Montage- en service-handleiding Vitocal 222-S14.0 MB - Viessmann

Montage- en 

servicehandleiding 

voor de vakman 

VIESMANN 

Vitocal 222-S 

type AWT-AC 221.A04 tot A13 

Warmtepompen-compactapparatuur, split-unit voor CV- en koelingsmodus 

Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina 

VITOCAL 222-S 

5623 969 NL 7/2012 Bewaren a.u.b.!

Veiligheidsvoorschriften 

Veiligheidsinstructies 

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk 

letsel en materiële schade. 

Toelichting bij veiligheidsvoorschriften 

Gevaar 

Dit teken waarschuwt voor persoonlijk 

letsel. 

! 

Opgelet 

Dit teken waarschuwt voor materiële 

schade en schade aan het 

milieu. 

Opmerking 

Gegevens met het woord "Opmerking" 

bevatten aanvullende informatie. 

Doelgroep 

Deze handleiding is uitsluitend bedoeld 

voor erkende installateurs. 

■ Werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit 

mogen alleen door bevoegde 

vakmensen worden uitgevoerd. 

■ Elektrische werkzaamheden mogen 

alleen door elektromonteurs worden 

uitgevoerd. 

■ De eerste inbedrijfstelling moet door 

de installateur van de installatie of een 

door hem aangewezen vakman 

plaatsvinden. 

Voorschriften 

Respecteer bij de werkzaamheden 

■ de nationale installatievoorschriften, 

■ de ARBO voorschriften, 

■ de wettelijke milieuvoorschriften, 

■ EN, NEN, VEWIN voorschriften, het 

bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. 

Werkzaamheden aan de installatie 

■ Installatie spanningsvrij schakelen 

(bijvoorbeeld met de afzonderlijke 

zekering of een hoofdschakelaar) en 

op aanwezige spanning controleren. 

Opmerking 

Naast het regelingsstroomcircuit kunnen 

meerdere laststroomcircuits aanwezig 

zijn. 

Gevaar 

Het aanraken van spanningvoerende 

onderdelen kan ernstig 

letsel veroorzaken. Enkele 

onderdelen op printplaten zijn 

ook na het uitschakelen van de 

netspanning nog spanningvoerend. 

Voor het verwijderen van apparaatafdekkingen 

minimaal 4 

min. wachten, tot de spanning 

is afgebouwd. 

■ Installatie tegen opnieuw inschakelen 

beveiligen. 

Opgelet 

! Door elektrostatische ontlading 

kunnen elektronische modules 

beschadigd worden. 

Voor de werkzaamheden 

geaarde objecten, bijv. verwarmings- 

of waterleidingen, aanraken 

om de statische lading af te 

leiden. 

5623 969 NL 

2

Veiligheidsvoorschriften 

Veiligheidsinstructies (vervolg) 

Reparatiewerkzaamheden 

Opgelet 

! De reparatie van onderdelen met 

een veiligheidstechnische functie 

brengt de veilige werking van de 

installatie in gevaar. 

Defecte onderdelen moeten door 

originele onderdelen van 

Viessmann worden vervangen. 

Extra componenten, reserveonderdelen 

en slijtende onderdelen 

Opgelet 

! Reserveonderdelen en slijtende 

onderdelen die niet met de installatie 

zijn getest, kunnen de werking 

nadelig beïnvloeden. De 

montage van componenten die 

niet zijn toegestaan evenals de 

wijziging en ombouw zonder toestemming 

kan de veilige werking 

nadelig beïnvloeden en de 

garantie beperken. 

Bij vervanging uitsluitend originele 

onderdelen van Viessmann 

of door Viessmann goedgekeurde 

onderdelen gebruiken. 

5623 969 NL 

3

Inhoudsopgave 

Inhoudsopgave 

Montagehandleiding 


Toepassing........................................................................................................... 6 

Eisen aan de door de installateur verzorgde aansluitingen................................. 7 

Overzicht van de mogelijke installatieschema's................................................... 9 

Aanduidingen in de installatievoorbeelden........................................................... 11 

Installatievoorbeeld, ID: 4605418_1202_02......................................................... 11 

Montageverloop 

Buiteneenheid monteren...................................................................................... 18 

Binneneenheid monteren..................................................................................... 23 

Koelmiddelleidingen aansluiten............................................................................ 32 

Secundair circuit aansluiten................................................................................. 41 

Tapwaterzijde aansluiten...................................................................................... 44 

Koelcircuit aansluiten, indien vereist.................................................................... 45 

Elektrisch aansluiten............................................................................................ 45 

Netaansluiting....................................................................................................... 61 

Warmtepomp sluiten............................................................................................ 69 

Servicehandleiding 

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 

Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud.................................. 70 

Aanvullende info over de stappen........................................................................ 72 

Storingen oplossen 

Reparatie.............................................................................................................. 96 

Onderdelenlijsten binneneenheid 

Onderdelenlijsten binneneenheid......................................................................... 108 

Overzicht van de modules binneneenheid........................................................... 109 

Onderdelen zonder afbeelding binneneenheid.................................................... 110 

Behuizing binneneenheid..................................................................................... 110 

Elektrische uitrusting binneneenheid.................................................................... 112 

Hydrauliek binneneenheid.................................................................................... 114 

Boiler binneneenheid............................................................................................ 116 

Onderdelenlijsten buiteneenheid 

Onderdelenlijsten buiteneenheid.......................................................................... 118 

Buiteneenheid type AWT-AC 221.A04................................................................. 118 

Buiteneenheid type AWT-AC 221.A07................................................................. 120 

Overzicht van de modules buiteneenheid type AWT-AC 221.A10, A13.............. 122 

Behuizing buiteneenheid type AWT-AC 221.A10, A13........................................ 123 

4 

5623 969 NL

Inhoudsopgave 

Inhoudsopgave (vervolg) 

Elektrische uitrusting buiteneenheid type AWT-AC 221.A10, A13....................... 125 

Hydrauliek buiteneenheid type AWT-AC 221.A10, A13....................................... 127 

Protocollen 

Protocol van de hydraulische parameters............................................................ 129 

Protocol van de regelingsparameters................................................................... 129 

Technische gegevens........................................................................................ 137 

Appendix 

Opdracht tot eerste inbedrijfstelling van de warmtepomp.................................... 143 

Conformiteitverklaring 

Conformiteitsverklaring......................................................................................... 144 

Index.................................................................................................................... 145 

5623 969 NL 

5


Toepassing 

De compacte warmtepomptoestellen 

Vitocal 222-S, type AWT-AC 221.A04 tot 

A13 kunnen voor de volgende doeleinden 

worden gebruikt: 

■ kamerverwarming en -koeling via een 

CV-installatie. 

■ Tapwateropwarming met de ingebouwde 

warmwaterboiler. 

Opmerking 

Vitocal 222-S is uitsluitend bedoeld voor 

huishoudelijk gebruik; dat wil zeggen: 

ook niet geïnstrueerde personen kunnen 

het apparaat veilig bedienen. 

Iedere andere of verdergaande toepassing 

geldt als toepassing die niet conform 

de voorschriften is. 

5623 969 NL 

6


Eisen aan de door de installateur verzorgde aansluitingen 

Binneneenheid 

159 

134 

666 

564 

506 

454 

1829 

1803 

1800 

600 

680 

475 

405 

147 

69 

29 

Montage 

62 300 

387 

5623 969 NL 

A Opening voor laagspanningskabels 

< 42 V 

B Warm water 

7


Eisen aan de door de installateur verzorgde… (vervolg) 

C Circulatie 

D Opening voor 230 V-kabels 

E Koud water 

F Vloeistofleiding 

G Stookgasleiding 

H CV-wateraanvoer 

K CV-waterretour 

Aansluitformaten voor hydraulische aansluitingen 

Pos Symbool 

Betekenis 

Aansluitingen aan de binneneenheid 

B – Warm water Rp ¾ 

C – Circulatie G 1 

E – Koud water Rp ¾ 

F 

Koelmiddelleidingen 

van/naar buiteneenheid: 

■ Vloeistofleiding 

7 Aansluitbuis: 

(meegeleverde buisbochten) 

10 mm 

Schroefdraad UNF: 

⅝ 

Bij type AWT-AC 221.A04 is achter buisbocht 

reducering van 10 naar 6 mm vereist 

(verloopstuk ⅝ naar ⁷⁄₁₆ meegeleverd). 

G ■ Stookgasleiding 7 Aansluitbuis: 

(meegeleverde buisbochten) 

16 mm 

Schroefdraad UNF: 

⅞ 

Bij type AWT-AC 221.A04 is achter buisbocht 

reducering van 16 naar 10 mm 

vereist (verloopstuk ⅞ naar ⅞ naar ¾ 

meegeleverd). 

H CV-wateraanvoer Cu 28 x 1 mm 

K CV-waterretour Cu 28 x 1 mm 

1. Aansluitingen aan CV-water- en tapwaterzijde 

voorbereiden. 

CV-installatie spoelen. 

2. Elektrische aansluitingen voorbereiden. 

5623 969 NL 

8

Eisen aan de door de installateur verzorgde… (vervolg) 


Leidinglengtes in de binnen-/buiteneenheid plus wandafstand 

Kabels Binneneenheid Buiteneenheid 

Netaansluitkabels: 

Warmtepompregeling (230 V~) 2,0 m – 

Compressor (230 V~) – 1,5 m 

Andere aansluitkabels: 

230 V~, bijvoorbeeld voor pompen 2,0 m – 

< 42 V, bijvoorbeeld voor sensoren 2,0 m – 

Verbindingskabel binnen-/buiteneenheid: 

12 V-bus 2,5 m 1,5 m 

43 V-bus 2,5 m 1,5 m 

Aanbevolen netaansluitkabelsAanbevolen netaansluitkabels 

Vitocal 222-S, type AWT-AC 221.A04 221.A07 221.A10 221.A13 

Buiteneenheid (compressor) 

230 V~ 

Kabeldoorsnede 3 x 2,5 mm 2 3 x 2,5 mm 2 3 x 2,5 mm 2 3 x 4,0 mm 2 

Maximale kabellengte 29 m 25 m 20 m 20 m 

of of 

Kabeldoorsnede – – 3 x 4,0 mm 2 3 x 6,0 mm 2 

Maximale kabellengte – – 32 m 30 m 

Warmtepompregeling (binneneenheid) 

230 V~ 

Kabeldoorsnede 

■ zonder blokkeercontact energiebedrijf 

3 x 1,5 mm 2 3 x 1,5 mm 2 3 x 1,5 mm 2 3 x 1,5 mm 2 

■ Met blokkeercontact energiebedrijf 

5 x 1,5 mm 2 5 x 1,5 mm 2 5 x 1,5 mm 2 5 x 1,5 mm 2 

CV-water-doorstroomtoestel 

Kabeldoorsnede 

■ 400 V~ 5 x 2,5 mm 2 5 x 2,5 mm 2 5 x 2,5 mm 2 5 x 2,5 mm 2 

■ 230 V~ 7 x 2,5 mm 2 7 x 2,5 mm 2 7 x 2,5 mm 2 7 x 2,5 mm 2 

Maximale kabellengte 25 m 25 m 25 m 25 m 


5623 969 NL 

Overzicht van de mogelijke installatieschema's 

In onderstaande tabel staat een overzicht 

van alle mogelijke installatieschema's. 

9


Overzicht van de mogelijke installatieschema's (vervolg) 

Installatieschema's 

Componenten Installatieschema 

0 1 2 3 4 5 6 11 

CV-circuit 

A1/VC1 — X X — — X X — 

M2/VC2 — — — X X X X — 

Warmwaterboiler 

X — X — X — X — 

CV-waterbuffer 

— 0 0 X X X X — 


0 0 0 0 0 0 0 — 

Zwembad 

— 0 0 0 0 0 0 — 

Koeling 

A1/VC1 — 0 0 — — 0 0 — 

M2/VC2 — — — 0 0 0 0 — 

SKK 0 0 0 0 0 0 0 — 

Energieteller enkelfasig/driefasig 

0 0 0 0 0 0 0 0 

Vitovent 

0 0 0 0 0 0 0 0 

X Component gekozen. 

0 Component kan toegevoegd worden. 

5623 969 NL 

10


Aanduidingen in de installatievoorbeelden 

oE 

--2/F14-- 

oQ 

oW 

-2/145- 

A1 

2 

oE 

--2/F14-- 

iE 

--2/X3.8;3.9-- 

oR 

--2/211.2-- 

oP 


[H F 

[YF F 

--F6-- 

--212.3-- 

--F8-- 

--F0-- 

2 

--211.4-- 

--211.2-- 

--F14-- 

--230 V-- -KM-BUS- 

-2/X3.8;3.9- 

Installatievoorbeeld, ID: 4605418_1202_02 

Opmerking 

Dit schema is een voorbeeld zonder 

afsluiten veiligheidsvoorzieningen. Het 

vervangt niet het vakkundige ontwerp ter 

plaatse. 

5623 969 NL 

11


Installatievoorbeeld, ID: 4605418_1202_02 (vervolg) 

Hydraulisch installatieschema 

--2-- 

-KM-BUS- 

105 

--20-- 

-230 V- 

--52-- 

91 

-8/145- 71 -8/145- 

83 

-2/X3.8;3.9- 

90 

A1 

--105/2-- 73 

-105/20--76- 

74 

70 

M2 

--2/212.2-- 

96 

--74/20-- 

76 

77 

--105/52-- 

3 

29 

27 

--2/F0-- 

1 

89 

89 

-- 

--2/211.5-- 

60 

--2/F4-- 

61 

2 

--X3.8;3.9-- 

--230 V-- 

--212.3-- 

--212.2-- 

-KM-BUS- 

--F0-- 

--F4-- 

--F6-- 

--2/211.5----- 

--211.5-- 

30 

5 6 4 

13 

12 

WW 

37 

-2/212.3- 

28 

KW 

18 

-2/X3.8;3.9- 

--145-- 

--145-- 

--145-- 

--145-- 

15 -2/X3.3;3.4- 

8 

Opmerking 

In de koelwerking voor minimale volumestroom in het secundaire circuit zorgen. 

Kleppen aan de CV-circuitverdeler volledig openen of overstroomklep monteren. 

5623 969 NL 

12



5623 969 NL 

Pos. Aanduiding 

Verwarmingstoestel 

1 Binneneenheid warmtepomp Vitocal 222-S, type AWT-AC 221.A 

2 Warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1C 

3 Buitentemperatuursensor ATS 

4 CV-water-doorstroomtoestel met aanstuurmodule (geïntegreerd) 

5 3-weg-omschakelklep ”verwarmen/tapwaterverwarming” (geïntegreerd) 

6 Secundaire pomp (geïntegreerd) 

qW Veiligheidsgroep 

8 KM-BUS-verdeler (acessoire) 

qE Expansievat CV-circuit 

qT Stromingsbewaker 

Primair circuit 

wU Stookgasleiding 

wI Vloeistofleiding 

wO Buiteneenheid van de warmtepomp Vitocal 222-S 

Tapwaterverwarming 

eP Warmwaterboiler (geïntegreerd) 

eQ Boilertemperatuursensor STS (geïntegreerd) 

eU Tapwatercirculatiepomp ZP (accessoire) 

zP CV-waterbuffer 

zQ Buffertemperatuursensor PTS 

CV-circuit met mengklep M2/VC2 (KM-BUS) 

uP Vloerverwarmingscircuit / koelcircuit 

uQ Afstandsbediening Vitotrol 

uE Aanvoertemperatuursensor 

uR Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voor vloerverwarming 

■ als dompeltemperatuurregelaar 

of 

■ als klemtemperatuurregelaar 

uZ CV-pomp 

uU Driewegmengklep CV-circuit 

Mengklepmotor van de 3-weg-mengklep 

q-T Uitbreidingsset mengklep 

Koelfunctie ”active cooling ” AC 

qI Vorstbeveiligingsthermostaat 230 V 

iE Dauwpuntsensor 230 V 

iO 3-weg-omschakelklep ”Verwarmen/koelen” 

CV-circuit zonder mengklep A1/VC1 

oP CV-circuit met radiatoren 

oQ Afstandsbediening Vitotrol 

oZ CV-pomp 


13



Elektrisch installatieschema 

Overzicht van de elektrische aansluitingen 

en verdere gegevens over de printplaten, 

zie vanaf pagina 49 en servicehandleiding 

warmtepompregeling 

Vitotronic 200. 

Informatie aangaande netaansluiting zie 

pagina 61. 

5623 969 NL 

14



2 

X3.8 

18 

83 

X1. 

X3.9 

X1. 

X2.N 

212.3 

ZP 37 

100 W 

212.2 

X1. M 

1~ HK A1 96 

X2.N 

50 W 

M 

1~ 

230 V / 50 Hz 

X1. 

X2.N 

211.5 

M 

1~ 

M 

1~ 

UV 

UV 

89 

89 

130 W 

211.2 

X1. M 

1~ UP 6 

X2.N 

130 W 

211.4 

X1. M 

1~ UV 

5 

X2.N 

X2.N 

211.3 

224.4 

136 

137 

L1 

L2 

L3 

N 

400 V, 50 Hz 

3 / N / PE 

4 


X3.3 

X3.4 

15 

Laagspanning 

145 

8 KM-bus-verdeler 

3 

2 2 145 

1 

1 

3 

145 2 

1 

3 

145 2 

1 

3 

2 145 

1 

1 

2 

1 

2 

HK A1 

HK M2 

91 

71 

105 HK M2 

40 

2 

20 

N 

L 

N 

74 

20 

N 

L 

M 

1~ 

230 V / 50 Hz 

1 / N / PE 

UP M2 76 

L 

N 

52 

M 

1~ 

M2 

77 

1 

2 

2 

145 

2 

1 

NTC 10 kΩ 

VTS M2 

73 

5623 969 NL 

15



2 

Laagspanning 

NTC 10 kΩ 

F4 PTS 61 

NTC 10 kΩ 

F0 ATS 3 

Netaansluiting binneneenheid met 

CV-water-doorstroomtoestel voor 

400 V~ of 230 V~Netaansluiting 

Aansluitingen buiteneenheid 

4 kW 29 

C N L 

Netaansluiting warmtepompregeling 

2 

1 / N / PE 

230 V / 50 Hz 

N 

L1 

X1.1 

X2.1 

X3.18 

L1 

N 

2 

1 / N / PE 

230 V / 50 Hz 

F1T6,3AH 

Netaansluiting voor het CV-water-doorstroomtoestel 

4 230 V 

43 V 

COM 

> 42 V 

L1 

L1 

7 kW 

29 

1 / N / PE 

230 V / 50 Hz 

L1 

COM Ni 

Li 

No Lo 

N1 

N1 

L1 

N 

1 / N / PE 

230 V / 50 Hz 

N1 

2 

L3 

L2 

4 400 V 

43 V 

COM 

> 42 V 

3 / N / PE 

400 V / 50 Hz 

L1 

10 / 13 kW 

C2 C1 

N 

29 

L 

N 

L 

N 

L1 

N 

1 / N / PE 

230 V / 50 Hz 

2 

12 V 

COM 

5623 969 NL 

< 42 V 

16


Vereiste parameterinstellingen 

Oproepen van het ”codeerniveau 1” 

voor de instelling van de parameters zie 

Inbedrijfstelling-assistent pagina 85 en 

pagina 88. 


Parameters 

Instelling 

”Installatiedefinitie” 

■ ”Installatieschema 7000” ”6” 

Warmwaterbereiding: 

”Tijdprogramma warmwaterbereiding” 

Tijdprogramma instellen 

(zie bedieningshandleiding) 

”Tijdprogramma circulatie” 


(indien tapwatercirculatiepomp aanwezig) 


”Warm water” 

■ ”Vrijgave bijverwarmingen voor warmwaterbereiding 

6014” 

”1” 

■ ”Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwaterbereiding 

6015” 

”1” 

CV-water-naverwarmer: 

”Extra elek. verwarm.” 

■ ”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel ”1” 

7900” 

■ ”Vrijgave verwarmingswater-doorstromer voor ”0” 

kamerverw. 7902” 

■ ”Tijdprogr. e-verw.” 



”Koeling” 

■ ”Koelfunctie 7100” ”3” 

■ ”Koelcircuit 7101” ”2” 

Afstandsbedieningen (indien aanwezig): 

”CV-circuit 1” 

■ ”Afstandsbediening 2003” ”1” 

”CV-circuit 2” 

■ ”Afstandsbediening 3003” ”1” 

5623 969 NL 


17


Buiteneenheid monteren 

Opgelet 

! Schade aan het toestel tijdens 

het transport vermijden. 

Bovenkant van het toestel niet 

belasten. 

Opgelet 

! Sterke inclinatie van de compressor 

in de buiteneenheid leidt tot 

schade aan het toestel doordat 

smeermiddel in het koelcircuit 

kan terechtkomen. 

Maximale kantelhoek volgens de 

volgende tabel naleven. 

Type AWT-AC Maximale kantelhoek 

221.A04 45° 

221.A07 45° 

221.A10 30° 

221.A13 30° 

Eisen aan de montage 

Montageplaats 

■ Kies een locatie met goede luchtcirculatie, 

zodat de afgekoelde lucht kan 

wegstromen en de warme lucht de 

ruimte kan vullen. 

■ Direct zonlicht vermijden. 

■ Bij opstelling in een winderig gebied 

moet worden verhinderd dat de wind 

invloed heeft op het ventilatorenbereik. 

Dit kan leiden tot een luchtkortsluiting 

tussen uitgeblazen en aangezogen 

lucht. Sterke wind kan de ventilatie 

van de verdamper verstoren. 

Opgelet 

! Een luchtkortsluiting in de 

stookwerking leidt tot het 

opnieuw aanzuigen van de 

afgekoelde, uitgeblazen lucht. 

Dit kan leiden tot een lager rendement 

van de warmtepomp 

en ontdooiproblemen. 

Luchtkortsluiting vermijden. 

Opgelet 

! Een luchtkortsluiting in de 

koelwerking leidt tot het 

opnieuw aanzuigen van de verwarmde, 

uitgeblazen lucht. Dat 

kan leiden tot hogedrukstoringen. 

5623 969 NL 

18


Buiteneenheid monteren (vervolg) 

Luchtkortsluiting vermijden. 

■ Houd rekening met de lengtes van de 

koelmiddelleidingen (zie ”Koelmiddelleidingen 

aansluiten”). 

■ Kies de montageplaats zo dat de verdamper 

niet verstopt kan raken door 

bladeren, sneeuw enzovoort. 

■ Houd bij het kiezen van de montageplaats 

rekening met de wetmatigheden 

van voortplanting en reflectie van 

geluidsgolven. 

Ontwerphandleiding ”Principes 

voor warmtepompen” 

■ Niet in de hoeken van de kamer, nissen 

of tussen muren installeren. 

■ Niet naast of onder ramen van slaapkamers 

installeren. 

■ Niet dichter dan 3 m bij gangpaden, 

regenpijpen of afgewerkte vlakken 

installeren. Door de afgekoelde lucht 

in het uitblaasgebied bestaat bij buitentemperaturen 

onder 10 °C gevaar 

voor ijzel. 

■ De montageplaats moet makkelijk toegankelijk 

zijn, bijvoorbeeld voor onderhoudswerkzaamheden 

(zie ”Minimale 

afstanden”). 

Montagetypen 

■ Vloermontage met leidingdoorvoering 

boven grondniveau 

■ Vloermontage met leidingdoorvoering 

onder grondniveau 

■ Wandmontage 

Ontwerphandleiding 

Montage-instructies 

■ Vloermontage: 

Consoles voor vloermontage (accessoires) 

gebruiken. 

Als de consoles niet gebruikt kunnen 

worden, de buiteneenheid vrijstaand 

op stevige, ter plaatse ter beschikking 

te stellen ondergrond met een hoogte 

van minimaal 100 mm monteren. 

Bij zware klimaatomstandigheden 

(vorst, sneeuw, vocht) adviseren we 

het apparaat op een circa 300 mm 

hoge sokkel te plaatsen. 

Houd rekening met het gewicht van de 

buiteneenheid (zie volgende tabel). 

■ Wandmontage: 

Consoleset voor wandmontage 

(accessoires) gebruiken. 

■ Niet met de uitblaaszijde tegen de 

hoofdwindrichting installeren. 

■ Windlasten in acht nemen bij montage 

op winderige plaatsen. 

■ Bij wandmontage moet de wand voldoen 

aan de statische eisen. 

■ Wanddoorvoeren en beschermbuizen 

voor de koelmiddelleidingen en elektrische 

kabels zonder profielstukken 

en richtingsveranderingen uitvoeren. 

■ Buiteneenheid opnemen in de bliksembeveiliging. 

■ Houd bij het ontwerp van een weerbescherming 

of behuizing rekening met 

de warmteafgifte van het apparaat. 

■ Voor een vrije afvoer van het condenswater 

zorgen en een grindbed voor het 

doorsijpelen onder de buiteneenheid 

maken. 

5623 969 NL 


19



■ In regio's met lange koudeperioden 

(zoals in Duitsland) voor een extra 

elektrische verwarming (accessoires) 

voor de condenswaterkuip zorgen. 

■ Om contactgeluid en trillingen te ontkoppelen, 

moet u tussen het gebouw 

en de buiteneenheid de volgende 

maatregelen nemen: 

– Bij de leidingdoorvoering boven 

grondniveau moet voor het opvangen 

van trillingen in koelmiddelleidingen 

voor leidingbochten worden 

gezorgd (zie ”Koelmiddelleidingen 


– Elektrische verbindingskabels binnen-/buiteneenheid 

trekvrij leggen. 

– Montage alleen aan wanden met 

een groot oppervlaktegewicht (> 

250 kg/m 2 ), niet aan licht geconstrueerde 

wanden, dakconstructie 

enzovoort. 

– Bij vloermontage uitsluitend de 

meegeleverde rubberen buffers, bij 

wandmontage uitsluitend de trillingsdempers 

van de consoleset 

gebruiken, geen extra trillingsdempers, 

veren, rubberen buffers enzovoort 


Gewichten van de buiteneenheden 

Type AWT-AC Gewicht in kg 

221.A04 43 

221.A07 66 

221.A10 110 

221.A13 110 

5623 969 NL 

20



Minimumafstanden 

b 

A 

a 

c 

d 

B 

Voorbeeld type AWT-AC 221.A04 

A Luchtinlaat 

B Luchtafvoer 

Type AWT-AC 

Afstand in mm 

a b c d 

Leidingdoorvoering 

boven 

grondniveau 

onder 

grondniveau 

221.A04 ≥ 100 ≥ 100 ≥ 400 ≥ 300 ≥ 1000 

221.A07 ≥ 100 ≥ 100 ≥ 400 ≥ 300 ≥ 1000 

221.A10 ≥ 100 ≥ 200 ≥ 400 ≥ 300 ≥ 1000 

221.A13 ≥ 100 ≥ 200 ≥ 400 ≥ 300 ≥ 1000 

5623 969 NL 


21



Vloermontage 

2. 

4x 

E 

1. 

4x 

A 

B 

C 

D 

A Console voor vloermontage (accessoires) 

22 

5623 969 NL



B Grindbed voor het doorsijpelen van 

het condenswater 

C Betonfundering (zie ontwerphandleiding) 

D KG-buis DN 100 (alleen bij leidingdoorvoering 

onder grondniveau) 

E Rubberbuffer (meegeleverd) 

Opmerking 

Wij adviseren het condenswater vrij af te 

voeren (zonder condenswaterleiding). 

Wandmontage 

Montage uitsluitend met de bij het type 

passende console-set voor wandmontage 

(accessoire) uitvoeren. 

Afzonderlijke montagehandleiding 


Binneneenheid monteren 

! 

Opgelet 

Schade aan het toestel tijdens 


Bovenkant van het toestel niet 

belasten. 

Eisen aan de installatieruimte 

5623 969 NL 

Opgelet 

! De installatieruimte moet droog 

en vorstvrij zijn. 

Een omgevingstemperatuur van 

0 tot 35 ºC garanderen. 

Opgelet 

! Explosiegevaar door stof, gassen, 

dampen 

in de installatieruimte vermijden. 

! 

Opgelet 

Toegestane vloerbelasting respecteren. 

■ Toestel horizontaal uitlijnen. 

Als oneffenheden in de vloer 

met stelpoten moeten worden 

gecompenseerd (maximaal 

10 mm), moet de drukbelasting 

op de stelpoten gelijkmatig 

worden verdeeld. 

■ Houd rekening met het totaalgewicht 

(zie tabel). 

23


Binneneenheid monteren (vervolg) 

Totaalgewicht met gevulde warmwaterboiler 

Type AWT-AC Gewicht in kg 

221.A04 364 

221.A07 364 

221.A10 367 

221.A13 367 

Minimaal kamervolume (conform 

EN 378): 

Type AWT-AC Minimaal kamervolume 

in m 3 

221.A04 2,7 

221.A07 4,9 

221.A10 6,1 

221.A13 6,1 


Minimale kamerhoogte h 


■ zonder aansluitset voormontage 

/ tapwater (accessoire) 

■ met aansluitset voormontage 

/ tapwater (accessoire) 

h in mm 

2000 

2100 

Ontwerpinstructies in acht 

nemen. 

Ontwerphandleiding Vitocal 

Opmerking 

Bij gebruik van de aansluitset secundair 

circuit (accessoires) wandafstand 

vancirca 80 mmaanhouden. 

Plaatsing 

Voor het naar binnen brengen kan de 

Opgelet 

boilermodule worden afgenomen. ! Schade aan het toestel tijdens 


Bovenzijde toestel, front en zijwanden 

niet belasten. 

5623 969 NL 

24



Boilermodule afnemen 

5. 

4. 

2. 

1. 

2x 

3. 

5623 969 NL 


25



7. 

X25 

F6 

8. 

P501 

P303 

P302 

P301 

6. 

5623 969 NL 

26



11. 

9. 

10. 

5623 969 NL 


27



16. 17. 

2x 

2x 

12. 

14. 

18. 

13. 

15. 

X20 

5623 969 NL 

28



6x 

22. 

21. 

4x 


2x 

19. 

4x 

20. 

5623 969 NL 

29



26. 

25. 

23. 

24. 

4x 

2x 

Opmerking 

Bij het afnemen van de boilermodule de afdichtband A niet beschadigen. 

5623 969 NL 

30



Montage en in acht te nemen afdichtingvlakken 

2. Boilermodule inbouwen in omgekeerde 

volgorde van pagina 25. 

1. Bij de leidingdoorvoeringen op de 

juiste plaats van de doorvoertules 

A letten. 

Doorvoertules A eventueel met 

plakband afdichten. 

Opgelet 

! Dichte hydraulische verbindingen 

tussen warmtepompen 

boilermodule maken. 

Bij de leidingdoorvoeringen 

op de juiste plaats van de 

vastzetplaten C letten (zie 

de volgende afbeelding). 

Opgelet 

! Toestel geluiddicht en diffusiedicht 

afsluiten. 

Afdichtband van de zijplaten 

moet tegen de afdichtvlakken 

B van de behuizing liggen 

(zie volgende afbeelding). 

5623 969 NL 


31



Koelmiddelleidingen aansluiten 

■ De buiteneenheid is vooraf gevuld met 

koelmiddel R410A. 

■ In de volgende gevallen de oliehevelbocht 

(zie afbeelding) in de verticale 

leidingen monteren: 

– In de verwarmingsmodus, indien de 

binneneenheid boven de buiteneenheid 

is gemonteerd. 

– In de koelingsmodus, indien de binneneenheid 

onder de buiteneenheid 

is gemonteerd. 

5623 969 NL 

32


Koelmiddelleidingen aansluiten (vervolg) 

Koelmiddelleidingen leggen 


Koelmiddelleidingen leggen 

Minimale leidinglengte 3 m 3 m 3 m 3 m 

Maximale leidinglengte 20 m 30 m 30 m 30 m 

Maximaal hoogteverschil binneneenheid 

- buiteneenheid– 

10 m 15 m 15 m 15 m 

Opmerking 

Bij leidinglengtes tussen 3 en 12 m is 

extra vullen niet nodig. 

A 

C Vloeistofleiding 

D Stookgasleiding 

E Oliehevelbocht 

, Stromingsrichting voor stookwerking 

, Stromingsrichting voor koelwerking 


B 

C 

D 

E 

5000 5000 


A 

B 


Buiteneenheid 

5623 969 NL 

33



Isolatie van contactgeluid en trillingen bij leidingdoorvoering boven grondniveau 

A 

B 

C 

D 

Opmerking 

Elektrische verbindingsleidingen en koelmiddelleidingen gescheiden van elkaar leggen. 

A Leidingbochten om trillingen op te 

vangen 

B Buisklemmen met EPDM-voering 

C Leidingdoorvoering, bijv. KG-buis 

met warmte-isolatie 

D Elektrische verbindingsleiding binnen-/buiteneenheid 

5623 969 NL 

34



Aansluitingen aan de buiteneenheid 

1. Type AWT-AC 221.A04 en A07: 

Zijdelingse afdekking eraf schroeven, 

zie pagina 59. 

2. 

D 

C 

3. 

2x 


D 

C 

4. 




5623 969 NL 

35



2. 

! 

Opgelet 

In de koperen leidingen 

mogen geen verontreinigingen 

(bijvoorbeeld metalen 

spanen) of vocht terechtkomen. 

Daarom de leidingopeningen 

naar onderen houden of 


3. Leidingeinden omzetten. 

4. Leidingen vastschroeven. 

Moeren van de aansluitingen C en 

D van de koelmiddelleidingen 

(vloeistofleiding en stookgasleiding) 

afschroeven. 

Type AWT-AC 221.A04: 

Moeren op de door de installateur 

voorbereide koelmiddelleidingen 

schuiven. 

Type AWT-AC 221.A07, A10 en 

A13: 

Moeren tegen meegeleverde wartelmoeren 

(binneneenheid) vervangen 

(⅝ UNF voor vloeistofleiding, ⅞ UNF 

voor stookgasleiding). 

Moeren met volgende vastdraaimomenten vastdraaien: 

Type AWT-AC Leiding Aansluiting 

op buiteneenheid 

Vastdraaimoment 

in Nm 

221.A04 Vloeistofleiding 7 6 mm ⁷⁄₁₆ UNF 14–18 

Vloeistofleiding 7 12 mm ¾ UNF 50–62 

221.A07 Vloeistofleiding 7 10 mm ⅝ UNF 33–42 

Vloeistofleiding 7 16 mm ⅞ UNF 63–77 





5623 969 NL 

36



Aansluitingen aan de binneneenheid 

Opmerking 

We adviseren de meegeleverde leidingbochten 

voor de aansluiting van de koelmiddelleidingen 

te gebruiken. Afhankelijk 

van de opstelvoorwaarden kunnen de 

koelmiddelleidingen ook direct zonder 

de bochten worden aangesloten. 

1. 


2x 

2. 

3. 

5623 969 NL 



37



! 

Opgelet 

In de koperen leidingen mogen 

geen verontreinigingen (bijvoorbeeld 

metalen spanen) of vocht 

terechtkomen. 

Daarom de leidingopeningen 

naar onderen houden of afsluiten. 

Opmerking 

■ Koelmiddelleidingen van de binneneenheid 

zijn gevuld met stikstof, overdruk 

2 bar. 

■ Bij gebruik omzetadapters van Euro 

soldeeraansluitingen onder 

beschermgas solderen. 

1. Moeren van de koelmiddelaansluitingen 

C en D eraf schroeven en over 

de meegeleverde leidingbochten 


2. Buiseinden van de meegeleverde leidingbochten 

aan de korte zijde 

omzetten. 

Opmerking 

Buiseinde aan de stookgasleiding 

met circa 0,5 mm vergroot omzetten. 

3. Afsluitdoppen van de binneneenheid 

verwijderen en de leidingbochten met 

de korte zijde eraan schroeven, 

warmte- en dampdiffusiedicht isoleren. 

Opmerking 

■ Lange zijde van de leidingbochten 

moet naar boven wijzen. 

■ Leidingbochten mogen niet schuin 

worden geplaatst. Controleren of 

omzetverbindingen stevig zijn aangebracht 

4. Meegeleverde wartelmoeren 

(⅝ UNF voor vloeistofleiding, 

⅞ UNF voor stookgasleiding) over de 

open zijde van de leidingbochten 


5623 969 NL 

38



5. 

2x 

5. Leidingbochten aan de open zijde 

omzetten en verbindingsstuk (dubbele 

nippel) met wartelmoer eraan 

schroeven. 

Opmerking 

■ Leidingeinde aan de stookgasleiding 

met circa 0,5 mm vergroot 


■ Verbindingsstukken mogen niet 

schuin worden geplaatst. Controleren 

of omzetverbindingen stevig 

zijn aangebracht 

5623 969 NL 


39



6. 

2x 

6. Type AWT-AC 221.A04: 

■ Meegeleverde wartelmoeren 

(⁷⁄₁₆ UNF voor vloeistofleiding, 

¾ UNF voor stookgasleiding) over 

koelmiddelleidingen van de buiteneenheid 


■ Koelmiddelleidingen van de buiteneenheid 


■ Meegeleverde reduceerstukken 

met koperen afdichtring op de 

verbindingsstukken (dubbele 

nippel) aansluiten. 


met wartelmoeren aan de 

reduceerstukken aanschroeven. 

Type AWT-AC 221.A07, A10 en 

A13: 

■ Meegeleverde wartelmoeren 

(⅝ UNF voor vloeistofleiding, 

⅞ UNF voor stookgasleiding) over 

de koelmiddelleidingen van de buiteneenheid 





met wartelmoeren aan de 

verbindingsstukken aanschroeven. 

40 

Moeren met volgende vastdraaimomenten vastdraaien: 


aan de binneneenheid 

221.A04 Vloeistofleiding 7 6 mm ⅝ UNF 

met reduceerstuk 

⅝ x ⁷⁄₁₆ 

Vloeistofleiding 7 12 mm ⅞ UNF 

met reduceerstuk 

⅞ x ¾ 


in Nm 

14–18 

50–62 



5623 969 NL




aan de binneneenheid 


in Nm 





Secundair circuit aansluiten 

Deur openen 

1. 

5623 969 NL 


41


Secundair circuit aansluiten (vervolg) 

2. 

2x 

3. 

2x 

A Bijgevoegde rechte leidingstukken 

B Leidingbochten van aansluitset 

secundair circuit (accessoires, zie 

afzonderlijke montagehandleiding) 

Symbool Betekenis Aansluiting 

CV-waterretour 

Cu 28 x 1 mm 

CV-wateraanvoer 

Cu 28 x 1 mm 

5623 969 NL 

42


Secundair circuit aansluiten (vervolg) 

E 

F 

2. Meegeleverde veiligheidsgroep monteren: 

Ofwel aan de door de installateur verzorgde 

leiding in de CV-waterretour 

of 

op de aansluitset secundair circuit 

(accessoires) 

Montagehandleiding aansluitset 

D 

C 

3. Secundair circuit vullen en ontluchten. 

4. Leidingen binnen het gebouw isoleren. 


Meegeleverde veiligheidsgroep 

C Manometer 

D Aansluiting G¾ 

E Snelontluchter 

F Veiligheidsklep 

1. Secundaire leidingen aan warmtepomp 

aansluiten: 

Opgelet 

! Dichte hydraulische verbindingen 


Bij de leidingdoorvoeringen in 

acht nemen dat de doorvoertules 

op de juiste plaats zitten 

(eventueel met afdichtband 

afdichten. (zie het hoofdstuk 

”Montage en in acht te 

nemen afdichtingvlakken”). 

Opmerking 

■ In vloerverwarmingscircuits moet een 

thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing 

voor de vloerverwarming 

worden ingebouwd (zie hoofdstuk 

”Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing 

voor de vloerverwarming 


■ Minimumdebiet garanderen, bijvoorbeeld 

met overstortklep (zie hoofdstuk 

”Technische gegevens”). 

■ Het secundaire circuit moet door de 

installateur worden voorzien van een 

expansievat. 

5623 969 NL 

43


Tapwaterzijde aansluiten 

Voor de tapwateraansluiting EN1717 opvolgen. 

O 

A 

B 

C 

F 

G 

H 

K L M 

H 

H 

P R H M O 

N 

N 

E 

D 

A Warm water 

B Circulatiepomp 

C Terugslagklep, veerbelast 

D Aansluitgedeelte warmtepomp 

(bovenaanzicht) 

E Expansievat, voor tapwater 

geschikt 

F Zichtbare uitloop van de afblaasleiding 

G Veiligheidsklep 

H Afsluitkraan 

K Debietregelklep 

L Manometeraansluiting 

M Terugstroomblokkering/buisscheider 

N Aftapklep 

O Koud water 

P Tapwaterfilter 

R Drukreduceer 

Opmerking bij het tapwaterfilter 

Volgens EN 1717 moet bij installaties 

met leidingen van metaal een tapwaterfilter 

worden ingebouwd. Ook bij kunststofleidingen 

moet volgens EN 1717 en 

op ons advies een tapwaterfilter worden 

gemonteerd zodat geen verontreinigingen 

in de tapwaterinstallatie kunnen binnendringen. 

Veiligheidsklep 

De warmwaterboiler met een veiligheidsklep 

beveiligen tegen ontoelaatbaar 

hoge drukken. 

5623 969 NL 

44


Tapwaterzijde aansluiten (vervolg) 

Advies: veiligheidsklep boven de boiler 

monteren. Hierdoor wordt de klep tegen 

verontreiniging, verkalking en hoge temperatuur 

beschermd. Bij werkzaamheden 

aan de veiligheidsklep hoeft de 

warmwaterboiler bovendien niet te worden 

afgetapt. 

Koelcircuit aansluiten, indien vereist 

Voor koeloppervlakken (bijvoorbeeld 

vloerverwarmingcircuit, koelplafond) is 

een dauwpuntsensor (accessoire) vereist. 

Eisen aan dauwpuntsensor: 

■ Elektrische aansluiting: 230 V~, 0,5 A 

■ Montage in de te koelen ruimte aan de 

koelwatertoevoer (eventueel warmteisolatie 

verwijderen). 

■ Wanneer er meerdere ruimtes met 

verschillende luchtvochtigheid in het 

koelcircuit zijn opgenomen, moeten 

meerdere dauwpuntsensoren gemonteerd 

en in serie worden aangesloten: 

Schakelcontacten als verbreekcontact. 


Elektrisch aansluiten 

Gevaar 

Beschadigde kabelisolatie kan 

tot letsel en schade aan het toestel 


Kabels zo aanleggen dat ze niet 

tegen sterk warmtegeleidende, 

vibrerende of scherpe onderdelen 

liggen. 

Gevaar 

Ondeskundig uitgevoerde bedradingen 

kunnen door elektrische 

stroom aanleiding zijn voor ernstig 

letsel en materiële schade. 

5623 969 NL 

45


Elektrisch aansluiten (vervolg) 

■ Laagspanningsleidingen 

< 42 V en leidingen 

> 42 V/230 V~/400 V~ gescheiden 

van elkaar aanleggen. 

■ Kabels kort voor de aansluitklemmen 

afstrippen en dicht bij 

de betreffende klemmen bundelen. 

■ Kabels met kabelbinders vastzetten. 

Daarmee wordt gegarandeerd 

dat bij storing, bijv. bij het losraken 

van een ader, de aders niet 

tegen de ernaast liggende spanningvoerende 

delen aankomen. 

Opmerking 

Als twee componenten op een gemeenschappelijke 

klem worden aangesloten, 

moeten beide aders samen in één adereindhuls 

worden geperst. 

Opgelet 

! De busverbindingskabel binnen-/ 

buiteneenheid (12 V of 43 V) 

geldt veiligheidstechnisch niet 

als laagspanningsleiding. 

De busverbindingskabel moet 

samen met de 230 V-kabels worden 

gelegd. 

5623 969 NL 

46



Binneneenheid: Elektrische kabels naar de aansluitruimte leggen 

400/230 V 

> 42 V 

< 42 V 

5623 969 NL 


47



A Netaansluitkabels aanstuurmodule 

voor CV-water-doorstroomtoestel 

230 V~/400 V~ 

B Aansluitkabels voor bedrijfscomponenten 

230 V~ 

C Aansluitkabels laagspanning (sensoren, 

KM-BUS)



Binneneenheid: Overzicht van de aansluitingen: 

X31 


A 

B 

C 

X25 

sYAsYS 

F3 

F20 F12 

J3 

F21 F27 

J4 

F13 X24 

X18 F23 F14 F7 F8 

F26 F11 F6 aVGX15 

F16 

N 

D 

1 

P202 

12 V 

1 

COM 

P203 

COM 

3 43 V 

4 

X3 X2 X1 

6 

7 

sVA 

F4 

F0 

F101 

F 

F1 

8 

9 

18 

1 1 

E 

5623 969 NL 

49



A Uitbreidingsprintplaat op basisprintplaat 

(de installateur hoeft niets aan 

te sluiten.) 

B Basisprintplaat (zie pagina 50) 

F3 Zekering T 6,3 A 

C Regelaar- en sensorprintplaat controleren 

(zie pagina 55) 

D AVI-printplaat (zie pagina 58) 


E Kroonsteentjes (zie pagina 53) 


X1 Klemmen voor aardleiding van 

alle bijbehorende installatiecomponenten 

X2 Klemmen voor neutrale leider 

van alle bijbehorende installatiecomponenten 

F Aanstuurmodule en netaansluiting 

voor CV-water-doorstroomtoestel 


Binneneenheid: Basisprintplaat (bedrijfscomponenten 230 V~) 

Opmerkingen bij de aansluitwaarden 

■ Het aangegeven vermogen is het 

geadviseerde aansluitvermogen. 

■ De som van de vermogens van alle 

direct op de warmtepompregeling 

aangesloten componenten (bijvoorbeeld 

pompen, kleppen, meldinrichtingen, 

relais) mag 1000 W niet overschrijden. 

Als het totale vermogen ≤ 1000 W is, 

kan het afzonderlijke vermogen van 

een component (bijv. pomp, klep, 

meldinrichting, relais) groter dan 

opgegeven worden gekozen. Daarbij 

mag het schakelvermogen van het 

overeenkomstige relais niet worden 

overschreden. 

■ De aangegeven stroomwaarde geeft 

de max. schakelstroom van het schakelcontact 

aan (totale stroom van 5 A 

in acht nemen). 

50 

Benodigde parameters bij het in bedrijfstellen 

instellen, zie vanaf pagina 85. 

5623 969 NL



Stekker sYA 

Klemmen Functie Omschrijving 

211.2 

1. 

Secundaire pomp 

■ Bij installatie zonder warmwaterbuffer 

is verder geen CV-pomp nodig (zie 

klem 212.2) 

■ Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing 

voor vloerverwarmingscircuit 

(indien aanwezig) in serie 

aansluiten. 

Aansluitwaarden 

■ vermogen: 130 W 

■ Spanning: 230 V~ 

■ maximale schakelstroom: 4(2) A 

211.5 

AC 

Aansturing koeling 

Drieweg-omschakelkleppen 

voor bypass CV-waterbuffer 

in koeling 

Secundaire pomp in de fabriek aangesloten, 

thermostaat door de installateur 

aan te sluiten. 


■ Maximaal vermogen: 10 W 


■ maximale schakelstroom: 4(2) A 


3-wegomschakelklep voor omloop bypassschakeling 

parallel aansluiten. 

5623 969 NL 

51



Stekker sYS 


212.2 

A1 

Pomp CV-circuit zonder 

mengklep (A1) 

■ Als er een warmwaterbuffer aanwezig 

is, wordt deze pomp aanvullend op de 

secundaire pomp aangesloten. 

■ Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing 

voor vloerverwarmingscircuit 

(indien aanwezig) in serie 

aansluiten (zie volgende hoofdstuk) 


■ Vermogen: 100 W 


■ Maximale schakelstroom: 4(2) A 

212.3 Tapwaterciculatiepomp Aansluitwaarden 

■ vermogen: 50 W 


■ Maximale schakelstroom: 4(2) A 

Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voor vloerverwarming aansluiten 

Aansluiting van een thermostaat B 

algemeen 

Aansluiting van de thermostaat, 

bestelnummer 7151 728, 7151 729 B 

X2.N 

X1. ? 

A 

B 

X2.N 

X1. ? 

A 

B 

sÖ 

C 

M 

1~ 

C 

M 

1~ 

5623 969 NL 

52



CV-circuit zonder mengklep A1/ 

VC1 

Aansluiting 

A op de regeling 

Circulatiepomp C 

■ Zonder verwarmingswaterbuffer 211.2 Secundaire pomp 

■ Met verwarmingswaterbuffer 212.2 CV-pomp A1/VC1 

Aansluiting van de thermostaat 

(bestelnummer 7151 728, 7151 729 

B) op de uitbreidingset mengklep 

A 

sÖ 

B 


sÖ 

C 

M 

1~ 

A Stekker sÖ, op uitbreidingsset 

mengklep steken. 

B Thermostaat 

C CV-pomp bij verwarmingscircuit 

met mengklep 

Binneneenheid: Uitbreidingsprintplaat op basisprintplaat 

(bedrijfscomponenten 230 V~) 

Door installateur niets laten aansluiten. 

Binneneenheid: Klemmenstrook (Meld- en veiligheidsaansluitingen) 

5623 969 NL 



53




X3.1 Fase geschakeld. Via netschakelaar regeling. 

Opmerking 

Totale belasting 1000 W van alle aangesloten 

componenten in acht nemen. 

X3.3 

X3.4 

X3.6 

X3.7 

G 

Stromingsbewaker 

Blokkering energiebedrijf 

(in de fabriek is een brug 

geplaatst). 

Potentiaalvrije sluiter nodig: 

■ gesloten: warmtepomp in werking 

■ geopend: warmtepomp uit bedrijf 

■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A 

Bij aansluiting brug verwijderen. 

Potentiaalvrije opener nodig: 

■ gesloten: warmtepomp in werking 

■ geopend: warmtepomp uit bedrijf 

■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A 

Bij aansluiting brug verwijderen. 

Opmerking 

■ Geen parametrering nodig. 

■ De compressor wordt ”hard” uitgeschakeld 

zodra het contact opengaat. 

■ Door het signaal van het contact energiebedrijf 

(blokkering door energiebedrijf) 

wordt gezorgd voor uitschakeling 

van de spanning van het betreffende onderdeel. 

■ Voor het verwarmingswater-doorstroomelement 

kunnen de uit te schakelende 

trappen worden gekozen (parameter 

”Vermogen voor verwarmingswater-doorstroomelement 

voor blokkering 

790A door energiebedrijf”). 

■ Zie voor verdere informatie over de blokkering 

door het energiebedrijf hoofdstuk 

”Elektrische aansluiting”. 

5623 969 NL 

54




X3.8 

X3.9 

Vorstbeveiligingsthermostaat 

en / of dauwpuntsensor. 

of 

Brug. 

Potentiaalvrije opener nodig: 

■ gesloten: Veiligheidscircuit vrij 

■ geopend: veiligheidscircuit onderbroken, 

warmtepomp uit bedrijf 

■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A 

X3.18 

X2.1 

X1.1 

Netaansluiting warmtepompregeling 

230 V~ 

■ Bij aansluiting brug verwijderen. 

■ Serieschakeling bij aanwezigheid beide 

veiligheidscomponenten. 

Zie hoofdstuk ”Netaansluiting”. 

Binneneenheid: Regelaar- en sensorprintplaat (sensoren) 




Stekkers Sensor Type 

F0.1/F0.2 Buitentemperatuursensor NTC 10 kΩ 

F0.2/F0.3 Draadloze tijdmodule (accessoires) DCF 

F4 Buffertemperatuursensor boven NTC 10 kΩ 

F11 Dauwpuntsensor 24 V– 

― 

Opmerking 

Wanneer dauwpuntsensoren 230 V~ (aansluiting op 

X3.8/X3.9) bij koeling worden gebruikt, brug plaatsen, 

anders treedt de warmtepomp niet in werking (melding 

”CA veiligheidsinrichting primair”). 

F13 

F14 

F16 

Aanvoertemperatuursensor installatie (achter CV-waterbuffer) 

Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (CV-circuit zonder 

mengklep A1/VC1 of apart koelcircuit SKK) 

Kamertemperatuursensor voor afzonderlijk koelcircuit 

SKK (vereist) of voor CV-/koelcircuit zonder mengklep 

A1/VC1 (aanbevolen) 

NTC 10 kΩ 

NTC 10 kΩ 

NTC 10 kΩ 

5623 969 NL 

55



Stekkers Sensor Type 

aVG KM-BUS (aders verwisselbaar) 

Indien meerdere apparaten worden aangesloten, KM- 

BUS-verdeler (accessoires) gebruiken. 

KM-BUS-deelnemer (voorbeelden): 

■ Uitbreidingsset voor een CV-circuit met mengklep M2/ 

VC2 

■ Afstandsbediening Vitotrol 200A of Vitotrol 300B (CVcircuittoewijzing 

aan de afstandsbediening instellen) 

■ Uitbreiding EA1, uitbreiding AM1 

■ Communicatiepoort Vitocom 100, type GSM 

sVA Modbus 2 (aders niet verwisselbaar) 

Aansluiting voor energieteller enkelfasig of driefasig. 

J3 Brug voor afsluitweerstand Modbus 2 

Afsluitweerstand actief (aflevertoestand). 

Afsluitweerstand niet actief. 

J4 Brug voor instelling Master/Slave Modbus 2 

Warmtepompregeling is Slave. 

Warmtepompregeling is Master (aflevertoestand). 

X18 Modbus 1 

Aansluiting voor Vitovent 300-F 

X24 Aansluiting communicatiemodule LON (zie montagehandleiding 

communicatiemodule LON) 

X31 Stekkerpositie voor codeerstekker 

Zwembadverwarming 

Opmerking 

■ Aansturing van de zwembadverwarming 

gebeurt via de uitbreiding EA1 

met KM-BUS. 

■ Aansluitingen op uitbreiding EA1 

alleen volgens de volgende afbeelding 


■ Een filtercirculatiepomp kan niet via 

de warmtepompregeling worden aangestuurd. 

5623 969 NL 

56



L1 

B 

N 

C 

D 

L1 N 

A 

0-10 V f-]A 

[{A DE [{S DE [{D DE [{{] 

1 2 3 4 5 6 1 2 

E 

H 

F G 

M 

1~ 


1 2 

K 

5623 969 NL 

A Uitbreiding EA1 

B Netaansluiting 1/N/PE 230 V/50 Hz 

C Aftakdoos (door installateur te verzorgen) 

D Zekeringen en vermogensrelais 

voor de circulatiepomp van de 

zwembadverwarming (accessoires) 

E Brug 

F 3-weg-omschakelklep ”zwembad” 

(stroomloos: verwarming warmwaterbuffer) 

G Circulatiepomp voor de zwembadverwarming 

(accessoire) 

H Temperatuurregelaar voor zwembadtemperatuurregeling 

(spanningsloos 

contact, 230 V~; 0,1 A; 

accessoires) 

K Aansluiting op regelaar- en sensorprintplaat 

57



Binneneenheid: AVI-printplaat 

Poort binneneenheid – buiteneenheid– 

Stekkers 

F101 

P202 

P203 

Componenten 

Zekering T 1,0 AL 

Bus-verbinding (12 V naar buiteneenheid bij type AWT-AC 221.A10 en 

A13) 

Bus-verbinding (43 V naar buiteneenheid bij type AWT-AC 221.A04 en 

A07) 

Opmerking 

■ Er mag slechts een bus-verbinding 

worden aangesloten. 

■ De aders van de busverbinding tussen 

binnen- en buiteneenheid niet verwisselen. 

■ Bus-verbindingskabel in het spanningsbereik 

230 V~ leggen. 

5623 969 NL 

58



Buiteneenheid: Overzicht van de aanslutingen 

Vitocal 222-S, type AWT-AC 

221.A04 221.A07 221.A10 en A13 

A A A 

A Aansluitruimte: 

■ BUS-verbinding naar binneneenheid 

Opmerking 

De aders van de busverbinding 

tussen binnen- en buiteneenheid 

niet verwisselen. 

■ Netaansluiting compressor 

5623 969 NL 


59



Binneneenheid en buiteneenheid verbinden 



C N L ? 

COMNi 

? Li ? N0 L0 

C2 C1 

N L ? ? N L 

A 

B 

A 

B 

A 

B 

C 

C 

C 

12V COM 

COM 43V 

12V COM 

COM 43V 

12V COM 

COM 43V 

A Aansluitruimte buiteneenheid (zie 

pagina 59) 

B Busverbindingsleidingen tussen 

buiten- en binneneenheid. 

Geadviseerde kabel: 3 x 1,5 mm 2 

De aders zijn niet verwisselbaar. 

C AVI-printplaat in de binneneenheid 


Opmerking 

Busverbindingskabel binnen-/buiteneenheid 

in het spanningsbereik 230 V~ 

leggen. 

5623 969 NL 

60


Netaansluiting 

Scheidingsinrichtingen voor nietgeaarde 

geleiders 

■ De hoofdschakelaar (indien aanwezig) 

moet gelijktijdig alle ongeaarde 

kabels met minimaal 3 mm contactopening 

van het net scheiden. 

■ Bovendien bevelen we de installatie 

van een universele stroomgevoelige 

aardlekschakelaar (FI klasse B 

) aan voor gelijkstroom(storingen), 

die kunnen ontstaan door energie-efficiënte 

bedrijfsmiddelen. 

■ Als geen hoofdschakelaar wordt 

geplaatst, moeten alle ongeaarde 

kabels door de voorgeschakelde aardlekschakelaar 

met minstens 3 mm 

contactopening van het net worden 

gescheiden. 

Gevaar 

Ondeskundig uitgevoerde elektrische 

installaties kunnen door 

elektrische stroom aanleiding zijn 

voor ernstige verwondingen en 

materiële schade. 

Netaansluiting en veiligheidsmaatregelen 

(bijvoorbeeld aardlekschakelaar) 

moeten volgens 

de volgende voorschriften worden 

uitgevoerd: 

■ IEC 60364-4-41 

■ Plaatselijke voorschriften 

■ Technische aansluitvoorwaarden 

van het plaatselijke energiebedrijf 

■ De netaansluitkabel van de 

warmtepompregeling met 

maximaal 16 A zekeren. 

Gevaar 

Ontbrekende aarding van installatiecomponenten 

kan bij een 

elektrisch defect door elektrische 

stroom tot ernstige verwondingen 


Toestel en leidingen moeten met 

de potentiaalvereffening van het 

huis verbonden zijn. 

Gevaar 

Verkeerde aansluiting van draden 

kan tot ernstig letsel en materiële 

schade aan het toestel leiden. 

Aders ”L” en ”N” niet verwisselen. 

■ In overleg met het energiebedrijf kunnen 

verschillende tarieven voor de 

voeding van de laststroomkringen 

worden overeengekomen. 

Technische aansluitvoorwaarden van 

het energiebedrijf respecteren. 

■ Als compressor en/of CV-water-doorstroomtoestel 

op laag tarief worden 

gebruikt (blokkering door energiebedrijf), 

moet óf nog een leiding (bijvoorbeeld 

3 x 1,5 mm 2 ) voor het schakelcontact 

blokkering energiebedrijf van 

de meterkast naar de regeling worden 

gelegd 

of 

de kabel voor het blokkeringsignaal 

energiebedrijf en voor de netaansluiting 

van de warmtepompregeling 

(3 x 1,5 mm 2 ) worden in een 5-aderige 

kabel samengebracht. 

5623 969 NL 


61


Netaansluiting (vervolg) 

■ De toewijzing van de blokkering door 

het energiebedrijf (voor compressor 

en/of CV-water-doorstroomtoestel) 

vindt plaats via het type aansluiting en 

instelling aan de warmtepompregeling. 

De blokkering van de netvoeding is in 

Duitsland op maximaal 3 maal 2 uur 

binnen een dag (24 h) begrensd. 

■ De voeding voor de warmtepompregeling/elektronica 

moet zonder 

blokkering van het energiebedrijf 

plaatsvinden; uitschakelbare tarieven 

mogen hier niet worden gebruikt. 

■ In combinatie met eigen energieverbruik 

(gebruik van de door de fotovoltaïsche 

installatie opgewekte stroom 

voor het eigen verbruik): 

■ De netaansluitkabel van de warmtepompregeling 

met maximaal 16 A 

zekeren. 

■ Wij adviseren de netaansluiting voor 

accessoires en externe componenten 

die niet op de warmtepompregeling 

worden aangesloten, op dezelfde 

zekering en in ieder geval op dezelfde 

fasen van de warmtepompregeling 

aan te brengen. 

De aansluiting op dezelfde zekering 

verhoogt de veiligheid bij netuitschakelingen. 

De opgenomen stroom van 

de aangesloten verbruikers moet 

gerespecteerd worden. 

Opmerking 

Tijdens de blokkering energiebedrijf is 

de werking van de compressor met 

eigen energieverbruik niet mogelijk. 

Netaansluiting warmtepompregeling (230 V~) 

X3 

18 

X2 X1 Opmerking 

6 N 

7 

N 

8 

3 

9 

1 1 

16 

16 

F1 T6,3AH 

Deze aansluiting mag niet geblokkeerd 

worden. 

■ Zekering max. 16 A 

■ Normaaltarief (geen laagtarief met uitschakeling 

mogelijk) 

■ Geadviseerde netaansluitleiding: 

3 x 1,5 mm 2 (5 x 1,5 mm 2 met uitschakeling 

door energiebedrijf) 

L1 

N 

5623 969 NL 

62



Netaansluiting buiteneenheid (230 V~) 



C N L ? 

COMNi 

? Li ? N0 L0 

C2 C1 

N L ? ? N L 

A 

A 

A 

N L1? 

? N L1 

? N L1 


B 

B 

B 

A Aansluitruimte buiteneenheid (zie 

pagina 59) 

B Netaansluiting 230 V / 50 Hz 

Vitocal 222-S, type 221.A04 221.A07 221.A10 221.A13 

AWT-AC 

Aanbevolen netaansluitkabel 

3 x 2,5 mm 2 3 x 2,5 mm 2 3 x 2,5 mm 2 3 x 4,0 mm 2 

(maximaal 20 m) (maximaal 20 m) 

of 

3 x 4,0 mm 2 3 x 6,0 mm 2 

(maximaal 32 m) (maximaal 30 m) 

Beveiliging B20A B20A B20A B32A 

■ Laag tarief en blokkering energiebedrijf 

mogelijk. 

■ Bij gebruik laag tarief met blokkering 

energiebedrijf geen parameterinstellingen 

nodig. De compressor is tijdens 

de blokkeringtijd buiten werking. 

■ Tijdens de blokkering energiebedrijf 

worden de diagnosefuncties voor de 

buiteneenheid niet ondersteund. 

Opmerking 

Vrije klemmen uitsluitend voor intern 

gebruik. 

5623 969 NL 

63



Netaansluitkabel CV-water-doorstroomtoestel aansluiten 


1 / N / PE 

230 V / 50 Hz 

A 

L1 

L1 

L1 

■ Aanbevolen netaansluitkabel: 

400 V~: 5 x 2,5 mm 2 

230 V~: 7 x 2,5 mm 2 

■ Beveiliging maximaal 16 A 

■ Laag tarief en blokkering energiebedrijf 

mogelijk 

N 

N 

N 

L3 

L2 

L1 

B 

3 / N / PE 

400 V / 50 Hz 

A 

N 

N 

B 

A Aansluitruimte binneneenheid (zie 

hoofdstuk ”Overzicht van de aansluitingen: 

binneneenheid”) 

B Bruggen 

5623 969 NL 

64



Voeding met blokkering energiebedrijf (niet in NL) 

Blokkering door energiebedrijf zonder door installateur voorziene lastscheiding 

Het blokkeringsignaal van het energiebedrijf 

wordt direct op de warmtepompregeling 

aangesloten. Bij actieve blokkering 

door energiebedrijf wordt de compressor 

”hard” uitgeschakeld. 

Met de parameter ”Vermogen verwarmingswater-doorstroomtoestel 

bij 

blokkering door energiebedrijf 790A” 

wordt ingesteld of en op welke trap het 

verwarmingswater-doorstroomtoestel 

tijdens de blokkering in bedrijf blijft. 

Opmerking 


het betreffende energiebedrijf respecteren. 


3 

X3.7 

X3.6 

X3.18/X2.1/X1.1 

5 (400 V~) 

7 (230 V~) 

3 

3 

kWh 

3/N 

4 

≈ 

3 

kWh 

3/N 

4 

4 

Weergegeven zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar. 

5623 969 NL 

A Warmtepompenregeling (binneneenheid, 

kroonsteentjes zie hoofdstuk 

”Overzicht van de aansluitingen: 


B Verwarmingswater-doorstroomtoestel 

C Compressor warmtepomp (buiteneenheid) 

D Netaansluiting warmtepompregeling 

(zie hoofdstuk ”Netaansluiting 

warmtepompregeling (230 V~)”) 

E Hoogtariefteller 

65



F Voorzekering toonfrequentieontvanger 

G Toonfrequentieontvanger (contact 

geopend: blokkering actief) 

Voeding: TNC-systeem 

H Laagtariefteller 

K Voeding: TNC-systeem 

Blokkering zonder energiebedrijf zonder door installateur voorziene lastscheiding 

Het blokkeringsignaal van het energiebedrijf 

wordt op het relais van de laagtarief-netvoeding 

(van installateur) in de 

warmtepompregeling aangesloten. Bij 

actieve blokkering door het energiebedrijf 

worden compressor en verwarmingswater-doorstroomtoestel 

(accessoires) 

”hard” uitgeschakeld. 

Het verwarmingswater-doorstroomelement 

kan tijdens de blokkering door het 

energiebedrijf niet worden uitgeschakeld, 

parameter ”Vermogen voor verwarmingswater-doorstroomelement 

bij blokkering 790A door energiebedrijf” 

heeft geen invloed. 

Opmerking 


het betreffende energiebedrijf respecteren. 

5623 969 NL 

66



3 

X3.7 

X3.6 

X3.18/X2.1/X1.1 

5 (400 V~) 

7 (230 V~) 

3 

3 

kWh 

≈ 

3 

kWh 

3/N 3/N 

4 4 


4 

Weergave zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar. 

A Warmtepompenregeling (binneneenheid, 

kroonsteentjes zie hoofdstuk 

”Overzicht van de aansluitingen: 


B Verwarmingswater-doorstroomtoestel 

(indien aanwezig) 

C Compressor warmtepomp (buiteneenheid) 

D Netaansluiting warmtepompregeling 

(zie hoofdstuk ”Netaansluiting 

warmtepompregeling (230 V~)”) 

E Hoogtariefteller 

F Voorzekering toonfrequentieontvanger 

G Toonfrequentieontvanger (contact 

geopend: blokkering actief) met 

voorzekering 

H Laagtariefteller 

K Voeding: TNC-systeem 

L Hoofdschakelaar 

5623 969 NL 

67

N E1E2 D /D 

L1 L1 L2 L2 L3 L3 



Netvoeding in combinatie met eigen energieverbruik 

Zonder blokkering door energiebedrijf 

B 

A 

A 

~ 

= 

D 

F 

F 

C 

F 

E 

F 

G 

H 

K 

kWh 

kWh 

kWh 

L 

L 

M 

M 

N 

N 

A Warmtepomp 

B Andere (eigen energie)verbruikers 

in het huishouden 

C Energiemeter enkelfasig/driefasig 

D Gelijkstroom-wisselstroommutator 

E Scheidingsinrichting voor het fotovoltaïsch 

systeem 

F Aansluitklem 

68 

G Dubbeltariefmeter (voor speciaal 

tarief voor warmtepomp) 

Niet toegestaan in combinatie met 

het fotovoltaïsch systeem voor 

eigen energieverbruik. 

5623 969 NL



H Tweerichtingenmeter (voor eigen 

energieverbruik uit fotovoltaïsche 

installatie): 

Energieafname van het energiebedrijf 

en energielevering aan het 

energiebedrijf 

K Meter met retourblokkering: 

Voor energieopwekking van het 

fotovoltaïsch systeem 

L Scheidingsinrichting voor de huisaansluiting 

(verdelerkast) 

M Verdelerkast 

N Huisaansluitingkast 

Warmtepomp sluiten 

! 

Opgelet 

Toestel geluiddicht en diffusiedicht 


Bij de buis- en slangdoorvoeringen 

op de juiste plaats van de 

isolatie letten. 

Gevaar 

Ontbrekende aarding van installatiecomponenten 

kan bij een 

elektrisch defect door elektrische 



Aardleider op frontplaat en zijplaat 

monteren. 

1. Sluit de deur van de behuizing, in 

omgekeerde richting ten opzichte 

van pagina 41. 

Opmerking 

Door de isolatiemat staat de gesloten 

behuizingdeur iets naar buiten. 

2. Werkstappen op pagina 25 in omgekeerde 

volgorde. 


Zijdelingse afdekking voor buiteneenheid monteren 

In omgekeerde volgorde van ”Aansluitruimte 

buiteneenheid openen” (zie 

pagina 59. 

5623 969 NL 

69


Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud 

Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen 

Stappen voor de eerste inbedrijfstelling 

Stappen voor de inspectie 

Stappen voor het onderhoud 

Pagina 

• • • 1. Warmtepomp openen..................................................... 72 

• 2. Protocollen maken.......................................................... 73 

• 3. De koelmiddelleidingen en de binneneenheid spoelen 

met stikstof (binneneenheid is met stikstof gevuld, 

overdruk circa 2 bar) 

70 

• 4. Dichtheid- en drukcontrole met gedroogd stikstof bij 

43 bara/4,3 MPa 

• 5. Koelmiddelleidingen en binneneenheid evacueren.... 73 

• 6. Koelmiddelleidingen en binneneenheid vullen............ 76 

• • • 7. Koelcircuit op dichtheid controleren............................ 77 

• 8. Secundaire zijde vullen en ontluchten......................... 78 

• • • 9. Expansievat en druk van het CV-circuit controleren.. 80 

• 10. Warmwaterboiler reinigen.............................................. 81 

• 11. Magnesiumanode vervangen........................................ 83 

• • 12. Controleren of de elektrische aansluitingen goed vast 

zitten 

• • • 13. Condensaatkuip van de buiteneenheid controleren op 

de vrije afvoer voor condenswater 

• • • 14. Vrije loop van de ventilator in de buiteneenheid 

controleren...................................................................... 83 

• 15. Warmtewisselaar (condensor) van de buiteneenheid 

reinigen............................................................................ 84 

• 16. Isolatie van de flensverbindingen controleren 

• • 17. Controleren of de elektrische aansluitingen van de 

buiteneenheid goed vast zitten..................................... 84 

• • • 18. Warmtepomp sluiten, hoofdzekering inschakelen 

• • • 19. Warmtepomp inschakelen............................................. 85 

• 20. Installatie in bedrijf nemen............................................ 85 

5623 969 NL


Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie… (vervolg) 

Stappen voor de eerste inbedrijfstelling 

Stappen voor de inspectie 

Stappen voor het onderhoud 

Pagina 

• 21. Op het typeplaatje van de binneneenheid het type 

warmtepomp aankruisen (volgens typeplaatje 

buiteneenheid) 

• • • 22. Warmtepomp op buitengewone geluiden controleren 

(bijvoorbeeld draaigeluiden ventilator, compressor 

en pomp), eventueel opnieuw ontluchten 

• • • 23. Werking van de installatie controleren (bijvoorbeeld 

actoren, temperaturen, eventueel 

warmtehoeveelheidmeter)............................................. 95 

• 24. Instrueren van de installatiegebruiker.......................... 95 

5623 969 NL 

Service 

71


Aanvullende info over de stappen 

Warmtepomp openen 

Gevaar 

Het aanraken van spanning voerende 

onderdelen kan door elektrische 



■ Aansluitruimten (warmtepompenregeling 

en netaansluitingen 

binnen- en buiteneenheid, 

zie de hoofdstukken ”Overzicht 

van de aansluitingen: Binneneenheid” 

en ” Overzicht van de 

aansluitingen: buiteneenheid” 

niet aanraken. 

■ Bij werkzaamheden aan de 

apparaten (binnen-/buiteneenheid) 

moet de stroomvoorziening 

worden uitgeschakeld (bijvoorbeeld 

aan de afzonderlijke 

zekering of een hoofdschakelaar), 

op spanningloosheid 

worden gecontroleerd en worden 

beveiligd tegen onverhoeds 

weer inschakelen. 

! 

Opgelet 

Om schade aan het toestel te 

voorkomen, moet tussen opstelling 

en inbedrijfstelling van het 

toestel minimaal 30 minuten liggen. 

Werkzaamheden aan het koelcircuit 

mogen uitsluitend door 

gecertificeerd personeel worden 

uitgevoerd. 

1. Mantel verwijderen, zie pagina 25. 

2. Na beëindiging werkzaamheden 

warmtepomp sluiten, zie pagina 69. 

Zie ook de bedieningshandleiding 

voor de inbedrijfstelling van 

het toestel. 

Gevaar 

Ontbrekende aarding van onderdelen 

kan bij een elektrisch 

defect door elektrische stroom tot 

ernstige verwondingen en 

beschadiging van onderdelen leiden. 

Alle aardleidingverbindingen 

absoluut weer aanbrengen. 

5623 969 NL 

72

Aanvullende info over de stappen (vervolg) 

Protocollen maken 

De bij de hierna beschreven eerste inbedrijfstelling 

vastgestelde meetwaarden 

in de protocollen vanaf pagina 129 en 

het bedrijfshandboek (indien aanwezig) 

invoeren. 


Koelmiddelleidingen en binneneenheid evacueren 

! 

Opgelet 

De inbedrijfstelling is weersafhankelijk. 

Bij hoge relatieve luchtvochtigheid 

of buitentemperaturen onder 

0 °C op het volgende letten: 

■ Voor de druktest stikstof 5.0 


■ Tijdens het evacueren de 

oppervlaktetemperatuur van 

de koelmiddelleidingen door 

geschikte maatregelen boven 

0 °C houden. 

! 

Opgelet 

Vóór het evacueren van de koelmiddelleidingen 

en de binneneenheid 

alle verbindingslocaties 

met lekzoekspray op dichtheid 

controleren: 

De kleppen aan de buiteneenheid 

gesloten houden en via de 

serviceklep stikstof in de installatie 

brengen. De controledruk is 

de maximaal toelaatbare bedrijfsdruk. 

Gevaar 

Huidcontact met koelmiddel kan 

tot huidletsel leiden. 

Bij werkzaamheden aan het koelcircuit 

veiligheidsbril en werkhandschoenen 

dragen. 

5623 969 NL 

Service 

73




A Binneneenheid 

B Buiteneenheid 


D Vulklep 

74 

E Serviceklep (Schraderklep) 

Bij type AWT-AC, type 221.A07 

bevindt de serviceklep zich aan de 

aansluiting van de vloeistofleiding. 

F Stookgasleiding 

5623 969 NL



G Vulslang tussen manometerbatterij 

en buiteneenheid 

H Manometerbatterij 

K Verbindingsslang tussen manometerbatterij 

en vacuümpomp 

Opgelet 

! Vacuümmeter 

niet onder druk zetten. 

1. Alle kleppen aan de manometerbatterij 

sluiten. 

2. Aansluitingen volgens vorige afbeelding 

uitvoeren. 

Opgelet 

! Vulklep D moet gesloten blijven. 

Vulslangeinde als laatste aan 

de serviceklep E aansluiten. 

Bij alle aansluitingen met 

tweede vorksleutel tegenhouden. 

L Vacuümpomp 

M Verbindingsslang tussen manometerbatterij 

en vacuümpomp 

N Klep voor vacuümmeter 

O Vacuümmeter 

5. Aan de manometerbatterij klep naar 

de vacuümpomp sluiten. 

Vacuümpomp uitschakelen en circa 

5 minuten wachten. Wanneer de aflezing 

op de vacuümmeter stijgt, is er 

een lek. 

Dicht het lek en herhaal de procedure. 

6. Alle kleppen aan de manometerbatterij 


7. Vacuümpomp en vacuümmeter verwijderen. 

3. Vacuümpomp inschakelen. 

Aan de manometerbatterij klep naar 

de vacuümpomp en klep naar de 

stookgasaansluiting openen. 

4. Na circa 5 minuten de klep naar de 

vacuümmeter openen. 

Vacuümpomp zo lang ingeschakeld 

laten, tot de vacuümmeter bijna 

0 bar toont (minstens 30 minuten). 

Service 

5623 969 NL 

Opmerking 

De vereiste looptijd van de vacuümpomp 

is afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden. 

75



Koelmiddelleidingen en binneneenheid vullen 

Opmerking 

■ De buiteneenheid is vooraf gevuld met 

koelmiddel R410A. 

■ Bij leidinglengtes vanuit 3 tot 12 m is 

extra vullen niet nodig. 

■ Leidinglengten voor koelmiddelleidingen, 

zie pagina 33. 

■ Het koelmiddel R410A mag uitsluitend 

met vloeistof worden nagevuld. 

Gevaar 






Opgelet 

! Navullen van de installatie met 

koelmiddel of het afzuigen van 

het koelmiddel kan leiden tot 

schade aan het aapparaat. 

Platenwarmtewisselaar van de 

binneneenheid aan secundaire 

zijde met water doorstromen of 

volledig leegmaken. 

Opgelet 

! Bij alle aansluitingen 

met tweede vorksleutel tegenhouden. 

Leidinglengtes 3 tot 12 m: 

1. Vulslangeinde van de serviceklep 

van de buiteneenheid afschroeven. 

2. Wartelmoer met koperen afdichtkap 

op de serviceklep van de buiteneenheid 

schroeven: vastdraaimoment 15 

tot 20 Nm. 

3. Kappen aan de vulkleppen van de 

buiteneenheid afschroeven, beide 

vulkleppen openen en kappen er 

weer opschroeven. 

Opmerking 

Beide vulkleppen moeten bij het 

inschakelen van de warmtepomp zijn 

geopend. 

Leidinglengtes 12 tot 30 m: 

1. Verbindingsslang tussen manometerbatterij 

en koelmiddelfles aansluiten. 

Verbindingsslang en manometerbatterij 

evacueren. 

2. Vereiste hoeveelheid koelmiddel bijvullen 

(zie onderstaande tabel). 

Opgelet 

! Koelmiddel mag niet in het 

milieu terechtkomen. 

Koelmiddel uit de vulslangen 

en de manometerbatterij wegzuigen. 

3. Kleppen aan de manometerbatterij 


4. Vulslangeinde van de serviceklep 

van de buiteneenheid afschroeven. 

5. Wartelmoer met koperen afdichtkap 

op de serviceklep van de buiteneenheid 

schroeven: vastdraaimoment 15 

tot 20 Nm. 

5623 969 NL 

76



6. Kappen aan de vulkleppen van de 

buiteneenheid afschroeven, beide 

vulkleppen openen en kappen er 

weer opschroeven. 

Opmerking 

Beide vulkleppen moeten bij het 

inschakelen van de warmtepomp zijn 

geopend. 

Bij te vullen hoeveelheid koelmiddel 

per meter leidinglengte (bij leidinglengtes 

van 12 tot 30 m) 

Type AWT-AC R410A in g/m 

221.A04 20 

221.A07 60 

221.A10 60 

221.A13 60 

7. Hoeveelheid bijgevuld koelmiddel op 

het typeplaatje en in het bedrijfshandboek 

invullen. 

Aanwijzing voor installaties met 

een vulhoeveelheid vanaf 

3,0 kg R410A: 

■ Het bedrijfshandboek moet worden 

bijgehouden. 

■ Jaarlijkse dichtheidscontrole is vereist. 

Koelcircuit op dichtheid controleren 

5623 969 NL 

Gevaar 

R410A is een luchtverdringend, 

niet-giftig gas. Ongecontroleerd 

vrijkomen van koelmiddel R410A 

in gesloten ruimtes kan leiden tot 

ademnood en verstikking. 

■ Zorg in gesloten ruimtes voor 

voldoende ventilatie. 

■ Voorschriften en richtlijnen 

voor handhaving van dit koelmiddel 

beslist in acht nemen en 

aanhouden. 

Gevaar 






Controleer alle verbindingen op koelmiddellekken: 

■ Alle flensverbindingen van de koelmiddelleidingen 

tussen binnen- en 

buiteneenheid. 

■ Soldeerpunten en schroefaansluitingen 

van de koelmiddelleidingen tussen 

binnen- en buiteneenheid. 

Opmerking 

Werkzaamheden aan het koelcircuit 

mogen uitsluitend door gecertificeerd 

personeel worden uitgevoerd. 

Service 

77



Secundaire zijde vullen en ontluchten 

Ongeschikt vul- en suppletiewater kan 

afzettingen en corrosie veroorzaken en 

kan leiden tot beschadiging van de 

installatie. 

Voor kwaliteit en hoeveelheid van het 

verwarmingswater inclusief vul- en suppletiewater 

moet de VDI-richtlijn 2035 in 

acht worden genomen. 

■ Verwarmingsinstallatie vóór het vullen 

grondig spoelen. 

■ Uitsluitend met water van tapwaterkwaliteit 

vullen. 

■ Vulwater met een waterhardheid van 

meer dan 16,8 °dH (3,0 mol/m 3 ) moet 

onthard worden, bijv. met een kleine 

onthardingsinstallatie voor verwarmingswater. 

! 

Opgelet 


voorkomen, 

elektrische componenten op de 

behuizingdeur tegen uittredende 

vloeistof beschermen. 

1. Eventueel aanwezige terugstroomblokkering 

van installateur openen. 

2. Voordruk van het expansievat controleren. 

Ontwerphandleiding 

5623 969 NL 

78



3. Secundair circuit vullen (spoelen) en 

ontluchten: 

■ Snelontluchter (zie veiligheidsgroep, 

hoofdstuk ”Secundair circuit 

aansluiten”) iets openen, blijft 

open. 

■ Ontluchtingskraan tapwateropwarming 

openen (zie volgend hoofdstuk), 

blijft open. 

■ Voor het ontluchten de 3-wegomschakelklep 

”Verwarmen / tapwater” 

met de handhefboom in de 

middenstand plaatsen en vastzetten 

(zie afbeelding). 

4. 

! 

Opgelet 


voorkomen, dichtheid van de 

aanvoer- en retouraansluitingen 

van het secundaire circuit 

op de warmtepomp controleren. 

Bij lekkage toestel direct uitschakelen, 

water aftappen en 

afdichtingringen controleren. 

Verschoven afdichtingringen 

beslist vervangen. 

5. Installatiedruk controleren, eventueel 

water bijvullen. 

Minimale installatiedruk: 0,8 bar 

Toegestane werkdruk: 3 bar 

5623 969 NL 

Service 

79



Ontluchtingskraan tapwaterverwarming openen 

2. 

3. 

4. 

1. 

Expansievat en druk van het CV-circuit controleren 

Ontwerpinstructies in acht 

nemen. 

Ontwerphandleiding Vitocal 

5623 969 NL 

80


Warmwaterboiler reinigen 


Gevaar 

Ongecontroleerd uittredend tapwater 

en warmte overdrachtsmedia 

leidt tot brandwonden en 

bouwschade. 

Tapwater- en verwarmingswateraansluitingen 

alleen bij een drukloze 

warmwaterboiler openen. 

! 

Opgelet 

Onderdruk in de warmwaterboiler 

leidt tot materiaalschade. 

Aftap met een zuigpomp alleen 

bij geopende ontluchting. 

Opgelet 

! Puntige en scherpe reinigingsvoorwerpen 

beschadigen de 

warmwaterboiler. 

Opgelet 

! Zoutzuurhoudende reinigingsmiddelen 

tasten het materiaal 

van de warmwaterboiler aan. 

5623 969 NL 

Service 

81



8x 

1. 

A B 

2. 

! 

Opgelet 

Kortsluiting tussen de magnesiumanode 

en de verwarmingsspiraal 

heft de beschermende werking 

van de magnesiumanode op 

en leidt tot corrosieschade aan 

de warmwaterboiler. 

Vóór het aanbrengen van de 

elektrische kabels weerstand tussen 

de klemmen A en B 

meten. Als de weerstand duidelijk 

kleiner is dan oneindig, controleren 

of de magnesiumanode 

contact maakt met de verwarmingsspiraal. 

5623 969 NL 

82


Magnesiumanode vervangen 


Opmerking 

Als de zwerfstroomanode moet worden 

vervangen, kunt u een onderhoudsvrije 

zwerfstroomanode (accessoire) gebruiken. 

Demontage van de magnesiumanode, 

zie hoofdstuk ”Warmwaterboiler reinigen”. 

! 

Opgelet 

Kortsluiting tussen de magnesiumanode 

en de verwarmingsspiraal 

heft de beschermende werking 

van de magnesiumanode op 

en leidt tot corrosieschade aan 

de warmwaterboiler. 

Vóór het aanbrengen van de 

elektrische kabels weerstand tussen 

de klemmen A en B (zie 

vorige afbeelding) meten. Als de 

weerstand duidelijk kleiner is dan 

oneindig, controleren of de magnesiumanode 

contact maakt met 

de verwarmingsspiraal. 

Vrije loop van de ventilator in de buiteneenheid controleren 

Gevaar 

Het starten van de ventilator bij 

geopende buiteneenheid kan 

ernstig letsel veroorzaken. 

Buiteneenheid spanningsvrij 

schakelen en tegen opnieuw 

inschakelen beveiligen. 

Denk om een eventueel nadraaiende 

ventilator. 

1. ■ Type AWT-AC 221.A04: 

Eerst bovenste afdekking, dan 

voorplaat eraf schroeven. 

■ Type AWT-AC 221.A07, A10 en 

A13: 

Luchtafvoerrooster van de buiteneenheid 

verwijderen. 

2. Ventilator handmatig draaien. 

5623 969 NL 

Service 

83



Warmtewisselaar (condensor) van de buiteneenheid reinigen 

Gevaar 

Het aanraken van spanning voerende 

onderdelen en het contact 

van spanning voerende onderdelen 

met water kan door elektrische 



Buiteneenheid spanningsvrij 

schakelen en tegen opnieuw 

inschakelen beveiligen. 

Denk om een eventueel nadraaiende 

ventilator. 

Reiniging met luchtdruk 

1. Behuizing van de buiteneenheid 

openen. 

Opgelet 

! De scherpe kanten van de 

warmtewisselaar kunnen letsel 

veroorzaken. 

Contact vermijden. 

2. 

! 

Opgelet 

Te sterke luchtdruk frontaal 

en van de zijkant kan leiden 

tot vervorming van de aluminium 

ribben van de warmtewisselaar. 

Persluchtpistool uitsluitend 

frontaal en vanaf voldoende 

afstand op de warmtewisselaar 

richten. 

De warmtewisselaar van binnen 

naar buiten met perslucht uitblazen. 

3. Aluminium ribben van de warmtewisselaar 

controleren op vervormingen 

en krassen, eventueel repareren met 

een geschikt hulpmiddel (bijvoorbeeld 

lamellenkam). 

4. Behuizing van de buiteneenheid sluiten. 

Controleren of de elektrische aansluitingen van de buiteneenheid 

goed vast zitten 

Gevaar 

Het aanraken van stroomvoerende 

onderdelen kan ernstig letsel 

veroorzaken. Condensatoren 

voeren na het uitschakelen van 

de netspanning nog spanning. 

Vóór werkzaamheden aan de 

buiteneenheid minstens 4 minuten 

wachten, tot de condensatoren 

zich ontladen hebben. 

5623 969 NL 

84


Warmtepomp inschakelen 


! 

Opgelet 

Wanneer de warmtepomp met te 

weinig koelmiddel draait, leidt dat 

tot schade aan het toestel. 

■ Vóór het inschakelen van de 

warmtepomp moeten de binneneenheid 

en de koelmiddelleidingen 

met de aangegeven 

hoeveelheid koelmiddel gevuld 

zijn en moet de dichtheid van 

het koelcircuit zijn gecontroleerd 

(zie hoofdstuk ”Koelmiddelleidingen 

en binneneenheid 

vullen” en ”Koelcircuit op dichtheid 

controleren”). 

■ De vulkleppen aan de buiteneenheid 

(zie hoofdstuk ”Koelmiddelleidingen 

en binneneenheid 

vullen”) moeten bij het 

inschakelen van de warmtepomp 

zijn geopend. 

2. 2 minuten wachten. 

3. Spanning van de binneneenheid 

inschakelen. 

4. Binneneenheid met de netschakelaar 


Opmerking 

Wanneer de binneneenheid eerder 

wordt ingeschakeld dan de buiteneenheid 

of de wachttijd korter dan 

2 minuten is, verschijnt de storingsmelding 

”0A Storing buitenunit”. 

Servicehandleiding warmtepompregeling 


Onderstaande volgorde absoluut 

aanhouden 

1. Spanning van de buiteneenheid 


Installatie in bedrijf nemen 

De inbedrijfstelling (configuratie, instelling 

en functiecontrole) kan met of zonder 

inbedrijfstellingsassistent worden 

uitgevoerd (zie volgende hoofdstuk en 

servicehandleiding warmtepompregeling 

Vitotronic 200). 

Opmerking 

Type en omvang van de parameters 

hangen af van het type warmtepomp, 

van het gekozen installatieschema en 

van de gebruikte accessoires. 

5623 969 NL 

Service 

85



Inbedrijfstelling met inbedrijfstellingsassistent 

De inbedrijfstellingsassistent doorloopt 

automatisch alle menu's waarin instellingen 

nodig zijn. Hierbij 

is ”codeerniveau 1” automatisch actief. 

Opgelet 

! Een verkeerde bediening 

op ”codeerniveau 1” kan tot 

schade aan het toestel en de verwarmingsinstallatie 


Aanwijzingen in de aparte servicehandleiding 


Vitotronic 200 absoluut respecteren, 

anders vervalt de 

garantie. 

Netschakelaar aan de warmtepompregeling 


■ De vraag ”Inbedrijfstelling starten?” 

verschijnt bij de eerste inbedrijfstelling 

automatisch. 

Opmerking 

De inbedrijfstellingsassistent kan ook 

manueel worden gestart: 

Hiervoor bij het inschakelen de warmtepompregelng 

(voortgangsbalk zichtbaar) 

ingedrukt houden. 

■ Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnen 

de begrippen in het Duits: 

Sprache 

Deutsch 

Bulgarski 

Cesky 

Dansk 

Wählen mit 

êç 

DE 

BG ê 

CZ ê 

DK ê 

( 

■ Door de handmatige aansturing van 

een aantal toestelonderdelen bij de 

inbedrijfstelling geeft de warmtepompregeling 

meldingen weer. Dit zijn geen 

storingen van het toestel. 

5623 969 NL 

86



Taal 

instellen 

OK 

Datum / tijd 


OK 

Datum 


OK 

OK 

Tijd 


NEE 

Inbedrijfstellen starten? 

JA 

Functiecontrole 

Codeerniveau 

1 

OK 

Parametergroep 

selecteren 

OK 

Parameters 


Temperatuursensoren 

OK 

Sensorwaarden 

weergeven 

Signaalingangen 

OK 

Signaalingangen 

weergeven 

Actorentest 

OK 

Actorentest 

verrichten 

Deelnemerscontrole 

OK 

Deelnemerscontrole 

verrichten 

Service 

OK 

Functie 

selecteren 

OK 

Functiecontrole 

starten 

Inbedrijfstellen beëindigd 

OK 

Regelmodus 

5623 969 NL 

87



Inbedrijfstelling zonder inbedrijfstellingsassistent 

Servicemenu activeren 

Het servicemenu kan vanuit elk menu 

worden geactiveerd. 

OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 

Servicemenu deactiveren 

Het servicemenu blijft actief, tot het 

met ”Service beëindigen?” wordt 

gedeactiveerd of gedurende 30 min. 

geen bediening plaatsvindt. 

Parameters instellen volgens het 

voorbeeld ”Installatieschema” 

Voor de instelling van een parameter 

moet eerst de parametergroep en 

daarna de parameter worden gekozen. 

Alle parameters worden als tekst weergegeven. 

Aan elke parameter is bovendien 

een parametercode toegekend. 

3. Parametergroep kiezen: ”Installatiedefinitie” 

4. Parameter kiezen: ”Installatieschema 

7000” 

5. Installatieschema instellen: ”6” 

Alternatief, als het servicemenu al is 

geactiveerd: 

Uitgebreid menu: 

1. å 

2. ”Service” 

3. ”Codeerniveau 1” kiezen. 

4. Parametergroep kiezen: ”Installatiedefinitie” 

5. Parameter kiezen: ”Installatieschema” 

6. Parametercode bevestigen: ”7000” 

7. Installatieschema instellen: ”6” 

Servicemenu: 

1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken. 

2. ”Codeerniveau 1” kiezen. 

Vereiste parameter voor de warmtepomp 

”Vermogen compressortrap 5030” 

De type-afhankelijke warmtecapaciteit 

van de warmtepomp moet bij de inbedrijfstelling 

worden ingesteld. 


”Vermogen compressortrap 4 kW 7 kW 10 kW 13 kW 

5030” 

88 

5623 969 NL



Benodigde parameters voor door de 

installateur aangesloten componenten 

Gedetailleerde verklaring bij 

de parameters 

Servicehandleiding warmtepompregeling 

Vitotronic 200 

Pompen en verdere componenten 

Pomp/component Parameters Instelling 

CV-pomp 

”Installatiedefinitie” Ó 

”Installatieschema 7000” 

■ Met CV-circuit A1/VC1 

(voor CV-circuit zonder 

mengklep) 

of 

■ Met CV-circuit M2/VC2 

(voor CV-circuit met 

mengklep) 

Tapwatercirculatiepomp Uitgebreid menu: 

”Tijdprogramma circulatie” 


Uitbreidingsset mengklep 

voor CV-circuit M2/ 

VC2 


”Installatieschema 7000” 

Opmerking 

Draaischakelaar S1 in uitbreidingsset 

op ”2” instellen 

(zie montagehandleiding 

uitbreidingsset). 

Afstandsbediening 

Voor CV-/koelcircuit: 

”CV-circuit 1” Ó 

”Afstandsbediening 

2003” 

of 

”CV-circuit 2” Ó 


3003” 

”1” 

Opmerking 

Codering aan Vitotrol voor 

CV-circuittoewijzing instellen: 

H1/VC1 voor CV-circuit 1 

H2/VC2 voor CV-circuit 2 

(zie montagehandleiding 

Vitotrol) 

5623 969 NL 

Service 

89



Pomp/component Parameters Instelling 

Voor afzonderlijk koelcircuit: 

”1” 

”Koeling” Ó 


koelcircuit 7116” 


”Rangering kamertemperatuursensor 

afzonderlijk 

koelcircuit 7106” 

■ ”0” F16 

■ ”1” A1/VC1 

■ ”2” M2/VC2 

■ ”4” SKK 

Vitocom 100, type GSM ”Installatiedefinitie” Ó 

”Vitocom 100 7017” 

”1” 

Externe uitbreiding 


”Externe uitbreiding 

7010” 

■ ”1” EA1 

■ ”2” AM1 

■ ”3”EA1 en AM1 

Opmerking 

Parameters voor externe 

functies, zie volgende tabel. 

Externe functies 

Externe functies Parameters Instelling 

Externe vraag 

Eventueel ”Interne hydraulica” 

Ó 

”Gewenste aanvoertemperatuur 

externe aanvraag 

730C” 

Gewenste waarde 

aanvoertemperatuur 

bij externe aanvraag 

Extern inschakelen van de 

compressor, mengklep in regelmodus 

of OPEN 


”Werking externe aanvraag 

op warmtepomp/CVcircuit 

7014” 

”0” tot ”7” 

(parameter ”Aanvoertemperatuur 

bij 

externe aanvraag 

730C” respecteren) 

5623 969 NL 

90



Externe functies Parameters Instelling 

Externe omschakeling van de ”Installatiedefinitie” Ó ”0” tot ”10” 

werkingsmodus van verschillende 

installatiecomponenten 

”Installatiecomponenten 

bij externe omschakeling 

7011” 

”Installatiedefinitie” Ó ”0” tot ”3” 

”Bedrijfsstatus bij externe 

omschakeling 7012” 


”Duur van de externe omschakeling 

7013” 

”0” tot ”12” 

Extern blokkeren van compressoren 

en pompen 

Extern blokkeren van de compressor, 

mengklep in regelmodus 

of DICHT 

Koelfunctie 


”Werking extern blokkeren 

op pompen/compressor 

701A” 



op warmtepomp/CV-circuits 

7015” 



op pompen/compressor 

701A” 

”0” tot ”31” 

”0” tot ”8” 

”0” tot ”31” 

Parameter voor koelfunctie 


”Koelfunctie 7100” 


”Koelcircuit 7101” 

Instelling 

”3” 

■ ”1” (CV-circuit A1/VC1) 

■ ”2” (CV-circuit M2/VC2) 

■ ”4” (afzonderlijk koelcircuit 

SKK) 

5623 969 NL 

Service 

91



Verwarmingswater-doorstroomtoestel 

Parameter voor 


”Extra elektr. verwarming” Ó 

”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel 

7900” 

Eventueel ”Extra elektr. verwarming” Ó 


voor ruimteverwarming 7902” 

”Extra elektr. verwarming” Ó 

”Vermogen voor verwarmingswater-doorstroomtoestel 

bij blokkering door energiebedrijf 

790A” 

eventueel ”Warm water” Ó 

”Vrijgave elektrische verwarmingen voor 

warmwaterbereiding 6015” 

Instelling 

”1” 

”1” 

■ ”1” voor 3 kW 

■ ”2” voor 6 kW 

■ ”3” voor 9 kW 

”1” 

Zwembadverwarming 

Parameters voor zwembadopwarming 


”Externe uitbreiding 7010” 


”Zwembad 7008” 

Instelling 

”1” 

”1” 

5623 969 NL 

92



Vitovent 300-F 

Parameter voor Vitovent 300-F 

”Ventilatie” Ó 

”Vrijgave Vitovent 7D00” 

Eventueel verdere vrijgaven: 


■ ”Vrijgave voorverwarmregister 

elektrisch 7D01” 

”1” 

■ ”Vrijgave naverwarmregister hydraulisch ”1” 

7D02” 

■ ”Vrijgave vochtsensor 7D05” ”1” 

■ ”Vrijgave CO2-sensor 7D06” ”1” 

Eventueel waarden instellen (conform ontwerp): 


■ ”Temp. afgewerkte lucht bij stand. ventilatie 

7D08” 

Instelling 

”1” 

”100” tot ”300” °C 

(≙ 10 tot 30 °C) 

■ ”Nominaal debiet toevoerlucht 7D0A” ”95” tot ”7D0B” minus 10 m 3 /h 

■ ”Bovenste grens nominaal debiet toevoerlucht 

7D0B” 

tot ”7D0C” minus 10 m 3 /h 

”7D0A” plus 10 m 3 /h 

■ ”Debiet intensief ventileren 7D0C” ”7D0B” + 10 m 3 /h tot ”280” 

m 3 /h 

5623 969 NL 

Service 

93



Energiemeter enkelfasig/driefasig 

Parameter voor energiemeter 

”Fotovoltaïsche techniek” Ó 

”Vrijgave eigenenergieverbruik PV 7E00” 


”Regelstrategie FV” 

of 


■ ”Vrijgave eigenenergieverbr. voor gew. WWtemperatuur 

2 7E10” 

■ ”Vrijgave eigenenergieverbr. voor warmwaterbereiding 

7E11” 

■ ”Vrijgave eigenenergieverbr. voor warmwaterbuffer 

7E12” 

■ ”Vrijgave eigenenergieverbr. voor stoken 

7E13” 


”Regelstrategie FV” 

of 


■ ”Verhoging gew. temp. warmwaterbuffer PV 

7E21” 

■ ”Verhoging gew. temp. CV-waterbuffer PV 

7E22” 

■ ”Verhoging gew. kamertemperatuur PV 

7E23” 

Instelling 

”1” 

Gewenste energieverbruiker 

voor het eigen energieverbruik 

vrijgeven. 

”1” 

”1” 

”1” 

”1” 

Voor geselecteerde energieverbruikers 

het temperatuurverschil 

met de ingestelde gewenste 

waarde bepalen. 

”0” tot ”200” 

(≙ 0 tot 20 °C) 

”0” tot ”100” 

(≙ 0 tot 10 °C) 

”0” tot ”50” 

(≙ 0 tot 5 °C) 

5623 969 NL 

94



Werking van de installatie controleren (bijvoorbeeld actoren, 

temperaturen, eventueel warmtehoeveelheidmeter) 

Opgelet 

! Als de warmtepomp. bijv. tijdens 

de opslag of transport wordt 

blootgesteld aan temperaturen 

onder –15 °C, kan de veiligheidstemperatuurbegrenzer 

van het 


worden geactiveerd. 

Veiligheidstemperatuurbegrenzer 

opwarmen tot boven 20 °C en 

ontgrendelingsknop A van de 

veiligheidstemperatuurbegrenzer 

indrukken. 

A 

Instrueren van de installatiegebruiker 

De installateur van de installatie moet de 

bedieningshandleiding overhandigen 

aan de gebruiker van de installatie en de 

bediening uitleggen. 

5623 969 NL 

Service 

95


Reparatie 

Overzicht elektrische aansluitingen 

Zie vanaf pagina 49. 

Bedieningsgedeelte openklappen 

2. 

2x 

3. 

1. 

5623 969 NL 

96


Reparatie (vervolg) 

Eventueel afdekking van bedieningsgedeelte afnemen 

5. 

4. 4x 

5623 969 NL 

Service 

97



Overzicht interne componenten: Binneneenheid 

A 

% 

B 

K 

H 

G 

F 

E 

D 

lJ 

sG,a:C]B 

aJ 

? 

C 

5623 969 NL 

98



? Aanvoertemperatuursensor 

secundair circuit (alternatieve 

posities) 

% Boilertemperatuursensor 

aJ Retourtemperatuursensor 

secundair circuit 

sG Secundaire pomp 

lJ 3-weg-omschakelklep ”Verwarmen/tapwateropwarming” 

a:DB PWM-signaal secundaire pomp 

A Ontluchtingskraan boiler voor 

intern liggende spiraal 

B Vul-/aftapkraan boiler (zie volgend 

hoofdstuk) 

C CV-water-doorstroomtoestel 

met veiligheidstemperatuurbegrenzer 

D 

E 

F 

G 

H 

K 

Vul-/aftapkraan secundair circuit 

Serviceklep binneneenheid 

(Schraderklep, kan in plaats 

van de serviceklep buiteneenheid 

voor drukcontrole en evacuering 

van het koelcircuit worden 

gebruikt, zie pagina 73) 

Temperatuursensor (IRT) 

Temperatuursensor secundair 

circuit voor CV-water-doorstroomtoestel 

(LWT) 

Ontluchtingskraan secundair 

circuit 

Druksensor (ICT) voor het 

bepalen van de condensatietemperatuur 

condensor 

5623 969 NL 

Service 

99



Posities vul-/aftapkraan boiler 

A 

B 

C 

A Gesloten 

B Open voor het aftappen van de 

interne tapwaterleiding 

C Open voor aftap of vullen van de 

boiler 

Overzicht interne componenten: Binneneenheid 

Gevaar 

Het aanraken van stroomvoerende 

onderdelen kan ernstig letsel 

veroorzaken. Condensatoren 

voeren na het uitschakelen van 

de netspanning nog spanning. 

Vóór werkzaamheden aan de 

buiteneenheid minstens 4 minuten 

wachten, tot de condensatoren 

zich ontladen hebben. 

5623 969 NL 

100



Buiteneenheid, type AWT-AC 221.A04 

C 

B 

D 

A 

E 

G 

F 

K 

H 

L 

A Ventilator 

B Warmtewisselaar (condensor) 

C Temperatuursensor luchtinlaat condensor 

(OAT) 

D Temperatuursensor condensor 

(OMT) 

E 4-weg-omschakelklep 

F Elektronische expansieklep (EEV) 

G Temperatuursensor compressorkop 

(stookgas) (CTT) 

H Vochtafscheider 

K Temperatuursensor koelmiddelinlaat 

condensor (OCT) 

L Compressor 

5623 969 NL 

Service 

101



Buiteneenheid, type AWT-AC 221.A07 

C 

B 

D 

A 

E 

F 

G 

H 

K 

L 




(OAT) 


(OMT) 








L Compressor 

5623 969 NL 

102



Buiteneenheid, type AWT-AC 221.A10 en A13 

C 

B 

D 

A 

E 

F 

H 

M 

K 

G 

L 

Service 

5623 969 NL 




(OAT) 


(OMT) 








L Compressor 

M Hogedrukschakelaar (pHi) 

103



Warmtepomp aan secundaire zijde aftappen 

1. Ketelvul-/aftapkraan van installateur 


2. Warmtepomp aan de vul-/aftapkraan 

secundaire zijde aftappen (zie hoofdstuk 

”Overzicht interne componenten: 

binneneenheid”). 

Sensoren controleren 

Sensor 

■ Buitentemperatuursensor (F0) 

■ Buffertemperatuursensor (F4) 

■ Boilertemperatuursensor (F6) 

■ Aanvoertemperatuursensor installatie 

(F13) 

■ Aanvoertemperatuursensor koelcircuit 

(direct CV-circuit A1/VC1 

of afzonderlijk koelcircuit SKK) 

(F14) 

■ Kamertemperatuursensoren 

■ Aanvoertemperatuursensor secundaire 

circuit (F8) 

■ Retourtemperatuursensor secundair 

circuit (F9) 

■ Aanvoertemperatuur secundair 

circuit voor CV-water-doorstroomtoestel 

(LWT) 

■ Temperatuursensor propaan 

(IRT) 

■ Temperatuursensor koelmiddelinlaat 

verdamper (OCT) 

■ Temperatuursensor verdamper 

(OMT) 

■ Temperatuursensor luchtinlaat 

verdamper (OAT) 

■ Temperatuursensor compressorkop 

(CTT) 

104 

Meetelement 

NTC 

10 kΩ 

Pt500A 

(PTC) 

NTC 

10 kΩ 

NTC 

10 kΩ 

NTC 

50 kΩ 

Montagepositie 







Aansluiting 

Regelaar- en sensorprintplaat 

(zie 

pagina 49) 

AVI-printplaat (zie 

servicehandleiding 

Vitotronic 200, 

type WO1C) 

Koelcircuitregeling 

(let op het 

plakplaatje in de 


Koelcircuitregeling 

(let op het 

plakplaatje in de 


5623 969 NL



Temperatuursensoren in binneneenheid (met markering) 

Viessmann NTC 10 kΩ (blauwe markering) 

Buitentemperatuursensor 

Weerstand in kΩ 

200 

100 

80 

60 

40 

20 

10 

8 

6 

-20 -10 0 10 20 30 

Temperatuur in °C 

Viessmann Pt 500A (groene markering) 

Weerstand in 

860 

780 

700 

620 

540 

460 

-20 20 60 100 140 180 


Overige sensoren 

20 


10 

8 

6 

4 

2 

1 

0,8 

0,6 

0,4 

10 30 50 70 90 110 


5623 969 NL 

Service 

105



Temperatuursensoren in buiteneenheid (zonder markering) 

Type NTC 10 kΩ 

1000 


100 

10 

1 

0,1 

-30 -20 -10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 


Type NTC 50 kΩ 

1000 


100 

10 

1 

0,1 

-30 -20 -10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 


Zekeringen controleren 

Positie van de zekeringen zie vanaf 

pagina 49. 

■ De zekering F1 bevindt zich aan de 

netaansluitklem van de warmtepompregeling 

■ de zekering F3 bevindt zich op de 

basisprintplaat. 

■ de zekering F101 bevindt zich op de 

AVI-printplaat. 

106 

Zekering F1 en F3: 

■ T 6,3AH, 250 V~ 

■ maximaal vermogensverlies≤ 2,5 W 

Zekering F101: 

■ T 1,0AL 

■ maximaal vermogensverlies≤ 2,5 W 

5623 969 NL



Gevaar 

Door het verwijderen van de 

zekering is de laststroomkring 

niet spanningsvrij. Het aanraken 

van spanning voerende 

onderdelen kan door elektrische 



Bij werkzaamheden aan het toestel 

beslist ook de laststroomkring 

spanningsvrij schakelen. 

5623 969 NL 

Service 

107



Afzonderlijke onderdelen 

De volgende gegevens zijn nodig: 

■ Fabricagenummer (zie typeplaatje 

A) 

■ Module (uit deze onderdelenlijst) 

■ Positienummer van het onderdeel binnen 

de module (uit deze onderdelenlijst) 

Courante onderdelen zijn in de plaatselijke 

vakhandel verkrijgbaar. 

5623 969 NL 

108

Overzicht van de modules binneneenheid 


A 

B 

C 

E 

F 

5623 969 NL 

Service 

A Typeplaatje 

B Module behuizing binneneenheid 

C Module Elektrische uitrusting binneneenheid 

109


Overzicht van de modules binneneenheid (vervolg) 

E Module Hydrauliek binneneenheid 

F Module boiler binneneenheid 

Onderdelen zonder afbeelding binneneenheid 

0005 Spuitbuslak vitowit 

0006 Lakstift vitowit 

0007 Montage- en servicehandleiding 

Vitocal 222-S 

Behuizing binneneenheid 

0001 Frontplaat boven 

0002 Frontplaat onder 

0003 Zijplaat links 

0004 Zijplaat rechts 

0005 Bovenplaat vóór 

0006 Bovenplaat achter 

0007 Typeaanduiding Viessmann 

0008 Houder warmtepompenregeling 

0009 Schroeven (set) 

0010 Bevestigingselementen (set) 

5623 969 NL 

110


Behuizing binneneenheid (vervolg) 

0003 

0006 

0005 

0001 

0008 

0007 

0009 

0010 

Service 

0002 0004 

5623 969 NL 

111


Elektrische uitrusting binneneenheid 

0001 Bedieningsgedeelte 

0002 Regelaar- en sensorprintplaat 

met afdekking (CU401) 

0005 Basisprintplaat met afdekking 

(MB761) 

0006 Uitbreidingsprintplaat met afdekking 

(SA135) 

0007 Codeerstekker 

0008 AVI-printplaat (IU122-A10) 

0009 Basishouder regelaar- en sensorprintplaat 

0010 Basishouder basisprintplaat 

0011 Kroonsteentjes inclusief kabelboom 

230 V~ 

0013 Aanstuurmodule CV-water-doorstroomtoestel 

0017 Bedieningseenheid 

0018 Vergrendelingdelen links/rechts 

0019 Schuif links/rechts 

0020 Lichtgeleider 

0023 Kabelgoten 

0024 Kabelgoot 

0025 Splijtnagels 

0030 Veiligheidsklem 

0032 Regelingsdrager 

0033 Achterwand bedieningseenheid 

0034 Houdveer 

0035 Buitentemperatuursensor 

0037 Scheidingsplaat 

0039 Servicehandleiding 

Vitotronic 200, type WO1C 

0040 Handleiding Vitotronic 200, 

type WO1C 

Onderdelen zonder afbeelding 

0003 Printplaat met aansluitadapter 

(SA136-A10) 

0004 Printplaat met aansluitadapter 

netschakelaar (SA137-A10) 

0012 Aansluitleiding CV-water-doorstroomtoestel 

0014 Aansluitkabel secundaire pomp 

0015 Aansluitkabel 3-weg-omschakelklep 

0016 Kabelboom laagspanning 

0021 Verbindingskabel 4-polig, lengte 

85 mm 

0022 Platte kabel AWG 28, 24 x 0,09 

gevouwen 

0026 Stekker sH (wit, MB761) 

0027 Stekker sG (wit, CU401) 

0028 Stekker lJ (zwart, SA135) 

0029 Kabelboom laagspanning AVIprintplaat 

0031 Zekering T6,3AH (5 stuks) 

5623 969 NL 

112

Elektrische uitrusting binneneenheid (vervolg) 


0018 

0020 

0017 

0019 

0033 

0001 

0032 

0007 

0006 

0005 

0010 

0002 

0009 

0037 

0011 

0013 

0030 

0008 

0023 

0025 

0024 

0034 

0035 

0039 

0040 

5623 969 NL 

Service 

113


Hydrauliek binneneenheid 

0001 Achterwand behuizingonderdeel 

0002 Bodemplaat 

0003 Hoek behuizingonderdeel links 

0004 Hoek behuizingonderdeel rechts 

0005 Bovenplaat behuizingonderdeel 

0006 Bevestigingsrail 

0007 Isolatie bodemplaat 

0008 Aansluitleiding warmwateraanvoer/-afvoer 

0009 Leidingbocht tapwateraanvoer 

0010 Slang voor CV-waterretour 

0011 Leidingbocht CV-waterretour 

0012 CV-water-doorstroomtoestel met 

STB 

0013 Verbinding CV-water-doorstroomtoestel 

secundaire pomp 

0014 Leiding CV-waterretour (passtuk 

voor warmtehoeveelheidmeter) 

0015 Stelpoot 

0016 Leidingaansluitstuk 

0017 Knelkoppeling 

0018 Secundaire pomp (circulatiepomp 

VI-Tec PWM) 

0019 Leidingaansluitstuk 

0020 Drieweg-omschakelklep 

0021 Scharnieronderdeel voor behuizingdeur 

0022 Scharnierbovendeel voor behuizingdeur 

0023 Ontluchtingskraan G⅜ 

0024 Schroefbuisklem D 21-23, M8, 

met EPDM-voering 





0027 Modulegroep condensor 

0028 Bevestiging ⅞ UNF voor stookgasleiding 

0029 Bevestiging ⅝ UNF voor vloeistofleiding 

0030 Druksensor (ICT) 

0031 Kleplichaam ⁷⁄₁₆ 

0032 Schraderventiel 

0033 Borgveer 

0034 O-ring 7 28 x 2,5 mm 

0035 O-ring 7 34 x 2,0 mm 

0036 Wartelmoer G¼ met afdichtkap 

0037 Wartelmoer ⅞ UNF voor stookgasleiding 

0038 Wartelmoer ⅝ UNF voor vloeistofleiding 

0039 Temperatuursensor NTC 10 kΩ 

0040 Doorvoertule 7 70/21 (buiten/ 

binnen) 


0042 Afdichtingen (set) 

0043 Borgklem 

0044 Soldeeraansluitingen (set) 

0045 Verloopstukken (set), voor type 

AWT-AC 221.A04 

0046 Vloeistofleiding 7 10 

0047 Vloeistofleiding 7 16 

5623 969 NL 

114

115 

0030 

0019 

0043 

0022 

0008 

0042 

0046 

0047 

0024 

0042 

0043 

0009 

0042 

0018 

0029 

0028 

0033 

0034 

0042 

0042 

0033 

0042 

0013 

0039 

0042 

0034 

0012 

0043 

0014 

0043 

0034 

0026 

0023 

0034 

0043 

0033 

0034 

0043 

0043 

0008 

0011 

0033 

0043 

0034 

0043 

0034 

0039 

0007 

0003 

0022 

0021 

0004 

0025 

0021 

0017 

0017 

0002 

0001 

0040 

0040 

0006 

0010 

0035 

0042 

0042 

0035 

0043 

0035 

0042 

0017 

0035 

0016 

0034 

0035 

0035 

0020 

0043 

0043 

0034 

0045 

0044 

0041 

0023 

0030 

0031 

0032 

0036 

0037 

0038 

0038 

0037 

0027 

0023 

0036 

0032 

0031 

0023 

0032 

0031 

0005 


Hydrauliek binneneenheid (vervolg) 

5623 969 NL 

Service


Boiler binneneenheid 

0001 Warmwaterboiler met inwendig 

verwarmingsspiraal 170 liter 

0002 Achterwand behuizingbovendeel 

0003 Bevestigingsplaat voor verbindingsslangen 

0004 Bevestigingshoekstuk boiler 

0005 Slang retour tapwaterverwarming 

0006 Slang aanvoer tapwaterverwarming 

0007 Aansluiting-steunen warmwaterleiding 

0008 Koudwaterleiding 

0009 Leidingbocht aanvoer tapwaterverwarming 

0010 Slang met aansluiting retour tapwaterverwarming 

0011 Vul-/aftapkraan G¾ 

0012 Flensisolatie 

0013 Flens voor magnesiumanode 

0014 Magnesiumanode 

0015 Flensafdichting 

0016 Huls 

0017 Sensorhouder 

0018 Ontluchtingskraan G⅜ 

0019 Borgvering 7 32 x 1,5 mm 



0021 Afsluitdop G¾ met bevestigingslus 

0022 Magnesium-kettinganode 

0023 O-ring 7 28 x 2,5 mm (set) 

0024 O-ring 7 20,63 x 2,62 mm 

0025 Veiligheidsklemmen (set) 

0026 Pakking 21 x 30 x 2 mm (set) 


0028 Kleinverdeler 

0029 Pakking A 17 x 24 x 2 mm (set) 

5623 969 NL 

116

117 

0002 

0004 

0027 

0007 

0029 

0029 

0016 

0029 

0029 

0001 

0019 

0008 

0019 

0029 

0012 

0013 

0015 

0014 

0014 

0015 

0005 

0023 

0024 

0025 

0003 

0024 

0025 

0025 

0023 

0006 

0024 

0025 

0025 

0024 

0009 

0026 

0025 

0024 

0024 

0025 

0026 

0022 

0011 

0029 

0020 

0017 

0018 

0026 

0010 

0025 

0026 

0021 

0029 

0029 

0016 

0029 

0028 


Boiler binneneenheid (vervolg) 

5623 969 NL 

Service



Afzonderlijke onderdelen 

De volgende gegevens zijn nodig: 

■ Fabricagenummer (zie typeplaatje 

A) 

■ Module (uit deze onderdelenlijst) 

■ Positienummer van het onderdeel binnen 

de module (uit deze onderdelenlijst) 

Courante onderdelen zijn in de plaatselijke 

vakhandel verkrijgbaar. 

Buiteneenheid type AWT-AC 221.A04 

0001 Voorzijde behuizing 

0002 Luchtinlaatring 

0003 Beschermtralie rechts 

0004 Axiale ventilator 

0005 Gelijkstroommotor 

0006 Motorhouder 


0008 Scheidingswand 

0009 Transformator 

0010 Regeling ODU 

0011 Afsluitklep vloeistofleiding 

0012 Afsluitklep stookgasleiding 

0013 Compressor 

0014 Aansluitplaat 

0015 Klepafdekking 

0016 4-weg-omschakelklep compleet 

0017 Vierweg-omschakelklep 

0018 Spoel EEV 


0020 Beschermrooster 

0021 Warmtewisselaar (condensor) 

0022 Verbindingsplaat 

0023 Vastzetplaat warmtewisselaar 

0024 Bovenplaat 

0025 Moer M5 

0026 Draaggreep 

0027 Zijwand links 

0028 Contactstrip 4-polig 

0029 Elektronische expansieklep 


(OCT) 


(OAT/OMT) 


(CTT) 


0033 Trekontlasting 

0034 Condensator 2μF 

0035 Spoel 4-weg-omschakelklep 

0036 Aansluitkabel compressor 

0037 Aardingskabel 

0038 Houder temperatuursensor 

0039 Aansluithoekstuk voor condenswaterleiding 

5623 969 NL 

118

Buiteneenheid type AWT-AC 221.A04 (vervolg) 


0022 

0024 

0026 

0010 

0021 

0020 

0031 

0028 

0023 

0027 0009 0014 

0006 

0004 0005 

0030 

0025 

0002 

0008 

0019 

0017 

0015 

0016 

0001 0003 

0032 

0013 

0018 

Service 

0029 

0007 

0012 

5623 969 NL 

0011 

119


Buiteneenheid type AWT-AC 221.A07 

0001 Luchtuitlaatrooster 

0002 Zijwand links 

0003 Moer M8 


0005 4-weg-omschakelklep compleet 



0009 Frontplaat rechts 



0012 Olieafscheider 

0013 Vochtafscheider 

0014 Houder vochtafscheider 

0015 Klepplaat 




0019 Klepafdekking 

0020 Filterdroger 

0021 Afdekking netaansluiting 

0022 Printplaat netfilter 

0023 Aansluitplaat 


(tot serienr. 7424690 

3211645361) 


(tot serienr. 7424690 

3211645361) 


0027 Beschermrooster 

0028 Houder temperatuursensor 

0029 Transformator 

0030 Scheidingswand 

0031 Regeling ODU 




0035 Bordes 


(OAT/OMT) 


(CTT) 


(OCT) 


(vanaf serienr. 7424690 

3211645362) 


(vanaf serienr. 7424690 

3211645362) 





5623 969 NL 

120

Buiteneenheid type AWT-AC 221.A07 (vervolg) 


0032 

0031 

0033 

0028 

0036 0027 0036 

0030 

0026 

0035 

0029 

0034 0004 0007 

0003 

0005 

0037 

0011 

0025 

0024 

0012 

0038 

0020 

0043 

0042 

0013 

0014 

0023 

0022 

0021 

0015 

0017 

0001 0002 0008 

0009 

0016 

Service 

0010 

0018 

0019 

5623 969 NL 

121


Overzicht van de modules buiteneenheid type AWT-AC 221.A10, A13 

A 

B 

C 

D 

A Typeplaatje 

B Module behuizing buiteneenheid 

5623 969 NL 

122


Overzicht van de modules buiteneenheid type… (vervolg) 

C Module Elektrische uitrusting buiteneenheid 

D Module hydraulica buiteneenheid 

Behuizing buiteneenheid type AWT-AC 221.A10, A13 



0003 Afdekking netaansluiting 

0004 Frontplaat links 

0005 Frontplaat rechts 

0006 Luchtuitlaatrooster 



onder 


boven 



0012 Beschermtralie links 

0013 Draaggreep links 


0015 Luchtinlaatring 

0016 Draaggreep rechts 

0017 Inverter 


(OAT) 


(OMT) 


(OCT) 

0021 Moer M8 

5623 969 NL 

Service 

123


Behuizing buiteneenheid type AWT-AC 221.A10, A13 (vervolg) 

0012 

0001 0019 0018 

0013 

0014 

0009 

0021 0010 

0015 

0004 

0011 

0008 

0006 

0020 

0021 0010 

0015 0017 

0003 

0006 

0007 

0002 

0016 

0016 0005 

5623 969 NL 

124


Elektrische uitrusting buiteneenheid type AWT-AC 221.A10, A13 

0001 Hoofdprintplaat 

0002 Printplaat besturing 

0003 Condensatorprintplaat 

0004 Printplaat netfilter 

0005 Spoelen 

0006 Aansluitklem 





0011 Printplaathouder 

0012 Kabelhouder 



0016 Kabelboom compressor 

0017 Kabelboom compressor compleet 

0020 Communicatieleiding besturing 

0021 Communicatieleiding IDU 

0022 Netsnoer regelaarprintplaat ODU 

0023 Communicatieleiding aanloopregelaar 

0024 Netsnoer besturing-filter 

0025 Netsnoer lijn-filter 

0026 Netsnoer regelaaringang 

0027 Snoer condensatorprintplaat 

5623 969 NL 

Service 

125


Elektrische uitrusting buiteneenheid type… (vervolg) 

0002 0004 

0003 

0006 

0005 

0011 

0012 

0001 

0009 

0010 

0013 

0007 

0008 

5623 969 NL 

126


Hydrauliek buiteneenheid type AWT-AC 221.A10, A13 


0002 Buizen EEV compleet 

0003 Buizen 4-weg-omschakelklep 

compleet 

0004 Vochtafscheider 

0005 Hogedrukschakelaar 


0007 Olieafscheider 

0008 Elektronisch expansieventiel 

0009 Isolatie compressor 


(CTT) 


0012 Afdekking netaansluiting compressor 



(indien aanwezig) 

5623 969 NL 

Service 

127


Hydrauliek buiteneenheid type AWT-AC 221.A10,… (vervolg) 

0002 

0005 

0008 

0004 0010 

0007 

0006 

0003 

0009 

0001 

0011 

0012 

5623 969 NL 

128


Protocol van de hydraulische parameters 

Instel- en meetwaarden gewenste 

waarde 

Eerste inbedrijfstelling 

Test externe pompen van de CV-circuits 

Type circulatiepomp 

Trap van de circulatiepomp 

Instelling overstortklep 

Inbedrijfstelling primair circuit 

Temperatuur luchtinlaat (”Diagnose” °C 

Ó ”Installatieoverzicht”) 

Temperatuur luchtuitlaat (”Diagnose” °C 

Ó ”Installatieoverzicht”) 

Temperatuurverschil (luchtinlaat/-uitlaat) 

ΔT: 

■ Aanvoertemperatuur secundair circuit K 4 t/m 8 

= 35 °C bij temperatuur luchtinlaat ≤ 15 °C 

■ Aanvoertemperatuur secundair circuit K 4 t/m 13 

= 35 °C bij temperatuur luchtinlaat > 15 °C 

Test mengklep, warmtepomp en boilerverwarming 

Onder de volgende omstandigheden gemeten: 

Kamertemperatuur °C 

Buitentemperatuur °C 

Temperatuur ”Boilertemperatuur boven” Ja (±1 K) 

constant? 

Aanvoertemperatuur secundair circuit °C stijgend van op 

Temperatuurverschil ΔT 

”Aanvoertemperatuur secundair” / ”retourtemperatuur 

sec.” 

6 tot 8 K 

Protocol van de regelingsparameters 

Beschrijving van de parameters, zie servicehandleiding 



5623 969 NL 

Service 

129


Protocol van de regelingsparameters (vervolg) 

Installatiedefinitie 

Parameters Code Toestand bij levering 

”Installatieschema” (zie hoofdstuk 

7000 2 

”Overzicht van de mogelijke installa- 

tieschema's”) 

”Temperatuurverschil voor berekening 

7003 40 (≙ 4 K) 

van de stookgrens” 

”Temperatuurverschil voor berekening 

7004 40 (≙ 4 K) 

van de koelgrens” 

”Zwembad” 7008 0 

”Externe uitbreiding” 7010 0 

”Installatiecomponenten bij externe 7011 0 

omschakeling” 

”Bedrijfsstatus bij externe omschakeling” 

7012 2 

”Duur van de externe omschakeling” 7013 8 h 

”Werking externe aanvraag op warmtepomp 

7014 4 

/ CV-circuits” 

”Werking extern blokkeren op warmtepomp/verwarmingscircuits” 

7015 4 

”Vitocom 100” 7017 0 

”Werking extern blokkeren op pompen/compressor” 

701A 0 

”Gemeenschappelijke aanvoertemperatuursensor 

installatie” 

701B 0 

Compressor 


”Vrijgave compressor” 5000 1 

”Vrijgave gebruik compressortrap” 5012 15 

”Vermogen compressortrap” 5030 Nominaal vermogen 

volgens typeplaatje 



5623 969 NL 

130



Warm water 


”Gewenste warmwatertemperatuur” 6000 500 (≙ 50 °C) 

”Minimale warmwatertemperatuur” 6005 100 (≙ 10°C) 

”Maximale warmwatertemperatuur” 6006 600 (≙ 60°C) 

”Hysterese WW-temperatuur warmtepomp” 

6007 50 (≙ 5 K) 

”Hysterese WW-temperatuur extra 6008 100 (≙ 10 K) 

verwarming” 

”Inschakeloptimalisatie voor warmwaterbereiding” 

6009 0 

”Uitschakeloptimalisering voor warmwaterbereiding” 

600A 0 

”Gewenste warmwatertemperatuur 2” 600C 600 (≙ 60°C) 

”Temperatuursensor onder in warmwaterboiler” 

600E 0 

”Vrijgave extra verwarmingen voor 6014 0 

warmwaterbereiding” 

”Vrijgave elektrische verwarmingen 6015 1 

voor warmwaterbereiding” 

”Voorrang warmwaterbereiding bij 6016 0 

combinatieboiler” 

”Inschakelpogingen voor WW na hogedrukuitschakeling” 

6017 1 

”Bedrijfsmodus boilerlaadpomp” 6020 Niet verstellen! 


5623 969 NL 

Service 

131



Elektrische extra verwarming 


”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel” 


voor kamerverwarming” 

”Maximaal vermogen verwarmingsdoorstroomtoestel” 

”Vermogen voor verwarmings-doorstroomtoestel 

bij blokkering door 

energiebedrijf” 

”Bivalentietemperatuur verwarmingswater-doorstroomtoestel” 

132 

7900 0 

7902 1 

7907 3 

790A 0 

790B 500 (≙ 50 °C) 

Interne hydraulica 


”Warmtepomp voor bouwdroging” 7300 0 

”Tijdprogramma voor estrikdrogen” 7303 0 

”Gewenste aanvoertemperatuur externe 

730C 500 (≙ 50 °C) 

warmtevraag” 

”Vrijgave 3-weg omschakelklep Verwarmen/warm 

730D Niet verstellen! 

water” 

”Bedrijfsmodus secundaire pomp” 7340 Niet verstellen! 

CV-waterbuffer 


”Vrijgave buffer / open-verdeler” 7200 0 

”Temperatuur in bedrijfsmodus Vaste 7202 500 (≙ 50 °C) 

waarde voor buffer” 

”Hysterese temperatuur opwarming 7203 50 (≙ 5 K) 

buffer” 

”Maximale temperatuur buffer” 7204 600 (≙ 60 °C) 

”Temperatuurgrens bedrijfsstatus 

Vaste waarde voor buffer” 

7208 500 (≙ 50 °C) 




5623 969 NL



CV-circuit 1 


”Kamertemperatuur normaal” 2000 200 (≙ 20 °C) 

”Kamertemperatuur verlaagd” 2001 160 (≙ 16 °C) 

”Afstandsbediening” 2003 0 

”Niveau stooklijn” 2006 0 (≙ 0 K) 

”Steilheid stookcurve” 2007 6 (≙ 0,6) 

”Invloed ruimtetemperatuur-bijschakeling” 

200A 10 

”Ruimtetemperatuur-bijschakeling” 200B 0 

”Maximale aanvoertemperatuur CVcircuit” 

200E 400 (≙ 40 °C) 

”Ruimtetemperatuur in partywerking” 2022 200 (≙ 20 °C) 


CV-circuit 2 


”Kamertemperatuur normaal” 3000 200 (≙ 20 °C) 

”Kamertemperatuur verlaagd” 3001 200 (≙ 20 °C) 

”Afstandsbediening” 3003 0 

”Niveau stooklijn” 3006 0 (≙ 0 K) 

”Steilheid stookcurve” 3007 6 (≙ 0,6) 

”Invloed ruimtetemperatuur-bijschakeling” 

300A 10 

”Ruimtetemperatuur-bijschakeling” 300B 0 

”Maximale aanvoertemperatuur CVcircuit” 

300E 400 (≙ 40 °C) 

”Ruimtetemperatuur in partywerking” 3022 160 (≙ 16 °C) 


5623 969 NL 

Service 

133



Koeling 


”Koelfunctie” 7100 0 

”Koelcircuit” 7101 1 

”Gewenste ruimtetemperatuur afzonderlijk 

7102 200 (≙ 20 °C) 

koelcircuit” 

”Minimale aanvoertemperatuur koelen” 

7103 100 (≙ 10 °C) 

”Invloed ruimtetemperatuur-bijschakeling 

7104 0 

koelcircuit” 

”Rangering kamertemperatuursensor 7106 0 

apart koelcircuit” 

”Niveau koellijn” 7110 0 (≙ 0 K) 

”Steilheid koellijn” 7111 12 (≙1,2) 

”Afstandsbediening koelcircuit” 7116 0 

Ventilatie 


”Vrijgave Vitovent” 7D00 0 

”Vrijgave voorverwarm 

7D01 0 

register elektrisch” 

”Vrijgave naverwarmregister hydraulisch” 

7D02 0 

”Vrijgave vochtsensor” 7D05 0 

”Vrijgave CO2-sensor” 7D06 0 

”Temp. afgewerkte lucht bij stand. 7D08 200 (≙ 20 °C) 

ventilatie” 

”Nominaal debiet toevoerlucht” 7D0A 120 m 3 /h 

”Bovenste grens nominaal debiet toevoerlucht” 

7D0B 170 m 3 /h 

”Debiet intensief ventileren” 7D0C 215 m 3 /h 

”Min. toevoerluchttemperatuur voor 7D0F 160 (≙ 16 °C) 

bypass” 

”CO2-waarde voor start ventilator” 7D18 800 ppm 

”Vochtwaarde voor start ventilator” 7D19 65 % 

”Intervaltijd antivries ventileren” 7D1A 15 min 

”Duur intensief ventileren” 7D1B 120 min 

134 



5623 969 NL




”Bron ruimtetemperatuur werkelijke 7D1D 1 

waarde” 

”CV-circuit voor blokkering bypassklep” 

7D21 7 

”Aanpassing regelspanning” 7D27 0 (≙ 0 V) 

”Ventilator voor aanpassing regelspanning” 

7D28 0 


Fotovoltaïsche techniek 


”Vrijgave eigenenergieverbruik PV” 7E00 0 

”Vrijgave eigenenergieverbr. voor 7E10 0 

gew. WW-temperatuur 2” 


warmwaterbereiding” 


warmwaterbuffer” 

”Vrijgave eigenenergieverbr. voor stoken” 

7E13 0 

”Verhoging gew. temp. warmwaterbuffer 

7E21 0 (≙ 0 K) 

PV” 

”Verhoging gew. temp. CV-waterbuffer 

7E22 0 (≙ 0 K) 

PV” 

”Verhoging gew. kamertemperatuur 

PV” 

7E23 0 (≙ 0 K) 


5623 969 NL 

Service 

135



Tijd 


”Automatische omzetting zomer-/wintertijd” 

7C00 1 

”Begin zomertijd - maand” 7C01 3 

”begin zomertijd - week” 7C02 5 

”Begin zomertijd - dag” 7C03 7 

”Begin wintertijd - maand” 7C04 10 

”Begin wintertijd - week” 7C05 5 

”Begin wintertijd - dag” 7C06 7 

Communicatie 


”Vrijgave communicatiemodule LON” 7710 0 

”LON deelnemersnummer” 7777 1 

”LON foutmanager” 7779 0 

”LON installatienummer” 7798 1 

”Interval voor gegevensoverdracht via 779C 20 min 

LON” 

”Bron buitentemperatuur” 777C 0 

”Buitentemperatuur zenden” 77FD 0 

”Bron tijd” 77FE 0 

”Tijd niet verzenden” 77FF 0 

Bediening 


”Bediening blokkeren” 8800 0 




5623 969 NL 

136

Technische gegevens 


Vitocal 222-S, type AWT-AC (230 V~) 

Type AWT-AC 221.A04 221.A07 221.A10 221.A13 

Vermogensgegevens verwarmen 

bij 100% volgens EN 14511 

(A2/W35 °C, spreiding 5 K) 

Nominaal vermogen kW 3,0 5,6 7,7 10,6 

Frequentie compressor Hz 60 65 55 75 

Toerental ventilator tpm 870 650 650 650 

Elektrisch vermogensopname 

kW 0,91 1,73 2,20 3,25 

Vermogenscoëfficiënt∊ 

3,27 3,24 3,50 3,26 

(COP) bij stoken 

Vermogensregeling kW 1,1 – 3,8 1,3 – 7,7 4,4 – 9,9 5,0 – 11,9 

Vermogensgegevens verwarmen 



Nominaal vermogen kW 4,5 8,39 10,9 14,6 



Luchtdebiet m 3 /h 2090 3600 4210 4210 


kW 0,97 1,96 2,36 3,40 

Vermogenscoëfficient 

4,64 4,35 4,62 4,29 

∊ (COP) bij stoken 

Vermogensgegevens koelen 



Nominaal koelvermogen 

6,6 7,4 9,1 

kW 3,2 




kW 1,08 2,40 2,69 3,64 

Warmtefactor EER 2,96 2,75 2,75 2,50 

Vermogensregeling kW 1,2 – 3,8 1,6 – 8,0 2,4 – 8,5 2,4 – 10,0 

5623 969 NL 

Service 

137


Technische gegevens (vervolg) 


Vermogensgegevens koelen 



Nominaal koelvermogen 

8,8 10,0 12,6 

kW 4,2 




kW 1,13 2,63 2,80 4,20 

Warmtefactor EER 3,72 3,35 3,57 3,00 

Temperatuur luchtinlaat 

Koeling 

■ Minimaal °C 15 15 15 15 

■ Maximaal °C 45 45 45 45 

Stookbedrijf 

■ Minimaal °C –15 –15 –15 –15 

■ Maximaal °C 35 35 35 35 

CV-water 

bij 10 K spreiding 

Inhoud l 16,7 16,7 17,7 17,7 

Minimaal debiet (beslist l/h 600 820 1200 1380 

aanhouden) 

Maximaal extern drukverlies 

mbar 590 540 440 380 

(RFH) bij mini- 

maal debiet 

Maximale aanvoertemperatuur 

°C 55 55 55 55 

5623 969 NL 

138




Elektrische waarden 


■ Nominale spanning 

1/N/PE 230 V/50 Hz 

compressor 

■ Maximale nominale A 13,5 15,7 19,6 26,5 

stroom compressor 

■ Aanloopstroom compressor 

A 10,5 15 10 10 

■ Aanloopstroom compressor 

A 20 25 25 32 

bij geblok- 

keerde rotor 

■ Inschakelstroom (de 

gelijkstroom-conden- 

A 45 < 35 30 30 

satoren opladen) 

■ Beveiliging A 20 20 20 32 

■ Beschermingsgraad IP 24 24 24 24 



Warmtepompregeling/elektronica 

■ Nominale spanning 

regeling / elektronica 

1/N/PE 230 V/50 Hz 

■ Beveiliging netaansluiting 

1xB16A 

■ Zekering intern T 6,3A/250 V 


■ Nominale spanning 1/N/PE 230 V/50 Hz 

3/N/PE 400 V/50 Hz 

■ Stookcapaciteit kW 8,8 8,8 8,8 8,8 

■ Beveiliging netaansluiting 

3xB16A 3xB16A 3xB16A 3xB16A 

5623 969 NL 

Service 

139




Elektrisch opgenomen 

vermogen 

■ Ventilator (maximaal) W 65 70 130 130 

■ Buiteneenheid (maximaal) 

kW 3,0 3,6 5,8 5,8 

■ Secundaire pomp W 3 – 50 3 – 70 

(PWM) 

■ Regeling/elektronica W 150 150 150 150 

buiteneenheid (maximaal) 

■ Regeling/elektronica W 5 5 5 5 

binneneenheid 

(maximaal) 

■ Maximaal vermogen W 1000 1000 1000 1000 

regeling / elektronica 

Koelcircuit 

Medium R410A R410A R410A R410A 

Inhoud kg 1,2 2,15 2,95 2,95 

Bij te vullen hoeveelheid 

g/m 20 60 60 60 

bij leidinglengtes 

>12 m tot ≤30 m 

Compressor (volhermetisch) 

Type Rolzuiger Rolzuiger Scroll Scroll 

Toeg. werkdruk 

■ Hogedrukzijde bar 43 43 43 43 

■ Lagedrukzijde 

MPa 

bar 

MPa 

4,3 

43 

4,3 

4,3 

43 

4,3 

4,3 

43 

4,3 

4,3 

43 

4,3 

5623 969 NL 

140




Geïntegreerde boiler 

Inhoud l 170 170 170 170 

Continuvermogen bij l/h 203 254 306 357 

tapwateropwarming 

van 10 naar 60 °C 

Vermogenskengetal N L 

1,0 1,1 1,3 1,4 

na DIN 4708 

Taphoeveelheid bij het l/min 14,3 14,8 15,9 16,5 

aangegeven vermogenskengetal 

N L en 

tapwaterverwarming 

van 10 naar 45 °C 

Maximaal toegestane °C 95 95 95 95 

tapwatertemperatuur 

Afmetingen 


Totale lengte mm 869 1040 900 900 

Totale breedte mm 290 340 340 340 

Totale hoogte mm 610 865 1255 1255 


Totale lengte mm 680 680 680 680 

Totale breedte mm 600 600 600 600 

Totale hoogte mm 1829 1829 1829 1829 

Totaalgewicht 

Buiteneenheid kg 43 66 110 110 

Binneneenheid kg 194 194 197 197 

Toegestane bedrijfsdruk 

secundaire zijde 

bar 3 3 3 3 

5623 969 NL 

Service 

141




Aansluitingen 

CV-wateraanvoer mm Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 

CV-waterretour mm Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 Cu 28 x 1 

Koud water Rp ¾ ¾ ¾ ¾ 

Warm water Rp ¾ ¾ ¾ ¾ 

Circulatie G 1 1 1 1 

Condenswaterleiding mm 16 x 1 16 x 1 16 x 1 16 x 1 

(buiteneenheid) 

Vloeistofleiding 

■ Buis 7 mm 6 x 1 10 x 1 10 x 1 10 x 1 

■ Binneneenheid UNF ⅝ ⅝ ⅝ ⅝ 

■ Buiteneenheid UNF ⁷⁄₁₆ ⅝ ⅝ ⅝ 

Stookgasleiding 

■ Buis 7 mm 12 x 1 16 x 1 16 x 1 16 x 1 

■ Binneneenheid UNF ⅞ ⅞ ⅞ ⅞ 

■ Buiteneenheid UNF ¾ ⅞ ⅞ ⅞ 

Maximale leidinglengte m 20 30 30 30 

vloeistofleiding, stookgasleiding 

Geluidsniveau van de buiteneenheid 

(Meting in aansluiting op 

EN 12102/EN ISO 9614-2) 

Geschat totaal niveau schakelvermogen 

bij A7 °C (± 3 K)/ 

W35 °C (±5 K) 

■ bij nominaal vermogen 

dB(A) 60 62 62 63 

5623 969 NL 

142

Opdracht tot eerste inbedrijfstelling van de warmtepomp 

Appendix 

Stuur de volgende opdracht met bijgevoegd installatieschema per fax naar uw 

Viessmann-verkoopkantoor. 

Wij verzoeken u ervoor te zorgen dat bij inbedrijfstelling een medewerker met kennis 

van zaken aanwezig is. 

Installatiegegevens: 

Opdrachtgever 

Locatie van de installatie 

Controlepunten aankruisen: 

= Hydraulisch schema voor installatievoorbeeld bijgevoegd: 

= Installatievoorbeeld 1 

= Installatievoorbeeld 2 

= Schets voor afwijkend hydraulisch schema 

= CV-circuits volledig geïnstalleerd en gevuld 

= Elektrische installatie volledig uitgevoerd 

= Hydraulische leidingen volledig geïsoleerd 

= Installaties naar koelcircuit volledig uitgevoerd 

= Alle ramen en buitendeuren dicht 

= Componenten voor koelwerking volledig geïnstalleerd (optioneel) 

= Componenten voor ventilatie volledig geïnstalleerd (optioneel) 

= Componenten voor fotovoltaïsch systeem volledig geïnstalleerd (optioneel) 

Gewenst tijdstip: 

1. Datum 

Tijd 

2. Datum 

Tijd 

Service 

De bij Viessmann aangevraagde leveringen worden mij/ons volgens de huidige 

Viessmann prijslijst in rekening gebracht. 

Plaats/datum 

Handtekening 

5623 969 NL 

143

Conformiteitverklaring 

Conformiteitsverklaring 

Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid 

dat het product Vitocal 222-S, AWT-AC inclusief warmtepompregeling 

Vitotronic 200, Typ WO1C in overeenstemming is met de volgende normen: 

DIN 8901 EN 61 000-3-3 

DIN 8975 EN 61 000-3-11; 2001-04 

EN 50 090-2-2 EN 61 000-3-12; 2005-09 

EN 55 014-1 EN 62233 

EN 55 014-2 EN ISO 12100-1 

EN 55 022 EN ISO 13857 

EN 60 335-1 EN 349 

EN 60 335-2-40 EN 378 

EN 61 000-3-2 BGR 500-hoofdstuk 2.35 

Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met 

_ gekenmerkt: 

2002/95/EG 

2004/108/EG 

97/23/EG 

2006/95/EG 

Identificatie overeenkomstig de Richtlijn inzake Drukapparatuur (97/23/EG): categorie 

I, module A 

Bij de energetische keuring van CV- en luchtbehandelingsinstallaties conform 

DIN V 4701-10, zoals vereist door de Duitse EnEV-voorschriften, kan bij de bepaling 

van de installatiewaarden voor het product Vitocal 222-S worden uitgegaan van de 

productwaarden die bij de Europese typehomologatie overeenkomstig de Rendementsrichtlijn 

is bepaald (zie ontwerphandleiding). 

Allendorf, 20 oktober 2011 

Viessmann Werke GmbH&Co KG 

ppa. Manfred Sommer 

5623 969 NL 

144

Index 

Index 

5623 969 NL 

A 

Aanbevolen netaansluitkabels.............9 

Aanduidingen in de installatievoorbeelden.....................................................11 

Aanluitset secundair circuit................42 

Aansluiting 

■ bus-verbindingskabel......................58 

■ elektrisch........................................45 

■ Koelcircuit.......................................45 

■ koelmiddelleidingen........................32 

■ overzicht...........................................7 

■ secundair circuit .......................41, 43 

■ Tapwater.........................................44 

■ voorbereiden.....................................8 

Aansluitkabels......................................9 

■ bedrijfscomponenten 230 V~..........48 

■ laagspanning..................................48 

Aansluitset secundair circuit..............43 

Aansluitvoorwaarden 

■ Energiebedrijf.................................65 


■ bedrijfscomponenten 230 V~....50, 53 

■ circulatiepompen......................50, 53 

Aansturing koeling.............................51 

Aanstuurmodule 

■ CV-water-doorstroomtoestel...........50 

Aanvoertemperatuur secundair circuit...................................................104 

Aanvoertemperatuursensor 

■ voor CV-circuit................................13 

Aanvoertemperatuursensor installatie.....................................................104 

Aanvoertemperatuursensor koelcircuit...................................................104 

Aanvoertemperatuursensor secundaire 

circuit................................................104 

Aardlekschakelaar.............................65 

Afdekking buiteneenheid monteren...69 

Afdichtband 

■ voor zijplaten..................................31 

Afdichtingringen 

■ stand controleren............................79 

Afdichtingvlakken...............................31 

Afdichtvlakken....................................31 

Afmetingen...........................................7 

■ binneneenheid..............................141 

■ buiteneenheid...............................141 

Afstandsbediening.............................89 

Aftapklep............................................44 

Aftappen, secundair circuit...............104 

Apparaat inschakelen........................85 

AVI-printplaat.........................50, 58, 60 

B 

Basisprintplaat...................................50 

Bedieningsgedeelte openklappen......96 

Bedrijfscomponenten 230 V~.48, 50, 53 

bedrijfsdruk........................................79 

Bedrijfshandboek.........................73, 77 

Behuizing 

■ afdichtvlakken.................................31 

Betonfundering...................................23 

Beveiliging 

■ netaansluiting buiteneenheid..........63 

■ netaansluiting CV-water-doorstroomtoestel.............................................64 


■ afmetingen................................7, 141 

■ elektrische waarden......................139 

■ gewicht.........................................141 

■ interne componenten......................98 


■ Leidinglengtes..................................9 

■ serviceklep......................................99 

Binneneenheid loskoppelen...............25 

Binneneenheid monteren...................23 

Binneneenheid openen......................25 

Binneneenheid opstellen....................23 

Bliksembeveiliging.............................19 

Blokkeercontact energiebedrijf.............9 

Blokkeersignaal............................65, 66 

Blokkeersignaal van energiebedrijf....65 

Blokkering door energiebedrijf 

■ Netaansluiting met lastscheiding....66 

■ Netaansluiting zonder lastscheiding65 

145

Index 

Index (vervolg) 

Blokkering energiebedrijf.............63, 64 

■ spanningsloos contact aansluiten...54 

Boiler 

■ technische gegevens....................141 

■ vul-/aftapkraan..............................100 

Boilermodule afnemen.......................25 

Boilermodule inbouwen......................31 

Boilermodule monteren......................31 

Boiler reinigen....................................81 

Broncircuit..........................................54 

Buffertemperatuursensor...........13, 104 

Buisbochten omzetten.......................38 

Buisdoorvoering.................................31 

Buisopeningen 

■ voor koelmiddelleidingen..........36, 38 

Buisscheider......................................44 


■ afmetingen....................................141 

■ elektrische aansluiting....................59 

■ elektrische aansluitingen controleren..................................................84 

■ elektrische waarden......................139 

■ gewicht.........................................141 

■ interne componenten....................100 


■ Leidinglengtes..................................9 

■ montage..........................................18 

■ netaansluiting.................................63 

■ netaansluitkabel................................9 

■ opstellen.........................................22 

■ reinigen...........................................84 

■ serviceklep......................................74 

■ Serviceklep.....................................76 

■ sluiten.............................................69 

■ vulklep............................................74 

■ Vulklep......................................76, 77 

■ Wandmontage................................23 

Buiteneenheid monteren....................18 

Buitentemperatuursensor...........13, 104 

Busverbindingskabel..........................46 

Bus-verbindingskabel.............48, 58, 59 

■ aansluiten.......................................60 

Bypass CV-waterbuffer......................51 

C 

Circulatie-aansluiting....................8, 142 

Circulatiepomp...................................44 

Codeerniveau 1..................................86 

Compressor.....................101, 102, 103 

■ Maximale kantelhoek......................18 

Condensor.......................101, 102, 103 

Condenswater 

■ vrije afvoer......................................19 

Condenswaterafvoer..........................23 

Condenswaterkuip.............................20 

Condenswaterleiding.......................142 

Conformiteitsverklaring....................144 

Console-set........................................23 

Consoleset voor wandmontage.........19 

Consoles voor vloermontage.............19 

Console voor vloermontage...............22 

Controleren 

■ sensoren.......................................104 

■ zekeringen....................................106 

Controle werking................................95 

Corrosieschade............................82, 83 

Curve 

■ NTC-temperatuursensoren...........106 

■ temperatuursensor type NTC 10 

kOhm............................................105 

■ temperatuursensor type Pt 500A..105 

CV-circuit met mengklep M2..............13 

CV-circuit met radiatoren...................13 

CV-circuit zonder mengklep A1.........13 

CV-pomp......................................13, 89 

CV-wateraanvoer.............8, 41, 42, 142 

CV-waterbuffer...................................13 

CV-water-doorstroomtoestel........13, 99 

■ netaansluiting...........................16, 64 

■ netaansluitleiding..............................9 


CV-waterretour.................8, 41, 42, 142 

D 

Dauwpuntsensor..........................13, 45 

Dauwpuntsensor aansluiten...............55 

Debietregelklep..................................44 

5623 969 NL 

146

Index 


5623 969 NL 

De binneneenheid openen.................25 

Deur openen......................................41 

Dichtheidcontrole...............................70 

Dichtheidscontrole 

■ aansluitingen secundair circuit.......79 

■ jaarlijkse..........................................77 

■ koelcircuit........................................77 

Dompeltemperatuurregelaar..............13 

Door de installateur verzorgde aansluitingen...................................................7 

Doorvoertules...............................31, 43 

Drukbelasting.....................................23 

Drukcontrole.......................................70 

Druk controleren................................80 

Drukreduceer.....................................44 

Druksensor.........................................99 

Dubbeltariefmeter..............................68 

E 

Eerste inbedrijfstelling................72, 143 

Eigenschappen koelmiddel................77 

Eisen aan de montagelocatie 

■ buiteneenheid.................................18 

Eisen aan de montageplaats 

■ binneneenheid................................23 

Elektrische aansluiting 


■ circulatiepompen......................50, 53 

■ temperatuursensoren.....................55 

Elektrische aansluitingen, overzicht...96 

Elektrische aansluitingen van de buiteneenheid 

controleren...........................84 

Elektrische kabels leggen..................47 




Elektrisch installatieschema...............14 

Elektrisch opgenomen vermogen....140 

Elektronische expansieklep..................................101, 

102, 103 

Energielevering..................................69 

Energiemeter.....................................68 

■ vrijgeven.........................................94 

Erstinbetriebnahme............................86 

Evacueren 

■ koelcircuit........................................73 

Eventueel afdekking bedieningsgedeelte 

afnemen..................................97 

Expansievat.................................43, 80 

■ voor CV-circuit................................13 

Extern blokkeren................................91 

Externe functies.................................90 

Externe vraag.....................................90 

Extern inschakelen van de compressor......................................................90 

Extern omschakelen van de werkingsmodus................................................91 

Extra elektrische verwarming 

■ Parameterinstellingen.....................92 

Extra elektrische verwarming vrijgeven.....................................................92 

Extra verwarming...............................20 

F 

Flensverbindingen controleren...........77 

Fotovoltaïsche techniek vrijgeven......94 

Fotovoltaïsch systeem.......................68 

G 

Garantie.............................................86 

Gegevens.........................................137 

Gelijkstroom-wisselstroommutator.....68 

Geluidsisolatie....................................23 

Geluidsniveau..................................142 

Gewicht..............................................20 



Grindbed 

■ voor condenswaterafvoer...............23 

H 

Hogedrukstoring.................................18 

Hoofdschakelaar................................67 

Hoogtariefteller.............................65, 67 

Hoogteverschil 

■ binneneenheid - buiteneenheid......33 

147

Index 


Huisaansluitingkast............................69 

Hydraulisch aansluitgedeelte.............44 

Hydraulische aansluitingen..................8 

Hydraulische parameters.................129 

Hydraulisch installatieschema............12 

I 

Inbedrijfnameassistent.......................85 

Inbedrijfstelling...................................72 

Inbedrijfstellingprotocol......................73 

Inbedrijfstellingsassistent...................86 

Inschakelvolgorde van de warmtepomp..................................................85 

Inspectie.............................................72 

Installatiedruk controleren............79, 80 

Installatiegebruiker instrueren............95 

Installatieruimte..................................23 

Installatieschema.........................12, 14 

Installatieschema's 

■ aanduidingen..................................11 

■ overzicht...........................................9 

■ parameterinstellingen.....................17 

Instrueren van de installatiegebruiker 95 

Interne componenten.................98, 100 

Isolatiemat 

■ voor behuizingdeur.........................69 

Isolatie van trillingen..........................20 

K 

Kabeldoorsnede...................................9 

■ netaansluitkabel buiteneenheid......63 

■ netaansluitkabel CV-water-doorstroomtoestel..................................64 

■ Netaansluitkabel warmtepompenregeling..............................................62 

Kabellengte..........................................9 

Kabels leggen....................................47 

Kamerhoogte.....................................23 

Kamertemperatuursensoren............104 

Kamervolume.....................................24 

Kantelhoek.........................................18 

Karakteristieken van de sensoren....104 

Ketelvul-/aftapkraan.........................104 

Klemmenstrook..................................53 

Klemtemperatuurregelaar..................13 

KM-BUS-verdeler.........................13, 56 

Koelcircuit 

■ dichtheidscontrole ..........................77 


Koelcircuit aansluiten.........................45 

Koelcircuit evacueren.........................73 

Koelcircuit vullen................................76 

Koelfunctie.........................................13 

■ parameterinstellingen.....................91 

Koeling...............................................51 

Koelmiddel...................................32, 76 

■ Eigenschappen...............................77 

■ huidcontact.....................................73 

■ Huidcontact.....................................76 

■ Veiligheidsaanwijzingen.................77 

■ Vulhoeveelheid...............................76 

Koelmiddelleiding 

■ Oliehevelbocht monteren................32 

Koelmiddelleidingen.............................8 

■ leidinglengte...................................33 

■ leidinglengten.................................76 

■ moeren eraf schroeven...................38 

■ moeren erop schuiven....................40 

■ wartelmoeren afschroeven.............36 

■ wartelmoeren erop schuiven..........36 

Koelmiddelleidingen aansluiten..........................................32, 

35, 37 

Koelmiddelleidingen eraan schroeven38 

Koelmiddelleidingen evacueren.........73 

Koelmiddelleidingen vullen................76 

Koeloppervlakken..............................45 

Koelplafond........................................45 

Koelwatertoevoer...............................45 

Koperen afdichtring............................40 

Kortsluiting magnesiumanode-verwarmingsspiraal.................................82, 

83 

Koudwateraansluiting...................8, 142 

Kroonsteentjes...................................50 

5623 969 NL 

148

Index 


5623 969 NL 

L 

Laagspanningskabels..................46, 48 

Laagtarief...........................................62 

Laag tarief....................................63, 64 

Laagtariefteller.............................66, 67 

Legenda voor installatievoorbeelden. 11 

Leidingbochten voor het opvangen van 

trillingen..............................................20 

Leidingeinden omzetten.....................36 

Leidingen vastschroeven...................36 

Leidinglengte........................................9 

■ koelmiddelleidingen .....................142 

■ voor koelmiddelleidingen................76 

Lekzoekspray.....................................73 

Luchtafvoer........................................21 

Luchtafvoerrooster verwijderen..........83 

Luchtinlaat..........................................21 

Luchtkortsluiting.................................18 

M 

Magnesiumanode........................82, 83 

Magnesiumanode demonteren..........83 

Magnesiumanode vervangen.............83 

Manometer.........................................43 

Manometeraansluiting........................44 

Manometerbatterij..............................75 

Maximumtemperatuurbegrenzing......52 

Meldaansluitingen..............................53 

Mengklep CV-circuit...........................13 

Meter 

■ voor hoog tarief.........................65, 67 

■ voor laag tarief..........................66, 67 

Minimaal kamervolume......................24 

Minimale installatiedruk......................79 




Minimumdebiet...................................43 

Module.....................................108, 118 

Module behuizing.............................110 

Module boiler 


Module buiteneenheid 

■ buiteneenheid type AWT-AC 221.A10 

en A13..........................................123 

■ type AWT-AC 221.A04.................118 

■ type AWT-AC 221.A07.................120 

■ Type AWT-AC 221.A10 en A13....122 

Module elektrische uitrusting 




Module hydrauliek 




Montage.............................................31 



Montage buiteneenheid 

■ consoleset voor wandmontage.......19 

■ consoles voor vloermontage...........19 

N 

Netaansluiting 

■ algemene aanwijzingen..................61 


■ buiteneenheid...........................16, 63 

■ Compressor....................................59 

■ CV-water-doorstroomtoestel.....50, 64 

■ CV-water-warmtepompregeling......55 

■ met blokkering energiebedrijf.........65 


■ Warmtepompregeling.........62, 65, 67 

Netaansluitkabel............................9, 62 

■ aanstuurmodule CV-water-doorstroomtoestel..................................48 

■ Außeneinheit..................................63 

■ CV-water-doorstroomtoestel...........64 

■ warmtepompregeling......................48 

Netaansluitkabels.................................9 

Netschakelaar....................................86 

Netvoeding 

■ met eigen energieverbruik..............68 

149

Index 


Normaaltarief.....................................62 

NTC-curve........................................106 

O 

Oliehevelbocht.............................32, 33 

Omschakelklep..........13, 101, 102, 103 

Omzetadapter....................................38 

Onderdelenlijsten.....................108, 118 

Onderhoud.........................................72 

Ontdooien..........................................18 

Ontgrendelingsknop 

■ voor verwarmingswater-doorstroomtoestel.............................................95 

Ontluchten 

■ secundair circuit..............................78 

Ontluchtingskraan secundair circuit...99 

Opdracht tot eerste inbedrijfstelling. 143 

Opening voor 230 V-kabels.................8 

Opening voor laagspanningskabels.....7 

Opstelling 



■ in nissen.........................................19 

■ tussen muren..................................19 

■ voorwaarden...................................19 

■ vrijstaand........................................19 

Overstortklep......................................43 

Overzicht 

■ elektrische aansluitingen................96 

■ interne componenten..............98, 100 

■ kranen.....................................98, 100 

■ pompen...................................98, 100 

■ sensoren.................................98, 100 

P 

Parameter 

■ energiemeter..................................94 

■ koelfunctie......................................91 

■ voor de warmtepomp......................88 

Parametergroep selecteren...............88 

Parameterinstellingen 

■ voor afstandsbediening..................89 

■ voor CV-pomp................................89 

■ voor extern blokkeren.....................91 

■ voor externe vraag..........................90 

■ voor extern inschakelen van de compressor............................................90 

■ voor extern omschakelen van de werkingsmodus....................................91 

■ voor installatieschema....................17 

■ voor koelfunctie..............................91 

■ voor tapwatercirculatiepomp...........89 

■ voor uitbreidingsset mengklep........89 

■ voor verwarmingswater-doorstroomtoestel.............................................92 

■ voor Vitocom 100............................90 

Parameters 

■ door installateur aangesloten componenten.............................................89 

■ externe functies..............................90 

■ pompen...........................................89 

■ zwembad........................................92 

Parameters instellen..........................88 

Pompen................................89, 98, 100 

Poort binneneenheid – buiteneenheid58 

Printplaat 

■ voor busverbinding.........................58 

Printplaten..........................................50 

Protocol 

■ regelingsparameters.....................129 

Protocollen.......................................129 

Protocollen maken.............................73 

R 

Reduceerstuk aansluiten...................40 

Regelaar- en sensorprintplaat......50, 55 

Regelingsparameters protocollen....129 

Reinigen 

■ boiler...............................................81 

Reparatie...........................................96 

Reparatiewerkzaamheden.................72 

5623 969 NL 

150

Index 


5623 969 NL 

Retourtemperatuursensor secundair circuit...................................................104 

Rubberbuffer......................................23 

S 

Schakelcontacten 

■ Dauwpuntsensor.............................45 

Scheidingsinrichting...........................69 

Scheidingsinrichtingen.......................61 

Scheidingsinrichting voor het fotovoltaïsch 

systeem...................................68 

Schema................................................9 

Schroefaansluitingen controleren......77 

Secundair circuit aansluiten.........41, 43 

Secundair circuit aftappen...............104 

Secundair circuit ontluchten...............43 

Secundair circuit vullen en ontluchten................................................78, 

79 

Secundaire pomp...............................13 

Sensoren....................................98, 100 

Sensoren controleren.......................104 

Service beëindigen............................88 

Serviceklep 

■ buiteneenheid...........................73, 74 

■ Buiteneenheid.................................76 

■ Inneneinheit....................................99 

Servicemenu 

■ activeren.........................................88 

■ deactiveren.....................................88 

■ oproepen........................................88 

Snelontluchter..............................43, 79 

Som van het geluidsniveau..............142 

Stelpoten............................................23 

Stookgasleiding8, 13, 33, 35, 37, 74, 142 

■ vastdraaimomenten .................36, 40 

Stromingsbewaker.............................54 

T 

Tapwatercirculatiepomp.....................89 

Tapwaterfilter.....................................44 

Tapwaterzijde aansluiten...................44 

Technische gegevens......................137 

Temperatuursensor....................99, 104 

■ Compressorkop (CTT)..101, 102, 103 

■ Condensor (OMT).........101, 102, 103 

■ curve type NTC 10 kOhm.............105 

■ curve type Pt 500A.......................105 

■ Koelmiddelinlaat condensor 

(OCT)............................101, 102, 103 

■ Luchtinlaat condensor 

(OAT)............................101, 102, 103 

■ NTC-curve....................................106 

Temperatuursensor compressorkop 104 

Temperatuursensoren aansluiten......55 

Temperatuursensor koelmiddelinlaat 

verdamper........................................104 

Temperatuursensor luchtinlaat verdamper 

...................................................104 

Temperatuursensor propaan...........104 

Temperatuursensor verdamper.......104 

Terugslagklep....................................44 

Terugstroomblokkering................44, 78 

Thermostaat.................................13, 52 

TNC-systeem...............................66, 67 

Toestel afsluiten.................................31 

Toestel uitlijnen..................................23 

Toestelzekeringen controleren.........106 

Toevoer warmwaterboiler/CV-water..41 

Toonfrequentieontvanger.............66, 67 

Totaalgewicht.....................................23 

Transport......................................18, 23 

Tweerichtingenmeter.........................69 

Type-afhankelijke warmtecapaciteit...88 

U 

Uitbreidingset mengklep....................53 

Uitbreidingsprintplaat...................50, 53 

Uitbreidingsset mengklep...................89 

Uitgebreid menu.................................88 

Umgebungstemperaturen..................23 

V 

v 

■ voor extra elektrische verwarming..92 

Vacuümmeter.....................................75 

151

Index 


Vacuümpomp.....................................75 


■ voor koelmiddelleidingen..........36, 40 

■ Wartelmoer serviceklep..................76 

Veiligheidsaansluitingen....................53 

Veiligheidsaanwijzingen 

■ Koelmiddel......................................77 

Veiligheidsbril.........................73, 76, 77 

Veiligheidscircuit................................55 

Veiligheidsgroep................................43 

Veiligheidsgroep monteren................43 

Veiligheidsklep.............................43, 44 

Veiligheidstemperatuurbegrenzer resetten......................................................95 

Ventilatie............................................93 

Ventilator..........................101, 102, 103 

Ventilator controleren.........................83 

Verbinding binnen-/buiteneenheid.....58 

Verbindingskabel binnen-/buiteneenheid........................9, 

46, 48, 58, 59, 60 

Verdelerkast.......................................69 

Vereiste parameterinstellingen 

■ voor installatieschema....................17 

Vermogen compressortrap................88 

Vermogensgegevens koelen...........137 

Vermogensgegevens verwarmen....137 

Verordeningen voor werkzaamheden 

aan het koelcircuit..............................77 

Vervangen magnesiumanode............83 

Verwarmingswater-doorstroomtoestel...............................................65, 

67 

■ Parameterinstellingen.....................92 

■ Veiligheidstemperatuurbegrenzer 

resetten...........................................95 

■ vrijgeven.........................................92 

Vitocom..............................................90 

Vitovent vrijgeven...............................93 

Vloeistofleiding8, 13, 33, 35, 37, 74, 142 

■ vastdraaimomenten .................36, 40 

Vloerbelasting....................................23 

Vloermontage 


Vloeroneffenheden.............................23 

Vloerverwarming................................52 

Vloerverwarmingscircuit...............13, 52 

Vochtafscheider...............101, 102, 103 

Voordruk expansievat controleren.....78 

Vorstbeveiligingsthermostaat.............13 

Vorstbeveiligingsthermostaat aansluiten......................................................55 

Vrije loop van de ventilator controleren......................................................83 

Vrijgave 

■ energiemeter..................................94 

■ Extra elektrische verwarming.........92 

■ ventilatie.........................................93 

■ Verwarmingswater-doorstroomtoestel 

.................................................92 

Vrijstaande opstelling.........................19 

Vul-/aftapkraan.................................100 

Vul-/aftapkraan boiler.........................99 

Vul-/aftapkraan secundair circuit........99 

Vulhoeveelheid 

■ Koelmiddel......................................76 

Vulklep 


■ Buiteneenheid...........................76, 77 

Vullen 

■ koelcircuit........................................76 

■ secundair circuit..............................78 

Vulslang.............................................76 

Vulwater.............................................78 

W 

Wandmontage 

■ Buiteneenheid.................................23 

■ Console-set....................................23 

Warmtecapaciteit van de compressor88 

Warmtepomp inschakelen.................85 

Warmtepomp openen........................72 

Warmtepompregeling.........................13 


Warmtepomp sluiten..........................69 

Warmtewisselaar reinigen..................84 

Warmwateraansluiting.............7, 8, 142 

Wartelmoeren vervangen.............36, 40 

5623 969 NL 

152

Index 


Waterkwaliteit.....................................78 

Weerbescherming..............................19 

Weerstand magnesiumanode 

meten...........................................82, 83 

Werkhandschoenen...............73, 76, 77 

Werkzaamheden aan het koelcircuit..77 

Windlasten.........................................19 

Windrichting.......................................19 

Zekering F1......................................106 

Zekering F101..................................106 

Zekering F3......................................106 

Zijdelingse afdekking 


Zijplaten.............................................31 

Zwembad...........................................56 

Zwerfstroomanode.............................83 

Z 

Zekering 

■ AVI-printplaat............................50, 58 

■ bedrijfscomponenten 230 V~..........50 

■ warmtepompregeling......................50 

Zekering controleren........................106 

5623 969 NL 

153

154 

5623 969 NL

5623 969 NL 

155

Geldig voor 

Artikel nr.: 

7424689 7424690 7424691 7424692 

7497344 7497345 7502079 7502080 

156 

Viessmann Nederland B.V. 

Postbus 322 

2900 AH Capelle a/d IJssel 

Tel. : 010-458 44 44 

Fax : 010-458 70 72 

e-mail : info-nl@viessmann.com 

www.viessmann.com 

5623 969 NL Technische wijzigingen voorbehouden.

Montage- en service-handleiding Vitocal 222-S14.0 MB - Viessmann

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?