4 Verbonden spraak - NT2.nl

4 Verbonden spraak
Werkblad 27
Overzicht van veelvoorkomende functiewoorden met hun sterke en zwakke vorm
NB: Zwakke vormen worden vaak als sterke vormen geschreven.
Woordsoort Sterke vorm Zwakke vorm Uitspraak van de Voorbeeld
zwakke vorm
lidwoorden een ’n [ən] Wat ’n lief kind!
het ’t [ət] Dat is ’t einde!
persoonlijke
voornaamwoorden ik ‘k [k] ’k ga weg.
(subject) jij je [jə] Je bent vroeg
hij ie* [ie] Komt ie ook?
zij ze [zə] Ze gaat mee.
wij we [wə] We komen zo.
zij ze [zə] Ze kunnen niet.
persoonlijke
voornaamwoorden mij me [mə] Geef me maar thee.
(object) jou je [jə] Hij roept je.
hem ’m [əm] Ik zie ’m.
haar ’r, d’r [ər, dәr] Ik zie d’r niet.
Bezittelijke
voornaamwoorden mijn m’n [mәn] Waar is m’n fiets?
jouw je [jә] Wat is je adres?
zijn z’n [zәn] Dat is z’n zus.
haar ’r, d’r [әr, dәr] Dat is ’r broer.
Bijwoorden er ’r, d’r [әr, dәr] D’r is niemand.
eens es [әs] Luister eens!
* Niet aan het begin van een zin. Onder invloed van klanken vóór [i] komen de vormen [di] en [ti] voor (zeidie, istie).
Uitspraaktrainer in de les
© 2009 Afd. NT2 VU / Boom, Amsterdam