12.07.2015 Views

Inkijkexemplaar - NT2.nl

Inkijkexemplaar - NT2.nl

Inkijkexemplaar - NT2.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

InhoudVoorwoord bij de herziene uitgave 7Les 1 Zin, woord, letter 9Les 2 De persoon 13Les 3 Zinnen maken (1) 17Les 4 Meervoud van de persoon 20Les 5 Hij, het, je, we, ze 23Les 6 Het meervoud van mensen en dingen (1) 26Les 7 Het meervoud van mensen en dingen (2) 30Les 8 Uitzonderingen 33Les 9 De persoon met het werkwoord 36Les 10 Meer werkwoorden 39Les 11 Zijn en hebben 44Les 12 Vraagzinnen 47Les 13 De, het of een? 50Les 14 Verkleinwoorden 54Les 15 Voorzetsels 58Les 16 Dit, dat, deze, die, welk, welke 62Les 17 Mijn boek, jouw boek 67Les 18 Niet / geen 70Les 19 Van jou, van mij 72Les 20 Een dik boek, dikke boeken 76Les 21 Dik, dikker, het dikst 79Les 22 Getallen 82Les 23 Zinnen maken (2) 87Les 24 Mogen, willen, kunnen, zullen, moeten, komen 90Les 25 Staan te wachten 93Les 26 Opbellen, tegenkomen 97Les 27 Heb gewoond, ben gekomen 101Les 28 Gewoond, gewerkt: d of t? 104Les 29 Woonde, werkte 109Les 30 Zag, dacht 113Les 31 Krijgen – kreeg – gekregen 117Les 32 Bieden – bood – geboden 120Les 33 Beginnen – begon – begonnen 123Les 34 Vragen – vroeg – gevraagd 127


Les 35 Blazen – blies – geblazen 111Les 36 Zitten – zat – gezeten 135Les 37 Zich herinneren, zich vervelen 140Les 38 En /of /want/maar 144Les 39 Omdat ... 146Les 40 Als, toen 150Antwoorden 153Bijlage 1 Onregelmatige werkwoorden 173Bijlage 2 Werkwoorden en werkwoordelijke uitdrukkingen met eenvast voorzetsel 178Bijlage 3 De meest gebruikte het-woorden 187


Les 1Zin, woord, letterZinnen:De docent staat voor de klas.De cursist zit op een stoel.Zinsdelen:De docent / staat / voor de klas.De cursist / zit / op een stoel.Een zin bestaat uit zinsdelen.Les 1 Zin, woord, letter9


Woorden:de docentde cursiststaatzitvooropde klaseen stoelEen woord bestaat uit letters.Letters van het alfabet:a - b - c - d - e - f - g - h - i - j - k - l - m - n - o - p - q - r - s - t - u - v -w - x - y - z.• a - e - i - o - u - y: klinkers• b - c - d - f - g - h - j - k - l - m - n - p - q - r - s - t -v - w - x - z: medeklinkers• au - ei - eu - ie - oe - ou - ui - ij: tweeklankenhet alfabet in schrijfletters:a, b, c, d, e, f, g, h, i, j, k, l, m, n, o, p, q, r, s, t, u, v, w, x, y, z.het alfabet in HOOFDLETTERS:A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U -V - W - X - Y - Z.10 Eenvoudige basisgrammatica NT2


Oefening 1Verdeel de zinnen in drie zinsdelen.Voorbeeld: De docent / staat / voor de klas.1 De cursist staat voor het bord.2 De docent zit op een stoel.3 Het kind speelt met een bal.4 Het boek ligt op de tafel.Oefening 2Letter, woord of zin?Voorbeeld: m == letter, woord, zin1 naam = letter, woord, zin2 n = letter, woord, zin3 Ik heet Jenny. = letter, woord, zin4 heet = letter, woord, zin5 h = letter, woord, zin6 Jenny = letter, woord, zin7 hoofdletter = letter, woord, zin8 l = letter, woord, zinOefening 3Vul in:1 a, b, c, , e, f, g,h, i, , k, l, , n, o, pq, , s, t, , v, ,x, y, z.2 Nu het hele alfabet: a, b, c,3 Leer het alfabet uit het hoofd.Les 1 Zin, woord, letter11


Oefening 4Wat komt eerst in het woordenboek?Voorbeeld: docent / cursist (de c staat in het alfabet voor de d)1 raam / staan2 been / een3 ziek / tien4 lamp / lam5 blok / bol6 boom / bos7 kat / tak8 arm / aard9 ook / rook10 bloem / aarde12 Eenvoudige basisgrammatica NT2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!