong>en</strong> door Plant Dynamics 56<br />
© DLV Plant, augustus 2009 3
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Sam<strong>en</strong>vatting<br />
Van eind 2007 tot maart 2009 is het project ‘<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>; de volg<strong>en</strong>de<br />
stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant’ in de praktijk uitgevoerd. Doel van het<br />
door het PT gefinancierde project was het ontwikkel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> teeltsturingssysteem,<br />
gekoppeld aan plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, met als hoofddoel gewasgroei <strong>en</strong> gewasontwikkeling bij<br />
Chrysant te optimaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> beter bedrijfsr<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t.<br />
Er zijn groeimodell<strong>en</strong> voor chrysant ontwikkeld. Hiermee kan achteraf berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong><br />
wat de groei geweest moet zijn. Daarnaast kan met de verzamelde data e<strong>en</strong> prognose<br />
gemaakt word<strong>en</strong> wat het gewicht gaat word<strong>en</strong>. Het lukt hiermee echter niet om de<br />
mom<strong>en</strong>tane, werkelijke groei te met<strong>en</strong>. <strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> hebb<strong>en</strong> de pot<strong>en</strong>tie dit wel mogelijk<br />
te mak<strong>en</strong>. Koppeling van de bestaande modell<strong>en</strong> aan meetgegev<strong>en</strong>s van plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />
resulteert in de gew<strong>en</strong>ste gewasgroeigegev<strong>en</strong>s. Daarbij is het van belang om k<strong>en</strong>nis te<br />
hebb<strong>en</strong> van de invloed van de groeifactor<strong>en</strong> licht, CO 2 , VPD <strong>en</strong> LAI op de groei. Het<br />
project is gesplitst in 3 onderdel<strong>en</strong>:<br />
• Praktijkmonitoring<br />
• Onderzoek plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant<br />
• Groeiproef<br />
Praktijkmonitoring<br />
De praktijkmonitoring vond plaats op 10 moderne chrysant<strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong>, verspreid over het<br />
land. Tuss<strong>en</strong> de bedrijv<strong>en</strong> rouleerd<strong>en</strong> twee Growlab-sets waaraan de s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> voor PAR<br />
licht, kas- <strong>en</strong> planttemperatuur, RV, CO 2 , bodemvocht (WET), <strong>en</strong> assimilatie (plantivity)<br />
verbond<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. Uit de cijfers die deze s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> produceerd<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />
modelberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> gemaakt die gegev<strong>en</strong>s opleverde over de VPD, de<br />
cond<strong>en</strong>satietemperatuur, de lichtbelasting <strong>en</strong> het fotosyntheser<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t.<br />
De data-uitwisseling tuss<strong>en</strong> de bedrijv<strong>en</strong> vond plaats via Lets Grow. Hierdoor kond<strong>en</strong> de<br />
deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> naast de meting<strong>en</strong> <strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, ook de<br />
klimaatgegev<strong>en</strong>s per bedrijf onderling uitwissel<strong>en</strong>. Medewerkers DLV Plant analyseerd<strong>en</strong><br />
wekelijks de gegev<strong>en</strong>s. Opvall<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> naar de groep gecommuniceerd <strong>en</strong><br />
bediscussieerd. Tijd<strong>en</strong>s het project bleek dat deze werkwijze van dataverzameling,<br />
uitwisseling <strong>en</strong> analyse met het Lets Grow systeem uitstek<strong>en</strong>d geschikt is voor<br />
praktijkonderzoek. De plantmonitoring heeft op diverse punt<strong>en</strong> nieuwe teeltinzicht<strong>en</strong><br />
opgeleverd <strong>en</strong> bestaande bevestigd.<br />
De non-contact s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, zoals PAR, PT, CO 2 , WET, temperatuur <strong>en</strong> RV leverde<br />
betrouwbare <strong>en</strong> bruikbare gegev<strong>en</strong>s op. De s<strong>en</strong>sor met contactmeting, de plantivitymeter,<br />
voldeed praktisch minder goed. Het is e<strong>en</strong> puntsmeting op één blad. Dit maakt de<br />
betrouwbaarheid erg gevoelig voor e<strong>en</strong> snel groei<strong>en</strong>d gewas als de chrysant. Daarnaast<br />
blijkt de plantivitymeter meer e<strong>en</strong> stressindicator. Uit het plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant is naar<br />
vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> dat de chrysant weinig stressmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t. Daarom is de huidige<br />
plantivitymeter niet geschikt voor groei<strong>modellering</strong> in chrysant. E<strong>en</strong> fotosynthesecamera,<br />
die over e<strong>en</strong> grotere oppervlakte de fotosynthese nauwkeurig kan bepal<strong>en</strong> zou ideaal zijn.<br />
De WET s<strong>en</strong>sor is e<strong>en</strong> goed bruikbare meter geblek<strong>en</strong> om in de toekomst zowel in<br />
onderzoek als in de praktijk e<strong>en</strong> rol te gaan spel<strong>en</strong> in de noodzaak om met minder emissie<br />
te gaan tel<strong>en</strong>.<br />
Onderzoek plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant<br />
Voor de modelberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> achter de plantivitymeter, moet<strong>en</strong> de assimilatiecapaciteit <strong>en</strong><br />
de fotosynthese eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de chrysant bek<strong>en</strong>d zijn. Daarnaast levert dit<br />
interessante teelttechnische k<strong>en</strong>nis over de chrysant op. Plant Dynamics heeft in<br />
sam<strong>en</strong>werking met DLV Plant met de zgn. Licor-6400 fotosynthesemeter het<br />
© DLV Plant, augustus 2009 4
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant gemaakt. De gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> van Chrysant zijn<br />
nader bepaald. Daarvoor zijn in februari <strong>en</strong> juni 2008 meting<strong>en</strong> aan verschill<strong>en</strong>de<br />
chrysant<strong>en</strong>rass<strong>en</strong> gedaan op 2 van de deelnem<strong>en</strong>de praktijkbedrijv<strong>en</strong>. Uit de meting<strong>en</strong> is<br />
geblek<strong>en</strong> dat de chrysant e<strong>en</strong> gewas is met e<strong>en</strong> zeer hoge productiecapaciteit. Het gewas<br />
is weinig gevoelig voor stressomstandighed<strong>en</strong> door bijvoorbeeld lage luchtvochtighed<strong>en</strong>.<br />
Daarnaast is de fotosynthese bij chrysant over de dag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> erg stabiel. Er is e<strong>en</strong><br />
bepaalde mate van seizo<strong>en</strong>sinvloed. In de wintermaand<strong>en</strong> gaat het gewas iets beter om<br />
met lage lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>, in de zomer juist met hoge int<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>. Dit is ook te zi<strong>en</strong> aan<br />
de optimale CO 2 conc<strong>en</strong>traties. In de winter is de maximale productie bij 1000 ppm, in de<br />
zomer bij 1400 ppm. De verschill<strong>en</strong> in de gemet<strong>en</strong> plantfysiologische reacties tuss<strong>en</strong> de<br />
rass<strong>en</strong> zijn zeer gering.<br />
Groeiproef<br />
Om aanvull<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s met betrekking tot de ontwikkeling van het gewas te<br />
verzamel<strong>en</strong>, is in de praktijk e<strong>en</strong> groeiproef uitgevoerd. Hiervoor zijn op het bedrijf van één<br />
van de deelnemers proefveld<strong>en</strong> uitgezet met 5 verschill<strong>en</strong>de rass<strong>en</strong> in 2 herhaling<strong>en</strong> die<br />
wekelijks werd<strong>en</strong> bemonsterd. Bij <strong>modellering</strong> is de LAI (Leaf Area Index) e<strong>en</strong> belangrijke<br />
factor. Uit de groeiproef is geblek<strong>en</strong> dat de LAI in de tweede helft van de teelt gemiddeld<br />
6,7 m 2 blad per m 2 grondoppervlakte bedraagt. De LAI bereikt bij e<strong>en</strong> zomerteelt na 3<br />
wek<strong>en</strong> teeltduur de gr<strong>en</strong>s van 3 m 2 /m 2 . Tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong> kan de LAI behoorlijk<br />
verschill<strong>en</strong>, tot maximaal 15%. Er bleek e<strong>en</strong> groot verschil tuss<strong>en</strong> de productie in vers- <strong>en</strong><br />
drooggewicht tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong>, terwijl het perc<strong>en</strong>tage drooggewicht nauwelijks verschilde.<br />
Er lijkt e<strong>en</strong> positief verband te bestaan tuss<strong>en</strong> productie <strong>en</strong> LAI/aantal blader<strong>en</strong> bij<br />
Chrysant.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 5
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
1 Inleiding <strong>en</strong> doel<br />
De chrysant<strong>en</strong>teelt is e<strong>en</strong> planmatig gestuurde teelt. De mate waarin het lukt om de<br />
planning te realiser<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> cruciale r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>tsfactor voor de bedrijv<strong>en</strong>. Het al dan niet<br />
realiser<strong>en</strong> van de planning uit zich op twee manier<strong>en</strong>:<br />
• qua oogsttijdstip. Komt de ingecalculeerde teeltduur overe<strong>en</strong> met de werkelijke?<br />
• qua kwaliteit. Komt het gewicht <strong>en</strong> de takopbouw van de geproduceerde<br />
chrysant<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de gew<strong>en</strong>ste specificaties? Afwijking<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zowel<br />
naar bov<strong>en</strong> als naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>.<br />
De huidige ontwikkeling van verdere schaalvergroting in de chrysant<strong>en</strong>teelt zal de<br />
noodzaak van e<strong>en</strong> optimale ‘stuurbaarheid’ van de teelt verder vergrot<strong>en</strong>.<br />
Er zijn inmiddels al groeimodell<strong>en</strong> voor chrysant ontwikkeld. WUR heeft daar in het<br />
verled<strong>en</strong> onderzoek naar gedaan <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de adviesbureaus <strong>en</strong> toeleveranciers<br />
hebb<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> om aan de groei van chrysant<strong>en</strong> te rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dit zijn modell<strong>en</strong><br />
waarmee achteraf berek<strong>en</strong>d kan word<strong>en</strong> wat de groei geweest is <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s kan op<br />
basis van die opgebouwde data berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>, wat voor e<strong>en</strong> te plant<strong>en</strong> gewas het<br />
teeltschema zou moet<strong>en</strong> zijn, op basis van aannames over licht, CO 2 etc. Wat er in deze<br />
bestaande groeimodell<strong>en</strong> echter ontbreekt, is de koppeling naar de werkelijke mom<strong>en</strong>tane<br />
gewasgroei op ieder mom<strong>en</strong>t gedur<strong>en</strong>de de teelt. Om dit mogelijk te mak<strong>en</strong> is het<br />
noodzakelijk dat er aan het gewas meting<strong>en</strong> met plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, waaronder e<strong>en</strong><br />
fotosynthese meting, uitgevoerd word<strong>en</strong> die uiteindelijk resulteert in gewasgroeigegev<strong>en</strong>s.<br />
Op het mom<strong>en</strong>t dat er e<strong>en</strong> koppeling is tuss<strong>en</strong> de werkelijke mom<strong>en</strong>tane groei in de kas <strong>en</strong><br />
de groeimodell<strong>en</strong> heeft het voor het chrysant<strong>en</strong>bedrijf de volg<strong>en</strong>de voordel<strong>en</strong>:<br />
• Er is e<strong>en</strong> directe bewaking t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de groeioptimalisatie. Als er in de teelt<br />
iets niet optimaal verloopt, merkt de teler dat op het mom<strong>en</strong>t dat het gebeurt <strong>en</strong><br />
niet pas op het mom<strong>en</strong>t dat de gevolg<strong>en</strong> ervan zichtbaar word<strong>en</strong>. Snel ingrijp<strong>en</strong> is<br />
dan mogelijk.<br />
• Het inzett<strong>en</strong> van groeifactor<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoog variabel kost<strong>en</strong>deel zoals<br />
assimilatiebelichting <strong>en</strong> CO 2 kunn<strong>en</strong> veel gerichter ingezet word<strong>en</strong>. Aan de hand<br />
van of het gewas voor of achterligt op de lijn naar het streefgewicht kan er dan<br />
(per vak verschill<strong>en</strong>d) e<strong>en</strong> tandje bij- of teruggeschakeld word<strong>en</strong>. Dit biedt perfecte<br />
kans<strong>en</strong> om in te spel<strong>en</strong> op de <strong>en</strong>ergiemarkt.<br />
• De aanwezigheid van e<strong>en</strong> systeem met plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> op bedrijv<strong>en</strong> zal de<br />
k<strong>en</strong>nisontwikkeling qua klimaat <strong>en</strong> teeltsturing verder do<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />
In de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> is de ontwikkeling op het gebied van plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> gestaag<br />
doorgegaan. Enkele jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele chrysant<strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong> met het systeem<br />
van phytomonitors gewerkt. Ondanks dat daar wel wat van geleerd is, war<strong>en</strong> deze<br />
meetapparat<strong>en</strong> te kwetsbaar <strong>en</strong> daardoor niet meer gebruikt. Hetzelfde geldt eig<strong>en</strong>lijk voor<br />
de t<strong>en</strong>siometers. Inmiddels zijn er andere typ<strong>en</strong> plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> ontwikkeld, die minder<br />
kwetsbaar zijn <strong>en</strong> waarbij ook de dataoverdracht veel beter verloopt. E<strong>en</strong> doorbraak is dit<br />
verband is de zgn. plantivity-meter die op basis van fluoresc<strong>en</strong>tie indirect de fotosynthese<br />
meet. Ook de ontwikkeling van de WET meter is e<strong>en</strong> grote stap vooruit t<strong>en</strong> opzichte van de<br />
t<strong>en</strong>siometer. Deze meet continu het Watergehalte, de EC <strong>en</strong> de Temperatuur van het<br />
teeltsubstraat.<br />
Met de Plantivity wordt indirect de fotosynthese van het gewas gemet<strong>en</strong>. Deze meting<br />
wordt met e<strong>en</strong> ''softs<strong>en</strong>sor'' vertaald in droge stof groei per vierkante meter. Met de meter<br />
kan e<strong>en</strong> schatting word<strong>en</strong> gemaakt van de groei van het gewas binn<strong>en</strong> de heers<strong>en</strong>de<br />
groeiomstandighed<strong>en</strong>.<br />
De doelstelling van dit project is het ontwikkel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> teeltsturingssysteem, gekoppeld<br />
aan plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, met als hoofddoel gewasgroei <strong>en</strong> gewasontwikkeling bij Chrysant te<br />
optimaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> beter bedrijfsr<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 6
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Er wordt e<strong>en</strong> methode ontwikkeld om gr<strong>en</strong>swaard<strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong> voor temperatur<strong>en</strong> in<br />
de kas, in interactie met RV, lichtint<strong>en</strong>siteit <strong>en</strong> CO 2 , ter bewaking van de teelt <strong>en</strong> als<br />
eerste aanzet voor e<strong>en</strong> economische optimalisatie. De objectieve continue registratie van<br />
de plantvitaliteit maakt het de tuinder mogelijk om op het scherp van de snede te tel<strong>en</strong>. Hij<br />
kan zelf waarnem<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> combinatie van factor<strong>en</strong> gunstig uitpakt of niet <strong>en</strong> dat is tev<strong>en</strong>s<br />
de <strong>en</strong>ige basis voor e<strong>en</strong> goed bedrijfsr<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 7
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
2 <strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong><br />
2.1 Plans<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />
Binn<strong>en</strong> het project zijn diverse plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>. Dit zijn:<br />
Ruimtetemperatuur <strong>en</strong> RV meetbox<br />
De relatieve luchtvochtigheid <strong>en</strong> ruimtetemperatuur s<strong>en</strong>sor is e<strong>en</strong> elektronische s<strong>en</strong>sor. De<br />
s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> box geplaatst die voorzi<strong>en</strong> is van e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>tilator. De v<strong>en</strong>tilator<br />
zorgt voor e<strong>en</strong> constante luchtstroom in de box.<br />
Parameters: temperatuur in grad<strong>en</strong> Celsius <strong>en</strong> relatieve luchtvochtigheid in %<br />
Temperatuur is nodig voor het bepal<strong>en</strong> van verdampingsdruk verschil (of <strong>en</strong>thalpie) van<br />
omgeving <strong>en</strong> plant.<br />
Foto 1. Meetbox kastemperatuur <strong>en</strong> RV<br />
PAR s<strong>en</strong>sor<br />
PAR is de hoeveelheid “groei” licht die op e<strong>en</strong> bepaald oppervlakte van het gewas valt. Het<br />
groeilicht wordt door e<strong>en</strong> gewas gebruikt voor de fotosynthese. De PAR licht s<strong>en</strong>sor kan<br />
meer informatie gev<strong>en</strong> over de fotosynthese van het gewas. Bij te weinig PAR licht kan er<br />
onvoldo<strong>en</strong>de fotosynthese plaatsvind<strong>en</strong>, waardoor de groei van het gewas stilstaat. Teveel<br />
straling is ook niet goed <strong>en</strong> kan leid<strong>en</strong> tot verbranding van het gewas. De PAR s<strong>en</strong>sor<br />
wordt in de kas geplaatst bij het gewas. Zo is er e<strong>en</strong> juiste registratie van licht dat het<br />
gewas ook ontvangt.<br />
Parameter: PAR licht in micro µmol/m 2 .s<br />
Par is onontbeerlijk omdat het licht dat de plant ontvangt in veel gevall<strong>en</strong> de beperk<strong>en</strong>de<br />
factor is. Di<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevolge is het raadzaam om deze meter in duplo te installer<strong>en</strong>. Wanneer<br />
er onverhoopte schaduwwerking<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> is er altijd e<strong>en</strong> backup.<br />
Foto 2. PAR licht s<strong>en</strong>sor<br />
CO 2 s<strong>en</strong>sor<br />
De elektronische CO 2<br />
s<strong>en</strong>sor maakt het mogelijk om CO 2<br />
te met<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het gewas.<br />
Dikwijls hebb<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e CO 2<br />
meting, maar is er weinig zicht in de CO 2<br />
© DLV Plant, augustus 2009 8
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
die bij de plant aanwezig is <strong>en</strong> hoeveel CO 2<br />
is er nodig om het fotosynthese proces in<br />
ev<strong>en</strong>wicht te houd<strong>en</strong>.<br />
Parameter: CO 2<br />
gehalte in ppm (parts per million)<br />
De CO 2 meter is onontbeerlijk daar bij e<strong>en</strong> tekort aan CO 2 de basis voor de aanmaak van<br />
de suikers ontbreekt.<br />
Foto 3. CO 2 opnemer<br />
De infrarood temperatuur s<strong>en</strong>sor<br />
De infrarood temperatuur s<strong>en</strong>sor kan de blad- of planttemperatuur met<strong>en</strong>. De s<strong>en</strong>sor kan<br />
op e<strong>en</strong> blad of vrucht word<strong>en</strong> gericht of in e<strong>en</strong> hoek van maximaal 7 m 2 met<strong>en</strong>, zodat er<br />
e<strong>en</strong> gelijkmatige meting van de temperatuur plaatsvindt. De s<strong>en</strong>sor wordt in e<strong>en</strong> metal<strong>en</strong><br />
behuizing opgehang<strong>en</strong> <strong>en</strong> is spatwaterdicht. De s<strong>en</strong>sor wordt op e<strong>en</strong> beugel met draaibare<br />
kop gemonteerd.<br />
Parameter: Planttemperatuur in grad<strong>en</strong> Celcius<br />
De planttemperatuur bepaalt o.a. de dampdruk in de plant. Om de VPD (vapour pressure<br />
deficit, zie paragraaf 2.3.) tuss<strong>en</strong> plant <strong>en</strong> kas te berek<strong>en</strong><strong>en</strong> is dit meetinstrum<strong>en</strong>t<br />
onmisbaar.<br />
Foto 4. Infra Rood temperatuurs<strong>en</strong>sor (IR camera / Planttemperatuur meter)<br />
© DLV Plant, augustus 2009 9
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Plantvitaliteits meter of plantivitymeter<br />
De plantvitaliteitsmeter b<strong>en</strong>adert de fotosynthese van het gewas. Deze meting wordt<br />
vertaald in droge stof groei per vierkante meter. Met de meter kan e<strong>en</strong> registratie<br />
plaatsvind<strong>en</strong> over hoe het gewas zich ontwikkelt binn<strong>en</strong> de groeiomstandighed<strong>en</strong>.<br />
Parameter: fotosynthese in gram droge stof/m 2 blad<br />
Hoe efficiënt het licht voor de fotosynthese wordt gebruikt, wordt indirect gemet<strong>en</strong> met de<br />
fluoresc<strong>en</strong>tiemeter. Licht wordt nooit 100% voor de fotosynthese gebruikt. E<strong>en</strong> deel wordt<br />
omgezet in warmte <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel weer uitgezond<strong>en</strong> als licht (fluoresc<strong>en</strong>tie). Dit fluoresc<strong>en</strong>tie<br />
licht meet de fluoresc<strong>en</strong>tiemeter. Bij laag licht <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> stress van de plant is de<br />
fluoresc<strong>en</strong>tie relatief laag <strong>en</strong> bij verzadigd licht is de fluoresc<strong>en</strong>tie maximaal. Het verschil<br />
onder lichte omstandighed<strong>en</strong> in de kas (PAR Pam) <strong>en</strong> bij verzadigd licht (= lichtflits van de<br />
fluoresc<strong>en</strong>tiemeter) is e<strong>en</strong> maat voor hoe efficiënt het licht voor de fotosynthese wordt<br />
gebruikt onder kasomstandighed<strong>en</strong>. De fluoresc<strong>en</strong>tie van het licht is dus e<strong>en</strong> maat voor de<br />
fotosynthese: hoe meer reflectie, hoe minder de relatieve fotosynthese. Als er veel licht is,<br />
wordt er meestal veel gereflecteerd <strong>en</strong> gaat de efficiëntie van het licht voor de<br />
fotosynthese dus omlaag maar kan de absolute fotosynthese toch redelijk hoog zijn. De<br />
hoeveelheid licht is dus belangrijk. Deze wordt door de plantivitymeter zelf gemet<strong>en</strong>. Dit<br />
gebeurt door de hoeveelheid licht die op e<strong>en</strong> wit meetvlak valt, die op de bladhouder is<br />
gemonteerd, te registrer<strong>en</strong>. Deze lichthoeveelheid wordt weergegev<strong>en</strong> in PAR Pam<br />
(µmol/m².s).<br />
De fluoresc<strong>en</strong>tie wordt gebruikt als input voor de softs<strong>en</strong>sor. Dit is e<strong>en</strong> model, waarmee de<br />
uiteindelijke fotosynthese in gram droge stof per m² wordt berek<strong>en</strong>d. In het model wordt<br />
ook rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de invloed van licht, CO 2 <strong>en</strong> de VPD op de uiteindelijke<br />
fotosynthese. Deze parameters zijn gewasafhankelijk <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voor ieder gewas dus<br />
apart bepaald word<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> het project is voor chrysant e<strong>en</strong> dergelijk ‘plant<strong>en</strong>paspoort’<br />
gemaakt in sam<strong>en</strong>werking met Plant Dynamics.<br />
Deze meter kan goed funger<strong>en</strong> als controle instrum<strong>en</strong>t voor modell<strong>en</strong> waarbij gebruik<br />
gemaakt wordt van voorspelling<strong>en</strong> op basis van omgevingsfactor<strong>en</strong>.<br />
Foto 5. Plantivity meter<br />
© DLV Plant, augustus 2009 10
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Wet s<strong>en</strong>sor<br />
De wet s<strong>en</strong>sor is e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t dat inzicht geeft in de waterhuishouding bij de wortels van<br />
het gewas. De wet s<strong>en</strong>sor wordt in de grond gestok<strong>en</strong> <strong>en</strong> meet via elektronische signal<strong>en</strong><br />
drie relevante gegev<strong>en</strong>s:<br />
• EC ofwel zougehalte in mS/cm<br />
• vochtgehalte (0-100%)<br />
• temperatuur in o C<br />
De wet s<strong>en</strong>sor wordt softwarematig gekalibreerd <strong>en</strong> kan daarom in vele bodem- <strong>en</strong><br />
substraat-soort<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geplaatst zoals: ste<strong>en</strong>wol, ve<strong>en</strong>grond, volle grond, potgrond of<br />
kokos. Binn<strong>en</strong> het Chrysant<strong>en</strong> project is het in wet s<strong>en</strong>sor geplaatst in de volle grond.<br />
Foto 6. WET-s<strong>en</strong>sor<br />
2.2 Meetset Growlab<br />
Binn<strong>en</strong> het onderzoek is gebruik gemaakt van twee uitgebreide meetsets (Growlabs). E<strong>en</strong><br />
meetset is uitgerust met:<br />
• 1 ruimte temperatuur meter gecombineerd met e<strong>en</strong> relatieve<br />
luchtvochtigheidsmeter,<br />
• 1 CO 2 meter,<br />
• 1 Plantivity meter met ingebouwde PAR-licht s<strong>en</strong>sor,<br />
• 2 PAR-licht s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />
• 1 Bladtemperatuur meter.<br />
• Wet meter. Deze bestaat uit:<br />
1 Worteltemperatuur meter<br />
1 EC meter<br />
1 vochtgehalte meter substraat<br />
© DLV Plant, augustus 2009 11
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
2.3 Berek<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> vanuit de s<strong>en</strong>sormeting<strong>en</strong><br />
Naast het puur met<strong>en</strong> van de parameters door de s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, zijn er ook diverse<br />
berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de gemet<strong>en</strong> waard<strong>en</strong> gemaakt.<br />
Met de meting van de kastemperatuur <strong>en</strong> RV:<br />
• De dauwpuntstemperatuur<br />
Als de kastemperatuur <strong>en</strong> RV bek<strong>en</strong>d zijn, kan berek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> bij welke<br />
temperatuur de RV 100% zal zijn, dus waarbij het vocht in de lucht gaat<br />
cond<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. Deze parameter is vooral interessant als ook de planttemperatuur<br />
bek<strong>en</strong>d is. Indi<strong>en</strong> de planttemperatuur onder de dauwpuntstemperatuur komt, dan<br />
cond<strong>en</strong>seert er vocht op het gewas. Dit geeft grote risico’s op Japanse Roest of<br />
Botrytis.<br />
Met de planttemperatuurmeter:<br />
• De VPD (vapour pressure deficit, of dampdrukverschil) e<strong>en</strong>heid: kPa.<br />
De VPD geeft het drukverschil tuss<strong>en</strong> de lucht in de huidmondjes <strong>en</strong> de lucht<br />
rondom het blad weer. Hoe hoger dit verschil, hoe hoger de verdampingscapaciteit<br />
is. De planttemperatuur bepaald de dampdruk in de huidmondjes, waarbij de RV in<br />
de huidmondjes op 100% wordt gesteld. De kastemperatuur <strong>en</strong> RV van de<br />
meetbox in de growlab-set bepal<strong>en</strong> de dampdruk van de lucht rondom het blad.<br />
Als streefwaarde wordt veelal e<strong>en</strong> VPD tuss<strong>en</strong> de 0,5 <strong>en</strong> 1,2 kPa aangehoud<strong>en</strong>.<br />
Onder de 0,5 kan de plant bijna niet verdamp<strong>en</strong>, bov<strong>en</strong> de 1,2 gaat de verdamping<br />
sneller dan de plant vocht kan opnem<strong>en</strong>. De plant zal ter bescherming dan zijn<br />
huidmondjes gaan sluit<strong>en</strong>, waardoor er minder CO 2 kan word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Met de plantivitymeter:<br />
• Fm Maximale fluoresc<strong>en</strong>tie in de nacht (nulmeting, bladkwaliteit).<br />
In jong blad neemt Fm toe. Tijd<strong>en</strong>s meetperiode moet Fm constant blijv<strong>en</strong>. Bij<br />
afname Fm (>10%) moet de Plantivity verzet word<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> nieuw blad. Het<br />
omzett<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> nieuw blad moet minimaal 1 maal per week aan het einde van<br />
de dag plaatsvind<strong>en</strong>.<br />
• Fm’ Maximale fluoresc<strong>en</strong>tie overdag (dit is dezelfde lijn als de Fm lijn).<br />
• F0 Actuele fluoresc<strong>en</strong>tie (de plant kan dit licht niet omzett<strong>en</strong> in assimilat<strong>en</strong> =<br />
suikers).<br />
• Yield (= R<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t) (Fm-F0)/Fm<br />
Bij overmaat aan licht gaat het r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van<br />
F0 maar de assimilatie kan toch omhoog gaan. Dit komt doordat de hoeveelheid<br />
b<strong>en</strong>ut licht to<strong>en</strong>eemt (zie begrip “B<strong>en</strong>ut licht”). R<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t ‘s nachts ligt tuss<strong>en</strong> de<br />
0,7 <strong>en</strong> 0,8. Overdag neemt r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t af omdat het licht to<strong>en</strong>eemt. E<strong>en</strong><br />
streefwaarde voor overdag is moeilijk te gev<strong>en</strong> omdat dit afhankelijk is van de<br />
hoeveelheid PAR.<br />
• B<strong>en</strong>ut licht (µmol/m 2 .s) = Gemiddelde PAR*Yield<br />
• NPQ Non Photochemical Qu<strong>en</strong>ching (lichtbelasting of plant<strong>en</strong>stress)<br />
= (Fm-Fm’)/Fm’<br />
= <strong>en</strong>ergie welke gebruikt wordt voor niet fotosynthetisch gerelateerde process<strong>en</strong>.<br />
Richtlijn voor NPQ is maximaal 1 a 1,2. Uitschieters zijn niet erg maar niet<br />
continue op 2 houd<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> NPQ van 1 heeft de plant 50% van z’n<br />
fotosystem<strong>en</strong> uitgeschakeld omdat hij het opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> licht niet om kan zett<strong>en</strong> in<br />
groei. Wordt de NPQ hoger dan 1 dan schakelt de plant steeds meer fotosystem<strong>en</strong><br />
uit. Dit doet hij om zichzelf te bescherm<strong>en</strong>. De fotosystem<strong>en</strong> die hij wel gebruikt<br />
moet<strong>en</strong> steeds harder gaan werk<strong>en</strong>. Het is te vergelijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> toer<strong>en</strong>teller.<br />
Bov<strong>en</strong> de 1 begint het rode gebied. E<strong>en</strong> poosje kan je hierin rijd<strong>en</strong> maar continue<br />
in het rood rijd<strong>en</strong> gaat t<strong>en</strong> koste van de lev<strong>en</strong>sduur van de motor.<br />
• Geavanceerde assimilatie<br />
= Berek<strong>en</strong>de opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> µmol CO 2 /m 2 blad.seconde<br />
© DLV Plant, augustus 2009 12
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
De berek<strong>en</strong>de assimilatie is gebaseerd op e<strong>en</strong> model waarin het r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t van<br />
de fotosynthese, planttemperatuur, CO 2 conc<strong>en</strong>tratie, hoeveelheid PAR <strong>en</strong> VPD<br />
zit. 10 µmol CO 2 /m 2 blad/seconde levert per uur 1 gram droge stof per vierkante<br />
meter blad. Deze factor van 10 is e<strong>en</strong> gemiddelde voor de gewass<strong>en</strong> die in de kas<br />
geteeld word<strong>en</strong>. Voor bijvoorbeeld cactuss<strong>en</strong> is dit getal veel hoger. Globaal<br />
bestaat elke gram droge stof uit 0.456 gram koolstof. Het droge stofgehalte van<br />
chrysant is ongeveer 11%.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 13
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
3 Materiaal <strong>en</strong> methode Praktijkmonitoring<br />
3.1 Opzet <strong>en</strong> uitvoering praktijkmonitoring<br />
De praktijkmonitoring vond plaats op 10 praktijkbedrijv<strong>en</strong>. De bedrijv<strong>en</strong> zijn zodanig<br />
gekoz<strong>en</strong> dat ze allemaal e<strong>en</strong> redelijk moderne bedrijfsuitrusting hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus goed met<br />
elkaar vergelijkbaar war<strong>en</strong>. Verder is er rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zekere spreiding over<br />
de regio’s in Nederland <strong>en</strong> zijn er telers gezocht die ook zelf geïnteresseerd zijn in dit soort<br />
technische ontwikkeling<strong>en</strong>. In de bijlage 1 staat e<strong>en</strong> lijst met deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong>.<br />
Binn<strong>en</strong> het project war<strong>en</strong> twee Growlabs-sets beschikbaar. Eén Growlab is te beschikking<br />
gesteld door Hoog<strong>en</strong>doorn Automatisering. Er is voor gekoz<strong>en</strong> om deze twee Growlabs te<br />
lat<strong>en</strong> rouler<strong>en</strong> over de bedrijv<strong>en</strong> waarbij de apparat<strong>en</strong> steeds ongeveer e<strong>en</strong> maand op<br />
hetzelfde bedrijf blev<strong>en</strong> staan. In de onderzoeksperiode hebb<strong>en</strong> alle deelnem<strong>en</strong>de<br />
bedrijv<strong>en</strong> 2 keer e<strong>en</strong> Growlab op hun bedrijf gehad.<br />
De Growlabs zijn gemonteerd aan zgn. mono-rail hak<strong>en</strong> (zie foto hieronder). Dit had de<br />
voorkeur bov<strong>en</strong> het alternatief vastklemm<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> kaspoot. Het verplaats<strong>en</strong> van de set<br />
<strong>en</strong> het instell<strong>en</strong> op de juiste hoogte gaat hiermee makkelijker.<br />
Foto 7. Growlab opstelling in e<strong>en</strong> Chrysant<strong>en</strong> gewas<br />
De data-uitwisseling vond plaats via Letsgrow. Dit is e<strong>en</strong> bedrijfsvergelijkings-systeem<br />
waarbij o.a. gegev<strong>en</strong>s vanuit klimaatcomputers én van apparat<strong>en</strong> zoals Growlabs in e<strong>en</strong><br />
c<strong>en</strong>trale database terechtkom<strong>en</strong>, waarna deze gegev<strong>en</strong>s goed <strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig (o.a. in<br />
grafiekvorm) naast elkaar gezet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
Hiertoe hebb<strong>en</strong> de deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> abonnem<strong>en</strong>t op Letsgrow afgeslot<strong>en</strong>. De<br />
deelnemers met e<strong>en</strong> klimaatcomputer van het merk Priva hadd<strong>en</strong> daar nog e<strong>en</strong><br />
zog<strong>en</strong>aamde rapportg<strong>en</strong>erator voor nodig, die door Priva tijdelijk voor de deelnemers<br />
beschikbaar gesteld is. De situatie tijd<strong>en</strong>s het onderzoek was dus als volgt:<br />
© DLV Plant, augustus 2009 14
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
• vanuit de klimaatcomputers van de 10 deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> continu 5<br />
minut<strong>en</strong>waardes naar Letsgrow verzond<strong>en</strong> van:<br />
2 klimaatgroep<strong>en</strong>, diverse gegev<strong>en</strong>s<br />
buit<strong>en</strong>omstandighed<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing<br />
Voor e<strong>en</strong> complete lijst van verzamelde gegev<strong>en</strong>s: zie bijlage 2.<br />
• Via e<strong>en</strong> GSM verbinding op de Growlabs werd<strong>en</strong> 5 minut<strong>en</strong>waardes van de<br />
s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> op de Growlab ook naar Letsgrow gestuurd. Dit betrof:<br />
luchttemperatuur<br />
RV<br />
CO 2<br />
PAR licht, 2 meting<strong>en</strong> per Growlab<br />
Planttemperatuur<br />
Plantivity-fluoris<strong>en</strong>tiereactie<br />
Watergehalte<br />
EC<br />
Temperatuur van de grond<br />
• Op basis van de meting<strong>en</strong> vanuit de Growlabs werd<strong>en</strong> in de database van<br />
Letsgrow vervolg<strong>en</strong>s modelberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> uitgevoerd, die dan onderstaande<br />
gegev<strong>en</strong>s opleverde:<br />
VPD (vochtdeficit tuss<strong>en</strong> plant <strong>en</strong> lucht)<br />
Dauwpuntstemperatuur<br />
Lichtbelasting<br />
Fotosynthese-r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<br />
Plantivity-r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t.<br />
• De adviseurs <strong>en</strong> onderzoekers van DLV Plant alsmede ook de 10 deelnem<strong>en</strong>de<br />
bedrijv<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> via het systeem van Letsgrow de gegev<strong>en</strong>s van de10<br />
klimaatcomputers <strong>en</strong> van de 2 Growlabs bekijk<strong>en</strong>, vergelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> analyser<strong>en</strong>. Via<br />
mail <strong>en</strong> internet, alsmede tijd<strong>en</strong>s groepsbije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> is er veel aandacht besteed<br />
aan uitwisseling van <strong>en</strong> discussie over de interessante punt<strong>en</strong>, die uit de<br />
waarneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>suitwisseling<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong>.<br />
3.2 Waarneming<strong>en</strong> <strong>en</strong> verslaglegging<br />
Via het grafiek<strong>en</strong>- <strong>en</strong> data-analyse-systeem van Letsgrow kond<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s van de<br />
klimaatcomputers van de 10 deelnemers <strong>en</strong> de 2 Growlabs bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> geanalyseerd<br />
word<strong>en</strong>. Hiertoe zijn er e<strong>en</strong> aantal standaard grafiek<strong>en</strong>sets sam<strong>en</strong>gesteld.<br />
Per deelnem<strong>en</strong>d bedrijf:<br />
• 2 grafiek<strong>en</strong> van beide klimaatafdeling<strong>en</strong> die in het systeem meedraaid<strong>en</strong>,<br />
• e<strong>en</strong> grafiek van de meteo-data <strong>en</strong><br />
• e<strong>en</strong> grafiek van de situatie qua <strong>en</strong>ergie. Buffervulling, branderstand<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
gasverbruik.<br />
Per Growlab:<br />
• grafiek met straling <strong>en</strong> PAR gegev<strong>en</strong>s,<br />
• plantivity-gegev<strong>en</strong>s,<br />
• relatie bladtemperatuur t.o.v. luchttemperatuur <strong>en</strong> dauwpunt,<br />
• blad/luchttemperatuur t.o.v. VPD <strong>en</strong><br />
• gegev<strong>en</strong>s van de WET meter.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 15
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Deze grafiek<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> wekelijks door medewerkers van DLV Plant geanalyseerd.<br />
Opvall<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> via mail <strong>en</strong> internet aan de deelnemers van de groep<br />
uitgewisseld <strong>en</strong> ter discussie gebracht. Voor de internet-uitwisseling is er op het hoofdportal<br />
van www.chrysantnet.nl e<strong>en</strong> forumgroep aangemaakt, waarbinn<strong>en</strong> de 10<br />
deelnemers van de plant<strong>en</strong>s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>groep informatie kond<strong>en</strong> uitwissel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
bediscussiër<strong>en</strong>. De deelnemers kreg<strong>en</strong> dus van de medewerkers DLV Plant <strong>en</strong> van elkaar<br />
feedback op hun klimaatinstelling<strong>en</strong>.<br />
Hieronder volg<strong>en</strong> twee voorbeeld<strong>en</strong> van de gebruikte grafiek<strong>en</strong>. In hoofdstuk 4 staan e<strong>en</strong><br />
aantal opmerkelijke zak<strong>en</strong> uit de praktijkmonitoring die nader toegelicht word<strong>en</strong>.<br />
Figuur 1a <strong>en</strong> 1b.<br />
Voorbeeld figur<strong>en</strong> zoals toegepast tijd<strong>en</strong>s het project<br />
© DLV Plant, augustus 2009 16
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
4 Resultat<strong>en</strong> Praktijkmonitoring<br />
4.1 Planttemperatuur<br />
Hieronder volgt e<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> grafiek met daarin de blad- <strong>en</strong> luchttemperatuur<br />
van 7 mei 2008.<br />
Figuur 2. Blad- <strong>en</strong> luchttemperatuur op 7 mei 2008<br />
• ’s nachts ligt de bladtemperatuur steeds 0,2 tot 0,5 °C onder de luchttemperatuur.<br />
Dit is logisch verklaarbaar doordat het gewas ’s nachts e<strong>en</strong> klein beetje verdampt<br />
<strong>en</strong> daardoor wat warmte verliest.<br />
• Overdag zorgt de instraling voor opwarming van het blad waardoor deze op of<br />
bov<strong>en</strong> de luchttemperatuur uitkomt. In de periode met zonnig <strong>en</strong> schraal weer<br />
(begin mei 2008) komt bladtemperatuur nauwelijks bov<strong>en</strong> de luchttemperatuur uit<br />
tot e<strong>en</strong> instraling van 600 W/m 2 straling buit<strong>en</strong>. Bij meer dan 600 W/m 2 is blijkbaar<br />
de koel<strong>en</strong>de capaciteit van de verdamping niet g<strong>en</strong>oeg om de opwarming te<br />
comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>.<br />
• Na 15.00 uur, als de instraling weer onder de 600 W/m 2 zakt, is het opvall<strong>en</strong>d dat<br />
de bladtemperatuur weer zakt tot zelfs ruim onder de luchttemperatuur. De<br />
koelcapaciteit van het verdamp<strong>en</strong>de gewas is dan blijkbaar erg groot. Het gaat op<br />
dat mom<strong>en</strong>t dus uitstek<strong>en</strong>d met het gewas.<br />
• Op dag<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hogere luchtvochtigheid dan begin mei, zi<strong>en</strong> we andere<br />
reacties. Opvall<strong>en</strong>d is dan dat het punt waarbij de bladtemperatuur wegloopt bij de<br />
luchttemperatuur bij e<strong>en</strong> veel lager stralingsniveau ligt (ca 200 W/m 2 ). Dit is te<br />
verklar<strong>en</strong> door het feit dat bij e<strong>en</strong> hogere RV het gewas minder makkelijk kan<br />
verdamp<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus minder makkelijk kan koel<strong>en</strong>.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 17
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
• In de grafiek is ook het effect van e<strong>en</strong> flitskier (korte kier in het verduisteringsdoek)<br />
op de kas- <strong>en</strong> planttemperatuur goed te zi<strong>en</strong>. De flitskier komt er om ongeveer<br />
20.30 uur in. De kastemperatuur reageert iets eerder op de koelere lucht aanvoer<br />
dan de planttemperatuur, maar het verschil is niet klein. Uiteindelijk daalt de<br />
temperatuur voor beid<strong>en</strong> met ongeveer 3 o C.<br />
4.2 Broez<strong>en</strong><br />
Er zijn wat experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met broez<strong>en</strong> uitgevoerd. Per 15 minut<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> korte gietbeurt<br />
met de reg<strong>en</strong>leiding gegev<strong>en</strong> van 4 second<strong>en</strong>. In onderstaande figuur zijn 3 zonnige dag<strong>en</strong><br />
in mei 2008 met ongeveer dezelfde buit<strong>en</strong>temperatuur <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lage buit<strong>en</strong> RV<br />
weergegev<strong>en</strong>. Op 9 mei is er niet gebroesd, op 10 <strong>en</strong> 11 mei wel.<br />
Figuur 3. Klimaat op 9, 10 <strong>en</strong> 11 mei 2008<br />
De gemiddeld<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 9.00 uur <strong>en</strong> 18.00 uur van de verschill<strong>en</strong>de parameters zijn<br />
weergegev<strong>en</strong> in tabel 1.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 18
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Tabel 1.<br />
Gemiddeld<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 9.00 uur <strong>en</strong> 18.00 uur van de verschill<strong>en</strong>de<br />
parameters<br />
buit<strong>en</strong>temp. PAR kastemp. planttemp. RV VPD<br />
datum: °C µmol/m²/s °C °C % kPa<br />
9-5-2008 23,8 964 28,3 28,4 47% 2,1<br />
10-5-2008 24,7 974 28,1 27,8 56% 1,7<br />
11-5-2008 22,8 1037 26,9 26,9 58% 1,5<br />
Meest opvall<strong>en</strong>d is de hogere RV <strong>en</strong> daardoor lagere VPD op de dag<strong>en</strong> wanneer er wel<br />
gebroesd is. Bij e<strong>en</strong> VPD bov<strong>en</strong> de 1,5 heeft e<strong>en</strong> gewas normaal gesprok<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />
om de verdamping bij te houd<strong>en</strong>. Door het broez<strong>en</strong> wordt deze stress-situatie voor e<strong>en</strong><br />
groot deel wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het effect op kas- <strong>en</strong> planttemperatuur is moeilijker te met<strong>en</strong>,<br />
maar het is wel opvall<strong>en</strong>d dat de kas- <strong>en</strong> planttemperatuur op 10 mei lager zijn dan op 9<br />
mei, terwijl de gemiddelde buit<strong>en</strong>temperatuur hoger was. Het is echter in deze praktijkproef<br />
niet zo, dat door broez<strong>en</strong> de planttemperatuur t<strong>en</strong> opzichte van de kastemperatuur lager<br />
komt te ligg<strong>en</strong>.<br />
4.3 Dauwpuntstemperatuur<br />
De dauwpuntstemperatuur in combinatie met de planttemperatuur kan in theorie e<strong>en</strong><br />
goede indicator zijn of er risico op natslaan van het gewas, dus problem<strong>en</strong> met bv Japanse<br />
roest, te verwacht<strong>en</strong> zijn.<br />
Tijd<strong>en</strong>s de hele periode dat er op de bedrijv<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong> is, is het opvall<strong>en</strong>d weinig<br />
voorgekom<strong>en</strong> dat de planttemperatuur onder de dauwpuntstemperatuur kwam. Dit komt<br />
overe<strong>en</strong> met de stelling, dat problem<strong>en</strong> met Japanse Roest de laatste jar<strong>en</strong> vooral<br />
veroorzaakt word<strong>en</strong> door technische storing<strong>en</strong> of problem<strong>en</strong> met de warmtevoorzi<strong>en</strong>ing, in<br />
plaats van door de reguliere klimaatregeling. Toch zijn er wel interessante ervaring<strong>en</strong><br />
opgedaan. In onderstaande grafiek is e<strong>en</strong> voorbeeld van hoe de kas, plant <strong>en</strong><br />
dauwpuntstemperatur<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> aantal cruciale mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die op e<strong>en</strong> dag<br />
optred<strong>en</strong>. Het gaat om e<strong>en</strong> herfstdag, 10 november 2008. Belangrijke mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn dan<br />
het aangaan van de assimilatiebelichting in de ocht<strong>en</strong>d, het op<strong>en</strong>lop<strong>en</strong> van het doek e<strong>en</strong><br />
paar uur later <strong>en</strong> het dichtlop<strong>en</strong> van het doek in de namiddag.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 19
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Figuur 4. Klimaat op 10 november 2008<br />
’s Ocht<strong>en</strong>ds in de ‘licht aan onder doek’-periode zakt door het dal<strong>en</strong> van de RV het<br />
dauwpunt weg bij de blad-luchttemperatur<strong>en</strong>. Hierdoor is er e<strong>en</strong> goede ‘marge’ om ge<strong>en</strong><br />
cond<strong>en</strong>satie onderin het gewas te krijg<strong>en</strong>.<br />
’s Middags wordt het schermdoek op <strong>en</strong>ergiedoekregeling vanaf 16.15 uur in stapp<strong>en</strong><br />
geslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> begint het licht vanaf 16.50 uur af te schakel<strong>en</strong>. Om 16.55 uur is het licht uit <strong>en</strong><br />
het doek ook dicht. Opvall<strong>en</strong>d is dat de bladtemperatuur oploopt vanaf het mom<strong>en</strong>t dat het<br />
doek gedeeltelijk dicht is. De meest logische verklaring hiervoor: de ‘uitstraling’ naar de<br />
koude hemel/buit<strong>en</strong>lucht stopt na het sluit<strong>en</strong> van de ‘carport’, terwijl de lampstraling wel<br />
doorgaat met het opwarm<strong>en</strong> van het blad.<br />
E<strong>en</strong> andere verklaring kan de volg<strong>en</strong>de zijn. Door het sluit<strong>en</strong> van het scherm wordt de<br />
verdamping op e<strong>en</strong> of andere manier minder. Hierdoor wat minder koel<strong>en</strong>d effect,<br />
waardoor de bladtemperatuur iets oploopt. In ieder geval, op deze manier is er e<strong>en</strong><br />
regeling waarbij cond<strong>en</strong>satie op de kop van het gewas bij het dichtlop<strong>en</strong> van het doek<br />
goed teg<strong>en</strong>gegaan wordt.<br />
E<strong>en</strong> voorbeeld van de gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> technische storing is weergegev<strong>en</strong> in de<br />
volg<strong>en</strong>de grafiek. Dit was e<strong>en</strong> WKK storing, waarbij de lamp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal ker<strong>en</strong> aan <strong>en</strong> uit<br />
ging<strong>en</strong>. De kas- <strong>en</strong> planttemperatur<strong>en</strong> gaan hierdoor flink fluctuer<strong>en</strong>. De temperatuur daalt<br />
e<strong>en</strong> aantal ker<strong>en</strong> zodanig, dat de planttemperatuur onder de dauwpuntstemperatuur komt.<br />
Gevolg: kans op cond<strong>en</strong>satie.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 20
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Figuur 5. Klimaat op 30 november 2008<br />
4.4 Temperatuurverloop bij vorst<br />
In de eerste wek<strong>en</strong> van januari 2009 was er e<strong>en</strong> korte vorstperiode. Het is interessant om<br />
te zi<strong>en</strong> hoe hier door deelnemers om werd gegaan <strong>en</strong> wat dit voor gevolg<strong>en</strong> had voor het<br />
klimaat. In onderstaande grafiek is te zi<strong>en</strong> dat er bij deze winterse omstandighed<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
problem<strong>en</strong> war<strong>en</strong> met de dauwpuntstemperatuur.<br />
Meer opvall<strong>en</strong>d is de regeling van het verduisteringsdoek <strong>en</strong> de reactie van de<br />
temperatuur hierop.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 21
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Figuur 6. Klimaat op 6 januari 2009<br />
In de ocht<strong>en</strong>d gaat het schermdoek op<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> lage buit<strong>en</strong>temperatuur (- 6 o C) <strong>en</strong> weinig<br />
licht (60 Watt/m²). Gevolg is, dat de temperatuur wegzakt naar bijna 15 o C. In de middag<br />
gaat het doek vroeg dicht, bij e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>temperatuur van -1C <strong>en</strong> e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>straling van<br />
140 Watt/m². De temperatuur in de kas is dan nog 20 o C.<br />
Leerpunt<strong>en</strong> hieruit zijn:<br />
• Het ‘warmte’vermog<strong>en</strong> van zonne-instraling van 130 tot 140 W/m 2 is zodanig dat<br />
de kas ervan op temperatuur gebracht wordt, ook bij e<strong>en</strong> paar grad<strong>en</strong> vorst.<br />
• ’s ocht<strong>en</strong>ds het doek niet te vroeg op<strong>en</strong><strong>en</strong>. Wacht<strong>en</strong> tot de instraling hoog g<strong>en</strong>oeg<br />
is, zodat er voldo<strong>en</strong>de warmtebijdrage is.<br />
• ’s middags het doek niet te snel dichtdo<strong>en</strong> bij zonnig weer. Zonde om dat licht <strong>en</strong><br />
die warmtebijdrage weg te scherm<strong>en</strong>.<br />
• De ‘schakelniveau’s’ qua instraling moet<strong>en</strong> bij het op<strong>en</strong>lop<strong>en</strong> hoger staan dan bij<br />
het dichtlop<strong>en</strong>. Red<strong>en</strong><strong>en</strong>: ’s ocht<strong>en</strong>ds ligt er nog ijs op het dek. Dat moet eraf<br />
dooi<strong>en</strong> <strong>en</strong> het is goedkoper om de zon dit te lat<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. Daarnaast is het ’s<br />
middag normaal gesprok<strong>en</strong> niet zo koud buit<strong>en</strong>.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 22
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
4.5 PAR-licht<br />
Door de monitoring is in de dag<strong>en</strong> van begin mei goed zicht verkreg<strong>en</strong> op het effect van<br />
Reduheat. Twee bedrijv<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de groep hebb<strong>en</strong> dat er in dikte 1 op 5 op het dek zitt<strong>en</strong>.<br />
De data uit de klimaatcomputers tuss<strong>en</strong> de deelnemers liet zi<strong>en</strong> dat in begin meiomstandighed<strong>en</strong><br />
de temperatuurreductie van Reduheat ongeveer 4°C is, of in verhouding<br />
minder hoev<strong>en</strong> lucht<strong>en</strong> etc. Er is ook e<strong>en</strong> inschatting gemaakt van het lichtverlies. Zonder<br />
Reduheat was de maximum PAR meting 1400 umol/m 2 .s. Met reduheat was het PARmaximum<br />
1000 umol/m 2 .s. Dit zou betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat er door het Reduheat op dat bedrijf 29%<br />
PAR-licht weggeschermd wordt. Qua temperatuurmeting<strong>en</strong> is geconstateerd dat op het<br />
reduheat bedrijf de bladtemperatuur begin mei gelijk bleef met de luchttemperatuur.<br />
4.6 Lichtreflectie teg<strong>en</strong> de padgevel<br />
Op e<strong>en</strong> van de bedrijv<strong>en</strong> was in het belichtingsseizo<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> dat iedere ocht<strong>en</strong>d om 6.00<br />
uur de PAR lichthoeveelheid terugzakt van 108 umol/m 2 .s naar 102 umol/m 2 .s. Tegelijk<br />
zakt ook de temperatuur met 1 tot 2°C. Dit laat onderstaande grafiek zi<strong>en</strong>. De oorzaak<br />
hiervan is zeer waarschijnlijk dat het padgeveldoek om 6.00 uur op<strong>en</strong>loopt. De<br />
weerkaatsing van het licht teg<strong>en</strong> de witte gevel valt weg <strong>en</strong> er stroomt koude lucht uit de<br />
koude sluis van het pad het vak in. De Growlab hangt in dit geval 1 poot van het pad<br />
vandaan.<br />
Figuur 7. Klimaat op 30 oktober 2008<br />
© DLV Plant, augustus 2009 23
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Belangrijkste leerpunt hierbij is dat witte gevels de hoeveelheid assimilatielicht verhog<strong>en</strong><br />
op het gewas <strong>en</strong> dus beter het gevelscherm niet eerder op<strong>en</strong>do<strong>en</strong> dan nodig is. Dit geldt<br />
dan voor de witte buit<strong>en</strong>geveldoek<strong>en</strong>. De koude lucht uit de sluis van het pad is<br />
ongew<strong>en</strong>st. De plant<strong>en</strong> in de eerste meters vanaf het pad word<strong>en</strong> het eerst koud <strong>en</strong><br />
warm<strong>en</strong> hierna snel weer op door de belichting. Dit geeft kans op Japanse Roest. De<br />
padgevels kunn<strong>en</strong> dus beter direct vanaf het mom<strong>en</strong>t dat de lamp<strong>en</strong> aan gaan geop<strong>en</strong>d<br />
word<strong>en</strong>.<br />
4.7 Meting<strong>en</strong> GrowWatch<br />
Figuur 8.<br />
Verschill<strong>en</strong> PAR PAM <strong>en</strong> PAR meting<br />
Voor de meting<strong>en</strong> van de plantivity wordt uitgegaan van de PAR PAM. Deze zit op<br />
bladhoogte <strong>en</strong> geeft veelal lagere waardes aan dan de 2 PAR lichtmeters (zie figuur 8) die<br />
bov<strong>en</strong> het gewas hang<strong>en</strong>. In figuur 9 is de relatie weergegev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de PAR PAM <strong>en</strong><br />
het PAR licht in de periode van 30 november 2008 tot <strong>en</strong> met 3 januari 2009. De<br />
bijbehor<strong>en</strong>de vergelijking is hierbij ook weergegev<strong>en</strong>. Gemiddeld wordt er e<strong>en</strong> PAR Pam<br />
gemet<strong>en</strong> die meer dan 50% lager is dan PAR meting. De plantivity s<strong>en</strong>sor, die aan e<strong>en</strong><br />
chrysant<strong>en</strong>blad gekoppeld moet zijn, ondervindt het handicap dat het chrysant<strong>en</strong>gewas<br />
erg snel in l<strong>en</strong>gte groeit. Al na e<strong>en</strong> paar dag<strong>en</strong> wordt het blad met het meetpunt overgroeit<br />
<strong>en</strong> in de schaduw gezet. Vrij vaak moet er dan e<strong>en</strong> nieuw blad op de plantivity gezet<br />
word<strong>en</strong>. Door de snelle groei <strong>en</strong> het vaak verwissel<strong>en</strong> kan verstoring optred<strong>en</strong> van de<br />
meting<strong>en</strong>. Het juist aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de plantivity <strong>en</strong> interpretatie van de gegev<strong>en</strong>s vergt<br />
dus de nodige ervaring.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 24
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
y = 0.3833x + 0.5078<br />
R 2 = 0.7458<br />
Figuur 9.<br />
Relatie PAR Pam <strong>en</strong> PAR licht<br />
Licht blijkt e<strong>en</strong> zeer belangrijke factor voor de fotosynthese van Chrysant. In figuur 10 <strong>en</strong><br />
11 is de relatie tuss<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de fotosynthese <strong>en</strong> het PAR-licht <strong>en</strong> de PAR-<br />
PAM. Duidelijk is te zi<strong>en</strong> (figuur 11) dat bij hele hoge instraling (1400 tot aan 1800<br />
µmol/m 2 .s) de fotosynthese niet altijd ev<strong>en</strong>redig meeloopt. Dit komt doordat andere<br />
factor<strong>en</strong> dan in het minimum zijn zoals CO 2 .<br />
© DLV Plant, augustus 2009 25
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
y = 0.0165x - 1.4442<br />
R 2 = 0.6381<br />
Figuur 10. Verband tuss<strong>en</strong> PAR licht <strong>en</strong> fotosynthese in periode 5 mei tot 8 juni 2008<br />
Figuur 11. Verband PAR PAM <strong>en</strong> fotosynthese in periode 5 mei tot 8 juni 2008<br />
© DLV Plant, augustus 2009 26
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Figuur 12. Verband tuss<strong>en</strong> PAR <strong>en</strong> lichtbelasting (NPQ) in periode 5 mei tot 8 juni<br />
2008<br />
Figuur 13. Verband tuss<strong>en</strong> PAR Pam <strong>en</strong> lichtbelasting (NPQ) in periode 5 mei tot 8<br />
juni 2008<br />
© DLV Plant, augustus 2009 27
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Figuur 14. Verband tuss<strong>en</strong> VPD <strong>en</strong> lichtbelasting (NPQ) in periode 5 mei tot 8 juni<br />
2008<br />
De lichtbelasting ofwel NPO (zie figuur 12 <strong>en</strong> 13) ligt grot<strong>en</strong>deels onder de 1,2.<br />
Uitschieters kom<strong>en</strong> wel voor, maar houd<strong>en</strong> niet lang aan. Bij e<strong>en</strong> NPQ van 1 heeft de plant<br />
50% van z’n fotosystem<strong>en</strong> uitgeschakeld omdat hij het opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> licht niet om kan zett<strong>en</strong><br />
in groei. Wordt de NPQ hoger dan 1 dan schakelt de plant steeds meer fotosystem<strong>en</strong> uit.<br />
Dit doet hij om zichzelf te bescherm<strong>en</strong>. Relatief zijn er weinig stressmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bij<br />
Chrysant. Deze kunn<strong>en</strong> zowel bij lage als bij hoge instraling optred<strong>en</strong>.<br />
Kijk<strong>en</strong>de naar het verband tuss<strong>en</strong> de VPD <strong>en</strong> de lichtbelasting ofwel NPO (zie figuur 14)<br />
dan blijkt de NPQ duidelijk toe te nem<strong>en</strong> bij hogere VPD.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 28
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Figuur 15. Verband tuss<strong>en</strong> fotosynthese <strong>en</strong> PAR periode 30 november 2008 – 27<br />
december 2009<br />
In de winterperiode, bij lagere PAR-licht omstandighed<strong>en</strong>, blijkt de relatie tuss<strong>en</strong><br />
fotosynthese <strong>en</strong> PAR licht groter te zijn (zie figuur 15). Dit komt grot<strong>en</strong>deels doordat licht<br />
dan de meest beperk<strong>en</strong>de factor is.<br />
De data van de Growlabs zijn nader geanalyseerd. Voor e<strong>en</strong> aantal periodes zijn deze<br />
verder uitgewerkt. In tabel 2 staan de gemiddelde gegev<strong>en</strong>s van e<strong>en</strong> periode in maart<br />
2008. De gegev<strong>en</strong>s van 21 maart staan weergegev<strong>en</strong> in figuur 16.<br />
Tabel 2. Gegev<strong>en</strong>s periode 20 – 24 maart 2008<br />
Kas Plant CO 2 RV VPD Par Assimilatie NPQ<br />
temperatuur temperatuur (ppm) (%)<br />
PAM<br />
min 12.1 13.5 418.1 67.1 0.1 0.0 -1.7 0.0<br />
gem 19.4 19.9 1442.1 85.8 0.4 45.4 0.2 0.2<br />
max 25.9 27.9 2059.4 94.1 1.6 735.0 23.5 1.4<br />
© DLV Plant, augustus 2009 29
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
21 maart 2008<br />
KasT PlantT RV Assimilatie<br />
NPQ * 10 CO2 ParPam<br />
100<br />
2000<br />
90<br />
1800<br />
80<br />
1600<br />
Temperatuur, RV, assimilatie, NPQ<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
1400<br />
1200<br />
1000<br />
800<br />
600<br />
CO 2 , PAR licht<br />
20<br />
400<br />
10<br />
200<br />
0<br />
0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00<br />
0<br />
Figuur 16. Gegev<strong>en</strong>s 21 maart 2008<br />
Met behulp van regressie analyse is nader onderzocht in hoeverre er sam<strong>en</strong>hang is tuss<strong>en</strong><br />
de assimilatie <strong>en</strong> de andere teeltfactor<strong>en</strong>. Uit deze analyse blijkt er e<strong>en</strong> goede relatie (R 2 =<br />
88,4) met het PAR-licht, CO 2 niveau <strong>en</strong> VPD. Uiteraard wordt de VPD mede bepaald door<br />
de RV, kastemperatuur <strong>en</strong> planttemperatuur <strong>en</strong> is er ook e<strong>en</strong> duidelijke sam<strong>en</strong>hang met<br />
deze parameters.<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
0 100 200<br />
300<br />
400<br />
500<br />
600<br />
700<br />
gass v ParPAM<br />
Figuur 17. Relatie met fotosynthese <strong>en</strong> PAR PAM<br />
© DLV Plant, augustus 2009 30
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Voor deze zelfde periode is ook gekek<strong>en</strong> welke parameters sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de licht<br />
belasting/plant<strong>en</strong>stress ofwel NPQ. De NPQ hangt sam<strong>en</strong> met: Par PAM, planttemperatuur<br />
<strong>en</strong> VPD. Ook hier geldt dat de VPD mede bepaald door de RV, kastemperatuur <strong>en</strong><br />
planttemperatuur. In maart zijn weinig tot ge<strong>en</strong> stress situatie geconstateerd<br />
In tabel 3 staan de gemiddelde gegev<strong>en</strong>s van e<strong>en</strong> periode in april 2008. De gegev<strong>en</strong>s van<br />
9 april staan weergegev<strong>en</strong> in figuur 18.<br />
Tabel 3. Gegev<strong>en</strong>s periode 7 – 10 april 2008<br />
KasT PlantT CO2 RV VPD Par PAM Assimilatie NPQ<br />
min 16.6 17.2 254.4 54.3 0.1 0.0 -1.6 0.0<br />
gem 20.2 20.5 874.0 83.6 0.5 79.8 2.2 0.2<br />
max 25.8 29.7 1670.6 94.4 2.3 796.0 33.7 0.8<br />
9 april 2008<br />
KasT PlantT RV<br />
NPQ * 10 Assimilatie CO2<br />
100<br />
ParPam<br />
2000<br />
90<br />
1800<br />
80<br />
1600<br />
temperatuur, RV, assimilatie, NPQ<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
1400<br />
1200<br />
1000<br />
800<br />
600<br />
CO2, Par PAM<br />
20<br />
400<br />
10<br />
200<br />
0<br />
0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00<br />
0<br />
Figuur 18. Gegev<strong>en</strong>s 9 april 2008<br />
Uit de analyse in april blijkt er e<strong>en</strong> goede relatie tuss<strong>en</strong> de assimilatie <strong>en</strong> met het PARlicht,<br />
CO 2 niveau, temperatuur <strong>en</strong> VPD. VPD blijkt steeds belangrijker te word<strong>en</strong>. In figuur<br />
19 is de relatie in die periode tuss<strong>en</strong> de assmilatie <strong>en</strong> de VPD weergegev<strong>en</strong>. Er lijkt e<strong>en</strong><br />
optimum te ligt bij e<strong>en</strong> VPD van ca 1.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 31
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
35<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
0.5 1.0 1.5<br />
2.0<br />
gass v VPD<br />
Figuur 19. Relatie met assimilatie <strong>en</strong> VPD<br />
Ook voor deze zelfde periode is gekek<strong>en</strong> welke parameters sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de licht<br />
belasting/plant<strong>en</strong>stress ofwel NPQ. De NPQ hangt sam<strong>en</strong> met: Par PAM, planttemperatuur<br />
<strong>en</strong> VPD <strong>en</strong> CO 2 . Ook hier geldt dat de VPD mede bepaald door de RV, kastemperatuur<br />
<strong>en</strong> planttemperatuur. In april blijkt dat CO 2 overdag in het minimum zit !.<br />
In tabel 4 staan de gemiddelde gegev<strong>en</strong>s van e<strong>en</strong> periode in maart 2008. De gegev<strong>en</strong>s<br />
van 21 maart staan weergegev<strong>en</strong> in figuur 20.<br />
Tabel 4. Gegev<strong>en</strong>s periode 7 – 15 mei 2008<br />
KasT PlantT CO2 RV VPD Par PAM Assimilatie NPQ<br />
min 17.3 16.7 17.3 37.6 0.1 0.0 -2.7 0.0<br />
gem 24.1 23.9 24.1 73.4 0.8 144.0 2.9 0.4<br />
max 29.8 31.2 29.8 94.1 2.6 1573.0 41.9 2.9<br />
© DLV Plant, augustus 2009 32
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
8 mei 2008<br />
KasT PlantT RV NPQ * 10<br />
Assimilatie CO2 ParPam<br />
100<br />
2000<br />
90<br />
1800<br />
80<br />
1600<br />
temperatuur, RV, assimilatie, NPQ<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
1400<br />
1200<br />
1000<br />
800<br />
600<br />
CO2, ParPAM<br />
20<br />
400<br />
10<br />
200<br />
0<br />
0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00<br />
0<br />
Figuur 20. Gegev<strong>en</strong>s 8 mei 2008<br />
Uit de analyse in mei blijkt er e<strong>en</strong> goede relatie tuss<strong>en</strong> de assimilatie <strong>en</strong> met het PAR-licht,<br />
temperatuur <strong>en</strong> VPD. VPD blijkt steeds belangrijker te word<strong>en</strong>. In figuur 19 is de relatie in<br />
die periode tuss<strong>en</strong> de assmilatie <strong>en</strong> de VPD weergegev<strong>en</strong>. Ook voor deze zelfde periode<br />
is gekek<strong>en</strong> welke parameters sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de licht belasting/plant<strong>en</strong>stress ofwel<br />
NPQ. De NPQ hangt in mei (meer instraling) met name sam<strong>en</strong> met de planttemperatuur <strong>en</strong><br />
VPD. Ook hier geldt dat de VPD mede bepaald door de RV, kastemperatuur <strong>en</strong><br />
planttemperatuur. Hoge planttemperatur<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoge VPD leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> hoge NPQ, maar<br />
ook het overdag dichttrekk<strong>en</strong> van het verduisteringsdoek leidt tot e<strong>en</strong> hoge NPQ.<br />
T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de klimaat- <strong>en</strong> plants<strong>en</strong>sorgegev<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de conclusies<br />
getrokk<strong>en</strong> word<strong>en</strong>:<br />
• De non-contact meting<strong>en</strong> in de plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>-units zoals de kastemperatuur, TV,<br />
CO2, PAR-meter, bladtemperatuur etc zijn goed betrouwbaar <strong>en</strong> lever<strong>en</strong> goede,<br />
direct bruikbare resultat<strong>en</strong> op.<br />
• De plantivitys<strong>en</strong>sor, die aan e<strong>en</strong> chrysant<strong>en</strong>blad gekoppeld moet zijn, ondervindt<br />
het handicap dat het chrysant<strong>en</strong>gewas erg snel in l<strong>en</strong>gte groeit. Vrij vaak moet er<br />
dan e<strong>en</strong> nieuw blad op de plantivity gezet word<strong>en</strong>. Door de snelle groei <strong>en</strong> het<br />
vaak verwissel<strong>en</strong> kan verstoring optred<strong>en</strong> van de meting<strong>en</strong>.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 33
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
5 Fotosynthese meting<strong>en</strong><br />
In bijlage 3 is het volledige onderzoeksrapport ‘Plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant’ opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat<br />
in het kader van dit project uitgevoerd is door Plant Dynamics in sam<strong>en</strong>werking met DLV<br />
Plant.<br />
5.1 Doelstelling<br />
Het doel van het onderzoek was om vast te stell<strong>en</strong> wat de assimilatiecapaciteit <strong>en</strong> de<br />
fotosynthese eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van het gewas chrysant zijn. Deze waardes zijn o.a. nodig<br />
om de modelberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> achter de plantivity-meter te voorzi<strong>en</strong> van gewasspecifieke<br />
parameters. Verder levert dit onderzoek interessante k<strong>en</strong>nis op over de teelttechnische<br />
eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de chrysant.<br />
5.2 Materiaal <strong>en</strong> method<strong>en</strong><br />
Plant Dynamics heeft voor dit onderzoek gebruik gemaakt van de zgn. Licor-6400<br />
fotosynthese-meter. Dit zeer geavanceerde meetapparaat kan van e<strong>en</strong> blad, dat in e<strong>en</strong><br />
meetcuvet ingeklemd is, de op<strong>en</strong>ingstoestand van de huidmondjes alsmede de actuele<br />
fotosynthese met<strong>en</strong>. In het meetcuvet kunn<strong>en</strong> de variabel<strong>en</strong> lichtint<strong>en</strong>siteit, CO 2 gehalte <strong>en</strong><br />
vochtigheid (VPD) gevarieerd word<strong>en</strong>.<br />
Foto 8. Licor-6400 fotosynthese-meter<br />
De meting<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> plaats op de bedrijv<strong>en</strong> van Janss<strong>en</strong> Maasbree in Maasbree <strong>en</strong> van<br />
Kwekerij van Ruijv<strong>en</strong> in De Kwakel. De meetsessies zijn op twee mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uitgevoerd:<br />
- 21 <strong>en</strong> 22 februari 2008 (winterteelt)<br />
- 2 <strong>en</strong> 3 juni 2008 (zomerteelt)<br />
© DLV Plant, augustus 2009 34
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
In de proef werd<strong>en</strong> steeds de volg<strong>en</strong>de vier chrysant<strong>en</strong>rass<strong>en</strong> doorgemet<strong>en</strong>:<br />
• ‘Bacardi’<br />
• ‘Euro’ wit<br />
• ‘Anastasia’ wit<br />
• ‘Reagan Pink’<br />
5.3 Resultat<strong>en</strong><br />
In de bijlage 2 staan uitgebreide gegev<strong>en</strong>s van de meetresultat<strong>en</strong>. Hieronder volgt e<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong>vatting.<br />
De huidmondjesgeleidbaarheid<br />
• Alle rass<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatief hoge huidmondjesgeleidbaarheid (HMG). E<strong>en</strong><br />
hoge huidmondjesgeleidbaarheid betek<strong>en</strong>t dat de huidmondjes op<strong>en</strong> staan.<br />
Chrysant staat in vergelijking tot andere gewass<strong>en</strong> continu ‘met de bek op<strong>en</strong>’.<br />
• De HMG is redelijk stabiel is over de dag. Er zit e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>d in waarbij de HMG in de<br />
ocht<strong>en</strong>d langzaam to<strong>en</strong>eemt tot e<strong>en</strong> maximum rond het middaguur <strong>en</strong> aan het<br />
eind van de middag e<strong>en</strong> heel geringe afname.<br />
• Bij de zomermeting is de HMG gemiddeld kleiner dan bij de wintermeting.<br />
• De rasvariatie is klein. Opvall<strong>en</strong>d zijn de meting<strong>en</strong> bij het ras ‘Bacardi’. Bij de<br />
wintermeting heeft dit ras de hoogste HMG, bij de zomermeting is de HMG het<br />
laagst van alle rass<strong>en</strong>.<br />
Het electron<strong>en</strong>transport<br />
Met behulp van fluoresc<strong>en</strong>tiemeting<strong>en</strong> is de assimilatiecapaciteit van chrysant bepaald in<br />
de situatie zonder huidmondjesweerstand. Het is als het ware e<strong>en</strong> maat voor de efficiëntie<br />
van het fotosyntheseproces van de chrysant, nadat de huidmondjes gepasseerd zijn. Het<br />
wordt uitgedrukt in de factor ETR. Voor chrysant valt de waardering hiervan tuss<strong>en</strong><br />
efficiënt <strong>en</strong> zeer efficiënt.<br />
Variatie over de dag<br />
In teg<strong>en</strong>stelling tot veel andere tuinbouwgewass<strong>en</strong> is de fotosynthese over de dag erg<br />
stabiel. In de figuur is de fotosynthese bij 400 µmol PAR op verschill<strong>en</strong>de tijd<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>.<br />
De data zijn gemiddeld voor alle rass<strong>en</strong> in de winter (blauw) <strong>en</strong> de zomer (rood).<br />
Fotosynthese over de dag bij 400 µmol PAR<br />
20<br />
18<br />
16<br />
14<br />
Fot (µmol m -2 s -1 )<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
6:00 7:12 8:24 9:36 10:48 12:00 13:12 14:24 15:36 16:48 18:00<br />
Figuur 21. Fotosynthese over de dag bij 400 µmol/m 2 .s<br />
© DLV Plant, augustus 2009 35
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Lichtrespons<br />
35.0<br />
30.0<br />
25.0<br />
Fot µmol m -2 s -1<br />
20.0<br />
15.0<br />
10.0<br />
5.0<br />
0.0<br />
0<br />
-5.0<br />
200 400 600 800 1000 1200<br />
-10.0<br />
PAR µmol COm -2 2 ppm s -1<br />
Figuur 22. Lichtresponscurve bij 800 ppm CO 2<br />
In bov<strong>en</strong>staande grafiek staat de fotosynthese afhankelijk van de hoeveelheid PAR licht.<br />
De CO 2 conc<strong>en</strong>tratie tijd<strong>en</strong>s de lichtvariatie was 800 ppm. De lichtresponscurves tijd<strong>en</strong>s de<br />
wintermeting<strong>en</strong> zijn blauw de zomermeting<strong>en</strong> rood. De fotosynthese is in de winter bij lage<br />
lichthoeveelhed<strong>en</strong> hoger <strong>en</strong> in de zomer juist bij hogere lichthoeveelhed<strong>en</strong> hoger. Blijkbaar<br />
past het gewas zich aan, aan de periode van het jaar waarin het gevormd wordt.<br />
CO 2 respons<br />
45.0<br />
Fot µmol m -2 s -1<br />
40.0<br />
35.0<br />
30.0<br />
25.0<br />
20.0<br />
15.0<br />
10.0<br />
5.0<br />
zomer<br />
winter<br />
0.0<br />
0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600<br />
CO 2 ppm<br />
Figuur 23. CO 2 responscurve bij 1000 µmol/m 2 .s<br />
In figuur 23 is de CO 2 respons-curve, bij e<strong>en</strong> lichtniveau van 1000 µmol/m 2 .s<br />
weergegev<strong>en</strong>. Ook hier blijkt weer dat gewas dat in de zomer ontstaan is, meer capaciteit<br />
heeft om CO 2 op te nem<strong>en</strong> dan het wintergewas.<br />
Variatie per ras<br />
De verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong> zijn zeer gering op het gebied van CO 2 - <strong>en</strong> lichtrespons.<br />
T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de effect<strong>en</strong> op het gebied van VPD blijkt dat ‘Bacardi’ gevoeliger is voor<br />
e<strong>en</strong> hoge VPD dan de andere 3 rass<strong>en</strong>.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 36
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
5.4 Conclusies<br />
Chrysant is e<strong>en</strong> gewas met, in vergelijking tot andere gewass<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zeer hoge<br />
productiecapaciteit. Dit komt doordat:<br />
• de huidmondjesgeleidbaarheid hoog is, ook onder lage luchtvochtighed<strong>en</strong>. Sluit<strong>en</strong><br />
van de huidmondjes onder te droge omstandighed<strong>en</strong> komt dus niet snel voor.<br />
• De process<strong>en</strong> t.a.v. de fotosynthese in de huidmondjes <strong>en</strong> in het blad vind<strong>en</strong><br />
relatief efficiënt plaats.<br />
De resultat<strong>en</strong> van de meting<strong>en</strong> zijn vertaald in k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> t.b.v. de<br />
fotosyntheseberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de plantivity-meter.<br />
Tabel 5. Gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> Chrysant<br />
Gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> Chrysant<br />
winter Do a1 Conv Vcmax25 Abs Gsco<br />
Bacardi wit 1 5 1 77 0.8 0.001<br />
Reagan Pink 1.5 7 1 81 0.8 0.001<br />
Euro Wit 1.5 6 1 81 0.8 0.001<br />
Anastatia wit 1.5 5 1 79 0.8 0.001<br />
zomer<br />
Bacardi wit 1 9 1 96 0.8 0.001<br />
Reagan Pink 1.5 10 1 80 0.8 0.001<br />
Euro Wit 1.5 9.5 1 80 0.8 0.001<br />
Anastatia wit 1.5 7 1 98 0.8 0.001<br />
Do<br />
al<br />
Conv<br />
factor voor tuning van ras afhankelijkheid voor VPD. E<strong>en</strong><br />
hoge waarde betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> snellere daling van de<br />
huidmondjesgeleidbaarheid bij to<strong>en</strong>ame van VPD-blad<br />
factor voor tuning van ras afhankelijkheid voor VPD.<br />
A1zegt iets over de basis geleidbaarheid bij VPD-blad = 0.<br />
conversiefactor. Dit is e<strong>en</strong> maat voor verliez<strong>en</strong> bij de<br />
<strong>en</strong>ergie omzetting van ETR (elektron<strong>en</strong>transport) naar<br />
CO 2 opname.<br />
ge<strong>en</strong><br />
ge<strong>en</strong><br />
ge<strong>en</strong><br />
ABS<br />
fractie van het opvall<strong>en</strong>d groeilicht (PAR) dat wordt ge<strong>en</strong><br />
geabsorbeerd door het blad<br />
Vcmax25 maximale snelheid van CO 2 opname bij lichtverzadiging µmol.m -2 .s -1<br />
bij 25 ºC<br />
Gsco geleidbaarheid voor CO 2 in het donker mol.m -2 .s -1<br />
Bron: Plant Dynamics<br />
Bij gebruik van e<strong>en</strong> plantivity-meter op e<strong>en</strong> chrysant<strong>en</strong>gewas kunn<strong>en</strong> dus per ras <strong>en</strong> per<br />
groeiperiode de bijbehor<strong>en</strong>de parameters in de modell<strong>en</strong> ingevoerd word<strong>en</strong>. Als de<br />
parameters per ras <strong>en</strong> per groeiperiode gemiddeld word<strong>en</strong> ontstaat tabel 6.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 37
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Tabel 6. Gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> Chrysant<br />
Gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> Chrysant<br />
Winter<br />
gemiddeld alle<br />
rass<strong>en</strong><br />
Zomer<br />
gemiddeld alle<br />
rass<strong>en</strong><br />
Do a1 Conv Vcmax25 Abs Gsco<br />
1.375 5.75 1 79.5 0.8 0.001<br />
1.375 8.875 1 88.5 0.8 0.001<br />
Jaarrond <strong>en</strong> alle<br />
rass<strong>en</strong><br />
gemiddeld<br />
1.375 7.3125 1 84.0 0.8 0.001<br />
Bron: Plant Dynamics<br />
© DLV Plant, augustus 2009 38
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
6 Materiaal <strong>en</strong> methode groeiproef<br />
6.1 Proefopzet<br />
Gedur<strong>en</strong>de het onderzoek bij Chrysant is e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>oemde groeiproef uitgevoerd om<br />
aanvull<strong>en</strong>de gewasgegev<strong>en</strong>s te verzamel<strong>en</strong>. Voor de groeiproef is uitgegaan van<br />
bewortelde stek afkomstig van Van Zant<strong>en</strong>, Dekker <strong>en</strong> Deliflor. In totaal zijn 5 cultivars in 2<br />
herhaling<strong>en</strong> aangehoud<strong>en</strong>. Zie tabel 7.<br />
Tabel 7. Overzicht proefbehandeling<strong>en</strong><br />
Proeffactor Aantal niveaus Beschrijving<br />
Gewas 1 Chrysant<br />
Cultivar 5<br />
Bacardi<br />
Anastasia<br />
Reagan Arie<br />
Euro<br />
Reagan Bas<br />
Herhaling<strong>en</strong> 2 Herhaling 1 t/m 2<br />
Per proefveld zijn op 11 juni 2008 per cultivar netto 600 plant<strong>en</strong> gepoot. De proefvakk<strong>en</strong><br />
zijn zodanig groot gekoz<strong>en</strong> dat er elke week voldo<strong>en</strong>de plant<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>uit gehaald kond<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> zonder dat dit effect heeft gehad op de lichtdoordringing van de meetplant<strong>en</strong>.<br />
Afmeting proefveld per ras is 1,45 m x 4,50 m.<br />
Standdichtheid chrysant: 60 plant<strong>en</strong> / m 2 .<br />
Het plantschema is: p p p x p p p p p x p p p<br />
Voor waarneming<strong>en</strong> aan het gewas zijn elke week op e<strong>en</strong> vaste dag (dinsdag) 2 x 5<br />
plant<strong>en</strong> per ras bemonsterd. Deze groepjes van 5 plant<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de uit elkaar,<br />
zodat lichtdoordringing ge<strong>en</strong> effect heeft op de daaropvolg<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong> meetplant<strong>en</strong>. Van<br />
de buit<strong>en</strong>ste rij<strong>en</strong> zijn ge<strong>en</strong> monsters g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Omdat tijd<strong>en</strong>s de teelt de to<strong>en</strong>ame van de<br />
hoeveelheid droge stof geregistreerd wordt, is bemonsterd op mom<strong>en</strong>t dat het gewas<br />
droog was.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 39
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Reagan<br />
Bas<br />
Euro<br />
Reagan<br />
Arie<br />
Anastasia<br />
Bacardi<br />
<br />
<br />
pad<br />
Figuur 24. ligging van de proefveldjes van de 5 cultivars.<br />
6.2 Accommodatie <strong>en</strong> teeltgegev<strong>en</strong>s<br />
Het onderzoek heeft plaats gevond<strong>en</strong> op het bedrijf van chrysant<strong>en</strong>kwekerij van Peter<br />
Janss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Theo Dirks te Maasbree. Hier is het mogelijk geweest om in kapnummer 36<br />
veldjes uit te zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> te beplant<strong>en</strong> met de g<strong>en</strong>oemde 5 cultivars.<br />
De kluit van cultivar ‘Euro’ is, in afwijking met de andere cultivars, rechthoekig. Dit heeft<br />
het plant<strong>en</strong> met de machine <strong>en</strong>igszins bemoeilijkt, zodat mete<strong>en</strong> na het plant<strong>en</strong> met de<br />
hand nagecontroleerd is.<br />
Op dag 13 van de teelt, dit is op 24 juni (week 26 dag 2), zijn de plant<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> Rhizoctonia<br />
behandeld om aantasting van de wortels teg<strong>en</strong> te gaan. Op dat mom<strong>en</strong>t zijn hier <strong>en</strong> daar<br />
<strong>en</strong>kele plant<strong>en</strong> aan het afsterv<strong>en</strong>. De aantasting is door deze behandeling beperkt<br />
geblev<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> invloed gehad op de meetresultat<strong>en</strong>. In verband met lichteffect<strong>en</strong> is ver<br />
g<strong>en</strong>oeg van e<strong>en</strong> afgestorv<strong>en</strong> stek bemonsterd, minimaal 0,3 m.<br />
Op dag 15 van de teelt, week 26-4, is de kortedagbehandeling gestart.<br />
Op dag 20 van de teelt, week 27-2, is Alar, e<strong>en</strong> groeireguleringsmiddel, gesproeid over<br />
‘Euro’, ‘Reagan Arie’ <strong>en</strong> ‘Reagan Bas’. Op dat mom<strong>en</strong>t was de gewasl<strong>en</strong>gte circa 40 cm.<br />
De dosering was 70 g per 100 l.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 40
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Op bemonsteringsdag 27, dit is op 8 juli, ziet het gewas van de ‘Euro’ er ongelijk uit.<br />
Gesuggereerd is dat dit veroorzaakt zou kunn<strong>en</strong> zijn door de afwijk<strong>en</strong>de kluitmaat van<br />
deze cultivar, waardoor het plant<strong>en</strong> werd bemoeilijkt.<br />
In week 31 is de c<strong>en</strong>trale knop verwijderd.<br />
Op dag 62 van de teelt, dit is 12 augustus, zijn de cultivars geoogst <strong>en</strong> zijn de<br />
eindwaarneming<strong>en</strong> verricht.<br />
Foto 9. Overzicht proefveld<strong>en</strong> met de 5 cultivars in de kas. Dag 6 van de teelt (week 25-2).<br />
6.3 Waarneming<strong>en</strong><br />
Gedur<strong>en</strong>de de teelt zijn diverse waarneming<strong>en</strong> verricht.<br />
Beginwaarneming<br />
• Foto per ras.<br />
• Vers- <strong>en</strong> drooggewicht van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />
• L<strong>en</strong>gte van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />
• Aantal blader<strong>en</strong> van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />
Tuss<strong>en</strong>waarneming elke week<br />
• Foto per ras.<br />
• Vers- <strong>en</strong> drooggewicht van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />
• L<strong>en</strong>gte van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />
• Aantal blader<strong>en</strong> inclusief dode blader<strong>en</strong> van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />
• Aantal scheut<strong>en</strong> van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />
• Op dag 34 het LAI van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />
Eindwaarneming<br />
• Foto per ras.<br />
• Vers- <strong>en</strong> drooggewicht van 3 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 41
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
• L<strong>en</strong>gte van 3 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />
• Aantal blader<strong>en</strong> inclusief dode blader<strong>en</strong> van 3 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />
• Aantal scheut<strong>en</strong> van 3 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />
• LAI van 2 x 5 plant<strong>en</strong> per ras.<br />
De Leaf Area Index (LAI) is het bladoppervlak per vierkante meter grondoppervlak. Per<br />
plant wordt het bladoppervlak digitaal gemet<strong>en</strong> <strong>en</strong> verm<strong>en</strong>igvuldigd met het aantal plant<strong>en</strong><br />
per vierkante meter grondoppervlak. Blader<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> breedte vanaf 1 cm zijn gemet<strong>en</strong>.<br />
Op 15 juli is aanvull<strong>en</strong>d de LAI gemet<strong>en</strong> aan 5 plant<strong>en</strong> van het ras ‘Reagan Bas’ met<br />
verschill<strong>en</strong>de plantdata <strong>en</strong> leeftijd<strong>en</strong>: 0, 11, 22, 34, 41, 50 <strong>en</strong> 60 dag<strong>en</strong>. De plant<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
all<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plantdichtheid van 60 plant<strong>en</strong> per m 2 <strong>en</strong> zijn afkomstig uit dezelfde kas als waar<br />
de 5 cultivars voor het onderzoek zijn aangeplant.<br />
Foto 10. Elke week is het gewas gefotografeerd.<br />
Foto 11. De st<strong>en</strong>gell<strong>en</strong>gte is bepaald tot het groeipunt.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 42
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Foto 12. Waarneming<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> tak: l<strong>en</strong>gte st<strong>en</strong>gel, aantal blader<strong>en</strong> <strong>en</strong> scheut<strong>en</strong>.<br />
Foto 13. LAI meting is op dag 34 <strong>en</strong> 62 uitgevoerd<br />
© DLV Plant, augustus 2009 43
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
7 Resultat<strong>en</strong> groeiproef<br />
7.1 St<strong>en</strong>gell<strong>en</strong>gte<br />
De stekk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bij het plant<strong>en</strong> e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte van 10 cm. Het verloop van de l<strong>en</strong>gtegroei<br />
van de takk<strong>en</strong> vertoont e<strong>en</strong> S-curve. De eerste 2 wek<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> de stekk<strong>en</strong> langzaam.<br />
‘Anastasia’ komt het traagst op gang, maar haalt daarna zijn achterstand in. Gedur<strong>en</strong>de de<br />
periode tuss<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 5 wek<strong>en</strong> verloopt de groei van e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gte van 20 cm naar gemiddeld<br />
85 cm met e<strong>en</strong> constante snelheid van circa 13 cm per week. ‘Euro’ groeit iets sneller,<br />
‘Reagan Arie’ langzamer.<br />
Op dag 41 zijn de eerste bloemknopp<strong>en</strong> gevormd. Vanaf dag 48 van de teelt verloopt de<br />
groei trager. ‘Euro’ groeit nog circa 5 cm door, terwijl de overige cultivars ge<strong>en</strong> l<strong>en</strong>gtegroei<br />
meer verton<strong>en</strong>. Euro heeft daarom ook de langste bloemsteeltjes. Op het einde van de<br />
teelt, dag 62, heeft ‘Euro’ met 98 cm de langste <strong>en</strong> Reagan Arie met 79 cm de kortste<br />
st<strong>en</strong>gel.<br />
Chrysant<br />
L<strong>en</strong>gte st<strong>en</strong>gel (cm)<br />
100<br />
L<strong>en</strong>gte st<strong>en</strong>gel (cm)<br />
80<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
0 10 20 30 40 50 60 70<br />
Bacardi<br />
Reagan Arie<br />
Anastasia<br />
Euro<br />
Reagan Bas<br />
Dag<br />
Figuur 25. St<strong>en</strong>gell<strong>en</strong>gte per tak<br />
7.2 Aantal blader<strong>en</strong><br />
Bij het plant<strong>en</strong> heeft ‘Euro’ 4 blader<strong>en</strong>. De overige cultivars hebb<strong>en</strong> er 6. Gedur<strong>en</strong>de de<br />
eerste 4 wek<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong> in het aantal blader<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de cultivars beperkt van<br />
3 tot 5 blader<strong>en</strong> per tak. De eerste 6 wek<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> er elke week 5 blader<strong>en</strong> bij. Daarna, dit<br />
is vanaf dag 41als de eerste bloem<strong>en</strong> aangelegd zijn, blijft het aantal blader<strong>en</strong> constant.<br />
Bacardi heeft met 40 stuks de meeste blader<strong>en</strong> gevormd. De overige cultivars hebb<strong>en</strong><br />
ongeveer ev<strong>en</strong> veel blader<strong>en</strong>, variër<strong>en</strong>d tuss<strong>en</strong> 32 <strong>en</strong> 35 stuks per tak.<br />
Onderaan de steel sterv<strong>en</strong> blader<strong>en</strong> af. Dit is voor het eerst 48 dag<strong>en</strong> na het plant<strong>en</strong><br />
gesignaleerd. ‘Reagan Arie’ heeft op de laatste 2 beoordeling<strong>en</strong> 5 tot 6 <strong>en</strong> ‘Anastasia’ 2 tot<br />
3 afgestorv<strong>en</strong> blader<strong>en</strong>. Figuur 26 geeft het totaal aantal blader<strong>en</strong>. Dat het aantal blader<strong>en</strong><br />
in deze figuur voor sommige cultivars daalt, komt doordat niet alle afgestorv<strong>en</strong> blader<strong>en</strong><br />
meer aanwezig war<strong>en</strong>.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 44
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Chrysant<br />
Aantal blader<strong>en</strong><br />
Aantal blader<strong>en</strong><br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
Bacardi<br />
Reagan Arie<br />
Anastasia<br />
Euro<br />
Reagan Bas<br />
0<br />
0 10 20 30 40 50 60 70<br />
Dag<br />
Figuur 26. Aantal blader<strong>en</strong> per tak<br />
7.3 Aantal blader<strong>en</strong> per cm tak<br />
De eerste 2 wek<strong>en</strong> gaat de ontwikkeling van het aantal blader<strong>en</strong> sneller dan de l<strong>en</strong>gtegroei<br />
van de steel. Tuss<strong>en</strong> 13 <strong>en</strong> 27 dag<strong>en</strong> na het plant<strong>en</strong> is de st<strong>en</strong>gelgroei dermate groot, dat<br />
de ontwikkeling van het aantal blader<strong>en</strong> achterblijft. Daarna is tot de bloemvorming (dag<br />
41) de vorming van de blader<strong>en</strong> <strong>en</strong> de st<strong>en</strong>gel in ev<strong>en</strong>wicht. Tijd<strong>en</strong>s de laatste 3 wek<strong>en</strong><br />
ontwikkelt zich de bloemtros <strong>en</strong> neemt het aantal blader<strong>en</strong> niet meer toe, waardoor het<br />
aantal blader<strong>en</strong> relatief afneemt. De Euro is wel het langst, maar heeft minder blader<strong>en</strong> per<br />
cm steel.<br />
Chrysant<br />
Aantal blader<strong>en</strong> per 10 cm steel<br />
Aantal per 10 cm steel<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
0 10 20 30 40 50 60 70<br />
Bacardi<br />
Reagan Arie<br />
Anastasia<br />
Euro<br />
Reagan Bas<br />
Dag<br />
Figuur 27. Aantal blader<strong>en</strong> per cm steel<br />
© DLV Plant, augustus 2009 45
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
7.4 Aantal scheut<strong>en</strong><br />
Vanaf de derde week ontstaan er in de oksels van de blader<strong>en</strong> scheut<strong>en</strong>. Tot 5 wek<strong>en</strong> na<br />
het plant<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de scheut<strong>en</strong> e<strong>en</strong> steeltje met 2 tot 3 blaadjes. De scheut<strong>en</strong> die zich<br />
daarna bov<strong>en</strong>in de tak vorm<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> veel kleinere blaadjes <strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bloem.<br />
De bloemknopp<strong>en</strong> zijn vanaf 6 wek<strong>en</strong>, vanaf dag 41, goed zichtbaar.<br />
‘Reagan Arie’ <strong>en</strong> ‘Reagan Bas’ ontwikkel<strong>en</strong> vanaf de derde week de meeste scheut<strong>en</strong>. Het<br />
aantal scheut<strong>en</strong> blijft tot het einde van de teelt het hoogst bij deze rass<strong>en</strong>: tuss<strong>en</strong> 25 <strong>en</strong> 27.<br />
De overige cultivars hebb<strong>en</strong> ongeveer ev<strong>en</strong>veel scheut<strong>en</strong>: 18 à 19. Bij ‘Reagan Arie’, de<br />
cultivar met de kortste st<strong>en</strong>gel, bevind<strong>en</strong> zich de scheut<strong>en</strong> bijna over de hele l<strong>en</strong>gte van de<br />
tak. ‘Euro’ vormt gedur<strong>en</strong>de de laatste wek<strong>en</strong> 3 à 4 nieuwe, lichtgro<strong>en</strong>e scheut<strong>en</strong><br />
onderaan de tak. Hieraan zitt<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> ontwikkelde blader<strong>en</strong>.<br />
‘Anastasia’ <strong>en</strong> ‘Euro’ hebb<strong>en</strong> per tak 10 scheut<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bloem. De overige cultivars 13<br />
tot 14 scheut<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bloem. Bij ‘Bacardi’ hebb<strong>en</strong> zich soms meerdere bloem<strong>en</strong><br />
ontwikkeld op e<strong>en</strong> scheut.<br />
Chrysant<br />
Scheut<strong>en</strong><br />
Aantal scheut<strong>en</strong><br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
0 10 20 30 40 50 60 70<br />
Dag<br />
Bacardi<br />
Reagan Arie<br />
Anastasia<br />
Euro<br />
Reagan Bas<br />
Figuur 28. Aantal scheut<strong>en</strong> per tak<br />
7.5 Aantal scheut<strong>en</strong> per cm tak<br />
Het aantal scheut<strong>en</strong> dat gevormd wordt is in verhouding met de steell<strong>en</strong>gte. Van begin af<br />
aan hebb<strong>en</strong> ‘Reagan Arie’ <strong>en</strong> ‘Reagan Bas’ de meeste scheut<strong>en</strong> per cm steel. Dat blijft zo<br />
tot het einde van de teelt.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 46
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Chrysant<br />
Aantal scheut<strong>en</strong> per 10 cm steel<br />
Aantal per 10 cm steel<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
0 10 20 30 40 50 60 70<br />
Dag<br />
Bacardi<br />
Reagan Arie<br />
Anastasia<br />
Euro<br />
Reagan Bas<br />
Figuur 29. Aantal scheut<strong>en</strong> per cm steel<br />
7.6 Versgewicht tak<br />
De stekk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bij het plant<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gewicht van 2 tot 3 gram per stek. Na de eerste<br />
week neemt het takgewicht gelijkmatig toe tot 103 gram (‘Reagan Bas’) <strong>en</strong> 134 gram<br />
(‘Bacardi’) bij de oogst. Dit betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> groei tuss<strong>en</strong> 11 <strong>en</strong> 15 gram versgewicht per<br />
week. De beide ‘Reagan’ cultivars zijn minder zwaar.<br />
Opvall<strong>en</strong>d is dat op dag 41 de takk<strong>en</strong> van alle cultivars ev<strong>en</strong> zwaar zijn. Gedur<strong>en</strong>de de 3<br />
wek<strong>en</strong> daarna tot het oogst<strong>en</strong> ontstaan er verschill<strong>en</strong> in gewicht. Het is vreemd dat ‘Euro’<br />
op dag 48 zwaardere takk<strong>en</strong> heeft dan de week daarop. In het proefveld van ‘Euro’, maar<br />
ook in Anastasia is waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de plant<strong>en</strong> zich niet ev<strong>en</strong> snel ontwikkel<strong>en</strong>. Er is<br />
<strong>en</strong>ige heterog<strong>en</strong>iteit in het proefveld. De waarneming op het einde van de teelt is in<br />
drievoud uitgevoerd <strong>en</strong> geeft daarom e<strong>en</strong> beter inzicht van de gewasontwikkeling.<br />
Chrysant<br />
Versgewicht (g per tak)<br />
Versgewicht g per tak<br />
140<br />
120<br />
100<br />
80<br />
60<br />
40<br />
20<br />
0<br />
0 10 20 30 40 50 60 70<br />
Dag<br />
Bacardi<br />
Reagan Arie<br />
Anastasia<br />
Euro<br />
Reagan Bas<br />
Figuur 30. Versgewicht tak<br />
© DLV Plant, augustus 2009 47
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
7.7 Versgewicht per cm tak<br />
Tot 28 dag<strong>en</strong> na het plant<strong>en</strong> neemt het versgewicht per cm tak snel toe van 0,3 g tot 1,2 g<br />
(‘Reagan Arie’). Daarna is de ontwikkeling van steel <strong>en</strong> blad geringer zodat het<br />
versgewicht langzaam stijgt, maar neemt tijd<strong>en</strong>s de ontwikkeling van de bloemtros weer<br />
duidelijk toe. ‘Bacardi’ is per cm tak het zwaarst (1,5 g) <strong>en</strong> ‘Reagan Bas’ het lichtst (1,2 g).<br />
Chrysant<br />
Versgewicht (g per cm tak)<br />
g per cm tak<br />
1,6<br />
1,2<br />
0,8<br />
0,4<br />
Bacardi<br />
Reagan Arie<br />
Anastasia<br />
Euro<br />
Reagan Bas<br />
0,0<br />
0 10 20 30 40 50 60 70<br />
Dag<br />
Figuur 31. Versgewicht per cm tak<br />
7.8 Drooggewicht tak<br />
De ontwikkeling van de droge stof komt overe<strong>en</strong> met die van het versgewicht. Vanaf het<br />
plant<strong>en</strong> neemt de hoeveelheid droge stof constant toe tot e<strong>en</strong> hoeveelheid die ligt tuss<strong>en</strong><br />
13 <strong>en</strong> 17 gram per tak. De beide ‘Reagan’ cultivars hebb<strong>en</strong> minder droge stof aanmaak<br />
dan de overige cultivars.<br />
Chrysant<br />
Drooggewicht (g per tak)<br />
Ds-gewicht g per tak<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
0<br />
0 10 20 30 40 50 60 70<br />
Dag<br />
Bacardi<br />
Reagan Arie<br />
Anastasia<br />
Euro<br />
Reagan Bas<br />
Figuur 32. Drooggewicht tak<br />
© DLV Plant, augustus 2009 48
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
7.9 Drooggewicht per cm tak<br />
De ontwikkeling van het drooggewicht per cm steel vertoont e<strong>en</strong>zelfde S-curve als die van<br />
het versgewicht per cm tak. De eerste wek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> snelle stijging, in het midd<strong>en</strong> van de teelt<br />
stabilisatie <strong>en</strong> de tijd<strong>en</strong>s de ontwikkeling van de bloemtros weer e<strong>en</strong> snelle opmars. ‘Euro’<br />
<strong>en</strong> ‘Reagan Bas’ hebb<strong>en</strong> op het einde van de teelt minder drooggewicht per cm tak.<br />
Chrysant<br />
Drooggewicht (g per cm steel)<br />
g per cm steel<br />
0,20<br />
0,15<br />
0,10<br />
0,05<br />
Bacardi<br />
Reagan Arie<br />
Anastasia<br />
Euro<br />
Reagan Bas<br />
0,00<br />
0 10 20 30 40 50 60 70<br />
Dag<br />
Figuur 33. Drooggewicht per cm tak<br />
7.10 Drogestofgehalte tak<br />
De stekk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bij het plant<strong>en</strong> e<strong>en</strong> drogestofgehalte tuss<strong>en</strong> 7% <strong>en</strong> 9%. Daarna stijgt<br />
het gehalte de eerste 2 wek<strong>en</strong> naar 11 tot 14%. Dan volgt e<strong>en</strong> lichte daling <strong>en</strong> blijft tot dag<br />
41 constant op 10% droge stof. Vervolg<strong>en</strong>s, als de bloem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontwikkeld, volgt tot<br />
de oogst e<strong>en</strong> geleidelijke stijging naar 13%. De eerste 2 tot 3 wek<strong>en</strong> zijn de verschill<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> de cultivars maximaal 3% droge stof, daarna ligg<strong>en</strong> de drogestofgehaltes dicht bij<br />
elkaar.<br />
Chrysant Droge stof (%)<br />
Droge stof (%)<br />
16<br />
14<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
0 10 20 30 40 50 60 70<br />
Dag<br />
Bacardi<br />
Reagan Arie<br />
Anastasia<br />
Euro<br />
Reagan Bas<br />
Figuur 34. Drogestof gehalte tak<br />
© DLV Plant, augustus 2009 49
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
7.11 LAI dag 34 <strong>en</strong> 62<br />
Op dag 34 ligt de LAI van de cultivars, met 60 plant<strong>en</strong> per m 2 , tuss<strong>en</strong> 5,6 m 2 /m 2 <strong>en</strong> 6,8<br />
m 2 /m 2 . ‘Bacardi’ heeft de hoogste LAI. Dit komt overe<strong>en</strong> met het aantal blader<strong>en</strong> dat geteld<br />
is.<br />
Op dag 62, het einde van de teelt, ligt de LAI met uitzondering van ‘Reagan Bas’ hoger<br />
dan op dag 34. De LAI voor ‘Reagan Bas’ blijft stek<strong>en</strong> op 6,2 m 2 /m 2 . De overige cultivars<br />
hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> LAI tuss<strong>en</strong> 6,7 m 2 /m 2 <strong>en</strong> 8,9 m 2 /m 2 . Dat ‘Anastasia’ de hoogste waarde heeft<br />
komt mede doordat de blader<strong>en</strong> onderaan de st<strong>en</strong>gel, in teg<strong>en</strong>stelling tot de overige<br />
cultivars, nog fris gro<strong>en</strong> zijn.<br />
De gemet<strong>en</strong> LAI in dit onderzoek ligt op e<strong>en</strong> relatief hoog niveau. De meetmethodiek is<br />
correct gehanteerd. Elk blaadje met e<strong>en</strong> minimum grootte van 1 cm is meeberek<strong>en</strong>d. Er is<br />
weinig uitval of bladproblem<strong>en</strong> geweest <strong>en</strong> de proef is in e<strong>en</strong> relatief lichte teeltperiode<br />
uitgevoerd. Onder andere omstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> lager zijn.<br />
Tabel 8. LAI van 5 cultivars op 2 mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de teelt (15 juli = dag 34, 12 aug = dag 62)<br />
LAI<br />
Datum: Ras: herh A herh B gemiddeld<br />
(cm2/st<strong>en</strong>gel) (cm2/st<strong>en</strong>gel) (m2/m2)<br />
15-jul Bacardi 1195 1081 6,83<br />
12-aug Bacardi 1225 1294 7,56<br />
15-jul Reagan Arie 1026 929 5,87<br />
12-aug Reagan Arie 1122 1113 6,71<br />
15-jul Anastasia 869 987 5,57<br />
12-aug Anastasia 1526 1442 8,90<br />
15-jul Euro 932 1023 5,86<br />
12-aug Euro 1166 1342 7,53<br />
15-jul Reagan Bas 1065 999 6,19<br />
12-aug Reagan Bas 1049 1007 6,17<br />
7.12 LAI vanaf dag 0 t/m 60<br />
De LAI van ‘Reagan Bas’ met verschill<strong>en</strong>de groeidag<strong>en</strong> stijgt vanaf het plant<strong>en</strong> van 0,39<br />
m 2 /m 2 tot dag 50 naar e<strong>en</strong> maximum van 8,3 m 2 /m 2 . Het betreft takk<strong>en</strong> uit verschill<strong>en</strong>de<br />
opplanting<strong>en</strong> in dezelfde kas <strong>en</strong> die op dezelfde dag gemet<strong>en</strong> zijn. Uitgangsmateriaal <strong>en</strong><br />
groeiomstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d geweest zijn. Ook kan het klimaat invloed<br />
hebb<strong>en</strong> gehad op de ontwikkeling van het aantal blader<strong>en</strong>. Op dag 60 is de LAI gezakt van<br />
8,3 m 2 /m 2 naar 6,9 m 2 /m 2 . Het is mogelijk dat e<strong>en</strong> aantal afgestorv<strong>en</strong> blaadjes onderaan<br />
de st<strong>en</strong>gel hiervan de oorzaak is.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 50
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
9<br />
8<br />
7<br />
6<br />
LAI (m2/m2)<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
0 10 20 30 40 50 60 70<br />
Tijd na plant<strong>en</strong> (dag<strong>en</strong>)<br />
Figuur 35. LAI van ‘Reagan Bas’ op verschill<strong>en</strong>de tijdstipp<strong>en</strong> in de teelt.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 51
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
8 Conclusies <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong><br />
Conclusies uit de praktijkmonitoring<br />
• Het monitor<strong>en</strong> van klimaatdata van praktijkbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> Growlabs is heel<br />
leerzaam. Voorwaarde hiervoor is wel dat de data van de klimaatcomputers <strong>en</strong><br />
van de growlabs in één database terecht kom<strong>en</strong>. Het systeem van Letsgrow is hier<br />
heel bruikbaar voor geblek<strong>en</strong>.<br />
• De praktijkmonitoring <strong>en</strong> de discussie daarover binn<strong>en</strong> de telers, onderzoekers <strong>en</strong><br />
adviseurs heeft op diverse punt<strong>en</strong> nieuwe teeltinzicht<strong>en</strong> opgeleverd <strong>en</strong> bestaande<br />
inzicht<strong>en</strong> bevestigd.<br />
• De non-contact-meting<strong>en</strong> op de Growlabs lever<strong>en</strong> goede, direct bruikbare<br />
meting<strong>en</strong> op. Dit zijn de meting<strong>en</strong> van: planttemperatuur, luchttemperatuur, PARlicht,<br />
RV, CO 2 , VPD, dauwpunt, WET (watergehalte, EC <strong>en</strong> temperatuur van de<br />
bodem).<br />
• De plants<strong>en</strong>sor met contactmeting (de plantivity-meter) voldoet, praktisch gezi<strong>en</strong>,<br />
minder goed als continu-meting aan e<strong>en</strong> chrysant<strong>en</strong>gewas. Het is e<strong>en</strong> puntmeting<br />
op één blad. E<strong>en</strong> groot handicap daarbij is dat het chrysant<strong>en</strong>gewas erg snel<br />
groeit <strong>en</strong> al na e<strong>en</strong> paar dag<strong>en</strong> het blad met het meetpunt overgroeit <strong>en</strong> in de<br />
schaduw zet.<br />
• De plantivity is min of meer e<strong>en</strong> stress-indicator, die op basis van de<br />
fluoris<strong>en</strong>tiemeting<strong>en</strong> e<strong>en</strong> correctie-factor inbr<strong>en</strong>gt in het model dat de groei<br />
berek<strong>en</strong>t. Omdat het plant<strong>en</strong>paspoort heeft uitgewez<strong>en</strong> dat chrysant bijna nooit<br />
stress zal ondervind<strong>en</strong>, heeft e<strong>en</strong> plantivity-meter maar e<strong>en</strong> geringe meerwaarde<br />
bij de groei<strong>modellering</strong> van chrysant.<br />
Conclusies uit het onderzoek plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant<br />
• De gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> van Chrysant binn<strong>en</strong> het fotosynthese model<br />
zijn nader bepaald.<br />
• Chrysant is e<strong>en</strong> gewas is met e<strong>en</strong> zeer hoge productiecapaciteit. Het gewas is<br />
weinig gevoelig voor stress-omstandighed<strong>en</strong> door bijvoorbeeld lage<br />
luchtvochtighed<strong>en</strong>.<br />
• De fotosynthese is bij chrysant over de dag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> erg stabiel.<br />
• De licht-responscurve bereikt bij ± 900 umol/m 2 .s PAR-licht haar maximum. Het<br />
chrysant<strong>en</strong>gewas past zich in zekere mate aan de seizo<strong>en</strong><strong>en</strong> aan. E<strong>en</strong><br />
wintergewas gaat wat beter om met lage lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zomergewas<br />
b<strong>en</strong>ut de hoge lichthoeveelhed<strong>en</strong> wat beter.<br />
• De CO 2 -responscurve laat zi<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> wintergewas bij 1000 ppm maximaal<br />
produceert <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zomergewas bij 1400 ppm CO 2 .<br />
• De verschill<strong>en</strong> in de gemet<strong>en</strong> plantfysiologische reacties tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong> zijn<br />
zeer gering.<br />
Conclusies uit de groeiproef<br />
• Er kunn<strong>en</strong> behoorlijke verschill<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> rass<strong>en</strong> in de productie van<br />
versgewicht <strong>en</strong> drooggewicht.<br />
• De verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vers- <strong>en</strong> drooggewicht zijn tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong> gelijk. Het<br />
drogestofperc<strong>en</strong>tage verschilt nauwelijks<br />
• De LAI (Leaf Area Index) is in de tweede helft van de teelt gemiddeld 6,7 m 2 blad<br />
per m 2 grondoppervlakte.<br />
• De LAI bereikt bij e<strong>en</strong> zomerteelt na 3 wek<strong>en</strong> teeltduur de gr<strong>en</strong>s van 3 m 2 /m 2 .<br />
• Tuss<strong>en</strong> de onderzochte rass<strong>en</strong> verschilt de LAI behoorlijk (maximaal 15%). Er lijkt<br />
e<strong>en</strong> positieve relatie te zijn tuss<strong>en</strong> productie <strong>en</strong> LAI / aantal blader<strong>en</strong>.<br />
• De fotosynthese-output van de plantivity meter is in gram droge stof/m 2 blad. Uit<br />
de fotosynthese meting<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> er geringe verschill<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> terwijl <strong>en</strong> wel<br />
grote verschill<strong>en</strong> zijn in vers- <strong>en</strong> drooggewicht zijn gevond<strong>en</strong>. Deze verschill<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> veroorzaakt door verschil in LAI / aantal blader<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong>.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 52
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Aanbeveling<strong>en</strong><br />
• Voor het verder ontwikkel<strong>en</strong>, vernieuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong> van de teeltk<strong>en</strong>nis in de<br />
chrysant<strong>en</strong>teelt is klimaatmonitoring tuss<strong>en</strong> praktijkbedrijv<strong>en</strong>, aangevuld met<br />
growlabs met plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, via e<strong>en</strong> systeem zoals Letsgrow zeer aan te bevel<strong>en</strong>.<br />
Ook is deze werkwijze heel geschikt om praktijk-onderzoek te do<strong>en</strong>.<br />
• Groei<strong>modellering</strong> bij chrysant kan voorlopig verder ontwikkeld word<strong>en</strong> op basis<br />
van de groeifactor<strong>en</strong> PAR, CO 2 , VPD <strong>en</strong> temperatuur. Voor het raseffect is van<br />
belang om de LAI / bladaantal in het model te integrer<strong>en</strong>.<br />
• De huidige apparatuur van directe fotosynthese-meting<strong>en</strong> aan Chrysant is<br />
onvoldo<strong>en</strong>de praktijkklaar <strong>en</strong> biedt te weinig meerwaarde.<br />
• E<strong>en</strong> fotosynthese meter met non-contact techniek, bijv. e<strong>en</strong> ‘plantivity-camera’, die<br />
op afstand de fotosyntheseactiviteit van e<strong>en</strong> bepaalde oppervlakte gewas kan<br />
met<strong>en</strong>, zou voor chrysant ideaal zijn. Aan deze techniek<strong>en</strong> wordt op<br />
laboratoriumschaal onderzoek gedaan. Het is aan te bevel<strong>en</strong> om in dit onderzoek<br />
te blijv<strong>en</strong> invester<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gewas chrysant in beeld te houd<strong>en</strong> om mettertijd hier<br />
(praktijk)proev<strong>en</strong> mee te gaan do<strong>en</strong>.<br />
• De WET-meter verdi<strong>en</strong>t het om opgepakt te word<strong>en</strong> door de praktijk <strong>en</strong> vooral ook<br />
in onderzoekssituaties. Het is e<strong>en</strong> betrouwbare, onderhoudsarme <strong>en</strong> robuuste<br />
meter, die heel bruikbare informatie oplevert over vooral het vochtgehalte van de<br />
grond. Met name met het oog op de noodzaak om in de toekomst te tel<strong>en</strong> met<br />
minder emissie, is e<strong>en</strong> gereedschap om de watergift nauwkeuriger te stur<strong>en</strong> heel<br />
belangrijk.<br />
© DLV Plant, augustus 2009 53
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Bijlage 1. Lijst met deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong><br />
Lijst met deelnem<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> van project ‘plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>’<br />
H. van Helvoort Wolput 94 5251 CH Vlijm<strong>en</strong><br />
F. van Paass<strong>en</strong> Kerkeland 6 1693 NP Wervershoof<br />
Kwekerij 't Gildeland Gildeland 2 3155 RD De Lier<br />
Kwekerij Buijs Chrysant<strong>en</strong> Verdrietweg 5305 VC Zuilichem<br />
Janss<strong>en</strong> Maasbree B.V. Vlasrooth 8 5993 PW Maasbree<br />
Gebr. J&A van Ruijv<strong>en</strong> Oranjepolderweg 22 2676 CL Maasdijk<br />
Fa. Huisman & Zn. Lange Kruisweg 70 f 2676 BP Maasdijk<br />
Fa. Overgaag Van rijckevorsellaan 5 2691 NK s Grav<strong>en</strong>zande<br />
Le<strong>en</strong> Middelburg Chrysant<strong>en</strong> Steelhov<strong>en</strong>sedijk 9 e 4921 SV Made<br />
Kwekerij van Ruijv<strong>en</strong> Woudtzicht 15 2678 NG De Lier<br />
© DLV Plant, augustus 2009 54
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Bijlage 2. Dataverzameling<br />
Data vanuit klimaatcomputer van deelnemers naar Letsgrow<br />
Totaal aantal gegev<strong>en</strong>s 50<br />
meteo gegev<strong>en</strong>s aantal 4<br />
Straling 1<br />
buit<strong>en</strong>temp 1<br />
stralingssom 1<br />
windsnelheid 1<br />
Afdeling<strong>en</strong>sgegev<strong>en</strong>s van 2 afdeling<strong>en</strong> 28<br />
(afdelingsnummers kiez<strong>en</strong>, zodanig dat er altijd één van de twee e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>d gewas heeft,<br />
ook als de andere afdeling geoogst wordt of net geplant is. Dus e<strong>en</strong> halve teeltronde uit elkaar)<br />
Temp 2<br />
RV 2<br />
VD 2<br />
indi<strong>en</strong> van<br />
Planttemp<br />
toepassing 2<br />
indi<strong>en</strong> van<br />
toepassing 2<br />
VPD<br />
schermstand verd. Doek 2<br />
raam luw gemet<strong>en</strong> 2<br />
raam wind gemet<strong>en</strong> 2<br />
buis bov<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong> 2<br />
buis bov<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d 2<br />
buis onder gemet<strong>en</strong> 2<br />
buis onder berek<strong>en</strong>d 2<br />
Berek<strong>en</strong>de verwarmingstemperatuur 2<br />
berek<strong>en</strong>de V<strong>en</strong>tilatiertemperatuur luw 2<br />
Energiegegev<strong>en</strong>s 18<br />
buffervul% 1<br />
Wkk 1 vermog<strong>en</strong> of m3/u 1<br />
Wkk 2 vermog<strong>en</strong> of m3/u 1<br />
Ketel 1 vermog<strong>en</strong> of m3/u 1<br />
Ketel 2 vermog<strong>en</strong> of m3/u 1<br />
M3 per uur gaspulsmeter 1<br />
Stroom pulsmeter inkoop 1<br />
Stroom pulsmeter verkoop 1<br />
Stroom pulsmeter verbruik kas 1<br />
Buffertemperatuur nr 1 1<br />
Buffertemperatuur nr 2 1<br />
Buffertemperatuur nr 3 1<br />
Buffertemperatuur nr 4 1<br />
Buffertemperatuur nr 5 1<br />
Buffertemperatuur nr 6 1<br />
Buffertemperatuur nr 7 1<br />
Buffertemperatuur nr 8 1<br />
Buffertemperatuur nr 9 1<br />
© DLV Plant, augustus 2009 55
<strong>Plants<strong>en</strong>sor<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>modellering</strong>, de volg<strong>en</strong>de stap in optimalisatie van de bedrijfsvoering chrysant<br />
Bijlage 3. Fotosynthesemeting<strong>en</strong> door Plant<br />
Dynamics<br />
© DLV Plant, augustus 2009 56
Plant<strong>en</strong>paspoort Chrysant<br />
9 augustus 2008<br />
Uitvoering: Ing C.S. Pot<br />
Verslag: Dr ir A.H.C.M. Schap<strong>en</strong>donk<br />
www.plant-dynamics.nl<br />
Englaan 8<br />
6703EW Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
06-21983129<br />
In opdracht van DLV Plant<br />
Locatie:<br />
-Kwekerij Van Ruijv<strong>en</strong> BV<br />
-Fa Janss<strong>en</strong>.<br />
Janss<strong>en</strong><br />
Maasbree B.V.<br />
Vlasrooth 8<br />
5993 PWMaasbree
Inhoudsopgave<br />
pagina<br />
1.1 Doelstelling 3<br />
1.2 Materiaal <strong>en</strong> Method<strong>en</strong> 3<br />
1.2.1 Teelt <strong>en</strong> gewas k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>: 3<br />
1.2.2 Fotosynthese <strong>en</strong> huidmondjes meting<strong>en</strong> 4<br />
1.2.3 Kasklimaat 6<br />
1.3 Experim<strong>en</strong>tele resultat<strong>en</strong> 8<br />
1.3.1 Verloop van de huidmondjesgeleidbaarheid over de dag 8<br />
1.3.2 Fotosynthese capaciteit 10<br />
1.3.3 Variatie over de dag 12<br />
1.3.4 Variatie over het seizo<strong>en</strong> 12<br />
1.3.5 Variatie per ras 14<br />
1.3.6 Absolute luchtvochtigheid 18<br />
1.3.7 Relatieve luchtvochtigheid (RV) 18<br />
1.3.8 Dampdruk (VP) <strong>en</strong> dampdruk deficit (VPD) 18<br />
2 BIJLAGE 2 LICHT 19<br />
Disclaimer.<br />
Dit verslag is alle<strong>en</strong> bedoeld voor persoonlijk gebruik door de opdrachtgever <strong>en</strong> niet voor verdere verspreiding.<br />
Plant Dynamics BV is niet verantwoordelijk voor ev<strong>en</strong>tuele schade, die voortkomt uit het gebruik van de<br />
vinding<strong>en</strong> <strong>en</strong> proefresultat<strong>en</strong> die in dit verslag beschrev<strong>en</strong> zijn.<br />
2
1.1 Doelstelling<br />
Dit pilot experim<strong>en</strong>t is bedoeld om e<strong>en</strong> eerste indruk te verkrijg<strong>en</strong> van de assimilatie capaciteit <strong>en</strong><br />
fotosynthese eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van chrysant. Er is speciaal aandacht besteed aan de fotosynthese<br />
parameters <strong>en</strong> de huidmondjes reactie in afhankelijkheid van lichtint<strong>en</strong>siteit (zie bijlage 1), VPD (zie<br />
bijlage 2) <strong>en</strong> CO 2 conc<strong>en</strong>tratie. De resultat<strong>en</strong> van het onderzoek bied<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitgangspunt voor e<strong>en</strong><br />
verdere optimalisering van de teelt.<br />
Uit de meting<strong>en</strong> blijkt dat de assimilatie eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van het ras, onder de heers<strong>en</strong>de<br />
experim<strong>en</strong>tele condities, zonder meer uitstek<strong>en</strong>d war<strong>en</strong>. Omdat de productie van chrysant<strong>en</strong> door<br />
meer compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wordt bepaald dan de assimilatie eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>, kan dit positieve<br />
resultaat niet direct word<strong>en</strong> vertaald naar de productiecapaciteit van het ras maar het is wel e<strong>en</strong><br />
basis voor verdere berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> waarin ook de bloeikarakteristiek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meegewog<strong>en</strong>.<br />
1.2 Materiaal <strong>en</strong> Method<strong>en</strong><br />
1.2.1 Teelt <strong>en</strong> gewas k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />
21-2-2008: meting bij Fa. Janss<strong>en</strong> aan ras Reagan Pink <strong>en</strong> Bacardi Wit<br />
Klimaat:<br />
Belichting aan/uit: 50 µmol.m -2 .s -1 van 6 tot 10 uur.<br />
Bewolkingsgraad: ocht<strong>en</strong>d zeer bewolkt, begin middag diffuus zonnig, later weer zwaar bewolkt<br />
weer.<br />
Energiedoek: op<strong>en</strong> om 8:30 uur.<br />
[CO 2 ]: 800-900 ppm.<br />
Aangeleverde klimaatgegev<strong>en</strong>s: zie sheet klimaat<br />
Gewask<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />
Leeftijd: circa zelfde stadium als op 3 juni<br />
22-2-2008: meting bij Fa. van Ruijv<strong>en</strong> aan ras Euro Wit <strong>en</strong> Anastasia Wit<br />
Klimaat:<br />
Belichting aan/uit: 110 µmol.m -2 .s -1 (1000 W installatie) van 6 tot 12 uur.<br />
Bewolkingsgraad: hele dag bewolkt.<br />
Energiedoek: op<strong>en</strong> om 7:00 uur.<br />
[CO 2 ]: nacht circa 700 ppm, overdag circa 500 ppm.<br />
Aangeleverde klimaatgegev<strong>en</strong>s: zie sheet klimaat<br />
Gewask<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />
Leeftijd: circa zelfde stadium als op 2/3 juni<br />
Euro strekt meer dan Anastasia. St<strong>en</strong>gel is wel dunner.<br />
2-6-2008: meting bij Fa. Janss<strong>en</strong> aan alle rass<strong>en</strong><br />
3
Klimaat:<br />
Gewas onbelicht (alle<strong>en</strong> in begin stuurlicht (LD behandeling met circa 100 lux van gloeilamp<strong>en</strong>).<br />
Bewolkingsgraad: ocht<strong>en</strong>d zonnig, warm <strong>en</strong> vochtig, middag: idem; vanaf 16:30 uur onweer.<br />
Energiedoek: ge<strong>en</strong> (alle<strong>en</strong> verduistering tot 8:00 uur).<br />
[CO 2 ]: nacht circa 700 ppm; overdag circa 380 ppm (ram<strong>en</strong> staan hele dag wijd op<strong>en</strong>).<br />
Aangeleverde klimaatgegev<strong>en</strong>s: zie sheet klimaat.<br />
Gewask<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />
Leeftijd: plant<strong>en</strong> week 18 dag 2; begin korte dag week 20 dag 6 (na 17 dag<strong>en</strong>).<br />
Planthoogte:<br />
Bacardi: 68 cm; st<strong>en</strong>gel dikker dan euro <strong>en</strong> dunner dan Anastasia.<br />
Euro: 72 cm; st<strong>en</strong>gel lijkt dunner dan de rest.<br />
Anastasia: 56 cm; st<strong>en</strong>gel redelijk dik.<br />
Artic que<strong>en</strong>: 59 cm; st<strong>en</strong>geldikte als Bacardi.<br />
Reagan: 57 cm; st<strong>en</strong>geldikte als Bacardi.<br />
3-6-2008: meting bij Fa. Janss<strong>en</strong> aan alle rass<strong>en</strong><br />
Klimaat:<br />
Gewas onbelicht (alle<strong>en</strong> in begin stuurlicht (LD behandeling met circa 100 lux van gloeilamp<strong>en</strong>).<br />
Bewolkingsgraad: ocht<strong>en</strong>d bewolkt. Middag: vanaf circa 11 uur steeds meer zon <strong>en</strong> warm; de<br />
huidmondjes reager<strong>en</strong> snel.<br />
Energiedoek: ge<strong>en</strong> (alle<strong>en</strong> verduistering tot 8:00 uur).<br />
[CO 2 ]: circa 350 ppm (ram<strong>en</strong> staan hele dag wijd op<strong>en</strong>).<br />
Aangeleverde klimaatgegev<strong>en</strong>s: zie sheet klimaat.<br />
Gewask<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />
Leeftijd: plant<strong>en</strong> week 18 dag 2.<br />
Begin korte dag week 20 dag 6 (na 17 dag<strong>en</strong>).<br />
1.2.2 Fotosynthese <strong>en</strong> huidmondjes meting<strong>en</strong><br />
De meting<strong>en</strong> zijn uitgevoerd aan plant<strong>en</strong> van afd. 2.<br />
De fotosynthese meting<strong>en</strong> zijn verricht met de LiCor fotosynthese apparatuur. In het meetcuvet<br />
van deze apparatuur kunn<strong>en</strong> de lichtomstandighed<strong>en</strong>, de CO 2 conc<strong>en</strong>tratie, de temperatuur <strong>en</strong> de<br />
relatieve luchtvochtigheid gevarieerd word <strong>en</strong>. Hierdoor kan de korte termijn reactie op deze<br />
verandering<strong>en</strong> bepaald word<strong>en</strong>.<br />
Licht respons curve werd gemet<strong>en</strong> bij de volg<strong>en</strong>de lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>: donkeradaptatie - 50 - 100 -<br />
400 - 600 - 800 - 1000 – 0 bij 800 ppm CO 2 (elke lichtstap in 2 tot 3 minut<strong>en</strong>).<br />
CO 2 response curv<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong> bij de volg<strong>en</strong>de CO 2 conc<strong>en</strong>traties: 200 - 350 - 600 - 900 -<br />
1200 - 1500 ppm bij 1000 µmol.m -2 .s -1 PAR.<br />
4
Externe lichtbron + fluoresc<strong>en</strong>tie meetkop<br />
Bladkamers waartuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> blad is<br />
geklemd<br />
Analysator voor CO 2 <strong>en</strong><br />
waterdamp<br />
LiCor-6400 meetapparatuur.<br />
Assimilatie <strong>en</strong> fluoresc<strong>en</strong>tie (ETR) zijn gemet<strong>en</strong> met de LiCor 6400.<br />
In de meet cuvette van deze apparatuur word<strong>en</strong> lichtint<strong>en</strong>siteit, CO 2 conc<strong>en</strong>tratie, temperatuur <strong>en</strong><br />
de relatieve luchtvochtigheid door e<strong>en</strong> computerprogramma ingesteld <strong>en</strong> gevarieerd. Hierdoor<br />
kan de reactie van de assimilatie op deze verandering<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>taan bepaald word<strong>en</strong>.<br />
De LiCor-6400 kan zodanig geprogrammeerd <strong>en</strong> gekalibreerd word<strong>en</strong> dat automatisch in<br />
ongeveer 40 minut<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reeks van oplop<strong>en</strong>de lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong> op het ingeklemde blad wordt<br />
gedoseerd. Na elke stap wordt de actuele assimilatie van het betreff<strong>en</strong>de blad gemet<strong>en</strong>.<br />
Daarnaast wordt de op<strong>en</strong>ingstoestand van de huidmondjes gemet<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt met behulp van<br />
chlorofyl fluoresc<strong>en</strong>tie de fotosynthese capaciteit gemet<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de meting<strong>en</strong> met de LiCor-<br />
6400 bij verschill<strong>en</strong>de lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong> werd de CO 2 conc<strong>en</strong>tratie op 800 ppm gehandhaafd. De<br />
lichtint<strong>en</strong>siteit tijd<strong>en</strong>s de CO 2 respons curve was 1000 μmol PAR.<br />
Meting huidmondjesgeleidbaarheid:<br />
Met de porometer werd<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> van de huidmondjesgeleidbaarheid op verschill<strong>en</strong>de<br />
tijdstipp<strong>en</strong> op de dag geregistreerd (5 blader<strong>en</strong> per ras).<br />
5
1.2.3 Kasklimaat<br />
In onderstaande figur<strong>en</strong> zijn scans weergegev<strong>en</strong> van data uit de klimaatcomputer. De data hebb<strong>en</strong><br />
betrekking op het klimaat van 18:00 u op de vooravond van de meting<strong>en</strong> tot 17:00 u op de<br />
meetdag zelf.<br />
Temperatuur 2 juni<br />
Temperatuur 3 juni<br />
6
RV 2 juni<br />
RV 3 juni<br />
Straling 2 juni<br />
Straling 3 juni<br />
7
1.3 Experim<strong>en</strong>tele resultat<strong>en</strong><br />
1.3.1 Verloop van de huidmondjesgeleidbaarheid over de dag<br />
verloop geleidbaarheid (21 febr. Janss<strong>en</strong>)<br />
400.0<br />
Gs mmol m -2 s -1<br />
300.0<br />
200.0<br />
100.0<br />
bacardi wit<br />
reagan pink<br />
0.0<br />
8:00 10:00 12:00 14:00 16:00<br />
tijd<br />
Gs mmol m -2 s -1<br />
verloop geleidbaarheid (22 febr. v Ruijv<strong>en</strong>)<br />
400.0<br />
anastasia wit<br />
euro wit<br />
300.0<br />
200.0<br />
100.0<br />
0.0<br />
8:00 10:00 12:00 14:00 16:00<br />
tijd<br />
8
verloop geleidbaarheid (2 juni Janss<strong>en</strong>)<br />
400.0<br />
Gs mmol m -2 s -1<br />
300.0<br />
200.0<br />
100.0<br />
anastasia wit<br />
artic que<strong>en</strong><br />
bacardi wit<br />
euro wit<br />
reagan pink<br />
0.0<br />
8:00 10:00 12:00 14:00 16:00<br />
tijd<br />
Gs mmol m -2 s -1<br />
verloop geleidbaarheid (3 juni Janss<strong>en</strong>)<br />
400.0<br />
300.0<br />
200.0<br />
100.0<br />
anastasia wit<br />
artic que<strong>en</strong><br />
bacardi wit<br />
euro wit<br />
reagan pink<br />
0.0<br />
8:00 10:00 12:00 14:00 16:00<br />
tijd<br />
Alle onderzochte rass<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge huidmondjesgeleidbaarheid, die ook stabiel blijft over<br />
de dag. Uit de meting<strong>en</strong> lijkt er e<strong>en</strong> lichte t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s te zijn dat de huidmondjesgeleidbaarheid (Gs) in<br />
de ocht<strong>en</strong>d langzaam to<strong>en</strong>eemt tot e<strong>en</strong> maximum rond het middaguur <strong>en</strong> aan het eind van de<br />
middag e<strong>en</strong> geringe afname. Gs is gekoppeld aan de lichtint<strong>en</strong>siteit maar ook aan<br />
bladtemperatuur.<br />
9
Datum ras gemiddelde Gs mmol m-2 s-1<br />
februari bacardi wit 248<br />
februari reagan pink 229<br />
februari anastasia wit 220<br />
februari euro wit 207<br />
juli anastasia wit 150<br />
juli artic que<strong>en</strong> 163<br />
juli bacardi wit 134<br />
juli euro wit 139<br />
juli reagan pink 142<br />
In bov<strong>en</strong>staande tabel is de gemiddelde geleidbaarheid van alle meting<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>. Dit geeft<br />
e<strong>en</strong> goede indruk van de totale verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de rass<strong>en</strong>. De rasvariatie is klein. De verschill<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> de seizo<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn groter dan de rasvariatie. Gs was voor alle rass<strong>en</strong> in februari hoger dan<br />
in juli. De belangrijkste red<strong>en</strong> was de relatief hoge VPD van het blad in juli. In februari, bij e<strong>en</strong> lage<br />
VPD heeft Bacardi de hoogste geleidbaarheid maar in juli, bij e<strong>en</strong> hogere VPD, is de<br />
geleidbaarheid van Bacardi het laagst van alle rass<strong>en</strong>. Anastasia <strong>en</strong> Euro wit zijn het meest<br />
stabiel, hoewel Arctic Que<strong>en</strong> in juli ook hoog scoorde maar van dat ras zijn in februari ge<strong>en</strong><br />
meting<strong>en</strong> gedaan.<br />
1.3.2 Fotosynthese capaciteit<br />
Dat de huidmondjes geleidbaarheid van de gemet<strong>en</strong> blader<strong>en</strong> op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel mom<strong>en</strong>t beperk<strong>en</strong>d<br />
is geweest voor de assimilatie, is k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor e<strong>en</strong> zeer productief, vitaal gewas.<br />
Meting fotosynthese aan<br />
topblader<strong>en</strong> bij chrysant.<br />
Met behulp van fluoresc<strong>en</strong>tiemeting<strong>en</strong>, die simultaan word<strong>en</strong> verricht met de assimilatiemeting, is<br />
de assimilatie capaciteit in afwezigheid van huidmondjesbeperking bepaald (ETR). De relatie<br />
tuss<strong>en</strong> de simultaan gemet<strong>en</strong> fotosynthese <strong>en</strong> ETR voor alle meting<strong>en</strong> is in de figuur hieronder<br />
weergegev<strong>en</strong>.<br />
10
Relatie fotosynthese ETR bij verschill<strong>en</strong>de rass<strong>en</strong> (februari)<br />
mmol CO 2 m -2 s -1<br />
35.0<br />
30.0<br />
25.0<br />
20.0<br />
15.0<br />
10.0<br />
5.0<br />
0.0<br />
-5.0<br />
y = -0.0003x 2 + 0.2033x - 1.6113<br />
R 2 = 0.9952<br />
0 50 100 150 200 250<br />
mmol electron<strong>en</strong> m -2 s -1<br />
Relatie fotosynthese ETR bij verschill<strong>en</strong>de rass<strong>en</strong> (juli)<br />
mmol CO 2 m -2 s -1<br />
35.0<br />
30.0<br />
25.0<br />
20.0<br />
15.0<br />
10.0<br />
5.0<br />
0.0<br />
-5.0<br />
y = -0.0002x 2 + 0.189x - 3.0893<br />
R 2 = 0.9828<br />
0 50 100 150 200 250<br />
mmol electron<strong>en</strong> m -2 s -1<br />
De verhouding tuss<strong>en</strong> ETR (getal op de x-as) gedeeld door de fotosynthese (getal op de Y-as) is<br />
e<strong>en</strong> maat voor de efficiëntie waarmee licht<strong>en</strong>ergie wordt gebruikt in de assimilatie. Voor<br />
chrysant<strong>en</strong> ligt het getal tuss<strong>en</strong> 5 (zeer efficiënt) <strong>en</strong> 6 (efficiënt). Chrysant<strong>en</strong> zijn altijd al efficiënt<br />
maar hoe dichter het getal bij 5 ligt hoe efficiënter de fotosynthese. In de zomer is de<br />
11
fotosynthese 5 – 10 % efficiënter dan in de winter, ondanks de lagere geleidbaarheid van de<br />
huidmondjes in de zomer.<br />
1.3.3 Variatie over de dag<br />
Fot (mmol m -2 s -1 )<br />
Fotosynthese over de dag bij 400 mmol PAR<br />
20<br />
18<br />
16<br />
14<br />
12<br />
10<br />
8<br />
6<br />
4<br />
2<br />
0<br />
6:00 7:12 8:24 9:36 10:48 12:00 13:12 14:24 15:36 16:48 18:00<br />
In teg<strong>en</strong>stelling tot veel<br />
andere<br />
tuinbouwgewass<strong>en</strong> is<br />
de fotosynthese over<br />
de dag erg stabiel. In<br />
de figuur is de<br />
fotosynthese bij 400<br />
μmol PAR op<br />
verschill<strong>en</strong>de tijd<strong>en</strong><br />
gemet<strong>en</strong>. De data zijn<br />
gemiddeld voor alle<br />
rass<strong>en</strong> in de winter<br />
(blauw) <strong>en</strong> de zomer<br />
(rood).<br />
1.3.4 Variatie over het seizo<strong>en</strong><br />
1.3.4.1 Licht response<br />
Vergelijking van de fotosynthese in de zomer <strong>en</strong> de winter, gemiddeld over alle rass<strong>en</strong>.<br />
In de zomer is de fotosynthese hoger, ondanks de lagere Gs. Aanpassing aan de hogere<br />
lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong> is hiervan de oorzaak. 21 februari <strong>en</strong> 2 juni (vierkante symbol<strong>en</strong>), 22 februari <strong>en</strong><br />
3 juni (ronde symbol<strong>en</strong>). De balkjes gev<strong>en</strong> de standaard error.<br />
Fot mmol m -2 s -1<br />
35.0<br />
30.0<br />
25.0<br />
20.0<br />
15.0<br />
10.0<br />
5.0<br />
0.0<br />
0<br />
-5.0<br />
200 400 600 800 1000 1200<br />
-10.0<br />
PAR μmol COm 2 ppm s -1<br />
Fotosynthese gemiddeld over alle<br />
rass<strong>en</strong>. De wintermeting<strong>en</strong> zijn<br />
blauw <strong>en</strong> de zomermeting<strong>en</strong> rood.<br />
De symbol<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> de dag van de<br />
meetreeks; vierkant is dag 1,<br />
rondje is dag 2.<br />
De fotosynthese is hoger in de<br />
zomer. Hieruit blijkt dat de<br />
huidmondjesgeleidbaarheid niet<br />
beperk<strong>en</strong>d is, ondanks de lagere<br />
waard<strong>en</strong> in de zomer, vergelek<strong>en</strong><br />
met de winter.<br />
12
ETR mmol m -2 s -1<br />
250.0<br />
200.0<br />
150.0<br />
100.0<br />
50.0<br />
0.0<br />
0 200 400 600 800 1000 1200<br />
-50.0<br />
PAR μmolCO m -2 2 ppm s -1<br />
Vergelijking fotosynthese capaciteit<br />
in zomer <strong>en</strong> winter, gemiddeld over<br />
alle rass<strong>en</strong>.<br />
Het patroon van ETR (e<strong>en</strong> maat<br />
voor de fotosynthese capaciteit) is<br />
vrijwel id<strong>en</strong>tiek aan dat van de<br />
fotosynthese. De hogere ETR is<br />
waarschijnlijk het gevolg van e<strong>en</strong><br />
langzame aanpassing aan hogere<br />
lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>.<br />
NPQ<br />
1.6<br />
1.4<br />
1.2<br />
1.0<br />
0.8<br />
0.6<br />
0.4<br />
0.2<br />
0.0<br />
-0.2<br />
0 200 400 600 800 1000 1200<br />
PAR μmol CO 2 ppm m -2 s -1<br />
Vergelijking van Npq (toer<strong>en</strong>tal)<br />
over zomer <strong>en</strong> winter, gemiddeld<br />
voor alle rass<strong>en</strong>.<br />
Npq reflecteert e<strong>en</strong> soort toer<strong>en</strong>tal<br />
van de fotosynthese. We zi<strong>en</strong> dat<br />
het toer<strong>en</strong>tal in de zomer lager is<br />
dan in de winter. Toch is de<br />
fotosynthese in de zomer hoger (<br />
zie figuur hierbov<strong>en</strong>). De plant<br />
maakt dus meer snelheid bij e<strong>en</strong><br />
lager toer<strong>en</strong>tal.<br />
1.3.4.2 CO 2 respons<br />
Fot mmol m -2 s -1<br />
45.0<br />
40.0<br />
zomer<br />
35.0<br />
30.0<br />
25.0<br />
20.0<br />
winter<br />
15.0<br />
10.0<br />
5.0<br />
0.0<br />
0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600<br />
CO 2 ppm<br />
21 februari <strong>en</strong> 2 juni (vierkante<br />
symbol<strong>en</strong>), 22 februari <strong>en</strong> 3 juni<br />
(ronde symbol<strong>en</strong>). De balkjes gev<strong>en</strong><br />
de standaard error.<br />
De response op CO 2 is zeer<br />
duidelijk. In de winter neemt de<br />
fotosynthese toe tot e<strong>en</strong><br />
conc<strong>en</strong>tratie van 800 ppm. In de<br />
zomer is nog e<strong>en</strong> geringe to<strong>en</strong>ame<br />
van de fotosynthese te zi<strong>en</strong> bov<strong>en</strong><br />
dat niveau. Opmerkelijk is de<br />
snellere to<strong>en</strong>ame van de<br />
fotosynthese in de zomer, bij lage<br />
CO 2 conc<strong>en</strong>traties, Dit wordt<br />
veroorzaakt door e<strong>en</strong> grotere<br />
hoeveelheid RubisCO (het <strong>en</strong>zym<br />
dat CO 2 bindt).<br />
13
ETR mmol m -2 s -1<br />
250.0<br />
200.0<br />
150.0<br />
100.0<br />
zomer<br />
winter<br />
De fotosynthese capaciteit neemt<br />
toe met e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de CO 2<br />
conc<strong>en</strong>tratie. Dit effect is in de<br />
zomer groter dan in de winter.<br />
50.0<br />
0.0<br />
0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600<br />
CO 2 ppm<br />
1.3.5 Variatie per ras<br />
In bov<strong>en</strong>staande analyse werd<strong>en</strong> gemiddeld<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd voor beide seizo<strong>en</strong><strong>en</strong>. In<br />
onderstaande analyse zijn berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> gemaakt voor rasgemiddeld<strong>en</strong> over de seizo<strong>en</strong><strong>en</strong> he<strong>en</strong>.<br />
1.3.5.1 Licht response<br />
35.0<br />
30.0<br />
25.0<br />
20.0<br />
NPQ<br />
15.0<br />
10.0<br />
5.0<br />
0.0<br />
0<br />
-5.0<br />
200 400 600 800 1000 1200<br />
De fotosyntheseverschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
de rass<strong>en</strong> is zeer gering. In deze<br />
figuur zijn de meting<strong>en</strong> per ras<br />
gemiddeld over alle meetdag<strong>en</strong>.<br />
-10.0<br />
PAR μmol m -2 s -1<br />
ETR mmol m -2 s -1<br />
250.0<br />
200.0<br />
150.0<br />
100.0<br />
50.0<br />
Zeer geringe verschill<strong>en</strong> in ETR.<br />
Anastasia <strong>en</strong> Reagan Pink hebb<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> geringe hoger<br />
productiecapaciteit.<br />
0.0<br />
0 200 400 600 800 1000 1200<br />
-50.0<br />
PAR μmol CO 2 ppmm -2 s -1<br />
14
NPQ<br />
1.2<br />
1.0<br />
0.8<br />
0.6<br />
0.4<br />
Verschill<strong>en</strong> in to<strong>en</strong>ame Npq bij e<strong>en</strong><br />
to<strong>en</strong>ame van de lichtint<strong>en</strong>siteit.<br />
De verschill<strong>en</strong> zijn gering. Zelfs bij<br />
1000 μmol PAR blijft Npq voor alle<br />
rass<strong>en</strong> lager dan 1. Anastasia heeft<br />
de hoogste fotosynthese bij de<br />
laagste Npq.<br />
0.2<br />
0.0<br />
0 200 400 600 800 1000 1200<br />
PAR μmol CO 2 mppm<br />
-2 s -1<br />
Gs mol m -2 s -1<br />
0.4<br />
0.3<br />
0.3<br />
0.2<br />
0.2<br />
0.1<br />
Bacardi is het meest gevoelig voor<br />
e<strong>en</strong> hoge VPD. Anastasia heeft<br />
gemiddeld de hoogste<br />
geleidbaarheid bij oplop<strong>en</strong>de<br />
lichtint<strong>en</strong>siteit.<br />
0.1<br />
0.0<br />
0 200 400 600 800 1000 1200<br />
PAR μmol m -2 s -1<br />
CO 2 ppm<br />
1.3.5.2 CO 2 response<br />
Fot mmol m -2 s -1<br />
40.0<br />
35.0<br />
30.0<br />
25.0<br />
20.0<br />
15.0<br />
10.0<br />
5.0<br />
0.0<br />
0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600<br />
CO 2 ppm<br />
Door de CO 2 conc<strong>en</strong>tratie in het<br />
meetcuvet te variër<strong>en</strong> werd het<br />
effect op de fotosynthese snelheid<br />
bepaald. De initiële<br />
startconc<strong>en</strong>tratie was 200 ppm. In<br />
het meetcuvet werd de<br />
conc<strong>en</strong>tratie steeds gevarieerd. De<br />
lichtint<strong>en</strong>siteit werd constant<br />
gehoud<strong>en</strong> op 1000 μmol PAR. De<br />
fotosynthese neemt toe met de CO 2<br />
conc<strong>en</strong>tratie <strong>en</strong> deze relatie is<br />
ev<strong>en</strong>als de licht-respons curve e<strong>en</strong><br />
verzadigingscurve. De response op<br />
CO 2 is hoog <strong>en</strong> stabiel over de dag.<br />
15
Fot mmol m -2 s -1<br />
200.0<br />
180.0<br />
160.0<br />
140.0<br />
120.0<br />
100.0<br />
80.0<br />
60.0<br />
40.0<br />
20.0<br />
0.0<br />
0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600<br />
CO 2 ppm<br />
Effect van CO 2 op ETR.<br />
1.3.5.3 VPD effect<strong>en</strong><br />
De negatieve effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hoge VPD in de zomer werd<strong>en</strong> gedeeltelijk opgehev<strong>en</strong> door<br />
aanpassing van de blader<strong>en</strong> <strong>en</strong> door de to<strong>en</strong>ame van de lichtint<strong>en</strong>siteit. Uit<br />
geleidbaarheidsmeting<strong>en</strong> met de porometer werd in de zomer e<strong>en</strong> afname van ongeveer 35%<br />
waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> met de winter. Om e<strong>en</strong> compleet beeld te verkrijg<strong>en</strong> zijn ook alle LiCor<br />
meting<strong>en</strong> geanalyseerd met betrekking tot Gs.<br />
ras Fot VpdL Gs Npq T/blad CO2 PAR cuvette PARkas<br />
Anastasia winter 17.1 0.90 0.17 1.04 22.5 788 735 126<br />
Anastasia zomer 19.7 1.27 0.24 0.48 31.1 785 645 728<br />
Bacardi winter 18.0 0.85 0.17 1.33 23.8 787 731 146<br />
Bacardi zomer 18.4 1.59 0.17 0.61 28.8 787 715 371<br />
Euro winter 18.7 0.96 0.17 0.80 22.7 787 712 153<br />
Euro zomer 15.6 1.52 0.16 0.68 30.1 787 644 699<br />
Reagan winter 16.8 0.84 0.19 1.37 22.8 788 731 88<br />
Reagan zomer 20.1 1.70 0.17 0.55 30.6 786 715 455<br />
In bov<strong>en</strong>staande tabel zijn de gemiddeld<strong>en</strong> ( n = 72) van alle meting<strong>en</strong> met de LiCor<br />
weergegev<strong>en</strong>. In deze meting<strong>en</strong> is dus ook e<strong>en</strong> positief effect van de to<strong>en</strong>ame van licht werd<br />
verdisconteerd. In teg<strong>en</strong>stelling tot de (geringe) afname van Gs werd zelfs e<strong>en</strong> lichte to<strong>en</strong>ame van<br />
de Gs geconstateerd in de zomer. In de laatste kolom is te zi<strong>en</strong> hoe groot de verschill<strong>en</strong> in<br />
lichtint<strong>en</strong>siteit in de kas war<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de meting<strong>en</strong>. De aanpassing aan de hoge lichtint<strong>en</strong>siteit<br />
comp<strong>en</strong>seert gedeeltelijk voor de to<strong>en</strong>ame in VPD. Het is daarom niet mogelijk om de variatie in<br />
de huidmondjesgeleidbaarheid met 1 <strong>en</strong>kele parameterset te begrijp<strong>en</strong>.<br />
16
Gewasafhankelijke k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> Chrysant<br />
winter Do a1 Conv Vcmax25 Abs Gsco<br />
Bacardi wit 1 5 1 77 0.8 0.001<br />
Reagan Pink 1.5 7 1 81 0.8 0.001<br />
Euro Wit 1.5 6 1 81 0.8 0.001<br />
Anastatia wit 1.5 5 1 79 0.8 0.001<br />
zomer<br />
Bacardi wit 1 9 1 96 0.8 0.001<br />
Reagan Pink 1.5 10 1 80 0.8 0.001<br />
Euro Wit 1.5 9.5 1 80 0.8 0.001<br />
Anastatia wit 1.5 7 1 98 0.8 0.001<br />
Do<br />
factor voor tuning van ras afhankelijkheid voor VPD. E<strong>en</strong> hoge waarde ge<strong>en</strong><br />
betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> snellere daling van de huidmondjesgeleidbaarheid bij<br />
to<strong>en</strong>ame van VPD-blad<br />
al<br />
factor voor tuning van ras afhankelijkheid voor VPD. A1zegt iets over ge<strong>en</strong><br />
de basis geleidbaarheid bij VPD-blad = 0.<br />
Conv<br />
conversiefactor. Dit is e<strong>en</strong> maat voor verliez<strong>en</strong> bij de <strong>en</strong>ergie<br />
ge<strong>en</strong><br />
omzetting van ETR (elektron<strong>en</strong>transport) naar CO 2 opname.<br />
ABS<br />
fractie van het opvall<strong>en</strong>d groeilicht (PAR) dat wordt geabsorbeerd door ge<strong>en</strong><br />
het blad<br />
Vcmax25 maximale snelheid van CO 2 opname bij lichtverzadiging bij 25 ºC µmol.m -2 .s -1<br />
Gsco geleidbaarheid voor CO 2 in het donker mol.m -2 .s -1<br />
17
Bijlage 1 Luchtvochtigheid<br />
VPD in relatie tot RV in de kas<br />
0.8 kPa komt overe<strong>en</strong> met:<br />
25 grad<strong>en</strong> blad <strong>en</strong> 75 % RV kas<br />
30 grad<strong>en</strong> blad <strong>en</strong> 80 % RV kas<br />
1.5 kPa komt overe<strong>en</strong> met:<br />
25 grad<strong>en</strong> blad <strong>en</strong> 55 % RV kas<br />
30 grad<strong>en</strong> blad <strong>en</strong> 65 % RV kas<br />
Luchtvochtigheid is e<strong>en</strong> van de belangrijkste klimaat factor<strong>en</strong> in de kas. Bij alle temperatur<strong>en</strong> kan<br />
waterdamp door cond<strong>en</strong>satie overgaan in vloeibaar water <strong>en</strong> door verdamping weer in<br />
waterdamp. Voor verdamping van waterdamp is veel <strong>en</strong>ergie nodig, die bij cond<strong>en</strong>satie weer<br />
vrijkomt. De overgang van waterdamp naar water <strong>en</strong> omgekeerd heeft grote invloed op de<br />
<strong>en</strong>ergiehuishouding in de kas. Inzicht in het begrip luchtvochtigheid <strong>en</strong> alles wat daarmee<br />
sam<strong>en</strong>hangt, is dus van ess<strong>en</strong>tieel belang voor e<strong>en</strong> goed kasklimaat.<br />
De luchtvochtigheid is afhankelijk van de hoeveelheid waterdamp die in de lucht zit. Om e<strong>en</strong> beeld<br />
te krijg<strong>en</strong> moet m<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de volg<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>: absolute luchtvochtigheid,<br />
relatieve luchtvochtigheid (RV), dampdruk, dampdruk deficit, dauwpunt.<br />
1.3.6 Absolute luchtvochtigheid<br />
Is de hoeveelheid waterdamp (g/m 3 ) die de lucht maximaal kan opnem<strong>en</strong>. Omrek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van<br />
absolute luchtvochtigheid naar relatieve luchtvochtigheid kan alle<strong>en</strong> als de temperatuur bek<strong>en</strong>d is.<br />
Bijvoorbeeld 15 g/m 3 bij 17.5 ºC is gelijk aan 100% RV, terwijl bij 25 ºC het gelijk is aan 65% RV.<br />
1.3.7 Relatieve luchtvochtigheid (RV)<br />
De relatieve luchtvochtigheid is de verhouding tuss<strong>en</strong> de hoeveelheid waterdamp die in de lucht zit<br />
<strong>en</strong> de hoeveelheid die de lucht bij dezelfde temperatuur maximaal kan opnem<strong>en</strong>. De RV wordt<br />
uitgedrukt in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld bij 20 ºC kan de lucht 17.3 g/m 3 waterdamp bevatt<strong>en</strong>. Als<br />
er nu maar 13 g/m 3 inzit bij 20 ºC is er e<strong>en</strong> RV van 75 %.<br />
Verandering<strong>en</strong> in de RV zijn afhankelijk van twee factor<strong>en</strong>: de temperatuur <strong>en</strong> het vochtgehalte. Bij<br />
e<strong>en</strong> gelijk vochtgehalte daalt de RV als de temperatuur stijgt. Omgekeerd stijgt de RV als de<br />
temperatuur daalt. Als de luchttemperatuur gelijk blijft maar het vochtgehalte veranderd wijzigt<br />
ook de RV.<br />
1.3.8 Dampdruk (VP) <strong>en</strong> dampdruk deficit (VPD)<br />
Dampdruk ontstaat door botsing<strong>en</strong> van waterdampmolecul<strong>en</strong>. De druk die de molecul<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><br />
hangt af van de massa <strong>en</strong> de gemiddelde snelheid (is temperatuur) van de molecul<strong>en</strong>. Alle gass<strong>en</strong><br />
die zich in de lucht bevind<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> de luchtdruk. Dampdruk van water ligt normaal erg<strong>en</strong>s<br />
tuss<strong>en</strong> de 1 <strong>en</strong> 5 kPa.<br />
Het waterdampdruk deficit is het verschil tuss<strong>en</strong> de maximale waterdampdruk <strong>en</strong> de actuele<br />
waterdampdruk. De VPD ligt normaal tuss<strong>en</strong> de 0.1 kPa (hoge luchtvochtigheid) <strong>en</strong> de 3 kPa (lage<br />
luchtvochtigheid). E<strong>en</strong> lage VPD betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> hoge luchtvochtigheid <strong>en</strong> omgekeerd. Hoe hoger de<br />
VPD hoe droger de lucht <strong>en</strong> hoe meer de plant moet verdamp<strong>en</strong>.<br />
18
2 Bijlage 2 Licht<br />
In deze studie wordt licht uitgedrukt in μmol m -2 s -1 . Omdat niet iedere<strong>en</strong> deze e<strong>en</strong>heid hanteert, is<br />
met deze tabel e<strong>en</strong> omrek<strong>en</strong>ing te mak<strong>en</strong> naar de gemet<strong>en</strong> globale straling buit<strong>en</strong> (mits de<br />
transmissie van het kasdek bek<strong>en</strong>d is) of naar de e<strong>en</strong>heid lux. Uitgaande van het feit dat ongeveer<br />
45% van de globale straling uit PAR licht bestaat betek<strong>en</strong>t dat er maximaal 80 W PAR overblijft in<br />
de kas. Voor zonlicht geldt dat 1 W PAR gelijk is aan 4,56 μmol. 80 W/m 2 PAR in de kas is gelijk<br />
aan 365 μmol PAR in de kas. Onder niet geschermde condities, bijvoorbeeld bij 650 W/m 2 buit<strong>en</strong><br />
is de lichtint<strong>en</strong>siteit in de kas 325 W/m 2 globaal = 325 * 0.45 = 146 W/m 2 PAR = 670 μmol<br />
/m 2 PAR.<br />
Omrek<strong>en</strong>ing van globale straling (W/m 2 )<br />
buit<strong>en</strong> naar μmol PAR in de kas bij e<strong>en</strong><br />
kasdek transmissie van 50%, rek<strong>en</strong>ing<br />
houd<strong>en</strong>d met krijt.<br />
Globaal buit<strong>en</strong><br />
(W/m2)<br />
μmol<br />
PAR<br />
lux<br />
70 80 6106<br />
140 160 12213<br />
210 239 18319<br />
280 319 24426<br />
350 399 30532<br />
420 479 36639<br />
490 559 42745<br />
560 638 48851<br />
630 718 54958<br />
700 798 61064<br />
770 878 67171<br />
840 958 73277<br />
910 1037 79384<br />
19