25.10.2014 Views

Inkijkexemplaar - NT2.nl

Inkijkexemplaar - NT2.nl

Inkijkexemplaar - NT2.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De sprong


De sprong bestaat uit de volgende onderdelen:<br />

• authentieke teksten<br />

• oefeningen lezen, luisteren, spreken en schrijven<br />

• oefeningen grammatica en vocabulaire<br />

• woordenlijst met Nederlandse omschrijvingen op bijbehorende site:<br />

www.staatsexamennt2.nl/de_sprong<br />

• geluid, beeld en antwoorden op bijbehorende site, www.staatsexamennt2.nl/de_sprong<br />

De gehele leerlijn NT2 op maat ziet er als volgt uit:<br />

De opmaat: 0 > A2<br />

De sprong: A2 > B1<br />

Vooruit!: B1 (examentrainer Staatsexamen NT2 I)<br />

De finale: B1 > B2 (inclusief examentrainer Staatsexamen NT2 II)<br />

Kijk voor meer informatie over de hele leerlijn op www.staatsexamennt2.nl.<br />

Boom helpt de NT2-cursist vooruit!<br />

www.nt2.nl


De s rong<br />

Va n N T 2 - n i v e a u A 2 n a a r B 1<br />

B1 –> B2<br />

Maud Beersmans<br />

Wim Tersteeg<br />

Boom, Amsterdam


Tweede oplage 2012<br />

© 2011, Maud Beersmans en Wim Tersteeg, Utrecht<br />

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave<br />

worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige<br />

vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier,<br />

zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.<br />

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m<br />

Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde<br />

vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl)<br />

of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l,<br />

vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers<br />

en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO<br />

(Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).<br />

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.<br />

De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden van de illustraties en de voorbeeldteksten<br />

te achterhalen. Mocht iemand desondanks menen dat zijn rechten niet zijn gehonoreerd,<br />

dan kan hij zich wenden tot Uitgeverij Boom.<br />

Illustraties: Karolinaworks (Caroline Ellerbeck), Rotterdam<br />

Foto’s: Eef van den Ende, Leiden<br />

Vormgeving en opmaak: Impressie grafische vormgeving (Anja Verhart), Gouda<br />

ISBN 978 94 6105 287 2<br />

NUR 110


Inhoud<br />

Voorwoord 6<br />

Thema’s<br />

1 Studie en beroep: Maak je dromen waar! 8<br />

2 De samenleving: Samen of ieder voor zich? 28<br />

3 Weer en geografie: Hoe is het weer bij jullie? 52<br />

4 Communicatie: Altijd bereikbaar. 84<br />

5 Woonomgeving: Een goede buur. 114<br />

6 Politiek: Kiest u links of rechts? 140<br />

7 Kunst: Daar is geen kunst aan! 168<br />

8 Energie: Vol energie of opgebrand? 194<br />

9 Nederland: Het is hier zo gezellig! 212<br />

Grammatica<br />

1 Verbum 236<br />

1.1 Presens 236<br />

1.2 Perfectum 238<br />

1.3 Imperfectum 242<br />

1.4 Plusquamperfectum 245<br />

1.5 Separabele verba 247<br />

1.6 Reflexieve verba 251<br />

1.7 Manieren van instructie 253<br />

1.8 Modale verba 254<br />

1.9 Verbum (+ te) + infinitief 257<br />

1.10 Zijn aan het + infinitief, zitten / lopen /<br />

staan / liggen te + infinitief 259<br />

1.11 Om … te + infinitief 261<br />

1.12 Zou(den) 262<br />

1.13 Passief 264<br />

1.14 Lijst met onregelmatige verba 268<br />

1.15 Verba met een vaste prepositie 272<br />

2 De zinsbouw 273<br />

2.1 De hoofdzin en vraagzin 273<br />

2.2 Conjuncties 275<br />

2.3 Indirecte rede + indirecte vraag 277<br />

2.4 Relatieve bijzin 279<br />

3 Comparatief en superlatief 283<br />

4 Verwijzen naar dingen 285<br />

5 Waar + prepositie 288


Voorwoord<br />

Voor u ligt De sprong, het tweede deel in de serie ‘NT2 op maat’: De opmaat – De sprong –<br />

Vooruit! / De finale. De sprong is een basismethode Nederlands als tweede taal voor halfgevorderde<br />

hoger opgeleide volwassenen binnen en buiten Nederland. Het brengt cursisten<br />

van niveau A2 naar niveau B1. De sprong is een vervolg op De opmaat. Als vervolgmogelijkheid<br />

kunt u kiezen voor Vooruit of De finale, afhankelijk van het examen dat u daarna wilt<br />

doen. Vooruit is een voorbereiding op het Staatsexamen NT2 programma I. De finale is een<br />

niveauverhogende methode en een voorbereiding op het Staatsexamen NT2 programma<br />

II ineen.<br />

De sprong bestaat uit negen thema’s waarmee cursisten in hun dagelijks leven regelmatig<br />

te maken krijgen. In elk thema komen alle vaardigheden, woordenschat en grammatica<br />

aan bod. De verschillende vaardigheden en oefeningen wisselen elkaar op een natuurlijke<br />

manier af. We hebben zo veel mogelijk gebruik gemaakt van authentieke lees- en luisterteksten.<br />

Achter in het boek vindt u een grammaticaal overzicht met extra oefeningen, een<br />

lijst met onregelmatige verba en een lijst van verba met een vaste prepositie.<br />

Op www.staatsexamennt2.nl/de_sprong vindt u:<br />

• de audio<br />

• links bij de oefeningen<br />

• de antwoorden van de oefeningen<br />

• de antwoorden van de extra grammaticaoefeningen<br />

• de transcripten van de luisteroefeningen<br />

• woordenlijst met Nederlandse omschrijvingen<br />

• gatenteksten<br />

• herhalingsoefeningen<br />

• materiaal voor de docent<br />

We willen Alice van Kalsbeek, Nicky Heijne en Fouke Jansen bedanken voor hun toestemming<br />

om enkele fragmenten en bijbehorende oefeningen van het project @net in dit<br />

boek op te nemen. Daarnaast willen we ook Arnold van Veen, Anke Nijdam en Martin de<br />

Roo bedanken voor hun bijdrage aan de ontwikkeling van het boek.<br />

Met veel plezier hebben we aan De sprong gewerkt. We hopen dan ook dat docenten en<br />

cursisten er met evenveel plezier mee zullen werken.<br />

Maud Beersmans en Wim Tersteeg<br />

6


Thema’s


1<br />

Maak je dromen waar!<br />

Studie en beroep:<br />

8


Spreken Oefening 1<br />

A Werk in groepjes van drie. Bespreek onderstaande vragen.<br />

Studie<br />

1 Als u gestudeerd hebt: Welke studie hebt u gedaan? Waarom hebt u die<br />

studie gekozen? Wat vond u van uw studie?<br />

2 Als u nog bezig bent: Welke studie doet u, en hoe vindt u de studie?<br />

Waarom hebt u deze studie gekozen? Wat vindt u van uw studie?<br />

3 Als u in de toekomst gaat studeren: Welke studie wilt u gaan doen?<br />

Waarom?<br />

Beroep<br />

4 Wat wilde u vroeger graag worden? Waarom? Bent u dat ook geworden?<br />

5 Als u nog geen beroep hebt: Welk beroep wilt u in de toekomst uitoefenen?<br />

Waarom?<br />

6 Als u wel een beroep hebt: Wat is dat beroep? Vindt u het leuk?<br />

7 Welk(e) beroep(en) vindt u heel bijzonder? Waarom?<br />

8 Welk beroep wilt u zeker niet uitoefenen? Waarom niet?<br />

B Bespreek de betekenis van deze woorden:<br />

• Wat wil je worden?<br />

• een beroep uitoefenen<br />

• bijzonder<br />

Lezen Oefening 2<br />

Lees de vragen. Lees de tekst op de volgende pagina. Beantwoord de vragen.<br />

1 Met hoeveel procent is het aantal universitaire aanmeldingen gestegen?<br />

__________________________________________________________________________________________________________<br />

2 Wat is volgens de VSNU de oorzaak van de sterke stijging?<br />

__________________________________________________________________________________________________________<br />

3 Waarom willen jongeren langer doorleren?<br />

__________________________________________________________________________________________________________<br />

4 Welke problemen verwachten de universiteiten? Waarom?<br />

__________________________________________________________________________________________________________<br />

5 Hoe sterk is het aantal aanmeldingen voor het hbo gestegen?<br />

__________________________________________________________________________________________________________<br />

Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar! 9


Meer aanmeldingen voor de Nederlandse universiteiten<br />

DEN HAAG - Het aantal aanmeldingen voor de Nederlandse universiteiten is dit jaar (2009) met<br />

een kwart gestegen ten opzichte van vorig jaar.<br />

In totaal meldden zich ruim 56.000 studenten aan voor een studie op een van de veertien<br />

Nederlandse universiteiten. Dat heeft de Vereniging van Universiteiten (VSNU) maandag gemeld.<br />

De organisatie denkt dat de economische crisis de oorzaak is van de forse stijging van het aantal<br />

aanmeldingen.<br />

Jongeren willen door de crisis langer doorleren, stelt de VSNU, omdat de kansen op de arbeidsmarkt<br />

slecht zijn. De universiteiten verwachten grote organisatorische en financiële problemen<br />

door de toename van het aantal aanmeldingen. Dit komt omdat de meeste universiteiten niet<br />

goed voorbereid zijn op deze grote aantallen studenten.<br />

Ook het aantal aanmeldingen voor hbo-opleidingen voor het komend collegejaar ligt 18 procent<br />

hoger dan in 2008. Maar de cijfers die de HBO-raad daar recent over publiceerde, geven alleen de<br />

voorinschrijvingen aan. De definitieve cijfers zijn pas in oktober bekend.<br />

Bron: http://www.nu.nl/economie/2061436/crisis-leidt-tot-veel-aanmeldingen-universiteit.html<br />

Vocabulaire Oefening 3<br />

Zoek synoniemen van de volgende woorden of woordcombinaties in de tekst van<br />

oefening 2.<br />

1 inschrijvingen - ____________________________________________<br />

2 omhoog gegaan - ____________________________________________<br />

3 in vergelijking met - ____________________________________________<br />

4 de reden - ____________________________________________<br />

5 de grote toename - ____________________________________________<br />

6 jonge mensen - ____________________________________________<br />

7 de banenmarkt - ____________________________________________<br />

8 de oorzaak is dat ... - ____________________________________________<br />

9 kort geleden - ____________________________________________<br />

10 niet eerder dan - ____________________________________________<br />

10 Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar!


Luisteren Oefening 4<br />

U gaat luisteren naar een interview. Een journalist praat met Daniëlle. Daniëlle had een<br />

droom. Heeft ze haar droom waargemaakt?<br />

Lees de vragen. Luister naar de tekst. Beantwoord de vragen.<br />

1 Waarom wilde Daniëlle weg uit Nederland?<br />

a Ze wilde een vaste baan vinden in een warm land.<br />

b Ze wilde graag een wereldreis gaan maken.<br />

c Ze was niet zo gelukkig en wilde naar een warm land.<br />

2 Wat heeft Daniëlle eerst gedaan?<br />

a Ze is met haar vriend meegegaan naar Israël.<br />

b Ze is naar haar vader in Miami gegaan.<br />

c Ze heeft door Zuid-Amerika gereisd.<br />

3 Waar heeft Daniëlle haar huidige vriend ontmoet?<br />

a In Israel.<br />

b In Miami.<br />

c In Colombia.<br />

4 Wat doet Daniëlle op dit moment?<br />

a Ze helpt haar vader in zijn makelaarskantoor.<br />

b Ze werkt als personeelsconsulent, net als in Nederland.<br />

c Ze werkt als makelaar, net als in Nederland.<br />

5 Vindt Daniëlle carrière maken belangrijk?<br />

a Ja, dat staat bij haar op nummer één.<br />

b Nee, op dit moment vindt ze haar vrijheid belangrijker.<br />

c Nee, ze wil nu voor haar gezin gaan zorgen.<br />

6 Hoe ziet Daniëlle haar toekomst?<br />

a Ze gaat binnenkort terug naar Nederland en dan wil ze graag<br />

carrière maken.<br />

b Ze gaat binnenkort trouwen en dan wil ze een gezin stichten.<br />

c Ze gaat binnenkort in Colombia wonen en dan wil ze voor<br />

kinderen zorgen.<br />

Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar! 11


Grammatica Oefening 5 ☛ Grammatica – oefening 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8<br />

Perfectum: participium invullen (☛ zie ook: De opmaat, p. 228)<br />

Lees de volgende fragmenten. Vul de goede vorm van het participium in. Bij regelmatige<br />

verba staat een R, de andere verba zijn onregelmatig.<br />

1 Mensen klagen vaak dat het in Nederland zo vaak regent en zo koud is.<br />

Maar de afgelopen drie weken is het steeds warmer (worden)<br />

____________________________ en heeft het bijna niet (regenen, R)<br />

___________________________ . Nederland heeft lange tijd niet zo’n warme zomer<br />

(hebben) ____________________________ . Dit heeft tot problemen (leiden, R)<br />

____________________________ , vooral in de landbouw. Er is een tekort aan water<br />

en daarom heeft de overheid de mensen (vragen, R) ____________________________<br />

zuinig te zijn met water.<br />

2 Afgelopen weekend zijn we naar Den Haag (zijn) ____________________________ .<br />

Dat was heel leuk. Eerst hebben we het Binnenhof (bezoeken)<br />

____________________________ , waar de gebouwen van het Nederlandse parlement<br />

zijn. Daarna hebben we een wandeling (maken, R) ____________________________<br />

door de binnenstad van Den Haag. ’s Middags zijn we naar het<br />

Vredespaleis (lopen) ____________________________ , waar het internationale<br />

Gerechtshof te vinden is. Daar hebben we een rondleiding (hebben)<br />

____________________________ . Ten slotte hebben we de tram naar het centrum<br />

(nemen) ____________________________ en nog iets (drinken) ____________________________ op<br />

een terrasje op het Plein. Moe maar voldaan zijn we naar huis (gaan)<br />

____________________________ .<br />

3 Gisteravond heeft het Nederlands elftal de finale van het WK-voetbal<br />

2010 (bereiken, R) ____________________________ . In de halve finale hebben ze met<br />

3-2 van Uruguay (winnen) ____________________________ . Het was van begin tot<br />

eind een spannende wedstrijd, de supporters hebben (genieten)<br />

____________________________ . Er was ook een record aantal tv-kijkers in<br />

Nederland. Meer dan 12 miljoen mensen hebben naar de wedstrijd<br />

(kijken) ____________________________ . In de andere halve finale heeft Duitsland<br />

met 1-0 van Spanje (verliezen) ____________________________ . Aanstaande zondag<br />

speelt Nederland dus in de finale tegen Spanje.<br />

4 In Utrecht is weer een nieuw studiejaar (beginnen) ____________________________ .<br />

In de Janskerk is maandag het academische jaar officieel (openen, R)<br />

____________________________ door de Rector Magnificus van de universiteit. Hij<br />

heeft in zijn toespraak iets (vertellen, R) ____________________________ over het studentenleven<br />

in Utrecht en aan het eind van zijn verhaal heeft hij alle<br />

studenten veel succes (wensen, R) ____________________________ met hun studie.<br />

12 Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar!


Oefening 6<br />

Imperfectum (☛ zie ook: De opmaat, p. 234)<br />

Zet de verba tussen haakjes in het imperfectum. Bij regelmatige verba staat een R, de<br />

andere verba zijn onregelmatig.<br />

Voorbeeld<br />

Johan (ontmoeten, R) ____________________________ zijn vrouw zes jaar geleden op zijn<br />

werk.<br />

Johan ____________________________ ontmoette zijn vrouw zes jaar geleden op zijn werk.<br />

Een zeiltocht van een jaar<br />

Johan Smeets heeft met zijn vrouw Linda en hun twee jonge kinderen een<br />

jaar naar en door de Caraïben gezeild. Hij vertelt over zijn ervaringen.<br />

‘Onze dochter Wiesje (zijn) ____________________________ drie jaar, en ons zoontje<br />

Sem acht maanden, hij (kunnen) ____________________________ nog niet eens lopen<br />

toen we aan onze reis (beginnen) ____________________________ . Ik (zijn)<br />

____________________________ me ervan bewust dat zo’n reis niet zonder gevaar (zijn)<br />

____________________________ : welke risico’s (lopen) ____________________________ wij en onze<br />

kinderen? Maar we (hebben) ____________________________ al langer de wens om een<br />

tijdje weg te gaan en niets te doen, met elke dag mooi weer en lekker op<br />

het water. Met een drukke baan en een gezellig leven in Nederland (worden)<br />

____________________________ dat echter nooit concreet. Totdat we (besluiten)<br />

____________________________ het gewoon te doen! En snel.<br />

Uiteindelijk (vinden) ____________________________ we de zeilreis geweldig. We<br />

(blijken) ____________________________ een sterk team te zijn; saamhorig, evenwichtig,<br />

en gezellig, we (hebben) ____________________________ veel plezier. Vrienden en familie<br />

(komen) ____________________________ op bezoek, en ze (stimuleren, R)<br />

____________________________ en (steunen, R) ____________________________ ons. Tijdens de reis<br />

(krijgen) ____________________________ we ook veel nieuwe vrienden. Maar het<br />

____________________________ (meevallen) zeker niet altijd ____________________________ . Je<br />

hebt het namelijk 24 uur per dag druk. Druk met de kinderen, want je<br />

hebt geen oppas en geen opa’s en oma’s in de buurt. Druk met de boot,<br />

die je moet onderhouden en repareren. En dan is er natuurlijk nog de reis<br />

zelf.<br />

Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar! 13


De zeiltocht is in ieder geval heel goed geweest voor ons zelfvertrouwen.<br />

Sinds onze reis hebben we meer vertrouwen in het waarmaken van grote<br />

en kleine dromen. We zijn namelijk een eigen bedrijf gestart, en dat (zijn)<br />

____________________________ niet zo moeilijk vergeleken met de zeilreis. Ons idee<br />

voor die eigen zaak (ontstaan) ____________________________ op reis. Vaak (eten)<br />

____________________________ we bij een glaasje wijn allerlei lekkere hapjes. We<br />

(halen, R) ____________________________ die authentieke gerechten naar Nederland en<br />

zo (meenemen) ____________________________ we ook dat vakantiegevoel een beetje<br />

____________________________ . En zo (beginnen) ____________________________ we onze eigen<br />

speciaalzaak in lekkere, zomerse gerechten. Het (kosten, R)<br />

____________________________ veel tijd om de zaak goed op te zetten, maar het begint<br />

nu te lopen: verschillende cateraars, delicatessenwinkels, horeca en supermarkten<br />

kopen bij ons in en zijn enthousiast. In deze droom komt alles<br />

samen: ik doe waar ik goed in ben en waar ik blij van word.’<br />

Spreken Oefening 7<br />

Werk in groepjes van drie. Bespreek onderstaande vragen.<br />

1 Wat vindt u van het avontuur van Johan en zijn gezin? Wilt u ook zoiets<br />

doen? Waarom wel of niet?<br />

2 Welke droom hebt u? Denkt u dat u hem kunt waarmaken<br />

(= realiseren)? Waarom wel of niet?<br />

3 Welke droom hebt u al waargemaakt?<br />

Grammatica ☛ Grammatica – oefening 31, 32<br />

Zinsbouw: hoofdzin en vraagzin<br />

1a hoofdzin<br />

subject finiete verbum (verbum 1) rest<br />

Johan vertelt over zijn ervaringen.<br />

Ze hebben een jaar gezeild.<br />

Onze dochter was drie jaar.<br />

1b hoofdzin met inversie<br />

rest = inversiecommando finiete verbum subject rest<br />

Sinds onze reis hebben we meer vertrouwen.<br />

Vaak aten ze lekkere hapjes.<br />

Zo begon hij een eigen zaak.<br />

14 Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar!


2a open vraag<br />

interrogatief finiete verbum subject rest<br />

Hoe heb je je droom waargemaakt?<br />

Wanneer zijn jullie vertrokken?<br />

Hoeveel dagen per week werkt hij?<br />

2b gesloten vraag (antwoord: ‘ja’ of ‘nee’)<br />

finiete verbum subject rest<br />

Heeft u een droom?<br />

Heeft Simone vaak gezeild?<br />

Dronken jullie een glaasje wijn bij het eten?<br />

Voorbeeld<br />

Voorbeeld<br />

Volgorde van de adverbia in een zin:<br />

tijd – manier – plaats (T – M – P)<br />

Ik ga morgen (T) met de trein (M) naar Amsterdam (P).<br />

Tijd kan ook aan het begin van de zin staan. Denk aan de inversie!<br />

Morgen ga ik met de trein naar Amsterdam.<br />

Oefening 8<br />

Zet de woorden in de goede volgorde. Begin met het woord met de hoofdletter.<br />

Voorbeeld wilde – Waar – graag – leven – Daniëlle ?<br />

Waar wilde Daniëlle graag leven?<br />

_______________________________________________________________________________________________________________<br />

1 woont – in Miami – Daniëlle – samen met haar partner – nu.<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

2 een baan als personeelsconsulent – In Nederland – ze – had.<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

3 is – Waarom – naar Miami – gegaan – ze – ?<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

4 het klimaat in Nederland – vindt – Ook – niet fijn – zij.<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

5 ze – veel leuke mensen – ontmoet – Tijdens vakanties – heeft.<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

6 heb – je vriend – Waar – je – ontmoet?<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

7 geeft – Haar werk – veel vrijheid – haar.<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

8 Regelmatig – vrienden en familie uit Nederland – op bezoek – komen.<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

9 jullie – in Miami – Gaan – trouwen?<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

10 wil – beginnen – Ze – een gezin – graag.<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar! 15


Oefening 9<br />

Maak de zinnen af.<br />

Voorbeeld<br />

Gisteren _____________________________________________________________ . Dat was heel gezellig.<br />

Gisteren _____________________________________________________________ was de bruiloft van mijn zus . Dat was heel gezellig.<br />

1 ________________________________________________________________________________________________________ ?<br />

Ja, dat doe ik meestal op woensdag en zaterdag.<br />

2 Vorige week _____________________________________________________________________________________ .<br />

Het was jammer dat het zo hard regende.<br />

3 Johan werkt 32 uur per week. In zijn vrije tijd _____________________________________<br />

_________________________________________________________________________________________________________ .<br />

4 ________________________________________________________________________________________________________ ?<br />

Omdat de kansen op de arbeidsmarkt niet zo goed zijn.<br />

5 Tijdens haar studie ___________________________________________________________________________ .<br />

Daarom werkte ze ook drie avonden per week.<br />

6 Afgelopen week had ik een weekje vrij. Volgende week ______________________<br />

_________________________________________________________________________________________________________ .<br />

7 ____________________________________________________________________________ ? Dat lijkt me leuk!<br />

8 Vorige maand zijn we een weekendje naar Parijs geweest. Zaterdag<br />

___________________________________ . Zondag _______________________________________________________ .<br />

9 Nu ___________________________________________________________________ . Vroeger kon ik dat<br />

niet.<br />

10 __________________________________________________________ ? Nee, dat heb ik nooit geleerd.<br />

11 Eerst wil ik mijn studie afronden. Daarna __________________________________________ .<br />

12 Carmen is heel sportief. ____________________________________________________________________ .<br />

Vorig jaar is haar team kampioen geworden.<br />

Internet Oefening 10<br />

In het programma Ik vertrek volgt de camera Nederlanders die gaan emigreren. Ze laten<br />

alles achter en willen hun droom in het buitenland waarmaken.<br />

1 Ga naar http://www.tvopjepc.nl/programma/810.<br />

2 Kies een aflevering van het programma.<br />

3 Kijk naar de eerste 10 minuten.<br />

4 Beantwoord onderstaande vragen:<br />

- Uit hoeveel personen bestaat het gezin?<br />

- Vinden alle personen het leuk om te emigreren?<br />

- Wat is hun beroep?<br />

- Naar welk land gaan ze emigreren?<br />

- Wat willen ze in dat land gaan doen?<br />

- Hoe hebben ze zich voorbereid (taal, financiën, contacten in het<br />

nieuwe land, ervaring met werkzaamheden, enz.)?<br />

- Denkt u dat ze hun droom kunnen waarmaken? Welke problemen<br />

verwacht u? Waarom?<br />

5 Werk in drietallen. Vertel elkaar wat u hebt gezien en gehoord.<br />

16 Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar!


Schrijven Oefening 11<br />

Schrijf een opstel van 100 tot 150 woorden met de titel: Mijn droom.<br />

Let op - de juiste tijd en de vorm van het verbum<br />

- de zinsbouw<br />

Spreken Oefening 12<br />

Werk in tweetallen of groepjes. Stel elkaar de volgende vragen.<br />

1 Over uw leven in Nederland:<br />

Hoe lang bent u nu in Nederland? Wanneer bent u naar Nederland<br />

gekomen? Wat hebt u het afgelopen jaar (de afgelopen maand/de afgelopen<br />

week) in Nederland gedaan? Welke steden in Nederland hebt u<br />

bezocht?<br />

2 Over Nederlands leren:<br />

Hoe hebt u tot nu toe Nederlands geleerd? Wat vond u het moeilijkst<br />

van de Nederlandse taal, en wat het makkelijkst? Wat vindt u nu het<br />

moeilijkst, en wat het makkelijkst?<br />

3 Over het afgelopen weekend:<br />

Hoe was uw weekend? Hebt u uitgerust of hebt u iets actiefs gedaan?<br />

Bent u thuisgebleven of bent u weggeweest? Waar bent u geweest? Wat<br />

hebt u daar gezien of gedaan?<br />

4 Over uw jeugd en schooltijd:<br />

Waar bent u geboren? Bent u daar ook opgegroeid? Waar woonde u toen<br />

u klein was? Waar hebt u op school gezeten? Hoe was het op de basisschool?<br />

Hoe was het op de middelbare school? Welke vakken vond u<br />

leuk, en welke niet? In welke vakken was u goed, in welke slecht?<br />

5 Over uw studententijd:<br />

Wat hebt u na uw middelbare school gedaan? Waarom? Welke rol speelden<br />

uw ouders bij die keuze?<br />

Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar! 17


Vocabulaire Oefening 13<br />

Kijk naar de omschrijvingen van de volgende woorden. Ze zijn onderstreept in de tekst<br />

van oefening 14. Vul de woorden uit de woordenlijst daarna in de juiste vorm in de juiste<br />

zin in.<br />

de begeleiding<br />

erachter komen<br />

zelfstandig<br />

met een gerust hart<br />

ondersteunen<br />

geschikt<br />

uitvinden<br />

indruk maken op<br />

betrouwbaar<br />

zich realiseren<br />

nuttig<br />

zich voorbereiden op<br />

de opvoeding<br />

voor de lol<br />

de hulp, de steun<br />

De studenten krijgen begeleiding van een docent als ze<br />

een presentatie moeten maken.<br />

ontdekken<br />

Op internet kwam ik erachter waar hij woonde.<br />

onafhankelijk. Zelfstandige mensen of zaken zijn niet van<br />

iemand of iets afhankelijk<br />

Sinds twee jaar woont Sophie zelfstandig.<br />

zonder zorgen<br />

Ik kan mijn hond met een gerust hart bij de buren achterlaten<br />

als ik op vakantie ga.<br />

iemand helpen omdat hij problemen heeft<br />

De mentor ondersteunt de leerlingen bij het maken van hun<br />

studiekeuze.<br />

goed, juist<br />

Deze kleding is niet geschikt voor een bruiloft.<br />

ontdekken, uitzoeken<br />

We hebben nog niet uitgevonden hoe dit apparaat werkt.<br />

bijzonder gevonden worden door iemand<br />

Die film heeft veel indruk op me gemaakt.<br />

iemand die betrouwbaar is, is eerlijk en doet wat hij of zij<br />

belooft<br />

Mijn buren zijn betrouwbare mensen. Als ik op vakantie ga,<br />

passen ze op mijn huis.<br />

beseffen, beginnen te weten, zich bewust worden van<br />

Ze realiseerde zich dat ze haar sleutels was vergeten.<br />

zinnig. Iets wat nuttig is, is goed om te gebruiken of te doen<br />

Op internet vind je nuttige sites als je Nederlands leert.<br />

zorgen dat je klaar bent voor iets<br />

We hebben ons goed op het examen voorbereid.<br />

de zorg dat iemand goed gedrag ontwikkelt<br />

Eric heeft een strenge opvoeding gehad.<br />

voor je plezier<br />

Ik heb voor de lol een cursus Chinees gevolgd.<br />

1 Mijn dochter zit op de basisschool en is al erg ____________________________ . Ze<br />

kan goed voor zichzelf zorgen. Ze smeert zelf haar brood en pakt haar<br />

eigen tas in.<br />

2 Tom heeft ____________________________ goed ____________________________<br />

____________________________ zijn presentatie. Hij heeft vorige week nog een<br />

workshop ‘presenteren’ gevolgd.<br />

3 De reis naar India heeft veel ____________________________ ____________________________<br />

____________________________ hem. Hij heeft de reis een jaar geleden gemaakt,<br />

maar hij praat er nog steeds veel over.<br />

18 Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar!


4 Als u vragen hebt over de ____________________________ van uw kinderen, vindt u<br />

op internet diverse sites met adviezen.<br />

5 Toen Thomas op Schiphol aankwam, ____________________________ hij<br />

____________________________ dat hij zijn paspoort thuis had laten liggen.<br />

6 Is dit een ____________________________ woordenboek? Staat alle belangrijke informatie<br />

erin? Ik heb het speciaal voor deze cursus gekocht.<br />

7 Als de derde klas op schoolreis gaat, bestaat de ____________________________ uit<br />

docenten en ouders.<br />

8 Na mijn studie wil ik graag een halfjaar naar Zuid-Amerika. Mijn<br />

ouders zullen me financieel ____________________________ .<br />

9 Ik wil mijn badkamer verbouwen. Kennen jullie misschien een<br />

____________________________ loodgieter? Ik heb niet zo’n goede ervaringen.<br />

10 Wie heeft de telefoon ____________________________ ? Dat was Alexander Graham<br />

Bell.<br />

11 Je mag 112 niet ____________________________ ____________________________<br />

____________________________ bellen. Je kan dan een boete krijgen.<br />

12 Via een collega ____________________________ hij ____________________________ dat zijn baas<br />

hem wilde ontslaan.<br />

13 Als ik met mijn vrouw naar het theater ga, laten we ons zoontje<br />

____________________________ ____________________________ ____________________________<br />

____________________________ bij de oppas achter.<br />

14 Op de laatste bladzijde staan ____________________________ adressen van verschillende<br />

sportclubs.<br />

Lezen Oefening 14<br />

Lees de vragen. Lees de tekst op de volgende pagina. Beantwoord de vragen.<br />

1 Hoeveel jongeren komen per jaar met hun ouders bij Bureau Weg-Wijs?<br />

a minder dan 100<br />

b 100<br />

c meer dan 100<br />

2 Wat doet Bureau Weg-Wijs?<br />

a Het helpt jongeren om een tussenjaar nuttig te besteden.<br />

b Het organiseert cursussen en opleidingen voor jongeren.<br />

c Het geeft ouders advies over hun kinderen.<br />

3 Waarom nemen jongeren een tussenjaar?<br />

a Ze hebben geen zin meer in school.<br />

b Ze willen absoluut naar het buitenland.<br />

c Ze weten nog niet welke studie ze willen gaan doen.<br />

4 Waar moet je bij vrijwilligersprojecten goed op letten?<br />

___________________________________________________________________________________________________________<br />

Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar! 19


5 Waarom vinden ouders het belangrijk dat hun kind een jaar in het<br />

buitenland gaat studeren?<br />

a Ze vinden het belangrijk voor de ontwikkeling van hun kind.<br />

b Ze kunnen dan zelf naar het buitenland gaan om hun kind te<br />

bezoeken.<br />

c Ze vinden het belangrijk dat hun kind avontuurlijk is.<br />

6 Wat betekent het woord ‘flierefluiten’ in de eerste (vetgedrukte) alinea?<br />

___________________________________________________________________________________________________________<br />

‘Werken moet je nog je hele leven’<br />

Klaar met school en dan een jaartje flierefluiten? Bureau Weg-Wijs geeft advies bij de invulling<br />

van een tussenjaar.<br />

Weg-Wijs is een bureau in Den Haag dat advies en begeleiding geeft bij studie en opleiding in het<br />

buitenland. Ze adviseren elk jaar honderden jongeren en hun ouders bij de invulling van een tussenjaar.<br />

Tijdens een anderhalf uur durend gesprek – kosten 120 euro – proberen ze samen met de<br />

jongere en zijn ouders erachter te komen wat het meest bij het kind past. ‘Waar liggen zijn interesses?<br />

Hoe zelfstandig is het kind? Kun je hem bijvoorbeeld met een gerust hart naar Zuid-Amerika<br />

laten gaan? Of moet hij maar niet te ver weg?’<br />

Het bureau ondersteunt in de zoektocht naar de meest geschikte cursus, opleiding of vrijwilligersproject.<br />

Bij het bureau komen jongeren die nog niet weten wat ze willen en daarom een tussenjaar<br />

nemen, ook om uit te vinden wat ze daarna willen gaan studeren. Of jongeren die in Zuid-Afrika of<br />

India vrijwilligerswerk willen doen omdat ze daar op vakantie geweest zijn en zo’n land veel indruk<br />

op ze heeft gemaakt. ‘Bij veel vrijwilligersprojecten moet je goed opletten: is het betrouwbaar, is<br />

het veilig voor een kind van 17, 18 jaar? En je moet je realiseren: kinderen helpen op een Afrikaans<br />

schooltje of in een weeshuis klinkt mooi, maar is vooral nuttig voor de jongere zelf, want die wordt<br />

er zelfstandig van. Je moet niet de illusie hebben dat je in een paar maanden de wereld kan veranderen.<br />

En je verdient niks, bijna altijd moet je geld meebrengen.’<br />

Sommige jongeren willen zich met een opleiding in het buitenland voorbereiden op hun studie,<br />

bijvoorbeeld aan een hotelschool of business-opleiding. Soms willen de ouders dat nog liever dan<br />

de kinderen, omdat ze vinden dat een jaartje buitenland bij de opvoeding hoort, of omdat ze zelf<br />

die kans vroeger niet hebben gehad. En natuurlijk is er de categorie feestbeesten die van hun<br />

vrienden hebben gehoord dat je zo leuk kunt uitgaan in Buenos Aires of Cambridge. Die jongeren<br />

gaan voor de lol en het avontuur.<br />

Bron: http://www.vkbanen.nl/onderwijs/746509/Werken-moet-je-nog-je-hele-leven.html<br />

Luisteren Oefening 15<br />

Lees de vragen. Luister naar de tekst. Beantwoord de vragen.<br />

1 Waarom wil Judith een tussenjaar?<br />

a Omdat ze nog niet weet wat ze wil gaan studeren.<br />

b Omdat ze haar opleiding niet leuk vindt.<br />

c Omdat ze graag een jaartje wat anders wil doen.<br />

2 Waarom vertelt Kees over de zoon van een vriend van hem?<br />

a Omdat hij wil dat zijn dochter ook zo’n ervaring opdoet.<br />

b Omdat hij niet wil dat zijn dochter zo’n ervaring opdoet.<br />

c Omdat die zoon naar het buitenland is gegaan.<br />

20 Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar!


3 Waarom wil Kees niet dat Judith een jaar alleen maar gaat werken?<br />

a Omdat dat te zwaar is.<br />

b Omdat ze haar hele leven nog moet werken.<br />

c Omdat ze nog geen diploma heeft.<br />

4 Waarom wil Judith de volgende dingen niet? Trek lijnen.<br />

kunstgeschiedenis<br />

Sydney<br />

Driebergen<br />

saai<br />

oninteressant<br />

te ver<br />

5 Waarom is Judith naar Toscane gegaan? (drie antwoorden zijn correct)<br />

a Om Italiaans te leren.<br />

b Om een gezellige tijd te hebben.<br />

c Om geld te verdienen.<br />

d Omdat ze een Italiaanse vriend heeft.<br />

e Om te ontdekken of ze echt juf wil worden.<br />

f Omdat ze naar een warm land wil.<br />

6 Wat gaat Judith in haar tussenjaar doen?<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

Lezen Oefening 16<br />

Lees de vragen. Lees de tekst Een bijzonder beroep: circusacrobaat op pagina 23.<br />

Beantwoord de vragen.<br />

1 Hoe laat moeten Horbacz en Zywiol vanavond in het circus optreden?<br />

a om ongeveer 18.00 uur<br />

b om ongeveer 20.00 uur<br />

c om ongeveer 21.00 uur<br />

d om ongeveer 22.00 uur<br />

2 Waar staat het circus Herman Renz vandaag?<br />

Purmerend<br />

B<br />

A<br />

Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar! 21


3 Waar wonen Horbacz en Zywiol?<br />

a in Purmerend<br />

b in Polen<br />

c in een caravan<br />

4 Hoe kennen Horbacz en Zywiol elkaar?<br />

a Ze kennen elkaar van school.<br />

b Ze kennen elkaar van turnwedstrijden.<br />

c Ze kennen elkaar van het circus.<br />

5 Waarom gingen Horbacz en Zywiol in het circus werken?<br />

a Omdat ze het showleven aantrekkelijk vonden.<br />

b Omdat ze niet zo goed konden turnen.<br />

c Omdat ze door Europa wilden reizen.<br />

6 Welk soort act doen Horbacz en Zywiol?<br />

A B C<br />

7 Welke kwaliteit hoeft een circusacrobaat niet te hebben?<br />

a kracht hebben<br />

b elastisch zijn<br />

c gespierd zijn<br />

d opgepompt zijn<br />

e een goed evenwichtsgevoel hebben<br />

8 Waarom trainen Horbacz en Zywiol niet meer dan een paar uur per dag?<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

9 Waarom is het geen verrassing dat Horbacz een schouderblessure heeft?<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

10 Wat betekent gezond leven voor Horbacz en Zywiol?<br />

_________________________________________________________________________________________________________<br />

22 Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar!


Een bijzonder beroep: circusacrobaat<br />

‘Blessure? Een optreden zeg je niet af’<br />

Er zijn beroepen die ons nieuwsgierig maken. De naam is misschien nog wel bekend, maar wat<br />

doet zo iemand eigenlijk? Vandaag: de circusacrobaat.<br />

Het is 6 uur ’s avonds. Over een kleine drie uur zullen de acrobaat Horbacz en z’n partner Miroslav<br />

Zywiol hun evenwichtsact opvoeren in Circus Herman Renz.<br />

Het circus begint in Purmerend z’n nieuwe show, Mystery. De vorige avond is het duo op het circusterrein<br />

aan de rand van Purmerend aangekomen met hun caravan. Horbacz (29) en Zywiol (34)<br />

kennen elkaar al sinds hun jeugd. Ze deden toen mee aan turnwedstrijden. Beiden behoorden tot<br />

de mondiale top, en wonnen meerdere Europese titels. Na hun sportcarrière trok het showleven.<br />

Sinds 2001 treden zij gezamenlijk op in circussen.<br />

Hun act is indrukwekkend. Zywiol is de ‘drager’, de kleinere Horbacz de ‘ligger’, die op hem<br />

steunt. In de onwaarschijnlijkste houdingen neemt het duo poses aan: horizontaal, verticaal of<br />

schuin – alles lukt. Na zes minuten is het afgelopen.<br />

‘Een acrobaat moet veel kracht hebben, maar ook elastisch zijn’, zegt Horbacz. ‘Daarom zijn wij<br />

wel gespierd, maar niet opgepompt zoals bodybuilders. En natuurlijk moet je een perfect evenwichtsgevoel<br />

hebben’, zegt Zywiol. Ze trainen niet zo veel, een paar uur per dag. Horbacz: ‘Met<br />

400 tot 450 optredens per jaar is langer trainen niet nodig. En rust is ook heel belangrijk.’<br />

De grootste uitdaging voor de acrobaten is het voorkomen van lichamelijk ongemak. De druk op<br />

hun spieren (armen, nek, rug, benen – zo’n beetje overal) is enorm. Door de vele optredens worden<br />

steeds dezelfde spieren zwaar belast. Dat Horbacz een schouderblessure heeft, is geen verrassing.<br />

‘Het valt nog wel mee. Ik heb eens een peesontsteking gehad. Ik kreeg toen injecties want<br />

een optreden zeg je niet af.’ Een uitgebreide warming up van 45 minuten voor het optreden is<br />

standaard.<br />

Horbacz en Zywiol waren topsporters, en zijn dat in hun werk als circusartiest nog steeds. ‘Gezond<br />

leven is heel belangrijk’, zegt Horbacz. ‘Dat betekent: goed eten en genoeg slapen. We gaan<br />

weleens na middernacht naar bed, maar vaak gebeurt dat niet.’<br />

Echt ontspannen doen ze thuis, bij hun familie in Polen. Maar eerst de toer van het circus, dat<br />

volgende week in Amsterdam staat.<br />

Bron: http://www.volkskrant.nl/archief_gratis/article1049441.ece/Blessure_Een_optreden_zeg_je_niet_af<br />

Vocabulaire Oefening 17<br />

Werk in tweetallen. Kijk naar de onderstreepte woorden in de tekst. Kunt u in het<br />

Nederlands uitleggen wat de woorden betekenen?<br />

Vul het goede woord in de goede vorm in. Kies uit de onderstreepte woorden in de tekst.<br />

1 Wat bedoelde hij ____________________________ toen hij zei dat ik niet geschikt<br />

ben voor het circusleven?<br />

2 Als je gezond eet en regelmatig beweegt, word je niet zo snel ziek. Je<br />

kent de uitdrukking wel: ____________________________ is beter dan genezen.<br />

3 Omdat Anne moet overwerken, heeft ze onze afspraak voor vanavond<br />

____________________________ .<br />

4 Toen ik in Egypte op vakantie was, vond ik de piramides erg<br />

____________________________ . Ik begrijp niet hoe ze dat vroeger zo hebben kunnen<br />

bouwen.<br />

Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar! 23


5 In het weekend wil Willem echt ____________________________ . Na een week hard<br />

werken doet hij leuke dingen met zijn gezin.<br />

6 Zullen we de vragen ____________________________ bespreken of werken jullie liever<br />

in groepjes?<br />

7 De leeuw ____________________________ ____________________________ de familie van de katachtigen.<br />

8 Ons handbalteam ____________________________ twee keer per week: op dinsdagen<br />

donderdagavond van 20.00 tot 21.30 uur.<br />

9 Mijn buurvrouw is erg ____________________________ . Ze zit meestal in haar stoel<br />

bij het raam en kijkt naar buiten.<br />

10 We gingen met de auto op vakantie. Op de heenreis stonden we na<br />

____________________________ ____________________________ ____________________________<br />

____________________________ met pech langs de snelweg.<br />

11 Omdat we nu al een drie kwartier in de file staan, is het<br />

____________________________ dat we nog op tijd op onze afspraak zullen komen.<br />

12 Als je je been hebt gebroken, mag je dat been een aantal weken niet<br />

____________________________ .<br />

13 Voor hem is het beklimmen van de Mont Blanc een nieuwe<br />

____________________________ . Hij heeft nog nooit zo’n hoge berg beklommen.<br />

14 Op het journaal was een ____________________________ verslag van het bezoek van<br />

de Amerikaanse president aan Nederland. Dit item duurde wel vijftien<br />

minuten.<br />

15 De toren van Pisa staat ____________________________ omdat hij is verzakt.<br />

Spreken Oefening 18<br />

Werk in groepjes van drie. Bespreek onderstaande vragen.<br />

1 Bent u weleens in een circus geweest of hebt u weleens een circusvoorstelling<br />

op televisie gezien? Wat vond u daarvan?<br />

2 Welke circusact vindt u het meest bijzonder? Waarom?<br />

3 Kunt u een voorbeeld geven van een acrobatenact?<br />

4 Welke kwaliteiten moet een goede acrobaat hebben?<br />

5 Bestaat het circus ook in uw land?<br />

24 Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar!


Lezen en spreken Oefening 19<br />

Drie mensen vertellen over hun extreme hobby.<br />

Werk in groepjes van drie. Elke cursist krijgt één tekst.<br />

Lees uw tekst. Onderstreep maximaal 10 kernwoorden in de tekst. Vertel uw medecursisten<br />

wat u hebt gelezen op basis van deze kernwoorden.<br />

Bespreek tot slot de volgende vragen:<br />

1 Wat vindt u van deze hobby’s?<br />

2 Welke vindt u het extreemst? Waarom?<br />

3 Hebt u zelf een bijzondere hobby (gehad)?<br />

Vocabulaire Oefening 20<br />

• Mijn moeder is bang voor spinnen.<br />

• Morgen moet ik een presentatie geven in het Engels. Dat vind ik spannend.<br />

• De eerste keer raften was eng. Het was nog enger toen we de eerste keer omsloegen.<br />

Werk in tweetallen. Stel elkaar onderstaande vragen. Geef ook een motivatie voor uw<br />

antwoord (Waarom wel, waarom niet?).<br />

1 Vindt u het spannend om parachute te springen?<br />

2 Vindt u het eng om in het donker alleen op straat te lopen?<br />

3 Bent u bang voor muizen?<br />

4 Wat vindt u spannend?<br />

5 Wat vindt u eng?<br />

6 Voor welke dingen bent u bang?<br />

Spreken Oefening 21<br />

Werk in groepjes van drie. Beantwoord onderstaande vragen.<br />

1 Welk beroep oefent / oefende uw vader uit?<br />

2 Wat wilde u vroeger worden?<br />

3 Wat vindt u geschikte kleding voor een bruiloft?<br />

4 Welke droom hebt u?<br />

5 Wat doet u op dit moment?<br />

6 Wat of wie heeft een grote indruk op u gemaakt?<br />

7 Vindt u het belangrijk om carrière te maken? Geef twee argumenten.<br />

8 Hoe ziet u uw toekomst?<br />

9 Hoe probeert u te voorkomen dat u ziek wordt? Noem twee punten.<br />

10 Waarom emigreren Nederlanders? Noem twee redenen.<br />

11 Wat vindt u het moeilijkst van de Nederlandse taal? Waarom?<br />

12 Hoe bereidt u zich op de lessen voor? Noem twee punten.<br />

Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar! 25


13 Wilt u een jaartje flierefluiten? Waarom?<br />

14 Hebt u een strenge opvoeding gehad? Illustreer uw antwoord met een<br />

voorbeeld.<br />

15 Vindt u Nederlanders nieuwsgierig? Waarom?<br />

16 U ziet onderstaande aankondiging in een krantje. Een vriend houdt erg<br />

van het circus. U belt hem op. Wat zegt u?<br />

Circus<br />

zaterdag 12 december<br />

t/m zondag 20 december<br />

aanvang 13.00 uur<br />

entree 30 euro<br />

Luisteren Oefening 22<br />

U gaat luisteren naar het liedje De meeste dromen zijn bedrog van Marco Borsato.<br />

A Beantwoord onderstaande vragen.<br />

1 Wat betekent de titel van het liedje?<br />

2 Vindt u ook dat de meeste dromen bedrog zijn? Waarom?<br />

3 Waar zal het liedje over gaan, denkt u?<br />

B Luister naar het liedje en maak de tekst compleet.<br />

Steeds als ik je zie lopen<br />

dan gaat de hemel een klein ____________________________ open.<br />

Sterren, je laat ze verbleken<br />

met je ____________________________ die altijd stralen.<br />

Jij kan de ____________________________ laten schijnen<br />

want je loopt langs en de wolken verdwijnen<br />

en als je lacht, lacht heel de wereld mee.<br />

(refrein)<br />

26 Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar!


De meeste dromen zijn bedrog<br />

maar als ik ____________________________ word naast jou dan droom ik nog.<br />

Ik voel je adem en zie je gezicht<br />

je bent een ____________________________ die naast me ligt.<br />

Je kijkt me aan en rekt je uit<br />

een keer in de zoveel ____________________________ komen dromen uit!<br />

Jij moet me een ding beloven<br />

laat me nog ____________________________ in mijn dromen geloven.<br />

Zelfs als je even niet hier bent<br />

blijf in mijn ____________________________ dan bij me.<br />

En als de zon weer gaat schijnen<br />

laat dan dat beeld wat ik heb ____________________________ verdwijnen.<br />

Als je zou gaan, neem je mijn dromen mee.<br />

(refrein)<br />

De meeste dromen zijn bedrog<br />

maar als ik ____________________________ word naast jou dan droom ik nog.<br />

Ik voel je adem en zie je gezicht<br />

je bent een ____________________________ die naast me ligt.<br />

Je kijkt me aan en rekt je uit<br />

een keer in de zoveel ____________________________ komen dromen uit!<br />

Ooh jij kan de ____________________________ laten schijnen<br />

want je loopt langs en de wolken verdwijnen.<br />

En als je lacht, lacht heel de wereld mee.<br />

(refrein)<br />

C<br />

Waar gaat het liedje over?<br />

Thema 1 Studie en beroep: Maak je dromen waar! 27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!