DE ANESTHESIOLOGENDAGEN 2012 Thema: Solo of Samen
DE ANESTHESIOLOGENDAGEN 2012 Thema: Solo of Samen
DE ANESTHESIOLOGENDAGEN 2012 Thema: Solo of Samen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nieuwsbrief van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie nr. 2 <strong>2012</strong><br />
<strong>DE</strong> <strong>ANESTHESIOLOGENDAGEN</strong> <strong>2012</strong><br />
<strong>Thema</strong>: <strong>Solo</strong> <strong>of</strong> <strong>Samen</strong>
COLOFON<br />
INHOUD jaargang 8 • nummer 2 • mei <strong>2012</strong><br />
Redactieraad<br />
J.W. Kallewaard<br />
C.J. van Oort<br />
mw. P.L.T. Liem<br />
Redactie<br />
Sandra Gijtenbeek<br />
Tekstcorrectie<br />
INDIGO TEKST<br />
Judith van Oudheusden<br />
Druk<br />
Graficiënt Printmedia, Almere<br />
De NVA Nieuwsbrief is een <strong>of</strong>ficieel<br />
orgaan van de Nederlandse<br />
Vereniging voor Anesthesiologie en<br />
wordt maximaal zesmaal per jaar<br />
gratis aan de leden toegestuurd.<br />
Deadline inzenden kopij voor<br />
volgende Nieuwsbrief:<br />
17 september <strong>2012</strong><br />
Nederlandse Vereniging voor<br />
Anesthesiologie<br />
opgericht 24 april 1948<br />
Bureau NVA<br />
Mercatorlaan 1200<br />
3528 BL Utrecht<br />
Correspondentieadres<br />
Postbus 20063<br />
3502 LB Utrecht<br />
Telefoon<br />
Algemeen nummer: 030 282 3385<br />
(zie achterzijde voor meer nummers)<br />
Fax<br />
030 282 3856<br />
Voorwoord4<br />
De Anesthesiologendagen <strong>2012</strong> 5-14<br />
Reacties naar aanleiding van artikel uit de anesthesioloog nr 1: 16<br />
‘Nieuwe ontwikkelingen eisen pr<strong>of</strong>essionele opzet van de vereniging’<br />
‘NVA ontwikkelt samen met NIV nieuw medisch pr<strong>of</strong>iel: de ziekenhuisarts 18<br />
Hans Knape<br />
‘Ik zou het zo weer doen’ 24<br />
Interview met Hans Pöll over zijn promotieonderzoek<br />
Mèrie van der Rijt<br />
JURIDISCH<br />
Mij overkomt het niet14<br />
Eva Koetsier & Ludmilla Garmers, Juridische Commissie<br />
KWALITEIT<br />
‘Deze pr<strong>of</strong>essionaliseringsslag maken we niet met medisch specialisten alleen’ 22<br />
Interview met Hans van Breugel en Christiaan Keijzer<br />
Mèrie van der Rijt<br />
WETENSCHAP<br />
Een idee dat nooit zou werken20<br />
Bert Mik<br />
GESCHIE<strong>DE</strong>NIS<br />
Hoe de lachgas narcose in Nederland kwam26<br />
Marten van Wijhe, Commissie Geschiedenis<br />
OPLEIDING<br />
KNMG Carrierebeurs: Veel belangstelling voor anesthesie19<br />
WAT VER<strong>DE</strong>R TER TAFEL KOMT<br />
Promoties 27<br />
Overleden<br />
Nieuwe medewerker<br />
kalender24<br />
E-mail:<br />
nva@anesthesiologie.nl<br />
Website<br />
www.anesthesiologie.nl<br />
© Nederlandse Vereniging<br />
voor Anesthesiologie, <strong>2012</strong><br />
Niets uit deze uitgave mag worden<br />
verveelvoudigd en/<strong>of</strong> openbaar worden<br />
gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder<br />
voorafgaande schriftelijke toestemming van<br />
de redactie.<br />
2 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
3
oorwoord<br />
<strong>Solo</strong> <strong>of</strong> <strong>Samen</strong><br />
Geachte collegae,<br />
De Anesthesiologendagen <strong>2012</strong> staan weer voor de deur! Op 10 en 11 mei zullen de zalen van het Maastrichtse<br />
MECC weer gevuld zijn met voornamelijk anesthesiologen uit het hele land. Het Organiserend Comité heeft dit<br />
jaar als thema <strong>Solo</strong> en <strong>Samen</strong> gekozen. Daar waar mogelijk zal dit thema door het programma verweven zijn<br />
waarbij iedere sectie, commissie <strong>of</strong> spreker zijn eigen interpretatie hieraan mag geven. Zo valt er te denken aan<br />
teamwerk met andere disciplines, solo werken <strong>of</strong> juist samen praktijk draaien met een Nurse Practisioner, mono<br />
medicatie <strong>of</strong> een combinatie van geneesmiddelen en wellicht technieken. Dit thema kan in ons vak makkelijk zijn<br />
bestemming vinden.<br />
In deze de anesthesioloog laten enkele secties en commissies van de NVA u al kennismaken met de inhoud van<br />
hun programma. Handig om zo een keuze te maken tussen de diverse parallelsessies. Tijdens deze Anesthesiologendagen<br />
vraagt het bestuur u ook om mee te discussiëren over actuele onderwerpen die ons als anesthesioloog<br />
direct aangaan. Na de plenaire sessies op donderdag en vrijdag is er tijd en ruimte om in debat te gaan met experts<br />
en elkaar. Onderwerpen die op dat programma staan zijn bijvoorbeeld de Taakverschuiving en Taakherschikking<br />
in ons vak alsmede de nieuwe richtlijn Sedatie en de organisatie hieromtrent in uw ziekenhuis. De Pr<strong>of</strong>essor<br />
Vermeulen-Cranch lezing wordt uitgesproken door R. Stienstra op donderdagochtend en Pr<strong>of</strong>.dr. F.J.P.M. Huygen<br />
verzorgt de State <strong>of</strong> the Art Lecture op vrijdagochtend. Laat u vast inspireren door een fractie van het programma<br />
en graag tot ziens in Maastricht!<br />
Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie<br />
a n e s t h e s i o l o g e n d a g e n<br />
10 - 11 mei <strong>2012</strong><br />
www.anesthesiologie.nl<br />
Elise Sarton<br />
Maastrichts Expositie & Congrescentrum<br />
MECC Maastricht<br />
4 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
5
<strong>ANESTHESIOLOGENDAGEN</strong> <strong>2012</strong><br />
Sectie Pijngeneeskunde<br />
Donderdag 10 mei 13.45-14.45 uur<br />
Auditorium 2<br />
Geïnspireerd door het thema ‘solo en samen’ heeft de Sectie Pijngeneeskunde twee<br />
sprekers uitgenodigd die hoogstaande informatie kunnen inbrengen op het gebied<br />
van neuromodulatie, een bij uitstek multidisciplinaire behandeling. De eerste spreker,<br />
Robert M. Levy, zal uiteenzetten welke indicatiegebieden er zoal zijn buiten<br />
chronische pijn. Liong Liem, de tweede spreker, zal zich meer richten op de modulatie<br />
van pijn.<br />
De beginselen, neurologische doelen en mechanismen van ruggenmergstimulatie,<br />
Robert M. Levy<br />
Neuromodulatie heeft sinds de klinische introductie in de jaren zestig een enorme<br />
groei doorgemaakt. Na een aarzelend begin in Nederland vindt de behandeling inmiddels<br />
plaats in vele pijnbehandelcentra. Zowel preklinische als klinische studies<br />
wijzen erop dat neurostimulatie van de motorische cortex, het ruggenmerg, de perifere<br />
zenuwen en het dorsale wortel ganglion significante pijnvermindering geeft.<br />
Robert M. Levy zal zowel ingaan op de basisprincipes en doelen van neuromodulatie,<br />
als op de consequenties van de techniek voor de anesthesiologische perioperatieve<br />
praktijk. Ook zal stil worden gestaan bij het groeiende indicatiegebied voor<br />
neuromodulatie bijvoorbeeld bij spasticiteit, neurodegeneratieve en psychiatrische<br />
aandoeningen, epilepsie, gastrische disfunctie en obesitas.<br />
Nieuwe technieken in ruggenmergstimulatie, Liong Liem<br />
Bij de meest gebruikte en bewezen techniek van ruggenmergstimulatie worden<br />
elektroden boven de dorsale strengen van het ruggenmerg geplaatst. Met deze elektroden<br />
wordt getracht paresthesieën op te wekken in dat deel van het lichaam waar<br />
de pijn zich manifesteert. Technieken die andere doelen stimuleren zoals perifere<br />
zenuwen en het spinale ganglion kunnen op steeds meer belangstelling rekenen.<br />
Dit geldt ook voor hoogfrequente neurostimulatie waarbij de patiënt geen paresthesieën<br />
voelt. Naast uitleg over deze nieuwe technieken zal Liong Liem de eerste<br />
veelbelovende resultaten van prospectieve studies presenteren naar Dorsal Root<br />
Ganglion (DRG)-stimulatie uitgevoerd in twee Nederlandse pijncentra en geeft hij<br />
een overzicht van wetenschappelijk onderzoek en de toekomstige onderzoeksagenda.<br />
Nederlands Gezelschap voor Neuro-Anesthesiologie<br />
Donderdag 10 mei 1345-14.45 uur<br />
zaal 2.1<br />
Robert Levy is<br />
ho<strong>of</strong>dredacteur van het<br />
blad Neuromodulation<br />
en mededirecteur van<br />
het Shands Jacksonville<br />
Neuroscience Institute van<br />
het University <strong>of</strong> Florida<br />
College <strong>of</strong> Medicine in<br />
Jacksonville, Verenigde<br />
Staten. Aan dit instituut<br />
bekleedt hij tevens de<br />
functies van hoogleraar<br />
en voorzitter van de<br />
afdeling Neurochirurgie.<br />
Liong Liem is als<br />
anesthesioloog en<br />
pijnbehandelaar<br />
verbonden aan de<br />
multidisciplinaire<br />
pijnkliniek van het St.<br />
Antonius Ziekenhuis in<br />
Nieuwegein. Hij heeft<br />
uitgebreide ervaring in<br />
ruggenmergstimulatie<br />
en neuro-implanteerbare<br />
technieken voor<br />
spasticiteit en pijn.<br />
Dr. Liem werd in 2002<br />
verkozen tot eerste<br />
voorzitter van the Benelux<br />
Neuromodulation Society<br />
(BNS), waarvan hij één<br />
van de oprichters is. Sinds<br />
2006 is hij beschermheer<br />
van de INS executive<br />
board.<br />
Bloeddrukmanagement in de Neuroanesthesie<br />
Dit is het centrale thema van de sessie van het Nederlands Gezelschap voor Neuroanesthesiologie tijdens de Anesthesiologendagen.<br />
De uitdagingen zijn duidelijk: een te lage bloeddruk bedreigt de perfusie van de hersenen, maar<br />
wat zijn de effecten van vasoconstrictoren op de hersenperfusie? Is de flow niet belangrijker dan de bloeddruk?<br />
En andersom: een te hoge bloeddruk is - zeker perioperatief - ook ongewenst: het risico op bloeding en oedeem is<br />
aanwezig. Maar hoe moet je de bloeddruk dan het beste verlagen, zonder dat deze middelen de intracraniële druk<br />
beïnvloeden. Onze twee sprekers zullen onder voorzitterschap van pr<strong>of</strong>. Absalom proberen een antwoord te geven<br />
op hoe de bloeddruk voor de neurochirurgische patiënt het beste gemanaged moet worden. Gezien ook buiten de<br />
neurochirurgische OK de hersenperfusie van enig belang is, zal deze sessie zeker ook interessant zijn voor collega’s<br />
die niet in een neurochirurgisch centrum werken. Wij hopen daarom ook op grote belangstelling.<br />
Sectie Cardio-Anesthesiologie<br />
Donderdag 10 mei 14.50-15.50 uur<br />
Auditorium 2<br />
Mechanische ondersteuning van de circulatie: een toenemend verschijnsel<br />
In Nederland lijden ongeveer 130.000 mensen aan hartfalen en de verwachting is dat dit aantal de komende jaren<br />
fors toe zal nemen. Voor een klein deel van deze groep is harttransplantatie de enige behandeloptie. Het aanbod<br />
van donorharten is echter klein en onvoorspelbaar, vandaar dat vanaf 2000 bij deze patiënten langdurige mechanische<br />
ondersteuning van de circulatie wordt toegepast als ‘bridge-to-transplant’. Dit gebeurt met een geïmplanteerd<br />
apparaat (LVAD) dat in serie met het linkerventrikel wordt geplaatst en dat in staat is de volledige cardiac output<br />
te verzorgen. In 2010 besloot de U.S. Food and Drug Administration (FDA) de indicatie voor deze apparaten te<br />
verruimen tot ‘destination therapy’. Ook patiënten die niet voor een transplantatie in aanmerking komen, kunnen<br />
daardoor onder bepaalde voorwaarden van een LVAD worden voorzien. Het aantal LVAD-implantaties is sindsdien<br />
in de Verenigde Staten flink toegenomen.<br />
Gaan wij deze ontwikkeling in Nederland ook doormaken? De Sectie Cardio-Anesthesiologie bespreekt tijdens<br />
haar sessie het thema: ‘Mechanische ondersteuning van de circulatie: een toenemend verschijnsel’.<br />
Diederik van Dijk (anesthesioloog-intensivist) zal spreken over ‘Cardiac Output uit het stopcontact’ en belicht<br />
daarbij met name de IC-behandeling van LVAD-patiënten. Eveline Sukkel (Nurse practitioner CTC) heeft veel<br />
ervaring in de nazorg voor LVAD-patiënten en zal hiervan in de voordracht ‘Steunhartpatiënt: van IC tot bed en<br />
breakfast’ een overzicht geven. Ten slotte zal Jan van Klarenbosch (anesthesioloog) ingaan op de aspecten die een<br />
rol spelen wanneer deze patiënten een niet-cardiale operatie moeten ondergaan, titel: ‘Anesthesie bij steunhart:<br />
kan dat zomaar?’<br />
Gezien het geschetste toekomstperspectief, is de sessie niet alleen interessant voor cardio-anesthesiologen, maar<br />
zeker ook voor algemeen anesthesiologen. We zien u dan ook graag allen tijdens de Anesthesiologendagen!<br />
Sectie Obstetrische Anesthesie<br />
Donderdag 10 mei 16.15-17.15 uur<br />
zaal 2.1<br />
Biologische effecten van lachgas: feiten en mythen, Pr<strong>of</strong>. dr. dr. M.W. Hollmann<br />
Everything you always wanted to know about N 2<br />
O, but were afraid to ask<br />
Lachgas leek zo goed als verdwenen uit de Nederlandse ziekenhuizen. Uit onverwachte hoek komt echter hernieuwde<br />
belangstelling voor het toepassen van lachgas/zuurst<strong>of</strong>mengsels: verloskundigen zien daarin namelijk<br />
een kans om aan de toenemende vraag van pijnbestrijding tijdens de partus te voldoen, zonder dat overname door<br />
de tweede lijn noodzakelijk is.<br />
Maar wie gebruikt er nog lachgas op de OK, en hoe is het gesteld met de lachgaskennis van de jonge generatie<br />
collega’s? Hoe staat het met de risico’s van lachgas, voor gebruikers en omstanders?<br />
De Sectie Obstetrische Anesthesie heeft pr<strong>of</strong>essor Hollmann bereid gevonden om zijn meest actuele kennis over<br />
lachgas met ons te delen. Hij beantwoordt al uw vragen, zodat u weer goed geïnformeerd met lachgas aan de<br />
slag zou kunnen gaan in uw ziekenhuis en ook de afdeling verloskunde kunt bijpraten over alle nieuwe ontwikkelingen.<br />
6 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
7
<strong>ANESTHESIOLOGENDAGEN</strong> <strong>2012</strong><br />
Concilium Anaesthesiologicum<br />
vrijdag 11 mei 11.40-12.40 uur<br />
zaal 2.1<br />
Van meester naar opleidingsgroep: educational governance anno <strong>2012</strong><br />
Stel, je bent anesthesioloog (= meester), je houdt van je vak en vindt het leuk en belangrijk dit aan toekomstige<br />
collegae te leren. Dan lijkt het vrij simpel: tel daar een gemotiveerde aiost bij op die je vijf jaar lang<br />
begeleidt en het eindproduct is een nieuwe vakbekwame anesthesioloog. Waarom werkt het zo niet (meer)?<br />
De opleiding verandert. Concentratie van opleidingsplaatsen, toenemende complexiteit van het vak, differentiatie<br />
in stages, individuele opleidingsplannen en tegelijkertijd blijft het noodzakelijk om de continuïteit<br />
binnen de opleiding te waarborgen.<br />
Opleiden – een vak apart?<br />
Tijdens de sessie van het Concilium Anaesthesiologicum wordt deze problematiek uitgelicht en worden<br />
handvatten geboden voor het organiseren van de opleiding anno <strong>2012</strong>. Hierbij komen aspecten aan de orde<br />
die zowel voor aios als voor de opleiders van belang zijn: verantwoordelijkheden, competenties, stimuleren<br />
en beoordelen. Bovendien zal pr<strong>of</strong>essionalisering van de opleidingsinrichting en de opleidingsgroep ‘als<br />
achilleshiel van innovatie en kwaliteit’ aan de orde komen. Ter afsluiting wordt een vooruitblik gegeven op<br />
actuele landelijke opleidingsontwikkelingen zoals internationalisering van de examensystematiek (ESA), de<br />
MMV-werkgroep pr<strong>of</strong>essionalisering opleiders (POP) en de organisatie die de MSRC zal opvolgen: RGS.<br />
De aansluitende discussie biedt naast bovengenoemde onderwerpen ook ruimte voor het bespreken van individuele<br />
problematiek.<br />
De negatieve kant van optimisme – Anique de Bruin, PhD<br />
Denkt u eens terug aan de laatste keer dat u een diagnose stelde. Hoe zeker bent u van die diagnose? Onderzoek<br />
laat zien dat artsen, net als bijvoorbeeld docenten, beleggers en managers, de adequaatheid van hun eigen handelen<br />
regelmatig overschatten. Te optimistische zelfinschattingen blijken universeel; ze overkomen zowel ervaren<br />
artsen als medisch studenten. Zelfoverschatting kan echter desastreuze gevolgen hebben, aangezien het vaak tot<br />
diagnostische fouten leidt. In deze presentatie zal ik ingaan op de oorzaken van zelfoverschatting in medisch<br />
diagnostisch redeneren en zal ik een aantal eenvoudige methoden beschrijven om zelfoverschatting te herkennen<br />
en te reduceren.<br />
Sectie Kinderanesthesiologie<br />
Vrijdag 11 mei 14.45-15.45 uur<br />
zaal 2.1<br />
<strong>Solo</strong> en toch samen, kan dat?<br />
De anesthesioloog werkt weliswaar in een maatschap <strong>of</strong> een vakgroep en vrijwel altijd in teamverband, maar toch<br />
werkt hij/zij als specialist vaak solistisch en wordt in de ‘k<strong>of</strong>fiekamer’ een-op-een de casuïstiek van de dag besproken.<br />
Daarna gaan we verder, patiënten komen en gaan en programma’s worden afgewerkt.<br />
Anesthesie is erg veilig, omdat we een hoop complicaties vroeg herkennen en goed kunnen verhelpen. Hierdoor<br />
komen ernstige anesthesiologische complicaties maar sporadisch voor en bij kinderen (gelukkig) nog minder dan<br />
bij volwassenen. We hebben bedacht samen complicaties te registreren, zodat we, als er zich toch een ernstige<br />
complicatie voordoet, inzicht kunnen krijgen in de oorzaken en in mogelijke maatregelen om herhaling te voorkomen.<br />
Wat is de beste manier om complicaties te registreren? Kan het registreren van anesthesiologische <strong>of</strong><br />
perioperatieve complicaties voor anesthesie aan kinderen in Nederland zinvol zijn? Zo ja, hoe dan? Want hoewel<br />
je SOLO registreert, wil je er toch SAMEN wijzer van worden, niet?<br />
Commissie kwaliteit<br />
vrijdag 11 mei 13.40-14.40 uur<br />
zaal 2.1<br />
Nieuw risicomodel voor de anesthesiologie<br />
Voorzitter: Christiaan Keijzer / Sprekers: André Wolff, Bas van Praagh, Martin Bucx en Christiaan Keijzer<br />
De Commissie Kwaliteit heeft zich onder andere ten doel gesteld de komende jaren een nieuw risicomodel voor<br />
de anesthesiologie te ontwikkelen. Momenteel volgen wij de ASA-classificatie op basis van comorbiditeit. De<br />
Commissie wil onderzoeken <strong>of</strong> de zorg voor patiënten in het ziekenhuis, in samenwerking met de snijdende specialismen,<br />
beter te registreren is. Betere registratie kan vervolgens gecorreleerd worden aan de uiteindelijke zorguitkomst.<br />
Pas als de hele keten van zorg adequaat geregistreerd is, kan iets zinnigs gezegd worden over het aandeel<br />
van anesthesiologisch beleid in allerhande complicaties die nu als heelkundig aangeduid worden. Denk daarbij aan<br />
postoperatieve infecties, waarbij anesthesie zeker een rol zou kunnen spelen. Aansluitend kan bij een dergelijke<br />
registratie gekeken worden welke factoren in de patiëntenzorg bepalend zijn voor de zorguitkomst.<br />
Tijdens de sessie op de Anesthesiologendagen besteedt de Commissie Kwaliteit aandacht aan de huidige en toekomstige<br />
complicatieregistraties en aan de afwikkeling van claims binnen de anesthesiologie in de afgelopen jaren.<br />
Daarnaast zal collega Bucx u iets vertellen over de toekomst van onze preoperatieve screening, waarbij meer<br />
aandacht voor patiënten met een hoog perioperatief risico gewenst is en voor laagrisico-patiënten mogelijk andere<br />
modellen ontwikkeld moeten worden. Tot slot discussiëren wij graag samen met u over de ontwikkeling van het<br />
nieuwe risicomodel.<br />
Commissie Richtlijnen en Indicatoren<br />
vrijdag 11 mei 14.45-15.45 uur<br />
Auditorium 2<br />
Levend(ig)e richtlijn, maar een dood(s) protocol?<br />
Voorzitter:Anke Schuurhuis / Sprekers:Anke Schuurhuis, Tammo Brouwer en Ankie Koopman<br />
Een "Evidence Based"-richtlijn van twee- tot vijfhonderd bladzijden vertalen naar een lokaal protocol van één à<br />
twee A4’tjes, ga er maar aanstaan. Met het NVA-protocollenplatform gaat u elkaar kant en klare protocollen bieden,<br />
waar u vervolgens zelf uit kunt kiezen. Standaardisatie van werkwijzen, uiteraard na discussie over de zin en<br />
onzin van een specifieke aanpak, kan de kwaliteit van de anesthesiologische zorg alleen maar verbeteren. Discussieer<br />
hierover mee bij de sessie van de Commissie Richtlijnen en Indicatoren!<br />
8 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
9
<strong>ANESTHESIOLOGENDAGEN</strong> <strong>2012</strong><br />
Sectie Intensive Care<br />
vrijdag 11 mei 16.05-17.05<br />
Auditorium 2<br />
Communicatie op de intensive care<br />
Communicatie wordt de komende jaren de grote uitdaging in de gezondheidszorg. Door grotere differentiatie van<br />
de medisch specialist en de toenemende groep parttime werkende artsen is het aantal overdrachtsmomenten en het<br />
aantal communicatielijnen sterk aan het toenemen.Voor de intensivist wordt communicatie met collega specialisten<br />
van toenemend belang. Meningsverschillen en conflicten over te voeren beleid en indicatie tot ingrijpen liggen<br />
op de loer.<br />
Tijdens de Anesthesiologendagen wordt in de sessie van de Sectie Intensive Care sessie nader ingegaan op vraagstukken<br />
die hier op betrekking hebben. Is het aandachtsgebied volwassen genoeg om hiermee om te gaan? Verkeizen<br />
we de aanvliegroute via een basis specialisme <strong>of</strong> insufficiënt? Kunnen we leren van de anesthesie? Is een<br />
dagelijks MDO voldoende om met consulenten te communiseren?<br />
Commissie Kwaliteitsvisitatie<br />
Vrijdag 11 mei 16.05-17.05 uur<br />
zaal 2.1<br />
Eigen verantwoordelijkeheid in nieuw visitatiemodel<br />
De Commissie Kwaliteitsvisitatie (CKV) worstelt al enige tijd met het huidige model voor kwaliteitsvisitaties. Het<br />
model dat vanaf 1991 wordt gebruikt toetst sterk op de structuur van de organisatie en op randvoorwaarden. Destijds<br />
waren dit belangrijke elementen in de kwaliteitsverbetering van de anesthesiologische zorg. Het huidige visitatiemodel<br />
is inmiddels drie keer bij alle maatschappen toegepast en lijkt aan kracht te hebben ingeboet. In maart<br />
2011 is daarom, als onderdeel van het strategisch beleidsplan, het project “Kwaliteitsvisitatie Nieuwe Stijl” gestart.<br />
Centraal in het nieuwe visitatiemodel staat de eigen verantwoordelijkheid van de anesthesioloog. De visitatiecommissie<br />
wil geen visitatiepolitie zijn, maar het bewustwordingsproces bevorderen dat de vakgroep zélf verantwoordelijk<br />
is voor de kwaliteit, ook om de inmenging van inspectie, zorgverzekeraars en raden van bestuur te pareren.<br />
Het model gaat uit van het vermogen van de vakgroepen aan hun eigen verdere ontwikkeling te werken.<br />
Of de tijd rijp is voor deze vernieuwing en wat de nieuwe manier van visiteren in de praktijk betekent, daar hopen<br />
we met u over te kunnen discussiëren in het laatste uurtje voor de fileborrel.<br />
Sprekers zijn de voorzitter van de CKV Carel Doreleijers, die onlangs Floor Haak opvolgde, en beleidsmedewerker<br />
Hans van Breugel.<br />
CASA<br />
Vrijdag 11 mei 12.40-13.40 uur<br />
Auditorium 1<br />
‘Zonder twijfelen koos ik voor de Anesthesiologie.’<br />
(Anna Enquist)<br />
Op het scherp van de snede,<br />
op het heetst van de naald!<br />
De CASA presenteert:<br />
een gesprek met de schrijfster van De verdovers<br />
10 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
11
<strong>ANESTHESIOLOGENDAGEN</strong> <strong>2012</strong><br />
Prijsuitreikingen <strong>2012</strong><br />
Vrijdag 11 mei<br />
10.00 - 10.15 uur<br />
Auditorium 1<br />
Uitreiking beste voodracht aios <strong>2012</strong><br />
In een voorselectie zijn door het organiserend comité de vier beste abstracts geselecteerd. De vier<br />
auteurs van de verkozen abstracts houden op donderdag 10 mei om 13.45 uur (parellelsessie 10. zaal 0.5) een<br />
vrije voodracht. De aios die de beste voodracht houdt ontvangt de prijs voor de beste voordacht aios <strong>2012</strong>.<br />
Uitreiking prijs beste artikel Nederlands Tijdschrift voor Anesthesiologie in 2011<br />
De redactie van het NTvA selecteert het beste artikel uit alle artikelen die gepubliceerd zijn in het<br />
NTvA 2011. Christa Boer, ho<strong>of</strong>dredacteur van het NTvA, zal de keuze bekendmaken en toelichten.<br />
Toekenning Young Investigator Grant <strong>2012</strong><br />
De Commissie Wetenschap ontving dit jaar drie projectaanvragen uit verschillende klinieken. Pr<strong>of</strong>.dr. Stephan<br />
Loer, voorzitter van de Commissie Wetenschap, zal bekend maken welke onderzoeker dit jaar de Grant<br />
ontvangt. De commissie wetenschap heeft onlangs de beoordelingsprocedure voor de YIG uitgebreid. Tot<br />
nu toe vond alleen een schriftelijke beoordelingsronde plaats maar vanaf dit jaar hebben de aanvragers hun<br />
onderzoeksprojecten mondeling toegelicht. Per YIG ronde (dus per jaar) wordt een beoordelingscommissie<br />
samengesteld. De boordelingscommissie bestaat uit minimaal 7 personen. Dat zijn leden uit de commissie<br />
wetenschap (leden die voor dat betreffende jaar geen aanvragen uit de eigen kliniek hebben ingediend), en<br />
zonodig extra reviewers. Dit kunnen wetenschappers zijn die uit de eigen gelederen komen (NVA), maar ook<br />
academische experts vanuit andere medische disciplines. Dit jaar bestaat de beoordelingscommissie uit:<br />
pr<strong>of</strong>.dr. M.M.R.F. Struys (voorzitter beoordelingscommissie YIG <strong>2012</strong>)<br />
pr<strong>of</strong>.dr. L.P.H.J. Aarts<br />
pr<strong>of</strong>.dr. A.R. Absalom<br />
mw.dr. C. Boer<br />
pr<strong>of</strong>.dr. A. Dahan<br />
pr<strong>of</strong>.dr. S.A. Loer<br />
pr<strong>of</strong>.dr. G.J. Scheffer<br />
De YIG aanvragen <strong>2012</strong><br />
Felix van Lier<br />
Managing perioperative anemia in cardiovascular patients undergoing noncardiac surgery<br />
Hugo van Oostrom<br />
Recovery from acute postoperative pain and the transition to chronic pain: the role <strong>of</strong> sleep<br />
Philipp Lirk<br />
Modulation <strong>of</strong> DNA methylation (epigenetics) bij lidocaine: implications for cancer therapy and pain medicine<br />
NVA-ABBOTT proefschrift award <strong>2012</strong><br />
In totaal hebben zeven auteurs hun proefschrift ingediend om mee te dingen naar de proefschriftaward. De voorzitter<br />
van de Commissie Wetenschap, Stephan Loer, en een vertegenwoordiger van Abbott reiken de award uit op<br />
vrijdag 11 mei om 10.00 uur in Auditorium 1.<br />
De volgende proefschriften zijn ingediend:<br />
Jilles Bijker (UMCU)<br />
Intraoperative Hypotension<br />
Promotoren:<br />
pr<strong>of</strong>.dr. C.J. Kalkman<br />
pr<strong>of</strong>.dr. K.G.M. Moons<br />
Bart Geerts (LUMC)<br />
Fluid loading responsiveness<br />
Promotor:<br />
pr<strong>of</strong>.dr. L.P.H.J. Aarts<br />
Jeroen Hermanides<br />
(AMC)<br />
Measure for Measure, Consequences,<br />
Detection and Treatment<br />
<strong>of</strong> Hyperglycaemia<br />
Promotor:<br />
pr<strong>of</strong> dr. J.B.L. Hoekstra<br />
Alain Kalmar (UMCG)<br />
Hemodynamic physiology during<br />
perioperative intracarnial hypertensionmonitoring<br />
and therapeutic<br />
implications<br />
Promotoren:<br />
pr<strong>of</strong>.dr. M.M.R.F. Struys<br />
pr<strong>of</strong>.dr. E.P. Mortier<br />
pr<strong>of</strong>.dr. A.R. Absalom<br />
Ingeborg Noppers (LUMC)<br />
Safety- efficacy balance <strong>of</strong> S-<br />
ketamine and S-norketamine in<br />
acute and chronic pain<br />
Promotor:<br />
pr<strong>of</strong>.dr. A. Dahan<br />
Steven Renes (UMCN)<br />
Refinements in techniques <strong>of</strong> regional<br />
anesthesia using ultrasound<br />
Promotoren:<br />
pr<strong>of</strong>.dr. G.J. Scheffer<br />
pr<strong>of</strong>.dr. J. Bruhn<br />
Lonneke Staals (EMCR)<br />
Sugammadex in Renal Failure<br />
Promotor:<br />
pr<strong>of</strong>. dr. L.H.D.J. Booij<br />
Marcel de Leeuw (VUMC)<br />
Psoas compartment-sciatic nerve block<br />
for prosthetic hip surgery<br />
Clinical efficacy versus undesirable side<br />
effects<br />
Promotor:<br />
pr<strong>of</strong>.dr. W.W.A. Zuurmond<br />
12 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
13
Juridisch<br />
Mij overkomt het niet...<br />
<strong>ANESTHESIOLOGENDAGEN</strong> <strong>2012</strong><br />
Eva Koetsier & Ludmilla Garmers, Juridische Commissie<br />
juridische commissie<br />
Vrijdag 11 mei 11.40 – 12.40 uur<br />
zaal 0.5<br />
Voor de tuchtrechter gesleept worden, is voor de meesten<br />
van ons een ‘ver van ons bed show’ die we niet<br />
hopen mee te maken. We doen ons best voor de patiënt,<br />
werken hard naar eer en geweten, dus óns zal het niet<br />
gebeuren.<br />
Ludmilla Garmers,<br />
Jurist /anesthesioloog<br />
Overkomt het alleen die slecht functionerende dokter,<br />
die niet kan communiceren en zich niet aan de richtlijnen<br />
houdt? Iedereen die de uitspraken in Medisch Contact<br />
leest, weet waarschijnlijk dat het niet zo is: het kan<br />
ons allemaal overkomen. Een uitspraak van het Regionaal<br />
Tuchtcollege in Den Haag op 20 maart jongstleden<br />
is hier een voorbeeld van: een anesthesioloog die<br />
bij een spoedsectio een goed functionerende epiduraal<br />
optopt. Omdat dit niet afdoende resultaat geeft, wordt<br />
de patiënt onder narcose gebracht. Het kind komt levenloos<br />
ter wereld, reanimatie heeft geen resultaat. De<br />
anesthesioloog wordt aangeklaagd wegens het optoppen<br />
van de epiduraal in plaats van het meteen geven<br />
van narcose.<br />
Soms worden de beste bedoelingen verkeerd geïnterpreteerd,<br />
sussende woorden als bagatelliserend opgevat<br />
en een afwachtende houding afgedaan als gebrek<br />
aan interesse.<br />
Weten we wat de wet wel en niet van ons verwacht?<br />
Weten we wat de patiënt van ons wil en verwacht?<br />
De patiënt wordt steeds mondiger. Hij kent zijn rechten<br />
en de weg om zijn gelijk te halen steeds beter en zal<br />
steeds vaker klagen. Amerikaanse toestanden hebben<br />
we hier niet, maar toenemende regelgeving in de zorg,<br />
naast toegenomen kennis en mondigheid van de patiënt<br />
vragen wel van ons dat we goed geïnformeerd zijn.<br />
Aan de hand van een aantal casus willen wij, de Commissie<br />
Juridische Zaken, dit onderwerp interactief onder<br />
de aandacht brengen tijdens de Anesthesiologendagen.<br />
Door middel van discussie brengen we uw kennis<br />
op peil.<br />
Wilt u ook niet aangeklaagd worden? Dan zien wij u<br />
graag op vrijdag bij de Anesthesiologendagen.<br />
SKA<br />
Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie<br />
ZOMERCONGRES<br />
SECTIE KIN<strong>DE</strong>RANESTHESIOLOGIE<br />
15 & 16 juni <strong>2012</strong><br />
BLOOMING, Bergen aan Zee<br />
Abstracts<br />
Een ieder wordt van harte uitgenodigd tot het indienen van een abstract over kinderanesthesiologie (casuïstiek<br />
<strong>of</strong> onderzoek). Abstracts dienen in het Engels, maximaal 300 woorden (Introduction, Methods, Results,<br />
Discussion) te worden opgesteld. Geselecteerde abstracts worden op het SKA zomercongres gepresenteerd in<br />
de vorm van een presentatie <strong>of</strong> poster. Voor het beste abstract en presentatie zal een prijs van €75,- beschikbaar<br />
worden gesteld.<br />
SKA Grant <strong>2012</strong><br />
De SKA stelt jaarlijks een aanmoedigingsgrant van €750 ter beschikking voor een onderzoeksvoorstel (max<br />
drie A4), die betrekking heeft op de kinderanesthesiologie in de ruimste zin. De grant heeft tot doel het<br />
opzetten van wetenschappelijk onderzoek binnen de kinderanesthesiologie te stimuleren. Het kan zowel een<br />
klinisch wetenschappelijk onderzoek betreffen als een onderzoek met een fundamenteel experimentele, een<br />
epidemiologische, praktische anesthesiologische <strong>of</strong> een psychologische vraagstelling.<br />
Eva Koetsier<br />
Jurist/anesthesioloog<br />
Deadline voor indiening abstracts en onderzoeksvoorstellen is 6 mei <strong>2012</strong>. Zij kunnen ingediend via nva@<br />
anesthesiologie.nl Voor meer informatie en reglement zie http://www.anesthesiologie.nl/kinderanesthesiologie.<br />
U kunt zich via de site tevens aanmelden als deelnemer.<br />
14 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
15
Reacties naar aanleiding van artikel ‘Nieuwe ontwikkelingen eisen<br />
pr<strong>of</strong>essionele opzet van de vereniging’<br />
de anesthesioloog jaargang 8, nr 1.<br />
Na lezing van het innemende in memoriam voor de 100-jarige oprichter, onze eerste voorzitter, ons hoog-verdienstelijke en<br />
aimabele erelid Maarten Mauve door Hans Pöll, in de anesthesioloog, jaargang 8 nummer 1 van maart <strong>2012</strong>, sla ik de bladzijde<br />
om en stuit ik op het artikel ‘nieuw lid van het NVA-bestuur’. De schrijver prijst zich aan met een terugblik: ‘De NVA is<br />
allang niet meer het clubje dat dreef (<strong>of</strong> niet dreef) op de inzet van enkele vrijwilligers, zoals ik de vereniging in de jaren ‘70<br />
van de vorige eeuw heb leren kennen.’ Hans Knape, toen 19. Maarten Mauve had zeker met zijn guitige blik een snedige prik<br />
in deze ballon gelanceerd. Maarten had ‘een clubje’ opgericht, dat ‘dreef <strong>of</strong> niet dreef’.<br />
KNMG Carrièrebeurs<br />
Veel belangstelling voor anesthesie<br />
Sandra Gijtenbeek, communicatiemedewerker<br />
Op zaterdag 31 maart vond voor de derde keer de KNMG carrièrebeurs plaats in<br />
het Beatrixgebouw van de Utrechtse Jaarbeurs. Zo’n 950 geneeskundestudenten en<br />
basisartsen konden de hele dag workshops volgen en kennismaken met de meest<br />
uiteenlopende specialismen en aandachtsgebieden. Ook de NVA was weer van de<br />
partij, met een stand op de beursvloer.<br />
Hans Knape (61) ontging de gedrevenheid waarmee de diverse besturen, die ik meemaakte sinds 1967, de vele zaken, ook<br />
gewichtige niet-drijvende, vrijwillig gestalte gaven. Ik verwijs hem naar de lectuur van de afscheidsrede Emancipatieproces<br />
van pr<strong>of</strong>essor D.M.E. Vermeulen-Cranch, C.B.E., F.F.A.R.C.S. van 1 oktober 1983, die zij eindigt met: ‘Ik ben content’. Het<br />
jaar 1983, dat was na ‘de jaren ‘70 van het clubje’ in de ijdele formulering van het ‘nieuw lid van het NVA-bestuur’.<br />
Mede namens de NVA-ereleden dr. P.V. Admiraal, pr<strong>of</strong>. dr. M.E. Sluijter en oud-voorzitter van de NVA dr. A. Adan.<br />
J.L. Beiboer, Oud-voorzitter van de NVA<br />
Amstelveen, 13 april <strong>2012</strong><br />
Geachte redactie.<br />
De Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie heeft een belangrijke historie, nationaal en internationaal, zeker voor een<br />
klein land als het onze.<br />
De Nederlandse anesthesiologie was een belangrijke speler bij de oprichting van de World Federation <strong>of</strong> Societies <strong>of</strong> Anaesthesiologists<br />
in Scheveningen in 1955, was pionier op het terrein van de patiëntveiligheid door de ontwikkeling van monitoring<br />
op het terrein van spierrelaxatie en capnografie, was het eerste land in Europa met de invoering van een examensysteem,<br />
was[j1] pionier van een landelijk theoretische opleiding tot anesthesioloog (op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor<br />
Anesthesiologie en de Boerhaave commissie), was verantwoordelijk voor de organisatie van het wereldcongres in 1992 en<br />
twee keer van Euroanaesthesia, laatst in 2011, nam verantwoordelijkheid voor belangrijke internationale bestuursfuncties en<br />
zo kan ik nog wel even doorgaan. Allemaal resultaten waarop wij in Nederland trots mogen zijn, waarvoor de credits nadrukkelijk<br />
op het conto van onze voorgangers geschreven mogen worden en waarvoor de vorige bestuurderen l<strong>of</strong> en waardering<br />
verdienen.<br />
Wat ik bedoelde met het “clubje waarop de vereniging dreef” is dat al deze prestaties tot stand werden gebracht door een<br />
kleine groep visionairs, die echter deze werkzaamheden naast hun drukke klinische taken moesten verrichten met beperkte<br />
ondersteuning van personeel en middelen, niets meer <strong>of</strong> minder, en dat deze bestuurderen juist dáárom extra waardering<br />
verdienen.<br />
Aois Peter, Marloes, Eric, Freya, Mehmet,<br />
Tijs en Anneke bemensten verdeeld over een<br />
ochtend- en middagploeg de stand. Dat er de<br />
gehele dag steeds minimaal drie CASA-leden aanwezig<br />
waren, was geen overbodige luxe: ochtendploegers<br />
Peter, Marloes en Eric hadden amper hun OK-pakken<br />
aangetrokken <strong>of</strong> ze konden al de eerste geïnteresseerden<br />
te woord staan.<br />
Volgens Eric waren de meeste vragen vrij gebruikelijk:<br />
‘Er werden veel standaardvragen gesteld over de duur<br />
van de opleiding en over hoe groot de afdeling is. Ook<br />
waren er mensen die graag intensivist wilden worden<br />
en zich afvroegen welke vooropleiding het beste aansluit.<br />
Wat mij opviel in de gesprekken met studenten, is<br />
dat de anesthesiologie in het reguliere curriculum geneeskunde<br />
maar weinig aan bod komt. Overigens was<br />
dat ook al zo toen ik zelf geneeskunde studeerde. Mensen<br />
hebben ‘er beetje van gezien’ tijdens hun coschap<br />
chirurgie, maar ook in die maanden zijn ze niet écht in<br />
de gelegenheid geweest om een goed beeld te krijgen<br />
van wat wij nu werkelijk doen. Zo stelde iemand de<br />
vraag: ‘maar jullie zijn toch altijd meteen weer weg<br />
van de OK als de patiënt slaapt? Ik bedoel maar! Hoewel<br />
anesthesiologie slechts summier behandeld wordt<br />
tijdens de geneeskundeopleiding, was er enorm veel<br />
belangstelling voor onze stand. Ons vak intrigeert<br />
mensen dus wel.’<br />
Ook Peter beantwoordde vragen als ‘hoe komt je in<br />
opleiding?’ en zelfs ‘wat verdien je?’, maar hij gaf tijdens<br />
de beursdag vooral uitleg over hoe je een patiënt<br />
intubeert. Bezoekers konden na zijn demonstratie zelf<br />
een intubatie proberen op de aanwezige simulatiepop<br />
en dat bleek nog niet mee te vallen. Peter hoopt dat de<br />
NVA-stand heeft bijgedragen aan een breder beeld van<br />
anesthesiologie: ‘de bekendheid van het vak is redelijk,<br />
maar bij sommigen heerst nog steeds het beeld dat we<br />
alleen maar op de OK staan. Er is nog weinig bekend<br />
over anesthesiologie als voortraject voor een opleiding<br />
tot intensivist <strong>of</strong> pijnspecialist.’<br />
In vergelijking met onze eerste ervaring op een carrièrebeurs,<br />
zo’n vier jaar geleden, kwamen nu meer<br />
geneeskundestudenten met gerichte vragen <strong>of</strong> gaven ze<br />
zelfs meteen aan anesthesiologie als coschap te gaan<br />
kiezen. Dat de NVA-stand één van de drukst bezochte<br />
stands was, kwam niet in de laatste plaats door onze<br />
enthousiaste aios. ‘Ik vond het echt waanzinnig leuk<br />
om daar te staan. Het is heel gaaf om reclame te maken<br />
voor je eigen vakgebied en om mensen er enthousiast<br />
voor te maken, lacht Eric.<br />
Mijn enthousiasme als lid van het bestuur nu komt voort uit het feit dat de Vereniging de moed heeft genomen om de structuur<br />
drastisch te vernieuwen om de uitdagingen van nu, die nu eenmaal anders zijn, in een andere tijd dan toen, aan te gaan.<br />
Dat betekent pr<strong>of</strong>essionalisering van de organisatie, een andere manier van werken, met een strategisch plan en concrete<br />
doelen op middenlange termijn die onze wetenschappelijke vereniging nog beter in staat moet stellen om de belangen van<br />
onze patiënten en van onze leden in de huidige politieke gezondheidzorg goed op de kaart te zetten. Met mijn verwijzing<br />
naar het verleden heb ik niets denigrerends bedoeld, integendeel. Chapeau voor onze voorgangers, waardoor wij nu, in een<br />
nieuwe tijd en in een nieuwe, moderne structuur verder kunnen bouwen aan een goede toekomst voor de NVA. Als ik door een<br />
ongelukkige woordkeus mijnerzijds vorige bestuurderen onbedoeld heb gekwetst spijt mij dat en bied ik daarvoor graag mijn<br />
verontschuldigingen aan.<br />
Hans Knape<br />
16 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
17
Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie<br />
De sectie pijngeneeskunde van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie organiseert de<br />
PIJNDAGEN <strong>2012</strong><br />
23 & 24 november<br />
Congrescentrum Papendal Arnhem<br />
Van samen werken naar<br />
samenwerken:<br />
de patiënt centraal<br />
DUTCH PAIN SOCIETY<br />
www.anesthesiologie.nl<br />
NVA ontwikkelt samen met NIV nieuw medisch pr<strong>of</strong>iel<br />
‘De ziekenhuisarts’<br />
Hans Knape, UMC Utrecht<br />
In de afgelopen jaren heeft een aantal factoren de ziekenhuiszorg ingewikkelder gemaakt,<br />
waarbij vooral kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid onder druk zijn komen<br />
te staan. De vergrijzing van de bevolking, de sterke toename van het aantal patiënten<br />
met multipele comorbiditeit, de toegenomen complexiteit van ziekenhuisgeneeskunde,<br />
de specialisatie en subspecialisatie van medische specialismen en de toename<br />
van deeltijdaanstellingen van medisch personeel brengen tezamen de continuïteit en<br />
logistiek van de gewone basiszorg voor de patiënt in gevaar.<br />
De voorbeelden zijn legio. Gegevens worden<br />
ondanks zorg-ICT gemist, de communicatie<br />
tussen medisch specialisten over belangrijke<br />
patiëntengegevens gaat regelmatig mis, afstemming tussen<br />
diagnostiek en behandeling wordt moeilijker en de<br />
patiënt weet vaak niet meer wie de regisseur is van alles<br />
wat er met hem <strong>of</strong> haar in het ziekenhuis gebeurt. Bovengenoemde<br />
ontwikkelingen leiden niet alleen tot verslechtering<br />
van de kwaliteit van de zorg en tot risico’s<br />
voor de patiëntveiligheid, maar ook tot gebreken in de<br />
samenwerking met de eerste lijn. De huisarts heeft niet<br />
meer in beeld tot wie hij zich moet richten als de verwezen<br />
patiënt in het ziekenhuis binnen korte tijd met zes<br />
deelspecialismen wordt geconfronteerd.<br />
Nieuwe zorgpr<strong>of</strong>essional<br />
Om de risico’s te beperken, is in de ziekenhuiszorg<br />
een andere actor nodig dan de medisch specialist met<br />
veel expertise op een heel beperkt terrein. Een actor die<br />
vooral kennis heeft van de breedte van de geneeskundige<br />
zorg in een ziekenhuis, zowel op het terrein van<br />
de beschouwende ziekenhuiszorg als op dat van de perioperatieve<br />
geneeskunde. Binnen de opleidingen tot medisch<br />
specialist zijn de competenties en kennis die voor<br />
dit type zorgpr<strong>of</strong>essional van belang zijn niet de ho<strong>of</strong>dzaak:<br />
regievoering, zeer sterk ontwikkelde communicatieve<br />
vaardigheiden, uitgebreide kennis van kwaliteit,<br />
veiligheid en clinical governance. De behoefte aan een<br />
ander, aanvullend type zorgpr<strong>of</strong>essional heeft geleid tot<br />
de oprichting van de Stichting Opleiding Ziekenhuis<br />
Geneeskunde. Deze stichting heeft gewerkt aan een curriculum<br />
van drie jaar voor een nieuw medisch pr<strong>of</strong>iel: de<br />
ziekenhuisarts.<br />
Invitational conference en pr<strong>of</strong>ielaanvraag<br />
Op 23 februari <strong>2012</strong> heeft een invitational conference<br />
plaatsgevonden waarbij vertegenwoordigers van de verschillende<br />
wetenschappelijke verenigingen, het CBOG,<br />
het CGS, de STZ-ziekenhuizen, het Capaciteitsorgaan,<br />
het ministerie van VWS, de KNMG en de SAZ aanwezig<br />
waren. Het plan een opleiding voor het medisch<br />
pr<strong>of</strong>iel ‘de ziekenhuisarts’ in te stellen, werd positief<br />
ontvangen. In de komende periode worden voorbereidingen<br />
getr<strong>of</strong>fen voor een pr<strong>of</strong>ielaanvraag bij het CGS<br />
en later bij de minister.<br />
Pilot<br />
Naar verwachting zal vanaf september <strong>2012</strong> een pilot<br />
voor het pr<strong>of</strong>iel van ziekenhuisarts worden gestart in het<br />
VUMC, UMCG, Jeroen Bosch Ziekenhuis en het Catharina<br />
Ziekenhuis. De opleiding wordt gedragen door twee<br />
wetenschappelijke verenigingen: de NIV en de NVA,<br />
waarbij de NIV het gastheerschap op zich zal nemen.<br />
In eerste instantie is afgesproken dat in de pilot van de<br />
vier genoemde ziekenhuizen een internist-opleider en<br />
een anesthesioloog-plaatsvervangend opleider zullen<br />
worden benoemd. Het domein van de ziekenhuisarts bestrijkt<br />
naast de zogenoemde beschouwende geneeskunde<br />
nadrukkelijk ook de gehele perioperatieve zorg. De vakgroepen<br />
c.q. maatschappen van de vier ziekenhuizen zullen<br />
zich daar op korte termijn op moeten voorbereiden.<br />
Belangrijke ontwikkeling<br />
Ik denk dat de totstandkoming van de ziekenhuisarts de<br />
komende jaren een belangrijke ontwikkeling is in de Nederlandse<br />
gezondheidszorg. Deze nieuwe zorgpr<strong>of</strong>essional<br />
zal in de ziekenhuizen een prominente rol gaan innemen<br />
en voor de anesthesiologie is het belangrijk dat ons<br />
specialisme hier, samen met de NIV en andere partijen,<br />
richting aan gaat geven. Op deze manier blijft de NVA<br />
nauw betrokken bij de toekomst van de ziekenhuisarts,<br />
iets waar de anesthesiologie een duidelijk belang bij<br />
heeft. Bij volgende ontwikkelingen <strong>of</strong> gelegenheden zal<br />
ik u gaarne verder informeren.<br />
18 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
19
Wetenschap<br />
EEN I<strong>DE</strong>E DAT NOOIT ZOU WERKEN<br />
Bert Mik MD PhD, Ho<strong>of</strong>d Laboratorium voor Experimentele Anesthesiologie, Erasmus MC<br />
Gelukkig kan ik u uit<br />
eigen ervaring zeggen<br />
dat je tegenwoordig nog<br />
steeds kan promoveren<br />
zonder een met statistiek<br />
overladen proefschrift.<br />
Hoe vaak hoor je collega’s niet zeggen: ‘wetenschap is niets voor mij’, regelmatig<br />
gevolgd door de argumentatie ‘ik heb geen verstand van statistiek’? Spijtig,<br />
maar op zich wel eerlijk en met het argument valt nog redelijk te leven. Erger<br />
wordt het als men zegt: ‘wetenschap is niets voor mij, want met statistiek kun<br />
je toch uit onderzoek laten komen wat je wilt’. Een klinisch onderzoeker voelt<br />
zich dan al snel in de kuif gepikt, patiëntgebonden onderzoek gaat immers<br />
vaak samen met vele statistische methoden, die, toegegeven, niet voor iedereen<br />
doorzichtig zijn.<br />
Jammer genoeg lijkt het doen van statistische analyses<br />
een doel op zich geworden: zonder statistische<br />
analyse geen wetenschappelijke vooruitgang.<br />
Dat dit ook in preklinisch onderzoek geldt, werd<br />
mij recentelijk weer eens pijnlijk duidelijk door een<br />
vraag van de Dier Experimentele Commissie (<strong>DE</strong>C),<br />
zeg maar de Medisch Ethische Toetsingscommissie<br />
(METC) voor proefdieren. Met een nieuw ontwikkeld<br />
apparaat wilden we voor het eerst metingen uitvoeren,<br />
onder andere om gemiddelde meetwaardes en varianties<br />
te bepalen. De <strong>DE</strong>C, een belangrijke en doorgaans<br />
goed functionerende instantie, merkte doodleuk op dat<br />
we geen poweranalyse hadden gedaan en blokkeerde<br />
de goedkeuring. De opmerking was in deze situatie natuurlijk<br />
van de ratten besnuffeld, want waar zou een<br />
dergelijke poweranalyse op gebaseerd moeten zijn? Ik<br />
realiseerde me wel weer dat ik zelf eigenlijk ook een<br />
broertje dood heb aan statistiek.<br />
Gelukkig kan ik u uit eigen ervaring zeggen dat je tegenwoordig<br />
nog steeds kan promoveren zonder een<br />
met statistiek overladen proefschrift.<br />
Met een paar leuke<br />
ideeën, een beetje geluk en heel<br />
veel doorzettingsvermogen kun<br />
je nog altijd een eind komen.<br />
Bovendien kan het er in de wetenschap<br />
erg avontuurlijk aan<br />
toegaan. Weet u bijvoorbeeld<br />
wat een plasma-expansie is? Nee, ik bedoel niet de behandeling<br />
voor een hemodynamische shocktoestand.<br />
Ik doel op het fysisch fenomeen dat ontstaat bij optical<br />
breakdown van bijvoorbeeld een waterige oplossing.<br />
Hier liep ik enige jaren geleden tegenaan toen ik, niet<br />
gehinderd door al te veel kennis op dat gebied, bedacht<br />
een nieuwe meetopstelling te bouwen. Deze moest het<br />
mogelijk maken om, op micrometerniveau, driedimensionale<br />
zuurst<strong>of</strong>metingen te doen in weefsels.<br />
De bedoeling was om in plaats van met het gebruikelijke<br />
groene licht, met sterk gefocusseerde infrarode<br />
laserpulsen zuurst<strong>of</strong>afhankelijke fosforescentie op te<br />
wekken in palladium-porfyrine. Dit is een synthetische<br />
kleurst<strong>of</strong> met zuurst<strong>of</strong>afhankelijke optische eigenschappen<br />
die intraveneus kan worden geïnjecteerd.<br />
Nou, dat hebben we geweten. De eerste pogingen in<br />
cuvetten met porfyrine-oplossingen verliepen letterlijk<br />
desastreus. We werden geconfronteerd met miniatuur<br />
bliksemschichten, verpulverde cuvetten en kapot<br />
geknalde detectors. Uiteindelijk is de opstelling wel<br />
gelukt en gepubliceerd en is dit pionierswerk inmiddels<br />
door diverse andere groepen doorontwikkeld en<br />
toegepast.<br />
Zelf ben ik vrij snel daarna een andere weg ingeslagen,<br />
uit fascinatie voor het idee om endogene porfyrines te<br />
gaan gebruiken voor zuurst<strong>of</strong>metingen. Dit zou uiteindelijk<br />
een nieuwe - en mogelijk revolutionaire - meettechniek<br />
voor klinisch gebruik kunnen worden. Stel je<br />
eens voor: een niet-invasieve, maar wel echt kwantitatieve,<br />
optische meetmethode voor in weefsels opgelost<br />
zuurst<strong>of</strong> op het niveau van slechts een paar cellen! Een<br />
projectafwijzing door NWO - Aard- en Levenswetenschappen<br />
met de opmerking: ‘een fantastisch idee, maar<br />
het gaat nooit werken’, gaf alleen maar extra motivatie.<br />
Zonder geld, maar met ondersteuning van vele andere<br />
wetenschappers en een berg geleende apparatuur was er<br />
dan uiteindelijk, na een jaar <strong>of</strong> vier, het eureka-moment.<br />
In een suspensie van gekweekte cellen lukte het einde-<br />
lijk om zuurst<strong>of</strong>afhankelijke vertraagde fluorescentie te<br />
meten. Niet door toevoeging van een zuurst<strong>of</strong>gevoelige<br />
kleurst<strong>of</strong>, maar door inductie van endogeen protoporfyrine<br />
IX. Dat protoporfyrine IX door onze cellen toevallig<br />
in de mitochondriën wordt gesynthetiseerd was een<br />
leuke extra bonus. Het leverde namelijk meteen de allereerste<br />
techniek op om mitochondriale zuurst<strong>of</strong>spanning<br />
in levende cellen te meten. De frustratie van de<br />
mislukte projectaanvraag, de vele slapeloze nachten en<br />
het geestdodende en schier eindeloze optimaliseren van<br />
de meetopstelling waren<br />
Een projectafwijzing met de<br />
opmerking: ‘een fantastisch<br />
idee, maar het gaat nooit<br />
werken’, gaf alleen maar extra<br />
motivatie.<br />
snel vergeten toen de roller<br />
coaster van patentaanvragen<br />
en publicaties op<br />
gang kwam.<br />
Nu, een cum laude promotie<br />
en twee projectsubsidies<br />
verder, krijg ik de kans om na mijn opleiding tot<br />
anesthesioloog-intensivist het preklinische onderzoek<br />
te combineren met werk in de kliniek. Een droombaan,<br />
waarin mijn passies voor anesthesiologie en techniek<br />
worden gecombineerd met het werken met jonge, getalenteerde<br />
en gemotiveerde mensen in het Laboratorium<br />
voor Experimentele Anesthesiologie van het Erasmus<br />
MC. Uiteraard is de focus verschoven van het ontwikkelen<br />
van nieuwe technologie naar het toepassen ervan,<br />
per slot van rekening zijn we geen fysica-laboratorium.<br />
Enerzijds wordt gewerkt met complexe proefdiermodellen<br />
die situaties uit de acute, perioperatieve en intensieve<br />
zorg nabootsen. Anderzijds zijn we actief<br />
bezig om de mitochondriale zuurst<strong>of</strong>metingen naar de<br />
kliniek te brengen, waarbij de toepassing niet exclusief<br />
<strong>of</strong> primair op de operatiekamer wordt voorzien. Beide<br />
onderzoekslijnen zijn een creatieve uitlaatklep en bieden<br />
de mogelijkheid om op gezette tijden het keurslijf<br />
van de kliniek te ontvluchten. Dat is voor mij namelijk<br />
de grote charme van het preklinische onderzoek: het op<br />
een heel andere manier met je vak bezig zijn. En daarom<br />
- het moet me van het hart - krijg ik bijna medelijden<br />
als ik mensen hoor zeggen dat wetenschap saai is.<br />
Trouwens, even terugkomend op al die statistiek, geef<br />
mij maar de ouderwetse methode van wetenschapsbeoefening.<br />
Hierbij werden collega-wetenschappers<br />
uitgenodigd voor een demonstratie-experiment om de<br />
juistheid van een vinding te tonen. Wel zo gezellig en,<br />
erg actueel: er is nauwelijks gesjoemel mogelijk. Als<br />
onze catering wat beter was, zou ik u en masse uitnodigen,<br />
dat laat ik echter maar uit mijn ho<strong>of</strong>d. Wat<br />
betreft de techniek met uit elkaar knallende cuvetten:<br />
tegenwoordig heet deze ‘two-photon high-resolution<br />
oxygen microscopy’. Zo leuk kan wetenschap zijn!<br />
Afbeelding: Shutterstock.com<br />
20 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
21
tekst: Mèrie van der Rijt<br />
‘Deze pr<strong>of</strong>essionaliseringsslag maken we niet met medisch specialisten alleen’<br />
De NVA heeft sinds 2011 drie beleidsmedewerkers. Zij werken intensief samen met<br />
de verschillende commissies. Werkt dat in de praktijk? En hoe werkt dat dan?<br />
‘De werkwijze binnen de Commissie Kwaliteit<br />
is flink veranderd sinds beleidsmedewerker<br />
Hans van Breugel bij de<br />
commissievergaderingen aanschuift’, vertelt commissievoorzitter<br />
Christiaan Keijzer enthousiast. ‘Hans<br />
houdt zich bezig met de uitvoerende taken. Hij beantwoordt<br />
bijvoorbeeld vragen voor de Commissie Kwaliteit.<br />
Alleen wanneer hij er zelf niet uitkomt, legt hij de<br />
vragen aan ons voor. Verder begeleidt hij de voortgang<br />
in de commissie.’ Van Breugel vult aan:‘De commissieleden<br />
bedenken wat er moet gebeuren. Zonder hen<br />
kan ik mijn werk niet doen’.<br />
Keijzer geeft een voorbeeld. ‘De Commissie Kwaliteit<br />
is bezig met het ontwikkelen van een risicomodel voor<br />
de anesthesiologie. Daarvoor moeten we samenwerken<br />
met de snijdende collega’s. De inhoudelijke gesprekken<br />
met hen voeren de andere commissieleden en ik,<br />
maar Hans bereidt de gesprekken voor. Hij kent iedereen<br />
en weet wie hij voor<br />
‘Het werk in de commissie is<br />
natuurlijk vrijwillig, maar niet<br />
vrijblijvend’<br />
welk onderdeel moet uitnodigen<br />
en welke stappen<br />
we achtereenvolgens<br />
kunnen nemen. Ook verkent<br />
hij vooraf <strong>of</strong> andere verenigingen een soortgelijk<br />
model hebben ontwikkeld. Door deze aanpak duren de<br />
vergaderingen korter en kunnen we ons echt bezighouden<br />
met de inhoudelijke zaken van ons vak. Voorheen<br />
ging ik vaak naar huis met een lijst praktische actiepunten.<br />
Het is heel fijn dat een groot deel daarvan nu<br />
op het bordje van Hans ligt. Ook is het handig dat Hans<br />
en de andere beleidsadviseurs op de hoogte zijn van<br />
alles wat er speelt binnen de vereniging. Voorheen was<br />
ik vaak een linking pin tussen de commissies, omdat ik<br />
in veel commissies tegelijk zat.’<br />
Vooruitgang<br />
Van Breugel: ‘We werken nu meer naar een resultaat<br />
toe, waarbij regelmatig ook zaken afgerond moeten<br />
zijn. Ik hoor de commissieleden wel eens grappen<br />
dat ik er met de zweep over ga. Ik kan dat gevoel best<br />
begrijpen. Het is toch even wennen dat er iemand de<br />
voortgang van projecten bewaakt. Daarbij is het voor<br />
mij mijn baan en voor hen werk dat ze er in hun vrije<br />
tijd bij doen. Het werk in de commissie is natuurlijk<br />
vrijwillig, maar het is niet vrijblijvend.’ Keijzer is daar<br />
juist erg blij mee. ‘Ik heb zelf een bloedhekel aan werk<br />
dat blijft liggen. Ik vind het juist leuk dat we nu veel<br />
meer vooruitgang zien. Voorheen voerden we vaak<br />
enthousiaste discussies in de commissies, waarna de<br />
onderwerpen toch bleven liggen. Uiteindelijk is daar<br />
niemand blij mee. Ik denk trouwens dat niet alleen de<br />
commissieleden moeten wennen aan de nieuwe verenigingstructuur<br />
met beleidsmedewerkers. Ook voor de<br />
bestuursleden is het even aanpassen dat niet meer alles<br />
via hen en de directeur loopt. Daarvoor is het werk<br />
te veelomvattend geworden. Wat dat betreft is het ook<br />
prettig dat we het aantal commissies hebben uitgebreid.<br />
Kortom, we maken nu een pr<strong>of</strong>essionaliseringsslag en<br />
dat lukt ons niet met medisch specialisten alleen.’<br />
Proactief<br />
De inspectie, zorgverzekeraars en andere partijen bemoeien<br />
zich steeds meer met de kwaliteit en de betaalbaarheid<br />
van de zorg. Dit heeft ook consequenties voor<br />
de anesthesiologie. Keijzer: ‘Een voorbeeld hiervan is<br />
de recente ontwikkeling van de richtlijn voor pijnbestrijding<br />
na een operatie. De Inspectie voor de Gezondheidszorg<br />
gebruikt hiervoor de VAS-methode en stelde<br />
dat de VAS-score van alle patiënten binnen drie dagen<br />
na de operatie lager dan 4 moest zijn. Onze vereniging<br />
heeft geadviseerd om in eerste instantie het cijfer 7 te<br />
hanteren, omdat het zinvoller en werkbaarder is om je<br />
eerst op deze groep patiënten te richten. De inspectie<br />
heeft dit advies overgenomen. Wanneer je je als beroepsgroep<br />
niet met dit soort zaken bemoeit, regelt de<br />
overheid het voor je.’<br />
De komende tijd blijft de NVA reageren op relevante<br />
ontwikkelingen, maar daarnaast stelt de vereniging<br />
zich ook proactief op. De kwaliteit van de zorg is nu<br />
bijvoorbeeld een hot item. Dit is aanleiding voor de<br />
vereniging om aan de slag te gaan met de ontwikkeling<br />
van een nieuw visitatiemodel. ‘Tot nu toe is een<br />
kwaliteitsvisitatie bedoeld om te toetsen <strong>of</strong> een vakgroep<br />
zich houdt aan bestaande richtlijnen’, vertelt<br />
Rechts: Hans van Breugel,<br />
beleidsmedewerker Kwaliteit<br />
Links: Christiaan Keijzer,<br />
voorzitter van de Commissie<br />
Kwaliteit<br />
Keijzer. ‘Na een bezoek komt de commissie met een<br />
mooi rapport met adviezen. Lange tijd was dit zinvol,<br />
omdat vakgroepen aan de hand daarvan concrete verbeteringen<br />
doorvoerden. Nu heeft vrijwel elke vakgroep<br />
de zaken op orde en dreigt het visitatierapport<br />
een papieren tijger te worden. In nagenoeg elk rapport<br />
staat immers dat het wel goed gaat. Uiteindelijk wil<br />
je als vereniging de kwaliteit van zorg daadwerkelijk<br />
op een hoger plan brengen. Vandaar dat de Commissie<br />
Kwaliteitsvisitatie nu werkt aan een nieuw model.<br />
De kern van het model is dat de vakgroepen zelf meer<br />
verantwoordelijkheid voor hun kwaliteit krijgen en dat<br />
de ‘visitatiepolitie’ verleden tijd is.’ Nog een voorbeeld<br />
waarin de NVA zich proactief opstelt? Van Breugel:<br />
‘Het patiëntdossier. We willen ervoor zorgen dat registratie<br />
van de anesthesie daarin goed geregeld is.’<br />
Volwassen vereniging<br />
Van Breugel vindt dat de NVA nu uitgroeit tot een volwassen<br />
vereniging. ‘Als je alleen reageert op prikkels<br />
van buitenaf, dan schrik je van iedere beweging. Het is<br />
veel prettiger om een eigen koers uit te zetten. We willen<br />
de input van de verschillende commissies en van<br />
individuele leden steeds meer combineren en vertalen<br />
naar beleids- en jaarplannen.’<br />
Zo ver is het nog niet. Keijzer en Van Breugel zijn<br />
het erover eens dat de nieuwe structuur nog wel even<br />
wennen is voor iedereen. Het gevaar is bijvoorbeeld<br />
om zowel volgens de oude als de nieuwe manier te<br />
werken. Het is niet de bedoeling dat de ledenraad en<br />
de commissies de onderwerpen op eenzelfde manier<br />
bespreken. Dan is het juist meer werk. Keijzer: ‘We<br />
moeten vertrouwen hebben in elkaars expertise. Na<br />
elke vergadering is ieders taak duidelijk. Niemand van<br />
de commissieleden hoeft het overzicht van de volledige<br />
dossiers te hebben, want dat is een taak van de<br />
beleidsmedewerkers.’ Van Breugel merkt op dat het<br />
veranderen van gedrag tijd nodig heeft. ‘De structuur<br />
staat op papier, die is helder. Het is logisch dat mensen<br />
nog even moeten zoeken naar hun nieuwe rol.’ <br />
22 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
23
tekst: Mèrie van der Rijt<br />
Anesthesioloog Hans Pöll over zijn promotieonderzoek:<br />
‘Ik zou het zo weer doen’<br />
Hans Pöll werkte tien jaar aan zijn promotieonderzoek naar het ontstaan van het<br />
vak van anesthesioloog in Engeland en Duitsland. ‘Door mijn onderzoek begrijp ik<br />
de emoties op de OK beter en ben ik anders gaan werken.’ Dr. Hans Pöll vertelt over<br />
zijn zoektocht in de archieven en over het vak van anesthesioloog anno <strong>2012</strong>.<br />
In Engeland was anesthesie vanaf 1890 een apart<br />
vakgebied, terwijl dat in Duitsland en eigenlijk op<br />
het gehele continent pas vanaf 1960 het geval was.<br />
Hoe kan dit? Dat was de hamvraag in het proefschrift<br />
van Hans Pöll. In eerste instantie zocht Pöll het verschil<br />
in de ontwikkeling van het vak van anesthesioloog<br />
in de technische ontwikkeling van beide landen.<br />
Hij vermoedde dat anesthesie in Engeland veel eerder<br />
dan in Duitsland ‘modern’ geworden zou zijn en dat dit<br />
het eerste duwtje naar specialisatie zou zijn geweest.<br />
Pöll ontdekte echter al snel dat deze technische verschillen<br />
minimaal <strong>of</strong> tijdelijk waren.<br />
Status<br />
Vervolgens dook Pöll in de operatieverslagen die goed<br />
bewaard zijn gebleven in de ziekenhuisarchieven. Pöll:<br />
‘De archiefmedewerkers waren vaak enorm verrast<br />
dat iemand interesse had in deze boeken. Nooit vroeg<br />
er iemand naar. Het verbaasde mij hoe nauwkeurig is<br />
bijgehouden welke patiënt, welke operatie onderging<br />
en hoe lang deze duurde. Overigens, voor toekomstige<br />
historici is het goed dat we hiermee gewoon doorgaan.’<br />
De echte aanzet tot de arbeidsdeling van de chirurg en<br />
anesthesioloog bleek van het begin af aan bij de Engelse<br />
chirurgen te liggen. Zij achtten de toediening van<br />
narcose beneden hun stand en lieten dat liever over aan<br />
een huisarts en later aan een aparte anesthesioloog.<br />
Duitse chirurgen hadden echter lang een holistische benadering<br />
van de chirurgische patiënt; de zorg rondom<br />
een patiënt kon je volgens hen niet in gespecialiseerde<br />
stukjes opknippen. Ook de anesthesie was lange tijd<br />
onderdeel van hun vak.<br />
Overigens, vandaag de dag is de status van het vak in<br />
Engeland nog steeds laag. Er zijn nog altijd weinig<br />
hoogleraren in de anesthesiologie. ‘Vijftien jaar geleden<br />
was ik voorzitter van de NVA en ontmoette ik de<br />
voorzitters van de zusterverenigingen in Europa’, vertelt<br />
Pöll. ‘Alleen Engeland en Nederland hadden een<br />
voorzitter die geen hoogleraar was.’<br />
Nederland<br />
Wat heeft de anesthesioloog in Nederland aan informatie<br />
over de ontwikkeling van het vak in Engeland<br />
en Duitsland? ‘De ontwikkeling van de anesthesiologie<br />
in Nederland zit tussen die van Duitsland en Engeland<br />
in. Nederland heeft van beide landen wat. Hier is het<br />
vak ten dele uit de huisartsgeneeskunde ontstaan en ten<br />
dele uit de chirurgie. Er waren vroeger bijvoorbeeld<br />
aardig wat gepensioneerde chirurgen die anesthesioloog<br />
werden. Ook was het in vroeger tijden normaal<br />
dat de huisarts de anesthesie deed tijdens een operatie.<br />
Daarvoor kreeg hij dan meestal zo’n tien procent van<br />
het honorarium van de chirurg. Toen ik net met mijn<br />
onderzoek begon, wilde ik de Nederlandse situatie ook<br />
in mijn onderzoek betrekken, maar mijn begeleider van<br />
de Vrije Universiteit in Amsterdam heeft me er gelukkig<br />
van kunnen overtuigen dit niet toe doen, omdat het<br />
te veelomvattend zou zijn.’<br />
De Nederlandse collega’s kunnen zeker wat leren uit<br />
zijn onderzoek, vindt Pöll. ‘Het is goed dat anesthesiologen<br />
zich realiseren dat hun vak uit de chirurgie <strong>of</strong><br />
onder de chirurgie is ontstaan en dus niet naast de chirurgie.<br />
Ik verbaas me wel eens over de omgang tussen<br />
chirurgen en anesthesiologen. Het lijkt een verstandshuwelijk;<br />
ergens wringt het nog altijd een beetje. Hoe<br />
dat komt? Het is handig om te weten dat het antwoord<br />
in de geschiedenis ligt, zodat je in de toekomst op een<br />
constructievere manier met elkaar kunt omgaan.’<br />
Regie<br />
Pöll vindt de cultuur op de OK nu vaak diffuus: taken,<br />
verantwoordelijkheden en werkwijze zijn niet altijd<br />
helder. ‘Het is belangrijk dat iemand de regie houdt<br />
binnen het team. Dit wil niet zeggen dat hij de baas is<br />
<strong>of</strong> bevelen kan geven, maar wel dat hij het overzicht<br />
houdt. Het ligt voor de hand dat de chirurg, als ho<strong>of</strong>dbehandelaar,<br />
deze taak op zich neemt. Een goede structuur<br />
wordt steeds belangrijker nu de operatieafdelingen<br />
van ziekenhuizen groeien en anesthesiologen en chi-<br />
Hans Pöll, temidden van zijn<br />
paranimfen<br />
rurgen elkaar niet altijd meer kennen. Contact tussen<br />
de chirurg en de anesthesioloog voorafgaand aan de<br />
operatie is dan extra belangrijk; het is niet respectvol<br />
om dit aan een assistent-chirurg over te laten. Het is<br />
daarnaast essentieel dat de chirurg de time-outprocedure<br />
voorafgaand aan de operatie zelf doet.’ Pöll vindt<br />
dat het niet alleen voor het team duidelijk moet zijn wie<br />
de regie heeft. Ook voor de patiënt is het belangrijk om<br />
te weten wie zijn ho<strong>of</strong>dbehandelaar en anesthesioloog<br />
zijn, want dit geeft vertrouwen. ‘Strijdende ego’s <strong>of</strong><br />
disciplines op de OK zijn natuurlijk onwenselijk.’<br />
‘Kortom, het was nog niet zo gek zoals de Duitsers<br />
het vroeger regelden’, stelt Pöll. ‘Deze conclusie heeft<br />
mijzelf enorm verbaasd. Mijn generatiegenoten en ik<br />
zijn opgeleid met het idee dat de anesthesiologie in<br />
Engeland op een hoger plan stond dan in Duitsland.<br />
Voor mij is het een geweldige uitdaging geweest om<br />
af te wijken van dit idee dat in mijn ho<strong>of</strong>d vast getimmerd<br />
zat. In het begin heb ik met de bril van de Engelse<br />
hegemonie naar mijn onderzoeksvraag gekeken. Waarschijnlijk<br />
hebben de emoties van onze opleiders, die de<br />
oorlog hebben meegemaakt, hierbij een rol gespeeld.’<br />
Carrièreperspectief<br />
‘Medisch specialisten hebben een bijzonder carrièreverloop’,<br />
vertelt Pöll. ‘Rond je vijfendertigste word je<br />
lid van een maatschap en ga je er lekker tegenaan; je<br />
bent ambitieus en voert verbeteringen door. Na een jaar<br />
<strong>of</strong> tien is hier een beetje de vaart uit. Je bent dan veertig<br />
plus, zit op de top van je inkomen en hebt geen enkel<br />
carrièreperspectief meer. Dan is het belangrijk dat<br />
iets je gaande houdt, want anders ligt een verslaving <strong>of</strong><br />
burn-out op de loer.<br />
Ik was altijd al zeer geboeid door geschiedenis en ook<br />
het idee om te promoveren had ik lange tijd in mijn<br />
achterho<strong>of</strong>d. Toen de kinderen rond mijn vijftigste het<br />
huis uitgingen, ben ik er aan begonnen.’ Vrijwel elke<br />
dag besteedde Pöll tijd aan zijn onderzoek. Soms zocht<br />
hij maar een half uurtje wat in een oud tekstboek, soms<br />
zat hij dagen achtereen tussen de operatieboeken in een<br />
archief in Londen <strong>of</strong> Berlijn. ‘Je moet er mee bezig<br />
blijven, anders rond je het nooit af. Het was een hele<br />
klus, maar ik zou het zo weer doen.’<br />
Pöll: ‘Het promotieonderzoek heeft me veel plezier<br />
gegeven en het heeft bovendien een mooi boek opgeleverd<br />
waar ik nog altijd graag naar kijk. De promotie<br />
zelf op 22 september 2011 was natuurlijk een beetje<br />
een poppenkast. Maar wel een hele leuke poppenkast.’<br />
<br />
Hans Pöll (1952) is sinds 1989 anesthesioloog in het Medisch<br />
Centrum Haaglanden in Den Haag. Hij is getrouwd, heeft drie<br />
kinderen en twee kleinkinderen.<br />
U kunt het proefschrift van Hans Pöll bestellen bij<br />
Erasmus publishing in Rotterdam.<br />
The anaesthetist 1890-1960<br />
A historical comparative study between Britain and Germany<br />
ISBN-10: 90-5235-209-7<br />
ISBN-13: 978-90-5235-209-1<br />
24 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
25
Geschiedenis<br />
Hoe de lachgasnarcose in Nederland kwam<br />
Wat verder ter...<br />
Wat verder ter tafel komt<br />
Marten van Wijhe, Commissie Geschiedenis van de Anesthesiologie<br />
Het verhaal van de invoering van de lachgasnarcose<br />
in Nederland is er een van waar wetenschappelijk<br />
doorzettingsvermogen, visie en<br />
klinische moed. Er was in ons land rond de eervorige<br />
eeuwwisseling geen belangstelling voor “stikst<strong>of</strong>oxyduul”,<br />
omdat de gezaghebbende, Amsterdamse geleerde<br />
internist-farmacoloog B.J. Stokvis geschreven had, dat<br />
het de erythrocyten vernietigt door een irreversibele<br />
binding met ze aan te gaan. De werking van lachgas<br />
verklaarde hij door de asfyxie die het veroorzaakte. Het<br />
feit dat Paul Bert in Parijs (1878-1885) echter had aangetoond<br />
dat lachgas analgetische eigenschappen had als<br />
het met zuurst<strong>of</strong> gemend werd toegediend, werd niet opgepakt.<br />
Ook Th. Hammes, die 700 lachgasnarcoses in<br />
het National Dental Hospital in Londen gegeven had,<br />
gebruikte het niet meer toen hij eenmaal terug in Nederland<br />
was in 1903.<br />
In het Leids Academisch Ziekenhuis (AZL) werkte<br />
in die tijd echter een ambitieuze, jonge chirurg J.H.<br />
Zaaijer, die manieren zocht om in de thorax te kunnen<br />
opereren. Deze lichaamsholte was tot dan toe verboden<br />
terrein, omdat er bij een geopende thorax problemen<br />
met de ademhaling konden ontstaan. Vanaf 1909 ging<br />
Zaaijer daarom experimentele operaties op honden<br />
Fig 1: Werking van de lachgas<br />
overdruk apparatuur<br />
Fig 2: W.C. Meiss dient lachgas<br />
narcose toe (1924)<br />
uitvoeren, gebruikmakend van eigen gefabriceerde apparatuur,<br />
gebaseerd op het werkingsprincipe van de “overdruk-narcose-apparaten”,<br />
die onafhankelijk van elkaar in<br />
de Verenigde Staten (McKesson, White, Gwathmey en<br />
Cotton), in het Verenigd Koninkrijk (Marshall en Boyle)<br />
en in Duitsland (Sauerbruch en de firma Dräger) ontwikkeld<br />
werden.<br />
In 1923 was de techniek zo ver vervolmaakt, dat het als<br />
standaard narcosetechniek in de heelkundige kliniek<br />
werd ingevoerd. Twee chirurgisch assistenten promoveerden<br />
op de toepassing van de lachgasnarcose: W.C.<br />
Meiss in 1925 en T. Mansoer in 1928. Op figuur 1 is<br />
duidelijk te zien hoe de toepassing in zijn werk ging:<br />
zuurst<strong>of</strong> [A] en lachgas [B] werden door een fles met<br />
verwarmd [E] water [C] geleid, waarmee hun verhouding<br />
ook in te schatten viel. Met schroef [F] kon een<br />
regelbaar deel van de gassen door een fles met ether<br />
[J] geleid worden. Ondersteuning van en controle op<br />
de ademhaling was mogelijk met ballon [M], waarna<br />
de patiënt het mengsel inademde via een stevig aangesnoerde<br />
kap [O]. De uitademing, <strong>of</strong> pogingen daartoe,<br />
verliep via een regelbare [P] waterslotfles [R].<br />
Een bijkomend voordeel was dat een lachgasnarcose<br />
meer dan de helft goedkoper was dan een narcose met<br />
alleen ether. Ter voorkoming van de vaak voorkomende,<br />
postoperatieve pneumonieën werd er veel aandacht<br />
gegeven aan de hygiëne van de mondholte. De inleiding<br />
met zuiver lachgas werd vergemakkelijkt door het<br />
standaard toegediende “10 en 1/4”; 10 mg morfine en<br />
een kwart milligram scopolamine intramusculair. Als<br />
de patiënt licht cyanotisch eruit zag, werd er zuurst<strong>of</strong><br />
bijgevoegd (geschat 3 tot 10%). De uitademingsweerstand<br />
werd in het eerste kwartier geleidelijk opgevoerd<br />
tot 10 cm water, gemiddeld had de patiënt dan een<br />
ademfrequentie van 30. De incisie kon twintig minuten<br />
na het begin van de inleiding gemaakt worden. Als<br />
er onvoldoende verslapping was, werd er ether toegevoegd.<br />
Zaaijer kreeg internationale erkenning toen hij<br />
gevraagd werd de prestigieuze Hunterian lecture over<br />
zijn methode te houden in het Royal College <strong>of</strong> Surgeons<br />
in Londen in 1929. Tot na de Tweede Wereldoorlog<br />
kon er in het AZL een getuigschrift “narcose toedienen”<br />
verkregen worden. <br />
Promoties<br />
26 januari <strong>2012</strong><br />
Felix van Lier, Universiteit Rotterdam<br />
Thromboembolic Events in The Perioperative Period<br />
Vakinhoudelijk proefschift<br />
25 april <strong>2012</strong><br />
Vicki Erasmus, Universiteit Rotterdam<br />
Compliance to hand hygiene guidelines in hospital<br />
care. A stepwise behavioural approach<br />
Nieuwe medewerker NVA<br />
Vanaf december 2011 is Marga Verstoep het bureau<br />
komen versterken. Zij ondersteunt de cursus- en examencommissie<br />
en het concilium.<br />
Marga heeft altijd al in de gezondheidzorg gewerkt:<br />
“Dat is een bewuste keuze. Ik ben niet het type voor<br />
het bedrijfsleven. Bovendien vind ik het belangrijk om<br />
maatschappelijke betrokken te zijn en als dat via mijn<br />
werk kan, is dat mooi meegenomen.” Voordat ze bij de<br />
NVA aan de slag ging, werkte ze bij de NIGZ (Stichting<br />
Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering<br />
en Ziektepreventie), waar ze deel uit maakte van het<br />
cursus- en congresbureau. Daarvoor werkte ze bij een<br />
thuiszorgorganisatie. Bij deze organisaties had Marga<br />
vooral contact met zorgmanagers en hulpverleners.<br />
In haar huidige functie zullen vooral de aios veel met<br />
Marga te maken krijgen.<br />
Doordat ze inmiddels aan de organisatie van diverse<br />
cursus- en examendagen heeft meegewerkt, heeft Marga<br />
een goede indruk van de werkzaamheden en de leden<br />
gekregen. “Ik bewonder de betrokkenheid en inzet<br />
van de aios. Dat geldt ook voor de docenten. Ik vind<br />
Overleden<br />
December 2011<br />
W.M.M. Hoek<br />
Op 61- jarige leeftijd. Bij leven voornamelijk werkzaam<br />
als waarnemer.<br />
het nogal wat: doceren, congressen bezoeken, lezingen<br />
geven en dan ook nog eens vele uren werken.”In haar<br />
vrije tijd is Marga te vinden in het filmhuis <strong>of</strong> in haar<br />
tuin.<br />
26 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong><br />
27
NVA kalender<br />
kalender<br />
De volledige congreskalender en meer informatie over de hieronder genoemde congressen<br />
en bijeenkomsten vindt u op de NVA-website www.anesthesiologie.nl.<br />
<strong>2012</strong><br />
10-11 mei Anesthesiologendagen<br />
MECC Maastricht<br />
23-25 mei EACTA<br />
RAI Amsterdam<br />
15-16 juni SKA Zomercongres<br />
Blooming, Bergen<br />
10 september Sectie Obstetrische Anesthesie, ledenvergadering<br />
28 september Wetenschapsdag<br />
De Reehorst Ede<br />
3 oktober Sectie Cardio Anesthesiologie, ledenvergadering<br />
St Antonius ziekenhuis Nieuwegein<br />
14 november Sectie Intensive Care, ledenvergadering<br />
St Antonius ziekenhuis Nieuwegein<br />
23-24 november Pijndagen<br />
Papendal Arnhem<br />
09-10 november <strong>Thema</strong>bijeenkomst Sectie Cardio Anesthesiologie<br />
Telefoon<br />
Algemeen nummer<br />
030 282 3385<br />
Patricia Liem<br />
Directeur<br />
Bestuur/Ledenraad, Accreditatie<br />
030 282 3855<br />
Martine Teeuwisse<br />
Directiesecretaresse<br />
Ledenadministratie<br />
030 282 3868<br />
Hans van Breugel<br />
Beleidsmedewerker Kwaliteit<br />
Commissie Kwaliteit<br />
030 282 3966<br />
Ronald Hortensius<br />
Beleidsmedewerker Opleiding<br />
Concilium Anaesthesiologicum<br />
030 282 3386<br />
Marloes van Grotel<br />
Beleidsmedewerker Secties<br />
Alle sectiecontacten<br />
030 282 3965<br />
Sandra Gijtenbeek<br />
Communicatiemedewerker<br />
Nieuwsbrief, Website,<br />
Commissie Wetenschap<br />
030 282 3270<br />
Marga Verstoep<br />
Bureaumedewerker<br />
CCA (cursus- en examencommissie),<br />
Opleidingsvisitaties<br />
030 282 3378<br />
Marjolein Swinkels<br />
Bureaumedewerker<br />
Financiële administratie,<br />
Kwaliteitsvisitaties<br />
BBC, Complicatieregistratie<br />
030 282 3880<br />
28 de anesthesioloog 2 • <strong>2012</strong>